Skip to main content

Full text of "Vaderlandsch woordenboek"

See other formats


Google 


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  prcscrvod  for  gcncrations  on  library  shclvcs  bcforc  it  was  carcfully  scannod  by  Google  as  part  of  a  project 

to  make  the  world's  books  discoverablc  onlinc. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  cxpirc  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 

to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 

are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  marginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 

publisher  to  a  library  and  fmally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  lechnical  restrictions  on  automated  querying. 
We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfivm  automated  querying  Do  nol  send  aulomated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  laige  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attributionTht  GoogXt  "watermark"  you  see  on  each  file  is essential  for  informingpeopleabout  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countiies.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can'l  offer  guidance  on  whether  any  specific  use  of 
any  specific  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
anywhere  in  the  world.  Copyright  infringement  liabili^  can  be  quite  severe. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.   Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  icxi  of  this  book  on  the  web 

at|http: //books.  google  .com/l 


Google 


Dit  is  ccn  digitale  kopie  van  een  boek  dat  al  generaties  lang  op  bibliothcckpl anken  heeft  gestaan,  maar  nu  zorgvuldig  is  gescand  door  Google.  Dat 

doen  we  omdat  we  alle  boeken  ter  wereld  online  beschikbaar  willen  maken. 

Dit  boek  is  na  oud  dat  het  auteursrecht  erop  is  verlopen,  zodat  het  boek  nu  deel  uitmaakt  van  het  publieke  domein.  Een  boek  dat  tot  het  publieke 

domein  behoort,  is  een  boek  dat  nooit  onder  het  auteursrecht  is  gevallen,  of  waarvan  de  wettelijke  auteursrecht  termijn  is  verlopen.  Het  kan  per  land 

verschillen  of  een  boek  tot  het  publieke  domein  behoort.  Boeken  in  het  publieke  domein  zijn  een  stem  uit  het  verleden.  Ze  vormen  een  bron  van 

geschiedenis,  cultuur  en  kennis  die  anders  moeilijk  te  verkrijgen  zou  zijn. 

Aantekeningen,  opmerkingen  en  andere  kanttekeningen  die  in  het  origineel  stonden,  worden  weergegeven  in  dit  bestand,  als  herinnering  aan  de 

lange  reis  die  het  boek  heeft  gemaakt  van  uitgever  naar  bibliotheek,  en  uiteindelijk  naar  u. 

Richtlijnen  voor  gebruik 

Google  werkt  samen  met  bibliotheken  om  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  digitaliseren,  zodat  het  voor  iedereen  beschikbaar  wordt.  Boeken 
uit  het  publieke  domein  behoren  toe  aan  het  publiek;  wij  bewaren  ze  alleen.  Dit  is  echter  een  kostbaar  proces.  Om  deze  dienst  te  kunnen  blijven 
leveren,  hebben  we  maatregelen  genomen  om  misbruik  door  commerciële  partijen  te  voorkomen,  zoals  het  plaatsen  van  technische  beperkingen  op 
automaüsch  zoeken. 
Verder  vragen  we  u  het  volgende: 

+  Gebruik  de  bestanden  alleen  voor  niet-commerciële  doeleinden  We  hebben  Zoeken  naar  boeken  met  Google  ontworpen  voor  gebruik  door 
individuen.  We  vragen  u  deze  bestanden  alleen  te  gebruiken  voor  persoonlijke  en  niet -commerciële  doeleinden. 

+  Voer  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  uit  Stuur  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  naar  het  systeem  van  Google.  Als  u  onderzoek 
doet  naar  computervertalingen,  optische  tekenherkenning  of  andere  wetenschapsgebieden  waarbij  u  toegang  nodig  heeft  tot  grote  hoeveelhe- 
den tekst,  kunt  u  contact  met  ons  opnemen.  We  raden  u  aan  hiervoor  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  gebruiken,  en  kunnen  u  misschien 
hiermee  van  dienst  zijn. 

+  Laat  de  eigendomsverklaring  staan  Het  "watermerk"  van  Google  dat  u  onder  aan  elk  bestand  ziet,  dient  om  mensen  informatie  over  het 
project  te  geven,  en  ze  te  helpen  extra  materiaal  te  vinden  met  Zoeken  naar  boeken  met  Google.  Verwijder  dit  watermerk  niet. 

+  Houd  u  aan  de  wet  Wat  u  ook  doet,  houd  er  rekening  mee  dat  u  er  zelf  verantwoordelijk  voor  bent  dat  alles  wat  u  doet  legaal  is.  U  kunt  er 
niet  van  uitgaan  dat  wanneer  een  werk  beschikbaar  lijkt  te  zijn  voor  het  publieke  domein  in  de  Verenigde  Staten,  het  ook  publiek  domein  is 
voor  gebniikers  in  andere  landen.  Of  er  nog  auteursrecht  op  een  boek  mst,  verschilt  per  land.  We  kunnen  u  niet  vertellen  wat  u  in  uw  geval 
met  een  bepaald  boek  mag  doen.  Neem  niet  zomaar  aan  dat  u  een  boek  overal  ter  wereld  op  allerlei  manieren  kunt  gebruiken,  wanneer  het 
eenmaal  in  Zoeken  naar  boeken  met  Google  staat.  De  wettelijke  aansprakelijkheid  voor  auteursrechten  is  behoorlijk  streng. 

Informatie  over  Zoeken  naar  boeken  met  Google 

Het  doel  van  Google  is  om  alle  informaüe  wereldwijd  toegankelijk  en  bruikbaar  te  maken.  Zoeken  naar  boeken  met  Google  helpt  lezers  boeken  uit 
allerlei  landen  te  ontdekken,  en  helpt  auteurs  en  uitgevers  om  een  nieuw  leespubliek  te  bereiken.  U  kunt  de  volledige  tekst  van  dit  boek  doorzoeken 

op  het  web  via|http:  //books  .google  .coml 


I 


k 


I 


}. 


\ 


\ 


VADERLAND 3CH 


WOORDENBOEK 


XIX.  DS  EL. 


/^ 


\ 


Il  -  :.  a  K  A  j  r  h  a  i 


\' 


,•  »     %1     •>! 


k 


VADERLANDSCH 


WOORDENBOEK; 


D  O  O  ft 


•.•-•: 


JACOBUS    KOK. 


NEGENTIENDE    DEEL. 


HAA-ïFAAR. 


MRT  KAARTBN,  PLAAÏHN  filt  PQURTRAlTTENi 


T  8    AMSTELDAM,   s  ij 
J  O  II  A  N  N  E  S    A  L  L  A  R  T, 


*  i 


'         I    « 


c  >/ 


y     >    ^ 


/     V 


..    » 


\i 


.-*  l     V^     -'- 


l^ 


.1      W      ^x 


«  1 


*  r    ^ 


.  W  «  fk 


.n 


/ 


m  • 


B     E     R     I     G     T 


,« ^  I 


<     1 


V  A  N*    I>  £  N 

.  » 

U  I  T  G  E  E  V  E  R. 

-        ■  ■  • 

«  ■ 

ilet    Negentiende   Deel    des'  Vadtrlandfchen 
^''oerdenheks,  wé\k  ik  thans  mijhen  Landgenoo- 
ten  mededeele ,  Iwhoort  onder  de  laatfte  Werken , 
jian  welke  de  arbeidzaame  JACOBUS  KOK  2tj»' 
nen  vlijt  heeft  te'  koste  geleid;  hij  eindigde  2ijni 
werkzaam  lesvény  onder  het  afdrukken  van  dit 
Deel ,  en  naa  éat  hij  bet ,  op  de  vier  laatfte  bladzij^ 
den  na  f 'geheel  eet  Drnkpersfe  hadt  vervaardigd. 
Gevoelig  trof  mi}  deeze  flag»  Ongaarne  zag  ik  mij 
in  gevaar  9  van^  ten  bal  ven  wege,  te  moeten  laiiten 
fteeken ,  een  Werk ,  't  welk  mij  zeer  veele  moei- 
te en  eene  aanzienlijke  fomtlie  heefc  gekost;  en 
even  min  mijne  Landgenooten  beroofd  van  hec 
vooruitzigt^omj  naa  verloop  vantijd^  hunne  Boe- 
kerijen te  zien  pronken  met  eene   verzameling , 
4énig9  en^  durve  ik  mij  vleien,  zo  volledig  in 
haare  foort ,  als,  tot  nog  toe ,  nimmer  wierdt  afgegee- 
ven.  Spoedig  zag  ik,  diens  volgens ,  uit  na  eene  ge* 
legenheid  ter  vergoedinge  van  dit  verlies.    Niet 
ongelukkig  ben  ik  hier  in  geflaagd.    Twee  mijner 

Vrien- 


a' 


1 


ft  BERIGT  VAN  i&EN  UITGEEVER- 

Vrienden ,  over  't  onderwerp  dooi  mij  Mngefpro- 
ken^  hebben  zich  wel  willen  belasten  met  dè 
moeite ,  om  den  afgebroken  draad  zamen  te  knoo* 
pen.  Voldoende  proeven  be^t'é  ik  van  de  kunde  en 
arbeidzaamheid  dier  Vrienden,  om  de  voortzet- 
tin^  van' het  Waordeo  boek  aairdezelven  to^du^n  , 
overlaaten.  Zij  heb6en  reeds  eenen  aanvang  gemaakt 
met  het  beraamen  van  hun  Plan,  en  zullen,  in  de- 
pit«irerkiBgf  zo  veeL  fpoedi  maakea^  als.met  ètrk 
naauwkeurige  volvoeringe  beftaaijbaar  is..  Twtjt 
Dcêlcn,  ten  mini^Cy  mi^fcbien  qog  .één  daac  bo? 
jven^  zal  ik  in  fta^  zijn,  eUc  Ja^  oe  kunneh  af^ 
geeven ;  kunnende  -de  Bezitters,  deez^  Werks  zich 
vcrzekerfl  hoeden ^  dat  meti  alles  wat  mogelijk  is^ 
ter  inkoning  van  i^etzelve,  üondtsr  bet  in  d^ 
Hoofdzaak  te  benadieelen,  tsü  aanwenden. 

'   N.  B.  Bij  het  volgende  Deel  ïullèn  wederohi 
5  Phaten  werden  geleverd. 

»  .1       •  •    •  .  » 

j  ■  •  \  •  .  I         «  J  ; 


I  I        I 


9       • 


1  ' 


\' 


•     0 


^k> 


VADERLAND  S CM  - 

ê 
« 

WOORDENBOEK. 


H  A  A. 


H 


AADÉLERiA,  volgfeos  EiNDius^  de  aloude  betiaaming  vafl 
Bommtnéy  of  Bommenede,  fchoon  anderen  willen  dat  dezelve 
HAadbloha  zou  geweest  zljn^. 

JFlAA^ACKERus  ,  Ci&öiDitJs)  geboordg  van  Freeswijk  aan  dé 
Faart^  bi)  üirechii,  Hij  werd,  te  Keulen^  Licentiaat  in  óé 
Godgeleerdheid)  en  had  den  lof  van  zeer  geleerd  te  zijn,  in 
de  Latijnfche  ca  Griekfche  Taaien.  In  het  Jaar  i6i8^  gaf' 
hij  in  het  ligt  een  Traótaatj  onder  den  naam  van  Einoticon 
diffe^i  Beigii^  raakende  de  verfcbillen  tusfehen  de  Remon* 
fitanten  en  Qereformeerdev» 

2ie  GOüDiioEVËN,  Oude  Bolh  Krotiijkè 


tlAAFTEN,  of  HAFTEN,  etxi  Öorp  en  heerlijkheid  in  de  tic* 
eerwaard^  t€ïï  weinig  beneden  lieU  heeft  een  Gereformeerde 
Kerk,  die  door  één  Predikant 'bediend  word.  Men  ziet  %\isiSi 
de  overblijfzels  van  een.Adelijk  Slot,  beflaande.  uit  een  dun-^ 
nen  ronden  Tooren^  de  Heer  dutry,  Heer  van  HaitftenA 
wiens  Geüagc  in  Gelderland  vermaard  is^  heefc  aldaar  een 
aangenaam  Landhuis  tot  zijn  verblijf, 

• 

HAAFTBtf ,  (dirk  van)  afkómilig  uit  hetCeflacht,  nog  hederi 
bekend ,  behoorde  cotde  verbondene  Edelen  ^  en  was  tevens  een  van 
die  geenen,  welke  zig  verbonden  hadden  tot  het* opbrengen 
Van  penningen^  Men  vind  dat  deeze  eene  verbindtenls  bad 
aangegaan  voor  loo  gouden  Icroonen*  Onze  dirk  van  haaF' 
TEN,  Heer  ysn  Gameren  f  was  een  zoon  van  jan  van  haaT' 

XIX.  Dwü  A  «t2* 


HAAFTEN,  (FRANS  Van)  enz. 


TEN  en  Lücu  VAN  BREOERODE,  cti  kleinzoon  van  wrk.  Hij 
had  Hl  Huwelijk  makgreta  van  duivenvoorde,  en  (choon  hi}, 
door  n^elaacen  kinderen,  zijnen  naam  niet  vereeuwigd  heeft, 
gefcbiedde  dit,  egter,  door  zijne  liefde  voor  de  vrijheid.  Zijn 
aankleeving^  aan  Graaf  looewvr  van  nassau,  was  oorzaak, 
dat  hij,  door  alva,  die,  ondertusfchen,  van  zijne  bovenge^ 
melde  verbindcenis  fchijnt  onkundig  geweest  te  zijn,  gebannen 
werd.  Dit  niettegenftaande  werd  door  hem  bewerkt ,  dat 
Bommel  de  zijde  van  oranje  koos;  waar  op  het  bevel  over 
die  Sttfd,  waar  van  bij  voorheen  Amptman  was,  hem  werd 
toebettoailrd^ 

Zie  raderi.  Hiff.  VL  Deel,  W.  a55-  1^ 
WATER ,  Ferbend  der  Edelen ,  bl.  434 
en  435» 


Haaften,  CfraNs  van)  Meer  van  Haaf  ten  ^  zoon  van  orro 
ca  EVERHARDA  VAN  MALBüRc?,  had,  door  Zijn  Huwelijk  met' 
eatharina  van  dkn  boetzelaar.  Vrouwe  van  Praat  ^  eene 
iiaauwe  betrekking  op  veêlen  der  Bondgenooten ,  onder  welke 
bij  zelve  mede  geteld  werd.  Alva  wist  dit,  en  kende  hem 
te  gelijk  als  een  groot  voorftander  der  Hervorming;  en  dit 
was  dubbel  genoeg  om  hem  te  doen  hidaagen.  Hij  overleed,, 
in  't  Jaar  1573 ,  zonder  kinderen. 

Haaften,  Oaw  van)  behoorde  zekerlijk  mede  tot  het  aan- 
<fenK]k  Geflacht  van  dien  naam,  *t  welk  al  voor  lang,  en  nog 
heden,  in  aanzien  is.  Daarenboven  wds  hij  ook  een  Lid  der 
verbondene  Edelen.  Doch  het  is  niet  zeker,  of  deeze  geweest 
2^  dfe  JAN  VAN  HAAFTEN  tot  Gameren^  broeder  v4n  dirk, 
die,  met  adolf  van  nassaü,  b^  Heillgerlee^  géfneuveld  is; 
dan  of  hier  door  bedoeld  werd  jan  of  johan  van  haaften. 
Heer  van  Haaften ,   Hellet  eii  Héfu^lffim »  aoon  van  walra* 

VEf*    en    GERARDA    VAN    HON^HI^AAR.       Hij    tTOUWdö    iHCl  ANN4 

Van  spangen,  en  overleed  in  het  Jaar  1574^  Wijders  d^nketi 
liiér  fommigen  aan  johan  van  haaptén,  zoon  van  orro,  Wj 
deszelfs  tweede  Vrouw,  WALBimcH  van  kv!ck,(zo  als  vin  M^ 
TEREN,)  d!e  ütde,  tn  lieé Jaar  15^^49  ongdiu^d  overleed*  Ook 

xott 


KAAPTEN»  (WAliiUVSN  Vast)  em 


tovL  nog  tn  ftuwiefkldg  kvamn  kootten  jaH  ottansA.  vau 
üAAFTBN,  die,  Ifi  de  Jaarén  1554  tn  1557»  Raad»  en»  lA  hec 
Jaar  1566,  Kameraar  .der  Scad  Uireckt  was,  en,  waarfthij*' 
lijk,  ia  echc  had  lucu»  datuurlljke  luster  vaa  den  Heer  hsn- 
DRiK  Van  BRADaRODE,  Ook  fchijnt  hij  geweest  te  zijn  de  W 
der  van  jan  Van  haaftsn.  Secretarie  der  Staaten  van  Utrtikê^ 
getrouwd  met  magteld  Van  oberëitein  ,  van  wien  alie  d« 
HeereQ  Van  HAAFtEN^  te  Utrecht  y  afkomdig  zijn. 


Te  water,  Ibid.  bl.  43<i-43^» 


Haapten,  (walravsn  vaN)  een  der  Edelen  van  dit  Ge" 
flagt*  Hij  diende  onder  Keizer  maximiliaan,  en  liet ,  biJGERRAR- 
DA  van  honselaar,  ZO  als  boven  gezegt  is,  kinderen  nib  Ia 
het  Jaar  1453,  had  hij  deel  aan  den  krijg  tegen  de  Qentf 
maariy  en  was  tegenwoordig  in  den  flag  bij  Kupelm^ndtf 
waar  bij  de  Qentcnaar%  te  kon  fchooten  en  op  de  vlugt  ge- 
jaagd ;sverdem  De  Edelen  waren,  in  dat  gevegt,  ran  hec 
hoofd  tot  aan  de  voeten  toe  geharnast.  Alle  Genealogifchc 
Schrijvers  verzekeren,  dat  dit  Geflagt  van  van  h a aften ^ 
van  tijd  tot  tijd,  door  Huwelijken,  is  vermaagtTchapt  gewor- 
den  aan  de  voornaamde  huizen;  als  van  hoorne,  ranst,  wl 

BIJE,  BREDERODB,  duivenvoorde  ,'LVND&N,  boetzelaar,  as- 
SENDELFT  ,  MILaN  visconti  ,.  SPANGEN  ,  SCHIMMELPENNlNa» 
VAN  pSR  OOIJEN,  BERK,  SCHOOK ,  eUZ. 

Zie  Vaderl.  Hifi.  D.  IV.  bl.  33.  caHPÉI^- 
TIER,  Van  li^uwen,  enz. 


4 

Ha  AFTEN,  [^QiU&  van)  door  VAN  MEETEREN,  Vermeld,  all 
kehoord  hebbende  onder  de  voordanders  der  vrijheid. 

Boek  m,  bl.  66. 


Haavtbn,  (bbnedictus  van)  in  *t  Latijn  bbnedictos  BAf- 
«ENVf  I»  was  gcbooren  te  Utrecht.  Zijn  doojmaam  wat  jAccf 
>v  Aa  lui; 


Haag,  (den)  haag-ambagt,  eiwl 


Büs^  docfa,  onder  de  Orde  der  BenediOifhen  ^  in  de  vennttf-' 
de  Abcdij  vdn  Afiighem ,  bij  Brusfel,  Monnik  geworden  zijn- 
de, nam  hij  den  naam  van  benedictus  aan*  Naderhand  Iteerde  hq 
weder  naar  Leuven ,  om  *er  zig  verder  in  de  Godgeleerdheid  te 
oeffenen.  Daar  fla  werd  bij  Proost  van  gemelde  Abtdij.  Hff 
was  een  godvrugcig  en  kundig  man,  en  heeft  eenige  geleerde 
werken  nagelaaten.    Hij  behoorde  tot  het  Geflagt  van  haaftep^. 

Zie  Hift.  van  Utrechts  Bisdom ,  L  Deel, 
bi,  552, 


Haag;  (dén)  rie  's gravenhagé. 

Haag-ambagt.  Onder  het  zelve  behooren,  zo  als,  op  \ 
Art.  'sGtiAVENHAGE,  gczcgc  is,  Scheveningefi ^  Eikenduinen], 
Half^Looiduinen  en  Nieuwveen  oï'*sGravezandè. 

"  V  Haa(^je,  een  Dorp  m  de  Baronij  van  Breda;  zie  prinsen- 

HAGE. 

I  * 

Haage  i  (Werenbold)  leefde  ten  tijde  van  Graaf  florïs  den 

V,  zie  UIT  DENHAGE^ 

•  Haagoort,  een  klein  Dorpje,  in  de  Meijerij  van^sHertth 
genhosch,  aan  de  Maas^  omtrent  een  uur  van  Ganzooijen^  ten 
Noordwesten  van  fFaaMjK  De  Gemeente  aldaar  oeffent  haa- 
ren  Godsdienst  te  Metuwen, 

Haaoendoorn,  (goytje)  was  Vlkaris  te  Bolswaard,  en 
werd,  in  het  Jaar  1490,  door  den  wreedaart  juwinga,  dood 
geflookcm 

HüAGSCHE  BOSCH ;  hieT  van  is  reeds,  op  het  Art.  bosscueh^ 
melding  gemaakt. 

Haak,  (mr.  herman)  een  Edelman,  Licentiaat  m  de  Reg- 
ceri,  Priester  en  Vicaris  der  S't.T^icolaaskerk  te  Dor  dregt,  daar 
bi],  den  2  Maart  vaa  het  Jtuir  15^7^  in  den  o^derdcH^van  8p 

Jaa- 


HAAK,  (PIBTER)  RAAR,  (Ftrt  dé)  eaz.  5 

]airen,  mee  lof,  zijne  dagen  geëindigd  heeft  Behahren  dele- 
gasten,  die  hij  aan  de  Stads  Kerken  gemaakt  had,  was  de  St. 
Micolaaikerk^  door  hem,  met  aanzienlijke  inkomlten  beg^*« 
tigd. 

21e  Oudh.  van  Zuid-üoUand^  bL  io8. 


'  Haak,  (pieter)  was  voorheen  Baljuw  te  Middelburgs  en 
hield  heimelijk  verftand  met  aldegonde  ,  aan  welken  hij  gele- 
genheid zogt  te  geeven,  om  bezetting  in  Middelburg  en  Vlit'-^ 
Bngen  te  werpen.  Ik  twijfiel  niet ,  of  hij  is  de  zelve ,  die  door 
ALBA,  daar  na,  gebanndb  werd* 

Zie  Fadert.  Hift.  VI.  Deel,  bU  213* 
MA&cus ,  fent$nu 


Haak,  (fitrt  de)  eene  Schans  In  Zeeland^  ten  Noorden  van 
ée  rrouwê  Polder,  aangelegt  ter  befchermtog  van  het  Feerfche 
Gat.  Men  hond  "er  doorgaans  een  Korporaal  en  drie  man>  uil 
de  bezetting  van  Ter  Feer.  Digt  bij  dit  Fort,  Haat  een  wacht- 
huis en  vuurbaak ,  ten  dienst  der  S<ihepen ,  die  naar  Ter  Veer 
willen* 

Haaks,  (Je  Zulder')  een  zwaare  ^dbank,  in  de  Noord- 
zee, die,  kort  voor  het  Marsdiep,  haaren  aanvang  neemt,  en 
weleer  gercheiden  was  van  de  Nèorderbaaks ,  doch  nu  genoeg- 
zaam aan  elkander-  leggende;  met  eene  (trekking  van  Zuidwest 
ten  Zuiden,  of,  in  den  tegenovergefteiden  ftreek  van  *t  Compas' 
genomen ,  Noordwest  ten  Noorden  ;  loopende  omtrent  drie 
vierden  van  eene  mijl  in  Zee.  Deeze  Haakt  is  een  merkelijke 
hinderpaal,  voor  de  uitgaande  eninkoomende  Schepen:  fchoon 
anderen  zeggen,  dat. deeze  Zandplaat,  aan  den  minst  ervaaren 
Zeeman,  bekend,  en,  door  haar^  branding,  genoeg  zigtbaor  is. 
Zeer  vermaard  is ,  onder  andere  ,  de  Zuiderhaaks  onlangs  gewor-^ 
den,'door  het  verzeilen  van  het  Schip  de  Prins  Willem ,  onder  bevel 
van  den  Kapitein  andries  de  bruyn,  in  het  Jaar  i;^83,  bij 
fthoon  en  belder  weder ,  door  onkunde  van  den  Lootsman. 

A  3  Haaks* 


HAAKSBERGEN,  HAAIR. 


HAAKawutGEN,  een  Dorp  in  't  Land  van  Twenth^  dat  met 
den  d>tej  van  Drostfehap  pronkt ;  hebbende  een  Parochiekerk » 
daar  de  Regeering  van  Dêvenur  het  regt  van  Patroonaatfcbap 
over  heeft, 

I'Iaair.  Het  draagen  van  lang  haair,  was,  bij  de  oude  Fran' 
^ifche  Koningen ,  een  tek^n  hunner  waardigheid.  Het  zal  wel 
de^  moeite  waardig  «ijn^  dit  een  weinig  dieper  na  te  (gooren, 
\\x  de  90|;enaamde  liulh  van  k^rkl.  d9N  aaopTEN  leest  men» 
dat  4e  Fricfifh  Ridders  de  vrijheid  zuilen  hebben,  om  hun 
h^air-  toi  hef  iéivcnfie  ran  huove  ocrtn  $oe  te  haten  korten 
of  affcheeren.  Hier  üit  wil  men  afleiden,  dat  het  fcbeeren  of 
afkorten  van  het  haair,  bij  de  Franfchen  en  Duitfehers^  ten 
ti|{te  vtt  JCA&Et  09N  ö&do'mN,  een  n^ken  van  vrijheid  zou 
geweest ,  en  voor  een  beerlijk  en  deftig  voorregt  zou  gehouden 
^ijn;  waar  van  het  (egendeel  weleer  bij  de  Franken  plaats  had« 
J3ij  MATTHEUS  en  anderen  vind  men  bewezen ,  dat  de  Friezen 
ttt  *t  rond  gefthooren  Waren ,  en  dat »  naar  maate  3t}  hooger  van 
Adei  waren,'  ztj  %\%  hoèger  boven  d«  ooren  deeden  fcheeren« 
De  Konittgonder  Franken,  daarentegen,  zo  als  reeds  gezegt  is, 
en  npg  naikr  zal  bewezen  wocdea,  .als  mede  die  van  den  hoog- 
fltn  Adel  wacen ,  lieten  bun  haajr  w^sfen ,  en  rekenden  bet 
korte  haair  voor  fchande. 

In  de  gewijde  bladeren  vind  men  mede  verfchillende  gebrui- 
h«li«  Nu  eens  léést  men,  dat  de  oode  Jooden,  uit  droefheid 
en'  rouwe,  ,bet  haair  afkortten;  dan  wederom,  in.  dergeljjka 
omfiandigkedeo  het  lieten  wasfèo.  De  Heidenen  kimden ,  met 
geene  m6ogiiikbeid,  *er  toe  gefaragt  wordeo,  om  hon  Jtaair  td 
doen  korten.  Doeh,  wij  zuilen  ons  hier  tot  de  Franken  en 
Mezen  bepoalen ,  en  wel'i»  de  tijden,  na  dat  zij  het  Chrtateib 
dom  omhelsd  hadden.  Uit  verfchetdeoe  viao  hunne  Hülorie^ 
fobrijvers  blijkt  het,  dat  zi)  zeer  veel  op  hadden,  ne;  her  draa* 
^en  van  lang  haair,  'Er  ivord  verhaald,  dtt  c(.odo»ir,  door 
de  Botirgon/Hêri  gedood  zij-ode,  aan  zijn  lange  baakiokken,  die 
hem  laogs  den  rug  golfden ,  kepboar  was ,  ev  dat  ix^  daar  uil 
omdekten .  d^t  zij  den  Veldheer  gedood  hadden*  De  Schrijver  % 
die  dit  verhaald,  maakt  bter  bij  deeze  aannlerklng:  ,,  *t  \i  den 
I,  Kotwgen^  der  Franken  niet  geoorloog,  deloktaite  (cbee- 

.     .  II  ren, 


IIAAIVU  7 

f,  ren,  mur  zij  bSjven  vns  hunne  UndsfaeM  oi^efthoren;  zo 
,»  dat  de  lokkea  hen  iings  deo  rug  neder  hungen.  Doch  op  het 
9»  voorhoofd  H  kot  hm  geoorloofd  het  ha^ir  te  fcheeren/ 
M  Hunne  k>kkeii»  Otegt  hij  v«rder)  njn  niet  oogekund*  ^ett)k 
^t  die  der  Tifriefi  m  Barbaattny  nog  zien  vuil  enaioTBflg; 
^y  ook  worden  zij  met  geen  ijkers  gpkruM,  of  op  een  onb«- 
^  hoorUjke  wijze  opgeichikt.''  Verder  vind  q)eii»  dit  bet  lat* 
ten  wofifeo  van  hei  httir  voor  ee9  I^oniiiklijk  pronkiekon  bij  ben 
gehouden  werd»  eq  een  voorreft  was,  oodpronfiijk  idicen  wi 
ken  effent  want  alle  de  ondetdaanen  moeam  knn  haair  laaten 
fcheeren.  Gregorius  vjin  tours  zegt  mede»  dat  de  Frapfcke 
Koningen  iai^  haak  droefen,  Elderd  verhaald  hij ,  dat  iemand » 
iiec  Hjk  van  cm>do^us  vindende,  het  aan  den  iangen  haairlok 
kende.  I^  verhaak!  hij ,  boe  (xoraiuus  den  joqgen  «onos'- 
B4U>,  die,  van  fovinigen , 'voor  *sKonkigf  zoon  werd  aange- 
zien, heeft  latten  fcheeren;  zeggende:  ik.  ten  4t  vadtr  van 
den  hngman  mitt.  Waar  uit,  egt  er.  Is  Gf>  ie  maalDen,  dat  bet 
*a  Konlngs  zoonen  en  opvolgers  mede  vrij  ftond,  het  lange  haair 
ce  draageru  Bij^enielden  o.  v/n  toias  leeat  men  ook,  dat  de 
f  wee  Koningen,  cuitDEjwtT  en  clotarh^s,  de  keuze  aan  hun* 
sie  moeder  ciiOriuiE  gegeeven  hebben,  om  haare  zoons  zoonea 
ie  doen  fterven,  of  bet  haair  te  laacen  aifnijden^  es  aan  het  gei- 
meene  voPc  te  doen  gdijk  zijn.  Het  gemeen  liep  dus  alleen 
met  gefchooren  kruinen;  waar  uit  dan  volgen  zou,  dat  het  b$ 
den.  Adel  geen  plaats  had;  *t  geen  ook  bewezen  kan  worden « 
Want  men  leest,  dat  niet  alleen  aan  Konlag THEcmoRK ,  maar 
ook  zijnen  Uofineescer  cmuvn  de  krnn  ^cfchooren  wierdj;  eo 
dat  caiLDCBtur  ecnen  Gouverneur  zijner  kinderen,  om  zeker 
verraad,  her  htair  en  de  ooren  deed  pflhijden,  en  dns  naar  de 
wijnbergen  zond,  on  te  arbeiden.  Toen  lodcwvk  oe  ookdbr^ 
Ti£RNE,  door  zijne  zoonen,  werd  afgezet,  hebben  zij  niet  ab 
leen  hunnen  vader,  maar  ook  hunne  ftiefmoeder  judith,  en 
deszelfs  broeders  coENRAAn  en  kudolph  ,  het  haak  ktaten  af- 
flrfjden ;  een  klaar  bewijs ,  dat  het  ook  den  Adel  vrij  ftond ,  hun 
Imm^  ongefóhoren  te  draagen. 

f n(Men  dan  de  eerde  Adel  ongefchoren  bleef;  Indien  de  ge- 
ibhorene  onder  het  gemecne  velk  gerekend ,  en  tot  de  Regee* 
ring  4wbdciMatt 'feoordaeU  werden,  zo  is  de  vraag,  hoe  de 

A  4  Fric* 


B  HAAIR,  HAALEN.  (GOOSEN  van) 

Friezen  de  haairfcheering  aIs  een  zonderlinge  ganst  en  eere,  ju 
fils  een  teken  van  vrijheid,  hebben  konnen  aanzien?  Tot  ant- 
woord dient,  dat  de  verhaalen  fchijnen  aan  te  kondigen,  dat  de 
Friezen  hun  haair  tot  de  oorenen  hooger  gefchoren  hebben. 
Maar  men  behoeft  daarom  -niet  te  gelooven,  dai  zi)  daartoe^ 
•Is  een  bij  zondere  gunst,  van  karel  den  grooten  ,  vrijheid  ge» 
kregen  hebben,  Eetder  gelooven  wij,  dat  de  Heller  van  ge^ 
«lelde  Bulle,  onervaaren  in  'sLands  Oudheden,  het  haairkor* 
ten  ziende,  het  zelve  als  een  gunst  aangemerkt,  en  aan  's  Vors^ 
ten  bijzondere  vergunning,  zo  als  vleiers  doorgaans  gewooa 
zijn,  heeft  toegefchreven. 

Na  dé  tijden  van  karel  den  grooten  ^n  zijn  opvolgers , 
fchijnt  'er  meerder  vrijheid  geweest  te  zijn ,  om  naar  welgeval- 
len te  handelen.  De  Geestelijkheid  was,  egtcr,  zeer  tegen  den 
langen  haairlok.  Ten  befliiife  merken  wij  nog  aan,  dat  de 
Frankifche  Vorsten,  tot  in  de  elfde  Eeuw,  het  hoofd  onge^ 
fchooren  moesten  laaten.  Men  leest  van.GODEFRiD,  Henog 
van  Lotharingen  y  dat  hij  zig  op  eene  wederfpannige  wijze 
tegen  Keizer  coenraad  den  II,  gedraagen  hebbende,  haast  tot 
beter  gedagten  kwam;  bekennende  zijn  leedwezen,  zijnen  pligc 
te  buiten  gegaan  te  zij)i;endat  hij  zig,  in  bet  openbaar , liet  af^ 
kloppen;  groot  geld  ten  beste  gaf  om  zijn  haair  te  mogen  hou* 
den ;  het  bouwen  van  een  nieuwe  Kerk ,  oe  Ferduni^  bekostigt 
de,  en  zelfs  als  een  opperman  mede  werkte.  Maar  waarom» 
zal  men  vraagen ,  geld  gegeeven ,  om  zijn  haair  te  behouden , 
daar  het  veel  fchandelljker  flond,  in  het  openbaar  afgeklopt  te 
worden ,  en  voor  opperman  te  werken ,  dan  zijn  haair  te  ver-^ 
liezen?  Het  antwoord  is:  in  't  openbaar  ftokflagen  te  ontfanr 
gen,  en  als  gemeen  opperirian  te  werken,  ontzette  hem  niet 
van  zijn  Hertogdon^ ,  «o  als  h$t  gemis  van  zijn  haair  3:0a  got 
daan  hebben, 

Haalen,  (goosen  van)  word,  door  martinus  schooe, 
genaamd  Oyerfte  van  het  Fraterhuis,  en  een  ijverig  bevor- 
deraar der  Reformatie  binnen  Groningen ,  alwaar  hij  overleed  ^ 
il)  het  Jaar  1530.  Hij  werd  gevolgd  door  R.  prepenius,  die 
Ueï  dop^  jiQm  ajmg^vangen  \verk  verder  voortzette» 

Quih^  yqn  Grashfgen. 


HAAMRODE,  (CORI^ELIÜS)  tra. 


Haamrode,  (cohnelius)  word  getM  ooder  de  geleerde 
Amfierdammers.  Bij  bekleedde,  in  zijne  Geboon^fhd,  het 
Ampc  vao  Notaris,  ^  (lierf  ajdur,  in  het  Jaar  1599.  Hij 
befctureef  gauuch^tf/i9W/9,waar  door  hij  niet  üÜLt^VkHoUani^ 
maar  mk  Gelderland  j  en  de  Provintie  van  Utreeht  verftond, 
in  twaalf  bladzijden  in  folio;  de  befchrijving  van  AmfteUam 
befloeg  daar  in  nog  geen  halve  bladzijde.  Nogthans  vind  meq 
daar  in,  eene  j^ifte  aanwijzing  der  plaatze  van  het  oude  Slot 
iiler  Heeren  van  Amftel,  po;>itanus,  die  het  handfcbrift  van 
lUiM&oDE,  van  den  Notaris  Mr.  jacob  gysbertszoon,  aan 
>vien  het,  ten  tijd^  van  alba,  bij  uiterflenwU  van  haamro* 
pi.  gemaakt  was ,  bekoomen  had ,  heeft  het  agter  de  uitgave 
y^n  den  onbekenden  Schrijver  willen  plaatzen* 

Wagen  AAR,  Amflerdamy  Voorreden, 
1)U  1(5, 


Haamstede,  een  Dorp,  Heerlijkheid  en  Slot,  in  het  £!« 
land  Schouwen^  in  Zeeland ^  naauwlijks  een  kwartier  uurs  van 
de  Heerlijkheid  van  Burg^  is  het  vermaaklijklle  Dorp  van 
het  geheele  Eiland,  door  het  verfchiet  van  fraaie  gezigten  van 
Duinen,  Koornlanden,  Grasrijke  Weiden,  Geboomte  en  wat 
verder  het  oog  kan  ftreeien^  Dit  bewoog  Keizer  karel  den  V, 
in  het  ]aar  1540,  om  hier  een  bezoek  afteleggen*  De  Kerk, 
die  in  het  midden  van  het  Dorp  ftaat,  heeft,  buiten  de  Ste? 
den,  haars  gelijke  \n  fraaiheid,  ui  de  gantfche  Provintie  niet« 
In  het  Jaar  1500  floeg  dezelven,  door  den  blixem,  in  brand; 
doch  zij  werd 9  weinige  Jaaren  cuar  na,  veel  heerlijker  opge* 
bouwde  Ook  is  dit  het  eenigfte  Porp  van  dit  Eiland,  dat 
ftraaten  heeft.  Een  w^Qig  bezijden  het  Dorp,  (laat  een 
Qast-  en  Ziekenhuis,  Een  weinig  verder  vind  men  eenige 
Meestoven ;  en  aan  de  andere  zijde  een  fchoon  huis ,  waar  in 
de  Regtkamer  van  Haamflede  en  f^eu^hcuwen  gehouden 
werd.  Naar  den  Duinkant  legt  het  Slpt  Haamfiede^  voor  hce 
welk  een  ruim  plein  is,  gefchikt  tot  een  Koommarjct.  Het 
Slot  zelfs  is,  van  ouds,«een  aanzienlijk  Kafteel  geweest,  en 
oog  b^deo  m^t  e^q  muur  en  graft  omringdt    Volgens  Boxit 

A  5  HORN, 


to  bAABflSTEDE. 


"^ 


HORN,  zovL  het  welvkr  hónderd  Jwen  de  verUijfpbtttt  der 
Edelen  van  Haamfieée  geweest  en,  in  het  Jaar  1525,  groo- 
tendeels, door  de  vhimine  verteerd  zijn.  De  Heer  jacob  van 
DBN  EINDE ,  hééft  het ,  in  het  Jaar  1608 ,  doen  herbouwen.  Dq 
oude  gedaante  vind  men  b()  smallcoanoe  a^ebedd.  In  het 
Jaar  1679  en  idöi,  is  het  Edve  nog  merkelijk  verbeterd,  en 
daar  na,  door  den  Heer  moggb  van  haamstide,  fn  dien  fraaien 
ftaat  gebragt,  waar  in  het  tegenwoordig  is.  Buiten  dit  Slot, 
Is  *er  nog  een  Hnis,  met  een  ronden  Tooren,  Pllippenbmrg 
genaamd,  dat  ook  van  hoogen  ouderdom  is,  en  eertijds  een  Slot 
ichijht  geweest  te  zijn ;  hebbende ,  nog  voor  weinige  Jaaren , 
behoord  aan  den  Vi^r  ïuan  de  jonge.  Deeze  Heerlijkheid  vatt 
haamstede  behoorde,  voorheen,  aan  hetOeflacht  van  rjsnesse* 
In  het  Jaar  1299,  wetd  dezelve,  nog  bij  het  leven  van  jan 
VAN  renesse,  zoon  van  costyn,  door  Graaf  jan,  zoon  van 
FLORis  den  V,  gefbhonken  aan  zijnen  natuurlijken  broeder,  wit^ 

TE   VAN   HOLLAND   VAN   HAAMSTEDE,    dien    FLORIS ,    Ua    VOOraf" 

gaande  trouwbelofte ,  geteeld  had  bij  de  dogter  van  jan  den 
VII,  Heer  van  Uetèsdeti.  in  het  Jaar  1341  werd  deeze  Heer 
lijkheid ,  door  Graaf  willem  van  Henegouwen  ,  om  de  ge- 
trouwe dienften,  door  fredrik  van  haamstede,  zoon  van 
witte,  en  zijne  voorouders,  hem  gedaam,  tot  <en  Baanderi) 
verhccven ,  en  aan  fredrik  ,  daarenboven ,  veele  goederen  ge- 
geevcn,  om  zijnen  (laat  te  konnen  voeren.  Zedert  hebben  de 
Heeren  van  haamstede  den  eerrijtel  van  BaanderAêéren  ge> 
voerd.  Na  dat  de  Heerlijkheid,  meer  dan  anderfisJve  Eeuw, 
In  het  Gedacht  van  wttte  van  haamstede  geweest  was,  is  zij # 
onder  de  Regeering  van  pilifs  van  bouroondien,  in  het  Jaar 
1454,  wederom  aan  de  Graaflijkheid  gekoomen,  uit  kracht  van 
2eker  vonnis  of  uiifpraak ,  bij  deszdfs  zoon  karel  ,  Graave 
van  Charlois^  tegen  floris  en  arent  wsv  haamstede,  over 
het  verkorten  van  *s  Graaven  R^en  en  het  pleegen  van  geweld, 
ukgei^fif ook4^n ;  waar  bij  alle  de  goederen  van  haamstede,  zo 
roerende  als  onroerende,  in  Zeeland  leggende,  verbeurd  ver- 
klaard werden:  nogtbant  met  deeze  uitzondering,  dat  hetasn 
den  Heere  van  haamstede,  uit  genade  en  om  zijner  oudheidt 
wtile,  gegund  werd,  dezdve,  geduurende  zijn  leven,  hi  11  ji^ 
10^  te  grinruiken.    In  het  volgende  Jaar  werd  deeze  Heerlijk. 

beid  9 


HAAMSTBDl.  ft 

* 

lieid,  met  die  van  fFeufekoum-i  verkogi  en  opgedraagen  aan 
V>DBWYK   V4W   ERüOCE,  Hccf  van  Oruiikttizen.     Doch  de 
koop  werd  genaast,  bij  mn  vjn  hooenpyl,  dogters  zooo 
.vaa  FLOUs  VAN  RAAMfiVR»  ^MO  wien  de  gemelde  Heerlijk- 
l)«denvdoor  deo  Heer  van  Gruit kuizen^  werden  overgedaan 
«n  opgedraagen,  op  den  17  van  Junij  des  Jaars  145^.    Toen 
fladerhiod,   uit   kracht  van  »eker  vonnis  van  den  Grooten 
Raad,  gegeeven  ren  voordeele  van  jan  van  zwieten,  en 
len  nadeele  van  jan  van  hodenpyl,  de  voorfchreevene  Heer- 
lijkheden weder  werden  opgeveild,  is  de  Heer  van  GruUhui' 
Men   'er   andermaal   kooper  van  geworden,  en,  bij  zekere 
brieven,  daar  in  bevestigd-,  waar  toe  nog  nader,  in  het  Jaar 
1474,    een   leenbrief,  bij  karel,  ^Henog  van  Bourgondie^ 
werd  opgemaakt.    In  het  Jaar  1493  kwamen  dezelve ,  erflijk, 
op  joHAN,  Heer  vmOruithuizen^  in  wiens  Geflacht  dezelve, 
bijna  nog  een  geheele  Eeuw ,  gebleeven  zijn.    De  gemelde 
goederen,  \n  het  Jaar  1592,  wegens  kathauna  van  brüg- 
CT ,  Vrouwe  van  Qruithuizen ,  vaii  nieuws  y  verkogt  zijnde , 
aan  joost  «woudze  teeling  ,  in  zijn  leven  Raad  van  Scaate , 
en  aan  jan  anthonisse  de  jonge,  Burgemeester  te  Zitrik* 
zee^  werden   ze,  bij   MAXiftflLiAAN,  Heer  van  Kruiningen^ 
HeenvHet,  «1  Hazerswoude^  als  bloedverwant  van  gemelde 
vrouwe,  genaast;  en  hij,  in  het  Jaar  1599»  in  \  bezit  daar 
vnn  gefteld.  -  Deezc  verkogt  ze  aan  den  ïjeer  jacob  van  ein- 
de ,  die  'er  mede  verleid  werd ,  op  den  23  van  wintermaand, 
In  het  jiiar   1608.    In  het  Jaar  1670  werd,  door  kodp,  'er 
eigenaar  van,  de  Heer  jacob  de  Witte,  Rentmeester  Gene- 
raal   over   Zeetand^Beooiten-Scheldé^    wiens    dogter  Vrouwe 
HELENA  DE  WITTE,  dezclve  ten  huwelijk  heeft  gebragt,  aan 
den  Heer  ïman  mogge?  die  dezelve,  aan  zijne  nakomelingen, 
heeft  nagelaaten,  waar  door  zij  gekoomen  zijn  'aan  iman  moo* 
CE  VAN  haamstede,   Schepeu  der  Stad  Amfteldam^  die  dee- 
ie  Heerlijbheld ,  bij  zijn  overlijden  naliet  aan  zijne  weduwe. 
Vrouwe  maria  agatha  van  collen.    In  het  Jaar  1738  werd 
het  trerfchil ,  tusfchen  de  Staaren  van  Zeeland  en  de  eigenaars , 
over  de  Westduinen  etf  Warande,  afgedaan,  doordien  de  Staa- 
ren dezelve  als  een  leen  uitgaven. 

De 


1%  BAAMSTEDEl 

De  eorlle  beekteri  dèezer-  Heerlijkheid ,  iiebben  verfc^ddé 
Keuren  ,  Verboden  en  Ordonnamien  gemstakt ;  waar  van  de 
eudfte  is ,  dfe  yan  wItïê  van  haamsteok.  Men  houd  aldaar 
een  Jaarlijkfche  Kem^,  nevens  een  Paarden-  en  Beestenmarkt. 
I>e  bewooners  dcezer  Heerlijkheid  hadden,  van  ouds»  en  in- 
zonderheid een  tijde  van  Hertog  karbl  oen  stoutbn,  grooc 
'deel  snn  de  Vaan  en  hiAidel  van  f^estfchouwen ;  zo  als  blijkt 
vit  de  vrijheden,  door  edua&d  den  IV,  Koning  van £11^^91»^ 
ann  \\ét^  verleend*  Het  Geregt  aldaar  beftaat  uit  een  Schoot « 
2cven  Schepens  en  een  Secretaris.  Daarenboven  zijn  'er  The- 
l?iuners ,  Kerk-  en  Armmeesters ,  mitsgaders  een  Deken  en  vijf 
Cezwoorens  over  de  Meekeuren. 

Het  regte  Wapen  der  Weeren  van  haamstede,  *t  welk  met 
den  dood  van  arend  van  baamsteoe,  in  het  Taar  1604,  ak 
den  laaiden  mannelijken  afftammeHng  van  zij'n  Gedacht,  werd 
In  ftukken  geflaagen ,  en  öp  de  kist  in  't  graf  geworpen ,  was 
het  Wapen  van  iUUanii^  naamlijk,  een  Roode  klimmende 
'Leeuw  op  een  Goud  Veld^  met  tong  en  klaauwen  van  Azuur, 
^ilaaude'eetiRad,  Wegens  bet  bloed  w^n Hcutden^  op  den  borst 
van  dtn  Leeuw, 

Haamstede,  (witte  van  holland  van)  natuurlijke  zoon 
van  FLoais  den  V,  baarde  groote  vreeze  aan  Koning  eduard; 
'vermoedeikie  die  Vorst,  dat  floris  hem  tot  erfgenaam  verklav 
^ren  zou.  Doch  hivr  van  was  geen  het  minde  bewijs :  fthoon 
'liét'  M^aar  is,  da^wiTTS  vap  ziJBen  vader  teder  bemind,  6n  ook 
-met  de  Heerlijkhdd,  HaamfieJe  werd  begiftigd.  Hij  was  eeu 
'dapper  en  llrijdbaar  maiv  In  den  twist  van  HüUand  met  wou 
.TERT  VAN  soRssELEN ,  om  deszelfs  (legt  gedrag  omtrent  Graaf 
JAN  gehouden,  en  geduyrende  he(  beleg  van  D&rdregt^  in  het 
Taar  1299,  werd  wxtte  van  haamstede»  tegen  zijnen  wil  .en 
•èwks  op  het  Huis  te  Putten  gelegd,  waar  van  wij 'de  uitp. 
komst, .elders  op  de  Are.  /lauo  en  borsselrm,  gemeld  h^ 
4>e!u  Meer  eere  behaalde  Wj »  onder  hei  beftier  van  Graaf  i^m 
den  II ,  in  het  Jaar  1300*  hij  bevond  zig  toen  binnen  Zê$ftk* 
**<;,  met  JAN,  Graave  van  Oostervant,  Witt.^  beval,  dat  il|ei| 
den  Zeeuwen  niet  moest  beletten  fcheep  te  gaan;  >velk  bevel  na- 
gckoomen  zijnde ,  werden  hunne  Sloten  aangetast  en  afgebrand , 

gantsck 


VITTKTi,)iIIAAMBTXD£,n>Taaas  ucm  ia  os  lUÏENBUB! 
TA»  ZXHKKIJGSMAITBilinKHHAAXLXM. 


• 


•  • 


HAAMSTEDE;  (WITTE  Van.  H€a.lAND  van)      ft 


fuitsth    Schouwen  j    fFakheren  ea  ZMidhtveland  aail  Gfraaf 
|AN  DBN  II  onderworpen ,  en  daarenboven  *s  Graaven  vijiindéff 
uit  Bergen  op  den  Zoom  verdreeven.    In  het  Jaar  1304  ver'* 
diende  hij  met  regt  den  eemaam  van  rbddbr  van  holland, 
*t  welk,   door  de  Brabanders  en   f^iamingen  ^  bijna  geheel 
overweldigt  was.    Wiïte  van  haamstede,  die  zig  altoos  bij 
]ot&er  WILLEM  gehouden  had,  was,  kort-nè  dat  éQ  Viaam- 
fche   Vloot   van  Zierikzee  verdreven  was  ,    met  een  enkel 
Schip,  in  Zee  geftoken,   oui  te  Verneemeri  naar  het  gedrag 
VWi   GUY  VAN  VLAANDEREN  in  Holland*    Doch  de  Maat  niet 
durvende  binnen  loopen,  was  hij  Noordwaards  aan,  langs  de 
HollandCche    kust,    voortgezeild ,  tot  aan  Zandvoort.     Hier 
Hapte  hij  tian  Land ,  en  vernam ,  fpoedig,  hoe  deerlijk  het  gefteld 
was.    Men  berigtte  hem,  dat  de  meesre  Steden    Vlaamfche 
Bezetting  hadden  IngeTtoomeil ,  en  dat  men  Haarlem  en  Kenne^ 
nerlandy  daaglijks,  aan  boord  was,  om  zig  insgelijks  aan  deü 
nieuwen  Heer  te  onderwerpen.    Met  verontwaardiging  aange- 
daan, over  de -lafheid  der  Hollanders,  fpreekt  hij  hier  op 
eenen  ieder',  die  het  nog  met  den  regten  Heer,  Graaf  jan, 
hield,  een  hart  in  't  lijf;  begeeft  zig  voorts,  in  allerijl,  bin' 
nen    Haarlem^    alwaar   hij  met  open  armen    ontfangen,   en 
liem,*ilraks  daar  op,  het  bewind  der  Regeering  in  handen 
werd  gefield.    Na  eenen  ieder  verzekerd  te  hebben,  van  Jon- 
ker wiLl£M  gezonden  te  zijn»  om  het  Land  van  de  Haam-' 
fchê  overheerfching  te  verlosfen,  zond  hij  brieven  aan  alle  de 
Hollandfche  Steden  af,  dezelve  aanmoedigende,  om  zig  tegen 
de  Vlamingen  te  verzetten.    De  meeste  Steden  ontvingen  zij- 
ne brieven  met  vreugde,  en  omhelsden  zijnen  voorflag.    *Biil- 
nen  twee  dagen  ontfing  hij,  van  alle  kanten,  een  toeflemraend 
antwoord:  en  daar  op  wapenden  zig  alle  de  Poorters  tegea 
de  Vlamingen,    Delft  was  de  eerfte  Stad,  dte  dezelve  ver- 
dreef, daar  na  vo\góen  Leiden  ^  Gouda ,  Delfland  ert  f^aar- 
dingen.     Te    Schiedam   hielpen  de  vrouwen  de  Flamir.gcn 
doodftaan.    *t  Sk)t  te  Schoonhoven  werd,  door  Jonker  Wil- 
lem en  WITTE  VAN  HAAMSTEDEN,  belegerd  en  gewonnen.    Ze- 
dert  kreeg  de  laatften  den  naam  van  de  geesfel  der  Ramingen , 
die  ,  ]»>rt  daar  op ,  geiioodzaakt-  waren  naar  huis  te  keeren. 
•^n  grooc  vorliM  verlteceu  ze ,  eerst  Hoilahd,  en  daar  na  Zeè- 

iênd. 


tS  HAAN.  (de)  cm.  '     ' 

,,  rhige  6o(k  9  om  te  betonen  du  Gddc  liem  f^ve  blnneil  icdeif 
t»  Eeuw  aldjd  nog  èen  gdo¥^f«ad  behoaden  heeft;  die  faair. 
9,  knieën  voor  den  Baal  niet  g<|)oogieB:  bebben,  tot  troosx  eii 
.„.  (tigting  van  onfe  NederlsKifcfae.  Kerke  ottder  het  knus^*^ 
.  Dit  Go^nugtig  en  nuttig  werk  is«  oaderbaBd,  meermaalen 
gedrukt,  en  yborts^  tnet  veele  vermeerderingen,  m  de  Jaaren 
1Ó45,  m6sj^  en  1659 i  door  j.  oxtivs^  Leeraar  te  Streekktfki 
.eerst  met  houie,  en  daar  na  met  kopere  %uureQ ,  uicgegeè' 
ven. 

Zie  LA  RUEi  Oiletterd  Tkêlnnd. 


Haan,  (de)  een  Adelljk  Huis^  ib  Zfelandi  öp  het  Eiland 
Schouwen ,  onder  het  Dorp  Noardgouwe* 

*  / 

Haan^  (coRNELls  jAiïszooN  de)  of  hbt  HAANT)Èy  wa^  ge- 
boren te  Am^eidam^    Van  2ijne  vroege  jeugd  af  aan  gaf  hij 
{)roeven^  dat  eën  mannenhart  has  bezielde;  toonende  hij  zig^ 
in  alle  voorvallen  ^  zelf,  in  kleinigheden ,  altoos  even  gedlenflig 
en  vaardige  waar  door  hij ,  bij  al  het  Slcheepsvolk,  groot  ea 
klem,  bemind  ed  geagt  wasi«    ^ijne  dapperheid  wórd  hoog  ge- 
ireemd ;  én  van  zijn  liefde  vooir  het  Vaderland  gaf  hij  meenig- 
vuldige  blijken.    Dit  tflles  baande  hem  .den  weg  tot  zijn  fortuin* 
Toen  men  het  voomeemen  had ,  dm  de  vermetelheid  der  Duin- 
'kerkfchê  rovers  te  ftrafien ,  werd  hij ,  nevens  anderen ,  tot  deii 
rang  van  Kapitein  Veriieeven.    Hij  kweet  zig,  in  dien  post,  zo 
'heldhaftig,  dat  zijn  naam,  niet  alleen  bij  de  Duinkerkers ^  maat 
,ook  in  de  Middelandfche  Zee,  welke  hij  met  bloed  verfde, 
vermaard  w€rd«     Meermaalen  fchroomde  hij  niet,  met  zijii 
Schip  alle^en,  tegen  een  grooter  aantal  te  fhijden;  en  het  geluk* 
te  hem  altoos,  met  eere  uit  den  .Irijd  te  rug  te  koomen:  waar^ 
om  hem  ook  de  vermaarde  barlaus  ,  in  zijn  GrafTchrift  op  derf 
Held,  met  de  Romeinfehe  DEaussEN  gelijk  field.    Dan,  het 
fcliijnt  het  lot  der  Helden,  bijzonder  op  de  woeste  Zee,tezijn^^ 
vroeg  of  laat ,  de  Zege  met  den  dood  tef  moeten  koopen.  Toen  hem^ 
den  19  April ,  in  het  Jaar  1633 ,  twee  Duinkerkers  ontmoetten  , 
: begaf  hij  zig  midden  tusfchen  hen,  en  raakte  in  zo  een  hevl^ 
'gevegt,  dit  daar  van  bijna  geen  voorbeeld  was,  tusfchen  zo 
weinige  Schepen.    Het  eene  Schip  fcboot  hij  in  den  grond  \  en 


MAAN.  (CORNELIS  JANSZOON  Of)  ij> 

het  ander  nam  faie^  op  de  vlugc  Onze  overwinnaar  liet  hier 
Voor  *t  Vaderland  zijn  dierbaar  leven.  Men  ziet  nog  beden,  tea 
Zuiden  van  het  Koor  der  Oude  Kerk,  binnen  Amlieidam^  aan 
de  hoekpilaar  s  een  zwart  marmeren  Tafreel ,  ter  zijner  eere ,  en  daaf  . 
m,  van  gemeiden  Hoogleeraar,  Qomgt  Latijnfche  yet^^n ^  meC 
vergulde  letteren,  die  in  het  kort  zijne  roemrugtige  daden  ver- 
melden»    De  zin  komt  hier  op  uit: 

Ter  eere  en  eeuwige  gedagtenlsfe  van  den  zeer  manhafteo 
2eehëld  cornelis  janszoon  v2Xi /imfieldam  ^  bij  genaamd  . 
DE  HAAN,  hebben  de  Befchccmcrs  en  Beflierder$  van  d« 
zaaken  der  Noordzee  hier  dit  gedeukteken  doen  fleUen. 

$Filt^  Lêzer^  op  ons  volk^  en  hunne  wondren  merken  i 
Op  hun  herwinning  en  verwondrenswaarde  ü^erken* 
Hier  legt  die  geen  wiens  kiel  de  Zee  heeft  door  gezwerfi  » 
En  V  Middelandfche  Meir  met  Spanjaatds  Bloed  geverft» 
Die  Duinkerk  beven  dei  ^  door  */  winnen  van  hun  Schepen  i 
Zo  dikwils  heeft  hij  hen  zeeghaftig  a/tngegreepen  ^ 
En  ^svijands  Hopmans  to  van  Schip  als  magt  ontbloot^ 
Dat  nu  de  Batavier  tot  Spanjcns  val  geen  Vloot 
Jn  Zee  behoefte    Een  Schip  ^  een  Hopman  kan  V  bewaaren 
Maar.  wijl  dees  Zeeheld  in  het  midden  van  de  baarertf 
Zijn  lijf  en  leeven  kerft  voorst  Vaderland  geft  e  ld  ^ 
Is  hij  zeeghaftelijk  en  met  veel  eer  gevelde 
e  Romers  i  wilt  niet  op  uw  Decien  hoog  draaven^ 
Dees  marmerfleen  houdt  ook  een  Decier  begraaven» 

1633. 

I 

Onder  aan  heeft  de  Heer  laurens  reaal  deeze  versfen  dfltf 
bij  gevoegt. 

m 

Hier  fust  de  Hetd^  die  van  zijn  vtjanjs  Schepen  , 
In  zevenmaal  kwam  zeven  vlaggen  fleepen : 
En  gaf  in  V  laatst  op  twee  zo  dapper  vonk^ 
Dat  d'eene  vlood  9  en  d^ ander  bij  hem  zonk. 

Men  5:ict  boven  het  Tafreel  eenen  Haan ,  ui  eert  gelaüricri 
ovaalsrond .  eL  in  het  zelve  de  bovengemelde  versfen  van  bar-  ' 
XIX.  d^bU  B  tAüï- 


\ 


if  HAAN.  (MATTHYS  de) 

tjsvs^  Daar  onder  een  Zeegevegt  vap  drie  Schepen,  waar 
van  het  eéne,  overzijde  hellende,  fchijnt  te  wille  zinken» 
Wat  laager  ftaan  de  vier  regelen  van  den  Heer  reaau 

CoAiMELiN  en  WAGENAAH,  BefchrijvingeH  van 
Amfterdam. 


Haan,  (matthys  de")  de  XXI.  Gouverneur  Generaal  van 
Nterlands  Indien,  in  het  Jaar  1663  gebooren  te  Dordregtj 
err,  op  den  26  O^ober  van  het  Jaar  167 1,  met  zijne  ouder» 
en  verder* huisgezin,  aan  boord  gegaan,  om  naar  Indie  te  zei- 
len. De  Heer  van  den  broeke,  die  aldaar  aanzienlijke  Amp. 
ten  bekleedde,  wSis  van  hunne  maagfcbap.  De  vader  van 
'  MATTHTs ,  die  te  Dor  dregt  het  Ampt  van  Notaris  waarnam , 
ging  te  Rotterdam  aan  boord,  met  den  rang  van  Onderkoop- 
man; zijne  drie  zoonen  kroegeu.  den  tijtel  van  Asfidenten, 
fchoon  MATTHYS  niet  meer  dan  agtjaaren  oud  was.  De  vader,  ^ 
die  zijne  huisvrouw  in  de  flraat  $unda  yerlooren  had,  trad, 
met  zijne  drie  zoonen  en  écne  doch* er,  te  Batavia  behouden 
aan  land  9  doch  hij '  overleed  zeventien  dagen  d^ar  na.  Van  de 
broeders-  van  matthys  vind  men  niets  gemeld.  Hij  zelve 
werd,  eerlang,  naar  Suratte  gezonden,  daar  hij,  als  provi- 
fioneel  Adfiftent,  in  het  Jaar  \6'j6\  dienst  deed.  In  het  Jaar 
1683  werd  hij  het  Werklijk,  en  in  het  zelve  Jaar  Boekhouden; 
in  het  Jaar  1685  Onder-  en  in  "het  Jaar  165^  Opperkoopman. 
Te  Batavia  terug  gekoomen,  klom  hij  op  tot  de  Ampten 
van  Onderkoopman  van  't  KaUeel,  in  het  Jaar  i5p6,  van  Eer- 
den, in  het  Jaar  i6p8;  tot  Geheim-Secretaris  van  't  Gouver- 
nement, in  het  Jaar  1700;  Buitengewoon  Raad  van  Indie,  i»' 
het  Jaar  170^;  Ordinaris  Raad,  m  het  volgende,  en  tot  Dt- 
refteur  Generaal,  in  het  faar  1722.  Tusfchen  beide  was  hi) 
geweest  PrelïJent-Schepen ,  en  Kolonel  van  de  Burgerije.  Ein- 
delijk werd  hij,  den  8  -uirj.  Gouverneur  Generaal  vaji  ge* 
heel  Indie,  en  in  die  w^aardigheid  gehuldigd,  den  7  Augustus,, 
van  het  Jaar  1725. 

In  het  tweede  Jaar  van  zijn  bcftier  telde  men  niet  minder 
dan  zesendertig  rijkgelaadea  Schepen^  die  juist  van  pas,  uit ' 

dé 


\ 

tïAAN.  (MAtTHYS  DÉ)         '  t^ 


m 


de  Indien,  in  //ö/Aï«^  aankwamen*  lii  eèn  tijd,  dat  de  Koop- 
handel  van  *t  Gemeenébest  ivvaar  bedreigd  werd*  't  Was  In  dat 
zelve  Jaar^  dat  eenige  gelukzoekers  een  middel  haddert  uitgevon- 
den, om  het  Deen/che  Hof  te  beweegen»  om  den  handel,  ^eg^ 
ftreeks^  op  Kormandel^  Befigalfti  en  Ch't7a  te  drijven.  Doch 
deeze  nieuWe  tnaatfchappij  van  Ahona  vond  dezelve  hmderpat- 
len,  als  die  van  Oostende^  Engeland  en  de  Republiek  waagden 
*^  van  I  zo  haast  zij  vernamen ,  dac  *er  een  Bank  ^  In  gemekfef 
Stad,  was  opg«regt,  om  de  A<^ien  Van  de  InfchHjvers  daar  W 
plaateen )  met  een  opfchrift  boven  de  poort  ^  In  Vergulde  letttf- 
ren  2  Hier  ii  V  nieuw  Indisck  HuiSi  om  op  Tranqueèar  ^  China 
en  andere  plaatzen  handel  te  drijveué  De  Koning  van  Eege-' 
landi  als  Keurvorst  Van  Hatiover^  deed,  te  Hamburg i  eeiiö 
bekenduzaaklng  aanflaan  ^  waar  bij  hij ,  aan  alk  zijne  Ihtitfché 
Onderdaanen,  verbood,  éenigen  handel  in  die  A^ieo  tef  drijveö^ 
of  daar  in  eeilig  deel  te  neemen;  ouder.  (Irafife  van  de  verdubbel- 
de waarde  van  het  daar  toe  gefchikte  geld  te  betaalen ,  of,  bij 
gebrek  daar  van,  tot  deii  arbeid  aan  'sLands  werken  verwezen 
te  zullen  worden.  De  Algemeene  Siaaten  vereenden  zig  me'É 
zijne  Majelleit ,  tegen  de  oprigtiiig  van  die  nieuwe  maatfchappij# 
De  Lord  glênorchê  en  de  Heer  van  assendelft.  Afgezant 
van  H.  Hoog  Mogende ,  boden  den  Koning  van  DeenetnarkëH 
een  gcfchrift  aan ,  waar  bij  men  zig  ernftig  tegen  de  aielve  ver-« 
zettede*  De  Koning  toonde  zig  gebelgd,  dat  men  hem,  in  ecil 
zaak,  die,  rtaar  zijn  oordeel  ^  de  Koophandel  en  de  Regeering 
zijner  Staaten  alleen  betrof,  de  wet  wilde  voorfóhrijven.  Meri 
liield,  van  wederzijden,  zijn  regt  met  veel  ijver  ftaande.  Madtf 
het  ontwerp  dier  niaatfchappij  viel  van  zelfs  in  duigen.  Eert 
Amflerdamich  Koopman  JosiAs  Van  asi'eren,  was  dö  geheiniö 
aandrijver  van  dit  werk  geweest*  Men  begreep  alhier,  dat  zijnö 
verbindtenis ,  met  eene  buitenlandfche  maatfchappij ,  hem  fchuldi^ 
maakte  aan  verraad  $  volgens  de  wetten  van  den  Staat;  de 
Hoofdofficier  der  Stad  betrok  hem  in  regten*  üeeze  dwnaltnde 
Ridder  van  de  Attien  (zo  noenide  men  hem)  ging  zijneil 
dienst  aanbieden  aart  de  Hoven  Van  Berlijn  ^^itokkolm\  htft 
e^He  w«es  hem  van  de  hand^  maar  bij  het  tweede  kreeg  bij 
tneer  ingang« 

De  HAAN  bedierde,  inmiddels^  de  Zaakert  van  de  Compagtiid 
20  vlijtig,  dat,  in  het  Jaar  1729,  wederom  «en  rijk  gëladed 

B  3  VkM>(f 


20  •  HAAN.  (MATTHYS  de^ 


Vloot  y  van  vijfentwintig  Schepen ,  binnen  kwam ;  hebbende  de 
ladingen,  van  de  twintig  eerften,  vier  miilioenen  en  630000 
guldens  beiden  in  Icoop  gekost.  De  Gouverneur  Generaal  had , 
in  dat  zelve  Jaar,  op  den  i  Junij,.  zijn  leven  geëindigd,  eii 
werd,  den  vierden  van  die  maand,  met  alle  fhatfie,  aan  zijnai 
rang  verfchuldigd ,  ter  aarde  befteld.  De  Heer  valentyn  ,  die 
een  Medeburger  van  hem  was,  verheft  zijne  deugden  en  uitmun- 
tende hoedanigheden  in  den  hoogden  top ;  hebbende  zijne  zon- 
derlinge bekwaamheid  alleen  hem  den  weg  tot  zijne  verheffing 
gebaand.  „  Zijne  edelmoedige  en  weldoende  aart  (zegt  hij;) 
„  maakt  hem  dezelve -dubbel  waardig;  maar  niemand,  zegt  hec 
„  fpreekwoord ,  leeft  zonder  vijand."  Dit  ondervcMid  ook  de 
Heer  Gouverneur. 

Men  befchuldigde  hem,  in  een  openbaar  gefchrift,  van  on- 
voortvaarenheid  en  traagheid  in  't  befluiten;  't  welk,  zegt  men, 
al  het  goede,  't  geen  hij  bezat,  bedorf,  en  aan  de  zaaken  veel 
nadeel  toebragt.  Men  geeft  voor,  dat  hij,  op  aandrijving  van 
eenen  zijner  gunftcllngen,  die  op  den  Heer  zwaardekroon  gc- 
beeten  was ,  tot  zulke  maatregels  overgong ,  die ,  fchoon  ze 
voor  zijne  Hceren  en  Meesters  voordeelig  (bhcnen ,  gemeldcn 
Heere  zijn  bederf  berokkenden-,  en  den  Ingezeetenen  niet  min- 
der  benadeelden;  dwingende  dezelve  de  Coffij,  aan  de  Com- 
pagnie ,  voor  den  prijs  van  zqs  rijksdaalders  de  Pico/  te  leveren, 
in  plaats  van  vijfden,  die  hen  door  den  Oud-Generaal  beloofd 
waren,  en  door  hem  zelfs,  voor  zijne  eige  leveringen,  geeischc 
werden.  Dit  was  het  dat  men  zogt  (zegt  men)  om  de  Heer 
zwAAROEKRooN,  bij  zijue  Heeren  en  Meesters^  zwart  te  maa- 
,keu  en  uit  de  Indien  terug  te  doen  ontbieden*  Maar  men  voegt 
'er  bij ,  dat ,  toen  naderhand  deeze  list  ontdekt  werd ,  die  Hee- 
ren, integendeel,  beflootcn,  om  hem  een  kostbaar  gefchenk  te 
.doen,  ten  einde  blijken  te  geeven,  boe  wel  voldaan  zij  over 
.den  dienst  van  den  Ueere  zwaardekroon  waren.  Ofdiebe- 
fchuldigingcn,  tegen  de  haan,  egt  of  onegt  zijn,  laaten  wij 
onbeflisc. 

Valentyn  ,  Bi/c/trijv.  van  Oud  en  Nievw 
QoitiHdi€fu  tJiftorifehe  Reizen  y  soDeeL 


ÜAAN3 


HAAN.  (JOHAN  èfe)  ft 

'   Haan,  (johan  dej  was,  in  het  Jaar  1618,  Penfioïiaris  iet 
Stad  Haarlem ,  en  de  partij  van  *s  Lands  Ad vokaat ,  de  groot 
en  anderen  toegedaan.    Aan  hem  werd  toegefcbreven  de  hatid 
gehad  te  hebben ,  in  het  ftellen  van  de  merkwaardige  verklaring, 
over  de  Regeering  des  Lands,  ter   Staaten  Vergadering  inge- 
bragt,  en    dje    door  de  Conira-Kcmonflranten  èeheel  veroor- 
deeld ^  en  door  de  Remonftranten  ten  hoogften  werd  goedge- 
keurd; welk  ftuk  den  Penfionarisfen  «ogerbeets,  de  groot 
en  DE  u/iAN  naderhand  tot  bezwaar  (Irckten.    Op  de  bijeen- 
komst, xusfchen  de  Raüandfche  en  Stigtfche  Gemagtigden  iti 
*s  Hage^  texi  huize  van  danjel  tressel,  eerde  Klerk  der  Al- 
gcmeene  Staaten,   was  hij,  wegens  Holland^  met  de  Heeren 
Ti/L  LANGS,  Burgemeester  nzn Gouda ^  en  de  Penfionarisfen  ho- 
CERBF,ETs  en   DE   GROOT  tegenwoordig.    Men  handelde  aldaar 
Voornaamlijk  over  Het  ftuk  der  Waardgelders ,  zo  als  wij ,  op 
het  Art*   van  hogerbeets,  zullen  zien.    Daags  na  dat  Prins 
MAURiTi  de  Regeering  te  Haarlem  veranderd  had,  kwam  aldaar 
de  PenfionaHs  de  haan;  van -de  dagvaart,  aiit  ''s  Hage,  en  ver- 
voegde zig  in  de  Kamer  van  Burgemeesteren;  alwaar  de  Prefi- 
<icnt,  de  Heer  arend  meindertszoon  fabricius',  hem  vraag- 
de, waf  hij  daar  te  doen  hadi  Ik  kom^  antwoordde  hij,  om^ 
vafir  gewoonte^  verjlag  te  doen^  van  het  geene  op  de  Dag- 
vaart verrtgt  Is.    De  Burgemeester  zond  hera  naar. huis,  zeg- 
gende^ dat  ^en  hem  wef  onthieden  zoiiy  als  men  hem  nodig 
had.    Maar  alzo  niemand ,  in  den  tijd  van  twee  maanden ,  naar 
bem  omzag,  verftoutte  hij  zig,  den  Burgempester  te  vra^gen 
wat  men  met  hem  voor  hadl  U  te  verlaat  en  Vfln  uw  Ampt^ 
zeide  men  hem,  zonder  dat  men  zig  gehouden  agt ^  u  reden 
tegeeven\  zo  als  ook  terftond  gefcy edde.    Naderhand  van  zij- 
ne vrienden ^gewfarfcbuwt,  dat  men  hem  vangen  zou,  jtveek 
hij,  met  het  begin  van  het  Jaar  i<Sip,.«en  Lande  utc,  en. werd, 
na  dat  de  fententiën,  over  de  Staatsgevangenen,  waren  uitge- 
fproken,  Ingedaagdi  en,   rtiei.  verfckeneri  zijnde,   op  denr  34 
Maij  van  het  Jaar  Kfip,  voor  Vijftien  Jtlnren ,  op' lljfïh'aflfe ,  ge- 
bannen, mee  verb^urdverktan^ing  van  de  helft  zrimii^  goederen. 
Hij  begaf  zig  dus,  als  Ballinge  in  dienst  van  den-HertQg  van 
üolfteit  ^  di4  hem  tot  zijnen  Geheimen  Raad  aannam ,  en  aan 
wiens  Hof  bij  overleed,  den  5  November  van  het  Jaar  1624. 
•        .  B  3  Twee 


M  HAAN.  QOHAN  DE)  BAAN,  (DAVID  de)  enz. 

Twee  Jaaren  vóór  zijnen  dood,  was  zijn  oordeel,  over  de  ver* 
liiaarde  verantwoordinff  van  h.  dë  groot,  alhier  bekend  ge- 
worden, en  beflond  hier  in,  dat  de  groot,  in  deeze  verant» 
woording,  niet  klaar  genoeg  ge4>roken  had  van  de  eigenlijke 
dorzaken  der  veranderingen  en  den  ilaat  des  Lands.  Hij  moest, 
isijns  oordeels,  vooral  duidelijk  getoond  hebben.  „  Wie  dien 
,»  toeleg,  overlang,  bij  zig  zelven  hadbedagt,  om,  met  ver- 
,»  nietigfiig  van  'sLands  vrij-  en  geregtigheden ,  en  verdrukking 
„  der  voornaamfte ,  oudfte  en  getrouwde  Patriotten ,  te  geraken 
„  tot  meerder  of  onbepaald  gezag."  Doch  de  groot  was  van 
gedachten ,  dat  de  tegenwoordige  toeftand  der  zaaken  in  Frank* 
rtjt  niet  gehcngde ,  om  vrijer  en  openlijker  te  fchrijven, 

Fadêfl.   fféfi.  X.  Deel,  bU  isw,  aio,  274, 
373  en  449. 


Haan,  Tdavid  de)  een  Konstfchllder,  geboortig  van  Rotter-' 
dam,  van  hem,  zegt  houbraken,  weet  men  niets  anders,  dan 
clat  men ,  uit  een  vier  regelig  vers ,  kan  beQuiten  ^  dat  hij  te  Ro^ 
tne  geweest  is, 

Haandfl,  een  Buurtibhap,  in  Staats  Braèandy  onder  dQ 
vriJQ  Heerlijkheid  Gemert  behorende,  In  dezelve  ftaat  een 
Lieve  Frouwe  Kapely  die  door  Jaarlijkfche  bedevaarten  ver^ 
TDfuird  is, 

Haanenpoel  ,  weleer  een  Adelijk  Huis ,  in  Gelderland ,  in 
d«n  omtrek  van  het  Dorp  Ee  of  Eede^ 

Haanwijr  ,  een  fraai  Heerenhuis  ^  in  de  Heerlijkheid  Michieh-^ 
gefield  ïtx  Staats  Brahand^  behorende  aan  den  Hcere  onnq 
TAMMINGA,  Baron  du  Tour. 

Haa?s  ,  een  Heerlijkheid  in  het  Land  van  Kuik ,  hi  het  Jaar 
1503,  door  huwelijk,  aan  den  Graave  van  'sheKenébrg,  eQ 
Wd^rhan^  9an  d^  Hertogen  van  Gelderland  ^komen»  en  dm 
fCrvolS^^  e^n  ZsitfA^utfh  l4«en  gewoideo* 

H^LMA« 


HAAN^  (ftiC\  HAAR,  (bP  ris)  ^ï\i^-  -  fj 

Haar,  (ter)  weleer  de  nsmm  van  een  Heereohuw,  thaifs 
van  weinig  aanzien,  nabij  het  D^p^uMren,  Iti  de  TAieM- 
waard  gelegen* .     . 

Haar,  (op  pe)  een  huising,  bij  het  Dorp  Fi^Uf  in-h^ 
Landdfostanpc  van  de  Feluwt. . 

Haar,  (ds)  eene  Heerliikheid,  in  het  Stigt  vun  xUirnht^ 
ten  Oosten  van  Gever skop^  ten  Wespen  en  Noorden  y«n  Tke^ 
maat ,  en  ten  Zuiden  van  Gieltjesdorp  en  Nijkoop* .  Zij  ia 
950  Morgen  groot,  en  leenroerig  aan  de  Huize  van  Fianen* 
In  het  Jaar  1)^48  telde  men  daar  24  t>^j^et^ 

« 

Haar,  C^t)  het  Dorp  van  dien  naam,  in  bov^gemelde 
Heerlijkheid i  jbi^  groo(  van  omtrek*.  .Men  ^iet  *er  een  over- 
blijfsel van  e^n  Kerk  of.  Kapel,,  welke >  in  het  Jaar  1703,  ia 
iogeftort.  Indien  dezelve  herbou#d  werd  9  zou  de  Predikant 
van .  Kokkingen,  *er  dm  dienst  mogen  verrigten.  Een  wdn}^ 
ten  Westen  flaat  het  buis. 


.  ^ 


Haar,  (m)  of  ter  haar'v  ean  oude  AdeHjke  HofThdv 
die,  in  *t  jaar  15316,  toen  'et  dirk  v^A  zuilen  Hefei'  van 
was ,  doot'  de .  Stadteiï  des  Latids  vm  Utrecht ,  voor  Ridder- 
matig  erfceÉd.  werd."  Men  meent  dat  dit  huis,  omtrent  het 
jaar  ir64,  of  11^5,  gebouwd- of  wel  böwöond  is  geweest, 
doöü:  GoösdK4LR,  .broedtfr  vtfn  ÈTsM/iN'v^N  woerd^ij,  en 
dat  deeze,. in:  wimia  Geflachl  dM  huis  gébleevën  is  tor  i^ 
het  laar  1446,  d^  jnaai  van  oé  HirAr»'^<M'19ebben  aan'glého^- 
men.  In  httjaar  4^!?^  -^ead  01U '  v^aA  z^i£t]ft ,  met  dit^  HuH 
en  Heerlijkheid  van  db  haar,  beleend^dt^z^g- daarom  Vij^ 
ZUILEN  VAN  DtR  HAAR  deed  noemet.  Dan  alzo  hij  een  groot 
vijand  van  dnilüs&rbop'  daviDvVM  4M^RèR»ib'^BN  wa^,  ^<i 
dit  Slot,  iiriibt  Jsur  ^S^,  dbot*  jolÉ^tft' VÜ*  ilalainó,'  Stac^ 
bbnder  \^xt  H9il»M:,tL<xxQK(iS^^ 

^edóoken ,  bi) .  zet^e  gedagvaard ^  en  1  ilet  veirfcheneh  zijnde, 
sqne  leengoederen  ..verbeordverkkard.  Dertien  Jaaren  laacct 
wdrd  walraven^  Heer  van'  Btéderode^óssx^  mede  verlijd; 
Jfaderband,  iloor.aisfcfacoiJf>raak.vanrvehnegende  vrienden,  de 

B  4  mis* 


1 


«4    HAAH,  (ter)  haar,  (FRANCOIS  vak  Der)  enz. 

misdaad  vao  dirk  v,an  zuilen  vergeeven  en  vergeeten  gerekend 
wordende»  werd  hij  met  dit  huis,  in  het  Jaar  1505,  wederom 
verlijd,  en  het  zelve,  door  deszelfs  zoon  dirk,  in  het  Jaar 
1535,  deftig  herbouwd.  In  het  Jaar  1585  kwam  het  aan  den 
fleer  nicolaas  van  zuilen;  en,  daar  na,  aan  jan  van  re- 
nesse VAN  roermont  ,  en  in  't  vervolg  aan  anderen.  Het  hüts 
is  een  zwaar  ouderwetsch  gebouw,  waar  in  zwaare  kelders 
gevonden  worden,  die,  in  het  Jaar  1672  en  1673,  tot  gevan- 
genisfcn  gebruikt  werden.  Het  word  gehouden  voor  een  der 
^rootfte  Ridder-Hoflleden  in  de  Provintie  van  Utrecht. 

Haar,  (ter)  eene  Havezate  mOverijsfel^  in  de  nabuurfchap 
van  't  Dorp  Olstm 

Haar  ,  (frakcois  \k»  der)  of  gemeetiljjk  haraus  ver- 
if  \AR  genaamd,  was  geboM'tig  van  Utrecht^  uit  een  Edel  Ge- 
flacht,  '  Hij  begaf  zig  naar  Antwerpest^  en  werd  aldaar  i:ii(lorie* 
fchrijver  van  hunne  Hoogheden  albertus  en  isabella*  Ook 
heeft  hij,  gcduurende  het  befhind ,  een  Boekje  gefchreven,  ten 
tijtel  voerende ,  Qnpartijdige  verklaaringe  der  oerzaaken  van 
tttn  Neder latidfchen  $órlog ,  zedert  het  Jaar  1566  tot  1608,  waar 
in  hij  zeer  partijdig  tewerk  gaat,  ja  zelfs  nier  zonder  bitterheid. 
Het  Is  door  den  Heer  francois  vrakk  ,  Raad  in  den  Hoogen 
JlAad  van  HoUat^d.  Zeeland  eq  WeitfriesMnd ,  beknoptelijk 
wederlegd  onder  den  tijtel  van  Hoeder  legging  yan.  het  Boekje 
'van  FRANCOIS  verhaar;  enz.  fnede  ia  8vo,  en  gedrukt  te  hre- 
da^'vsi  het  Jaar  1608^.  Goudhoeven,  noemt  hem  verkeerdelijk 
KLORIS  VAN  DER  HAAR«  ]>fQg  beeft  moo  van  hem,  in  *t  Fransch^ 
een  Tra^Uacje  van  d^  Kasteneüje  ce  Rijsfel^  en  het  Leven^  der 
heiligen  ^  in  *t  L^fUj^^  ^ 


I  t  l<  N.  1  •   * 


.  Haar,  Oohannes  van  der)  of  haru/s,  geboren  te  Gerni* 
fihem ,  en  Kanunnjk-.al^ac«.  -Hij  heeft  verzaifield  èenè  groote  e« 
treiFelijke  Hibliotboek,  qyer  allerlei  weteofchappen  en  in  alle 
Taaien,  waar  aan  hij  geei)  geld  ontzag.  Kanunnik iü  den  Haag 
geworden  zijnde,  voerde  .hij  dezelve  derwaacds,.en  plaatfle  ze 
In  de  Knpel  op  het  Hof,  .Het  volk,  dezelve  ziende  ontlchs- 
pen ,  mcQp4e  dat  *Qr  nx  veele  boekeu  ia  gantach  Jialland^  of\ 

Z9 


HAAllDA ,  HAAREN,  enz.  ^5 


.  20  als  GUiciARDYN  het  uitdrukt ,  in  de .  gantfche  wtiereld  niet 
waren.    Hij  kreeg  daar  door,  onder  het  gemeene  volk,  den 

.naam  van  jan  m^t  de  boeken.  Bij  zijn  overlijden,  in  het  Jaar 
1532,  liet  bij  zijnen  boekfchat  na  aan  Keizer  karel  den  V,  als 

Xegacaris, 

Goudhoeven,  PETrr  en  guiciardyn. 


Haard A.  eene  Edele  Staate,  In  Friesland^  in  de  nabuur- 
fcbap  van  het  Dorp  Oosterbierum  ^  in  de  Grietenij  van  Ba- 
^rndetU 

*  -  • 

Ha'Aren,  in  de  Meierij^  een  fraai  Dorp,  ten  Noorden  van 
OnUr'wiik^  hebbende  een  zeer  vetten  grond,  bekwaam  tot 
den  Landbouw  in  kweekerij  van  Boomen ,  en  waar  op  de  be- 
wooners  zig  ook  voornaamlijk  toeleggen,  men  teld  aldaar  233 
•buizen,  die  allen  van  elkander  veidrooid  zijn.  De  buik  der 
Kerke  is,  in  het  ]aar  173^,  ingeftort,  en  het  Koor  alleen 
baande  gebleven.    Haaren  ïs  gecömbineert  met  Hilvoiru 

Haaren, ^een  Dorp  vd  Staats  Brabatid,  behorende  onder 
\^t  OtaafTchap  Megen. 

Haaren,  du»   genaamd   ter    onderfcheiding  van  Surg^  ef 

B.rg'Haaren^  in  Gelderland 9  en  van  Op-  en  Neder- Haaren 

iwce  Dorpen,   in  de  nabuivfchap  en  ten  Noorden  van  Maa- 

firtgt^   legt  ^en  uur  {;aans  ten  Zuiden  van  Gromngen*    Men 

wil  dat  HARON  hier  van  de  fligter  zoude  geweest  zijn.    Bij 

de  invoering  xier  Reformatie  in  dat  Gewest,  is  in  dit  Dorp 

de  eer^lle  Predikatie  gedaan. 

♦ 
•  •  •         . 

,   Haaren,  eene  Edele  Staate,  in  Friesland ^  onder  het  Dorp 
Brongerga  ^  in  de  Grietenij  van  Schêteriand* 

Haaren,  ^berc  of  éurg)  naar  eenen  daar  bij  gelegen  Berg, 
3e  Hootenfche  Berg  genaamd,  dienende  cot  de  Geregtsplaats 
tan  dit  Ampt.  Dit  Dorp  behoord  onder  het  tweede  Ampt, 
aan  het  Rijk  van  Kijmeegen. 

B  5  Haa- 


HAAREN;  (of  HAAREN.  (va»)  enz. 


HaArbn,  (op)  een  kldn  Dorp  én  vrije  Heerlijkbetd ,  aan  de 
Rivier  de  Maai^  niet  meer  dan  een  haif  nor  van  Maaflfigt^ 
word  dus  genaamd,  ter  onderfcheidiug  van  Nier  oï Nidêr-Haü- 
rtn  \  aan  de  overzijde  van  de  Maa% ,  nabij  Rekkem. 

Nabij  Op-Haarcn  Haat  het  Kafleel  Burg-Raaren ,  dat  tamelijk 
groot 9  en  van  een  deftig  aanzien  is,  zijnde  nog  in  *t  Jaar  1776 
merlciijk  verbeterd.  In  het  Jaar  1748,  geduurende  de  belegering 
van  Maaftrigty  hield  de  Graaf  van  lowentiiall  zijn  verblijf 
op  bet  zelve. 

Ha  AREN,  (huis  te)  een  Kafteel  in  het  Land  van  Overmaas^ 
ter  linkerzijde  van  den  weg  van  Klimmen.  Het  behoord  on- 
der de  Riddermaatige  HofHeden,  en  heeft,  ten  allen  tijde,  aan 
deszelfs  beziners ,  (bijaldien  zij  Edellieden  waren)  't  regt  van 
befchrij ving  gegeven ,  ter  vergadering  des  Kwartiers  f^alkenburgé, 
Reeds  van  oude  tijden  behoorde  het  aan  aanzienlijke  Gedachten» 
Dit  huis  is,  in  het  Jaar  1742,  door  ongeluk,  afgebrand.  Hoe- 
wel, twee  Jaaren  daar  na,  de  muuren  wederom  waren  opge- 
haald, bleef  het,  egter,  onvoltooid  tot  id  hecjaar  1770,  waiv 
neer  het  ia  orde  gebragt  werd. 

IIaaren,  (van)  of  VAN  HAREN,  een  oud  en  beroemd  Ge- 
dacht, dat  verfcheiden  voorname  Mannen  heeft  voongebracht, 
20  als  te  zien  va^  \n  het  I.  Stuk  van  p£Rwerda.  Wij  zullen 
alleen  hier  van  de  meestberoémden  melding  insiaken. 

Haaren,^adam  van)  zoon  van  ëverard,  Schepen  te  /tken^ 
en  van  acnes  cortenbach,  ha:d  zijnen  oori^Jrong  uk  een  Oud 
én  Edel  Gedacht,  't  Welk,  zedert  dien  tijd  tot  heden  toe,  iii 
Frieiland  is  beroemd  gebleven.  Hij  behoorde  mede  onder  dé 
verbondene  Edelen.  Men  leerde  hem  beter  kennen ,  in  het  Jaar 
1572,  onder  den  naam  vaft  Hopman  öaam.  Zijne  goederen 
verbeurd  verklaard  zijnde,  beproefde  H]  zijn  gefük  bij  de // V 
ter^euzep.  Bij  de  korade  van  alva  in  de  Nederlanden  ^  {lad 
hij  het  eerst  moeten  vlugten,  uit  hoofde  van  zijn  verblijf  in  het 
Akenfche  gebied  ^  dan  hij  was  ook  een  der  eerflen,  die  den 
grondflag  der  vrijheid  hielpen  leggen.  Hei  innemen  van  den 
JBriel  dient  daar  van  tot  getuige ,  en  is ,  op  dat  Art.  omfhndig 

v«r- 


HAAREN,  (WILLEM  van)  enz. 


verhaald.  Prins  willem  de  I  teldQ  hem  onder  zijne  vertrou- 
.welingen;  en  de  Graaven  lodewyk  en  jan  van  nas s au.  Stad- 
houders van  Friesland  en  Gelderland^  bewezen  hem  alie  ach- 
ting; in  zo  verre,  dat  de  iaacfte  de  Voogdije  over  de  kinde- 
ren van  VAM  HAAREN  aanvaardde;  waar  van  'er  drie,  in  deo 
Krijgsdienst,  voor  het  Vaderland,  hun  leven  lieten.  Decze 
ADAM  of  DAAM ,  de  rocm  van  zijn  Geflacht ,  overleed  te  Atft^ 
hem^  den  7  Maij  van  het  Jaar  1589,  zijn  lijk  werd  te  Leeu- 
warden  begraven. 

Te  water,  P'erbünd  der  Edelen ^  bl.  450"; 
enz. 


Haaren,  (wjllem  van)  derde  zoon  van  itDiM,  Gedepu'^ 
leerde  uit  de  Edelen  van  Friesland  ter  vergadering  van  IL 
Hoog  Mog.,  geboren  te  Arnhem^  den  19  Januarij  van  bet 
Jaar  158 1 ;  geflocven  in  den  Haag ,  den  9  December  van  hec 
Jaar  1649;  Het,  uit  zijn  huwelijk  met  MAGDAtENA  van  viers- 
SEN,  tien  kinderen  na. 

Ha  AREN,  (ernst  van)  de  derde  zoon  van  willem,  wai 
Kolonel  van  een  Regiment  Cavallerij.  In  het  Jaar  1673, 
voerde  hij  *t  bevel  over  de  Ruiterij  in  de  A^c  bij  Swart^ 
fiuis^  eu  werd  vervolgens  Grietman  van  WestflelUngwcrf.  Mij 
was  geboren  te  L»eul9arden^  den  13  December  van  het  Jaar 
jóaa;  (lierf  den  15  Augu  tus  van  het  Jaar  1701;  en  liet  ze- 
ven kinderen  ha. 


t  ♦ 


Ha  AREN,  (WILLEM  van)  jottger  broeder  van  ernst,  gebo^ 
ren  te  Leeuwarden,  den  17  Oftober  van  het  Jaar  1626.  Zijn 
vader  willem  van  haaren  was  Opperftalmeester  van  Graaf 
<viu-EM  LODEWYK  VAN  NASSAU,  Stadhouder  van  Friesland^ 
«n  naderhand  Gedeputeerde  ïn  het  Kollegie  van  H,  Hoog 
Mog,  de  Staaten  Generaal.  Willem, -waar  >mnwij  hier  Tpree- 
ken,  na,  met  veel  lof,  zfjne  ftucfien,  te  Franeker,  Utrecht 
en  Leiden  volbragt  te  hebben,  deed,  zo  als  lieden  van  ge, 
)>0Qr;e  in  dien  tijd   gewoonlijk  plagten  te  doen,  de  groots 

tour, 


«S  HAAREN.  (WÏLLBM  van) 


tour,  door  Frankrijk^  enz/ tot  in  het  Jaar  1649,  wiöifteer 
hij,  door  zijnen  vader,  werd  terug  ontboden.  In  het  volgende 
Jaar  werd  hij  in  't  KoUegie  der  Staaten  van  Friesland  gedepu- 
teerd, uit  het  difbid  van  het  Bilt,  en  kort  daar  na  in  den  Haag, 
in  de  Generaliteits  Rekenkamer.  In  het  Jaar  1652  werd  hij 
Grietman  van  */  BiU,  tn  kreeg  vervolgens  zitting  in  den  Raad 
van  Staate.  In  het  Jaar  1658  begaf  hij  zig  in  den  echt,  met  Vrou- 
we ELISABETH  VüN  HEMMEMA. 

Hoe  deeze  Edele  Friet  zig  bij  het  Vaderland  verdiend  ge- 
naakt heeft,  blijkt  uit  verfcheiden  Gezantfchappen ,  door  hem 
bekleed.  Eerst  aanvaardde  hij  die  post  aan  't  Hof  van  Denemar- 
ken. In  het  Jaar  1663  werd  hij  gezonden  naar  Oosifriesland , 
om  de  Stenden  aldaar  te  bewegen ,  tot  het  opbrengen  van  eenige 
penningen,  door  den  Vorst,  aan  den  Bisfchop  van  Munjfer,  in 
eenige  termijnen  belooft ;  tervolbrengingevan  welke  belofte,  den 
Vorst  niet  de  wil,  maar  de  magt  ontbrak.  Dit  nlettegenftaande, 
had ,  op  den  vervaltijd  van  den  eerften  termijn ,  de  óorlogzugti- 
^e  Bisfchop  de  Beijlerfchan$,  aan  den  £^iv,  ingenomen;  *t 
welk  de  Staaten  met  geen  goede  oogen  konden  aanzien.  In  het 
volgende  Jaar  zonden  ze  een  Leger  derwaards,  waarbij  y^N 
HA /HEN,  als  Gedeputeerden  te  velde,  tegenwoordig  was.  De 
-Schans  werd  in  de  tijd  van  14  dagen  heroverd. 

In  het  Jaar  it57o  had  hij  zitting  in  het  Kollegie  der  Gedepu- 
teerde Staaten  van  Friesland.  In  het  Jaar  daar  aan  hielp  hij  de 
rust  der  Academie  te  Franeker  herftellen. 

In  het  Jaar  1^71  bevond  hij  zig  in  Zweeden,  en  arbeidde 
daar  na  mede ,  hoe  wel  vrugteloos ,  aan  de  vriïdesonderhande- 
lingen.  Vervolgens  werd  hij  naar  Engeland  gezonden ,  om  de 
vriendfchap  te  herftcllen.  Deeze  togt  had  dien  Staatsman  bij- 
jia  het  leven  gekost,  alzo,  door  een  woedenden  ftorm,  het 
Schip,  welk  hem  overvoerde,  in  gevaar  van  fchipbreuk  kwam. 
Volgens  berigten,  zou  het  inzonderheid  aan  zijnen  moed  te  .dan- 
ken geweest  zijn,  dat  het  behouden  bleef.  Wijders  woonde .hi} 
het  Ctngres  te  Nijmeegen  <en  Rijswtik  bij.  Geduurende  deeze 
afwezigheid,  was  hij  tot  Curator  der  Friefche  Academie  verko- 
ren ;  werd  voorts  Rentmeester  van  de  Domeinen  dier  Provintiei 
en  bekleedde  dus,  tot  in  het  Jaar  1708,  waniieer  hij  zijn  leven 

ei«- 


HAAREN ,  (WILLEM  van)  29 


eindigde,  de  aanzienlijkfle  Eerampcen*  Hij  heeft  geene  kinderen 
nagelaten.  De  geleerde  hub£r  deed  over  hem  eene  fierlijlce  Lijk- 
reden. 

Haaren,  (willem  van)  het  zesde  kind  van  ernst,  was 
eerst  Grietman  van  Doniawérflaly  vervolgens  van  tVeitflellin^" 
werf,  en  eindelijk  van  het  Eildt,  Gedeputeerde,  uit  de  Edelen 
van  Friesland y  in  de  Staaten  van  die  Provintie;  en,  wegens 
dezelve ,  van  tijd  tot  tijd  gecommitteerd  in  genoegzaam  alle  de 
Provinciale  en  Generaliteits  Kollegien.  Hij  was  geboren  den  6 
Januari]  van  het  laar  1655;  en  (Tierf  den  18  September  van  't 
Jaar  1728:  vijf  kinderen  nalaatende. 

Haaren,  f  ADAM  ERNST  van)  zoou  vau  WILLEM,  geborcix 
den  25  Oélober  van  hec  Jaar  1^83,  verwekte,  bij  amelia  hen- 
RiETTA  WILHELMINA  DU  TOUR,  twce  zooneu  en  ééne  doch- 
ter :  onno  zwier  ,  willem  en  froüc  van  haaren.  Hij 
was  Grietman  en  Ontfanget-Generaal  van  ''t  hiU ;  Gedeputeer- 
de in  meest  alle  Colleglcn,  en  overleed  den  12  Maij  van  het  Jaar 
1717. 

Haaren,  (duco  van)  broeder  van  den  zo  evengemelden, 
ftierf  ongehuwd,  den  30  November  van  het  Jaar  1742.  Hij  was 
Grietman  van  Pfestfie/Utfgwerf:  Gedeputeerde  der  Staaten  van 
Fiieihnd  In  meest  alle  Coliegien. 

Haaren,  (willem  van)  ouddc  zoon  van  adam  ernst. 
Grietman  en  Ontfanger-Generaal  van  't  Bilt ;  Kwartierfchout 
en  Dijkgraaf  van  Peeilahd;  Gedeputeerde  Staat  van  Friesland ^ 
en,  wegens  die  Provintie,  Afgevaardigde  ter  Vergadering  van' 
de  Algemeene  Staaten;  Gedeputeerde  te  velde,  geduurende  de 
campagnes  van  de  Ja'«ren  1747  en  1748 ;  en  vervolgens  H.  Hoog 
Mog.,  Afgezant  en  Plenipotentiaris  nan  het  Hof  van  zijne  Door* 
luchtige  Hoogheid,  Hertog  karel  van  lotharingen,  ^s  Gou- 
verneur der  Oostenrijk fche  Nederlanden.  Hij  was  geboren  den 
sti  Februarij  van  het  Jaar  171  o,  en  overleed  den  27  Junij  van 
het  Jaar  1768*    Deeze  werd,  zo  wel  als  zijn  broeder  onno 

ZWI£&> 


32        HAARLEMS  Oudh.  Gelegenk.  Grêoi/e  en  Sterkte. 

Haarlem,  eene  grooce  en  aanzienlijke  Stad,  naast  Dord^^ 
recht  de  eerfte  ftemhebbeude  Stad  in  de  Vergadering  der  Staa*. 
ten  van  Holland \  welke  tweede  rang' haar  is  toegekend,  zo- 
om haare  oudheid ,  nis  om  haare  goede  gelegenheid  en  bloei- 
enden ftand  ,  waar  in  dezelve ,  boven  andere  Steden  van 
dat  Gewest,  uitmuntte.  De  tijd  hoarer  ftigting  is  onzeker. 
Eenigcn  willen ,  dat  van  Haarlem ,  reeds  ten  tijde  van 
Graaf  dirk  den  1 ,  gewag  gemaakt  word ,  en  dus  vóór 
bet  einde  van  de  tiende  Eeuw.  Zo  onzeker  dit  is  ,  nog 
onzekerer  is  het ,  dcszelfs  Higting  te  brengen '  tot  de 
vijfde  of  zesde  Eeuw.  Dat  Haarlem  reeds  bekend  was  in 
de  Jaaren  1132  en  1155,  ^"  ^^^^  xqq^s  ecne  bloeiende  Stad, 
lijd  geen  twijfTol,  doch,  of  haare  ftigting  moet  worden  toe- 
gekend aan  iemand  uit  bet  Geflacht  van  Haarlem,  kan  niet 
bepaald  worden. 

Haarlem  lc,i;t  drie  uuren  gaans  Dewcsten  Amperdam  ^  vijf 
Benoorden  Leiden^  en  even  verre  Bezuiden  Alkmaar^  Hcc 
Spaarne^  een  frisfche  ftroom,  doorloopt  de  Stad,  die,  aan  den 
Zuidkant,  een  aangenaam  Bosch  heed,  den  Hout  genaamd. 
Voorts  is  de  Stad,  aan  den  Westkant,  door  hooge  Duinen 
befcherrad,  langs  welke  men  lustige  Hoffteden  en  een  aan- 
merklijk  getal  van  Lijnwaat-  en  Gaarnbleekerijen  vind.  De  af- 
ftroomingen  der  Duinen  voorzien  de  Stad  rijkelijk  van  versch  en 
frisch  water.  De  Buitenfingels  en  fraaie  Wandelwegen  maakcn 
deeze  Stad,  die  ruim  en  lugtig  gebouwd  is,  des  te  aangenamer* 
Men  wil ,  dat  dezelve  wel  driemaal  uitgelegd  is.  De  juiste  tijd  van 
de  twee  eerfte  uitleggingen  weet  men  nictaan  te  wijzen;  dclaatftc 
is  aangevangen  in  het  bedrukte  Jaar  van  1672;  wordende  de 
Stad  toen ,  aan  de  Noordzijde ,  met  twee  nieuwe  Graftcn  ver- 
meerderd, waar  van  de  eerfte,  zijnde  de  iV/>ftw^  Gruj'f  y  met 
pragtige  Huizen  bebpuwd  is.  De  Stad  heeft  agt  Poorten ,  be- 
nevens twee  Waterpoorten,  De  egt  eerfte  zijn :  de  Sparwou' 
der,  de  Sckalkwi)ker  ,  de  Kleine  en  GroQte  Houtpoort,  de 
Raam ,  de  Zijl ,  de  Delmans  en  de  Kennemcrpcort ;  de  twee 
Waterpoorten  zijn  de  Leidfche  en  Amfteldamfche  Poorten,  De 
rouuren  der  Stad  zijn ,  naar  de  oude  bouworde ,  met  vcrfcheide 
ronde  en  halfronde  Toorens  voorzien,  de  laatfte  vergrooting 

is 


HAARLEMS  Naammrfprofik ^  Ktrkl.  énWaeretdUGihé  %% 

}8  de  Stad,  ^aii  dien  kant,  met  agt  aardef)  Bol^erkem  verfterktV 
't  Getal  der  huizen  word  op  79(^3  begroot ,  en  dac  der  Ingeztf' 
tenen,  fchoon  eer  verminderende  dan  vermeerderende,  op  fuinl 
40,000* 

De  Naamsoorfpronk  is  even  onzeker,  als  de  tijd  Vanhaard 
nigtingé  Lang  hebben  fommige  beuzelaars  deil  naam  willen  af^ 
leiden  vnn  eencn  Heet  lëm.  M^ar  onderen  hebben  die  gedagteni 
zo  grondig  wederlegt,  dat  het  der  moeite  niet  meer  waardig  is^ 
daar  van  te  fpreeken.  Van  alle  andere. gistingen  houd  men  voof 
de  meest  gegronde,  welke  hier  op  uitkomt,  dat  den  naam  vad 
Maar  km  afkomftig  is  van  't  woord  haar^  't  welk,  van  otids^ 
fchraal  en  mager  betekende ,  en  het  woord  Mm ,  *t  geen  een 
vetten  grond  te  kennen  gaf.  De  naam  of  het  woord  Haarlem 
zou  dus  te  kennen  geeven,  dat  die  Stad  aan  den  eenen  kanc 
fihraale  Duinen,  en  aan  de  andere  kans  vette  Heelden  had, 

Haarlem  is,  zo  wel  als  andere  Hollandfche  Steden,  voor^* 
2ien  van  Gebouwen^  voor  alle  Gezinten,  ter  Godsdienstoeffe' 
ning  en  aankweeking  van  goede  zeden.  Onder  deeze  Gebouwen 
komen  allereerst  in  aanmerking,  de  openbare  Kerken:  als,  dd 
Groote  Kerk  f  eertijds  aan  st*  bavo  toegewijd ;  zijnde  een  van 
de  groptde  en  fraaifte  in  Nederland ^  en  ^  in  bet  Jaar  1755, 
met  een  fraai  Orgel  verfierd*  Digt  bij  dezelve  fla«  een  Klok-' 
huis,  dat,  in  het  Jaar  1479,  voltrokken  is,  waar  in  de  Poort-' 
klok,  Kerkklokken  en  Doodklokken  hangen.  De  Sfé  janskerk ^ 
In  de  St*  Jansftraat  y  niet  verre  van  de  Groote  Markt;  een 
Camelijk  goed  Gebouw ,  gedigt  onitrept  het  begfft  van  de  XIV* 
Eeuw.  De  Nieuwe  Kerk^  volbouwd  hl  het  Jaar  1649.  Dö 
Bakkeneffe  Kerk,  zijnde  de  kleiüfte,  doch  de  oudlle  Kerk  def 
Stad,  waar  van  een  groot  deel  tot  gemeene  Huizen  herbouwd 
ïs,  zo  als  de  Zijl  en  Kampeskerken ,  zeden  lang,  tot  Turf* 
fchuureri  gebruikt  wordeit.  Die  vail  $/«  Gangolf  voor  lang  af^ 
gebroken,  verder  eene  Waalfche^  Lutkerfche  en  Remonftrant" 
fche  Kerk,  vijf  bijzondere  Vergaderplaatzen  voor  de  Doopsge* 
zinden ,  eenige  van  welke ,  egter.  Hu  niet  meer  gebruikt  wor* 
den.  De  Rêomschgezinden ,  die  'er  veele  zijn,  öeflTenen  hunnd 
Godsdienst  ia  verfcheide  bijzondere  Huizen.  Vgn  de  Kloosters  f 
die  'er  voorheen  veele  waren  r  als ,  't  Carmeliten ,  dat  der  Pre^» 
dlkkeeren;    dw    Reguliere    Kanunniken;  't  Btgi}nhrf\  \ 

XIX.  DEEL  Q^  Kl9^t 


34  HAARLEMS  Regeering. 


mm 


Khoster  der  Nonnen  hij  den  Ziil\  d^  Nonnen  van  &•  WekieU 
Tan  St.  Katrijn^  der  Minnebroeders '^  St.  UrfuU  Klooster^ 
dat  van  5/.  Margriet  en  St.  Clara^  't  Klooster  der  Bernardi^' 
ften ;  't  Ceci/ia ;  Maria  Magdalena  ;  *t  Carmelitesfen  ;  van 
de  H.  Maagd  Maria  \  van  5ir.  j1nna\  der  S/.  Auguftijnen^ 
der  Cellebreers,  en  het  Convent  der  ^///^  Heeren,  St^Jn" 
thotiies  Kapel  en  Gasthuis ;  i"/.  Nieolaas  Kapel ^  en  die  van  de 
B.  Maagd  Maria  ^  werden  de  nog  overige  Gebouwen  heden 
tot  andere  einden  gebruikt.  Wijders  vind  men  'er  het  Oude' 
mannenhuis  9  geftigt  in  't  Jaar  i6o8  ,  't  Gasthuis  \  Burger-Wees* 
httis\  yfrme-Kinderhuis'j  /falmoesfeniers-ff^eeshuis  en  Tugt* 
huisyDiaconiehuis\  Pest'  en  Dolhuis  en  \  Proveniershuis.  Ver- 
der eenige  Hofjes,  als  St,Pietenhuis*y  Barhera^s Gasthuis',  het 
f^rouwe  en  Anthonie-Gasthuis^  de  Bakkenes/eJtamer ;  het  Hef" 
je  van  Gratie  i  St,  Jans*  en  Koenen-Gasthuis  en  Fransloonen 
Hofje j  ^iPietershuis,  zijnde  een  foort  van  Weeshuis  en  het  Hof* 
je  van  Heithuiten.  Ook  hebben  de  Doopsgezinden  'er  eenige 
Hofjes,  geftfgr  uit  milde  giften 5  als  dat  van  den  Heer  ybbjian» 
STAATS,  enz.    Ook  is  'er  een  Latijn fche  School. 

Onder  de  Waereldfijke  Gebouwen  munt  uit  het  Stadhuis^ 
eenouden  aanzienlijk  Gebouw,  aan 't  welk,  voor  eenige  Jaaren, 
een  deftige  opgang  gemaakt  is.  Niet  verre  van  daar ,  ageer  het 
Stadhuis,  is  bet  Stads  Gevangenhuis.  Het  Prinfenhof  esM 
Pand\  de  VUeschhal\  de  tVaag%  Lombard^  enz. 

De  Rege^ringe  deezejr  Stad  beftaat  uit  een  Kollegie  van  vierr 
cntwimig  Raaden  of  Vroedfchappen ;  een  Kollegie  van  het  Ge- 
regt,  beftaande  uit  den  Hoofdofficier,  vier  Burgemeesters  en 
zeven  Schepenen ;  en  andere  KoUegien  van  mmder  rang.  Van 
ieder  derzelven  zullen  wij   hier  eene  nadere  befchrijvii^  gee-' 

ven. 

De  Vroedfchappen,  wior  getal  nu  eens  meerder  en  dan  min- 
der was,  werd,  zo  als  men  meent,  in  het  Jaar  1401,  door 
Hertog  ALBERT  bepaald  óp  33  perfoonen ,  en  door  Vrouw  ma- 
RiA,  in  het  Jaar  1477  gebragt  op  24.  Nogchans  maakten  zij  de 
geheele  Vroèdfchap  niet  uit.  Doch  die  verfchfllende  ordens  daar 
laatqnde ,  zullen  wij  ons  bepaalen  tot  de  orde  ,  daar  op  be- 
raamd, bij  Prins  willem  den  I.  't  Blijkt  uit  de  Registers  (zegt 
4e  Heer  van  oosten  de  druijn  ,  dien  wij  hier  volgen)  dat  na 
i^t  de  Stad,  door  de  Spaanfchen^  was  ingenomen,  en  zolang 


tIAARLËlVtlS  FroeJfchappém  3) 

Èij  van  dezelven  bezetting  tnoest  houden^  en  daar  tnede  be< 

"Éwaard  bleef,  de  oude  orde  der  ïlegeering  alhier  geheel  verbro*' 

ken  is  geweest,  endatdeBisfchopmet  zijnen  Raad  endeKrijgt^ 

overfte  met  zijne  Kapiteinen  de  Stad  geregeerd  hebben*    Doch 

toen,  na  de  Gendfche  bevrediging^  de  Stad  zig  onder  *t  bewind 

Van  den  Prinfe  van  oranje  begeeven  en  met  denzelven  een 

Verdrag  gelloteti  had  ,  in  de  maand  Januari]  des  Jaars  1577»  ed 

vervolgens  van  vreemde  bezetting  verlost  wds^  heeft  zij,  in  de 

Inaand  Augustus  daar  aan  volgende,  het  geluk  gehad,  Vadef 

Vi^iLLEM  DEN  I  binnen  haare  muuteti  te  ontfangen^  en  door  hem 

In  haaren  ouden  Regeeringsvorm  herteld  te  worden)  waar  na^ 

t>p  den  16  van  die  maand ^  door  zijne  Excellentie,  in  hooged 

t>er(bon^  aangefteld  werden  vier  Burgetfieesteren,  2even  Sche-> 

penen»  één  The(2nirier  en  tweeëntwintig  Vroedfchappen.  In  faec 

Volgende  Jaar  gefchiedde  het  verzoelc,  dat,  uit  de  bekwaamde 

en  aanzienHjkfte  Poorters,  door  zijne  Biccellentie,  of  derselveif 

Gemagtigden,  mogten  Worden  aangelleld  vier  Burgemeesteren « 

2even 'Schepenen»  en  daar  benevens  vierentwintig  perfonen^  die 

€ontinueliken  hun  leven  ianck  geduercnde ^Raeden  of  Vroed* 

fchappen  muilen  blijven \  dat.  Wijders,  deZelVen - mogten  ge-i 

tnagtigd  zijn ,  om ,  ingevallc  eenigen  van  dezelven  kwamen  lé 

overlijden,  andeten  uit  de  aanzienlijkde  Poorteren,  in  hunae 

plaats,  te  yerkiezeti  en  nart  te  flcllen;  als  mede,  het  getal  dt^ 

Raaden  of  Vroedfchappen  dus  vol  zijnde,  bij  Boonentrekking ^ 

of  op  ancfere  wijze ,  te  verliezen  ^  vier  Burgemeesteren,  zeved 

Schepenen,  en  éénen  Thefaurier^  of  ten  minflén»  dat,  naar*C 

Voorbeeld  van  andere  Steden,  zij  de  benoeming  zouden  hein 

ben,  van  agt  en  veertieti  perfonen.  Waar  uit»  door  den  Prlntf^ 

of  doof  de  Radden  Van  Holland i  Jaarlijks,  vier  Burgemeester 

ren  en  zeven  Schepenen  houden  worden  aangefleld.    Ditlaatfte» 

door  den  Prii^s,  zijnde  toegelhad». werden  Mr*  PAtJLus  Buid 

en  DIRK  Van  Dtk  nieuwbijrgh  gonagtigd  tot  de  verzogfe  aaOi 

Helling*    Maar,  na  dat,  in  het  Jaar  158 1 ,  een  nader  vedrag  méC 

Prins  WILLEM  den  I  gefloten  was»  zijn,  door  Burgemeesteri 

en  Regeerders ,  nadere  Vertogen ,  rakende  den  vonn  van  derzelvef 

&ads-R«geering  gedaan*    iA]  gaven  te  kennen »  dat  de  welvaard 

en  voorfpoed  der  Stad  ftheenen  te  veretsfchen ,  dat  het  getU 

jran  vierent*vintv  Raaden ,  laet  twaalf  mderen  ^  aoesc  ver^ 

C  d  sieeTi 


36  HAARLEMS  Fr^dfehafpen  en  Sèhuf. 

meerderd  werden:  zo  om  aan  meerdere  bekwame  perfbnen  be« 
vordering  te  verfcbaffen  •  en  gelegenheid  om  kevms  in  der  Soda- 
zaken  ce  verkrijgen ,  als  ook  om  dac  Borgemeesteren  en  Schepe* 
nen,  veelal,  uit  de  vierentwindg  Raaden  verkoren  werden,  en 
doorgaans  langer  dan  één  Jaar  in  *t  Gerecht  bleeven;  waar  door 
zij  dikwils  zig  bevonden  in  te  kleinen  getal,  en  de  last  der  Re- 
geeringe,  voor  de  bijzondere  Leden,  te  zwaar  werd.  Waar  op 
de  Prins  goed  vond,  het  getal  der  Raaden,  met  agt,  en  dus  tojC 
tweeendertig  te  vermeerderen;  latende  aan  de  Vroedfchap  de 
benoeming  van  zestien  perfbnen ,  waar  uit  zijne  Excellentie  agt 
Leden  koos,  om ,  met  de  vorige  vierentwintigen,  geduurende 
hun  leven,  de  Stad  als  Vroedfchappen  te  dienen.  Op  dit  getal 
is  de  Vroedfchap  der  Stad  Haariem  gebleven,  tot  in  het  Jaar 
17 18,  wanneer,  op  verzoek  aan  deStaaten  vtn Holland y  OAroi 
werd  verkregen,  om  het  getal  van  tweeendertig  wederom  te  ver- 
minderen op  vierentwintig.  Dit  hield  fland  tot  in  het  Jaar  174^9 
wanneer,  toen  door  zijne  Hoogheid  Prins  wili^em  den  IV, 
nuttig  en  nodig  geoordeeld  werd,  dezelve,  van  nieuws  te  ver- 
meerderen tot  tweeendertig;  uit  welk  getal  dezelve  nu  nog  be- 
fiaat. 

Wat  aangaat  het  Schoutsampt  der  Stad  HaarUm ;  uit  derzelver 
handvesten  is  het  kennelijk,  dat,  onder  de  Graaflijke  Regee* 
ring,  de  Schout  door  den  Graaf  werd  aangeileld,  zonder  dac 
hij  een  Lid  van  de  Vroedfchap  was ,  g^ijk  ook  aan  de  Schouten 
aldaar  meermalen  flem  en  zitting  in  de  Vroedfchappen  is  gewel^ 
gerd.  Dit  gebeurde,  onder  anderen,  aan  Schout  wouter  V4if 
BEEKESTEiN,  iu  het  Jaar  1546.  Wanneer,  in  vervolg  van  tijd, 
iemand  uit  de  Leden  van  de  Vroedfchap ,  tot  Hoofdofficier  ver- 
koren werd,  moest  hij  zijne  plaats,  als  Vroedfchap,  afHaan, 
en  werd  een  ander  in  zijne  plaats  aangefleld :  zo  als  bleek  uit 
het  geval  van  nicolaas  zuikbr,  die,  in  het  Jaar  1604,  Schout 
werd,  en,  in  het  Jaar  1641,  met  Mr.  joan  schatter.  Nader- 
hand is  dit  geheel  veranderd ,  en  bij  het  Reglement  van  het  Jaar 
1670,  op  het  Schoutsampt  gemaakt,  bepaald  en  vastgefteki» 
dat,  voortaan,  niemand  tot  het  Schoutsampt  van  Haarlem ^ 
zou  mogen  benoemd  of  verkoren  worden,  dan  die  Raad  of 
Lid  van  de  Vroedfchap  was,  en  dat  hij  Vroedfchap  zal  blijven, 
0Ci  tot  aU^  vergad^ingea  der  Vroedfchap  mede  geroepen  wor^ 


RAARLEMS  SAntt  en  BnrgemeesUren.  ^ 


mm 


den»  doch  daar  in  niet  als  Hoofd  van  't  Gerecht,  maar,  naar 
zijnen  rang  ep  ouderdom  in  de  Regeering,  plaats  neemen.  De 
reden  van  deeze  verandering  was  zeer  handtastelijlc,  om  dat 
men  befloten  had,  het  Schoutsampt,  niet  langer  dan  voor  den 
tijd  van  drie  of  uiterlijk  zes  Jaaren,  aan  iemand  op  te  dr^agen, 
dewijl,  tevooren,  iemand  hetzelve,  zo  lang.  hij  leefde,  of  het 
neder  leide,  of  tot  een  hooger  Ampt  bevorderd  werd ,  bleef 
behouden.  Ook  dit  is  wederom  veranderd,  bij  het  laatfte  Re-* 
glement  van  het  Jaar  1749,  op  het  Schoutsampt,  volgens  het 
welke,  ais  te  vooren,  iemand  buiten  de  Leden  der  Vroedichap^ 
daar  toe  voorgeflagen  en  aangefteld  mag  worden. 

Voorheen,  zo  als  wij  boven  hebben  gezegt,  werden  de 
Schouten ,  door  den  Graaf  in  der  cifd ,  aangedeld.  Naderhand 
gefchiedde  zulks  door  den  Heer  Stadhouder,  door  den  Souve- 
tain,  of  door  Gecommitteerde  Raaden,  uit  een  Nominatie  van 
drie  perfonen.  Dit  is  heden  nog  gebruikelijk  De  Schout  is 
"Tjerpligt  zijn  Ampt  in  perfoon  waar  te  neemen. 

Net  Ampt  en  de  benaming  van  Burgemeesteren  is  hier,  even 
als  in  andere  Steden,  van  laater  inftelling,  dan,  dat  van  Schepe- 
nen. In  de  Handvest  van  Vrouw  jacoba  van  deijeren,  van 
het  Jaar  1418,  werden  dezelven  genoemd  na  of  achter  de  Sche« 
penen;  doch  ui  die  van  fiups  en  maria  van  BOURCONDiENy 
van  de  Jaaren  1445,  1454  en  1476,  hebben  de  Burgemeesteren 
den  voorrang  boven  de  Schepenen.  Hun  getal  is,  doorgaans , 
geweest  vier,  en  dat  der  Schepenen  zeven.  Doch,  in  het  J;iar 
1501,  zijn  'er  maar  twee  Burgemeesteren  aangefleld ,  en,  vier 
Jaaren  daar  na,  drie;  en  zo  ook  in  het  Jaar  15 10;  't  welk  toen 
alzo  bij  meerderheid  van  fiemmen  beflist  werd.  Doch,  nog 
vóór  het  einde  van  dat  Jaar,  werden  'er  wederom  vier  aange- 
field;  op  welk  getal  zij,  tot  hier  toe,  onveranderlijk  gebleven 
zijn.  Met  Schout  en  Schepenen  maaken  ze  uit,  het  Gerecht, 
of  CoUegie  van  de  Wet,  in  onderfcheidlng  van  dat  van  den 
Raad.  Deeze  worden,  zo  wel  als  de  Vroedfchappen ,  door 
den  Souverain,  of  door  Gecommitteerde  Raaden,  en  onder  de 
Stadhouderlijke  Regeeringe,  volgens  overeenkomst,  met  Prins 
WILLEM  D£N  I,  iu  dc  Jaarcu  1578  en  1581  door  den  Stadhoui 
der  uit  een  dubbel  getal  verkoren. 


c  j  rrn 


3S  HAARLEMS  Bürgemeesieren  en  Sehepeneti^ 

^p„— t— — »■  urn  mm  i  wium»  »M^Wi— — *— — ^wpi— — i— — — — ^la— ^ 

Wat  het  Ampt  van  Burgemeesteren  en  Schepenen  aangaat « 
daar  van  is  elders ,  en  wel  op  het  Artikel  Amsterdam  ,  verflag 
gedaan.  Hier  zullen  wij  zien,  wat  de  beloning  der  Wethou-* 
deren,  in  oude  tijden,  was,  „  Niemand  moet  zig  verwonde- 
ren (zegt  de  reeds  gemelde  Heer  van  oosten  de  BRUYN)f 
dat  men  het  voorheen  aU  een  voorregt  aanmerkte,  dat  de 
?jjd,  om  als  Lid  van  't  Gerecht  te  blijven,  verkort  werd,  ala 
men  aanmerkt ,  dat  tegen  den  dagelijkfchen  arbeid  ,  verzuim 
van  eigen  zaaken,  en  de  gevaareq,  die  elk  voor  zijn  eigen 
perfoon,  in  die  zorgelijke  tijden,  welke  onze  voorvaderen, 
Jaaren  agter  den  anderen ,  heluben  moeten  doorworstelen ,  geen 
de  allenninfte  belooning  in  die  tijden  igegeven  wierd,"  Men 
vind,  dat  in  den  Jaare  15 lo,  dqor  de  Commis(arisfen ,  ter 
verandering  van  het  Gerecht,  aan  de  Vroedfchap  in  overwe- 
ging werd  gegeven,  of  men  den  Wethouderen  niet  eenige 
Monlng  zou  toeleggen,  't  zij  in  de  betaling  van  hunne. ren-> 
ten,  of  anders.  „  Want  (zegt  zijn  Ed.)  in  die  tijden  werdeq 
de  renten ,  lopende  ten  lasten  van  de  Stad ,  niet  ten  volle  be* 
taaki."  De  vraag  waS  dus,  of  men  den  geenen,  die  als  Wet- 
houders dienden,  hunne  renten  niet  ten  volle  zou  betaalen, 
uit  inzigt  van  den  dienst,  dien  zij  aan  d^  Stad  bewezen? 
IVbuu*  hoe  redelijk  dit  voorllel  ook  wezen  mogt ,  waren ,  ech^ 
ter,,  eenige  Vroedfchappen  van  gedachten,  dat  men  de  Wet-' 
bouderen  geene  meerdere  renten  betalen  zou ,  dan  aan  ander 
fen,  En  Burgemeester  bbekestkin,  vier  Jaaren  daar  na,  vcr« 
;;ogt  hebbende,  dat  hem,  om  zijn  menigvuldige  moeite  en 
^beid,  dien  hij,  als  Burgemeester,  in  de  zaaken  van  de  Stad 
gedaan  had,  drie  vierde  deelen  van  zijne  lopende  renten  mog-* 
fen  betaald  ovorden,  binnen  de  vier  Jaaren  van  den  Staat, 
werd  daar  op  het  volgend  weigerend  befluit  genomen:  ,)  ii 
dair  up  gecommuniceert  ende  geconcludeert,  dat  hij,  om 
coqfequentie  pretentie  hebbe.  Nijet  min  men  bekent  en 
weet  wel  van  de  deugd  en  goed,  dat  hij  der  Stede  gedaen 
„  heeft,  daer  of  God  l;em  lonen  fal.'* 

r^aderhand  vind  men^  dat  in  den  Jaare  1568,  om  de  dage* 
lijks  toenemende  moeite  en  lasten  van  de  Bürgemeesieren  eq 
Schepenen,  in  '(  wraari^emen  van  der  $tads  zaaken,  waaroxq 
^ij  hunne  eip[^ne  poesten  verlaten  ^  aan  d^  vier  Burgemeester 


f* 


HAARLEMS  Surgemeeiteren  tn  Schepèneiu         :sf 


ren ,  en  aan  de  oadfte  Schepen ,  zoude  werden  coegeftaan ,  zo 
lang  zij  in  hunnen  dienst  bleeven,  vrijdom  van  alle  Stads  ex« 
cijnsfen ,  zo  verre  als  mijne  Heeren  de  Commisfarisfen  dit  zou- 
den  goedvinden,  in  de  Refolude  van  den  3  November  dei 
volgenden  Jaars  1569,  leest  men*  ,,  Is  geüemt  en  geordoo- 
„  neert ,  dat  Bargemeesteren  en  Sdiepenen  in  der  tijd  hebbea 
„  zullen,  achtervolgende  zekere  Artikelen  daar  af  geconcipl* 
,»  eert  eode  gemaeckt^  vuijt  der  Stede  beursfe,  op  alle  verga- 
»,  derdagea,  fwéê  ftuiversy  mids  dat  het  fegelgdd  van  Borge. 
M  meesteren  en  Schepenen  in  des  Stede  beursfe  comea  zal,  ea 
,»  dit  al  upt  believen  van  Commisiarisfen.** 

Van  ouds  heeft  het  alhier,  zo  wel  als  in  andere  Sceden,  vrij 
gedaan,  tot  Ledeii  van  het  Gerecht  aan  te  (lellen.  Poorteren ^ 
die,  naar  Stads  rechten,  tot  de  Regeering  konden  werden  toe- 
gelaten ,  fchoon  zij  geene  Vroedfchappen  of  Raaden  waren.  In 
liet  Jaar  1428,  werden,  door  filips  van  bourgondien  de  ge- 
zworen tachtigen  gemagtigd,  om  Jaarlijks  vier  Burgemeesteren 
aan  te  ftellen  uter  aHnger  Gemeijnte ,  zo  als  ook  de  Regee- 
ring, in  haar  eerfle  verzoekfchrift ,  aan  Prinfe  willem  zegt, 
dat  haare  vierentwintig  Raaden ,  vier  Burgemeesteren  en  zeven 
Schepenen  plagten  te  kiezen,  vuijten  Burgeren.  En  alhoe-  - 
wel ,  doorgaans  het  grootfte  deel  der  Leden  van  't  Gerecht  ge- 
nomen werd  uit  de  Vroedfchappen,  is  het,  echter,  ook  we|  ' 
gebeurd,  en  gebeurd  het  nog  heden  ten  dage  veele  malen,  dac 
tot  Schepenen  dé  zulken  werden  aangelteld,  ó^x^  geen  Ledeo 
van  de  Vroedfchap  ziin* 

Om  in  de  Stad  Haarlem^  tot  Schout,  Burgemeester,  Sche- 
pen of  Raad,  verkiesbaar  te  zijn,  word,  vooreerst  en  voor 
alle  dingen,  vereischt,  dat  hij  Poorter  der  Stad  zij,  't  zij  dan 
door  geboorte,  of  op  eene  andere  wijze  geworden.  Volgens 
Handvesten  van  de  Jaaren  1394  en  1402,  moest  hij  Poorter  ge- 
weest zijn,  onafgebroken,  volle  tien  Jaaren,  't  welk  ook,  bij 
de  hatfte  Oftrooien  van  het  Jaar  1651  van  Hun  Ed.  Gr.  Mog., 
tkoos  Is  in  acht  genomen.  Nogthans  Is  dit ,  bij  een  later  Oc- 
trooi, van  het  Jaar  171 8,  verkort  op  zes  Jaaren,  omtrent  zulk 
ecnen,  die  mee  eene  Burgers  dochter  trouwt,,  en  als  dan  zijn 
Burgerrecht  verkrijgt,  of  bevorens  het  zelve  verkregen  hebben- 
de» op  drie  Jaaren.    Buiten  dit  Poorterrecht,   had  Hertog 

C  4  AL- 


HAARLEMS  Burgematteren  en  Sciêpenifip 

^LBRXGT  ook  nog  bepalingen  gemaakt,  omtrent  de  gegoedheut 

van  iemand ,  die  aldaar  in  't  Gerecht  zou  verkoren  worden.  D^ 

fomme,  daar  toe  vereischt,  1$,  van  tijd  tot  tijd,  opgeklom* 

inen,  en  telkens  vermeerderd,    In  het  Jaar  1394  was  zij  be^ 

paald  op  honderd  ponden;  in  «het  Jaar  1398,  op  vier  honderd 

oude  fchijden ;  in  het  Jaar  1407 ,  op  zes  honderd  fchilden ;  ia 

cliervoege,  echter,  dat  iemand  voUhan  konde,  die  een  derde 

ideel  in  de  Stad»  en  de  overige  bezat  binnen  Hoiland^  aan  Hui- 

;Kingeq,  Rrven,  of  Erfrenten,    Indien  iemand  kwam  te  verari- 

fnep,  zp  dat  hij  minder  bezat,  of  minder  konde  opbrengen, 

werd  hij  van  zijn  Ampt  verlaten,    In  het  Oftrooi  van  hec  Jaap 

1651 ,  werd  mede  vereiseht,,  dat  die  geenen,  welke  tot  Vroed- 

fchappen    zullen  gekoren  worden ,  zullen  moeten  gegoed  zija 

volgens   de  oude  Privilegiofq ,  en  daarenboven  den  ouderdoip 

Iber^ikt  hebbeti  van  25  Jaaren.  tot  Schepen  26,  en  tot  Burge^ 

pie^ster  36  Jaaren.    Jn  het  Jaar  141 8  waren  ook  reeds  bepaald 

4e  graden  van  Namaagfchap,  binnen  \yeike  de  Leden  te  faameti 

|n  het  Gerecht  niet  mogten  :^itten,  dan  regt  afttr  zusier  kijnt 

efdaar  beneden^    In  het  Jaar  1651  werd  daar  omtrent  gezegd; 

fiat  te  faamen  niet  zuUeu  mogen  dienen,  als  Burgemeesteren» 

poch  pok  als  Schepenen,  fchoonvader  ^11  fcboonzoon,   noch 

twee  zwagers,  noch  ook  oom  en  neef,  't  zij  door  bloede  of 

^wagerfchapf     Verder    word    daar   toe  vereischt,   dat  iemand 

openbare  belijdenis  doe  van  den  waaren  Christcjijken  Gerefor^ 

fneerd^  Religie,  zo  als  dezelve,  bij  het  Sijnode,  binnen  Dordr 

regt  gehouden,  in  de  Jaaren  1618  en  1619,  is  bevestigd,  cq 

|p  de  publieke  Kerken  geleerd  word. 

Verder  worden  alhier  Jaarlijks  t\^'ee  Thefauriers  aangefleid» 
liijnde  Leden  in  de  Vroedfchap;  vijf  Weesmeesteren,  die  e'éneii 
gecretaris  en  Bode  onder  zig  hebben  \  nevens  één  of  twee  Penflona- 
risfen,  Aan  den  Heere  en  Mr.  johan  de  haan  ,  dien  wij  boven  heb- 
t)en  leeren  kennen ,  werden  hier  voor ,  in  het  Jaar  1603 ,  toegelegd', 
twaalfhonderd  guldens, 'van  veertig  grooten  vlaams,  en  daaren- 
boven twee  honderd  guldens,  voor  huishuur,  tot  zo  lang  hem, 
yaq  de  Stad,  een  Woonhuis,  naar  zijn  genoegen,  zou  ver- 
BQrgd  isijn,  Aan  zijneq  opvolger,  gillis  de  ci^arges,  den  14 
/Vuguscus  van  het  Jaar  16 19,  duizend  guldens,  eif  daarenboven 
tjriQ  boqderd  guldens  yoof  huishuur,    Ruil  gepopt  ja  l^et  Jaar 


.BAARLEUS  Penfiónariifeu  en  Secretarisfen »  enz.    41 


1640,  aooo  guldens,  de  huishuur  daar  onder  begrepen;  van 
êTRTEN,  in  het  Jaar  1654,  mede  sooo;  de  Penfionaris  held, 
in  het  Jaar  1671,  3000,  en  de  Penfionaris  ten  hove  weder- 
om 2000.    Men  heeft  hier  één  Secretaris  van  Burgemeesteren, 
één  van  Schepenen,  en  noch  twee  anderen.  In  het  Jaar  1613    * 
Is  aldaar,  tot  ontlasting  van  *t  Gerecht,  opgerecht  eco  kleine 
Bank  van  Jullitie,  voor  welke  zaaken,  niet  boven  de  150 
guldens,  en  zaaken  van  Arrest  tot  50  guldens,  werden  afge- 
daan.   Ten  dienfle  van  *t  Gerepht,   zijn  hier,  buiten  de  rei* 
zende  Bode,  vijf  Boden,  of  Stads  Roedragers.    Wat  aanbe- 
langt den  Scherprechter ;  door  de  onkunde  van  ampsing  en 
scHREV^Liys,  heeft  men  na  verteld  en  elkander  diets  gemaakt, 
dat  Haarlem  het  recht  zoude  hebben,  van  eenen  Scherprech- 
ter over  Holland  aan  te  (lellen;  welk  recht,  volgens  schre- 
VELius,  door  Graaf  WILLEM,  in  het  Jaar  1345,  verleend  zou- 
de zijn.    Maar  die  anders  geleerde  man  heeft  niet  bedagt,  dat 
Koning  willem  reeds  in  het  Jaar  1256  overleden  was,  en  dat 
in  zijn  Groot  Privilegie ,  gelijk  ook  niet  \n  de  Stads  Handvesten, 
volgens  het  zeggen  vaa  den  Heer  van  oosten  de  bruyn,  van 
dit  recht  niet  een  enkel  woord  gevonden  werd.    Wel  is  waar 
'dat  de  Scherprechter  te   Haarlem    woont,  en    daarom    de 
~ Scherprechter  van  Haarlem  genaamd  word;  maar  het  is  tevens 
waar,  dat  hij  door  de  Hooge  Overheid  aangefteld;  en  betaald 
^rd  dqor  den  Rentmeester  van  Kennemerland  ^  of  den  Schout 
'van  Haarlem^  volgens  deszelfs  InftruéUe   van  *t  jaar  17^%» 
Doch  dat  hij,  die  dit  Ampt  waarneemt,  vt Haarlem  woont,  ea 
door  de  Rentmeester  van  Kennemtrlani\XiXssi!A  word,  is  bui* 
ten  twijffel  (zegt   zijn    Ed.)   toe   te   fchrljven  aan  een*  ou- 
de gewoonte,  hier  uit  geboren,  dat  de  Graaven,  van  ouds, 
fn  dcezc  Stad  meest  hun  verblijf  hebben  gehouden  ,   en   dat 
deeze   Stad   ^tljd    geweest   Is    het   Hoofgerecht    van   Ken^ 
fiemerland. 

Daarenboven  is  het  mede  een  oude  gewoonte,  dat  zo  dikwils 
de  Officieren  der  Juftitie  in  Holland  den  Scherprechter  nodig 
hebben,  om  éenig  lijfïlraffelijke  vonnis  eWers  uit  te  voeren,  zij 
daar  over,  aan  den  Schout  of  Hoofdofficier  der  Stad  Haarlem  ^ 
•anfchrijving  doen.  Dit,  bij  die  van  Delfts  Leiden,  IVoer- 
'  '4fn%  Qudewater  en  de  Baljuw  van  Delfiland  niet  wordende 

C  5  '  waar» 


43    HAARLEMS  PenfitmaHsfèn  en  Sê^rétarttfën  ^  tsa. 

waargenomen,  en  daar  over,  tusfchen  laastgemelden  Baljuw  en 
den  Officier  van  Haarlem ,  gefchil  gerezen  zijnde ,  in  het  Jaar 
1735,  is  de  zaaic  gebragt  voor  Commisfarisfefl  van  het  Hof  van 
Hóliand^  en  daar  op»  ten  voordeele  vaneden  Schout  van  Haat" 
lim  9  het  volgende  befluit  genomen. 

Mortis  den  ao  Martii  1725  prefentihus  alk  de  Heereii. 

„  De  Heeren  Slicher  en  Moris  rapporteeren ,  dat  zij ,  inge- 
volge van  de  Commisfie  aan  hun  Ed.  voor  eenige  weeken  door 
den  Raad  gegèeven,  hadden  voor  hun  gehad  Mr.  Willem  Hoofd, 
en  Mr.  Cornelis  van  Valkenburg,  de  eerde  Baljuw  van  Delfland 
en  Woerden,  den  tweeden  Hoofd-Oflicier.  der  Siadt  Haarlem; 
en  dat  zij  Heeren  deeze  Officieren  hadden  gehoord  over  het  dif- 
ferent tusfchen  hun  lieden  omftaan ,  over  het  ontbieden  van  de,n 
Scherp-Regter  van  den  Hove,  die  tot  Haarlem  is  refideerende> 
wanneer  die  buiten  de  gemelde  Stad  tot  het  doen  van  Crimineele 
exfecutien  word  gerequireert :  zijnde  dat  different  gereezen  over 
de  manier  en  wijze,  waarop  de  zelve  Scherp-Regter,  door  de 
RefpeAive  Hoofd-Officiers ,  in  dat  cas  moeten  worden  ontbo- 
den ,  en  of  daar  toe  gerequireerd  wierde ,  dat  hij  Baljuw  en  an« 
dere  Hoofd- Officieren  buiten  de  gemelde  Stad  Haarlem  refidee- 
rcnde  zig  bij  Misfive  moesten  addresfeeren  aan  den  Hoofd-Offi- 
cier  der  gemelde  Stad ;  of  dat  genoeg  was ,  dat  direételijk  aa;i 
den  Scherp-Regter  haar  requifitie  werd  geaddresfeert :  worden- 
de in  die  Conferentie  bericht ,  dat  wel  d'andere  Hoofd-Officjeren 
Ui  Holland ,  in  cas  van  Requilitie  des  gemelde  Scherp-Regters , 
aan  den  Officier  van  Haarlem  kwamen  te  fchrijven ,  dan  die  van 
Delfland  en  Woerden,  midsgadcrs,  die  van  de  Steden  Delft, 
Leiden  en  Oudewater  zulks  kwamen  na  te  laaten.  Dat  gen;: 
Officier  van  ^Haarlem  hadde  vertoond,  dat  het  ualaaten  van  aan 
hem  te  fchrijven  vcrfcheiden  disorders  zouden  kunnen  caufee- 
rcn,  om  dat  wanneer,  gem:  Scherp-ilcgtcr  buiten  gein:  Stad 
zijner  Reüdentie  vertrokken  wefende ,  daar  niemand  zoude  ge- 
vonden worden,  die  aan  den  requireerenden  Officier  zouden 
kunnen  antwoorden,  daar  door  onzekerheid  moest  ontftaan,  of 
den  Scherp-Regter  ter  gcrequireerde  plaats  (lond  te  komen  of 
niet ,  het  geene  naar  zijn  gedachten ,  als  van  ouds  fchijnt  te  zijn 

ge* 


HAARLEMS  Penfknariiftn  en  Seeretarisfen »  eai.    4$ 

geconfidereerd ,  en  waarom  door  een  gebruik  is  ingevoerd  ge- 
worden ,  dat  de  Scherp-Regter «  niet  m^g  vertrekken  buiten  de 
gemelde  Stad  zonder  kennisfe  van  denzelven  Hoofd-Offlcier, 
CR,  dat  de  Scherp-Regter,  dkar  toe  ook  eifec^ief  is  gehouden 
geworden,  ten  einde  om  zodanige  disordres  te  verhoeden,  als 
ligtelljk  ontdaan  zoude  kunnen ,  wanneer  't  in  het  vermogen  van 
den  Scherp-Regter  wezen  zouden  zich  zonder  die  kennis  boitea 
de  meergemelde  S^adt  te  abfenteeren. 

„  Om  dan  de  geufeerde  Coftume  in  gebruik  te  houden ,  en 
de  voorgemelde  inconvenientien  die  voopgefteld  waren,  werd 
gelast  inde  maxime  te  continueeren,  met  en  gelijk  men  gewooft 
was,  aan  den  Hoord-Officier  van  de  Refidentie  te  fchrijven.  Eu 
werd  verder  goedgevonden,  txx  verhoeding  van  alle  ongenoe- 
gen  die  over  de  Expresfien  van  zodanig  fchrijven  aan  den 
Hoofd-Officier  van  Haarlem  zouden  kónnen  ontdaan ,  daar  ne^ 
vens  formulier  van  Misfive  te  voegen ,  daar  van  de  gemelde  Of^ 
ficieren  mutatis  mutandi  zig  zouden  kunnen  bedienen,  en  dat 
daar  van  een  Extra^  uit  nagm  van  den  Hove  zou  worden  ter 
hand  gefteld.** 

De  Scherprechter  plagt  ook,  van  ouds ,  in  de  Stad  Haarlem^ 
wegens  het  uitvoeren  van  lijfdraffèn,  anders  beloond  te  worden, 
dan  op  andere  plaatzen:  te  weten,  met  een  floop  wijn  en  een 
paar  handfchoenen ;  zo  als  in  zijn  Inflrudtle,  van  den  Jaare 
1728,  herhaald  werd,  met  d^QZQ  woorden:  „  van  elk  per, 
„  foon,  die  hij  aan  den  lijve  üraflb  zal,  zal  hij  hebben  zes 
fy  ponden  van  veerdg  grooten;  uitgezonderd  binnen  Haarlem  , 
,,  alwaar  hij  hebhen  zal  naar  ouder  gewoonte ,  êên  Hoop  wijn^ 
„  en  een  paar  handfchoenen!*  Hij  is  de  eenigfte  Scherprechter 
.  van  Holland,  die  bij  de  Scaaten  aangefteld  en  uit  *sLands  Kasfd 
betaald  word ;  want  die  van  Dordregt  is  in  't  bijzonder  voor 
die  Stad,  en  word  aldaar  op  een  Jaarlijkfche  wedde  aange* 
fteld. 

Haarlem  heeft,  van  ouds,  vèrfcheidene  aanzienlijke  voor-» 
rechten  gehad.  De  Ingezetenen  mogten,  alomme,  in  Holland, 
Zeeland  en  ff^estfriesland,  vrij  ladeïïf  Ook  zijn  zij ,  al  door 
Koning  WILLEM,  in  het  Jaar  1245,  van  de*  Graaflijksheids  tol 
vrij  verklaard  geweest.  Hertog  albert  vergunde  de  Stad ,  op 
den  6  Juni)  vai;  het  Jaar  1394  >  dat  j^een  Poort^  m^er  verbeu* 


J|4  HAARLEBfiS  Pbêrreciten. 


ren  moge,  dan  zt}n  lijf  en  zestig  iionden;  of,  zo  hij  een  dood* 
llag  begaan  had ,  cagdg  ponden;  Toorts ,  dat  alle  breuken  binneoi 
Jaars  beregt  moesten  worden,  of  da  f  Vr  de  breukigg  van, 
kwijt  zou  zijn ,  volgens  een  Privilegie  van  den  zelven  Hertog, 
van  den  Jaare  i39<^»  mogen  de  Heeren  Raaden  van  Rhijm- 
land  geen  morgen  geld  gaudeeren  of  zetten,  dan  ten  over- 
gaan van  een  of  twee  van  *sGraaven  Raaden,  en  de  Steden 
Haarlem  en  Leiden^  Bij  een  Privilegie  van  Hertog  willkm 
VAN  iiEijcREN,  van  den  Jaare  141 1,  is  verklaard,  dat  geene 
HoUardfche  of  Zeeuwfcke  Steden  de  Poorters  van  Haarlem 
'zwaarer  mogen  belasten,  dan  haar  eigenen.  Die  van  de 
Gerechte  van  Haarlem  mogen  ^  volgens  een  Privilegie  van 
Hertog  FiLiPS  van  bourgondie,  van  den  16  Augustus,  van 
het  ]aar  1426 ,  bannen  uit  het  Baljuwfchap  van  Kennemerland 
en  Rhijnhnd.  Ook  zijn  de  Schout  en  het  Gerechte  vam 
Haarlem  bevoorrecht,  om  de  zulke,  die  bij  hun,  uit  Ken* 
fiemerlafid  en  Rhijnland ,  gebaimen  zijn ,  aan  te  tasten  of  te 
doen  aantasten,  ook  buiten  der  Stede  vrijheid,  en  zo  verre 
hun  banrecht  zig  uitftrekt,  en  voorts  dezelve  te  doen  bren- 
gen in  der  Stede  gevangenis.  £enen  dag  in  \  Jaar,  den  eer- 
ilen  maandag  lumelijk  na  den  Roemfchen  Feestdag  van  Maria 
Hemelvaart 9  die  op  den  15  Augustus  invalt,  hebben  de 
Haarlemmers  vrijheid,  om  in  de  Dumen  op  de  jagt  te  gaan. 
Nen  noemt  deezen  dag  Hartjesdag,,  misfchien  om  dat  *er, 
van  ouds,  ook  Harten  konden  gevangen  worden.  Het  wan- 
delen op  de  Duinen ,  zo  wel  als  in  den  Hout ,  gefchied  nog 
heden,  en  wel  meest  door  geringe  Heden  van  Amjieldam  en 
elders;  doch  het  jaagen  is  reeds  lang  in  onbruik  geraakt i  of 
men  moest  door  jaagen  verlhan,  het  leegen  van  kannen  en 
glazen,  waar  mede  de  drank,  veeltijds,  onmatig  werd  naar 
{)inncn  gejaagt,  en  dus,  met  recht,  onder  de  kwaade  gebruik 
ken  in  Holland  mag  geteld  worden. 

De  Scnd  heeft,  van  ouds,  merklijk  gezag  gehad  en  geoef- 
fcnd,  over  de  Dorpen  van  Kennemerland  en  Kennemerge^ 
vo/g.  Reeds  vóór  den  aanvang  der  beroerten,  in  de  zestien* 
(Ie  Eeuw,  werdea  de  gepeene  middelen  dier  Dorpen  binnen 
de   Sud   verpagi  en  ontvangen.    Toen  zij  in  de  magt  der 

Sfaa^ 


HAARLEMS  HümM^  OiUtnt  tn  SchutteHf.       ^ 

Spanjaarden  was,  werd  hatr  dk  récbt,  door  bet  Noórder* 
kwartier,  onttrokkeo*    Terftond  na  de  Qtnifehe  bevrediging , 
begeerde  zij ,  als  wezende  de  Hoofdftad  van  Kennemiriand  , 
in  dit  haar  recht,  berfteld  te  worden.    Ook  werd,  bij  de  reedf 
gemelde  overeenkomst,  van  den  24  April  van  het  Jaar  1581» 
^oor  de  Staaren  van  Hoiiandy  en  den  Prini  van  oiujnje,  be^ 
loofd,  dat  men  haarmetter  daad  wederom  zou  ftellen  in  het.be* 
zit  van  al  haar  gezag,  over  de  Dorpen  van  Kennemerland  es 
Kennemêrgevolg  j  't  welk  zij   meer  dan  Vijftig  Jaare»,  gehad 
had,  zonder  dat  de  verandering ,  daar  in,  zedert  twintig  Jaares 
gemaakt,  haar  recht  eenigzints  zou  krenken.     Men  vind  ooic 
aangetekend,  dat  de  Kennemers»  van  ouds,  onder  de^Banng 
van  Haarlem  te  velde  plagten  te  trekken.    £n  nog  heden  fpanc 
den  Baljuw  van  Kennemerland ^  zo  wel  als  de  Bialjuw  van  Bre^ 
derode,  zijnen  Vierfchaar  binnen  Haarhm^ta  oeftnt*erook 
MjAfarafièn,  mids,  daar  toe,  vooraf,  verlof  van  Burgemeeiterea 
verzogt  hebbende.     Ook   houd  de  laatstgemelde  Baljuw,  als 
Houtvester  van  Rrederode  ,    met  de  Meesterknapen ,   zijne 
Rechtdagen  binnen  Haarlem. 

De  voomaamde  Handel  van  Haarlem 9  die,  egter,  in  eea 
verbazend  verval  is ,  in  vergelijking  van  voorige  tijden ,  befhat 
in  Weverijen  van  Zijden,  Wollen,  Katoene  en  Linne  Gaaren 
Sajetten  en  andere  ftoffèiK  Ook  maakt  men  *er  nog  Gouden  ca 
Zilveren  Stoffen,  zo  fraai  als  ooit  te  vooren.  De  Linnen  We- 
verijen, die  *er  zeer  in  bloei  plagten  te  zijn,  zijn  niet  alleen 
van  daar ,  maar  zelfs  grootendeels  uit  Nederland  geweken.  In- 
tnslchen  komen  verscheiden  bultenlaadfche  Linnenhandelaar» 
hunne  goederen  aldaar  te  koop  brengen,  die,  na  dat  ze  to 
Haarlem  gebleekt  zijn,  dat  nergens  anders  zo  goed  gefchied, 
naar  Roiterdam\  Amfieldam  en  buiten^lands  verzonden  worden« 
Twijnderijen ,  Ver werijen ,  en  andere  Handwerken ,  tot  de  We- 
verijen behorende,  worden  aklaar  nog  veel  geoeffend;  zijnde 
de  Twijnderijen  een  voornaame  tak  van  den  Handel  te  Haar'^ 
km. .  Weverijen  zijn  'er  minder  dan  voorheen ;  en  Spinderij^n 
in  't  geheel  niet  meer ;  wordende  de  (loffaadie ,  gefponnen ,  van 
tlders  daar  gebragt.  Het  Kantwerken  is  'erm^e  ongelijk  min-* 
4sr»   Lakens  worden  *cr  in  't  geheel  piet  m^er  geweven,   Dua 


4tf  ~      MAAHLËMS  Handel^  Gitdens  ên  Schutterljé 


15 ,  ZO  als  wij  ge2egt  hebt^n  ^  de  WeVerije  van  Zijden  ed  VfoU 
len  Stoffen  de  Hoofdneering.  Tot  opzigt  over  dezelve  zijn  voMi 
Opzieners  aange(!eld5  die  door  Burgemeesteren  ^.doorgaans  uit 
de  Regeerende  of  Oud-Burgemeesteren ,  gekooren  worden. 
Deeze  maken  ^  met  vier  Overlieden,  een  Kollegie  uk^  dat  het 
opzigt  over  de  Weverije  heeft*  Uit  een  getal  van  veertien  der 
voomaamfle  Fabriqueurs,  worden,  daarenboven,  zeven  toe 
Commfsfarisfen  of  Gemagtigden  over  de  Weverijen  aangefteld^ 
Behalven  deeze  ^  zijn  'er  nog  twaalf  Looijers  der  geweven  Stof» 
lèn,  onder  welken  één  Deken  is*  Zij  oordeelen  overdever-* 
èischte  deugelijkheid  der  doffen,  om  voorts  dezelve ,  naar  der 
zelver  würde,  met  zeker  Lood  te  beftempelen. 
•  In  Bloemen  en  Bloembollen  word  aldaar,  veel  ilerker  dan 
elders,  handel  gedreven,  zelfs  tot  in  Engeland ^  Frankrijk^ 
Spanje ,  Italië  en  elders*  Rond  om  de  Stad  heeft  men  Veele 
tuime  en  fhiale  Tuinen,  waarin  de  Bloemisten  de  Bloemen  eti 
Bollen,  met  veel  zorgvuldigheid  en  konst,  aankweeken*  Do 
dwaasheid  Van  den  Tulpenhandel ,  in  het  Jaar  1637,  i^  te  be^ 
kend,  om  *er  veel  van  te  zeggen*  Men  was  uitzinnig  genoegd 
om  meer  dan  vier  duizend  guldens  voor  één  Bol  te  be(leeden# 
Nog  hater  zag  men  dit  geeven  voor  een  ((ubbele  Hiacinthbol, 
)a  fommige  HIacfinchboHen  werden  verkogt ,  tegen  een  gouden 
ducaat  het  aas ,  gelukkig  voor  Land  en  Volk  ,  dat  dusdanig 
eene  dwaasheid,  zelden  meer  dan  ééns,  Hand  grijpt*  Voor  om. 
trent  honderd  Jaaren,  telde  men,  binnen  Haarlem,  nog  vijftig 
Brouwerijen ;  welker  getal  daarna  nog  tot  twee  en  tagtig 
vermeerderd  is.  Doch  ook  óti^  neering  is ,  zedert ,  zodanig 
verloopen ,  dat  'er  thans  niet  meer  dan  agt  Brouwerijen  gevon* 
den  worden.  De-meefte  Ambachten  hebben  hier  ook  huniia 
Gilden ,  doch  geen  den  minden  invloed  op  de  Regeering. 

Wat  aangaat  de  Schutterij  der  Stad  Haarlem ,  deze  had  vi^ 
daar  voorheen,  twee  Doelen:  dQ  Oude  oïSt^Jorh  Doele^  nu 
het  Proveniershuis  ;  en  de  Klovenieri  Doele ,  gedicht  in  het 
}dar  1562^  Hier  uit  blijkt,  dat  aldaar  ^óet-  en  Handboog^ 
Schutten  plagten  te  zijn.  Dat  onder  hen  zeer  bekwame  Schuti^ 
ters  geweest  zijn,  blijkt  uit  den  Prijs,  dien  zij  te  Mechelm 
behaalden,  !o  bet  Jaar  1458.    Deeze  beide  Doeten  waren,  tea 


HAARLEMS  Reeiffgeiied  en  ICi^kheflier.  47 

dj4e  van  sCHREViLius  ,  nog  in  wezen.  De  tegenwooniig« 
Schutterij ,  bellaat  uit  agt  Kompagniên ,  die  te  zaamen  over  dé 
laoo  man  uitmaaken.  Derzelver  iaiouden  (kat ,  heb  ik»  in  mij- 
nen oorfpronk  in  de  Nederlandfche  Schutterijen  breedvoeriger 
aangetoond,  bL  93  en  94. 

\  Regtsgebied  deezer  Stad  flrekt  zig  ten  Oosten  van  da 
Stad,  omtrent  twee  honderd  roeden  uit,  paaiende  aldaar  aan  de 
Heerlijkheid  \2xiHaarlemmerlieden  y  ten  Zuiden  begint  het  bijns 
op  denzelfden  affland,  de  Heerlijkheid  van  Heemfiedty  tea 
Westen  legt  tegen  het  Regtsgebied  van  Haarlem^  omtrenc 
op  gelijken  afïland  de  Heerlijkheid  Tetterode  en  Overveen^ 
€n  ten  Noorden  (brekt  zig  de  Heerlijkheid  van  Zuid-Aken^ 
danty  tot  digt  onder  de  Singels  der  Stad.  Men  wil  dat  hel 
Rechtsgebied  van  Haarlem  ^  zig  van  ouds,  tot  digt  onder 
Amfitrdam  zou  hebben  uitgefbrekt.  Zij  bezit  thans  in  eigen^ 
dom,  de  volgende  AmbachtsheerlijkKedên ,  Hooger'woord ^ 
Schoterbosch  y  en  't  Huis  te  Kleeft  Nieuvfevitn  ^  Zevenhoven 
en  Noorden  y  Tetterode  ^  Albrechtsberg  en  f^ogelzang. 

Ten  aanzien  van  het  Kerkbeüier  deezer  Stad,  (laat  aan  te 
merken,  dat  de  KlasHs  van  Haarlem ^  is  de  tweede  in  rang^ 
der  Noordholfandfche  Sljnode,  volgende  onmiddelijk  na  jiik* 
maar 9  en  vervat  in  zig  39  Predikanten,  als  10  binnen,  eff 
S9  buiten,  behalven  de  twee  IVaalfche  Predikanten. 

De  Groote  Kerkenraad  aldaar,  bcffaat  uk  10  Predikanten 9 
13  Ouderlingen  en  14  Diaconen,  onder  welke  laatdcn  medo 
begrepen  zijn  ,  een  Thefaurier  en  een  Scriba ,  aan  welke 
Groote  Kerkenraad  ,  de  beroeping  det  Leeraaren  Is  toebe* 
trouwd:  na  handopening  van  Heeren  Burgemeesteren  ver-^ 
£ogt  en  bekomen  te  hebben,  maakt  die  vergadering  eerst 
een  gros ,  daar  uit  een  twaalftal  en  zestal ,  welk  zestal 
tan  den  Prefidein  Biurgemeester  werd  bekend  gemaakt,  ddaf 
na  een  drietal,  en  dit  aangeboden  en  goedgekeurd  zijnde,  ge^ 
Ichied  daar  uit  de  verkiezing,  wdke  dan  de  volkomene  Ap- 
f»robatie  van  Heeren  Burgemeesteren  geraet.  Zo  een  Predik 
kant  fterft,  en  geen  Weduwe  nalaat,  of  naar  elders  beroepen 
werd,  werd  terftond  tot  de  beroeping  van  een  ander  overge- 
g)Mn  >  den  overledenen  kinderen  nalatende ,  werd  het  vieren- 
deel Jaar ,  waar  io  dezelve  overleden  is ,  voor  hen  nagelaten ; 

doel» 


■^ 


4f       HAARLEMS  vermaarde  Mannen  en  fydpenié 


doch  een  WeduWe  nalatende,  word  na  dat  vierended  Jaar»  detf 
dienst  nog  een  geheel  Jaar  voor  haar  waargenomen «  en  geniet 
zodanige  Weduwe  daar  na  200  guldens  *s  Jaars  uit  Stads  Comp* 
toir.  De  Predikanten  hebben  aldaar  geen  Paftoriehuizen,  maar 
genieten  eene  Jaarwedde   van    1500   gulden   en   70   gulden 

extnu 

De  Klasils  van  Haarlem  vergaderd  altoos  bfamen  de  Stad  ^  eil 
vijfmaal  in  het  Jaar,  i.  de  eerfte  Dingsdag  in  Maart,  2.  Dings^ 
dag  na  beloken  Paafchen.  3.Agt  dagen  na  Plnxteren«  4«Agt  dagen 
voor  de  Sijnode ,  en  5.  de  eerfte  Dingsdag  in  Oék>ber« 

Onder  de  vermaarde  en  fleerde  Mannen  en  Konftenaars ,  dia 
Haarlem  heeft  voortgebragt,  worden  getelde  Jan  van  zuU* 
KEN,  Burgemeester  aldaar.     Petrus  schriverius,  schoneus» 

SCIIREVEUUS,  Mr,  KORNELIS  KORNELISZ.,  FRANS  HALS,  NICO^ 
LAAS  BERCHEM  ,  FILIP  WOUWERMAN  ,  ADRIAAN  VAN  OSTADE  » 
KORNELIS  DE  VISSCHER:  de  beroemde  LAURENS  JANSZOON  KOS- 
TER,  en  anderen,  waar  van  op  bijzondere  Artikelen  zal  gefpro* 
ken  worden. 

HaarUfh  heeft  voorheen  verfcheide  Wapens  gehad,  het  te- 
genwoordige is  een  Zwaard  onder  een  Kruis,  tusfchen  vier 
i>terren  van  zilver ,  op  een  rooden  Grond.  Dit  alles  afgehan- 
deld hebbende,  gaan  wij  over  toe  de  Gefcbiedemsièa  deezer 
Stad,  en  maaken  daar  mede  een  aanvang  met  het  Jaar  126^ 
pm  reden,  dat,  al  wat  voor  dien  tijd  gemeld  word,  met  geen 
zekerheid  te  bepaaleii  is ,  zo  als  bij  het  onderzoek  op  het  Art. 
DANUATEN ,  in  het  XI.  Deel  van  dit  ons  Werk  gebieekeu  is.  Op 
het  Art.  gysbrecht  van  amstel,  hebben  wij  gezien,  hoe  hi) 
aan  het  hoofd  eener  muitende  bende ,  om  zijne  eigene  Landea 
te  bevrijden,  getrokken  was,  toe  voor  de  muuren  van  U f  recht  ^ 
en  na  daar  zijn  rol  gefpeeld  te  hebben ,  met  de  Kennemen  hec 
beleg  voor  Haarlem  floeg,  om  zigvan  de  daarbinnen  gevlugte 
Edelen  meester  te  maaken.  Ookhebbenwij  daar  bij  verhaald,  hoe 
zij  door  Heer  jan  van  pers yn  genoodzaakt  werden,  hals  ovei 
boofd  terug  te  trekken,  dat  de  beste  Schrijvers  ftellen,  inhec 
gemelde  Jaar  1268 ,  gefchied  te  zijn. 

Bij  den  togt  die  Graaf  floris  den  V,  in  het  Jaar  1272  deed, 
oaar  Friesland,  fneuveide,  onder  anderen,  gerrit  van  Haar- 
lem.   Ook  was  Haarlem  ten  dien  tijde  de  ge\voQe  verblijfplaata 

4« 


ÜAARLEMS  G*fkh{edintifi»\ 


4iër  H0ttandfcbB  Graavefl,  t)ll}kéM  dé  Hdtldvésceti ,  doöif  hèü 
daar  T^n  gégeveni  £n  ook  uic  den  doöd  van  Graaf  jan  db  I ,  dié 
iddaar  overleed)  in  het  Jaar  12^.  Hóe  H^^r/^fm, daar 'tfé,  met 
gantsch  HoJ^nJ  gered  werd 9  uit  de  magt  der  Vlamingen^  heb< 
ben  Wij  hïer  voof ,  op  het  Art.  van  witte  van  HAAMsteDE  ver-" 
meld.  WiiXKM  01  III,  tot  de  Griaflijke  Regeering  gékómetl 
2ijndei  trouwde  met  johanna  van  vAlois,  zuster  van  pili?^ 
DE  scHöoNE,  Koningvan  Fr/7iyib^/y^$  en  werd  daar  door  een  deif 
aanzienlijkfle  Vorften  van  2ijn  tijd;  Hij  hield  eeri  prachtig  Hof^ 
binneA  Haarlem  ^  en  fchreef  in  het  begid  zijner  Regeerhig,  ceü 
Beerlijk  Toumoijfpel  tiit,  dat  eeiiige  dagen  duuirde,  waar  op 
loGraaven»  100  Baronnen^  loooRiddcts^  en  een  ontelbaai^ 
getal  van  Adel  verfcheem 

In  het  Jaar  ijódi  Werd  eeb  aaritnêrklijk  erizóndeflfogvdorfcreeli 
eener  opgave,  bij  die  Van  Haarlem ;,  aan  Graaf  WOiLEftf  gege^ 
Ven,  aangaande  de  fchade  bij  hen  zefven^  als  mede  bij  dt  Ken^ 
hemers  g'eledèn  ^  lil  den  Oorlog  tegen  de'  Hamingent  èeftaandd 
het  verlies  der  Haarlemmers  t  m  eenentwintig  iriail  aan  doden  ^ 
behalven  de  gek^etfteüj  tekenende  zij  verder  hun  'geledenö 
ibhade ,  op  twee  duizend  ponden ,  wordende  die  der  Kenae* 
ftters  daar  bij  gevoegde  Uit  welke  vodrbeel€ten,die  niet  zeef 
gemeen  zi^ri ,  blijken  kan , ' Vodr  eerst  i  dat  wel  dé  Steden  eit 
Dorpen ,  hl  oude  tijden  ^  velrpligt  w&ren ,  om  de  QraaVeti  tnet 
góéd  en  bloed  in  de  Heihraarten  te  dieneti ,  maar^dk  teveft}»  <iö 
gewoonte  hadden,  van  na  het  eindö  vkn  den  krijg,  hutt  veriie* 
èngeledene  ichade,  süin  den  Gra'ave  op  te  geeven ,  oih  op  deü 
•ene  of  Stadere  wijze,  vet^óèding^  of  ten  minften  eenige  Yoof» 
rechten,  als  erkentenis,  daar  voor  te X)mfkngeni  '^ Tén  dndereit 
kan  men  zien ,  de  waardigheid  van  Haarlem  ^  als  Hoofdilad  ^ 
boveii  Ké^nemerhna  en  Kennemergevolg ,  gemeikt  de  fcha> 
de,  door  die  van  Kennemtrland ^  iii  den  Vlaamfshen  \aï\g 
geleden,  door  Schepenen  en  .Raad,  onder  Ëede  verklaard 
werd;  'c  welk  door  Haarlem  niet  gefchied  is,  dan  in  de  hoef 
danigheid  van. de  Hoofdilad  van  Kennemerland ,  éene  voortref^ 
felijkheid  y  w^r  van  't  bezitrecbt  aan  de  Stad »  naderhand  tei) 
onrechte  betwist  is« 

In  het  Jaar  1328,  werd  binnen  tiaarietn^  de  Vrede  tusfctiéii 
de  Oost ' Friezen i  en  Graaf  willem  gefloten^  eil  twee  Jaarei 

XIX.  DBEu  '      D  dèif 


io  HAARLEMS  GefchUdénUfen. 


daar  na  fchreef  Keizer  tODfiwvK  van  Bêijeren^  Brieven  aan 
de  Hollandfche  Steden,  en  dus  ook  aaif  de  voorzienige  Mannen, 
Meesters,  Schepenen  en  Burgemeesteren  van  Haarlem^  waar 
in  hij  aan  denzeiven  Icennis  gaf,  dat  bij  hunnen  Graaf,  als  Vafal 
des  Rijks  had  opontboden ,  om  hem ,  en  het  Rijk  te  hulp  te 
koomen ,  tegen  de  Franfehê  Koning  filips  ,  en  daarom  verzogt 
fUi  hen ,  dat  %\]  zlg  wel  wilde  wapenen ,  om  mede  een  gedeel- 
te  van  het  Leger  uit  te  maaken,  dat  hun  lieder  Graaf,  ten  be- 
hoeven van  het  Rijk,  zooden  aanvoeren,  waar  aan  zij  volde- 
den, en  een  heerlijke  overwinning  bielpen  behaalen.  Graaf 
WILLEM  DE  IV,  in  het  Jaar  1345  gefnenveld  zijnde,  werd  zijn 
Lijk  gevonden ,  door  den  Commandeur  van  de  Sf»  Janf  Hee^ 
reu,  te  Haarlem.  En  in  het  Jaar  1351  verbond  zig  Haarlem ^ 
ten  voordeeien  van  willem  van  beijeren,  die  zo  wel,  als  daar 
na  ALBUGT  viN  BEijEREN ,  Haoriem  met  veele  en  voortreffe- 
lijke HaodvesNn  befchonk, 

In  het  Jaar  lZ77y  ontftond  binnen  Haarlem  een  geweldige 
beroerte,  en  wel  voornaamlijk  tegen  simon  vam  zaanden,  die 
in  zijn  Huls  gejaagd,  en  vervolgd  werd,  met  oogmerk,  om  hem 
van  bet  leven  t^  beroreUi  doch  dit  mislukte,  wijl  gemelde  Heer 
VAN  2AANDEN  het  geluk  had,  van  üg  tegen  de  aanvallers  te  kun- 
nen ver<<ledigen:  want  hebbende  een  Huis,  waar  van  de  Poorc 
of  Ingang  met.  fchotdeuren  voorzien  was,  liet  hij  dezelve  neder- 
vailen,  en  hield  de  menigte  buiten,  en  zij,  die  ten  getale  van 
vieren^¥intig  reeds  binnen  waren  ,  werden  door  hem  en  den  zij- 
neuk  dood  geflagen,  en  uit  de  vengfters  gefmeten.  Zijnde  die 
oproer  visroorzaakt,  door  de  partij(chap ,  die  ^er  was,  tus- 
fchen  de  Heer  van  brederode  en  smoN  van  zaanden,  en  hun« 
ner  beider  ai^ongers,  zijnde  den  eene  ffoeksck^  en  den  ander 
Kabheiiaaüwsch.  Op  onderzoek,  gedaan  op  bevel  van  Hertog 
ALtÈRT  VAN  BETjBREN ,  Wierden  eenige  dervoomaamile  belhamels 
iiit  ^ê  Graaflbhappen  van  HoHand  en  Zeeland  gebannen,  en  op 
önderè  wijze  geftraft.  Na  deA  dood  van  Hertog  albregt  ,  in 
het  Jaar  1404,  werd  de  Heer  simon  vak  zaandobn,  wederom 
aangevallen,  cloch  was  toen  zö  gelukkig  niet  om  bet  te  ontko- 
men, maar  werd  dood  geflagen,  waarop  de  Burgerij  tegen  el- 
kander in  opftand  geraakten,  en  drie  honderd  werden  de  Stad 
fuitgejaagd;  Éerwijl  'er  Vijf  fneuveide,  flatnde  ook  dit  geweld 

we» 


HAARLÈM§  GtMtidéniiftiiï  %% 

Weder  haar  buiced  over^  waar  dodr  het  $\qX  iUimfiedf  vsA 
gronden  coe  geflegt  werdi  WiLL£M  db  VI  kwufl  ld  pfcrfooit 
in  de  Stad  9  om  onderzoek  naar  bec  gebeurde  te  doen^  eii 
men  bevond»  dat  *er  ook  veel  gew^d  en  moedwÜ  grpleegj 
was,  aan  het  Huis  van  eenen  claAs  van  der  beekbn*  VeeW 
daar  aan  deel  gehad  hebbende ,  werden  in  zwaase  geldboeted 
Verwezeni  Haariem  had  intusfchen^  en  ook  daar  na»  iltoo$ 
gereed  geweest^  den  Graaf»  met  het  leveren  van  manfehap^ 
peo^  en  leenen  van  penninged»  ten  diende  te  (ham  Ook  zott 
ildaar  in  dat  Jaar  het  wonder  met  ^e  Meermin  gebeurd  zijn»  en 
Volgens  het  verhaal  der  oude  Rronijken ,  zou  zij  aldaar  brood  gege* 
Jten  hebben^  en  leeren  fpinnem  Jan  oerbrandsii  Van  u&yden^ 
<]ie  de  zestiende  £euw  bereikt  heefc^  verhaald,  veel  geloof- 
waardige Menfcben  te  hebben  aangetroflfen,  die  verklaardeiii 
dit  oiigewöon  fchepzel^  meermalen  met  eigene  oógen  t^Haar-^ 
ifffii  gezien  te  hebbem 

Willem  de  VI,  in  het  jaar  141?^^  overledeiS  zijnde,  Werii 
■gevolgd  door  zijne  do^^eri  Vrouwe  jacoba  van  beqereni 
Haarlem  koos  iiUereérs^  haar^  zijde  y  en  fchopn  dit  niet  meef 
dan  recht  en  billijk  was  9  vond  men  echter^  zo.  hier  aU  \n  andere 
jSteden^di^  zodanige,  die  h^t  met  jan  van  bejjer^n  hielden^ 
en  in  de  maand  Jiviij,  van  hetjaar  1417^  r<9te;  aldaar  roee^daU 
fio  fiurger^.te  famen^  en  poogden ^  door  Iwt  kleppen  van  dé 
Klok  I  e^  oproer  te  doed  oncfhaii  ^  dan  zij  kreegén  geen  aanhang  ^ 
.de  opttH^igeiv  ziende^  in  de  Stad  biet  te.  kunnen  flageüi 
.trokken  met  eed  nagemaakte  Banier  ^  van  Haarlem  mAr  %  Gra* 
jyenhage^^  daii  (lieten  daai*  het  hpofd^  wordende  vijfden  Vati 
iien  g~evan£^n«  In  def  maand  Nov:ember^  (faaf  aan  volgende» 
jiadden  eenige  Burgers  mede  deel^  aaa  den  .aaoflag  op  GornU 
chim^  en  op  den  p  Februari},  van  i^et  JadP  I418,  Verklaarde 
\Vrouw  lACOBA,  dat  zij  aan  ded  tieer  jan  van  Hemstede  ^ 
-  Heere  tot  Benthuizffii  alle  goedereil^  wefte  harpert  vai4 
FORREËST ,  aanzienlijk  Poorter  te  Haaflem  ^  doch  die  zig 
bij  de  wederipannelingen  gevoegt  had,  en  op  indaginge  vad 
iiet  Gereclit,  niet  was  tefug  gekomen^  onder  Albrechtiiergi 
Schoot tn  jen  ScAooterbosck  bezeten  hadde,  zo  leen  als  eigell 
goederen «  yerkogt  bad,  ter  fonime;  van  zestien  honderd  gottr 
d%  franfekê  kroonen,  die  bij  den  Tha&urior  ootfimged  Wflf 


iji  Haarlems  oefiMêdenufew. 


ten ,  belastende  2ij  een  ieder ,  gemelde  Heer  van  Heemfie^ 
ée\  In  *e  vredig  be2is  der  goederen  te  taaten^  dan  het  is  uit  de 
gefcbiedenfsfe  kenbaar,  dat  Vrouw  jacoba  voor  faaaren  oom  n^ 
UPS  tnoest  bukken,  en  dus  ook Haarkm  zlg  aan  hem  moest  onr 
derwerpen. 

'  lil  het  Jaar  i42rB »  werd  Haarlem  een  der  Hanze fiedet/.  Wac 
de  uitvinding  der  Edele  Boekdrukkunst  betreft ,  daar  van  zullen 
wij  op  het  Artikel  van  koster  (laurens  janszoon}  behoorlijk 
verflag  doen. 

*  Nadat  filips  van  KotHGowDrEN,  na  het  overladen  van  Vrouw 
JACOBA»  in  het  Jaar  1436,  in  bet  Graafiijk  bewind  bevestigd 
was ,  begonnen  9  in  't  Jaar  14449  i&  Hoekfche  en  Kabbel-^ 
jaaw^fche  oiieenigheden  weder  heviger  uit  te  barden ,  waar 
door  in  dat  Jaar,  binnen  Haarlem  ^  een  gevaarlijk  oproer  ver- 
wekt weid.  Filips,  zelfs  afwezig  zijnde,  had  zijne  Gemalinne 
isABELLA  VAN  PORTUGAL,  het  beflier  der  zaaken  in  banden  ge- 
ileld.r  Zij,  op  de  eerfte  maare  van  dit  oproer,  begaf  ziguit 
den  Haag  derwaards,  verzeld  zijnde  van  frank  van  borssc- 
LEN,  en  den  Stadhouder  lalaing,  zijnde  de  eerfle  Kabel- 
Jaauws,  en  de  laiUfte,  die  ook  niet  in  de  Stad  dorst  komen, 
Hoekichgezind.  Oe  Graavin  geen  mooglijkheid  ziende,  dien 
opftand  te  bedaaren,  wijJ  de  verbittering  zo  groot  was,  dat  de 
Haarlemmers  zig  niet  ontzagen,  de  Staatjufi^rs  van  isabella 
onder  de  klederen  te  tasten,  om  te  ontdekken,  of  den  Stad» 
houder,  zig  vA  vrouwen  gewaad  ,  daar  onder  verborgen  had» 
verzogt  aan  de  Hoekschgezinde  Heeren ,  die  zig  nog  in  hunne 
Huizen  verflerkt  liielden ,  ijlings  de  Stad  te  verlaten ,  en  naat 
Amfieldam  te  Wijken,  hen  intusfcherï  belovende,  binnen  drie 
dagen  weder  in  'Haarlem  te  brengen,  dan  hee  oproer  hield  zo 
(terk  aan ,  dat  de  Grsa vin  die  beloflen  niet  konde  nakomen ,  zij 
begaf  zig  weder  naar  den  tiaag^  werwaards  zij  die  van  Haarlem 
dagvaarden  liet.  Om  aan  haar  onderdanigheid^  met  het  bra3geQ 
der  Stads  Heutelen,  tebetoonen,  en  de  breuke  te  beteren ,  dan 
hier  aan  bekreunde  zij  zig  mede  niet ,  waarom  filifs  zelve  een 
nader  bevel  moest  uitgeven,  en  daar  ih  verbood  Wj-,  de  Haar* 
itmmers  eentge  Koopmanffchap  te  laaten  drijven ,  in  eenige  Ste- 
den van  Holland  en  Zeeland.  *t  Gevolg  hier  van  was,  dat  la* 
I4AXN,  aan  wien  al  de  fchuld  geweten  werd ,  vaa  adjn  Ampt 

oox$ 


HAAULEMS  GtfeMedtnitfefu  St 

ontzet  werd,  cq  in  zijn  plaats  aangeüeld,  gosbwtn  de  wil» 
DE,  piLiPS  begaf  zig  In  perlbon  naar  Haarlem y  om  de  be- 
Toene  te  (UUen,  liet  welke  geföhiedde  door  het  veranderen  der 
Regeering,  en  bet  (braffen  van  eenige  der  voomaamften,  welke 
ibraffe,  m  het  Jaar  1454,  ^^  afgekogC'  Tien  Jaaren  later » 
bevond  zig  fil»s  weder  binnen  HaarUm, 

In  het  Jaar  1465,. beloofde  de  Graave  van  charlois,  die 
van  Haariemy  bij  hunne  Privilegiën  te  zullen  bewaren,  midt 
zij  beloofden,  hem  bij  den  dood  zijns  vaders,  als  Landsheer 
te  zullen  huldigen ,  dat  zij  deden  en  volbragten ,  in  het  Jaar 
1468.  In  de  Jaaren  van  1473,  1473  en  1477,  hebben  de 
Steden  Delfts  Gouda  en  Dor  dr  egt  ^  de  Poorteren  van  Haar* 
iem^  vrij  gefteld  van  Pondgeld  en  het  recht  van  £xue«  Hertog 
KAREL  VAN  BouRGONDiEN,  fu  het  Jaar  1477  gefnenveld  zijnde» 
liet  deeze  Landen  in  een  weerloze  ihat  na,  aan  zijne  dochter 
MARIA  ,  die  zig  toen  met  bare  moeder  bevond,  in  de  magt 
der  Gentenaars.  Op  de  tijding  van  *sHertog9  dood,  verga- 
derden de  Afgevaardigden  der  zes  groote  Steden,  op  den  aS 
Januarij  van  het  Jaar  1477,  ook  den  4  Februarij  te  Leiden^ 
en  den  1 1  was  'er  een  algemeene  dagvaart  van  alle  de  Ede- 
len, groote  en  kleine  Steden,  in  *sGra9€nhagey  om  over  de 
zasken  des  Lands  te  raadplegen,  en  na  dat  maria,  op  der- 
zelver  verzoek  ,  het  groot  Privilegie  verleend  had ,  trouwde 
zij  met  maxiboliaan  Aartshertog  van  Oostenrijlt.  Den  afval  der 
Oeiderfchen^  veroorzaakten  niet  alleen  den  oorlog  tusichende 
Celder pcke  en  Hollanders \  maar  ontltek  de  oude  twist,  tus« 
fchen  de  Hoekfehen  en  Kabeljaauwfchen  ook  weder  op 
jiieuw,  waar  door  daagUjks  nieuwe  beroertens  verwekt  wer- 
den, houdende  Haarlem  toen  de  zijde  der  Kabelfaauw* 
fchen* 

Eenige  Hoekfehe  Edelen,  onder   welke  zig  bevonden,  a« 

DRIAAN    VAN  XAUININGBN,    eU  HENDRIK  BASTAARD  VAN  BREDX- 

RODE  y  in  de  Paaschweek,.  van  *t  Jaar  1479,  zig  binnen  Haar* 
lem  begeven  hebbende,  om  hun  uit(panning  en  vermaak  aldaar 
jte  nemen,  werden  van  een  goed  aappil  vermetele  joogelingea» 
des  nachts,  in  hunne  Herberge  overvallen,  en  zouden  't  mee 
ÓQ  dood  hebb^  moeten  bekopen,  zo  zij  niet  van  de  Waard 
CS  Waardinne  waren  bij  gefprongen,  en  hen  gelegenheid  gegeven 

D  3  was. 


14  HMULEMS  Gefohiedenisjin, 

vns,  om  die  onheil  te  ontkomen,  en  ten  eerften  uit  de  Stad  t4 
^[eraken.  Hec  Geredic  deed  daar  niet  bet  minfte  onderzoek  na» 
ma^r  bande  eenige  Burgeren  uit  de  Stad ,  die  wat  flout  over 
deeze  flapheid  der  Regenten  gekltagt  hadden ,  wam  kort^  dagen 
daar  na,  als  het  voorval  rugtbaar  werd,  kwam  Heer  jan  van 
PGMOND,  een  der  voomaamfte  onder  de  Kabeljaauwfche  Ede« 
len,  binnen  deese  Stad,  ten  wieqs  overflaan  en  goeddunken , 
de  zo  aan(tonds  gemelde  Burgeren,  niet  alleen  wierden  gebam 
oen  ,  maar  ook  anderen,  wier  eeniglle  mbdaad  was,  dat  zij 
^ig  met  de  Ihekjche  Edelen,  geduurende  hun  verblijf  alhier, 
yervrplijkr  en  deelgenoten  van  derzelver  vermaken  geweest  wa-^ 
jren*  Waar  over  men  zig  niet  behoeft  te  verwonderen ,  als  men 
))edenkt ,  dat  in  dien  tijd  liaarUm ,  niet  alleen  de  zijde  der  Ka^ 
bet}4fanwfliken  hield ,  maar  dat  de-Burgerij  dier  Stad ,  ovenl  mee 
de  Kaèeliaauwfchen  mede  trok,  zo  als  zij  óok  *aGraaven  Hof, 
in  d^  Haag  hielpen  innemen,  eu  de  H^kfchtn  verdrijven  uic 
LeUeti^  welke  partij,  op  die  tijd,  de  fterkfte  was ,  voornaam- 
lijk door  MAxiMiLUAN  b^unftigd  wordehdet  Ook  verzekerde 
^AxiMiUAAN,  zig  voor  die  partij  van  Haarlem  ^  zendende  50Q 
pan,  ouder  den  Markgraaf  van  An  f  werpen  ^  'erbinnen,  doch 
die  op  het  morren  van  de  Burgerij ,  om  dat  men  haar  bezworen 
bad,  geen  fold^c^  binnen  t^  roepen,  weder  terug  geroepeii 
werden. 

Vrouw  MARIA,  in  het  Jaar  148a,  overleden  zijnde,  werd 
fti/kxmiLiAAN  Voogd  over  zijnen  zoon  fiups.  Daar  na  ontftond 
den  twist,  bekend  onder  den  naam  yan  Jonker  Franfen  oorlog ^ 
waar  van  wij  op  het  Art.  van  Jonker  frans  van  brbderode,  me^ 
dinggedaan  hebben.  Maximiuaan  ,  Reemtch  Koning,  kwam  in 
perfogn  In  Holland^  en  ook  binnen  Haarlem^  om  een  alge*» 
jneene  Heirvaart  tegen  de  Hoekfehen^  die  zig  in  Rotterdam 
g^nescekl  hadden,  te  befchrijven,  en  te  veld  te  brengen.  Ten 
ixex^  einde  werd  de  dagvaart  eerst  binnen  Haariem  belegd  § 
waar  op  de  andere  Steden ,  zfg  aaq  den  Roamsck  Koning  bet 
klaagden ,  dat ,  die  van  Haarlem ,  tot  nog  toe  hadden  (til  geze- 
|en,inhet  maken  van  toeberddzejcn,  en  het  beramen  van  gekimid* 
^len ,  W*o|  ™en  was  dus  voorheen  gewoon ,  d«  Haarlem  in  beidd 
laken  de  eerde  wis ,  Itonde  zij  thans ,  die  agtörheid  niet  verdrag 
|CTJ  fth^on  41?  nletui^  pnT\iIligh?ïJ  f  of  nriirfere  genegenheid 

fprop^ij 


^HAARLEMS  GtfeUeitnisfim.  ^$ 

fproot,  maar  wel  uic  ohvennogen,  veroorzaakt  door  de  raap- 
ipoed  der  tijden»  en  verval  van  haare  eerde  neeringe»  waarom 
zij  ook  reeds  afilag  van  Graaflijke  bede  had  verworven,  van 
Hertog  iUREL,  en  ook  nu,  werd  ze  verfthoond,  in  het  op* 
brengen  van  penningen ,  door  MAZiMiUAANt  op  een  zekere 
(bmme  bepaakl.  Daar  op  beloofden  zij ,  dat  zij »  volgens  hun- 
ne Handvesten  en  Privilegiën,  ten  allen  tijde,  wanneer  de  Vorst 
zelve  te  velde  trok,  mede  met  hnn  üeder  Poorteren,  onder  hun 
eigen  Banier,  zoude  uittrekken,  zo  als  zij  dit  ook  met  een  de- 
de,  en  zelfs  meer  doende,  dan  zij  belooft  hadden ,  trekkende 
met  andere  Poorteren,  ter  bewaring  y^ist  Schiedam ^  kwijtende 
zig  daar  boven  anderen,  Hellende  zig  aan  het  hoofd  tegen  de 
Soldaten, die  door  maxDciu aan, binnen Sr^V^^m  gelegt  waren, 
en  die  de  Stad  aan  de  H^kfchen  verraden  hadden,  fchietende 
daar  bij  zeven  Burgers,  en  daar  onder  een  Vaandrig  of  Stads 
Banlerdnger,  het  leven  in.  Een  deerlijk  lor  trof  Haarlem^ 
door  de  woede  van  het  Kaat-^^n  Broodfpti,  m  het  Jaar  149a» 
waar  van  wij  ekiers  omfhindig  melding  gemaakt  hebben,  en  dus 
ons  hier  alleenlijk  tot  Haarlem  zullen  bepalen.      / 

Het  was  den  3  Maij ,  van  het  gezegde  |aar ,  dat  dt^ze  ben- 
den ,  die  door  armoede ,  tot  buitenfporigheid  was  aangehist, 
met  een  aanzienlijk  Leger  en  ontrolde  Vaanen,  herwaards  ton- 
gen, en  zig,  des  avonds  om  agt  uuren,  voor  de  Kruiifeert 
nederfloegen ,  begerende  op  het  ogenblik  te  worden  binnen  ge- 
laten.   De  Wet ,  Vroedfchap  en  Rijkdom,    daar  <^  terftond 
vergaderd,  belloten,  hun  bniten  te  houden,  zo  als  ligt  te  doen 
was,  «1  dit  beflttit  zou  den  ramp  der  Stad  geweerd  hebben^ 
indien  de  Burgerij  even  ^ zo  verdandig  gedagt  had,  als  de  Re* 
geering,  en  hun  had  bij  gedaan,  doch  eenige,  die  met  de  Ken^ 
nemers  verdand  hielden ,  braken  de  Poort  open ,  en  lieten  het 
woedende  Kaatr   en  Brüodsvolk  in  ,  dat  binnen  gerukt ,.  ter- 
ftond  door  eenige  Burgers  bij  gedaan ,  op  de  Markt ,  tegen  de 
Regeering  aanrukten.    Een  gedeelte  der  Heeren,  ontweek  de 
woede  op  het  Stadhuis,  dan  hier  waren  zij  niet  veiHg,  want 
zij  deden  met  allerlei  geweer,  een  onbedaanbear  geweld  op  de 
deuren,  zo  dat  veertig  van  de  Regenten,  befloten,  met  de 
aanvallers  in  geQ>rek  te  treden,  en  zij  hadden  het  geluk,  van 
Wi  vetdrag  te  treffen;  waar  bij  bepaald  werd,  dat  niemand 

D  4  vaa 


Jff  -HAARLEMS  Gefchiedenhrefi, 


van  die  geenen,  die.  op  het  Stadhuls  waren ,  eenig  leed  zoude' 
wedervaren ,  en  daar  op  werden  de  deuren  geopend ,  dan ,  zo 
ras  dit  gefchied  was ,  verbrak  de  woedende  menigte  het  gemaakc 
verdrag^  en  viel  op  de  Heeren  aan,  waar  van  *er  drie  jam« 
merlijk  om  't  leven  raakten,  te  weten,  de  Sckom  Rlaas  van 
RUIVEN,  de  Sdhepen  pieter  thomasz,  en  zijn  broeder  andries 
THOMAsz,  wordende  de  eerde  op  eene  wreede  wijze  omgebragt» 
en  daar  na  werd  de  nagt  met  pionderen  der  vooroaamfle  Huizen  » 
doorgebragt ,  en  daar  onder  dat  van  de  Heer  van  ruiven,  ver- 
fcheurende  de  Brieven  en  Zegels ,  niet  alleen  bij  de  Burgers » 
maar  op  het  Stadhuis,  in  de  Thefaurie-  en  Weeskamer,  ten  na- 
deele  van  de  ganciche  Stad  en  Burgerij.  De  nagt  in  woede  door- 
gebragt, begon  de  hoop,  daags  daar  aan,  een  weinig  te  beda- 
ren. Vier  Hoofdmannen,  elk  met  dertig  mannen  wei  voorzien» 
werden  aangedeld,  om  alle  verdere  buitenfporigheden 'te  belet- 
^eu.  Men  richte  op  bet  Zand,  nu  de  groote  Markt,  een  galg 
op,  en  deed,  onder  doodftraf  af  kondigen ,  dat  alle,  die  eenige 
goederen  g^rpofd  hadden ,  dezelve  weder  zouden  ten  voorfchijn 
brengen ,  ook  werd  'er  vrij  geleide  beloofd ,  aan  aUe  die  zig  fchuii 
hielden ,  enz.  De  Kennemert  bleven  vier  dagen  in  de  Stad,  en 
pokken  daar  op  naar  Leiden^  dan  aldaar  werden  zij  geftuit. 
Hertog  ALBBRT  VAN  SAXEt«,  gaf  de  Stad  genade,  doeh  niet  dan 
op  zeer  harde  voorwaarde :  hij  ontnam  haar  alle  hare  Voorrecht 
ien  ,  en  verklaarde ,  alle  de  Brieven  ,  waar  bij  de  Stad  ,  of 
eenige  derzelyer  Poorteren,  iets  van  der  Graaflijksheids  Do- 
neinen  geleend  hadden,  voor  vernietigd,  en  dat  dezelve  we- 
f!erom  vrij  en  onbelast  zoude  wederkeerén,  tof  mijnen  gena* 
digen  Heeren ,  ook  zou  het  CUrk-» Ambacht  blijven ,  ter  zijner 
l>egeeving.  Alle  de  Banieren  der  Stad,  die  voor  Leiden  ge^ 
weest  waren,  moesten  in  lianden  van  den  Hertog  geleverd  wor^ 
den ,  om  daar  mede  na  zijne  wille  te  doen.  Altoos  zoude  een 
Poort,  wel  geilerkt,  moeten  ingehouden  worden,  ten  behoe- 
ven van  mijnen  genadigen  Heef  e:  Haarlem  zou  tcrftond  moe- 
Yen  bewilligen,  in  de  Bede,  tegenwoordig  den  Landen  van 
Hoüand  en  Friesland  afgevorderd,  en  zo,  wanneer  in  het  ver* 
volg  twee  Steden  gedemd  hadden,  zou  Haarlem  de  derde  moeren 
l^ijli,  ^n  dewijldpordenopflandvan  Haarlem,  drie  duizend man« 
HQD  hacbi^i)  vapmv^  aaogenoimen  wordeq,  en  in  de§ze  Landen 


HAARLEMS  Qifchhdenhfen.  S7 

<^— ^■^■^— ■  i  » 

'overgebragt,  zoude  de  Stad  aan  dezelve  twee  maanden  foldi] 
moeten  betalen,  ter  fomme  van  24000  Sr.  Andries  guldens , 
die  terdond  moesten  worden  opgebragt.  Voorts  waren  uit  die 
genade  geOoocen »  alle  de  geenen »  die  de  Poort  hadden  helpen 
open  flaan»  die  handdadig  waren  aan  de  doodflagen,  aan  é^ 
plonderingen  en  berovingen  der  Huizen,  en  eindelijk,  moest 
'er  eerlijke  en  profijtelijke  betering  gedaan  worden,  van  de 
doodflagen,  begaan  bij  bet  inkomen  van  *t  Kaas  en  BroodS" 
¥9lky  naar  goedvinden  en  wille  van  zijne  genade.  Tot  het 
bijeen  brengen  der  geeischte  fonlmen,  waren  de  Stedelingen 
verpligt ,  om  dat  *er  zo  veel  gemunt  geld  niet  voor  handen  was, 
kunne  kostbaarfte  kleinoodjen  en  Juweelen,  hunne  zilvere 
£ch:flen ,  Koppen  en  Lepels ,  op  het  Stadhuis  te  leveren ,  om 
daar  uit  de  fchanmg  ie  vokloen.  Op  de  groote  Mi^rkt  was  ook 
ften  galg  opgerigt ,  tot  Ifaraf  der  geenen ,  die  buiten  gefloten  wa- 
ren, dan  hier  van  was  de  fchrik  algemeener,  dan  de  ftraf,  wijL 
de  fchuldigen  zig  reeds  voor  den  komst  van  den  Sax  haddea 
zoek  gemaakt,  en  dit  maakte  den  Hertog  te  meer  vergramd  op 
'  Haarlem^  om  dat  men  die  zelfs  met  vrijgeleide  had  laten  ver* 
trekken.  Geduurende  deeze  aanmerklijke  gebeurtenisfen,  wer« 
den  *er  veribheidene  dagvaarten  der  Hollandfohe  Steden,  binnen 
Haarlem  gehouden  ,  M^ar  aan  den  Hertog,  zekerlijk  niet  ver* 
zuimd  heeft ,  om  een  kleur  van  bet  hoogde  recht  te  geven,  aan 
1^1  het  geen  hij  ondernam. 

Bij  het  zegelen  der  boetens ,  voor  Haarlem^  Alkmaar^ 
Kennemerland  en  West  friesland  ^  die  den  Hertog  aan  zig  be- 
houden had,  moesten  die  van  Haarlem^  Kennemerland  ea 
Westfrieslandy  tot  laafnis  of  verkwikking  der  goede  ziele  van 
KLAAS  VAN  RUIVEN,  Opbrengen,  400  goude  Andriei  guldens , 
van  24  (hiivers  het  duk,  ter  dichting  eener  Kapelle,  in  het 
Kadeel  des  Hertogs  van  Saxen ,  en  om  te  doen  maken  eene 
Schilderij ,  in  die  Kapelle  op  te  hangen ,  waar  op  moest  uit- 
gebeeld daan,  de  moord  aan  hem  begaan,  en  daarenboven 
flgt  honderd  Andries  guldens,  voor  den  dienst  van  dezelve 
ICapelle,  om  daar  voor  alle  dagen,  te  rekenen,  van  den  dag 
der  dichting  af,  de  gewone  zielmisfen,  en  op  eiken  Donder* 
d^g  de  mis  van  het  Kruis,  met  gezang  te  doen,  welk  geld» 
i»jnnen  d{gn  tijd  van  z^%  maandeu  noest  zijn  opgebragt*   Nog 

ZOtt^ 


ft  .HAARLEMS  Gefchiediniiftn. 

zouden  die  van  Haarient  en  Alkmaar^  jnec  de  onderhorige 
Dorpen,  binnen  den  djd  van  drie  maanden,  aan  de  Weduwe 
en  Bloedvrienden,  van  den  Heer  klaas  van  ruvven  ter  hand 
ilellen,  twee  honderd  guldens,  om  daar  vopr  te  doen  maken » 
twee  gefchilderde  glazen,  het  eene  in  de  Kcric  van  HaarUm^ 
en  *t  ander  in  de  Kerk  ^^^n  Alkmaar ^  ter  gedachtenis  vanden 
moord,  aan  gemelde  Heer  begaan,  niet  een  Onderfcfarift,  zulks 
aanwijzende,  met  uitdrukking  van  het  Jaar  en  dag,  waar  op 
die  gefchied  was.  Nog  zouden,  die  van  gemelde  plaatzen,  ie- 
mand op  hunne  kosten ,  in  heilige  Bedevaart  zenden ,  naar  R^ 
tae^  tot  Si,  Pieter  en  Paul^  alzo  de  Heer  van  ruiven,  daar 
toe  voor  zijnen  dood  een  bdofte  had  gedaan  ,  en  zoude  de. 
geen,  die  ter  Bedevaart  gezpnden  werd,  een  Geestelijk  per- 
foon ,  en  daar  toebekwaatn  gekeurd  moeten  worden,  door  des  over- 
ledenens  Erfgenamen  en  naaste  Bloedverwanten ,  en  binnen  een 
nrnand  derwaard  vertrekken.  Nog  moesten  die  van  Haarlem » 
aan  de  Weduwe  en  Kinderen  van  den  meergemeJden  Heer  va» 
RUIVEN,  vrij  geven.  Bier,  Wijn,  Koern,  en  alle  verdere  on- 
derhoud des  levens ,  zo  lang  die  Weduwe  leefde ,  en  naharen  dood» 
zo  aan  de  dochter  als  aan  de  oudfte  zonen,  zo  veele  'er. bleven 
wonen,  in  het  vaderlijk  Huls,  aan  *t  Zand.  Ten  laatflen,  moes- 
ten die  van  Haarlem  en  Alkmaar^  en  de  Dorpen  nog  betalen 
aan  des  overledens  Weduwe  en  naaste  Magen,  duizend  gouden 
Andiies  guldens,  tot  wederopbouwjijg  en  herfteliing  van  het 
Huls ,  zo  als  't  door  den  Heer  van  ruivïn  ,  Zalr.  gedachtenis 
was  bewoond  gewekt.- 

Het  Glas,  waar. van  de  afbeelding^  volgens  de  Copje,  daar 
van  te^ vinden,  bij  den  Heer  van  oosten  de  buuyn»  hier  in 
prent  bijgaat,  is  volgens  het  gezegde  van  zijn  Ed.  in  de  groote 
Kerk,  tor  jgedachtenis  van  klaas  van  ruiven,  in  den  omgang 
van  het  Koor,  aan  de  Oostsijde  gefteld,  in  wezen  gebleven» 
lot  hec  begin  der  voorgaande  Eeuw ,  wanneer  het  is  afgetekend, 
en  in  koper  gcbragt,  om  'er  de  gedachtenis  van  te  bewaren, 
alzo  hvc  de  jongens  begonnen  uit  te  gooien,  en  thans  geheel 
W^g  is» 


Do 


j,  CXDOIX  KJEKK   n  nAAKXKM. 


>  * 


»   *  ■ 


HAARLEMS  GtfekiJfnisfen,  59 

•-»  

De  PlttC  óêêx  vaois,  zegt  zijn  £d.  te  Hameien  ^  iq  het  Jaar 
l6\6  uiigekomen,  «et  het  volgeqde  OoderfchriA; 

NICOLAU8  OK  RU7VEIV,  ARMIOER»  «ATRAPA  RINHEIMERLAN- 
DIA ,  BT  '  PRATOR  HARLBMIVSIS  ,  IBIDRM  IN  DOMO  CtJRiA 
ANNO  1493,  flSBNSt  IIAJO,  Dlê  3a. HORA  8a  PANECASBi^Rns 
'INTEREBfPUS  ANTE  SUMMUN  ALTARE  AD  DIVI  BAVOWra' HE- 
ROICE  SEPÜI/rUS  E8T,  CUJUS  SFFiGIESy  CUM  SERIE  AVORUM, 
PEPICTA  FUIT  IN  AUBITU  CHORI,  IN  DUABU^  VITREIS ,  ORI. 
ENTUM  VERSU6  PROUT  HIC  ET  FACIE  QUIDEM  AD  VIVUM  IN« 
PRES8A  EXHEBITUR»  CUJUS  INSCRIPTIO,  CUM  EFFiq^E,  ET 
VITRBIS  ,  HOC  NOSTRO  SACULO  ANNl  MILLESIIH « »XCEN^ 
TESANI,  PEÜRORÜMPETÜLAHTIA,  FREQÜENTI  LAPILtO  COff^ 
FRATA  ,  PAULAtiM  INTBRUTt 

r 

Fahianus  Ciemenfenius  HameUp 
Excudibat  Jinno  1616* 

Te  recht  U,  door  velius  en  anderen»  de  ftrjengheid  van  den 
Hertog  ytn* Saxen y  in  deezen  gedoemt,  om  reden»  dat  niet 
l^et  geheele  Lighaam  der  Stede,  nuur  alle^  het  flegtfte  en 
fchamelfte  deel  der  Ingezetenen»  daar  aan  fchuldlg  was,  en  dat 
dit  gemeen  zelfs»  door  hogen  nood»  tot  den  opftand  gedrongen 
was » zo  door  ondraaglijke  fchattingen » als  duurte  van  levensmidde- 
len ,  en  groote  vermindering  der  waarde  van  het  gangbaar  geld. 
Wat  ten  minden  Haarlem  betreft,  het  is  zeker»  zo  als  uit  het 
verhaal  gebleken  is»  dat  zij  tegen  haar  wil  en  dank»  deel  in  die 
beroerten  genomen  heeft»  en  de  Regeermg 'er  toe  gedwongen 
heeft»  door  het  ovenveldigen  van  de  Kruitpoorty  en  dus  niet 
verdient»  nog  zo  veel  te  zwaarder  dan  Alkmaar  gedraft  te 
worden ,  en  haar  daarenboven  hare  Voorrechten  en  Privilegiën 
niet  weder  terug  gegeven  te  miprden»  bij  zijn  vertrek»  en  zelfs 
niet  geheel  onder  de  Regeering  van  den  jongen  filips»  die»  in 
het  Jaar  1494»  gehuldigd  werd»  wordende  eerst  door  karee, 
den  V ,  volkomen  daar  in  herfteld, 

In  de  beroerten  van  de  volgende  Eeuw,  is  bijna  geen  Stad 
In  Holland 9  die  meer  dan  Haarlem ,  geleden  heeft.  Het  lichi 
des  Euangeliums »  <^>enbaarde  zig  daar  al  vroeg ,  de  eerfte  Pre* 
dikatie  werd  alènr  gedaan,  den  ai  JuHj»  van  het  Jaar  I5d5, 
Dan ,  van  de  fcbandeUj&e  SeeidfuMrmingY  bleef  het  verftboond* 

Ia 


€&  UKAViLEMd  GefiiiêdeHisfen* 


trockéti  zQii«'  Mier  iIl  by  aldteti  dat  gliy  liéue  Borgefs  tdk  bé- 
-dencken  die  ghenade  die  wy  van  hem  te  Vercrijghen  ende  te  ver-' 
Urachten  hebben ,  mldtfgaders  met  wat  eedt  dat  ghy  den  Princd 
van  Öraengien  verbonden  zijt ,  lek  en  twijfele  niet  ghy  en  Mi 
(als  iek)  uwen  eedt  fdecken  te  betragten^  want  ick  gansch  van 
meyninghe  ende  wille  ben  die  leile  droppel  bloeta  voor  de  But- 
gers  defer  Stadt  te  waghen^  foo  ghy  luyden  lulcx  oock  vttl 
meyninge  zijt  te  doen ,  wilt  dat  vrymoedich  fegghen :  Op  welc 
ke  reden^  die  fehutters  eendracbtelijcken  gheroepen  hebben « 
lijf  ende  bloet  met  hem  voor  het  ghemeyne  Vaderknt  op  te  fet- 
ten ,  In  der  voeghen  dat  fy  hiyden  naer  meer  andere  vermanhi^ 
^e  vrleiidetlck  vanden  anderen  gefcheyden  zijn.  Hebben  oock 
terftont  daer  na  de  vporfz.  Hopman  ende  Schout,  brieuen  aen^ 
den  Prince  gefonden  hem  de  ftaet  vander  Stadt  remonflre- 
tcnde.*' 

„  Van  ghelijcken  oöck  ceöen  fedreten  Brief  né  nieuwert 
Dam  ghefonden  aen  Jdïicker  Lazarus  Muller,  Ouerftè  van  thiei 
Vendelen^  den  weicken  aldaer  zijn  loopplaecTe  hadden  Ten 
eynde  hy  haerlleden  mee  fomroighe  vanden  zijnen  omfetten  wil^ 
de ,  dit  achteruolghende ,  is  hy  den  felfïten  nacht  met  zijn  gan#^ 
fche  Regiment  opghebroken,  ende  doorWaterlam  die  vanHaef* 
km  tot  ontfet  ghetrocken.'* 

'  ,,  Den  ilijï  Decembris  is  La2ai;u8  Muller  voorfó.  met  zijn  Xv 
Vendelen  kneehten  voor  de  Stadt  ghecometi ,  waer  van  datter 
iHj.  in  quamen,  ende  dander  vi*  paiTeerden  Voorby.  Die  namen 
van  de  Hopluydefi  'die  daer  in  quamen  zljft  defe*  SteenbacK 
Luyien^t  van  Lazarus  Muller,  Chriftoffel  Vader,  Lambertvan 
Wirtenberch,  Martett  Pruys." 

-  „  Op  defen  dach  U  oock  naer  (Jods  beuel  d* Afgoderfje  vn  dê 
(Rercken  ende  Tempelen  ghe worpen-.  De  felue  daer  van  gheréy- 
•filcït  ende  bequaem  ghemaeckt  om  het  reyne  fuyuere  Wooit 
•Gods  daer  In  ie  prediken.*'. 

t  „  Den  v.  Decembris  zijn  wederom  van  Amflerdam  ghecomen 
/Chriftoifel  van  Schagen ,  met  Adrlaen  Vün  Aflfendelft  Penfiona^ 
rins,  de  welcke  terftont  (als  gheuanghen)  naer  zijn  Excel,  den 

Prince  van  Öraengien  ghefonden  werdèiir* 

•  .  '  .  .    •   .    .    . 

V» 


HAARLEMS  GtfehiedeMitftné  6i 


99 


„  Op  deTen  dach  iflef  eeo  Bode  van  Amllerdain  van  de  vijf-* 
huyfen  gehaeit  ende  inde  Stadt  gebrocht,  den  welcken  eeneii 
Brief  ( by  Dierick  de  Vries  ghefchrenen )  wt  Amfterdam  aed 
de  Burghemeeilers  der  Stade  Haerlem  gebrocht  heeft,  maer 
ais  den  voorfz.  flickdragher  bij  Haerlem  ghecomen  is »  en  heeft 
hy  feiuer  daer  te  coinen  niet  doruen  beftaen,  maer  beeft  ee- 
nen  Boer  daer  toe  .  verwillicht  die  den  (èlnen  oock  in  de 
Stade  gebrocht  heeft,  welcken  fackdragher  naer  fcherpe  exa« 
minatie  metter  galgen  gheêxecuteen  is/* 

„  Op  den  vi;  Decembris  zijn  die  vianden  t'Spaerwou  geco- 
men  doende  fekere  cleyne  fchermutfelinge  teghens  die  van 
Sparendam/* 

,,  Deo  vij.  hebben  die  Burgemeefleren  ende  Hopluyden  ge- 
fonden  t*Sparendam  tot  ontfet,  Gherrit  Verlaen  met  fekero 
gfaelotte  Schutten  ende  dubbelde  Soldenaers,  in  als  flerck 
CCC.  mannen»  waer  van  Hopman  was  Marten  Pruys." 

,,  Opdefen  dach  hebben  die  vianden  faaer  weder  verthoont^ 
folcx  datter  fekere  fcharmutfinge  geuaUen  zijn ,  al  waer  oock 
die  van  Sparendam  met  haer  grof  ghefchut  onder  giiefchotett 
hebbem- 

.  „  Den  viij«  Decembris  hebben  die  Bqrgemeefiers  ende  Capi<» 
teynen  der  voorfz,  Stadt  Haerlem,  wt  ghefonden  na  Sparen^ 
dam  fekere  Burgers  ende  andere,  met  grauen  ende  andere  m- 
ftrumenten  om  den  booghen  Dijck  tuflchen  Sparendam  endtf 
Spaerwoude  door  te  ileken  ende  op  te.  dduen,  ten  eynda 
d'lanc  onder  mochte  loopen ,  het  welcke  fy  niet  diep  ghenoech 
gbedoluen  en  hebbend 

•  ^  Opdefen  dach  is  tot  Haerlem  in  ghecomen  die  Heere  van 
Sint  Aldegonde,  Commisfaris  vande  Princ^  van  Oraengien^ 
om  aldaer  foot  nader  bant  ghebleken  beeft,  die  Stadt  mee 
vrome  Wethouders  ende  voorflanders  te  voorfien«'* 
,  „  Hebben  oock  op  den  feluen  dach  dp  Spaengiaerden  op  den 
dijck  tegens  die  van  Sparendam  een  Jpopfchanfe  gemaea,  en^ 
de  hebben  mede  alfdoen  tvoorfz.  gbedoluen  gadt  in  den  dijck 
weder  door  die  Boeren  doen  floppen.!! 
.  „  Den  ix.  Decembris  (morgens  ten  thien  vren  zijn  wederom 
die  Schuuers  inde  voorfz«  Doelen  vergaert»  al  waer  mede 


64 .  HAAHLÈMS  Óeféiiedehisfeiié 


éémmÈÊ^MÊm 


gecoöien  is  die  Heere  van  Aldegoridef,  den  Geleken  een  feer 
wel  fprekent  man  die  Schutters  verhalende  die  aengheborené 
gtoote  liefde  ende  affeétie  die  den  Prince  van  Oraengien  tot  de^ 
fe  Nederlanden  heeft  ^  infonderheyt  tot  bec  Graefïchapi  endé 
lande  van  Hollandt,  dVelcke  hy  mei  verfcheyden  exempelerf 
verthoont  heeft.  Verhalende  van  gelijcke  de  (het  vander  Stadt  y 
midtfgaders  tVertrecken  van  Dierick  de  Vries,  foo  wy  vorenf 
gliefèyt  hebben »  doende  mede  die  Schutters  lefen  zijn  Commis^ 
fie,  al  waer  by  hem  audhorifeen,  lafl,  ende  beueele,  de  wootü.^ 
oude  Wet  van  Haerlem  af  te  fetten  ende  een  nieuwe  Wet ,  als 
Burgemcefteren  ^  Schepen  ende  Rade  te  verkiefèn,  Waer  om 
oock  hy  den  Schutters  vermaende »  daitet  niet  ghedaen  en  is  om 
die  voorfz.  oude- Wet  te  onteeren  aen  haren  riaem  oft  Ükem,  al« 
fo  daer  vele  onder  ^aren  die  niet  dan  alle  trouwicheyt  ende  lief- 
de tot  hare  gemeynte  bewefen  hadden ,  maer  alleenlijck  om  de 
voorfz.  Stede  voor  defen  tijde  beter  te  verfekereiï.  Verchierd^ 
oock  dat  den  Prince  fuicks  niet  en  dede  om  die  voorfz.  Scadt 
van  hare  goede  Preuilegien  te  verminderen,  maer  Alleen  vooi* 
quaet  te  verhoeden,  begbeerden  daeromme  ernfteltcfc  ende  vrien^ 
deiick  aen  die  gheheele  Schutterie  dat  elck  in  zijn  Rot  gaenf 
foude,  eflde  vergaderen  met  ghemeynder  ftemme  viij.  Burge*' 
ineeflers,  xiiij.  Schepens,  ende  xx.  Raden  ^  om  dit  toecomen^ 
de  Jare  te  regiefen  ^  die  welcke  de  Rotmeeflers  des  auonts  met 
een  billjete  ooergheueti  fullen «  ten  huyfe  van  Pieter  Kies  daeif 
den  voornoemden  CommifTaris  een  nieuwe  Wet  wt  kiefen  fou-* 
de ,  alle  dVeIck  fy  volbrochten.** 

„  Den  x.Decembris  fnachts,  wad  eenen  kou  wen  nacht  ^  fuicki 
dat  de  Sparen  eftde  Hje  binnen  Sparendam  fo  fterck  was  toe  ge- 
uroren ,  dat  die  vianden  van  achter  ende  voren  daer  op  hebbeö 
geftormt,  Ende  na  dat  die  van  Sparendam  haer  mannelick  ghc* 
weyrt,  oock  hüer  groot  ghefchut  tot  verfcheyden  reyfen  los  gef- 
fchoten  hadden ,  zijn  die  vianden  van  alle  canten  foo  fterck  aen 
gheuallen  ende  gefchoten,  dattecGarnifocn  daer  in  liggende- heui 
op  de  vlucht  heeft  moeten  gheuen,  hoewel  nochtans  daér  te 
voren  veel  Spaeniaerden  ghebleuen  waren ,  ai  waer  fy  oock  h»^ 
ren  Hopman  genaemt  Matten  Pruys  een  ghetrou  ende  vroom-Ca- 
'piteyn  met  fommige  dubbel  Soldeuaer^  vefioren  tébben.*^      '   ' 

f>  Doen 


HAARLEMS  Gefchiedtnisfen.  6$ 


„  Doen  nu  die  Burgemeefters,  C^piteynen,  ende  Hooftlay 
den  vander  Stadt  Haerlem  van  verde  fageu  dat  die  vianden  op 
Sparendam  (lorroden ,  foo  hebben  die  baeriuyden  met  een  Ven* 
del  Schutters,  ende  een  Vendel  Knechten  (die  inder  Stade 
laghen)  die  van  Sparendam  tot  ontfet  ghefbnden,  maer  doen 
fy  een  (luck  wt  der  Stad  waren ,  quam  die  tijdinghe  dat  Spa- 
rendam oueruallen  was/* 

^  ,9  Den  xi.  Decembris  zijn  die  Spaengiaerts  te  voetc  ende 
te  Paerde  gecomen,  ende  hebben  die  Stadt  van  Haerlem  be- 
rent»  daer  die  vandor 'Stadt  teghens  wt  ghetrocken  zijn,  ende 
byder  Siecken  fchutgheuaert  met  hen  ghehouden  hebben ,  waec 
alfo  een  deel  vanden  Spaengiaerdcn  hen  op  den  Toren  vande 
Leprofen  begheuen  hadden ,  foo  en  mochte  die  vander  Stadt 
metten  vianden  niet  te  wercke  comen,'' 

„  Op  den  feluen  dach  zijn  tot  Haerlem  eeni^e  van  d*oude 
Wet,  die  fufpeft  waren,  ende  inde  reyfe  van  Dierick  do 
Vries  gheconfenteert  hadden ,  binnen  hare  huyfen  in  bewaerdec 
handt  ghehouden.  £nde  zijn  tot  Wethouders  der  Stadt  byden 
Ileere  van  Allegonde  ghekoren  gheweefl  defe  naeghefchreuea 
perfoonen*'* 

Burghemeeders. 

„  Claes  vander  Laen,  Joncheer  Jan  vander  Vliet,  Gherric 
Stuuer,  Pieter  Kies.'' 

Schepenen. 

„  Willem  Adriaenfz,  jacob  van  Haefden»  Cornelis  Rijc^ 
ken,  Pieter  Bael,  Claes  Maetenflz,  Adriaen  van  Berckei, 
Matheus  AuguilijniTz.'* 

„  Op  den  xij.  xüj.  xtiij.  xv.  xvi.  ende  xvij.  Decembris 
zijn  die  vianden  vail  naerder  ghecomen  om  te  fchanfen ,  ghe* 
merd  het  alle  defe  daghen  feer  mlilich  weder  was»  waer  te* 
gen  die  .  vander  Stadt  oock  haer  naerdicheyt  gedaen  hebben 
om  die  felue  (daer  zijt  meed  van  nooden  hadden)  te  forti» 
iieren.  Singende  mede  van  ghelijcke  die  vianden  voor  elcker 
pochten  tot  een  Q>ot  ende  verachtinghc  van  die  vander  Stadt, 
Chriftus  is  opgefianden^  Tot  Haeriem  is  een  byyt  voor  han* 
den.  Dut  willen  vvy  alle  gader  vrolick  zijn ,  Morghen  fai 
cns  die  Stadt  vfj  eyghen  zijn,  met  meer  andere  fchampere 
woorden.'^ 

XIX.  DEKL  £  yy  Deo 


tS  HAARLEMS  GerchUdenisfen. 


„  Den  xviij.  Decembris  ten  viij.  vren  hebben  die  Spaei^- 
aefden  beginnen  te  fchieten  op  de  binnenpoorte  vande  Cniys- 
poorte,  ende  aen  beyde  fyden  der  feluer  poorte,  met  clooteiï 
tan  xl.  ende  xl vi.  ponden ,  ende  met  xiiij,  ftucken  tfefFens  ^ 
waer  teghen  die  vander  Stadt  met  eenen  mannelijcken  moede, 
net  Wolfaeken ,  Hout ,  Aerde  ,  Steen ,  ende  andere  Subftantie» 
dit  Otteren  ende  Veften  ghefterct  hebben.  Al  waer  oock  de» 
dIenRteecht  van  Joncker  Jan  vander  Vlkt  t'hooft  vanden  buycfc 
gefchoten  werdt.** 

„  Omtrent  den  middach  hebben  die  Schutters  ende  Soldaten 
vander  Stadt  haer  macht  (  die  fy  op  het  Blockhuys  vande  Cruys- 
poort  hadden)  verlaten,  ghemera  dat  die  voofpoorte  meeft  ne- 
éer  gbeuallen  was ,  fo  datter  gheenen  wech  ofte  tocganck  meer 
en  was  wt  het  Blockhuys  nae  de  Stadt.* 

„  Teghai  den  auont  h  het  voorfz.  Blockhuys  vande  Schü»- 
ters  ende  Soldaten  weder  inne  ghenomen ,  makende  des  nachts 
daer  naer  eerien  wecl^  onder  dié  afgeuallen  Poorte ,  die  d& 
vianden  op  dien  dach  met  vi.  Ix^cx.  fchoten  gherafeert  had- 
den.!* 

Deaxix»  Decembris  hebben  die  vianden  wederom  ftadich  met 
haer  grof  gefchut  op  die  fint  Jans  Poort  ende  op"  tVoorfz.. 
Blockhuys  gefchoten  vi.  Ixxv.  maeL*' 

y,  Alle  welcke  fchade  die  vander  Stadt  wederom  met  Bol- 
wercken  ende  fortifieren  verbetert  hebben^  beghinnende  mede 
van  de  Sint  Jans  poort  tot  de  Katherijnen  Brugge  toe  eenen 
vieuwen  Wal  te  maken."* 

Den  XX.  Decembris  hebben  die  vianden  weder  al  gbelladich' 
op  het  Blockhuys  gefchoten  clix*  mael,  ende  dar  gheduerende 
tot  omtrent  den  middach  toe ,.  want  haer  die  vanden  alfdoen  be- 
reyde  om  eenen  (lofm  te  doen ,  waerom  die  clocke  alhirm  ge* 
clopt  heeft,  die  vianden.  hadden  alle  die  poorten  met  Paerden 
ende  met  Voetvolck  doen  befetten,  fulc^r  dat  fy  omtrent  die 
clocke  een  vre  met  öpgherechte  Vendelen  van  de  Siecken  qutr 
men  trecken »  op  haer  febouderen  hebbende  Ibkere  toe gemaeéte 
Bruggen  om  oucr  de  graft  vent  voorfz.  Blochuys  te  comen , 
haer  Schanfen  laghen  oock  vol  Haeckgefchutten,  die  welcke 
ftadich  op  den  Wal  ende  mueren  fchoten»  meynende  alfo  die 
vander  Stadt  haet  ftrijcweer  te  nemen  ende  te  beletten*    Als  Vi 

sa 


iiu  doaide  waren  om  t^Blochuys  re  bèftórnlen  encfe  fé  beklim-' 
inen,  hebben  die  vander  St^dt  met  groot  ghefchut' énde  Kete-^ 
Hén  daer  van  tèr'lyden  to  dépperlick  in  gcfchoten,  ende  oocfe 
met  hare  Roers  die  ftrljckwerlngbe  fo  (lèrck  etidé  mantielic- 
*ken  wtgtteföhoteii ;  dat  de  viandeh  t*B!ockhuys  hebben  moeten 
i>egeuen^  mfter  «!jn  terflohc  met  fekere  verfche  Venddefi  frè- 
der  aen  gheuallen,  ende  die  Vander  Stadt  daer  Weder  op  een 
oieü  teghens  ghénidteii  zijnde  met  fchicten  ende  flekeii^  heb' 
"httk  die  vianden.  ten  laetften  tot  haerder  grooter  Tchanden^  ifl 
haer  Schans  moeten  wijeken »  die  grachten  ^  die'finghel,  étidé 
den  wech  laghen  vol  doode  ende  ghequetde  !$paengiaerdin  ^ 
oock  Buflen  ,  SpieiTen  ,  Helmettcn  ^  knpiercn ,  eilde  andet* 
gheweyr,  daer  d*on(è  oueruloedidi  af  ghecreghen  hebben/* 

,9  Item  daer  fs  onder  die  dooden  f (auonts  na  den  Storni 
iioch  genonden  een  Soldaet  die  terftont  ghenan^n  i»  ghe- 
weeft,  ende  voor  den  Burghemeefters  ende  Hopltiyclert  ghe- 
brocht,  deti  weicken  by  zijn  confeffle  ende  tortuyre  tefftonf 
beleden  heeft  dat  int  voorfz.  belegge  Don  Frederico  felfs  iil 
perfooii  was,  ghelogeert  opt  huys  te  Cleef^  die  Gr^^ue  vart 
ËolTu  op  die  HofÖede  Van  Claes  vander  Laeil  ende  Noorcar^ 
toes  tol  Pieter  Claéflz  Lonfgen ,  ende  verfcheyden  groote  Hee- 
ten,  Rdelen,  eddt  Hopluyden  tot  die  Leprofen  ofte  Sieckeir. 
Hy  (èyde  oodk  dat  Öon  Fredefido  flerck  was  in 'als  twee -en^ 
de  tfeuentich  Vendelen  Lanrkneehten,eride  acht  hondert  Ruy- 
teren,  te  weten,  'xxxvii  Vendelen  Spaengiaerts,  xxij.  Vende- 
len Walen,  ende  xvi.  Vendelen  Hoochduytfchen ^  daer  diö 
Graué  van  Buerfteyn  otterde  Van  was,  die  welcke  metted 
voorfchreueri '  Duytfchen  lach  inden  voorhout  ende  tot  Hem«» 
ftede." 

„  Item  hebben  op  dién  voorfzi  dach  twee  ftorraeti  ghedaeti 
wel  geweklelfjckeii,  elcke  reyfe  met  twee  Walfche  Vendels  ^ 
ende  lioch  fekere  Spaenfbhe'Vflidelen,  de  welcke  vronielickcn 
opgheclommen  hebben «  ende  van  die  vander  Stadt  weder 
tatnlicken  af  gheftooten  zijn,  in  weicken  Storm  twee  Spaen-» 
fche  Vaendraghers  doordeken  zijn,  den  eencn  by  Hopmaiï 
Steenbtch  felfs,  feggende:  Du  bifïe  hier  niet  befcheyden,  ick 
l^en  hier  befcheyden,  ontnemende  den  Vaendragher  zijn  Ven* 


^ 


<S  HAARLEMS  GefehiêdenisféM. 

del,    met   het  welcke  hy  hem  doorkeken,  eode  te  rUgghc 
gheftooten  heed.** 

,,  Den  xxK  DecembrU  voor  den  middtch ,  hebben  die  vander 
Stadt  den  voorfz.  Soldaet  op  ghehanghen/* 

„  Item  den  legher  der  vianden  lach  nu  langhe  ftil  fonder 
yet  wt  te  richten ,  dan  dat  fy  coniinueliclcen  graefden  naer  *t 
Bolwerck  dea  Cruys  wech  lancks.** 

„  Item  die  Stadt  heefl  doen  flaen  den  feluen  dach  ftucken 
van  xxxij.  fluyaers,  ende  van  xvu  fhiyuers,  wegende  twaelf 
brant  filuers.** 

,,  Den  xxiiij.  Is  meefier  Adriaen  van  AlTendeUl  voorfz.  toe 
Delft  om  zijn  verraderie  op  ghehangen ,  ende  t  hooft  twee 
vren  laack  op  eenen  Qaeck  ghefet.*' 

,y  Dea  xxvi..  Decemb.  zijnder  een  deel  Paerden  de  Sijlpoort 
wtget^ocken,  in  meyninge  zijnde  om  een  Schiltwacht  te  hecb- 
ten,  het  welcke  die  vaa  der  Stadt  niet  en  conden  by  bren^ 
ghen  y  gemerckt  het  veel  te  licht  was ,  ende  de  vianden  de 
vluchte  namen»  foo  dat  fy  niet  dan  wat  gheweers  g^ccegen  en 
hebben.- 

,y  Den  xxvij.  Decemb.  hebben  die  vandtr  Scadt  buyten 
Scaelwijcker  poort  eenen  WaeL  geuang^,  ende  den  feluea 
lerftont  op  ghehanghen.'* 

,,  Op  den  feluen  dach  ontfinghen  die  van  Haerlem  eene« 
Brief  vanden  Prince,  inhoudende  dat  hy  haer  tot  oncfèt  feya« 
den  foude  (èkere  Walfche  Haeckgefchutten»* 

,,  Den  xxviij.  Decembria  is  ghefchoten  gheweeft  Pieter 
}an(rz.  Rjaet  Fabrijcmeefter  vander  Stadt,  int  r-epareren  vanc 
voorfc.  Biochuys,  waer  van  hy  binnen  xxlij.  vren  daer  naer 
gheftoruen  is." 

^^  Dea  xxix.  Decemb..  tfnachts,  is  binnen  der  Stadt  geco* 
men  Joncker  Jeronimus  Serraers^  als  CommiflTarls  ,^  met  ii> 
Vendelen  Walen,  waer  van.  de  Capiteynen  waren  defe.  Ca»- 
piteyn  Michiel,  Capiteyn  Coufijn,  ende  Capiteyn  Vemi." 

„  Den  XXX.  Decemb.  WaA  eenen  feer  donckeren  dach  van 
neuel  ende  inid ,.  fiilcks  dat  die  Spaengiaeru  tot  aen  de  Stade 
jonden  bequamelick  deluea  ende  gtauen." 


HAARLEMS  G^ftkieAn/s/en^  ^f 

^y  Den  leden  van  Decembris  zljo  die  vander  Scadt  Scadwijc* 
ker  poort  wt  geuallen,  ende  hebbender  iij.  doorfteken,  oock 
bet  als  xxij.  Haotroers  ghecreghen,** 

„  Den  i.  Januarij ,  zijn  die  v«nder  Stadt  ( met  witte  hemden 
ouertogen  zijnde)  die  Sijlpoort  wt  gheuaren,  ende  hebben  de 
Spaengiaerden  in  haer  Scanfe  otteruailen »  die  <le  felue  terftont 
verlaten  hebben :  Maer  den  vlant  met  eenen  groocen  hoop  weder 
keerende,  zijn  die  vander  Stadt  weder  te  rag^e  ghewekea, 
met  hen  brenghende  twee  Boeren  van  Ueemskercke  met  eea 
ionghen/* 

y^  Den  ij.  Januarij,  zijn  daer  xij.  deden  met  Koren»  ende 
een  flede  met  Broot  die  Sdnelwijcker  poort  inne  gheco* 
men." 

,,  Den  V.  Januarij,  zijnder  xxvij.  fleden  met  Koren ,  ende 
een  Vendel  Soldaten  inneghecomen»  vant  wclck  Capiteyn  was 
Mandares."* 

„  Den  viij.  Januarij ,  hebben  die  vander  Stadt  een  Soldaet  opt 
Blockhuys  wt  ghehaiighen.** 

^,  Oock  en  hebben  die  vianden  noyt  fchoot  op  de  Stadt  ghe- 
fchoten  vanden  xx.  Decemb.  tot  den  viij.  Januarij ,  dVelck  fy 
alfdoen  begonnen  met  xxliij.  mael  fchietens.*' 

,,  Den  ix.  Januarij»  hébben  die  vander  Stadt  Scaelwijcker 
poort  inne  ghecreghen  vij.  fleden  met  Bufbruyt»  ende  met  Ko- 
ren »  fchietende  cxxxiij.  mael.** 

„  Den  X.  Januarij ,  fo  zijnder  fnachts  wel  ijm.  Soldaten ,  f oo 
Schotten,  Duytfchen,  Engelfche,  ende  Walen  gefonden  om  in 
de  Stadt  te  comen ,  maer  door  den  grooten  mid  verdwaelden , 
foo  zijnder  fommighe  ghecomen  aen  t^huys  te  Cieef ,  aen  de 
Duyn»  in  den  Houte»  hoe  wel  den  meeiïen  hoop  n^  Princen 
Legher  getrocken  was,  alfo  fy  door  abuys  die  Stadt  niet  en  con- 
den  vinden,  hoe  wel  nochtans  daer  een  Fackel  wc  den  Thoren 
gbefteken  werde,  ende  een  clocke  geluyt,  waer  op  noch  etlijc- 
ke  inder  Stadt  gecomen  zijn,  £nde  onder  als  oock  eenen 
Hoochduyts  vanden  viant,  vragende  fommighe  die  vander  (hdt 
buyteq  Scaelwijcker  poort  waren  wtgeloopen  fchermutfinge  te 
houden,  oft  hy  by  de  Stadt  van  Amfterdam  was,  waer  op  die 
vander  ftadt  antwoorden :  Ja ,  ende  hebben  hem  gheuangen  bln- 
öen  gebrocht,  die  oock,  fo  ghy  hooren  fult,  corw  op^e- 

B  3  han- 


f^  HAARLEMS  Géjeitedénlsféiu 

faanghen  is,  Ende  atrdoen  t>yden  vyant  veertien  mael  ghefcho- 
ren." 

„  Den  xi.  is  een  man  op  tYant  zijn  been  af  ghefbhoten , 
oock  fo  hadden  die  vander  Stade  fwee  mael  aliami ,  door  dien 
dat  de  Spaeniaerden  ende  Walen  wederom  ftercke  raetfchap 
maeckcen  om  op  die  Stadt  aen  t'Blochuys  te  flormen.** 

„  Op  den  fcluen  nacfat  zijhder  xlviij.  (leden  roet  Koren 
lende  Cruyt  in  gecomen  midtfgaders  een  Vendel  -Soldaten^ 
wacr  van  Oiierfte  was,  Capiceyn  Jafpor,  iilfdoen  ghelcboten 
Vilxxxi.raael." 

„  Den  xij.  hebben  die  viacden  met  fchieten  op  het  BlockT 
hnys,  Borftweringhe ,  ende  de  Huylêo,  Ctooftercn,  Kercken 
(eer  gherafeerc,  daer  op  fchietende  cl.  fchoten,  bet  weickê 
^lie  vander  Scadt  met  acrde  ende  houdt  ïhachts  veel  ftercke^ 
ghemaeft  hebben.'* 

,i  Hebben  mede  ghcfocht  om  het  huys  vande  Cruyitlraety 
l^gghende  inder  Stadt ,  te  connen  ondergraüen." 

„  Den  xiij.  zijnder  in  ghecomen  vi.  (leden  inet  KoreQ  enda 
met  Tonnemecl,  ghefchoten  hebbende  ij'lxxxiij.  fchoten,'* 

„  Op  defen  dach  ifler  in  de  Stadt  eenen  allarm  gheweeft, 
V^anneef  die  Burghers  faghen  die  preparatie  baerder  viant 
0en." 

„  Op  defen  dach  zijnder  twee  luyden  aen  de  Taffel  fltten* 
de,  doot  gefchoten,  midtfgaders  ooc  een  dienfhnaecbt,  endê 
is  oock  een  ionge  Dochter  met  een  Roer,  haren  Doeck  mei 
een  Tuyt  van  thooft  ghefchoten ,  fonder  ghequetft  te 
^efen." 

„  Den  xiiij,  zijn  die  vander  Stadt  wt  gheuallen,  ende  heb^ 
()en  drie  Soetelaers  met  twee  Duytfchen  in  ghebracht,  ^oetx 
gefchoten  xcvij.  mael.'* 

„  Den  XV.  heefc  den  viant  die  vander  Stadt  weder  een  al-, 
jarm  aenghedaen,  al  waer  oock  die  vander  Stadt  den  viant 
pen    Vendel    benomen    hebben ,    alfdoen    ghefchoten   xxxi, 

inael/' 

,,  Den-  xvl.  Januarij  hebben  die  Spainiaerts  voor  de  middach 

een  hooft  wt  hare  fchanfcn  ouer  het  Blockhuys  vander  Stad; 

cheworpeu,  al  waer   den  viant  een  Brief  ken  op  gefchreuen 

hadden,    Pi;    U    h«   bPPft  van  Capiteyn    Philips    Coninck, 


HAARLEMS  GefskUdtnitfeiu  Jt 


welcke  voorfc.  {catnpcre  woprden  die  vaader  Stadt  weder  tot 
€en  gramfchap  verweckten,  gelijck  dat  dickwila  gebeurt  dat 
quact  met  quaet  gheloont  wort,  aifl  blijckt  by  defe  exMpe- 
]ca.  Want  die  vander  Stadt  verdrietende  alfnlcke  vilanije,  die 
haerhiyden  vanden  vianden  giiefdiiet  was,  fo  hd>ben  fy  doen 
liaien  xij»  glietranghens,  te  weten,  drie  foetelaers  van  Amfter* 
dam,  eenen  Wael,  ende  voort  al  Buycfen,  de  weiobe  fy  alle 
<waelf  gbelijck  deden  op  hangen,  ende  fnachts  daer  saer  die 
doode  lichamen  af  ghelaten  zijnde,  hebben  xi.  vande  feifde 
hoofden  in  een  Tonneken  doen  packen  ofte  binden,  haer 
Hayr  ende  Baert  op  zijn  Geus  af  ghefiieden  zijnde,  ende  dat 
ten  Bolwercke  wt  inde  Spaniaerts  fchanfe  ghe worpen:  Op 
ivelck  Tonneken  metten  hoofden  een  Brief  gbeflaghen  was^ 
daer  op  (lont  aldus  ghefchreuen.  Dat  /y  dees  den  Hertogf 
van  Alba  brengen  fouden,  ende  hem  hier  mede  betalen  den 
thiendcn  Penninck,  aldus  langhe  vanden  HerCogh^  gkèmacBt 
ende  niet  betaelt,  Waerom  hy  defe  belegeringe  voor  de  lladc 
begonnen  heeft,  ende  alfo  hy  in  tijden  ende  terftont  niet  en 
was  betaelt,  fo  fonden  fy  hem  elf  voor  f  fret  ende  hitereft 
van  dien,  tot  dien  eynde  dat  hy  hem  niet  en  dorde  becla- 
ghen,  ende  alfdoen  ghefchoten  xxxv.mael/* 

„  Den  xvij«  hebben  die  vander  Stadt  Ixv,  fleden  met  Koren 
In  ghecreghen ,  ende  een  Vendel  knechten ,  van  dVeIcke 
Ouerfte  was 'Schram  van  Bruyufwijck,**   .- 

„  Op  den  felucn  dach  zijnde  foUiaten  met  meer  andere^ 
Scaelwijcker  poort  wt  gheuallen ,  om  te  fcherwutfen  met  dè 
Duytf<-*n  die  haer  (lerck  int  huys  té  Ruflenburch  befchanft 
hadden ,  ende  hebben  den  watermolen  dit  de  vianden  verUèk 
pen,  eerft  Inghenomen,  daer  naef  ghelijckelijcaen  gheuallen 
aen.  de  ïchanfen,  de  vianden  daer  wt  ghedteoen,  endd 
t'voorfc.  huys  ilormender  hant  in  gfaenomen  ,  waer  2ijt  al 
f  wat  fy  conden  becomf^n)  door  deken  ende  doorfchoten  heb* 
ben.  Heefk  oock  den  Vaendrager  vanden  Briel,  (der  vianden 
Vaendragher)  t' Vendel  Wt  de  hant  gheruckt,  Iiem  doordeken 
bebbende  ende  t^Vendel  mer  drie  Trdnunelen  binnen  der  fladt 
^rocht,  alfo  dat  de  meedendeel  vaade  Knechten  daer  ^e- 
Weuen  zijn/ 

E  4  Bf  Opf 


Jrj  HAARLEMS  Gefchhdenhfeti. 


„  Opten  felucn  nae volgenden  nacht  ifler  geordonneert ,  dat- 
men  t'Blochuys  buyten  der  (hdc  llgghende,  abandonneren  fou- 
de ,  ende  dat  om  datter  fo  vee!  volcks  daghelicx  op  ghefchoten 
werdt ,  ende  defen  dach  ghefchoten  lx.  mael.** 

„  Den  xviij.  hebben  die  vander  fhdt  die  Cruyfpoort  be- 
ghinnen  wederom  veel  (lercker  ende  dicker  te  maken »  van 
Aerde,  Tacken,  Paerdemis,  ende  andere  fpecien,  met  balcken 
in  maicanderen  geulochten  als  eencn  rooder,  dVeIck  feer 
vreèmt  om  fien  was ,  ende  is  tfelfde  Bolwerck  het  Blochuys  in 
ftercheyt  veel  te  bouen  ghegaen*"* 

„  Opten  feluen  dach  hebben  die  vander  Stadt  wederomme 
Schaelwijckerpoort  wtghetrocken  om-tegens  die  Hooehduytfchen 
te  fcharmutfen ,  alwaer  die  vander  Stadt  niet  vele  bedreuen  en, 
hebben;* 

„  Na  den  middach  zijnder  wederom  fceckere  Sleden  naer 
rPrinfen  Legher  gelbnden ,  om  Koren  ende  andere  victualie  te 
halen ,  die  welcke  ontrent  ix.  hondert  Soldaten  deur  den  vyant 
gheleyt  hebben :  fulcx  ooc  dat  de  vianden  wederom  teghens  die 
vander  Stadt  begonden  te  fcharmutfen ,  maer  alfnu  die  vander 
Stadt  den  vianden  vromelicken  ende  mannelicken  aengheaaUen 
zijn,  fo  hebben  die  vianden  die  vlucht  genomen ,  alwacr  fom- 
mighe  vande  vyandcn  ghebleuen  zijn,  want  diec  Sparen  niet 
ouer  confte  fwemmen  zijn  verdroncken,  In  welcke  (charmutfe- 
linghe  die  vander  Stadt  een  Enghels  haeckgefchut  verloren  heb- 
ben." 

,,  Des  auonts  is  op  het  nieuwe  Blockhuys  vande  Cruyspoor- 
te,  door  zijn  arm  ghefchoten  Monfoir  Vemi,  een  vroom  Frans 
Capiteyn.    Ende  alfdoen  ghefchoten  vij.  mael.** 

„  Den  xix.  Jannari) ,  fachternoens  is  Adriaen  van  Berckeroe- 
de  Schepen  vander  Stadt,  ghereyft  met  feeckere  fleeden  na  den 
Prince,  om  noch  meer  Korens  te  befchicken,  ende  zijn  mede 
wtgctrocken  tot  een  conuoy ,  feeckere  Paerden  met  ontrent  vijf- 
hondeht  haeckgefchutten ,  dweicke  de  vianden  in  Schaelwijck , 
Ilaerlemmeriier,  ende  Vijfhuyfen  ghemoeten,  ende  hebbeu  mai- 
canderen als  vrome  Lanfknechten  vrijmoedelick  aei^geuallen, 
ende  die  vianden,  die  haer  nochtans  van  menichte  verde  te  bo- 
ven ghingcn,  doen  ftracx  de  vluchte  geuen ,  In  fulgker  voegen 
dat  die  vander  Stadt  een  heerlijcke  viftorie  vercregen  hebben. 


HAARLEMS  Gefihiedenitfen.  7a 


\ 


flaende  op  dien  dacfa  bet  dan  ij.  mannen :  In  weicke  viétorie  die 
vander  Stadt  twee  Trommelen ,  met  veel  fchoon  gbeweer  ghc- 
cregen  hebben,  mitfgaders  innéghebrocht  drie  gheuangens,  daer 
van  den  eenen  (eer  ghequedl  was.  Ende  doen  ghefchoten  lij. 
mael.*' 

„  Den  XX.  Janoarij,  zijn  die  vander  Scadt  wederom  die 
Spaerwouder  poort  wtgetrocken»  die  weicke  geuangen  ghecre- 
ghen  hebben ,  Adriaen  van  Groenevelt ,  ende  zijn  nee^T  Heer 
Adriaen  Lorifz  Pater  tot  Alcmaer,  die  oock  doorfteccken  is 
gheworden.    Ende  alfdoen  geicboten  clxxxij.  mael.^* 

„  Opten  feluen  dach  zljnder  drie  fleden  met  Koren,  Vifch 
ende  Cruyt  binnen  Haerlem  ghecomen.*' 

„  Den  xxi.  ifler  een  flede  met  Koren ,  ende  een  Bode  met 
brieuen  inde  Stadt  ghecoraen." 

„  Opten  feluen  dach  ifTer  een  Galey  op  (lapei  gheflelt.  Ende 
ghefchoten  xviij.  maeJ.** 

„  Oock  hebben  van  ghelijcke  die  vander  Stadt  fmorgens  voor 
den  middach  wederom  wt^etrocken ,  om  alfo  tSpaenfche  Leger 
onder  die  mueren  legghende  te  verfoecken,  meenende  haren 
acnual  buyten  die  Sljlpoort  met  vi.  Duytfche  knechten  te  doen : 
ende  die  Walen  fouden  mede  van  gelijcke  roet  fchuyten  buyten 
die  Wacerfloot,  nen  S.  Cathrijnen  brugghe,  aende  eerde  wal 
ghefet  worden ,  om  alfb  van  achteren  inde  Spaenfche  ichans  te 
vallen,  ende  haer  ghefchutte  te  vernaghelen.  Maer  deur  dien 
die  Duytfche  knechten  niet  ghelijk  aen  en  trocken ,  dat  oock  die 
Walen  door  de  groote  mift  niet  en  conden  weten  wat  die  Duyt- 
fchen  wtrechten,  al  hoe  wel  die  ièyne  van  eenen  fchoot  van 
eenen  buffe  binnen  der  Smdt  ghedaen  wert:  Waeromme  fy  niet 
^helijck  aen  en  vielen,  fo  hebben  fywedromme  na  de  Stndt moe- 
ten wijeken ,  naer  dnttcr  aen  bcyden  zijden  fommighe  ghebleuen 
zijn."  \ 

„  Den  xxij.  Januarij  zijn  daer  xiij.  (leden  met  Koren  ende 
andere  vidtualien  inne  ghecomen.  Doen  ghefchoten  Ixv. 
mael." 

„  Item  hebben  oock  die  van  Delft,  Leyden,  Goude,  ende 
andere  Zuythollantfche  Steden,  aen  die  van  Haerlem  doen  yer- 
foeckcn,  thonende  alfo  broederlicke  liefde  tot  haerwaerts ,  dat 
iDditt  fy  hare  arme  impotenten  onbequnem  ter  oorloghe  be^ 

E  5  gheer- 


;4  HAAHLëMS  CêfchïèJénhfiA 

gheef den  qutjt  te  wefen ,  dat  fy.  die  clcx,  voor  haer  deel  wé| 
begheerden  te  almenteren  énde  te  ontflmghen." 

^  Den  xxlij.  Januari]  zijnder  xxij.  deden  met  Koren  itrdd 
Stadt  ghecomen.    Alfdoen  ghefchoten  xxx\r«  mael.** 

,,  Item  die  vander  Stadt  zijn  wederomme  Scbaelwijcker 
poortc  wcgeuaUen,  fcharmutfinge  houdende  met  dié  vyanden  » 
ende  dreuen  die  weder  ouer  tSparen  na  hare  Leghers:  hebben 
oock  doen  gheheel  ende  al  Ruflenberch  verbrant,  ende  fes 
ofte  feuen  cleyne  fchuyten  die  in  tSparen  lagen  den  viant  be- 
nomen ende  inder  Stadt  ghebrocht.'* 

„  Siju  oock  gheuaren'aen  een  Cogghefchip  datter  lach  on- 
der den  hout  in  Sparen ,  om  ghewelt  op  die  vander  ftadt  daer 
wt  te  doen,  al  wacr  fy  den  brant  inne  ghefteecken  hebben, 
ende  fommighe  vande  vianden  ghefchoten  ende  ghequetfl  heb* 
bende,  fo  zijnfe  wederom  met  triumphe  inde  ftadt  gheco- 
men, brenghende  met  haer  twee  gheuangheus  vanden  vian- 
den." 

,,  Daer  is  des  auonts,  omtrent  feuen  vren»  wederomme 
ftlnrme  met  de  docke  ende  trommele  gheclopt,  maer  daer  en 
is  nnders  niet  nagbeuolchL" 

„  Den  xxiiij.  Januarij  hebben  die  vander  Stade  inneghecre- 
ghen  XXXV,  fleden  vol  Rog(»:he,  Tafw,  Vifch  ende  andere 
viftualle,  Ende  hebben  die  vianden  alfdoen  twee  ftucken  ghe- 
fchuts  op  het  blockhuys  ghebrocht,  om  die  vander  ftadt  alfo 
bequaraelicken  te  moghen  befchieten,  fulcx  dat  fy  in  «Is  ghe- 
fchoten hebben  iij^.xcij.mael." 

„  Den  XXV.  Januarij  hebben  die  vander  Stadt  Inneghecre- 
fhen  XXXV.  fleden  met  Koren  ende  viftualie.  Ende  heeft  den 
Viant  alfdoen  ghefchoten  Xlviij.  maei." 

„  Den  xxvi.  Januarij  wederomme  innegecreghen  xxxvij.  fle- 
den met  viftualie.'* 

„  Op  dcfen  dach  is  vant  fpringhen  vande  Jteenen  ghequetft 
ghe  worden  eenen  Pi  eter  Vlafman,  wefende  een  vande  feuen 
Capiteynen  vander  Stadt,  fulcx  dat  hy  terftont  daer  naer 
gheftoruen  is,  Ende  alfdoen  ghefchoten  iij^x•  mael. 
.  ,,  Den  xxvij.  Januarij,  iifcr  gecomen  eenen  grooten  ijfèren 
dooc  door  de  gbeuel  vau  Laquetteoi  huys,   int   Kartshooft» 

bin- 


•HAARLEMS  dfcJUidenisfin^  75 


Mnnén  Inde  keucken ,  mw  hem  nemende  thooft  van  t'Jonck- 
wijf  daer  fy  ftont  ende  dede  dip  beenderen  vanden  fpete.*' 

„  Op  defe  rijt  hebben  die  vaader  Stadt  fint  Jans  toren  in^ 
gehaelt ,  want  fy  vreefden  dat  den  ftlaen  toren  doort  fchieten 
inde  gracht  vaUen  möchte ,  tfwelck  voor  den  viant  een  groot 
voordeel  geweeft  foude  hdiben."* 

„  Item  beeft  den  vlant  alilioen  oock  die  vaoder  Stadt  eenei| 
jallarm  doen  deppen,  daer  anders  oiet  naer  geuolcht  en  is^ 

ghefchoten  üj*bc,  rskuA^  .     • 

„  Den  xxviij,  Januarij  hebben  <He  Bm^gRemeefters,  Hop» 
Juyden»  ende  Capiteynen,  Brieuen  vanden  Prince  oti^fanghent 
welcken  Poft  fyluyden  terftont  wederomme  g^efouden  heb- 
ben." 

„  Op  defen  dnch  zijnder  ftuen  van  onfe  Ruyf;erfi  de  Sljl* 
poort  wt  ghereden,  om  tegens  den  viant  te  fcbermutfen,  maer 
niet  wtghericht  Ijebbende ,  is  een  elck  onbefcbadicht  wederom 

ghekeert." 

„  Op  defen  dach  qnamen  inde  Stadt  Ixxx.  fleden  met  vic* 
tualie,  ende  fekere  vaten  Bufpoeders,  met  omtrent  iiij'.  Wa- 
len, Engelfchen,  ende  Schotten,  alle  wel  gemonteerde  vrome 
longe  mannen,  die  in  een  Conuent  werden  gheieyt,  ende  by 
de  Ileeren  ghefpijft,  de  namen  vande  Capiteynen  zijn  defe, 
Capiteyn  Simmado  vande  Engelfchen,  Capiteyn  Beaufort  vaa. 
jde  Schotten,  Capiteyn  Marottin  garde  van  zijnder  Excel.  Ca- 
piteyn Vardeur  garde  vanden  Graue  vander  Marck,  alfdoen 
ghefchoten  ij*xxvv.  mael, 

„  Den  xxix.  iifer  ghepubliceert ,  dat  alle  vleyfchvercoopers 
het  befte  OiFenvleys  niet  dierder  jnoefte  geuen  dan  t*point  iij, 
^oot ,  ende  het  Koeyen  vleys  voor  eenen  Brafpenninck ,  opt^ 
boete  vgn  t'vleyfch,  ende  correétie  van  Schepenen,  doen  heb* 
hen  die  viahden  ghefchoten  ij*xxviij.  mael. 

Den  xx2(.  Januarij  hebben  die  vander  Stadt  geweldelick  wn 
jgeuallen,  om  die  viandeq  haer  gefcbut  te  vernagelen  ofte  af- 
liandich  te  maken,  maer  alfo  die  vander  Stadt  niet  gelijck 
ghereedt  en  waren,  foo  en  iifer  niet  fonders  wtgericht,  Te 
jneer  oock  om  dat  den  viant  al  ghereedt  inde  fchanfen  ftonc 
pm  te  ftormen,  fo  dat  die  vandor  Stadt  al  wijeken  moeften,  al 
W.9ejr  fV'OOck  feer  veel  volcx  gequetft  iucregen,  waer  van  di^ 

f»» 


7i  HAARLEMS  Gefchiedênisfen. 

saxnee  vande  Otterde  hier  nae- volgen,  Öapiteyn  Michiel  'm 
zijn  hant,  Couchiju  in  zijn  knije  gefteken  met  een  fpies,  zijn 
Vaendrager  gefchoten  in  zijnen  arm.  Hopman  Lambrecht  van 
Wirtenberch  gelteken  in  zijn  borft  met  een  lande.** 

„  Opten  feluen  dach  hebben  die  vander  Stadt  den  vyanc 
buyten  op  het  Bolwerck  doen  fpringhen ,  waer  van  daiter  veel 
vanden  viauden  vernielt  zijn,  ende  alfdoen  ghefchoten  iij'xxi. 
mael." 

„  Den  xxxi.  Januarij ,  nae  dat  die  vander  Stadt  die  fcher- 
mutfinghe  op  ghifteren  gedaen  hadden,  hebben  die  vianden 
daerom  niet  te  minder  gheruft,  ende  hebben  hen  op  dien  dach 
ghereedt  gemae<a,  om  met  alle  haer  macht  die  Stadt  op  defen 
dach  te  beftormen ,  geliick  fy  oock  hebben  gedaen.  Want  de 
wijle  d«  die  vander  Stadt  ende  princepalick  de  Soldaten,  het 
welck  waren  op  dien  nacht  die  Diiytfen,  hare  wacht  hadden 
omtrent  die  cruyfpoorte  ende  fint  Jans  poorte  Haperich  ge- 
houden, foo  hadden  de  vianden  voor  den  dagheraet  haer  alle 
ghereedt  gemaeét,  ende  alle  die  Vaendelen  gefchickt  aen  ende 
omtrent  fint  Jans  poorte,  daerder  al  veel  af  oock  inde  half 
afgefchoten  Poorten  op  de  folderen  ende  andere  pketfen  ge- 
cjmen  waren,  al  eer  die  vander  Stadt  tfelfde  ontwaer  ghe- 
worden  zijn,  ende  veel  van  die  vianden  waren  oock  gecomen 
van  onder  t'Blockhiiys ,  ende  die  afgefchoten  Bolwercken  van- 
de  Cruyfpoort  onder  die  Haechdoren,  hmcks  die  Veft  vande 
Cruyfpoorte  tot  fint  Jans  poorte  toe,  alfoot  ijs  doen  ghehed 
llerck  Was,  ende  die  veilen  kmcks  heel  hardt  beurofen  waren» 
ende  hadden  die  andere  haer  int  Blockhuys  ende  Bolwerck 
vande  Cruyfpoorte  met  de  opgerechte  Vendelen  we!  In  orde- 
nen gheftelt,  ende  die  lefte  ftonden  oock  al  inde  fchanfen  van- 
de Cruyfï)oorte  af  tot  ouer  die  fint  Jans  poorte,  aende  Ra- 
uelincx  Toren,  wel  befet  elcx  in  goeder  ordinamie,  datter 
vander  viftorie  niet  aen  en  fcheen  te  ontbreken,  bereyt  met 
achtien  oft  neghencien  Vendelen,  foo  Spaeniaerden,  Walen  en* 
de  Duytfchen,  den  ftorm  te  doen." 

„  Item  ftonden  mede  al  ghereedt  feer  veel  Paerden,  by 
ghetal  (alfoomen  van  verde  mocht  ramen}  omtrent  fes  hondert 
by  dat  Siecken  huys  ende  die  Reguliers,  ende  van  gelijcken 

ia 


HAARLEMS  GefchUdenhftn:  f7 


iii  Otterveen,  wel  ij.  honden ,  ende  oock  fommighe  inden 
Voorbout  met  voeiknecbien ,  verwachtende  de  viftorie  vahdeö 
ftorm,  ende  fo  wat  Borgers  ende  Soldaten  na  d'innemen  vander 
Sttdt  haer  fehien  fouden  willen  falueren ,  ende  ontulieden ,  om 
die  dan  ooc  te  doorfteken ,  op  dattet  niemant  en  fouöe  mogen 
ontcomen  noch  ontulieden/* 

,,  Item  defen  ftorm  was  geordineert  te  doen  by  de  Spaeniaer- 
den.  Walen,  ende  Duytfchen,  te  weten.  De  Spaeniaerden  met 
de  Duytfchen  aen  de  Cruyfpoort,  ende  van  de  Cruyfpoort 
lancks  de  Wal  ofte  afgefchoten  muer  na  die  fint  Jans  poorte, 
Ende  die  Walen  aen  fnit  Jans  poort,  die  t'voordeel  der  feluer 
Poorte  ende  WaDen  daer  omtrent  mi  al  hadden  gheinnadeert,  al 
eer  de  Schutters  ende  Soldaten  daer  omtrent  zijnde ,  dat  waren 
ghewaer  ghcworden.'* 

„  Die  vianden  dan  die  vander  Stadt  een  groot  voordeel  afge- 
nomen hebbende ,  die  fy  fonder  groote  bloetlïortinge  niet  en 
fouden  mogen  recupereren,  fo  beeft  die  almogende  Heere  niet. 
belieft,  ende  alft  nu  fchoon  dach  gheworden  was,  zijn  de  Schut- 
ters ende  Soldaten  die  de  wacht  daer  omtrent  des  nachts  hadden 
gehadt,  dat  ten  laetften  gewaer  geworden  ^  ende  zijn  aengeual- 
len,  eerft  tuflchen  de  twee  Poorten,  bouen  de  veertich  ofte 
vijftich  niet  fterck  wefende ,  met  eenen  mannelicken  moedt ,  ce-, 
mende  God  almachiicb  te  hulpe,  ende  begonften  feer  dapperiic- 
ken  inde  vianden  te  fchieten,  roepende  allarm,  waer  door  de 
wachten  die  daer  omtrent  waren,  ooc  terftont  bereyt  aen  de 
Wallen  met  haer  gheweyr  zijn  gheloopen ,  ende  voorts  ts  hei 
ouer  de  gheheele  Stadt  ghegaen,  ende  eenen  yeghelijcken  is 
ghereedt  gheweeft  die  vianden  fchietende,  ende  die  ouerghe- 
doromene  in  grooten  ghetale  van  bouen  neder  ftootende ,  alfoa 
datter  in  corter  ftont  een  groot  ghetal  van  Spaeniaerden ,  Wa- 
len, ende  Duytfchen,  die  haer  totten  ftorm  hadden  bereyt, 
doorfchoten,  doorfteken,  ende  omghebracht  zifn,  daer  en 
mocht  niemant  ouer  die  Wal  fien ,  oft  hy  was  doorfchoten  ofte 
doorfteken  fb  vroom  ende  mannelicken  ftonden  die  vander  Stade 
de  vianden  teghen.** 

„  De  meefte  ftorm  ende  menichte  vande  aencoemfte  der  vi- 
anden was  op  het  oude  ingenomen  Blóchuys  aende  Cmyfpoor* 
ce ,  aqi  t*nieuwe  Blockhuys  dat  die  vander  Stadt  feer  fterck 

gbe« 


fi  IlAAllLEMS  Gifchiedenfsftn^ 

gheiriae^  hadddi/'eitde  dat  de^vianden'ha tegheadefea  ({ofni 
hadden  doen  ondèrgraueit  eodeooderdelueu,  om  dat  met  me-' 
>tchte  van  volck  te  ouefruidlen »  Maer  die  vaoder  Stade  hadden 
daertegbett  gheiQaed  ende  gedolueo  oitder  haer  BrefTe  ofte  ge* 
maeéten  Solder»  eenes  groeten  Mijne  ofte  Kelder,  gbenult  mei; 
lëeckerc  tonnen  bufpoeder,  ende  ander  macerien:  Dweick  dié 
van  bionen^  aU  die  'Spanglaerts  nu  aldermeeft  ende  in  grooteti 
ghetal,  met  haer  opgerechte  Vaendelen  daer  op  Honden,  oitt 
oner  te  clHnmen  ^^aen  bd>ben  gedeeckeny  ende  tvler  daerinne 
gebrocht,  dat  jrïjn  werck  feer  wel  gbedaen  heeft,  ende  is  alle 
Mijne  tei^ont  inder  lucht  hoocbgeulogen,  met  allen  den  ghenea 
die  daer  op  ende  ontrent  (tonden,  daer  ontaliijcken  veel  volcx 
onder  ende  in  verfmoorden  ^  cadQ  aen  ilucken  inder  lucht  vlo- 
ghen  ende  vernielt  werden:  Helpt  Godc,  dac  ghy  gheflen  had- 
det,  armen,  beenen,  ia  gheheele  lichamen,  buflen,  helleba er- 
den,  rapieren,  ende  trommelen  bet  vlooch  al  hooch  inde  lucht  ^ 
twelck  een  groot  wonder  was  om  aen  te  fien :  AI  waer  die  van 
binnen  op  acnuielen  ende  doorffaecken  daer  noch  ved  in  haer 
fchanffen,  ende*  ander  dïet  niet  en  conftfen  ontcommeir.  Oocfc 
fchoten  die  vander  Stadt  een  halue  flanghe,  met  (eeckere  dub^' 
fcelde  baflen,  inde  flachoorden  die  voor  aen  die  S.  Jans  poorter 
ftonden  daer  fy  graote  fchade  in  deden.  Daer  werdender  veelff 
termoort,  alfa  dat  die  Spaengiaerden ,  Walen  ende  Hoochduyt-f 
ftfhen,  ten  laetften  met  fchanden  ende  groot  verlies  van  haer 
irolck  moefteri  ruymen  in  haer  fchanffen,  mede  flepedde  haer 
«boden  <öe  iV  confteft  ghecrijghen ,  ende  dat  «groote  Meellera 
Urafen^  Vair  welcke  viftorie  die  van  binnen  den  AJmachtighenf 
Códt  gelooft  ende  ghedanft  liebben,  dat  hy  voor  haeriuyden  ^ 
als  een  ghetrouwe,  bewaerder  gbeuochten  ende  ghellrede» 
Ijadde.^ 

.  ,^  in  defen  üorm  is  ghefchoten  Hopman  Lambrecht  van  Wirt* 
feuburch,  die  cort/s  daer  na  inden  Heere  omllapen  is.*' 

y.  Ter  wylen  dat  de  Spangiaerts  aldus  (lormden  aen  die  CrOyHf 
tude  Sé  Jans  poorte,  lbo  zijn  die  Schaelwijcker  poorte  iogecom- 
atien  ontrent  hondert  en  tfeuentich  (lede  met  Rogge  en  andef. 
vi^ualien,  die  geconuoyeert  werden  wt  des  Princeo  Legber^ 
inet  driehondert  faaeckg^fchutten  ende  ontrent  tfeuentich  Paer- 
^,  het  Meer  ouer,  die  de  Spaengiaorden  voldiden  tot  aen  di^ 
poor^n  van  li^r^  vjA^  met  bondexc  Paarden  eade  fommighe. 

llaeckd 


HAARLEMS  GéfMedênisfen.  f^ 

Haeckgfaefdiutten^  rcli£  #e]cke  mèémten  die  lieden  ende  viaualie 
Ce  benemen  d'welck  hen  min%  tuC^e  wel  dat  dèn  Standaertdr«« 
gher  van  des(  Prlpceo  Ruyceren  met  eenen  anderen  doot  gfaeble- 
ueo  is,  waer  van  C^piteyn  was  JehanMauregnaoIt^  eode  vando 
Ruyters  was  Capiteyn  Enchnyfen ,  endeaUüoeDgefdiotenclxvil]. 
mael." 

^  Die  Burgenieefteren  hebben  tegbens  den  auont  wederom 
twee  Pollen  ofte  Boden  mjst  Brieuen  wtgefonden,  aenden  PriI^ 
cc  van  Oraeugien  de  welcke  terftont  wederom  gecoinen  zijn^ 
brenghende  met .  baer  een  geuanghen  Hoochduytfbhen  Ruyter  f 
die  meynde  te  trecken  nae  den  Leger  inden  voorhout ,  m^r  hy 
moefte  gheuanghen  blijuen ,  ende  de  felue  twee  zijn  op  fchoue^ 
linghen  tfauonis  wederom  wtgherey fl ,  ende  met  die  gheftalte^ 
niffe  vande  voorfc.  Stadt  aen  den  Priace  ghefbnden.** 

„  Den  i.  Februarij  zijn  die  vander  Stadt  met  xxvij.  paerdeif 
wtgereden  om  te  fchannutfen  buyten  Scaelwijcker  poort ,  maef 
hebhen  niemant  gcuonden  dan  eenen  Duytfchen  Soldaet,  die  fy 
mede  ghebrocht  hebben «  van  gelijcke  hebben  fy  buyten  die  SijU 
poort  twee  Ruyters  doorlleecken,  ende  eenen  Wael  ingebrocht, 
waer  door  die  vianden  buyten  de  Cruyfpoort  ligghende ,  haef 
verfameide  ^  het  welcke  die  vandef  Stade  (lendc ,  hebben  nHarmr 
docQ  doppen,  ende  die  Soldaten,  Schatters,  ende  Burgers, 
zijn  aen  de  mueren  ghetrocken ,  maer  daer  en  is  niet  naer  ghe^ 
uolcht,  Ende  hebben  doen  ghefchoten  x.maeL** 

„  Den  ij.  Februarij  hebben  die  vander  Stadt  die  tijdinghe  ghsr 
cregen,  dat  die  vianden  een  Brugghe  van  fchuyten^maeöen,  or>1 
trent  die  Barnardlten,  om  aldaer  inet  Paccden  ouer  te.paflccen, 
«nde  alfoo  de  victnaiie  flodcn  vaadec  Stadt  te  benemen ,  Waerom 
die  Paerden  vander  Scadt  zijnde  xxxvi»  llerck,  met  vi'.  mpnne» 
fmorgens  inde  mill  wtgetrocken  zijn  ^  maert^Ifo  fy  gheen  Brug- 
ghe en  vonden,  zijn  Qr  weder  ghekeert,  Inbrenghende  eenen 
Wael  ende  eenen  longhen,  die  fy  Ii^de  huyfeu  ontrent  Scaelwijc 
bonden/* 

„  Item  opten  feluen  dach  eenen  alarnr  gehadt ,  Ende  doen  ge« 
fchoten  xvij.raaeï.'* 

•  -  „  Den  iij.  Februarij  \s  inde  voorfc.  Stadt  gheboden  by  Clock- 
f^eflach)  datmen  ü\  gheuen  een  Roggenbroot  van  vi.  pondcur 
•m  ij.  üuyuers,  ende  een  pont  Koyckles  pm  vijf  diTyts,  eeit 

men- 


lo  HAARLEMS  Gèfchïedéhhféff. 


mengelen  foetmelcx  om  een  blanc «  ende  een  pont  Butters  voot 
ij.  fhiyiierf.  Alfdoen  ghefchoteü  Ivij.maeK" 
.  ,,  Item  die  Paerden  met  fommighe  Haeckghefchuttetf  vander 
Stadt  zijn  fmorgens  wederom  die  Sijlpoort  wtgetrocken  om  te 
fcharmutfelen,  daer  teghen  oock  ghereedt  zijn  geweeft  fommi- 
ghe  fpaenfche  Paerden ,  van  de  welcke  die  vander  Stadt,  wt 
bet  Blockhuys  vande  Sijlpoort  met  een  dubbelde  Bas,  een 
Paert  ghefchoten  hebben,  met  noch  twee  Ruyters,  fcheyden* 
de  foo  vanden  anderen.^* 

„  Den  iiij.  Feb.  zijn  die  Paerden  vander  (tadt  wederom 
tnet  fommige  Haecgefchutten  die  Sijlpoort  wtgetrocken,  con- 
uoycrende  tot  het  Meyr  toe  fekere  ledighe  lieden  om  Koren 
te  halen,  die  Paerden  vander  Stadt  waren  aen  den  want  ver- 
gaert ,  maer  zijn  onbefchadicht  vanden  anderen  gefchey- 
den/' 

„  OptcQ  feluen  dach  fo  wonde  die  viant  die  vander  Stadt 
befchadlgen,  te  weten,  nae  datfc  diep  inde  Mijne  aende 
Cruyfpoorte  gegrauen  ende  gedoluen  hadden,  hebben  daer  on- 
der gellelt  inden  put  fekere  quantiteyt  van  fiufcruyt,  meynen* 
de  alfo  die  vjmder  Stadt  tot  (chande  te  maken,  het  welcke 
God  niet  gehengt  en  heeft,  maer  ter  contrarie  hebben  die 
vander  Stadt  den  vianden  doen  fprmghen  in  fulcker  voegen,  dac< 
ter  veel  vande  vianden  ende  Pioniers ,  armen  ende  becnen  in  de 
lucht  gheulogén  zijn,  fonder  die  vander  Stadt  eenich  hinder  oftc 
letfel  te  doen ,  Ende  doen  gefchoten  Ixxzi.  mael.*^ 

,^  Op  defen  dach  is  Comelis  Gherritfz  Stadts  metfelaer,  endé 
Michiel  zijn  Knecht  int  afbreken  van  eenen  muer,  gheuallen 
ende  ghefmoort." 

„  Den  v.  February  fo  hebben  die  vander  Stadt  den  viandc 
Inde  Mijnen  doen  fpringen,  tot  haerlleder  gelucke.'' 

„  Des  namiddaechs  cregen  die  vander  Stadt  weder  viij.  fledea 
met  Koren  ende  victualie  wt  des  Princen  Leger.  Ende  alfdoen 
ghefchoten  xli.  mael/* 

„  Den  vi.  Feb.  is  wt  der  Stadt  getrocken  na  den  Prince  vait 
Oraengien,  Capiteyn  Vemi  een  expaert  man  ter  Oorloge,  met 
Adriaen  van  Berckenrode,  om  meer  viAuaUe  ende  andere  nooc^ 
ftkelicfaedeu  te  befchicken.** 


Haarlems  CéféihdenisMi  it 


II.   iir 


*  V,  Optetl  fdfdeiï  dach  Is  Iveder  inde  Stadt  eeneil  filariü  gé* 
ireeft,  daer  niet  na  geüolchc  efl^is  ^  Alfdoen  gel€hötén'xxxvii}« 
maeh"  »' 

,1»  ï)en  vij.  Februari]  iiTer  in  ghecoiiien  C  v.  fleden  met  K<]m 
ren ,  makende  de  vianden  weder  eenen  allann^  daer  and«rs  niett  • 
Daer  geuolcht  en  is,  Alfdoen  gefchoten  xxxvi.mad.** 

,»  Den  vlij.  Februarij  hebben  die  vianden  weder  eèmèn  allaim 
gemaeckt,  die  weicke  die  vander  Stade  int  aencomesi  hebbeit 
döeü  fpringhen ,  Alfdoen  ghefchoten  xxxix^  maelk** 

»,  Den  ix.  Februarij  hebben  die  vianden  beghinnen  te  ihakéil 
binnen  het  Blockhuys  vande  Cruyfpoorte  (dac  die  vander  Stad^ 
gheabandonneert  hadden)  een  groote  hoochte  van  Aerde  eodé 
Balcken,  d*welcke  een  Catte  ghenaemt  wort,  om  lildaer  haef 
groot  ghefchut  op  te  brenghen ,  ende  alfo  bequamelick  die  nlu&< 
ren,  walled,  bolvyercken^  huy/en  ende  (braten  vander  Stadfi 
te  connen  befchieten  >  £nde  doen  ghefchoten  xxxvii]^ 
mael.'' 

)5  Opten  Xi  Februarij  hebben  die  vander  Stadt  die  viandeil 

weder  doen  (pringen ,  alfoo  fy  van  grauen  ende  mmeren  niet  af 
en  lieten,  dVeIck  die  vianden  met  gheen  cleyne  fchaden  ghe< 
boet  en  hebben*'* 

„  Opten  felüen  dach  hebben  die  Burgeóieeders  ende  Capiteyi 
nen  Vander  Stadt  geordineert,  dacmen  eenen  nieuwen  .binned 
Wal  maken  foude,  inde  maniere  van  een  half  maen^  Want  rf 
vreefden  dat  die  viandt  cfelfde  Blochuys  foo  diep  mochte  onder« 
grauen,  dat  iy  tfelue  foude  doort  fpringhen  plat  maken*  Welc* 
ken  Wal  met  alder  vlijdt  ende  nacrilichcyt  met  gemeender  handt 
1>egonnen  ende  voleyndet  is ,  in  fulcker  voeghen  oock  datter  hie* 
mant  abfent  beuonden  en  wert,  fo  wel  Burgeffleefters ,  Capi^ 
teynen,  Höpluyden,  Beuelhebbers,  als  fiurghers.  Soldaten  ha« 
rè  vrouwen  ende  ionghers,  rijck^  arm^  man  éndé  wijf  ^  ionck 
ctide  oude,  fo  wel  by  nachte  als  by  daghe^  d*wdck  fulcked 
voortganck  hadde,  dat  een  yeghelijc  verwonderde »  Ende  alf^ 
doen  iiij.mael  ghefchoten.*' 

^  Den  xi.  Februarij  ilFer  een  HoochSuytfch  wt  den  voorhoU€ 
liet  Sparen  ouerghefedr,  zijnen  Hoedt  op  (lekende  ende  nae  dei* 
Stadt  ghetrcden,  den  welckeii  die  vander  Stadt  inghelaten  heU' 
bch,  ende  na  dat  hy  vraechde  nae  Hopxpan  Steenbachs    vef-» 


<« :  B&ARLEMS  GêrdUeJentlfen. 


Aoonende  Brieoen  die  aen  hem  ghefonden  waren,  foo  Is  hy 
ghebrocht  ten  huyfe  van  Sceenksch»  die  weicke  terftont  met. 
hem  gfaegaen  is  op  Stadthuys ,  al  waer  hy  fcherpelick  geëxaml. 
neen  is  gheworden ,  ende  na  der  hant  oock  gheuaughen  ghe- 
fiomen ,  Ende  alfdoen  ghefchoten  xix,  mad.'* 

,»  Den  xij.  Februarij  iffer  een  Schuyt  met  vWualie  van  Ley- 
dpn  inde  ftadt  ghecomen ,  Ende  alfdoen  gefchoten  cxiiy, 
fiiad.** 

„  Den  xiij.  Februarij  gefchoten  ixxxiij.mael.    Daer  is  oock . 
opeen  ièluen  dach  eenen  Pofl  met  brieuen  vandes  Prince  aend^ 
Kaedt  ghecomen.'* 

„  D^  xüij.  Februarij  zijn  daer  inne  ghecomen  yh  Ha^kgbe- 
fchutten,  conuoyerende  ix.  laft  Korens  ende  andere  viaualie. 
Ende  ali3p$n  gefchoten  xxiij.  mael.'* 

9»  Pen  ^y.  Februarij  hebben  die  vianden  gefchoten  xxij*  mael 
op  l»et  BIo(?Ji^yfi,  ende  daer  is  een  Aelfmaer  fchuyt  met  Torf  ui 
ghecomen.** 

Den  xvL  Februarij  iflTer'  een  cochtfchuyt  met  broot  eode 
vlfch  in^ecomen,  Ende  doen  ghefchoten  xx.mael.** 

,«  Den  xvij.  Februarij ,  zijnder  xxvlij.  fchuyten  met  vi^alie 
ende  ccccc.  Soldaten ,  meed  al  dubbelt  foldenaets  ingec<mien , 
waer  van  ouerfte  was  Capiteyn  ChriftoiFel  Gunter.** 

f9  Op  den  übluen  dach ,  heeftmen  inde  Stadt  die  Ciocke  wel 
vier  ofte  vijf  mael  allarm  ghedopt,  om  dat  hem  den  viandt  doen 
prefenteerde  als  of  hy  ftormen  woude,  latende  die  vander  flad^ 
^rmglien,  die  wijle  fy  byder  fiecken  met  hare  Vaendels  ia 
fladhoordene  fionden,  boe  wel  fy  niet  veel  met  haer  fprlogheoi 
en  bedreuen,  waeromme  oock  den  ftorm  gheenen  voortganck 
gbdiadt.  en  heeft,  Ende  alfdoen  heeft  den  viandt  ghefirboten 
xvii^maeL'^ 

„  Den  xvüj.  Febrmtij  is  d*eerfte  Galeye  met  xijn  vo^rb  lyer 
de  Mèyr  ghetoghen ,  lancl^  zijnde  vier  en  tachtich  voet,  Eod« 
ttlfiben  eheichoten  Ixxxvi.  mael.^ 

„  Qp  den  feluen  dach  zijnder  ingecomen  iilj*  oft  v,  l^dmyteii 
met  viótualie  ende  een  fchuyte  met  ij.  metalen-  ftod^^  van 
Leyden.'* 

,,  Den  xix.  Februarij  is  inde  ftadt  gecomen  éenen  Dvimloo- 
per  9  met  tien  gotelingben,  met  Cruyt,  Logt,  ende  vidoalie.'* 


QAA1U.BM9  (k/tÊiÊiiMh/hi  H 


«rik 


^  Oock  hdeft  Cf}  dea  fttaen-  daob  dk  ctoya»  Gflley*  m» 
Amltordtun»  ui«t  vier  ofte  vijf  [ichiifteA  mi»  P^mlBeicveef 
fedalufdQ»  om  ia  hec  Meyr  t»  oomen,  dTweMc  die  0«ley# 
vun  Ha^im  liiei  mtere  w««h(sp  end»  fihii|Mi  Mët  hA* 
beo.'» 

•»  Op  d^o  frltt^H  ó^h  ItótfNt  die  vm  H^^arfeü  Am  viaad» 
ftfoc  Blocl|My4  rpfipgbeq,  watr  wt  «en  dapper  fcliefmutfingte 
(Gqo  van  hinota  ala  vun  baycea^  gheuolcbt  it ,  £nde  tlüo^A 
XUE.  aiael  gheicboteu»" 

f^  Dea  xx.  iiTer  eeiat  ]jVael  wt  de  (lade  rdte  fy  eerti}ta  ge*' 
uangea  liaddeu)  naeri  duytfdbe  Leghtir  gheloopen»  Ende  i^ 
doen  gefchoien  uxvii|j«  aiaeL  * 

M  Den  iol  jcijn  die  van  Amftefdam  wederom  met  htra 
Schepen  aen  penaincxveer  geeomen  om  baer  eerde  begooneai 
werck  te  voibcengen»  waer  cegl^  haer  de  deyae  Géleye  vatt 
Uaerlem  heeft  ghefett  Oock  hebben  die  vander  fladc  eea  derf 
Paerden  met  fommighe  plempfirfauytea  die  Spaerwoawef  ^ 
poort  wt  geuarett,  in  dier  voeghen  dat  fy  eeaen  Danüooper 
laet  volck  vaadea  vianden  gecregen  hebben»  die  welcke  dea 
meeffendeel  doorfteken  zijn»'  ende  die  rede  werden  inde  ^ 
Fuyck  Qp  gèhangea»  Ende  alfdoen  ghefchoten  ittvLroaeL** 

9^  Dea  xxij«  Hebben  die  vianden  g^eichoeen  Ixix.  maet  ^ 
Ipaer  van  eencn  SoUaet  onder  hi  fine  Janspoort  f  hooft  van* 
den  buyck  geibhoten  wert«** 

„  Den  3pdij«  fchietende  Xlv*  mael »  hebben  doen  eeaea  Bar. 
ghertliooft  vanden  buyck  ghefchoteaé** 

,,  Op  den  itJdiy«  dacb  hebben  die  vander  Stadt  haef  twea 
Guleyen  nye  de  Fnyck  ghefonden,  Ende  alfdoen  g^elUiotea 
zxxHij.  maeL'* 

,t  Dea  szv.  bobben  dfe  van  Dofdrecht  Merlem  tot  affi*» 
ftentie  g^eftnden^  twee  fidtooae  metale  ftncken  ghefbhuta^ 
waer  van  deen  fciiQOt  xHiij*  pont»  etade  d*ander  xüjé  pons 
yfèra»  oet  noah  tiij*  oft  v«  yferen  flanghen.**  , 

M  Op  dea  feioea  dach  oock  hi  gecregen  v«  fchèpen  met  vfo. 
ttaaie»  alf  Gant»  Tarwe.  Rog,  Doonen,  ende  ErWeten»  Efif 
de  Ufdoea  gefehocea  xlL  mael.^ 

M  Den  x^vi,  U  Oa^otff^  vroede  die  groote  Gatey  vm 
Baerteai  yfK^  wt  K^iQ  d^  &9^tm  via  Oortocl).  gsloeipea  to 

fa  m 


HAARLEKR  GefchUdênisfen: 


het  Meyr  na  den  oaertóom,  comende  onder  xij.  Amftérdamv 
ichc  fchepen,  foo  is  hem  die  viant  met  iiij.  ofte  v,  fchepeii 
aei^  boort  geuallen,  eer  hy  wift  dattet  vianden  waren,  ende 
hem  zijn  volck  fchaeloos  gemaeckt,  fo  dat  de  Caplieyn  ge- 
naemt  Gherrit  de  Jonge,  gewont  zijnde,  is  met  zijn  Luyte- 
nant  in  een  Boot  geuaUen,  latende  zijn  volck  in  lall,  die  ter- 
ftont  vanden  viant  oueruallen  werden.  Daer  na  die  groote 
Galey  een  vre  oft  twee  quijt  geweefl  hebbende,  is  de  cleyn 
Galeye  van  Haerlem  (waer  op  Capiteyn  was  Jacob  Thoniflz) 
gewddelijcken  met  foinmigé  andó-e  fchepen  aengccomén ,  ende 
hebben  onfe  groote  Galey  met  noch  een  nieu  Komeel  dat  de 
vianden  toe  quam,  gewonnen,  daer  noch  fommige  vianden  in 
waren,  die  al  doorfchoten  ende  doorlleken  zijn  geworden, 
behaluen  iij.  die  fy  geuangea  namen,  ende  tot  Haerlem  in 
brochcen,  waer  onder  was  een  £delmaii  van  Lueuen  genaeiut 
Ramfcot,  ende  die  van  Haerlem  zijn  naer  de  Fuycke  geco- 
men,  haer  geqiieten  hebbende  ais  voorfc.  is,  Ende  alfdoen  4j. 
mael  ghefchoten.'* 

„  Opten  Ceiuen  dach  zijnder  fommighe  Schepen  met  victua- 
lie te  Haerlem  in  ghecomen.'* 

„  Den  xxvij*  Feb.  hebbeu  die  voornoemde  Galeyen  weder 
aen  malcauderea  geweefl,  fo  dat  die  Amderdammers  loopen 
nioefte,  ende  die  vander  Stadt  hebben  het  ghedotnen  gade  met 
fchuyten ,  fteen ,  ende  puyn ,  weder  gheftopt.  Ende  alfdoén 
lij. mael  ghefchoten." 

„  Den  xxviij.  Feb.  hebben  die  vander  Stadt  fmorghens 
vroech  een  cleyfte  Mijne  aen  de  Cruyfpoort  laten  fpringen , 
in  fulcker  voeghen  datter  fommighe  van  dé  vianden  gebleuen 
zijn,  Ende  alfdoen  een  mael  ghefchoten." 

„  Den  ij,  Maert  hebben  ó\t  vianden 'IxxvL  mael  gefchoten, 
waer  mede  fy  ghedoot  hebben  eenen  Dicrick  Mathenflfe." 

„  Den  iij.  Martij  hebben*  die  vander  Stadt  hafer  grof  gefchut 
(daer  voor  van  gefproken  is)  te'werck  geftelt,  want  nademael 
de  vianden  een  groote  hoochce  (d'weick  een  Catte  genaemc 
wort)  VOO?  aen  het  Bolwerck  gemaedt  hadden,  foo  beeft  deir 
Lüytenant  vande  Schotten  (genaêmt  Hans  Coningham)  hem 
mannelicken  daer  in  met  fchicten  ghequeten ,  de  felue  raferen- 
de  inde  'weerde  van  eenen  haluea  dach.  Doen  vüj.  maet  ge- 
fchoten.'* '  .  ,r  Ueia 


♦  » 


HAARLEMS  Ctfchhienitfe». 


9i 


n. 


Item  ten  feluen  daghe  zijnder  te  Haerlem  twee.  Schuyten 
met  Cruyt.  ende  yJ^ualie  in  ghecomöi." 

yy  Den  üij.  Manij  hebben  de  vianden  een  ^Uarm  gemaècktt 
ende  daer  is  weder  viaualle  inde  Stade  gecomea;  Atfiloen  ij* 
.»ael  gefcboten.** 

„  Den  V.  Martij  is  de  Jacbt  van  Haerlem  met  zijn  volck 
na  het  Meyr  ghenaren  ,  Ende  alfiioen  xiij.  mael  gbefcho- 
-ten/*    '  .    ^  ...   . 

„  Den  vi.  Martij  heeft  den  viant  xx.mael  gefchoten,  doo- 
iende eenen.  die  ^oor  tgrof  ghe^m  ftont  en  arbeyde."* 
.    „  Den  y^  Martij  hebben  die  vander  Stadt  op  der  vianden 
Cat    ghefchoten ,    verdeftruerende    baer    grof  gefcbut ,  ende 
ilercicce  der  &iuer,  Ende  alfdoeri  cxcix«mael  gefchoten." 

„  Item  is  opten  felfden  dach  binnen  der  Stadt  gepubliceert 
.van  alle  dinck  vry  excijs." 

,,  Den .  vüj*  Martij  zijn  inde  Stadt  ghecomen  twee  Vendete 
Walen,  ende  Engdfdien,  die  corts  daer  nae  weder  wt  troc- 
•ken,  om  datmen  prefumeerde  datter  wel  byde  lilj.  dUyfent 
inde  Stadt'  waren ,  Alfdoen  ghefchoten  iv.  mael." 

„  Den  bu  Martij  iè  Capiceyn  Encfanyfen  met  zijne  Ruyter 
ilichepe    gegaen,    waerom  die  vander  Stadt  teghen  die  vant 
Hout  fchermutfifighe  hielden,  Alfdoen  gefchoten  ctiij^maeU" 

„  Den  X.  Martij  heeft  den  viant  xxxiij.maet  ghefcho* 
<en." 

„  Den  xi«  Martij  heeflraen  xix.mael  gefchoten,  ende  die 
vander  Stadt  zijn  de  Sijlpoort  wcgbetrocken  om  teghen  den 
-viant  te  fchermutfèn»  maer  weynich'bedrenen." 

„!Den  xtj.  .Martij  heeft  den  vlantr  xxvij. mael  gefchoten, 
ende  daer  is,  w^er  vidualie  inde  (tedt  ghecomeii.*  Alfdoen 
oock  eenen  allarm  gehadt.** 

.  „  Den  xHj.  Martij  heeft  don  vtant  weder  xvtmael  ge- 
fchoten." ■  - 
.  „  Den  xiiij*  Martij  fo  hebben  die  vandef  Stadt  noch  een 
>rijne  doen  fpringen,  alfo  datter  fommige  vande  vianden  om 
hals  quamen*,  ende  daer  is  oock  eenen  lenenden  Spaenghiert 
:Wt  ghedolg^ ,  maer  by  en  leefde  niet  lange ,  ende  is  fouder 
ipreken  ports.  daer  nae  gbeftoruen." 


F3 


Optea 


f* 


Opten  ftlURi  imchc  Iflfer  om  Wael  wt  het  Bdieh  lodd  Stade 

gecomen,  den  welckea  terftom  na  den  Privc^  nn  Oraengieti 

^«ttoart  werdi.** 
„  Doi  XV.  MItftI]  téeft  det  viaadc  x?t1f,liMl  e;H«fc1ioiieii,** 
,,  Den  xv!*  Murtij  hebben  fy  xlviij.mael  gefcfaöom,  firhietelh 

4ö  een  ioiige  dochter  mee  den  fchrljuer  vett  ChriHoftl  Vader» 

4iet  btfyde  lascter  dcxic  becielt  betibea*'* 
„  Dan   Vf%  ]Martij  hebben  die  vianden  lx..mael  ghefditv 

„  Optes  atvfi}^  MMtlj  Ireeft  den  vttnc  weder  c3d.  laael  ghor 
Schoten  t  Snde  doen  hebben  tAe  vianden  wqderoió  omtrent  dea 
middach  gereetlbhap  ghemae<ft  om  eerïèn  ftorm  ie  do^ ,  Wiei^ 
om  dfe  zander  Stadt  d^  Ck>ck  hebben  dcM  Qkiffea ,  wer  dae^ 
4^  «iet  van  ghedaen/' 

^,  Den  xix.  Martij  hebben  die  viatiden  aande  CrtiyIjKXtfte  een 
^kférck  doen  (^ringen ,  het  ifi^elek  die  vander  Stadt  niet  befchft» 
dicbt  en  heèfc,  Ende  aiicloen  gefirhot)ett.2fcivi«maeL** 

^  Den  XX,  Martij  foo  deden  die  van  Hterlcn  itaMdKcha  oni* 
trent  elf  vren  een  werok  ^rf0geii ,  om  alfoo  den  viiadt  te  be* 
ifcfaadi^en «  Ende  ieu  nicht»  meynden  fy  dt  Caice  aeft  brandt 
$•  fteken,  d*welc](  o2^(  w^  luck^n  w  woude,  i^tfioeii  x^, 
mael  geftboten,** 

.  ,^  Den  xxi.  Martij  heeft  den  viandt  xxvHf«  mael  gefthoten « 
Snde  doen  hebben  di?  vutider  Stad(  alle  bare  doeken  w0l  e^ 
^  kMk  geluydt.'' 

^  6p  den  xxij*  Marti)  (wekk  wtl  Pacfilich)  (ba  hebben  dfe 
vilden  haer  in  flacboorden  gtOek^  ontrent  die  Siedcèn^  Ouefr 
y««n  ^  ettde  Inden  How »  waerom  de  Btirgcmetftétcn  ende  Ca« 
ptoeynen  de  Clocke  ellacm  bebbeo  doen  (deffen,  imier  d^er  \$ 
pief  na  gheuolcht.** 

.  ,,  Op  den  felaeo  dach  xijn  die  vander  Mik ,  lÉet  omd^ent  v* 
pft  vi.  Ruyteren ,  ende  met  cxx.  Haeckgefchutten ,  de  Sijlpoort 
fngbettaUen ,  om  tnet  die  van  het  Bosch  ii^enatitfinge  te  hou^^ 
^ ,  in  fiikker  voegen  datter  Vi^9  vm  tinerlflQ  doot  geMepen 
f^n»  esde  fonomghe  gheque1il«*' 

«9  Noch  sijn  op  den  ftlfileo  dadi  togecotten  tftttentich  laU 
Rofen  t  mi  ^   f<:bepen ,   &nde  «ITdMo  S^K^)leil  ^xx% 


99 

fen.'* 


HAARLEMS  Gêfchiedeniffetf.  'ij 

Den  xKüj.  Mardj  hebben  dié  vianden  xij.  maêl  ghèfchó- 


o  Den  xxiiij.  Martij  heeft  Marinus  Brant ,  Admbael  van  het 
Meyr  twee  geuangens  ingebfocht  om  gepijnicht  të  worden,  de 
'welcke  na  fcherpe  examinatie  by  de  Fuyck  opghehanghen  zijn, 
Énde  alfdoen  xxxv.mael  ghefchoten.** 

,,  Den  XXV.  Martij ,  (morgens  te  ix.  vren  zijn  daer  de  Sijl- 
poort  wtghetrocl^en  omtrent  ij^  Walen»  om  met  de  vianden  (in 
den  Voorhout  ligghende)  te  fchermut&n ,  ende  hebbén  der  vian- 
den eerde  fchanfe  ingenomen,  maer  om  dat  die  vander  Stadt  niet 
(lerc  genoech  en  waren ,  fo  zijn  fy  wederom  getrocken.  Tonder 
yet  fonderlincks  te  bedrijnen ,  achterlatende  ij.  Soldaten.^* 

,,  Doen  nu  den  Burgemeefleren  te  kennen  gegeuen  was»  hoe 
alle  faken  inden  Voorbout  (londen,  (6  hebben  fy  met  aduijs  van 
de  Hopluyden  ende  Capiteyni^n  fecretelick  befloten  ende  verac- 
cordeert ,  t'felue  Voorhout  des  achternoens  bedeébelick  met  ix. 
ofc  X.  Vendelen  te  ouervallen,  d*welck  fy  oock  namiddaeh  om* 
trent  vier  vren  gedaen  hebben»  Te  weten,  omtrent  fes  Vendels 
met  veel  Borgers  tot  ^e  Wfttefpoort  wt »  ende  omtrent  f}*,  ittaii- 
nen  de  Sijlpoorc  wt,  ende  die  Prancojrfbn  endê  Walen  ^e  de 
SijlpoWt  wtghetrock^n  waren ,  hebben  éerft  metten  vfaifden  be- 
ginnen té  fcherinntfèn,  ende  daer  na  2Tjn  dté  Knechten  de  Wa- 
terpoort oock  wtgeutlfen,  ende  oock  een  Jacht  met  ftker'e 
fchuyten  den  boom  wtgeuaren,  ende  hebben  alfoo  de  vianden 
tot  drie  oft  vier  vcrftheyden  plaeifen  óueruallén ,  ende  nae  dat 
fjr  eens  haer  grof  geibhut  af  gefchotéh  hadden ,  hebben  haer  fel- 
uen  op  de  vlucht  gegheuen,  waèr  op  die  vander  Stadt  terftont 
Jngheualfen  zijn,  ende  hebben  die  voor  .vluchtige  vianden  door-^ 
fteken  eödé  döortchoten.  Die  felue  veruolghende  toe  ouer  die 
vaert,  ertdê  hebbefi  alfo  van  die  vianden  tot  omtrent  M.  gefljt- 
ghen  waer  onder  oock  veel  groote  cadetten  waren,  alft  wel 
1)le^ck  aen  haer  coftelick  ghewaet  dat  die  vander  Stadt  mbroch- 
ten ,  ende  verbranden  voort  tot  ouer  de  iij'.  Tenten;* 

„  Item  die  vander  Stadt  hebben  oock  mede  ingebracht  der 
vianden  Veltgefchut,  te  weten:  Vijï dubbelde  Daflcn,  endë  twee 
Jpeulen  llucken»  met  noch  ved  BuQ>oeder,  mWtfgaders  nodk 
lx.  Vemlds  p  dtt  wddK  die  vander  Stade  tot  haerluydér  fpijt  deè 

F  4  '  ftfc 


fi  HAAHLEMS  Gefihifdenisfenp 


feJuen  auoncs  met  pijpen  ende  trommelen  aen  het  ni^u  wcrck 
pmgedragen ,   ende  d^er   nae    op   die   t)orllw^eringhen   ghefqc 

„  Pa^r  werdc  ooc  iqde  gt^dt  gebrocht  omtrent  xxx,  Paerde^t 
veel  Koeyen,  Calueren,  Cleederen,  Mantels,  filuer^  Schalen, 
Jlingen,  vergulde  Morlioens,  ende  ontallickQ  veel  Ruftingeq, 
Jlpeys  ende  Rapieren.  Somma  daer  en  quam  naulicx  een  Sol-» 
jJaet  inde  Stadt ,  oft  hij  en  had  eenen  goeden  buyte.*' 

„  Itpm  da?r  is  noch  een  Tromflager  gevveeft ,  die  twee  hon- 
gert Ducaten  lót  biiyte  hadde." 

„  Die  vander  Stadt  hebben  in  defe  victorie  omtrent  vii}, 
mannen  verloren,  onder  den  welcken  mede  gefchoten  is  een 
walfch  Capiteyn,  genaemt  Derdeynde,  jdie  een  vroom  ende 
verftandich  man  was.  Die  weicke  de  Stadt  feer  profijtelick  is 
geweeft,  int  ordineren  iende  fterck  maken  vande  voorfb.  Stadt 
die  oock  mede  zijn  Knechten  inde  feliie  vidorie  fter  vromelick 
aengeuoert' heeft,  Ende  alfdoeu  gefchoten  xivij.maeU*' 

,,  Op  den  xxvi.  Martij  hebben  die  van  Haerlem  fmorghens 
vroech  op  het  Bolwerck  xi.  Vendelen  laten  vliegen,  die  fy  op 
fien  XXV.  defer  Maent  ende  toe  anderen  tijden  van  de  vianden 
veroreghen  hadden,  Ende  alfdoen  gefchoten  vi.mad.*' 

„  Den  xxvij.  Martij  hebben  di^  vianden  wt  haer  Cat  met  eeo 
ji^uf  ket  doot  ghefchoten ,  den  Luytenant  van  L^nflooc  van  Bre- 
derode,  ghenaemt  Dicrick  Biaefl'em^n,  En^e  iilfdpen  xxxvü 
|ngi?l  gefchoten/' 

,,  Den  xxviij^  Martij  heeft  den  viandt  drie  mael  ghefchoten , 
^nde  (iie  Schepen  van  porlpge  zijn  aen  geen  fyde  half  wi^en  na 
pfiprp  geuarcn,** 

„  Opten  xxix.  Martij  zijn  de  xxxiij.  Schepen. met  vij,  Gdr 
leyen  van  d^  vianden  (by  t'hiiys  ter  Hert)  door  d^n  pijck 
ggdolnen,  ende  alfdoen  hebben  wij  het  Meyr  verlpren." 

„  Opten  feluen  dach  hebben  die  van  Haerlem  met  aller  vlijt 
<(bo  het  feer  waeyden)  die  derde  Galeye  op  het  Meyr  ghebrocht, 
wacr  Capiteyn  op  was  een  genaemt  Binckhorft ,  ende  oock  een 
Capiteyn  Johan  Mauregnauft,  ende  etlijcke  Borg^ren  nqer  do 
(laech  gereyft  by  dander  Schepen.*' 

■  „  Den  XXX.  Martij  heeft  den  vianA  bydePnyck'een  (bhans 
)>^gin4en  te  maken^  om  aldaer  met  hare  Schepen  veyllck 
K  9)<>gb<^n  ll^heq^  Ende  alfdoen  xiiij.mael  gefchoten.*^ 

tl  Oftm 


HAARLEMS  Ge/eUeJuHtfi».  8f 

„  Opten  zzxi.  Martij  hebben  de  viandeq  omtrent  den  auont 
een  Mijne  doen  fpringhen,  maer  fy  en  deden  die  vander  Scaïlt 
f:heen  hinder,  dan  daer  werdt  door  het  fchieten  eenen  allami 
ghedept.'* 

,^  Den  i.  April,  hebben  die  vander  Siadt  een  Schuyt  met 
Bufcruydt  ouer  het  velt  ingecregen,  AlfcJoeii  gefchoten  xix» 

jnacl.'* 

„  Opten  feluen  dach  hebben  die  Soldaten  lint  Jans  ClpoHer 
jn  flucken  geflageo^  dVelck  tot  noch  toe  gbeheei  ghebieuen 
was."  .... 

,,  Den  ij.  April  hebben  d'Amfterdamfche  Schepen  omtrent 
ixxxvlij.  Herck  zi|nde,  vanden  morgen  tpcteo  auont  voor  de 
Fuy ck  gefchoten ,  Ënde  doen  h^beo  die  vianden  op.  de  Stade 
;ciiij.mael  ghefchoten." 

•    „  Den  iij*  April  heeft  den  viaat  fes  mad  gefchoten.*' 
, '  „  Den  iiij.  April  beeft  den  viant  vier  rnad  geCchoteü.  Ende 
filfdoen   hebben    die  vander  Stadt  elf  *  gendugens-  buyten   die 
Scadwijeker    poort    opgehanghen,    ende   een  *  vrouwe    ver- 
droncken*"  ;      * 

,  „  Den  v*  April  was  den  windt  Noórdooft,  foo  datter  niet 
wtghcrecht  en  is.** 

,.  Den  vi.  April  is  té  Haerlem  dooir  de  Sijlpoort  eenen  poft 
Hnqen  gecomen,  die  terftont  wederom  trock." 

9,  Den  feluen  dach  hebben  die  vianden  die  vander  Stadt  doen 
fpringhen,  maer  die  vander  Stadt  ea  hebben  gheen  fchade 
l^eleden." 

.  „  Pen  vij*  hebben  die  vander  Stadt  tegben  die  vanden 
Houte  (buyten  de  Scaelwijcker  pootte)  fchutgeuaert  gehou- 
den, daer  weynicb  wtgerecht  is,  Ende  ajfdoen  xix.mael  ghe» 
fchoten." 

,  „  Den  viij.  April,  fo  hebben  die  vander  Stadt  een  Mijne 
doen  fpringhen,  die  oock  niet  fonders  wtgerecht  en  heeft t 
£nde  aifdoen  ix.mael  ghefchoten." 

„  Den  ix.  April  zijn  fPrinceu  fchepen  ,  tot  omtrent  C 
fterck  wcfende,  wt  die  Caech  na  de  Fuyck  'toe  gecomen,  fo 
(lat  die  van  Haerlem  xij.  Schepen  ghereedt  hebbende,  zijn  ten 
eerflen  met  een  wijdt  groot  waterfchip  in  de  Brugghe  neuens 
Ifleo  Hoi(  ghefeylt,  datter  in  bleef  ftek^,  het  tweede  aeode 

f  $  lee- 


fo  HAAftLÉlMfS  OèfcMédiHh^ek. 


Iteger  Wal  vallende «  zijnde  een  Komeeh  Doen  nu  een  deel 
Soldaten  omtrent  ij*,  de  Waterpoort  wt  op  het  Bosch  vielen, 
iende  te  rugge  geiaecht  werden ,  fo  fpronck  dat  volck  van  het 
Waterfchip  ouerboort,  ende  fommige  zijn  met  ëen  fchnyt  aene 
lant  geraeckt,  fo  oock  vant  tweede  fchip  mede,  ende  lieten 
die  beyde  voor  dè  viandèn.  Die  ander  fiende  dat  de  Brugge 
niet  wijcken  en  wilde,  ende  oock  hare  ij.  fchepen  verlieten, 
^ijn  ftl  fchennutfende  na  dé  (ladt  ghewékeh ,  verliefende  vi. 
oft  vij.  mannen.  Voorts  fo  Mefóh  onft  föhepén  met  die  Am- 
fterdamfche  fchepen  neuens  de  Fuyck  vaft  fchennutfinghe , 
maét  éonden  riet  aen  malcandei'eri  coraèn  door  den  Noord- 
ooften  Wint ,  etide  *e  fcharts  daer  die  Spaeniaerts  op  die 
ffuyck  met  haer  gtof  göfchut  inlagen ,  Soo  zijn  onfe  fchepen 
op  den  auondt  aen  gheen  fyde  die  Ton  ghéfcylt ,  daer  fy  dien 
nacht  bleuen,  no<^h  iweémtel  allarm  op  dien  nacht  ende  op 
cle  Sonnerwech  een  fchermutfinge  op  éièa  auodt  gehouden, 
Ende  alfdoen  gefcfaoten  Ix.niael.** 

,,  Den  X.  April  zijnder  vier  de  Poften  Scaelwijckerpoort  wt- 
gelaten,  om  naer  fPrincen  fchepen  te  trecken.  Ênde  opten 
ieluen  dtfch  hebben  die  vianden  eéi  latrgè  iUians  gemaeót, 
ftreckende  vanden  Houte  lot  de  Fuyck  toe ,  in  fulcker  voe- 
gen, dfltter  wt  de  Aadt  niet  eenen  voghel  ett  conde  gheulie- 
ghen  fonder  In  haren  handen  td  vallen^  Ênde  fy  hebben  aU^ 
doen  xitj.mael  ghefbhotén ." 

'  Den  xi*  Apfil  laghe*  fPrlnben  fchepen  tot  Heemftede,  waer 
wt  die  vander  Stadt  meynden  ofte  fy  en  wilden  daer  volck  op 
fkten,  Waer  doot  {ofA  haéf  hl'et  inde  laft  te  laten)  die  van 
Haerlem  tot  de  Sijlpooi^t  Ivtgheualfen  £ijn  met'  omtrent  Cf. 
■foldaten,  ende  oWtreift  v*.  fóidateil  de  Waterpoort  wt,  oock 
ij',  foldaten  de  Scaeiwijcker  poort  wt.  Doen  nu  die  fchepen 
niet  aen  eti  quamen,  énde  die  rander  St^dt  met  gewelt  we- 
derom ghédreuen  berden,  foo  werden  datr  twee  Hopmans 
van  haer  eyghen  Duytfen  gefct^Oten,  nathdrck  Steenback  iö 
±\\xk  lenden,  ende  Chriftogy  Vader  in  zijn  been.** 

,9  Opten  feluen  dach  heeft  den  viant  moedtwillens  haerder  ft* 
uen  ofte  acht  met  twee  Vaéndelen  aent  Blóckhnys  opgeloopeii 
roepende  viftoria  ^  viftoria ,  die  ftadt  is  out ,  Maer  die  de  wacht 
diier  hldden  bebbea  haer  tan  (fe  viütorié  verfeketi ,  In  fhlckef 

vo^ 


.. ____^ y    

^de^en,  datter  eenen  VaMidn^ber  mét  t{}fl  Vaendei  vöor'de 

Borfhurermghe  bleef  Ugghen ,  Ende  hebben  alfdoen  xW.  maèl 

(nefehotefi* 
„  Den  xiij.  April  hebbed  fy  tt!].iMél  ^eftboienr 
,4  Oefl  ]Hiq.  April  twee  mid  ghefrfaocen ,  Ende  déér  eijn 

^ebts  d#ter»  doorc  Le^er  die  iijipoort  drie  Poften  li^eoö- 


wen." 


^  Den  XV.  A|>ril  fnadiCs  kijndef  weder  drie  Poften  ifigheco* 
Bieil.  Ende  die  vinder  Stadt  hebban  hter  vierde  Gaieye  (lande 
s^ijnde  eviij.  voeten)  te  water  gheft^sden»  Alfdoen  xx vil}»  mael 
llhefchotenr 

,,  Den  xvi].  April  zljnder  drie  Poften  na  den  Prince  gheibii» 
den,  Ende  alfdoen  ilj.mael  gefchoten.** 

„  Den  xviij*  April  zijn  binnen  Haerlem  gecomen  Jeronimna 
Serreers  met  Monfoir  Rofoni,  Monfoir  Gordel,  MonfoirDor* 
hem,  Monfoir  Maligan,  ende  meer  anderen  tot  xv.  toe,  met 
haer  brengfaende  fommighe  mannen  met  cmyt  geladen,  Ends, 
nlfdoen  iiij.mael  ^efchoten.^ 

,,  Den  xix.  hebben  f  Pridcen  Ibhepeft  aenden  ho^ek  vande 
v!jf  huyf^  ij.  duyfent  mannen  opt  lant  getbt,  ötli  tegen  den 
vf andt  te  fchermutfen ,  maer  door  hec  lange  verbeyHött  van  die 
van  Haerlem ,  is  daer  niet  fbnders  Wtgereéfat/* 

„  Opten  feluen  doch  lifêr  eelt  wfttehlMte  met  ecneo  Tariager 
t>y  fcboonen  dage  wt  Maertem  oa  f Priacen  Schepen  gecro^efr, 
den  welcken  (al  hoe  wel  de  vianden  naerfticheyt  dteden  om  hen 
ie  cri)gcn ,  oock  fterckelick  na  hem  fctaocen)  is  in  een  fpi je  van 
de  viandeai  dweérs  door  haren  I^ref^  behouden  ouer  gfic%^ 


men.** 


I,  Noch  den  ftkien  dach  Aachts  is  Capiteyn  Balfon  inet  zija 
Schotten  ende  fomm^e  fiorgeren  tScaelwijcker  ende  Sparwoa- 
werpoort  wtgeuaiien  met  witte  hemden ,  ende  hebben  Rufteih 
borch  afgeloopen,  vernielende  veel  vanden  vianden,  waer  van 
dat  fy  oock  iiij»  geuangens  in  brachten ,  onder  welck  was  een 
Edelman  van  fHertogenbofch ,  £nde  alfdoen  iij.mael  ge« 
fchoten,* 

„  Den  XX»  zijn  die  Spaenlaerdeii^et  een  Galeyè,  ende  een 
Ëeel  te  jaden  wt  de  Puyck  géeomet),  nleyttend^  Ru!letaborch 
weder  té  êrijgen ,  al  waer  die  vabdü  ftadt  hdef  tb  dapper  Weer* 

^  dat  de  vikQden  wijeken  mo^eH »  getbhoten  m).  mar 

n  Den 


9»  HAARLEMS  CefMtdmUpnu 

^  Den  felaen  dach  zijn  weder  üij.  Poften  naer  den  Prince 
gefonden." 

„  Den  xxi.  April  hebben  fy  iij.  mael  ghefchoten ,  ende  is  alf- 
doen  oock  ecnen  allarm  inde^Stadt  gheweefl."    * 

„  Den  xxij.  zijnder  buycen  Sofaaelwqckerppori]  gehfuigen  die 
in  Ruftenborger  fchans  geuangen  waran  ^  wtgefondett  den  £• 
delman.*' 

„  Hebben  oock  opten  fduen  dach  die  vdn  het  Meyr  dapper- 
lick  met  malcanderen  met  hare  fchepen  fchutgeuaert  gehouden, 
maer  weynich  wtgerecht,  Ende  alfdoen  vi.mael  gefchoten.** 

„  Den  xxilj.  zijnder  weder  Poften  in  Scaelwijcker  poort  fn- 
"gecomen,   ende  weder  die  Sijlpoort  ander  wt  gelaten.    Doen 
;cnij.  mael  gefchoten.'* 

'  ^,  Den  xxiiij.  zijnder  omtrent  xxiij.  Burgers  van  Haerlem  met 
Xruyt  de  Sijlpoort  ingccomen,  ende  is  inde  Stadt  een  allarm 
[^ewèeft.*' 

„  ópten  feluen  dach  zijnder  fiïachts  veel  .van  ofjfe  Walen , 
.Schotten,  £ngelfchea,  ende  Pioniers  met  hemden ' ouer  hacr 
clcederen  nae  Spijckerveors  gadt  getogen ,  ende  niet  bedreuen 
h?l)b(»ide  zijn  wederom  inde  Stadt  gctrocken,  ^de  het  begon- 
nen werck  weder  geflecht,  Doen  Umael  gefchoten.** 
.    „  Den  XXV.  tfanonts  te  vL  vren  hebben  de  vianden  in  iij.  par» 
.  rijen  op  Rtiftenborch  cómen  fchjermutfen ,  maa:  hebben  weder 
'moeten  wijeken*" 

•  5,  Opten  feluen  dach  hébben  die  van  buyten  twee  allarmen 
•^gemaeft,  fo'datter  fommige  vande  vianden  pbleuen  zijn.  End/e 
alfdoen  v.mael  gefchoten." 

*  „  Den  xxvi.  z/jndet^  Hij.  Poften  mét  een  fchuytken  nae 
fPrincen  fchepen  geuaren,  Eiide  alfdoen  ij.  mael  gefchoteu.** 

'  „  Den  xxvij.  hebben  die  vander  ftadt  ij.  fchuyten  met  Cruyt 
'oiter  velt  ende  floten  in  gecregen ,  fo  dat  corts  daer  na  oock 
eenen  allarm  gcuolcht  is,  Ende  alfdoen  xviiij.mael  gefcho- 
ten. 

„  Den  xxviiij.  hebben  die  vauder  ftadt  tfauonts  omtrent  viij. 
vrcn  een  Mijne  laten  fpringen,  daer  door  etiike  Spaeniaerden 
^nde  vianden  om  hals  quaraen ,  Waerom  fy  xvüij .  mael  gefcho- 
ten    hebben ,    doodende    een    Capiteyn    genacwt    Heynrick 

'     —'  '  •     ;  JanlFzi 


HAaHLËMS  Gefckhêenitftii.  ^ 


tfaiBU* 


JanlTz  »  met   tloch    een  Edéhnan  genüvmt '  Stoflel  van  Sca^ 

n  Opten  feluen  dach  zijnder  iiij.  Soldaten  wtgegaen  om  fekere 
Schiltwacihcen  ce  lichten,  d^een  onder  den  Hout,  ende  dander 
opten  Sijlwech,  maer  alfo  fy  niet  mede  en  wouden,  zijn  fy 
doorfteken  geworden/* 

„'Den  xkix.  zijnder  weder  Poften  Scaelwijckef  poort  wtge-* 
uaren  naer  fPrincen  fchepen,  ende  by  het  vierteecken  behouden 
ouergecomen,  Alfdoen  xxxviij.maeL** 

„  Den  XXX.  zijn  die  vanden 'Stadt ,  te  weten,  fPrincen  garde 
wtgeuallen  fchermutfende  teghen  die  van  het  Boflche,  aiwaer 
Margotijii  haren  Capiteyn  ghefchoten  is ,  ende  is  In  zijne  plaetfe 
gecoren  zijnen  Luytenant  ghenaemt  Parijs.'* 

„  Omtrent  defen  tijt  hebben  die  vander  Siadt  gouden  pennin- 
ghen doen  (Iaën,  aen  d'een  fyde  de  Wapen  van  Haerlem,  ende 
aen  dender  fyde  haerlieder  aduijs ,  Vincit  vim  virtuiT* 

Den  i.  Mey  hebben  die  vander  fladt  fnachts  viij.  mannen  in« 
gecregen ,  de  welcke  de  vianden  dntiaecht  hadden  ij.  fchuytkens 
met  viij*.  pont  bufcruyt  dat  fy  meynden  inde  Stadt  gebrocht  te 
hebben ,  Alfdoen  xx.  mael  gefchoten.'* 

„  Den  ij.  Mey  is  tfanonts  met  den  donckeren  eenen  iongen 
van  omtrent  xv.  iaren  tot  de  Sijlpoort  Ingecomen  als  een  Poft, 
met  viij.  pont  cruyts  feggende :  dat  hy  vande  Burgemeefters  van 
Leyden  gefonden  was,  ende  hy  feyde  hy  moefte  ij.  Poften  we- 
derom hebben.  Defe  worde  ghehouden  als  gefonden  vande  vi- 
anden ,  Ende  alfdoen  x.  mael  gefchoten." 

„  Den  iij.  Mey  heeftmcn  begoft  tot  allé  Burgers  huyfen,  rijc 
ende  arm ,  die  prouiande  te^  befchrijuen ,  van  als  ^diemen  feer 
weynich  vondt)  oockvan  cruyt  ende  feep,  wanneer  men  voor  i, 
pont  feep  vi.  of  viij.  ftuyuers  gaf ,  i.  pont  quade  boter  iiij. 
ftuyuers,  ende  i.  hennen  eye  een  halüen  ftuyuer,  Gefchoten  vij. 
mael." 

„  Den  iiij.  Mey  xxi.mael  gefchoten.  Daer  is  doen  inde  ftadt 
onder  de  Walen  een  groot  oproer  ende  commotie  geweeft,  ora 
dat  Capiteyn  Vemi  ''die  boof  heyt  ftraflfende:  eenen  Wael  fnachts 
liadde  doen  ophangen,  waeróm  de  Soldaten  Monfoir  Dolhein 
«et  Roers  op- zijn  borft  ghefet  hebben,  hem  willoode  doorfchie- 

teo» 


14  KAAIILEMS  O^fiktf^ndffi^. 

teq,  «D^e  wiUtn  van  hem  wecep  wïec  gedsen  h«d,  weta  nr 
moer  int  lefte  doön  weder  geuen  van  ooch  eeoen  geuaiigei 
$QldBft  g^Oift  is,** 

,,  Qep  \U  Wy  zij[9  4^  vimodm^  ^t  de  Fuyck  ^ecomflOi 
icbieteqde  fei  o^  C^UfM^  Koeyeq  vaa  die  vander  Scadt,  midt» 
dacfe  haer  wat  naerder  gingen  dan  fy  pleghen,  ende  die  va^ 
der  StHdt  (flipten  v«^der  van  haer  Soldaten  drie  mannen,  Ende 
^doen  ii].  in^  g\i^c)iot^tVi*' 

9,  Den  vij.  zijn  de  vianden  wt  den  Hout  gecomen ,  om  de. 
Koeyen  vaoder  Stadt  te  nemen,  maer  die  vander  Suult  wt  co« 
mende  hebben  ttblue  belet.** 

„  Opten  n^lfdQn  nacht  zijnder  vijf  oft  fes  met  PoUFen  buy 
cen  die  cleyne  Houtpoort  wtgecrocken ,  ende  hebben  een 
$chiltwacht  den  baU  afghefneden,  Ende  alfdoen  xiij«mael  ge^ 
rchoten.r 

,,  Den  viij.  Mey  hebben  de  vianden  opten  auont  iiij.  mael 
met  haer  grof  gefchut  door  de  groote  Kerck  toren  gbefcho- 
ten,  neffens  bet  vrewerck,  ende  fnachts  hier  na  zijn  üij, 
Poden  met  conuoy  van  xx.  oft  }(xx.  Haeckfcbutten  na  die 
fchepen  gegaen,  die  op  der  vianden  Icfaans  allann  maeften^ 
die  Pollen  mede  dragende  drie  Duyf kens ,  die  de  Bo^en  we«' 
deromme  wefen  fouden,  Ende  alfdoen  gefcfaoten  xxij,  maeU*' 

„  Den  ix.  Mey,  op  Plnxter  auondt,  hebben  de  vianden 
een  hooft  aen  tBolwerck  ouer  geworpen,-  daer  oock  een  hrief- 
ken  op  ghefchreuen  ftondt.  Dit  is  Capiteyn  Oliujera  hooft, 
ende  alfdoen  xiHj«mael  gefchoten.** 

9,  Opten  feluen  dach  «ijn  geapprehendeert  ende  in  bewaer«> 
der  handt  ghenomen,  meefler  Quirijn,  meefler  Lambrecht  eer^ 
ti)ts  Burgemeefter,  met  meefter  Quirijns  dochter,  ende  inde 
Stadtskelder  gebracht »  pm  die&  wille  dennen  feer  quaet  ver- 
moeyen op  haer  hadden  ^  dg^fe  eenich  verraedt  mocbtei^ 
ftichten.** 

9»  Qpten  X.  Mey  ^en  den  auont  pmtreot  iüj.  vien  $  <{na« 
ipen  de  vianden  vande  Fuyck,  ende  van  Jan  Pitcamen  fcbans, 
fcbcrmutferen  om  onfe  beeOen  te  crijgen,  daer  fy  al  omtrem:^ 
^x,  l^eeOen  af  gheere^iep  badden,  maer  die  felne  werden  haer 

?^  W  "^^i*  ^^  f«  foWweo  cnaUaecl^i,  ho^  wel  (ik  vipde^ 

meer 


HAARLEMS  GtfOttüaitfiM, 


«eer  4»u  9  1.  (terp  Wfir#n ,   pnde  alTdoen  ^hoten  xxi]. 
maei;* 

H  Den  xlj.  Wcy  pmtrent  viiij.  vren  Iffer  een  vliegende  Poft 
ingecomen ,  hellende  een  brief  ken  aen  zijn  been ,  Ende  tlfiloeq 
uij,  nael  ^chofeo*'* 

,,  Den  xiij.  Mey  iflèr  een  gheuangen  (die  de  vianden  op. 
diemer  Dijck  gecregen  htdden)  moedemacft  inde  Stade  ghe* 
Comen,*' 

„  Opten  ^elue^  d^b  (oiidcMchi  >  UTer  weder  een  Duyf  me^ 
tenen  Qrief  i^ge^ipen ,  Ende  omtrenc  iiij.  vren  zijn  de  viandeii 
yan  D^yn  ende  v^tn  ifout  afj^hecomen ,  om  de  Koeyen  bny- 
ten  de  Sijlppo^te  (iot  veU  gaande)  wech  te  halen ,  doen  trockeii 
omtrent  xxx.  Sol(kten  wt  die  Stadt  die  tegen  den  viandt  icbttt* 
(eoaert  hielden,  fo  dat  fy  vand^  heeften  ^een  en  cregeo»  Ende 
slUüoen  xxi.mael  ghefcboten." 

„  Den  zitij.  Mey  HTer  een  van  de  Scadcs  AOjnen  inghenailen, 
ende  dat  door  fgroote  deluep  der  banden  ende  den  Reghen, 
fo  datter  drie  foklaten  onder  doot  ghebleuen  ziin,  waer  door 
die  vander  Stade  eenen  aUarm  hadden ,  Ende  alfdoen  zxxij.  moei 
g^efeboten.'* 

,,  Den  2(v.  hebben  dia  vander  Stadt  weder  eenen  P<^  naer 
die  fchepen  gefonden,  den  feluen  conuoyerende  met  dertich 
Haeckghefchntten  ^  die  aiterm  uide  vianden  Legbers  gemae^ 
hebben,  op  dat  den  Poft  mochte  behouden  ouercoiiien,  Ende 
alfidoen  ij.  mad  gheTchoten.** 

„  Den  xvi.  Mey  zijn  die  vaoder  &adc  weder  w^euallen,  ia- 
i;hende  &  vianden  (byden  Honte)  wt  hare  roopfchanfe,  foo 
datfe  drie  Stormhoeden  met  twee  Roers  inghebrocht  hebben ,  en. 
de  een  Schiitwacht  doorftekeo ,  Ende  alfdoen  xvi.  mael  gfhe- 
fidioten.** 

r,  Den  Xvij.  Mey  bobben  de  Soldaten  die  in  Ruftenborch  de 
wacht  haaiden»  die  Loop&faanfe  by  de  Foyck  a^ieloopen ,  daer 
^  brcflghende  voor  buyt  drie  Spieflen  met  een  Muf  ket ,  Ende 
idfdoen  xlKij.  mael  gefi:l|0ten«*' 

t,  Opten  fidoen  nacht  is  cfiehie  volok  dia  de  wacht  hadden  o^ 
Kuftenbocch  naer  Jan  Pittamen  huys  ghegaen,  alwaer  fy  twee- 
fchiltwachten  hebben  door(teken,  emie  tot  buyt  cregen  drieman« 
«taa  ten  Culfen,  met  een  Deecken»"* 

o  Das 


tfAARLÉMS  Gefchiedenlt/ik: 


» 


Den  xviij.  hebbett  4Öiê  vandér  Stade  Wt  haer  Mijne  eeneU 
Spaengiaert  gefchoten,  den  welcken  (alft  fcheen)  eenmanvait 
()ualiteyt  wüs^  aedgheflen  hy  een  goude  Kettinge  oni  zijnen  h^ 
hadde.*' 

„  Op  den  feluen  dach  hebben  die  vander  Stadt  wederotri 
èen  Mijne' laten  fprlngen,  die  feer  wel  hoer  deuohr  ghedaen 

heeft;* 

„  Noch  is  op  den  Teluen  dacli  geordineert  datmen  alle  de  aef' 
de  Cdiemen  aen  de  Walle  droech)  ouer  worpen  foudé»  dVelck 
èenen  yegelicken  goet  ghedocht  heeft,  ende  foo  oock  beuondeil 
is.  Door  dien  den  viandt  die  yander  Stadt  gantfch  onderdoluen 
hadden ,  foo  dat  die  vander  Stadt  op  dien  dach  wonnen  meef 
dan  t^vee  vademen  dicktenJ* 

,,  Noch  is  ten  feluen  dage  mede  geordineert  elide  afgelefen , 
•^dat  yederman  in  de  Stadt  moeft  toecomen  met  een  pont  terweu 
broot  fdaechts,  de  wijnen  ende  maechden  met  een  half  pont  ^ 
drie  kinderen  met  een  pont,  hoeren  ende  ionghers  met  mouten 
koecken ,  ende  wie  met  zijn  pont  broots  niet  toecomen  en  con-> 
de,  die  mocht  met  mouten  koecken  den  buyck  vullen,  want 
daer  geen  Rogghen  broot  meer  en  was.  Ende  die  brouwers  en 
mochten  gheen  hoogher  bier  brouwen  als  de  tonne  van  xx.  fluy-* 
uers.    Doen  gefchoten  iij.  mael.** 

,»  Den  xix.  Mey  zijn  daer  vier  ofte  vijf  viandèn  óp  het  Bol- 
werck  yande  Stadt  comen  geloopen ,  ende  hebbender  inde  Stadt 
drie  gefchoten  met  een  ionge  dochter,  die  daer  aerde  dragende 
was ,  waer  van  die  Trommelen  ^aUarm  ginghen.** 

„  Opten  feluen  nacht  zijn  die  vander  Stadt  onder  den  Houte 
gheloopen  ,   alwaer  fyluyden  twee  doorfteken  hebben  ,  ende 

eenen    geuangen   ingebrocht , .  Ende  alfdoen  xxxij.  mael  ge- 
fchoten." 

„  Den  XX.  Mey  zijn  die  vanden  Houte,  vande  Leprofen,  en* 
de  vanden  Sijlwech,  met  Ruyteren  ende  Knechten  gecomen, 
om  die  Beeften  vander  Stadt  te  befchadighen ,  d'welck  haer  by 
die  vander  Stadt  beledt  wordt,  ai  waer  fy  twee  Ruyteren  lieten» 
ende  die  vaader  Stadt  eenen  Soldaet,  Ende  alfdoen  lxxiij<mael 
gefchoteik" 


^— — ^—     '  '1 

,,  Opten  feluen'dach  hebben  die  vander  Scadt  d;eo  geuangeti 
die  fnachts  ingebrochc  was,  weder  na  ^e  vianden  gefonden^ 
geuende  hem  twee  halue  Haerlemfche  Daelders  io  zijn  Borfle^ 
met  een  Broot,  ende  eenen  Brief  aen  zijnen  ouerften,  daet 
bx  fchrijuende,^  eer  hy  d^t  Broot  op  hadde  gegeten  dat  hem 
by  defen  gefonden  wort,  fai  hy  oueruallen  ofte  befprongheH 
Ivorden.  Hier  mede  wouden  fy  hem  gewaerfchout  hebben  ^ 
op  dat  hy  hem  niet  en  dorile  beclaghen  dat  hy  yerraft 
ware.** 

*,  Öeri  xxiV  Mey  hebben  die  van  buyten  (ouer  die  Wal 
Comende)  wel  ix.  aerdtdragers  gefckoten,  Ende  aifdooa  xyi^ 
Inaei  ghefchoten*^"'  , 

„  Den  xxij.  tegii^n  den  auondt  hebben  die  vianden  kcH 

Vlerballen  inde  (ladt  gefchoten,  al  waer  van  brant  gecomeif 

Was    opt    hoecken    Vande    Stoefileéch,  inde  Coninck  Ilraett 

^  maer  ten   was  niet  boueri  de  huyfen,  ibo  dattet  haq(l  gelieft 

Weret.-  Ende  alfdocn  xxi.  iriael  gefchoten,*' 

„  Den  xxiij.  na  middach  quaraen  de  viancïen  ^afide  fuycfe'f 
ende  andere  fterck  omtrent  v*.  ende  fchermutften  heel  heftïcfi 
op  onfe  fchans  tan  Rnfteuborch,  daer  bonen  viv.  oft  x# 
fchutten  inden  eerrtcn  niet  in  eti  waren,  want  (y  veel  'mdei 
ftadt  ^yareri  gegacn,  ende  die  vianden  drongeil  fo  acn,  fo  daf 
fy  die  loopfchans  ter  fyden  ende  ouer  ïil  in  hadden,  ende  a{ 
tQTi  de  brugge  vande  principael  fchans  waren,  daet  een  gfoot 
Capiteyri  endp  Seigneur  der  Spacniaerden  doorfleken  \^ert^ 
tnet  noch  een  Capiteyn  niet  wijdt  daer  van^  möt  noch  vi.  cf^ 
vij.  fpaenfche  Soldaten,  die  döorfchoten  NVerden,  ende  fonï^ 
Inighe  die  cóppcil  af  gefneden,  waer  af  twee  Cdpiteyneit  hool*- 
den  met  noch  twee  Spaeniaerts  ïioofdcn  op  Vcrreniagers  acrit" 
Êolwcrclc  vah  dien  auoitdt  wtgefteken  ende  ghctodnt  ^^e^deny 
tot  randerdacc{is,'fo  datter  oock  op  defe  fchermutfingfe  vaftdöf 
Vianden  noch  wel  omtrerit  xxx.  oft  xl.  gewont,  encfe  noch 
fommfge  doot  blenen ,  dierder  een  deel  Tan  met  eeh  fchuy t 
tia  hare  fchans  geuoert  werden ,  ende  den  eaien  Ci^pitc^'n  had- 
de  een  guldefi  Ketene  om  den  hals  mef  omtrent  i'j.  oft  ffj*^ 
gouden  Croonen,  die  die  vander  Stadt  tot  buyt  cregïien',  ert- 
de  doen  die  vtanden  f>ogonncn  af  ttf  trcckcn,  quaiT/'hét  vief 
Int  Kurcruyt,  dat  don  Vacndrtch  fan  Schattei^  daer  irt  bracht^ 

XIX.  DE^l.  G  '   tfHfr 


5*  HAARLEMS  Gefckieienisfen. 


ende  noch  in  zijn  arm  hebbende,  foo  dat  hy  met  Serraeu 
feer  verbrant  was,  met  noch  fes  oft  feuen  andere,  daerder 
fommige  af  fo  grooten  noot  niet  en  hadden.  Doen  gefchoten 
xiiij.mael.'* 

„  Den  xxiilj.  zijn  die  vianden  van  allen  oorden  gecotpen 
om  die  heeften  vander  ftadi  te  halen ,  waer  van  datter  wel  vij. 
of  vüj.  al  int  wech  drijuen  vvaren,  maer  fy  werden  haer  fo 
mannelicken  ontlaepht  dat  de  vianden  de  felue  laten  moeften* 
mee  noch  fes  oft  feuen  van  hare  Soldaten,  Alfdoen  li.  mael 
jefchoten.** 

„  Opten  feliien  dach  hebben  die  op  het  Meyr  fchiitgeuaert 
cegens  malcanderen  gehouden,  maer  daer  en  is  niet  fonderi 
wtghericht.'* 

„  Den  XXV.  na  middach  ifler  een  vliegende  Poft  ingecomen 
met  een  brief  ken,  tfauonts  geniert  met  een  Fackel  aen  den 
leechften  oniganck  vanden  Toren,  daer  op  fnachts  ten  xi. 
vren  eenen  grooten  hoop  volcx  wter  fiadt  tooch  om  die  met 
Cruyt  van  onfe  fchepen  gingben  op  defen  tijt  te  beurijen, 
men  hoorde  feer  'iammerlicken  ende  eyffoücken  fchietcn  den 
gantfchen  na  nacht,  ende  die  meefte  bangichcyt  ginck  die  vait 
onfe  fchepen  (quamen)  aen ,  doen  fy  het  gecrijt  ende  tgeroep 
onfes  volcks  (die  wter  Stadt  gecomqn  waren)  hoorden  ende 
haer  fag^n,  meynendc  dat  het 'mede  vianden  waren,  foo  dat 
doen  de  meeftendecLom  den  hals  quamen,  ende  haer  cruyt 
vanden  hals  werpen,  ende  vanden  vianden  oock  meeft  gefpilt 
worden*  Ende  dat  lange  crijten  duerde  den  gantfchen  na 
nacht,  ende  het  fchieten  mede,  in  dier  voegen,  dat  aen  alle 
oorden  vander  Stadt  allarm  was,  ende  die  vander  ftadt  broch- 
ten  twee  ofte  drie  geuangens  in,  waer  van  de  vianden  felft 
feyden:  den  eenen  een  Capiteyn  te  zijn,  voorts  feyden  die 
gene  die  met  haer  na  de  fchepen  gegaen  waren,  ende  een 
deel  nu  met  Cruyt  ingecomen,  datfe  wel  xvL  oft  xx.  man 
verloren  hadden,  doen  fy  wt  ginghen,  ende  ghekeert  werden 
als  fy  meynden  by  het  fcheepfvolck  te  comen,  Ende  alfdoen 
XX.  mael  ghefchoten." 

„  Den  xxvi.  hebben  die  vianden  weder  een  fchermm- 
Cnge    gedaen    om    die  heeften   vander   ftadt    te   becomen, 

5uier  fy  werden  gefchut,  daer    Uitende   eenen   Sargant  met 

twee 


twee  ofte  drie   andere»  midtfêukri   drie  vttder  Atfdc  gé» 

quetft*'*^ 

,,  Opten  feluen  tijt  heeft  eenen  Landman  (die  de  vièfideil 
een  Koe  benomen  badden)  weder  een  Pdert  daer  Veren  wc 
het  Bofch  ghehaek,  ende  in  de  fhdt  ghebr^hc»  £nde  alfdoeii 
xxix.mael  gefchoten.** 

„  Den  xxvij»  ffauonta  omtrent  viij.  vren  hebbeti  die  vlatb 
den  een  galge  opgerecht  op  Wr  Cac ,  daer  fy  een  deel  Bur** 
gers  ende  Soldaten  aen  gehangen  hebben^  die  den  ij;  nackt  te 
voren  mee  ctuyt'  meenden  in  te  comen »  ende  in  haf  e  hafidetl 
geuallen  waren,  fommige  hingenfe  aenden  hals»  fommige  aèii 
de  voeten  waer  door  onfè  foldaten  zijn  verftoort  ende  be* 
weecht  geworden  ^  weder  defgelijclcen  een  galge  op  te  reckett 
op  haer  Bolwerc^  recht  voor  de  oogen  der  vlanden»  endt 
zijn  terltont  gegaen  om  M.  Lainbert»  M*  ^uirijn^  èn^e  lijn 
dochter  Vrfd  de  bagijn^  Adriaen  Groenendii^ch  indett  bieren 
tijt»  ende  den  iongen  die  met  cruyt  wte  Hout  quam,  defe  twe4 
leden  haer  (èntentie  H  ohtftngen  hebbende  ^  van  gegeeflek  cidd 
gebannen  te  zijn,  ende  die  iongen  in  cijn  aenficht  gebrantmerét*  ^ 
moellen  metten  voorfc»  ende  met  vijf  foldaten  die  inden  Hout 
geuangen  war^n»  ende  een  Paep  tfamen  gehangen  zijd  5  bé* 
lialuen  Vrfel  die  Bagijn  met  een'  Walinne  mede  wten  Hout  ge- 
brocht,  die  worden  tfiimen  in  Bakenefler  gracht  verdt^ncken  ^ 
defe  xëj.  werden  al  tftmen  gehaelt  foAder  conlbnt  vanden  Raedc  , 
oft  Caplteynaiii  ende  noch  hebbenfe  op  defèn  nacht  Heer  ja^ 
per ,  Heer  Reyer  Roothooft ,  Doaor  Elfen ,  ende  de  Predicanc 
van  het  Gaühuys,  al  t'iamen  geuangen  genomen*"* 

,,  Opten  felaea  dach  is  M.  Dierick:  tot  de  Papillen  ottergelOjCH 
pen,  daer  ij*  bnrgers  om.  geuangen  werden,  hoe  wel  odchiil* 
dlch.    Doen  xix^mael  gefchocen/' 

,»  Den  XX vil j.  zijn  de  vianden  met  Ixiijé  Schepen  tegenfPrifh 
een  Schepen  op  het  Meyr  geflagen,  aiwaer  f  Princen  Schepen.di# 
vlucht  moeden  nemen,  achterlatende  xxi*  Schepen»  van  weld(f 
viftorie  de  vianden  tianonts  getriumpheert  hd>ben,  £nde  aifdoeu 
xxix.mael  gefchoten.'* 

y,  Opten  feluen  dach  hebben  die  vianden  opte  Meyrcant  eeA 
ichans  drie  mael  beflormc ,  daer  fy  mannelicken  af-  gheflagfaen 
werden»  maer  doen  die  vande  Schans  merc)iite  dat  fy  vande 

Gd  Schfr 


100  HAARLEMS  GifeMidenisfift. 


Schepeir  v^rimen  waren ,  ende  oock  Cruyt ,  Loot ,  noch  vic* 
malie  en  hadden,  hebben  haer  in  handen  ghegeuen,  behoudens 
lijf  ende  goetJ*  /- 

ty  Den  xxix.  Mey  hebben  die  viimden  den  mael  ghefchcH 
ten.** 

„  Den  XXX*  Mey  lieten  die  vianden  die  vander  Stadt  fprii»* 
gen,  foo  datter  drie  bleef»  ende  Capiteyn  Vemi  met  Conijn  wa- 
ren in  ^oot  per jjcke} ,  fo  dat  die  vander  Stade  aifdoen  allarm 
hadden ,  wdnt  decn  Heter  zigneo  mantel ,  ende  Vemi  werdt  met 
noch  eenen  Soldaet  wtgedolyen.  Noch  fo  was  daer  een  vandèr 
Stadts  foldaten  tot  ouer  de  Borllweeringe  ghefprongen,  die 
nochtans  inden  roock  (hoe  wel  fy  gheweidich  na  hem  fchoten) 
onghefchent  weder  ouer  g/enieckc  is,  £&de  aUUoen  lix.mael 
gefchoten." 
•  „  Den  xxxi.  Mey  hebben,  fy  xjiij»mael  gefchoten.** 

„  Den  eerden  Junij  hebben  die  vianden  weder  op  hare  Cattê 
z.^oft  xi»  gehangheu,  Ende  aifdoen  x.  mael  gefchoten." 

,,  Opten  ij«  Junij  zijn  die  vander  Stadt  wtgeuajle^t  om  het 
Hout  te  beHchtlgen  mee  een  xL  Haeckgefchutten ,  aiwaer  fy 
merckten  veel  vblcks  te  wefen ,  Co  datter  vanden  aendach  niet 
geuallen  en  is ,  Ende  aifdoen  xv.mael  ghefchoten.'' 

„  Den  iij»  Junij  heeft  den  viandt  aen  vier  maften  een  cleyn 
fiormhuyfken  om  hooghe  gehaelt,  viercant  achter  en  bouen 
open,  met  gaten  daer  in  daenneiidoor  fchieten  mochte,  doen 
SU  dat  om  hooch  was  ende  die  vianden  daer  twee  mael  wt  ghe- 
ickoten  hadden,  lbo  werdt  wier  Stadt  de  touwen  in  ftucken 
ghefchoten,  fo  dattet  mee  een  fyde  bleef  hangen,  en  de  rede 
viel  met  twee  ofte  drie  vaiide  vianden  van  bouen  neder,  fleer 
hiyde  crijtende  van  het  vreefelick  leech  iieder  vallen/* 

„  Ten  felucn  tijden  is  eenen  Wielmaker  met  noch  twee  Poflea 
naer  den  Prince  ghereyfl,  met  haer  nemende  etlicke  Duyuen 
die  de  Poften  wederom  wefen  fouden,  Ende  aifdoen  xxi.mad 
gefchoten/'  . 

„  Den  iiij.  Junij  heeft  den  viandt  die  vander  Stadt  op  haer 
Bolwerck  doen  fpringen,  waer  van  datter  wel  fes  om  balS'gh^ 
coinen  zijp,  Ende  aifdoen  vi.mael  gefchoten.^* 
'     „  Den  v.  Junij  heeft  den  viandt  xv.  mael  gefchotenJ* 


mI>^ 


HAARLEMS  G^fcUedenir/èn.  tot 

9,  Den  vi.  Junfj  is  geordineert »  dat  aHe  Borghers  moutfekoec* 
ken  eten  moeden',  siaer  die  Soldacen  haer  pont  tam^en  Broot 
als  voren  ,  £nd€  doen  hebben  die  vianden  xxvi*  mael .  ge- 
fchotenr  •'  •  '"   • 

„  D§n  vij.  Junij  fo  hebben  die  vander  Stadt  een  groot  Mijn- 
gSLi  vande  vianden  ingenomen,  laütk  wefende  ix.  vademen,  dac 
fy  ond«r  het  Bolwérc  na  fiat  Jans  poort  gegrauen  hadden',  onr 
te  laten  fprittghen,  al  waer  fy  In  vonden  eenen  dooden  mtfn^ 
Stormhoet  ende  wittebroot,  Alfdoen  gefchoten  zlvij.maelJ^ '    ' 

^,  Den  vlij.  Juiüj  ifler  een-Doyf  ingecomen  vanden  Heer  van 
Datenburch;  óp  verfoeck  banden  Wielmaeckery  ende  fchreef 
daücet  heifi'  v^w^nderde  dannen  by  de  twee  voorgaende^Dvyf- 
keils  gheen  Brieuien  ontfangen  ^ladde,  eadè  dat  den  PHnce  die 
vander  fladt  haeft  obcfetten  fbiide,  daer  ^  Burgers  ^iet  feer  af 
getroofl  waren.  Al(3oen  géfchoteR  Tcxix.  mael.** ' 
*  .,  Den  ix.  Junij  hebben  die' vander  Stadt  de  vianden  buytenf 
de  Sijlpoon  t*onfbi]ten' gegeüea';  om  dac  fy  Teydent'dat  die  van 
der  Stadt  bier  noch  broot  en  hadden.  *  Alfdoen  xxi.-maél  ge- 
fchoten.'* '    -    '         •  '      ' 

„  Den  x,  zijnder  fes  mannen  wt  de  Schutterijen  ghekbren, 
om  aitijt  te  weten  dMnhouden  vande  brieuen  die  de  vliegende 
Poften'  brochten,  want  die  Burgers  daeromme  feer  oproferich 
werden."  *       '    . 

„  Op  den  fehien  dach  is  de  Fabrijckmeefler  Piewr  Janflz , 
mét  Simon  Schort,  met  noch  twee  kinderen  in  eenen  fchoocvan 
het  grof  gefchut  ghefchoten."  *  - 

'  .,  Op  den  fduen  dabh  hebben  die-  vianden  die  vonder -Stade 
weder  doen  fpringen,  maer  niemant  befchadicht.  Oock  hebben 
die  vander  Stadt  door  het  groot  fnïodiÉken',  thdi  een  Vande 
vianden  Mijnen  ingfaenomen.  £ndé  idfdoen  gefdiotüift  ziiij« 
mael. 

„  Den  xi.  Junij  wilde  denDefeen  Van  dé  Canonlcken  binnen' 
Haeriem  met  meer  andere  Burgeren  dié  inde  vianden  Leger  wa^ 
ren,  fpraeck  houden  met  die-  vander  Stadt,  d'weltfk  \Mf  niet 
toegelaten  en  is.    Ende  alfdoen  iscmael  ghefchoten;** 

„  Den  xij.  zijn  die  vianden  wt  den  Houte  llerck  ende  hon^ 
g^rich  nae  de  Koeyen  vander  Stadt' gécomen ,  waer  van  dauer 
wel  acht  gefchoceo  werden,  ende  eeavandeiStadc'^-  < 

G  3  p  Dci 


199  HAARLEMS  Cer^kieJênkJtm. 


^  Des  tmmiddaedis  zijn  de  -vkinden  wedenMnma  ghecomes 
om  die  fdue  Koeyen  te  halen ,  waer  van  fy  dter  fes  befet^had* 
den,  .&  dat  fes  ^lecfcghefchutten  vander  Srndc  haer  die  ontiaech* 
de  ,  waerom  die  vianden  van  boofheyt  de  Koeyen  door* 
Arboten."  . 

99  .Opeen  ff^luen  <fach  Ifler  eeoen  Woel  vande  vmnden  gecomen 
•en  .RuOenboroh ,  ende  begeerde  den  Capiteyn  te  fpreken» 
dVekk  bent  i^eweygh^c  worde»  Ende  alfdpen  üj,iiiael  ge* 
fcboten*" 

n  Den  xiij*  Juai]  sijoder  turee  Duynen  iboder  brieuen  inde 
lladt  gecomen.    Ende  alfdoen  xxix*  mael  ghefchoten.** 

4h  Opten  feluen  dach  hebben  die  vander  Sudc  w«der  een  Ilfij* 
ne  iogeaomen,  daer  de  Spteaiaerdea  wadit 'hielden «  Ende  a1& 
'iem  drie  doorfleioen »  die  rede  zijac  onclt>open*'* 

„  Noch  opten  feiuen  tijc  hebben  die  vaader  St^c  weder  ghelc 
doen-  flaea  van  xx.  (luyuers,  ende  x.  iluyuers  rihipic,  maer  fy 
tQ  baddeq  haer  gewichte  niec»  want  de  xx«  en  war^  maer  tien 
weerdieh,  ende  tieq  vjjf»^ 

„  Den  xiiij.  Junij  heeft  den  Vlandt  vijf  mael  gefchoten.'* 

,y  Den  XV.  Junij  heeft  hem  den  vlandt  aen  dlen.canten  ver- 
tboom ,  al  of  hy  ftormen  woude ,  ghemorckt  fy  aent  Bolwerck 
aende  CruyQ>oori  een  Mijne  deden  fpriiigbcp  f,  Ailcx  dat  die 
vander  Scadt  wel  xxx,  of  xl.  ftercfc,  eens  opfprongen,  maer 
dacv  en  ia^  niaor  een  van  ghebieuen;  Op  weteken  Hnoock  die 
Tienden  wel  ^eweldel^cken  met  Beuckebiers  <>p  gheoomen  zijn 
omme  te  ftormen,  maer  als  fy  die  vander  Stade  gfaeteedt  (agheti 
Haen ,  -aija  ftracks  wederom  ghel^eert.    Alfdoen  gefofaoten  xxxlj* 

«•0  " 

„  Den  xvi«  tijnder  twee  So^idaten  leuendlch  w^doluen»  die 
]l)t  ^riogbeo  geiudien  War^" 

,,  Opten  feiuen  dach  iffcr  een  Duyue  Ingecomen  i  die  fcbeen 
VI  viirden  handen  te  comen  '* 

n  Opeen  feiuen  dach  hebben  die  vianden  weder  aea  haer  mt» 
tttiOi  efsa  Hermhuyfken  ofte  Ujckhuyfkenmec  vijAlsoipgheaoecfat* 
daer  iy  van  achteren  wt  ^de  in  clommen »  Ende  alfiben  ge* 
i^iQlen  Yitttaei/* 

^  Deo  xvij.  (bidits  is  Monfoif  Serraets,  met  Monloir  Gou* 

tiJQ  met  een  ded  HifdveftbvUen  »a  de  Fuyck  geconuoyeert^ 

•  om 


HAARLEMS  Gefchicdenisfen.  loj 


I 


om  den  Prince  van  als  te  aduerieren,  by  hem  hebbende  eenen 
Korf  met  Duyuen,  in  fulcker  voeghen  dat  fy  door  het  vierteec- 
ken  behouden  ouerghecomen  zfjn,  Ende  alfdoen  vlij.mael  ge- 
fchoten.". 

9,  Den  xvüj.  heeft  Monfoir  Serraecs  een  Duyue  ingefonden , 
waer  van  den  Brief  in  hielt  dat  den  Prince  tot  Leyden  was , 
ende  dfe  Heere  van  Bateiiburch  tuiïchen  Wtrecht  ende  Amfter- 
dam  om  die  prouiande  te  fchutten ,  ende  dat  hy  oock  metten 
eerden  de  (alce  vorderen  foude,  Ende  gefchoten  xij.maél.'* 

„  Op  defen  tijt  HTer  noch  eenen  binnen  Wal  met  Veften  be- 
gonnen, (IrecHende  van  finte  Margrieten  tot  flnt  Jans  poort  toe» 
den  welcken  oock  voleynt  is.** 

,9  Omtrent  defen  tijt  ifTer  gnK»te  armoede  onder  «11e  menfchen 
geweeft,  fo  datmen  alfdoen  begonft  tieten  Paerden  ende  Koe- 
iuydcn." 

„  Den  XIX.  Junij  is  tftuonts.  weder  een  Duyfken  met.  een 
brief  vanden  Prince  wt  Leyden  Ingccomen^  waer  Inne'hiem  den 
Prince  verwondert  dat  hy  in  lange  gheen  Poden  vai|  die  vander 
Scadt  gehadt  en  hadde»  aengheGen  hy  die  vandcr  fUdt  Poften  te 
water  ende  te  lande  gefon^en  hadde,  dieXy  nocbtana  niet  ingo^ 
cregen  en  hadden ,  Alfdoen  gefchoten  vlij.  mael." 

,»  Den  XX.  Junij  vi.  mael  gfcefchoten." 

„  Den  xxi.  Junij  x.macl  gefchoten  ,  waer  van  datter  drit 
tfefFens  ghedoot  werdt.** 

„  Den  xxij.  Junij  ifler  een  Benelhebber  wt  den  Home  ghc- 
comen,  bégheerende  datmen  hem  ter  antwoorde  flaen  foude, 
d'welck  ghefchlet  is ,  Ende  alfdoen  ilj.  mael  gefchoten;* 

,,  Den  xxiij.  Junij  fes  mael  ghcfchoten.** 

„  Den  xxiiij.  ifler  een  Duyne  ingecomen  met  bfietien  vanden 
Prince ,  waer  in  den  Prince  die  vander  Stadt  beloeft  binnen  cor- 
cen  tijden  t*ontfetten.  Ende  men  heeft  alfdoen  anders  niet  gege- 
len  als  Paerden,  cattcn,  moutkoecken,  ende  keonepkoecken, 
Alfdoen  gefchoten  xxiiij.  mael.** 

M  Dra  XXV.  Junij  hebben  die  vandcr  ftadt  met  een  Cortott 
door  de  vianden  haer  huyfken  aende  maft  drie  ofc  vier  mad 
gefchoten*'  Ende  alfdoen  gefchoten  xxxiij*  mad.*' 

9,  Den  xxvi.  tfauonts  te  v.  vren  is  een  Walfcb  haecgefchut 
Wt  de  Fuyc  by  ons  in  Ruftenborch ,  ende  voort  i&d^  ftadc  ouer? 
|;egaen.    Doen  gelchoten  lij.  mael.** 

• 

C  4  9»  9et 


V04  HAARLEMS  Gefchledenisfeiif 


mm 
tf 


99 


Den  xxvij,  Junij  heeft  den  yinndt  ghefchoten  lx,  inaeU* 
Snachts  hier  ijae  zijn  vijf  oft  fes  hondert  mannen  met  witt^ 
liemdcn  en  gheweyr  nae  die  Fuyck  ghetoghen ,  daer  fy  jneyndet» 
pntfec  van  ƒ Princcn  Sgbepen  te  crijghen ,  die  wélcke  niet  aeo  ea 
'jt|uamen,  maer  trocken  wederom,  fgnder  yec  wt  te  rechten.** 

„  Smorgpna  omtrent  v.  vren  \s,  weder  e^n  Dnyf  ken  met  een 
pn^(  ingl^ecgmen ,  waep  vgn  die  ghemeynte  w^^Qr.  wat^y^r-' 
nuiae."-     '  .  /.  . 

.  „  Den  xxviij.  junij  fnachts  hier  na  zijn  wederoip  omtrQnt  M, 
^njann^  (lijf  na  cjie  fuyck  gï^togen  als  Voren,,  maer  dpor  dlflp 
dat  de  Schepen  niet  aen  en  quatoen  was  deo  aenflaclLte  niet# 
rwaer  door' een  groote  miflroofticlieyt  onder  tfie  vander  (ladt 
•fi;oGomen  is.  Beyde  de  nachten  moeden  00c  de  vianden  aen 
diuerfche  plaetlèn  vander  Hadt  aliarm,  Doen  gefchoten  ^ij* 
imael."    *  -      , 

y^  Den  Kxix.  ifler  gepnbiiceert  dat  alle  de  Burgers  vander 
'iladt  fouden  thoonen  den  gecommitteerden  (daer  toe  gheftek) 
'hare  prouianfie,  door  dien  dat  de  Soldaten  (ondet  proteAie  van 
'dien  te  foecken)  beroofden  ende  pionderden  de  gemeynte  van 
(Jer  ftadt.    Alfdoen  gefchoten  ij.  njael." 

^,  Den  XXX.  is  tlauonts  weder  een  Diiyf  kep  ingecomen  mee 
}j.  brieüen ,  daer  groote  blijfchap  om  w^?  wantende  brieuen  wg? 
goede  tijdinghe,'* 

„  Den  i,  JuliJ  Smorgliens  umtrent  xi.  vren  he^ft  Capiteyn 
^Tellicacn,  Capiteyn  Comelis  Matheeufli,  met  noch  een  oft 
iwee  Soldaten  wt  der  fladt  biiyt^n  de  Sijlpoort  int  Bleyckers 
V^it  ip^t  die  viandpn  gefprokcn,  thoonende  een  Vaendragheri 
glieuanghcn  vrou,  dié  eerfl  me;  haren  maq  fprack ,  Daer  ogder 
lypr^e  gefeyt  yanden  Prouood  vande  vianden,  als  dat  harev 
Ouerft^n  begeerden  metten  Onerften  vander  ftadt  te  fprêken, 
dVelc  alfo  géfchïe^de  tfauonts  te  vijf  vren ,  al  waer  doen  op 
Crijchs  gheleye  ende  dat  tuffchen  tfamenQirekinge  vande  ghe-' 
weldich  Prouooft  die  buyten  int  velt  gaendè  zijn  Briiynfwijcker 
lloedt  op  zijn  Prouooft  ftock  ftack,  daer  twee  Beuelhebbers  op 
yfft  qaamen:  Die  ghefproken  hebbende,  quam  den  Vaendrich 
0|en  zijn  vron  Inde  Stadt  gheuanghen  was,  dien  mede  met  den 
Wachtmeefter  vander  Stadt  gefprokeri  hebbende,  ginckwedei^ 
^nit    ËQde  i^^^X  nae  ^unw  di$  C^ue  van  Ouerfteyn  zijbder  vijf« 

d«, 


HAARLEMS  GefchiedenUfen'.  loj 


dfe  ^  groote  beloften  tuflchén  beyde  gefcliiS  zijnde-,  op  Crijcht 
gefcye  te  handelen,  ^o  qnamen  fy  te  hoope -tulfchen  die  eleyne 
Holpoort  ende  die  Waterpoort*  Daer  van  onFer  fyde  waren , 
die  Bwgemeeftèr  Jan*  van  Vfiet ,  Capiteyn  Steeribach , '  Rofonl 
ende  Pellicaen,  endefpraken  van  vi.  tot  vij.  vren ,  met  aen'elö- 
ke  ï'f^  haer  dweraael -te beraden,  eer  fy  fcheyden,  ende  dat  met 
grooter  eerbiedinge  ende  reuerencte." 

,V  Ototrcftit  Hij.  vren-qnam  een  iongen  ^wt' haer  ^eltfchönièn 
loopien,  ende  wert  tot  Scaeiwijcker  poort -van  onfe  knechtja 
mgcbtocht,  van  omtrent  xviij.  oft  xix.  Jaren,  oen  Waelken  we- 
lende,  ende  feydevdat  fy  buyten  groeten  honger  leden,  het 
welcraen  indcr  ftadt  ooc  niet  'weynich  en  dede,  Alfdoen.ge^ 
ichbcen  ij.mael." 

'  ,;  pen  ij.  Jullj  hebben  de  vianden  alle  haer  gefchut  wt  alle 
fclwnfen  voor  die  •  Stadt  gbebrocht ,  foó  begonnen  fy  fmorghens 
sae  vier  veen  te  fchi^on  op  (iie^  Pijn^oren ,  op  Raiiedcyn,  ende 
dp  fint  Jans  ende  CruyfpQorte»  fo  dat  dq  Toren  van  llauefteyu 
al  omtrent  x.  vren  neder  lach,  met  veel  miiers.  daer  omtrent, 
90^  hebben  feer  veel  -huyfen  ^oorfchot^  ende  verdomen ,  die 
windt  waeyde  fo  fterck  vanden  Weftcn ,  ^o  dat  haer  kijckhuyf- 
JiOn  pp, de  CatbQuen  aepde  maft  oixlcr  de  voet  waeyde,  Dannen 
raef-  fchietea  niet  en  hadde  connen  on?  crijg^n^  dat  conde  Gods 
genade  door  eenen  wint  vernielen.  Na  middach  lach  den  Joren 
^\\  fmte  Rath(^ijnen  Briigghe  mede  ter  neder  gefchoten,  Eude 
alfdoen  gefchoten  x'.  maêu" 

5,  Op  den  feluen'dacn  flonden  die  vianden  van  bayten  ghe- 
reedt  omme  te  ilormen,  In  fulcker.  voeghen,  dat  die  Clöcke 
alt^rm  ginck,  maer  daer  en  is  niet  na  gheuolchr." 

;,  Op  defen  nacht  hebfteh  die  vianden  tweevlotten  inde  Vefte 
fcbracht,  meynende  alfo  bequameHck  te  ftormen,  maer  die  van 
^er  Stadt  reede  wefende  hebben  haer  met  fchleten  wel  xx.man' 
non  vernielt/* 

„  Noch  opten  fekien  dach  hebben  die  vander  Stadt  een  fwar- 
te  vlagge  wt  ghefteken ,  om  die  fchepcn  te  aduerteren  dat  die 
Siadf  in  grooter  benantheyt  was." 

„  Den  iij.  Julij  beeft  den  viandt  tóer  vreefelicken  cviij.  mad' 
gdchocen,  ende  alfdoen  tfauonts  omtrent  vijf  vren,  hebben  die 
vinder  ftadt  weder  tegen  die  vianden  opte  voorfc.  plaetfe  fpraec» 
ke  jekouden,**  .  .  _. 

G  5  i,  Deir 


jo6  HAARLEMS  GefihMenisfen. 

,,  Den  lij.  hebben  die  vander  Stadt  wed^r  -eeo  fwert  Vaeo* 
del  den  Toren  wt  laten  waeyen»  haren  uoot  daer  mede  die 
Schepen  te  kennen  geuende.'^ 

,,  Op  den  feluen  dach  ifler  een  Duyue  ingecomen,  hebben** 
de  brieuen  van  den  Prince  dat  hy  haerlieden  den  nanolgende 
nacht  meynden  fontfetten.  Eade  alfdoen  ccclvüj.  mael  ge*, 
fchoten." 

,,  Sijn  oock  opeen  feluen  nacht  die  Soldaten  vander  Stade 
alle  gader  met  witte  hemden  ouer  haer  cieederen  Scaelwijcker- 
poort  wtgetrocken,  meynende  van  vre  tot  vre  dat  het  fcheeps 
voick  aen  landt  comen  foude,  om  die  (Udt  te  ontfètten,  inaer 
daer  en  is  niet  naer  gheuolcht.** 

.  „  Noch  opten  feluen  dach  hebben  die  vander  ftadt  weder- 
om geparlementeert  metten  vianden,  aen  yeder  fyde  fes,  daer 
cüe  Graef  van  Boflu,  ende  die  Graef  van  Ouerfteyn,  met 
noch  vier  ter  eenre  fyden  waren,  ende  van  die  vander  Stadt 
wsren  Steenbach,  Jan  van  vliet,  Rofoni,  Mon»  Sohey,  Pel- 
IJctten,  ende  Corneüs  TheeuflTz,  maer  fy  en  conden  niet  ac- 
corderen, want  de  Soldaten  vander  Stadt  en  wilden  fonder 
gheweyr  niet  wt  trecfcen/' 

„  Den  V.  Junij  omtrent  die  middach  hebben  fPrincen  Sche» 
pen  die  van  der  Stadt  weder  vcrfchenen ,  waer  door  fy  luy- 
den  met  vele  Soldaten  die  ftadt  wt  getrocken  zijn ,  om  haer- 
lieden te  helpen.  Dit  merckende  den '  viant  heeft  aent  Bol- 
werck  eenen  allarm  ghemjieckt,  fulcx  dat  die  Clock  alarm  ge- 
flaghen  wert,  waer  door  den  viandt  wijeken  mocfte.  Ende 
filfdoen  acht  mael  ghefchoten/* 

„  Den  vi.  hebben  die  vander  Stadt  een  wit  Vaendel  den 
Toren  wtghefleken,  ende  ter  feluer  tijt  met  gewelt  Niclae| 
Berntffz  een  vande  Stadts  Capiteynen  met  een  fchuyt  cae  die 
Schepen  geholpen  met  ilij.  Duyfkens,  ende  eenen  brief  aen 
den  Prince  van  Oraengien,  dat  hy  fo  veel  wilden  doen  ende 
bcftollcn  Schepen  ende  Schuyten  met  prouiande  by  de  Ton  te- 
ghen  Dljnfdaechs  fauoncs ,  want  fy  den  honger  niet  langher  lij- 
dei}  en  conden,  ende  is  behouden  ouer  gbecomen.** 

„  Den  vij.  Julij  omtrent  feuen  vren  ifler  eenen  brief  vanden 
Prince  van  Oraengien  ingecomen,  ende  mede  onderteeckenc 
vanden  Poft  die  led  wt  getogen  was ,  als'  dat  fyiiiyden  noch 


HAARLEMS  Gffiyêdewit/itii  to^ 


tfiiita  dacta  oft  twee  ten  Itncllen  f^uden  ordomlickcn  lijden » 
hy  foude  haerluyden  voor  gewic  (raec  Gods  bulp)  oncfetten : 
tk»  op  de  Burgers  ende  Soldaten  vinder  Scadc  hrcr  met  biij- 
icbap  weder  t^  vredeo  Helden»  hoe  wel  eea  ycgelick  tpege<- 
ma  wat  om  wt-  te  trecken,  ende  veel  vokx  haer  goet  oodf 
cleederen  wech  ghegeuen  hadden,  oock  ibmmigb^  haer  ^ue^ 
vanden  Soldaten  berooft  was ,  met  groot  lammer  ende  ellende 
datmea  ouer  de  fantfcbe  Sodt  Ach  ende  hoorde." 

„~0p  den  felnen  dadi  hebben  dks  Soldaten  de  Lombacrt 
opgefineten»  ende  alles  genomen  dattl^t;vin  was,  waut  fy  meyn* 
den  van  vre  tot  vre  die  Stadt  te  verlaten^''  •• 
.  „  Den  vlij.  ifibr  een  Duyue  ingecomen 'met  ceneni  brief 
vanden  Prince»  als  datnen  haerluy den  den  nauolgendcn  nacht 
hoepten  t'ontfttten »  ende  zijne  Schepen  foudon  een  Iqpfen  aU 
larm  opte  Fnyck  maken ,  maer  op  het  Bofch  foude  het  moede 
gewek  comen».van  weleke  nieu  mare  het  mécdeqdeel  der 
^tadt  in  mmoer  was,  ende  wel  een  paer  duyfent  Soldaten  en* 
de  Burghers  daer  op  wachten ,  hebbende  witte  hekndenr  ouer 
haer  cleederen,  om  alfo  d*andere  tot  a(EAentie  te  trecken, 
weickea  aenilach  niet  geluckt  noch  yolhrocht  en  is,  Dacrom 
die  gemeente  in  grooter  droef  heyt  was , '  want  fy  van  honger 
ende  ellende  feer  gefwackt  waren.** 

„  Ende  opten  felnen  nacht  maeden  f  Princcn  Schepen  voor 
de  Fiiyck  eenen  aihrm  met  feer  te  fchieten,  daer  anders  niet 
van  gecomen  is,** 

„  Op  defen  tijt  was  in  Haerlem  den  honger  fo  groot ,  dat* 
ter  vele  menfchen  van  hongher  ghelloruen  zijn.** 

„  Den  iz.  Julij  ilTer  weder  een  Duyfken  ingecomen,  de 
djdinghe  brengfaende  dat  f  Princen  volck  den  flach  in  het  Man- 
nepat  verloren  hadden,  waer  op  fommighe  Capiteynen  de  ha« 
re  te^maènden  düt  fy  haer  ghereedt  fouden  maken  om  wter 
Stade  te  fcrecken,  maer  die  vrönwen  ende  kinderen  hadden  fy 
gaerne  inde  Stadt  gelaten,  weleke^  wttreck  tot  gheender  per* 
ttéüt  gecomen  en  is.  Want  die  vrouwen  verflaeude  datmen 
haer  net  lure  lunderkens  inde  Scadt  laten  wilde,  zijn  terftonc 
vet  ftdckea  difordne  ende  gecrijt  onder  maicander  geloopen, 
duncn  daer  niet  en  wide  door  te  comen*"' 


r> 


Den 


lol  "■  HAARLEMS  ÖefeHedenisfi-'til 


„  Den  X.  Jiilij  tfauonts  fb  hebben  die  v^mter'Stadt  wederönf 
ghereedtfchap  gemaeckt  om  wt  te  tretken ,  Eiide  werdt  geordinèert, 
daer  fouden  (om  den  wech  te  beurijden)  voor  aeu  trecken  feüen 
Vaeodelen  knechten  ,  meed  al  haeckgefchutten ,  d^er  na  den 
lUet,-  Schutters,  ende  Burghers ,  met  hare-  wljuen  ende  kinde- 
ren, die  mede  wikien,  ende  tot  den  hindertocht  Was  geordi- 
ijeert  ix.  Vaendelen  knechten,  WeJck  voomemëo  (by  eenen  brief 
die  den  viandt  wten  Bofch  fchiéle)  bcledt  wen ,  door  dien ,  het 
ihhout  des  Briefs  was,  dat  alle  die  inder  Scuit  waren,  ghenade 
Ibuden  hebben ,  daer  op  hen  die  duytfche  Hoprluyden  ende  Sol- 
daten terdont  bétroiiden,  ende  afuallich  werden.'* 

„  Opten  felnen  dach  verthoonden  die  Spabniaerdcn  op. het 
oude  Blockhuys  (tot^  een  teécken  .van  viélorie  >  negen  Vaende- 
len ,  die  fy  den  voorgaenden  dacb  int  Mannepat  van  fPrincen 
volck  gecregen  hadden.*' 

„  Ót>  den  *xi.  Julij  meynden  tfauonts  vier  ofb  vijf  Vaendelen 
Walfche  haeckgefchutten  Schaelwijcker  poort  wt  tfe  trecken, 
caer  van  die  meefte  al  biiyten  waren,  met  veel  Burgers  ende 
é^'chutters  daer  onder  ,  foo  dacter  geen  een  aende  Brefle  ofte 
Storraplaetfe  en  bleef,  dit  geichieden  weder  (bnder  eenighe  or« 
dinnmie,  met  confiiys  ende  verbaedheyt,  gheen  Bruglegghers 
ghereedt  wefende,  foo  is  een  yeder  wederomme  (met  groota 
beroerte  onder  die  Burghers  ende  Soldaten)  elck  een  op  zlja 
Wafcht  ghegaen.  Ende  foo  Godc  die  Stadt  niet  fonderluighen 
bewaert  en  hadde ,  die  viandcn  hadden  daer  nloghen  in  comen : 
wviüi  tfauonts  omtrent  half  'twaelf  de  Soldaten  weder  eerd  na 
haer  BrefTe  glnghen."» 

„  Opten  feluen  dach  hebben  die  vander  ftadt  de  vianden -ant- 
woorde  ghcfchreuen,  fo  dut  die  Bode  twee  mael  g^ins  ende 
weder  liep."  , 

,, .  Noch  opten  fèluen  dach  hebben  die  Soldaten  M*  Quirijnen 
dochter,  met  des  Coders  wijf,  door  gcoote  wreetheyt  dooc 
g>:ionni^hen." 

„  Den  xij.  Julij  des  auonts  is  Steenbadi,'  Rofoni,  Chfidofu 
fel  Vader,  met  noch  twee  Burgemèeders  ende  meer. andere t' 
meteen  vianden  geaccordeert,  als  dat  fy  haerlieden  die  Stadt  mee 
accoort  fouden  ouergeuen,  maer  Rofoni  en  dont  het  accoorc 
»ict  toe»  ende  heeft  dat  andere  Walfche  Capiteynen  geaduer^ 

teeriji 


HAAKJLEMS  CefctkienisfiMh  lof 


teert ,  die  welcke  terflont  feer  twiftich  geworden  zijn ,  ende 
hebben  die  VaJbrugghe  op  gehs^elt»,  niet  willende  de  voot- 
noemde  perfbonen  in  laten,  die  welcke  nochtans  int  lede  in- 
gheraeckt  zijn ,  die  Burghers  ende  Soldaten  noch  goeden  moede 
ghèufende ,  Tcgghende  ;  Don  Frederico  fal  ons  meer  ghenade 
doen,  als  wy  hem  wel  toe  betrouwen." 

,,  Den  xïij.  Jiilfj  foo  iiebben  die  vander  Stadt  haer  Tromme- 
len laten  flaen,  dat  alle  die  Hopmansfchappen  haer  Tonden  la- 
ten vinden  op  een  oort,  al  waer  haer  voor  ghehoudeu  werde, 
oft  fy  op  ghenade  ende  onghenade  vanden  "Hertoghe  van  Al- 
ba  inde  Stadt  blijuen  wilden,  oft  fonder  gheweyr  wt  te  tree- 
ken?  Waer  op  fy  feyden,  lieuer  op  ghenade  ende  *  ongenade 
te  blijuen,  dan  fonder  gheweyr  wt  tetrecken,  Gemerck|ooclc 
d'Oofterfche  ende  Schotfe  Knechten  wijs  ghemaeckt  was.  dufC 
fy  in  ghenade  ghenomen  waren,  fo  hebben  d^ander  Soldateo 
haer  de  handt  Gods  moeten  beuelen,  ende  op  de  ghenade 
verwachten.  RTaer  Monfoir  Gordel  hoorende  vande  ghenade 
Iprcken,  heeft  Ilracx  een  vande  Knechten  beuolen  dat  hy  hem 
doorfchieten  foude,  fegghende:  &  toj  tnon  amy  qui  n^aue 
faidt  plufiéurs  feruices^  faiittz  moj  aft  lïetire  Ia  derniertf 
vte  donnant  vn  coup  ^harquebouze.  Dat  is  te  feggen:  Nu 
wel  mijn  vrfent  ghemerckt  ghy  my  vele  dienden  ghedaen  hcbr, 
wilt  my  doch  nu  de  lefte  doen,  ende  neemt  dit  Roer  ende 
doorfchietet  my,  het  welcke  den  Knecht  naer  fanghe  weyghc- 
ren  volbracht  heeft.'* 

„  De  oorfaecke  van  dit  Romeyns  werck  was  \  als  dat  den 
viandt  int  accorderen  opentHjcken  b^tuycht  hadde,  dat  (aU^ 
die  in  Berghen  in  Henegouwen  gheweeft  hadden  gKeen  ghenade 
hebben  en  foudon.  Ende  zijn  fmorghcns  te  neghen  vren  buy- 
len  die  Sijlpoorte  ghegaen,  omme  het  acéoordt  te  benelli» 
ghen,  Waer  op  die  Schutters  op  het  StadtKuys  ontboden  wer- 
den ,  oft  fy  met  tfelue  accoordc  te  vrbden  waren ,  ghemerckt 
fyluyden  een  grootc  forame  van  Penninghen  voor  de  plonJe- 
ringhe  vander  Stadt  opbrenghen  moeften,  ende  byden  Burg^ic- 
meefters  voor  twee  hondert  duyfent  en  veertich  guldens  vry 
ghecocht,  ende  dat  op  drie  termijnen,  ^\[aer  van  d'ecrdo  * 
hondert  duyfeut  guldens   daer   binnen    twaclf   daghen    wcfe» 

'.  xnoé- 


ïio  ^      HXaRLEMS  Cefchiedinisfên. 

* 

moefïen,  ende  die  refle  binnen  drie  maenden  naeflcomende» 
met  wejck  accocHrdc  de  Schutterijen  te  vredcn  moeden  we* 
fcn." 

„  Die  Stadt  nti  in  handen  vanden  Hertoghe  van  Alba  we- 
fendc,  is  terflont  met  die  groote  Clocke  af  ghelefen,  dat  allen 
die  Burgbers  met  die  Soldaten  al  haer  ghcweyr  bouen  op  het 
Stadthuys  brengen  fbuden,  eijide  dat  die  mans'perfoonen  ter' 
flont  fouden  gaen  te  Sijl,  int  Clooder,  d«  vrouwen  inde  groo* 
te  Kercke,  ende  die  Soldaten  inde  BakenefTer  Kercke.  Macr 
die  Schotten  met  die  Duytlche  knechten  hebben  die  mueren 
bewaeri;." 

„  Dit  ghedaen  zijnde  is  Fhilippus  Martius  (eertijts  oudt 
Burgbemeeder)  int  Cloofler  vande  Sijl  ghecomen,  ende  die 
Burgheraoederen  ghebeden,  dat  fy  die  penninghen  (daer  een 
yeder  op  ghetaxeert  was)  wilden  opbrenghen ,  op  dat  die  Stadt 
niet  gheplundert  en  wordt,  ghemerckt  hy  als  CommifTaris  van 
den  Hertoghe  ghefonden  werdc.*' 

„  Is  oock  die  vander  Stadt  alfdoen  onder  fes  mannen  een 
bol  Broodts  van  twee  ponden  wtghegheuen .'* 

„  Den  xiiij.  Juli]  foó  is  den  Commiflaris  wederomme  in 
het  Cloofler  ghecomen,  met  Don  Juliano  Romcro,  ende  heeft 
den  Burgheren  ecnen  goeden  moedt  ghegeuen,  fegghcnde: 
Dat  haer  leuen  ghefalueert  was,  midts  opbrenghende  de  voor- 
noemde penninghen.*' 

„  Op  den  ièluen  dach  als  die  Spaengiaerden  inne  ghecomen 
waren,  foo  zijn  die  Schotten  met  die  Duytfchen  beiafl,  haer 
gheweyr  op  het  Stadthuys  te  brenghen,  ende  voorts  ghelcydc 
tot  finte  Cathrijne  ende  fint  Vrfele  Cloofter,  al  waer  fy  mede 
vande  Spaeniaerden  bewaert  werden.** 

„  Don  Frederico  is  met  de  Graef  van  BoflTu,  ende  meer 
Edelingen  opten  feluen  dach  inde  Stadt  ghecomen.** 

„  ïen  feluen  dage  'zijn  die  Capiteynen  ende  Vaendragers 
(ais  fy  fiiaechs  te  voren  haer  Vaendels  prefenteerdeu^  geuaiigeh 
nae  t*huys  te  Cleue  gebrocht.  £nde  dewijle  Burgers  eads 
Soldaten  addus  inde  Kerck^n  bewaert  werden,  fo  hebben  de 
Spaonia^rts  fpmmige  Burgers  huyfen  berocfc  eude  glieipoel- 
geert.** 


HAARLEMS  üefMeiinisfeff.  iij 


),  Den  XV.  Juli]  ztjtider  omtrent  ivf.  Walen  op  de  Marét  ght- 
lianghen  ende  gherecht/* 

n  Op  den  fehien  dach  Is  den  Hertoch  van  Alba  van  Amfter- 
dam  gbecomen  om  die  Scadt  Haerlem  van  buyten  te  befien ,  én- 
de  is  foo  om  cBe  Singd  vander  Stade  gfaereden ,  ende  die  Catte 
met  andere  fterckten  ende  fchanffen  beficbticht  hebbende,  ia  daer 
naer  weder  binnen  Amftefdam  getrocken."" 

„  Den  xvi.  is  Hopman  Rii^>erda  mei  zijnen  Lu3rtenant  onc- 
liooft,  ende  Sceenbecbs  Predicaoc  gehangen,  met  noch  if.xlvi}. 
Soldaten  int  Meyt  verdroncken.^* 

.    „  Den  xvij.  is  die  fchattinghe  gbeinnet,  ende  weder  een  deel 
Soldaten  buycen  Scaehvijckerpoort  onthald.^ 

„  Den  xviij.  ifTer  weder  wel  iij^  l^uycen  Scaelwijcker  poorc 
onthald,  onder  welcke  oock  fouimiée  Burgera  waren,  in  mey« 
ninghe  wefende  met  de  knechten  wc  te  pafleren,  ende  fo'door 
te  comen.** 

„  Opten  feluen  dach  wert  Simon  Simonffz,  den  Predicant  me- 
de den  cop  afghehouwen.** 

„  Den  XX.  Julij  is  Lanfloot  van  Brederoede,  Rofoni,  eode 
den  Rentmeefter  vanden  Briel  geapprehendeert ,  ende  biiyten 
der  ftadt  tot  Schooten  onthalft.**  . 

„  Pen  xxiiij.  2;ijn  alle  die  mannen  die  om  het  woort  Gods 
eertijts  gheulncht  waren,  gbeapprehendecrt  gheworden,  midtf- 
gaders  Pieter  Kies  Barghemeefter,  }acob  Gherritfz  Trefaurier, 
Arent  Dierickfz.  Gorter,  Floris  WiUemfz*  Schoenmaker,  Areüc 
DiesickTz  Goeman  op  de  Bcack  ,  Hageonn  Kerckmeefter , 
Adriaen  platteehnaker ,  Schagen,  Mkhtel  de  Wads  foon.** 

„  Den  XXV.  JuHj  ia  inet  vier  TromsKlen  om^flagen,  dat- 
men  alle  die  wtlandich  |>6wee(l  ü)n  openlMffem  ende  te  voort- 
fchijn  brenghen  foudCj  op  verbeiirte  van  in  fa«or  ^^en  dei^re 
gehangen  te  worden.** 

„  Den  XX vij.  Is  geapprehendeert  Ariaen  Janflz ,  Sdmiu  Jan 
van  Vliet  9  Ghenlt  Stuuer  Burgemeefter,  Jan  Aelbrechtfe  Raet 
Secretaris,  Jan  vande  Vooren  Cornel,  Jacob  Bartelmeeuüz  Ga- 
piteyn,  Pieter  Bal  Schepen,  dnde  Jacob  Bamtüz  Gapiteyn,  die  - 
corcs  daer  naer  geftorucn  is  inde  geuanckeniflTe  ende  inde  Scadt 
begrauen,  want  fy  alle  wter  Stadt  geuoert  waren.  Oock  Jan 
AriaenlTz  de  ionghe,  Luy tenant  vanden  Coronei,  JanDiericfz 

Schat- 


tta  HAARLEMS  GerehitJtni$ftni 


Schateer,  Piccer  DierlckTs.  HaiTefoer^  bcyde  Vaendragers,  Jaif 
Zad  onderfchouu'* 

„  Den  xxiXé  Juli]   maeckten  die  Spaeqiaeiden  inde  middcr- 
nacht  ^(buy een  der  Stadt)  een  groot  runK)er»  Want Ty  med^ 
inde  fladt  wefen. vilden,  om  alfoo  mede  rfle  biiyten  ende  roo» 
'ttingbcn  (ais  d^andere)  deelachtich  te  worden4    In  fulcker  voe^ 
gben  dat  het  groote  moeyte  en^e  fwaricheyt  in  brocbt,  o« 
^en  fdnen  troubelte  modereren ,  ghemerét  fy  andere  Cap^ 
teynen ,  Loytenantert ,   Sargeanten ,  ende  Vaendragets  ghecoren 
hadden,  ende  quamen  alfo  mede   inde  Ihdu    Welcke  (cheih- 
,  Tinghe  ende  tweedracht  onder  de  knechten  (Beminde  Lefer) 
anders  niet  en   is  gheweeft  dan  een  werck  Godes^  waer  in 
dat  wy  a)s  eenen   claren   Spieghcl  zijn  groote  barmhertïchcyt 
*ende  ghenadö  tot  onflvaerts  hebben  connen  fporen,  gemcrckt 
-het  groot  profijt  nut,  ende  weluarcft  dflt  ^Q^è  landen  door  defi 
feluen   tweedracht  ontfangen  hebben,   affo    hy  wei  fes  wekefi 
lanck   ghediiert  hoeft.    Soo  dnt  fyluyden  leglien  andere  Heden 
oft  vlccken  niet  connen  voornemen  hebben.    Hebben  oock  al- 
len (leden  daef  omtrent  ligghende  Tviandts  coemfte  met  fchau-» 
fen  ende  bolwcrckcn  verwacht,'* 

„  Den  XXX.  hebben  die  Spaeniaerden  tegen  malcanderen  een 
groot  rumoer  ende  allarm  ghemaeckt,  fulcx  datter  een  bend^ 
Ruyteren  inde  (ladt  ghecomea  zijn,  die  welcke  teriloct  wedcy^ 
:vertrocken  heeft." 

„  Den  xxxi.  hebben,  die  Spaeniaerden  xiij.  ofte  xiiij.  flueken 
ghefchucs  inde  fladt  ghebrocht.'* 

„  Den  vi.  Augniio  is  Schippio  Vitellns  een  oudt  beuaren 
Crijchfman  inde  fladt  ghecomen,  om  die  Soldaten  in  vredeti 
te  (lellen s  ende. met  hacr  (van  Coniiicx  wegen)  aengaende  de 
betalinghe  t'accorderen ,  waeromme  de  Spaeniaerden  groote 
blijfchap  mae^en." 

,^  Den  vij.  zijn  de  Dnytfirhe  Soldateö  van  Lazarus  Mullefs 
rei:iment,  met  haef  Capiteynen  ter  ftadt  wt  ghcleyt,  met  haer 
hebbende  fekere  paerden  ende  voetknechten  tot  Leydtfluydeff, 
macr  comende  by  nieuwer  Kercken,  zijn  fy  by  de  Knechten 
dacr  Broechuyfen  Ouerfte  af  was  ende  andere,  den  viandem 
af handich  ghemaecku** 

,,  Deo 


tiAARüliiifiS^  ütfieHtiniiMK  >I3 


mm 


'  V*  Dcil  viij*  hebben  die  SpsBiiimien  techts  eenta^alliira  ge- 
mcft,  ende  Simon.  Scori  (die  itfeyjlden  docfr  bet  rumott  f  an(< 
Tomen)  is  alfdoeo  gheuanghen  ghenomeo.** 

i.  Op  den  'feluen.  daeh  iA]n  die  Burgarsi^  ««  oock  tlle  die 
WaUclie  Capteeynen.  wt  der  ftddt  t'SichoQcen  ghebrocht ,  W«€r^ 
•mme  onder  de  vrienden,  groorenroawe  was^   - 

,,  Den  xf.  zijn  de  Scliotten,  Engeirdien^  Wal^»  ieqdc  Fran- 
tfoyfen».  die  coc  nocli  co» gheuanghen  ghefet^en  hadden,  dmtrenc 
drie'  hoaderc  tnec  den  fwéerdo  gerecht  ^  grooteitóy  bujrcen  haef 
neyi^ghe;'..    '     :         ■  r..  >   ...         - 

ri  Den  xij.  Angafti  hebben  die  Spaeniaerdffn  liared  Veldtheet 
(Don  Frederico>  met  groete  triiimphe  Inde  Stade,  ghe^aek ,  ge* 
merckc  Ty-voor  bare  betaMnghe  veraceordeen  warep».  voor  xxx^ 
Croomen  ,de.  man»** 

„  Den  .xy;  Augnfti  iteeft  ddn  go^tfoofen  Codeftidia  a  Merlo- 
ie,  Biflbliop  tot  Haerlem,.  Sibtev Banen  Ketfcke  tnet  gsooier 
SoIeAiAiteyr  ghewiidc.  Heeft  o(^ck'<lfe  MHfö  gheibnghen»  al* 
ivaer  Don  Frederido  ghéeomeniSyBnde  d^&utfngeliutngekfea 
Mijnde^  fo.  heeft  den  Secretarie  vanden  Biflchop  J^mf  reëeric^ 
lx.  Articolen  yobr  ghehooden,  «waer  op  {ty.  z^^eo- eedc,  voor 
den'  BilTchop^  gedaen  heeft  beloueode  de  reiiie4a  ala  V(;mderhon« 
den  ende  nttr'teoomeiU'*   . 

„  Den  Kth  Augufli  zi^  die  Sp^eoiaertsindt^grooCeKcrek 
.van  Haenem  getirteft  oip- te  monl^erep,  mfi^r  om  darmep  1ta.ej 
4ie  leenii^  corcen  wijden  ^  lijn  fy  van  daer  gefcbeydpn  Tonder 
yet  anders  wt  te  reefatenr 

f  si!.De9.xvij.  nijn  fy  wieder  in  die  Kerckc  goco^^enj. al  wter 
.fy  geit  onifarighen  hebben  ;'ende  elj^,  alfoo  wter  Siadr  ghetroe^ 
Jken.om  Leyden  ie  belcggben,  maer,  naer  laag  bera^it  j[|-  of 
Alcmiier  gheubllen ,  daet  ^  wfynich  eere  behaelc  hebben^  ^ 
'  1;^  Opeen  I  feluesl  dach  Oracy.  nat  yertreck  der  ^pa^ni^rden^ 
'ftijnd^r  Dpytfche  Kneghiea  ^nde  ftadt  gbeeomem**  ^  . . .  .^ 
;  .f,  De9  X viji«.  vjiqAqk  binnen  Schooteu  x vii]*  yande  Walfcfae  Ca- 
jplieynen- iei«te  Vaendraghers  onthalft.'*  ...:.:'    '' 

.  9V  Opten  xi<*  zijndes  noch  ettcUjcke  Soldatpn  (die  ioi;Gaf|« 
linys,  Geqk  laghen)  opten  Werf  vant,  Caittiay«  omhalft*  pock 
jüjn  die  Bnrgeti  die'  wt  gbebrocht  waren  ^  wed^  ii;n9.gbecQr 

JiPh  1>«1»  H  „  Den 


W»  HAARLEMS  Öf/Slii7diii{ifi«' 


riÉdUMUb 


,9  Om  zxf.  iOét  een  gshmi^l  iWdoefi  voor  den  Burgeren 
•f  g^efto,  wtghefontim  Lvi^  Surg|h«ren.  Welck  Pardoea 
ftetten  namen  der  Bafgherm  Mer  mêf  vt^lcbr;** 

„  t)tn'«i}é  Sffteinber  hebben  <Re  Hopmsns  hffer  Schune- 
riftii  dodii  vétffiievw ,  ttidé  aU(]öeii  trc  éicke  S^tttt^ije  ghe^' 
coren  xij«  mannen ,  du»  voor  AiBiMeff  (dat  i&i  i^fMUt  b«le« 
gberde)  Pfonieren  moeden.'* 

Bt]  iü  den  iBM,  die  4e  HmêtUmmtf^  vati  het  Sfoansek 
Krijgm^Uc  IddiR,  kwam  nog,  dat  in  het  Jaar  \s7^  c*^  ^U» 
brand  in  de  Scad  veroor3iadKt  iscrd  ,  die ,  behalven  eenigo 
CródadleifaJlie  CMgm^  owmt  450  Hulaen  tesM^rdeiu'  Van 
ti]d  tot  f^d  d«idl  men ,  «riért^  emftlge  poogHven,  om  de 
fitad  weder  aati  der  SïaaMn  arijda  te  brengen,  waar  toe  ook 
een  goed  aantal  Ingezetenen  niet  ongenegen  waa ,  dan  dd 
^éhms^figê^miê  -Rege^iiig  vabioiBBde  het.  Men  Tegitjb  een 
Mime  Sdmtterf}  op)  en  wüde  de  gmtfishe  Smgerij,  doos 
cenen  nieuwen  Eed,  a»  de  J^oÈifiMen  verbinden^  die-  vede 
^ofanoodlg  wefgecden.  Op  bea  «fani  <^n  het  Jaat  tS7S9  wa- 
len de  Sfëoè/Ue  Scfaepen  1H  '*t  psarfw^  tnafbheo  de  Stad 
in  Spêtff^ém  genaderd,  xo  dat  idte  van  bhmen',.  fcig  deti 
wegf  ofli  loefoerte  behonefl,  genoegzaam  sagen «fjsefncden» 
waar  door  groot  gebrek  ontftond«  Uden' zond  «Gemogtigdea 
•an\  Pmt  üfUjtJEJk,  <m  over  een  vcipdrag  ie  handelen,  en  op 
«etf  ±a  Itouërtj  van  4ièt  jaar  1577,  werd  '•er  ie  «wr^  lil 
Ihèimi^^  elfvaat  de  Mnji  JÉig  bevoai,  «e«  overeenkCHtUt  ge- 
troflTen,  volgens  welke  de  Spaanfckè  beseitiag,  de -Stad  nrl* 
tte» ,  dé  K$&mfchÊ  en  Ónfêo^kf  Godidlensc  'Viljélijk.  in 
tie  Stad  ^^eoeflênd ,  tt  voorts  In  allee  de  C^Udl^^jW  vrede' ttoest 
Mderhottden  worden  ,  dan  het  dttotde  tog  'eea  gerttimeii 
poos',  eet  de  ^vijanden  de  $tad  veriietem  in  de  maaod  Jnlij 
weranderde  Prfns  willsH  de  Regeering  aldaar»  De  Gïfr^r^ 
ave^r^f »  vermogtén  alleen^  volgens  hei  verdrag,  fö  eéien Kerk 
prediken,  hondende  de  Itwmfishen  aUe  dó  aadèiM^lil,.  die 
duurde  tot  na  de  fatisfaaie  van  AÉifiMam^  In^  F«brftatf(]^ 
Van  het  Jip  157^,  gefloten.  Op  den  a^  Ma^  van  dec  Jeari, 
^jnde  Sacraihemsdag,  vielen  de  Soldiateapin  de  Orooté' Keift'» 
iKe  oj^epropt  xikec  menTdwit  wi6#  en  berooftie  dttseive  <vaa 
sOle  fieiadeD>  dat  idee  zonder  bet  wonden  eil  daoden^  vm 


■aMÜMI^É— É— — iM— — ü^i      I  mmmmmÊmkt    i|-fH 


toAfst  'ongduftlgft  toeging,  fo  eno  16  handelden  sQ  dki 
vta  ÜgiA  9aÉgt  «üdere  Kèrketi  en  Xlootteni    De^tUrgfcsiag 
deed  itttnTdMb  dé  Öroote  Ko^  floteii^  toe  d«  É^  fet^nund,^ 
door  Biai#  gewekt  Vn  *c  Krijgilralk^  lu  SeptenAvi  iMtf 
.geopend  wetd^  en  Mn  de  QtnfinÊnêt^  èen «^lirolte  toege^ 
fian  weid»   Be  Mêêwuctgitimim  óedm  tik  illociiè  <afl  dit  i« 
i>eletcen,  ditt  deunt  iris  gricserdi    In  bet  )M  istft»  ItefloM 
elj,  een  vertoekfbiirift  asü  den  Prins  vjui  er0nfe  tip i^  BeUeo» 
nvttrUj  i^  om  de  vrije  oeflfbiiiïg  Vi^l  budnett  <kid<diie^ 
liieldeni  J>oc(i  de  Staaten  van  H^land^,^  wleti  mt  Versoel^ 
fthrift  WasierlMndteaeldi  ire:Mhettf«  éi^j»  dietel«ete& 
kend  haddettt  In  den  Hmag  oii4>oden  je$idé,  Weirdtti  ^ttiood* 
zaakc»  btmne  nisttn  door  te  bMb  .Oemit  si^OaevMl^  tUrnHk^ 
gesdnd  Bingenieeiter»  die  ket  ked  Wen  k»64  ««  güdfikirtM.» 
en  Dlu  VoLfeEküÊ  cooamkattr^  die  liec  all  Notaris  jpgftfleM 
had,  liaddtB  aoeke  gdnoe^  om.  kvd  gediNig  b^  dtf.StaÉM« 
^erantwoocden.    Haarlem  bkÊt^  nedort  dien djd|  jaüopt^aaai 
in  mate,  es  t>egon  taecUijlt  «Kder  toe  ie  aeeneat  w  'm  Ütz 
Jaar  16171    Dé  Wediondcrrdnp  M  V  voor  dit  jittim  M 
kerkordeofat  -vao  kc  jaar  15^1 1  ^jkUen  invoercdy  en  Votgens 
die  oide*  Nvee  |aaren«lFOoreniüeai^redikintdoentetq|pa«i 
endaar  dodr  noaa  tö  iM  aiiao^gen  onder  de  Camtré^kê^m' 
firanten  gerezen ,  dat  liet  gezag  der  Staaten  mlauwlijk  tp^ylkei- 
de  traa,  tm  dt  hvêft^a^  iroqr  te4  koriefi  tijd  se  dillen*    *t 
Gemor  cig^tfederom  verltefenda  #  ileèooc  sten  co;  ket  mofMiaiad 
van  WaardgfUcrs,  en  men  vqrderde  de  Sctmtsers  vernieawiie 
vai|  haoaea  Eed  af*   ^enen  muAs  cHUsm&N^zoOM ,  Ümwor'' 
her  on  ifverig  ikifefmmêerdi  weigerde  den  Ëed>  Waar  op  in"} 
oncfchttuerd  en  qp  ^amdgek)  gelteid  werd ,  .*t  welke  lUj  weiger* 
den  te  voUoen^  imb  andeTi  mee  naame  amam  lau  BLoit^  ver* 
filutfte  de  Re^mdiv  üede  veel  moeite  •  dan  beiden,  wer*- 
den^  zonder  eenige  Rechtspleging^  door  Burgeteecsteten «  de 
Stad  iamscft»    liter  ^  1)efk|>efl  ^  zig  op  den  Uoogén  ïlaad» 
4ie  heü  hoorde,  ^  ^  M^iOMac  deed  d^gva^rdeo^  be]astj»M(o 
mfletts»  üec  4e  iiimwai^g  nm  ter  Vpoois»  OU  tt  üaaou   9t> 
'%utLy  tfiar.  op  wditk  tn  de  Stad  gekoipenlljiide ,  weed  doiiir 
.kat  Geredtt  venrolgd^  om  de  boete;,  op  bet  breekeci  >mx  <te 
'^tel  dodb  l4  i«^'  <)P  ^nici^w  gedekt  .met  mandamenten  van 

Ha  d€3i 


%ii  BAA^LEViS  <i9/Mei4Bisféfi.    ' 


éea  fibogen  Raad» .  Deeze  zaak.  duurde  toc'rft  hecvdigeide 

Jiarv  wtiLGecommkcettden  z\g  verzetten  tegen)  den  Hoogen 
Jlaad^^eo  de  Staateo  begeerden »  dat  hun  deflnUBeDimoesten  ia 
'Aasden .  gefield  worden^:  en  niettegenllaande,  .die  al  Aelde  den 

Iloogen  Raad ; .  de  Regeerlt^  ven :  Haarlem .  in  !t.  ongelijk ,  be- 
lasiende  den  Beantaaider^  tnlaatefentemietcaUicvüer.  te  bren- 
gen; daQ  die  van  HaatUm\  gedekt  door <dk*Jiettdeiheid  der 
«Staaft^ ,  Verkkarden  die  fóntentie'.voor  nul»  en  disr  bleef . die 

zaal^  onii%daan,  tot  de  verandering  der  Regecring,^die.daBar 

na  volgde.    •      '  ....:. 

'    Haarlem^  dat  de- zijde > der intteite  iJteden hfeM^rendurzan 

-die  d^  ^ktmmllranten  was;  leverde ,^  in  de' maand .  jauuarij » 

van  het  Jaar  1618,'  ter  Stairsvergaderrag ,  ecne  merkwaardig» 
-jtiièttotle  In,  betreffende  genoegzaam 'de  ganticbe  Regeering  van 
Jblbmd^  wciko  verklaarins»,  door  de  zeven  Steden  Leitief^^ 

Oamda^  RpUèrdam^  Si^iéh9V9n4  Briel^- Aikmaar  en  Hmtm 
•werdtoe^eftelud)  en  door  andere  Leden  Aerkwevd  tegen  ge* 

ftaaif,'Vèn  weik  ftuk  wij  reedaop  het  Art.  van  jcmndehaa», 
•tnekfing  gemaakt  hebben. 

Öen  24  Oftober,  van  het  Jaar  itfiS^  verzette  Prin$  maurits 
<de  Regeering  aldaar,  latende  tiertien'van  de  onde VfoedTchappen 

in  liunne  post,  en  ftelde  *er 'nieuwe  Schepens  en^Burgemeene'* 

Tenaaan. 

Toen  men  in  het  Jaar  1629  voomeoiena  wa»,  t weder  in  ph- 
'derhandeling  met  de  Spanjaarden  te  treden,  gaf  de  Vroedfchap 
'«leezër  Stad ;  ra  Januari] ;  van  hec  volgende  Jaar  ie  vedhian  ^  dat 
'zij  bedugt  was,  dat  de  J?^mM7/Irifi»r^ii  gel!jk'(zeidemen)'ten 
[tijde  van  het  voorig  heiland,  het  hoofd  weder  opfteken;  éi 

onrust  verwekken  mogteh,-  de  Regenten,  *  echter,  mdcthand 
'vrezende  voor   afzetting,  befloten  wat  i»der>  aan  te  komen^ 

waar  mede  zij  niets  veriorhn,  wijl  kort  daar.  nto'  de'handelii^ 

geheel  werd -afgebroken^   - 

« *^  GéJunrende  de  Munfierfche  vredehandéling,  zbgten  de'Rid- 
'dérs  van  Maltha  zig  weder  in  bet  bezit  hutmer  goedefen.in.de 
*  Nederlanden  te  ftellen.  Willem  looewtk  ;  Prins  van  terim^ 
*M/f  neeve  van  Prins  maürtts.  Ridder  vnSk  Maité^  geworden 

zijnde,  had  zig  reeds,  in  het  Jaar '1625,  volmegt  doen  geven» 

om  deeze  goederen  te  rug  te  vorderen  ^ïhn  iAj  -flaagde^zeir 


oiigelakËigI  te  iHoê^Um^ ,  weigémrie^  Zt^  Regeerlngv  dHnr  de 
goederen-:iier  &tu  ^mts  Meeren^  fisijk  joen^bier  de  JUdders  v&si 
J^Aita .{SiotmiiA  i.  x&  rug  te*geeivm<^  wair  4}lj  zij  vQ^tondig 
Weyeiu  r  .       :,•.■>.  s     .  .     .•     - 

:  In .  de  beragte,  bezending  «aq  4p  ihUoBeffche  Steden ,  in  bet 
Jaar  ló^^o»  bicld  Haarlem  zig  ipe.de- (b|ndyastig  f  weigerende  d( 
VroedTchap  aao  dezelve  gehoor; ^^  verleden,  dnn  ^tsch  anders 
was  het  gedrag  van  Haarlem  Ingefetenen,  hi  l^t  jaar  i6^3f 
f;een  eenigeScad  had  men  kunnen  Mwegen»  om  ter  Scaatsvér- 
gadering  ilen  voórdag  te  doen ,  ójn  den  jongen  Prins  van  Oran^ 
je^  tot  dé  wap^fdfgbeid  van  Kapitem"  Generaal  te  verlieffep.  Te 
Haarlem  allecu,  (cheeti  het,  dat  meneer  toe  bcfloten  bad'. 'De 
Schutters*  baddên' aldaar,  op  Kennis' opgetrokken ,  vbrficrdmct 
Orafjjclfnleh  9  cii  een  Oranje  yU^t  f  én  Blaa  uw  Vtizndél  yfomm- 
ge  hadden  een  gedpènd  hart  'óp' de  borst,  Waar  In  een  Oranfi 
appel  (hk.  'De  Regeering  voor  ópfêhudding  bedugtV  had  bet 
Vaandel  doen  weghaalen,  doch  de  Schuttere  ni«tlfe'4iie«,  voor 
dat  zij  het  weder  haddlén,  toen  ging  'ér  een  gejuich  opv^mn* 
val  Oranje  in  fpijt  vun  Briumtfê  tn  Spanje.  De  Regeering 
*s  volks  ZQgt  voor  het  Hnb  van  Onmje  ziende^  rbefloor*  «h 
dem,  dat  men  daar  aan  voldoes  sfoest»  en  tlac  ff^MMüif  aelj^  4» 
eerfte  behoorde  te*  zijni»  om  de»  Prios  van  Qraeije  teralgeiBeet 
ne.  Scaattv^rgafbHag  als  K^r«jn. Generaal^  voor  a^  flaaa,  e% 
ésx,  wejl;  ivrijpvilligv  eer-  dat  nwn^ioor.  het  vo^s  of  ander^  Gewes- 
tc]|  *er  toe;gedwoqgQtt  werd,  ^éifi  pe.wjtt»  wist  de.Penfionaris 
nuiL  en  de  Regeering  tot  andere 'gedachten  te  brengei),-en  zelfs 
zo  verre,  rdat-  Haarlem  in  het  jaar  1^54»  mede  bewilligde,  ii^ 
de  A&e  nati  Siclufie.  In  die. grachten  en  ruste,  bicef  men  daaii. 
tot  in  hfit  bepgte  Jaar  1672^  in  welk  Jaar  aldaar  verfcheidene 
beroertens  piitltonden.  Het  eerfle  ,  <fat  daar  toe'gelegenbeld 
jgaF,  was,  dat  na  het  overgaan  van  vtelé  Steden,  dè  voornaamfte 
Lieden  hunne  goederen ,  elders  in  veiligheid  zogtente  brengen ,  dat 
door  het  gemeen  geweldadig  belet  werd,  ali  met  i^flehdej'Sat 
de  Rijke  ;dg  redden ,  en  de  ftfaantéle  Gemeente  !n  nood  zouden 
laten,  en  -tóén  men  dé  'legt  Ifréfeg  van  de  onderhatideilng  met 
B-anMjk/vferd' hot  Huis  van  desï  Burgemeester  iTZVtf,  mcf 
plmidering» gedreigd,  om  dat  hij  gebonden  werd,  dèeerito 
voerflig  tAor  toe  in  de  Vrtedfdiapavergadering  gedaaa  te  heb»'' 

'    ■'  •    H^3  ■'  '    •  "Urn 


ffn^'tiet  zeiVé  ldt(i  ^Ë^  fiotopagt^fe  Boiler»  daar  (oercbietendet 
Irflgite-het  zelve  te l>Xïii:hëf men ,  waartee  2i)  door  den  Kapitein 
fterk^  ^Mnerdct)  flvrtgefpbord,  dan  hec  Izlj  dé  vreeze  haar^deèd 
tvaggelen ,  'hét  zij  éki  dj  <lagten,  door  dk  plonderen  van  de  tet 
der  pagten-  bevrijd  ie  zfijM^^het  zQ  dat  dè'algemeene  haat  tegen 
de  Pagters  ,  'haar  belette  •;  Imr  niagt  te  werk<fteUen ,  de-  meeste 
Vetliepen,  én  lieten  het  gnanw  den  meester  fpeeien.   - 

Inmiddels  was  éen  gerügt  omftaan,  dat  *er  Militie  in  de  Stad 
Aónd  te  komen,  dat  fibg  meerder  tegenzin,  om  het  plonderen 
èe  (hiiten,  veroorzialéten.  ^Cender  Kapiceineo  ,  ging  daar*op 
Mf  Biifgemeesteren,'dièVt)ni  dé  Burgers  gerust  te  (lellen ,*  de 
JPöorten  deeden  fluften,  '<Jh  de  Burgehvagt  aan  dezelve  (lellen  ^ 
lliöidè,  dat  het  graauwt)pV4é  Oude  Gfaft  nog  bezig  was,  werd^ 
mt'naam  van  de'MagrAraatf  afgekondigd,  dat  de  pagtencoc  na^ 
4er  order  zoude  ffifnalin.^-"         -   *•       .  j 

'-Y  ÓnsLwky  en  lëfü  dilfaeeste  Burgers,  berustten  In  het  on^ 
Iieilainbaar  ^iTktveeld  v»rf  vrij  ^e  zijn  van -éHepagten,  weshaU 
ven  de  Bakkers i  'Brouwers.  Grutters,- en  andere  Winkeliers, 
tfodr  het  gemeene  Volk^werden  afgelopen  (waar  bij  niet  weinig' 
gêfloien  werd)'om  aBe%taren-met'fc)Tade,-zelft  zonder  acdjs 
févet^open,  ze^rfdé'i  dat  het  door -'t  gemeene  Land  zoti'ver- 
goed  'worden,  niet  trïin«erkemfe,datde  invordering  derzelve,' 
tot  üafcr  order  van'zïjhe  Hoogheid  was  opgefchort,  en  dat  de- 
célves  niet  in  -ftaat  was  -,  dè  Pagten  van  het  gemeene  Land  af  té 
^tAüEstt  Het  gemèeh  fhs  daarom  niet  vergenoegd ,  ten  zij  al- 
Ioi^'%at 'na 'de 'pagten  rbóky  vémidd  ea  uit  den  weg  was,  blij-- 
«leido  4ias'diett  gleheelennadèinlddag,  op  de  Oude  Graft,  nan*t 
|jfuiMetto;  •  Tet^WIjl  aiideftn  zig  naar  het  Huis  van  jelle  tó 
V!d^,'ikan  de-ovefiKijde  Van  het  Spaartte  begaven,  niet  ont- 
slëMe^,'  dat  lA^ah  dochter  aldaar  in  het  Kraambedde  lag.  Toen 
g^d^^e^Ml  attldenicng  waren  ,^  kwtm  een  Kompagnie  Bur- 
(qa;  met'de  Bajonetten  öp  de  SnaphaaMen,  *er  op  in  lopen,  en 
ÉOqMs  «ai  vant  de^grogifle  bettudnek ,  dan ,  die  Kompagnfe 
iOöf  4fieli  andere zijoie aflost,. aan  wien  de^gt  of  lust  ont-^ 
fendr;''''om  dit  Huls  tetemren,  raakte  het  mede  ten  prooi.  >  WI} 
•ord^enhei  onoodg,*  deezedleheoddaad  veer  de  Nati^,  70 
%»ek  toor  die  zé  bBdtereir,':ali  A^  die  dezelve  ,^20  min  hier 
«it  tdderss  c«  keér£i!i^(  ouktér^feöÉtyoawetti  ^jl^tneny' 


..  BAAKLEMS.  OffiUfJfpi^.  ^ns 


l^laas,.  in  deeze  dagen  ^og  de  leven<Sgfte  bewijzen  voor  oo^ 

gen  heeft ,   hoe  In  dergelijke  venichtenswaardigè  bedrijven , 

niets 9  hoe  kostbaar  ook,  door  de  doUc  woede,  verfchóónd 

.voed.  .\    . 

*/  InmiddeU  waren  ies  vrJjdögs  avonds  om'lo  unrefi,  binnen 

ffé^ar/em  gekomen,  de  Bhron  van  g'rovestins ^  benevens  de 

*tJeeren  bürmania.  en  thierrV,  op  otdre  van  2ljnc  Hoogheid » 

aan  wieo  de  Magiftraat  kennis  Van  den  toedragt  van  zaakeffi 

gegeven   hadt.    Deeze   Heeren    vergaderden   *sm(M'gens   heel 

vroeg  met  de   Magiftraat ,  op  'het  Stadhuis ,  en  gaven  jan  de 

Burgeren  vrijheid,  hunne  bezwaren  In  te  Brengen,  bij  Rci- 

'quésten,  en  die  re  brengen,  aan  het' Logement  van 'den  Ba* 

joh.  ViN    GROvEsTiNs ,    ten   Huize  .van   den  Burgetneestet 

5TEIN ,  dan  de  hoop  v^n  Requesten  was  zo  verward  en  me. 

nigvuldig,  dat  Hun  Ed,  uiet  eenige  daar  van, 'zondags  nade- 

middag,  weder  naar  den  Haag  vertrökïen.    Dingsdag  werdoi, 

op  aanhouden  van  ^t  g^meep ,  twee  perfoonen ,  dief  om  fluiké- 

Tij  in  hegtenis  zaten,  los  gelaten,  en  eeh  derde,  d^  gebann^ 

was,  twee  dagen  daar  ua,  weder  Ingeroepen,  en  op  de  Markt , 

, openlijk  driemaal  met  het  Vaandei  over  het  hoofd  gezwaaid» 

en  vèreerlijkt.    De  Staaten  van  H^J/andf  ten  dien  tijde  ver- 

^derd,  konden,  echter,  toen  tot  de  affchaffing'der  pagten 

nog  niet  befluiten,.om  reden,  dat  men  nog  niet  anders  bij  de 

hand  had,  en 'bevolen  dus  den  lo,  dat  dezelve  tot.nader  of- 

der.  zoude    in' (bnd  blijven.    De  Magiftraat   van  Haar/ènf^ 

naakten  niet  alleen  zwarigheid ,  om  dat  het  gemeen  het  zelvic^ 

.niet  naar  hun  fmaak  vindende,  de  horens  weder  begon  op  te 

'Heken,  maar  deden  den  21  eene  contrarie  afkondiging,  20  xér 

gerustftelling  van  de  affchaffing  der  pagten,  als  ivegens  het  iii- 

roq>en  van  Militie','  dap  de  Staatbn  hamen  dit  zo  kwalijk,  dat 

zij  die  gedaane  aflondiging  verklaarden ,  voor  bnegt  pfaj^e* 

dwongen,  dan 'daar  verliepen  geen  vier*  dagen, 'of 'de  plonde- 

^ring^n,   zo  in  Lef  Jen,  ^sllage  Amftèlddm  en  elders,  hragt 

^e  Staaten  tot.  andere  gedachten,''  én  ofTchoon  nn  de. pagten 

,  waren  en  bleeven  afgeichaft,  het  vuur  van  onrust,  bleef  ech* 

'ter  fmeulen.  In  *t  begin  van  de  maand  Angustus,  had  zijne 

'Ho9ghcid  den  'Baron  van  bROYESTWi?,  weder  derwaard  ge- 

*  ZOll« 


r 


zonden «  om  dé  Vaattdels,  een  Voor  een,  voor  aig  te  omb&» 
<de|i,  en  derzelver  beswaren  te  hooren,  waar  op  zijne  Hoog' 
heid  een  frhikking  maakte ,  dié  den  lo  nit  den  Haag  gekomen 
tvaa  i  te  Haarlem  iirerd  a^ekondigd  ^  meest  beflaaade  in 
.cene  veranderiog  in  den  Krijgsraad.  In  tiet  begin  vao  de  vot^ 
gonde  maand » floeg  de  Heer  Mr.  remees  floiüs  Van  saanin^ 
«Is  Lid  van  de  Vroedfchap^  in  de  Vergadering  voor^  of  men# 
vit  aanmerking  der  bewegingen  in  Amftcldam ,  zijne  HoogiieÜ 
niet  behoorden  te  verzoeken »  om  te  Voorzien,  op  het  fluk 
^  Kegeeringe^  zo  als  hij  ten  nutte  van  Stad  en  Land  zoo 
bevinden,»  te  behoren,  dan  de  Vroedfchap  nam  daar  op  geeil 
bcfluit.  De  bewegingen  en  vertoningen  van  ongenoegen,  ech-' 
ter,  fhtid  houdende,  beOoot  de  Magifiraat,.Oemagt!gden  vib 
zijne  HoQgheid  te  verzoeken^  om  de  gemoederen  dos  einde-^ 
lijk  nan  het  bedaren  te  brengen*  En  nog  voor  het  einde  van 
die  maand»  kwamen  aldaar  de  Heeren  F&EDnnc  tiENofttfc,  Ba* 
rou  van  IVasfenaar^  en  Willem  pa aüW,  Raadsheer  in  den 
Hoogen  R[aade,  die  den  7  Odober,  in  naam  van  den  Heeir 
firfltadhouder,  verklaarden «  dat  de  Vroedfchap  Voortaan  nit 
g;2,  In  plaats  va^  124,  zoude  befhan,  alle  de  Leden  van  de 
Regeering,  reeds  voor  af  hunne  Ampren  gefield  hebbende, 
ter  belbheidenhcld  van  lijpe  Hoogheid,  bieren  zeven  van  de^ 
zdven  ontflagen,  en  de  goede  Burgerij  tot  ftilte  en  gehoor* 
zasunheid  vermaand»  Dit  was  te  noodzaaklijker,  wt]!  op  den  9 
September»  weder  een  Huls  geplondert  was,  dat  duidelijk  te 
kennen  gaf , .dat  men  de  verandering  der  Regeeriog  begeerde ^ 
en  waar  toe  men  meende,  dat  de  PropoCtie  van  den  He^ 
VAN  ZAANEN,  veél  aanleiding  gegeven  had,  doch  zijn  Ed.  be« 
loofde  een  premie  van  soöö  guldens,  aan  ben»  die  den  Aa- 
iheur  van  dat  verfpreid  gerugt,  ten  zijnen  nadeele  $  wist  te 
ontdekken*  Dan  fK)k  nog  dit,  bodaarde  de  gemoederen  niet^ 
Beenende  zij,  dat  oogenblikfijk  mede  de  particuliere  zaken 
iDoesten  zijn  verandert ,  en  echter  liep  het  aan ,  tot  in  de 
Slaand  yan  November,  eer  de  Regeedng  zlg  (p  ftatt  bevond"^ 
daar  aan  te  voldoen,  doc^k  toen  vijf  Publicatlen  naar  den  ande» 
ren-afgekondigd  werden ,  betreffende  de  Bi j kalle  y  Zaad^  Ha  fing^ 

fêatcvUeh  ttiBmtenmarlU^  ColkSteurs  yan  delFaag^  Steur  ^ 

Xaim^ 


HAARLEMS  JOt/ckHtUititftn^  t^ 

JR0Ar»  M  ectdge  omOaaaiiJheden,  op  het  begftyfii ,  Ojiecn  heti 
vdkioTiift  te  naket* 

-  Wi}  £eggen,  dat  hét  volk  fcben  in  nrst  te  naken.  De-p^'? 
ten  waren  a^dMift»  en  *jLandi  beltaan  vorderde,  dat  men 
dnadtijk*  tot  hei  lnvoei«tt  van  andere  mlddden,  bedagt  waa» 
dut» '00  ij^oedtg  nen  hier  \t^  HiHirlêm  ym  begon  térqipeBV 
boftt'-dé  ffiuitmgt  Htredèr  l08>  te  neer^  ddar  mi  in  eeo^  rdsfe^ 
dödr  Mddd  van  de  coUéfte»  moest  betudd  woMen,  het  glaa 
te  vooreil ,  b1}  kleeni^edén »  en  all  on^O€n{p1>etaaId  was  ge- 
wordeb*  Veéle  bleven  agterüjk  om  de  fom ,  waat  op  dj  géftéU 
waren ,  te  voldoen»  eenigen  nit  onwilligheid »  en  attderen  uk  ott' 
vermogen^  dns  begonnen,  op  het  einde  van'het  Jaar  ,€e  dei»' 
kédf  \m  de  zulken  gerechtdijk  te  dagvavilen.  ^^t  Genteen  dd 
fogt  krijgende»  dai  de  gemeene  middelW,  met  h^  begin  vail 
(èt  volgende  Jaar ,  bij  wijze  van  tazamellng ,  Honden  gevorderd 
t^  worden  9  (lak  de  hoofden  bl]  éen,  en  trachtte  elkander  té 
bedutdeiiy  dat  de  coUeée  llreed ,  met  de  fneening  van  zijne 
Hoogheid»  en  niet.  moest  gedoogd .  Worden.  Men  firootde 
fchimprchriften  tegen  de  Regeering,  en  bedreigde  een^  mei 
ploodering»  De  Regeering  bedugt  voor  de  aanft^ande  Nieib 
wejaarsoagt,  waren  daarentegen»  na  dat  zij  des  Raad  van.de» 
pfioa  hadden  ingenomen^  e^igzints  op  honne. hoedde» -zij  maal^. 
it&4  onder  anderen»  op  den  af  December ,  van  het  Jaar  1749* 
tenen  Mef  van  zijne  Hoogheid,  bekend ^/Vfaar, bij  het  handhJb 
nes  de^  cdleae,  en  liet  faiVQider«i  der  agterOallige  fidiatttoge^ 
«nffigr^i^erd  aanbévslen,  en  niet  zonder  bedreighigy  aan  de  zi^ 
Ice»  die  ^opcoerige  geQvekken  gevoerd  hadden,  üet  graanw, 
autfcnifBvn,  JMd  üaande^  dat  de  Brief  veidigt  was,  en  dat  dé 
«olléAft  was»  tegen  den  zhi  van  den  Pito.  Het  te  gelffk  bé^ 
Mnd-tttttan»  dit  de  Stad»  «tdiUMn,  lMgeli]ta^,inet  den  aan- 
vang van  •t  NienWe  Jaar,  bij  *  wégen  van  coUeftè  zodden;^e- 
Vordèrt^ilifbrdën,  maakten  liet  gemeen  'nog  verbitterder,  tegen 
*  Regèpring.  Tot  voorkoming,  echter,  vm  oproer,  kwamcb 
^  tegfen  Nienwejaarsnagt ,  viercntwiötfg  uitgelezen  kaerebj^ 
inet  twee  OffideireÉ;^  vermomd  in  de  Sad,  zig  vervoegende 
.aan  de  Hulzen  van  zulke  Regenten,'  die  meer  dan  anderen,  gè« 
.4feifd^waien>  en  van  fchletgeweer  wer  voorzien  zQnde.   De 

Tto» 


Thofnuen  ilcr  Burger  Vendelea,'  wesdears^tie  Huizon  lierfiA^ 
pitcinen  gebragt,  en  de  Winkeliers  verboden,  aan 'niemand  ee-^ 
iMlir  'kruid  of  lood  te  verkoópen,  de  Weeshuizen  werden  gelto- 
ten gelioudeil;  de^Schuciert}  ondertast^  en  ftodere  nodige- tooita 
:(orgÉn?te  w^k  gefteld,  waar  dooc  dta  ook  die  gcTreesde.digl. 
%9orbi)  1$^.*  Innia^hen.waren  da^fgeaondeBen  knecheeny.oib 
l^ftCvan  een  der  Burgcmeesceren^  op  den  i  Jandarij^  vsn  hea; 
)mc  1750.^  reeds  weder  heimelijk  ter  Stad  uitgetogen»'  tol 
merklijk  misnoegc»  van  dcu  Prins,  die  gewild  liad,  dat  see/er 
xvg  ten  minftep  npg  ecnen  n^gt  zouden  pncbouden  hebb«n-,  ea 
d|ea  (e.ontijdiger  werd  dit  bij  zijne  Hoogheid  geoordeeld,  oq^ 
4f£  jJ^  geen  het  u^nlle.  tekco  baddfiaggg^yen,  aan  den  Wagt^ 
«eeater  der  Dragonders.,  die^  voor  c^  groote  Hoatpo9r$  lag^i 
en  last  bad,  in  geval. van  onraad,  verfcheiden  Plqueiten,  dier 
9P  zekere  afllanden  (tonden ,  te  doen. .aantrekken.    Doch  deo 
yolgende  nagt,.i!et  en'lioprt  bij,  drie  ^unphaanfthotqn  bij  da 
groote  Hourpiorf^  hét  ,bcraamde .teken,  afgaan.  .Hij  reedhiet 
op  naar  bet  eerde  relaas,  reikt  daar  aan  de  Ordonnantie  Dragon* 
flers,  zekere  verzegelde  briefjes  oveVi  waar  111  (tond,  '^et  is  té 
tïaar/em  onkiaar ,  welke  lijdlrig ,  terrtond  vah  post  tot  post, 
Ittar  Lelden ,  eil  Voorts  naar  den  Haag  werd  overgebragt.  Het 
ftcjiiet  dat  té  Leiden  ftortd,  rukt  tiïef  op  ren  half  "vier,*  naaf 
7faarleèi\  'en  k'oiiit  des  tnorgens,  tüSfeHen  zeven  eh  agt  nnren^ 
«fttt  db  4Stid;  rifd;  ten  getallen  vdb  vi^vijffig  Mn;  de  grodlÉ 
'  -ebuipoarf  in\  tot  'voor  het  Huis  van  den  Burgemeester  fACOi 
jmutz, 'die  veméemende ,  dat  eenlgé  Bnlrgers  gédrdgd  hadden» 
4fr'  Poorten  te   ziilleh'  flaiten^  den '  bevéUicbbende  Rttmeesttf 
;wiu.Bi^i>oftp ,  mee  zijn  volk,  ried  te  rag  te  keeren,  zoaltzljtni 
!«enlcovt  verblijf  deden.  Men  wil^  date  zij  gebleveo  laoimtjjf^^ 
.iraaro  niet  hec  voetvolk,  dot  op  bevel  ymizlioe  Hoogheid;  itt 
jchuitei^  dei:wa&rd  gezonden  was,  door  de  voest  yerUndemia^ 
jKTorden,  bij>tijdsaan  te  komen.  '      •. 

.  Peeze  aaukomst.  der  Dragonders,,  had  achter,  nfet  weitiijg 
•vreezein  de  Stad  veroorzaakt ,  en  bijzonder  onder  de.Burgeni,| 
die  dien'na^t  de  wagi  gehad  hadden,  en  oog  niet  naar  Huis  g^ 
gaan  ^Vnfen. .  ,Men  dwong  een  der  Kolonellen  verlof  af,  om  de 
iovérige  BurgerrKömpagnicn  in  de  wapenen  te  dóen  koqien.'I)e 
iP.óOrtén  werden  gefloten  en  bewaakt,  ec  men  liet)  niet  dan  mét 
'•''   '^       '^       '  '         •  iio«t 


HAARLEMS  Gefchrédtnhjhti  ii^ 


iDoeite,  de  reizigers  posfeeren.  De  p&iling  en  opneemnïhg  döf^  ' 
gedisteleer4e  Waceren,  den  impost  onderhevig,  aangevangen- 
zijnde,  werd  uiet  geweld  gefluit.  De  Burgcmeesteren  wisceiv 
geen  middel,  om  de  Burgerij  te  dillen,'  dan  door  het  geeven 
van  een  plegtigc  verklaring,  dnt  zij ^ geen  kennis  gehad  hadden^ 
van  den  aankomst  vnn  het  Krijgsvolk,  zo  als  Burgemeester 
DEUTZ  reeds  te  voeren  had  moeten  doen ,  dan  dit '  nam  hec 
ongenoegen,  tcgeii  de  colledc  niet  weg* 

Burgemeesteren,  om,  was  hec  mooglijk  ,  de  gcmoedereir 
tot  bedaren  te  brengen ,  floegen  'zelve  voor ,  of  het  niet  bes^ 
ware ,  dat  uit  ieder  der  agt  Vendelen ,  een  pcrfoon  benoemd 
werd,  om  hun  bezwaren  aan  zijne  IIoo'^luMd  voor  te  dellen, 
en  dit  goedgekeurd  zijnde,  ifildc  den  moedwil,  fchaön-meec 
Hl  daden  dan  in  woorden.  ^£r  werd  een  Request  opgefteld, 
▼an  den  volgenden  Inhoud. 


^an  zijne  Doorlugtige  Hoogheid  y^  ertz.  enZ.  enz* 
geven  (^wct  permis/te  van  de  Edé  Gr.  ylchtbé 
H teren  Burgemeesteren  der  Stad  Haarlem)^ 
de  Ondergetekenden  Gedeputeerden ,  uit  alle^ 
de  Fendels^  en  in  naam  der  gantfche  Burge* 
rijeop  het  allerootmoedigst  te  kennen» 

Ten  eerden^  verzoeken  en  Hneeken  de  Supplianten ,  dat  zij-» 
ne  Doorl.  Hoogheid  zo  p:oed  gelieft  te  zijn,  .om  ie  wezen 
Opper-. en  Generaal-Financier,  voor  zo  verre  de  Stad  aan- 
gaat. 

Ten  tweeden,  dat  de  college,  over  de  middelen  van  com- 
fümptte,  enz.  geheel  moge  werden  vernietigd,  en  in  de^ zelfs 
plaats  óioge  gefield  werden,  een  ander  draaglijk  middel,  zijn*' 
de  dit,. ingevolge  de  beloflen  van  Hun  Ed.  Gr.  Achtb.  de 
*  Heeren  Burgemees^cren, -en  van  zijne  Excellentie  de  Baron 
Van  grovestins,  in  naame  van  uwe  Doprl.  Hoogheid,  aan. 

ons  gedaan,'  (wordende  hier  een  opzettelijke  onwaarhe^  ver* 
haald.) ' 

Ten  derden,  dat  de  Executien  {roheel  en  al  mogen  agtér- 

Wijven,  en  een  genernale  Doleantie  moge*worden  toegedaab/ 

XIX.   DERL.  l  op 


«^  HAARLEMS  Gi/ckMtnitfHi. 


op  *t  een  iegdijk,  ds  dan  naar  zijn  vermogen  en  confcicn- 
tie,  zouden  kunnen  betaaJen,  het  geen  wij  als  getrouwe  On- 
derdanen en  Burgeren  zulien  nakomen. 

Ten  vterden ,  dat  de  Officiën  mogten  verkogt ,  of  met 
«odani^e  laaten,  ten  behoeven  van  deeze  Stad  bezwaard  wor- 
den, als  ÜEd.  DoorJ,  Hoogheid,  tot  nut  en  voordeel  deezec 
Stad  zonde  gelieven  goed  te  vinden. 
•  Eindelijk  verzoeken  de  Supplianten  UEA  Doorl.  Hoogheid, 
xo  goed  gelieft  te  zijn,  om  ons  het  antwoord  hier  op- in  ge- 
fthrifte  toe  onze  verantwoordhig  óver  te  leveren. 

HëarUm  (U^as  getekené.y 

s  Januarij  1750.  .    ^ 

Door  de  Gedeputeerden  uit  ieder  Vaandel. 


*t  Was  nagt,  eer  men  het  over  deeze  punten  eens  was  ge- 
worden, men  wilde  die  gedrukt  hebben,  en  men  klopte, om  dit 
fraaie  (luk  werks,  den  Stadsdrukker  ten  Bedde  uit.  Dé  agt 
perfoonen,  die  benoemd  waren,  om  het  als  Gecommitteerden 
^n  zijne  Iik)ogheid  te  brengen,  was  een  Tabakskoper,  een 
Droogist,  een  Kant  werker.  Kleermaker,  Timmerman,  Wever, 
Twijnmolenaar ,  en  een  Twijndersknegt.  En  uit  de  Regeering 
werden  gecommitteerd.  De  Heeren  Burgemeester  ozutz» 
Schepen  acHUiLENBURG  en  de  paape  ,  nevens  den  Penfiona- 
ris  GiLUs.  Den  volgende  ^lorgen ,  den  3  ,  gingen  de 
yoorfz«  agt  perfoonen  met  2  Wagei^  op  reis,  de  Heerea 
volgden,  omtrent  een  uur  daar  na,  met  een  Koets.  In  ^sGra" 
venAage  gekomen  zijnde,  begeerde  de  voorttir  agt  perfoonen » 
nede  in  het  Logement  van  Haarlem ,  hun  verblijf  te  houden» 
dan  dix  m^t  mogende  zijn,  begaven  zij  zig  in  een  andere 
Herberg.  Dan  hier  mogtcn  zij  de  nagt  in  ruste  niet  doorbren* 
gen,  want  om  twee  uuren,  werden  zij  in  hunne,  flaap  ge** 
floord,  alle  agt  van  hunne  bedden  gciigt,  en  naar  de  Geyan- 
genpc^t  gcbragt,  6  werden,  den  19,  provifioneel  ontflagen» 
maar  twee  hield  men  daar. 

Inmiddels,  was  op  zaterdag,  des  middags  om  een  uur,  een 
OSder  van  de  Ruiterij,  binnen  gekomen »  brengende  aan  den 

Pre- 


Prefident-Burgemecster,  f&k  Pjifest  vtn  zijn  Hoogheid,  ioboii. 
dende,  dat  de  op  marscfa  zijnde  Milide  moen  wonlea  bioneit 
gelsceo, 

Naauwlijks  makte  deeze  maarey  die  de  Regenten  eu  welden* 
leenden  als  een  heuglijke  tijding,  maar  de  foelhameis  aU  een^doa^ 
derflag  in  de  ooren  klonk,  bekend,  bij  ben,  die  de  Poorten» 
fints  eenige  dagen ,  gefloten  hadden,  en  do  Officieren  gedwon- 
gen, om  een  heele  Kojp^pagnie,  daagtijks  in  de  wapenen  ce  does 
komen,  of  zij  Mden  zig  aan  %la  dolle  menfchen,  vorderende 
met  geweld  kruid  en  lood ,  yan  de  toen  wagthebbende  Officlo» 
ren,  de  Heeren  Vermeulen  en  merkman»  Kapitein  en  Lutte» 
nam ,  die ,  met  de  Kolonel  valcnburg  ,  in  gevaar  van  hun  leven 
waren,  toen  zij  hec  Patent  voorlazen,  en  de  Kolonel  bevel  ga* 
ven  om  de  Poort  te  openen ,  en  naar  huis  te  gaan.  Dan ,  ia 
plaatze  van  hier  aan  te  gehoorzamen ,  gingen  zij  naar  de  Koster, 
en  dwongen  die,  de  Groote  Kerk  te  openen,  waar  zij  introk- 
ken, de  Brandklok  op  het  Klokhuis  kleppende,  en  de  Doodklok 
luidende.  Luttel  tijds  vermoeiden  zij  zig  daar  mede,  want  om 
'  drie  uuren  verfcheenen  drie  Officiers  voor  de  Poort ,  dezelve 
opeisfchende,  een  weigerend  antwoord  daar  op  bekomen  heb- 
bende, rukte  30  ZwiizerSf  onder  bevel  van  den  Major  du  per» 
RON,  aan,  en  maakte  zig,  in  een  oogenbilk,  meester  van  het 
ijzere  Ilek.  Voor  de  Poort  aan  de  binnenzijde,  fionden  meer 
dan  500  Burgers,  alle  voorzien  van  fchietgeweer ,  doch  voor  • 
het  grootst  gedeelte ,  zonder  kruid  of  lood*  Drie  Muaketichp* 
een,  werden  van  de  Wallen  op  de  Zwiizers  gedaan,  eer  xij, 
incest^  van  de  Poort  werden,  doch,  zo  haaac  men  merkte,  dar  ^ 
^e  l^oort  bukken  zou,  grendelde  men  het  klinket  van  binnen» 
^n  men  vlood  vervolgens  binnen  waarda ,  d^s  *er  aan  de  Poort  gees 
'fnens((±,  dan  een  oud  wijf  gezien  werd*  'c  Leed,  echter,  waf 
t  vtn  een  oor,  eer  bet  flotwerk  door  de  Militie  verkracht 
werd,  die  nu  £n  dan^  door  de  opening  van  het  klinket,  met 
Icherp  naar  binnen  fcboot,  waar  door  een  kwade  jongen,  wel 
zwaar^  maar  niet  doodelijk  aan  het  hoofd  gewond  werd.  £4ii- 
ééii]k  raakte  de  30  Zwitzers  binnen ,  uit  wier  gelaat  niet  duister 
ce  leezen  was,  dat  hun  harder  en  banger  vid,  tegen  een  hoop 
^c^  Ingezetenen  9  dan  tegen  een  in  orde  gefchaarde  bende 
vijanden  aaa  te  rukken ,  ongehindert  trokken  zij  voort ,  tor  aan 

I  2  dco 


f|4  HAARLEMS  QefchtedtnUfe^. 

Beoeffening  van  Konden  en  Weetenfchappen  zijnde ,  eenige  licf^ 
hebber»  zig  bezig  gehouden ,  in  het  ondorzoek  of  doeA  van  Na- 
t!uürktindige  Proeven ,  en  het  fleUen  van  Verhandelingen  ^  waar 
uit  fommige  dagten ,  al  ware  het  flegts  van  verre ,  en  met  on« 
gelijke  fchréden ,  den  loflfblfjken  ijver  van  andere  Koningrijken 
èn  Oemeenebe^ten*)  in  het  onderfteunen  en  aanmoedigen  van 
ïtönfteo  en  Weetenfchappen,  in  Nederland  zou  konnen  navol- 
gen, oohieelende,  dat  dusdanig  loffelijk  oogmerk»  best  bereikt 
kon  worden ,  door  bet  verzamelen  Van  fraaie  Lettervrugten ,  en 
Uitdeelen  van  prijzen,  voor  wel  uitgewerkte  Gefchriften,  En 
dit  lei  den  grond  tot  de  loffelijke  Maatfchappije  der  Weetenfchap- 
pen, vKiar  Van  in  lict  Jaar  1754,  het  eerfte  deel  ten  vootfchija 
kwam,  en  den  ^ond  gelegt  heeft,  tot  zo  veöle  nuttige  Maat- 
fchappijen ,  als  zedert  dien  tijd  ten  voorfchijn  gekomen ,  .en  tot 
ftand  gebragt  zijn.  De  loifelijkc  MagiUraat  deezer  Stad ,  bood 
hier  toe  gcwniig  de  hand ,  althans  zeven  van  dezelven ,  veree- 
ölgde  zig  terftond  met  de  eerfte  Ontwerpers ,  als  de  Heer  Mr. 
ARENT  DE  RAAT,  Burgemeclster  en  Raad,  Mr.  pieter  van 
scfluiLENBERG ,  Heer  van  Moermand^  Raad  en  Schepen,  Mr. 
AscANius  VAN  SVPESTEIN,  toen  Sclieperi  en  Raad.  Mr.  amto- 
NM  sLiaiER,  Raad  en  Schepen,  Mr.  joost  hüigens  dito,  an- 
öRtBs 'HESHüiZEN  ,  Schepen ,  en  Mr.  jan  theodorus  koek. 
Schepen  en  Raad.  Dqqzq  Heeren  hielden  aldaar  hunne  gezette 
tijeenkomften,  en  befloten  den  12  Maij,  van  het  Jaar  1752,  het 
befller  deezer  onderneeming  op  zig  te  neemen,  en  te  beproe- 
ven, hoe  ver  het  te  brengen  was,  hun  eerfte  werk  was,  den  Wet 
Eerw.  Heer  c.  c.  van  d£r  aa  ,  als  Lid  en  Secretaris  dier.  nieu- 
we Maatfchappije  te  verzoeken ,  wordende  van  tijd  tot  tijd  dit 
Ifichnam,  met  kundige  en  ervarene  Mannen,  nog  in  dat  Jaar» 
vermeerdert.  Zo  ook  in  het  volgende  Jaar  1753,  en  in  1754, 
t^erd  iijne  Hoogheid ,  den  Heere  Prinfe  van  Or/tnje ,  willem 
DEN  V,  als  Medelid  aangenomen,  en  om  aan  dezelve  te  meer- 
der luister  bij  te  zetten ,  werd  gemelde  zijne  Hoogheid ,  eerst 
als  Dhrefteur,  en  daar  na  als  Üefchermer  of  Proteftor  verzogt, 
welk  verzoek  door  haare  Hoogheid  de  Vrouwe  Gouvernante^ 
tls  Voogdesfe  van  den  minderjaarigeit  Heer  Erfïladhouder ,  min- 
aelijk  wlerd  aangenomen.  De  voordeélen ,  hier  door  aJm  de  Re. 

fubliek  lóejebrilöt,  2ijn  te  bekend,  öin  över  den  lof  êèeiet 

'\  Maat- 


HAARLEMS  QthMtêtfiUfn.  135 


MB 


Mnatfchtppij  nit  te  weiden.  De  penning,  die  ter  belooning  der 
Prijsvraage  uitgedeeld  werd ,  vctcoond  aan  de  eene  zijde  y  it 
Qoisdienit  Man  eên  AltMr  zittetide^  kumnde  met  éie  linker^ 
arm  üp  de  Bij  bei  ^  die  op  ktt  Altaar  fiaat^  en  het  FaderUnd 
in  de  gedaante  van  Minerva^  met  een  Speer ^  waar  èp  de 
Hoed  der  Frijheid  in  de  Unkerhand^  met  het  Wa}tnfchild 
van  Holland  aan  de  veeten.  Hèt^  emfchrifi  is:  deo  bt  pa- 
TRIAE5  dat  is:  voer  God  en  Vaderlands  De  tegensijde  ver- 
toond 9  de  Waarheid  met  een  Zon  op  het  hoofd  ^  hebbende  in 
de  rechterhand  een  Laurierkrans^  en  in  de  linker  een  Palm^ 
tah^  in  het  verfchiet  is  de  Stad  tiaatlem »  mt  de  Rivier  het 
Spaarne  te  zien.  In  bet  omichrift  fiaat*  Optimo  MBRrns^  dat  Is: 
voor  die  het  best  verdient  hebben  ^  'm  de  onderibande  aflbede 
naat  bet  Wapen  wn  Haarlem  ^  met  dit  bijfcbrifl:  societ.  soent* 
SfOi.L.  PRifiM,  dat  is:  Prijs  der  Holland fche  Maat/chappij  der 
IVcetenfehappek  ^  fai  de  linkerboek  hier  boven*  j.  g.  holtz- 
liEY  fee,  wordende  rondom  de  bultenfte  rand  gefneden,  dea 
ifiiaffl  van  hém ,  die  dezelve  behaald  heeft  9  met  het  JaanaL  Niec 
m'm  18  Haarlem  beroemd,  door  het  oprigten  van  deeze  Maat- 
fchrtppij ,  van  Tijiers  Genootfchap ,  en  de  oprichtteg  van  de  Oer 
contmifcben  "hik,  als  het  beroemd  is,  door  de  uitvinding  van 
de  Boekdrukkunst. 

In  het  Jaar  1757,  ontftond  hier  een  verfcHl  onder  de  Regee- 
Hng,  dat  van  eene  lange  nafleep  was ,  op  den  7  van  dé  maand 
September,  moest,  volgens  Jaarlijks  gebruik,  de  Vroedfchap 
vergaderen ,  om  door  de  prerente  Leden  fdiriftelijk  op  te  gee- 
Ven,  en  door  de  afv^zende  te  doen  opgecven,  agt  Perfoonen, 
Leden  van  de  Vroedfchap,  om  daar  uit  vier  Burgemeesteren 
voor  het  volgend  Jaar  te- doen  kiezen.  Dit  gefchied  zijnde, 
bleek  bi]  het  openen  der  Biljetten  ,  dat  tot  Burgemeesteren  , 
voor  het  aanllaande  Jaar  waren  genomineerd,  de  Heeren  Vroed, 
fchappen:  Mr.  jacob  deutz;  Mr.  arend  deraeot;  Mr.  ka- 
rel  VAN  DYK,  een  Jaar  gedient  hebbende ;  Mr.  da^ïmaes  cul- 
üewagen;  ^r.  gysbert  jan  de  bruyn;  Mr.  francois  benja- 
min FAGEL,  mede  een  Jaar  gedient  hébbende,  is  aak  cufFORD, 
en  Mr.  jan  van  styrum.  De  vergaderde  Vroedfchap  befloot 
llier  op,  dat,  volgens  gebruik  bij  zulke  gelegenheid,  eeife  No* 
Éiinatie  met  een  bijgaande  Brief  zoude  gezonden  worden,  aan 

I  4  baa« 


n6  HAARLEMS  Gefchiedenisfen. 


banre  Koniuglijkc  Hoogheid ,  die  zig  dïescijds  op  (iet  Lusthiüs 
te  Zoeitdijk  bevond ,  om  daar  uit  de  verkiezing  van  Burgemees- 
leren  te  doen.  Doch  eer  zulks  gefchiedde ,  protefteerde  één  der 
Heeren  Leden  tegen  de  Nominatie,  na  dat  hij -alvoorens  zijn 
protest  had  trachtten  in  te  leveren,  voor  een  Lid  dat  afwezig 
was,  zeggende,  dat  'er  informaliteiten  begaan  waren,  en  de 
Nominatie  uit  dien  hoofde ,  niet  als  wettig  aan  haare  Koningüjke 
Hoogheid  kon  worden  aangeboden;  verzoekende,  dat  bij  het 
zenden  of  overleveren  der  Nominatie  van  zijn  Protest,  aan  de 
Vrouwe  Gouvernante  niogt  worden  kennis  gegeven :  mef  welk 
Protest,  eeiT  ander  der  aauwezend  zijnde  Heeren,  zig  confir- 
jneerdet  Sommige  der  aanwezende  waren  van  oordeel,  dat  dit 
Protest  moest  worden  aangenomen ,  doch  verre  de  meeste  be- 
luigden,  geen  de  minde  informaliteit,  bij  dit  Protest  ook  niet 
tan^ewezen,  in  de  Nominatie  te  kunnen  vinden,  en  dus  naar 
den  wil  en  het  gevoelen  der  meerderheid ,  op  de  gewoone  wij- 
«e,  ten- zei  ven  dage  aan  11.  K.  II.  gezonden.  De  protefteerende 
*  Leden,  zonden  ten  zclven  dage  ook  een  Berigt  aan 'haare  Hoog- 
lieid,  inhoudende,  dat  de  gemaakte  Nominatie  niet  wettig  was» 
om  dat  van  dezelve  waren  afgcbleevcn,  Pcrfoonen,  die  na  de 
orde  van  Regeering,  daar  toe  nominabel  waren,  waar  door 
zij  meende,  dat  te  kort  gedaan  was,  zo  wel  aan  de  Privilegiêo 
der  Stad,  als  aan  de  naam  en  fuam  der  afgelatenen,  en  dat  zulks 
voortfproot,  uit  ecti  Verdrag,  door  de  meerderheid  der  Vroed» 
fchappcn^,  onderling  aangegaan.  Haare  Koningüjke  Hoogheid, 
gaf  met  een  Brief  van  den  8  dier  maand,  van  deeze  klagte 
kennis,  aan  de  Regeering  der  Stad,  en  dat  zij,  gaarne  hier 
van  onderrigt  willende  zijn ,  eenige  Heeren  zouden  benoe- 
inen  ,  om  zig  hier  op  te  informeeren.  De  Brief  werd, 
den  10  ,  Jn  een  daar  toQ  belegde  Vroedfchapsvergade- 
'ring  overwogen  ,  en  bij  verre  de  mee? te  Lbden  nogmaala 
verklaard  ,  dat  zij  de  gemaakte  Nominatie  niet  anders 
UoH'Jen  aanmerken,  dan  voor  alzints  formeel  en  wettig,  en  du9 
werd  belloten ,  eene  Deputatie  te  zenden,  aan  de  Vfouwe  Gou- 
vernanuï,  om  haare  Floogheid  vnn  deeze  verklaring,  en  de  re- 
denen, vaar  op  dezelve  ftcunden,  kennis  te  geeven,  en  vervol- 
gens te  v^zoeken ,  van  het  benoenien  van  Comtnisfarisfen  af  te 
ïicn,  en  d'^  vcuogte  verkiezing  ^;n  fpocdigfteu  te  doen.    Eu 

teK 


HAARLEMS  QtfehUimisfin.  I3f 

ceti  zelven  dage  werd  door  de  procedeereode  Leden,  aan  hta- 
re  K.  H*  vertoond,  dac  de  Nominatie  was  onwettig,  Ilrijdig 
mee  de  Privilegiën ,  en  afwijkende  van  de  gebruiken ,  daar  op- 
gebouwd. Den  volgende  dag  had  de  Deputatie  ,  door  de 
Vroedfchap  afgezonden,  gehoor  bij  de  \^ouwe  Gouvernante, 
die  betuigde  verblijd  te  zijn,  dat  'er  geen  informaliteit,  vol- 
gens het  Berigt  •  plaats  had ,  enz.  enz.  en  wat  het  zenden  vfla 
Commisfarisfeii  betrof,  dat  H«  K.  H.  zoude  zien,  of  zij  daar 
'  van  kon  afzien;  dan  zig  daar  over  nog  niet  bepaald  kon  ver« 
klaren,  en  het  gevolg  toonde,  dat  de  Gouvernanee  bij  haar 
eerst  genomen  befluit  bleef,  benoemende  ten  dien  einde  de 
Heer  fredrik  hendrik,  Baron  van  IVasfenaar^  &\z.  en  Mr. 
HENDRIK  VAN  DfiR  DussEN,  Oud-Schepeu  en  Raad  der  Stad 
Delft  ^  als'  haare  CoramisftNsfen ,  om  zig  op  deeze  zaak  te 
informeeren ,  en  hoare  Hoogheid  rapport  te  doen ,  welke  ïï^t» 
ren,  zo  wel  de  protefteerende ,  als  die  in  de  Nominatie  be- 
rusten, hoorden.  Op  den  13  van  die  zelve  maand,  deden  de 
afgezonden  Heeren  in  de  Vroifdfchap*  verflng  van  hun  weder- 
varen, bij  haare  K.  H.,  wanneer  door  het  Kollegie  eenige 
weinige  Heeren  uitgezondert ,  befloten  werd,  de  zaak  te  bren- 
gen in  den  fchoot  van  den  Souvcrain,  Hun  Ed.  Gr.  M<>g., 
en  daar  toe  de  Ed.  M^.  Heeren  Gecommitteerde  Raden  t« 
verzoeken  ,  eene  buitengewon*  Vergadering  te  befchri;ven  , 
wordende  daar  toe  gecommitteerd,  den  Heer  Prefident-Bur- 
gemee.ner  en  den  Penfionaris  gillis,  om  in  ^sHage  dat  ver- 
zoek te  doen,  zo  als  zij  deden  den  16,  met  den  Beer  Raadpen- 
fionaris,  den  Brief  van  de  Regeering,  ofwel  van  de  meer- 
derheid van  dien  ter  hand  te  (lellen,  dezelve  luidde  dus: 

I 
EDELE    MOGENDE    HEEREN! 

Door  de  ongefundeerde  klagten  van  wcinfgen  uit  deeze 
Vroedfchap,  aan  haare  Koningiijke  Hoogheid,  de  Vrouwe Goa- 
vcmanie,  gedaan,  aangaande  de  Nominatie  tot  bet  Burgemees- 
ar-Ampt  deezer  Stad,  bij  ons  den  7  deezer  geformeerd,  als  of 
daar  in  ictwes  zoude  ralideeren ,  dat  tegens  de  Privilegiën  dee- 
zer Stad  zoude  Ilrijden ,  tot  ons  leedwezen  geoccadoneerd  wor- 
«lende ,  dat  haare   (Coninglijke  Hoogheid ,  nlettegcnftaande  de 

I  5    '  daar- 


139  ÜAARLÏMS  GefihieJetiisfen. 


diaromtreot  gedflane  reprÊTentaden ,  tot  hier  toe  niet  beeft  kan- 
nen worden  geperfoadeert,  aan  ons  hoogst  derzelver  welbehaag- 
lljke  Elcdle  daar  uit  te  lateti  toekomen;  het  welk  ons  ten  ui  eter- 
flen  embarasfeerd ,  om  de  gerotgen,  welken  hier  door  te  duch« 
ten  zijn ;  en  dat  wij ,  mitsdien  de  wettigheid  van  dezelve  Nomi* 
natie  niet  beter  kunnen  doen  juftificeeren ,  dan  door  den  Souve- 
raiti  zelven,  aan  wien,  in  alkn  gevalle,  de  Explicatie  der  Pri- 
vilegiën alleen  toekomt ,  en  dat  derhalven  daar  in ,  tot  bevorde- 
ringe  van  dezelve,  ten  uicterften  alle  fpoed  nodig  is  en  vereischc 
word,  zo  hebben  wij  goedgevonden,  door  deezen,  aan  UEd. 
.  Mog.  te  zenden  de  Heeren  Prefident-Burgenlees  pxzter  samuel 
CHOMMÊLIN,  en  Mr.  paulus  abraham  gilles,  Raad  en  Peofio- 
naris  deezcr  Stad ,  ais  onze  Gecommitteerden ,  om ,  na  breeder 
voordragte  der  zaake  zelve ,  Uwe  Edele  Mog*  van  onzent  we- 
gen te  verzoeken,  en  daar  op  crnftig  te  inlleren,  dat  de  Verga- 
dering van  Kumie  Edele  Groot  Mog.,  ten  einde  voorfchreeve, 
cöR  fpoedigften  moge  worden  liefchreeven,  en  bij  den  andere^ 
geroepen;  om  daar  aan,  in  de  naast  volgende  week,  al  was  het 
^.clfs  maar  in  het  laatfte  van  dezelve,  ter  zaake  voorfchreeve , 
onze  voordragte  en. reprefcntatie  te  kiuincn  doen.  Verzoekende 
voorts  den  zelven  Heeren,  onzen  Gecommittrcrden ,  in  al  het 
gunt  ten  dien  einde  aan  Uwe  Edele  Mog.  zyllen  voordragen, 
volkomen  geloof  te  geeven. 

Wadr  mede  wij ,  na  Uwe  Edele  Mog.  in  de  belcherminge  des 
AIIerhoQgden  te  hebben  aanbevolen,  blijven. 

Edele  aUgendt  HeereiTy 

Uwe  Edele  Mogende  goede  Vrienden, 

Burgemeesters,  Schepenen  en  Raaden  der  Stail 
haarlem. 

Ter  Ordonnantie  van  dezelven 
ÏJ/tnrlem 
*    éen  \s  Septtmhtr  J.  J.  van  BERGUM  van 

.  1757-.  >'  '    NIEUWENHUIZEN. 


Wac 


.  \ 


HAARLBBIS  OefikhdMt/iné  139 

'      '  '  \ 

Wat  hkr  op  beiloten'  werd  bij  de  £d;  Mog.  Hecren  Ge- 
commicteerde  Raaden^  en  deo  afgezondenen  van  de  Regeerui* 
ge  deezer  Scad,  in  den  Haag  is  wederwen,  blijkt  uic  het 
rapport,  dat  deeze  Heeren  «fgezondenen »  den  17  der  meer* 
gemeJde  Herfstmaand,  in  de  Vroedfchap  alhier  deden;  waar 
van  de  «mtekening,  ten  dien  dage  gedaan,  dus  luid: 

De  Refoluden,  den  13  deezer  genomen «  zijn  gercfume^d, 
en,  na  voorgaande  deliberatie,  gehouden  voor  gearredeerd. 

De  Penfionaris  gilles  beeft  aan  hunne  £d.  Achtb»  gerap- 
porteerd, dat  de  Heer  Prefident-Burgemeester  crommrlin,  en 
hij  Penfionaris,  zig,  ingevolge  honner  £d.  Achtb.  Refolutie 
van  den  13  deezer,  op  eergisteren,  zijnde  .geweest  Donder- 
dag, des  namiddags,  hebbende  begeeven  naar  ^iHagt^  vcr^ 
volgens,  op  Vrijdag  morgen,  zig  aldaar  hadden  vervoegt,  bij  ' 
den  Heere  Raadpenfionaris  van  deeze  Proviiitie,  en  aan  den 
eelven  mondeling  hadden  voorgedragen,  de  redenen  en  moti- 
ven,  bij  de  Refelutie  van  hunne  £d.  Achtb.  vervat,  waar 
op,  in  den  naam  van  hunne  £d.  Achtb.,  nader  moesten  in- 
deeren 9  ten  einde  de  Vergadering  van  hunne  £d«  Groot  Mog. 
zoude  mogen  worden  befchreeven  tegen  het  laatde  van  de 
volgende  week ,  om  als  dan ,  van  wegen  hunne  £d.  Achtb. , 
aangaande  de  zaak  der  Nominatie  tot  Bucgemeestercn  deezer 
Stad,  aan  hunne  £d.  Groot  Mog.  de  nodige  ouvertures  te 
geeven,  en  de  vereischte  reprefentatlên  te  kunnen  doen;  te 
gelijk  aan  zijne  Wel  £d«  Geifar.  overgevende  de  Misfive  van 
hunne  £d.  Achtb. ,  mede  ten  voorfchreeven  einde  aan  het 
Collegie  van  de  Heeren  Gecommineerdc  Raadcn  g^addres* 
feerd,  en  onder  de  Notulen  van  den  13  deezer,  breedor 
geextendeert.  Dat  zijns  Wel  £d.  Geftr.  (de  Heer  Raadpen- 
fionaris) aangenomen  hebbende,  dezelve  Misfive,  aan  welge- 
nkelde  Collegie  van  de  Heeren  G^ommitte^rde  Raaden  te 
zetten  overhandigen,  zij  Heeren  Gecommittearden  voons  zig 
«ok  hadden  vervoegt  bij  den  Heere  beelaarts  ,  Heere  yan 
Bkklamd^  als ,  vermits  de  abfentie  van  zijne  Hoog  £d, ,  den 
Heere  van  rhoon  ,  als  toen  de  voorzittende  Heer  zijnde  ia 
welgemelde  Collegie,  en  aan  denzeiven  insgelijks  badden  be» 
kead  gemaakt^  hunne  last  en  comsM^Ae,  ten  eind^  hier  voo* 

^    "  re« 


^9  HAARLEMS  Gefchiedêniifin. 


!■» 


ren  gemeld^  en  dat  de  voorfchrtevë  Misfive  daar  toe  hadden 
oi^ergegeven,  aan  den  Heere  Raadpcnfionaris ,  die  de  goedheid 
had  gehad,  om  aan  te  nemen,  dezelve  aan  het  Coliegie  van 
de  ileeren  Gecommitteerde  Raaden  te  bezorgen;  en  dat 
voorts  de  zaak  der  Befchrijvinje  van  de  Vergaderinge  van 
hunne  Ed.  Groot '  Mog. ,  aan  welgemelde  Heere  van  Blok- 
iandy  met  de  nodige  Argumenten  ten  beste,  hadden  verzogt 
en  gerecommandeert;  en  welke  Heer  op  een  vriendelijke  wijze 
liad  aangenomen,  daar  over  in  het  Coliegie  van  meergemelde 
Heeren  Gecommitteerde  Raaden  te  zullen  fpreeken. 

Dat  vervolgens,  eenigen  tijd  daar  na,  zij  Heeren  Gecom- 
mitteerden zig  hebbende  lakten  vinden  op  het  Hof,  in  het 
Coraptoir  van  den  Heere  Raadpenfionaris,  ora  te  kunnen  ver- 
neemen  den  uitiliig  der  deliberatién  van  de  Heeren  *  Gecommit- 
teerde Raaden,  op  de  voorfchreeve  Misfive  van  hunne  Ed« 
Achtb.,  de  Heer  Raadpenfionaris  hun  Gecommitteerden  aldaar 
had  gecommuniceerd,  dnt  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden, 
bij  hunne  deliberatién,  zwarigheid  hadden  gevonden,  om  in  de 
verzogte  Befchrijving  van  hunne  Ed.  Groot  Mog.,  tegen,  de 
volgende  week,  te  confenteeren ,  ter  zaake  van  de  nabijheid 
der  ordinaris  Vergaderinge  van  hunne  Ed,  Groot  Mog.,  die 
zekerlijk  den  28  deezer  moest  invnilen;  als  mede  dat  in  het 
Coliegie  drie  Heeren  abfcnt  waren  ;  en  dat  daar  benevens 
misten  de  hooge  prcfentie  van  haare  Konlnglijké  Hoogheid, 
de  Vrouwe  Gouvernante;  dat  de  zaak  de  Heeren  Gecommit- 
teerde Raaden  ook  niet  voorkwam  van  dusdanige  nood  of 
presfance,  dat  daar  toe  het  maaken  van  zo  veel  eclat,  als  de 
Befchrijv^ing  der  Vergaderinge  occafioneeren  moest,  nodig  was. 
Dat,  gelijk  deeze  uicflag  hun  Gecommitteerden  zeer  furprenant 
.v/as  voorgekomen,  dezelve  vervolgens,  ter  voldoeninge  aan  de 
last  van  hunne  Ed.  Achtb. ,  hadden  vermeent  eenige  nadere  im 
Itancii-n  ,  ten  dien  reguirtft ,  te  moeten  doen  v  en  derhalven  had' 
den  verzogt,  met  eenige  Heeren  uit  het  CoHegie  van  hunne  Ed^ 
Mog.  nader  over  dat  gedaan  verzoek  te  mogen  confereercn. 
Dat,  ter  voldoeninge  aan  dat  verzoek,  korten  tijd  daar  aan, 
ter  .voorfchreeve  plaatze,  zig  bij  hun  hadden  vervoegt  de  Hee- 
ren BEKLêARTS  cn  D^ACQUET ,  mct  de  Hcer  Raadpenfionaris; 
aan  welke  Heeren  zij,  Gecommiiteerden  breeder  het  verzoek  van 

<lc«- 


HAARLEMS  GêfchleJenisfeH.  fff 


dte 


éè^tt  Vfoedfchap  hadden  geéxpofeerd,  en  als  den  grondflag 
daar  van  zig  hadden  beroepen  op  de  zeer  klaare  en  energiqua 
Refolutie  van  hunne  £d.  Groot  Mog« ,  van  den  6  Jnlij ,  van  het 
}aar  1&77  (*}•    Dat  welgemelde  Heeren ,  op  de  vorengcavan- 

ceer* 


(•)  DeezB  luid  wocrdelijk:  „  /j,  na  voorgaande  delibera^ 
$^  $f€  en  in  achttnge  genomen  zijnde^  dat  het  Groot  Frivi" 
t9  ^^P^%  bij  yrouwe  m^ria  van  BOURGONDiè'N ,  den  Edelen  en 
9^.  Steden  9  in   den  ^aare  1476  verleend  ^  met  uitgedrukte 
,,  voorden  medebrengt^  dat  de  Steden  van  Holland  en  West^ 
19  friesland,  en   malkander  en  ^  zo  dik*  en  menigwerven  hen 
^  dat  helieven  zal^  die  een  den  anderen  mogen  befchrijven  , 
M  en  met  eikanderen  in  Dagvaarden  en  anders  vergaderen  ^ 
9f  ter  plaat  ze '9  d^ar  het  henluiden  goeddunken  zal^  om  aldaar 
„  te  fpreeken  van  zaaken^  den  voornoemde  Lande  of  Steden^ 
f»  of  eenigen  van  dien  ^  aangaande »  zonder  daar  op  te  moe^ 
„  ten  verwerven  y  verder  verlof  of  con] ent  van  den  Pr  in  f  e  van 
t»  den  Lande  \  goedgevonden  en  ver  (laan  ^  mids  deeze  te  ver- 
^,  klaren  y  dat  de  He  eren  ^  hunner  Ed,  Groot  Mog.  Gecom- 
1»  mitteerde  Raaden^  gehouden  en  geohligeerd  zijriy  de  yer- 
91  gadering  van  hunne  Ed.  Groot  Mug*  te  convoceeren  en  te 
9»  befchrijven ,  zo  wanneer  zulks  bij  of  van  wegen  de  Heer  en 
,9  van  de  Ridder  f chap  en  Edtlen^  fif  van  wegen  Burgemeestt- 
99  ren  en  Regeerders  van  een  van  de  Steden^  Leden  van  de 
f»  hooggemelde ^Fergaderinge y  word  verzegt y  zonder  dat  de 
„  gemelde  Heer  en  Gecommitteerde  Randen  zulks  zullen  mogen 
»» ^^igcren ;  en  dat  de  gemelde  Heeren  Gecommitteerde  Raa^ 
pi  den  mede  gehouden  en  gcobligeerd  zijn  de  PropófitiCy  die  de 
19  gemelde  Heeren  van  de  Ridder  f  chap  en  Edelen ,  of  de  ge^ 
^^. melde  Burgemeesters  en  Regeerders   van  een  van  de  voor- 
9f  gemelde  Steden  ^  aan  de  gemelde  Heeren  Cecöwmitt eerde 
99  Raaden  zouden  wogen  hebhen  gedaan  of  overgeleverd  ^  alt 
^9  een  point  van  Befchrijvinge ,  aan  de  gemelde  Leden  toe  te 
„  zenden  y  zonder  daar   van  insgelijks  in  gebreke  te  mogen 


149  HAARLEMS  Gefihfedtnisfên. 

aectée  Oronden  eti  Argumenten  y  nut  liiivoegfaige  van  fne^ 
4cre  r^flcélic'Q,  wel  hadden  gecragti  hen  Gecommlae^ilen  W9m 
hec  voorfchreeve  verzoek  der  B^Cchrijvizige  van  de  Vergadecin- 
ge ,  (egoti  het  bratsc  van.  de  volgende  week  ;  te  doen  afzien ;  dan 
•dat  zij  Gecommitteerden  zig  dienaangaande  hadden  beroepen  op 
hunne  exprcsfe  last ,  waar  bij  hadden  verklaard  te  moeten  perfi* 
fteeren ,  met  verzoek ,  in  allen  gevalle ,  dat  hunne  £d.  Mog. , 
de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden ,  hen  Gecommitteerden  zou- 
den  gelieven  te  vereeren ,  met  op  de  verzogte  en  voorgedragen 

■  zaak  te  neemen,  eene  finaale  ReTolutie,  ten  einde  daar  vaa  aas 
hunne  Ed.  Achtb.  te  kunnen  doen  een  getrouw  rappwt. 

Dat  wcigemelde  Heeren  daar  op ,  andermaal  zig  hebbend» 
begeeven ,  in  het  Collegie  van  de  Heeien  Gec<Mnmitteerde  Raa^ 
den,  dezelvehy  na  eenig  vertoeven»  nog  eens  waren  gekomen 
bij  hun  Gecommitteerden;  en,  na  herhaünge  van  meesc  alle 
voorgemelde  redenen  en  perTuafiën ,  hadden  verklaard  dat  hunott 
£d«  Mog,  perfifleerden ,  daar  bij ,  dat  niet  konden  refolveeren 
de  Vergadering  van  hunne  Ed*  Groot  Mog. ,  op  het  gedaan  ver* 
zoek  van  hunne  Ed.  Achtb,,  Extra órdinaris  tegen  de  volgende 
week   te  doen  befchrfjven,  zonder  alvorens  >daar  op  te  hebbeo 

"^  verdaan,  de  intentie  van  haare  Koninglijke  Hoogheid;  aan  wie 
derhalven  de  Misdve  zouden  zenden ,  om  hoogscderzelver  goed- 
vinden daar  over  te  vcrfban;  alles  in  die  of  diergelijke  woorden 
in-fubftantie;  als  hebbende  zij  Gecommitteerden  wel  geinfleerd^ 
om  het  gerefelveerde.van  het  Collegie  van  Gecommitteerde  Raa- 
den te  mogen  hebben,  in  fcriptis^  als  zijnde  het  verzoek,  ten 
einde  voorfchreeve,  aan  welgemelde  Collegie  stizo  mede  gedaan; 
dan  dat  zulks  ook  niet  hadden  kunnen  obtfneeren ,  terwijl  we4- 
gemelde  Heeren  Commisfarisfen  hadden  geperfilleerd  bij  de 
voorfchreeve  hunne  mondelinge  verklaring,  welke  uit  den  naam 
van  het  Collegie  kwamen  te  doen,  en  welke  hadden  verzogt, 
ten  beste ,  aan  hunne  Ed.  Achtb.  te  willen  rapporteeren ,  mee 
tocwcnfchinge,  dat  de  zaaken  zig  alzo  in  der  minne  mogten 
vinden ,  dat  daar  van  geen  verder  echt  zoude  behoeven  gemaakt 
ie  worden ;  en  welke  betuigingen  wederona  door  hun  Gecom- 
niicceerJen,  met  alle  decentie,  naar  behoren  waren  beantwooré 
geworcien,  echter  niet  zonder  te  doen  zien  hunne  vreeze,  we« 

^cns  het  weinig  genoegen  ^  dat  de  uitflag  van  deeze  Commisne 

aan 


HAARLEMS  Cefeiiedenis/lm,  144 

«n  himtie  Eet  Aditb.  Toude  kunn^  lodbrengeti.  En  vmr  nt 
vervolgens  zij  Heereii  Gecommitteerden,  als  niet  ziende  ietwet 
verder  te  icuimen  effeétueeren ,  wederom  naar  huis  waren  gere- 
ccnimeetd. 

Waar  op  gedel&ereerd  zijnde»  is  goedgevonden  en  verlfaaa 
de  Heeren  GecoamUcteerden ,  hier  yooren  gemeld,  voor  hunne 
in  deezen  genomen  moeiM  en  aangewende  devolren,  in  co»- 
formité  van  derzelver  last»  mitsgaders  voor  derzelver  gedaan 
rapport,  te  bedanken;  zo  ab  bedankt  worden  bij  deeze,  mee 
verder  verzoek  aan  de  Hoeren  Raaden  en  Vroediidnppeo ,  om 
hunne  gedachten  te  wiUcn  doen  gaan  over  de  conduites»  bij  hec 
Collegie  van  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  ^  in  deeze 
zaak  gehouden,  en  wat  daar  omtrent,  en  op  het  gunt  daar  van 
is  gerappditeerd ,  zo  tot  maintien  van  deezer  ^tads  Rechten  en 
Vrijheden ,  ais  die  van  alle  de  verdere  Steden  en  Leden  van  hun- 
ne Ed,  Groot  Mog.  Vergaderinge ,  volgens  de  uitdrukkelijke 
Refolutie  van  den  Souverain  van  den  6  Julij,  van  het  Jaar  1677, 
zal  behoren  te  worden  gedaan  en  in  het  werk  gedeld,  enz. 

Op  den  19  van  de  zelfde  Herfstmaand,  bevestigden  hunne Ed* 
Mog.,  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden ,  dit  rapport,  door 
een  Brief,  inhoudende  Bericht  van  het  Befluit,  dat  zij  geno* 
men  hadden ,  op  het  verzoek,  tot  befchrijvinge  van  eene  buiten- 
gewone Vergadering  der  Staaten,  welke  Brief  aan  Burgemces- 
teren.  Schepenen  en  Raaden  van  deeze  Stad  gerigt  was,  en  dus 
luid: 

Erentfesu  ,  H^jzê ',  yUr%ienig$  ,   %e9t    Dhcretê 

Alhoewel  wij  ons  verzekerd  houden ,  dac  UEd. ,  door  hunne 
Heeren  Gedeputeerden,  volkomen  geinformcerd  zullen  zijn,  van 
het  bij  ons  gerefolveepde  op  den  lö  September,  joni^stleden ,  op 
üEi  Misfive  van  dea  15  bevooren« ,  waar  bij  UEd.  verzoe- 
ke, d^t  een  Extraordinaris  Vergadering  van  hunne  £d.  Groo( 
Mog.  ten  fpoedigflen  mag  worden  befchreeven ,  en  bij  den  an« 
dereö  geroepen;  welk  ons  gerefolveerde  inhoud,  dat  wij)  om 
4a  ^nOandigb^d^^  van  (iideo ,  qiet  kiu^eo  goedvinden ,  de  Ver* 


\ 


/ 


144  HAARLEMS  Oefchiedéfiisfiné 


gadcring  van  hunne  £d«  Groot  M og.  Extraordinair  te  befchri}* 
ven,  daar  de  tijd  van  de  ordinaris  Vergaderinge  zo  kort  op  han« 
den  is ,  welke  ook  tegen  den  27  September  fhat  befcbreeven  te 
worden ;  mecnen  wij  eclner  dienflig  te  zijn ,  UEd.  bij  deezèn 
nader  te  informeeren ,  dat  wij ,  na  rijpelijk  alles  overwogen  te 
hebben  ,  wat  op  decze  materie  dienen  kan,  ons  verpligt  vinden 
te  perfideeren  bij  onze  voorige  gedachten. 

Daar  mede,  Erentfeste^  Wijze ^  roorzienige^  zeef  Discrt^ 
te  Meeren ,  beveelen  wij  UEd.  de  bcfcherminge  Gods. 

Gefchreeven  in  den  Haagy  den  ip  September  iJS?* 

é 

Ter  Ordonnantie  Van  de  Gecommitteerde  Raaden* 

ARIS  VAN  DER  MIEDEN.  . 


Na  dcezen  tijd  werden  de  handelingen  der  Hee^en  Commisft- 
tisfen  van  haare  Hoogheid  wel  voortgezet;  maar  zonder  dat, 
tot  genoegen  der  Meerderheid  van  de  Vroedfc'.iap,  de  Vrouw 
Gouvernante  befluiten  konde,  uit  de  overgeleverde  Nominatie 
eene  verkiezing  te  4oen.  Uit  deezen  hoofde  deden  de  Gedepu* 
teerden  van  deeze  Stad,  in  de  gewoone  Vergadering  der  Staaten, 
op  den  a8  der  meergemelde  Herfstmaand,  tweeërlei  Voordellen 
of  Propofitien ;  eene  wegens  de  weigering  der  Heeren  Gecom- 
mitteerde Raaden ,  om  op  het  verzoek  van  de  Regeeringe  dee- 
zer  Stad,  hunne  Ed.  Groot  Mog.  buitengewoon  te  befchrijven; 
en  de  andere  ter  ophcffinge  van  de  zwarigheden,  die  veroor- 
zaakten, dat  uit  de  overgeleverde  Nominatie  geene  verkiezing 
gedaan  werd.  Wij  zullen  van  de  eerde,  en  het  Bericht,  dat 
op  dezelve  gegeeven  is,  eerst  fpreken.  De  Propofitie,  wegens 
de  weigering  van  Gecommitteerde  Raaden,  -was  van  deezen 
inhoud: 

De  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Haarlem  hebben,  uit 
cxpresft  last  van  de  Heeren,  hunne  Principaalen ,  ter  Vergade- 
ringe voorgedragen  en  gereprefenteerd: ' 

Dat  de  Heeren ,  hunne  Principaalen ,  met  leedwezen ,  bij  het 
formeeren  der  Nominatie  tot  Burgemeesterén ,  den  7  deezer 

,  voor-- 


/    - 


llAAkLEMS  C&fthieaeÈUfeff,  14» 


^r-i»— ■w^ 


9 

voorgevallen,  ondervonden  hebbende,  dat  eenige,  weinige. Le- 
den uit  de  Vrocdfchap  hadden  konnen  onderneemeu  tfegen  do 
wettigheid  van  dezelve  te  protefleoren ;  en  met  nog  vrij  groo- 
ter  finerte  hebbende  moeten  ontwaar  worden,  dat  haare  Ko- 
ninglijke  Hoogheid,  de  Vrouw  Gouvernante  en  Voogdes  ovetf 
zijne  Doorlugtige  Hoogheid  ,  den  Heere  f  rinfe  Erflladhou- 
der,  door  de  gantsch  verkeerde  en  ongefundeerde  iniimulatiêii 
van  dezelven  ,  werd  afgehouden  haare  hoogstwelbehaaglijkö 
Eledie  uit  dezelve  Nominatie  te  doen,  zonder  dat- van  hec 
contrarie  van  dezelve n  door  eene  Deputatie,  uit  het  middea 
van  de  Vroedlchap,  aan  hoogstdezelve,  daar  toe  gedaan,  had 
kunnen  worden  geperfuadecrd ;  alle  de  voorfchrceve,  redenen  ^ 
met  de  beduchtini^en  over  de  gevolgen ,  welken  uit  deczc  zaak 
houden  kunnen  fcfulteeren,  do  Heercn,  hunne  Principaalen  ^ 
als  een  genoegzaam  fuixiamcnt  hadden  tocgefcheenen,  waarom/ 
na  dat  veele  dagen  te  v;.rgecrs  de  voorfchreeve  hoogstwcibe- 
haaglijke  Electie  hadden  afgcw.a^,  hadden  vermeent,  in  zoda- 
nige fituatie  hunne  toevku^t  te  möeteir  neemeh  tot  hunne  INTe* 
delèden,  en  met  alle  billijkheid  bij  de  Heereti  Gecommiiteer- 
de  Raaden  te  mogen  infleercn,  dat,  dewijl  de  ordinatis  Ver- 
gadering van  hunne  Ed.  Groot  Mog.  alleen  Hond  bij  den  an- 
deren geroepen  te  worden,  tegen  den  28  deezer,  hoöggemel- 
de  Vergadering  over  deeze  zaak  extraordirtait  mogt  worden 
geconvoceerd,  eenfge  dagen  vroeger,  ert  zulks  ten  langflen 
tegen  dèn  12  van  dezelfde  maand;  alles  ten  einde  welgemelde 
Heeren,  hunne  PrinCipaalen ,  gelegenheid  zouden  hebben,  tctt 
fpoedigften  derzelver  reprefcmatien  te  kunnen  bfengen  in  de 
fchoot  van  den  Souverain,  als  waar  toe  zij  oordeelden  deeze 
materie,  waar  in  alle  acceleratie  ten  ultterften^resfecrde,  ab- 
folutelijk  te  zijn  gcconflitueérd. 

Dat,  ten  dien  einde,  de  Heeren , 'huniie  Principnületi ,  t\% 
eene  daar  toe  genomen  Refolütie,  op  den  15  deezer,  wet 
hadden  afgezonden,  naar  ''sliage^  twee  Heéren  Gedeputeer- 
den, met  eene  MIsfive  ,  aan  het  Collegie  Van  wcigemelda 
Heeren  Gecommitteerde  Raaden,  gecoucheerd,  inhoudende  de 
redenen  van  het  daar  bij  gedaan  verzoek,  tot  de  gemalde  eX' 
traordinaris  Befchrijving  van  hunne  Groot  Mög.;  xvnar  van» 
^e  «Heeren  Gedeputeerden  gtla?l  w^ren,  è.t^  nood»,  huniH?  K-^»- 

'  XIX.  DEEL  K  Mog« 


148  HAARLEMS  GefchiedenUJen. 

Hunne  £d*  Groot  Mog,  vonden  hier  op  goed,  dat  deeze 
Propofitie  zou  worden  gefteld,  in  handen  der  Heeren  Gecoat^ 
micteerde  Raaden,  om  daar  op  ten  Fpoedigften,  en  uitterli}k  na 
agt  dagen,  den  Staaten  te  dienen  van  Bericht.  Ingevolge  van 
deeze  Refolucie  leverden  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden, 
den  5  O^ober,  het  volgende  Bericht  ter  Staatsvergaderingo 
in. 

MDELE  GROOT  MOGENDE  HEEREN! 

Wij  hebben  wel  oncfnngen  U£d.  Groot  Mog.  Refolutie^  vaa 
den  38  September,  jongsdeden ,  waar  bij  U£d.  Groot  Mog. 
in  handen  van  Gecommitteerde  Raaden  hebben  gelieven  te  (lel- 
len, de  Propofiüe,  door  de  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad 
Haarlem^  ter  verg^deringe  van  U£d«  Groot  Mog.  ten  zelfden 
,dage  gedaan,  over  het  niet  extraordinarie  befchrijven  van  de 
Vergaderifige  van  hunne  Edele  Groot  Mog.,  op  verzoek  van  de 
Regeeringe  van  dezelve  Stad ,  om  daar  op  ten  fpoedigflen  aan 
U£d.  Groot  Mog. ,  en  uitterlijk  op  den  5  Oótober ,  te  dienen 
van  Bericht. 

Wij  zijn  ten  uitterften  bereidwillig  daar  aan ,  met  de  vereisch- 
te  acceleratie ,  te  voldoen.  £n  vinden  ons  derhalven  verpligt 
U£d.  Groot  Mog.  voor  te  draagen,  dat  de  Gecommitteerde 
Raaden,  in  een  zaak  van  zo  veel  importantie,  gemeent  heb- 
bende mee  alle  omzlgtigheid  te  werk  te  moeten  gaan,  niet,  daa 
na  rijp  overleg,  gekomen  zijn  tot  hun  genomen  befluit.  £a 
om  die  reden,  niet  dan  met  lacisfadtie  en  genoegen  kunnen  aan* 
zien  hcc  Qeclaratoir  ,  dat  welgemelde  Heeren  Gedeputeerden 
der  Stad  Haarlem^  ter  Vergaderinge >  hebben  gegeeven:  dat 
zij  Heeren  niet  waren  gelast  om  te  klagen  over  de  behande^ 
iingy  bij  het  ColUgie  van  Gecommitteerde  Raaden  gehouden  ^ 
als  integendeel  wel  willende  geloven ,  dat  zulks  is  voortgekomen 
uit  een  altoos  gevoonen  ijver  en  attentie^  ten  beste  van  ket 
Vaderland,  en  om  waarlijk  te  doen  dat  gnnt  utelgetneide  Col^ 
legie,  met  die  intentie  oordeelde^   dat  behoorde  te  gefckie^ 

den. 

Dewijl  Gecommitteerde  Raaden  zfg  vleien,  dat  de  gronden 

€0  redenen y  welken  z ij ,  tot  juftilicatie  van  hunne  conduite,  de 

eer^ 


HAARLEMS  Cefchiedeniffen.      *  149 

eere  zullen  hebben ,  onder  het  oog  van  U£cl«  Grooc  Mog«  te 
brengen,  de  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Haarlem ^  en  de 
verdere  Leden  van  UEd.  Groot  Mog.  Vergaderioge ,  zuilen 
coBvinceeren  dat  Gecommitteerde  Raaden  geen  het  minlle  oog- 
merk  hebben  gehad,  om  los  te  maaken  een  eenige  Refolutie  van 
U£d«  Groot  Mog. ,  of  te  weigeren  aan  de  Regeering  der  Stad 
Haarlem  ,  het  gunt  dat  zij  uit  dien  hoofde  konde  vor* 
deren* 

Om ,  raet  het  allegueeren  van  de  voorfchreeve  gronden ,  een 
«anvang  te  maaken ,  moeten  wl]  vooraf  zeggen ,  dat  de  Refolo- 
tie  van  den  6  Juli} ,  van  het  Jaar  1677,  waar  op  de  Regeering 
der  Stad  Haarlem^  haare  requifitie,  van  het  befchrijven  eener 
extraordinaris  Vergaderinge ,  komc  te  fundeeren,  aan  ons  niet 
!s  voorgekomen ,  te  wezen  van  die  geêxtendeerdheid ,  dat  wij » 
in  het  prefente  geval ,  met  postpofitie  van  andere  verpligiiogen^ 
die  aan  Gecommitteerde  Raaden  mede  incumbeeren,  en  niet 
minder  fterk  aanbevolen  zijn,  daar  uit  bevoegd  zouden  geween 
zijn ,  om  te  voldoen  aan  het  verlangen  van  welgemelde  Regee- 

rtiigc. 

Dewijl  wij  daar  bij  moeten  voegen,  dat  wi}^  met  attentie 
pondererende  den  inhoud  van  de  Misfive,  door  Heeren  Burge- 
meesteren ,  Schepenen  en  Raaden  der  Stad  Haarlem^  op  den  15 
September,  aan  ons  gefchreeven,  hebben  gcmeent  daar  in  te  re- 
fidtferen,  hoe  zeer  m  gemefureerde  en  decente  exprcsfiên,  een 
beldag,  en  dat  wel  omtrent  het  ftuk  van  de  Magifiraatsbcdeliin- 
ge,  waar  over  de  Heer  Erfihdhouder  bijzondere  Rechten  exer- 
ceerdt  tegens  haare  Koninglijke  Hoogheid;  alzo,  uit  hoofde 
van  zekere  ongefundeerde  klachten  ,  van  weinigen  uit  de 
Vroedfchdp  der  Stad  Haarlem,  aan  de  Vrouwe  Gouvernante 
gedaan^  aangaande  de  Nominatie  tot  het  Burgemeesterampt ^ 
feoccafioneerd  word  dat  haare  Koninglijke  Hoogheid\  tot  leed* 
wezen  van' de  Regeeringe,  niettegenftaande  de  daaromtrent- 
gedaane  reprefentatiSn  %  niet  heeft  kunnen  worden  geperfuoi- 
deert ,  om  aan  de  Regeering  de  Elegie  te  laten  toekomen ;  het 
welk  hun  ten  uit t  erft  en  embaratfeerde  ^  om  de  gevolgen  i  wei- 
ten  hier  door  te  duchten  zijn. 

Welk  beklag  ons  in  de  voorfchreeve  Misfive  ten  klaarden  blij- 
kende vervat  te  zijn ,  hebben  wij ,  met  al{e  circuinQ>e^ie ,  na« 

K  3  fiCf 


150  .      HAARLEMS  GefchiedenhfeH. 


gegaan,  of  wij,  uh  hoofde  van  onze  luflrudie,  op  den  28  Au* 
gustus,  van  het  Jaar  175 1  gearreftecrd ,  geobligeerd  waren  op 
zodanig  beklag  eene  Vergadering ,  niet  zonder  hec  grootfle  eclac, 
Immediatelljk  excraordinarie  te  befchrijven ,  daar  de  befchrijving 
van  de  ordinaris  Vergaderinge  zo  nabij  was »  zonder  te  boren 
de  conGderatien  en  belangen  van  haai-e  KoningUjke  lioogheidy 
welke  daar  bij,  naar  onze  .gedachten,  zo  merkelijk  was  geinte- 
resfeerd ;  en  dat  in  een  zaak ,  welke  zoude  koincu  uit  te  leveren 
ccne  Colliüe  tusfchen  het  eminente  Hoofd,  eu  een  voornaam 
Lid  van  UEd.  Groot  Mog.  Vergaderinge. 

Deeze  onze  Inftruélic  inziende ,  hebben  wij  bevonden  dat  aan 
ons  expresfelijk,  bij  bet  XIIL  Artikel  van  dezelve,  gelast  is, 
cm  te  maeten  houden  gaede  Correspondentie  met  den  He  ere 
Ërfftadhouder  in  der  tijd^  of  nut  die  geenen  y  die  ^  volgent 
VEd.  Groot  Mog.  Refolutie  van  den  16  Novewber  ^  van  het 
Jaar  1747,  de  zelfde  plaats  zai  bekleedeu  \  welk  Artikel  aan 
ons  van  hec  uitcerfte  gewigt  is  voor  gekomen,  als  gefondeerc 
ssijnde  op  de  gronden  van  de  tegenwoordige  Regeeringsform ,  en 
daarom,  op  alle  mogelijke  wijze,  behoorende  geobferveerd  en 
agtervolgd  te  worden. 

Wij  zouden  zekerlijk,  naar  onze  gedachten,  daaraan  hebbeti 
gemankeerd,  en  daar  tegens  dire^elijk  gepecceerd,  indien  wij, 
ons  aantreld^ende  eene  klagte  tegens  de  Vrouwe  Gouvernante, 
buiten  hoogst  haare  kennisfe,  en  zonder  aan  hoogstdezelve  ge- 
degenheid te  geven,  om  haaje  defenfie  daar  tegens  te  doen,  de 
Ver^dering ,  om  die  reden  extraordinair  hadden  geconvoceerd. 
Behalven  dat  hec  volgende  XIV,  Artikel  vnn  gemelde  onze  In- 
ftruóHe  ons  injungeerd,  om  (pecialijk  te  letten  dat  de  Souverai" 
fiiteit  van  de  Staaten^  en  hunne  tegen swoordige  Regeeringi" 
form^  op  het  Stadhouderichap ,  met  de  Precminentiè'u ,  door 
UEd.  Groot  Mog.  daar  aan  gebegt,  voor  zeker  rustende,  in  al- 
le haare  deelen  worden  geconferveerd  en  bewaard.  In  gevalle 
uu  haare  Koninglijke  Hoogheid  mogte  verraeenen ,  dat ,  bij  dec' 
ze  Ulagten  ,  de  Praeêminentiën  van  den  Heerc  Erffiadhouder 
waren  geconcerneerd,  zouden  wij,  met  het  aannemen  van  de 
voorfchreeve  klagten ,  fciiljnen  ons  daaromtrent  in  te  laaten, 
en  dezelven  als  te  wettigen.  Wnar  door ,  indien  naderhand  be- 
vonden mogt  worden,  dat  zun;s  in  der  daad  de  Pra;;c^inenuêa 

vaa 


HAARLEMS  GefMeienfsfin^  igt 


iW» 


van  den  Heere  £rfl2adhouder  hz^&a  getoucheerd,  wi}»  wd 
verre  van  daar  voor,  volgens  xleeze  onz.e  verpligdnge ,  gewaakt 
te  hebben,  zoude  reprochabel  zijn,  van,  zonder  verhoor  van 
het  eminente  Hoofd  van  de  Regeeringe  doezer  Provintie,  ons  in 
deezen  ce  hebben  geimmisfeerd. 

Deeze  verpligtingen  zijn  ons  al  te  obligatoir  voorgekomen, 
dan  dat  wij  zouden  kunnen  denken,  dat  U£d«  Groot  Mog.  van 
ons  zouden  wilfen  vergen,  om  de  twee  gemelde  Artikden  ten 
eenemaal  aan  een  zijde  te  ftellen;  terwijl  Gecommitteerde  Raa- 
den  voor  hun  zelf  zig  liever  wiflen  getroosten,  bloot  gefield  te 
worden  voor  het  ongenoegen  van  één  Lid,  in  deezen  geinteres- 
feerd,  dan,  met  het  violeeren  van  het  XIII.  Artikel  van  hunne 
InilruéHe ,  attentie  te  geven  aan  de  gronden  van  de  prefente  Re- 
geeringsform,  en  daar  door  te  incurreeren  het  billijk  verwijt 
van  alle  de  onpartijdige  Leden  van  üEd.  Groot  Mog.  Verga* 
deringe.  * 

Hoe  zeer  wij  nu  van  dit  idles  gcconviücecrd  wafen ,  hebben 
wij  echter  daar  ia  niet  berust,  maar  gemeem,  metiill^acteiitiey 
te  qioeten  examineeren  de  bewoofdiQgen  van  ^  gMllegoeerdè 
Refolutie  van  den  6  Julij,  wi  bet  Jav  iéf7,  wt&e.wi}  we^, 
in  zo  vefxe,  zeer  duidelijk' en  klaar  hébben  bevoaden,  dat 
Gecommitteerde  Raiden  gehoudea  en  geoUigeec^  zijn,  de  Ver- 
gadering van  hunne  £d.  Groot  Mog.  te  convoceerea »  «^  watir 
üjer' zulks  dij  de  Hetnny^n  -^  Rid4irfchap  ofSuden  werd 
ytrzogt^  zonder  zulks  te  wofen  Wfiigeren\  en  dat. zulks  bij 
UEd.  Groot  Mog.  is  geaiTefteer4 »  in  tfchtmge  genomen  zijnde  p 
dat  het  groot  Privilegie  van  hr ouwe  maru  van  «ouRGONDieN, 
in  den  Jaar  e  1476  verleend\  medebrengt^  dat  de  Steden  van 
Holland  en  Westfrieslaud  malkanderen^  zo  menigwerfien  dat 
believen  zal 9  'zullen  mogen  befchrijveny  om  te  [preken  van 
zfikeny  den  voornoemden  Lande  of  Steden  ^  of  eetiigen  van 
dien ,  aangaande  ,  zonder  confent  van  den  trinfe  van  dem 
Lande. 

Maar  hebben  wij ,  desniettegenftaande ,  de  voorfchreeve  Re» 
folutic  niet  klaarlijk  applicabd  gevonden  op  het  prefente  geval  ^ 
dewijr  in  de  gronden,  overgenomea  uit  het  evengemelde  groot 
Privilegie,  niet  (bat  dat  het  den  Edelen  en  Steden  vrij  zal  (bun, 
tot  het  inbrengen  van  klagten  tegens  den  Stadhouder  van  dien 
tijd ,  of  tegens  d^.  Steden  onderling ,  extraordinaire  Vergaderin- 

K  4  gen 


I5i  HAARLEMS  Xierchiedenisr^n. 


pcm  te  bcfchrijven,  en  daar  bij  maar  alleen  gefproken  word 
v^n  zaken  ^  den  voornoemde  Lmide  of  Steden,  of  eenige  van 
diey  aangaande  \  gelijk  ook  UEd.  Groot  Mog.,  bij  hunne 
condafie  in  de  voorfchreeve  Refblutie,  niet  expresfelijk  vast- 
gcfleld  hebben,  dfli,  ingevalle  de  Edelen  of  de  Steden,  tegens 
€?*;i  Meere  Stadhouder,  of  wel  de  eene  Stad  tegens  de  andere, 
lilngtcn  kwamen  in  te  brengen,  en  daar  tot  ce:ie  extraordina- 
j-is  Vergadering  rcquireerden ,  de  Gecommitteerde  Raaden  op 
de  zelfde  wijze  verpligt  zouden  zijn,  dit  altes  te  effectueeren, 
zonder  eenige  kennis  dasr  yan  te  geven,  aan  dat  Lid  van 
L'üd*  Groot  Mog.,  of  aan  den  Hecre Stadhouder,  tegens  wien 
do  klagten  mogten  zijn  ingerigt.  Welke  handelwijze  wij  niet 
kunnen  geloven ,  dat  met  de  biJlijkheid  of  met  de  intentie  vaq 
xie  refpeélive  Leden  van  de  Vcrgaderinge  overeenkomt;  en  al- 
toos verre  zoude  dcvieeren  van  den  grond,  welken  Geconi- 
snitt^erd.e  Rajyien  by  bun  rapport  yau  den  30  Junij,  van  het 
Jatr  1677 •.hebben  gelegt,  wanneer  %\\  gedecliurccrd  hebben, 
4at  Lij  de'  Vergadering  van.  IJEd»  Gr$ot  Mog^  niet.  konden 
enet  eenige  vrugi  lovyoceereji  ^  de  klagten  aan  etnen  knnty 
zonder  ée  partij  daar  op  geboord  ie  hebben^  dewijl  UEd^ 
^root  Mog,  daaromtrent  mei  rechtvaardigheid  riet  zouden 
kunnen  tefolveeren. 

Om  alle  deczc  redenen  ïieM)en  wij  ons  dan  verpUgt  geagt, 
nanhaarc  Koninglijke ' Hoogheid  kennis  te  moeten  geven,  van 
de  Mfsflve  van  de  Regeerfnge  der  Sisl^  Haarlem^  en  het 
ïianïoek,  dajir  bij  gedaan;  En  heeft  haarc  Koninglijke  Hoog- 
heid,  deeze  Misfive  aanziende  als  een  klagte,  die  tegens 
hoogst  dezelve  gedaan  wlerd^  begrepen^  dat  Gecommitteerde 
Raaden  zig  die  niet  behoorden  aan  te  trekken ,  zonder  dat 
hoQgstdczeive  gelegenheid  zau  hebben  ^  daar  tegens  haar  be^ 
lang  te  allegueeren  y  en  in  het  bijzonder  aan  te  toonen^  hoe 
s^eor  dezelve  klagten  toucheeren  de  Fraeminentiin  en  Pra* 
fogativcn  van  den  Heore  Erftladhonder^ 

En  hebben  wij  daar  na  aan  de  Regeering  der  Stad  llaar^ 
lom  gerefcribeert,  dnt  wij  pcrfiftccrden  bij  onstó  vorige  ge- 
dachten, aan  haare  Hccrcn  Gedeputeerden  geuit;  alleenlijk  in 
let  voorführccve  antwoord  mentle  makende  van  die  motiven, 

die 


HAARLEMS  OefAUiêkisfin.  153 


cué  met  zo  veel  emst ,  door  onze  Heeren  Comraisfartsfen ,  beel- 
AARTs   en  d'acqüet  ,  en  den  Heere  Raadpcnfionaris,  waren 
geèmploieerd  om  de  Heeren  Gedeputeerden  van  Haarlem  te 
detourneeren  van  deeze  extraordinaris  befchrijvinge ,  zonder  ons 
verder  in  de   bovengemelde  gronden  in  te  laten  v  terwijl  deeze 
motiven,  op  zig  zelven  genomen,  meer  dan  genoegzaam  aan* 
ons  toefclieenen ,  in  hetprefente  critiquel  geftel  van  zaken,  om 
de  gemelde  Heeren  Gecommitteerden  daar  toe  te  kunnen  over* 
balen ;  inzonderheid ,  wanneer  dezelven  inxonfideratie  geliefden 
ce  i)emen  de  impresde  en  bet  ecfat,  dat  bet  zelve  .buiten  en  bin- 
nen "^Lands  zoude  maken,  en  boe  :^er  zulks  zoude  tendeeren 
om  nadenken  te  geven ,  en  bekommering  over  zo  een  extraordi- 
nair voorval,  daar  de  ordinaris..  Vergadeiing  zo  nabij  was,  te 
doen  opvatten*  Welke  redenen  Gecommitteerde  Raaden  geboopc 
hadden,  dat  bij  welgemeide  Regeeringe  van  ingresfie  zouden 
zijn  geweest. 

Hier  mede  hebben  wij  kortelfjk  aan  U£d.  Groot  Mog.  open* 
gelegtv  de  motiven  van  onze  conduite,  dip  wij  vertrouwen, 
dat  niet  kan  aanduiden  eenigen  toeleg ,  om  te  renverfeeren  de 
Refolutie  van  UEd.  Groot  Mog  van  den  6  Julij ,  van  het  Jaar 
'  1677,  of  om  aan  deszelfs  executie  empéchement  en  retardemenc 
toe  te  brengen. 

De  Gecommitteerde  Raaden  foigneufelijk  obfoveerende  de. 
Inftruaie,  door  UEd.  Groot  Mog.  aan  hun  gegeven,  refpeftee- 
ren  alle  de  Refolutiën  van  UEd.  Groot  Mog.,  waar  toe  het 
XLIIL  Artikel  van  hunne  Inftruftiehen  mede  obligeerd;  en  zijn 
zeer  gereed  om  de  Refolutie  van  den  6  Julij,  van  het  Jaar  1677, 
tor  uitvoer  te  brengen,  in  zaken  ^  den  Lande  of  Steden  van 
Holland  tn  Westfriesland ,  of  eenige  van  die ,  aangaande ;  en- 
welken  in  de  precife  termen  van  het  prefente  geval  niet  verfee- 
ten  >;  om  de  redenen,  die  wij  de  eor  hebben  gehad  te  remon- 
Areeren. 

Wij  zullen,  voor  hetlaatfte,  de  vrijheid  nemen  UEd.  Groot 
Mog.  eerbiedig  te  reprefenteeren,  bijtldien  UEd.  Groot  Mog. 
-mogten  goedvinden ,  omtrent  de  meergemelde  Refolutie  van  den 
6  Julij ,  van  het  Jaar  i(>77,  zig  nader  te  verklaren,  (waar  toe 
de  Voordag  op  het  flot  van  de  Propofitie  van  de  Stad.  Haarlem 
aanlcidióg  geeft)  in  zo  verte  zulks  zoude  reguardeercn,  het  be- 

K  5  fchrij. 


15^  HAARLEMS  Gefchiedenhfen, 


zijnde  ingebragt  of  doen  inbrengen,  vervolgens,  na  gedaane  c(H- 
leéHe  en  opening  van  die  Biljetten,  was  gebleeken,  dat  tot  Bur- 
gemeesteren 'voor  den  aanftaanden  Jaare  waren  genomineerd,  de 
lïeeren  Mr.  jacod  deutz.  Mr,  arend  de  raid.  Mr.  karel 
VAN  dyic,  een  Jaar  hebbende  gcdient ,  Mr.  dammas  culdeWa- 

€EN,  Mr.  GYSBERT  JAN  DE  BRUIN,  Mr.  FRANCOIS  BENJAMIN  FA- 
CEL,  mede  een  Jaar  hebbende  gedient,  izaak  klifford»  en 
>Ir.  JAW  VAN  styrüm;  welke  Nominatie,  insgelijks  naar  de 
olantie  van  vorige  exempelen,  terwijl  liaare  Koninglijke  Hoog* 
heid  zig  was  bevindende  buiten  dceze  Provintie,  is  goedgevon- 
den aan  boogstdezelve  toe  te  zenden ,  bij  Misfive ,  ten  einde 
daar  uit,-  bij  haare  Koninglijke  Hoogheid,  in  maniere  voor- 
ichreeve ,  hoogstderzelver  vvelbehaaglijkc  Eleftie  te  worden  ge- 
daan, zodanig,  als  ten  meesten  dieiiHe  van  deeze  Stad  zoude 
«ordeclen  te  behoren;  raet  gedienllig  verzoek ,  daar  i>enevens j 
ikc  dezelve  alzo  gedaaue  Electie,  bij  eene  bedoten  Misüve, 
zoude  mogen  worden  gezonden  aan  den  Heere  Hoofdofficier 
deezer  Stad,  om,  bij  den  zelven  geopend  en  de  voorfchreeve 
'Electfe  gezien  zijnde ,  daar  van  de  vereischte  Notificatie  aan  de 
'Ccêlfgeerden  te  doen,  op  dat  dezelven  ter  behoorlijker  tijd^ 
zijnde,  volgens  de -aloude  gewoonte  en  ordre  van  den  Souve- 
tain,  den  lo  deezep,  indien  het  doeftlijk  was,  beêedigd  en  in 
posfegfie  van  hunne  Bedieningen  gefteld  zouden  kunnen  wor- 
'den. 

Dat  of  nu  wel  op  dit  alles  niet  anders  hadde  behoren  te  vol- 
gen ,  dan  dat  de  Raaden  en  Vroedfchappen  allen  gerustelijk  op 
dit  v^riclite  hadden  behoren  af  te  wagten ,  de  welbehaaglljke 
EleAie  vau  haare  Koninglijke  Hoogheid,  uit  de  voorfchreeve 
Nominatie,  als  van. alles,  dat  daar  toe  nodig  was,  hebbende 
gedefungeerd ,  het  nogthans,  tot  groote  furprife  van  verre  de 
meeste  der  pr^fcnte  Leden ,  en  dus  van  de  Vroedfchap  in  het 
generaal,  was  gd)curd  dat  de  Oud-Schepen  en  Vroedf<;hap,  Mr. 
REMEBs  FLORis  VAN  Z4ANEN )  eerst  voor  den  Ilecre  Oud-Bur- 
gemeester  en  Vroedfchap ,  Mr.  justus  witte  ,  welke  niet  pre» 
fent  was ,  had  willen  inleveren  Protest  tegens  de  voorfchreeve 
Nominatie,  en  naderhand  voor  zig  zciven  had  goedgevonden, 
te  protefteeren  tegens  de  gemelde  Nominatie,  fusdneerendc ,  dat 

daar 


f 


HAARLEMS  CefihieJenisfin,  157 

% 

daar  !n  informaliteiten  waren  begaan,  en  dat  niit3dien  dezelve, 
als  illegaal,  aan  haare  Koolnglijke  Hoogheid  niet  konde  worden 
geprefenteerd ,  verzoekende  derhalven  dat.  bij  het  zenden  o^ 
prefenteeren  van  deeze  Nominatie ,  van  die  zijne  Proteflatie  aan 
hoogstgemelde  haare  Koninglijke  Hoogheid  zoude  mogen  wor« 
den  kennlsfe  gegeven ;  en  met  welk  Protest  de  Heer  salomon 
VAH  ECHTEN,  Oud-Schepeu  en  Vroedfchap,  zig  had  verklaard 
te  conformeeren* 

Dat,  gelijk  bij  niemaiid  der  overige,  zo  abfente  als  prefêntc. 
Leden  van  de  Vroedfchap  eenig  Protest  verder,  danvoorfcliree- 
ven  is,  aangaande  de  gemelde  Nominatie»  was  gedaan  gewor- 
den ,  alleen  bij  fommige  der  prefente  Leden ,  tot  het  aannemen, 
van  dat  Protest  geadvifeerd  zijnde,  en  dat  daar  tegens  verre  de 
meeste  Leden  van  dezelve  hadden  betuigd,  geene  de  minde  in- 
formaliteit in  de  voorfchreeve  Nominatie  te  kunnen  vinden ,  zo 
als  ook  geene  bij  het  voorfchreeve  Protest  was  genoemd  gewor* 
den,  terwijl  daar  ir  vermeenden  gehandeld  te  zijn,  conform  hec 
diélamen  van  de  voorfchreeve  Privilegiën  en  Oélrooien ;  als  waar 
bij  aan  de  Raaden  en  Vroedfchappen  notoirltjk  de  vrijheid  is 
gelaten»  om  tot  de  Nominatie  te  flemmcn  die  geenen,  welken 
Eij  dien  conform,  en  mits  de  vereischte  kwaliteiten  hebbende, 
volgens  hun  Eed  en  in  goeder  confcientie,  zullen  gelieveq  te 
verkiezen ,  invoegen  de  voorfchreeve  Nominatie  omtrent  alle  de 
Perfoonen,  daar  op  gebragt,  was  leggende,  alzo,  van  wegens' 
Burgemeesteren,  Raaden  en  Vroedfchappen  deezer  Stad,  dezel- 
ve Nominatie  ter  Eleftie  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  op 
de  gewoone  manier  was  afgezonden. 

Als  wanneer,  op  den  p  daar  aan  volgenden,  tot  fmertelijlc 
leedwezen  van  verre  de  meeste  Leden  van  de  Vroedfchap ,  was 
gebeurd,  dat,  in  plaatze  van  de  daarop  verwagt  wordende  hoog- 
welbehaaglijke  Elcftie  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  wa« 
ontfangen  een  IVIisfive  van  hoogstdczelve,  gcaddresfeerd  aan  die 
van  de  Regeeringe  der  Stad  Haarlem  ^  waar  bij  kennisfe  kwam 
ie  geven,  dat,  aan  hoogstdezelve  zijnde  te  voren  gekomen,  dat 
in  de  Nominatie,  bij  de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  ^  tot  de 
bekleedinge  van  het  Burgemecsterampt ,  aldaar  geformeerd ,  zou- 
de zijn  begaan  eenige  informaliteit,  met  van  dezelve  af  te  laaten 
Pcrfooncu,  die,  naar  ordre  en  ibrm  van  de  Regeering,  daar 

toe 


158  HAARLEMS  Gefchiedenisfen. 

toe  waren  nominabcl,  en  welken  uit  dien  hoofde  Vermeenden, 
dat  daar  door  wierd  té  kort  gedaan  aan  de  Privilegiën  der  Stad , 
zo  wel  als  aan  hunnen  goeden  naam  en  faam;  en  dat  het  zelve 
zoude  voortlpruiten  uit  een  verdrag,  door  de  Meerderheid  der 
Vroedfchappen  onderling  aangegaan ,  contrarie  aan  het  geene 
wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheids  zeer  geliefde  Gemaal ,  dient- 
halven  voormtals  hacj  goedgevonden  en  te  verftaan  gegeven;  met 
bijvoeginge,  dat,  nademaal  haare  Koninglijke  Hoogheid  daar  van 
gaarne  zoude  onderrigt  zijn,  hoogstdezelve  eenige  Heeren  zou- 
de benoemen ,  om  zig  daar  op  te  informeeren ,  die  van  de  Re- 
geeringe  der  Stad  Haarlem ,'  en  die  het  verder  zoudö  mogen 
aangaan,  daar  op  te  hooren,  en  haare  Koninglijke  Hoogheid  van 
alles  rapport  te  doen,  op  dat  voorts  omtrent  de  geprefenteerde 
{Nominatie  zoude  mogen  difponeeren  als  naar  behooren. 

Dat  de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  op  deeze  wijze  eenig 
licht  bekomen  hebbende  van  de  klagten ,  welken  bij  eenige  wei- 
nige Leden  van  dezelve ,  aangaande  de  voorfchreeve  geformeer- 
de Nominatie,  bij  haare  Koninglijke  Hoogheid,  waren  inge- . 
bragt,  vervolgens  heeft  vermeent  nietwes  te  kunnen  nog  te  mo- 
gen nalaten ,  om  haare  Koninglijke  Hoogheid  van  dat  verkeerd 
en  ongefundeerd  aanbrengen  te  doen  desabufeefen ,  en,  op  alle 
best  convenabic  wijzen,  de  wettigheid  van  de  voorfchreeve  No- 
minatie, in  allen  opzigte,  te  doen  voorkomen  en  judiüceeren ; 
en  teffens  daar  door  weg  te  ^  nemen  de  verregaande  Acculatiën , 
de  meeste  Leden  van  de  Vroedfchap,  door  de  voorfchreeve  al- 
legatiën,  aangedaan,  als  waar  door  te  gelijk,  en  ook  alleen, 
hebben  vermeent  te  kunnen  ontgaan  de  fuites^  welken  op  dac 
20  verkeerd  aanbrengen  te  duchten  waren,  en  welken,  zo  voor 
deeze  Stad  in  het  particulier ,  als  ten  aanzien  van  den  Lande  in 
het  generaal,  ten  uiiterllen  te  apprehendeerea  zijn.  En  dat 
mitsdien,  op  den  lo  deezer,  in  eene  daar  toe  expres  geconvo- 
ceerde Vroedfchap,  de  voorfchreeve  hoogstgevenereerde  Mis- 
(ive  van  haare  Koninglijke  Hoogheid  overwogen  zijnde,  daar 
in,  bij  verre  de  meeste  Leden,  nogmaals  is  verklaard,  dat,  na 
ferieufe  overweeginge  van  de  op  den  7  deezer  gemaakte  Nomi- 
natie van  ngt  Perfoonen ,  tot  dè  bedieninge  van  het  Burgemees* 
terampt  deezer  Stad ,  dezelve  niet  anders  konden  aanzien  en 
houden  dan  voor  eene  alleszios  formeele  en  legaale  Nominatie, 


.  HAARLBMS  OiffHtdênisfin.  159 

•k  gemaakt  volgens  de  gewoone  en  daar  toe  altoos  gereclt>ieerd% 
ordre,  conform  aan  het  prefcript  der  Privilegiën  en  Odrooien, 
bij  den  Souverain ,  op  het  werk  der  Magiftraatsbeftellinge  ^  aan 
deeze  Stad  gegunt  en  gegeven ,  en  tot  welkers  naarkominge  de 
Raaden  en  Vroedfchappen,  bij  folemneelen  Eede,  verbonden 
zijn.  Dat  fpeciaüjk  ook,  in  dezelve  geformeerde  NomiRatie, 
geene  der  hooge  Rechten  van  den  Heere  Prinfe  Erfihdhoader 
zijn  tegengegaan  of  benadeeld*  Maar  dat  zij  Raaden  en  Vroed* 
fchappen,  in  het  maken  van  dezelve,  alleen  hebben  geobfer-* 
veerd  die  vrijheid,  welke  hun  daar  omtrent,  volgens  de  Privi- 
legiën en  Oétrooien,  op  eene  wettige 'Wijze,  competeerd,  en 
waar  door  op  de  voorfchteeve  Nominatie  hebben  kannen  ge- 
bragt  worden,  die  geenen  n!t  de  Vroedfchap,  welken  dezelve , 
mits  behoorlijk  gequalificeerd  zijnde,  volgens  de  betrachtinge 
van  hunnen  Eed  en  Pligt,  daar  toe  hebben  geoordeelt  te  moeten 
verldezen ,  zonder  dat  iemand,  ofTchoon  voorbij  is  gegaan, 
t\g  daar  over  met  eenlg  het  allerminde  fondament  kan  bekhgen  ; 
gelijk  daar  van  tot  hier  toe  nooit  eentg  exempel  had  geëxlleerd; 
en  zelfs  voorleden  Jaar,  uit  de  Nominatie,  waar  bij  twee  Le« 
den  waren  voorbij  gegaan ,  haare  Koninglijke  Hoogheid  hoogst- 
derzelver  Eleólie  wel  beeft  gelieven  te  doen.  En  dat  dezelve 
Vroedfchap ,  ten  zelfden  dage ,  had  gerefolveerd  eene  Deputatie 
te  zenden  ,  uit  het  midden  van  haar ,  aan  hooggemelde  haare 
Koninglijke  Hoogheid,  om  hoogstdezelve  van  die  verklaringe 
kennisfe  te  geven,  en  om  daar  door,  met  bijvoeginge  van  alle 
verdere  Argumenten ,  ter  materie  dienende ,  hoogstdezelve  te 
perfiiadeeren  van  de  wettigheid  der  voorfchreeve  geformeerde 
Nominatie;  en  om  hoogstdezelve  vervolgens  te  verzoeken,  om 
van  het  benoemen  van  Heeren  Commisfarisfen ,  tot  het  nemen 
van  informatie,  wel  te  willen  afzien,  de  fpoedige  Elcaie  van 
Burgemeesteren  als  nog  gunlliglijk  te  willen  doen  en  effjótue^- 
ren ;  met  bijgevoegd  Declaratoir  van  welgemelde  Vroedfchap , 
dat  gantsch  bereid  zoude  zijn  te  Verneemen  het  gunt  haare  Ko- 
ninglijke Hoogheid,  ten  meenten  diende  deezer  Stad  en  tot 
pourfuiveringe  van  de  onderlinge  Harmonie  der  Regeerioge, 
ótenHtg  zoude  gelievai  te  oordeelen. 
En  dat  de  gemelde  Deputatie  van  de  voorfchreeve  haare  com- 
fie  zijnde  gerevencerd,,  den  13  deezer,'  dleswejens  aan  de 

Vroedr 


i6ö  ijUiARLEMS  Ge/Medénirféit. 

Vjroedfclïap  had  gerapporteerd ,  dat,  na  het  voordragen  van  he^ 
gunt  9  volgens  de  last  van  éeeze  Vroedfchap,  haar  was  gede 
mandeerd  (waar  toe  de  eere  hadden  genoten,  gunfliglijk  in  eene 
audiëntie  bij  haaré  Koninglijke  Hoogheid  te  zijn  geadmineerd) 
hoogstdezelve  de  goedheid  had  gehad ,  daar  op  in  fubfhntie  te 
antwoorden,  dat  verbiijd  was  te  worden  geinformeerd,  dat 'er 
in  de  meergemelde  Nominatie  geene  informallceit  refideerde  >  da& 
niets  had  gedaan,  en  nooit  anders  zoude  doen,  dan  het  geene 
tot  vrede  en  vriendfchap  zoude  kunnen  verlhekken ;  dat  gaarne 
alle  plalzier  aan  de  Regeeringe  wilde  geven  ^  en  dat  booggemel- 
de  haare  Koninglijke  Hoogheid,  wat  het  zenden  van  Commisfa- 
risfen  betreft,  zoude  zien  of  daar  van  konde  afzien,  maar  dat 
2ig  daar  op  nog  niet  finaal  konde  expliceeren. 

Dat  vervolgens ,  na  het  voorfchreeven  gedaan  rapport ,  bij  de 
Vrocdfchap,  in  deliberatie  gelegd  zijnde  wat  in  deeze  fituatie 
verders  zoude  behoren  gedaaate  worden;  en  daar  op  wederom» 
bij  alle  de  prefente  Leden,  eenige  weinigen  uitgezondert ,  ge- 
confidereerd  zijnde  ,,dat  de  Vroedfchap  nietwes  kon  nog  behoor- 
de te  laten  ongetenteerd  van  het  gunt ,  op  eene  behoorlijke  en 
decente  wijze  kan  verflrekken ,  om  haare  Koninglijke  Hoogheid 
van  de  ongefundeerdheid  d^r  ingebragce  klagten,  tegens  de  ge* 
formeerde  Nominatie,  ten  vollen  te  perfuadeeren  en  te  doen 
convincecren,  en  alzo  mede  te  doen  afzien  van  het  nomineeren 
van  Commisfarisfen,  bij  hoogstderzelver  geëerde  Misfive,  van 
den  '8  deezer,  gementloneerd;  als  waaromtrent  de  Vroedfehap, 
tot  haar  fmertelijk  leedwezen,  uit  het  voorfchreeven  gegeven 
antwoord  van  haare  Koningllike  Hoogheid,  nog, geene  volkomen 
gerustheid  konde  hebben.  En  dat  al  het  zelve  niet  beter  konde 
gefchieden  dan  te  betrachten  dezelve  Nominatie »  door  den  Sou« 
yerain  van  den  Lande  te  doen  jufHficeeren  t  als  van  wien  ook 
alleen  de  Interpretatie  en  Elucidatie  van  der  Steden  Privilegiën 
en  Odrooien  kan  worden  gevraagd.  £n  daar  bij  in  achtinge  ge- 
nomen zijnde,  dat  alle  verder  en  langer  uitllel  van  deeze  zake 
zoude 'kunnen  flrekken,  tot  nadeel  van  deeze  Stad  en  van  het 
geheele  Land ,  als  welkers  cpnfequentiè'n  niét  zijn  te  voorzien , 
en  echter  niet  genoeg  geapprehendeerd  kunnen  worden,  ver- 
volgens daar  uit  was  voortgekomen  het  gcrefolveerde^van  de 
Vroedfchap,  om  het  gunt  voorfchreeven  is,  door  deeze,  ^^ 

moe« 


i,V. 


HAARLEMS  Gefikiedenisjen.  'iCt 


moeten  brengen  ter  keonisfe  en  in  de  fchooc  van  den  Soave- 
veraln;  alleen  mee  die  intentie ,  om  zig  daar  bij  te  moeten 
beklagen  over  ét  zeer  ongefundeerde  >  doch  te  gelijk  zeer 
verregaande  accufatién  en  infimuiatiêa  van  de  zo  weinige  ge- 
protegeerd hebbende  Leden,  ten  reguarde  van  de  verdere  Me- 
deleden van  de  Vroedichap,  wegens  het  gunt  bij  dezelve,  in 
het  formeeren  der  yoorichreeve  Nominatie,  zoude  zijn  ge-» 
committeerd;  als  mede  over  het  gunt  dezelye  weinige  Mede- 
leden, door  het  zelve  verkeerde  aanbrengen  aan  haare  Ko* 
Qinglijke  Hoogheid,  daar  bij  hebben  getragt  te  efTeótueeren; 
en  waar  door  de  Stad  HaarUm  tot  hier  toe  blijft  gedestita- 
eerd,  van  haare  gewoone  en  billijke  veranderinge  van  derzd- 
ver  Magifhacuure,  immers  en  in  allen  gevallen  op  de  altoos 
.  gewoonen  en  ordinairen  tijd;  en  zulks  niettegenftaande  de 
Heeren,  hunne  Prindpaalen ,  boven  dat  alles,  in  het  laatst  van 
de  voorgaande  week,  uit  loutere  eerbied  voor  hacre  Konbig- 
Ujke  Hoogheid,  door  eenigen  derzelver  Gedeputeerden,  in 
''sHagt^  nog  wel  hadden  willen  doen  geven  alle  nadere  infoc^ 
natiën  en  ouvertures ,  dje  eenigzints  tot  deeze  zake.  kunnen 
fpeóteeren,  aan  zodanige  Heeren,  als  daar  toe  bij  faooggemel^ 
de  haare  KoningUjke  Hoogheid  verzogc  zijnde,  ten  zelfden 
einde  aan  de  Heeren,  hunne  Prindpaalen,  een  vriendelijk  ver- 
zoek hadden  gedaan;  gelijk  mede  de  Heeren  hunne  Principaar 
len ,  n^jt  hadden  nagelaten  ,  op  alle  de  hier  vorengemelde 
gronden ,  zelfs  deezen  dag  nog ,  bij  haare  KoningUjke  Hoog* 
beid,  door  eene  plegtige  Deputatie,  bij  alle  middelen  en  mo- 
dven  van  perfuaGe  ^  juflificatle,  op  derzelver  hoogwelbe- 
faaaglijke  Eleétie  te  doen  iofteeren.  En  door  al  het  wdke  zi} 
Heeren  Gedeputeerden,  volgens  hunne  fbikte  en  predfe  lastt 
als  nu  genoodzaakt  waren,  van  wegens  hunne  Heeren  Prind* 
paaien,  deeze  Vergadering  gantsch  gecüenUig  te  verzoeken p 
dat  hunne  Ed.  Groot  Mog.  gelieven  te  concurreeren  tot  hec 
gunt  der  opheffinge  van  deeze  ingebragte  Obftaculen  dienen 
kan,  en  waar  toe  hoogstdezelven ,  als  de  Souverain  van  den 
Lande,  alleeti  zijn  gereditigd  en  competenL  En  dat  mitsdien 
faunne  Ed.  Groot  Mog.  uit  het  gunt  hier  bevorens  naar  waar" 
hdd  is  ter  nedergefteld,  <^  Nominatie  tot  de  bedienfnge  van 
bet  Burgemeesterampt  binnen  Baatkm »  op  dca  7  deezer ,  in 
XUL  Dttu  L 


i 


1^4  HAARI^EMS  Cefckiêiinhfen. 

te  doen ,  niet  wetende ,  dat  bij  ons  in  deezen  iets  was  gedaan  , 
dan  waar  toe  wij,  volgens  de  siagt>  aan  ons  gedefereerd,  niet 
alleen  bevoegd ,  maar  zelfs  verpligt  waren. 

Maar  onze  furprife  is  niet  teeinig  toegenomen  «.als  wi],  bi) 
de  leéture  van  dezelve  Propofitie,  bevonden  hebben»  deanifi- 
ciele  ftruéture  van  het  verzoek,  daar  bi}  gedaan,  om,  onder 
een  voordragen  van  dat  de  Interpretatie  en  Elucidatie  van  de 
Stads  PriviTegién  en  Odrooién,  alleen  aan  den  Souverain  kan 
gevraagd  worden,  ons  te  willen  ontzetten-vaaj^en  Recht,  dac, 
van  de  grondlegginge  vnn  de  Republiek,  door  de  Heeren  Stad- 
houderen  in  der  tijd  geufeerd  is,  en,  daar  het  te  pas  kwam, 
beeft  moeten  geufeerd  worden* 

Wi)  kunnen  niet  begrijpen,  waar  door  wij  zulks  aan  die  Hee. 
ren  verdient  hebben;  en  nog  veel  minder  een  ondemeeming  van 
dien  aart  overeenbrengen,  met  derzelver  veelvuldige  potedatiën 
en  verzekeringen ,  van  obs  te  willen  helpen  handhaven  bij  onze 
Rechten  en  Prasémmentiên,  waar  toe  dezelven  ook-  bij  £ede 
verbonden  zijn.^ 

Wij  zujlen  hier  ter  plaatze  deezen  aangaande,  ons  niet  verder 
dageer^ ,  om  dat  wij  overbodig  zijn  U£d.  Groot  Mog.  naakt 
en  klaar  voor  te  flellen ,  al  het  geene  door  ons  in  deezen  is  ge> 
daan;  en  waar  uit  van^  zelve  vloeien  zal,  dat  de  HeèVen  van 
Haariem  ons «  en  onzen  rainderjaarigen  Heere  2k>on,  ongelijk 
doen  met  het  inflaan  van  deezen  weg. 

Op  faec  ontfangen  van  de  Nominatie  tot  Burgemeesteren  der 
Stad  -Haar km  j  bij  Misfive  van  Burgeseesteren,  Schepenen  en 
Raaden  derzelver  Stad ,  van  den  7  Septembef  deezes  Jaars ,  te 
geHjk  ontfangende  de  klagten  tegens  dezelve  Nominatie ,  dat  die 
niet  zoude  wezen  legaal ,  en  daar  toe,  in  fubflantie,  gealle- 
gueerd  wezende,  dat  in  de  Nominatie,  bij  de  Vroedfchap  der 
Stad  Haariem  y  tot  de  bekleedinge  van  het  Burgemeesterampt , 
aldaar  geformeerd  ,  zoude  wezen  begaan  eenige  informaliteit , 
met  van  dezelve  af  te  laten  Perfoonen,  die,  naar  ordreen  for* 
me  Vim  de  Regeeringe,  daar  toe  waren  nominabel,  en  welken, 
uit  dien  hoofde,  vermeenen,  dat  daar  door  word  te  kort  ge- 
daan aan  de  Privilegiën  der  Stad,  zo  wel  als  aan  hunnen  goedeo 
nuun  en  faam ;  en  dat  hec  zelve  zoude  voortfprulten  uit  een  ver- 

drag» 


HAARLEMS  GifchiêdenUPm.  t6s 


di«g,  door  de  Meerderheid  der  Vroedfchappen  onderling  aan- 
gegaan ,  contrarie  aan  het  geene  wijlen  onze  zeer  geliefde  Ge- 
maal dienthalven  voormaals  had  goedgevonden  en  te  yerftaan 
gegeven;  hebben  wij,  bij  het  exaraineeren  van  dezelve,  ons 
aanftonds  te  binnen  gebragt,  wat  'er  in  dusdanig  geval  van 
onze  verpligtinge  was,  en  wat  onze  Heeren  Prsedecesfeurs  in 
dfergelijke  gevallen  gepraétifeerd  hadden. 

Wij  begrepen  dat  het  ons  even  weinig  in  gemoede  geoor- 
loofd was,  die  klagten  te  admitteeren^  als  dezelven  te  rejec- 
teeren ;  en  dat  wij  vervolgens  gehouden  waren ,  alvorens  met 
gerustheid  eene  Elegie  te  kunnen  doen,  ons  op  dezelven  te 
doen  informeeren,  ten  einde,  ons  van  de  gefondeertheid  of 
ongefondèertheid  blijkende,  daar  op  in  de  te  doene  Eleéttt 
behoorlijk  -regaard  te  kunnen  nemen.  Waar  van  wij  vervol- 
gens» bij  Misfive  van  den  p  September,  aan  Heeren  Burge- 
meesteren en  Regeerders  der  gemelde  Stad  kennisft  hebben  ge- 
geven. En  wij  vragen  aan  een  ieder  Lid  van  UEd.  Grooc 
Mog.  Vergaderinge ,  of  wij  daar  mede  iets  gedaan  hébben, 
dat  af  te  keuren  zij  ? 

Twee  dagen  daar  na  zond  ons  de  R^eering  der  Stad 
Haarlem  eene  Deputatie,  om  ons.  te  vertoonen,  dat  haare 
geprefenteerde  Nominatie  conform  was  aan  de  Privilegiön  en 
Oétrooien  van  haare  Stad;  zo  als,  des  daags  te  voren,  ons 
van  wegens  de  Dolerende  Leden  nader  geprefenteerd  was ,  dat 
dezelve  Nomnatie  was  iHegaal,  (bijdig  aan  de  Privilegiën  en 
afwijkende  van  de  ufamtiên,  daar  op  gebouwd.  Wij  vragen 
andermaal ,  wat  ons  tog  in  deezen  te  doen  (lond ;  en  of  wij » 
behoudens  de  ]u(litie,  die  bloote  alle'gatién  vermogten  aan  te 
nemen,  die,  é  diametro  aan  den  anderen  geoppofeerd,  ons 
'     ,     dan  nog   in  een  volkomen  onzekerheid  moesten  laten,  welken 

van  die  wij  te  prefereeren  hadden  ? 
'  Wij  oordeelden  daarom  veiligst  te  zullen  handelen,  als  wij, 

'  blijvende  in  ons  geheel,  het  voorgenomen  onderzoek  voort- 

^  gavg  deden  hebben.   ^Waar  toe  wij  ons  te  meer  overreed  von- 

'  den,  om  dat,  ^n  de  eene  zijde  geklaagd  wordende  over  in- 

'  radie  van  Privilegfên,  en  aan  de  andere  zijde  gefoutineerd 

^  wordende  dcrzelver    onfchendbare  handhaveninge  ,  de  zorge 

'  h  i  voor 


lS!S  HAAaLEMS  GeichindetiUpm. 


voor  de  coufervatie  en  -  bet  siiaintifa  van  dezelvea  cfns  ia  hec 
Mixonder  aanbevolen  was^ 

Wij  hebben  vervolgens  de  Hecren  van  wambnaar  tot 
ItA-nyYK»  befchreeven  in  de  Ordre  van  4e  Ridderfchap  en  E- 
dclen  van  Holland  en  IVeufrUsland  ^  en  van  Dsa  dussen» 
.  Oud- Schepen  en  Raad  der  Stnd  Velfty  benoemt  tgt  onze 
CommisfarislcQ,  om  zig  op  deeze  zaak  te  informeeren,  en 
ons  daar  van  rapport  te  dpen,  Achtervolgens  welke  commis- 
fie  gemelde  Heer  en  voor  zig  hebben  befchreeven  Gedeputeerd» 
den  van  wederzijde,  die  ten  geflelden  dage  verfchcenen  zijn- 
de ,  is  van  wegen  de  klagers  ecnc  breedvoerige  Dedu(5lie  ge- 
daan van  de  redenen  en  gronden,  waar  op  zij  hunne  klagten 
fondeerden  ;  gelijk  van  de  andere  zijde  geinhereerd  is ,  het 
f^eene  zij  aan  ons  geallegucerd  hadden,  tot  juftificatfe  van  de 
\yettffrheid  der  overgeleverde  Nominatie;  en  door  huri  gevraagd 
jiijjidc,  of  niet  welgemelde  Heeren  Comraisfarisfen  aan  hun 
eenige  «lucidatie  van  den  inhoud  der  gefuppediteerde  klagten 
l^oudeo  kunneh  geven,  en  daar  op  geantwoord  zijnde,  da( 
zulks  den  volgendeu  Maandag  in  gefchrifce  zelve  zoude  ge- 
fchicden,  om  daar  op,  des  goedgevonden  wordende,  mede 
fchriftelijk  tQ  berichten  v  hebben  die  Heeren  Gedeputeerden 
^ulks  geêxcufeerd,  ten  ware  wij  alvorens  gcliefdeo  goed  te 
vinden,  op  een  te  doen  verzoek  van  de  procedeerende  Le- 
dqn,.  ter  bevorderinge  van  den  vrede  en  de  berftellinge  der 
liarmouie,  uit  de  overgegeeve  Nominatie  eepe  £ie^e  te 
doen;  te  gelijk >  In  hunne  discourfen,  echter  (^oorgaans  lateQ*' 
cIq  blijken  hunne  geneigdheid  tot  harmonie  en  vrietidrcbap. 

Yan  al  het.  welke  aan  ons  zijnde  rapport  gedaan,  en  gelee 
hebbende  op  het  geene  de  Deputatie  van  Haarlem  aan  ons 
te  Zoestdijk^  bij  monde,  aangaande  de  bevordering  van  do 
harmonie  in  de  voorfchreeve  Stad,  geavanceerd  had,  willen 
\vij  "iet  ontveinzen ,  met  genoegen ,  uit  het  voorfchreeve  rap- 
port  vernomen  te  hebben ,  dat  die  zelfde  geneigdheid  voor  den 
vrede  en  de  harmonie  bij  gemelde  Heeren  \vas.<  blijven  fub- 
fideeren;  zo  als  de  Dolerende  Heeren,  van  hunne  zijde,  ins- 
gelijks getoond  haddfen ,  niets  meer  te  wenfchen ,  dan  dat  de  ce^ 

V^A<A\  op  vaste  gronden  n^ogte  worden  hQrfteld» 


HAARLEMS.  tncfchieJefiUfen.  i«7 


M     Ifcfc 


^^■■^■^«^^i^M^i^i^p^HMaaM^ii^lHIlMMMiBMBaMBa^HlH^^V 


En  gelijk  wij  altoos  begrepen. liébben,  eti  door  oii^«  Aélifin 
bij  alle  gelegetiheden'beTefetlgdv"dac  ons  nfpts  meet*  tér  harte 
kan  gaan ,  "dffn  de  rust  en  vrede  onder  de  Regenten  \  daar  die 
is,  te  confer veeren ,  en,  daar  die  gebroken  is,  té  hefftellen, 
niet  op  êeoe  arbitraire  >^ijze,  maar  naar  het  voorftfcfift  van  der 
I  Steden  l>rivilègiSn,  die  bij  ons  in  de  hoogde  conftdeftcie  zijn; 

zo  fcheptcn  wij  hope,  dat  het  niet  ondoenlijk  «ouJie'  wezen, 
ook  in  dit  geval,  daar  in  te  reötffttren.  En  wtj  hebben  vervol 
gons  de  H^ren  onze  Commhfiirisfen  geauthorifterd,  öin  daar 
toe  te  doen  ifodanige  voorflagen,  die  met  weJèfxij^  co  onder- 
iing  genoegen,  ter  herllelHrige  van  den  gefloord^en  vrede,  zöa- 
^      den,kunnen  aangenomen  worden. 

En  gelijk  dezelve  Commisfarisfen  geinlleerd  hadden,  dat,  mee 
fecc  doen  eenéf  Propofitie  tot  voorkominge  van  élte  eclac ,  voor 
ecnigeu  tijd  wierde  gefuperfedeetd  ,  zo  hebben  wi)  dezelveïl 
verzogt  ook  daar  op  liader  te  urgeeren.  •         '  .   - 

De  Heer^n  van  Haarlem  dadertüsfch^n  ons ,  deii  eérftèn-  dag 

deczcr  Vergaderinge,  anöermaal,  met  vertoog  van  de  wettigheid 

der  Nomiaadd ,  verzogt  hebbetidjp  als  nog  de  Elegie  te  willen 

doen,  öf  dat  anders  zonden  verpRgt  wezen,  iet  dèézer  zake» 

ecne  Propofitie  ter  Vergadcringe  van  üEd.  Groot  Mog.  té  doen, 

hebben  wij  ,  na  een  kort  beraad  ,  hun  geantwoord ,  en ,  toe 

voorkonitnge  van  alle  misvattinge ;  omtrent  onze  tl^jfre  Infcmie  , 

dat  antwoord  In  gefcbrift  over  te  geven ,  en  d^r  5ij  gczegt ,  êat 

wij ,  uit  het  rapport  van  de  üccfcn,  onze  C^mmisfirriifes ,  on^ 

der  anderen ,  verftaan  hadden  dat  de  Fleeren  getoomf  Tiadden, 

niet  ongenegeji  te  ^\'ezcn*  tot  asfcpintie  met  hunne  Medeleden, 

[  het  geene  wij  ook  oordedden  in  ellen  oprf^re  best  fe  zijn,  wij 

1  dnarom  de  Heeren  CofömiïP.rislch  otJk  hrrJefen  g\:authorffcerdj| 

(  om  op  den- 'vóorfing ,  door  de '  Heërbn  gcddrfh  i  na<icT  lüct  de- 

I  zclven  'te  ({^röten,  en  in^r^Hjlis  Laft' deHeefen  tcfXvMérzijde 

I  Vioorflagen  te  doen,"  om  tóe  eec  rpoedfg  en  volifó'l'ïrérï'd  accom- 

!  niodenient  te  komen;  en  dat  h* ij  vervolgens  verwachtten,  dat 

\  ót  HeeicDj^met  het  doen  eener  Ppopofiefe,  «i^'löhg  ^öüden  fix- 

r  perfedeeren ,  tot  men  zoiid^  hebbei^  geziöftV  ófdC  Vriertdfirbap 

f  niet  te  herllellen  ware.  

Zkt  daar,  Ed.  Gróót  IVIog.  Heeren,  de  handeHvfjzé,'bij  ons 

Ja  dees<to  gelioude»,  die  wij  niét  kamserï  geloven,  dat  met  een 

I  -  L  4  meer** 


ta  HAARLEMS  CefiUedemisfit, 

neerdcre  oozijdi^iekl »  genud^eid  en  vfedefievendheid  zonde 
Iwbben  kmmen  gedirigeerd  worden;  en  wiar  op  wij  niet  gdo- 
▼en,  du  bij  ienviod,  wie  hij  wezen  mg,  met  eenigenidii)n» 
ook  de  minfte  reprodie  te  maken  is. 

Niet  te  min  lieeft  dat  alles  niet  kunnen  proevenieren ,  bet  doen 
der  meergemdde  Propofitie,  direaeiijk  ingericht  tegen  het 
Rechte  dat  ons,  Jttfio  tituh^  en  als  in  deezen  reprelenteerende 
denPrinfe  van  den  Lande,  onwederQvekdijk  toekomt;  dat  on- ' 
ze  Pnrdecesfenrs  hebben  geoeSend,  zo  lang  de  Stadhoaderlijke 
Regeering  dbier  heeft  plaats  gehad;  en  dat  wij  niet  weten  dat 
ooit  meer,  dan  eenmaal,  in  andere  omflandigheden  en  met  an- 
dere  voorgevens ,  in  twijflTel  getrokken  is ;  hoe  wd  zonder 
fucces. 

Doch  alvorens  hier  van  te  fpreken ,  zo  als  het  behoren  zal , 
zo  vinden  wij  nodig  U£d.  Groot  Mog.  eenige  confideraüên 
voor  te  dragen,  waar  van  wij  bij  de  prsembfên  van  dit  ons  Be- 
f  icht  mende  gemaakt  hebben ,  en  die  dienen  zullen  om  de  ver- 
keerde hnpresiién,  die  de  Heeren  van  Haarlem^  zo  omtrent 
den  (laat  van  het  gefchil ,  als  ons  gedrag ,  alomme  bij  de  gemel- 
de Propofide  trachtten  te  geven,  in  den  grond  weg  te  nemen, 
20  dat  ^er  zelfs  geene  fchaduwe  van  dezelven  overblijven 
zal. 

Den  (hat  van  het  gercbil  proponeeren  de  Heeren  van  Hmar* 
tim ,  hier  in  te  beftaan ,  dat  tusfchen  eene  groote  Meerderheid 
van  de  Vroedfcbap,  en  eenige  weinige  protelleerende  Leden, 
misverffamd  zijnde  gerezen  over  het  begrip  van  der  Steden  Pri< 
vileglén ,  die  kwesde  niemand  anders  concemeerd ,  dan  die 
Meerderheid  en  geringe  Minderheid;  dat  het  oordeel  over  Pri- 
vilegiën alleen  Ihat  aan  UEd.  Groot  Mog. ;  en  bij  gevolge  dat 
het  verfchil  geheel  en  al  buiten  ons  is.  En  zouden  gemelde  Hee- 
ren deeze  gevolgtrekking  en  de  manier,  waarop  t\]  die  voor^ 
dragen,  wel  willen  doen  pasfeeren  voör  eene  preuve ,  dat  zij '^^ 
ook  zelfs  in  dit  geval,  niets  hebben  tegens  onze  Perlbon;  maar 
dat  z^  alleen  hunne  poogingen  daar  toe  aanwenden,  om  ons  te 
redden  uit  een  embarras ,  waar  in  eenige  weinige  Leden  van  hun- 
ne Vroedfchap  ons  gebragt  hadden. 

Indien  wij  niet  ten  vollen  overtuigd  waren  van  het  geêcUii« 
reerde  begrip  van  U£d«  Groot  Mog.,  zo  zouden  wij  hierom. « 

trent 


/ 


H&ARLEMS  Gtfehieienisfin,  169 

• 

trent  verfchdde  reflediên  moeten  maken,  die  door  haare  een- 
voudigheid,* en  daar  mede  gepaarde  kbórheid,  duidelijk  zou- 
den  doen  zien,  dac  luiden  van  verfiand  en  oprechtheid»  ge- 
woon zijnde  meer  te  letten  op  de  zaken,  <kn  op  de  klank 
van  woorden,  dat  voorgeven  nie(  zouden  kunnen  admitteeren» ' 
Maar  wij  laten  een  voorwendzel  van  die  natuure  aan  ^jne 
plaatze;  om  op  de  materie  zelve  direót  te  zeggen  r  Dat  In 
Meezen  het  gefchll  xAec  is  tusfchen  de  Meerderheid  en  Min* 
derheid  van  de  Vroedfchappen  der  Stad  Haarlem  ^  die  wel 
kwestie  onderling  hébben ,  dat  door  de  laatften  aan  onze  co- 
gnide  gebragt,  en  van  onzentwegen,  en  in  conformiteit  van 
onze  verpligtinge,  onderzogt  word;  maar  dat  het  gefchll  is 
tusfchen  de  Meerderheid  van  de  Vroedfchap  van  Haarlem  en 
ens,  willende  die  Meerderheid  ons  ontzetten  van  een  Recht, 
zonder  het  welk  een  ander  Recht,  dat  zij  ons  niet  conteftée- 
ren,  door  ons,. met  handhavinge  van  de  Stedelijke  Privile- 
gién,  niet  kan  geoeffend  warden. 

Aan  ons  competeerd  het  Recht  van  Eleftie  uit  overgelever- 
de Nominatién.  Die  Eledie  moet  door  ons  gedaan  worden , 
overeenkomflig  aan  de  Privilegië'n  van  de  Steden ,  die  het  con- 
cerneerd.  £n  hoe  zullen  wij,  met  eene  gemoedelijke  gerust- 
heid voor  ons  zelven,  zodanig  eene  Eledtie  kunnen  doen,  als 
wij  niet  verzekerd  zijn  ,  dat  de  NominatiSn,  volgens  het 
voorfchrift  der  Privilegiën  geformeerd  zijn?  £n  hoe  zullen 
wij  dat  voornaamlijk  doen,  als  wij,  in  een  geval  van  klagten, 
dat  *er  tegens  de  Privilegiën  Is  ingegaan,  ons  öp  de  waarheid 
of  onwaarheid  van  dezelven  niet  zouden  mogen  informeeren? 
£n  daar  tegen  alleen  is  de  Propofitie  van  de  Keeren  van 
Haarlem  ingerigt,  ofichoon  onze  naam  daar  bij  niet  gelpeld 
worrf. 

Niet  minder  v^keerd  brengen  welgemelde  Heeren  van  Haar^» 
Urn  ook  het  verfchil  daar  heeuen ,  als  of  dat  zoude  dependee- 
ren van  een  Interpretatie  of  Elucidatie  van  een  Privilegie  of 
Oétrooi,  dat  alleen  zoude  behoren  aan  UEd.  Groot  Mog* 
Daar  hier  geene  kwestie  is  tusfchen  de  Meerderheid  en  Min- 
derheid der  Vroedfchap ,  over  het  Interpreteeren  of  Elucidee- 
ren  van  eenig  Privilegie  of  Oé^root;  maar  daar,  met  volle 
ivoorden,  un  de  eene  zijde,  gefulHneerd  word,  dat  de  PrI- 

L  5  vi- 


I-D  HAARLEIVrS  Cefrhtedm^tn.^ 

viiegiên'  eii  Oöfoofeir  gevolgd  iïjii;  tè«  tsn  de  tndere  zijde," 
dat  die' niet  gevolgd  zfjn;  en  bij  gevolge  dat 'die  Privllegiüri 
en  Odf  ooien  zijn 'van  die  evidentie  en  klaarheid,  dat  de  bei- 
de partijen  zig  daat.  op  fuudecren;  vï^aar  over  Jiet  oordeel  aaa 
ons,  als  in  deezcn  reprcfenteerende  den  Prinfe  van  den  Lande» 
niet  minder  competeerd ,  dan  het  zelve  gecompeteerd  heeft 
aan' onze  Pr»Jcce$feureri ,  die;,  met  volkomen  kenplsfè  en 
zonder  eenigen  den  minfien  fchijp 'vin.  disapprobatie  van  UEd* 
Groot  Mog.)  altoos,  als  het  nodig  is  geweest,  het  oordeel 
daar  over  geoelFend  hebben. 

Doch  het  fcliijnt  ons  toe,,  dat  die  üiidleufeOjk.  alzo  gcinveu^ 
tcerd  is,  om  ons  daar  doo^  te  engageeren»  om  de  legislative 
nja;^,  met  de  gevolgen  van  dezelve,  die  UEd.  Groot  Mog. 
toekomt,  in  twijOel  te  trekken,  of  ox»  daar  tegen  meer  of 
minder  uit  te  laten.  Zo  dit  het  oognerk  daai  mede  wezen 
mag,  heeft  men  z^z  ^en  hoogden  geabufeerd,  en  een  al  te 
\^rkeerd  denkbeeld  gemaakt  van  oos  denken  en  doen.  Wij 
htefitecren  niet,  om  wor  een  onwrikbnaren  regel  van  ftaat, 
ie  houden  en  te  erkennen,'  dat  die  geene,  die  de  magt  heeft 
om  Privilc2:iên  te  geven,  ook  de  magt  heeft,  om  die  in  ca» 
van  duisterheid,  te' E  lucideeren  of  Interpreteeren  ;  en  wij 
voegen  'er  bij  ,•  dat  zulk  eene  EFucidatie  of  Interpretatie  door 
geene  andere  raa^t,  met  efRct,  gefchieden  kan.  Maar  is  dat 
hier  de  kwe<:tie^  Ilcefc  iemand  Vah  de  Meerderheid,  iemand 
,van  de  Minderhdd  \^b  de  Vröedfchap  der  Stad  Haarlem^ 
ooit  of  ooit,  in  dit  extcercnd  geval,  voorgewend,  dat  hier  ia 
een  Privilegie,  daar  het  op  aankwam,  en  dat  van  wederzijden 
bepaald  eri  fpecifikelijk  genoemd  was,  eenige  duisterheid  refi- 
decrdc,  .door  welkers  opheldering  «jlo  verfchil  zoude  wezen, 
uit  den  weg  gcriii.Tid.  Of  heeft,  inte^^ecdeel ,  zo  wel  de 
Meerderheid  als  de  Minderheid,  zig  beroepen  op  duidelijke 
en  klaarc  Privilegiën,  die  alleen  behoefden  te  worden  inae- 
zien,  om  te  oordeeleu  wIq  van  hen  heideu  het  Recht  aan  zij* 
ne  zijde  heeft  ? 

Hoe  komt  dan  hier  eene  IJlucidatle  en  Interpretatie  te  pas^ 
En  waarom  tcsigt  men  d^cze  zaafc  te  doun  voorkomen,  als  af  • 
dqpr  eene  Eiacidatie   en  Interpretatie  van  UEd.  Groot  Mog, 

de 


.     HAARLEMS  GefékiedméifSen.  i^t 

de  overgeleverde  Nominacte  zoode  behoren  tewordeQ  gms^ 
tiflceerd,  en  alzo  de  oblhikelen  van  eene  uitgedelde  Eleaie 
weggenomen;  daar  beide  de  partijen  volmoiidig  ftaande  hon- 
den, dat  'er  in  hunne. Privilegiën  en  Voorrechten  geene  cluis-» 
terheid  is,  en  bij  gevolge  oolc  uit  dien  hoofde  geenerlei  ob-* 
(bikelen  wezen  kunnen* 

Hier  mede  vermeenen  wij  ontegenzeggelijk  te  hebben  aan* 
getoond,  dat  de  flaat  vm  het  gefchil  ten  deezen,  gantsch  abufi- 
velijk  bij  de  meergemelde  Propofitie  is  voorgefteld ,  als  of  die 
alleen  zoude  coucerneeren  de  Meerderheiden  Minderheid  van 
de  Vroedfchap,  en  door  de  Elucidatie  of  Interpretatie  van  UEd. 
Groot  Mog.  zoude  kunnen  worden  weggenomen.  Maar  dat 
dezelve  niemand  concemeerd,  dan  ons  alleen,  die  wel  g^efol^ 
veerd  zijn,  om  een  Recht,  dat  wij  óntfangen  hebbeii,  door 
eene  rechtvaardige  verdediging  te  bewaren,  en  ter  zijner  tijd' 
aan  onzen  lieven  Zoone  over  te  leveren. 

Kan  het  den  Heeren  vm-  H/iarkm  dan  behagen,  hem  dar 
Recht  te  betwisten,  en  oordeelen  zij,  dat  het  welvaren  van 
hunne  Stad  en  Van  den  Staat  daar  door  zal  bevordert  worden , 
dat  hem  dat  Recht  ontnomen  worde,  zij  doen  daar  in,  dat  hun 
oorbaarlijksrdunken  zal.  Maar  wij,  als  Moeder  en  Voogdesfe, 
zouden  voorzeker  geloven  aan  het  vertrouwen,  d|t  UEd. Groot 
Mog.  in  ons  hebben  gelieven  te  ftellen ,  veel  te  kort  te  doen , 
Indien  wij  niet  met  een  dubbelden  Jever  bleven  handhaven ,  een 
Recht,  dat  wii  alleen  cuflodieeren ,  en  waar  van  het  niet  in  ons' 
vermogen  is,  hec  geringfte  deel  af  te  ftaan  ofte  laten  verloren 
gaan.  En  met  de  kennelijke  bevinding,  die  wij  van  de  recht* 
vaardigheid  en  aK)uiteit  van  UEd.  Groot  Mog*  hebben,  behoe 
ven  wij  ook  niet  de  minde  vreeze  te  hebbef»,  dat  onze  Prinfe- 
lijke  Weeze,  ta  een  tijd  dat  hij  weertoos'is,  bij  toedoen  van 
UEd.  Groot  Mog. ,  in  zijne  Rechten ,  zelfs  de  kicinfte  vermin- 
dering  te  verwogten  heeft. 

Wij  gaan  hier  mede  over,  om,  konelijk,  ook  van  ons  ge- 
houden gedrag  te  fpreken,  dat  bij  dezelve  Propofitie,  onder 
eene  gedaante,  die  anderen,  en  niet  ons,  fchijnt  te  r» ken,  zo* 
danig  word  a%emaald,  als  of  uit  het  zelve,  op  een  verkeerd 
nanbrengen ,  waar  van  wij  ons  niet  hebben  laten  disabufeeren , 
en  waar  door  het  uitftcl  van  iiet  doen  eeoer  Elegie  veroorzaakt 

wlerd , 


17^  HAARLEMS  Gefekieienfs/kn». 


wierd,  fuitet  te  dmchien  waren ^  welken^  zo  Teer  de  Stasi  in 
het  pariictt/ier,  als  ten  aanzien  yan  den  Lande  in  het  gene- 
raaif  ten  uitterflen  te  apprehendeeren  zijn»  Wat  'er  van  het 
aanbrengen  der  geprotefteerd  hebbende  Leden  wezen  mag;  ef 
het  zélve  verkeerd ,  dan  g^ond  zij ,  verklaren  wij  voor  als  nog 
niet  te  weten.  Maar  dit  kunnen  wij  de  eer  hebben  aan  U£d. 
Groot  Mog.  te  zeggen,  dat  met  het  Protest  van  den  Burgemees- 
ter WITTE,  en  de  Oud-Scbepenen  en  Raaden  van  zaanen  en 
VAN  ECHTEN,  zig  nog  agt  asdere  Leden  gèvoegt  hebben,  die 
gezamentlijk  fustineeren,  dat  het  aanbrengen,  aan  ons  gedaan, 
der  waarheid  conform  zij;  en  die  vervolgens,  op  de  zelfde 
middelen  en  gronden ,  insgelijks  daar  op  indeeren ,  dat  de  over- 
geleverde Nominatie  iaboreerd  aan  illegaliteit*  Dit  zijn  wij  be- 
zig te  doen  onderzoeken,  en  voor  en  al  eer  van  dat  onderzoek 
ons  behoorlijk  rapport  is  gedaan,  zijn  wij  buiten  de  mogelijk- 
heid gedeld,  wilden  wij  ons  den  blaam  van  onvoorzigtigheid  en 
onrechtvaardigheid  niet  billijk  op  den  hals  halen,  om  eene  Ëlec-* 

m 

tie  te  doen» 

Maar  wij  vragen  welke  fuites  daar  uit  tog  te  duchten  waren , 
die  niet  overeenkomftig  zouden  wezen  met  de  goede  ordre  in 
een  welgepoliceerd  Land^  Want  heeft  ons  gedrag  tot  hier  aan 
toe  niets  anders  gebuteerd,  dan  om  met  zdcerheid  geïnformeerd 
te  wezen,  wat  'er  in  waarheid  van  de  Privilegiën  en  Voorrech- 
ten der  Stad  Haarlem  ^  omtrent  het  maken  der  Nominatjên  zij  9 
welke  fnitei  kan  dat  geven ,  die  niet  altoos  plaats  hebben ,  en 
plaats  moeten  hebben,  wanneer,  op  gedaane  kbgten,  onder- 
zoek gedaan  word ,  om  de  klagers  niet  onverhoord  in  het  onge- 
lijk te  (lellen?  Maar  wij  vragen,  uit  welke  oorzaken  6\tfuite$^ 
die  niet  anders  kunnen  wezen ,  dan  alleen  dat ,  naar  bevindinge 
van  zaken,  of  uit  de  overgeleverde  Nominatie  door  ons  eene 
Eledie  worden  gedaan,  of  dat  wij ,  zo  die  Nominatie  in  der 
daad  niet  voldoende  mogt  bevonden  worden  aan  de  Privilegiën 
en  Voorrechten  van  de  Stad ,  daar  over  nader  fpreken  met  de 
Heereo  van  Haarlem ^  ten  fine  van  redres,  bij  eenige  imagina- 
tie gezegd  kunnen  worden ,  zo  voor  de  Stad  in  het  particur 
lier,  als  voor  den  Lande  in  het  generaal,  ten  uicterften  teap* 
prchendeeren  te  zijn? 

.  '  War 


HAARLEMS  GefMeiinisftm.  173 

Wat  is  *er  voor  de  Stad  in  het  particulier  te  apprehendeeren  ? 
Waar  in  belhat  becMs  de  Stad  zonder  pölitiqae  Regeering? 
Moet  *er  de  Juftitie  (tilllaan?  Is  *er  wanordre  onder  het  gemeen? 
Immers  neeni  Word  ^er  dan  geamputeerd  op  haare  PrivilegiêQ 
en  Voorrechten?  Of  word  'er  getragt,  om  die  religieofelijk  te 
confèrveeren»  zo  als  ze  gegeeven  zijn,  zo  als  ze  liggen,  en  zo 
als  ze  geufeerd  worden?  Immers  is  dit  laatlle  het  eenlghe  oog- 
merk, dat  wij  daar  in  bedoelen,  en  waar  toe  wij  verpligt  zijn, 
uit  hoofde  van  den  last,  die  ons  Is  opgelegd;  en  waar  aan  wij 
nimmer  liegeeren  te  kort  te  komen,  terwijl  wij  ons  overreed 
kouden,  dat  van  een  naauwkeurlg  maintién  der  Privilegiën  ea 
Voorrechten  der  Leden  en  Steden  van  U£d.  Groot  Mog. ,  en 
van  het  gezag,  dat  aan  de  Heerén  Stadhouderen  met  zo  veelè 
nodige  Pr^rogativen  en  Preéminentién  i^  gedefereerd ,  als  de 
vaste  gronden ,  waar  op  de  prefente  Regeeringsform  gevestigd 
is ,  het  geluk  en  de  prosperiteit  van  den  Staat  geheellïjk  is  af- 
buigende. 

£n  wij  vragen  daarom,  laatflelijk,  welke  apprehenfible /jvx/^f 
voor  den  Lande  in  het  generaal,  uit  ons  weaig  gedrag  tog  re* 
fukeeren  kimnen?  Wij  hebbén  op  dit  ftuk  hng  bij  ons  zelven 
gedelibereerd,  om  met  exadltude  na  te  fporen,  of  *«r  in  ons 
doen  ook  iets  van  die  natune,  het  zij  meer  openlijk  of  bedekte*- 
Njk,  zoude  mogen  verborgen  wezen?  Doch  wij  moeten  rond 
uit  en  in  gemoede  aan  U£d.  Groot  Mog.  verklaren,  dat  wij 
daar  van  geen  het  minde  zweeaifel  of  fchijn  hebben  kunnen  ont* 
dekken  of  gewaar  worden.  Maar  bij  dat  onderzoek  zijn  onze 
gedachten  natuurlijk  en  van  zelve  daar  op  gevallen,  dat,  zo  ter 
gelegenheid  van  deeze  zaak ,  eenige  nadeelige  fuius  plaats  zou- 
den mogen  krijgen  ,  die  geenzmts  te  apprehendeeren  zijn  uit 
ons  gedrag,  maar  wel  uit  het  gedrag  dat  de  Meerderheid  van  de 
Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  heeft  goedgevonden  te  houden , 
die,  in  plaaue  van  af  te  wagten,  den  uitflagvan  het  aangelleld 
onderzoek,  dat  ons,  met  gelijk  recht,  als  onzen  Heeren  Prap< 
decesfèuron  toekomt,  geheel  andere  middelen  heeft  bij  der  hand 
genomen,  met  direételijk  over  ons  te  klagen  aan  het  Coll^fe 
van  de  Heeren  Gecommitteerden^  Raaden ,  en  op  dieklagtesyt 
even  of  Stad  en  Land  in  gevaar  waren,  te  begeeren  eene  extra- 
•rdiuaire  Befchrij ving  van  U£d«  Groot  Mog. ,  eo  uiet  hebben 

kUQ? 


174  BAAftLEMS  GefchitJènlsfin. 


kunnen  geperfuadeért  worden  <m  cfear  van  af  te  zien,  niette- 
genflaande  aan  dezelve  met  aandrang  is  vertoond  geworden ,  dat 
'üEd.  Groot  Mog.  crdïnaris  Vergadering  maar  zeer  wdnige*  da- 
gen daar  na  ttond  befchreeven  te  wprden-;  dat  dit  vervolgens 
een  onnodig  en  ontijdig  eclftt  zoude  veroorzalcen ,  en  binnen  'eü 
1)uitens  's  Lands  aanleiding  zoude  geven  tot  allerlei  vreemde  be- 
denkingen; en.nietiegendaande  dat,  zo  wel  onzQ  Commisfaris- 
jTen,  als  wij  zelf,  hm  niet  miti  Vriendelijk  als  ernftig' hcbbéii 
.voorgehouden»  om,  mét  het  doen  eerier  Propofitie,  in  deczè 
.UEd.  Groot  Mog.  ordina'ris  Vergaderingen^ 'maar  eenigen  tijd  te 
willen  fuperfede'^ren ,  tot  dat  men  zoude  gezien  hebben,  of 
ni^,  behoudens  de  Privilegiën  en  Voorrechten  der  Stad,  de 
g^broke  harmopiën,  op  eene  billijke  wijze,   zoude  te  heelea 

.  De  fyius^  die  uit  het  afwijzen  van  zulke  billijke  inflaniiSn 
refulteeren  kunnen ,  en  die  natuurlijk  aanllonds  een  iegelijk  ia 
het  oog  Aioeten  lopcu,  en  een  openbaar  misverlfaind  tusfchen  die 
Heeren  en  ons  te  kennen  geven,  en  dat  wd  over  een  Recht ^ 
daf  alle  de  Heeren  cxize  Prsedecesfeurs  geexcrcéerd  hébben,  en, 
wilden  zij  aan  hunne  Verpligting  niet  te  kort  doen  ,  hebben  moe- 
ten  ex^rceeren^  kuimen  zekerlijk  nog  voor  de  Stad  Haarlem 
in  het  particulrer ,  nog  voor-  den  Landie  in  het  generaal ,  voor- 
naamlijk in  tijdsom  ftandigheden  ,;  als  dé  tegenwoordigen,  nog 
nuttig ,  nog  voordeelig  zijn.  Immers  wtj-apprebendeeren  die 
ten  hoogden.  Maar  voor  wiens  rekening  zullen  die  komeu  ? 
Zekerlijk  niet  voor  do  onze,  die,  in*  dceiren  «aief!  de  uitterftfe 
befcheideuheid  en  moderatie  te  werk  gaande,  niét  anders  gedaaïfe 
hebben  dan  onzen  pligt ,  en  het  gecne  de  Heeren  onze  Prtede'- 
cesfeurs,  in  gelijkfoonige  gevallen,  of  direft.  dóór  den  zei  ven', 
of  door  anderen  van  hunnent  wege,  gedaan  hébbcii,  'zonder  dat 
ooit  of  ooit  het  zelve  Ls  geimprobeerd  geworden.  Die  fuités 
zullen  dan  blijven  voor  rekening  van  de  Meerderheid  van  de 
Vroedfchap  van  Haarlem ,  die ,  zo  t\]  een  ouden ,  goeden  eii 
welbeproefden  weg  hadden  gelieven  te  volgen  ^  alle  contentie,, 
alle  misverfland  en  openbaar  eclat  hadden  kunnen  voorkomoo,, 
en  vervolgens  het  alleen  2sn ,  zig  zelve  zal  te  wijten  hebbei^, 
•indien  uit  de  gevolgen  eenig  detriment  aan  haare  Stad  of  den 
Lande  zoude  mogen  veroorzaakt  worden.  Wsj 


QifchieiaUtfbi.  t/s 

■  /  ^ 

( 

Wij  metoen  hter.inede^  £<]*  Groot  Mog^  Heeren,  genoeg 
gezegt  te  hebben,  ter.  yindificacie  eo  judificatie  vanons/gehou- 
den  gedrag.  £|i  ^^oljep  vervolgens ,  nu. voor  het  laatfte»  (chooh 
ook  maair  kortrijk  3  om  dat^  het  ^bq,  afgehandelde  materie  1%, 
fprekenvan  bot  ^.ecbt,  dat  oijiSy  bij  de  Propofitie  vau  de  Hee- 
ren  vap  Haarlfm^  bedektplijk  en  onder  andere  gedaanten,  do(?h 
daarom  niet  te  nodnder  dire^.  betwist  word. 
.  Het  is  een  zaakj  dj/e  Jtwifen  all^  cofite^tie.  Is»  dat,,bt].$le 
Graaven  in  der  tijd»,  aap  bun  en  hunne  Stadhouders,  is  geble- 
ven  het  Recbt  van  Elegie  usc  overgeleverde  .Nominati^n;  da^, 
bij  de  verlating  vao: 4e  GraaQijke  Regceringe,  dat. Recht  do9r 
üEd.  Groot  Mag.  gcdefereerd  is  aan  Prinfe  willem  X)EiN  i, 
hoógl*  mem. ;  verv^olgens  aan  alle  zijne  .Succesfcurcn,.  en'ijo 
ook  aan  onzen  minderjarigen  Heere  Zoon ,  e»  ^uureude  zijne 
minderjarigheid  ,  aan  ons ;  dat  hooggemelde  Heeren  Stadhou- 
ders ,  en  wij  9  in  de  oeSening  van  dat  Recht  y  repreiènteeren  den 
Priufe  van  den  Lande,  zo  als  ons  dat  reprefentatief,  in  an(.icre 
gevallen»  van  geen  .mindere  eminenfie,  if  pp^edrageu  ^evvor- 
den.  .     .  -..••:.  , 

Ook ]£ niet  minder  buiteh  ajle  contefta^iead^t  da  voorfchrceve 
Nominaiién,  waar  uit  wij  tq  eligeeren  hcb>Qn ,  moeten  geuaakc 
jnrordeu  conform  aan  der  Steden  Privil^icn,  Voorrechten,  C9- 
flumen  en  Ufantién,  en  dat  wij  onbcvoeg4  zijn,  aan  wieu  het 
maintiên  di^r  Privilegiën  zo  hoog  en  dupr  js  aanbevolen,  y\t 
Nominatiên  ,  die  niet  in  diervoegen  geform/serd  zijn  »  ecn)ge 
J&ie(5lie  te  doen,  dewijl  wij  andere,  dqor.bec  doen  van  zoda- 
nige Eiedien  ,  in  piaatze  van  de  Privijegitfn  oogcfchondcn  t^ 
handhaven,  zelf  de  band  zouden  leeQenjom.dle> onder  den  voec 
te  werpen.  .      .        ^ 

En  zo  volgt  daaT'  uit  niet  alleen  van  zélf,  maar  bet  is  in  d^ 
zaak  opgefloten ,  en  maakt  met  dezelve  niet  dan  ééne  zaak  uit « 
dat,  ais  wij  uit  eene  over^lev^rde  Nominatie  eene  Eleaie  zul- 
len doeo,  wij  voor  Ons  zelven  gerust  en  verzekerd  moeten  we- 
zen»  dat  wij,  mee  de  te  doene  Eleétie,  niet  ZttUen  tegengaan 
eenigen  van  der  Steden  Privll^iè'n  ^  en  dat  wij  vervolgens  niet 
alleen  bevoegd ,  maar  voHlrektetijk  verpHgt  zijn  ,•  ons  daar  vah 
wel  te  doen  informeeren.  £n  het  is  aeker^  dat,  wat  ooit  tegeni 
de  riteeen  Stadhouders  11  der  tijd'  zoade  mogen  gefustineerd 

zijn. 


f  ^  HAARLEMS  OefchUienisflm. 


zijn»  deeze  (lellkig  nimmer  eenige  contnkiiaie  heeft  gevonden , 
maar  volmondig  is  toegeftemd  geworden.  ' 

Als  het  dan  zeker  is,  dat  de  Eleétle  door  ons  niet  anders  mag 
gedaan  worden »  dan  overeenkomftig  aan  der  Steden  Pri viiegiën 
en  Voorrechten,  dat  mede  nooit  bij  iemand  in  twijffel  is  getrok- 
ken, zo  (preekt  de  zaak  van  zelve,  dat  de  Nominatie,  waar  uit 
wij  die  Ëleétie  doen  zullen ,  mede  aan  der  Steden  Privilegiën  en 
Voorrechten  moet  conform  zijn ;  en  wanneer  dan  aan  ons  ge- 
prefenteerd  word ,  dat  de  Elegie ,  die  wij  voornemens  zijn  te 
doen,  llrijden  zoude  tegens  der  Steden  Privilegiën  en  Voorrech- 
ten ,  om  dat  de  Nominatie  niet  dien  conform  gemaakt  is ,  zo 
willen  wij  het  veriichtfle  verfhnd ,  dat  *er  in -de  Republiek  is , 
wel  gevraagd  hebben,  hoe  wij  tot  de  Eledie  komen  zullen, 
indien  wij  ons  niet  op  de  wettigheid  der  Nominatie  infor- 
meeren. 

Wij  hebben  hier  voren,  in  het  voorbijgaan,  aangemerkt,  dat 
dit  Recht  van  onderzoek,  zo  lang  de  Stadhouderlijke  Regee- 
ring hier  te  Lande  heeft  plaats  gehad,  om  niet,  buicen  nood- 
zaaklijkheid, van  vroegere  tijden  te  fpreken,  door  de  Heeren 
Stadhouderen  in  der  tijd,  daar  het  nodig  was,  is  geufecrd  ge- 
worden;  waar  van  de  preuves  in  de  Stedelijke  Registers  over- 
vloediglijk  te  vinden  zijn.  Wij  voegden  daar  bij,  dat  het  zelve 
Recht  van  onderzoek,  onzes  wetens,  nooit,  dan  eenmaal,  en 
dat  nog  met  andere  omftandigheden  en  voorgeyêns  ,  was  in 
twijSèl  getrokken,  ichoon  zonder  fucces;  en  die  zaak  is  zo; 
en  alle  de  Leden  van  U£d.  Groot  Mog.  Vergadering  te  bekend , 
dan  dat  wij  daar  van,  buiten  ons  "oogmerk,  en  detail  zouden 
fpreken*  Zo  veel  zullen  wij  *er  alleen  van  zeggen,  dat  dies  tijds 
)iet  oordeel  en  gevoelen  van  de  Heeren  van  Haarlem ,  en  verre  de 
meeste  Leden  van  de  Vergaderinge  van  UEd.  Groot  Mog.  niet 
geweest  is,  zo  als  de  Heeren  van  Haarlem  dat  nu  wel  zouden 
willen  begrepen  hebben;  maar  dat  dezelven  dat  Recht  op  folide 
gronden  hebben  helpen  handhaven  en  maintineeren.  En  gemel- 
de Heeren  behoeven,  om  van  de  waarheid  van  ons  zeggen  zig 
te  kunnen  OA^ertuigd  houden,  niets  anders  te  doen  dan  hunne 
Registers  van  dien  tijd  in  te  zien,  zo  daar  in  de  pertinente  aan- 
tekening gehouden  is,  waar  aan  geen  twijffel  valt,  daar  zij  met 
duidelijke  en  klaare  woorden,  in  den  last  aan  de  Heeren  f  hun* 

00 


\ 


tJAARLEMS  G^fiMedékit/iH, 


m 


tte  Gedeputeerden  ter  Vergftderiflge ,  mede  gegeven  en  «Idaar 
uitgebmgt»  zuDen  kunnen  lezen:  Dat  hét  Recht  van. Infonniitie^ 
V,  zo  infeparabel  is  van  het  gedefereerde  Recht  van  Eleftie  « 
9»  dat  het  zelve  ^  al  zo  weinig  als  het  Recht  van  Eledtie  in 
),  contraverfie  kan  worden  getrokken;  en  dat  vervolgens  alle 
'),  de  deiiberatiên  daar  over,  ter  Vergaderinge  van  hunne  *£d« 
),  Groot  Mog.»  behofen  géfeponeerd  en  van  de  hand  gewe*- 
),  zen  te  worden,**  zo  als  door  de  daad  zelve  in  het  vervolg 
^efchied  isi  ' 

Hebben  nu  deeze  tegenwoordige  Regenten  van  Haarlem 
of  de  Meerderheid  van  dezehren,  zo  veel  meer  ligt  en  wij»' 
beid  in  de  gronden  van  de  prefente  Confbtutie  van  Regeerio- 
ge,  dan  hunne  PrédecesH^urft?  Zijn  dezelven  nu  zo  veel  in- 
ventiver  en  fubtielder,  on},  ondier  een  voorgeven  dat  do 
kwestie  ons  niet  aangaat,  én  door  een  Interpretatie  of  Eiuci* 
datie  van  tJËd*  öroot  Mog. ,  ons  een  Recht  uit  de  hand  td 
willen  wringen ,  dat  hunne  Prédecesfeurs  daar  in  gevestigd 
gelaten  hebben?  Het  zij  zoS  Maar  welke  verandering  en  om« 
wending  ook  bij  hen  mag  plaats  genomen  hebben,  zo  is  ea 
blijft  dit  zeker,  dat  de  Heereh  Suacen  des  Lands  de  zelfden 
zijn  en  blijven,  en  UEd.  Groot  Mog.,  eenmaal  aan  wijlea 
Prinfe  willbm  den  I,  hoogl»  mem.,  dit  infeparabel  Rechc 
hebbende  gedefereerd,  aan  alle  de  volgende  Heeren  Sudhou-* 
deren  in  der  tijd  en  aan  ons  gecoofirmeerd,  en  de  poogingea 
om  eenen  onzer  Heeren  Prsdecesfeuren  daar  in  vermindering 
toe  te  brengen,  niet  goedgekeurd  of  gewettigd,  en  de  Heeren 
Stadhouders  in  def  ti}d,  daar  van  altoos  hebbende  laten  ufee^ 
f  en,  tot  op  dit  oogenblik  toe,  zo  hebben  wij  geene  andere 
reden ,  dan  van  ons  verzekerd  te  houden ,  dat  U£d«  Grooc 
Mog.  niet  zullen  gedogen,  dat  onze  Vorstelijke  Weeze  daat 
van  worde  ontzet.   • 

En  vertrouwende  hier  mede  aiin  de  intentie  van  UEd.  GfOQt 
Mog.,  met  het  requireeren  van  onze  Confideratiën  en  Be? 
richt,  voldaan  te  hebben,  zullen  wij  deeze  befluiten,  mee 
UEd.  Groot  Mog.  te  verzoeken  alle  verdere  deliberatiSa  van 
deeze  zaak  te  feponeeren  en  van  da  hand  te  wijzeut 


XIX.  OMIL. 


M 


Ww 


«7»  HAARLEMS  CêfMiienhfin. 


Wtar  mede,  Edek  GrM  M^gmdê  Heertn ,  bijtméere  y^ 
ée  Friemkn^  wij  üEd,  Groot  Mog.  bevelen  in  Gods  beiügt 
protedie. 

Uwer  E4.  Groót  Mog.  Dienstwilligt 
Dienartfft. 

ANNE, 
ISi  ''sCranftnhMgt 
dêu  5  Oihkèr  Ter  Ordonnantie  van  haare 

^757-  KoningUjke  Hoogheid. 

].,DE  BACK« 


Na  de  ovarwecging  vtn  drt  Bericht  volgde ,  ten  zelfden  dage , 
tene  Relblatie,  bijkans  woordelijk  van  den  zelfden  inhond,  als 
ten  opzigte  van  liet  Bericht  der  £d.  Mog.  Hearen  Gecommit- 
teerde Raaden  genomen  was»  De  Gedeputeerden  van  meest  alle 
de  Steden  f  namelijk,  verzogten  Copij  van  deeze  Berichten,  en 
de  volürekte  Refolmie  werd  nitgefield  tót  nadere  overweging. 
Hier  op  hebhen  Burgemeesters,  Schepenen  en  Raaden  van  dee* 
ze  Stad,  den  26  der  nu  afgelopen  Wijnmaand,.  een  Brief  bi) 
hunne  Ed.  Gr.  Mog.  doen  indienen ,  ftrekkende  ter  rechtvaar- 
digiBge  van  den  inhoud  der  Propofitie ,  door  hunne  Gedeputeer- 
den ter  Staatsvergaderinge  gedaan ;  welke  dus  luid : 


EDELE  GROOT  MOGENDE  HEERENf 

Zó  eenvoudig  al»  wij  ons  voordel ,  Mj  onze  Propofide  va» 
den  08  September,  laatstleden,  aan  UEd.  Groot  Mog.  ge» 
daan,  alleen  hebben  ingerigt,  om,  bij  forme  van  Elucidatie 
of  Interpretatie  van  een  Privilegie ,  dat  bij  UEd.  Groot  Mog. 
zelf  aan  onze  Stad  en  deszelfs  Burgerije ,  is  gegeven ,  en  nog 
onh^gs  zo  (blemneel  is  geconfirmeerd ,  te  mogen  obtineeren 
koogstderzelver  Dedfie  of  Verklaringe  van  een  different ,  over 
de  wettigheid  der  laatst  geformeerde  Nominatie  .  tot  Burge- 
yiiMerea  dcezer  Stad,,  tusfchen  ons  en  weisiigen  van  onze 


UAAftLËM^  GtfeUtdeHiiJ'efi,  if§ 

Medeiedeü  ontffaiuii  en  ^ddtfnfg  opreckt;  als  onze  (ntende^  tfiéf 
liec  verdoeken  der  JuAificatie  van  dezelve  Nominade ,  bij  U£d/ 
Groot  Mögi  enkel  daar  heen  heefl  gegaan ,  aak  op  die  wij>^ 
liaare  Koniriglijke  Hoogheid  in  haare  hooge  kvtralitdt  volkomeit 
gerustheid  te  kunnen  geven,  tot  het  doen  van  hoogstder^elve^ 
Welbehaaglijke  Eleétie,  uit  dezelve  Voorfchreeve  Nominatie^ 
>]s  waar  in »  door  de  verkeerde  infimulatiCn  taii  dezdve  onz^ 
Medeleden 4  tot  dus  verre  was  wedef houden;  to  booglijk  fur- 
prenant »  en  te  gelijk  ten  uitcetden  affligeerfkide »  is  het  ofdsr 
voorgekomen ,  wanneer  wij ,  uit  de  Confideratiai  eti  het  Bericfati 
Welken,  van  wegen  haare  Koninglijke  Hoogheid,  öp  de  voor-' 
fchreeve  t'ropoficie  ÜEdi  Groot  Mog«  zijn  coegedient ,  hebbed 
moeten  ontwaar  worden  ,  dat  de  Opfteller  van  het  zelve  de 
Voorfchreeve  onze  fmcere  behandeling  en  oogmerk,  in  cfiervóe^ 
gen  heef\  gelieven  te  befchouwen  en  op  te  nemen  ^  even  als  of 
Ivij ,  of  eigentlijk  die.  geenen  van  deeze  Vroedfchap ,  welketi 
buiten  de  protefleerende  Leden ,  en  die  :^ig  met  dezelven  heb- 
ben gevoegt^  ztg  daar  in  bevinderi,  hier  mede  een  toeleg  zodL 
den  hebben,  haare  Koninglijke  Hoogheid,  irt  derzelvef  hooig^ 
kwaliteiten^  of  direét  zijne  Doorluchtige  Hoogheid,  den  legert* 
Woordigen  minderjarigen  Heer  Prins  Erflladhouder ,  te  ^iUeil 
ontzetten  Van  een  Rechte  dat,  door  den  Souterain,xaan  wijlefl 
zijne  Doorluchtige  I^loogbeid^  Prins  wii^lem  den  I,  onderfe* 
lijker  gedaChtenisfe,  gedefereerd  zijnde,  tot  alle  de  VoIgendiT 
Hecreri  Prinfen  Siadhoüderen  zoude  zijn  overgegaan ;  etf  ifafl 
•en  Recht,  dat,  Van  de  grondlegginge  der  Republiek,  ioot 
hooggemelde  Heeren  Prinfen  Stadhoudereti,  hi  der  tijd  altoos 
zoude  zijn  geufeerdj  en,  daar  het  ttf  pasfe  kwam,  altooé  hzé 
moeten  geufeerd  worden^  Ën  het  heeft  cm^si  verv'olgens<  tef 
zaake  van  deeze  lo  gevoelige  fmewe  en  aanwrijvinge ,  lo^g^ 
fcheenen  dat  wij  indispénfabel  verpligt  waren,*  ter  nltwisfinge* 
Van  dezelve,  mei  alle  onderdanig  refpeél  en  decentie,  zo  terf 
aanzien  van  UEdé  Groot  Mog^ ,  als  voor  de  hooge  Perfoon  eii 
kwaliteiten  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  aan  UËd«  Groot 
Mog.  nader  bij  dee/en  te  moeterf  openleggen  alle  on:?e  coridui* 
tes,  welken  wij  in  de  zaak,  bij  onze  voof fchreeve  Propofititf 
breeder  vervat ^  geoordeclt  hebbed.  Eed  en  Ampt^halyen^  ver' 
pligt  geweest  te  zijn,  tot  confervatie  en  maimiCo  van  onzof  Pri-' 

Usk  XP 


i8o  EAARLEMS  CercXfie(fMsfifi. 


vilegién  en  Voorrechten»  te  hebben  moeten  houden;  om  2lió ' 
daar  uit,  zo  wij  vertrouwen,  UEd.  Groot  Mog.  ten  aller- 
klaarflen  nader  te  doen  zien,  en  opk  hooggemelde  haare  Ko*» 
ninglijke  Hoogheid ,  zo  wij  verhopen ,  te  overtuigen ,  dat  de 
fource  van  de  gemelde  onze  handelingen  geenzints  is  voortge- 
fproten  uit  eené  zo  verfoeilijke  intentie ,  al»  waar  van  wi> 
voor  G«d  en  UEd,  Groot  Mog.  op  het  allerdierbaarfte  kua^ 
nen  betuigen  te  abhorteeren ;  maar  dat  onze  oprechte  en  eeni*- 
ge  gedachten  omtrent  de  voorfchreeve  onze  handelingen  alleen 
deezen  zijn  geweest,  dat  wij  vermeent  hebben,  aangaande  het 
verzoek,  bij  onze  Propoficie  gedaan,  tot  niemand  anders,  dan 
tot  UEd.  Groot  Mog,,  onze  toevlugt  te  hebben  kutmen  of 
mogen  nemen,  wilden  wij  onze  Privilegiën  en  Voorrechten, 
die  niet  ons,  maar  onze  Stad  en  Burgerije,  toebehoren,  en 
die  wij  all^n,  even  als  der  Weezen  goederen,  zijn  admini- 
ftreerende  en  cudodleeren ,  volgens  onzen  daar  op  dier  ge- 
Ifauifden  Eed  en  Pligt,  zonder  fchijn  van  eenige  mbreuk  of 
krenkinge,  ongefchonden  aan  onze  Succesfeuren^  in  officia 
over  te  laten,  en  de  laate  Nakomelmgfchap  daar  van  alzo  te 
doen  blijven  jouïsfeeren, 

Ora  van  deeze  waarachtige  idees  dan  eenjge  meerder  es 
klaarer  opemnge  te  geven  aan  UEd,  Groot  Mog,,  zo  zuilen 
wij  vooraf  gaarne  ponfesfeeren^  dat  wij  nooit  hebben  gedagt 
aan  haare  Koninglijke  Hoogheid ,  of  den  mulderjarigen  Heere 
Prinfe  Erfïladhouder  ,*  te  willen  bedi«putéeren ,  dat  hoogstdezel- 
ve,  alvorens  uit  eenige  Nominatie  de  Eiedie  te  doen,  zig 
nopens  de  wettigheid  van  dezelve  niet  zoude  vermogen  te  liv 
formeeren.  Dat,  integendeel,  wij  zulks  als  nodig  en  nuttig 
oordeelende,  advoueeren,  zelfs  zodanig,  dat  wij,  in  dit  ons 
geval ,  gelijk  in  het  vervolg  circumdantieeler  zal  blijken ,  ook 
daar  toe  'm  allen  opzigte  zijn  geweest  gewillig  en  bereid,  en 
nooit  genoeg  zullen  kunnen  roemen  de  allezints  zagte  en 
vriendelijke  wijze ,  op  welke  haare  Koninglijke  Hoogheid  daar 
van,  ten  reguarde  van  deeze  Vroedfchap,  gebruik  heeft  ge- 
lieven te  maken.  Maar  dat  het  pomt,  daar  het  eeniglljk  ttn 
deezen  op  aankomt ,  hier  in  gelegen  is ,  dat  wij  daar  benevens 
zijn  geweest  van  die  gevoelens,  waar  in  wij  vermeenen  als 
nog  te  moeten  blijven  (laan,  dat,  ingcvallc  van  difput  over  db 
wettigheid  vao  eene  zodanige  geformeerde  en  geprefenteerdé 

No» 


HAARLEMS  C^kHA»isfi»,^  l«] 


^« 


dNomtnade ,  het  si]  cfam  het  ze1\re  verfchil  cusfirhen  de  Meerder^ 
liekl  en  Minderheid  der  Vroedfbhappen ,  of  ook  cos&heft  haare 
nKoninglijke  Hooghekl,  die  de  Ëledie  compeceerd»  en  de 
Vroedfchap,  welke  de  Nominatie  heeft  geformeerd,  zonde  mo- 
gen beffaan,  de  dedfie  over  zodanig  verfchil »  door  niemand 
'konde  MKwden  gegeven,  dan  alleen  door  UEd.  Groot  Mog.^ 
«U  den  Sonvecain  zelven,  van  wien  het  Privilegie  tot  het  maaken 
4ler  Nominatie  is  geproflueerd,  en  het  Recht  van  Eleftie  daar 
uit  aan  haare  Konii^üjke  Hoogveld ,  of  den  Heere  Prinfe  £tf- 
iladhonder.»  is  gedefisreerd;  als  de  Souverain,  in  heidede  ge- 
vallen^ alleen  dié  geen  zijnde,  welke  het  Recht,  dat  van  hem 
jselven  1^  afigekomw,  ook  kan  en  vermag  te  verklaren  en  te  ex- 
pliceecen^  en  die  alleen  als  Rechter  kan  fungeeren  ^  decidee- 
ren  tusfchen  die  geenen^  welken  over  het  exerceerea  der  Rech- 
ten, of  den  zin  en  meeninge  van  zodanig  Privilegie,  verfchil 
hebben.  £n  in  welk  fentiment  wij  vervolgens  hebben  vermeeni^ 
^o  om  haare  Koninglijke  Hoogheid  van  alle  verdere  moeielijk* 
heden  xe  bevrijden,  en  in  volle,  gerustheid  re  üellen,  omtrent 
de  wetdgheki  van  onze  geformeerde  Nominatie  tot  Burgemee»- 
teren,  als  om  te  vermijden  In  efsnige  diceéte  contcftatle  met  haa« 
xe  Koninglijke  Hoogheid  dieswegens  te  kunnen  vallen,  wel  te 
4ioen ,  hoe  eer  zo  beter ,  aan  U£d.  Groot  Mog.  te  hebben  mo- 
jgen  verzoeken  de  Juftificatie  van  dezelve  Nominatie,  ten  einde 
die ,  na  verhoor  van  de  daar  regens  geprotegeerd  hebbende  Le- 
den, en  dus  die  geenen,  welken  zlg  alleen  tegens  de  wettigheid 
van  dezelve  partij  verklaarden ,  hunne  hooge  decifie  dienaan- 
^ande  te  geven,  op  dat  daar  door,  of  haare  Koninglijke 
Hoogheid  derzeiver  wclbehaaglijke  Eledie  daar  uit  met  volle 
^erusdieid  zoude  kunnen  doen,  of  wij  zouden  mogen  weten 
wat  verders  aangaande  het  redres  van  dezelve  Nominatie  ons  te 
idoen  zonde  fhuuu 

Zie  daar,  £d*  Groot  Mog.  Hoeraa,  onze  oprechte  meening 
.en  oogmerk,  zodam'g  dezelve  is. gelegen  gefeest  in  de  voor* 
fchreeve  onze  behandeling «  ten  opzigte  van  bet  verzoek  der 
Juftificatie.  bij  onze  Propofitie,  aan  U£d*  Groot  Mog.  gedaan  ^ 
en  waar  uit  wij  gaarne,  zonder  'er  meerder  bij  te  voegen,  aaa 
4e  overwegmge  van  U£d.  Groot  Mog.  zouden  hebben  wiUea 
i)verlaten ,  of  wij  daar  door  zouden  kunnen  verdagt  gehoudea 

'  M  2  wor« 


lts  .4IAARLEMS  Gefchiedcnitjhi.       . 

.wordefi  v»n  eenige  intentie  ter-verkoctinge  van  de  hoog? 
Hecbc^a  len'  Prceminenticn  vtm  den  Doorluclitigen  Priofe  Erf- 
Aadhouder,  wefken  wij  altoos  hebbai  gemaintineerd,  en  die 
-wij  gereed  zijn,  mee  zo  veel  iever,  als  iemand  der  Leden 
van  U£d,  Groot  Mog.  Vergaderinge,  ten  allen  tijd^  te  hd« 
|)9Q  handhaven  en  voorflaan;  yi^t  het  niet)  dat  wij  !n  onze 
Anerteiijlce  aandoeninge  pver  de  voorfchreeve  20  verregaande 
verdenkinge,  ten  onzen  regoarde,  als  genoodzaakt  wierden» 
ter  verdere  bevestiginge  van  onze  voorgemelde  gedachten, 
fiog  deeze  en  geene  reQeé^iên  hier  bij  te  moeten  voegen* 
Waaf  uit  wijders  ook,  ter  verdediging  van  ons  gedrag,  zo 
wij  vertrouwen ,  zeer  klaar  zal  confteeren ,  dat  wij ,  in  allen 
gevalle,  geene  ongegronde  redenen  hebben  gehad,  waarom  wij 
▼ermeént  hebben ,  zonder  te  kort  te  doen  aan  de  hooge  Rech- 
l^en  van  den  Souverain  en  aan  ons  Voorfchreeve  Privilegie  en 
de'  Voorrechten,  daar  bij  verleend,  daar  toe  niet  te  hebben 
}cunnen  accedeeren,  om,  behoudens  alle  eerbied  voor  haare 
Koninglijke  Hoogheid  en  hooggemelden  Doorluchtigen  Héere 
Prin(b  Erflladhouder ,  en  alle  hoogstderzelver  Pra^êminentilfn 
fin  Rechten,  boven  de  faculcett,  om  zig,  tot  hoogstderzelver 
gerustdellinge,  itf  de  te  doene  ^ledie  op  de  wettigheid  der 
voorfchreeve  Nominatie  te  mogen  informeeren;  ook,  daar 
het  bijzonderiijk  op  aankomt,  aan  hoogstdezehre  het  Recht 
wxi  Decifie ,  over  de  wettigheid  of  onwettigheid  van  dezdv^ 
jgeheel  en  al  over  te  laten,. als  eene  Prȑminentle  of  Recht, 
(dat  aan  de  Doorl,  Heeren  Pridfén  3tadhouderen  in  der  tijd  bij 
UJ^d.  Groot  Mog.,  als  Souverain,  en  zulks  jufto  titulo^  zou- 
i^e  zün  gedefereerd,  en  waar  van  hoogstdezelven ,  door  eens 
pngeinterrumpeerde  uf^ntle,  altpos  in  eene  wettige  posfesfle 
Houden  geweest  zijn. 

Wanneer  wij  daar  van  ten.  deezen  zullen  fpreken ,  gelijk  het 
{«eden  van  eeae  SoUveraine  Vergaderinge  past  met  den  ande- 
fea  'te  mogen  doen,  en  die  als  cordate  Regenten  en  Luiden 
Van  eere ,  met  behoorlijke  eerbied  en  onderwerpinge ,  hunne 
^dachten  openleggen  in  de  fchoot  van  den  Souverain)  20 
fchroqtoen  wij  niet  op  het  voeifpoor,  zo  als  in  vroeger  fij- 
nen voor  ons  i^  gedaan,  $ils  een  poinft,  dat  bij  ons  geene 

€9m§ftaii?  k^n  vtoden,  m^\  en  volgen»  de  eigen  woorden  van 

UBd, 


HAARLEMS  G«f»U*4e»tiféih  t$$ 

U£d.  Groot  Mog. ,  in  den  Jaare  1587  grondig  betu^  en  ia 
érv}i  ttit^^geven^als  nog  vast  te  fiellen,  en  voor  een  on*^ 
wrikbaren  grondr^el  te  houden,  dat,  gelijk  de  Souverainiteit 
over  deeze  Prqvlittie  U£d*  Groot  Mog.»  als  Staatcn  van  den 
Lande,  alleen  en  privative  toekomt,  alxo  daar'nit  oók  nood* 
wendig  volgen  moet,  dat  niet. gefield  kan  worden  bij'UBd. 
Groot  Mag*  van  dezelve  Souverainiteit  ietwes  meer  gede- 
aembreerd  te  zijn ,  of  ook  ietves  meer  van  dezelve ,  b^ 
Commisfie  of  Delatie ,  verfiaaa  kan  .worden  te  zijn  gedeman- 
deerd,  dan  tUeenlijk  dat  geene  en  dé  exercide  van  dat  gunt, 
het  welke  êXpJMté  en  uitdrukkelijk  aan  een  ander,  bi|  zoda* 
nige  Commisfie  of  Delatie,  aanbevolen  is;  terwijl 4dle  de  an- 
dere en  overige  Rechten  en  Praeéminentiên,  waar  van  geen 
fpeciale  mende  is  gemaakt  geworden,  sbfoiuteUjk  moecen  wor* 
den  verSaan  te  zijn  verbleven  in  den  boezem  van  den  Sou- 
verain,  zonder  dat  iemand  daar  in  den  Souyerain,  ais  Prinft 
van  den  Lande,  kan  reprefenteeren. 

Nu  is  het  kenndijk,  Ed.  Groot  Mpg.  Heeren,  dat,  om  te 
Mjven  .in  oasfubjèft,  met  relade  tot  de  .BeftelHngé  xiêr  Ma* 
gifiractturein  eénige  der  refpedive  Steden,  daar  omtrent  al* 
toos  heeft  moeten  plaats  hebben,  en  geixerceerd  Is  geworden, 
een  tweederld' Recht;  als  het  eene  in  het  maaken  en  fonnee^ 
ren  der  reij^eMve  Nominadën  tot  dezelve  Magiftraatsbefleilh). 
ge,  waar  toe  ieder  Stad*  met  bijzondere  Privilegiën  en  Voor* 
techten  door  den  Souverain,  het  zij  vroeger  het  zij  foater,  is 
voorzien  geworden,  en  het  andere  in  het  doen  der  Eledfe 
üic  dezelve  geformeerde  Nominadën»  En  '^1  men  hier  op 
dan  verder  nagaat,  wat  dien  aangaande,  in  de  eerde  phuttze^ 
aan  zijne  Doorluchdge  Hoogheid,  Prins  willemt  den  I,  bn« 
IfterffeKjker  gedachtenisfe,  bij  den  Souverain  is  geconfereerd, 
waar  van  echter,  als  zijnde,  aan  dien  Grondlegger  van  de 
Republiek,  om  bijzondere  redenen  en  oorzaken,  dé  Hooge 
Overigheid  van  deeze  Landen  ,  tot  deszelfs  overlijden  toe, 
opgedragen  geweest,  niet  wel  eene  regel  voor  xie  Hooge  Suc- 
cesfeuren  «als  Stadhouderen  deezer  Provintie  tot  aile  de  zelfde 
Rechten  kan  worden  afgeleid,  men  zal  daar  in  niet  bevinden 9 
even  weinig  als  bij  de  Commisfie  of  Indruftie  van  zijne 
Doorhichdge  Hoogheid,  Prinie  maurits,  van  den  Jaare  1515, 

M4  bi) 


tU  HAARLEMS  OefthiedenUfen. 


Wj  hoögstdeszêlfs  verhelHnge  tot. Stadhouder  gearréfteerd,  wél* 
kers  veranctering,  vermeerdering  en  vermindering  ÜEd.  Gwot 
Mog.  aan  2ig  behielden ,  gelijk  wijders  bi}  alle  de  volgende 
Coimniéfien  van  de  (kccesfive  Hooge  Heeren  Prhifèn  Stadhou* 
deren,. dat  üEd.  Groot  Mog.,  als  Souverain  van  den  Lande, 
omtrent  het  werlc  der  voorlbhreeve  Magiftraatsbellellinge  aan  alle 
faooggemelde  Heeren  Prinfen  direft  ooit  ietwe^  meerder  zoude 
hébben  9pgedragen,  afgedaan  óf  overgegeven,  dan  alleen  het 
gunt  betrdtking  heeft  tot  het  doen  van  de  Eledtien  in  fommige 
Steden* van  Burgemeesteren  eti  Schepenen,  en  in  anderen  van 
Schepenen,  alteen,  en  alzo  hec  creeeren  van  de  nieuwe  Wet  of 
lüAigiliraat^  zonder  dat,  daar  het  op  aankomt,  eenige,  men 
zwi}ge  eenige  fpecifieke  mentie  Immer  daar  bij  is  gemaakt  ge- 
worden ,  het  werk  der  Nominatien  aangaande.  Waar  door  dan 
vermeend  word  dat  niet»»anders  kan  begrepen  worden,  of  dat 
Recht  tsnt  en  omtirent  de  Nominatie  is  verbleven  aan  die  geenen, 
welke  het  zelve  wettig  hebben  blijven  ufeeren,  volgens  de  daar 
coe  geobtlneerde  Prïvilegien ;  en  valt  ov^  de  wettigheid  of  on- 
wettigheid van  die  Nominatien  eenig  verfchil ,  door  wat  Wet  of 
door  welke  Overgift  kan  daar  over  bij  iemaiid  anders  eene  De* 
Cifie  worden  gegeven,  daa  bij  deo  Souverain?  welke  dienaan* 
gaande. n\^tw^ .heeft  geabdiceerd,  en  die,  zo  Wel  uit  de  natuut 
der  zake^  als  volgens  alle  Rechten,  ten  zij  *er  eene  fpeciale 
Oveigifte  tusfcben  beide  komt ,  alleen  deszetfs  gegeven  Priyile» 
gien  kan  eiucideeren  en  interpreteeren;  en  vervolgens  nog  veel 
meer  de  eenige  Rechter  moet  zijn,  die  over  de  difl^rentent 
dienaangai^pde  te  vallen»  desseifs  Uitfpraak  en  Decifie  moet 
^ven« 

Het  voorenftaande  allegueerende ,  20  willen  wij  niet  verzwij* 
^en  dat  echter  in  de  hooggemelde  Commisfien  der  Heeren  Prin- 
fen Stadhouderen  altoos  ook  word  gevonden  zodanige  mentie» 
dat  daar  bij  aan  hoogstdezelven  het  doen  der  voorfchreeve  Elec« 
tien  is  gedemandee^d  en  opgedragen,  om  te  doen  achtervolgen* 
de  de  Privilegiën  der  Steden ,  j,o  als  met  de  eigen  woorden 
voorkomt  In  de  Commisfien  van  wijlen  zijne  Doorluchtige 
Hoogheid,  Prinfe  willem  den  IV,  onfterlTelijker  gedachtenisfe» 
van  den  12  Maij,  van  het  Jaar  1747.    En  wij  hasfiteeren  niet 

om  te  OLoetea  advoueereo ,  dat  daer  uic  mee  foodament  Mi 

wor* 


HAARLEMS  OefiMwiênitfên:  i^ 


wofdeo  geafgotnenreerd  omtrent  de  indtreae  Delttie»  welke 
daar  door  aan  de  Doorluchtige  Prinfen  Scadhouderen ,  wegens 
de  Cognitie  o^er  de  wettigheid  der  Nomiaatien^  zelf,  zoude 
xnoeten  verftaan  wórden  gegeven  te  zijn.  Doch  ,  £d.  Groot 
Mog»  Heeren»  of  die  notoire  confequentie.,  wellte  men  uit  eene 
gedefereerde  Eleftie,  achtervolgende  de 'Privilegiën  der  Steden, 
eoude  willen  halen,  met  dat  eSed  Ican  gepaard  gaan,  dat  daar 
door  die  geene ,  aan  wien  de  Eledie  competeerd ,  ook  eo  ipfQ 
niet  alleen  het  Recht  zoude  hebben  verkregen,  om  zig  te  mö* 
gen  infprmeeren  'op  dezelve  Nominatien ,  maar  ook  daar  door 
soude  hebben  geconfequeerd  het  Recht ,  om  die  Nominatien 
zelf  te  doen  redresièeren;  en,  dat  nog  meer  is,  alle  dilTerenten, 
die  over  de  wettigheid  of  onwettigheid  van  zodanige  Nomina* 
xteo,  cusfbhen  wie  het  ook  zoude  mogen  zijn ,  kwamen  te  ont- 
daan ,  alleen  en  met  uitfluitinge  van  den  gever  van  zodanige  Prir 
^legien ,  uit  welkers  kragte  de  Nominatien  zijn  gemaakt ,  zoude 
kunnen  en  moeten  decideeren;  2ulks  moeten  wij  zeggen,  mee 
«Ue  reverentie  en  eerbied  geQ>roken , ,  niet  te  Jconnen  begrijpen , 
«n  veel  minder  Ie  mogen  vastiïeüen*  Want  hoe  onwederfpreek- 
4ijk  deeze  Bitfciae  ook  kan  voorkomen,  dat  Iemand,  die  Recht 
'heeft  tot  het  difrie,  ook  Recht  moet  hebben  tot  de  middelen, 
•zonder  welken  dat  einde  niet  is  te  bekomen,  zo  is  het,  nog- 
thans  even  zeker  en  vast,  dat 'zulk  een  flelregel  nog  behoeft 
nog  kan  procedeeren,  dan  alleen  wanneer  het  alvorens  buiten 
dte  dubiteit  zoude  ipoeten  zijn ,  dat  dezelve  Electie  achtervol* 
geode  de  Privilegiën  der  Steden  abfolutelijk  niet  gedaan  zoude 
kunnen  worden,  ten  ztj  de  geene,  welken,  de  .Electie  compe- 
ceerd ,  een  decifief!  oordeel  zoude  moeten  hebben  over  de  wet- 
righeid  der  Nominatien ,  en  om  alle  de  verfchillen ,  daar  over  te 
ontifattn,  zelf  te  moeten  decideeren.  Als  waar  onltrent,  naar 
onze  gedachten,  hitegendeel,  zeer  wel  plaats  kan  vinden,  zo 
flli  een  ieder  kan  vatten,  en  waar  van  eik  een  overtuigd  zal 

0 

kannen  zijn ,  dat  het  werk  der  ElcéUe ,  achtervolgende  de  Pri- 
vilegiën der  Steden,  ook  kan  gefchieden  zonder  dat  die  geene, 
weiken  de  Elegie  competeerd ,  een  zodanig  dccifoir  oordeel 
abfolutelijk  behoeft  te  hebben  over  de  Nominatien  zei  ven,  eu 
over  alle  kwsestien,  welken  wegens  de  wettigheid  ef  onwettig. 
beid  van  dezelven  kunnen  ontftaan ,  als  zijnde  bet  doen  der 

M  5  Eiec* 


lts  HAARLEMS  GefckieJênls/in.    ' 

EleMe  en  het  fonneeren  der  Nominacien  feparate  zaken  en  fane- 
tien, welken  in  zo  verre  geene  connexiielt  met  den  anderea 
bebben,  of  dezelve  Rechten  kunnen,  zeer  wel  en  buiten  alle 
cottjöufie  of  verdenkinge,  bij  onderfcheide  Perfoonen  of  CoUe« 
gien  blijven  refideeren  en  geexerceerd  worden ,  in  dier  voegen 
dat,  de  Souverafn  blijvende  behouden  het  Récht,  het  geen  hem 
zo  natuurlijk  toekomt ,  te  weten  de  Elucidatie  en  Interpretatie 
der  Privilegiën,  bij  hem  zelf  gegeven,  en  de  Decifie  over  de 
wetdgheid  of  onwettigheid  der  Nominatien,  welken  uit  krachte 
▼an  dezelven  geformeerd  zijn ,  niemand  ooit  zal  kunnen  twijP- 
felen,  of  de  geene ,  welken  de  Eleftie  is  opgedragen,  zal  en 
'kan  daar  door  altoos  in  fhat  blijven  dezelve  te  doen,  achtervol- 
gende de  Privilegiën  der  Steden ;  het  gunt  immers  het  eenige  en 
groote  oogmerk  kan  zijn ,  waar  toe  alle  deeze  betrachtingen  ver- 
trekken moeten. 

Wij  gaan  bij  deezen  voorbij  verfcheide  andere  en  Zeer  ge- 
fundeerde reflexien,  welken,  onzes  bedunkens ,  zomenonder^ 
•ftellen  wilde  dat  de  Decifie  der  difièrenten  wegens  de  wettigheid 
of  onwettigheid  der  Nominatien,  uit  krachte  der  Privilegiën 
geformeerd,  niet  zoude  behoren  aan  den  Souverain,  zekerlijk 
verders  daar  tegen  zouden  te  maakén  zfjn ;  'zo  ten  regnarde  van 
devrage,  die  wij  daar  uit  noodwendig  aan  U£d.  Groot  Mog* 
zouden  moeten  doen ,  wie  als  dan  onze  Rechter  zoude  zijn> 
wanneer  het. ongeluk  wijders  voor  ons  zoude  willen  dat  wij  di- 
reaelijk'  met  haare  Koninglijke  Hoogheid  over  de  wettigheid  der 
Nominatie  zouden  komen  te  verfchillen ,  zodanig  dat  hoogstder- 
zelver  fuflenue  zoude  mogen  zjjn  conform  aan  de  idees  van  on- 
ze tegenswoordige  partije,  te  weten  de  protefteerende  Leden» 
of  uit  eenigen  anderen  hoofde,  dat  dezelve  Nominatie  niet  zou* 
de  zijn  conform  de  Privilegiën,  en  wij  het  tegendeel  van  dien 
in  gemoede  ons  verpligt  vonden  te  moeten  flaande  houden ;  ee- 
ne  zaak,  welke  wij,  door  deeze  onze  behandelinge ,  in  allen 
gevallen  hebben  getragt  te  ontgaan,  en  die  wij  wel  niet  kunnen 
verwagcen  wegens  de  conflitutie  van  onze  Nominatie  zelve,  en 
het  hoogverligt  oordeel  van  haare  Koninglijke  Hoogheid;  doch 
die  evenwel  gebeuren  kan;  als  ten  aanziep  van  alle  verdere  con- 
fequentien ,  weiken  uit  die  (lellinge  natuurlijk  zouden  moeten 

proOueeren.    Doch  wij  flappen  dit  alles  te  liever  over ,  zo  om 

dat 


\ 

HAARLkMS  Gê/Midéfafm  ^       ttf 

éat  verfcheide  Argumenten  In  het  breede»  blJ  het  geval  van  ^en 
Jaare  1684  en  1685 ,  door  de  Regeeringe  der  Sud  Dordrecht 
2ljn  voorgemeld  en  aangedrongen  (*),  als  om  dac  wij  ook  ver- 
meenen  al  het  zelve  in  dèezen  niec  nodig  te  zijn,  wegens  het 
#igen  en  algemeene  interesfe,  dat  de  meoste  Leden  van  U£d* 
Groot  Mog,  m  deeze  zaalc  met  ons  hebben;  en  boven  al,  naar- 
dien onze  Intentie  niet  is  ons  in  het  bijzonder  omtrent  deeze 
zaak  meer  of  fterker  te  verzetten ,  dan  bij  UEd.  Groot  Mog. , 
op  eene  wettige  wijze,  geoordeeld  zal  worden  het  geineene 
int^resië  en  welvaren  van  alle  de  Leden  van  deeze  Provincie,  en 
▼an  den  Lande  in  het  generaal,. daar  in  gdegen  te  zijn^  terwijl 
ons  ^egrip  en  wensch,  om  het  Land,  onder  deeze  gelukkige 
herdelde  Regeeringsforme,  ook  wederom  te  doen  (^>klimmen 
tot  zijn  oude  bloei  en  welvaren,  altoos  daar  op  is  bevestigd  ge- 
weest, dat  de  grondep,  waar  op  het  tegenswoordig  (amenüel 
is  gebonwd,  behoren  te  zijn  en  blijven  onwankelbaar;  en  dat 
alzo  aan  den  Souverain  behoren  te' blijven  die  Rechten,  welken 
dezelve  niet  heeft  overgegeven ;  dat  de  Rechten  en  Prasêminen- 
tien ,  welken  de  Stadhouder  van  den  Souverain  heeft  ontfangen, 
naar  behoren  en  met  alle  kragt,  moeten  worden  gemaintineerd 
#n  gedefendeerd ,  en  dat,  voor  het  overige,  de  Leden  en  Ste« 
den  ook  behoren  te  blijven  jouisreeren  van  die  Rechten,  welken 
baar  compaeeren  en  eigen  zijn. 

Het  is  vervolgens  met  dat  oogmerk  alleen,  dat  wij  ten  deezen 
einde  hebben  vermeent  te  moeten  doen  ziefi,  dat  wij ,  verre  van 
daar  door  gemeriteerd  te  hebben  in  eene  dusdanige  verdenking  te 
vallen,  ?eer  gefundeerde  redenen  hebben  gehad,  waarom  wij, 
ter  wettiginge  van  onze  geformeerde  Nominatie,  volgens  het 
Privilegie,  bij  UEd.' Groot  Mog.  verleend,  ons  bij  niemand 
hebben  konnen  nog  vermogen  te  addresfeeren ,  dan  aan  U£d. 
Groot  Mog.  zelven,  die,  zo  als  wij»  met  geUjke  intentie,  de 
vrijheid  zullen  nemen  nu  verders  te  doen  zien,  meer,  dsmin 


(♦)  Zie  de  fiukken ,  hier  over  gepatfeerdy  emJlanJig  in  dê9 
Holfamdfcben  Merkurius  voer  het  Jaar  lii^. 


lU  HAARLEMS  GéfciieJéMisfén. 

^ën  geval ,  ook  hebben  betoond  dat  geenzims  hunne  gewoonte  is 
geweesc,  atle  addresfen  over  difièrenten,  de  Regeerlngën  der 
Steden  rakende,  ook  zelfs  wanneer  eene  Decifi^  over  de  wet- 
tigheid of  onwettigheid  der  Nominat^n  is  gevraagd ,  en  genera- 
4i}k  wanneer  het  op  der  Steden  Privilegiën  aankwam ,  te  hebben 
gewezen  van  de  hand ,  of  alle  deliberatien  van  die  nature  altoos 
te  hebben  gefeponeerd ,  maar  dat,  inc^endeel,  diergeüjke 
Jiwestien  wel  degelijk  hebben  aangenomen,  en,  als  tot  derzel* 
▼er  cognitie  behorende ,  daar  over  hunne  deüberadep  hebben 
bten  gaan.  Ter  zake  niets  doende,  dat  de  meesten  van  dezel- 
ven  'buiten  decifie  gebleven  zijn,  zo  als  zulks,  naar  de  omftanr 
digtieden  der  tijden  en  zaken^  heeft  mogen  of  moeten  gefchie^ 
den.  Als  volkomen  genoeg  zijnde,  dat  daar  uit  zal  kunnen  coiv- 
lleeren,  dat  verfcheide  Leden  van  deeze  Vergtderinge»  waar 
onder  ook  zeer  notabele,  zig  hebben  bevonden  in  diergeüjke 
gevallen ,  als  waar  in  wij  tegenswoordig  het  ongeluk  h^ben  te 
verfeeren,  met  ons  in  één  begrip  zijn  geweest  nopens  den  weg, 
-welken,  tot  redres  van  dezelven,  behoorde  te  worden  inge- 
flagen. 

Onze  intentie  is  niet  om  van  aQe  die  gevallen^  bij  deezen, 
een  geheel  Register  te  fbrriieeren;  maar  aileeil  om  éenige  wei- 
nigen van  dezelven  aan  te  raken ,  welken  meest  ter  ophelderin- 
ge  zullen  konnen  dienen.  £n  op  dien  voet  flaan  wij  over  het 
gunt  in  de  Notulen  van  üEd.  Groot  Mog.  word  gevonden  we- 
gens de  oneemghedèn  en  disputen ,  welken  tusfcben  de  Regce* 
ring  en  Vroedfchappen  der  Stad  Schoonhoven  hebben  gefubfi- 
fteerd,  en  de  klagten  dieswegens  U£d.  Groot  Mog.  aangebragt, 
zo  wegens  het  niet  bclegfgen  van  de  Vroedfchap ,  begeven  van 
Commisfien,  als  over  meer  andere  fubjeden,  het  werk  der  Re- 
geeringe  en  der  Steden  Privilegiën  concerneerende,  in  de  Jaaren 
1679,  1680  en  1685  voorgevallen.  Gelijk  wij  mede  konnen 
pasfeeren  de  difièrenten,  welken  o£  verfcheide  tijden  en  over 
onderfchetde  zaken  menigvuldig  zig  hebben  opgedaan  tusfchen 
de  Regeering  en  Vroedfchap  der  Stad  Gornichem ,  waar  van  de 
Registers  van  ÜEd,  Groot  Mog.  over  de  Jaaren  1683,  1684  en 
1685  veele  gevallen  opleveren,  waar  onder  de  Refolucien  van 
den  17,  29  en  30  Maij'en  6  Junij,  van  het  Jaar  1685  kunnen 
ttagei^ien  worden  f  ^  omtrent  welke  gevallen  zal  confleeren; 

dat 


,% 


(lAARLEMS  GtfehieJenitfen.  iSjr 


dac  niet  alleen  verfcheide  van  dezelven  bi}  UEd.  Groot  Mog» 
(ijn  aangenomen^  maar  ook  eenigen  daar  van  zijn  getermi- 
neerd. 

Het  geval  van  de  'Jaaren  1684  en  «1685,  omtrent  de  Stad 
Dordrecht^  wegens  de  Nominatie  van  de  Mannen  van  Acb- 
een,  hoe  zeer  in  zig  zelven  fingulier  en  alleen  betrekking 
hebbende  op  die  Stad ,  heefl  echter  genoeg  doen  zien  op  wel^ 
ke  folide  gronden,  die  eerüe  en  ouddeScad  van  deeze  Provir^ 
cle  voor  ons,  de  zelfde  onze  fustenue^  waar  van  wij  althans 
genoodzaakt  zijn  geweest  U£d.  Groot  Mog.  deeze  opening 
te  moeten  geven,  heeft  gevoerd  en  gemanifesteerd.  £n  of 
fchoon  die  Stad,  in  de  zaak  zelve,  welke  met  de.  onze  in 
verfcheide  omftandigheden  zeer  veel  heeft  verfchild,  naar  haoc 
genoegen  niet  heeft  vermogen  te  reusfeeren,  waar  van  wi> 
de  redenen  nog  de  motiven  niet  behoeven  na  te  gaan;  het  i» 
voldoende  aan  ons  belang  en  oogmerk ,  wanneer  liaar  uit  is^  te 
zien,  dat  hunne  £d.  Groot  Mog.  zfg  de  cognitie  van  dezelve 
wel  degelijk  hebben  aangetrokken,  en  dat  nooit  eene  Refolu- 
tie  daar  op  ook  genomen  is,  waar  bij  de  Regeering  der  Stad 
Dordrecht  met  die  haare  gedane  klagten  zoude  zijn  afgewe- 
zen ,  veel  min  dat  derzelver  gefustineerde  bij  U£d.  Groot 
Mog.  zoude  zijn  ongefundeert  verklaard.  Van  al  het  welke  ^ 
in  het  zelfde  Jaar  1685,  kort  na  dat  de  Notulen  van  U£d« 
Groot  Mog.  geene  verdere  mentie  maaken  van  het  voorfz.  ge* 
val  van  Dordrecht^  mede  nog  heeft  geexteerd  een  zeer  nota- 
bei vporbeeld  ten  reguarde  van  de  Stad  Schiedam  ^  als  wan- 
neer, op  den  a  Maart,  bij  Requeste,  door  één  Regeerend, 
cenige  Ond-Bnrgemeesteren  en  eenige  Raaden  en  Vroedfchap-. 
pen  der  zelve  Stad,  aan  UEd.  Groot  Mog.  niet  alleen  is  ge- 
klaagd geworden  over  eene  informeele  Nominatie,  welke  tot' 
fuppletie  van  eene  Vroedfcbapsplaatze ,  bij  de  Vroedfchap  der 
zelve  Stad,  was  geformeerd,  als  waar  op  was  gebragt  Mr. 
ABRAHAM  CAMBiER,  welke  nog  geene  drie  Jaaren  Burger  wat 
geweest;  maar  ook  direét  over  de  E^e^ie  zelf,  welke  daar 
uit  bij  zijne  Doorluchtige  Hoogheid ,  Prinfe  willem  den  III, 
gtorieufer  gedachtenisfe ,  aan  wien  dezelve  Nominatie  daar  toe, 
niettegenftaande  het  Protest  van  eenige  Leden,  daar  tegens 
fedaan^  wai  geprefefiteerd ,  even  infomeel,  naar  hunne  ge- 

dach- 


ipö 


HAARLEMS  Gefchitienhfen. 


dachten,  omtrent  denzelven  cambier  was  gedaan  geworden J 
met  verzoek,  dat,  dewijl  zij  Vertooners  in  die  voorlz.  20 
Infonneele  Nominatie  en  daar  uit  gedane  Eleétie,  Eed-  en 
Amptshalven,  niet  konden  acqaiefceerefi,  maar  tot  maintien  en 
voorftand  van  hunne  Stads  Privilegiën  (waar  van  mede  bij 
hunne  £d«  Groot  Mog.  waren  voorzien;  zig  verpligt  en  ge« 
noodzaakt  vonden  dezdven,  zo  veel  in  hun  was,  tegen  te 
gaan,  dat  die  zaak  door  hunne  £d«  Groot  Mog«  zoude  mo- 
gen worden  geredresfeefd,  en  de  voorfz.  Stad  bij  haare  Pri- 
vilegien ,  Vrij-  en  Gerechtigheden  worden  gemaintineerd  \ 
welk  verzoek  wederom  bij  UËd.  Groot  Mog«  geenzints  is 
Tan  de  hand  gewezen,  gelijk,  wanneer  de  Souverain  van  zij-* 
se  dire^e  of  ook  wel  indireéte  overgifte  of  delatie,  omtrent 
de  verfchilen  over  de  wettigheid  der  Nominatien  en  Ele^ien^ 
was  geperfuadeerd  geweest,  had  konnen  gefchiedèn;  maar  wel 
degelijk  het  onderzoek  van  die  zaak  J}ij  UEd^  Groot  Mog.  is 
tangenomen,  en  zelfs  in  dier  voegen  ^  dat  dezelven  hebbeil 
vermeent  de  cognitie  daar  van  hun  zo  eigen  te  zijn  en  na*^ 
tuurlijk .  te,  compéteeren ,  dat  zelfs  het  Recht  of  belang  van 
den  Heere  Prinfe  Stadhouder  daar  bij  niet  was  geinteresfeerd» 
naardien  dat  Request,  den  zelfden  ^  Maart,  bij  UEd^  Groot 
Mog.  alleen  is  gefield  geworden  in  handen  van  Burgemeester 
Ten  en  Regeerderen  der  Stad  Schiedam^  om  te  dienen  van 
Bericht;  als  wanneer  wijders,  daags  daar  aan,  en  dus  den  3 
dito,  het  zelve  gerequireerde  Bericht  zijnde  injgekoraen,  waaf 
bij  de  wettigheid  der  Nominatie  badden  geadftrueerd,  UEd* 
Groot  Mog.  daar  op  hebben  goedgevonden  te  refolveeren^ 
om  den  voorfchreeven  Requeste  en  Berichte  te  (lellen  in'  haiJ* 
den  van  de  Leden  tot  het  groot  Befogne  en  dus  te  maken  com-» 
misforiaal,  om,  na  rijpe  overweginge  van  den  inhoud  van  dien^ 
èn  daar  op  gehoord  de  voornoemde  Burgemeesters  en  Vroed- 
•fchappen  ,  refpe^ive,  de  Vergadering  op  alles  te  dienen  van 
hunne  Confideratien  en  Advis.  Omflandigheden ,  welken  in  vee» 
Ie  opzigten  ten  deezen  ten  uitterllen  notabel  zijn;  zo  om  dat^ 
naar  onze  gedachten ,  daar  uit  ten  klaarden  doorüraald  het  eigen 
begrip  van  den  Souverain,  aan  wien  het  alleen  (laat  de  Decifie 
te  geven ,  wanneer  'er  kwestie  ]&  tusichen  de  Meerderheid  en 
Mioderheid  der  Vroedfchap  over  de  wettigheid  van  eene  gefoc-' 


HAARLEMS  GifcUeientsfin^  191 

meerde  Nominatie,  niet  alleen;  maar  zelfs  ook  over  eene  ge* 
daane  Eleaie ,  in  zo  verre  de  Privilegiën  der  Stedai  daar  bi) 
zouden  mogen  zijn  geinteresfeerd ;  en  tegeis  welke  behande- 
ling men,  in  de  Registers  van  U£d.  Groot  Mog*,  niet  heeft 
konnen  vinden,  dat  de  Doorluchtige  Heer  Prins  Stadhouder , 
in  dien  tijd,  zig  eenigzints  heeil  verzet,  of  dezelve  zig  heeft 
aangenrokken.  Maar  inzonderheid  ook  notabel,  wanneer  daar 
uit  gezien  kan  worden,  dat  U£d  Groot  Mog.  op  dat  geval, 
het  welk  met  het  onze  zeer  veel  overeenkomst  heeift ,  voor 
zo  verre  de  wertigheid  der  Nominatie  aangaat,  welke  thana 
mede  door  de  proteüeerende  Leden  word  beftreden ,  niet  heb- 
ben gehsfiteerd,  om  aanflond^  en  allereerst,  de  klagien  vao 
wederzijden  te  hebben  willen  fnneemen,  en  dezelven  daar  na 
door  CommisTarisfen  te  doen  examineeren,  zonder  den  Heer 
Prins  Stadhouder  alvorens  tot  zo  verre  in  allen  gevalle  daar 
in  te  hebben  willen  brengen. 

En  welke  gefundeerde  redenen  wij  derhalven  thans  hebben, 
om  kfanglljk  dienaangaande  aan  UEd.  Groot  Mog.  te  mogen 
voordragen  dat  gunt  wij  tegenswoordig  tot  onze  groote  finér* 
te  en  leedwezen  moeten  ondergaan,  <Hn,  zonder  tot  hier  toe 
ce  hebben  mogen  vernemen  de  klagten  van  onze  Medeleden, « 
en  zonder  dat  eene  deliberatie  is  gehouden  over  den  waarea 
toefland  der  zaken,  en  of  de  kwestie  inderdaad  niet  alleen 
maar  hadde  behoren  te  blijven  tusfchen  de  Meerderheid  en 
Minderheid  van  de  Vroedfchap  zelve,  ons  aanllonds  ongeluk- 
kig te  hebben  zien  vallen  in  eene  onaangenaame  ConteOatie 
jnet  haare  Koninglijke  Hoogheid,  welke  wij  gaarne,  en  o]> 
bet  voetfpoor  van  het  voorfz.  exempel,  waar  in  de  Vroede 
fchap  der  Stad  Schiedam  alstoen  eenparig  van  ons  femimenc 
is  geweest ,  hadden  getragt  te  esqui veeren ;  en  waar  toe  wij 
;co  veel  ce  groter  redenen  vermeenden  te  mogen  allegueeren» 
tiaardien  onze  klagten,  bij  onze  Propofitie  ter  neder  gefield, 
niet  zijn  ingerigt  geweest  tegens  haare  Koninglijke  Hoogheid, 
jnaar  alleen  over  onze  geprotefleerd  hebbende  Medeleden  $ 
dsar ,  ter  contrarie ,  de  voorfz.  klagten  van  de  Minderheid 
der  Vroedfchap  van  Schiedam  direét  waren  over  en  tegens 
#i€Q  Doorlttchtigen  Heere  Prinfe  Stadhouder  ia  dien  tijd. 


^92  HAARLEMS  GefMedentfen. 


Meo  behoeve  waarlijk  dan  ook  geene  reflexie  te  maakca  op 
onze  conduites  of  fentiniencen  van  vorigen  tijd ,  in  vergelijkinge 
van  die  geenen,  welken  wij  thans  houden  of  zouden  willen 
foveeren.  Wij  zullen  hier  na  occafi^  hebben ,  om  uit  het  gedrag 
zelf,  bij  ons  in  deezen  gehouden ,  zo  vertrouwen,. t^n  genoe- 
gen te  doen'^ blijken,  dat  wij,  zo  wel  als  onze  Prafdecesfeur 
jen,  geenzints  aan  de  Doorluchtige  Heeren,  Prinfen  Siadhou- 
deren,  begeeren  tegen  te  fpreken  een  Recht  van  Informatie 
of  onderzoek,  het  welke  aan  hoogstdezelven  omtrent  de  wet« 
tigheid  der  refpcftive  Nomiuatlen,  die  ter  Eleétie  geprefoifr' 
teerd  worden,  op  eene  billijke  wijze  en  tot  hoogstderzelver 
gerustheid  competeerd.  Doch  wie  is  'er,  die  niet  ziet  daC 
zulks  het  point  niet  is,  waar  over  in  deezen  eenig  difput  be« 
hoord  te  fubiifleeren,  als  zijnde  tuslchen  ons  en  de  proteftee* 
rende  Leden  alleen  differentiaal  de  wettigheid  der  Nominatie 
zelve,  waan  omtrent  het  voorfchreevc  4iangehaalde  geval,  me| 
het  onze  vergeleken  wordende,  overvloedig  bewijs  zal  uitle^ 
veren,  dat  het  eenige  kwestieufe,  welk  in  deezei^  kan  voor-> 
komen,  alleen  daar  in  moet  beihan,  of  wij  eenig  decifief 
oordeel  wegens  de  wettigheid  der  voorfchreeve  NoiAinatie^ 
welke  door  de  protefteerende  Leden  beftreden  word,  en  of 
die  conform  de  Privilegiën  is  of  niet^  van  iemand  anders  mo» 
gen  of  kunnen  vragen,  dan  alleen  van  den  Souverain,  ea 
zulks  van  UEd.  Groot  Mog.  En  in  zo  verre  als  onze  Pre* 
decesfeurs  op  dat  point  anoers  mogten  gedagt  hebben,  dan 
wij ,  waar  van  wij  echter  geene  klaare  preuve  of  bewijs  vindeft 
kunnen,  zo  zouden  wij  ons  echter  flatteeren,  dat,  in  dat  ge* 
val  zelf,  een  iegelijk  ons  het  niet  kwalijk  zal  kunnen  duiden 
of  daar  in  misprijzen,  dat  wij  thans,  daar  het  op  *s Landt 
Hoogheden  en  Gerechtigheden  aankomt,  welken  ieder  Lid  vaa 
de  hooge  Regeeringe  bij  Eede  verbonden  is  voor  te  (han  » 
en  van  wien  wij  wegens  onze  Privilegiën  en  Voorrechten 
eenige  Elucidatie,  Interpretatie  jof  Decifie  moeten  en  mogea 
vragen,  die  fentimemen  niet  blindelings  zouden  konnen  adop- 
teeren;  maar  liever  verkiezen,  in  dien  gevalle,  fcrupuleoièr 
daar  omtrent  boven  onze  Predecesfeuren  gehouden  te  viov^ 
den,  dan  dat  men  ons  immer  zoude  kunnen  verdenken  eenige 
dusdai'iige  Rechten,  waar  voor  onze  Voorvaders  zorgvuldig 

heb- 


HAARLEMS  Gefêhkdenit/efi.  in 


tWH 


«ViMi 


hebben  gaw^akt,  te  deezer  tijd  eenigzints  te  willen  negli^^ 
rtn  of  met  de  ligte  band  traéteeren. 

Eene  zaak,  Ed.  Groot  Móg.  Heeren,  resteerd  *er  nog^ 
waar  van  wij*  als  op  ons  geval  van  de  uitterde  applicatie 
zijnde  ,  de  vrijheid  nog  moeten  nemen ,  alvorens  van  hec 
poïnt  der  Decifie  af  te  ftappep ,  tot  nadere  ophelderioge  van 
onze  verzogte  wettiginge  der  Nominatie  eenige  mentie  te 
maaken;  bedaande  hier  in»  dat  het,  naar  alle  Rechten,  gewit 
en  zeker  is,  dat,  wanneer  het  gefcbii  over  de  wettigheid  of 
onwettigheid  van  eene  overgeleverde  Nominatie  rpuleerd  over 
het  verdand  van  der  Steden  Privilegiën  ,  zo  dat  de  ééne  par* 
tij  daar  van  «een  ander  begrip  formeerd,  als  de  andere  partij 
yan  die  geenen,  die  in  de  Vroedfchap  zijn\  alsdan  de  Opbel* 
dering  en  Decifie  daar  van  alleen  competeerd  aan  Ufid.  Groot 
Mog,y  die,  uit  krachte  van  de  legislative  magt»  die  hun  toe^ 
komt,  de  Privilegiën  g^even  hebben  ,  ^n  daarom  ook  alleen 
en  privacivelijk  geifechtigd  zijn  om  die  te  elucideeren;  of  in- 
terpreteeren. Een  zaak,  welke  wij  niet  hebben  gevonden  dac 
eenige  concradiélie  heeft  kunnen  lijden.  Waar  omtrent  nu» 
om  deeze  delling  van  eene  evidente  applicatie  .t^  doen  zijn 
op  het  voor  handen  zijnde  geval,  alleen  behoeft  te  worden 
onderzogt,  of  .het  gefchil,  dat  'er  in  deezen  tusfchen  de 
Vroedfchap  is,  niet  waarlijk  en  inderdaad  rouleerd  over  den 
;cin,  de  meenlnge  en  het  verfhnd  van  het  voorfchreeve  Privl* 
legie  zelf;  waar  toe,  om  van  de  affirmative  daar  van  over-* 
(uigd  te  zijn,  alleen  nodig  zullen  wezen  deeze  aanmerkingen 
te  maaken.  Voor  eerst ,  dat  'er  geen  verfchil  is  over  <eenige 
maaken,  die  in  fuSto  beüaan,  en^  als  requifiteh  in  het  formee- 
ren  van  de  Nominatie  in  agt  gegomlen  moetende  worden ,  bij 
het  Privilegie  klaarlij k  uitgedrukt  zijp;  als,  bij  voorbeeld,  of 
'er  iemand  op  de  Nominatie  is  gebragt,  die  buiten  de  Vroed« 
fchap  is;  die  de  vereischte  Jaaren  van  ouderdom  of  van 
Vroedfcjiap  niet  heeft,  en  cjiergelijke;  en. bij  gevolge,  dat  het 
gefcbii  alleen  kan  rouleeren  over  het  Recht  van  nomineenen 
2elf;  het  geen  bij  het  Privilegie  gegeeven  is,  en  dus  over 
den  zin,  de  meeninge  en  het  verlland  van  het  zelve.  Ten  an- 
deren, dat,  gepofeerd  wordende  dat  beide  de  partijen  zig 
beroepen  op  één  en  het  zelfde  Privilegie  of  Oétrooi ,  zulka 

^IX,  DifiL  N  dac 


^9<  HAAKXEMS  GeUhiMit^isfen. 


Gelijk  wij  dan,  Ed.  Grqgt  Mog.  Heeren,  vertrouwen  nwc 
dit  allet  volkomen  genoeg  gezegt  te  hebben,  tot  betoQgvan  hec 
gunt  dienen  kan  om  ÜEd.  Groot  Mog.  te  overtuigen,  en  ook, 
zo  wij  met  alle  eerbied  verhopen ,  bare  Koninglijke  Hoogheid 
te  doen  geperfuadeert  zijn ,  dat  \vij  geenzints  uit  eenige  kwade 
intentie  of  iuzigten,  ve^  minder  om  de  hooge  Rechten  en  Pr»- 
cminentien^  van  zijne  Doorluchtige  Hoogheid,  den  minderjarigen 
Heere  Prinfe  E^fftadhouder ,  eenigzints  te  verkorten,  ons  ter 
Juflificatie  van  onze  geformeerde  Nominatie  aan  UEd.  Groot 
Mog,  helïben  geaddresfeerd.  Maar  dat,  integendeel,  ons  fon- 
dament daar  toe  alleen  heeft  gelegen  en  als  nog  fubfifteerd  in  on- 
ze waaragtige  meening  m  .gemoede,  en  in  goeder  confcientie, 
dat  onze  Eed  en  Pligc ,  welken-  wij^  aan  het  Land,  onze  Stad  en 
Burgerij  geftaafij  hebben  en  vorfchuldigt  zijn ,  ons  niet  toelaten , 
bet  zij  eene  Elucidatie  of-  Interpretatie ,  het  zi)  ecne  Decifie , 
over  de  wettigheid  van  onze  Nominatie ,  welke  uit  kragte  van 
het  Privilegie,  onze  Stad  en.Burgerije  bij  UEd.  Groot  Mog. 
zelven  verleend  en  gegeven ,  geformeerd  is ,  bij  iemand  te  kon- 
nen  nog  te  mogen  vragen  of  verzoeken,  dan  alleen  bij  ÜEd. 
Groot  Mog.  zelve,  aan  wie  dat  Recht,  als  Souverain  van  den 
Lande ,  is  verbleven  en  competeerd. 

Zo  twijffelen  ivij  niet,  of  wij  zullen 'nu  ook  wijders  in  (laat 
zijn,  met  even  de  zelfde  eerbied  en  onderwerping,  en  tcffena 
met  gelijke  klaarheid ,  aan  UEd.  Groot  Mog.  te  mogen  doen 
zien  bet  gunt  verder  dienen  kan ,  zo  to£  JuUificatie  van  ons  ge- 
houden gedrag  na  (}e  voorfchreeve  bij  ons  geformeerde  Nomir 
natie,  als^  in  het  bijzonder  mede  vau  het  gunt  bij  ons  is  gedaan 
en  geinftitueerd ,  omtrent  de  hooge  Perfoon  van  haare  Koning- 
lijke Hoogheid  ,  de  Vrouwe  Gouvernante ,  om  daar  uit  van 
hoogstdezelve  te  hebben  mogen  obtineeren  hoogstderzelver  welr 
behaaglijke  Eleélie,  waar  in  wij  ongelukkig  genoeg  zijn  ger 
we^st ,  om  tot  hier  toe  niet  te  hebben  mogen  reusfeer^n.. 

I^Jier  omtrent  een  aanvang  zullende  maken,  moeten  wif,  ten 
deezen,  vooraf  Wederom  rondelijk  confesfeeren ,  dat  onze  in- 
tentie ^  met  alles  te  doen,  dat  wij  ver^neent  hebben  te  mogen  en 
moeten  doen,  echter  nooit  daar  heen  heeft  gegaan,  om  te  den- 
ken dat  hflore  Koniqglijke  Hoogheid  eenigzints  verpligt  zoudt 
^jn ,  aanftonds  uit  eene  overgeleverde  Nominatie  hoogstderzel- 

vtr 


HAARLEMS  G$fchiedenhrf^.  I9f 


% 


Ycr  Eleftie  te  doen ,  zonder  ztg  alvorens  op  de'  wettigheid 
van  dezelve  ,  en  op  liet  gunt  hoogstde^lve  daar  omtrent 
word  aangebragt,  hi  billijkheid  bij  de  Vroedfchap  te  mogen 
informeerea  of  t«  doen  informeeren.  Wij  hebben  integendeel 
geheel  andere  denkbeelden  van  de  nuttigheden  en  vocH-deelen, 
welken,  uit  de  exercitie  van  de  aan  de  Doorluchtige  Heeren 
Prinfen  Stadhouderen ,  door  den  Souverain  opgedragen  hoogc 
Rechten  en  Prsêmiuentien  noodwendig»  ten  beste  van  onze 
Republiek,  Provimie,  Steden  eu  Ledep  van  dezelv,e,  pro- 
flueeren  en  proflueeren  moeten,  als  <iat  wij  met  e^nigen  grond 
verdagt  zouden  kannen  gehouden  worden,*  daar  aan  zulke  en- 
ge paaien  en  perken  te  willen  flellen.  Nog  eens,  gantsch  in- 
tegendeel ,  wij  haefiteeren  niet  te  advoueeren  dat  eene  billnke 
informatie ,  om  te  weten  of  de  Eleftie  met  gerustheid  en  ag- 
tervolgens  der  Steden  Privilegiën  kan  gedaan  worden,  nodig 
is,  eii  van  effeól  en  nut  kan  zijn.  En  kan  'ér  aan  deezebnze 
gfevoelens  wel  getwijffcld  worden?  wanneer  wij,  als  zo  veele 
waarheden  ,  mogen  pofceren ,  waar  van  bij  onze  Propofitle 
bereids  mentie  is  gemaakt ,  dat  Wij  niét  nlleen ,  aanflonds  op 
het  omfangen  van  haare  Koninglijke  Hoogheids  Misfive  van 
den  8  September,  den  lo  daar  aan  eene  Deputatie  hebben 
gedecreteer d  tian  hoogstdezelve ,  om  haare  Koninglijke  Hoog- 
heid,* w^ens  al  het  geene  ter  wetiiginge  van  de  Nominatie 
dienen  konde,  te  informeeren  en  te  perfuadeeren,  met  aanbie- 
dinge-  van  gaacae  te  wiilen  vemeemen  hoogstderzelver  huemle, 
omtrent  aUei ,  wat  tot  welzijn  deezer  Stad  en  tot  het  vervol- 
gen der  harmonie  onder  de  lïegeeriage  zoude  kunnen  dieueq ; 
welke  commisHe  ook  i^mediaat  •  daar  op  is  geëxecuteerd. 
Maar, 'ten  anderen,  dat  wij  ook,  wanneer  wij  het  gewenscbt 
fucces  niet  hebben  mogen  verneemen  van  deeze  gegeve  infor- 
luatien,  al  verders  niet  hebben  gehaefiteerd ,  om,  op  het  ver- 
doek van  de  Heefen  Commi$farisfen ,  bij  haare  KoninglijHie 
Hoogheid  daar  t^e  gefield  ,  aau  welgemeldc  I^eeren  nadere 
ouvenures  wegens  de  wettigheid  der  Nominatie,  door  onze 
Gecommitteerden  in  *sHage^  te  hebben  doen  geven;  zo  als 
zulks  in  het  *breede ,  in  de  conferentie ,  op  den  2a  daar  aan. 
volgenden  daar  over  gehouden,,  is  gedaan  en  verhandelt  ge- 
worden.   En  alle  welke  zo  getrouwe  als  gefundeerde  ihfor. 

N  3  ma- 


1P«  HAAHLEMS  Oefckiedenisfeff, 


laatlen ,  hoe  2eer  van  even  ongelukkig  fucce«  zijnde  geweest , 
ter  obtinèeringe  vèn  haare  Koningiijke  Hoogheids  £l6étie  uit  do 
voorfbhreeve  Nominatie»  wij  echter  niet  hebben  vermeent  te 
lumnen  nog  te  mogen  nalaten »  als  bij  repetitie »  voor  de  derde-r 
man  y  nogmaals  aan  haare  Koningiijke  Hoogheid  zetf ,  op  den 
^8  September,  voor  het  doen  onzer  Proporitie,  door  eene  aan- 
zienlijke Deputatie  van  Stads  we^e  te  doen  (bppediteeren  en 
voorhouden ;  ten  einde  om  daar  door,  met  bijvoeginge  van  alle 
gepaste  perfiiafiven,  haare  Koningh'jke  Hoogheid  eindelijk  tot 
flezelve  haare  hoogstwelbehaaglijRe    Eleftie    te   permoveeren* 
poch  waar  in  wij  ook,  ter  dier  tJjd^  al  wederom  ongelukkig 
genoeg  zijn  geweest,  om,  tot  ons  ^root  leedwezen,  zulks  niet 
^  hebben  kunden  obtlneeren»    Terwijl  wij  nu  daarenboven  hier 
bij  kunnen  voegen,  dat  het  'er  zo  verre  van  daan  is,  dat  wij 
wet  dat  alles  van  het  geven  van  alle  verdere  informatien  ons 
l^ouden  willen  vrij  kennen  of  ontQagen  houden ,  dat  wij ,  ter 
(oatrarie,  als  het  daar  op  zoude  mogen  aankomen ,  verklaren, 
gereed  te  zijn,  op  de  zelfde  wijze,  als  wij  gedaan  hebben,  aan 
iiaare  Koningiijke  Hoogheid,  of  aan  dezelve  Heeren  CommisSi^ 
risfen   in  *sHage,  door  onxe  Gecommitteerden  van  wegens 
deeze  Vroedfchap ,  als  nog  te  doen  geven  alle  zodanige  verdere 
ii^formatieo,  als,   ten  einde  voorfchreeve ,  tec^wettiginge  van 
oHjse  geformeerde  Nominatie,  eenigzints  zullen  kunnen  dienen; 
gia  zijnde  ons  geheele  do.^n  en  laten  daar  bij  Iq  dl^r  voegen  ge* 
conilitueerd  geweest,  dat  wij  verzekerd  ^(ijn  genoeg  daar  toe  to 
kunnen  avanceeren ,  om  ons  daar  bij  gehouden  gedrag  op  een«. 
eclatante  wijze  te  doen  billijken»  ^  daar  Uit  als  voorzeker  te 
doen  voorkomen,  dat  wij^  en  dus  de  Meerderheid,  alleen  die 
ge^en  zijn,  welken,  met  voorbijzigt  van  alle  ongepermitteer- 
de oogmerken  of  interesfen,  omtrent  de  voorfchreeve  Nominatie 
piets  anders  hebben  betragt  of  gedaan,  dan  het  gunt  wij  als  nog 
vermeenen ,  dat ,  met  kwijtingp  van  onze  confcientien ,  in  ge^ 
volge  het  prxfcript  van  het  voorfchreeve  Privilegie ,  hebben  ver^ 
mogen  te  doen ,  en  ook  beeft  behoren  gedaan  te  worden. 

Wij  hebben  omtrent  onze  behandeling,  om  tot  de  wettiging 
^er  Nominatie  bij  UEd*  Groot  Mog.  onze  toevlugt  te  nemen » 
Wti  n«(  «U^  b^Mrdb^id  gsian  QV^denk^n ,  q{  «enige  overmatig 


HAARLEMS  Oefciiedtnisfen.  f99 


^e  iever  ons  ook  tot  eenige  praecipïtade  had  doen  overgaan ,  wel- 
ke wij  zelf  althans  zouden  behoren  af  te  keuren*  poch  als  wi) 
dienaangaande  rijpelijk  .alles  hebben  overwogen,  vinden  wi| 
niets ,  het  góco  ons  met  fondsunenc  kan  befchuidigen.  Zijn  wij 
uiét  vei^ügt  geweest  de  (poedige  Eledie  te  helpen  bevorderen 
op  aUe  behoorlijke  en  oiogell|ke  wijze ^  daar  dezelve,  volgens 
Reiblutie  van  den  Souverain,  en  volgens  alle  redenen,  daar  toe 
dienende,  niet  kng  kan  nog  behoord  te  worden  gemist?  En 
hébben  wij  het  zehre  niet  in  het  werk  gefteld  op  de  aliereerbie- 
digfte  en  decentfte  manier,  door  aaö  haare Koninglijke  Hoogheid 
<lieswegens  de  nodige  ouvertures  en  informatien  te  doen  geven» 
^n  aan  hoogstdezelve  ootmoedige  remonftramien  té  laten  doen? 
Het  zo  hng  agterbüjven  van  de  Eledie^  niettegeüftaande  dat  al- 
les, was  eene  gantsch  buitengewone  zaak,  en  konde  dérhalven 
<le  bedugting  voor  de  fuites  van  dezelve,  zo  ten  aanzien  van 
Stad  en  Land ,  geheel-als  zonder  fondament  worden  aangezien  en 
genegligeerd?  Niet  dat  wij  dit  voortbrengen,  om  zulks  te  wU- 
len  flellen  ter  verantwoordinge  van  haare  Koninglijke  Hoogheid, 
<lie  zekerlijk  de  oor;Eaak  daar  van  niet  ii ;  maar  wij  wijten  het 
4xlieen  aan  de  protcftecrende  Leden,  en  die  zig  met  dezelven 
hebben  gevoegt»  die,  op  frivole  pretexten,  de  goedheid  van 
haare  Koninglijke  Hoogjif id  in,  zo  verre  hebben  weten  te  mis- 
briiiken,  dat  dezelven,  zo  ai^  men  nu  weet,  in  plaatze  van 
hunne  redens  van  derzelvèr  ge<ban.  Protest  bij  de  hand  te  heb- 
ben en  aanllondj  te  berde  te  bredgen,  ook  zelfs  aan  de  Vroed- 
ichap ,  £o  als  wel  behoord  had ,  dezelven  naderhand  eerst  heb- 
1>en  moeten  opzoeken,  en  haare  Koninglijke  Hoogheid  daar  door 
weken  lang  bulten  aaiviteit  hebben  geftel(*,  om  boogstderzelver 
'^cdaahten  over  de  Eleftie,  naartchoren,  te  kiranen  laten  gaan; 
een  zaak ,  echter,  welke  ons  niet  kan  bentfdeefen,  of  waar  door 
wij  ietwes  anders  zouden  hebben  behoren  te  doen ,  dan  wij  ge- 
daan hebben. 

Alle  buitengewone  zaaken  veroorzaken  altoos  veel  opmerking, 
«n  zekerlijk  kan  de  rust  én  tranquiliteit  in  de  Steden  nooit  beter 
geconferveerd  blijven,  dan  wanneer  alle  gewone  zaaken  ook 
haaren  gewoonen  gang  kunnen  behouden.  Dus  kou  hct^lang  ag- 
terblijven  van  deeze  Eledtie  niet  nalaten,  bij  alle  de  Burgers  en 

N4;  lör 


soo  HAAHLEMS  GefchUienisfen. 

Ingezetenen  van  deeze  Stad  veel  attentie  te  maaken ,  en,  gelijk 
een  iegelijk  van  de  \vaare  condicutfe  der  zaaken  niet  altoos ,  en 
20  het  behoorde,  kan  zijn  geinformeerd ,  moest  het  noodwendig 
wisfelvallig  blijven,  wat  iidruk  zulks  op  de  gêoioederen  hebben 
zoudeé  £n  dit  was  vervoljgens  eene  gegronde  reden,  waarom 
wij,  als  bij  voorzorg^  niets  vermogten  ce  verzuimen  ofonge- 
tenteerd  te  laaten,  wat  verftrekken  konde,  om,  op. een  billijke 
en  decente  wijze,  haare  Koningtijke  Hoogheid,  ingaande  de 
wettigheid  der  Nominatie »  gekust  te  Hellen ,  en  dus  ook ,  na 
eene  zo  langen  tijd ,  althans  de  wettiging  van  dezelve  van  U£d. 
Groot  Mog.  te  verzoeken,  door  eene  Decifie  van  de  voorge- 
melde kwestie  tusfchen  ons  en  de  geprotegeerd  hebbende  Le- 
den; als  ten  vollen  geperfuadecrd  zijnde,  dat  haare  Koninglijke 
Hoogheid  ais  dan  geen  moment  langer  zoude  willen  tardeeren , 
om  tot  de  Eleétie  te.  treden.  Ziet  men  nu ,  als  van  agteren  en 
tot  dus  verre ,  dat  aPe  vreeze  voor  eenige  fuices  ijdel  is  bevon- 
den; wij  hebben  zulks  nergens  aan  te  attribueeren ,  dan  aan  de 
eenvoudigheid  der  zaake  zelve,  en  aan  de  waare  en  klaare  be- 
vattinge,  welke  alle  Burgers  en  Ingezetenen,  zonder  onder- 
fcheid,  daar  vnn  aanftonds  hebben  geformeerd  en  blijven  behou- 
den, zo  ten  aanzien  der  Nommatie  op  zig  zelve,  als  ten  opzig- 
té  dat  het  aan  ons  niet  hapert,  dat  de  Eleétie  zo  lang  agterblijft, 
en  dat  wij  als  Regenten  daar  toe  alles  hebben  gedaan ,  wat  mo- 
gelijk was,  en  hebben  kunnen  doen.  Dan  gelijk  ondertusfchen 
zuttcs  niet  wegneemt  dat  de  poogingen  ,  die  'er,  om  tot  de 
Eleétie  te  komen,  bij  ons  in  het  werk  zijn  gefield,  niet  hadden 
behoren  geadhibeerd  te  zijn,  en  integendeel  alle  deeze  circum^ 
flantien  dezelven  wettigen,  zo  zullen  wij  altoos  daar  op  met 
alle  tranquiliteit  kunnen  blijven  afwagten ,  wat  'er  ook  van  zoude 
mogen  komen,  als  ten  vollen  bewust  zijnde,  dat  het,  na  dit 
nlles,  nooit  aan  ons,  maar  alleen  aan  de  protedeerende  Leden, 
en  die  zig  met  hun  gevoegi  hebben ,  als  de  eeuige  fource  hier 
van ,  zal  kunnen  geweten  worden. 

Op  deeze  gronden  hebbén  wij  ook  niet  kunnen  ontdekken  wat 
misflag  *er  bij  ons  zoude  zijn  begaan,  in  het  hebben  willen  doen 
befchrljven  van  de  Vergaderinge  van  UEd.  Groot  Mog.  tegens 
den  22  September,  in  plaatze  dat  dezelve  eerst  bij  den  anderen 
Aond  te  komen  den  28  dito,  en  zulks  alleen  zes  dagen  vroeger;; 

len 


HAARLEMS  GejïhUdênhfen. 


1201 


ten  etede  van  dii  zo  (ingoiier  en  als  toen'  al  !n  faet  geheele  Land 
zo  veel  eclat  makende  geval  aan  onze  Medeleden  kennis  te  ge- 
ven, en  derzelver  buipe  en  concurrentie  te  vragen,  tot  hec 
wegnemen  der  obllaoulen,  die  daar  toe  oecafle  gaven.  £■  ge- 
lijk wij  het  ongeluk  hebben  gehad  bij  de  Meeren  Gecommitteer-  - 
de  Raaden,  die,  naar  onze  gedachten,  in  deezen,  alleen  kon* 
den  worden  aangezien  als  de  Executeurs  van  de  Wet  van  den 
Sonveratn,  daar  in  echter  niet  te  hebben  konnen  reasfeeren, 
zijn  wij  het  ook  alléén,  die  vermeenen  daar  over  gefundeerde 
redenen  van  klagen  te  konnen  hebben;  zo  als  wfj  dezelven,  ter 
behoudinge  en  confervatie  van  ons  en  onzer  Medeleden  Vrijhe- 
den en  Rechten,  volgens  de  Grondwetten  van  den  Staat,  in  de 
fchöot  van  U£d«  Groot- Mog.  hebben  gebragt.  £n  waar  bij  wij 
het  gaarne  zouden  gelaten  hebben»  indien  hetCoUegie  van  de 
Heeren  Gecommitteerde  Raaden  ons  mede  in  het  «elve  ons  doen 
hadden  gelieven  te  excnfèercn.  Doch  waar  omtrent,  zo  wij 
vertrouwen,  te  zijner  tijd  zal  blijken,  dat  de  daar  tegen  bij 
welgeihelde  Collegie  aangehaalde  redenen  geenzints  voldoende 
aan  UEd.  Groot  Mog.  zullen  voorkomen,  als  zijnde «  zo  als* 
wij  te  meermalen  hebben  doen  zien,  onze  klagten,  waar  over 
wij  de  extraordinaris  Belcbrijving'  hebben  verzogt  en  gerequi-  * 
reerd,  niet  ingerigt  geweest;  tegens  haare  Koninglijke  Hoogheid; 
maar  alleen  tegens  de  geprotelleerd  hebbende  Leden  uit  onze 
Vroedfirhap.  Behaiven  dat,  in  allen  gevalle,  die  extraordinaris 
Bcfcfarijving  niet  vermogt  te  worden  afgewezen,  om  wat  oor- 
zaak dezelve  ook  zoude  mogen  zijn  verzogt  geweest,  volgens 
de  expresfe  Refolutie  vian  UEd.  Groot  M^g»  van  den  6  Juli] , 
van  het  Jaar  1677  y  *1'  ^^^  ^^  ^^  Heeren  Gecommitteerde 
Raaden  nooit,  maar  wij  alleen,  de  verantwoording  aan  UEd. 
Groot  Mog.  zouden  zijn  verfchnldigd  geworden.  Wil  men  dit 
alles  in  klaar  dagligt  gefield  zien ,  zo  zal  alleen  de  befchouwiug 
van  •  het  exempel  wegens  de  Sta^  Dordrecht ,  van  den  Jaare 
KS84 ,  wederom  daar  toe  volkomen  voldoende  zi  n..  Wanneer 
wij  daar  uit  aan  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  zullen  mo- 
gen vragen,  waar  in  tog  onze  klagten  met  die  van  Dordrecht 
hebben  verfchild ,  of  minder  dan  dezelven  zouden  mogen  zijn 
gaweest,  of  die  hebben  gefurpasfeerd?  En  waarom  wij  echter 
dan  het  ongeluk  moeten  ondergaan »  van  door  hunne  Ed.  Mog. 

•     ^'  5  ge- 


S02  lUARLSMS  Gereldeiêwitfin* 

gebed  anden;  te  djn  behandeld  geworden^  dai  in  dien  tijd 
derzelver  Prsdecesfeurs  de  Stad  Dprér^ehi  {behandelt  hebben? 
Was  *er  ietwes  andera  of  meer ,  dan  de  voorfchreeve  Refoluiie 
van  het  Jaar  1677,  waar  op  het  verzoek  der  Stad  Dordrtchi 
werd  gefundeert  ?  Sprak  de  Inflroélie  voor  het  CoUegie  van  de 
Heerea  Gecommitteerde  Raoden  in  dien.  tijd  merkelijk  anders» 
dan  de  tegenswoordige,  waar  van  hunne  Ed,  Mog.  gebruik 
maken?  £n  waarom  is  dati  nogthans  )iec  verzoek  der  eztraor«- 
dmaris  Befdirljvinge  aan  Dcrdreeht  toegedian  en  aan  ons  af- 
geflagen?  Men  behoeve  maar  in  te  zkn  de  Register»  van  dien 
tijd,  'om  ten  deezen»  omtrent  de  behandeling  van  de  Heeren 
Gecommitteerde  Raaden,  dit  onderfcheid  te  vinden»  dat,  daar 
de  klagten  van  Dt^rdrecht  hunne  £d*  Mog.  alleen  werden 
aangebragt  bij  eene  Misfive*  met  een  Secretaris  der  Stad  af* 
gezonden,  op  dezelven  nogthass,  zo  als  die  waren,  de  extra- 
ordinaris  Vergadering  aanftonds  is  geaccordeert ,  daar  het  zelf- 
de verzoek,  alleen  om  klagten  over  onze  Medeleden  in  tQ 
brengen,  bij  ons  zijnde  gedaan  bij  eeae  Misfive  van  Burge- 
meesteren.  Schepenen  en  Vroedfchappen,  en  daar  benevens 
eene  Deputatie  ten  zelfden  einde  was  afgezonden,  zulks  aaa 
ons  is  gedeclineerd)  wetende  een  iegelijk,  welke  in  de  Hi0o-' 
rien  van.  ons  Land  e&oigzints  is  geverfeerd,  ook  zeer  wel, 
dat  de  Conftitatie  van  de  Republiek,  in  den  Jaare  1684  en 
daar  omtróit,  wegens  de  omflaodigheden  der  tijden,  niet  zo 
veel  met  de  tegenswoordige  iieeft  gedifFereerd,  dat  daarom  als 
nu,  uit  dien  hoofile,  meer  nodig  zoude  zijn  geweest  dezelve 
Befchrijving  te  hebben  moeten  difflculteeren.  TerwijU  tot 
wegiieeminge  van  alle  verdere  bedenkingen ,  en  inzonderheid  of 
htfc  verzoek  in  het  Jioar  1684  ook  vroeger  was  gedaan,  en  of 
de  ordinaris  Vergadering  in  dien  tijd  langer  van  den  anderea 
badde  kunnen  verblijven,  dan  tegenwoordig  te  voorzien  was, 
alleen  te  nQteeren  is,  dat  bij  Dordrecht  het  verzoek  tot  de 
excraor  dinar  is  Befchrijvinge  is  gedaan  op  den  4  November» 
waar  op  den  8  daar  aan  de  Heeren  Staatcn  zijn  vergadert» 
daar  bij  ons  het  verzoek  is  gedaan  op  den  16  September,  om 
de  Vergadering  alleen  te  doen  convoceeten,  om  den  23  in 
befoigncs  ie  tredep;  zijnde  in  het  Jaar  1684  de  Vergadering 
bGj:cids  va%  de9  anderen  geweest,  zedert  den  4  O^ob^  daac 

*    te 


HAARLEMS.  Gêfihiedenispnu  203 

• 

tt  vooren,  en  alzo  xeker  dat  dezelve  binnen  korten  tijd  we« 
derom  bij  den  anderen  moeste  komen  p  zo  als  de  Heeren  Ge- 
committeerde Raaden  ook  daar  toe,  op  den  zelfden  4  No' 
vember ,  de  Pointen  te  gelijk  hebben  afgezonden ,  waar  op 
de  ordinaris  Vergadering  hebben  geconvoceerd  tegens  de  week 
daar. aan  volgende,  en  dus  tegens  den  44  November.  Alles 
iiivt}egeQ  zulks',  in  bet  tegenswoordige  geval,  insgelijks  had 
kunnen  gefchied  zijn,  £n  op  alle  welke  zaaken,  als  tot  eene 
generale  beftempelingo ,  alleen  nog  maar .  zal  worden  gcremar^ 
queerd,  dat  men  nergens  heeft  kunnen  vinden  dat  het  de  i loe- 
ren Gecommitteerde  Raaden  ooit  ten  kwade  zoude  ziïn  go 
duid,  dat  hec  zelve  Goliegie  de  voorgemelde  extraordinaris 
Befchrijving  aan  die  van  Dordncht^  in  conformité  van  de 
voorfchreeve  duidelijke  en  klaare  Refolutie  van  U£d.  Groot 
Mog.,  \^  gcconceëeert ;  of  dat  men  ook  de  'Stad  of  Regee- 
tinge  van  Dordrecht  immer  zoude  hebben  geargueerd  of  ver- 
dagt  gehouden,  dat,  in  het  doen  befchrijven  der  voorfchree- 
ve extraordinaris  Vergadermge,  ietwes  zouden  hebben  gedaan, 
waar  toe  dezdve  niet  allezints^  jure  en  volgens  auchóri&tie 
van  den  Souverain,  zouden  zijn  gerechtigd  geweest. 
•  Vervolgens  hebbén  wij  ook  niet  kunnen  belpeuren  daar  in 
{etwes  hrCef  te  zijn  gelegen,  of  eenige  misdaad  bij  ons  te 
zijn  bedreven,  wanneer  wij,  na  volle  drie  weken  te  hebben 
gewagt  op  de  \yelbehaagli}ke  £le^e  van  haare  Koninglijke 
Hoogheid  uit  de  voorfchreeve  onze  Nominatie ,  en  na  alles  te 
hd>ben  aangewend,  wat  mogelijk  is  geweest,  om  hoogstde- 
zelve,  door  alle  informatien  en  perAiafien,  van  de  wetdglieid 
van  dezelve  te  .overtuigen,  enr  tot  het  doen  der  £le6lie  te 
permoyeeren,  op  zodanige  wijze,  als  hier  voren  breeder  is 
vermeld  ;  eindelijk  hebben  gerefolveerd  dezelve  onze  zaak  f 
door  middel  van  oóze  gedaane  Propofitie,  te  brengen  ter  ken* 
uisië  van  U£d.  Groot  Mog.,  gelijk  op  den  28  September 
door  onze  Heéren  Gedeputeerden»  volgens  onze  aan  hun  ge* 
geeven  (Irikte  latt,  heeft  moeten ,  gedaan  worden,  en  waar 
van  het  hun  niet  mogelijk  is  geweest  te  hebben  kunnen  af- 
gaan. Voor  al  hier  bij  geconfidereerd  wordende,  20  als  hec 
waarlijk  mét  de  zaak  geléegen  is  geweest,  te  weten,  dar  on« 
2e  klagten  alleen  zijn  iogerigt  geweest  tegens  die  Leden  van 

de 


\ 


«04  '     HAARLEMS  GeJcnUdehfi/kn: 


de  Vroedfchap,  welken  tegens  dè  wettigheid  der  Nomïofttle 
hadden  geprotefteerd ,  en  die  daar  door  hadden  verklaard  zig 
dienaangaande  tegens  ons  partij  te  flelien,  gelijk  wij  hun  daar 
voor  alleenlijk  bij  deezen  als  nog  zijn  houdende.  En  waar 
bij  dan  is  gekomen,  dat  wij,  ziende  dat  aile  onze  poogingen, 
zo  menigwerf  en  in  eenen  zo  langen  tijd  geadhibeerd,  bij 
haare  Koningtijke  Hoogheid  waren  geweest  ongelukkig  en  van 
geen  fucces,  als  getrouwe  Regenten  hebben  vermeent  alles  te 
moeten .  bijbrengen ,  wat  ter  bevorderinge  van  dezelve  Eledie 
lEoude  kunnen  dienen ,  en  om  te  gelijk  ons  vrij  te  (lellen ,  dat 
niemand  onzer  langer  in  eenig  bewind  zoude  hebben  zoeken 
te  blijven,  dan  hem,  volgens  de  Privilegiën  en  Rechten ^ 
competeerd.  Waar  toe  wij  geen  gepaster  middel  hebben  ge- 
weten, dan  het  gunt  wij  door  onze  Propodtie  hebben  gein- 
ftimeerd,  en  van  UEd.  Groot  Mog.  hebben  verzogt,  om  al- 
zo te  bcfpoedigen  de  afdoening  en  de  decifie  van  eené  zaak, 
welke  wij  in  gemoede,  en  op  de  gronden,  hier  boven  aange- 
wezen, hebben  vermeent,  zo  als  daar  bij  moeten  perfifteeren, 
vau  niemand  te  kunnen  nog.  te  hebben  mogen  Hrragen,  dan  al- 
leen van  ü'Ëd*  Groot  Mog.  zelven ,  en  waar  in  bij  het  doen 
wettig  verklaren  der  zelve  Nominatie  niets  anders  hebben  be- 
oogt, dan  het  gunt  ter  gèruftilellinge  van  haare  Koninglijke 
Hoogheid  verftrekken  konde  ,*  om  hoogstderxelyer  Elegie  daar 
uit,  agtervolgens  het  voorfz.  Privilegie,  wel  en  te  rechte  te 
kunnen  doen ;  waar  toe  wij  zelfs  vermeent  hebben ,  nooit  te 
vroeg  nog  te  flerk  onzen  ijver  en  intentie  te  hebben  mogen 
doen  blijken. 

Moetende,  laatflelijk,  het  werk  der  Asfopiatie  aangaande, 
nog  alleen  maar  bij  ons  worden  geavanceerd,  dat,  gelijk  wij 
niet  weten  over  eenige  andere  zaak ,  dan  over  deeze ,  tusfchefi 
ons  en  eenigen  van  onze  Medeleden,  eenige  differenten  te 
fubfiflecren ,  het  nogthans  daar  bij  zeker  is,  dat  wij  hetzelve 
verfchil  aanzien  als  van  de  uitterile  confequentie ,  ten  reguarde 
van  onze  eer  en  reputatie,  welke  wij,  zo  wel  in  deeze  als 
in  alle  andere  zaaken,  altoos  hebben  getragt  ongefchonden  ce 
bewaren;  en  waar  uit  vervolgens  genoeg  is  op  te  maaken, 
hoe  onaangenaaiA  en  treffende  het  voor  ons  moet  zijn ,  wan- 
neer door  de  voorfchreeve  ojigefundeerde  Protesten  vau  onzo 

Me« 


HAARLEMS  Otfehiedinisfin.  nog 


Medeleden  ,  ons  hebben  gevonden  geHccufeerd  van  Meineed 
en  het  fchenden  en  vertreden  van  de  Stads  Privilegiën.  Welke 
Asfopiatie  hier  op  kan  plaats  vinden ,  ten  zij  dezelve  proteftee- 
rende  Leden  alvorens  hunnen  weg  veranderden ,  en  van  hunne 
zo  veiTc:gaande  en  ongefundeerde  accufatien  afzien ,  en  daar  toe 
ook  zelf  de  £ledtie  uit  deeze  Nominatie  van  haare  Koninglijke 
Hoo§^eid  komen  te  verzoeken  en  helpen  bevorderen,  weten 
wij  niet*  En  het  is  in  dien  zin  en  meeninge ,  dat  wij  niet  kun- 
nen afkeuren,  het  gunt  onze  Gecommitteerden  aan  opgemelde 
Heeren  Commis&risfen  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  niec 
uit  onzen  naam  of  volgens  onzen  last,  maar  alleen  in  hun  parti- 
culier en  als  uit  hun  zelven,  hebben  gefuppediteerd  gehad,  en 
waar  van  wij  ook  het  nonfucces,  als  zijnde  welgemelde  Heeren 
Commisfarisfen ,  zo  als  het  onze  Gecommitteerden  was  te  voren 
gekomen,  van  dat  idóe  niet  geheel  alleen  geweest,  vervolgens 
wederom  aan  geene  anderen  kunnen  attribueeren ,  dan  aan  de 
meergemelde  protefleerende  Leden,  die,  ten  biijke  van  hupne 
perfeverancie  in  de  zo  verregaande  befchuldigingen,  niet  zullen 
hebben  nagelaten  te  doen  al  wat  mogelijk  zal  geweest  zijn,  om 
zulks  te  houden  buiten  alle  effeA.  Hoe  genegen  wij  dan  ook 
zijn,  om  dit  different  te  vinden,  behoudens  onze  eer  daar  bij 
blijve  geconferveerd,  en  met  welke  eerbied,  attentie  en  be- 
reidwilligheid wij  gereed  zijn  alle  voorflagen  te  hooren  en  te 
verneemen ,  welken  UEd.  Groot  Mog. ,  of  haare  Koninglijke 
Hoogheid,  ten  dien  einde  zouden  gelieven' ons  te  laacen  doen 
of  voor  te  houden,  en  waar  naar  wij  inzonderheid  verlangen, 
ten  einde  ook  daar  door  deeze  tegens  ons  oogmerk  zo  zeer  aat»- 
lopende,  als  voor  ons  zeer  onaangename  ert  fmerteiijke  Conté- 
llatie ,  ten  reguarüe  van  haare  Koninglijke  Hoogheid ,  ten  fpoe- 
digften  zoude  mogen  cesfeeren  ,  als  ten  vollen  geperfuadeerd 
zijnd^  hoe  pr»tieus  en  noodzaaklijk  het  zij,  dat  wij,  nevens 
alle  de  andere  integreerende  Leden  van  den*  Staat,  buiten  alle 
geimagineerde  verwijderinge ,  hoe  wemig  die  ook  zoude  mogen 
zijn,  met  hoogstdczelve  mogen  verblijven.  Wij  kunnen  nog* 
thans  in  gemoede  nogmaals  verklaren  daar  toe  nietwes  te  weten, 
en  het  is  uit  die  fource »  dat  wij  vermeenen  niets  anders  te  kun« 
nen  doen ,  dan  bij  deezen  alsnog  op  h^t  eerbiedigden  te  moeten 
tojven  infieeren ,  dat  UEd.  Groot  Mog.  de  voorfchreeve  kwes- 
tie. 


^S  HAARLEMS  GeffJ^edènfifin, 

derdellen,  dat  hunne  Wel-Edelheden  zelf  hen  Heeren  Gedeptt^ 
teerden  als  gekwaiificeërd  en  in  (laat  zouden  kunnen  erkennen, 
om  aan  derzelvcr  vporfchreeve  gedaan  verzoek  jte  kunnen  en 
mogen  voldoen,  zo  uit  hoofde  van  de  voorgemelde  Misfive 
zelve,  welke  de  Heeren,  hunne  Principaalen^  hebben  goedge- 
dagt ,  direél  aan  de  Vergadering  van  hunne  £d«  Groot  Mog*  te 
fchrijven  en  te  addresfeeren»  aU  ook  ten  aanzien  vnn  den  ia- 
houde  van  dien ,  voor  zo  verre  becrefl  de  redenen ,  waar  door 
de  Heeren,  hunne  Principaalen ,  daar  bij  vermeiden  zig  indi* 
fpenfabel  te  hebben  verpligi  en  genoodzaakt  gevonden  de  voor- 
fchreeve  Misfive  tot  hunne  nadere  juftificatie  en  verontfchuldi- 
ginge  aan  hunne  Ed.  Groot  Mog.  te  hebben  moeten  laaten 
afgaan.'* 

„Dat,  voor  het  overige,  het  hun  Heeren  Gedeputeerden  on- 
begrijpelijk voorkomt ,  hoedanig ,  door  het  brengen  van  de 
voorfchreeve  Misfive  in  de  Notulen  van  hunne  Ed.  Groóc 
Mog- ,  eenige  verdere  verwijdering  of  eclat  zoude  zijn  te  fe- 
douteeren,  daar  zij  Heeren  Gedeputeerden  zig  niet  aüeen  ten 
vollen  geperfuadeert  houden,  dat  de  voorfchreeve  Misfive  niets 
behelst,  als  het  gunt  mer  alle  decentie  en  eerbied  aan  den  Sou- 
▼erain  heeft  vermogen  geêxpofeerd  te  worden,  en  waar  jegens 
geene  der  Leden,  hoe- zeer  daar  toe  verzogt,  letwes  heeft  kun- 
nen allegueeren ,  maar  naardien  daarenboven  bij  dezelve  Misfive 
van  de  Heeren,  hunne  Principaalen,  het  Recht  van  haare  Ko- 
ninglijke  Hoogheid,  voor  zo  verre  daar  roede  eene  bevoegd- 
heid tot  het  doen  van  informatie  op  de  wettigheid  der  Nomina- 
tien  zoude  mogen  worden  geindigiteeid ,  op  eene  billijke  wijze 
word  geadvoueerd ,  en  daar  benevens  nog  het  oprecht  verlan- 
gen en  de  bereiiiwilligbeid  van  de  Heeren ,  hunne  Principaalen , 
om  alle  Conteftatien  met  haare  Koninglijke  Hoogheid  ten  fpoe- 
digden  te  doen  cesfeeron,  daar  in  ten  klaarden  is  opengelegd: 
terwijl  vertrouwd  word ,  dat  al  het  gunt  daar  tegens  van  de  zij- 
de  der  geprotefteerd  hebbende  Leden  verders  zoude  mogen  ge. 
daan  worden,  enkel  en  alleen  zal  kunnen  verfirekken  on)  de 
conduites,  bij  de  Vroedfchap,  ten  hunnen  reguarde,  gehot^ 
den,  zo  veel  te  meer  te  doen  wettigen. 


HAARLEMS  <Sé»fikiedenH/iin.  Ao$ 

■>  'Il  .     ■ 

In  SlagtmaAod  ^  daar  op  volgende  ,  werd  door  hunne  £d« 
Groot  Mog« »  wegens  de  beide  Propoficien  van  de  Regeeringe 
der  Stad  Haarlem »  een  befluit  genomen.  Bij  eene  Refolutie 
van  den  26  dier  maand  verlclaarden  zig  dezelven ,  nopens  hec 
verftand  der  Refolutie  van  den  6  van  Julij»  des  Jaars  16779 
of  het  befchrijven  van  de  Vergaderinge  der  Staacen,  op  de  vol- 
gende  wijze: 

,,  Bij  refumtie  gedelibereerd  zijnde  op  de  Propoficie  van  do 
Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Haarlem ,  op  den  a8  Septem^ 
ber ,  laatstleden ,  ter  Vergaderinge  gedaan »  over  het  niet  extni* 
prdinaris  befchrijven  van  de  Vergaderinge  hunner  £d.  Groot 
Mog. ,  op  het  verzoek  van  dezeive  Regeeringe ,  aan  de  Heereii 
Gecommitteerde  Raaden  gedaan;  als  mede  op  het  Bericht  van 
de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden ,  op  de  voorfchreeve  Pro^ 
pofitie,  ter  Vergaderinge  >  den  5  Oétober,  daar  op  ingelco* 
men. 

^,  Is  goedgevonden  en  verfhian  te  declareeren,  zo  als  hunne 
£d.  Groot  Mog.  deciareereu  bij  deeze»  dat  derzelver  Refolutie 
van  d^  6  Julij  van  het  Jaar  1677,  zijnde  ailezints  klaar  en  dui* 
delijk,  geene  exceptie  of  verdere  deliberatie  admitteerd;  en  dac 
mitsdien  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  gehouden  en  g^o^ 
bligeerd  zijn ,  de  Vergadering  hunner  £d.  Groot  Mog.  te  con* 
vóceeren  en  te  befchrijven,  zo  wanneer  zulks  bij  of  vgn  wegen 
de  Heeren  van  de  Ridderfchap  en  £delen ,  of  van  wegen  Bur- 
gemeesteren en  Regeerderen  van  één  van  de  Steden,  Ledenvan 
de  hooggemelde  Vergaderinge,  word  verzogt,  zonder  dat  ge* 
melde  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  zulks  zuUea  mogen 
weigeren;  en  dat  de  gemelde  .Heeren  Gecommitteerde  Raaden 
mede  gehpuden  en  geobligeerd  zijn,  je  Propofitie',  die  de  ge- 
melde Heeren  van  de  Ridderfchap  en  £delen,  of  de  gemelde 
Burgemeesters .  en  Regeerders  van  éen  der  voorgemelde  Steden 
aan  de  gemelde  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  zouden  mogeu 
hebben  gedaan  of  overgeleverd,  als  een  point  van  Befchrijvinge 
itiv  gemelde  Ledet)  toe  te  zenden,  zonder  daar  van  insgelijks  iii 
gebreke  te  mpgeo  blijven.- 

'r  V^  urn»,  9  **Daa0 


j 


Ito  HAARLEMS  Gêfchieienhfen. 

's  Daags  te  voren,  den  25  van  Noyember,  verklaarden  ztg 
Ainne  Ed.  Groot  Mog.,  omtrent  de  Propofitie  tot  bet  weg- 
neemen  der  zwarigbeden ,  wegens  de  gemaakte  Nominatie.  De 
Refolutie  daar  omtrent,  bij  Meerderheid  van  Stemmen  gene- 
nen, werd  gedagtekend  den  jp  van  de  meergemelde  maand 
November,  ten  welken  dage  bet  Concept  van  dezelve  gemaakt 
was.  Doch  de  Gedeputeerden  van  Dordrecht  i  Haariem^ 
Amfteldam^  Rotterdam  en  Brielle ^  toonden,  door  Aanteeke- 
ningen  op  deeze  Refolutie ,' in  dezelve  niet  toegellemd  te 
hebben,  gelijk  de  inhoud  derzelve,  hier  woordelijk  volgende, 
aanwijst. 

,,  Bij  refumtie  gedelibereerd  zijnde  op  het  Bericht  van  haare 
KoningUjke'  Hoogheid,  de  Vrouwe  Gouvernante,  op  den  5 
fibr  voorieeden  maimd  ter  Vergaderinge  ingekomen,  op  de 
Propofitie,  door  de  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Haar-- 
iem,  op  den  28  September,  daar  te  voren,  ter  Vergaderinge 
gedaan;  in  fubftantie  daar  toe  tendeerende,  dat  hunne  Bd. 
Groot  ^flfog.  feoüdén  geKèven  tè  concurreeren  tot  het  gunt  ter 
opheffitïge  van  de'  ingebragte  Öbftaculen  tegens  de  Nominatie 
van  Burgeracesteren  der  vooffchreeve  Stad  dienen  kan  ,  eit 
dat  mitsdien  hunne  Ed.  Groot  Mog.  de  voorfchreeve  Nomi- 
natie zouden  gelieven  te  verklaren  voor  wettig,  en  als  ge- 
maakt volgens  PriMlegien  en  Oftrooien  der  voorfchreeve 
Stad,  op  de  beftelllnge  der  Magiftratuure  gegunt  en  gegeven, 
en  fpeciaal  in  conformiteit  van  het  Oftrooi  en  Privilegie, 
daar  toe  bij  humie  Ed.  Groot  Mog.,  den  22  Junij  van  het 
Jaar  1651,  verleend,  en  den  i  September  van  Tiet  Jaar  175^ 
nader  gcconiirmeerd ,  als  zodanig  zouden  gelieven  te  'jufKficee- 
ren;  ten  einde  haare  Koninglijke  Hoogheid  daar  'door,  we- 
gens de  wettigheid  van  dezelve  gerust  gefteid 'iijride  ,  nieif 
langer  verhindert  niogte  worden  In  het  doen  der  Eleétie  uit 

dezelve  Nominatie. 

,  Als  mede  op  het  nader  Bericht  van  BufgemeestereO ,  Sche>* 
penen  en'Raaden  der  Stad  Haarlem,  op  den  26  der  vOcfle» 
den  maand,  over  de  voorfchreeve  zaake,  ingekomen» 


'  > 


^i» 


HAARLEMS  Cffchiedenhfen.  mt 


mm 


,»ts9  na  dat  haare  KoningUjke Hoogheid,  de  Vrouw  OouveN 
tiaiite,  ter  Vergaderinge  verfcheenen  zijnde,  een  fpoedige  af- 
komst van  deeze  zaake  had  gerecommandeert ,  goedgevonden 
en  verftaan,  dat  haare  Koninglijke  Hooghdd,  de  Vrouw  Gou* 
Vernante ,  zal  worden  bedankt ,  zo  als  bedankt  word  bij  deeze » 
voor  de  goede  condultes,  die  hoogstdezelve,  fn  de  behande* 
ling  van  deeze  zaake,  heeft  gelieven  te  houden^;  en  voorts  td 
verklaaren,  zo  als  hunne  Ed»  Groot  Mog.  verklaaren  bij  deeze, 
dat  het  Recht  van  Informatie,  waar  over  alleen  de  kwestie  is 
geweest,  aan  haare  KoningHjke  Hoogheid,  in  haare  hooge  kwa* 
liteit  van  Gouvernante ,  als  cuilodleercnde  de  Rechten  van  hes 
Stadhouderfchap ,  competeerd. 

„  £n  is  voorn  haare  Koninglijke  Hoogh*  verzogc  9  Zö  ate  hoogse» 
dezelve  verzogt  wordbij  deeze,  om  alle  devoireu  aan  te  wenden^ 
om ,  door  hoogstderzelver  intercesfie ,  de  gerezen  diflërenten  in  der 
minne  te  concUieeren,  en,  is  het  doeDlijk,  de  gebroken  har- 
monie tusfchen  de  Regenten  te  herftellen ;  wl>rdende  de  Ueeren 
van  Haarlem  geexhorteerd  daar  toe  al  wat  mooglijk  is  te  cod« 
tribueeren,  en  daar  toe  alle  faciliteit  te  adhibeeren." 

De  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Dordrecht  hebben  ve^* 
klaard ,  in  de  voorfz.  Refolutle  niet  geconfenteerd ,  maar  daar 
tegen  geprotefteerd  te  hebben;  referveerende  voor  de  Heeren j^ 
hunne  Principaalen ,  daar  omtrent  zodanige  nadere  Aanteekening 
te  doen,  als  dezelven  zullen  oordeelen  te  behoren» 

De  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Haarlem  hebben  op  dfe 
vorendaande  Refolutle  doen  aanteekenen ; 

„  Dat  de  Heeren ,  hunne  Principaalen ,  nimmer  zullen  kbnnen 
advoueeren  dat  in  de  zaak,  waar  over  de  voorfchreéve  Refolu* 
tie  Is  gaande ,  alleen  de  kwestie  zoude  zijn  geweest  over  hec 
Recht  van  Informatie,  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid,  in  haa* 
re  hooge  kwaliteit  van  Gouvernante  ^  als  cuïtodieerende  d6 
Rechten  van  het  Stadhouderfchap ,  competeerende ;  want  dat 
als  nog 'daar  bij  moeten  perfifteeren,  dat  het  kwestieufe,  hec 
gunt,  dbor  middel  van  de  voorfchreéve  Propofitle^  ter  kennislë 
en  deliberatie  van  hunne  Ed.  Groot  Mog.  is  gebragt ,  zo  alt 
toit  dezelve  Propofitie  en  nader  ingebragte  Misfive  zeer  evident 
confteerd ,  alleen  heeft  beftaan  in  een  different  over  de  wettige 
beid  dér  geformeerde  Nominatie  tot  fiurgeoeest eren,  ^tadeft 

Oa  7Sep^ 


Sï«  HAARLEMS  Gefchiedenisfett. 


^ 


7  September  laatstleden,  tiufchen  de  Meerderheid  der  Vroed' 
fchap  en  eenige  weinige  daar  tegcas  geprocedeerd  hebbende 
Leden  van  dezelve,  ontihan,  en  of  dezelve  Nominatie  ver- 
volgens is  conform  aan  iiet  Privilegie  van  den  Souverain, 
daar  toe  gegeven  ,  of  mee;  wellce'  kwestie,  t^r  bereilcing^ 
vooral  van  het  faluuire  oogmerk ,  daar  in  gelegen,  zeer  faciel 
bij  hunae  £d*  Groot  Mog. ,  na  verhoor  van  de  daar  bij  gein« 
ceresfeerde  partijen^  alclmns  ook  bad  kunnen  getermineerd 
worden,.-  en  waar  over,  in  allen  gevalle,  buiten  alle  contra- 
diftie ,  geene  finale  declfie ,  dau  alleen  bij  den  Souverain ,  kan 
^geven  worden. 

„  Dat ,  wat  aanbelangt  het  polnft  van  Informatie  op  de  wet- 
tigheid der  vporfchreeve  Nommatie,  haare  KoningUjke  Hoog* 
Jidd,  ia  haare  hooge  kwaliteit  competeerende,  de  gedachten 
van  de  .Heeren,  hunne  Principaalen,  akoos  daar  heen  hebben 
gegaan,  dat  daar  over  tusfoben  haare  Koninglijke  Ilooglieid 
;en  dé  Vroèdfdtap  der  Scad  Haarlem  geen  vecfchil  was  of 
konde  fub(i((eeren,  als  vermeinc  hebbende  dat  daar  van  tot  ecu 
overtuigend  bewijs  niet  alleen  konde  dienen ,  al  het  gunt  tot 
Informatie  vad  haare  Koninglijke  Hoogheid,' van  den  7  tot 
den  a8  September  inchi'S,  bereids  hadden  gedaan  en  in  het 
werk  gefield ,  volgens  het  geene  daar  van  bij  de  voorfchree* 
yt  Prpppfitie  is  vermeld;  maar  dat,  in  allen  gevalle,  tot  wegf 
seeminge  vai/  alle  dubleteit ,  daar  omtrent ,  moest  yerffarekken 
de  (blemneele  offerte,  bij  de  voorfchrccve  MisQve  of  nader 
Bericht,  den  26  Oftober  ter  Vergaderinge  ingekomen,  ter  ne» 
der  gpfltófcd,  en  waar  bij  de  Vroedfchap  verklaard  h&ak  ge^( 
reed  tf  zijn^  $p  de  zelfde  wijze  ^  als  gedaan  hehbcfiy  aan 
haare  KoningUyke  Hoogheid^  of  aan  de  Heeren  Commisfarii* 
fen  in  'stlage,  als  nog  te  doen  geven  alle  zodanige  verdere 
hiformatien^  als  ier  wettiginge  v a». de  geformeerde  Nomina'^ 
tie  eenigzinxs  zullen  kunnen  dienen^ 

„Dat,  boven  dit  alles,  de  Heeren,  hunne  Principaarenr,  om 
€en€  nadere  en  reëele  preuvc  te  geven,  dat  derzelver  poa- 
gingen  geenzints  zijn  ingerigt  geweest,  om  haare  Koninglijke 
Hoogheid ,  in  derzelver  hooge  kwalitek , .  van  ecnigen  der 
hooge  Rechten  en  Prasëminentien  van  het  StadhouderAdiapp 
«a  dm  ook  niet  van  hec  Recht  van  eene  behoorlijke  Infpsr 


HAARLEMII  GefeMéiënitfenl  tti^ 


made  op  de  wettigheid  der  voorfchreeve  Nomiitttie,  re' heb- 
ben willen  ontzetten,  bun  Heeren  Gedeputeerden  ook  wél 
hadden  geliwalificeerd ,  om  te  hebben  kunnen  concorreeren  toe 
cene  Reiblutie^  welke  daar  been  zoude  gaan,  en  om  eene 
zodanige  conclofle  met  de  verdere  Leden  In  alle  harmonie  te 
helpen  infchikken.  Dan  dat  zij  Heeren  Gedeputeerden,  tot 
hun  fmertelijk  ]eed\^ezen,  hebben  moeten  zien  dat  alle  poo- 
gingen, daar  toe  gedaan,  en  alle  voorflagen,  tot  dat  eïnde 
(bekkende,  zijn  geweest  vrugteloos;  en  dat  daar  tegens  de 
pluraliteit  der  Leden  heeft  kunnen  goedvinden  te  nemen  de 
vorendaande  generale  Conclude,  waar  bij  het  Recht  van  In- 
formatie, zonder  -eenige  dedgnatie  op  wat  manier,  of  eenige 
re(bri6lie  over  Welke  zaken,  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid, 
in  derzelver  hooge  kwaliteit,  word  toegewezen,  zij  Heeren 
Gedeputeerden  derhalven,  volgens  den  last  van  de  Heeren^ 
hunne  Principaalen  ^  de  voorichreeve  Refolutie  genoodzaakt 
ziJQ.  aan  te  zien ,  als  gaande  over  zaaken  van  dusdanigen  aact 
en  natuure,  en  van  zodanig;  gewigt  en  importantie,  eu  waar 
in  dusdanige  coniëi|uentien  kunnen  gelegen  zijn,  dat  dezelve 
Refojutie,  welke  bt)  vervolg  als  een  Grondwet  van  den  Staat 
fcoiidc  moeten  gehouden  worden,  niet  heeft  kunnen  genomen 
:worden  bjj  pluraliteit,  maar  alleen  bij  eenpariglieid ;  en  dat, 
geiiik  zii  Heer^  Gedeputeerden  daar  in  niet  hebben  kunnen 
nog  vermogen  te  confenteeren ,  terwijl  een  noubel  Lid  daar 
op  ook  nog  is  geweest  ongereed,  en  andere  Laden  mei  hun 
derzelver  gefundeqrde  remarques,  om  alleen  hec  Redu  van 
Informatie ,  over  de'  wettigheid  der:  voorfchreeve  Nominatie 
bij  de  Vroedfchap  der  ..Stad  Haar  km  ^  te  hebben  bepaald, 
allezints  hebben  gejudificeerd,  dienvolgenda  de  voorfchreeVe 
zo  general^e  Conclufie  op  dat  poinft. hebben  .geconpadice^rd, 
genecesfitcerd  zijnde  daar  tegens,  als  informeel  en. onwettig » 
te  moeten  protcfteeren,  met  verklaringe  de  voorfchreeve  JRe- 
foluiie,  daar  omtrent  genomen,  te  houd/en  v^s  nul.  en  van  on* 
waarde* 

•  ■  • 

„En  dat, voor  Ji«  overige,  zij  Heeren  Gedeputeerden,  het 
verder  geSxtendeerde  van  de  voorfchreeve  Refolutie  ook  la- 
tende vQor  die ,  Lfden ,  welken  daar  toe  hebben  geconcur- 
reerd, van  wegens  de  Heeren,  hunne  Principaalen ,  omtrent 

•      O  3  het 


$M^  HAARLEMS  QéfikêÉAntfiftnk 

het  poorfttiv^eren  der  deliber«den  van  humie  £d«  Groot  Mogt 
op  de  voorfchreeve  bij  hun  gedane  PropoGtie»  en  dus  op  hec 
point,  conceroeerende  de  Decifie  over  de  wettigheid  der  voor- 
ichreéve  Nominaue,  konden  verklaren,  dat  dezelven  daar  mede 
wel  willen  fuperfedeeren ,  tot  dat  van  hunne  voorfchreeve  geo& 
fereerde  nadere  Informatieny  omtrent  de  wettigheid  derzelve 
Nominatie. t  de  eere  zullen  hebben  gehad  •  haare  Koningiijke 
Hoogheid  t^  hebben  mogen  dienen ;  in  die  hope  en  verwagdn* 
ge,  dat  daar  door»  ea  door  het  verder  gerefolveerdey  voor  zo 
verre  betreft  om  het  different  over  dezelve  Nominatie  in  der 
minne  te  concilieereny  waar  toe  hunne  toeftemminge  hebben 
gegeven  en  hunne  geaeidheid  ii  (bekkende,  de  zaken  dienaan- 
gaande eig  fpoedig  zodanig  zullen  mogen  fchikken,  dat  dezelve 
hunne  Heeren  Principaalen ,  volgens  derzelver  volkomen  verlan- 
gen ,  bij  vervolg  zig  buiten  alle  neccsfiteit  zullen  inogen  bevin* 
den,  om  tot  de  finale  Deciüe  over  de  wettigheid  van  de  voor- 
fchreeve bij  hun  geformeerde  Nominatie  tot  Burgemeesteren» 
of  om  eenige  andere  oorzaak,  daar  uit  te  refulteeren,  eenige 
fiadere  pourfuites  of  eeoig  nieuw  Adtea  aan  hunne  £d.  Groot 
Mog.,  als  den  Souverain  van  den  Lande,  te  moeten  doen. 

4,Referveerende  zij  Heeren  Gedeputeerden,  wijders,  aan  de 
Heeren,  hunne  Principaalen,  eene  zodanige  verdere  Aantekening 
op  het  voorfchreeve  gerefülvecrde  te  doen,  ats  dezelven  zullen 
öordeelen  te  behoren." 

Êe  Hcer<;n  Gedeputeenlen  der  Stad  Amflêldam  hebben ,  op 
expresfe  ordre  en  last  van  de  Heeren ,  hunne  Principaalen ,  ver* 
1daard,in  d^vorenlfaundeReiblutie  niet  te  hebben  geconfentecrd, 
maar  dezelve  gecontradiceerd,  a!s  laboreerende  aan  informaliteit 
en  huUiteic ;  refer veerende  aan  de  Heeren ,  derzelver  Principaa- 
len; hec  Recht  van  zodanige  verdere  of  nadere  Aantekening  te 
Joen,  als  dezelven  zuilen  vermeineu  te  behoren. 

De»  Heeren  Gedeputeerden  der  Stad  Rotterdam  verklaren, 

uit  kragte  van  den  last  der  Heeren ,  kunne  Principaalen ,  in  de 

voorfz,  Refolutie  niet  te  hebben  geconfenteerd ,  maar  dezelve 

geconiradiceerd ,  en  die  te  moeten  houden  voor  Infcfrmeel ;  re- 

ferveevende  voor  de  Heeren ,  huime  Principaalen ,  daar  omtrent 

h^t  doen  van  zodanige  nadere  Aautekeuing,  als  dezelven  zuliea 

öordeelen  te  behoren. 

I  De 


KAARLBMS  GêfeMèJenhfetu  hli 

■— r ^ 

De  Heeren  ^0«cl^tttee^den  der  Stad  Britll^  verklafeii ;  inge* 
Völge  d«  4%dafé  last  van  de  Heere»,  huntie  Princïpaalfen ,  ia 
"de  vooffz/Rcfbrutie  nfet  te  hebben  geconfentecrd^  maar  daar 
regens  geprorefteérd ;  referveerende  aan  de  Heeren,  hunne  "Pïin- 
'cipjialen',  daar  omtrent  te  doen  zodanig  nader  Protest  en  Aante- 
.kening ,  als  dezelven  zullen  oprdeeïen  té  behoren. 

De  Heeren  van  d^  R^idderfchap  en  Edelen  hebban  aan  zig  ge- 
referveerd  »  om  ,  regens  de  voorfz.  Aaijtekeningen ,  zodanige 
Contra- Aaatek^ning  te  doen,  als  zij  nader  te  rade  jullen  wor^ 
den. 

Uit  kra^  van  deeze  Aantekeningen  zijp ,  door  de  Regeerii^- 
gei^  der  Steden  ^mfteldam  en  Rotterdam,. '^^tv^\sisii\^%  nadere 
Aantekeningen  wegens  deeze  Refolutie»  ter  VeFg^4^^S^  van 
hunne  £d.  Qrpot  Mog.,  gedaan.  Die  van  de  eewgpmplée  Stad 
werd  deo.  14  December  ter  Staatsvecgaderinge  ingefeverd ,  en 
Juli  dus: 

^  De  Heeren  Gedeputeerden  der  St^d  Amfleidam  hebben ,  nk 
^cragte  van  de  gedane  refèrve*,  op  expresfe  last  van  de  Heeren, 
depzelver  Pïfndpaalen ,  op  de  Refointie ,  onder  den  datum  van 
den  19  der  gepasfeerde  ma^nd  November  gevonden  ^worden- 
de, nader  doen  aantekenen  en  verklaren:  Dat  gemelde  Hee- 
"iren  >  hmine  Prindpaalen ,  ijièi  veel  furprife  en  leedwezen » 
daar  uit  hebben  gezien,  dat,  ongeagt  de  daar  tegens  gedane 
reprefentatien  en  proteftatien,  zo  van  de  Heeren,  hunne  Ge- 
'deputeerden  ter  dagvaard,  als  van  verfcheide 'ander?  notabele 
ïeden,  de  voorfphreeve  Refolutie  }^  genomen  do^r  4^  plu- 
raliteif^  pp  eene  wij;ze,  firijdig  m$t  dp  ordre  van  ff  e  Re- 
ffieringe  ei)  met  cf^  fLeckten^  PnvsUgfen  en  VfijA^dcn^  ^an 
4c  M^tt .  vfm  hunner  Ed.  Groof  M^g»  Vergad^rUfgf  fompe- 
teer^nde^ 

„Dat  de  waarheid  van  dit  geavanceerd? ,  pndisr  anderen,  daar 
uit  genoegzaam  kwam  te  Ujjken,  ^,  ni|ettegen(ba}»d<^  de  Pro- 
pofitie ,  door  ^  Heereo  Q>edepiiuei$x^eii  d^r  ^d  Haarlem » 
JUit  fpeciale  last  e«  ordre  van  de  Heerejp,  derzelver  Principaa- 
Jén,  op  den  28  September,  ter  hooggemelde  Vergaderinge, 

O  4  ge- 


titf  HAARLEMS  üefchieienhfêfu 

gedaan ,  behelsde  het  eetiige  poiti^ ,  het  geen  ter  deliheratie 
van  huntte  Rd.  Groot  Mog.  werd  gehragt^  en  waar  op 
hoogstderzelver  Refolutie  werd  geimploreerd  9  men  echter 
heeft  gelieven  goed  te  vinden,  dezelve  Propofitie  niet  m  de-, 
liberacie  te  nemen ,  maar  die  buiten  dispofuie  te  laaten  ^  zon- 
der ecnige  de  minfle  redenen  te  geven  waarom  zulks  gefchied* 
de?  of  zonder  zelfs  te  melden  dat  dezelve  bij  provifie^  of 
yoor  ch  r.ög ,  werd  gehouden  in .  of  buiten  deliberatie.  En 
dat  men  daarentegen  heeft  gelieven  te  refolveeren  op  een 
pohit,  het  gunt  in  het  geheel  in  geen  kwestie  was,  en  het 
welk  men  echter,  in  weerwil  co  tegens  de  Proteflatien ,  zo 
van  de  Regeeringe  der  Stad  Haarlem  voornoemd  ,  als  van 
de  Gedeputeerden'  van  deeze  Stad  en  andere  notabele  Leden» 
in  de  voorfchreeve  Refolutie  heeft  goedgevonden  te  doen  Hel- 
len d/it  het  Zelve  was  of  hadde  geweest  het  eefiig  poin^  van 
kwesties  Dat  men  daar  op  hadde  doen  volgen  eene  generale 
Verklaring  of  Refolutie ,  dat  het  Hecht  \an  Infkrmatie  aan 
haar  e  Koninglij  ke  Hooghtid^  in  derzelver  hooge  kwaliteit 
van  Gouvernante  ,  als  cufiodieerende  de  Rechten  van  het 
Stadhoudet fchap  y  corhpeteerd^  zonder  dat  daar  bij  is  gevoegd 
^worden ,  wat  men  door  het  zelve  Recht  van  Informatie  ver- 
ilond?  hoedanig  men  het  begreep?,  of  wanneer,  in  wat  voe- 
den, en  in  welke  gevallen  het  zelve  zoude  mogen  of  kunnen 
plaats  vinden?. Dat,  de  bovengemelde  gegronde  reflexien  ge- 
moveerd zijnde  door  eenige  Leden,  daar  op  wel  waSjgede" 
clareerd ,  ,;lat  men  begreep  dat  het  zig  zelve  wees ,  dat  de 
voorfchreeve  Verklaring  en  Refolutie  alleen  zag  op,  en  zig 
bepaalde"  tot  het  cas  fubjeSt  of  tot  de  fubjeQe  materie;  doch 
dat  men  zulks  echter  in  de  voorfchreeve  Refolutie  niet  alleen 
ftiet  heeft  gelieven  uit  te  drukkeh  of  daar  van  ietwes  te  mel- 
•  den,  maar  dïft  men,  daarenboven,  op  requifitie  van  de  Hee- 
rcn  van  de  R,idderfchap  en  Edelen,  heeft  gelieven  goed  te 
vinden  van  in  de  Concept-Extenfie,  zo  ajs  die  op  den  ip 
No^'cmber  was  ingerigt,  en  waar  van  reeds  gedrukte  Copijea 
aan  de  Leden  waren  toegezonden ,  behalven  eenige  andere  ge* 
mankte  veranderingen,  ook  nog  te  maaken  deeze,  dat  ment 
agier  de  woorden  om  deer  hoogstderzelver  Jntercesfie  de  ge^ 
rezen  di ff  er  enten  enz.»  beeft  getraceerd  de  volgende,  ever 


nAARLEMS^ifMOmt^eni  %\f 


de  VMrfehretve  Nominaiie ;  «onder  tF  wederom  eenlg  agt  te 
Haan  op  de  remarques  en  procedaden,  wekken  door  verMei-' 

^<de  notabele  Leden  daar  tegens  werden  geformeerd» 

-    „  Dac  men^  boven. dat  alles,  nog  heeft  kunnen  goedvindeo 

•om    die   alzo    geêxcendeerde' en  nog  óp  den  35  November 

iaatstleden  veranderde  Goncept-Refohirid ,  bij   pluraliteit,  coc 

condaiie  te  brengen,  en  die  te  doen  ftellen,  onder  den  datum 

Vin' den  19  daa^  bevorens,  zonder  dat  aan  de  Leden,  wèlkea 

tijd   verzogten   te  mogen  hebben  om  van  den  fbat  der  delibe* 

ratten  aan  de  Heeren,  hunne  Principaalen,* nader  rapport  re 

.kunhen  doen  en  nader  last  te  vragen,  een  zo  billijk  en  mee 

/de   orde  van  de  Regeeringe  zo  zeer  oveceenkomftig  verzoek 

is   ingewilligd  'geworden;    en  ohgeagt  dat  de  Heeren  van  de 

Riidderfcfaap  en   Edelen  zelfs,  op  den  19  November,  haaden 

'betuigd,  dat,  indien  de  voorfchreeve  Concept-Exteufie  van 
'de  te  nemen  Refolutie,  door  de  Heeren,  Principaalen  van 
^ie  Leden,  weiken  hadden  aangenomen  zig  op  de  refuiuiie  03 
verkhren,  niet  mogt  worden  geapprobeerd,  de  zank  zoud^» 
blijven  in  haar  geheet,  en  dat  gemelde  Concept^Refoiutie  als 
dan  zoude  worden  gehouden -als  niet  genomen  en  gelaten  bui- 
ten de  Notulen. 

„  Dat,  voor  het  overige,  de  voorfchreeve  op  eene  zo 
vreemde  en  pr«cipitante  wijze,  bij  de  plnntliteit,  geformeer- 
de Conclufie,  met  ver#erpinge  van  alle  minnelijke  conciiia- 
toire  voorflagen ,  welken,  zo  van  wegen  deeze  Stad,- ala 
door  andere Xeden,  gedaan  zijn,  zonder  zelfs  zig  daar  op  uitte 

'  laten  ,  of  eenige  plaitfible  redenen  te  geven  ,  waarom  zulks  ge- 
fchiedde,hoe  zeer  daar  op  iterativelijk  is  ^einfteerd  geworden , 
vervolgens  niet  alleen  een  befluit  is  genomen  geworden  tegens 
de  Proteftatien  van  de  Heeren  Gedeputeerden  van  Dordrecht^ 
van   Haaflem^  van  deeze  Stad,   van  Rotterdam  en^van  dea 
Brieile\  maar  ook  llrijdig  tegens  de  bevorens  gemaakte  diffi-    . 
culteiten  van  alle  die  Leden  zelf,  welken  (buiten  de  Heeren  * 
van  de  Ridderfchap,    Gonnchemy  Schiedam  y  Schaonhayen  en 
Purmerendf^y   op  den   12  der  zelfde*  maand  November,  had- 

.  jden  verklaard  niet  te  kunnen  bewilligen  dat  een  dag 
\sboude  worden  vastgefleJd  om  de  zaak  tot  Conclt  fie  te  bren^^ 
gen,  vermits  dczelVeu  apprehendeerden  dat  %ulks  in  efeQê 

O  5  zou* 


^t8  H&ARLEMS  OefcU^éiihfid. 

zoude  involviêren  eent  Refolutie  óm  dé  zaak  af  te  doen  em 
U  condudeeren  hij  plmraliteity  waar  toe  zij  bégrq>en  dat 
dezelve  niet  was  gecBapeneerd;  maar  dat  het  te  wenfchen  was 
dat  die.  mogt  worden  gcoermineerd  met  eenparigheid  en  har- 
monie van  alle  de  Leden.  £n  waarlijk  met  reden »  dewijl 
^ar  in  niet  alleen  waren-  geconcemeerd  bet  Recht,  mitsga- 
ders de  Privilegiën,  vaa  de  Stad  Haarlem \  maar  ook  het 
Kecht  en  de  Hoogheid  van  den  Sonyerain  zdf ,  zo  wel  als 
•het  geeoe  betrof  het  Recht  en  de  Bevoegdheid  van  dea  Hee- 
re  Stadhouder,  waar  van  de  Cuflodie,  boven  allen ^  aan  hnn- 
:qe  £d«  Groot  Mog.»  met  beorekkinge  tot  deeze  Provintie» 
indispntabel  competeerde* 

„Dat,  derhalven,  alle  de  bovengemelde  behandelingen^ waar 
van  men  niet  gelooft  dat  eenig  diergelijk  voorbeeld  in  de  Re- 
gisters van  hunne  £d.  Groot  Mog.  zal  gevonden  worden,  en 
waar  van  de  Hebren,  hunne  Principaaien ,  de  fatale  gevolgen 
ten  uiuerden  apprehendeeren ^  hen  hebhen  genoodzaakt,  om, 
zonder   voor   tegenswoordig    zig   in   het   bijzondere  op  het 
;Vootfchreeve   Recht   van  Informatie  nader  uit  te  laten ,  als 
waar  i>ver  (^ne  deliberade  is  aangetegd  geworden ,  tegens  de 
voorfchreeve  informeele  behandelingen,   zo  wel  als  tegens  de 
.vöorCchreeve  Refolutie «  nogmaals  op  het  folemneelUe  te  pro- 
•tedet^ren,  en  te  verklaren  dat  zij  de  voorfchreeve  Refolutie » 
a1$  osbdbanbaa^.i^ft  (}e  opdr^  van  de  Regecringe,  als  nog 
Xftjn  houdende  voor  informeel,  nietig  en  van  onwaarde.** 

4  « 

De  nadere  Aantekening  van  de  Stad   Rotterdam ,  overge- 
'icverd,  in  de  Vergadering  hunner  Ed.  Groot  Mog.,  op  den 
I  i  Januarij  des  volgenden  Jaars ,  luidde  dus : 

„De  Heeren  Gedeputeerden  dtrSx»^ Rotterdam  hebben,  uit 
tcraê'te  van  de.  faculteit,  welke  «ij,  bij  hunne  Aantekening  op 
hunüCT'  Ed.  Groot  Mog.  Refolutie,  genomen  op  den  25  No- 
vember van  hot  jaar  1757,  doch  o:x!er  den  datum  van  den 
19  daar  bevorens  göfteld ,  betreffende  het  gerezen  different  . 
over  de  geformeerde  Nominatie  van  Burgemeestcrcii  der  Stad 
Haarlem ,  aan  . de  Heeren ,  hunue  Piincipaalen ,  hadden  gere- 

fer- 


BêJOLLÈM»  C^WifJMtflê.  »t9 


^0^ 


foreerd,  als  nu,  op  ddtzeWet  expresfe  ksc»  ter  Vergaderii^ 
ge 9  nader  doen  aamékenen  en  verklaren: 

^D'at  de  voornoemde  Heeren,  honne  Prindpaalen ,  met  de 
tiitterfte  fmert^  vernomen  hebbende  den  ultflag  deezer  impor- 
taace  zake,  van  hunnen  indiipeniabelen  pligc  hadden  geoor- 
deelc,  om  niet  alleen,  door  bet  openleggen  van  den  waaceo 
(öeftand  der  fucoesfive  deliberatien »  ter  Yergaderinge,  over 
deeze  materie ,  te  doen  doordeeken  alle  de  gronden ,  waar  op 
door  hun  Heeren  Gedeputeerden  tegens  de  voorfchreeve  Re- 
(bluüe  geprotegeerd  wai;  geworden;  maar  pok  om  tevens,  toe 
hunne  eigen  juftificatie,  hun  gantfche  gedrag  en  handelwijze 
in  deezen  te  moeten  dellen  in  een  helder  dagligc,  ten  einde 
daar  uit  op  eene  ontegerifprekelijke  wijze  zoude  conlleeren, 
dat  bij  hun  geen.  de  minde  toeleg  was  geweest  om  de  Rech- 
ten en  PraïSminentien  van  den  Heere  Erfftadhonder,  of  van 
haare  Kóninglijke  Hoogheid,  in  haare  hooge  kwaliteiten  van 
Gouvernaiite  en  Voos:desfe,  te  verkorten;  maar  dat*  hunne 
gantfche  poogingen  daar  heen  hadden  geftrekt,  om  alle  verde- 
re gefchillen  en  conteftatien  tusfchen  de  Leden  der  Regeeringe 
Van  Haarlem  voor  te  komen,  en  all»!  Mijn  v«q  verwijdei- 
thige  uit  hunner  £d.  Groot  Mog.  Vergadednge  te  weren* 

„Dac  voornoemde  Heeren,  hunne  Prindpaalen,  met  dt  vre- 
delievend en  beilzaam  oogmerk ,  van  den  beginne  af  aan »  dac 
het  'voorfchreeve  verfchil ,  door  de  Propofitie  der  Heeren 
Gedeputeerden  van  Haariem^  op  den  a8  September  van  het 
Jaar  1757,  ter  deliberatie  van  hunne  £d;  Groot  Mog*  gebragc 
ica&  geworden,  deeze  zaak  geconlideneerd  hadden  te  zijn  van 
het  aüeniftterde  gewigt,  en  zlg  daar  omtrrnt  tot  een  rigtfnoer 
hadden  voorgefchreeven,  om  mee  v>  vetl  onzigtighcid  en  zo 
weinig  pnecipitande  te  werk  te  gaan,  als  eenigzints  doenlijk 
wa&  Ehat,  uit  dien  hoofde,  als  waaneer 9  op  den  5  Oótc^r, 
daar  aan  volgende  ,  ter  Yergaderinge  was  Ingekomen  het  Be- 
licht van  haare  Kóninglijke  Hoogheid  op  de  voorfchreeve 
Propofide,  en,  op  den  8  der  zelve  maand,  bij  de  deliberatie 
over  het  fcheideu  der  Yergaderinge,  door  voornoemde  Hee- 
ren Gedeputeerden  van  Haariem^  verzogt  was  geworden  dac 
de  rdpedive  Leden,. welken  hec  voorfchreeve  Beiichi  hadden 
«vergenomen,  zo  lang  wilden  fiipar&dccren,  met,  ieder  in 


Èio  RAAHLEMS  Ge/eHidenisfeM: 


den  hunnen ,  over  de  voorfchreeve  Propofitie  en  *t  Bericht  td 
delibereeren,  tot  dat  zij>  bij  het  naastkomende  Re9es,  eenige 
fladere  Confideratien  zouden  hebben  ingeleverd ,  tot  wegneemin- 
ge  der  verdenkinge,  waar  in  zij « tot  hunne  uftterfte  fmerte,  bi} 
Iiaare  Konïnglijke  Hoogheid ,  waren  getaakt,  als  of  zij  aan 
hoogstdezelve  wilden  becwi>ten' het  Recht  van  behoorlijke  In- 
formatie over  de  wettigheid  of  onwettigheid  der  overgeleverde 
Nominatie,  vervolgens  de  Heeren,  hunne  Principaalen,  ver- 
meent hadden  met  gcene  meerdere  onzijdigheid  te  kunnen  han- 
delen ,  dan  door  hunne  deliberatie  dcswegens  uit  te  flellen  tot 
dat  de  nadere  Misfive  der  voornoemde  Heeren  van  Haarlem 
zoude  zijn  ingekomen.  Dac  zulks  dan  ook  gefchied .zijnde,  den 
.^erften  dag  der  opgevolgde  Vergaderinge,  naamlijk  op  den  26 
Oétober,  en  ter  zei  ver  tijd  de  gantfche  zaak  in  deliberatie  ge- 
i^  zijnde  geworden,  voornoemde  Heeren»  hunne  Prlncipaa* 
len ,  ecnigzints  met  furprife  waren  aangedaan  geworden  te  moe* 
ren  vernemen,  dat,  bebalven  de  drie  Leden,  welken  reeds  be- 
vorens, op. het  inkomen  van  het  Bericht  van  haare  Konïnglijke 
Hoogheid,  zig  daar  terdond  mede  hadden  geconformeerd,  'er 
als  nu  nog  'verfcheide  anderen  gemunieerd  waren  gekomen  met 
een  finale  en  aan  het  zelve  Bericht  confbrme  iast ,  zonder  dat , 
verv<^gens,  bij  derzelver  reQ)eftive  Heeren  Principaalen,  de 
voorfchreeve  nadere  Misfive  was  afgewagt  geworden*  Doch 
dat  bij  dezelve  deliberatie,  door  de  Heeren: Gedeputeerden  van 
Dordrecht^  Delft  «n  Leiden^  voorflagen  zijnde  gedaan ,  om; 
door  imercesHe  van  haarje  Konïnglijke  Hoogheid,  bet  gerezea 
diilerent  te  Haarlem  op  eene  amiabele  wijze  te  doen  terminee- 
ren ,  hunne  Heeren  Principaalen  zulks,  hadden  aangezien  als  hec 
bekwaamde  middel  om  van  deeze  onaangename  zaak  een  af- 
Jkomst  te  bevorderen ;  en  vervolgens  hen  Heeren  Gedeputeerden 
•tcrllond  hier  op  httdden  gemunieerd  met  een  last  en  kwalificatie, 
in.  hunne  Vroedfchap  op  den  31  OAober  gsearrefteerd,  tendèe». 
arende  om  cleczc  zaak  daar  heen  te  helpen  dirigeeren,  dat  haare 
Konïnglijke  Hoogheid  mogte  worden  verzogt,  om,  na  gedaan 
onderzoek,  haare  goede,  officien  te  interponeeren,  om  faec 
different  met  de  Regeering  der  Stad  Haarlem  in  der  minna 
ie  ^sfopieeren  en  uit  deu.  weg  te .  ruimen ,  ten  einde  all«  . 
-  ver- 


HAARLEMS  Gefehiadini^.  A2M 

verdere  delibéracien  ter  Vergaderinge  van  bunne  Ed.  Gro^f 
Mog.  daar  over  mogten  worden  geêviteerd. 

,,Dat  Voornoemde  Heeren,  bunne  Prmcipaaten,  z!g  badden 
geflatteerd ,  dat ,  gelijk  met  dien  voorflag  klaarlijk  werd  ge- 
toond ,  dat  bij  hen  geene  de  minde  hseQtatie  was  gemaakt  om- 
trent bpt  erkennen  van  bet  Recht  van  behoorlijk  Onderzoek  of 
Informatie  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  omtrent  de  wettig, 
beid  of  onwettigheid  der  voorfchreeve  Nominatie,  vervolgens 
ook  dit  gefchU  op  eene  aangename  wijze,  zo  to^t  genoegen  van 
boogstgedachte  haare. Koningli]ke  Hoogheid,  als  van  de  Regee> 
ringe  der  Stad  Haarlem^  zoude  zijn  geflegt  geworden;  waar 
toe  ben  des  te  meer  .reden  van  hope  was  voorgekomen,  door- 
dieh  haare  Koninglijke  Hoogheid,  bi;  hoogs  tder  zei  ver  Bericht^ 
niet  onduidelijk  had  doen  zien  haare  genegenheid  tot  een  vrieiw 
delijke  afkomst  deezcr  zaake,  en  dat  zelfs  de  Heeren  Gedepu- 
teerden van  Haarlem 9  ter  Vergaderinge,  openlijk  hadden  ce 
kennen  gegeven  de  favorabele  dispofitie  hunner  Regeeringe  diea 
aangaande,  en  derzelver  bereidwilligheid  om  aan  haare  Koning- 
lijke Hoogheid  alle  nodige  Informatie  en  Eclaircisfeuienten,  to.c 
wettiginge  der  voorfchreeve  Nominatie, te  geeven. 

9,  Doch  dafVoornoemde  Heeren ,  hunne  Principaalen ,  zederc 
m&i  leedwezen  hadden  moeten  ontwaar  worden  dat  voorfchree* 
ve  (klutaire  voorflag ,  of  fchoon  dezelve  intusfchen  bok  door  de 
Heeren  Gedeputeerden  dcr^  Steden  Awffleldam  en  den  Briclle^ 
en  zulks  in  bet  geheel  door  zeven  notabele  Leden,  was  geadop- 
teerd geworden,  bij  de  nadere  deliberatien  ter  Vergaderinge» 
op  den  II  en  13  November,  nog  bij  de  Heeren  van  de  Ridder- 
fcliap ,  nog  bij  a4ie  de  verdere  Leden ,  eenige  de  minde  tngresGe 
bad  gevonden ,  zonder  dat  bij  dezelven  echter  eenige  de  minde 
reden  was  geallegueerd,  waarom  daar  in  niet  konde  worden  ge» 
treden.  \  Dat ,  integendeel ,  de  Heeren  van  de  Ridderfchap  ^ 
aandrang  hebbende  getoond  om  van  de  principale  zaak  een  af- 
komst, conform  het  Bericht  van  haare  Koninglijke  Hoogheid , 
te  maken,  daar  toe  hadden  gedaan  twee  fuccesfive  tencamina: 
Eerftelljk,  om  de  zaak  als  toen  met  eene  Meerderheid  van 
twaalf  Leden  in  dlervoegen  te  concludeeren ;  doch  waar  van  de 
x>ngefnndeertheid  aanilonds  in  bet  oog  kwam  te  lopen,  uit  hoof- 
de dat  de  resteeropde  zeven  Leden  niet  SoaaI  >  flog  op  de  zaa^ 

«elf. 


fiSl  HAARLEMS  Oerchledeniifen. 


zelf,  waren  gehiflrucerd:  En  in  de  tweede  plaats,  om,  tot 
eene  afdoening  van  dit  gantfche  werk,  te  (lellen  een  vasten 
en  bepaalden  dag,  naamlijk  den  i8  November,  daar  aan  vol- 
gende, op  welken  de  voorfchreeve  zeven  Leden  dan  zouden 
liebbeii  moeten  komen,  met  een  toereikenden  last  gemunieerd; 
doch  het  geene  mede  betoogd  werd  onaanneemlijk  te  zijn^ 
ter  oorzake  dat  daar  in  llilzwijgende  lag  opgeilot^n  een  Con» 
dufie,  conform  het  Bericht  van  haare  Koningiijke  Hoogheid, 
zelfs  bij  pluraliteit,  in  gevalle  de  refpeétive  Leden  het  mee 
den  anderen  niet  eens  mogten  worden  ;  waar  toe  nogthans 
deeze  zaak,  in  welke  zelfs  de  Rechten  van  den  Souverain 
geconcerneerd  waren,  niet  was  gedisponeerd.  Dat  echter  de 
voorfchreeve  zeven  Leden,  op  de  aanhoudende  infhmtien  der 
Heeren  van  de  Ridderfchap,  zig  eindelijk  zo  verre  hadden 
laten  overhalen,  dat  zij  de  nadere  intentie  der  Heeren,  hunne 
irefpeétive  Principaalen ,  op  de  zaak  zelf  zouden  inneemen ,  en 
fcuni^e  Adviefen  op  den  voorfchi;eeven  i8  November  ter  Ver- 
gaderinge  inbrengen;  doch  dat  tevens  door  hun  was  verzogt 
geworden,  ora  van  hunne  Wel-Edelheden  te  mogen  bekomen 
de  nodige  elncldacie ,  waar  over  het  'pra?eife  point  van  deli- 
beratie dan  zoude  moeten  gaan,  het  zij  over  het  Recht  van 
behoorlijke  Informatie  over  de  legaliteit  of  illegaliteit  deP 
meergemelde  Nominatie,  het  welk  genoegzaam  aTle  de  Leden, 
en  onder  anderen  de  Heeren  van  Haarhm  zelf,  reeds  hadden 
gedeclareerd  aan  haare  Koningiijke  Hoogheid  te  competeeren  j 
het  zij  over  ietwes  anders  of  meerders ,  het  geen  in  eene  zó 
generale  conclufie,  conform  het  Bericht  van  haare  Koningiijke 
Hoogheid  ,  zoude  kunnen  opgeiloten  leggen ;  en  dit  laatfte 
vooronderfteld  zijnde,  waar  zulks  eigentlijk  in  zoude  bcftaan? 
overmits,  in  een  zaak  van  dat  gewigt,  geene  Refolutie  bij 
den  Souverain  behoorde  te  worden  genomen,  als' die  deszelfi 
Intentie  klaar  en  bepaaldelijk  kwam  uit  te  drukken,  tot  voor« 
kominge  van  alle  verkeerde  interpretatlen ,  en  de,  illatien,  die 
snderzints,  bij  tijden  en  wijlen,  daar  uit  zouden  kunnen  wor« 
den  getrokken;  dan  waar  omtrent  welgemelde  Heeren  van  de 
Ridderfchap,  hoe  zeer  daar  toe  verfcheidemaal  gepou^feerd 
2ijnde  geworden,  aan  die  Leden  geen  voldoende  eclaircisle» 
ment  hadden  gelieven  te  geven.  -  .  • 


MAARUSMS  Ge/Mede^tfim,  ssj 


99  Dat  de  Heeren ,  hoane  Principaaleo  f  zig  verv(4gens  geobU-« 
geerd  hebbende  geacht  om  deeze  gamfche  zaak  weder  te  moeten^ 
nemen  in  ferieufe  overweging,  wel  geene  redenen  hadden  ge- 
vonden om  af  te  gaan  yan  hunne  vorige  idees,  tendeerende  om 
het  ontfiaan  different  te  Haarlem  door  haare  Koninglijke  Hoog- 
heid, bij  minnelijke  asfopiatie,'  te  doen  befllsfen,  en  over  zulks, 
bij  derzelver  Refolude  van  den  ly  November,  hen  Heeren  Ge- 
deputeerden hadden  gelast  om  als  nog  bij  hun  atterieur  Advies 
te  perfide^en ,  en  het  zelve  met  alle  daar  toe  nodige  drangrede- 
hen  te  appuieeren.  Doch  dat  tevens  bij  voornoemde  Heeren  # 
finnne  Princfpaalen ,  uit  den  Haat  der  deliberatien  ter  Vergade- 
ringe ,  opgekomen  zijnde  een  bekommeringe  ,  dat  de  voor« 
fchreeve  minnelijke  voorflag  bij  de  Meerderheid  der  Leden  geen 
ingang  zoude  kunnen  vinden,  en  dat  bij  dezelve,  integendeel, 
op  het  nemen  eener  Refolutie,  door  hunne  £d.  Groot  Mog.  op 
de  zaak  zelf  zoude  worden  aangedrongen ,  voornoemde  He^ 
ren,  hunne  Prlncipaalen,  hadden  geoordeeit  tegens  zodanig  eeo 
onverhoopt  geval  dau  ook.  te  moeten  voorzien.  Waar  omtrent, 
gefupponeerd  zijnde  dat  de  te  nemen  Refolutie  zoude  gaan  over 
het  Recht  van  Informatie,  in  cas  fubjeét,  zij  Heeren  Gedepu- 
teerden gelast  waren  geworden,  om,  bij  Refolutie  van  hunne 
£d«  Groot  Mog,,  te  doen  verklaren  dat  aan  haare  Kouinglijl^d 
Hoogheid,  in  kwaliteit  van  Gouvernante  en  Voogdesfe  van  den 
minderjarigen  Heere  Erfïtadhouder,  zo  wel  het  Recht  van  In- 
formatie omtrent,  als  der  £Iedie,  uit  de  refpective  Nomina tiea 
competeerd.  Door  welk  Declaratoir  de  Heeren,  hunne  Prlnci- 
paalen ,  vermeenden  doorflannde  blijken  te  geven  van  hun  em- 
ïtig  voornemen ,  om  de  Rechten  van  den  Heere  Stadhouder  ki 
allen  opzigte  te  helpen  maintineeren,  en  waar  toe  zij  zig  des  te 
onbezwaarder  hadden  gevonden,  vermits  bij  hun  vertrouwd 
werd ,  dat ,  door  de  Heeren  Stadhouderen  in  der  tijd ,  van  hec 
voorfchreeve  Recht  van  Informatie  over  de  Nominatien,  met 
alle  mooglijk  menagement ,  gebruik  zoude  worden  gemaakt. 
Maar  dat  bij  hunne  Heeren  Prlncipaalen  tevens  was  verdaan, 
dat,  in  gevalle  *er  ter  Vergaderinge  ietwes  meer  in  deliberatie 
gelegd  ?oude  mogen,  worden,  of  dat  in  de  Extenfie  der  te  ne- 
ven Refolutie,  naar  hec  begrip  van  eenige  Leden,  verder  gaan- 
de 


ftfi4  i)A  ARLEMS .  GefehieJeni^ef^. 


iMüMM 


de  zaken  zouden  fctójnen  te  leggen  opgefloteir,  als  dan  hunne 
nadere  intentie  hier  op  zoude  moeten  worden  ingenomen, 
~  ,,  Dat  de  deliberatie  hier  op,  den  i8  November,  ter  Verga- 
deringe  hervat  zijnde  geworden ,  en  de  bevorens  genoemde  zt' 
ven  Leden  ten  deele  op  eene  vriendelijke  asfopiatie  als  nog  héb- 
bende Wijven  iüftèeren,  zo  als  door  hun  Heeren  Gedeputeerden 
mede  werd  gedaan ,  en  ten  deele  zig  faciel  omtrent  het  voor* 
fchrecve  Recht  van  Irformatie,  doch  ook  niet  verder,  hebben* 
de  ^geëxpliceerd,  haare  Konit^glijke  Hoogheid,  daags  daar  aan 
volgende,  de  Vergadering  met  lioogstd«rzelver  pfefenticwel 
bad  gelieven  te  vereeren,  en  aldaar  eenige  nadere  ouvertures 
was  komen  te  doen ,  ftrekkende  tot  bepalirlge  van  het  point  vaii 
onderwerp  der  te  nemen  Refokuie ,  en  in  fubdantie  behelzende , 
dat ,  dewiil  bij  verfchefde  Leden  der  Vergaderinge  geene  incli- 
natie wag  befpeurd,  om,  in  conformité  van  hoogstderzelver 
Bericht,  de  gantfche  zaak  te  feponeeren  en  aan  hoogstdezelve  te 
renvoieeren  ,  hoogstdezelve  van  begrip  wa^,  dat  bij  hunne  Ed. 
Groot  Mog-^  in  deezen,  behoorde  te  worden  verklaard  het 
Recht  van  Informatie  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid  te  com- 
peteeren.  Dat  aistoen  zij  Heeren  Gdeputeerden ,  ingevolge  van 
hunnen  naderen  last,  wel  te  kennen  gaven  dat  bij  de  Heeren  , 
hunne  Principaalen ,  geene .  zwarigheid  was  gemaakt  om  dat 
Recht  van  Informatie,  omtrent  de  wettigheid  of  onwettigheid 
der  voorfchreeve  Nommatie ,  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid , 
bij  Refolutie,  te  doen  toekennen;  maar  dat  zij,  tevens,  verno- 
men lièbbende  dat  bij  de  Heeren  Gedeputeerden  van  Dordrecht^ 
Haarlem  en  Am  (tel dam  ^  zo  ais  ook  vervolgens  doör  die  van 
den  Brieilel  geinftéerd  werd  om  een  Concept-£xten(ie  te  mo- 
gen erlangen  van  de  te  nemen  Refolutie,  conform  de  nadere 
idees  vün  liaare  Koninglijke  Hoogheid ,  om  bij  de  Heeren ,  huw- 
pe  refpecflive  Principaalen,  te  ftrekken  tot  een  onderwerp  van 
deliberatie  over  de  gantfche  zaak;  en  zij  Heeren  Gedeputeer- 
den ,  voorts  confidcreerende  dat  het  in  een  materie  van  die  dell* 
'catesfc  voornaamlijk  op  de  bewoordingen  der  te  nemen  Refolutie 
zoude  aankomen,  declareerden  zig  niet  te  kunnen  dispenfeeren 
om  mede  aan  de  Heeren,  hunne  Principaalen,  deswe^ens  te 
leferveèren  hunne  nadere  en- vrije  deliberatie.    Dat  bij  de  He»- 

«eo 


N 


(lAAkLEMiS  öefthiedenhre^i  i&| 


tèö  van  de  Rldderfchftj* ,  ckarêhtègeri ,  wel  zeer  fterke  Iriftaötteil 
werden  gedaan »  om  de  2aak  ten  zelfden  dage,  naamlijk  deii  t^ 
November,  te  houden  voor  geconcludeerd,  latende  aan  de  Vijf 
Voornoemde  Leden  ^  terwijl  alle  de  anderen  zfg  coriform  deü 
naderen  voorflag  van  haare  Koningtijke  Hoogheid  hadden  geuit  ^ 
de  faculteit  over  ^  om  zig  op  de  BxtenGe  lielf  hader  te  vetkla^ 
ren,  welke  ten  dien  einde  zoude  worden  voorgedrageii  den 
tweeden  of  derden  dag  der  ordinaris  en  in  denaastvolgeildevi^eek 
in  te  vallen  Vetgaderinge;  maar  dat  door  Voornoemde  vijf  Le- 
den die  voorflag  gerejeéteerd  zijnde  geworden ,  en  als  ïiog  geirt^ 
hereerd  op  eene  vrije  delibcrakie  oVer  de  gantfche  zadk ,  deiel- 
yen  in  dit  hun  billijk  verzoek  door  de  meeste  andere  Leden  wa- 
ren gejustifieeefd  gewotden,  eb  zulks,  eindelijiT,  tvas  verftaanj 
en  bij  de  Héereii  Van  de  Ridderfchap  U\h  na  gegeven  ^  dat  de 
voorfchreeve  Concept-Refolutfe  wel  zoude  gebragt  worden  lil 
ét  Notuleri  VaU  deb  ip  November,  maar  dat,  bijaldien  dezelve 
door  de  Heeren  Principaalen  det  voorfchreeve  vijf  Leden  liieÉ 
inogte  worden  geajjprobeerd ,  èett  ieder  Van  de  Steden  der  Ver^ 
gadetinge,  bij  de  naastkomende  deliberatie,  zoude  blijven  itl 
zijn  geheel,  en  vervolgens  ook  <le  voorfchreeve  £xtenfie  uit  dcf 
j^otulen  wordeti  gehgfi 

»,Dat,  ha  het  fcheiden  der  Vergaderlngé,  aan  vöofnóehidé 
Heeren  j  hunne  Principaalen  4  een  gedrukte  Copij  dier  Coii* 
eept-RefoluUe  toegezonden  Zijnde  getirörden,  desfielven  ïlg,  uil 
den  gantfchen  (laat  def  deliberatie,  haddeb  beginnen  tevieie» 
jtnet  de  boopi  dat  van  deezè  zaSik,  ihet  gemeene  harmonie,  eeti 
jif komst  ter  Vergadefinge  t^  wagten  zoude  zijn;  weshalven  bij 
hun  raadaaam  werd  geoordeeld  $  om  den  212  November «  daar 
tian  volgende  «  hun  Heeren  Oedeputeerdeti  te  munieeren  mei 
een  toefeikendeti  last ;  onder  dié  mits  ^  echter  ^  dat  op  de 
Voorfchreeve  BxtenGe  geene  zwarigheden  mogteti  worden  geop- 
|>erd,  die  de  Conclufie  daar  van  met  eenparige  bewilligingé 
houden  kunnen  verhinderen,  als  welke  eenparigheid  bij  het  ne^ 
men  eeiier  Refolutie^  in  een  zaak  van  dat  gewigt,  aan  hun  Hce- 
ten  Principaalen  voorkwam  te  zijn  van  het  uitterde  aanbelang  | 
te  meer  ^  om  dat  dezelven  van  den  beginne  af  aan ,  uit  den  (laai 
der  deliberatie^  hadden  vernomen  de  onbegrijpelijke  faciliteif 
tan  verfcheidft   Leden  der  yergaderinge*  dle>.  of  zig  UadddH 


£36  HAARLEMS  GefMedênisfen. 


verklaard  conform  het  Bericht  van  haare  KonJoglf  jke  Hoogheid 
g^I^  te  zijn,,  alvorens  het  zelve  Bericht  onder  het  oog  van 
hunne  Ed.  Groot  Mog,  was  gebragt,  of  w^l,  om  zig  met  de 
i Zeeren  van  de  Ridderfchap  te  voegen,  zonder  dat  dezeiven  de 
remarques  en  conciliacoire  voorCagcn  der  andere  Leden  in  eeni- 
ge  de  minfte  overweging  fcheencn  te  nemen.  Dat  wijders ,  in 
iden  voorfchrccvcn  last ,  Hegts  twee  remarques  op  dez'elve  £x- 
tenfie  w^Tren  vervat,  om  door  hun  Heeren  Gedeputeerden,  bij 
wijze  van  confiJcratien,  te  worden  voorgehouden;  waar  van  de 
eerile  tcndjeerde ,  om ,  in  de  periode ,  welke  medet^-engt  dat  het 
Recht  van  Informatie  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid  compe- 
teert»  agter  het  woord  In  f ^r  watt  e  y  tot  meerdere  klaarheid, 
bij  te  voegen  ovtr  de  wettigheid  of  onwettigheid  der  voor* 
fchreeve  Nominatie \  en  de  andere,  om,  in  plaatze  der  fingu- 
liere  uitdrukkinge ,  waar  bij  haare  Koninglijke  Hoogheid  voor« 
komt  van  Gouvernante  *  /ils  cuftodieerende  de  Rechten  van 
het  Stadhouder fchap  ^  te  fuböitueeren  Gouvernante  en  Voog' 
des/e  van  den  Heere  Jlrfjiauhouder^ 

Dat,  bij  de  opgevolgde  deliberatie  ter  Vergaderinge ,  den  24 
Nbve;i.ber,  zij  Heeren  Gedeputeerden  van  den  voorfclireeven 
hunnen  last  wel  hadden  trachten  te  maken  het  nodige  gebruik ; 
maar  dat  de  Heeren  van  de  Ridderfchap,  wel  verre  van  eenige 
infchikkelijkheid  te  tooncn ,  integendeel  de  difficulceiten  hadden 
vermeerdert  door  het  opperen  van  eenige  remarques  op  eene 
Concept-Extenfie ,  uit  hun  eigen  boezem  proflueerende ;  als 
waar  onder  zig  eene  opdeed  van  het  uitterlle  gewigt,  naamlijk, 
om,  iu  de  lastfle  periode,  welke  uit  het  Advies  der  Heeren 
Gedcpittecrdcn  van  Defft^  van  den  i^  November,  overgeno- 
men,  en  bij  hunne  Wel-Ëdelheden  geadopteerd  was  geworden , 
inhoudende  het  verzoek  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid,  van 
wegens  liunne  Ed.  Groot  Mog.  te  doen ,  om ,  duor  hoogitder^ 
zelver  i)iterces(ic ,  de  gerezen  dif er  enten  over  de  voorfchreeve 
Nominatie  in  der  v,inne  te  c'otici Heeren ,  de  woorden  over  de 
voor  fchreeve  Nominatie  te  doen  ligten,  zonder  dat  daar  toe 
echter  eenige  de  allerminfte  reden,  geallegueerd  werd;  welke 
woorden  evenwel,  alleen  te  dier  plaatzQ  in  de  Conqept-Refolu- 
jie  voorkomende,  de  Prsemisfen  uitgezondert ,  volftrekt  nodig 
waren,  zp  om  tCrdoen  zien  dac  'er  geeae  smdere  differenten  tus-: 

Tchèn 


HAARLEMS  Cerc^hdefitsfen,  aöf- 

fthen  de  Regenten  van  Haarlem  oVerig  bleven  ^  als  wel  om  ligc 
bij  te  zetten  aan  de  even' voorafgaande  verklaring,  die. bij  de 
Heeren»  hunne  Prfncipaalen ,  op  zig  zelf,  nog. niet  duidelijk 
genoeg  was  geoordeeld  ^  dat  het  Recht  van  Informatie  aan  haare 
Koningh'jke .  Hoogheid  competeerd ,  te  weten   over  de   voor* 
fehreeve  Nofitinatie,    Dat  vervolgens  die  remarques  der  Heeretl 
van  de  Ridderfchap  door  de  Leden ,  die  de  Concept-Extenfie 
hadden  overgenomen,  en  dus  ook  bij  hun  Heefen  Gedeputeer-' 
den,  terwijl  alle  de  anderen  zig  of  conform  het  Advies  van  hun- 
ne Wel  Rdelheden  ,  of  ten  minden  faciel,  verklaarden,  was  ge* 
rejeéleerd  geworden ,  als  waar  door  het  hun  tocfcheen  dat  de 
waare  zfn  der  Concept-Refolutie  gealtereerd  ,  het  onderwerp 
van  dezelve  generaal  en  aan  zeer  verregaande  confequentien  on- 
derhevig gemaakt ,  en  dus  ook  de  gancfche  flaat  van  deliberatie 
ten  eenemaal  van  gedaante  verandert  werd«     Waar  tegens  wel 
door  eenige  weim'gen  dier  andere  Leden,  bl}  de  tiadere  delibera<' 
tie,  gedeclareerd  werd  dat  het  evenwel  zig  zei  ven  wees ,  dat^ 
en  het  voorfchreeve  Recht  van  Informatie,  en  her  concilieerea 
der  differenten ,  zig  niet  verder  dan  tot  de  fubjedte  materie  be- 
paalden ;  doch  op  welke  verklaring  zij  Heeren  Gedeputeerden  zij- 
niet wel  konden  verlaten ,  ter  oorzake  dat  aan  welgemelde  Hee- 
ren van  de  Ridderfchap  de  zwarigheden,  uit  het  rooieeren  dier 
woorden  refulteerende,  zeer  ernftelijk  voorgehouden  ^  en  aan 
dezelven  het  waare  oogmerk  dier  veranderinge  gevraagd  zijnde, 
zij  echter  daar  omtrent  geene  elucidatie  hadden  gelieven  te  ge* 
ven ,  veel  min  zig  laten  disponeeren  om  daar  van  af  te  zien. 
Dat ,   bovendien ,  door   de  Heeren   Gedeputeerden   der  Stad 
Haarlem^  in  de  voorfchreeve  Extenfie,  werden  getoond  eeni- 
ge  notabele  defeéten  en  abuizen,  met  aanwijzinge  hoe  diebe- 
hoorden  te  worden  geredresfeerd ;  het  geene  door  de  Heeren 
Gedeputeerden  van  Amfleldam  ook  geappuieerd  werd ,  fchoon 
dezelven  verklaarden  op  die  Concept-Refolutie  nóg  geen  lasc 
van  hunne  Vroedfchap  te  hebben  ontvangen,  en  zij  Heeren  Ge- 
deputeerden mede  te  kennen  gaven  zijne  bijzondere  opmerkin^re 
te  verdienen.    Alle  welke  refleftien,   echter,  zo  wel  als  de 
confideratien  van  Wegens  deeze  Stad  voorgedragen,  geen  ander 
gevolg  hadden,  din  dat  de  Heeren  van  de  Ridderfchap  aanna- 
aen,  en  aan  de  x^fpeAive  Leden  verzogten,  nader  hunne  ge- 
;  ,  Pa  dach- 


sni  HAARLEMS  CeJihieiiHisfiHi 


dachten  te  laten  gaan,  om  zig  te  kunnen  bekwamen  tegens 
den  volgenden  dag.    Doch  dat  als  toen,  namelijk  op  den  2$ 
November,   haare  Koninglijke  Hoogheid,  andermaal  ter  Ver- 
gaderinge  verfcheenen  zijnde,  en  hoogstdeczelvep  genegepheid 
tot  een  afkomst  deezer  zake  hebbende  .betoond ,  voornoemde 
Heeren  van  de  Ridderfchap  eenvoudig  waren  blijven  perfiftee- 
ren  bij  hun  vorige  Advies ,  conform  de   Concept-Extenfie  , 
met  de  daar  in  door  hun  voorgedragen  veranderinge ,  zonder 
wederom ,  tot  adftruftie  van  dezelve ,  ietwes  bij  te  brengen , 
of  zig  in  de  remarques ,  daags  te  voren  door  eenige  Ledea 
geopperd,  in  het  minfte   in  ie  laten;  denuncieercnde  wi>ders 
aan  alle  de  Leden  der  Vergadermge,  dat  zij  zig  predfe  zoo- 
den  hebben  te  expliceeren ,  ten  einde  de  zaak  ten  zelfden  da- 
ge, per  plura  zoude  worden  geconcludeert ,  en  voorgeevende 
dat  de   24  of  25  November  daar  toe  was  gefteld.    Waar  te- 
gens,    door    hun    Heeren  Gedeputeerden,   benevens  die  vao 
Dordrecht^   Haarlem y  AwJteUam  en  den  brUlle^  wel  alles, 
ter  materie  dienende,  was  geavanceerd  geworden,  e»  op  het 
kragtigde  geinhajreerd,  dat  bij  d*e  Heeren.  van  de  Ridderfchap 
eenige  toegevendheid  gebruikt  mogte  worden ,  tot  bevordetin- 
ge  der  deliberane,  en   dat  zij  anderzims,  indieq  de  Adviefenr 
der  refpeélive  Leden  niet   konden  worden  geconciliecrd ,  zig 
verpligt  zouden  vinden,  om  -agtervolgende  hunnen  expresfeo 
Mast,   de  nadere  intentie  der  Heeren,  hunne  Prineipaalen,  des- 
wegens  te  moeten  verneemcn.    Doch  dat,  aUc  daar  toe  aan- 
gewende  poogingen  vrugteloos  zijnde  geweest ,  en  de  Heerca 
van  de  Ridderfchap  bij  de  overige  Leden  appui  hebbende  ge^ 
vonden,   zij  Heeren  Gedeputeerden,  niet  dan  met  de  uitterfte 
fmerte,  hadden   moeten  ondervinden  dat  de  Conelufre  in  alle* 
conform  het  Advies  der  Heeren  van  de  Ridderfchap ,  bij  plu- 
raliteit, genomen  was  geworden;  waar  regens  zij  vervolgens, 
zo  wel  als   de   Heeren  Gedeputeerden  der  voorfchreeve  viey 
andere  Steden,   zig  genoodzaakt  hadden  gevonden  te  moeten 
protedeeren ,  en  de  nadere  Aantekening  aan  de  Heeren,.  hunne 
Prineipaalen,  te  referveeren. 

Dat  voornoemde  Heeren,  hunne  Prineipaalen*,  van  dit  allea 
bekomen  hebbende  omüandig  rapport,  niet  hebben  willen  na- 
laten >  om,  bi;  deeze  nadere  Aantekeninge »  te  doea  zien  dat 

Pi 


HAARLEMS  Ge/tHidenisfim  ,Mf 

z\]  Heeren  •  Gedeputeerden  in  deezen  niets  anders  hebben  kun- 
jien  of  vermogen  te  doen ,  als  het  geene  door  hen.  is  verrigt. 
£n  om  tevens  nader  te  doen  verklaren  dat  zij  de  voorfcbree- 
ve  (Inguliere  en  vreemde  handeiwijze ,  bij  bet  nemen  dier  Re- 
rplutie  gehouden,  geenzints  Icumien  overeenbrengen  met  de 
gpede  orde.  en  forme  der  Regeeringe ,  aangezien  één  der 
notabele  Leden  op  de  voorfchreeve  Concept-£xtenfie  nog 
WjSiS  geweest  ongelast:  dat  ooic  hier  uif,  door  toedoen  van  de 
Heeren  van  de  Ridderfchap,  zodanige  woorden  geligt  wWen 
geworden  »  welke  hpc  gaotfche  wezeo.der  zake  deden  veran- 
deren van  gedaante;  en  dat  men  op  de  confideratien ,  remar- 
quÊs  en  i^flsntien  der  andere  Leden  ^eene  reflexie  had  gelie- 
ven te  ,flaan;  maar,  daarentegen,  de  zaak,  bij  Meerderheid 
van  Stemmfin,  "weten  door  te  dringen  tegens  het  fentiment 
van  vijf  notabele  Leden ,  en  zonder  aan  hun  eenlgen  tijd  te 
vergunnen,  om  nader  iast  van  de  Heeren,  hunne  Principaa- 
kn,  te  kuimen  bekomen;  firijdende  vervolgens  niet  alleen  te- 
gens de  reden  en  billijkheid ,  maar  ook  tegens  het  geconve- 
nieerde  op  den  19  November,  Declareerende  hunne  Heeren 
Principaalen,  over  zulks,  tegens  de  voorfchreeve  Condufie 
en  Refolutie ,  als  ten  eenemaal  informeel  en  onwettig ,  op  hec 
kragtigile  te  moeten  protefleeren,  en  geenzints  refponlabel  te 
willen  zijn  voor  de  facheufe  gevolgen,  die  daar  uit,  bij  tij- 
den en  w^en,  zoudeti  kunnen  proflueeren.** 

Tegen  deeze  nadere  Aantekeningen  van  Amfttidam  en  Rot» 
terdam  hebben  de  Heeren  van  de  Ridderichap  en  Edelen  aan 
zig  voor  behouden  zodanige  Contra-Aantekening  te  doen^  als 
zij  te  rade  zullen  worden,  ,  . 

Wij  hebben  gezegt  dat  de  Heeren  van  de  Vroedfchap  al» 
'hier,  tot -het  formeeren  van  eene  Nominatie  van  agt  Perfoo^ 
uen,  waar  uit  vier  Burgen^eesters  verkozen  worden,  op  den 
7  van  Herfstmaand ,  volgens  gewoonte ,  vergaderen*  Deè- 
ze  gewoonte  bellaat  hier  in  ,  dat ,  agt  dagen  voor 
dat  men  toetreed  tot  het  maken  van  de  Nominatie,  aan 
ieder  Lid  van  de  Vroedfchap  word  gezonden  een  Biljet  y 
door  den   Secretaris  van  deeze  Stad ,   ter   Ordonnantie  van 

*  . 

Borgemccsteren,    getekend,  luidende:  „  Mijne   Heeren  •  van 

P  3  ^^ 


•99»  HAARLEMS  Oefehhdenfsjkhl 


^y  de  Vroedfchap  der  Stad  HaurUm  zullen  gelieven  verdacht  te 
.,,  wezen  >  om  ,  op  heden  over  acht  dagen ,  auUende  zijn 
M  den  7  van  de  aanilaande  maand  Sept;ember  ,  's  morgens 
fj  de  klokke  tien  uitren,  te  compareeren  op  der  Heeren  Raa* 
19  den  en  Vroedfchappen  Kamer,  medebrengende  een  fchrifter 
9,  lijk  Biljet»  üihoudendq  de  Namen  van  sicbt  PerföoneA  tot 
„  Burgemeesteren  deezerStad,  om  bij  haare  IConinglijke  Hoog- 
„  heid,  de  Priiüèsfo  Gouvernante,  vier.  uit  dezelveu  voor  den  . 
„  aanmaanden  Jaare  te  worden  geëligeerd;*'  en  dat,  op  deezen 
vastgeftelden  dag,  uit  den  mam  van  ieder  dor  afwezig  zijnde 
Heeren  Vroedfchappen  zo  wel,  als  van  de  geenen ,  die  tegen* 
^oordig  zijn ,  acht  Perfoonen  worden  opgegeven;  wanneer  do 
geenen ,  die  de  meeste  Stemmen  hebben ,  op  de  Nominatie  van 
Burgemecsteren  gefield  worden.  Ingevolge  van  deeze  gewoon* 
te,  vergaderden ,, op  den  7  September  van  het. Jaar  1758,  vier* 
entwintig  lieden  van  decze  £d,  Achtb,  Vergadecinge ,  die» 
ichriftelijk,  ieder  acht  Perfooüen  voordeidcn  om  op  de  Nomi* 
natie  je  brengen;  en  uit  den  naam  van  de  achc  overigen,  die 
^\vti\g  waren,  werd  zulks  ook  gedaan.'  Wanneer  deeze  fchrif^  ■ 
telijke  opgave ,  of  de  Biljetten ,  van  alle  de  tweeëndertig  Leden 
waron  geopend ,  vond  men  genomineerd  tot  het  Burgemeester* 
Iphap  de  Heeren,  die  wij  te  voren  hebben  opgegeven*  Doch 
f^  ras  was  de  Nominatie  dus  niet  gemaakt,  of  de  Heer  salo* 
MON  VAN  ECHTEN  protcftecrde  tegens  dezelve ,  en  verzogt  dai 
zijn  Protest,  op  de  volgende  wijze,  in  dc  Notuten  van  do 
Vroedfchap ,  'mogt  worden  geplaatst  \ 

„Salomün  van  echten  verWaiard  te  protedeeren  tegens  deeze 
Nominatie ,  fustinecrende  dat  'er  Informaliteiten  zijn  l>egaan  in 
deeze  Nominatie  van  Burgemeesteren ,  en  dat  mitsdien  dezelvo 
al3  legaal,  aan  Mevrouwe  de. Gouvernante,  als  Voogdesfe  van 
den  Heer^  Erfftadhouder ,  niet  kan  worden  geprefenteerd ;  ver» 
^toekende  derhalven  dat,  bij  het  zenden  of  prefenteeren ,  van 
deeze  Zijne  Proteflatie  aan  hoogstgemeide  baare  Koninglijko 
Hoogheid  mag  worden  kenni3  gegeven,"  - 

Bij  den  Heere  van  echten  voegden  zig  aanftonds  acht  ande^ 
icn  der  KjénwQOidig  zijnde  Leden,  en  de  Burgemeester wirm 

ver- 


HAARLEMS  Cefahièdenisfefi.'  231 

verklnarde ,  iil  eene  volgende  Vérgnderini^  van  de  Vróédfchap , 
t\g  mede  adn  dit  Protest  te  'höUdèn.  Aüe  de  overige  bij  de 
verkïezirtg  tegenwoordig  zijnde  Leden  (de  Heer  de  wilhem  al- 
leenlijk uitgenomen^  behielden' aan  zig  de  vrijheid  om  op  dit 
Protest  hun  Contra-Protest  te  doen  aantekenen.  Dus  ftemde  de 
Meerderheid  van  tweei?ntwindg  Ledenvan  de  Vroédfchap  voor 
de  gemaakte  Nominatie,  en  de  Minderheid  van  tien  Leden  pro- 
tefleerde  tegens  dezelve.  De  Vroédfchap  befloot  hier  op  de 
Nominadey  zo  dis  zij  door  de  Meerderheid  gemaakt  was,  vol- 
gens gewoonte,  wanneer  de  Heeren  Stadhouders  zfgin  deeze 
Provintie  bevinden ,  door  twee  van  hunne  Medeleden ,  verzeld 
van  één  der  Stads  Secretarisfen ,  welke  waren  de  Heeren  Mr. 
F.  B.  FACET.,  Regeerend  Burgemeester,  Mr.  j.  t.  koek.  Re- 
geerend  Schepen,  en  de  Secretaris  Mr.  j.  ƒ.  van  bergum  van 
NiBuwENHUizEN ,  te  zeudeu  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid ,  de 
Vrouwe  Gouvernante ;  en  aan  deeze  Gecommitteerden  den  vol  • 
genden  Brref  mede  te  geven,  om  aan  haarfe  Hoogheid  te  over* 


hïftidigen : 


Door/ugtigffe  KcniKglijke  Frinfesfe  en 

^     Fr  ouwe  l 


;,Wij  geven  ons  de  eer, door  deeze  onze  Gecomxnitteerden rflt' 
de  Vroédfchap,  aan  Uwe  Koninglijke  Hoogheid  te  prefenteeren 
de  nevensgaande  Nominatie  van  acht  Perfooncn ,  op  huiden  bij 
önis  gefbröieerd,  ten  einde  bij  Uwe  Koninglijke  '^^oogheid,  als 
Vrouwe   Gouverhante  en   Voogdesfè   van    zijne  Doorluchtige^ 
Hoogheid,  den  Heere  Priiife  Erfllaelhóüder  van  deëzé  ^ovin- 
tie,  djur  uit  de  Eleftie  te  worden  gedaan  vian' vier' Pét(i<«rèh  töf 
Burgemeesteren  deezer  Stad .  voor  Ket  aanftaande  Jaiö*',  zo  als 
üwe  Koninglijke  Hoogheid  ten  mcesteli  dienüe  vail'dcrelvb  zSl' 
oordeelen  te  behoren,  met  gedienllig  verzoek,  dat  dfezfelvé  alzo' 
gedane  Elelftie,  bij  bfefloien  Misfive,  'door  dezelve  oliz'e  Öe- 
committeerdërt  wederom  terög  gebragt  moge  worden*  met  adres 
flkn  den  Heere  Mr.  daniel  jan  kamerling  ,  '^obfd-Offiüier  v.ln* 
deeze  'Stad,  om,  bij  zijne  Wel  Ed«  Geftrt  geopend  en" de  Voof-' 
&breeve  Elcdie  gezien  zijnde,  daar  van  de  vereischte  Notflica- 

P  4  tie 


ti|s  ^  MAAR  LENfS  GefthUitfdtfen. 

de  aan  de'Geëligeerdien  tedoen,  op  dat  dezelven»  ter  behoor» 
lijker  tijd,  zijnde»  volgens  de  aloude. gewoonte  en  ordce  vaa 
.  den  Souverain,  den  lodeezer,  indien  het  doenlijk  is,  beêedigd 
en  in  posfesfie  van  hunne  Bedieningen  zullen  kunnen  gellelcl 
worden. 

„  Waar  mede  wij ,  wenfchende  en  biddende  dat  God  Almach* 
tig  Uwe  Koninglijke  Hoogheids  hpoge  Perfoon  neme  in  zijne 
heilige  Protectie,  en  derzelver  Regeeriag»  onder  het  genot  van 
de  dierbaarfle  zegeningen ,  meer  en  meer  VQorQ»oedig  en  gelok" 
kigroake,  blijven,"  ,  .    - 

Véorluchtigfte  KMinglijki  Prinjesje  en  Vrouwif 

Uw€r  Koninglijke  Hüogheids  gantsch  Dienst* 
kereidei'y 

BÜRGEMEESTEREN,  SCHEPENEN 
EN  RAADEN  DER  STAD  HAAR- 
lEM. 

Ter  Ordonnantie  van  dezelven 

# 
Haarlem  den  J.  J.  van  BERGUM  VAif 

y  ^ftember  1758,  NIEUWENHUIZEN. 


De  gem^de  Gecommitteerden  reisden ,  ingevolge  van  deezo 
Refolutic,  naar  dQU  Haag;  haddon,  daags  daar  aan  voIgen« 
den,  den  8  S^tembcr,^  gehoor. bij  liwre  Hoogheid,  en  fteU 
den  dezelve  den  Brief,  met  de  geformeerde  Nominatije,  ter 
band,  H^t  bQhaagde  haare  Koninglijke  Hoogheid  daai^p,  bij 
een  Brief  van  den  9  der  zelfde  maand,  den  Heeire  Hoofd- 
Officier  van  de^ze  Stad  te  berichten ,  dat  zij  uit  de  Perfoo- 
nen ,  tot  bekleedinge  van  het  Burgemeesterichap  aan  haar 
voorgeleid,  goedgevonden  had  te  verkiezen  de  Heeren  Mr* 
lysTUS  wittje:,  Mr.  jacüb  deütz.  Mr,  mattheüs  willem  vaji 
vjU.kc;nburg  en  salomon  van  eqhten,  en  den  zelven  te  ge-* 
]ai(«Q    d^^^Q    Hoorci)   in  d«u    £gd    te    ncm^n^    Hier  op 

deed 


HAARLEMS  Gêfikiedinirfin.  %si 


óaed  de  Heei^  Hoofd-Officier  de  verkozen  Heeren  bij  eea 
roepen  om  dezelven  te  beêedigen.  De  Burgemeesters  deutz 
en  VAN  VALKENBURG ,  bij  dccze  gelegenheid ,  den  Fieer  van 
EciFTEN,  welke  niet  op  de  Nominatie  was  gefield  geweest , 
ziende  om  mede  beëedigd  te  worden,  verzogten  dat  de  beêe- 
diging  mogt  worden  uitgefteid ,  tot  dat  de  Vroedfchap  over  de 
verkiezinge  van  deezen  Heere  geoordeelt  zou  hebben.  Doch 
de  Hoofd-Officier  te  verfhan  gevende  dat  hij  aan  dit  verzoek 
niet  kon  voldoen,  deden  zij  het  volgende  Protest: 

'  99  De  Ondergéïchreeven  met  leedwezen  vernomen  hebbende , 
dat  haare  Koninglijke  Hoogheid,  in  het  eligeeren  van  Burge- 
meesteren  deezer<  Stad  heeft  gelieven  te  gaan  buiten  de  No- 
minatie, door  de  Vroedfchap  deezer  Stad,  op  een  wettige 
wijze  en  conform  de  Octrooien  en  Privilegiën ,  door  den 
Souverain  aan  deeze  Stnd  verleend,  geformeerd,  en  aan 
lioogstdezelve  ter  Eleétie  toegezonden;  en  als  nu  ziende  dat 
de  Heer  f ioofd- Officier  heeft  kunnen  goedvinden  den  zei- 
ven  ten  onrechte  gecligeerden  Heer  te  convoceeren  om  te 
worden  beëedigd,  verzoekt,  iaihotelijk  ,  dat  de  Heer  Hoofd- 
OHicicr,  als  folemneel  bezworen  hebbende  de  handhavinge 
van  de  Privilegiën,  Handvesten  en  0(5trooien  deezer  Stad, 
met  die  beéediginge  znl  gelieven  te  fuperfedeercn ,  tot  de 
Vroedfchap,  hier  op  geconvoceerd  zijnde,  zal  hebben  gere- 
folveerd  wat  omtrent  deeze  zake  te  doen.  En,  bij  refus  van 
dien ,  vind  hij  Ondergetekende ,  door  zijnen  gedaanen  Eed 
op  de  gemelde  Privilegiën  ,  Handvesten  en  O(fkrooien  ,  zig 
genoodzaakt  te  protedeeren ,  op  de  allerkragtigfte  wijze,  te- 
geus,  de  beêediginge  van  gemelden  ten  onrechte  geëligeerden 
Heere;  zo  als  ook  tegens  de  handelwijze,  door  den  Heere 
Hoofd  •Officier  in  deezen  gehouden,  ais  niet  willende  inlUan 
voor  alle  de  confequemien,  die  daar  uit  ook  ten  zijnen  re- 
guarde  ^  zouden  kunnen  proflueeren.  Met  declaratoü:  dat  wel 
bereid  is  om  voor  zig  zelven  den  Eed  te  doen;  doch  dac 
zi^  iij  geene  zaken  met  gemelden  Heere  kan  inlaten  voor 
dat  dbeze  zaak  door  de  Vroedfchap,  en  daar  het  verder  ge* 
gordceU  zal  worden  te  behoren,  zal  zijn  gctermincerd;  met 

P  5  ver- 


%i4  HAARLEMs  (^efckieiênlifin: 


verder  verzoek,  dat  dit  zijn  Procest  zal  worden  aangetekend 
en  geregiftreerd  daar  en  zo  het  behoord,'* 


Adum  den  lo  September  1758. 
^  (Lager  ftond) 


JACOB  DEÜTZ. 
«758. 


„  Ik  Ondergefchreeve  verklare  met  het  bovengaande  Ver- 
zoek, Protest  en  Declaratoir  mij  ten  eenemale  te  confoi^ 
aeeren." 

* 
Aélum  den.  10  September  1758. 

M.  W.  VAN  VALKENBURG. 


De  Heer  Hoofd -\Officier,  echter,  ging  voort  met  het  beêe- 
digen.  Hier  op  werd,  den  li  September,  cene  Vergadering 
belegd  van  *de  leeren  Vroedfchappen.  In  dezelve  protefleer- 
dcn  adnien  Leden  tegens  de  verkiezfnge  vaq  den  fJeere  van 
ECHTEN,  als  Burgemeester;  en  werd  beflotéu  dat  een  Depu- 
tatie van  elf  Meeren  uit  het  midden  van  de  Vroedfchap, 
verzeld  van  den  Pcnfionaris  deezer  Stad,  het  beklag  van  de- 
zelve over  dit  geval  aan  haare  Koninglijke  [foogheid  ,  de 
Vrouwe  Gouvernante  zoude  voordellen.  Deeze  Deputatie 
bcftond  uit  den  Regecrenden  Burgemeester  van  valkenburg  , 
de  Oud  Burgemeesteren  de  raad  en  fagel,  de  Rcgeerende 
Schepenen  van  lennep  en  koeck,  de  Oud  -  Schepenen  klif- 
roRD  en  van  styrijm  (welke  Heeren  in  den  Haag  zouden 
asfumeeren  de  Meeren  Oud  -  Burgemeesteren  testart  en  van 
DVK ,  en  de  Oud  -  Schepenen  ravens  en  slichkr  ,  allen  in  de 
Collogien  aldaar  wegens  deeze  Stad  zitting  hebbende;  en  den 
Pcurtonaris  gilles.  Uit  het  rapport,  welk  van  wegen  deeze 
IJceren  gedaan  werd  in  eene  Vergadering  van  de  Vroedfch|p, 
den  18  September  gehouden  blijkt  wat  de  inhoud  was  van 
hunne  Commisfie ,  en  hoc  zij  in  dezelve  in  den  Haag  'geflaagd 

zijn; 

/ 


^ 


HAARLBüfö  GefciUdênfifin.  )iz5 

zi)&;  weshalven  wij  de  Refolncie,  in  die  Vergadering  geno* 

men,  hier  woordelijk  laten  volgen* 

.  ...       - 

Prccdfchaf  gehouden  den  iS  September^ 

prefent  enz.  ' 

„  De  Heeren  Regeerende  Burgemeester  van  valkenburg  y 
Oud-Burgemeesteren  de  raad- en  fagel,  Regeerende  Schepe- 
'nen  van  lennep  en  koeck,  Oud-Schepetien  klipfort  en  VAr« 
STYRUM,  met  den  Penfioiiaris  gilles,  hebben  aan  hunne  Ed. 
Achtbr  voorgedragen '  en  gerapporteerd,  dat  zij  ^'eerén  Ge- 
committeerden, hl  confonnité  en  ter  voldoeninge  van 'hunner 
Ed.  Achtb.  Refolutie  vtin  den  ri  deerer,  tXg  nog  dien  zjlfdcn 
avond  in  *sHdge  hebbende  doen  vinden,  des  anderen  daags, 
met  üdfumtle  van  den  Heere  Oud-Schepen  ravens  ,  wegens 
deeze  Stad  fesfie  hebbeiïde  in  de  Provintiale  Rekenkamer  (ter- 
"wijl  de  Heer  Oud-Burgemeester  testart,  fesfie  hebbende  in 
het  ColleVie  van  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  ,  door 
ziekte,  de  .Heer  Oud-Burgemeester  van  dyk>  fesfie  hebbende 
in  den  Rnade  van  Staate,  door  wettig  belet,  en  de  Heer  Oud- 
Schepen  slicher.  Gedeputeerde  ter  Vergaderinge  van  hunne 
Hoog  Mog.,  door  ahfentie,  waren  verhindert  geworden  hen 
Gecommitteerden  mede,  ingevolge  het  gerefolveerde  van  dee- 
ze Vroedfchap,  in  deeze  Deputatie  te  adfifteeren)  de  eere  had- 
den gehad,  des  namiddags  om  vijf  uuren,  in  eene  audiëntie  bij 
haare  Konlnglijke  Hoogheid,  de  Vrouwe  Gouvernante ,»  zig  te 
hebben  mogen  acquiteeren  van  de  Commisfie,  hun  Heeren  Ge- 
committeerden,  bij  hunner  Ed.  Achtb.  Refolutie  van  den  li 
deezer,  verzogt  en  opgelegd.  En,  dienvolgende ,  op  de  re- 
fpeétueufte  wijze,  aan  hooggemelde  haare  Konlnglijke  Hoog- 
heid, klagelijk,  hadden  doen  zien  en  voorgehouden  de  groote 
furprilb  en  het  innerlijk  leedwezen,  waar  mede  de  Vroedfchap 
was  aangedaan  geworden,  wanneer  hadden  moeten  ontwaar 
worden  de  Eledie  of  de  eigenüijke  aaiftellinge ,  welke  haare 
Konlnglijke  Hoogheid  had  gelieven  te  doen  van  den  Oud-Sche- 
pen VAN  ECHTEN ,  tot  Burgemeester  ;  en  zulks  daar  dezelve 
Heer  niet  had  geftaan  op  de  Nominatie ,  bij  de  Vroedfchap ,  tol 
Burgemcestercn,  geformeerd ,  en  van  wegen  dezelve  aan  hanro 

^       Ko- 


fi^B  HAARLEMS  GerdMenétfen. 


en  toe  welkers  confervatie,  bdioudens  alle  eerbied  en  reverètitid 
voor  haare  Koningli  ke  Hooghelds  hoogfi  perfoon  en  kwalitei- 
ten 9  wüÈX  op'ook  geenzints  in  het  minde  begeerden  te  imjrietee- 
xen  9  genoodzaakt  waren  alle  mogelijke  en  betametijke  middelen 
In  bet  werk  te  (lellen ,  om  dezelven  geheel  ongefchonden  aan 
de  Postefiteit  over  te  laten ,  en  zig  zelven  voor  alle  verwijt 
dienaangaande 9  naar  behoren,  te  kunnen  dekken  en  vrij  (leliën* 
Alles  in  die  of  diergelijke  bewoordingen. 

„Dat,  nadeeze  gedane  voordragt,  haare  Koninglijke  Hoog* 
heid,  aan  hen  Meeren  Gecommitteerden  gevraagd  hebbende,  of 
dezelven  waren  afgezonden  door  de  volle  Vroedfchap ,  en  dies- 
wegens  door  dezelven  ann  hoogstdezelve  de  nodige  elucidatie 
wordende  gegeven,  haare  Kbninglijke  Hoogheid,  verders  her 
woord  opnemende,  had  gelieven  te  antwoorden,  in  deeze  of 
diergelijke  woorden,  in  fublhntie:  w«,  om  dan  daar  op  niet 
te  bit j  ven  fiaon^  zal  ik  maar  komen  tot  de  zaak  zelf^  waar 
óver  de  Hcercn  mij  komen  [preken.  Het  gunt  ik  gedaan  heb" 
he^  is  gcfchicdr,a  rijpe  deliberatie^  en ,  zo  ik  vermeene^  voU 
gens  de  Priyilegietu  De  II e  eren  kt^nnen  daar  tegem  doen  dat 
goedvinden  y  en  voor  Qody  het  Lmid,  kunne  Stad  en  voof 
hun  eigen  zelven  ^  in  goede  confcientie  ^  kunnen  verantwoor* 
den^  Men  is  in  een  vrij  Land^  alwaar  zulks  is  gepermit' 
teerd  en  daar  Juflitie  plaats  heeft ,  en  te  vinden  is.  Terwijl 
ik  hope  en  vertrouwe,  dat  de  Heer  en  van  mij  ook  zullen  wiU 
Jen  denken ,  dat  utt  geen  afiderc  oorzaken  ietwes  gedaan  heb* 
be.  Op  al  het  welke  zij  Heeren  Gecommitteerden  de  vrijheid 
hadden  genomen,  in  het  affcheid  nemen,  nog  te  replicecren, 
met  die  of  diergelijke  expresfien,  in  (ubflantie,  dat  haare  Ko- 
nlnglijke  Hoogheid,  op  het  allcrflcrkfte  konde  verzekeren,  dat 
\\\  deezen  bij  de  Hqeren,  hunne  Prindpaalen ,  niet  in  confide- 
ratie  kwam  eenig  eigen  belang,  maar  alleen  de  confervatie  van 
de  Privilegiën  en  Rechten  van  de  Stad;  dat  over  zulks,  alleen 
uit  de  bovengemelde  principes  en  om  daar  aan  te  voldoen ,  was 
voorgekomen  de  pasfe ,  die  althans  bij  haare  Kouinglijke  Hoog- 
heid was  gedaan ,  en  dat  ai  het  gunt  verders  dienaangaande  zou- 
den genoodzaakt  worden  te  doen,  uit  geene  andere  fource  of 
oorzaak  zoude  voortfprulten ,  dan  enkel  om  zig  ra  maniere,  als 

bij 


HAARLEMS  Gefiihiedenisf€n.  %Z9 


bij  haare  KoDlngli|ke  Hoogheid  was  vermeld ,  en  op  die  zelfda 
gronden,  voor  alles,  en  ook  voor  hunne  BuFgerij,  die  met 
verlangen  den  uitflag  van  deeze  zake  te  gemoet  zag,  onaanfpre* 
keüjk  te  (lellen.  Verzoekende  eindelijk  dat  haare  KoningUjke 
Hoogheid  zoude  gelieven  geperfuadeert  te  zijn ,  dac  de  Heeren^ 
hunne  Principaalen ,  niet  zouden  ophouden  van  altoos,  en  in 
alles,  Nwat  verder  gedaan  zoude  moeten  worden,  alle  confidera-* 
tie  en  eerbied  te  conferveeren  voor  haare  Koninglijke  Hoog'^ 
heids  hooge  Perfoon  en  eminente  kwaliteiten ,  zó  als  mede  voor 
hoogstdeszelfs  Doorluchtig  en  Vorstelijk  Huis,  welkers  wettig 
verkregen  Rechten  zij  genegen  en.  gezind  zouden  blijven ,  ten 
allen  tijde ,  te  helpen  handhaven  en  voórdaan. 

„  Waar  op  gedelibereerd  zijnde,  zijn  de  Heeren  Gecommit- 
teerden voor  derzeiver  genomen  moeite  en  gedaan  rapport  be- 
dankt, met  volkomen  approbatie,  zo  ais  gedaan  word  bij  dee- 
ze, van  al  het  gunt  bij  dczelven  is  gedaan  en  verrigt.*' 

Gelijk  haare  Koninglijke  Hoogheid,  aan  de  Heeren  Gedepu- 
teerden van  de  Vroedfchap,  dus  te  verdaan  gaf  dat  de  aandclling 
van  den  eere  van  echten  na  een  rijp  overleg  wa^  gefchied, 
zo  toonde  dezelve  ook  dat  zij  voorneemens  was  die  te  doen 
(hnd  grijpen,  tegens  alles,  wat  in  deeze  Stad  tot  wederflrevinge 
van  dezelve  mogie  ondernomen  worden.  Want  den  21  Septem- 
ber deed  de  Hoofd-Officier  dcezer  Stad ,  door  één  der  Stads  ' 
Secrctarisfen,  eene  Publicatie  van  haare  koninglijke  Hoogheid 
afkondigen ,  welke  eene  waarfchouwing  behelsde  voor  allen ,  die 
de  meergemelde  verkiezing  zouden  witten  wederftrevcn ,  en  dus 
luid: 

„Wij  ANNE,  bij  der  gratie  Gods,  Kroonprinfesfe  van  Groots 
Brittannien^  Prinfesfe  doüariere  van  Oranje  en  Naifau^ 
Gouvernante  en  Voogdesfe  van  zijne  Hoogheid ,  den  Heere 
Prinfe  van  Oranje  en  Na}fau^  Erflladhouder,  Kapitein  en  Ad- 
miraal  Generaal  van  de  zeven  vereenigde  Nederlanden^  ais  me- 
d^  Erf  kapitein  en  Admiraal  Generaal  van  de  Unie ,  enz.  enz, 
enz. 

„  Allen  den  geenea,  die  deezen  zullen  zien  of  horen  lezen  ^ 
falut;  Alzo  tot  onze  keunisfe  is  gekomen,  dat,  kiiettegenflaande 

on- 


t4<>    '  HAARLEJiiS  GttcMêdinhteH. 


ite^H 


Oflze  gedane  EleAie,  In  conforrtireit  van  de  Privilegiën  derStódt 
Haarlem^  van  den  Perfoon  van  salomon  van  echten,  roe 
Burgemeester  van  dezelve  Stad^  en  dat  dezelve  daar  coè  be^ 
hoorlijk  in  den  Eed  is  genomen,  nogthaps  fommige  Leden  vaii 
de  Regeeringe  der  voorfz.  Stad  Haarlem  zig  niet  ontzien ,  od 
de  voorfz.  onze  gedane  Eleélie  van  den  Burgemeester  salomon 
VAN  ECHTEN  Op  allerlei  wijze  te  wederftreven  en  den  2elven  in 
de  Funétie  zijtier  Bedieningè  te  turbeèren ;  al  het  welke  wij  niet 
anders  kunnen  aanzien  als  voor  dlrede  oppofitien  aan  onze  Per-» 
(bon  en  wettig  gezag »  waar  van  de  gevolgen^  tot  ontrustinge 
van  de  goede  en  vreedzame  Burgerij  e  van  dezelve  Sud»  zoudea 
kunnen  (trekken* 

„  Zo  is  *t  dat  wij ,  daar  jegetls  'willende  voorzien ,  na  ern* 
ilige  deliberatie,  goedgevonden  hebben,  door  deeze  ónze  Pu' 
blicatie,  de  voorgemelde  Leden  van  Regeeringe  en  verders  allen 
en  een  iegelijk,  wte  hij  zoude  mogen  zijn,  ferieufelijk  te 
vermanen  en  te  waarfchouwcn  zig  van  zulks,  in  allen  manie* 
re,  (e  onthoudei^:  en  te  gelijk  Mr.  daniel  jaN  kamerling « 
Hoofd-Officier  der  Stad  Haarlem^  te  gelasten  de  voorft.  on- 
Ze  gedane  Eleélie  van  salomon  van  fxhten,  tot  Burgemees- 
ter derzelver  Stad,  door  deft  arm  van  de  Juftitie  te  mnintf- 
neeren  en  te  doen  refpeéleeren ,  in  cas  van  aanhoudende  we- 
derftrevinge  zig  daar  óp  te  informeeren  en  zijne  bevindingen 
des  wegens  aan  ons  over  te  fchrijven  ,  zonder  daar  van  t6 
blijven  in  gebreken. 

„  Lastende  en  beveelende  wijders,  dat  deeze  van  den 
Raadhuize  der  Stad  Haarlem  zal .  worden  gepubliceerd  en 
voons  geaffigeerd  ter  plaatze^  daar  zulks  gewoon  en  gebruike' 
lijk  is  te  gefchieden.'* 

„  Gedaan  onder  onzeHandtekeninge  en  Zegel,  'vsi'^s  Graven* 
hMgi^  den  ao  September  1758. 

ANNE. 

(L.  S.)  Ter  Ordonnantie  van  haare  Koningrijke 

Hoogheid 

G.  A.  VAN  RiELt  * 

/  Commies  van  *t  Kabinet* 

•  ■ 


HAARLEMS  GefehêtieMtptwi  H< 

Hiei^  op  heeft  dé  Meerderheid  v«)l  de  VroedTchap  ^  beftauidi 
In  achden  Leded^  2ig  gewend  tot  de  Ëd«  Groot  Mog»  Heerea 
Staaten  van  dee^e,  Provintie  *  en  bij  derelven ,  den  ftf  Sepiem* 
bef,  een  Request  doen  inleveren,  inhoudende  een  verhaal  van 
het  gepasfeerde  in  deeze  2ake  >  en  een  verzoek  dat  humie  Sd« 
Groot  Mog.  omtrent  dezelve  Zodanige  voorzieninge  geUeven  t^ 
doen»  als  zij  zullen  oordeelen  te  behoren;  welk  dus  luid: 

Jlsn  4é  EJkk  QrHt  Mêg^  BTftftn  SiMten  vsh 
Ocifand  en  fTtitfrieiland. 

^  Vertonen ,  mèt  alle  reiJ^eA ,  dé  onder gefchreeve  Bü^ge* 
meesteren ,  Schepenetl  en  Raaden  der  Stad  Haarlem ,  te  famed 
tiitmakende  dë  Meerderheid  Van  de  Vroedfchap  dér  gemelde 
Stad;  dat,  op  den  j  Van  deeze  maand  September,  bij  dezelvd 
Vro^drchap  der  Stad  Haarlem^  ingevolge  het  Pra^rcript  Van  het 
Privilegie  eö  ÖArooi,  aan'deielve  Stad  en  deszelFs  Burgerlje^ 
bij  Ü  Ed*  Grool  Mog,,  als  Souveraiii  Van  den  LaAde,  op  deil 
ftft  ]uni}  van  het  Jaar  1651,  omtrent  de  MagiftraacsbeftelUnge» 
vergund  en  gegeven ,  het  welk  zedert  dieü  tijd  altoósdüureüdè 
Is  geobferveerd  ,  en  tiog,  op  den  i  September  Van  het  Jaat 
175S,  bij  U  Ed.  Groot  Mog*  is  geconfirmeerd ,  en  verktoatd  tè 
iljn  in  zijn  geheel  eö  van  volle  kragt  (na  dat,  volgens  hét  ge» 
bruik,  zedert  lange  Jaaren  herwaard  mede  in  ob(ervantie>  dé> 
Leden  vtin  dien,  door  Bürge^eesteren ,  bij  expresfe  uitgezoiu. 
den  Biljeiien,  acht  dagen  te  voren  daar  toe  waren  geconvo»'' 
ceerd)  "zijnde  geprocédeert  geworden  tot  het  maken  van  ecnt 
Nominaiie  van  acht  Perfoonen  tot  Burgemeesteren,  om  bij  ha» 
re  Koninglijfke  Hoogheid,  de  Prinfesfe  Gouvernante,  als  Voog* 
desfe  over  zijne  Doorluchtige  Hoogheid ,  den  Heere  Prinfii 
Erflhdhoudet,  vier  uil  dezelven,  voor  den  aanïhanden  Jaare» 
tot  Burgemeesteren  te  worden  geêiigeerd ,  ab  toen ,  na  gedan» 
colleftie  en  opening  van  alle  de  tweeëndertig  Biljetten ,  zo  van 
de  prefente  als  abfente  Leden ,  was  gebleken ,  dat  met  Meer- 
derheid van  Stemmen ,  bij  dezelve  Vroedichlp  |  ten  «l&do 
Toorfz» ,  waren  genomineerd  de  Heeren 

Mr.  Jl«TOS  WITTE >\        ♦.,..*        ,, 
Mr.  JACOB  Dma,  ƒ  *^  ^"^  \ié:h^^%  geaieül, 

.XlX^DfiZL.  .  Q     ^"  Kfr. 


§4*  MAARLSIHS  (StfikiidentiMi 


Mié  AkjËM  DE  lUAD  f  '   •' 

MriBidffittAS  CULDEWA6BN,  '    ^ 

Mr«  MAI^HEUS   WILLEM  VAN  VALKENBURG  % 

UaAïL  CUPFORT  ,       «   - 
iïr.  JAN  VAN  STtRÜM  eH 
Mf.  i>AVlb  VAM  LBNNEP.  ' 

„  Dat  zi]  Vertoners ,  niet  anders  wetende  of  kunnende  opma^ 
ken,  of  dèèzè  Nbminatfè  was  gemaakt  conform  Het  voorfchree- 
ve  Privilegie )  en  volgens  de  Rechten  en  Vrijheden,  de  Leden 
van  de  Vroedfchap  daar  uit  competeerende^  ais  bezittende  de 
acht  genomineerde  Perfoonén  alle  de  kwaliteiten,  die  daar  tóe, 
bij  hec  voorgemelde  Priviiégie  en  Oétrooi  van  hèt  Jaar  165 1 
worden  gerequireerd  ,  .  en  uit  alle  welke  Gekwaïificeerden  dé 
Vroedfchap  niet  alleen  de  vrijheid  heeft,  maar  zelfs  verpligt  is» 
te  Dominêeren  de  zodanigen,  als  volgens  hunnen  gedanen  Eed^ 
ij  goeder  confcientie,  zouden  achten  te  wezen  van  de  rechl- 
vaardigde,  verflandigfle  én  vreédzaa^nfle  liefhebbers  van  het 
Vaderland;  en  welk  Privilegie  dé  Vroedfchappen  gewoon  zijn 
alle  Jaaren ,  voor  het  formeeren  der  Nominatie  van  Burgemees- 
teren,  op  den  daar  op  gedanen  Eed,  wederom  aan  te  nemen, 
fu  te  beloven  te  zullen  obférvéeiren,  voor  zo  verre  met  de  te- 
genswoordige  Conilitutie  der  Regeeringé  (jvereenkomt,  en  te- 
gels de  authoriteit  van  dep  Heere  Prinfe'  Stadbouder ,  en  over 
zulks  tegens  het  gunt  aan  hoogstdenzelven  bij  den  Souverain  is 
gedefereerd,  niet  komt  te  (irijden;  en  alzo  nog,  op  den  zelf- 
den 7  deezer,  bij  alle  de  prefente  Leden  wederom  was  aange- 
nomen geworden;  hetnogthans  was  gebeurd,  dat  de  Oud-Sche* 
pen  SALOMON  VAN  ECHTEN  haddc  kunnen  goedvindeo  tegens  die 
gemaakte  Nominatie  te  protefteeren,  fustineerende  dat  'er  in  die 
r^Iominatie  informaliteiten  zouden  zijn  begaan,  en  dat  mftsdiea 
dezelve  als  legaal  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid  niet  konde 
worden  geprefenteerd;  en;m(|t  welk  Protest,  Tchoon  in  zig  nier 
bevattende  een  eenig  poin^,  waarom  dezelve  Nominatie  zoude  , 
2ijn  informeel  of  illegaal,  de  Heeren  la  KLé,  PARvé,  van  der 
WAAIEN,  Regeerende  Schepenen,  van  den  broek,  Oud-Bur- 
gemeester,  van  zaanen,  kamerling,  steenis  ren  van  aoou 
eiNDORjP^  Oud-Schepenen,  zijnde  allen  Rnadeo  in  de  Sxc^ 


ÜAAILLÉIitS  GeJiUgiikisfim.  iJf^ 


£ib81».  Big  hliddeii  gewekt»  felfik  ^e  fiuffgemeescbr  wittk,  fii 
één  der  Vroedfclappai ,  daar  «a-  gehouden ,  mede  hsrdde  veir- 
klaard;  tenViH  ondertusfthenv  ten  z^Oea  dÈgt;ni  éaa^fexfé 
Hde  mceate  Leden  fcunne  *Connft*Aanlekeaing  tegena'  dat  I^rdtesc 
iKidderi  gerefervéerd»  de  voorfthreevé  Vr6édicKap*  met  con- 
correotie  ae]£i  vanjiet  np^taield  geprotelteerd  hebbende  LicT^ 
«n  van  ftlUn,  die  sig  teo  jselfilen.  dage  tdaar  bl)  Üadden  ge- 
Vo^,  'hirdden  goedgevonden.de.^lzo  geformeerde' Nominatief 
volgena  ordimiii^  gewoonte»  wanneer  haire  Koniüglljke  Hoog- 
heid zig  In  dee^e  ProTinde  bevind  >  doQf  eenige  Heèren  ^  by 
de  Vroedfchap  gecommitteerd,  «ia  iioogndezelve  te  doeb 
j^refènteeren,  bij  overleveringe  van  eene  Misfive  van:  dé 
Vroedrciiap,  waar  bij  dezelve  Nominade  was  Vervat^  ten  ein* 
4e  haare  Küninglijke  Heeghtid  daar  uit  zoude  geiieven  fé 
tligeeren  uodanige  9ier  Ferfoenen  t$i  Burgenuesteren -y  ah 
hoogttde^elve  ten  meetUn  dïenfiè ,  en  nuHe  ifan  detze  Stad^ 
kotide  oerde^len  te  beheren ;  lijnde  dezelve  Misfive  mede  gê^ 
infereerd;  en  welke  Heeren  Gecommitteerden  de  eere  kébbed 
gehad  om  ztg  van  hunne  Commisfie  bij  haare  Konittglijké 
Hoogheid,  op  den  8  deezer,  te  hebben  mogen  acquiteereni 

9,  Dat,  hoe  zeer  de  Vertooners  op  dit  alles  na  niets  andéfa 
Jiadden  mogen  of  kunnen  verwachten,  of  haare  Koninglijké 
Hoogheid  zoude,  nit  die  zo  Wettig  geformeerde  ^n  iail 
hoogstdezeive  geprefenteerde  Nominatie »  hoogstderzeiver  wel* 
behaaglijke  Bleaie  hebben  gedaan  ^  en  ten  miniten  zig  verié^ 
kerd  moesten  houden,  volgens  het  gwit  bij  haare  Konbi^jké 
Hoogheid  zel*'6,  omtrent  de  taatstvcorgnnde  Nominatie  vart 
.den  7  September  van  het  Jaar  1757,  was  i>egrepen»  en  dieH- 
.iangaande  bij  hoogstdeztive$  óp  den  5  Oétober  van  het  Jaar 
1757,  aan  U  Bd.  Groot  Mog*  was  berigt^  dat,  zo. onver, 
hoopt,  en  niectegcnfbande  al  bet  gnnt  voorfcfareeven  is,  blij 
hoogstdezelve  edieer  m)g  omtrent  de  wettigheid  van.  die  No^ 
minacie  eenige  dubleteit  of  zwarigheid  mogce  zijn  overgeble- 
ven, hoogscdezelv«  daar  omtrent  elucidatie  londe  Hebben  ge- 
feqmreeid  v«n  de  Vroedfchap,  of  gefproken  met  de  Q^e^ 
teerden,  die  de  eere  hadden  gehad  van  de  giemèkie  Nomioati^ 
9an  hoogstdeiselve  te  prefenteeren^  tes>einde^  indi«a  de  on- 
wettigheid  sto.  tehoc^  kondewordtn.  aangetoond  en  V£n 

Q  SI  .  klaard^ 


«44 


HAARLEMS  GèfchieJêHisfeé. 


klaard,  bij  de  Vroedfchap,  toe  redres  vandico,  konde  wordea 
geprocedeert;  het  nogthans,  tot  overgrote  furprife  en  leedwe- 
zen  van  hun  vertoneren,  en  van  verre  de  meeste  Leden  van  de 
Vroedfchap,  was  gebeurd,  dat,  zonder  dat  alles;  haare  Ko- 
«iPglijke  Hoogheid  hadde  gelieven  goed  te  vinden,  uit  de  alzo 
fefpraieerde  .en  overgeleverde  Nomiaatie,  alleen  te  eKgeere» 
drie  Perfoonen  tot  Burgemeesteren ,  als  naamlijk  de  Heercii 
WITTE ,  den  eerst  ondergefchreeven  deütz  ,  en  van  valkepï- 
Buw?,  en  tot  vierden,  den  Oud-Schepen  salomon  van  ech- 
TEN,  die  op  de  Nominatie  door  de  Vroedfchap  niet  was  ge- 
-  bragt,  en,  volgens  de  optelHo^e  der  Stemmen,  daar  op  ook 
Biet  gebragt  hadde  kunnen  worden.  En  van  welke  Eleftie 
het  haare  KoMnglijke  Hoogheid  hadde  behaagd ,  bij  ^Misfive 
van  den  9  deezer,  kennisfe  te  geven  aan  Mr.  dan»l  jan 
KAMERLING,  HoofdtOfficiec  deczer  Stad,-  met  last  om  dezelve 
Heereu  te  beëedigen  en  in  de  posfesfie  van  hnnne  Bedieninge 
te  ftellen,  volgens  de  Copie  van  dezelve  Misfive,  welke  Mis- 
fivegamsch  divieerende  zal  worden  bevonden  van  het  gewone 
Formulier  der  Misfiven,  waar  bij  de  Eleftie  der  hoge  Heeren 
Stadhouders  in  der  tijJ  altoos  aan  de  Hoofd-Officieren  ïs  toe- 
gezonden geworden,  en  welke  haare  Koninglijke  Hoogheid 
voor  deezen  mede  heeft  gelieven  te  ufeeren,  zo  als  daar  van 
wit  de  voorgaanden  zoude  kunnen  confteeren. 

„  En  dat  daar  op,  vervolgens,  al  verder  was  gebeurd,  dac 
de  Hoofd-Officier  der  gemelde  Siad,  die,  als  Vroedfchap, 
'alle  Jaaren,  op  zijnen  daar  op  gedanen  Eed,  het  achtervol- 
gen der  Privilegiën  en  Oftrooien ,  en  dus  ook  van  gemelde 
Privilegie  van  het  Jaar-  1551,  in  maniere  voorfz,,  aanneemt 
mede  te  zullen  nakomen  eu  achtervolgen,  en  opk  fpeciatl 
zulks,  roet  folemneelen  Eede,  beloofd  heeft  in  handen  van 
Burgemeesteren ,  bij  het  posfesfie  nemen  van  zijn  Ampt  'aia 
Schout,  niet  alleen,  den  to  deezer,  gemelden  Oud-Schepen 
SALOMON  VAN  ECHTEN  hadde  gelfcven  te  convoceer  en  om  te 
'worden  beêedigd,  maar  den  zelven  ook  eifedive  in  den  Eed 
als  Burgemeester  hadde  aangenomen,  niettegenflaande  dat  twee 
4ler  wettig  uit  de  Nominatie  aangeftekle  Heeren  Burgemeeste- 
ren ,  met  namen  de '  eerst  onderfcfareeven  der  verrotiermi, 
i>si;tz  en  van  VAUUtMBy&Q,  ten  dlea  tifde  hadden  verzo^c 

dac 


HAARLEMS  GètehUJefiisfen,  24!f 


dac  dnr*  mede  mogte  worden  ge(b))erredeert,  en  de  Hoofd- 
Officier  evenwel  met  die  beéediginge  willende  voortgaan,  de- 
zelven  waren  genecesficeetd  geworden  tegèns  de  Beêdlginge  van 
den  voornoemden  buiten  de  Nominatie  aangeftèlden  Heere,  en 
tegens  de  handelwijze,  door  den  Hoofd -Officier  in  deezen. 
gehouden ,  op  het  kn^igfte  te  proteftèeren ,  volgens  de  Copie 
van  derzelver  Protest ,  ter  Kamere  van  de  Heeren  Burgemeeste- 
roi  gedaan  en  doen  .regiftreerea. 

'm  Dat  dit  alles  tot  kemiisfe  zijnde  gekomen  van  de  Vroedfchap 
der  SxMd^Hadriem 9  en  zulks  ook  van  hun  vertoneren,  die  daar 
nan  de  ^leerderheid  zijn  uitmakende ,  dezelven ,  aan  de  ééne 
zijde»  wel  in  aandachtige  overwegingé  hadden  genomen  het 
aanzienlijk  Recht,  de  authoriteit  en  waardigheid,  haare  Koning- 
lijke  Hoogheid  in  derzelver  hooge  kwaliteiten  competeerende, 
zo  als  zulks  aan  de  Heeren  Prinfen  Stadhouderen  (n  der  cijd ,  en 
dus  mede  aan  hoogstdezelve  in  haare  kwaliteiten  door  hunne 
£d.  Groot  Mog»,  als  Souverain  van  den  Lande,  is  geconfe* 
veerd ;  en  welke  wettige  Rechten  zij  venoners  za  min ,  ais 
eenige  van  derzelver  Medeleden,  niet  alleen  geenzints  begeeren 
te  verkonen»  maar  naar  hun  uitterfte  vermogen  genegen  zijn 
legeos  alle  infraaien  te  helpen  handhaven,  doch  dat,  aan  den 
anderen  kant ,  volgens  hunnen  Eed ,  in  hunne  voórfz.  kwalitei* 
ten ,  ty  bewaringe  van  der  Scads  Privilegiën ,  Vrijheden  en ' 
Rechten,  folemneel  geprefleerd  en  afj^elegd,  zig  insgelijks  in* 
dispenfabel  hadden  verpligt  gevonden  te  moeten  doen ,  het  gunt 
zij  dien  conform,  en. van  confcientie  wegen,  totmainden  van  ^ 

dien,  zouden  oordeelen  te  behoren;  en  dat  zij  vertoners ,  met 
dat  oogmerk ,  het  voorfz.  gebeurde  rijpelijk  hebbende  geponde- 
seerd,  bij  geene  mogelijke  imaginatie,  onder  eerbiedige  reve-  ' 

rentie,  hadden  kunnen  begrijpen  hoedanig  of  op  wat  fundament 
de  voorgemelde  EIe(ftie  of  eigemlijke  aanftelUnge  van  haare  Ko- 
ningUjke  Hoogheid  ,  van  den  Oud  Schepen  van  echtbn  tot 
Burgemeester,  zonder  dat  op  de  Nominatie  van  de  Vroedfchap 
^  was  gèbragt  geweest,  heeft  kunnen  gefchieden,  als  zijnde  niet 
alleen  aan  hun  vertoneren,  na  exaae  overwegingé  voorgeko- 
^nen,  dat  bij  alle  der  Stads  Privilegiën,  Handvesten  of  Oftrooi. 
en,  de  Rechten  tot  het  maken  van  eene  Npminatie  van  een  dub. 
kei  getal »  om  d^v  uit  eeoe  Eleaie  te  worden  g^daap,  aan  de 

Q.3     .  Vroedr 


%^ .  HAARLEMS  OtmeieiiHfin^ 

^^immÊm^ÊmmmmmmKmmmmmmmmmmimmmmmmmmÉmÊmmmÊÊmmmÊÊmmmiÊÊimÊmim^mmm 

Vroo^chap  is  gegeven  en  tosgel^ilt)  matr  dnr  benevens  ook 
9eker  dat  de.  Vroedfchflip  van  dac  Blécftt ,  onder  de  Regeevin- 
ge  mede  van  alle  de  hooge  Heeren  .Prinfta  Sctdhooderen »  ia 
eene  ongeinterriunpeerdQ  pöffesfie  n  verblenten»  en  het  zelve 
Rechc  aUo,  door  alle  deaelven,  een  allen  tijde ,  gelijk  zulks 
in  vorige  gevallen  tot  bier  toe  door  haare  Kooioglijke  Hoog- 
heid zelve  is  gedaan,  «Is  is  geagnofceerd. 

„  Dat,  in  deeze  toedragt  van. zaken,  zij  vertoners,  welken 
ook  in  de  VroedCcbap,  \ec  zake  van  dezelve  ËleéHe,  behoor^ 
]i)k  hadden  geprotegeerd  of  doen  protefteeren ,  niet  anders 
hebbende  kunnen  beduiten-,  als  dat  de  voorfz,  aanftelliiig  van 
den  Oud'Schepen  viN  jachten  ^  buiten  de  Nomihatfe,  tot 
Burgemeester  bij  haare  Koninglijke  Hoogheid  gedaan ,  was  een 
compleet  abuis;  waar  toe  ibmniigen  haare  Koninglijke  Hoog* 
heid,  door  verkeerde  tnfonkiatien  en  berichten,  hadden  geper- 
lAQveerd,  en  dus  zo  wel  hoogstderzelver  verligt  oordeel 
litddeo  weten  te  fub*  eo  obripfeeren,  ds  derzelver  aangebo* 
ren  goedfaeki  ten  onrechte  te  misbruiken ,  en  over  zulks  geen* 
^nts  twijflfelende  aan  het  fncces  in  deeze  zake,  wanneer  haare 
^o^ngUjke  Hoogheid  nader  van  de  ware  toedragt  van  dezel' 
vfe,  en  van  de  notoire  gegrondheid  der  Rechten  van  de 
Vroedfchap,  konde  worden  geïnformeerd;  'dienvolgênde  zi| 
vertoners,  in  de  Vroedfchap,  dienaangaande,  den  ix  deez^» 
gehouden ,  gaarne  daar  in  hebben  toegeftemd ,  dat ,  voor  alle 
a^eo,  door  eene  aanzieidijke  Deputatie,  aan  l^re  Koning^ 
\^  Hoogheid,  op  de  eerbiedigile  wijze,  derzelver  voorfz« 
iM^iag  zoude  behoren  te  worden  geremonilreerd,  en,  op  de 
j^neest  daar  toe  dienende  gronden,  het  redres  van  dezelve 
i(f orden  verzogt;  geMjk  .zulks  den  t2  deezer  ook  was  in  het 
Urerk  gefteld;  doch  met  eene  gantsch  onverwachte  en  onge 
)ukkige  uitkomst,  zo  als  het  zelve  in  het  breede  was  te  zien 
iA  het  rapport,  bij  de  Heeren  Gecommitteerden  van  die 
^ommisfie,  aan  de  Vroedfchap,  den  i8  deezer,  gedaan, 

„  En  bij  welk  geuit  fendment  zij  vertoners,  tot  hun  aller" 
itoertelijkst  leedwezen,  verders  hadden  moeten  ondervinden 
^  haar^  Koninglijke  Hoogheid  alzims  hadde  gelieven  te  per« 
f^eereo,  door  d^  Publicatie,  welke  hoogstdezelve ,  deezeni 
^BffAV^^  dea  %\  deiezer ,  \»iit  goed|evotden  binnen  d^ 


t»  Dat  zfi  ypnongtSf  diie,  pitteen  uic  hooge  teyie^f^itie  ai 
terbi^  voor  dp  voor&é  g^^clareerde  im^qtie  van  ba^e  Ko- 
nii^lijke  H(>o^jsi4,  wel  oiec  voor  MbM  d«a  g^ouelcioQ  bij 
haare  Konioglijke  Hoogheid  at?D  neëUgecrdea  BqrgeqiQiQiter 
VAN  EcuTEM  on4«^t^s{b]^  ip  zijne  fuD^e  te  yeietUtteven  of 
te  tiirbeeren^  ipm  geoegenzija,  zonder  ver^o^ge  van  der* 
?^elver  Rechcfn,  het  £elve  interim  te  laten  bij  bpnbe.  daar 
cegens  gedane  Procesten,  als  ton  prindjiaalen  alleen  beoog^de 
dé  Confervatie  van  de  Stads  JPrivileg[en  en  Rechtfn,  yolgeni 
hunnen  daar  op  gedaijen  Eed,  dienvoi^ende,  hoe  zeer  aan  de 
eene  zijde  wel  geconfidereerd  hebhen  deezen  voor  hun  zo 
fmertelijk^  als  perplezen  tqellai^d,  aan  den  anderen  kant  nog*  . 
thans  hebl;>en  venneent  aan  die  hunne  zo  duuce  verpligtinge 
niet  te  kunnen  voldoen,  wanneer  in  de  voorfz.  bij  hagre  Ko- 
ninglijke  Hoogheid  gedane  Eleétie  geheel  zouden  blijven  be- 
rusten, zonder  aan  U  Ed.  Groot  Mog.  den  waren  toefhind 
van  dezelve  te  hebben  opengelegt,  en  van  hoogstdezelven, 
*  ilt  welkers  boezem,  als  Souverain  van  den  L^nde,  de  Pri- 
vilegiën, en  dus  ook.  het  voorfz.  Privilegie  en  Odrooi  van 
den  }aare  1651,  zijn  voortgekomen,  hunne,  zo  z!]  vertoners 
vertrouwen ,  rechtmatige  klagten  te  hebben  mogen  openleggen, 
om  dienaangaande  een  bilHjk  redres  te  imploreereH. 

„  En  dat ,  gelijk  zij  vertoners ,  omtrent  het  fbrmeeren  der 
voorft*  Nominatie,  niet  bewust  zijn  ietwes  te  liêbbeti  beoogd 
of  gedaan,  dan  het  gunt  mee  het  dtBamem  der  Privilegiën ^ 
«n  fpeclaal  van  het  voorfchreeve  Privilegie  en  Oftrool  van  U 
£d  Groot  Mog.,  van  den  Jaare  1^51,  Is  overeenkomende « 
terwijl  ook  noch  bij  het  geproiefleerd  hebbende  Lid,  noch 
bij  die  'geeben,  die  zig  met  den  «dven  hebben  gevoegt,  ee^ 
ntge  fpecifieke  redenen  van  bezwaar  tegens  de  Noibinatle  zijii. 
geallegueerd  ;  zo  als  bij  haare  Konlnglijke  Hoogheid  zelve, 
laagaaude  .eenige  illegaliteit  of  Informalitelc  van  dezelve ,  geen 
de  minile  mende  aan  de  Vroedfchap  is  gemaakt  geworden » 
veel  min  daar  omtrent  eenige  Infonoade  bij  hoogstdezelve  la 
gerequireerd  of  gevergd;  «n  Uj  dat  alles,  ook*  nog  te  voegen 
2ijnde,  dat  zij .  vertoners ,  na  een-naauwkeurig  en  fcmpnleu^ 
onderzoek  van  alles,  niet  kunnen 'vinden  of  bevatten  het  fun* 
émient^  waar  "op  de  voomoemder  Oud<Scbepen  Viv  ichten, 

Q4  bij 


«$•  HAARLEMS  Geffhiiieni$Pm, 


VLog.^  mar  derzel^^  hooge  wijtheid»  znidea  oordeelen  te 
behor^. 

9,  Om  vervolgens  iian  de  intcode  vm  JJ.  £d.  Groot  Mog. 
tè  voldoen,  achten  wij  het  nocüg  U  Ed,  Groot  Mog.  vooraf 
te  inlbnneeren  van  het  geeoe,  dat  nwc  oenigen  tijd,  in  die  Stad, 
cmder  de  Regeeria^  aldaar,  is  vooigevaUen.  £n  wij  hoUden 
ons  verzekerd  dat  U  Ed.  Mog.  daiur  door.  niet  nin^er  mee 
verwonderinge ,  dan. met  verontwaac4ïg{nge,  zuUen  wezen  aan- 
gedaan ,  over  de  oodemetDüige  vam  de^ze.  «cibtien  Leden  van 
'  ^  Vroedfchap;  dac  U  Ed*  Groot,  Mog.  daar  bij  zullen  be- 
g^f^  dat  iiee  eminent  carader,  .dpit  wij  ini  deeze  Provintie 
bekleden  ,  daar  voor  behoorde  beveiligd  te  wezen ;  en  ()ac 
even  daarom  U  Ed.  Groot  Mog.  zullen  juftificeeren,  dat  wij, 
In  bet  fuppediteeren  van  deeze  onze  Confideratien,  ons  geen* 
9lnts  met  dezelve  achtien  Leden  begeecen  te  compromitteerei^ 
T«el  min  ons  in  ce  Jaten  om  met  beo  over  de  ontwijfièlbare, 
Rechten  van  4mzen  zoon,  den  Erfftadhouder  deezer  Provin- 
tie, te  disputeeren  of  die  tegens  hen  te.  deifendeereo;  en  dat, 
voor  zo  verre  wij  echter  daar  bij,  meer  of  min,  in  de  ma- 
ftrie  treden,  zujks  alleen  gefcbied  om  U  Ed*  Groot  Mog. 
daar  uit  te  Xtxeo  oordeelen ,  of  niet  hunne  gehouden  condoi* 
tes  zodanig  afwijken  van  de  gronden  van  eene  welgeftelde 
Regeeringe,  dat,  indien  die  door  anderen  ongelukkig  mogten 
worden  nagevolgd,  de  uitwerking  daar  van  niets  anders  zijn 
zal,  als  dat  voortaan  de  Privilegiën,  Wetten,  Colhimen  en 
Ufantien  niet  meer  het  rigtfnoer  zullen  behoeven  te  wezen, 
waar  naar  de  Regeering  van  het  Land  en  de  Steden  beftierd 
ttoet  worden ,  maar  dar  eetie  willekeurige  overmagt  zal  jbita" 
eèren  het  geene  ze  oofdeelen  zal  'liet  meeste  van  de  conve* 
inentie  te  zijn.  Doch  of  op  die  wij;Ee  eene  Regeering  ftand 
Ican  houden,  vero'ouwen  wij  dat  niemand  Ibuteneoren  zal. 

„  Het  is  nu  fuim  drie  Jaaren  geleden,  dat  tot  onze  kennia- 
fé  gebragt  wierd  dat  twintig  van  de  tweeëndertig  VróedTehap- 
pen  der  Stad  Haariem^  met  den  anderen,  «ene  verbinc«iH« 
zbuden  hebben  aangegaan ,  met  luMaitiof e  vtti  twaalf  hunner 
Medeleden,  en  dat  aan  het  hoofd, van  die  cabale  zoude. zijn 
Mr.  ]ACon  deutz/  Dit  een  en  ander  kwam  ons  zeer  onwaar* 

fchij»* 


tlAAIküEMS  GefiitUdéél^M,  i«x 

l|;hi}tiiijk  voor«  Het  eerfle^  om  dat  hei  «m  de  Regareen  VHit 
Ilaariemy  immers  aan  die  geenea»  die  vodx  dea  Jaare  1748 
i»  de  Regeeriitg  zijn  geweest,  niet  oidièkendr  koode  zijn,  dse 
de  Correspondemie ,  die  in  dezebtreSttd,  bt)  de  aankomst  va» 
vip^  eoeen  Doorlochtigflen  Gemaal  tot  tet  Stadhonderfcfaapk 
deezer  Provimie,  fiibfifieerde,  air  IWjcfig  Aet  de  foodamentee* 
Ir  Weteen  der  Regeeringe  en  veritortende  het  Stadhouderlijk^ 
gezag,  bet  welk  éoar  éc  toenmalige  Regenten  oc^  alzo  wierd 
begrepen ,  op  deszelfs  expres  goedvinden  formeeHijk  was  ver^ 
nietig^;  en  dat  daar  im,  bij  de  veranderinge  der  Regeerifige» 
in  den  Jaare  174B,  door  de  Heeren  Commisfarisfen  expresTeliik 
was  geordonaeeid»  dat  de  Regenten  zig  pimaueellijk  zondetf 
hebben  te  wagten  van  in  het  vervolg  oenige  Correspondentie  t» 
formeeren;  dat  Imj  elk  van  hen  aangenomen  was.  £n  het  twee* 
de,  om  dat  gemelde  Mr,  jacob  deutz  één  van  de  eerlte  Regen» 
ten  geweest  was ,  die  aan  wijlen  onzen  Doorliichtigften  Gemaal 
onder  het  aog  kid  doen  komen  de  'onbegaanbaarheid  van  de 
voorfz.  Correspondentie^  bij  welke  hij,  bekledende  het  Ampc 
van  Baljuw  van  fCentitsMeriand ^  gefecludeert  was  van  alle  ande- 
re Ampten  en  Bedieningen ;  en  dat  hij ,  zedert  de  vemieciging 
van  die  Correspondentie,  niet  alleen,  door  JËleélie  van  wijlen 
onzen  DoorlnchtigHen  Gemaal,  was  geworden  Hoog-Heemraa4 
van  Rhijnland^  maar  ook  Burgemeester  van  de  Sud.  Wij  oor« 
deelden  nogthans  verpligt  te  wezen  ons  daar  op  te  informccreu  , 
en  wierden  wel  haast  gewaar  dat  het  eene  niet  minderwaar  was.t 
dan  het  anderen, 

„  Wij  begrepen  aandonds  de  onbetamelijkheid  van  die  daad « 
waar  mede  op  eenmaal  de  Privilegiën  van  Haarlem  den  bodem 
wierd  ingeflagen  ,  de  Conditutie  van  de  Regeeringe  in  den 
pond  geren verfeerd,  en  aan  twaalf  Leden  van  de  Regeeringe 
het  Recht  benomen,  dat  zij  bij  hunne  aanftellinge  egaallijk  mee 
hunpe  Medeleden  verkregen  liadden ,  en  waar  van  zij  niet  koa> 
den  gepriv^erd  worden  als  door  misdaad,  verlies  van  Poorter» 
fcbap  of  andere  oorzaken,  bij  de  Privilegiën  of  m  Rechten ge^ 
weuigd;  en  dat  vervolgens  zull^  «en  bellaan  niet  konde  nog 
QKigte  tq^lateo  worden^  Wij,  wisten  enze  verp4igting  om  bin-t 
Vfixk  deeze  Landen  alom  eene  goede  Politie  te  doen  handhaven, 
de  Stecten  en  Leden  van  dezelyea^b!]  ba  are  Ger  achtigfaeden  en 


sjt  HAARLEMS  CefcUiienhfön. 

Pdvllegien  te  bewaren,  eo  alle  misbraiken,  ter,  contrarie , 
mee  ^er  daad  te  doen  ophouden.  Doch,  in  plaatze  van  aan- 
fionds  gebruik  te  maken  vsui  onze  wettige  autfaoriteit  en  die 
cabale  onmiddelijk  te  doen  verbreken,  prefereerden  wij,  uit 
eene  natuurlijke  neiging  voor  de  gematigdheid,  voor  eerst» 
den  weg  van  zagtheid  in  té  (laan,  .en  requhreerden  bij  ons 
den  een  en  ander  van  de  verbonden  Leden,  die  wij  over  hua 
gemaakt  verdrag  onderhielden  en  vermaanden  om  daar  van  te 
lefiileeren,  met  allëgatie  van  redenen,  waarom  dit,  hoe  eerder 
zo  beter,  behoorde  te  gefchieden;  doch  het  antwoord,  dat 
wij  daar  op  ontvingen,  fh'ekte  minder  om  de  voorfz.  verbind- 
lenis  te  ontkennen  of  die  te  juftificeeren,  dan  wel  om^ie  te 
cxcufeeren  en  op  alle  wijzen  te  coloreeren,  onder  anderen 
daar  mede*  dat  bij  dezelve  niets  vervat  .was,  dat  aan  de 
Rechten  van  onzen  zoon  eenige  prejudide  konde  geven.  Wij 
vermeenden  echter  redenen  te  hebben,  uit  het  geene  bij  die 
entretiens  was  gepasfeerd,  om  te  mogen  verwachten,  dat  bij 
nader  overleg  en  dieper  inzien  in  deeze  zaak,- de  verbonden 
Ledai  bedagt  zouden  wezen  op  middelen  van  redres;  immers 
w^  verlieten  ons  daar  op;  doch  met  geen  andere  uitkomst, 
als  dat  de  eerstvolgende  Nominatie  tot  Burgemeesteren ,  in 
den  Jaare  1756,  op  welke  twee  van  de  twaalf  gefecludeerde 
Leden,  roet  namen  salomon  van  echten  en  Mr.  oaniel  jan 
KAMERLING ,  gepasfcerd  en  twee  van  de  jongere  verbonden 
Leden  aan  hun  waren  geprefereerd,  duidelijk  dééd  zien,  dnt 
de  gemelde  verbindteni^  bleef  fubfifleeren.  Wij  hebben  het 
zelve  niet  onopgemerkt  laten  doorgaan,  maar  onze  furprife  en 
ongenoegen  daar  over  getoond,  met  herhaalde  dehortatie  van 
die  handelwijze;  doch,  uit  confiderade  dat  de  gemelde  .twee 
gepasfeerde  Leden  deswegens  geene  klagten  aan  ons  hadden 
ingebragt,  en  dat  wij  altoos  hoopten  dat  onze  gematigd^  han- 
delwijze de"  verbonden  Leden  te  eerder  op  den  rechten  weg 
zoude  brengen,  hebben  wij  echter,  onder  ferieufe  recomman- 
datie voor  hec  toekomende,  de  Eledie  uit  dezelve  Nominatie 
gedaan ,  welke  de  verbonden  Leden  ons  daar  na  hebben  durven 
tegenwerpen  als  eene  goedkeuring  van  hun  doen.  Wij  hebben  , 
deeze  zaak  daar  bij  niet  gelaten,  maar  van  tijd  tot  tijd  deezen 
tn  geenen  van- die  cabale  onderhouden ,  om,  tot  voorkominge 

vai 


HAARLEMS  OefMedenh/ilt.  «53 


van  verdere  moeieüjkbeden  en  onaangename  gevolgen,  dia 
daar  uit  natuurlijk  zouden  moeten  proflueeren »  van  dit  odieii* 
fe  werk  een  einde  te  maken;  doch  al  mede  zonder  effèét. 

^  Hier  op  is  de  tijd  weder  genadert  tot  liet  maken  van 
eene  Nominatie  van  Burgemeesteren,  vóór  den  Jaare  i757f 
wanneer  die  verbonden  Leden,  door  het  aflterven  van  ééa 
van  de  twaalf  gefecludeerde  Leden,  tot  het  getal  van  eenen- 
twintig aangegroeid,  voortgaande  in  het  maintineeren  en  da- 
delijk werkftellig  maken  van  hun  ongeoorloofd  verdrag,  vaa 
de  Nominatie  hebben  afgelaten  Mr.  jtJSTCs  witte.  Mr.  re- 
MEKs  FLORis  VAN  ZAANEN  en  salomon  VAN  ECMtEN,  alle  drid 
resforteercnde  onder  de  gefecludeerde  Leden,  fchoon  die, 
volgens  hunne  fustenue,  naar  het  aloud  gebruik,  gegrond  op 
de  Privilegiën,  daar  op  hadden  moeten  gebragt  worden.  DIc 
veroorzaakte  dat  de  gemelde  drie  gepasfeerde  Leden  tegent 
die  Nominatie  protegeerden  van  illegaliteit,  daar  zig  zedert 
de  acht  andere  gefecludeerde  Vroedfchappen  hebben  bijge* 
voegt ,  en  dat  zij  daar  op  immediaat  hunne  klagten  daar  over 
aan  ons  hebben  gedaan «  met  verzoek  van  redres  en  om  ge« 
handhaafd  te  worden  bij  de  Privilegiën  van  de  Stad,  met 
overzendinge  van  eene  Nominatie,  naar  hun  begrip,  conform 
aan  de  Privilegiën  van  de  Stad.  Wij  ontvingen,  ter  zelfder 
djd,  de  Nominatie,  zo  als  die  \Aj  de  eenentwintig  andere 
Leden  van  de  Vroedfchap  was  geformeerd ,  met  verzoek ,  om 
daar  uit  eene  Eledie  te  doen;  doch  deeze  twee  verzoeken 
regelrecht  aan  den  anderen  zijnde  geoppofeerd,  gavep  wij 
daar  van  aan  de  gezamentlijke  Regeering  kennis,  en  van  ons 
Toomeemen  om*  Commislarisfen  te  benoemen,  welken  deeze 
zaak  zouden  onderzoeken  en  van  hunne  bevindinge  aan  ons 
Yapport  doen.  Zo  als  wij  vervolgens  dm  toe  verzogt  en  ge- 
committeerd hebben  de  Heeren  van  wassenaar  tot  kat- 
WYK,  befchreven  in  de  Orde  van  de  Rldderfchap  en  Edelen 
deezer  Provincie,  en  vak  der  oussbn.  Raad  en  Oud  Sche- 
pen der  Stad  De/ft ;  w'eiken  daar  op  beide  oe  partijen  voor 
Ihen  hebben  befchreven  om  dezelven  te  horen,  en  te  onder- 
en, of  niet,  door  het  middel  van  een  convenabel  «ccommo- 
demem,  de  gerezen  onlusten  zouden  kunnen  worden  wegge* 
Bomen,  en  abo  de  hannonie  oader  de  lieden  vaa  de  Regee« 


VSH.  HAARLEMS  G^ehtedeÊOtfÜk     ' 

riüge  weder  worden  herft«14?  .Wa(  dapr  o^.  is  vooffieyaUen ,.  e» 
welke  oQasii^ivuimbedeo  ons  daaronitreQt  sijo  ontmoet,  zullen 
wij  niet  herhalen»  om  dac  het  zelve ,  co£  aap  4en  tijd  van  Uwer 
Ed.  Groot  Mog»  Refoiotie  van  den  19  November  van  het  Jaar 
Xf  57  9  °og  al  te  ,versch,  in  de  geheu^enis  is^  en  dat  het  geène 
verder  daar  na  is  gepasfeerd»  ons  te  verre  zoude  afleiden  van  het 
VoorgeHelde  oogmerk,  ,dat  zig  alhier  eeniglijk  bepaald  tot  hec 
ftuk  van  de  cabale ,  en  het  geene  uit  dien  hoofde  bij  de  Ledea 
yan  dezelve  is  gedaan  en  gelaten. 

,» Bij  de  voorgemelde  Reiolucie  van  den  ip November  van  het 
Jaar  1757  hadden  U  £d.  Öroot  Mog»,  onder  anderen,  gelieven 
goed  te  vinden  ons  te  verzoeken  om  alle  devolren  aan  te  wen* 
den ,  om  door  onze  inccrcesfie  de  gerezen  differenten  in  der 
minne  te  conciüecren,  en,  was  het  doenlijk,  de  gebroken  har- 
monie tusfchen  de  Regenten  te  herflellen ,  en  tevens  de  Heeren 
van  Haarlem  te  èxhorteeren  daar  toe  al  wat  mogelijk  was  té 
contribuecren  en  alle  faciliteit  te  adhibeeren.    £n  dat  falutaire 
oogmerk  van  U  Êd.  Groot  Mog*  volmaaktelijk  overeenftemmen* 
de  met  onze  bevactinge  en  inclinatie ,  hebben  wij  ook  daar  toe , 
zo  door  onze  efgen  perfoon',  als  door  onze  Commisfarisftn, 
alle  imaginable  middelen  aangewend ;  waar  door  dit  werk ,  na 
veelvuldige  onderhandelingen  met  de  beide  partijen  en  verfcheide 
voorflagen ,  aan  dezelven  gedaan,  bij  gelegenheid  van  de  voor^ 
zieninge,  die  omtrent  de  Commisnen  ter  Admiraliteit  van  ^01^ 
fierdanij  en  in  de  Provindale  Rekenkamer  alhier,  en  di verft 
Stedetijke  Bedieningen,  door  de  Vroedfcbap  der  Stad  Haar  hm 
tnoe^  worden  gedaan,  eindelijk  zo  verre  gebragt  is,  dat  «enk- 
ge  ontworpen  Pohiéten  en  Artikelen,  door  welken  de  pre&ntê 
«>nlttaten  een  eenemaal  zouden  worden  geasfopieerd,  en  te  gelijk 
zorg  gedragen  worden  om  die  voor  het  toekomende  te  preve* 
-nteeren^  beiderzijds  ingang  begonnen  te  krijgen*    Onder  deezetf 
•waten  *er  twee,  waar  op  de  zaak  voornameUik  aankwam;  hec 
eene  om  af  te  zien  van  alle  verbindtenijfen,  20  aan  de  eene  alt 
jindere  zijde,  en  het  andere,  om  vooruian  niamand  uit  haar^ 
nijd  of  om  eenigerhande.andere  zaken  van  de  Nominatie  te  vef^ 
(teken.    De   gefedudecrde   Leden  waren  gereed  om  daar  aaa 
hunne  toedemming  te.geven;  doch  4^  vj^bonden  Leden,  eeol* 
ge  reflexie  hebbende  op  de  bovengemelde  woorden  of  om  e0ni* 

gfrkmdc  wietji  %aktM ,  difficulteerden  ook  sm  %iüks  bij  g^^ 

fchrif* 


HMRLSMS  Otfiitéimiifik,  ^ 


mmmm 


mirifte  Ie  doen ^  ett  méèndeft  dac hec  gcttü^g' foude  wetedta 

een  en  tnder^  tta  men  de  zaak  eens  wtts«  bij  monde  aan  t» 

netten.    Maar  een  nder  poina,  Mieleeode  eenige  ftti5faftfo 

voor  Mr^  jusras-  witie»  om  die  te  brengen  xxp  de  Nominatie^ 

in  piaatze  Tan  één  der  Genomineerden,  die  men  voor  had  mee 

tene  Commisfie  te;  vodrztén,  gaf  aan  de  verbonden  Ledeh  de 

aanleiding,  om  de  onderiiandeling,  die  20  verre  gevordert  wat « 

«r  ce  breken.    Hier  doo^  vorderde  de,  natuur  van  de  zaak^  da» 

het  werk  ten  prindpi^den  wierd  bi)  der  band  genomen »  doifr 

het  ftellen  van  de  overgeleverde  grieven  in  handen  van  de  ver* 

bonden  Leden,  pn  daar  op  te  ze^en  hun  belang.    Dit  ged^^* 

tmntieerd  en  bet  nodige  ter  expedicie  daar  toe  bereids  in  gereed* 

beid  gebragt  zijnde,  wierden  wij  onderrigt  dat  de  veibondon 

Leden  gerefolveerd  hadden  de  fchriftelijke  Ade  van  Verbiadie* 

nis  uit  de  waerdd'  te  helpen .  en  die  aan  het  vuur  hadden  of» 

geofferd;  en  niet  hing  daar  na  verdonden  wij,  dat,  lar  occafie 

van  de  Commisfie  ia  den  Raad  van  Staate ,  wegois  de  Stad 

Haarlem ,  ter  begevinge  flaaode  van  de  Kamer  yan  BurgeaMei* 

teren,  zig  wederom  de  apparemie  had  opgedaan  Dm  de  li^ebiB- 

ken  onderhandelingen  te  reêntameerea ;  zo  als  die  ook  ma  Vr 

daad  weder  wierden  bij  der  hand  gei^omen »  en  zo  verre  gm^br- 

dert,  dat,  om   redenen,  van  de  zijde  der  verbonden  Ledao 

bi jgd)ragt ,  uitgefteld  blijvende  bet  regnleeren  van  de  twee  dtf* 

ferentiale  poinaen  tot  na  de  Eledie  van  Busgemeesteren ,  die 

wij  (londea  ce  doen,  aan  Mr.  qysbert  jam  oz  bjiuyn  de  Com* 

misfie  in  den  Raad  van  Staace  wierd  gedefereerd  «1  m  zijne 

plaatze  op  de  Nominatie  van  Bui;gemeesteren  geddd  Mr.  jos- 

Tus  WITTE.    Uit  welke  veranderde  Nominatie  wij  vervolgana 

aandQnds  de  Elegie  van  Burgemeesceren  hebben  gedaau^  ia 

geene  andere  gedachten,  of  alle  oneenigheden  (londen  nu  op 

bet  poinft  om  geheel  te  worden  vereffend.    £n  wij  konden  ja 

geene  andere  gedachten  zijn,  zo  wij,  zonder  noodzake,  4^ 

goede  trouw  en  oprechtheid  der  handelingen  van  de  verbonden 

Leden  niet  wilden  verdacht  houden,  terwijl  de  voorfz.  fchik- 

king,  met  alle  fchijn  van  fincericeit  en  zonder  fchriftelijk  ver^ 

drag  gemaakt  zijnde,  bij  de  Conferentie,  daar  over  gehouden, 

genoegzame  toezegging  was  gedaan  ,  èan  alle  faciliteit  zoude 

loegebragt  worden^  om  de  twee  onverefisode  poinéten,  voor 

dan 


usi  .aKKklEUS^GefiiiéOnli^è. 


den  tijd  vtn  de  vertnderinge  der  Regeerioge,  fa  der  tniüiie 
te  reguleeren,  en  onze  Commisfarisfen  van  hunne  zijde  iMh 
ïooft  hadden  alle  dcvolred  te  zuilen  aanwenden»  om  om  te 
perfuadeercii  dat  wij  ook  daar  toe  alles  zouden  willen  cob- 
^ribueeren»  en  wel  inzonderheid  om  zeker  Reglement,  bij  de 
Vroedfchap  der  Stad  Haar  km  ^  in  den  Jaare  1750,  dntwoi- 
pen,  en  waar  op  onze  Approbatie  verzogt  was»  fchooü  daar 
in  wel  verfcheide  pointten  van  bedenkelijkheid  gevonden 
wierden,  door  onze  Approbatie,  tot  finale  beOiifinge  van  alle 
verfchillen,  te  confirmeeren.  Maar  wij  maakten  een  gantsch 
verkeerde  rekening;  want  onze  Commisfarisfen,  alvorens  de 
Conferentieii  met  de  beide  partijen  te  hervatten,  dat  werk 
onder  de  hand  trachtende  te  prepareeren,  vonden  die  faciliteiB 
«iet,  waar  op  zij  hadden  daar  gemaakt;  en  waren  eindelijk  - 
genoodzaakt  de  laatfte  proeve  op  dit  werk  van  bevrediginge 
te  nemen,  met  aan  de  geheele  Vroedfchap,  in  fubftantie,  te 
pfoponeeren,  om  het  voorfz.  Projeft- Reglement  van  den 
Jaare  175a  te  leggen  tot  een  bafis  van  asfopiatie»  en,  door 
«iddel  van  twee  Ampliatien,  die  voor  nu  en  voor  het  toe- 
komende te  perfeaioneeren.  De  eerlle  van  die  Ampliatien  . 
^iepd  gebragt  tot  het  zesde  Artikel ,  alwaar  van  het  maken 
der  Nominatien  gefproken  word ,  met  deezé  woorden :  zontfér 
imand  daar  uit  te  verfieken  om  haat^  nijd  óf  om  eeniger^ 
haude  zaken;  en  de  tweede  tot  het  vijftiende  Artikel,  ter 
plaatze,  alwaar  van  de  onderhoudinge  van  het  Reglement  ge- 
handeld word  met  deeze  woorden ,  en  hebben  voorts  ai/e  de 
Leden  van  de  Vroedfchap ,  tot  meerdere  vtrzekeringe  van 
de  goede  er  dr  e  en  vastfteliinge  van  vriend fchap  en  harmo- 
«^V  •  gedeclareerd  van  alle  verbindtenisfen  ,  die  oPer  én 
loeder  nouden  mogen  veezen  aangegaan^  voor  altoos  af  te 
zien  0n  te  renuntieeren ^  belovende  aan  den  anderen^  als 
luiden  van  eer^  nimmer  eenige  feparate  engagementen  te 
zullen  aangaan ,  maar  zig  altoos  te  houden  en  gedragen  als 
Leden  van  een  onverdeeld  Lichaam  betaamt.  Doch  het 
antwoord,  dat  onze  Commisfarisfen  hier  op  ontfingen,  hield 
in,  dat  bij  verre  de  meeste  Leden  van  de  Vroedfchap  reflec 
de  gemaakt  was ,  dat  de  eerfte  Ampliatie  zaken  behelsde ,  di- 
rea  aanlopende  tegens  den  inhoud  der  Stads  Privilegiën;  en 

dat. 


ttAAkLEMS  ÓefiUiiniiijitU  Iff  \ 


\ 


OtCi  aic  dis  eoDteilae  yui  de  tweede  Aibplkde,  niets  «iderA 
«^oade  kunnen  refiilceeren »  als  veele  iuconvenlenteo ,  disimteii 
en  verwarriQgen,  eo  dat  %\]  vervolgens  den  gedanen  vooHlag 
noesten  declineeren»  Onze  Cdnuhisfarisfeni  begrijpende  daé 
tiiets  minder  met  den  inhoud  yto  hunne  Commisfie  en  van  hun- 
ne ware  intentie  overeenkwam  ^  dan  Propofitien  van  dien  aart 
ie  doen  ^  daar  aij^in  deeze  gamfche  ofnderfaandeling ,  zo  U] 
monde  als  gefchrifte,  kltoos  verklaard  hadden  4  dat  wi};  en  zij^ 
niets  anders  op  het  oog  hadden^  als,  met  de  confervatie  vail 
de  Privilegiën ,  de  rust  en  harmonie  onder  de  Regenten  te  her^* 
flellen»  hebben  wel  getragt  daar  op  de  nodige  eluddatien  té 
verkrijgen,  en  wel  inzonderheid  eene  defignatie  van  de  Privile^ 
fien^  waar  aao  de  eerst  gedane  voorflag  zoude  contrarieeren^ 
doch  daar  in  al  tnede  niet  kunnen  reusfeeren.  En  zo  zijn  dsaif 
door  alle  onderhandelingen  ten  éenemaal  afgebroken  ^  en  dé  tij^ 
heeft  wel  haast  geleerd,  dat  het  voornemen  van  de  verboiideti 
Leden,  met  de  verbranding  van  hunne  fehrlftelijke  AAe  vati 
Verbindteüis^  geenzints  veranden  was^  en  dat  het  onverzeaé^ 
lijk  bleef  om  de  eabale  ^  die  door  den  dood  van  nog  één  de< 
gefeclüdeerde  Leden  nu  tot  het  getal  van  tweeëntwintig  gekcM 
men  was«  te  roainétineeren  en  hunne  eerlijke  en  onbefprokedi 
Mede-Regenten  bij  continuatie  te  verongelijken^  Want  de  tijci 
van  het  fbrmeeren  der  Nominatie,  <^en  7  September  van  het 
Jaar  1758,  daar  zijnde  ^  is  de  zaak  iudtervoegen  gedirigeerd, 
dat  SALOMON  VAN  ECHTEN,  teu  derden  male^  niettegenftaandé 
al  het  voorfz.  gepasfeerde «  van  de  Nominatie  is  afgelaten ,  waai? 
cegens  hij  weder  geprotegeerd  en  met  zijne  mede  gefeclüdeerde 
Leden  zijn  beklag  heefi  gedaan  aan  ons ,  ten  einde  wij  die  lian* 
houdende  en  hoonende  grief  zouden  willen  repareeren^  mei 
t>verzendinge  van  eene  Nominatie,  conform  aan  de  Privilegieü 
van  de  Stad»  Wij  hebben  daar  op  eok  omvangen  de  Nomina-^ 
tie,  zo  als  die  bij  de  verbonden  Leden  was  geformeerd,  en  uié 
die  twee  Nominatien,  tot  Burgemeesteren  der  Suul  Haarlem  i 
onder  'anderen  ^  niet  willekeurig ,  maar  uit  de  hoogde  drang  ea 
ooodzake,  geeligeerd  salomon  van  echten;  waar  van  wij  aaa 
den  Officier  der  Sutd  Haarlem  kennisfe  hebben  gegeven,  metiasé 
omden  zelven^  nevens  de  a&dere  geêligeerde  Burgemeesteren  ^  deii 
behoorUjken  £ed  af  te  nonen  en  in  de  posfesfie  van  ^ijné  bé 


%Sk  VAh^RLEMS 


dienbige  te  Mcd.    Wat  bij  die  gelegenheid  op  de  Kamer  va» 
BöTgcineesteren,  door  Mr»,  jacob  deütz  en  mattheüs  wil- 
l»EM  VAN.  VALKENBURG,  i«  ondcruomen;  wat  daar  na  getracfac 
^  door  een  onwettig  vergaderde  Vroedfchap  ter  nitvoer  te  breti- 
gen  i  en  welke  vreerade  en  buitenfpofige  zaken  verder  zijn  in 
ket  werk  geftetd,  pasfeeren  wij  alhier,  met  aUeen  te  zeggen, 
dat  wij ,  om  voor  te  komen  dat  de  vlammen  van*  het  brandende 
iwlstvttur  van  het.  Raadhuis  ntet  mogten  overflaan  tot  de  Ge- 
meente, genoodzaakt  zqn  geweest  aldaar  eene  Publicatie  te  lar- 
ten  doen,  die,  zo  al  niet  eenige  gematigdheid,  ten  minften  eeni- 
ge  orozigtigheid,  heeft  te  wege  gebragt;  echter  niet  zo  veel^  of 
achttien  van  de  tweeëntwintig  verbonden  Leden  hebben  het  be- 
fluit  genomen,  om,  te  (amen  uitmakende  de  Meerderheid  van 
de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem^  zig,  bij  Requeste,  te  ad- 
dresfeeren  aan  ü  Ed.  Groot  Mog.,  ten  einde,  als  hier  voren 
in  de  prttmisfcn  is  vermeld,  vier  Leden,   die  het  verbrande 
Contraa  mede  hebben  getekend ,  paroisfeeren  daar  niet  bij ,  om 
welke  redenen,  en  uit  welke  ware  oorzaken,  hiten  wij  ter  ont^ 
dekkinge  over  aan  den  tijd,  van  welken  en  van  de  waarheid  w|> 
te  gelijk  verwachten ,  dat  onze  sequitabele  en  wettige  gedraghi- 
gen  in  deeze  en  veele  andere  gevallen,  eindelijk  zullen  gefteld 
worden  boven  het  bereik  van  den  bster  en  de  wrevelige  aan- 
wrij vingen,  waar  van  wij  ons  voor  God,  voor  U  Ed.Grooi 
Mog;  en  voor  gantsch  Nederland  onfchuldig  kennen ,  als  nlm- 
meisiets  anders  bedoelende,  als,  bij  het  handhaven  van  ons  le- 
gitiem gezag  en  de  Rechten  van  otizenZoon,  dit  Land,  de  Ste- 
den, Leden  en  Ingezetenen  van  het  zelve  toe  te  brengen  al  dal 
neene,  dat  hun  welllaud  en  geluk  wezenlijk  kan  uitmaken. 

Zo  veel,  en  niet  meer,  hadden  wij  ü  Ed,  Groot  Mog. 
voor  af  voor  te  dragen.  En  gelijk  wij  dat  Hiftorisch  verhaal , 
Itortelijk  in  een  getrokken,  voorbedaehtelijk  inet  geene  van  on^ 
ze  refle^ien  doormengd  hebben,  om  ü  Ed.  Groo»  Mog. op 
geenerhandc  wijze  te  prevenieeren ,  zo  vertrouwen  wij  nog- 
Thans  dat  U  Ed.  Groot  Mog.  daar  in  eene  abondantie  van  ftoffe 
zullen  hebbert  gevonden,  om  niet  minder  over  deeze  aaneenge. 
fchakelde  behandelhig  verwondert,  als  verontwaardigd,  te  we- 
ien, en  dat  wij  gejüftificeerde  redenen  hebben  om  ons  met  d^ 

zc  achtien  pardculiere  Leden  van  de  Vroedfchap,  die,  door  de 

ver* 


(UfiltêiAatfini  Êt» 

Tttbrekkige  v«n  de  ^oede  ordre  in 'die  Scad»  de  Regeering  na 
neer  dan  xirie  Jaaren  in  eene  gedqMrige  onnut  g^t^guden  heb* 
ben,  zonder y  naar  onze  vermanipgen ,  over  het  nade^»  dat  h^ 
Land,  de  Stad,  hunne  Perfoonen  en  Fapiiüen  daar  uit  kondr 
overkomen ,  te  hebben  willen  luisteren ,  op  geenerhande.  wi}zr 
|n  te  laten ,  en  dat  wij  even  weinig  .^oden  kunnep  admitteereo» 
dat  deeze  achtien  particuliere Wroedfchappen ,  die  zig  als  direo 
te  partijen  tegen  ons,  en  als  openbare  Beftrijders.  van  de  Rech- 
ten van  onzen  Zoon,  hebben  opgeworpen,  inhuim&i^o^f^ 
beerde  kwaliteit  van  de  Meerderhdd  der  Vroe^rchap  ovor  de^zf 
vaak,  zouden  vermogen  te  delibereeren  ea  rcfol veeren »  alzo  ia 
bijzondere  gevallen  niemand  partij  en  Rechter  te, gelijk  kaa 
Zijn.' 

.  „  Wij  allcgueeren  dit  alles  niet,  om  ons  daar  door  te  onttrek* 
ken  aan  het  geven  van  verdere  -openinge  aan  U  £d.  Groot  Mog.; 
^aar  zijn  geene  redenen  toe ;  en  gelijk  wij  onbefchrobmd  zijo 
om  onze  a^ien  en  handelingen  voor  de  gantfche  waereld  in  een 
Jbelder  daglicht  te  (lellen ,  doen  wij  dat  liever  voor  U  £d»  Groot 
Nog. ,  welker  rechtvaardigheid  nooit  zal  toelaten  dat  de  wettige 
Rediten  van  onzen  mlnderjaarigen  zoon,  Erffhdhouder  deezer 
Provintie,  worden  verminder^,  en  welker  wijsheid  al  te  wel 
penetreert ,  dat  al  het  nadeel ,  dat  aan  het  Stadhouderüjke  gezag 
word  t9egebr>igt^  in  den  grond  niets  anders  is,  als  eei^direft 
^deel  aan  de  Regeering' zelve,  en  eene  verzwakking' van  de 
prefente  Conüitutie ,  welkers  handha^i^g  allei  de  Regenten  vao 
bet  Land  bij  Eede  hebben  belooft.  . 

„  Daar  zijn  verfcheide  zaken,  (fle  hier  in  aanmerking  komen ; 
doch  wij  zullen  die ,  om  prolizkeit  «e  fchuwen  en  klaarheid  te 
betrachten,  hoofdzakelijk  brengen  tot  het  geene  de  natuurlijke 
bevatting  van  het  beloop  deezer  zake  bejeids  zal  hebben  doe» 
opmerken ,  in  ét^zt  volgende  ftettingen. 
:  yi  Dat  het  formeeren  van  eenecabsle,  om  daar  door.zijnfl 
Mede-Regenten  uit  te  fluiten,  eeo  ong^eoorloofde  za%k  is»  üx\\* 
dig  met  aile  gcooden*  vap  Regeeringe ,  en  dat  al  liet  geene  iih 
dien  hoofde  verhandel^  ep  verrigt  word ,  even  vitieu^  is. 

„  Dat  de  CoHume  in  Haariem , .  gegrond  op  de  Privilegies 
van  die  Stad,  niet  pcif mieteers  dat  iemand,,  in  zijn  rang  %^oét% 
guiten  wettige  oprfljaken  van  d^  Nomloul^  weré^fg^en. 

R  *  .  »  Otf » 


\ 


•fc  RAARLEBIS  Gtfti 

,•  Dat,  de  pligt  van  deo  Stadhouder,  met  zig  brengende  Btkr^ 
gemeesteren.  Schepenen  en  Wetten  te  veranderen  volgens  dé 
Privilegiën ,  znliu  in  deezen  nit  de  twee  overgeleverde  Nonil-> 
iiatien  gedaan  is ,  naar  het  voorfchrift  van  dezelve  Privi** 
legien, 

„  En  eindelijk  dat  het  O^ooi  van  den  Jaare  1651  hier  gees 
Objeft  van  verfchil  is. 

,,  Het  zal ,  naar  ons  begrip ,  geene  bijzondere  adflmftie  no* 
dig  hebben,  dat  het  aangaan  van  particuliere  verbindtenisfen  hl 
ten  Lighaam  van  Regeering  vol(b*el[t  ongeoorloofd  is.    Hec 
Moce  voorflél  daar  vaq  decideert  die  kwestie,  terwijl  door  dat 
middel,  aan 'de  Regeeringsform  van  de  Scad,  onder  haare  uit' 
terlijke  gedaante,  hinerlijk  een  ander  wezen  wokI  gegeven ,  en 
de  Mede-Leden  van  dat  Lighaam  worden  ontzet  van  hunne 
Rechten,  gegriefd  in  hunne  eer,  geproftitucerd  voor  het  pu- 
bliek ah  de  zulken,  die  hunne  plaatzen  hi  de  Regeermgon- 
waardiglijk  bezitten  en  niet  verdienen  toegelaten  te  worden  tot 
bet  mede  bewind  van  zaken ,  waar  toe  zij ,  uit  hoofde  van  hum 
ne  aandellinge ,  bevoegd  en  gekwalificeerd  zijm    Meerder  be- 
lioeft  hier  van  niet  gezegd  te  worden,  dewijrer  niemand  van 
eerlijke  fentimenten  anders  vai>  deeze  zaak  gevoelen  zal.    Na 
1>evind  het  zig  fai  de  Stad  Haarlem^  met  de  Regeennge,  in 
deezer  voege,  dat  het  getal  van  de  Vroedfchap  of-Rtjkdpm ,  op 
ver&heide  tijden,  eentge  verandering  heefl' ondergaan ;  dachun 
fecal,  zedert  den  Jaare  1478^,  uit  kracfate  van  een  Privilegie 
van  Vrouwe  ma&ia  van  bourgondien  van  den  24  Maart  des 
zelfden  Jaars,  tot  den  Jaare  1581,  in  vierentwintig  beffaan  heb» 
bende,  als  toen,  op  hun  verzoek,  door  wijlen  Prins  willem 
PIN  I,  hooglofFefijker  Memorie,  vermeerdert  is  tot  op  twee- 
Ifndertig ,  welk  getal ,  bij  O Aroot  van  U  £d.  Groot  Mog.  van 
den  22  Februari]*,  van  het  Jaar  1718,  in  conformiceii  van  hec 
yooriï*  Privilegie ,  ten  verzoeke  van  de  Règeerbge  der  Stad 
'Haarlem y  om  redenen,  daar  bij  geallegueerd,  gereduceerd  ff 
cot  dat  van  vierentwintig,  en,  foacfteTijk,  bij  Diipofitie  van 
wijlen  onzen  Doorluchtfgften  Gemaal ,  van  den  7  Oftober  van 
liet  Jaar  1748,  weder  gebragt  is  tot  tweeëndertig  Perfbonen, 
jwelken  voortaan  dit  Stad  zouden  beftieren.    Indien  nu  van  dit 
getal,  door  eea  fchr&Miijk,  moodeliog  of  lUlzwljgend  verdtag 

vM 


yin  de  Meerderheid,  tmalf,  den  of  mindere  Leden  de  uic- 
flnidog  van  «Ue  of  fommige  StedelijlDe  of  endere  Aospcen  e» 
Bedieningen  gegeven  word,  zo  is  'er  niett  klarer,  dtn  dit  de 
ware  Conilitude  van  de  Regeeringe  met  alleen  verminkt,' 
suttr  formeel  omgekeerd  word ,  en  hec  bewind  van  xakea 
overgaat  en  blijft  in  handen  van  zo  vede  Leden,  ala  zig  ver^* 
bonden  hebben  om  eenl^  van  hunne  Mede»Leden  nir  tr 
fluiten,  en  dat  dus,  in  eflfeae,«ttiet  i^neen  zonder  Privilegie^ of 
OArooi,  maar  dire^  dtar  legens  aan,  het  getal  der  Regeneen 
vermindert  word'  op  maar  zo  veelen,  ds  zulk  eene  ongeoor- 
Toofde  verbtndtenis  hebben  lian^egaan*  Welke  gevolgen  uit 
dusdanige  handelwijze  natuurlijk  moeten  voortvloeien,  welke 
Schadelijke  en  pemideufe  uitwerkingen  dezelven  kunnen  heb- 
ben, en  hoe  verre,  zelft,  die  door  zulk  een  cabaie  kunnen 
gepousfeerd  worden,  tot  verdetf  van  Land  en  Stad,  zullen 
wij  alhier  niet  in  het  brede  deduceeren.  Een  iegelijk  ziet,  * 
met  den  eerden  opflag  van  het  oog,  dat  deezè  zaak  niet  zo 
gevaarlijk  kan  worden  voorgefteld ,  of  het  ge^ar ,  dat  ^er  i^ 
gelegen  is ,  kan  nog  oneindig  jroter  wezen ,  tl'wijl ,  de  rech- 
te weg, eens  verlaten  zijnde,  daar  op  doorpans  niets  ande^i 
volgt,  als  dac,  door  geUjklbortige  aaien,  de  eerfie  verkeerd- 
heid  onderfteund  en  bevesdigd  word.  Wij  willen  nogthans 
hier  mede  niet  te  kennen  geven , .  dat  deeze  Haarlem fchg  ca* 
bale  tot  zutte  extremkeiten  ia  opgerecht  of  gepousfeerd 
word,  terwijl  ons  de  inhoud  der  Ardkekn,  waar  op  die  bo< 
nist,  nooit  is  mede  gedeeld,  en  wij  bepaaldelijk  van  dezdve 
alhier  niet  verder  fpreken,  dan  naar  mate  dat  het  voor  handeo 
zijnde  onderwierp  Yordcrt;  en  om  aan  te  wijzen,  dat  hét  uit 
de  daden  zelf  doorftekende  Is  dat  die  cabaie,  ten  minOen» 
daar  toe  geftrekt  heeft  en  nog  ihrekt,  om  de  den  overgebleven 
Leden  te  fecludeeren  van  de  Nominatie  tot  Burgemeesteien,  ea 
ojis ,  zo  het  mogelijk  ware ,  daar  door  te  ontzenen  van  de  A« 
Culteit  om  die  Leden,  op  hunnen  rang,  hoe  zeer  wij  dezelwen 
nevens  de  anderen  zouden  mogen  confidereeren  te  wezen  vol- 
komen gekwalificeerd  ^  te  eligeeren  tot  Burgemeesteren  van  die 
Stad. 

R  3  ir>  Hior 


^^  FtAARtSÜ«  ^efikieiinAfêkl 


,i  Mier  bij  zuHen  wij  dit  tóten,  oA  alleen  nog,  met  een  ctn  . 
ke!  woord,  tot  beflult  op  deeze  ftelling,  te  zeggen,  dat^  z» 
onbefUumboar  als  de  cabale öp  zig  zelve  Is,  ©ven  zo  onbeftaan'!. 
\fm  en  virieui  alles  is,  dat  door  zbik  eene  cabale,  !n  prejuditie^ 
Vin  de  Mede-Leden  der  Regeeringe ,  gedaan  en  verricht  wori 
En  wij'  achten  duc  het  U.Ëd. <^oot  Mog. .ten  hoogden  zonde 
moeten  .verveelen,  indien  wij  z/clfa  eev  eenig, argument  bijb^ag-^ 
ten,  om;  dU  nader  aan  ttedcingen. 

„  Maar,.  oiog^Ufk,.  zoude  bij  iemaa4>  <Iie  piet  al  te  naauw-^ 
keurig  op  4^  praemisfen. gelee  hoeft,  eene  bedenking  kunnen  op*, 
komeq,  of  'er  wel.  bewijs  voor  handen  is,  dat  de  gemaakte 
fchriftelijke  verbindtenis  ooit  heeft  geêxiftecrd?  Tot  deszelfi 
onderrichting  zullen  wij ,  bij  herhalinge  en  zo  veel  klarer ,  zeg-» 
gen  dat ,  behalven  hqt  gccno  ons^  ten  dien  reguarde  is  gefuppe- 
ditecrd , .  de  erkentenis  vaïi  aat  fchriftelijk  vjtrdrag  aan  ons  in 
eigen  perfoon  gedaan  is  door  de  geenen , ',dié  hetzelve  hebben 
getekend,  en  dooi;  welken  wij  qok,  daar  na,  onderricht  zijn 
dat  de  A^e,  daar  vap  gemaakt,  aan  het  vuur  is  opgeofferd, 
«)  dat  hier' niet  de  minfte  twijifeHng'kan  resteéren.  En*wij 
wenschteif  alleen ,  taet  evenveel  grond  van  wahrheid ,  te  mogeii 
«ffirmeeren ,  dat  het  verbranden  van  het  Contraét'  tot  zijn  gevolg* 
gehad  had  eene  'nitblusfing  en  vernietiging'  vaA  alle  opgevaif 
vooroordeel,  misnoegen  en  "^ahhoudend  voornemetl.vian  veron^ 
gelijkingfe ;  doch  t($t  ons  leedwezen  Is  d&t  zo  niet ;  het  oogmerk 
Van  het  fchriftelijk 'Contra^ ,  l&c^n  niet  meer  fefariftelijk  in  de 
waerelÜ  zijnde,  blijft  hiet  zelfde,'  en,  dsuir  m«n  inet  reden  zig 
ever  heeft  te  verM^ondorcn,  iiy  dab  de  twee  jongde  Regenten , 
^e,  ten  tijde  van:  het  aangaan  van  het  Comrad,  Bogpartjca* 
lieren  waren.,  en  v.enik)]geus  met.deeze  geheeie  Mak  niets  I^e- 
boe0ra  re  üoen  te  hebben,  rzig,  onder  fchijn  van  den  voorliand 
der  PrivUegien,  die  ztj  ten  best^  zullen  gelezen  hebben,  a!^ 
aed&  figDaleeren,  ou|t  ii^*  46<ieinen  der  cabale  te  helpen  uit*  . 
voer^ii 

^  Dit  %\\  van  deeze  zaak.  gezegd;  terwijl  wij  nu  kortelijk 
zolten  aanxonen  dat  de  CoQume  te  Haarlem^  gegrond  op  de 
Fiivikgiea  van  die  Stad,  niet  permitteert  dat  iemand,  indeii 
rang  zijnde ,  buiten  wettige  oorzake ,  van  de  Nominatie  wordf; 
afgelaten. 

•  •  «^  „Om 


HAARLEMS  QtpMtitfdtffn.  xdi 


.  ,,  Om  dit  te  (tellen  in  een  klarjer  daglicht ,  zal  het  npdig  . we* 
;en,  om  xx^  de  gebeurtenisfen  en  ti^d,  een  groote  ibp- terug. te 
doen,  en  U  £d«  Groot ,Mog.  te  informeeren,  dat,.wanpeei^i9 
het, begin  vi^i  de  vijAlende  £euf^e,  de  twe^dragt  0Q4ec^de.RQr 
£enten  der  Stad  Haarlem  tot  4>e  extremiteit  was  uiq^elTprs^o» 
d^t/er  doodflagen  en  andere  ongevaU^n  gevi:eesd  wierden  »>iie(^ 
jtog  ALBiiBCHT  VAN  BKiEREN,. bij  Hfuidvest  van  den  ^4\JM[iaut% 
van  het  Jaar  140a ,  tot  voprkomii^^  van  af  hct^zelve  ^.herdei- 
lingje  van  de  rnate,  heell  geordonn^^d  drteënder.tig  goede  «kn»> 
f  en,  aldaar  bij  nane  genoemd,  uit  welken  de  hftr^^lle  Ja»» 
j'en,  op  Sintd  Geertruideodag ,  i^oude  nemei)  ^ev^n  Schiespenen^ 
,en  dat  dezelve  zeven  Schepenen ^i  uit  de  overige  zesentwintig, 
ftllejaar^  op  onzer  Vrouwe  ^nonciatio ,  daar  qfi^stkoyit^d^'pt 
zouden  kiezen,  vier  Raaden,  welken  zedert  den  jia^PiXYp  fijW 
^ei^eesteren  verkregen  hebben^  en  dat^deeze  zeveq  Scb^p^en 
en  vier  Raaden  een  Jaar  lang  aan  dea  Ger^tezogden  .wezen 
'Onder  een  •  en  niet  langer.  .  £n.om -de  oorzaak  van  deeae  twee- 
dragt  en  het  hulpmiddel  om  die  te  doen. ophouden  recht. te. ken- 
4ien»  zo  volgt  ee^e  nadere  Ordonnantie  in  deeze.W|Oorden:  endt 
fo  wie  Scrptti^  of  Rfted  géweeV  heefrj  dU  en  fal  nief^.wedef 
uan^  Onfen  Gnregt^en  comen  voQr.dié Ji/d^  dat^^fc-vnn  de^fen 
drie  en  d^ftigk  Kttaepen  Scep^sifin  ende  Rsedtn,  kinnen  Onfie 
Sieede  y por. fir even  geweeif  MAen^  dats  i^  verfi^en  ende  êê 
jiveefen^  dqt  ek  van  den  drieëndertig  Knmepen  tf^taj^fereven 
JhM  On/e  Geregt  veorfcreven  gelijk  weefcn  zal.  ... 

,y  Wi]  zullen ,  te  deezer-  plaatze ,  op  dep  nqcabeien.  inhoud 
van  dit  tiaiidvesc,  dat,  tot  meerdere  confirmatie ,1  do^r-Gra^f 
wiUJiM,  zoon  en  daar  na  opvolger  vap  Hertog  a^vh^hTj  mer 
4e  is  gezegeld, •  geene  reflexienmaken,  maaridit-.^ereryei^rtfi  tor 
-plaatze,  daar  die  behoren,  om»  In  eenonafgebrok«a(iMPeobAng^ 
U  £d«  Groot  Mog.  verder  te  informeeren,  dat,  wanneer :in'd«Hi 
Jaare  1445  weder  op  nieuw$  groo^'tvv.eefpalt  te  Haarlem  wat 
onibMU,  Hertog  fiups  van  DouaooNDiEN ,  bij  Hfindvies;  vaa 
M^  7  September  van  het  Jaar  1445 ,  tot  nederleggipge  van  de- 
selve  heeft  geordonneerd:  dat  d^l^roeifeknp  en  4^  Rijcdea^ 
der  vearfcfeven  Steede  Haertem  fuUen  mogen  liijefen  bij  hoi» 
ren  eijde^  die  pj  deer  toe  openhairlic  doen  fuilen^  tocht  ent  ig 
ferfonem  (jms  toe  zij  bereids ,  bij  Privilegie  van^  dien  zelfden 

R  4  ile^ 


1^4  HAARLBMS  Ce/khüdinhfkn. 

Hertog  van  den  5  Augustus  van  het  Jaar  1428,  docb  op  een« 
|)cpaalder  wijze,  was  gemagtigd)  die  rijcfte^  eerbaerfte^  $19^ 
ÉüMfie^  reckeiixRe  en  vredelixfie  der  yoernoemde  Steede^ 
van  wae  eendieie  offiaaie  dat  fij  fijn ,  fander  ijmant  daer  wt 
ie  verfieekek  om  haat  y  nijt  of  om  eenigerkande  ander  faiken^ 
weike  Èachtentick  fèffoonen^  alh  Jaar  en ,  twee  dagen  yoor 
£inte  Marcusdagt  kijefen  en  nomen  fullen^  bij  geHjken  tij* 
ehj  tweeëntwintich  Perfoenen  ii^ten  aikr  rijcfien^  notabelften^ 
0erbairHxflen ,  reckeHxfien  ende  vredeHxfle  Mannen  derfePrer 
Stede  van  den  Jiate  of  condécie  ,  en  fonder  yerfieken ,  ak 
-voorjbreyen  is^  die  de  voornoemde  tachtentich  bij  hoerer  eoft* 
feientie  dijncken  fuUen  oérbaerüxt^  vferdichit  Ons  en  On/k 
voorfifreve  Sleden ,  en  fuilen  die  prefenteren  en  overleveren 
aan  Ons  of  Ome  Gecommitteerden  ^  om  vtten  felve  tweeën» 
pvijntich  gecoren  Se  nemen ,  fiküen  en  ordineren  vUr  Borcfk 
'"^ei/tert  en  de  fev^n  Stepenen  y  &e. 

,,  Dan^  bevonden  zijnde  dac  dit  getal  van  tachtig  Perfoonea 
vee!  te'  groot  was,  6n  dik  wit»  aanleiding  gaf  om  malkanderefi 
niet  't/3  kunnen  verfhum,  is  het  zelve,  bij  O^ooi  van  faoogg»- 
*>i!eiden  Hertog  van  dén  18  Febniarij  van  het  Jaar  1453»  ver» 
mindert  op 'vierenveertig;  doch,  dit  O^rooi  hij  Hertog  kArei, 
VAN  BOURGONDIËR  wodefzeid  en  afgedaan  zijnde ,  waar  door  vi 
weder^  groote  tweódragt  is  gerezen  om  het  Regiment  van  dezel» 
*Ve  Stede  te  hebben,  is  zedert,  ten  verzoeke  van  die  van  Haar* 
km^  bij  eene*  nieuwe  gifte,  door  Vrouwe  maria  van  Böin\- 
QOi^DiEN  geordonneerd,  bij  haar  Oétroqi  van  den  24  Maart, 
'Y^  het  Jaar  1478 ,  dat  van  nu  vo^taan  ^  en  ten  eewigen  da^ 
«,  4ie  vierenPwintieh  Ferfoonen  ^  geboren  bij  den  Rijedom  eH 
'^rojtdfehaf  van  Haarlem,  met  namen  aldaar  vermeld, /vZ/lfü 
ifto^en  kiefèn  ende,  ordineeren^  bij  Aoiren  Eede^  tweeintwinf 
^ich  Ferfoonen  van  den  rijhften ,  notahelfl^en  ^  revkelixflen  en 
^reedéiixfhn  der  voorf%.  Steede  van  Haarlem,  sonder  ffEMANp 

'jpAAR   WT  TE  VCRSTBEKEN  OM  HAAT,  NIJT  OF  OM  EENIGfiRHANDfi 

SiAAKEN,  M  welke  tweeUuwintiek  Perfoonen^  alle  Jaaren^ 
^wee  dogen  voor  Sjnte  Marcusdach^  dat  men  gewoonli^  is  On^ 
^n  reekt  aldaar  te  veuiijewen ,  eerst  gecoren  zullen  wee  few 
'é^cht  Petfomen  van  de  aldernotabelfien^  oirbaarliefien  ^  ree* 
keJicJha  en  yuèkH^^i^t  ^^  mm  Ons  ofOnfenSieéfiJomdir  em 


•HAARLEMS  Oefihiedenii/kff.  t^ 

de  Raidê  van  Hollant  prefentieren  en  cverUveren  zal^  om  &€• 
Dit  Oétróoi,  door  de  volgende  croubles  h^etrokken»  is  dawr 
na,  door  den  Aarts^Hertog  filips  ,  op  de&  7  December  van  het 
Jaar  1495 1  -aap  die  van  Haarlem  geconsenteerd  te  mogen  ge* 
bratken,  tot  dat  hij  zoude  wezen  gekomen  tot  den  oQdetdovi 
van  vijfentwintig  Jaaren;  en  zedert  worden  van  hem,  of  van  4e 

•  vnigende  Graaveo,  geene  Privilegiën,  Handvesten  ofOdrooiea, 
'op  het  fiibjeA  yaqd^  Magiftraatsbeftelltnge,  gevionden,  en  de 

•  geenen,  die  daar  na,  door  wijlen  Prins  \^li<£m  pen  I,  glor. 
mem* ,  en  door  U  £d.  Groot  MQg* ,  teq  tijde  als  dceze  Pro* 
vintie  van  een  Stadhouder  waa  gedestiiueerd,  gegeven  ^ijnf» 
toucheeren  wij.  op  dit  relpedt  niet,  en  pasfeeren  ook  met  (U* 
'icwijgen  bet  geeoe  door  wijlen  onzen  Doorluchdgen  Gemaal» 
#p  den  7  Oftober  van  het  Jaar  1748 ,  is  geordonneerd,  jom  dat 

-' wi}  bier  ter  pbatze  alieen  voor  hebben  U  Ed,  Groot  Mog«  (e 
doen  remarqueeren  dat  de  gronden,  waar  op  de  Rege^iagder 

•  Itad  Uaariem  in  het  bijzonder  rust ,  voKi^ektelijk  afkeuren 
mallcanderen  te  verongelijken,  en  teven»  niet  toelaten  het  for- 

•  meecen  van  complotterij^n  eQ  cabal^,  om  die  veroogelUkingm 
ter  uitvoer  te  brengen, 

„  Zo  word,  bij  het  Handvest  van  1400 ,  dttide^jk  geAa- 
cueerd  dat  alle  de  Vroedfchappen ,  op  hun  tour,  Burgemeescc* 
ren  en  Schepenen  zullen  wezen  \  dat  niemand  van  hen  dat  ander- 

•  naai  mag  worden,  voor  en  aleer  alle  de  andereq  mede  Burge^ 
meegeren  en  Schepenen  geweest  zijn,  en  dat,  terwijl  zij  on« 
derllng  gelijk  «ijn,  ook  elk  van  hen  aan  bet  Gerechte  gelijk  we* 
zenzal, 

„  Zo  leest  men ,  in  het  Privilegie  van  Henog  fiups  van 
«ouitooNDiEN ,  van  den  Jaare  1445,  dat,  in  de  verkiezinge  van 

.  Vroedfohappen  en  het  nomineeren  van  Burgemeesceren  en  Sche- 
penen, niemaqd  ^al  mogen  verileken  worden  uit  baat,  nijd  of 
om  eenigerhand^  zaken  ^  en  bij  dat  van  Vrouwe  maria  van 

jaouRQONDifiii  V9n  den  J^e  147 ^  «  b^  welk,  gegeeven  ten 
eeuwigen  dagen,  door  Aarts-Hertog  FU.ips,  haarenzoon,  voer 
zekeren  tijd  gecpn^rm^erd  is ,  zouder  dat  'er  eenige  fchaduwe 
word  gevonden  d^t  het  ledert  zoude  herroepen  zijn,  het  voorfa. 
verbod  herhaald ,  alleen  met  ultlatinge  van  het  woord  andere, 
|;q  dat  lUemand.  Qogte  worden  verdoken  ui(  baat^  nijd  of  eeni- 

Rs  «er* 


V 


^S6  HAARLEMS  GefiifeMffi^f* 


.gerbande  zaken.    Woorden,. die  zo  Uaiiren  verOattibatr  zijo, 
éüt  wi|  hec  overtollig  achten  daar  aan  de  geringde  ophelde- 
ring (e  geven;  want  Is. het  zeker  dat  alle  de 'Regenten  ooder- 
Ibig  aan*  den  anderen   gelijk  zijn»  en  .4!at  niemand,  uk  baoit^ 
'•nijd  of  eenigerhande'  zak^n ,  van  dé  Nominatie  tot  Burgemett- 
"^ei^ètl  en  Schepenen  mag  worden  gefechide^rt;  zo  fpreekt.  het 
•2m  zelf  dat  geen  cabale  plaan  kan  hebben^  wa&r  doorman 
'èenige   Mede-Reg'enten  de  uitfiuidng  gcgeeven  w^otd.  'Men 
Verbeelde  zig  niet,  dat  de  verbindt^is  deezèr  TrivUeglea, 
'Handvesten  of  Oélrooien,  thans  zoude  ophouden ^   om. dat» 
'ia  de  volgende  voorzieningen  omtrent  de  MagifbraatstbefleUin' 
'^,  daar  van  geene  woordelijke  herhaling  gedaan /WQfd;.  of 
e  dat  in^de  forme  eéfiige  verfchikking  gemaakt  is;   bij  vocdr* 
beeld,   dat  her  getal  der  Regenten  vdn  tachtig  op  irierénvevr- 
tig,  op  drieëndertig,  vieren  twintig  ci>   tweeéipdertig   tfelnragt 
15,  terwijl  al  medci  niets- meer' zeker  !s',  dan  dat  latere  Ptiiii- 
'leglen  of  Octrooien  de  vroegere  geenzims  veranderen  óf  4is^ 
irogèeren ,  als  alleen  In  en  omtrent  zulke  zaken  ,  die  expre«(]&- 
-Itjk  ter  contrarie  worden  gcfhtneerd ,  of  die  met  d&  voorgaan^ 
de    abfolut    onbeüaanbaar    zijn,    of  dat  die»  met  uitgedrukte 
-woorden  worden  geaboleerd ;  het  'welk  teh  deezen  riiet  ge-  • 
viotiden   word,  en  oókniet  kan  gevonden'» worden,  om  dat 
-van  een  Wetgever  nooit  kan  geprefumeerd- worden  het  eens 
gellatueerde  *    in    overeenkomst    van-  het   Voorfchrift  van   de 
•rechtvaardigheid   en    do   deuÉjd;  te  wftten  vernietigen  en  de 
•deur  openzetten  voor  hef  ilrafloo»  plegen 'vao  het; geene  aan 
die  rechtvnardigheid    en  deugd  is  overgefteld,    In  die  oude  . 
tijden  waren  de  Regeftten  der  Stad  'f^arjém  aan  dë»  aderen 
gelijk;  dat  zijn  zij  nc^g-^  in  die  oude'  t§den  roogt  de  een  den 
anderen  de  uitiluiting  niet  geven  uit  ongeoorloofde  oorzake ; 
dat  mag  nu  nog  niet  gedaan  worden;  en  dat  zoude  zelft  niet 
mogen  gefchieden   al  waren  deeze  Prlvilegieft  niet  in  de  wae- 
reld,  om   dat   een  moreel  kwaad  nooit  raag  toegelaten,  vet! 
anin  voor  geoorloofd  gehouden  worden;  'maar  hier  zijn  ver- 
'Wndende  Privilegiën  en  Oftrooien ,   wair  op  het   gebruik  in 
het  veranderen   van  de  Magiftraacsbeüellinge  te   Haarlem  is 
^efondeerd,  zonder  dat  dasir  van  ooit,  geduurende  de  geheele 
-Stadhouderlijke  Regeering  van  wijlen  Prins  willem  den  IH, 


HAARLEMs  GefMid^hfetk  kif, 


éii 


glorieoftr  Memorie»  met  eenlg  effééb  is  afge^weken^  of  dat 
ooit  9  door  hooggenekkn  Prins,  uit  eeaige  Nominatie  tot. 
Sargtmeesteren,  waar  van  iemand,  ^zonder- weuige  oarssdtev 
verdeken  was,  eene  Elegie  gedaaa  is...Eadat  dit  waar  ia#. 
weccm  alle  de  Regei^teD  van  Haarlem  ^  die  lumdigbeid  b^bea 
ifm  het  geene  m  die/ tijden  is  vooifnrajien,  axi  waar. van. d^ 
pjteuves,  zo  wdin  Ininne  RegisFess,  4b  in  de.  onze,  nog 
voor  handen  zijn.-    /         '  ,    .        . 

r  M'Wij  hebben  hier  - Qmcrent,  onder  anderen,  het  oo<;.ojp 
tiet'  geene  In  den.faare  \6%\  gebeurd  is,  wanneer  balthazar 
yiOCiMAKS,  een  Mede^Regent  der*  Stad  UaarUrn^  in  ongele- 
geoheidvan  zaken  geraakt »  cesfie  vap  zijne  goederen,  ten  be- 
hoeve van  zijne  Crediteuren,  gedaan,  en  het  Mandement  Wan 
de.hooge  Overigheid,  daar  toe  geimpetreerd,  aan  het  "Gerecht 
v^xi  Haarlem  ten  interimente  had  geprefenteerd;  eén  geval  van 
Bien  éart  zoude  meti  lAo^ën  denken,  dat,  op  zig  zelven,  meer. 
dan  genoeg  was,  om  den  perfoon,  dien  het  betrof,  'van  dè 
Nóinhiatie  af  te  laten,  voor  al  in  de  Stad  Haarlem <;  daar,  vol- 
gens Privilegie  van  Hertog  ALBJtECHt  van  beieren,-  vaft  d«D  4 
Maart  van  het  Jaar  1402,  zelfs  de  geheele  kwaliteit^ van  Vloed- 
iehiip  door  firmoede  kan  Verloren  Wofdenf  maar  neen,  dèCo* 
ftutaie,  gebouwd^ -op  endere  Privilegiën,  hragt  mede  «iemand 
te  pas(ëeren;  en  za  wiérd  die  zaak,  op  den  29  Augivtiis  vaa 
bet  }aar  1681 ,  ia  ^deliberatie  van  de  Vroedfdiap  g^bn^t ,  enj» 
inet  eenparige  StesimèOybefloten  den  gemelden  koëimans  in  da 
NoihSnatiè  van  Bnrgemcesteren  en  Scliepen^n ,  die  den  7  Sep* 
teaftber ,  daar.  aaji . volgendeo ,  Aond  geformeerd  te  worden ,  091 
d«L.  voorfcbreeve  ivettige  porz^e,  voorbij  te  gaan.  Welk  be- 
wijs is  kr^chtigef  :^lt^  te,  denken  om  te  d^monihreeren  dat  hét 
geene  willckeurigp  Zfiak  in  de  Regeering  van  Haarlem  is  ^  om 
iemand  van  de  Nominatie  de  uitfluiting  t^^even;  maar  dat  *er 
gevyigtige  en  voldoende  redenen  moeten  zijn,  als  men  daar  toe 
komt,  en  "dat  raen'cfear  toe  ook  niet  komt,  als  na  die  redenen', 
In  eene  wettige  Vergadering,  behoorlijk  onderzogt  en  overwo- 
|en  té  hebben  ? 

„  Een  ander  geval  zullen  wij  hier  bijvoegen ,  dat  in  den  Jaa^ 
re  16S7  geêxflcerd  heeft,  wanneer,  op  den  30  Augustus  van 
ilat  Jaar,  üi  de  Vroedfchap  van  //.ij/ïr/f»  gerefolveerd  wierd, 
bij  fauice  van  genoegzaam  getal*  van  nominabde  Leden,  op  den 

'  toeo^ 


•tft  HAARLEirs  CtfeUeMübfia, 

coemnaligen  aAnftaflndeo  7  September,  ook  te  nomineereti  de 
sodanigen ,  d{«  van  Stads  wege  ia  CoiBmisfieo  waren  of  Be» 
ifieningen  hadden,  om  het  g^ek  van  de  Nominatie  daar  uk 
ce  fiippleeren,  en  ten  dien  einde,.  Uj  het  uitzoiden  der  Btt» 
tecten,  waar  op  men  gewoon  waa  de  pcrfoonen  te  meUefly 
^ie  niet  nominabel  waren ,  deeze  daar  van  af  te  laten ;  20  alt 
toen  ook  gefchied  is.    De  dag  der  Nominade  daar  zijnde, 
verftonden  vijfentwintig  Leden  van  de  Vroedlbbqi,  dat  «ui 
ben  de  iiberteit  en  vrijheid  moest  gelaten  worden  om  l^oone 
Mominacien  te  formeerèn,  zo  wel  uit  die  bij  difpen&tie  vaa 
de  Nominatie  waren  gekwalificeerd,  als  uit  de  anderen,  dac 
is  te  zeggen ,  dat  het  hen  vrij  ftond  den  een  of  ander  der 
aximinabele  Leden  te  mogen  pasfeeren.    Dit  wierd  vervolgen» 
ook  alzo  in  bet  werk  gefield,  en  daar  door  van  de  Nomhia- 
tie  afgelaten"  Mr,  willem  fabritius,  Oud-B«rgemeester ,  die» 
4ionder  difpenfaüe,   nominabel  en  op  zijn  rang,  conform  aan 
^  voorfz.  Codume ,  op  de  Nominade  hebbende  moeten  go* 
bragi. worden,. vervolgens  daar  tegens  protefteerde  van  illega- 
liteit^ en  zijne  klagcen  bragt  aan  Prins  wuj^m  den  UI,  glo- 
rieufer  Memorie,  welke,  op  het  ontvanggen  van  de  voorfic 
Tïominatie,-  in  piaaue  van  daar  )iit  eene  Eleftie  te  doen,  aai 
<de   Regeering   van   Haarlem  kennlsfe  gaf  wat  hem  omtrent 
«dezelve  was  voorgekomen;  dat  hij  gaarne  daar  van  nader  zour 
^  wezen  onderricht,  en  ten  dien  einde  gecommitteerd  had 
de  Heeren  van  halewtn  en  munter  ,  Raaden  in  den  Hovtt 
Tan  BoUaf^d^  om  zig  daar  op  te  tnformeereA,"  Gemelde  Hee- 
ren,  bij  aanfchrijvinge ,  den  dag  bepaald  liebbende  om  eea 
aanvang  van  de  Befbignes  te  maken,  vond  de  Regeertng  der 
'Stad  Haarled  goed  eene  bezending  te  doen  van  acht  Ledeo 
Vit  de  Vroedfchap,  aan  den  Heere  fagel,  dies  djds  Raad* 
Fenfionaris  van  Holland  en  TFeitfrieilani^  om  den  zelven  te 
jnformeeren  van  het  geene,  op  den    7   September,    in   de 
Vroedfchap  was  voorgevallen ,  als  mede  de  }ullitie  van  de 
gedane  Nominatie  voor  te  dragen,  en  te  verzoeken  dat  allet 
^ude  gelieven  aan  te  wenden  om  de  Stad,  en  Regeering  van 
dezelve,   in  die  rust  en  vrede  te  doen  blijven,  waar  in  zij 
tot  dien  tijd  waren  geweest.    Het  welk  tot  zijn  gevolg  geha4 
beeft  ditt,  na  onderlinge  gebonden  conferentien.  Dr.  wiixiii 

YAM 


HAARLSMtt  Cttchtiiênh/kHé  %S^ 

'VAN  tEnxLBif ,  ten  dten  tijde  gecommitteerd  ter  AudMe  vtti  dé 
HcUandfche  .Rekeningen,  ^én  ven  de  Genomineerden  tot  hec 
'Burgemeesterfclnp,  om  geaUegueerde  redenen,  rerzogt  heeft 
van  de  Nominatie  te  worden  geSxcnfeerd ;  liet  welk  hem  geae^» 
Cordeert  zijnde,  is,  m  deszelfs  piftatze,  de  bovengemelde  ge. 
protefteerd  hebbende  Oud-Burgemeester  ,  Mr.  willem  pabki- 
'tius,  op  de  Nominatie  gebragt,  en  door  wijlen  zijne  Door- 
luchtige Hoogheid,  den  Heere  Erfnadhondef ,  nevens  anderen, 
tot  Burgemeester  geeligeerd.  Waar  mede  dat  verfchil ,  met 
expresfe  fchriftelijke  dankzegginge  aan  weigemelde  Heeren  FiH 
GEL,  VAN  HALEW?jr  CU  MUNTER,  een  einde  heeft  genomen, 
\Zonder  dat  *er,  in  de  volgende  veertien  Jaaren  van  het  Stadhou- 
derichap  van  hooggemelden  Heere  Prinlè,  ooit  weder  iets  dier^ 
geHjks  Is  ondernomen;  maar  dat,  integendeel,  zedert  altoos  de 
'Nofflinatlen  tot  Burgemeesteren ,  zonder  iemand  uit  te  fluiten, 
met  eenparigheid  of  met  genoegziitae  eenparigheid,  zijn  gemaakt 
geworden. 

„  Wij  noemen  eêne  genoegzame  eenparigheid^,  wanneer,  te 
^en  Jaare  1698 ,  twaalf  Perfoonen  geflemd  wierden  toe  de  N^ 
mfnacie,  zes  van  dezelven  31 ,  één  30,  één  a8,  ea  de  overige 
vier  ieder  i  ftem  hadden.  In  den  Jaare  1699  zeven  31,  één 
S7,  en  nog  drie  te  lamen  ^  flemmen  hadden.  In  den  Jaare 
1700  vier  31 ,  één  30,  twee  29,  één  28, 'en  nog  vier  te  famea 
^  flemmett  hadden.  En  In  ^(m  Jaare  1701  2es  31 ,  één  30,  ééa 
Mï7,  en  de  overige  drie  te  toen  5  flemmen  hadden;  het  welk 
dies  tijds,  zo  wei  als  nu,  door  het  prs^ereeren  van  èen Schoon- 
zoon boven  een  Schoonvader,  of  van  den  eenen  Zwager  boven 
den  anderen,  zig  hi  den  rang  van  de  Nominatie  bevindende,  of 
Hit  eene  andere  dlergeüjke  oorzake,  beeft  kunnen  gefchieden; 
doch  waar  nic  geene  de  minfte  gevolgtrekking  te  halen  is ,  om , 
bij  een  verbonden  pluraliteit,  deezc  en  geene  bepaalde  Perfoo^ 
■en  de  uitlluicing  van  de  Nominatie  te  geven. 

„  Meer  zullen  wij  op  dit  refpeét  niet  bijbrengen ,  om  dat  wi} 
vertrouwen  dat  het  laatstgealiegueerde  geval  van  zo  veel  klaar- 
heid is,  dat  het  niet  deminfle  applicatie  nodig  heeft,  maar  eene 
uitgemaakte  Zaak  is,  dar  niemand  bij  het  formeéren  der  Nomi- 
natie, in  zijn  rang  mag  worden  verongelijkt,  en  dat  de  Regen- 
ten van  dien  djd  ^  gelegendbeid  hebbende  gehad  dat  fiuk  dieper 

ia 


B70  'HAMiltm  Ce/cki04i9Hfim. 

^  in  te.  zien  en  nagr- gematigde  bnderricbtiagen,  en  verflandiga 
raadgeeyingen  te  lutscerea,  geprefereerd  hebhen  die  zaak  in  der 
minne  ^e  vereffenen,  en  den  klager  Judicie  te  doen,  zonder  den 
Heere  ErjFïïadhouderde  moeite  te  vergen  van  de  gedecerneerde 
Commi^fie  te  doen  voortgaan ,  of  zig  daar  op  anders  te  expü 
•ceeren,  als  door  de  eerde  Nominatie  daar  te  laten,  en  uit  de 
veranderde  en  gereflificeerde  Nominatie  zijne  £leétie  te  doen» 
£n  of  die  voorzigtigheid  van  de  toenmalige  Regenten^  achter- 
volgd  door  conduitès,  dié  alle  (loiFe  tot  nieuwe  klagten  hebben 
voorgekomen  9  niet  verre  te  approbeeren  zij  boven  het  gedrag, 
dat  de  tegenwoordige  Regenten  hebben  gehouden  ,  laten  wij 
'over  aan  elks  uorde^l;- immers  zo  die  nu  gevolgd  ware,  haddep 
wij  uit  ééne  Nominatie  onze  Elcdie  kumien  doen,  daar  wij  na 
in  de  vollhekte  noodzaaklijkbeid  geweest  zijn  om  die  uit  twee 
^ominatien  te  doen,  zoude  dezelve  met  de  Privilegiën,  I-Iand- 

'  Testen  en  Cofhimen  der  Stad  Haarlem  overeenkomen. 

„  Het  is  een  zaak,  die  bekend  is,  dat  de  Mngiflraatsbeftel- 
Ihig-in  de  Steden  van  het  departement  is  van  deHeeren  Stadhou- 
deten  in  dér  tijd,  die,  volgens  hunne  fuccesfive  Commisfien^ 
«lleen  zijn  bevoegd  Durgemeesteren ,  Schepenen  en  Wetten  te 
veranderen.    Het  is  een  even  kennelijke  zaak,  dat  de  Steden 
bevoegd  zijn  om  aan  den  Heere  Stadhouder,  tot  die  Magiflraats- 
veranderinge,  te  mogen  voordragen  eenige  Perfoonen;  doch  op 
'geen  anderen  voet,  als  dat  die  voordraging  gefchiede  conform 
laan  de  Privilegiën.    Het  onderzoek  hier  over  competeert  alleen 
den  Heercf  Stadhouder,  om  dat  die  tot  het  doen  der  voorfz. 
Teranderinge  alleen  gerechtigd  is ,  niet  naar  zijn  enkel  welbeba- 
'gen,  maar  naar  behoren  en  achtervolgende  de  Privilegiën  van 
de  Steden»  welken  daar  in  voor  hem  de  eenige  regelmaat  uitma* 
ken ,  en  niet  de  bloote  Nominatien  op  ztg  zelven;  waar  van  de 
reden  palpabel  is,  terwijl  de  Stadhouder,  in  het  algemeen  ge- 
chargeerd zijnde  met  de  handhavinge  en  confcrvniie  der  Privi- 
•Jegien  van  den  Lande,  Steden  en  Plaatzen,  ook  inzonderheid 
behoord  te  raaintineeren  zulke* Privilegiën,  welken  bepalende 
.hoedanigheden  der  Regenten,  en  vooral  dient  zorge  te  dragen 
.dat  geen  indragt  daar  in  gefchiedde,  teu  einde  de  Burgers  en 
Ingezetenen  mogen  verzekerd  wezen  ,  dat  zij  door  dezulken 
.worden  geregeerd»  die,  op  «ene  wettige  wijze  en  behoorUjk 

ge. 


0ek viMficeerd ,  in  do  R^eeting  gtixragt  ziio»  ea  aan  wlen  zi) 
vervolgeiis  mee  ce  meer  vertrouwen  fchuldig  zijn  ce  gehoor- 
samen. 
Dit  h  een  poind  van  de  uitterfie  aangelegenliejd;  want  zo 

^den  Burgeren  en  Ingezetenen  redenen  worden  gegeven  om  to 
twijffeien  aan  de  wettigheid  van  hunne  Regeneen,  of  dat  zij 
met  eenigen  fchijn  prefumeeren  kunnen  dat  die  onbetamelijke 
middelen  gebruiken,  of  verkeerde  wegen  inflaan,  om  In  de 

,  Regeering  te  geraken ,  of  zig  daar  in  te  verllerken ,  zo  moet 
natuurlijk  en  van  zelf  daar  uit  volgen,  dat  de  liefde  ver- 
üaauwd,  de  getrouwheid  wankelt  en  de  gehoorzaamheid  ein* 
delijk  geheel  ophoud;  dit  is  de  pligt  van  den  Stadhouder,  om 
door  het  exad  doen  obferveeren  deezer  Privilegiën,  te  pat» 
vtnteeren ,  en  te  gelijk  d^r  door  den  band  tusfchen  Règenc 
en  Burger,  te  naauwer  toe  te  firikken, 

„  Zijn  dan  de  Privilegiën  het  eenige  ricbtfnoer,  waar  naar 
de  Stadhouder,  in  het  doen  der  Ëleaie,  zig  te  gedragen  heb* 
be«  en  word  hem' van  de  eene  partije,  op  den  naam  van  de 
Regeeringe,  eene  Nominatie  geprefenteerd,  die  van  iUegaliteic 

'word  geaccufeerd,  en  te  gelijk  van  de  andere  partije  eene 
Nominatie,  die  gezegd  word  legitiem  te  zijn,  zo  wijst  hec 

'  aanftonds  zig  zelven,  dat,. aan  het  requifiet  der  Nominatien 
voldaan  zijnde,  niets  anders  overblijft,  als,  na  eene  exade 
examinatie  v«i  die  beiden,  daar  uit  eene  Eledie  te  doen, 
achtervolgende  de  Stads  Privilegiën;  het  welk  in  deezen  door 

.  ons  is  gedaan ,  zonder  iemand  te  verkorten  of  achter  uit  te 
zetten  in  zijn  rang;  maar  op  eene  wijze,  die  wij  hebben  aan« 
getoond,  dat,  geduurende  den  gancfchen  loop  van  eene  der- 
Mgjar^g^  Stadhouderlijke  Regeeringe  van  wijlen  zijne  Door- 
luchtige Hoogheid,  Prins  willem  den  III,  glorieufer  Me- 
morie, altoos  is  geobferveerd  geworden.  Ons  zijn  de  PeHbo* 
\  neu  van  de  Regenten  allen  even  na;  wij  pretendeeren  in  den 
eenen  geen  meer  perfoneel  belang,  dan  ia  den  anderen,  te 

.  hebben.  Dit  hebben  wij  niet  nagelaten,  ook  in  het  bijzonder, 
m  doen  iafinueeren  aan  de  Regeering  der  Stad  HaarUniy  mee 
verzekeringe,  dat,  ais  zij  hunne  partijfchappen  maar  wilden 
kten  varen,  dat  wij  van  onze  zijde  daar  van  reCele  blijken 
zouden  geven.    Doch  het  heeft  al  mede  niet  mogen  helpen ; 


174  HAARLEMS  GerMiienlifené 


éedeif,  waarom  het  «elve  geuakt  h,  iosgdi]ks  ceÉftérd,  bet' 
welk  ah  de  Öftrooieu,  in  den  taitften  Scadhondetlozen  djd, 
door  U  Ed.  Grooc  Moge,  «in  dié  vsn  Haar  km  gegeeven, 
^  ria  roede  uit  het  geene  in  deo  Jaare  1748 ,  door  wijlen  onzea 
Doorladitigften  Gemaa),  geordonneerd  is,  nader  zonde  kna* 
toen  worden  opgeheldert.  Doch  wij  toten  het  begrip  daar  over^ 
tlthans  aan  zijne  plaatze,  om  nog  te  zeggen,  dat  andere  za« 
feen ,  die  in  bet  zelve  Oftrool  voorkomen ,  aangaande  den  oa« 
detdom ,  de  nabedaanhcid  en  diergeüjken ,  alhier  tot  geene 
voorwerpen  van  verfchil  gemaakt  zijn ,  behsdven  dat  de  Vroed- 
fcbap  der  Stad  Haarlem  ons  al  bereids  voor  eenigen  ttjd  gea^ 
dieert  heeft,  om  onze  Approbatie  te  hebben  op  de  fchikkln- 
gen,  daar  omtrent  bij  hen  gepro)eAeerd;  en  waar  in  wij,  zo 
de  vrede,  vrieudfbhap  en  goede  ordre  hadden  mogen  herfteld 
worden,  gantsch  niet  difflciel  zonden  geweest  zijn. 
-  „  Wij  zullen  eindelijk,  tot  flot,  nog  zeggen  het  geene  be- 
vorens reeds  hier  en  daar  met  den  vinger  is  aangeroerd,  dac 
in  een  Land  van  vrijheid  geene  andere  vrijheid  behoord  ge« 
kend  en  gezogt  te  worden  ,  als  die  overeemftemt  met  da 
gronden  van  hec  Staatsrecht,  met  de  regelen  van  de  rechtvaar- 
digheid en  met  de  verpligting,  die  op  eik  legt«  omtrent  zijn 
evennaasten;  dat  de  vrijheid,  die  de  verbonden  Leden  op  bet 
éo%  en  in  het  harte  hebben,  tegens  die  gronden  direft  ftrijd, 
terwijl  dezelve  de  Privilegiën  van  de  Stad  vernietigd,  de 
rechtvaardigheid  omkeerd ,  en  de  verongelijking  van  zijn  even- 
naasten voor  geoorloofd  (leid,  en  bovendien  ons  de  facul- 
teit ontneemt  om  gebruik '  van  ons  Recht  te  maken  in  hec 
verkiezen  van  zulke  Regenten ,  aan  welke  men ,  eens  voor  al , 
de  uitfluidng  heeft  gegeeven.  En  wij  vertrouwen  daarom  y 
dat  U  Ed.  Groot  Mog;,  die  niet  voor  hebben  om  de  Reeb- 
xén  van  den  Stadhouder,  die  hij  heeft  en  zonder  belet  heeft 
gcoeffend,  te  verminderen  of  daar  in  eenige  prejudiciablc  ver- 
anderingen te  maken  in  een  tijd  van  Minderjarigheid,  het  ver- 
doek van  de  Supplianten,  die  zig  noemen  de  Meerderheid 
van  de  Vroedfcbap  der  Stad  Haariem ,  doch  dezelve  geenzintÉ 
reprefenteeren ,  zullen  van  de  hand  iiiijztn  en  aUe  verdere  de- 
liberatien  daar  over  doen  cesfe^ren. 

Waar 


^  « 


'  ,>  Waat  tü^t,  ÈJ.  Omt  Mog.  Heereh^  hijzohdeire  fóêié 
t^riefideH^  Wij  Ü  Ei  Groöt  Mog.  beleden  iii  Ood$  heili^gf 

Uwer  Edete  Groot  Mog*  DUns.'WiÜi|é* 
Dietutresfe. 

ANNE* 

iTéi*  Ordonnancift  van  haaré  ïtonitigtijki 
tn  ^s  Gtai^efiiagtf  Hoogheid,       * 

den  14  tfecembtr 

I75«*  ï.  J»  tfe  LARÜEV* 


^ia  dat  dit  bericht  aafl  handé  Ëd.  Giroot  Mög«  iK^as  oVéf-' 
jSéleverd,  werden  ^  tn  dee2e  Stad  ^  twee  Proteiten  j^aluit 
Het  eerde  ^  door  den  Heere  Iloofd-Ófficier  van  dee^e  SUd} 
als  eene  Aantekenitig  op  het  Protest  der  twee  Heeren  ~&urge« 
meesteren  ,  dei)  10  September  gedaan  «  werd  ^  deti  só  vatl 
Wintermaand  >  ter  Ramere  van  de  Ed.  Groot  Achtb»  Héë* 
jTen  fiurgemeesteren  overgeleverd  9  en  luidde  dusx 

i.  Ik  Ondergefchröeve  j  Mri  öanieL  jan  ÉAfttEÜLiNö^  iiüfl 
ftii]  hebbende  gereferveerd  eene  Aantekening  tegens  het  PnJi 
test  i  dat  de  Hceren  deutz  en  Van  Valkenburg  ,  den  fd 
September  va«  het  Jaar  1758^  op  deeze  Kamer,  even  vööf 
dat  ik  hnnne  Ed.  Groot  Achtbaarheden  in  huntier  Ed*  Coti* 
fultaire  Digniteit  had  gefield,  tegens  de  aandelllnge  vaii  defi 
fieere  v'an  echten,  tot  Burgemeester,  hebben  gedaan ^  efl 
Waar  in  mijn  caraftef ,  als  Hoofd-Officieir  *  mede  is  bevat  1 
Vermeed  het  genoegzaam  <innodig  is  te  adflruëeren  wat  dé 
}yost  Van  een  Graaflijkheids  Officier  is  $  al^o  de  benaming  tt\t 
doet  begrijpen,  dat  zo  een  Officier  aJzintü  verpligt  is  te  obéi 
dieereu  aan  den  geeneil ,  dié  ten  deezen  ifl  de  fundti^  déF 
Graaven  fuocedeert «  en  dus  aan  den  Sradbouder  of  aftn  hatff 
Kontnglijke  Hoofsheid,  als  die  Waardigheid  thans  voor  haarai 
Minderjarigen  Zoon  bekleedénde ;  waar  omnrent  ik  te  middef 
fcrupule  heb  behoeven  te  maken ,  om  dat  de  bloote  Jeélilltt 
jler  MisGve  van  haare  Roninglijke  Hoogheid^  Vaü  2elf  doet 


»J6^  HAARLEMS  Gefekhdtidtfi»4 

zien  dat  het  gantfche  Protest  onbecameliik  enerronea$  is^tlzo. 
haare  Koninglijke  Hoogheid  niet  was  geabufeerd,  veel  min  was 
gegaan  buiten  de  Nominatie ,  zo  als  gemelde  Burgemeesters 
▼oorgeeven;  maar,  ler  contrarie,  dat  haare  Koninglijke  Hoog-' 
beid  declareerd  uit  de  overgezonfden  Petfoonen  te  hebben  geêli- 
geerd ;  door  welke  Eleétie  niet  de  geringde  attelnte  is  gegeeven 
aan  de  Privilegiën  dee7«er  Stad,  welken  ik,  zo  wei  in  kwaliteit 
van  Hoofd-Officier  ,  als  in  die  van  Raad ,  jnveranderlijk  zal 
hebben  te  maintineeren ;  weshalven  ik  Ondergefchreeve  prote- 
fteére  van  het  ongeOjk,  de  kwade  verdenkinge  en  ongegronde 
befcfauldigingen ,  die,  bij  dit  Protest,  in  dato  den  lo  Septem- 
ber van  het  Jaar  1758,  tegens  mij  en  mijue  handeiwiji^e ,  zifn 
ter  neder  gedeld.  In  Haarlem ,  den  20  December  van  hef  Jaar 
1758 »  tfr  Kamer  van  hunne  Ed.  Achtbaarheden  overgegef' 


retT 


D*  J.  KAMETRLipja 


Het  tweede,'  cene  Aantekening  van  acht  Heeren  Vroedfchap- 
pen ,  tegens  het  beflotene  in  de  Vroedfchaps-Vergaderingen  van 
y    den  it  en  18  September,  werd  den  25  December  overgeleverd» 
«n  was  in  deeze  woorden  vervat : 

„  Wij  Ondergefchreeve  jean  salomon  LACLé,  Mr.  zitCHA^ 

KIAS  STEENIS,  DIRK  VilN  OER  WAAIEN,  Mr.  WILLEM  JAN  VAN 
HOOGENDORP,  Mr.  PIETER  VAN  DEN  BROEK  ,  Mr.  REMEES  FLORIS 
VAN    ZAANEN  ,   Mf.    DANIEL  JAN  KAMERLING  eU  Mr.  JAN  FREDRIK; 

PARVó,  allen  Raaden  en  Vroedfchappen  der  Stad  Haarlem  ^  aan 
ons  hebbende  gereferveerd  otue  aantekening  tegens  de  gehouden 
Vroedfchappen,  van  den  11  en  18  September  deezes  }aars,  en 
dus  tegens  de  Extenfien  der  Refoluiien,  quafi  daar  uitgepro' 
flueerd,  en  tegens  alle  ordre  aan  in  de  Notulen  gebragt,  als  heb' 
bende  alle  het  zelve  verklaard  te  zijn  nul  en  van  geener  waarde , 
vermits  de  beleggingen  derzelver  Vroedfcbappea ,  en  dus  de 
Convocaüen  van  dezelven ,  geheel  informeel  zijn  gefchied , 
zouden  eenvoudig  kunnen  voldaan  met  bet  allegueeren  dat  de 
gemelde  Vroedfchappen  ons  geheel  niec  zijn  aangezegd  ,  of, 
aangezegd  zijnde ,  weder  zijd  itfgezegd^  en  wij  dus  buiten  (iaat 


HAARLEMS  Gefchiedenis/en.  07/ 

m  * 

I 

gèfteld  om  daar  te  kunnen  compareeren^  £n  meer  zou  hier  niet 
Sehoeven  te  worden  bijgebragt ,  om  dnar  van  de  evidente  nulli- 
teit te  probeeren.  Het  zou  ook  vergeefs  zijn  veel  hier  omtrent 
te  zeggen,  vermiis  de  Notulen  van  deeze  Vroedfchap  maar  be- 
hoeven  doorlezen  te  worden^  om  het  onbetamelijk  gedrag.,  In 
deezen  gehouden,  alzints  te  ontdekken,  zo  als  die  Leden,  die 
vergadert  zijn  gefeest,  zelve  daar  van  fchijnen  te  zija  geperfua- 
deert  geweest,  met  al  hQt  gerefolveerde  in  die  Vroedibbappen 
te  doen  üilflaan  en  te  (lellen  buiten  effed ;  doch  wij  meenen  hier 
omtrent  nader  ce  moeten  avanceeren,  dat,  bij  de  aimtekeniiig 
vao  de  Heeren  deutz  en  van  VAUiËNBuao  zelf  blijkt,  dat  de 
Heerea  witte  en  van  echten  het  houden  der  Vroedfchap  heb* 
bende  tegengefproken^  de  Heerea  drütz  en  van  valken&urg  , 
doordien  geprotegeerd  hadden  tegena  de  aanftellhige  van'deü 
Heere  van  ecsten,  aU  Burgeneescer ,  tevens  fustlneerden , 
dac  de  kwaliteit  van  opgemekien  Heere  Van  echten,  door  hun- 
Ée  gedane  proteftatie,  aanftonds  verviel,  decfdeerende  dus,  al 
klagende,  de  kwestie  zelf.  Een  zaak  ,  die  al  te  ongehoord  is , 
öm  met  ernst  daar  tegens  Iets  te  zeggen ,  alzo  niemand ,  die  zij- 
ne oogeii  wel  geplaatst  heeft,  de  wanfchapenbeid  hier  van  niet 
téï  eerften  ontdekt, 

„  Dat  de  Heeren  wttfe  en  va»  echten  het  houden  der 
Vroedfchap  tegenfpraken ,  was  zeer  billijk,  en  met  de  tegen- 
ivoordige  Conftitutie  der  Regeeringe  overeenkomHig,  alzo  zij 
klaar  ontdekten  dat,  dezelve  nergens  anders  toe  zoude  dienen,, 
d^n  óm  zlg  aan  te  kanten  tegens  den  rechtvaardigen  en  billijken, 
(andel  van  Mevrouwe  de  Gouvernante ,  om  die  dus  in  haar 
plecht  te  keer  te  gaan,  zo  als  de  uitkomst  heeft  doen  zien ,  dat 
die  Heeren  dezelve  Vroedfchap  met  geen  ander  oogmerk  heb- 
ben gehoudea,  als  om  baar  kwalijk  gekozen  weg  te. blijven  ach- 
tervolgen; blijkende  zulks  ten  klaarden  uic  de  handelwijze  van 
dien  Heere  deutz,  die  zig  nu  beroept  op  een  Oftrooi>  het 
welk,  ten  tijde  zijne  £d.  PrefidentBivgemeester  was,  door  zij- 
ne £d.  het  eerst  fs  verbroken  en  als  vervallen ,  en  van  nul  en 
^^ner  waarde  meer  te  zijn  is  voorgedragen, 
,  n  Het  zou  nodeloos  zijn  te  willen  aantonen  de  nulliteit  v^ 
^nclufieh,  die  een  Vice-PrefidentBurgemeester,  wanneer  da 

S  3  Stem. 


^n  HAARLEMS  GrfM*4emitfl^ 

Stemmen  (leken,  pp  <  Bucgemeescers  Kamer  wil  doen  nemen ^ 
lilZQ  door  zulke  irreguliere  en  wederrechtelijke  handelwijze» 
Iflle  goede  ordre  in  een  oogenblik  word  geren verfeerd,  fpre* 
kende  vsn  zelfs,  dat,  daar  de  Stemmen  voor  en  tegen  egaal 
zijn,  de  zaak  in  kwestie  Hil  (laat,  en  niet  kan  worden  afge- 
daan, als  door  een  hogere  partij;  wat  weg  derhalven  de  Hee- 
feq  DEtrrz  en  van  viilkenburg  begrijpen,  dat  de  Prefidenc 
leg^s  znlk  ongehoord  bedrijf  op  burgemeesters  Kamer  anders 
^ad  moeten  inflaan ,  als  tegens  die  Conclufie  te  protefteeren  „ 
^  «e  verzoeken  dat  hunne  Mede-Leden  van  hunne  onbehoor- 
|i^e  behanddlagen  wilden  ^fftappen,  begrijpen  wij  nog  niet, 
fliaar  wel,  dat  de  Prefidenc,  niets  hebbende  kannen  vorderen, 
|[qufiSeerd  ^et  den  üeere  van  ecrtbn  ,'  te  recbt  co  me( 
goed  fondament  en  reden  heeft  ordre  gegeeven ,  om  die  pre.< 
leofe  eq  kwalijk  a»ng)ezegde  yrx>edrchap  dMco  .te  doen  afzeg-' 
geu)  voorts  blijkt  opk.,  dat. 4e  Lcdeo,  qp  den  ii  September 
vergadert,  maar  vijftig  in  gpiale  zijn  gew^M.»  en  dus  no^ 
^^et  de  helft  der  Vroed&Mp  .uitmaakten ,  dw  de  Ref<riutieii 
.  duicielijk  inhouden,  d^  V  .tf n  n^nden  twee  .derdon  d^  Lede9 
^qeten  prefent  zijn,  zullen  *et  zaken  van  gewigt  geconclu-i 
4eer.t  worden.  Dit  niettegenfbuule  zon  men  gaarne  fustinee*- 
ren  met  die  kwalijk  vergaderde  partij  te  recht  te  .hebben  g^ 
rj^folyeerd,  om  de  Vrocdfchap  tegens  den  idr  dito  xe  doen 
btefchryvqn;  doch  welke  Brieven,  ten  deele  door  g^gekwalin 
geëerde  Peifoonen  bezorgt,  ten  deele  onbefteld  gebleven  zijuj^ 
zo.  als  de  Ondergetekenden  declareeren  dezelven  nimmer  ge-- 
pen  te  hebben;  en  dat  dus  alweer  niets  ;neer  tot  de  onwet-. 
^igheid  dier  Vergaderinge  zoude  behoeven  bij  te  brengen. 
I)och  waar  omtrent  echter  nog  moeten  remarqueeren ,  dat  de 
peeren  deütz  en  van  valkenTburq  bij  hunne  aantekening 
^elf  hebben  bekend  geen  voordragt  tot  het  houden  of  bcfchrij- 
yen  <lier  Vroedfchap  op  Burgemeesters  Kamer  re  hebben  ge4 
d^an .  al  mede  dlreft  ftrijdi^  met  alle  oude  Coftumen  en  Ufiinr 
^ïcn  deezer  Regceringe,  en  dus  ftrekkende,  zo  tot  verkor- 
linge  van  derzelve?  Rechien  en  Vrijheden,  als  tot  het  op^ 
fcchten  van  eene  ganisch  willekeurige  magt. 

„  QWi,  ?lle  j^elke  redenen  wij  Ondergetekenden  als  nog  pro-i 
tefte^ï^a  ^egew  4ie  gehojuden  Yrocdfchappeu ,  en  voor  nul  e» 


.V9n  geener  wftprde  verklaraD  al  4Vftt  Uj  <^ezeLye  js^ert^fol: 
Teerd,  zo  lUs  nede  komt  fê  vervaU«n  de  £xtdaG^  v^n  d^ 
•Vroedfclu^,  gehouden  den  m6  Sqtceigber,  w^lke  me^  ip  di^ 
siuile  en  pceteofe  Vroedfebep.  vm  dm  li  heeft  g^refumeord, 
smar  in  meQ.imr  e^geozlmeliikbdd  en  ter  kwader  trouw«  4ê 
««ken  wel  zo  wilde  doen  voorkomen,  als  of  de  Prcfident  en 
verdere  Leden,  op  dien  i6y  hunne  plaatsen  op  eene  onbei- 
lioorltjke  wijze  hadden  verhiten  en  weggegaan  waren,  daar 
dezelyen  ter  contrarie  niet,  d^  na  dat  de  Vergadering  door 
den  Prêfident ,  wanneer  hij  liad  gesegt  dat  alles  afgedaan  M^as  ^ 
wettig  was  gefcl^den,  zijn  vertrokken,  zo  als  uit  het  Re- 
gister van  de  Vroedfchap  zelfe  duidelijk  confteerd;  en  dus  is 
tiet  tileen  aan  't  informeel  gedrag  van  de  'Burgemeesteren 
DBUTZ  en  VAN  VALKENBURG  te  in4>uteeren ,  dat  'er,  na  het 
ichekien  der  Vergaderinge,  en  het  vertrek  van  den  Prefident, 
iio'g  zaken  zijn  voorgedragen,  en  buiten  ordre  op  dezclren 
!s  geadvifeerd," 
Aftnm  Haarlem  j  den  25  December  i^s^, 

(was  getekend) 

J.  8.  LA  CLé ,  Z.  STEENIS  ^  D.  VAN  DER. 
1VAAfEN,W.  J.  GR»  VAN  «OOGENDORP, 
P«  VAN  DEN  BROECK,  REMEES  FLORIS 
VAN  ZAANEN  ,  D.  J.  CAMICRLING ,  J. 
F.  PARVé. 


„  Van  het  evengemelde  Bericht,  verzogten  de  Heeren  van 
de  Ridderschap  en  Edelen,  gelijk  ook  de  verdere  Leden 
dier  Vergaderinge  ,  Copij  te  mogen  hebben ,  ten  ein- 
de  de  eerstgemelden  het  zelve  in  ordre  mogten  onder, 
zoeken,  en  de  laats^emelden  daar  op  ver(huin  het  goed* 
vinden  der  Heeren,  hunne  Principaalen ;  terwijl  de  Gede- 
5,  puteerden  van  HaarUm  inihntelijk  verzogten,  dat  de  de* 
9,  liberatien  over  deeze  zo  Importante  als  interesfimte  >materie 
n  Q^^  yQcbaanjta  J^iaar  «fi^wêgt  «pgt  worden  het  geene  de 
^  Heeren ,  hunne  Principaalen ,  nodig  zouden  vinden ,  tol 
,,  opbelderingü  van  die  Bericht  en  veele  omflandigheden ,  dee- 

S  4  „zt 


99 

99 
99 


Me  tIAARLEMS  GefcMeJenttfen. 


„  ze  zaak  aangaande,  in  het  daglicht  te  (leHen  en  aan  hunne 
,y  £d.  Groot  Mog.  nader  te  vertoonen;  aan  welk  verzoek 
9,  zij  vertrouwden,  dat  de  Leden  te  gemakkelijker  zouden 
,,  voldoen,  om  dat,  uit  het  Request  of  de  Remonftrantitf 
„  der  achtien  Leden  van  de  Vroedfchap  bled^,  dat  aan  de 
„  moderatie  en  verregaande  condefcendence  van  de  Vroedfchap» 
9,  of  het  Meerdergedelte  van  dezelve,  was  toe  te  fchrijven^ 
^  dat  voor  de  verhaastinge  van  bet  befluic  hier  omtrent,  zon- 
5,  der  deeze  nadere  ophelderingen  af  te  wagten,  geen  reden, 
„  veel  min  eenig  kortaanftaande  gevaar,  te  vinden  was."  Het 
beduit. hunner  £d.  Groot  Mog.  werd  hier  op  uicgefleld  tot  nar 
dere  overweeginge.  Waar  na  de  gemelde  achtien  Leden  van  de 
Vroedfchap  deezer  Stad  een  tweede  Request  ter  Staatsvergade- 
ringe  van  Heiland  hebben  doen  indienen,  bij  het  welke  ge- 
voegd was  eene  breedvoerige  Judificatie  van  de  Meerderheid 
der  Vroedfchap,  nopens  hun  gehouden  gedrag.  Welke  beide 
fhikken,  en  het  iaatde  inzonderheid,  op  eene  bondige  wijze 
aantonende  wat  'er  van  de  opgegeeven  befchuldigingen  is,  ^en 
8  Februarij,  aan  hunne  Ed,  Groot  Mog.  zijn  overgeleverd,  en 
dus  luiden : 


jtan  de  Edele  Grofst  Meg.  Beeren  Staaten  van 
Holland  en  fVestfriesland. 

„  Vertoonen,  met  fchuldig  refpeét,  de  Ondergetekende  Bur- 
gemeesters ,  Schepenen  en  Raaden  der  Stad  Haarlem ,  dat  de 
Vertooners  genoodzaakt  zijn  geworden ,  op  den  27  September 
dea  voorleden  Jaars  1758,  zig,  bij  Requeste,  aan  U  Edele 
Groot  Mog.  te  addresfeeren,  en  te  verzoeken  het  maintien  van 
het  Oétrooi  en  Privilegie  der  gemelde  Stad,  en  de  hooge  voor- 
zieninge  van  U  Edele  Groot  Mog.  wegens  de  verkiezinge  van 
8AL0MÖN  VAN  ECHTEN  tot  Burgemeester  aldaar;  welke  verkie^ 
zing  nu  wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid,  hoogloffelijker  Me-, 
norie,  als  Gouvernante  en  Voogdesfe  van  zijne  Hoogheid,  den 
Prinfe  Erflladhouder,  heeft  gelieven  te  doen  buiten  de  Nomi- 
natie  van  de  Vroedfchap ,  en  alzo  niet  conform  aan  bet  gezegde' 

Odrooi  en  Privilegie. 

/ 

o  Dat^ 


HAAkLEMS  Gefchieienisftn.^  ftSi 


itüÊmmmmmm 


„  Dat,  U  Edde  Groot  Mog^,  ten  zelfden  dage,  hebbend» 
goedgevonden  den  voorfchreeveü  Requeste  en  Bijlagen  aan  wei- 
gedachte  haare  KoningHjlce  Hoogheid,  bij  Misfive,  ce  zenden, 
met  verzoek  om  hoogstderzelver  Conftderatien  en  Bericht  daar 
op  aati  U  Edele  Groot  Mog.  te  hit  en  toekomen,  vervolgens, 
uit  naam  en  van  wegen  de  hooggenoemde  Koninglijke  Prinfesfe , 
bij  Mi9(ive,  in  dato  dën  14  December  van  het  Jaar  1758,  aan 
U  Edele  Groot  Mog.  is  ingezonden  het  gerequireerde  Bericht. 
Doch  waar  bij  veele  zaken  aan  ü  Edele  Groot  Mog.  wierden 
voorgefteld,  welken,  zo  de  Rechten  der  S;^d  Haarlem^  als 
de  eer  en  de  verpligting  van  de  Meerderheid  der  Vroedfchap^, 
aldaar,  ten  hoogden 'zijn  toucheerende. 

„  Dat,  de  Vertooners  zig  hier  door  hebbende  gevonden  in 
de  verpligringe,'om,  zo  wegens  de  gronden  van  het  Recht, 
bij  hen  gefustineerd ,  als  nopens  de  feiten ,  door  abufive  infor- 
matien,*  ten  hunnen  laste  voortgebragt ,  eenige  Elucidatien  in  ta 
rkhteh,  het  inmiddels  tusfchrengekomen  ftnenelijk  overlijden  vari 
'it  Vorftïnne ,  wiens  geheugen  altoos  met  eerbied  geèonferveerd 
moet  worden,  dé  Ondergetekenden .  wel  heeft  aangedaan  mefc 
oprechte  droefheid  en  leedwezen  over  dit  zo  groot  verlies  J 
maar  dat  het  belang  der  Stad  Haarlem  j  aan  de  Regenten  op  het 
allerfwieufte  bevolen ,  en  de  gevolgen ,  welken  diergelijk  voor- 
beeld, als  in  de  opgemelde  verkiezinge  van  salomon  vAn  ech- 
ten gezien  word,  zouden  kunnen  maken  op  het  algemeen  wel- 
zijn, de' Vertooners  houd  in  de  verbindtenisfe  om  hunne  bij- 
zondere gevoelens  van  rouwe ,  hoogachtinge  en  erkentenisfe  niet 
to  geheel  te  mogen  involgen,' dat  daar'  door  de  vérfchuldigde 
befcherming  achtergelaten  zoude  worden. 

„  En  vleiende  zig  hier  in  te  zullen  ontmoeten  de  goedkeu--- 
ring  van  U  Edele  Groot  Mog. ,  zo  nemen  de  Vertooners ,  met 
deezen,  de  vrijheid  hunne  eerbiedige*  Juftificatie  en  verantwoor- 
ding aan  ü  Edele  Groot  Mog.  te  prefenteeren,  met  ootmoedig 
verzoek  dat  ü  Edele  Groot  Mog.  dezelve,  nevens  het  boven 
gementioneerde  Request  en  Bericht,  in  gunftige  attentie  geliei 
ven  te  nemen.**  (finder  ftond) 

\  Welk  doende  enz. 
(getekend) 

'  Jacob  deutz,  Rasd  ra  Regeercnd  Burgemeester »  \7S9* 
-  S  5  P» 


«t4  HAARLEMS  GefiiieJenisfeM. 


ingezonden 9  word  gedeclareerd,  en  zo  als  bij  den  teneur  vai 
dezelve  Misfive  doorgaans  is  voorkonlende. 

„  De  gedachte  Burgemeesters,  Schepenen  en  Raaden  ver- 
trouwen, met  volkomen  zekerheid  ,  nooit  bij  U  £d.  Groot 
Mog.  een  objeét  van  verontwaardiginge  te  kunnen  wezen ,  dat 
de  Leden  van  de  Regeerhigen  der  Steden ,  zfg  met  behoorlijke 
onderwerpinge,  vertoonen  ter  befcherminge  van  de  Rechten, 
tot  welkers  maintien  dezelven  van  wegen  U  £d.  Groot  Mog.» 
als  des  Laflds  hooge  en  eenige  Soüveraine  Overheid,  plegtig* 
zijn  geroepen,  en  waar  van  de  cuftodie  aan  henlieden  is  bevolen 
tot  het  allerdierbaarfte  dode ,  de  confervatie  van  het  algemeene 
welzijn. 

„  Maar  het  kan  aan  dezelven  niet  anders,  als  zeer  fenfibel, 
vallen,  de  wettige  en  gemefureerde  uitwerkingen  van  hunnen 
pligt  befchouwd  te  zien  als  onderneemingen  ,  waar  voor  het 
eminent  caraéler  van  den  Erfthdhouder,  zo  wel  als  die  het  zel- 
ve wettig  heeft  gereprefenteerd,  en  voor  welke  niemand  vol- 
maakter veneratie  kan  hebben,  dan  de  Vroedfchap  der  Stad 
Haarlem  altoos  en  onveranderlijk  daar  voor  is  bewarende,  be- 
hoorde beveiligd  te  wezen ;  en  zulks  in  omflandigheden ,  daar 
de  gezegde  verpJigting  zig  is  evertueerende  omtrent  eene  ge- 
beurtenis, van  welke  geen  gelijkend,  min  nog  goedgekeurd, 
voorbeeld,  in  eenigen  der  voorgegane  Stadhouderlijke  beftierin-; 
gen,  word  gevonden;  het  zij  men  oogt  op  de  daad  zelve,  dé 
verkiezinge  ,  welke  het  onderwerp  van  de  klagten  uitmaakt ; 
het  zij  de  wijze,  waar  op  de  Stad  Haarlem  dezelve  verkiezing 
heeft  moeten  zien  introduceeren ,  in  de  gedachten  word  her* 
roepen. 

„  Met  een  verhaal  van  de 'gedane  Eleétle,  op  zig  zelve  inge- 
zien ,  zullen  de  Vertooners  U  Ed.  Groot  Mog.  niet  weder  op^ 
houden ,  dewijl  het  gantfche  geval  in  het  bovengemelde  Request 
volkomen  is  gedeploieerd.  Maar  de  gunflige  attentie  van  U' 
Èd.  Groot  -Mog.  word  ootmoedig  verzogt  over  hét  Recht  van 
de  Vroedfchap ,  het  geen  men  zal  toonen  in  de  beklaagde  ver- 
kiezinge bcnadeeki  te  zijn ;  en  over  het  gedrag  van  de  Meer-* 
derheid  der  Leden,  het  gunt  zo  zwaar,  als  buiten  grond,  word 
befcbuldigd. 


f» 


NooU 


HAARLEMS  Oifekttdeait/kit,  aSï 

5,  Nooit,  echter,  zal  bij  de  Meerderheid  van  de  Vroedfcbi^ 
der  Stad  Haarlem  c^komen^  het  vermeeten  van  zig  gecompro- 
mttteerd  te  willen  hebben  met  wijlen  hoogstgedachte  Koningiij- 
fce  Priufesfe ,  en  deszdfs  illu(be  kwaliteiten.  Men  erkent  en 
erinnert  zig  al  te  wel  de  rechtmatige  diftantie,  tuafchen  het  uit- 
fiekend  emplooi  van  den  Prinfe  Erflhdhonder  der  Provintie  en 
de  bedienlnge  van  de  Vroédfchappen  der  Steden,  hoe  zeer  de- 
zelven  ook  gehouden  kunnen  worden  als  Leden  v|n  die  Corpo- 
ra ,  welken  de  Souyerainiteit  deezer  Provintie  helpen  compofeoc 
ren.  Nooit  is  mede  bij  dezelve  Vroédfchappen  iets  mmder  be* 
doelt,  dan  met  wijlen  de  Vrouwe  Gouvernante  en  Voogdesfe. 
van  deezen  geliefden.  Prinfe  te  disputeeren.  De  hooge  Voor* 
rechten,  aan  den  Ërflbdhouder,  of  die  denzelveu  reprefenteerd» 
wettig  opgedragen,-  zullen  bij  de  Vertooners  altoos  gefchat  blij* 
ven  als  heilig ,  en  aan  welken  zig  niemand  mag  vergrijpen* 
Maar,  wetende  hoe,  in  onze  vrije  Confiitutie,  voor  een  grond- 
regel word  gehouden ,  dat  de  waardigheden  zig  onderfcheidea 
door  het  gezag  en  de  uitvoeringe  van  het  gedefereerde  gebied  «^ 
en  dat  ook  het  hooge  emplooi  met  het  mindere  ffaiat  in  gelijk- 
heid van  Rechten,  zo  ais  die  aan  dezelven  refpedivelijk  com-- 
peteeren,  zo  is  het  op  deezen  grond,  dat  hunne  poogUigen  be« 
paaldelijk  daar  heenen  (bekken,  om,  als  getrouwe  Voordan* 
ders ,  bij  U  Edele  Groot  Mog. ,  van  wien  zo  wel  het  Odrooi 
en  Privilegie  der  Stad  Haarlem^  als  de  Rechten  der  Erfllad- 
bouderen  deezer  Provintie,  zijn  afvloeiende,  te  juflificeeren  de 
gedane  klagten  over  eene  onderneeminge ,  ten  nadeele  van  hec 
gemelde  Privilegie  en  Odrool ,  waar  toe  zij  eerbiedig  vermee* 
nen  dat  de  hooggedachte  Prins  Erfthdhouder  ontwijffelbaar  niet 
gerechtigd  is. 

„  Doch  welke  ondemeeming  de  Vroedfchap,  aan  wien  de 
uitmuntende  kwaliteiten  en  deugden  van  wijlen  haare  Koninglij* 
ke  Hoogheid ,  glorieufer  gedachtenisfe ,  ook  ten  vollen  zijn  be-> 
kend,  en  die  daarom  met  gantsch  AVi/fr/tfi}// in  diepen  rouwe 
ligt  over  het  droevig  verlies  van  die  zo  waardige  Priufesfe,  niet 
wil  nog  kan  wijten,  als  aan  de  zodanigen,  die  hunne  eigen  bo» 
vordering  boven  alles  prefereerende ,  door  alle  fub-  en  obreptive 
middelen  en  zeer  verkeerde  infinuacien  en  infimulatien,  hoogsv* 
jlezelve  daar  toe  hebben  weten  te  brengen;  en,  mitsdien,  na 

der- 


È%S'  HAARLEMS  Gefikiedenisjhtt 


dtmiÊtmmmÊtmimmmmêÊiÊ^ 


derh&nd,  ook  veel  moeite  hebben  moeten  doen,  om  dit  tlió 
iangeraden  en  doorgedrongen  werk  ten  beste  tecoloreeren. 

ii  In  de  gemekie  Jnftificatle)  en  ter  overcuiginge  dkt  dé 
gehouden  conduites  geheel  overeenkomen  met  de  gronden  der 
Regeeringe ,  het  niet  anders  kunnende  zijn »  of  de  Pc»rogati- 
ven  van  den  Prinfe  Erfthtdhouder  zullen,  nevens  het  O^rooi 
én  de  verdere  Privilegiën  der  Stud- Haarlem  ^  door  de  Ver-* 
tooneren,  bij  U  Ed^  Groot  Mog.  rerpeftivelijk  ter  overwee» 
gfnge  geprefenteerd  moeten  worden,  uit  oorzake  dat  de  be» 
Ibbikking  omtrent  de  Magiftratuure  der  genoemde  Stad,  door 
welke  befchikking  de  verkiezing  van  salomon  van  echten 
tot  Burgemeester  is  voortgebragt ,  geene  andere  betrekking 
tot  wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid  heeft  kunnen  hebben» 
dan  in  de  relatie  als  Gouvernante  en  Voogdesfe  over  hoogst» 
derzelver  minderjarigen  Zoon,  en  alzo  de  funftien  van  het 
Stadhouderfchap  waarnemende ;  zo  zal  de  intentie  van  htm 
Vertooneren  wel  zijn,  om  in  deezen  te  f^Veeken  als  minderen 
van  rang,  ten  reguarde  van  eene  meerdere,  voor  wien  dezel* 
ven  altoos  alle  achting  en  eerbied  zullen  blijven  voorbehott-» 
den,  en  de  benevcJentie ,  van  welke  men  nooit  zal  nalaten^ 
door  alle  wettige  «middelen  en  wegen,  te  ambieeren;  moar^ 
tevens,  gelijk  zij  niet  anders  mogen  doen»  als  zodan'gen,  dia 
Voprtreeden  ter  verdediginge  van  deugdelijke  Rechten,  aan 
hen  vertrouwd,  zig  verzekerende  dat  bij  U  £d*  Groot Mog«4 
voor  een  rondborstig,  doch  gehoorzaam,  betoog  van  rechten 
onfchuld  de  deuf  altoos  open  (laat. 

„  Het  eenigfte,  en  te  gelijk  het  allerhoogfte,  waar  toe  de 
wenfchen  en  begeerten  van  de  Vertooneren  zig  ten  deezert 
uitflrekken,  en  het  geene  door  dezelven  met  zo  veele  onder* 
Werpinge  en  eerbied,  als  ernst  en  vertrouwen,  word  gefolll- 
citeerd,  beflaat  hier  In,  dat  zij  het  geluk  mogen  hebben  tnef 
wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtenisfe* 
en  zig  gantsch  overdragende  in  deszelfs  eigen  woorden,  lé 
mogen  convenieeren  in  deezen  grond,  dat  de  Regeering  ü* 
hier  niet  beftaan  kan  ^  wanneer  eene  willekeurige  overmagt 
'%al  flatueercn  het  geene  ze  oordeelen  zal  het  meeste  van 
dé  Convenientle  te  zijn;  maar  dat  de  Privilegiën ^  ff^et* 
ten  ,  Coftumen  en  Ufantien  het   rigtfmer  m$cten   wezen  ^ 

yraar 


HAARLEMs  Cé/ikiedênisfin.  %1fy 


waar  naar  ée  RegnHng  9an  het  Land  en  de  Steden  U^ 
fiierd  moet  werden^  In  deeieo  lin  beeft  de  PrinTes  zfg  klaar* 
lijk  gelieveQ  te  uitten. 

„  De  Venooners  ^letaigen ,  «nét  de  volkomenfte  oprecbdg' 
heid,  en  op  alles,  wat  wenfchelijk  en  dierbaar  kan  wezen» 
filet  alleen  geenen  anderen  grondregel  van  hunne  daden  of 
gedachten  ooit  te  hebben  gehad  of  nog  te  hebbem ,  maar  on- 
derwerpen, zonder  de  mioile  voorbehoudinge,  aan  de  toecz» 
Tan  den  zelfden  regel  alle  hunne  verrichtingen* 

„  En  hier  op  verzoekt  de  Meerderheid  der  Vroedfcbap 
van  U  £d.  Groot  Mog.,  in  de  eerde  plaaize,  de  vrijheid 
om  aan  dezelven  td  mogen  openleggen  de  Wetten,  Privile* 
gien,  Cofhimen  en  Ufantien,  welken  in  de  verkiezhigen  van 
Burgemeesteren  der  Stad  Haarlem  ^  zo  ten  refpede  van  de 
Eleftien,  te  doen  door  den  Prinfé  ErfHadhouder,  en  welke 
Prserogativen  aan  den  zelven,  ten  dien  reguarde«  zijn  coiq- 
peteerende,  als  met  opzigt  tot  de  Nominatlen,  bij  de  Vroed- 
fcbap te  formeeren ,  mitsgaders  de  gehoudénis  van  dezelve 
Vroedfchappen,  tot  rigtfnoer  moeten  dienen.  En  het  Recht, 
het  geene  van  wederzijden  verbind,  gecondateerd  zijnde,  als 
dan  imploreeren  de  Vertooners  van  U  £d.  Groot  Mog.  de 
^nfle ,  om  de  befchuldigingen ,  tegens  dezelven  ingebragc, 
met  decentie  te  mogen  beantwoorden;  en  voorts,  bij  order , 
ook  de  verdere  geavanceerde  aanmerkingen  ter  toetze  te  üeU 
len.  Alles  in  dat  zelcer  vertrouwen,  dat  de  gedoleerd  heb- 
bende achtien  Leden,  ten  nutte  van  de  gantfche  ^tad,  eene 
zo  favorable,  als  rechtmatige  dispofltie,  op  hun  ingeleverd 
Request  van  U  Ed.  Groot  Mog.  zullen  erlangen. 

„  Wat  dan  de  eerst  geproponeerde  addrudie  aangaat,  zo 
moet  het  in  confesjo  zijn ,  dat  het  poinét ,  waar  over  de 
Meerderheid  van  de  Vroedfcbap  der  Stad  Haarlem  zig  be« 
zwaard  ,  hieir  in  is  bedaande  ,  dat  salomon  van  echten  ^ 
door  haare  Koninglljke  Hoogheid,  tot  Burgemeester  der  ge- 
zegde Stad  is  verkozen  bulten  de  Nominatie,  welke  in  de 
Vroedfcbap,  bij  de  Meerderheid  van  Stemmen,  is  geconclu- 
deerd, en  die  vervolgens,  uit  naam  van  de  gezegde  Vroed- 
ichap,  aan  haare  KoningHjke  Hoogheid   is  overgeleverd  gè- 

wor- 


N 


t«8  HAARLEMS  Oefihieienhfitt. 


worden ,  ten  einde  uit  dezelve  de  verkiezing  van  Burgemeeste* 
ren  zoude  gefchiedeo. 

„  En  mitsdien  moet  in  eerbiedige  overweginge  komen,  of 
baare  Koninglijke  Hoogheid,  «is  Gouvernante  en  Voogdesfe  van 
den  Prinfe  Erflladhouder,  bevoegd  k  geweest  om  zodanige 
verlviezing,  buiten  de  gemelde  Nominade,  te  mogen  ofte  kun- 
nen doen* 

„  Hier  toe  nu  opvattende  het  geconvenieerde  rigtfnoer  der 
Rechten,  Privilegiën,  Collumen  en  Ufantien,  en' alzo  nagaan- 
de welk  Recht  aan  de  Vrouwe  Gouvernante,  in  derzelver  hoo- 
ge  kwaliteit ,  omtrent  de  MagidraatsbeHelliuge  binnen  de  Stad 
Haar/em,  heeft  gecompeteerd  ,  zo  vertrouwd  men,  in  het 
algemeen,  buiten  contellatie  te  zullen  wezen,  dat  het  Recht 
van  den  Prnfe  ErfHadhouder  berust  in  en  op  de  Commisfie , 
waar  bij  deeze  hooge  waardigheid  aan  den  zdven  is  gedefereerd 
geworden.  De  kwaliteit  en  het  cara^er  van  de  Stadhoudereii 
in  deeze  Provincie  word  billijk  geconfidereerd  in  zeer  hoogen 
ftand  en  aanzien;  maar,  met  alle  eerbied  gezegd,  de  Doorluch- 
tige Prinfen,  welken  deeze  hooge  Charges  bekleeden,  bezitten 
]n  die  kwaliteit' geen  origineel  eigen  Recht,  en  hunne  macht  toe 
de  Regeeringe  was  noojt  radicaal ,  bij  of  uit  dezelven  oorfpron- 
gelijk.  Integendeel  werkt  het  eminente  bedier  des  Stadhouders 
eeniglijk  in  en  door  de  uitvoeringe  van  den  last,  bij  U  Ed« 
Groot  Mog.,  als  Souverainen  van  den  Lande,  aan  denzelvea 
opgedragen ,  en  voor  zo  verre  als  de  gedefereerde  macht  en  de 
verleende  Commisfie  is  firckkende. 

„  Deezen  eerden  grond  alzo  kortelijk  gelegd  zijnde,  zo 
volgt,  bij  order,  de  infpeétie,  welke  Rechten  en  Prarogativen 
door  U  Ed.  Groot  Mog. ,  bijzonderlijk  ten  aanzien  van  de  Ma- 
giftraatsbedellingen ,  aan  den  Prinfe  Erfdadhouder  iijn  opgedra- 
gen. En  het  geëligeerde  rigtfnoer  leid  ons,  ten  dien  refpefte» 
rot  de  Commisfie ,  bij  U  Ed.  Groot  Mog.  aan  'wijlen  zijne 
Doorluchtige  Hoogheid,  Prins  willem  den  IV,  gedefereerd, 
voorkomende  in  de  Notulen  van  Uwer  E(d.  Groot  Mog.  Ver- 
gaderinge^  onder  den  datum  van  den  I2  Maij  van  het  Jaar  1747. 
Op  deeze  Commisfie  heeft  hooggedachte   zijne  Doorluchtige 

Hoogheid,  den  15  Maij,  daarafmvoljfende,  plegtiglijk  den  EeJ 

af- 


HAARLEMS  CefiUfdentif^^»  1S9 


«Inlegt;  zo  als,  na  hoogstdeszelfs  fmenelijk  afllerven,  door 
wijlen  de  Vrouwe  Gouvernante »  glorieufer  gedacbtenisfe ,  ins- 
gelijks is  gefchied.    £n  bij  dezelve  verklaren  U  £d«  Groot 
Mog.,  wederom  op  het  allernadrukkelijkde,  den  hooggemel- 
den  Heerê  Prinfe  van   Oranje  en  Nasfau^  willem  karel 
HENDRIK  FRiso,  te  onthoudeu»  tecommitteeren,  te  (lellen  en 
te  ordineeren  als  Gouverneur,  Kapitein-Generaal  en  Admiraal 
van  den   Lande  van  Holland  en  We%t f  rietland  ^  onder  ande* 
ren  met  deezen  last,    ten  aanzien  van  de  Magiflraatsbeflellin- 
égen,  namelijk,  „  de  Burgemeesteren,  Schepenen  en  Wetten 
„   te  veranderen  naar  behoren,  en  achtervolgende  de  Privi" 
,,,  Ugien    van    de  f efpeQive^ Steden   en  PlaatzenJ"     Deezc 
laatfte  wooraen  achtervolgende  de  Privilegiën  van  de  refpec- 
tive  Steden  en  Plaatzen  zijn  overgenomen  en  gevolgd,  niét 
alleen  uit  de  Commisfie  van  wijlen  Prinfe  wiulem  den  III , 
gedateerd  den  p  Julij  van  het  Jaar  1673;  maar  ook,  volgens 
de  Commisfie  van  wijlen  Prinfe  willim  den  II,  van  dato 
den  'ip  December  van  het  Jaar  1647,  zo  als  dezelven  daar 
bl]  voorkomen,  met  uitlatinge,  op  dit  poind,  van  de  woor- 
den daar  het  zelve  van  noden  wezen  zal ,  welken  in  de  In- 
ifaruftie  en  in  de  Commisfien  van  de  Prinfecr  mwRiTs  en  fre- 
DRiK  HENDRIK  wordeu  gevondeu ;  doch  die,  volgens  het  rap- 
port,  daar  van,  den  16  November  van  het  Jaar  1647,  ter 
Vergaderirige  vaiT  U  Ed.  Groot  Mog.  uitgebragt,  en  den  18 
.December  gcanelleerd,  daar  achter  niet  behoorden,  maar  dien 
conform  bij  die,  en  de  verdere  Commisfien  der  Prinfen  Stad- 
houderen ,  zijn  geplaatst  achter  het  volgende'  poin^ ,  rakende 
het  doen  houden  van  goede  opzigte,  goede  ordre  en  wagi 
in  de  Steden  en  Sterkten,   zo  te  Water  als  te  Lande,  daar 
zulks  van  noden  veezen  zal.    Hebbende  de  oorzaak  van  die 
gemaakte  veranderingen  alleen  kunnen  beftaan  daar  in,  dat  de 
evengemelde  eerdere  ctotifule  voet  of  aanleiding  had  gegeven , 
dat  veranderingen  in  de  Regeeringen  waren  gefchied  buiten 
-  de  Privilegiën,  op  fundament  dat  de  Prins  Stadhouder  decla- 
reerde te  oordeelen  dat  dezelven  van  noden  kwamen  te  zijn. 
Dit  hebben  U  Ed.  Groot  Mog,,  na  het  overlijden  van  Prins 
FREDfUK  HENDRIK,  met  rcdcu  venneeut  te  moeten  rettificee- 
ren ,  en ,  wanneer  alle  de  Prscrogativen  van  het  Stadhouder-^ 
XIX.  DSE&  T  fchap 


ftp3 


HAARLEMS  GefMeiinttfkn. 


^daat  zijn  bevoorrecht.  Nog  groocer  ttiaondcriDgen  vind 
men  te  Hêgrnf  en  in  eenige  andere  Steden.  Ea  het  blijven 
alzo  de  Privilegiën  der  Steden ,  welken  de  uitwerking  van 
het  bftftier  des  Sadhouders ,  omtrent  de  MagilfaraaubeftelUnge  p 
regden.  £a  op  dat  niet  gedacht  mogte  worden  of  uit  dit 
gezegde  .  eenige  verminderiog  van  het  wettig  gezag  ües  Stad- 
hoaders  zoude  refulteeren,  zo  zal  men  alleen  herinneren «' 
hoe  de  groote  Vota  9  willem  de  III,  in  het  Jaar  1684, 
ipedaallijk  omtrent  het  (luk  van  de  Eledie  der  Magiflraaten  » 
«an  zijne  Hoogheid  door  U  £d.  Groot  Móg.  gedefereerd» 
niet  gefchroomd  heeft  zlg  rondelijk  te  uitten  In  deeze  woor« 
den:  en  erkennen  Vfij  gaarne ^  dat  wij  én  dien  4^ele  fchul' 
éig  %ifH  ons  naar  de  Privilegiën  te  reguieeren. 
,  ,,  Vastihumde  dan ,  dat  de  jaarlijkfche  veranderingen  vaa 
Burgemeesteren ,  Schepenen  en  Wetten ,  door  de  Vrouwe 
Gouvernante ,  hebben  moeten  gefchiedea  achtervolgende  de 
Privilegiën  van  de  refpe^ive  Steden  en  Plaauen,  zo  fucce- 
deert  nu,  in  orde,  het  onderzoek,  met  welke  Privilegiën  de 
Stad  Haarlem ,  ten  reguarde  van  de  Magiftraatsbeflellinge  in 
dezelve  Stad,  voorzien  is,  en  hoedanig  de  Eleftie  tldaar» 
in  achter volginge  vaa  de  gedachte  Privilegiën,  moet  gefchie* 
den» 

„  En  hier  doet  zig,  In  de  eerfte  plaatze,  te  voren  hec 
Octrooi,  door  de  Burgemeesteren  en  Regeerderen  der  Stad 
Èaarlem^  op  den  26  Julij  van  het  Jaar  1651,  van  U  Ed. 
Groot  Mog.  verkregen;  en  op  het  welke  de  Burgemeesters, 
Schepenen  en  Raaden,  uitmakende  de  Meerderheid  van  de 
Vroedfchap  der  Sud  Haarlem  y  zlg  bij  hun  ^equest 'hebben 
gefundcert.  Dit  Oarool  is  door  de  Sud  Haarlem  verzogt, 
en  door  ü  Ed.'  Groot  Mog.  uitdrukkelijk  vergunt,  als  een 
Privilegie;  verklarende  U  Ed.  Groot  Mog.,  uit  derzelver 
,,  rechte  wetenfchap  ,  fouveraine  macht  en  anthoriteit ,  de 
„  Venooners  te  hebben  geoarooieerd  en  geprfviligeerd,"  zo- 
danig als  vervolgens  in  het  dispofitief  van  het  zelve  breedef 
word  vermeld.  En  de  ichikkingen  bij  het  zelve,  bijzondef* 
lijk  ten  aanzien  van  de  verklezinge  der  Burgeroeesteren,  ge- 
maakt ,  diaeeren ,  uitdrukkelijk ,  dat  bij  de  Vroedfchappea 
geformeerd  zal  worden  eane  Nominatie  van  acht  Peribonen, 


m 


HAARLEMS  Gi/thttienitftn. 


•fr 


j)iec  zo  als  die  in  eene  orde  van  opvolginge  dnr  toe  «ts  naasten 
geeonfidereerd  moeten  worden,  maar,  achtervolgende  den 
Uaaren  en  ailerprijsfelijkften  last  van  U  Ed.  Groot  Mog./vav 
dusdanigeo ,  welken  de  Vroedfchappen  zuUeii  aditen  te  wezen^ 
ran  de  reehtvétMréigffie  ^  Vêrftémdêgfie  en  vretdzaamfte  Ut  f* 
iebkeren  van  hff  Vaeer iandi  en  dat  uit  de  gemelde  acht  Per<^ 
Ibonen  de  Burgemeesters  moeten  worden  verkozen.  Dit  is  het. 
Privilegie,  achtervolgende  het  welk  de  Eleétie  van  salobaoiv 
VAN  ECBTEN  moeste  zijn  gedaan  ,  zal  dezelve  beHaanbaar  en 
wettig  wezen.  Maar  de  verkiezing  van  salomon  van  echten 
tot  Burgemeester  der  Stad  Haarlem  ^  door  wijlen  haareKonlng« 
lijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtenisfe ,  volgens  hoogstderzel- 
ver  welbehagen  ,  ultgebragt ,  nevens  het  gezegde  Privilegie 
«zijnde  geplaatst,  en  mtt  het  zelve  wordende  'geconfronteerd ^ 
zal  het  niet  anders,  als  te  zeer  evident,  moeten  wezen,  dae 
daar  in  het  meergemelde  Privilegie  niet  is  gevolgd,  en  dat  'dee^ 
«e  Eleaie  van  het  geprezen  rigtfnoer  is  devieerende;  ^ 

„  Edoch  gelijk  de  klaare  en  duideliike  letter  van  dit  Oarool 
en  Privilegie  geen  twijfièl ,  min  n^g  tegenl^raak ,  is  toelatende  i 
zo  heeft  men,  niet  zonder  verwonderinge,  gezien,  dat  beden* 
king  gemoveerd  word  of  het  gezegde  Odrooi  nog  kragt  van 
verbindtenisTe  zoude  hebben ,  den  of  het  zelve  4oor  de  reintro* 
duaie  van  de  oude  Regeerlngsfonne  mogte  ophouden  obligatoir. 
te  zijn ,  en  dat  men  dit  Privilegie  zoude  mogen  aanmerken  als 
een  interims  Reglement,  gemaakt  ter  gelegenheid  datdePro- 
vintie,  door  den  dood  van  Prins  willem  den  II,  ontbfoot  was 
van  een'  Stadhouder,  en  het  welke  alzo,  bij  het  cesfeeren  der 
redenen,  waarom  het  zelve  gemaakt  is,  insgelijks  zoude mbe* 
ten  cesfeeren  en  ophouden.  Want  weinig  is  het  hier  tegens, 
dat  het  gedachte  Oarooi  en  Privilegie,  geduurende  de  gamfche 
Regeering  van  Prins  willem  den  III ,  heeft  ftand  gehouden  en 
als  eene  grondwet  van  de  Stad  Haarlem  is  geobfèrveerd.  Wei- 
nig is  het,  dat  het  gezegde  O^rooi  en  Privilegie,  ooknadd 
jongde  herftellinge  van  het  Stadhouderfchap,  bij  ^tSxiAHaar* 
lem  in  vigeur  is  gel)Ieven ;  zodanig  dat  de  Leden  der; Vroed* 
fchap,  wanneer  tot  het  formeeren  der  Nominatien  zal  worden 
toegetreden ,  het  zelve  op  den  Eed  motten  aanneemen ,  gelijk 
onveranderHjk,  en  tot  het  Jangfto  gml  InfefloteOi  door  «Ut 


V 


IIM  HMRUBMS  O$Mi0deBf^ 


#6  Ledeo  ynn  de  Vroedftbftp ,  m  dus  fpeclaallijk  mede  dóór 
<He  geenen ,  welken  baare  Kooioglljke  Hoogheid  met  deraelvei 
^(te  en  de  goedkeuringe  van  hunne  daden  heeft  gelieven  et 
Ttansereut  geftUed  is  |  ]Vbar  men  weet  niet  hoe  mei  diergdijke 
}afinaade  gecompasfeerd  zal  worden  dat  \J  Bd,  Groot  Mog.  t 
^nmneer,  in  het  Jisar  i^st^,  uit  volflrekte  tioodzaaklijkheid, 
^ene  dispenfade  van  dit  pétrooi  moeste  worden  verzogc,  dezel-» 
ye  wel  gratie^ftiïjk  hebben  gelieven  te  accordeerén,  dochbe* 
«aaldelijk  voor  ditmaal»  en  wijders  met  deeze  energfque  bi]« 
ycwginge,  blijvende^  voor  hft  overige ^  het  :^elve  Privilegie 
fff  Offro^'f  in  vervolg  vs»  $ijd^  en  iü  alle  zijne  deeUn  in 
fijn  gfheifil.en  van  volle  kragi^ 

,  Zie  daar ,  Kd.  Oroot  Mog«  Heeren ,  d^n  grond  waar  op 
de  Af  eerderheid  van  de  Vroedrchap  der  Stad  Haarlem  zig  heefl 
4iirven  vertrouwen  het  woord  van  den  Souveraipi  en  me^ 
Vfrwagt  niet  dat  het  seive  sal  kunnen  fiilUteer^, 

„  Het  is  wel  de  waarheid ,  dat  het  meergemelde  Odrooi  en 
Privilegie  door  U  Ed,  Groof  Mog.  Is  verleend,  in  eenen  tijd» 
wanneer  de  Stadhouderlijke  Regeerlag  heeft  opgehouden.  Maar 
liet  zonde  eene  gahtsch  abufive  en  al  te  nadenkelijke  (lelling 
fijn,  dat  uit  deezen  fbind  der  Regeèringe  zoude  moeten  volgetf 
^ene  onbeftnanhaarheid  van  dat  geene  ,  het  welk  geduurende 
gedachte  Stadbouderlooze  Conftimeie  is  gefhitueerd  ,  en  dat, 
ïen  dien  reguarde ,  in  'de  afürmative  zoude  moeten  worden  be» 
dgteq  pp  het  voordel,  quaedixit^  quadeerevit^  nulHusfo* 
r#  momettii» 

,,  Hoe  zeer  niemand  een  goed  Burger  kan  zijn,  welke  niet 
^^r(taat  de  tegenwoordige  Conftitucie  van  het  Gemeenebest, 
1^  welke  wenfchen  in  het  bijzonder  de  Haarlemfihe  Vroed- 
£;hap  voor  de  geduurzaamheid  van  dezelve  is  vormende,  hec 
fOUde  e^e  «tteinte  maken  op  de  wettige  Oppermagt  van  de« 
l,ande,  te  willen  inftnueeren  dat  de  verleende  O^^oien  nfeti 
Kllders  vv^  g^i^est «  als  Interims-CommisGen, 

,,  Dei  Stadbondeifchi^  word  billijk  geconfidereerd  als  è^ 
l^iater ,  px  ie  gelijk  de  fterktc ,  van  de  R«g«ermgc«  Maar  hef 
ClW^  ia  fooUeaiie^  bi)  d«i)ppi^tnfgf  t  en  piet  jn.tegr^erende  to| 
éM4v««    Ifet  ^  töW^^Q  dQei  Komof «  v«0  Spanje  verviel 

do 


.BéARLEMS  GtfèUédenitfé»,  a«5 


^^mmmm 


de  volheid  van  de  gemeUe  Qppermagt  tan  U  Ed«  Groot  Mog. 

^En  Prins  willem  de  I ,  aan  wiéh  de  exercitie  van  deè^  booge 
Rechten  door  U  £d«  Groot  Mog.  was  opgedragen ,  lijnde  aflii- 
ylg  geworden^  keerden  dezelven  andermaal  tot  hrn^rea  oor* 

^ong.  Eenigeo  tijd  daar  na  hebben  U  Ed.. Groot  Mog..a|f 
Stadhouder  gecreëerd  den  Prinfe  bcauuts;  en  aan  dsn  zelv^ 
zijn  ,  bij  orde »  gefiiccedeert  zijQ  Broeder  en  Neef;  maar 

.alleen  tot  uicoe&ninge  van  de  Rechten,  in  derzelver  lalbpaie 

.en  Commisfie  begrepen.    Onder  deeze  Rechten  was  fpeciaai 

.bet  doen  der  Magifbaatsbeftellipge  aan  hooggemelde  Vorften 
>opgedragen ;  doch  alleen  In  executie  van  den  last  en  de  gegee- 
ven  Commisfie,  en  niet  abdicative  of  als  een  pAtrimonieel 
Rjecht,  tot  deeze  uitwerkisge,  dat  het  ftuk  van  d^  verande- 
ringe  der  Regeeringen,  bij  gebreke  van  het  Scadhouderfchap , 
defed  zoude  zijn.  Het  zelve  bleef,  en  blijft  altoos  radicaal» 
in  den  boezem  yan  U  £d.  Groot  Mog.  berusten.    £n  de  meer 

,  lUuflre  Commisfie  der  Sudhouderen ,  doQr  het  afUerven  v^n 

.  Prins  WILLEM  den  JI,  ophoudende, hebben  U  Ed. Groot  Mog., 
uit  de  zelfde  volheid ,  waar  uit  bevorens  het  Recht  der  verkil* 
Ziogen,  bij  communicatie,  ofwel  ter  uitvoeringe,  aan  de  Prin* 

'feu  Stadhouderen  was  gedefereerd,  het  zelve  vervolgens  bevo- 
len aan  de  Regenten,  zo  als  met  de  ConlHtutie  van  ieder  Sud 
best  was  overeenkomende. 

„  De  eenige  verandering,  welke  dit  Oétrooi  en  Privilegie 
met  de  herftellinge  der  Stadbpuderlijlce  Regeeringe  ondergaan 
beefl,  beHaat  bier  in:  dat  het  zelfde  Recht  van  Eledje,  hfs 
welk  door  het  gedachte  O^rooi  aan  die  van  de  Vroedfchap  was 
vergund,  bij  overgifte  van  de  Leden  der  Vergaderinge  van  U 
£d«  Groot  Mog. ,  weder  is  gedefereerd  aan  den  nieuw  verko- 

.  zen  Stadhouder.  Dus  luid  klaarlijk  het  rapport  van  den  Penfi* 
onaris  ten  iiovb,  welke  de  Befoignes  van  U  Ed.  Groot  Mog. 

,ten  dien  tijde  had  geadflfleerd ,  en  welk  rapport,  ofwel  de  Re* 
Xolutie  conform  het  zelve,  in  de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem^ 
op  den  %%  Januarij  van  het  Jaar  1685,  'genomen,  word  gepre* 
zen  in  het  Bericht  van  wegen  haare  KonioglijkeHooghekl,  in 
dato  den  5  O^ob^r  van  het  Jaar  1757 ,  aan  U  Ed.  Groot  Mog. 
^eprefeiiteerd.  En  de  gemelde  Concesfie  der  Leden  bepaalde 
Z\f  zodanig  .in  de  overdragt  der  eigenlijke  Eleftie  van  de  St^ 

T  4    '  •  dti 


liptf  HAARLEMs  Ge/ihiiilênUfifi. 

den  tan  den  Stadhouder ,  dat  het  Hof  van  Rolland^  ftfaooQ 
anderzints  In  verfcheide  Privilegiën,  of  altematfve  nevens  den 
Graaf  en  zijnen  Sudhoader*  of  bij  afwezen  van  den  zdven» 
tot  de  Eieélie  geroepen ,  in  de  opgetnelde  overgifte  niet  me- 
de is  begrepen ;  maar  dat  de  Oótrooien  in  alles ,  nicgezondert 
alleen  de  meergemetde  a€iu%  eligêndi^  hi  Itand  en  volle  kraga 
zijn  gebleven.  Overtuigende  word  het  zelve  bevestigd  »*  wan- 
neer en  de  tijd,  en  de  wijze,  waar  op  nu  de  Nomhiatien' 
binnen  de  Stad  Haarlem  worden  uitgebragt,  en  bijzonder  de 
requifiten,  welken  thans  gevordert  worden  om  nominabel  te 
zijn  tot  let  Burgemeesterfchap ,  in  vcrgelijkinge  worden  gefield 
met  de  vereischcen  in  de  vroegere  Privilegiën*  Volgens  het. 
Handvest  van  Vrouwe  maria,  gegeeven  den  24  Maart  van 
het  Jaar  1477 ,  moest  de  Nominatie  van  Burgemeesteren ,  Jaar- 
lijks, gemaakt  worden  twee  dagen  voor  Sint  Mariadag,  het 
welk  is  den  «3  April;  maar  geduurende  de  beftleringeu  van 
de  Prinfen  willem  den  III  en  willem  den  IV,  zijn  aan  dee- 
ze  Stadhouderen ,  en,  bij  orde,  mede  aan  haare  Koninglijke 
Hoogheid  zelve, de  overgeleverde  Nominatien  van  Burgemeeste- 
ren, uitgebragt  conform  het  Oftrooi  van  den  7  September, 
en  alzo  geapprobeerd.  Volgens  het  zelve  Privilegie  moet 
eerst  worden  gemaakt  eene  Nominatie  van  tweeëntwintig  Per- 
ibonen;  uit  die  tweeintwintig  Perfoonen  moeten  worden  ge- 
kozen acht  Perfoonen,  om  bij  den  Graave,  of  deszelfs  Stad- 
houder, daar  uit  vier  Burgemeesteren  te  nemen ^  en,  deeze 
vier  Burgemeesters  zijnde  geèligeerd,  om,  als  dan,  uit  de 
overige  achtien  Perfoonen  te  kiezen  zeven  Schepenen.  Maar 
dé  Nominatien,  waar  uit  confecutivelijk ,  als  hier  voren  werd 
gezegd,  de  Eledien  zijn  gefchied,  beflonden,  ten  aanzien  van 
de  Burgemeesteren,  uit  eene  bepaalde  benoeminge  van  acht 
Perfoonen,  zonder  een  voorgaand  grooter  gros*  Van  gelij- 
ken beftond  de  Nominatie  van  Schepenen  ,  waar  uit  haare 
Koninglijke  Hoogheid  de  nog  aauéellijk  dienende  Schepenen 
heefe  geëligeerd,  alleen  uit  veertien  Perfoonen,  daar  toe  bij- 
londerlljk  en  direftelijk  benoemt.  En  op  dat  niet  gefpecu- 
ieerd  mogte  worden  daar  heenen,  dat  het  Odtroöi,  ten  re- 
guarde  van  de  twee  evengemelde  Artikelen,  overeenkomt  mee' 
de  Ordomnntiea  van  den  Prtafe  willbm  den  I ,  zo  zal  hec 


HAARLEMS  GefeMtdinUfèti.  Wfft 

gebeurde  in  bet  Jaar  175$ ,  andermaal ,  peremtoir  moeten  we- 
zen; te  weten,  wanneer,  in  bet  genoemde  Jaar'  1756,  wijlen 
baare  Koningfijke  Hoogheid,  giorienfer  Memorie,  geliefde  ee 
infteeren  ,  om  te  bebben  eene  volledige  Nominatie  van  acbt 
Peribonen,  wiar  uit  boogstdezelye  de  rerittezing  van  Burge- 
meesteren  zoude  doen ,  en  dat  zodanig  getal  van  acbt  Perfoö- 
oen,  welken,  volgens'  den  eiscb  van  bet  Oftrooi,  den' tijd  vaa 
acbt  Jaaren  Leden  vaii  de  Vfoedibbap  waren  geweest ,  niet 
ionde  worden  gevonden  ,  zag  zig  de  Regeéring  der  Stad 
Saariem  in  zodinige engte,  dat  dezelve  genoodzaakt  wierd  de 
bdgere  bulp  en  de  Souveraine  Magt  van  U  Ed.  Groot  Mog.  te 
'moeten 'imploreeren,  en  te  verzodcea,  in  dit  geval,  dispenfi- 
-tie  van  bet  gemelde  reqaific;  zo  aia  ook  door  U  £d.  Groot 
Mog.  gónftig  is  toegefhan.  Dit  verzoek  aan  U  Ed*  Groot 
Mog.  was  niet  gedaan  buiten  kennfsf^van  baare  Konfnglijkè 
Hoogbeid;  maar,  alvorens  bet  Requést  daar  toe  werdiog^e- 
•verd,  is  bet  zelve  aan  boogstgedacbte 'Prinfesfe  toegezonden. 
En  echter  word  dit  gantfcbe  véreiscbte,  dat  de  Genomineerden 
tot  bet  Burgemeester-Ampt  móeten  wotden  verkozen  uit  de 
Vroedfcbap,  zonder  daar  buiten  te  mogen  gaan,  en  dat  deze!- 
ven  acbt  Jaaren  Leden  van  de  Vroédicbap  moeten  zijn  geweest  ^ 
niet  gevonden,  bet  zij  in  de  vroegere  Privilegiën,  of  bet  zij  hl 
de  Ordonnantien  van  Prins  Willem  dzh  I ;  maar\zulks  berust 
eeniglijk  óp  bet  veelgemelde  Odróoi,  bet  welk,  als  eene  ge«i 
duurzame  Grondwet,  fbmd  boud  en  geobferveerd  moet  wor- 
den. 

„  En  deeze  aanmerkingen,  rakende  bet  adueele  befhan  van 
bet  Octrooi,  en  dat  het  zelve  als  eén  Privilegie  der  Stad  Haar» 
'lem  in  viridi  ohftrrantia  is,  beeft  men  vermeent  fcbuldig  te 
zijn  aan  de  wurbeid  en  de  confervatie  van  de  goede  orde  in 
de  Regeennge.  Maar  verre  is  bet  anderzlnts  van  daar,  dat  ooit 
de  vroegere  Privilegiën,  in  welken  bet  Récht  van  dé  Magi- 
-ihnatsbeftelllngen  bbinen  de  Stad  Haarlem  ,  tot  op  bet  Jaar 
'I651 ,  was  confllleerende ,  meer  ruimte  zouden  geven  ,  om 
eene  Eleaie  van  Burgemeesteren  der  gemelde  Stad  te  kunnen 
doen  buiten  de  Nominatie,  daar  toe  in  de  Vroedfcbap  gefor* 
^meerd,  en  uit  naam  van  dezelve  overgeleverd.  Getuigen, 
welken  het  tegehdeel  bier  van  irreprochabel  attefteeren,  zijn  de 

T  ^  Pri. 


HAARLEfia  GêfcUedewis/M. 


Brivil^eo  zelfs  wegens  de  MagfflrftatsbefteiKoce ,  aan  de  Stad 
Hamriem  verleend ,  en  fpeciaalüjk  het  reeds  geallegneerde 
Handvest  van  de  Hertoginne  maru»  vergund  den  &4  Maart  van 
liec  Jaar  1477  voor  Paa^fcben.  Dat  dit  bet  Privilegie  is ,  naar 
bet  welke  bet  ftuk  der  MagifiraatsbeftelliQge  tot  op  bet  einde 
.van  de  Graaflijke  Regeeringe ,  ep  wani^r  4e  Stad  niet  ten  ^- 
jiemate  was  geproft^rneerd ,  is  gerlgt  geworden » blijkt  ten  klaar* 
Hen  daar  uit»  dat,  als  t^,ocsafie  van  de. beroerten,  gemeenli|k 
^noemd  den  oorbg  van  Kaai  en  Brood^  door-den  Hertog-AL- 
XKXCHT  VAN  SAXEN,  ^n  de  Stad  HaarUm  alle  deizelfs  Pri^i- 
Jegiea  waren  ontooxnen,  ,qp  het  ernltig  aanboiM^n  van  de  I^e- 
.feering^,  uit  naam  van  den  Aartshertog  fiups,  den  7  Decem- 
ber van  iiet  Jfl^  14959  ^m  dezelve  is  gegund,,  fpeciaallijk,  dit 
Privilegie  weder  te  gebruiken ,  even  of  het  zelv^e  nooit  van  hen 
jifgenomen  of  geaboleetd  ware  ge«reesc«  .  f,n  wanneer  in  de  niF- 
ToeriQgd  van  de  verkiiezingen  en  Norainatien ,  uk  krachte  van 
dit  Privilegie  te  doep,  eenige  difficulteit  was  ontfiaan,  is,  hij 
A&e  van  bet  Hof  v^n  HoUand^  in  dato  den  si  April  van  het 
Jaar  1501,  dit  Priviie^  als  werkende  erkend,  endedilEcul- 
teiten  zijn  weggenomen.  Maar.  bij  dit  thndvest  fpreekt  de 
Vorfiin  wederom  zeer  kiaar^  dat,  uit  de  tweeëacwintig  Per- 
sonen, aldaar  breeder  gemeld,  eerst  gekozen  zullen  wezen 
acht  Pvcrfoonea  „  van  derallemotabelften,  oorbaarlijkften  eode 
9,  vredelljkllen,  die  men  ons  of  onzen  Stedehouder  ende  Raf- 
;,  den  van  Holland  prefenteeren  ende  overleveren  z^ ,  om 
„  vier  Burgemeesteren  daar  uit  te  nemen,  kiezen  en  ordi- 
^  neeren."  - .  " 

„  Die  is  dan  ook  de  (tem  van  het.  PriviWgie ,  oorrespon- 
deerende  met  het  O^rooi  daar  in,  dat  eeoe  Nominatie  in  de 
Vrocdfchap  moet  worden  opgemaakt,  en  dat,  bepaaldelijk  uit 
ó&Qz^  Nominatie  ,  de  vefkiezUig  van  Burgemeesteren  moet 
worden  gedaan.  Het  zelve  is  vervolgiens  bevestigd  bij  de 
fcbikkiugen ,  welke  eenigzin^s  nader  aan  den  rijd  van  hec 
Stadhouderlijk  bedier  ,  zo  als  het  zelve  nu  geëerd  word» 
%\]Xk  approcheerende.  Want  als,  In  het  Jaar  1578,  de  Re- 
^eering  der  Stad  Haarlem  zig  had  vervoegt  tot  Prins  wil- 
lAM  D£N  I ,  aan  den  welken ,  door  de  Heeren  Staacen ,  reedfl, 
nen  dien  tijde,  voor  zo  veel  in  bea  kwam  te  zijn^  was  op- 


HAARLEMS  (hffhiidenlsfni.  %99 


ffidngtn  het  Rechi  van  de  hooge  Overheid ,  gedaorendè  den 
oorlog;  eo  dat  tan  den  Vorst  wierde  vertoond  hoe  de  Stad 
JlasrUm^  door  meBigvuldige  rampen,  was  gekomen  In  zodft- 
lu'ge  ongelegeiiheid ,  dsü  ^ij  genoodzaakt  ha4  geweest  bij  SmiG 
ie  leven,  en  het  gfiynük  van  haare  Privilegiën  te  misfen,  lo 
AeM  xijne  Excellentie  order  op  de  vervuUinge  van  de  vieren- 
twintig Laden  der  Vroedfehap,  en  anthorifeerd ,  vervolgens » 
dezelve,  om  Jaarlijks  te  treden  „  in  verkiezinge  van  acht  Per- 
„  (bonen,  om  dutt  uit  bij  zijne  Excellentie  of  bij  den  Raade 
„  Provinciaal,  verkoren  te  worden  vier.  tot  Burgemeesteren, 
Ya  en  veerden  anderen,  om  zeven  Schepenen  daar  nit  geêllgeerd 
„  te  worden.**  Het  zelfde  is,  in  den  volgende  Jaare  157P, 
door  de  Heeren  Staaren  bevestigd,  o^doüneerende  mede  uit- 
drukkdijk  en  caxative  ^  dat  de  acht  genomineerde  Perfoonea 
•an  zijne  Excellentie  overgezonden  zouden  worden ,  om  daar 
uit  bij  den  zelven  vier  tot  Burgemeesteren  te  worden  geduid. 
£n  wanneer,  in  het  J«ar  15S1',  het  getal  der  Vrocdfchappén 
was  vermeerdert  tot  tweeëndertig  Peribonen,  zo  herhaakl  hoog- 
gemelde  Prins )  nogmaals ,  dat  dezelven  „  alle  Jaaren ,  ten  bd- 
„  hóorlljke  tijde,  zuUen  procedeeren  tot  eene  Nominatie  van 
„  acht  ende  veertien  Perfoonen,  om  uit  ten  zelven  bij  ons,  of 
„  bij  den  Raad  Provinciaa) ,  vier  tot  Burgemeesteren  en  zeven 
I,  tot  Schepenen  der  Stede  van  Haarkm  geordineerd  te  wor« 


\ 
•> 


den.'* 


„  De  Meerdeiiieid  der  Vroedfch^ ,  acht ,  over  zulks ,  niet 
nodig  te  treden  in  eene  discnsGe  van  Rechten ,  over  de  kracht 
en  uitwerkinge  van  eene  gekwalificeerde  Nominatie,  en  welke 
verbindtenisfèn  dezelve  meebrengt  voor  èt  geenen,  die  uit 
zodanige  Nominade  aanftellioge  doet.  De  zulken ,  welken  zig 
M  prrfesfc  hier  over  hebben  geëxpliceerd,  beibhrijven  het  J»x 
NüminafioHis  ^  Jus  Obiigandi  emm^  cui  Eltêlio  c^mpetit^  ut 
tlUnf  non  nifi  ex  Npminatiu  Men  remarqueerd  het  onder- 
ftheid,  wanneer  precUë  gefproken  word,  tusfchen  eene  Covh 
mendatie,  die  de  verkiezing  geheel  vrfjlaat;  tusfchen  eene  pre- 
fentatie,  welke  geen  vrijheid  permitteerd,  maar  vordert  dat  de 
geprefenteerde  noodzakelijk  verkozen  moet  zijn;  en  tusfchen 
l^eneNpminarie,  wanneer  de  EleAie  gefchied  uit  een  getal,  het 
tij  diAbcl  of  neer 9  van  zekere  genomineerde  Perfoonen,  buK 


I 


300  HAARLEMS  Oefchi^hnhpm^ 

ten  welken  de  Verkiezer  niet  bevoegd  Is  te  treden.    Het  Recht 
¥an  Brefentatie ,  eigenlijk  genomen  en  voor  zo  verre  alle  Keure 
daar  door  uitgefloten  zonde  zijn,  word  celi  deezen  niet  geflia- 
dneerd.    Commendade  is,   wanneer,  Sn  fommige  Steden,  de 
Burgemeesters  op  de  Nominatie,  in  de  Vroedichap  gemaakt, 
Perfoonen  noteeren,  welken  zij  voor  recommandabel  honden^ 
*of  wanneer*  de  O&iers,  of  andere  daar  toe  gerechtigden ,  ne^ 
tens  de  Nomioetie,  hun  advies  overfchrijven.    Maar  tusfcheti 
•beide  intercedeert  de  Nominatie,  die  wel  eene  verkiezing  er- 
kent, maar  uit  de  benoemden,  eo  sviders  niet;  verkrijgende 
alzo,  niet  ten  aanzien  van  ieder  benoemd  Perfoon,  maar  mee 
.opzigte  tot  het  voorgemelde  dubbel  of  meerder  getal,  hetRechc 
van  Prefencatie.    En  het  verdient  de  bijzondere  opmerkingen » 
dat,  daar  de  oude  Privilegiën  in  meer  preciesheid  en  neuer 
waameemihge  van  de  beceekenl^fe  der  woorden  Ipreken,  das 
wel  in  latere  tijden  is  geobferveerd  ,  in  het  nu  veelgedachte 
Privil^e  van  Hertoginne  Mit&u,  nopens  de  Nominatie  van 
•chten,  gezegd  word  dat  men  dezelve  ,,  oos  of  onzen  Stede* 
•^  houder  ende  Raade  van  Holland  prefenteeren  ende  overieve*- 
„  ren  zal,  om  vier  Burgemeesteren  daar  uit  te  nemen,**  het 
geen  dan  de  boven  geaddruecrde  bepaHqg;van  de  Keure ,  laxar 
tlve  te  doen  uit  de  Nominatien,  ten  kiaarften  bevestigd. 
«    „  Edoch,  zonder  zig  hier  over  verder  te  elargeeren;  d< 
Vertooners  vertrouwen  billijk,  dat  alle  twijfTeling  totaal  weg 
geaomen  zal  moeten  zijn,  en  dat  geene  tegeuTpraak  overig  zd 
kunnen  blijven,  wanneer  men  op  dit  Artikel  concludeert,  mee 
de  eigen  en  energique  veridaringe  van  wijlen  de  Vrouwe  Gon- 
vemante  zelve.    J>aar  toe  confieerd  zig  dan  de  Meerderheid 
van  de  Uaarlemfphe  Vroedfchap ,  en  onderlchrijft  met  eerbied 
de  ultfpraak,  vervnt  in  hoogscderzelver  Bericht,  onder  den  dat* 
tum  van  den  5  Odober.van  het  Jaar  1757  aan  U  £d.  Grooc 
Mog.  ingeleverd,  en  waar  bij  haare  Koninglijke  Hoogheid  zig 
Jheeft  gelieven  te  uitten  met  deeze  woorden:  „  aan  ons  compe*' 
^  teerd  het   Recht  van  Eleétie  uit  overgeleverde  Nomina- 
^,  tien." 

„  En  men  foUiciteerd^nu  alleen  <le  billijke  vrijheid,  om  het 
het  geene  tot  hier  toe,  ter  aanwijzinge  qi  adftru^ie  van  de 
&echten,  welken  omtrent  ide  verkiezingen  y^Q  Bu^geméesterea 

dar 


HAARLEMS  GefekudtMUfhi.  jn 

èes  Sqid  Haérkm  te  obftrveeren  ftaan ,  is  voorsebragc  ge- 
worden,  te  mogen^  coUlgeeren  en  brengen  tot  een  kort  funi" 
mier/ en  de  gedane  EleAie  van  salomon  van  xcirrEN  daat 
op  over  te  wijzen. 

„  Het  recht ,  liet  geene  wijlen  haare  Roninglijke  Hoog- 
heid» glorleufer  Memorie,  omtrent  de  MagUfaraatsbeftellingta 
heeft  geoeffend,  word  gedirigeerd  door  de  Commisfie  van 
den  Prinfe  Ërfliadhander.  Dttzt  Commisfie  bepaald  de  fa« 
^cuiteit  tot  de  gemeUe  verkiezinge  in  de  achtervolginge  van 
de  Privilegiën;  de  Privilegiën  van  de  Stad  Ümarlem  diéteeren 
dat  de  Eleétie  gedaan  moet  worden  uit  de  Nominatie,  in  dt 
Vroedfchap  geformeerd;  en  dus  hetft  haare  Koninhliike  Ho<^^ 
beid  zelve  zig  verklaard. 

„  Maar  op  dt^t  Nominatie  is  salomon  van  icbt£N  niea 
benoemd  of  gekozen  geweest. 

„  Hoe  komt  sAlomon  van  ecbt&n  dan  in  de  Kamer  van 
Burgemeesteren  f 

„  Het  heeft ,  bij  de  infteilinge  van  de  altoosgebonoreerde 
Mlsfive ,  kunnen  behagen  deeze  incroduaie  van  salomon  van 
ECHTEN  ter  gedachte  Kamer  te  foutenetreu  op  vierderlel 
gronden,  van  welken  de  laatfte  in  rang,  roerende  de  applica- 
belheid  van  het  Oftrooi,  door  ü  Ed.  Groot  Mog.  in  het 
]aar  1651  aan  de  Stad  Haar  Urn  verleend,  reeds  hier  voren 
is  geoccupeerd.  En  blijvende  dus  alleen  over  de  drie  eerst- 
genoemden,  zullen  de  Vertooners  nu,  bij  qrde,  de  vrijheid 
nemen  omtrent  dezelven  eenige  eerbiedige  aanmerkingen  aan 
U  Ed.  Groot  Mog.  voor  te  ftellen. 

In  de  eerfte  plaatze,  gepremitteerd  zijnde  een  ampel  recit 

van  het  geene  zedert  ruim  drie  Jaaren  omtrent  de  Regeerin- 

ge  der  Stad  Haarlem  zoude  zijn  gebeurd,  en  in  welk  recit» 

met  vrij  fcherpe  en   treffende  bewoordingen , .  word  geasfu- 

meerd  eene  cabale  of  verbindtenis,  tot  uitfluitinge  van  eenl- 

g^n  der  Medeleden,  zo  word  vervolgens  daai  op,  als  den 

eerften  grond,  geformeerd  de  ftelling,  dat  het  ingaan  van  eene 

cabale,  om  daar  door  zijne  Mede-Regenten  uit  t$  fluiten,  ia 

eene  ongeoorloofde  zaak,  ftrijdig  met  alle  gronden  yan  Re- 

geeringe,  en  dat  al  het  geene  uit  dien  hoofde  verhandeld  en 

.T^rrigt  word  ev^n  vitieus  is. 

„  En 


SMT  HAARLEMS  GifihiêJMè/iÈ.  * 

ff  En  wat  betreft  de  ftelHng,  in  $kefi  genomen ,  daar  in  cöfl« 
defcendeert  men  met  volkomen  overtuigfnge. 

,»  Maar  de  Meerderheid  der  Vroedfcbap  ontkent  oprechtelljk 
de  geasfumeerde  hijpothefis ,  dat  diergelijke  cabale  bij  dezelviT 
geêxfleerd  zoude  hebben^  Tot  het  onderzoek  van  dit  gekn- 
muteerde  iaaam  zal  dezelve  na  direftelijk  overgaan.  En  zon* 
der  U  Ed.  Groot  Mog.»  ter  deezer  plaatze,  over  de  ongeme^ 
riteerde  ezpresfien  te  vermoeieiijken ,  als  welken  dien  ver-* 
«roQwd  dat  nooit  met  de  goedkeuringe  van  wijlen  haare  Ko^. 
ninglijke  Hoogheid ,  glorieufer  Memorie ,  aMaar  hebben  kunnev 
ter  nedergefteld  worden,  zullen  de  zidten  ter  toetze  worden: 
l^ebragt,  en  daar  in,  zo  ved  doenlijk  is»  de  draad  der  Misfive 
worden  gevolgd  ;  in  de  verzekeringe ,  dat,  bij  de  gedachte 
verfaandelinge  der  feiten,  de  onichuld  en  zuiverheid  van  de 
daden  en  imentien  der  Meerderheid  van  de  Vroedfchap,  te  ge- 
lijk met  de  irreguUerheld  van  de  procedures ,  omtrent  dezelve 
gehouden ,  zig  ten  klaarden  zullen  vertoonen* 

„  De  Vertooners  remarqueeren  dan,  in  die  eerfte  plaatze ,  dat 
men  de  goedheid  van  haare  Koninglijke  Hoogheid  heeft  geabu- 
feerd,  wanneer  aan  dezelve  is  bericht  geworden,  dat,  in  het 
Jaar  1755,  twintig  van  de  tweeëndertig  Vroedfchappen  def 
Stad  Haarlem  met  den  anderen  zouden  hebben  aangegaan  eene 
cabale  of  verbfndtenis,  waar  bij  de  twaalf  Medeleden  zouden 
zijn  uitgefloten.  Zodanige  uitfluiting,  die  alhier  in  den  aanvang 
eenvoudig  word  vastgeileld,  doch  met  eene  twijfièkchtige  ap« 
plicatie,  maar  welke  in  het  vervolg  word  befchreven  als  benee- 
mende  aan  twaalf  Leden  van  de  Regeeringe  het  Recht,  dat  zij 
bij  hunne  aanftelHnge  egaallijk  met  de  Medeleden  verkregen 
hadden,  is  bij  de  voorfchreeve  Leden  of  de  Meerderheid  van' 
de  Vroedfchap  nooit  geconcerteerd  of  gedacht,  gezwegen  dat 
dezelve  tot  ecnige  maturiteit  of  uttwerkinge  zoude  zijn  ge« 
komen. 

„  De  Vertooners  beklagen  ziggeenzints,  dat  haare  Koning^ 
lijke  Hoogheid  gebruik  maakt  van  het  vertrouwen ,  waar  mede 
de  Leden  ook  het  allerinnerlijkfte  van  de  Regeeringe  aan  hoog* 
gemelde  Prinfesfe  hebben  geconfieerd.  En  verre  van  daaf  om- 
trent sis  nog  iets  te  willen  verbergen,  zo  is  het  de  waarheid » 
dat,  kort  na  het  overlijden  van  zijne  Doorluchtige  Hop^eid', 

PriW 


HAARLEMS  OefiUétdfnitJkt.  90$ 


Print  WILLEM  DEN  IV,  eenige  wduigc  Ledeo  van  de  Vroed- 
fchap  x!g  als  eene  dire^ie  in  en  over  de  Regêeringe  der  Stad 
Haarlem  hebben  aangetrokken,  en  dat  daar  onder  zSg  hebben 
bevonden  de  zodanigen ,  die  verftheide  zaken  hebben  gedre* 
ven  zeer  tot  ongenoegen  van  het  Meerdergedeelte  van  do 
Vroedfchap,  en  in  prejudltie  van  verfcheide  notabele  Leden» 
Waar  van  tot  (haltjes  kunnen  dienen,  dat,  in  het  Jaar  1754^ 
verfcheide  gansch  onbehoorlijke  menées  zijn  in  hec  werk  ge- 
field, om  FRAN^cMs  BENJAMIN  PAGEL  té  ontzettett  van  de 
Commi&fie  ala  The&urier ,  welke  door  hem  in  behoorlijke 
orde  wierd  geambieerd.  En  dat  men  ook  Mr.  remees  flo* 
us  VAN  ZAANEN,  met  deszelfs  genoeg.en,  heeft  getracht  cc 
doen  benoemen  tot  Surgemeester»  en  zuika  fpedaaUIjk  mee 
intentie  en  buc  om  Mr»  matthbus  willbm  van  vALKENBURGt 
defszelfs  Zwager  en  ouder  Vroedfdiap ,  op  de  Nominatie* 
voorbij  te  gaan  en  den  zelven  in  het  Burgemeesterichap  alzo 
te  kunnen  precedeeren;  en  dat  men,  vervolgen»,  in  zodanig^^ 
onbillijke  (chikkingen  voortgaande.  Mr.  jan  fredrik  PARvé, 
zijnde  ten  dien  tijde  in  order  het  zevenentwimiglte  Lid  van 
de  Vroedfchap ,  heeft  willen  doen  committeeren  hi  het  Colle- . 
gie  van  de  Heercn,  Uwer  £d.  Groot  Mog.  Gecommitteerde 
Raaden;  de  Vroedfchappen  ook  met  het  misbruiken  van  den 
naam  der  Vrouwe  Gouvernante  daar  toe  trachtende  te  bren» 
gen,  niettegenfhumde  zo  veele  ouder  Leden  kwamen  VQor  te 
zitten,  en  dat  de  Oud-Burgemeester  elbert  testart  zig  alt 
Candidaat  tot  die  Commisde  hadde  verklaard. 

„  De  kwaade  gevolgen  van  zodanige  beftieringe  bij  ver* 
icheide  Leden  van  de  Vroedfcbap  overwogen  zijnde,  hebben 
twintig  Leden  met  eikander  verlproken,  in  alle  cordaatheid, 
te  zullen  voorfiaan  de  wettige  Rechten  des  Erflladhouders , 
mitsgaders  de  deugdelijke  Privilegiën  der  Stad  Haaritmy  en, 
fiaar  hun  vermogen,  verhoeden  dat  door  ufurpatien,  welken 
telkens  met  de  voorwendinge  van  baare  Koninglijke  Hoog- 
heids  welbehagen  wierden  gegratieerd,  de  goede  ordres  ge* 
heel  omgekeerd  zouden  worden.  Op  deeze  gronden,  en  met 
geene  intentie  om  aan  Iemand  de  uitfluitlng  te  geven  of  in 
dcszelfs  Rechten  te  benadeelen,  zijn  de  gemelde  Leden  over- 
eengekoqien. 

^7  En 


$04  KAARLEMIS  Cefiitedmlt/kia 


9* 


En  op  dat  geene  tefitacie  wegens  dit  hoofdpoint  der  be« 
fchuldigiagen  mtfg  overblijven,  de  gezegde  Leden  declareeren 
oprechtelijk,  onder  folemneelen  Eede  te  kunnen  verklaren, 
dat  nimmer  bij  henlieden  eenige  verbindcenis  is  gemaakt  ge- 
Worden,  om  de  twaalf  Leden  uit  te  fluiten  van  de  Nominac 
den,  zo  tot  Burgemeesteren,  als  tot  Schepenen.  Deeze  pleg- 
dgc  verklaring  hoopt  de  Vroedfchap  dat  bij  U  Ed.  Groot 
Mog.  zal  voldoen  tegens  blbote  accufatfen ,  voor  welken 
geen  grond  van  bewijs  geproduceerd  heeft  kunnen  wor- 
den, 

„  Dat  ook  dé  gedachte  twaalf  Leden  met  *er  daad  niet 
zijn  uitgefloten  geweest  ,  toonen  de  Registers  van  de  Regee- 
Tinge.  Want  in  dezdven  vind  men  de  niet  overgekomen 
twaalf  Leden,  egaallijk,  met  de  twlndg  anderen,  in  alle  de 
Stads  Commisfien ,  als  die  van  Commisfarisfen  van  de  Bank 
van  Leeninge ,  de  Rekenkamer  ,  de  Weeskamer ,  de  Kerk- 
meesters, Thefaurieren  of  Commisiarisfen  van  de  Stads  Wer- 
ken en  wat  dies  meer  is.  Zelfs  hebben  de  twintig  Leden» 
20  weinig  als  de  andere  twaalf,  gedubiteerd  om  Mr.  daniel 
JAN  KAMERLING,  volgeus  de  recommandade  van  haare  Ko- 
nlnglijke  Hoogheid,  voor  te  flaan  als  Schout,  en  zulks  of- 
fchoon,  tot  dien  tijd  toe,  de  Registers  der  Vroedfchap  van 
^iergelijke  recommandatie  nooit  exempel  hadden  uitgeleverd, 
rïog  in  het  laatst  gepasfeerde  Jaar  1758,  hebben  de  alstoen 
Regeerende  Burgemeesters,  in  de  altoos  beoogde  concurren- 
tie met  alle  de  Leden  van  de  Vroedfchap ,  zonder  eenige  uit- 
zondering ,  aan  wijlen  de  Konfnglijke  Prinfesfe  geoffcreerd 
gehad,  tot  de  Commisfie  in  den  Raade  van  Staate,  op  de 
Tourbeurtd  van  de  Stad  Haarlem ,  te  zullen  benoen^  den 
geenen,  welken  hoooggemelde  Vrouwe  Gouvernante  zoude 
gelieven  te  verklaren  aan  dezelve  het  meeste  aangenaam  te' 
zijn.  En  tot  eene  allerevidentfte  preuve,  dat  de  gemelde 
Leden  niet  zijn  gefecludeert  geworden,  ftrekt,  dat  aan  Mr. 
JAN  FREDRiK  PARvé ,  Welken  in  het  Jaar  1755,  om  de  hier- 
voren  gedachte  redenen,  de  Commisfie  in  het  Collegie  van 
,de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  was  afgeftemd,  die  zelf 
de  Commisfie  in  het  Jaar  1758,  ook  met  de  Stemmen  van 
de  bevorens  gedi^^feütieerd  hebbende  Leden»  is  opgedragen. 


Waar 


HAARLEMS  47^»/<ir«ft/»«.  .    Wt 


m 


.  ^  Waar  mede  nu  getoond  zijnde  dat  geene  ong^orloofUe  ch 
bale ,  tot  feclufie  van  twaalf  Leden ,  ooit  is  aangegaan  geweest^ 
zo  volgt  per  fty  dat  Mr.  jacob  deütz  oolc  nimmer  was  aaa 
het  hoofd  van  diergelijke  verbindtenisfe ;  maar  dat  dezelve  al^ 
leen^  moet  aangezien  worden  als  de  ondfte  der  Vroedfchappen , 
die  vermeent  hebben ,  voor  het  welzijn  der  Burgeren  en  Inge- 
setenen,  niet  te  kunnen  verantwoorden  dat  eene  overheerfching 
van  weinige  Perfoonen ,  tcgens  het  belang  der  Stad ,  alles  zou- 
de omverwerpen.  £n  billijk  was  bij  de  aangeboren  goedheid 
en  het  rechtmatig  oordeel  van  de  Koninglijke  Prinfèslè  dit  eeo 
en  ander,  te  weten,  en  de  cabale,  en  dat  Mr«  jacob  DBura^ 
zoude  zijn  aan  het  hoofd  van  dezelve,  gantsch  onwaarfchijnlijk 
voorgekomen,  fchoon  de  redenen,  aan  haare  Koninglijke  Hoog- 
heid, als  gronden  van  derzelver  welgefundeerde  verwachtingen 
aan  de  hand  gedaan,  niet  di(Hnd  genoeg  zijn  gefuppediteerd« 

„  Want  wat  betreft  de  Correspondentie,  voor  het  Jaar  1748 
in  de  Regeeringe  der  Stad  Haariem  gehouden,  dezelve  waf 
van  deeze  natuur ,  dat  de  zesden  oudlle  Leden  altoos  de  dircftift 
der  zaken  onder  zig  hadden ,  en  de  overige  acht  hielden  uitge* 
floten;  dat,  bij  verllef f  van  é^n  der' zestien  eerdere  Leden t 
het  oudfte  Lid  van  de  acht  jongde  Vroedfchappen  tot  de  Cot* 
respondentie  fuccedéerde;  en  dat  alzo  de  verkiezingen,  wel* 
ke  ,  volgens  de  Handvesten  ,  met  oordeel  en  uitlezinge  vaa 
perfoneele  kwaliteiten  moesten  gefchieden,  wierden  hervormd 
iu  eene  opvolginge,  welke  wijlen  zijne  Doorluchtige  Hoog- 
heid, naar  deszelfs  gewoone  en  akoosgeroemde  wijsheid,  h^eft 
geoordeelt  niet  van  het  verelschte  nut  voor  de  Stad  te  zijoc 
Maar  dusdanige  uitkeuze,  achtervolgende  de  Privilegiën,  is  hei 
eeniglljk,  waar  op  Mr.  jacod  deutz  bij  continuatie  komt  t« 
doelen,  en  de  befchuldiging,  dat  men  zig  wil  kanten  tegens  de 
opvolginge  in  rang  en  fesOe,  toont  zelve  dat  het  goedgekeurd* 
Sijsthema  geenzints  word  verlaten.  Niet  minder  misgrijpt  zig 
de  lever,  om  haare  Koninglijke  Hoogheid  ten  uftdeele  van  de 
Meerderheid  der  Hmarlemjche  Vroedfchap  in  ie  nemen ,  wan* 
■eer  de  uitfluiting  van  den  Baljuw  van  Kenmmerland  buHen  het 
Burgemeesterfchap  is  geaccuieerd  geworden  al  mede  uit  de  op* 
gemelde  Correspondende  voortgdtomen.  Dezelve  heeft  berust 
in  een  Reglement  van  d^  fncfche  Vrgedfchq»  ^  vastgeOold  lo 
.  XI&  D££L«  V  den 


%0*  HAARLEMS  GtfekUiml^» 


lÊtM 


den  }«ire  1718;  eo  Mr.  jacoö  Dturz  heeft  niet  kunnen  ktagea 
övcr  eene  fedufie ,  bijzonderlijk  ten  zijnen  opzigte ;  deeze 
fchikking  wts  beraamd  elf  Jaaren  voor  dat  Mr.  jacob  deutz 
te  ée  Regeednge  der  Stad  Haarlem  is  gekomen ,  en  negentien 
Jaaren  voor  dat  dezelve  tot  Baljuw  van  Kenntmerland  wierd 
gecommitteerd.  Dit  Reglement  echter  heeft  de  Vroedfchap  ter 
liltende  van  zijne  Doorluchtige  Hoogheid ,  hoogloffelijker  Me- 
morie, bij  fpéciale  Refolutie,  kort  na  deszelfs  aanftellinge  toe 
Stadhottd^ ,  wel  willen  doen  ophouden.  Het  is  voorts  geweest 
de  goedheid  van  den  altoos  hooggewaardeerden  Prinfe,  welke 
Mr.  JACOB  DEUTZ,  conform  de  origineele  en  wettige  Conilitu-» 
de  van  de  Haarlem fche  Regeeringe,  heeft  willen  zien  bevor- 
dert  tot  Hoogheemraad  van  Rhijniandy  en  Burgemeester  der 
Stad  Haarlem.  Deeze  goedheid  meriteerd  altoos  de  erkente* 
nis ;  en  nevens  het  algemeen  verlies  beklagen  de  Venooners  zig 
seer  bijzonderlijk,  dat  de  ontijdige  dood  van  de  hooggeroemde 
VorlHnne  hen  beroofd  van  het  zo  gedeCdereerd  genoegen,  om 
liaare  Konfoglijke  Hoogheid  door  deeze  hunne  eerbiedige  Re* 
monflrande  te  mogen  overtuigen  dat  aan  die  erkentenis  nieris 
gemankeerd;  dat  'nog  cabale,  tot  uitfluitinge  van  andere  Mede- 
leden ,  nog  hoofd  van  é^t,^\x^ ,  bij  deeze  Vroedfchap  plaats 
treeft  gevonden;  en  dat  dus  alle  hardigheden,  ten  dien  reguarde 
fn  'de  hooggemelde  Misflve  voorkomende,  gtotsch  onverdient 
zijn  geappllceeiyl  geworden. 

^  Aan  gelijke  ongunftlge  infinuatie  moet  de  Vroedfchap  der 
Stad  Haarlem  attribueeren ,  dat  hunne  zo  geoorloofde  als  nood* 
zakelijke  voorzieninge  tegens  de  wanorde  en  ongeregelde  ambi^ 
ée,  verder,  word  genoteerd  als  een  onbetamelijke  daad,  waar 
mede  op  eenmaal  de  Privilegiën  van  Haarlem  den  bodem  wor- 
den ingeilagen ,  de  Conftitutie  van  de  Regeeringe  in  den  grond 
ferenvierfeerd,  en  aan  twaalf  Leden  vap  de  Regeeringe  beno» 
men  het  Recht,  waar  van  zij  niet  konden  gepriveerd  worden. 
Niet  alleen  de  eminente  plaats ,  welke  wijlen  haare  Kontnglljke 
Hoogheid,  glorieufer  Memorie,  heeft  bekleed;  maar,  boven- 
dien,  de  oprechte  eerbied  en  affectie,  welke  de  Venooners  aan 
hoogsidezelve  altoos  hebben  toegedragen,  en  voor  de  iUu(lr« 
mtgedachtenisfe  ten  allen  djde  zullen  conferveeren ,  zal  de  Meer- 
derheid der  Vrocdfduip  osveiaadcrlijk  doen  blijven  In  het  re« 


HAARLEMS  €ifiik99ienisfin.  307 

T 

Qpca,  dat  men  aan  de  hooge  Charges  der  Prinf^  Stadhoude- 
tpi  verfchttkligic  is. 

,»  Maar  keereode  zig  tot  de  zalken »  die  zig  durven  ver- 
grijpen aan  de  verpligtinge»  waar  mede  hcc  zelfile  booge  Ca* 
i^^er  nopens  de  waarheid  der  gebeurtenisfen  geinformeer4 
snoet  worden,  toeroept  men  den  ftoutften  befchuldiger,  dac 
door  den  zelven  worde  getoond  het  bewijs »  dac  één  der 
twaalf  Leden,  hij  zij  wie  hij  zij,  door  de  opgemdde  over- 
eenkomfte  der  twintig  Leden  is  gepriveerd  van  zodanig 
Recht,  als  aan  denzelven,  achtervolgende  de  Privilegiën  der 
Stad  Haarlem^  zoude  hebben  gecompeteerd.  De  Privilegiën 
zelven  zf jn  hier  voren  reeds  getoerd ,  en  zullen  hier  na  nog 
verder  onderzogt  moeten  worden.  Uit  dezdven  zal  blijken, 
dat,  bij  de  Vroedfchap  ,  tot  Burgemeesteren  en  Schepeoen 
gekozen  of  benoemd  moeten  worden ,  niet  de  naasten  in  rang 
volgende,  maar  welken  zij,  op  hunnen  gedanen  Eed,  zullen 
Qordeelen  te  zijn  van  de  allemotabelfte,  nutde,  rekkelijkfte, 
rechtvaardigde ,  verftandigfte  en  vreedzaamfte  liefhebberen 
van  het  Vaderland.  Dit  rigtfnoer  volgende,  herhaald  men  de 
gedane  provocatie ;  dat  iemand  der  niet  benoemde  Leden  op- 
kome,  zig  betoge  te  zijn  van  de  evengemetde  Caraéters,  daar 
voor  in  hejt  gemoed  van  zijne  Medeleden  te  wezen  gehou- 
detl,  en  niet  te  min  te  zijn  gepriveerd  van  zijn  Recht,  of 
daar  in  eenigzints  benadeelt.  En  zonder  zig  te  enveloppee- 
ren in  de  onmogelijkheid,  waar  door  de  abfurde  accufatie  zig 
zelve  vernietigd;  men  heeft  zig  op  den  Eed  en  Confcientie, 
aan  welken  het  oordeel  omtrent  deeze  kwaliteiten  gefteld  is, 
te  wel  onderzogt,  als  dat  ook  daar  ter  plaatze  eenige  ver-v 
wijtingen  ontmoet  knnnen  worden. 

„  De  gecenfureerde  verbindtenis  alzo  kortelijk,  met  opzig- 
le  tot  deszelfs  oorfprong  en  bellaan,  in  zijnen  waren  dag 
Wezende  gefteld,  zo  gaat  de  Vroedfchap  over  tot  het  geene, 
vervolgens,  omtrent  deeze  overeenkomst  is  gebeurd. 

„  En  fteeds  voor  oogen  hebbende  de  hooge  Commisfie 
van  den  Prinfe  Erfdadhouder  ,  hier  voren  eerbiedig  bijge- 
bragt,  wil  de  Meerderhaki  der  Vroedfchap  zeer  gaarne  aan 
de  goedheid  van  wijlen  de  Prinfesfe  Gouvernante  erkennen , 
4at  eenige  Leden  met  dé  bedenkingen  'van  haare  Koningltjke 

Y  z  Hoog* 


3oS  HAARLEMS  GefcÜedenit/kt. 


m  0 


Hoogheid ,  omtrent  dit  fhik  ,    zijn   gehonoreerd    geworden^^ 
Doch   wenfchelijk  ware  het  geweest»    wanneer  de  gedachte^ 
Leden    hunne   conduites  aan  hooggemeide '  Vorftinne  hebben 
mogen  judiliceeren,  en  de  onfchutdige  zo  wei  ais  nutte  ein<^ 
den  van  de  overeenicomfle,  op  de  allervoidoenffe  wijze,  be- 
togen, dat  daar  in  ooic  hadde  berust  mogen  worden. 

„  Vervolgens  is  door  de  Meerderheid  der  Vroedfchap,  b!f' 
h^t  formeeren  van  de  Nominatie  tot  Burgemeesteren  voor  het 
}aar  1756,  gehandeld  in  de  voimaaktfle  trouwe,  zijnde  zelfk" 
de  namen  van  verbonden  Leden  ea  van  gefectudeerde  Leden, 
die  van  andere  geboorte  zijn  ais  uit  de  Vroedfchap  ,  aan  henr 
geheel  vreemd  en  onbelcend.  De  benoeming  is  gefciiied  voi« 
gens  het  geicwalificeerd  didtamen  van  den  Eed  en  de  Con- 
reiende  der  Leden;  bi)  het  (^enen  der  Biljetten  is  bevondetf 
dat  voor  salomon  van  echten  en  Mr.  daniel  jan  kamer* 
LiNO  minder.  Stemmen  waren,  dan  voor  die  geenen,  wdketi 
als  Genomineerden  wettelijk  zijn  geprefemeerd  geworden. 
Maar  zulks  had  geene  andere  oorzaak,  als  de  vrijheid  en  de 
Terpligclng  ,  welke  men  aan  de  Privilegiën  is  verfchuldigd. 
Ook  was,  bij  het  overleveren  van  de  gedachte  Nominatie,  ia 
handen  van  de  Prinfesfe  Gouvernante ,  aan  de  Leden  van  de 
Vfoedfchap  niet  voorgekomen  een  bijzónder  ongenoegen  je» 
gens  de  meergemelde  overeenkorofte;  maar  haare  Koninglijke 
l:ioogbeid  had  alleen  gelieven  te  vragen  of  de  Nominatie  wat 
geformeerd  yolgens  den  rang  der  Regenten^ 

,,  En  hier  op  door  Mr.  gysbekt  jan  de  bruin  gezegd 
zijnde  ,  dat  de  benoemde  izaak  klifford  en  Mr.  raspar 
jACOft  RAVEN3  lager  in  rang  zouden  wezen ,  dan  salomon 
van  echten  en  Mr.  daniel  jan. kamerling,  zo  heeft  haare 
Koninglijke   Hoogheid  zulks  wel  gclraputeerd  aan  eene  Ani- 
moftieit  tusfchcn  de  Leden  van  de  Vroedfchap,  en  betuigd 
dat  de  discrepaoces  aan  hoogstdezelve  zeer  onaangenaam  kwa- 
men té  zijn.    Dücb  het  is  daar  benevens  ook  zeker,  dat  aan 
^ie  idees,  een  dien  tijde,  door  hooggemelde  Vorilinne  nog  zo^ 
weinig  credlet  wierde  gegeevefn,  dat  zelfs 'de  Misfive,  gear- 
refteerd  in  de  Vroedfchap  den   14  September  van  het  jaar 
1756,  en  door  eene  plegtige  Deputatie  aan  de  Vrouwe  Gou- 
vernante afgezonden «  waar  bi>  overtuigende  wierd  aangetoond 

<ia( 


HAARLEMS  CéfMtdentsfin,  '8o9 


dat  de  gemelde  Vroedfchap ,  volgens  de  Privilégién ,  was  heb* 
bende  ecne  vrije  verkiezing  ,  zonder  eenige  bepalinge  vaa 
tang,  als  mede,  dat  in  de  liandeKngen  van  de  Vroedfchap  aan 
geene  Animofiieiten  was  toegegeeven ,  niet  eens  aan  hoogst* 
'4]ezeive  heeft  behoeven  te  worden  overgeleverd ,  maar  door 
^aare  Koninglijke  Hoogheid  kort  daar  aan  is  getreden  tot  ee- 
Be  Eleftie,  waar  door  de  Leden  van  de  Vroedfchap  gefun- 
dèerdelijk  hebben  mogen  befluiten,  dat  de  Koninglijke  Prin- 
fesfe  van  de  wettigheid  der  Nominatie  was  geperfuadeert  gr- 
worden,  zo  als  uit  de  twee  Refolutien  van  de  Vroedfchap, 
van  den  14  en  19  September  van  het  Jaar  1756,  welke  tot 
die  zaak  haare  betrekking  hebbén,  klaarder  is  te  zien. 

„  En  voor  zo  veel  dé  Vrouw  Gouvernante  heeft  gelieven 
te  declareeren  dat  hoogstdezelve,  uit  conüderatie  dat  de  twee 
evengenoemde  Leden  niet  halden  geklaagd,  en  volgende  haa- 
T^  gematigde  handelwijze,  dceze  Eleftie  gedaan  zoude  heb- 
ben ;  zo  wil  de  Vroedfchap  wederom  zeer  gaarne  de  gemeelde 
ftfzigien  met  dankzegginge  accepteeren.  Doch  vertrouwd  niet . 
tfi  mm  dat«  nevens  dezelve,  bij  hooggedachte  Prinfesfe  zal 
zijn  gepondereerd ,  dat  de  verkiezing  niet  was  contrarïeeren- 
de  aan  de  Privilegiën ,  uit  oorzake  dat  geene  confideratien  te^ 
gens  dezelve,  met.eene  billijkheid,  van  de  Vrouwe  Gouver- 
jiattte  en  Vöogdesfe  hebbeo  kunnen  gevergd  worden*  En  mea 
heeft  in  dit  yerirouwen  ie  meer.^efterkt  moeten  wezen,  om 
dat  haare .  Koninglijke  Hoogheid  een  ouder.  Regent,  die  aau- 
eellijk  op  de  fJomlnatie  was  gefteld,  heeft  gelieven  te  pa^ee» 
ren  en  een  jonger  Lid  te  verklezeiv 

„  Met  ge^ne  mindere  trouwe  en  ferieufe  waarneeminge  der 
opgelegde  verpligtingen  is  de  Nominatie  voor  het  volgende 
Jaar  ï^y;^  uitgebragt,  zonder  dat  eene  ongeoorloofde  en  on- 
wettige ^  Seclufie  plaats  heeft  gevonden.  Nog  Mr.  justus 
SviTTE ,  nog  dê  reeds  veel  genoemde  salomon  van  echten 
en  Mr.  REMEE5  FL0Ris,.v;\N  ZAANEN  ziju ,  Uit  hoofde  vatt 
eenige  overeenkomfte ,  voorbij  gegaan,  maar  nevens  andere 
Leden,  conform  de  vrijheid,  der  verkiezinge,  niet  genoemd. 
Jin*  de  Vroedfchap  verzoekt'  dé  refledie  van  U  Ed.  Groot 
Slog.  over  den  grond,  waar  op  de  Meerderheid  der  Leden 

V  3  met 


ito  HAARLEMS  GefeUedenitféi. 


met  zo  veel  declln  word  befchuldigd,  dat  dwel^e,  in  het 
uitbrengen  van  gedachte  Nominatie,  sonde  zijn  voortgegaan 
in  het  maintineeren  en  dadelijk  werkftéllig  maken  vn  haar 
ongeoorloofd  verdrag.  Niet  alle^  ontbreekt  alle  bewijs; 
maar  de  babile  pen  ,  wiens  miniderie  gebruikt  is ,  en  die 
zulks  heeft  durven  (lellen ,  redreerd  z]g ,  in  bet  vervolg , 
meer  dan  eens»  op  de  fustenuen  en  begrippen  van  de  be« 
fchuldigerSy  zonder  zelve  iets  te  termineeren.  Dus  word  ge- 
zegdy  dat  de  drie  opgemeide  Leden,  volgens  hunne  fustenue^ 
naar  het  aloud  gebruik,  gegrond  op  de  Privilegiën »  op  de 
Nominatie  gebragt  hadden  moeten  worden;  en,  fprekende  vaii 
de  pretenfc  Nominatie,  door  de  elf  Leden  overgezonden ^ 
word  gedeclareerd  dat  dezelve ,  naar  hun  begrip  ,  conform 
zoude  zijn  aan  de  Privilegiën  van  de  Stad.  Deeze  fustenuen 
en  begrippen  vau  een  minder  getal  Leden,  die  zig,  buiten 
orde,  tegens  bet  Kollegie  opwerpen,  worden  wel  voorzlgte- 
lijk  bij  het  Stadhouderlijk  beflier  niet  geadopteerd;  gelijk  ook 
tot  dit  oogenblik  over  dezelven  niet  is  geoordeelt;  maar  het 
aecufasfe  fchijnt  echter  genoeg  te  zijn  geweekt  voor  den  uit- 
vinder van  deeze  infinuatien,  om  het  zelve  te  pofeeren  tot 
éen  fnterims  fundament,  waar  op  de  eer  en  achting  van  de 
Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  ter  neder  word  geworpen» 
zonder,  ondertusfcben,  te  hebben  willen  refleéteeren,  dat» 
inet  meer  recht,  als  eene  contrarie  preüve  en  voldoende  be^ 
wijs  dat  geen  verdrag  tot  Sechifie  van  de  elf  Leden  werken* 
de  is  geweest,  moest  dienen  al  het  gunt  dezelve  Meerder- 
heid ,  In  maniere  voorfchreeve ,  ten  reguarde  van  dezelve  hun- 
ne Medeleden,  met  alle  toegevendheid,  te  meermalen  hadden 
betoond.  En  wat  het  gevanceerd  aloud  gebruik  aangaat,  het 
zelve  wierd,  buiten  de  bovettgedachte  correspondentie,  wel- 
ke naderhand,  bij  de  herüellinge  van  het  Stadhouderfchap,  is 
vernietigd,  in  de  Stad  Haarlem  nooit  gezien.  En  wanneer, 
in  het  Jaar  1755,  aan  de  importune  Sollicitatien  voor  de  be- 
noeminge  van  Mr.  jan  fkedrik  PARVé  tot  de  Commisfie  in 
het  Collegie  van  de  Heeren  Gecommitteerde  Raaden  wierd 
gereprefenteerd ,  dat  het  niet  aangenaam  konde  zijn  om  een 
der  jongde  Leden  het  ouder  Lid,  hetwelk  reeds  in  den  rang 
van  Burgemeester  was  gefield;  ongenoegen  te  geven»  to  heeft 

bec 


HAARLEMS  (hfiMêimsfin.  in 

)iet  boTengficfachtie  Direaoriuiq  vin  djea  tijd  wel  vete»  19 
jrepUceeren ,  dat  dusdanige  confideratien  voorrang  incliaoerdep 
tot  de  oude  correspondentie ,  welke  door  wijlen  zijne  Poor- 
luchtige  Hoogheid  was  afgekeurd, 

„  Maar  is  de  handeling  van  de  Vroedfchap,  en  derzelvef 
Meerderheid»  vrij  van  alle  reprochabele  verbindtenisfe»  me^ 
de  uitterlle  furprife  word  thans  gezien,  dat,  bereide  in  he^ 
geval  van  den  Jaare  1757^  elf  Medeleden,  a&onderlijl^,  claft- 
dellin,  buiten  de  Vroedfchap,  en  ^\x%  bij  eene  alierongeoov* 
loofdfle  cabale,  hebben  geGneed  eene  Nominatie ,  ei>  dezelve 
eigener  authorlteit,  aan  wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid 
.toegezonden.  Van  deeze  ondemeemiiige,  zo  onwettig  en  ge* 
heel  llrijdende  t^ens  de  Rechten  van  de  Vroedfchap,  aan 
welke,  coUegiallter  daar  toe  vergadert,  alleen  het  Reelat  tot 
het  uitbrengen  van  de  Nominatie  is  vergund,  was,  tot  dk 
oogenbUk  toe,  bij  de  Vroedfchap  geen  kennisfe  geweest,  alt 
zijnde  van  dit  dak,  hoe  zeer  bevorens  gebeurd,  in  het  B^ 
richt  van  wijten  haare  Konitiglijke  Hoogheid,  glorieufer  ge- 
dachtenisfe ,  aan  U  £d.  Groot  Mog. ,  van  den  5  OAober  vai 
het  Jaar  1757,  geen  de  minde  mentie  gemaakt,  zonder  di^ 
daar  van  eenige  andere  reden  te  begrijpen  is,  als  de  aange» 
boren  goedheid  van  haare  Koninglijke  Hoogheid ,  waar  medf 
ook  in  deezeo  de  gemelde  elf  Leden  wel  heeft  grieven  m 
menageeren. 

„  De  Vertooners  kunnen  echter  aan  U  £d«  Groot  Mog^ 
naar  waarheid  berichten,  dat  geene  Nominatie  door  eenen» 
twintig  Leden  van  de  Vroedfchap,  gefepareerd  van  de  and^e 
elf  Leden  ,  Is  geformeerd ,  uitgebragt  of  aan  de  Vrouwe 
Gouvernante  geprefenteerd  geworden.  In  en  door  het  gehee* 
Ie  Lighaam  vwi  de  Vroedfchap  is,  bij  opneeminge  der  Stem* 
inen,  geformeerd  eene  Nominatie.  Peeze  is,  bij  order,  aan 
haare  Koninglijke  Hoogheid,  uit  naam  van  degantfche  Vroed- 
schap, ingegeeveur  en  alzo  ook  aangenomen.  Over  dezelve 
beeft  de  Vrouw  Gouvernante  begeerd  te  nemen  informatie  4 
terwijl  een  di^p  ftilz wijgen  de  andere,  nu  meer  dan  een  Jaar 
lang»  voor  de  oogen  der  Vroedfchap  heefl  verborgen  gehou- 
den. In  zulk  eene  fituatie  zig  gefield  vkideiide,  moet  de 
Meerderheid  der  Vroedfchap  nogmaais  op  het  ernAigile  im? 

V  4  plOü 


it4  HAARLEMS  Gefi^ieékfin. 


waarheid  is  gemdd.  T^ens  bet  tweede ,  voor  20  verre  dtar 
bij  niet  ail.eeit  wierdeo  uicgeflocea  haat  en  mjd»  maar  aolc,  ge» 
neraallijk,  alle  andere  oorzalcen»  ftelden  *2sg  op  de  Privüegien, 
wiaf  over,  ter  gelegenheid  van  de  oaastvolgende  fteliioge»  bre- 
der zal  worden  gefproken;  en  het  ia  de  emftige  last  van  de 
booge  'sLands  Overheden »  dat  zulicen,  die  bij  ée  VroedTchap» 
op  derzelver  £cd  en  CooTciencie,  niet  worden  geoordeeld  ie 
x^D  van  de  nieestbegimftigden  met  de  kwaliteit,  hi  de  Hand  vet- 
ien  voorgefchreven »  van  de  Nominatie  verfiekén  moeten  blijr 
ven.  Deeze  aanmerking  aUeen  moest  het  werk  noodzakeliik 
doen  fluiten,  alzo  het  van  eerlijke  Regenten,  die  attentie  dn« 
gen  op  hunne  verpligdnge,  niet  kwalijk  kan  genomen  worden; 
Blaar  dat  aan  dezelven  alJezints  past  niet  tecondeicendeerenin 
verbindtenisren ,  welkers  uitvoering  zij,  in  goeden  gemoede; 
bonden  te  fbrijden  met  de  Privilegiën,  waar  aan  zij  bij  Eede 
.verbonden  zijn.  Maar,  boven  dien,  konde  bij  de  Vroedfchap 
»iet  worden  ontdekt  eenige  wettige  redenen  voor  het  potnc, 
bet  welk  met  opzigt  tot  Mr.  justus  witte  wierd  gemoveerd» 
en  waarom  aan  denzelven  eenige  (acisfaétie  moest  worden  ge* 
geeven ,  met  hem ,  en  niemand  anders ,  ingevalle  van  remplace* 
IKnt,  op  de  Nominatie  te  (lellen.  Want  indien  zodapige  ge» 
fijkheid  aan  den  Gerechte,  als  bij  de  hooggemelde  Misfive  van 
wijlen  haare  Konïngiijke  Hoogheid  is  ter  neder  gefteld  en  wcvd 
gefusuneerd,  waargenomoi  zoude  moeten  worden,  dan  was  het 
■let  de  tour  van  Mr.  justus  wttte  om  vei^kozen  te  mogen  zijn» 
het  zij  men  dien  Heer  eenvoudig  confidereeve  in  den  rang  ala 
Vroedfchsp,  of  het  zij  men  4enzelven  befchouwe  in  de  opvol-  "^ 
ginge  onder  de  fiurgemeesteren;  en  de  Elegie  van  Mr.  justus 
WITTE,  desniettegenihande,  in  het  vervoig  gedaan,  fhtueerd 
eene  volmaakte  conoradi^e  in  dat  Sijstheme.  AU  Vroedfchap- 
pen  behoorden  noodzakelijk  voor  te  gaan  de  genomineerde  izaak 
CLiFFORT  en  Mr.  jan  van  styrum  ,  als  hebbende  nog  nooit 
Surgcmeesteren  geweest»  In  den  rang  van  Burgemcestereo 
hadden  voorrang  moeten  hebben  Mr.  arend  de  &aad,  die,  ze* 
dert  het  Jaar  1754 ,  buiten  het  Burgemeesterfcbap  was  geweest 
en  Mr.  dammas  guldewagen^  welke  zedert  het  Jaar  175a  niet 
was  verkozen.  Terwijl,  daar  tegens  Mr*  justus  witte  eerst 
io  bet  Jaar  1756  was  afgetreden ,  na  eeoe  gecontinueerde  RegfiA» 

rin» 


HAARLEMS  GefMèdeniifin.  s\f 

fliige  wn  twee  Jatren  tt  hebben  wiuirgenomeii»    Voom  warea 

Mr.  KARBL  VAN  DYK  611  Mr.  FRAN^IS  BfiNjAMIN  PAGEL  de  BüP- 

Ciemeesters ,  die  in  *c  batscvooi^gaande  ]atr  gedienc  htddea.  £9 
zonde  nen  de  befdiuldfgde  Noninade  appHceeren  in  het  ümeth 
üti  van  Regeeringe ,  het  geen  meo,  bnk^  allen  grond»  aan  da 
Stad  Haarlem  heeft  willen  doen  opdringen ,  zo  was  voor  Mr« 
IU8TUS  wim  geene  i^ats  op  deielve*  Om  echter  te  tooneo 
tnet  wat  lever  de  Vroedfthap  was  verlangende  de  benevolentia 
van  de  Vrouwe  Gouvernante  te  mogen  genieten,  en  de  op 
rechrbeid  der  handelingen  niet  verdacht  houdende  van  zodanige 
fequeelen ,  als  door  eenlgen  hunner  Medeleden ,  op  den  10 
Sq>tember  van  het  }aar.i758,  zijn  la  het  werk  gefteld,  en 
vervolgeui,  door  het  misbruiken  van  eene  priefidfaüe  authoriteit^ 
zfg  al  vefders  hebben  geopenbaard ,  zo  h  niet  alleen  aan  Ikfr* 
«rsBERT  JAN  DE  BRUIN,  één  der  zogenaamde  gefecindeerde  L» 
den»  gedefcreerd  de  Commisfie  In  den  Raade  van  Staate;  maar^ 
In  deszelfs  plaatze.  Is  op  de  Nominatie  van  Burgemeesterea 
gefteld  Afr.  justus  witte  ,  welke  ook  door  haare  Konlngl^e 
Hoogheid  terftond  Is  verkozen» 

),  Het  Is,  bij  orde 9  mede  de  waarheid,  dat  aan  de  Vroed- 
fchap  nader  is  voorgedeld  geworden ,  om  in  het  zesde  en  vijf. 
tiende  Artikd  van  hetR^lement,  het  geene  bij  de  Vroedfchap , 
tn  het  Jaar  175^,  eenparfglljk  was  aangenomen,  te  inlereeren 
de  daufulen,  bij  de  MIsfive  van  wijlen  haare  Koninglljke 
Hoogheid  gementioneerd.  En  hadde  men  zig  mogen  verzeke- 
ren dat  hier  mede  niets  wierde  beoogd,  ftrijülg  met  de  verbind* 
tenisfe  der  Handvesten ,  men  zonde  al  weder  tot  toegevenheden 
kijn  overgekomen.  Edoch  klaarlijk  wezende  gezien,  dat,  wel- 
ke nitterlijke  Biciliteiten  wierden  vettoond,  het  desfein  der  etf 
Leden,  of  van  verre  de  meesten  van  dezèlven,  echter  altoos 
was  blijvende  om  te  doen  introduceeren  eene  noowlzakelijke  op* 
votging  der  Vroedfchappen  tot  de  Nominatieii  van  Burgeroees* 
teren ,  volgens  den  rang  en  de  orde  van  festïe ,  en  diergelijke 
opvolging  volllrekt  onbcihanbaar  zijnde  met  de  Privilegiën ,  zo 
konde,  door  het  aanneemen  van  die  daufulen,  niets  anders  te 
wege  gebragt  worden,  als  de  wanorders  te  vermeerderen  en 
faieuwe  gelegcniheden  tot  ongegronde  vorderingen  open  te  (lel- 
len.   En  ten  onlocbenbaren  preuve,  dat  dit  poinfi  op  zodani- 

gen 


^ 


Hg  HAARLEMS^  Gefehhiinh/kki        \ 


fen  voet  wierde  gepousfeerd ,  heeft  de  Vroedfchap  alleea  te 
doen  aanmerken,  dac  zelfs  tw^  dier  Leden,  welken  over  hun- 
ae  gereedheid  toe  toedeaiminge  f n  de  gedane  Propoficten ,  met 
louange  worden  vereerd,  de  clautui  nochte  om  eenigerhande 
caken ,  fchoon  aan  dezelve  in  het  gedachte  zesde  Anikel  eert 
behaaglijker  plaatze  wierd  aangewezen,  niet  hebben  geadvon*- 
eerd',  als  met  de  bijvoeginge  der  woorden  dan  in  de  Privilegiea 
Eijn  vervat.  Doch  met  welke  bijvoeging  geenen  der  andere 
Leden  van  het  nieuwe  Sijsthema,  als  waar  door  eenige  uilr 
zondering  wierd  vrij  gelaten,  zig  hebben  willen  confbr* 
neeren. 

„  lil  obedientie  dan  van  het  voorfchrift  der  Privilegieo  is  f 
met  geheele  en  oprechte  verlatiogie  van  aile  overeenkomst,  op 
den  7  September  van  het  Jaar  1758,  zonder  iemands  hoon, 
eonder  iemands  belediginge,  geformeerd  de  Nominatie,  over 
^,welke  de  Vroedfchap  nu  wederom ,  en  zonder  eenigen  grond , 
z\g  zo  zeer  vind  bezwaard  en  beledigd.  Sierk  is  deeze  klagte» 
Maar  de  Meerderheid  der  Vroedfchap  vind  7a%  tot  dezelve  ge* 
drongen ,  hier  door,  dat,  daar  men  wijlen  de  Vrouwe  Gonver* 
oance  de  gantfche  exidentie  van  de  voorgewende  verbind tenisfe 
eeniglijk  heeft  doen  gronden  op  de  ouverture,  aan  boogstdezel* 
ve  deswegens  gedaan ,  en  te  gelijk  aan  dezelve  comraunicatio 
doet  erkennen  hcc  bericht,  dat  de  Aéte,  deswegens  geformeerd, 
in  het  vuur  is  geworpen,  nogtlians  die  alles  bij  de  yoorgeipelde 
MisQve  zodanig  heefc  willen  tourneeren ,  dat  het  eerde  wel  if 
aangenomen  en  daar  van  een  ampel  gebruik  gemaakt  \  maar  dac » 
ten  aanzien  van  het  andere,  men  heeft  goedgevonden  te  pofee*» 
ren,  dat,  desniettegenflaande ,  het  oogmerk  van  dezelve  A^ 
zoude  zijn  gebleven ,  en  dat  een  aanhoudend  voomeemen  vao 
verongelijkinge  in  de  waereld  zoude  exteeren.  Nooit  was  'er 
zulk  voorneemcn,  ea  nooit 'zal  baare  Koninglijke  Hoogheid  zig 
hebben  kunnen  herinneren ,  dat  de  vertrouwende  confesöe  eeni- 
gen fchijn  daar  van  zoude  hebben  geopenbaard.  Nooit  was  'ec 
dicrgelijke  cabale ,  welker  desfeinen  de  twee  jongde  Vroed- 
fchappen  zouden 'helpen  uitvoeren;  maar  dezelven  zijn,  imme- 
diatelijk,  met  het  doen  van  den  £ed  als  Vroedfchappen ,  getre- 
den'in  de  vérbindtenisfe  om  de  Privilegiën,  welken  zij  niet  zo 
ter  loops  gelezen  hebben,  al&  bij  de  inflellinge  van  bet  Bericht 

i$ 


HAAHLEMS  QèfcHédéut9fén.  ^  tiT 


k  gefchfed,  te  helpen  voorftaaHi  En,  om  hfcr  over  ni«  verder 
in  longeur  te  treden ,  tot  confnfle  van  (de  befcbuldigers  moet 
ftrekken,  dat  sAlomon  van  echten  ook  door  verfcbeide  Lo- 
den ,  welken  ats  verbondenen  gedenigreerd  worden,  is  geftemd;. 
zijnde,  Wj  de  opneeminge  der  Biljetten,  getonden  dat  voor 

*  fA,L0M0N  VAN  ECHTEN' hadden  geopineerd  zestien  Leden,  en 
voor  Mr.  remces  kloris  van  zaanen  twaalf  Leden,  terwijl 
het  getal  der  gefecludeerde  Leden  door  haare  KoningHjke  Hoog- 
heid op  tien  is  bepaald  gewdrden.  En  kan  dit  nog  niet  voldoen  , 
zo  word,  uit  naam  van  de  Meerderheid  der  Vroedfchap,  niet 
alleen  herhaald  de  hier  voren  gedane  betuiging,  dat  zij  hebben 
'benoemd  de  Perfoonen ,  welken  zij  in  goede  confcientie  hebben 
geacht  te  zijn  zodanigen,  als  de  Privilegiën  zijn  requkeerende; 
maar  men  mag  vrijmoedig  en  oprechcelijk  daar  bij  voegen,  dat 
zijlieden  pit  die  geenen ,  welken  bij  hen ,  op  hunnen  gedanen 
Eed,  alzo  gehouden  zijn,  niemand  hebben  verdoken  om  haat» 
nijd  of  om  eenigerhande  zaken.  Dit  is  alles ,  en  meer  daa  het 
geene  van  een  Vroedlchap,  door  den  Souverain  begunfligd 
met  het  Recht  van  uitkeuze,  bij  het  Stadhouderlijk  bedier  ge^ 
vergd  zoude  kunnen  worden;  en  waar  over  zijlieden,  genoopt 

,door  de  indigne  befchuldigingen ,  welken  in  het  Bericht  van 
wijlen  de  Vrouwe  Gouvernante,  door  een  ongeneegen  hand, 
zijn  veripreid,  zig  voor  U  £d»  Groot  Mog*  hebben  willen  pur- 
geeren. 

„  De  Stad  Haar  Urn  heefl  echter,  tot  haar  merkelijk  leed- 
wezen,  moeten  ondervinden,  dat,  nietcegenüaande  deeze  wet- 
tige Nominatie,  de  Vrouw  Gouvernante  heed  kunnen  geperfua- 
deert  ^rden  eene  Eleclie  te  doen  buiten  dezelve;  en  dat , 
zonder  dat  «an  de  Vroedfchap  eenige  blijk  van  aanklagte  daar 
legens  is  gegund,  en  zonder  dat  de  Gedeputeerden,  welkende 
eer  hebben  gehad  deeze  Nominatie  aan  haare  Koninglijke  Hoog- 
heid in  hooge  perfoon  over  te  leveren,  met  eenige  openinge 
des  wegens  zijn  gehonoreerd,  benevens  Mr.  jüstüs  witte,  Mr. 

JACOB  DEUTZ  eU  Mr.  M^TTHEUS  WILLEM  VAN  VALKENBURG  ,  tOt 

Burgemeester  is  verkoren  salomon  van  echten,  welke  door 
4e  Vroedfchap  niet  was  benoemd. 

,,  Dit  is  het  origineele  voorwerp  van  het Jbez waar,  door  de 
Meerderheid  van  de  Vroedfchap  gebragt  in  den  fcboot  van  U 

Ed. 


Si8  HAARLEMS  Oéfikhdènisfen. 

Ed,  Grooc  Mog.  Eo  dezelve  heeft  geen  reden  om  voor  U  Ed* 
Groot  Mog.  te  verbergen  de  wijze »  op  welke  deeze  verkiezing 
is  gelnftaileerd ;  wat  bij  die  gelegenheid  op  de  Kamer  van  Bttr# 
gemeesterea  is  voorgevallen ;  hoe  vervolgens  de  Vergadering 
Tan  deVroedfchap,  welke  wettig  belegd  was  geworden,  onbe* 
liooriijk  is  geturbeerd;  en  welke  vreemde  en  zeer  fingullere 
zaken  de  Stad  Haarlem  verder  op  dat  fubje^  heeft  zien  te 
wefk  (lellen. 

„  Te  weren,  op  den  lo  September  van  het  Jaar  1758  zijn, 
bij  last  van  den  Hoofd-Officier ,  door  een  der  Stads-Boden » 
gedagvaard ,  om  tegens  twaalf  unren  op  hec  Stadhuis  te  komen , 
niet  de  vier  Burgemeesters,  volgens  conftant  gebrnik,  maar 
alleen  twee  van  dezelven.  Mr.  jacob  deutz  en  Mr.  mattheus 
WILLEM  VAN  VALEENBURG ,  om  den  Eed  af  te  leggen.  Deezen, 
ten  behoorlijken  tijde  in  de  Kamer  van  Bnrgemeesteren  ver* 
Arfaeenen  zijnde,  vonden  aldaar  Mr.  justus  witte,  benevens 
den  Secretaris  van  niëuwenhuizen.  Doch  kort  na  hen  ver« 
fcheen  de  Hoofd-Officier  Mr.  daniel  jan  kamerling,  en  wei* 
ftlg  daar  na  zag  men,  tot  de  uicterde  furprife  van  de  twee  ge* 
roepen  Burgemeesteren ,  mede  ter  Kamer  intreden  den  Oud- 
Schepen  salomon  van  echten.  Hier  op  de  Misfive  van  haare 
KoDinglijke  Hoogheid  voorgelezen  zijnde,  en  de  Schout  alzo 
willende  toetreden  tot  de  Beêediginge ,  hebben  de  Burgemees* 
ters  DEUTZ  en  van  valkenburg  aan  den  Hoofd-Officier  ver- 
kiaard  hunne  wettige  verwondering  over  de  aangefchreven  Elec- 
tie van  den  genoemden  Oud-Schepen  salomon  van  echten, 
ats  zijnde  niet  gefteid  geweest  op  de  Nominatie  van  de  Vroed- 
fchap ,  uit  welke  alleen  de  verkiezing ,  achtervolgende  de  Pri- 
vilegiën, moeste  gefchieden;  te  gelijk  den  gedachten  Officier 
herinnerende ,  dat  hij  zelve  mede  een  Lid  van  de  Vroedfchap 
kwam  te  zijn,  en  den  Eed  tot  voorftand  van  de  Stads  Privile- 
giën had  gedaan.  Maar  het  antwoord  van  den  Hoofd-Offider 
beHond ,  zakelijk ,  daar  in  ,  dat  hij  was  een  Officier  van  de 
Graaflijkheid ,  en  dat  hij  opvolgde  de  Wetten  van  den  Souve* 
rain;  dat,  indien  zij  Heeren  deutz  en  van  valkenburg  niet 
wilden  zijn  beéedigd ,  zulks  in  hunne  vrijheid  (lond ;  en  dat  hij 
Officier  deswegens  zoude  fchrijven;  maar  dat  hij  met  de  andere 
üeeren  zoude  voortgaan.    In  de  uitterlte  perplexiteit  over  dus* 

da« 


BAMLLEMS  Gefiki«Ant$fiM»  jtyi 


■■MM».*^. 


Amig  Toorftel,  voelende  het  nadenkelijke  der  woorden,  witr 
mede  de  Hoofd-Offider  zig  wilde  verdedigen,  en  mogende  nie^ 
«bandonneeren  het  weizijn  der,  Stad  Haarlgm  en  het  maindett 
der  Privilegiën,  aldaar  In  de  aüerpresiantfle  crifis  gebragt,  z# 
Iwbben  dezelven  verkozen  den  Eed  af  te  leggen;  doch  te  gelijk 
gedaan  de  ProteOatie,  bij  het  Reqnesc  der  achtien  Leden  reedt 
geannexeerd. 

„  £ii  dit  maalae  de  eerfte  (bene  van  deeze  memorabele  Ae» 
te ,  gelijk  het  gedachte  Protest  word  geaccufeerd  als  de  eerlla 
daad  van  oppofitie;  doch  waar  omtrent  geene  wijdlnfUge  Justi- 
ficatie nodig  zal  zijn.  De  fundamenteele  Conditude  der  Stad 
Haar  km  belfant  zodanig,  dat  aan  de  Vroedfchap,  bij  wettigie 
Odropien  en  Privilegiën,  is  vergund  het  Recht  om  te  benoe- 
men het  dubbel  getal  der  Pérlbooen ,  uit  welken  de  Burgemees- 
ters noodzuklijk  moeten  worden  verkozen.  Aan  den  ErfOaA* 
bottder  ia  opgedragen  het  Recht,  om,  achtervolgende  de  Pri- 
vilegiën, en  alzo  uit  de  genomineerde  acht  Perfoonen,  de  Bur* 
gemeesteren  te  verkiezen.  In  de  Kamer  van  Burgemeestereo 
verfcbijnt  een  Oud-Schepen ,  die  niet  onder  de  acht  Perfooneii 
is  l>enoemd ,  en  welke  over  zulks  niet  verkozen  heeft  knnnea 
worden.  De  Schout  oreed  toe  om  den  zelven  te  nemen  in  des 
Eed  ti%  Burgemeester;  wat  fiond  de  akiaar  tegenwoordige  Bur- 
gemeesteren,  die  den  Ongekwalificeerden ,  via  fa&i^  moesteii 
zien  Infialleeren^  anders  open,  als  te  omhelzen  het  eei^ige  mid- 
del  tegens  de  overmagt,  hun  Protest  tegens  zodanige  ioformee- 
le  handelingen  in  te  brengen? 

„  Maar  een  nieuw  tooneel  van  nog  vreemder  vertooningen 
volgt.  De  Rechten  van  de  Stad,  en  de  Prserogativen  van  de 
Vroedfchap,  door  deeze  verkiezinge  diredtelijk  zijnde  getou* 
cheerd,  zo  word,  in  de  Kamer  vaa  Burgemeesteren,  voorge- 
fleld  om  het  Kollegle  van  de  Vroedfchap,  ah  rcprefenteerende, 
in  het  algemeen,  het  Lighaam  van  de  Stad,  en  wiens  Recht 
van  benoemlnge  bijzonderlijk  Mras  benadeelt,  des  wegens  te  con* 
voceereo.  Maar,  ten  proeve  van  de  hreguliere  handelwijze, 
waar  mede  de  Rechten  der  Stad  Haarlem  getraceerd  Honden 
ce  worden ,  ziet  tten  de  Privilegiën ,  welken  gelasten  dat  aan  de 
Vroedfchap  gebragt  moeten  worden  alle  zakei],  den  (land  der 
Stede  MDgiandei  terftond  verworpen;  Mr.  jusrt»  wettz  fterat 

te- 


/^ 


SM  HAARLEMS  Ge/iUtdMt/ilu 

tegeos  het  beleggen  van  de  Vroedicfaap ;  fa^j  deo  zelven  voegi 
zig  SALOMON  VAN  ECHTEN;  60  welke  pogingen  gedaan  mogen 
worden  om  deeze  Heeren  te 'overtuigen,  dat,  indien  salomom 
VAN  ECHTEN  ol  niet  behoorde  te  fuperfèdeeren  met  de  exercitio 
van  het  informeellijk  opgedragen  Burgemeesterfehap,  dezelve, 
«oude  ee^iige  orde  van  Regeeringe  overblijven,  ten  mioften  niet 
behoorde  te  voteercn  in  de  zaken ,  hem  partlculierlijk  en  direft 
aangaande;  "alles  was  vruchteloos,  en  de  gelegenheid  ora  con- 
fufien .  tusfchen  te  brengen ,  preiènteerde  ztg  nu  te  fcfaóon ,  dad 
ilftt  voor  iets  gelhan  zonde  worden.  Eindelijk,  echter,  door 
Mu  JACOB  DEUTz  de  Conclufie  tot  het  beleggen  der  Vroedfcbap; 
bij  pluraliteit  der  gekwalificeerde  Stemmen  ,  wezende  opge» 
maakt,  zo  zijn  vervolgens  de  Burgemeesters  gefcheiden»,  zon* 
^er  dat  tegens  de  gemelde  ConcinOe  eenig  Protest  is  geinterjeo- 
-teerd ,  gelijk  uit  de  Notulen  van  het  gebcfoigneerde ,  blijkende 
is.  Doch  te  lastig  waren  zulke  bomes.  De  iiiperloriteit,  wel- 
ke vervolgens  in  de  Vroedichap  gedeclareerd  beeft  het  regard 
van  der  Burgemeesteren  Kamer  niet  te  willen  (lellen  aan  de  Do^ 
cifie  van  de  Vroedlchap  of  oude  Wethouderen,  ging  nu  reeds 
zo  verre ,  dat  door  één  Burgemeester ,  in  het  particiilier ,  aaii 
de  Boden  werd  geinterdiceerd  boófefchappen  op  order  van  de 
twee  andere  Burgemeesteren  te  doen ,  ten  zij  alvorens  deswe- 
gens  aan  hem  kennisfe  te  hebben  gegeeveti.  De  uitvoering  van 
de  Refolutic  tot  het  bijeenroepen  der  Vroedfchap ,  in  de  Kamer 
van  Burgemeesceren  genomen ,  word  vervolgens  feitelijk  tegen- 
gegaan ;  en  aan  de  Leden ,  weiken  tot  die  Vergaderinge  waren 
geconvoceerd ,'  word  dezelve ,  eigener  authoriteit  van  den  Bur- 
gemeester wiTiE,  zonder  eenig  beOuit  van  het  Kollegle,  weder 
Afgezegd. 

„  De  Vroedfchap,  echter,  ten  geftelden  tijde,  den  ii  Scp^ 
tember  van  het  jaar  1758  ,  wettig  wezende  te  famen  gekomen, 
zün  daar  in  verhandeld  de  volgende  Artikelen,  welken  allen  in 
den  dag  mogen  worden  befchouwd.  Namelik,  eerilelijk,  is 
rapport  gedaan  wegens  de  bezendinge  aan  )\ViVLtt  Konlnglijke 
Hoogheid,  tot  het  overleveren  van  de  Nominatie;  ten  tweeden^ 
is  gecommuniceerd  het  gebeurde ,  den  vorigen  dag ,  op  de  Ka- 
mer van  Burgemee^teren ;  ten  derden,  is  geproponeerd  eene 
Deputatie  uit  de  Vroedfchap  te  commitieeren »  om  bij  haare 

Ko- 
\ 


*«••♦'•  •  * 

.,^ h.  .  .  .  •  . 

Koninklijke  Hoogjieid  eerbiedig  ^  Ter  zoeken  redres  van  faec 
^buis,  in/de  meergemelde  Elegie  cu^chen  gekomen ,  ofanderi 
om'd^swegens  eene  Propofide  ce  doen  bij  U  £d.  Groot  Mog« ; 
ten  vierden ,  de  Thefaurieten  te  ordonneeren  om  op  geene  Or^ 
donn^tien,  die  door  salomon  van  echten  mogten  zijn  gete- 
kend,  betaling,  te  doen;  ten  vijfden,  de  Vroedfcbap  nader  te 
befchrijven  tegens  den  i8  daaraanvolgende,  om  als  dan  over 
deezQ  zaak  nader  te  deJibereeren.  Alles,  insgelijks,  breder 
blijkende  uit  de  Notulen  van  de  Vroedfchap. 

„  De  Deputatie ,  hier  voren  gemeld ,  bl}  haare  Koninglijke 
Hoogheid  gunftig  ter  audiëntie  zijnde  geadmltteerd ;  doch  van 
hoogstdezelve,  zo  tot  haare  groote  furprife  als  fmene,  hebben- 
de bekomen  een. zeer  getermineerd  antwoord,  waar  bij  het  vcr- 
aoek  vojftrekt  wierd  afgeflagen  „  zp  hebben  deeze  Gedeputeer- 
den, ten  einde  alles  nog  nader  overwogen  zoude  kunnen  wor- 
den, het  verdere  van  hunnen  last  gedefereerd,  en  zig  weder  ' 
begeeven  naar  de  Stad  Haar/ent. 

„  Alhier ,  inmiddels ,  door  den  Prefident-Burgemeester ,  te- 
gens  den  ió  September,  Vroedfchap  belegd  zijnde,  om  de  No- 
minatie van  Schepenen  te  formeeren ,  heeft  zulks ,  onder  de 
daar  over  ingeleverde  Proteflatien ,  zijn  beflag  gekreegen.  Maar» 
vervolgens,  aan  den  Secretaris  wezende  gelast  de  Refolutien,, 
genomen  den  ii  September,  voor  te  lezen,  heeft  Mr.  jüstus 
WITTE,  volgens  de  gronden  van  de  nieuwe  verklezhige ,  kux>- 
nen  goedvinden  te  deciareeren  dat  het  werk,  waar  toe  de  Vroed-: 
fchap  was  geoonvoceerd,  ware  verrlgt,  en  dat  zig  met  diö 
Vroedfchap,  waar  van  de  extenfie  voorgelezen  zoi^de  worden, 
niet  bemoeide.;  haastend^  zig  vervolgens  ter  Kamer  uit ,  en 
daar  in  gev/^flv^ wordende  van  verfcheide  Leden,  met  zodanige 
zorg  en  iever  vwr  de .  unanimiteit ,  dat  één  der  Leden ,  welke 
was  bll|ven  (laan,  door  een  ander,  die  reeds  was  afgegaan  ge- 
Wteii ,  werd  gewaarfchouwd  om  mede  te  gaan.  Doch  d  het 
welke  echter  de  aanzijnde  Burgemeesteren  en  verdere  Leden 
niet  zodanig  kwam  te  ontzetten,  of  dezelven  zijn  in  de  onaf. 
gebroken  Befoignes  voortgegaan,  en  de  opgemelde  Refoluiie 

is ,  met  eenljge  bijvoeginge  en  venmderinge,  gehouden  voor  ge- 
inefleerd. 


XIX.OEEU  X  >er. 


3»  HAARLEMS  GtfeUtilmtt/i»* 

■  ■ 

,^ '  Tehrolgens  is ,  op  den  fefteldeo  18  September  van  hec 
Jaar  175^  ;  de  Vroedfchap  weder  Vergadert ;  en  zijn  in  dezelve 
verJR*hei*(fé  zaken  verlitodelt ,  én»  onder  anderen^  mede  hec 
üötri  der  Propofitie,  reeds  lïler  voren  gementioneerd.  Maar 
dewijl»  ter  oorzake  vap  het  verbod,  nu  aan  alle  de  Stads  Bodeo 
gedïran»  verfcheide  Ledeü  niet  prefent  waren,  zo  is,  om  td 
tooiienr  hoe  weinig  men  tig  wtlde  empareeren  van  eenige  gele- 
gUnheden,  daar  op  wel  beOoten,  maar  onder' de  referve  dat  df 
genomen  Refolutle  den  volgenden  dag,  wanneer  wederom  door 
den  Burgemeester  witte  de  Vergadering  was  belegd,,  nog  eena 
In  dé  Vroêdfcbap  zonde  worden  voorgelezen,  om  ais  dan  finaal- 
lijk  te  kunnen  worden  gearrefteerd. 

„  En  deeze  den  ip  September  gekomen  zijnde,  wierd  dé 
deliberatie  begonnen  meteen  Protest  van  Mr.  jüstüs  Witte  en 
vALOitfON  VAN  ECHTEN.  Hlcr  op  omvrage  verzogt ,  doch  de- 
ielve  bniteff  alle  reden  geweigerd  zijnde,  heeft  het  Meerder- 
gedeelte der  Leden  gerefolveerd  daar  tegens  hunne  Contra- 
Aantekening  te  doen.  Voorts  zijn  gerefiimeerd  de  Refolutlen 
▼an  den  i5'en  van  den  18,  hier  voren  gedacht,  en  gehouden 
voor  gearrefteerd.  Insgelijks  is  de  Propofitie,  mede  zo  even 
gedacht,  voorgelezen  en  volkomen  goedgekeurd;  met  bst  om' 
dezelve  ter  ecrfter  Vergaderinge  van  ü  Ed.  Groot  Mog.,  van 
Stads  wegen,  in  ee  brengen.  Ook  is  npgm^,  Wfde  Meer- 
derheid van  Stemmen ,  Verklaard  dat  de  Vroedfchap ,  gecotivo* 
ceerd  volgens  de  bovengemelde  Condufie,  in  de  Kamer  van 
Burgetoeesieren ,  bij  pluraliteit  genomen,  eö  ge%ettdèn  deö  ir 
September,  wettiglijk  was  belegd  geworden.  •  ^ 

„  Maar  dewijl  het  beHotene  in  deeze  hwitrfe  Vroedfchap  vaÉ 
den  19  September  niet  konde  misverfd  wortfcè  aisfoformeel, 
om  redehen  dat  de  Vergadering  nu  wat^beroepen  döor  den  Pre- 
fident-Burgemeester  zelveti ,  en  dat  over  zulks  het  verhandelde 
in  de  drie  vorige  Vroedfdiappen  wierd  gefWd  buiten  het  bereiit 
van  de  tegenfpraak ,  als  uitdrukkelijk  voor  wenig  zijnde  vef * 
lUaard ;  20  is  eindelf Ik  geopend  de  laatfte  resfource ,  en  mea 
ieeft  aanvang  gemaakt  otn  aan  de  Nnkomelingen  te  vertoonen 
het  geene ,  tot  welkers  afwendhig  de  Voorvaders  goed  en  leven 
hebben   opgezet ,  den  dwan?  in  de  deliberaden ,  welken  toe 

han(|bavinge  van  de  vrijheid  wierden  gehouden. 

*•  Ni 


HAARLEMS  oriiMmliftla  Ui 

'9,  N»  dftt  Mrv  jüstvs  wcrtB^  én  op  dee^e  dan  ot^  geéiM 
1ürl)se«  tegens  het  gtproipoiieeiri&  bKldé  ingilege,  zo  heeft  de^ 
Itelve  èhiddiik  konnen  goedvlodeii  «m  den  Seéiearit  te  onx^ 
ttaodigeh  der  Mlsfitit^^  4Qkor  de  Vtaw^e  Goarenuditei  iieimf 
'  de  Eleélie  van  Schepenen,  aoo  den  Hoofd^Oflicier  co^eiaiideni 
en  uit  dezelve  in  de  vfije  Vrooiföh&p  te  doen  voode^éft  èei 
fedeette^  en  wél  dat  gedeelte,  wan  b^  haare  KoninglijkeHtiO^- 
beid  geUefUe  te  xeggea  de  Proceflaitkn,  teraté  in  de  Misflvi 
4W  Bargemeeyteren ,  Schepenen  en  Raadeii,  tan  den  16  d^ 
feibelde  maflnd  Séptembet,  te  hoiiden  voor  direAê  ot^ofitiéii 
tegeris  derzelver-  Perfoon  eti  wetdggezag*  Hier  bij  deed  ttfefl 
den  Secretaris  berusten^  op  dat  het  gecaelieerde  mogte  verwelf 
ken  de  bedoduheld  voor  nog  hooger  gaande  ongenoegeti^  Ed 
Wanneer  aan  deii  Hoof<}-Of9cier,  den  Brief  terug  nemende  4 
gevraagd  Wenf  hoe  zodanige  Brief  in^  de  Vroed(bhap  kwam  f  de- 
Wijl  hij  Hooftl-Oflkier  ^  vdgenv  de  Reglemetlten,  aldaar  fikC 
Was  coropareerende  iiik  Schout,  Éiaar  als  Vroèdfchap ;  zVH  b^ 
itond  het  aiiiwoord  in  de  ailea  beflisfende  termen,-  dat  Mka 
gefchiedde  óp  hoog^  order.  VerVolgehi  declareerden  zig  dö 
enderfcheide  caraélera  op  eene  zeer  aanmerkelijke  wijze;  liirahii 
aan  de  eede  zijde  ^  i^rktaarde  verre  het  Meerdergedeeité  der 
Leden  mei  leedwezen  du^anige  uitdrukkingé  te  hooretf ^  ed 
Oprechtèlf jk  te  betuigen  met  het  dieplte  refpeét  t«  zijn  aaifgédtiUl 
¥oor  haare  Roningli jke  Hoogheid  en  derzelve^  Huis  i  en  haai^ 
•Hechten  en  hooge  Kwaliteiten  altoos  te  willen  helpen  liHHtftineë- 
rtn,  maar  iax  tot  deeze  zaak  Eed-  en  Amptshalven  wareii  Vei^^ 
pligt ;  doch  i  aan  de  andere  £ijde ,  heeft  één  det  Ledeit  hleé 
gefchroomd  te  heggen,  met  vreugde  te  hehhen  gehüord  dai 
kaan  Keninglifke  Hoogheid  ivas  oordeélendo  eene  direée  op^ 
pofiiie  tegens  kaar  te  ztjn  ^  dat  de  Froedfchap  ioude  oordee^ 
hn  ê^er  Éê  wijÉe  én  hoe  pif  de  frMlegien  moet  maihtinee^ 
tenï  Woordeti«  welken  in  de  i)pplf6itié  op  tiet  ge^rjil  ^  daUr  dd 
VroedTchap  was  d^Hbereerende  over  éede  verkoftinge  in  dtl 
Voorrechten ,  van  welken  de  vrijheid  en  zekerheid  der  tiorgerdi 
-e»  Ingezetenen  is  afhangende,  dé  attentie  yiah  de  Nakomelingen 
-ttiUen  Aeriteeren»  En,  vervolgens,  Wierd  zelfs  het  voorlezeü 
'iraa  de  Commisflei  iian  de  Gedei^nteerdbif  ter  dagvaart  te  ge^ 
if9iA^  gaiaiefTniapettds  De  Ptdideitt-Burgemeeiter  $  res^dStotgi 


,»  tt  Gdcomiiitteerde  Raaden/*  Deese  boraes  ït}o  docrr  dé 
VfiderUike  vrijheid  gediaeerd;  en  met  dezelveo  (faoit  of  valt  df 
veiiigbefd  en  zekeriieid  vtn  alle  lageuceneB*  Maar  den  Hoofür 
t)Sder  word,  bij  blooe  hevel  van  de  Vrouwe  Gouvernante, 
gelast  de  gedane  Eleftie  doorman  ar»  vin  de  fufUtie  te  mafaiti» 
iieeren»  in  cas  van  aanliotidfiige  der  abuQv«lijk  genoemde  we- 
(flerftrevlnge  xig  daar  op  te  informe^reQ ,  tn  aPijne  bevincHng 
(fêswegens  t^  baare  KonlngHfk^  Hoogheid   over  te  fcbrij- 

yen. 

^,  Meer  tA  de  Vroedfchap  op  dit  onderwerp  niet  zeggen, 
vertrouwende  dat,  uit  die  geavanceerde,  genoeg  zal  zijn  geble* 
l^en  dat  het  niet  is  de  Vroedichap,  of  de  MeerdeiheidVan  der* 
^elver  Leden,  welken  de  Stad  Haar  Urn  en  de  Regeering  aldaal: 
verwarren  ;  en  dat  het  niet  zijn  de  handelingen  van  deezen , 
^elken  de  verwondering  en  verontwaardiging  verdienen. 

,,  Het  zal  ook  bij  bet  hoogverlicht  en  icquitabel  oordeel  van 
p  Ed,  Groot  Mog,  geeneingrerfie  kunnen  maken,  dat  de  eer- 
biedige klagten  van  de  geenen ,  welken  hi  hmiDe  Voorrechten 
indrangen  vermeenen  ie  lijden ,  worden  geaccufeerd  als  openl»- 
le  heftrijdingen  van  het  hooge  Gebied, 

.„  Dit  was  van  ouds  het  lot  der  klagten  van  deezen  aart;  en 
^et  Is  niet  de  eerftemaal ,  dat  de  Vroedfchap  der  Stad  HaarUm^ 
Qxa  de  verdediginge  van  de  Rechten  der  Burgeren  en  ingezete- 
nen, gelijke  ongunften  heejfl  moeten  ondervinden,  en  zig  heeft 
ïioren  veroordeelen  als  de  orde  verbrekende  ,  als  onrust  ver* 
wekkende ,  ^Is  wederhorigen  en  naar  geene  vermaningen  willen- 
de luisteren.  De  gevindiceerde  vrijheid  heeft  de  vlekken  van 
Ö^  vorige  befchuldigingen  niet  alleen  uitgewist,  maar  de  verdrie- 
lelijkheden  ter  eere  doen  gedenken.  En  gelukkig,  dat  de  tegen- 
waoriige  opfpraak  zijne  fource  heeft  genomen  uit  eenen  geheel 
5^nderen  bron ,  namelijk  uit  eene  vertrouwende  goedheid ,  welk© 
Öoqr  verkeerde  induaien ,  Jn  derzelver  gewone  en  altoos  dgeq 
Hfvloeijingen ,  is  gealtereerd  geworden.  Nooit  heeft  tie  Vroed- 
fchap der  Stad  Haarlem^  of  iemand  van  tierzelver  Leden,  zig; 
mgeworpeu  als  aankantérs  tegens  de  Rechten  van  de  Stadbou* 
^ren;  maar  we!  gedaan  als  handhavers  van  dezelven,  zo  alt 
pen  aliaos  en  onveranderlijk  voomeemeos  is  te  doen,  Het  zijQ 
«^  ÜCfflc  parÖ«lUeï€  ï^cctali  W^ltea  «ig  «Is  pir^  m  U 


HAARLEMS  OefiUêAni^en.  UT 

E(L  Groot  Mog.  zouden  hebben  getddresfeerd ;  maar  h^t  zijn, 
de  Burgemeeiteren  ,  Schepenen  en  Raaden ,  uitmakende,  de 
Meerderheid  van  de  Vroedfchap,  welken  in  die  relatie  het 
naintien  van  de  Rechten  der  Vroedfchap  aan  de  ^ooge  pfCK 
tedie  van  U  Ed.  Groot  Mog.  hebben  opgedragen,  bat  vief 
der  Leden,  welken  de  overeenkomst  hadden  geloueerd^  ech^ 
ter,  dit  Request  niet  mede  hebben  ondertekend,  is  de  waar- 
heid. En  de  redenen,  waar  door  dezelven  daar  in  hebben 
gefchrooaid,  wil  de  Vroedfchap,  even  als  wijlen  haare  Ko: 
ninglijke  Hoogheid,  ter  ontdekkinge  gaarne  overlaten  aan  deii 
tijd ,  welke  gewoon  is  de  waarheid  in  zuiverer.  licht  te  doe9 ' 
2ien.  Hoe  zeer  de  Vroedfchap  onbefchroomd  durft  vastftei- 
len,  dat  de  gemelde  vier  Leden  het  ondertekenen  niet  zullen 
liebben  nagehuen  om  één  én  de  zelfde  re.den;  en  dat  geetie 
vin  die  zal  gevonden  worden,  welke  het  beftiian  der  Meer- 
derheid ,  als  niet  gefuodeert ,  met  de  overige  tien  Leden  zon- 
de willen  of  kunnen  afkeuren. 

„  Ondermsfchen^kan  de  Vroedfchap,  tegens  de  Ingevleide 
comminatien  over  hunne  Perfoonen  en  iPamillen,  zfg  getroo»- 
ten  met  het  geweten ,  dat  zi)  dezelven  dragen  voor  het  ge- 
meen welzijn  en  de  Vaderlijke  vrijheid.  Maar  dat  de  Leden, 
aan  welken  onwettige  vermhideringen  In  hun  Recht  worden 
toegebragt,  en  die  al^o  genoodzaakt  worden  zig  deswegeni 
te  beklagen  ,    nit  zodanige  oorzaken   van  hunnen  Stand  en 
Rechten  zouden  vervallen ,  is  in  eene  Conftitutie,  tis  die  - 
van  deeze  Provimie,  van  te  gevaarlijken  uitzigt,  dan  dat  b^ 
U  £d.  Groot  Mog.  deswegens  verdere  explicatie  nodig  zon- 
de zijn.  '  ' 

„  Voor  het  overige  hou<t  dfe  Meerderheid  van  de"  Vroed;  , 
fchap  zig  altoos  gecompromitteerd  in  de  geroemde  rechtvaar* 
digheid  van  U  Ed.  Groot  Mog., -weiken  volmaakt  confide- 
reeren  dat  het  gehik  van  het  Gemeenebest,  eeniglljk,  belhat 
In  het  bewaren  der- termen,  welken  voorzigtelijk  tot  befcheft 
ninge,  en,  te' gelijk;  tot  bepalinge  van  alle  macht  zijn  ge- 
field gewoitfen,  en  nog  van  de  eene,  nog  van  de  andere 
zijde,  moeten  zijn  verdrongen.  Dat  de  wettige  Rechten  van 
den  Erflladhouder  zouden  worden  vermindert,  mogte  Rrék- 
ken  tot  verzwakking  van  de  tegenwoordige  Conflitutie ,  wd- 


3a8  HAARLEMS  Gtfchiedtnhjen. 

kers  htndhavbig  d!erbaar  moet  zijn.  Dat  de  Privilegiën  der 
Steden  zouden  zijn  opgeofferd  aan  dé  fterke  dispoücien  van 
een  misleid  welbehagen,  renverfeerd  dezelve  Conditutie /»»- 
ditus.  £n  befluitende  op  het  Hiftorisch  voordei  der  gebeur- 
tenisfë,  zedert  het  Jaar  1755,  dat  de  Vertooners  nooit  heb- 
ben overtreden  hun  perk»  of  zig  fchuldig  gemaakt  aan  eenige 
cabale  töt  uitfluitinge  van  hunne  Medeleden ,  wenfchen  zij» 
reciproquelijk ,  binnen  de  wettige  Umiteiten  van  de  Vroed- 
fchap  geene  invafie  te  lijden. 

„  Edoch  9  had  de  zo  hoog  gedecrieerde  uitfluiting  geen^'^ 
belhanbaarheidy  als  in  de  gedachten  en  vindingen  van  zulken» 
welken  het  geroemd  doorzigt  van  wijlen  de  Vrouwe  Gou- 
vernante,  glorieufer  Memorie,  door  on  wezenlijke  bekomme- 
ringen hebben  willen  voorkomen,  even  weinig  gratie  meri- 
teerd  het  fupport  van  de  Privilegiën,  bij  de  tweede  en  na 
in  orde  volgende  (lellinge  getoerd*    De  (lelling  zelve  luid, 
,9  dat  de  Coflumen  in  Haarlem^  gegrond  op  de  Privilegiën 
^  van  die  Stad,  niet  pecmitteeren  dat  iemand,  in  zijn  rang 
„  zijnde,  buiten  wettige  oorzaken  van  de  Nominatie  worde 
5,  afgelaten."^   Tot  fundamenten,  worden'  geavanceerd  de  Hand- 
vesten van  Hertog  albjucht  van  den  4  Maart  van  het  Jaar 
•  J403,.  van  den  Hertog  fili^s   van  den  7  September  vanhec 
Jaar  liHS»  en  eindelijk  ook  het  reeds  veelmaal  gemelde  Prl. 
vilegie  van  de  Hertoginne  maria  van  den  S4  Maart  van  hec 
Jaar  1477.  Uit  de^elven  word  geelicieerd,  dat  elk  der  Vroed- 
fchfippen  der  Stad  Haarlem  ^  op  zijne  beurte.  Schepen  en 
Burgemeester  moet  wezen ,    en  dat  niemand  daar  van  *mag 
worden  verHeken  uit  hat»-,  nijd,  of  uit  eenige  andere  oorza- 
ken;   Om  deeze  bijgeroepen  Voorrechten  als  nog  werkende 
te  doen  zijn,  word,  te  {;eUjk,  aangemerkt  dat  ^de  vroegere 
Privilegiën  door  de  lateren  niet  worden  geabrogeerd,  ten  zij 
dezelven  direét  daar  tegpns  ftrijden.  En  op  dit  gefielde  word, 
vervdgens,  geformeerd,  de  conclufie,  dat  hier  zouden  zijn 
verbindende  O(5trooien,  volgens  welken  salomonvan  échten 
niet  voorbij  gegaan ,  maa^  tot  Burgemeester  gekozeii  he)sft 
,     moeten  worden.  .  «.    .^ 

„  Maar  wanneer  flecl^t^  de  behoorlijke  onderscheiding  over 
den  ioboud  eo  de  vereisc^cA  van  de  gedachte  refpeftive  Pri^ 


HAARLEMS  Getehhdenttfen.  l^f 


vi!eg!en  gemaakt  ma'g  worden,  zal,  terftond  en  ten  Maarden, 
blijken  dat  het  Privllegte  van  Hertog  albrecht  In  het  gehed 
geene  plattze  meer  heeft ,  of  in  de  tegenwoordige  Conftitutie 
der  Regeeringe  hebben  kan;  dat  de  Gunstbrieven  van  Hertog 
nups  en  Vrouwe  mama,  verre  van  eene  blinde  opvolginge 
van  gelijkheid  en  tourbeorten  te  vorderen,  integendeel  ui|^ 
drukkelijk  komen  te  eisfchen  eene  welvoorberaden  uitkeuzo 
van  Kwaliteiten;  en  dat  het  gebod  van  niemand  te  vèrfteken^ 
door  den  laatstgenoemden  Prins  en  Vorftinne  gedaan,  g^ncsc^ 
verkeerdelijk  'en  buiten  grond  in  applicatie  word  gebragt  op 
eenen  voorrang  in  Sesfie  of  Jaaren. 

,,  Wat  het  eerde  betreft,  zo  is  het  de  waarheid  dat  aan  de 
Stad  Haar  Urn  oudtijds  verfcheide  Voorrechten,  ten  opzigte 
Van  de  Magiftraatsbeftellinge,  zijn  vergund.  Doch  het  'u  te 
gelijk  waar,  dat  dezelven  elkander  ex  diametro  occurreeren, 
zijnde  aldaar  omtrent  dit  fiuk  meer  gevarieerd ,  dan  mogelijk 
In  eemge  andere  Stad. 

„Om  hiep  van  geconvinceerd  te  worden,  it  niets  anders 
nodig»  als  de  refpedive  Privilegiën,  den  (Und  der  Regeerin- 
ge in  iie  Sud  //«i^r/fM  betreffende,  in  de  gedachten  te  her- 
roepen, en  de  voorgangers  met  de  opvolgeren  te  vergelijken. 
En  de  Regenten,  welken  ten  deezen  voor  U£d«  Groot  Mog. 
verfchijnen,  hopen  overtuigende  te  toonen  dat  door  dezel« 
ven,  tot  de  twee  jongde  iogefloten,  de  Privilegiën  zijn  gele« 
zen  en  overwogen. 

„  Bij  het  Handvest  van  den  genoemden  Henog  albrecht, 
gegeeven  des  Zondags  na  St.  Aegtendag  van  den  Jaare  1380, 
wierd,  allereerst, 'door  dien  Vorst,  beloofd  dat  hij  niemand 
zoude  magtig  maken  om  deti  Schout  en  de  Schepenen  binnen 
'Haarlem  te  zetten;  inaar  dat  hij  die  macht  altoos* aan  zig 
*zelveri  en  aan  zijne  Nakoimelingen  zoude  behouden;  doch  te 
gelijk  refetveerd  hij  voor  zig,  den  Schout  en  de  Schepenen  te 
'mogen  verzetten  en-  vernieuwen  „  allbo  die,  aist  ons  ge- 
'„  neucht,**  7e1fs  blÉtien  *s]aars.  Zonder  dat  hier  mentle  is 
'Vaft  eepige  Nominatie ,  door  de  Wetten  of  den  Magidraat  te 
•  fbrmeeren. 

„  Maar  deeze  despotieke  en  irreguliere  omzettingen ,  ten 
"dien  dijde,,;  gelijk  altoos  ,' zware  ongenoegens,  en  tweedragc 
•^-*  X5  heb- 


330  HAARLEMS  OfiMiAnirfim. 


hebbende  verosorzoakc,  niet  onder  de  Regeneen ,  hét  welk  bui- 
ten de  Handvestsn  gelezen  moet  zijn  en  zonder  genoegzamen 
grond  ten  laste  van  dezdven  word  gefteld,  maar  onder  de  Poor- 
tereo ,  zo  is  ,,  op  het  veribek  der  Poorteren »  en  bij  goeddun- 
^  ken  des  Roads  onfer  gecronwe  Steede  Tan  HaerUm ,  voir- 
^  noemt,**  gelijk  des  Hertogen  eigen  woorden»  zeer  verfchil- 
lende  van  de  tegenwoordige  fpreektrant,  zijn  luidende »  gevolgd 
liet  geallegueerde  Privilegie  van  den  4  Maart  van  het  Jaar 
1402 ;  en  bij  het  zelve  worden  genoemd  drieèndertig  Perfoo- 
pen,  uit  welken  de  Graaf,  alle  Jaaren  op  Sc  Geercniidendag» 
zoude  nemen  zeven  Schepenien ,  en  die  zeven  Schepenen  uit  de 
ocesemwincig  overigei^,  alle  Jaaren»  kiezen  vier  Raaden,  daar 
]n  volgende  eene  voorgefchreven  orde  en  fuccesfie. 

„  Edoch,  even  als  het  opgemekle,anterieure  Privilegie  van 
den  Jaare  13S0  door  deeze  nadere  dispofitje  geheel  wierd  ge* 
renverfeerd   en  moeste  ophouden,  zo  heeft  het  laatstgemelde 
Handvest,  fchoou  niet  alleen  mede  bezegeld  door  den  Hertog 
^hllem;  ttflo',  vervolgens,  en  door  den  zdven,  en  door  zij- 
ne Dochter  jacoba  bevestigd,  wederom  geene  knge  gedour- 
zaamhetd  gehad.    Maar,  op  den  24  Januari]  des  ]aars  141 8 ^ 
heeft  Hertog  jan  van  braband  en  Vrouw  jacoba  ,  om  de  ge- 
trouwe dienden  der  Stad  Haarlem, 'b\]  Handvest,  verklaard, 
dat  zij,  namelijk  de  Hertogin  en  Henog,  alle  Jaaren  op  St« 
Ambroiiusdag,  zouden  zetten  of  doen  zetten  zeven  goede  Man- 
nen tot  Schepenen,  en  desgelijks  ook  Burgemeesters  zetten» 
die  een  Jaar  lang  zouden  blijven ;  wederom  zonder  eenige  bij- 
Jcemende  verkiezinge  of  noeminge  door  Schepenen  of  andere 
Regenten,  en  veel  min  met  verband  van  zekere  orde  of  tour- 
beurten.    Men  confronteere  de  twee  vergmmingen  tegens  den 
anderen,  en  het  zal.  boven  het  bereik  der  contradiétie  wezen» 
dat  het  opvolgende  met  het  voorgaande  niet  üegu  verfchille  in 
eene  accidenteele  veranderiqge ,  vermeeideriQge  of  verminde- 
linge  van  bet  getal  der  Regenten  $  mut  dat,  ter  contrarie,  h^ 
latere  vervatte  e^e  fublbinti^Ie  en  totale  vernietiging  van  de 
wezenlijke  dispofltie,  bij  het  eerdere  geïntroduceerd ,  en  eene 
yolkomen  hervorming  van  de  opvolginge  In  rang,  bij  de  Sche- 
epenen waar  te  nemen ,  in  eene  vrije  verkiezta^  »  iweéteUik 

door 


HAARLEMS  QêfchUdenis/in.  ssi 


tm 


door  d^n  Graave  te  doen;  het  welk  met  elkander  ip/h  fti&$ 
volftrekt  onbedaubaar  komt  te  zijn*  En  daar  roede  heeft  hec 
{^ur^erde  Privilegie  van  Hertog  albilrcht  geheel  opgehou- 
den» en  het  geene  thans,  uit  eene  tuouiltuaire  ^n  niet  attente 
X>verlopinge  van  de  HwurUmfchê  Frivilegteq,  aan  wijlen  haare 
Koningiijke  Hooglieidt  glorlettTcr  gedichienisfe,  fcbijnt  toege- 
dient  te  zijn  •  if  zedert  driehondert  en  ruim  st^r^  Jaaren  doofl 
len  buiten  allé  ukwerkbige  geweest» 

»,  Niet  gelukkige  kan  de  onderneeming  zijn  van  de  zulken, 
die  ook  het  gedachte  Privilegie  van  Hertog  jaü  en  Vrouwe  ja* 
i^o^A  hebben  wiUe9  lleUea  als  den  regel,  volgeds  welken  als 
nog  de  verkiezing  van  Burgemeesteren  en  Schepenen  der  Stad 
Uasrkm  gedaan  zoude  moeten  worden»  daar  op  insgelijks  po- 
jgende  te  gronden  eene  fustehue,  niet  min  gevat^lijk  dan  enge- 
fundeert,  te  weten,  dat  de  Pridèn  Stadhouders  bevoegd  zou- 
den zijn  d^  Regeering  der  Stad  Haarkm  te  veranderen  bulten 
Alle  Nominatie»  En  het  is  te  verwonderen  dat  men  zod:!nige 
dwaling  ontmoet,  niet  alleen  bij  Schrijvers  van  private  \Ver< 
ken ,  maar  ook  in  geaccrediteerde  verzamelingen  van  Stukken , 
welken  des  Lands  Hoogheid  aangaan.  Het  gantfche  vermeetcn 
zoude  zeer  ligtelijk,  indien  des  noods  ware,  met  de  Handves* 
ten  zetven  gedeftrueerd  kunnen  worden.  Doch  het  geene  ten 
deezen  voldoende  is,  en  waar  mede  ook  alle  bedenkingen.,  no- 
pens de  validiteit  van  die  Privilegie,  moeten  zijn  weggenomen^ 
jQegu  tien  jaaren  j^ater  ^  namelijk  op  den  5  Augustus  van  het 
Jaar  1428 «  heeft  Hextog  fiups  van  bourgondien  alle  de  ver* 
ordeningen  zijner  VoorfEaten  gealtereerd,  en  aan  de  Stad  Haar^ 
Jem  gegunt  dat  gekozen  zouden  worden  tachtig  Mannen  uit  de 
gantfche  Gen^eente,  te  weten  uit  leder  der  twintig  Hopman- 
ichappen  vier  Mannen  f  dat,  hij  aflijvlgheid  van  eep  van  dee- 
^(eo,  de  Burgemee^rs  eenen  anderen  in  des  aflijvij^en  plaatze 
«ouden  verkiezen ,  en ,  voorts ,  dat  die  goede  Mannen  van  den 
^K:htigen,  aile  ];i«ren,  zouden  verkiezen  vier  Burgemeesteren. 
£n  deeze  verkiezing  flaat  wederom  vrij ,  buiten  bepalipge  van 
ipene  Klasfis ,  waar  uit  dezelve  zoude  worden  gedaan ,  gezwe- 
Cea  dat  ecaige  opvoli^  In  zod«ii%eKlasCs  te  obferveeren  zou- 


f» 


Hier 


33*  HAARLEMS  Gifehhéênisfin. 

„  Hier  bij  is  het  echter  nog  niee  gebleven;  maar  het  nu 
hatscgedachte  Privii^ie,  tlleen  vergund  zijnde  tot  des  Herto- 
gen wederzeggen,  zo  heeft  dezelve,  op  den  7  September 
vfen  het  Jaar  1445,  weder  eene  andere  ibhikking  willen  bert- 
men»  en  bevolen  dat  de  Vroedfchap  en  Rijkdom  der  Stede, 
bij  hunnen  Eed  ,  zouden  verkiezen  tachdg  gekwalificeerde 
Perfoonen;  dat  deeze  tachtig  Perfoonen,  gedunrende  tien  Ja»* 
ren,  en  ten  einde  van  dezelven  nog  tót  wederzeggens  toe, 
zouden  kiezen  en  noemen  tweeëntwintig  Perfoonen ,  mede  ge- 
kwalificeerd om  die  te  prefenteeren  aan  den  Henog  of  zijne 
Gemagtigden,  om  daar  uit  te  nemen  en  te  ordineeren  vier 
Burgemeesters  en  zeven  Sdiepenen.  Edoch  eer  de  gemelde 
tien  Jaaren  ten  einde  waren  gelopen,  heeft  de  meergedachte 
Hertog,  voor  de  derdemaal,  nadere  voorziening  willen  doen, 
en,  in  plaatze  van  de  tachtig  Mannen,  andere  veertig  heb- 
bende geileld,  zijn  deezen  weder  gekwalificeerd,  om,  geduu- 
rende  den  tijd  van  tien  faaren,  te  nomineeren  de  tweeêntwin^ 
tig  Perfoonen  tot  het  zelfde  einde,  zo  als  bij  het  vorige  Pri- 
vilegie was  gelast  geworden. 

„  Eindelijk  is  door  de  Hertoginne  maria,  bij  het  gealle- 
gueerde  Handvest,  in  dato  den  14  Maart  van  het  Jaar  1477, 
liet  gantfche  Regeeringswezen  in  de  Stad  Haarlem  gerecon^ 
cheerd  ,  en  ingevoerd  de  orde ,  zo  ab  in  de  wezenlijkfle 
poinélen  als  nog  word  gevolgd,  en  waar  over  hier  na  meer 
bijzonderlijk  zal  worden  gefproken.  Dit  Privilegie  is  expres- 
feliik  gegeeven  als  „  eepre  nieuwer  gifle,**  vernietigende  alzo 
alle  vori^en;  en  de  Vorflhi  verklaard  bij  het  zelve,  mede 
uitdrukkelijk ,  het  Recht  tot  de  Nominatien ,  zo  als  die  aldaar 
worden  gemeld  en  geordonneerd,  de  Stad  Haariem  te  geven 
9,  voor  haar,  en  voor  haare  Nakomelingen,**  en  dat  de  ver-' 
iiezing  en  ordineering  va^  de  acht  en  van  de  veerden .  door 
baar  vastgedeld ,  zal  gefchieden  „  van  nu  voortaan  en  tot 
eeuwigen  dage.**  Waar  mede  dan  onwederf^ekelijk  is  beves- 
tigd, dat  het  Privilegie  van  Hertog  albrecht  zeer  ontijdig 
is  gerefofdteerd. 

„  Maar  volflrekt  omnogelijk  ware  het  geweest  het  nu  veel» 
geroerde  Handvest  van  Hertog  albrecht  ,  aan  wijlen  de 
Vrouwe  Gouvernante,  ter  hand  te  Hellen  als  een  Privilegie^ 

vol- 


"^HAARLEMS  (kfiMiieiUtMi.  339 


volgens  het  welke  de  verandering  der  Mtgifinitten  In  de  Sud 
Haar/em  neg  heden  geregeld  zoude  moeten  worden,  indien 
men  zig  flegu  hadde  herinnerd  dat  het  zelve ,  zedert  den  Jaare 
141 8,  nimmer  als  zodanig  is  geobferveerd  geworden;  en  dac 
altoos,  zo  door  deSuccesfearen  van  denvergimner  In  deGraaf- 
lijke  Regeeringe,  als  insgelijks  bij  de  Prinfen  Stadbonderen, 
welken  tot  m  het  Jaar  1Ö50  gefungeerd  hebben  ,  vervolgens 
mede  bij  de  Doorluchtige  Prinfen  ËrflUdhouderen  ,  willsm 
DIN  III  en  WILLEM  DEN  IV»  en  dndëlljk  ook  bij  haare  Koning- 
lijke  Hoogheid,  zo  geduurende  derzdver  gancsch  befUer,  als 
Tpeciaallijk  nog  in  het  ]aar  1758,  direét  tegens  het  zelve  is  ge- 
handelt.  Geene  waarheid  echter  is  zekerer  en  meer  evident, 
dau  decze* 

9,  De  verkiezing  van  Schepenen  moest.  Ingevolge  het  nu 
veelgedachte  Voorrecht  van  Hertog  albrecht  ,  niet  gedaan 
worden  uit  eene  Nominatie,  min  nog  uit  eene  Nominatie,  op 
welke  ook  gebragc  worden  Perfoonen,  die  geene  Leden  van  de 
Vroedfchap  zijn;  ihaar  uit  de  gantfche  Vroedfchap,  en  zonder 
daar  buiten  te  gaan.  Doch  de  hooggemelde  Graaven  en  Sud- 
houders  ,  en- bij  fuccesfie  insgelijks  de  Vrouw  Gouvernante» 
hebben  niet  alleen  de  Schepenen  geéligeerd  uit  Nominatien,  en 
wel  uit  Nomhiatien ,  mede  voorfleUende  Peribonen »  welken 
geene  Leden  van  de  Vroedfchap  kwamen  te  wezen;  maar,  bo- 
vendien, zijn  door  dezelven,  adneelHjk,  verkozen,  zuÜten, 
welken  niet  tot  de  Vroedfchap  waren  behorende ,  ook  mee 
voorbijgaan  van  de  Leden  van  de  Vroedfchap.  En  om  U  Ed. 
Groot  Mog.  niet  te  fttigeeren  met  een  amas  van  voorbeeMen, 
welkers  geul  weinig  minder  zal  zijn ,  dan  dat  der  verkiezingen» 
waar  \an  geheugen  of  aantekening  is  overgebleven ,  wijlen  haare 
Koninglijke  Hoogheid,  glorieufcr  gedachtenisfè ,  heeft,  op  den 
17  September  van  het  Jaar  1758,  uit  eene  overgeleverde  Nomi- 
natie ,  tot  Schepenen  in  HaarUm  verkozen  Mr.  ialst  van  der 
HooLCK  DE  BRUIN  en  NANViNO  BERKHOUT ,  die  geene  Vroed- 
fchappen  zijn ,  en  gepasfeerd  den  Vroedfchap  Mr.  jan  DiEi%- 
RIK  PAAUW,  geboren  HOEUFT,  Heexe  y$xï  Buttingen.  Vorens 
het  zelve  Handvest  mag  niemand,  die  eens  Schepen  of  Burge- 
meester is ,  weder  in  het  Gerechte  komen  voor  dat  elk  van  de 
Vroedfchappen ,  Schepenen  of  Burgemeester  geweest  zullen 

heb« 


iU  IlAAttLEMS  GefèkleJnitfiih 

liebbeti;  en  dit  is  de  gelijkhieid,  dte  de  Hertog  rorderi,  mr< 
neiijk  „  dac  elk  van  de  drieëndertig  Knapen  ^  voerfcfeve  ^ 
),  gdlijdc  aan  oniften  Gerechte  wexen  zaL''  Maar  wi)len  has* 
)re  Koningiijke  Hoogheid  heeft,  op  den  gezegden  17  Septem- 
ber van  het  Jaar  17585  tot  Schepenen  gelieven  ts  verkiezen 

JEAlf    8AL0M0N    LA     KLé,    Mr*    ZACHaRlAS  &T1SBIII9,  DIHK  VAflf 

WH  WAAIEN  en  Mr.  willbm  jan  va'A  üooobnooAp  ,  welken 
.ie  meer^ialen  als  Schepenen  .hebben  gefungeefd  ,  en  uit  ce 
fluiten  den  genoemden  ^  d.  i^aaüw  vaü  BUtTii^GEXf »  di« 
Aooic  in  het  perechte  geweest  is* 

.  „  Minder  9og  is  het  gezegde  Privilegie  geCönfldereerd  ge- 
worden in  de  verkiezinge  van  Burgemeesteren ,  het  zij  men 
ooge  óp  de  geeben ,  aan  welken  deeze  verkiezing  bij  het 
Veelgemelde  Handvest  is  aanbevolen,  het  zij  de  aangeprezen 
gelijkheid  4n  de  Pèrfoonen,  die  verkozen  zijn  geworden»  de 
tefledtie  is  vorderende.  De  verkiezing  van  Burgemeesteren 
liad  Hertog  ALBREbnt,  uitdrukkelijk  en  privativelijk ,  bevolen 
nan  de  zeven  Schepenen.  Maar  nimmer  hebben  de  opgevolg- 
de Land!sheeren«  nimmer  hebben  de  Ptinfen  Stadhouders  en 
TErflladhoüders  ^  de  verkleding  Van  Burgemeesteren  der  Stad 
Waarhm  befchouwd  als  aan  hen  niet  competeerende ,  of  dö- 
selvé  aan  de  geêKgeerde  Schepenen  gerenvoleerd^  Ën  wijled 
Ware  Roningüjke  Hoogheid  heeft  Zig  nogmaala  onbezwaard 
fevonden,  in  derzdver  booge  kwaliteit,  te  doen  de  Eleétie^ 
;waar  ovjer  Ü  £d.  ,Qroot  Moge  prefent  geoccupeerd  wordeoii 
t>mtrem  de  Pèrfoonen  ^  tot  vervullinge  van  de  Burgemeester- 
Aoel  te  verkieiten,  had  Hertog  albüecht  gewild' dat  in  ach- 
ting^ zoude  worden  genomen  de  nu  veelgemelde  geüjkheid.f 
jen  dat  elk  even  dikmalen  met  deezen  last  aioude  worden  be- 
zwaard of  vereerd.  Maar,  om  wederom  tot  geene  anderei 
exempelen  te  provoceeren,  als  diredelijk  tot  het  voor  handen 
pijnde  geval «  isAAit  klifford  ,  Mr.  jan  van  sttoüm  en  (Mn 
David  van  tENNEP,  die  nooit  Burgemeesters  waren  geweest  ^ 
heeft  haaré  Koningiijke  Hoogheid  getieven  te  pasfeeren,  en  te 
verkiezen  Mr*  jüstüs  witte.  Mr.  jacob  deütz  en  Mr.  mat- 
tHEüs  wirLEiM  van  VALKENfiüRO,  allen  meermalen  als  Burge* 
meesteren  hebbende  gedient^  Zelfs  is  onder  de  verkiezing^ 
ttit  de  gedachte  Burgemeesteren ,  welken  méér  in  die  post 
hebben  geftaan,  geen  aanfchouw  genomen  op  de  gelijkheid^ 

en 


NAARLEM'S  OfJikieAnisfen.  li$ 


en  dat  elk  in  en  toe  dit  Ampt  egaal  moeste  worden  beroepen} 
maar'  Mr.  mattheus  willem  van  VALsmBtJito  Ia  aan  Mr* 
AREifD  ti£  lÊLAAü  voorj^etrottefi* 

,r£n  op  wdkén  groiid  is  diC  alles  gefchied?  Niet  dooi^ 
eene  uftfloiting'  tegens  de  Ptivflegien;  niet  door  eene  conves 
nientie  van  de  overmacht;  slet  öm  dac  de  Regenten  zouderi 
ophouden ;  moreelüjk  »  in  derzelver  waardigheid  »  gezag  eo 
éere  gelijk  te  t\]ni  h6t  welke  de  gplijkheid  Is,  die,  zonder 
af^  te  wijken  van  hot  voorfchrift  van  rechtvaardigheid  ea 
deagd ,  niet  kan  worden  vemlédgd ;  maar  op  het  wettig  fun^ 
dament,  dat  aan  den  Prinfe  Erflladhouder  cómpeteerd  eene 
vrtje  Eleétie  uit  de  overgeleverde  Nominatien ;  en  dat  het 
Ptiviiegie  van  Henog^  ALfiRECirr,  voigens  het  welke  eik,  vi 
fuHs ,  gelijk  en  op  zijne  tonrl>eorte  aso  den  Gerechte  zoodf 
moeten  komen,  geene  plaats  is  hebbende. 

„  Wanneer ,  bovendien ,  het  meergedachte  Privilegie  vaft 
Hertog  ALB RECHT  wat  nader  word  Ingezien,  ontdekt  zlg  de 
Conditutie  d&  Regeeringe  van  dien  tijd,  gelijk  hier  voren 
reeds  kortelijk  werd' aangewezen,  in  deezer  voege:  dat  de 
Vorst  had  gedeld  drfeCndeftig  Perfoonen,  welken  als  het  Lig- 
haam  der  Regeeringe  kwamen  ült  te  maken.  Uit  deeze  drie« 
êfideitig  Perfoonen  had  de  Hertog,  aan  de  eeie  zijde,  zig 
voorbehouden,  dat  hij  alle  Jaaren  zoude  nemen  zeven  Sche* 
penen,  en  dus  zonder ,  eeoige  Nominatie.^  Daar  regens  zou* 
den,  aan  de  andere  zijde,  niet  de  Graaf  of  Hertog,  maar  de 
geGligeerde  Schepenen,  uit  de  zesentwintig  Mannen,  welken , 
na  de  ver^iezioge  y<°  de  zeven  Schepeneh,  in  het  voorge- 
dacfate  corps  overbleven,  kiezen  vier  Raaden,  onder  welken 
^am ,  ten  dien  tijde ,  de  ^nrgémeesters  wiérdeti  verdaan.  Ën 
deeze  ^verkiezingen,  zo  wel  van  Scliepèiïefi,  door  den  Land* 
heere  zelveu  te  doen ,  als  die  van  3urgeffleesteren ,  heeft  de 
Hertog  ZGfdanig  willen  regelen,  dat  elk  van  deeze  drleender^ 
dgen  daar  toe  gelijk  zouden  wezen,  zodanig;  dat  die  eens 
Schepen  of  Raad  had  geweest,  niet  weder  verkozen  zonde 
worden,  voor  dat  elk  van  de  opgemelde  drieëndertigen  Sche* 
pen 'of  Raad  geweest  zoude  hebben.  In  dusdanigen  Sijstheme 
konde  eeue  opvolging  onder  de  door  den  Graave  geè'ligterde 
Perfooneft'  plaats  vinden,  uit  oorzake  dat  de  Vroedfchappen , 

•     vol- 


33^  HAABLBBIfi  iB^tUtintk^ 

yolgens  die  Privilegie»  niec  waren  gechargeerd  om  ia  hunne 
benoem inge  te  moeten  acht  geven  op  eenige  perfbaeele  kwa- 
liteiten der  benoemden ,  anders  als  dat.  dezelven  tot  het  getal 
der  drieëndertigen  behoorden. .  En  het  (lond  alleen  ter  verant- 
woordinge  van  den  Graave»  of  de  Perfoonen»  door  hem  on« 
der  de  drieëndertigen  gepbatst^  hadden  de  vereischte  hoe- 
danigheden, om,  als  rechtvaardige  Rechters  en  als  getrouwe 
Raaden,  het  gemeene  welzijn  ter  hand  te  nemen.  Zwaar  is 
deeze  verantwoording  voor  een  Vorst^^ie.  zig  herinnerd  te 
eenig^n  tijde  over  het  vertrouwde  bewind  refpon&bel  te  we- 
zen, niet  alleen  voor  het  gunt  hij  zelve  Jieeft  verricht,  maar 
ook  wegens  dat  geene,  het  welk  door  anderen,  aan  wien  hij 
onwaardig  de  adminiflratie  van  het  publieke  nut  heeft  ver- 

•  ft  a  ^^^ 

trouwd,  misdaan  of  verzuimd  mag  worden.  Te  gelijk  echter 
is  het  onmogelijk  voor  den  Vorst,  de  perfoneele  hoedanig- 
heden der  paniculieren  onder  zijn  gebied  uit  eigen  bevindin- 
ge  te  kennen;  maar  dezelve  |s  in  de  noodzakelijkheid,  om^ 
dienaangaande,  de  onderrichtingen  van  anderen  in  te  nemen 
en  te  vertrouwen,  welken  fomwljlen  advifeeren  met  gantsch 
andere  afzigten,  als  die  tot  des  Prinièn  welzijn  en  het  nut 
des  Staats,  zijn  Urekkende.  Om  zig  hier  van  eenigzints  te 
ontlasten ,  zo  hebben  de  Succesfeurs  goedgevonden  dat  zeke- 
re uitkeuze  van  een  grpoter  getal  hunne  Eleélie  zoude  voor- 
gaan;  en  zij  hebben  de  geenen,  aan  welken  deeze  benoemin- 
gen wierden  opgedragen,  gechargeerd  reguard  te  nemen  op 
zodanige  kwaliteiten ,  als  de  Vorst  in  de  voorwerpen  van  zij- 
ne verkiezinge  was  reqoireerende.  Om  daar  in  te  meer  ge- 
rust te  mogen  wezen ,  is  deeze  last  aan  de  benoemeren  opge- 
dragen, niet  eenvoudig,  maar  op  de  heilige  verbindtenisfe  van 
hunnen  Eed,  of  die  infpraak  van  hunne  Confcientie.  En  de 
wijsheid  der  ouden  heeft  tot  grond  deezer  voorzienmgen  ge-^ 
had,  dat  de  hoedanigheden  der  Perfoonen,  in  de  verfchillen- 
de  'Steden  en  Landfchappen ,  aan.  niemand  zo  wel,  als. aan 
de  Medeburgeren  eP  Régenten  der  Plaatien,  bekend  behoren 
te  wezen.  Gelijk  uit  de  zelfde  oorzaak  en  tot  nog  meer  ze- 
kerheid ,  van  ouds ,  in  het  doen  van  de  verkiezingen  uit  de. 
Nominatie,  gemeenlijk  was  gevolgd  de  nog  nadere  onderrich- 
tingen van  de  Burgemeesteren  of  Officieren;  waar  van  de 

bUj-^ 


HAXULEMS  Öi/ciiedénhfiüi  ii7 


«« 


bli|lcen  id  VericheUe  bdluicen  van  U  Ed.  Groot  Mog.  Vergadd^.* 
rlftge  worden  gelezen.    Daar  tegetis  tl]ti  dee^e  Nominatien  tkn ' 
de  ii^de  der  Steden  befchouwdals  ganden,  gelijk  dati  de  ge« 
volgen  van  eene  goede  of  kwaade  befti'eriitge^van  de  MagUtfa* 
tuure,  irk  de, eerde  plaatze  en  dlreéleti}k^  bij  dezelve  te  buta 
worden. gevonden.    Maar  nevena  de  gunst  (hat  de  lAst    Dte  d6« 
benoeming  doet,  treed  ïn  deelgenootfchap  Van  dé  bovengemeld6( 
verantwoordingen    £n  het  maakt  eeixe  volllrekte  ilrijdigbeid^t 
op  Eed  en  Conlbiencie  te  moeten  benoetieil  den  besten,  daaf^ 
over  voor  God  en  den  Sonverain  fchnldig  teilaan,  etlgee&e. 
vrijheid  tè  hebben  om  te  mogen  kiezeM,  om  den  minder  g&* 
fcblkten  te  mogen  laten,  den  meer  nutdgen  te  mogen  voor{tel<* 
len,  maar  gebonden  te  wezen  aan  eetie  orde  en  rang  van  opvol** 
ginge,  die  ook  den  kwaadeu  soudé  ftelten  in  de  plaatse,  aüeiil 
voor  den  goeden  geordonneerd» 

„  Waar  mede  overgaande  tot  de  Privilegiën  van  Heftog  ti^ ' 
Lips  van  dato  deii  f  September  van  het  ]«ar  1445^  en  van  dea^ 
2elBi  Kleindochter»  Vrouwe  maIUa,  gegeeven  den  94  9/bajt 
van  het  Jaar  I4;^7,  20  2al,  met  den  eerlten  opflag,  zig  voof 
de  oogen  prefenteeren ,  dat«  In  beide  deeze  Voorrechten,. gee* 
ne  fchadiHVe  word  gevonden  van  zodanige  opvolginge  in  rang«^ 
tls  gantsch  abujlvelijk  uit  het  vernietigde  Handvest  van  Hertog « 
ALBKEckT' zoude  i^örden  geobtrudeerr ^  maar  dar,  diredi  tef 
Contrarie ,  zeet  emlUg  gelast  is  dé  verkiezingen  te  doen  met  A* 
rieufe  attentie  op  de  t^^rfoneele  hoedanigheden*    Naamlijk  d6 
Hertog  tXLipa  verklaard  te  ordineeren  „  dat  de  Vroedfchap  en 
„  Rijkdom  der  Steede  zoude  kijefen,  bij  hoiren  eijde^  dlezlj 
,^  daar  t^e  openbairlic  doen  zullen»  tacbentig  Perfoooen»  dl« 
,)  rijdle  5  eerbaarlte»  notabelfte,  reck«lixte,  ende  vredetixttf' 
9i  van  onzer  vckimoemde  Stede,  van  wat  Conditie^of  (iate  da€ 
f,  zij  zijn^euv  vervolgens,  dat  deeze  tacbentig  Pecfbónen  zul* 
9i  len  kijefen. ende  nomen,  bij  gdi}ken.]eijde,  twee  ende  twio* 
»,  tig  Perfoonen  men  alrerijcften,  notabelften,  i)irbaerliXten^. 
,<  reckelixten  enSe  vfedeliweft  Mannen  .decielver  Stede,  die 
„  den  voornoemden   tacbentig  bij  4iaire  confeientie  dijncken 
tf  zullen  oirboirMxt ,  werdiit  ende  proffijtelixt  voor  ons  en  on« 
»,  zer  voirfchreven  Stede»  ende  zulten  die  prefenteereil  ende 
»»  overleeveren  ana  of  onzer  Gecommitteerden,  om  ttteo  fel^ 

XIX.  DftfiL.  Y  »i  ven 


\ 


S3t  HAARLSMS  0e/kiMèKltfim, 

I 

M  Tea  twee  eode  twlfodge^gecoren  te  oeemen^  te  fletten  en» 
,»  de  ofdineeren^  vier  BorchmeUlert  ende  feeven  Scefienen."* 
Éq  de  VorftlD  MARI4  Q>reekt,  in  niet  minder  klare  bewoordio!* 
gen  9  eerst ,  dat  de  vierentwintig  Peribosen »  door.  haar  geTpe- 
ciftceerd,  ,»  fuileil  mqgea  UeTen  en  ordineeren»  bij  hoeita 
9t  eede'^  twei^  en  twlmig  Perfootien  van  den  rifcxcen ,  noo* 
^  belden,  reckelizten  en  vredelixten  van  onfet  voirfelireven 
^  Stad  'y  ende  vervolgens ,  dat  bij  deese  twee  en  twintig 
ff  Perfopnen .  fulle?  worden  gecoren  agt  Peribonen  van  den 
y  allemocat>^ften ,  oirboirUcften  ,  reckeücfteii  ende  ^edeUe- 
^  flen,  uit  walken  de  Burgeveeateren  zulliea  worden  ge^li* 
M  geerd***  In  duidanige  verkiesinge,  met  oordeel  en  uitlee- 
zlDge  te  doen,  termineerd  sig  de  last  der  Vorften,  en  geen* 
zints  in  h^t  opvolgen  van  tourbeurten. 

„  Met  dezelve  (temmen  overeen,  zo  de  regels  van  het  ge- 
meene  Recht,  volgens  weiten  ^ne  Nominatie  beftaat  in  ,^e 
vrije  kiezinge  van  twee  of  n>eer  Perfoonw,  ni«  welken  de. 
Elegie  mo^  worden  gedaan ;  als  de  orders  y  ook  in  latere 
tijden,  omtrent  de  MigUhiatsbeflellinge  binnen  de  Staf!  Haar- 
iem  geêmanfeerd.  Dns  word,  bij  de  Afte  vanhet  Hof  vaa 
HoUandy  in  dato  den  ai  April  van  het  Jaar  150X  ,  het  for- 
meeren  der  Nominatien,  tot  tweemalen,  genoemd  eene  Elec- 
tie en.  kieziDg.  Bij  het  Apoüil  van  Prins  wu.l»m  drn,  1 ,  vaa. 
dato  (kn.  43  Augustus  van  het  Jaar  1578,  word  de  aangeOel- 
de  Vkoedfcbap  geauthorifcerd  om  te  treden  in  de  verkiezinge  van 
vcht  Perfoonen ,  ten  einde  daar  uit  bij  zijne  ExceUentie  geè- 
ligeerd.  te  worden  vier  tot  Burgemeesteren.  En  het  liier  vo- 
ren gemelde  Oarooi ,  hihondende  de  fundamenteele  Conflii». 
tte  van  de  Haariemfcht  Regeeringe,  keöt  geenc  andere  No- 
minatien tot  \m  Burgemeesterfchap,  als  welken  geformeerd 
worden  door  de  vrije  inbrenginge  van  acht  Perfoonen ,  om 
daar  uit  op  te  maken  hec  dobbel  getal,  uit  het  welk,  bij  or- 

de,  de  Eleaie  gefchied. 

„  Maar  de  goedgedachte  kiezh)gen  of  benoemingen  in  dee- 
zer  voege  ziinde  gereguleerd,  en  uitdrukkeiijk  wezende  ge. 
ileld  de  requifiten  en  hoedanigheden ,  welken  in  de  Perfoo-. 
nen ,  die  genomineerd  mogen  worden ,  moeten  exteeren ,  dm^ 
Tolgt,  'm  de  tweede  plaaue,  ia  beide  Handvesten,  „  wndet 


HAARLEMS  Oi/thiahnitfén. 


ii9 


^  tjemeode  «har  ihrt/*  dat  is  tttc  de  2Jodanlged,  wetkeü  m,a 
deeze  kwaUcelten'  zijn  voorzien  ,  „  te  verüêeket!,  om  haat » 
9t  nijd  ottt  om  eenlgerliande  fbaken;^  of,  zo  als  Je  Hertog 
Fiu^s  rpreeltty  ,,  om  eenlgerhande  andere  zaken«**  Bn  dee2< 
verordening,  zo  als  dezelve  door  de  wijze  Wetgeveren  zorg* 
vuidig  en  voorzigtelijk  is  gedaan ,  erkent  de  Meerderheid  def 
HaarUwfche  Vroedfchap  te  zijn  niet  alleen  wettig  en  redelijk^ 
naar  ,  bovendien  ,  allezint)  prijsfelijk.  Geen  Regent «  die 
waardig  is  .deezen  naam  te  dragen,  en  die  weet  dat  iiij  zi]ü 
Ampt  voert  voor  God,  en  in  deszelfs  bijzonder  aanzijn ,  kan 
in  daat  wezen  om  zulken»  welken  hij,  in  gemoede  en  op  zij* 
nen  gedanen  Eed,  is  achtende  te  wezen  van  de  voorfz.  kwaU* 
teiten,  uit  te  fluiten*  De  Vroedfchap  is  zelfs  niet  onbewust 
hpe  de  Keizer  alexander,  in  U  Unie,  Codicis^  fipropter  Inf» 
wicitias  Creatio  faêÈa  fit  ^  uitdrukkelijk  heeft  bevolen  ^  non  ex 
Amicitia  Creationei  fiéri  debert ,  Jed  ^ftimatione  vera  tf 
(^ommodo  Reipublicét.  En  men  wenscht ,  oprechtelijk  ^  dat 
deezê  regel  aan  hen  en  aan  allen,  dien  eenige  macht  tot  benoe* 
ininge  of  verkiezinge  in  het  Gemeenebest  is  aanbevolen,  altöoi 
voor  oogen  moge  flann.  Ja  men  is  met  wijlen  haare  Koning« 
lijke  Hoogheid,  glorieufer  Memorie,  in  de  volmaakte  overeen* 
ftemminge,  dat  aan  niemand,  uit  haat,  nijd,  of  andere  onge- 
oorloofde oorzake  ,  de  uicfluidng  mag  worden  gegeeven,  al 
^aren  è^^^t^  Privilegiën  nooit  in  de  waereld  geweest*  Maar  dd 
Vroedfchap,  en  fpcciaal  derzelver  Meerderheid,  protefteerdf  • 
keiliglijk,  dat  hunne  vota ^io\,  de  Nominatien  niet  san  haat,  nijd 
of  eenige  andere  verfoeielijke  mod ven  hebben  gcfuccumbeerii 
maar  d^t  die  zijn  uitgebragt  in  goede  trouwe,  en  volgens  hun* 
nen  Ëed  en  Confcieocie*  Zij  defietf en  vrijmoedig,  dat. bewijs^ 
van  het  tegendeel  gebragt  zal  kunnen  worden,  en  zeggenden 
geenen ,  welken  haare  Koninglijke  Hoogheid  met  dusdanige  aan- 
dragt  hebben  willen  lüb-  en  obripieeren,  dezelve  toe  voor  vul* 
len  laster.  De  Privilegiën  gebieden  dat  tot  de  Nominatien  ge^ 
kozen  zullen  worden  Perfoonen ,  voorzien  met  de  voorgefchre* 
ve  hoedanigheden.  Deeze  hoedanigheden  daar  zijnde,  verbi^ 
den  de  Privilegiën  iemand  daar  uit  te  verfteken  om  haat,  nijd 
of  eenlgerhande  andere  zaken*  Zo  het  verbod,  ais  het  gebod, 
is  gefield  op  den  Eed  en  het  diaamen  van  de  CÓnfciende*  Maar 

Ya  dt 


940  HAARLEMS  OéfiUiieniÈfett, 


de  Meerderheid  der  Vroedfchap  herhtftld  luure  becuigiog,  dK 
lijliedeo  toe  de  gemelde. Nominatie  hebbeo  gekozen  en  voorge^ 
Iteld  d^  zulked,  welken  zij,  op  hunnen  Ëed,  bielden  te  zijn 
Qit  de  allerrijkde ,  aotabelde »  oorbaarlijkfle  ,  rekkelijkflie  ett 
vredelijkfte  Mannen  van  de  Vroedfchap,  binnen  welken  hunne 
benoeming  door  het  Oétrooi  is  bepaald;  dat  zijlieden  hebbeo. 
benoemt  de  geened^  welken'  zij  op  hunne  Confcientie  waren 
dunkende,  uit  de  gezegde  Vroedfchap,  te  wezen  de  outflen» 
waardigften  en  profijtelijkften  voor  d^  Stad  'en  voor  het  Land ; 
tn  dat  zl]  daar  uit,  dat  is,  uit  de  Leden  van  de  Vroedfchap , 
die  zij,  vofgens  hunnen  Eed  en  Confcientie,  w^ren  oordeelen- 
de  de  gereceniéerde  kwaliceften  te  bezitten,  niemand  hebben 
verdoken  om  haat,  nijd  of  om  eenlgerhande  andere  zaken.  Die 
is  de  zin  van  de  gedachte  Privilegiën,  appliceer^nde  h^t  verbod, 
om  iemand  re  verfleken,  op  die  geeilen,  welken  ge(nvestieerd 
zijn  met  de  gevorderde  perfoneele  hoedanigheden ,.  of  immers 
door  de  benoemeren,  op  hunnen  Eed  en  Confcientfe,  voor 
Zodanigen  worden  gehouden,  en  niet  blotelijk  op  allen,  welketf 
zig  met  den  rok  der  Vroedfchap  vinden  omhangen.  En  de 
getraduceerde  Meerderheid  heeft  alzo  voldaan  aan  haareil 
pligt. 

„  Zoude  metf  aan  de  Handvesten  opdringen  eene  andere  beb 
teekönis,  en  moesten  noodzakelijk  tot  Burgemeesteren  worden 
g'enomineerd,  die  in  rang  van  Vroedfchap  de  naasten  zijn,  zon« 
der  dat  pbmtze  mag  hebben  de  uittezing  van  het  carader,  bi| 
de  Weiren  voorgefchreven ,  zo  worden  ^  op  eenmaal ,  gerenver- 
feerd  alle  de  gronden  der  Regeernrgef  dan  is  *er  geene  verkie- 
Stittg  of  vrijheid  tot  deNomlnatien^  maar  het  geene  was  vergund 
tfis  eene  met  oordeel  in  te  richten  £!eé!ie  van  een  dubbel  getal, 
word  gedegradeert  tot  eene  ftomme  lijst  der  acht  niaste  Vroéd- 
fchappen,  in  derzelver  rang  en  orde;  en  de  zorg,  met  welte 
de  oppermacht ,  omtrent  de  bekwaamheid  en  gefchikiheid  der 
Perfoonen  ,  voorziening  heeft  willen  doen,  word  gefteld  tor 
openlijke  befpottinge.  Men  houd  ,  in  verfcheide  Steden ,  het 
Ingaan  der  Nominatien  voor  eene  handeling  van  zodanige  feri* 
cnshdd,  dat  over  dezelve  Gods  heilige  naam  en  de  invloed  van 
zijnen  geest,  niet  alleen  bij  het  aanvangen  der  Vergaderingen , 
naar  ook  des  Zondags  daar  bevorens ,  ra  de  Kerken ,  voor  de 

ge» 


HAARLEMS  OefckteJêniifeti.  '     »4t 

gelieele  Gemeente ,  plegtig  word  «mgeröepeo.  Maar  dit  ganc* 
(che  werk  vefandert  in  eene  iedele  ceremonie.  Des  aangeroe- 
penen  adfiftentie  word  de  gelegenheid  om  ce  kttQneo  medewer- 
ken openlijk  afgefneedem  EenPeuillec,  gefeheurd  uit  de  ge- 
drukte Registers ,  en  vertoonende  flegts  de'  namen  der  Vroed- 
fchappen,  met  den  tijd  en  rang  van  derzelver  aanllellinge »  kaa 
voldoen  voor  de  Nominatien ,  die  met  zo  veei  moeite  van  de 
Prinfën  en  Souverainen  van  den  Luade  gefoliidteerd,  endoor 
dezdven  als  hooge  gunften  gefchonken  zijn.  En  of  dit  alles  te 
weinig  ware,  in  de  ConlKtutie»  zo  als  de  menfchelijkheid  be- 
ilaat ,  en  daar  niet  alien  retibrteeren  onder  'de  Kiasfis  der  gec- 
sen,  wier  hart^,  volgens  het  zeggen  der  ouden,  demeUorê 
htto  geformeerd  zijn;  zo  word  de  Vroedfcfenp  gebrtgt  in  de 
Tolftrekte  perplesitek  van  haaren  Eed  geweld  te  moeten  aan« 
doen  y  en  te  kiezen  anderen ,  al$  van  welken  hen  de  benoenüng 
%o  hoog  en  ernflig  is  bevolen;  of  ce  vervallen  in  de  ongunst , 
welke  de  Meerderheid  der  Em0rUmfcke  Vroedfirbap  heeft  ge* 
trofibn ,  of  ibhoon  bij  haar  mee  alle  lijdzaamheid  is  gedragen 
geworden. 

y.  Om  deeze  gevolgen  io  eenen  'klaaren  dag  te  doen  zien , 
verzoekt  men,  eerbiediglijk ,  de  vrijheid  van  het  geforceerde 
Sijsthema  ,  tot  welkers  introdnöie  gearbeid  word,  te  mogen 
Itellen  in  applicatie  van  zaken ;  doch  onder  uitdrukkelijk  Pro- 
test dat  het  gezegde  niet  zal  worden  to^epast  op  Perfoonen, 
gelijk  oprechtelijk  geene  Perfoonen  daar  bij  worden  bedoeld  of 
gemeend.  • 

„  Volgens  de  nu  veelgemelde  Privilegiën  moet  een  Vroed- 
ibhap,  bij  den  gedanen  Eed,  en  alzo  met  onderwêrpinge  van 
lijn  dierbare  ziele  aan  geprovoceerde  vervloekinge ,  S  /ciens 
faüit ,  tot  Burgemeesteren  der  Stad .  Haarlem  kiezen ,  in  de 
eerfte  ptoaize,  van  de  aIIemotabel(ten ;  zal  hij  benoemen  een  * 
Zoon  der  Aarde,  welke  zijnen  Vader,  immers  zijnen  Grootva- 
der ,  niet  kan  verifieeren  ?  echter  deeze  heeft  de  merite ,  dat » 
bij  opvolginge  van  eene  tourbeune,  het  deszeifs  rang  zoude 
wezen.  De  Vroedichap  moet,  in  de  tweede  plaatze,  onder  de 
zelfde  verpUchtittge ,  nomineeren  van  de  oorbaariijkHcn  ;  zal 
hij  voorftellen  zulk  eenen,  die  zo  gefchikt  komt  te  zijn  tot  be* 
vorderjnge  van  des  Stads  nut,  al^  een  Ezel  tot  de  lier,  di» 

Y  3  oooii 


14»  HAARLEMS  G^fUidenisfim. 


tiodU  nog-  op  de  Sctd»  aog  op  de  gronden  en  beweegraéerct 
yan  derzelver  wdviren ,  cenige  attemie  of  applkaiie  gehad 
heeft?  npgthans  deeze  heeft  de  verdienfUD  van  in  orde  voor  te 
zitten.  De  Vroedfirhap  moet,  nogmaals  op  den  Eed,  verUesen 
yan  de  rekkelijkilen ;  zal  hij  nomloeeren  eenen  Koriolaniia^  di^ 
Hit  eene  opbulgbare  opvatdnge,  zijn  Vaderiand  op  den  oever 
dei  verderfi  brengt?  Vervolgens  ia  de  V^oedfchap ,  ingevolgd 
liet  q^ooi  van  den.  Jaare  1651*  verbonden,  om,, in  goede 
Ponfcienrie,  te  moeten  voordrtgen  van  8b  allerrechtvaardigfteïH 
ical  Uj  in  die  Vierfchaar,  daar  een  aldoorgrondend  Rechter  zit, 
CA  daar  zijn  dgen  bewustheid  voor  befchuidiget  en  te  gelijk 
yoor'getttijpn  dient,  verfchijten  met  eenen,  die  het  Recht  in 
9ijtie  handen  te  koop  voert  ?  Voor  den  zelfden  Rechterftoel 
word  van  hem  gevordert,  dat  bij  zal  prefenteeren  van  de  ver* 
ftendigften;  en  op  dit  potaa  zoude  aan  een  voorrang  van  ou- 
derdom het  meeste  gedefereerd  mogen  worden,  dewijl  het  de 
yeelheid  der  Jaaren  h ,  die  wijsheid  te  kennen  geeft,  en  die  den 
geest  in  den  raensèh  door  tijd  en  oeffcninge  verltandig  maakt; 
maar  nevens  den  regel  ftaat  de  uitzondering,  en  daar  is  gezegde- 
de  grooten  zijn  niet  wijs^  en  de  ouden  verftaan  het  Recht  niet; 
yal  de  Vroedfchap  zijne  plegiig  aangenomen  verbindteniafen  aan 
de  toevalligheden  van  begaafdheid  of  oeflfeninge  blindelijk  moe* 
lea  abandonneeren?  Eindelijk  de  Vroedfchap  moet  kiezen  van 
de  vreedzaamfte  liefhebberen  van  het  Vaderland;  mag  een  woe- 
lende en  oproerftokende  gracoius  de  Man  zijn,  d$ar  hij  mede 

voortreed?  •  '^  , 

.  Men  oonfldereerd  wd ,  dat,  dewijl  de  Burgemeester»  der 
Snid  Haarlem  moeten  worden  gekoz»  uit  de  Vroedfchappen, 
overiulfcs  geene  voorwerpen  behoorden  te  ïijn  nomtaabel  tot 
het  Burgemee«terfchap,  in  weften  de  genoteerde  hoedanigheden 
•ouden  kunnen  omhreken.  Miur .  protefteerende  uogmaal» 
niemand  der  Leden  van  de  Vroedfchap.  ook  in  het  aBerminfte, 
«  wiUen  taxeeren,  en  dat  geen  Perfoon  ««buteerd  word.  dt- 
Z»  of  indirea ,  «o  moet  men  ter  wke  aamnerlten,  dat  de  kw*. 
Hieiien ,  bij  het  Oftrooi  en  PrivUegie  vereischt  in  de  Vroed, 
fchappeo.  niet  de  lelfde  «ijn,  die  gerequireerd  worden  in  zul- 
ken  welken  nominabel  JuHen  we»en  tot  het  fiwgemeetterfchap. 

Sb'w  Ud  4«r  Vïoedfthip  ««öigead  w  tamnw  Ji\p,  wor4 

'^^  ge* 


HAARLÉBXS  GtfikiedhÊi^fié.  §4% 


fevordeit  êu  de  Peifooa  noec  wezen^  i«  vm  de  getrorallfi* 
ceerdfte  Borferen;  %*  bimen  de  munren  vin  de  tad  Hmarm 
iem  wooBtchdg;  3*  géboreo  biaaea  desdve  Stftd  of  liaifren 
Vrffdom,  ten  tijde  deszdft  Ouden  aldaar  vaite  woönpTaab 
hadden^  en  zijn  Pooiterlcliap  niet  hebbende  verboom ^  tea 
s^  bec  zdw  vervolfenf  weder  hadde  verieregen,  en,  na  da; 
10  van  den  gedanen  £ed,  des  iQd  van  èen  Jaar  en  zes  w«^ 
ken  actater  den  anderen  binnen  de  Stad  of  de  Vrijdom  vai 
dezelve  weder  gewoont  bd)beiide;  4.  of  ook  ^oren  biftnen 
deeze   Provimle  van   Holiamd  en   Wettffitsland  ^    èn   ï\yx 
Poorterrecht  verkregen,  en,  na  dato  kier  van,  ze^  Jifaen  na 
den  anderen  binnen  de  Stad  of  derzelVer  Vrijdom  gewoont 
hebbende;  5*  oud  zijnde  vijfentwintig  Jaaren  of  daar  boren; 
6.  gegoed  volgens  de  oode  Privilegiën;  en  7.  doende  opeo* 
bare  Profesfie  van  de  waare  Christelijke  Gereformeerde  Re- 
ligie, zo  als  dezelve  bij  het  Sijnode  van  Dordrecht  Is  beves* 
tigd  en  in  de  publieke  Kerken  geleerd  word.    Ten  unzlea 
van  deeze  verkiezfaige  der  Vroed(<AappeQ  is,  bij  de  weder* 
herftellinge  der  Stadhouderlijke  Regeertogé,  in  bet  Oftirooi 
geen  de  mlnfte  verandering  toegekomen ;  en  overzulks  zal «  ten 
dien  regoarde,  geene  bedenUng  pteats  kunnen  vinden,  of  het 
zelve  is  in  Hridi  obfervantia.    Doch  de  kwaliteiten ,  daar 
bij  geroerd,  voldoen  niet,  om  op  dezelven  tot  Burgemeester 
geéiigeerd  te  worden.    Maar  zal  eene  behoorlijke  verkiezing 
lot  deeze  waardigheid  worden  gedaan ,  zo  moet  nog  naar  a&« 
dere  en  meer  hoedanigheden  worden  gezien.    En  liet  is  wél 
eene  der  requHiten ,  om  tot  het  Bnrgemeesterfchap  gekozen 
te  kunnen  worden.  Lid  te  zijn  van  de  Vroedfchap.    Maar 
liid  te  wezen  van  de  Vroedf^hap  conftitaeerd  niet  alle  de 
verelKhten,  welken  in  een  Kandidaat  tot  de  Bnrgetneescerllj' 
ke  waardigheid  worden  gevordert.    De  eerfle  notabelheii,  d6 
mmigheid ,  de  rekkelijkheid ,  de  rechtvaardigheid ,  het  ver* 
Ibnd,  en  de  vreeBzame  liefde  van  hét  Vaderland,  zijn  het, 
die  in  een  Lid  van  de  Vrpedfchap  moeten  gevonden  worden, 
2al  hij ,  volgens  de  Privilegiën ,  recommandabel  wezen.    Het 
oordeel  hier  "over  is  gfeconfieerd  aan  den  Eed  en  de  Con- 
ibientie  der  Meddeden,   aan  wdken  het  Recht  tot  het  for- 
tfieeren  van  de  Nominatie  plegtig  U  opgedrkgen.    £ii  té  fle^ 

Y4  lea 


144  HAARLEMS  GefchietieHê$)ên. 

ton  een  Recht  van  opvolginge  voor  alle  de  Leden  van  de 
Vroedfcbap,  zonder  discretie,  is  niets  anders »  als  de  PrivUei» 
gien  direaelljk  achter  af  te  werpen,  en  de  gekwalificeerd« 
Burger ,  geboren  of  wonende  ,  zedert  de  bepaalde  tijden , 
biiineo  de  Stad  Haar  Urn  y  hebbende  de  verdschce  Jaaren  en 
goederen,  en  doende  Profesfie  van  den  publieiceo  Godsdienst, 
moet,  wanneer  hij  Vroedichap  is  geworden,  ipfo  fa&o  fucce- 
ikeren  tot  het  Buigemeesterfchap,  fchoon  dezelve  niet  van  de 
üUemotabelften,  niet  nut,  niet  reklcelijk,  niet  rechtvaardig» 
niet  yerftandig,  en  geen  vreedzaam  liefhebber  van  het  waarde 
Vfid^lflud  zoude  mogen  zijn, 

„  £n  houdende  hier  mede  hisgelijks  voor  afgehandeld  en 
volkomen  gedilueerd  het  geene  uit  de  Privilegiën  van  den 
t^ourgondifehen  Hertog  en  deszelfs  Kleindochter,  tot  Aavinge» 
inrare  het  mogelijk,  van  een  Reoht  van  opvolginge  in  de  Re* 
geeringe  der  Stad  Haarlem »  is  J)ijgebragt  geworden ,  zal  men 
korter  mogen  zijn  ten  opzigte  van  de  geavanceerde  exempe* 
}en«  Altoos  ieverig  op  het  geluk  van  met  wijlen,  haare  Ko* 
pioglijke  Hoogheid  te  zijn  overdragen  in  den  grond,  dat  de 
Privilegiën ,  Wetten  j  Coftumen  en  Ufanüen  het  richtfnoer 
moeten  wezen,  waar  naar  de  Regeeringe  van  het  Land  en 
d^  Steden  beftierd  moeten  worden,  zullen  twee  particuliere 
gevallen,  waar  in.  eene  overmacht  zoude  hebben  kunnen  ef-« 
(edueeren,  het  geene  dezelve  was  oordeelende  van  de  con-i 
venientie  te  zijn,  weinig  vermogen  tegens  het  uitdrukkelijk 
Q^rooi  en  Priviiegie,  door  U  £d.  Groot  Mog.  wettig  v^- 
I^end  ,  en  het  geene  hier  voren  is  gevindiceerd  te  zijn  in 
kracht  en  obfervantie.  £n  nog  minder  zal  aan  deeze  twee 
gevallen  gedefereerd  kunnen  worden ,  wanneer  men  waarneemc 
da(  dezelven  zig  vinden  giui(sch  buiten  de  termen  van  h^t  te« 
get)woordige  cafus, 

„  Wayt,  befchouwend^  het  gebeurde,  in  ^en  J^are  16819 
OiQtrent  den  Perlbon  van  büilthazar  koeymans,  die  in  hei 
Jgar  1(^2  tp(  Vropdfchap  der  Stad  Haar  hm  was  aangefteld, 
KQ  woid  ,  in  de  deliberatien  over  deszelfs  toeftand ,  geea 
f^haduw^  gevonden  vat^  bedénUnge  over  zodanige  toqrbeur« 

ten  en  po.odzdk^lijke  opvolginge  in  den  Gerechte,  als  uit  het 

FrivitesïQ  YW  tlcnog  AiyiuF^n  word  getrokken^  im^exi- 

d^d 


HAARLEMS  GefMedfnisfen.  345 

deel,  was  dezelve  reeds  in  het  Jatr  1680,  in  de  verkiezioge 
tot  Bargemeester ,  volgens  de  vrijheid  en  het  vereisch  der. 
Privilegiën,  voorbij  gegaun,  en  a^iuuiam  lorrein,  hij  fiir" 
legatie,  voor  den  aetven  verkozen*  Maar  de  overweegiog. 
ging  daar  over,  hoe  de  gemelde  balthazar  koeymans,  ter^ 
zake  van  zijne  ongelegenheid,  bij  de  Vioedfchap  gehouden 
mogte  worden*  Hier  op  is,  den  sp  Augustus  van  het  Jaar. 
1681,  provifioiieellijk,  en  niet  bij  diQpenfatie  van  eene  ander^ 
zints  verpügte  opvolgihge,  maat  in  kracht  van  verbiedendti 
Kefolutie ,  befloten  dat  de  Leden  van  de  Vroedfchap  den  zei- 
ven  in  de  te  maken  Nominatie  van  Burgemeestereq  en  Sche« 
penen  zullen  voorbij  gaan;  wordMde  de  finale,  overleggini^eo, 
hoe  dezelve  te  confidereeren  zoude  zijn ,  gediifereerd.  Ver* 
volgens  is,  den  26  December  van  het  Jaar  16S2,  ter  gelegen* 
heid  van  de  verkiezhige  van  Thefaurieren  ^  nader  gerefolveerd 
den  genoemden .  balthazar  k<5£YMans  geen  Biljet  te  huis  te 
zenden.  £n  het  is  niet,  als  met  den  aanvang  van  hec  Jaar 
1688.  dat  de  Vroedfqhap  is  overgegaan  om  dit  Lid  weder  tot 
derzehrer  Vergadering  te  convoceeren.  Was  bij  de  toenmalig 
ge  Regenten  geweest  bet  doorzigt,  om  het  lang  verdorvea 
Privilegie  van  Hertog  albrecut,  als  levende  en  werkende , 
van  emplooi  te  doen  zijn,  zekerlijk  had  ^q^zq  balthazar^ 
KOEYMANs  geen ^Vroedfchap  kunnen  blijven;  maar  de.Medele*  . 
den  waren  verpligt  geweest  tot  de  verkiezinge  van  eenen  an- 
deren, in  deszelfs  plaatze,  te  procedeeren.  Integendeel  zou-, 
den  dè  Medeleden,  volgens  het  gedachte  Privilegie,  geen  de 
minde  bevoegdheid  hebben  gehad  om  d^  zelven,  Vroedfchap 
blijvende,  van  zijnen  rang  en  tour  van  verkiezinge  doqr  eenó 
Refolutie  uit  te  fluiten.  En  Afi  Brflladhouder  zoude  hier  op 
niet  hebben  gelaxeerd  ,  maar  het  Handvest  van  Hertog  al-. 
QRECHT,  ten  dien  tijde  reeds  meer. dan  twee  Eeuwen  buiten, 
obfèrvantje  zijnde,  eo  daar  tegens  bij  bet  gemeene  Recht  in 
faveur  van  dusdanige  ongelukken  wezende  gedifpenièerd,  zo 
heeft  de  Vroedfchap  van  deszieifs  remotie  moeten  afzien,  en 
lig  met  de  gemelde  fchikkingen  v»g^o.fg^ 

„  Vervolgens  was,  .in  het  geval  .yao  den  Jaare  1687,  ge-, 
beurd  e^e^  bijzonderheid,  dat  maar  t^9  Heeren  wierden  ge« 
Jenden  j,  >Arelkan9  volgens  het  oarooi  ^  de  vaiStgeftelde  Re« 


345  HAARLEMS  Gerchiêdêniifeti. 


^lenémeii ,  henoetnd  koiidefi  wordém    OtA  Mer  mq  té  reme* 
dfeerai,  was  bij  de  Vroedrdmp»  op  den  So  Augustus  van  bet 
}m  16^7 ,  cegens  de  vaitgeftetde  en  aaogenómeii  maxfioes »  be* 
floten  de  Regenten ,  welken  nog  aaneel  tan  Wegtn  4e  Stad  in 
Conittisfien  waren ,  en  alin  niet  op  de  Nomfnasfe  gebngt  mog* 
aan  worden^  dea wegens  te  dirpenftetnn»  en  deselvèn  te  kwafi* 
fleceren  tot  lUppIetle  van  de  Nomiiiatitw    Mair  over  de  ezteofiè 
^nn  deese  Refolutie  vcTrchll  vaJicnde»  tras,  op  den  dag  der 
Homkietle,  bQ  eene  MeenlerMd  van  viffëntwintlg  Leden ,  ver- 
kittrd  dat  men  niet  gebonden  zoude  £i|n  om  de  xes  Heeren^ 
Iri^Den  baken  dNiienfttie  nombukbel  watoi ,  te  moeten  nottinee* 
icn.    Hier  door  de  gel^geiiheid  geboren  sijnde  om  Mr.  willM 
VABRinva ,  welke  onder  de  gedaehte  zes  Heeren  was  resTortee- 
rende»  en  die  anderzintt ,  door  het  ménkement  van  een  meer* 
der  getal  Sufajeften,  noodzakelijk  ter  verkieislngè  voorgef^eld 
bad  moeten  zfjn^  van  de  Nominatie  af  te  laten,  zo  wu  die  oc« 
cafie  gelaifóerd  en  anderen  gekozen.    Dat  mi  diergelijke  bijzon* 
4ere  Refolutten,  waar  mede  van  de  vastgeflelde  en  in  vigeur 
ï^de  gebruiken  gelacheerd  word ,  niet  mogen  Arekken  in  ie* 
mands  prsejuditie,  inzonderbeld  Wanneer  dezelven  niet  eenftem* 
mig,  maar  bij  pluraliteit,  zijn  gearredeerd,  berust  in  goede 
gronden  van  Rechten.    En  dat  de  Stadhouder  zig  daar  in  heeft 
gefundeert ,  biijkt »  ad  octihm ,  uit  deszelfs  Misfive.    Maar 
ten  reguarde  van  sAtx>Motf  van  fcCRTBN  is  geene  Rélblutie  ge* 
nomen ,  die  deszelfs  conditie  zoude  benadeden  ,  en  kiesbaar 
fldde  zulken  ,  die,  volgens  de  regelen,  niet  kiesbaar  waren 
geweest.    De  omftandigheid   dat  dfe  Vroedfchap  tig  ontbloot 
bad  gezien  van  een  genoegzaati  getal  Pefbènen,  weiken  acht 
Jaareii  als  Leden  van  dezelve  hadden  gefimgeerd ,  was  den  7 
Oaober  van  het  Jaar  1750  o^gehoiidai «  en  daar  door  de  verde- 
re Genomineerden ,  tsaar  cuffort  ,  Mr.  jan  van  styküm  e» 
Mr.  DAViD  VAN  LENNsp,  te  gelijk  en  eodem  fitometito^  met  sa- 
LOMON  VAN  ECHtEN  gekwalificeerd  geworden  om  zig  tot  hee 
BurgémeesterArhap  te  zien  prefênteeren.  Met  dceze  vier  Leden 
fionden  nog  acht  anderen  In  egale  bevoegdheid,  alzo  aUenden 
ouderdom  '  an  zesendertig  Jaaren  hadden  bereikt ;  en  daar  is , 
in  het  formeeren  van  dit  dubbel  getal,  niets  bijzonders  ofbnl* 
tengewoona  tnsTdMn  gekom^i  maar  de  Meerderheid*  der  Ledei 

l>eef* 


HAARLBMS  Oifchitêmii/hn.  %^ 

^^*'— — "^^w*  I  I  — ^— 

beeft  gMgeerd  votgcns  het  ^^trekclifie  der  Privile^en »  en  coih 
form  iuure  dierbare  verplichtinge »  benoemende  de  geenen  , 
wdkcn  zij »  op  bumen  Eed  ea  in  goede  Confcientie,  vermeea* 
den  te  moeten  benpemea,  ea  waar  omtrent  zij  voor  niemand^ 
9l3  alleen  voqr  Gqd ,  venmcwoordeUjk  zijn* 

^  De  Meerderheid  der  Vroedfchap  zoude  ovcrzulks  met  eer* 
biedige  erkentenisfe  aecepieereo »  dat  het  i^eallegueerde  geval  ea 
bet  gehouden  gedrag  der  Haariemfehe  Regeeringe  van  dien  tijl 
aan  hen  ter  navolginge  wierd  voorgefteld,  vranneer  zij  7.\g  faie^ 
vond  in  de  zelfde  tennen.  Ga  men  zal  U  £d.  Groot  Mog.  nier 
ophouden  met  de  tanwijzüige  van  het  gratieufe,  het  welk  door 
de  bekwaamheid  der  penne,  aan  het  verhaal  vamfaet  geene  ver* 
volgens  gebeurd  zoude  zijn ,  ia  geleend*  Maar ,  verfeerende 
ia  eeiie  volkomen  vrijheid  van  Recht ,  de  Privile^en  en  vastge- 
(lelde  Reglementen  in  geenen  reipede  door  hen  ;djnde  get^u* 
eheerd,  of  iemands  ■  Recht  \n  minder  gunffij:e*ficnaciegeiteld9 
dan  het  zelve  volgens  de  geüfeerde  gronden  der  Regeeringe 
komt  te  wezen»  doen  hen  de  voetflappen  fchromen.  Hunne 
eerbied  en  involging  van  de  begeerten  van  wijlen  de  Vrouwe 
Gouvernante  hebben  hen,  in  het  Jaar  1757,  doen  komen  in 
fihikklngen  van  veel  grooter  toegevendheid ,  dan  in  het  Jaar 
1687  waren  geaccordeert ;  maar  de  gevolgen  daar  van  ziju  al  ce 
fenQbel  voor  hen,  voor  de  rust  en  het  welzijn  van  de  Scad 
Haarlem ,  en  voor  de  eere  der  Regeeringe ,  als  dat  zij  zig  we- 
der in  gelijken  zouden  (lorten. 

„  Ondertusfchen  is  nieu  zekerer,  dan  dat  ook.  hi  dit  geval , 
roerende  de  vèrkiezinge  van  Mr.  willem  F/iBaiTius,  het  Privi- 
legie van  Hertog  albrecht  niet  is  gevolgd ,  of  uit  krachte  en  in 
conformiteit  van  het  zelve  geageerd.  De  drie  Perfoonen*  welr 
ken  door  de  bovengemelde  ,di4>enfiitie  de  benoeming  hebbea 
verkregen ,  zijn  geweest  OR.  willem  van  tvpfzlen  ,  fesfie 
hebbende  in  de  Provinciale  Rekenkamer ,  Mr.  maitueus  schat** 
TBR,  Gecommitteerde  Raad  ter  Admiraliteit,  en  Mr.  arnout 
DRDivesTEiit,  Gecommitteerde  in  deVergaderinge  van  de  Hoog 
Mogende  Heeren  Scaaten  Generaal.  Dè  twee  eerstgemelden 
waren  beide  onder  Vroedfchappen ,  dan  Mr.  willem  FABRiriut, 
en  hadden  beide  langer  uit  den  Gerechte  geweest^  te  weten, 
VAN  TEFFfiLEN,  zedert  het  Jaar  1676,  en  schattzr,  zedert 

het 


^«  HAARLEMS  GtfchUiMUfiê. 

t 

^  óf^xï.^  £a  nogdtfUM  is  hec  HnowlMÜ»  «ogffNik ,  dat  bij,  da 
iveriaren ,  welken  uk  de  magazijnen  vaa  de  Vroedfctep  hebbes 
overgedragen  hist  gsnc  tegeos  deielve  Ihu^  worden  gebruikt,  'ei 
die  de  Semmeo  van  de  Jaarea  169I,  1695^,  ^7^^  ^  i7oz  fafebi 
ben  geteld  en  opgegeeven»  de  eveuvooFgaande  exempelen  ntei 
gezien  gouden  zijn.  Ia  het  Jaar  itfpa  zijn  tot  Burgeaweatereü 
geftemd  derden  Perfoonen»  en  uit  de  gaaelde  dertien,  bij  de 
phiraliteit ,  wezende  va^tgefteld  de  acht  PevToooen  toe  de  Nool^ 
nade ,  zo  bevH)nd  2\g  oader  deeze  acht  Afr,  DiDsaiK  oicx ,  in 
bet  Jaar  i6fti:tot  Vroedfehap  verhozea.  Integendeel  bevonden 
zig  onder  de  atgdtemden  Mr.  pierzR  stüïn  ,  Mr.  tiETER  ba.^sj 
WJLLBM  LAREMAN  en  joüANNEs  v^N  BEROUM«  aileB  lu  rang  on- 
4er  Vroedfchappen ,  ttoor  de  gezegde  afltemiBinge  uicgeflocea« 
En  daar  zien  U  Ed*.  Qroot  Mog.  het  ftdtun,  dai  men  doet  oat* 
kennen  ooit  gebeur^  te  zlja,, 

.  ^  Doch  dit  is  te  weinig.    Verre  dat  zulks  oegen<)egen  bij 
^n  Prinfe  £{ffladbo!ttder  zoude  hebban  verwekt ,  of  dat  deeze 
feQ\Red9t  van  opvolgiiige  zoude  hebbea  willen  etablisfeerent 
Mc*  DiDERiK  aicx  word  door  zijne  Hoogheid  geêligeerd ,  zelfs 
met  Toorbijgnn  van  ouder. Leden,  die  in  de  benoeminge  der 
^ten  waren  geprefente^d  geworden*    En  ipdet  hec  gptuigenta 
worden  volmaakt  door  een  tweede  voorbeeld?  In  hec  volgende 
Jaar  i6p3,  twaalf  Perfoonea  tot  Burgemeesteren  zijnde  gepri^ 
poneerd,  is  van  dezdveaniet  alleen  afgeftemd,  en  dua  weder* 
#m  ttitgefioten,  Mr*.A£«THOMY  de  i^LAitsEs,  Vroedfchap  gewpr* 
den  in  het- Jaar  1680 ,  en  ter  contrarie  onder  de  achten  geplaatsi^ 
ytt.  CB&isTOFFEL  VAt^  VALKENBURG ,  eerst  vier  Jaaren  later  in 
den  raag  als  Vroedfiihap  ingetredl'n ;  maar  wanneer  onder  de 
acht  gevonden  wierden  IVAr.  pieter  sTeiic»  en  nevens  den  zei* 
vea  M.  PIETER  BAAS  en  de  gedachte  Mr.  cHRisTOFfeL  van  vai> 
gENBtJRO ,  zo  zijn  deeze  beide  laatstgenoemden ,  fcheon  podot 
rieur  in  orde ,  geéOgeerd ,  en  Mn  pster  stein  is  dooc  den  £rf* 
Ifadhoader  zelve  voorbij  gegaan* 

„  Minder  erroneus,  doch  te  gelijk  minder  concYudent,  ia 

liet,  dat,  zedert  hec  voorfchreve  Jaar  1687,  de  Nominatieo 

lot  Bnrgemeesteren  altoos  met  eenparigheid ,  of  met  genoegzap 

a;e  eenparigheid  9  zouden  zijn  gemaakt  geworden.    Want  hec 

komc  niec  aan  op  «eoe  eenparigheid  vaa  gedachten  omtrent  de 

zelf- 


stifiie  voorworpmi  ii»a  ef  ««ac  vtipHgiivge  of  lioodtaM|fe^ 
Md,  o^i  aiec  iocjm  09  mofcn  beiiQ«iM9f  als  «kn oadAeo  «f 
otasteii  in  cang.  b-de- Vffoedfship  hto  toe  geoblifterd^  te 
moeten  üle  deLedeo  die  tcht  oudfleo  of  naastea  noeaieii.  Doek 
^  dqpndecrt  zi^  jde  Nominade,  eo  vervaU  ia  de  eMirdicei'' 
tea ,  ab  hier  vorep  wierd.  getoond*  Maar  zijn  de  VroedCchai»? 
^ea  aaa  zulke  acht  l^erfoonea  aiei  ceboodea ,  ea  worden  ook 
vsder^  meerderen  geftemd^dan  doet  oi^t  niets,  ter  zalce,  met  bpq 
^oote  Meerderheid  het  dubbel  getal  van  achten  uit  het  verdero 
ffro$  word  opgemgakt;  en  ell:  der  Stammen  van  het  minder  gei 
tal  ftaat  in  gelijk  Recht  met  leder  votum  van  de  Meerderheid» 
welke  alleen  dooi;  de  grooter  concurrentie  prcvaleerd. 

,,  Nu  zijn,  in  h^  Jaar  1692»  geftemd  dertien  Perfoonen, 
allen  gehouden  voor  gekwalificeerd,  tot  de  verkiezinge;  en  v^ 
dezelven  is,  bij  de  Meerderheid,  bet  dubbel  gecal  van  acht  ge- 
formeerde  Op  de  zelfde  wijz^  zijn,  in  het  Jaar  1693,  gellemi 
twaalf  Perfoonen,  door  de  pluraliteit  geredigeerd  tot 'acht.  Op 
den  ia  Februarij  van  het  Jaar  16^7  zijn,  tot  üippletie  van  eene 
Burgemeestersplaatze ,  drie  Perfoonen  voorgefldd,  en  weder« 
om  bij  de  Meerderheid  gebragt  tot  twee.  In  het  Jaar  169%  zijn 
insgelijks  benoemd  een  getal  van  twaalf;  in  het  Jaar  1699  elf; 
in  het  Jaar  1700.  nogmaals  twaalf,  en  in  het  Jaar  170 1  weder 
t\?.  Alles  ten  preuve  dat  de  Vroedfchap,  in  haare  benoemin* 
gen^  zig  niet  heeft  bepaald  tot  de  acht  oudflen  of  naasten  io 
rang,  maar  dat,  met  volkomen  vrijheid,  zijn  geftemd  en  voor« 
gefteld  zulken,  als  ieder  in  cooibientie,  conform  dt  Privüegi* 
ca»  vermeende  te  behoren. 

M  En  wat  zal  men  zeggen ,  wanneer  aan  U  Ed.  Groot  Mog^ 
È9X  worden  vert09nd,  dat,  tea  allen  tijde,  het  gebruik  binneq 
de  ^tad  Hm^rlem  dusdanig  geweest  Is ;  en  dat  nooit  ombrekea 
de  exempelen,  door  welken  de  idees  van  eene  noodzakelijke 
fuccesfie  in  rang  geremoveerd  hadden  moeten  zijn.  Om  met 
^  aanwijzinge  van  eenige  weinigt  geva&en»  en  alleen  bijbren- 
gende die  geenen.»  welken  door  de  Stadhouderlijke  verklezta^ 
gen  voor  gejufiifièeerd  mogen  worden  gehouden ,  te  defimgeef 
ren,  jacob  ooii^fLUp  ihomaiz.,  ia  het  Jaar  1607  tot  Vroede 
ichap  verkpsen  en  in  liet  Jaar  i<  18  door  den  Prinfe  mauriti 
feconii|iueard>  ia^hihAifittcgemeesicrfchap  voorgegaan  door  de 

jon» 


iS9  HAAB£EIKS  üejcüiiüiiisfiié 

Jo&gcce  Vroedrchippéf>y  AMièAN  van  iiBRitBNRODB  indéjad-* 
ten  1613,  1614  en*  1618,  willem  yo<>OD  in  de  Jaareti  16189- 

Sdip-,.  l6st,  1622,  1624,  1626  en  lótji   ARMOÜT  dAuive** 

9rEiN  ia  de  Jiaren  1619,  liïsi,  1693,  1624  en  1625,  rev 
RttR  wiLLÊMsK.  BUIS  in '  de  faaren  1611 9  1622  ^  1614  en* 
1IS25,  joHAN  TEiTs  in  de 'Jaaren  1619,  1^22  en  1623»- en 
door  AUGUST  VN  8TEIN  in  de  Jaaren  1620,  lóai  en  i6«3^  Jan 
èoRRKLis  HAM,  in  het  gemelde  Jaar  1618  door  den  Prinfe* 
UlAURiTs  tot  Vroedfchap  aangebeld,  is  voorbij  gegaan  door 
}an  klaasz.  loo,  mede  in  het  zelfde  Jaar  16 18  tot  Vroed* 
fchap  verkozen,  docli  poflerieur  in  rang,  en  tot  Burgemees- 
ter geéligeerd  in  het  Jaar  lóuo;  Cornelis  corneusz.  out, 
nogmaal  van  de  nieuwlijks  Gecommitteerde  Vroedfchappen  des 
Jaars  161 8,  is  insgelijks  voorgetreden  door  den  genoemden 
lAN  KLAASZ.  Loo  in  de  Jaaren  1620/1623,  1624,  1626/ 
1627,  1629,  J630,  x63a>  1^33»  1^35  en  1636»  mitsgaders 
4oor  DIRK  DtRRsz,  tot  Burgemeester  gefurrögeerd  in  het  ge* 
2egde  Jaar  16 18,  en  wijders  door  ALERECHt  vaN  der  mei- 
DE,  in  de  Jaaren  1613  en  1625,  en  door  lubbert  rlaasz* 
VAN  DER  Weiden  in  het  Jaar  1626;  pieter  jaCobsZ.  oude- 
IvAGEN,  Vroedfchap  geworden  in  het  Jaar  1619,  is  voorbij 
gegaan  door  cornelis  guldewagen  tot  elf  diftinfte  Jaaren » 
en  door  johan  kolterhan  tot  vijfmalen;  jacob  benninö» 
In  de  Vroedfchap  geölfgeerd  in  het  Jaar  1631  ,  heeft  zien 
voorgaan  thomas  swan  in  het  Jaar  ,1650»  en  willem  war-, 
mont  in  de  Jaaren  1645  en  1646;  pieter  stein,  tot  Vroed- 
fchap gekozen  in. het  Jaar  1679,  is  voorgegaan  door  Dil 
Willem  van  nieuwenhüizen  ,  tot  Burgemeester  gefurrögeerd 
In  het  Jaar  löpo,  en  gecontinueerd  in. het  Jaar  1691;  eri  jo- 
fiANNES  VAN  BERCUM,  'Vroedfchap  geworden  in  het  Jaar 
ï68o  ,  is  voorgegaan  door  Mr. 'christoffel  van  valken- 
burg in  de  Jaaren  1693,  1694  ^n  1696.     - 

„  Daar  zien  U  Ed.  Groot*  Mog.  vijfenzestig  verkiezingen 
buiten  rang,  aflen  van  de  Prinfen  Stadhóüderen  geproflueerd* 
£n  men  heeft,  in  de  aanhaünge  deezer  gevalfen,  rig  tot  eene 
tweede  bepaünge  gefield,  alleen  te  fpteken  van  zulke  Pérfbo- 
nen  ,  welken  nooit  Burgenieesteren*  zijn  gewbrdén  ,  zo'  uit 
oorzake  dat  dusdanige  voorbeelden  fierker  condudeeren,  als 

om 


HAARLEMS  Gifchiedentsfin.  iS% 


#m  reden  dat  de  gevallen ,  waar  in  de  acne  Vrocdfdiap  flegts 
voor  eenlge  Jaaren  aan  zijne  Medeleden  is  voorgetrokken,  te 
veelvuldig  worden  gevonden  als  dai  de  gewigtige  Befoignes  van 
U  Ed.  Groot  Mog. ,  in  deezen  epineufen  tijd ,  verder  zouden 
worden  geoccupeetd ,  dan  de  nood  is  eisfcbende* 

„  En,  om,  bij  orde,  op  het  tweede  voorftel  van  de  Vrou- 
we Gouvernante  met  nog  eene  aanmerking  te  befluiten,  moet 
het  in  confesfo  zijn  dat  wijlen  zijne  Doorluchtige  Hoogheid» 
Prins  wiLL£M^  de  IV,  volgens  het  zesde  Artikel  van  het  Regle- 
ment van  dato  den  31  Augustus  van  het  Jaar  1751 »  8^^  vsAsit 
rigtfnoer  voor  de  Nominacien  der  Vroedfchap  ter  navolging^ 
begeerde,  als  de  discretie  van  de  Perfoonen,  conform  de  ver- 
eischten  der  Privilegiën,  uit  kracht  van  weiken  de  Meerderheid 
ten  deezen  heeft  geageerd.  Is,  bovendien,  zelfs  uit  de  tegen- 
woordige Elegie,  gedemonftreerd  geworden  dat  wijlen  haare 
Koninklijke  Hoogheid  het  werk  der  Magiftraatsbeftelünge,  bin- 
nen de  Stad  Haarlem ,  niet  heeft  geconfidereerd  te  (faan  in  de 
termen  van  zodanige  opvolginge,  als  bij  bet  Handvest  van  Her». 
tog  ALBRECHT  was  iugevocrd,  en  die  niet  langer,  dan* zestien^ 
Jaaren ,  plaats  heefl  gehouden;  wat  zal  'er  overblijven  ter  ver- 
fchoninge  van  de  oppofuie,  door  bet  Mindergetal  bij  wijlen 
hooggemelde  Vrouwe  Gouvernante  ondernomen,  en  van  de  be- 
roeringen en  het  nadeel ,  alzo  aan  de  Stad  Haarlem  toegebragt, 
wanneer  men  de  gedachte  Mind^heid  kan  overtuigen,  dat  het 
eigen  rigtfnoer  door  hen  vrijwillig  is  verkozen  \  dat  zij  met  fo- 
lemneelen  Eede  z\g  daar  aan  hebben  verpligt;  het  zelve  vooru » 
-bij  continuatie,  hebben  achtervolgt;  en  dat  zijlieden,  nog  bij 
^het  formeeren  van  deeze  jongfte  zo  ten  onrechte  gequerelleerde 
Nominatie,  hebben  belooft  zig  daar  naar  te  zullen  gedragen? 
Het  bewijs  is  echter  voor  handen,  openbaar  en  buiten  contefta* 
tie.  Het  Reglement,  bij  de  Raaden  en  Vroedfchappen  der  Stad 
Haarlem  gearrefleerd  dan  23  Junij  van  het  Jaar  1752 ,  dasir 
word ,  in  de  zelfde  woorden ,  waar  mede  de  Privilegiën  zulkf 
vermelden,  en  waar  op  de  uGinüe  zig  heeft  gevestigd,  ook 
met  concurrentie  der  vorige  Prinfen  Stadhouderen,  op  nieuws 
als  een  permanente  regel  vastgefteld ,  dat  de  Vroedfchap  zal 
kiezen  zulke  Perfoonen  „  weiken  zij,  fai  goede  confcientie, 
„  zullen  achten  te  weiden  vau  de  rechtvaardigfte,  verflandigOe 

XIX.  0££U  Z  ^ 


354  HAARLEMS  GéfiUidtnêsfen. 


„  en  vrcedziamfte  liefhebberen  van  het  Vaderland.'*  De  Re^ 
folutle  van  de  Vroedfchap,  waar  bij  dlc  Reglement  gemièreerd 
is»  draagt  de  Namen  van  het  grootfte  gedeelte  der  nu  prote&ee- 
rende  Leden  op  het  voorhoofd.    De  Heeren  van  den  bro£k  » 

WITTE,    ViN   ZAANEN  ,    VAN  ECHTElff  ,    KAMERLING»    LA  KLé» 

STEENIS  en  PARvé  hebben  zig  terftond  bij  Eede  daar  aan  verbon- 
den. De  twee  overige  Heeren  van  der  waaien  en  van  iioo- 
GENDORP »  welken  in  de  Jaaren  1753  en  1755  eerst  in  de  Vroed* 
fchap  zijn  gekomen,  hebben  zig  insgelijks  onder  Eede  tot  het 
zelve  gevoegt.  Bij  den  aanvang  der  Vergaderlnge  van  den  7 
September  van  het  Jaar  1758,  hebben  alle  deeze  Leden  nog 
plegtig  aangenomen  zig  daar  naar  te  gedragen,  als  blijkc  bij  het 
Extraft  uit  de  Registers  van  de  Vroedfcbap,  aan  het  veelge* 
dachte  Request  van  de  Meerderheid  geannexeerd.  Vervolgens 
is  de  benoeming  van  Burgemeesteren,  voor  het  Jaar  1758,  in 
de  Vroedfchap  conform  dit  voorfchrift  gedaan.  Dezelve  bc* 
hoorde  niet  op  vreemde  gronden,  en  andere  gantsch  (farijdige 
regelen,  geattacqueerd  te  zijo  geworden,  en  men  had,  ten  dien 
einde ,  het  hooge  gezag  van  wijlen  haare  Kouingiijke  Hoogheid 
niet  moeten  imploreeren. 

„  Van  dit  gezag ,  bij  de  verdeelinge  van  de  meergedacbte 
ATisfive  tot  een  derde  aanmerkinge  gefteld,  zal  men,  nu  i»  hij* 
poihefi  werkende  en  ter  nitvoeringe  gebragt ,  niet  anders  fpre- 
ken,  als  met  de  uitterfte  retenu,  en  enkel  voor  zo  verre  her 
zelve  in  het  tegenwoordige  geval  zoude  kunnen  worden  geex- 
tendeert  In  verminderinge  van  de  Rechten  der  Haarlemfcht 
Vroedfchap ,  van  welke  Rechten  de  voorfhnd  aan  de  gedachte 
Vroedfchap  niet  minder  incumbeert ,  dan  geoorloofd  is. 

„  Bij  de  reeds  meergedacbte  inricfatinge  van  hooggemelde 
Misfive,  heeft  men  deeze  derde  Helling  gelieven  te  onderfchei- 
den  in  twee  deelen,  pofeerende,  eerftelijk  ,  dat  de  pligt  van 
den  Stadhouder  met  zig  is  brengende  Burgemeesteren,  Schepe- 
jien  en  Wetten  te  veranderen  volgens  de  Privilegiën;  en  asfu- 
meerende,  voorts,  in  de  tweede  plaatze,  dat  zulks  indeezen 
uit  de  twee  overgeleverde  Nominaiien  zoude  zijn  gedaan,  naar 
het  voorfchrift  van  dezelve  Privilegiën. 

„  Het  eerfte  gepofeerde  Lid  advoueeren  de  Vertoonera 
met  alle  onderwtTpInge,  en  de  gronden,  waar  in  dit  be^ 

ftier 


HAARLEMS  OefMediMisfeiÈ.  355 

IHer  wettig  it  berustende  9  zijn  hier  voren  in  thefi  «mge> 
wezem 

„  Matr  ten  opzigte  van  het  tweede  gedeelte  moet  d« 
Meerderheid  der  Haarlem fche  Vroedfchap,  eerbiedig,  deelt» 
reeren  geen  den  minden  fcbijn  of  voetftappen  van  eene  twee- 
de Nominatie  in  de  Privilegiën  te  hebben  gevonden  \  min  nog 
op   zodanige   wijze  ,   als  in  het  tegenwoordige  geval  een* 

-  tweede  Nominatie  (bhijnt  geconfldereerd  te  worden.  De  ge« 
legenheden  hebben  reeds  hier  voren  gevordert  om  niet  alleeft 

.  alle  de  Privilegiën  en  Handvesten,  maar  bovendien  alle  do 
andere  Aften  en  Befluiten,  de  MagKbaac&bedellinge  binnen  d« 
Stad  Haarlem  eenigztnts  roerende,  te  toucbeeren.  £n  meil 
conipromitteerd  in  dezelven  of  ooit,  in  eeuige  gefbtueerde, 
van  eene  tweede  Nominatie  is  gewaagd.  Allen  fpreken  eenpa- 
riglijk  van  eeue  Nominatie,  in  de  Vroedfchap,  ten  dien  einde 

^  collegialicer  en  op  (peciale  befchrijvini^e  vergadert  zijnde,  t« 
formeeren  bij  kiezinge  van  een  dubbel  getal  Perfoonen,  welk 
üubbel  getal  uitgebragt  word  bij  coUatiu  van  de  Biljetten» 
door  elk  der  Vroedfchappen  ingeleverd,  en  waar  op  alzo,  of 
bij  eenparigheid,  of  andcrzincs  bij  Meerderheid  van  Scemmeiv 
word  geconcludeert.  Zodanige  deugdelijke  Nominatie  is  op 
den  7  September  van  het  Jaar  1758  opgeregt.  De  Vroed* 
fchap  is,  tot  dat  einde,  behoorlijk  biieen  geroepen  tegens  dea 
tijd ,  bij  het  Oftrooi  en  Privilegie  vastge(leld«  De  Reglemeo*' 
ten,  in  de  verkiezinge  te  obferveeren,  zijn  voorgelezen  en 
op  den  gedanen  £ed  aangenomen.  De  Biljetten  zijn  ingelt* 
verd.    Na  cpllatie  en  openinge  van  dezelven  heeft  men  opge- 

'  maakt  welke  acht  Perfoonen  benoemd  kwamen  te  zijn,  £n 
de  Nomintitie  is  op  een  behoorlijk  Credentiaal,  door  eene 
Commisfie  uit  de  Vroedfchap,  aan  wijlen  haare  Koninglijke 
Hoogheid  geprefenteerd ,  om  uit  dezelve  de  Eleftie  te 
doen. 

„  Eene  andere  of  tweede  Nominatie  is  in  de  Vroedfchap 
niet  gemaakt.  En  gelijk  dezelve,  volgens  de  orde  der  Re* 
geerini$e ,  niet  gemaakt  had  kunnen  worden  ,  zo  heeft  de 
Vroedfchap  diergelijke  tweede  Nominatie  ook  tot  dit  oogem 
btlk  nooit  gezien.  Het  opgeoMlde  beflult  bij  de  Meerderheid 
Stemmen  ui^abragt  xijode.  heeft  salomom  van  bcbtbH 

2  fl  wel 


3s6  HAARLEMS  GerehttimiUreii: 

wel  verklaard  tegens  de  voorfz.  Nominatie  ce  protefteeren,  op 
een  bloot  gezegde  dac  daar  in  zouden  zijn  begaan  inforintlitei-> 
ten,  en  dat  dezelve,  mitsdien ^  als  legaal,  aan  de  Vrouwe  Gou- 
vemantet  als  Voogdesfe  van  den  Heere  ËrfÜladhouder  ,  niet 
Zoude  kunnen  worden  geprefenteerd.  Maar  het  einde  van  die 
Protest «  verre  van  eene  andere  Nomfnatte  in  plaatze  van  deeze 
te  fupplanteeren  of  nevens  dezelve  te  voegen ,  h  alleen  ge- 
weest een  verzoek,  dat,  bij  het  zenden  of  prefenteeren  van 
deeze  Nominatie ,  ook  van  zijn  gedacht  Protest  kennisfe  aan 
haare  Koninglijke  Hoogheid  mogte  worden  gegeeven;  waar  te- 
gens  veertien  aanwezende  Leden  hun  Contra-Protest  hebben 
gereferveerd.  En ,  de  ontworpen  Miisfiv* ,  of  het  Adres ,  der 
'  bedoten  Nominatie  aan  haare  Koninglijke  Hoogheid  daar  op  ge- 
refumeerd  zijnde ,  is  dezelve  ook  bij  den  geprotegeerd  hebben- 
den Heere  van  echten  ^  en  de  geenen ,  welken  zig  met  hem 
hadden  gevoegt ,  zonder  eenige  de  minfle  infpraak  of  nader 
Protest,  gezwegen  dat  eène  andere  Nominatie  zoude  zijn  op- 
geworpen, gearrefteerd 5  de  Vergadering  is  behoorlijk  gefchei- 
den,  en  deeze  cenfge  Norahiatie  is  uit  naam  van  de  Vroed- 
fchap  aan  haare  Konmglijke  Hoogheid  met  *er  daad  geprefenteerd 
en  overgeleverd  geworden. 

„  Mogen  nu  hier  op  de  Privilegiën  ter  decifie  worden  geroe» 
pen ,  zo  zal  de  uicfpraak  terflond  gedi<5leerd  zijn ,  namelijk  dat 
uit  deeze  Nominatie  de  Ëleftie  gedaan  moet  worden.  De  pe- 
riodes in  de  Privilegiën  en  andere  Ordonnantien ,  waar  bij  zulks 
word  gelast,  zijn  hier  voren  a  rieiHn  genoteerd  en  gediftin- 
gueerd ,  op  èkt  dezelven  niet  weder  herhaald  zouden  behoeven 
te  werden.  In  de  achtervolginge  vdu  deeze  Privilegiën  is  het 
Recht  des  ErfRadhouders ,  ten  aanzien  van  de  Magiflraatsbeflel* 
linge,  bepaald  en  belloten.  En  geene  Eleétie  mag,  onder  re- 
verentie ,  gefchieden ,  geene  verkiezing  is  wettig  of  bedaan* 
baar,  als  welke  gefchied  uit  de  Nominatie,  door  bet  KoUegiü 
van  de  Vroedfchap  geformeerd* 

„  Men  vertrouwd  wel  dat  aan  de  Vrouwe  Gouvernante  zal 
zijn  overgeleverd ,  iets ,  dat  met  den  titel  van  Nominatie  is  ge- 
noemd ;  maar  men  obferveert  de  voorzigtige  uitdrukkingen, 
waar  roede  de  Misfive  zig  niet  alleen  bij  fupppfitie  gelieft  te  ex« 
pliceeren,  maar  ook  onderfcbeid  de  omflaadighedeo ,  welkea 


HAARLEMS  Geftiêedenitfin,  Hf 

éeeze  nu  ab  twee  genoemde  Noimaatien  hebben  verzeld.  Te 
^ecen »  de  eene  is  geprefenteerd  uk  den  naam  van  de  Regee- 
rihge.  £n  dit  is  een  requlGc,  het  welk  bij  alle  de  Privile- 
giën en  Ordonnanden  ^(xd  gevordert ,  kennende  dezelvea 
geene  andere  Nominatlen,  ais  welken  door  of  van  wegen  djfi 
Vroedlchap  aan  den  Stadhouder  geprefenteerd  zijn.  Verkie- 
.  zinge  te  doen  uit  andere  Nominatien,  als  weiken  uit  naam 
van  het  Ligbaam  der  Vroedfchap  worden  overgeleverd,  kaa 
niet  gefchieden  in  achtervolginge  van  de  Privilegiën  ;  maar 
zonde  eene  Eledte  zijn  buiten  de  kwalificatie.  Men  vraagt 
ook  nedrig  excus  ,  daft  deeze  Nominatie  aan  wijlen  haare 
Koninglijke  Hoogheid  zoude  zijn  overgeleverd  van  de  eene 
partije*  De  overlevering  is  gefchied  uit  krachte  van  eene 
Com'fflisfie,  gedecerneerd  bij  de  gantfche  Vroedfchap,  de 
Heeren  van  echten,  la  KLé ,  PARvé,  van  der   waaien, 

VAN  DEN  BHOEK,  VAN  ZAANEN,    KAMERUNa ,   STEENIS   €U   VAN 

HoooENDORP  daar  mede  ingefloteo.  En  uit  deeze  Nominatie 
alleenlijk  heeft,  onder  eerbiedige  corredie,  de  Ëleélie  moe- 
ten  verwagt  kunnen  worden. 

Van  de  andere  mag  met  grond  werden  gefupponeerd,  dat 
dezelve^  is  ingedient  door  zulken,  welken  zig,  ex  post  fa^o^ 
als  eene  partt)  hebben  willen  vertoornen.  Maar  waar,  wan- 
neer, of  hoe  dezelve  ter  waereld  is  gekomen,  daar  van  is 
het  Lighaam  der  Vroedfchap  tot  heden  töe  onbewust.  Dit 
moet  echter  buiten  conteflatie  wezen,  dat  dezelve  niet  kan 
zijn  van  eene  echte  geboorte;  niet  geconcipieerd  in  de  Vroed- 
fchap; en  waar,  is  onbekend  aan  den  geeiien,  welke 'de  Va- 
der moest  zijn;  niet  geformeerd  onder  de  wettige  verbindte- 
nisfe  van  den  Eed;  maar,  indien  dezelve  wezen  heeft  bexo- 
men^  als  dan  na  de  fcheidinge  van  de  Vroedfchap;  niet  voort* 
gekomen  ten  behoorlijken  tijde;  maar  op  wat  rekeninge,  is 
in  de  duisternisfe  bedommeld. 

„  En  men  verontwaardigt  zig  billijk  over  de  wijze,  op 
welke  de  goedheid  van  wijlen  de  Koninglijke  Prinièsfe  is 
misbruikt  gevorden,  wanneer  men  hoogstdezelve  in  zulk  ee« 
ne  fituatie  heeft  doen  vooronderflellen ,  dat  aan  het  requidt 
der  Nominatien  zoude  zijn  voldaan.  Op  deeze  fuppofitie» 
aan  het  requiüt  der  Nominatien  voldaan  zijnde,  is  het  d« 

Z  3  wij- 


ifi  HAARLEMS  GêfMeJênis/en. 


wijlen  hure  Koninglijke  Hoogheid  heeft  doen  berusten  het 
be(hii(,  dat  hoogitdczclve  bevoegd  zoude  zijn  geweest  uh 
beide  de  meergedachte  Nominatien  Eledie  te  doen.  Maar 
men  (Idle  de  gefuppofiteerde  benoeming  nevens  de  Handves- 
ten en  verdere  Ordonnaniien,  en  men  zal  niet  vinden  eenigen 
trelc  van  de  vereischcen. 

„  Ondertusfchen  'zullen  ü  Ed.  Groot  Mog.  reeds  begree- 
pen  hebben,  hoe,  op  dusdanigen  voet,  door.eenige  weinige 
Medeleden  van  het  zelfde  Lighaam ,  noodzakeiijk  alle  orders 
van  Regeeringe  moeten  worden  gerenverfeerd;  alle  bomes» 
die  de  wijsheid  der  Vaderen  aan  ongeregelde  ambitie  heeft 
willen  ftelien,  weggerukt,  en  de  waardigheid  der  Vroedfchap- 
pen ,  te  gelijk  met  de  zekerheid  van  der  Steden  Rechten  ^ 
geproftirueerd  en  vertreden.  Wat  dag  is  zo  gelukkig,  of  wat 
Stad  zo  begunftfgd,  waar  in  niet  eenige  Leden  van  een 
Vroedfchap  zig  mogen,  verbeelden  qp  hunne  geimagineerde 
merites ,  en  de  bij  hen  zelven  beminde  hoedanigheden ,  ee 
kort  gedaan  te  worden?  En  wanneer  het  dan  genoeg  is  dac 
eenige  weinige  Leden  zig  brengen  tot  eene  cabale,  onder  hen 
Clandedienlijk  bewerpen  eene  pretenfe  Nominatie,  die  zonder 
weten  van  het  Lighaam  der  Vroedfchap  overleveren,  om  dus 
%\g  zelven,  buiten  de  wettige  benoemtngc,  in  den  Burge- 
meestersdoel  te  plaatzen,  en  dat  handelingen  van  dien  aart 
naar  hunne  intentie  kunnen  worden  ten  eifeéte  gebragt,  zijn 
tlle  de  Privilegiën  en  Octrooien  rapiere  Schilden.  De  pa- 
len, welken  niet  uh  yantrouwen,  maar  tot  confervatie  van 
de  vrijheid  der  Burgeren,  tusfchen  de  Steden  en  het  hooger 
gezag  der  Stadhouderen ,  door  den  Souverain  zijn  geplaatst, 
verkrijgen  de  eigenfchap  van  voor  allen  wind  te  bukken;  en 
het  zoude  mogelijk  van  minder  gevaar  en  ondienst  zijn,  het 
Recht  tot  het  maken  van  Mominatien  geheel  te  abandonnee* 
ren,  en  zig  over  te  geven  aan  eene  volkomen  dependentie» 
dan  de  Regeeringen  ce  zien  toebrengen  zodanige  proftitutie, 
fils  die  van  Haarlem^  met  innerlijke  finerte,  deswegens  heb- 
ben moeten  gevoelen. 

„  Het  opmerken  van  de  bgi^engemelde  vooronderffellingent 
heeft  de  Vertooners  doen  twijfielen  of  dezelven  niet  geheel 
\o(daaa  hadden,  daar  mede,  dat  nu  door  beo  is  bewezen» 

hot 


HAARLEMS  OtlOUukttiipnU  iS9. 

hoe  wijlen  haare  Kooinglijke  Hoogheid «  door  de  geCuppedi^ 
teerde  Schijn-Nomin«tie,  is  misleid  geworden.  £n  te  meer^ 
om  dat  zij  lieden»  buiten  de  nu  veeigedtchte  fiippofitien,  in 
de  adftruftie  van  deeze  derde  fleliinge  niets  fteUigs  ontdekken* 
waar  op  de  gedaane  verkiezing  zoude  zijn  gegrond;  maar  ^ 
leen  ontmoeten  de  bloote  asfamtle  dat  wel  gehandelt  zoude 
wezen. 

.  ,^Doch  men  kan  dit  Ardkd  niet  verlaten»  uit  oorzake ^ 
dat,  bij  de  extenfie  van  het  zelve,  worden  aangenomen  en 
met  empresfement  zijn  gepoosfeerd  generale  gronden »  waar 
over  men  niet  verantwoordelijk  mag  blijven,  als  of  dezelven 
met  fltlzwijgen  waren  geacquiefceerd  geworden. 

„  De  Vertooners  hebben,  bereids  meer  dan  eenmaal,  be- 
tuigd, zo  gewillig,  als  plfgtfchnldig,  te  erkennen  dat  de  Ma- 
giftraatsbedelling  in  de  Steden  van  het  departement  is  van  de 
Heeren  Stadfaouderen  in  der  tijd.  Wettig  is  dit  departement 
aan  dezelven  geconfereerd^  en  alles,  wat  uit  krachte  van  de 
hooge  Commisfie ,  achtervolgende  de  Privilegiën  gedaan 
woYd ,  kan  nergens  meer  gerefpedeerd  zijn ,  dan  in  de  Stad 
H^arUm.  Met  gelijke  onderwerpinge  word  blijmoedig  aan- 
genomen, dat  de  Nominatien,  welken  ter  'veranderinge  van 
de  Maglftraaten  worden  overgeleverd,  moeten  zijn  conform 
de  Priviiegienl  Maar  verfchil  ontfhande  over  eene  ingelever- 
de Nominatie,  aan  dezelve  wordende  ontzegd  het  prieroga- 
•tief ,  dat  daar  uit  Eleéiie  moet  gefchieden ,  of  eene  tweede 
pretenfe  Nominatie,  door  eenige  ongezinden  gefuborneerd 
zijnde,  en  uit  dezelve  Eleftie  wezende  gedaan,  hoopt  men 
niet  te  zijn  afgefneden  van  U  Ed.  Groot  Mog.,  als  den  wet- 
tigen Souverain,  en  dat  aan  de  Vroedfchap,  welke  met  zoda- 
nige verkiezinge  is  gegraveerd,  de  graveerende  zoude  ftrek- 
ten  tot  befchuldiger,  *en  te  gelijk  tot  Rechter  en  Uitvoerer. 
Aan  de  Prinfen  Stadhouderen  is  opgedragen  een  hooger  pr«- 
Togaiief,  de  Magiftraaten  uit  ingeleverde  Nominatien  te  ver- 
anderen.  Aan  de  Steden  is  gegund  een  minder  voorrecht,  de^ 
Nominatien  in  te  richten  en  dezelven  te  prefenteeren ,  ten 
«inde  daar  uit  de  Eledie  gefchiedde.  Beide  deeze  Rechten , 
20  het  hogere,  ais  het  mindere,  devolveeren  van  den  Sou- 
verain •  die  aliezints  Souverain  Wijft ,  en  zijn  door  denzelven 

Z4  ^^^ 


8^  HAARLEMS  GefcUedinit/ht; 


bepaald  Mimen  het  perk  der  Privilegiën.  De  Meerderheid  der 
Vroedfchap  belclaagd  z\g  gehoorzaam  bij  U  Ed.  Groot  Mog. , 
dat  die  geüelde  perk  in  de  verkiezlnge  van  salomon  van  ech* 
TEN  is  overfchreden.  En  het  is  van  U  Ed.  Groot  Mog* ,  dat 
men  mag  verzoeken  bet  afwijkende  gereétifieerd  te  zien* 

,9  Het  verlchil  rouleerd  thana  niet  over  een  Recht  van  In- 
formatie en  Onderzoek,  of  in  de  benoeminge,  door  de  Vroed' 
fchap  der  Stad  Haariem  gedaan,  iets  zoude  zijn  te  vinden , 
niet  overeenkomfUg  mee  de  Privilegiën.  Informatie  is  niet  ge> 
nomen ,  immers  niet  bij  het  Koilegie  van  de  Vroedfchap*  XSeen 
communicatie  van  eenige  aanklagte  b  aan  hen  gegeeven.  Geen 
bericht  over.  dezelve,  of  verantwoording  van  hun  gehouden 
^drag,  is  in  étei&a  gevordert.  Min  nog  is  aan  de  Vergaderin- 
ge  der  Vroedfchap  opeoinge  gedaan  van  eenige  middelen  toe 
conciliatie  of  redres. 

„  Wanneer  Prins  willem  de  JII  »  in  het  Jaar  1684 ,  liad 
goedgevonden  zig  te  doen  informeeren  op  de  Nominatie  van  de 
goede  LCeden  van  Achten ,  binnen  de  Stad  Dordrecht ,  zo  de* 
dareerde  de  zelve,  bij  Misfive,  in  daco  den, 23  November  van 
bet  Jaar  1684,  aan  Burgeme^steren  der  gemelde  Stad  gefchre* 
ven,  wel  folemneellijk ,  daar  mede  niets  anders  te  hebben  be- 
oogt, als  wegens  het  geval  bericht  te  worden,  ten  einde,  zo 
als  deszelfs  notabele  woorden  luiden ,  „  op  de  voorfz.  Nomina- 
^  tie,  of  eene  ordentelijke  Eledie  te  mogen  doen,  of  over  de 
y,  informaliteiten,  zo  daar  in  eenigen  tegens  de  Privilegiën 
„  mogten  zijn  begaan,  wet  U  Ed.  tn  uader  overleg  en  commw 
„  nicatie  tot  redrei  van  dczelven  te  tredend  In  de  nadere 
MisHve  van  den  26,  daaraanvolgende,  herhaald  de  Vorst,  niec 
gezind  te  zijn  geweest,  of  nog  te  zijn ,  «omtrent  de  geaccufeer- 
de  informaliteiten ,  als  die  bevonden  zordei  mogen  begaan  te 
wezen,  en  dat  dezelven  waren  van  die  importantie,  dat  deze^' 
ven  hem  verhinderden  Elegie  uit  de  voorfz.  Nominatie  te  doen^ 
letwes  te  disponeeren ,  „  voor  en  al  eer  ,**  dos  zijn  wederom 
des  Prinfen  eigen  woorden,  „  wij  daar  over  met  U  Ed.  ge- 
„  fproken  en  geconfereerd  zouden  hebben."  Nog  nader  expU- 
ceerd  zig  de  delfde  Erfdadhouder ,  bij  de  circulaire  Misfive» 
liopen«  het  gezegde  geval,  aan  de  Steden  gezonden;  en  ver- 
Uaacdt  plegttg,  zijpe  intemie  te  wezen  dusdanig,  dai^bij  bet 

ver* 


HAARLEMS  OefckieienUfen.  \6i 


^eretschte  bericht  bekomen  hebbende,  of  fimpeiyk  tot  de  ▼»- 
zogte  Eieftie  2oude  kunnen  treden ,  of  nader  met  de  Heeren 
Burgemeesteren  en  Regeerderen  der  voorfz.  Stad,  over  de  ge- 
moveerde informaliteiten,  zoude  moeten  fpreken,  hen  die  aan« 
wijzen,  en  hen  permoveeren  om  te  redresfeeren  wat  tegens  de 
Privilegiën  (Irijdig  was.  En  wanneer,  eindelij t,»  deeze  zaak  zo 
verre;  was  gedreeven,  dat  daar  in  was  uitgekomen  een  Advies» 
dine^  op  den  jiaam  van  het  Hof  van  Holland ^  en  in  de  ingre- 
diënten van  welk  Advies  de  Vrocdfchap  ier  Stad  Haarlem  niet 
beeft  gecondefcendeert  met  gelijken  lever,  als  v\aar  mede,  uit 
naam  van  dezelve,  ten  dien  tijde  het  Recht  van  Informatie  wier- 
&&  omhelsd ,  zo  heeft  welgedacbte  Hoogheid  >  bij  nog  nader 
fchrijven,  in  dato  den  ii  Januari]  van  het  Jaar  1684,  uitdruk- 
kelijk gelieven  te  vorderen  dat  de  Dekens  van  de  Gilden,  door 
welken  de  benoeming  van  de  goede  Lieden  van  Achten  gedaan 
Word ,  zouden  hebben  te  procedeeren  tot  eene  nieuwe  Nomina* 
de^  en  dat  dezelve  nieuwe  Nominatie,  ^zo  geforiheerd  en  bij 
ilen  Gerechte  gen.'fumeerd  zijnde,  aan  hem  zoude  worden  over- 
gezonden* 

'  „  Op  den  zelfden  voet  heeft  men  gezien,  dat,  wanneer,  in 
het  volgende  Jaar  1685,  het  Mindergetal  uit  de  Vroedfchap  der 
Stad  Leidtn  zig  bij  deezen  PrinCè  ErfHadhouder  kwam  te  be- 
zwaren over  notoire  informaliieiren  in  eene  overgeleverde  No- 
minatie, met  wel  fpeciaal  verzoek  om  uit  de  benoeminge ,  door 
hen  lieden ,  en ,  zo  zij  zig  lieten  voorftaan ,  conform  de  Privi- 
Jegien,  geformeerd,  Eleétie  te  doen,  de  Prins  aan  Burgemees- 
teren en  Vroedfchap  der  gemelde  Stad  heeft  doen  fchrijven  en 
verzogt,  om,  wegens  de  kwaliteit  van  de  Heeren  van  banchem 
en  iCUN^üs ,  als  itaede  van  den  inhoud  der  Privilegiën,  geïnfor- 
meerd te  worden.  Vervolgens  door  Burgemee  teren  van  Leiden 
"daar  op  zijnde  gerefcribeerd  ,  en  het  Mindergetal  daar  tegens 
ceaige  nadere  berichten  hebbende  ingeleverd,  zo  is  door  zJjne 
Hoogheid ,  daar  van  nogmaals  aan  de  Burgemeesteren  en  Vroed- 
fchap^kennisfe  gegeeven.  En  men  heeft  de  vervolgens  gedaane 
Eléaie,  aan  de  zijde  van  zijne  Hoogheid,  daar  op  gegrond,  dat 
Burgpmeesteren ,  geduurende  den  tijd  van  vijfentwintig  dagen, 
zig  niet  zouden  hebben  verwaardigt,  ofte  antwoorden,  ofuit- 

25  '  ftel 


362  HAARLEMS  GéfeMt^Unhfên. 

ftd  ce  vragen;   waar  van  deezen  zig  echter  in  het  vervolg 
'bebben  gedfsculpeert. 

„  Dit  zijn  de  gevallen ,  welken  tot  voorbeelden  worden 
getrokken.  De  authoriteit  van  dezelven  berust  eeniglijk  daar 
op,  dat  het  de  faBo  alzo  gebeurd  is;  zijnde  over  het  Recht 
Dooit  decifie  gedaan.  Maar  geheel  verfchillende  is  geweest  de 
toedragt  der  zaken  in  dit  geval ;  de  Nominatie ,  op  den  7  Sep- 
tember van  het  Jaar  1758,  in  de  Vroedfchap  der  Stad  Haa^ 
iem^  achtervolgende  de  Privilegiën,  ingebragt,  is  befchnldigt 
als  informeel,  fs  veroordeelt,  te  gelijk  is  gefchied  eene  Elec- 
tie buiten  dezelve,  en  de  alzo  verkozene  is,  viafadti^  geni- 
troduceerd ,  alles  op  bloot  bevel ,  dat  men  daar  toe  van  wijlen 
de  Vrouwe  Gouvernante  en  Voogdesfè  heeft  weten  te  obti- 
nccrcn,  en  zonder  dat  het  Kollegie  van  de  Vroedfchap  het 
'geluk  heeft  mogen  genieten  van  over  deeze  Nominatie  ge- 
hoord te  worden. 

„  U  Ed.  Groot  Mog.  zullen  aan  de  Meerderheid  van  d!t 
Kollegie  niet  kwalijk  nemen  ,  dat  dezelven  zig  bekommerd 
vinden  over  de  wijze,  hoe  zij  lieden  zig,  in  zo  dringende 
fituatie,  zullen  uitten.  Deeze  illuflre  Vergadering  is  te  meer- 
malen getuige  geweest  van  de  efforts ,  wnar  mede  de  Stad 
Haarlem  zig  voor  de  belangen  van  het  Vorflelijk  Huis  van 
Oranji  heeft  gefignaleerd.  De  zelfde  hoogachrhig,  de  zelfde 
lever,  de  zelfde  trouwe  kan  de  Leden,  die  de  gedachte 
Meerderheid  uitmaken,  nooit  verlaten.  Maar  mogen  zij  ver- 
laten de  Rechten  van  de  Stad,  die  hen  bijzonderlijk  zijn  be- 
volen? En  kunnen  zij  aanzien,  dat  over  de  Privilegiën,  de 
dierbaarUe  en  eenige  waarborgen  van  onze  vrijheid  en  zeker- 
heid, eene  nieuwe  Rechtbank  zoude  wórden  gecreëerd,  en  U 
Ed.  Groot  Mog.  voorkomen  met  eene  decifie  en  dadelijke 
dispofitie  van  en  op  een  gefchil ,  over  het  welke  ü  Ed. 
Groot  Mog.  alleen  de  Rechters  hadden  kunnen  zijn?  Ver- 
meende het  Stadhouderlijk  gezag,  dat  in  de  Nominatie,  uit 
naam  van  de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  overgeleverd» 
wierden  gevonden  informaliteiten ,  en  dat  de  Prins  Erfftadhou- 
der  bevoegd  komt  te  zijn  zig  deswegens  te  informeeren,  had 
wijlen  de  Vrouw  Gouvernante ,  ter  plaatze  daar  zulks  -be- 
hoor- 


HAARLEMS  GffMiienisfen.  365 


hoorde,  genomen  het  vereisdite  bericbt,  en  waren  de  gefustt* 
oeerde  vergrijpingen  door  indudie  niet  te  redresfeeren»  hec  zijn 
immers  U  Ed.  Groot  Mog»  alleen ,  wier  hoog  gebied  tusfchea 
den  ErfOadhottder ,  de  Nominade  als  illegaal  willende  confide* 
reeren,  én  tusfchen  de  Stad  Haarlem^  dezelve  als  legaal  en 
conform  aan  de  Privilegiën  defendeerende »  moesten  beflisfen. 
Of  fastineerde  haare  Koninglijke  Hoogheid  eene  Elcftie  te 
mogen  doen,  of  geheel  bniten  de  Nominatie,  door  de  Vroed- 
fchap  overgeleverd ,  of  nit  dezelve  te  famen  met  nog  iets «  das 
met  gelijken  naam  gebaptifeerd  word,  de  Prins  Erflhidhouder 
verironwd  zijne  CommisGe  en  de  Privilegiën,  in  welkers  ach« 
cervolginge  hoogatdeszelfs  welbehagen  bepalingen  vind,  zo  ver* 
re  te  ffrekken;  de  Stad  Haarlem  contefieerd  het  zelve;  het  wa- 
ren U  Ed.  Groot  Mog.  alleen,  welkers  oppermacht  moest  tus- 
fchentreden  en  de  zaak  regelen, 

„  Het  Is  waar,  bij  de  altoos  hooggemelde  Commisfie  hebben 
U  Ed.  Groot  Mog.  den  Prinfe  Erflfauihouder  geauthbrifeerd , 
om,  in  den  ftaat  van  Gouverneur,  Kapitein- Generaal  ^n  Admi- 
raal, voor  te  itaan,  te  vorderen  en  te  bewaren  de  Hoogheid, 
Gerechtigheid ,  Privilegiën  en  Welvaren  van  den  Lande ,  Leden, 
Steden  en  Ingezetenen  van  het  zelve.  Maar  het  is  even  zeker 
dat  deeze  onthouding  en  aanftelling  tot  het  oeffenen  en  bedienen 
van  den  gemelden  flaat  niet  is  gedaan  abdicative.  P  Ed.  Groot 
Mog.  continueeren,  zonder  verlatinge,  in  het  hoogde  degres, 
te  bevorderen  en  te  bewaren  de  Hoogheid,  de  Gerechtigheid 
en  het  Welvaren,  zo  van  hec  Land  in  het  gemeen,  als  van  de 
.bijzondere  Leden,  Steden  en  Ingezetenen  van  het  zelve.  En 
op  gelijke  wijze  bevorderen  en  bewaren  dezelve  U  Ed.  Groot 
Mog»  de  Privilegiën,  en  hebben  zig  daar  van  nooit  geabandon- 
Beerd.  Bovendien  zo  is,  met  alle  eerbied  gezegd,  in  dit  Arti- 
kel van  de  Commisfie,  bij  het  welke  aan  den  Prinfe  Erfïïad- 
houder  word  bevolen  de  Privilegiën  voor  te  (laan,  niet  begre- 
pen de  verandering  der  Magifbaaten ;  ^n  men  moet  zig  verwon-  . 
deren  dat  van  het  zelve  in  deezen  opzigte  zodanig  geabufeerd 
word.  Ter  contrarie  is  ,  tot  de  Magidraatsbellellinge ,  een 
gancsch  bijzondere  hist  ingerigt,  van  de  vorige  pointen  geheel 
onderfcheiden.  En  bij  dien  bijzonderën  last  is  niets  anders  aan 
^eu  Stadhouder  bevolen,  als  de  Burgemeesteren,  Schepenen 

en 


Stf4  HAARLEMS  (hfikiêdenis/iè. 


en  Wetteri  te  veranderen  naar  behoren  en  achtervolgende  dtf 
Privilegiën  van  de  refpeaive  Steden  en  ï^laaizen.    De  waare  zin 
van  deezen  last  is  hier  voren  voldoende  betoogd.    lo  bet  doca 
der  Jaarlijicfche  veranderingen ,  op  de  vastgeftelde  tijden ,  in 
zu  ke  Kollegien  en  uit  zodanige  Nomioatien ,  als  de  Privilegiën 
van  elke  S(ad  medebrengen,  is  al  de  magt  van  deo  Stadhouder 
omtrent  dit  poliKfl  begreepen.    Dit  is  het  behoren  en  de  achter- 
'  volgtng  der  Privilegiën ,  in  welke  palen  de  uitwerkingen  van  dot 
Stadhouders  Cominisde  is  befloten.    Daar  tegens  zijn  de  Scedeo 
en  de  Regeeringen  van  deze! ven,  in  z\g  zelven,  verbonden» 
offl)  ten  rcguarde  van  de  Nominacien,  en  alies,  wat  toe  deze^ 
ven  betrekkelijk  is,  mede  te  moeten  handelen  naar  bet  voor- 
fchrtft  der  Handvesten,    Zoude  daar  tegens  Worden  gecontra- 
venieerd,  of  zoude  iemand  buiten  den  regel  van  de  Voorrechten 
worden  verkort,  de  gewone  weg  Haat  open,  naar  den  aart  der 
zaken,  bet  zij  tot  U  Ed.  Groot  Mog.  door  eerbiedige  klagten» 
of  het  zij  naar  elders  door  de  wegen  van  JuHitie.    Maar  nooit, 
nogte  immer,  en  hier  in  berust  de  finale  decitie  op  dit  gantiche 
Artikel,  nooit,  nogte  immer,  met  20  veel  reverentie,  als  fidu- 
tie,  gezegd,  is  de  Stadhouder  door  U  £d«  Groot  Mog. gecre- 
ëerd tot  Rechter  in  het  ftuk  der  Privilegiën  roerende  de  Magi- 
flraatsbeftellinge ;  niet  daar  lusfchen  particulieren ,  als  particulie- 
ren; niet  daar  tusfchen  Regenten,  als  Regenten,  verfchil  is; 
minder  nog,  daar  de  Stadhouder  zoude  worden  gepermoveerd 
zig  zelven  aan  te  trekken  een  Recht,  om  te  gaan  buiten  de  No- 
mrnatien,  door  de  Privilegiën  geordonneerd;  en  allerminst  daar 
éfe  fndto  \%  toegetreden  tot  daden ,  over  welkers  validiteit  of  on- 
beflaanbaarbeid  tusfchen  den  Stadhouder  en  de  geenen,  die  do- 
leeren daar  in  te  zijn  verkort,  het  oordeel  moet  vallen. 

„  Allerbillijkst  is ,  vervolgens ,  de  voorzorg ,  dat  de  Burgers 
en  Ingezetenen  geen  twijffol  opvatten  over  de  wettigheid  van 
hunne  Regenten,  en  of  dezelven  door  verkeerde  wegen  in  de 
Regecringe  mogten  komen,  om  eene  partti  te  fierken.  Het 
waren  wel  geene  vreemde  gevoelens  van  den  vreemden  Am» 
basfadeur,  die,  in  een  nabuurig  Rijk,  openlijk  de  namen 
van  partijfchap  hoorende  noemen,  in  de  venvonderinge  daar 
over^  zeide,  dat,  wanneer  in^ijn  Land  iemand  dorst  voor* 
geeven  van  de  partije  des  Kouings  te  wezen,  zodanige  de 

ürof 


HAARLEMS  Üerehiedenhfen.  3^5 

ftrop  tot  loon  zonde  verkrijgen;  om  reden  dat  de  geene» 
Welke  zig  noemt  van  de  parcije  des  Konings,  daar  door  fup- 
poneerd  eene  partij  tegens  den  Koning,  en  dat,  bij  eene  goe- 
de oppermacht,  alle  zijne  Onderdaanen  met  gelijke  befchermin- 
ge ,  bevorderinge  en  liefde  begunftigende ,  de  iwijiF^l  over  reci- 
proqae  algemeene  liefde  en  vertrouwen  voor  belediginge  word 
opgenomen.  Men  vindiceerd  het  Recht  tot  deeze  réciproque 
verwachtinge  voor  U  £d.  Groot  Mog.  met  alfe  billijkheid. 
Maar  is  onze  Conflitutie  zo  ongelukkig,  dat  de  partijfchappeo 
de  refleélie  en  voorzorg  vorderen ,  zo  moet  men  gehoorzaamsc 
aanmerken ,  dat  de  geredouteerde  twijffel  niet  kan  worden  voor« 
gekomen,  en  dat  de  liefde,  het  vertrouwen  en  de  gehoorzaam- 
heid niet  kunnen  werden  geconferveerd ,  anders,  als  dai  het 
werk  van  de  verkiezinge  der  Regenten  geregeld  blijve  in  de  be- 
palingen van  de  Privilegiën;  dat  de  handelingen  van  dè  Vroed- 
fcbap,  welken  collegialiter,  en,  daar  het  niet  is  bij  eenparig- 
heid ,  met  behoorlijke  Meerderheid ,  zijn  befloten ,  effeét  be- 
houden; zonder  dat  eene  kleine  cabale  zig  vermeent  de  orde 
om  te  keeren ,  en  door  alle  wegen  betraéht  voor  zig  te  verkrij- 
gen de  begundiging  van  een  eminent  gezag,  'om  z\g  daar  door 
in  den  Seoel  der  Regeertnge  in  te  dringen.  Hier  toe  is  hec 
Stadhouderlijk  opzigt  de  (lerkfte  band ,  handelende  in  achtervol- 
ginge  van  de  Privilegiën.  Maar  nooit,  en  in  geen  geval,  ga- 
dtlurende  den  gantfchen  loop  van  de  hooggeëerde  beüieringe, 
hebben  buitengewone  middelen  eene  bedendige  run,  ecndragt 
en  <;onfiance  tot  gevolg  gehad.  £n  het  humeur  van  de  Natie  is 
niet  gekend  bij  den  geenen,  die  zulks  ooit  verwagt. 

„  Dat  wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid,  bij  het  verkiezen 
van  SALOMON  VAN  ECHTEN  tot  Burgemeester,  intentie  zoude 
hebben  gehad  iemand  in  zijnen  rang  te  verkorten ,  is  nooit  bi} 
de  Vertooneren  in  de  gedachten  opgekomen ;  en  dezelven  zijn 
niet  in  (laat  aan  den  wille  van  de  Vordinne  te  twijfTclen.  Maar 
het  is  onalTcheidenlijk  van  de  meiifchelijkheid ,  dat  niet  altoos 
de  uitwerkingen  aan  het  heilzame  der  oogmerken  voldoen.  Ea 
de  bekommering  heeft  tot  voorwerp  het  gewrogte ,  namelijk , 
of  door  de  daad  van  de  gemelde  verkiezinge ,  de  Hechten  van 
de  Stad  en  het  gemeene  tvelzijn  van  dezelve  zijn  getoucheerd; 
of  de  vrijheid  en  zekerheid  der  Burgeren  en  Ingezetenen,  wel- 
ken 


SS6  HAARLEMS  Oefikied^isfefÊ. 


ken  in  deeze  Rechten  gefbndeert  zijn,  vermindering  komen  cc 
lijden»  en  of  die  geenen,  welken,  door  de  kiezinge  van  hunne 
Perfoonen  tot  het  dubbel  getal ,  een  wettig  Recht  hadden  ver- 
kreegen  daar  toe^  dat  uit  dezelven  de  £le6tie  van  Burgemeeste* 
ren  moest  gefchieden ,  in  dit  hun  Jus  quafifum  benadeelt  mogen 
zijn* 

,,  Eindelijk  is  aan  de  Haarlemfche  Vroedlchap  niet  onbe* 
wust.  dat  de  Erflladhouder,  en  dus  ook  wijlen  haare  Koning- 
lijke  Hoogheid,  ongebonden  was  aan  eenig  Formulier,  waar 
mede  hoogstdezelve  haare  gedane  Eleétie  aan  den  Officier  der 
Stnd  Haar  tem  zoude  toezenden*  Maar  de  remarque ,  deswe- 
gens  gemaakt ,  is  gefundeert  daar  in ,  dat  het  gewone  en  tot  hier 
toe  gebruikte  Formulier  was  overeenkomende  met  de  verbin- 
dende Privilegiën,  als  denuncieerende  eenc  verkiezing,  gedaan 
uit  de  Perfoonen,  bij  Nominatie  van  Burgemeesteren ,  Schepe« 
nen  en  Raaden  der  Stad  Haarlem  voorgefleld.  Uit  de  geenen , 
welken  bij  dusdanige  Nominatie  voorgefleld  worden,  gefchied 
deeze  verkiezing  wettig.  Maar  uit  Perfoonen  ,voorgefteld 
zonder  of  buiten  zodanige  Nominatie,  kan  geene  wettige  Eiec- 
tie  gedaan  worden*  En  de  nieuw  verkozen  extenfie  heefc  het 
capitale  defeét «  van  niet  aan  te  fcbrijven  eene  verkiezinge  ach* 
tervolgens  de  Privilegiën;  de  gronden,  waar  in  alle  wettigheid 
van  dezelve  moet  berusten. 

„  Met  reden  word  ook  getwijfield ,  of  eenig  voorbeeld  ge* 
produceert  zoude  kunnen  worden,  waar  bij  de  eigen  of  gelijk- 
fooriige  bewoordingen  in  eenige  gevallen  zouden  zijn  gebruikt  $ 
en  dat  op  dezelven  geene  aanmerkingen  zouden  hebban  gehegt* 
Het  eenige  geval ,  het  welk  met  het  tegenwoordige  in  compa- 
ratie  zoude  kunnen  gebragt  worden,  is  het  gebeurde  omtrent 
de  reeds  gedachte  verkiezinge  van  Schepenen  der  Stad  Leidett. 
Manr  de  aanfchrijving,  door  den  Prins  willem  den  III  in  dat 
geval  gedaan,  was  ingerigt  in  ganisch  verfchiilende  bewoordin- 
gen, zo  als  ook  het  geval  was  verfchiilende;  te  weten,  deeze 
Nominatie  van  het  Mindergetal  der  Leiifche  Vroedfchap  was 
nog  in  ftaat,  of  immers  dorst  zig  vermeeten  de  plaats  van  zijne 
geboorte  te  noemen ,  en  wilde  zig  vertoonen  als  geformeerd  in 
de  Leidiche  Vroedfchap,  fchoon  de  Minderheid  van  dezelve. 
Hier  op  grondde  zig  de  Prins  Erflladhouder,  en  declareerde 

zij* 


HAARLEMS  GefMédenisfin.  %6f 


zijne  Eleaie  gedaan  te  hebben  uit  de  Nominatie,  geformeerd 
in  de  Vroedfchap  der  Stad  Leiden;  welke  verlciezing  dan  in 
so  verre  nog  eenigzints  wierd  gecircumfcribeerd  en  bepaald 
aan  eene  benoeminge,  welke  aan  de  verdere  Leden  van  de 
gemelde  Vroedfchap  niet  onbekend  moest  zijn.  Maar  ook  dit 
geringe  foutien  in  het  tegenwoordig  geval  ontbreekende ,  is  de 
Misfive  van  wijlen  haare  Koniiiglijke  Hoogheid,  aan  de  eene 
2ijde,  wel  te  confidereeren^  als  zeer  prudent  ingerigt,  mena* 
geerende  de  daufule,  in  de  Leidfche  aanfchrijving  geplaatst, 
om  dat  het  geene  daar  bij  zoude  zijn  gezegd  geworden,  in 
dit  geval ,  tcgens  de  waarheid  moeste  flrijden.  Maar  te  gelijk 
is  dezelve  Misfive  van  zo  veel  wijder  uitzigt,  als  'geheellijk 
achterlatende  het  gekwalificeerd  en  noodzakelijk  voordel  van 
de  Vroedfchap.  Hoe  wel,  niettegendaande  deeze  zo  notabele 
en  wezenlijke  differentie,  echter,  zo  in  de  groote  Vroedfchap 
der  Stad  Leiden  ,  als  in  andere  publieke  gefchriften ,  over 
deeze  gemenageerdè  uitdrukkinge ,  waar  van  zelfs  in  den  eer- 
den opflag  het  fubtile  niet  was  geapprofundeert,  zwaarlijk  is 
geklaagd  geworden. 

„  Waar  mede  nu  van  zelve  geleid  wordende  tot  de  geval- 
len, door  haare  Koninglijke  Hoogheid  geindigiteerd ,  als  zul- 
ken,  waar  in  de  Stadhouder  in  der  tijd,  bij  het  doen  der 
Elet^ien,  niet  bepaaldelijk  heeft  gevolgd  de  Nominatie,  bij 
de  Meerderheid  der  Yroedfchsp  geformeerd ,  zo  zal  men 
gaarne'  toedaan,  dat  zulks,  ae  fa£lOy  in  het  gemelde  geval 
,  gebeurd  is.  Maar  de  voordand  der  Stads  Rechten  en  Privi- 
legiën, waar  toe  de  Vroedfchap  zo  duur  verbonden  is,  con- 
drtngeerd  dezelve  te  moeten  contedeeren ,  dat  het  zelve  zou- 
de kunnen  zijn  gefchied  conform  de  Privilegiën ,  en  het  Recht 
des  Stadhouders,  in  het  maintineeren  van  dezelve.  Ten  dien 
einde  gedraagt  men  zig,  nogmaal,  aan  den  bij  den  aanvang 
deezer  judificatie  gecouvenieerden  en  vervolgens  herhaalden 
grondregel,  dat,  ten  deezen',  als  rigtfnoer  móet  worden  ge- 
volgd het  diétamen  van  de  Privilegiën,  Wetten,  Codumen  en 
Üi'antien,  en  niet  het  geéne  word  geoordeelt  te  zijn  van  de 
convenientie.  Men  zal  hier  toe,  ter  deezer  plaatze,  niet  re- 
peteeren  het  geene  nu  is  afgehandelt.  Min  nog  zal  men  zig 
extendeeren  over  het  Q^rooi ,  door  Keizer  «arel  aan  de 

Stad 


308  HAARLEMS  GêrehiêdenisfeHé 

Stad  Leiden  vergund ,  en  volgens  het  welke  de  verkiezing  d« 
daar  mede  moet  worden  gedaan  uik  eene  Nominatie ,  door  de 
veertigen  geformeerd.  Maar  men  zal  alleen  aanmerken,  dat, 
wanneer  de  Minderheid,  welke  in  het  geval  te  L$iden  zig 
heeft  willen  oppofeeren,  de  defenfie  der  jsake  op  zig  heefc 
genomen,  dezelve  buiten  (laat  ia  geweest  eenigen  grond  uit 
de  Privilegiën  aan  te  wijzen,  en  dat  men  zig.  he^ft  moeten 
ves:igcn  óp  bijbrengingen ,  zo  uit  het  Civiele  als  uit  het  Ka- 
sonieke  Recht  ,  en  wel  op  zuiken,  welken  in  zig  zelven 
gantsch  opgcfundeert  zijn,  en,  bovendien,  in  overbrenginge 
op  het  tegenwoordig  geval  in  d?  Stad  Hnarlem^  geheel  bui- 
ten applicatie  komen  te  wezen.  Te  w(2ten .  het  was  aldaar  in 
C9>fe^foy  dat  Mr.  klaas  van  banchem,  genomineerd  bij  de 
Meerderheid  van  de  Vroedfchap,  nog  niet  had  vcP'uld  den 
ouderdom  van  achtentwintig  Jaaren,  welken  binnen  de  Stad 
heiden  veieischt  worden  om  als  Schepen  te  kunnen  fungee- 
ren;  en  Mr.  petrus  cun^us,  insgelijks  op  de  zelfde  Nomi- 
natie gebraö:t/,  wierd  getauxeerd  te  zijn  een  vreemdeling,  die 
nooit  het  Recht  tot  het  Burgerfchap  der  Stad  Leiden  had 
verkreegen.  Dit  in  f, do  gcpofeerd  en  ook,  immers  gedeel- 
telijk, de  waarheid  zijnde,  zo  heefc  men  daar  op  zeer  vrij- 
moedig geasfumeerd,  dat,  volgens  den  inhoud  der  Civiele 
Rechten  „  notoir  zoude  wezen  dat  iemand  ,  hebbende  het 
Recht  van  de  Nomioatie  of  Prefent^iie  tot  eenig  Ampt,  en 
daar  toe  nomineerende  Perfoonen,  in  hun  zelven  ongekwalifi- 
ceerd, het  effeét  van  zodanige  Nominatie  ten  eenemalen  komt 
te  vervallen  en  te  veri^an,  pn  dat  de  geene,  aan  wien  het 
Recht  tot  de  EIe«,^ie  behoord ,  door  zodanige  benoemingen 
van  inhabile  Perfoonen,  ipfo  fado^  volkomen  gekwalificeerd 
word  om  de  Nominatie  voorbij  te  gaan,  en  anderen  van  be- 
hoorlijke kwaliteit  te  verkiezen.  Men  heeft,  vervolgens,  daar 
bij  gevoegt,  dat,  in  het  Kanonieke  Recht,  voor  een  algemeen 
axioma  gedecideert  en  vastgefleld  zoude  zijn,  dat  eene  Ver- 
gadering, of  het  Meerendeel  van  dezelve,  willens  en  wetena 
op  de  Nominatie  gefteld  hebbende  ongekwalificeerde  Perfoo- 
nen, zodanige  Nominatie  niet  alleen  ten  eenemaal  nul  en  van 
onwaarde  was;  maar  dat  ook  het  gemelde  KoUegie,  of  de 
Meerderheid  van  het  zelve ,  daar  door  inbabiel  zoude  ge- 
maakt 


HAARLEMS  Cefchiedenisfen.  369 


matikt  worden,  om,  voor  die  reize ,   wederom' eene  auderd 
Nominatie  te  formeeren ;  en  dat  bet  aan  de  vrije  diipofitie  van 
den  geenen,  welken  het  Jus  eUgendi  competeerd,  word  gela-' 
ten,  om,  uit  de  Nominatie,  weJke  wel  door  het  Mindergetal 
van  zodanig  Koilegie  ,  maar  van  gekwalificeerde  en  legitieme 
Perfopnen,  ia  gedaan,  te  mogen  eligeeren,  zodanig  als  hij  dan 
oordeelt  te  behoren.    En  men  heeft,  eindelijk,  gezegt  dat  het 
zelve  door  eene  menigte  Rechtsgeleerden  van  alle  Natiën,  over 
de  Civiele  en  .Kanoniekf  Rechten  gefchreven   hebbende  ,   eq* 
door  veele  decifien  zoude   zijn  gecorro'Spreerd.    Dit  was  dè 
algemeene  grond. van  Rechten,  waar  op  men  zijn  onderflaaa 
poogde  te  juflificeeren.    Men  handelde  echter  daar  omtrent  zo- 
danig, dat  zorgvuldig  gewagt  w^rd  te  noemen,  of  aan  te  wij- 
zen, eenige  Wet,  eenige  Aucteurs  of  eenigè  Decifien,  waar 
bij  zodanige  regelen  zouden  zijn  of  geftatueerd  of  geleerd ,  of 
volgens  dezelven   tusfchen  partijen  voor  recht  gewezen  ;  in 
diervoege,  dat  de  Burgemeesters  van  Leiden  betuigd  hebben 
niet  te  weten  op  welke  Wetten ,  Rechtsgeleerden  of  Gewijsden 
geoogd  mogte  worden.    En  het  was  ter  inteniie  van  het  Min« 
dergedeelte  der  Leiifche  Vroedfcbap  ,  welke  aldaar,  zo  als 
fteeds  ten  haaren  bijzonderen  nutte  en  bevorderinge  de  oppofi* 
tie  hadden  gedaan  >  eene  vooczigtige  direétie,  de  hoogopgegee- 
ven  auihoriteiten  hiet  te  openbaren ,  dewijl  als  dan ;  overtuige- 
lijk,  zoude  zijn  bewezen  geworden  dat  aan  de  goede  trouwe  ' 
ongelijk  wierd  gedaan ;  dat  niet  alleen  uit  de  Roomjche  Kerk 
wierden  overgehaald  Rechten,  welken  nimmermeer  onder  het 
gebied  van  Proteftanrfche  Mogendheden ,  ook  niet  in  het  Ec« 
clefiaflfeke ,   zijn  geadmitteerd ,  maar  dat  zelfs  bij  ét  Room' 
fchen ,  en  in  de  vollirekte  Hirarchie ,  dit  bijgebragte  wel  word 
geobferveerd  omtrent  de  Nominacien  en  Prefentatien ,  te  doen 
door  Geestelijken ;  maar  niet.  ten  aanzien  van  zulken ,  waar  toe 
waereldlijken  gerechtigd  komen  te  wezen.    Edoch  latende  zo- 
danige handelwijze  ter  verantwoordingC'  van  die  zig  daar  toe 
bebben  willen    overgeeven  ,   zo  is,   tot  het  oogmerk  van  de  . 
BaarUmfche  Vroedfchap ,  genoeg  dat  de  Aufteurs  en  Voorllan- 
ders  van  de  Leidfehe  moeielijkheden ,  hunne  onderneeming  niec 
anders  hebben  kunnen  verdedigen ,  als  op  een  fundament ,  welk 
fai  cas  fubjecl  niet  word  gevonden,  de  perConeele  ongekwaliü- 
XIX*  D£eL.  Ai  eeerd^    ' 


ffo  HAARLEMS  Gefehiedenisten. 


ceerdhcid  van  de  gecncn,  die  op  deNominade  waren  geplaatst,  • 
van  hoedanige  ongekwalificeerdheid  de  tegenwoordig  benoemde 
Perfoonen  zelfs  niet  worden  befchuldigt.  Men  had  het  fped- 
eufe  voorgeeven  nog  pogen  te  fouteneeren  door  een  tweede, 
genomen,,  zo  als  men  het  wilde  doen  gelden,  uit  de  oudeCon- 
ftitutie  van  deeze  Lands  Regeeringe,  en  hier  in  beftaande,  dat, 
originerfHjk,  de  verkiezing  der  Magiftraaten  geheel  had  berust 
bij  den  Oraave;  dat  dezelve  zig  In  die  verkiezinge  wel  eenlg- 
ziins  heeft  wiHen  limiteeren,  doch  niet  anders,  als  dat  hi)  uit. 
zekere  Perfoonen  ,  dbor  hem  in  derzelver  kwaltteiteiten  van 
Ouderdom,  Gegoedheid  en  Burgerfchap  omfclireven,  wanneer 
zulken  aan  hem  geprefeoteerd  wierden,  de  verkiezing  zoude 
doen.  Maar  het  competent  getal  van  zodanige  Perfoonen  niet. 
voorgefteld  wordende ,  dat  als  dan  de  Umitatle  zoude  ophouden 
daar  te  zijn ,  en  alzo  de  verkiezer  wederom  in  deszelfs  origi- 
öeele  vrijheid  treden.  Edoch  gelijk  dit  argument  niet  minder 
vitieus  is,  dan  het  voorgaande,  en  zulks  niet  alleen  in  deszelfs 
dircae  ftellinge,  ten  aanzien  van  de  Graaven,  maar  nog  veel 
meer  in  deszelft  overbrenginge  tot  de  Prinfen  Stadhouderen , 
welken  nooit  anders  recht  hebben  gehad,  als  alleenlijk  om  te 
kiezen  achtervolgende  de  Privilegiën,  en  geenzmts  om  de  de- 
feaen  ex  pUnitudine  patefiatii  te  fuppleeren  ;  zo  toont  het 
echter,  nogmaals,  dat  men  andere  verwen  heeft  moeten  zoe- 
ken    om    het    vreemd  onderftaan  eenige  koleur  bij   te  zet- 

en. 

En  zonder  zig  verder-  op  te  houden  met  het  bijbrengen 

van  nog  meer  omflagdigheden ,  dit  geval  te  Uiden  benreflfendet 
zal  men  zig  vergenoegen  met  uit  de  Misfive  van  wijlen  haarc 
Koningl  jke  Hoogheid  te  noteeren,  dat  van  de  gevaUen,  alzo 
inet  deli  vlnj^cr  aangeroerd ,  en  dus  mede  van  deeze  Leidfche 
gebeurtcnisfen,  in  de  Registers  van  U  Ed.  Groot  Mog.  niets 
word  vermeld.  Dat  over  zulks,  zo  dit  geval,  als  het  geene  ia 
het  vorige  laar  te  DorJncht  was  voorgekomen,  ingrediënten 
zijn  voor  de  Hiftorie ,  in  welke  daar  over  ook  is  gefproken ,  za 
als  de  verfchillende  gevoelens  medebragten ,  maar  dat  bij  U  Ed. 
Groot  Mog*  nog  over  het  een,  nog  over  het  ander  geval,  ooit 
decifie  is  gedaan  ,  of  de  onderneemingen  zijn  goedgekeurd. 
Wen  Weet  dac  onr  beid«  de  gebcurtenisfen,  en  inzooderhei* 

over 


HAiALEMS  GêfcêieêeMhfen.  371 

over  het  voorgevallene  ce  Dordrechi ,  hevige  comedatien  zijn 
tosTchen  gekomen,  waar  ld  eik  zijn  Recht  een  geruimen  tijd 
heeft  beweerd,  en  die,  eindelijk,  of  bij  fchikkingen  tusfcfaen* 
dei^  Prinfe  Erfftadhouder  en  de  getoucheerde  Sud  bijionderlijk 
zijn  afgedaan,  of  aii  wederzijds,  der  verdrietigheden  moede , 
zijn  gelaten  ia  fiatu  quo.  Hieram  ksn  vk  dezeiven  geene  iilatie 
worden  gemaakt»  maar  ten  deezen  op^gte  moet,  in  deszelfs 
uitterile  vigeur  werken  de  regel  r«  intêr  alioi  a^a  aHUnüm 
pe^judicat.  Of,  ten  minden,  kan  meotegens  deillatttn,  uic 
de  overdrang  genomen,  voülaaa  met  deuitfpraak,  nonvidtn-^ 
éhitn  quid  R<mm  fa&um  efl ,  fed  quid  Rowée  fieri  debeat.  En 
men  ^al,  alleenlijk,  hier  bij  voegeu,  dat,  hoe  zeer  de  Vroed- 
fcbap  der  Stad  Haarlem ,  ten  dien  tijde ,  in  het  begrip  kwam 
i^  zijn  dat  de  Stadhouder  bevoegd  was  tot  het  nemen  van  infor- 
matien,  des  nogthans  dat  de  Raadsheer  en  uit  het  Hof,  doof 
zijne  Hoogheid  geémploieerd ,  gehouden  moesten  worden  ali 
bijzondere  Raadslieden  van  den  Prinfe ,  en  zo  als  welgeda^hte 
zijne  Hoogheid,  bij  de  bovengerecenfeerde  vier  Misfiven,  de^ 
bomes  van  zijne  informatien  was  ftellende  ,  echter  nooit  zal 
kunnen  worden  getoond  dat  de  geobtrudeerde  verkiezingen^ 
liet  zij  te  Dordrecht ,  of  het  zij  te  Ltiden ,  door  de  ftem  van 
dp  gemelde  Vrocdfcbap  zijn  goedgevonden.  ' 

„  Op  de  vierde  aanmerkinge  hier  voren  voldaan  zijnde,  zul- 
len de  Vertooners,  tot  flot,  zeier  gaarne  en  met  oprechte  harten 
toeftemming  dragen  daar  in,  dat,  in  een  Land  van  Vrijheid, 
geen  andere  Vrijheid  behoord  gekend  en  gezogt  te  worden ,  alt 
die  overeenftemt  met  de  gronden  van  den  Staat,  met  de  regelen 
van  de  rechtvaardigheid,  en^met  de  verplichtinge ,  die  op  elk 
omtrent  zijnen  evennaasten  Is  liggende.  Zodanige  Vrijheid  is 
het  eenifflijk  ,  waar  op  het  oog  en  hart  van  de  Haarlem  f cke 
Vroedfchap  is  doelende,  én  dezelve  beftiert  alle  hunne  daden.  ^ 
Om  de  gronden  van  den  Staat  niet  gerenverfeerd  te  zien ,  heeft 
men  zig  getroost  de  ongenoegens,  waar  van  aan  U  Ed.  Groot 
Müg.  zijn  voorgekomen  de  geanimeerde  blijken,  zodanig  dat 
de  Meerderheid  der  Leden  tot  in  hun  hart,  dat  volgens  de  ge- 
dachte  gronden  vrij  plagt  te.  wezen,  getauxeerd  zijn  geworden. 
Het  is  om  deeze  gronden  te  bewaren ,  en  te  gelijk  om  de  Pri- 
vilegiën van  de  SxMiHaarUm  te  verzekeren,  dat  men  zig  beeft 

Aa  A  ©oe- 


y 


37»  HAARLEMS  GêfchieJenhfeü. 


\ 


moetQQ  oppofeeren  tekens  de'  verkiezinge  vian  salqmon  vAit. 
ECHTEN  builen  de  Nominatie ,  dewijl  de  gronden  van  den  Staac. 
het  gebied  des  Stadhouders  niet  verder  admitceeren ,  dan  In  de 
uicvoeringe  van  deszeifs  Commlsfie,  dewijl  die  Connnisffe  de 
Magidraatsveranderingen  bepaalt  in  de  acbtervolginge  van  de 
Privilegiën ;  en  dewijl  de  Privilegiën  willen  dat  detze  verande- 
ring zal  gefchieden  uit  de  Nominatie.  Om  niet  ce  zondigen  te« 
gens  de  regelen  der  rechtvaardigheid»  die  willen  dat  aan  elk 
bet  ^ijne  zal  worden  toegelchikc,  heeft  men  aan  wijlen  haare 
Konidglijke  Uoogfaeld ,  ter  £leéiie  van  Burgemeesteren  der  Stad  - 
Haarlem^  geprefenteerd  een  dubbel  getal  van  Perfoonen,  aan. 
welkom  de  Meerderheid ,  op  haaren  Eed  en  Confcientie,  heeft 
geoordeelt  dat  het  Recht  der  Benoemiiige  wettig  toekwam.  Ea 
om  de  verpligting  tegens  den  evennaasten  niet  te  fchenden, 
heeft  men  gefchroomd  voorbij  te  gaan  zülken ,  welken  men  ver- 
meende zonder  belediginge  niet  voor^j  gegaan  te  kunnen  wor- 
<  den  9  praïfereerende  »  naar  vcrpligtinge ,  het  Recht  voor  de- 
Gratie,  en  volgende  daar  in  geen  anderen  regel,  als  welke  men 
wenscht  ook  omtrent  zig  zelven  geapplicecrd  te  zien.  Dit  zijn 
de  principes,  waar  op  de  Vroedfchap  haare  benoeming  beeft* 
doen  berusten :  en  dezelven  vermeent  men  niet  te  kunnen  of  ce 
mogen  verlaten,  zonder  zig  fchuldig  te  maken  aan  dat  geene» 
waar  over  men  thans  buiten  grond  word  geaccufeerd.  Te  con- 
defcendeeren  daar  in ,  dat  Burgemeesters  van  de  Stad  Haarlem 
zonden  worden  verkozen  buiten  de  Nominatie,  in  de  Vroed- 
fchap geformeerd  en  uit  naam  van  dezelve  overgeleverd,  zoude 
de  Privilegiën  van  de  Stad  vernietigen.  Aan  een  verbeeld 
Hecht  van  Opvolginge  te  attribiieeren  ,  het  geen  alleen  toekomt 
aan  de  allernotabelflc ,  de  verftandiglle  en  de  vreedzaamfle  lief- 
hebberen van  bet  Vaderland,  zoude  de  rechivaafdigheid  omkee- 
ren.  Voorbij  te  gaan  de  geenen ,  weiken ,  volgens  overcuiginge 
van  gemoed ,  tot  de  benoeminge  gefcbikt  zijn ,  zoude  de  veron^ 
gelijking  van  zijiicMi  evennaasten  voor  geoorloofd  (lellen. 

„  Maar  allerverst  is  het  daar  van,  dat  de  Meerderheid  van 

\         de  Vroedfchap  der.  Stad  Haarlem  aan  wijlen  haare  Koninglijke 

Hoogheid,  glorieufer  gedachtenisfe ,  zoude  hebben  willen  ont- 

rccmen.  de  faculteit,  om  gebruik  te  maken  van  het  Recht,  aan 

dezelve  in  d«  vcrkiezinge  van  Regenten  competeereodé.    Het 


HAARLEMS  Gèfchiêiinhfen:  373 


tangedragen  verdichtzel  van'  eene'  vastgeftélde  uicfluitinge  li 
hier  voren  ten  vollen  wederlegd. 

»,  Dat  de  faculteit ,  aan  den  Prinfc  Erfïïadhouder  opgedra- 
gen, om  Burgemeesteren  en  Schepenen  te  verkiezen,  niet 
heefc  kunnen  gebruikt  worden  in  het  verkiezen  van  zulke 
Leden  der  Regeeringe  9  welken  niet  op  de  Nominatie  zijn 
gebragt,  is  de  waarheid.  Maar  het  is  te  gelijk  waar,  dat 
nooit  zodanige  faculteit ,  om  m  de  Stad  Haarkm  Burge- 
meesteren en  Schepenen  te  (lellen  buiten  de  Nominatie ,  aan 
eenigen  der  Prinfen  Erfdadhouderen  is  opgedragen  geworden. 
Het  gezag  word  niet  verkort,  hec  geene  binnen  de  weuigge* 
ftelde  palen  geborneerd  blijft.  £n  wanneer  aan  eeoen  Vorst» 
wiens  gedachtenis  aan  het  Gemeenebest  niet  onverfchillig  kan 
zijn,  als  eene  vcrkleinlnge  wierd  voorgeworpen,  dat  hij  in 
het  gebied,  zo  als  hij  ten  dien  tijde  was  voerende,  niet  ver-, 
mogt  te  doen  alles,  wat  hij  wilde,  antwoorde  dezelve,  wijs- 
felljk,  ik  doe  alles  wat  ik  wil 9  want  ik  wil  niets  anders^ 
als  het  geene  de  Wet  heeft  toegeftaan. 

„  En  berustende,' aan  de  eene  zijde,  in  de  verzekennge 
dat  U  Éd.  Groot  Mog.  de  Rechten  des  Erfïïadhouders ,  die 
hij  heeft  en  wettig  vermag  te  oefFenen,  niet  zullen  verminde- 
ren, of  gedoogen,  dat,  in  eenen  tijd  van  Minderjarigheid, 
daar  in  zouden  worden  gemaakt  prajjudiciabele  veranderin- 
gen; zo  inhatreerd  de  Haarkmfchp  Vroedfchap,  reciproque- 
lijk,  het  allerbiUijkst  vertrouwen,  dat  ook,  aan  de  Jftidere 
zijde,  door  ü  Ed.  Groot  Mog.  nimmer  gedoogd  zal  worden 
dat  de  Privilegiën  en  Handvesten  der  Steden,  welken  ftaan  in 
niet  min  heilige  cuftodie,  dan  de  Rechten  van  de  Minderjari- 
gen, gantsch  zouden  wórden  vernietigd;  maar  dat  het  recht- 
matige oppergebied  van  U  Ed.  Groot  Mog.  de  notoire  pr«-  • 
jaditie,  door  de  Elegie  van  salomon  van  echten,  tot  Bur* 
gemeester  der  Stad  Haarlem ^  buiten  de  Nominatie,  aan  de 
Voorrechten  der  gemelde  Stad  toegebragt,  zal  doen  herftellen 
op  zodanige  wijze,  als  wel  met  het  meeite  menngement  voor 
de  hooge  waardigheid  van  het  Erfdadhouderfchap,  doch  te- 
Tens  met  de  meeste  zekerheid  voor  de  Stad  Haarlem^  en 
'voor  deczelver  Burgeren  en  Ingtzetenon,  ïniugaders  tot  voor- 
Aa  3  ko- 


$7^'  HAARLEMS  Gefehieienêijitl. 


Jkominge  vtn  andere  gdijke  ooderneemingeii,  best  zal 
gefchieden.** 


Deeze  Jnftificatle,  met  het  daar  toe  behorende  Request» 
op  den  8  Februari] ,  ter  Staatsyergaderinge  ingediend  zijnde , 
▼ondcn  hunne  £d.  Croot  Mog«  goed,  ,,  dat  deeze  beide 
„  (hilcken,  met  en  nevens  der  Vertooneren  eerfte  Request» 
,9  en  de  daar  op  ingelcomen  Misflvè  van  wijlen  haare  Koning- 
,,  lijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtenisfe,  zouden  worden 
„  gééxamineerd  door  de  Heereft  van  de  Ridderfchap  en  ver- 
yj  dere  hunner  £d.  Groot  Mog.  Gecommitteerden  tot  het 
99  groot  Befoigne.  en  de  Vergadering  daar  op  gedient  van 
,,  derzelver  Confideratien  en  Advies.** 

Tegen  de  Protesten  wegens  het  voorgevallene,  na  de  ver^ 
kieztnge  van  Jen  Heere  salomon  van  echten,  als  Burge- 
meester van  deeze  Stad,  door  den  Heere  Hoofd-pfficier  en 
tcht  Leden  van  de  Vroedfirhap,  in  December  gedöan,  heeft 
de  Ed,  Groot  Achtbare  Heer  Burgemeester  Mr.  jacob  deutz^ 
die  aan  zig  behouden  had  om  op  dezelven  zijn  tegenbedun* 
ken  te  doen  aantekenen,  den  i6  Maij,  twee  Contra- Aanteke- 
ningen laten  doen.  De  eerfle,  gerigt  tegen  het  Protest  van 
den  Heere  Hoofd-Officier,  in  de  Kamer  van  Burgemeesteren 
ingeleverd,  luidde  aldus: 

„  De  Ondergetekende  Mr.  jacob  deutz^  zig,  op  den  so 
December  des  voorleden  Jaars  1758,  tegens  het  Contra- Pro- 
test, door  Mr.  daniel  jan  kamerling  gedaan  ten  zelfden 
dage»  en  waar  over  de  Refolutie  om  de  afwezendheid  van 
den  Burgemeester  Mr.  m*  w.  van  valkenburg  ,  (zijnde  ge- 
committeerd ter  dagvaart)  tot  op  den  25,  daaraanvolgende» 
was  uitgefleid  geworden ,  hebbende  gereferveerd  nadere  aante- 
kening; en  door  bet  tusfchengekomen  allerflnerteiijksc  affter- 
ven  van  haare  Konlnglijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtenis- 
fe,  als  nu,  om  te  voldoen  aan  de  einden,  bij  zijne  Verkia- 
ringe  van  den  15  Januarij  van  hec  Jaar  175^,  oprechtelijk  ter 


HAARLEMS  Oefekiedenitfim.  ^75 

neder  gefield,-  willende  menageeren  deo  inboad  van  hec  ,wor- 
ichreve  Contra- Protest  in  *t  breede  te  wederleggen ,  zal  al- 
leen,  COC  voorih^nd  van  de  wettige  Conftitutie  deezes  Lands» 
en  op  dac  de  Nakomelingen  niet  mogen  gefurpreneerd  zijn 
daar  ojrer,  dat  deeze  Vroedfchap  zoude  hebben  zien  ^otulee- 
ren  Declaratien  \  direételijk  de  gronden  van  de  Regeeringe 
renverfeerende ,  zonder  dac  dezelven  zouden  wezen  beant- 
woord, bij  deezen  nader  doen  aantekenen: 

,,  Dac  niemand'  in  de  funétie  van  de  Graaven  is  gefucce- 
yy  deert,  dan  alleen  de  £d.  Groot  Mog.  Heeren  Staaten  van 
Hêliand  en  ff^estfrieüand ^  onze  eênige  wettige  Souverai- 
ne  Overheid;  en  dat  van  dezelven  voortkomen  alle  hooge 
Rechten»  welken  in  deeze  Provintie  worden  géoeffend,  eu 
zulks  conform  en  uit  kracht  van  de  Commisfien ,  door 
hooggemelde  hunne   £d.  Groot   Mog.   refpeftiveiijk   ver- 


99 

i 
f» 

9,  leend. 
„  Dac  hec,  wijders,  errooeus  en  abufief  is,  dat  uit  de' 

f» 

9> 


Misfive  van  haare  Koninglijke  Hoogheid  zoude  zijn  geble- 
ken, dat  hoQgstdezelve  niet  was  gegaan  buiten  de  Nomina- 
tie; maar  dat,  ter  contrarie,  door  haare  Konlngfijke. Hoog- 
heid zoude  zijn  gedeclareerd  de  £ieaie  te  hebben  gedaan 
,,.  uic  de  overgezonden 'Perfoonen;  moetende  de  MLsfive  zei- 
y^  ve  dit  ad  ocu/um  demondreeren ,  dac  haare  Koninglijke 
„  Hoogheid  verklaard  de  £leéUe  ce  hebben  gedaan  uic  de 
„  Perfoonen,  aan  de  Vorflinne  (zo  als  haare  eigen  woorden 
,,  luiden)  eer  bekledinge  van  hec  Burgemeesterfchap  der  Stad 
,,  Eaarletn  voorgeHeld,  zonder  eenig  gewag  te  maken  van 
y,  de  Nominatie;  en  dat  hec,  over  zulks,  in  eene  Vroedfchap 
^,  der  Stad  Haarlem  volmaakte  (teijdigbeden  zijii ,  te  betuigen 
»,  dac  mén  de  Privilegiën  van  de  Stad  onveranderlijk  wil  hel- 
Yt  pen  maindiaeeren,  en  (in  welke  kwaliteit  hec  ook  wczéu 
9,  mag)  de  hand  te  leenen  tot  hec  dadelijk  inflellen  van  ecne 
»,  verkiezinge,  dired  tegens  de  Privilegiën  inlopende.'' 

f.  Verzoekende  dac  deeze  zijne  nadere  aanrekening  mede  in 
de  Nocülen  van  Burgemeesceren  mag  worden  gebragc." 
Aitum  HaarUm,  dtn  16  Maij  1759. 

JACOB  DEüTZ. 

A«4  Pe 


Ï75  HAARLEMS  dfchUdenUfen, 

I  -     ■  ■ 


De  tweede,  tegen  de  aantekening  der  acht  Leden  van  de 
Vroedfchap  gedaan,  en  in  derzelver  Refoluden  gevoegd,  wai 
van  den  volgenden  iQhoud: 

,.,  De  •  Ondergetekende ,  aan  zig  hebbende  voorbehouden, 
om  op  het  Protest,  door  de  Heeren  la  KLé,  steenis,  VAif 

DER     WAAIEN  ,    VAN     HOOGENDORP  ,     VAN    DEN    BROEK  ,    VAIf 

2AANRN,  KAMERLING  en  PARvé ,  den  25  Decembcr  des  voor- 
leeden  Jaars  1758,  overgeleverd,  te  doen  zodanige  contra* 
aantekeningen,  als  dezelve  zou  meenen  te  behoren,  verklaard^ 
bij  dceze,  tot  cene  korte  beantwoordinge  van  het  voorzegd» 
Protest. 

„  Dat  hij  Onder/retekende  zig,  met  volkomen  gerustheid, 
refereerd  tot  de  Notulen  van  het  gebefolgneerde  5n  de 
Vroejirchappen ,  op  den  11  en  18  September  van  het  Jaar 
'^^75^  gehouden  ,  als  zullende  de  wettigheid  en  regulierheid 
der  handelingeu,  zo  van  den  Ondergetekenden,  als  van  den 
Heere  Burgemeester  van  valkenburg  ,  en  de  verdere  Le- 
den, daar  door  voldoende  zijn  gejuflificeerd;  en  te  gelijk 
betoogd  dat  hun  gepofeerde  nopens  de  houdinge  van  den 
Prefideni  -  Burgemeester  witte  conform  de  waarheid  is.' 

„Dat  het,  vervolgens,  niets  ter  zake  kan  doen,  of  de 
gemelde  Vergadering  der  Vroedfchappen  aan  de  gedachte 
acht  Leden  wederom  mogte  zijn  afgezegd,  dewijl  eene  af- 
zegging, gefchieduit  last  van  eenen  dör  Burgemeesteren  in 
zijn  particulier  en  buiten  Refoluiie  van  de  Kamer,  niet  had 
behoren  voor  eene  afzeg^inge  gehouden  te  worden ,  of  daar 
aan  eenigzints  te  zijn  gedefereerd» 

„  Dat  ook  de  befluiten  deezer  Vergaderinge,  bij  de  Meer- 
derheid van  de  Leden  der  Vroedfchap,  geenzints  zijn  geacht 
voor  onbegaanbaar ;  maar  dat  bij  dezelve  Leden  altoos  in 
het  oog  IS  gebleven  dat  het  gemeeue  welzijn  moet  wezen  ^ 
de  hoogde  wet,  en  dat,  uit  die  confideratie ,  met  de  uitvoe^ 
ringe  van  eenige  Artikelen  is  gerefolveerd  te  fuperfedeeren » 
ten  einde  alzo  de  gevaarlijke  drifiigheden  geene  meerdere  ftee- 
nen  zouden  vinden ,  om  de  rust  en  het  welzijn  van  de  Stad 
dajir  op  te  doen  itooten  en  vallen. 

«  Dtt 


HAARLEMS  Oêfikiiéknisfen.  3?7 

M  Dat  be^ ,  wijders ,  eene  bijzondere  en  geinfedeerde 
gefteldheid  van  oogen  moe(  zija,  wellcea  oiec  kunnen  ver* 
dragen  dat  de  Ondergeceltende ,  en  de  Heer  Burgemeester 
VAN  VALKENBURG  9  de  aanfteUIng  van  salomon  yan  echten 
v^oor  informeel  en  onbeAaanbaar  houdende  ,  bij  de  plurali- 
teit der  drie  wettig  verkozen  Burgeroeesteren  hebben  ge- 
concludeert,  en  die  echter,  niettegenftaande  de  welgegronde 
Protesten,  den  Perfoon  van  salomon  van  echten  aanzien 
flis  wettig,  verkozen,  en  alzo  de  Stem  van  deezen  Oud-S:he< 
pen  wel  mede  cellen,  ten  einde  daar  mede  de  vota  van  Bur- 
gemeesteren gelijk  <e  doen  voorkomen. 

„  Dat  wijlen  Mevrouw  de  Prinfesfe  Gouvernante,  glorieu- 
fer  gedachtenisfe ,  in  hoogstderzelver  kwaliteit ,  niet  heb- 
bende geoefFend  een  ongetermineerd  Recht  en  Commisfie ,  om 
lot J3urgemeesteren  der  Stad  Haarlem  te  verkiezen,  zulken, 
als  hoogstdezelve  zoude  goedvinden  ;  maar  dat  het  Recht 
van  haare  Koninglijke  Hoogheid,  volgens  haare  eigen  en 
uiti^rukkelijke  woorden ,  bepaald  zijnde  geweest  om  £leaie 
te  doen  uit  eene  overgeleverde  Nominatie ,  de  verkiezing 
van,  SALOMON  VA»  ECHTEN  uict  vooF  z\g  hadde  eenige  pre- 
fumptie  van  wettigheid.  Dat,'  integendeel,  dezelve  alle  pre- 
fumpden  van  onwettigheid  medebrengt,  als  zijnde  niet  alleen 
gefchied  buiten  de  Nominatie;  maar  wordende  ook ,  met 
eene  notabele  afwijkinge  van  de  voorgaande  en  altoos  ge» 
bruikte  Formulieren,  niet  aangefchreven  als  gefchied  uit  de 
overgeleverde  Nominatie  ,  en  prefcntcerende  over  zulks  zig 
zelve  in  termen,  waar  omtrent  eerst  onderzogt  moest  wor- 
den ,  of  wijlen  haare  Koninglijke  Hoogheid ,  met  eerbied 
gezegd,  in  de  bevoegdheid  kwam  te  zijn,  om  dergelijke 
Eleélie  buiten  de  Nominatie  te  doen. 

„  Dat,  in  dit  (hik,  de  Rechten  van  de  Vroedfchap  direc- 
telijk  wezende  geroerd  ,  het  eene  verregaande  mishandeling 
is  van  den  Preèdent  -  Burgemeester  Mr.  justus  witte,  eige- 
ner auétorkeit  en  krachtdadig,  te  beletten  dat  de  Vroedfchap, 
welke  het  Lighaam  der  Sud  reprefenteerd  ,  zoude  verga- 
deren om  over  het  mainétien  van  hunne  Rechten  te  delibe^ 
reeren. 

Aa  5  M  Dat 


378  FL\ARLEMS  GefehUignisfen. 


„  Dat  het  niet  (lom!  aan  ^Ir.  jüstus  wttte^  fchooti  Prc- 
jfident- Burgemeester,  te  oordeelen,  oï  zig  ce  beklagea  óver 
de  gedane  verkiezinge,  zoude. zijn  ftet  Recht  van' de  Vron-- 
we  Gouvernante  te  keer  te  gaan ;  maar  dat  het  2elve  flond 
aan  de  Vroedfchap,  aan  welke,  en  niet  aan  de  Kaffier  vaa 
Burgemeesteren,  het   Recht  deezer  Nominatie -ts  opgcdra* 

gen. 

j.  Dat  het  nog  minder  ftomi  aan  salomon  van.  ECSTEïf^ 
om  zig  daar  in  te  mengen,  en  alzo  niet  vXlsesk' de  faUo  to 
ufurpoeren  eene  kwaliteit,  welke  hem  wettig  wierd  afgefpro* 
ken;  maar  te  ageeren  als  Rechter  in  zijn  eigen  zaak,  en  zig 
door  zijne  eigen  Stem  als  wettig  verkozen  in  den  Burgemees- 
terfloel  te  maintineeren,  •     .     '" 

„  Dat  het,  eindelijk,  in  den  Perfoon  der  acht  proteftcc»- 
rende  Leden,  welken  zodanig  willen  uitmunten  als  VoorIh»> 
ders  der  handelingen ;  van  het  Stadbondertijk.  gezag  afteko- 
men,  ofwel  eigenlijk  ^hi  cas  fnbjeft,  bij  fub-  etiobreptie 
van  wijlen  haare  Koningh)kc  Hoogheid  afgewrongen',  zeer 
vreemd  moet  worden  gehouden  ,  dat  Zij  den  Ondergeteken- 
den befchuldigen  als  of  door  hem  (  Prefident  -  Burgemeester 
zijnde)  het  O^rooi  en  Privilegie  van  den  Jaare  1551,  waar 
op  gedoelt  word^  het  eerst  zoude  zijn  verbroken  en  als  verval- 
jen  voorgedragen. 

„  Dat  aan  niemand  der  Vtoedfchnppcii ,  welken  de  Verga- 
dering van  den  7  September  van  het  Jaar  1751  hebben  bij- 
'gewoont ,  onbewust  kan  zijn  dat  het  nieuwe  Reglement , 
door  wijlen  zijne  Doorluchtige  Hoogheid,  in  deszelfs  booge 
kwaliteit,  op  den  31  Augustus  daar  bevorens  t>ntworpen,  in 
de  gedachte  Vergadering  zijnde  voorgekomen,  over  het  zeU 
ve,  en  wel,  onder  anderen  ,  ter  zake  dat  daar  In  niet  wal 
gefteld ,  „  dat  de  Perfoonen ,  tot  Burgemeesteren  te  nwni- 
;,  neeren ,  acht  Jaaren  Leden  van  de  Vroedfchap  moesten  zijn 
„  geweest,**  zeer  verfchillcnde  opinien  zijn  gevallen. 

„En,  wanneer  deeze  opinien,  nog  van  confidentie  zouden 
mogen  wezen ,  dat  het  waar  i»  dat  hij  Ondergetekende ,  wijl 
het  gedachte  Reglement,  in  dit  opzigt,  van  het  Oétrooi  waa 
afwijkende,  benevens  ecnige  andere  Leden,  van  fentiment  ii 
geweest  dat  bet  O^rooi  op  dien  tijd  niet  behoefde  te  worden 

voor- 


HAARLEMS  GifphUdenUfeti.  379 


▼oorgeleezen;  maar  dac,  in  deevengedachrefuppofitie,  te  ge- 
lijk waai  komt  te  zijn,  dac  verfcheidie  van  de  acht  Leden,  dié 
Qu  proteileerende  zijn^  de  een  minder,  de  ander  meer,  en 
alierfterkst  de  Heeren  wttte  en  van  zaanen,  die  nu  het  Oc- 
trooi fchijnen  te  willen  houden  van  nul  en  geener  waarde, 
ten  dien  tijde,  wanneer  Mr.  dammas  guldewaoen,  volgens 
tiet  welbehagen  van  z1|ne  Doorluchtige  Hoogheid,  aan  ben 
kwam  voor  te  gaan,  zig  hebben  gevonden  in  het  contrarie 
gevoelen.  « 

*  „  Doch ,  dat  nog  de  eene  nog  de  andere  opinie''  thans 
meer  in  confideratie  kan  komen,  uit  oorzake,  dac,  vervol- 
gens ,  door  den  Souverain  zelf,  in  confbrmité  van  het  daar 
toe  eenparig  gedane  verzoek  van  deeze  Vroedfchap ,  uitdruk- 
kelijk is  gelast  dat  het  zelve  Oétrooi  en  PrivOegie,' In  alle 
zijne  deelen  en  leden,  zal  worden  géobferveerd ,  en  dat  alzo 
aan  afle  de  Vroedfchappen ,  buiten  en  behalven  de  Conferva- 
tie  van  de  Stnds  verkreegen  Rechten,  ook,  ten  dien  reipec- 
te,  met  genoegen  behoorde  over  te  blijven,  de  eer  van  te 
gehoorzamen  aan  de  zo  gunflige  wille  van  den  wettigen  Sou^ 
verain.  , 

„  Verzoekende   dat  deeze  zijne  nadere  aantekening  in  de 
Notulen  van  de  Vroedfchap  mag  worden  gebragt.** 

ASum  Haarlem ,  dtn  16  Maij  1759* 

JACOB  DEüTZ. 


Op  den  jp  Jolij ,  werd,  in  de  Vergadering  van  Holland ^ 
door  de  Heeren  Gecommitteerden  tot  het  Groot  Befoigne, 
«an  welken  het  onderzoek  van  het  gefchil  over  de  Bandeiiio- 
ge  van  den  Heere  van  kchten,  als  Burgemeester,  wm  aan- 
bevolen, bet  volgande  rapport  uitgebragt: 


» 


De  RaadpenfiOQu-ifl  heeft,  ter  Vergaderinge ,  gerappor- 
teerd dat  de  Heeren  van  de  Ridderfchap  en  verdere  hunner 
Ed.  Groot  Mog.  Gecommitteerden,  ingevolge  en  ter  voldoe- 
fiittge  van  hunner  Ed.  Groot  Mog.  Refoluüe  Commisforiaal 
vio  den  8  Februarij  deezes  Jaars,  hebben  geSxamineerd  den 

Re- 


iio  nXAKLEMS  0€fikiêél€nt^€9f. 


Requeste  van  achcien  Leden,  en  zulks  uiunakende  de  Meer* 
derbeid  van  de  Vroedfchap  der  Stad  Haarlem  ^  öp  den  27 
September  van  het  Jaar  1758,  aan  hunne  Ed.  Mog.  gepre- 
ienteerd,  waar  bij  dezeiven  omftindig  hebben  voorgedr?gen 
het  geen  bij  de  laatscgeformeerde  Nominatie  en  daar  op  ge- 
volgde £ledie  of  aanddlinge  .van  Burgeineesteren  derzelve 
Stad  was  voorgevallen;  en  zig  daar  over,  particulicriijk ,  be- 
klaagt, dat  SALOMON  VAN  ECUTEN,  door  Wijlen  haare  Koning^- 
üjke  Floogheid  ,  glorieufer  gedachtenislè ,  tot  Burgemeester 
was  geéligeerd  of  aangelleld,  onaangezien  dezelve  op  de  No- 
minatie niet  was  gebragt  geweest;  en  bij  welk  Request  de- 
zeiven, vervolgens,  verzogten  dat  hunne  Ed.  Groot  Mog. 
hen  Vertoouers  bij  de  Stads  Privilegiën,  en  dus  mede  fpe« 
ciaal  bij  het  Privilegie  en  Octrooi  van  den  Jaare  1651,  gC" 
liefden  ie  mainólineeren ,  en,  overzulks,  in  deezen  s^odanige 
voorziening  te  doen,  ais  hunne  Ed.  Groot  Mog.  zouden  oor- 
declen  te  behoren.  Als  mede  fle  Mlsfive  van  wijlen  haare 
Koninglijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtcnisfe ,  van  den  14 
, December  des  zelfden  Jaars  ,  houdende  haare  Confideratieo 
op  den  voorfchreeven  Requeste  van  gemelde  achtien  Leden 
der  voorfz.  Vroedfchap,  En  eindelijk  ,•  nog  den  naderen  Re- 
queste van  de  zelfde  achtien  Leden,  van  den  8  Februari)^ 
laatstleden,  met  eene  daar  uevensgcvoegde  Memorie  tot  hun- 
ne Jiiftificatie  tegens  het  Bericht  vTin  wijlen  voornoemde  haa- 
re Koninglijke  Hoogheid,  glorieufer  gedachtcnisfe. 

„  En  dat  zij  Hceren  Gecommitteerden  ,  geconfidereerd 
hebbende  de  fituaüe ,  waar  in  dccze  za<ik  zig  door  het  fmer« ' 
tclijk  overlijden  van  haare  Koninglijke  llopgheid,  glorteafer 
.gednchtenisfe,  bevind,  en  dac  de  Regeering  der  Stad  HaéH^ 
icm,  door  haar  nader  geprefenteerd  Request  ei)  daar  bijge- 
•voegde  Memorie,  verdaan  moet  worden  tegen  alle  Confe* 
.quentien  genoegzaam  te  wezen  gedekt,  van  Advies  zonden 
zijn  dat  hunne  Ed.   Groot  Mog.,  uit  eenen  waren  eerbied 

.voor  de  nagcdachtenisfe  van  haare  Koninglijke  Hoogheid,. du 
different  over  de  aanfceUinge  van  salomon  van  £cut&n,  toe 

Burgemeester  der  Stad  Haariem^  zouden  behoren  te  laten 
ongcüeciUcei't ,  in  die  hope  en  verwachtingc,  dat  zijne  Hoog- 
heid »  de  .  I  leer  mlnderjaiige  ErXiladhoudcr , . doortde  Heeren , 


HAARLEMS  Gé/hhiêdenisftn.  3«» 


m  wien  hoogstde$zelfs  Edoart?e  is  toevertrouwd,  gelmba- 
eerd  en  geinflmeerd  wordende  van  de.  ware  belangen  van  dca 
Srnat,  en  derzelver  Grondwetten  en  Gerechtigheden  in  hec 
generaal,  en  van  die  der  Steden  in  het  bijzonder,  tot  de 
exercitie  van  de  hooge  Charges,  aan  hem  gedefereerd,  gelco- 
men  zijnde ,  zig  nooit  zal  laten  induceeren  om  dit  of  foort- 
geHjk   geval    zig   tot   een   model    van   navolginge   voor   te 

(teilen. 

„  Waar  op  gedellbereen! ,  en  door  de  Heeren  van  de  Rld-  f 
derfchap  Copie  van  het  voorfz.  gerapporteerde  verzogt  zija^ 
de,  om  het  zelve  in  de  Orde  nader  te  exaroineeren^  als  mede 
door  de  Heeren  Gedeputeerden  van  alle  de  Steden,  om  daar 
op  te  verdaan  de  intentie  van  de  Heeren ,  hunne^  Principaa- 
len,   is    de   finale   Refolutie    uitgdteld    tot   nadere   delibe. 


raiie," 


Ëen  merkelijk  aandeel  hadt  de  Stad  Haarkm^  in  de  Staats- 
bemoeijingen,  welke,  vooral  in  den  Jaare  1787,  alomme, 
door  de  Vereenigde  Gewesten,  plaats  hadden.  Reeds  vóór 
dien  tijd  vondc  de  Burger- Wapenhandel ,  ook  in  deeze  Stad, 
eene  merkelijke  aanmoediging,  en  werdt,  in  dit  Jaar,  de  ou- 
de Sbhutterij  der  Stad  vernietigd,  en  eene  andere  ingevoerd, 
op  een  anderen  voet ,  dan  zij ,  zints  eenigen  tijd ,  gedaan  hadc» 
Men  was  *er  ijverig  in  de  weer,  om  degevlugtc  Burgers  der 
twee  deiflerfehe  Steden  Haf  tem  tn  E/hurg,  hulp  en  onderdand 
te  betoonen ,  en  de  Regeering  der  Stad  de  eerde  onder  de 
HeHandfshe  Steden  ,  in  het  aanbieden  van  ïnwooning  en  Bnrr 
gerregt  aan  de  voortvlugtigen. 

Inzonderheid,  egter,  maakte  zich  deeze  Stad  beroemd,  onder 
de  zulke,  welke. der  thans  heerfchende  denkwijze  waren  toege* 
daan,  door  den  veelgerugttnaakenden  voorflag,  welke,  vop  den 
dertigden  van  Louwmaand  des  Jaars  1787,  door  de  Afgevaar« 
digden  ter  Dagvaart,  wierdt  gedaan.  De  voorflag  behel^sde 
deeze  twee  punten : 

1.  „  Dat  ter  voldoening  aan  Hunne  £d«  Groot  Mog.  reedt 
y,  genoméne  Reiblutie  van  den  13  December  laatstleden,  ten 
»,  fpoedigden  voortgang  mogt  gemaakt  worden ,  met  de  daar  bij 
»,  duidelijk  benoemde  Commisfie,  toe-het  onderzoek  der  paalea 
^  van  de  uicyoerende  jnagt»  zo  van  :deii  Stadhouder,  als  Kap!-* 

o  leio- 


a8a  HAARLEMS  drcMeimtsfen. 


s^  tein-Generaal  en  Admiraal,  en  het  concerteeren  der  nodige 
,,  Plans  en  ludruétien ,  omtrent  de  waameeming  dier  bedienin- 
„  gen,  en  de  pligten  en  praïëminemien  daar  aan  verknogt;  eti 
„  dac  gelijk  op  dit  refped  nteis  anders  overfchJet  dan  de  Hee- 
,,  ren,  zodanige  CommfsHe  zullende  uitmaaken»  te  benoemen «^ 
fj  hier  toe  diredt  een  dag  gedeid  ma^  worden. 

.2.  „  Dat  mede  mot  den  eerden  eene  Commisfie  vaneenige 
„  Leden  van  Rec^eering  deczer  Provincie  mag  benoemd  wor* 
,-,  den ,  om  de  tbaua  zo  algemeen  aangevoerd  wordende  beden- 
„  kingen ,  omtrent  de  generaale  Reprefenutic  van  het  geheele 
„  volk,  welke  volgens  de  gefleldhei J  van  dit  Gemeenebest  al- 
jy  hier  zou  behooren  plaats  te  hebben ,  te  examineeren ,  en 
),  tevens  na  te  gaan  en  te  onderzoeken ,  op  hoedanige  wyze » 
y,  ingevolge  de  Conllltutie  en  ^sLands  waare  belangen ,  eenlge 
„  generaale  maximes  omtrent  den  invloed,  welke  uit  hoofJe 
,,  der  Regeeringsfbrm ,  bij  Reprefematie,  notoirlijk  aan  het 
„  volk  toekomt ,  zouden  behooren  te  worden  gearrefleerd  ; 
„  mitsgaders  aan  welke  billijke  bepaalingen ,  die  alle  twijfeling 
^  en  rechimaatigen  srgwaan  affnijden  kunnen,  dit  een  en  ander 
,-,  onderhevig  gemaakt  zoude  kunnen  worden:  ten  einde  deeze 
^Commisfie,  als  in  het  natuurlijkst  verband  daande  mee  die 
„  bij  het  eerde  Artikel  opgegeeven  >  even  fpoedig  als  dezelve 
5,  zoude  kunnen  worden  getermineerd ,  en  op  het  refultaat  vait 
„  beiden ,  ter  zelvcr  tijd  de  noodige  Refolutien  genomen  zoa« 
,,  den  kunnen  worden/' 

Ruime  doffe  tot  raadpleegingen,  zo  in  de  bijzondere  Steden 
als  ter  hooge  Staatsvergaderiuge,  gaf  deeze  voorQag  der  Re^ 
geeringe,  die  fpoedig  onderdeund  werdt,  door  een  Adres,  ge- 
tekend door  ruim  twaalfhonderd  Burgers  ert  Ingezeetepen. 

Bekend  zijn  de  oproei  ige  beweegingen ,  welke  in  Februari) 
des  Jaars  1787,  binnen  ^sH/jage^  voorvielen.  In  de  ouder- 
ftelllng,  dat  de  Bezetting  aldaar  niet  talrijk  genoeg  was,  ter 
handhaavinge  van  rust  en  veiligheid,  deeden  de  )* fgevaardigden 
van  Haar  Urn ,  op  den  zeventienden  dier  mannd ,  ter  Staatsverga- 
deringe,  eenen  anderen  voordag ,  inhoudende  «'at  vermits  da 
Bezetting  aldaar  ,  in  tijd  van  vrede ,  altoos  derker  was  ge* 
weest,  dan  tegenwoordig,  dezelve  met  eenije  Kompagnièn 
Huslaaren;  iicherpfchutters  eu  Voetvolk  van  het  Legioen  van 

den 


HAARLEMS  GefsffieJinisftn.  3^3 


den  Rhijngnave  VAN  salm,  mocft  yernieerderd  worden.  Tot 
bli)ke  van  den  eniat  vaa  deezen  voorflag ,  werdt  de  Regeerinj 
van  Hasr/em  te  raade,  geene  Afgevaardigden  ter  Dagvaart  te 
zenden,  alzo  zij  van  oordeel. was»  dat  de  perfoneele' veilige 
beid  van  's  Land*  hooge  Vergaderinge ,  in  * s  Grasven  hage,  niec 
genoegzaam  zeker  was,  zo  lang  de  voorflag,  van  haaremwege 
gedaan,  niet  in  een  daadelijk  beflait  zou  veranderd  zijn,  2eder| 
vondt  men  eenen  middelweg ,  langs  welken  aan  de  begeerte  van 
die  van  Haarltm  In  zo  verr?  wcrdt  voldaan ,  dat  men,  niet  uii 
het  Legioen  van  den  Rhijngraave,  maar  uit  andere  Regimen- 
ten ,  eenige  verfterking  van  manlchap  naar  \.Haage  zaaAu  Van 
toen  af  verfclieenen  wederom  Afgevaardigden. der  Stad  ter  Ver- 
gaderinge  van  Hollami. 

Oe  voorflag  van  HanrUm^  van  den  dertigflen  Januari] ,  nia« 
kende  den  invloed  des  Volks  op  deszelfs  Vertegenwoord^eri  9 
vondt  wel,  ginds  en  elders,  merkelijken  voorfland,  doch  te? 
vens  de  daadeiijkc  volyper kig  zo  veele  zwaarigheden  en  tegenkan- 
tingen, dat  *er  weinig  tewagten  was  van  de  bedoelde  uitwerking* 
Hierom  werdt  men  aldaar  te  raade,  't  geen  niet  gemeenfchappe- 
iijk  met  alle  de  Staatsieden  konde  gefchieden  t  afzonderlijk  te 
verrigtcn*  Men  benoemde  eenige  Gelastigden  tot  bet  opflellen 
van  een  Concept^Rcglement  van  Regecringi  de  Stad  betreFen* 
de,  ,.  waarin **  (zo  als  Hun  £d.  Agtb»  zich  zedert  uitdrukten) 
„  de  billijke  invloed  der  Burgerije  op  b^are  Vertegenwoordigen 
y,  zodanig  waa  gereguleerd ,  ais  niet  alleen  met  haare  Regten 
,y  en  Vrijheden ,  en  met  de  waare  en  oude  Conllicutie  der  Re^ 
„  geeringe,  maar  ook  met  de  weezenlijke  belangen  der  Stad 
„  bevonden  was ,  meest  overeenkomflig  te  zijn.**  Van  dit  Con- 
cept-Reglement werdt  een  bekwaam  aantal  AfdruUr.*ls  ver- 
vaardigd, en  op  verfcheide  plaatzen  der  Stad  voorgeleid,  om 
door  de  Burgerij  onderzogt  te  worden ,  met  melding  van  haare 
bedenkingen  daar  omtrent. 

De  vijfde  September  werdr,  zedert,  bepaald  tot  de  invoering 
en  beêediging  van  het  nieuwe  Regeerings -Reglement.  Dii;  ge- 
fchiedde  met  veel  omflags  en  flaatelijkheids.  Op  de  Groote 
Markt  was  een  pragtig  Gebouw  opgericht,  rusteude  op  twin- 
tig Kolommen  van  de  Jonifche  Bouworde,  met  vier  ingangen , 
allen  met  trappen  opgaande.  Boven  ieder  ingang  ftondt  het  De- 
vies 


8«4 


HAARLEMS  Gefehieienisfin. 


vies  van  de  drie  Batailjons  der  nieuwe  Stadi  Sdiutterije,  en  dé 
Ardflerie-Kompagnie ,  welke  drie  dagen  te  voeren ,  met  vernie- 
tiging der  oude  Schntterije,  insgelijks  zeer  fhatelijk  was  inge- 
voerd. Boven  op  den  Koepel »  met  welken  het  Gebouw  ge- 
dekt was ,  flondt  Iret  Beeld  der  VRYHEÏD ,  met  den  Hoed  op 
de  Speer;  het  oude  «nieuwe  Wapen  der  Stad  lagen  aan  des- 
ïelft  voeten, 

In  dit  Gebouw  natnen  de  Leden  der  VföédCrhap  zitting,  en 
leiden  *er  plegtiglijk  den  Eed  af  op  het  nieuw  Reglement ;  waar 
van  terftond,  door  een  afgefproken  teken ,  kennis  werdt  gegee- 
ven  aan  de  Burgerij,  die,  door  een  herhaald  Hoezee ^  haare 
goedkeuring  deswegen  betuigde* 

Geen  langen  ftaud  hield  dit  nieuw  ingevoerde  enbeëedigde 
Reglement  der  Stad  Haarlem  y  van  wegen  de  omwenteling,  die 
weinige  dagen  daar  na  plaats  hadt,  Zedert  werdt  alles  op  den 
oud.>n  voet  herbragt. 

Onder  de  Befchrij vingen ,  welke  van  de  Stad  Haarlem  door 
den  druk  zijn  gemeen  gemaakt,  koomen,  vooral,  de  volgende 
in  aanmerking: die  van  s.  AMPsiNs,in  leven  Predikant  aldaar;  van 
THEoöoRUs  sCHREVELiüs,  gebooren  te  Haarlem  ^  en  Reftor 
der  Latijnfche  Schoole  afdaar,  vermeerderd  met  een  bijvoegzel 
tot  aan  1750;  voorts  lbkowater,  Befchrij  ving  van  \  Haar* 
lemmer  Meer;  oudenhovens,  Haarlems  Wieg,  in  12V0,  en 
«indelijk ,  de  Befchrfjving  van  Haarlem  ,  door  den  Heer  en 
Mr.  o,  w.  VAN  OOSTEN  DE  bruinn,  Iu  FoHo,  wiar  van  het  ver- 
volg ,  door  alle  Beminnaars  der  Gefchiedenisfen ,  met  verlangen 
te  gemoet  gezien  word. 


4r   ♦ 


VADERLANDSCB 

WOORDENBOEK 


XX,   DEEL. 


VAOEKLANOSCH 


WOORDENBOEK; 


OORSP&ONXLTX   VSR2AMSLD 


D  O  O  A 


JACOBUS    KOK. 


T  WI  NTIGSTE    D  E  E  (» 


HAA.UOL. 

mÊÊÊmÊmiÊ^mimmmmÊ 


tSBV  KAMITBN,  PLAATBIC  en  ffOUkTIUUTTBlf» 


« 


T>   AMSTELDAM,  tf 
JOHANNES    ALLART* 

MOCCI.SSS1X. 


4»       • 


\    . 


t      ' 


«  •    f        r 

A  1 


BE    R    I    'G    T 


VAD     B  £  N 


U    I    T    G    E    E    V    E    R. 


I 


n  miJQ  Perigt  voor  bet  N^gentiwde  Deel  deezea 
Werkf  gaf  ik  benniA  vao  mija  vooroeemen ,-  om, 
oadei^cs  bei  overlijden  van  ^ecs^elfs  eerfteo  aanleg-* 
ger»  Qttjne  -opgeiidmeffe  taak  vocut  te  zetten.  Mij 
vertaatende  ep  de  genocgasaame  Icnnde  en  naarftig- 
beid  nïgner  Vrienden»  die  den  Overléedenen  zou* 
den  verrangen^.éui^ftle  ik  m^',  ntet  volkomehe  gc«> 
ni«iiieidj  daaf  t^  inlaüten.  Zedtft  bea  ik  hier 
atttienc  oog  nader  yerftedct  geworden^  om  de  vo^ 
gende  reden.  De  Heer  ro^k  hadti  voorshands, 
een  Plan  beraamd  vap  genoegzaam  het  geheelè 

Woordenboek.    Hij  was  bezitter ,  behalven  ande« 
re  echte  Stukken ,  tot  zijne  onderneeminge  dien- 

ftig,  van  halma's  Tooneel  der  Vtréinigdt  Neder-^^ 
landen.    Met  zeer  veele  moeite  en  naauwkeurig- 
heid  hadt  hij  dit  verrijkt  met  een  groot  getal  nieu» 

♦  we 


m   BERIGT  VAN  dbm  ÜITGEEVElt 

we  Artikelen  en  bijvoegzels.  Van  dit  alles  en  aa* 
dere  papieren  en  aantekeningen  oit  's  Mans  voor- 
treffelijke  Boekverzamelinge,  heb  ik  mij  meester 
gemtakti  en  dien  ruimen  voorrat4  mijnen  Vriendèü 
ter  hand  gefteid.  Zij  arbeiden  dus  met  de  bouv« 
doffen  j  door  den  voorgaanden  Schrijver  bij  een 
verzameld*  Indien  geene  meerdere  ,  althans  de 
zelfde  agting  en  gezag  verdient  dua  het  Werk^ 
alsof  het  onmiddelijk  uit  des  Heeren  kok^s  hah* 
den  kwam.  Geenen  fchroom  behoeven  dus -de 
Leezers  te  voeden ,  als  hadden  zij»  in  dit  opzigc; 
eenig  nadeel  geleeden  bij  het  fterfgeval  van  den  ' 
arbeidzaamen  man.    Het  Deel,  welk  ik  thans  :af- 

geeve^  zal^  vertrouwe  ik»  hier  van  ten  over-»' 
tuigende  bcivijze  dienen.  Hét  Ëenëntwintigfte 
Deel,  insgelijks  reeds  ter  Drukpersfe  gebragt^ 
zal  fpoedig  het  liqht  zien,  en>  misfcfaien,  nog 
dit  jaar  gevolgd  worden  van  een  ander  Stuk. 


B  £< 


VADERLANDSCH 


WOORDENBOEK. 


H  AA. 


H 


AAKUt/u  (Heerên  9an)  Eene  aanzienlijke  plaats  bekleed* 
deciy  weleer,  de  Edelen  van  dien  naam,  onder  den  Hollandfchen 
Adel,   en  h«dden,  volgens  *t  gebruik  der  vroegde  tijden,  rijk- 
lijk hun  aandeel  in  de  Oorlogen,  welke  door  of  ten  behoeve 
van^de  Graaven  van  het  Gewest  gevoerd  wierden.  Ook  wierden 
zij  9  zomtijds,  gebruikt  tot  het  fluiten  óf  bekragtigen  der  Ver- 
boaden,  door  den  Landheer  aangegaan»    Gbrard  en  ysbrand 
VAN  HAARLEM  ftonden ,  nevens  anderen',   in  den  jaare  1167» 
borgen  voor  het  nadeelig  Verbond',  door  Graaf  florts  den  III 
aangegaan,  ter  bekoomlnge  van  zijne  Vrijheid  ïn  Haanderen^ 
alwaar  hij  thans  gevangen  zat.  Beider  naamen  vindt  men  vermeld 
onder  de  Edelen,  welke,  in  !t  begin  der  dertiende  Eeuwe,  de 
zijde  van  den  Graave  van  loon,  tegen  Graaf  willem  den  I, 
koozen.    De  laatstgenoemde,    nevens  nog  twee  Edelen  van 
dien  naam,  jan  en  stmon,  ftonden,  als  getuigen,  over  de  be* 
zegeling  van  het  verdrag,  bij  *t  welk,  door  Graaf  dirk  den  VU» 
bet  oudlle  gedeelte  van  Heiland ^  als  een  Leen ,  aan  Braband 
wierdt  opgedraagen.  Nog  vinden  wij  vermeid  eenen  baldram  of 
B0UDEW\'M  VAN  HAARLEM,  ueveus  veele  andere  Edelen,  gefneu* 
veld ,  bij  het  Dorp  Schagen ,  in  den  ongelukkigen  togt  van  Gntt« 
ve  FLORis  DEN  in,  tegen  de  fVestfriezen.  Nog  een  ander;  naa- 
melijk  DIRK  VAN  HAARLEM,  wierdt  Slotvoogd  van*t  Kasteel  te 
Mulden  j  naa  het  deerlijk  einde  van  Graave  floris  den  V. 

Haarlem.  (Ouif)  Deezen  naam  voeren  de  weinige  overblijf- 

zels  van  een  aloud  Slot ,  in  Kennemerland^  een  vierendeel  uurs 

gaan  ten  Oosten  van  het  Dorp  Heemskerk^  agter  het  Huis  Js" 

/umburg.    Geené  andere  fpooren  ontmoet  men  hier,   van  dit 

certijts  veraiaard  gefUgt,    dan  twee  groote  (leenblokken ,  op 

XXé  DEEL*.  Bb  eeno 


iió    HAARLEM,  (0»i)  HAARLEMMERLIEDE,  taz. 


cene  hoogie  of  kleinen  heuvel.  De  elgeiiaar«  van  deezen  plek 
groods  v^ren  den  tijtel  van  yrijheeren  van  Oud  Haariem. 
Voarmaals  waren  deeze  de  Heeren  van  assendeflt,  die  zich 
insgelijks  den  tijtel  van  Frijbeeren  of  Baronnen  van  Haariem 
lieten  aanleunen.  Doch  dit  wierdi  bun  verbooden,  volgens  be- 
iluit  van  *s  Lands  Staaten  van  den  elfden  van  Bloeiinaand  des  Jaars 
1649.  Naderhand  is  de  Heerlijkheid,  door  verkoop,  overge- 
gaan tot  een  ander  geflagt. 

Zie  BRouERiDs  en  van  zvrk. 


HAARLfiMMERLiBDB»  of  HaarUmmtrieede  y  eeitDorp,  gelee* 
fen  in  *t  Baljuwfchap  van  Br  e  der  ode  ^  aan  't  Spdarne^  tusfche» 
üaarkm  cü  'c  ilaarlemmer  Meir.  Het  ontleent  zrjnen  naam 
vtn  't  water  de  Lee  of  Liede^  *t  welk  van  Spaamdam^  voorbij 
dit  Dorp,  na  't  gemelde  Meir  loopt,  en  waar  over,  aan  den 
Trekvaarc,  tucfbiien  Haarlem  enHalfwegen  AmUerdam^  een 
zwaare  Brug  plagt  te  lei^gen,  die,  in  de  heerfcheude  onlusten, 
in  Herfttmaand  dea  Jaars  1787,  afgebroken,  tot  heden  to«  in 
voofigCQ  (laat  nog  niet  herfteld  is.  «Men  heeft  'er  alleenlijk  een 
.platte»  'Brug,  een  weinig  boven  *t  water ,  aangeleid,  Volgsn» 
-de  lijsten  der  Quohieren  behooren,  onder  dit  Dorp,  5^52  Mbr* 
fdn8«o  III  Roeden  Lmids. 

In  den  Jaare  178^9  ^^^^  meo'er  43,  of,  volgens  anderen» 
35  HulKefi  «n  3  Zangnolem.  De  Regeering  wordt  'er  waarge- 
tnoBKn  'door  een  Schout ,  die  met  een  de  posten  van  Sekretari» 
m  Bode  waarneemt,  eixloor  vijf  Schepênes  De  twee  Atm- 
tteestcar:,  welke  Bien  'er  heeft,  worden  door  deeze  aangeBeld.. 


ünAHLEMinm.  MER.  Deezc  kleine  binnenkndfche  Zee  is  haare 
tegepwoordige  uii^eftrelctheid  vofchuldigd  om  het  in  een  loo* 
pen  van  verfcheiden  kleine  Mèlren,  welke,  voormaals,  afzon- 
derli^  beAian  hebbende,  door  het  tfl^oefen  van  het  luslèhen 
beiden  «degen  hmd ,  dwis  é^iie  eenige  zeer  Tuime  waterpia» 
ttitmaAeiu  Bcialven  het  eigelijk  Hamrlimmer  Meir  f  noemt 
men  vog  iiM  Leidfièe  Meér^  het  Ovde  MHr^  het  Spiering 
Miir,  bUihUe  Meir »  cd  udtrmL  De  Landncecer  van  Rijn" 


é 

J 


HAAttLËMMEft.  MÉttL.  Hf 

iandf  de  Meer  MBLöHiöit  bolbtra^  heeft  de  moeite  genomen, 
om  uit  Oude  Heemnadskaarten  op  te  maaken  de  ultgeürektheid , 
Welke  ieder  deeier  Meiren,  voortijds,  befloeg,  om,  dooreeno 
naauwkeurige  meeting,  den  geheelen  omvang,  zo  als  dezelva 
tliéns  bellaat,  te  bepaalen.    Volgens  deeze  opgave  wlerdc,  ia 
den  Jaare  153 1 ,  de  grootte  der   onderfcheldene  Mefrèn  aldus 
bevonden*    Het  eigenlijk  Haarlemmer  Meir  befloeg  3040  Mor- 
gens Lands;  het  Leidfche ,  2175;  het  ^pf^ring^  850;  het  Oude 
Meir^  520  Morgens:  te  zamen  6585  Morgens  Lands«    De  vier 
Aleiren,  zedert  vereenfgd  zijnde»  bedekten,  in  den  Jaafe  1591» 
12375  Morgens  gronds^  in  den  Jaare  1647,  17082,  die,  naa 
verloop  van  veertig  Jaaren,  in  16879  tot  18100  Morgens  waren 
aangegroeid*    Bij  eene  laatere  meeting,  op  hoog  bevel,  in  de 
Jaaren  1739  en  1740,  door  gemelden  bölstra  gedftan,  bevondc 
men  een  plek  gronds  ,  onder  *t  water  bedolven  ,  van  igsoo 
Morgens*  Nog  vindt  men  y  aan  den  Zuidoostkant  van  dit  Meir , 
zeer  wijde  uitgeveende  plasftn ,  ilegts  door  fmalle  ftrooken  Landi 
daar  van  afgefcheiden.    Indien  wij  deeze  daar  nevens  voegenj 
bekoomt  meu ,  in  alles ,  eene  uitgebreidheid  van  weinig  min^et 
dan  30000  Morgens.    Behalven  het  in  een  loopen  der  gemalde 
Meiréh,is  de  vtreénigde  plas ,  merkelijk,  in  grootte,  toegeno* 
men,  dopr  de  affpoellngen  van  Land,  welke  aan  verfcheideii 
oorden  plaats  hebben*     Want  het  voorgeeven  van  Zommigen, 
•Is  of  bet  Meir,  't  geen  het  aan  de  eene  zijde  verliest ,  aan  eeQ 
tnderen  kant  aanwinne,  is,  bij  uaauWkeurige  waarneemingen, 
ongegrond  bevonden.    Om  dit  verlies  van  grond ,  zo  veel  mo« 
gelijk,  te  beletten,  heeft  men,  van  tijd  tot  tijd,  verfcheidea 
middelen  in  *t  werk  gefteld.    Daar  de  losheid  en  zudzigheid  va« 
den  grond  het  niet  verhinderde ,  heeft  men  dë  meeste  baate  ge- 
vonden bij  het  inflaan  vad   Paalwerk  en  het  leggen  van  Puin* 
Nog  laatst  heeft  men  deeze  voorzorge  gebruikt,  tusfchen  bet 
water  de  Liede  en  't  Huls  te  Zwaanenburg ,  op  Half  wegert 
Amflerdam  en  Haarlem^  alwaar  het  Meir,  jaar  op  jtar,  ge« 
noegzaam  eene  Roede  Lands  wegnam:  eene  te  fterke  afneem 
ffiiftg,  op  eene  plaats,  alwaar,  tusfchen  het  Meir  en  den  Trek^ 
vaart,  niet  meer  dan  dertig  Roeden  Lands  overig  waren. 

Het  bezef  van  het  nadeel,  welk  bet  Uotariemmer  Meir^ 
ginds  en  elders,  veroorzaakt,  en,  van  deu  anderen  kant,  hec 

Bb  a  VQXf 


199  HAARSOLTB^ 


Innisfcben  kwam  dit  gefchil  ter  kennisfe  der  Scaaten  van 
Holland^  die,  ondanks  het  gevoelen  der  overige  Provinciën, 
dat  men  ^Ich  met  een  huislijken  twist ,  in  de  bijzondere  G^, 
westen,  niet  hadde  te  bemoeien,  aan  de  beide  partijen  den 
voorflag  deeden ,  om  de  uitfpraak  te .  verb.Iijven  aan  de  Alge- 
meene  Scaaten.  De  Scaacen  van  Deventer  waren  liier  toe  niec 
ongenegen ;  doch  haarsolte  met  de  zijnen  weezen  dien  voor* 
flag  van  de  hand.  Integendeel  bedienden  zij.  zich  vgn  deeza 
gelegenheid ,  om  een  ontwerp ,  't  geen  men  meent  reeds  eenl. 
gen  tijd,  onder  de  hand,  hun  zoeken  geweest  te  zijn,  door 
te  zetten.  Onder  voorgeeven  van  het  gefchil,  buiten  eeoen 
Stadhouder  en  Kapitein  Generaal,  niet  gevoegelijk  te  kunnen 
bijleggen ,  verkoozen  ze  daar  toe.  Prins  willem  dev  III ,  hoewel 
nog  geene  vier  jaaren  oud,  met  toevoeging*  van  den  Stadhoa-* 
der  van  Friesland^  als  diens  plaatsbekleeder.  Deeze  verkie-r 
zing,  zo  als  Ugc  is 'te  denken,  wierdt  niet  goedgekeurd  bij 
dé  Deventerfehe  Scaaten.  Een  verhaal  van  alle  de  onaange» 
paamheden,  hier  uit  ontdaan,  behoort  niet  tot  ons  PUiu  Al- 
leenlijk tekenen  wij  hier  aan,  dat,  'm  \  volgende  Jaar,  vaa 
weerkanten ,  eeoe  bezending  vertrok  na  den  Hoge ,  om  hunne 
wederzijdfche  belangen  in  te  brengen  bij  de  Staaten  van  HoUanJ 
en  Westfriesland*  Onder  de  Zw0lfche  Afgeva^digden  ontmoe.- 
ten  wij  een  anderen  Heer  van  bovengemelde  geflagt,  adriaan 
juRiAAr^  VAN  HAARsoLTE,  w  den  Oldenhove ,  Luitenant  Rolo^ 
neL  I)oor  de  uitfpraak  van  Hun  £d.  Gr»  Mogenden  wierdt 
eindelijk,  de  Zoen  getroJBFeu,  onder  andere,  op  voorwaarde^ 
dat  de  aanftelling  van  rutgert  van  haarsolte,  tot  Drost  van 
Twente j  zou  gerekend  worden  als  niet  gefchied  te  zijn,  gelijk 
ook  van  den  Stadhouder  van /77VfA9ni^,  tot  Luitenant -Stadhouder 
van  't  Gewest;  en  dat  voorts  het  gefchil,  over  de  verkiezing 
van  Prinfe  willem  tot  Stadhouder»  zou  gelaacen  worden  ui  zijne 
waarde  en  onwaarde,  tot  dat  dezelve  een  bekwaamen  ouderdom 
zou  bereikt  hebben. 

Dit  tijddip  was  naanwlijks  gebooren ,  of  de  Heer  van  ha ar# 
80LT]^  wendde  zijne  poogingen  aan,  ten  behoeve  van  het  Huls 
van  Oranje^  Geduurende  de  herftelde  rust  was  hij  bevorderd 
tot  het  Drostampt  van  Salla/nd^  In  't  laatst  van  't  Jaar  1667, 
hadt  bij ,  te  Zwolk ,  ïian  eenigen  uit  de  Gezworene  Gemeente 


RAARSOLTE. 


m  Kampm^  xijne  bejeefte  geopeobunl,  om  Prias .w^lbi»  te 
bevorderen  toe  Sttdhoudec  van  OteH/sfeL  Ook  klaagde  kif, 
bij  die  g^g^nkeid,  over  de  Regeering  vaa  Kampsm,  als  o^de- 
jBelve  zijnea  broeder ,  deaKoioael  anvobs  van  iiaarsoltk,  oé« 
fttoftig  was ,  in  hei  bekoonen  van  den  poet  van  Konmfsfjirls- 
Generaai  der  Ruiiedie ,  na  welken  hij  ftoodu  W)m  laaeer  boodc 
hij  aan  eenen  dier  Gemeenslieden  een  jaarwedde  van  driehonderd 
Gukiens,  indien  hij  de  Regeering  van  Kampen^  ten  aanzien 
van  zijnen  Broeder,  van  gevoelen  kon  doen  veranderen.  Doch 
dit  alles  hadt  eene  ftrijdige  uitwerking.  Die  van  Kampen ,  door 
de  Gemeenafiedeo,  bij  eene  beêedigde  Verkhmring ,  van  "^  voor- 
gevallene verwhtfgd,  toonden  zich  zeer  misnoegd  op  den  Heer 
VAN  HAAR90LTE,  en  eischten  van  hem  voldoend  l>erïgt,  bianea 
den  tijd  van  eene  maand.  Hij  zondt  een  antwoord,  doch  gaf 
in  hetzelve  eea  geheel  anderen  draai  aan  het  gebeurde ,  dan  hec 
«an  de  Heeren  van  Kampen  was  aangebragt. 

Intusichen  naderde  de  tijd  tot  het  houden  van  den  Landdagi 
Tot  de  phuitze  daar  van  lag  thans  de  Stad  Kampen  aan- de  beum 
De  Heer  va»  haarsolta  moest  dien  uitibhrijvea,  en  ook  daar 
op  voorzitten.  Doch  die  van  Kampen  weigerden  hieum  te  l>a« 
willigen.  Zo  hoog  zelf  was  de  verwijdering ,  tusTdiaa  de  Stad 
en  dfenlleer,  geklommen,  dat  hij  zich  aldaar  niet  vercrouvide» 
aonder  Brieven  van  Vrijgeléide,  die  hem  geweigerd  wierden. 
Hier  uit  ontdondt ,  in  Overijsfel^  eene  nieuwe  fcheuring.  Maa 
beleidde  afeondeilijke  Staatsvergaderlngen ,  te  Kampen  ea  ia 
Z\»oÜ€.  De  Heer  vah  haa&soi^tk  wierdt ,  bij  de  Kan^seofcba 
Staaien ,  vervallen  verklaard  van  zijn  Drosmmpt ,  ala ,  haas  oo«y 
^eels ,  fchuldig  Oaaade  aan  de  misdaad  vaa  gekweifta  Hoogheid  % 
en  voorts  zijnen  Neeve,  den  Heere  van  falland,  gehuwd  niet^  ^W^ 
dogter  van  zijnen  broeder  den  Kolonel ,  de  post  van  Afgevaar- 
digde ter  Algemeeae  Staatavergaderidge  ontnomen.  In  deezen 
toeftand  van  zaaken  moest  men ,  van  nieuws ,  de  toevlugt  nee- 
men  tot  de  bemiddeling  der  HoUandfche  Staaten.  Üeeze  zonden 
4erwaaru  twee  Geougtigden,  door  wier  bemiddeling»  in  'den 
Jaare  167 1 ,  de  twis(  wierdt  bljgeleid.  Onder  de  voorwaardea 
was  begreepcn,  dac  de  Heer  van  haarsqlte  niet  zou  voorzit* 
^n  op  dei^  Landdag,  toi  in  April  des  ]aar^  16741  en  zicb,  een 
lond  Jaai,  ygn  de  waarneemioge  yan  het^rostampt  wiSqlland 

Bb  4  ont« 


IXn         HAASJE  RiaasDogter,  HAASTRECHT. 


ondiouden.  Ook  mogt  de  Heer  van  palLand  ,  niet  dan  naa  ver^ 
loop  van  drie  Jaaren ,  ter  Algeöeene  Vergaderinge  verfchijnen. 

Het  geflagt  der  haarsolten  is  tot  heden  toe  in  weezen.  De- 
baiven  de  Provincie  Overijsfel^  zijn  ,  ook  in  Friesland^  ver- 
fcheiden  aanzienlijke  anipten  en  waardigheden ,  onder  andere 
van  Grietman »  door  Leden  van  hetzelve  bekleed  geworden. 

Zie  AiTZEBfA,  wagenaar  en  andere. 


Haasje  Klaat  Dógter ,  bijgenaamd  in  V  Varadiju  Over- 
waardig  is  de  naam  deezer  Amjtêrdamfche  Vrouwe ,  om  der 
vergeetenheid  ontrukt  te  worden,  als  moetende  zij  worden  aan- 
gemerkt, den  eerilen  grond  geleid  te  hebben  van  het  Burger- 
weeshuis te  jimfterdam.  Eigenaaresfe  zijnde  vaff  eenige  huisjes 
in  of  aan  de  Kalverdraat ,  wierdt  zij  te  raade ,  dezelve  ie  doen 
dienen  ter  huisvestinge  van  zeven  of  acht  arme  Weeskinderen. 
Bij  den  aflbmd  van  den  eigendom  dier  wooningen  voegde  zij 
cene  fomme  gelds ,  uit  .welke  aan  dezelven  onderhoud  en  eene 
bekwaame  opvoeding  konde  gegeeven  worden.  Dit  viel  voor 
in  den  Jaare  1520. 

.  Naa  haaren  dood  kwaih  haare  mildaadigheid  te  ilade  aan  de 
Beftuurders  van  het  Oude-IV^annen-  en  Vrouwen -Gasthuis, 
welk  toenmaals  insgelijks  in  de  KalverHraat  flondt.  \  Bleek, 
naamelijk,  uit  haasj&*s  uiterden. wille,  in  den  Jaare  1550,  dac 
%\]  eene  fomme  gelds  hadt  befproken ,  tot  een  Gasthuis  voor  elf 
oude  Vrouwen.  Dit  geld  gebruikten  de  Gasthuismeesters  ^^ onder 
anderen,  tot  den  aankoop  van  eenige  Hnizen,  om  daar  mede 
hunne  ftigting  te  vergrooteo. 

Zie  coMMEUN  en  wagenaar. 


Haastrecht,  een  aanzienlijk  Dorp,  ook  bij  den  naam  van 
Stede  beken'd,  in^  de  Krimpenenvaard.  Volgens  eenigen  zou 
dit  Dorp ,  als  eene  afzonderlijke  Heerlijkheid ,  van  ouds ,  haare 
^Igen  Heeren  gehad  hebben.  De  vrugtbaarheid  van  den  omlig- 
gendea  oord  wierdt  al  in  de  vroegfte  tijden  geroemd.    In  de 

ge» 


HAASTRECHT.  39?" 


gemeeoe  lasten  van  den  Krimpener'waard  ^  ftaat  Haastrecht 
voor  vijftienhonderd  Morgens  Lands  aangefchreeven'.  Van  hon- 
derd vierendertig  Huizen,  welke,  in  den  Jaare  i(f3^,  in  dit 
Dorp  ftonden ,  is  derzeiver  getal ,  zedert ,  tot  rweehonderdze- 
vemachtig  aangegroeid,  benevens  ééne  Steenbakkerij;  waartoe 
de  nabijheid  van  de  rivier  de  Tifet  eene  voegzaame  gelegenheid 
aan  de  hand  geeft:  waarom  men  meent,  (fot  *er  voormaals  meer 
Steenplaatxen  zullen  geweest  zijn.  Volgens  het  berigt  van  had. 
jUNïus,  opgemaakt  uit  de  verhaalen  van  zijnen  tijd,  zou  Ham*^ 
treehty  wejeer,  nog  volkrijker  en  eene  Stad  geweest  zijn  ^  bin- 
nen welke  twee  Kloosters  ftonden ,  en  die  met  drie  zwaare 
Kafteelen  was  vei^flerkt.  Verfcheiden  omllandigheden  bekragtigeu 
dit  verhaal.  Even  buiten  het  Dorp  ziet  men  eene  hoogte ,  al- 
waar een  der  Kadeelen  zou  gedaan  hebben.  Van  twee  plaatzea 
heet,  nog  heden,  de  eene  het  Klooster ^  de  andere  de  Doe/e. 
Èen  Brug,  welke  hier  eertijds  over  den  Tj/^/lag,  doch  nader- 
hand, onder  den  naam' van  Haastrechtfche  Brug,  nader  aaif 
Couda  is  verplaatst,  heeft  den  naam  gegceven  aan  de Brugdraat, 
dien  zij  nog  heden  voert. 

Gelijk  Haaurecht  naar  de  wijze  van  eene  Stad  beduurd  wordt, 
dus  heeft  men  ^er  ook  een  Stadhuis,  een  fraai  gebouw  ,  voor- 
zien van  behoorlijke  vertrekken  voor  de  Regeeringe,  en  be« 
waarpiaatzen  van  gevangenen.  De  Kerk  is  een  Kruisgebouw, 
voorzien  van  een  vierkanten  Toren  en  diergelijken  fpits.  In  de 
geheele  Krimpenerwaard  heeft  men  ,  onder  dit  Dofp ,  de 
eenige  Statie  van  Roomsgezinden ;  zij  wordt  bediend  door  ^enen 
triester ,  uit  de  Orde  der  Minderdbroeders.  Behalven  den  Bal- 
juw, die  tevens  het  Schoutampt  bekleedt,  beltaat  *er  de  Regee- 
ring  uit  twee  Burgemeestereu  en  zeven  Schepenen.  De  laatst- 
gemelden^doen  uitfpraak  zo  wel  in  LijfThaffelijke  als  Burgerlijke 
regtzaaken.  De  ilennipteelt  en  handel  is  eene  voornaame  broa 
van  het  beflaan  der  Ingezeetenen.  Van  hier  ook  dat  "^er  Zeildoek 
gereed ,  en  Looijerijen  en  Lijnbaanen  worden  gevonden.  Zeer  ■ 
vermaard ,  door  't  gantfche  Land ,  is ,  dndelijk ,  de  Haastrecht^ 
fche  Paerdewarkt ,  welke ,  jaarlijks ,  op  den  ri  Juni]  worde 

gehouden. 

Zie  GOüDHOEVKW,  Chronijk\  n.}tim  Bat* 
p.  415.  Tegenw*  Staat. 

Bb  5  Haas- 


104  HAASTRECHT.  (Bet  Céfiagi  pan) 


HM$T]LECiir0  Cff^t  Gefiacht  van)  was»  reedf  van  ouds,  zeec 
▼ermaardy  en  telde  onder  zijne  Leden,  verfcbeiden  Waaien 
van 'aanzien,  door  geboorte  en  huwelijk  vermaagfchapc  aan  d«$ 
doorluchtigfte  huizen*  Dit  kan  blijken  uit  de  volgende  Geflagt* 
lijst,  welke  wij,  ter  eere  van  'sLands  aiouden  Adeldom,  hier. 
wel  eene  plaats  waardig  keuren. 

De  eerile  Heer ,  welken  wif  ^an  dit  Geflagt  vermeld  vinden ,  was 

Alskecht  van  haastrecht  ,  Ridder ,  gefprooten.  uit  dea 
Huize  van  Arkel^  reeds  in  den  Jaare  1287  genoemd  als  Borg 
VoorHeere  herman  van  woerden, als  mede  in  den  Jaare  125^» 
als  Borg  voor  den  Graf^ve'  van  Holland.  In  den  Jaare  laps  liet 
bij  zijne  Opene  Brieven  uitgaan.  Wijders  wordt  bij  vermeid  ia 
Brieven  van  Graave  floris  ,  in  welke  ook  gefproken  wprdt  van 
bet  Kajteelyan  Haastrecht^  \  welk  Heer  Otto  van  Ar  kei  ter 
{«een  hieidt  van  de  Proostdij  van  Oudmunfter  ^  te  Utrecht  ^  \xl 
den  Jaare  1291. 

Herbaren  en 

Willem  van  haastrecht,  Ridders,  worden  vermeld  op  hei 
Jaar  129 1. 

Paülüs  van  haastrecht  ,  Rijder  ,  Heer  van  Loon  op  V 
Zandt  f  koomt  voor  in  de  Jaaren  1381  en  1395  ^  als  mede 

RuDOLF  VAN  haastrecht,  iu  de  Jaaren  1407  en  141 2.  — — 
Paülüs  was  gehuwd  met  de  dpgter  en  erfgenaame  van  IVtllem^ 
Heere  van  Drijmmelen,  Ridder,  in  Zuidholland,  uit  den  H^ize 
van  Strijen.    Hij  verwekte, 

Willem  van  haastrecht,  die  volgt. 

Jan  van  Haastrecht^    vermeld  in  de  echtverblntenisfe  tut-, 

fthen  Frederik  van  Zeyenter,  Ridder,  en  Elizabeth  Sloijers, 

Jakobs  dogter,  te  Utrecht,   met  Willemina  van  Vliet,  dogter 

.van  Jan  van  Vliet,  en  van  Beatrix,  Baastaart  van  Willem  va> 

Beijeren,  in  den  Jwe  1441. 


HAASTRECHT.  {Hêt  G^t  van}  »«( 


WiUêmitta  vam  HaaHrecht /in  den  Jaare  1435  ffWouwA 
Ipec  Hugo  van  Ruiven »  Zoon  van  Klaas  van  Huiven  ^  Schilde 
knaap ,  en  van  N*  van  Rijk. 

Willem  van  haastrecht  »  Zoon  van  paulvs  »  wordt  f^ 
poemd  op,  hec  Jaar  1446.  Hij  liec  na 

* 

PAULUa    VAN  HAASTRECHT,  HeCf   VBH  TilbUTg,  LoOtt^  DfUk 

nen  en  Goorle#  2A\at  Vrouw  was  Catkarina  van  Naaldwijk^ 
dogcer  van  Alberc  van  Naaldwijk  t  en  van  N*  van  Vtenten,  uk 
bet  Scichu    Zijn  Zooa  was 

Dirk  van  Baaêirefhi ,  Heer  van  Tilburg  en  Goorle ,  die  ter 
Vrouwe  nam  H^ijvji  Heerman  van  Oestgeert ,  bij  welke  Uj 
verwekte  eene  dogter  •  Margaretha »  Vrouw^e  van  Tilburg  ea 
Goorle »  die  de  echtfeooote  wierdc  van  Kobert  van  Malfen  p 
pi,  naliet  jirend  van  Mal/en^  die  de  jon^fle  was,  en  in  Itali^ 
nierf,  alleenlijk  nalaatende  eenen  Baseert,  ^rerni  van  May  en  ^ 
Kastelein  op  het  Slot  Vredenburg,  te  Utrecht,  daar  bij,  in  \ 
Jaar  1^5»  overteedt.  Zijn  oudfle  Zoon  'was  4I dr  taan  van 
féalfen^  Heer  van  Tilburg,  gehuwd  toet  Jofina  van  Bbasr 
veld,  bij  welke  bij.,  behalven  Otio  van  Malfen ,  Domheer  t^ 
Uuecht,  verwekte  Kar  el  van  Malfen  ^  Heer  van  Tilburg, 
overleeden  in  1587.  Zijne  Vrouw  was  Agnes  van  Wijk^ 
Vrouwe  van  Honfenoort,  bij  Heusden,  en  van  Reben  van 
Malfen  ,  Domheer  te  Utrecht ;  ^nna  van  Malfen  ,  welke 
trouwde  met  Dirk  van  Haastrecht ,  fleere  van  Druinen^ 
Goeijerts  Zoon  ,  haaren  Neeve  ,  en  Hubert  ian  Malfen  ^ 
Heere  van  Tilburg,  welke,  in  158a,  in  'sHage,  trouwde  met 
Ottelina  van  Hargèn  ^  dogter  en  erfgenaame  van  Splinter 
Van  Hargen,  Ridder,  Heere  van  Oosterwijk,  en  van  Magteft 
yan  V/ijngaarden,  Hij  ftierf  in  i(>i4,  en  pj  iti  1615,  en 
Ueten  na;  i.  N.  van  Malfen,  Heer  van  Tilburg j  2,  ^Unter 
van  Malfen^  ongehuwd;  3.  Adriaan  vait  Malfen ^  jongman 
in  Spanje  gieftorven  \  4»  ^arel  van  Malfen ,  jongman ;  5.  An^ 
na  van  Malfen  ^  Ambagtsvrouwe  van  Peursfen ,  bij  Dordrecht^ 
getrouwd  n^et  Jan  d* Aubremont ,  van  Doornik,  Ridd^;  6. 
Maria   va^  HaÖen^  gehuwd  met  Antony  Schets,  Ridder, 

Heer 


TS9S HAASTRECHT,  (ffet  Ge/lagt  van) 


Heer  van  Grobbendonk,  van  wegen  den  Koning  van  Spanje  ^ 
fn  den  Jaare  i62p,  Gouverneur  van  's  Hertogenbosch ;  7,  CAir- 
ktta;  8.  Magdalwai  9.  Johanm  van  Malfen. 

Willem  van  haastrecht,  die  volgt, 

.  Mi&RiA  VAN  HAASTRECHT,  Vfouwe  vatt  Loon,  in  den  Jaare 
Ï550  getrouwd  met  Robert  Qrevenbroek^  Heere  van  Loon, 
die,  bij  eene  vroegere  huis  vrouwe,  Corneiia  van  der  Horst  ^ 
Wfliet  Jofitm  van  Grefenbritek^  Vrouwe  van  Loon  en  van 
Boklioven,  bij  Heusden,  alé  geliuwd  zijnde  mee  ^ly^fX^^r/, 
Heere  van  Immerzeel,  welken  zij  baarde  Dirk  van  Immer» 
zeet^  getrouwd  met  Walraven,  Heere  van  Haefièn.  Hij  ftierf 
In  den  Jaare  i6oy,  en  zij  in  ii5i3,  zonder  kinderen, 

'Adriaan  van  HAASTRECHT,  gètToüwd  met  ƒ«» ,  Bastaart 
van  Engeibreehfj  Graave  van  Naslau,  Heere  van  Breda;  Iii} 
verwekte  bij  haar  Maria  van  Nasfau ,  gehuwd  met  Hieronij- 
inus  van  der  Noot,  Kanzelier  van  Brabant;  Cuimburgvan  Nas- 
fau ^  gehuwd  met  £ngelbert  van  Dilbeek,  Heer  van  Attenho- 
ven  \  Pau  Jus  van  Nasfau ,  die  ter  yrpuwe  nam  Catharina  van 
Haëften,bij  welke  hij  Vader  wierdt  van  drie  dogters:  LAdriana 
van  Nasjau ,  gehuwd  met  Dirk  van  Asfeqdelf ,  Heere  van  Befoien , 
Kralingen,  Honingen  en  Heinenoort;  IL  Anna  van  Nasfau ^ 
gehuwd  met  Robert  van  Schoonhoven,    Heere  van  Wanrode, 
Drosfaart  van  Diest.    Zij  ftierf,   te  Dordrecht,  ten  huize  van 
haare  dogter ,  in  den  Jaare  1592,  het  tachtigfle  haars  ouderdoms  ^ 
en  liet  na:  i.  Philips  van   Schoonhoven y  Heer  van  Wanroy» 
getrouwd  met  Anna  van  der  Werve,  dogter  van  Willem  van 
der  Werve ,  Heere  van  Schilde ,  Immerzeel  en  Vremdijk ,  Mark- 
graave  van  Antwerpen ;  2.  Anna  van  Schoonhoven ,  getrouwd 
met  Vincent  van  Lokhorst ,  Heere  van  Heemftede,  laaeftenMans- 
oir  van  dit  geflagt,  als  hebbende  alleen  vier  dogters  nagelaaten; 
3.  Maria  van  Schoonhoven^  getrouwd  met  Christoffel  van  Leef- 
daal.,   te  Utrecht;  zij  ftief,  in'sHage,  in  1572,  kinderen  na- 
laatende;  ^.Catharina  van  Schoonhoven,  de  vrouw  van  Kor- 
nelis  Suijs,  Prefident  van  Holland;  5.  Adriana  van  Schoonho- 
ven^ gehuwd  metPicter,  Ambagtsheer  va^  Heer-Jamdam,  te 
_  --  Dord. 


HAASTRECHT,  (fl^/  Gtfiagt  9<mS  39/ 


■*i 


Dordrecht.  Zi)  hadden  twee  dogters  %  Johanna ,  Amhagtsvronw 
van  Heer-Jandam,  getrouwd,  met  Joachim,  Heere  van  Har« 
denbroek,  en  Anna  van  Heer-Jandam^  getrouwd  met  Phili* 
bert  van  Serooskerken,  Baljuw  van  Thoolen,  III.  Catharina 
yan  Naifau ,  getrouwd  met  Wouter  van  der  Meer  ,  Heere 
van  Ze  vender,  die  verhaald  wordt»  te  Dordrecht,  als  Francia-». 
kaaner  Monnik ,  te  zijn  geftorven ,  naa  aivoorens  verwekt  te  hf b« 
ben  Philips  van  der  Meefy  Ridder  ,  PJeer  .van  Sevender  en 
Steenbeek.  "DtQzt^  was  een  der  Verbondene  Edelen  ,  in  den 
}aare  1^66.  Hij  trouwde,  eerst  met  Maria  van  der  Noot,  daar« 
naa  met  Gisberta  van  Schagen,  dogcer  van  Willem,  Heere  van 
Schagen. 

Willem  van  haastrecht,  Heere  van  Dminen,  j:oon  van 
PAULUS ,  was  getrouwd  met  Margaretha  van  Daveren  ,  bij 
welke  hij  Vader  wierdt  van 

GoEijERT  VAN  HAASTRECHT,  Hccre  vanDrulueu  enOanfoljen, 
in  1552  getrouwd  met  Jofina  van  Malfen^  dogter  van  Otto 
yan  Malfen ,  wiens  zuster ,  Maria  van  Malfen ,  in  den  Jaare 
15S5»  in  den  echt  tradt  met  diderik  sonoy,;  Stadhouder  van 
Noordholland;  zij  (lierf  te  Enkhuizen,  in  1584,  en  hij  in  Fries- 
land ,  in  1 597.    G0EIJERT  liet  na : 

Pauhts  van  Haastrecht ,  jongman. 

DmsRiK ,  die  volgt. 

OttOy  in  Italfe  ongehuwd  geftorven. 

WilUm^  als  Kapitein,  in  den  Jaare  1597  9  voor  Maaftricht  ge* 
fneuveld. 

Diderik  van  haastrecht,  Heer  vanDruinen,  was  getrouwd 
met  Anna  van  Malfen  y  dogter  van  Karel  van  Malfen^  en 
verwekte  bij  haar: 

Karel  van  Haastrecht. 

Govert* 

WiUem. 

Jofina ,  getrouwd  met  >N.  van  Bernuy ,  Drosfaart  van  Breda  j 
beiden  in  1613  geflorven.  > 

N.  van  Haastrecht  y  gehuwd  aan  Arend  vanRavefchot,  Zoon 
van  Jan  van  Ravefcho;  en  van  N.  van  Gent,  Ambagtsvrouwe 
van  Kapelie  en  Waspwijk ,  in  Zuidholland. 

Zie  GOUDHOEVEN,  Kronijky  en  van 
l«££UW£N,  iakavia. 

Baa^s* 


Ssr»   MAA2É,  (ADRIAAUÏ  de)  MAARÉNPOLDER.  tnts 


lïhhtEé  (adriaan  i>e)   Toert  def  Sirifrnfchc?  Vloof,  wel  vut- 
derhalve  Miljoen  waardig,  in  den  Jaare  1672,  op  bevel  va» 
den  ondankbaarcn  Koning  karel  oen  II ,  onverhoeds  ^  wierdc 
aangevallen,  door  den  fchraapzieken  robert  holmes,  voerde 
DE  HAA2E  het  opperbevel  over  de  Nederlandfche  Scheptri,  welke 
den    Smirnaasvaarderen  tot   geleide   dienden.     Tot  drjemaalerf 
moesten  de  Engelfchen  voor  de  dapperheid  der  HoUanderenr 
wijken,  wien  't,  eindelijk ,  gelukte,  met  een  verlies  van  flegts 
drie  of  vier  Schepen,  de  Vaderlandfche  havens  te  bereiken^ 
Zwaarder  dan  dit  verlies,  als  zijnde  nog  te  herdellen,  was  dac 
ymn  den  dapperen  Oppergezagvoerder  de  haaze,  welke,  neven» 
den  Kapitein  jan  van  nes  den  Ouden  ^  in  den  ftrijd  was  ge- 
iheuveid. 

Zie  BRANDT  1  Lef  en  van  de  Ruiter*  bh  ($45^ 

MaazeNfolder.  Deezen  naam  voert  een  gedeelte  van  het 
Dorp  Peuen,  als  zijnde  ^tMzelve  Verdeeld  in  Oud-  en  Nieuw" 
Petten^  anders  de  Ilaazenpolder  genaamd, 

Haeftkn,  (üiltR  of  DiDEïliK  Van)  eeii  Geldersch  Edelman^ 
van  een  ander  geHagt,  gisfe  ik,  dan  de  van  haeftens,  nog 
heden  te  Utrecht  bekend,  was  Heef  vain  Gameren  f  Zoon  vai* 
7011AN  VAN  HAEFTEN  en  van  lucia  van  óredërode.  Hij  oil« 
dertekende  niet  Aegts  het  Verbond  der  Edelen^  maar  bieldr 
Ifch  ook  veelmaalen  op  te  Breda  1  bij"  Graaf  lodewyk  van 
HASSAU,  aan  wien  hij,  zo  wel  als  aan  Prinfe  willen  den  I," 
^sGraaven  broeder,  zeer  naauw  verknogt  was.  Hij  moet  een 
man  van  meer  dan  gemeen  vermogen  geweest  zijn,  alzo  hij 
onder  de  weinige  Edelen  wordt  geteld,  die,  nevens  den  Heer 
TAN  brederode  ,  zich  verbonden  hadt  tot  het  opbrengen  vanp^n* 
aingen,  ter  voortzettinge  van  den  Oorlog.  Van  haeftkn  te« 
kende  honderd  gouden  kroonen.  Om  *t  een  en  ander  wierd^. 
kij,  tnet  verbeurdverklaaring  zijner  goederen,  door  alva  ge« 
bannen.  Hij  wist,  egter,  naderhand  nog  te  bewerken,  dat 
de  Stad  Bommel  de  zijde  koos  van  oranje  ,  die  hem  nu  hec 
Krijgsbewind  dier  Stad  opdroeg  ,  alwaar  hij  voorheen  den 
post  vau  Amptmaü  hadt  bekleed*    Dirk  van  haeftev  hadc 

40 


HAEPTEN.  (FftANS,  of  FRANCOIS  Van)  eti2.    3» 


in  huwelijk  gehnd  margareta  van  duvënvoordei  doch  Uefi 
Wj  baar  geene  kindereü  na* 

Haeften  ,  (FRANS ,  of  FRAK901S  van)  Heef  van  Haeften  i 
was  niet  alleen  een  der  Ondertekenaaren  van  het  Verbond  der 
Edelen»  maar  ook,  *t  geen,  bij  lauge»  van  han  allen  niet  kan 
gezegd  worden,  een  ijverig  voorftander  van  de  Leere  der  Her- 
vormden. Naa  *t  verval  van  het  Bondgenootfchap ,  floot  hij , 
nevens  de  weinige  overgebleevene  Edelen ,  eene  foort  van  verdrag 
met  de  Landvoogdesfe,  in  den  Jaare  1566.  Ook  hem  dUtginc 
het  Banvonnis  van  den  wreeden  Hertog  niet.  Hij  overleedt,  io 
den  Jaare  1573,  zonder  kinderen  verwekt  te  hebben,  althan» 
naa  te  laaten,  bij  Vrouwe  katharina  van  den  BOETZELAARf 
Frouwe  van  Praat. 

Haeften,  (jan  van)  waarfchJjnlijk  de  zelfde,  welke,  on» 
der  den  naam  van  jan  ottensz  van  haeften,  op  de  Jaarea 
15214  — 1557, ^  voorkoorat  ^*^  ^^^  der  Stad  Utrecht,  en, 
in  den  Jaare  1560,  Kameraar  dier  Stad  was.  Hij  hadt  in  huwe* 
lijk  LucRETiA ,  natuurJijke  Zuster  van  ^eere  hendrik  van  brr- 
de'rode,  en  verwekte  bij  dezelve  jan  van  haeften,  Sekretaric 
der  Staaten  's  Lands  van  Utrecht.  De  van  haeftens  ,  nog  he- 
den in  het  Sticht  bekend ,  zijn  van  deezen  afkomltig.  Jan  vaw 
haeften,  laatstgenoemd,  hadt  eene  Zuster,  aefje  genoemd, 
gehuwd  aan  maarten  schook  ,  te  Bommel ;  deeze  was  de 
Overoudgrootmoeder  van  Vaders  zijde  van  den  naauwkeurigen 
en  arbeidzaamen  Hllloriefchrijver  van  't  Verbond  en  Smeek* 
fchrift  der  Edelen,  den  Meere  jona  willem  te  water. 

zie  j.  w.  water* 


Haga,  (korkblis)  van  geboorte  een  Schiedammer^  vet'- 
dient  hier  vermeld  te  worden ,  als  de  perfoon ,  van  welkeli 
de  Algene^ne  Staaten  der  Veréénigde  Nederlanden  zich  be- 
dienden, tot  het  fluiten  van  een  Verbond  van  vriendfchap  en 
vrijen  Koophandel  met  den  Grooten  Heer;  zeer  wenfchcifjk 
iQderdaadi  naardieja  de  ingezceteneo  dier  Gewesten,  tot  nog 

toe. 


/ 


40Q  HAGA ,  CKORNELIS)  HAGEN.  (STEVEN  van  der) 


.  (én 


toe,  niet  anders  dan  onder  Franfchen  of  Engeifchen  vlag,  'm  hot 
Turkfche  gebied  hadden  mogen  handel  drijven.  Door  eenen 
Brief,  van  den  Turkfchen  Admiraal  bassa,  aan  'sLands  Stüa- 
ten^  tot  het  handelen  over  dusdanig  een  Verbond,  aanleiding 
gekreegen  hebbende,  wierden  ze  te  raade,  den  gemeiden  Koa- 
WELis  HAGA,  ten  dien  oograerke,  derwaarts* te  zenden.  Hij 
vertrok  in  't  laatst  van  't  Jaar.  1611.  Niet  zeer  gunftig,  voor 
iijn  oogmerk,  vondc  hij  den  toeftand  van  zaaken,  bij  zijne 
aankomst  te  Konjlantinopole.  De  Admiraal  bassa  vyas  in  ou- 
genadp  vervallen,  en  konde  hem  dus,  bij  den  Grooten  Heer, 
niet  tot  eene  voorfpraak  dienen.  Door  't  yerfpreiden  van  al- 
lerlei nadeelige  gerugten  ,  met  opzigt  tot  de  Nederlanders, 
ïogten,  onder  andere  ,  de  Franfche  en  EngeJfcbe  Gezanten 
«an  *t  Turkfche  Hof,  hem  den  voet  dwars  te  zetten,  en  het 
bekoomen  van  een  plegtig  gehoor  te  beletten.  Haga*s  onver- 
xaagdheid  en  fchranderheid  zegepraalden ,  in  't  einde ,  over  aJIe 
hunne  kunftenaarijen.  In  de  Maand  Jullj  des  Jaars  16 12  floot 
liij,  in  naame  der  Algemeene  Staaren,  een  Verbond  van  Vriend- 
fchap  en  Koophandel  met  den  Sultan  achmet  chan,  waar 
bij  deii  Nederlandereu  de  zelfde,  ja  nog  meer  voorregten 
wierden  toegedaan,  dan  -de  Franfchen  en  Engelfchen,  in  de* 
Turkfche  heerfchappijen ,  genooten.  Wijders  ftelde  haga  Kon- 
fuls  aan,  in  de  voornaamfle  Havens  van  den  Levant,  ten  be- 
hoeve van  de  Kooplieden  en  andere  onderzaaten  van  de  Ver- 
lénigde  Provinciën.  Zints  dien  tijd  hebben  de  Nederlanders, 
op  Konliantinopole  y  Smirna  en  eindere  Havens,  indien  oord, 
eenen  niet  onvoordeeligen  Koophandel  gedreeven. 

.  • 

Zie  bauoart;  Groot -Plakaatboek^  enz. 


Hagsn.  (steven  van  de^)  Deeze  vermaarde  Vlootvoogd 
WB8  een  der  eerde  grondleggeren  van  den  Vaart  der  Nederlandc- 
jen  op  de  Ooulnaiën,  Re^ds  zo  vroeg,  als  in  den  Jaare  1603 » 
en  dus  kort  naa  de  oprichting  der  Maatfchappije ,  zeilde  hij  uit 
JêXily  met  eene  Vloot  van  twaalf  Schepen,  die,~  aan  uitrustiti- 
ge,  ruim  tweeëntwintig  Tonnen  Gouds  gekost  hadden.  Ge- 
lukkig bereikte  bij>  met  deeze  Vloot,  in  'c  volgende  Jaar ,  de 

rivier 


\ 


HAGEN.  l^TEVEN  7am  der)  401 

Tfvier  van  Goaf  op  de  Kust  vao  Korêtuandel^  en  liec  aMaar  het 
anker  vallen  •  op  den  srflland  van  eene  Mijl  van  de  piaatze,  al- 
waar de  Portogeezen  een  KaUeel  hadden.    Doch  deeze  waren 
<t  wd  gewapend  en  op  hunne  hoede ,  om  aldaar ,  met  nitzfgc 
op  een  gelukkigen  uitflag ,  iets  te  kunnen  ondemeemen.    Diens- 
volgens  wendde  van  D£r  hagen  den  (leven  na  Cananor^    Doch 
ook  hier  wierdt  niets  uitgevoerd.    De  Koning  van  *i  Gewest 
verboodt  den  Portugeezen,  uit  hun  Kalleel,  op  de  BoUanders 
ce  fdrieten,  en  deedt  deezen  waarfbhuwen,  dat  liij  een  vriend 
^er  eerstgenoemded  was,  «n  hun  raaden,  indien  zij  hisgelljks 
2ijne  vriendichap  zogten ,  van  daar  te  vertrekken.    Hierom  zeit« 
4le  hij  na  Calieuta^  alwaar,  door  de  zijnen,  een  Portugeesch 
Vaartuig  veroverd  wierdt.  IntusTchen  badt  de  Samorin  of  Keizer 
van  Malabar^  thans  met  de  Portageezen  in  Oorlog»  de  l[omst 
van  eane  Nederlaodlbhe  Vloot,  In  die  vaarwateren,  nietvemo* 
men,  of  hij  zondt  eenige  Afgevaardigden  a«i  tan  der  hagen, 
met  verzoek  om  -een  mondgefprek ,  en  om  over  een  Verbond 
mee  de  Portngeezen,  hunnen  gemeenen  vijand,  in  onderhande- 
ling te  mogen  treeden.    Zulk  eene  gundige  aanbieding  mogt  hij 
niet  van  de  h&nd  wijzen.     Het  voorgeflagen  Verbond  wierdt 
fpoedig  geflooten ,  <ot  wederzijdsch  genoegen :  waarnaa  onze 
VlootvJoogd  zijne  reize  na  €ochin  vervolgiie.    Zijns  ondanks 
moest  hij  hier  een  vetten  buit  ongemoeid  Jaacen.    H^j  zag  ver- 
fcheiden  Portugèefirhe  Schepen  voor  anker  leggen,  doch  durfde 
niet  na  binnen  loopen,  uit  vreezevoor  de  ondiepten,  om  welke 
aan  te  wijzen  en  te  mijden,  hier  geen  Loots  was  te  bekoomen. 
Hierom  keerde  hij  zich  na  de  Baai  van  Amboina ,  cf  Amhon , 
en  itMt  *er  eenig  volk  aan  land ,  met  oogmerk  om  op  een  Por- 
tugeesch Kadeel ,  welk  aldaar  lag ,  eenen  kans  ce  waagen.    Op 
de  vraage  des  Slot voogds ,  aan  van  der  hagen  ,  wat  de  Hol* 
landers  in  den  zin  hadden  tegen  een  KaQeel,  welks  bewaaring 
hem,  door  den  Koning  van  Spanje,  was  toevertrouwd,  gaf  dee- 
ze tot  antwoord,  dat  hij,  in  naame  en  op  last  van  Prinfe  mau- 
RITS  VAN  ORANJE,  hcm  hetzelvc  kwam  af  handig  maaken.  Deeze 
koenheid  vervulde  den  Spanjaard  met  fchrik,  en  deedt  hem  flraks 
de  fterkte  overgeeven.     Van  der  hagen  nam  'er  bezit  van, 
en  gaf  aan  zeshonderd  Ponugeezen  vrijheid,  om  hec  Eiland 
X^  verlaacen.    Zesenveertig  huisgezinnen ,  verkiezende  aldaar  te 
XX^  DEEL.  Cc  blij- 


400      HAGEN,  (STEVEN  tan  der)  HAGESTEIN, 


■wm 


blijveiï,  verworr^n  daartoe  verlof  van  den  Overwinnaar,  en 
deeden  hem  den  Eed  vs^  getrouwheid.  Aldus  wierden  de  Ne- 
derlanders eigenaars  van  't  aanzienlijk  Eiland  /imboina.  Vjin 
D£R  HAGEN  kwam ,  eerlang,  in  de  Vaderlandfche  Havens ,  bin« 
nen,  met  eeqe  Vloot  van  rijkgelaadene  Schepen, 

Hagestein,  gemeenlijk  't  Land  van Hagefiein  genaamd,  een 
Dorp  en  Heerlijkheid ,  in 't  O  verkwartier  wn  Utrecht^  ftrekt, 
ten  Oosten  en  Noorden,  aan  de  rivier  de  Lek^  ten  Westen  aan 
*t  Regtsgebied  der  Stad  Hanen ,  en  ten  Zuiden  aan  *t.  Land  van 
Altena  en  *t  GraafTchap  Kuilenburg  y  en  Is  een  der  zogenaamde 
Vijf  Heer  en  Landen.    Van  ouds  maakte  Hagefiein  een  gedeelte 
uit  van  het  GraafTchap  Teifierband^  en  behoorde  aan  deBisfchop^ 
pen  van  Utrecht.    In  laatere  tijden  wierdt  de  Heerlijkheid  uit- 
gegeeven  aan  deezen  of  geenen  Edele,  en  door  Heer  willem 
VAN  DUIVENVOORDE,  aan  WILLEM  DEN  Hl,  Graave  van  Hol- 
land^ als  Leenheer  opgedraagen.    Veel  uitgefh-ekter  moet  toen 
de  Heerlijkheid  geweest  zijn  dan  tegenwoordig ,  alzo  zij ,  *t 
èenigen  tijde,  door  een  Heer  van  Kuilenburg  en  een  Heer  van 
Jsperen ,  gemeenfchappelijk  bezeeten  wierdt.  Zedert  kwam  de» 
zelve,  voor  eenigen  tijd,  wederom  aan  den  Stoel  van  Utrecht^ 
tot  op  de  overdragt  aan  jan  van  Brahand^  getrouwd  aan  Graa* 
vinne  jakoba  ;  die ,  egter  ,  dezelve ,  eerlang ,  wederom  aan  het 
Sticht  moet  hebben  afgeftaan,   alzo  zij,  in  den  Jaare  1425, 
daar  onder  behoorde.    Naderhand  kwam  Hageftein  aan  de  beide 
Kapittelen  van  den  Dom  en  Oud-Munfter  leUtrecbt^  die*er 
ruim  anderhalve  Eeuw  bezitters  van  geweest  zijn ,  en  aldaar  eeii 
yltgelbrekt  regtsgebied  oeiTenden,     Door  verkoop  is  dezelve, 
met  zeer  ruime  Vrijheden  en  Voorrègten ,  van  de  eene  in  dé 
andere  band  overgegaan.    De  Heerlijkheid  be'flaat  elfhonderd 
Morgens  Lands;  in  den  Jaare  1748  telde  men  binnen  dezelve 
vierenzeventig  huizen ,   die  meest  van  Roomschgezinden  be- 
woond worden,    't  Huis  te  Hagefiein  is  een  vrij  goed  gebouw, 
leggende  in  eene  ruime  Gragt ,  en  van  veel  geboomte  omringd, 
Het  Dorp  van  dien  naam  was  eertijds  eene  Stad ,  en ,  met  dié 
van  Bverdingen  vereenigd,  eene  aanzienlijke  Parochiekerk,  die 
4oor  twee  Priesters  wierdt  bediend.     Van  *t  Kerkgebouw  is 
Ib^ns  Qi^ts  meer  overig  dan  het  Koor ,  *t  welk  ^t  de  openbaare 

^o^5« 


HAGESTEIN,  HAKKIUS.  (PETRUS)  403 

^— ————■■  I    ■■■  i^      ■    ■     ■  I  —————— ——^—^ 

Godsdlenstoeffemnge  wordt  gebniilft ;  van  *t  ov^ige  befiaat  nieci 
behalven  eenig  vervallen  Muurwerk.  De  Predikant  behoort,  on- 
der de  Klasiis  van  Menen  en  ff^ijk*  De  Kerkenraad  bezit  *er 
*c  regt  om  eenen  Leeraar  te  beroepen,  doch  de  Heer  dat  van 
goed-  of  afkeuringe.  *t  Laatfle  mag  hij,  egter,  niet  meer  dan 
xweemaalen  doen;  voor  de  derde  reize  moet  hij  daar  van  reden 
f eeven  ium  de  Gedeputeerde  Staaten* 

Zie  MATTHiEUS;  BURMAN,  Utr^  JéMfb. 

'    AucHEL,  enz. 


Hakkius  ,  (reTRTJs^  geboortig  te  JLeiien^  bekleedde,  in 
tien  Jaare  1584 ,  het  Leeraarampt.    Onder  de  Kerkelijke  onlus- 
ten, welke,  omtrent  dien  tijd,  ook  de  Gemeente  xa  Medenhlü 
beroerden ,  verworf  de  Wethonderfcbap ,  dat  dezelve,  voor  eenen 
tijd  van  vier  Maanden,  detwaarta  wierdt  gezonden.    Ben  ver- 
metel ^Prediker  moet  deeze  geweest  tijn,  naardien  van  hem  ge« 
cuigd  wordt,  dat  hij  niet  gefchroomd  hadt,  tegen  het  laatfle 
Huwelijk  van  Prinfe  willem  den  I ,  openlijk  van  den  Predik- 
iloel  uit  te  vaaren.    Zo  hoog  zelf  klom  zijne  laatdunkende  los- 
nipndigheid,  dat  hij  'sPrlnfen  ontijdig  uiteinde  aan  de  Gemeente 
vertoonde,  als  «en  oordeel  Gods  en  hemelfche  (Iraffè,  hemover- 
gekoomen ,  van  wegens  den  praal  en  (hatfie^  bij  den  plegtigen 
Doop  van  zijnen  jongden  Zoone.  Dus  hadt  hij  gefproken ,  vóór 
zijne  komst  te  Medenblik:  reden  genoeg  voorwaar,  naar  *t  oor- 
deel des  Kerkeruds  en  ook  van  sonoi  ,  om  zulk  eenen  twist* 
kraaier  als  een  voorwerp  te  befcbouwen ,  gaucsch  ondienftlg  in 
de  tegenwoordige  gelleldheid  van  zaaken,  en  voor  den  laatstge- 
noemden om  aan  den  Hopman  d»  Bezettinge  last  te  géeven  om 
hem  't  binnen  komen  te  beletten.    *t  Ben  en  ander  belette  niet, 
dat  hij  op  den  Predikftoel  gebragt  wierdt.    Hier  uit  ontllonden 
zeer  hoogloopende  onlusten ,  welke  niet  dan  door  den  fterktn 
arm  ^konden  geftild  worden.    Opc  bevel  van  Graave  maurtts  en 
van  den  llaade  vail  Staate  bragt  de  Stadhouder  sonoi  honderd 
knegten  binnen  Medenhlik^  met  order  om  den  twistllookenden 
Leeraar  aan  te  pakken  en  ter  Stad  uit  te  leiden.    Getrouwe- 
lijk kweeten  zich  deeze  van  den  q>geleiden  last.    Hakkius 

Cc  a  leet- 


i»04     HAK  VOORT,  HAL>  HALEWYN. 

leefde  en  predikte  nog  in  den  Jaare  1587.  Doch  hi]  racet  niec 
zeer  op  de  '}ijde  van  den  Engel/chen  Landvoogd  lelicester 
geweest  zijn ,  naardien  van  liem  wordt  aangetekend ,  dat  hij  9 
in  den  hevigen  twist,  omtrent  dien  tijd,  binnen  Leiden  ont* 
(han,  geteld  wierdt  onder  de  onzuivere  Leeraars,  om  dat  hij 
van  zich  hadt  durven  laaten  pan,  „  dat  de  Heeren  van  Leh 
„  den^  naa  wederftand  te  hebben  gebooden  aan  den  Spanjaard 
y,  en  Fransriiman,  ook  wel  weg  avonden  weeten  met  de  Eo^ 
y,  gelfchen/* 

Zie  BOR  en  hooft. 


Hakvoort.  Twee  Huizen  van  dien  naam  ontmoet  men  in 
de  Provincie  Gelderland  ^  het  eene,  zijnde  een  Hoogadelijk 
Huis ,  in  'c  Schoutampt  van  Zutfen ,  een  zeer  oud  doch  def» 
lig  gebouw,  een  groot  half  uur  gaans  ten  Westen  van  \\% 
Dorp  Vorden ;  het  ander ,  in  het  Landdrostampt  van  Fehme , 
bij  he(  aanzienlijk  Dorp  Barneveld. 

Hal  ,  een  Geldersek  Dorp ,  in  't  Regterampt  van  Feinwen* 
teem ,  legt  een  klein  half  uur  gaans  van  het  Dorp  Brummen , 
tn  befat)ort  onder  't  Schoutampt  van  dien  naam.  Het  heefc 
zijne  eigen  Kerk  en  Leeraar.  De  Huizen  fFestenburg  en 
Ferftopde  leggen  digt  bij  dit  Dorp. 

Halewyn.  Uit  ditgeflagt,  t^  Der  dr  echt  thuis  bchoorende,zijn 
verfcheiden  voorqaame  mannen  voortgefprooten,  van  tijd  toe  tijd 
gebezigd  in  annzienlijke  posten  van  Staats-  en  Stadsregeeringe. 
Bekend  is  de  opfchudding,  in  den  Jaare  1553,  binnen  Enk^ 
huizen  voorgevaUen,  welke  openlijk  uitbrak,  ter  gelegeniieid 
dat  een  Trommelflager ,  in  naame  der  Algemeene  Siaaten ,  rond 
IJoeg  om  volk  te  werven,  doch  door  het  Graauw  gedwongen 
wierdt  om  insgelijks  dien  des  Prinfen  van  oranje  te  gebrui- 
ken. Dit  deedt,  binnen  de  Stad,  het  vuur  van  oproer  uit- 
breeken;  om  't  welk  te  blusfchen,  'sLands  Staaten,  op  ver- 
zoek der  Regeeringe,  eenige  Afgevaardigden  derwaarts  zon- 
den- Onder  deeze  bevondt  zich  alewyn  van  halewvn, 
Burgemeest^  van  Derdr^Ai,    In  merkelijk  gevaar  kwam  hij. 


HALEWYM.  (SIMöM  ^A5ï)  4'^5 


hij  die  getegenheid.  Neveüs  den  Heere  jaKob  van  nieuwstad  f 
Burgemeester  vta  Alkmaar^  eeneo  zijiier  Mede-Oemagtigden, 
gezeeten  op  eenen  wagen  ^  en  tot  op  een  kleinen  afllaod  van  de 
Stad  genaderd »  koomt  een  woest  kaetet «  lioudende  eenen  Bier-* 
kan  in  zijne  eene  band ,  met  de  andere  den  toom  der  paerdeo 
aangrijpen ,  en  met  een  dreigend  gelaat  liun  vraagen  waar  »ii 
heemn  wikUnl  Op  het  antwoord ^  dac  hem  zulks  niet  aanging^ 
was  eene  tweede  vraag,  of  zij  Prinfen-  cfStaatenvolk  warend 
De  Heer  van  halewtn  hadt  naauwiijks  hier  op  Staatenvolk  ge^ 
entwoord»  of  de  multeling  graauwde  hem  toe«  dan  zult  gij  niet 
UevenJe  ran  hier  gaan*  Straks  werpt  hij  den  Bierkan  van  zich  f 
tegen  den  wagen , .  trekt  zijn  Mes  >  en  dreigt  daar  mede  de  Hee« 
ren  Gemagtigden.  Het  aanzetten  der  paerden^  door  den  Voer-* 
man,  deedt  hen  dit  gevaar  ontrijden^  Bij  hunne  komst  voot 
,de  Stad,  weigerde  men  hen  binnen  te  laaten;  naa  eenige  uuren 
toevensy  moesten  ze,  ouverrigter  zaake,  van  daar  vertrekkcn« 

Halew^'n,  (simo^  Van)  2oon  van  den  bo^engemelden,  l>e<« 
kleedde,  in  zijne  gehoor teihd ,  de  Burge meesterlijke  waardig- 
neid.  In  den  Jaare  1693  ,  terwijl  hij  1111  zat  van  dien  post^ 
kwam  hij  in  merkelijke  ongelegenheid.  Nna  den  Veldflag  bij 
Steenkerken ,  's  jaars  te  worcn  gebéurd ,  deedt  hij  eene  rei26 
na  huihchiand  en  Zmszerlandi  om  den  toelland  der  gfenzen^ 
in  dien  oord,  aan  de  zijde  9m Frankrijk  te  onderzoeken,  efi 
Vooral  om  den  Heere  d^amelot,  Êranfcheu  Gezant  in  Zwif^» 
zet  tand  ^  over  de  gezindheid  zijns  Meesters,  met  opzigt  tot  den 
Vrede ,  te  poKchen,  Te  Sglothurn  hieldt  hij  een  mondgefprek 
met  dien  Staatsdienaar,  welke  hem  beloofde,  des  Konings  gé« 
'dagten  te  zui(en  mededeefen.  Hoewel  dcf  Heer  van  halewyN 
taderhand  beculgde,  iu  dit  stflc^  geen  andef  inzigt  bedoeld  (e 
hebben,  dén  om  zich,  ten  beste  vfln  *t  Vaderland,  iri  zaakeU 
vah  Regeéribgè  meer  bekwaam  te  insiaken,  bekwam  faemv  eg- 
ter,  dee^e  reilde  2éer  kwalljld,  al^o  hij  dezelve,  zonder  kennis 
'van  Prinfe  willen  den  III  «  en  Van  de  Hooge  Regeeringe ,  oü- 
demomen  hadt« 

In  't  begin  des  volgenden  }aars  i6^%  bevoiidt  zich  de  HeéJC 
VAN  halewyn  iu  *i  Hage.  Hier  kwam  hem  zeker  Fran^chman  , 
DU  FLEssis  genaamd,  van  w^gen  den  bovedgetnelded  D*AM£Lor, 

•  Cc  }  vraA^ 


4o5     >  HALEWYN.  (SIMON  VAr^) 

vraagei»  omtrent  den  voet,  op  welken  's  Linds  Senaten  den  Vre^ 
de  zouden  begeeren.    Halewyk  gaf  luer  op  geen  ander  ant.^ 
woord,  dan  dat  deeze  vraag  (heedt  met  de  aOpraak,  inhov 
dende  dat  hem  *sKonings  gedagten  zouden  medegedeeld  wor- 
den: *c  welk,  volgens  *t  zeggen  van  du  plessis  ,  niet  koade 
gefcbieden,  eer  men  vernomen  hadt,  hoedanig  de  Graaf*  d'avaux 
geflatgd  ware  in  Zwteden ,  alwaar  bij  tlians  handelde.  .De  Oud« 
Bui^meester  was  Heer  van  het  Dorp  Abbenbroek ,  in  *t  Land 
van  Voorn ^  en  liet,  ten  deezen  tijde,  aldaar  fene  nieuwe 
Huizing  timmmeren.  Du  plvssis  hem  hier  een  bezoek  geevende, 
en  den  nieuwen  aanleg  bezigtigende , .  zou  den  Ambagcsheere 
eenig'geld  hebben  aangebooden;  die,  egter,  naderhand,  ver- 
klaarde ,  het  aanbod  te  hebben  van  de  hand  geweezen.   Zedert 
wierdt  de  Franschman,  van  wegen  zijn  Hef,  gelastigd,  henl 
twintigduizend  Rijksdaalders  te  mogen  toezeggen ,  indien  hij^ 
Dordrecht  wist  te  beweegen  ter  openlijke  bewilHginge  in  eeii 
Ontwerp  van  algemeenen  Vrede.  Hoe  veel  gewigts  du  plbssis^ 
llelde  in  het  gevoelen  van  van  halewyn  ,  bleek  uit  zijn  fchrij; 
ven  aan  zijn   Hof,  waar  in  hij,   onder  andere,  verzekerde ^ 
dat  hij,  nevens  zijnen  broeder,  vooral  moest  gewonnen  worden  ^ 
als  zijnde  lieden   van  aanzien  en  die  kennis  van  zaaken  had- 
den, en  dat,  met  hun  overleg,  voörflagen  van  Vrede,  ter  Al- 
gemeene  Staats vergaderinge,  moeiten  gedaan  worden.    Op  ee» 
anderen,  lijd  briefde  hij   na  Frankrijk  over,  een  berigt,  z(y 
als  hij  zeide,  hem   door  van  halewyn  medegedeeld,  dat  de 
Veréénigde  Engelfche  en  Staatfche  Vloot,  met  dertig  Schepen,, 
zou  vermeerderd  worden. 

Niet  lang  konde,  intusfchen,  deeze  onderhandeling  bedekt 
blijven,  en,  zo  als  thans  de  zaaken  in  de  Republiek  ftonden^ 
rugtbaar  geworden  zijnde,  moest  zij,  noodwendig,  den  hand- 
daadigen  het  misnoegen  van  de  meeste.  Staatsieden  op  den  bal- 
ze  haaien.  Eerst  dü  plbssis,  en  kort  daar  naa  de  Heer  vai^i 
HALEWYN  wierden  gevat ,  en  in  's  Hage ,  op  de  Gevangen- 
poort, in  bewaaringe  gefteld.  In  zijn  verhoor  voor  't  Hofr 
beleedt  hij  zijnen  heimelijken  handel  over  Vrede  met  f^rank^ 
rijk^  doch  ontkende,  'er  aan  misdaan  te  hebben,  alzo  hij,. 
daar  mede,  niets  anders  dan  *sLands  welzijn  hadt  bedoeld^, 
voor  *t  weik  hij  den  Vred^  ^U  yoiflrekt  noodzaaklijk  befchouw 

ds. 


BALEWvN.  (SiMON  tAn)  40/ 

de^  Gemerkt  hebbende»  zefde  hij  verder,  de  onmogelijkheid 9 
om  langs  den  gewoonen  weg  toe  kennlsfe  van  den  (laat  de^ 
lilgemeene  zaaken  te  fcoomen,  hadc  hij  overleid  om  zich  in 
perfoon  te  vervoegen  bij  Leden  van  't  Engeifche  Parlement» 
en  naar  derzeiver  gezindheid  te  onderdaan,  om«  ter  bekoo- 
minge  van  een  goeden  Vrede,  Frankrijk  (lerkef  aan  te  tasten* 
Met  verfcheiden  Brieven,  uit  Engeland^  konde  hij  dit  bewij* 
zen,  onder  andere  met  eenen  van  den  Graavé  van  portland » 
gefield  in  eene  zo  wanhoopige  taaie ,.  als  of  alles  reeds  verloop 
ren  was*  Te  Dordrecht  hadt  hij  den  eerden  voorflag  gedaaa 
ter  vermeerderinge  van  's  Lands  Krjjgsmagt  ^  en  derker  daa 
iemand  geijverd  voor  het  verbod  van  uitvoer  van  Graanen: 
een  fpreekend  bewijs,  meende  hij,  van  zijne  zucht  vooral 
heil  van  't  Vaderlands  Voor  de  noodzaaklijkheid  van  den  Vre- 
de, dagt  hij,  hadt  men  geen  ander  betoog  noodig,  dan  dat 
HoUand  alléén,  in  dit  jaar,  elf  Miljoenen  moest  opbrengea 
tot  de  Oorlogskosten,  hoewel  nog  niet  toereikende  om  aan 
Frankrijk  het  hoofd  te  bieden.  De  Ingezeetenen  van  Groot* 
Sritanniet  zeide hij  al  verder,  bragcen  niet  het  zesde  gedeelte 
op  van  't  getn  in  de  VeréOnigde  Gewesten  wierdt  gedraageni 
't  welk  ten  natuurlijken  gevolge  moe^t  hebben,  het  verleggen 
Van  den  Koophandel  van  hier  na  Erige/at^d ^het  groot  doelwit  det 
Engeljchetii  ten  allen  tijde,  en  ook  nog  heden,  en  waar  tegen  de 
tegenwoordige  Koning  willem  de.III,  Neérlands  Stadhouder, 
zich  niet  aankantte,  alzo  dezelve  niet  alleen  geene  poogingen, 
aanwendde,  zo  als  men  hadt  doen  hoopen,  ter  intrekkinge  der 
berugte  Akte  van  kromwell,  maar  zelf,  nog  onlangs,  in  het 
Parlement  voorhagen  hndt  gedaan ,  hbogstnadeelig  voor  den  Ne- 
derlandfchen  Koophandel.  Wat  voorts  zijn  oogmerk  >  in  de  On- 
derhandeling mét  DU  FLEssis,  aanging,  zag  hij  daar  in  niets  mis- 
daadigs,  dewijl  alleen  zodanige  Onderhandelingen  met  den  vfjand 
terbooden  waren,  die  ten  nadeele  van  den  Staat  drekten:  hoe- 
danig iets  hem  niet  ten  laste  koude  geleid  worden«  Nog  min- 
der ,  meende  hij ,  kon  hem  zijn  bedrijf  ten  kwaade  geduid  wor-* 
den,  naardien  hij  het  voorneemen  hadt  gehad,  zo  ras  \i\]Frank' 
rijks  geneigdheid  tot  Vrede  zou  vernomen  hebben  ,  daar  vart 
kennis  te  geeven  aan  de  Regeeringe  van  Dordrecht  ^  om  vervol* 
g92M  tot  die  van  Hun  £d.  Gr.  Mogenden  gebragt  te  worden. 

Cc  4  Thans 


4o8  HALEWYN.  (SIMON  van) 


Thans  verlof  gevraagd  faebbeode  om  vrijmoedig  te  mogeu- uiten  ^ 
zo  als  hem  op  't  han  lag,  betuigde  hi}  van  gevoelen  te. zijn» 
,,  dat  iemand ,  die  eerlijke  middelen  te  werk  üelde ,  ter  bewer- 
,»  kinge  van  een  goeden  Vrede ,  zo  weinig  misdaadig  was»  dat,. 
,1  verre  v^n  hem  als  ftraflchuJdig  aan  ce  merken ,  hem  veeleer 
,y  een  Standbeeld  behoorde  te  worden  opgerigt.    Zulk.  eene  ban* 
^»  deling»  zeide  hij,  fcbroomde  bij  niet  te  onderneemen,  zelf 
„  met  gevaar  zijns  leevensr  en  wilde  Uever  Herren ,. dan kngec 
,,  zien,  dat  men  de  Landzaaten  goed  en  bloed  deedt  ten  beste 
^  geeven,  eva.d$hb£  dobbe  dob  ^fanfare  te  fpeelen  voor  dea 
»,  Koning  van  EngtlandP  €>p  deeze  laatfle  woorden  deedt  mea 
den»  Heer  van  aiewtwï  buiten  (laan,.    Wederom  binnen  geroe* 
pen,  en  gevraagd  zijnde,  ^  de  Ikaks  gemelde,  zo  als  ze  uit 
zijnen  mond  waren  opgefchreeven,  niet  zijne  eigen  woorden  wa-. 
ren,  gaf  hij  (ot  antwooïd  „  de  eigenlijlce  bewoordingen,  hem. 
„  in  dei  ijver  zijner  verdeadiginge  ontvallen^  zich  it^et  te  kun* 
„  nen  herinneren,  maar  wel  zijne,  meenmg^  welke  deeze  ge- 
„  weest  was,  dat  hij  liever  wilde  Jleryetiy  dan  zien,  dat  heft 
„  bevorderen  v-n  den  Vrede,  door.  eerlijke  middelen,,  voor 
^  eene  misdaad  wierdt  aangezien.!* 

Terwijl  de  Heer  Oud- Burgemeester  vaw  haüewyn  op  de- 
Gevangenpoort  zat,  deeden  dèszelfs  Huisvrouw  en  Dogters  at 
Writ  ze  konden,  om  zijne  zaak  in  een  gewoon  Regtsgeding  te 
doen  bepleiten  4  doch  hier  in  konden  ze  haar  oogmerk  niet  be- 
reiken.   Het  Hof  deedt  eerlang  eene  uitfpraat,   bij  welke  de 
Heer  van  ualzwyn  tot  eene  gevangenisfe  voor  zijn  teeven  ver* 
oordeeld ,  en  zijne  goederen  verbeurd  verklaard  wferdfen..  Frfns. 
WILLEM  DE  iri  bèfchouwde  dit   vonnis  als  te  zagt^  naar  ge- 
langc  van  'sMans  misdaad,  zonder,,  evenwel-,  op  de  verzwaa* 
ring  f!t.Tk  te  dringen.    In-  de  Maand  jltli)  de»  genoemden  Jaar» 
i6p3  wierdt  hij  na  *t  Slot  Loevefttin  vervoer J ;  hier  zat  hij  tot 
in  den  Jaare  1696,  wanneer  hij  middel  vondt  om  te  ontfnappen» 
ên  de  wijk  te  ncemen  na  Sufiname^  alwaar  Uj  zijne  dagen  heefif. 
geëindigd. 

Zfe  Seer^  RefoL  Holt.  D.  V.  bl.  541  —  557L 
SentenU  van  den  Hêye  over  Mr*  $*.  v»- 

■ilALEWYN.. 

Bax» 


HALEWYN.  (FRANCOIS  TERESTEIN  van)  enr,   ^9 

Halkwyn.  (FRAN9011  TERESTEIN  van)  Twec  Beeren  oai-^ 
noecen  wij ,  io  "c  ge(kg(  der  hai^wviven  ,  die  beiden  deezeit 
naam  voerden^  De  eeae  leefde  in  de  vcxMrgaaDHe  Eeuwe^  wa» 
Raad  in  den  Hove  van  Holland r  txk  wierdc,  in  den  benaauwden 
toeftan  1  des  Vaderlands,  in  den  Jaare  1672,  toen  zelfde  Raad- 
penfionarls  db  witt  bijkans  laadeloas'  was,  mee  andere  Afge- 
vaardigden, gezonden  na  Groot-Briêannie ^  om  te  onderzoeken, 
op  weike  voorwaarden,  met  ka&el  D£N  II,  de  Vrede  zou  kun* 
nen  getroffen  worden.  Uit  bét  gewigt  diens  Gezaatichaps  mo- 
gen wij  's  Mans  aanzien  en  bekwaamheid  afleidea  ~  De  an- 
dere, naamgenoot  des  voorgaanden,  bekieedde  den  pose  vaa 
Poifionaris  van  Dordfechf^  en  woonde,  als  zodani]^,  index» 
Jaare  1747»  de  Scaatsvergadering  bij  in  'sHagSr  terwijl  liet 
Graauw,  om  de  verheffing  van  Piinfe  willem  t^eh  IV  tot  bet 
Sudbouderfcbap,  op  'c  Binnenhof  de  ttitfpoorigfte  baldaadighe- 
den  pleegde.  Merkelijk  gevaar  liep  de  Penfionaris,  b^  die 
gelegenheid,  bij  het  fcheiden  der  Vergaderingen.  Naadat  faif 
de  dreigementen  van  eenigen  uit  het  Graauw  veilig  was  om^* 
koomen,  greep  bem  een  niet  onbekend  inwooner  van  dea 
Üage  bij  de  keel>  en  hieldt  hem  zijn  blanke  Mes  voor  oogeo, 
Niet  denkelijk  is  het,  dat  hii  thans  met  den  Ichrik  zou  vii| 
geraakt  hebben,  zo  niet  de  Klerk  dederichs  en  eenige  ande- 
ren waren  toegefchooten ,  en  hem  vervolgens  befchermd  en 
ontzet  hadden.   Dqqzq  Heer  was  eigenaar  van  de  lleerliikheid 

Halewyh,,  (kokneus  TERESTEIN  van}  broeder  van  smo» 
^AN  HALEWYN,  boveu  vermeld,  doch  tevens  groot  gunftelini; 
van  Prinfe  willem  den  III ,  was  Raadsheer  in  het  Hof  vaa 
Holland.  Meer  dan  eens  wierdt  hij ,  van  wegen  of  op  verzoek 
van  zijne  Hoogheid ,  gebruikt  tot  verrigtingen,  dienende  om  hec. 
Stadhouderlijk  aanzien  te  handhaave»  of  ie  vermeerderen.  Bi) 
gelegenheid  van  het  gefchil  te  Dordrecht  ^  in  den  }aare  1(84 « 
over  de  Nominatie  van  Goede  Luiden  van  Agten,  waar  om- 
trent,  zo  als  men  meende»  eenige  onbehoorlijkheid  hadtpkata 
gehad,  was  van  halewyn  een  der  Gemagtigden»  door  zijne 
Hoogheid  benoemd  om  zich  derwaarts  te  begeeven.  Ook  wisc 
bij ,  hoewel  met  zeer  veele  moeite ,  te  bewerken  dat  de  beflts- 

Ces  fing 


4iö       HALEVVYN.  (kORNELtS  TERESTElN  VapO 

fiag  des  gefchils  naar  *$  Prinfen  'genoegen  uitviel.    In  den  Jaaré 
itó§  vertrok  hij»  nevens  andere  Gemagcigden ,  tol  Enge/and^ 
tot  het  bijleggen  van  oneenigheden ,  tusfchen  de  Engelfche  Oost- 
indifche  Maatfcliappij  en  de  Nederlandfcbé  ontdaan*     Als  een 
gevolg  der  gunlle ,  in  weHte  de  Raadsheer  van  iialrwyn  bi)  den 
iitadhouder  ftondt,  wicrdc  het  aangemerkt,  dat  hij,  in  Sepcem^^ 
ber  des  Jaars  1Ó89,  tot  Schepen,  van  Dordrechtm^ói  verkoo- 
ren*    Hij  nam  inderdaad  bezit  van  dit  Atnpc,  doch  wierdt  'er 
flraks  wederom  van  oncflagen.    Nogih'ans  beweerde  hij ,  Lid  van 
den  Oud -Raad  te  Dordrecht  te  kunnen  blijven,  't  welk  hij, 
door  zijne  verkiezing  tot  Schepen  was  geworden  ,  en  tevens 
zijne  Raadsheersplaats  in  den  Hove  van  hotland  te  kunnen  be- 
houden.   Amfterdam  kantte  zich  daar  zeer  ernfüg  tegen ,  en 
beweerde,  in  een  uitvoerig  Vertoog,  de  onbeHaanbaarheid  dier 
twee  posten  in  een  en  den  zelfden  perfoon.  Doch  te  Dordrecht 
waren,  zints  eenige  jaaren,  de  hekken  verhangen,  naadat  de 
Burgemeester  arend  mlis  van  holy,  door  de  l>ewerkhig,  in- 
zonderheid, van  den  Heere  van  halewyn,  buiten  het  bewind 
geraakt  was.    Op  de  bedenking  van  die   van  Amflerdam  ,  de 
bovengemelde  onbeftaanbaarheid  bonwende  o^  een  Zeket  punt 
der  Inftruftie  voor  de  Raaden  van  den  Hove,  befloot  men  te 
Dordrecht  tot  een  onderzoek  dier  Inftruélle.    Dit  hadt  ten  ge-* 
voige,  dat  de  Heer  van  halewyn  bevoegd  wierdt  verklaard  om 
zijne  Raadsheersplaats  te  behouden,   en  te  gelijk' Lid  van  den 
Oud  -  Raad  te  blij  ven*  De  weg  tot  hooger  aanzien ,  na  *t  welk  hi} 
dong,  hig  nu  voor  hem  open.    Van  wegen  de  Stad  Dordrecht 
verfcheen  hij ,  wel  haast ,  ter  Dagvaart  van  Holland^  en  nam  ver- 
volgens zUtmg  ter  Algemeene  Staaisvergaderlnge.   Thans  evenwel 
deedt  hij  vrijwillig  afïïand  van  zijn  Aiiipt  van  Raadsheer^    Han- 
gende dit  gefchil ,  was  de  Heer  van  halewyn  een  der  Gemag« 
tigden ,   door  zijne  Hoogheid  na  Overijsjet  gezonden ,  ter  be- 
mïddelinge  van  een  gefdiil  ,  tusfchen  de  Ridderfchap  en  Steden 
van  dat  Gewest  ontfHan.    *t  Laatde,  welk'  wij  aangaande  den 
Heere  van  halewyn  vinden  aangetekend,  was  de  onaangenaam- 
heid, hem  wedervaaren,  ter  gelegenheid  van  het  gebeut'de  mef* 
zijnen  broeder,  den  Oud  -  Burgemeester ,  't  welk  boven  ver- 
haald is.    Op  vermoeden  dat  hij  eenige  kundfchap  hadt  van  des- 
zelfs  heimeiijken  handel  met  Frankrijk ,  wierdt  hij  in  yerzeke^ 

ring 


IIALLIIÏGK.  (|OAN)  41I 


\ 


ring  genofflfen,  doch ,  nasi  verloop  van  eenige  Maanden ,  op  vrije 
voeten  gefield ,  vermidd  de  veroordeelde  viiN  halewyn  Itand- 
vasdg  was  in  zijne  verklaaring ,  aan  zijnen  Broeder  nimmer 
tenige  opening  gedaan  te  hebbeu.  Van  wegen  den  Heere  kor- 
N£Ljs  TERBSTEiN  VAN  HALEWYN  wordt  getuigd  r  dat  zijne  Hoog« 
beid  Prins  willem  drn  III 9  met  niemand,  behalven  den  Raad- 
penlionaris  faoel,  vertrouwelijker' verkcering  hieldt.  Voort» 
wordt  bij  befcbreeven  als  een  man  van  groote  bekwaamheid  ea 
£eer  ftrcnge  zeden* 

Hallandsbroek;  zie  *t  kalf* 

• 
Hallingk.  (joan)  Bijkans  ware  deeze  Dorérechtfehe  Bar* 
gemecster  een  flagtoffer  geweest  van  de  woede  van  het  Graauw,; 
ia  den  Jaare  16739  ten  tijde  als  hetzelve ,  ook  in  die  Stad,,  za 
wel  alt  elders ,  dpkirif«ig  ijverde  voor  de  verhefEmg  van  zijna 
Hoogheid  will&h  den  III ,  tot  de  Stadhouderlijke  waardigheid^ 
Want,  haa  dac  de  Regeering  met  geweld  was  gedwongen,  tea 
dien  einde,  Vroedfehapsvergadering  te  beleggen^  en  toen  de 
Heer  hallingk  van  agter  't  Stadhuis  wilde  afgaan  ,  wierdt  hij, 
door  eenen  onverlaat,  met  een  zwaaren  Bijl  gedreigd,  indien 
hij ,  die  tor  nog  toe  tegen  's  Prinfen  verheffing  hadt  gellemd, 
voortging  in  zijne  weigeringe,  om  aan  *a Volks  begeeren  te  voW 
doen.  Hoewel  bij  dit  dreigende  gevaa^  oncfnapte ,  ieedt  hij , 
Bogthatis,  kort  daar  naa,  merkelijke  fcbade  aan  zijne  goederen* 
Want  als  de  Heer  uallingk  »  nevens  de  Héereh  joan  meerman^ 
Burgemeester  van*  LffViTii  9  en  korneus  geel  vink  y^n  Kastri» 
kum ,  Raad  en  Oud  »  Schepen  van  Amfterdam ,  door  *s  Land» 
Staaren  was  gemagtigd ,  on ,  tegen  de  naderende  Franfché 
Troepen»  de  bewooners  ten  platten  Lapde  iq  de  wapenen  te 
brengen ,  haalde  hij  zich  daar  mede  deu  haat  der  Landleiden  def* 
maate  op  den  haUei  d^t  bet  geweiddaadige  handen  üoeg  vASjt 
afjn  Huis  blanen  D^dref^l^  ^Q  ^^^  zijne  Buitenplaatze  InBeiJir* 
iauiL  De  fehade,  door  d^eze  plondering  hemtot^gebragt,  wierdt 
saderhimd,  door  hem.zelv^n,  op  twaalfduizend.  Guldens  beg^oor» 

'  >  ■  r 

Zie  WAGENAAI^,.rSl|&  ffifir  Rffi^^  ^^^^ 

HAL- 


4té  HALLüM,  FIALS.  (PRANS> 


Hallum  ,  een  aanzienlijk  Dorp ,  in  de  Friefche  GriecenQ 
Ferverderadeel^  in  Oouergo*  Tn  *t  begin  van  de  dertiende  Beu  we 
droeg  het  den  naam  van  Hofflady  zo  veel  als  een  voornaam  Paro- 
chiedorp. BIjouds  vondcmen  in  deszelfs  nabuurfchap  zeer  veeia 
Adelijke  Staten;  *t  welk  de  reden  Is,  dat  men  nog  heden»  in  dee« 
2cnoord ,  zeer  veele  fraaie  Boerderijen  aantreft,  in  welke,  door 
verloop  van  tijd ,  de  Staten  zijn  veranderd*  Hallwn  was  de 
geboorteplaats  van  den  Geleerden  abraham  steindam  ,  e^ 
weinig  naa  het  midden  der  voorgaande  Ecuwe ,  Hoogleeraar  in 
de  Wijsbegeerte  aan  *»Lands  Hoogefcboole  te  Franekcr» 

Zie  Tegenw*  Staats 


Hals,  Cprans)  wierdt,  in  den  Jaare  1584 ^  it  Meehelen  gcf- 
looren,  doch  heefl  ^Ijne  neesten  leeftijd  te  Haarlem  éoorgt* 
tvagt ,  en  Is  ook  aldaar  ge(lorven«    De  vermaarde  Kanftenaar 
Van  dVk,  aan  *t  Hof  van  karel  den  ï  ontboodeo,  wilde  zicfe 
het  genocgeD  bezorgen  »  vóór  zijnen  overtogt  na  Engeland^ 
een  Man  te  zien,  van  welken  hij  zo  veele  wonderen  gehoord 
liadt»    Hij  zogt  hem  dan  ten  zijnen  Huize;  doch  bier  was  hl} 
Biet  te  vinden ,  maar  wel  fn  eenen  kroeg,  zijn  doorgaand  ver- 
f>liif.    Met  moeite  van  daar  gelokt,  op  de  boodfchap  dat  een 
Vreeilideling  zich  door  hem  wilde  laaten  afbeelden,  zette  hij 
»ich  aan  't  werk,  en  hadt  het  fpoedig  afgedaan,  terwijl  de  Heer 
Van  dyK  ,  onder  dit  «lies ,  zich  onbekend  hiekit.  Thans  boodt  de 
laatsigemelde  adn,  om  op  zijne  beurt  hals  te  konterfelten.  \   - 
.Ging  'aan.    Doch  naauwlijks  hadr  deeze  zijne  eigen  Afbeelding 
beztgtigd,  of  hij  gilde  uit:  „  Gij  zijt  van  dyk.   Mijnheer, 
9^  want  geen  (lerflijt:  mensch  kan  zulks  naadoen,  ik  zeggs  van 
,,  verbeteren.**    Voorts  viel  hij  van  dyic  om  den  hals ,.  en  koste 
liem.    Veele  moeite  deedt  de  laatstgenoemde  KunstfchHder  om 
BALS  met  zich  na  Engeland  te  troonen;  doch  deeze  hadt  *er 
geene  ooren  na :  liever  dan  aan  Koninklijk  Hof,  wilde  hij  va 
gemeene  kroegen  zijne  dagen  flijten.    Want  gelijk  menig  snder 
Kunsd>roeder  ,    door  ilordigheid  van   ieevenswijze ,    de  edele 
Schilderkunst  onteerde,  paste  ook  op  hem  dit  verwijt.    Zelden 
Kop  'er  een  dag  ten  avond ,  dat  bij  niet  van  den  drank  beftooven  , 

nk 


HALS,  (FRANS)  HALS- AP.  413' 


uk  den  kroeg,  nt  huis  keerde.  Zijne  Leerlingen,  uit  hoorde 
zijner  bekwaamheid  hem  hoog  waardeerende ,  en  uit  vreeze, 
dat  hem,  den*eenen  of  anderen  tijd ,  een  ongeluk  zoude  over* 
kóomen,  Jiadden  de  gewoonte,  bij  beurten  op  hem  te  pasfen» 
en  zorge  te  draagen  dat  kij  behouden  thuis  kwam.  Te  bedde 
geholpen  zijnde,  zo  bezoopen  als  hij  was,  hadt  hij,  egter,  de 
gewoonte,  eene  foort  van  gebed  te  doen,  waar  van  telkens  hec 
flot  was:  Lieve  Heer^  haai  mij  vroeg  in  uwen  hoogen  Hemeil 
Benigen  zijner  Leerlingen ,  verfcheiden  maaien  dit  gebed  ge- 
hoord hebbende,  wierden  te  raade,  van  zijnen  ernst  cene  proe- 
ve te  neemen.  Boven  zijne  flaapplaats  boorden  ze  vier  gaten 
in  den  zolder,  lieten  daar  door  üerke  touwen  neder,  en 
m- akten  ze  vast  aan  de  vier  hoeken  van  zijn  Sed,  Als  hij 
nu,  op  zekeren  avond,  in  zijnen  gewoonen  (laat,  was  thuii 
gekoomen,  en  zijne  Leerlingen  hem  te  bedde  geholpen  had- 
den, begaven  ze  zich  na  boven.  Niet  lang  hadden  z?  hier 
gewagt,  of  zij  hoorden  zijne  gewoone  Avondbede.  Straks 
haalden  ze  hem  met  Bed  en  al  na  boven ;  *t  welk  hij  ontwaar 
wordene ,  hem  met  nog  luider  ftemme  deedt  bidden :  Zo  haastig 
niefp  Lieve  ifeer^  zo  haastig  nieti  Zagtjes  liet  men  hem  hier 
pp  zakken,  doch  hoorde  hem  zedert  niet  meer  bidden  oin 
een  fpoedigen  hemelvaart.  Fi^ans  hals  overleedt  in  den  janrc 
1666 y  en  liet  kinderen  na^  die  allen  Schilderkunst  geoefTcnd 
bobben. 

Zie    HOUBRAKEN. 


Hals -AF,  een  ond  Adelijk  Huis,  in  de  Heerlijkheid  Didam^ 
in  't  GraafTchap  ^s  Heerenher g.  Van  ouds  voerde  het  den 
naam  van  Balfbrigh.  Van  de  onveruagdheid  eener  Dienst- 
maagd heeft  het  zijnen  tegenwoordigen  naam  ontleend.  Al- 
leen op  de  Huizinge  zijnde,  verhaalt  men,  wlerdt  zij,  bij 
nacht,  aangevallen  door  eenen  Struikroover,  welke,  als  eene 
hoogzwangere  vrouw  vermomd,  *s avonds  te  vooren  bij  haar 
(Mchtverblijf  verzogt  hadc.  Listiglijk  wist  zij  hem,  onder  *( 
een  of  ander,  voorgeeven,  te  verfchalken,  en  redde  haar  ei- 
(^cn  Iceven ,  door  hem  dep  hals  af  te  (bijden* 

Haït 


4t»  HALSTEREN,  HAM,  tnt. 

Halsteren»  een  Dorp  ea  Heerlijkheid,  iii*t  MarkgrttfFchap 
van  Bergen  op  den  Zoom^  en  ongeveer  een  halfuur  gaans  een 
Noorden  der  Stad  van  dien  naam.  Zeer  vermaaklijk  is  de  leg* 
ging  van  die  Dorp,  op  eene  hoogte,  vao  waar  mea  een  min 
iiiczigt  heeft  op  de  llraks  genoemde  Stad ,  voorts  op  Tkooien  en 
Steenbergen y  en  op  de  Schepen,  die  langs  de &A^A/(;  vaaren. 
Merkelijk  bevordert  dit  den  bloei  en  welvaart  deezes  Dorps,  *c 
Welk,  om  de  vermaak lijkheid  des  uitzigts,  door  de  bewooners 
der  nabuurige  Steden  en  Dorpen,  in  den  zomer,  dikmaals  wordt 
bezogt.  De  Leeraar ,  welke  de  Hervormde  Gemeente  alhier 
bedient ,  neemt  ook  den  dienst  waar  in  de  Rovers 'Schans. 
Voorts  heeft  het  Dorp  zijnen  bijzondcren  Schout»  zeven  Sche- 
pens ,  vier  Gemeensmannen  en  eenen  Sekretaris.  In  de  jaarhjk- 
fche  Verpondingen  draagt  het  negentienhonderd  Guldens  en  elf 
Stuivers»  Geen  gering  voorregt  heeft  dit  Dorp,  doordien  het, 
door  de  omringende  (lerkten  en  fchanzen ,  tegen  vijandelijke 
ilrooperijen  en  brandfchactingen  is  beveiligd. 

Ham  ,  of  in  den  Ham ,  een  Overjjsfelsch  Dprp ,  onder  het 
Droscampt  van  Salland.  Voormaals  ftondt  hier  eene  Parochie- 
kerk ,  aan  de  Maagd  maria  gewijd,  voorzien  met  drieVikarijen. 

De  tegenwoordige  Kerk  behoort  onder  de  Klasfis  van  Zwolle» 

> 

Ham,  een  Dorp  in  de  Groninger  Ommelanden,  inhetWes* 
cerkwaiiier,  wordt,  mot  Farmfumt  door  één, Leeraar  bediend. 

Ham  (den)  onder  Vleuten  ,  in  het  Nederkwartier  van  't 
Sticht  van  Utrecht  ^  leenroerig  aan  de  Graaflijkheid  van  Hol» 
landy  op  den  27  Oétober  des  Jaars  1536,  door  de  Staaren 
van  Utrecht ,  plegtig]|||t ,  voor  eene  Ridderhoflhd  erkend. 
Reeds  in  de  twaalfde  Eeuwe  was  deeze  RidderhofHad  be- 
kend. In  de  volgende  Eeuwe  kwam  zij  aan  eenen  jonger 
Zoone  uit  het  Geflcgt  van  Uten-Eng^  gefprooten  uit  het  Ge 
flagt  der  Heeren  van  Woerden.  Naar  dit  Huis  of  Kafteeldeedt, 
zedert,  deeze  Tak  zich  Uten-Ham  noemen.  De  wederzijd- 
fche  Wapenfchilden  kunnen  hier  van  ten  bewijze  dienen. 

Uit  dit  Geflagt  -vvi  Uten  -  Ham  ^  \  welk,  in  *t  Sticht,  lan^ 
gebloeid  heeft,  bezat  pietu  uiten -ham  het  Huis  den  Ham^ 

IQ 


HAM,  (den)  ham.  (MEINARD  van)  415 


in  den  Jatre  1367.  Van  hem  kwam  'het,  omtrent  den  Jaane 
1392»  ep  zijnen  Zoon  frederik;  die  het»  op  den  13  April 
1442,  wederom  opdroeg  aan  den  Leenheere,  ten  behoeve  van 
zijnen  Zoon,  Insgelijks  frederik  genaamd;  naa  wiens  dood  het, 
omtrent  het  Jaar  1470,  gekoomen  is  op  zijnen  Zoon,  ook  fre- 
derik geheeten.  In  den  twin,  in  den  Jaare  1481,  tusfchen  de 
Stad  Utrecht  aan  de  eene,  en  den  BIsfchop  david  van  bour- 
GONDiE  en  de  Hollanders^  aan  de  and^e  zijde,  ontdann, 
koos  hij  de  zijde  des  Bisfchops,  wiens  Maarfchalk  hij  was. 
Om  hem  te  kwellen,  trokken  die  van  Utrecht  voor  het  Huls 
den  Ham 9  maakten  *er  zich  meester  van,  en  leiden  het  In 
kooien,  naa  *er  meer  dan  tien  weeken  bezetting  gehouden  te 
hebben.  Naderhand  viel  frederik  uten-ham  zelve  in  handen 
der  Utrechtfchen,  die  hem  na  de  Stad  voerden,  alwaar  hij, 
door  den  bljfhnd  van  Soldaaten,  ter  naauwer  nood  tegen  de 
woede  van  het  Gemeen  befchermd  wierdt.  Niettegenlhande 
hij,  vervolgens,  een  aanzienlijk  losgeld  boodt,  waren  Sche- 
penen, op  aandrang  van  het  Graauw,  genoodzaakt,  eenigen 
tijd  daar  naa,  hem  ten  zwaarde  te  verwijzen.  Zijn  Zoon  en 
Kleinzoon,  beiden  frederik  genaamd,  wierden,  van  tijd  tot 
tijd,  met  den  Huize  den  Ham  beleend.  De  laatfte ^zonder 
kinderen  overleeden  zijnde,  kwam  het  Huis  op  deszelfs  Zus« 
ter  ELiZABETH ,  die  *er ,  in  den  Jaare  1553  ,  mede  verlijd 
wierdt.  Deeze  tradt  in  huwelijk  met  jan  van  wünroy,  wiens 
naakomelingen  zich,  zedert,  uten-ham  van  wanroy  hebben 
laaten  noemen.  Het  Huis  bleef  in  dit  Geflagt  tot  in  den  Jaare 
1687,  wanneer  het  in  een  ander  Geflagt  is  overgegaan. 

Ham.  C MEINARD  van)  Wanneer,  in  den  aanvang  van  het 
Jaar  1533,  tusfchen  Utrecht  en  Amersfoort^  een.  groote  hoop 
Voetknegten,  wel  ten  getale  van  drieduizend  man,  was  bi) 
een  getrokken,  veroorzaakte  dit  geen  kleinen  fchrik  in  Hol- 
tand^  alzo  men  voor  eenen  inval  In  die  Provincie  was  bc« 
dugt:  hoewel  derzelver  eigenlijke  beflemmhig  even  onbekend 
was,  als  wie  zè  geworven  en  verzameld  hadt.  In  Hollanè 
gebruikte  men  alle  mogelijke  voorzorge,  om,  In  gevalle  vaft 
den  gevreesdeb  aanval,  tegendand  te  kunnen  bieden.  Doch  de 
fchrik  bl^ek,  eerlang,  ongegrond  geweest  te  zijn,  toeii  het 

uit- 


41^  HAM.  (MEINARD  vas) 


«idekie,  dat  dexdve  Troepen  waren  Imj  een  vcmmeld  «loor 
MBiNARB  V4N  HAM,  een  Gelder ftken  Krijgsorerile*  en  ebt  xe 
jnoeiten  dienen  om  na  Oestfriesland  gevoerd  te  worden,  ter 
bulpe  van  Jonkheer  baltüazar  van  ezkns  ,  een  EdetaMui  uk 
dat  Gewest,  die  met  Gi^ve  enno  geweldig  over  hoop  iag. 

Drie  jaaren  laacer  liet  zich  van  ham  werkelijJcgeruiicen,  om 
den  Hollanderen  moeite  aan  te  doen,  In  dienst  van  den  Hertog 
van  Gelder^  die  eenige  Troepen  hadc  doen  op  de  been  brengen, 
zo  \  heette»  om  Koning  christiaan  den  III  te  onderAeunen  te- 
^en  den  Paltsgnaf^  die  na  de  Deen/ehe  Kroon  ftondt,  doch  ia- 
derdaad  om  op  HoUoMd  eenen  kans  te  wagen*    In  de  Maand 
Mai  des  Jaars  1536  tLoeg  van  ham  zich  neder  bi|  Appimgmdmm^ 
en  worp  *er  (lerke  verichanzingen  op.    Dit  bragt  de  Groningers 
in  vreeze,  dat  de  Hertog  van  Gelder^  Heer  van  Groningen^ 
hen  thans  wilde  (Iraffen  over  bnnne  weigering,  om  hem,  tegen 
den  Graaf  van  Ooufaeslmnd^  Volk  bij  te  zetten.    Doch  dit 
gevoelen  wilde  bij  zommigen  niet  aan  den  man,  alzo  de  Overlle 
VAN  HAM  Deen/cke  Vaandels  voerde,  en  voorgaf,  alleen  ten 
diende  van  ciiristiaan  den  III  te  velde  te  zijn  getrokken.    In 
deeze  onzekerheid  fchreeven  ze  aan  Hertoge  karel  ,  om  te  mo- 
gen weecen,  wat  *er  van  de  zaake  ware.    I>ee7,e  zondt  wel  tot 
antwoord,  aan  van  ham  geenen  last  te  hebben  gegeeven.    Doch 
vermids,  omtrent  dien  tijd,  in  *t  Leger  bij  /Ippingadam  Ge- 
fchut  kwam,  gezonden,  gelijk  men  in  *t  zekere  onderrigt  was» 
door  den  bovengemelden  balthazar  van  ezens  ,  een  vriend 
vanden  Hertog,  vermeerderde  zulks,  bij  de  Groningers^  de 
ongerustheid,  endeedt  hun  vreezen,  dat  het  op  hunne  volflagene 
onderwerping  was  gemunt. 

Midlerwijl  zogt  van  ham  de  Hollanders  in  den  waan  te  bren- 
gen, dat  hij  geen  anderen  toeleg  hadt,  dan  *t  vervoeren  van 
Krijgsvolk  na  Deenemarke  te  beletten.  Om  dit  begrip  nog  meer 
te  (lijven,  fchreef  hij  aan  de  Regeering  van  Amfierdam^  dat  hij 
de  Stad  en  t  omlc^ggende  Land  te  vuur  en  te  zwaard  zou  komen 
verwoesten,  indien  men  *er  niet  afliet  van  de  reeds  ontworpene 
toerusting  van  Schepen,  beflemd  om  Troepen  na  dat  Rijk  te 
vervoeren.  Zulk  eenen  invloed  hadt  dit  fchrijven  op  die  van 
jimllerdamy  dat  zij  ter  Dagvaart  voorftelden,  om  kragtigen  bij- 
^d  te  verzoeken  van  de  Landvoogdesfe ,  alzo  Holland  geheel 

open 


HAMBROEK.  (ANTHONRJS)  4ijr 

é 

open  lag  voor  meinard  van  ham  ,  die  Eich  een  Geêsfel  Gods  en 
Schoppen  Koning  Het  noemen.  Hij  ontleende  den  laatften  bij- 
naam van  zijn  opontbod  aan  de  Groningerlanders,  om  met  Spa- 
den en  Schoppen  in  't  Leger  bij  Appingadam  te  verlchijnen » 
ter  verflerlcinge  van  hetzelve.  Niet  vrugtloos  was  de  voorflag 
van  Am  ft  er  dam.  Juriaan  schenk  ,  Stadhouder  van  Friesland^ 
iloeg  het  beleg  om  Appingadam ,  en  nam »  in  September  des 
gemelden  jaars»  de  Plaats  bij  verdrag  in.  Van  ham  wierdt  hier 
Krijgsgevangen  gemaakt «  en  vervolgens  na  Fiivoorden^  in  BrO' 
banty  gevoerd;  u'et  dan  naa  lang  zitten  bekwam  hij  zijne  vri]« 
heid.  Zedert  vinden  wij,  van  deezen  Krijgsman,  niets  merk* 
waardigs  aangetekend. 

Zie  £.  BENiNGA,  Hift.  van  Oostfriaiand» 


Hambroek  ,  (  anthonius  )  bekleedde  het  Leerasrampt  onder 
de  Hervormden ,  in  dienst  der  Oostindifche  Maatfchappije^ 
op  het  Eiland  Formofa^  ten  tijde  als  hetzelve,  door  den  Chi- 
neefchen  Zeeroover  cozinga  ,  onverhoeds  overvallen  en  gedeel- 
telijk bemagtigd  wierdt.  Zo  onverhoeds  gefchiedde  deeze  aan- 
val, dat  HAMBROEK,  met  zijne  Vrouw,  Zoon  en  Dogter,  ne- 
vens nog  verfcheiden  Christenen  van  goeden  hulzet  geene  gele- 
genheid vindende  om  zich  blnnen.de  Sterkte  Zeeiandia  te  ber- 
gen, in  *s  overweldigers  handen  viel.  Intusfchen  deeden  de  oty 
zen,  uit  die  Sterkte,  eenen  uitval  op  de  Chineezen^  doch  met  zo 
ongelukkig  gevolg,  dat  ze,  in  allerijl»  derwaarts  wederkeerden » 
met  een  aanmerkelijk  verlies  van  volk.  De  Chinees  coxinga» 
voor  als  nog,  ter  veroveringe  van  de  Vesting,  geen  volk  wil- 
lende waagen,  wierdt  thans  te  raade,  den  Predikant  hambroek 
derwaarts  te  zenden,  om  dezelve  op  te  eifchen.  Zijn  last  ging 
verzeld  van  de  fchrikwekkendfle  bedreigingen.  Indien  de  Leeraac 
te  i\xg  kwam  met  de  boodfchap,  dat  de  Bevelhebber  yoomee- 
mens  was  zich  te  verdeedigen,  zou  zulks  den  Bode  het  leeven 
losten;  of,  keerde  hij  niet  weder  in  het  Chineefche  Leger,  bin- 
nen zekeren  bepaalden  tijd,  zouden  de  Echtgenoote  en  Kinder 
ren  het  wegblijven  met  een  wreeden  dood  boeten.  In  hachelijker 
toeitand  kan  bezwaarlijk  iemand  zich  bevinden »  dan  ww  in  de 
XX.  DEEL.  Dd  op^ 


Il  f    HAMBROEK,  (ANTIKMMIUS)  HAMELAND,  enz. 


amtmimt 


ópe\tchïrtg  van  de  Vesting  den  Slotvoogd  bragr.  Deeze  was 
FkEimfi  CAjET ,  van  den  eenen  kant  hambroeks  boezetttvriend  , 
en  dui  tot  deszelfs  behoudenisf^  gezind ;  van  den  anderen  kam » 
döor  eefl^ft  Eed  verbonden  aan  *t  belang  der  Oostindifche  Maat- 
firhapplje,  en  voorzien  van  alte  't  noodige,  om  het,  tegen  den 
Chineefchen  geweldenaar,  nog  lang  te  knnnen  uithouden.  Bi) 
\  pléïten  van  zijn  eigen  hart  ^  ten  behoeve  van  hambroeks  lee* 
-ven ;  kwam  dat  van  twee  Van  *s  Leeraars  kinderen ,  die  zich  opr 
Ah  fK»  binnen  de  Vesting  bevondent  Bijkans  hadde  dit  vereenigJ 
|i!eftgeding,  om  den  wille  der  vriendfchap,  zijnen  Eed  en  trou* 
H'e  doen  fchipbreuk  lijden,  indien  niet  de  grootmoedige  en  god* 
vn^gtige  BAMBROBR,  als  een  ander  regulus,  den  twist  in  zijn- 
gem 'oed  beflist  hadde.  In  (lede  van  *t  oor  te  leenen  aan  de  voor* 
flige  n  van  cajet  tot  overgaave>  of  zich  te  laaten  be weegen  door 
de  tri  «oen  en  fmeekingen  zijner  Kinderen ,  raadde  hij  den  Be- 
velheb Ver  en  de  Bezetting  aan  ,  het  bieden  van  een  kloekmoe- 
digen \  vedèirftand  des  vi jands  en  verdeediging  der  Sterkte.  Naa 
.^n  onbi^fchrljflijk  teder  afTcheid  van  zijne  kinderen  en  vrienden 
vgenomén  te  hebben,  keerde  hij  te  rug  m  het  vijandlijke  Leger,, 
alwaar  betn ,  In  tegenwoordigheid  zijner  Echtgenoote  en  Kinde- 
ken ,  tot  loon  zijner  braafheid  en  zucht  voor  *t  algemeene  wel* 
jzijtï,  het  hoofd  voov  de  voeten  wierdt  geleid. 

Zie  valentvn  en  schouten» 


'  ÜAMÉLAND.  Volgens  zommigen,  zou,  in  overoude  tijden^ 
een  gedeelte  van  de  Felwwe,  onder  den  tijtel  van  Graaffchap» 
dëeiéü  naam  gevoerd  hebben. 

Hamer,  (HENRiit)  Zoon  van  abraham  hamer.  Burgemeester 
ën  kaid  der  Stad  Ranaü^  naa  verfcheiden  Hoogefchoolea 
bezogt  te  hebben,  kwam,  eindelijk,  te  Leiden ^  en  bieklt  'er» 
onder  voórzitting  van  den  vermasirdèn  Hoogleeraar  polyander^ 
èenè  Twistrede  ^v^r  de  Schepping.  Op  den  23  November 
des  J^ars  1(20,  wierdt  htj,  door  de  Walfche  Sijnode,  tot  deii 
l^rédikdié^st  bekwaam  ve;kUard,  en  bekwam,  in  *t  volgende 
jaar,  het  ikxoèp  te  ^i^raa^end'ecl  ^  bij  bürïïrcch,    in  den 


HAMER.  (PÉTRÜS)  41^ 

■ _    _ m w  _  f^_ 

WÊmmÊmÊÊÊmÊimmtmÊmmmm^ÊmÊmÊaKmÊmÊmmmmmammmamÊtmmÊmmitmÊttmtÊÊmmmmmmmÊÊmmmÊmmm 

Jaare  1653  >  te  Manheimi  beroepen  zijade^  en  bijkans  op  zijn 
vertrek  ftaande^  overleedt  hij,  in  deti  ouderdom  van  59  jaaren. 
nalaatende$  bij  zijne  Huisvrouwe,  elizabetr  in  der  schmit^ 
tENi  van  Hanauy  negen  Kinderen.    Ben  van  deeze  was^   . 

Hamer,  (petrus)  j  ten  tijde  van  't  overlijden  zijner  ouderen^ 
naauwlijks  zeven  jaaren  oud.  Zijii  ouder  broeder  en  'zusters, 
iets  goeds  in  hem  befpeurende ,  namen  hem  onder  hunne  be- 
fcherming,  en  bezorgden  hem  een  heilzaam  onderwijs  in  de  ge« 
leerde  taaien  en  andere  nutte  kundigheden*  Op  zijn  zestiende 
jaar  vertrok  hij  na  de  Hoogefchoole  te  Leiden.  Hier  genoot  hij 
het  onderwijs I  in  't  Gricksch,  van  j.  f.  oronovius, 
in  't  Hebreeuwsch  Van  a.  hülsius,  in  de  Wiskunde  en  Wijs- 
begeerte van  SCHACHT  en  raey  ,  in  de  Godgeleerdheid  vaa 
HOORNBEEK  en  HEiDANUs ,  doch  voonil  van  den  vermaarden  joaN« 
NES  coccEjus.  Onder  deezen  hieldt  hij,  in  den  Jaare  1669, 
eene  openbaare  Twistrede ,  over  den  00^/prang  fan  het  Goede  ^ 
en  wierdt ,  iiog  in  het  zelfde 'jaar  j  onder  de  Klasfis  van  Leicen^ 
tot  den  Predikdienst  bekwaam  verklaard.  Genegen  om  ook  ia 
de  Franfcbe  taaie  het  predikwerk  te  kunnen  verrigten ,  begaf  hi| 
zich ,  in  Aptil  des  volgenden  jaars ,  na  Frankrijk ,  ter  verdere 
beoeffeninge  der  Franfche  taaie.  Eerst  onthieldt  hij  zich,  eeni; 
gen  tijd,  te  Nantes ,  en  vertrok  van  daar  na  Parijs^  onder  an- 
dere, om  aldaar  de  Lesfen  der  Leeraaren  van  de  Sorbonne 
te  kunnen  bijwoonen.  Zo  diep  drong  hij  hier,  bij  verfchetden 
dier  Leeraaren,  in  gunde,  dat  hi],  door  hunne  bewerking,  den 
toegang  kreeg  tot  de  vermaardfle  Boekerijen.  Vader  remy  leid* 
de  hem  in  tot  de  Boekverzameliug  van  S/.  Germain^  Vadet 
QUESNEL  in  die  van  den  vermaarden  Hiftoriefchrijvér  THUANtJs  ; 
door  behulp  van  Vader  cossart  (londt  de  Boekfchat  der  ]efui« 
ten ,  en  door  voorfpraak  van  den  Leeraar  chevilliers  ,  die  vaa 
de  Sorbonne  voor  hem  open.  Zelf  vondt  hij  gelegenheid  on» 
in  de  Boekverzamellng  der  Vaders  Franeiskaanen  f  ten  zijnea 
nutte ,  aantekeningen  te  maaken. 

Langer  haiddé  haaiers  verblijf  in  Frankrijk  geduurd,  zo  niet 
het  gerugt  van  aanftaanden  Oorlog »  tusfchen  dat  Rijk  en  de 
Mederlaiulen ,  hét  hem  geraaden  hadc  doen  vindai ,  de  weder* 
relze  aan  te  neemeo.    Niet  hmg  naa  zijne  wederkomst  >  in  No* 

Di  2  vaoa^ 


jflo      HAMERSVELD,  HAMMES.  (NIKOLAAS  Dii) 

vember  des  Jaars  16729  wierdt  hij  beroepen  te  Nitmansdcfpt 
in  het  Baljuwfchap  van  Strtjen,  Met  veel  ijver  nam  hij  hier 
zijne  bediening  waar,  tot  !n  het  begin  des  Jaars  1716,  wan* 
neer  hij  zijn  arbeidzaam  leeven  afleide,  aan  de  gevolgen  eeng 
ongemaks  in  zijne  Zijde,  in  den  ouderdom  van  ruim  ^  jaaren* 
I1I  zijn  huwelijk  met  helena  van  tiel,  Dogter  van  adam  vav 
TiRL,  Koopman  en  Burgerkapicein  te  Z)or^r^c/ï/,  hadthif  ver- 
wekt vijf  Zoonen  en  vier  Dogters.  In  den  Jaare  1709  hadt  bij 
zijnen  öudClen  Zoon  bevestigd  in  den  predikdienst  in  den  Niew 
wertAorn ,  bij  den  BrieL  Drie  dagen  voor  zijnen  dood  bekwam 
hij  nog  de  tijding  van  het  beroepen  van  zijnen  derden  Zoone  te 
Kruinigefiy  in  Zuidbeveland.  Tusfcben  de  Jaaren  1674  en  1713 
heeft  hij  eene  menigte  klemer  en  grooter  Werken  door  den  druk 
gemeen  gemaakt ,  meestal  Twiscfchrifcen  ,  ingerigt  tegen  den 
Bisfchop  B0SSUET,  BRiNKs,  BEKKER ,  OEURHOF  eu  anderen ^^  als 
mede  nog  verfcheiden  kleine  Verhandelingen. 

Hamersveld,  eene  Buurt,  fn  de  Arabagtsheerlijkheid  I^urja. 
den ,  in  Zemland*  De  Roomsgezlndên  hebben  aldaar  eene  Kerk » 
tusfchen  A-Jchat  en  Leuidenbroek. 

Hammes  ,  (kikolaas  de)  was  niet  alleen  een  der  eerde  On* 
dettekenaaren  van  *t  Verbond  der  Edelen,  maar  de  eerde  on- 
dertekening  fchijnt ,  door  hem,  nevens  nog  tien  Edelen,  tea 
zijnen  huize  gelchied  te  zijn.  Hij  was  van  de  zaak  der  Vrij- 
heid een  zo  ijverig  voordander,  en  den  Hervormden  Gods- 
dienst zo  erndig  toegedaan,  d^r  hij  ten  eenigen  tijde  zich  be- 
roemde ,  wel  tweeduizend  Edelen  tot  het  Verbond  te  hebben 
overgehaald.  De  hammes  was  zelve  een  perfoon  van  aan- 
zien ,  alzo  hij ,  in  de  Orde  der  Ridderen  van  het  Gulden 
Vlies,  den  post  van  Wapenkoning  bekleedde.  Waarichijnlijk 
was  zijne  gehegtheid  ain  de  belangen  van  den  Prinfè  van 
ORANJE  de  oorzaak  zijns  bederfs.  Althans  vindt  men  aangete- 
kend,  dat  hij,  in  den  Jaare  1568,  dien  Prms  verzeilende,  ter 
gelegenheid  van  eenigen  opdand  in  het  Leger,  door  ide  mui- 
telingen  doorfchooten  wierdt.    * 

Zie  8TRADA  ;  LANQUBTI  Bfift,  TE  WATBR^ 

Hancs 


HANEKOP.  (  KORNELB  )  4^ t 


Hanekop,  (KORNÊLts)  ccfst  ttedikant  onder  de  Hervormden 
tt  Sprang^  en  vervolgens  te  Breda y  doch,  met  het  overgaan 
*er  Stad  in  de  handen  der  Spanjaarden ,  van  zijnen  dienst  ver- 
laaten,  was,  in  de  Maand  juli j  des  Jaars  1625,  te  Amfhrdam 
beroepen,  en,  op  het  emftig  verzoelc  des  Kerkeraads»  dóór  de 
Burgemeeneren  goedgekeurd.  Hij  was  eeu  man  van  zeer  ge- 
maacigde  beginzels  in  het  Godsdiendige ,  en  onderfcheidde  zich, 
▼an  veelen  zijner  onbezonnen  ijverende  Amptgenooteri  ,'  'door. 
verdraagzaamheid  omtrent  de  Remondranten.  Een  bewijs  hier 
yan  gaf  hij,  in  den  Jaare  1626,  ter  gelegenheid  van  ^et^ftobren 
cener  GodsdienlHge  Vergaderinge  van  eenigen  dier  Gezihte ,  en 
van  het  pionderen  van  een  Huis,  door  het  woeste  Graauw.  'Want ; 
terwijl  eenigen  der  Amflerdamfche  Predikanten  het  woest  be- 
drijf der  woedende  plonderaaren  zogi;en  te  vergoelijken,  'hetzel- 
ve toefchrijvende  aan  ijver  voor  de  waare  Leere ,  hadt  hij  moeds 
genoeg,  de  muiterij  en  huisdooring  van  *t  gepeupel,  openlijk 
'van  den  Predikftoel ,  te  veroordeelen ,  en  als  eene  Onchristelijke 
daad  voor  te  draagen.  Hij  ging  nog  verder.  Meer  dan  eens » 
en  bij  gepaste  gelegenheden ,  toonde  hij  zich  ongenoegd  over  de 
pitvoering  van  's  Lands  Plakaaten  tegen  de  Remonftrahten ,  en 
over  *t  omzetten  dier  Christenen  van  de  Kerkelijke  gemeenfchnp. 
Zelf  fchroosnde  hij  niet,  'er  openlijk  voor  uit  te  koomen',  dat , 
naar  zijn  gevoelen,  de  berugte  vijf  Artikelen  der  Remonflran* 
ten  geenzins  zo  gevaarrijke  dwaalingen  inhielden ,  dat  de  gron- 
den van  Zaligheid  daar'  door  ondermijnd  wierden. 

In  eenen  tijd  ,  in  welken  gemaatigdheid  voor  onverfchiliig- 
heid ,  en  zomcijda  nog  erger  wierdt  aangezien ,  konde  het  niet 
uitblqven ,  of  *»  Mans  denk-  en  handelwijze  moest  hem  vijan- 
den berokkenen*  Een  zijner  voomaamfte  en  meest  gedugte 
tegenftreeveren  was  warner  erjtst  van  bassen,  Oud -Sche- 
pen en  Raad  der  Sud.  Door  zijne  aantijgingen  wist  deeze 
bij  den  Kerkeraad  te  bewerken ,  dat  uanëkop^  nog  in  dit  zelf- 
de jaar,  in  zijnen  Predikdiensc  gefchorst  wierdt.  Oadertus- 
fchen  fchijnt  men  de  reden  deezer  amptsverlaatinge  niet  bi) 
baaren  eigen  naam  te  hebben  durven  noemen.  Men  gaf  voor, 
lot  dit  beOuit  te  zijn  gekoomen,  om  dat  haInekop  te  zwak 
▼an  lichaam,  of  ook  van  harsfenen  was,  om  zijnen  dienst 
Ikboorlijk  IQ  kunrien  wagrneemen.    Dit  bedrijf  des  Kerkeraads 

Pd  3  gini 


4*4  HANEKOP.  (K0IINELI5) 

* 

ging  om  boiten  de  Vroedfirhap,  die»  in  *t  volgeode  jaar,  daar 
ydn  kennis  bekoomen  hebbende,  op  de  Burgemeesteren  be- 
geerde, dat  deeze  zich  de  zaak  aantrekken,  en  aan  de  Vroed- 
fchap  zouden  verllag  doen  van  bevindinge  van  zaaken.  Zij 
deeden  zulks,  doch  vonden  geene  reden  eener  zo  (fareoge  be* 
handelinge  tegen  den  afgezetten  Leeraar;  *t  weikdau  ook» 
yeeiügt ,  de  reden  zal  geweest  zijn ,  dat,  naa  verloop  van  twee 
jaareo ,  Heeren  Burgemeesteren  nog  geene  toeftraiming  wilden 
geeven,  aan  den  Kerkeraad,  toe  bet  beroepen  van  eenenLeer- 
9gr  in  de  plaatze  van  hamekop,  om  dat  deszelfs  afzetting  ge* 
fchied  was  buiten  kennis  der  Regeeringe.  Het  wederregtelijk 
gedrag,  omtrent  hem  gehouden,  en  de  genegenheid,  welke 
veelen  der  aanzienlijkfte  Amfterdammers,  ondanks  zijn  weder* 
vaaren ,  hem  toedroegen ,  zal ,  waarfchljnlijk,  de  Regeering 
bewoogen  hebben ,  om  hem  zijne  Jaarwedde  te  laaten  be- 
liouden,  tot  zijnen  dood  toe,  welke,  volgens  de  aantekening 
van  zommigen,  op  den  .vljftieuden  ]ul|j  des  Jaars  1655,  bin- 
iien  Amfierdam^  voorvieh  Hij  hadt  eet\en  Zoon,  jirnoldus 
genaamd.  Een  blijk  van  de  genegenheid  der  Heeren  onder- 
'vondt  deeze,  dewijl  hij,  van  Stadswegen,  als  iCweekeling^ 
pene  plaats  verworf  in  't  Staaten-KoUegie  te  Leliën. 
.  Ondanks  zijne  gemaatigdheid  jegens  de  Remonftranteo,  wa^ 
hi/ 't/,  egter,  geenzins  eens  met  dezelve,  aangaande  eeniga 
voornaame  punten  in  gefchil,  j.q  als,  veeliigt,  iemand  uit  het 
verhaalde  zou  vermoeden.  Integendeel  flondt  hij,  tot  aan  zij. 
nen  dood,  in  de  gevoelens  der  Contra -Remonilranten^  aao- 
gaande  het  Leerftuk  der  Verkiezinge  en  Verwerpinge,  met  het- 
geen daar  mede  onmiddelijk  verknogt  is.  Dit  blijkt  uit  zekeren 
Brief  van  den  Hoogleeraar  simon  episcopiüb  ,  wie  Am  fier  dam 
gefchreeven  aan  den  Rotterdumfcken  Remonftraotlchen  Leeraar 
PETRUS  cuPüs ;  uit  welken  Brief  wij  tevens  deeze  bijzonder- 
heid ,  HANEKOP  betreffende  ,  verneemen ,  dat ,  In  den  Jaare 
1643,  onder  de  Remonftranien  in  beraad  geleid,  en  werkelijk 
cene  onderhandeling  was  begonnen,  om  hanekop  tot  Leeraar 
onder  hunne  Gezinte  aan  te  neemen.  „  Wij  hebben "  (dus 
woordelijk  fchreef  de  Remonftrantfche  Hoogleeritar  aan  zijneii 
vriend)  ,,  hier  weerom  eens  gefprokep  met  galli  Caput  (ha- 
ï,  NEKOP),  ende  bevonden,  daf  de  goede  man  in  meest  alle 

„  onfQ 


9% 


BANEEOP»  (RORNELIg)  HANIA*  (ChaAE)      4i| 

^  ■  ■ 

^9  onfe  diogea  met  oos  fijmboUteerc :  *t  ware  eén^^ggmmn 
j»  man,  in({ien  hij,  in  die  ftock  van  de  tbfolate  verkitfinge  en 
^  volfaerdinfe,  fo  üijf  niec  en  ging;  alhoewel  lilj  te'kènnefli 
„  ^eefl,  dat  h^der  noijt  en  fbude  van  Qveecken  ef  prediken 
),  dan  *t  geene  ter  wederzijde  wel  genomen  ibude  connen  wor» 
j9  den,  eode  niet  dun  tot  fiichtinge  en  fonde  dienen.  Vreesde 
„  ick  niet,**  (dus  vervolgt  ep&scopius)  ,,  dat  hij  eén  hoo{i 
9,  Comraremaofbnoten  met  hem  flepen  foude,  die  noch  al 
,»  meeaen.dat  hij  in  't  principaale  net  de  publljöke ' Kerke 
„  hout,  fin  die  ofta  groote  moeijte  en  verwerringe  ibném 
„  connen  toebrengen ,  idc  foude  het  voor  mijn  deel  wd  'der- 
„  ven  met  den  mip  -wagen.  Edoch  wij  hebben  ohsVd  gedra^ 
ff  gen,  d^t  wij  te  kennen  hebben  gegeven,  dat  hét  béifwaar^ 
lijk  foude  vallen  voor  zijne  £«  en  voor  om  verder  hi  ha»»^ 
delinge  met  malcanderen  te  treden ,  gevende  hem  te  bedenc- 
keu,  of  hij  't  fo  mede  niet  «n  verftont."*  Hoewel,  tolgens 
dit  Ichrijven  ,  hanekop  van  den  voorfiag  der  RedK^flraton 
niet  aflceerig  was,  heeft,  egter,  de  zaak vjiimmer  voortgang 
gehad.  Ms  Riisceqd  Le^caar  eiqdjgd^  hij  zijne  dagen ^  in  bo- 
jrengemelden  jaare  en  dag. 

Zie  CROESE,  Kerk.  Heg.  Onpartijdig  Ohrsnijki 
cpft|M£x«ir4  9  VONDELS  Heitcidicluetif 

•  •  ■  r 

IBania  ,  CoALR>  'een  Prieuh  Edelman ,  en  een  'der  aanzlen- 
Hjkfte  Hoofd^  onder  deti  Aanh^g  der   Schier ingen ,  tm  \ 
«inde  der  veertiende  Eenwe.    In  den  Jaare  1395,  ter  gelegen- 
heid  der  gewelddaadige  aanflagen  van  Hertog  albrecht  van 
Saxen  tegen  de  Friezen^  tot  Potestaat ^  20  veel  als  handhaa- 
^er  der  Friefche  Vrijheid ,  vefkoozen  zijnde ,  wees  hij  did 
aanzienlijke  waardigheid  van  de  hand,  maar  prees  daar  toe  aan, 
©ÜE  BOTTINGA,  cencn  Vctkooper ,  eu,  als  zodanig,  zijnen  vijand; 
écn  blijk  van  nederigheid  en  gemaatigdheid,  welk,  egter,  veel 
meer  op  rekening  eener  listige  Staatkunde  moet  gefield  wor- 
den: alzo  hij  ligt  voorzag,  dat  indien  het  den  Hértoge  geluk- 
te, de  Friezeti  geheel  en  al  onder  de  knie  te  krijgen,  des* 
2dA  mlsnoèj^en,  in  de  eerile  plaats,  op  het  hoofd  des  Po- 

Dd  4  tes- 


4H  HANIA;  (GALE)  hans  HANggOON. 

-  •  ^ 

testms  zoude  nedérdaalen*  Zëdert  zich  bttitensliiids  begeeven 
hebbende»  leedc  hij»  in  zijoe  afureezigheid,  merkelijke  fchade 
aan  zijne  goederen.  Benevens  veele  andere »  wierdt  zijno 
Suce,  of  Sloc,  (taande  in  hec  Dorp  Weidum^  een  prooi  vaa 
de  woede  der  VetkoGpera*  Eerlang  keerde  hij  in  hec  Vaderkmd 
te  rug,  en  overleedc  aldaar,  in  den  Jaare  1409.  Hij  worde 
befchreeven  als  een  Edelman  >  die ,  door  zijne  bedrijven  ia 
Duitsehland  en  Italië  ^  niet  alleen  den  roem  van  ongemeene^ 
Krijgydapperheid  verworven,  maar  ook,  nevens  de  Edelen  sytz& 
DEKEMA  en  ODB  BOTMA,  zeer  veel  hadt  toegébragt,  om  het  land- 
verdervend  uitbarsten  van  den  tweedragt,  tusfchen  de  Sehietiu* 
gen  tn  Vetkeopersy  te.voorkoomen  en  t^gen  te  houden.  De 
rampen,  welke,  kort  daamaa,  Friesland  teisterden,  deedei^ 
de  Lanclzaaten  zijnen  dood  hartelijk  betreuren. 

De  Heer  tb  water  maakt  gewag  van  eenige  naakoomelHigen 
diens  Edelmans,  jorryt,  otto  en  lbo  hania,  als  behoord 
hebbende  tot  de  Ondenekenaars  van  het  berugte  Verbondfchrift 
der  Edeieo. 

Zie  Tegenw.  Staat  van  Friesland. 


Haks  hanszoon*  Ondanks  de  liefde  van  de  meerderheid  der 
Landzaaten  voor  Prinfe  willem  den  I,  droegen  ,  nogthans, 
veelen ,  zo  binnen  als  buitenlands ,  hem  een  kwaad  hart  toe.  Die 
was  de  grond  der  herhaalde  aanflagen,  welke  op  zijn  leeven  ge- 
daan wierden»  doch  die  evenwel  aan  allen,  uitgezonderd  den 
ihooden  balthazar  gerards  ,  mislukten.  Volgens  de  orde  dea 
tijds  was  de  laatlle  van  deeze  hans  hanszoon,  een  Burger  van 
Fliifingeny  en  een  niet  onaanzienlijk  inwooner  dier  Stad.  In 
de  Maand  Maart  des  Jaars  1584,  en  dus  ongeveer  drie  maanden 
vóór  'sPrinfen  ontijdig  einde»  wierdt  hij,  door  zekeren  Fries 9 
AUREMA  genaamd,  befchuldigd,  een  ontwerp  beraamd  te  hebben 
om  WILLEM  DEN  I  vau  kant  te  helpen.  Volgens  den  aanbrenger 
zou  ^sMans  voorneemen  geweest  zijn,  zich  daar  toe  te  bedienen 
van  Buskruid,  zamen  gebragt  onder  het  Vertrek,  in  *t  welk,  te 
Vlitfingefi^  de  Prins  gewoon  was  den  maaltijd  te  houden,  of  ook 
wel  om  en  bij  zijn  gefloeice  in  de  Kerk ;  voorts  dit  Buskruid  in 
brand  te  lleeken ,  en  alzo  den  Prins  in  de  lucht  te  doen  vliegen. 


«4 


■ 

HANS  HANSZOON,  HANZE  -  STEDEN.         i^ij^ 

ladien  \  een  en  ander  hetn  mislukte »  zoude  bij  andere  middelen 
beproefd»  en,  indien  liet  niet  anders  koode,  geene  Iwaarighcld  . 
gemaakt  hebben,  om  met  eigen  lianden  hem  van  *t  leeven  te  be- 
rooven.  Op  dit  bédraagen  gevat,  en  fcherpelijk  onderzogt  zijn- 
de, beleedt  hakszoon  zijn  Ontwerp ,  en  met  een ,  dat  hij,  over 
zijn  voomeeraen,  met  den  Spaanfchen  Ambasfadear,  in  Frank* 
fijk ,  in  onderhandeling  geweest  was.  De  (Iraffe  mee  het  z waarcT 
waa  het  loon  van  zijne  voorgenomene  gruweldaad. 

*  >  * 

'  Zie  BOR  en  wacenjiaiu  •" 


•  HANZÊ-stEöE!*.  Reeds  zo  vroeg,  als  omtrent  het  middeii" 
der  veertiende  Beu  we,  was  onder  deezen  naam  een  goed  aantal 
Steden,  in verfchillende  Gewesten,  bekend.  Zij  ontleenden  dieii* 
naam  van  het  woord  ^nfa  of  Hanfa^  zo  veel  betekenende  als  eené' 
Vergadering  van  perfoonen,  die,  tot  een  zeker  bepaald  oog- 
merk ,  op  gezette  tijden,  bij.  een  komen.  Het  belang  van  den' 
Koophandel ,  en  deszelfs  handhaaving  en  uitbreiding ,  de  Afge- 
vaardigden van  Steden,  van  tijd  tot  tijd,  gezette  zamenkomden 
doende  houden,  namen  zij  den  naam  aan  van  Hanze ^  zo  veer 
als  zamenverbondene  Steden.  Hoewel  niet  altoos,  was,  eg* 
ter,  de  Stad  Lubek  meermaalen  de  Vergaderplaats.  Het  ge- 
tal dier  Steden  bedroeg,  *c  eenigen  tijde,  wel  zesenveertig. 
Zij  waren  verdeeld  in  vier  Klasfen:  de  Lubek fche^  Keulfche^ 
Brynswijker  en  Dantziger.  Onder  de  Keulfche  Kiasfe  behoor- 
den de  Nederhmdiche  Steden,  welke  deel  hadden  in  het  Hanzét«r 
tifche  Veibond.  Deeze  waren  verfpreid  door  verfcheiden  Pro^ 
vincléa.  In  Gelderland  behoorden  daaronder  de  Steden  Nituw* 
megên^  Arnhem^  Zutfen^  Harderwijk y  Elburg^  Fenlo  eflr 
Roermondii  In  Holland,  Dordrecht y  Haarlem  en  Amflerdamf^ 
in  Zeeland  ,  Middelburg ,  Zierikzee  en  Arnemuiden ;  hi  her 
Sticht,  de^Stad  Utrecht \  in  Friesland,  Stavoren  en  Bolswerd ^ 
in  Overijsfel,  Deventer ^  Kampen  en  Zwol;  in  de  Provinciat 
Stad  en  Lande,  de  Stad  Groningen* 

Benevens  alle  de  overige ,  hielden  deeze  Steden ,  in  den  Jaare 
2418,  eene  bijeenkomst  te  Lubek  ^  op  welke  het  Hanze -Fer»' 
tond  tot  volkomen  (hnd  gebragt ,  en  de  noodigc  punten  benuymd 

Dd  5  wier^ 


iini         MAPS,  lïAïlAEÜS.  (PftANCISCÜS) 


Ha>s  y  een  Dorpje  >  m  het  Land  van  Kuii ,  omtreDt  een 
unr  ren  Zuiden  van  het  Dorp  van  dien  naam.  Men  heeft  'er 
wei  'eene  Kerk,  ten  dienfte  der  Hervormden;  doch,  van  we« 
gen  hun  klein  getal ,  worde  *er  niet  in  gepredikt.  De  Roomse 
gezinden,  veel  talrijker,  "hebben  hier  een  Huis  ter  openbaars 
tvodsdienstoeficnlDge* 

HaUaeüs,  (franCiscus)  gebooren  te  Utrecity  was  een  der 

leroemdfte  Geleerden  in  de  zestiende  en  zeventiende  Eeuwe. 

Volgens  't  gebruik  dier  tijden ,  bezogt  hf j ,  in  zijne  jeugd ,  vef- 

fiheiden  vreemde  landen ,  om  het  gebrek  van  Boeken ,  welke 

koen  lüindér  algemeen  waren,  te  vergoeden,  door  het  bijwoonen 

van  de  openbaare  lesfen  van  mannen  van  beroemde  kunde  en 

geleerdheid.    Behalven   zijne  reize  na  Duitschland  en  [talie  ^ 

verzelde  hij  den  Pauslijken  Afgezant  possevinus  rot  heel  in  MmP' 

It^vie.    Naa  zijne  wederkomst  van  al  dit  reizen  en  trekken ,  in 

Uwelk  hij ,  evenwel ,  ^enen  fcbat  van  kundigheden  hadt  verza- 

sneld,  wierdt  hij  Kanunnik  van  het  Kapittel  van  st.  pieter,  te 

"^sHerPogerbosch.    Om  de  eene  of  andere  reden,  ons  onbekend, 

van  dien  post  verlaaten  zijnde,  leidde  hij,  geruiraen  tijd,  een 

«mptloos  leeven,  in  zijne  geboorteflad ,  zich  eeniglijk  dor  Let- 

teroeffeniogen  toewijdende;  tot  dat  hij  met  eene  Kanunnikdije 

van  het  Kapittel  van  st.  jakob,   te  Leuven  ^  wierdt  begiftigd. 

Hier  fleet  hij  het  overfóhot  zijner  dagen ,  en  overleedt  'er ,  in 

boogen  ouderdom,  in  den  Janre  1632.    Eene  menigte  Werken 

zijn  door  hem  gefchreeven,  onder  andere,  K^rt  Begrip  van  de 

Leevem  der  heiligen ;  Jaarboeken  zinti  de  Scheppinge  tot 

êp  den  Dood  van  Christus ;  Gulden  Keten  der  vier  Euangelsin, 

onder  den  naam  van  thomas  aquinas  ;  De  Bijbel  opgehelderd 

door  Uitleggingen  der  Oudvaderen ;  nevens  nog  eenige  andere 

Godgeleerde  Schriften.    Doch  het  voomaamfte  zijner  Werken» 

en  waar  aan  hij  den  meesten  vlijt  heeft  te  koste  geleid,  zijn  de 

Jaarboeken  der  Hertogen  van  Brabant  ^  en  de  Nederlanéfch^ 

Beroerten^    meestal  zamengefleld   uit  de  eigen  woorden  der 

Schrijveren^  welke  hem  tot  Gidzen  dienden, 

4 

(2  ,  Zie  VAL.  AM».  BiUittk. 


HARDEGARYP,  HARDENBERÖ.     +!«J 


Hard£GARTp  ,  een  Dorp ,  in  de  Friefche  Grietenij  Tietjerk* 
fieradeely  in  het  Kwartier  van  Oostergo  ^  in  't  Oosten  van  Lee»- 
waarden.  Van  hier  loopt  een  zeer  vermaaklijke  Rijweg  na  het 
nabuurig  Dorp  Veenwouden.  Voons  ontmoet  men  'er  aange-; 
naaroe  Plantaadjen  en  verfcheiden  aanzienlijlce  Boerewooningen^ 
Qverblijfzels  van  Ondadelijke  Staten. 

Hardbnbbro y  een  Stedeke  en  Slot»  of  Kafteel,  In  de  Pro^ 
Vincle  van  Overijs/el^  aan  de  rivier  de  Fegt^  lusfchen  Koever* 
den  en  Zwolle.  Jam  van  aiulfx,  Bisfchop  van  Utrecht  ^  bouw«r 
de  dit  Kalleel»  in  den  Jaare  1360,  met  oogmerk  om  die  van 
Koeverden  en  Drente  in  bedwang  te  houden.  Een  Berg  van 
lameiijke  hoogte  verhinderde  zijn  ontwerp.  Om  een  bekwaamen 
grond  te  bekoomen,  deedt  hij,  boven  op  den  top,  eene  menige- 
ce  tonnen  met  aarde  vullen,  en  voorts  dezelve,  in  het  nabuurig 
dal,  nederwaarts  rollen,  tot  dat  het  dal  genoegzaam  gehoogd » 
en  de  Berg  geteagd  was.  Op  den  dus  gelijk  en  effen  gemaab* 
ten  grond  deedt  hij  een  Kafteel  bouwen,  metdenoodige  ver- 
trekken, nevens  eeoen  Toren  en  eene  Stalling  voor  aoo  paerden. 
Tot  den  opbouw  bediende  hij  zich ,  deels  van  de  fleenen  van  het 
oude  Bisfchoplijk  Paleis,  't  welk 'er,  voor  veele  jaaren,  plagt 
te  ftaan,  deels  van  eenen  ouden  Burgt  te  Koeverden  y  die  den 
Biifchoppen  van  Utrecht  altijd  een  doom  in  't  vleesch.  geweest ' 
was.  Aan  den  voet  des  geflegten  Bergs  lag  reeds  een  Vlek ;  dit , 
door  den  Bisfchop  bemuurd ,  wierdt  vervolgens  het  Steedje  Har* 
éenberg.  Dien  naam,  wil  men,  ontleende  het  van  de  Westfaal- 
fche  woorden  hard  am  berg ,  zo  veel  zeggende  als  dicht  aan 
den  Berg  gelegen. 

Terwijl  de  vermaarde  j.  pikard,  te  Koever  den  y  het  Leeraar* 
ampt  onder  de  Hervormden  bekleedde,  wierdt  hem,  in  den 
Jaare  1650,  een  groote  Tand  getoond,  welken  men  hieldt  voot 
dien  van  eenen  Elefaot.  liij  was  twaalf  fpannen  lang,  en, 
tusfchen  Hardenherg  en  Koeverden  ^  uit  den  grond  opgedolven» 
Volgens  's  Mans  gisflng  zouden,  weleer,  toen  deeze  (Ireeken 
met  botlbhen  bedekt  waren,  zich  aldaar  Elefanten  onthouden 
hebben.  Zeer  aangenaam  is  de  tegenwoordige  legging  van  't 
f  klis  Hardenbirgf  tusfchen  heuvelen  ^  geboomte,  Tabaks-  en 

Kooril- 


V 


434  ÏJARDERWYK. 


huis,  fhandeop  eene  Markt  of  Plein,  is»  zeden  het  Jaar  1725, 
iherkelijk  verbeterd.  Het  Landfchaps  Munfhuis  worde  gehou- 
den in  een  gebouw,  weleer  het  Klooster  der  Graauwe Zu$tererr. 

•  Men  vindt  *er  niet  meer  dan  ééne  Kerk ,  ten  diende  der  Neder- 
duitfche  Hervormden,  behalven  de  Walfchen,  die  ook  hunne 
Kerk  en  Leeraar  hebben.  De  eerstgemelde,  de  f^rouwenkerk 
genaamd  ,  voorzien  van  een  zwaaren  ilompen  Toen  zonder 
*fpits,  wordt  door  drie  Predikanten  bediend.  Ook  hebben  'er 
de  Roomschgezinden  eene  Statie,  met  een  Wacreldlijken  Pries- 
ter. '£r  is  een  Weeshuis,  en  andere  gedigten  van  dien  aarc 
*Het  Latijnfche  School  ^  reeds  in  den  ]aare  igyo  gedigt,  naa 
tien  brand  van  den  Jaare  1503  herbouwd,  en  honderd  jaaren 
laater,  door  Prins  maurits  ,  met  den  naam  van  Gijmuapum 
'Wafavicum^  het  Naifaufche  School  begiftigd  ,  wierdt,  in  't  bfr- 
^n  deezer  Eeuwc,  in  den  tegenwoordigen  ftaat  gebragt.  Vol- 
gens een  Opfcbrift,  *t  welk  men  nog  heden  buiten  aan  het  Ge- 
bouw leest,  wierdt,  in  den  Jaare  144.1 ,  het  School  bezogt  van 
'driehonderd  Leerlingen,  die  van  buiten  waren  ingekomen,  bc^ 
lialven  de  Burgerkinderen.  Bijkans  zo  groot  was  ook  nog  het 
Igeial,  toen,  in  den  Jaare  1503,  nevens  't  grootfte  gedeelte  der 
Stad ,  het  School  een  prooi  der  vlammen  wierdt.  Van  de  Aka- 
'demU  hebben  wij  op  het  Artikel  van  dien  naam  gefproken. 

•  In  merkelijken  bloei  was  hier  eertijds  de  Lakenhandel.  Be- 
liali^en  't  vertier,  welk  de  Hoogefchool  aanbrengt,  is  de  Vis- 
fcherij ;  het  rooken  van  de  alomme  vermaarde  Harderwijker 
'Bokking^  de  Landbouw  en  de  handel  in  Hout  en  Graanen,  te- 
genwoordig, de  voomaamde  bron  van  het  bedaan  der  Ingezeete- 
sen.  Bij  het  aanneemen  van  iemand  tot  Burger,  plagt  van  ouds 
de  Burgemeester  te  vraagen,  of  hij  ook  iewants  eigen  ware  f 
Caf  hij  Neen  tot  antwoord,  was  het  wederwoord  des  Burge* 
meesters:  Liegt  gij  mij  hier  /«,  zo  wil  ik  u  weder  liegen. 

•  De  Regeering  van  Harderwijk  bedaac  uic  een  Kollegie  van 
twaalf  Schepenen,  nevens  eenen  Schout  en  twee  Sekretarisfen. 
Ook  heeft  men  *er  een  Kollegie  van  twaalf  GemeensÜeden,  en 
de  volgende  Gilden:  Smeden,  Kraamers,  Snijders,  Man* 
denuakers»  VIsfchers ,  Schoenmaakers  ,  Draagers,  Linnen- 
weevers,  en  Bijlhouwers,  Schippers,  Voerluideii  en  gequa- 
lificeerde  Burgers. 

On» 


HAIÏÖERWVK,  HAltölNfeSVELÖ.  43J 

» 

Onder  de  Vrfjbéid  of  het  Schepl^ddoift  def  Stdd  behoort  d^ 
flanzienlijke  Buurtfchap  Mierden  y  Alwaar,  van  Stads  wegen ,  dö 
}eugd  dagelijks  onderweézen ,  en  des  Zondags  de  Catechismus 
plagt  gepredikt  te  worden.  Om  Hettoeneemeffde  getal  der  Her-' 
vormden ,  is  het  Schoolhuis  in  een  Kerkgebouw  veranderd »  eil 
ftldaar  een  vast  Leeraar  aangefleld.  De  Lustplaats  Esfetiburg^ 
niet  verre  van  de  Stad  gelegen^-  \%  e^ne  der  fxaaiüen  in  den  ge- 
heelen  oord,  van  wegen  de  uitgebreidheid  der  Laanen,  geregelr 
den  aanleg  van  Starrebosfchen  en  Beemden ,  en  ftreelenden  loop 
der  Wateren. 

zit  scHRASSERT»  Be/iAriJvtfig  vaH  tlaréerwijk» 


Mardinksvéld  ,  een  Dorp  en  Ambagtsheerlijkheid,  in  defl 
Alblasferwaard .  aan  de  rivier  de  Merve ,  die  zich »  ten  Zuideii 
van  dezelve,  omtrent  anderhalf  uur  gaans  in  de  lengte  uitftrekt, 
behoorden,  weleer,  onJer  de  rijke  bezittingen  der  Héeren  vaM. 
BREDER0D£ ,  docU  Zijn ,  uit  dit  oudadelijk  Huis .  nevens  andere 
goederen,  overgegaan  in  andere  gedagten.    Volgens  de  Qu6hie« 
ren  bevat   Uardinksvild  zevenhonderdachtenveertig  Morgens ^ 
en  vierhonderdtweeénzeventig  Roeden  Lands  ^  dcjch  in  de  Üijks- 
omflagen  van  den  Waard  betaalt  het  voor  merkefijk  minder.  Het' 
getal  van  vierennegentig  Huizen,  die,   inden  Jèare  1631,  tö 
Hsrdinksveld  (tonden,  is,  zedert,  tot  tweehondefdachtenVijfttg 
en  een  Koornmolen  aailgegroeld.    Om  de  uitgedrektheid  langs'  de 
rivier,  is  het  Dorp  verdeeld  in  Sovên-tn  Beneden  Hardihks^ 
yeldf  leder  van  welke  zijne  bijzondere  Kerk  etr  Leefaar  heeft 
De  Ingezeetenen  van  dit  vrij  aanzienlijk  Dorp  gtoeéren  zich  mer 
het  plantetf ,  hakken  en  vérvoefeil  Vafi  Griendêrt ,  het  visfchen 
in  de  rtvier  de  Merve  ^  en  het  mdaken  vin  Dijken;  tot  het  hac-' 
fte  bedrijf  is  hier  gednurige  gelagenheid ,  vooral  Zedert  het  aan- 
leggen van  eenen  Dijk  I  welke  van  den  Mervedijk  agtér  het  Dorp 
om  loopt ,  en  door  middel  Van  welken ,    bij  eene  gedife1gd« 
Overftrooming,  het  rivierwater  kan  worden  afgeleid*     • 

Zie  OUDENHOVEN^  ZuidhollanA 
ZJfJ  OUL*  Ce  SUf 


4^4  HAREN,  HAUENJ  C^an)  HAREM.  (ADAM  van) 


Habah  9  ook  wel  Burgiaren  genaamd ,  is  eea  klein  Dorp^ 
je,  gelegen  in  bet  Ampc  Tusfchen  Maas  en  H^aaL  Hier  (fatac 
eeoe  Gerefpnneerde  Kerk  ,  die  door  harren  eigen  Leeraar 
vordc  bediend ,  welke  ook  zoffldjds  ia  bet  oabunrig.  Hermen 
den  dieu8(  verrigt. 

Haren  ,  een  ander  Dorp  van  dien  naam ,  legt  !n  de  I^ro* 
Yincie  van  SiaJ  en  Lande ,  i^et  verre  van  de  Stad  Groningen^ 

Hablen;  (van)  een  ond  en  zeer  aanzienlijk  geflagr,  waar 
van  reeds  melding  wordt  gemaakt  omtrent  bat  midden  der 
dertiende  Eeuwe,  in  den  perfoon  van  eenen  ogier  van  haren, 
welke  geleefd  beeft  in  en  naa  bet  Jaar  1240,  en  twee  Zoonen 
naaliet.  Onder  de  vroegere  leden  van  dit  gellagt ,  is  vooral^ 
bekend, 

Hai^n,  (adah  van)  bij   den   naam  van  Kapitein  ^   of 
Hopman  Daam  benoemd*    Zijn  Vader,  everhard  genaamd, 
was  Schepen  te  Aken^  zijne  Moeder  agnes  van  cortembach*^' 
Hf} '  hadt  in  Huwelijk ,  maroareta  van  coenen.    Zijn  Broe- 
der, EVERHARD,  was  gehuwd  met  eene  Zuster  deezer  Vrouwe^ 
Adam  ondertekende  het  Verbondfehrift  der  Edelen,  en  moest, 
daaropi,  met  vi&rbeurdverklaaring  zijner  goederen,  zijn  Vader- 
land verlaaten»    De  coenen's,  insgelijks  ten  Lande  uitgewee*- 
ken,  in  Friesland  zich  hebbende  neergeflagen,  kan  dit  hem  aan* 
'  leiding  hebben  gegeeven ,  om  zich  insgelijks  aldaar  met  der 
woon  te  vestigiP.    In  den  ]aare  157a  holp  hij  de  Stad  Brieie 
bemagtigen,  en  dus  den  grondflag  van  de  Nederlandfche  Vrij" 
beid  le|{gen»    Met  nog  een  ander  Schip,  kwam  het  zijne  *( 
eerst  aan  't  Hoofd.    Volgens  de  lijst  der  Ingezeetehen  van  die 
Stad,  bevondt  hij  *er  zich  nog  in  den  Jaare  1573  ,  met  zijn» 
Huisvrouwe  en  vier  kleine  kinderen»  Hij  overleedt  te  Arnhem  ^ 
]tt  dei^  Jaare  1589^,  van  waar  zijn  Lijk  na  Leeuwaarden  wierdt 
gevoerd,  e^  aldaar  in  de  Groote  Kerk  begraayen.    Zeer  ger 
zien  was  hij ,  20  wel  bij  Prins  willem  den  I ,  als  bij  Graaf 
LODEwys  VAN^  NASSAU,  Stadhouder   van  Friesland^  en  GraalT 
{AN  VAN  NASSAU »   Stadhouder    van  Gelderland,    De  laatsge- 
fioemdc  aanvaardde  de  Voojidijfchap  over  de  vier  ijaageblee-' 

•   veiê 


ÖARÈPÏi  (ADAM  van)  HARÈN;  (^fLLÉlVl'vAN)  435 

Véne  kinderen^  dfiè  vaa  welke,  ïn  dienst  vao  't  VaderlandTi 
het  leeven  lieten^  Adam  tan  haren  hadt»  In  de  Franfche 
taaie  ^  gefchreeven,  een  Dagverhaal  van  zijne  voornaamfie  om^ 
twervingen^  zedert  alva*s  aankomst  hier  te  Lande  ^  en  de  ver- 
overing van  den  Briel^  door  de  Geuzen*  Bij  erfenisfe  kwaoi 
dit  Gefchrifl  aan  WILLEM  Van  haren,  zijnen  Kleinzoon^  be« 
roemd  om  zijne  veelvuldige  Oezantfcbappen,  in  de  voorgaande 
Eéuwe  bekleed.  Hij  hadt  hét  laaten  binden,  vóór  zijne  gefcbrep- 
Vene  Aantekeningen^  een  Werk  van  verfcheidene  Boekdeeten^ 
wegens  de  geheime  gebeurtenisfen  der  twaalf  Gezantfbhappen^ 
door  hem  In  's  Lands  dienst  waargenomen^ .  In  eeaen  ongelukki- 
gen  brand  van  den  Jaare  1732  wierdt  deeze  onfchatbaare  verza- 
meling een  roof  der  vlammen.  De  Geuzenpenning  bleef  in  *i 
gcHagt  bewaard,  tot  in  den  ]aare  1776*  Jonkbeer  onno.zwieA 
Van  HAREN,  wiens  Betoveroudgrootvader  Hopman  Daam^miSg 
verloor  toen  dit  z^ldzaaft  gedenkteken,  in  eenen  brandy  die  eed 
groot  deel  vaa  zijn  f  luis  en  kostbaare  Boekerije/  t^JFólvegai 
Vernielde^ 

Hablen  ,  (WILLEM  VAN^  Grietman  van  U  SiUt^  en  als  zodanig  zit» 
ting  hebbende  in  de  hooge  Vergaderingen,  reeds  boven,  in  't 
troorbijgaan ,  gemeld ,  heeft  zo  veele ,  misfchien  meer  Geïaiiv^ 
icha|)pen,  dan  immer  eenig  Staatsman  ^  waargenomen^  Ifi  deü 
Jaare  1659^  vertrok  hij,  nevens  nog  drie  Gemagtigden ,;  met  der 
Vloot,  over  welke  de  ruiger  het  bevel  voerde,  na  de  Oostvee  ^ 
om  'er  den  Vrede  ,*  tusfchen  de  oorlogvoerende  Noordfche  Mo 
gendhedenf,  te  bemiddelen.  Hl]  vertoefde  «Idaar  tot  in  het  vdt* 
gende  jaar ,  en  hadt  geen  klein  deel  aan  het  gehikkig  bereiked 
van  het  oogmerk  des  Gezantfchaps.  in  den  Jaare  1673,  tMg 
jn.dieiï  tusfchentijd ,  binnenslands^  verfcheiden  aanzienlijke  posteo 
bekleed  te  hebben,  verfcheen  hij,  onder  de  Afgevaardigden  vaa 
deezen  Staats  op  de  Vredehandethig  te  Keu/en  5  en  vertrok,  Hog 
In  dat  zelfde  Jaar^  tia  Zweeden^  om  dat  Rijk  in  de  belangen 
deezer  Gewesten  over  te  haaien  $  waar  in  hij  y  egter  i  thans  niet 
gelukkig  flaagde.  Nauwlijks  was  de  Heer  van  haren  vatf  daar 
thuis  gekoomen,  of  hij  wierdt  benoemd  tot  Lid  van  bet  Bui- 
tengewoon Gezantfchap,  *t  welk,  in  de  maand  Mal  des  Jaar^ 
1674  y  ua  Engeland  wierdt  gezonden^    Hij  hadt  alzo  de  band  hi 

£•  2  kil 


i^Z6      HAREN,  (WILLEM  ONNO  ZWIER  van)  cnsr.. 


het  fluiten  van  een  Verdrag  van  Zeevaart  met  dat  Rijk ,  en  her 
irefFen  van  eene  overeenkomst ,  wegens  den  Oostindifchen  handelr 
JE>e  kunde  en  ijver  ,  welke  van  haren  ,  in  'c  behartigen  vau 
•sLands  belangen,  op  de  Keulfche  Vredehandeling  hadt  betoond, 
was  oorzaak'  dat  hij  wederom  benoemd  wierdt ,  in  den  Jaare 
1675,  tot  de  Bijeenkomst  te  Nieuwtnegen ,  alvvanr  het  gewigtig 
onderwerp,  de  bevrediging  van  Europa,  moest  verhandeld 
worden.  Van  nieuws  verfcheen  hij  ,  als  Gevolmagtiiïde  der 
Algemeene  Staaten,  op  de Rijswijkfche  Vredehdndeling ,  inden 
Jaare  1697.  Het  laatfte  openbaar  bedrijf ,  welk  wij,  van  dcezen 
döorUichtigen  Staatsman,  vmden  aangetekend,  was  deszelfs  Ge- 
aantfthap  na  Efigeland^  ter  gelegenheid  van  het  overlijden  vafl 
Koning  william,  em  deszelfs  Throonopvolt^fter ,  anna,  met 
^erzelver  komst  tot  de  Kroon  geluk  te  wenfchen ,  en  tevens  de 
Verbonden,  welke  tusfchen  Groot' Br itannic  en- deezen  Staat 
böftonden ,  te  vemieuwem 

:  Haren  (willem  en  onno  zwier  van)  Kleinzoonen  van  den 
.ftraksgemelden,  de  eerfte  Grietman  van  't  Bildt  ^  de  andere  vaA 
Stellingwerf  f  Feit  •Einde  ^  wierden  insgelijks  gebruikt  tot  posten 
T«n  groote  aangelegenheid.  Willem  vertoefde  een  geruimen  tijd 
aan  't-Hof  te  Bru^fei^  als  Refident  van  den  Staat  in  de  Oosten- 
rijkfche  Nederlanden.  Onno  zwier  bezegt,  van  wegen  Hun 
Hoog  Mogende,  de  Zwitzcrfche  Cantons,  om  met  dezelve  te 
handelen  over  *t  aanneemen  van  Troepen  in  dienst  van  den  Staar. 
De  onaangenaamheden,  deezen  Staatsman,  van  de  zijde  zijner 
kindereuy  overgekoomen ,  willen  wij  liever  der  vergeetelhcid  aan- 
beveelen ,  dan  het  «rgerlijk  beloop  dier  veel  gerugt  maakeude 
jïaake  vernieuwen.  Onro  zwier  heeft  ^  boven  dien- ,  eenea 
naam  gemaakt  door  eenige  Digtflukken ,  als  friso-,  de  Geuzen » 
enz*  In  friesland  is  nog  hqden  dit  Gedagt  in  sanzien.  Een 
Geflagtlijst  daar  van  is  te  vinden  m  fervbrda's  fVapenboêk. 

• 

Hargen,  een  Polder  met  een  gehugt  van  ruim  twintig  Hu'zen, 
hl  't  Baljuwfchap  van  Brederode,  alleen  bekend  om  eene  foort 
van  wit  Zand,  welk  de  nabuurfchap  oplevert,  en  door  gantsch 
Holland  vervoerd  wordt. 


f 
I 


HARING,  (JAN)  HARtNGHüKEN.  enz.       4^^ 


Haring  ,  (jan)  geboortig  Tan  Uoorn^  overwaardig ,  van  we-, 
^n  zijn  ftout  beftaan,  bij  de  naakoomeüngfchap  gedagt  te  wor- 
den. Hij  diende  op  een  der  Schepen,  wellce,  in  den  jaare 
1573  j  den  vermaarden  Zeefl^  hielden  tegen  deii  Spanjaard  bossu, 
in  wellcen  deeze ,  door  de  Staatfchen ,  overwonnen  eii  gevangen 
wierdt  genomen.  Naadat  het  gevegt  een  gedeelte  van  eeiien 
dag  en  den  geheelen  daar  op  volgenden  nacht  hadt  geduurd ,  hadt 
HARING  de  Icoenheid ,  om  in  de  mo^enfchcmering  over  te  fprin- 
gen  in  iiet  Schip  van  bossu  ,  voorts  langs  de  touwen  om  hoog 
«e  Idimmen,  en  de  Admiraalsvlag  van  den  top  van  den  Mast  te 
nililcen.  Gelukkig  flaagde  hij  tot  zo  verre  in  dit  bedrijf,  dat  hij 
reeds  na  beneden  klom,  om  den  middel  bewonden  mee  d't  zege* 
teken,  wanneer  hem  een  vijandige  kogel  dermaate  trof,  dat  hi| 
dood  nederkwam. 

Haringhüizen,  een  Dorp  in  Noordholland,  in  de  zoge- 
naamde Schager*Kogg€ ,  in  de  nabuurfchap  van  Barfingerhorn 
«n  de  Stede  Schagen^  Het  plaatsje,  dat  niet  veel  aanziens 
beeft,  ftaat  aangetekend  voor  driehonderdeen  en  vijftig  Morgens 
eo  negentig  Roeden  Lands,  en  bevat  ruim  denig  Huizen.  De 
zeer  grooce  viericante  Toren ,  van  boven  met  een  achtkantigen 
Q>iis  gedekt,  heeft  dit  bijzonders,  dat  dezelve,  uit  den  grond  tot 
aau  den  top,  geheel' van  fteen  gebouwd  is. 

Haringkarspel,  of,  gelijk  deeze  naam ,  volgens  zommigen, 
zou  moeten  gefpeld  worden,  haren-  zoveel  als  heeren kars- 
pel, is  eene  Vrije  Heerlijkheid ,  in  Noordholland  ,  in  hec 
Geestmerambagt,  van  merkelijke  ultgeftrektheid.  In  de  Quo* 
bieren  der  Verpondingen  ftaat  Ifaringkarspel  aangefchreeven 
voor  vijftienhonderdagtendertig  Morgens  en  vierhonderddrieên- 
tachtig  Roeden  Lands.  Volgens  de  jongfte  Lysten  telde  men 
alhier  hpnderdzesenzeventig  Huizen  en  één  Koornmolen.  Mer- 
kelijk gronds  heeft  deeze  Heerlijkheid  gewonnen,  door  het 
droogmaaken  van  verfcheiden  kleine  Mdren;  men  telt- 'er  wel 
acht,  die  thans  goed  en  vrugtbaar  Land  uitleveren.    - 

Haringkars^el  ,  (dirk  van)  Burger  en  Inwooner  van 
'^mfierdam,  Kapitein  van  eene  Kompagnie  Mariniers  of  Zee- 

E  e  3  iol- 


^ii  HARINGKARSPEL.  (OIRK  van) 

fpldurtn,  outvingy  in  den  Jaare  1671 »  bevel»  om  In  di^  hoo- 
danigheid,  op  'sLands  Vlpoc,  in  Zee  (e  fteeken.    Terwijl  do 
Schepen  in  Texed  lagen ,  op  zelceren  dag ,  aan  het  Dorp  hêt 
Gekild  y  aan  Land  zijnde  gecreeden,  geraakte  hij  aldaar  in  woor- 
den xnec  eenen  otto  de  rumoer,  die  den  zelfden  post  be- 
kleedde.   Van  dreigen  kwam  men  tot  daadelijkbeden ,  onder 
welke  DE  RUMOER»  die  de  f^erfte  aanvaller  was,  van  van  ha- 
RiMQKARSPELt  deegen  eene  zo  zwaare  wonde  bekwam ,  dat  hij 
'er,  i^enige  dagen  daar  naa»  aan  overleedt.    Naa  zich^enigen 
tijd  fchuil  te  hebben  gehouden,  verzogt  van  haringkIRispbl** 
aan  Heeren  Gekommiteerde  Ragden,  om  verlof,  zich  ter  Purge 
of  Zui  veringp  te  mogen  (lellen*    Dit  verzoek ,  ter  Vergaderinge 
van  Hun  £d.  Gr«  Mogende  gebragt  zijnde,  wierdt  aldaar  inge? 
willigd,  en  daarentegen  van  de  hand  genreezen  dat  van  ditlof  dr 
RUMoiR,  broeder  des  gefiieuvelden,  inhoudende  dat  de  andere 
Crimineeüijk  mogt  gedagvaard  worden,    Ditlof,  niet  voldaaq 
dat  de  zaak  voor  eenen  Krijgsraad  zou  gebragt  worden,  leverde 
een  tweede  Verzoekfchrift  in ,  dat  het  geval  niet  als  eene  Krijgs- 
mans  1  zo  als  van  haringkarspel  hadt  beweerd ,  maar  als  eena 
gemeeue  misdgad  mogt  aangemerkt  en  behandeld  worden.    Zo 
veel  werkte  dit  verzoek  uit  bij  ^sLands  Staaten,  dat  zij  hun  voor^ 
gaand  befluit  introkken,  en  last  gaven  tot  het  doen  der  Pqrge, 
niet  voor  den  Hove  van  Holland,  maar  voor  den  gewoonen  en 
dagelijkfchen  Regter.     Als  zodanig  befchouwde  van  haring- 
karspel  de  Heeren  Schepenen  van  Amjlerdam:  weshalven  hij 
yerzogt  en  verkreeg ,  dat  hem  voor  dezelve  Dagvaarding  toege- 
Haan,  en  hij,  imusfchen,  onder  handtasthig,  uit  zijne  hegtenisfe 
wierdt  ontflagen.    Hier  tegen  verzette  zich  's  Lands  Prokureur- 
Generaal,  op  den  grond,  dat»  in  zaaken  van  Purge,  het  Hof 
Idl^^n  Regter  was ,  en  verkreeg  een  Mandement  Penaal ,  waarbij 
aan  Schepenen  van  Am  fier  dam  wierdt  gelast,  in  dreigende  be- 
woordingen, de  verleende  Afte  van  pitatie  in  te  trekken^    Veel 
viel  hier  over  te  doen ,  alzo  Burgemeesteren  van  Amfierdam 
•ordeelden,  dat,  in  de  behandeling  deezer  zaaks  »  de  Privilegiën 
der  Stad  verkort  wierden ,   welker  handhaaving  Hun  £d.  Grt 
Agtb,  verklaarden ,  niet  uit  de  hand  te  zuUen  geeven*    Tot  eeQ 
uarigt  wegens  den  afloop  deezer  zaake,  als  niet  zo  zeer  den 
{(apit^  VA^  lifaxs^QUSSBU.^  als  de  iiud  betreffend^»  wij^eq 


IIARIÜS,  (JOHANNES)  HARINXMA.         i^ 


^ij  den  l^tezet  na  wagenaar*s  9efckrijying  van  Amfitrddm\ 
D.  I.  bl.  622  enz»  Alleenlijk  tekenen  wij  hier  nog  aan »  dtt 
CAUNGKARsrEL ,  eerlang  ,  zuiver  en  onfbhuldig  wietnlc  veil* 
klaard,  wegens  't  geen,  waar  over  hij  zich  t«r  Purge  haft 
^eld. 

Hariüs,  (johannes)  of  VAN  DER  HAAR,  geböofcn  te  Cd- 
Hckentf  Kanunnik,  eerst  In  zijne  geboorte ftad,  en  daar  naa 
in  V  Gravenkage.  Zijn  nicgebrelde  leeslust ,  gepaard  met  zijne 
zucht  f  om  al  wat  hij  bezat  of  konde  bij  een  brengen»  tot 
het  aankoopen  van  Boeken  te  belleeden,  hadt  hem  eeiie  zo 
rijke  verzameling  doen  vergaderen ,  dat  het  geméene  volk^ 
toen  het ,  bij  zijn  vertrek  van  Oorichem  na  *s  Hage ,  zijne 
Boeken  zag  te  fcheep  brengen,  van  verwonderinge  opgetoogen 
was,  als  hebbende  voorheen  naauwlijks  kunnen  denken,  dat 
gamsch  Holland  ^  of,  volgens  güicciardyn,  de  geheele  wae- 
reld,  zo  veele  Boeken  bevatte.  Hem  hing,  zedert,  hierom, 
de  bijnaam  aan  van  Heer  jan  met  de  Roeken.  Intusfchen 
blijkt  het  niet,  dat  hij  den  Boekvoorraad  met  eenfg  Werk  van 
zijn  eigen  opftel  vermeerderd  hebbe.  Bij  uiterden  wille,  be- 
kragtigd  door  zijnen  dood,  die  in  den  Jaare  1532  voorviel» 
hadt  hij  Keizer  karel  den  V,  als  Graaf  van  Holland j  toe 
Erfgenaam  zijner  Boekerije  aanq^eld. 

Zie  GOUDHOEVEN  CU  GUICCIARDTN* 


Hartnxma  ,  «en  oud  adelijk  geflagt  in  Friesland^  waar  van 
fiog  heden  twee  Takken  bekend  zijn,  zich  noemende,  naar  de 
plaatzen ,  alwaar  de  Voorzaaten  hun  verblijf  hadden  gevestigd , 

HARINXMA   THOE   HEEG    en    HARINXMA   THOE    SLOTEN.     Recds  In 

den  Jaare  1404  vinden  wij  vermeid  eenen  iéaring  harinzha  , 
zo  veel  ais  Oaringszoon\  hij  bddeedde,  In  dien  djd,  de  aan* 
zienlijke  en  hoogde  waardigheid  van  Foteflaat  van  Friesland» 
Een  edel  Broederpaar  van  dit  geflagt,  haring  en  hartman,  on- 
dertekende niet  flegts  het  Verbond  der  Edelen,  maar  gaf  ook 
Irervoigens  doorluchtige  proeven,  eener  groot^ioedige  zucht  voor 
\  Lands  Vrijheid.    In  den  Jaare  1 572  ,  voerden  ze  het  bevel 

£e  4  ovtf 


444  HARINXMA»  HARKINGE. 

over  eenig  Kri)gsvolk ,  'c  welk  van  Enkkuizên  na  Friesland 
qverftak,  met  oogmerk  om  dac  Gewest  voor  den  Prins  vam 
ORA» JE  te  verzekeren,  't  Gelujcie  hun ,  zich  meester  te  maakeu 
yan  de  St^d  Skt^n-^  doch;cij|nopswn,  vpor  de  Qvenwigt  van  het 
Volk  VAN  BiLLY ,  dezelve  wederom  verlaaten.  Als  een  bewijs 
van  onverfchrokkene  heldhifrigheid  van  eenen  deezer  broederen 
vindï  nï^n  aangetekend,  dat  wanneer  hen^.  in  de. hitte  des  ge- 
yegts ,  de  eene  arm  te  morzelen  was  gei chooten ,  liij ,  met  de 
.andere  band,  h^t  Vaandel  greep,  en,  zonder  eenig  blijk  vaq 
pijrilijkh^i<j  te  vertoon^n ,  zijne  manfchap  even  kloekmoedig  tot 
den  ilrijd  aanvoerde.  Haring  badt  in  huwelijk  wysk  hoitema, 
met  welke  hij,  jn  den  Jaare  158 1,  op  ééneq  dag,  begraaven 
wierdt.  Door  de  ongunst  der  tijden,  daalden  zijne  twee  Zoo^ 
pen  tpt  een  laagen  f^and ;  uit  welken,  egter,  zij  naderhand  wier- 
den opgebeurd,  door  hunne  bevordering  tot  aanzienlijke  posten, 
zo  in  het  Staaisbewind  als  iq  den  Krijgsdienst»  Hartman  was 
gehuwd  met  kinsk  of  kunsk  popta,  die  hem  aanzienlijke  goe- 
deren ten  huwelijk  bragt.  Hoewel  in  geen  groot  aanzien,  zijp, 
egter ,  van  de  harinxma's  nog  in  weezen. 

Zie  j.  w.  TE  wat£r.  Hifi.  van  V  Fer-^ 
fond  f  enz. 

Harkinge,  weleer  een  Uitgèrs,  In  het  Land  van  Fcorn^  bij 
'Dirksland.  De  Karthulzers  van  Zeelhem ,  buiten  Diest ,  en  de 
Reguliere  Kanunniken  van  Rugge^  buiten  den  Briel^  daar  van 
eigenaars  g;2worden  zijnde,  deeden,  in  den  Jaare  1483,  dezelve 
bedijken.  De  voorwaarden ,  op  welke  dit  gefchiedde ,  te  breed- 
voerig om  hier  vermeld  te  worden ,  zijn  te  vinden  in  Se  Aantek. 
cp  de  Oudh.  van  ZuidhoUand.  Volgens  zommigen  zou  in  Har-' 
kingey  ten  diende  der  Ingezeetenen,  eene  Kapel  gefligt  zijn, 
aan  st.  correlius  gewijd^  welke  Kapel,  in  den  Jaare  1484, 
door  den  iJtrechtfohen  Bisfchop,  david  van  boürgondie,  tot 
eene  Parochiekerk  wierdt  verheven.  Een  anderen  plek  gronds, 
zedert.  Nieuw- Har  kinge  gaxisamA^  zouden  de  zelfde  Geestlij  ken, 
aan  Heere  jakob  oom.  Ridder,  Heere  van  PFijngaarden ^  ter 
f)edijkinge  hebben  opgedraagen. 

Zie  de  gemelde  Aantekeningenl 


HARKSTEDE,  HARINGVISSCHERY.  44* 

Harkstede,  een  Dorp  in  de  Oroningir  Ommelanden^  onder 
liet  Kwtrcier  van  Fivelingo\  hecheef^  Kerk  en  Predikant,  fhan* 
de  oader  de  Klasfia  van  Appingadam. 

HARiifGvisscHERY,  welcèr  eerie  voornaame  bron  van  Néer- 
Kmds  bloei  en  welvaart ,  doch ,  zedert  veele  Jaren ,  in  merkeiijlc 
verval,  verworf,  uit  dien  hoofde,  den  naam  van  de  ijroote 
Viijc herijk  ter  oorzaake  van  de  aanzienlijker  voordeden,  daa 
die  van  den  Wal visch vangst ,  de  Kleine  lUsfchetij  genoemd , 
welke  zij  den  Lande  aanbragt.  Niet  beftendig,  geduurende  het 
gamfcbe  jaar,  maar  alleen  op  gezette  tijden,  kan  deeze  Vi$- 
fclierij  gedreeven  worden.  De  reden  is,  om  dat  de  Haring,  tot 
het  geflagt  der  Trekvisfchen  behoorende,  zicii  flegts  nu  en  dan 
in  die  oorden  vertoont,  welke  door  onze  Nederlandfche  Vis- 
fchers  gevoeglijk  kunnen  bezogt  worden.  Het  Vaderland  der 
Haringen  Is  het  verst  afgelegen  Noorden.  In  't  begin  des  jaars 
vertrekken  van  daar,  in  één  Leger,  onnoemelijke  miljoenen  dier 
Visfchen ,  doch  verdeelen  zich  wel  haast  in  twee  benden ,  van 
welke  de  eene  zich  na  't  Oosten  wendt,  da  andere,  verzeld 
van  Kabbeljaauwen  en  andere  Visfchen.  welken  zij  tot  aas  dient , 
na  het  Westen.  Deeze  neemt  haaren  weg  na  Hitland  en  de 
Orkadifche  Eilanden,  en  wordt  een  prooi  der  Nederlandfche 
Visfchers.in  die  Vaarwateren.  Hier,  egter,  fcheidt  zich  dee^' 
2e  Westlijke  bende  van  een ;  het  eene  gedeelte  de  kusteti^ 
yan  Engeland ^  Friesland 9  Zeeland,  Brabant  en  Frankrijk^ 
het  ander  de /(Pr/^^«  kusten  bezogt  hebbende ,  vereenigen  zij  zicli 
wederom  in  den  grooten  Atlamifchen  Oceaan;  door  welken 
zij,  waarfchijnlijk,  na  hun  Vaderland  te  rug  keeren.  Dit  beur- 
telings verfchijnen  en  verdwijnen  der  Haringen  is  de  reden,  om 
welke  de  vangst  aan  gezette  tijden  bepaald  is:  Want,  hoewel 
9an  eenige  geringe  uitzonderingen  en  verandeiingen  onderhevige 
is,  nogthans,  deeze  beurthouding  zo  geregeld,  dat  gelijlr  nu 
eens  de  Zee  van  deeze  Visfchen  krielt,  men  op  andere  tijden 
uaauuJljks  een  van  dezelven  aantreft.  De  oorzaak  van  den  jaar- 
lijkfcben  Optogt  der  Haringen  (lelt  de  vernuftige  unzer.  in  de 
zucht  dier  water fchepzelen ,  om  hun  geflapt  voort  te  planten. 
Hun  geval  zou  het  zelfde  2;ijnde  als  dat  der  O  je  vaaren  en  Kievi« 
(eq,  welke,  uit  aqdere^gewestep^  jaarlijks,  deeze  LandenJ^oomen 


14*  HARINGVISSCHERy. 


■Wi^M^MMMHMMMIWHIMMMMft 


hezoeken ,  daartoe  genoopt  door  eene  ingefcliapene  Natunrdrifc  ^ 
iiuu  leerende  dof  hier  voor  hun  de  gefchiktde  plaats  is  om  htinne 
Eljeren  te  leggen  en  te  broeden.  Even  eens  bezoeken  de  Ela* 
ringen  y  uit  het  wijdafgelegen  koude  Noorden «  zagtere  (tree- 
ken ,  om  voor  hun  kroost  te  dienen  tot  eene  geboorcepli^acs , 
cn  f  in  kragcen  genoegzaam  gevorderd  zijnde ,  van  daar  na  het 
'oorfpronklijk  Vaderland  te  worden  te  ru^  gevoerd.  Opmerkelijk 
b  het|  dat,  aan  hec  hoofd  der  optrekkende  benden.  Haringen 
*  van  eene  grootere  foort  worden  gevonden ,  die  als  Leidsliedea 
dienen,  en,  uit  dien  hoofde,  bij  de  Visfchers,  Haringkoningen 
geheeten  worden*  Alwie  eenen  van  deeze,  't  welk,  egter, 
zeldzaam  gebeurt,  in  zijne  Netten  vangc,  zou  zich  bezwaard 
Vinden  om  dien  te  dooden ;  met  de  uiterUe  zorgvuldigheid  zet 
men  dien  wederom  in  't  water.  Over  de  onverbeeldelijke  talrijk- 
heid dier  Visfchen  kan  men  eenigermaate  oordeeien,  uit  eene 
aantekening  van  den  oplettenden  zorgdraager  ,  fchrijvende  dat 
omtrent  de  Noordkaap,  de  Zee,  bij  wijlen,  dermaate  met  Ha* 
rkigen  is  opgevuld,  dat  hij,  't  eenigen  tijde,  door  dezelve  roeien- 
de, met  lenzen  'er  in  fchoot,  en  zomtijda  twee  gelijk  met  éétien 
lensworp  trof. 

Reeds  zo  vroeg  als  omtrent  het  midden  der  twaalfde  Eeuwe, 
fchijnen  onze  Voorouders ,  met  naame  de  Zeeuwen ,  zich  op 
deeze  Vlsfchérij  te  hebben  toegeleid.  Doch  zij  wierdt  van  aan- 
gelegenheid ,  zedert  de  uitvinding  van  't  middel  om  den  Haring 
te  kaaken  en  te  zouten,  in  den  Jaare  1380;  't  welk  men  heeft 
dank  te  weeten  aan  eeuen  willem  beukelszoon,  een  Visfcher, 
thuis  behoorende  in  de  Vlaamfche  Stad  Biervliet.  Keizer 
XAREL  DE  V,  zegt  men,  hieldt,  uit  dien  hoofde,  's  Mans  naa- 
gedagtenis  in  zo  hooge  was^de,  dat  hij,  verzeld  van  zijne  Zus- 
ter MARIA,  Koninginne  van  Hungarije,  't  eenigen  dage,  deszelfs 
Graf  bezoekende,  de  Ziele  alle  Zaligheid  gewemcht  heeft. 
Van  merkelijk  belang  was  ook  de  uitvinding  van  het  groot  Ha- 
ringnet ,  't  welk  men  fielt  te  Hoêm  gefchied  te  zijn,  in  den  Jaare 
1416.  De  Haringvisfcherij  gefchiedt  met  eene  foort  van  Vaar- 
tuigen ,  Buizen  gaoaamd.  In  den  Jaare  1553  wierdt  het  getal 
dier  Schepen,  welke  alleen  van  Enkhuizen  ter  Neeringe  voeren, 
begroot  op  honderdveertig  Schepen.  Weinig  minder  dan  hon- 
derd is  het  getal  dw  Buizen  verminderd ,  welke  jaarlijks  in  die 

Stad 


HARINGVISSCHERV.  44;^ 


fitad  worden  uitgerust;  misfchien  qi^t  meer  dan  eene  enkele 
leize,  heeft  men,  zinis  het  jaar  1763,  vierenveertig  Schepea 
van  daar  in  Zee  gezonden.  Op  andere  plaatzcn  is  de  vermlnde- 
fing  naar  evenredigheid.  T**  Flaardingen  hooren  de  meeste 
Buizen  thuis  5  iti  den  Jaare  1776  (hiken  'er  nog  vierentachtig  in 
Zee^  Gelijk  in  veele  andere  opzigten ,  dus  moet  ook  hier  de 
cedea  dier  befnoeijinge  van  deezen  tak  van  handel  worden  toeg&- 
fchreeven  aan  den  naijver  van  andere  vqlken,  welke,  door  de 
voordeeligheid  der  zaake  uitgelokt,  van  tijd  tot  tijd^  hebben  be^ 
gonnen,  zich  daar  mede  te  bemoeien* 

De  Visicherij  gefchiedt  bij  Hit  land  ^  werwaarts  de  Buizea 
Eich  bij  tijds  begeeven ,  om  op  den  bepaalden  tijd ,  pijnde  St^ 
^amnachty  den  vijfentwlntigften  Junij,  hunne  Netten  in  Zee 
te  kunnen  werpen.  Zeer  groot  zijn  deeze  Netten ,  doch  %^, 
maakt  op  eene  wijze,  bij  'sLands  Overheid  voorgefchreeven^ 
Naadatzij,  met  zonnenondergang,  in  Zee  zijn  geworpen ,  wor« 
den  zij,  tusfchen  twee  Buizen,  voortgetrokken.  Want  de  Vis- 
Ccherij  gefchiedt  altoos  bij  nacht ,  onder  andere,  om  met  het  lich( 
van  brandende  lantaamen  den  Visch  te  lokken.  Met  het  opgaaa 
deirZonne  haalt  men  de  Netten  op,  en  heeft  voorts,  dengeheelen 
d^g»  werks  genoeg  om  den  gevangen  visch  te  behandelen,  ea 
de  Netten  Uaar  te  maaken.  De  reden  der  boven  gemelde  be« 
paalinge  van  het  begin  der  Visfcherije,  is,  omdat  de  onder« 
vinding  heeft  geleerd,  dat  de  Haring  alsdan  op  haar  best  is 9 
en  kngsjc  kan  bewaard  worden.  Naar  gelange  van  den  verloop 
der  Haringen,  veranderen  ook  de  Buizen,  om  dezelve  te  van- 
gen, van  legplaatze.  lot  Maintenue  (zo  ^s  'sLands  Staaten 
^ich  uitdruki(en)  van  de  Uoofdneeringt ,  Mfelvaart  en  princi^ 
paalfie  Mijne  deexer  Landen^  hebben  dezelve,  herhaalde  rel- 
aten, verfcheiden  binnenlandfche  fchikkingen  beraamd,  zomüjdt 
pok  de  flerke  hand  en  de  hulp  van  Oorlogfchepen  geleend ,  om 
de  1-larin^bulzen  ouverhinderd  haar  werk  te  doen  verrigten  en 
tegen  vijandlijke  aanvallen  te  dekken.  Van  hier  ook  dat  nog 
ÏQ  de  laatde  jaaren,  vin  hooger  hand,  Premién  zijn  ultge* 
l^fd,  om  den  Reederen,  in  h^t  draagen  d^  kostea,  eeniger^ 
W»^9^  (9  Ijemoece  te  koomen. 

Zie  zoRGORAAOBS.)  VELius ,  Kranijk  van 
Hoorn \  brandt»  EnkAuizen'y  en  vooral 
$^fyhrij¥ing  der  Haringvisfcherij  9  in  4, 


*H  HARLTNGEN. 


Harlingkn,  eene  fraaie  en  welaangeleide  Stad,   in  Fries^ 
landy  in  nvig  de  zesde,  legt  aan  de  Zuiderzee,  tegen  welker 
»'  «anvallen  zij ,  door  een  zwaaren  Muur  en  hoog  en  breed 

Aard  werk,  gedekt  wordt.  In  zo  verre  de  Stad  aan  den  Land- 
kant  legt ,  !s  zij  met  een  aarden  Wal  en  breede  Gragt  omgee- 
▼en.    Men  roemt  den  aanleg  der  Bolwerken,     Eigenlijk  telt 
men  hier  vier   Landpoorten,   die  met   Rijdtuigen  kunnen  ge- 
bruikt warden:  de  Zuiderpoort,  de  Kerkpoort,  de  Franeker- 
poort  en  de  Blltpoort.     Waterpoorten,  voor  den  binnenland- 
fchen  Scheepvaart,   vindt  men  bij  de  Bilt-   en  Kerkpoort,  en 
vooral  de   zo  genaamde  Franekerpijp  ^    die  eene  aanzienlijke 
wijdte  en  hoogte  heeft,   en  zo  van  de  Schepen,  welke  van 
Leeuwaarden   en    Franeker  op   Amflerdam  vaaren,  als  van 
andere  van  die  grootte  kan  gebruikt  worden.    Aan  den  haven- 
kant  heeft  men  nog  twee  uitgangen :  de  I  iavenspoort ,  en  het 
20  genoemde  Poortje.     De  naam  der  Stad  is,  waarfchijnlijk, 
herkomllig  van  het  edel  Geflagt  van  harliga  ,  *t  welk  hierom- 
ftreeks  een  Stins  of  Kafteel  plagt  te  bezitten.     Anderen,    be. 
weerende  dat  de  eigenlijke  benaaming  der  Stad,  zo  als  haar  nog 
de  Landlieden  noemen,  Harns  is,  leiden  die  af  van  een  ander 
adelijk  geflagt  van  dien  naam ,  weleer  ook  in  deezen  oord  geves- 
tigd.   De  eerde  beginzels  der  Stad  moeten  gezogt  worden  in 
het  Dorp  Almenum,  't  welk  eertijds  op  zich  zelve  (londt,  en, 
hoewel  ouder  dan  de  Stad  zelve ,  zedert ,  binnen  haare  Muureo 
getrokken ,  en  daar  door  als  verdweenen  is.    Van  dit  Dorp  vindt 
men  reeds  gewaagd  in  den  Jaare  754 ,  wanneer  Bisfchop  boni- 
VACius ,  met  oogmerk  om  de  Friezen  te  bekeeren ,  aldaar  vaa 
r^/r^r*/ aankwam.^  Eerst  een.  geruimen  tijd  daar  naa,  te  wee^ 
ten  in  den  Jaare  1234,   fchijnt  men  de  belendende  Stiozen  en 
Buurten  vergroot  en  uitgebreid  te  hebben:  zodat  ze,  met  Ai- 
tnenum  ,  één  Dorp  uitmaalaen .  't  welk ,  om  de  ov^rhecrfchlng 
der  beide  genoemde  geflagten,  't  zij  dan  onder  den  ,naani  van 
Barlingen  of  van  Harns  ^  zedert  met  Stads  Privilegiën  wierdt 
begiftigd,  en  allengs  in  aanzien  toenam,  van  wegen  de  gemeen- 
fchap,  welke,  langs  doorvaanen,  met  FHeland^  Texel  tn  de  na- 
buurige  StadGnW,  al  voor  lang  onderde  Zee  bedolven,  konde 
gehouden  worden.    Want,  *c  geen  thans  de  Zuiderzee  is,  was 
loen  nog  droog  en  vrugtbaar  land.    In  den  Jaare  149(1  wierdc 

hiéc 


»ARLINCEN.  4^i 


hier  een  (lerk  Kadeel  i^ebouwd »  ia  *t  westlijk  gedeelte  der  Stadf^ 
om  den  aanhang  der  Vetkooperen  toe  eene  wijkplaats  te  verdrek-', 
ken.    Die  van  Franeker  voerden  toen  een  feilen  krijg  tegen  d9 
Groningers,  die  het  Kadee!  in  hadden;  waar  bij  de  Stad  zeer 
veel  leedr.  Doch  het  Kadeel  l)1eef  onwinbaar,  tot  dat  de  £delexi 
JONGCMA  en  HOTTiNGA,  de  hulp  van  .vTcemde  Benden  hebbende 
ingeroepen ,  de  belegerden  tot  de  overgaave  dwongen :  waar  naa 
het  Kafteel  of  Blokhuis  geflegt  wierdt.    Hendrik,  de  Zoon  dc8 
Hertogs  van  Saxen ^  herbouwde  hetzelve,  om  alzo  ten  alled 
tijde  een  gcbaanden  weg  te  hebben,  langs  welken  hij  Krijgsvolk 
binnen  het  Gewest  konde  brengen.     Moe  nadeelig  dit  Kafleef 
voor  de  vrijheid  der  Stad  ware,  ondervondt  men,  in  den  ]aare 
15 15  9  wanneer  de  Spanjaards,  de  plaats  der  Saxers  hebbende 
ingenomen ,  door  dit  middel ,  de  Ingezeetcnen  onder  bedwang 
kreegen  en  langen  tijd  hielden.    Het  Kadeel  met  deszelfs  on- 
derhoorigheden  befloeg  toen  een  aanmerkelijk  deel  der  tegeii* 
woordige  (lad;  waar  van  verfcheiden  benaamingen  nog   hedea 
getuigenis  kunnen  draagen.    Van  tijd  tot  tijd  begon  men  nu, 
om  *t  toeneemende  getal  van  bewooners,  de  Stad  wijder  uic 
te  breiden.    Ook  verbeterde  men  de  Zijlen,  of  Sluizen,  oia 
het  hooge  binnenwater  behoorlijk.' te  ontlasten,  en  tevens  te 
dienen  tót  keeringe  der  indroomende  hooge  Zeevloeden.  Har^ 
littgen  was  de  eerde  Stad  in  FrieUund^   welke  zich   voor  de 
vrijheid  van    Godsdienst  en    tegen    de  Spanjaards  verklaarde. 
In  den  ]aare  1579  voegde  zij  zich  bij  de   Steden,   die  de  na- 
dere vereeniging  van  Utrecht  hadden  aangenomen.  Het  Kadeel, 
welk  nog  Spaanfche  bezetting   inhadt,   wierdt  thans   ook  ver- 
overd ,  en  'de  Stad ,  aan  den  Oostkant ,  verder  uitgezet  zijnde, 
met  een  Aarden  Wal  omgeeven,  binnen  welken,  zedert,het 
Dorp  Almenum  be'flooteh   is.    Van  wegen  Prinfe  uillem  den 
. 'I,  verkreeg  de  Édele  duco  martena  allereerst  Let  hoofdbe- 
wind der  Vestinge.    Zeer  veele  vlügcelingen ,  inzonderheid  uiC 
Vlaanderen t'  zogten  én  vonden,   omtrent  dien  tijd,  bier'eene 
veilige    fchuilpTa^ts.      Veelen    dte'r  voort vlugtigen  waren'  der 
Leere  van  mei*no  simonsz  toegedaan.    Door  hunnen  Koop- 
handel bevorderden  zij  den  bloei  der  Stad.    Dit  is  de  reden , 
dat  de  Doopsgezinden  hier  talrijker  ziju  dan  in  eenii^e  hndere 
Stad  der  Provincie  i  én  van  het  vermogen  van  verfcheiden 

"  fami» 


44&  UARLiNGË^.' 

hmlWeiif  \frelke  nog  in  weegen  zijn.  Op  zijnen  togt  na  Leet^^' 
''iffaardem  vereerde  Prins  willem  de  l'Harlingcn  met  een  be*. 
ioek,  en  gaf  *er  verfchelden  Ordonnantien  uit,  op  de  }u(titiey 
folitie   en  het  Krijgsweezen.    Bij   eenen  uieleg  der  Stad,  m 
den  jaare  1597,  aan  den  Zuid-  en  Westkant,  wierdt  het  Kalleel 
binnen  èeti  W'at  getrokken;  metf  ziet  'er  nog  de  overblijfzelr 
tan  in  twee  zwaare  fchfetkatten  ^  roormaals  de  uithoeken  vair 
den  Muur  der  Sterkte.     Voorts  wierdt  een  gedeelte  van  derf 
^fond  é(ïs  Kafleels  gebruikc   tot  den  aanleg    van  eene  Kerk' 
en  Stads  Weeshuis.    De  grond  van  de  Zuiderpoort,  hi  derf 
jaare  i5pS  gebouwd,  zal   ook  tot  het  Blokhuis  behoord  lieb- 
bert.    Zedert  dien  tijd  levert  de  Gefchiedenis  deezer  Stad  gee- 
He  fneidccswaardige  bijzonderheden  ^   met   hec    geheele  Land 
deelde  zij  in  de  |ilgcmeene  lotgevallen. 

Onder  de   opmibaare  gebouwen  der  Stad  nrant  voorjrt  xni 
iet  Raadhuis^  ^en  zeer  fraai  geftigt,  van   de  hedendaagfche' 
fiouworde,  Aaar^de  aan  de  Noorderhaven ,  zo  wel  van  binnen 
als   vsm  btiiten  voorzien  van  't  geen  daar  aan  een  voegzaamerf 
luister  kan  bijzetten.  Agter  het  Raadhuis,  en  onmiddelijk  daar 
aan  verbonden  heeft  men  de  Stads  H^aag , .  pronkende  met  een 
hoogen  fraaien  Toren.    Tot  op  de  Itigting  van  een  Armchuis- 
der  Stad,  plagten  hier  de  Armebezorgers  wcckelijks  te  ver- 
gaderen.   Behalven  andere ,  vindt  men.  *er  voegzaame  vertrek* 
ien  tot  eene  Wagtplaats  van    Stads    Schutterijen    Alle  deeze 
gedigteu  zijn  nog  nieuw,   als    zijnde  zedert  het  Jaar  1730? 
gebouwd,  behalven  den  Toren y  dien  men  alleenlijk  merkelijk 
verfteikt  en  verfraaid  heeft.    Het  Latjnfchc  en  Stads  Neder- 
ïüitfcke  School,  h  mede  een  fchoon  gebouw,  van  het  Jaa^ 
1751.    Tot  voor  niet  zeer  veele  jaaren,  badt  de  Admiraiiteic 
lier  eene  aanzienlijke  Vergaderplaats ,   het  Qollegie  genoemd^ 
door  een  allerhevigften  brand,  m  't  begin  des  Jaars  1771^  * 
geheel  verteerd.  Het  gebouw  llondi,  tegenover  \Landi}Verf^ 
aan  de  Zulderhaven.    Zedert  heeft  men,   op  den  grond  daar 
van,  een  Lands  Magazijn  aangeleid,  alza  het  voorgaande/ 
ten  gemelden  tijde,  mede  een  roof  der  vernielende  vkmme 
wierdt.    Het  gebouw  maakt ^  aan  de  ruime  haven,  hier  eene 
fraaie   Binnengragt ,    geene   ongevalUge  .vertooning.    't  Hult 
Leeuvfenburg^  tot  op  den  meer  gemelden  braxKl,  de  gewoono 

ia- 


Intrek  der  Heeren  van  de  Adminüiteit ,  verftrekt  thans  dezelvenf 
toe  eene  Vergaderplaats.  Van  geen  ongevallig  aanzien,  boe- 
wel  van  de  aloude  Friefche  bouworde,  is  ^sLands  Gewaldige^ 
of  Gevangenhuis ,  toe  de  Admirafiteit  beboorende,  en  met  zip- 
ne  tuinen  aan  bet  Magazijn  belend.  Tot  de  openbaare  Ge- 
bouwen mag  ook  wel  gebragt  worden  het  Logement^  Roma 
genaamd 9  toebehoorende  aan  eene  Soeieceit,  welke,  misichieng 
in  de  Republiek,  geene  weergae  heeft.  Zij  is  haaren  oor- 
fprong  verfchuldigd  aan  eene  inlaag  van  Zeevaarenden ,  geduu- 
rende  de  Spaanfche  oorlogen  r  van  eene  zekere  fomme  geFds, 
om,  ingevalle  van  Gevaugenneemmge ,  uit  de  Algemeene  Beurt 
te  worden  vrij  gefcogt.  De  Bewindhebbers  deezer  heUzaamt 
ftigiinge  kogten,  tot  hunne  gewoone  Vergaëerplaatze ,  het  ge- 
melde Logement;  't  welk  dus  geenen  feijzonderen  Eigenaar 
heeft ,  maar  toebehoort  aan  allen ,  die ,  door  jaarlijkfchen  inleg: 
van  penningen,  tot  de  Beurze  geregtigd  zijn. 

De  Gfoote  Kerk  is  een  nieuw  en  aanzienlijk  Kruisgebouw; 
flog  eerst  onlangs  geftigt.  Men  maakte  daar  mede  eenen  aanvang 
Jn  de  Maand  Mal  des  Jaars  177a ,  en  deedt  'er,  op  Nieuw- Jaardag 
van  i775rdeeerfte  Leerrede.  Volgens  een  Opfchrift,  bij  eenew 
der  Ingangen ,  deedt  de  tegenwoordige  Erfftadhouder ,  in  zijnen 
naame,  den  eerften  fleen  leggen,  door  den  Baron  van  pleYten- 
BER6,  Burgemeester  der  Stad.  De  Toren  is  een  overbüjfzel 
van  het  oude  gebouw.r  De  andere  Kerk  der  Hervormden  heec 
ëe  msferkerk,  gedeelieKjk  een  overblijfzel  van  't  aloude  Kafteel, 
althans  op  den  grond  daa  van  gebouwd.  Voorts  hebhen  de 
Lutherfchen ,  Doopsgezinden  en  Roomskapholijken  hunne  bijzon- 
dere Vergaderphatzen.  Behaiven  de  Gemeente  der  Doopsge- 
xinden,  die  vrij  talrijk  is,  vindt  men  %  nog  eene  tweede,  van 
Oude  Vlamingen  ;  doch  deeze  beftaat  uit  flegts  eenige  weinige 
Leden.  De  Jooden  houden  hunne  Godsdlenllige  zamenkomfleit 
in  een  bovenvertrek  van  een  Pakhuis,  llaande  aan  de  Osfemarkt. 
Voorts  hebben  de  Doopsgezinden  zo  wel  als  de  Hervormden 
hunne  afzonderlijke  H^ees*  Diakonie*  Oud»  Mannen--  en  Vrou' 
wenhuizen*  Het  Stads  Atmehuis  en  ^Katoen-  eu  Hennip^ 
fpinnerij  zijn ,  eindelijk ,  twee  zeer  voonrcffeüjke  lligtragen  ^ 
zedert  de  twintig  jongst  verloopene  jaaceo  opgericht,  om  be^ 

hoef- 


44*  HARLÏNOEN^. 


toeftigeii  eo  gebrekkigen  aan  brood  te  helpen ,  en  de  jtfugJt 
door  het  geeven  van  voegzaamen  arbeid  en  ond€rwi}s,  vooB 
iosbandiglieid  te  bv;hoeden, 

'^   Zeer  uitgebreid  plagt  weleer  de  Koophandel  te  zijn,  welktf 
in  deeze  Stad  wierdt  gedreeven.  Bebalven  den  fterken  Sdjeep^ 
vaart    op  de   Oostzee,  -hadt  men  'tr  ook  deeJ  in  de  Haring* 
en  Walvischvisfcherij.    Van  het  iaatftc  kan  ten  bewijze  dienen 
cene   Traankookerij  in  Spiisdergen^   nog  hetkn  de  Harlinger 
Ko'^kcrij  genaamd.    Doch  deeze  laatfte  takken  van  handel  zijn 
al  voor  ?ang  verflorven^  de  eerlle  is  nog  in  merkeJijken  bloei^ 
geliik  ook  de  verzending  van  Graanen  na  Engelandé    In  mer- 
kelijk   verval ,    en  gedeeltelijk  geheel    verdweenen  ,    zijn  de 
Weeverijen   van  Zeildoek,  Trijpen  en  Bombazijnen.    Hoewel 
in  minder  bloei  dan  in  vroegere  dagen,  is  de  Fabriek  van  zo 
genaamde    ^ harlinger  bonten   nog  in  weezen.    Voorts  onimoeï 
toen    nog,    20  binnen,  als   in  het  Oostlijke  en  Zuidlijke  ge- 
deelte buiten  de  Stad,  eene  menigte  Zoutkeeten,   Pan-  Eftrik- 
Plateel-  en  Steenbakkerijen,  Zeepziedcrijen  en  Kalkbranderijen^ 
alle  't  welk,    gepaard  met  den  geduurigen  doortogt.van  bin- 
nenlandfche  Schepen,   na  en  uit  Holland  en  andere  Gewesten, 
oorzaak  Uy  dat  Harllngen  nog  heden  onder  de  bloeiende  ea 
\velvaarende   Steden  mag  geteld  worden,    fiehalven  de  wcek- 
lijkfche  Marktdagen    op  welke  merkelijke  handel  omgaat,  .pm 
de  nabijheid  der  Eilanden  Flieland^   Terf^helling  én  Amelandy 
welke    op    dezelve    hunne    meeste  leevensbehoeften  opdoen, 
tecft  men  'er  twee  Janrmarkten,   de.^ne  in  de  Maand  Mai> 
de  andere  in  Oktober* 

De  Schutterij^  z\  lang  deerlijk  vervallen,  doch,  in  de» Jaar a 
1785»  op  een  beter  voet  gebragc,  bedaat  uit  twee  Vaandel» ,r 
&et  Witte  en  het  Bhiauwe;  gezamentüjk  uitmaakende  tweehoui 
derdvierentwintig  Man.  De  Voorzittende  Burgemeester,  vier 
Kapiteinen,  en  even  zo  veele  Luitenanten,  Sous -Luitenanten 
enVaandrigs,  nevens  den  Sekretaris,  maaken  den  Krijgsraad  uit# 
Eindelijk  bedaat  de  Stads  Regeerfng  uit  acht  Burgemeesteren, 
even  zo  veele  Raadslieden ,  voormaala  Qemeenslieden  genaamd^ 
en  veertig  Vroedfchappen.  De  laatstgenoemden,  buiten  wetuge 
redenen,  welke  het  tegendeel  raaden,  bekleeden  hunne  waardige 

beid 


UARMOiCAk,   HARMONIEi  (Ontwerp  van)      445^ 

K  ■        ■  '  ■     ■ 

beid  voor  hun  leeven)  d«  andere  worden  >  vso  tijd  tot  tijd^  ver-f 
wisfeld» 

Zie  i¥insBMius>  schotanus,  toeka 
sjoERDiz  9  Tegenw.  Staaf  9  enz. 

Harmokar,  naar  de  orde  des  ^tijds  de  zesde  Bisfchoi^ 
Van  Utrecht,  volgens  zommigen  gebooren  in  Friesland,  hoe* 
\^et  andereh  lieni  Voor  een  Engelschman  aanzien.  Hij  beklom 
den  Bisfchoplijken  Zetel  in  het  laatde  gedeelte  der  achtfté 
Eeuwei  eti  heeft  dien  zeventien,  of,  gelijk  anderen,  hoewel, 
iH^aarfchijnlijk ,  *t  onregt  meenen,  zevenentwintig  jaaren  bezee- 
rep.  Geduurende  zijn  bewind  oitihelsde  een  groot  getal  zijner 
Landgenooten  in  Friesland  het  Christlijk  Geloof.  Om  hun 
éene  zigtbaafe  üanleidiilg  tot  i^ederafv&lligheid  te  beneemen, 
deedt  HARMORAit  zeer  Veöle  moeite,  om  alomme,  door  *t  ge^ 
heele  Land ,  de  Tetopels ,  Afgodsbeelden  en  Altaaren  om  verre; 
te  werpen,  en  de  gewijde  bosfchen  te  doen  uitroeien.  Een 
bevel  vat)  Keizer  karel  oen  grooten,  welke,  omtrent  dee^ 
ien  lijcf,  de  beheering  deezer  Gewesten  hadt  verkreegen,  teil 
:fcelfdeu  dogmerke  dienende,  kwam  den  Bisfchop  merkel  jk  tcf 
ilade. 

Zie  HEDA4 


Harmonie»  (Ontwsrp  van)  of  Óyereenftemminge.  Deezeti 
kaam  gaf  men,  in  den  Jaare  1668,  aan  een  Plan<  door  dé 
Provincie  van  Hol/and  beraamd,  om  het  kapitein-  en  Admi- 
raalfcbap  Generaal  afgefcheiden  te  houden  van  de  Stadhouder- 
lijke waardigheid:  zo  dat  beide  posten,  door  een  en  den  zelf- 
den perfoon ,  nooit  zouden  kunnen  bekleed  worden*  Veele 
moeite  deeden  die  van  Holland,  om  de  overige  Gewesten  tos 
hun  gevoelen  over  te  haaien.  Gelderland^  Utrecht  en  Over'. 
Vfi^  gaven  wel  haast  een  voorbeeld ;  doch  de  anderen  waren 
zeer  traag  in  het  volgen.  Nog  twee  jaaren  verliepen  *er ,  eer 
zij  daar  toe  konden  worden  overgehaald.  Aan  de  bewerking 
van  den  Raadpenflonaris  j.  de  witt  ichreef  men  inzonderheid 
de  uitvinding  en  voliooijing  van  dit  Ontwerp  toe.  Iet  dier- 
gelijks  was  'er  gaande,  naa  den  dood  van  Prinfe  yfiLUOA  den 

KX.  DEEt.  Ff  ilï^ 


450  HARMELErï. 


III,  ter  gelegenheid  van  de  handelingen  ten  voordeelè  vair 
Prinfe  joan  willbm  priso.  Stadhouder  over  Friesland  ^  decb 
deeze  zaak  kreeg  toenmaals  haar  volle  beflag  niet» 

Zie  }•  i>£  wiTT*8  Brieven^  en  Refolu» 
tien  van  Holiandm 


Harmel£N|  ook  wel  Hermeien  genaamd,  een  Dorp  en  Heer- 
lijkheid, met  een  Slot,  in  het  Nederkwartier  van  Utrecht^  was 
eertijds  een  vrij  eigen  goed,  doch  wierdt  naderhand ,  aan  de  Abt-^ 
êX]\znS:.Pauius9  iQÜirecht.  als  een  Leen,  en  vervolgens  aan 
bijzondere  eigenaaren ,    als  een  Agterleen ,    opgedraagen.     In 
Odober  des  Jaars  1536  hebben  de  Staaten  des  Lands  yznUfrechf 
het  Huis  of  de  Heerlijkheid  van  Harmeien  voor  ecne  Ridder-^ 
maatige  Hofllad  plegciglijk  erkend.    Reeds  in  het  laatst  der  der- 
tiende Eeuwe  zou  die  Huis  bekend,  geweest  zijn ,  en  gelligt  door 
eenen  jonger  Zoon  uit  den  Huize  van  Weerden  ^  \  wdk»  zederty 
den  .haam  van  Harmeien  heeft  aangenomen.    Zeker  fcbijnt  het  ^ 
dat  dit  Slot ,   in  de  volgende  Eeuwe ,  door  huwelijk  van  eene 
ALEiD  Van  uarmëlen  met  dirk  van  zuilen  ,  in  het  gefiagt  van 
Zuilen   is   overgegaan.    Deeze ,  het   Huis,    met  43  Morgens 
Land? ,    aan  hendrik  boscrhout  ,    Abt  van  5*/.   Faulns ,   te 
Utrecht y   hebbende  opgedraagen,  wierdt  zijn  Zoon,  zweder 
VAN  ZUILEN,  met' het  een  en  ander  beleend.    Bij  overdragt  en 
erfenis  kwam  het  aldus,  in  den  Jaare  1460,  aan  gysbert  van 
ZUILEN.    Ten  dien  tijde  ontflondt  'er  Oorlog  tusfchen  de  Stad* 
Utrecht  en  haaren  Bisfchop  david  van  bourgondie,  geholpen 
van  de  Hollanders.    Eerst  hieldt  hij  de  zijde  des  Bisfchops ,' 
doch  naderhand  die  der  Stad.    Tot  verzekeringe  zijner  trouwe, 
droeg  hij  aan  deeze  het  Huis  te  Harmeien  op ,  en  gedoogde  dac 
JOOST  VAN  LALAiNG,  Stadhouder  van  Holland^   met  eene  me- 
nigte Ruiters,  aldaar  in  Bezetting  kwanu    Eene  dogter  uit  het 
geflagt  van  Zuilen  bragt  dit  Huls ,  door  huwelijk,  over,  in  den 
Jaare  1572  ,  in  het  geflagt  van  van  baexen  ,  welk  het  bezeeten 
heeft  tot  in  het  taatst  der  voorgaande  Eeuwe ,  en  uit  hetwelk 
TREDERiK  VAN  BAEXEN ,  Heer  Van  Harmeien ,   'm  den  Jaare 
1629,   wegens  deeze  RidderhofHad ,  befchreeven  is  geweest 
in  het  Lid  der  Edelen  en  Ridderfchap  de^  Lands  van  Utrechts 

De 


HARtJESDAG.  4St 


De  Heerlijkheid  Harmeien  befltat  eene  uitgebreidheid  vsn 
seshönderdvijfug  Morgens  4  in  dezelve  fiaim  ruim  zestig  Hui* 
zeiu  Het  Dorp  pronkt  met  eene  fraaie  Kruiskerk  5  rustende « 
't  geefl,  in  eene  Dorpkerk,  iet  ongewoons  is$  op  twee  op 
zich  zelve  (hande  pilaaren«  De  fpicfó  Toren. is  voorzien 
van  eenen  zijlings  uitdeekenden  Trans.  Behalven  de  Hervorm' 
de  Gemeente ,  is  -er  ook  eene  Staatie  van  Roomsgezinden. 

Hart;  (V  Huis  ter)  zie  zwaanenbürg- 


Hartjesdag*  Hoewel  onzeker,  ten  aanzien  van  den  oor-* 
fprong  deezer  benaaminge,  is,  nogthans,  zeer  bekend  Het  ge- 
bruik, welk,  al  van  ouds,  en  nu  nog  heden,  van  deezen  dag. 
gemaakt  wordt*  't  WaS|  naamelijk,  al  van  oude  tijden,  een  voor- 
regt  der  Burgeren  van  Haarlem ,  om  't  even  van  waar  herkom- 
ftig,  éénen  geheelen  dag  in  *t  jaar,  in  de  nabuurige  Duinert», 
de  vrije  Jagt  te  mogen  oefFenen,  Deeze  dag,  zijnde  de  eerrto 
Maandag  naa  den  Roomfchen  Feesdag  van  Maria  s  Hemelvaart  ^ 
welke  altoos  invalt  op  den  vijftienden  van  Augustus,  verkreeg, 
door  den  tijd,  den  ijaam  van  Hartjesdag^  om  reden,  gelijk 
zommigen  <  onder  andere  de  Stadbefchrijver  ampzing  i  gisfen ,  om- 
dat, van  ouds,  in  de  nabuurfchap  van  Haarlem^  ook  Herten 
of  Harten  gevangen  wierden.  Niet  onaanneemelijk  is  deeze 
glsftng^  wanneer  men  in  aanmerking  neemt,  dat 's Lands  Graa* 
ven  binnen  Haarlem  dikmaals  hun  verblijf  hielden ,  en  in  de 
nabuurfchap  een  Lusthuis  hadden ,  het  nog  bekende  Voge-' 
ienzafig\  als  mede,  dat  het  geboomte  rondom  de  Stad  nog  me* 
nigvuldiger  dan  tegenwoordig  zal  geweest  zijn.  Alle  't  welk 
het  meer  dan  waarfchijnelijk  doet  voorkoomen,  dat  de  veelal 
pragtig  leevende  Hollandfche  Graaven ,  in  deezen  oord ,  gele- 
genheid  tot  het  Jagtvermaak  zullen  gehad  hebben.  Hoewel  de 
vrijheid  om  te  jaagen  niet  is  ingetrokken,  wordt,  egter,  daar 
van  weinig  of  geen  gebruJk  gemaakt.  *t  Is  een  dag,  welke, 
meest  door  Heden  van  de  laagüe  klasfe,  met  wandelen  en  andere 
vermaaken  wordt  doorgebragt.  Uit  de  nabuurige  plaatzen,  in- 
zonderheid van  Amper  dam  ^  is  de  toevloed  van  menfchen  zom* 
tijds  zeer  aanmerkelijk. 

Ffa  Hart- 


5^       HARTSINK ,  HARTZOEKER-  (NIKOLAAS) 


HartsinR,  een  deftig  Amflerdamseh  geflagt,  't  welk  ver- 
.fcheiden  aanzienlijke  Mannen  hééft  uitgeleverd.  Reeds  langef 
dan  eene  £|euwe  geleeden,  te  weeten  in  den  Jaare  1(^85,  be- 
kleedde KA&EL  HARTsïNK  den  poK  van  Eerflen  Raad  en  Di« 
re^eur  Generaal  van  Neerlands  Indien  ^  en  bewees,  zo  m  deeze 
hoedanigkeid ,  als  aan  bet  hoofd  van  Krijgstroepen,  der  Maat- 
fchappije  zeer  gewigtige  dienften.  Tangerang,  ouder  andere, 
wierdt  door  hem  Hormenderhand  ingenomen. 

■ 

Hartzoeker',  (nik ola as)  Zoon  van  christiaan  öartzoeker. 
Leeraar  onder  de  Remonüranten ,  en  van  anna  van  der  mey, 
vvierdc  gcbooreu  te  Gouda ,  op  den  zesentwincigften  Maart  des 
Jaars  1656.   Door  zijnen  Vader  tot  het  Leeraarampt  verordend  y 
wierdt  dit  oogmerk  verijdeld ,  door  'sjongelingsoverheerfchende 
neiging  tot  de  Wiskunde  en  daar  mede  vefnmgfcliapce  kundighe-' 
den ;  déeze  ging  zo  verre ,  dat  hij  zich  de  gewodne  vermaaken 
der  Jeugd  onizeide,  en  eenige  penningen  verzameld  hebbende, 
zich  daar  voor  in  (lilte  deedt  onderwijzen  door  een  bekwaamcn 
Leermeester.    Om  de  kleinheid  der  befpaarde  fommc ,  verdub-  ^ 
belde  hij  zijnen  vlijt  -,  en  werkte  geheele  nachten ,  terwijl  men- 
meende  dat  hij  te  bedde  lag.  Op  zekeren  tijd  ,  al  fpeelende,  een 
glazen  dt-aad  in  de  vlamme  van  ccne  kacrs  houdende,  en  dicn^ 
in  het  uiteinde ,  tot  een  rond  bolletje  ziende  zamenloopen , 't  welk- 
de  voorwerpen ,  welke  hij  daar  door  heenen  zag,  merkelijk  ver- 
grootte ,    kwïun  hij  daar  door  't  eerst  op  het  denkbeeld  om 
kleine  voorwerpen  meer  zigtbaar  voor  het  oog  te  maaken.  Hoe- 
wel de  vermaarde  leeuwenhoek  'er  doorgaans  voor  gehouden- 
wordt,   meenen,   egter  ,  anderen  dat  hij  de  eerlte  ontdekking, 
heeft  gedaan  van  de  kleine  diertjes,  die  in  hei  mannelijk  zaad 
fchijnen  te  zwemmen ,   en  door  zommigen  geoordeeld  worden 
bedemd  te  zijn  om  zich  uit  te  (lorten  in  de  Baarmoeder,  en. 
aldaar  rot  leevende  fchepzelen  zic]i  te  ontwikkelen.. 

Op  zijn  achttiende  jaar  zoudt  zijn  Vader  ^  die  thans  van  oogr 
merk  fcheen  te  zijn  veranderd ,  hem  na  Leiden  ,  om  zlcb  op  de . 
Wijsbegeene  en  Ontleedkunde  toe  te  leggen.  Drie  jaaren  aan. 
het  Hoogefchool  hebbende  doorgebragt,  vertrok  hij  na  Amfter-- 
dam ,  en  hervatte  aldaar  zijne  Mikroskoopifche  waarneemingen  >. 
ziuts  eenfgen  tijd  afgebrooken.    D'eeze  bragten  hem  in  kennis 

met 


HARTZOEKER.  (NIKOLAAS)  ASi 


met  den  vennaardeiT  christuan  hüigens  ,  die  hem  niet  allee» 
bevorderlijk  was  in  zijn  oogmerk,  tot  het  doen  eener  reizena 
Frankrijk,  maar  hem  ook  onder  zijn  gevolg  nam,  toen  hij,  in 
den  Jaare  t6yS ,  derwaarts  trok.  -     • 

Naa  een  jaar  toevens  te  Parijs ,  keerde  hartzokker  te  mg 
na 't  Vaderland,  doch  bleef 'er  weinig  langer,  dan  noodig  wa» 
om  een  bnweltjk  aan  te  gaan;  Wj  nam  daarop  de  wcderrei- 
Ee  aan  na  Frankrijk ,  daar  zijne  jonge  Vrouw  zo  veel  ^enaegen 
vondt ,  dat  zij ,  eenfge  weinige  jaaren  naa  hunne  huwelijksvolr 
trekking ,  Aaamelijk  in  den  }aare  1684 ,  andermaal  derwaarts 
foogeo,  ep  te  Parij t  twaalf  jaaren  doorbragten.  Een  gedeelce 
diens  tijdverloops  befteedde  hij  aan  het  vervaardigen  van  Glar 
'^en  voor  Verrekijkefs,  daartoe  aangemóeiTigd  door  den  lof,  van 
den  vemaardeii  CAüsusn  hem  gegeeven. '  Onder  andere  ver^^aar- 
digde  hij  «en  Glas ,  't  welk  zeshonderd  Yoeten  Brandpunt  hadt. 
l>e  bedreevenheid,  w^Ike  hij  hier  door ,  meer  en  meer ,  verza- 
melde, bngt  hem  op  het  denkbeeld  toe  het  fchrifven  van  zijne 
Proeve  over  de  Deorzigtkufide ,  welke  hij,  in  den  }aare  16949 
-Sn  de  Franfche  Taak ,  in  't  licht  gaf.  Dit  hielp  hem  aan  kennte 
mee  verfcheiden  -aansienlijke  Geleerden  van  dien  tijd,  onder  aq- 
dere  den  vermaarden  Vader  MAT.SBRANCHEen  den  Mgrks;raave  de 
i'HOprrAL.  Aan  hunpen  taad ,  nogibans ,  om  zich  op  de  beoef- 
ening der  verhevener  Wiskunde  toe  te  leggen,  wilde  hij  liet 
oor  niet  leenen,  alzo  hij  zich  geheel  en  al  over^^f  aan  de  Na- 
tuurkunde ,  voor  welke  hij  dezelve  minder  dienftig  fchatte. 

In  den  Jaare  1696  zijne  Beginsels  dtr  Natustrkunde  heb- 
bende uitgegeeven ,  nam  hij  met  de  zijnen  de  reize  aan  na  Hof^ 
land,  daartoe,  volgens  't  fchrljven  van  den  Heere  baii^e,. ge- 
noopt, door  de  duurte  der  leevenswijze  te  y^^rr/i ,  en  het. ge* 
brekkig  betaalen  eener  Jaarwedde,  ^elke,  hem  aldaar  was  toege- 
}eid.  Hij  nam  zijn  verblijf  te  Üotterdam,  alwaar  hij  welhaast 
de  tijding  bekwam,  dat  hij  tot  Buitenlandsch  Lid  der  Koninklijke 
Akademie  wa^  aangenomen.  Dicrgelijk  eene  eer  deedt  hem 
ook  de  Konipklijice  Sociëteit  te  Berlijn, 

Op  aanprijziDg,  der  Amfterdamfche  Regeeringe  onderwees 
vervolgens  üartzoeker  den  Wijsgeer  Czaar  peter  den  I ,  (taan- 
de deszelfs  verblijf  in  die  Siad.  Om  zijn  verblijf  te  Amflerdatn 
^genaam  ei^  nu»ig  te  maaken,  deeden  de  Heeren  voor  hem 

Ff  3  een 


U4       HARTZOEKER.  (NIKOLAAS) 

een  klein  Obfervatorium  oprichten ,  alwaar ,  zo  wel  als  ten  zi}- 
oen  JHuize,  de  Landgraaf  van  hessen  hem  meer  dan  eent 
Iwam  bezoeken,  't  Een  en  ander  deedt  hem  bekend  worden 
bij  den  Keurvorst  van  den  Paltz »  die ,  naa  lang  aanzoeken ,  hem 
ten  zijnen  Hove  lokte ,  met  den  tijtel  van  Eerften  Matbemaücus 
en  Profesfor  Honorarius  aan  de  Univerfiteit  te  Heidelbtrg,  Hier 
leefde  hij,  geruimen  tijd,  volkomen  naar  zijnen  zin,  alzo  de  Keur- 
vorst niet  flegts  de  Geleerden  hoogfchatte»  maar  ook  meer  dan 
^emeene  kundigheden  bezat.  Zelf  was  hartzo^ker  edelmoedig 
genoeg  om  te  erkennen,  dat  hij,  aan  zommige  aaopierkingea 
van  den  Keurvorst,  zeer  veel  lichts  was  verfch^Uigd,  ter  ofh 
helderinge  van  zijne  denkhedden ,  of  ter  weeringe  van  dwaalin- 
gen,  welke  hij  tot  nog  toe.hadt  aangekleefd.  Onder  andere  bragc 
hem  de  Keurvorst  aan  *t  wankelen ,  omtrent  zijn  begrip  wegeaa 
het  Vormvermogen ,  of  de  zogenaamde  Anima  Piafiica ,  welke 
bij  de  Dieren  zoude  pkats  hebben.  De  hoogagtiog,  welke  hif , 
door  't  een  en  ander,  voor  zijne  Doorluchiigheid  opvatte,  wat 
oorzaak  dat  hij  aan  dezelve  opdroeg  zijne  Verzameling  vanfH- 
handelingen  en  Redevoeringen ^  wel^e  hij,  in  de  Jaaren  1707 
en  1708,  in  *t  lichtgaf,  onder  den  tijtel  van 0/»/tfÖ«rtfi /^fcyyf- 
ques^  oï  Natuurkundige  Öisfingen. 

Op  zijne  reizen,  welke,  hartzoekeu,  ter  bevorderinge  van 
kundigheden,  nu  en  dan,  door  Duitschland  deedt,  geraakte  hij 
in  keunis  met  den  Keurvorst  van  Hanover^  naderhand  Koning 
van  Engeland^  en  deszelfs  verflandige  Gemaalinne.  Op  verzoek 
van  zijnen  Weldoener  vervaardigde  onze  Wijsgeer  eenen  Brand- 
fpiegel  van  ruim  drie  voeten  Middellijns ,  en  zo  zwaar,  dat 
twee  Mannen  werks  genoeg  hadden  om  dien.  te  draagen.  On- 
danks de  twijfelingen  ,  onlangs  bij  hem  verwekt,  raakende  de 
Vormende  of  Plaftifche  ziel,  kwam  hij,  met  dit  gevoelen,  van 
nieuws,  ter  baane,  in  den  Jaare  ï7io,  in  zipe  Ophelderingen 
omtrent  de  Natuurkundige  Oisfingen,  waar  in  hij  dit  gevoelen 
niet  alleen  (laande  houdt,  en  aan  Menfchen  en  Dieren  zulk  een 
vermogen  toefchrijft ,  *t  welk  met  kennis  en  onderfcheiding 
werkt ,  maar  ook  in  de  Hemelfche  Lichaamen  iet  diergelijks  on. 
derftelt,^  derzel ver  loop  en  beweegingen  beftuurende. 
In  den  Jaare   17 16  ftorf  de  Keurvorst.     Dit  bewoog  den 

Landgraaf  VAN  hessen  om  hartzobjusr  ten  zijnen  Hove  te  ver- 
zoo- 


HARTZOEKER,  (NIKOLAAS)  HASKERDYK,  enat.  45$ 


Roeken.  Hij  wees  dit  aanzoek  van  de  bond,  en  bleef  bij  de 
Keurvorftinne  Weduwe,  tot  op  derzeiver  overlijden;  waar  paa 
hij ,  met  zijn  Gezin ,  zich  na  Utrecht  met  der  woon  begaf. 
Hier  gaf  hij ,  iu  den  Jaare  1722 ,  in  *t  licht ,  zijne  Ferzame^ 
Ung  v-an  verfcheiden  Stukken  de  Natuurkunde  betrefende; 
waar  in  hij,  tot  elks  verwondering,  het  fldzel  van  den  groo- 
«ten  NEWTON  aantastte;  als  mede  van  den  vermaarden  de  mai&an. 
Ook  hieldt  hij ,  zedert ,  eenen  penneftrijd  met  de  Heeren  hüi- 
GENs ,  RF.1LNOUILL1  en  LEiBNiTZ.  Geduuronde  zijn  verblijf  te 
Utrecht  vervaardigde  hij  een  vollediger  Zamenftelzel  van  Na- 
tuurkunde, dan  zijne  overige  Werken  bevattedem  Eindelijk 
Hor  f  hij ,  onder  het  vervaardigen  van  eene  Verdeediglng  wegens 
zijne  te  ilrenge  behandeling,  welke  zommigen  hem  te  laste 
ieideoy  van  de  Koninklijke  Akademie  der  Weetenfchappen. 
Zijn  dood  viel  voor  op  den  tienden  December  des  Jaars  1725, 
in  het  zeventigfte  jaar  zijns  ouderdoms. 

Haskerdyk^  of  ffaskerdsjken  f  ook  wel  Haf/cherdfjk  9  een 
Dorp,  in  de  Friefche  Grietenij  Hasketiandy  onder  het  Kwar- 
lier  de  ZevenwcudeUy  hebbende  Kerk  en  Predikant*  Volgens 
een  aloud  verhaal ,  zou ,  ter  plaatze ,  alwaar  thans  dit  Dorp 
legt,  weleer  een  Kluizenaar,  dode  of  doede  genaamd,  een 
Kluis  gefligt  hebben,  de  Hasfcher^Ktuis  geheeten,  naderhand 
In  een  Kouvent  veranderd,  en  een  Klooster  van  Reguliere 
Kanunniken  geworden.  Volgens  de  la  torre  was  de  vroegda 
htnn^mmg  diens  Konvents  &  Maria's  Ro^zendaal  te  Haske. 
Dit  Klooster,  naderhand  aan  den  Bisfchop  van  Leeuwarden 
.toege weezen,  wierdt,  in  den  Oorlog  met  Spanje ^  door  ren- 
nenberg In  bezit  genomen,  en  kwam,  vervolgens,  aan  de 
4taaten  van  Friestandj  die  het  hebben  doen  flegten. 

Zie  wiNSEBOUs;  Oudheden  van  Friesland. 


HASKBUiORifE ,    een   klein   Dorp ,    fn  de  bovengenoemdt 


Haskerland,  eene  Grietenlf  in  Firiesland^  \a  het  Kwartier 

Ff  4  vaa 


iV? 


« 


HASSELAAR.  {Ctpagt  van)  enz.  4^f 


(drijven.  Zo  ging  het  ook  te  Haarlem,  Kenau  hadt  geene  ken» 
ais  gegeeven  van  haar  befluit,  aan  eenige  haarer  meest  bekendq 
Vriendinnen ,  of  't  verfpreidde  zich ,  even  als  een  loopend  vuur, 
door  de  Stad.  Onder  haare  Baniere  verzamelden  zich  eerlang 
driehonderd  Vrouwen,  over  welke,  als  zo  veele  Amazonen, 
zij  het  opperl>ewind  voerde.  Niet  alleen  tot  den  opgemelden 
arbeid  booden  zij  de  hand^  maar ,  in  haar  gewoon  Vrouwengewaac 
uitgedoscht,  en  met  Spies  en  Vuurroer  gewapend,  verfcheenen 
zij  ook  op  de  Wallen,  om  van  daar  den  dreigenden  gedugten 
vijand  alle  mogelijke  afbreuk  te  doen»  Kenau  ,  hoewel  haare 
kloekmoedige  onverzaagdheld  het  verlies  der  Stad  niet  konde 
verhoeden,  genoot,  eg  er,  in  haar  eigen  gemoed  het  loon  haarer 
trouwe  dienden,  en,  in  't  volgende  jaar,  dat  der  Heeren  Stat* 
ten  van  Holland  en  Zeeland y  begiftigende  deeze  dappere  Vroth* 
we  met  het  Waagmeesterfchap,  als  mede  het  Ontvang  van  den 
pieuwen  Impost  op  de  Turf,  te  Amtmuiden^ 

Z\t  hooft;  waornaar;  Ktfolut.  HbIU 
%  Sept.  1574^  ^'*  72- 


Hasselaar.  {Geflagt  van")  Behalvende  (Iraks  gemelde  kenau, 
van  Haarlem  9  ontmoeten  wij  verfcheiden  aanzienlijke  Mannes 
van  dien  naam.  Volgens  de  orde  des  tijds,  in  welke  zij  geleefd 
hebben ,  zullen  wij  *er  een  verflag  van  geeven. 

Hasselaar,  (pieter  dirkszoon)  vermaagfchapt  aan  kenau; 
naardien  zijn  Vader,  dirk  simonszoon  Hasselaar,  de  Ëroeder 
dier  Heidinne  was,  gaf  insgelijks  blijk  van  zijnen  ijver,  voor  *c 
algemeene  best,  geduurende  het  Beleg  van  Haarlem.  Hij  moet 
in  óf  omtrent  het  Jaar  1555  gebooren  zijn ,  naardien  wij  vinden 
aangetekend,  dat  hij ,  ten  tijde  des  Belegs,  den  ouderdom  van 
bijkans  achttien  jaaren  hadt  bereikt.  Zijne  Moeder  was  aegje 
HOOS 9  dogter  van  pieter  hoos;  eene  Vrouwe  van  godsdien^ 
ftigen  inborst,  en  der  Hervormde  Leere,«al  vroeg  naa  de 
eerde  verkondiging,  toegedaan.  Ten  blijke  hier  van  dient, 
dat  zij  zekefen  Leeraar,  die  nu  en  dan  heimelijk  predikte,  ten 
hairen  huize  fchoilplaats  verleende ,  en  mildelijk  onthaalde.    De 

Ff  5  Vader, 


iSS  HASSELAAR.  (PIËTER  DIRKSZOON) 


Vader^  dirk  simonszoqn  Hasselaar,  hadc  het  oogeluk,  |;eduu« 
rende  het  Beleg  ,  door  eene  boosaanige  vijandelijke  hand  ce 
iheuvelen,  naardien  hem,  ichrijft  de  Ridder  uoorr»  in  zeker 
Gedicht ,    ongewapent  zijnd*  een  Spaamch  Lanfier  dMrflieU 
PiETER  DIRKSZOON  HASSELAAR  bekleedde  den  post  van  Vaan* 
drig  der  Burgerije,  en  nam,  in  die  hoedanigheid,   en  als  een 
•erlijk  Vaderlander ,  deel  aan  menig  veel   gewaagd  Krijgsbe- 
drijf^   Hij   wordt  befchreeven,  als  'zeer  bedreeven  in  *t  be« 
handelen  van  allerlei  Krijgsgeweer;  doch  bovenal  munite  hij 
uit  in  de  Weetenfchap ,  om  met  het  Vuurroer  zijn  doel  zeer 
}ttist  te  kunnen  treffen.     Zo  greetig   fnehie  hij   na  de  Sud« 
Wallen,  om  van  daar  den  vijand  afbreuke  te  doen,  dat  bij  *ec 
bijkans  woonde*  Zeer  dikmaals  deedt  hij  aldaar  zijnen  maaltijd, 
net  de  fpijze,  die  hem,  in  eigen  perfoon,  wierdt  aangebragc 
door  zijne  trouwhartige  IVloeder,  die  hem  insgelijks,  van  tijd 
cot  tijd,  van  Kruid  en  Lood  voorzag.   Hij  hadt  eenen  broeder, 
JNtKOLAAS  genaamd,  die  \  insgelijks  wel  meende  met  de  Stad  en 
iiet  Vaderland*  Een  uitdeekend  bewijs  van  Heldenmoed  vertoooo 
4de  het  lofwaardig  Broederpaar,  in  het  plan  om  zekeren  toeleg  van 
den  Spaanfchen  Graave  van  bossu  te  verijdelen.    Op  den  negen- 
cntwintigflen  Maart  des  Jaars   1573   hadt  deeze  den  Spaaren* 
dammer  Dijk,  bij  *tHuis  ter  Hart,  of  Zwaanenburg ,  op  haff- 
wegen  tusfchen  Haarlem  en  Amflerdam^  doen  doorgraaven ,  en 
door  de  opening  eene  Vloot  van  Amfierdamfche  Schepen ,  uic 
het  Ye,  iu  het  Haarlemmer  Meir  gevoerd.    Dit  verrigt  zijnde, 
ondernam  hij  het  G^t  te  fluiten ,  en  tot  dekkinge  der  Vloote 
aenen  Schans  op  te  werpen.    Het  nadeel,  welk  hier  door  der 
Sad  Haarlem  dreigde ,  wekte  den  ijver  van  fieter  dirkszooh 
VASsaLAAR,  om  dien  toeleg  te  hinderen.    Hij  deelt  zijn  ontwerp 
mede  aan  zijnen  broeder  nikolaas  ,  en  nog  eenige  Haarlemjeke 
Jongelingen.    Gezamentlijk  bemannen  ze  eene  Galei ,  en  roeien 
sa  den  Schans.    Tot  op  eenen  kleinen  afltand  genaderd  zijnde, 
vinden  ze,  tot  hun  leedweezen,  't  werkte  verre  gevorderd, 
iom  eenen  ipaak  in  't  wiel  te  kunnen  Heeken.    Intusfchen  was  het 
wederkeeren  na  Haat  Urn  hun  afgefneeden:  wesbalven  -zij  zich 
begaven  na  de  Kaag ,  alwaar  d»  Suacfche  Vloot  wierdt  bij  een 
verzameld.    Van  hier  begaf  zich  pieter  dirkszoom  Hasselaar  , 
lui  Leiden.   Weinig  dours  hadt  hij  in  deeze  Sttd«   Hoewel  mei 

het 


HASSELAAR.  (PIETER  DIRKSZOON)  459 


iMC  lichaam  afweezig,  was  bij,  egter,  mee  het  hart  legexh 
;i^oordig  bij  zijne  Bioedverwaiicen  en  Vrienden ,  in  de  deerlijk 
Jbenaauwde  Vaderftad.    Zijn  teergeld  liep  op  het  einde ;  en  bij 
den  boven  gemelden  Predikant,  die  thans  zich  te  Leiden  ont- 
Meidt^  4>ndank8  de  genegenheid,  bem  door  zijne  Moeder  be- 
loond •  vondt  hij  luttel  troosts  en  bijftandF.    Reden  *c  over  om 
.gelegenheid  te  zoeken  tot  wederkeerea  na  *t  geprangde  Hamrkm. 
.*£r  moeden  thans  Brieven  van  groot  gewigt  na  de  gemelde  Stad 
verzonden  worden*     Om  deeze  over  te  brengen  ,  boodc  hij, 
uit  eigen  beweeginge,  zijnen  dienst  aan.  Men  nam  zijne  aanbie- 
diug  aan,  doch  deedt  bem,  eer  hij  vertrok,  zich  bij  plegtigen 
.£ede  verbinden,  dat  hij,   vermids   hij,   in  *svyands  handen 
, vallende 9  tog  zou  moeten  derven,  ii^evallc  dit  mogt  gebeuren, 
de  Brieven,  welke  men  in  een  looden  koker  hadt  gedoken,  in 
'het  water  werpen, ^  en  liever  zich  zelv^  van  't  leeven  zoude 
berooven,  dan  door  pijn  zich  uit  den  halze  laaten  wringen  de 
plaats ,  alwaar  hij  de  gewigtige  papieren  in  'c  water  hadc  ge* 
worpen*    Doch   hem  overkwam  de  verzoeking  niet  van  dien 
hachelijken  tweedrijd.    Deels  te  voet,  deels  zwemmende,  ge» 
raakte  hij ,  gelukkiglijk,  tusfcben  de  vijandlijke  Wagten  door,  ea 
l>ragt  de  Brieven  behouden  over.    De  Ridder  hooft,  welke , 
In  zijne  Hidorie,  dit  voorval  uit  'sMans  eigen  mond  verhaald 
heed,  voegt  'ef  nevefas,  hem  met  een  te  hebben hooren  zeggen, 
„  dat  hij  niet  wist,  hoedanig  hij,  in  *t  nijpen  van  den  nood,  te 
»,  moede  zou  geweest  zijn;  doch  dat  hij  dagt,  dat  hij  eerder 
„  zijnen  Eed  gehouden,  dan  dien  verbroken  zoude  hebbetu** 
Bij  *t  overgaan  der  Siad,  viel  Hasselaar,  nevens  veele  anderen» 
in  'svijands  handen.    De  Spanjaards,  naamelijk,  wel  weetende 
dat  hij  de  Stad  niet  was  ontweeken ,  zogten  hem  ten  huize  zijner 
Moeder,  zo  als  hij,  met  zijne  bloedverwanten,  over  mfcl  zat* 
,  Bij  verzinning  ustten  zij  zijnen  Broeder  nikolaas  aan.    De  on- 
verzaagde Held ,  te  groot  van  ziel  om  eenen  anderen  zijne  plaats 
in  den  Kerker,  misfchien  op  *t  Schavot,  te  doen  bekleeden,  en 
van  mededogen  getrofTen  met  eenen  Broeder,  wien,  door  ont- 
-  ilékenis ,  de  traanen  ten  oogen  uit  fchooten ,  ontdekte  thans  zich 
zelven ,  met  het  onverfchrokken  zeggen :  Zo  gij  den  Faandrig 
zHkt ,  laat  ^eé^en  los*  Ik  ben  het.    Scfaks  grijpt  men  hem , 
CQ  voert  bem  aa  de  Gevangenis;  daar  hij,  evenwel,  niet  lang 

zat« 


»gp         HASSELAAR.  (PIETER  DIRKSZOON) 

zat.  Nog  10  't  zelfde  Jaar  1573 ,  wierdt  hij,  met  eeoigen  zijner 
Stadgenooten ,  uitgewisfeld,  tegen  eenJge  Spanjaarden,  welke, 
onlangs ,  op  de  Zuiderzee ,  in  Scaatlche  banden  waren  gevanen» 
Zlnts  dien  tijd,  of  niet  lang  daar  naa,  fchijnt  hassemar  Zich 
met  der  woon  na  Amfttrdat»  te  hebben  begeeven,  alwaar  hq 
zich  op  den  Koophandel  toelelde.  In  den  Jaare  1595  ontmoe- 
ten wij  zijnen  naam  op  de  lijst  der  Kooplieden  ,  welke  den  eer- 
den togt  van  KORNELis  HOUTMAN  na  de  Oouindiin  bekostigden. 
De  ongeiukktge  uitflag  diens  togts  fchrikte  hem ,  zo  min  als  de 
overige ,  af,  om  andermaal  eenen  kans  te  waagea.  Drie  jaaren 
laater  nam  hij  deel  in  de  uitrusting  van  eene  Vloot  van  acht 
Schepen,  welke,  onder  *t  opperbevel  van  jakob  cormeliszoon 
'van  NEK,  wierden  uitgezonden,  en  eerlang,  uit  het  Oosten, 
met  eene  rijke  laading,  in  deeze  Landen  wederkeerden.  Pieter 
DIRKSZOON  HAssELA^  moet  dus  wordeu  aangezien  voor  eenen 
der  eerfte  Medeoprigters.  der  Oostindifche  Maatfchappije ,  en 
alzo  den  grond  geleid  te  hebben  tot  de  aanzienlijke  voordeelen, 
welke  dezelve,  vooral  in  vroegere  dagen,  den Gemeenen Lande 
heeft  aangebragt.  In  den  Jaare  1594  wierdt  hij  tot  Raad  der 
Stad  verkoozen,  en  nam,  't  jaar  daar  aan  volgende,  zitting  m 
SchepensbanL  Die  zelfde  waardigheid  bekleedde  hij  in  de  jaaren 
1597,  1Ö02,  1604,  i6c6,  1608,  1609,  i6!i,  löioen  \6x^. 
In  't  laatstgemelde  jaar  fchijnt  hij  overleeden  te  zijn.  Wij  gis- 
fen  dit ,  omdat ,  daar  hij ,  in  't  volgende  jaar ,  aan  de  beurt 
was ,  om  de  waardigheid  van  Voorzitienden  Schepen  te  bekloö- 
den,  zijn  naam,  vervolgens,  op  de  Regeeringslijst  niet  meer 
vermeld  wórdt.  De  Drosfaart  p.  c.  hooft  fchreef  eene  Lijk- 
klagt  op  zijnen  dood,  in  welke  hij  's  Mans  naagedagtema  met 
«itvoerigen  lof  vereert.  Uit  deeze  Lijkklagt  blijkt ,  onder  an- 
dere bijzonderheden  van  zijn  Leeven,  dat  hassej-aar  eenen 
Oom  hadt  gehad,  insgelijks  een  eerlrjk  Burger  van  HaarUm^ 
die,  in  't  openbaar,  met  ongemeene  flrengheid,  was  gegee- 
zeld,  enkel  omdat  hij,  ten  tijde  als  Prins  wjllem  oe  I,  in 
den  Jaare  1558 ,  met  een  Leger  over  da  Maaze  was  getrok* 
ken,  éeez^  weinig  geloof  vindende  gebeurtenis  hadt  verzekerd: 

„  Uw  wel  manhaftigh'  arm  beeft  ieder  baast  doen  weten,  enz* 
„  Dat  u  fteekt  in  de  krop  het  bitter  fitan  mee  roedeti, 

,.  Sa 


HASSELAAR.  (NIKOLAAS)  J^t 

19  En  fmaadc,  doods  meerder,  aan  uw  Oom  gedaan  (belaas!) 
„  Omdat  hij  zeid' :  ^'t  was  waar)  de  Prins  is  over  Maas.'* 


Zie  MOOFT  en  bor. 


tïASSEt AAR ,  (nikolaas)  wfls  de  Zoon  van  den  edelen  pk* 
f  ER  DIRKSZOON,  ZO  aanflonds  gefchecst,  en  is  doorgaans  be- 
kend bij  den  naam  van  ^^  Majoor  Hasselaar,  alzo  hij,  onder 
de  Bezetting  van  Jmfierdam^  dren  pose  bekleedde.  Meer  dan 
eens  vertoonde  hij  blijk,  dac  men,  in  hem  toe  dien  post  te 
verheffen ,  het  oog  op  geen  onwaardig  voorwerp  hadc  laa^ 
ten  vallen,  in  tijden  vol  van  onrust,  die  menigmaalen  eert 
moedigen  Vdofganger  vorderden,  om  de  oproerigheid  in  be- 
dwang te  houden,  of  in  haare  woede  te  beteugelen*  Toen^ 
in  den  ]aare  i62d,  het  Graauw  eene  Remonfbantfche  Vergas 
dering  geftoord,  en  het  huls,  waar  in  dezelve  was  gehouden, 
uitgeplonderd  hadt,  zondt  de  Wethouderfchap ,  zo  ras  zij  *er 
Van  verwittigd  was,  den  Majoor  Hasselaar  derwaarts,  mee 
eenige'  Stads  Soldaaten.  Bij  zijne  aankomst  was  het  Graauw 
bezig  met  afbrceken  van  het  Dak.  In  't  eerst  zogt  Wj,  mee 
woorden  en  dreigementen ,  een  einde  te  maaken  aan  het  plee- 
gen van  't  geweld*  Doch,  in  (lede  van  hier  aan  gehoor  te 
geeven,  worpen  de  moeitemaakers  met  fleenen  op  de  Soldaa- 
ten. Thans  gaf  de  Majoor  bevel  om  onder  den  woestén  hoop 
te  fchieten.  Twee  Belhamels  lieten  'er  *t  leeveu.  Twee  jaaren 
laater  betoonde  hrj  gelijken  ijv^r,  bij  gelegenheid  dat  een  huis 
dp  de  Lastaadje,  alwaar  de  Remondranten  eene  godsdienllige 
bijeenkomst  zouden  houden»  met  plondering  gedreigd  wierdt.r 
Door  middel  der  Stads  Soldaaten,  welke  hij,  in  allen  fpoed, 
opriep ,  voorkwam  hij  het  uitberden  van  dien  doldriftige» 
ijver.  Grooilijks  kwam,  eindelijk,  's  Mans  onverfchrokkenheid 
te  llade,  ter  gelegenheid  dat  de  Matroozen  eenen  aanval  dreig- 
den op  't  Westindfsch  Huis ,  waar  in  de  Buit ,  door  den  ver^ 
maarden  piet  hein  veroverd ,  bewaard  wierdt.  De  Wagtmeester 
jAKOB  wYTs  en  de  Majoor  nikolaas  Hasselaar,  door  de  Re- 
geering,  derwaarts  gezonden ,  bragten ,  alleen  door  hunne  tegen»- 
woordlgheid  , .  zulk  eenen   ichrik  onder  deo  plonderwchtigen 

hoop^ 


4^4  HASSELAAR.  (GERARD) 

overigen  droegen  ^er  onbezeerd  het  leeven  af.  I^ij  liet  twéé 
Ouderiooze  Dogcertjes  naa,  welke  hij  gewonnen  hadt  bij  wijlen 
2ijne  Echcgénooce ,  N.  N.  Dogcer  van 

Hasselaar,  (gerard)  Burgemeester  en  Raad  tran  Amjleti 
iartiy  als  mede»  drie  agter  een  volgende  jaaren»  HoofdofHcicr 
<)er  Stad,    en  eindelijk »   wegens  dezeiv^s,  afgevaardigd  in  bel 
KoHcgie  van  Gekommitteerde  RaaJen.    In  de  laatstgenoemde 
Hoedanigheid,  wierdt  hem  een  last  opgedraagen,  die  hem  op^ 
merkelijke  moeite  te  flaan   kwam.     Gekommitteerde  Raaden,i 
i]ain)elijk9    geraaden  vindende,  onder  andere,  de  Stad  Naar- 
den te    verfierkeu,    benoemden,    behalven  den    Heer   joan' 
ÉLEMAN,    die    wegens  Leiden   in  hunne   Vergadering   zat, 
den  Oud  -  Burgemeester  HASSELAAR ,  om  daar  van  een  Omwerp' 
ce  maaken.    De  keuze  viel  op  deeze  Heeren,  omdat  zij ,  boven 
alle  de  andere  Leden  der  Vergaderinge,  daar  toe  meest  bekwaam 
geoordeeld  wierden.    Van  hunne  bedreevenheid  in  Krijgszaaken,- 
welke  hier  merkelijk  te  pas  kwam,  hadden  ze  onlangs  een^ 
proeve  gegeeven,  in  't  voorzien  van  'sLands  Vloot  van  Gc- 
fchut.  Buskruid  en  andere  behoeften;  inet  zo  veel  ij  vers  en  be- 
lêids  hadden  zij  zich   van  dien  post  gekweeten ,  en  tevens  daar 
iü  zo  veel  eerlijkheids  en  fpaarzaamhéids  vertoond,  dat  van  den 
goeden  uitflag  des  Engelfchen  Oorlogs ,   aan  h^in ,  voor  eeri 
gfoot  gedeelte,, de  eere  gegeeven  wierdt.    Spoedig  waren  zij 
ifiet  hun  Plan  van  Naarden  gereed;  't  welk,  Vei! volgeus,  door 
Gekommitteerde  Raaden  zijnde  goedgekeurd ,    door  den  Heer 
HASSELAAR  aau  Burgemeestereu  van  Amfterdatn  wierdt  open  ge- 
leid, om  daar  op  hunne  aanmerkingen  mede  te   deelen.    Op 
hunne  bewilliging  volgde  de  bepaaling  van  ècnen  dag,  op  wel- 
ken het  Werk  openlijk  zoude  worden  aanbefteed.    De  Heer  Has- 
selaar hadt  een  Lusthuis  bij  JVeesp  ,    Landskroon  genaamd; 
derwaarts  begaf  hij  zich  tegen  dien  tijd,  en  ontving  *er,  als  zij- 
nen Gast  en  Amptgenoot,  den  Heer  eleman.    Gantsch  onver- 
Wagt  veranderde  op  dit  pas  van  befluit  de  Magiftraat  vtnAmfler- 
dam^  zendende  den  Heer  hop,  haaren  Penfionaris,  na  ^s Hage^ 
öni   'er   de    opfchorting  der  aanbefleedinge   te  bewerken.    De' 
reden,  wil  men,  deczer  fpoedige  veranderinge ,  was,  het  ver- 
zoek van  den  Luitenant  Admiraal  willem  josef,   Baron  van' 

Ginf, 


» 


HASSELAAft;  (GERARdI  4^ 

Gen/ f  afin  eeneh  der  BurgesieestereB ,-  om  tot  Betelbebber  Van 
liet  verOerkce  Naarden  benoemd  ce  worden.  Die  hade  de 
lleereti  wakker  gemaakt ,  en  'x  gevaar  doen  bemerken  van  't 
bewind  dier  Stad  te  zi^n  vallen  aan  eenen  perfoon,  wiens  Va- 
der thans  Gouverneur  was  van  den  Prinfe  van  oranje,-  vait 
welken  de  Stad  thans  wijd  en  breed  in  denkbeekien  verfchild&i 
Veel  was  'er  te  doen  over  de  aanbefteediog.  De  Gekematit- 
teerde  Raaden  zonden «  ten  deezen  tijde,  den.  Heer  hasss- 
LAAR  9  met  de  Heeren  bleman  en  plbsser,  na  ^mfl^rdam^ 
óm  de  Regeering  ter  bewilliginge  oy.^r  te  haaien.'  -  In  een  ge- 
hoor »  welk  zij  in  de  Vroedfchap  hadden ,  voerdeix  z\y ,  te» 
dien  einde ,  verfcbeiden  redenen  aan,  welke,  naderhand,  door 
Burg^tneesteren,  in  een  Vertoog  aan  de  Vroedfchap,  wederleid 
wierden.  Zo  veel  vermogten  deeze  bedenkingen  bii  deii 
Raad,  als  mede  eene  bedreiging,  dat,  ingevalle  de  aanbedee^ 
ding  voortgang  fiadt,  meii  van  Stads  wegen  daar  tegen,  zou 
protesteeren,  dat  de  Heer  HAssEtAAR  en  de  andere  Heef^n^ 
ónverrigter  zaake,  na  '5JF//7^tf  wederkeerden^  en  aan  de  ver- 
(lerkinge  van  Naarden  ^  in  eenigen  tijd  ,    niet  meer   gedagc 

wierdt. 

...  -  >-  .  ,  •  *      • 

Den  tijd  der  zictinge  in  de  Vergaderinge  van  Gekommitceer' 
de  Raaden  vdrloopep  zijnde,  nam  de  Heer  Hasselaar  ,  vad 
nieuws ,  zijn .  gewoon  verblijf  te  AmfierdaM ,  en  wierdt  'er  ^  in 
den  Taare  T669  i  tot  Hoofdfchout  der  Stad  aangefteld^  Al 
Vjoor'  lang  hadt  de  Waterftaac  dier  Stad  op  middelen  doenh 
bedagt  zljri ,  ter  weeringe  van  verfcheidcn  ongemakken  ,  aad 
welke  mén,  bij  mangel  aan .  genoegzaame  ververfchinge,  ge(ta- 
^ig  onderhevig  was.  In  den  Ja^ure  1570  wierdt,  ten  diea 
einde,*  het  plan  ontworpen  van  het  l^^en  van  twéé  Sluizea 
in  den  Binnen -Amffd,  em  door  middel  van  dezelve. het  Y- 
water  uit  deti  Buiten; AnH^el  t«  houden,  en,  naa  dat  men  het 
de  Stad  badt  rond, geleld,  wederom  in  bec  Y  te  biren^en.  ï>d 
groote  Amftelliuis,  welke  nóg  heden  de  verwondering  van*  op^ 
nierkende  Inwooners  en  Vreemdelingen,  wekt,  was  de  vrugi^ 
tan  dit  overleg  ,  en  't  vernuft  y»i ,  den  Heere  hasselaar- 
tQomaamlijk  de  werkmeester,  waar^  aan  de  uitvinding  en  vol« 
looijing  diens  kóscbaareu  gelïlgts  moet  worden  toegefehreeveflir 

XX*  DEEt.  C^.  to 


WiSSELAAR^  (CéRAKÜ) 


iH  tldenf  wu  ook  te  Amfteréam^  fe  den*  Jïarö* 

^^    "^^  cBgitust  de  geta Wstefteltenis  van  veefe  Burgers  ea 

■/•  *    '^f^  *  Aftn  ba<fr «Je  Franföben  over  de  hand ,  en ;  gelijk 

j^c^«^*^^ei! ,  «etf  «eö  aanval  op  dè  Stad  te,  vreezen,. 

jj^f«^ ^kfottr  dft  gèrugt  in  "t 'einde  van  de  Maand  Juni).  Za 

f^ót^^^jeezt  on^eriötheld ,  dat  ïn  detf  nacht  tüsfchen  den 

^oog  ^^^^aéneat^^^^  diei^  'Maand  ,  eetiige  Burgers  iich 

td*-  ^^^teo  fl"*^^  vanden  Heére  Hasselaar,  die  reeds  te 

Tef»<^*7^ ^^' het  IWirftwèkkènde  gerugt,  dat  dfe  Franfchen, 

^*^i^fJé  V^^lgen;  in  het  Ye.  tot  aan  het  Blaitow-Hoofd , 

^  *^5tcÖ}kfte'  'gedeelte'  der  Stad  ,   waren  doof  gedrongen  r 

*   .-^^^fffc,  gelijk  men  vermoedde,  om  de  Stad  bi|  verrasfing 

j   l^  ficètaeti.    De  Heer  Hasselaar,  't  z\]  om  de  Burgers  ge- 

-jj5t  re  iïellen ,  of  omdat  hij  'eetiig  geloof  fToeg  aan  de  tljdinge  , 

f^sz  hié'^op'  ten  bedfleuit',   en  begeeft  zich,  in  't  holde  van 

den  nacht,  tia  de  aangeweezenè plaats,  om'tevèmeemen,  wat'er 

fV)  ^e  zaake  ware»    Aad  *t  Bltóu\^-floofd  gekoomen,  verneemt 

jiij' Iniüërdaad 'efènige  kleitiè  Vaartuigen;  makr  die  ze  bemanden, 

ii«reh  -geene  'Vfjauden  ,  maar  Vrienden',   Boeren  naamclijk  uit 

Zuid-  en  Noordholland,  die  te  Deventer  en  elders  Krijgsgevan- 

geu  geweest ,  doch  nu  onlangs  waren  vrijgekogt. 

De  -Heer' HASSELAAR,  'wiji  hij  tog  op  den  been  was,  krijgt 
thans  deijfnval,  eer  hij  tia  huis  k'èierde ,  de  Ronde  te  doen  langs 
deWtóen  en  Poorten,  om  te  verneemen,  of  elk  zijnen  pligt 
betióbrlijk'yalarnaml    Bijkans  hsdie  hij  zijn  wefk  verrigt,  en  wa9 
t^sa&n-  den  laaiden  Post  genaderd,  wanneer  hij' zijne  zorg- 
vuldigheid zeer  dnür' betaalde*   Hier,  door  den  Burger,  d!e  op 
SchildT^afet  «flondt ,  na  't  iFo»rïel  gevraagd  zijnde,  hernam  hij^* 
éïnigzins  gramfïoorig,  ef  frü'zfjne  ér  der  niei  heter  verftondty 
éfl  ff  hij  zeti^e  Het  'H^tord  ïvel  haddef  Hoewel  Hij  Neen  moest 
antWbordén,  hièldt  hiji  cvenwdl,  den  Heer  Hasselaar,  die 
zijnen  weg  inleende  te  vei'vbrderen ,  tegen ,  en ,  onder  het  aan»' 
Bóudfen  óm  liet'^öir^^té -moeten  weete»,' hem  den  Tromp^ 
van  zijnea^  Snaphaan  voor*  den  borstJ  /  Zeer  euvel  nam  de 
Hobfdfchóiit  dit  'Örfngjen  'enf  direigen,  en,./ na  den  Schfldwagt 
geireederi  lijnde,  floeg  hl?,  met  den  Rotting,  welken  hij  in' 
zijne  hand  droeg,  het  Geweer  öederwwrti.    Bóbdeiijk  Hep  dit' 
voor  den  Heere  Hasselaar  af.    Vermida  de  Haan  was  overge* 

baild^ 


HASSÈiiAAil.  (GERARÖ  AÜNOÜÖ)  0f 

_»^i      -_-  ^      M ■      _  _      _ 

■  •  j 

iMudd^  giiig  hec  Geweer,  doof  den'  ftoot  met  den  Rotting i  los^ 
en  vloog  daar  uit  een  Kogels  welke  den  Heere  Hoofdofficier^ 
dermaate  in  de  dije  kwetste»  dat  hij»  naa  Bijkans  een  jaar  zuk-^ 
kelens  aan  zijne  Wonde,  op  den  èird6n{Junij  des  volgenden  jaars^ 
daar  aan  overleedti  ^ 

*  »  •       •  •  • 

Hasselaar.  (cenARt)  a^noud)  Beter  bekend^  dan  éenigé 
Undere  van  dit  aanzienlijk  geflagt,  zo  omdat  hij  onzen  tijd  be- 
leefd lieeil,  als  om  zijne  veelvuldige  bemoeijingen  met^sLands 
zaaken^  is  deeze  voortreffelijke  Staatsman.  In  zijne  jeugd  badc^ 
bij  zich  vlijtig  toegelei^l  op  het  verzamelen  van  zulke  kuibdig- 
bederi^  als  bem^  in  *t  vervolgd  zouclen  van  dienst  zijn  ^  in  dé 
gewigtige  posten ,  tot  welke  hij ,  uit  lioofde  zijner  afkomfte^  , 
eerlang  zou  geroepen  worden.  In  den  Jaare  1739  wierdt  hij 
tot  Raad  verkoozen,  en  bekleedde  ^  iti  dé  jaaren  1745  en 
1746,  de  tiraardigheid  van  Schepen.  Toen,  in  den  Jaare  17^81 
tüsfchen  de  Oorlogvoerende  Mogendheden,  eene  Bijeenkomst 
was  beleid^  om  de  loopende  gefchillen  bij  te  leggen^  viel^ 
onder  anderd,  op  den  Heere  hasselaavl  de  keuze,  om^  van 
Ivegen  de  Provincie  Holland,  en  als  Afgevaardigde  vati  dat 
Gewest,  te  verfchijneh  op  de  Vredebandeling  ce  Jkem  Zo 
veel  als  eenige  andere  der  Staatfche  Gemagtigden,  badt  hij  deel 
aan  't  geen  hier  geraadpleegd  wierdt;  Zelf  wil  men,  dat  de 
Heer  Hasselaar  zwaarigheid  zou  gemaakt  hebben^  terwijl  dd 
overigen  daai"  toe 'gezind  waren,  in  het  tekenen  van  de  Vaot^ 
afgaande  punten,  omdat  hij  dezelve  als  nadediger  befchouwde^ 
dan  het  Ontwerp,  te  Breda,  voorheen  op  het  papier  gebragr^ 
Het  gezigt  van  de  nadeelén,  welke  zijne  aanhoudende  weiger 
ting  zou  medevoeren  j  haalde  hem  ten  hingen  laatde  over^ 
Geddurende  zijn  verblijf  te  M^n ,  gebeurde  de  buitengewoon^ 
verandering  det  Regeeringe,  h)  zijne  geboortedady  door  zijne 
Booghetd  ,  en  wierdt  de  Heer  hasselaaü,  bij  die  gelegenheid^ 
tot  Burgemèestci-  aangelleld.  Men  heeflt  opgemerkt,  dat  terwijl 
hkr  van  kernls  wierdt  ge^eeven  aan  de  Gemeente,  bij  het  noe- 
men van  de  naaifien  der  drlè  overige  Burgemeesteren ;  eeb  alge- 
meen Hoezee  opging,  doch  dat  de  menigte  zweeg,  op  het  boo- 
ten afleezen  van  den  naafn  van  ha^selaar;  *c  zij  oftdat  deeze 
minder  aangenaam  was  bij  bet  Volk,  of;  oüsfcliiaiSi  omdüt  hi} 

Gg  a  gi^ 


468  HASSELT,   HATTEM. 


geoordeeld  wierdc »  den  Heere  Erflhdhooder  niet  genoeg  te  zfja 
toegedaan.  Zedert  benoemde  hem  zijne  Hoogheid  Prins  wii^ 
L£N  DE  IV  tot  zijnen  Reprefentant  in  de  Adrairaliteits  •  KoUe- 
gien  in  Holland \  in  welke  hoedanigheid  de  Heer  Hasselaar 
insgelijics  's  Priufen  perfoon ,  als  Admfraal  -  Generaal ,  vertegeiv 
woordigde,  bij  de  plegtige  Begraafcuisfe  van  den  Heere  hen- 
rik  grave,  Luicenam  Admiraal  van  Holland.  In  pragcig  ge- 
waat  gedoscht,  en  gezeeten  in  eene  Koets,  met  zes  paerdcn 
'belpannen ,  volgde  hij  onmiddelijk  agt^r  het  Lijk.  Verfbheiden 
maaien  heeft,  zedert,  de  Heer  Hasselaar  de  Horgemeester- 
lijke  waardigheid  bekleed,  als  in  de  Jaarcn  1751,  1752,  1755, 
1756,.  1758.  I75P»  i;6i,  Ï762,  1764  en  1765.  Hij  over- 
léedt  zonder  kinderen.  —  Terwijl  ik  dit  fchrijve,  bekleedr 
^éh  Lid  van  dit  Geflagt  de  waardigheid  van  Burgemeester,  en 
eén  ander   den  post  van  Sekretaris  dcezer  Stad» 


Hasselt,  eene  Stüd  van  weinig  aanzfen  en  vermogen,  fn  de 
Provincie  Overijsfely  aan  het  zo  genaamde  Zwarte  irater^ 
Het  meeste  vertier  heeft  men  in  dit  Stedeke,  in  het  Voorjaar, 
in  den  Naazomer  en  iti  het  begin  van  den  Herfst,  ter  gele- 
genheid  van  den  doortogt  van  het  aanzienlijk  getal  arbeidslie- 
den, welke,  jaar  op  jaar,  uit  het  MunfterfcHe  en  èaarom- 
fheeks ,  zich  na  Holland  begeeven  ,  om  de  Graslanden  te 
maaien ,  fn  de  Veenderijen  te  Baggeren  en  te  delven,  of  ander 
foortgelijk  zwaar  werk  te  verrigten;  voor  't  welk  zij,  jaarlijks, 
eene  aanzienlijke  fomme  gelds  ten  Lande  uit  voeren.  Op  hunne 
heen-  en  wederreize ,  neemen  deeze  huden ,  veelal ,  hunnea- 
weg  over  fiaifclt* 

Hattem  ,  eene  Stad  in  Gelderland ,  van  weinig  aanziens ,  en 
jongstleeden  haarer  onvermaardheid  ontrukt,  door  het  voorge- 
vallene aldaar,  omen  in  de  Maand  September  des  Jaars  178(1.. 
Het  Steedtje  legt  digt  aan  den  7)/el^  tegenover  de  Stad  Zwolle  y 
digt  bij  de  grenslcheiding  tusichen  Overijifel  en  Gelderland^ 
Van  het  aloude  zwaare  Kadeel ,  welk  de  Stad  plagt  te  dekken ,, 
vertoonen  zich  nog  eenige  overblijfzels.  Hoewel  't  ongelooflijk 
ZQU  kunnen  fchijnen  3^  verzekert  men ,  nogthans ,  dat  de  Muurea 

de 


HATTEM,  HATTEMISTEN.  46J 

de  vervaarlijke  dikte  vao  vijfentwintig  Voeten  Eouden  gehaÜ  lieb« 
ben.  Hertog  Karel  van  Gelderland ^  die  liet  Slot,  door  Hertog 
REINOUT  DEN  I,  in  't  begin  der  vijftiende  Eeuwe  geftigt, 
niim  honderd  jaaren  laater  merkelijk  verkerkte  en  verbeterde  9 
deedc  binnen  hetzelve  een  Yzeren  Kooi  of  Kevie  plaatzen, 
lil  welke  misdaadigen  wierden  opgeflooten.  Naar  goedvinden 
kon  dezelve  om  hoog  getrokken  of  nedergelaaten  worden» 
Nog  heden  vertoont  men  hier  de  zwaare  Kram,  aan  wel- 
ke, volgens  de  Overlevering,  de  fchrik wekkende  Kooi  eertijds 
zou  gehangen  hebben.  Meer  dan  eens  heeft  de  Stad  gevoel 
gehad  van  de  rampen  des  Oorlogs,  zo  in  de  tijden  der  Her« 
togen  van'  Gelderland^  als  gednurende  de  Spaanlche  Beroer- 
ten. In  deu  Jaare  1672  wierdt  *er  de  Bisfchop  van  Munflet 
meester  van,  met  een  verlies  van  zevenhonderd  Man.  Ben 
uitvoerig  verhaal  van  't  voorgevallene,  geduurende  het  Jaar 
1785,  *t  welk  eindelijk  uitliep  op  de  bemagtiging  der  Stad, 
door  Troepen  vao  den  Staat,  behoort  niet  tot  ons  Plan.  Die 
lust  heeft,  kan  deswegen  te  regt  geraaken  in  de  fraaie  en  lee- 
zenswaardige  Verzameling ,  getijteld  Het  Beroerd  Nederland. 
Het  getal  der  Huizen  binnen  Hattem  wordt  op  nog  geen 
driehonderd  gefchat*  Het  Raadhuis,  een  zeer  oud  geftigt»  heeft 
eenig  aanzien  verkreegen,  zints  de  verbe^ingen,  voor  ruim 
vijftig  jaaren ,  daar  aan  gemaakt.  De  Hervormde  Kerk,. ins- 
gelijks een  oud  geftigt ,  wordt  door  twee  Predikanten  bediend. 
De  Re^eering  beftaat  *er  uit  eenen  Hoofdfchout,  en  tien  Bür* 
gemeesters ,  Schepens  en  Raaden ,  met  eenen  Sekretaris.  Het 
hoofdbedrijf  der  Ingezeetenen  is  de  Landbouw,  nevens  het 
planten  en  fpinnen  van  Tabak.  Langs  den  Tifel  legt  eene 
Weide,  Horneet  genaamd,  een  eigendom  der  Stad,  en>  naar 
men  wil»  door  Heftogiu  eleonora  aan  haar  gefcbonken. 

Zie  SCHRASSERT,  Bofcbr.  van  Gelderland^ 
Tegenw.  Staal ^  ,Deel  IIL 


Hattemistbn,  een  godsdienftige  Aanhang,  in  de  Nederlan- 
den, dus  genaamd  naar  eenen  pontiaan  van  hattem.  Leeraar 
onder  de  Hervormden  ,    op  PAtlipsland ,    in    Zeeland.     De 

Gg  3  dwaa- 


ér^  .   HATTEMÏSTEN, 

I      ,       ^pwwWIW^i— igW>11  K  J  .„II         LU  M 


^waaUugeo,.  welke  deexen  Man  en  zijnen  naavolgeren  worden 
te  ia<ce  geleid ,  fchjjnep  haaren  oorfpropg  verfchiildigd  te  zijq 
aan  de  verknogtbeid  aan  eenige  leerfleüingen  vap  den  vermaardet 
9£NN>rcTut  DE  fiPiNOsA;  als  mede  aan  het  dringen  op  de  ge» 
volgen I  welke ^  volgens. sommigen,  uit  de  Leere  der  Hervorm'* 
den ,    Mngaande    Gods   Eeuwige     en    Onverand^lijke    Ber 
fluiten,    kunnen   worden  afgeleid.     Dit  fdiijnt  hen  vervoerd 
te  hebben  t<K  het  drijven  van  een  Onverfaiddeii)k  Noodlot  en 
V(rfftr^te  Noodzaaklijkhetd  aller  dingen.    Volgens  deeze  gron- 
den ,  zoiiiden  ze  niet  flegt^  de  Verdorvenheid  der  MenfcheUjkfi 
Natnure»  en  het  weezenlijk  onderfcheid  tusfphen  Zedelijk  Goed 
en  Kwaad  ontkend,  maar  ook  beweerd  hebben,  dat  de  Metf- 
fehen  onder  geene  veipligting  leggen ,  om  hun  hart  te  zuiveren , 
Of  werkdaadlge  poogingen  lan  te  wenden,  om  hunnen  wil  en 
neigiogen    te  buigen   tot   vüjtlge   gehoorzaamheid   aan   Goda 
Geboden.    De  Godsdienst  ,zou,  volgens  hen,  niet  bedaan  in 
doifii ,  maar  in  Jijdi» ,  en  de  geheele  Wee  van  ghristus  tot  dit 
eene  Gebod  kunnen  gebragt  worden,  dat  wij  met  eene  geduldige 
gelijl^noedjgheid  alles  moeten  verdra^gen,  *t  geen  ons  vanGoda 
w«gen  overkoomt,  en  onze  nooit  aflaatende  pooging  daar  heet 
nenlfarekken,  om  onder  allerlei  lotgevallen,  eene  önveranderr 
lijke  bedaardheid  des  gemoeds  te  behouden.    Daarenboven  zou 
VAN  HATTEM,  eu,  naa  hem,  zijn'  Aanhang,  beweerd  hebben , 
dat  CHaisTUs  aan  4e   Godlijke  Rtgtvaardighcsid  niet  vddaan» 
nock  door  zijn  lijden  en  derven  Verzoening  voor  de  Zonden  der 
Menfchea-te  wcge  gebragt,  maar  door  zijn  Mlddelaarfchap  ons 
liUeeu  zou  aangekondigd  en  geboodfchapt  hebben,  dat  *er  niets 
in  ons  was,  't  geen  den  Allerhoogden  mishaagde,  en  dat  chris* 
tus  alleen  door  de  bovengemelde  aankondiging  zijne  Dienstkneg- 
ten  regtvaardigde,  en  v^n  fchuld  en  ftraffe  Bevrijdde,  voor  den 
Regterdoel  des  Heeren.    Hoe  zeer  deeze  en  foortgelijke  begrip^ 
pen  eenen  gebaanden  weg  tot  allerhande  ondeugden  openden^ 
blijkt  het ,  egter ,  niet ,  dat  dezelve  onder  de  Hattemisten  die 
Uitwerking  hadden.    De  deller  van  dit  Artikel  heed  'er  onder 
hen  gekend,  die,  in  geregeldheid  van  gedrag,  voor  andersden- 
]i^e  Christivien  piet' behoefden  te  wijken,    Wfuit,  ondanks  hei 
t>ovenfiaande ,  -  «rkenden  zij  eene  drafoeflfening  Gods  over  de 
i»4et|  *r  menfchen,   JX]  beweerden  n?ameüjk,,  am  z^cji  z^ïsp 


HAUTAIN..  (PHHLIPS  d«  20E1C ,  £^  rm)     «rt 


«» 


«enfgejHxia^. gelijk  te.büjv»»  dat.  h^^el  Godfle^Menfcl^ 
fliecficage  i^iaij  hij  bet,  €gt^,  deei^  ^^^r  bunpe  jPCHid^tv  Het 
gevoelea  deezer  luiden  .zoi^  dus.  .eenjige  geliji^beid  ^idabi^ii  aie^ 
éai  dier  hedendaagfbhen ,  wejkc;,  met  afkeivriQgie.vaii  a}te  ftelr 
lige  ftraffeOf  van  Gods  w^eg^j  over  de  zonden»  het  .kwaad 
£11'  oadeel  ,daar>  vaa  aljeeoliil^  .zoeken  en  (leUen  in,  de  ntiuiir- 
iijke  fchadeloke  gevolgi^^  wflke  zij»  uit.  den  aan  .der  zaak 
:Klvie,  voqnbreqgen*  ^-«*  Qm  zijne  dwaalloeringefi  «vkcdt  waH 
ii  TTEM  de  Predikdoel  onizoidj  doch  'bqgeerfld  evQnwrel  tlf 
«ep  Voorüa^der  van  *t  Leetüelzel  der  Hervormden  te.  wordoi 
flangemeckt«  Hij  he^ft  ^fibkreeven  eene  Verhandeling  Mer 
den  Heidelbergfch^u  Katécbhtntts,  Uier  en  daar*  Yoocd  in 
de  Provincie  Z£ei0fki%  ontm^oc  men  oog  eenige  Voorbanden 
fm  *a-Ma9s  bijzondere/  gevoelens.;  doch  den  naam  van  Hait€f^ 
mé$t f n  \i9iHt,  men  zelden  noemen* 


Zie  lUEOD»  HAz&i  DisfpriMtio\  vmuM  coe- 


ffAfTfAUf,  (PHILIPS  DB  ZOETE*  RetT  ron)  een  dez  eerde 
Cndertefeenaaren  van  't  Verbondfehrift  der  Eiielen  ,  in  den 
faare  1565»  aan  de  Hertoginne  van  parma,  Landvoogdesft 
der  Nederlanden,  ter  hand  gedeld,  verdient,  daarenboven, 
bij  de  naakoomeliagfchap»  in  *t  geheugen  bewaard  ce  worden, 
uit  hoofde  van  zijnen  llouttn  en  gelukkig  geflaagden  toete^ 
op  het  Slot  van  Antwerpen»  De  Prins  van  oranje,  naame- 
lijk,  de  lucht  gekreegen  hebbende  van  het  oogmerk  der  Staa- 
een  omtrent  die  Vesting,  hadt,  reeds  eenigen  tijd  geleeden. 
Volk  verzameki  in  \  Land  van  f  hooien,  onder  den  Heere 
van  hautain;  't  welk  thans,  op  fchrijven  van  de  zulken  bin- 
nen de  Stad,  met  wdke  zijne  Hoogheid  ver(bind  hieldt,  der- 
waarts moest  gezonden  worden.  Maar  het  aantal  Schepen, 
Biet  welke  men  dien  togt  zou  moeten  ondecneemen^  en  die  men 
nn  bij  de  iiand  hadt,  was  zeer  gering,  en  zon  door  die  van 
'binnen  ligt  kunnen  geweerd  worden.  Zonder  *t  gebruik  n?aa- 
•  ken  van  eenen  Krijgslist,  begreep  hautain,  zou  hij,  in  zijn 
•ogmerk,  bezwaarlijk  flaagen.  Hierom  bcleidde  hij  het  Huk  in 

Qg  4  dier- 


47«      ÏIAÜTAÏN.  (PHILIPS  de  ZOETE ,  Heer  van) 


diervoegé,  dat  hij,    met  uitwendigen  opfcfaik,  door  het  op- 
haidea  vao  eene  menigte  Vlaggen  en  Wimpels,  de  Schepen  een 
voorkoomen  van  meerdere  grootte  en  zwaarte  deedt  hebben ,  dan 
zij  met  *er  daad  bezaten.    Om  't  ftuk  nog  beter  te  beleggen^ 
maakte  hij ,  tegen  't  vallen  van  den  avond  de  Stad  te  naderen , 
om-  alzo  »  onder  begunlHging  van  het  fchemerlicht ,  de  oogen  te 
beter  te  misleiden.  Dit  alles  hadt  de  bedoelde  uitwerking.  Naauw- 
Ujks  hadt  hautain  de  Stad  ouder  't  bereik  van  zijn  Gefchut  ge* 
kreegen,  of  hij  loste  'er  eenige  &hootenop,  die  zo  wel  troffen « 
dat  29  eenigen  der  Hoogduitfche  Soldeaten  kwetden.    Dit  vol- 
tooide den  fchrik ,  die  reeds  de  gemoederen  hadt  bevangen.   Al- 
gemeen was,  wel  haast,  het  geroep:  de  Geuzen \  de  Geuzen  i 
daar  hoornen  zei  Algemeen  wierdt  hierop  het  vlugten  onder  de 
Hoogduitfche  Knegten,  in  zulk  eene  verbijftering  en  vreeze, 
dat  veelen  zelf  hunne  wapenen  agterlleten.    Onder  dit  alles  was 
de  Heer  van  hautain  aan  land  getreeden.    Met  ongemeene  eer- 
becooningen  en  een  luisterrijken  toeftel  wierdt  hij ,  als  de  Verf 
losfer  der  Stad,  (laatelijk  ingehaald,  en  vervolgens,  tot  Iooq 
zijner  onverfchrokkenheid  en  gelukkig  geflaagden  list ,  door  de 
Wethouderfchap  met  een  gouden  Keten  begiftigd.     Zints  dien 
^iid  fchijnt  de  Heer  hautain  eenig  Krijgsbewind  gevoerd  te  heb- 
ben binnen  Antwerpen^    Althans  ontmoeten  wij  hem  aldaar,  in 
den  Jaare  1585,   ten  tijde  als  de  Hertog  van  parma,  door 
een  zwaar  beleg,  de  Scad  benaauwde,  't  welk  aan  h&utain 
het  leeven  kostte.     Op  den  Kouweodeinfchen  Dijk  hadt  par- 
ma  zich  (lerk  verfchanst,  en  bragt  daar  door  de  Stad  in  mer- 
kelijke engte.    Meer  dgn  ééneq  toeleg  deed^n  de  Staatfchen  om 
)iem  van  daar  te  verdrijven.    Bij  e^nen  dier  aanvallen,  in  den 
nacht  van  den  vijfentwintigden  Mai  des  genoemden  Jaars ,  was 
HAyTAiN  tegenwoordig.     Zeer  dapper  wierdt   hier  gevogien. 
Pe  tegenwoordigheid  van  paraia  zelven  blies  den  zijnen  zo  veel 
pioeds  in,  dat  ze  hautain  met  zijn  Volk  tot  wijken  noodzaak- 
ten,   In  dit  wijken  vqndt  onze  Held  zijn  einde.    Want  vermids 
de  Staatfche  Schepen,  welke  hem  met  zijn  Volk  aan  den  g^. 
poemden  Dijk  hadden  aaq  land  gezet,  om  niet  aan  den  grond 
te  raaken ,  zedert  van  land  waren  gefloken ,  vondt  hij  hier  gee- 
ne  wijkplaats.    Om  evenwel  niet  in  's  vijands  handen  te  vallen  , 
|)|(lQndt  bij  het  j  in  volle  Wapenrusting,  t)OYeiY  vaq  den  Dijk  ^ 


HAUTAIN.  (WILLEM  de  ZOETE ,  gezigd)       473f 


fpringeti ,  docK  mee  dien  rampzaligen  nitftag ,  dat  hij  vast  raak- 
te in  den  modder,  en  daar  in  oh^jlukkigiljk  verfmoorde.  Ne* 
veos  hem  kwamen  'er  bijkans  veertienhonderd  man  om. 

Zie  Boa, 


Hautain,  f willem.de  zoete,  gezegj)  bekleedde,  gedua- 
rende  *t  heecfle  van  den  Spaanfcbcn  Oorlog,  de  waardigheid 
van  Luitenant  Admiraal  van  Zeeland»  Het  vertrouwen,  welk 
*sL8nd5  Staaten  in  hem  (lelden,  bleek,  onder  andere,  in  den 
Jaare  1605.  Ten  dien  tijde  vernomen  hebbende ,  dat  twaalP- 
honderd  man  Spaanfche  Troepen  ,  te  Lhfabon  ingefcheept, 
ter  Zee  na  de  Nederlanden  zouden  gezonden  worden,  pven 
ze  aan  hautain  last ,  met  een  goed  aantal  Schepen ,  koers  te 
zetten  na  het  Kanaal,  met  oogmerk  om  de  Spaanfche  Vloot 
te  ontmoeten,  en  het  Volk,  welk  hij  gevangen  kreeg,  in  Zee 
te  werpen.  Op  de  hoogte  van  Douvres  ontdekte  hij  de  vijand- 
lijke  Vloot,  en  maakte  *er  zich  meester  van  met  kleine  moei- 
te; die,  inderdaad,  naauwlljks  noemenswaardig  zou  geweest 
zijn,  hadden  de  Engelfchen  hier  geenen  blijk  gegeeven  van 
hunnen  nijd  op  de  Nederlanders.  Niet  alleen  vertoonden  zij 
hunne  Spaansgezindheid ,  in  het  bergen  dier  Spanjaarden,  wel- 
ke, over  boord  gefprongen,  door  zwemmen,  de  handen  van 
HAUTAINS  Volk  zogten  te  ontkoomen,  maar  zij  fchooten  ook,  uit 
Doutres,  op  de  Holhindfche  Schepen ,  onder  voorwendzel  dat 
deeze,  te  digt  aan  de  Engelfche  Kusten,  vijandelijkheden  ge- 
pleegd, en  dus  dien  bodem  gefchonden  hadden.  In  gevolge 
van  zijnen  last,  hadt  hautain  de  Spaanfche  Knegten,  welke 
hem  in-  handen  vielen,  rug  aan  rug  gebonden,  in  Zee  doen 
•  werpen.  Bijkans  zeshonderd  man  kwamen  dus  deerlijk  aan 
hun  ehide.  De  overigen  wierden ,  door  de  Engelfchen,  in 
hun  land  aan  den  wal  gebragr. 

De  voordeelige  uitflag,  voor  den  Staat,  vandeezen  togt,  ver-» 
meerderde  zijn  aanzien,  en  deedt  hem  als  een  bevoegd  voor- 
werp voorkooinen,  tot  noggewigtiger  onderneemingen,  tegen  den 
Vijand.  Ëene  wreede  behandeling  hadden,  in  't  bovengenoemde 
jaar,  eenige  weerelooze  Staatfche  Koopvaardijfchepen  ondergaan 

Cg  5  van 


474       HAUTAIN,  (WILLEM  de  ZOETE ,  gezegd^ 

van  den  SpaaoTcbe  Admiraal »  don  louis  de  fasoardo  $  hi) 
bidc  het  Volk  daar  van  opgehangen,  over  boord  geworpen  of 
verbrand.  Om  bier  van  wraake  te  neemen  ,  zonden  *jJLand9 
Staaten  onzen  Lui  tenant- Admiraal ,  in  t  begin  des  Jaara  i6o(>, 
na  Spanje  y  met  eene  Vloot  van  vierentwintig  Schepen.  Z\\vk 
last  hi£ldt  in,  de  thuiskoomende  Spaanfche  Westiodifche  Vloot 
te  onderfcheppen,  en  daarentegen  het  uitloopen  te  beleuen  aan. 
de  Schepen,  welke,  in  Portugal,  tot  hun  vertrek  na  de  OotHn^ 
dien  9  gereed  lagen.  Hoewel  zijne  uicreize,  door  tegenwind  en 
ilormen,  zeer  langwijlig  viel,,  flaagde  hij,  nogthana,  gelukkig 
in  *t  laacscgemeide  oogmerk  van  zijnen  togt»  De  Oostiudifche 
yiooc  hieldt  bij  zo  lang  binnen  de  havens  opgeflooten,  tot  da( 
het  jaargetij ,  om  uit  te  loopen ,  verftireeken  was ;  tot  merkelijk 
n&deel  van  den  vijand ,  alzo  de  laadingen  wederom  aan  land  tnoes^ 
jten  opgeflagen  worden.  Minder  af  breuke  deedt  hij  den  Span- 
jaarden, iii  het  llooren  van*t  binnenloopen  hunner  thuiskoomende 
Wesüiidievaarders.  fJier  toe  floeg  nog  een  ander  ongeluk,  aan  de 
zijde  van  hmjtain.  Vermids  de  Schepen,  met  leevensmiddelen, 
welke  hij  uit  het  Vaderland  verwagtte,  door  tegenwinden  vev- 
Junderd^  niet  kwamen  opdaagen,  moest  hij,  door  gebrek ^ch 
i>aopt,  vroeger  dan  hij  zelve  gewenscht,  en  men  hier  te  Lande 
verwagt  hadt,  reeds  in  deti  Voorzomer  tbuiswaarts  keeren.  Nog 
vóór  *t  einde  des  jaars  wierdt  hautain  ,  andermaal ,  op  geiijken 
togi  uitgezonden ,  doch  nu  bepaaldelijk  ook  om  op  de  Spaanfche 
•thuiskoomende  Oostiudifche  Schepen  te  p^sfen.  Doch  decze  togc 
viel  ten  eenemaale  ongelukkig  uit.  Op  de  hoogte  van  Kaap  St. 
Vincept  ontmoet  van  acht  zwaare  Galjoenen ,  wisten  deeze  aan 
HAUTAIN  en  de  zijnen  zo  veel  werks  te  geeven ,  dat  de  thuiskoo* 
mende  Oost-  en  Westindievaarders ,  veelal ,  in  behouden  haven 
binnenliepen.  Dit  alles,  cgter,  was  niet  aangegaaa,  zonder 
dat  men,  van  weerkanten,  dapper  hadt  gevogten.  Men  roemt-, 
bij  deeze  gelegenheid ,  de  onverzaagdheid  en  *t  fchrikwekkenés 
beflaan  van  reinier  klaaszoon.  Onder -Admiraal  van  ZtielMg^. 
Twee  dagen  hadt  hij  den  Vijand  werk  verfchaft.  Alle  zijne  Mas*, 
ten  waren  over  boord  gefchooten,  zijn  fchip  allerwegen  lek, 
zijn  meeste  Volk  gefueuveld ,  en  voor  hem  geen  uitzigt  op  ont- 
zet. Nog  verkoos  hij  liever  den  hardden  dood  te  öerven ,  dan 
leevende  in  'svijands  banden  te  vallen.    Aan  de  zestig  man, 

wet 


HAUTAIN,  CWIIAEM  m  EOBTE ,  fe«egJ)      4?$ 


»  ^■^m.mé-  *    #  «.    V  t« 


welke  4)ij  nog  overig  %hadcrdeedc.  bij  .deaJg$6eli)|^an  ypprA^, 
om  de  lon^  in  'c  dvruidie  fteekea,  eahet  Schip», met  Vpi|^4^ 
al,  te  doen  in  tie  kicht  (pTvagetu  Men  J)eu{ilügt  .'ec  eqnpaarig 
{n,  eo  naa  God^  op  de  knieën,  gefmeekt  lej^ebben,  dac  hec 
fchroomUjk  bedrijf  ^ua  oie(  teo  kwaade^ofjoaded^  mpgt  geduid 
yvprdeny  volvoert  naeo  hec  beOuic*  Twjsemao,  van  4e.  zestig  ramp^ 
oaligeo,  die,  bijkans  balfverbrand^  .door  -de  Span jaards  wierden 
opgpvisdlt,  verhaald^  j^it  aan.hunnei  verbaasde  redders.  , 

Gedo^rend^  de  drie  volgende  jaareo,  n^a  ^ien  pngtilukkigm 
s^ogt,  en  het  Beftand,  ^elfc  daarop  voli^e^  zat  ha.utain  ido^c^ 
Ail*.  Dk  yj^ü.%  nietten  einde  geloopen,  of 'sLauds  S(a?cen  (Idr 
jden  hem ,  vap  nieuwe ,  in  't  bewind*  .  Met  eenlge  Scbepep  z^ 
4e  hij  na  de  Midd^landfche.Zee,  om  o^  den  Vijand  te  kruizen» 
,In  dit  bedrijf  volhardde  hij  vier  jaareii  agter  een ,  wanneer  bj 
,tot  eene  zaak  van  meer  gewigts-  gebezigd  wierdL  Te  weeceii^ 
;q  *t  begin  des  Jaara.  1635  lag  hautain  gereed «,  inet  eene  Vjioq^ 
.van  twintig  Schepen,  oo^  daar  mede  in  Zee  te  ft^iekep^  wamv^er 
de  Franlche  Konio^  fvsc  verzoek  liet  doen  aav  de  Siaaten^  onder 
«ndere,  dat  zeatiea  Sobepen  dier'Vloote  fnpgüen 'gebruikte  w^irden 
j:ot  het  beleg  van  RocheJU,  Dit  verdoek  «wièr^t  .tofsgedaangr  cu 
het  bewind  diens  togts  ban  onzen  L.ukepaQt  *  Admiraal  ^pgedraa- 
gen.  In  *t  begra  der  Maand  Junij*  raakte-  bij  r  flaag^  met  de  yiopf: 
fier  Hi^enooten,  onder  den  Heer  j>b  $oyBKS¥(»  en  j^ierdtgenQo^- 
;Eaakt,  met  verlies  van*  fentge  Schepeq,  0a  A^ii^/  te  wijken, 
^aa  zich  hier  herfteld  ie'hebben-,  liep  "hij  %(iH>d^roip  uit«  mee 
oogmer^t  om  d^  vijaodlijk^  Vleoi<.te  ofupioetoq. ^  Z^^el^lLkig 
daagde  hij  hier  Iq-,  m  in  't  gevegc»  welik  ^ij^-z^fl^  met(^ 
/Schepen  onder  den  aetfdeiv  sousw  hieldn,  da^  ^^]  •  «erlang ,  rpigi 
baan  maakte ,  om  ^mede  ie  kiumejo  heipen  iot-  her  Aaaq  v^ib  \^ 
^eleg  voor  d^  Sttd  RgehfilU^,  Hjer-  yercpofde^blJKM^  ip  ^(r.voV- 
gende  jaar,  wanneer  'sLands  Staaten,  ondier  ao^e,. {^09^ 
door  de*  b^moeiziicht  der  Predikanten  met  zaaken,  het  gemeene 
Land  betreffende,,  te  j^ade  wierden,  hem  met  zijne  Vloot  thuis 
te  ontbieden.  De.  Sl«d  Roehelle,  naamelijk,  zo  als  wij  reeds 
eenigzins  hebben  te  kennen  gegeeven ,  was  thans  in  handen  der 
Hugenooten ,  of  Franfche  Gereformeerden.  Ten  tijde  als  't  bo- 
n^ieogeaclde  «erz/9«k  .d^.Fraiprcben  l^joivg; «  dojDf  d,^  ,A]ge- 
m^eo^  Staaten  i  wv  ingewiJljg^tvhaWen  veele  Predikanten  hec 

ver- 


'475    HAUTAIN,  (WILLEM  de  ZOETE,  f^ezegj^  enz.' 

verleenen  van  bijibind,aan  eenen  Roomschgezinden  Vorst,  tegen 
eigen  Geloofsgenoocen ,  wn  den  Predikftoel  vinnig  doorgeftrée* 
ken ;  ja  zelfde  lloutbeid  gehad,  on  de  inzameling  van  j)ennin- 
gen,  welke,  ten  behoeve  van  die  van  Rochelle^  hier  te  Lande, 
heimelijk  gefchiedde,  openlijk  te  prijzen  en  aan  te  moedigen. 
Zedert  het  vertrek  der  Vloote  Heten  de  Predikanten  niet  af  van 
deeze  bemoeijingen ,  maar  breidden  dezelve  nog  verder  uit.  In 
de  maand  November  des  )aars  1635  zat  het  Sijnode  in  de  Pro^ 
vincie  Overijifef.  De  Vergadering,  oordeelende»  de  zaak  zich 
te  moeten. aantrekken,  was  Hout  genoeg,  uit  het  midden  haarer, 
eenige  Gemagtigden  af  te  vaardigen  aan  'sLands  Staaten,  en 
ran  dezelve  te  verzoeken  •  niet  {[Qgts  dat  de  Luitenant- Admiraal 
HAUTAIN,  met  zijne  Vloot,  opontbooden,  maar  ook,  daarenbo^ 
ven ,  dat  nu  voortaan  eenige  hulp  mogt  betoond  worden  aan 
de  belegerde  Rochellenaars  ^  welke  men  dus  lang  hadt  helpen 
drukken,  't  Antwoord,  ter  Vergaderinge  van  Hoiland b&^^mé ^ 
om  aan  de  Predikanten  gegeeven  te  worJen,  hieldt  in,  onder 
andere,  „  dat  de  Leeraars  aan  de  Staaten  moesten  overlaaten, 
„  en  toevertrouwen,  het  doen  van  al  wat  mogelijk  Mras,  ter 
„  herroepinge  van  den  Luitenant  Admiraal  hautain,  en  ten 
„  voordeele  van  die  van  de  Religie",  dat  is,  de  Hervormden. 
Of  dit  verzoek  van  eenigen  invloed  ware^  of  dat  andere  rede- 
nen *s  Lands  Staaten  daar  toe  overhaalden :  zeker  is  't ,  dat  aan 
HAUTAIN,  eerlang,  uitdrukkelijk  bevel  wierdt  toegezonden,  om 
het  beleg  op  te  breeken,  en  met.de  Vloot  na  *t  Vaderland  te  rug 
te  keeren.  Hoe  veel  hier  over  tusfchen  den  Franfchen  Koning 
en  de  Algemeene  Staaten  te  doen  viel ,  en  welke  heillooze  ge- 
volgen daar  door  den  Lande  dreigden ,  valt  niet  in  ons  plan  om 
daar  van  verfkg.  te  doem  Hautain  fchijnt ,  niet  lang  daar  naa, 
te  zijn  overleeden.  'Althans  vinden  wij,  zedert,  zijnen  naam 
niet  meer  vermeld. 

Zie  VAN  meterbn;  aitzbma;  Refolutien 
f  van  Holland^  enz. 


Haüwert,  een  Dorp,  in  de  zogenaamde  Ftir-  NoordêT' 
Koggen  f  in  NoordhoUand^  van  niet  veel  aanziens.    Met  ver- 

icfaei- 


HAUWERT,  HAZARSWOUDE.  4?/ 

fcheiden  tusfchenruimten ,  zijn  de  Huizen  in  een  langen  flreefe 
gebouwd ,  en  konden  9  in  den  Jaare  1749 «  volgens  de  Verpoi>- 
dingslijscen ,  nog  geene  zestig  haaien.  Honderd  jaaren  vroeger 
was  het  getal  grooter.  De  Kerk  is  klein,  hebbende  een  vier- 
kanten Toren,  met  een  agthoekigen  fpits  gedekt. 

Hi^zARSwouDE,  een  Dorp  en  Heerlijkheid,  In  RHnland,  wta£ 
van  het  Dorp  ongeveer  anderhalf  uur  gaans  te  Zuidoosten  van 
Leiden^  en  omtrent  .even  verre  ten  Noordwesten  van  Gouda 
legt.  De  Heerlijkheid,  naar  men  wil,  de  grootfte,  en,  zeker^ 
lijk,  eene  der  besten  in  gantsch  Rijnland ^  bezit  drieduizendf 
tweehonderdeenenzeventig  Morgens  en  honderdvijftig  Roeden 
gronds,  van  zevenhonderd  Roeden  het  Morgen ,  deels  Veen« 
dtols  vette  Weilanden ,  meestal  kleigrond.  Men  rekent  dat  een 
derde  gedeelte  hier  van  verveend  is ,  en  de  twee  overige  deelen 
geheel  Land  zijn  gebleeven«  Zeklen  ontmoet  men,  ten  platten 
Lande,  fraaier  en  netter  bebouwde  Don>en,en  die  meer  't  aan- 
zien van  den  welvaart  der  bewooneren  hebben,  dan  Hazars* 
woude ,  niettegenflaande  het ,  zede  t  tachtig  jaaren ,  in  bloei  en 
welvaart,  merkelijk  is  afgenomen.  Volgens  eene  overlevermg 
der  Dorpelingen,  zou,  in  't  begin  van  deeze,  of  aan  't  ein* 
de  der  voorgaande  Eeuwe,  de  Kermis  of  Jaarmarkt  aldaar  zo 
bk>eiende  geweest  zijn,  dat  men  *er,  uit  hoofde  van  het  getal 
der  inwooneren ,  en  den  toeloop  van  buiten ,  bij  die  gelegenheid, 
vijftig  Koebeesten  plagt  te  Aagten ,  behalven  nog  een  goed  getal 
Kalveren  en  Schaapen.  Nog  heden  ziet  men  'er  verfcheiden 
deftige  wooningen ,  die  blijken  draagen  van  den  welvaart  haarer 
eigenaaren.  Over  't  geheel  wordt  het  getal  der  Huizen  op  vier- 
bonderdenvljfentwintig  begroot ,  en  één  Koormolen.  De  Kerk 
der  Gereformeerden,  een  groot  en  luchtig  gebouw,  pronkt  mee 
een  fraaien  Toren.  De  Remonflranten ,  hoewel  ginds  en  elders 
merkelijk  aan  't  dunnen ,  hebben  'er  eene  vrij  aanzienlijke  Ge« 
meente.  Doch  die  der  Doopsgezinden,  de  eenjge  ten  platten 
Lande  van  Rijnland ^  is,  zints  de  laatfle  jaaren,  merkelijk  ge- 
minderd  in  Ledemaaten.  Hoewel  niet  i|i  't  DcM'p  zelve,  hebben  , 
egier ,  in  't  Regtsgebied  der  Heerlijkheid ,  de  Roomscbgezinden 
twee  Kerken,  de  eene  merkelijk  grooter  dan  de  andere;  z\\ 
worden  door  den  zelfden  Priester  bediend    De  Veenerij,  Laud-^ 

bouW| 


47*'       IIAZAilSWOüDE  i  HEDA.  (WILHELRIUS) 


^tm^Êmi»Êmimtt\\*j  II  n  T  mi 


h&m^  Visfdlert}  efl-  toet  pr*té!ï  ai^ftw«»ört  vaflösti  ïijn  dtf' 
vdorüstiKiIl^ifikkeivvvanvhec  be(hia»  der  Ingezeeteoeo;    Daaren- 
bJ^ai  heeft,  ffl^n'  htef.  ectae  .Fabiwk  van  Gaas,  't  welk  tot  Kaas-' 
dodk  ^c3»dl  gebruikt i   en^  via  wegebde  groote  menigte  vatf 
de  beroemde   Lóidfike  .£aaa^    welke  in  deezeo   gord   valt, 
nerkelijkeo  aftrek  heeft.    In  vroegere  tijden  genoaten  de  Ha^ 
zcdrs^oudjche  Bufgers  ^  ginds  en  elders ,  vrf j  aanzienlijke  Voor- 
régtent-    Van^  deezé  is  nog  ov ergebleeven ,  de  Vrijheid  oin  té 
Deidéfi^  op  dè  Vischiöarkt  ^  bij  den  Afllag  te  mogen  mijnen. 
ITe  Heerlijkheid  van  Hazarswouiie^  van  welke  thans  eigenaar  is 
de  Heer  leste vbnon  ¥a«  BfeRKEwnooE  ,  door  koop  van  het 
Oëflftgt  der  WAssBNAARBN»,  geeft  aan  ha*r«i  Heere  zeer  aanzien- 
lijke  VoórregteOi    De  eigendom  daarvan  geeft  hem  met  een  het 
régt-van  Hoofdingelaude  van  Rijnland.    Mij  kan  het  Beroep  van 
dWi  Gereformeerden  'Predikant-  goed-  of  afkeuren ,    en  moet 
oök )  cM  de  Verkiezing  van  den  Kerkeoraad  van  kragt  te  doen 
iJj%»,  deswegenjjm  zijne  goedkeiirlng^gevraAgd  worden.-    Voor 
hem?  df  ten  bverftaan  van  zijnen  Gemagtigdcj  moet  de  Diako- ' 
nie'haare  jaarlijkfcl^e  Rekening  doen^  •  De  Dorpsregenten,  zijn-' 
de  Weigeboorene  Mannen*,  Schepenen,   Kerkraeesteren,   Le- 
pfoosmeestér  eti  Armmecrtef ,  worden  door  den  Heer  aangeftcld'i  * 
zónder  dat  deufgaaade  Regenten,  in  zekeren  zin,  tot  de  Be^'  ^ 
noeming   eörig   zeggen  hebben*      Eindelijk  behoort  nog  aan  ' 
hem 'het  Regt  vtn  de  Agterleenen  van  Hazanvfoude  ^   die  zeer  ' 
iriéntgvoldig  zijn  iri  de  l^erlijkheid ,  en  ctekc  hij  den  vijftigfkti ' 
pèfMing   van  alle  HuiiJemen  Landen  j  op  wetke  hij  Erfpagt 
béefl»  en  dit  ettf  trlj  aanzienlijk  getal  dtmaak^n. 

Zie  TegenWé  Sfaati  Handvesfcn  vaU 
üijéUmdA 


'Hbda,  (wttHBLMüs)  de  vermaarde  Leevensbefchrijvef  der 
Utrechtfche  Bi^choppen,  wierdt  geboorcü  in  het  vermaaklijk 
^ilandsch  Dorp  A!fen.  Naa  zich,  volgens  den  fmfaak  zijner 
Eeuwe,  op  de  weetenfchappen  te  hebben  toegeieid ,  behaalde  hij 
20  veel  roems,  dat  zijn  naam  kwam  ter  kennisfe  van  Keizer  maxi- 
MiLiAAN,  die  hem  tbt  zijnen  Raad  en  Geheimfcbrijver  verkoos^ 

en 


ÖÉËG,  HEEL,  Of  HEDEL,  HEEM.  (JATÏ  de)    4f0 


m 


én  daarenboven  gebruikte  tot  verfcheideii  zeer  gewigtige  GezanÊ* 
fchappen<  Vervolgens  omhelsde  hij  den  Geestelijken  Staat,  eri 
wierdt,  eerst  Proost  en  Aardsdiaken  te  Arnhem ,  en  naderhand 
bevorderd  tot  Deken  der  Proostdtje  van  st.  >an,  te  Utrecht. 
Ruime  gelegenheid  verfchafte  hem  deeze  Hand  tot  de  boven^ 
gemelde  Leevensbefchrijvfng,  welke  hij  gebragt  heeft  tot  iif 
den  Jaare  1524.  Niet  lang  dair  naa  fchijnt  hij  overleeden 
ie  zijD. 

Hbeg,  een  aanzienlijk  Dorp,  in  de  Frtefche  Grietenij  ^/i#- 
hritzeradtel j  gelegen  op  eenen  heuvel;  van  deeze  leggmge 
zal,  waarfchljnlijk,  de  plaats  haaren  naam  ontleend  hebben: 
want  ^(f<g  betekent,  in  de  Friefche  Landtaal,  zo  veel  ala 
hoog.  Volgens  't  verhaal  van  zommigen,  zouden  de  Hollandfche 
Graaven,  ten  tijde  als  zij  over  friesland  bewind  voerden,  te 
Beegy  om  de  vermaaklijkheid  der  plaatze,  hun  gewoon  ver« 
blijf  gehouden  hebben*  In  dé  nabuurfchap  lag  wel  eer  de 
State  Harinxma^  de  wooning  van  het  geflagt  van  dien  naam; 
doch  het  wierdt  onder  den  voet  geworpen ,  geduurende  de  vas« 
nielende  gefchilten  der  Friefche  Edelen. 

Heel  ,  of  hedel  ,  een  Dorp  en  Heerlijkheid ,  in  Gelderland^ 
in  de  Bommelerwaard ^  aan  de  Maaze,  tegenover  den  Schans 
Crevecoeuf^  Het  Kadeel,  welk  bij  dit  Dorp  legt,  is  een  der 
zwaarde  gebouwen  in  zijne  ibort  hier  te  Lande,  van  twee 
rpnde  Torens  voorzien.  Geduurende  de  biunenlandlche  onlus- 
ten, in  vroegere  dagen,  was  éoQz^  Sterkte  een  twistappel  dec 
(Irijdvperende  Edelen.  Vnn  hier  dat  dezelve  ,  verfcheidex> 
maaien,  belegerd,  gewonnen  en  wederom  verlooren  wlerdu 

Zie  Tegenw*  Staal  9  en  wagenaak^ 
Fad^mjl, 


Heem,  (jan  de)  een  Nedertader,  die,  door  zijne  bedreei- 
yenheld  in  het  bloem-  en  fhiitfchildereu ,  een  onlterflijken 
naam  heeft  naagelaaten.  Aan  het  onderwijs  van  ziJAen  Vader 
DAVio  DAVID8Z00N  D£  H££M>  CH  zljue  clgeue  zucht  en  werk^ 

zaank 


48ó  HEEM,  (JAN  BB^   HEEMSKE^RK. 

zaamhcid  was  hij  alle  zijne  bedrevenheid  verfchuJdigd.  Terf 
iblijke  van  den  prijs»  op  welken  zijne  Kun^itAükken,  ook  on« 
der  de  Landgenoocen ,  gewaardeerd  wierden,  dient ,  onder  an- 
dere,  dat  de  vermaarde  Kunscminnaar ,  de  Heer  johan  van 
DER  MEER,  voor  een  groot  Scuk>  met  eenea  krans  van  allerlei 
fruiten  en  bloemen  omgecven»  hem  tweeduizend  guldens  telde.- 
Bij  verfcheiden  buiteniandfche  IJoven  wierden  zijne  voort- 
breïigzcls  gretig  gezogt,  en  zo  hoog  gewaardeerd,  dat  bij» 
door  een  derzciveu,  met  het  Teken  van  Ridderfchap  vereerd 
wierdt.  Eene  bijzondere  bedrevenheid  bezat  de  heem  ,  om  het: 
gólxd  en  zilver  zo  natuurlijk  te  kunnen  naaf)ootzen ,  dat  ligtelljlc 
Iemand,  op  het  gezfigt,  daar  door  konde  misleid  worden.  Op- 
merkelilk  is  het ,  dat  hij  op  zijn  zeventiglle  jaax  het  penceel  ilog 
zo  fiks  en  vlug  behandelde,  dat  zijne  flukken,  in  dien  hoogen 
ouderdom  gemaakt,  voor  de  beste  en  fraaille  gehouden  worden.. 
Öe  tijd  :^ijns  flervens  is  onbekend.  Dit  weet  men,  dat  hij,  ia 
den  Jaare  iddo,  2^0  wel  als  zijn  Vader,  nog  leefde* 

Zie   UOURRAI^EIffv 


.  Heemskerk,  van  ouds  tïemezeniireca  geutoimd^  is  een  oud' 
IJori^  9  gefegen  in  Kennimériandy  een  h'ajf^  uur  gaans  teö  rïoór- 
den  der  Stede  Beverwijk.  Het  heeft  weinig  aanziens,  behalvea' 
eenige  Overblijfsels ,  i^elke  de  kenimerken  draagen  van  deszelfs 
vroegel^  beter  toefhnd.  Naast  de  vervallene  muuren  der  Kerke' 
ftaat  eene  Kapel ,  in  ^elke  men  nog  versheiden  oude  Grafïïeden* 
aantreft.  In  eeti  Kerkglas  ziet  men  de  beelt'enfs  vad  den  ver- 
irfaarden  Schilder  maarten  van  heemskerk  ,  óf  van  veen  , 
tran'wien  men,  op  het  Kerkhof,  een  blaauwen  Arduinfleeneiir 
Grafnaald  ziet,  door  hem,  ter  gedagtenisfe  van  zijnen  Vader 
iKVLot  W1LLEMSZ  VANf  VEEN ,  opgeridht.  Ook  ziet  men  'er  nog 
bet  Steen  werk  van  't  aloude  Höoge  Altaar.  De  Ban  van  Heems- 
kerk  ftrekt  zich  uit  vier  uuren  gaans  in  *t  rond.  Eene  overoude^ 
doch  nu  elders  zeldzaame  gewoonte,  heeft  hier  plaats,  de  Ban- 
ding  genaamd.  Op  een  Gemeene  Werf  worden,  jaarlijks,  op 
een  gezetten  dag,  alle  Burgers  bij  een  geroepen,  om  op  den 
Dingftal  te  verfchijnen.  Die  afweezig  biijtY,  of  geene  Gemagtigden. 

zendt. 


HEEMSKERK.  {Beenu  *m)  4!! 


«ü 


zendt  t  verbeurt  tweeënveertig  Keonemer  Schellbigea.  Mea 
^Muit  hier  jdnsy  onder  den-Blaauwen  Hemel,  den  Vierfchatfy 
op  welken,  nal  het  leezen  der  naimen  door  den  Sekrettrts,  de 
Schout  vraagt,  of  iemand  tegen  eenen  anderen  iets  hebbe  in 
ie  brengbn?  Zo  *er  eenige  Iclagte  koome,  die  geen  nader  onder^ 
zoek  vordert,  wordt  *er  llraks  vonnia  geveld,  eo  op  heecer 
daad  uitgevoerd. 


Zie  LAM,  Handy.  van  KenntmtrUnd. 


H^EMSKERit,  {tieereh  van)  Het  gedagt  Van  c&en  naam ,  aaa 
*t  welk  het  Huis  te  Heemskerk^  thans  Marquette  genaamd,  la 
eigendom  behoorde,  was  reeds  bekend,  eer  dit  gèltigt  in  wee- 
zen was.  De  eer(te  Heer  van  dien  naam ,  in  *s  Lands  Gefchle- 
denisfen  vermeld,  was, 

flENRiK  VAN  heemskerk;  hij  leefde  in  het  Jaar  isso* 

N.  van  Heemskerk^  getrouwd  met  Barthaut  van  Asfendelft^ 
ftierf  te  Haarlem^  in  den  Jaare  1265. 

N«  VAN  HEEMSKERK,  de  Vrouw  van  Hendrik  van  Kronen^ 
èutgj  Zoone  van  Willem  van  Kronenburg,  bastaart  van  Graa- 
ve  Willem  van  Holland.  Hij  was  Maarfchalk  van  het  Neder- 
flicht,  wierdt  Ridder  geflagen  door  Vrouwe  jacoba  ,  in  den 
'Scrijd  bij  Alfen,  in  den  Jaare  1426.  In  den  Jaare  1396  hadt 
hij ,  met  Hertog  Albrecht ,  den  togt  tegen  de  Friezen  bijge- 
woond.   Van  hem  zijn  kinderen  naageble§ven. 

Wermbout  van  heemskerk,  getrouwd  niet  If.  van  Zij7, 
bij  Leiden,  verwekte  bij  haar  Hadewig  van  Heemskerk ^  io 
den  Jaare  1450. 

N.  van  Heemskerk^  in  den  Jaare  1300,  getrouwd  mee  Sti* 
ven  van  Zuilen  van  Nijveld^  wien  zij  kinderen  baarde. 

K.  van  Heemskerk  j  huisvrouw  van  Jakeb  van  Backenes/ei 
te  Haarlem,  alwaar  ze,  in  den  Jaare  1455»  overleedt,  kinde* 
ren  nalaatende* 

Gerrit  vaN  heemskerk.  Ridder,  Woonde  en  ftierf  te  Hoorn, 
In  den  Jaare  ispt. 

'    Philips  va^  heemskerk  ,  nam  in  huwelijk  Catharina  van 

Jceoiii  en  verwekte»  bi)  baar»  twee  Dogters:  DMtskenvau 

'XX.  OBKL.  Hh  Heemi^ 


HEEMSKERK.,  (Heeren  van) 


\ 


ffeemsktrk^  die,  in  den  Jaare  1434,  de  Vrouw  wierdt  wva 
Frederlk  Uitenham ,  ea  kinderen  eer  waereld  bragc ;  en  Otteiina 
van  Heemskirk^  getrouwd  met  S weder  van  Kuilenburg,  op 't 
Huis  te  Mdurik »  in  de  Betuwe. 

G£RiUT  VAN  HEEMSKERK  9  Ridder  en  Baüjuw  van  Keonemer* 
land*  De  Roomsch  Koning  willem,  als  Graaf  van  Holland» 
deedc  deezen  het  Huis  te  Heemskerk  bezetten,  om  bet  verloo* 
pen  der  Westfriezen  te  beletten,  in  den  Jaare  1246.  Hi;  liet  na. 

Arend  van  heemskerk.  Ridder,  in  den  Jaare  1250  ver- 
meld, en  in  i2po  geflorven.    Hij  hadt  een  Zoon, 

Gerrtt  vaük  heemskerk  ,  die  volgt. 

Willem  van  heemskerk  ,  wiens  Zoon ,  van  dien  zelfden 
naam,  in  den  Jaare  1335,  ongehuwd >  ovcrleedt. 

Gerrft  van  heemskerk,  Arendszoon ^  Ridder»  in  zekeren 
Brief  van  den  Jaare  1317  vermeU,  ftierf  in  den  Jaare  1332.  Bij- 
zijne  Vrouw,  Beatrix  van  Haarlem^  Wtllems  dogter,  liet  hij 
na  twee  Zoonen : 

Gerrit  van  heemskerk,  die  volgt. 

Henrik  van  heemskerk,  welke  eenen  Zoon  naHet,  die  Vader 
wierdt  van  eene dogter,  Beatrix  van  Heemskerk  geoMtimd. 

Gerrit  van  hzbmskzkk  9  Gerrit stopn^  Ridder.  In  het  Ce* 
vegt ,  tttsfcfaen  'Margaretha  van  Belleren  en  deszelfs  Zoon  Her- 
tog Willem,  In  den  Jaare  1351»  koos  bij  de  zfjde  des  laatstge- 
meld'en.  Tien  jaaren  laater  deedt  bij ,  gederkt  met  Wouter  van 
Egmond ,  groocen  overkist  aan  de  Abtdije  van  ^gmond.  Hi) 
overleedt  fai  den  Jaare  1365,  nalaatende 

Wouter  van  ïibemskerk.  Ridder.    Hij  wordt  befchuldigd 

van  oproerigheid  tegen  Hertog  Albrecht  van  Beijeren,  en  fchuB- 

plaats  verleend  te  hebben,  opzijn  Slot,  aan  zekeren  perfbon, 

éie  eenen  toeleg  hadt  gemaakt  op  het  leeven  van  Heere  Reinout 

van  Brederode ,  Baüjuw  van  Kennemerland.     Hierom  deedt  de 

Hertog,  door  Dirk  van  Poianen,  het  beleg  flaan  om  het  Hub 

ie  Heemskerk,  die  'er  elf  weeken  voor  lag;  waar.  naa  het,  op 

genade  en  ongenade ,  aan  hem  overgang ,  en  Heer  wouter  in 

zijne  handen  viel.    Naa  eenden  tijd  «Icteos,  maakte  hij  zijnen 

zoen  met  den  Henog ,  en  bekwam  zijne  goederen  te  rug.    Hi} 

ftierf  in  den  Jaare  1380,  zonder  kinderen.  Het  Hjiis  te  tieema- 

kerk  kwam  toen  aan  de  Grajiflijkhei(^.    Socb  vermid*  ^«rnog 

'    ya» 


Vin  xijn  geflagt  overig  waren,  wierdc  het  aan  bun.  te  rog  g^ 
geeven ,  en  kort  daar  naa  de  eigendom  van 

Gerrit  van  heemskerk,  Ridder,  overleeden  in  den  Jaare 
1403*  Mee  Hertog  Albrecht,  in  den  Jaare  139P»  den  togfi 
cegen  de  Friezen  bijwoonende ,  raakte  hij  in  gefchil  met  Floria 
van  Alkcmade.,  en  ontving  van  hem  eene  wonde  in  een  lijf- 
gevegi*  Hij  hadt  in  huwelijk  Margaretha  van  Craiingen^ 
dogter  van  Willem  van  Cralingen  en  Christina  van  Zuidwijk^ 
Vrouwe  van  Rodenrijs,  Bij  deeze  verwekte  hij  ,  behalven 
eenen  Zoon^  die  jong  ilierf,  eene  dogter  ^  dementia  van 
Heemskerk  i  welke  de  echtgenoote  wierdt  van  Gijsbert  van 
Vianeni  Heere  van  Noordeloos^  Zoone  van  Jan  van  Vianen^ 
Ridder,  en  van  Sophia  van  Herlaar,  Vrouwe  van  Noordeloos» 
Bij  haaren  Man  wierdt  dementia  Moeder  van  Maria  van 
Vianen^  Erfgcnaame  van  Noordeloos  en  Heemskerk;  die  in 
den  echt  tradt  met  Arend  van  Strijen,  Heere  van  Zevenber« 
gen ,  Zoone  van  Gerrit  van  Scrijen  en  van  Johann»  van  Bdec* 
felaar«  Hier  door  kwam  het  Huis  te  Heemskerk  aan  bet  Ge^ 
ilagt  van  Zevenbergen <  waar  uit  bet,  vervolgens,  bij  verkoop # 
overging  aan  Daniël  de  Hartaing\  Heere  van  Mkrquette^ 
welke  het  gemelde  Huis  Marquette  heeft  vernoemd. 

Zie  Oude  Holle  Kronijk%  van  leeuwen  « 
Bat.  HolL 


♦     Heemskerk  )  (V  Huis  té)  t\t  MARQUETtE- 

• 

HeemsAeric.  (}kiiioiiVM()  ^eerond,  gelijk  uit  bet  Voofgiajindtf 
blijkt,  is  het  geflagt,  welk  deezen  naam  voerde^  Reeds  vroeg  ont- 
moeten wij  hec  i  in  onze  Vaderlandfche  Gedenkfcbrifcen ,  in  de  per« 
foonen  van  Minnen ,  die  een  meer  of  min -aanzienlijken  rang  bekleed- 
den. Pe  perfoon,  welken  wij  thans  tragten  te  doen  kennen^  zal  ^ 
waarfchijnlijk  i  tot  dat  Zelfde  Geflagt  behoord  hebben.  Al  vroeg 
betoonde  hij  eene  ongemeene  zucht  om  zich  te  oeffenen  lo  de 
Aardrijkskennisfe.  Verdomen  hebbende  ^  dat  van  wegeof  detf 
Staat  onderzoek  zon  gedaan  worden  ^  ter  ontdekkinge*  van  eenenf 
doortogt  na  China  ^  wenschte  hij  niets  vuuriger  dan  deei  te  nee-' 

Hbd  mnf 


4U+-  HEEMSKERK.  (JAKQB  van-) 


men  aan  deezen  togt,  als  een  dienöig  middel  om  zijner  kennis-* 
liefde  in  de  hand  te  werken.     Zeer  kwam  hem  hier  ooR  tè  (hde- 
zijne  onver zaagdheid,  welke  hem  nu  reeds,   en  ïn  't  Vervolg 
nog  meer  9  meenig  gevaar  kloekmoedig  deedt  onder  de  oogen 
zien.    Bij  den  Bevelhebber  der  Vloote,  tot  het  gemelde  oog- 
merk beftemd,   willem  barektsz,   begaf  hij  zich  aan  boord' 
van  *t  Schip  Amflerdam^  en  zeilde  daar  mede,  in  de  hoedanig- 
heid van  Onderkoopman,  uit  Texel ^   in  't  begin  van  Julij  des. 
Jaars  1595.'   Naa  bijkans  twee  Maanden  ^  zukkelens ,  bereikten 
TA]  Waigatz ,  en  vernamen  *er ,  dat ,  hoewel  men  nog  wel  ver* 
der  konde  doordingen,  de  voortgang,  egter^  door  de  invallende 
vorst,  weldra  geheel  zou  gellremd  worden.    Om  met  worftelen 
tegen  het  Ys,  dat  hen  reeds  zwaar  benaauwde,.  den  tijd  niet 
vrugiloos  te  fpillén,  keerden  ze  eerlang  te  rug,  van  deeze  kwa- 
lijk uitgevallene  onderneeminge,  in  Oftober  van  het  zelfde  jaar. 
Zedert  vonden 's  Lands  Staaten  niet  raadzaam ,  om  voor  ge- 
meene  rekening  diergelijk  een  togt  te  doen  ondemeemen,  maar 
zogten ,  door  't  uiilooven  van  aanzienlijke  belooningen-,  anderen, 
daar  toe  te  lokken.    Om  't  belang  van  den  Koophandel  befloot 
hier  op  de  Regeerfng  van  Amflerdam^  tot  het  doen  dier  ont- 
dekkinge,  twee  Schepen  uit  te  rusten.  Jakob  van  heemskerk, 
als  Schipper  en  Koopman,  en  zijn  voorgaande  togtgenoot  wil- 
LïM  barentsz,  ajs  Opperftuurman,  voerden  't  bewind  over  't 
eene;  jan  kornelisz  ryp  hadt  't  bevel  op  het  andere.     Zij. 
vertrokken  in  den  Jaare  1596,  en  drongen  eerlang  door  tot  op^ 
de  hoogte  van  tachtig  Graaden,  alwaar  de  perzing  van.  het  .Ys 
hun  hinderde  m  't  vinden  van  den  gezogten  doortogu     Hier 
fcheidde  ryp  van  heemskerk  ,  die ,  door  onverzaagcien  moed  y 
eerlang  het  Noordlijkde  gedeelte  van  Nova  Zembla  bereikte. 
Hier  ontmoette  hij  Ysbrokken ,  die ,  volgens  meeting  roet  hec 
Dieplood ,  twintig  Vademen  beneden  *t  water  haalden ,  en  wel 
twaalf  Voeten  daar  bovetr  uit  Haken.    Zeer  gevaarlijk  was  hier 
de  tocftand.    Van  alle  kanten  lag  het  Schip  in  't  Ys  bezet ;  ner- 
gens zag  men  eenige  opening.    De  Zon  naderde  reeds  de  kim- 
men, om  'er  zich,  binnen  kort,  eenige  weeken  lang,  onder  te 
verfchuilen.  In  deezen  toeftand  begaven  ^icb  eenigen  van  't  Volk 
landwaarts;  die  eerlang  de  tijding  bragten ,  eene  rivier  met  zoec 
water  gevcmden  te  hebben.,  als  mede  zeer  veel  houts»  waar*- 

fchijnr 


'     HEEMSKERK.  (JAKOB  van)  Jfij 

4thiiolf]k ,  vin  .de  Taftarijfche  Klist  daar  aangefpoeld.    Derwaarts 

i}^ooien  2ij  zich  te  begeevên»  om/er  eene  Hut  op  te  flaao, 

len  In  idézdKre  ziek  tegen  de  fiiijende  Winterkoade  te  verfchui^ 

fleoi    Al  wat  h<ui  konde  dienen ,  namen  se  met  zich  uit  hist 

.fichip*    Vee)  t^den.ze^  io  het  opg)eflagene  gebouw,  van  koude 

-tü  aodiere  ongem^kkw*    Emdelijk  zagen  ze  van  nieuws  het 

eüeflijk. Zonnelicht y  op  den  vierentwimigden  Februari]  des  Jaafs 

*>5P79  Qda  dflt  het,  op  den  vierden  November  des  voorigen  jaars, 

"^zich  aim.hun  onttrokken  hadr.  Thans  wierden  zé  te  raade,  twee 

1  Sloepen  fOp  te  timmerep,  om  daar  mede  dien  ongezelligen  oord 

-te  ontylugiea:  want  bet  Schip  zat  onbeweegelijk  vast,  op  en 

/tusfchen^deYsfchotzen.    Onder  dien  arbeid  (Vorf,  tot  algemeene 

.'droefheid ,  willem  barsntsz.    Eindelijk  kreegen  ze  dit  akelig 

verblijf  agter  <den  rug,  en  vonden ,  op  aanwijzen  van  eenige 

HiMfen^  welke  zij,  in  hun  omzwerven,  ontmoetten,  hunnen 

to^enoot  RTPy  te  Oi^;  zij  gingen  in  zijn  Schip  ovdr ,  en 

kwamen,  op  den  eerden  Oaober,  te  /lm  fier  dam.- 

*  *  Van  nleüWs  ondernam  heemskerk  foorcgelljken  togt  ^^\n  den 
Jaare  i5o2,  en  hadt  nu  last,  om  den  Oosthidifchen  handel  te 
hefchcrmen  tegen  elk ,  die  *t  bedaan  durfde ,  de  Nederlanders 

1  daar  in  te  hinderen,    fioewel  hij  't  gezogte  ook  nu  niet  vondt , 
was^  evenwel ,   zijne  onderneeaing  niet  vrugteloos.    Hij  ver- 
overde, en  bragi  in  't  Vaderland  behouden  binnen,  eene  Portu- 
geeiche  Kraak ,  wier  laading  gewaardeerd  wierdt  op  eene  fomme 
:tyan  dtie  Miljoenen  en  bijkans  vierhonderdduizend  Guldens. 

:.De  roem,  door  ibortgelijke  bedrijven,  verworven  ,  deodt 
.  VAN  HEEMSKERK  meereumeer  in  aanmerking  koomen  bij  *sLaiids 
,  Staat  en.  In  den  Joare  1607  (lelden  dqeze  hem,  met;  den  tijtel 
VSU2  Admiraal,  ia  't  bewind  over  eeie  Vlqoc  van  zeventien  O0r- 
.  jogfchepen.,  om  daar  mede  na  de  Spaanfche  Kusten  tefteveneo, 
.en  den  Spanjaarden  ailen  mogeiijlcen  af.breuH  fe,doen»  'Een  be- 
>  wijs  van  belangeloosheid  g^f  hij  bij  deezen  opdragt  ybij  Mirelkpo  i^ij 
)^eeti  loon  begeerde:,  1 't  en  zij  hij  Prijzen. maakte,. boven  de 

•  ivijfhonderdduizenct'Guldeus  waardig»  .In  dat  geval  zou. hij  der- 
iiig  teü  honderd  trekken..  In  Maart  liep  hij  met  zijne  Vloot  >iQ 
,  Zee*  Kaa  de  Spanjaacds  te  Lisfabon  vrugdoos  gezogt  te  héb- 
,iienj  vxsidt  hij  dezelve,  in  de  Bm  Nm  Gsiraifar^  geankerd 
iJiinder /t,  gefchut  van  de  Stad  en  het  Kadeel,  ^erk  eenentwiptig 
«:>.(  Hb  3  Sche- 


iM  RBCMSKERE:,  (KOENRAAD  van) 

Schepen »  en  bemand  met  Teerdgdttizend  Koppen*  Spoedig  raak* 
ten  ze  aan  elkander.  Doch  reeds  de  tweede  fchoot  kostte  onzea 
moedigen  Held  het  leeven ;  een  Kogel  nam  zijn  flinker  been 
weg.,  heel  tot  bij  het  bovenlijf.  Nog  fprak  hij  den  zijnen  moed 
in ,  doch  gaf  wel  haast  den  geest ,  in  zijne  volle  Wapennistingi 
Voorzigdg  hielden  de  Hoofdbevettiebbers  dit  zwaar  verlies  ver* 
borgen,  en  gingen  wijders  de  hnnnen  zo  dapper  voor,  dat  ze 
eene  aanzienlijke  overwinning  bevogten.  Het  lijk  des  Admiraals 
wierdt  na  jimjlerdam ,  ^ijne  geboorteplaats ,  gevoerd ,  en  aldaar 
ftaatelijk  bijgezet ,  in  de  Onde  Kerk ,  ten  Noorden  van  het 
Choor,  onder  eene  pragdge  Grafllede,  op  welke  men,  behal* 
ven  eene  reeks  van  Ladjnfche  Opfchriften ,  in  *t  Nederduitsch 
de  twee  volgende  regels  van  den  Ridder  pibtzh  coanzuszooH 
Wowr  leest, 

Hbbmskerr  ,  die  dwert  dcor  V  21  tn  V  Tker  dorfie  fire$* 

yen  9 
Uei  d^eer  aam  V  landt  Mer  V  //;/,  v$or  Gibraüar  he$ 

teven, 

'i  ^         .      • 

Zie  WAGENAAR  ,  Fad,  Hificrie^  eti 
Befehrijving  van  Amfterdam. 


Heemskerk,  (roenraad  van)  Zoon  van  den  Raadsheer  !q 
deq  Hoogen  Raad,  joan  van  heemskerk,  was  de  zelfde,  dien 
wij,  op  het  Art.  gerard  Hasselaar,  Zoone  van  pieter  has« 
SELAar  ,  hebben  doen  kennen ,  als  Vrijwilliger  op  *s  Lands 
Vloot,  onder  den  Heer  ir.  de  ruiter,  in  den  Jaare  1672.  *c 
t}\  tot  loon  voor  betoonde  Vaderlandsliefde,  of  uit  eenigen  an- 
deren hoofde ,  hij  wierdt ,  nog  in  het  zelfde  jsar ,  tot  Sekreta« 
ris ,  en  iq  *t  begin  des  volgenden  jaars  tot  Penfionaris  van  Am^ 
fier  dam  aangeAeld.  Zedert  tot  Raad  der  Stad  bevorderd ,  hadi 
)iij,  in  den  Jaare  1^79 ,  van  wegen  dezelve,  zitdng  in  de  Verga* 
dering  van  Gekommitteerde  Raaden,  Als  zodanig  gaf  hij  da 
Hegeering  kennis  van  den  voorQag  van  Prinfe  willem  den  Hl, 
tot  bet  d(Kso  verfte^ken  van  Naarden:  een  Ontwerp,  gelijk  wijs 
^  *(  AR«  van  d^n  Sorgemeester  geragd  hasselaar  »  verhaald 

hek 


HE]^9IRItKr  tEOENIOXD  «m)  4*^ 


mtt 


liebben,  voor  etHjke  jaareii  geopperd;  doch  toen  Terfehooven» 
thans,  door  £ijne  Hoogheid,  vaa  nieiiws,  op  hectipijt gebrngc» 
^  ernftig  (ÉmgedroDgetk    Sl^i  gedeèfeeUjk  gaf  de  Stad  ^m- 
fterdam  hier' aan  de  toeftemming.    Heemskerk  "«wedervoer» 
ter  deecer  gelegenheid,  eeoige  onaangenaamheid.    Hem  wierdt 
naagegeeven^  zich  eemge  uitdrukltingen  te  hébbeo  kuiten  ontval- 
tien,  die  te  kennen  gaven  «enige  bevreesdheid  onder  de  Amfter^ 
dammers»  ak  of' de  aandrang  van  djne  Hoogheid,  op  de  ver- 
flerking  van  Naarden y  ter  bevèifiginge  vtn  het  Land,  flegts  een 
voorwendseiy  4/9ck  het  ivaare  oogmerk  ware,  om  das  Amfter* 
dam  te  kunnen  in  bedwang  houden,  en  zich,  langs  dien  weg» 
meer  magt  ovet  deq  gebeden  .Staat  «an  te  matigen.  Onder  ande* 
te  zou  hij  gezegd  hebben,  dat  hoewel  de  verfterking  vaniVT^s^r- 
^ea  drie  Tonnen  Gouds  zoude  kosten,  de  tijd  wel  eens  konde 
koomen,  dat  Amfierdam  wel. drie  Mi^oenen  zou  willen  gee 
vea,  èuiNaardem  nooit,  vesfterkt  was*    Men  nam  dit  zeggen 
ia  dien  zin,  als  of  heemskerk  ten  oogmerke  hadt,  kwaad 
«aad  «e  ftrooien^  ea  wantrouwen  .tusfohen  zijne  Hoogheid  en 
de  Stad  te  verwekken*    Hem,  .onder  andere,  hadt  de  Ridder- 
fchap  op  *t  oog,. .wanneer  zijv^  ter'Vergadetinge  van  H$iUmé^ 
beweeitie ,   dat  de  veroorzaidcer^^  van  2Hlk  een  wantrouwen 
voor  verftoorders  der  opeid)aace .  rust  moesten  verktaard  wor- 
den.   Teg^n.  d^^ese  jaatijgiqg  sogt  de  Regecrfaig  haaren  Afge- 
vaardigde te  yerdeeiHgen,  door. aan  te  merken,  dat  de  Heer 
VAN  HEEMSKBiUL.  utet  uoodzaaklijk  mpeat   gebonden   worden, 
met  zijn  zeggen^  op  zijne  Hoogheid  gedoeld,  matf  even  goed 
icon  gezien  hebben  ^  hec  nadeel,  welk  der  Stad  Amfierdam 
dreigde,  in.  gevaU^  Naarden ^  \  eenlgen  dage,  in  uitheemlche 
yijandfijke  handen  vieL    Nog  in  dit  zdfile ,  of  in  *t  volgende 
jaar 5  vertrok,  die^  Heer  van  heemskerk,  ak  Gezant  der  Alge- 
meene  Staaten-.,  na  het  Spaanfche  Hpf,    Hij  verioefde  aldttr, 
ijl  die  lioedagigheid,  tot  aan  het  einde  des  Jaars  1691 »  wan- 
i^eer  hij  wierdt  afg^ost  door  den  Heer  van  citt^rs  ,  om  ver* 
volgens  gebruikt  xe  .worden  in  dca  gewlgtigen  post,  het  bé* 
middelen  van  den  Vrede  tusfchen  den  Keizer  van  het  Duitlche 
Rijk  en  jde  Ottomannifeke  Porie*  .Zint)»:zijn  vertrek  van  Mé- 
drid ,  otDthieldc  hi|.  zich ,  tot  ld  de  maand  September  dés  Jaars 
,  a^j^s»  aan  ^x  fFeener  Hof,  wanneer  hij,  van  de  Algemeeno 

Hh  4  Smar 


40»  H VMSKEKK.  (MARTEN  vav) 

Staaten,  lm  ontvlog,  zich.  na  Turkijen  te  begeeven.   .Reedt' 
iil  de  volgende  Maand  deedt  hij  eene  openboare  increede.  bin' 
sen  de  Scad  Belgrado  ^  tlwaar  thans  de  Vizier  zich  bevondc,- 
en  reisde  van  daar  voort  na  AdrianopoU^  daar  het  Torkfche 
Hof  thans  zijn  yerblijf  hieldt.    Benige  heimelijke  inzigtén,  wil' 
men,  waren  oorzaak,  dfit  deeze  bemiddeling  geenehaatedeedCt 
Naa  zijne  wederkomst  uit  Turkijen,  wierdt  den  Heere  van 
HEEMSKERK  het  Gezautfchap  aan  het  Franfche  Hof.opgedraa- 
fisxi.    Hij  bevondt  *er  zich  nog  in  de  Jaare  1700;  naa  welkes' 
tijd  wij,  hem  aangaande,  geen^  verdere  mjslding  aantreffen. 

Zie  WAGENAAR,  Vai^  tiift^ 


.Heemskerk,  (makten  yan)  een  vermaard  Hollandscb  Schil* 
der»  dus  genoemd  naar  zijne  geboorteplaats,  het  Dorp  Htemsf 
kerk 9  in  Kennemeriandp  Eerst  genoot  hij,  hier  te  lande,  he€ 
onderwijs  vaq  de  beroemde  Meesters  jan  lucas  en  van  schorel. 
Om  :9ich  in  de  edele  kunst  verder  te  oefFenen,  en  het  fraaie  der 
Aloudheid  af  te  zien ,  deedt  hij  eene  rdze  na  Romt ,  alwaar  hij 
drie  jaaren  vertoefde»  Bij  zijne  wederkomst  in  *t  Vaderland ,  zet- 
te bij  zich  neder  te  Haariem^  en  woonde  *er  tot  zijnen  dood 
toe»  die  voorviel  in  den  Jaare  1574.,  ^^  zesenzeventigde  zijns 

•  ouderd(uns*  Hij  liet  aanzienlijke  goederen  naa  ,  door  de  be- 
oefiening  van  zijne  kunst  gewonnen.    Indien  *t  waar  zij ,  *t  geen 

'  wegens  hem  verhaald  wordt ,  moet  hij ,  met  zijne  bedrevenheid 
In  *t  behandelen  van  het  penzeel ,  zeer  vreemde  luimen  gevoed 
hebben*  Men  wil»  naamelijk,  da(  hij,  bij  uiterften  wille,  eene 
sekere  fomme  gelds  hadt  vastgemaakt,  op  zijne  geboorteplaats, 
om  de  jaarlijkfche  Rente  daar  van  uit  te  keeren  tot  hec  uitha« 
wen  van  eene  jonge  dogter,  in  dat  Dorp  gebooi^n^:  onder  deeze 
voorwaarde»  dat  de  jonggetrouwden ,  nevens  alle  de  Oascen ,  op 
den  Bruilofcsdag,  moesten  koomen  danzen  op  zijnen  Grafkerk^ 
^  vyui  blaauwen  Arduinfleen  was  gemaakt. 

Zie  DE  ntES,  Vitt  dé  Peintres\  .eoets^ 
i     '  pooMf  Zaanktndfchê  Arcsdia. 


'  \.  .* 


u  ;    V  \  ES^'i  HBIWh 


HfiEMSTEDB.'  4S9c^ 


:HEi!MST£DBt  een  Dorp  én  tAnzlentijIce  Arobagrsheerltjkheid, 
cqd:  .Noorden  paaiende  aan  de  Vrijheid  der  S'tad  HaatUm^ 
over/eép  gróót  gedeelte  van  welker  //«i^r^  \  welk  iet  opmer-* 
kelijks  ls»/z^Jiaar  regtagebied  uitflrékc  is  van  zeer  vroege 
herkomst^  jeü,:  vnli  l^d.rot  .tijd,»  uit  het  Httlsder  Heeren  van 
HEEMSTEDE  g)ek$^0ieQ  «1  andéi'e''get}dgcen#  Al  zlnts  lang  wordr 
dezelve  -bezeeten  door  bet  geflagt  der  Heeren  pauw  ,  geboor^H 
HOBDFTy  waar  van  verfcheidien  Leden  ^  in  de  Stad  HabrJem^ 
gewigtige  Regeeringsposten  bekleed  hebben.  Bij  de  jongfter 
Omwenteling  wferdt  de  tegenwoordige  eigenaar,  onder  andere, 
van  zijn  bewind  verlaaeefl.r  Naa  dat  het  voorgaande  Huis,  aaxr 
'c  einde  der  veertiende,  en  gedunrende  een  goed  gedeelte  dec 
vijftiende  £enwe,  verfcheiden  maaien,  vijandelijk  beflreeden. 
Ml  eindelijk  genoegzaam  vernield. was ^  wierdt  het  tegenwour^- 
dige  Slot  geboftiwd,.  in  den  Jaa|-a  1460»  door  Heer  jan  vAct 
UEEMSTEDfc. .  Het  IS,  In  zijne  foort,  een  overdeftig  en  zeer 
^nzienlijlp  vierkantig  gebouw,  pronkende  met  een  vierkantigea 
en  een  ronden  Toren,  en  legt  in  een  ruimen  Vijver  beflooten* 
Over  denzelven  koomt  men,  door  middel  van  een  iVaaien 
Stf^n^n  Brug  van  zes  Boogen,.  op  het -Voorhof,  op  't  welk 
#ene  reeks  aloude  Beelden  Haat,  nevens  verfcheiden  Opfchrif- 
ten.  Binnen  in  *t  Gebouw  munt  inzonderheid  uit  de  Qroote 
2aal,  die  met  veelerhande  oude  Handwapenen  behangen  is« 
Bij  bet  ^lot  ontmoet  men  eene  fchoone  Plancaadje,  Volgerii 
d/s  jouglïe  Verpondlngslijsc^n,  bevatte  de  Heerlijkheid  Heem* 
fiede^  bet  Qorp  daar  onder  begreepen,  tweehonderdzeventig 
Huizen,  waar  onder  zesenvijftig  Huizen  met  Bieeken,  en  ^én[ 
I^oornmoJen.  De  tegenwoordige  Kerk  wierdt  gebouwd  in  dei\ 
Liare  1^23.  De  Heeren  van  Ifeemftede  hebben  binden  d<;zeU 
ve  fieii.^  deftige  marmeren  Grafllcde. 


Zie  AMPsiNG,  Befchr,  van  Haarlem^ 
Tigenw.  Staaf  ^  ^nz. 


Hs^lttTEDii ,  eene  anc^ere  Ambagtsheerlijkheid  van  dien  naam , 
tegt  in  *c  Overkwartier  van  *r  Sticht  van  Utrecht^  ttn  Oosten 
fat)  Jutfaas.    Zij   beflfiat  ia  haaren   omtrek  honderdendenig; 

Hb  5  Mor- 


1^  UEEMSftEtiÈi 


^^■^(-^■üPi^ip 


Morgens;  in  den  J«are  174S  ftonden  'er  negen  haizeiu  M 
Huis  tt  Heemftêde  h  een  aanzienlijk  gèbonw,  hoewel  hec^. 
zedert  ruim  zestig  jaaren,  veel  van  zijnen  luister  heeft  ver- 
Jooren*  De  Heer.iHOB&K  vam  vsldbuizen.  Heer  van  Heem' 
fitdt^  Prefident  der  Staatea  van  Utrecht^  hadtdit  Gebouw 
▼erfierd  met  aangenaame  Wandddreeven ,  Starrebosfchen  en 
Wacer^rongen »  Wiidi>aan »  Oranjerlj  en  beplantingen  :  zodat 
bet  de  bewondering  van  aUe  opmerkende  Vreemdelingen  tot  zich 
trok.  Gelijk  het  eoi  en  ander  wérk  vedbhafte  aan  het  penceel 
van  den  Kunstfchilder  MounuB&oN,  zo  deedt  het  den  dichtader 
van  den  geestigen  rotgans  vloeien*.  Hoewel  het  Gebouw » 
jcints  het  Jaar  1730,  veel  van  zijnen  voorgaanden  luister  heeft 
verlöoren,  heeft  het,  evenwel,  nog  merkelijk  aanziens,  ala 
Iftaande  in  een  ruime  Graft»  en  pronkende,  op  eiken  hoek,  met 
«en  Q»its  Torentje »  en  een  hoog  opgaand  Dak  in  het  midden* 

< 

Zie  Tegenw.  Ssaai. 


He«mstem  ,  «en  aloud  adeïijk  Geflagt  in  HofianJ,  \  welk , 
«an  het  bovengemelde  Slot  bij  Haarlem^  zijnen  naam  geg^even, 
of  dien  daar  van  ontleend  heeft.  Uit  dit  Geflagt  ontmoeten  wij  9 
in  's  Lands  Gefchiedenisfen ,  de  volgende  perfoonen. 

Arend  van  heemstede.  Ridder,  vermeld  op  het  Jaar  1330. 

Reinier  van  heemstede,  op  het  Jaar  1320  vermeld,  hadt' 
tene  dogier.  Machtetri  van  Heemftedè^  In  den  Jaare  133a  ge- 
trouwd met  pyillem  Cufer^  Bastaart  des  Graaven  van  Henegou- 
wen en  Holland ,  en  Bailjuw  van  Kennemerland.  Hij  verwekte 
bij  haar  Koenraad  Cufer  van  Oosterwijk  (naderhand  Foreat 
genoemd)  Ridder ,  in  den  Jaare  131^7  Houtvester  van  Holland , 
«n  in  1400  Kastelein  op 't  Huis  Tellingen.  In  den  Jaare  1349' 
was  'hij ;  in  "het  Öevegt  bij'Schoódhöven,  door  de  Stichtfchen 
gevangen  genomen' ,  en  beleefde*  een  zeer  hoogen  ouderdonu 
Bij  ïijne  huisvrouw  CUmerifia  verwekte  hij  twee  kinderen: 
i.  ff^itiem  Cu/er  van  Oosterwijk^  Hofmeester  van  Henoge  Al- 
brecht  van  Beijerèn. '  Deeze  verzelde  de  befaamde  alyd  van 
POELGEEST,  Bijzlt  vau  dien  Hertog,  én  zogt  haar  te  befcher^ 
Ben,  toen  zij,  in  den  Jaare  1392^  door  eenige  Edelen,  bif 

nadit^ 


REEMSTEDE.  491 


nacht  9  op  hec  Buitenhof  In  '^Hage  aangevallen  en  vermoord 
wierdc.  Hij  badc  geene  kinderen,  en  dus  tot  erfgenaame  zijne 
Zuster»  2.  Ida  Cuftr  vm  Oosttrwijk^  gehuwd  met  Jan  van 
Wwttit^  Ridder»  Heere  van  Poreest,  te  Middelburg. 

Gerrjt  smü  heemstede,  vermeld  onder  de  Ridders  van  de 
-GuUen  Spopr^  in  de  Brieven  van  Overdragt  van  Holland  en 
Zeeland,  door  Vrouwe  Margaredia  op  baaren  Zoon  Hertog 
Willem*  Zijne  echtgenoote  was  maria  van  polanen,  dog- 
ter  van  Heere  Jan  van  Polanen,  txk  van  Catbarina,  dogter 
van  Hdere  Dirk  van  Brederode,  Uit  dit  huwelijk  bleevennaa: 

Jan  van  heemstede,  die  volgt, 

N^  van  Heemfiedey  getrouwd  met  Gijsbert  van  Ysfelfleui, 
'  Heere  van  den  Bosch.    Zij  hadden  kinderen. 

N.  van  Heemfiede^  gehuwd  met  Dirk  van  Hodenpijl,  RJd* 
der,  en  bij  haar  Vader  van  kinderen. 

N.  ysn  Heemftedcj  getrouwd  met  eene  dogter  uit  den  Hui- 
Ee  van  Brederode,  en  bij  dezelve  Vader  van  Maria  van 
Heemfiedcy  die  de  huisvrouw  wierdt  van  Jan  van  Treslong, 
bastaart  van  den  Graave  van  Blois»  wiens  Moetier  was  Sophit 
van  Daalem ,  uit  den  Huize  van  Arkel.  Zij  hadden  verfchei- 
den  kinderen* 

Jan  van  heemstede.  Ridder,  boven  genoemd,  was  Heer 
van  Heemftede  en  Bentbuizen,  in  den  Jaare  1409  als  Raad 
van  Hertoge  Willem  van  Beijeren  vermeld.  Hij  behoorde  tot 
den  Aanhang  der  Hoeksgezinden.  Tweemaalen  is  bij  gehuwd 
geweest.  Bij  zijne  eerde  Vrouw,  Hadewij  van  Borfelen^ 
Heere  Dirks  dogter  van  der  Veere,  ver^^rekte  hij: 

Jan  van  Heemftede  ^  op  het  Jaar  1408,  als  Ridder  binnen 
Dordrecht  vermeld ,  en  in  de  wandeüBg  de  jonge  Heer  Jan 
van  Heemftede  genoemd.  Vö<ir  zijnen  Vader  lUerf  hij  km- 
derloos» 

Gerrit  van  heemstede,  die  volgt. 

Bij  zijne  tweede  Vrouw ,  gei^rooten  uit  het  Land  van  Klee* 
ve?  verwekte  Heer  janj 

Jan  van  Heemftede^  m  den  Jaare  1464  Bailjuw  van  Kemie- 
verf  and,  getrouwd  met  Adriana  van  der.  Wonde,  dogter  van 
Jan  van  der  Woude  en  Warmond.  .In  den  Jaare  1454  was 
hij  tegenwoordig.  In  den  Oorlog  tegen  de  Gentenaars. 

Cer- 


^  -flÊÊMSTEDR 


ttÊÊÊÊÊH 


I  XJiKRKTr'TAïr'HEEaiSTfeEfc  ,  bbvtn^gciroemd ,'  was  Heer  v«a 
«ieemftede  en  Benthoiaen^  rcn  getrouwd  met  Dirkje  Zouf  vafn 
Kettervliets  dogter ,  bij  welke  bij  verwekte    ^         .  t   ^ 

Jan  van  hbemstedö  en  Bêitfmiten^  Rïdder,  gehuwd  mee 
'Beatrix  van  Aikemade  van  der  mud€\  dogter  van  Fioris  van 
iAlkemade  van  der  Waude. '  IMj  aeezeharft  hg  eene  eeuigedog- 
^te^,  lUdeii^ij  svan  tieemfltde  ^  Vrouwe  van  Bemhüizen,  die  de 
-huifivföuw  wierdt  jvaa  Roeland: ia  Fevrcy  Ridder,  Heere  van 
•Teemsi,l)ij  Antwerpen,  en,  van  Liesveld  m  Hoüand  Daarec- 
:boven  bezgc  hij  de  goederen  , van  Aariaiiderveen  en  Zijlhof  Wj 
Leiden,  en  was,  in  den  Jaarjs  1492,  Thefaurier  van  Vlaanderen, 
,iden  hif;  deer  <le 'mirtteadt  Duiifche  Soldaatpn,  uit  Bmgge  ge- 
vankiijk  wierdx  weggevoerd.  Zijne  kinderen,  welke  den  nadbi 
-Vtó  Mitta^'itxii  hebbeö  aangenomen,  waren  de  vijf  volgende: 

1.  Jan  le  F£vre,  geaegd  hbemstsdb,  die  volgt; 

''  a.  Frav^oh'van  neemfïède^    dus  genoemd  in 't  Jaar -141  f?, 

'was/liiaier,'  Heer  van  TeemL^t,  Airlanderyeen  «n  OiAshoórh, 

Kolonel  over  éen  Regiment  Duitfehe  •Knegtèri.  ïiij  ruiling  wierdt 

"iij  Heer  van  Liesveld,  en  ftierf,  zonder  kiüdéreii,  lii  Üen  Jaare 

^.  Enelirecht  van  Hcemflede  s  Proost  te  Maaftricht. 

^  4.  Philippa  vanlïeemflede^  gehuwd  aan  Jan  van  Zwieren, 
Ileere  van  Opmeer,  van  Moeders  wegen  Kleinzoon  van  WllWm 

^  van  Eg.npnd ,  ftierf  zonder  kinderen.  '      / 

5.  Fiorentina  van  Heeir.ffede^  gehuwd  mft*  Charles  de  BOt' 
nemtcourtj  Heere  v^n  hatliloij^  in  Artois,  ïcogif  van  haarèn 
Neeve  Roeland  van  Héetnfledef' ]  mzoovïy  de  goederen  vtn 
Arlanderveen  ,  Vrijhoef  en  Omshdom  ,  en  moest  vervolgens 
hem  nog  onderhouden.  Bij  haar  overlijden ,  't  welk  voorviel 
in  den  Jaare  1564,  lie»  zij  na  de  volgende  kinderen:  L  Robért 
de  hamemicourt ^  Heer  vaa  Ott eland,  bij  Gorichem,  on|(e- 
huwd  geöorven.     II.  -Anna   de  Barnemicourt  ^    gdiuwd  aan 

'  Don  Fcrdinand  de  la  Cerda ,  2oone  v»n  den  Spaanfchen  Hertog 
van  Medina  Celi;  zij  hadt  kinderen.:  Wl.Phihpi  de  Barnemi-^ 
couTt^  Heer  van  Latilioij;:  deezé  tiao)  ter  Vrouwe  Louife  de 

'Chantilieve*  Erfdogter  van  Douvrijn,  diei^m  bacrde:  i.  ftö- 
hèri  de  Barnemiceuri ,  Heer  van  Ottdand ,  gdiuii^d  met  Agaes 
Schets,  Hlegcer  v«i  Gaspar  Schets ,  Baron  vaQ  Weftmaal  y  Ttte* 


HEEMSTEDE.  '   493 


Aurier  Generaal  van  de  Nederlanden.  2.  Jan  de  BarfiemicoMrf^ 
Heer  van  Tlllolj. 

Jan  van  heemstede  ,  boven  genoemd  ,  Baanderbeer  van 
Liesveldt,  Heemft ede  en  Zijlhof,  Ridder,  hadt  10  huwelijk 
Hadewij  t  dogter  van  Klaas  Corf  van  Boshuizen ;  te  Attuoaar* 
Bij  zijnen  dood,  in  15529  liet  hij  naa: 

Roeland  vk^  hbemstidb,  die  volgt. 

*^ofjne  van  Heemfiede ,  hadt  geene  kinderen ,  bij  Jozef 
Beemsc,  uit  Vlaanderen,  Heere  van  Melisfanc,  in  Holland. 

Cortfelia  van  Heemftede  ^  wierdt  de  echtgenoote  van  Floris 
van  Griboual,  Heere  van  Berquin,  in  Vlaanderen,  en  Raad 
te  Mecheien.  In  den  Jaare  1542  ftierf  zij  te  Gent,  oud  aa 
jaaren,  nalaatende  Adoff  van  Griboual ^  Heer  van  Berquin, 
welke  ter  Vrouwe  nnm  Jofina  Sasbout,  dogter  van  den  Prefi- 
dent  Arent  van  Sasbout,  Heere  van  Spaland,  gebooren  te 
Delft.  Uit  dit  huwelijk  kVamen  voort :  i.  Anttmij  van  Gri^ 
böualy  Heer  van  Plesfis  en  Berquin;  2.  Beatrtpc  ^an  GrU 
houal^  die  in  den  echt  tradt  met  den  Heere  de  Chévrij ,  Pro- 
voost te  Bergen  in  Henegouwen ;  3.  Catharina  van  Griboual ^ 
in  den  Jaare  16 13  getrouwd  met  den  Heere  van  Jumelles; 
4.  Louife  van  Griboual  \  5.  Florentina  van  Griboual;  6. 
Adriaan  van  Griboual;  7.  Juliana  van  Griboual. 

Roeland  van  m-temstede.  Zoon  van  Jan  van  Heemfiede; 
boven  genoemd.  Heer  van  Liesveld  en  Zijlhof,  trouwde,  in 
den  Jaare  1541  ,  met  Jaanna  Schooft ,  Dogter  van  Philips 
Schoofs,  Ridder  te  Mecheien»  Om  de  zwaare  fchulden,  in 
welke  hij  zich  Hak,  maakte  zij  met  hem  eeue  echtfcheiding. 
De  Heerlijkheid  Liesveld  verruilde  hij  aan  zijnen  Oom,  Fran' 
fois  van  Heem/lede,  tegen  de  goederen  van  Aarlanderveen ^ 
Outshoorn  en  Vrijehof;  welke  goederen,  gelijk  wij  boven 
zeiden,  hij  naderhand  verkogt  aan  zijne  Moei;  behalven  Zijl- 
hof,  \t  welk  Jakob  van  Duivenvoorde,  Heer  van  Opdam » 
yan  hem  kogt,  doch  door  Mr.  Willem  Pijnsfen  genaderd  wierdu 
Vermids  de  groote  fchulden,  in  welke  Heer  roeland  zich 
hadt  gedoken,  wierdt  de  Heerlijkheid  Heemftedey  bij  Decreet 
en  Executie  van  den  Hove  van  Holland,  in  den  Jaare  1552, 
verkogt,  en  kooper  daar  van  Ftncent  van  Loekborsfj  Rid- 
der» voor  18000  Guldens.    Heer  roeland  leefde,   tot  in  dea 

.    Jaare 


494    HEENVLIET.  HEENVLIET.  (Het  Oefagt  pm) 

« 

Jaare  1560,  op  de  Baanderije  van  Liesveld 9  waar  van,  id 
den  Jaare  1564,  door  koop,  eigenatr  wierdt  Hertog  Erik  van 
Brunswijk. 

Mee  den  dood  van  Heere  roeland,  was  dus  het  aloude 
Geflagt  der  Heer  en  van  Heemfiedey  in  bet  manlijk  oir,'  uit- 
gellorven. 

Zie  VAN  L£EuwEN,  Batavia  Illuftratas 


Hëenvliet,  eene  Heerlijkheid  en  Stede  ^  fn  het  Land  van 
Fêorn^  ten  Noorden  van  de  Maaze,  bevattende,   volgens  de 
laatfte  Verpondingslijsten ,  ruim  tweeêntwintighonderd  en  twee- 
ënvijftig  Gemeten   Lands. ,   en   honderdena&even   huizen.    De 
Regeeriug  der  Stede  oeffent,  binnen  de  Heerlijkheid ,  Burgerlijk 
en  Lijfïlraffelijk  Regtsgebied.     De  Baiijuw,  die  tevens  Dijk-' 
graaf  van  de  Bedijkinge  der  Heerlijkheid  is,  zit,  ten  aanzien 
van  het  Heemraadfchap ,  met  de  Schepenen  van  HeenvUet  als 
Heemraaden.    De  Stede  HeenvUet  is  gebouwd  in  de  gedaante 
van  een  halfrond,  in  welks  midden  een  ruim  Marktveki  legr# 
De  Oude  Rivier  de  Bormife  verftrekt  haar  tot  eene  haven, 
*dle  haaren  uidoop  in  de   Maaze  heeft.    Hoewel  eene  opene 
{Plaats,  bezit,  nogthans,  Heenv iie f  SiBids  Geregtigheden,  haar 
]  eerst  gefchonken  door  Heer  adriaan  van  kruiningitn,  en  n«- 
I  derhand  bevestigd  door  Keizer  rarbl  den  V.    De  Kerk,  hoe* 
I  wel  oud ,  is  nog  een  fraai  en  groot  Gebouw.    De  beroemde 
!  iiiGEL  MERULA  bekleedde  hier  weleer  het  Priesterampt.    Hee 
I  Stadhuis  (bat  op  het  Marktveld ,  gelijk  ook  het  HeerenhuU  f 
I  een  fraai  en  ruim  Gebouw ,  van  agteren  voorzien  van  aange- 
}  Qaame  plantaadjcn,  in  welker  midden  men  nog  heden,  rondom 
i  :n  het  water  beflooten,  de  Overbiijfzeis  ziet  van  *t  Slot  Ra" 
\  'efiein;  de  Kelders  daar  van  dienen  thans  tot  eene  Gevange- 
X  dsfe.    De  Regeering,   welke  geheel  door  den   Heer  worde 
m  angeddd,  beftaat  uit  een  Baiijuw,  die  tevens  Schout  is,  twee 
S  urgemeesters,  zeven  Schepenen  en  eenen  Sekretaris.  Aan  deÉp 
H  eere  ftaat  insgelijks  de  aandeUtng  van  den  Predikant. 

« 

1  Heenvlist  ^  (Hef  Gefiagt  van)  hoewel  reeds  voor  lang  uit- 
^eltorveo»  verdient,  nogthans ,  van  wegens  deszelfs  aloudeor 

hu9« 


HEENVLIET.  {Rei  Ceftagt  vm")  4J>S 


luister  en  aanzien ,  hier  vermeld  ce  worden.    Aan  bet  hoofd  van 
becseive  vinden  wij  .genoemd 

HuGO.  Hij  was  een  jonger  liroeder  van  Hendrik  van  Voorne^ 
Burggraaye  van  Zeeland ,  en  wierdt  Heer  van  HeenvUeiy  tusfcbeo 
de  Jaaren  1253  en  1373,  in  welke  jaaren  wij  zijnen  naam,  in 
*sLands  Gefchiedenisfeny  aannreffen.  Bij  zijne  huisvrouw  fufii*, 
na  van  tkize ,  Reijers  dogter ,  verwekte  hij 

N*  VAN  HEENVLIET  »  geuoemd  op  het  Jaar  1330.  Hi}  liec 
eenen  Zoon  naa, 

HuGO'VANHKENVLiET,  Ridder,  in  den  Jaare  139J,  gehuwd 
net  EHzaèeth  van  Po/anen ,  dogter  van  Philips  van  Polanen  en 
van  der  Lekke,  en  geftorven  in  den  Jaare  1404.  Hij  was  de 
IHgter  van  de  Priorij  te  Ruggen,  en  Vader  van 

L  Mn  aan  van  Heenvliei^  Ridder,  die,  in  den  Jaare  i3JH$f 
den  togt  tegen  de  Friezen  bijwoonde,  en  in  den  Jaare  1403, 
kinderloos,  (tierf.  Zijne  huisvrouw  was  geweest  Hadewij  vaa 
Borfelen,  dogter  van  Klaas  van  Borfelen,  Heere  van  Brigdaii)* 

IL  Jan  van  bbenvliet  en  van  Capttte^  in  den  Jaare  1399 
getrouwd  met  HeiMg  van  BêrfeUn ,  Rafens  dogter.    Bij  zijn 
overlijden,  *t  welk  voorviel  in  den  Jaare  1417,  liet  hij  naa: 
u  Frank  van  Heenviiet^  zonder  kinderen  geftorveu. 
9.  Elizabeth  van  Heenvliet ,  Nonne  te  Diepenveen. 

HL  EUzabetk  van  Heenvlies  f  gehuwd  met  Adriaah,  Heeré 
van  Crunhigen,  in  Zeeland,  aan  welken  zij  de  Heerlijkheid  vaa 
Heenvliet  hi  huwelijk  bragt 

IV.  Catharina  van  iieenvUett  In  den  Jaare  7405  getrouwd 
met  Henrik  van  Naaldwijk,  Maarfchalk  van  Holland,  Zoone  van 
Willem  van  Naaldwijk,  Ridder,  en  van  Sophia  ,  dogter  van 
Heere  Dirk  van  TeiUngen»  Bij  haaren  dood,  voorgevallen  Jq 
J421 ,  liet  zij  vijf  kinderen  naar 

Jan  van  heenvliet,  die  volgt. 

Jïlberi  van  Heenvliet. 

Gillis  van  Heenvliet. 
**  Dirk  van  Heenvliet.  ^ 

Jutte  van  HeenvHêt^  getrouwd  met  Jan  van  der  Maalflede^ 
in  Vhnnderen* 

Jan  van  hkbnvi.ist,  op  Blijeftein ,  Ridder  was  getrouwd 
met  Alijd  van  BerefiUen i^Woirms  dogter  van  der  Veere,  en 
liij  baar  Vader  vaa        t^^.  .   .  ^    -^  Jah 


45H5    .  HEENVLIET.  (Hef  Gifiugt  van) 


•  -  Japi  van  heekvjliet  ,  die  volgt. 

Elizabeth  van  HeenvUety  getrouwd  mee  Laureni  van  Céts^ 
bijgenaamd  d€  Rijke ,  Zoone  vaa  Liewe  van  Cats  en  van  Erm^ 
garde  van  der  Maalllede. 

,.  Svfeer  van  Heenyliety  in  den  Jaarie  1389,  gehuwd  met  MarJ 
g^etha  van  Groeneveld,  verkogit*::mden  Jaare  J418,  de  Heer- 
lijkheid Blijenflein  aan  haaren.Weeve  Jan  van  Heonvlitt  van  Ca* 
PS'H«ït,yoor  «ene  Lijfteate.  tiU  hadc  eene  dogter,"  die  in  den 
echt  tradt  met  Jan  van  Groeneveld. 

Jan  tan  hben vliet  )^ff  Kattendijke  en  Stavenisfe\  ho^ta 
genoemd ,  ftierf  in  \  Jaar  1410.  In  zijn  huweyjk  met  eene  doff- 
^  *y?9  \fV  ^.^^  Coulfter^  wiens  moeder  uit  het  geflagt  van  Ht^ 
mert,  bij  Woerden^  was,  verwekte  hij: 

Albref^  fan  Heenyfief  ^  Rjdder  ,  Heer  van  Scaveniife, 
omtrent  het;  J/^ar,  1419  dood  geflagen. 

WlLLlM  VAN  HEENVUBT,    diq  VOigU  ,      .  ..j^.  ■ 

yan  van  HeenykeK 

/Ignes  van  Heenvliet^  getrouw^  met  Jan  van  Egmond,  Hee- 
re  va»  Soetermeer ,,  ijopiio  van  Willem  van  Egmond  en  van 
iVfachtelt  van  Hemert,  was  Scfeout  van  Delft^  alwaar  hij,  in 
1427,  door  eenige  oproerige  -Maaslaeders ,  wierdt  doodgefla- 
gen.  —  Omtrent  dien  tijd  wprd^nog  vermeld  eene  Maria  van 
Jfieenvliei ,  getrouwd  met  Bou4ewija  Wlttemfe  van  Drenkwaart. 

Willem  van  heenvliet,  ijiev  van*  Kaïtendijke  en  StavenisfCi 
bovengenoemd,  ontlastte,  In  den  Jaare  141^»  bij  zeker  Hand* 
vest,  zijnen  Oom  Arend  van  Crumingen  en  »jnen  Neef  Jan  van 
Cruiningen,  van  den  doodflag,  begaan  aan  zljiien  Broeder  ^^ 
brecht  van  Heenvliet^  Heer  willem  leefde  nog  in  den  Jaartf 
1435,  hebbende  in  huwelijk  Margaretha  van  Romerswaal  ^ 
dogter  van  Niklaas  van  Romerswaal  ^  Heere  van  Lodijky  bij 
welke  hij  verwekte : 

Sweer  van  Heenvliet  f  Heer  van  Kattendijke  en  Stavenisfe, 
gehuwd  met  Margaretha  Pots,  Wouters  .dogter ,  te  Antwerpen, 
zuster  van  Maria  Pots,  die  getr^wd  was  met  Henrik'van  Ze- 
venbergen. Haar  Oom ,  Jakob  Pots  Eietersfe ,  was  ,  in  den 
Jaare  1457,  Schout  van  Dordrecht.  Sweer  van  Heenvliet  ftierfj 
iii  den  Jaare  1485,  zonder  kinderen,  en  wi^dt,  in  de  Paro- 
chiekerk  te.Goes,  begraaven,  onder  eenen  Zark,  op  welken 
zijne  acht  Kwartieren  Itaan  uitgehouwen.       . .     ^    .        j«m. 


♦sHËER-ABTSKERKE,  ♦$  HÉEfe-ARENTSKERKË.  ASif 

^^^^^M— ^^  I      "I  •  ■  ■— *—É— ■— ^Bi^W^^ 

• 

Jan  van  hienvlibt,  die  volgt. 

N.  van  Heenvliet^  houder  kinderen  geftorveil. 

Geertruid  van  Beenvlieti  eerst  gettoowd  met  N.  van  ded 
Dode  j  en  daarnaa  met  Jan  van  Oftende ,  kidder  In  Zeeland  f 
zodder  kinderen  gellorven,  in  1505. 

N.  van  Heenvliet ,  Nonne  te  Rhijnbürg. 

Jan  van  HEfiNVLiET  9  boVed  gedoemd ,  liet  alleenlijk  na  eèneil 

Bastaart»  JUxander  van  Heenvliet ^   Itierf  te  Brusfel,  inden 

Jaare  1500,  en  met  hem  het  iaatfté  Mansoir  vad  dit  adelijk 

geflagt. 

Zie  VAN  lbeüweK,  Bau  lUufi^ 

*sHEEit-ABtsRBRit£,  bij  vetkoriing  ScfirMekerki  eèn  Öorp 
en  Heerlijkheid,  in  Zuidbevtland ^  in  Zeeland^  ten  Oosten  va«^ 
Siinouiskerke f  waarfchijnlijk  dus  gedaamd  naar  eeden  Abt»  dia 
*er  voormaals  Heer  van  was»  Tegenwoordig  in  deeze  Heerlijk^ 
heid  onder  verfcheiden  eigenaars  verdeeld.  Het  Dorp  heeft  eene 
deftige  Kerk,  met  een  hoogen  dikken  Toren.  Weleer  was  zij 
aan  Joannes  den  Dooper  gewijd.  Thans  Wordt  de  HerVormdo 
Gemeente,  met  die  van  Sijnoütsketké  ^  door  éénen  Leeraar' be- 
kend. 

Zie  ^MAllegAnöb  ,  Kronijk  van  Zei" 
iandi  Oudheden  van  Zeeland* 

« 

•sHeer-aRents^erké,  een  6orp  eü  Heerlijkheid  van  mer- 
kelijk aanzien ,  in  de  Provincie  Zeeland^  op  *i  Eiland  Zuidbe^ 
veland.  Bij  de  Gereformeerde  Rerk,  een  lugtig  gebouw,  dia 
eenen  eigen  Leeraar  heeft,  öaat  een  zeer  zwaare  Toren.  Voor- 
tijds plagt ,  pas  buiten  het  Dorp ,  te  ftaan  een  zeer  ztmr  en 
welgébouwd  feafteel,  naar  des  Stigters  naam,  ^t  Huit  Schengen. 
genaamd.  Zedert  eenen  reeks  van  jaaren  heeft  men  het  afgebro- 
ken ,  en  de  fteeneti  der  zeet  zwaare  fondamenten  aan  de  Zec- 
weeringen  gebruikt*  Behatven  eenige  Polders ,  welke  zedert 
2ijn  aangedijkt ,  bevatte,  bij  de  laaiftè  meeting,  de  Heeriijkheid 
driehonderdnegenenveertig  Gemeten  en  iweehonderddertien  en 
eene  halve  Roede.  lu  den  Ja^re  1747  telde  men  ^er,  in  alles, 
honderdiweeënzeventlg  Huizen ,  lüet  eenen  Koornmolen. 


4^  •      tlÉERPË.  *skÉERENBERG. 


■«> 


Hêerde,  een  Dorp  in  G^A/tfr/ïaJïJ,  in  *t  Landdrostampt  vacr 
Velwwej  van  éen  deftig  aanzien,  en  zeer  verraaaklijk  pm  zijne 
ligfeïflë^?  toldderi  in  Geboomte  en  yrugibaare  Koornlanden,  om- 
ti-enc  cweë  üüfeii  ^^s  in  *t  Zuiden  van  de  Stad  Uattem.  'c 
Geen,  in  dien  oord,  eenigzins  zeldzaam  is,  vindt  men  hier  ver* 
fclieiden  .zeer  goede  fteeneii  Huizen ,  met  pannen  gedekt. 
Gelijk  h]^  meer  plaatzen  in  Gelderland^  ontmoet  men  ook  in  die 
Dorp  éèii  groot  ftèënèn  Kruis,  weleer  opgerigt  ter  plaatze»  al- 
waar eöh  moord  zou  gepleegd  zijn  aau  eènen  ongelukkige ,  voor 
welks  Ziele  de  Voorbijganjgers ,  in  een  Opfclirift,  aan  hét  Krul» 
gefield,  Vermaand  worden  te  bidden.  Tot  de  Gereformeerde 
Kerk,  die  door  haaren  eigen  Predikant  bediend  wordt,  zouden, 
vofgèns  zommigen,  wel  achthonderd  Ledemaaten  behöoren»  Bij 
liet  bbrj)  leggen  eenige  P^piermolèus. 

'sHklEKËNKÊRG,  eèri  CTraaflcHap  en  S'teédjCj  in  Gelderland, 
tusfchcn  kkcfdani  en  Doesburg  geregen,    lleeds  op  liet  Jaar 
lt^5  wórdt  daar  van  melding  gemaakt,  Ih  den  perfóon  van  hen- 
rik,  eerden  Heer  daar  van,  of,  io  als  de  haakooiheüngen  zich 
doorgaans  noemden ,  van  den  berg.  De  beroemde  willem  van 
DEN  BERG,  Vermaard  in  den  aanvans  der  Spaanfche  beroerten, 
die,  eerst  der  Scaatfche  zijde  toegedaan,  naderhand  van  partij 
wisfelde,  was  Heer  déèzer  Heerlijkheid.    Het  Steedcje  ^tHee^ 
renberg  legt  aan  den  voet  eens  bergs,  omtrent  een  uur  gaans 
ten  Noorden  van  Éénieyik.    \  been  'èr,  vóormstuls ,  bovenal 
de  aandagt  wekW,   y^SLS  het  Grinflijk  Slot,  in  de  gedaante  van 
een  Rondeel  gebouwd ,  titfoopeiicfe  in  een  z\Vaaren  vierkantige» 
Tortn ;'  van  vooren  iid'd't  tó  ieii  jgtdoten  VöörbOl^;  en  Van  ag- 
feröh  eën  hoogen  aarrfèn  \V^i;    Voorts  Kg  liet  Hxii^  middb  i\i 
diepe  en  wijde  Gragten.    ïn  dè  Maaiid  Odlotiér  des  Jaars  1735 
wierdt  dit  Gebouw,  nieereiideels^,  een  prooi  der  vlïimnien ,  doch 
il  zedert  eenigzins  hérbbüvvd.    liet  Stedeke  heeft  éene  Ge^éfor- 
mcerde  Kerk,  dfe  door  dérieh  Léeraar  'wordt  bediöid,  alsiliede 
eene  Statie  voor  de  Koómsclige&iiideft ;  voorts  een  Ratidliuis^ 
Gasthufs  en   Stads  School.     Het  Kollegie  tér  Adttiralïcelt  te 
Amftèrdam  houdt  hier  eeh^  Ontvaöger  der  Licénten ,  Kontra- 
rolleur  en  tV^'ee  Komniizeh  ter  Recherche.  Oöder  h'Ei  Giraafltha^ 
i)ebooren  de'Ampien  en  Heerlijkheden  dndriugin  ^  Elfen  ^ 

Zed: 


y 


♦aHEERËNDVk,  (V  ffnis)  èta,  4flJ> 


op  de  b1]2otid'efe  Arcfkeleti. 


«Ie  Tegenw.  StaOt. 


*sHfiEAENDVit,  (V  Huis)  ftaande  aan  de  rivier  de  Ysfel# 
tiiet  verre  van  Tsfelfieiti.  Het  wierdt  gebouwd  door  de  Ge* 
2inte  der  iltrnhutters ^  en  diende,  in  den  beginne ^  toe  eeoe 
wooninge  voor  vijftien  of  zestien  perfoonen  van  die  liedtn, 
welice  nadërliand  tot  ruim  veertig  zijn  aangegroeid.  2ints  den 
tijd,  dat  het  verblijF  te  itiit  opgang  heefc  gemaakt,  zijn  de 
nieede  bcwooners  derwaarts  vertrokken,  en  is  die  Gebouw  ia 
minngcinge  geraakt* 

.  ^sHberen-henriks- KINDEREN -KER«,  bij  vcrkorting  Üeer* 
Heins' Kinderen,' Kerk ^  een  Zeeifwsck  f)orp  en  Heerlijkheid, 
In  Zuidbeveland^  omtrent  c()fi  half  uur  van  de  Stad  Coest 
Het  voert  dien  naam,  naar  de  Kinderen  van  zekeren  Ridder 
tiENRiR,  die  het  Kadee! ,  door  deu  Vader  begonnen,  hebben 
doen  voltooien*  Het  Kadeel)  met  zeer  zwaar  Muurwerk» 
van  bintien  voorzien  met  een  vierkanten  Voorhof»  en  uit  het 
water  rondom  op^bouwd,  bezlf  verfcheiden  Vrijdommen  en 
Geregtigheden*  Voor  deezen.  wu  de  Heerlijkhetd  de.  eigen* 
dom  der  Heeren  van  maalstede,  eertijds  eensmagtii^  Gefla^ 
in  Zeeland*  J^Ieer  wolfakt  van  maalstebe  verkogt,  In  den 
Jaare  144.0».  deqze  Riddertiike  wooning,  met  de  hnderijen, 
dnc  onder  behporende  ,  aan  ..Heere  jan*  ruigrok  van  der 
WBRVfi,  wiens  Wapen,  nog  in  ^t. einde  der  jongstyerloopene 
Ëeuwe,  aaii'  den  ingang»  boven  de  Poort  gezien  wierdt.  Na- 
derhand zijn  daar  van  eigenaars  geweest  de  Heeren  van  water- 
Vliet.  In  den  Jaare  ^(^85  kwam  dezelve  aan  den  Heer«  per-» 
i>oNCHER.zEDLENiTSKW  een  Poolsch  Edelman,  welks  naakoof 
melingen  qog  heden»  ip.de  Stad  Utreckf>,  in  weezen  en  bewind 
zijn.  Het  Dorp  heeft  eeo  tameiijjc  groote  Kerk,  metreen  fraalea 
toren.  Üe  Predikant  van  ff^^fikcrke:  tmm  hief;  ook  den 
Pienst  waar.    . 

^  •  li  a  Hb«- 


?oö  HEERENVEEït 


Heer£Nve£N  »  een  groot ,  welvaarend  en  fraai  betimmerd 
Dorp  of  Vlek,  in  Friesland^  in  bec  Kwartier  der  ^^venii'^^; 
den^  gelegen  op  de  grensfcbeidingen  van  drie  Grlecenijen,  Hdt" 
herland^  Schoterland  en  yEngewirden ,  tot  ieder  van  welke 
een  gedeelte  der  Plaatze  behoort.  Het  Vleit  ontleent  zijnen 
naam  van  een  uitgebreid  Feen ,  in  de  nabuurfchap  gelegen.  Vol- 
gens SCHOTANUS  zou  dity  Weleer»  een  groote  Moerjs  geweest 
zijn,  doch  vervolgens»  droog^  gemaakt  zijnde,  veel  Turf  heb* 
ben  uitgeleverd,  zo  als  het  nog  doer.  De  Heer  pieter  van 
DEKAMA ,  Ridder  en  Raadsheer  in  het  Hof  van  Friesland ,  ne- 
vens de  Heeren  kuyk  en  Forrs,  kogten,  naderhand,  deezeVeen^ 
landen  van  de  eigenaars  of  droogmaakers.  De  koopbrief ,  ge- 
dagtekend den  24  Juni]  des  Jaars  155 1 ,  Is  nog  voorhanden.  On» 
deeze  koopgemeen(cbap  wierden  de  koopers  de  Heeren  Kern- 
paguons,  en  hun  eigendom  het  Heerenveen  ,  zo  veel  als  hec 
Veen  der  Heeren  genaamd.  Ter  bekoominge  van  eene  voeg- 
zaame  gelegenheid  on\,de  Turf,  te  water,  te  verzenden,  wierdt 
men  te  raade,  eenen  Vanrt  te  graaven,  aan  den  Oostkant  van 
het  Veen,  omtrent  her  Dorp  Oldehome^  tot  in  de  Knindery 
om  alzo ,  langs  dit  riviertje ,  een  vrijen  nittogt  te  hebben  in  de 
Zuiderzee,  en  aldus,  na  Holland  en  elders,  de  Turf  te  kun- 
nen verzenden.  Doch  vermids  dit  riviertje  te  ondiep  wierdt 
bevonden ,  veranderde  men  van  plan.  Van  't  Hasfcher  Kenveni 
af  groef  men  eenen  Vaart ,  dwars  door  dit  Vlek ,  tot  aan  de 
Veenen.  Vijf  jaaren  befteedde  men  aan  het  graaven  van  deezen 
Vaart,  zederc,  naar  de  Heeren  Kompagnons,  de  Heerenftooi 
genoemd.  Deeze  Vaart,  bijkans  vier  uuren  gaansvlang,  is,  van 
de  Erandflerfchansy  eene  Buurt,  omtrent  een  vierendeel  uura 
van  Heerenveen  gelegen,  tot  aan  dit  Vlek,  en  verder  Oost- 
waarts, na  de  Veenen,  meer  dan  een  uur  gaans,  in  de  lengte ^ 
aan  beide  zijden  bebouwd  met  Burgerbuizen ,  en  deftige  Boe- 
renwooningen.  De  lange  ftreek  huizen,  boven  het  Heerenveen ^ 
boewei  onder  de  algemeene  benaaming  van  de  Knijpe  bekend , 
voert,  egter,  hier  en  daar,  onderfcheidene  naamen,  van  V 
ilfdr,  de  eigenlijke  Knijpe  ^  Nieuw -Brongerga  en  Nieww* 
Katlijk.  Wegens  het  geul  en  tot  gemak  der  bewooneren, 
wierdt,  In  dien  flreek',  in  den  Jaare  lódi,  eene  Kerk  geftigt, 
en  met  een  eigen  Predikant  voorzien.     Ook  hééft  men ,  ia 

de» 


HEtRENVEEN.  501 


éen  Jaare  1715  ,  in    den  Bandfierfchans ,    ccne    Kerk   ge- 
bouwd. 

De  eerde  ftigting  van  het  Vlek  Heerenveen  moet  gefteld 
worden  op  het  begin  der  voorgaande  Eenwe.  Zedert  het 
Jaar  1^13  hadc  de  Hervormde  Gemeente  aldaar  een  dgen 
Leeraar,  doch  die,  m  een  gemeenen  Schuur,  den  predikdienst 
verrigite,  tot  in  het  Jaar  1633,  wanneer  men 'er  eene  Kerk 
timmerde.  Vermids  deeze  Kerk  llondt  op  de  grensfcfaei- 
ding,  tosfchen  de  Grietenijen  Schot  er  land  en  jEngewir^' 
den ,  gaf  zulks  aanleiding  tot  oneenigheden  tusfchen  de  weder- 
zijdfche  Grietmannen.  Slegts  een  korten  tijd  wierdt  hierom 
dit  gebouw  tot  den  predikdienst  gebruikt.  In  den  }aare  1637 
deedt  ile  Grietman  van  Schoierland^  in  zijne  eigen  Grietenij» 
eene  fraaie  Kruiskerk  bouwen ;  de  Ridderlijke  Duitfche  Orde , 
ter  Balije  van  Ü f  recht  ^  hadt  daartoe  den  grond  giefchonken. 
V9n  het  eerstgemeide  Kerkgebouw  wordt  thans  de  eene  helft 
tot  eene  Waag  ,  de  andere  tot  eene  School  gebruikt.'  De 
Doopsgezinden  j  welke  hier  vrij  talrijk  zijo,  en  voorheen  on« 
derfcbeidene  Vergaderplaatzen  hadden  ,  verzamelen  'er ,  zints 
eenigen  ti|d ,  in  één  Predikhuis.  Wijders  is  hier  ook  eene 
Statie  van  Roomsgezinden. 

Het  Heerenveen ,  \  welk ,  in  getal  van  inwooners ,  meenige 
Stad  overtreft,  is  niet  alleen  dfgt  bebouwd  met  een  aanzien- 
Jijk  getal  fraai  Burgerhuizén ,  maar  pronkt,  daarenboven,  mee 
«enige  fraaie  Heerenhuizen,  uit  twee  van  welke  fraaie  Torens 
ten  dake  uitdeeken.  Een  aanfehouwer,  (taande  in  't  Zuidwes- 
ten der  Plaaue,  hebbende  de  Knijpe  ter  regter,  en  den  Hee^^ 
renwal  nevens  BandOerfcham  ter  (linkerzijde,  verbeeldt  zich, 
eene  wijduitgeftrekte  Stad  te  ziea,  pronkende,  in  *t  midden, 
met  drie  iïraaie  Torens.  Misfcbien  moet ,  in  den  bloei ,  wel- 
vaart en  't  aanzien  deezes  Vleks,  de  reden  gezogt  worden, 
waarom,  met  voorbijgaan  der  Stad  Slooten  ,  in  liet  zelfde 
Kwartier  gelegen,  de  Maandlijkfche  Klasfikaale  Vergadering 
van  Zevenwouden  ,  en  om  ieder  zevende  jaar  de  Sijnodaale 
Vergadering  dor  geheele  Provincie ,  hier  gehouden  wordt. 

Zeer  koop-  en  neringrijk  is  voorts  dit  Vlek.  Men  vindt 
aldaar  Scheepstimmerwerven ,  Kaikoven^,  verfcheiden  Molens, 
Brpuwerjjen,  een  groot  getal  aanzienlijke  Winkels  van  ver- 

Ii3  '  fchil- 


5.0^  HEERENVEEN  ^  's  HEBRENZAND VAART ,  enz. 


fchilleBdeo  m^xt,  eene  Boek^ukkiery»  en  voof^l  ^ee^e  grooto 
menigte  Horologiexnaakers*  De  zo  genoemde  Friefche  Klpkken^ 
qf  Uurwerken,  .wpr4^  hifr  en  in  hei  i^bmirige  Vljsk  dejou^^er^ 
meestal  geiqaakt.  De  Weckmarkc »  vp^al  in  4en  Her^t ,  is  zepr 
Uod^n(je^  n^^  dan  ^rjehoq^eré)  W^^i^»  °)^c  ^Qi^e  of  ^Otfik* 
wek  bel^ad^n,  ;siet  la^  '^r  j^%if^  ^o^(|i4^  aanl|;p9iiie9« 

ld  den  Ja^re  167%  ^  pm^  d.e  Fr(infch^n  ^ea  go^d  deel  vav 
Ifederl^  b^agt^gd  bmJWen,  /eij  F^Usl^ni  in^dijks  g^reigjl 
wi^dc,  (eide  ineQ,  rpj^di^  .dit  Vl^k>  opi  liec  Gew«^t  te  dek- 
k.ep ,  eeffi  Aar4^  WW ,  VAU  (iff^  ^bt^  Gin^t  qmri^g^-  PP 
SiS^iing^  i^^annde  ileidi  ui^  JBgpger  r  Kojpp^gniëp »  geirc^D 
uit  de  iSceden  Lauwerden  m  Fmnpker  ,  de^U  ^l^  Stutfd^ 
JCoegüen ,  flondc  onder  het  bev?l  van  PiM^  ^Aua^r^  van  i^as? 
Mu  en  HBitiRic  KAZiMiR  VAN  ^Mi^üfJ ,  EfflfeultoffdjBr  yj^  |F//«r 
iémd^  aejvens  de  Gonecaals  van  raiq^n^ap^t  en  Jr-  HAif^  wiL^ 
hSM  VA2Ü  AiLVA.  In  dsn  nafibit  cusCch.c;}  4en  ^l9CciQUi469  /sn  qe- 
gemieaden  Augustus  diens  jaiP9»  xieeden  de  R^un^erfolftn^  ^ 
driemaaten  coe,  eepen  geiir^'33ii/a9nv»ii0i>  ilee^e  Ptofs>  docb 
«viesde^  telkens  van  daar,  en  «ervcdgeiis  pir  Ij^et^heeleiGew^tt 
verdreeven.  Veel  vroeger,  te  weet^  lp  deQ  Jaargi  ^£^^'^  hadc 
eene  Spaanfche  Keurbende,  van  achth.Qfli4erd ICnegtfio  enzevendg; 
CLuiters ,  eeaen  aanvtl  op  Heer^nvetn  gecj^ga  ,  met  oogmerk 
om  langs  dien  weg  zich  iQt  19  *t  l;gr^  der  Proi^^ipcie  .eenen  weg 
te  baanen.  Dodi  de  moed  der  9ii^ger,en  4eedt  hun,  wsel  l^uist, 
den  herti-ed  iieemen.  Dier^cJüjk  lepne  bej^geging  p^oooette  oo^ 
dén  Spanjaarden ,  voor  de  Rond.ujt ,  op  dj9n  weg  na  het  Dorp 
J^UefcIwêt  ^l^en ,  en  die  In  ^erJil  y^^flieilkt  w^. 

Zie .  SCHOTANUS ,  Befcbf.  v^n  Frie%ïani\ 
V  Ontroerd  Ne4tfiiand\  aitzema* 


•s  Heerenzandvaart  ,  eene  kleine  Bauic  ,  Biet  verre  van 
Haarlem  y  behoorende  onder  de  Heerlijkheid  van  Heem  ft  ede  ^ 
peest  bevvoond  van  •Kleerebleekers. 

Heer-jans-,dam  ,    eene  AmbagtsheerKjkheid  en  Dorp,  ia 
^nMfind^  in  den  ZwfJndrecAffihenW^iaxi^  paaiende  ten  Zuid- 
westen 


HEER -JANS -DAM,  >HEER^JANSLAND^  cnz>   go^ 


jve^ten  ^ao  jjj5  4f^f  ^'^  >  en  ;en  Nooj:cI westen  .aan  de  Waal.  Wel- 
;€er  p.tegt  hier  ^en  Dam  te  leggen ,  in  plaats  van  wélken ,  ip 
Jden  Jaare  J741,  èene  aanzienli]Ice  Sluis' gemaakt  is,  4ie  ruiqi 
dertigduiz?fi(J  Guldens  heeft  gekost.  De  Heer  jan  yi^  roó- 
ZENDAAL,  .Bedijker  van  dit  Ambagt,  hééft  daar  aan  zijnen  naam 
gegeeven.  ^let  bevat  tweehonderdtwe^êpzêvèptig  iMofgens  *ea 
tweehonderd  Roeden  Lands.  In  het  DorpV  'i  'welk  vrij  net, 
in  de  jiengte,  is  gebouwd,  ftonden  nog  onlapgs  vijfenzeventig 
Huizen.  Mén  heeft  hier  een  Veer,'  "t  'welk  tot  een  dóortogt  üt 
het  Strijenfche  Sas  en  den  Moerdijk  verdrekt. 

^sHeer-jansland,  of  siR  JANSLAND,  ook  wcl  NieuW'Drei^ 
fcifor  gena^n^,  door  den  .Vloed  yan  den  Jïiare  12881  vs^p  *t 
T^^ni  s^  pireifchQf:  ^Sg^^oii^niii  ^  legt  Ju  Zeeland^  op  ^t  Eiland 
pulvfiand.  A.ls  i.ei  merkwi?i?lrdigs  vindt 'niep  aapg^ipken^,  jd.^t 
^e  Tienden  in  ^s  fleer -Jansiapd  yerpagt  wordf,n  voor  Ppjjd^ 
Sterliflgs ,  nielke  men  hier  'berekent  tegen  ijiep  Holla^dftli^  .G»l- 
;dens.  ,Geen  igonoegz^ainepa  ^rqnd  y  evenwel ,  ^«eft  het  gevoe- 
len der  zulken,  die,  ^pra  dee^e. reden,  j^is  ^oede  om  dJ^t  het  Am- 
i>3gt>  bij  wijlen  ,  Sir  ^ansland  wpi;dt  genpemd»  efiji  ^pgel3Ch- 
ipan  voor  den  e.erften  Bedijker  houden/  JDe  Polfier  ;t>e\F^t  ni 
^ftnoeg  y  in  ^Ilgs ,  dertienhonderd  Gemeten  Lgn^s.  JH^t  JJorp, 
ioew^l  ni^t  groot,  is  zeer  aangei^aaip  gcjleïegen,  .cjn  gi^t  oqbjB- 
vaUig  in  een  ronden  kring  gebouwde  ffet  is  zindelijk  bsftrjigt, 
^en  wprdt  wel  onderhouden.  In  't  midden  ft^at  h^t  JCeckje,  .e^- 
tljds  eene  Kapel,  een-net  gebcmvv,  en  in  deeze  pepwe,  in 
^plaat j  van  den  voorgï^anjJen ,  met  leqn  fle;fli|k  Torenqe ,  op  gp- 
.jmeene  kosten,  verfierd.  De  La^idbpuw  ^n  Vi&fcft^rij  ,?iin  ^e 
voornaamQe  bronnen  van  't  beftaan^jier, ingezetenen. 

Heermaale,  (fi^ris.van)  was  de  perfoon,  x*o  welken 
Prins  wiLi^EJ^  D£  I,  in  den  jaare  1579,  zich  bediende,  cpi 
de  üqie,  of  ^adore  .Vereeoi^ng  y^.Utrechi,  te  bewerken. 
l|oen  bij,  bij  de  yexaodeting  der  Regeepnge,  in  den  .Jaare 
1586,  die  Stad  ;noe$t  yedaaten»  namen  de  Staaten.van  H^U 
land  h^i^,  nev^As  eflnige  anderen,  onder  hunne  bijzondere 
Jjefchermii^e. 

li  4  '    Hees- 


i 


504         HEESBEEN,  HEGIUS,  (ALEXANDER) 

HsESBEENt  een  Dorp,  Slot  en  Ambagtsheeriijkheid ,  onder 
bet  Regtsgebied  van  Heusden^  en  aan  den  Oostkant  van  die 
Stad  gelegen.  In  vroegere  tijden  behoorde  het. Dorp  aan  de 
Heeren  van  heesbben,  die  aldaar  een  voortreffelijk  Slot  of 
Kadee!  bejaten,  aan  de  Oude  Maaze;  doch  *t  welk,  naar 
men  verhaalt,  in  den  Jaare  1589,  door  die  van  Neusden,  Is 
afgebroken.  Heesteen  wordt  met  Aalhorg  door  den  zelfden 
Predikaüt  bediend ,  die  onder  de  Klasfis  van  Gorichem  (laat. 

Zie  OUDENHOVEN  en  van  leeuwen. 


Heoius  ( ALEXANDER)  gebooren  In  het  Dorp  Gein,  in  \ 
Munflerfehê  gelegen,  in  den  Jaare  1433,  was  een  fieraad  der 
Eeuwe,  in  welke  hij  leefde,  hoewel  zijne  vroege  jeugd  en 
*i  beste  gedeelte  van  zijnen  leeflijd  niet  veel  goeds,  beloofden* 
Want  verflingerd  op  de  Schoolfche  zottemijen  of#o  genaamde 
diepzinnigheden ,  verfleet  hij ,  in  *t  beoeffbnen  van  dezelve ,  de 
eerde  veertig  jaaren  zijns  leevens^  en  wierdt,  tot  loon  zijner 
fchraale  verdienden  ,  met  het  Meederfchap  bekroond.  JDoor 
eigen  vernuft,  of  door  vreemde  opleiding,  zag  hij,  eindelijk, 
de  ijdelheid  dier  beuzelinigen ,  en  fchudde  het  fchooldof  af, 
vooral  zints  hij ,  ter  goeder  uure ,  bekend  wierdt  met  den  ge- 
leerden RuooLPHus  AGRicoLA.  Van  dieu  tijd  af  lelde  hij  'Zich 
toe  op  de  Griekfche  en  Latijnfche  Taalgeleerdheid,  en  op  wee- 
zenlijke  kundigheden.  In  weerwil  zijner  gevorderdheid  in 
jaaren,  maakte  hij  hier  in  merkelijken  opgang,  en  verworf  zo 
veel  roems,  dat  het  Ampt  van  Redtory  in  de  vermaarde  Schoo?e 
te  Deventer ,  hem  wierdt  opgedraagen.  Veele  geleerde  Mannen 
zijn  uit  zijne  Schoole  voongelprooten.  ,  Genoeg  zij  het,  eener 
uit  alien  genoemd  te  hebben ,  onzen  geleerden  Landgenoot  desi- 
DERjus  ERASMus.  Met  veel  loft  fpreekt  deeze,  op  verfcheiden 
plaatzen  in  zjjne  Brieven,  van  hecius,  en  van  het  onderwijs, 
in  zijne  vroegde  jeugd ,  van  hem  geuóoten..  Men  verhaalt  dat 
gemelde  aoricola,  op  zekeren  tijd,  de  School  van  hegius 
bezoekende ,  een  Latijnfche  Thema  van  erasmus  In  handen 
kreeg,  en  daar  uit  toen  reeds  voorfpelde,  dat  de  Jongeling  hec 
S€er  verre  zoy  brengen*    Hjloivs  leefde  met  agricola  in  eenQ 

ge* 


HEGIUS,  (AJ^EXANDER)  IlEIDz\NUS.  (KASPAR)  50^ 

gemeenzaame  vriendfchap ,   pleegde  hcra   dikmaals  raad  ,   en 
zondt ,  telkens ,  aan  dien  kundigen  Letterlield ,  zijne  fchrlf- 
len,  ter  leezinge  en  beoordeelinge ,  voor  en  aleer  hij  dezelve 
door  den  druk  gemeen  maakte.    Zijn  fchrijfïïijU  op  den  leest 
der  Ouden  gefchoeid,  muntie  uit  boven  dien  van  de  meesten 
zijner  tijdgenooten.    Zijne  vorderingen  in  het  Grieksch  waren 
niet  gering ,   en  in  de  Latijnfche  Dichtkunde  hadt  hij  bijkans 
zijns  gelijken  niet.    Zo  hoog  liep  hierom  de  beroemde  david 
CHYTiUEUs  met  onzen  hegius,  dat  hij  hem  en  rudolf  lan- 
Gius,  Kanunnik  te  Mufifter^  de  eerde  herftellers  der  Letter- 
kunde noemde,  welke  der  Jeugd  de  rechte  manier  van  ftudee- 
ren  hadden  aangeweezen.    Hegius  wierdt ,  in  't  laatst  van  zijn 
leeven,  nog  Predikant  te  Deventer.    De  juifte  tijdTiijns  overlij- 
dens  is  niet  bekend.    Van  hem  gaan  in  druk  uit ,  Dialogi^ 
BfiftoféSy  Carmina  en  Epigrammata. 

Zie  ADAMi  Fsfée  Fhihfophorum. 


Heidanus»  (raspar)  een  vermaard  Godgeleerde  der  Zes- 
tiende Eeuwe  ,  was  gebooren  te  Mechelen ,  en  door  zijnen 
Vader  befterod  tot  den  Geestlij  ken  (laat  in  de  Roomfche  Kerk. 
Tegen  'c  oogmerk  y  was  dit  de  weg  ,  die  hem  tot  den  Her- 
vormden Godsdienst  leidde.  Zijn  vlijtig  onderzoek »  in  zijne 
jonge  jaaren ,  bragt  hem  in  kennis  met  de  gevoelens  der 
Nieuwe  Leere,  die  hem  derwijze  aanneemelijk  voorkwam, « 
dat  hit  9  onmagtig  om  *c  geen  hij  voor  waarheid  hieldt ,  in 
zijn  gemoed  te  fmooren,  *c  geen  in  zijne  Ziel  omging  zijnen 
Ouderen  mededeelde.  Zij  zonden  hem  daar  op  van  de  hand« 
uit  vreeze  voor  zwaarigheden ,  welke,  in  die  gevaarlijke  dj» 
den»  veelligt,  hunnen  eenigen  Zoon  mogten  treftn.  Te  Ant^ 
werpen  ,  daar'  hij  aankwam  ,  liep  hij  eenige  dagen  rond  om 
een  bedaan  te  zoeken.  Hij  vondt  het  bij  eenen  Schoenmaa- 
ker  »  welken  hij  ,  als  Leerjongen  ,  zijnen  dienst  aanboodu 
"Zijne  arbeidzaamheid  en  gefchiktheid  deedcn  hem  fpoedig 
*s  Meesters  gunst  en  agting  wihnen,  en  den  Jongeling  in  zijn 
tiuis  neemen.  Terwijl  zijne  mcdgezellen  zich  elders  verlustig- 
den, bleef  hij  thuis y  en  ileet  den  tijd»  weiken  bij  niet  op 

li  5  den 


So6  HEIDANÜS.  (KASPAR) 


den  Drielhl  doorbragt,  in  letcerarbeidy  vooral  ook,  doch  zeer 
heimelijk,  met  het  leezen  der  Schriftuure.  Op  zekeren  Zon- 
dag  hem  betrapte  zijn  Meester  in  deeze  ^odvrugtige  bezig- 
heid. Aan  fchelden  en  raazep  was  hier  op  geen  gebrek  aai^  ét 
zijde  des  Schoenmaakers ,  die  hem  voor  eenen  Ke'ctcr  uinpsuk^ 
te  ,  en  onder  't  oog  bragt,  het  gevaar,  waar  aan  hij  zicli 
xelven  en  *t  huis  zijns  Weldoeners  bloot  (lelde,  in  gev^^lle  zijti 
veroordeeld  bedrijf  rugtbaar  wierdt.  Heidanus  liet  zich  hier 
door  niet  aflchrikken ,  maar  toonde  zich  gereed  tot  bet  door- 
Kaan  van  de  uiterfte  folteringen.  Op  deeze  verzekeringen  ont- 
dekte zich  de  Schoenmaaker ,  en  dat  hij  van  de  Gezujverdc 
Leere  niet  afkeerig  was.  Gelukkiger  voorval  konde  heidanu^ 
ï^iet  wedervaaren;  hij  mogt  nu  zijn  hart  vrij  uit  fpreekep»  en 
kreeg  gelegenheid  om  met  lieden  van  zijne  denkwijze  jte  ver- 
Iteeren;  welke  hij,  daarenboven,  verlicl^tte,  in  de  kennisfe  d^r 
Schriftuure,  door  zijne  bedrevenheid  in  de  gewijde  Taaien. 
Zelf  aanvaardde  hij  wel  haast  het  Leeraarampt,  hi  de  plaats 
van  eenen,  die  op  't  Moordfchavot  was  omgekoomen. 

Naa  eenigen  tijd  hier  de  Gemeente  bediend  te  hebben,  wel- 
ke hij  niet  verliet,  dan  om,  nu  en  dan,  de  Hervormden  in 
'Holland  te  ftigten,  geraakte  hij  in  merkelijk  gevaar.  Ter  ge- 
legenheid'van  een  nieuw  bevel  tot  het  uitvoeren  van  de  Bloed- 
plakaaten,  wierdt  hli  gezogt  en  opgefpoord  door  eenen  On- 
derfchout.  Heidanus,.  voor  hem  vlugtende,  nam  de  wijk  op 
een  heimelijk  gemak ,  daar  hij ,  ter  naauwer  nood ,  de  handen 
zijns  naazetters  ontkwam.  Thans  in  de  Nederlanden  zich  niec 
«neer  veilig  agtende  ,  toog  hij  na  de  Palfz ,  de  wijkplaata 
van  veele  Nederlandfche  Hervormden.  Het  Klooster  Fraft' 
kendaal^  hun  door  den  Keurvorst  gefchonken ,  en  naderhand 
tot  eene  Stad  vergroot,  verfchafce  hun  aldaar  eene  veilige  woon- 
plaats. •  De  berugte  petrus  dathenus  was  aldaar  de  eerde  Ne- 
derduitfche  Leeraar ,  en  onze  kaspar  heidanus  diens  opvolger. 
Niet  alleen  won  hij  de  gunst  zijner  Gemeente,  maar  ook  van 
den  Keurvorst,  welks  Zoon  hij,  als  Hofprediki?r ,  verzelde  op 
zijnen  ongelukkigen  togt  na  de  Nederlanden.  Naa  't  fneuvelen 
van  den  jongen  Vorst,  op  de  Mookerheide ,  fteeg  heidanus  cp 
paerd ,  en  vlugtter  daar  mede  na  Holland^  van  waar  hij  eerlang 
overilak  na  Zeeland \  in  welk  Gewest  hl],  te  Middelburgs  de 

Ce- 


HEIDANüS,  (^SPARJ  9EIPANUS.  C48RAHAM)  50?r 


Gm^^f^  fipolgei)  iSffl  bpdfefl^  .  Ii9^  de  Cffjfldfcfrc  Bevredipng 
keerde  hij  weder  na  Antwerpen,  en  vervolgens  in  de  Pflltiy 
^  hij ,    al$  X^p^iieoer  te  fiacJ^firae^  zijoe  dsj^n  eipdl^de. 
jieer  vèiel  dj^en;^  hadc  mpiifps  f^  d^  jGemeöue  d.e^  JLieivorm- 
den  ged^*    De  l^ed/er^uificbe  V^rj:^alij^  vajj  den  HH4elbetg' 
fcke^  Katecbimus ,  mee  de  aai^cel^e/gdog  d^r  S^rifcuyxtexcen  op 
^n  ]c^>  oog  l^denbfj  de  Nederlandfcbe  Ker]c  ^  ^ruijc,  13 
i^Vïv^i  van  zijp^  ^rj^ieidzafunen  vljjc.    DeLuur^ie,  of  Kerk* 
dienst  9  agter  den  Kacechismus ,  is  ook  door  hem  daar  nevens 
^V|9^*  -r~  I^fiJDANus  Jiec  eenen  Zo^n  ;^af ,  insgelijk3  ka^par 
^^pafund^  fleez^  (ii|erf;  ia  den  Jaare  i.$3(>  xe  AmRsrd^^fn ,  ajl^ 
^ifar  ]|||jj;  zed^rt  hec  Jaar  1608,  l^et  I^jeeraacsuppt  ^adt  wa^rge^ 
ly^ef  •    £i<eh^Lv/en  ^^kvl^ca  ,  v^o  welken  wij  ^raks  z^Uen  fproeN. 
^,  v^lV/eifcce  ^qeze^  b;ïj  clara  van  jp«m  bq^e^  ee^^en  ^0017 , 
jqha;n^,k3  »  «em  j^era^  te  Naarden »  vervolgen^,  ^e  Rotter^ 
fi(^>  ^  e;inde/ij,k  te  Jpifterfiiw*    Kasp^  coruUkiE^N,  de  Int- 
xqegpde  Stads  Ujftori^brjjver,  was  van  deiszea  af^comAig,'  «a 
.4u^  QjQ|k  de  om^fKum  ^  nog  heden  te  Am  fier  dam  in  weez^' 

Zie  wiTT^CHii  Qr^fip  Funehris. 


Heidanus  »  .(  ABRAHAM )  de  Zooo  van  den  Amfierdamfehe^ 
Aj^f^joaa,  (teiks  genoemd,  en  Kleinzoon  van  deo  eecstgemeiden» 
wierdc  gobooren  te  Frankendaal,  in  den  Jaare '1597;  hij  Jtwam» 
4Det  icjjnen  'Vader,  xe  Am  fier  dam  y  in  *c  Jaar  jdoiB*  Hier  lelde 
Jiij  de  gooden  van  ^aaikennisfe,  en  verdok  eerlang  Aa  Leiden^ 
jdaar  hij  *c  onderwijs  genoot  van  den  gemaatigden  Hoogieéraar 
^Afiiu;L  coLONius,  welke nict  naliet,  hem  zijne  beginzels  in  te 
fcherpen.  Mét  eene  vlijtige  beoeffening  der  jGodgeleerdheid  ea 
^ndore  y^up^^cbapte  :k;un(Ughe4^ ,  paarde  hij  die  4er  Wij^sbe- 
^eorte  van  ahistqt£;les.  Kort  ,n^  zijne  beyorderlng  tot  Pip- 
tPeiw»t  in  4e  .Walftbe  Cem^^flte »  dee4t  ^i)  ^^  J^evse  dqqr 
PMifkcbifind,  ZyfifurlfP^,  )«IP,  wa.eegig  WM«IV.te  ^.^neve^ 
**>«r  e^oükrijk.  H\^  ^igéi^Q  V\]  m^  Wusa^^te.y;ui  ARis;r9- 
,T^Irf:Si^«g«n4ïe  vAP.|iAiiUs,^n  Juel^t^r.g^ra^ep^t^aiqep  (upg^gg 
jttet.fte.ijelecirffltep  ,viw.d^:^iik,  pn^er  fmdfiije  <^  v^mftyd^ 
•«AWH^,  wr  ,v«w  Ure^otiwt  tljij  ,veiivo!gev  ^en  jignw 

Xchik- 


JS^-i  HEIDANUS.  (ABRAHAM) 


fchikte,  en  die,  zedert^  veel  opgings  maakte  ia  de  Nederknd' 
fche  Kexk. 

Kort  uaa  zijne  uldandii^eidy  die  twee  jaaren  duurde,  vef« 
koos  hem  de  Walfche  Gemeeme  te  Naarden  tot  liaaren  Leer« 
aan  Hij  predikte  aldaar  tot  in  den  Jaare  1628,  wanneer  hij 
•t  Leeraarampt  in  de  Nederduitfche  Gemeente  te  Lef  Jen  be- 
kwam 9  en  zich  tevens  in  den  echt  begaf  met  Mejuffrouwe 
LOTEN,  de  dochter  van  een  aanzienlijk  Koopman  te  Jmfler* 
dam. 

Niet  lang  hadt  hij  te  Leiden  den  predikdienst  waargenomen^ 
of  hem  wedervoeren  eenige  onaangenaamheden.  Heidanus, 
naamelijk,  hoewel  zuiver  rechtzinnig  in  de  Leere,  was  het 
niet  eens  met  zommige  heethoofdige  ijveraars  van  zijnen  tijd, 
In  zijne  behandeling  omtrent  de  Remonftranten.  Hij  was  van 
oordeel,  dat  gelijk  deeze  hunne  gevoelens  met  bewijzen  be- 
kleedden, dezelve  niet  met  hardheid,  maar  met  gelijke  wapens 
moesten  worden  te  keer  gegaan.  Men  vatte  hierom  tegen 
hem  eenige  vermoedens  op ,  van  *€  welk  hij  zich  willende  zui- 
veren, eene  ff^ederleggtng  van  den  Remonfirantfchen  Cate* 
ckssmus  fchreef ,  en  vervolgens  ,  ter  wederlegging  van  een 
Gefchrifl ,  welk  episcopius  \aar  tégen  in  de  waereld  zondt , 
een  boek  onder  den  tijtel  Caufa  Dei  contra  komines,  „  de 
„  zaak  Gods  tegen  de  menfchen.**  De  naam,  welken  deeze 
Twistfchrifcea  in  de  waereld  maakten,  bewoog  de  Bezorgers 
4ier  Geidêr/eAe  Akademie,  hem  het  Hoogleeraarampt  te  hfar* 
derwijk  aan  lie  bieden.  Die  van  Leiden,  liem  m'et  gaarne  wil- 
lende misfen,  bewoogen  hem,  daar  van  af  te  zien,  door  het 
opdraagen  van  dien  post  aan  hunne  Hoogefcboole*  Gaarne 
hadde  de  Keurvorst  van  de  Paitz  hem  na  Heideiber g  gelokt; 
doch  hij  bedankte  voor  de  eere  der  aanbtedinge. 

De  komst  van  den  vermaarden  renatus  cartesius  in  de 
Nederlanden  bragt  onzen  Hoogleeraar  in  kennisfe  met  des* 
zelfs  Wijsgeerige  grondftellingen.  Zo  veel  fmaaks  voudt  hij 
in  dezelve,  dat  hij  ze  greetig  aannam,  en  niet  weinig  toebragc 
tot  het  verQ>reiden  van  dezelve.  Groot  moet  het  aanzien  en 
de  invloed  van  heidanus,  ter  deezen  tijde,  geweest  zijn, 
naardien,  inzonderheid  op  zijne  voorfpraak  en  aanprijzing^  de 
Heeren  hoornbeek,  coccejus,  wittichius  en  db  volder  tot 
Hoogleeraars  te  Leiden  beroepen  wierden.  'c 


HEIDAPIÜS.  (ABRAHAM)  ^ 


iiaata 


*{  Geen  meermaalen  is  aangemerkt »  dat  hoe  hooger  iemand 
gezeecen  zij,  hij  dies  te  nader  aan  zijnen  val  is,  goldt  ook  om^ 
trent  heidanus.  Zijne  boezemvriéndfchap  met  den  Godgeleerde 
coccEjus  en  zijne  begunftiging  van  de  leere  van  den  Wijsgeer 
CARTES1U5  berokkenden  zijn  verderf.  Bekend  is  de  WaereldUjke 
toefland  des  Lands,  om  en  in  den  Jaare  1^72*  De  verdeddhe* 
den,  welke  den  Staat  verfcheurden ,  floégen  over  tot  de  Kerk.. 
Men  hadt  in  dezelve  twee  Aanhangea:  Foetiaanen  en  Coceejaa* 
nen.  De  eerflen  wierden  gemeenlijk  aangezien  voor  ijverige 
Voorfhnders  van  't  Huis  van  oranje;  de  andere  hadden  't  oof 
der  toenmaalige  Regeeringe ,  en  bekleedden  doorgaans  de  beste 
Kerkberoepen.  Den  Foetiaanen  ging  de  naam  naa ,  dat  zij, 
onder  den  fchijn  van  befchuldiginge  met  gevaarlijke  leerdellingen, 
hunne  tegenftreevers  den  voet  zogten  te  ligten ,  en  der^elver  aan- 
zien ondermijnen.  In  't  begin  des  Jaars  1676  wierden,  door 
de  Bezorgers  der  Hoogefchoole,  aan  heidanus  en  andere  zijner 
verdagte  Amptgenooten ,  eenige  Leerftellingen  voorgeleid  y  ont* 
leend  uit  de  Godgeleerdheid  van  coccejus  en  de  Wijsbegeerte 
van  CARTEsius ,  met  uitdrukkelijk  Verbod  om  voortaan  dezelve 
hunnen  Leerlingen  in  te  prenten.  Zeer  ouverwagt  trof  deeze 
flag  onzen  bijkans  ^chtigjaarigen  Grijszaart.  Nogthans  vatte 
hij  de  pen  op ,  en  toonde ,  in  een  Gefchrift ,  welk  hij  Confide^ 
raiien  noemde  ,  eene  menigte  tegenfhijdigheden  aan ,  in  hec 
Bevelfchrift  der  Ltidfche  Curatoren.  Dit  hadt  eene  niet  oih 
gewoone  uitwerking.  Heidanus  wierdt  van  zijn  Hoogleeraar** 
ampt  verlaaten,  met  behoud,  egter,  van  zijn  gewoon  Leeraar- 
ampt ,  welk  hij  dus  lang  ook  bekleed  hadt.  Hij  overleedt  la 
den  Jaare  1678,  het  eenentachtigfle  zijns  ouderdoms.  Benevens 
eenen  Zoon,  karel  genaamd,  naderhand  Sekretaris  te  Leiden 
Itet  hij  twee  dochters  na,  van  welke  de  eene,  in  een  tweede 
huwelijk  ,  tot  Man  gehad  heeft  den  vermaarden  franciscus 
durmannus.  Zijn  Corpui  Theologia  is  't  voornaamfte  en  mecsc 
bekende  zijner  Werken. 


Zie  wiTTicmüs,  OraL  FuneMs. 


HCIDEL* 


'Jicj         IlElDELfifeRÖSClïfe  KATÈCJliSMüS- 


•  lÏEïbELBrRdsciiE  KKTEcimytvi ,  eehfe  aloraffxe  bekende  Ge- 
loofsbelijdenis, of  liever  Leiddraad  eens  ohtwerpfs  van  nitvoetr' 
gërznmériftbl^e!  vdti  Oddfeeïeerdheid;  troerende  dfen  naam  naöf 
de  plaats ,  alwaar  Iieé  opgeftfeld  Wierdt ,  en  eefsc  aan  *c  .licht 
kwcto ,  tfc  wèeteri  de  Stad  H^Utlbtkg ,  in  het  KeurvorHefridonl 
dë  faiiz.  Dé  eefftë  beleider  déézW  ópftefs  was  de  KenrvofSÉ 
tUKonRiK ;  diè  daaf  toe  bevel  gaf,  deels  omdat  ét  Hervonüdé 
Kétken  onder  iijn  gebied  i  dooff  veHcfiillende  Leusböcken  vatt 
dien  datt,  cenigerninats  orttrust,  en  dndèr  dézeWe  verfcbillcndé 
be^ripjjcn  gjïftrobld  kierden;  dfeels^  öm  d^  Leörltelllngen  dti 
beloofs,  vooral  dé  zillké,  die  tüsrdien  dè  Luihèrjcheh  en  Cni^ 
fitiishA  in  gefchli  ftondeh ,  duidelijk  te  doen  ontvcfuwen  en  56* 
paaien ,  eri  aldus  eene  eehpaarige  Leere  ter  CHfistefi  Kerke  itf 
te  vofeten.  Tot  dit  Werk  gebruikte  dè  Keuirvor^  twee  Gddge- 
leerden:  kaspêr  öüviANtis  en  zachariasursinus,  den  eerftë» 
hdögi-éeraar,  dbii  anderea  Opziener  van  het  Kölfe^ie  der  Wijsr- 
held  tfe  Hcidaihr^^  beiden  nog  jong,  iwtöerö  niet  oudef  daii 
ie^niwinti^  jaareri ,  of  daaromtrent.  Zij  fchreeVén  ieder  afzort- 
derlijfé  een  Kort  tiegrfp  der  Leere.-  OLiviaSïOs  vetvaardigdö 
ëeiie  eenvoudige  eii  ntunt  de  gemeend  vdtbdftrheden  ingerlgté 
rchelzé  van  't  Verbond  der  Genade ;  URslNüs  fcHreef  tweédeHel 
Katecüi'snius :  eènéri  Q'rootén  ,  ten  diènUe  vari  meer  gevorder- 
den, eri  eenén  Kleinen^  voor  de  cerstbeginneridèn ;  beide  Op- 
itélleh  wierden  goedgekeurd;  doch  het  laatrtè  wiërdt  aangeno- 
men oüi  te  dienen  tót  eénè  regelmaat  der  Leere,  en,  zedért, 
'öiider  den  naam  van  Heideïbergfchen  Katechishiui  ingevoerd, 
êet  kwam  iii  't  licht,  in  den  Jaare  15S3,  in  de  Latijufcbe 
ch  Hoogduitfche  Taaie ,  met  eene  aanprijzende  Voorrede 
van  Keurvorst  frederik.  Vooraf,  egtér,  was  het  ter  be- 
oorcleeiinge  en  goedkeuringe  gezonden  aan  de  Godgeleerde  Fa- 
kulteit,  de  Superintendenten,  Opzieners  en  voornaamrte  Leer- 
aars van  het  geheele  Keurvordendom,  Alle  deezen  hongen  daar 
aan  hun  Zegel.  Opmerkelijk  is  het,  dat  in  de  eerlte  uitgave 
niet  gevonden  wordt  de  tachtigfte  Vraagt^  raakende  het  on- 
derfcl^eid  tusfchen  's  Meeren  Avondmaal  en  de  Paapfche  Misfe. 
Op  's  Keurvorften  bevel  wierdt  zij  ingelascht  in  de  tweede  uit- 
gave, boewei  in  eenigzins  andere  bewoordingen.  De  Misje 
wordt  aldaar  gezeid  ,  ia  den  grond  niets  anders  te  zijn ,  dan 

iene 


HËIDELBERGSCHE  KATECHISMÜS,  ent.     git 


eene  afgodifche  FerlocAemng  der  eenige  Offerande^  en  dés  lij" 
dem  van  Jezus  Christus.  De  tijd  der  invoeringe  van  de  tegen- 
woordige leezinge  blijkt  niet  zeker;  dit  wel,  dat  dezelve  ge- 
vonden  wordt  in  de  eerfte  Nederduitfche  Uitgave,  in  den  Jaare 
1567.  De  Meidelbergfche  Katechismiis ,  naadat  dezelve  reeds 
eenigen  tijd,  door  zommige  Leeraars,  doch  op  eigen  gezag, 
'der  Gemeente  voorgedraagen  en  voor  dezelve  verklaard- was» 
wierdt,  eindelijk,  op  hoog  gezag,  ten  algemeenen  gebrulke, 
ter  Nederlandfche  Kerke  ingevoerd  ,  door  een  Sijnode ,  te 
Dordrecht  vergaderd,  in  den  Jaare  1574.  Veeie  beflrijders 
^vondt,  zedert,  dit  Opdel,  onder  andere  ook  den  vermaarden 
koornhÈrt,  tusfchen  welken  en  den  Hoogleeraar  saravia,  ia 
UHage^  eene  Onderhandeling  wierdt  aangeleid,  in  den  Jaare 
1583»  over  eenige  veranderingen,  welke,  naar  't  gevoelen  des 
eersigënoemdên ,  daar  in  behoorden  gemaakt  te  worden.  Doch, 
om  verfcheideri  redenen,  was  deeze  zaak  van  geen  gevolg, 
en  is  bet  Gefchrift,  tot  heden  toe,  in  kragt  en  waarde  geblec* 
ven. 

Zie  II.  VENEMA,  ffifi.  Ecdef.  Chriftianéei 
Tom.  VII. 


Heilige -STEDE,  de  aloude  benaaming  eener  Hervormde  Ker- 
ke te  Amflerdam^  thans  de  Nieuwe- Zijds^ Kapel  genaamd, 
ftaande  in  de  KalvcrftraBt.  Een  Wonderwerk,  op  de  ptóats, 
alwaar  thans  het  Kerkgebouw  (laat , ,  voorgevallen ,  zoü  dé  rfe- 
den  dier  benaaminge  zijn,  en  tot  het  bouwen  der  Kerke  aan- 
leiding gegeeven  hebben.  Bij  den  Heer  j.  wagénaar  en  afi- 
deren  kan  men  een  verhaal  vinden  van  het  Wonderwerk,  én 
tevens  verfcheiden  bedenkingfen,  welke  het  verhaal  twijfelagilg 
maaken,  indien  niet  als  een  louter  verdigczel  doen  voorkèo- 
jnen. 

Zie  WAOEWAAR ,  Befskr*  van  Affffier- 
dam. 

i 

'    HiiLöo,  met  ovBRDOM ,  een  Dorp  en  HeerfijWiéfd ,  in  Keé- 
mmerland,  in  de  nabuurfchap  van  de  Stad  Alkmaar^  beflaan- 

do 


5i«  IIEILOO.  IIEIM.  (van  der) 

'  lil         r 

de  ruim  achiiienhonderd  Morgens  Lands.  Voor  omtrent  veer- 
tig jaaren  Honden  in  het  Dorp  honderdvijfden  huizen.  Het 
moet  reeds  vermaard  geweest  zijn  in  de  zevende  Eeuwe,  in- 
dien *c  waarheid  zi] ,  dat  de  h.  willebrord  aldaar  eeue  Kerk 
gefKgt  heefr.  Bij  de  tegenwoordige  invvooners  wordt  de  naam 
diens  Heilige  nog  in  gedagtenisfe  bewaard,  in  eenen  Icleineo 
Put,  aan  den  RJngmüar  des  Kerkhofs,  ten  Westen  van  de 
Kerk,  /^i//^^r«ri/i • /'«/  geheeten ;  naar  inhoUd  der  Overieve- 
ringe  zou  dezelve,  op  ^s Predikers  gebed,  .aldaar  ontfprongca 
,  zijn.  Nog  heden  betoonen  de  Roomscbgezinden,  die  hier  zeer 
talrijk  zijn,  daar  aan  hun  eerbewijs;  doch  nog  meer  aan  den, 
zo  genaamden.  Kruisberg y  op  welken,  eertijds,  de  Kapelie 
te  Ritnhputte ,  of  van  Onze  Lieve  l^rou^e  ter  Nood  fiondc. 
Volgens  *t  verhaal  zon  hier,  in  eenen  nacht,  in  den  Jaare 
1713,  eene  Bron  zijn  ontfprongen  ,  die  Water  .opgaf,  van 
«ene  onfeilbaare  kragt  tegen  de  ziekte,  welke  toen  onder  \ 
Huttdvee  heerschte.  De  bijgeloovige ,  eerbetooningen  van  veele 
Roomscbgezinden,  aan  dien  plek  gronds,  wierden,  zederc, 
op  hoog  gezag  verbooden. 

r 

HeIm,  (Van  der)  een  bekend  Hollandsch  geilagt,  *t  welk, 
>onder  andere,  heeft  uitgeleverd  den  voornreffelijken  RaadpenHa* 
naris  anthony  van  der  heim,  welke  den  post  van  Thefaurier 
<7clderaal  der  Unie  met  die  waardigheid  verwisfelde,  in  dai  Jaare 
xj%j*  Hij  be^at  een  volkomen  vertrouwen ,  zo  buiten  als  biii- 
jienhmds.  Een  bewijs  hier  van  is,  onder  andere  $  ddt  wanneer 
de  Koning  van  Frankrijk,  ld  den  jaare  i;^43,  door  zijnen  Go 
rant  in  's  Hage ,  deedt  verklaaren  ,  sian  geene  Mogendheid 
eenige  opening  van  een  Vredesontwerp  te  hebben  laaten  doen, 
.^a  alleen  aan  den  Staat  der  Veréénigde  Nederlanden,  de  Heet 
Van  der  heim  ,  met  nog  eenige  weinigen ,  hier  van  kenn?s  hadt 
^ekreegen«  Naa  het  overlijden  van  den  Griffier  der  Algemeene 
Staaten,  den  Heere  FRAK901S  fagel,  hielden  zes  Provinciën  zeer 
Jfterk  én  nadruklijk  bij  hem  aan  ^  om  dien  post  te  aanvaarden  ; 
waar  toe  hij  niet  geheel  ongenegen  fcheen.  ^Doch  de  Staaten 
van  Holland,  een  zo  bekwaamen  Staatsdienaar  ongaarne  verlie- 
zende, bewoogen  hem  om  in  zijne  bedien *ug  te  volharden.  Zijne 
veelvuldige  zwaarwigtige  bezigheden,  eode  ijver,  met  welken 

kij 


HEIN.  (PIETER  PIETERSZOON)  SU 


hij  dezelve  waarnam ,  hadden »  eerlang,  een  nadeeUgen- invloed 
op  zijne  gezondheid.  Lang  zukkelde  hij  aan  eene  zeer  lastige 
Hartkloppinge;  cegen  welke  hem  het  gebruik  der  Wateren  to 
Spaa  y  als  een  dienllig  middel ,  wierdt  aangepreezen.  Op  zijne 
reize  derwaarts»  in  de  Maand  Julij  des  ]aars  17465  overleedt  hij 
te  *j  Heriogenbosch ,  in  den  ouderdom  van  drieênvijlUg  }aaren. 

Zie  WAGENAAR,  VadéHift* 


Hein,  (pietbr  pieterszóön)  eveö  als  de  meeöeti  onzet' 
Zeehelden,  welke  den  Vaderlande  de  grootOe  en  heilzaamfle 
dienden  hebben  beweezen,  van  geringe  beginzelen  groot  ge^ 
worden^  wierdt  gebooren  te  DeJfshaven^  in  den  Jaate  157^* 
van  eerlijke,  hoewel  min  aanzienlijke  Ouderen.  Al  vroeg- 
blonk  in  hem  uit,  eene  edele  zucht  tot  roemwaardlge  bedrij- 
ven. Zijn  aanhoudend  zwerven  op  Zee,  en  zijn  deelneemea 
aan  meenig  eefi  hachelijk,  bedrijf,  vermeerderde  zijne  kennis 
in  Zeezaaken ,  en  Heep  te.  gelijk  zijnen  moed.  V«i  bier  das 
hij ,  in  eenen  tijd ,  toen  perfoonlijke  verdiende  op  prijs  wicrdc 
gefchat  en  haar  loon  wegdroeg ,  wel  haast  in  't  bewind  gelleld 
wierdt.  De  Wesiindiiche  Maatfchappij ,  in  den  Jaare  16239 
eene  Vloot  van  drieentwintig  groote  Schepen  en  drie  Jagtea 
hebbende  doen  uitrnsten,  droeg  het  bewind  over  dezelve  op 
aan  jakob  willekens,  als  Admiraal,  en  aan  onzen  fieter  piet' 
TERszooN,  of,  zo  als  hij  gemeenKjk  wierdt  genoemd,  fiet 
hein,  als  Onder- Admiraal,  om  daar  mede  na  Braxil  te  fle^ 
venen.  Hun  last  hieldt  in ,  koer»  te.  zetten  na  Allerhcüigen- 
Baai ,  en  dezelve ,  ware  't  mogelijk ,  te  bemagtigen;  Naa  een 
hevig  gevegt  flaagden  zij  'gelukkig  in  deeze  t)ndemeemiogetf 
Hét  meerendeel  der  vijandlijke  Schepen  wierdt  verbrand,  eo 
de  onzen  meester  van  twaalfhonderd  kisten  Suiker,  zeer  veel 
Tabak,  Katoen,  Huiden,  Verfhout,  en  vervolgens  nog  van 
een  goed  aantal  Schepen ,  met  foortgelijke  goederen  belaaden , 
die,  in  hunne  onkunde  van  't  geen  *er  ra  de  Baai  was  voor- 
gevallen, hun  als  van  zelve  waren  in  den  mond  geloopeff. 
Om  't  voordeel,  wdk  hij,  met  deezen  togt,  den. Lande  hadf 
aangebragt ,  oordeelden  hem  's  Lands  Staaten  waardig  bet  ber 

XX.  DEEL.  Kk  .  ^^* 


m  HBIM.  ( PIÈtËR  ftÈTÈRSZOÓN) 


Utoi 


k)«€déten  vtó  mttfefêtiNjkér    ZeébcWind^     Thans   behaalde   hfj' 
ÉlëH  Vetïïen  M\t%  0i€,  Veéltagt,  oöic  door  eetifgeii  bevelhebber 
fe  Waté^  of  te  Lande  veröreM  wierdt.    Te;(reèteö,  In  deit 
Jaarè   iüaS  rüstté  de  Westindifche   Maatfchap^fj  eéne  Vloot 
lift  Van  eetteBd«rtfg  Schapen ,   én  Relde  dezelve  onder  't  op-* 
pe^gej^  tèn  i^iet  tifim,  met  last  om  op  de  Spaaufbhe  Zil- 
vervloot  te  pasfen,   en  op  dezelve  oenen  kans  ter  veroveringe 
te  waagen.   Ia  d^  MêèdA  Augustus  des  gemelden  Jaars,  op  de 
Iioogte  van  Je  Havana   genaderd  ,    alwaar  de  Vloot  moest 
binnen  loopen,  vernam  hi}  dat  dezelve  nog  niet  was  opge- 
daagde   BMang  Idre^.de  Admiraa!  haar  in  *t  oog,  en  maakte 
*tef  jagt  óp ;  waar  op  lij  in  de  Baai  fan  Mafanta  week.    De 
neefle  Spaanföhe  Schepen  taakten  hier  aan  den  gi-ond  ^  en  Wier- 
den dus^  dbor  de  öozen^  mee  kleine  moeite  beibagtigd.    Met 
den  vetten  bwt  kwam  de  Admtraai,  in  den  }aare  1625X9  be« 
honded  aan  in  *t  Vaderiand.;   alwaar  detelve^  voer  't  grootfle 
gedeelte,  tii  'jfmfierJam  opgeflagen ,  en  eerlang  begroot  wierdt 
op  Tvfm  elf  en  een  iudre  iVIiljöeil  HoUaüdiclM»  Quldét».     Meif 
IdèMt^  over  deeie  bemagdging,  een  plegtigenDankdag»  brandde 
vreogdevünren  ea  Vertoonde  nof  andere  büjkto  vtn  openbaard 
MijdfchatH    Dé  Adhiiraai  Vrierdt  met  aigemeene  toejulcblttgeii 
ontvftageu;  waair  over  faij,  èenigermaate  ^  £ija  toilnbegén  be^ 
ttyoodé ,  zeggende  ^  dat  liet  hem  wonder  detdc  ^  dat  hem ,  on» 
,v  den  Vetten  brok »  welken  idj  hadt  thuis  gebmgc  ^  nn  ó^tt  on-^ 
^  femeene  eere  tseoKiud  wierdt  (dittr  men  hem,  van  aiid($ré»zeer 
^  geviarKfiDa  logt)»  ^  thuiB  gekoomen ,  liiet  esne  foort  vafi  bn- 
0  verfchiUigheid  hadc  aangezien***    'b  Laads  Staatea  v^éreetdiéif 
bem  Bit  inet  den  rang  es  t^tel  van  Lidteliant-  AdiÉhttkl  van  tf*^ 
kmi.  €ort  naa  deete  bamagtiglag  wietdt  Hij  ^  met  eane  Vloot  ^ 
gHonden  na  de  Yiaadifdie  Kttsten ,  alwaar  hH  Ml  dim  vi])ifld 
ia  gevegt  geraakte,  en  denaaatfe  van  eenea  Kdgel  tirtéHIl getit>f^ 
f^^  dat  hij  't  bellorfi  bp  den  twiatfgftett  van  j^tj  dei  Jaar» 
i€a9 »  in  den  ottderd«ai  vaa  eéaenVijftig  jaatèn  en  bf^ns  atvek^ 
Maandisttw    Zijn  Lijk  Wierdt  oii  HMmé  gaV^oérd,  ea  te  Deffs 
(laateiijk ,  op  *s  Landa  koeten  b^aavan.     Nag  hedea  beftliooWt 
aien  niet  eterbied  en  bewondering  de  ihuAe  GfÉfftcde»  ter  Éijner 
«eré  aidaar  of^richf^    Gelijk  zf}na  dapt>etiield4  dtti  toemt  méa 
ook  'sMabs  Chriralijkim  Uigirtt.  NMüt  saOdfe  bi}  uit  op  aenca 

tbgt. 


HEINSIÜS.  (DANIEL)        51 J 


togt>  of  hi]  hêdt  tlA  «Ivooröifs  ter  doüd  bertid^  evtil  ftl^  «f 
hij  na  een  zeker  eiilde  iijm  leerens  toliging^  Ettfl  vitlattfitMtd 
voorbeeld  ter  nnvOlginge  in  zijn  beroep ,  't  wtlk  door  lo^eid 
van  zeden  ie  dikttaals  gekénmetkc  wordu  . . 

Zie  DE  LAAT  ^  Ferkmai  von  WtmhiNn. 


HEtNsiüs,  C^AffiEL)  g^boofeti  te  Üènd,  lü  Paander  en  ^  in 
deh  Jiare  1582.  Vaö  wcgefl  dö  origünst  der  tijtiéö,  iti  wêlkö 
bij  ter  waereld  kwam ,  móést  bij ,  naflliwUjks  drie  }&af en  oiid , 
i\\A  Vaderlittd  verléatetU  2i}ne  Moeder  teftrok  ibét  bem  rii 
Zèèianély  eA  v^tt  da^ ,  doch  na  ook  lil  ge^eifbhdp  van  zijnéii 
Yadet»  na  EngtUnd.  Van  -vregen  verfchelden  otiaatigeAaiiii- 
hed^  9  WHké  hut^  in  d)t  Rijk  wedervoeren ,  béfloöteti  de  Ou- 
den van  onzen  HëiMsiüs  ook  van  hl6r  te  vertrekken,  en  over 
te  (leekén  té  tttdfand.  In  dat  Gewest  namen  zij  tot  woon* 
plaats  het  Dorp  Rtftv^fk,  in  de  nabuur&hap  van  'sGraaven* 
Atgté  Dit  ghï  deti  Jon^linè  eetté  voeg^aame  gelegenheid ,  om 
zich  te  oeffènen  in  de  grondeti  dér  Taalkennlsds  tot  wélke 
luen  in  hem  èene  ongemeene  zucht  befpeurde.  Naa  dat  hij 
hier  la  genoegtfaanle  vorderingen  hadc  gemaakt,  om  hooger 
onderwijs  te  kunnen  genieten,  begaf  hij  zich  na  de  Hooge- 
fchoole  te  Fratieker^  en  vervolgens  na  die  van  Leiden.  De 
beoeffening  der  Griekfche  en  der  Lacijnfche  Taaie,  nevens  de 
Regtsgeleerdheid ,  was  bet ,  daar  hij  zich  voomgameiijk  op 
toeleide.  Door  zijne  ougeraeene  naarlligheid  en  vorderiogea 
won  hij ,  aan  de  laatstgenoemde  Akademie ,  de  gunst  en  vrienda 
fchap,  onder  andere,  van  scaliger  en  dooza*  Op  yooripraak 
van  deeze  verwerf  hij ,  eerlang ,  verlof  van  de  Bezorgers  der 
Hoogefchoole ,  om  de  jeugd  in  de  Grieklbhe  Taaie  eh  Oud» 
heden  te  mogen  onderwijzen.  In  den  Jtare  1605  wierdt  hi} 
aangebeld  tot  Hoogleeraar  ia  de  Grleklche  Taaie,  Scaackudde 
en  Gefchiedenisfen,  Nog  eenige  jaaren  verliepen  *er,  eer  hi|' 
den  traip  van  gewo'onen  Hoogleeraar  beklom^  Ten  tijde,  van 
bet  uitbreeken  der  gefchillen,  tnsfchen  de  Remonilrtntea  ea 
Contra* Remonfkancen,  nam  bij,  boewei  attiptsbaivea  dtartoe 
wet  geroepen,  deel  in  dezelve^  en  verUaardo  zich  met  zo 

Kk  2  Teel 


3i6   HEINSIUS,  (DANIEL)  HEINSIÜS.  (NIKOLAAS> 

^eel'  ijveos  vóór  de  laatstgemelden ,  dat  *s  Lands-'  Staaten  Iv^nt 
benoemden  toe  hunnen  Sekretaris,  op'de  Sijnode  te  Dwdrecht^ 
io  dejaaren  idiSen  i6i5>.  Volgena  zommigen  zou  hij  de  op^ 
ftdler  zijn  der  Voorrede  van  de  Handelingen  dier  Kerkvergade^ 
ringe.  Zijn  aanhoudend  letterblokken  deedt  hem,  in  't  einde 
xijns.leevetu,  zijn  geheugen  geheel  en>  al  verliezen.  Hij  over- 
leedt,  inden  Jaare  1555,  in  den  ouderdom  van  drieSnzeventfj^ 
jaareu;  nalaatende,  bij  eene  Zuster  van  den  geleerden  janus 
RUTGERsius »  eeueu  Zoon  nikolaas  »  van  wien  ftraks  nader ,  en 
eene  D,ochter ,  die  de  huisvrouw  wierdt  van  den  vermaar* 
den  GUiLiELMUs  GOEsius.  Behalven  zijne  Gedigten  ,  welke , 
om  hunne  fraaiheid»  in  eens  ieders  handen  zijn^  heefchif  in  \ 
licht  gegeeven  verfcheiden  Lacijnfche  en  Grlekfche  Schrijvers  » 
net  zijne  Aantekeningen  verrijkt;  en  nog  andere  Werken  vanr 
eigen  opdel.  Door  zijne  Geleerdheid  hadt  hij  een  zo  wijdklln* 
kenden  naam  verworven,,  dat  de  Zweedfche  Koning  gustavus^ 
DE  II  hem  tot. zijnen  Raad  en  Hldorieichrijver  benoemde,  de* 
Haad  van  Venetië  met  de  Ridderorde  van  sr..  markus  vereerde,, 
en  Paus  urbanus  de  VIII,  door  den  Kardinaal  bar3arini,  door 
de  ultlokkendfte  aanbiedingen ,  na  Rome  deedt  nodigen*. 

Zie  Vita  'Br of.  Leiden  f  so£RM0Nr„ 
Akad*  Regtsfer* 


HftiNSiüs ,  (NiKiüiiAAs)  dè  Zoon  van  Daniël  ,  wierdt  gébooretf 
te  Leiden  f  in  den  Jaare  löso.  Naa,  In  zijn  Vaderhidd,  denr 
gewoonen  loop  van  Letteroeffentngen  volbragt  te  hebben ,  deedt 
lüj  eene  reize  doot  Frankrijk  en /r^?//^;  hier  hieldr  hij  zich  Inzoir* 
derheid  bezig  met  het  vergelijken  van  de  gedrukte  Uitgaven  van 
verfcheiden  Latijnfche  Dichters  tegen  aloude  Handfchriften.  Mer 
eenen  waardigen  letterfchat  van  Aanmerkingen  keerde  hi]  weder 
in  *t  Vaderland,  en  zette  zich  neder  in  zijne  Geboorteltad,  zon- 
der eenig  bewind  of  beftuur ,  zijne  dagen  toewijdende  aan  zijne 
geliefde  oeiFeningen.  Imuslchen  bereikte  de  vermaardheid  zijn? 
aaanu,  vooral  door  middel  zijner  fraaie  gedigten,  de  ooren  der 
Zweedfche  Koninginne  ghristina.  Zij  vondt  zo  veel  behaagens 
ki  dezelve,  voocal  ook  io  een  Lofgedljt  ter  faastr^  eere»  dac 


xx.D!pl.ni. 


? 


«»    9 

# 

i 


■  ir     . 


:       HETOSIüS.  (ANTONl)  S»7 


z\]  HEiNsiüs  Til  StpkTiolm  lokte  In  't  eerst  wieftt  Wj  altor 
méteere  en  gonst  bejegend,  doch  niderhand,  zo  «ïin  als  van 
andere  Gdeerden ,  van  hem  weinig  werks  gemaakt.  Zcdeït  (lel- 
den hem  de  Algemeene  Staaten  aan  tot  hunnen  Refident  aan  't 
Hof  van  Zweden.  E-enige  jaaren  dien  post  hebbende  W^geno- 
men,  bekroop  hem  de  lust  om  weder  te  keeren  na  zijn  Veder- 
land;  hq  verkoos  nu  tot  zijn  verblijf  de  SvtA  nonen  ^  alwaar  4iiJ, 
in  den  Jaare  168 f,  het  eenenzestigfte  zijns  Ouderdoms,  zijne 
dagen  eindigde.  Behalfsn  zijne  Gedigten ,  heeft  hij  gcfchreèvea 
Aantekeningen  op  de  Laiijnfche  Plgters  oviwus,   claudiamus, 

VAL8RIU5  FLACCUS  eU  VELLEJUS  PATZRCULUS.        , 
« 

HEmsiüs,  (aotonO  waarfchf jnlijk  de  Zqm  des  ftraks  vermei- • 
^en,  bekleedde,  in  den  jaare  1685,  den  post  van  Penfionarif 
der  Stad  Delfts  wanneer  hij,  nevens  andere  aanzienlijke  Staats- 
leden ,  na  Engeland  wierdt  gezonden ,  ter  verei&ninge  van  eeni- 
ge  gefchlllen,  tusfchen  de  NederlandfcheOostindifcheMaatfchap- 
pij  en  die  van  dat  Rijk  ontJftaan.  Vijf  jaaren  laater  bekwam  hij , 
op  aanprijzing  van  Koning  willem  ben  UI ,  de  aanzienlijke 
ivaardigheid  van  Raadpenfionaris  van  Holland  y  en  kort  daar  naa  , 
door  die  zelfde  veel  vermogende  voorfpraak ,  hét  Gróot-Zegel- 
bewaarderfchap ,  nevens  het  Siadhouderfchap  der  Leenen  van  Hol- 
land.  Niet  vreemd  was  het,  derhalven,  dat,  in  het  berugte  ge- 
fchll ,  over  het  zenden  der  Nominatie  van  Schepenen  van  Amfier- 
dam  aan  zijne  Majefteit ,  terwijl  dezelve  uitlandig  was ,  in  den 
Jaare  i6po  voorgevallen,  de  Heer  heinsiüs  de  zijde  van  den  Stad- 
liouder  hieldt.  Naa  dat  hij,  in  dat  zelfde  jaar,  als  •een  ^aö  deGe- 
magtigden  der  Staaten,  in  de  Haagfche  Bijeenkomst  was  verfchee- 
nen,  wedervoer  hem,  eenlgen  tijd  dur  naa,  in  den  }aare  1693» 
«enige  onaangenaamheid,  ter  gelegenheid  dat  de  Dordrechtibhe  Oud- 
fiurgemeester,  simon  van  halewvn,  geHjk  Wij  op  zijn  Artikel 
verhaakl  hebben ,  verdagt  van  ongeoorlofde  verllandhoudinge 
met  Frankrijk^  den  Raadpenfionaris  befciiuldigde,  aan  zommi- 
gen  kennis  te  hebben  gegeeven ,  hoe  het  Franiche  Hof,  zints 
het  overgaan  van  Bergen  in  Henegeuwen,  'm  UGraavenhage 
«anzoek  tot  vrede  hadt  laaten  doen ;  en  alzo  zich  insgelijks  aan 
.verbodene  gemeenfchap  met  dat  Hof  bezoedeld  te  hebben.  D« 
Heer  hensius  ,  door  de  Heeren  van 't  Hof,  hier  over  ondervraagd  > 

Kk  3  deedl 


9it  HBINSIUS.  (ANTONI) 

ieedr  daiwcgen  wal  geoie  bekentenis  (  docH  z^ve  ontkaaoing 
waf  ook  zaer  flaauw.    Nadarhan4  kwam  ki)  opanti}k  voor  da 
laak  uk,  in  da  Vargadartng  van  HoUandi  do^b  vo^da  'ar  oe* 
vent,  dan  niamand  door  hem  !n  'c  gahakn  was  toegdaaten» 
dac  Koning  wiluam  ,  in  de  koedinigk^id  van  Siadhoudar.  Nog 
acne  andare  ongeooriofde  gelieimkonding  Itide  de  Heer  halb^ 
WYN  dan  Hoera  Readpenfionaris  re  luca ,   tevens  ter  k^nuierka 
dienende  van  desrelfi  gehegthdd  aan  den  Prinlk  van  Oranje; 
lij  Iseftondc  bier  fn,  dat  waaneer  tea.Staaavergaderlnge  ysm 
gehandeld,  over  de  vermeerdering  van  ^sLands  Ze^agt,  met 
dertig  Schepen,  de  Heer  heinbius,   *i  geen  bij  toen  reeds 
wist,  en  behoorde  geopenbaard  te  hebben»  hadt  verz weegen» 
du  EngiUm4y  In  dee^e  yerm^ordering*  9i]n  aftfideel  niet  wilde 
draegen.    De  Burgemeester  noemde  dit  een  tÜMdh^U^  ^^ 
Bêihné.    In  den  Jaare  1697  verickeen  de  RaadpenTionai^^» 
oDdmr  de  ScsatOrbe  Afgevaardigden ,  op  de  BJjkf wsjkfehe  Vre^ 
debandeUngt  Van  tijd  tot  Ujd  h«dt  bij .  vervoigeni ,  deel  in  d^ 
^wigtigae  Smtsbeiangen  >  en  was  «ijn  Jnvlood  ven  zo  veel 
C^vigts,  dat  hij  voor  de  ooTKaak  y/ksix  aangeilen,  die  ver- 
hinderde det  het  Vereenigde  Leger  met  bet  Franfehe  niet  band- 
genteen  wierdt ,  in  den  Jaare  1709 ,  en »  twee  jsaren  iaater ,  bet 
regalen  van  d^n  Veidt«w  mee  den  Hertog  vai»  maelbo&ouop 
aan  beoi  was  toevertrouwd.    Toen ,  in  den  ]twtQ  1706 ,  bet 
Franiisbe  Hof  eenige  beimeiijke  voorflagen  van  Vrede  deedt» 
oavi  m^n  den  Raadpepfionaris ,  fo  wel  fds  de  Regeering  van 
jimfi^rdé^m ,  in  den  arm»    De  Koesi  van  den  beroemden  Ge- 
neesbeer  HSLVETfus,  v^a  P0rii%^  alwaar  bij  tkans  woonde» 
berwaarts  gekoomen,  in  den  ftbijn  van  een  be9oek  ean  zijnen 
Vader,  hieldt  verfcbeiden  gefprekkan,   over  dit  onderwerp ^ 
mer  den  Heer  neiNsips ,  en  Reld^  hep»  brieven  en  boodfcbappeo 
ter  band  v^w  den  Prefid^t  ^{hhi «  geiijl^  bij  ooji ,  vervolgens, 
^ea  Ontwerp,  door  de  Amfifré^Pffch^  Ourgeneestereo  goed- 
gekeurd, den  £]|ge|(i:he  Stsetsdienearen  toezoodt.    Oe  punten, 
daar  in  vervat,  werkte  hij  yervoigens  uit,  en  bragt  ze,  ten 
geuie  van  veertig ,  op  \  papier.    Men  weet  dac  deea^  onder* 
baodelmgen  den  Vrede  niet  &pa  gevolge  bedden.    Heimsius  ont- 
vkig  hier  over,  van  de  Franrcbe  tSmatsdienaars»  eeneo  firief, 
^l?l|ievii)4  met  bittert  UBgim  ^ver  'c  cidrsg  ven  de  A%en»idig- 

den 


den  tot  die  pnd^h^QiioliQg.  V«^  im9  eft  omdbure  «i|d«s» 
S^afiubesigheden  aigeaoofd,  av^laedt  d^  RMdpenfiouisis»  Ql 
dau'^Herden  A^gusalS  des  ]^as«  1790 «  mwhc  hi]»  ia  M^ 
PKUi^ige  tijden  s  ruin  d^^g  jiimn  dar  gewigiig  Ampt  b^ 
Mee4  lig4^,  ^  ckr^,  ^s^  joAff  vikN  (».E«ifii4iii9»viu>,  langer 
dan  ooiF  fei)ige  {^dpenfiosafia,  di^  vóAr  of  oaa  hem  lueft  gdir 
jieefd.  l^ea  heeft  aangmerkt,  d»  l)ij «  gedaurende  '(  leeve» 
van  Pfkifi^  wi|.i,»<  9£tf  UI ,  dieui  beU^gen  üverlg  zijnde  loflr 
gedaan,  sedert  vap  ]|ii4(r^e|ea  wa4  veranderd  t  sonder  daaroi» 
#venwet  M>t  de  Fran^hgea^inde  tl}^  c^ver  te  b^Uea. 

£ie  WAGEMAAR ,  PiulepL  Hiflarili^  ' 


Heirvaart,    Dus  noemde  men,  van  ouds,  eene  zekere  hulp* 
becooning,  welke,   geduurend^  de.Graailijke  |legeeripg ,  de 
Nederlanders  hunnen  Graaven  moesten  toebrengen.  *  Zij  beflopdt 
in  het  leveren  van  fsen  zeker  g^tal  Manfchap,  welk^,  bij  gele- 
genheid van  het  outdgan  vaq  eenen  Oorlog,  moest  worden  op- 
gebragt.    De  gewoonte  is  af  kon^i^ig  van  de  tijden ,  in  welke  (ie 
Graaven,  hier  t^  Laqde,  a^n  het  gebipd  cjer  Frankifche  Ko- 
ningen nog  onderworpen  waren.    Volgei^s  de  uitfhande  Wetten 
moesten,  in  het  genoemde  geval,  de  Gragven  des  Koqing  Leen- 
mannen, in  hun  Granffchap  woonende,  als  mede  de  Ridders, 
oproepen  tot  het  leveren  van  gewapende  Mannen }  dit  noemde 
men  ur  Htirvaart  befchrijven.    Zelf  waren  de  Onëdelen ,  of 
Gemeenen,  totdeeze  leveringe  verplfgt,  die  zich  ook  vervol- 
gens tot  de  Steden  uitftrekte.     Zints  de  Graaven,  van  hunne 
afhankelijkheid  van  uitbeemfbhe  Vorflen ,  ontflageu  waren ,  bleef 
deeze  gewoonte  fbmd  houden ,  hoewel  de  grond  niet  meer  be- 
ftondt,  op  welken  dezelve  was  ingevoerd*    Zo  veel  voordeels 
vonden  de  Gr^aveq ,  dikmaais  in  Oorlogen  met  nabuurige  of 
wijd  afgelegene  Mogendheden  ingewikkeld ,  bij  deeze  gewoonte» 
dat  zij  de  buigzaame  en  geleidelijke  Nederlanders ,  aan  dit  juk 
gewoon,  gereedelijk  overhaalden  ter  bewilliginge  in  eenlge  fchik- 
kjagisQ,  welke  daar  op  gefl»akl  wi^rd^o*    OiM  bepaalde  meti, 
tHJ  beff^braseveiie  HaiMvesiea,  to  g^t^  der  Afanfchappen ,  welke» 
onder  andere,  de  Steden  tot  eenen  Krijg  moesten  opbrengen. 

Kk  4  Vol- 


5S0  HEIRVAART. 


Volgens  de  vro^fte  bdbbeidaiy  desw^en  voorbanden ,  moest 
Haarlem  vierenzestig,  doch  Leiden  flegts  vijfentwindg  num  te 
vdde  brengen.  Geduarende  den  Arkeljeheu  Owlog ,  in  't^giii 
der  Viiftiende  Eenwe ,  wierden  van  Am  fier  dam  honderdtwindg , 
van  Haarlem  tweelionderdvijftig ,  en  van  Leiden  tweehonderd 
gewapenden  gevorderd.  Uit  welke  vermeerdering  van  bulpben- 
den  wij  mogen  afleiden ,  de  inkmiping  der  Graaven  op  de 
regten  der  Landzaaten;  *t  en  zij  men  onderfteUe,  dat  met  hec 
toeneemend  getal  der  Ingezeetenen,  de  holpe»  met  honne  eigen 
bewilliging ,  is  vergroot  geworden.  Doch ,  waarfchijniijk »  zal 
hier  omtrent,  allengskens,  het  zelfde  misbruik  zijn  ingefloopen, 
als  met  opzigt  tot  den  tijd ,  geduurende  welken  de  Landzaaten 
gehouden  waren ,  den  Graaven  ten  diende  te  ifaon.  Deeze  ver* 
pligting  bepaalde  zich,  in  den  beginne,  tot  het  land  hunner 
ipwooninge,  en  duurde  flegts  éénen  dag,  in  gevolge  der  ge- 
woonte, om  *s morgens  uit  te  trekken,  en  *s avonds  wederom 
thuis  te  zijn.  Volgens  de  Friefche  Wetten,  vorderde  het  Regt, 
dat  de  Vrije  Friezen  op  geenen  Heirvaart  uittrokken ,  dan  met 
de  Ebbe  uit ,  en  met  den  Vloed  wederom  thuis,  ^t  is  riucht , 
Jeezen  wij  bij  schotanus  ,  dat  dij  fiie  Frefa  oen  neu  Heerferd 
thaer  fêrfara  dan  mitta  Ebba  wf ,  inde  mitta  fioed  op.  Ook 
bepaalden  de  zelfde  Wetten  de  uitgeflrektheld  des  togts  Oost- 
waart s  tot  aan  den  IVezer ,  en  IVettM^aarti  tot  aan  het  Fiie. 
Doch,  uit  infchikkelijkheid  van  aart,  en  om  den  Landhèerente 
believen,  wierden  deeze  paaien  al  vroeg  en  zeer  dikmaals  over- 
fchreeden.  Voorts  was  de  Graaf  gehouden,  de  kosten  deezer 
Ileirvaarten  te  draagen;  alleenlijk  met  deeze  uitzondering,  dat 
de  uitgetrokkene  Manfchappen  of  uit  eigen  beurs,  of  van  der 
3teden  wegen  van  't  noodige  verzorgd  wierden,  tot  op  der- 
zelver  aankomst  op  de  algemeene  Verzamelplaatze.  Tot  befluit 
merken  wij  hier  nog  aan  ,  dat  wanneer  de  Graaven  's  Lands 
Wetten  en  oude  Gewoonten  volgden ,  in  't  ultfchrijven  van  eenen 
Heirvaart ,  zij  alsdan  gezegd  wierden  rechte  Herevaird  te  ge- 
bieden; in  onderfcheidiog  van  een  onrechter»^  o£  ottwettigen, 
WSar  toe  zij  zeer  dikmaals  overhelden, 

Zie  MIERIS,  Charterboek\  Handv.  van  Kenne^ 
mirland\  8CH0TANt;s,  Befchr.  van  FrieiL  enz. 


HELDER,  (de)  5*1 


'  He^rbns  en  bromkiiorsten;  zie  bronrhorsten. 

Helder,  (de)  een  Dorp,  op  den  Noordlijkden  ukhoek 
van  Holland^  grenzende  aan  het  vermaarde  Zeegat  Texel ^  dos 
genaamd  naar  het  Eiland,  *c  welk,  cegen  over  die  Dorp,  aan 
de  overzijde  des  Vaarwaters  legt.  Zints  de  verwijding  der 
Zeegaten,  en  de  meerdere  (Ifjting  van  den  vasten  Wal,  door 
bet  aanfpoelende  Zeewater»  heeft  dit  Dorp,  van  tijd  tot  tijd, 
verfcheiden  veranderingen  ondergaan,  en  in  zijne  uitgefbekc- 
heid  merkelijk  nadeel  geleeden.  lieden  Jaar  e  1679  moest  de 
Kerk  meer  binnenwaarts  gezet  worden ,  alzo  de  naderende 
Qroomen  haar  met  inftorting  dreigden.  Van  wegen  de  aange- 
legenheid deezes  uithoeks »  voor  een  aanmerkelijk  gedeelte  vaa 
Noordholland ,  en  op  dat  het  Zeegat ,  door  verdere  verwlj- 
<^iDg9  bij  èlken  vloed,  niet  meer  Waters  zou  binnen  laaten» 
en  alzo  den  boezem  der  Zuiderzee  nog  hooger,  dan  nu  dik- 
maals  gebeurt,  doen  zwellen,  hebben  'sLands  ^taaten,  van 
tijd  tot  tijd  ,  te  deezer  plaatze  aanmerkelijke  Zeeweeringen 
aangeleid;  beflaande  in  het  leggen  van  zwaare  Wierdijkeo, 
het  inflaan  van  Paalwerk,  en  bet  vullen  der  tusfchenruimten  mee 
Ballast  of  KreblingHeenen ,  welke  voormaals ,  bij  geheeie 
Scheepslaadingen ,  in  groote  menigte ,  uit  Nootweegen ,  her* 
waarts  plagten  te  worden  aangevoerd.  Daarenboven  heeft  men, 
hier  en  daar.  Hoofden  van  lange  en  zwaare  Paaien  geflagen» 
welke  lijnrecht  of  met  eenen  bogt  van  den  vasten  Wal  in  Zee 
uitfteeken,  om  daar  mede  de  kragt  van  den  voorbijfnellendea 
droom  te  breeken,  en  alzo  het  uitdiepen  bij,  en  affpoelen  vaa 
den  Wal  te  beletten.  Nog  onlangs  heeft  men  hier  eenige 
fchikkingen  ingevoerd  ,  van  welke  men ,  voor  't  Gemeene 
Land  en  den  Scheepvaart ,  heilzaame  uitwerkzels  verwagt.  Ia 
het  Dorp  ontmoet  men  een  Gebouw,  weleer  door  de  Wcst- 
indifche  Maatfchappije,  bij  derzelver  eerde  oprichting,  geftigt; 
doch  *t  welk  nu,  zedert  veele  jaaren,  tot  eenen  Herberg  wordt 
gebruikt.  De  menigte  van  Zeevaareuden ,  welke,  terwijl  hunne 
Schepen  op  de  Ree  leggen,  hier  dikmaals  aan  Land  koomen» 
veroorzaakt  merkelijk  vertier  in  dit  Dorp,  alwaar  men  bij  de 
driehonderd  Huizen  telt;  veele  van  welke  bewoond  worden 
van  Straatsdavidfche  en  Groenlandfche  Kommandeurs,  of  van 

Kk5       •  der- 


SU  HELIUJ!,  HELLE  VOETSLUM. 


derzelver  Stuurüeden  ea  mlpdere  Bevelhebbers.  De  HM^r 
wordt  me^  Huisduinen^  een  weinig  van  daar  ten  Westen  ge- 
legen, door  é^nea  Leeraar  bediend.  Dit  is  ook  bet  geval 
4er  Doopsgezinden,  welke  'er  eene  Gemeente,  als  mede  der 
Rooniflcbge:&iuden>  van  dea  Aaohaog  der  Janfenisun^  die  'er 
caie  Statie  hebben. 

Uit  medêgeéeêUê  Msrigten.    Zie  ook^ 
Têgtnw.  St00i^  Deel  VUL 


Helium.  Dus  noemden  onze  aloude  Schrijvers  den  wijden 
en  breeden  Mond,  met  weihen  de  vereenigde  rivieren  Maai 
en  PTaal^  op  de  hoogte  van  *t  Eiland  Walcheren  ^  weleer 
plagcen  in  Zee  te  vallen.  Of  Holland^  zo  veel  als  Heell^nd^ 
daar  van  zijnen  naam  onlteend  bebbe,  laaten  wij  over  voor  de 
zulken ,  die  fmaak  vinden  in  dus  gedwongepe  NaamsafleidingeOit 

Hellevoetslüis  ,  dus  genaamd  naar  het  nabij  gelegen  Dorp 
Nieuw- Heilevoet^  in  Holland y  in  't  Land  v:m  VQorn  ^  is  een 
zeer  bekende  Haven  en  Fort,  van  eene  langwerpige  gedaap^e, 
van  buiten  van  eene  Graft  en  Hoofdwal  omringd,  en  van  bin^ 
nen  voorzien  van  een  Dok,  tot  eene  bekwaame  legplaats  voor 
Oorlog-  en  andere  Schepen.  Van  een  klein  gphugt,  bij  d^ 
uitwaterende  Sluizen  van  doezen  oord  opgeflageo,  is  de  Plaata 
tot  haare  tegenwoordige  gedaante  aangegroeid.  Veel  zal  hier 
toe  geholpen  hebben ,  deels  haare  geCchlktheid  om  dit  gedeelte 
der  Provincie  tegen  een  vijandlijken  aanval  van  den  Zeekapt  te 
beveiligen  5  deels  de  bekwaame  gelegenheid  tot  e^n  Ipoedigeo 
overtogt  van  daar  na  Engeland i  deels,  eindelijk,  haare  yof^gT 
zaame  ligging  voor  's  Lands  Zeem^gt ,  om  aldaar  te  kunnen  bin- 
nen loopep.  Zeker  is  het  althans,  dajt  het  aanleggen  van  een 
Dok,  ter  deezer  plaatz^,  reeds;  in  den  Jaare  1635,  bij  's  Lands 
Staaten  in  overleg  wierdt  genomen.  -  Uell^vosifluis  heeft  dria 
Poorten:  rféne  Lapdpoort,  de  firielfche  genaamd,  en  twee  War 
terpoorten;  ter  wederzijde  vaq  depze  leggen  Bauerijen,  vopi;- 
zien  van  zeveniend?rtip  Sliiikken  m,et^len  Gefchut,  van  twaalf 
tot  zesendertigponders.    Aan  $}e  Havenhoofden  ziet  men  Paaien 

van 


HELLEVOHTILUII,  HELLÏNa  (HERMAN)     StJ 

-VI9  kondtnkidR  V09cen  liog  en  ruioi  twse'  To^isa  over  't  krulg 
4ik«  Dd  oyerfnelle  fooom  9  die  hier  met  eeiie  Icbroomlijke  fnel- 
hfiid  ItngB  de  Oevers  (chuart ,  vordert  iq  Bwaare  en  koetbaare 
Bof  Jtweeriüf .  •  De  Scliucflttis ,  aan  't  einde  der  Haven  in  het 
Fort»  achtenveertig  voeten  wijd»  heeft  twee  ongemeen  grooce 
Vloedr  en  even  zo  veele  Ebdeures.  De  icuodige  Drug »  wellte 
daar  over  lege »  wordt ,  met  veele  moeite ,  door  middel  van 
Kaderwerk  tn  Rollen ,  geopend  eP  geflooten.  's  Lands  Maga« 
zijn  ea  Timmerwerf ,  de  Logementen  van  de  Heeren  der  Adnd- 
raliteit  en  der  Oekommitteerde  Raaden,  en  andere  huizen,  daar 
toe  bebooreqde ,  ftaan  ter  wederzijde  van  's  Lands  Dok.  \  Z\]a 
meestal  zeer  ruime  en  fraaie  Gebouwea ,  ea  dienen  ten  bewijze 
van  's  Lands  bloei  en  weivurt,  in  den  tijd ,  toen  zij  geftigi  wier- 
den* Men  rekent  dat  op  de  Werf,  zomtijds,  wel  zestienhon- 
derd, zo  Met^alen  ais  Yzeren  ftukken  Gefohut  leggen.  Van  de 
Xerk>  die  redelijk  fraai  is,  en  door  een  eigen  Leeraar  wordt 
bedi^,  wierdt  de  eerfte  fteen  geleid  in  den  Ja^re  1661,  dooh 
hec  gebouw  niet  voor  het  Jaar  1^85  voltooid.  De  onganat 
diens  tusfchentijds  ka|i  de  oorzaak  geweest  zijn  dier  zammelia- 
ge.  Voorts  wordt  liec  getal  der  huizeo  op  ongevear  bonderdf- 
euvijftlg  begroot.  De  Regeering  beifant  'er  uit  een  S(*hout, 
vijf  Sohepeqen  ea  eeaen  Sekrecaris.  Behalvea  den  oraflag,  wel- 
ken 's  Lands  Gebouwen  medebrengen,  veroorzaakt  hier  mer- 
kelijk vertier  het  gadourig  af  ea  aan  vaaren  der  Ëogelfche  Pa- 
ketbooten  na  en  van  Hwwigk.  Woensdag  ea  Saardag  zijn 
haare  gewoone  zeildagen. 

Zie  Têgenw.  Sias$. 


Helling,  (herman)  vermaard  om  zijnen  veel  gewaagden 
$anflag  op  AwH^rdatfiy  in  den  Jaare  1577*  ten  tijde  als  de 
Stad  het  nog  met  den  Koning  van  Spanje  hieldt.  Het  belang, 
welk  's  Lands  Staaten  ft^Iden,  in  *t  winnen  van  eene  vermo- 
gende Stadj  hadt  hun,  reeds  eenigen  tijd,  doen  bedagt  ztja 
op  middelen,  om  haar  van  partij  te  doen  wtsfelen,  ea  aog 
onigngf  zeer  naauw  inflniten.  Doch  vermids  openbaar  geweld 
geene  uitwerking  deedt ,  namen  ze  het  befluit ,  den  list  te 
baate  te  neemea.    Het  hoofdbewM  des  toalegs  vertrouwden 

•      ze 


•V 


f 24  HELLING.  (IIERAIAN) 


£e  un  HELLING y  Kolood  orer  \  Voetvolk,  seveni  den  ver^ 
maardeo  nikolaas  ruikhaver,  den  zelfden,  welke  den  Briei 
iiadc  helpen  bemagdgen ,  en  vui  geboorte  een  Amfierdammer^ 
doch,  om  zijne  Staatsgezindheid ,  ter  Stadwas  uitgew^eken.Te 
2amen  hadden  ze  onder  zich  tien  Vaandels  Knegten.  Volgens 
*i  plan  moesten  vier  Vaandels  zich  te  fchepet  heimelijk,  ni\  de 
Stad  begeeven,  en  de  zes  overige  maaken,  in  den  vro^n 
morgen  van  den  drieêntwlndgften  November,  vo<»  de  Haarlem- 
merpoort te  zijn.  Dewijl  het  oogmerk  alleen  inhieldc ,  Amfier- 
dam  voor  de  Staaten  te  winnen,  en  geenzins  om  buit  te  maaken » 
deedt  helung  ,  vooraf»  de  zijnen  zich  Ichriilelijk  verbinden , 
ingevaile  zij  der  Stad  meester  wierden ,  geene  plondering  te 
zallen  aanrigten.  *s  Daags  vóór  den  beftemden  toeleg  zonde 
selling  zijnen  Luitenant  circourt,  met  nog  acht  kloeke  ge* 
zeilen,  na  Amfterdam<f  alwaar  zij,  mids  hun  geweer  aan  de 
Poort  afleggende,  wierden  binnen  geh»ten«  Om  geenen  argwaan 
te  verwekken,  bragten  ze  den  nacht  in  vrolijkheid  door,  mee 
drinken  >  zingen  en  danzen.  Met  het  aanbreeken  van  den  dag 
begaven  ze  zich  na  de  Haarlemmerpoort,  vraagden  hun  geweer 
te  rug,  en  gingen  voorts  na  buiten.  Hier  ontmoetten  ze  eenige 
Knegten,  behoorende  tot  de  vier  boven  gemelde  Vaandelen,  in 
den  nacht  voor  de  Stad  geuaderd,  en  die  nu,  op  of  omtrent 
Droogbak ,  't  welk  toen  nog  buiten  de  Srad  lag,  waren  aan  Land 
geflapt.  Men  hieldt  zich  over  en  weder  vreemd ,  kwam  in  ge« 
i^rek,  en  eindelijk  in  woorden,  die  zo  boog  liepen,  dat  de 
degens  uit  de  fcheden  raakten.  De  Wagt  van  de  Poort  hier  op 
toeibbietende ,  om  hen  te  fcheiden ,  ligtten  ze  het  masker  af. 
Men  valt  gelljkerhand  op  de  Amfterdammers  aan,  doodt  of  ver* 
jaagt  ze,  flreeft  na  de  Poort,  en  ftraks  na  binnen,  ondereen 
Schrikwekkend  geroep .  van  Fi&orie  /  Vi^orie  I  Fal  aan ,  val 
aan!  De  Stad  is  onsi  Alle  het  Volk  in  de  Schepen  tradt  nu 
aan  land ,  en  voegde  zich  bij  de  overige  Vaandels.  Op  elk , 
die  tegeniland  boodt ,  wierdt  gefcbooten ,  doch  alle  de  anderen 
ongemoeid  gelaaten.  Onder  het  juichen  van  Oranje  \  Oranje  l 
de  Stad  is  ons !  liepen  de  meeste  Troepen  na  den  Dam ,  terwijl 
eenigen  (lal  hielden  bij  hetKoornmeetershuisje  op  de  Kolk,  welk 
zij  voor  't  Stadhuis  aanzagen.  Op  den  Dam  ontmoetten  de  Staat- 
fcben  merkelijken  tegendand  van  de  Burgers  en  Soldaacen,  die 
aldaar  de  wagt  hielden.  l^ 


HELLING.   (HERMAN)  5*S 


n  Imusfcheir  deedt  helung  niec  weinig  wonder  hec  agterMf- 
Ten  der  zes  overige  Vaandelen^  tot  dat  hij  vernam,  dat  ze, 
bij  misverftand  van  den  naam  Haarlemmerpoort  9  voor  welke 
zij  befdieiden  waren,  zich  vervoegd  hadden  voor  de  Poort 
te  Haarlem.  Onder  den  kloeken  weerftand,  dien  hij  binaea 
Jmflerdam  Vondt ,  zoqdc  hij ,  in  aUerijt ,  iemand  na  Haarlem^ 
om  zijn  Volk  te  doen  aanrukken.  Doch ,  van  wegen  de  over^ 
magt,  met  welke  hij  te  doen  hadc,  was  hij  niet  in  fiaat  om 
post  te  houden.  Langs  den  Nieuwendijk  deinsde  hij  af,  toe 
op  de  hoogte  yan  de  Oude-Haarlemmerihiis,  daar  hij  zich, 
zo  goed  hij  konde,  verfchanUe,  in  afwagtiog  der  zes  Vaao« 
delen.  Ook  zondt  hij  .iemand  oa  Zaandam  j  aan  den  Hopman 
VAN  vufiT,  die  aldaar  bg,  om  verfterking;  doch  deeze  kon  nie« 
befluiten*  op  eene  mondelinge  bpodichap,  dezelve  toe  te  zen- 
den. Om  de  Amfterdammers  tot  fhan  te  brengen,  deedt  hif 
wijders  eenige  briefjes  ftrooien,  inhoudende  dat  het  oogmerk 
zijner  komlte  alleenlijk  diende,  om  hen  te  herflellen  ia  dea 
oiiden  welvaart,  over  welks  verval  thans  algemeen  geUaagd 
wierdt;  en  mdlen  elk  zich  (til  hieldt,  niemand  eenlg  leed  tavl 
wedervaaren:  daar,  integendeel,  ingevalle  vaa  wederlbmd,. 
de  Sud ,  aan  plonderinge  en  vkmme  ,  ten  beste  zou 
gegeeven  worden.  Kleine  baate,  egter ,  deedt  dit  alles  aan 
HELLING  en  de  zijnen.  Het  agterblijven  van  huipe  deedt  den 
moed  der  Stedelingen  rijzen;  zij  fpeelden  nu  op  de  Staatfchen 
uit  twee  ftukjes  gefchut,  en  troffen,  met  een  derzelven,  den 
Hopman  helling  derwijze,  dat  hij  dood  nederviel.  Dft  bragc 
zulk  eenen  (cbrik  onder  zijn  Volk,  dat  het,  met  verhaasten 
optogt,  ter  opene  Poorte  uit,  na  buiten  vlugtte.  RuiKHAVEiCa 
die  in  een  huis  eene  wijkplaats  hadt  gezogt,  wierdt  aldaar 
ontdekt,  door  iemand,  welke  hem  kende  en  een  doodUjkea 
haat  toedroeg,  en  vervolgens  in  koelen  bloede  dóorflokcn» 
De  veel  gewaagde  aanflag  op  Amfierdam  liep  hier  mede  ge* 
heel  te  leur. 

Zie  j.  WAGENAAR,  Bêfchr.  van  Am- 
ft  er  dam  9  Boek  IX,  en  ageer  h«c^ 
zelve,  Bijlage  Lr.  B. 


Hel- 


gaê  HELMOND,  HËLMPOOTINGi  enz, 

H£Llioilt>«  een  open  St«edt|è^  ia  de  Meierij  Vsn  Ufferia- 
gMbósck  I  dbgttV^er  zmn  ttui^en  gtans  ten  Zuidoosten  vad  de 
Stftd  van  dten  fiMttl ,  an  'k  Rl^lertie  de  éA,  gvlegem  Godtttt^ 
fendé  de  fipianfthe  Aeh)€rtcn  hééft  hec  gedeeld  in  di  tam- 
f>en  des  Oof logs ,  efl  t\\fiKk  voof Mftinfle  Herkcé  verloorén.  Hier 
«tt  détêr  £iel  nlëh  m%  de  oferblijf^els  tan  Scads  Footmd.  De 
GHflen  zijn  fb&al)  ea  ktiüben  g^b  Mider'wiiter,  dan  't  geeti, 
lift  bet  gemelde  RIvierfJé,  in  dezelve  iodpcj  tiet  getal  der  hol- 
2é!)  wordt  x>p  öhgéVeet  dHëUoadGrdlttëhdg  b^oot.  Het  KtOM , 
ki]  th&ngel  aan  t>ndét-houd ,  i^  ftl  èefi  dë«rll)k  vefVat.  H«t  Kboi- 
teir ,  eeftijdi  hee  Vetblijrvftn  adelijkë  ]èiftvraiiwei.  Wordt  thaOft 
tan  Mjtondef e  eigenaaf t  bewoottd.  Dé  Rétt  4«r  Hervormden , 
ftaandé  aftü  de  Markt ,  is  één  rüiffi  en  Mdl  KimiSgebdUW ,  tiitc 
ontbloot  vèn  nhWendfge  en  inwendige  fitrMdtni  De  Vrèêi^ 
kant ,  #élke  dè  Geteeenté  bedtent ,  predikt  ooit  in  bet  nrt)UitH^ 
Dorp  RMtL  GeMéenifjk  eenmaal  'sjaars  hondt  de  Klaslls  van 
Peeiiëkd  liiet*  eene  Éitring.  De  Lfnnenhandél  en  WeéVedj  f»  de 
lioof^bron  van  het  belhan  der  Ingezeecébein  Dê  Adttiii«fil«ft 
fan  dé  Mai2e  fieefl  hlt^t  eenen  Ontfa&gë^  de^  Lieénten,  vAttm 
•enen  KoattaroHCui'i 

Zie  TégefiW,  SüM^ 


iÏELMPÓóttNG,  dus  géiiaamd  naai*  het  póoten  of  planten  van 
ceiQé  Tooit  Van  lies  of  graJ»  tletm  geöaamd,  't  welk  aan  deii 
Zeekant,  in  verfchêiden  óordeii  oiizês  Vadèrlaiids  ,  met  Duitieri 
bezet,  jaarlijks,  inet  veel  voordeel  wordt  te  werk  gefteld,  om 
alzo  eene  zékere  Vastigtieici  te  geéven  aan  *t  gulle  Larid ,  en  Ket- 
7elv«  tegen  ovérlhiiven  té  behoeden.  Door  dit  middel  belioudt 
men ,  ginds  en  elders ,  een  Vasten  voof muur  tegen  de  aarilpoè- 
lende  Zee ,  welke  , '  op  andere  plaatzen ,  alwdar  men  deeze 
voorzorge  niet  gebruikt  heef^,  een  aanmerkelijke  gedeelte  groiids 

beeft  verflonden.    Zie  het  Art.  duinen. 

•      »       * 

Helsdingen,  (CitEmiiH  vaw)  nevens  eenen  dirk  kanter, 
beide  Utfechtih/>é9rsy  wisten,  irt  den  Jaare  lóio,  eene  buicen- 
gewoüiie  llej^eeringsverandering  in  hunne  gel)oorteflad  te  bewer- 
ken, in  fchijn  van  herftelllBge  van  Stads  Privilegiën,  doch,  in- 

der- 


MELST.  (IJARTHÖLOMËÜS  van  öer)  Si? 


derdad ,  meeot  men ,  ott  herftelBog  te  betoomen  iii  Üunnet 
dgtti  waardigheden ,  trdke  zij  Toormasls  bekleed  hadden ,  doch 
van  welke  2ij  nu,  zints  gerulpieB  tijd,  Waren  altgefk^otën.  Nat 
merkelijke  beweeging  onderde  Gemeente  verwekt^  en  dezelve 
de  wapena  te  hebben  doen  opvatten ,  llreefde  ViN  uelsbinge»^ 
met  oog  andere  Genmgtlgden ,  na  het  Stadhuis ,  en  noodzaakte 
de  Regeeriog  tot  bet  doen  van  aflhuid,  en  om  andere  Leden 
in  haare  plaacze  te  verkiezen.  Beiden  wierden  ftraks  tot  Bur- 
gemeesters aangetteld.  Niet  lang  bleeven  ze  in  *t  bewind.  De 
Raad  van  Staate  vertiet  hen,  nog  in  het  zelfcle  jaar,  van  hurine 
waardigheid ;  om  welke  te  tug  te  bekoomen ,  zij  met  anderen 
eene  zamenz weering  auigingen,  om  der  fiiettwe  Regeeringe  den 
voet  te  tigteo*  Doch  vermids  het  omwerp  met  geeoe  genoeg^- 
ztame  gebdmboudiBg  was  behandeld ,  kwtm  het  tet  ooren  der 
Wethoudeffchapu  Vam  helsdingen  en  ftANVsa  wierden  hier 
op  geflraft  met  battiagfcbap »  en  daarenboven  de  eerfie  ttec  ver« 
beurdverklaarifig  van  de  helft,  en  de  andere  van  alle  sqne  goe* 
deren.  Sij  begaven  zich  met  *er  woon  na  Amfiwnfam^  alwaar 
zij  homie  dagen  eiddigdeOi 

Zk  wAGfeNAAft,  rètf,  kiffd^iék 


Helst,  ( èartholomeüs  van  dek)  een  vermaard  Séhlldtf" 
der  voorgaande  Eeuwe.  Onder  de  Stnkken,  Welke,  op  het 
Stadhuis  Van  Amflerdam^  van  hem  VöorhöncJeü  zijh,  munt  ito* 
Éonderheid  uit^  het  overheerlijk  tafereel  oi^  de  Groote  Rrijgstaads- 
famer.  Het  verbeeldt  eert  Korporaaifchap  toerende  Bürgets ,  ti?e 
de  Koiöpagöie  van  den  Rüptein  kohnelis  jan  WitsEN,  tfer  ge* 
legenheid  vkn  het  ihiiten  van  dert  Vrede  tóet  dtn  itofilfig  Vtü 
SpaHft^  ft!  den  Jaar^  i«4«.  Ptaast  het  f^reekettd  beeld  de* 
Kapïteihs  z!et  tóen  dat  zijns  Lüitönabts  johan  VAN  WaVeren, 
hl  de  höUiJïnè  vtó  gelüWéhfchlnge  i6èt  dié  blijde  gébéurteurs. 
Volgens 't  veriièalv&nzómnrigeii,  ioiidéti,  voor  iföoilderlfjke  ge- 
deelten van  dit  Schirdtèfrfük,  \  Welk  iioolt  zonder  VfefwottdeHttgr» 
met  Verbaasdheid  geibefiéd ,  kah  beföhóuwd  wof deA ,  tteetrtav 
len  zéet  altiiitttiijte  fótóifiëh  ^éboödén  zijn.  Wijders  likngt  nog, 
van  dien  zelfiteH  Méesieir,  e^  üttvoerig  Stuk  Voöf  dcü  SchöoN 

(leen 


S««  HEM,  HEMELAAR.  (JAN) 

ileeit,  ia  de  Grooce  Zaal  van  de  Haodboogidoeie,  thans  des 
Herberg  de  Doe^e,  op  den  Stogel  op  de  Gamaalemarku  Des 
Mulders  broeder  was  hier  Kastetein  s  waarom  dezelve  veelal  de 
Doele  van  van  der  helst  genoemd  wierdt* 

Zie  iiocjBiuKEN  en  wagenaak»  Be- 
fchr^  van  Amfierdamm 


Hfilf ,  een  Dorp  in '( Nootderkwertler  van  Heiland^  hi  Dreg^ 
tiriand^  voert»  te  gader  met  Fenhuizen^  wier  Bannen  aan  el- 
kander paaien,  den  naam  van  Stede ^  volgens  gifte  van  Hertog 
WILLEM  VAN  BETEREN  van  den  Jaare  1414,  en  geniet,  als  zo- 
danig ,  eenige  Voorregten.  Van  de  drieëndertig  Vroedfcfaappeiv 
^er  Stede  woonen  zeventien  te  Hem ,  en  zestien  te  Fenkuizen* 
Ieder  Plaats  heeft  twee  Burgeiiieesters*  Van  de  zeven  Scfaepe* 
nenjworden,  jaar  om  jaar,  uit  de  Dorpen  vier  en  drie  verkoozen, 
na  uit  het  een»  dan  uit  het  ander.  Het  Dorp  Hem  legt  in  de 
Korte  Streek,  in  eene  rije  van  zeshonderd  Roeden,  aan  wees^ 
kanten  met  Huizen  bebouwd.  Voor  veertig  jaaren  wierdt  bet 
getal  van  deeze  op  honderdnegenëndertig  begroou 

Heuelaar  ,  tiM^)  gebooren  in  ^sGraavenhage  9  en  nader- 
kand  Kanunnik  te  Antwtirpefi*  Al  vroeg  toonde  hij  zijne  ver- 
hevenheid boven  den  kwaaden  fmaak  zijner  Eeuwe  ,  alzo  hti 
zich  meer  toeleide  op  de  beoefTening  der  befchaafde  Letterkun- 
de, dan  op.de  Schoolfche  twisten  en  diepzinnigheden,  welke 
toen  nog  bij  veelen  geagt  wierden  het  kigrakter  van  een  geleerd 
Man  te  vormen.  Hoewel  de  juiste  tijd  zijner  geboorte  niet  be- 
kend is,  moet  dezelve  zijn  voorgevallen  een  goed  (luk  vóór 
het  einde  der  Zestiende  Eeuwe;  alzo  hij,  in  den  Jaare  1600, 
eene  reize  na  Rome  ondernam.  Hij  was  de  vriend  en  leerling 
van  den  vermaarden  justus  lipsius  ,  die ,  in  zijne  Brieven , 
met  lof  van  hem  gewaagt,  en  zijner  geleerdheid  en  goeden  fmaak 
een  heerlijk  getuigenis  geeft.  In  laateren  tijd  was  hij  een  vriend 
van  HUGO  DE  GROOT,  wleu  hij,  in  een  Latijnsch  Vaers,  met 
deszelfs  ontkooming  uit  de  Loevefteinfche  gevangenisfe ,  geluk 

wenschce*    Zes  jaaren  vertoefde  hij  te  Rome^  hebbende  zijnen 

'  om- 


HfeMELAAR..  (JAN)  52^ 

Intrek  in  tet  paleis  van  den  Kardinafl  crsi.  Geduurendef  zija 
verblijf  aldaar  hieldt  hij  eetie  Lofrede  op  Paus  clemens  DtU 
VIII.  Zo  veei  gehoegen  gaf  dezelve  ,  ook  tea  Pau^ijkeri 
Hove,  dac  hem,  tot  loon  daar  van,  de  keuze  wierdr  ^free^ 
ven,  tuslcben  het  Opzienersampt  over  de  Vatikaanfche  Boekerij 
fen  eene  voordeeJlge  Kerkelijke  bediening.  Hij  verkoos  het 
laatfle^  doch  vergenoegde  zich  met  eene  Kanunnikdij  iri,d4 
Bisfchoplijke  Kerk  te  Antwerpen. 

Hemblaar  was  de  Moederlijke  Oom  van  den  beroemdeü 
JAKOB  ooLius,  eertijds  Hoogleeraar  in  de  Oosterfche  Taalea 
Ie  Leiden,  en  bekend  genoeg  door  ztjn  Arabisch  IVoordefk» 
toek*  Veeie  moeite  deedc  hij  om  zijnen  Neef  over  te  haaien  101 
de  Gemeeofchap  der  Roomfelie  Kerke «  zo  als^  ham  gelukt: 
was  omtrent  diens  broeder  pieter  golius,  welke»  zhits  zijd 
ftchtfte  jaar,  ten  zijnen  huize  was  opgevoed*  Kleine  moeite 
kostte  hem  hierom  deeze  verandering  van  Godsdienst; 

*c  Is  bekend  dat  de  Hooglèeraar  jakob  goi.ius,   om  zich  ld 
de  kennis  der  Oosteffche  Taaien  verder  te  oefTenen.  eene  rei- 
ze  door  het  Oosten  hadt  gedaan.  t)e  zelfde  zucht  beheersclitM 
ook  zijnen  broeder  pieter»  en  deedt  hem  gelijken  togt  ondér*« 
neemen.     Naa    Jen    naam  van  cÊLEstiNus  van   st.  leduiniA 
Aangenomen»  en  een  goed  getal  jaarën  zijn  verblijf  op  ded 
Berg  Libanon  te  hebben  gehouden,  begaf  hij  zich  na  konten 
alwaar  hij  tot  Hooglèeraar  in  de  Oosterfche  Taaleil  wierdt  aan<^ 
gefielde    Hier  bragt  hij  het  boekje  van  thomas  a  kemp»  in  dé 
Arabifche  Taaie  over.     Op  den  ouderdom  van  vierenzeventigf 
jaaren  bekroop  hem  de  ;ucht  om  Geloofsbekeerlingen  té  maft> 
ken,  en  ondernam  hij »  ten  dien  einde»  eene  feize  na  de  Kust  vad 
Malabdt.    Ondanks  het  verfchil  vaö  Godsdienst»  (chijnen  dé 
broeders  golius  in  goede  vriendfchap  geleefd  te  hebbed.    *£é 
is  nog  een  Brief  Voorbanden,  door  pieter  oolius  adn  zijnet^ 
broeder  jakob  gefchreeven,  op  zïjné  Rèize  door  het  Oosten^ 
waar  in  hij  hem  zijnen  dank  betuigt»    voor  het  goed  onthaal^ 
Vrelk  zijie  Brieven  van  Voorlchrijvinge  hem  In  Jïfie  bezorgd  had« 
dem 

Zie  BAYLE  9  hitt*  Crité 


XX.  Dizu  U  ÏIbmA. 


530    HEMELUM,  MEMELUMMER-OLDEVAARt,  «ïz; 

Hemelüm  ,  een  oud  Dorp ,  in  Friesland ^  iri  de  GTietenlf 
lirrHelummer'-OIdevaartj  in  *c  Kwartier  van  Weitergo.  Wel- 
eer (londc  bier  een  aloud  adelijk  SJoc  of  Scins,  vsn  het  geOagt  der 
HOPPERS,  waar  u't  de  vermaarde  joachim  aoppeRus  afkom-' 
ilig  was.  Ook  hadt  men  hier ,  in  overoude  tijden,  een  beroemd 
Benedikiijner  Klooster,  van  Stavoren  derwaarts  overgebragt, 
na»  dar ,  ter  deezer  Stede ,  het  St,  Odulphus-Kiooster  door  de 
Zee  was  iugezwolgen.  Van  hier  dat  de  Abten  zich  fchreeve» 
door  Go4$  hermhartigheitf  Abt  van  Stavoren  te  Hcmelum. 
Volgens  CBBo  emmiüs  behoorde  dit  onder  de  rijkfte  Kloosters 
van  Friesland.  Zints  de  verandering  van  Godsdienst ,  heeft  metf 
de  goederen  en  inkomften  deezes  Kloosters,  gedeeltelijk,  ge» 
bruikt  tot  den  opbouw  van  *s  Lands  'Hoogefbhoole  ce  Frantkefm 

Zie  wiNSEMiüs  en  schotanus» 


HEMELüM^ïER-OLDEVAART,  met  Noordwollé  ^  eene  Grietenij 
!n  Fieslandy  in  het  Kwartier  van  fVesfergo,  de  aditfte  en  op- 
een na  de  laatde  iri  rang.    Behalven  de  drie  Steden  ,  Staveren  j 
H^orkum  ^Xi  Hindelopen^  leggen  in  deeze  Grietenij  dé  volgende 
negen  Dorpen:    Hemelum^  Koudum y   H^arns^    Schar l y   Moh 
quern^  Oldega^  Nijc^a^  Elahuizen  en  KoUevolde.    Zeer  wa* 
terrijk  is  deeze  Grietenij ,    tot  merkelijk  voordeel  van  den  bin^ 
nenlandfchen  Scheepvaart,  en  van  den  verfchen  Vischvangst, 
vooral  van  zeer  fmaakelijke  Baars.     Nog  vèrfcheidene  andere 
Wateren  of  Meirtjes  plagt  men  'er  vbor  deezen  te  ontmoeten  > 
die  zedert  droog  gemaakt , '  en  in  uitmuntende  Wei-  en  Bouwlan»- 
den  zijn  veranderd.    Eenige  groote  Stihzen,  welke  men  'er,  i* 
pude  tijd    vondt,  zijn  meest  gedegt ,  en  alleen  in  het  vermaak^ 
lijk  Dorp  koudum  daar  van  eenige  overblijfzels  té  vinden. 

i  Zie  wiNSEMiüs  ,  Krmijk  van  Friesland^ 


Hemert,  (reder-)  in  ondèrfcBeiding^  van  Op-Hemerty  i§ 
een  Dorp  en  Heerlijkheid,  leggende  aan  de  Maaze,  op  een  Ei^ 
fanaije>  de  Hevurtjchc  IVaard  genaamd,  en  vermaard  om  de 

aederü 


ÜEMERT,  (0P-)  HEMERT,  (JOHAN  van)  enz.    53i 


hederlaage,  welke,  in  den  Jaare  io6r,  aan  Graave  floris  depI 
I,  nabi)  hetzelve,' door  de  Keizerlijken,  die  hem  in  den  flaap' 
overvielen  ,  vvierdt  toegebragc.  Voor  deezen  behoorde  de 
Heerlijkheid  aan  den  Ridder  frederik  turk,  Zoone  van  deri 
Ridder  lubbert  turk,  die,  in  den  kare  15S6,  te  Utrecht^ 
tvierdc  verflagen.  Van  wegen  de  gelegenheid  der  plaatze  heeft 
men  aldaar  eeuige  Vestingvverken  opgeworpen,  waar  binnen 
6ene  kleine  Bezetting  legt.  Midden  in  het  Dorp  ftaat  eetl 
öud  zwaar  Kafteel  met  verfcheiden  Torend 

Hemert,  (op-)  een  Dorp  en  Heerlijkheid,  in  den  Bomwê- 
ierwaatdy   aan  den   Waaldijk,   hebbende,   zo   wel  als  Neder^ 

JJemertf  zijnen  eigen  Leeraar. 

■ 

Hemert,  (johan  van)  Burgemeester  van  Deventer ^  eii 
Van  wegen  die  Stad  Afgevaardigde  ter  Algemeene  Staats  vergaf 
deringe ,   was  een   der  vierentwintig  •  Regters   van  de  Heereri 

JOHAN    VAN    OLDENBARNEVELT  ,    ROMDOUT  IIOGERBEETS  Cn  HUÖO' 
DB.  GROOT. 

Hemmius,  (franciscus)  Advokaat,  en  Lid  der  zaöenve^* 
bondene  Edelen,  moest,  om  zijne  liefde  voor  de  Vrijheid» 
bet  Vaderland  verlaateu ,  hij  vonnis  van^  den  Vrijheidhaatended 
ALVA.  Hij  hadt  in  huwelijk  eene  Friefche  Adelijke  Jonk- 
vrouw, uiELK  oortzeaia,  die,  naa  's  Mans  overlijden,  her- 
bouwde, mee  WYBE  groustems  ,  Grietman  van  Menadum^deeU 

» 

Zie  J.  TE  WATEIU 


HÉMPENS ,  een  Dorp  ,  in  Friesland  ,  in  het  Kwartier  vaij 
t>ostergo^  en  meer  bepaaldelijk  in  het  Znidlijk  gedeelte  der 
<3rietenijè  van  Leeuwaarderadeeh  Volgens  schotanus  wierdt 
de  tegenwoordige  Kerk  der  Hervormden ,  weleer ,  geftigt; 
door  twee  Zusters,  uit  het  Geflagt  van  hiddema,  en  voort? 
«an  st;  marten  gewijd.  Een  nabuurig  Meirtje,  het  Hempen* 
%€r^Meir  genaamd  ,  is ,  naa  vooraf  bekoomen  Oktrooi  vanf 
^$  Lands  Staaten ,    voor  weinige  jaaren ,  op  kosten  van  eeof 

L 1 2  tier-' 


5^2    HENDENESSE,  HENDRIK-IDO-AMBAGT,  etit. 


viertal  Burgers  en  KoopHeden  van  het  Frlefche  Vlek  Makkum^ 
droog  gemaakt^  en  in  goede  Wei*  en  Bouwlanden  veranderd. 

Herofnesse,  Hedenesfey  of  hoedanig  men  ook  deezen  naam 
▼erkieze  te  fchrijven  (wanc  men  ontmoet  daar  in  eene  groote 
▼erfcheidenhetd,  zo  als  te  zien  is  bij  den  Heer  j.  wagenaaRt) 
was,  van  ouds,  hoogstwaarfcbijnlijk ,.  de  fcheiding  tnsfchen  Zee" 
land  en  Flaandtrtn ,  heden  ten  dage  bekend  bij  den^  korter 
naam  van  de  Hont,  misfcbien  bij  verkorting  van  Hontet.isfe^ 
10  als  men ,  eertijds ,  ook  dii  woord  fchijnc  gefjpeld  te  hebben» 
2a&  dit  alles  breedvoeriger  bij 

]•  WAGENAAR,  Vod.  Hifl.  D.  HL  bL 
515 1.  in  de  AanU 


HEi«Diim*i0o-AMB~ACT,  met  een  Dorp  van  dien  naam,  ge» 
legen  in  den  Zwijrtdregffchen  fVaard^  in  Zuidholland ;  dus  ge- 
naamd naar  eenen  hendrik  ido,  die,  in  den  Jaare  1331 ,  deere 
Landdreeke  in  Dijk  gebragt  heefl.  Meer  dan  eene  Eeuw ,  zint» 
dien  tijd ,  is  bet  gellagt  van  dien  naam  vermaard  geweest  te 
Dordrechr  ^  é(K\i  fchijit  in  de  vijfdende  Eeuwe  te  zijn  uitgeflor- 
ven.  Volgens  de  beste  opgaaven  zou  het  Ambagt  bevatten  drte- 
honderdzesenVeertig  Morgens  en  vierhonderd  Roeden  Landis^, 
honderdvijfenzeventig  Huizen  y  nevens  eenen  Kooni-  en  eenen 
Cement  of  Trasmolen.  Daarenboven  v4ndt  men  hier  verCchei^ 
den  Zoutkeeten«  De  Gemeente  wordt  'er  door  eenen  eigen 
Leeraar  bediend.  Op  het  Huis  Boucqutt^  of  liever  op  den 
grond,  daar  het  tegenwoordige  Heerenhuis  (laat,  zou  deeerfie 
Bedijker  deezer  Heerlijkheid  gewoond  hebben* 

Hengel  ,  een  Dorp  in  Gelderland r  onder  het  Landdrostampi 
€n  het  GraafTchap  van  Zutpken ,  met  Kerk  en  Predikant ,  (laanda 
onder  de  Klasfis  van  Zutpheu. 

Hemce&o,  eei>  Dorp,  in  Twenthe^  onder  het  Geregt  vaa 
Belden^  hebbende  eigen  Kerk  en  Predikant,  welke  onder  dt 
Kiasfis  Y.U1  Deventer  behooren»   Ide&  vindi  hier  ook  eene  6e^ 

ineeft* 


HENGIST  EN  HORS A ,  HENNAARD ,  enz.       533 


meente  vsn  Doopsgezinden*  Een  oud.adelijk  Huis,  welk  in  dit 
Dorp  (laat,  plagt,  vdormaals^  meer  aanziens  ce  hebben^  d^a 
btt  tegenwoordig  vertoont. 

ÜENGisT  en  HORS A ,  broeders ,  twee  vermaarde  opperhoofden 
<Jer  Saxers.9  de  eerile  van  welke  den  tijtel  van  Koning  voerde, 
die,  omtrent  het  midden  der  Vijfde Ëeu we,  een  goed  deel  bun- 
oer onderzaaten ,  nevens  eene  menigte  F;  sezen ,  na  Britannie 
overvoerden,  en  aldaar  zeer  aanzienlijke  veroveringen  maakten. 
Veelen  dier  beide  Volken  vestigden  zich,  zedert,  in  dat  Rijk. 
Niet  onwaarfchijnljjk  is  de  gisfing  van  zommigen.,  dat ,  in  deeze 
Land  verovering ,  de  reden  en  ooriprong  moet  gezogt  worden 
der  merkwaardige  overeenkomst  tusfchen  de  £ngeifche  en  de 
aloude  Frieücbe  Taaie» 

Hennaard^  een  Dorp  Xvt'FrJetland ^  in  ^het  Kwartier  van 
Weue^go^  met  Kerk  en  Predikant.  Het  heeft  zijnen  naam  ge* 
geeven  aan  de 

Hennaardeuadbel,  fCr/f/^nZ/V)  eene  heerlijke  landftreek, 
wegens  de  vrugcbaarheid  van  uitmuntende  Boi^w-  en  Weilanden. 
In  het  Kwartier  van  IVeJgrgo  bekleedt  deeze  Grietenij  in  rang, 
de  vijfde  plaats,  en  bevat  de  volgende  twaalf  Dorpen:  Hen* 
naarde  Ttens^  Lutkewirum^  Oottercnd^  Wnaxens^  Kubaard^ 
H^omtneU.^  Hijdaard.,  fVehrijp^  Btjum^  Spannum  en  Eaens^ 
De  tegenwoordige  Grietman  is   de  Hooggeboorene  üeer  Jr« 

«INNERT  Pt&LlPS  iEBINGA  V^N  HUMALDA« 

Henrik  ;  een  naam.,  dien  verfcheiden  Keizers  ^en  Koningen 
gevoerd  hebben.  Wij  zouden  buiten  ons  Bedek  treeden,  indiea 
wij  alle  hunne  verrigtingen  verhaalden  Ons  !  lan  brengt  mede^ 
deeze  Vorften  te. doen  kennen.,  in  zo  verre  dezelve  tot  ons  Va- 
derland eenlge  betrekking  gehad  hebben^  ten  einde  om  alzo  onze 
Leezers  te  doen  opmerken,  het  groot  belang,  welk,  al  vroeg» 
de  magtigfte  Mogendheden  van  Europa  gefteld  iiebben  in  de 
thans  Veréénigde  Gewesten,  of  althans  in  eenigè  van  dezelve: 
^m,  langs  dien  weg,  de  oorfpronklijke  waarde  en  aangelegen, 
lueid  der  Landzaaten  te  doen  kennen.    Op  de  Lijst  der  Vor-. 

LI  3  öen. 


gJ4  HENRIK  DE  II  en  III.  Keizers^ 


den,  welke  wij   bedoelen,   koomt ,   in, de   eerfte  plaats,  iif 
aanmerking, 

Henrik  de  il  (Keizer^  Hij  kwam  aan  die  hooge  waardig- 
heid  in   den  Jaare    1005,   ^^^  t^j^^  ^^^   ^^   moedige   Friezen 
hunne  vrijheid  en  onafhanklijkheid  zogten  te  handhaaven  tegci; 
DIRK  DEN  III,   Graaf  van  Holland^   die  toen  nog  mindcr>aa- 
rig  was.    Om  hem ,   of  liever  zijne  Moeder  lutgard  ,   in  het 
plan   ter   overhceringe   de   hand  te  bieden,  deedt  de  Keizer 
cene  Vloot  uitrusten;  hij  befloot  daar  toe,  uit  hoofde  zijner 
naauwe  betrekkinge  tot  den  jongen  Graave,  van  wiens  Moe- 
fier hij   eene  Zuster  in  huwelijk  hadt.    Hij  dwong  hen,  in- 
flerdaad,   tot  onderwerpinge ,  doch  niet  langer,  dan  geduuren* 
de  het  leeven   van  lutgard.     In  weerwil  deezer  bloedver- 
wantfchap  verklaarde  naderhand  de  Keizer  den  Oorlog  aan  zij- 
nen Neeve,  ter  gelegenheid   als  deeze  geoordeeld  wierdt,  te 
Dordrecht,   door  het  heffen  van  Tollen,   zijne  magt  misbruikt 
te  hebben.  Van  zijn  gezag  over  een  gedeelte  deezer  Gewesten 
yertoonde  hij  een  blijk ,  in  zijn  gunstbewijs  aan  boudewyn  den 
IV,  Graave  van  yiaanderen^  aan  wien  hij  het  Eiland  ll^akhe' 
ren,  en,  volgens  zouimigen,  nog  andere  Zeeuwfche  Eilanden, 
als  een  Rijksieen,  opdroeg.    Hij  overleedt  in  den  Jaare  i025. 

Henrik  de  III ,  (Keizer)  Kleinzoon  van  den  voorgeraelden , 
en  opvolger  van  zijnen  Vader  koenraad  den  II ,  bevondt  zich 
fe  Utrecht  y  ter  vieringe  van  het  Pinxterfeest,  nevens  zijnen 
Vader,  ten  tijde  als  deeze  aldaar  zijne  dagen  eindigde.  *s  Vor- 
ken ingewanden  wierden  ter  aarde  befteld  in  de  St.  Marteni' 
Kerk:  waarom  dezelve ,  door  henrik  den  III,  begiftigd  wierdt 
met  verfcheiden  landerijen ,  gelegen  in  den  omtrek  van  de  tegenr 
ijTöordige  Stad  Gronittgên,  welke,  in  den  Keizerlijken  Gifibrief, 
^eu  naam  van  Dorp  of  Steedje  draagt.  Tot  zo  verre ,  derhnl- 
ten,  als  mede  tot  eenige  plaatzen  in  Drente,  mede  in  de  Gift 
|>egrcepen ,  moet  's  Keizers  gebied  zich  toen  hebben  uitgeftrekt, 
jn  den  Jaare  1045  bevondt  zich  de  Keizer,  van  nieuws,  te 
\Jtrecht,  om  'er  het  Paaschfecst  te  vieren.  Geduurende  zijn 
yerblijf  aldaar,  deedt  hij,  aan  de  rivier  de  Maaze,  eene  aan- 
zienlijke Vloot  uitrusten,  om  te  dienen  tegen  den  HoUandfchen 

•  Graaf 


HENRIK  DE  III  en  IV.  Keizers.  535 


Craaf  dirk  den  IV,  met  wien  hij  thans  in  Oorlog  was.  De 
Vloot y  voor  Üordrtcht  genaderd  zijnde,  maakte  zich  meeseer 
van  die  Stad,  welke,  op  Keizerlijk  bevel,  van  Krijgsbezettin^ 
^e  wierdc  voorzien.  Vervolgens  zak-te  de  Vloot  af  na  Vlaar-* 
dingen  ,  alwaar  de  Graaf  zich  thans  bevondt.  Ook  deeze 
Plaats  moest  voor  's  Keizers  overmagt  bukken.  Naa  het  be* 
nagtigen  van  deezen  Oord  van  Holland  y  verliet  de  Keizer 
deeze  Landen ,  en  begaf  zich  ua  Spiets.  Hier  ontving  hij ,  ia 
den  Jaare  1047,  berigt  van  nieuwe  vijandlijkheden  van  Graave 
DIRK :  weshalven  hij ,  andermaal ,  eene  Vloot  na  Flaardingen 
(deedt  afzakken,  aan  boord  van  welke  de  Keizer  zich  in  eigen 
perfoon  bevondt.  Ongelukkig  flaagde  deeze  togt.  Van  wegen 
het  verre  gevorderde  Jaargeiij,  konden  deTroepen,  celande,  wei- 
nig uitvoeren.  Daarenboven  waren  de  Schepen  van  noodwen- 
digheden  zeer  flegt  voorzien.  Een  gemnklijke  prooi  wierden 
deeze  van  Graave  dirk.  Om  den  fchrik ,  bier  door  onder  de 
gelande  Troepen  ontdaan,  was  de  Keizer  genoodzaakt,  met 
verhaasten  optogt,  de  wijk  re  neemen  na  Utrecht  ^  daar  hij 
<er  naauwer  nood  ,  en  niet  zonder  een  aanmerkelijk  verlies , 
binnen  kwam.  Dordrecht ^  en  bijkans  alle  *t  overige,  welk  de 
Keizer  den  Graave  afhandig  hadt  gemaakt,  wierdt  thans  door 
deezen,  met  kleine  moeite,  vermeesterd.  ^s  Keizers  overlijden 
viel  voor  In  den  Jaare  1056* 

Henrik  de  IV,  {Keizer)  was  de  Zoon  en  opvotger  deg 

Worgaanden,    in  den  ouderdom  van   naaawlijks    vijf  jaaren» 

Al  vroeg,  egter,  kwam  hij  aan  't  bewind,  ter  gelegenheid  dat 

de  Keizerinne- Moeder,    die  de  Voogdijfchap  bekleedde,  op 

vermoeden  van  onbetaamelijke  gemeenzaamheid  met  den  Bis- 

fchop  van  Augsburg^  van  de  Regeeringe  was  afgezet.    Op  't 

voorbeeld  zijner  Voorvaderen  vierde  hij,  van  tijd  tot    tijd, 

het  Paaschfeest  te  Utrecht  \  daar  hem,  door  listige  en  fchraap- 

^ieke  Hovelingen,  misbruik  maakende  van  's  Keizers  jeugd  en 

x>nervarenheid ,  veele  gunstbewijzen  wierden  afgetroond.    Ook 

wist  de  Bislchop  van   Utrecht  zich' deeze  zelfde  gelegenheid 

ten  nutte  te  maaken,  om  aan  zijne  Kerke,  door  den  jongen 

Keizer,  verfcfaeiden  Landerijen  te  doen  afHaan,  welke,  20  als 

hij  voorgaf,  door  menige  HoUandfche  Graavcn ,  der  Utrecht-- 

h  1  4  f(ih^ 


6S«  HENRIK  DE  V  Keizer^  enz. 

fche  Kerke  onregtvaardij;  oncweldig  waren.  Daarenboven  be- 
vestigde de  Keizer  boudewyn  den  V  in  liet  Regt  op  de 
Zeeuwfche  Eilanden»  aan  zijnen  Vader,  door  Keizer  henrik 
Yi?^  Il ,  opgedraagen.  Zijne  mildheid ,  in  *c  wegfchenisen  vaa 
Inndcrijen,  deedt  hem,  eindelijk,  aan  henrik  den  dikken, 
Graavc  van  Saxen  ^  het  Markgraaflchap  van  Friesland^  bij 
wijze  van  Leengoed,  aflhan.  Zijne  flapheid  in  *e  bewind,  of 
de  weinige  prijs,  dion  hij  ftelde  op  de  handhaaving  zijner 
heerfchappije,  kan  de  reden  geweest  zijn ,  dat  hem  het  onge- 
val bejegende,  de  Opfhnd  zijns  Zoons  tegen  hem,  in  \  laatfle 
gedeelte  zijns  leevens,  welk  afliep  in  den  Jaare  iio5. 

Henrik  de  V.  (fCeizer)  Kort  naa  zijne  verheffing  op  den 
Keizerlijken  troon,  (loot hij  een  Verbond  met  den  Hollandfchen 
Graave  floris  den  II,  raakeude  het  GraafTchap  Vlaanderen  ^ 
bet  EiJand  fi'alchefen  en  de  Eilanden  Bewester -Schelde.  Op 
Ftaandcren  meende  de  Keizer  eenig  regt  te  hebben,  gelijk  de 
Hollanders  op  de  gemelde  Eilanden.  In  of  omtrent  het  Jaar 
Jio8  wierdt  dit  Verbond  getroffen;  doch,  of  en  welke  Krijgs« 
verrigtingen  daar  van  het  gevolg  waren,  vinden  wij  niet  aan-^ 
getekend.  Van  geen  Inngen  duur  was  deeze  Verbintenis,  tus- 
fcheu  den  Keizer  en  de  Hollanders.  Naa  het  overlijden  van 
Graave  floris,  kwam,  voor  eenen  tijd,  h^t  bewind  aan  des* 
?elfs  Weduwe  petronella.  Deeze,  eene  Vrouw  van  manne- 
lijkcn  moed,  was  de  Zuster  en  (londt  in  de  belangen  van  lo- 
THAAius,  Hertog  van  Saxen,  met  welken  de  Keizer,  bij  aan- 
boudenh^id,  overhoop  iag.  Dit  hadt  ten  gevolge,  dat  henrik 
pE  V,  een  Leger  hebbende  op  de  been  gebragt,  daar  mede^ 
in  den  Jaare  1124,  eenen  inval  in  Holland  deedt,  en,  hoewel 
niet  dan  ten  koste  van  merkelijke  moeite,  de  moedige  Voog- 
de^fe  des  mlnderjaarigen  Graafs  noodzaakte,  haare  afhanklijk- 
heid  van  't  Keizerrijk  te  erkennen.  De  Keizer  ftorf,  in  \  vol- 
gende  jaar,  te  Us recht ,  en  hadt  tot  opvolger  den  zelfden  lo- 
THARius,  met,  welken  hij  geftadig  in  omnin  geleefd,  en  wiens 
jCuster  eu  Neef  hij  vijandig  hadt  aangetast. 

Henrik  de  ÏII,  Koning  van  Frankrijk»  Naa  dat  onze  kloeke 
Voorouder^  den  llap  gewaagd  hadden,  om  het  Spaanfche  juk 

Y8« 


HENRIK  DE  III,  Koning  van  Franiriji.  537 


▼an  den  halze  te  fchudden,  vorderde  hun  belang,  uit  te  zien 
M  onderftand ,  om  hun  daarin  de  behulpzaame  hand  te  bie^  en«' 
Natuurlijk  viel ,  onder  de  Europifche  Mogendheden ,  in  de  eer- 
fte  pJaais,  het  oog  op  Engeland^  hoewel  *t  hier  niet  ontbrak 
aan  dezulken,  wien  *t  hart,  ten  dien  einde,  na  Frankriik  hel- 
de.   De  ongelukkige  uitflag  des  aanzoeks ,  in  het  eerstgenoemde 
Rijk  I  deedt  *s  Lands  Staaten  zich  tot  Koning  henrik  den  III 
wenden.    Gereedelijk  befloot  men  hier  toe,  zints  Prius  willkm 
DE  I  berigtte ,  van  dien  Vorst  verlhan  te  hebbén ,  dat  de  aan- 
zoek ten  zijnen  Hove  beter  dan  'm  Engeland  zow  z\]n  uitge'all.n. 
Van  toen  af  aan,  ('t  was  in  den  Jaare  1576)  tradt  men  met  den 
Koning  in  onderhandelingen  die,  evenwel»  nu  geenen  voortgang 
hadt,  maar,  in  den  ]aare  158 1,  hervat  wierdt  met  *sKonings 
Sroeder ,  den  Hertog  van  anjoü  ,  met  wicn  men  een  Verdrag 
(loot,   bij  't  welk,  onder  andere,  bedongen  wks,,  ^an  de  zijde 
derStaaten,  dat  de  Hertog  zijnen  Broeder  zou  beweegen  om 
den  Staaten  bij  te  ihan ,  in  het  voeren  van  Oorlog  tegen  Spanje 
«n  alle  andere  vijanden.    Met  eene  algemeene  belofte  des  Ko« 
uings,  van  hulp  te  zullen  verleenen,  zo  dra  de  getleldheid  zijns 
Koninkrijks  het  zou  gedoogen ,  moest  men  thans ,  hoewel  mee 
cegenzin,hier  te  Lande,  zich  vergenoegen.  Naa  'sHertogs  over- 
lijden,  in  den  Jaare  1584,  vervoegden  zich,  andermaal,  de 
Algemeene  Staaten  aan  Koning  henrik  ,  om  aan  hem  de  Opper- 
heerfchappij  deezer  Landen  op  te  draagen;  waar  bij  gevoegd 
wierdt  een  verzoek,  naa  't  ontijdig  einde  van  Prinfe  willem  den 
I ,  om  een  agtbaar  pcrfoon  herwaarts  te  zenden ,  welke  's  Prin- 
fen  plaats  bekleeden   konde.     Dnch  geene  andere  uitwerking 
hadt  thans  het  Gezantfchap,  welk  decze  aanbieding  deedt,  daa 
^sKonings  antwoord,  eer  hij  zich  verder  verkoos  in  te  laaten, 
vooraf  den  toedand  der  Nederlanden  naauwkeuriger  te  zullen 
doen  ouderzoekeit,  door  iemand,  welken  hij,  met  de  Neder- 
Jandfche  Gezanten,  herwaarts  deedt  vertrekken*    De  Pranfche 
Gezant  pul.^laux,  naa  gehoor  gehad  te  hebben  bij  de  Alge- 
meene Staaten,  (prak  vervolgens  met  die  van  Holland  en  Zer- 
land^  aan  welke  hij,  van  zijnen  Meester,  afzonderlijken  last 
hadt.    Hier  herhaalde  hij  des  Konings  gezindheid ,  om  de  Ne- 
derlanden in  'c  algemeen  te  willen  befchermen ;  doch  voegde  'er 
jlfveoa»  hoe  dezelve  de  beide  Gewesten  zou  willen  aauvaardeo, 

LI  S  ^^ 


Sifi  HENRIK  DB   IV,  Kffftfng  van  Franftrjk. 

.  '     . k. 

«B  voor  dat  het  ilaateHfk  Ge^aotfchap,  boven  venneld^  na 
Fr/»2^ri/>' reisde,  hadc  bij  den  Prinfe  tien  of  des  noods  cwindg 
Vaandels  Knegcen  aangeboodea^  welke  aanbieding  ^  egter,  be- 
leefdelijk wierdc  ^/a%  de  hand  geweezen.  In  't  vervolg,  tocti 
cle  Handel,  mee  Koning  «EiNRiK  pem  lll>  vrugccloos  was  alge- 
loopen  ,  zouden  de  Staat) chen  gaarne  eemge  hulptroepen  van 
hem  hebben  overgenomen;  doch  de  toefhmd  zijner  zaaken  liec 
thans  niet  toe,  door  hulpbetoomng  aan  anderen,  zijne  eigea 
magt  te  verzwakken.  Ëenen  gunftigen  keer  nn men,  zedert,  de 
zaaken  der  Veréénigde  Gewesten.  Koning  hen  rik  deedt,  eer- 
lang ,  aanzoek  bij  de  Staaten  om  geld  en  manfchap.  Beiden  wier- 
den hem  bezorgd.  Reeds  in  den  Jaare  1591  maakten  zij  hon- 
derdduizend Guldens  aan  hem  over,  en  zouden,  in  'x  volgende 
Jaar,  twintig  Vaandels  Knegten.  Telkens  wierdt  deeze  bulp- 
betooning  herhaald»  inde  |aaren  1593,  1595  en  159e.  *sKo- 
nings  omhelzing  van  den  Roomfchen  Godsdienst  was,  inderdaad* 
den  Algemeene Staaten  regen  den  borst;  doch,  ter  voorkoominge 
VBO  nadeellge  verwijderinge  ,  droegen  dezelve  zorge  ,  dat  de 
Leeraars,  hier  te  Lande,  van  deeze  Godsdien^tveranderinge, 
op  den  predikdoel,  geene  aanftooteitjke  melding  maakten.  £n« 
zeker»  meet  het  misnoegen,  in  de  Nederlanden.,  over  deezeu 
fiap  opgevat,  geene  zeer  diepe  wortels  gefcnooten  hebben » 
naardien  zij,  ter  gelegenheid  van  een  Verbond,  door  Koning 
UENRiK  met  Engeland  geflootcn ,  niet  alleen  daar  aan  deel  na* 
men,  maar  zelf  een  afzonderlijk  Verbond  met  hem  aangingen, 
waar  .bij  de  Koning  zich  tot  onderfland  verpligtte ,  zo  ras  zijne 
'  2aaken  zulks  zoudeu  toelaaten.  't  Was  ingevolge  dcezer  naauwe 
.▼erbintenisfe,  dat  wanneer  hënkik  den  IV,  door  den  Koning  vaa 
Spanje j  met  welken  hij  in  Oorlog  was,  de  Vrede  wierdt  aange- 
hooden,  hij  daar  van  kennis  gaf  aan  de  Staaten,  met  betuiging > 
in  de  onderhandeling  hunne  belangen  niet  te  zullen  uit  het  oog 
verliezen.  Doch  de  Senaten  toonden  hier  over  klein  genoegen, 
üit  vreeze,  dat  indien  F?ü7ikriik  met  Spanje  floot,  zij  zelve  alle 
het  geweld  des  Oórlogs  zouden  op  don  halze  hebben,  deeden 
2e  al  wat  zij  konden,  om  henrhc  in  Oorlog  te  houden;  hem, 
ten  dien  einde,  vermeerderin»;  van  hulpe,  zo  in  Volk  als  Sche- 
pen ,  aanbiedende ,  door  een  Gezantfchap ,  *t  welk  bekleed  wierdc 

<k)Or   jUStlNUS    VAN   NASSAU    CU  JOHAN  VAN  OLD£NBARJ!«£V£LT. 


ttENRIK  DE  IV,  Koning  ran  Frankrjt.         i\t 


De  laatfte  voerde  't  woo  d,  in  't  gehoor,,  welk  zij  bij  den  Ko»' 
Ding  badden.  Met  een  verftandig  overleg  zogt  hij  zijner  Maje» 
Heit  te  b«Kiuiden «  de  grootheid  des  roems ,  dien  dezelve  tfaan» 
zoude  kunnen  behaalen ,  door  't  vernederen  der  Spaanfche  grooc- 
hartigheid.  HzwaiK  gaf  Wer  op  tot  antwoord  ,  dat  de  nood  hen 
drong  tot  Vrede;  doch  verzekerde  leveo»,  niet  te  zuUeo  ^^ 
wijken  van  't  g«flootene  Verbood,  maar  veeleer  volharden  in  de 
aangegaane  vriendfchap.  Hij  voegde  'er  nevens ,  tea  btijke 
van  de  opregtheid  zijner  betuigingen,  de  Scaaten  te  wiliei^oii»^ 
derfteunen  met  twee  Miljoenen  efi  negenhonderdduizend  Gul- 
dens 9  te  fchteten  in  den  tijd  van  vier  jaaren ,  onder  fchi jn  vatt 
te  zullen  dienen  ter  aflosfinge  van  opgefchootene  penningen,  zoor 
der  evenwel  ooit  de  teruggave  deezer  penniogen  te  zullen  vor- 
deren^  Nog  een  (lap  verder  ging  de  edelmoedige  Vorst.  Hij 
gaf  den  Gezanten ,  of  liever  afzonderlijk  aan  den  Heere  van 
OLDENBARNEVELT,  last ,  zljueu  Meefteren  te  verklaaren,  dat 
dezelve ,  ten  allen  tijde ,  van  's  Konings  beste  Volk  van  Oorlog 
in  dienst  zouden  mogen  neemen.  Met  deeze  gerustfleUeode 
verzekeringe  vertrokken  de  Gezanten  uit  Frankrijk  ,  zonder 
zich  verder  te  verzetten  tegen  den  Vrede  met  Spanje^  die* 
tusfchen  de  beide  Koninkrijken,  omtrent  deezen  tijd  geflootea 
wierdt. 

Niet  lang  hieldt  het  aan ,  of  Koning  henrix  venoonde  de 
ipreekende  bUjkea  van  de  opregtheid  zijner  betuigingen.  Ia  dea 
Jaare  1599  gaf  hij  verlof  aan  de  Staaten,  om  in  zijn  Rijk  tt  mo* 
gen  werven ,  eene  bende  van  tweeduizend  Voetknegten  en  eeni- 
ge  Ruiters ;  onderfteunende  hen  nog  daarenboven  met  eene  fom^ 
tte  van  vijfhonderdduizend  Guldens ,  welke  men  thana ,  hier  ie 
Lande,  ten  uiterfte  benoodigd  was.  Waar  bij  nog  kwam ,  dtt  h^* 
om  den  Spanjaarden  ,  buiten  openbaaren  Oorlog  ,  afbreuk  te 
doen,  zijnen  Onderdaanen  den  Koophandel  op  Spanje  genoeg* 
zaam  verboodt.  Om  de  banden  van.  onderlinge  gemeenfchap 
BOg  vaster  tóe  te  haaien,  gaf  hij  den  Staaten  verlof,  ten  zijnen 
Hove,  eenen  gewoonlijken  Agent  te  mogen  houden.  FRAN9013 
AARssBNS ,  Zoon  van  den  Griffier  kornelis  aarssems  ,  was  de 
eerfte,  welke  deezen  post  waarnam» 

Van  merkelijken  duur ,  en  van  geene  kleine  nuttigheid  vooff 
den  Staat  der  Veréénigde  Gewesten »  waa  deeze  naauwe  yerbio- 

tenia 


54^  MENRIK  DB  t\t ,  Kofïiftg  van  Franiryt. 


cents  met  Frankrijke  Benige  verkoeling  van  vriendfcliap  (Aii* 
ilondt  'er,  aan  de  zijde  des  Konings,  in  de  Jaaren  1606  en' 
1607.  Zonder  medeweecen  van  henrik  den  iV,  hadden  de 
Staaten  eeue  onderhandeling  begonnen  met  Spanje  ^  over  Vrede 
of  BeHand.  Tusfchen  het  laatscgemelde  Koninkrijk  en  Engeland  vvay 
thans  iets  gaande «  waardoor  de  heerfchappij  over  de  Neder* 
landen,  ligcelijk,  aan  dat  Rijk  konde  koomcn.  Koning  henrik, 
liier  van  de  lucht  gekreegen  hebbende ,  en  om  dit  oogmerk 
te  verijdelen,  liet,  door  den  Gezant  aarssens,  büj  gelegenheid 
ids  deeze  eenen  keer  na  den  Hage  zoude  doen  ,  aan  de 
Staaten  vraagen,  of  zij,  met  behulp  hunner  uabuuren,  zichf 
in  hunnen  tegenweordigen  flaat  konden  handhaaven?  Voorts, 
of  zij  eenige  hoop  en  uitzigt  hadden  op  Vrede,  en,  om  dien 
te  bekoomen,  *sKonings  hulp  zouden  uoodig  hebben?  Enein^ 
deHjk,  welke  voordeelen  zij  den  Koning  dagten  toe  te  Ihan, 
ingevalle  hij  aan  Spanje  den  Oorlog  verklaarde;  en  of  zij» 
zich  werpende  ia  de  armen  zijner  Majefleit,  de  vrije  oeffenins 
van  den  Roomfchen  Godsdienst  zouden  "willen  gedoogen?  Dat 
Koning  iiënrik  thans  niet  afkeerig  was  van  de  heerfchappij 
over  de  Nederlanden ,  wordt ,  door  veelen ,  uit  deeze  vraagea 
niet  't  onregt  afgeleid*  Aarssens  keerde  te  rug,  zonder  ant- 
woord op  deeze  vrsagen,  welke  hij  zeide  niet  te  hebben  dur« 
ven  voordellen.  Integendeel  decden  de  Staaten  zijne  Majedeit 
Verzoeken,  den  jaarlijkfchen  onderfhnd  vah  één  Miljoen,  wel- 
ken zij  dus  lang  genooten  hadden,  tot  drie  Miljoenen  te  wil^ 
Jen  verhoogen.  Koning  henrik  floeg  dit  niet  af,  maar  gaf 
tot  antwoord,  dat  de  vermeerdering  van  holpe  aan  de  Staaten, 
van  hunne  zijde,  moest  gevolgd  worden  van  meerdere  believingé 
van'  den  Koning,  Veeiligt  ontflondt  deeze  voorwaardelijke  toe- 
zegging uit  de  berigten,  welke,  iutusfchen,  tot  den  Koning 
kwamen,  aangaande  de  onderhandeling  der  Staacen  met  Spanje^ 
zonder  zijn  raedeweeten.  Thans  floeg  aarssens  voor,  eenea 
keer  na  den  Hage  te  willen  doen,  om  te  bewerken,  dat, 
buiten  *s  Konings  weeten,  niets  beflooten  wierdt;  als  mede^- 
4e  voorheen  gemelde  vraagen  thans  te  willen  voordellen.  In  \ 
een  en  ander  bewilligde  zijne  Majedeit,  en  fchonk,  op  dieu' 
gronde  eenen  onderdand  van  zeshondduizend  Guldens,  mids 
èt  Staaten  mc(  Spanje  geenerlei  Verdrag  aangingen  ,  buiten' 


tiËNRIK  DE  IV,  Koning  van  Frankryh         jffj 


Zijne  kennis.  Nogihans  flooten  de  Staaten  eenen  flilftand  vta 
Wapenen,  en  gaven,  eerst  naa  het  tekenen  van  't  Verdrag, 
daar  van  kennis  aan  Koning  henrik.  Dit  leide  den  grond  toe 
ecniqe  verkoellnge  aan  den  kant  van  zijne  MajefteJt,  die  nog 
toenam  ,  zints  in  de  Nederlanden  wierdi  verfpreid  ,  dat  de 
Koning  van  Ff  ar kf  ijk  een  voorneemen  liodi  om  de  Regeering 
deezer  Gewesten  te  veranderen,  en,  door  het  inhouden  van 
den  Jnaflijkfchen  onderftand,  de  Stanten,  uit  verlegenheid,  te 
noodzaaken  om  de  Oppcrheerfchappij  aan  hem  op  te  draagen^ 
Ten  uiierfte  tebclgd  roonde  zich  de  Koning  over  dit  gerugt; 
^t  welk ,  evenwel ,  om  verlcheiden  redenen,  niet  van  allen  grond 
fchijnt  ontbloot  te  zijn  geweest;  onder  andere,  om  zeker  zeg- 
gen v?n  's  I^rnds  Advokaat  van  oldenbarneveld  aan  deaf 
Gezant  van  zijne  Maielleit , "  inhoudende ,  dat  indien  men  be- 
floot,  de  Regeering  te  veranderen,  en  van  een  onafhanklijka» 
"Stnat  een  Vorflendom  te  maaken,  de  Koning  van  Frankrijk^ 
boven  alle  anderen,  tot  Oppervorst  zou  verkooren  worden» 
Voor  welk  zcgi^en  ,  inderdaad ,  geene  reden  was ,  indien ,  in  ^ 
hart  van  Konliig  henrik  >  niets  van  't  gemelde  Ontwerp  waie 
omgegaan. 

Ondanks  des  Konings  misnoegen  op  de  Staaren,  zondt  hij, 
eerlang,  na  de  Nederlanden,  een  plegtig  Gezantfchap,  aaa 
welks  hoofd  de  vermaarde  Prefident  jeannin  gefteld  wierdc 
ïn  zijne  aanfpraak ,  ter  Algemeene  Staats vergaderinge ,  betuigde 
W]  des  Konings  misnoegen,  over  den  handel  met  Spanje^ 
bulten  kennis  van  zijne  Majefteit,  en  in'  weerwil  der  goede 
dienden,  door  den  Koning  beweezenj  't  welk,  zeide  hij,  van 
ondankbaarheid  niet  kon  worden  vrijgefproken.  Nogthans 
Voegde  hij  'er  nevens,  dat  de  Koning  zijn  Meester  geen  oog- 
merk hadt,  de  vriendfchap  te  breeken,  maar  't  zij  de  Staaten 
den  Oorlog  wilden  voortzetten,  of  Vrede  zogten,  hun  ^ijne 
hulp  hetoonen;  of  de  hand  zou  leenen  tot  het  bezorgen  VTSt 
een  eerliiken  Vrede.*  Onder  de  hand  hadden  de  Franfche  Ge- 
ianten  hst,  öm  tè  werken  op  de  bevestiging  van  *r  gezag 
'van  Prinfe  maurits,'  met  oldenbarneveld  en  de»  Griffier 
AARSENs  in'  goed  veffhnd  te  leeven,  en  te  maaken  dat  'er 
geen  verder  Verdrag  wierdt  aangegaan  met  Spanje  ,  buiten 
*$  Konings  medeweeten.    Voorts  moesten  zij  meer  drhigen  op 

her 


544  HËNRIK  de  IV,  Konifig  ran  Frankrijl^, 


bet  maaken  van  Vrede  dan   het  voortzetten  van  den  Oorlog:^ 
doch  van  't  fluiten  van  een  Belland  zich  af  keerig  houden.    De 
reden  deezer  af  keerigheid  was  >    des  Konings  doelwit  om  de 
Spaanfche  magt  te  vernederen,  waar  toe,  zijns  oordeels.  Vrede 
of  Oorlog  beter  kans  gaf,  dan  een  Bedand ,  geduurende  *t  welk 
Spftnie  zich  zou  kunnen  in  flaat  (lellen,  om,  naa  *t  afioopca 
Van  hetzelve,  den  Oorlog  met  meerder  wakkerheid  door  te  zet- 
ten.   Koning  henrir,  egter,  bewilligde  'er  in,  zints  de  (laat 
van  Oorlog  hem  was  voorgeleid ;  In  welken  men ,  voorbedagte- 
lijk,  op  eene  looze  wijze,  de  kosteu  van  den  Krijg  zeer  hoog 
gcdeld  hadt;  om  hem  alzo  te  overtuigen  van  de  onmogelijkheid^ 
in  de  tegenwoordige  fchaarsheid  van  's  Lands  Kas ,  zelf  geholpen 
door  *s  Konings  onderftand  j  om  den  Oorlog  gelukkig  voort  \» 
zetten. 

Intusfchen  (lelde  henrir  de  IV  zijn  Ontwerp  niet  ter  zijden^ 
om,  naa  dat  'er  een  Befland,  tusfchen  Spanje  en  de  Algemeene 
Staaten ,  zou  gedooten  zijn ,  zich  in  de  Nederland«fn  een  boog  gezag 
ce  doen  opdraagen*     Om  dit  oogmerk  te  bereiken,  vondt  hij 
geraaden,  door  middel  van  Jaargelden  en  Gefchenken,  zich  hier 
te  Lande  eenen  aanhang  te  winnen.    Hij  kende  den  invloed  vatf 
Prinfe  m aurits  ,  en  van  den  Advokaat  van  oLDENBARNevfiLT^  Hier- 
om gaf  hij  zijnen  Gezant  jeanvin  last,  den  laatstgenoemden, 
op  (^nden  voet,  een  gefchenk  aan  te  bieden  van  twintigdui^ 
zend  Guldens,  en  naa  dat  'er  Vrede  of  een  veeljaarig  Bedand  zou 
getroffen  zijn  ,    een  Jaargeld  van  vierduizend  Guldens.     Aaa 
Prinfe  maurits  moest  hij ,  in  dit  geval ,  een  Jaargeld  van  tien* 
duizend  Guldens  toezeggen.    Naar  bevinding  van  zaaken  mogic 
de  Gezant  ook  aan  andere  perfoonen  gefchenken  doen  en  Jaar- 
gelden  uitlooven.     Graaf  willem  van  nassau  wierdt,   onder 
andere,  bij  nname  genoemd.    Om  het  Bedaad  voort  te  zetten, 
deedt  de  Prefident  jeannin,  op  's  Konings  last,  eene  aanfpraak 
ter  Algemeene  Vergaderinge ,  in  welke  hij  hetzelve  erndig  aan- 
raadde.   Ook  Het  de  Koning,  uit  Frankrijk y  eeoen  afzonder- 
jijken  Brief  afgaan  aan  Prinfe  maurits  ,  om  hem  te  doen  afzien 
van  zijnen  weerzin  tegen  het  Bedand,  ^t  welk  hij,  't  zij  uit 
eigen  belang,  of  door  anderen  daar  tegen  opgezet,  uk  alle  zijae 
jnagt  zogt  tegen   te  houden.     Merkelijk   leniger  wierdl  diff 
jPrios ,    zederc  bet  omvapgeQ  van  deezen  Brief.    Dit ,    alt 

saed» 


MËNRIE  DB  IV  i  Koning  yaü  FranMjk  ^  êni.     $45 

^   _ _^ ^      

mede  de  gelukkig  flaagende  poogïng  van  den  Prefidenc  jéai^a 
itiiN,  om  Prins  MAURIT8  meeden  Advokaac  te  verzoenen,  bragC 
ie  wege«  dfit  het  Beflaod  eerlang  gecrofFdn  wierdt.  Nevens 
^en  Ëngelfcben  Koning»  verklaarde  zich  hcnrik  D£  IV  als 
Borg  voor  de  onderhouding  van  *c  Bedand,  welks  duuring» 
gelijk  bekend  h.  op  twaalf  jaaren  wierdt  bepaald.  Met  opzigc 
COC  de  Nederlanden  was  dit  het  laatde  bedrijf  van  Koning 
HENRIE  OEN  IV.  Hij  ging  voort  in  het  onderfteunen  van  de 
Staaten,  met  volk  en  geld.  De  Vorst  maakte  zich  gereed  om 
2ich  te  (lellen  aan  't  hoofd  zijns  Legers  ^  bedemdy  naar  men 
wil,  om  eenen  inval  te  doen  in  de  Spaanfche  Nederlanden ^ 
en  alzo  ten  voordee|e  dér  Scaaten.  Ook  hadt  hij  aan  der^* 
zelver  Gezanten  verklaard,  niet  ongezind  te  zijn,  tot  hec 
fluiten  van  eene. nadere  Verbintenisfe  met  de  Staaten^  wdko 
hij  zijne  besu  vritndin  noemde^  Eer  hij  te  velde  trok« 
hadt.  hij  be^e^^e,.  om  de  Koningin,  maria  os  medicis,  die^ 
geduurendQ  zijn  afweezefl ,  het  Rijksbewind  zou  oefenen, 
openlijk  te  doen  kroonen  en  (hatelijk  binnen  Parijs  in  te 
haaien.  Op  den  veertienden.  Mai  des  jaars  1610  reedt  hij  uit, 
om  de  toebereidzels,.  welke,  ten  dien  emde,  gemaakt  wier^ 
den,  te  bczigtigen.  Onder  't  rijden,  door  eene  enge  Straat^ 
wierdt  de  Koets,  in  haareü  voortgang,  verhinderd  door  eene 
menigte  rijtuigen.  Dit  bewoog  'sKonings  meeste  gevolg,  zich 
derwaarts  te  begeeven,  om  plaats  te  maaken.  Van  deeze  gele» 
eenheid  bediende  zich  de  fnoodaart  fran^ois  ravillac.  Op 
een  der  Roetswielen  getreeden ,  dreef  bij  den  Koning  een  lang 
tweefnijdend  Mes  door  't  hart:  zodat  hij,  niets  andere  voorc^ 
brengende,  dan  ik  beu  gekwetst ,  (Iraks  dood  nederzeeg* 

HENRiit.VAN.NAssAti,  Heet  van  Breda 9  2oon  van  ENCEiy* 

bert/  bekleedde^  'in  den  aanvang  der  Zestiende  Ëeuwe,  de 

JStadhouderlijke  .waardigheid  in  Gelderland ^    en    maakte  zich 

•  vermaard,  'zo  db<M;  zijnp  heldhaftige  Krijgsbedrijven,  als  door 

'zijn  huwelijk  mét '  cLavde,  eènige  Zuster  en  Erfgenaame  vaa 

.muBERT  VAN  CHALON,   Priufc  vau   Oranje  \  waar  door  hij 

het  Prinsdom  Oranje  in  het  Huis  van  Nasfau  heeft,  g«bragt^ 

Naderhand  bekleedde  tij  de  waardigheid  van  Stadhouder  v» 

Holland,  en  vervolgens  die  van  "Kapitein-Generaal.    Hij  ovet- 

.       XX.  DEEU  M»  fc«* 


$^        HENRIK  KASIMIR,  Ct^af*a*  JTdifiui, 

iiedc  in  46  JMtaaod  Sepcesfer  é^t  Jtars  153S,  mlweode  eenetf 
Zcxui,  ftBsë  VüN  CHALON9,  '^tini  van  Oranje^  welks  erfge- 
saan  verrdgeas  Prias  willbm  z>£  I  wierdc.  Dd  Vader  va» 
deezéo.  Graaf  willem  van  NAMAU-DiLLeNBVRG  y  was  de 
Broeder  vu  Oraave  henrid  van  nassact^ 

FIgurk  TLMVwuUr  GtéMf  vMti  Natfmty  WM  de  'Koon  vai» 
d«n  dapperen  Krijgsheld,  'Gnnave  ztmr  KAsiMift  vah  nassav^ 
Stadhouder  v«a  FriesUmd,    Groningen   Qn  t>tent§  ,    ën  vm» 

JLWNA   SOPHTAr  Dogt^  V«n  H£NR]8  JCJLfDS  , 'liÉROg  >éh  J^rfMf- 

wijk.  Naadac,  in  den  }aape:j(>3i.  Prins  fredahc  hetimr  liadt 
weeteti  te  bewtrkeft  ,    da  1' liet  f  egt  van  Öpvolginge  ,   Ift  de 
Stadhoaderiijke  waanKghef d ,  lan  zijnet)  2oot)e ,  PrItriQi  'willem, 
een  kind  vsa  vijf  janren,-  wiepét  <>pgedraagen,  nmn,  niet  iang 
daar  naa  ,  de  Provinek  Frieskmd  diergeliflt  een  beflttU ,  tea 
behoeve  van  Graave  henkik*   De^  Proviikeie  van  Stt^d  £n  Lan* 
de  f'  Mer  omtrent  niet  gekend-  zijifle  door  de  Friefblie  Sta*r 
ten,  nam  dir  zo  envel',  dat  zij,  'daar  omtrent,  voofr  als  nogr 
lot  geen  befluit  kwam.    Zedert,  gelijk  ook  te  voopen  ^  verzeg- 
de de  jonge  Graaf  zijnen  Vader  te  reide,   en^^'oonde  liet  ^e^ 
leg  van   Roertnonde  bij, "in  died  Jaare  '1632.    hit'  beleend, 
dat  Graaf  ERNST,  het  beleg  om' deeze  Sta3gelfegen  hébbende  ^ 
terwijl  hij  cSe  Loopgrfliaven  bezigt5gde,  taet  èenen  Mnsketko* 
gel  dermaate  wierdt  getroffen,,  dat  hi]  't,  'Wt  daur  tiaa,  be»- 
ftorf.    Nevens  zijns  Vaders  Regiment,  wiérdt  heni^  terftooü- 
ftierop,  door  de  Staaten  van  Friesland^  bet  daadélijk  bezit 
van  het  Stadhouderfchap  hunner  Provincie  opge^aagen.    Dié- 
van  Stad  en   Lande  kwamen  nu  ook  tot  andere  gedagten,. 
en  erkenden  hem  voor  hunnen  Stadhouder..    Zedert  (lelden  de 
beide  Gewesten  één  gemeen  ÜerigtfchHft  ,'*' op'' *fweik' bij  hi 
den  Eed  genomen,  *eft  'waar  in,    onder  andere,  liedongew 
wierdt,    dat  bij  voor  niemand   het  regr  van  OpvoighTge  fa 
zijne  Ampten  en  Waardigheden  "Zoü  mü^eiF  vèrfcöelfen.  '  Want 
'er  verliep  upg  eenige  tijd,   eer  h^i  Stadliouderffchdp;  in  "ziftt 
'geflagt.,  voor  ef-flijk  wierdt 'verklaard.' '  Ëen  yyerabr  fchijnt  ffij 
'geweest  te  zijn,  voor  de  Fl-iefche  Vri;Tierd. "  AÏthafts  vindt  men 
aangetekend,  dat  wanneer,  in  deiïJaAre  1634,  ^^  gelegenheid 
van  geweldige  bewcegingen   ia  dit  Gewest  ,*  de  Algemeene 


HËNRik  KASIftUK  M  iL  t^ 


Imten  «^nig».  Tr^mpQfi  d«r WMrto  •  ^o0d«o »  ia  ftbijii  mi  dtf 
TRSC  ts  bfifflcll^^  4oycli'  ]'iui«r<UM]  <im  venmdetiag  in  de  Re* 
gfifiriflg  te  wei»  t9  i^^r^^m ,-  Grtif  üewrik  zo  ireel  nkivrerkte^ 
^C  de  Tro^an,  vol§w$  Wre  l^dooimiogy  niet  na  Lteuwamn 
4^^»  trokbeo,  mar-,  In  hec  Vtek  Makkum^  aoo  laod  ite^ea, 
fQ.  yoofts  ia  eenige  &ced^ii  v^rdacid  wiierden*  Deo  iteeéten' 
tijd  Zijns  lee^f IV  flset  /  Cruf  H£:ni^ik  SASfMiR  tt  vekk ,  esf 
woonde,  onder  PrlQs  fji^idrik  iiiËMRiK ,  de  Megeriagen  van' 
Ycr&lieiiieQ  Sieden  bij.  lo  die  van  Urug^e ,  in  don  Jflve  i;64€w 
bolide  hij,  tegen  den  vijand,  e^s  oa  atdermaAl*  een  fclier]^ 
gevegt.  Op  den  zesden  Julij.  di«)$  jians^  bezig  itjnde  net  tef 
^(^llorinen,  vao  eea  F^rt»  omtviqg  bij»  yav  een  Pifliio](cho<ic» 
in  hftc  ^erhooiU^  /^eoe  wonde,  Min  wqlke  ht},  telit  dagen  iM 
tuia,  Qv^rle^L  ZijnBroede?e99pvo)ger,wiLuzM  VREiMtiKy'voerp 
do  )iec  Ifijk  Jie  Ue^wa^r^^n  %  2iwm  het  ll9a)Eeii}k  wferdi  IsqgMetr 

HeNj^IK    Hi^INUR    DE   il,    200Q   VflH  WLLl2M    TRBDiaKj    Sttd*' 

nopder  van  Frieiland en  Gr^nin^en  $  ea  van  albektina  agn&s  / 
l^riu&sfe  Vim  Qr^nj$  en  Pfësfyui  DiKaheer  van  Pf  ioieFR^i^RiK  hem^ 
iuK ,  wferdcgeboo^epin  ';  Qr^^^y^ni^e^  opdeaechixieatei  ^unie/^ 
rij  des'jaairs  ai657-  Bekend  »  hef  o^gekddcig  voofvaJ,  welk  zij- 
pen Vader»  gq verhoede '9  ni^  h^  4eev.eii  rukte:  te  weecen,  hef 
9nverw^  k)5ga^  vaq  een  Ki(lm(.,:.'t  wvtic ,  van  hem  be^ 
prQ?fd  wordende,  hem  deimaate.iii  faectaoofid  trpf,  dit  bij  't 
eerlaqg  beQorf.  Di(  vi^l  voor.,»  den  Jaare  1664^  Reeds  itf 
^en  Jaare.iiJjp  hadf  de^o^fe  foewggiag  onivangca^ -voor  zij^ 
nen  Zoone,  omtr^t  de  0P'yolii0g  so  de  StadbonderKifee  waoT' 
digbeid,  zo  dra  h^m  ïec  qKfpreheUjfcs. zoude  wedervaarcn.  9fa# 
}iec  treurig  y.oorval,  wiefldi  dee^e  toefteggmg  bekraftigd ,  doof^ 
de  Staden  van  Frhiifindi  asm  den  jon^oi  Vdrac,  door  het 
Veilaéui^n  van  een  I^wbrief  en  Berigt£cHirifc r  op  welke  hij,  kr 
hun  Uevvegf»  l^t  JSfadibouiierlIjk  b«Wfiiid  zon  aenviirilen,  z</ 
dra  hij  den  meerderjearigeo  ovderdooi  zoa  foereibt  h^beo/ 
7*0^  dien  üjd  100  ^u  bij  Aaon  onder  voogdijfchap  van  zijne 
Moeder.  In  dienst  ditr  Siaacea  von/Zatoir^hadt  Graif  willest 
FiUBDiuK.  eenige  Krijgianrpten  bedieiid^  De  opvolging  in  de- 
zelve l^adi  hij,  niet  kmg  vóór  zijn  overlijden,  voor  zijnen^ 
Jk>OQf,verzqgiL    J^a  ijjatn  4Qad  bcrbaalden  4e  Frteibhe  6taa- 

Mm  2  lenf 


54t  HENRIK  KASIMIR  m  IL 

ten  dit  verzoekJ    Doch  hier  op-  kwam  thans  een  weigerentf 
ftDtwoord,  uit  kragt  eens  Befluits,  bij  die  van  Hollané  geno^ 
men,  volgens  't  welk,  voortaan,  van  't  bezrt  van  Krijgsampteir 
souden  worden  uicgeflooten,  alle  de  zodanigen,  welke  ze  niec 
in  eigen  perfoon' konden  bedienen.    Geduurende  de  minderjaa* 
righeid  van  henrir  KAsiiyfm  hieldt  deszelfs  Moeder ,   eeni  enr 
andermaal,  een  mondgiefprek  n>et  den  Franfchen  Gezant,  Graave 
d'estrades,  over  een  Ontwerp,  door  deezen  uitgedagt,  om  de 
Provinciën  Frteüand  en  Qr^ningen  voor  den  Koning  vanFr^n^- 
ri')k  te  verzekeren;  in  zo  verre,  dac  dezelve  zich  altoos  naar  de 
begeerte  zijner  MajeQeit  zondeo'  moeten  fchikkent  en  alzo,  ter 
Algemeene  Staatsvergaderinge  ,    derzelver  behingen  in  de  hand 
werken*    Niet  anders  ^  ondertusfchen,  dan  eene  HstYge  Staat- 
kunde, aan  de  zijde  der  Prinfesfe  Wednwe,  was-deeze  onder- 
handeling.    Zij  hadi ,   naaroelijk  ,  van  de  Franfche  Kroon  ter 
vorderen ,  eene  uitdaande  fchuld  van  honderdduizend  Qnldeos» 
Om  aan  deeze  penningen  té  geraaken,  ^eliet  zij  zich,  als  o^  de 
uitzigten  van  Frankrijk  haar  ter  harte  gingen.     t)och  zo  raï 
begreep  zij  niet ,  dat  hier  roe  voor  haar  geen  kans  was ,  of  Zif 
veranderde  van  maatregelen ,  en  verkhiai^e  zich  teger  Frankrijk» 
Op  den  ouderdom  van  vijftien  jaaren  lerde  hewrik  casimir,  in 
handen  derScaaten  wlti  Friesiand  ^  den  Eed  af,  in  de  hoedanigheid 
van  hunnen  toekoomenden  Stadhouder ;  welke  waardigheid,  drie 
jaaren  kuicer,  in  16-75»  door  de  zelfde  Sraaten,  gelijk  ook  door 
die  van  Stad  en  Landt  en  van  het  Landfchap  Drente^  m  zijn 
Huis  voor  erflijk  vHerdc  verklaard.   Tn  dit  zelfde  jaar  tradr  hij  In 
*c  huwelijk ,  met  ameua  ,  Vorftinne  van  AnhaU,  op  den  zestien* 
den  van  November*    Van  wegen  bet  Aoo^  gezag,    welk  zich 
xijne  Vrouw  Moeder  hadi  weeien  aan  te  matigen,  of  uit  eenige 
andere  oorzaake,  ons  onbekend,  niet  vroeger,  althans,  dan 
toen  hij  reeds  den  ouderdom  van  tweeëntwintig  jaaren  hadt  be- 
reikt,  kreeg  hij  het  Scadhouderlijk  bewind  volkomen  in  handen» 
Tot  zo  lang  hadt  de  Prinfesfe  Weduw  daar  aan  eenig  deel  gehiid. 
Thans  zich  van  alle  bewind  ontdoende,  begaf  zij*  zich,  in  den 
Jaare  1679,  met  der  woon  na  Üuittchland. 

Geduurende  den  tijd ,  weiken  Graaf  hbnrik  kasimir  ,  't  zij  alleen, 
of  te  gader  met  zijne  Vrouw  Moeder  het  bewind  voerde ,  ontüon- 
den ,  van  tijd  toe  tijd  >  oneenigheden ,  tusfchenhem  en  Prins  willem 

OEN 


HENRIK  KASIMIR  de  IL  S4»« 

»enIII.  De  eerde  flanleiding  daartoe  was  het  bevel  van  denPrioA 
YAN  oRAMjE,  10  den  Jaare  i^T^ ^  aan  eenige  Troepen,  welke 
ia  de  Provinciën  Friesland  en  Groningen  in  btztxmg  lagen» 
om  die  Gewesten  te  verlaaten,  en  zich  bij  het  Staatfche  Le- 
ger te  voegen,  buiten  kennis  van  de  Staaten  en  den  Stadhoa* 
4!er  der  beide  Landfchappen ;  die»  aiet  reden,  (Ut  eigendunke* 
lijk  bevel  zeer  kwalijk  namen  ,  en  daarom  weigerden ,  het 
Krijgsvolk  te  laacen  uittrekken.  Eene  andere  oorzaak  van 
misverftand ,  was  het  afdanken  van  eenig  Krijgsvolk ,  door 
Prins  WILLEM  den  III,  en>  onder  hetzelve,  .van  eenige  Troe- 
pen, welke  ter  betaalinge  vaa  Friesland  en  Stad  en  Lande 
ftonden.  De  fiouiien  van  die  Gewesten  namen  dit  zeer  euvel » 
als  van  oordeel  zijnde,  dat  zulks  behoorde  te  gefchieden  door 
hunnen  Stadhpuder,  die  nu  ook  den  rang  van  Kapitein- Gene- 
raal bekleedde.  De  zonderlinge  verwijdering  duurde  tot  in 
den  Jaare  i^s*  Aanleiding  tot  bijlegging  gaf  het  uitzigt  van  Prihfe 
WILLEM  op  de  Kroop  van  Engeland^  welke  hi]  niet  zonder 
snerkelijken  bijfland  zich  kon  doen  -op  het  hoofd  zetten.  De 
hulp  der  twee  genoemde  Gewesten  konde,  onder  aodere, 
daar  toe  van  dienst  zijn.  Doch  op  deeze  hadt  hij  kleinen 
kans  ,  zo  lang  hij  met  den  Stadhouder  overhoop  hg.  De 
eensgezindheid  wierdt  herfteld,  door  bemiddeling  van  joannes 
VAN  DER  WAAVEN,  in  dcu  Jaare  1^779  door  Prins  willem 
zdven,  mi  Zeeland  gezet,  doch,  zedert,  in  Fr/f  5/0»^  tot  Hoog- 
leeraar in  de  Godgeleerdheid  aangefteld,  en  door  den  Stadhouder 
BENRiK  KASTMiR.  tot  zljneu  Raad  verkoozen.  Niet  onbeloond 
liet  Prins  willem  deezen  dienst.  Op  zijne  voorfpraak,  naa- 
dat  hij  den  Engelfchen  throon  hadt  beklommen,  droegen  hem 
.de  Algemeene  Staaten,  In  den  Jaare  1684,  den  aanzienlijken 
post  op  van  Veldmaarfchalk  over  de  Legers  van  den  Staat. 
In  eigen  perfoon  hadt  hij,  kort  ce  vooren,  eenen  keer  na 
Londen  gedaan,  pm  zich  der  Koninklijke  gunde  aan  te  bevee- 
len.  In  deeze  hoedanigheid  woonde  hij  verfcheiden  Veldtogten 
biji  doch  zijne  zwakke  lichaamsgefteldlieid  maakte  hem  onbe« 
kwaam  tot  de  vermoeijenisfen  van  het  Veldleeven,  Hij  zuk- 
kelde  aan  eene  Borstkwaaie,  welke  hem,  in  zijue  eigen  woo- 
Aing,  te  Leeuwaarden^  uit  het  leeven  wegrukte,  in  den  Jaare 
%6si  9  op  den  vljfentwintigden  Maart ,  in  den  ouderdom  van 

IVIm  3  negfit' 


^$»  HENRiK  OIRRSZOOF.  (Jm*;) 

pegMèntkriig  jMired  ea  bijkaos  drie  mttoêpni  nabatende  eew 
^Hogere  Otaaaliiilte  ,  welice  ,  op  den  DegeneBCwinUgfteiY 
AngiiBtos,  eene  Dogcer  ter  wttreld  bregt,  naa  alvoorcns  reed» 
Moeder  geweost  te  zijd  rn%  cwee  Zoonen  en  zet  Dogtereny 
£€0  der  2^onen,  joRAfi  willeh  f  Risp,  ?olgdè  deo  Vader  opt 
ffl  ape  ampces  ea  waardighedcm 

Zie  }•  WAGXNAAR  ^  ^^r  H4fi9tief 


Hknrik  DiRtszooN»  (Afr,)  c«n  Man  v«t»  gfoet  asitfien  Mi 

4^fttr/ium ,  ia  «n  om  bet  nidden  der  Zettleodè  Seawe.    10 

fkH  Jaare  1^95  wierdi  bïj  verkoozen  tot  Lid  in  den  Agtbaartil 

Raad»  ^>  Tervo^^s,  in  d^  }aaren  1596,  1508,  1533»  159$ 

im  1537  ^  Schepensbank »   en  bekleedde,  van  den  Jaare  1J35I 

fot  ifój^f    veertienmaglen  de   BurgemeescerlQke  waardigheid/ 

OQdvnks  dh  aanzien ,    ftaan  van   kern  ec^ige  Mjzonderhedefi 

aangetekend,  welke  zijnen  naame  etncn  onuitwiadibaaren  vlel| 

)iebben  aangewreeven*    In  den  Jaare  1545  heef  sekte,  hier  ti 

Mnd^,  eene  grooce  dunne  in  bet  Koorh.     In  *t  v^ttoedeQ 

itt  de  kleine  voorraad  bier  van  de  oorzaak  'ware ,  ea  met 

Vüomeemen  om  den  nitvoer  te  verbieden,  zpndide  Landvoogd 

^esfe  Iemand  van  haarentwege  oa  Am/l  er  dam  ^  oift  op  te  nee' 

IBen ,  boe  veel  *er  oog  voofhaaden  ware.    Toen  wist  Bürge^ 

fneeater  iiaNAiK  dirkszoon  te  be^vefkeo,  dat  de  Koomhande^ 

laars  twee  Laatei>  voor  één  opgaven ;  waar  doo^  de  Üitvoef 

ppcnUeeft  tot  vöorded  van  eenige  Kooplieden,  doch  tot  eeneff 

Rokkenden  last  voor  de  fchamele  Gemeente.    Eenigen  tijd  daa^ 

|iaa,  inden  Jaare  1553,  wierdt  hem  ten  laste  geleid,  dathr], 

ftr  gelegenheid  van  h«  vorderen  van  den  Tienden  Penning  van 

Hottsnd ,  van  de  waarde  der  hnizen  en  vaste  goederen ,  van  dó 

^enlettdaizend  Guldens ,    welke  Amfiwrdam  daar  toe  moest 

ppbretigen,  meer  datt  vierduizend  Guldens  hadt  agter  gehou- 

ften.     Doch ,  *t  geen  zijnen  naame ,  bij  tijdgenooteh  en  haat 

)K»oméliiigen ,  vooral  eetien   kladde  heeft  aangewreeven,   \V2i$ 

^  bedrijf  omtrent  den  Schout  willem  dirks2oon  ^arD£2  ^  *\ 

2ich  to  deeieryoege  heeft  tocgedraageD. 


HENRIK  SmXSZOON.  (Ur,)  $5( 

Het  Sdioinstmpt  étt  Stad,  ia  deb  Jaam  754^^  tffim  gê^^ 
len  zijnde,  was  hetzelve,  op  aanprijzing  van  Burseittecstdt 
«ENRiK  DIRKSZOON,  opgednagttn  aan  den  genieMen  ^^illeM 
DiRRszooN  BARDE8 ,  een  nas  van  ffaafe  zeden ,  é6<Ak  niet  ge- 
lieel  otiverdagt  van  oveilièlHnge  coc  het  Ludierdon.  Maat 
bier  aao  bekreunde  zieh  de  Burgemeester  niet ,  zegrgende  dac 
«en  iiem  sdtoos  konde  afzetten,  indien  hij  niet  naaf  de  hand 
ivüdd  gaan,  dac  is,  naar  de  pijpen  der  Burgemeesteren  dan* 
zen.  Nogthans  hadden  deeze ,  gêdnurende  de  acht  eerde  jaaren 
zijner  bedieninge,  geene  redenen  tot  klaagen.  Alleenlijk  wit 
nen,  dat,  hoeWel  hij,  in  U  algemeen,  de  hand  hieldt  aan  de 
öiivoering  der  Plakaaten,  nogthans,  wanneer  *or  eene  fcherpe 
traiszoeking  na  Onroomfchen  op  handen  was,  dezelve  plagt  te 
waarfchuwen,  door  de  volgende  woorden,  welke  hij  zorgö 
4lroeg,  van  oor  tot  oor  te  doen  vliegen  door  de  Stad:  „  Jó* 
„  zef  nam  de  Moeder  en  het  RInd,  en  is  daar  mede  in  Egijp* 
^,  te  gevlugt*";  als  mede ,  dat  hij ,  naa  'c  overdrijven  der 
Wolk,  dit  tot  eene  ieuze  ftelde:  „  Zij  zijn  dood,  die  't 
^,  Kind  ndar  't  leeven  ftonden.*'  Ouder  dh  alles  behlddi  de 
Schout  de  gunst  van  Burgemeesteren. 

Eenen  anderen  keer,  nogthans,  namen  de  zaaken ,  zints 
BARDES ,  ten  Hove,  wist  te  bewerken,  dat  hij  Schout  van 
^s  Keizers  wegen  wierdt,  en  dus  mhider  afhanklijk  van  de 
Regeoringe  der  Stad.  Burgemeester  henrik  dirks«oon,  die, 
inderdaad,  bardes  meest  bevorderd  hadt,  nam  dit  zeer  euvel 
op.  Van  dien  tijd  af  ftelde  hij  alles  te  werk,  om  zijn  ver- 
derf te  berokkenen.  Geen  korter  weg  was  'er,  ten  dien  ein- 
de, dan  om  hem  verdagt  te  maaken  van  ketterije,  vooral  van 
heimelijke  genegenheid  voor  de  ITerdoopers:  eene  Gezinte, 
welke ,  zints  het  voorgevallene  met  de  Naaktloopers  ,  ia 
den  Jaare  1535 ,  hier  ter  Stede  voornaamelijk  in  de  haat  was. 
Om  dit  oogmerk  te  bereiken,  fpande  de  Burgemeester  zamea 
met  FLORis  egbertszoon.  Onder- Inquifiteur  en  Paftoor  der 
Oude- Kerke.  Een  zeker  armelijk  Vrouwsperfoon  ,  Verfi>ied- 
iter  der  Ohroomfchen,  in  de  wandeling  geele  fy  genaamd; 
voorts  nog  een  ander  wijf,  volkje  willems  ,  nevens  den  No- 
taris KORNELIS  HAARTSZOON  CU  Cencn  ADRIAAN  JANSZOON  ,  Wier- 

den  door  ben  eangezogt,  tot  het  doen  van  Verklaaringen,  in^ 

Mm  4  bou' 


55* HENRK   DIRKSZOON.  (Mr.) 


houdende  dat  bambs  en  zijne  huisvrouw  herdoopt  waren,  en 
de  Vergaderingen  der  Wederdoopcrs  zomtijds  bijwoonden.  Naa. 
dit  alles  wierdt  de  befchuldiging  overgebriefd  aan  den  Opper- 
Inquifiteur  te  Leuven.  Intusfchen  Jireeg  Schout  bardes  de  lucht 
van  't  geen  ten  zijnen  verderve  gaande  was ;  die  zich  daar  op  bij 
de  Landvoogdesfe  te  Brus/el  vervoegde  ,   en  te  wege  bragt, 
dat ,  tot  nader  onderzoek  van  zaaken ,  Gemagiigden  na  Amfter^ 
dam  gezonden  wierden ;  weike ,  naa  een  weinig  onderzoek  ge* 
daan  te  hebben,  wel  baast  ontwaar  wierden,  dat  iet  anders  dan 
i^er  voor  de  Leere  hier  onder  verholen  was.    De  Verkiaaring, 
In  't  bijzonder,  welke  fy  en  volkje    in  den  Hage  deeden, 
werwaarts  zij  gevoerd  waren ,  vertoonde  hier  van  een  duidelijk 
bewijs.    Zij  verklaarden ,  naamelijk  „  dat  zij ,  flaande  op  een 
9,  bankje,  door  de  glazen  van  zeker  Speel-  of  Tuinhuis,  aan  't 
„  Reguliershof ^  even  buiten  de  Poort,  door  den  Schout,  ze» 
I,  dert  eenige  jaaren ,  in  buur  gebruikt ,  niet  hunne  eigen  oogen 
„  gezien  hadden,  dat  hij  en  zijne  Huisvrouw  herdoopt  waren.*' 
Deeze  Verklaaring  bragt  het  onregt  aan  den  dag.    Want  eenige 
Cemagtigden,  na  het  Speelhuis  gezonden,  om  deszclfs  gelegen- 
heid te  verkondfchappen ,  klom  een  derzelven  op  het  bankje, 
en  vondt  de  glazen  te  hoo^,  om  die  zelf  met  zijnen  arm  te  kun- 
pen  bereiken ;  waar  uit  hij  de  onwaarheid  van  't  getuigenis  der 
Vrouwlieden  afleidende,  den  Schout,  daar  bij  tegenwoordig, 
inet  blijdfchap   te  gemoet^  voerde;   Heb  gaeden  moedy  Heet 
Schout^  uwe  zaaken  zijn  behouden»    Toen  wierden  de?urg&r 
meester  dirkszoon  en  4e  Pafloor  gevat ,  en  geyankelijk  na 
^sHa^e  gevoerd;  alwaar  het  eerlang  bleek,  dat  de  befqhuldigers, 
4oor  hun  aandrijven,  genoopt  waren  tot  het  geeven  van  valfche 
l^etuigenisfen.     De  Pafloor  wierdt  gebannen,  de  Notaris  af- 
gezet, en  ADRiAAN  JANSZOON  gegccsfcld.    G^ELE  fY    wlcrd^i 
de  tong  ten  halze  uitgehaald,  en  zij  vervolgens  geworgd,  ge- 
blakerd  en  na  't  Galgeveld  gefleept.    Zo  lang  zij  fpreeken  kon- 
de,  hieldt  ze  (hande,  dat  Burgemeester  denrik  diri^szoon  haat 
hadt  omgekogt.    Veele  weeken  zat  deeze  op  de  Gevangenpoort, 
^  kreeg  naderhand  den  Hage  tot  eene  gevangenis,  op  een  borg. 
togt  van  twintigduizend  Guldens ,  indien  hij  de  Plaats  verliet  ^ 
en  niet  op  't  eerde  ontbod  zich  voor  den  Hove  flelde.    £en 
\m  verliep  'er ,  e^  hem  't  wederkeeren  n«  Amfitrdam  vergund 

wler4(a 


HENRIK  DIRSZOON,  (Mr.)  enz.  555 

Weerde»  en  toen  nog  niet  dan  onder  verdubbeling  des  Borgtogts» 
en  zedert  nog  vier  jaaren ,  voor  dat  de  zaak  volkomen  was  af* 
gedaan.  Zedert  wist  hij  zijn  aanzien,  van  nieuws »  tot  zo  verre 
te  herftellen,  dat  hij,  geduurende  de  Jaaren  1563  en  1564,  de 
Hurg^meesterlijke  waard gheid  bekleedde.  Naderhand»  egter, 
fchijnt  hij  in  minagting  te  zijn  vervallen ,  en  ontmoeten  wij  hem 
njet ,  dan  in  den  Jaare  1578 ,  onder  de  dienende  en  Oud-Regen- 
een,  welke,  bij  de  merkwaardige  verandering  van  Regeeringe, 
ter  Stad  wierden  uitgevoerd.  Een  zonderling  gedrag  hieldt  hij 
bij  die  gelegenheid.  Nevens  anderen  in  een  Vaartuig  ingefcheept, 
om  daar  mede  Ywaarts  gevoerd  te  worden,  zondt  hem  zijne 
Huisvrouw  twee  hembden  naa.  Doch  hij ,  geene  andere  gedag- 
cen  hebbende,  of  men  zoude  hem  buiten  dehBoom  in  den  grond 
bopren,  gaf  ze  aan  de  brengfter  te  rug,  zeggende  dat  hij  at 
nht  zou  n9odig  hebben.  Tegen  verwagdug,  wierdt  hij,  met 
apderen,  even  buiten  de  Stad,  aan  den  St.  Antonijsdijk^  aaa 
land  gezet,  van  waar  hij  zich  na  Haarlem  begaf.  Hier  fcheen 
hem  de  hoop  op  eene  gelukkige  omwenteling  niet  begeeven  te 
hebben^  Althans  gevraagd  zijnde  naar  zijne  gedagten,  over  de 
verandering  in  de  Regeering,  plagt  hij  te  antwoorden,  mee 
eene  laage  uitdrukking:  Huimetuit^  hoedt  u  voor.de  ifteerfuitz 
betekenende  dat  zij,  die  nu  op  *t  kusfen  zaten,  op  hunne 
beurt  wel  eens  het  onderfpit  konden  delven.  Doch  bij  be- 
leefde die  omwenteling  niet.  Hij  overleedt  eerlang,  te  Uaar'^ 
km^  bij  eenen  ieder  veragt,  vooral  bij  den  gemeenen  Man^ 
die  zulk  eenen  haat  tegen  hetn  hadt  opgevat,  dat  bij  zijne  be- 
graafenisfe  wierdt  verfpreid,  dat  het  Lijk  van  Mr.  henrir  dirks- 
ZOON  op  eene  wonderdaadige  wijze  was  weggevoerd,  en  een 
Spookzel  de  ledige  plaats  in  de  kist  hadt  ingenomen* 

Zie  j.  WAGENA.\R,  VaderU  Hijlorie  en 
fiefchrijying  van  Amfterdam. 


.  Henrik  niklaas,,  een  ijihoofdig  en  dolzinnig  Dweeper,  in 
de  Zestiende  £euwe,  te  Munfier^  in  Weitfalen^  gebooren, 
doch  die  een  aanmerkelijk  gedeelte  zijns  leevens  te  Amfierdam 
(efleeten  heeft.   Ook  vertoefde  hij ,  een  geruimen  tijd,  te  Emb^ 

Mm  5  den^ 


554  HENRIK  NIKLAAS. 


i€n  j  daar  hij  Vader  was  van  'c  HBi$  der  JJrfde ,  \  welk, 
fcbrijfc  BRANDT^  wegens  Uefde^  die  te  liehaamelijk^  en  geest' 
drijverij^  die  te  vleefchelijk  was,  ytrdagt  wierdt  gehoaden. 
Omtrent  den  Jaare  1540  kwam  hij  't  eerst  mee  zijne  dweeperijetï 
ter  baane;  hij  verhefce  zich  zei  ven  bovenst  itaenfchelijke ,  en 
Doeuide  zich  den  vergooden  aenseh.    Hij  was ,  meende  hij » 
laeer  dan  mozes  en  crrjstüs,  omtiat»  zo  als  hij  voorwendde» 
nczEs  den  meafbhen  de  Hoop  hadt  geleerd ,  Christus  het  Ge- 
lêofy  maar  hij  zelve  de  Liefde  leerde,  die  meer  was  dan  die 
beiden,,  en  hij  zeive,  diensvolgens ,  grooter  Leeraar  dan  de 
even  genoemden.    Mo^bs  ,    zeide  Mj ,   was  in  'i  Voorhof  des 
Heiligdoma  -geweest;  Christus  hadt  de  bediening  des  Geloofs 
in  *t  Heilige  gehad :  hij ,  daarentegen  ,  fchreef  hfj ,  in  zijnen 
Spiegel  der  Geregtigheid y  hadt  zijne  bediening  der  Liefde  in  't 
Allerheiligfte.     Daarenboven  fprak  deeze  Geestlijke  Dolleman 
van  zijne  Menschfaeid  en  van  't  weezen  zijner  Godheid;  ook 
van  *t  Koninkrijk  Israéls,  dat  het,  onder  zijnen  dienst,  opge* 
licht  of  bevestigd  zoude  worden.    Zommigen  zijner  kin^^eren, 
(dus  noemde  hij  zijne  Leerlhigen)  waardeerden  zijne  Schriften 
boven  de  HeiHge  Schrlfhiure.    Doch  lieden  van  kunde  en  oor- 
deel, onder  andere  de  vermaarde  dirk  volkertszoon  koorn* 
HERT  ,   getuigden ,  nimmer  iets  te  hebben  'geleezen  ,  waarin 
men  mindere  blijken  van  gezond  veiftand,   duchtige  bewijzen 
.  en  wettige  beftuiteu  vondt.    De  zo  even  genoemde  koorn» 
hert  raakte  met  henrik  niklaas  In  keunisfë,  ter  gelegenheid 
als  deeze,  op  eene  reize  van  Embdem  na  Brabant^  zijnen 
weg  neemende  over  Aitiflerdamy  eenigen  tijd  bij  hem  huis- 
vestte.    In  dien  tusfchentijd  gaf  hij   zijnen  Waard  te  leezen 
zijnen    Spiegel  der  Geregtigheid , .  toen    nog    niet    gedrukt» 
Meer  dan  eens  bragt  koornhert  hem  tot  zwijgen,  door  kragt 
van  redenen*    Om  in    zulk  een  geval  zich  uit  verlegenheid  te 
redden,  gaf  hij   voor,   dat  de  Gee^t  hem  het  zwijgen  oplei-» 
de;   ook  plagt  hij   te  zeggen  ,  dat  de  H^ijsheid  van  haart 
kinderen  moest  geoordeeld  vforden* 

Gelijk  het  veelal  gaat,  dat  de  Leerlingen  de  wanbegrippen 
huns  Meesters  tot  nog  verdere  uiterften  trekken,  zo  ging  hec 
ook  met  die  van  henrik  niklaas.  Zij  beweerden ,  dat  zij.  al- 
leen ultverkoorenen  9  en  alle  anderen  verworpeiing^n  waren^ 

ECM- 


FmmUK  NIKLAA9,  HCNSBROEK.  55S 

Eetif|€it  ofider  lien  floegen  voort  tot  dé  nktlnnighdd  van  m 
I^WMreti,  dat  elj  God  wureo*  '(  Lost  o»s,  van  deeze  n\szïxh 
<iig%eid,  eert  voorbeeld  te  m^klefl,  ïn  een  gef]>re1c,  wölk  de 
bovengettóemde  o.  v.  koornhert,  4n  den  Jaare  1577  ^  «^ 
«en  dier  luiden  hiddt,  en  verhaalt  ten  zijnen  eigen  huize  te 
tijn  voorgevallen,  't  wdk,  fchrijft  hl],  «it  louter  hoorcn  zee- 
gen, hlj  bezwaarlijk  zou  geloofd  hebben. 

Om  het  uitzinnige  flegtlioofd,  *t  welk  zich  aanmatigde  God 
te  iijn,  Tan  rijne  fpoorbijfterheid  te  overtuigen,  vraagde  hem 
ttooRNHERT»  of  hij  geloofHe  dat  Gód  eeuwige  zonder  begih 
r»  9an  eeuwigheid  zalig  was?  Op  een  toedemmend  aa^ 
woord  ging  hij  voort:  Kan  iemand  zalig  weez$n  ,  ^oH^iêiF 
tiifde  te  zifhf  Neen^  waa  hierop  het  zeggen ,  en  vervolgens 
jdat  van  koo&Nhertz  Niemand  is  blijde^  of  hii  weet  waarom  % 
hij  weet  ook  dat  kij  blijde  is  f  Recht  «/?,  was  hierop  h€t  w^ 
derwoord  van  den  Henrik  -  Niklafiet :  want  zaligheid  is  niet 
zonder  biijdfchap.  -—  GIJ  antwoordt  wel,  voegde  hem  hierop 
jdê  andere  te  gemoete;  maar  teg  eens^  höe  oud  zift  gij?  -» 
Omtrent  rèjfenyefrtig  faaren ,  ontving  hij  hierop  tot  befcheii. 
Zeg  nu  y  fprak  hierop  de  Vraager ,  wist  gij  voor  tachtig  jaare^ 
met  hiijdfchap  dat  gij  zaHg  waart  ^  —  Voor  tachtig  jaaren^ 
was  *t  antwoord ,  was  ik  nog  niet  gebooren  :  hoe  mogt  ik  blijdt 
"zijn ,  of  mijne  zaligheid  weeten  ?  Mij  dunkt  dat  gij  met  mij 
f^ot.  "^^  Neen ,  vervolgde  daarop  koornhërt  ,  mij  dunkt  dai 
gijy  tijdelijke  men  se  h ,  mij  bef  pot ,  dit  u  iefvin  tegen  ie 
waarheid  roemt  Gód  te  weezen.  Dit  blijkt  nu  uit  mwen  eigen 
mondy  dewijl  God  eeuwig  is,  zalig  en  blijde y  en  gif  zmths 
niet  tijt.  Doch  at  genoeg  va^  zulke  ultzinnigheden ,  welke  wij 
«tleeolijk  melden  ,  om ,  bij  vergelijking,  de  waarde  van  gezond 
verthnd  en  redelijke  bevattingen  wegens  God ,  Godsdienst  ea 
de  menfchdijke  Natoure ,  te  in  *t  oog  ioopender  ce  doen  opmer- 
ken. 

Zie  BRAMDT,  Hifif  der  Raformaiie^ 
Deel  I. 


HensbRdek  ,  een  Dorp  en  Heerlijkheid  ♦  in  Noor/holland,  tn 
de  zo  genaamde  Her- Pfoorderkoggcni  beflaande  de  laaifte  eene 

uit- 


SS<    HENSBIOEK ,  HERAüGIERE.  (KAREL  van) 

Ditgeftrektheid  vhq  UjkaDs  driefaonderdvierentachtig  Morgens 
Lands.  In  het  Dorp  is  het  getal  der  Huizen ,  in  bet  tijdverloop 
van  honderd  jaaren  ,  twintig  verminderd.  In  den  Jaare  1749 
telde  men  aldaar  hooderdzeven  Huizen  en  één  Molen.  De  Plaats, 
die,  gelijk  veelal  hier  te  Lande ,  in  de  lengte  gebouwd  is ,  faeefc 
Stedelijke  Voorregten ,  een  Raadhuis ,  een  Burgemeester  en  vijf 
Schepenen ,  die ,  jaarlijks ,  door  den  Heer  verkoorcn  worden. 

Heraugiere,  (karel  van)  een  moedig  Krijgsman»  ten  tijde 
^n  Prinfe  m\urits  ,  vermaard  om  *t  gelukkig  volvoeren  van 
''éen  fchranderen  list,  uitgedagt  ter  veroveringe  van  het  Kadeel 
van  Breda  t  door  middel  van  een  Turffchip.    Hij  ondcrleidee9 
vdbragt  het  Huk  op  de  volgende  wijze.    In  het  einde  van  Fe- 
bruarij  des  Jaars  1590,  nam  hij  tot  zich  ongeveer  zeventig  uitge- 
leezene  Soldancen,  gekoozen  uit  onderfcheidene  KompagniêUy 
om  allen  argwaan  te  vermijden,  en  tradt  daar  mede,  zonder  van 
iemand  gezien  te  worden,    bij  nacht  ,   te  Zevenbergen  ,  aan 
boord  van  het  Schip  van  eenen  adriaan  janszoon  van  bergen, 
Turffchipper ,  gewoon  om  in  het  Kafteel  Turf  te  leveren.    Ia 
bet  Ruim  lag  het  volk,  en  op  eene  Zoldering  van  Planken  eeo 
Bovenlast  van  Turven.    Naa  een  moeilijken  togt,  op  welken 
bet  Volk  veel  ongemaks  leedt,  door  deszelfs  langduurigheid» 
veroorzaakt,  zo  door  de  beletnmeringen  van  tegenwind  en  Ys  ,als 
door  honger  en  koude ,  kwam  men  eindelijk  binnen  het  KafteeL 
Hier  wierdt  het  TurfTchip  bezigtigd  door  eenen  Korporaal ,  doch 
zo  onnaattwkeurig ,  dat  hij  geenen onraad  vernam;  iecs,  *t  welk 
b'gtelijk  zou  hebben  kunnen  gebeuren ,   alzo  het  verfchoolea 
Krijgsvolk  met  den  hoest  merkelijk  gekweld  wa&     Onderling 
badden  de  Soldaaten  zich  verbonden,   dat,  indien  iemand  een 
boest  overviel,  welke  den  toeleg  zou  kunnen  doen  uitlekken, 
deeze  van  zijne  medgezellen  flraks  zou  gedood  worden.    Het 
gebrek,  welk  de  Bezetting  in  hec  Kadeel  aan  brandinge  leedt ^ 
was  oorzaak  dat  het  TurfTchip,  met  ijver  en  blijmoedigheid» 
door  het  Ys  na  binnen  wierdt  gehaald.    Straks  ging  men  aan  *t 
losfen ,  en  haalde  fpoedig  een  goed  gedeelte  van  den  Bovenhist 
«an  land.    Gaarne  wilden  de  Soldaaten  den  arbeid  verder  voort- 
zetten; doch  de  Schipper  en  zijne  Knegts,  weetende  wat  *er 
jBgter  fchttil^e»  hieldpn  zich,  als  of  ze  vermoeid  waren,  en 

öel- 


HERAUGIERÊ.  (KAREL  vAli)  J5? 


ftelden  't'  overfge  uit  tot  den  volgenden  dag.  IntusfcBen  tras 
bet  verftopte  Krljgivolk  vol  angst ,  voor  ver4er  losfen ,  alzo  hct^ 
door  de  reeten  der  Zolderinge ,  reeds  het  digWcht  konde  ontwatf 
worden.  Ook  wierdt  het  onverdoidig,  over  de  Jangdnttrlge  op- 
(lukiDge  in  het  Ruim ,  la  't  welk  „  door  de  fnijding^  na  het 
Ys ,  een  lek  ontftaan  was ,  en  geftadig  water  binnen  liep.  Ten 
middernacht  hier  aan  volgende ,  bij  een  helderen  Maanefdiijn , ' 
deedc  heraugi&re  de  opgeflootene  Kuegten,  uit  hunnen  Kerker» 
ten  voorfchijn  treeden  ^  terwijl  van  bergen  en  zijne  Knegts 
geduurig  pompten,  onder  fchijir  van  het  lek  in  het  Schip»  doch 
inderdaad  om  het  onveruiiideltjk  gedruis  der  Soidaaten  te  verdoo 
ven.  De  Buitenwagt  wierdt  ilraky  overrompeld  en  afgemaakt » 
gelijk  ook  eene  bende,  welke  kort  da<)rop  eenen  uitval  deedb 
Thns  drong  heraugiere  door  tot  in  het  Kadeel,  zonder  dat 
de  Burgers,  die  uit  de  Stad  op  hem  dreigden  m  te  vallen ,  iec^ 
daar  tegen  vermogten.  .  Tot  loon  zijner  welgeflaagde  onderoe»' 
minge,  wierdi  hij,  sedert,  door  Prins  maurits,  tot  BevA' 
hebber  der  Stad  aangefteld.  Dg  Soidaaten,  gelijk  ook  de  Ttnf» 
ichipper  en  deszelfs  Knegts ,  ontvongen  fraaie  belooningen. 

De  gelukkige  uitflag  van  deezen  veel  gewaagden  togt  be* 
woog  Prins  maurits,  in  den  Jaare  1595,  hem  de  volvoering 
van  eenen  anderen  verrasfenden  aanflag  toe  te  betrouwen.  Dee» 
se  betrof  de  Stad  ffyfj ,  hi  Luikerhmd ,  zeet  gevoqi;diik  gele- 
gen om  eenen  weg  over  de  Maaze ,  na  Luxemburg  ^  te  openend 
in  *t  begin  van  Febroarif  des  gemelden  jaars  begaf  heicadgiers 
ekh  na  Diepeiüneky  met  twaalfhonderd  Soidaaten  en  zeshonderd 
Ruiters.  Hier  vatte  hij  post  met  het  gros  der  Bende^  doch 
zonde  dertig  kloeke  mannen  af  na  het  huis,  daar  heraugierb 
lieimelijk  verftand  hiekit ,  Aaande  in  *t  hangen  van  eenen  haat* 
vel,  op^  welken  't  Kafteel  van  Huij  lag.  In  't  holde  .van. den 
nacht  beftonden  deeze  waaghalzen  *t  Kadee!  te  beklintmen ;  'c 
welk  huil  gereedelijk  gelukte,  en  van  de  Bezettinge  en  vooni 
van  de  Sterkte  deedt  meester  worden.  Hbraügiere»  daar  pp 
toe  gekttomen ,  trok  fpoedig  derwaarts ,  en  nam  vervolgens 
<x>k  de  Stad  in  *t  bezit.  Doch  vermids  .  de  Spanjaards  deu 
weereloozen  daat  van  Huij  zich  ten  nutte  maakten,  door  hec 
fpoedig  zenden  derwaarts  van  eene  talrijke  bende,  moest  bij ,  naa 
verloop  van  eene  Maand,  de  Sud  wederom  overgeeven,  doch 

niet 


158   HERBAJÜM,  H£RBERt<  BUfih^  yfff  UtrecÜ, 


mmmmmmmmmmmmmm 


IH^  «Ua  op  «eer  eerlijk  voorwaacdeo.  De  y^rovorlog  vsn  /«^f 
jf  het  ta0üte  bedrijf,  welk  wij  van  deez<m  oover^^^gdep  Krijgt 
üso  viiid«n  iiaog^tekeud.  De  balda^idigbeid  ^n  ploiukrzucln  zij? 
aer  Sokbacen  W4a  ppc^aaic,  éi(  ook  dt^e  vtfovefii^,  door  d^ 
j^piuoÉfetie  ^vermagt»  )»^m  fpoedi^  wederQ»  oocw«ldigd  wi«(du 

Zie  »0R,  Boek  XXXIL 


tlEftBAfUtf «  fien  Dorpid  Frie$!andi  va  «fe  Gcieteftij  yan  A-it*' 
tmierMiecIj  aan  di2D  rljdwc^  tusfchen  H^rJéiMgfn  en  Framkêr^ 
pmsmt  een  haif  nor  gaanc  vaii  de  laatttgeiMlde  Siad  9  niet  on^ 
«enDaa^Uik,  getegea.  Het  Dorp,  fchooo  vao  weinig  aanzieos^ 
ia  der  mddioge  oirerwtiardig,  als  bebi»eade«  09  ecnc  aloude 
Stace  ,  Sikktma  geoaomd ,  waar  van  men  nog  beden »  in  dit 
Biarp,  in  eeiie  cfefdge  Poort  en  wijde  Gra^^»  de  overbirjfs&ia 
lÉec,  de  woortre£fKjke  Staatsman ,  Jr.  alicso  vam  ooslinga»  hei 
«erile  leeveoslicbt  aanichoawd.^ 

.Zie  Ttgenm*  Staat  vam  Friitiland* 


-'  tjiERiiCKr  9  hiifdwp.  yati  Utrecht ,  was  csn  dier  moedige 
Kerleviaogdeo,  weLke.£0  vel  het  zwaatd  des  tifdiijken  ams  aft 
4ac  des  Geests  visiBB  te  vi^en*  Ztnos  zijne  irciheffing  op'deir 
BtsCUioppdiiken  fisoel,  hadt  bij,  op  't  VDQtbeold  zijoer  Vooe» 
caaiun  ^  zich  merkctijfc  geaig  aangemaati^  in  Gr&niugem  :eo 
Drmiti  Zeet  euvei  onmen  dit  de  I.4mteamn»  en  tevei»  hei 
faeflnit,  het  oonatsaiHIJktijdiiiJt  iuk  eexi^  C;«ee$üijtoi  Herders  af 
lefdniddeo,  bij  de  eerAe  gelegenheid.  Deeze  neeadcn  zij  go^ 
voeder  te  hebben  in  eene  reize »  welke  de:  Bsichop ,  io  den 
]aare  1138  >  kort  itta  zijne  yerheSng »  na  Üfijme  deedc.  Zij  vee- 
fterkscn  de  St.  Waëmrgs  Kgrk ;  met  oogmerk  om  zich  daar  nie 
tegen  de  BisfchopMjke  nagc  te  verdeedïgen*  Hi^rbskt,  hier  va* 
\éit  weet  ontvangen  .hebbende ,  trok  met  een  Leger  op  Gronit^ 
^iff ,  en  zo  iievig^  tegen  de  verkerkte  ICerk  aan,  dat  de  Groniff- 
'gers  genoodzaakt  wierden  >  zich  over  te  ^evea.  Tot  zp  verre 
%ragt  hen  «oen  de  iMs&hof)  oadei:  dt-ksüe,  dat  zij  hem,  ais- 

hun^ 


HÊtlfiftT ,  msfekp  fém  ÜtmhK  S$f. 


tarnitt»  tianre^  liideftm  iialde  éoea,  tnfkgttgH^k.zwecmi^  del 
Siad»  soittar  li^ivbttttèrttklilkebcwtiii^iig»  nookmet  Movcn^ 
Poortea  of  Torens  te  mA)mï  verfteiteeo.    Hoewel  de  nru ,  de 
moed  .der  Groniogen  mn  dttf om  nog  niet  oqcwa|>eiid.    Vfii  dlr 
geiindheid  meende  dirk  de  VI ,   Graaf  van  Holland^  zich  te 
bedienen  ,   o«  dèo  Bislthop  af  breuke  te  doen.     Bene  bende 
Krijgsvolk  verzameld  hebbende^  was  kij  van  zin  om  hem,  off- 
verhocds,  daar  mede  op  het  lijf  te  vallen*    Doch  herbert,  bij- 
kans zo  vaardig  in  \  iiitvdereii  -als  .in  't^beraoiien  viau  birtfimfd- 
delen,  verzamelde  insgeüfks  zo  veelr  volks,  ais  Uf  in  der  boasc 
koude  Mjeen  brengen.   Spoedig  raifaten  de  beide  Legers  aen  «!• 
kander,  tot  merkeli^  nadeet  van  Omve  dirk,   wiens  bendes 
deds  üieuveldenv  deels  virftcooid  «wierden;  isordnde^  daaMn^ 
boven,  zijn  Zwager  ifrio^  die  'er^^  bevel  over  voerde, 'geviMh> 
gen  genomen  en  na  üirt^  gevoerd*    Zo^enuel  nam^  GcraoT 
PSRK^  dat  faif^enl^lsJBihop  HDRimty  kir'zijjtoScad  Uttackfi  b^ 
legerde  en  zeerflflMTW  eipïloot«   -lüjlginf nog  verder.    Scout o^ 
fe^  oyerma^tv'QO  *nnt  de  vefdeedignge  tefpeurende,  ém,  tm 
SksA  f  indisn  Uj  ^^afiAS^obxmtti9^  dd>s^Be:'ware,  .deedc  kij  i^ee 
aot  eenm  SepnageMed^siuikieii.   Tiog OÉtzonk den fiMiiop4è 
«oed  niet.    'Zo  ri\xgSl»m  \t  'f  iiitvloden  fan  to]|Nniddelf«i 
svaoneeT'de  nèod  tNNig;"al6  ktoékbardg  ««  onverekagd,  wlerdc 
luj  na  Jernade^  t«r^  de  tijdOfte^rii  te  kortfchoot,  den  ivae- 
f éldli}ken'.te'bM&  te  ïieemcn.  UUgMéoéchrin  zijn  KerkeUlfcpleg»- 
*i;ewaat,'Offlif(T^  w  gevolgd  vm  tenen  #oeriKan  Geedetijkes^ 
nekt  k^  KW  P<y<3M^''u1t,  kondettde  in '4é  eène  hand  xfjaen  Bié^ 
fchopTijiEeo  k«Nldraftaf^pli>  <ie  andere  ecvBiEMfk,  waaruit  ki|  de* 
Omve  bec  hflnyonnfa  miMe  vvcM^rtüeeeny  Ingw^ajle  bij  het  biS^ 
inet  op  (kMnddi^VoKeC'  ój^ak^  flft^iffieer  ^eifkhte  tifdco  wm 
aüeese  coedel  filets  «nder^  g^wiestv'danétu  Ibhiei  oriïkiadiit 
M.  vcrvaareii;  t<a  ddgt  men  ^tfl«9^>  tnders.    KrtjgsbeideB ,  Hte 
ssen  ^ethat  uw  pl^en  <mamnoed)g  dutfdeh  te  gpunoete  ifare««t% 
avaeen  bang  MW  dtfriKerkeRjOm  baiMiteti.    Gmaf  aiRrfcreif 
Wtef]  fMIgaKifiigeir'  .KeiiBiiK»ogd^  ^nier  tn / ' t  eiog ,  of  fkndu  .enviei 
éieiÉ  dè  anoed;   Moi  oiigeMttce  doofde  en  bfoocsvoeUs  tecedc 
iil)'«>e  OMvden'Msichop,  velt  voor  heiiopde  knieén  emfieeetac 
<m  vergifïeeis  van  z^  heiligf<A«dend  ontweiT>  ,   ii  't  be- 
tormen  der^lbsftliDptfjke  Stad*    Heuert  ,  s^té»  bakens  ovtfr^ 

woo- 


5ÖO  HERBERTS.  (HERMAN> 


wonnen,  gedraagt  zich  no  als  Overwin&aar;  Imj  ver  waardige  ded 
vernederden  Graaf  mee  eeoeo  kus  des  Vredes,  en  fluit  mechenr 
een  Verbond  van.  vr:end(chap ,  'c  wetit  niet  dan  met  het  leeven 
^digde.    Bisfcbop  «erbert  overleedt,-  in  den  }aare  1150. 

Zie  BEKA,  in  Her$hirto\  H£oa« 


tiEteÊRT^,  (üKRiiAN.)  ^etiooren  xsi  Grol  ^  in  *e  Graaflchap 
ZntfeHj  in  April  des  Jaars  1540»  was  een  dier  Godgeleerden  9 
ivelke,  om  hunne  gemaatigde  denkw^zQ  en  Ichroomvalligbeid 
io  't  vasdleUen  van  zaaken^   welke  niet  duidelijk  geopenbaard 
«ijs,  door  de  vervolg*  en  heerscfazucfat  van  onbezonnene  ijve- 
laaren».  in  veele  joaeilijkheden  Wierdc  ingewikkeld*    Naa  deii 
loop'  ïljoer  Letteroefeningen  volbragt  te  hebben,  wierdt  hij 
beroepen  te  fyexeL    Van.  bier  deedt  hij »  nu  en  dan ,  eenes 
iceer  na  jintwerpem  on;  bij  wijze  van  leeninge,  zo  als  toen 
diiuBaals  gebruikelijk  was,  onder-  de.  Hervormden  in  die  Sud 
dien  ^ienst  waar  ie.neemen*   In  den  Jaare  i^jy  beriep  hem  d« 
Cemeente  te  Dordndu  tot  haaren  Leeraar,  en  genoot  zijnen 
dienst;  toe  io  den  Jaare  1382;  wanneer  hl)  ut  Gottda  wierdt 
verplaatst.    Geduureode  2i}n  verblijf  te  Dorér£0ht  leiden  zijne 
Ampigenooten,  op  hem  misnoegd,  om  eeniga  oinsui verheid  ift 
4e.Leiere#  m^t  welke  hij  bewgt  wierdt,   h^ -te.  laste,  dat  hij 
^etragt  hadi,  het  H^onthtbo^.  vin  d^  b^iigt^  oavid  jor» 
Jie  doen  drukken*  Volgei»  *$  ^eggenr  der.Ker,^|ijken,  zou  hi), 
in  't  bijzijn  van  Gemagtigd^  .der  Rc^eednge  van  Dordrecht  ^ 
bökénd  hebben,  tot  dit  dnikl^eo..veildf>gegee?eii,  doch  zedett 
daar  voor  vergiflbnis  veMogt,  en.  zeif ^  bai  doen  ven  fchuldbe»- 
Jietstedisfe  op  den  fred^Uiotf ^bebben  ^ngeboodeiu    Herberg 
jomkende  dit  alles  in-ofie^aiifeQ  d^uk,  ech  beriep  dcb,  ten  die« 
.dndev  op  de  Gemagtigdeo,  «ijnde  de Ueer^frwuxEni  janszoon 

SE  WIT,  WtLLEfif  DQ  |0KG&»  Jooker  VAN  DER.  BSYLC  en  HBNORIK 

VAiff  MisEEN.  Herbbrts  voegt  'er  nevens »  hoe  de  Drukker  jaI» 
jcANiN'bij  hem  aanzoek  hadt  gedaan  om  h^.  gemelde  Boek  tè 
mogen  drukken;  als  ook,  dat  die  van  de  Klasiis,  voor  weikè 
hij  gedagvaard  was ,  geen  bewijs  hebbende  voor  de  beföhuldk- 
ging,  tegen  hem  iiigebragt,.opgtbans  beweerden  dgt  hij  fchuki% 

was. 


HERB'ERtS.  (HERMAfO  $^t 


«H 


^ims ,  en  evenwel  zo  hard  bij  hem  aandrongen  op  fchnidbekente- 
nisfe,  dat  de  Heer  van  nispbn,  een  der  Geiflagtigden  uit  de 
Wethottderfchapi  hun,  eindelijk,  te  gemoete  voerde:  »,  Ik  beb 
„  de  Spaanfcbe  Inquiiitie  geleezen ;  maar  nooit  ben  ik  <op  eerfe 
^,  plaats  geweest,  daar  ik  dezelve  zo  leevendig  zag  in  *t  werk 
if  ftelien  als  hier.** 

Het  vertrek  van  'Heröerts  nu  Göttda  maakte  een  einde  aatl 
deezen  twist^  Doch  ook  hier  volgde  hem  de  onmid  met  de  Ker* 
keiijken.    Volgens  't  geen  hem  te  loste  wierdt  geleid ,  was  hi] 
niet  zuiver  in  de  leere ,  aangaande  de  Foikomenheid  dir  Chris* 
tenen  ^  de  Regtvaardigmaaking  ed  Feorbefckikking.     In  eeu 
Sijnode,  door<iefl  Graaf  van  léicbster,  die,  fchrijft  BiUNDt, 
/p#  feer  twhtte  na  den  tiaem  van  Foedfierheer  der  Kerke ,  op 
eigen  gezag,  bulten  kennis  der  Staaten,  in  den  ]aare  15&6,  itl 
^tHage  beroepen,  wierden  deeze  gèfcbilpunten ,  onder  undere, 
verhandeld*    Hier  liet  het  zich  aanzien,  dat  het  gefchil  in  det 
minne  zou  vereffend  worden  ^  op  zekere  verklaaringe^  door  her* 
BERTs  gedaan*    Onder  andere  betuigde  hij  te  gelooven  „  dat  dé 
^,  geeneu,  die  verlooren  gaan^  verlooren  gaan  omdat  zé  ccn^j 
„  en  CHRISTUS  genade  en  alle  zijne  weldaaden,  door  hunne  eigeil 
,»  fcbuld  en  boozen  wil,  niet  ontvangen.**  De  Belijdenis  der  ze* 
.vtrnendertig  Artikelen  ^  zedert  de  Nederlandfche  Cmfesfie  ge- 
naamd ,  wilde  hij  aanneemeu  voor  fchriftmaatig ,  en  dezelve  on- 
dertekenen,  onder  voorwaarde  dat  in  het  ;ee8t(ende  Artikel , 
handelende  over  de  Predeftinatie »  verflaan  wierdt ,  God  geene 
oorzaak  te  zijn  van  de  zonde.    Den/Heidelbergföhen  Katechis* 
mus  nam  hij  aan ,  mids  het  Antwoord  op  de  honderdveertiende 
vraage »  raakende   de  geringe  vorderingen  der  aHerheillgden , 
verftaan  wierdt  betrekkelyk  te  zijn  op  de  aliervolmaaktfte  heilige 
hdd  in  het  eeuwige  leeven.    Eindelijk  nam  hij  aan,  over  eenige 
dttlfterheden ,  voorkoomende  ineen  Boek,  door  hém  gefcfaree* 
ven  5  onder  den  tijtel  van  Korte  Ferklaaring^   zich  nader  te 
zullen  verklairen,  met  overleg  van  den  Hoogleeraar  saravia  en 
anderen.    Deeze  laatfle  beloAe,  in  (lede  van  nut  te  doen,  worp 
tUes  om  verre*    Sara  via  wa&  niet  in  een  zeer  aangenaamen 
reuk.    *t  Melden  van  *s  Mans  naam  deedt  het  gefchil  herleeven » 
en  duurde  nog  zeven  jaaren,  eer  het  volkomen  wierdt  bijgelefd» 
Geduurende  dien  tijd  hleldt  hem  de  Regeering  van  Qouda  do 

2X.  DXEU  Nn  band 


S&i  HEREMA  or  HERAMAi  (OTTO)  tnu 


mm 


hmX  boven  *c  hoofd,  aU  zijnde  dezelve  ma  oordeel»  dA  een 
MftQ,  op  wieni  gedi:ag  nleu  te  zeggen  viel,  dtar  htj,  door  eer- 
lijke aaaHediogen ,  den  Kerkelijken  geen  genoegen  hadc  knnnen 
geevqi,  door  haar  gezag  behoorde  g^andbaafd  te  worden» 
Diensvolgeas  verboodeo  b^m  de  He^en  van  Gomda ,  zich  in 
etnige  gefprekken  of  onderhandelinge  met  Stjnodaaie  Gemagtig* 
den  in  te  buiten,  en  deeden ,  bovendien,  de  belofte,  hem  tegen 
allen  Ban  of  li:horzlqg  in  zijnen  dioist  te  zullen  behoeden,  én 
voor  zijne  Jaarwedde  te  zorgeiow  Gaarne  zooden  zijne  tegeor 
ftreevera  de  zaak  dien  keer  hebben  willen  doen  neemed»  Ook 
wendden  zi)  reeds  eenige  poogingen  aan ,  om  hem  van  zijnen  dienst 
te  doen  verlaaten.  Doch  de  Suaten  van  Holiand  weerden  <fien 
flag.  Eindelijk  wierdt  de  vrede  getroffen,  door  bemkideüng  van 
}OANN£s  ucrsMBooAAaT  cn  FRANGiscjus  LANSBEftOftN»  door  *8  Lands 
Staaten  daar  toe  gemagtlgd»  Men  liet  heui  bij  zijn  gemaadgd 
en  verzagtend  gevoelen  f.  aangaande  de  Godlijke  Vctórbelcbikking ; 
waar  in  hij  volhardde  tot  aan  zijn  overlijden »  *t  welk  voorviel 
op  den  drieêncwindgfteiv  Februari)  des  Jaars  i6oy»  Hij  daalde 
fcn  grave  net  den  roem  van  een  weifpreekend  Leeraar,  van 
tenen  vroomeDleevenswandeL 

Zie  UITENBOGAAKT  ,  BOR  CU  BHAWT » 

Mifi.dcrReformmtie. 


Hérdoomqu;  zie  wedbbdoopzrs. 

HzRKiiA  of  HniAMA,  (oTTo)  gefpTOOten  nit  een  oudadelijlc 
geflagtin/V/tffAi0i^,  en  een  der  Ondertekenaaren  van  het  Ver- 
bood der  Edelen,  was,  indenjaare  1578, GrIetmaB van AMvwcr-* 
4êrhem.  in  het  Doip  RauuMrd  hiddt  hy  zijn  veshNjf  op  Haf* 
fiS'Statt  ^  en  vertoonde,  bij  onderfcheidene  getegenhedts^ 
fuiken  zijner  liefde  vooor  de  Vaderhmdrcfae  VrijhekL 


Zie.  j.  TK  WATER ,  Vêfbmi  éêr 
Edikn. 


Hk- 


HERINGA,  HERINGA',  (BOUWE)  Af.    '     èté 


HsMJOfoA^  een  aloud  en  adeOjk  Frietcb  Gedegt.  Volgens  *c 
Wapenbüfk  vtn  fêrwerda  toa  iKt,  ivdeer»  den  naam  van 
CAMSTRA  gevoerd  hebben.  Volgens  \  geen  den  Heere  }.  te 
WATER  wieVdt  berigt,  zon  het  laatfte  mannelijk  obr  vail  dk 
Geflagt  geweest  zijn  de  KapUein  bbmnart  heringa  ^  !n  *t  be- 
gin des  Jaars  1635  overleeden.  Met  het  overlijden  van  zijtie 
Zuster  rigt  heringa  ,  gehuwd  aan  ansrics  wjiin-iNGA  ,  zóè- 
den,  In  den  Jaare  1654,  ^^  goederen  van  dit  geflagt  gekoomen 
zijn  aan  bennert  hoorda»  woonagtig  xt  Dronujp^  tusfchen 
Franeker  en  Uewwarien ,  en  den  Kapitein  jobah  roorba. 
Verfcheiden  moedige  voorfianders  der  Vrijheid  tegen  de  Spaan- 
fchis  oveiiieerfching  heeft  dit  geflagi  voortgebngr.  Aangaande 
de  volgende  vinden  wij  eenige  bijzonderheden  aangetekend. 

Heringa,  0>o*^^^)  wlerdt,  om  zflne  ondertekening  vw 't 
Verbond  der  Edelen,  door  Hertog  alva,  in  den  Jaare  1568, 
uit  ^sKonings  heerfchappijen  gebannen. 

0 

Heringa,  (bdo)  onderging,  to  dar  zelitie  jaar,  een  dierge- 
Jijk  lot.  Toen  begaf  hij  zich,  nevens  zijne  huisvrouw,  anna 
RooRi>A,  en  verder  gezin,  na  Embèfn^  de  algemeene  wljkplaata 
der  Nederlandfche  ballingen.  Hier  overleedt  hij ,  den  dertienden 
Augustus  des  jaars  1575;  zijne  echtgenoote  overleefde  hem  on- 
geveer elf  jaaren«  Beide  wierden  te  Bmhdtn  begraaven,  doch, 
in  den  Jaare  161 1 ,  hunne  beenderen  van  daar  vervoerd  na  Rau* 
ii»efdy  om  in  de  Voorouderlijke  begraafplaatze  te  worden  bijge- 
xet.  Hun  Zoon  eelkr  verzelde  de  Ouders  in  hunne  ballingfchap. 
fieMven  deezen  hadden  zij  yerwekt  twee  Dogterj:  tekel,'  <^ 
poRBt,  i^uwd  aan  pieTeb  bvsingA)  Gedeputeerde  Soat  vati 
friesland^  en,  in  den  Jaare  itf48.  in  den  ouderdom  van  -tacli- 
dgjaaren,  overleeden;  en  wompr,  gehuwd  aan  tjaluno  van 

evsiNGA,  Broeder  der  bovengenoemden. 

•    •• 

» 

Heringa  ,  (}oos9%)  Zoon  van  haring  en  van  ttsK  iesiNGA » 
onderging  mede  het  lot  van  nitbannbige,  die  te  Leeuwardtn 
aegen  hem  wietdc  afgekondigd. 

Heringa,  (laas)  hoewel  niet  met  het'  banvonnis  géflagen, 

Nn  n  wierdc. 


j«4    HEjRJ(7GAs  (OSNE)  HERMAN.'(CATHARINA) 

wierdt,  eveowel ,.  door  den  wreedeo  Hertog,  te  Antwerpen 
gedagvaard  om  zicb  te  venotwo^rdeo* 

HuiNGA»  (oene)  Zooo  van  UARiKGf  de  uklandfgheid  bpven 
ecQ  rchandelijken  dood  kiezende,  yertrok  butienslaods.  Nog* 
thans  vervolgde  hem  alva  met  deszelfs  dagvaardingen ,  en  vel- 
de, bij  niet  veriphijning,  hqt  voouis  van  den  Ban» 

Zie  j*  TE- WATE&,  A^fitfü^  dtf  Eéilenm 


.^  Herkmn  .(cATHARUia)  teiK  NoordhoUandfctae  Vrouwe ,  hoe- 
wel, v^  klein  aanzien  ui  de  waereid,  nogthans,  om  haare 
kloekmoedigheid»  huwelijkstrouwe  en  andere  deugden,  waar* 
^ig  aan  de  vergeetenbeid  ontrukt  te  worden*.  Gedwurende  het 
Beleg  van  Ofifnde ,  in  de  Ne Jerland(«he  Beroerten ,  gelukte 
bet  den  Spanjaarden,  een  goed  aanul  Hollandfche  Moiroozen 
en  eenige  Lootzen  krijgsgevangen  te  neemen,  welke  zij  voorts 
in  ketens  kluisterden,  Catuajuina  was  de  hulsvrouw  van  eenen 
dier  ongelukkigen..  Den  ran^p  ,  haaren  Man  overgekoomen»,  . 
hadt  zij  niet  verdaan ,  of  haar  befluit  wa9>  ftrahs  gereed,  om 
liem,  ware  ^t  mogelijk ,  uit  zijoen  Kerker  te  verloslèn.  Ten 
dien  einde  fnijdt  zi^  haar  lang  hoofiihair  af,  verkleedt  zicb  in 
llinsgewaat,  en  begeeft  zich  na  de  vijandliike  Legerplaats  voor 
Ofiende^  Doch  hier  diende  haare  uitmuntende  lichaamsfchooo- 
held  haar  tot  eenen  hinderpaal.  Door  deeze  trok  zij  ekks  ooget 
tot  zich;  doch  tevens  haare  ipraak,  wdke  haar,  eerlang,  voor 
eenen  Verfpieder  van  Prinlë  MAURru  deedc  geheuden  worden. 
Op  vermoeden  gevat, wierdt  zij  insgelijk»  ia  dea  Kerker  gewor- 
pen, &an  handen  en  voeten  geboeid  en  zeer  Areng, behandeld. 
Gelukkig  nog  ^oo  zij  ziqh  gerekend  hebben,  indien  zij,  mee 
haaren  Man ,  eene  zelfdle  gevangenis  ter  bewaarphtat^e  gekreegea 
badde.  Doch  deeze  troost  mogt  haar  niet  gebeuren.  Tot  ver- 
maerderinge  van  droefheid  vernam  zij,  öp  zekeren  dag,  dat,  , 
van  de  gevangene  Hollander %^,  zeven  met  den  dood.geftraft,  ea  , 
de  overige»  voor  altoos,  inkecgien  zouden  geflooten  blijvep, 
\  zij  om  hier  te  Lande  een  zwaaren  arbeid  te  verrigten,  of  om 
aa  Sf^^  vervoerd  te  worden      :     . 

O». 


HERMAM  (CATHARfNA>  en&  ^s 


Onkundig  van  hec  lot»  welk  hatren  echtgenoot ^befchooror 
was»  en  van  daar}in  diepe  droefheid  gedompeld,  zag  de  ver*; 
momde  getrouwe  catharina  e^en  Va,der  Jefuic  bione»  cree-: 
den»  om,  naar  gewoonte  >  de  gevangenen  te  bezoeken.  AaO; 
deezen,  welke  ^  onder  andere,  ook  haar  de  Biegt^fham,  be% 
iioot  zij ,  haar  geheim  te  openNojren.  Met .  v^baasdbeid  ge-, 
troffen  over  de  kloekmoedigheid  deezer  Vrouwe,  beloofde  baar, 
de  eerwaardige  Vader  allen  mogelijken  bi|(hind.  £n,  inder*; 
daad,  hij  hieldt  ziji)  woord  Aan  den  Graave  van  Buc^yov  gaf 
hij  kennis  van  zijne,  zonderlinge  ontmoetinge,  en  verworf,  daC| 
de  doorbedroefde  Vrouw  wierdt  pvergebragt.na  den  Kerker,  iq, 
lyelken  haar  Man  zat  opgeflooten.  Naauwlijks  hadt  aij  dee^en. 
in  \  oog  gekre^^nV/^f  zij  viel  ,in  onmagt  neder.  Me^  yeele 
moeite  tot  ziel]  zelve  gebcagt  zijnde,  vernam  zij,  aan  den  toe-, 
Oand,  in  weiken  zij  aficb  thans  bevondt,  (fac  het  tijd  was-,,  zich 
Zidve  en  haar  doelwit  te  openbaaren.  I;7evens  de  reden  haarer, 
uermomminge,  verhaalde  zijj,  al  wat  ^ij  van  eenige  wwde  be*. 
zat ,  verkogt  te'  hebben ,  om  vopr  jdep  prijs  daar  van  haars  Mans 
vrijheid  te  kóopen;  of,  indien  dit  haas  mislukte ,  dan  nog  moeds^ 
genoeg  te  bezitten,  om  hem,  in  den.hardijen  arbeid,  zelf  in. 
dtn  wreediten  en  piiniijkften  dood,  te  verzelleii.  Te  vreemd  was 
dit  voorval,  om  het  voor  den  Graave  van  bucquoy  verborgen. 
te  honden.  Hij  liet  het  liefhebbend  paar  in  zijne  tegenwoordig- 
heid verfchijnen,  ipnses .  cathawcja  .  ojrer  haate  kloekmoedig«. 
hnncdiiksliiefde»  én  fchonk  aan  heiden  hunne  vrijheid. 

Zie  ni  cosTE»  Jes.Fgmmes  Illuftres^^ 


Hermam  van  woerden  ,  du6  genaamd ,  omdat  hij  Heer  dier 
Stad ,  en  in  haare  Nabuurfchap  eigenaar  was  van  veele  aanzien . . 
Iljj^é.  goederen*  *  ^^^  vermaard  is  deeze  Edelman,  in  *s  Lands 
Gdfchiedenirfên ,  om  deij  tegenftand,  .welken  hij  aan  de  Hollaa- 
ia%.9  en  vooral  aan  Graave  FLoais  den  V,  boodt.  In  de  ge- 
dtturige  vijacidlijkheded  ,  tusfchen  HoUand  en  't  Sticht,  hieldt 
Uj  zich  op 'de  zijde  des. Bisfchops/ en  verkreeg,  van  Bisfchop 
JAN  VAN  NASSAy ,  hct  Slot  te  Montfooft  te  pand,  voor  eené 
ibmme  gelds,  om  alzo  zijn  geliefd  ontwerp,  de  vernedering  der 

Nns  H®^- 


g»  HERMAN  VAN  WOERDEN. 

— -    ' 


HdlIindereD^  voort  te  zetten.  Doch  U]  nikte,  neveni  gt^ 
MBdirr  VAif  AMsTEL^die  *t  Skit  yrc^lanéxn  ptodfchap  badt, 
io  f eTchil  «et  de  Stigtenaaren ,  die  thans  ,  voor  eene  wijle  tijdig 
fliet  Qtnvt  FLous  fn  goed  vedfand  leefden.  Om  den  Tol»  wel- 
ken Heer  ctsbrccht  op  den  Vegtftroom  hadt  «angeleid ,  tot 
oierkeiljk  nadeel  van  die  van  Utrechi^  tugtigde  hem  deswegeo 
Gruf  PLORii ,  geK}k  ook  vervolgens  onzen  heriian  van  woer* 
Tft»^  omdat  deeze  den  Heere  VAif  amstel  te  huipe  was  gekoo- 
men,  en  tegen  de  Stigtenaars  verfcheiden  vijandlijkheden  ge- 
I^eegd  hadt.  Zijne  goederen  en  Landerijen  in  fToerden  en  daar- 
dmftreeks  wierden  met  alleen  verwoest  en  plat  geloopen,  m^ar 
dok  het  beleg  geflagen  rondom  zijn  Kadee!  te  Mantfoort.  Een 
geheel  jaar  lag  Graaf  floris  voor  dit  Slot.  Herman  »  nas  het 
Verfies  van  hetzelve»  vondt  zich  genoodzaakt,  buitenslands  de 
wijk  te  neemen.  Zedert  (Irafte  hem  de  Uirechtfche  Bisfchop 
Aket  baHlngfcbap  en  verbeurdverklaaring  zijner  goederen.  Nat 
«enigen  tijd  buitenslands  te  hebben  doorgebragt»  keerde  hij  te 
liig,  en  verzoende  zich  met  den  Bisfchop  van  U  f  recht  enGrat^ 
ve  FLORIS  van  Heiland.  Der  optekeninge  waardig  zijn  de  voor- 
Waarden  diens  Verdrags ,  zo  als  zij  geboekt  zijn  door  den  Hoog* 
leeraar  MATTHiCus ,  in  zijn  Boek  de  Nobilitate.  Hoofdzaakdijk 
kwamen  ze  hier  op  neder.  Heer  herman  droeg  zQn  goed ,  in  dè 
Heerlijkheid  van  H^i^êrden  of  elders  geiden ,  op  aan  den  Graa« 
ve,  en  ontving  het  van  hém  wederom  ter  Leen.  Buiten  *sGraa- 
ven  toeffemming  mogt  hij  zijne  Dogter  niet  uithuwen.  Hét 
Steenhuis «  welk  de  Graaf  te  fileerden  hadt  doen  bouwen,  moest 
-hi]  altijd  voor  hem  open  houden,  en  aldaar,  of  elders  in  zijne 
Heerlijkheid,  een  Burgt  fligten,  welken  hij  tegen  elk,  behalven 
den  Bififchqp  van  ünecht^  moest  verdeedigen.  Buiten  *sGraa- 
ven  bewilliging  mogt  hij ,  eindelijk ,  géene  HoHandfche  ballfaigen 
te  Woerden  ontvangen*  Van  dit  Verdrag,  getekend  op  Palm- 
zondag des  Jaai-s  laB^,  hitdden  zfch,  aan /sGraaven  zijde,  v^« 
fcheiden  Edelen  tot  Borgen  gefield,  en  verbonden  om  gezamenc- 
iijk,  tegen  Heer  HckMAN,  indien  hij  *t  niet  naakwam,  met  hoo- 
derdtwiniig  man  optetrëkken.  Waaruit  Wij,  in -t  voorbijgaan, 
hét  aanzien  en  de  magt,  welke  hij  bezat,  mogen  afleiden.  Graaf 
FLORIS,  ten  blijke  zijher  opregtheid ,  begiftigde  vervolgensHeer 
HER.MAN ,  nevens  'Heer  cysbrecht  va^  amstel  ,  met  den  tijtel 

vair' 


HERMAN  VAH  WOERDEN.  sfy 


msk  Raaita^  en  gif  bun,  bovai  «ndcre  Edeteo ,  ded  atn  de 
Re^eeriDge* 

Vaa  geeneft  lanfen  door  wit  deeze  Vriendfdiap.    Èeoe  jgi»- 
dnchte  zam«nz weering,  onder  de  Edelen,  bom  eerlang  nic 
legen  den  ongelukidgen  Graave  flokis,  en  eindigde  In  zija 
verderft    Jan  ,  Heer  9an  Kuik ,  op  den  Graaf  verftoord ,  Wat 
de  eerde  aanleider  van  bet  ftok.  Deeze  lokte*  nog  andere  Ed^ 
ien  aan  zijnen  iaoer,  alle  welken  bijzondere  redenen  van  mis- 
noegen jneenden  te  bebben.  Heer  herman,  wiens  eenige  Dog- 
ter  de  vermaarde  <^erard  van  velzen  in  buwelijk 'hadc ,  was, 
onder  andere,  verftoord  op  den  Graave,  omdat  deeze  gemelde 
zijne  Dogter  fchandelijk  verkragt  badu    Hem  (hken ,  daarenbc* 
ven,  nog  in  den  krop,  de  harde  voorwaarden,  boven  vermeld, 
op  welke  bij  met  den  Graave  zijnen  Zoen  gemaakt  hadt.    Van 
cijd  tot  tijd  hielden  de  Edelen  bijeenkomden,  om  \fi  overleden, 
wat  men  met  floris  zoude  voortkeeren.    't  Bed  uit  viel,  nu 
lang  beraad,  zich  van  zijnen  perfoon  te  verzekeren,   en  hem 
vervolgens  ten  Lande  ni(  te  voeren.    Vermids  het  Stigt  als  de 
vo^zaamfte  oord  wierdt  aangezien  ,  ter  volvoerlngè  van  hcc 
•ntwerp,  lokte  men,  onder  zeker  voorwendzel,  den  Graaf  na 
ütrecktf  alwaar  bij  een  groot  deel  eener  Geldboete  betaalde, 
in  welke  Heer  herman  verweezen  was*      In  een  vrolijken 
Maattijd,  welken  de  niets  kwaads  bewuste  Graaf,  met  een  aan- 
al  Edelfttt,  bieldt,  bewees  hij,  daarenboven,  aan  Heere herman 
de  eere,  om  tusfohen  hem  en  Heer  gysbrecht  van  amstel  zij- 
ne plaats  aan  tafel  te  neemen.    Dit  alles ,  egter ,  maakte  geené 
verandering  in  htm  ontwerp.    Terwijl  de  Graaf,  naa  den  Maal* 
tijd,  ilcb  een  wehiig  ter  roste  nederleide,  reeden  de  Edelen  na 
buiten,  kwanswijze  om  een  Vogdjagt  te  honden,  doch,  inder- 
daad ,  om  Graaf  floris  te  vangep ;  die  kort  daamaa  insgelijks 
.  boiten  dê  Scadsijnde  uitgereeden,  wel  haast  de  zamengezwore- 
oen  ontmoeae.    Herman  van  woerden  was  de  eerde ,  die  het 
naasker  afligtte.    Naa  eene  beleefde  groete  van  den  Graave  te 
hétbea  ontvangen ,  nevens  de  overigen ,  greep  hij  het  paerd  bf 
éen  toom ,  en  beet  hem ,  met  eene  forfche  taaie ,  deeze  fcbrik*- 
wekkende  woorden  toe:  „  Meester,  uwe  hooge  fprongen  heb- 
^  be  een  einde.    Gij  zult  ons  niet  hmger  ringefooren.    Of  *t  o 
Yf  leed  zij  oTUef»  gij  zijl  onze  gevangene.**    Met  een  ftraf  ge- 

Nn  4  laat 


sa  HERMAM  VAN  WOERDEN,  enz. 

bit  €0  fcbrocnnlijkai  vloek  yofgde  tij  *ef  oeyeDS^rdit  hij  BêU 
land  nooit  meor  zien  zoude*    Straks  verzekert  meo  zkli  vaa 
%\]n  {>eriboo»  en  voert  hem  ot  zijn  eigen  Slot,  het  tegenwoór^ 
dige  Huis  te  Muiden^  dur  hIj  naauw  opgeilooten,  en,  nafer 
ipen  wU ,  inzonderheid  door  Heer  heuun  ,  hem  vtd  leeds  en 
finaads  wierdt  to^ebragt.    ^ea  hadt  den  ongeiukkigen  Graaf 
herwaarts  gebragt,  om  hem  van  daar  na  Engeland  te  vervoeren. 
Doch.  't  verlcbijoen  van  eene  menigte  Schepen  op  de  Zoider» 
zee ,  door  *t  vliegende  gerugt ,,  derwaarts  gelokt ,  verhinderden 
dien  toeleg.    Hierom   wierdt   non  te  raade,  hem  over  land 
elders  heencn  te  btengen.     Tnsichen   Muiden- en  Namrden^ 
op  de  hoogte  van  Muiderhurg ,  wierden  ze  van  vene  eenige 
maafchap  gewaar,  waarfthijnlijk  den  wil  hebbende  om  floris 
te  ontzetteo.    Heer  czrarp  van  vzlzkn,  opgezet,  naar  men 
wil,  door  Heer  herman  van  woerden,   grijpt  hierop  zijti 
zwaard,  en   kwetst  den  ongdukkigen  Graaf  dermaate,  dat  bi] 
*t  wel  haast  beftorf.    Elk  zogt  nu  om  een  goed  heen  koomen. 
Heer  herman  week,  nevens  eenige  anderen,  buitenslands.  De 
Heer  wagen  aar,  dit  verhaalende,  zegt,  dat  bij,  voor  zo  veel 
men  weet,   van  daar  nimmer  wederom  is  te  rug  gekoomen« 
Dit  kan  waarheid  zijn»   indien  men  hier  door  bepaaldelijk  de 
Provincie  Holland  verlbn.    Anders  verhaalt  hij  zelve,  op  hec 
keven  van  Graave  jan  den  11^  dat  herman  van  woerden  te* 
genwoordig  was  bij  het  ongeval ,  den  Heere  van  rrnesse  over- 
gekoomen,  in  het  'overvaaren  van  de  Lek,  tegenover  Kuiien^ 
èorg^  alwaar  deeze  Edelman,  dóór  *t  omQaan  van  de  Schouwe» 
\ti  leeven  lie^'   Heer  herman  kan  hier  insgelijks  het  leeven  ge* 
laaten  hebben.    Zeker  js  het,  dgt  men^  zedert,  zijnen,  naaou 
9ie{  vermeld  vindt* 

Zie  j.  wacbnaar^  Vad^  Hifi^ 

Hermelen^  zie  harmelen, 

l'Heremite,  Oaques)  Admhraal  vin  Bolland^  wierdi»  inden 
Jaare  1633,  mee  eene  Vloot  van  elf  Schepen,  uitgezonden ,  mee 
oogmerk  om  den  Spanjaarden,  in  de  Wesdndlen,  afbreuk  te 
iowp    Hij  was  de  eerfte,  die,  met  zulk  eeqe  Vl90t,  door  (je 

Straal 


HERRNHUTTERS.  '       5^? 


Sfmt.ie  Maire  ftevebde,  gelegen  ten  Zuiden' vin  de  Magelluii*^ 
fche  Scnnc,  en  dus  gentamd  naar  lb  maire,  welke,  voor  wei-- 
nige  jaaren ,  dezelve  hadc  onrdekt.     De  Vloot  zeflde  den  aard* 
Uoot  rond;  doch  l*her£mit£  bragt  haar  niet  te  mg  in ^t  Va- 
derland, als  zijnde  hij  op  de  reize  overleedén. 

'  Hc&RNHUTTERs  ,  een  godsdienftige  Aanhang ,  dns  genaiaié' 
naar  de  plaats  Hwrnkut^  In  \  Landfcbap  Lansmisz^  Mmnt^ 
zij ,  door  hunnen  <  voornaamllen  Stigter ,  den  Graaf  van  zin- 
ZEND0RPP9  gevestigd  wierden.  Volgens  hunne  eigen  opgave, 
zijn  deeze  lieden  afRammelingen  van  de  hohtewfcht  en  il/#r«- 
vifcht  Broederen.  Meer  overeenkomflig  met  de  waarheid, 
^er,  meenen  zommigen,  dat  zij  beter  nsavêfgers  dan  regtl- 
zechte  afOammellngen  dier  Broederen  genaamd  worden.  In  btto- 
ne  Leerbegrippen  fchiinen  zij  de  mecfte  overeenkomst  te  heb« 
ben  mee  de  Lutherfchen^  doch  verichilien  van  dezelven  wijd 
tn  breed  ten  unzfen  van  de  Godsdienfllge  Tugt  en  Kerkelijke 
Inllellingen ;  ten  deezen  aanzien  hellen  ze  voomaamelQk  over 
(ot  de  Bóketmfihe  Broideren.  Van^  grondbeginzelen ,  weikv 
tenigzins  na  bét  dweepagtige  hellen,  kunben  veelen  onder  ben 
niet  worden  vrijgeQsroken,  Ook  heeft  men  opgemerkt,  dat 
lieden  van  allerlei  Cezibtcn,  der  gemelde  denkwyze  toegedaan,* 
zich  onder  hen  vervoegen.  Zincs  hunne  eerlle  vestiging  te 
Eermktttf  hebben  zij  zich  wijd  en  zijd  ver(j)reid,  met  hec 
loflijk  oogmerk  om  de  ChristKjke  Leere,  zo  als  zfj  dezelve 
b^jpen ,  voort  te  planten.  Veelen  hunner  zag  men  moeito 
noch  gevaaren  fchroomen ,  om  in  de  wijdst  aitsélegene  Gewea* 
ten  den  Heiland  te  verkqndigen.  Bekend  zijn  de  (tigdngen, 
wefte  zij ,  te  NiemwUd ,  Zeist  en  elders  hebben  opge- 
licfat.  Dat  deeze  Inkten,  In  geregeldheid  van  gedrag,  met 
bet  gcoi  van  *t  Christendom,  wel  vloot  kunnen  houden,  ge«' 
tuigen  allen ,  die  met  bon  eeiilgen  omging  hebben.  Vreemd 
mag  het,  uit  dien  boofdc,  fcbijnen ,  dat  de  Heer  maclaine; 
bi  zijne  Aantekentogen  op  moshom^s  yKirkUjkt  Gtfehiedifih^ 
ben  dus  fcberp  ge^spt  heeft.  Benige  barde,  of  liever  onbe^ 
zonnène  uitdrukkbigen  van  den  Graave,  verdienen  zekerUjk  te 
warden  afgekeurd»  Ook  wenschten  wij ,  ter  eere  deezer  Ge- 
fuite,  dat  eepe*  vertilRe  en  ongeregelde  verbeeidingstoagt  de 

Wnj  •  Op- 


3f       HERtOG  or  HERTOGHB.  CJOHAN  m) 


OjpfleBiTf  bmmer  Uedereo  aicc  reryoerd  luidde  tot  nitdrukUii- 
geil»  welke  Moftoot  verwekkeo.  Ooch  het  gedrag  der  heden- 
dpÉg^e  HerrmAumn  is  eenftemmig  met  onzeo  wenscb.  Mes 
€mtmoH  niet  meer ,  io  biimie  openbaare  GodsdlenttaeffieoiDgeo , 
èu  ergerlijke,  *t  welk  huooeo  voorzaateif  eeoen  niet  ganucte 
oflftrdieBdea  blaam  heeft  aaogewreeven.  2^  wel  te  Zeis  f  ^  als 
tt  ^tmfl^détmj  kuDÉen  buniie  opeobeare  lamenkomlleü,  dcxnr 
fodwugtige  Christeoeo»  set  ftigtuig  worden  bijgewoond. 

Zie  M0SH£iii>  KérUé  GefMêdiniu 


9 

Hbktoo  of  HERTOGHB  (jORAN  de)  Heer  van  Falkinksirgr 
Zoon  van  willbm  ob  hbrtoghe,  gefprooten  oit  een  bekend- en 
1^  onaanzienlijk  Nederlandach  Geflag'.  Hij  wierdi  aan  her 
JKof  van  Prinlè  biaurits  opgevoed ,  en  door  denzelven  met  eene 
Koapagnte  voecknegten  begiftigd.  In  den  Jaare  lóst^ ,  deedt 
Uj  f  met  Prinfe  frëserik  hbnrik  en  emamurl  ynn  Formgaff 
cese  reize  na  Ontujê*  Crcwset  »  die  diana  aldaar  het  bewind 
Toerde,  alzo  hij,  met  Spanje,  heimelijk  verfland  faieldt,  wierdt 
irtB  zijne  bediening  verlaaten,  en  dezelve  wnnétnPornfgeeftkgn 
Frtnfe  opgedraagen.  Nogtbaos  Voerde  hij  'er  alleen  den  tijtel 
vani  miafcbien  omdathijtotdeGeziniederRoomichgezinden  be« 
]u>ord,  <^ omdat  men,  wegens  zijne- jeugd  en  onervarenheid^ 
een  zo  gewigtig  ampt  hem  niet  vertrouwde : .  zeker  is  het ,  dat  dr 
HSRTecHB  alles  uitvoerde.  Behaiven  de  verzorging  der  vestfa^ 
werken  in  het  Prinsdom»  maakte  bij,  .ginds  ea  elders,  nog  ver- 
fcbeiden  andere  zeer  heilzatme  fchikkingen.    ^ 

Omtrent  deezen  tijd  was  het  Bevelhebberfch^  over  de  Stad 
Nieuwmegêu  en  eene  ptaats  in  den  Krijgsraad  open  gevallen.  Na 
beiden  ftonde  s&  HfiRTOGHE.  Het  een  en  and^  wierdt  heoi  ge« 
weigerd.  Hier  oit ,  wil  men,  vaue  hij  e^^o  hevig  misnoegen 
9P,  dat  hij  het  oor  leende  aan  eenige  Frwnfck^  Staatsdienaiuen, 
die  bij  hem  aanzo^  detdep^  om  mtt  bonnen  Meeaier  zamen  te 
ipannen,  in  deszelft ;  ontwerp  ter  oodeedmkkinge  van  de  Her* 
vormden^  Wijdttswerdc  aan  db  hertocui  ten  laste  gelekl,  dat 
hij  de  kwistzucht  van  den  Prinfe  van  Pêrtwgsl  voedde ,  door 
denzelven  teU&enr  vau  penningen  te  vportieiu    üq  bereikte  hier 

aedt 


HERTOG  «r  HERTÖGHE.  <JOHAN  1>i)        57». 


.  »  .  _-i      I  ■■  I   ■  ut    11^ 


i^Mwa 


ttMe  «Ijn  oagaerkï  dat^imwaeliJk .dePHnsepomtoodcnv  «^ 
Undvoogdlj  aaa  kern  ilteen  wierdt  opgcdra««eiu    £«ii«ea  tlj4; 
dttt  ma  dfccdt  hij  cenea  keer  na  tikH^d,  om  yaa  Prteft 
WAüRiTS  bevftKlglng  !o  rija  aanffeil  W  bediening  te  vefwer- 
ven.  JAKOB  DB  U  ft»,  een  der  ,ü«dfte  Swatabediendfin  iokee 
trlmóom  Oi^anjè,  volgde  hc«i  en  gaf  den  Prinfe  opening  van 
idle  geheimen.    Evenwel  wierdt  i»  hbrtoghe  ki  zijnen  Oand  . 
bcvesögd,  voor  den  iljd  van  drie  jaaren,  en  sedert,  naa  bet 
overKJden  v*n  tijne  HoogheW,  door  preöbrw  uenksu    Vce- 
len,  ro  kier  te  Landt  al«  elders,  ▼erwondcrden  zsch  daar.  over, 
▼ennids ,    door  het   Parlement  van  Otanje ,   zwkare  klagten 
wierden  ingebrtigi,  over  de  wülekeuri^  handeüngen  van  z^ke- 
ren  Aafthang,  aan  lifdks  hooW  na  hbrtoghe  aich  bevpnil» 
Men  iondt  wel ,  van  aPrinTen  wegen,  eeoige  Afgevaardigdett 
na  Oranje  t  tot  het  doen  van  onderaoek;  doch  hij  weigerdtt 
dezelve  op  het  Slot  toe  te  kui«m    Wijders  maakte  Mj:ziök 
derwijze  geha«,  fn  iV]x^  Landvoogdij,  door  overdaadigepragt 
eü  WeWoat ,  en  door  het  voeden  en  ftijven  der  tónneriandftha 
onlusten,  dit  de  Landaaaten  ,  hw  mianaegen  niet  kumimite 
herbergen,  aan  Pcinfe  prhmerk  «enük  verzekerde  berigiei 
deeden  töekoömeil,  dat  oe  hbrtoohe,  bij.  de  Kroone  vw^.Eb- 
geland  ea  Spanje^'  ja  aelft  bij  den  PauaHjken  Nnncina  en  -el- 
ders, befdwrirt!«  hadt  gezogt,  en,  't  geen  mg  verder  gi^g, 
dbt  hij ,  met  FrmMjk ,   In   -onderhandefinge  was,  ovtr  éè' 
évergifte  van  *t  Kafted  van  Orawfe^  voor  eene  fomme  vatt 
bonderdduizend  Rijksdaalders,  met  behoodvVan  de  8longDo«difw 
fchap  voor  hem  zelven,  en  erfli|k  in  zijn  geflagt.    Iftet  dit 
«nes  omtrok   Prina  frewrik  ansüRBC  hém  zijne  gunst  niet, 
maar  vermaande  hem  aUeenlijk,  in  herhaalde  brieven^  tot  ge- 

croüwheid. 

•t  ai  nit  grdnd  van  eenigen  agttrdogt,  of  ukaadere*e- 
weègoorzaaken ,  aéjne  Hoogbeld»  om  bet  beftmir  uk  qb  ««« 
iroouE*s  handen  te  brettgen ,  ^wboodt,  hem  henv«tfta>  aM 
mnbiedkig  van  hei  t^homii^<^9^  oHSsi  .N^^rdhalhmi^  DoA 
dit  bereikte  geen  éó^i.  Db  BtRffOG^^  ireigerde  valwt,  dea 
Smcttioudèt,  hem,  van  ^sPHnftn  wegen,  toegesoBden,  ie  otK.^ 
vangen,  begon  «oer  kwaH,k  van  zijne  Hoogheid  te  ij^reakea» 
en  «aoKer^  icr  «riecenbeid  der  verovertoge  van  VüeffTAgvü* 

toseh 


572     HEUTOS  ar  HEUTOGHE ,  (JQUAN.  Dfc>  enz. 


têick  cloor  dezelve ,  ïeenige  fowooners  .van  Onmjé  vpenj^ec 
bedreeven,  deedt  hij  deselvea  de  Stsd  ruimen. 

EindeRjlr  wierdc  Prins  frederis  bbnrik  te  nade ,  fierker  < 
niutregels  in  *c  werk  te  fteUen.      Doch  dft,  van  wegens  den: 
lisrigen  aart  van  ds  HCRiiÓGaK,  en  h  gezag,  welk  hij  zich  hadt 
•aagemaatigd,  moasi  nliei;  overleg  geichtödea*    Zeker  de  knutt^ 
beimelijk  in  de  Stad  gekoofoen^  onder. voorwjBndzei- van  Volk- 
te  werven  «ot  dtaltitliaanfeheH  Oorlog*  vervoegde  zich  bij  deni 
Gooverneor,  en  Moofde  hem  honderdduizend  Gukkns,  nevens» 
de  Slorvoogdijlcbap  voor  zijn  geheele  keven.    Doch  vermida. 
DE  HERTOGHE  aandrong  op  het  erflijk  bezit  ,daftr  van  in  zijn  ge* 
flant»  en  in  gevalle  het  «an  een  ander  overging,  de  Vestingwef-. 
Xea  moeden  geflegt  wotdeo,<  vercrdc  pb  icn^yt,  onder  voor-; 
wendzel  van  nieuwen  iast  ce  gaan  haaien,  en  i^aa  tien  dagen  ie 
luUen  wederkeereo,    In  dien  tusfirbentijd  hadc  de  knuyt,  hei«i 
metijk,  eenige  Soldaareo  in  de  Stad  weeten  te  brengen*    Zom*, 
migen,  die  het  met  de. ubrtoghk  hielden,  gaven  hem  hier  vim 
wel  berigt;  doch  hij  weigerde,  daar  an  geloof  tegCMeyen.    Op, 
zekeren  tijd ,  als  hij  zich  tea  huize  van  bq  ia  pisb  l^vondt  >» 
wierdt.hij,  door  het  Volk  van  db  knuyt»  aangevaltea,  gewoudr 
en  in  verzekeringe  genomen;. maar  konde,  ,tot  nog  tpe,  nlec> 
bewoogen  worden ,  om  het  .Kafteel  over  te  g^ven.    Ten  laatHe 
zij»  einde  voelende  naderen^  Ingevolge  der  bekocaeene  woi^deit»< 
bdlooc.  hij  tot  de  overgave ,  en  deedt,  het  hevel  daar  toe,  doof; 
zijne  httisvrouwe,  oodertekeneflk    Doch  Wj/ftierf»  eer  nog  dit 
betel  wterdt  uitgevoerd. 
♦  •  •    »       '  ••♦  ,         .    ■   . 

Zie  L/t  BIS&»  TaUean  de  VMift.  fOrange^ 


HaxrodBN»-  Omtrent  deeee •  waardigheid,  r of  liever  de  per- 
fo^Mken,' die  dezelve  bekteedden-y  van- welke ^  in  *sLands  Ge» 
fcUedenisièfi,  dikmaals  wordt  gefprooken.,  agten  wij  niet  oih 
dienffig,  het  volgende,  bier  ter  plaane,  te  berigien.  Hnnnea< 
naam .  ontleenden  zij  van  hnn  veomaame  bèdiijf;  *t  welk  wu» 
behalvenbet  hewiiM  over  eenlg>  Landfchapv'zt^  met  Krijgszaa^« 
ken  te  bemoeien,  of  den^yoortogtte  hebben  aan  *t  hoofd  van 
tm  Helr  of  Leger.  Te  wetten,  de  aioode  F^nkifchê  tn  Dnipf 

fA9 


HÊttTOGEN.  sn 


mt 


fihe  KooiDgeo  htddcn  7><rf/»A^iii/  of  hèc  Keieerrijk  verdeeld 

'In  verfcheiden  groote  Provinden  of  LandToogdljfchapf^éi}.  Dee- 

«e  wierden  beftuHrd  door  Hertos^en  en  GiMaven.    De  eerden 

-voerden  'c  bewind  in  Burgetlijke  en  Krïjgizaaken »  de  andere 

handhaafden  de  gerégtigheid.     Zij  waarén  aUo  bedfeoden  def 

^Rijks ,  en  moeftea  aan  den  Vorst  den  Eed  van  getroü wfaeid  a& 

ieggen.    Veelal  bevorderden  de  Keizers  toe  deeze  waardigheid 

^nneSchoouzoonen,  naafte  bloedverwanten ,  perfoonen  van  aan» 

zienlijken  huize,  of  die  zich,  door  hunne  Krijgsdapperheid, 

een  beroetkidennaam  verworven  hadden. 

.    Volgens  *t  gemeene  gevoelen»  hadt  ieder  Hertog  onder  zich 

twaalf  Graaven.    Doch  hier  voor  is  geen  genoegzaame  grond« 

Want,  hoewel  men;  in  de  Gefcbledenisfen ,  Hertogen  aantreft^ 

welke  overt  twaalf  en  meer  Graaflchappea  het  hoofdbewind 

voerden»  zo  als.,  bij  voofi^eeld,  van  pepyn  verhaald  worde» 

dat  hij  zijnen  broeder  Hertog  :GR1po  over  twaalf  GraafTchappen 

ftelde ,  *c  wa» ,  egter ,  geene  bedendige  gewoonte.    Immeri 

ontmoet  men  Graaven,  die  aan  geene  Hertogen  onderworpen 

waren. 
Wat  de  magt  der  Hertogen  aangaat;  zij  beftuurden  de  ganc- 

fche  Provincie,  of  het.  Hertogdom ,  in  n^ame  des  Keizers» 
Ten  tijde  van  Opjrlog ,  moeden  zij ,  op  bevel  van  *t  hoofd  dea 
Keizerrijks,  de  noodige  Krijgsbende%  bezorgen  en  over  dezelve 
het  bevel  voeren.  Eigenlijk  hadden  zij  met  Geregtszaaken 
niets  te  doen ,  dan  ip  gevallen ,  welke  door.  de  Graaven  niec 
konden  beflist  worden.  Schattingen  en  belastingen  konden  zij » 
op  eigen  gezag,  van  de  onderhoorige  Landzaaten  niet  hefièn» 
maar  behoefde? ,  ten  dien  einde ,  *s  Keizers  of  Konings  last  ea 
bevel.  Daarenboven  was  de  Hcrtogfijke  waardighei(|  niet  er^ 
)i)k,  hoewel  het  diknaals,  en  veelal,  gebeurde,  dat  de  Zoon 
.  eens  gedorvenen  Hertogs ,  die  bij  den  Vorst .  in  gunst  hadc 
gedaan,  izijns  Vaders  plaats  verving»  Met  dit  alles  hing  die 
geheel  af  van  het  Vordelijk  welbehaagen.  Wijders  bezaten  de 
Hertogen  .xekere  heerlijke  goederen  en  Landen,  door  Keizer- 
lijke milddaadtgheld,  bij  erfenisfe  van  hunne  Ouderen,  door 
haweltjk ,  koop  of  op  eenige  andere  wijze  verkreegen.  Van 
deeze  wierden  zij  niet  Hertogen,  maar  Heenn  genaamd.  Dik* 
maals  klommen  deeze  Hertogen » in  vervolg  van  tijd,  zoiioog 

in 


5^4  'sHeRTOGSNBOSCH. 


«■M09* 


h  M0  ^  i^^Hi  ^  z^j  <^  Opperhfcreii  verdigc  wfeFdeo^ 
l^iut  D»  GüoÓTB  fehaftc  ze  bierooi  af,  en  fteide  Gnavent 
m  iHume  plaacx««  EJdera »  egter»  wlsiea  zij  zich  oiHfhankli)k# 
tMuum  erflijk»  ie  maaSeiu  De  oucttle  van  deeze,  nog  in  wee- 
jBe.9  zijn  de  volgaade:  Saxen,  Brumswijk^  MékUnhurg ^  ff^uft 
êtfikérgf  Holffeim^  Savays  eo  Lotharing.  Nog  verfcbeide 
üMteré»  welke  voorsiaals  bloeiden,  zi^,  zedert,  uitgeflorven^ 
«mier  andere  Culik^  ^^rfr  Bergen^  Brakand ^  GMer  en 
Jidmbur^ 

Zie  HiNCMARva ,  eginhardvs  9  n/^  Ca^^// 
ü»  coccEjus, /^/if^,J«r^i  i>if^. en aqderew 


M1ERTOGEN909GK»  de  fioofilftad  der  Meierife^  cH  Maforifop 
aso  veel  ala  Hoordfchoutambagt,  van  dien  naam,  legt  op  de 
tticerfte  grenzen  van  Brabnnt ,  ter  piaaczé  der  vereenlglnge  of 
samenvioeijinge  van  twee  kleine  riviertjes,  de  Dommel  en  de 
Aéi ,  wier  wateren  eene  groote  menigte  Gragten  binnen  de 
Stad  vullen.  Geene  Plaats,  naar  gelande  van  haare  groocie> 
fteeft  zo  vèeie  overgangen  over  *t  water ,  als  ^  Hertogenbüuh^ 
Befaatven  na  genoeg  vijftig  Steenen,  telt  men  *er  ruim  dertig 
ffooteo  Br4iggen,  om  niet  te  fpreeken  van  bijkans  tacbtig 
kleblere  Bruggen  j  die  nae  bijz(Midere  Huizen  en  Woouingett 
ioopen* 

De  Stad  ontteem  ba«ren  naam  van  een  Bosch  ^  *t  welk  wel- 
eer wierdt  gevonden,  niet  ter  plaatze»  alwaar  thans  de  Stad 
legt,  maar  in  haare  nabuurfchap,  op  het  hooge  Land,  alwaar 
Heriog  ooöefrid  de  III,  in  en  om  den  Jaare  1184,  zich  mee 
de  ]agi  plagt  te  verlustigen ,  en  waar  bij  bij  eerst  een  Jagc- 
buts  zal  gebouwd  hebben,  *t  weik,  naderhand,  tot  eene  Stad 
ii  èangegroeid.  Niet  zeldzaam  zijn  de  voorbeekfen  van  de 
4>pkomile  van  aanzienlijke  Steden  uit  znlke  toevallige  kleine 
bftginzelen.  Hier  bij  kwam  nog  de  zamenvloed  vap  Bijenhoa* 
ders,  welke  hier,  in  merkelijken  getale,  plagten  te  verzame- 
len 9  on  hunne  Bijen  na-  elders  te  vervoeren.  Naar  men  wil 
ïottden  de  drie  Btabantfche  Hoofdfteden  ,  Leui^en^  Buts  fel  eit 
Jttuwerpeny  zich  de  zaak  aangetrokken, 'en  door  het  bouwen 
van  Soorten,  eene  voor  iedere  fekenkige»  aan  de  Plaacs  do 

eerde 


«sHERfOGENBOSCH.  m 

cerfté  gedaante  ecncr  Stad  f  egeeven  hebben.  Zims  de  Iteiiiaai- 
de  uitleggingen,  zijn  de  twee  eerde  Poorten  binnen  de  Stad 
getroklten ,  en  nog  in  weezen;  de  laatlle  is  verdweenen. 

Voormaals  beHondt  de  voornaamfte  Sterkte  der  Stad  fn 
haare  ligging,  midden  in  laage  Weiden,  die^  bij  een  hoogeo 
vloed  der  Maaze,  de  Piaars  ongenaakbaar  maakten.  Door  ver* 
loop  van  tfjd,  egter,  de  grond  meer  ondiep  en  hard  gewor- 
iien  ^jnde,  heefl  men  de  kunst  moeten  te  baate  neemen.  Be- 
halven  eene  diepe  en  wijde  Gragt,  acht  groote  Botwerke», 
verfcheiden  Halve  -  Maanen  en  eene  Kontrefcharp,  vindt  men 
*er  een  (lerk'Kafleel,  de  Paapenhrii  genzimd.  Het  getid  der 
Huizen,  de  minst  aanzienlijke,  van  hout  gebouwd,  daar  niec 
onder  begreepen,  wordt  op  drieduizend,  en  dat  der  Inwoone* 
ren,  buiten  de  Bezetthig,  op  veertienduizend  begroot. 

Vericheiden  maaien,  zo  in  vroegere  als  laatere  tijden,  heeft 
*s  Hertêgenbosck  het  Oor1ogslot*ondergaan«  In  den  Jaare  156S 
gin^  hier  het  licht  der  Hervorminge  in  den  Godsdienst  op. 
Naadat  zekere  rornelis  van  diest  het  beftaan  hedt,  buiteo 
de  Stad  te  prediken,  ondernam  men  zulks,  wel  haast,  binnen 
de  muuren.  DoA  men  ontluifterde  dien  ijver  door  het  fchan- 
deHjk  beeldellormen ;  *t  welk  den  Hervormden  op  het  heevfg 
mlsno^en  der  Herroginne  Landvoogdeslè  kwam  te  Ihian ,  en 
oorzaak  was ,  dat  zij  de  Stad  verlaacen  moesten ,  of  die  *er  ge- 
vonden wierden ,  hunne  eigen  of  hunner  Geloofsgenooten  oo* 
bezonnenheid  met  den  halze  boeten.  Onzeker  en  wankelende, 
'nu  eens  gunftig,  dan  wederom  hachelijk,  was  dus  het  lot  van  ' 
die  der  gezuiverde  Leere,  tot  in  den  }aare  itfnp,  wanneer  de 
Stad  de  Spaanfche  zijde,  voor  altoos,  verliet,  door  de  Wape- 
nen van  Prittfe  fredrik  hsnrik.  Zeden  U  zij,  nevens  de 
'Mieieriff  altoos  iri  de  magt  der  Staaten  gebleeven. .  Want,  on- 
danks den  voortgang  der  Franfchè  Wapenen,  ra  den  Jaaro 
1679,  wierden  dezelve,  lo  dien  rampzaligen  djd,  hier  gefhüCr 

Onder  de  openbaare  Gebouwen  munt  inzonderheid  uit,  dn 
Groote,  of  St.  Janf-Ketky  'waar  van  de'  fondamenten  geldd 
wierden  inden  Jaare  1980.  Het  aanzienlijk  gebouw,  waar  van 
het  Koor  hcmderd,  en  de  Buik  honderdvijftig  voeten  lang  is» 
rust  op  honderdvijflig  Pilaaren.  Tweeëndertig  jaaren  verliepen 
*er ,  ter  d^  Kerk  geheel  voltooid  was.  De  hooge  houten  Toren , 

wet* 


57tf  >  HERTOGÉNBOSCrt; 


-welke 'er  op  plagt,  te  (taan,  wierdt,  in  den  Jaare  1^84,  door  'e 
.  blixemvuur ,  aangeftoken  en  in  de  afche  geleld.    Docb  'er  ftaat 
Bog  een  vrij  hooge  Toren  aan  de  Westzijde  der  Kerke.    Van  de 
▼iirUg  A  taaren,  welke  men  *er  eertijds  telde  ^  is  hec  groote  nog 
. alleen  In  weezen.    Deeze^  en  nog  twee  Kerken,  worden  thans 
.  gjebruikt  door  de  Hervormden ,  die  'er  zes  Predikanten  hebben^ 
.lo  de  Walfcbe  Gemeente  wordt  dt  dienst  door  twee^  en  in  de 
.Lutherfche  door  ééneu  Leeraar  waargenomen^    De  Roomscb- 
gezinden,  die  de  Proceüanten  in  getal  merkelijk  te  boven  gaan» 
oeffeuen  hunnen  Godsdienst  in  acht  Kapellen.    Bekend  is  bet» 
.ésx  *sHemgenhoscA  j  eercijds ,  een  Bisfcboptijke   Zetel  was; 
ziï  genoot  die  eer  e  van  den  Jaare  1559  tot  1647.    Gaarne  ftoit- 
.^endeAlgemeeneScaatenybij  *t  Quiten  van  den  Munderfchen  Vre- 
de ,  het  Geestlijk  Regtsgebied  af  aan  den  Paufe ,  mids  het  Wao. 
TelJIiik  gebieJ  aan  hun  wierdt  gelaatcn.    Tot  de  Godsdienftige 
Gebouwen  behooren  wijders  liet  Gasthms,.  Weeshuis  en  AaF- 
moczeniershuis.    Uic  kragt  der  fchikkingen »  welke  hier  plaats 
hebben ,  mag  *s  Hertogenbouh  gerekend  worden  onder  de  Ste- 
den, welke  van  een  Doorluchtig  School  voorzien  zijn.    De  vier 
oudilc  t^redikanten  bekleedden  den  raug  en  post  van  I^oogleeraa- 
fcn  in  de  Godgeleerdheid,  Ooflerfche  Taaien,  inde  Griekiche 
Taal  en  (n  de  Uitiegkunde  der  Schriftuttre.    Daarenboven  heeft 
men  *er  nog  eenen  Hoogleeraar  in  de  Geneeskunde,  eneenen 
anderen  in  de  Wiskunde.     Onder   de  Waer-eldiijke  Gebouwen 
munt  uk  het  Stadhuis,  van  eene' fraaie  bouworde,  tn  den  Jaare 
'1(^70  van  gehouwen  Heen  gebouwd.    Het  Kadeel  Je  Paapeubril 
legt  binnen  èene  breede  diepe  Gragt  en  vijf  Bolwerken  ^  en  is , 
aan  de  zijde  der  Stad,  tan  eene  Kontrefcharp  voorzien.  Hoewel 
niet  altoos  even  groot,  legt,  evenwel,  ten  allen  tijde»  binnen 
^  tiertQgenhoich ,  eene  aanzienlijke  Bezetting.    De  Gouverneur 
der  ^tad,  die  tevens  't  bevel  voert  over  de  nabuurige  Porten 
Crerecoeur^  Sf*  Antoni  en  Ifabella,  is  altoos  een  der  hoogde 
'Krijgsoverften  fn  Staatfchen  dienst.    Behalven  de  Kazernen  en 
Barakken  voor  het  Voetvolk,  heeft  men  ^er  zeer  ruime  Stallen 
voor  de  Ruiterij. 

.Omtrent  de  Regeering  tan  deeze  Stad  tekenen  wij  alleen  het 
volgende  aan.  De  aanzienlijkfEe  waardigheid  is  die  van  Hoog* 
en  Laagfchout,  wordende  veelal  door  éénen  perfoon,  en  wel 

van 


'éflERTOGENRAADE.  O  Land  ifan)  Slf 


Van  hdogeü  nog 9  bekleed,  'doorgaans  een  Ridder  of  Edelnutti 
uit  eene  der  Veréénigde  Provinciën.  De  Wechonderfbbap ,  ia 
alles  beihiande  uit  veerdg  perfoonen ,  is  rerdeeld  in  twee  Le- 
den. Het  eerde  Lid,  zamengefteld  uit  negen  Schepens  en  ze- 
ven Gezwoorenen,  zit,  nevens  den  Hoofdfchouc^  over  buf- 
gerlijke  en  lijFRraffelijke  zaaken.  Het  tweede  Lid,  belhande 
«lit  vierentwintig  Raaden ,  draagt  zorge  voor  den  welvaart  det 
Ingezeetenen.  Alle  deezen  worden  door  de  Algemeene  Staaten 
aangeftcld,  en  doen  aan  de:^elven  den  Eed  van  hulde  en  trou- 
we. Wijders  heeft  men,  in  ^sffertogefibosehy  cene  Leen-  eö 
Tolkamer,  en  onder  de  hooge  Regeering  verfcheiden  minderif 
Amptenaars.  Wegens  *t  Fort  Crevecoeur^  zie  boven,  op  des-' 
zelfs  AnikeU  De  Schans  Ifabella  'zal  ter  »jner  i^aatze  Visr^ 
meid  worden^ 

2ie  OUDENHOVEN^  Befihtijving  van 
U  Hcriogenbosché 


*8HERt0GENRAADE4  (V  Land  van)  legt  irigefloöieft  ttf^ 
Ichen  V  Land  van  f^alkenburg ,  het  Hertogdom  Gu/iky  Oifien* 
tijksch  Limburg  en  het  Land  van  Daalhem.  In  de  lengte # 
van  \  Oosten  na  't  Westen,  beflaat  het  eene  uitgeftrektheid 
van  2«,  en  in  de  breedte  van  't  Noorden  na  het  Zuiden,  van 
twee  Uuren  gaaüs*  Voorheen  was  het  eene  afzonderlijke  Heei^- 
lijkheid,  en  ^ing,  van  tijd  tot  tijd^  over  in  bijasondere  hand«j# 
Zedert  bet  Jaar  i66i  wordt  het  bezeeten  door  den  Koning 
▼an  Spanje  en  de  Algemeene  Staaten ,  volgens  eene  verdeelingv 
daar  van  gemaakt,  bij  welke  de  Stad  *s  Hertogenraade  dea 
Koning  van  Spanje  te  beurte  viel,  en  das  geene  voegzaame 
:p\Bzxs  vindt  in  ons  IVoordenboek.'  De  Dorpen ,  of  Banken  ^ 
in  het  Staaifche  gedeelte  gelegen ,  worden  ,  op  hunne  bijzon- 
dere Artikelen,  befchreeven.  Alleenirjk  tekenen: wij  hier  het 
volgende  aan,  wegens  ©ulpen,  waar  van  men  verzuimd  heeft, 
ter  zijner  plaatze  gewa©-te  maaken^  Het  ontleent  zijnen  naam? 
van  het.  fivieitjc  Ve  Gu^et  en  legt  tusfchen  de  Steden  Maa- 
firicht  e9  'xfi^ogenraadeé  Van  wegen  de  Algemeene  ^xs^ 
een  heefViVAi  Mer-teBCftSdMMit,.  zeven  Schepenen,   een  Se^ 

XX.  DEEL.  O^  teflK 


\ 


HERWEN,  OP  HARWEN,  êDZ. 


es  e^  GcnMensQiaii  of  Geregtsbod^  De  GerefbnBeef- 
^eo  hebben  *er  aeoe  Kerk,  eo  den  Lotnm  fn  gemeeofdMp 
joet  die  vtn  njkM^  Men  vtudt  *er  ook,  getijk  idlerwege  in 
Jeesen  oord,  cm  goed  tmtal  RoomtcfagezIndeiL  Te  Gulpen  is 
ved  verder ,  vaD  wegès  dea  (lerkeo  doortogt  vm  reizigers.  AU 
len,  die  ulc  HoèUmé^  Luik  en  Brmbmta  m  Akin  en  kooger  op 
HA  Ihdückèami  wiUen,  of  Tstn  daar  te  mg  fceeree,  noeien  hun- 
•eo  weg  over  Guiptm  necmen. 

Zie  Têgenw.  Staaf  ^  Deel  IL 


Herw^it,  of  HARWEN,  ceo  GeUenck  Dorp,  in  de  O/z^er^ 
Betuwe  9  aan  de  rivier  i^  f^aalf  bij  Schenkenfchams.  Met  r^^r/ 
wordt  tiet  bediend  door  den  zelfden  Leeraar,  die  onder  de  Kia^ 
fie  vaa  /WinviMMgMi  flaac* 

Herwerden »  of  HEmwARDGN ,  een  Dorp,  in  den  Bemmeler-^ 
waard  t  aan  de  rivier  de  IVaalf  niet  verre  van  bet  Fort  .5/, 
Andrtet.  Volgens  i^lting,  zou  bet,  in  eenen  Gütbrief,  van 
éea  Jaare  ^7,  te  vinden  bq  heoa,  bij  den  naam  van  Berowor- 
den  aangedflid»  Henog  jan  van  brabant  beveadgde,  In  deo 
}aare  1304,  de  Vrijbeolen,  welker  van  ouds,  aas  dfte  van  £f^r- 
werd^  waren  toegefban,  Andennaat  gefidriedde  dh  door  de» 
iSertog  v«A  (Mderlandt  naadac  si)  onder  deszelft  gebied  waren 
overgegaan.  In  de  Brieven ,  dsae  bekragtiging  bevattende» 
wordt  ook  gewag  gemaakt  van  een  Sckepeadomr  en  van  Heem- 
taaden,  welke,  leo  dkn  tijde,  ce  Herwerden  plagten  te  verg»» 
deren. 

H£9UU8fü5  y  of  RBBHDieEury  C^üLSMANNUt )  een  Godgeleerde 
^ftn  de  Aogsborgfcbe  Gdoofsbdijdanis&,  geboofen  te  ff^emêl, 
in  Kteefstend,  in  den  Jaare  1526;  een  qm  vao  wiapeltuurige» 
«n  oproerigen  aart,  die  xick  zelven  en  «ndeve»  veel  onaange- 
naams verwekte.  Hij  was  nog {img,  iKn  hem,  te  Heidelberg^ 
twee  aanzienlijke  posten  wierden  offfKlraafeff^»  die  van  Hoog- 
leéraar  in  de  Godgeleerdheid  en  Leeraar  ia  4l  H»  GeeKkerk» 
Beide  poicen  aanvaardde  h^,  doek  bcBaiAla  it  «to  bet  mar 


HËSHÜSIÜS.  (tlLEMAWUfüS)  57^ 


rtgteti  Ttn  merkelijke  opfclmddHigfft^  üizonderlieid  ter  gelegen- 
heid van  2ljfie  gefthfllen  met  vtilhalmüs  CLEsnrntJs ,  over  het 
H.  Avondmütl.  In  den  waan,  dat  de  Uitfpraak  van  den  vermaar- 
den MELANCTHON  van  ved  gewigts  zijn  zonde  >  ter  verèflfeninge 
van  deezen  twi.'t,  verzogt  frëderik  de  III,  Keurvorst  van  deri 
Pa/fz^  dut  deeze  zkHi  met  de  zaak  wilde  bemoeien^  Doch  in 
plaats  van  bevrediging  üit  te  werken ,  deedt  melancthons  berigt 
UESHüsius  nog  meer  in  toorn  ontfteeken^  die  zich  verbeeldde  ^ 
^r  in  eenfge  onbedaarbaanheid  te  vinden  met  de  Leere  van 
tUTHSRus  y  van  welke  hij  betuigde ,  geen  hairbreedce  te  willen 
tfwijkem  Ligt  voorzag  men ,  zo  hmg  de  dtifttge  Hoogleetaai* 
te  Heidelber^  vertoefde,  dat  'er  geen  einde  zijn  zonde  aan  het 
redentwisteo  en  fcheidens  hierom  ontving  bij,  van  hooger  hand, 
bevel,  zijnen  zetel,  en  meteen  de  Stad  te  runnen^  Hij  begaf  zicht 
Aii/ar^iv,  engaf  *ér  eenige  fchriften  in  *t  licht ,  die,  aan  deHoo'> 
gefchoole  van  Jena^  raerkelijken  twist  verwekten^  Van  hief 
Hrlerdt  hij  na  Koningihergen  beroepen ,  om  ^er  lesfen  te  geeven 
io  de  Go^deefdheid.  Doch  zijn  twistzieke  aart  deedt  ook  hiet* 
ziin  verblijf  van  korten  duur  t\]xii,  Met  wignandus  gefttakte 
hi)  ook  aldaar  in  een  allerhevigst  gefchil,  ov^r  leerflellingen  vad 
geringe  aangelegenheid*  '  In  den  Jaare  1577  wierdt  hij  ooli! 
van  daar  verdreeven^  Berst  begaf  hij  2ich ,  met  zijn  gantföhé 
gezin ^  na  Lubeki  en  van  daar  na  HehHftadi  alw^r  het  Hoog* 
teeraaraiqpt  in  de  Godgeleerdheid  aan  hem  wierdt  opgedraagen. 
Op  zijnen  gewoonen  trant  ^  d:^t*is,  met  veel  twisten  en  fcbel^ 
den»  bekleedde  hij  ook  hier  dien  post,  tot  in  den  Jaare  1588^' 
wanneer  de  dood,  op  den  vijfentwintigften  September^  tanzijrt 
twist*  en  woelziek  leeven  een  einde  inaakte.  Aan  hét  hoofd  de^ 
Saxtfehi  en  Brunswijkfche  Godgeleerden  ^  (mdt  hij  ,  in  eéné 
bijeenkomst  te  QjkedHnturgi  In  den  Jaare  1583,  tégen  de  Leeré 
wegens  de  Overaltegenwoordigheid ,  geweldig  uitgevaaren.  Op^ 
zijne  herhaalde  verdrijving  üit  vier  ondedbheidene  Steden  hadr 
iemand  dit  tweeregeHg  vaers  gemaakte 

Qumfitur^  He^fauD ,  quarta  eur  puifus  dBürbe^ 
In  pr^mftm  eatifa  èfti  fidithftn  itaSé 

Van  welke,  woorden  de  zin  deeze  is :  „  'Ër  wordt  gevraagcf  ^ 

OO  A  9,  Hfi$« 


58o HESSELS*  (JAKOB) 

>,  HESHusius»  watrom  gij  uk  vier  Steden  zijt  verdreevcn?  De 
,y  reden  is  klaarblijkelijk:  gij  waart  een  Oproermaaker.**  Hes- 
Husujs  beefl  eene  menigte  fchrifcen  door  den  dmk  gemeen  ge« 
maakt,  de  meellen  meer  met  Gal  dan  met  Inkt  gefdireeven. 

Zie  BiELCUioR  ABAMi»  Flta  TAeêiogomm^ 


Hessels.  f  JAKOB )   Van  de  drukkende,  ziel  en  Kjf  bezwaar 
rende  gewelddaadigbeden,  onder  welke  de  Landzaaten,  vooral 
in  den  aanvang    der  Nederlandfche  Beroerten  zuchtten  r  wa» 
geenzins  eene  der  minst  bezwaarende»  een  zogenaamde  Raad 
der  Beroerten  y  door  den  onmeedogenden  Hertog  ViiN  alva^ 
in  de  Maand  September  des  Jaars  1567,  opgericht.    Alles,  wat 
eenig  deel  hadt  gehad  aan  de  beweegingen  ,•  ten  behoeve  vai» 
godsdiendige  of  burgerlijke  Vrijheid,  en  ten  nadeele  van  Spanje^ 
wierdt  voor  deezen  Raad  getrokken.     Hij  beftondt  uit  twaalf 
Leden.    Een  van  dt^zt  was  jarob  hessels  ;  een  man  van  aan* 
zien ,  alzo  hij  in  huwelijk  hadt  eene  Zuster  van  den  beroemden 
Raadsheer  viglius,  en  het  ampt  van  Prokureur-  Generaal  waar- 
nam ;  't  welk  hij ,  egter ,  nederleide  ep  verzoek  zijner  Huisvrou- 
wen die,  even  als  haar  Broeder,  tot  geroaatigdheid  geneigd , 
ongaarne  zag,,  dat  hij  in  den  Raad  van  Beroerten  zitting  oam» 
Doch,  hoewel  in  *t  eerstgemelde ,  weigerde  hij,  nagthans,  hier 
omtrent  haar  ten  wille  te  zijn.    Indien  *t  waarheid  zij,  *t  geeD 
hem  wordt  uaagegeeven ,  moet  hij  een  monfter  van  wreedheid 
geweest  zijn.  Men  verhaalt,  naamelijk,  dat  hij ,^  gewoon  zijnde 
meestal  in  den  Raad  te  zitten  üaapen ,  wanneer  over  eenigei^ 
perfoon  zijne  iftem  gevraagd  wierdt ,  zich  altoos  aan  een  en  hec 
zelfdd  vonnis  hieldt ,  en  half  waakende  en  (laapende  gewoon  wa» 
te  zeggen:  Ad  patibulum^  ad  paUbulum;  „  na  de  Galg,  na 
9,  de  Galg  L**   Doch  zommigen  twijfelen  aan  dit  verhaal :  inzon* 
derheid,  omdat  zijn  behuwd -broeder  viguus,  die,  in  zijne 
Brieven y  dikmaals  van  hem  gewag  maakt,  nooit  hem  befchrijfc 
als  iemand,  di^,  onder  *t  verhandelen  van  zaaken  van  aangele- 
genheid ,  zich  tot  flaapen  zette ,  maar  veeleer  hem  aanprees ,  als 
een  gefchikt  voorwerp  om  in  den  heimelijken  Raad  te  zitten. 
Tien  jaaren  naa  het  aanvaarden  van  deagemeideo  post,  viebhiv 

i» 


HESSELS.  (JOANNES)  S*^ 


iftlianden  van  den  Heere  van  rvhove,  in  eenen  opftand,  door ' 
deezen ,  niet  zonder  kennisfe  van  willem  den  1 ,  te  Gend  be- 
werkt Hij  zat  aldaar  toe;  in  het  volgende  jaar,  wanneer  ryhove, 
wien  HEssEL«,  bij  zijnen  grijzen  baard,  hadt  gezwooren,  dat  hij 
hem  eerlang  aan  den  galg  zou  helpen ,  na  de  Gevangenis  tradt , 
€n  hem ,  nevens  eenen  anderen ,  visch  genaamd ,  insgelijks  eenen 
wreedaart,  daar  uit  gehaaid  hebbende,  voor  den  Krijgsraad  voer- 
de. Hoewel  geenzins  de  bevoegde  Regter,  velde,  nogthans, 
deeze  fpoedig  kec  vonnis  des  doods ;  -t  welk  ftraks  wierdt  uit- 
gevoerd, door  hem  te  haigen.aan  eenen  boom,  oiet  verre  van 
de  Stad.  Onder  't  ma*en  van  de«  wette!  ter  volvoeringe  van 
bet  Vonni^^  fmaalde  ryhovr  op  hessels  eed  bij  zijnen  grijzen 
baard;  't  welkdeieze  beantwoo&dda  met  te  zeggen;  Zuik(r  grij- 
ns  hairen  zuU  gij  nimmer  draagt .  Ryhovb,  wil  men,  zott 
dit  beantwp(«d  hebben  mqt  henk  cqe  te  graauwen:  Dat  zult  gij , 
fchelm^  Uègsmi  hem  voorts  eeoea  lok  van  den  kin  üiijdende,  en 
dien  op  zijnen  hoed  z^ttende»^  ... 

Zie  viGLu  ntai  van  mbetjbhen»  boopt» 

4B0Z»  ••  , 


HEssEts,  (jÖANNEs)  Prleftef,  Dokter' en  Hoogleeraar  in  de 
Godgeleerdheid,  en- boezemvriend  vaxi  den  vermaarden  michiet^ 
>Ajus,-  wierdt  gebooren  te  Leuven,  in  den  Jaare  1522.  Naa 
den  gewobnen  loop  zijner  oeffeningen,  zo  in  de  Wijsbegeerte 
als  Godgeleerdheid  ,  in  zijne  Vaderftad  te  hebben  voleindigd, 
gaf  hij  a  Waar  lesfen ,  over  de  laatstgenoemde  Weetenfchap ,  ge- 
duurende  den  tijd  van  acht  jaaren.  Naa  verloop  van  dit  tijdperk, 
beklom  hij  den  Konftikiijken  Hofog?eeraatiloel ,  al  mede  in  zijne 
geboortéftad ,  4n  de  plaats  vin  ^martinus  riethovius  ,  '  die  toe 
Bisfchop  van  fleren  Was  bevorderd,  in  den  Jaare  1563  vertrok 
Wj,  met  zijoen 'vriend  BOCHiEL  bajus  en  den  vermaarden  corne- 
Uüs  jANSENics ,  »i  de  Kerkvergadering  van  Trente.  *  Eene  Be- 
roerte rukte  hem  hier  uit  het '  leevén ,  ó^  deh  7  Nbvember  des 
Jaar»  I5ö5,  in  den  ouderdom  van  vierenveertig  Jaaren.  Zijn 
gro«te  "Caiechismut  behelst  een  volledig  Ontwerp  van  Godge- 
leeidbcid  eaZttlekunde,  getrokken  uir  Schriften  der  Oudvade- 

O03  ren» 


\ 


^M  HETFINGA»  (HOMME  vak) 


m^imm 


rea ,  voorst  di^  vaa  AUfiusTim/s,    Zq^ie  ov^ige  Schriften  loo» 
pm ,  me^stsl  9  PV^  gefchilAukkea  of  uitteggiag^  4er  Schriftuure, 

2ie  YAIf   ANP4EA9»  lUhH9$kéC0  BflIgiCM^ 


Hetthioa»  (hommb  TAii)  uk  fatt  ttnzleBU)l(  Fritsdi  Geflag^ 
wn  dien  naam,  als  zijadt  fatqsdye  reeds  ))ekeQd  geweest  hi 
dé  Vijftfende  Eeuwe^  in  welke  gewag  geoaakt  wordt  vaa 
0enen  hetb  hettinqa  ,  welke  eenen  Zoon  naliet ,  epo  ge- 
naamd, welke,  b^  auk  heiuaia  van  tzum,  befaalven  andere 
kinderen  »  verwei^t  keeft  homms  ea  rmn  hettinga.  Hommb 
was  Grietnav  over  BaardePaditi  ^  es  A^eaieen  Ontvanger 
van  den  Omftag,  genaakt  over  ite  Ploreenichatting  der  Lan-^ 
gerijen,  (er  gelegenheid  der  heüi^nie,  mtax  kostbavre  ondert 
l^mmge,  het  graaven  van  eenen  Vaart»  de  Swttte  genoemd. 
Zijne  zucht  vopr  *aLaoda  algemeene  Vr^heid;  fpoorde  heat 
|ttn  tot  bet  mede  ondertekenen  van  het  Veibond  en  Smeek* 
ff^hrift  der  Edelen  \  *t  welk  hem  eer<t  of»  de  vlqgt ,  en  ver-' 
volgen^  op  ballingfchap  uit  zijn»  Vbderli^nd  te  ftaan  kwam, 
poch  onder  deeze  verdrukking  groeide  telkens  zijn  moed, 
Qqdaqka  het  iN^nvopnis ,  tegen  hem  uitgefproken ,  keerde  hij 
^der  in  FrUilmd^  verzamelde  ^er  eenig^  ]|loeke  mikoCcb^» 
flal^  daar  m^de  in  Zee^  en  worp  zich  op  loc  een  der  boofiien 
^er  Vrijbuiters,  welke  den  SpaajasMrden,  die  de  Friefche  Kus^ 
ten  ^Ikena  ontrustten,  veel  nadeets  toebr^ten.-  Shn  Brité 
was  aan  zijne  medewerkinge  de  verlqsfing  uil  de  $j>Mtifcha 
magt  verfchuldigd.  tiU  moet  reeds  vó^r  het  Jaar  1574  osrer- 
Jeeden  zijn,  als  waw  ia  zijne  IJuisvf <HiW .  TRVW.  ungk,  of 
9LiMiA,.als  Weduwe  y<3<^'H<'Q^(^  Bij  dee|^  Ip^k  hij  verwekt 
pqsicfi  en  taiui  vam  hett^qa,  i^  va«  hem  niefs  dan  soeni 
^  een  loflijk  voorbeeld  erfden  ^  naaidieo  \A\  aüe  ^jne  V^der* 
yjice  bezittingen  aan  de  Vrijheid  hadt  of>geoAèrd.  Vfijfig  iradea 
^ij  ook  in  's  VM^<  vq^ppen,  en  dienden,  tm  hnlpe  vais 
9aANj£ ,  Qpder  Griave  x,pD&iyY(  vA?f  nassau.  De  Hertog^ 
YAN  ALVA  V0d^  hierom  over  hou  he^  Banvgflnis.;  terw^^^ 
daarenboven,  het  Spaaiischge^inde  Hof  va£(  FrUtUnd  \mkb^ 
bezitting,  yan  Moederszijde  )^n  npibedorYCQ  »  Verbeurd  vot 


V 


HETTINGUL  (TIETI^van)  5»3 


kkante»  Die  viel  voor  in  den  Jatre  1570.  Sedert»  egcer, 
moeten  zij  wederom  in  eere  en  huine  goederen  herfleld  cijn. 
Taxo»  althins,  bekleedde,  in  den  Jnre  1584,  de  watrdighei<l 
van  Gedepnceerde  Staat  Tan  FrUsUmd ^  en  voerde,  in  den 
Jaare  15^9,  als  Overfle- Luitenant,  het  bewind  over  dertig 
Vaandels  Knegten*  In  den  Jatte  1593  bemagtigde  bij  de  Kerk 
ce  MiéNfêldê^  iu  Groningeiland ,  en  wa»,  eindelijk,  ook  te- 
genwoordig in  den  vermaarden  Slag  bi]  'Nieuwpoort. 

H£TTii«GA ,  i^rmri  van)  karoeder  dea  voorgaanden  van  Initfen 
bedde,   vaa  eene  andere  Moeder,  wvpkb  HonrEMA  genaaaid» 
gaf  liem  nieci  aoe  in  bekHnftlge  bedrifven,  ten  beite  van  het 
Vaderiand.  On  zijne  ondertekening  van  *t  Verbond  der  Edelen, 
Uj  ALVA  in  den  haac  gevallen,  en  voorts  na  AniMwrpm  oMJboo- 
den  zijnde,  voodc  hij  geraaden,  zich  eenigen  cijdOtknll  te  hoo* 
den,  on  naderhand,  bij  betere  gelegenheid,  mee  termeerder 
aut  te  knmen  ten  voor&kijfl  tfeedem    Even  als  zijn  broeder , 
Helde  hi]  ziek  mede  aan  hec  hooM  der  no  genaamde  Watergeo- 
zen.      De  Enhbnizentsrs ,  in  bunnen   overgang  tot  ora^jb, 
genooten  van  kem  merkeUJken  bljftand     Hoewel  het  aan  t\yx 
beleid  en  onverzaagdkeid  niec  maugdde,  mislukten  hem,  egtef, 
zijne  poogingen ,  om  Leeuwarden  en  tndere  PHeibhe  Steden 
van  partij  te  doen  wisfelem    Grietman  zijnde  van  ffijmbritte^ 
radeel ,  in  de  nabijheid  van  de  Stad  Sneek  geleegen ,  wierdt  hij 
aldaar  tot  Bevelhebber  aangefteid.    Hier  voor  de  overmagt  der 
Spaanschgezinden  moetende  bukken,  ftak  hij»  met  zijne  man- 
fi:hap ,  over  na  NêordkoUand.    Bij  het  Dorp  fFormer ,  getuigt 
men,  zou  hij,  met  flegts  xw^honderd  man,  ruim  dertienhon^ 
derd  Spanjaarden  en  Duitrchersverftigen  hebben.  Geen  wonder, 
derhalven ,  daar  hij  zo  vlijtig  ijverde  voor  de  Vrijheid ,  dat  hij 
wierdt  oitgeflooten  van  eene  zo  genaamde  Atgemeene  Amnestie 
of  Kwijtfcheldinge ,  welke,  m  den  Jaare  1574,  wierdt  afgekon« 
digd.    Hij  fchijnt,  niet  lang  daarnaa,  overleeden  te  zijn.    Bij 
zijne  Huisvrouwe ,  htlk  galama  ,  Dochter  van  den  Edelen  au- 
^o^HJS  GALAMA  cn   KUNERA  joi/sMA ,    Uet  hij  kindóreu   naa. 
Niet  zeer  veele  jaaren  geleeden ,  is  het  laatAe  manlijk  oir  van 
dit  oudadelijk  geflagt  overleeden.    Deeze  was  antoniüs  hét- 
TINGA9  gebooren  f3  Janoarij   itfp6,  en  gehuwd,  dai  16  Ja« 

Oo  4  nuarij 


SH         HEUKBLUM,  HEüRMüS.CJOANNES) 


Huarij  1718,  met  wiltiana  isabblla  feitsma  van  heemstra, 
Geruimen  tijd  diende  hij  dea  Staac  te  Lande,  en  overleedt,  in 
d«n  Jaare  17(^8,  op  Eyfinga-SiMte ^  te  Oenkerk^  In  den.JaarQ 
\770  was  ^jne  Weduwe  nog  in  teeven.  . 

ZieWINSEMIDS»  SCHOTANUS,  VIGUI  Epiflda 

04  H^pentm ,  j.  w.  te  wat£R  ,  enx* 


HcuKELUif,  eeoe  Meine  Sead  ,  tó  de  HeeriijKheid  van  dien 
I3aam,  op  de  uiterfte  grenzen  der  Provincie  Éoiiamd^  aan  de 
fivier  de  Linge\  M^ke  langt  liaaremuuren  iteeomt;  Zij-  is  van 
i^ne  langwerpig  vierkante  gedaante ,  en  van  merkelijke  ultge* 
llrektheid,  naargelange  van  het  getal  der.Huiito^  Volgens  da* 
batfie  opgave  bedroegen  .deQZQ;flegts  honde^ddertjea*  .Ntee 
vreemd  is  't,  derhalven,  da(.  Htuktïum^  «vaa^t  ivtlkr.-eertijds. 
j(.eden  ter  Dagvaart  plfigtQn  te  verfbhijnen^.'  ai  .vao  vjQor  lingQ 
geene  Afgeyaardigd^nr  der^iraiitta  zendt. '  Indien  *t  ^darheid  zij» 
dat  het  aloude  • /^(f/v»^w  J}e(  tcfepwoordige  lU'ukelumkt^  ^u- 
de  Plaats  al  v6ör  het  einde :d^  A^^tde  £euw«  lo  weezen  moe- 
ten geweest  hebben,  Lai^teefit  de  Stad.  nevens  de  Heerlijkheid, 
laboord  aap  bet  doorlucbyg.  GeQw  van  ^Rc^&i-  Bij  de  om-*, 
wentelingen  vfui  zaakei^,  van  tijd  tot  tijd  hier  te  Lande  voorger 
yallen  ,  is  'i  een  en  ancter.eiodetijlc  aan  Holland  gekoomen»^ 
Weinig  aan;(iens  bezit  tegeftwoordig  he(5te^tje<i.  UJt.d^  over* 
blijfzels  v^n  het  Kaileelr^  pas  buiten  de  Poorte»  gelegen»  is  af 
^  leiden,  dat  het  voorma9'ls  ^ene  aans^ienlijke.Sj^erktj^  ge  wees;. 
is«  Het  Stadhuis  is  te.  gering,  on^  'er  melding. vfiu  te  iiKiai^en, 
De  Hervormde  Gemeente^  die  'er  eene  gcoote  en  ^uime  ICerk; 
Ibeeft ,  wordt  door  éénen  Leeraar  bediend*  .  De  Regeerïng  be- 
staat uit  deQ.  QrQsi^rd  ,  tw^e  Burgemeestefs  -en  2;even  Schên 

pen^Pt        .....  .  .  '   -. 

Peürniüs,.Cjoan?«p4)  volgens  den  verlatijnden ,  doch  eigeo-i 
lijk  jan  van  heurn  geiiaamd,  w'erdt  gebooren  i^Utre^ckt^  op 
ficn  25  Jamiarij  cles  Joars  1543 /ujft  een  deftig  én  alpud  Neder-» 
iandsch  Geflagt.  Zij,  welke  nog  heden, 'in  den  deftigen  Bur- 
g§]:ft9P(It  te  A.ntfl^rdé^my  di^i^  paam  voeren^  2;oiideu,  meepc 

«len, 


HEUftNlUS,  fJOANNES)  HEUS.  tJAKOB  i»)    585 


mm 


mfat  iQBgelijl^  ToklRii  vtn  dien  tom  zijn.    Onze  heurnius, 
wiens  genegenheid  ^icdi  tot:  de  Geneeskunde  bepaatlde ,  oeffen* 
de  zich  in  di0  «aecenfcl^p,  eersc^ite  Liui^en  ,  daarnaa  te  Pa» 
rijs 9.  en  eindelifk  te  FaduA;  hier  wierdt  hi}  vereerd  met  de 
waardigheid  van  LeeFsar*    Niet  lang  naa  zijne  wederkoilMt  in 
het  Vaderland ,  bdüom  hij  den  agtbaaren  trap  van  Schepen  ia 
zyne  Geboorteft^d. .    Doch    hij  .verwiafèlde    die   burgerlijke 
waardigheid,  eerUng,  met  een  anderen  post,  die  beter  4nec 
zijne  neigingen  llrookte.    Aan  de  nieuwlings  oprigte  Hooge- 
fc^qole  'te  Leiié»  was  hij  een  der  eerfte  Hoogleeraaren*   .Mee 
29 «veel  ipenw.gaf  hij,  geduurende  der  tijd  van  twintig  jat- 
ren,  ,and^rw.i>  iQ  4e -Geneeskiuide ,  dat  hij  den  nieuwe  5dg^ 
tipge..ge(sn  kieken  luister  bijzette.  •  £ens  bekleedde  hif  de 
waardijgheld  van  Rt&qr  Magnificuu    Hij   cverleedt,  op  dea^ 
IK  Augustus  4es  Jaars.j6ai,  in  dea  ouderdom  van  58  jaaren«* 
Van  ^s  Mans   naarüigheid   en  kunde  ^getuigen  de  veelv!fUdige> 
Schriften,  door  hem  in  *t  licht  gegeeven.    fiehalven  zijne  ver* 
klaaringen  over  mppocratbs  ,  beeft  hij  gefchreeveu  Inftitutiê- 
nes  AÏediciriég.   -^  Praxis  Medicitiée  generalis  &  particula^ 
ris.  -—  De  morbis  Capiiis.  «^  De  marbis  Oculortnn^  auw 

riutHi  najf,  dentium  &  ^ris»  — "  fie  morbis  peQoris. De 

Febribas.  De  Pefte.  ' De  morbis  Fentticuli. D» 

morbis  mulierum.  lu  zijn  huwelijk  met  christina  bavers 
hadt  hij  verwekt  eenen  Zpon,  qttho  HEUftMJus,  gebooren  ia 
.  den  laaré  \ij7x^\i  insgelijks,  aan  de  Leidfche  Hoogefchoole,- 
h^t  Hpojgleeraaramnt  'in  de  Geneeskunde .  bekleedde.  Ouder  a»- 
fTere 'heeft  men  van.^eez^n  ^p$  Verhandeling  De  barbaricm 
fhilofo^hia.     * 

2ie  MEüRsius,  Aiben.  Batav.  adami  Vits 

iK/r//r»  G^rmo».  VAi,.  andreas  t  en  andere. 


•  Heus,  (^akpb  de)  een" vermaard  Nederlandsqh  Kiinstfchil- 
^er,  wierdt  gebooren  te  6^tr^M/,  indenjaare  1657.  Nca  ge- 
ruimen  tijd  het  onderwijs  te  hebben  genooten  van  zijnen  Qojn 
WILLEM ,  van  welken  w^  in  't  vervolg  zullen  fpreken ,  dreef  hem 
cTe  leerlust  na  Italië  y  om  aldaar  de  meellerflukken  dér  aloudheid 
1^  fnaie  en  edele  af  te  zien.    Verfcheideiv  jaaren  vertoefde  hij , 

O05  ^q 


9 ' » 


SM  HEUSt  (WILLEM  de)  HEUSDEN.  * 


m 


20  te  Rfime  ali  ia  «nder»  Staden  vm  te  hnscrijk  gewetc  Hec 
voorbeeld  van  lALVAToa  kosa  tedc  hem  vto  tnot  vennde- 
reo,  vooral  in  *c  ichildeitn  van  beddtjea»  Daarenboven  hade 
hij  eene  edele  band  in  't  fchildecen  in  *c  kiein  van  Paerdco  ^ 
Koeijen  en  ander  Vee.  Naa  zijne  wedericoasc  van  zijne  uic- 
land&be  reize»  fchijnt  hij  zich  te  AmfttréMu  te  hebben  neer- 
gezet.    Althana  üierf  Uj  In  «Ue  Scad,  op  den  9  Maij  des  Jaara 

Hsnaf  (WILLEM  de)  Ooni  dea  voot^anoemden ,  iKde  een 
Virtchiênaar ^  wat  een  Leerling  van  den  beroeoMte  botr,  e» 
leide  zich  voomaamefijk  toe  ophetfeUtdercnvanLandlbfaappen, 
in  de  manier  zijns  Meeaters«  Zo  wel  als  zijn  Neef ,  oothiekk 
Uj  zich  gemimen  lijd  te  Rêmê  en  In  andere  Steden  van  ItaHe. 
Hij  overleedi  in  zijne  GeboortefbKl »  (xizeker  hi  welk  jaar, 
doch  hl  hoogea  ouderdom. 

Zie  HOtmnAKEir,  Deel  IIL 


Heusden,  eene  Stad»  in  het  Land  van  dien  naitm,  ia  hec 
Zuidoostiijklle  gedeelte  van  Holland^  aan  eenen  Arm  van  de 
rivier  de  MaazM.  Ia  haaren  omtrek  hmgs  de  Wallen  beflaac , 
z\\  ongeveer  een  nur  gaans.  Volgeoa  de  jonglle  opgave  telde 
neii  *er  vijfhonderdzevenendertig  Hulzen ,  en  dus  ruim  hon- 
derd minder,  dan  eene  Eeuwe  vroeger ,  in  den  Jaare  1632. 
heulden  heeft  drie  Landpoorten  en  ééne  Waterpoort;  voorts, 
binnen  haare  Muuren»  e^ne  bekwaame  Haven ,  tot  eene  Leg*" 
plaats  voor  de  grootHe  binnenslands  vaarende  Schepen.  Da 
Yest)ngwerken ,  volgens  de  •  hedendaagfche  Krljgsbouwkunde 
aangeleid,  zijn  zeer  aanzienlijk.  Langs  de  Wallen  heeft  men» 
tusibhen  twee  rijen  Lindeboomen,  een  fraaien  wt^idelweg.  Tot 
sheerdere  ftcrkte  der  Stad,  kan  hét  omleggende  Land  ondep 
water  gezet  worden.  Veel  heeft  deeze  Stad  geleeden,  geduu- 
rendc  de  Gclderfche,  Spaanfche  en  amiere  Oorlogen;  als  mede 
door  Brand ,  herhaalde  reizen  bier  ont(^n :  onder  andere  op 
den  vierentwintigften  Julij  des  Jaars  1680 ,  ter  gelegenheid  van 
0Bn  zwaar  Onweder,  fn  *c  welk  de  Blixem  in  den  Toren  van 


H£USDRN.  S9r 


m^» 


I 


\  Kafieel  floeg,  onder  wettcen  het  Buskruid ,  in  diepe  Kel- 
ders» bewaard  wierdc,  en  *t  welk  «angeftooken  zijnde»  becgp- 
beele  Slot,  met  eenen  fcbrikwekkendeD  llag»  ïn  de  lucbt  dced( 
vliegen.  *t  Kon  niet  uitblijven,  of  de  gebeele  Scad  mom  hief 
door  merkelijke  fchade  lijden. 

Het  Stadhuis ,  waar  van ,  naa  het  afbranden  van  hec  voorsiM^ 
de ,  met  alle  de  Stadspapieren ,  in  den  Jaare  1588  de  eerfte  grond* 
üagen  geleid  wierden ,  is  een  fraai  geftigt ,  pronkende  iMC  eea 
fierlijken  Toren ,  die  in  een  achtkvttigen  fpits  eiodlgt»  De  Ge- 
reformeerde Kerk»  di»  door  drie  Predikanten  wordt  bediend 9 
is  een  oud  en  ruim  geboawr  Onder  de  inwendige  fieratdea 
punt  uit,  eene  fraaie  Graftombe,  door  den  3aron  van  fries- 
M£iM  ,  Gouverneur  da:  Stad  ,  geduurende  zijn  ieeven  ,  voor 
bem  zelven  opgerigc.  De  Fraofche  Gemeente ,  die  niec  calri|k 
is,  wordt  door  ééaen  I^eeraar  bediend.  De  Roomschgezinden^ 
die  hier  in  goeden ^t>le  zijn,  bebb^  'er^eene  Statie,  in  welke 
een  Waereldlijk  Priester  den  dienst  venigc  Voorts  heeft  mes 
*er  vericheiden  gcftignn,  %s>  ten  dienfte  van  behoeftige  Oude 
Mann^ ,  Vrouwen  eo  Weeskindenen ,  als  voa  Zieken  en  Ge: 
kwetllten»  Het  AiQmuniedebui4  is  een  ui^g^ftrekt  gebouw.  Toe 
bet  Kruidmagazijn  wordt  gebruikt  de  eenige  overgebleeveoe 
ffwaare  Toren  yan  het  gefproqgene  Kafteel ,  welk»  grond  thans 
met  boomen  is  bephint,  en  tot  eeq^  aangenaamc  Waodaiphaaoe 

erftrekt. 

De  Regeering  van  Hêuiien  beilatt  uit  den  Droaflurt ,  die 
ttvens  KaAeleiu  en  Dijkgraaf  der  Stad  en  van  d«a  Lande  va« 
Hemden  is:  voorts  uit  drie  Burgemeesterea,  zeveo  Sohepeoea 
pa  eenen  SekretariSv  Van  wegen  de  menigte  Hop ,  weUte  In  dei 
onliggenden  oord  geplant  wordt,  hadt  men  V»  van  ouds,  ves» 
fcheiden  Brouwerijen»  en  wierdt  k|  dat  gewas  veehandels  ge- 
dreeveq.  Ëbideiijk  iperkea.  wij  qog  aan,  dat  Hêusden,  nevens 
imdere  kleinere  HoUaxKUche  Steden,  thans  vaa  dat  Voorregt  uiCr 
^ooten ,  Afgevaardigden  ler  Vergideringe  vun  Hunne  fidei^ 
6toot  Afogeoden  plagt  te  zendetk 

Zje  opi>£NBov£S4 ,  Btfihrijifing  van 
Jfieasden, 


Hev^* 


r 


5IS    HEÜSDEN,  (OUfD)*HEUSDEN.  (HEEREN  van) 


Hewden,  (oud)  een  groot  Dorp,  in  de  Heerlijkheid  van 
dien  fltam ,  legt  e^en  Mten  de  Poorten  der  gemelde  Stad ,  in 
eene  zeer  vermaaldijke  land^eeke.  Oednurende  den  2^mer» 
Boeteb  de  Stads- Predikanten ,  beurtelings ,  aldaar  den  dienst  waar- 
neemen ,  in  de  Kerk ,  welke  ia  den  Jaare  1724  aldaar  gebouwd 
irlerdc. 

•  ffeosDEN,  ( HEEREN  van)  een  zeer  oud  en  weleer  zeer 
aanzfenlijic  Nederlandse^  Geflagt,  doch,  althans  in  de  manne- 
l^ke  Linie,  reeds  eeuwen  geleeden,  uitgeftor^n.  Het  ont« 
leende  zijne  afkomst  van  de  Graaven  van  Teiflerbant  en  Kiee* 
yi^  door  robert,  tweeden  Zoon  van  robbert  van  kleevb, 
Graave  van  Teifterbant ,  eü  van  küNigundb  ,  Dogter  van 
deu  Graave  van  Huy.  Des  eerstgenoemden  roberts  ouder 
broeder  was  lodewyr,  welke  zijnen  Vader  in  het  GraafRrhap 
Têifterbanf  opvolgde.  Aan  robert  viel  een  deele  Heusden , 
net  de  onderhoorige  Dorpen,  en  wierdt  daar  van  de  veerde 
^Heer.  Robert  leefde  van  den  Jaare  839  tot  in  het  Jaar  857. 
H>j  hadt  nog  een  jonger  broeder,  diberik  genaamd,  welke 
tol  zijn  erfdeel  bekwam  de  Heeriijkfaeid  Altena^  en  dus  de 
Stamvader  wierdt  van  dat  hoogadelijk  HufS. 

BoüöEwyw,  de. tweede  Heer  van  HtusJen^  eenen  togt'na 
Sngtiand  gedaan  hebbende-/  ftrhaaicte  de  Dogter  eens  Koning» 
van  dat  Rijk  ,  sophia  genaamd ,  en  voerde  dezelve  na  zijn 
Slot  tê  tiêUTden.  Lang  bleef  zij  hier  verborgen,  eer  de-Ko- 
tolu^'  eenlg  «narigt  wist  te  vemeemen  van  haar  verblijf..  Ein- 
'tdélijk  ^ierit'zij  rtitdekt,  door  een  Engel fch'  Koopman,  die 
iiaar- te 'He«j4tör  zag,  en,  bij  zijne  Wederkomst  >in  Engeland^ 
«an  den  Koning- 'daar  van  vèrüag  deedt.  iS^Aks  zondt  de  Vorsc 
eenen  Edelman  derwaarts,  die  haar  op  bet  Huis  vondt,  bezig 
met  fpiniien  van  purperen  Zijde,  op  een* rood  Wiel.  Naa  on- 
derzoek g'edaan  te  hebben  aangaande  haaren  toefbind ,  kinderen 
'en  verdere  bijzonderhedefi,  keerde  hij  weder  na  Enge/and, 
en  deedt  daar  van,  aan  den  Vorst,  naauwkeurig  verflag.  Thans 
ontboodt  de  Vader  zijne  Dogter,  met  Heer  boudewyn  en  kin- 
deren, toe  zich,  onder  belofte  van  eene  vriendelijke  behande- 
lioge.  Hij  hieldt  zijn  woord.  Naa  hen  allen,  geruimen  tijd, 
teo  zijnen  Hove  getoefd  te  hebben,  Het  hij  zijnen  Schoonzoon, 

snee 


HEUSDEN.  (HEEREN  van>  5«9 


ttet  dezelfs  gerin,  wederom  vertrekken,  rijkeHjk  begiftigd» 
nee  dit  bedhig,  nogtbans ,  dat' boüdewyn  ,  ter  gedagteuisfe 
van  *s  Engelfchen  Edelioans  ontmoeiinge  biy  soPHUy  VQor  Eich 
zelven  en  zijne  naazaacen ,  in  het  Wapenfchild  ,  een  Rood 
Spinnewhl  op  een  Gouden  Veld  zoude  voeren;  Dit  wierdt 
beloofd ,  en  ook  naügekoomen.  U'rt  zijn  huwelijk  met  de  £«- 
geirche  Prinfesfe  liet  Heer  boodewyn  naa, 

R08ERT ,  den  Derden  Heer  van  Heutden.  Deeze  (Werf  ia 
den  Jaare  914,  en  liet  naa,  uic  zijn  hnweiijk  mee  alidA;» 
Dogter  des  Graaven  van  Zutfen , 

Edmond,  Vierden  Heer  van  Hetnden.  Deeze  nam  tec 
Vrouwe  HWegond .  Dogter  des  Graaven  van  Zein ,  leefde  toe 
in  <1en  Jaare  929 ,  en  was  Vader  van 

Jan  ,  Vijfden  Heere  van  Neusden ,  welke  in  dan  echt  tradc 
net  de  Dogter  des  Graaven  van  Loon*  Zijn  dood  viel  voor 
la  bet  Jaar  ^>6j  en  zijn  Opvolger  was 

RoBERT ,  Zesde  Heer  van  Heusden ,  en  de  echtgenoot  eenee 
.  ]>ogter  des  Graaven  van  Spanheim^  uit  welke  hij,  bij  zijn 
overlijden,  in  den  Jaare  972,  Vader  was  van 

Boüdewyn,  Zevenden  Heere  van  Heusden^  Hij  leefde  toe 
in  den  Jaare  1028,  wanneer  hij  naaliet,  bij  Aiiday  Dogter  det 
Graaven  van  Gennip»  behalven  ee^e  Dogter  Alverade^  gehuwd 
aan  Heere  Dirk  van  Brederode  ^ 

Jan  den  H  ,  Achrften  Heer  van  Housden.  Deeze  nam  tet 
Vrouwe  Machte  ld  van  Steenv  orden  ,  en  ftferf  in  den  Jaace 
1073.  Hij  hadt  eene  Dogter,  ^/iV^a  genaamd ,  die  de  echcgenoote 
wierdt  van  Heere  Jan  van  Ar  kei  ^  en  eenen  Zoon , 

RoBERT ,  Negenden  Heer  van  Heusden.  Hij-  hadt  in  hnwe-' 
IVjkypAafiKa  van  Arkely  Zuster  van  Heere  j/^Wy  boven  ver- 
neld ,  en  Dogter  van  Jan  den  II  van  Arkel  en  van  Margaret» 
van  Aliena.    Bij  zijn  overlijden,  in  den  Jave  1092,  liet  hij  na 

BouDEWYif,  Tienden  Heer  van  Heusden  ^  geftorven  in  den 
Jaare  iii«,  en  getrouwd  met  Bcrtrande^  Dogter  des  Graavea 
van  der  Lippe,  bij  welke  hij  verwekt  hadt. 

Jan  DEN  ni,  Elfcien  H^er  van  Heusden^  Zijn  dood  viel  voob 
in  bet  Jaar  1135.  BÜ  Christina^  Dogter  des  Heeren  van  Arens- 
berg ,  in  Westfalen ,  was  bij  Vader  van  twee  Zoonen  i  willek 

co  ASNOUT» 


0»  flEÜSDEN.  (HËËRËN^  vxi«r) 


imÊÊmmmmmmmmmmmmmmmmmim^mÊÊmmÈÊim 


Willem  ,  Twtalfde  Meer  ran  Hemden ,  getrouwd  met  Etk 
iaheth  ,  Dogtef  des  Gmven  van  Leinlogen ,  (Herf  *  zondeT 
kinderen,  k)  den  Jaare  1153. 

Aknout,  erfgenaam  ea  Opvolger  van  stjnen  broeder  willem# 
tn  Dertiende  Heer  van  Heusdên^  overleedc  in  den  Jaare  1168, 
Malaatende ,  bi|  Marim  9  Dogter  des  Graaven  van  Salm ,  behal^ 
iren  eenen  Zoon  h^udewijn ,  die  Heer  vad  Heerwijk  was  i 

RoBERT ,  Vijftienden  Heer  van  Heutden ,  gehnwd  met  Phim 
Vppe ,  Dogter  des  Heeren  van  Diest  f  in  Braband ,  en  geftorveo 
in  den  Jaare  ii^oa.  Een  jongen  broeder  van  hem,  fVouUr  ge^ 
naanid,  was  de  Stamvader  van  't  Geflagt  van  Spiering^  en  zijn 
2oon 'en  Opvolger 

Jan  de  V»  Zestiende  Heer  van  Heutden*  Hij  liadt  nog 
eenen  jonger  broeder ,  met  naame  H^iUm ,  van  welken  die  vaa 
tiedinkhui%en  y  of  Hoifikkuizen  hunne  afkomst  OQtleenen*  Heer 
]AN  (tierf »  iü  den  Jaare  1235 ,  en  was  f  bij  de  Dogter  des  Graa* 
ven  van  Vemenburg,  Vader  van 

Jan  den  VI ,  Zeventienden  Heef  e  van  Beusdené    Zijne  echt' 
genoote  was  Catharina^  Dogter  van  Jan,  Graavt  van  Loon^ 
en  zijn  dood  viel  voor  hi  't  Jaar  1279.    Behaiveil  dtezeii  hadt 
piTi  D£  V  verwekt»  eenen  Zoon,  den  Stamvader  dei  Geilagta 
#»»  yèin ,  en  eene  Dogter »  die  de  huisvrouwe  wierdt  van  G//V« 
ier/,  Heere  van  Vianen,  Zoone  van  Zweder  van  Knttenburg^ 
en  van  eene  Dogter  ^tt  Heeren  van  der  Leede}  hij  ftietf  ia  dam 
|aace  1265.  Jan  db  VI  Het  naa: 
Ja»  van  heusden,  die  vplgr. 
Arend  van  Hfusden  f  Heer  van  der  Sluis ,  Ridder. 
ymn  yan  Heusden^  de  Jonge»   Heer  van  Heesbeen»  Hei 

ook  kinderen  heeft  naagelaaten. 

N.  ran  Neusden »  getrouwd  met  Oiió  ifmn  Arkelt  U{g0* 

caamd  dê  Sterke* 

Jan  t>E  Vil  9  Achttiende  Heer  van  Hemden ,  gefforven  iXi  deit 

|aire  130S  t  badt  in  zijn  eerfle  huwelrjk  Alidm  •  Dogter  def 

Grsflven  van  Wijbeftefai,  en  in  zijnen  tweeden  echt^  Eringmrd^ 

tHigter  del  Graaven  van  Wickeler.    Heer  jan  was ,  nevens  cvs- 

ÉERT  tAN  AUSTEL,  HERMAN  VAN  WOERDEN,  OERARD  VAN  VELZEN 

en  andere  Edelen,  hi  den  Jaare  1296,  een  der  medepiigtigen  aan 
het  verraad  eu  den  moord»  omtrent  Graaf  floris  den  V-ge» 

pleegd. 


HEÜSDEN.  (HEEREN  van)  gyt 


pleegd.  — ^  De  Heeifijklieid  Hemden  wig ,  tot  nog  toe,  een 
Leen  geweest  yn  den  Gnave  van  Kleef,  tot  dat  diderjk  db 
Vin,  Vierentwindgfte  Gratf  van  Kleef,  in  den  Jaare  12^3 ,  of» 
volgens  anderen,  to  1190,  op  zekereii  dag,  in  ^sHage,  ziek 
bevindende  in  een  vroHjk  gezelfchap,  zijn  Opperregt  oyer  dee- 
ze  Heerlijklieid,  als  mede  over  die  van  Altena^  en  over  hec 
Slot  en  de  Stede  van  Woodridieni,  opdroeg  aan  Graave  florii 
MN  V,  zijnen  Neeve.  Zints  dien  tijd  is  Hensden  een  Leen  der 
Hollandfeiie  Omvea  gewotden,  en  bebben  de  Ifceren  van  Heus* 
den  lietzelve  van  bnn  ter  Leen  ontvangen.  Dit  gaf  aanleiding 
tot  menigvpidige  en  oneenigtieden  oorlogen ,  tnsichen  die  vanHd- 
land  en  Braband,  naadac  de  HeedQkbeid,  door  koop,  de  eigen- 
dom was  gewonden  vin  jan  van  brabahd.  Nogthans  is ,  in  *c 
einde ,  liet  Leen  aan  Holland  gebleeven.  Heer  jan  de  VI ,  liet 
naa,  bij  zijne  eerfle  Vrouw: 
Jan  van  hevsden,  die  volgt. 

yan  van  DrongeUn ,  Stamvader  des  Geflits  van  dien  naame; 
Uit  zijnen  tweeden  echt  waren  hem  gébooren : 
Jêm  van  Htusden ,  Heer  van  Elshout ,  uit  welken  de  Tak 

van  Hemden  ran  Ehhorn  is  gefprooten ,  en 
Eent  Dogter  N.  N.  dfe,  bij  Graaf  floris  den  V,  Moeder 
wierdt  van  den  Bastert  Witte ,  Eerden  Heere  van  Haam- 
ftede* 
]an  de  VIII,  Negentiende  Heer  van  Heutden^  het  Land  ver; 
haten  MH>bende,  misfchien  om  zijns  Vaders  misdaad,  begaf  zicb 
in  dienst  des  Konings  van  Engeland,  tegen  dien  van  Frankrijk,  es 
IHerf  in  den  Jaare  i3if.  Rij  was  tweemaalen  getrouwd  geweest  r 
eerst  met  Margareta ,  Dogter  des  Heeren  van  Kuik ,  in  Bra» 
band;  daarnaa  met  Sephiê^  Dogter  des  Heeren  van  Kranendonk. 
Behalven  eene  Dogter «  waarichijnlijk  uit  den  laatften  ecbt^ 
Sophla  genaamd 9  getrouw  Éief  den  Graave  van  SaSenburg,  wu 
bem  gel>ooren,  een  Zoon^ 

Jan  de  IK ,  Twittigfle  eo  taMlIa  Heer  vin  ffenseen.  Uit  zijii 
bnwd^,  met  GÊWfgwwdk^  Dogter  vin  Jan  vtn  Arfcd  en  van 
Erlngard  vin  Toorn ,  wierdt  bem  aileenitjk  gébooren  eene  Dog- 
ter ,  Magarefa  ran  fteusden ,  verfodM  att  Lodew^  van  Me« 
chelen ,  Graave  van  Vlaanderen ,  doch  vMr  de  ïïuweHjksvohrek* 
king  overleeden.    Heer  jasn  faadt  de  HeerlQkfaeld  van  Heusdeti 

ver- 


59»  HEUSDEN,  (HEEREN  van)  énz. 

Terkogt  aan  Hercoge  jan  van  braband.  De  Graaf  van  Safièn* 
burg,  behuwdbroeder  van  Heere  Jan,  en  de  Heer  van  Dr^nge* 
ieftf  zijn  Oom,  nevens  desselfs  vijf  Zoonen^  deezen  Verkoof^ 
niet  laaiende  gelden  ^  verzecteden  zich  daartegen*  De  Heer  van 
Drongelen  moesc  voor  den  Brabander  wijken  ;  en  de  andere,^ 
door  goed  en  kwaad  befcheid,  niets  ziende  te  winnen,  verkogc 
zijn  regt  aan  willem  den  goeden,  Graave  van  Holland.  Hier 
uit  oücdondc  twist,  tusfchen  Holland  en  Braband,  die*  ten  iaat- 
ile,  beflist  wierdt  ten  nadeele  van  den  Graave  van  Sftffenburg; 
welke,  voorts,  zijnen  moed  zogt  te  koelen,  door  rooven  en 
branden  in  Braband,  en  *er,  op  alle  andere  wijzen,  zeer  (legt 
buis  te  houden.  Ten  laatften,  evenwel,  kwam  betV  tasfchcn 
den  Hertog  en  den  Graaf,  tot  een  Verdrag,  waarbij  deezeaan 
den  anderen  zijn  regt  op  Heusden  afltondt,  voor  eene  Jaarlijk* 
fche  fomme  van  driehonderd  gouden  Kröonen,  te  betaalen  uic 
de  inkomden  van  *s  Hertogenbo&ch.  Niet  lang  daar  naa,  tusfchen 
den  Hertog  van  Braband  en  den  Graaf  van  Vlaanderen,  twisc 
cncihan  zijnde,  over  het  bezit  van  Mechelen,  wierdtde  Graaf 
van  Holland  tot  Scheidsman  Ingeroepen.  Van  deeze  gelegen- 
beid ,  meent  men ,  zou  de  Hollander  zich  bediend  hebben ,  om 
aan  *t  bezit  van  Hemden  te  geraaken.  Want  des  Brabanders  zij- 
de gekoozen  hebbende,  betfiste hij  den  twist  mee  deeze  woorden t 
Meehelen  dijn ,  Heusden  mijn.  Zeker  is  het ,  dat  de  Heerlijk* 
beid ,  van  toen  af,  aan  de  Graaflijkheid  gekoomen ,  en  zederc 
daar  aan  gebleeven  is. 

Zie  Oude  HolL  Kronijki  pontanus.  Hifi, 
4.  Ceiria  ;   s.  van  leeuwen  ,    Ratav*  II* 

iuftrata  ;    oudenhoven  ,    Be/ehrijving 
van  Heusden, 


Heusden  van  elshou3>V  teo  alond  Adelljk  geflagt »  welk» 
Stamvader  was,  gelijk  boven  is  aangemerkt,  jan  van  heusden^ 
derde  Zoon  van  jan  den.  VH,  Achttienden  Héere  van  Heusden^ 
en  van  alida  van  wybktein.  Heer  jan  van  elsuout  leefde 
omtrent  den  Jaare  15^.  Bene  Erfdogter  uit  den  Huize  van 
Ebhout  bragc  het  Slot  en  de  Heerlijkheid  van  dien  naam  in  hec. 

CeiJlagt 


4« 


HÊÜSDEN  v*N  ELSHÜÖT,  HEÜtÉRUS.  (PONTOS)  $93 

Geflagc  van  Heusden ,  en  was  dus  oorzaak  deezer  naamsveraó- 
deringe.  Gerhard»  een  der  naazaatein  van  Heere  jan,  wierdr, 
in  den  }aare  1414 ,  door  de  Geiderfchin ,  omgebragt.  De 
Kleinzoon  diens  ontijdig  geftorvenen ,  mede  gerhard  ge* 
numd  >  overleedt  in  den  Jaare  1588 ,  en  liet  vier  Zoo- 
nen  naa : 

f.KoRNELis»  Heer  van  Elthout^  Gouverneur  van  Heusden  • 
^«n  der  onderboorfge  Landen.  Deeze  h/idt  eenen  Zoon,  dide- 
RIK  genaamd.  Luitenant  Koionel,  die»  in  den  Jaare  1648^  iR 
den  Stag  bij  Leipzig,  Ibeuvelde, 

3*  Egidius,  Prefldent  van  de  Rekenlramer  !n  Gelderland* 
Hij  ftierf  in  den  Jaare  1635;  ^°  i^^t  verfcheiden  Zöonen  naa* 

3*  Ivo  >  Ontvanger  Generaal,  van  wegen  den  Koning  van 
Spanje,  in  Gelderland  èn  Zatièn,  gedorven  inden  Jaare  i6ao« 

4«  Jan  ,  Ontvanger  Geoeraal  ^  van  wegen  dien  Zelfden  Ko* 
f  ing,  in 'Zeeland.  Hij  overleedt  in  den  Jaare  \66\i  onder 
andere.kinderen>n8a]aatende  eenen  Zoon,  met  naameDiDOtiK» 
Thefturier  te  Brutfei^  vervolgens  Ridder 'Baronet,  Hoofdop* 
ziener,  van  wegen  den  Spaanföhen  Koning,  over  de  Kaliaaleil 
te  Brusfel,  en,  ki  den  Jaare  1688,  tot  Baren  ytm  'fiéiHden 
verheveué  Door'  eenige  Zoonen  heeft  deeze  zijn'Gèfla^  vèort* 
geplant.  »....:...',' 

Zie  B^ücEL,  Sfemmat.^?.  H.  p.  113; 

*      ^  -  -  • 

'  »>  « -    - 1 

HwrrERüs ,  (  i>ontüs  )  een  vennaari  Ned^hmdsch  Oodgéi 
leerde,  doch  niet  minder bedreeveri  hi 's LandsGeföhiedenisfen; 
wierdt  gebodren  te  Deifi^  In  den  Jaare  1535.   Op  de  kennisfe 
4ler  Godgeleerde  en  daar  mede  verwante  weetenicHappeni  lel« 
de  bij  zich  toe,  eerst  id  zijn  Vaderland,  én  daar  tiaa  té  Fa- 
rijs.    Bij   zijne  terugkomst  uk  Frankrijl  omhelsde  hlf  den 
Geestlljken  flaat.  Eebe  Kanunnikdij '  te 'Gtfr/rA^/;tS^siiér)oön 
rijner  naarftlgkeid  -  en  kundd.    Niét  lang,' even  wd,'^hidrhfj 
genot  van^  deezen  post ;  van  nt^egen  de  "binnenlandrcfié  óhlusten 
moest  hij  dien,  en  oek  zijnc  wöonfhd,  vérlaateifi   'HkijTERiri 
Week  na  St.  Trtéien^  doch  wièrdt  vervolgens  Proosr  van^mArar. 
In  goeden  ouderdom  llierf  hif  ^  4n  dén  Jaare^  161  f  ;-^  Zijne  ihu^ 
gelaatene   Schrlftch   (etttigen  va^  itjne  HKbriekeanlsfei^'  Dd 
X9(»  fiEBU  Pp  y^or- 


514 '  HEYBE*  (JAN  WW  !»%:> 


h* "     * 


yoomamfie.  van  deeze  i^xi,.Rer%m  JB^r^ffMdicarupi.,lJhf\Yi. 
Return  ïïelj^iaarxkm  ,at4i^  A^^riacartm  Lijïri  XY>.  Ut  k^ttf 
rum  én'fiét  SégfuU  BeJ^ie* 


I 


»       • 


Zje  VAU  AfiMya^RiéU^^. 


Ueyo]^^  .  (jan*  VAN  o&R^  gebopren  )e  G^riocA^m  ^ -isi^  éem 
j«ar^.^3J[t..Y^!4^^^»  ,UJ'  ^^  na^kopmeliugfclvip^  int  erkento- 
nisfe  gedagc  té  worden,  van  ,i^j|gföc,,|W9e;ailji^r  Wjer  heilaag 
inp'OftyiR^iqgeiv  om  'o,|(le«5cW<Vn>!.M  ^e»  qngpwltöi,.  aan 
^iffilfc^  hj^F  blpoc(l^t,  j9§QÏg  ,.9ed;Q(^^i  <  pf ;  bettfpQdrog  ^.t^^^  té 
bf^geii»  II9  ^ebi  ^c  QPgr.f»p  fijM'  ver)>eieriQf«i  aan,  der3raod- 
fpuken»  ep'Zijt)^  pcyio^  >il9tJU^niaartieo  r  oai-»  bt}  nacht; 
te..S|raateQ;  |^,;yefli€h(^n«  .  Tq  ..ww^n»  ute.«ijne»gebcmcefta(;i 
.  sich<>ns^  4!i9fien40n^  bQgeQviei)'»vjeiii^iv€r  tlcfa  met  .'fil^;wDon  bét^ 
)>^l^  pp4^g^?et,;  om  •fl^,2}a>  ip  ^^  T^eokivnte  jte  rdefittieo^ 
n^a^r.  (giQ  hii..e9Q^.  oycili^^dfs..ii^og  je^ooUe^  bcfiii^^ 
bl|»f..Wff  oVW<^d9óiig:fc.iler:ifjw:fWage  klrig^  op  bet;  brand- 
blua&tan^uio  <;«De;. veerijke;,. 4n..4ig?b«bouiirde  ScM»  enhier 
4^06^  mi^f  llap  JieQi:gf  i^n^^y  r»^>t9n4  <miecbeftg.  Van  dé 
vroegfte^  tijden  badt  men  zich  hier  bediend  van  lederen  Emnur%^ 
^4(  mft]vai|rjSf\^^v'Wie)F4<ï%opgcdraagen  langs  zogenaam- 
de Brandladden ,  welke  tegen  de  brandende  gebouwen  wier- 
den opgericht ,  om  voorts  in  de  vlammen  te  worden  uicgedort. 

Zel^n.yvjO^ , baalde »  onp  dqo  y99;tga^  dt%  brandy  ^^ftui(eii^  de 
?^WeftoksBè,j{^uuten;  m^di^  v«« 

2;iipai;e4ii?^W,^/:f»4^f?Ml!.^  «^p;alH^e[,itekl5eB.  vaajBgemaakU 
^'M^iéJ^B  n.pn^f >ffi jK^kfekkSg^iid^^eW  ^fve^r$bappen  öa 
geipopte  ^tftjJfoc^jrqi,.  Yfir^n3ffeft..^pe.  feprt  ^«n  ^ot^  n 
?w|W^,Pj39dfpuitOT,^.al^fnfi3j5|iH<?^«»n  ViS  ei|Bb*iiigep;kPom> 
nV'^:lf9!P«'PA.?W»  .dl^.iaa{i;^u  ,%Wiit^w^dt.jiBffi»»rotfdy  .<» 
4opr  fli^d4^j]irjffl.,depzel(vg^  Ij^t  .^c^.  pj  ,h9^eps4>p,  he*. J?ait  vaf 
bet  Uwa^nd^.  Hui^  tebif-^i^g^,  ^^00..  i^,  &p(f^  ongfp^^keii 
wtea}^.diee^e-tpftl|b?l,99d!?f)ï^^^^  yokl^eji^. geeo^ipi^  aia.bei 

¥^^:yi^.  ilopd^^  .y^jii^hi  Romers  r»A(  is»  «oodigea 


.  2  : 


mVDia.  (JAN  7»rDEa)  S9S 


mm 


voomad  yaa  wator  uitleveren*  Door  de.vastgdchroefde.Piir 
peo  konde  men  9  menigttiialen  ^  het  water  niet  bresgen  ter 
piaatze,  alwaar  het  iozopderheid  vereischt.  wierdt.  Dit  alle^ 
ontging  ni^  de  opmerking  van.  den  Icfaranderen  van  d». 
HEYDB ,  en  deedc  hem  zijn  vindingrijk  vernuft  te  ba^ue  oee^ 
jmen,  tot  het  verzinnen  van  korter  en  kitgtdaadiger.  hutpmidk 
delen^  Dit  brag^. hen^ op  de  gedagce,.  OW  aan  den.  Btapdipiut 
.te  voegen  een  ledereu  Pijp 9  welkie,  naar  g^ vinden  en  ve»- 
.eisch  van  z^k#n»  door  middel 'van  Muioeyen»;  langer  of  kov- 
ter  g^aakc,  en,  door  «tjne  b«igMa«ii<^,  door  Htti^eo; 
Steegen  ei)  ^gppeni  ikoode  ^leid.  wotdgi,  na  de  plaütMii 
daar  h^ ,  water  den.  meeften  dienst  honde  doen*  Hier  nii  o9f^ 
fiopdt  de  benaaming  rvan  Séfii^-Brandlj^munp  welke.  aan. iie 
Aieume  uitvinding  gegee\feo  wjevdr*  D^cenboven  .maakte. bü 
aan  zijnen  Bcfwdiprit.  npg^awteri^'  fverbetefinge9»  welke  4i^ 
igemaklijker  en  fpoedjger  deedeo  iwerk^»  Y4N  dai^  m^rop 
jdeeUe  zijne  uitvindiog  mede  aan  e  de  R^ee^uig  der  ^S^j,  we^ 
Jee,  bij  onderzoek  en  naa  berbaalsktpro^n»  dezeWa  yandi^ 
iiiutigbeid  bevondt»  dat  zij^  te  ^  4(9.  Jaare.  id^fa ,  oi\z^  va9 
j}c&  HEYi>B.  to^  Algemeenen  Brandmeeate;  aanftêlde,  cenze^l^ 
hem  Okuooi  verleeodej  om  aUeeo  «,  in  deejie  Stady  Qfiuidrf ^ 
ten  te  mipgen  maaken  en  verkoop!^.  Zinfs  de  invoering  ,va^ 
.deeze  hellzaa^e  ukvindmg,  we|k«  qpk  Qlder»  (poedig.  na^volr 
^era  vondt  %  zijn  de  voorbeelden  van  zwaaren  veel  brand  zeidr 
jspafoer  geweea^  dan  in  voorgaande  ójdeo^i 
.  N|ot  4^  egfiig^  waa  deeaeukvindiag*»-  dopr  welke  van  db% 
^Y0&9  nle^Oegtai  \^.4mMrd$»».v  vxfm  ook  op  andere  plaat- 
zea;,.zi^  Yes4ienft£Aijic  beeft  ,gem9^ku.  ifteeds  te  yooren  bs|d^ 
)u}  gr^^e.  «$re  ing^>  e^  merkelijk  nm  gedaan,  met  zij|o\f 
y^qr^MUg^»»  HirigRing».  pm  .bij  nairfit'de.  Stfld  bebapKlijii  t^ 
ivcafiicbtem  V«lfeheid«ne^  middl^len,  ;ha<k  men»  .al  van.  yifo^if 
tk^%%  M»  diep,  eiadit,,  ia'c  ^etk  gefteU^'  bet  een  gêbreitki^ 
^cr  daa,  h«c  ^ndfr,  en  aüen  aan  cro9(«>  id»reken  oq^b^yï?* 
Jjea  ondfte! nddckl  wMsL  het  b^nd^»  KanJCMn^ei»  i9  Laac^cv 
iiai«  welke*  iMW  en  d«ir  ,  in.  *f  mddep:  van^  voprnaatpe  Sffa% 
xe»  en  09^  ftujUBMH  Q^^ndeo.  Qo(?b  vei«R4s  4ee;Ee  ^w^^inig  lictvt 
Ipm^Q,  o»tyii|g«i  ()e  Herb^rgiefii  en  Tiip^^i  bev«l^  q«  in 
Jlimg.VQlMb«iU««f;il9&  -Aay/pq48  t^.tiect  ^s^^^  Ucht.9>i^ 

Pp  a  den. 


S9$  BEYDE.  (JAN  VAKf  DÊ»*> 

den,  Nittderliand  wierden  de  iowoonerf  der  Stad,  op  Boogen 
hiCf  verpiigt,  aaa  leder  twaalfde  Huis,  een  Lamaam  met  een 
1>randeiideiv  Kaars  te  huigen.  Doch  deeze  keure  wierdt  gebrek- 
kig naagekoomen.  Dé  meoigvuJdige  voorbeelden  van  in  *t  water 
WÊiJlikn  en  verdrinken  van  menfchen  deeden  den  vindingrijken  van 
DER  HEYOC  zijn  vemuft  fpiczen ,  om,  door  het  brengen  van 
neer  liebts  in  de  Stad  bi]  nacht,  deeze  en  andere  ongelukken  te 
iroórkoomen,  Hi)  meende  daar  toe  een  gepast  mf  ddei  te  hebbei) 
gevonden,  Inltet  imiakzel  en  de  fchikklngder  Lantaarnen,  wet- 
te ,  met  eenige  kleine  veranderingen  en  verbeteringen ,  nog  he- 
den In  gebruik  zijn.  Zl}benaan,  naamelijk/ ineen  Lamp,  ban* 
-fende  In  een  vierkanten  Lantaarn,  twee  v&ecea  boog,  van  bo* 
^en  wijder  dan  beneden,  gedekt  met  een  blikken  (huiver,  met 
irerftlielden  c^ningen  nederwaarts  ukkoomende ,'  die ,  zonder 
«enigen  togt  te  doen  binnen  koomen,  den  rook^  van  het  branden*- 
de  Lamppit  aait  alle-  zijden  üitlaaten.  Deeze  Lantaarn  rust  op 
ten  booten  paal,  van  bijkans  tien  voeten  hoog;  behalven  ét 
zulke y  welke,  aan  een  ijzeren  arm,  aan  de  Huizen  van  veefe 
èurgeri ,  of  op  der  lioeken  van  Straaten  en  Gragren ,  of  van 
openbaare  Gebouwen,  zijn  vastgemaakt.  Tot  nog  toe,  zeden 
liet  laatst  van  *t  Jaar  16^9,  wanneer  van  der  heyde^s  Lantaar* 
toen  eerst  wierden  ingevoerd,  heeft  zijne  inrigting  (land  gehou. 
den.  Terwijl  wij  dit  fchrijven  (in  i7i^8)  heeA  men  eenen  aani- 
vang  gemaakt  met  bet  plaatzen  van  Lautaarnen ,  van  de  zelfde 
foort,  doch  in  gedaante  eenig^ini  verfchillende  van  de  oude,  en 
met  iwee  Pitten  voorzien  ,  hangende  aan  een  beogen  ijzeren 
Staak,  boven,  in  de  gedaante  van  een  Zwaanenhiils,  geboogen*^ 
ca  die  door  middel  v«i  eeb  touw,  welk  langs  den- Staak  loopt> 
nedergelaatei  en  om  hoog  getrokken  kunn^  worden,  ijm  nog 
meer  lichts  in  de  Stad  te  brengen,  zegt  men,  znllen  deeze  Lan- 
taarnen,  indien  jiiet  elders,  althans  op  de  roornaamfte  GragteA 
der  Stad  geplaatst  worden.  Verfchoon,  Leezer,  deézen  uiilbp« 
Van  der  heyds  woonde  en  bidt  zijne  weskphais  In  de  Koe- 
ftraat,  aan  de  Nieuwemiirkt,  Nog  heden  ziet  'men,  boven  dè 
deur  van  dezelve ,  eene  zinnebeeldige  vertooning  op  zijtie  uie^ 
vindidg,  zo  van  de  Lantaarnen  als  van  zIjAe  Slang-Braodfpuiten, 
Behalven  de  boven  gemelde  ultvindingei^^  welke  aMeen  hem 
ten  oüfitf  flijken  naam  zouden  verworven  lebben  1  waa  vah  deh 


HEYDft,  (JAN  VAH  BE»)  HICHTUM,  at.      3^ 


«k 


HEYDE  eeo  kunftig  Sclulder  ta  Tekenaar  naar  *t  leeven ,  vooral 
van  Kerken»  Heerenhuizen  en  andere  openbaare  gebouwen. 
Verfcheideo  Tekeningen,  door  hem  van  *c  Amderdamfche  Stad* 
huis  gemaakt,  beefl  hij  naaderhand'  opgefbhilderd*  Daarenbo- 
ven is  *er  van  hem  eene  Schilderij  van  de  Beurs  dier  Stad. 
Eindelijk  hangt  nog,  in  't  Kerkmeestera- Komptoir  van  dé 
Nieuwe  Kerk,  van  zijn  penzeel  eene  kundige  afbeeUing  dief 
Kerke,  van  de  Keizersgragc  te  zien.  Jan  van  der  heyde 
^overleedt,  te  Amflerdam  ^  op  den  acbcentwintigften  September 
^s  Jaars  J712,  in  den  ouderdom  van  vijfenzeventig  jaaren. 

Zie  VAN  DKR  HZYDE ,  Befchrijving  der 
$iaag'RtaHiIfpuhên  \  houbraken  ,  enz. 


HiCHTüM,  een  Dorp  In  Friesland ^  in  de  Grietenij  Wofifera' 
ieeiy  m'et  verre  ten  Noorden  van  de  Stad  BoUward  gelegen. 
Het  Dorpje  ,  op  zich  zelven  van  weinig  aanzlens ,  ontvangt 
merkelijken  luister  van  de  fraaie  Lustplaatze,  fVibrania*  State 
genaamd,  ten  aanzien  van  Huizinge  en  Plantaadjen  eene  der 
groocften  en  fcboonllen  van  *c  gantfche  Gewest.  Langen  tijd 
diende  dit  Lusthuis  tot  een  Zomerverblijf  voor  het  doorluchtig 
geflagt  van  ailva,  en  laatst,  uit  hetzelve,  voor  Jr.  tjaard 
VAN  AiLVA ,  Grietman  van  *t  Pi/lrikt.  Naa  hem  was  daar  van  de 
eigenaar  ]r.  wilko,  har  on  thoeSchwartzsnberg  en  H^k&n^ 
iandsbirg ;  naa  wiens  overlijden ,  nevens  de  Grietenij »  het  on« 
langs  b  gekoomen,  aan  deszelfs  Neeve. 

HlERGES  (gilles    VAN  BARLAIMONT,     Heet  Vêtl)    ZOOH  VS» 

KAREL,  Baron  vnn  Barlaimont^  een  moedig  Krijgsman,  in 
dienst  des  Konirtgs  van  Spanje^  gednureude  den  aanvang  der 
Nederlandfche  Beroerten,  in  welke  hij  den  Aanhang  des  Prinfea 
VAN  ORANJE  meenig  gevoeligen  neep  heeft  toegebragu  De  eer- 
fte  ma^.  dat  wij  hem  in  *t  open  veld  ontmoeten,  is,  in  den 
Jaare  1568,  in  den  Slag  bij  Jemmingen^  dpar  hij  't  bevel  voer- 
de over  een  Walsch  Regiment ,  en  medewerkte  tot  de  zwaare 
nederlaag,  den  beminnelijken  Graave  lodewvk  van  nassau  toe- 
febragt,  waar  door.deeze  genoodzaakt  wterdt,  net  bet  ramp- 

Pp  3  »"f 


«■.  HHtRGÉS.  (Öïttk^  *i»  BKRL'AÏMONt, 'iTr.  tan) 

,         f  •  •         >  ♦  . 

:Mfg  iyverichot  zijns  Legers ,  t»  Dtiitscliland  de  wijk  te  lieemeo.* 
Il)  dén  }atre  1572  Bekwam  Hij  bet  Stadhoüderfchap  van  Fries- 
idHd\  en  kort  daarop,  haadat  hij  de  voomaamfte  Steden  vati 
Gelder Ufffi  den  Prinfe  van  oranje  hadt  onttrokken ,  ook  van  dat 
Gewest.  Merkelijk  nadeel  deedt  hij  aan  het  belegerde  Haarlem^ 
doordien  lif  j ,  den^  Lekdijk  bezettende ,  daar  'door  een  gebaanden 
weg  open  hiéldt  voor  den  toevoer  van  leevensmiddelen  na  hec 
SP^anibtie  Leger ,  In  *c  welk  men  merkelijk  gebrek  begon  te 
l^den.  In  den  Jaare  1575  deedt  hij  eeneh  inval  m  fVeisfrhsland ^ 
doch  voerde  *er  weinig  anders  uit,  dan  met  pionderen  en  blaa- 
ken  zijnen  moed  te  koelen;  waarnaa  hij,  met  zijne  benden, 
wederkeerde  na  de  Bevtmijk  ,    afwaar  hij  zijn  hoofdkwartier 
hielde    Van  daar,  eerlitng,  zijnde  opgebroken,  floeg  hij  hec 
beleg  voor  de  Stad  BuureUy  en  maakte  'er  zich  meester  van, 
naa  dezelve «  twee  dagen  lang,  met  vijftien  ftukken  Gefchut, 
heviglijk  befchöoien  te  hehben.    Decze  voorfpoed  wekte  zijnen 
moed  om  dieper  in  Zuidhólhm^  door  te  dringen.   Eenige  ver- 
flerking,  zo  van  Ruiterij  als  Voetvolk,  bekoomen  hebbende, 
deedc  hij ,  In  de  Maand  JnHj ,  zijn  Leger ,  in  drie  kolommen ; 
öptr Aken  na  Banrmef^  fF»udréckem  en  Schoonhoven.  \  151ee1« 
eerlang  dat  ditv,  een  Krijgslist  was ,  dienende   oxh  de  Staatsge* 
iinden  te  misleiden,  wien  de  waan  hadc  bevangen,' dat  'er  een 
toeleg  op  G^uda  in  til  was,    In  allerijl  deedc  hierges  zijne 
drie  benden  zamenrukken,    en  vervolgens  optreldccn  na  Oude^ 
*vater ,  't  welk  hij ,  op  den  negentienden  dier  Maand ,  berende^ 
Niét  meer  dan  zevenhonderd  weeitraare  mannen  vondt  men  hi 
de  Stad ,  deels  Burgers  ,*  deels  Soldaaten.    Een  onverichoonli^ 
ken  misflag  begingen  de  belegerden,  door  dien  zij,  zo  als 
Prins  WILLEM  hun  vermaand  badt,  'om  het  te  velde  leggende 
hooi  niet  te  verliezen ,   verzuimden ,    het    omleggende  Land 
onder  water  te  zetten.    Toen  zij  te  laat  bun  verzuim  bemerk- 
ten ,   wierdt  hun  dit  onmogelijk  gemaakt,  doordien  hierces 
zich  fpoedig  njeester  maakte  van  de  Sluis,  digtbij  jk  Stad, 
door  middel  van  welke  de  Overllrooming  moest  woRSn  uit- 
gewerkt.   Het  fchandelijk  ^erlaateu  van   een   Blókhüis,  door 
een  Duitfchen  Overlle ,  |lelde  den  Veldheer  in  (laat ,  om  door 
het  ftfappen  van  db'Ysfel,  en  telegerden  allen  toevoer  vaa 
levensmiddelen  af  te  fnijden.     Hiekges  thatis  de  Batterf/e» 

op. 


HIERGE^.  (GILLES  van  ^AiaAlMÖNT,  Sr.  van)   ^^ 


mê* 


öpgeritbc-en  met  aditèótt^üidg  $tBftken  GéTéfa^-lfe^t^^^^^ 
bende  ^  ^sAte  de  'Smd  op/  Men  verzogt  drie|di^h  hertad; 
doch  fSJ  iJHfléc  Hef ts  tWee  ueférii  'Déeze  m^areir  tilet  wlöopen  ^ 
0f  het  fcfaierén'''nftm  eenen'  aamvah^,  met  zo  veel  h^gheids, 
öit  op  'ééikn  éag.iestrétiHoitóefd  Kogels  op  de  Sted  verfchooten 
Wierden.  Eindelijk  waagdè-hén^eneD  Storm, 'dié Wél!  haiust  van 
de  bènagtigtnge  der  Srad  gevolgd  wierdf.  De  gruwelen,  mboi> 
Öerijeti  enploRdértngch ,  weMce  hrer  gepleegd 'wierden;  feaaii 
bijkans  het  geloof  te  boveti. ;  'Zre  'een  berlgt  daarvan  op  *i  Art. 
öüDBWATER.  Van -hier  trok  iwÉ^at^  tsbxiz  Schoawhtyefi.  Om 
\  Kcforn  te  ^jffen,  hadt  meti  ook  Iner  verzuimd',  'door  Be 'bc^ 
werking  eens  Burgemeesters.  Iièt  Land  onder  Water  te'zettenl 
Vergeefs  fcfi?ftte  J'rins  willëm  éertigé  Schepen  'tot  hiilpe  der; 
waarts.  boor  fchfeten  van- buiten  ^  én  door'de  ^<i/Mghe!d 
veeier  Burgeren  tot  'nóodigén  tegen  weer' ,  wferdt  'de  VeWheet 
ook  déézer  Stad -meester,  doêh  bij  yerdfag,  waarbij, -voor  1t 
Kfijgsvolk,  de  vrije  uittogt  wierdt  bedongen.  "Naa  deeze  vooi<- 
ideêlen  Ket  iïjeïges  de  gcdagtên'  gaan 'óver  débemagtiging'ldelr 
'Stroomden;  in'den  oord,  in  wcllien  hij  zich  thans  bevondt.  i^]k 
kloek  beleid  tieedt  hem  hier  in  ió  gelukkig  fhafeén,  dat  hij> 
Unnen  korten  t^d,  van  detf  Vsfel,  de  Lek  en  de  Merwede  ge- 
noegzaam meester  WienSc.  Tt>en  zondt  hij  den  Graaf  VAfi 
MEGBN,  gdniWd  aan  zijne '&ster,  met  een  gedeefte  zijns  Lé- 
gers , ,  op  Woerden  af;  welks  bemagtigiog ,  egter  ,  hem  mis* 
lukte. 

Het  Krijgsbedrijf  was,  intusfchen,  niet  de  eenige  werkzaam- 
heid, waar  mede  zich  iiierges  onledig  hieldt.  Nu  en  dan  be- 
idiende  men  zidh  ook  yréi  h«m  tot  geWigtige  Staatshaadelin^em 
lo  deojaare  ^S7^  gebruikte  hem  de  Raad  van  Scatfte,  ^sittelide 
te  Brfisjel^  om  'de  Steden  vtm  WvUand  'tvi  ZkèlaOd 9*' ótó  héc 
met  den  Pdnfi?  van  oranje  Welden,  rchriftcH^-voorflagen  te 
doen  tot  onderwerpinge  aan  dèn  Kbifing  van  Sp^hfé ;  die ,  even-. 
^d,  niét  Wierden  aangenomen.  !n  '*t  volgend  )m  was  hij  een 
der  ^magtigden,  welke, ^!n  naame  van  den  Landvoogd  Dos 
JKN  vaisr  oosTENRTK ,  i^  Ceeftrufdefièerg  vcrftrheenen,  om  de 
Provinciën  ffolland  eti  £ff /4«/ te  beweegen  tot  het  aanneemén 
van  het;  zogenaamde,  Eeuvirf^  Gebod,  onlangs  dóór  den  koning 
'van  .^^/MfgelNfbd^d ;  9»  mede  om  ttias  wIllem  Hm-.i^ 

P  p  4  door 


«00  HILLEGERSBERG. 


door  hec  uitlooveii  vtn  «eoige  bijzondere  voordeelen,  tot  hec 
iingnn  van  een  Verdrag  mee  den  Landvoogd  over  te  bulen^ 
Men  weèCy  dat  van  geen  van  beiden  iets  geworden  is,  Ge^ 
Inkkiger  fla^de  bij  in  zijn  aandeel,  in  den  verrasfenden,  of 
liever  verraderlijken,  toeleg  van  Don  jan,  op  bet  Kafleel  van 
Nomen ^  in  den  Jaare  1577,  De  Landvoogd,  naameiijk,  die 
zich  binnen  de  Stad  ophieidt,  ter  jagt  zullende  gaan,  hadt, 
door  HZERGEs  en  deszelfs  drie  Zwagers,  den  Slotvoogd  zijne 
begeerte  laaten  aanzeggen,  om  in  't  voorbij  rijden  bet  Kafteel 
te  bezigtigen.  Binnen  gelaacen  zijnde ,  rukken  de  Heeren  ge- 
zamendijk  de  Piftoolen  uit  den  Koker,  roepen  eenige  Ruiters 
te  bulpe,  digt  daar  bii  in  eene  binderlaage  verborgen»  en  maa»- 
ken  zich  alzo  meester  van  de  Vestinge»  Voorts  zich  ,  op 
*sLandvoogds  bevel,  van  CharUmvnt  verzekerd  hebbende ^ 
noodzaakte  hij,  in  *t  volgende  jaar,  den  Graaf  van  hohenlo, 
die  het  beleg  voor  Roer  monde  hadt  geOagen,  van  daar  op  te 
breekeo,  en  met  zijne  Troepen  elders  de  wijk  te  neemen.  In 
den  Jaare  1579  was  HiEacEs  tegenwoordig  in  de  belegering 
van  Maa  ff  riekt  ^  door  den  Hertog  van  parma.  Doch  hier 
.  eindigde  hij  de  loopbaane  van  zijnen  Krijgsroem.  Naadat  zijn 
Vader,  niet  lang  te  vooren,  overleeden  was,  nam  hem  een 
vijandlijke  Kogel  weg,  tot  groote  droefheid  van  den  Veld« 
beer»  die  in  hem  een  der  bekwaamde  Legerhoofden  verloor. 

Zie  STRABA,  WAGENAAR  eu  auderc* 


HiLLEGERSBERG  ,  ceu  Dorp  eu  Heerlijkheid  in  Schieland^ 
eer  wederzijde  van  de  rivier  de  Rotte ^  dus  genaamd,  meent 
men ,  naar  zekere  hillegardis  ,  eene  Mtrtelaarcsfe ,  bij  de 
Roomfche  Kerk  als  eene  Heilige  geëerd,  en  van  eenen  Berg., 
of  Zandheuvel ,  op  weiken  het  Dorp  gebouwd  b.  De  geieer* 
de  HADRiANus  jUNius  ,  insgelijks  den  Dorpsnaam  van  eene 
Vrouwe,  dus  geheeten,  afleidende,  noemt  haare  eène  U^aar^ 
^cffier^  en  haalt,  *t  welk  vreemd  is,  met  een  voorkoomen  van 
vertrouwen,  van  haare  Voorzeggingen  aan.  In  den  Jaare  1733 
wierden  op  de  Verpondingslijsten  deezer  Heerlijkheid  gebragt 
zeshonderdtwlntij  Huia^,  een  Kruidmolen  en  twee  Koommo- 


HILLEGOM.  M 


laas.  Het  Dorp  Bergfenkoek  legt  mede  ia  dit  Ambagt.  HiUt^ 
gersberg  is  geen  oanngeiMuim  Dorp«  De  nette  Kerk »  een  over*' 
oud  geboaw,  pronkt  inzonderheid  met  eene  menigte  gefchilder* 
de  glazen,  door  verfcheiden  handen  nap  haar  gefchonken.  Eer* 
tijds  ftondt,  pu  buiten  de  muuren  van  het  Kerkhof,  een  Kafteel, 
het  Reuzenhuis  genaamd,  afkomftig  van  het  beroemd  Geflagc 
der  Heeren  van  mat£NEs.  Miets  dan  eedge  brokken  zijn  *er 
van  In  weezen. 

Zie  VAN  HEussEir ,  spaan,  B^fckrijring 
yoH  Rottetdam. 


HiLLEGOM,  een  vermaaktijkDorp,  in  Rh//nfan^jW9ZT  van  da 
Ambagtsheerlijkheid  thans  behoort  aan  den  Heef  e  jan  six»  Oud- 
Schepen  der  Stad  AmflerdMm^  als  zijnde  door  eenen  van  des* 
zelfs  Voorzaatea/den  Heer  Mr.  jan  six,  in  den  Jaare  1723 , 
toen  reeds  Heer  van  Vróménfe^  uit  de  Landicbaps  Domeinen 
«angekogt,  voor  eene  fomme  van  achttienduizend  en  vijfhonderd 
Guldens.  Zeer  aangenaam  is  de  gelegenheid  deezes  Dorps ,  aafi 
den  Heerenweg,  tuafchen  Haariem  en  Ltiden^  zo  van  wegens 
den  menigvuldigen  doortogt  van  Reizigers ,  als  om  de  bekoor- 
lijkheid der  omringende  Landflreeke,  in  welke  het  oog  zich  kan 
verlustigen  op  eene  grooce  verfcheidenheid  van  fraaie  gezigten. 
Op  het  Plein  in  het  Dorp  (hian  Lindeboomen,  die,  to  hoogtd 
en  ouderdom  t  hier  te  Lande  weinigen  hun  gelijk  hebl)en.  Het 
legenwoordig  Kerkgebouw  draagt  nog  kennelijke  blijken  van 
deszelfs  voorgaande  veel  grootere  uicgeftrektheld.  Kunstkeimers 
befchouweo  en  roemen  den  Kerktoren,  als  een  Meesterihik  van 
Bouwkunde.  Veel  afbek  is  *er,  van  wegen  derzelver  fmaab- 
lijkheid,  in  fruiten,,  moeskruidenen  vrugten ,  welke  hier  ge- 
kweekt worden.  Volgens  de  jongde  opgaave  van  den  Jaare  1739» 
ilonden  te  HiiUgom  honderdvijfenvijftig  Huizen.  De  Lustplaats 
van  den  Ambagtsheere,  van  tijd  tot  tijd,  merkelijk  verfraaid  en 
verbeterd,  verlirdkt  het  Dorp  tot  geen  geriug  (ieraad.  Onder 
hetzelve,  aan  de  HiUegommerbeek ,  aan  denTrekvaart  v^nHaér^ 
Urn  op  Leiden ,  fiagn  eenige  Kalkovens.  Ook  legt  aan  deeze 
Beek ,  het  van  ouds  genaamde  Hofvmn  HiUegom ,  een  oiM  Leen 
van  HeUand^  r^ds  voor  bijkans  driefaonderdvijfug  jaaren  be- 

Pp  5  kcnd. 


t/t»        HILVERSUM/HINGKART.  CJAN  vut) 


m' 


jagad^  en.  ki  iMteré  tijdeft,  of  nlifcUeB  nog  heden ,  de  eigeiH 
dom  V9tk  het  HetrlfiBTcbe  GeAigi  van  wnnn&n. 

Zie  Tegmmêrdiiê  Staat  van  IhUanil 


'  Hn/nsRsüM,  ^en  Dorp  \n  Gooiland  ^  omtrent  twee  noren  gaans 
▼an  de  Stad  Naarden^  zeer  bekoorlijk  in  zijne  ligging,  vaïi 
wegen  de  yerfirbeidenheid  van  verfebletzigten ,  midden  in  hoog- 
ten en  heuvels»  die* meestal  beplant  en  bezaaid  worden.  Indien 
men  kan  afgaan  op  de  Verpondingslijsten  vau  de  Jaaren  1632  en 
1732,  moet  het  Dorp,  in  dien  tusfchentijd ,  zeer  aanmerkelijk 
ia  bloei  toegenomen,  en  *t.  getal  der  Hmzen  met  driehonderd- 
xevencien  vermeerderd  zijn.  Want  in  *t  eerstgemelde  jaar  telde 
men  *er  flegts  bonderdzesenveerdg^  en  in  het.  laatfte  vierhonderd^ 
drJeêazestig  Huizen. .  Hoe  veel  het  cegeniroocdige  gecal  bedra»- 
ge.  Is  ons  niet  gebleeken,  zincs  den  fchroomlijkend  hmnd; 
welke,  op  den  vijfden  Junij  des  Jaars  ij€6^  bijktns  bét  geheele 
jDorp  10  een  puinhoop  veriDderde» '  \  Eene  aaBdoenlilke  Befefari}- 
ying,  van  dat  deerii  k  ongeval  is  te  vinden  in  het  bekende  Weefe- 
khiifide  PMiioftpf*  Zèdert,  «gter,  is  de  Plaats,  in  bijkai» 
fDogelooftijk  korten  t])d»  wederom  in  bloei  gereezén.  De  vooi«- 
jMame  bron  dur  van  is,  deels  de  Laiidboow,  deeis  de  Reederlf 
^aii  xekere  geftneepie ^acoenen  Stoffen,'  onder  den  naam  vah 
MUverpitmmur  Ronf  bekend.  Daarenboven  wordt  *er  eene  mef- 
sigte  Gang*  en  Vloerkleeden  bereid. '  ^t  Een  en  ander  hondt  *cr 
«en  goed  getal  Weefgetouwen  aan  den  gang.  De  Kerk  der  Her- 
üorraden  is  een  zwaar  gebouw,  met  een  hoogen  Toren ,  die, 
<over  de  Heide ,  op  een  merkdijken  afRand  zigtbatr  is.  Men 
vindt  *er  ook  zeer  veele  Roomschgeztoden. 

HiNCKART,  (jan  van)  Heer  vmOkain^  C^rbaix ^' H^attifi' 
^esj  een  Brabantsch  Ridder,  en  Lid  der  zatnen verbondene 
'Edelen^  was  de  Zoon  van  jan,  Heere  van  Ohainy  Ridder» 
<a  ven  <3RAftL0TTR  D*AfLLT,  <Vronwe  Vaa  fntHfigiestti  Cker- 
fwtaine.  Tot  een  weinig  «aa  het  midden  der  voorgaande  Eeii- 
fwe.bk>eide  dit*  dooriuchtig  Geflagt.  Maximiltaan  var  hhvcka art, 
-Heer '  9an  ^Bifg^^  tet^  kwfle  mafmèl^  oir  van  betzdve ,  over* 

Icedt 


HINdtXRTV'CpINf^AN)  44» 


feedc  in .  dtti  Jttre  *i&S7*  'MetrrfveliAégi^ifheMs  Wieitf 
Oéflagmaynien '  nevan  liém  begmveiui  iOitte>fin«eBan',«(dte^ 
het  «mpc  Vm  Ponmeester  Oeneraal  «o 'Grootjaigennemcer'^ln» 
Brstént  -bekleedde^;  hoewel  liijhec  Veobondfthtift  der  ficUeni 
oddertefcend  iiadcy  firb^c,  in  den  beginie;  geenea  toofdtol 
fe^eeld:  ce  bebbea. .  Aicbei»  vhiden'  wi|  van  hem,  beiadireai 
zijne  Naao^tekening  op  bet  veelgerugtaitakende  Schrift,  aietf 
bijzonders  aangetelcend ,  vóór  hec  ]ur  1577.  Doch  zints  diea 
tijd  fcfaitnc  hIj  sich  te  hebben  iaacen  gebruiken,  cpt  de  gewig* 
a'glle  handelingen  en  ondemeemingen,  ter  reddinge  van  hec  Va- 
derland; als  mede,  rijklijk  gedeeld  ce  hebben  in  hec  vertrou- 
wen van  PrioTe  willem  dien  I.  Men  weet,  dat,  in  *c,geBiel- 
de  jtfur,  binnen  Q^nd^  een  zeer  zwaar  ophoer  voorvieL  Zi^at 
Doorhicbti^eid ,.  veei  belangs  hebbende  bij  de  wijze  van  dea 
afloop  dier  gebemteflfsfe ,  zonde  den  Heer  yan  Oimn.óKtff 
waarts,  om  1^  c^  geeven  op  hec  geen  'er  voorvieL  .I>erHeef 
•WAGENAAK  verbaalCt  dac  ée  Hetr  9An  Oolhuin  tot  deezergdv 
wigdge  bezending  .wierdc  gebruikt*  Doch  de  Heer  te  watè% 
is  van  oprdeeli,  dac  die  aoder^s  f>pteicende  en  üaaiiwkefirifa 
Uiftoriercbrijver  eenen 'anderen*  perfbon,  «naamelijk  iH)auAN'iM 
BERQBSj  Heer  y^n  Odhain,  of  Boihaia^  verkeerdeüik,  daag 
yoor  zal  genojaen  hebben*  T^en  nadechand ,  in  den-  Jaam 
1580 ,  de  Qad^rhandeliflgen  mee  den  Hercog  van  Aiifoo  •war^p 
begcanen  >  over  bet  aoavaapden  ym  de  H^^e  Overheid  daezer 
Landea,  wierdt  van  hinckart,  van  w^ens  d0  Saaten  vap 
9rmkamt^  aan  dien  Priofe  gezonden^  om  de  groote*  zaak  e^ 
flu'cen.  Naderhaid  deedt  hij ,  nevens^  Doktor  joanneó  jiwiüi&rf 
eenen  keer  m  Btrgeiamdf  om  op  fpoed  van  'sHorcogs-AveD- 
koofte  aaa  te  drïngen.  Vcdgens'  den  voortreffisiijkeii  -Scbrijvef 
der  Hiftorie  van  hec  Verbond  en  de  SpaeekTchrifcen  der  Nedec- 
iandfche  Edeletf»  zon  de  Heer  wagznaar,  door.  gelijkheid  vai; 
naamen  misleid ,  bier ,  van  nieuws «  den  hoven  eangewoezep 
aiiallag  ècgiian  Siebben^  Hec  -Jaacfte  Ixdrijf»  welk  wij,  mu^' 
gaande  den  Heere  van  o^ain,  vesaield  vladen,  was  zijne  rc^ 
^e  na  frankffjikf  Mis  nevena  andece-G^Wnten,  uit  naame  dqr 
Algemecne  ScaaceBi  dé  beicbei«i|»gt  eQ>  ()gpeffaeeffbhaib>ij  ^^ 
zer  Landen  aan  den  Koning  diens  'Rijksropte  dcaagen.  De 
Heer  vam  oüai»  pve^leedt  in.japu|tf|j,dQs  Jaara  15^. >  9 

wierdt 


$9^  HINDBLOPBa 


«ierdc  te  Antwerpen  begrttven.  Bij  zijoe  HoUvronwe »  lucre-: 
TA  RANDENR9DB  VAN  DER  AA ,  liet  bij  ott  vler  Dogters.  De; 
9ttdfte  vaa  deeze,  katharina  van  hinckart,  Wierdcde  echc« 
genoote  Ytn  deo  vermaarden  karel  van  levin,  Heere  van  Fm^ 
mars^  eenen  der  Medeondertekenaaren  van  het  Verbond  der  Ede* 
kn,  wakker  Voorvegter  der  Vrijheid,  et  die  voor  de  zaak  dea 
Vaderlands  hec  leeveo  liet* 


Zie  BOB  9  HOOFT  en  te  water. 


•  HiNDËLonif,  de  laatde,  in  nng,  onder  de  elf  Steden  van 
Frieslanii^  legt  in  het  Zuideiijk  gedeelte  van  dat  Gewest,  aan 
de  Zuiderzee,  tusfchen  Stavoren  en  IVerkum.  Haar  en  naam. 
Wil  men ,  zou  zij  ontleend  hebben  van  de  Diergaarde ,  welke , 
van  ouds »  de  Friefcht  Koningen ,  toen  dezelve  hun  verblijf  hiel* 
den  te  Staveren ,  gehad  hebben  op  den  grond ,  op  welken  thans 
ëe  Stad  legt,  en  waar  m,  onder  ander  Vee,  ook  Hinden  zou- 
den bevaard  zijn  geworden.  Van  hooge  Oudheid  moet  voorze- 
ker deeze  Stad  weezen ,  indien  *t  waarheid  zij ,  dat  dezelve ,  naa 
Blvoorens ,  verfcheiden  maiden ,  ten  doel  gefhan  te  hebben  aaA 
deni^plonderlngen  en  brandftigtingen  der  al  vernielende  Nermanneff 
in  den  Jaare  1355  tot  eene  Stad  verheeven,  en  door  den  Potes-^ 
taat  en  de  Staateii  van  *t  Gewest  met  verfcheiden  Vrijheden  en  Voor* 
regten  is  begiftigd.  Aanzienlijke  Gebouwen  vindt  men  in  deeze 
Siad  niet.  Alleenlijk  pronkt  de  Kerk  der  Hervormden  met  eenen 
oiec  ongevalligen  hoogen  Toren.  Door  twee  Leeraars  worde  la 
deeze  Kerk  de  dienst  waargenomen,  Zints  eene  fcheuring,  voor 
ongeveer  veertig  jaaren  onder  de  Doopsgezinden  voorgevallen, 
hebben  dezelve  hier  twee  Gemeenten ,  ieder  van  welke  door 
éénen  Leeraar  wordt  bediend.  Voorts  zijn  de  Burgerhuizen 
meestal  eenzelvig  en  van  gdijke  hoogte:  zo  dat  men  van  buiten 
de  Ptaats  naderende ,  daar  omtrent  weinig  ofiderfchdds  gewaar 
wordt.  Koophandel  gaat  *er  niet  om,  welke  eenigen  naam  mag 
bebben;  de  meéfle  inwooners  zijn  Schippers  of  Bootsgezellen, 
welke  des  Zomers  op  de  Oostzee  en  Noorwegen  vtaren,  mee 
zekere  groote  Schepen ,  Fluiten  genaamd ,  en  den  Winter  on- 
der hun  fezinjun  Land  doorbrengen,    't  Geen  deezA  Stad 

der 


HINDERDAM,  HWiDERSTEtN,  (V/rWi)  enz.    6ot 

Bet  opmerkSnge  waftrdig  maakt,  is,  dat  de  Oude  Friefche  LaAil- 
taal,  hier  en  10  \  nabuuiig  Dorp  Molqmtrumy  zuiverder  dak 
elders  in  *t  geheele  Gewest»  gefproken  wordt:  zodat  de  inwoo- 
ners  van  andere  Steden  en  Oorden^  van  Friesiand  dikmaals 
moeite  hebben »  om  de  Hindelopers  ^  in  hunne  taaie  onder  ei-* 
kander  fpreekende,  in  alles  te  verdaan.  Bij  deeze  bijzonder- 
heid koomt  nog  hunne  Kleedij,  vooral  die  der  Vrouwen,  w^f- 
ke,  vooral  het  hoofddekzel,  van  die  der  overige  Friezen  zeer 
aanmerkelijk  verfchilt.  De  Regeering  der  Stad  bedaat  uit  vi}f 
Bnrgemeesreren >  wien  een  Sekreiaris  is  toegevoegd,  en  zeveo 
Vroedfchapp^n*  ' 

'  HiNDERDAM,  éen  Schans  in  de  rivier  de  f>g/,  omtrent  eai 
mur  gaans  boven  de  Stad  fVeesp ,  ri  vroeg  aldaar  aangeleid ,  om 
aan  den  vijand,  aan  dien  oord,  eenen  idval  in^al/and  te  bete»> 
ten,  en  den  toegang  na  jfmfterdam  af  te  fnijden.  Naadat  óê 
Franfehen^  in  den  Jaare  1671,  ffleesier  zijnde  van  Utreeht\ 
door  overmagt  zich  daar  van  hadden  meester  gemaattt,  is  dé^ 
zelve,  naa  de  ontruimkig,  in  den  voegende  Jaare  1671,  mesw 
kelijk  verbeterd,  ^,  - 

HiNDE&sTEiN,  (V  //ir/j)  in  *t  O  verkwartier  van  *t  StldiC 
van  U tl  echt  ^  in  de  Heerlijkheid  van  Over-  en  Nederlangbr^ek'f 
boven  de  Siad  Utreeht  gefeegen,  was  reeds  beitend  In  den 
Jaare  1436.  Het  Huis  bedaat  voomaamell}k  uit  eenen  grooten 
vierkantigen  Toren,  'van  eene  fraaie  gedaante,  met  eene  -mA 
«ing  daar  nevens.  In  vroegere  digen  hadi  het  Huis,  an  den 
weg,  een  aanzienlijken  Voorbrug;  door  ouderdom  en  gebrtik 
aan  onderhoud  vervallen  zijnde,  is  dezelve,  al  voor  JangCB 
lijd,  geheel  weggebrolcen. 

HoBREEOE,  eene  kleine  Bnurt;  In'Nocrdioiland^  ten  ZA 
den  van  het  aanzienlijk  Dorp  Oasrkuizen\  aan  de  Beemder 
gelegen ,  met  welk  Dorp  deezé  Bnurt  voorheen  phigc  veiee- 
nigd  te  zijn.  In  de  Kerk,  welke  klein- is,  wordt',  «edert  hec 
einde  der  voorgaande  Eeuwe,  door  een  Proponent,  of  eet 
Prediker,  die  geen  Lid  van  de  Klasfis  is,  de  dieoat  wma^ 
nomen.   Van  hiet  ^  dit  Kc^kje^gtaie  eigeo  Lidmaa^eo  iieeft» 

•  maar 


fo6        HODBNPYL^  HODENPYL.  (ff^rs^  «'^a) 


4Pwan  <fat  de  Inwoo^^a,  a|»:  zoduw,  tot  ^  G^mt^m»^  vaf 

;  HoD^NFYLy  of  bij,¥«r]Q(>jrtiog.HM/^^Y  gvnaaiodt  ecoe  Hed^ 
JI)kM4  ia  Ikéfiam^,^  Ê$n,ita  Weatkont^van  den  MaasiamlfcHeii 
.Trekyaar^.  Zij  VRprdc.  t)«giC9Qt  op  ruim  vijfhooderd  Morgeoi 
liHffd;»,  tü^tfi  ,gee«  K«rk4Qrp/,  naar  all^inilijlc  eece  Buurt  vaji 
llfeK  Mr  daar  y^fyf^ï49  HuUeüt  ten  getale  van  riiim  twinüg» 
'Iw  dee^e  Heerlijkibetd,»  ,wU'  mea,  legt  het  b^ste  Weiland.  va9 
9Riaplt:./}«{^4«  en  ji^Qfdi.ik  ye(ft«  qr  .  fin9^tijkfte  alomoif 
vermaarde  Delftfcfae  Boter  gemaakt.  Het  deftig  aloujd  S.Iq^ 
welk  in  deeze  Heerlijkheid  plagt  te  (ban ,  als  de  wooning  der 
JUfêm-.  «0» ,  iMff^Jh  ü  '«^df^t  veraqd^^  ip:  eene  d^foige 
Soe^enwooiÜQg,  die|  tm  :#epe  Laan,  aan  deovbavea  g/siv^ 
4eti  Trekvawt.  uukpo4«ti  ... 

^  HoiVjHitiib.  l.ffe^nm  ^^m),^^.  ai^ttd  Hpliaoflsch  Geilii(gt, 
?i.  welk,  gftaoiüfleelé  MipRcili  J9^  Sc^mva4er,  jgehM  <«  hebbeo  Heer 
AUaoi)T -VAN 3€iqE«BiiC»  Ridder «.:af!kQiQlUg»  meept  men,  vas 
de  Heeren  )^n  avennes  ,  uit  Henegouwen ,  ,caa  vatf  welke, 
naamelijk  jan  van  avennes,  in  'sLands  Gefchiedenisfen  over 
faUtttd:!!.'  HefTAUfvaVT.  wordt,  vermeld  op  het  Jaar  131^ ,  en 

Jitt  naat 

'  i..ijAbfiv:JMjH0S)enp^,.  dieriH)lg& 

I'  sk  MarsMeetOi  yMn.üaéfnfiifi^  $.  getrouwd  o^^t  Philips  va9 
gfmgpa^.Zosm  vaQ..|ao  .UilSKQ^f^^  genoemd  van  Spangen,  vei> 
tiéldliad^n  Jiüim  k^t^-i  en, van- N»  N.  WiUems  Dogter  van  d^ 
IMek  .Uit  Maisga«ct»'Wter(k  ^fO'  ÏQoa,  IHri  van  Spang^fi;, 

gi|oiireibC7 

Jan  VAN  HODPNPYL,  boven  gemeld,  leefde  npg  in  den  Jaarf 
1390.  In  zijn  huwelijk,  met  de  Dogter  van  Dirk  van  der  Made 
^l^abe^l^  van  AMMkft»  yerwe)tte  l^r 

^  d.  'JHdoi  «M  Hoéinpifi^  die  de  Ht^vr^oawe  wlecdt  van  f^U 
^  f  gedchtigden  Basiaart  ym  HertogQ  Aliarednt  v^  Beijeren; 
§f9Uim  <w«a  de  éèrfte  HesF  van  Scfaagaji «.  eo.  4^  Stamvader  vaa 
AariSeflflgiu  - 

t :  Dniff  "«8»  fliÉ)tMM«  tMe^m  ganoemd,  al»  Bidder  venMekl 
•.     •    '  -  in 


HODENPVL.  («fWJ»  van)  «o> 


in  den  Jaare  1404,  tronwae  met  N^  N.  van  Niemfiede,  Dogcet 
van  Heere  Gerrit  van  Heemftede  en  van  Maria  vaö  Pokmetf. 
Cfir  deezen  Echt  verwekte  hij : 
*    f .  Jan  HODENPVL ,  die  vorgc, 

2.-  Maehtelt  van  Hodenpijly  In  deiir  Jaarè  1434»   getrouwd 
kk'et'  Alferd  van  der  Horst. 

^  N.  N.  van  Hodtnpijl,  die  dè  hüisvronwe  wierdt  van  dAi 
Heere  van  Scavenesfe ,  «ö  Zeeland^  uit  het  Gedagt  van  He«nvHot. 

4.  N*  N.  van  Hodenpijl,  gehuwd  aan  den  Heere  vanHanesfe. 
t  Omtrent  deezen  tijd  leeffle  ook  zekere  Artnd  van  Hodenpiii^ 
van  welken  't  niet  zeker  i?,  In  wdken  graad  van  bloedverwanc- 
fchap  hij  de  gemelden  bellondt.  Dit  weet  men ,  dat  hij  in  hu- 
welijk hadt  Alida  Uiterlier ,  Dogter  van  Simon  üiterlier  en  van 
CtemeBda  vaö  dèn  BóvTkhorst,  en  i/cduwe  van  Albert,  Bbst- 
aart  van  Befjeren.  Hij  Get  eeden  Zoon-  oaa,  inagelijlB  Artn^ 
van  Hüdenpijl  gertaanrd »  die  in  deii'  edit  tradc  met  CorntUm 
Ruigroky  en  bij  dêiz'elve  Vader  wierdt  vaa  vier  kinderen:  uj^ 
ris  van  HoéHipifi-^  getrouwd  mét  N.  de  Cock  van  Oppijnea; 
uit  GeMer land ;  2.  Soete  van  Hotfenp^h  gehuwd  met  ]mi. van 
Ramei9waal,  ia  Zeeland^  3.  Affda  van  HoéiÉpiji\  ^  Bartofm 
vaffHodenpijf. 

.  }Mi  VAN  HODENPTt^  boven  genoemd ,  Ridder,  (faeovelde  ia 
d^ Zeedag  voor  Bronweréhavün,  in  den  Jaare  1426.  Uitzijü 
hnweiijlt,  met  ElizaBeth^  Dogter  van  FIocüs  van  Haamftedê', 
liet  hij  naa, 

•  Jan  VAN  MobiéNÏPTi.V  diei  naa  het  kinderloos  overlijden  v» 
2ljn  Moéder^èroieder^'Costijn  van  Haanlllede,  Heer  van  Haam^ 
itede. wierdt.  M  dén  Javre  14^4  ieefUe  hij  nog*,  in  boogen  oif* 
derdom.  üit'feiJnhuWeHjk,  toer  N.  van  ndrMnwnt^  in  H«- 
iiegöttwert  ,  ^ei-dï  fiem  gebooren  ,  behalven  Wttemina  vak 
Mfd^pijf,  die 'de  huisvrouw  wierdrvan  Gerrit  van  Poelgeest^ 
Rïdder« 

:  jAiiHo&ExP^L  -nétié  Verkögt  2r^*ne  Heerlijfcheid'  HhiMlédè 
«aii  ^Joés:ié^ït  va&*dêr  Gruitht(i:^h ,  Stadhouder  van  Honaa4. 
j(line:  HdisviK)8^e -wa»  /zitMla  van  Naalé'aifk^  Dogter  vaii 
WiUemt-van^NMïit^Ijk'ei^  van  Wineisfin»  vafiffigmónd,  esb^^ 
Mjbter,  Va^van 

•  r.  JoRïr VAN'HbDEwm ,'  die  vóïgt.'      ■    ^ 


êo9  HOEFNAGEL,  (GEORG) 


s.  Catkarina  ¥an  Hodenpif/. Omtrent  deezen  tijd  \^M^ 

ook,  doch  onzeker  In  welken  gr^Md  van  bloedverwtntfcbap  met 
de  overigen ,  A^.  van  Hodenpifl^  de  echt^enoote  van  Adrwat 
van  Zwieien,  Heere  van  Opmeer.  Ridder^  Zoone  van  Jan  van 
l^ivieten ,  Schout  van  Leiden ,  en  van  Maria  van  der  Abeele. 

Jan  van  hodenpyl  ,  boven  gemeld ,  wordt  vermeld  op  het 
]iar  1486,  en  (lierf  in  den  Jaare  1500,  zonder  kinderen.  iVIec 
.kem  mm  dus  dit  oudadclijk  geflagt  een  einde. 

Zie  SCHOTANUS ;   Oude  Hêll.  Krêttéjk  i 

8.  VAN  LSCUW£N»  Bot»  ///. 


•    HosfNACEL^  .C<>E0H0)  een  Nedertandseh  Kunstfchitder^  g9^ 
boofen  te  Aniudpat^  in  den  Jaare  I5459.g9^z>ch,  al  vroege 
over  aan  de  beoefiènittg»  d«r  Schilderkunst^  tegen  den  zin  zijuer 
Ouderen»  die  een  omwerp  gemaakt  hadden  om  hem  tot  de  BouW'; 
Icaosc  op  te  leiden*,   in  de  plondering  van  Antwtrpen^  nevet» 
veelfQ  hunner  medeborg^en ,  vim  alles  beroofd  zijnde ,  verzeide 
tjonge  uoKFNAC£L den  vermaarden  Aardrijkskundige  abraham 
oRTEUUSy  op  deszelfs  reize  na  DuitschlanJ.     T^r  goeder  uure 
xwierdt  hij  hier  bekend  aaii  den  Hertogf  van  htijtrtn ,  en  boodt 
Jiem  eenigd  van  zijne  Tekeningen  aan.    Hoefnagel  ontving  daar 
.voor  een  gefchenki  groot  genoeg,  om  uit  hetzelve  eeue  reizt 
na  Italië  te  bekostigen.     ]3Jj  zijne  wederkomst  boodt  hij  zich, 
van  nienws,  zijoen  Weldoener  aan,  die  hem  thans,  ali  Hof- 
Jichllder,  in  zijnen  dienst  nam.    Naa  ^sHertogs  overlijden  oe& 
4ende  hij ,  in  de  zelfde  hoedmiigheld»  zijne  kunst  aan  \  Hof 
.yan  PERDiNAND  '9an  ln[pryc9.    Deeze  fteldeheim  te  werk  aan 
ii^t  fchilderen  van  een  Misboek.    Acht .  jaaren  leide  hij  daar  aa« 
ie  koste.   Men  hiel(}t  het  voor  een  meesterftuk  in  zijne  (borc 
Naaderhand  wierdt  hij  Hoffdiilder  van  Keizer  rüdolf.    Voor 
4l^ezen  fdiilderde  hij  vier  Boeken  met  Dieren.  .Hec  eerde  Boek 
beftondt  uit  viervoetige,  liet  tweede  uit  Itruipeode  Dieren,  hec 
idejrdf  uit  Vogelen,  het  vierde  uit  Visfcben.    In  de  kunst  vaa 
dier^childeren  bellondt  zijne  voornaai^e  ilarkce.  Wijden  gaat 
hem  de  naam  naa,  dat  hij  tot  de  Dichtkupd^  -fiiet  ongefebtU 
%vas,  en  draagtflijke  Latijnfche  en  HoogduitTctae  Vaerzea  jaaakte. 


HODORPi  (HENRik)  é«^ 


iij  zijn  overlijden,  in  den  Jaare  léoo^  liet  bij,  nevens  aanzica- 
üjke  goederen  en  een  beroemden  naam>  door  de  beoeffening 
van  zijne  kunst  verworven,  eenen  Zoop  naa,  joannes  hoe^na^'' 
(GBLt  die,  insgelijks  door  de  behandeling  van  *t  peuzeel ,  een  goe« 
den  naam  gemaakt  heeft^ 

Zie  sandrard; 


HoDORP ,  (henrik)  een  HpUandfcbe  Koopvaardijfchipper  ^  oiri 
2ijn  manhaftig  bedrijf  tegen  de  Turken ,  wel  waardig  om  bij  de 
naakoomelingfchap  gedagc  te  worden.  In  den  Jaare  z6p3  zi.qh 
inet  zijn  Schip  bevindende  in  de  Middelandfche  Zee,  wierdt  hij 
aangetast  door  drie  Turicfche  Zeeroovers4  Naa  lang  en  hevig 
yegcen,  gelukte  bet  denTurken,  hem  aan  boord  te  klampen,  en 
honderd  mim  op  zijn  Schip  over  te  zetten.  Hodorp  begaf  zich 
Jilerop  na  de  Bak  en  Schans,  en  verweerde  zich  van  daar  zef 
dapper,  dat  als  de  Turken  op  hem  zogten  in  te  dringen,  hij « 
door  middel  van  Springkisten ,  een  goed  getal  van  dezelve  deede 
in  de  lucht  vliegen.  Toen  decdt  hij  met  de  zijnen  eenen  uitval^ 
zuiverde  zijn  liaifdek  van  de  vijanden,  en  noodzaakte  dezelve^ 
in  het  voorde  gedeelte  van  het  Schip ,  eene  wijkplaats  te  zoeken. 
Vervolgens  worp  hij  zo  hevig  mee  Handgranaaten ,  en  fchoot/ 
langs  1iet  Schip,  met  zijn  gefcïmt  zo  geweldig,  datdeTurkent 
ten  langen  laatde,  genoodzacakt  wierden,  zijn  Schip  te  verlaaten. 
Thans  wendde  hodorp  na  den  Wal,  met  oogmerk •  om  zijnenf 
vijand  te  ontzeilen.  Doch  de  Turken  vervolgden  hem  derwaarts^' 
en  vielen,  van  nieuws,  op  hem  aan^  De  moedige  Kapitein  was 
nu  zeer  zwaar  gekwetst,  en  hadt,"V«n  al  zijn  Volky  zo  myi 
gezonden  als  gekwetften,  niet  meer  overig  dan  drieendertig  maqr 
een  veel  te  zwak i^etal ,  om  aan  roovera ,  togtig  na  buit,  hpc 
hoofd  te  kunnen  bieden.  Om  evenwel  hunnen  wensch  te  verljd^« 
len,  wierdt  hodorp  nu  te  raade,  zijn  Schip  in  br^d  te  fle^? 
ken,  en  zich  voorts^,  met  al  zijn  Voik,  in  de  Bootmaan  de  ge-' 
nade  der  Golven  over  tegeeven,  in  ide  hoop  yan  eenig  Schtp^ 
of  Land  te  zullen  aantreffen.-  Hij  voerde-  rt^ed^  twee  gevanffen» 
Turken,  van  de  geenen,  die  eerst  zijn  Schip  geen^erd  hadden.- 
Naa  eeiiig  omz wcrvf n  in  Zee ,  naderden  zij  de  Spaanfche  Ku$t. 

XX.  DEEL»  '  Qc^  Hiotf* 


€to  HOEKSCHE  WAARD,  HOELTZLINUS. rjEREMIASl 

lOer  ootmoetteo  2fj  vijf  Gtffelen  ,  die  hodorp  nevens  de  andefe 
gekwetfteo  overnsmen.  Het  gezond  Volk  vervolgde  zijne  reize^ 
net  de  Boot ,  ea  kwam  l^eliottden  in  Spanje  aan  land. 

Zie  Eur^pifckê  Mercurius,  Deel  I.  Sc.  4«. 


HoEKscHEN ;  zie  kabeljaauwscren. 

HoEESCHB- WAARD,  eene  uitgeftrektheid  gronds  in  Zuid- Bol* 
land^  ten  Noorden  van  de  Onde  Maaze ,  ten  Zuiden  van  Hol' 
Jamdt  Diep  gelegen ,  trekkende  voorts  tusfclien  de  Grooce  Kil , 
«die  iangs  *t  Eiland,  waar  op  Dordrecht  tegt,  loopt ,  en  hec 
^poi ,  *c  welk  langs  liet  Land  van  Voorne  en  Putten  (boomt. 
In  dit  Diftrikt  leggen  de  Landen  van  Strtjen^  Oud  en  Niew»* 
Bêijerhmd^  Motrkerkerland  en  de  Heerlijkheid  Goldfchalksoordm 
De  geweldige  Overftrooming,  van  den  Jaare  1421,.  van  welke 
men  nog  Heden  de  droevige  overbiijfzels  ziet  boven  Dordrecht^ 
zette  insgeüjki  alle  deeze  Landen  onder  water ;  waaruit ,  egter  r 
dezelve  zedert  zijn  opgékoomen ,  en  gebragt  in  eenen  Dijkring  » 
om  welken  gelied  rond  te  loopen ,  een  goed  Voetganger  eeir 
gebeelen  Zomeribhen  dag  noodig  heeft.  De  bijzondere  deelen  , 
in  deeze  aitgeftréktheid  gdegón ,  worden ,  ieder  op  zijne  plaau  p 
befchreeven. 

HoELTZLiNUs,  (  jEREMi AS  ) '  gèbooreu  te  Neuwenberg  ^  doelt 
opgevoegd  te  Augthurg ,  en  naderhand  aan  de  Hoogefchoole  te 
jtltorf.    Hier  lelde  hij  zich  met  de  borst  toe  op  de  kennisft  der 
Griekfche  Taaie  en  der  Wijsbegeerte  van  dien  tijd.    In  bddqi 
vierdt  hl}  doorkundig,  door  het  leezen  der  Schriften  vooral  van 
ARisTOTELEs  en  PLATO ;  van  de  katfte  in  *t  bijzonder  was  hij 
ten  groot  bewonderaar.    Acirt  jaaren  hier  mede  hébbende  door- 
gebragt,  en  naa  dat  bij  dcb  trap  vta  Leenuir  in  dé  Wijsbegeerte 
badt  beklommen ,  gaf  hij  zibh  over  aan  het  beoeflfenen  der  He* « 
breeuwfcbe  Taaie  en  het  onderzoeken  van  de  H.  Schrifhiare. 
Wel  liaast  vondt  hij  no  gel^enheid ,  om  zijne  verkreegene  kmi- 
digbeden  een  nutte  aan  te  wenden*    Het  Rektorfdiap  van  hec 
Koliegie  te  Amberg ,  in  óeaOffer^Paltt^  wierdt  hem  opgedraa- 

Sen. 


HOËLTZLINUS ,  QEREMtAS)  HOËNROOP.     6tt 


mmmmmm^mrmmrmmmmmm^m^m 


gofu  D0A  de  Oorloc  ooioAsaftkte  heii  vn  dnr  te  vertrek- 
ken;  met  Agterieatiiig  yen  het  beste  gedeelte  zijtm  goedereii^ 
mm  hij  öe  wQk  nt  Rr9WU9.  Met  kog  hadt  kij  «Meur  ver^ 
foefd,  of  de  Gmf  mn  B^mthem  beftoot,  het  belkior  Vflo  zijn 
KoU^gie  i«  Rkede  aap  kett  op  se  d^ageo;  doch  ^eOraaven 
overlijden  verhinderde  de  volvoering  van  dit  ontwerp.  Toen 
was  voer  hoeltzliïius  diergelijk  een  bewind  in  de  S»d  Ham 
bereid;  doch  hij  kon  niet  befluiteii,  zich  bk>ot  te  geeven  aan 
de. woede  van  *t  Keizerijk  Kri jgs volk,. *t  welk,  in  dienoord, 
de  verstgaande  bnltenfpoorigbeden  pleegde.  Hierin  wlerdt 
bij  te  raade»  elders  na  eene  veilige  fchuilplaats  uit  te  zien; 
deeze  voodt  hij  in  H^Uané.  Hij  zene  zich  te  Leid€n  neder  f 
en  gaf  *er  eene  Overzetting  der  Pfiilmen  m  't  Ikrhc,  welke, 
bij  des  kundigen,  voor  zeer  naanwkeurig  wordt  gehouden. 
Wel  haast  wierdt  hij  te  Middelburg  en  in  den  Mriei  beroe- 
pen. De  Bezorgers  der  Hoogefchoole,  *$  Mant  waarde  héb- 
bende ieeren  kennen  en  hoogfchacten,  booden  hem  het  Hoog- 
leeraarampc  aan  in  de  Griekrche  Taaie,  onlangi  door  ^en  ge- 
leerden vossius  afgedaan.  Onder  het  waarneemen  vu  deezen 
post  ondernam  hij  de  Latijnfche  Vertaaling  van  apollonius 
RHODius,  en  voltooide  dezelve,  onder  gedunrige  licbaamson- 
gefteldbeid,  zes  dagen  vóór  zijnen  dood.  Hij  overleedt  aan 
de  waterzucht,  en  bijkans  met  de  pen  in  de  hand,  op  dea 
95  Janujuri]  des  Jaars  1641.  *sMans  Vertaaling,  nevens  deaan« 
■lerkingen  op  dien'  Schrijver,  kwam  nog  fai  *t'zelMe  jaar,  bij 
iLZEviBR,  in  '*t  Kcht.  Uit  zijn  huwelijk  mee  de  Dogter  van 
eenen  Leeraar  w  Neurenberg  heeft  hij  geene  Underen  usage- 
baten. 

Zie  BAVLB,  D/d.  Crit. 

HoÊNKOOP ,  of  ook  wel  Bênkoep  genaamd ,  eene  Heerlijk- 
heid op  Stichtfchen  bodem  ,  en  aan  die  Provbicie  leenroeifgy 
boewei  bijkans  aan  alle  zijden  van  bet  Holhmdibhe  grondge- 
bied omgeeven.  In  haaren  omvang  bevat  deeze  Heerlijkheid 
zeshonderdvierentagtig  Morgens  Lands,  en  een  Gehngt  van 
ongeveer  denjg  Hmzen,  nevens  een  Scho<^uis.  Wijlen  de 
Heer  Mr.  willem  huyghens.  Hoofdofficier ,  naaderfaand  Bnr- 
gonee^er  van  Amfi¥rdam9  was  Heer  daezer  HeerU^held. 

Qq  2  HoBüFT, 


*M  HoEUFf. 

HoJStJFT,  een  zeer  oud  en  aanzienlijk  adefijk  Géflagt,  00^^ 
ipronklijk'  uit  ff^aUek  Flaaudtren ,  ea  waar  van  zich  naderhand 
ook  ^nige  Takken  door  de  Nederlanden  hebben  nikgefpfeid; 
Vóör  meer  dan  drie  Eeuwen  hadt  dit  Gefhgt  zich  neder  gezet 
te  Roermond.  Een  ongelukkige  Brand,  in  die  Stad  oncfhan> 
trof  en  befchadigde  ook  merkelijk  de  oorfpronklljke  Stukken  en 
Lijsten  dien»  Geflagcs.  Genoeg,  egter,  wierdt  *er  uit  gered; 
tot  het  geèven  van  een  aaneeogefchakeld  berigt  der  Opvolgingei 
Zie  hier  den  volgreeks ,  weiken  wij  daar  van  vermeld  vinden»   ' 

Aan  't  hoofd  deezer  Edele  Heeren  vinden  wij  vermeld , 
'   Walgand  hoeüft.  Ridder.    Hij  leefde  in  den- Jaare  1140* 
en  hadt  in  huwelijk  eene  Dogter  van  den  Heere  van  Anthoing^ 
een  doorluchtig  Gêflagt,  en  bij  haar  verwekt  eenen  Zoon^         ' 

Roeland  uuëuft,  Ridder,  die  in  huwelijk  nam  eene  Dogter 
van  den  liècre  van  Vlierden  y  Edeimaa  uic  het  Land  van  Gulik. 
Bij  haar  was  hij  Vader  van 

.    Gautier,  of  WQUTW  HOEÜFT,  getrouwd  met  de  Dogter  van 
4en  Heere  de  Sombres ,  uit  welke  geboeren  wierdt 

Willem  iiqeuft  >  die  wederom  de  Vader  was ,  bij  N.  N.  van 
,  Wouter  HOEUFT,  Baanderridder,  gelijk  blijkt  uit  de  befchri)-< 
ving  van  een  WorfteUpeU  in  den  Jaare  1298,  te  Rijsfel  aange^' 
rigt,  *t  well^  van  den  Graave  van  Vlaanderen  en  andere  Neder* 
Jandfche  Edelen  wierdt-  bijgewoond.  Hij  trouwde  met  Vrouwe 
Geertrui  van  Hoffiad^  en  verwekte  bif  dezelve 
.  JouAN  uoEüVT ,  Schildknaap.  H^j  was  ee»  der  eerfle  Sdbepe» 
Ben  van  Jperen^  in  de  Jaaren  1308,.  1311  en.1314,  en  ftierf 
in  den  Jaare  13 15,  hebbende  in  huwelijk  gehad  Scphia  Loer* 
biichy  en  verwekte  bij  dezelve »  .        1 

I*  Arnovd»  die  volgt» 

2.  Wouter, 
. .  3>  DanieL 

4.  Maria  ^  Abtdi»  van  Perk.. 

5.  Alix  y  gehuwd ,  in  den  Jaare  134a ,  met  Samfon  van  Zvie* 
Hingen,  Schildknaap.       •  ,   , 

Arnoud  liet  twee  Zoonen  naa:  •: 

.  Liber$  ÓQXi  jongften,  die  uit  twee  huwelijken  geene  kinderea 
oaaUet ,  en 

Tassard.  i^ut  nam  ter  Vrouwe  Btatri»  van  Borsfeie  ^  cê 

...  r  '-  ve»» 


HOEüFT-  6i^ 


^am 


verwekte  tij  .d^elye  verfchelden  kinderen.  Zijn  naageflagt  heeft ,  - 
rot  diep  in  de  Vijftiende  Eeuwe ,  Hand  gehouden ,  en^ vermaag-: 
f  Aapte  zich,  door/hu^weliik,  aan  verfchelden  der  aanzienlijke 
Wederlandfche  Huizw.  .  Dodi  d^  ^ov€ni;welde  Br^a*  «;  Qor-, 
zaak  ,  dat  verfchelden  bijzonderheden  ,    he^zielve  b^efende,. 
^or  de^  naajiQOnidwigfchap  onb^lWPd  I5ij9..g?bieeve9» 
i:  Wouter  y  ^qv^n  jenwld,  als.  twee^  Zqoa  van.rtleer^  jo- 
HAM,   verzeldft,  nejiten»  zii«e  woe:  b«)wiera  ^^wi»^  e9;/>^'> 
i^ttf/,  de  Heitogen  van  .Bourgondife  i«  dc  .Fcanfcb^  ttojlQgftn*. 
In  de  oude  Handves^^  van  de  AböH)!J?ia.Matchieiin9  ^  ^ffpr-, 
den  zij  AMijki  Ridders  genoemd.-. ; Hij  ,flierf  in.idqn  Jaare 
1340,  en  wierdtjt  newena  zijne. Qewialipnp  JoAapva,  D^d^i;^» 
é^  Poperingen y/wi  4e  JParochjekefk  JfiiP^.Michi^Is.bftgrpave?^ 
Wï  een  Giaffttirifty,  wg  hed^:a»ft.^e^«9L^^r  jöu»i5cn'^Y^lf:die 
Kerk  te  leezen,  kan  dit  blijken.     Hij  liet  vier  kinderen  rxi^',  , 

j      s.  Jaisi^  dle.tvolgt»,    •    w  .-^^.1  't.'..\  1       ;       ..      • 

•'.     Bf  /«<?Wi^A  :g(f^opwd4aet3Q»dew'ijuvna  Haut^nft.Srfuid* 

r  ,   .    .    ,taf?^p-.:.    .   f  -.;  7,...7    ,•      ;   •    .  '  f  •  =  :.     • 

.  Jan  4iam  ter  Vrouwe  N.  van  J^elffe^  gezegd  E/txgrmers^ 
en  won  bij  haar  twee  Zoooen/:? :*3itit/«B.!Pü'/ri',  Ridders,,  in 
.fi4dttsC;de^\Her^0PAvaR;BrabaiQi!r'jen^:.  cmde^  het  opiperbéyel 
van  den  Bi^rggraire  y;au  LentHirgv/ifiSenwErardig  in  den  Veld- 
4ag  vap  ^;ia^U^,'  In  GuUkeclaod^.^  Gif  bijli;tv  uit  .e^adiéxel 
^s  Herfqga;,yian,n9ourgo9dift:eil  JimblOd»  Vin  deD.|ttreyi3<^9« 
aan  Jan  gezonden,  waarin  jiifT<^eilitiaand  wordt i  Krijgsvolk 
aan  te  voeren,  «n  de  goede  vob^ieéKlea ^zijner  VpofoQderen 
jiaa  > te  volden., ,  ^^^^i^  i\  tfj^/^ieAf^ jdej,- 1  hlünn^  VotftenC  getiou- 
j^f lijk  gediend, ^a4d^  ,In  't  Qi^fefitif^idea  bevels  avoodc  Jaai 
genoemd  Ridder ,  Raad  en  Kamerheer»  Pieter  flierf  zonder 
tingeren.     »^        \  -  ;     .-.  '   '\  r.  .  »/ï  .  •:  »  . , 

t^jAN^m  a^r  ytfi^Hrfi  Maria  Crju»mêh  Deeee  verkoos, 
ff3\  zi^n  vast,yqf.b|ijfi.ïf!  Scad:Ro«tDi0O[l,  ijóofclftad  van  Spaaiis«h 
Gelder;  't  w^ik- v^l^p  rb^^ft  4o^9, Selóoven,  dac  het  Geflagc 
van  HOEUFT  uit  dat  Gewest  af komflig  wa^.  Het  wierdc  al- 
Aar  tot  den  Adelftand  verheven  en  tot  d^  Regeering  bevor- 
fierd»  en  vertoefde  op  tot  in  de  Staatsomwenteling  van  den 

Qq  3  Jaare 


i* 


ift,4  MÖEÜPT. 


Jiare  1585,  wanneer  het  vaa  ^tetf  venrolu    }an  fiet  eenm 
Zoon  aaa, 

DiDERiK  hoeuft;  Mj  was  Burgetteeater  van  Roenoond,  ea 
cradt  in  huwelijk  mee  Agoes  v*n  Baule  >an  Kriekenberg,  bij 
welke  hf {  verwekte , 

AaNouD  BOEUFT»  Schüdkiiaip ,  Schepen  van  Roermotid,  eii 
getrouwd  met  Agnes  Ü^ëufty  zijne  Nfgt.  Hij  overleeft,  in 
den  Jaare  1431  >  en  wierdt  ^eg^aven  in  het  Koor  der  Karthili* 
Z0r8»  bhitien  gemelde  Sta4  Nog  zeer  langen  iijd  daar  naa, 
wierden,  len  zijnen  behoeve,  weeklijks,  vier  Zielmisfen  ge» 
daan;  \t  de  Kapel  van  Dethtehem,  op  het  Altaar  van  St.  Mar*" 
gareta  t  in  gemelde  Klooster,  en  aan  tien  armen,  aHe  weeken^ 
eenig  Koom  en  Bier  uitgedeeld :  aües ,  ^t  kragt  van  zekere 
maakinge  aan  de  Vad<srs  Karthuteers*  Mnoüd  fiet  eenen  Zoon 
naa»  ■         '   ' 

DiDERiK  genaamd.  Hij  wfti  insgell|ks  Lid  der  Regeerhige  te 
Jloermond.  In  den  Jaare  1460  voegde*  htj  eene  weekKjkfche 
Misfe  en  fm  jaarlfjttftlhed  Lljkdienst  bH  zijiia  Vaders  Stigtinge. 
Bij  zijn  overlijden»  voorgevallen  in  den  Jaare  1479,  bleeven 
van  hem  over »  uit  zijn  huwelijk  met  iWÜgmêe  tén  éer  Crf «* 
«Tr,  tww  2oönen: 
Diéerikj  die  ongébvwd.flbrf ,  en 

AsMouD ,  welke  in  den  echt  mdt  nm'  liêbém  Riteren  van 
Bümey  Met  deeze  verip«eg^hij  verfirbüden  f,and*  en  Lee&goe^ 
deren ,  leeifroerJg  aab  \m  GMflfehap  Horte,  weHee,  tot  heden 
0e  ^  de  eigeaidóm  der  aMiantaellagtn  voft  Heërê  armoud  geblee* 
vtn  zijttr^  Mtj  hadt 'Zea 'fckMierèn : 
I*  3f^an ,  Karthuizer  Monnik* 

s.  Christ^ffhl ,  gehuwd  met  Caüüürina  Cremer ,  bij  weflce 
hij  eene  Dogcer  won ,  dfe  4^  bulsvlrou^^  wlerdt  van  Oiderik 
Pugtlink,     '  . 

3*  Godaard ^  getrouwd  met  Catharina  van  Hel,  en  bij  dezefve 
Vader  van  twee  Dbgters,  van  welke  de  oudfle  die  ech^enooto 
wlerdt  van  Diderik  Spiegel;  de  jongde  hidt,  naa  elkander,  dti^ 
ilannen;  Christofièl  Cremer,  N.  Ldb  en  Nf  Salm. 

4,  DiDERiir,  óSt  volgt. 

5.  Maria  i  Noöne. 


é»  AUHSf 


HOEurr.  ««s 


^  6.  Anna 9  die,  in  eea  eerde  hawel|}k,  hadc  Adolf  Roijea, 
en  voor  haar  en  tweeden  Man»  Meindert  van  Nederfaoye. 

DiDERiK  verkoos  tot  echcgeooote  Catlufrina  Verken^  en 
wierdt,  bij  haar.  Vader. v^n  vier  kinderen: 

j.  DiderU ,  i^etrouwd .  met  <kertruid  van  Crogliten ,  bi) 
wdke  hij  drie  kinderen  teelde,  allen  zonder  laakoaaelingen 
geftorven.  £en  der  Zoonen  hadc  in  huwelijk  gdwd  Anna  van 
Steijne. 

2.  Arnoud^^  gehuwd  mee  IzabeUe  Si^ue,  bij  welke  hij  ver- 
wekte drie  Zoonen  en  twee  Dpgcera^ .  ]&ene.viq^ifeeze  hierf 
ongehuwd;  ét  andere  trouwde  mee  Theobald  Erlewijn.    Ben 
4er  drie  Zoonen  XUerf  in  zijne  jengd  ^  de  tweede ,  Arnwd  ge* 
aaamd,  trouwde  met  Maria  Mack,  en  verwekte  eesen  Zoon». 
Daniel  geheeten,  doch  die,  uit  zijn  huwelijk  met  .Cadianna 
Duafel,  geen  krooat  aaaliec*   De  derde  Zoon,  met  naame  />i- 
dtrik^  wierdt^  bij.  Sibi|lle  Beek,  Vader  van  e^e  I>egter,  |Rf*. 
geli§ks  Sibijtte  geioemd,  die  de  imisViroow  wlerdt  vab  C«rani. 
Pttgtlink. 

3«  EUzabêtta ,  gemAiwd  niet  Dtider& .  vin  )Crughten» 

4«  Jan  «oevft,  gdiuwd  aan  Catharina  van  Wet^èm,  en* 
Lid  der  Regeetinge  van  Roermond,  toe  in  den  Jaare  is^t 
wanneer  hij»  dewijl  bij  den  Proteatantlchea'GoMiettfit  wu  toe- 
gedaan) zich  genoodzaakt  vondt ,  zijne  woonftede  te  verlaateik- 
Ëerat  trok  hij,  met  zijn  gezin,  na  Aken,  voorts  na  Luik,  en 
«hidell|k  oa  Uhisbergen,  ilwaar  bij»  in  den  Jaare  iiSai,  in 
het  vijfentachtigfte  jaar  zijns  ouderdoms,  overleedt.  Zoinml* 
gen  van  zijn  gezin  bleeven  in^dat  Land;  anderen  begaven  zich 
êa  Frankrijk  en  HoIUmd.  Hij  M«fc  zeven  kinderen  naa:  vier 
Dogcers,  die  aNen  in  1  huwelijk  traden ,  en  eene  van  wdke, 
4e  huisvrouw  van  P.  FaMctus^  van  Gresfeningh,  na  Funk* 
rijk  trok.  Zo  deedt  ook  Jan  H^euft^  een  zijner , Zoonen , 
en  wierdt  'er  Raad  en  Sekretaris  des  Konings,  en  Kommisfa^ 
ris  der  Algemeene*  Staatèn  der  Verèenigde  Nedertanden,  -  Hij 
Weif,  ongehuwd,  fai  den  Jaare  x($5i.  De  twee  andere  Zoo* 
tiea  waren: 

l*  Christefel  Hoeuft  t  die  ziclh  te  Uirecht  «edef zette,  en  al- 
daar eene  echtverbintema  aanging  met  Agnes  van  Beth  Hij 
•lUerf  aldaar,  en  wierdt  in  dé  Kerk  van  St.  Catharina  begraa- 

Qq  4  ven* 


^(i  ïiÖtVFT, 


.  r    .      •• 


vcn,'g€iijk  blijkt  uit  rijnè  Adelfjke  Kwartieren,  boven  zijn« 
Grafftede,  in  het  Koor  der  gemelde  Kerke,  nog  heden  te  zien. 
Hij  Ifet  naa  vijf  kinderen  ' 

I.  jinna^  getrouwd  met  L*  Oostcrwijk. 
^•"Margafetèd  y  de  huisvrouw  van  D.  de  la  Croix. 
'•      ^^Catharlna^  echtgenobte  van  Oétavlode  Strada,    Vrij' 
j    '  heer  e  van  Aubier^  en  van  Cournon. 

4*  Jan  y  gehuwd  met  Louife  Regnon  van  Chaligni » 

5f  Üodefroi^  getrouwd  met  Maria  de  Mandat.     Beide  dee- 

zen  zetleden  zich  in  Frankrijk  neder, 

)  3.  DiDERiB  HOEUFT  nam  zijn  vast  verblijf  te  Dtrdrecht ,  en 

verwekte ,  bij  zijne  huisvrouwe  Anna  Luis ,  tien  kinderen  s 

drie  Zoonen  en  zeven  Dogters*    Van  zijne  Dogters  bleeven  drie 

ongehuwd.    Eene  van  de  vier  overige  trouwde  met  Gabriel  de 

Paulmier,  Meere  van^  St.  Andries,  Veldmaarfchalk  van  Franlc* 

rijk;  de  tweede,  tatt  Andriés  Mammouchet,  Heere  van  Hoon 

dringe;  de  derde,   met  Thomas  Cletfdier,   Burgemeester  vao 

Amersfoort;  en  de  vierde,  met  Jan  de  Valló,  Raad  der  Stad 

ÏDordrechc.    Pe  drie  Zbonea  waren:  A.  ja^;  B.  MATTHi£u.s; 

jP,  DIDERIK. 

e  A.  Jam  uoeufti  woonde  te  Utrecht,  en  tradt  ^er  in  den  echt 
met  IzabfiUe  DeuÈs^  bij  welke  h^  negeü  kinderen  won;  vie& 
Zoonen  en  vijf  Dogters.     ;    .  - 

•  I.  Arnoudy  Qugdiuwd  gellorven. 

«IL  Jan  Hierot$ijmus9  Dtombeer  te  Vcrecht»  nam  ter  vrouwe 
Maria  de  Malapert ,  doch  ftiecf  kinderloos, 
ill;  Gideon,  £er(le  Lid  der  Scaaten  'sLands  van  Utrecht,  ii\ 
den  Jaare  1686  ,  Afgevaardigde  ter  Admiraliteit  io  den  Jaare 
\t9Si  en,  in  den  Jaace  i^pg,  ter  Vergadurüïge  der  Algemeen^ 
Staateo.  Hij  was  tweemaal- g.e;rouwd  gc\y^est»;  eerst  met  Sara 
f^uqius,  daarna  me^  Caihsu'iua  Copal,  doc\i  verw,el(te  .bijgeene 
van  beiden  kinderen.     ,  .     -     < 

•IV.  Jofephy  Heer  vau  Lunenburg,  Raad.  in  de  Vroedfchap 
der  Stad  Utrecht,  en  Afgevaardigde  ter  Admiraliteit.  Bij  ziju^ 
liuisvrouwe  Condanda  van  Thol  liet  bij  eene  Dogter  naa« 

.   V.  Anna  Cathfitina ,  ongehuwd.  ■ 
YI,  Elizabeth^  insgeiijks  nooit  getrouwd,  ^ 


VU,  huh 


^.\ 


HOEUFT.  •  €t7  ^ 


•JWI.  ItaBeiie ,  geliuwd  met  Hendrik  van  üittenhoven ,  Heeire 
van  Amelis witordt ,  Prefident  van  de  Ridderfchap  des  Lands  van 
Utrecht,  Luitenant-Generaal  vai)  het  Voetvolk  in  dienst  van  den 
Staat  en  Kommandant  van  *s  Heitogeflbosch.  •     ^ 

Vin.  Anna  MariAy  de  echtgenoote  van  Jan  Bodaan  Cour- 
ten, Heere  van  St.  Laurens  en  Pappensburg;  Raad  der  Siad- 
Mfddelburg  en  Bewindhebber  der  Oosiindilbhe  Maatfchappije. 

•IX.  Copftantia^  de  huisvrouw  van  Jan  Loote^  Bnrgemees*' 
ter  der  Stad  Wijk  bij  Duurftede,  en  Afgevaardigde  ter  Vergade^- 
ringe  van  de  Staaten  's  Lands  van  Utrecht.  '    '  i.     . ' 

B.  Matth«üs  HOEUFT,  was  Heer  van  ^Buftsngen\  en "^am* 
ter  echtgenoote  Maria  Zweets  van  Landaü  Bij  haar  wierdê  hij* 
Vader  van  vier  Zoomen  en  drie  Dogterenr    '•        '  /•;    ' 

1 1.  Jan  DlDERiR ,' Heer  van  Buttingen,  gehuwd  rast  AgnetA*"^ 
ttduw  van  Heemfléde,  overleedtih  den  jaare  17 12,  naalftareftde"* 
twee  Zponen  «néëne  ï}(ygit.  Behatveil  detöe  hadt  hif  nog  drië' 
Zoenen  gehad;  twee  van  dezelve  waren  Jorig  geftorvén.  Dé- 
derde.  Jan  Didetik' esntzmA ,  Kaprtein  onder  de  RufteHj,- in^ 
Sttatfcben  dteost ,  fnêuvelde ,  nog  vóór  afljns  Vaders  dood ,  in* 
eene  ontmoeting ,  fmlieii  Bergen  in  Henegdu^en ,  alwaar'  hl)  be« 
gttiaven  wierdb  De  tegenwoordige  Höéi'' Vin  de  HeerlijkheicF 
Ueemftede,  en  Odd-  Burgemeester  «e  -Ai/ir/w»,  is,  van  Möe-* 
d6r«  wege,  van  den  ^er^rgenlelden  Heére  jan  iïiderie  voortgê^ 
Q>rooteo.  ::-..* 

-'•  ü.  Matikéttts  y  HiEiéf  van  Oijenen  Onfenoort  in  den  Jaaré' 
1674,  WIS  Kapitein' In  den  Jaare  1(^77  i 'Majoor  in  dén^Jaaré' 
1Ö83,  als  KolönelV'fn' den  Jaare  i58p^  In' den  Veidflag  van' 
Boine,  in  Ierland ,  cegenwdordig ,  vervolgens  Brigadier;  én  in 
4en  Jaare  1704  Luitdnaüt- Generaal  ^w  de  Ruiterij,  in  diênse 
van  de  Algemeene  Staaten.  Hij*  nam  in  huwelijk  'Ctmfianiié, 
The9dör$  Dotdrki  vanySfi  Awntland^  en  verwekte  bij  haar  der- 
tien kinderen:  .zea  ZooBcn  en  zeveii  Dogters,  van  wetke  eetf 
Zpen,  Gahriel  genaamd,  en  twee  Dogteri  jong  geftorvén  zijn. 
3,  Gabriel;  verder  niet  gemeld,  en,  waarfchijniijk,- zondes' 
kiuderen  gekorven* 

4*  Leêüderiy  Kapitein  onder  dq  Ruiterij  en  Aide  de  Camp/ 
yan  den  Prinfe  v«n  Naarau-SaarbraggeV  fnêuvelde  10  deaVeidflag^ 
^ij  Mqm-CasfeU  .         ,  .       : 


€%f .  HOEUFT. 


5.  Anna  Confiauiim^  getrouwd  met  Adriavi  Boferoo,  He«ir 
van  Geenboveo. 

6.  Maria »  jong  geftorven. 

7*  Maria ,  echcgenooce  van  Herman  Schaap ,  Heere  vaa  dea 
Doo  en  Beerfen ,  Edelman  van  de  Kamer  va<^  4e  Prinfesfe »  en 
fiAa]oor  onder  de  Ruiterij*  ^ 

C.^DiDBRiK,  Heer  van  Fontaine  Peorenze,  Dombeer  vaa. 
Utrecht,  tradt»  in  den  Ja^e  1641»  in  d^  echt  met  Maria 
^  Wit.  Hij  was  Lid  in  de  Ilqgeering  van  Dordrecht,  tfk 
verfcheent  wegens  dezelve,  in  de  Vergadering  van  Hun  Ed«: 
Cr.  Mogende  de  Staaken  v^  Holland  «n  Westfrietlaod.  In  de 
Jaaren  1658,  1659  en  i65o  l^dc  hij  zitting  in  de  Admiraliteit 
op  de  Maaze,  in  de  Jaarea  1665 ,  1666  en  1667  io  de  Genera- 
litelts  llekeakamer;,  «n,  andermaal,  in  d^  Ja^ea  1670,  1671 
en  1672,  in  de  Admiraliteit.  Hij  overleedt,  in  den  Jaare  1688/ 
naabatende ,  beha! veil  eene  Dogter,  die  ongehuwd  ftierf,  twee 
2oonen:  L  didbrik  en  II.  jakob. 

I.  DiBBRiK ,  Heer  van  Fontaine  Peoreuce ,  Dombeer  vn 
Vtrecbt  in  deo  Jaare  lUSép,  Aide  de  Camp.  van  den  Heece  vaa 
Uenmen,  Lwtemmt-Geoeml  onder  de  Rukertj  to  den  Jaare 
167a  ,  Konmandaat  vaa  de  Krijgabezecting  binnen  Gouda  in 
den  Jaare  1673»  Kapitein  onder  de  Ruiterij  inden  Jaare  xé7tf» 
Afgevaardigde  aan  den  Hertog  van  Vilbenn9&.  In  den  Jaare. 
1680  trouwde  bij  met  Izabelle  Deuts ,  én  zette  zich  met  *er 
woon  te  Vtrecbt^ieder..  Hier  l»dt  bij  slftiag  onder  de  Gede- 
puteerde Staatea  dier  Provincie ,  en  waa .  BewhidhdibQr  dee 
Oostindifidie  Maatfcfaapi^je  ter  Kamer  Amil^dam ,  4n  den  Jaare 
1707  en  eenige  yoigeade  jaaren.  Hij  hadt  drie  Zoonen  eti 
vijf  Dogters;  van  -welke  alle  de  Zoon^  en  ééne  Dogter  jong/ 
geftorven  zijn.    De  vier  overige  Dogc^a  waren : 

1.  Maria  Caikarinat  getrouwd  met  Vincent  Maximlliaan 
van  lookhorst». Heere  van  Termeer,  van  wegens  de  Ridderfcbap' 
Afgevaardigde  in  de  Vergadering  der  Staaten  VLaoda  va» 
Utrecht,  als  mede  ter  Adiniraljteit  te  Amfterdam. 

2.  Izabelle  /fgnes ,  de  echtgenoote  van  Reinoud  Gerrft 
van  Thuijl  van  Seroóskerke,  Heere  van  Zuiièn,  Westbroek, 
enz.  van  wegens  het  Lid  der  Geéligeerden  *s  Lands  van  Utrecht 
Afgevaardigde  ter  StaaisvergaderlDge  van  dat  Gewest,  Ridder 

van 


«OEYE ,  C'  SloO  HOEVELAKEN,  enz.         «19  v 

«m  ée  Duitfcbe  Ofder»  eD  Afgevaurdigde  ter  Ver gaderiagQ  der 
Algcflieeiie  Suatea* 

.$•  ^ffHtf  Ja^ba^  en 

4«  ^gnes^  beiden  ongehuwd. 

il.  Jacob»  Insgelijks  Domheer  te  Utrecht»  ia  den  Jfttre  1^94 
Rsad  der  Stad  Dordrecht ,  in  den  Jaare  1700  Burgemeester , 
DroM  tan  ZvidboHaad ,  ene.  tradc  ia  huwdijk  met  Sophia  Van 
Eveawijze,  en  verwekte  bij  dezehre  veertien  kinderen:. negen 
Zooaen ,  vijf  van  welke  jong  geSorven  eijn ,  en  vijf  Dogwa^ 

In  den  tegenwootdigen  Heerct  van  HeeaaOede,  aUeen^  aoveel 
oQf  bewttst  ia.  Is  de  naam  van  bobuft  nog  oveigebieeven.  Toe 
dot  van  dit  ArtUtd  merken  wij  nog  aan,  dat  de  aloude  Adel- 
dom van  dit  Geflagt,  in  den  Jaare  i<$9a^  bij  opene  Brieveib 
onder  het  Gjtoqc  Zegel  van  Keizer  us^opoLn»  ia  bdoragtigd; 

Hoeve  »  (V  Siot^  weleer  gelagen  in  den  DijkpoUer,  een 
kwartier  irara  ten  Westen  van  MaatlaMj^  doch  nu  tedert.kmg 
verdweenen,  wordt  hier  alleenlijk  door  nat  vermeld^  ida  zijQ' 
de  geweest  bet  Saabals  van  Jonkheere  matihts  van  XNUtbou- 
-VB,  Schrijver  van  bec  yenuaade  Haniitfêsi.- Ki^pmiiK  Vcügena 
*sMans  eigen  aamekemng,  waren,  in  den  Jaare  1636»  difar  VMI 
nog  eenige  anaren  overige  Na  ziet  men  'er  niets  meer  van  dan 
de  fondamenten ,  met  een  Boomgaart  en  Bouwhuis. 

Zie  VAN  DER  nouvEjr  Houiv^  Kfon. 
hL  ii24  en  i85. 


Hoevelaken»  eene  zo  genHunde  dagel^'kfche  Heerlijkheid, 
.een  nur  gaans  in  't  Ooasen  van  Amnfo^t  gelc^gen,  reeds  be- 
ekend in  den  Jaare  iian*  Het  Dorp.it  klein,  en  heeft  wemig  ^f 
geen  aaneiea»  Het  Adetijk  Huis  van  die» «aam,  digt  daar.  bif» 
is  een  nieuwerwetscfa  gebouw,  met  fraaie  phntaadjen,  hebbende 
iviB  agteren  eene  cLaan,  ter  lengte  van  ^eo  half  uur  gaans ,  eindi* 
fcnde  aan  den  NieowtekOhen  wo&    . 

% 

HoBT,  (ABftAnAM  van)  neer  dtt  twtettg  agtereen  volgeade 
jaarco   Gezant  «va»  Hunne  UoagnogesAfai  aan.  bet  Pianfcitt 

Hof, 


fi^       HOFFER  ,   (ADR TAAN  en  RÖCHÜS)  cnr. 


lfef>  ^edaurende  «enen  tijd,  in  welken  zeer  véele  gewigtige 
zaaken  in  Europa  voorvielen.  Zijner  uitlandigfaeid  en  gedinirU 
genStaatsarbeids  moede,  verkreeg  hij ,  op  211  jn  verzoek,  omflag 
van  zijn  langduurig  Gezancfchap;  en  keerde,  hier  te  Lande» 
tfe  f  «g  ki  't  begin  van  het  Jaar  1749. 

^    Hopper,  (adrïaan  en  i^ochus)  Vader  en  Zoon,  beiden  ge« 
1)oorètf  in  Zeelfindi  te  Zierikze^^  en  aldaar  mecde  Burgemees* 
terfljte  waardigheid  bekleed ;'  zijode  de  eerstgetnelde ,  daareiv^ 
W^etf;,  geweess  Rentmeester*  Generaal  der  Graaflijke  Domeihen 
'^wn  Zée/and  Deiveater- Schelde.    Berden  bekleedden  eene  aan- 
arientijke  plaaca  onder^  de  Geleerde  Msivnen'  hkamcv  Ëeuwe.    In- 
aonderheïü  bezaten  ze  eene  bovendrijvendd  n^fgiDgitot  de 'Dicht** 
fainde.    £en  bondel  Ladjnlche  en  Nederdnitfche  Dlchcftukken^ 
do(^  hen  gemaakt  en  in  't  licht  gegeeven ,  k&n  hier  van  ten  be- 
^fjzQt  dienen.    Wifdérs  was  adriaan  HOFFtR  een.  yii)xig  beoéire- 
.aiar  der  Vaderlandfche  Oudheden  en  GeicbïedfiniBfeii.  .  't  Geeè 
Mj  deawegen  verzimeldofia  geCchriftehadtgefteld,  deekie.fatj 
nedem.den  Heere.BOXHoiiN,  welke;  vetvoigeni »  met  grooc 
itvK^  daarvan  gobr^iik  maakte  in  het  .opfbeUeu  van^^tjne  Zeeuw» 
Jlirhe  Krc^iijJu  .  .   .   ; .  ^.     .     ^-. .....      ..... 

i    '  :  ;  '  r  .  Se  p.  DB  iji.RUBi  GekUéu  ZeiUni. 


•"  HorwAif ,  (lieLCrtióRT  hoet^el  een^  Uitlander ,  verdient ,  nog. 

thans,  hier  vermeld  te \ror«Jeh', deels  om  de  uitfpoorigheid  zijner 

begrippen y  deels  ook  omdat  dezelve  hier  te  Lande,  't  eenigen 

tijde ,    voorftanders  gevonden  hebben.     Hij  was  gebooren  in 

*kjjfiant//-enf  hoewel  óng«<Mbnd  en^flegts  een.  gemeen  band- 

'werksman,  beving -Hem,  egter-,  de  ziMHttot  predeken.;  In.den 

Jaar  e  15^7  vertrok  h\]'ViivSaMtn  na  H(tifiiin\  .^.  wierdt  'er» 

«door  den.  Koning  van  DéBttemarke^  totJLeerabr  te  Kiel^Mis^ 

'field,   '^wée' jaaren;  oeAnde  hij  aldaar  dat  Anpt,  zeec.tei:^ 

*^ét  zin*  van  lutherim^  -wien  het  mishaagdei,  •  dat  iemand  zioh 

Jiet  prediken  verfloutce,  z^der,  alv/n9]aefli»  wattijslijk  daar^e 

bekwaam  verklaard  te  zijn.    Hij  predikte  eene  Leere,  welke, 

f«n  (feveene  zipie^aati.derfftvoele^s  der  -  ZwingUaaven  ^  aan  de 

^flnderejsijde  aan^dieigr^G^lcdrijver^u  .gfeQüi^. ,  Door^ns  o> 

....  dei> 


fiOTMAN;  (MELCHK5R)  ^ 

derhieldt  hij  zijne  'Toehoorders  over  hef  maakzél  en  de  óèéal 
des  Tabérnalceis  van  mozës,  over  de  Openbaaring  aan  joaj»* 
f«£s  en  roortgeli}ke  duisterheden.  Beftoodc  iemand,  hem,  daar 
over  te  onderhouden,  hij  mogt  (laat  maaken  op  een  kloekmofr- 
dig  en  vinnig  antwoord.  Om  de  gefckillen,  tusTchen  hem  e« 
anderen  onc(tean,  te  vereffenen,  deedt  de  Deenfche  Konin^^ 
fn  den  Jaare  1529,  ce  FUnsburgy  eene  Bijeenkomst  beieggen*» 
}n  welke  hofman  in  *t  ongeiijk  gefield  wierdtir  Nogihans  hiddc 
hij  'niet  af  van  het  opdoiijk  vecfpreiden  van  zijne  begrippe»; 
Weshalven  hem  het  verbiijf  in  Holfiein  wierdt  opgezeid. 

Hofman  begaf  zich  hierop  na  .Straat thurg.  Hier  gaf  hij  hl 
\  licht  een  verhaal  van  de  FUntbutgfche  Bijeenkomfie  ^  in  't 
Welk  hij  (laande  hieldt,  poivieranus,  eenen  2tjcer  tegendrav- 
vers,  den  mond  gedopt  te  hebben  y  en  dat  de  Geheimfchrijvert 
der  Vergaderinge  bedriegers  en  meineedigen  waren«  Ter  x'^- 
i]er  wederlegginge  gaf  pomeranus  de  Akten  der  Vergadering^ 
!n  *t  hcht,  en  voegde  daar  nevens  de  wederlegging  van  Hor« 
WANS  Gefchrift. 

Niet  lang  fchljnt  hofman  zich  ^e  Straatsburg  te  hebbes 
onthouden,  maar  van  daar  te  zijn . vertrokken  na  Emóden^^ 
verzekl  van  een  talrijken  aanhang.  Meer  openlijk  begon  hq 
lier  zijne  bijzondere  begrippen  te  verfpreiden,  en  zo  openlijk 
'en  met  dien  ijver  en  opgang,  dat  hij,  bij  veelen,  voor  dea 
hoofdaanieider  der  Nederlandfche  Herdoopers  wordt  aangezien* 
Zo  duizelhoofdig  en  harsfenkrank  maakte  hjj  zijne  aanhangen^ 
dat  ze  hem  aanzagen  voor  den  elias,  die,  vóór  den  OordeH- 
dag ,  in  de  waereki  zou  verfchijnen« 

Geduurende  ^jn  verblijf  te  Embde» ,  was  hem,  door  z«- 
4ceFën  grijzaart. uit  Meüand^  eene  voorfpeUing. gedaan,  wrïk# 
aijne-  eerzucht*  grootlijks  (fareelde*  In.  de  hoope  van  de^vec^ 
vulling  der  voorlegging  binnen  Straatsburg  te  zullen  i»eleeven» 
keerde  zij  weder  na  dié  Stad.  Hier  predikte  hij  openlijk  de 
gevoelens ,  die  op  rekeninge  der  Herdoopers  gemeepü^  gc|- 
Held  worden,  en  veroorzaakte  daar  door  geene  kleine  opfchudt- 
dingem  Te  dier  .oorzaake,  wierdt,  in  de  gemelde  Stad,  ia 
de. Maand  Juoij  des  Jaars  1632,  eene  Sijnode  beroepen,  em 
hem  vrijheid  gegeeven ,  om  met  de  Leeraars  te  mogen  rede* 
cwisten. .  Ondanks  .de.i^wijsen,  kragtjg  genoegd  meende  men^ 
f.*  om. 


fsi  HOPMAN.  (MEteHiOR> 


^1»^ 


om  hen  tot  swijgea  ie  brenge,  weke  i^fn  hm  wierdoi  aair 
fevoerd,  giog  hij,  nögthaos,  voort  met  prediken»  Wesbalveo 
nen,  eindelijk,  te  raade  wierdt,  hem  in  bewwioge  te  nee* 
«en.  Men  meende  daar  toe  voldoende  redenen  te  hebben,  en 
mtis  voor  gevaarlijke  <^chaddtnge  bedogt^  vermids  «ijne  AaxH 
hangers  van  zich  lieten  gaan ,  dat  Siraêtsèurg  kft  Meuw  Jf 
gmza/im  zon  weezen ,  alwaar  het  nieuwe  Koninkrijk  vaa 
CHRISTUS  zou  worden  opgerigt;  als  mede,  dat  gelijk  hofmak 
de  Eius  wu,  welke  moest  koomen,  zekere  poltbrbun  hem 
tot  eenen  enoch  zon  dienen ,  om  hem  te  helpen.  Toea  uor- 
BtANfl  vrienden  deszelf»  gevangenis  vernamen ,  verzekerden  zij , 
dat  hij  nit  dezelve  zon  te  voorfchijn  koomen,  met  honderd» 
vierenveertig  getekenden,  die  de  waereld  zouden  vervloeken, 
en  alle  de  hhiderpaalen  >  die  hun  in  den  weg  zouden  geleid 
worden,  te  boven  koomen.  Elias  en  bnooi,  dat  is,  hof- 
KAN  eu  FOLTKRMAN,  zeideu  ze,  waren  de  twee  Olijf  boomep 
CD  de  twee  Kandelaars  uit  het  Boek  der  Openbaaringe ,  wel- 
ke iitemand  zoude  kunnen  hinderen  ;  of,  indien  iemand  hetzel- 
ve zoude  durven  beftaan,  zou  *er  vuur  uit  derzelven  mond 
koomen,  en  hunne  vijanden  yerflinden. 

Geene  kl^e  verflagenhdd ,  imusfchen  ,  bevbg  hofmand 
vrienden ,  toen .  zij ,  op  eenen  tijd  ,  door  zekere  Profeeten 
bepaald,  hem  niet  uit  zijne  Qevangenisfe  zagen  ten  voorfchijn 
treeden.  Om  hunnen  moed  op  te  beuren,  deedt  hij  hun  bood- 
fchappen,  dat  liij  en  xija  medgezel  poltbrman  twee  jaarefi 
souden  rusten,  naar  \  voorbedd  van  kzra  en  raggia,  di^ 
insgelijks  genoodzaakt  geweest  waren ,  den  Tempelbouw  zo 
veel  tijds  te  fiaaken.  Doch  hofman  bleek  een  valsch  Propheet 
te  zijn.  Hij  beleefde  den  afloop  dier  twee  niatjaaren  niet, 
maar  llierf,  fai  den  ]aare  1533 ,  in  de  Gevadgeniife,  en  ver- 
ijdelde aldus  de  hoop  en  verwagting  zijner  aanhaqgeren. 

De  voomaamfte  en  meest  onderfcheidende  Leerliegrippen,  wel- 
ke aan  hofbian  worden  te  taste  geleid,  waren  de  vier  volgende: 
I.  Dat  het  ff^^ord  zich  niet  hadt  vereenigd  met  een  VieeCchelijk 
Lichaam ,  genomen  van  dat  der  H.  Maagd ,  om  reden ,  zeidff 
Uj,  dat  alle  menfchelijk  Vleesch  door  de  zonde  beftaat ,  en, 
diensvolgens ,  vervloekt  was.  II.  Dat  Christus  niet  meer  dan 
ééne  Natuure  hadt.   ill»  Dat  de  verkrijging  der  Zaljgheid  van 

dt 


ÖötVAART,  eitf.        ^ 

de  menTchen  zdve  ftPhangc ,  en  óat  z\]  zaMg  of  verdoemd  wóe* 
den,  naar  gelange  van  bet  gebruik,  welk  zij  van  bunnen  Vrijea 
Wille  maaken.  IV.  Dat  de  Doop  der  kinderen  meer  vw  den 
Vijand  Ooda  en  der  menfcfaen ,  dan  van  God  af  komllig  is. 

Zie  FR.  sPANHEAflus,  de  Orig,  ff  PfügTm 
yinahapt.  ]•  h.  ottius,  HiS.  Anatapu 
uooRNBEEE,  Summa  Contrwerf. 


HoFVAART.  Eene  zonderlinge  gewoonte  badt  *er,  eertijds^ 
plaats,  ten  opzigte  van  den  Scbepensbank  vtfn  Zutfen^  uit  wel- 
ke, in  't  voorbijgaan,  kan  worden  afgeleid,  de  uitgeftrekc- 
beid  van  deszelfs  regtsgebied,  en  *t  vértronwen,  welk  men  ia 
zijne  uitlpraaken  ftelde.  De  gewoonte  ,  welke  wij  bedoelen» 
was  bier  in  gelegen.  Wanneer  in  eenige  Steden  of  Vlekken,  in 
welke  de  Zntfenlbhe  Regten  gevolgd  wierden  ,  eenige  zaaJcen 
van'groote  aangelegenbeid  voorvielen,  welke  eene  Regterlijka 
nitfpraak  vorderden,  of  gefcbillen  ontftonden,  omtrent  wc^ 
men  bet  niet  konde  eens  worden,  nam  men  de  toevlugt  tot  den 
Scbepensbank  vm  Zutfön^  met  volkomene  onderwerpinge  aan 
deszelfs  nitfpraake.  Dit  noemde  men  ter  Hofvaart  gaan.  De 
Zatfenfcbe  Regters ,  de  zaak  onderzogt  bébbende,  en  daar  over 
Qttfpraak  znüende  dien,  Helden,  vóór  bun  fcbriftelijk  oordeel , 
deeze  inleiding:  Indien  éeeze  taak  kier  ware  voorgevailen^ 
zenden  wij  erkennen  en  eerdeelen  ah  velgt. 

Zie  Stadregt  van  Zntfen ,  Itt.  XVL 
Ant.  XIV. 


HoPWEGEN  ,  (jostTA  VAN  ALVERiNGEN ,  Heer  ron)  eene. 
Heerlijkbeid  in  den  Alblasferwaard y  eertijds  een  gedeelte  der 
uitgebreide  bezltdngen  van  liet  Edel  Geihgt  der  Heeren  van 
BREDERODE.  Hij  was  de  Zoon  van  zegsr  ,  Rekenmeester  in 
*sGraayenhage.  JosüA  maakte  zicb  zeer  beroemd,  onderde 
zulken  zijner  Landgenooten ,  die  bet  Spaanfcbe  Dwangjuk  van 
den  halze  wenscbten  te  fcbudden,  óoos  het  tekenen  vim  het  Ver* 

bond 


(i2^   IIOFWEGEN.  CJOSUA  VAN  ALVERINGEM ,  Hr.  van)^ 

t>ond  der  Edelen,  in  den  Jaare  1565.  Ihwrcnbaven  verfcheen 
hij,  in  't  volgende  jaar,  op  de  Vergadering  te  5/.  Trui j en ,  al- 
waar, middelen  beraatnd  wierden  j  om  weerftand  te  bieden  aan 
den  Koniog  van  Spanje  ^  en  f  en  dien  einde  de  noodige  magt  i« 
Terzamelen.  Op  last  van  bet  Hoofd  der  zamen  verbondene  Ede- 
len, Heere  henrir  vak  brederode,  zou  hij,  meent  men,  zo 
jn  'i  Hage  als  elders ,  ook  andere  Edelen  hebben  aangefpoord  ,> 
om  doQf  ondertekening  ded  te  neemen  aan  bet  Verbond  ert 
Smeekfchrift ,  aan  de  Landvoogdesfe  overgeleverd.  Als  twijfel- 
agcig,  intusfchen,  wordt  het,  bij  zommigen,  aangezien,  dathi| 
zoude  aangebooden  hebben ,  zeshonderd  Edellieden  te  willen  op 
de  been  brengen,  om  door  dezelve  de  Beeldeftormers  in  ^sHag4 
ie  onderfteunen  en  befchermen.  Hoe  't  hier  mede  zij ,  zwaar 
genoeg  woogen  zijne  overige  bedrijven,  naar  't  oordeel  des  Her- 
togs  VAN  ALVA,  om ,  met  verbeurdverklaaring  van  zijne  goede- 
len ,  het  Banvonnis  legen  hem  te  doen  uitgaan.  Dit  gefchieddc 
op  den  zeventienden  Mai  des  Jaars  1568.  Voorheen ,  te  wcetea 
inden  Jaare  1566,  hadt  de  Heer  van  hofwegen,  voor  eene 
fomme  van  vijfhonderd  Kroonen ,  mede  deel  genomen  ^  in  een 
Verzoekfchrift  aan  den  Koning ,  van  de  Kalvinisten  te  Antwerpen 
ea  verlcheiden  Onroomfche  Edelen,  waar  bij  zij  eene  fomme 
▼an  derug  Tonnen  Gouds  aanbooden ,  indien  men  hun  Vrijheid 
/Van  Godsdienstoeffeninge  wilde  vergun,ncn. 

Hoewel  ten  Lande  uit  gebannen,  eenen  gunaigen  keer,  nog- 
Aans,  namen  eerlang  de  zaaken  voor  den  Heere  van  hofwe- 
gen.- Want  toen,  in  den  Jaare  1572»  «evens  andere  Noordhol- 
hndfche  Steden,  Hoorn  den  Koning  af  en  denPrinfe  van  oran- 
jB  toeWei ,  keerde  bij  te  rug  in  het  Land  ,  en  wierdi ,  door 
gunst  en  voorfpraak  van  sonoy,,  tot  Bevelhebber  dier  Stad  aan^ 
gefteld.  In  den  Jaare  1574  onthieldt  hij  zich  heimelijk  te  ^«z- 
werpen,  ten  huize  van  den  Griffier  martini,  ter  bevorderinge 
van  eenen  aanttag  des  Prinfen  van  oranje  op  die  S»d.  Terwijl 
bij  zich  hier  bevondt,  kwam  hij  in  een  dreigend  leevensgevaan, 
waar  uit  hij  op  eene  bijkans  wonderdaadige  wi>ze  wierdt  gered. 
In  't  gegrond  vermoeden ,  dat  te  Antwerpen  zich  Onroomfchen 
heimelijk  onthielden,  gaf  de  Landvoogd  last  tot  het  doen  van 
«ene  algemeene  huiszoeking,  oradezelvenop  tefpooren.  Ampts- 
U^Qü  bekwam  ivurtim  hier  van  onder  de  eeifteu  kenms.  Zij- 
•  *  •  iieii» 


nóME  GEN.  (SAMUEL  vah  ALVERINGEj  ffr.  van)    <fa| 

lien  gast  niet  ongenegen »  en  bewast  van  'c  gevaar,  welk  heul 
boven  *t  hoofd  hing,  te  meer,  vermits  met  (iet  doorzoe- 
ken van  de  huizen  van  de  Leden  der  Wet  een  aanvang  zoil 
gemaakt  worden,  fpoedde  hij  zich  na  huis,  en  deedt  'er  ope- 
liing  Van  aail  zijne  echcgenooce*  Deeze,  eene  vrouw  van  man<' 
iienmoed  en  vindingrijk  vernuft,  verliopt  terftond  den  Heet 
Van  hofwegen  ,  nevens  den  befaamd^tf  niklaas  rüikhaver  « 
die  ook  bij  haar  thuis  lag,  in  eene  Tafelkas.  Niet  lang  had- 
den ze  hier  gezeeten,  of  de  huiszoekers  koomen  binnen;  doch 
tiiet  vindende,  't  geen  ie  zogten,  ontworpen  ze  op  de  zelfde 
tafel  een  Gefchrift,  waar  bij  eenige  honderden  guldens,  nevené 
ArafTeloosheid  voor  den  aanbrenger ,  gefield  wierden  op  d4 
lijven  der  twee  opgeflootenen.  „  Men  peinze  nu,  (fchrijft 
>,  Hooi^T)  hoe  hun  te  moede  moght  zijn  ,  dien  \  minfte  ge- 
„  wagh  van  reppen,  kuchen  ofte  niezen,  eetf  doodifnik  was?/^ 
Naa  *t  vertrek  der  bezoekers  verlieten  ze  hunnen  Kerker,  ert 
kort  daar  naa,  zo  fpoedig  doenlijk  was,  de  Stad  Antwerpen* 
Hofwegen  begaf  zich  na  Hoorn ^  alwaar  hij,  in  den  jaarf 
J575,  overlee«lt,  zonder  kinderen. 

Hofwegen,  {samuel  van  ALVERiNGE,\Ö!wr  9an^  htoeiti 
des  voorgaahden,  en  erfgenaam  dier  Heerlijkheid,  was  daareiH 
boven  Schout  van  MeeheleUi  alwaar  hem,  gelijk  ook  te  Ant* 
werpen  i  om  zijne  Staatsgezindheid,  Jn'  den  Jaare  1579,  ver-* 
fcheiden  onaangenaamheden  wedervoeren^  Hij  hadt  in  huwelijk 
MARIA  VAN  DER  AA.  Hij  heeft  kinderen  naagelaaten ,  van  wel-' 
ke  een  Zoon,  In  den  Jaare  1615,  zich  onthieldt  te  Axef^  al« 
waar  hij  gehuwd  was,  en  hem  eene  dochter  wterdt  geboorcn^ 
over  Welke,  onder  andere,  als  Doopgetuige  ftondc  Joakheei^ 
JOHAN  VAN  RKiGXRSBERG,  Rentmeester  van  Zeeland^ 

f  '    Zky  van  dëeze  beiden,  bqh/  aoon^ 

en  TB  WATER.^ 

.  '  »  • 

HoGÊRftEETSy  (Ra^BOür)  gebooretr  te  tJoom  f  deft 
^4  Juni] ,  1561 ;  een  Staatsman ,  zeer  vermaard  in  *s  Land^ 
Gefchiedenislèn ,  zo  van  wegea  de  gewlgtige  posten ,  doof 
hem    bekleed  y    als    om   de    moeilijkheden ,   ia   welke    hij  f 

J[X«  DE£L«  Rr  door 


tf25  HOGERBEETS.  (ROMBOUT) 


^óor  de  oDgunsc  der  djden  en  de  hitte  der  verdeeldheden, 
wierdt  rogewikkeld.  Nta  zich  op  de  beoeffening  der  Regtsge* 
teerdheid,  met  tllen  vlijt,  te  hebben  toegeleid,  bekleedde  hij, 
eene  wijle  djds,  den  post  vin  Pleid>ezorger.  De  Regeering 
Van  Leiden ,  *s  Mans  kunde  hebbende  leeren  kennen »  verkoos 
hem  tot  Penfionaris  van  haare  Stad.  In  de  maand  Novem- 
ber des  Jaars  iS9o  aanvaardde  hij  dien  post,  en  bekleedde 
hem  iMJkans  zes  jaaren ,  te  weeten  tot  in  Junij  des  Jaars  159^* 
Thans  wierdt  hem  de  aanzienlijke  waardigheid  van  Raadsheer 
in  den  Hoogen  Raad  opgedraagen.  Van  de  wijze,  op  welke 
hij  zich  in  dien  ffamd  kweet,  konnen  getuigenis  draagen  ver- 
fbheiden  posten  van  vertrouwen  en  aangelegenheid ,  welke 
hem  ,  van  tijd  tot  tijd ,  wierden  aanbevolen.  Aldus  wierdt  hij , 
verzeld  van  zijnen  Amptgenoot  leonard  de  voogd,  en  van 
NiKOLAAS  CROBfifoUT,  Raad  in  den  Hove  ven  Holland^  in  den 
}aare  1608,  gezonden  na  Amfierdam,  om  die  Stad  over  te 
haaien  ter  bewiiliginge  in  het  Befland  met  Spanje ;  waar  in  zif 
ook  gelukkig  flaagden.  Ter  gelegenheid  van  de  Beroerten,  'm 
h  volgende  jaar,  te  Alkmaèr  ontftaan,  vertrok  hij,  als  Ge- 
magtigde  van  Prinfe  maurits  en  van  Gekommiciecrde  Raaden, 
nevens  de  Heeren  reinoud  van  brederode,  den  (fa-aks  ge- 
noemden   LEONARD    DE    VOOGD  ,    CU    STEVEN    VAN    DER    DOES , 

Heer  i^an  Noordwijk ^  na  die  Stad,  om  'er  de  gemoederen 
tot  ru6t  te  brengen.    Ondoenlijk  bleek  deeze  pooging  te  zijn, 
zonder  eene  buitengewoone  verandering  der  Regeeringe.    Op 
hst  der  Staéten  ontfloegen  zij   de  Wethouders  en  Vroedfbhap» 
pen  vim  hunne  posten.    Van  nog  meer  gewigts  was  de  bezen* 
ding,   tot  welke  HooeRftESTs,  in  den  Jaare   161 1  ,  gebruikt 
wierdt..    De  Oorlog,  tusfchen  Deememarke  en  Zweeden  uitge- 
broken ,  deedc  de  Algemeene  Staaten  te  raade  worden ,  een  Ge^ 
zantfchap  te  zenden  na  het  Noorden,  om,  wvxe  't  mogelijk, 
een  Verdrag  tusfchen  de  betde  Hoven  te  bemiddelen.     Beneven» 
den  Heer  jakob  van- wassenaar.  Heer  van  Obdam^  en  Dokter 
DIRK  BAS,  Burgemeester  van  Amfttrdam^  viel,  ten  dien  einde, 
de  keuze  op  onzen  hogerbret».    In  de  Maand  Julij  des  ge- 
sielden  jaars  namen  ze  de  reize  aan ;  doch  keerden  eerbmg  tt 
rug ,  zonder  ban  doel  bereikt  oe  hebben» 

2dc9 


ttOOÉRBEÉfS.  (ROMflOül')  6if 

'  itims  het  Jaar  1617  begcHi  de  Heer  Hogerbeets  ingewikkeld 
te  worden  in  de  blnnentandföhe  onlusten.  Aanleiding  daar  toci 
gaf  ieker  voorval  te  Haar/em ,  waar  bij  twee  Burgers ,  door 
de  Wethouderfchap  uit  de  Scad  gebannen,  en,  van  wegens 
het  wederkeereu  binnenstijds ,  geboetdrafl ,  zich  vervolgens 
beroepen  hadden  op  den  Hoogen  Raad ,  die  deeze  beroeping 
Aannam.  Ondanks  het  fchrijven  van  Gekommitteerde  Raaden^ 
dat  de  Raad  zich  hadt  te  wagten  voor  regtspleegingen ,  ftrij- 
dig  met  het  oogmerk  der  Staaten^  en  de  uitdfukkelijke  ver* 
klaaring  Hunner  Bd.  Gr.  Mogenden ,  dat  de  Stukken  hun  moes- 
ten overgeleverd  worden ^  voer  de  Hooge  Raad  voort  met 
de  regtspleeginge ,  en  (lelde  de  Haarlemfche  Regenten  lil  'f 
ongelijk ;  die  ,  egter  ,  gedekt  met  het  gezag  der  Scaaten  ^  hei 
Vonnis  voor  nietig  en  van  onwaarde  verklaarden.  Idtusfcheri 
hadt  de  Heer  iIogerbeets  ,  nevens  nog  zes  Mede  -  Raaden ,  id 
het  befluit  van  den  Hoogen  Raad  niet  bewilligdi  Om  den  Man^ 
in  zijne  gevoelens  en  gedraagingen,  nader  te  doen  kenneii^ 
tigte  ik  het  wel  der  moeite  waardig,  van  het  beloop  deezei' 
zaake  nader  verflag  te  doen.  Gelegenheid  daar  toe  verfchaft 
fcen  gefchrifci  ten  diende  zijner  kinderen,  door  hem  delven ^ 
twee  jaaren  laater,  opgeHeld,  waar  in  hij  reden  geeft  van  zijö 
vertrek  uit  den  Hoogen  Raad,  en  het  aanvaarden  van  het 
Penflonarisfchap  van  Leidem 

De  eerde  aanleiding  van  dit  vertrek,  zégt  hij,  was,  omdat 
hij ,  door  het  meerendee!  zijner  Amptgenooten ,  dagelijks  i 
fmaadelijk  wierdt  bejegend,  dewijl  hij  zich  bij  hen  niet.wildö 
Voegen  tegen  de  Befluiten  der  Staaten  van  Holland,  maar  ver- 
fiotidc ,  dat  zij ,  als  Dienaars  ^  gehouden  waren  ,  dezelve  ttf 
gehoorzaamen,  of^  indien  zij  daar  in  iet  ondienftigs  voot  de 
ingezeetencfl  meenden  te  belj)euren,  hetzelve  met  allen  eer- 
bied moesten  venoonen,  en  ingevalle  ook  dit  niet  baatte,  zij 
Éich  daar  tegen  niet  verder  mogten  verzetten;  doch.  Zo  hun 
gemoed  zich  bezwaard  vondt,  in  het  naakoomen,  zij  den  dienst 
inogten  verlaateh.  Naa  veelvuldige  woordentwisten ,  hier  ovef 
gevallen j  gebeurde  het,  dat  de  Staaten  van  Holland,  in  hunne 
Vergadering,  een  Beduit  namen,  en  vervolgens ,  op  den  4  Au- 
gustus 1617,  aan  den  Hoogen  Raad  toezonden,  beveelende,  dat 
de  Raaden  geene  voorzieningen  zouden  verleenen  ^  noch  kennis 

Rfl^a  nee- 


^2%  HOGERBEETS.  '(ROBfBOUT  ) 

aeenen  over  't  geen  Bargeneesten  en  Regeerden  der  Steden 
van  HoUand-y  tot  hare  verzekeringe,  zouden  doen  of  gebieden» 
mnr,  ii^evaile  iemand  zidi  daar  over  mogt  bekJaagen,  *t  zelve 
doen  zon  alleen  aan  de  Siaaten ,  met  vernietiging  van  *t  geen  bij 
de  Hoven  van  Jnftitie  daar  t^en  zon  mogen  gedaan  worden. 
Hier  op  gebeurde,  in  September  diens  Jaars,  émImfieréMm  en 
nog  drie  Steden»  in  de  beide  Raaden,  verklaarden,  in  dit  Be- 
fluit  nist  bewilligd  te  hebben ,  naardien  zij  verftonden ,  dat  hier 
door  den  Ingezeecenen  het  middel  van  beroep  op  de  gewoone 
Jullitie  was  benomen.  Eenige  Raadsheereo,  dit  verfhian  heb* 
bende»  waren  nu  van  oordeel,  dat  het  gemelde  Befluit,  als  niet 
met  eenpaarigheid  genomen,  niet  voor  goed  mogt  aangenomen 
worden.  ODdertusfchen  bleef  hogzucets  met  eenige  weinigen 
in  een  ander  begrip.  Zij  verflonden,  dat  bij  de  Siaaten  altijd 
bij  meerderheid  van  fiemmen  wierdt  beflooten  ,  uitgezonderd 
alleen  de  gevallen  van  Belastingen  en  Veranderinge  van  R^ce- 
ringe;  óai  het  de  zaak  niet  was  der  Kollegiën  van  Jullitie,  zor- 
ge  te  draagen  dat  de  Privil^cn  wierden  naagdtoomen,  alzo 
hun  niets  anders  was  belast,  dan  r^  te  doen  tusfchen  twee  Man- 
nen dingtaalen,  maar  dat  het  alleen  aan  de  Siaaten  behoorde, 
voor  *sLands  en  der  logezeetenen  Geregiigheid  te  waaken,  heb« 
bende  ook  magt  om  de  Inftrudien  en  Commisfien  der  Raaden^ 
naar  goedvinden,  te  veranderen;  dat  eiodelijk  het  gemelde  Be- 
fluit  alleen  liep  over  zaakcn ,  *s  Lands  en  der  Steden  veiUgheid 
raakende,  waar  in  de  Reenten,  van  ouds,  dikwijls,  bij  forme 
van  Correctie,  hd>ben  geprocedeerd,  waar  van  nooit  eenige  be- 
roepen op  de  Hoyen  van  }u(Utie ,.  maar  wel  op  de  Staaten ,  zijn 
toegelaaten.  De  Raaden,  die  van  den  Heere  hogersëets  in- ge- 
voelen verfchtlden,  aan  dien  kant  tot  zwijgea  gebragt,  flopten 
een  anderen  weg  in.  Zonder  hem  te  kennen ,  bngten  ze  te  we* 
ge,  dat  zijne  Hoogheid  Prins  maurits  ,  nevens  den  Provindaa* 
len  Raad,  in  den  Hoogcn  Raad  verfcheen,  om  aldaar  het  meer 
gemelde  Staatsbefluit'te  onderzoeken,  en  daar  tegen  een  ander 
Beflnïc  te  neemen.  Hogerbeets  ,  zich  hier  ovet  bezwaard  vin- 
dende, verklaarde  thans  aan  den  Prinfe  „  Dat  hij  met  geen 
„  goed  geweeten  konde  tegenwoordig  zijn  ,  daar  men  zoude 
„  twisten  over  de  magt  en  het  gezag  der  Heeren  Staaten  van 
,,  Holland ,  welke  hij  hieldt  voor  zijne  Hooge  Overigheid ,  en 

„  aaa 


HOGERBEETS.  (R0M80UT)"  629 

n  «an  welke  hi)  alle  gehoorzasmheid  ea  on^erdaanigliefd  bij 
,t  eede    hadt   beloofd.**^    Prins  maurits  antwoordde  daarop, 
Daf  hij  d0  Heeren  Siaateu   daar  ook  voor  erkende^   deck 
dat  men  duarom  alkander  wel  mogtkeorem  begeerende  voorts» 
dat  HocERiEETs,  oevens  den  Prefident  VfiBNHuizcN,  als  mede 
^e  Heeren  ruikhater,  rozkndaal,  schotërbosch  ,  berkhout, 
tn  brederode  ,  die ,  om  4e  is^de  redenen ,  zich  gereed  mank' 
-een  om  te  vertrekken ,  hunne  plaatzen  wilden  behouden.    Zij 
^  lieten  zich  gezeggen.    Hevig  wierdt  'er  vervolgens  uitgevaarea 
cegen  het  boven  gemelde  gedrag  der  Heeren  van  Haarlem , 
en  het  Scaatsbefluit  breedJTpraaidg  beredeneerd.  Hogerbeets  ,  na 
zijn  gevoelen  gevraagd  zijnde,  gaf  tot  befcheid,  niets  gehoord 
te  hebben ,  V  wtlk  hem  konde  wederhouden  van  gehoorzaamheid 
aan  de  herhaalde  bevelen  der  Staaten%  dat  het  hem  genoeg 
waSi  om  een  üe fluit  na  te  koomen^  'dat  het  Staat swijze  was 
gezonden  aan  den  Raad^  met  last  om  zich  daar  naar  te  ee^^ 
draagen.    In  eene  volgende  Vergadering  van  den  Raad,  In  wel- 
ke flegts^es  Raadsbeeren  tegenwoordig  waren,  hoewel,  volgens 
de  InftruAie,  geen  Befluit  mogt.  genomen  worden  dan  ten  over* 
ftaan  van  ten  minde  zeven  Leden,  wierdt,  nogthans,  beQoo* 
ten ,  den  Gekoomiueerde  Raaden  aan  te  fchrijven ,  dat  men  het 
Staatsbefluit  van  den  4  Augosttïs  niet  koode  agtervdgen  i  en , 
Aeusvolgens,  met  de  regtsgedingen,  tegen  Haarlem^  zoude 
voortgaan.    Thans    begreep  hooerbeets,    dK  hem  geduurige 
onmin  .met  vericheiden   zijner  Amptgenooten  boven  *t  hoofd 
hing.    Emftfg  nam  hij  hierom  in  beraad,  om  zijnen  post  ne« 
der  te  leggen,  en  zijne  dagen  in  rust  en  vrede  te  eindigen. 
Cedtturende  dit  overleg,  ontving  hij,  in   de  maand  Oftober 
des  zelfden  }aars   1617,  een  bezoek,   in  *s  Hage^  van  den 
Heere    vrank  van  torenvliet  ,    Burgemeester  van  Leiden. 
Door  het  overlijden  van  den  Heere  Mr.  niklaas  zeist  »   was 
ket  Peofionarisampt ,  in  die  Stad,  opengevallen.    Ernftig  ver- 
zogt  hem ,   diensvolgens  ,    de  gemelde  Burgemeester  ,  dient 
plaats  te  vervullen,  en,  van  nieuws,  aan  Leiden  zijnen  dienst 
te   becoonen.     Van   wegen   'c  geen  hij  heimelijk   cverleide, 
kon  zulk  een  voorflag  hem  niet  onaangenaam  weezen.    Ho- 
gerbeets, de  zaak,   eenigen  tijd,  in  beraad  genomen. hebben* 
iüf  begaf  zich  in  dienst  der  gemelde  Stad,  o^  voorwaard^ 

Rr  3  van, 


(Sfö  HOGERBEETS.  (ROMBOUT) 


4M«HM 


vtm»  fiaa  verioop  van  ntlsefi  jearen,  dgar'vim  te  küoqeu  ont* 
(lageu  worden. 

Niet    terftond    verliet  hierop  de  hooerbebts  den  Hoogeti 
Ratd  ,  maar  behieldc ,    nog  eenigen  tijd  ,  zijne  woontng  ia 
^sHmge.    Op  den  negentienden  van   Oékober  des  Jaars  1617 
hadc  bij  zijne   nieuwe   bediening  aangenomen.     Volgens  een 
aloud  gebruik  hielden  de  Wethouders  van  Leiden^  op  den  2<$ 
November,  een,  zo  genaamd,'  Heerenmaal^    Tot  deeze  za« 
Uienkomsc  wierdt  hooee^beets,  door  de  Heeren,  genodigd»  en»  ^ 
met  een,  om»  in  die  zelfde  week,  aan  degrooteVroedfchaps- 
vergaderiqge ,  zijnen  raad  eo  dienst  te  betoonen,  in  het  voor* 
(iraagen  van  de  punten  van  ^efehrijvinge,  en  de  Befluiteut 
welke  daar  op  zouden  genotneti  worden ,  iq  gcfcfarift  te  Hellen, 
llooEABEETB  kwam »  ten  beOemden  dage,  te  Leiden*    In  den 
volgenden  nacht  wierdt  hij,  omtrent  middernacht,  door  eenen 
Stadsbode ,  ui(  den  flaap  gewekt ,  en  bij  Bufgemeesteren  op 
)iet  Stadhuls   ontbooden.     Aldaar  koomaKle  ,    vondt   hij  de 
{ieeren  zeer  omdeld*    De  oorzaak  was,  eene  tijding,  zo  men 
meent,  door  'sLands  Advokaot,  hun  toegezonden,  dat  Prina 
MAUKJTs^  in  dien  zelfitea  nacht»  zo  als   gezegd   wierdt,  nu 
Leiden  zou  vertrekken,    Qe  Hoeren  vreesdea,  dat  de  Prina 
teq  Qogmerke  hadt ,  heimelijk .  e^nige  nieuwe  Bezetting  binneq 
de  Stad  te  brengen ,  of  de  nieuw  aangeoomene  Soldaaten  a& 
danken;  waar  uit,  ligtelijk,  onaangenaamhed^  ontfkan  kon- 
deut    Hierom  vonden  ae  diendig,  de  Schutterij,  in  alle  ilitte, 
pp  te  roepen,  den  klol^  op  te  houden  en  de  Poorten  niet 
vroeg  ce  openen*    Hoewel  de  Heer  hooerbekts  toe  nog  toe 
l^iet  in  den  £ed  der  Stad  wgs  genomen ,  wierdt  dit ,  egter , 
}n  zijne  tegenwoordigheid   be^looten.    Doch  de  Stad  kwaal 
Trij  met  den  fchrik,  vermids   Prins  usavüits  ziiqe  reize  op 
P^///,  Schiedam  en  verder  Zuidwaarts  nam^ 

C^  den  dertigflen  November  des  meergenoemden  jaars  deedc 
^  Heer  HOGERBEETS  den  £ed,  als  Poorter  en  Penfionaris  der 
$cad  Leiden,  en  woonde,  's  anderendaags,  de  Vergadering  der 
Vroedfchap  bij.  Mee  de  punten,  aldaar  beraamd,  vertrok  hij^ 
vervolgens,  nevens  vier  andere  A^^vaardigdeo  der  Stad,  tep 
pagvaart.  Eer  hij.  in  dezelve  verfcheen,  gaven  zHne  Medca(^ 
levaardigden  l^ennis ,  aaq  's  I^ands  A^VQk^t  van  oldskbar^e* 


HOGERBEETS.  (ROMBOüT)  «31 


■^■■■^ 


VELT,  van  de  verkiezing  van  den  Heere  hocemerts  tot^Penfio- 
naris  hunner  Stad,  en  met  een  van  de  aanftelliqge  vopr  negeo 
jaaren ;  met  nevensgevoegd  verzoek ,  dat  hij ,  geduurende  dien 
lijd ,  van  zijne  Raadsheersplaats  megt  omflagen  worden ;  en  in 
gevalle  hij ,  naa  dien  tijd ,  den  dienst  van  Leiden  mogt  verlaa- 
een,  zijne  plaats  in  den  Hoogen  .Raad,  van  nieuws,  mogt  aaa« 
vaarden.    Dit  verzoek  wierdc  toegedaan. 

Van  elders  is  bekend ,  hoe  veele  beweegingea ,  in  den  Jaarf 
i6i8,  te  Utrecht  ontöonden,  uil  vreeze  voor  veranderlnge  ia 
de  Regeeriiige,  en  boe  mtn  aldaar  een  aantal  gewapende  K«eg- 
cen,  onder  den  naam  van  WaarégeUea  9  hadt  aangeoomen, 
ter  verzekeringe  van  de  veilig}ieid  der  Stad.  Prina  mau&its  »  en 
anderen,  die  in  deszelfs  beiangtn  (bonden,  hadden,  intusfdien, 
ce  Uirecht  weeten  te  bewerken ,  dat  mett  'er  op  de  afdanking 
dier  Knegten  begon  bedigt  te  aeijn.    Zeer  nüsliaagde  dit  a«n  auV 
ke  Staatsieden  van  Holland,  die  van  den  Prinfe  in  bedoeling^ 
verfchilden.    Om  verandering  te  wege  ce  brengen  in  bet  bijkaai 
vastgefteld  Uire^hmk  Befluit,  wierdt  men  te  raadde,  eene  za^ 
menkomst  te  doen  houden  in  's  Hoge,  tusrcben  «enige  Hol- 
landfche  Heeren  en  de  Afgevaardigden  van  't  Sckht  ter  Alge- 
meene  Staatsvergaderioge.    De  Hew  hog£&ieets  was  een  van 
de  eerstgemelden;  de  drie  andere.  Burgemeester  de  lange ^vao 
Geud0 »  en  de  Heeren  de  haan  en  de  groot  ,  Penüonarisfen 
van  Haarlek  en  Rmerdam.    De  zamenkomst  wierdt  gehouden 
ten  huize  van  eenea  daniel  tresel,  eerden  Klerk  der  Alge- 
meene  Staaten;  de  Heer  de  groot  voerde  't  woord.    Kragtig 
drong  hij  aan  op  de  noodzaaklijkheid  van  het  in  dienst  houden 
der  Waardgelders :  naardien ,  zeide  hij ,  door  het  afdanken  van 
die  Knegten ,  de  kwaadgunftigen  aangemoedigd  ,  de  goeden, 
daarentegen,  zeer  verflagen  zouden  gemaakt  worden.    Nevens 
de  twee  andere  Penfionarisfen  hieldt  de  Heer  hoger3Eets  ,  an- 
dermaal, een  gefprek,  over  het  zelfde  onderwerp,   met  den 
Heer  ledekberjs  ,  Sekreuris  der  Staaten  van  Unecht ,  ten  hui- 
fA  van  den  Predikant  üitenbocard.    Uit  bezef  dat  de  zaaken 
niet  voorwaarts  gingen,  en,  nogthans,  veel  belang  (lellende  in 
het  aanhouden  der  Waardgelders  te  Utrecht ,  wierdt  men ,  zo 
ter  Vergadermge  van  HoUand,  als  bij  de  Algemeene  Swaten,  te 
jraade,  eene  proeve  te  neemen  van  gunftiger  uitflag,  dopr  het 

R  r  4  doen 


f3« HOGERBEETS.  (ROMBOUT) 


doen  van  eene  plegtige  Bezendinge  derwaarts.  Een  verhaal  van 
het  beleid ,  en  van  den  vrugtloozen  afloop  ook  diens  middels ,  be- 
hoort niet  tot  mijn  plan.  Alleenlijk  moet  ik  hier  aantekenen ,  dac 
lleHeer  hogehbeets  zich  ook  tot  decze  Bezending  lier  gebruiken. 

Door  deeze  en  foortgelljke  bemoeijingen,  tegen  de  inzigtea 
▼an  Prinfe  maürfts  rechtdraads  aangekant ,  hadt  dé  Heer  hoger- 
HEETS ,  nevens  anderen ,  zich  het  misnoegen  zijner  Doorluchtig- 
heid  op  den  halze  gehaald*    't  Gevolg  hier  van  was,  dat  hij, 
Dèvens  de  Heeren  oloenbarnevelt  en  db  groot,  op- Zondag, 
den  Degenentwimigften  van  Augustus  des  Jaars  i5i8,  in  hegte- 
oisfe  wierdt  genomen,  uit  last,  zo  als  men  zelde,  der  Alge* 
fDeene  Staaten.     Doch  hogerbeets  verzekert,   in  zeker  Ge- 
(bhrift,  bij  hem  naagelaaten,  dat  dit  in  hegtenis  neemen  in  de 
Vergadering  der  Algemeene  Staaten  nooit  voofgefteld,  veel  min 
1»eflooten,  maar  het  werk  was  van  eenigen,  die  den  Prins,  op 
eene  reize  na  Utrecht^   onlangs  verzeld,  en,  eerst  naa  de  ui^ 
voering,  het  ftuk  ter  Vergaderinge  van  Hun  Hoog  Mogenden 
gebragt,  en  aldaar  hadden  doen  goedkeuren.    Van  de  gevangen- 
neeminge  hadt  men  te  Leiden  de  tijding  niet  ontvangen ,  of  de 
Wethouders  dier  Stad  verzogten,  dat  hun  Penüonaris,  onder 
l)orgtogt,  mogt  ontflagen  worden.     Zij  gaven  voor  reden  van 
dit  verzoelc,  dat  al  wat  de  Heer  hogerbeets  gedaan  hadt,  ge- 
fchled  was  op  last  der  Stadsregenten;  dat  deeze  zulks  voor  hun- 
ne rekenlngc  namen,  en  dat  de  gevangene,  volgens  de  Privile- 
giën van  Leiden ,  binnen  die  Stad  moest  worden  te  regt  gefield. 
iPrins  MAURiTs  hier  op  tot  antwoord  gtgeeven  hebbende ,  dac 
^tllks  zijn  werk  niet  was,  en  zij,  ten  dien  einde,  zich  moes- 
len  vervoegen  bij  de  Algemeene  Staaten ,  hernamen  de  Leidjche 
Afgevaardigden ,  dat  zij  zich  bij  zijne  Doorluchtigbeid  vervoegd 
hadden,  als  Stadhouder  Van  *t  Gewest,  wiens  post  het  was,  de 
Privilegiën  te  handhaaven ,  en  dat  zij  de  Algemeene  Staaten ,  irt 
dit  opzfgt ,  niet  kenden.   Doch  de  Prins  bleef  bij  zijn  antwoord  , 
^n  liet  de  Afgevaardigden  daar  mede  vertrekken. 

Terwijl  het ,  intusfchen ,  Blaauwboekjes ,  rijmpjes  en  liedtjes 
regende,  de  eene  finaalender  dan  de  andere,  in  welke  hogerbeets 
nevens  de  andere  Heeren  zeer  lelijk  ten  toon  gefield ,  en  allerlei 
vuiligheden  verfpreid  wierden ,  liep  het  aan  tot  in  het  einde  van 
Sepceo^bcr^  f  er  i^et  zijne  ondervraaging  een  aanvang  wierde  ge^ 


HOGERBEETS.  (ROMBOÜT)  63$ 

Ibaakt,  Op^en  tweeêntwindgften  dier  Maand,  *s avonds  een  zes 
nare,  'kwamen  bij  hem  in  zijne  Kaïper  de  Fiskaalen  laurens 

SYLLA    en    PIETER  VAN   LEEUWEN,    de   HeCTen  DE  VOOGD,   MAN- 

MAKER,  ADRiAAN  PLOOS,  zwARTZENBURG  en  KOENDERs,  Afge- 
vaardigden ter  Algemeene  Vergaderinge  wegens  de  Provincica 
CelderUnd^  Zetiand^  Utrecht '^  Friesland  en  Gronitigen^  ne- 
vens den  Griffier  hewrik  pots.  Drie  deezer  Afgevaardigden 
hadden  den  Prins ,  op  deszeifs  reize  na  Utrecht ,  verzeld. 
Eer  men  eenen  aanvang  maakte  met  vraagen,  immers  voor 
dat  de  Heer  hocerbeets  eenig  antwoord  gaf,  beriep  deeze 
zich  op  zijn  inboorlingfchap  van  Holland  en  op  zijn  Poorter- 
fchap  van  Leiden\  verklaarende  voorts,  door  zijne  antwoor- 
den voor  vreemden ,  zijne  Privilegiën  niet  te  willen  te  buiten 
gaan.  Op  de  vraage  van  den  Fiskaal  van  leeuwen,  of  de 
Advókaat  (  oldenbarneveld  )  hem  niet  geraaden  hadde,  het 
Verponafiifchap  van  Leiden  aan  te  netmen  ?  gaf  hij  een  ont- 
kennend antwoord;  maar  erkende  dat  hij  den  Advókaat  raad  vet- 
zogt  hebbende,  deeze  hem  de  zwaarigheden  voor  en  tegen  onder 
*t  oog  gebragt,  en  voorts  hem  zijne  vrije  keuze  hadt  gelaa- 
ten.  Aangaande  de  Utrechtfche  IVnardgtlders  verklaarde  hij, 
dat  dezelve ,  reed?  vóór  dat  hij  Penfionaris  was ,  waren  aangeno- 
sien;  doch  met  een,  dat  hij  de  afdanking  niet  hadt  aangeraa- 
den,  alzo  hij  verftondt,  dat  der  Stede  daar  mede  kleine  dienst 
zoude  gefchiedeu.  Omtrent  zijne  onderhandelingen  met  de 
Utrechtfche  Afgevaardigden  in  V  Hage  y  en  *t  geen  hij  met 
de  Staaten  binnen  Utrecht  hadt  gefproken,  antwoordde  hij 
met  onderfcheiding.  En  hier  mede  liep  de  eerfte  ondervraa- 
ging ten  einde.  Een  tweede  onderzoek,  acht  dagen  laater, 
liep  inzonderheid  over  het  voorgevallene  te  Utrecht,  't  Liep 
aan  tot  in  het  begin  van  December,  en  dus  twee  volle  Maan- 
den, eer  eene  nieuwe,  ondervraaging  wierdt  te  werk  gefield. 
Intusfchen  weigerde  men  hem  het  genoegen,  van,  nu  en  dan, 
een  bezoek  zijner  Huisvrou we  te  ontvangen,  hoe  ernflig  ook 
daar  om  wierdt  aangehouden.  Daarenboven  wierden  alle  zijne 
papieren  en  aautekem'ngen  uit  zijne  Kamer  gehaald,  naardien 
men  meende  ontdekt  te  hebben,  dat  hij,  van  buiten,  eenige 
berigten  hadt  weeten  te  bekoomen.  Op  den  zesden  en  zeven- 
^^n  December  gefchiedde  de  derde  ondervraaging,     Anthonii 

Rr  5  DUIK, 


<34  HOGERBEETS.   (ROMBOÜT) 

DUIK,  Grif&er  van  den  Hove  van  Holland ,  de  twee  voorge* 
melden  ,  als  Fiskaal ,  toegevoegd ,  voerde  thans  het  woord. 
Met  groote  fcherpheid  oddervtaagde  bij  den  gevangene ,  over 
zaaken,  op  welke  hij  voorheen  reeds  gehoord  was.  Als  ho- 
CERB££Ts  daar  vUaa  klaagde  over  zijn  lang  vasthouden ,  en  zich 
beriep  op  het  Privilegie,  't  welk  vorderde,  „  dat  wanneer 
^  men  iemand,  yan  wegen  de  Graaflijkheid ,  wilde  befchuldi- 
p,  gen  van  zijnen  lijve,  zulks  binnen  de  zes  weeken  moest 
„  gefchieden'*,  gaf  duik  tot  antwoord,  dat  dit  Privilegie  niet 
meer  in  gebruik  was ,  en  befchuldigde  voorts  den  PenHonaris  , 
dat  hij  en  de  zijnen  met  de  Regeeringen  gefpeeld  hadden  naar 
welgevallen,  en  nu  beweerden  dat  de  Algemeene  Staaten  in  de 
bijzondere  Gewesten,  met  naame  in  Holland^  geen  gezag  had- 
den, hoewel  men  *t  voorheen  gantscl\  anders  hadt  verflasn,  toen 
jnen  te  Groningen  een  Kafleel  wilde  bouwen*  Hogerbeets 
verdeedigde  zich  hier  op,  met  te  zeggen  „  dat  *er  groot  on- 
^  derfcheid  was  tusfchen  Holland  en  Groningen \  en  dat,  in 
^,  allen  gevalle,  verfchillende  gevoelens,  op  het  (luk  van  Re* 
^  geeringe,  geene  halszaaken  waren/' 

Zinu  deezen  tijd ,  tot  in  het  einde  van  Januari]  des  volgenden 
}aars  1 6 19,  zag  men  niet  verder  om  na  den  gevangenen  Penfiona- 
ris*  Een  geestige  vond  vanden  vermaarden  petrus  scrivekius, 
hielp,  intusfchen ,  hem  en  den  Heere  de  cRocyr  aan  eenige, 
kundfcbap  van  't  geen  hier  en  daar  omgiug..  Scrivërius  ,  woo* 
nende  te  Lei  den  y  liet  thans  drukken  de  Latijnfche  Dichtwerken 
van  den  Haagfchen  Digter  joannes  secundus.  Onder  het  druk* 
ken  wierp  hij,  uit  de  proefbladen,  eenige  regels,  en  vulde 
de  ledige  plaats  met  andere ,  behelzende  't  geen  hij  de  gevan- 
genen wilde  doen  weeccn.  Voorts  wierden  de  bladen,  die  't 
geheim  inhielden,  derwijze  ingenaaid,  dat  ze,  in  't  afTnIjden, 
gedoocen  bleeven,  en  aldus  aan  iiogerbeets,  gelijk  ook  aan 
DE  GROOT,  toegezonden,  Dq^zq  merkte  fpoedig  den  vondj 
doch  de  andere,  door  ouderdom  minder  vlug  van  geest,  leide 
het  Boek  ter  zijde,  zonder  het  ingezien,  althans  den  list  be- 
merkt te  hebben.  Meermaalen.  liet  men  hem  vraagen,  of  hij 
\  Boek  geleezen  hadde,  en  daar  toe  flerk  aanfpooren.  Hier 
pit  vatte  men  agterdogt,  vorderde  uogerbeets  het  Boek  af, 
en  ontdekte,  bij  aandagtige  ieezing,  den  fchranderen  vond, 

$er  I10GERBEET3  daar  uit  cenig  nut  hadt  getrokken. 

Eeno 


HOOERBEETS.  (ROMBOÜT)  €35 


.  ^eoe  vierde  ondervraaging,  omtrent  den  ge^mngene,  wierdt 
ce  werk  gefield  op  den  35  eo  26  Januari}  des  Jaars  i6ip.    Zi) 
liep,  inzonderheid,  over  het  voorgevallene  in  UHage^  met  do 
Utrecht fche  Afgevaardigden,  ten  huize  van  den  Klerk. treseli 
als  mede  over  't  gehandelde  te  Leiden  ^  in  November  des  Jaars 
161^,  ten  tijde  als  d^ar  de  tijding  was  gebragt  van  "sPrinfeQ 
aanihumde  komfte  binnen  die  Stad,    Deeze  was  de  laatfte  onder^* 
vraaging  in  zijne  Kamer»    Zedert,  gelijk  bekendis,  benoemda 
men  vierentwintig  Regters.    Voor  deea^e  vericheen  de  Heer  ho< 
i(?ERB^ETs ,  op  den  laatften  Februarij ,  en  den  eerften  en  vijfden 
van  Maart.    Het  aanneemen  en  onderhouden  van  Waardgelders 
v^as  bet  onderwerp  ,  waar  over  hier  voornaamelijk  gehandeld 
wierdt,    Uitdrukkeh'jk  verklaarde  hij  zich  voor  de  wettigheid 
der  aanneeminge  eri  onderhoudinge  dier  gehuurde  Knegten.  ^t  Is 
bekend,  welk  Vonnis  deeze  Regters  in  de  zaak  van  'sLands 
Advokw  veklen.    Naa  deszelfs  ongelukkig'  einde  liet  men  het 
Schavot  nog  eenige  ^gen  ilaan,    Wemig  tijds  daar  naa  vervoeg- 
den zich  drie  der  Regteren  bij  hogerbeets  ,  om  hem  te  bewee- 
gen,  in  eigen  perfoon,  of  door  zijne  vrienden,  vergiffenis  te 
verzoeken.    Doch  hij  't  een  en  ander  klpekmoedig  van  de  hand 
wijzende ,  verlieten  hem  de  Regters,  in 't  heen  gaan  hem  gramftoo* 
rig  toeduwende ;  Zo  zuit  gij  dan  vaaren  als  Barneyeld\*t  Scha- 
voi  floot  '*er  neg.    Doch  dit  gebeurde  niet.    Want  op  den  acht- 
lienden  van  Mal,  door  den  geweldigen  Provoost,  voor  de  Reg« 
lers  ontbooden  zijnde,  wierdt  hij  ter  eeuwige  Gevangenisfe  ver- 
weezen, met  verbeurdverklaring  van  zijne  goederen.    Onder 
bet  leezen  van  dit  Vonnis  wierdt  hij  zeer  ontfteld,  en  zeide  dat 
^ijne,  Sententie  niet  overeenkwam  met  hetgeen  hij  verklaard 
iadt^  en  hij  betering  daar  van  verzegt.    Toen  men  hem  hier 
pp  geboodt  te  zwijgen»  floeg  hij  met  zijne  hapd  op  zijnen  borst , 
(n  riep,  met  de  woorden  van  den  Latijnfchen  Digter  horatius; 

Hie  murus  ahenem  eflo , 
Pfif  gonfcirt  Jibi^  vuUa  falefcere  culpa^ 

Pat  is; 

„  Dit  zij  een  Koperen  muur ,  zich  niets  bewust  te  weezen  % 
i,  ^n  door  geen  misdaad  te  verbleeken ,  of  ce  vreezen. 


6^6  HOGERBEETS.  CROMBOUT) 


Naaderhand,  evenwel,  hadt  de  Heer  hogerbetts  beronw  van 
deeze  hevigheid  ,  en  verzogt  des  wegen  om  verfchooning  bfj 
Hunae  Hoog  Mogenden.  Van  toen  af  hadden  zijne  bloedver- 
wanten COC  hem  vrijen  toegang. 

HoGERBEETs  Weef  ra  V  iiage  toe  den  vijfden  JunJj ,  wanneer 
liij ,  nevens  de  groot,  *3  nachts  ten  elf  uure,  onder  een  ge- 
leide van  vijfentwintig  Soldaatea,  over  Dordrecht  ^  na  het 
Slot  Loevefiein  gevoerd  wierdt,  *t  welk  hein  tot  eeae  bewaar- 
pfaatze  moest  verftrekken. 

Hij  zat  aldaar,  tot  in  den  Jaare  1626^  wanneer,  met  de  ver- 
andering van  tijden ,  naa  den  dood  van  Prinfe  maurits  ,  op  voor- 
fpraak  van  Prinfe  fredrik  hëndrik,  zijne  gevangenis  verligt, 
en  hij ,  van  Loeveflein ,  overgebragt  wierdt  op  zijn  eigen  buii 
te  Wter^  bij  H^aifenaar^  niet  verre  van  Leiden*    Niet  lang, 
«gter,  hadt  hij  genot  van  deeze  vrije  lucht.    Vijf  wecken,  naa 
zijne  komst  aldaar,  overleedt  hij,  in  den  ouderdom  van  vieren- 
zestig ja  aren.    Geduurende  *8  Mans  opfluiting  m  den  Kerker  van 
Staat,  trof  hem  een  zwaare  ramp,  door  't  verlies  zijner  Echt- 
genoote ,  die  zich ,  nevens  hem ,  binnen  het  geduchte  Slot  hadi 
laaten  opflulten.    Twintig  weeken  hadt  haaré  zukkeling  aange- 
houden. Mevrouw  de  groot.  Insgelijks  de  getrouWe  medgezel- 
linne  haars  gevangenen  Echtpenoots,  geduurende  de  ziekte  haa- 
rer  lotgenoote,  meer  dan  eens,  verzogt  hebbende,  om   Me- 
vrouw HOGERBEETS  te  mogeu  bezoeken  en  oppa<fen,  was  teU 
tens'afgeflagen,  door  den  onvriendlijken  en  hardvogtigen  Slot- 
voogd.     Verfchelden  büjken  van  kwalijkgezindiieid  gaf  deeze, 
van  tijd  tot  tijd ,  omtrent  de  gevangene  Staatsmannen  en  de  hnn- 
nen.    Gebeeden  zijnde  om  zijne  huipe,  tot  het  behandigen  van 
êenen  Brief ,  aan  de  Algemeene  Scaaten ,  behelzende  het  ver- 
zoek, dat  Mevrouw  hogerbeets,  oud  vin  jaarcn,  en,  naa  een 
jaar  zittens,  der  gevangcnisfe  onraagtig,  dezelve  mogt  verlaaten, 
iloeg  hij  dat  redelijk  verzoek  van  de  Imnd.     Zonder  naderen 
last  uit  's  Rage  y  weigerde  hij  het  Lijk  Van  l^evrfiein  te  laaten 
vervoeren.     Gunfllger    oordeel  velde  men  ,   over  den   Heere 
hogerbeets,  naa  deszelfs  aflijvigheid.    Niet  lang  daar  naa  ver- 
worven zijne  kinderen  de  Vrijkooping  zijner  verbeurdverklaarde 
goederen s  en,  ruim  veertig  jaaren  laater ,  velde  de  Hooge  Raad 
ün  vonnis ,  waar  bij  de  WcLhouderfchap  van  Leiden  verweeren 

wierdc 


HOHENLO.  (PHILIPS,  Graaf  van)  «37 


wierdt  in  de  becaaling,  aan  zijne  Erfgenaamen,  van  de  Wedde, 
welke  die  Stad  aan  den  Heere  hogekbeets,  als  haaren  gewee* 
zenen  Penfionaris,  nog  fchuldig  was. 

Zie    BRANDT  »   Hifi.  der  Reformatie  i 
D.  IL  Regtspleeging  t  enz. 


HoHENLo,  (PHILIPS,  Graaf  van)  hoewel  geen  geboorea 
Nederlander,  verdient,  nogihans,  éene  plaats  in  ons  l^oorden^ 
hoek ,  naardien  hij  een  voornaam  gedeelte  zijns  leevens  in  dee- 
ze  Gewesten  doorgebragt,  den  Staat  zeer  gewigtige  dienften 
betoond,  en  hier  te  Lande  zijne  dagen  heeft  geëindigd.  Naa 
zijne  overkomst  uit  Duitschland,  zijnen  dienst  den  Prinfe  VAif 
ORANJE  hebbende '  aangebooden ,  in  of  omtrent  het  Jaar  157^» 
wierdt  hij  aangenomen  op  eene  Jaarwedde  van  vijfduizend  Gul- 
dens. Zeer  gelukkig  was  de  intrede  io  zijnen  dienst  ^  •  dewijl 
hij,  terftond  in  zijnen  eerden  veldtogt,  zich  meester  maakte  vtn 
den  fierkeu  Schans  Krimpen ,  en  nog  twee  andere  in  dien  oord  ^ 
op  den  eenentwintigden  Februari]  des  gemelden  jaars.  In  'c  vol- 
gende jaar ,  zich  vereenigd  hebbende  roet  den  Heer  van  chau» 
PAGNEi,  noodzaakte  hij  de  Bezettingen  der  Steden  S/^^n^^r^^ 
en  Thoolen  de  poorten  te  openen,  en  maakte  zich,  bij  een  mii>* 
nelijk  verdrag,  meester  van  ^sHertogenboseh.  Het  vertrouwen # 
welk  hij  hierdoor  won,  was  oorzaak,  dat,  ter  geleg^heid  eenev 
reize  van  Prinfe  willem-  na  Brabant ,  de  Ridderfchap  en  Steden 
eenen  voorflag  deeden,  om  den  Graaf,  geduurende  ^sPrinfen 
afweezigheid,  tot  deszelfs  Stedehouder  aan  re  dellen,  om  over 
zaak^n  van  Oorlog  het  bewind  te  voeren,  op  een  Berigtfchrift, 
welk  hem  zou  worden  ter  hand  gedeld.  In  de  Maand  Odober 
des  Jaars  1577  verfcbeen  de  Graaf,  met  twaalf  Vaandelen  Voec« 
volk  en  hooderdvijftig  Ruiters ,  voor  Roermonde,  Vermids  de 
Gelderfchen,  zo  als  hij  klaagde,  hem  kwalijk  bijdonden,  konde 
hij  bier  niets  meer  verrigten ,  dan ,  met  zes  of  zeven  Blokhui- 
zen,  de  Stad  te  bcnaauwen;  die  evenwel,  meende  hij ,  de  zijne 
zou  geworden  zijn  ,  hadde  niet  Don  jan  den  Heer  van  uierges 
en  mandragon  derwaarts  gezonden ,  met  eenen  goeden  hoop  ge- 
oeffend  Krijgsvolk.    Dit  noodzaakte  hem,  de  Siad  te  verlaaten» 

op 


«3»  ÜöHËNLO.  (PHlLlPSi  Grgafvan) 

'op  den  derden  Jtnu«rfj  des  Jaars  157».  Hij  begaf  zich  taeii 
over  de  Maaze ,  in  eenen  Schans »  Tolen  genaamd.  Hier  waa^ 
de  op  hem  de  Bezetting  van  Roermande  eenen  kans,  docf( 
wierdc,  met  merkelijk  verlies,  afgeflagen.  Bij  eenen  nieuwenl 
tan  val,  egter,  door  eene  talrijker  magt,  moest  hij  de  Vesting 
ontruimen.  Niet  dan  met  veefe  moeite  haalde  hij  toen  de  Sce'- 
den  Gelder  en  Fenio  over,  om  van  hem  eenige  Vendelen  bin- 
nen te  neemen;  waar  naa  Don  jan,  bij  deeze  Steden,  voor 
Vijand  wierdt  verklaard.  Geduurende  de  werkeloosheid  van  't 
Seaatfche  Leger,  Welke  hier  op  volgde,  konde  hohenlo  ins- 
gelijks weinig  uitvoeren.  Alleenlijk  bemagtlgde  bij ,  in  *c  einde 
Van  *t  jaar,  terwijl  het  Hoofdleger  de  Winterkwartieren  ging 
betrekken,  de  Stad  en  *t  Slot  ff^eerf;  doch  bleef  *er  niet  lan- 
ger meester  van,  dan  tot  in  *t  begin  des  volgenden  jaars,  wan^ 
neer  zij,  door  't  volk  van  den  Hertog  van  paraia,  wederom 
veroverd  wierden. 

Terwijl  de  Stad  ^sHertogenbosch,  in  den  Jaare  157J>,  éeni- 
gen  tj'd,  in  twijfel  hlng^  welk  eenen  kant  zij  Zoude  kiezen  ^ 
den  Siaatfchen  of  dien  des  Hertogs  van  parma,  wilde  hohen- 
10  deeze  gelegenheki  te  baate  neemen,  om  zich  van  de  Stad 
te  verzekeren.  Hij  nodigde,  ten  dien  einde,  dezelve,  door 
brieven  ,  om  Bezetting  van  hem  in  te  neemen.  Doch  die' 
wierdt,  niet  zonder  bitschheid,  afgeweezen,  en  daarentegen 
kec  Volk  van  parma  ,  in  dien  oord  insgelijks  gelegerd ,  't  welk 
groot  gebrek  leedt^  door  haar  gefpijsd.  Geweldig  (lak  dit  deif 
Graave  in  den  krop,  en  deedt  hem  den  voorflag  doen,  aan  def 
Gemagtlgden  der  Nadere  Vereeniginge ,  hoe  de  Stad,  met  het 
doorfteeken  van  twee  Steenwegen,  en  van  den  Maasdijk  bo*' 
ten  Lithooijen^  merkelijk  konde  benaauwd  worden,  en  daar- 
eftboven  van  den  vijand  afgeibeeden.  Deeze  voorflag  vonde 
ingang,  en  deedt  vervolgens  hohenlo  den  Deemerfcben  Dijk^ 
als  mede  den  Maasdijk  bij  Litho9iien ,  doordelven.  V  HertO' 
genbosch  lag  wel  haast  als  in  eene  Zee;  doch  bij  gebrek  aari* 
de  noodige  hulpmiddelen  bij  de  Staaten^  moest  hij,  in  het 
Haan  van  een  geregeld  beleg  om  de  Stad ,  zijn  ontwerp  Itaa» 
ken. 

HoHSNLo,  dos  lang  alleen  onledig  geweest  met  het  bezetteti 
of  inneemen  van  Steden,  hadt  nu  het  hoofd  te  bieden  aart 

etnaa 


MOHËNLÓ.  (PHILIPS,  Graaf  van^  ^%9 


certen  hoop  onbefoldigde  Boeren.    Die  van  Overijsfel,  naame- 
lijk,  Twente^  Zalland  en  Mastenbroek^  lang  geplaagd  met  de 
Inlegering  van  onbetaalde  Ruiters ,  hadden  *t  geduld  verlooren , 
en   de  Wapens   opgevat.    Om  hen  te  (lillen ,  of  tot  reden  tef 
brengen,   trok  de  Graaf  tegen  hen  op.    Niet  to  gemaklljk, 
egtcr ,   viel  dit ,  als  men  van  dicrgelfjken  hoop  verwagt  hadr^ 
De  Boeren  waren   eenige  duizenden  fterk ,  en  hadden  aan  *t 
hoofd  een  goed  getal  geoefFende  Soldaaten.    Zij  noemden  zich 
den  Vertwijfelden   Hoop^  en  voerden  in  hunne  Vaandels  eea 
Zwaard  met  eenen  halven  Eijdop ,  met  den  oaitgeloopen  Dooier 
daarnevens.    Zij  hadden^  zeiden   ze,  zinfpeelende  op  deeze 
leuze ,  tot  nog  toe ,  niet  om  V  Ej  willen  vegten ,  doch  moeften 
V  nu  wel  OM  de  Schaal  doen.     Meerdere  moeite^  evenwel^ 
was  *er  vast ,   aan  het  't  onderbrengen  van  deezen  hoop ,  zor 
van  wegens  't  getal,  als  de  leidslieden  en  aanvoeders,  daö 
HOHENLo  verwagt  hadi.     Niet  ;conder  gevaar  van  eigen  leeven 
wierdt  hij  genood:gaakt ,  met  zijne  Troepen,   de  wijk  te  nee- 
men  tot  op  de  grenzen  van  het  Grnaflchap  Berg^    Kon  daar 
op ,  nogtbans ,  zich  herfteld  hebbende  t  zat  hij  hun  kort  op  de 
hielen ,  en  noodzaakte  hen ,  de  wapens  neder  te  leggen.  Thans 
voor  Oldenzeel  getrokken  zijnde,  deedt  hij  de  mwooners  zijn 
eigen  Vaandel  voor  Bezetting  inneemen* 

Omtrent  deezen  tijd  was  te  Zwolle  eenige  oproer  ontlïaan^ 
ter  gelegenheid  dat  men  aldaar  weigerde  Staatfche  Bezetting 
hl  te  neemen ,  en  eenige  afgezette  Regenten  om  den  vermaar- 
den MARTEN  SCHENK ,  tocu  uog  Spaausgezlud ,  gefchreeven  had- 
den. HoHENLO ,  derwaarts  getrokken  ,  ontmoet  schenk  ^ 
op  de  Hardenberger  Heide.  Spoedig  wierden  zij  hier  handge- 
meen ,  op  den  vollen  middag  van  den  zeventienden  Junij  de^ 
Jaars  1580*  Het  was  een  zeer  heete  dag,  en  het  Volk  varf 
HOHENLO ,  't  welk ,  bovendien ,  de  Zon  recht  in  het  aangezigï 
hadt,  zwaar  vermoeid,  door  eenen  moeilijken  optogt  over  eenef 
barre  Heide ,  op  welke  verfcheiden  Heden  van  aanzien  van  dorst 
verfmagt  waren.  *c  Een  en  ander  deedt  den  fbijd  eenen  uitibg 
neemen  tennadeele  van  hohenlo,  die  gezegd  wordt,  hier  wel 
vijftienhonderd  Man,  en  onder  deeze  vericheiden  Edellieden r 
verlooren  te  hebben^ 

Za 


640  HOHENLO.  (PHILIPS,  Graaf  vm) 

Zo  ongelukkig,  nis  in  deeze  oncmoecing,  flaagde  hij  ook^ 
kort  daar  naa,  in  zijne  pooging  on  Deifzyl  te  ontzetten,  't  . 
tvelk  door  schenk  en  rennenberg  belegerd  wierdt  gehouden. 
Op  den  eenentwintigften  Julij  des  bovengemelden  jaars,  ver- 
fcheen  de  Craaf,  op  de  Êems,  in  't  gezigt  der  Vesiinge,  mei 
ievenhonderd  Soldaaten,  en  weinig  minder  dan  vijftig  Sche- 
pen. Heer  johan  van  duivenvoorde.  Heer  van  Warmond ^ 
Admiraal  van  Holland^  kwam  hier  op  den  derden  dag  bij  hem< 
HoHENLo  hadt.  niets  mede  gebragt  om  de  belegerden  te  fpijzi- 
gen :  waarom  men  na  EmBden  zondt ,,  In  hoope  van  aldaar  iets 
ie  2ullen  opdoen;  doch  vrugteloos.  Nu  wierdt  in  overleg  gö- 
Bomen,  of  hem  eene  landing  geraaden  ware;  doch  men  zag 
*er  af,  op  de  aankomst  van  rennenberg  met  nieuwe  verfter* 
klnge.  Naa  eenige  dagen  nutteloos  toeven»,  begaf  zich  ho- 
HENLO  heimelijk  na  Dokkum  in  Friesland^  van  waar  hij  ziclt 
eerlang  meester  maakte  van  den  Schans  de  Opflag^  en  vervol- 
gens ook  van  MonnikezijL  Die  van  Delfzijl^  hebbende  nu 
vierentwintig  dagen  't  leeyen  gehouden  bij  louter  Boter  eo 
kaas,  zonder  Brood «  moesten  zich  eindelijk  gewonnen  gec- 
ven. 

In  't  begin  der  volgende  Maand  Augustus  floeg  de  Graaf 
VAN  HEHENLO  op  weg  na  Cronin§en,  Bij  zijne  komst  te 
Nijenroode^  dreef  hij  de  Rennenbergfch^n  van  daar  tot  onder 
het  gefchut'  der  Stad ,  en  floeg  zich ,  met  zijn  Leger ,  neder 
in  't  Dorp  Haren ,  een  lialf  tiur  gaans  van  Groningen ;  't  welfe 
hij  's  anderendaags  to  dlgt  naderde,  dat  de  Overde  zadeniski, 
(taande  aan  zijoe  zijde,  met  een  (luk  ijzer,  gefchooten  uit  de 
Stad,  aan  zijn  been  gekwetst  wierdt.  In  't  eerst  leide  men  in 
beraad  om  Groningen  in  te  fluiten ;  doch  dit  wierdt  afgekeurd , 
en  RorïENLO  te  raade,  ora  zich  neder  te  flaan  in  het  Dorp 
Zuid/aren.  Hier  lag  hij  tot  den  twaalfden  der  Maand,  wau* 
fleer  hij  op  \ycg  floeg  na  Koeverden.  Hij  ftaderde  het  Stede- 
ken in  den  avond;  en  rijdende  rondoöi  hetzelve,  met  Graava 
Willeu  VAN  NASSAU,  tvierdt  deeze,  öiet  een  zesponds  KogeU 
uit  een  der  Bolwerken  op  hem  gemikt,  het  flinker  been,  pa» 
beneden  de  knie^  in  (lukken  gefchooten.  Hoewef  hij  *er  van 
geneezen  wierdt,  liep  hij 'er,  egter,  altoos  kreupel  aan.  Naa; 
xwee  dagen  ging  de  Piaatg  over  aan  iiohenlo,  bij  Verdrag.  Daarnaa  , 

eeiv 


hOMENtO. , (PHII.IPS ,  Gtmf  Vi»»)  ^4* 

een  gedeelte  sijas  Legers,  hier,  en  d^r».in.  Bezetiuif  g^ated 
hebbende )  voerde  hij  het  overige 'na  Lingty  en  voorts  na  We4^ 
êe\  van  waar  hij,  het  oog  hebbeifde  op  Delfzjlt  dertvaarts  op^ 
troic^  ReNNËNBERa,  dit  fnialdeeleTf  van  hoüeklo^s  Krijgsvolk- 
verneemende^  zogt  daar  mede  ziin  vogtdeel  te  doen^  ep  pakt 
den  Graaf  «in  op  de  Bourtanger  MeUe,  Hevig  wierdt  hier  ge^ 
vogten^  met  merlcelijk  verlies  aan.  weerltanten,  doch  allermeest 
aan  de  zijde  van  hohbnlo^  die  hier  meeif  dan  duizend  man  liet» 
en  zelve  t  met  het  overfchot  van  't  Leg^  i  de  vlngt  moest  pee^ 
men;  laatende  het  Gefchut,  welk, hij  voor  ff^eifde  hadt  gephmt, 
in  den  loop« 

In  't  volgende  Jaar  158 1  bevondt  zich  Kohenlo  in  Friesland^ 
ter  gelegenheid  der  komfle  van  Prjnfe  willem  in  dat  Gewest » 
derwaarts  gereild  op  verzoek  van  'sLands  Staaten»  De  Graaf', 
verfcheen  aldaar,  om  zich  te  verdeedigea  voor  de  Staaten,  teti^ 
overllaan  van  zijue  Doorluehtrgheid,  ovei  zijn  gehouden  gedrag 
in  het  Gevegt  op  de  Bourtanger,  Heide,  wbslt  omtrent,  meen* 
de  hij ,  zommigen  h^m  in  zijne  e$re  gekwetst  hadden.  De  Stad- 
ten  hielden  zich,  als  of  hun  deeze  .;|^iak  niet  aanging^  en  zij 
van  een  (Iraatgerugt  geene  rekeafchap  fchuidig  warefi. .  Docb 
HOHENLo  bewees  hun^  dat  zij„  om  kmid,  lood  en  andere  ver- 
Aerking  van  hem  ernftigzijudie  aangezQgt^  zijne  behoefte  vïei 
Vervuld,  en  alzo  tot  de  fmakleding  zijns  Legers,  aanleiding  gd^ 
geeveu  hadden  ^  on  dat  dit  de  oorzaak  was  der  jongüeNeder- 
laage.  Gundiget  was  het  geluk  den  Graave,  in  't  Jaar  158:1^ 
waaneer  hij ,  in  de  Maand  September ,  het  beleg  geflagen  heb- 
bende  om  Meegen^  in  Brabant ^  zich  vaii  die  Stad,  en  anderï 
plaatzen^  in  dien  oord,  van  ipindere  aangelegenheid,  meestee 
maakte<  Merkelijk  ongenoegen  rees  'er,  ten  deezen  tijde ,  tüs- 
fchen  den  Graaf  en  sonoy,  Stadhouder  van  Noordholiandy  tér 
gelegenheid  ais  deeze ^  ponder  den  Graavè  te  kennen,  'dP  Bézet^ 
tingen  der  iSteden,  zo  hier  als  elders^  naar  eigen  goeddunken , 
dikmaals  verwisièlde;  't  welk  hohenlo  meende,  niet  dan 'óp  zijo 
bevel,  althans  niet  zonder  zijn*  medeweeten,  te  mogen  gefchie' 
den :  wesbalven  hij  den  Stadhouder  ólet  afzetting  dreigde*  So^ 
NOY,  kennende  'sGraavén  heethoofdigheid,  nam  de  toevlugt  tot 
Prins  WILLEM;  door  Wiens  tusfcbenfpraak»  vervolgens,  de  twfss 
in  der  minne  wierdt  bijgelcid. 


«4d  nOHËNLO.  <  PHILIPS ,  Ora^  vm ) 


'   ^^^immAyy  wieir  t»  *c  gdok^  yerfchefdén  maaleo,  nfet  zetf  ^ 
iFOdfdéëlig  hadt  toegelachen,  flaogde  evenwel  niet  aKoos  even  on- 
ganftig.  'De  Spteiifche  Overfle  vbrduoo  hadt  bet  beleg  geflagen 
Vodr  L$chém^  ifi  *t  'Oraaffbhap  Zutftfi,    Om  hem  van  daar  te 
faagen^,  deedt  de  Graaf,  gefteitt  met.  Graave  willem  LODKwvit 
▼JEN  iNAss'Au , 'Op  hetn  eenen  aanval,  met  vljfeodertfghonderd  So)« 
^M(9n en  (foizend  RdUers,  doeh  wierden^,  ditf  fMtel,  afgeflagen. 
De  -benKiüwde  toedMd  der  Stad ,  binnen  welke  meti ,  nu  al  eenl- 
gen  fi)d,  zich  met  paerdevleettCh  hadt  moeten  behelpen,  ^^ras 
eë^'tgönoegzaiime  ïlrangFedén  ifOöx  iionKNto,  ter  fpoedige  bij^ 
eenzamelinge  van  meerder  magt.    Deeze  bekoomen  hebbende> 
nl^éns  vier  zWatffó  Hakketa  Gefbbnt,  naderde  hij,  van  nieuws, 
dePhaf9,^n  hadt  tiet  gfehïk,yen  Vijand  uit  eönegroote  Sterkter 
'bij 't  Huis  r^r  ^//*^,'%en  htflf'ubr^gölBiis  van  Zockitn,  verdree- 
ven  tiiibbénde,  ^5féhèn  openen  vi^  defWaarts  tebaanen,  en  de 
benÉati#<le'8tédei!tigeii  vttn  öiondkost  en  andere -ndodwendighe» 
d^  te  vér^orgeur    ^erdugö,  thans  geeneli  karis  zfende  om  de 
Stad  té  wiötién , ilwftfk  het  beteg  op,  en  verliet  aMe  zijne  Schaiv 
itön.    Zo  gelukkig  als  in  *t  ontzetten  Van  deeze  Stad ,  (laagd'e 
«j ,  ïin  't  •veJflgeöÖe  Jiar  1^3 ,  bii  Ter  Muze ,  Wèrwaarts  hij 
tk^  negentien  Vtettden  Kne^gien  Was  getrokken ,  in  het  bouwea 
^ti  eetlén  ^htftts  of  geweldfl:  zwaar  BlokhUi^ ;  dit  moest  dië- 
ten óm  d^  S&seiA^  Ie  beü^tiHigm  en  opehtelioad^h,  als  mede 
öiii^én  vijüid  ih '^TWtfif /T^»^  tf f  bfèuk  te-tói^ien  dden^ 

Vée^  hadéels  BeeAen ,  omtrent  deezén  tijd ,  de  'S^nsgezlnden 
in  'en  om^'Veiav^e ,  alwaar  zij  nog  de  Stad  Zutfenm  hadden«r 
'Óin  Imh  dieh  euvelmoed  teverieeren,  verzamelde  Ht)ÉtENLa,  !n 
*t  begin  des  ]aars  15^4,  eehe  Bende  van  omtrent  tienduizend 
'mstn,  eh  verfcheen  met  dezelve  yoor  den  fterircn  Schans,  tegen- 
over iutfen  gelegen.    De  Maanden  'Apfilëu  Mal  fleet  hij  ge- 
noegzaam geheel ,  zoDder  let  iberkwailrdfgs  ireftfgt  te  hebben. 
'Naa  veel  verlooreu  arbeid  éh  kosten,  wlerdt  Mj,  ehidelijk,  te 
raade  ,  eebe  Halvemaan  ,  van  verfeheiden  'kieihfe  iBIdfthtiizen  „ 
'  met  Schans  werk  'Samengevoegd  ,  te  leggen  Van  dfcn  oever  ter 
eenertotaan  den  oever^er  andere  zijde  dér  vfjandlijke  Sterkte. 
In  èroote'bënjtóüVjrdheid  Bragt'hlj ,  niet  (Sbtiéï  vonÖ,  -ïo  wel  de 
'Stad  Zéifén  zelV'e ,  als  den  Schöhi  di^r  H'ödr.  ^iWögtlians  ge- 
lukte het>  nu  en  dan,  dea  Veldhe6re>EiiDbrco,  öm^  de 'Stad  te 

'  Itiizigen-  **** 


rfMi 


HOtilÜilOé  ( t»HÏLIPS  i  ÖféUff  vén  ^  «44 


'Het  omfjdis  fterven  mn  Priiife  «Willgm  idbm  !«  in  Uic  zielf- 

4ie  jatr,  ToorgevaUen,  diende  4er  «bevordêtlnge  van  'Horwlci 

'tot  liooger  .KtIjgBbewiod.    In  de  ^nfid  ^Biaöber»  itteatnclijk^ 

.zonde  de  Gnaf  een  ttitvoerig  Vertoog  aan    de  lUdlhmdfdiei 

Statten ,  waar  in  irij  ^  naa  eene  opteliitig  Vton  fEijne  dienften  ^ 

•den  Lande  beweezen^  verzogt  om  x)nderrigting|  onder  welken 

naam  hij,  die  tottnog  toe,  als  Luiteml^^GreneraAl^  in  den  Eed 

van  wijlen  zijne  Doorlochtiglfeid  ^eftttan  hadt>  voortaan  asonda 

gebieden  over  de  Krijgsmagc,  welke,  Tdlget»  zljti 'fbhrijven^ 

.tli«ns  geenen  anderen  £ed  wilde  idoen,  dan  aan  'Graave  Mitü- 

.tUTs  en  aan  de  Stuten  van  Holfiind.    Tevens  lÊlaagde  tij,  in 

dit  Vertoog,  over  de  Algeméene 'Seaaften ,  dtehett,  toor  dtf 

•lionderdduizend  Guldens ,  door  zijne  Vronwe  Moefler  'aan  hem 

overgemaakt,  en  hunnemha^ve  -door  liera  ge^ld,  trooit  eentf 

redelijke   voldoening  hadden  willen  geeven.    "Men  'haft  hem  ^ 

in  zijne  verlegenlieid  dm  gefeede  penningen,  wél  geweezeil 

op  de  ^Md  fyieftnumée  en  "t  'Mniis  te  ÜHeghen^  om  ^er  vier- 

.duisend  Goldmis  ce  beuren ,  dodi  hij  -aldaar  geen  ^enkelen  fttil- 

ver  kannen  bekoomen*     nierom  herhaélde  hij  ei}n  verdoek  ^ 

om  te  mogen  weeténj  onder  welken  Bed  voortaan  het^rijgk' 

Volk  liato  zonde i  als  mede,  waar  hfj  de  pennhïgen  zonde  Vfai^ 

den,  iioodig  tot  zijnen  overtogt  na  Ztelandt  werwaarts  *M|^ 

omtrent  deezen  'tijd,  was  ontbooden^  om  op  den;v}^nd  ecd 

waakend  oog  te  honden. 

De  8taateu'van  Holland,  over  dit  fchrijveti,  het  gemoeten  vÈXï 
-den  Raad  'van  tRegeeringe  hebbende  ingenomen,  en  naa'bélioOt' 
lijk  overleg  In  hunne  Vergaderhige,  wierden  Voorts  te  raade^ 
aan  den  Graave  ^nige  tSemagtigden  te  zenden.   'Han  la^t  hieldi 
In ,  detiMven »  uit  naam  der  Staaten ,  te  bedanken  vodr  de  lAt* 
nigvuldigeen  getrouwe  dienften,  *aan  den  Lande  beWeezen,  meC 
.verdoek  om  in  \  vervolg,  met  den  relfSen  ijver,  daar  in  te  vól<* 
iharden ,  en  met  naame ,  om  ztf ne  overkonni  na  Zeeland  te  ver- 
hamen,  ten  einde  om  het  ontzet  van  Antwerpen  re  bevordé* 
-ten,  *t  welk  thans,  door  *^  LMds  vijand,  belegerd  was.    Wi}- 
'dera  moeiten  de  Afgeimat^^eii  Bij  den  GraavQ  aanbonden  1  dat 
'dezelve  den  last  vth  Aigemeenen  yeldovet^fte  geliefde  te  ftan- 
ivatrden,  van  wegen  de  Staaren  Tan  Holbmd  en  Zeeland^  ed 
daafrop  den  Eed  af  te  leggen*    Voor  idceze  witff dtgheid  moesteit 


*44  HOHENLO.  (PHILIPS,  Craafvan) 


zij  den  Graave  aanbieden  eeDe  maandelijkfchc  Wedde  van 
,vij.rtienhonderd ,  of  ten  meeste  tweeduizend  Gnldeos.  Voorts 
zou  het  Krijgsvolk  den  Eed  van  getrouwheid  doen  aan  die 
R-egeeringe  ,  en  dien  van  gehoorzaamheid  aan  den  Graave* 
Alle  deeze  voorflagen  liet  hohenlo  zich  welgevalien ;  die, 
voorts  daar  op ,  na  Zetland  de  reize  aannam ,  en  van  daar  na 
Bergen  op  den  Zoom^  met  een  goed  deel  Kri|gsvolk,  om  die 
Stad  te  dekken  tegen  een  verraad ,  waar  van  hij  de  lucht  hadc 
gekreegen^  haar  gedreigd  door  den  Overfle  der  Stad  beer- 
woud,  doch  die  nu,  door  uohenlo,  in  alle  zijne  gangen, 
wordende  naagegaan,  van  zijn. fnood  ontwerp  lüfzag- en  toe 
den  Hertog  van  parma  overliep* 

In  dea  aanvang  des  Jaars  1585  deedc  de  Graaf  van  aohenlo 
eenen  aonÓag  op  ^sllertogenèossk^  die,  in  *t  eerst»  zich  gun- 
flig  liet  aanzien ,  doch  eindelijk  geheel  te  leur  liep*  De  flout- 
heid  des  bedrij  fs  verdient  dat  wij  'er  een  beknopt  verftag  van 
geeven.  De  aanHag  gefchiedde  met  overleg  eo  medewerking 
van  eenen  Hopman  juuüan  van  klkerhagb,  ttxk  Brusfelaar  ^ 
doch  getrodwd  met  eene  Vrouwe  van  goeden  huize  van  V  H^r- 
togenhoich  ,  en  dus  der;  gelegenheid  van  die  Stad  volkomen 
kundig.  De  Graaf,  thans  toebereidzels  maakende  tol  het  ont- 
zet van  Antwerpen^  hadc  eene  goede  Krijgsmagt  verzameld 
te  Bergen  np  den  Zoom  en  andere  plaatzen  in  dien  oord*  Van 
deeze  tam  hij  tot  zich  vierduizend  Knegten,  en  eenig  Paerde- 
volk,  en  verfcheen  'er  mede,  in  den  nacht  van  den  negen- 
tienden tot  den  twindgden  van  de  Maand  Januarij ,  voor  *«  Hew 
Ugenboich,  Toen  zondt  hij  zestig  Soldaatea  af,  onder  Hop- 
man KLEERHAGE,  dlc ,  gautsch  ÜUf  ovcr  de  Hamei  .geklom- 
men, zich  verfchoolen  in  twee  ledige  Dagwagthuisje»,  buiten 
de  Vuchterpoort.  Bij  hec  openen  van  dezelve ,  V  morgens  ten 
acht  uure,  koomen  zij  uit  hunne  fchuilplaatze  ten  voorfcbijv, 
overvallen  de  wagt>  dooden  'er  eenigen  ^van,-  drijveq  andere 
op  de  viugty  en  overmeesteren  aldus  de  Poort,  Nu  koomen 
de  Soldaacen,  welke  hohenlo  bij  zich  hadt  gehouden;  insge- 
lijks toelchieteu*  Onder  de  vreugdekreet  Vi&oriel  FiüorUt 
ilreeven  ze  gezamentlijk  ter  Stad  in.  Eenigen  maaken  zich 
meester  van  het  Gefchut  en  den  Kruidtoren  (^  de  Wallen; 
auderen  rukken^  tot  hun  ongeluk  r  door  de  £omngsflraat  to& 

voor 


HOHBNLO.  (PHILIPS,  Graaf  van)  64S 


voor  de  Postelftmu  Hier  vernamen  ze  eenige  Ruiter*,  's  daags 
te  voucen  in  de^Stad  gekoomen  coc  geleide  van  eenige  Koopman^ 
fchappen,  en  thsns,  om  te  vertrekken,  wederom  opgezeecen* 
De  Staatfchen,  hier  van, onbewust,  ai  mids  de  Ruiters  weer- 
(lind  boodea,  meenden  thans  dat  de  toeleg  ontdekc  was,  eu 
worden  van  benaaawde  yreeze  bevangeu.    Imusfchea  kwam  de 
Heer  van  hautefennê,  'die  hier  ziek  hadc  gelegen,  en  nog  niet 
A^plkomen  herfteld  was,  mede  ten  voorfchijn,  en  gaf  de  noodige 
bevelen,. op  den  Staacfcbeu  zo  op  de  WaUen  als  in  de  Stad,  te 
keer  te  gaan.    Angst, onder  deeze,  en  zorgeloosheid  opder  de 
eerstgemeid^  ,  die,  onkundig  van  't  geen  hunnen  makjceren  we^ 
dervoer,  vast  aan  het  pionderen  waren  geflagen,  was  oorzaak^ 
dat  de  Boschenaars  wel  haast  de  overhand  bekwamen ,  en  veelen 
ter  Poorte  uit,  dreeven.    Hohsnlo,  i)iets, anders  waanende  of 
de  Stad  ware  de  zijne ,  dit  ylugten  ziende ,  meende  van  fpijt  te 
tt^den.    Vergeefs. nam  hij  fchelden,  vloeke^,  /dreigen  en  ilaan 
te  baate,  om  den  ylugtenden  hoop  tot  daan  te  btengen  en  te 
rug  te  drijven.    Hier  bij  kwam  nog,  dat  de  Portier,  bij  't  vet- 
rasfender  Stad  gewond  en  gevlugt,  nu  wederom  ten  voorfchijn 
kwam,  de  Valbalken  der  Poorte. los  liet^  en  irizo  dezelve  digc 
kreeg.    Klegkhage,  meenendeda^op  houenlo's  I^st  de  Pjort 
ge^ooten  was,  deedt,  van  binnen,  i^og  eenogen  tegen  weer ;  tot 
dat  hij,  ajles  verlooren  agtende,  van  den  Kruistoren  in  de  Gragt 
iprong,   en  alzo  zijn   leeven  bergde..    Meer  dan  vierhonderd 
man ,  aan  *s  Graaven  zijde ,  fc^ootep  't  lieven  in  bij  deezeo 
mislnkten  aanQag. .  .  , 

fie^er  gelukte  aan  api».Ni«o,  la  dat  zelfde  jaar,  de  toeleg  op* 
Liefkenshêek.  Nevens  justinus  van  nassaü  ,  Natuurlijken 
Zoon  van  willem  den  I,  th^ns  Admiraal  van  Zeeland^  d^- 
waarts  gezonden,  door  de  Scaaten,  verfcheenen  ze  voor  de 
Plaats  met  eenige  wel  bemande  Hulken.  In  de  Marzen  van  dee* 
Zt  plaatften  ze  een  goed  aantal  Mu«ketners,  die,  bij  wasfend 
water  en  't  rijzen  der  Vaartnigen,  zo  hoog  ftonden,  dat  ze  over 
de  Borstweeringen  konden  heenen  zien ,  en  h^t  dien  van  binnen 
'  zo  bang  maakten ,  dat  ze  Q>oedig  van  fchieten  aflieten.  Thans 
eenige  maufchap  hebbende  doen  aan  land  treeden,  gaf  de  BeveU 
hpbber  ftraks  de  Vesting  over  aan  houenlo;  wien  't,  kort  daar 
iva^  bij  zommigen,  kwalijk  wierdt  genomen,  dat  hij,  zo  ala 

Ss  3  ^ 


p^  HOHSNl^O.  (mitLlfS,.Géuuf%an\ 


de  Heer  van  aloegoniib  hem  geraadim.bsdCf  duns.  ^iterzuiinde*, ' 
eene  Slerkte  op  te  werpen  op  deo  Dljfo,  «an  *t  gK  bljKaUêi 
Hl»  zullende  bij ,  door  dit  middH-,  tnopkelijk  nwtoel  Inibben  kon*- 
p^  toebrengen  aan  den  beftamdt»!  Brug»  door PARH^voorv^n^^ 
wênpem  geflflgen.    Andéren »  egter ,  (Jiraken^  hier  omtrent  d^i 
Graaf  vHj  van  alle  fchuld*    Mrerkelfjken-  weer  deedt ,  inderdaad  , 
pioHENLO,  om-  die  SMd  tot  hoipe  te  koomen^  to  aan  den  Kon^ 
wenneinibfaen  Dijk ,  ala  door  zich'  in  perfoon  na  Antwerpen  te 
begeeven,  om  de  Burgerij  te'  vertroosten  en  moed  in  *t  hart  tr 
fpre^ken^    Hij«  veitoeftlè  'er  eenigen  tijd^  en  vermaande,  bij 
^ijn  vertrek  y  met  miklè  beloften ,  de'  Wéthonderfcftap  tot  eene 
ftandvaatige-  volhardingen    Men  weet ,   hoe  *t ,  kort  daar  op, 
Jimd»  9sèé  verging* 

Toen»  varvolgent  db  Graaf  van- LEiCBsrwt ,  door 'sLapdt 
IStaateni  tot  Atgeneenen  Landvoogd  wa»  aangenomen  ,  deedt 
}il}  den  Ghttve  Vi^iv  horeniio  het  Algemeene  Stadhonderfcfaap 
pnder  hem,  over  de  geheele  iCrijgsmagt  der  Vereenigdb  Gewes- 
ten 9  aanbieden»  Doch  die^  Graaf  bedtinkte  beleefdelijk  voor  deCr 
M  eere,  en  wees  het  aiKibod  van  de  hand;  hij  gaf  voor  reden, 
likt  hij  zijne  fcboudera  ït  zwtik  kende  tot  hetdraagen  van  zo  een 
^wasren  last*  Agter  deez^  voorgewende,  was,  meende  men, 
^i%  eene  waare  reden  verborgen,  dat  hij,  liever  dan  den  En- 
gelsman, tot  zijne  betaaisheeren  hadt  als  de  Straten  van  HoHantt 
en  Zeeiand^  welke  hem  voor  Stedehouder  huns  bijzonderen* 
iLandvoodS'  hadden  aangenomen** 

Beftendig  onthieldt  zich  nu  hohenlo  in  d^n  oord ,  alwaar  dr 
ISpanjaardi  hunne  voomairofte  kragc  oefienden.  Zij  hadden  thana 
bec  beleg  geflagen  voor  de  Stad  Gravd^  welke  door  den  Graaf 
merkelijke  hulp  wierdt  loegebragt,  door  zijn  bevel  tot  het  door- 
(laeken  der  Dijken;  waar  «joor  hij  Manspeld  verhinderde  in  zija 
oogmerk  tot  het  opwerpen  van  eenen  Schans.  Tevens  gaf  het 
water,  welk  hij,  hier  door,  over  't  Land  bragt,  hem  gelegen^ 
)ieid ,  om  met  Schuiten  dé  benaauwde  Stedelingen  van  Eetwaa-* 
ren  te  verzorgen.  Grooter,  egter,  was  de  afbreuk,  welke  hij, 
pmtrent  dien  zelfden  tijd,  den  vijand  toebragt,  dooreen  ge- 
vegt,  welk  hij  hjeldr  met  eemge  Spaanfche  Troepen,  die  vaq 
boven  herwaarts  kwamen ,  om  de  Koninklijke  magt  te  verfte^- 
fc^Pt    ^m  driehonderd  Koningsgezinden ,  en  onder  de^ze  ver^' 


HOHENLO^  (PBfM?$,  Cr-w/ w»)  <♦?» 


irfaeiden  BAvelbel>berft,  fcbootfiO^i l^yeB  Ir  k^ óltfi  <m%mQ^lpg'y 
welke,  evenwel 9  ookop^tmm  hoodard  umn  vtn  de  Sttatfabfli 
op  geKjken  pd|8  te  (laan  kwa».  £efl:gevoig  deeaev  loge  noM  t 
Ikec  winn^  vaa  de  Huizen  Basenburg^m.  Bmptl,  en  het  vecBo&> 
gen  van  Grave^  van  mond.-  en^krilgsbehoefceo,  met  toafchea 
de  derdg  ea  \9etctig  Schaken. 

Kort  na»  A  voordeed  deede  aoHENLOi  e^nen-  inval  vel  Ik a* 
èanti  zi}n  oogmerk  was,  zkk  ald«|i  tbot  eenige  SteckQSft  te 
Terzekereoi»  Toen  hem  dit  mJihifcte,  zogo  hfj  «tjae-  «leiff^b 
Sng  te  boeten*  net  het  berooven^  en*  ploideren  vaiideLange(haat^ 
Op  deezen  aetfften  togi  teidde^  dt  Gttat  eene  hiaderlaage'  bij 
Breda^  U(c  <k«Be  dÏMdt  bij;  eeiiewaa«val«op0eaSfien|ch Kornet^ 
en  verfloeg  heiselvey  e»  kreeg,  dMTCnb0vea'/kekercii.Jl0getl^ 
fchen  Hopman ,  waita  gemamd ,  gevangen»  Eertijde  hadtf dieeze 
de  Stad  Aabry%t\i<^^  was  zeden  tin  deniri)aRd  oveFSjetooptiiy 
en  hadc  denzelven  al  dten  tijd  gediend.  Hohsnlo  zonde  den 
▼erraader  aaa  dea  Graave  van  leicbster,  in  deo  wearfi!iy}Dl9^ 
tsxi  waan ,  dat  deeze  hem ,  vopr  zijn  wtnbedHjf ,  naat  vêFdien^ 
ile  zou  doen  ftrafièn.  De  Engeübbe  Landvoogd ,  daarentegen^ 
fchonk  bem  niet  flegts^  zifne  vrijheid ,  maar  gunde  hen  vervol*' 
gens  eene  plaats  onder  zijne  l^wagt.  Gegrond  en  rcgtmaatfg  ^ 
was  dan  ook  het  moerend  gehiit ,  welk  deswegen ,  bij  Hoife^rfLO 
en  andere  Nederlandfèhe  Ovcf Oen ,  opging.  Gereedelijk  ttec  bi) 
zich  daarom  overfaaalen^  op  het  verzoek  van  een  goed  aantal 
Krijgsbevelbebbers»  om  den  Landvoogd  zeker  Gefchrift  te  over- 
handigen »  waarin  dezelve  hun  ongenoegen  te  kennen  gaven ,  ovet 
liet  bevorderen^  tot  hooger  bewind  van  uitlandfche  Krijgslieden, 
vooral  Engelfche*  ten  nadeele  van  de  inlanders. 

In  dit-  zelftie  jaar  keerde  de  Graaf  wederom  voor  Zutfen ,  ai* 
waar  hij,  ruim  twee  iaaren  geleeden,  insgelijks  zijne  Krfj[gsha^ 
flgheid  betoond ha^t.  Thans»  omtrent  het  midden  van  de  Maand 
Oaober,  bemagtigde  hij  eenen  der  ^chanzen,  voor  de  Stad, 
waar  in  driehonderd  Soldaaten  lagen.  In  het  beltormen  der  « 
Sterkte  ontving  houenlo  eene  wonde  in  *t  aangezrgt,  die 
hem,  vermids  *ei:  het  koudvuur  \n  kwam,  en  de  koons  daar 
toe  floeg,  den  dood  dreigde,  doch  eindelijk,  zich  tot  genee^ 
iring  fchikkende»  hem  in  zo  verre  met  den  fchrtk  vrij  liet. 

■  *       < 

8s  f  Ter- 


é^»  HOHBNLO.  (PHILIPS ,  Groêf  vgn) 

Terwi]l  de  Graaf  no^  aao  de«ze  wonde  zèkkélde,  de^t  hi). 
Eich  na  De^  voeren ,  op  de  ingekoomeoe  tijding  van  leices* 
9*£Rs  naderende  vertrek  na  En^iiand^  in  de  meening  om  vati 
denzelven  afTcheid  te  neemeo.     Doch  de  Landvoogd  nam  zijoeo 
weg  voorbij  Delft  na  Aïaaslandfuis  ^  zonder  den  Graaf  aan  ce 
fpreeken  of  te  ontbieden.    DQ^zt »  hier  nit  eeoig  misnoegen  bij 
detf' Engelsman  op  hem  vermoedende,  deedt^  door  briefen 
bode,  zijne  berddvaardigheid  betuigen,    ingevaUa  tegen  hem 
.eenige  aaukJagt  ware,  zich  de^egen  te  zuiveren*    VeeUigt  za^ 
den  Landvoogd  *s  Graaven  (fanks  gemelde  vrijmoedigheid  nog 
Iq  den  krop*    Althans  hohenlo  bekwam  geen  ander  befcbeid , 
flan  dat  bij  den  ËngeUcheu  Hopman  eduard  noriuts  veronge- 
lijkt badt.    *t  Wgs»  naamelijk,  gebeurd  ^  dat  deeze  nevens  dea 
Veldmaarfchalk  P£LHAM »  bij  den  Graaf,  x»  Geerfruiden^rg  itv 
paaltijd  genodigd  zijnde,  de  beide  Engeirchen,.Qver  tafel,  in 
hevige  woorden  raakten.     Houenlo,  wien  deeze  (loornis  der 
vreugde  verdrpot,  g^boodt,  met  eenige  hevigheid ^  aan  beidea 
]|et  zwijgen,     Norrits  «  in  (lede  y^n  gebporzaamen  ,  hierop 
);>icsch  befcheid  geevende  |  worp  hem  de  Graaf,  die  driftig  van 
aart  w^s,  met  het  dckzel  van  een  gouden  Kop  naar  't  hoofd, 
lo  dat  hij  *er  door  gekwetst  wlerdc.     TBans  ontveinsde  norrits 
't  geen  hem  in  *t  hart  Aak,    Naderhand,  op  ecqen  tijd  als  ^o- 
fiENLO  in  *s  Hage  yvas ,  kwam  bij  aldaar ,  heimelijk ,;  met  eenige 
^uskettier$ ,  pnzeker  met  wat.in^igt.  Zeker  is't^^  d^t  de  Holland- 
iche  Staaken  daarop  geen  ^oêdl   oog  moeteii  gehad  hebben, 
wijl  zij  hem,  zo  c^a  ze  *er  agter  kwanten,  Reeden  vertrek* 
ken.    Zedert  zondt  x^orrits  een  brief  van  uitdaaginge  tot  een 
iwcegevegt  aan  den  Graavc,.  dié  daarqp  antwoordde,  zo  dra 
hij  geneezen 'ware ,  hen)  voldoening  te  zullen  geeven.    Doch 
^Is  LEicESTËR  hier  agter  kwam,  om  iet  ergcrs  te  verhoeden,' 
nam  hij  iNOFRiTs  mede  na  Engeland*    Door  dit  voorval  bleef 
het  gefchil  vuoitduuren  ,  tot  in  de  lente  des  volgenden  jaan , 
wanneer  het ,  door  de  tusfchenfpraak  vati  Prinfe  maurits  en  den 
}jecre  BUKKENuoRsT ,  Engelfchen  Gezant,  wierdt  bijgeleid.  Ze- 
derf  heeft  de  Graaf,  meer  dan  eens ,  aan  verfcheiden  perfoon^n , 
yerzekerd»  dat  leicester  een  aanflag  op  zijn  leeyen  hadt  ge-- 
fineed.    Ook  zijn  'er  bewijzen  voor  handen ,  dat  Koningin  eli^ 
ZABETi)  bevel  hadt  ge^^ceven  om  hem  op  te  ligten  \  doch  dat  haar 

GO' 


HOHBNl.0.  iVmuP^V  Graaf  van)  6M 


Gezant  zalks  afried,  om* de  zwariglredeti,  dfl«r  mede  gemoeid: 
•ider  andere  dat  de  Graaf  thans  zo  gfoot  gezag  hadt  indeN»^ ' 
derlanden,  dat  men  de  Steden  en  PlaaezeB/--1lftande  onder  zi}a  - 
bewind,  bezwaarlijk  van  bem  zoude  aftrekken;  als  mede  dat  * 
het  vatten  van  hohenlo  den  jongen  maurits,  die  hem  als  zlj* 
nen  Vader  aanmerkte ,  Ngtelijk  geheel  en  al  van  Engeland  zottde ' 
kunnen  vervreemden* 

'Leicbster  'hadt  oog  de  reize  tïAEng$Und  niet  aangenomen,  • 
toen  Prins  kiaurits  en  hohenlo  eenen  ittvalileeden  \n  Braèanf^ ' 
mee  oogmerk  on  aizo  den  Hertog,  ykh  pmima  te  verwi)dereii  ^ 
van  de  Stad  Sluif ^  welke  hij  thans  belegerd  hieldt.  .Zi)  :va^' 
brandde  verfobeiden  Dorpen  en  gehugnn ,  ploodar<len  4e  Hal^ 
zen  vaa  Loon  en  BaxHl^  en  verTpréiddefi  alzo  fchrik  en  ver* 
woesting  door  't  gantfche  Gewest.     Zij  nóneii  den  aftogtv  op 
het  naderen  van  jiautepenne.    Maurits  reisde  na  ZeeAsQ^^. 
doch  HOHsr^LQ^  blijvende  Jn  dienx>ord,  leide  een  Qrug  over  «b: 
Maaze,  en  Üoeg  *t  .beleg  om  den  Scbans  Engeign^  HAVTSt^Eamft' 
tastte  hem  hier  aan,  en  doodde  hem  bijkona  driehonderd  fm»- 
doch  verloor  'er  .ruim ^o  veel,  ea^zeWie,  nog  dien  eigen  liag^ : 
het  leeyen ,  .aan  ^ene  wonde ,  iu  dat.gevegt  bekoomeai.,.  Dé* 
S.chans  viel  kurt  hiernaa.  in  bande»  vao-uOHEMLO^die  hem  voort» 
met  den  naam  Crevecoemr^  dgt  is,  JHartzeer,  doopte^    Than»; 
befloot  de  Graaf,  ^ipp-  V  fJêrtogenbotch  eenen,  kans  te  waagen^- 
en,  meent  men,  zou  dezelve  ook  gelukt  zijn»  indien  bemger* 
npegzaame  verderking  ware  toegefobikt;    Doch  uit  ali;imsc  te« 
gen  zijne  eere  fchijnt  hem  dezelve,  door  kwalijkgezinden,  ce. 
a^ijn  onthouden.    Aklians  ^yordt  verzekerd»  dat  Hopman  «tEEas*. 
HACE,  boven  vermeld,  zich  ergens  zou  hebben  laaten  ontvallen, 
dat'' er  genoeg  in  voorzien  was,  om  Graaf 'HOHtULO  niet  9êei 
te  doen  uitvoeren^    Die  was  alzo  olij  in  "tvpur»   ftaande  he( 
ipisverlland,  ziuts  eeuigen  tijd»  tusfchen.L£iCEST^a  en  HooEyLQ^ 
gereezen, 

Zommigen,  in  aanmerking  neemende  het  nadeel  eener  voort* 
dunrende  verwijderinge,  tusfchen  Mannen  van  zo  veeïaanzieoa. 
en  gezags,  begonnen  pu  hunne  poogingen  aan  te  wenden  oüx 
hen  te  zamen  te  bevredigen,  Leicester  was  daar  toe  niet  on^^ 
genegcu,  doch  de  andere  tot  zo  verre  afkeerig,  dat  hij  zelf  zich 
i)iet  wilde  laatcn  t)eweegen ,  om  van  t^r  Feere  na  Middelbi$r§, 

Ss  5  tP 


6fo  .         H0HENLO.  (PHILIPS,  Graaf  9ün) 


ce  koomen,  tot  he(  houden  van  een  mondgefprek.    Hi}  gaf  voor 
reden,  geenen  kans  te  zien  tot  eene  oprechte  verzoening^  nas 
jaUe  de  bJijken  van  ongenegenheid »  door  den  Landvoogd  hem 
beweezen,  doch  hij  voegde  'er  nevens,  gemerkt  de  ononc- 
'beerlijkbeid  van  ^sLaadvoogds  bewind  toe  dienst  van  het  Land, 
voQp:  ZiQh  zelven  nieu  epders  ce  begeeren »  dan  een  eerlijken 
Ontflagbrief,   met  verlof  om  na  Duitsehland  te  mogen  kee> 
ren,  of  na  D€€nemark9»r  welks  Koning^  ^eli^k  hij  met  brie- 
v^  toonde,  onlangs  omf  zijne  overkomst  verzogt  hadL    Al« 
leanlijk  vorderde  bij'  vooraf,,  dat  de  Steden  en  Sterkten»  on- 
der zijl?  geUed»  wcHce  bi{  zou  moeten  ruimen,  gefteki  wier- 
dan onder  ket  gezag  van  de  geenen,  welke  hij  diende  ,  te 
weeten,  de  Staaten  van  Holland  en.  Prkife  mai^rids,  met  her** 
(teiliog  van  de  Vrijheden  en  Voorregten,  bij  dezelve  genoo- 
ten,  ten  tijde  wx  Prinfe  willem  den  ï.    Te  meer  drong  dé 
Graaf  hier  op  aan,  alza  hij  zeide,  daar  omtrent  verichefden 
Disbraikeii  «n  Inbreuken  se  hebben  vernomen,  door  de  op^^ 
roerigheid  der  Ingezeetenen   tegen  de  Overheid,  ais  mede  de 
heimelijke  beleidli^sen.  «n   vtfifche  aitftrooizeh    van   zommfge 
PredikameD  en  andever  Ketteelifke  perfoonen.  Indien  deeze  mis- 
bruiken geweerd,  en.  zekere  pcrfoonen  nit  het  Hof  des  Landr 
yoogds  gezet  wiesden,   wild«  hij  zich  voor  de  voeten  van 
LEiCESTBR  nedervTerpeu ,  uk  eerbied  voor  hem,  en  vooral  voor 
KoBittginne  BLizAti)ETti«    De  fierheid  van  den  Duitfcher,   door 
niet  cewfflen  afg^umvan  zijne  aanbiedingen,  en  de  listige  heersch- 
zocfat  des  Engdsmans ,  wieoi  bewUliging  vermindering  van  aan- 
zien ten  gevolge  zou  gehad  hebben ,  was  oorzaak  dat  *er  niets 
wierdc  van  de  gewenschte  bevredigiogc. 

Niet  veel  gedenkwaardijgs  fchtjnt  hoiienlo  verrigt  te  hebben, 
zints  deezen  tijd  tot  in  den  Jaare  1593 ,  wanneer  wij  hem , 
in  •«  Staatfche  Leger  ouder  Prins  maürits,  in  ^t  beleg  van 
Gêertruidenberg  ontmoeten.  Een  inval  van  hohenlo  baardo> 
bier  een  zwaaren  ramp  voor  de  belegerden.  Gemerkt  hebben- 
de,  dat  de  Betelhebbers  btnnen  de  Plaats,  van  den  Toren  der 
Groote  Kerke,  alles,  wat  in  *c  Leger  omgingen,  bcfpiedden, 
en ,  daarbenevens ,  weetende  dat  *er ,  dagelijks ,  ontzet  ver- 
wagc  wierdt,  maakte  de  Graaf  een  valsch  Alarm,  aan  dien 
kant,  van  welken  het  ontzet  noest  naderen*    Straks  klom  de 

Staa* 


HOHENLO,  (PHILIP*,  Graafvm)  HOL.  (JAN)    6$^ 


MM 


Stodiveagd  mtt  Miige  Overften  op  dmi  ToUeo »  om  «e  ver ne^«* 
aten  wat  *er  gtaode  ware.  Tham  nam  uoueni^o  zijaea  d«|^ 
waas.  Etfisie  meiiigce  üuUceo  Gefchuc,  welke  hij  op  den  Tow 
f ao  gemikt  hadc ,  doet  hij ».  op  eeamaal  en  t«  gelijk ,  iosbrao* 
èsa ,  met  dat  gevolg  dat  het  gebouw  oederftorcte  ^^  eu  den  Bq«« 
velhebber  nevens  eenige  Overdcn  in  i^ijnen  vaf  medefleepte^ 
Naaderhaad  bekwam  de  Graaf  zelve  eene  wonde,  in  eeoe  det 
fthermntzelingen,  welke  hij,  dikmaals,  te  llgtzinnig  waagde. 

*t  Laatfle  krijgabedrijf  van  den  Graave  vah  hohenlo»  wa» 
de-  bemagtiging  van  Gennep  ^  in  den  ]aare  1599.  Zijne  lee^ 
vienswljze,  vooral  in  *t  laatde  zijner. dagen,  zal  de  vedteLg9^. 
w«eaa  2ijn«  dat  hij,  zedert ,  niet  veel  aanmerkelijks  kondo 
verrigten»  Hij  hadt  zich  overgegeeveo  aan  brasfen  en  drior 
ken,  en  bekwam  bier  door  eene  ftramheid  in  de  Leden,  web* 
Jte  hem  toe  d^n  Dienac  onbekwaam  maakte*  Zijne  dapperheid-, 
hoewel  nu  en  dan  Aet  roekeloosheid  gepaard,  wierdt  algemeen 
geroemd  Zijn  beleid»  egter,  was  daar. aan  niet  evenredige 
E»  die  zal,  veêlligt,  de  oorzaak  geweeat  zijn,  dat  meanig 
aanflag  hem  mislukte,  en  hij  geene  zo  groote  voordcelmials 
Friss  MAsmiTS.  beeft  behaald*  Hij  ftorf  te  Ytfelflein ,  op:  den 
f^den*  Bffaarc  d^f  Jaara  1606.         ^ 

Zie  BOR,  i/^if  lusTEHEN*  en  hoovt», 


Hol,  (jan)  een  Schoemnaakersgezel ,  geboortfg  te  ffeei^ 
een  Dorp  in  den  Bommeltrwaard ;  een'  eerroovend  Lasteraar 
der  AmiÜerdamfche  Regeeringe,  welke,  door  opllooken  van 
anderen,  of  in  *t  vooruitzfgt  op  eene  goede  belooning ,  dezelr 
ve  in  merkelijke  moeite  bragt ;  in  den  tijd ,  toen  zekere  lieden 
haar  geen 'genegen  hart  toedroegen,  ter  zaake  van  het  ver<^ 
maarde  gefchil,  nakende  het  overzenden  van  de  Nominatie 
van  Schepenen  van  A^nfitrdam  aan  Prinfc  willem  dek  lil, 
terwijl  deeze  op  den  throon  van  Engeland  zat,  en  aldaar  zijn 
gewoon  verblijf  hièldt.  't  Geval  van  detf  eerloozen  jan  hoït 
wordt  aldas  verhaald. 

In  den  aanvang  des  Jaars  1689  zich  bevindende  in  den  Schans 
fhiHpfine^  Wierdt  hij  aldaar  in  hegtenisfe  genomen.    Men  zag 

'      hem 


eSi  HOL.    (JAN)- 

hem  au  voor  eea  Verl^leder,  omdat  hij  verzeld  was  van  eenen 
vrouwsperfoon  ,  In  maosgewaat  verkleed ,  en  die  naderhand 
bleek ,  met  hem  in  oogeoorlofde  gemeeofch^  geleefd  ce  hebben. - 
De  Ligcekooi,  daar  men  geeoen  vac  op  b&dt.  Het  men,  naa 
eene  korte  opfluiting,  met  eenig  reisgeld»  loopen.  Hol,  bi| 
welken  men  eenige  verdegte  papieren  hadt  gevonden,  wierdt* 
•er«t  ce  Fhitippine^  en  vervolgens  ce  Sluit  in  Viaanderen 
onderyraagd.  Doch  vermids  zijne  bekentenis  zeer  verward 
was,  en  zomtijds  zich  zelve  wederfprak  ,  fthreef  de  Graaf 
YAN  HooRNE,  Gouvemenr  der  plaatze,  over  het  geval  aan  de 
Aigemeene  Staacen;  die,'  vervolgens,  iast  gaven  om  deo  ge- 
vangene over  ce  zenden  4ia  *sHage^  alwaar  hij  de  Voorpoorc 
töc  zijnen  Kerker  bekwam.  Door  Gelastigden  van  den  Raad 
van  Staate,  bij  herhaaling,  ondervraagd  zijnde,  kwam  ^sMan» 
bekentenis,  hoofdzaakeiijk ,  hier  op  neder:  „  Voorzien  van 
„  eenen  Brief  van  voorfchrijvinge  van .  cSn  Heere  van  wer- 
„  KBNDAM  aan  Burgemeesteren  van  Amftêrdam^  was  hij,  in 
„  't  laatst  van  't  Jaar  1688 «  in  deeze  Stad  gekoomen,  mee 
„  oogmerk  om  den  Heeren  voor  te  flaan  een  middel  van  zij- 
„  ne  nitvindlnge ,  om  versch  water  in  of  .nabij  de  Stad  te 
„  brengen.  Zijn  voor  flag  zijnde  van  de  handgeweezen,  eii 
„  hij ,  diensvolgens  ,  op  zekeren  avond  uit  de  Stad  willende 
^ ^rertrekken ,  was  hem,  op  do  Utrechtfche  Straat,  een  Heer 
„  ontmoet,  die  hem  afvraagde,  of  hij  de  perfoon  niet  was,  die 
„«enen  Brief  aan  Burgemeesteren  hadt  gebragt?  Hol,  hierop 
,^  toeltemmende  geantwoord  hebbende ,  hadc  de  onbekende  H^r 
y,  bem  mede  genomen ,  en  in  een  hais  gebragt ,  alwaar  nog  an^ 
„  dere  Heeren  zaten.  Hier  wjerdt. hem  gevraagd,  of  hij  we| 
9,  eenen  £ed  van  geheimboudjnge  zou  willen,  afleggen,  indien 
„  men  hem  eene  zaak  van  gewigt  toevertrouwde.  Hij  toonde 
„  zich  daar  tge  genegen.  Indien  het  geheim  iet  goeds  wire» 
,,  Thans  vergde  men  van  hem  ,  het  overbrengen  van  eenen 
»,  Brief  aan  den  Gouverneur  van  Rhijnberk ,  welke  Stad  toen* 
9,  maals  in  Franfche  handen  was ,  en  eenen  anderen  aan  den  Hee- 
„  re  DE  Louvois ,  Staatsdienaar  van  Koning  lodewyk  den  XIV, 
^,  De  vergaderde  Heeren  waren  drie  in  getal,  en  een  van  hun 
^,  APPELMAN  genaamd.  De  naamen  der  twee  overigen  wist  hij 
P^  niet,  maar  wel  dat  ze  lanjger  vaQ  lichaamsgcflalte  waren  dus 

i  „  dee49 


HOL.   (JAN)  ^i 


„  deezé  Heer.  Vervolgem  badden  se  kem  twee.  Brieven  eer 
i,  hand  gefteld»  den  eenen  aan  den  Goavemeur,  den  anderM 

. ,,  aan  den  Koning  zelven  ,  doch  onder  omflag  aan  loutois. 
„  Voor  het  veilig  bezorgen  van  deeze  Drieven  hadc  men  hen 
„  honderd  Rijksdaalders  beloofd,  en  de  helil  daar  van  op  hand 
99  gegeeven*  Met  ecfn  Cachet,  waar  op  een  gekroond  Cijfer 
„  dondc,  waren  de  Brieven  verzegelde  Op  den  eerden  da£ 
,,  des  Jaars  1689  ^^^  ^^J  ^^^  ^^  Brieven,  vertrokken  uic  /inf 
f,  fterdam  na  Rhijnberk\  welks  Gouverneur ,  ep  het  vertocH 
,,  nen  van  den  Brief,  hem  hadt  voortgeholpen  op  Urdingen% 
t,  van  waar  hij,  ovev  Nuifs^  Bon  »  Rijnback^  Montrojul^ 
„  Saariouis,  MefSy  Verdun  ,  Chalons  en  Parijs^  na  Verfai/' 
„  Jes  was  voorcgereisd«  Hier  hadt  bij ,  voor  des  Geheimfcbrij^ 
t,  ver  van  den  Heere  de  louvois  ,  den  Brief,  aan  den  Konii^ 
9»  gerikt  uit  bet  Neder-  in 't  Hoogduicsch  vertaald,  waar  ulo» 
„  vervolgens  ,    dezelve  ,    door   den  Gebeimfchrijver  ,   in  \ 

.  „  Fransch  was  overgezet.  De  Brief  behelsde  een  verzoek  aan 
„,den  Koning,  om  de  Amfterdamfche  Heeren,  tegen  *t  midden 
„  van  April,  door  middel  van  een  Leger»  van  de  dwingelandSje 
f  des  Prinièn  van  oranje  te  kbomen  verlosfen  i  ten  welken 
„  einde,  naa  dat  de  Steden  Nijmegen  en  Graave  waren  ingeno* 
„  men,  de  Troepen,  door  de  Feluwe  en  over  ütrevhf^  op 

„  Amfterdam  moesten  aantrekken.     De  Br^ef  was  getekend 

.yy  j.  APEsz,  HENRiR  DE  LAAT.  HoL  hadt,  aan  den  Heere  di& 
„  Louvois,  duidelijk  bemerkt «  dat  dezelve  diergelijk  fchrijven 
9,  te  gemoete  zag.  £indelijk  hadt  men  hem ,  met  een  ongete* 
„  kenden  Brief,  en  zonder  opfchrift,  te  rug  gezonden,  dodi 

*  „  mondeling  belast ,  om  dien  Burgemeester  appelman  in  eigen 
„  handen  te  (lellen."  Dus  luidde  de  bekentenis  van  d^n  eerloo- 
zen  JAN  HOL.  Den  (Iraks  gemelden  Brief,  in  't  Fransch  ge^ 
fchreeven,  hadt  men,  inderdaad,  bij  hem  gevonden,  ten  tijdo 
zijner  gevangenneeminge.  Behalven  eenige  fcboone  beloften, 
las  men  daar  in  een  verzoek  om  nader  bcrlgt  van  de  magt ,  wel- 
ke  de  gewaande  Schrijvers  van  den  Brief  aan  den  Koning  reeds 
in  handen  hadden ,  tot  het  gelukkig  doen  flaagen  van  deszelfs  ovr 
derneeming.  Eindelijk  hadt  men  nog  bij  hol  gevonden  een 
eigenhandigen  Brief  van  den  Heere  de  lquvois  aan  den  Gouver* 
neur  van  Duinkerken^  behelzende  een  bevel  019  Ii€m  (jpoedig 
v6ort  te  helpen*  t>0 


«$54  tiOl.  (JAN) 


■É>' 


De  verhooring  wu  gefcbied  voor  Gelflstigden  van  den  RsaÜ 
ttti  Staate,  op  otideffcheidene  tijden.    Wiit  de  geYsngene  daar 

•in  bekend  hadc»  bleef  geheim.  AlieenHjic  lelcte  *er  die  van  nic» 
'dat  M]  zich  zelven  niet  gelijk  bleef,   maat  dat  hij^eemge  kva^ 

'fterdamfche  Regenten  hadt  hefdiQfdfgd.    Bijkans  tien  Maanden 

'verliepen  ^er,  zinrs  sols  laacfte  verhoor,  dat  hij  van  nieuws 
ondervraagd  wierde»  Thanr,  *t  was  op  den  zevenentwintrgflen 
tan  Loumaand  des  Jaars  1690,  herhaalde  hij  zijne  Voorgaande 

"bekentenis,  met  bijvoeging,  dat  de  Heeren,  door  welke  hij 
t^s  aïgezonden,  een  hetmcTijk  verbond  hadden  geffooteii  mee 

'den  Koning  van  Frankrijke  Acht  dagen  laater  flondt  de  ge- 
vangene, van  nienws,  binnen.     Om  eene  proeve  te  neemeo 

'tafn  *s*Mans  ftandvastigheid  in  zijne  bekentenisfe ,  voerde  men 
Ifetn  thans  te  gemoete,  dat  'er  eenige  Heeren  van  Amiierdam 

iïuiten  ftonden,  regen  Welke  hij  zoude  verhoord  worden.  Op 
dat  enkel  zeggen  bleek  zijn  eerloos  hart;  net  angst  en  oiit- 
roerhig  riep  hfj  uitr  o  Godi  ik  kenne  niemand  van  die  Hee-^ 
ren.  Ik  keb  Tne  nooit  gezien*  Zij  zijn  onfchuldig*  Nu  bragt 
fiien  hem  op  den  pijnbank  ^  en  kreeg ,  eens  en  andermaal» 
vóór ,'  onder  en  naü  de  pijniging  ,  uit  hem  ,  de  bekentenis 
„  dat  hij  geene  Amfterdamfche  Heeren  kende  {  en  dat  alies 

\  verdicht  was;  dat  hij  zelve  de  brieven  aan  den  Gouvet- 
5,  neür  van  Rhiinherk  en  aan  den  Konhig  van  Frankrijk  op- 
^,  gedeld,  verzegeld  en  befleld  hadt,  alleen  met  oogmerk  otci 

\^  te  beproeven,  of  de  Franfchen  wel  zo  loos  waren,  als  men 
,^  van  hun  vertelde,  en  met  één  om  hun  eenig  geld  afhandig 

"j,  te  'maaken.'^  Op  é^tzt  herhaalde  bekentenisfen  verwagtte  me» 
nu  eene  evenredige  ftraffe.  Doch  men  voridt  geraaden,  hem  nog- 
maals met  den  Pijnbank  te  dreigen.  Vftn  nieuws  hernam  hij  thans 
de  eerde  befchuldiging,  met  bijvoeging  van  eenige  omftandighe- 

'den;  alle  *t  welk  hij,  egter,  wederom  In  den  haize  haalde,  op 

'  de  bedreiging  van  fcherper  onderzoek.  Hoog  en  dunr  betufg- 
^e  hij  nu,  nimmer  door  iemand  te  zijn  afgezonden,  en  beves* 
tigde  deeze  betuiging  buiten  pijn  en  banden.  Bij  vonnis  van  den 
Raad  van  Staate,  wierdt  de  eerlooze  jan  hol,  zedert,  veroor« 
deeld  tot  geezeling  en  iirandmerk,  voorts  eene  opfluiting  van 
vijftien  joasen  in  het  Tugthuis ,  en  eindcliik  eene  altoosduurende 
bstliiQgfchap  bu^én  de  Veréénigde  Nederlanden.    In  Wintermaand 

de» 


HOLDING A.  (  WILKO)  J^J 


\ 


des  Jttfs  i^po  oatvhrg  hi)  zijne  openbaar  e  ftraflTe  te  ^sHêrtK 
^tnboich.  Twijfètegilg  fs  het ,  of  de  overige  deelen  van  zi]ft 
Vonnis  aan  hem  volvoerd  zijn.  AUhans  vindt  men  aangetekend  ^ 
dat  hij ,  ruim  veerden  Maanden  laater »  om  eenig  ander  mitdr^f» 
ce  Rotterdam  met  den  dood  geftraft  is. 

Zie.  j.  WAGENAAR,  Btfihrijyihg  ran  Awh 
fierdam. 


Holding A,  (wilko)  een  Fr/^JcA  Edelman,  en  een  waardig 
üd  van  het  aanzieniijk  Geflagt  van  dien  naam »  't  welk  aan  de 
oudfle  en  voornaamfte  Huizen  van  het  Gewest  vermaagfchaptwas. 
Zijn  Overgrootvader  en  Overgrootmoeder  waren  botte  hol- 
"DiNGA  en  LüiPK  of  LtJPK  BOLtA ,  in  ^  of  te  Morra.    In  een 
tweede  huwelijk  hadt  botte  ter  Huls  vrouwe  wyts   juwsma. 
Weduwe  van  sjaard  jongema.  Bottte,  Vader  van  onzen  wilko^ 
overleedt  te  Efttbden^  'm  den  Jaare  1577,  "^  zijne  Moeder  te 
Leeuwardffii  in 't  Jaar  1582.    Zijn  Oom,  mbnno.holdinga^ 
was  te  Mufichen^  in  Beijeretiy  getrouwd,  en  hadt  aWaar  kin- 
deren verwekt ,  die ,  zedert ,  na  Friesland  fchijnen  gekeerd  te 
zijn.  Althans  is  *er  eenig  blijk  voorhanden ,  dat  zij  op  HóldingéH 
*  State  ^  te  Finkum ,  gewoond  hebben/   Ben  ander  Oom «  vm^Ka 
genaamd,    liet  het  leeven,  in  eenen  0|^roer,   te  Grófiingek* 
Wijders  hadt  hij  twee  Moeien :  emerentiana  ,  gehuwd  aan  den 
vermaarden  ênteS,  en  dodonea,  of  doed.  Huls  vrouw,  eerst 
van  hector  Van  hoxwiér,  en  vervolgens  van  johan  vanboeï- 

;CEt,AAR  van  ASPEREN. 

WiLKo^s  Vader  was  botte  holdinoa  ,  zijne  Moeder  haic 
EYsiNGA.  Zucht  tot  Vrijheid ,  zo  wel  als  tot  de  Weetenfchap- 
pen,  gaf  nieuwen  luister  aan  zïjne  adelijke  afkomst.  De  zofg^ 
vuldige  aankweeking  der  letterliefde  deedt  hem,  eërking,  eene 
plaats  verwerven  onder  de  Raadsheeren  van  het  Provinciaale 
Gerrgtshof  vau  Friesland.  De  eerstgemelde  hoedanighekl' noopte 
hem,  zo  ras  het  vermaarde  Verbondfchrift  der  Edefen,  inbec 
Gewest,  was  bekend  geworden,  onder  hetzelve  zijnen  naam 'te 
fchrijveti ,  en  aan  de  ontwerpen  van  den  Stadhouder  arember» 
segenQaad  te  bieden. '  Deeze  kloekmoedigheid  kwam  hem  op  d9 

vlug^ 


és6  HOLDtNGAi  (WILKO ) 


Muff  uit  het  VadcFtod  ce  fiaam    Hij  weOi  m  Embden,  wierdr 
vervolgpi»  iDgedangdi  en,  bij  niet  verfcbijoeD,  gebannen.  Niec 
Jedig  bcfteedde  hij  hier  zijaeo  tijd.    Door  de  zorge  zijns  Vt- 
deri^.een  man  van  letteren,   aan  de  Hoogefchool?te  Leuven 
€ene  geleerde   opvoeding  ontvangen  hebbende,  bezat  bij  des 
noodigen   voorraad  van  kundigheden,  om  den  tijd  zijner  uit- 
Jandigbeid  alchant  niet  onaangenaam  voor  hem  zelven  te  bcdee- 
dew.    Hij  fchreef  verfcheiden  Verhandelingen,   meestal  loopen- 
de  over  't  een  of  ander  onderwerp  der  Natuurlijke  Hiftorie, 
De  Schrijvers ,  welke  dit  verhaalen  ,  maaken  geen  duidelijk 
.  -gewag,  of  zij,  door  den  druk,  waereldkundig  zijn  geworden, 
.Maa  dat  de  woede  der  tijden  eenigzins  bedaard  was,  keerde 
hij  weder  in  zijn  Vaderland,  alwaar  hij,  hoewel  dit  niet  uit- 
drukkelijk vermeld  wordt,  wederom  in  't  een  of  ander  bewind 
.xal  gefteld  zijn.    De  tijd  zijns  overlijden»  wordt  niet  uitdruk- 
kelijk' vermeld.    Zekerlijk  moet  dit  zijn  voorgevallen,   naa  den 
dertigrten  Oiftober  des  Jaars   1594»    op  welken   zijn   üiterlle 
Wil  gedagtekend  was.    Driemaalen  is  hij  getrouwd  geweeste 
eerst,  met  tbt  sjaarda;  vervolgens  met  n.  n.  roorda,  t^ 
Breda  ^  in  den  jaare  1574,  overleeden;  en  eindelijk  met  he- 
lENA  BUNAU,  Weduwe  van  idzerd  douma..   Bij  deeze  drie 
Vrouwen  hadt  hij  verwekt  de  volgende  kinderen:  1.  feïo,  een 
jongeling  van  uitlleekenkende  verwagtinge,  doch,  al  vroeg, 
der  waereld  ontvallen;  a*GE0RGius,  overleeden  in  den  Jaare 
•357^ «  3i.  GABRiêL,  inden  Jaare  1573»  te  Bremen  geHtorven  eii 
begraaven;  4.  tet;  5.  sjouk;  6*  katharina;  7.  haring:  alle 
■deeze  waren  jong,    of  ongehuwd  geftorven;  8.  dodonea,  of 
DOED,  die  tot  haaren  eerden  Man  hadt  keimpe  donia,  Grietman 
▼an  Leeuwarderadeel ;  en  voor  haaren  tweeden  Echtgenoot  G.  l^. 
.Vrijheer  VAN  schwartzenburg.     Deeze  doed  was  de  laatftc' 
.  van  dit  vermaard  Geflagc.  liet  Stamhuis  van  hetzelve ,  Holdinga' 
State  genaamd,  was  gelegen  onder  het  Dorp  Anjum ,   in  de 
.  Grietenij  Oostdongeradeel ;  ten  tijde  der  Spaanfche  beroerten  ,^ 
.  wierdt  het,  tot  op  eene  zekere  hoogte  boven  het  water,  waür 
uit  het  was  opgehaald  ,  afgebrand^     In  meer  bedaarde  tijden  ^ 
.  en,  veelligt,  naa  de  wederkomst  van  Heere  wilko  in  ^t  Va* 
derland,  is  het  Slot,  op  het  oude  muurwerk,  herbouwd.  Wi{.« 
tto  woonde I  incusfchen,  eerst  op  Sjaarda-StatCj  onder  RtHs* 

iita* 


HpLDINGA<  (WILKO)  enz.  ésf 

.  ■  » 

htageea^  in  de  Gfieteojj  Dantumadeel)  vervolgens  op  Datmuh 
State,  te  Britfym'^  in  de  Grietenij  Leeuwaarderadeei.  Waar- 
JTchijnlijk  docnr  het  gemalde  haweiijk  van  de  Freule  DOEt^^  kwani 
MüUiPga-IState  ip  'c  geflagt  van  scjÏiwartzsnberg  ;  in  'c  welk 
nog  hedeu,  terwijl  ik  dit  fcbrijye»  de  voornaam  wilko,  ed 
de  toenaam  holdinga  ,  bekend,  is.  Sedert  is  het  aloud  Slot » 
beurtelings  ,  gekomen  in  de  adelijke  geflagten  van  ailva  ; 
ijNiA,  GosLI^GA  en  eindelijk  van  burmania.  Als  eenè 
merkwaardige  bijzonderheid  ,  het  onderwerp  deezer  ieövens- 
fchetze  raakende.,  moet  ik  hier  nog  meldiqg  ïnaaken  van  dé 
buicengemeene  zorge,.  welke  hij  voor  de  plaats  zijner  begra»- 
fenisfe  (iroeg,  en  zijne  uitvoerige  fcbikkingen  daar  omtrent^ 
Bij  Uiterüeu  Wille  begeerde  hij ,  bijgezet  te  -worden  bij  zijne 
ieerfle  Vrouw,  te  Rifismageeu i  of,  indien  zulks  niet  kondè 
j^ebeuren,  dan  te  Btitfum^  of  andere  te  Leeuwarden  ^  in  dé 
Takobijner  Kerk,  in  de. Begraafplaats  van  zijn  Gedagt.  'indieii 
hij  buitenslands  kwam  te  fterven,  fïelde  hij  het  aan  de  vrien* 
den,  daar  jbij  tegenwoordig,  öm  hem  eerlijk  te  Joen  begraii^ 
yen :  *t  zij  te  Èremen^  bij  zijne  tweede  Echtgenoote  ,  die  al« 
daar,  met  haar  boontje  gabriSl^  ter  aarde  w^s  befleld;  't  zij 
ie  Émbdcn^  bij  zijnen  Vader;  of  anders  naar  gelegenheid  der 
piaatze^  alwaar  V  dèn  Heerè  zou  hehaagen  i  hem  op  ti 
eifcheui 

Èie  iriGLlUS  AB  AYTA,  Èplft.  ad  Hopfi 
wiNSEMii   Hift.  FOPPENS^  Bibl.  Belg: 

U    W.  TE  WATEA; 


HoLLAER^  (marinus)  van  VUsfingeni  in  Zeeland i  een  di^ 
per  Zeeheld,  dié  den  Lande  zeer  gewigtige  dienden  heeft  bei 
weezen.  In  den  Shig  voor  Gibraltar ,  welke  's  Lands  Admi- 
laal  JAKOB  VAN  iiEEicsKERK  het  leeyeii  kostte,  was  hij,  in  dé 
hoedanigheid  van  Kapitein  vaneen  Óorlog&hip,  tegenwoordig; 
Sedert  wierdt  hij'  verheven  tot  Vlce- Admiraal  Van  Zeeland: 
Toen  de  Spanjaarden',  in  dén  Jaa^e  1531,  met  een  go6d  aan- 
ui  Schepen,  onder  het  bevel  van  Graave  jan  van  nassaüv 
van  Antwerpen  afzakten,  om  eénen  aanfHig  op  Zeeland  té 

^Xji*  DJBBU  Té  WJOK 


6s9  HOLLAER.  (IfARINUS) 


riMV 


V 


waagen.  Toerde  rollAeh  het  bevd  over  de  Staatrdke  Tlooc 
'Spoedig  wierdt  hij  handgemeen  met  *sLands  vijand ,  ei  dreef, 
naa  een  hardnekkig  gevegt,  denzehren  op  de  vhógc,  met  verliet, 
van  veel  Volks  en  Schepen.  Ben  fchlelijk  opkoomende  Mist 
gaf  den  vlogtendén  gelegenheid  om  binnen  te  loopen  In  de  z6 
genaamde  Mosfelkreek.  Hollaer,  hen  tot  zo  verre  hebbende 
naagezetr  liet  voor  de  kreek  het  anker  vallen*  \  Anderen- 
daags zondt  onze  Vice- Admiraal  bevel  aan  aermtam  nnN- 
^  MAN  »  om  den  vijand  op  te  zoeken.  Wef  haast  kreeg  hi) 
twaalf  Sloepen  in  't  gezigt.  Met  behulp  van  de  Kapiteinelf 
JAN  jAEoBsz  VLIEGER  en  FRANS  jANsz  rigtte  hij,  onder  hec 
Volk,  welk  de  Sloepen  bemande ,  eene  fchroomlijke  flagtiog 
aan.  Inmiddels  klaarde  de  Mist  op.  Snraks  deedt  hollaek 
zéin  om  onder  Zeil  te  gaan.  In  flagorde  liep  hij  voorts,  met 
alle  zijne  Schepen,  op  de  vijanden  aan,  en  bragt  dezelve  der*- 
maate  in  verwarring,  dat  verre  de  meesten,  die,  door  de 
vlagt,  zich  zogten  te  redden,  verdronken  of  in  de  handev 
der  Staatibhen  vielen.  Graaf  jan  van  nassau  ,  de  Prins  vaiI 
BARfiA90N,  en  Graaf  van  bo&su  en  ee&ige  andere  voomaame 
Bevelhebbers,  naa  het  bieden  van  kloeken  wederüand,  moes- 
ten insgelijks  de  wijk'  neemen ,  en  ontkwamen  het  gevaar  door 
middel  van  een  klein  Schuitje.  Dus  deerlijk  liep  deeze  onder- 
aeeming  te  leur ,  over  welke  's  Pausfen  Gezane  in  de  Neder- 
landen zijnen  zegen  hadt  uitgefproken  met  de  woorden :  Caat^ 
gij  Gexigendiny  tn  verftaat  de  Vervloekten.  Het  getal  der 
gevangene  Spanjaarden  wierdt  op  vierduizend*,  dat  der  ver- 
overde Schepen  op  zesenzeveaiig  begroot.  De  Staaten  van 
Zeeland  fchreeven  een  plegtigen  Daukdag  uit ,  door  hun  Ge- 
west» over  deeze  ztgit^  en  lieten,  daarenboven,  een  gedenk- 
penning fiaan ,  waarop  men  het  Jaar-  en  Dagtal  las :  XIU 
Sept.  \6iu 

Zie  Leven  van  Mautiü  en  van  Fredm 
Henrik ;  van  loon  ,  Neder L  Hn 
fieriepen.  D.  IL  bL  197* 


H|«# 


«OLLAffl),  Ctiet  GRAAFSCHAP  van)  gjfl 

koLiLAND.  (,Het  GRAAFsCiiAP  van)  Niet  eenerlei  zijn  da 
gevoeleos  der  Oudheidkundigen»  a«>gaande  den  tijd,  op  wd* 
ken  hetzelve  zijnen  unvang  heeft  genomen.  VoJgens  zon]mi<< 
Sm  zou  dit  gebeurd  zijn  in  den  ]aare  8<$3,  in  den  perfood 
van  DIRK  DEN  L  Zekerlijk  ontving  deeze  »  hier  te  ^  Lande^ 
eenig  bevind;  doch  \  blijkt  nfet  i^eker,  dat  het  Gewest,  aan 
hem  onderhoorigy  den  )]aam  vad  Graaf fehap  voerde^  Ool^ 
was  de  benaaming  van  Holland  toen  nog  niet  bekend.  De 
eerfté  maal,  dat  men,  van  *t  een  en  ander,  vindt  gewag  ge# 
maakt,  is,  in  zekeren  Giftbrief  van  den  Jaare  10^4,  bij  weN 
ken,  door  Keizer  ticNRiit  den  IV >  aan  willèm,  Bisfchop  van 
Utrecht i  zekere  Landen,  aan  de  Ütrechtfche  Kerke,  to  M 
de  Giftbrief  luidt,  wrtgfraardigUjk  ontweUigdj  worden  op- 
gedraagen*  Benevens  andere  gewesten,  ivordt  daar  in^  uit^ 
drukkelijk  en  bij  naame^  het  Graaffchap  Holland  genoemde 
Binnen  veel  naauwer  bedek,  Intusfchen,  dan  naaderhand^  tva^ 
hetzelve  thans  bepaald;  waarfchijnlijk  alleen  tot  Bodegraven 
en  een  goed  gedeelte  lands  daaromflreeks  ^  of,  volgens  ande' 
ren,  tot  de  nabuurige  landftreeke  rondom  Dordrecht* 

Zeer  wisfelvallig,  intusfchen,  was  de  eigendom  en  het  gtf*. 
bied  der  vroeglle  Graaven^  over  de  Landen,  welke  zij,  onder 
dien  tijtel  bezaten*  Dus  vindt  men,  dat  Keizer  rudolf,  id 
den  Jaare  1276,  het  Graaffchap  van  Holland,  over  't  welk  toen- 
maals KLORIS  DE  V  het  bewind  voerde,  op  eenen  en  den  zelfden 
tijd  %  opdroeg  aan  jan  van  avennes  ,  Graave  van  Henegouwen  ^ 
en  aan  herman  ,  Graave  van  Hennenberg ,  in  gevalle  gemelde 
FLoRis  Zónder  wettige  Erfgenaamen  overleedt^  wordende,  tot 
reden  daar  van,  'er  nevens  gevoegd,  dat  Graaf  ï^loris  hetGraaF* 
fchap  van  HoUand  en  andere  goederen  van  den  Keizer  en  hal 
Rijk  ter  Leen  bezat. 

Ondanks  deezen  onzekeren  eigendom  der  Graaven,  fdiijnt^ 
egter^  het  Graaflbhap,  al  vroeg,  in  rijkdom  en  aanzien  te  zijn 
geklommen.  Verfcheiden  voorbeelden  zijn  daar  van  voorhanden^ 
In  een  GraflTchrift  op  Graave  jan  den  II ,  die*]n  den  Jaare  1304 
overleedt,  wordt  Holland,  reeds  in  dien  tijd,  een  teer  rijk 
Land  genoemd»  Van  hier  dat  de  Landzaaten ,  in  de  oorlogen 
en  oneenigheden  vm  dien  tijd,  al  vroeg  wierden  ingewikkelde 
laden  Jaare  ijioi  weigerden  zij  hunne  hulpe aan  Graave wii^ 

Tt  S  UEH 


46o  HOLLAND.  (HifvMn) 

LBAi  DEN  III;  voor  reden  geevende  dat  ze  goioeg  te  doen&att- 
den  met  het  beTchermen  van  hunne  eigen  kasten ,  die »  door 
Graaf^  robert  van  Vlaanderen ,  met  eene  landing  gedreigd 
wierden.  Veele  jaaren  laater  wierden  ze  ngewilclreld  in  eenea 
Oorlog  tegen  Engeland^  en  naaderhandmet  de  Oosterfche  Steden* 
Over  de  grootte  van  Hollatida  vermogen  en  bevolkinge»  In  den 
aanvang  der  Zestiende  Eeuwe,  kan  men ,  eentgermaate,  oordee- 
len,  uit  eene  nieuwe  Belastinge,  op  de  Huizenen  Laoderije», 
als  mede  ee&  Hoofdgeld»  ten  dien  tijde  geheven.  Het  getal 
der  Landen,  aan  deeze  Belastinge  onderhevig,  was  tweehon- 
derdduizendendertig Morgens,  dat  der  Huizen,  vijfenveertig* 
duizend,  en  dat  der  fchattingfchuldige  perfoonen  bonderdtwee- 
ênzeventigduizend.  Doch  hier  nevens  dient  in  aanmerldng  te 
worden  genomen,  dat  Holland  merkelijk  meer  Landen ^  Hui- 
zen en  Inwooners  bevatten;  zijnde  al  Mrat  van  den  Geestlijken 
Stand  wasy  of  daar  onder  behoorde»  onder  deeze  opneemhige 
niet  mede  begreepen» 

Zie  boven  het  Art.  graave  en  graab^ 

LYXUEID. 


HotLAND,  {Hofyafi)  het  ondffe  der  twee  Hooge  Geregrss- 
hoven  in  die  Provincie ,  doch  onzeker  wanneer  hetzelve  zijnea 
aanvang  heeft, gekreegen.  Volgens  zommigen  zoude  het  opge- 
richt zijn  door  Ronmg  willem.  Graaf  van  Heliand^  m  den 
'Jaare  1S50;  anderen,  daarentegen,  meenen  dat  de  herkomst 
veel  laater,  en  wel  in  den  Jaare  I4a9<,  moet  gefteld  wordenv 
Doch  de  tijd  der  opricfatinge  van  minder  behmg  zijnde,  dan 
de  kennis  vaii  de  zaak  zelve,  zullen  wij  daar  van  een  beioiopt 
verllag  mededeelen*  Het  Hef  van  Heiland^  dus  bij  verkor- 
ting genaamd  y  vOiert  dgenlljk  den  naam  van  Hef  van  HeÜané^ 
Zeeland  en  Friesland^  dat  is,  fFett friesland ^  of  Neerdhol^ 
landy  om  dat  het,  al  van  ouds^  gelijk  nog  heden,  zijn  r^ts* 
gebied  over  deeze  drie  Gewesten  uitftrekte,  welke  te  zamen 
door  éénen  Heer  of.  Graaf  geregeerd  wierden.  De  eerfte  en 
aanzieulijkde  waardigheid  van  dit  Hof,  die  van  Prefident, 
IV  elke  voor  't  leevea  wordt  begeeveujr  worde  vervuld,  b( 

beur* 


HOLLAND,  (,Bof9M)       66t 

beurten^  door  de  Staaten  van  Holland  ea  Zetiand^  in  deezer- 
voege.  De  twee  eerde  i)egeeviiigen  Ihan  aan  Holland^  de  derde 
aan  Zeeiand\  de  vierde.,  vijfde  en  zesde  wederom  aan  Holland^ 
de  zevende  aan  Zeelmnd^  en  zo  vervolgens.  Van  de  ^^Raadaii 
beeft  Holland  de  aanftelling  van  acht »  Zeeland  van  de  drie  ove- 
rigen. Van  W|pgen  de  Ridderfchap  zitten  'er  rwee  voor  Holland. 
Pe  Advokaat  Fiskaal  en  Frokureur- Generaal  ontvangt  zijne 
aanftelling  alleen  van  de  Staaten  van  Holland^  volgens  een  ver- 
drag ^  in  den  Jaare  1734  ^  des  wegen  met  die  van  Zeeland  aan- 
gegaan. Zijn  post  Is  inzonderheid  betrekkelijk  tot  dehandhaa- 
ving  van  de  Hoogheid  ax  Regten  van  't  Gewest ,  en  voorts  tot 
allerlei  lijfKlraffelijk^  Misdaaden ,  met  welke  hij»  bij  voorkooming 
van  alle  andere  mindere  Officieren  en  Jodicieren,  zich  mag  be- 
moeien. Voons  heeft  dit  Hof  eenen  Griffier  en  Subflimt-Griffier , 
drie  Sekretarisfen,  welken  een  beêedlgde  Klerk  is  toegevoegd; 
wijders  eenen  Rentmeester  van  de  £xpIoiden,  eenen  Penning- 
meester, eenen  Eerflen  en  negen  mindere  Klerken,  en  eindelijk 
tien  gewoonlijke  Deurwaarders. 

Zeer  menigvuldig  en  gewigtig  zijn  de  bezigheden  van  dit  Hof; 
voor  't  welk  nog  heden  ten  leiddraad  verflrekt  het  Berigifchrift, 
door  Keizer  karel  den  V,  in  den  Jaare  1 53 1 9  aan  hetzelve  verleend. 
Om  Biet  alles  te  melden,  merken  wij  aan,  dat,  in  't  algemeen, 
tot  de  verrigtingen  van  't  Hof  kunnen  betrokken  worden  alle 
zaaken ,  gefchillen  of  misdaaden ,  betreffende  de  Regten ,  Hoog- 
heid ,  Vrijheid ,  Heerlijkheid ,  Leenen  en  Domeinen  van  Holland 
en  Zeeland  \  hoewel  bet  waar  is ,  da&  zommige  van  dee.ze ,  te- 
genwoordig, veelal  voor  Heereu  Gekonimitt^erde  Raaden  be- 
trokken  worden.  Zaaken  van  Weduwen ,  Weezen  en  diergelijke 
perfoonea  worden  voor  't  Hof  gebragt ;  't  welk.  ook  oordeelt 
over  de  klagten  wegens  overlast  en  kneevelaarij ,  door  Baljuwen, 
Edellieden  of  andere  voornaame  perfoonen ,  iemand  aangedaan. 
Wijders  doet  het  Hof  regt,  over  Crimineele  misdaaden,  die 
ongeflraft  zijn  gebleeven.  Die  't  onregt  van  eenige  merkelijke 
misdaad  is  befchuldigd ,  kaa  den  befchuldiger  voor  het  Hof  daa- 
gen.  Het  doet  voorts  regtfpraak  over  Brieven  van  Vergiffenisfe; 
Kwijtfcheldioge ,  Boedelaflhnd,  Uitftel  van  Betaalingen;  ver- 
leent Mandement  Poenaal ,  of  Verbod  onder  bedreiging  van 
GtMboete,  in  gevalle  van  eenig  onregt ,  anderea  aangedaan, 

Tt  3  't 


6rfs  HOLLAND.  (  ^^  ^^» ) 

*c  wdk  men  door  geene  gewoone  middelen  weet  te  voorkooinen  ^ 
en  evenwei  ulec  zouder  nerkeKjk  nadeel  zou  kannen  herdeld 
worden.  Burgerlijke  zaaken  van  de  mindere  Hegtbanken »  kun- 
nen» bij  Beroeping  9  voor  het  Hof  gebragt  worden.  Uit  deeze 
enkele  proeve  blijkt  genoegzaam  het  aanzien  van  dit  Gerigtahof , 
en  nog  verder  hier  uit ,  dat  's  Lands  Suaten »  bij  plegcigen  Eede  , 
belopven,  den  Steden  nimmer  hinderiljk  t0  zullen  zijn,  om» 
t^en  de  Hooge  Overheid,  den  weg  van  Regten  in  te  liaan. 

Ten  zijnen  diende  heeft  het  Hof,  in  bet  Hoftebouw  in  *s  Ha^ 
gê^  twee  aanzienlijke  Vertrekken ,  de /^iM^^^m^r,  de  gewoons 
Yergaderplaatf  der  Heeren  Raaden,  en  de  Pieitzaal^  of  RoUe  9 
lüwaar  de  Pleitgedingen ,  di^  geen  diep  onderzoek  vereifcfaen» 
Biet  opene  deuren  en  vrijen  to^ang  voor  eenen  ieder,  géhou* 
den  morden.  Hier  gelchiedt  de  Afkondiging  van  de  Plakaatea 
«n  Ordonnantlen ,  zo  van  de  Hooge  Overheid  als  van  het  Hof 
eelve,  als  mede  de  uitfpraak  der  Vonnisfen,  bij  het  Hof  geveld« 
De  eigenlijk  zo  genaanide  Rffl/e  is  een  vierkant  Vtdt,  door  eeo 
houten  befchot  van  het  overige  der  Zaale  afgefbeeden ,  voorzien 
van  behoorHjke^^zitplaatzen  voor  tle  Advokaacen  en  Prokureurs. 
Zo  wel  in  de  Raadkamer  als  in  de  PleitroUe  ftaat  een  afzonder- 
lijk Geftoelre  voor  den  Heere  Stadhouder  in  den  tijd. 

Van  de  wijze  van  Regcspleeginge,  voor  dit  aanzienlijk  Ge- 
yigtshof ,  zullen  wij  hier  geene  melding  maaken ;  alleen  de  zuU 
leen  onz^  Leezeren,  die  ia  Regtzaaken  ervaren  siijn,  zouden 
tor  in  imaak  vinden;  en  dee^e  zijn  deswegen  genoegzaam 
^dig ,  of  kunnen  elder«.  voldoend  narigt  bekoomen.  Alleenlijk 
moeten  wij  hier  nog  kor^lijk  gewag  maaken  van  de  twee  ver- 
inaarde Gevangenisfen ,  tot  die  Hof  beboorande,  de  Kajleieiny 
en  de  yborpoort^  Die  Kaïteleinij ,  een  gebouw  van  weinig  aan* 
^ienst  ftaande  cu:(tben  de  Agter-  en  Binnenpoori  van  *t  Hof» 
4iettt  ter  bowaaringe  van  de  zulkei^,  dl^,  bt>ij»n  *$ffage  woon- 
agtig,  op  bevel  van  'c  Hof,  om  fchuldea  in  h^gcemsfe  genomen 
worden  9  als  mede  zodanige  perfoonen  ,  die ,  op  vermoeden 
yan  eenige  misdaad  i>egaan  te  hebben ,  door  den  Fiskaal  «gevai 
yljn ,  tot  dat  zij  ontflagen ,  of  na  eene  meer  verzekerde  plaati 
worden  overgebragt»  Daarenboven  dient  de  Kadeieimj  ter  ver- 
koopplaacze  van  zodanige  goederen ,  die ,  t^n  overlhan  vaa 

Gwagtig4ea  vaa  't  tjof ,  geveild  wwdeot  -^  öe  Fnrpowt  ^ 

of 


HOLLAND*  ij^js 


tmmmm 


óf  Gevangenpoort»  zijnde  de  eerlte  of  Toorfte  Poort  vin  hec 
Hofgebouw,  verftrekc  tot  eenc  bewaarplaats  van  misdatdlgen» 
welke  voor  de  Hooge  Vergaderingen, in  *s  Hoge  moeten  wor^ 
4en  te  regt  gefteld.  Eindelijk  zicteVv  *er  ook  de  pulken»  die., 
oa  ichuUen,  eer  naanwer  v^rzekeringe  worden  overgebragc. 

Zie  Gr^$i  Plaiaoihoek;  Ampei  Berigt 


Holland,  In  tang  de  tweede»  dodi,  in  alle  andere  opzuig* 
ten ,  verre  weg^  de  eerde  en  atnzienüjkHe  van  de  zeven  Ver- 
éénigde  Nedertodfehe  Provinciën  •  lieeft ,  wat  aangaat  den 
•owTprong-  der  t^enaaminge»  eene'duifterè  en  ganucti  onzekere 
iierkooiit*  Mee  dé  opgave  der  veelvttldlge  glsfingai  znllea 
wij  den  Leeser  niet  lastig  vaMeo^  'MisiUdeB  la  het  pmeles 
4er  znikea  niet  vm  allen  grond  ombloot,  die  de  r^den  der 
benaaminge  zoeken  In  de  kêUttiéidt  losheid  en  veenagtigheki 
4es  gronda:  te  ineer,  wanneer,  mi]  in  aanmerUing  neerafin,  dat 
in  't  Ond  Saxbch  laag  Ltnd  den  nttm  voerde  van  HaU9dm% 
welk  woord 9  gelijk  meermaalen  gaat,  door  laiiglield  van  tijd, 
«n  om  4e  ^mkklIHtt  uitQpnttk».  ligtUjk  in  Hülland  kon  vei^ 
«iderd  wordea»    :      * 

De  nitgeftrektheid  der  gehede  Provincie,  van  de  HeMer  is 
Moordholland  tot  aan  den  Znidlijk(len  Uithoek ,  wordt  in  de 
èKedcê* bepaald  op  dertig,  in* de  lengte,  van  't  Oosten  na  hec 
Westen,  op  ongeveer  negen>:  «n  in  den  geheelen  omtrek  op 
Is^ltans  tacbdg-tranei  gauuu  Binnen  deezen  omtrek  vindt  men , 
in  het  ZuidUjk  gedeelte  of  Zoidholland,  befaalven  eenige  kleine 
Steden^  di»  ^geene  Afgevaardigden  ter  Dagvaart  zenden,  ea 
een  aanzieai^k  getal  groote  en  kleine  Dorpen ,  elf  Stemmende 
Steden,  en  in  MoerboUand,  behalven.de  menigvnklige  Dor- 
1^,  ^even  Steden,. welke  Stem  hebben  ter  HoUandfche  Staats- 
«ergaderingew  Naar  gdange  van  den  meerderen  of  minderen 
ëtoei  en  welvaart  des  Lands,  was  de  menigte  der  bebouwde 
Landen,  als  mede  het  getal  van-  Huizen  en  Inwooneren,  niec 
rikeos  *  eve»  (seot** .  Reeds  vdi^r  het  ^  midden   dor  Zestiende 

Tt  4  Eeuwe 


ffii.  HOLLAND. 


^^mmt^i'^m 


Eeüwe  rekende  men,  in  geheel  Holland y  driehonderdduizend 
driehodderdentwintlg  Morgen$  Lands  ,'  van  welke  fchattitig 
wterdc  betaald.  Indien  wti  nu  in  aanmerking  neemen  de  lan- 
den,  welke,  zedert ,  door  nitveening  en  andere  vergraavingen' 
in  Waterplasfen  veranderd,  of  anderzins  nuctek^os  zijn  gewor- 
den, doch  voor  deeze  wederom  in  de  plaats  (lellen  de  Heij vel- 
den. Duinen  en  andere  plekken,  welke  men  in  goed  en  bruik- 
baar Land  heeft  veranderd,  zal  het  ondericjieid,  tusfchen  de  te-r 
genwoordige  en  voormaalige  gefteldheid ,  in  gemelden  opzigce , 
niet  zeer  aanmerkelijk  zijn.  Bij  de  opneeroing  der  Huizen ,  op 
hoogen  last,  in  de  Jaaré  1732  gefchied,  telde  men,  in  de  Zuidr 
hoUandfcbe  Steden,  negenenzeveotigduizeod  negenhonderd  ze- 
venenvijftig, en,  zoln  de  Dorpen  als  ten  plauen  l«aade  van  .het 
Zuidiijk  gecieelte  der  Provincie,  zesenveertigduizend  negenhon-. 
ëerd  tweeënderüg  Huizen ,  te  tarnen  bonderdzeseotwintigdui* 
zend  achthonderd  negenemachtig  Hui;^en ;  In  de  Noocdholland-t 
iche  Steden  tsifduizend  hondecdviereqvijillg:,  en  ten  pbtten  Lanr 
fle  i3n  in  de  Dorpen  yijfêntwintigdQizend  vierhonderd  negentiea 
Hui:(en :  gevol^ijk ,  iti  geheel  Rolland ,  ^honderddrieepzestigdul^ 
zend  vierhonderd  tweeênzesttg..HulzeQ,  Volgens  de  opgave  vaü 
^en  naauwbeiu'igen  struvck  ,  zouden  dQ  lowoonecs  aumaakeii 
pa  genoeg  negen  maal  hgndecddnizeud ,  van  welke  een  derde^ 
fleel  het.  plaue  Land.,  ^n  de  twee  overige  deitie  deelen  de  Ster 
den  zouden  bewoonen.  Anderen  vermeerderea  dit  getai  mei 
pmtrent  tachtigduizend  menfchen. 

*  Geheel «nders,  dan  heden  ten  dage,  was  voormaals,  op  V'eeVef 
plaatzen,  de  uitwendige  vertoonlng  des  Lands,  vódrtfl  in'Noord-: 
bolland.  Hec  aanzienlijk  getai  Meicen»  vaafisuneiHke  uitgebreid* 
i?eid,  is,  door  's  menfchen  vlijt,  aldaar  jn  vtugcbaime  .Weliandm 
yeianderd:  de  Purmer ^  de  Schertiur  y  ê^t  Beevffier^^  de  Zfjpe^i 
om  cjians  van  kleinere  wateren  niet  te  fpreekeiu  Da v  men  voori-, 
jieen  dorre  Heij velden  zag,  praalen  nu  vrug^haare  Akkers.  Schraa* 
|e  Duinen  zijn  afgezand| :  en  vertoonen  nu  ptragtige  (rusthoven^,. 
pp  andere  plaatzen,  daarentegen,  heeft  het  water  den  bodem 
^n  eertijds.droog  Land  bedekt.  Het  Haarlemmermeix  heeft  zcex- 
yeele  i^rgens  grpnds  ingeflokt.  Het  BiesehèoHh  boveo  Dord^ 
fMjcJu  plagt  bedekt  te  zijn  met  niim  zeyentig  Dorpen  en  Landeq 
gaar  ^yenredigt^eid»    Qit  luettcgenlbmcle  .zijq  'er  de  W^ü^(les|; 

i"  no^ 


HOLLAND.  66i 


nog  menigvuldig;  waar  van  ten  getuige  Ican  dienen,  de  over- 
groote  menigte  Kaas  en  Boter  ,  wèllce  binnenslands  veror* 
berd,  of  na  buiten  wordt  gezonden.  AUeen  in  \  Noorderkwar- 
tier maakt  men,  in  een  goed  jaar»  doorgaans  (laat  op  tweehon*  , 
derd  maal  faonderdduizend  ponden  Kaas.  De  vermaarde  Leidfche 
Kaas,  wellce  in  Rtitjnland  en  daar  omllreeks  gemaakt  wordt, 
zal  ook  zeer  veele  duizenden  beloopen;  gelijk  ook  de  beroemde 
Leidfche  en  Delflblie  Boter.  Intasfcben  zijn  deeze  de  vqornaam- 
Qe  voortbreog^s:  waiit  Koom  wordt  *er  niet  menigvuldig  ver* 
afmeld,  dan  alleen  in  bet  Westland,  en  over  de  Maaze,  daar 
men  zeer  goede  Tarwe  plant  en  inzamelt.  Behalven  de  beplan-^ 
tingen  bij  en  om  dè  Lusthoven ,  Vindt  men  'er  geene  uitgeürekte  } 

Sosfchen;  misicliieii  mag  het  Haarlemmerhout  alleen  die  naam 
draagen.    Wegens  4e  Duinen^  welke  der  Provincie,  op  veele  ^ 

piaatzen,  tot  een  nttuuriijk  Bolwerk  tegen  de  Zee  vertrekken, 
gelieve  de  Leezer  na  te  zien  j  't  geen  wij  op  dat  Artikel  hebben 
aangetekend.  BebaWan  de  veelvuldige  kleine  wateren,  van  wel- 
ke dit  Gewest,  rechts  en  links,  wordt  doorfneeden,  loopen 
ook  door  een  gedeelte  van  hetzelve  vier  voomaame  hoofd- 
riyieren,  ótRhijn^  de  Maaze  ^  de  Ltk  en  de  ITV^/,  van 
welke  wij  hier  geeoe  bijzondere  melding  maaken,  maar  afzon^ 
derlijk ,  ter  gefchikte  piaatzen ,  zullen  fpreeken.  Met  een  woord* 
tftkeoai  wij  hier  aan,  dat,  naar  gelange  van  de  uitgeftrektheid 
des  Gewests »  weinige  Landen  een  zo  ruimen  waterplas  in  de 
aabuarfchap  hebben,  als  het  binnenlandach  water,  welk  met 
(egt  den  naam  draagt  van  Zuiderzee,  die,  van  kleine  begiazelen, 
van  lieverlede ,  door  verfchillende  oorzaakeo,  tot  de  tegen- 
woordige wijdte  is  uitgedijd.  Uitgezonderd  de  nadeelen ,  welka  \ 
baar  befpoelen  van  de  aangrenzende  landen  aanbrengt ,  is  dezel-  \ 
ve,  in  andere  opiigten,  zeer  voordeelig,  zo  door  het  bevorde- 
ren  van  den  binpenlandfchen  Scheepvaart,  als  door  de  menigte 
van  fmaakiijken  Viscb ,  van  verfchillende  foorten ,  welke  dezelve 
oplevert.  Onder  de  veelvuldige  foorten  van  grond,  welke  Hol- 
Vind  bevat ,  is  inzonderheid  merkwaardig  de  Feenaarde  ,  van 
welke  de  aangenaame  brandftoffe,  onder  den  naam  van  Turf, 
bereid  wordt,  die,  boe  gemeen  en  bekend  ook  hier  te  Lande, 
voormaals,  buicenskmds,  in  de  verzamejplaatzen  van  Natuurlij  kQ 
l^eidz^mheden ,  als  iet  merkwaardigs ,  plagt  bewaard  te  wordei% 

Tl  5  Deq 


466  ROLLAND. 


■• 


Den  oorfprong  der  Feengronden  zullen  wij  elders  onderzoen 
ken,  en  de  wijze  vin  Turfmaaken  verhaalen» 

Van  ouds  wierdt  de  Provincie  Holland  verdeeld  in  vijf 
deelen:  L  Zuidholland ^  bevattende  de  Steden  Dordrecht^  C#- 
richem^  fVoudrichem^  Schoonhoven^  Gtertniidenberg ^  HiuS" 
den  en  Geervliet,  II.  Noordholland ^  waar  in  lagen  de  Steden 
Gouda y  Delft y  Rotterdam ^  Schiedam^  Leiden ^  Oudewater 
«n  H^oerden  \  bij  welke  nog  gevoegd  wierden  Vlaardingen 
en  *iGraavenhage.  IIL  Het  Eiland^  of  hec  Land  van  Foorne^ 
vaar  in  den  Briel  lag./  IV.  Kennemerland  of  fVestfrieiland^ 
en  in  hetzelve t  ala  de  voornaamile  Stad»  Haarlem \  voorts» 
Amfterdam »  Alkmaar ,  Hoorn  ,  Enkhutzen  MedenbUk ,  Edam  , 
Mênnikendam  en  Purwerende»  Bij  deeze  voegde  men  nog 
Fronen.^  weleer  eene  vermaarde  Stad»  nevens  beverwijk  en 
Schagen.  V«  Gooiland,  bevauende  de  Steden  fFeetf^  Muiden 
en  Naar  den*  ^  Zodanig  i3  geweest  de  alonde  •  verdeeling  veax 
dit  Gewest*  Gemaklijker  wordt  bet  tegenwoordig  verdeeld  in 
L  Zuidh^Uandy  bevattende  alle  de  Steden  van  Gorichem  of 
Garkum  af,  toe  Amfierdam  toe;  en  II.  Noordkalland ^  (Irdt- 
kende  van  Am  fier  dam  ^  langs  den  Westlijken  oever,  van  de 
Zuiderzee ,  tot  aan  het  Gat  van  TexeL  Hier  in  liggen  de  zeyê» 
opgenoemde  Steden»  Alkmaar  en  de  volgende. 

Verfcbeiden  Eilanden  ^  van  meer  of  min  aangelegenheids  en 
sitgebrefdheids,  vindt  men  in  en  om  Holland.  Dus  ontmoet 
men,  in  *t  Zuiden  ,  Foomoy  Overflakkee^  Goeree^  Sommolt* 
dijky  Korendi/k  en  Piershlll;  in  her  Noorden,  Wfer/wg'*», 
Texel y  nieland^  ter  Schelling -,  en  in  het  Oosten  Urk  en 
Emmeloord,  In  eene  menigte  kleinere  Didridten  wordt  wi}« 
ders  de  Provincie  gefraaldeeld.  Dus  heeft  men  in  Zuidhol* 
land:  Delfland  ^  Schieland ,  de  Alblaifehfattrd  i  Xrimpener* 
waard\  In  Noordhollar.d:  Gooiland^  Ampelland^  Rhijnlürid^ 
Kennemerland ,  fVaterland  en  andere.  ^Weitfrietlamd  tedg 
eenigermaate  als  een  Eifand,  althans  als  een' Schiereiland,  wor- 
den aangemerkt,  't  welk  van  de  Noord-  en  Zuiderzee,  en  van 
bet  Ye  befpoeld  wordt,  en  alleen  bij  de  Beverwijk ,  met  eene 
finalle  ftreek  lands,  van  niet  meer  dan  eenè  Mljli  aan  Noord* 
hoUaad  vast  is. 

Ho». 


HOLLAND.  ^&t 


Hoewel  zeer  klein  in  omtrek,   bevat,  nogthans,  HHland 
een  aanzienlijk  gecal  Steden  en  Dorpen.     Het  getal  der  Steden 
beloopt,  in  alles,  eenendertig:  vierentwintig  In  ZuiJ-,  en  ze- 
ven in  N9ordhoUand,     In  het  eerstgenoemde  Kwartier   vlndc 
men  de  volgende,   volgcna  den  rang,  welken  zij,  vaaouds, 
bekleed  hebben:  Dordrecht^  Haatlem^  ^^Ifif  Leiden ^  Ativ 
fier  dam  ^  Gouda  ^  Rotterdam^  Gorichem^  Schiedam  ^  Schoon- 
hoven  ,  Briel ,  Geertmidenberg ,    Heusden  »    Woudrichem  , 
Vtarnn^   Woorden  ^  Qudewater^   Tsfelftein^  Asperen^  Heuke- 
hm  9  Leerdam  f   Naarden  ^    JFeesp  en  Muiden»    In  NoordhoJr 
land  leggen,  Alkmaar ^  Hoorn ^  Enkhuizen^  Edam^  Meden- 
Wk^   Monnikendam  en  Pur  merende.    In  't  voorbijgaan  moe* 
ten  wij  hier  aanmerken,  dat  Amfierdam  en   Haarlem ^  hoe- 
wel ,  in  *c  waereldlijke ,  onder   Zuidhoüand  gerekend ,  in  *( 
Kerkelijke  onder  Noordhoüand  behooren*    Bebalven  de  boven 
gemelde,  welke  alle  beflootene  Steden  zijn ,  vindt  men  *er  nog 
yerfcheiden  opene  plaauen,  insgelijks  met  Stads  Voorregtta 
begiftigd».   De  voornaamfte  van  deeze  zijn,  UGraavenhage^ 
DelfshayeUf  de  Klundert^  Beverwijk t  Nieuwpoort,  Haardi»' 
gen,  Goeree^  UGraavezande^  Schagen  en  Zevenbergen.  Welr' 
ke,  van  de  bovengenoemde  Steden,  Stsnme  in  Staat  hebben,  of 
Afgevaardigden  ter  Staatsvergaderipge  zenden,  zal,  in  't  ver- 
volg» nader  worden  aangeweezen* 

.  Het  getal  der  Dorpen,  in  de  beide  Kwartieren,  insgelijks 
veer  aanmerkelijk,  wordt  bij  allen  niet  eveneens  opgegeeven» 
Van  lexvwen  ,  in  zijn  Batavia  liiufltata ,  geeft  daar  van  do 
volgende  lijst* 

Onder  het  BaHjnwichap  van  ZnUholland     •     •     85. 

■  — .  Land  van  Arkel      .    .    •    .     ;    .     14* 
■■       ■       ■     ■  "  van  Altena    ••••••.    14. 

Vlanen.  .    .    .    • 8. 

SchoonlKyven  , •  i6. 

■  ■  I  ■  Leerdam ♦    •    .    .    .      3, 

^  het  Land  van  Heusden      •     •     •     •    •  so.  , 

GeertFuidenberg 6. 

de  Klundert  en  Wülemllad    •    .    .   ••      7. 

In 


<***  HOLLAND. 


M 


In  het  Land  van  Voorn     ....  ig, 

— -^  -— —  van  Pucten     .......  au 

Onder  Rhijniand •     \     [     \  60. 

■  Delfland ]    [     '     *  '  '  * 

Schleland  ....,.'*.!!  2,'. 

Woerden *  i<* 

Ysfelfteln   .......!    J     1  ^* 

Kencemerland S?^ 

—— -  Wescfriesland •     •  53I 

Waterland  ••.'•.....!  34.* 

■   Amftelland     •••...,     .     .  17, 

■  Gooiland •     ....  10. 

Zommigen,  evenwel,  vermoedende  dat  het  getal  van  vijT- 
honderd  negenenveerrig ,   welk   deeze  Dorpen  zouden  uitmat- 
kcB,  të  hoog  gefield  is,   hebben  gegist,  dat  van  leeuwen  de 
Buurten   en    Gehugtèn  mede  op  deeze  Lijst  gebragt  hebbe. 
Met  Gi/TCciARDYN   ftelléiï  ze  hierom  liever  het  getah  op  vien- 
honderd,  of  daar  omtrent.    Niet  weinigen  vindt  men,  onder 
deeze  Dorpen,  die,  in  rijkdom  en  uitgebreidheid,   naar  kleine 
Steden  gelijken,  eenigen  van  deeze  zelf  daar  in  te  bovengaan. 
Van  dien  aart  zijn  Egmondy   Valkenbkrg^   Nvoréwijk^  J^aas- 
landfluis^  Geervliet^  Rhijmèurg,  Rijswijk^  f^oürburg^  Zaan- 
dam ,  Koog ,  Zaandijk ,   Rijp ,  IVormer ,  en  veele  andere. 
Van  hier  ook,  dat  ,  van  oude,  eenigen  dier  Dorpen,  zom- 
tijds,  ter  Staatsvergaderinge  befchreeven  wierden.    De  Ka(lee« 
!en,  welke  men,  eertijds,  in  deeze  Provincie,  in  grooteü  ge- 
tale vondt,  zijn  meestal  geflegt.     De  voomaamfte,   die  nog 
zÜM  overgebleeven ,  zijn  het  Huis  te  Muiden^  het  Kafteel  te 
Medenhlik^  het 'Slot  te  fVoerden  en  Lfievefiein^ 

Over  het  Karakter  der .  Hollandfche  Natie  zal  Ik  hier  niet 
uftwi^iden,  als  geene  bijzondere  betrekkiug  hebbende  tot  mijn 
Ontwerp.  Genoeg  zij  het^  in  *t  algetne^ai  te  hebben  aange- 
merkt, dat  dezelve,  over  't  geheel  genomen,  in  geregeldheid 
van  gedrag ,  niet  behoeft  te  wijken  voor  andere  Natiën ,  en 
veelen  derzelven,  in  zommige  opzigten,  overtrefu  Eene  ze- 
kere ftijfheid  van  manieren  y  welke  men  ,  yoormaala ,  haar 
plagt  jce  laste  te  leggen^   it  merkelijk  gelenigd,  misfchien  toe 

ba«r 


HOLLAND.  «^ 


har  weezenl!}k  nadeel.  Onder  lieden  vm  den  nanzienlijklleo 
rang  heeft,  al  zims  lang,  eene  zo  genaamde  befchaafdbeid  zo 
veel  velds  gewonnen ,  dat  de  Vooronderüjke  defdgheid  en  inge- 
cogenheid  bij  dezelven  vrugteloos  gezogt  worde  't  Is  hier  de 
plaats  niet,  alle  de  nadeelige  gevolgen  daar  van  aan  te  wijzen. 
Meer  dient  deezer  Nattó  tot  eere,  dat  het  tegenwoordige  geilagc 
de  voetfhippen  der  Vaderen  druict,  in  het  beoèffènen  en  befchaa- 
ven  van  verfcheiden  takken  van  fraaie  Knnften  en  Weetenfchap^ 
pen ,  en ,  ondanks  den  kwijnenden  (bat  des  Koophandels ,  nog- 
thans  dien  zennw  van. den  Staat  niet  verwaarloost, >  maar  nog  eai 
in  *t  oog  loopende  bezef  heeft  van  deszelfa  aangelegenheid ,  om 
aan  het  geheele  Lichaam  bloei  en  Hevigheid  te  geeven.  Van  den 
ijver  in  het  aankweeken  van  Letterkunde  en  Weetenfchappea 
zijn  verfcheiden  uitfluinde  bewijzen  voorhanden.  Amfterésm^ 
in  't  bijzonder,  levert  thans  daar  van  een  fpreekead  voorbeeld 
op,  in  hec  pragtig  gd>ouw,  onlangs  geopend,  geftigt  door  de 
zeer  nuttige  en  hoogstloffelijke  Maatfchappij ,  onbekend  onder 
de  zinfpreuk  felix  meritis,  „  Gelukkig  door  verdienden'*, 
en  geheellijk  toegewijd  aan  het  beoeifenen  van  het  beichouwende 
gedeelte  van  den  Koophandel,  aan  de  edele  Dicht-,  Letter-  en 
Natuurkunde ,  aan  de  bekoorlijke  Teken-  en  Schilderkunst  en 
aan  de  betoverende  Muziek.  Elders,  misfchien,  zullen  wij  ge* 
legenheid  vinden ,  om  van  deeze  voortreffelijke  (Ugtinge  uicvoe^ 
riger  verllag  te  geeven. 

Thans  vordert  ons  Plab,  eene  ineengetrokkene  melding  van 
het  hoofdbeloop  der  Hifi$rii  van  H^Uand,  Het  begin  daar  van 
fteUen  wij ,  gevoegelijksr ,  onder  het  bewind  van  dirk  den  I, 
alzo  dezelve,  't  eerst,  hier  te  Lande,  eenig  gezag  fchijnt  te 
hebben  bekoomen,  *t  welk  naderhand  tot  de  Graaflijke  magt 
aanwies.  Zijn  regtsgebled  fchijnt  zich  inzonderheid  bepaald  te 
hebben  tot  de  nabnurfchap  van  Holland.  De  tijd  en  plaats  zijna 
overli jdens  zijn  onzeker.  Dirk  de  II ,  zijn  Zoon  en  Opvolger , 
het  geêride  gezag  verder  zoekende  uit  te  breiden,  viel,  onze* 
ker  om  welke  redenen,  de  Friezen  ,  dat  zijn,\de  Westfriezen ^ 
op  het  lijf,  die  hunne  wooningen  hadden  ten  Noorden  van  de 
Beeke  Kinheim^  die,  waarfchijnlijk,  op  de  hoogte  van  jiik^ 
maar  ftroomde.  Thans  tot  reden  gebragr,  vatteden  zij ,  in  't 
volgende  jaar ,  de  wapent  legea  hem  op ,  en  drongen  door  loc 


«;<»  HOLLAND. 


^ritaiMÉti» 


Leiden  j  welk  2ij  met  verwoestiage  dreigden»    Dirk  alle  zijn« 
mftgt  hebbende  bij  een  gerokt,  wierdtmet  hun  handgemeen,  ter 
plaatze,  alwaar,  zeüert,  het  Nonnenklooster  te  Rhijnièurg  ge- 
IHgt  is,  bragt  hun  de  nederlaage  toe,  en  noodzaakte  ben,  zijo 
gezag  te  erkennen^    Op  de  plaats  des  gevegts  deedt  hi; ,  vervol- 
gens ,  eene  Kerk  bouwen ,  als  mede  de  Abtdi|  te  Egmond^  door 
de  Westfriezen  deerlijk  verwoest^  van  (!een  optrekken.    Weini- 
gen  tijd  daar  naa  trok  Graaf  dirk  mede  op  tegen  de  Hunnen ,  of 
üungaaren ,  ter  gelegenheid  dat  dezelve  ,  onder  andere  Ge« 
westen,  eenen  Inval  in  Friesland  deeden^    Dit  fchijnt  voorge* 
vallen  te  zijn  in  of  omtrent  het  Jaar  p^s*    Het  bijwoonen  vair 
deezen  togt ,  en  zijne  betoonde  dapperheid ,  zat ,  misfchien ,  de 
reden  geweest  zijn ,  dat  hij ,  op  een  Renfpel ,  onder  de  Rijks*' 
graaven,  door  Koning  bknrik,  wierdt  genodigd*    Vervolgen» 
flnk  hij  ^ich  in  een  anderen  uitheemfchen  twist,  makende  hec 
gebied  over  Lotharingen ,  waarvoor  hij  naderhand ,  toe  eene  ver- 
gelding, ontving  het  voQe  bezit  van  eenige  Landen,  welke  hij  ter 
vooren  flegts  ter  Leen  hadt  gehouden.    Doch  hij  hadt  niet  lang 
het  genot  van  de  uitbreidmg  zijns  gebieds»     Hi)  (torf  in  dea 
}aare  p8p>  en  wierdt  iif  de  Ktoosterkerk  te  Egmoni  begraaven. 
Thans  fcheen  bet  gezag  der  Hollandfche  Graavta  reeds  za 
hoog  te  zijn  geklommen,  dat  arnoud,  Zoon  van  den  overlee* 
denen ,  zijnen  Vader  opvolgde ,  zonder  bij  den  Keizer  daar  toer 
verlof  verzpgt  te  hebben.    Hij  was  naauwelijks  aan  *t  bewhid 
gekoomen,  of  hij  verftheen,  te  Maagdenburg ,  onder  de  Rijks* 
vorden,  op  een  RenfpeL,   Doch  gewigttger  werk  deedt  hem  f 
wjel  haast,  van  daar  vertrekken.     De  f^^sz/riVs^if. weigerde» 
hem  hulde  te  doen,  en  Ronden,  in  den  Jaare  593^  openlijk  te- 
gen hem  op.    Met  eene  aanzienlijke  magc  viel  hij ,  in  den  naa* 
zomer,  in  hun  gewest,  en  floeg  zich  neder,  op  deneenigzina 
hoogeu  grond,  om  en  bij  de  plaats»  daar  men  thans  éfiSchager* 
en  Nietiwdorper-Kogge  heeft,  in  eene  vlakte,  fyinkelmade  ge* 
heeten.    Men  verhaalt,  dat  *a  Graaven  Leger ,  fmagtende  van 
dorst,  en  gebrek  hebbende  aan  zoet  water »  arnoüd  zich  in  het 
gebed  begaf,  en  't  zelve  met  vuurigen  ernst  hebbende  uitgeftort  ^ 
de  zijnen  eene  plaats  aanwees ,  alwaar  zij  flegts  hadden  te  del^ 
ven,  om  eene  milde  bron  te  vinden.    De  uitkomst  zou  aan  de 
«anwijznige  beantwoord  hebben,    ^ort  hier  op  volgde  een  ge* 

vegt, * 


HOLLAND.  67i 


tegt ,  waar  in  't  Graaflijk  Leger  op  de  vlugt  wierdt  gedreeten ,  en 
ARNöüT  zelve  al  vlugtende  omkwam.  Zijn  ontijdig  einde  worda 
doorgaan*  gefteld  op  het  Jaar  993.  Zijne  overWIjfzels  wier- 
den bijgezet  in  bet  Klooster  te  Egmon^,  welk  bij  rijkelijk  be- 
giftigd hadttf 

Dirk  ife  III  was  nog  een  kind,  toen  hij  zijnen  Vader  op- 
volgde; waarom  hij  geHeld  wferdt  onder  voogdij  van  zijn# 
Vrouwe  Moeder  lutoard,  Zoster  der  Gemaalinne  van  Keizer 
RENRiK  DEN  II.  Van  merkeltjken  dienst  was  deeze  aanzienlijke 
maagfchap,  alzo  de  Westfriezen,  hunne  Onafhanklijkheld  wil- 
lende handhaaven ,  door  eeue  Keizerlijke  Vloot  beteugeld  wier- 
den. Andermaal  daken  ze  *t  hoofd  op,  doch  leiden  het  in 
den  fchoot,  uft  vreeze  voor  *s  jongen  Graaven  wraake,  die 
net  een  aanzienlijk  Leger  op  hun  afkwam.  Graaf  dirk  be- 
dong thatt  yan  hun  zeer  aanzienlijke  voordeelen.  Een  weinig 
laater  raakte  hij  in  gefchil  met  den  Utrechtfchen  Bisfchop» 
welke  zich  regt  aanmatigde  over  landerijen^  volgens  het  oor- 
deel van  den  Graave  tot  zijne  vaderlijke  erflanden  behoorende. 
Om  deeze  te  dekken,  deedt  de  Graaf,  omtrent  het  Jaar  1015^ 
eene  Sterkte  opwerpen,  welke,  naar  men  wil,  den  eerden 
grond  zou  geleid  hebben  van  het  tegenwoordig  Dordrecht 
Hier  4oor  bleef  hij  meesrer  van  de  Jagt  en  de  Visfcherije, 
die  hem^^^ooF-  de  Geestlijken  betwist  wierden.  Daarenboven 
leide  hij  hier  eenen  Tol  aan  van  alle  goederen ,  die  de  Rivier 
wierden  afgevoerd.  Over  dit  katde  ontbonden  zeer  zwaare 
klagten  onder  de  Kooplieden;  zij  bragten  dezelve  ten  Keizer- 
lijken Hove,  van  waar  eerlang  bevel  kwam,  om  T>9rdrecht^ 
nu  reeds  eene  Stad  geworden,  te  flegten,  en  de  Friezen,  za. 
noemde  men  de  inwooners,  van  daar  te  verjaagen.  Het  be« 
wind  daar  over  wierdt  vertrouwd  lan  eenen  bavo;  doch  dee- 
le  moest  fpoedig  wijken,  zo  wel  als  vervolgens  de  Utrecht- 
fcfae  Bisfchop,  die,  in  den  Jaare  1018,  in  eenen  Veldflag^ 
door  den  Graaf  ovepvonnen  wierdr.  Diergelijk  een  geluk  be« 
kroonde  's  Graaven  poogingen,  tegen  de  vereenigde  kragc  van 
verfcheiden  Mogendheden,  tegen  hem  zamengefpannen.  In  een 
bloedig  gevegt,  m  den  Jaafe  1018,  niet  ve^e  van  Dordrecht 
voorgevallen,  hieldt  hij  de  overhand;  welke  gevolgd . wierdt 
vvi  dtn  Vrede,  door  den  Utrechtfchen  Bisfchop»  zijns  on* 

daoka 


$7%  HOLLAND* 


danks  met  bem  gellooten.  Ook  wierde  Graaf  dirk  in  'sKel-^ 
zera  gunsc  herlleid.  Thans  in  het  vreedzaam  bezie  zijns  ge- 
bieds  gezeeten,  deedt  Graaf  dirk  de  lil,  volgens  de  bijge- 
loovige  gewoonte  dier  tijden,  eenen  togc  na  het  H.  Land^ 
om  het  Graf  van  den  Zaligmaaker  der  Waereld  te  bezoeken» 
en  bijzonderlijk  ook  om  ecne  Kerk,  onlangs  te  Jeruzalem 
geftigty  te  bezien  en  te  begiftigen.  Niets  bijzonders  ontmoet 
men 9  zints  zijne  behoudene  wederkomst,  tot  op  zijn  overlij- 
den, *t  welk  voorviel  in  den  Jaare  io3p« 

Dirk  de  III  liet  twee  Zoonen  naa,  dirk  en  floris;  de 
eecfle  was  zijn  opvolger,  onder  den  bijnaam  van  den  vierden. 
Wel  haast  kreeg  deeze  gefchii  met  den  Graave  van  Fïaande^ 
rettt  doordien  hij  beweerde,  eenig  regt  te  hebben  op  Zeeland 
Bewiiter -Schelde  ,  *t  welk  de  Vlaamfche  Graaven  (laanda 
hielden,  bunnen  eigendom  te  weezen.  In  een  geiH^,  hier 
uit  ontdaan,  bekwam  dirk  de  I\^  de  nederlaage;  die  hem^ 
nog  van  een  anderen  kant,  nadeelig  was,  naardien  de  Utrecht-* 
fche  Bisfchop,  waarfchijnlijk,  hier  uit  aanleiding  nam,  om  den 
Graave  lastig  te  vallen  over  eenige  landerijen,  welke  de  Kerk- 
voogd ongaarne  in  Hollandfche  handen  zag.  Doch  van  meer  be- 
langs  was  de  Oorlog,  die  hem,  in  den  Jaare  1046,  door  deii 
Keizer  wierdt  aangedaan.  Dordrecht  en  Flaardingen  moesten 
iet  fpoedig  opgeeven.  Toen  vereenigde  zich  Graaf  dirk  met 
den  Hertog  van  Lotharingen.  Dceze  vernielde  het  Vorftelij[k 
ï^aleis  te  Nymegen^  door  karel  den  orooten  gebouwd;  de 
Graaf,  van  zijnen  kant ,  rigtte  deerlijke  verwoestingen  aan  in  de 
Bisdommen  van  Utrecht  en  Luik.  Daarenboven  behaalden  ze, 
te  fcheep,  op  den  Keizer,  eene  aanzienlijke  overwinning,  die 
van  de  heroveringe  van  Dordrecht  gevolgd  wierdt.  Doch  hier 
vondt  hij ,  eerlang ,  zijn  einde.  Üe  Keulenaars  waren  op  den 
Graaf  zeer  fel  gebeeten ,  ter  oorzitake  dat  bij ,  in  een  SteeklpeU 
aan  den  Broeder  des  Aardsbisfchaps  van  Keulen,  eene  wonde 
hadt  toegebragt ,  die  hem  ,  binnen  kort ,  het  léeven  kostte. 
Over  en  weder  deedt  tnen  elkander  allerlei  onaangenaamheden 
aan.  Zelf  hielden  die  van  Keulen  et)  Luik  heimelijk  verband 
binnen  Dordrecht,  met  oogmerk  cm  die  Stad  te  bemagtigen^ 
Doch  de  Graaf  kreeg  'er  de  lucht  van ,  en  verijdelde  dien  toeleg. 
's  Daags  daaraan,  nieti  kwaads  vermoedende,  terwijl  hij  me( 

aen» 


HOLLANPi  é^ 


.  «I 


'  èene  wandeling  langs  de  Wallen  zich  verlustigde  ^  wierdc  hein » 
.door  een  oobekenden  Keulenaar ,  onverhoeds»  mee  een  ver* 
glfdgden  pijl,  eene  zo  zwaare  kweczuure  in  de  Dije  coege* 
hngjCf  dat  hij  !c  bionep  kort  beftorf,*  In  den  Jaare  1048  of 
io49* 

Dirk  db  IV,   ongehuwd  geftorven,  hadt  tot  opVo^gef  zl{^ 
oen  broeder»  onder  den  naam  van  floris  den  I.    Onder  dee* 
een  herleefde  de  twist  met  den  UcrechtfCben  Bisfchop,  die 
eene  aanzienlijlfe  magt  tegen  hem  bij  een  verzamelde»  en  hel 
Keizerlijk  Hof  in  z^ne  belangen  wilt  te  brengem     In  geen» 
kleine  bekommernisfe   bevondt   zich  thans  de  nieuwe  Oraa& 
Hij  wist  dat  men  *t  inzonderheid  op  Dordrecht  hadt  gemunt  9 
doch  hij   kende  tevens  zijne  magt  te  zwak,   om  het  ontwerp 
te  verijdelen.    Bij   mangel  aan   vermogen .  moest  hij  dus  den 
list  te  baace  neemen.    Langs  den  weg ,  over  welken  de  vijand 
na  Dordrecht  moest  trekken,  hadt  hij,  op  verfcheiden  plaat?' 
zen,  diepe  lEuilen  doen  graaven,   en  vervolgens  dezelve  mee 
iigte  horden  en  zooden  doen  overdekken*  Het  vijandelijk  paerf 
devolk,  hier  van  onbewust,  op  de  Stad  aanrukkende,  ftortte^ 
onverhoeds,  in  deeze  kullen,  en  was  dus  oorzaak  van  merke« 
iijke  vérwarringe  in  het  Leger.    Graaf  floris  ,  zich  hier  vaal 
bedienende,  deedt  eenen  uitval  op  de  naderende  Krijgsmagt; 
en  behaalde  eene   volkomene    overwinning.     Het  herftei  vaaf 
verfcheiden  nadeelen^  welke  hij  geleeden  hadt,  volgde  op  dee-' 
ze  zege.     Weinige  jaaren,   egter»  verliepen  *er^  of  de  Bond- 
genooten  trokken,   van  nieuws,  hunne  magt  bi)  een,  tegetf 
Graaf  floris;  die,   van  zijnen  kant»  Idu  ook  üerker  gewa- 
pend en  beter  op  zijoe  hoede  was.   De  Legers  wierden  hand- 
gemeen, in  den  ThieUrwaardy  op  de  pbiats  alwaar  thans  No- 
der-Hemert  legt«   Ook  hier  behaalde  hij  de  oyerwinniijg.  Doen 
zijne  zorgelposheid  kostte  6em»  ftraks  naa  dat  de  zaak  beflisc 
was,  het  leev'en.    Met  eenigen  van  zijn  gevolg,  niet  verre  vnxK 
'bet  Slagveld,  zich  onder  eenen  böoni  ter  ruste  hebbende  neer- 
gezet, en  van  vermoeidheid  in  flaap  gevallen,    overrompelde 
hem   aldaar   een  vijandlijk  Veldheer ,  met  eenige  verzamelde' 
benden ,  en  doodde  hem ,  nevens  een  goed  getal  van  zijn  Volle/ 
X)it  gebeurde  ia  de  Maand  Juni]  des  Jaars  lotfj. 


«74  HOLLANO. 


AébtiTM  twee  Dööbtew,  BtitTtiA  en  maötelü.  Het  Orarf 
nxiR»  iian  eenet  uMtrtjttrige  Eföon ,  die,  onder  dén  msim  v«tï 
awK  DïwV,  onder  't  opxigt  zijner  Moeder,  OEERtRüm  vüü 
SmMt ,  'de  Qmfliyke  WMrli^heid  erfde.    De  Bisftbop  vaii 
Utrecht^  altoos  op  magtvermeerderinge  gefteld,  oordeelde  nU 
dea  Imi  fthotm  at  ftaau,  w  terwiuiritige  vaneenige  Landen, 
welke,  2«}n8  doréeeli^  door  de  Holtetfche  Gtatven,  onregt- 
vifcrdig  beseeiea  wietdm*  Van  Ketcer  henrir  i>en  !V  verkreeg 
k^  aHle  de  «oederec,  «^Ike  (dus  laidt  de  Gaaw^tef)  door  de 
Qaamm  dmk  c^  «I  en  ben  IY^  «a  tlori»  den  I ,  der 
Ümêchtjfbhi  Kepke  wngfvmmriifUjIt  ontwctügd  waren.    In 
teoea  «er  Gifibrtete»,  gelijk  wij ,  op  Iret  Artikel  oitAAFscHA^ 
vxn  i»)LLAKD  f  hebeen  aangttekend ,  koottt  allereerst  de  naam 
van  H^llMd  v9or.    Gedttorende  'a  Graaven  minderjaariglieid 
kwim  bier  (te  tMde  de  beAaitmieGeliikffoeker  robert  t»  fries, 
SMm  mm  Gmive  boodewyn  Tan  Fhumderwfi.    Elders  zijD  ge- 
Mt  ^Qt^geeft  kefwoefd  hebbende,  zogt  hij  2^ch  inHonand  van  de 
Biegeeringe  te  VerzAeren ,  waar  toe,  meende  hi},  de  2wakheidl 
ata  ha  Vreuwri^  hpewhid  een  gereeden  weg  zon  baanen.  Ver« 
ged^  nam  hij  de  wapenen  te  baate.    Beter  flaagde  hij  in  een 
entwetp  van  buweüfk  met  de  Graavhnie  -  Moeder  ,  met  wier 
faatid  hij ,  In  toSs ,  den  tijtel  van  Craavg ,  of,  gelijk  anderen 
WKlea ,  vaö  n^gd  van  HoBand  verworT.    Zijne  bekende  dap- 
pertie^d  was  oorzaalt,  dat  de  Ütrechtfche  Kerkvoogd  zijne  ei- 
tthen ,  Yoeir  eene  poos ,  liet  flafapen.    Door  zijn  huwelijk  met 
Vronwc  GËBkTRüH)  waj  robert  b  't  bezit  gekoomen  van  eenige 
Ttaamfdhe-en  Zeeawfdhe  Landen ,  die  hem,  wel  haast,  betwist 
wierden  door  zijnen  Broeder  WDüBfEWVN  van  Ftaanderen.  Hier 
tilt  ontftondt  een  oorh>g  en  geve^,  waar  hi  de  laatftgemelde 
onikwam.    Thans  begon  de  Utredhrfbhe  Bhfchop,  van  nieuws, 
te  woelen.    In  den  waan  dat  hem  het  OraafTdhap^van  Holland 
toebehoorde,  fpoorde  hij  godefrid.  Hertog  van  LoikaHngenp 
'aan  tot  het  dpen  van  eenen  Inval,    Robert  was  thans  onledig 
tn  Vlaanderen.    Vau  deeze  afweezigheld  bediende  zich  de  Lo- 
'tharinger ,  trok  met  een  Leger  In  't  Land ,  en  bemagtlgde  ver- 
ichelden  |$laatzen.    Robert,  hier  van  ouderrigt^  (béide,  in  al^ 
lerljt,  herwaarts,  en  ontmoette  zijnen  vijand  bij  leiden^   Bloe- 
dig wierdc  bier  gevogten ;  tot  groot  nadeel  van  Craave  robert  y 


m^^m^mÊÊÊÊtÊmÊÊÊÈ^mmmmmmmÊÊÊÊtÊÊmM^mÊÊÊÊÊÊÈÊÊmÊÊÊÊaatÊBÊÊÊBBmtmBÊtÊami 

die  niec  alléén  de  fiedM Maf  l^ekW^m  ^  m&fit  met  Bchtgenooté  eÉ 
Klddefea  na  Flaanderen  moest  ^f|keA<  Nda  de  fFestfritzen 
te  hebben  *i  ofldêtgebra^^  gëdtoé|:  codefrid  zich  sedert  aHI 
Oraaf  mi  tiollitld*  Dit  viei  vaat  fii  den  Jaare  1074 ;  omtrent 
Wélked  ti]d ,  óf  wat  rroeger ,  hij  den  grond  van  de  Stad  Delft 
teide.  DdCh  'c  leedt  geene  twee  jaafen,  of  htj  vondt  Hier  eed 
ontijdig  einde^  Op  zekefen  dag  i\]xi  getroeg  doende,  wierdc 
bij  i  doof  eeden  becbend»  ratn  roserT  dèiv  fries  ,  in  zijn  on^* 
defüjf,  fflet  eeneli  dolk,  zo  zwaar  gekwetst^  dat  hij  'c  eettadg 
bedorf.  Nq  fpeelde  de  UtrecMctre  Bfifdfop ,  e^igeri  tijd ,  den 
lüeeater  ovef  de  Hoilandersi  ddcb  deeze  droegen,  titer  ofkge- 
dold.  Zijn  jttk.  RoBBRT,  dtttt  gezindheid  kefinefide^  dee<ft 
aanzoek  ofthnfp,  bij  willem  den  veroterAar,  dfe  thana  op 
den  Engeifchen  thfoon  zat,  en,  doof  howelijk,  aait  hem  Vet^ 
fiMgibbapt  was*  Van  Mer  eeAige  Sehepen  rerWofven  i  tü  d»* 
itVrt  met  zHne  eigen  Vloot  vefe<^igd  hebbende  ^  2oiïdt  hl}  éM 
ttede  zijnen  Stiefzoon  mki  t^n  V  op  HoSand  af«  Iti  dmr  tfroild 
van  de  Maaze  ontmoette  hi}  de  Utreèhtftbe  Schepen^  en  dreef 
dezelve  dp  de  vfoe^é  Toen  ontfebeepte  hij  zijne  benden  ^efi  tfok 
tia  Tsfiimondêi  'rvrelk,  riaa  een  zwaar  beleg,  zich  aitn  bett 
moest  overgeevefli  Die  baande  heitf  den  Weg  tot  bet  vfèed2aani 
bezit  tan 't  Gfaaflijk  gezagé  Hfj  ^ierdt  kort  daar  op  gehuldigd  j 
en  voorts  in  \  huwelijk  bevestigd  met  eeoe  Dogter  éts  tiefiog^ 
van  Saxefié  Vijftien  jaaren  leefde  hi;  in  het  vreedzaam  genot  def 
Oraaflijke  waardigheid.  Hij  overleedt  In  dew  Jaare  loji.  *t  Vefs 
dient  onze  opmerking^  dat  hij,  in  eenen  Giftbrief^  ten  behoeve 
def  Abtdije  van  Egmcndi  zich  zelven  iK>emt  ooor  gods  GÉNAdft 
Croi^ dêf  Haifyméeren\  een  tijtel,  ffiisTchien,  ten  c&en  tijde^ 
fiiet  van  die  uitgebreide  meenlnge^  tirelke  iftdertemd  daar  aan 
gehegt  iSé 

DiRKs  2oofi  en  Opvolger  waa  floM»  m  tl «  bijgMaattd  M 
VETTBé  Gelijk  verfchèiden  i^ijnef  Voórzaaten,  nam  deeife  ook^ 
kort  naa  zijne  intrede  in  *t  bewhkl ,  téi^  huwelijk  eetie  Dochcef 
uit  den  huize  van  Sajtert*  Voor  f  eden  hier  ttm  geeft  nien  ^  oni 
dit  in  *t  voorbijgaan  iMMMfken^  om  étó  de  pftrtif ,  welke 
die  Saxera  en  Hotiandefa,  tejgien  detl  Keizer,  geiijkerhattd  tfok« 
ken  f  te  meer  te  ftefkes.  Mn  vijandig  $  egter^  dan  voorgtande 
OtÈÊfmf  fMjpït  éeesB^  zitfa  t<^  dan  Keizef  ie  hebben  «mgew 

Wj  ileldf 


6r<?  HOLLAND. 


ileld.  Althans/ verdroeg,  hij  zich  nret  henris  den  V,  ten-  aai^ 
zien  van  de  Zeeuwfche  Eilanden  Bewester- Schelde^  die  kng  toe 
eenen  twistappel  gediend  badden.  De  gemelde  Eilanden  wier* 
den,  bij  dit  Verdrag,  aan  den  Graave  gelaatem  Hl}  overleedc 
kt  den  Jaare  1122^  of  1123*  Zijne  berugce  onttnoeting,  mee 
den  Friefchen  Edelman  galama  ,  is  op  dat  Artikel  rerhaaldi 
In  den  aanvang  der  Regeeringe  van  Graave  floris  ,  namen  de 
uitzinnige  Kruistogten,  of  zo  genaamde  Heilige  Oorlogen,  ia 
't  H.  Land,  een  begin»  Veele  Hollandfche  Edelen  en  andere 
4«apdzaaten  namen  deel  aan  die  heillooze  onderneemingen. 
.  Van  dtle  Zoosen,  dirk,  floris  en  simoN;,  welke  flor» 
SE  11 9  bij  Vrouwe  petrohella  van  Saxen ^  had^  verwekt, 
volgde  hem  de  eerstgenoemde  op ,  om  zijne  minderjaarigheid , 
onder  opzfgt  zijner  Moeder  :  eene  vrouwe .  van  mennelijken 
geest,  die  de  verheffing  haars  Broeders  lothariu^  op  den  Kei- 
zerlijken throoa  ten  gemeeuen  nutte  deedt  gedijen.  Eensklapa 
wierdt  'er  een  einde  gemaakt  aan  den  twist  met  de  Keizers,  die 
meer  dan  eene  eeuw  geduurd  hadt.  Met  oogmerk  om  haars 
Zoons  gezag  uit  te  breiden,  maakte  zij  aanfpraak  op  het  Graaft 
fchap  van  Flaantieren ,  trok  met  den  jongen  Graave  derwaarts , 
doch  Haagde  niet  iu  haare  onderneeminge.  Dirk  dk  VI  ^  in  dea 
ouderdom  van.  achttien  jaarea,  bet  bewind  meenende  te  aanvaar- 
dden ,  wierdt  daar  in  gedwarsboomd ,  door  zijnen  Broeder  fu> 
Ris,  bijgenaamd  D£N  zwarten.-  Deeze,  beminnelijk  in  't  voor- 
koomen,  doch  flaatzüchtig  van  aart,  zag  met  leede  oogen  zijns 
Broeders  verheffing..  De  Westfriezen^  waarfchijnli^k  ook  .door 
opHooklng  van  floris  ,  gedroegen  zich  thans  oproerig.  -  Om 
hen  deswegen  te  ftrafien ,  trok  Graaf  dirk  •  hoe  jong  hij  ook 
)vare ,  met  zijn  heir  in  bun  Land*  Den  feilen  winter  van  den 
Jaare  113a  nam  hij  daar  tóe  te  baate,  dewijl  deeze  hem  de  ge? 
legenheid  gaf^  om  hun,  over  de  digt  bevrozene  wateren,  op  *c 
lijif  te  vallen.  De  Landzaaten  toogen  op  de  vlugt ,  en  lieten 
een  rijken  buit  in  de  handen  des  jeugdigen  Krijgshelds.  Hun 
moed  was  daar  mede  niet  gefnuikt.  In  't  volgende  jaar  (lelden 
zij  floris  aan  hun  hoofd,  en  bfagten  den  jongen  Graave  menig 
nadeel  toe..  Van  tpen  af  voegden  zich  de  Kennemers  bij  de 
Westfriezen ,.  en  verbrandden  of  verwoestten  de  Slpten  en  Lust? 
hui;^,,  door  de  voorige  Graaven>  in  Kennemerland  ^  ea  onder 

ande-» 


HOLLAND.  i77 


mndcre  te  Baarkm  i^eftigt.  Twee  jaaren  duurde  deeze  Broe- 
dertwist ;  door  bemiddeling  van  hunnen  Oom ,  Keizer  lotha« 
Rius  9  wierdt  dezelve  bijgeleid.  Floris  (lorf  kort  daar  naa. 
Dirk  de  VI ^  thans  van  xlien  kam  de  handen  ruim  hebbende, 
keerde  zijne  magt  tegen  <)eo  Bisfchop  van  Utrecht ,  welks 
heerschzuchc  hem  diep  in  den  krop  ftak.  Eerst. liet  lilj,  door 
zijnen  Zwager  otto,  broeder  zijner  Gemaalinne,  éenen  inval 
doen  in  Drente »  aan  den  Bisfchop  ondêrhoorlg ;  naa  dat 
deeze  gevangen  was  genomen  ^  doeg  hrj  het  beleg  voor 
Utrecht.  WaarfchijneHik  ware  de  Stad  de  «ijné  geworden ,  ware 
bet  niet  geweest,  om  den  geesd]jken:Krijg5list,  te  baate  geno* 
snen  door  Bisfchop  «erbert,  welken  wij  boven,  op  dat  Arti- 
kel» verhaald  hebben*  Korc  naa  bet  opbreeken  van  *t  beleg 
deedt  de  Graaf  eenen  togt  na  *t  H.  Land.  -  Op  de  ukretze  be- 
zogt  hij  kome.  Met  kleine  moeite  verworf  bij  van  den  Paus . 
dat  de  Kloocers  van  Egmond  en  Rhijnihurg  aan  den  'Utrecht- 
fchen  Bisfchop. omtrokken,  en  onmiddelijk  van  den  Paufe  af- 
hanklt|k  verklaard  wierden.  Menigvuldig  wierden  zedert  de 
voorbeelden  van  dusdanige  onttreklïtngen.  Naderhand  drong 
\X\  eenen  Bisfchop  in  den  Utrechtfchen  Zetel,  doch  móest  die 
^outhAd  boeten  Aiet  eenen  of^nd  der  Westfriezen  •  die, 
evenwel,  fpoedig  gedempt  wierdt.  Graaf  dirk  de  VI  over 
ieedt  in  den  Jaare  1153.   . 

:  Floris  de  III >  zijn  oudde  Zoon,  was  niet  aan  de  Graaf- 
lijke  waardigheid  gekoomen,  of  hij  ondervondt,  meermaalen, 
de  blijken  van  de  Keizerlijke  gunHe.  Op  deeze  zich  vcriaa- 
cettde,  hefte  hij,  ce  Oeervliet^  aan  de  Maaze,  eenen  tol  van 
alle  de  voorbijvaarende  Schepen,  tot  geen  klein  ongenoegen 
der  Vlaamfche  Kooplieden;  die  hier  over,  b j  hunnen  Graaf, 
kUgug  gevallen  zijnde,  deezen  deeden  befluiten,  om  den  Hol* 
lasder»  te  water  en  te  lande,  den  Oorlog  aan  te  doen.  Alles 
liep  uit  op  eenen  Ihoöptogt  van  korten  duur;  die  evenwel 
merkelijk  nadeel  fchijnt  gedaan  te  hebben.  Althans  vindt  men 
aangetekend»  dat  Graaf  floris,  om  zich  des  te  wreeken,  en 
meerder  magts  te  verzamelen»  met  de  Drtgier-  en  overige 
JVestfriezen  den  peis  maakte.  Intusfbhen  tradt  hij^  in  den 
Echt  met  ada  ,  Kleindogter  van  david  den  i »  Koning  van 
Schot/and^    Met  eeue  aanzienlijke  yioot  wierdt  de  Prinfesfe 

Vv  3  afge» 


#7t  HOLUND. 


fil^eb^d,  ^n  IQ  den  Boud  dor  Maakte  ggn  lund  geztc.    Niet 
]^g  dfuiF  m«  onderdeunde  Graaf  floris  den  Uffechcfch^o  Dis* 
fchpp  cegea  d^  Grupiugera»    en  giog  vervolgens  met  hem  een 
y^^iig  aaq,  ten  ppsigte  vso  Friesiaod,  alww  da  Landfohap* 
pen  Qostergc  en  ff^est^ga^   voormaals  aan  eenen  der  Graaveq 
ppgedrwgen » ,  doch  zederc  tiun  oocnomeQ ,  thans  ttn  den  Bia« 
fi:bopljjken    ^loel   oodeFhoorig   waren.     Volgens  dit  Verdrag 
;^oudpn  de  gemelde  Landen  door   hen  gemeduTcfaappelijk  he* 
jieerd  nfrorden.    T^  gader  naidcten  zij ,  wijders ,  met  de  Graa- 
ven  van  Ctféer  en  tik$ve  eene  overeenkomst,  (trekkende  toe 
voorkqqminge  dpr  rampen»  san  welke  men»  hier  te  Lande, 
ijoqr  de  Overftroomiug  der  Rivi(sren  ,  gttlnoriglijk  onderhevig 
w$|St    pij  d^n  jongften  inval  d^  Vkmingen,  was  Graave  flo- 
M,  onder  indere>   bet  Land  wui  H^uu  afhandig  gemaakt. 
Biep  ft}d(  heoi  dit  verlies  in  den  Icrop.     Mét  andere  hulp  ger 
ilerkt ,  d^dt  hij  hiin ,  te  water  en  ie  lande ,  den  Oorlog  aam 
Iq  *t  eerf  t  liep  hem  't  geluk  mede ;  d^ch ,  in  eenen  y^liMM%  ingewlk* 
helf) ,  verloor  bij  dien ,  en  ^  gelijk  sijne  Vnjbekl,  Met  vierhoor 
^erd  Edelen  wierdt  bij  na  Brugge  gevo^*  Op  zeer  nadeelige  voor- 
waarden bekwam  hij  zijn  ontflag*     Geduureade  'sGnaven  gOr 
yangenisfe  haddipn  de  fFextfrUztn  hethoo»,  van  nienv^s,  op.- 
geftaken.    Hij  was  piet  op  vrije  voeten,  of  aogc  zipb  des  te 
wreekent    In  den  winter  des  Jaars  1x68  trok  luj  in  hun  Land; 
^qch  moe^,  m^  zw^ar  verlies ,  dea  hertred  neemen,  vermids 
de  zijnen ,  na  buit  zqekende  eq  te  wijd  van  ^en  verfj^reid ,  den 
fijand  te  veel  voprdisels  gegeeven  hadden,    Behaiven  deezen  ki- 
val  der  Graa^ijl^e  benden,  hadt  WtufrUilani  ibans  3eer  veel  te 
]Üden  van  d^  herbaalde  Ov^ftr^mingen ,  welHe  dat  en  ander« 
Gewesten  deerlijk  bavenden»    Van  tijd  (ot  tijd  hervam  Graaf 
FJUORis  zijne  invallen  in  fFettfri§tkind ^  ia  efnen  van  welke  hi| 
(iverHak  na  de  SilaMden  Texel  ^  metingen^  van  welke  htj 
fwaare  brandfpi^aftingen  vorderde.     In  den  Jaare   ii%%  trol( 
praaf  floris  na  't  H*  hwd^  en  hadt  zijn  deel  aan  de  overwia^ 
l^qgen,  die  aldaar  b^aald  wiedden.    Doch  hij  trok  'er  iMaM 
iffiordeels  af,    In  dea  Jaare  1190  overviel  hem,  te  Anti^kU^ 
p^  ^Waarc  piekte ,  die  hem  uit  het  leeven  nikce. 

Dirk  db  VU »  zijn  oudfte  Zoon ,  volgde  hem  op  in  \  GraaA 
l^jk  bewind.    Vlaanderen  was»   eene  poos,  zonder  Oraaf,  ea 
^Qor  in  mertceüjl^e  verwan^iH^»  V<u^  4eeze  gelegenheid  zogi 

Grwf 


Gmaf  omK  zich  te  bedioifn »  tm  ^tkê^fw  te  worden  y^  i$ 
Leeoroerigbeld  «n  dac  Gevest  wefiM  de  Jkeuwfebe  £itah 
den  Ben^UÊw-SciifMu  Docb  Ui  Hoptte  her  b<M>fd  toe  Kiem»- 
lijkeQ  Hove»  alwaar  bij,  ten  die»  etode»  aeasoek  deedv  Hei 
leed  deezer  cdeerftf^liace  wkrdf  venweard »  door  eonen  nnitf 
«et  zijnen  jaiger  broeder  mku^m»  die  xieh  h^de  Wv^if^ 
99n  voegde »  en  dexelve  tetm  den.  Graaf  opdoQkie.  .  H^  (•e- 
Cer>  welk  dee«e«  en^  lie«  te  bcaavftrtae^  hii  eeii  bregi»  wiecdi 
merkeliik  vefiweki»  oairdieR  bij  een  gedei^fe  KVk  hct«etve 
poe^t  aanv<>areQ  ttgoi  de  Fïewr«;Hi,  die  eeoea  tavei  bedde» 
fedeaa  in  ff^tikh^nky  idt  »i«MM8ni  over  *iiGmT(iillrepge 
jovordeiin^e  der  G#erW^jAie  ToUe»,  Mee  het  eaae  é«el 
4ea  Liegera  ti^k  Qraef  wei:  n»  Zeelmd»  «tjpie  GeMefe  Aiym't 
net  hei  «edir»  nt  W«tfipiealettd%  Wel  h«st  behaMe»  4ee«l 
moedige  Vtreuwe  de  «veiwioninc  <^  tease  Gemeele  bteeder» 
die  aan  *t  heofil  der  miietinfen  flaeedi »  en  der  few^mifi^ 
Kff  «wever  iKMMi  omkwairt  £ven  gelukUc  fl«fd^  ik  Gaeef 
ie  aijnett  loft  i  de  Fkat^eijfn  wtetdan  nifi  enaid^  Seelaié 
Yerdreeven,  Qovr  teafthenTiNaak  Men  >  Gfeaeeii  Ok>aiaD  vee^ 
facoden  zieb  d«  beoederi ^  beiian  caad»  naaar  ^  (bhiyaa,  dv 
W»%ifHnm^  dewijl  imi  nindi»  dat  4e  Graaf,  eerlang»  til 
hun  Lend,  itelljke  verwoee(i«0E»i  aeartgtte,  Wiw^  ^viafdi» 
keet  daar  naa,  toe  Graaf  van  fkiêtétmt ,  heeesian  de  Seida^ 
nee »  gehnWifd.  Graaf  dikk  »  dueeetegen  »  (telde  ziQb  in  *i 
bewind  over  Uimekt^^  veHea  Biafchopt  ovetieadeR  vm*  Hicc 
kwem  beo  a^  broadec  waueai  beaeehen»  doeh  v«ir4t  hi 
hegtenlafir  gehoode»;  vaar  m  hij,  eeviang,  ontvlugMe,  4ee 
«reg  kiflaande  m  G^kkrhni^  daar  bij  *aGraeve»  Dogtet  ie 
hiiwei^k  nan«  Vrcece  voor  ovemegi  deedi  thans  GmeYe 
luie  het  oor  leanea  na  eene  vafzoaniftge,  die»  letoti  ooger 
fdionden  bleef.  In  de  Scigtfebe  iwiscen»  welke  Mgt  ep  veil- 
den, hadc  Graaf  mas  rijklijk  ib  hand;  zelf  Itaeg  hij '(  hdeg 
om  Utreckiy.  doch  brak  het  (jMSedig  o|^,  om  n^neii  bondge- 
noee.  Graaf  ono  y#n  Qekhptmnd^  die  in  f  i*«tai/  geiiangan 
ZM ,  te  verleafoB.  Hier  beaMgitgde  bij ,  vet  zijM  Hoüandar^ 
ét  Scad  ^ t  Hêrt$gênkê$€k  ^  b  den  Jaate  laea»  doch  vierdCt 
kort  daar  op,  doM  den  Hertog  vav  latèaréatg^u  gevangen 
genomen*     De  deerlijke  vervoeaciqgen ,  welke  bi  ai^  af- 

Tv  4  wee^ 


«80  HOLLAND. 

weezigheidy    IQ  Hoüand   wierden  aangerigc,  deeden  hem  faec 
oor  leenen  aan  voorilagen  van  ontflag  ,   welk  hij  verworf  op 
ttet  nadeelige  x  oorwaarden.    Hec  oudde  gedeelte  van  HoUandy 
te  weeteo  de  Dêrdreechtfche  fFaard^  wierdc  thans  een  Leen 
van  Brahand.    Niet  lang  overleefde  de  Graaf  ^t^zt  vemedc- 
Tiog;  eene  zwaare  ziekte  rukte  hem  weg ,  In  den  Jaare  1903. 
'  Dirk  DE  VII  liet  alleenlijk  naa  eene  Dogter,  ada  genaamd, 
thavi  flegti  zeventien  jaaren  oud.   Volgens  ^s  Graaven  plan,  zou 
deeze,  en  dus  ook  het  Graaffohap,  naa  zijn  overlijden,  gedeld 
worden  onder  Voogdij  van  zijnen  broeder  willem.    Doch  dit 
viel- niet  in  den  fmaak  der  Graavinne  Weduwe,  die^   heimelijk. 
Graaf  t»O^EWYK  van  loon  ontboodt »  met  oogmerk  om ,  ftraks  naa 
haars  Gemaals  overlijden,  deezen  met  baare  Dogter  in  den  Echt 
te  doen  treeden.    Dit  gefchiedde ,  en  met  zo  veel  fpoeds ,  dat 
de  echtverbintenis  gefchiedde  en  de  Bruiloft  gehouden  wierdt, 
tè  Dordrecht ,  in  het  zelfde  huis ,  alwaar  *s  Graaven  Lijk  nog 
boven  de  aarde  ftonJt.    De  Graaf  van  loon  'voerde  dien  naam 
naar  een  Graaflchap ,  in  't  Rijk  van  Lotharingen  gelegen.    Niet 
naar  den  zin  van  veele  Edelen  was,  intuslfchen,  dit  huwelijk; 
waarom  zij  Graaf  willem  uit  F; /«i/i^/ii^  ontbooden ,  die  zich , 
fpoedig,  na  Zierikzee  in  Zeeland  begaf,  daar  bij  voor  Graaf 
ynetét  uitgeroepen.    Thans  vlugtte  de  ongelukkige  ada  ,  achc* 
^en  daagen  na  haren  trouwdag,  op  den  Bnrgt  te  Leiden^  doch 
viel  wel  haast  in  handen  van  Graave  willem;  die  haar  eerst  na 
Texel y  en  van  daar  na  Engeland  deedt  overvoeren.    Het  leed, 
welk  deezt  vervoering  zijner  jonge  Gemaalinne  den  Graave  van 
LOON  deedt,  als  mede  zijn  verijdeld  uitzigt  op  't  Graaflijk  ge- 
zag, was  oorzaak  dat  Graaf  willem,  onder  den  naam  van  den 
EERSTEN  bekend ,  hoewel  door  's  Lands  Edelen  gdmldigd ,  met 
veele  moeilijkheden  hadt  te  worftelen.    Nu  eens  hadt- deeze, 
^n  geene  de  overhand;    tot  merkelijk  nadeel  der  gefolterde 
Landzaaten.    Eindelijk  verdroegen  zij  zich,  in  den  Jaare  i2od. 
Graaf  WILLEM  hadt  zedert  de  hand  in  verfcheiden  onlusten;  eene 
yan  deeze  koste  hem  zijne  Vrijheid  in  Vlaanderen^  welke  hij, 
pip  groot  losgeld ,  te  rug  bekwam.    Naderhand  deedt  hij  eenea 
^Qgt  na  het  Oosten ,  alwaar  hij  de  befaamde  Verovering  vau  Da- 
wiate  ip  Egypfe  bijwoonde.    Hij  ftorf ,  twee  jaaren  naa  zijne 
wederkomst  van  dien  togi,  in  den  Jaare  laaa^ 


HOLLAND.  6tt 

'  Bij  ALEiD,  dogter-  van  den  Graavc  van  Gelderland^  hadt 
WILLEM  eenen  Zoon  verwekt;  deeze  volgde  hem  op,  onder' 
den  naam  vtn  floris  ben  IV.  In  zijn  eigen  GraafTchap  wei-* 
Big  om  lumden  hebbende,  nam  hfj»  meermaaleu,  deel  in  uhr 
landfche  oneenigheden,  onder  andere  in  den  berugten  Kruis^ 
Taart  tegen  de  Stadingers^  die  voor  Ketters  verlciaard  wier* 
den ,  om  dac  zij  het  Pauslijk  juk  zogten  af  te  fchudden.  Ia 
ten  gevegc  bragt  hij  die  verweezenai  eene  zwaare  nederlaage 
loe.  In  zijne  wederreize  van  daar  den  weg  neemende  door 
Friesland^  tugtigde  hij  de  Landzaaten,  omdat  zij  de  zijde 
4er  Stadtfjgers  gekoozen  hadden.  Zijne  handigheid  in  bet 
ftecklpel  kostte  hem,  kort  daar  naa,  bet  leeven.  Want,  van 
den  Stadinger  cogt  te  rug  gekeerd,  en  door  den  ouden 
Graaf  van  Kkrmont  op  zulk  een  Q>el  genodigd,  hadt  hij  *c 
ODgeluk^,  aan  'sC^aaven  jeugdige  Gemaalinne  te  veel  te  béhaa- 
gen.  Mimienijd  deedt  hem  verraaderlijk  om  *t  leeven  bren- 
gen, ia  den  Jaare  1234. 

'  Willem  de  II  volgde  op  zijnen  Vader,  in  den  ouderdoni 
yan  zes  jaaren,  onder  voogdij  van  zijnen  Oom  ottö  den  III, 
Bisfchop  van  Utrecht.  Weinig  naams  maakte  de  jonge  Graaf» 
tot  op  den  Jure  1347.  Keizer  fredrik  de  II,  door  den 
Paus  zijnde  in  den  Ban  gedaan,  zag  deeze  uit  na  een  voor- 
Baatfien  Vorst  of  Heer  ,  wlen  hij  de  Roomsch  -  Koninklijke 
waardigheid  mogt  opdraagen.  In  eene  eerde  keuze  te  leur  ge- 
field ,  vestigde  hij  het  oog  op  Graaf  willbm  ,  als  fchoon  van 
lichaam  en  kloek  van  geest.  Ingenomen  met  de  betoonde 
«ere,  aanvaardde  hij  dien  nieuwen  tijtel,  en  toog  terllond  ca 
Jiken'.,  doch  moest  vooraf  deeze  Stad,  gelijk  ook  Werden^ 
gewapenderhand  bemagcigen ,  eer  hij  aldaar  kon  gekroond  wor» 
den*  Lang  hieldt  het  aan,  voor  dat  hij  zijn  oogmerk  l)ereik- 
te:  om  reden  dat  de  Hollanders,  thans  met  eenen  Kruiscogc 
jia  *t  H.  Land  onledig ,  hem  niet  van  genoegzaame.  hulp  voor* 
xien  konden.  Eindelijk  wierdt  hij  plegtig  gekroond,  naa  al- 
voorens,  te  Keulen  ^  tot  Ridder  te  zijn  gellagen.  Kort  dair 
pp,  in  125 1,  tradt  hij  ]n*t  huwelijk,  met  eene  dogter  des  Her* 
togs  VAN  BRUNswYK ,  en  keerde  voorts  na  zijn  Graaffchap  te 
fug.  Niet  lang  hadt  hij  hier  vertoefd,  of  hij  raakte  in  Oorlog 
|npt  ^e  Vlamingen  ,  die  ,  aangevoerd  door.  hunne  Graavia, 

Vv5  lAhnr 


tfSd  HOLLAND. 


MARGAREET,  doofgataos  ZWARTE  MAKQ&iËX  gentamd,  eeséB  in- 
val in  ff^akhereu  gedaan  hebbende ,  door  hem »  b^  bet  Docy 
West-Kap0Ue^  geilagen  wierden,  io  den  Jaare  1254.  0«  Vred« 
wierdc  uog  in  dat  zelfde  jaar  geflooten.  Thaoa  Qntboodc  b«iQ  d» 
Paus  na  lialie^  om  aldaar  toe  Keizer  gekroond  te  worden,  £er 
hij  die  reize  ondernam .  deedt  hij  eenen  keer  na  Utruht  >  «l« 
waar  «en  fteen ,  dqor  e«ne  onbekende  hand  he«  na.  *c  hoofd  ge^ 
w<vpen,  bijkana  ;|jja  leevan  badda  geëindigd»  lotiefchen  warai 
de  IVtitfrUzAm  tegen  hem  opfleilaam  Dit  verhinderde  zi^ 
Icaliaanfche  reize,  en  deedt  hem  befluiiea,  bea  zwau  te  tvgtigeiu 
Hij  verkoos  daar  toe  den  winter  dei  ]aars  1256.  In  't  naazetiea 
der  wederfpannigen,  geharnast  en  op  eeo  zwaar  gewapend  pMrd 
•ver  bet  Ys  rijdende,  bezweek  dit»  en  viel  hij  in  '9  vljands  bw»* 
den ,  die  hem  wreed  vermoordden.  Dit  vi^  voor  bij  bet  Dttcp 
Hoügrmwd* ,  alwaar  bet  Lijk ,  heimelijk ,  in  een  huta  begmven 
wierdt.  Men  vondt  hec  eem,  lang  daar  saa,  in  den  }anre  la^ftf 
Koning  WILLEM  hadt,  aan  eenige  Steden,  aanzienlijke  Voorfe^t' 
ten  gefchpnken.  Zommfgen  houden,  hem  vooi  dea  Sttg^er  van 
't  Stadhuis  te  Haarkm  ^  doch  met  meer  regt  va&  het  Hoff^ 
bouw  in  ^iHi^e» 

*sKonings  opvolger,  iloris  os  V>  waa  nog  geene  twef 
jaaren  oud^  toen  hem  zijn  Vader  dus  ontijdig  ontviel»  Noft- 
thans  wierdt  hij  voor  Graaf  erkend»  onder  Voogdü  vai)  züneu 
Oom  FLORis  9  die ,  wel  luiast ,  een  Verdrag  floot  met  de  Oaa»- 
vinne  van  yiaandernn.  üij  overleedt  eerlapg»  eti  zün  dood 
was  oorzaak  van  veele  oneenlgbeden  over  bet  Voogdy&hap; 
die  een  einde  nemen ,  toen  plqris»  op  den  oudadom  va» 
vijftien  of  zestien  jaaren  t  ie  weeten,  tn  1269  of  laro,  he^ 
bewind  aanvaardde.  Hevige  oproeren»  vooeal  <mder  de  K^nr 
n^meri^  fchokteq  thaoa  Holland.  Volgens  zommigen  zouden 
fX]  geen  minder  Ontwerp  gemsakt  hébben,  dan  de  Bdelen  ten 
JLande  uit  te  jaagen,  en  zelve  de  Regeer  ing  te  aanvaarden. 
Zij  hadden  aan  hun  hoofd  den  vermaarden  gysbrecrt  vam 
AMSTEL,  en  rigtten  veele  verwoestingen  aan.  Zij  wierden  eer- 
lang betengeld ;  doch  het  Land  kwam  hier  mede  niet  tot  run; 
Hoog  lag  den  jongen  Graeve  de  moord,  aan  zijnen  Vader  ge- 
pleegd, door  de  WêUfiie%ên\  deezen  deedi  hij  den  Oorlbg 
ean,  met  eene  woede  ,  evenredig  aan  ^jnen  wraaklust.    Op 

eeoen 


^lOtUN».  <ï«* 


«eittn  4ifir  logtdn  g^lube  't  hem,  bot  Lijk  »»ios  VMer»  m 
tidadfiQ,  't  welk  Wj  w  médftimrg  dw^t  vwe».    B«ii  wd 
Man  hadt  h^m  he(  hui»  aaogewfeifen ,  «laar  het  diep  iu  deo  ^^rA  . 
-tacmaveQ  ia^.    M^rk^l^k  s^lchil  omfiovdt,  ten  deeKQ  iiid^» 
Quiclm  d^ao  liwto  ao  BngfUmd%  %^^x  dac  mao  >r  de 
^or^aak  vaq  wfect  (ot  groot  todeal  vaa  da»  Koophaodal»  die 
tfaiBf ,  over  en  mder,  raiada  zeer  Qack  wtardc  gedreaveiu    Os^ 
den  EngjdfebaQ  afbreuk  ie  doeQ ,  spnden  de  Zwemmen  verifctiet^ 
dso  Kaapera  io  Zee.    Met  V  tijd  wkidt  de  twitt  hi}edeid»  en 
de  Vrede  heveitigd ,  door  eeo  htiweH}ksverdrag  tnsTcben  's  Gnub 
ven  dogter  en  eenes  Zoon  van  Eng^iand^  in  den  Jaare  i^gi;. 
Dbeh  de  veiioofden  Horven  vóór   de  ecfatvoltrekking:  waaron 
Graaf  plorr,  van  oieows,  over  een  howelt}k  deedx  bandelea 
tosfcben  sijnen  Zoon  jam  met  eene  Engelfbbe  Prinfesft.  Te  meer 
ging  hem  dU  ter  harte ,  omdac  Ketaer  rudolf  beftelllng  hadi 
gtmaakt  over  de  opvolgiog  in  bec  Graaffcbap  ^  ten  behoeve  èKi 
Graaven  vin  Htmégéuwtn  en  fftmenèêrg.    Io  den  Jeare  ia94 
wAvidt  het  Htt\veii)ksverdrag  geflooten,  binnen  HaaHem,  tm 
overllaan  van  ingeiftke  Gezenceo  ,   die  tevens  een  Beftand» 
voor  een  jaar,  bewerkten,  tus(bhen  Graaf  floius  en  den  Graaf 
van  Getier*    In  een  geibhii,  tusfchen  deeeen  en  den  Hertog  van 
ëraèand,  koos  de  HoHandfehe  Graaf  de  z^de  des  hatstgenoem- 
^.    Dit  bragc  te  wege,  dat  Holland  van  de  Leenroerigheid 
lan  Braband,'W^oo8  wekere  landen  bij  Dordrecht ^  geheel  on^ 
beven  wlerdt.    Omtrent  deezen  tijd  wierdt  Graaf  flows  Inge- 
ifrtkfcefd  hl  eenen  twist,  die,  van  verre,  den  grond  lelde  van 
zijn  ontijdig  oude»    De  Heeren  viN  asstel  en  woerden  lagen 
thans  over  hoop  met  de  Stigtenaaren »  met  welke  de  Graaf, 
}cints  eenige  jaaren ,   zich  verbonden    badt*     Doch  zijne  hntp 
wierdt  niet  verefscht,  tot  dat  die  van  Utrecht  meenden,  door 
de  genoemde  Edelen  gevoelig  te  zijn  beleedigd.    Thans  bragt  de 
Graaf  ^itige  benden  op  de  been,  en  ilgtte  met  dezelve  groote 
verwoestingen  aan.    Hij  bemagtigde,  onder  andere,  Montfocrr^ 
eii  begtte  Amftelland  aan  *t  GraafTchap.     Door  tusfbhcnfpraak 
van  Vrienden  ,  en  onder  beding  van  aanzienlijke  voordeelen , 
wlerdt,  fod^  Jaaren  1285  en  1397,  do  pefs  gemaakt.    De  aaor 
houdende  ongezindheid  der  fFtttf  Hezen ,  om  *t  Graaflijk  juk  te 
diiiageq,  verfthafee  den  Graave,  aao  dfe  «ijde,  nieuwe  bezige 

beid, 


«84  HOLLAND. 


lieid;  Om  lieo  ce  betoageleif  eu  voor  alroos  te  otiderwerpeo, 
deedc  hij  vier  Slocea  of  Kafteelen  bouwen;  een  van  dezelve, 
te  Medenblik^  k  üog  !n  weezen.  Een  geweldige  Wacervloed» 
welke,  hl  den  Jaare  is86,  en  nog  eens  in  1287»  de  Landen 
deerlijk  liadc  gehavend ,  deedt  hem  zijn  voomeemen,  een, tijd 
lan|;,  ^Uftellen.  De  onderwerping  wierdt,  zederc^  volkomen, 
#11  het  Land  der  fVeU friezen,  door  het  leggen  van  Dijken 
en  Wegen,  op  *sGraaven  b^vel,  in  beter  (laat  gebragt.  Door 
deeze  onderwerping  was  *s  Gra^iven  magt  merkelijk  aange^ 
Iproeid,  tot  geen  klein  verdriet  van  verfcheïden  Zeeuwfche 
Edelen;  zij  fpanden  tegen  hem  zamen,  en  bragten  te  wege 
dat  de  Graaf  van  Flaanderen  eenen  inval  in  fydkheren  deedt, 
en  *t  bdeg  om  de  ^\%A  Middelburg  iloeg.  Floris  trok  hier 
QP  derwaarts  met  een  Leger,  doch  wierdt,  onder  fchijn  van 
een  mondgefprek  met  den  gemelden  Graave,  listig  in  't  nee 
gelokt.  Spoedig,  egter,  ontkwam  hij  zijner  gevangenisfe ,  en 
verzoende  zich  ,  eerlang ,  met  de  Zeeuwfche  Edelen.  Niet 
lang  daar  naa  fielde  zich  Graaf  floris  onder  de  mededingers 
sa  de  Schêtfche  Kroon,  op  welke  hij,  uit  hoofde  zijner  afr 
komde,  meende  eenig  regt  te  hebben.  De  zwaarlgheden,  wel- 
ke hij  ontmoette,  deeden  hem  dit  ontwerp  ter  ^ijde  Hellen. 
Zedert  leefde  hij  in  naauwe  gemeenfchap  met  Koning  eduarq 
van  Engeland ,  tot  groot  voordeel  van  den  wederzijdfchen 
Koophandel,  tusfcben  dat  Rijk  en  Holland,  die,  inzonderheid 
te  Dordrecht  \  zeer  Herk  wierdt  gedreeven.  Éenige  onmin 
XQOt  dien  Vorst  was  oorzaak  van  verval  van  handel,  en  van 
een  Verbopd  tusfchen  den  Graaf  en  philips  dën  IV  van  Frank- 
rijk* Hier  van  beloofde  hij  zich  aanzienlijke  voordeelen.  Doch 
bij  hadt  *er  niet  lang  genot  van.  Het  misnoegen  der  Edelen, 
welk,  kort  daar  naa,  herleefde',  liep  uit  in  den  wreeden 
moord ,  welks  toedragt  wij  elders  reeds  verhaald  hebben. 
Dezelve  viel  voor  in  ^en  Jaare  1296.  De  (ligtlng  van  het 
Lusthuls  Fogelenibang y  buiten  Haarlem^  wordt  aan  hem  toe* 
gefchreeven.  , 

Graaf  flo&is  liet  naa  een*  eenigen  Zoon ,  jan  genaamd ,  die 
zich,   ten  tijde  van  zijns  Vaders  deerlijk  einde,  in  Engeland 
bevondt.    De  Edelen  waren  hem  niet  ongenegen,  doch  zeer 
verdeeld  over  de  voogdijfchap  van  den  minderjaarigeu  Erfge- 
naam* 


HOLLANa  683 


DMtD.  Zij  wierdt  opgedfaagen  aan  jan  van  avennes  ,  Graave 
i^an  Hefiegoaven\  voUeii  Neeve  van  Graave  jan.  Inmiddcl» 
.wiefden  de  deelgenooten  aaii  den  moord  van  Graave  floris, 
door  de  Stedelingen  en  Opgezeetenen  van  Holtod  en  West^ 
friesland,  belegerd  op  het  Slot  Kronenburg'^  \  welk  hnn  wel 
haast  in  banden  viel.  Gerard  van  velzen  wierdt,  onder  ao- 
idere,  een  ilagioffer  der  volkswoede.  Graaf  jan  kwam^,  eer- 
lang, uit  Engeland  te  rug,  en  zette  voet  aan  Land  te  Feere.^ 
in  Zeeland.  Zedert  maakte  zich  wolfert  vaih  borselen  ge- 
noegzaam geheel  meester  van  *s  Graaven  perfoon ,  voerende  beat 
alomme  met  zich,  en  doende  liem  tekenen  en  bezegelen, 'c 
geen  hij  goed  vondt««  Dit  ontHak  den  haat  der  Landaiaten  te^ 
gen  hem,  en  liep  uit  in  eenen  wreeden  moord,  die  te  Deiflt 
aan  hem  gepleegd  wierdt.  Thans  aanvaardde  jan  van  avenne» 
de  Voogdijfchap  over  den  jongen  Graave,  waar  van  hij  bij- 
kans hadt  afgezien.  Terik)nd  naa  zijna  overkomst  hier  te  knda  * 
maakte  hij  beflelling  op  de  Regeering,  en  bragt  te  wege,  dat 
de  HFestfnezen^  met  Graave  jan,  zich  volkomen  verzoenden^ 
Kort  daar  op  deedc  de  Voogd  eene  reiza  na  Frankrijk»  laatende 
aan  jongen  Graaf,  te  Haarlem^  ziek  aan  de  Koortze.  Spoedig 
iloeg  tot  deeze  toe  de  Roode  Loop,  die,  wel  baast,  een  einde 
den  zijn  leeven  maakte,  in  den  bloei  zijner  jeugd,  in  den  Jaare 
125^  Volgens  't  gerugt,  zou  de  Voogd  zijnen  dood  verhaast 
hebben,  door  het  toedienen  van  vergif.  Jan  de  I  liet  geene 
kinderen  naa.  In  hem  eindigde  dus  het  Graaflijk  Geflagt  uit> 
het  ak)ude  Hollandfche  Huis. 

Jan  van  avennes,  als  de  naade  Erfgenaam,  volgde  hem  op» 
onder  den  naam  van  jan  den  ll.  Met  hem  kwam  het  Graaflijk 
bewind  in  "'t  Huis  van  Henegouwen.  Hoewel  de  Graaf  zich^ 
terdoud,  in  de  Steden  van  Holland  hadt  doen  huldigen,  toon* 
den,  egter,  verfcheiden  Edelen  zfch  op  hem  misnoegd,  «ibe« 
werkten  ,  dat  Keizer  albrecht  eenen  inval  in  Zeeland  deedtw 
Met  moeite  Avierden  de  Keizerlijke  benden  van  daar  verdreeven , 
en  de  Vrede  niet  getroffen ,  zonder  's  Graaven  bewilliging  om 
Holland  van  den  Keizer  ter  leai  te  zullen  ontvangen.  Thans  be- 
gaf zich  JAN  VAN  AVENNES  na  Henegouwen  9  laatende  het  bewind 
in  handen  van  zijnen  Zoone  willem.  Deeze  wierdt  oneenig 
met  de  Vlamingen  y  dfe  zich  een  re|t  op  de  Zeeuwfche  Eilan- 
den 


m  HOLLANDL 


éon  fltnmMCIgdeo  >  en  xich  fpoMg  meester  nttikten  van  allef 
de  Steden ,  uitgesondetd  Zierikt^t ,  weik  het  met  den  Grtave 
\kït\du  De  tegenfteod»  welken  de  Viamirngtn  hier  ootmoetcen, 
dwoog  hen  tot  Vrede. 

Jan  van  avënnës,  of  d&  twekde,  ftorf»  in  den  Jaare  x^Uf 
üatende  tot  Erfgenaam  gemelden  willem  ,  den  derden  van 
dien  naam,  den  ooeden  gebijnaamd.  In  den  aanvang  zijn» 
bewinds  herleefde  de  Ylaamfcbe  Oorlog,  doch  eindigde  fpoe- 
dig »  mee  *i  Graaven  Kewilliging  ki  de  Leenroerigheid  der 
Zeeuwfche  Eilanden  aan  den  Graatre  van  Flaaniettn.  Ze* 
derc,  egter^  wiordt  hij,  van  nieuws»  in  den  krijg  met  dieü 
landaarc^lngewikkeld,  in  gevolge  zijner  verbintemsfe  mee  Frënk^ 
rijk.  Geene  kleine  eere  genoot  deeze  Graaft  door  den  tijtel 
van  Rijks-Stedehoiider,  door  Keizer  lodewtk  hem  opgedma* 
gen.  Hij  verzelde  dien  Vorst  na  Romé^  tet  gelegenheid  vatf 
diana  Krooninge^  Het  bewind  van  zaaken  hadt  hij  ^  geduuren^ 
de  zijne  afWeezigheid ,  gefteld  in  handen  van  zijnen  Zooner 
WILLEM ,  m$t  güedvinden ,  zeggen  onze  ondc  Schrijvers ,  det 
Suétn  en  dn  pkiteu  Lands^  Willem  dë  III  overleed!  iff 
den  Jaare  ly^j. 

Zijn  Zoon  willem  de  IV »  reeds  voorheen  Graaf  van  Zte* 
iandy  wierdc  bet  nu  ook  van  Henegouwen  en  Holland.  Ztjtl 
booger  bewhid  deedr  hem  aan  zijnen  Krljgsbaftigen  aart  nog 
meer  den  teugel  vieren ,  en  in  meenig*  buiteulandfchen  Oorlog 
deel  neemen.  Inzonderheid  hadt  hij  veel  te  doen  met  Uireehté 
Naa  eenen^  Bisfchop  op  den  Stigtfchen  Zetel  geplaatst  te  hebhen  ^ 
wierdt  hij ,  zedert ,  dermaate  vertoornd  op  de  Stedelingen ,  dat 
hij  *t  beleg  om  de  Stad  floeg ,  en  niet  opbrak ,  dan  op  deezé 
barde  voorwaarden:  vierhonderd  Burgers,  blootshoofds  en  bor^ 
revoets,  moesten  hem  om  genade  fmeeken,  op  hunde  bfoote 
kniecn;  In  den  Ooitog  zou  men  hem  altoos,  met  vljfhomfercf 
ttan,  ten  dfenfte  fban^  van  den  Stadsmuur  zou  men  twintig 
Roeden  af  breeken ,  en  altoos  eene  Poort  voor  den  Graave 
open  houden.  In  den  Jaare  1338  was  Gmf  willem  ,  doof 
die  van  Stavoren  ^  ia  Friesland ^  voor  Heer  aangenomen.  De 
fchattiDgen,  zedert,  hun  opgeleid,  deeden  hen  't  hoofd  op-- 
fieeken«  Om  hen  te  beteugelen,  (lak  de  Gfaaf,  mei  een  Le- 
ger s 


HOLLAND.  €9f 


iet 9  na  Friesland  over.    Doch  bij  vöodt  hier  zijn  einde,  in 
een  gevegt  bi]  de  gemelde  Stad,  in  den  Jaare  1385. 

Willem  de  IV  liet  geene  kinderen  naa.     In  hem  eindigde 
dus  de  Stam  van  ffenegouwen.    Zijne   Zuster  uargareet  waa 
zijne  £rfgenaame«  en  met  haar  geraakten  Holland  en  Zeeland 
onder  bet  Huis  van  Bel/eren^  als  zijnde  dezelve  gehuwd  aan 
Keizer  lodewyk,  gefprooten  Uit  dat  doorluchtig  geflagt;  die, 
de  gemelde  Gewesten  aan  zijne  Gemaalinne  heU>ende  opge* 
draagen ,  niet  verzuimde  te  bewerken ,  dat  zij  alomme  erkend* 
en 'gehuldigd  wierdt.    Margareet  badt,  onder  andere,  eenem 
Zoon,  WILLEM  genaamd.    Aan  deezen  droeg  zij  het  bewind 
van  Holland  op,   en  verliet  daar  naa  ^ttit  Landen.     Doch 
hij  fchondt  de  voorwaarden  ,   op  welke  hij  de  Landvoogdij 
aanvaard  faadt.    Naa  's  Keizers  overlijden  keerde  margarest 
herwaarts  te  rug,  befchuldigde  haaren  Zoon,  in  tegenwoordig- 
held  van  *s  Lands  Edelen,  ontfloeg  hem  van  *t  bewind,  ea 
hervatte  in  eigen  perfoon  den  teugel  der  Regeeringe.     De  on- 
min tusfchen  de  Moeder  en  den  Zoon  doeg  over  tot  de  Edelem 
en  Landzaaten;  zommigen  hielden  het  met  geene,  anderen  met 
deezen.    Hier  uit  ont(!onden  de  befaamde  Aanhangen  van  Hoek" 
fchen  en  Kabbeljaamvfchen ^  die,  hmger  dan  eene  Eeuw,  bec 
Land  hi  rep  en  roere  ftelden.    De  laatften ,  die  *t  met  willem 
hielden ,  beweerden  de  onwettigheid  eener  Vrouwelijke  Regee- 
ringe over  Holland.    De  anderen,  zich  voor  margareet  ver- 
klaarende,  hielden  flaande  dat  eene  Vrouw  wettig  konde  re- 
geeren ;  waar  toe  zij  het  voorbeeld  van  Vrouwe  ada  bljbragten^ 
Het  beloop  van  'sLands  Gefchiedenisfen  toont,  dat  de  Hoek- 
fchen  zich  als  Voorftanders,  de  Kabbel jaauwfchen  alsVerdrukkera 
der  dlerbaare  Vrijheki  gedroegen.    Zo  hoog  liep ,  intusfchen  9 
de  twist  tusfchen  Moeder  en  Zoon ,  dat  ze  van  weerkanten  zichr 
wapenden,  en  wel  dra  handgemeen  wierden,  in  eenen  Scheepa* 
llrijd  voor  ter  Feere ,   In  welken  margareet  de  overwinnfaie 
behaalde.    Hertog  Willem,  zedert,  een  Verbond  met.verfchet- 
den  Edelen  hebbende  aangegaan,  hieldt,  vervolgens,  eentreffetr 
met  zijne  Moeder,  in  den  mond  der  Maaze^  waar  in  deeie  d» 
nederlaag  bekwam,  en  genoodzaakt  wierdt,  de  wijk  te  neemen: 
na  Engeland.    Derwaarts  volgde  haar  eerlang  Hertog  willsm, 
en  verzoende  zich  met  zijne  Moeder,  op  voorwaarde  van  afr 

itand 


é^i  itlOLLAND. 


iland  te  zullen  doen  vau  lUlland^  Zeieland  en  Frietland  tt'itf 
baaren  Zoooe,  en  alleen  tienegtnuwen.  voor  zich  zelve  te  be- 
bonden.  Zij  overleedt  kort  naa  dien  ^oen,  in  den  Jaare  1355. 
Willem  de  V,  eerfte  Graaf  uit  het  ïluis  van  Eeijeren^ 
iradt  mi  in  ''t  volle  bewind.  Dit  begon  hij  met  het  beoorloo- 
gen  der  Stigtenaafen ,  uit  hoofde  dat  derzelver  Bisfchop  den 
Hoekfchen  gtfnflig  wa^.  Twee  jaareh  duurde  deeze  Krijg.  Naa 
bet  fluiten  van  den  Vrede ,  bij  v^ellcen  Heusden  aan  HoUancf 
kwam,  deedc  de  Graaf  eene  refze  na  Engeland.  Straks  nat 
zijne  wederkomst  van  daar,  bef^eürde  men  aan  henf  blijken' 
van  krankzinnigheid,  waar  van  hem  zedeft  de  naam  van  dolle 
Hertog  aanhing,  en  die  dermaate  toenam,  dat  bij  eerst  in 
*sffagey  en  naderhand  te  Quesnoi^  in  Henegouwen^  opgefloo- 
ten  wierdt,  tot  aan  zijnen  dood  toe,  d!e  jh  den  Jaare  138^ 
Voorviel. 

De  ongelukkige  Graaf  willem  db  V  hadt  eenen  Broeder  ,< 
albrëcht  van  beyeren  genaamd.  Door  bewerking  der  Hoek- 
fchen  wierdt  deeze  tot  RuMmard  des  Lands  verklaard.  Veel* 
nadeels  leeden  hier  door  de  kabheljaauwfchen.  Delfi ,  air 
iiunne  zijde  houdende ,  wierdt  belegerd ,  ingenomen  en  ont- 
Bianteld.  Kort  hier  op  volgden,  niet  lang  naa  elkander,  een 
Gelderfche  en  Stigtfche  Oorlog,  die  den  Ruwaard  veel  on- 
tust  en  wefnig  voordeefs  aabbragten.  Ook  wierdt  hi]  inge- 
wikkeld iii  een  gefchil  tusfchen  den  Graaf  van  Vlaanderen  en 
de  Gentenaars ,  waar  in  hij  de  zijde  des  eerstgenoemden 
tieldt.  Onder  alle  deeze  bembeijihgen  hadt  hij,  evenwel,  het 
genoegen,  dat  de  twisten  der  Hoekfchèn  en  Rab4)eljaauwfchen 
met'  minder  woede  dan  voorheen  gevoerd  wierden.  Alleen  te 
Haarlem  maakten  zij  merkelijke  beweegingen^  In  den  Jaare 
138P  overleedt  de  ongelukkige  willem  de  V;  waarop  al- 
BRECHT  (Iraks  tot  Graaf  gehuldigd  wierdt.  £en  merkelijken 
keer  namen  's  Lands  zaaken,  kort  naa  deeze  verheffing.  Al- 
&RECHT  was  Weduwenaar,  en  hiedt  zeer  naauwe  gem^enfchap 
met  Jonkvrouwe  aleid  van  poelgeest.  Jong  en  bevallig,  en 
eene  dochter  van  een  Kabbeljaauwfchen  Edelman,  wist  zij  den 
GraaVe  dermaate  te  believen,  dat  de  Hoekfcben,  welke  dua 
lang  *s  Graaven  oor  gehad  hadden ,  het  onderfpit  begonnen  te' 
delven^  Zeer  ftak  dit  den  Hoekfchèn  id  den  krop ,  die  *s  Craa^ 

v§» 


«M 


iJOLtiANÖ.  684 


Ven  Zoon,  willem,  Heïtog  van  Qottervant^  aan  jioti  lioofii 
hadden.  Het  niishoegen  eindigde  lo  dén  dood  der  fchooóè  aleó)^ 
die  door'  de  éédverwanteh ,  op  het  Buitenhof  i(ï  ^s  Hage  $  bij 
oachc  9   wteedelijk   vermoord  wiefdt.     0^   zaxnengefpanüeneft 
Vloodeii  ten  Lande  uit,  en  *er  verliepen  eenigé  jaaren ,  èef  zi] 
met  den  GraaVe  hüdneh  Zoen  maakten.     Hèrtög  wu^lem  kwam 
bij  zijileh  Vader  in  gunst,  door  de  dapperheid,  welke  hij  be> 
toonde  in  deii  F^riefclien  Oorlog,  in  welken  Graaf  Albrecht^ 
ten  dee2en  tijde,  wierdt  ingewikkeld.    Daarenboven  wiesfched 
hier  dé  Delftenaars  volkomen  af  de  fmet  hunner  voorgaande  w^ 
derfpaniiigheid.  Dé  flègte  (laat  van  *s  Graaven  geldmiddelen  nood» 
zaakte  hem,  rekenfchap  te  vorderen  van  Heere  jan  van  arkel^ 
Rentmeester  der  GraaHijke  inkömften,  welke  hier  in  tien  jadred 
ten  agteren  was.    Zijne  weigering  wierdt  gevolgd  van  weder*' 
^ijdfche  vijandlijkheden ,  welke  ruim  drie  jaren  duui'deïi,  en,« 
binnen  iitrefnig  tijds ,  gevolgd  wierden  van  ^s  Graaveo  overlijden  ^ 
in  Wintermaand  des  Jaars  1404.    V  Hui$  te  Kleef  ^  waar  vM 
inen  nog  de  puinhaopen  buiten  H/tarlem  ziet,  zou  door  Üeti 
gedigt  zijd ,  (en  behoetre  Van  ^^ijne  tweede  Gemaalinne  makga^ 
RETA  Van  kuève.    M^  zo  zwaare  fdiulden  vondt  dee2e,  bi} 
*sGraaven  ovdrlijden,  deszelfs  fioedel  bekaden,  dat  zij  dieot 
epenlijk,  naat  Lands  gebruik, %  met  den  voet  ffootte;  *c  welkgé- 
fchiedde,  door  def  Lijkbaare  vooruit  te  treeden,  in  geleend  gó-^ 
waat ,  én  onder  het  wegwerpen  vin  eenen  halm.    Gedutirendd 
ALBREGts  Regeer  ing  w^s  de  magt  der  Hollandfché  Steden,  oo(^ 
In  zaaken  van  openbaaf  bewind,  merkelijk  toegenomen.    (M6 
meent  m^ ,  dat  de  Burgeriieefteren  en  de  Kollegien  der  Vroed" 
fchapi^en  thans  inzonderheid  e^en  aanvang  hebben  genomen. 

Zijn  öodfte  Zoon  en  Opvofeer,  ^llem  de  VI  /  Iiadt  edte 
zeer  onrustige  Regeering,  door  bet  geduurig  woelen  en  weder-^ 
woelen  der  Moekfchen  en  Kabbeljaaawfehen ;  wafar  door  te 
Dordrecht  9  Baarkm  ^  Delft  en  Amfierdam  veele  ongeregekï- 
heden  voorvielen.  Veel  bloeds  droomde  'er  vooral  in  de  eerflé 
Stad.  Ook  hadt  hij  den  ArkeHbhen  Oorlog  om  handen;  dte^ 
egter,  niet  ongelukkig  voor  hem  afliep^  alzo  h)j,  in  't  einde ^ 
de  Heerlijkheid  van  Arkel  bekwam :  hoewel  hij  zijn  regc  daar 
op ,  zedert ,  tegen  de  Gelderièheii ,  met  de  wapenen  moose 
Inndhaaven.    Straks  daar  op  kfeeg  Graaf  wuum  te  doen  met 

XX.  DEEU  XS  tel 


<fpo     ^ rióLLANÖ. 


i^i^i    I   Mi^^Bja 


Ê: 


.  t  • 

'^eti  ii^  yiii'E^moni  i  deezen  teiegerde  hij  bmrieii  f^felfiesn, 
ën  'dwöng  Hèiii ,  zo  wel  dè  Stad  als  het  Slot  aan  hem  over  tê 
feceyeb.  Öe  rèdén  hiei*  van  WaiJ,  om  dat  dèezè  Heer  verdagt 
wieïd't  gehouden  van  eerien  toeleg  op  'sGraaven  leevén.  In 
tiéu  J^aafè  1415  wierdt  het  huwelijk  voltrokken,  van  's  Graa- 
ven  éeüige  dbgtèr  JAKOBA  mét  den  Hertog  van  Touraine^ 
tweeden  Zóbd  vaii  karel  den  VI,  Koning  van  Frankrijh 
let  lang  haa  dèéz'e  echtve'rbinteiiis  beriep  Graaf  willem  eeneA 
'a|;vaaft  v'ari  'sLands  Edelen  èii  dè  Groote  Steden,  om  dooc 
dezelve  de  Erfopvolging  voor  zijiie  dogter  te  doen  verzekeren, 
feéreecfelijk  waren  dezelve  hém  hier  in  ten  willé.  Dit  deedè 
hém  zijnen  dbbd ,  welken  hij ,  ter  öorzaake  'van  een  gevaaf- 
iijk  gezwel  aan  zijiie  Dijè,  vast  te  géinoéte  zag,  met  meet 
gerustheid  afwagt'eh;  hij  rtbrf  iri  den  Jaarfe  1417. 

Terftond.  naa  'sGraaven  aflijvigheid ,   wierdt  de  vermaarde, 
4och.  ongelukkige  jakoba  van  beyeren  tot  Graavln  gehuldigd. 
Doi^recht  ^  alleen    bleef  weigerig.     Deéze  Stad  was  Kabbet- 
jgauwsgezind ,   en^  jakoba,  even  als  haar  Vader,  op  de  zijde 
der  Hoekfchen.    Te  Dordrecht  hadt  men  het  oog  bp  jan  vaA 
ifiYEREjtf,  Oom  van  Vrouwe  jakoba,   welke ^   ten  dien  einde» 
in  Holiaiid   kwam,  om  als   Voogd   het  bewind  te  annvaarderi. 
}AkoBA,  hoewel  flegts  zestien  jaaren  oud,  was  reeds  WeduWè 
van  JAN  VAN   TOURAiNE.    Om.  hunneu  aanhang  te  éijven,  bë- 
werkten   de,  Hoekfchen  ,  voor  haar   een  huwelijk  met  Hertog 
JAN. VAN  BiUBANT.   Vrugteloos  deedc  het  jonge  paar  het  bercjg 
iban,  om  .p^f^rec^;  de    Graavin    vondt  zich  genoodzaakt^ 
Zuidholjiand  en  V  Land  van  Voorn  aan  haareu  Oom  te  leéti 
(9f  te  draagen,  en>    voor  den  tijd  van  drie  jasreu,  voor  Stad- 
bottder  over  haare  Landen  te  erkennen.    Hertog  jan  ,  nu  hec 
gezag  in^  handen  hebbende,  vid  den  Hoekfche  Heeren  zeer 
kerd,  verwoestte  hunne  Sloten,  en  noodzaakte  hen,  het  Land 
te  mimeiy*    Daarenbioven  .droi^g  hij  den  Hertoge  van  brabanp 
pp^  on  hem  het  Stadhonderfcbap  nog  voor; zeven  jaiiren  op  te 
^a^A    Een  zo  heyig  misnoegen  vatte  hier  uit  Vrouw  ja* 
KohA'  Of  en  haitrea  Gemaal  ^op,  dat  zij  hem  verliet  ^  en  eérsc 
.  s»  Bxvm^vwen^^  en  voort»,  oa  Bng/ütmd  te  wijk  nam*    Hier 
begaf  2lf  ziKrh  in  den  £d)t  met  den  Hertog  vaiy  cLocuESTEit  9 
M^  dat  baar  voorgaand  hi^^elijk ,  om  namaagfchap »  te  konié 

voor 


ÜÖLLANÖ;  ©1 


Vóór  ónWèttig  wis  Véricltórd.  Dft  viel  voor  in  d'éh  Jaiare  14234 
Ëjj  hèafe  ovrfkömst  vbtdr  zij  dè  AéeSteLöndzarfcén  op  ddzijdd 
vin  Iwarèn  Oom ,  of  van  Fhn.ij^s ,  Hertog  van  "Bóur gendie i 
dfletii  Swdelioudeh  Hl'er  door  kwam  het  Land  in  rep  en  roere  < 
ilaa  dat  heC2reI(re ,  iwée  faarén  vroeger ,  de  deerlijke  ramp  hadf 
getfoffen  van  dfe  Overïlroöming  véh  deii  Zifi'dhnilafidfchen 
Waard,  waar  doof  wW  iweeénzevendg  Dbrpeii  onder  wfttef 
gezet  wtiren.  De  htrtog  van  Émrsondie  wièrdt  voor  Ru' 
waard  verklaard,  len  Jan  Van  B'eyerepJ  ibt  Graaf  gehüldigdj 
l^röuW^  )AKottA,  eènl^  hulp  vah  h'aare  vrrenden  bekoomea 
iiebbende ,  belriardè  wèl  eénfg  vóördfeei ,  in  eenen  Slag  bij  Alfen^ 
itöch  bekwim  dé  nederlaag,  in  eeii  Scheepsgevegt  bij  H  ouweri^ 
hiiven  \  waar  dooV  zi]  tuland  vóór  genoegzaam  verlooren  re^ 
kende.  Tweemaal'en  floeg  il),  hletop^  te  vergeeft  hét  beleg 
Voóf  tiaarL'fn ;  wdar  naa  dé  Kénnemers  gantsch  Hoftai^d  aA!e«' 
peh  ^  en  oVeriil  dë  deériïjkfte  vfcrViroesiingen  Wnrigtten.  Zij 
vTÈTéA  Moeks^indi  en  deeden  hfór  tnede  der  Or'iavihne  groöKf 
iMdied  :  hoeVrel  2^  «elven  1n$g'dijks  j  door  dèn  Hertog  vidï 
Bourgondtej  zwaar  gedraft  wierden.  Onder  d!t  alles  Wietdif 
4ie  taMt)fpdédige  jAitoèA  van  harren  Gemaal  ve^lkiên,  en  hadc 
Ket  verdHet)  dat  hatore  Vloot,  bndet  Wille*  vaN  üREDfcftoöt, 
bij  hfec  Eihhd  ffYenngetij  bp  de  Zuiderzee,  geflagen  wlerdri 
Vto  .dfeeztti  ftiat  der  ÉaafrCii  bediende  2fch  Heftog  philips  ;  hij 
Mègfefde  hter  binnen  Xrouda^  en  dwong  hair,  om  hem  niet 
fle^l  voor  StÉüionderi  Waar  zelfs  voor  wettigen  Erfgenaam 
te  erkèmito»  Bolten  zijne  bewMi^g  inogt  fi]  geen  nieuw^ 
ItoWdlik  AMgaifn.  Het  fiihiitd  HuÜb^vefand  wlerdt  als  een  ei- 
g^dodi  «tl  ter  "^óöninge  ain  haar  afgefhian.  Bij  dit  Verdrag 
wrirden^  door  ReMg  ttiitrés,  negen  Raaden  én  Refcenmees- 
ttrs  s  öVer  HvHand  ,  Zerktnd  én  FHtsïttnd^  ahngetleld  »  eefl 
tSxom  Gerigtitof ,  ftéderc  het  Hifyan  BtHlanzt  gi^Vimiêi,  Van 
é^ttniVfii  «f  Wterdc  de  ko'ophandel,  Bier  te  Lande,  vooral  op 
EÊtgélAfidf  idè#ede  dë  HaHi^g^ilbberlj ,  zeer  Aetk  voortgezet^ 
Vdorü  nik  de  «rttvMiag  van  het  kaïken  len  zouten ,  en  van  heC 
gröoce  Hftdngflèr.  bok  kmm  d^  Vatrt  na  het  Noorden  en  dé 
OöSlleeé  thftns  in  infierki^jkén  bfoéi.  Bij  .dit  aiies  kwiai  nog  dtf 
Ütviflditig  l4n  4^  Ehiikktffm ,  te  Baar  hm.  H^oot  de  Iroogge* 
ftiecgeae  sMgc  vtii  Iteiteg  Mhips  vétdènkerde ,  meé-ieh  Aièeir^ 

Xx  a  bet 


<PA  HOLLAND. 


hec  aanzjeft  van  Vroawe  jakoba,  die  wel  den  tijtel  vwa  Gravin^ 
ne  nog  voerde ,  doch  bijkans  niemand  om  zich  hadt ,  die  zt]D 
hof  bij  baar  maakte.  Alleen  frank  van  borselen  ,  Stadhouder 
van  Hoilznd  ea  Ze^andy  bewees  haar  eenigen  bijfland,  en  dit 
op  zo  eene  beufche  wijze  »  dat  'er  baar  bart  door  getroffen 
wierdt.  In  't  Jaar  1433  floot  zij  toet  hem  een  heimelijk  hnwe* 
]i]k;  *t  welk,  egter,  fpoedig  aan  philips  uitlekte:  die  hier  op 
Heer  frank  in  hegtenisfe  deedt  neemen ,  en  na  *t  Slot  RupeU 
«tonde  y  in  Vlaanderen ,  voeren.  Hij  wierdt  ontflagen,  op  de 
harde  voorwaarde  voor  Vrouwe  jakoba  ,  dat  aan  haar  eenige 
heerlijke  goederen  opgedraagen»  en  Henegouwen  ^  Holland  en 
Zeeland  aan  den  Hertoge  volkomen  zouden  worden  afgefban» 
Toen  wierdt  het  heimelijk  huwelijk  openlijk  voltrokken,  en 
maakte  Vrouwe  jakoba  «  aan  haaren  lieven  endt  teer  ghemittden 
ghefelUy  zo  als  hij  haaren  van  borselen,  noemde,  eenige  goe- 
deren  im  ZuidhollaDd.  De  ongelukkige  jakoba  ,  door  tegenlpoe- 
den  overmand,  overleedt^  als Houtvesterin ,  in  den  Jaare  1434» 
op  *c  Huis  te  Tellingen  y  in  Rhijnland,  in  't  zesendertigfte  jaar 
baars  ouderdoms. . 

Philips  de  I  bragt  het  Graailijk  bewind  van  Holland ,  uit  het 
Huis  van  Beij'eren  >  in  dat  van  Bourgondie  over.  Terftoad  naa 
Vrouwe  J4Koba's  dood  wikkelde  hij  de  Landzaatea  in  den  Oor- 
log tegen  Engeland ^  die  hun ^ op  zeer  zwaare  Beden,  zo  ze 
heetten ,.  te  (Uan  kwam.  Bij  het  fluiten  van  den  Vrede,  bewees 
hij  hua  evenwel  de  eer  e  van  daar  bij  tegenwoordig  te  zijn;  't 
welk  den  Hollanders «  die  zich  in  Engeland  bevonden,  nader* 
hand  veele  geweldenaarijen  op  den  halze  haalde.  Geduureade 
den  Engelfchea  Oorlog  kreegen  de  Hollanders  insgelijks  te  doen 
met  de  Oosterlingen,  welke,,  uit  afgunst  tegen  den  groeiendea 
Koophandel ,.  o9ze  Schepen  bekommerden ;  't  welk  van  eene 
groote  duurte  der '  leevensmiddelen  gevolgd  wierdt.  Om  de 
fchade  eenigzins  ta  verhaalen  ,  wierdt ,  hier  te  Lande,,  eene 
groote  Vloot  uitgerust,  die,  m^t  verlof  van  philifs,  ter  Kaap 
Qitzeilende ,  meenig  voordeel  behaalde  ,  en  zelf  eeac  talrijke 
ÖosterCche  Vloot  nam.  Een  tienjaarig  Belland  fchorstp,  In  dea 
jaare  1441»  de^zen  twist.  Naa  eenige  jaaren  nufcbeopoocens^ 
herleefden  de  iniandfche  oneenigheden»  Door  een  huwelijk  van 
eeue  dogter  van  willëm  vaü  muung,  Scadhouder  van  HoL- 

land^ 


HOLLAND.  «^J>S 


famd,  met  REiNOüD  van  breoeröde,  hoofd  der  Hoekfchen,  wa- 
ren deeze,  ginds  en  elders,  op  't  knsfen  geriakt.    Om  Hertoge 
PHILIPS  te  believen ,  was ,  met  hunne  toeftemming ,  de  Gemeen- 
te met  zwaare  fchattingen  gedrukt.  Daar  van  l)edienden  zich  de 
KaM)eljaauwfchen  om  hei  Volk  op  te  ftodken.    Hier  ok  ontfton-' 
den  Oproeren  in  verfcheiden  Steden ;  óm  welke  te  fWllen  de  Oe- 
maalhi  van  philips  herwaarts  kwam,  gdijk  ook ,  veryolgens,  de 
Hertog  zelve.    Te  Amjierdam  verftelde  hij ,  boitenstijds ,  de 
Regecring ,  phatzende,  van  ieder  zijde,  even  veclen  in  het  be- 
wind. Het  geeven  van  onderfcheidende  "benaamlngen,  van  Hoek- 
fchen  en  Kabbeljaauwfchen ,  wieidt  ook  door  hem  verboodeu» 
Het  Land  kwam  hier  door ,  van  dien  kant ,  eenigzins  in  rust. 
In  *t  Kerkelijke  viel  'er  nog  meilkelijk  te  doen,  van  wegen  de 
geldzucht  der  Geestelijken ,  die  zo  hoop  liep  ,  dat  zij  door 
pniups  moest  beteugeld  worden.     Van  hunne  zijde  gaven  de 
i4indzaaten ,  op  hunne  Wijze ,  blijk  van  ijver  voor  den  Gods- 
dienst ,  door  het  deel  neemen  in  eenen  Kruistogt  tegen  de  Hus- 
pen  ,  in  Bohème ,  van  Ketterlje  befchuldigd.     Eén  heirvaart 
tegen  de  Gentenaars  y  die  tegen  den  Henog  waren  .opgedaan , 
wlerdt beloond  met  aanzienlijke  Voorregteft;  welke  gunst,  door 
de  Hollanders,  erkend  wicrdt,  door  de*  baud  te  leenen,  met 
cene  talrijke  Vloot ,  tot  de  veroveriiige  van  Bourdéaux.    Het 
^ikmaals  gefolterd*  Holland  wierdt ,   m  den  Jaare  1455»   van 
nieuws,  ontrust,  ter  gelegenheid  der  verkiezinge  van  gysboegt 
VAN  BREDERODE  tot  Blsfchop  vaU  Utrecht,    Dit  mishaagde  deri 
Kabbeljaauwfchen.    Uit  vreeze  dat  de  Hoekfchen ,  tot  welke  de 
Bisfchop  behoorde,  te  veel  gezags  zouden  winnen,  blfezen  zij 
Hertoge  PHILIPS  in 't  oor,  dat  deeze  verheffing  aan 'sBisfchops 
broeder,  als  gefprooten  uit  het  aloud  Graaflijk  Huis  van  Hol- 
iand ,  Hgtelijk  den  inval  zou  knnnen  doen  krijgen  ,  om  met 
*s  Bisfchops  hulp  zich  hi  de  waardigheid  zijner  Voorouderen  te 
doen  herfteHen.    Niet  onverhoord  bleef  deeze  opftookmg.   Ligt 
deedt  zijn  gezag  hem  bij  den  Paus  verwerven,  dat  breder  ode 
«fgezet ,  en  david  van  BouRcoüfDm  ,  *s  Hertogs  Natuurlijke 
Zoon  ,   in  zijne  plaats  gefield  wierdt.     Met  geweld  verdreef 
PHILIPS  den  Bisfchop  brederode  van  zijnen  Zetel ,  en  plaatfle  zijnen 
Bastaart  in  denzelven.  Om  zich  te  verzekeren  van  de  hulp  der  Ktn- 
mtmert  en  fFest frieten  y  hadt  hij  vooraf  dezelve  her(leld  in  de 

Xx  3  Vöor* 


(^4  ïJpl^lfll* 


Voorr^glMM ,  v(i(5r  deitig  ifwren  yerlifiVJrd  V^ïrlclji^fd,  Zectet  wier* 
deq  de  gfu^ipederea  de^f  I^ai^^aaceii  opderüng  verdeeld,  daoc 
d^  xwisjc  tusfcben  Hfxtog  p^up^  eu  «ijpet^  beer4chfU9btige^ 
Zoon  KA^L,  Graaye  y^  Cha/o/ois,  die  tan  uiterd^n  ^snQ^g4 
W4S  ,  oif^ilfac  hij  buiten  i^Uen  f^fW^ud  wierdi;  geboudexi,  Poipf 
KUf  f  lei  opi^Quliingen  ;f  ogc  de  Graaf  d^  bar^eq  van  dfq  L^dheerg 
te  verwijderen^  Zo  hoqg  liep»  0|>  zekeren  dg^,  ^^cvy^isc^  dat 
idc  oude  vider  zij  oen  Zopne  gewapenderha;i^  ce  ^v^  m\d^ 
ti^tt  veele  aandooteiij^ke  bedrijven ,  ^an  we^rl^aoien ,  moe<;« 
ei^deli^'k»  Iieru)g  fuilip^  bewHUgen  in  de  ^.IjLeuc^ojff^  vAn  ?ija^ 
J^oone  voar'.Algemcenea  Sce^ehc^d^  ov^.alle  ^ij^^  La^MlQ* 
Hertog  PUii4P3  overleedc,  niet  hfpf  óxu  nasi»  in  deo  ]9m^  ^^6^ 
(Xe<Jpurende  ijijne  Reg^riog  was  d^'S9hpq)Yag;t  ^  Hoj/^icvfi^ 
vooral  op  de  Oqsuea»  loerjf^iiik  toe(;enoflieUt  Qqjj^  Mfu  men  a 
geduurende  die  cijdveflopp»  me^r  ^  te  vooi;ct|,  J>^df!g^  ogi  d^ 
ver{)eterii^  4er  Zeeweerio^ea* "  «Het  iqflaau  ifa«  Jjjge  p^wilep,  ef 
he:  zgmenvoegen  van  ciezeivet  ^oor  loiddel^  v^q  4w<rsi>9lkef|f 
^wau)  DU  voorna^iqeijjk  in-  gebruikt  M/n  bf^  9fiq|[enierkCf 
dac  dé  verbs^^tering  y^  i^ecjlea,  on^^r  de  I^^nd^ji^o^  tbAn$  :fj^ 
|ioog  \yas  geklomoieut  D.^eJ$  W93  daar  v^O  d^ppr^aatt  d^  bjp^ 
des  Koopbapdpis  •  doch  opk  het  kwaad  ypprbeeïd  vau  He«q^ 
fHij^iPs  ,  wiens  Hof  vpor  een  der  w^Upstigften  vun  dien  ^ij^ 
Wierdt*  gehouden  :  in  zo  vejre  dat  ipen  'f r ,  fiadftoiyeu  biei4t| 
gemeen  aau  perfopnen  van  b^jde  jKunnen. .  pJa^r  l^eï  toepmaaji^ 
gebruik  wjis  de  Weedi},  vporaj  der  Vr^UAj^ep^  u^  wi^erfte  kps!^- 
paar  pn  jJragtig,   '.*'../"  . '        ,  . 

KARku,  naar  zijpqi  'aart,  4e.  stoute  ,  of-  4^  «TfiispaA^R^;, 
p;ebijnaaifd,  ^jerdttUef  v^t  Grai^f  g^uidigdvx^ïdir  |>i^(  ja^r ^4^^$ 
wa?r  uaf  tójjftraks  zf^ji^^x^  Befien  vor4ef4^,  en  YervQlgp<3f^ 
in  fIq!/ant/,Qn  ke^eiand,  &üOi^ra^fyedin^  hieldf.  £|§  g«fchUeU| 
in  'wcü^e  'de  ïlectqg  \  eerlang .,  jnet  .Fr/fp^ri.ff:  .e^  Epji^nd 
wieifdi  irigevYikkpId ,  gavep  wedf^piïL  ^laajejdipg  t9t  awat^  ^lP!r 
Jieffingen 'en  .buiteng^wcjon^  t^élasuqgep^.  Tfi  Ü^r-n  o^tijmdf 
bier  uit  een  g^weldi^cp  oprq^,  wellf e  ^qmpig^n  opi  't  ifij^v.eo,, 
anderen  op  ballingfohap  te  ilagp  JLwam:  (ot  merkelijk  padeel  d^ 
gtad;  welke  hier  door  veel  van  haare  neeringe  verjqqr*  ^ndejl 
Jaare  1474  'ftddc  Hertog  ka^u  bet  Hpog^  Géjgxsh^y^^M^k^ 
m  ji'f  ^P  '\  W^lk  me^  z\^^  uit  de  9iefó{e  ^{qviaciep,  ^oj), 

klUè" 


HRLLAl^.  fS« 


. .  w<  ■>  —  ■■'■^ 


I^^HT-  •         «•       1   11.11        >  •   *•    ■■  i'^mif  — rw   !•« 


kunnen  berpjjpen.  ?eec  Jfltó|;?agde.  dft  jjeij  ^QÜjijdQXflij^.be- 
weerenc^p  ójsl^  ^uI^c?  pje;  |imnie  yoorriegieü  ilreedf.  .  Uj},  wjnc 
jji^gebreide  ^er^jicjit,  die  zelf  n^  de  Kqpjnkjjjkp  yyajfdigJieVd 

(Irecfde,  (e  vgeden,  en  zi|ap  y^^^^H^^^g?  QpF^g??  ^?  ïiïlF^Ï' 
'tigen,  bepaalde  ^jch  fle  |^ertog  nief,  io  hec  heffcp.yan  beUf- 
,tiugen,  bij  dq  gepieene  La^id^aten,  maw  vorderde  fJezplyp 
ins^elijjc^  yan  dp  Geestelijken.  Verge^s  berjpgep  zjclj  ^^^ 
pp  den  Pa^j;  '^Lands  Ontvangfr^  ypo^n  fich  jp:Q${ax,  qjjp 
dezelve  mpf  gp^pl^}  «e  vprd?rgn,  p^  qp^epigjiqd^^''  c^4^ 
ancjcré,  pief^  dp  Franfchqn ,  e|i  dff zp|vpn  Kaapprijöi? ,  .^^«1 
yeel  nadeel^  ^^  ^p  poHqqdfthe  JioffpJi^t|pn;  wwQiP  ?ij;  ¥ 
f^?^?  wipcd^n,  (eqne  ^g^WapPPde  Vlppt  fggep  cjqyei^  wit:tp 
fHStpn.  pit 'oiqcieg^oriaaflde  Ipedt  fiofirp^  PPH  .4ect?©Q  #ift., 
^e|i  y^Iie?  vap  denig,  ^ .  A^fr^rd^rit  v?»  e^n  n^  gt^Q^T 
get^l  §phep^  ^f  baddien  dp  Frapfcbep  d^  i:oefttef4'9fl?Jii 
^  Zuiderzee  t^  ko^en  fcfewm^,..  piQtJelijk  voutït  |ip^f.<af 
IM^RCL  ^yn^p  dpod,  jn  eenen  K.?iig  lf^^^  de  Zwitzerf ,  ii^d^p 
Vei<)f]^  bij  Naof^,  in  den  Jnafe  1477,  ip  fjp  maaud  jipii^rH. 
ÏViö  «Jagen  naa  dep  Slgg  voqdf  wen  het  Jrijk,  lp  epp  Wai§l- 
fiftel,  ipet  Jipt  boofd  in  't  Y^  YWg^Y?*<^f?«?n,.  i»ajcc  WgQ&bUii 
(SP  pp  drip  e>9?£?^  gewoncj. 

Mama 9  xijne  eenige  dogter,  volgde  hem  op,  In  den  ouder-, 
l)om  van  twintig  Ja^ren.  Veel  Viel  'er  te  doen  pyer  het  4ciezoa 
uran  een  G<smaa^;  waar  toe,  eiudetijk,  het  oog  viel  op  isAxr* 
«ULiAAN,,  Aardtherug  van  QoueprJJk»  Reeds  met  den  aan- 
irang  haa^nr  ^egeeringe  herieefiden  de  Hoekfche  en  Kabbel* 
laaiiwfche  onéeoigheden.  Uier  kwamen  deeze,  elderf  ggen^ 
op  het  Kjis&n.  ^Vrouw  maua,  den  Kabbeljaauwfirhen  imeest 
«oegedaan^  iiadt  verfcheiden  Ampcenaars  van  dien  Aanbaog  Ip 
iiet  bewind  iiecftekl  oi  bevestigd.  Eenigermaate  bQrwon  d^ 
Hertogin  dt  gen9j;eiibeid  der  Lgpdzaaten,  door  bet  vei;leeq$(i 
van  het  GRoot>PiuviLEGi£,  waar  van  zedert  zo  veel  werk3  ge- 
maakt is,  en  velks  vooroaamfle  Artikelen  bier  op  neder  kwa- 
men: „4e  Ampcen  zouden  aan  geene  Uitiandera  gcgeeven,  en 
,,  de  Landzaaten  niet  buiten  hunne  Provincie  te  regt  geildd  wor- 
9t  den ;  naar  giatdvinden  zood^  de  ^aden  Dagvaauen  mogep 
M  houden;  'er  zouden  geene  Tollen  geHeld  worden^ 9  daO  W^ 
y,  gemeen  goedvinden  van  's  Lands  Staaten ;  het  voeren  van  den 

X  X  4  n  Oor- 


^$9  HOLLAND, 


^" 


ff  Oorloj;  zon  niet  zonder  die  gemeene  goedvinden  mogen  g^ 
y,  fbhieden ,  gelijk  ook  niet  het  flaan  van  pieuwe  Mvinten ;  dp 
^,  Privilegiën  zonden  niet  tot  benadeelinge  van  bijzondere  Steden 
j,  mogen  gebmikt  worden.**    Doch  dit  Privilegie,  nog  vóór  het 
Huwelijk  van  Vrouwe  maria  verleend,  wierdt  fpoedig  gefchon- 
4en,    Naar  goedvinden  zette  men  de  Munt  op  en  af ,  en  vuldp 
4us  *8  Vorften  buidd.    Vreemdelingen  zag  men  overal  ter  Re- 
geeringe  indringen.    Holland  wierdt  zo  arm,  dat  men  met  h^ 
|>etaialeD  van  Los-  en  Lijfrenten  moest  ophouden.    Op  verfbhei- 
flen  pfaMtzen  geraakten  de  Hoekfchen  van  *t  Kusfen,  en  vervul- 
den de  anderen  hunne  plaatzen.  Heer  wolf  aart  van  der  veer, 
{ioeksgezind ,  Sudhouder  van  Holland  ,  moest '  plaats  maaken 
•yooF  JOOST  VAN  LALAiNG,  eeueu  Uitlander.    In  den  Jaare  148 1 
Indden  de  Hoekfchen  zich  van  Lsiden  meester  gemaakt.    Op 
h  Aardshenogen  bevel  zogt  de  StacThouder  hulp  bij  de  Kabbel 
jaauwfche  Steden;  doch  haare  Poorters  weigerden  tegen  Leiden 
te  dienen.    Hierom  moest  men  gebruik  maaken  van  befoldigde 
Knegten »  die  ginds  en  «Iders ,  tot  merkelijk  misnoegen  der  Ing&- 
^eetenen,  hi  bezetting  geleid  wierden.    Leiéen  onderging  een 
zwaar  beleg ,  doch  kogt  het  af,  met  vijftigduizend  Guldens  aan 
den  Aardshertoge  te  betaalen ,  en  achttien  Mannen  aan  hem  en 
izijn  goeddunken  over  te  leveren.    Te  Dorérecht  moesten  een 
^chouc  en  Burgemeester  met  den  hals  boeten,  hunne  toeftemming 
tot  het  (lefchrijven  van  eenen  Dagvaart,  waar  toe  zij,  uit  kragc 
van  het  Groot  Privilegie,  geregtigd  waren.    Utrecht^  vermids 
▼eeie  Hoekfche  Heeren  aldaar  eene  fchuilpkats  gezogt  hadden  » 
wierdt,  door  opdooking  der  Kabbeljaauwfchen ,  belegerd.  Nie( 
^n  door  dwang  der  groote  Steden  konden  de  kleine,  als  mede 
de  bewooners  van  het  platte  Land,  bewoogen  worden,  om  Volk 
derwaarts  te  zenden.     Van  langen  duur   was  de  Utrechtfche 
fCrijg,  en  zo  nadeelig  voor  *t  gemeene  Land,  dat  Leiden ^  haa- 
re Lakens  buitenslands  niet  kunnende  flijten,  wel  haast  genood* 
zaakt  was ,  uitflel  van  betaalinge  te  verzoeken ,  mids  haare  Poor* 
ters,  intnafchen,  nergens  mogten  bekommerd  worden.    Onder 
^it  alles  overleedt  Vrouw  maria  ,  in  den  Jaare  14S3,  aan  de 
gevolgen  van  eenen  val  van  't  Raerd  ^  in  den  oadQrdom  van  vijf- 
totigi^aren, 


HOLLAND.  697 


c::^^ 
>. 


Haar  Zoon  en  Opvolger,  phtups  de  II,  een  kind  vtin  vier 
{aaren,  bragt  hec  GraaBi}k  bewind  over  Holland^  uic  het  Huis 
van  Bourgondie,  In  dac  van  Oostenrijks  Zijn  Vader  maximi* 
LIAAN  wlerd(  over  hem  en  over  den  Lande  tot  Voogd  aan« 
gefield.  Terflond  In  den  aanvang  zijner  Regeeringe,  ontftondc 
*er  eene  geweldige  beweeging  te  Hoorn  ^  daar  de  Kabbdjaauw- 
iblien  z\c\i  vatf  *t  bewind  verzekerden ,  doch ,  eerlang ,  door  de 
Hoekfchen,  voor  eene  korte  poos,  verjaagd  wierden;  die» 
wederom,  op  liunne  beurt,  liet  onderfpit  moesten  delven ,  toea 
de  Stadhouder  van  lalaino  de  Stad ,  ftonnenderhand ,  ver* 
overde;  waar  naa  alles  naar  den  zin  van^c  Hof  gefchikt  wierdr. 
Onder  dit  alles  duurden  de  Onlusten  met  Utrecht^  in  welke 
men,  in  den  Jaare  1483 »  voor  de  eerfle  reize,  hier  te  Lan* 
de,  van  hec  gebruik  van  Bomben  vindt  gewag  gemaakt.  Vaa 
den  anderen  kant  genoot  het  Land  eenig  voordeel ,  door  het 
fluiten  van  eenen  Vrede  mee  Frankrijk ^  bij  welken,  pndec 
andere,  vrijheid  van  Zeevaart  en  Visfcherije,  voor  de  Hoilan- 
éêrs  en  Zeeuwen  9  bedongen  wierdt.  Niet  lang  daar  naa  ver« 
overde  maxuhuaan  de  Stad-  Utreehi^  en  deedt  'er  eene  ze* 
gepraalende  intrede.  In  Vlaanderen  waren,  ten  deezen  tijde, 
merkelijke  onluscen  ontdaan*  Verfcheklen  Hoekfche  Edelen» 
ten  Lande  uit  geweekeo  of  verdreeven,  onthielden  zich  in 
dac  Gewest,  wagtende  op  de  gelegenheid,  om  met  eere  in  'e 
Vaderland  te  rug  te  keeren.  Van  deezê  gelegenheid  zogten  zi} 
zich  te  bedienen,  om  hun  doelwit  te  bereiken,  wnar  in  zi} 
hoopten ,  te  gelukkiger  te  zullen  flaagen ,  om  reden  dat  la 
Holland  groot  misnoegen  beerschte ,  van  wegen  de  zwaare  . 
firbattingen,  met  welke  de  Landaaateo,  op  aanraaden,  zo  als 
zij  meenden» 'van  Heere  jan  van  eguond,  onlangs  tot  Scad^ 
houder  amgellekl,  bezwaard  wierden;  waar  bij  nog  kwam  de 
drukkende  overhuc  van  *t  uitheemfche  Krijgsvolk.  Heer  frans  « 
VAN  BREDSRODfi,  door  de  gebannen  of  gevlugte  Edelen,  tot 
hoofd  verklaard  zijnde,  begaf  zich  met  dezelven  te  fcheep» 
in  den  Jaare  i\X\%  bemagtigde  Rotterdam ^èast  hij  veel  buics 
behaalde ,  verbrandde  Peifthaven ,  en  deedt ,  door  gantsch 
Hollimd  ,  onnoemelijke  fchade.  Heer  jan  van  montfookt 
leende  hem  hier  toe  vlijtig  de  hand,  en  verzekerde  zich  van 
Warden.    Door  dit  alles  vondt  Aardshertog  maximiuaan>  in 

Xx  5  \ 


tfjS  HQLMND, 


't  volgendQ  jair,  zich  genoodzaakt,  in  perfoon  in  Hollgod  ie 
koomen.  Terïtond  decdt  hij  Heirvaarc  bcfchrijven  tegen  Rot- 
terdarn,  alwaar  Jqnkheer  frans  den  Stoel  des  Ooriogs  hadc 
gevestigd.  De  Burgers  van  verfcheideu  Scedeu  trokken  toen, 
jjaar  Lands  gebruik  ,  onder  hunne  bijzondere  Banieren  op. 
Lang  duurde  het  beleg  van  Kot  ter  dam  ^  doch  moest  zich,  ein- 
delijk, overgeeven,  gelijk  ook  Woerden  en  Mantf^ort.  DaJUT 
naa  rustte' Jonkheet  frans  cene  Vloot  uit  te  ^/«f{,  q^jïf  welke 
hij  den  Stadhouder  EGj!k|p?iD,  bij  Broumrikaveriy  ontmoette, 
tegen  welken  hij  voqrt  fchutgevaarte  l^ieldtf  \  wjb1|{  hep  het 
leeven  kostte.  Heer  j/^w  vi^is  naald  \yyK,  ^^i;  ancjpr  Hpetfch^ 
Edele,  ontweek  den  Ilrijd,  met  etiijke  Spbcpien,  rxzSluh^  v#p 
waar  hij,  eerlang,  eeneq  kgus  op  (ie  )m\  vgp  iipljaqd  "vyasgfi^. 
I^erst  landde  hij  if  IVijk  of.  Zee  ^  en  btenjagiigde  v^yplg^osdg. 
Eilanden  'lt;$el  eq"  H^'Hrivgcn.  Veel  iqeloops  kreeg  l^jj  hj^ 
Tfj^  veele  fchaqpele Hollanders,  die,  dpor  dpu  o>(ef l^t  yjiU  vtwï»4 
Krijgsvolk  ei;  de  drukkjsofle  bc)as tingen,  J)ij]^s  ^t  (]en  be^^: 
Zfik  gebragt  waren ,  en ,  vooral  in  JMüprdliQl^i\d,  hun  mifOoogi^ 
openlijk  betoqndeii.  £)it  droeg  den  rx^m  van  hep  Saast/t  Rrofi^^ 
Spel.  Deerlijk  wiecd^  hfi  Land  gcha^nd  >  door  de  moedwilljg:; 
fieden,  weik^,  t?  d^^^r  g^^gcuheid ,  g^pkeegd  wierden,  .  Jj^ 
IJertog.  VAM  SAX^w  >  's  Aardsbertogs  A^êfiÊKH^n  StedeliQBd«r^ 
deedt  de  onUisteu  eep  eiarf^  nec-inen,  door  deii  Landzaaieu  itraév 
fen  en  boeten  pp  te  legg«n,  dip  tqt  verclerchpnioeijiQgm.baa 
flLen  lust  gel^eel  dj^edpn  yergaan.  Nqi^  anderliaiye  eeuw£  ddu** 
rens,  nuig  de  I:Ioe|v(che -^  Kabhel|{tfiuwfclie  cweefpal^  s&^tg/i 
worden  hier  med^  te  zijn  geëindigd.  Verfi^iden  Hoekfah^ 
Edelen  en  andere  vqornfiaiiie  naaimeii  begaven  zidi,  :»!dert^  net 
der  woon,  na  fra^iMjt.  ^l^xmiiMAJSi  onlaogs  tocRoooBch^ 
Koning,  en,  door  zijns  Vuders  oveciijd^n,  tot  de  Keizaüljke 
waardigheid  verKesren,  otuAo^g  zich,  iu  den  Jaace  1493,  van 
de  Regeering  over  de  Nederlanden,  en  droeg  dezelve  op  ain 
f>HiLi?s,  thans  zeventien  jaaren  oud:  d|^,  vervolgens,  ie  o^cr^ 
truidenhergt  tot  Graaf  wiecdt  gehuldigd.  Die  Mrierdt*  eerlang, 
gevolgd  van  een  Verbond  met  £ngeiand  van  aitooiduurend€ 
yrede  en  Vtiendfchap  ,  waarbij  de  Hollanders  en  Zeeuwan 
vrije  en  veilige  i^isfchérij  op  de  Engelfche  Kusten  bedoügeo* 
Jn  't  Jaar  1494  floot  philips  een  huwelijk  met  joannai 

dog- 


w^LAm  i^ 


*s;ws  4^wn  d^edi.hij  ^gpe  fpije  ^^pr  flq  H9l|i|i\d^9^^e  ^^ed^iy 
dm  'pr  4ic^  yai)  iliei}\v?  te  dp,?n  hulfeen*    In  ]?ep  Ja^f  iSPf 
y^rcfok  hij  nf|  Sfj^nj^^  ng,4  alvfoorens.  ^q^-bert  ya??  ^IW* 
Uee^  ym  Sr^4üf .  P^  ^W^q  Si^ehQuder  heftp^d  f  e  l^e^lHjj}^ 
iiij  verwtfde  '^r  niet  W?r  dan  wt  In  'c  voJgeïjde  jfaf .  Kqtï  o^ 
iijne  weder|tpnjst  oqtflqndtVr  oorlpif  raet  fJpGp|derfcheD,  flie,^ji 
e^nen  Sql^eepörijd  VPor  Mpwi^f^.^^^  van  de  HoH^nikn  éqi^a 
jt>y'aaf<ï  nè^q:ls|age  b^^\ïrjimen.    Qp  doocl  zijner  Sfhpdpmoedef , 
l^^pEj^w  vAif  K4ST;fie,  d«e4f  j^eip  eea  eii)c|p  agn  dien  l^riJg;mïH- 
j^eq,  pn  ^qderaifal  ()^  teize  na  Spj^nii  aapoaera^n^  qip  de;  Kroon 
yai|  dsif  Rijlf  t^  4anv^4^n.    Hpljand  mpf^&t,  op  di^  f^i/-?  i^ 
Jiekpswgpp,  ^QQte  fpmmpn  opbfpng^^ ,  I}ij[  overleed?  in  tje^ 
Taar^  iSs4%  flegf^  W^qi^  m^^qdeu  ma  :iijpe  (Ijrqopsbeklii^* 
'ffltii^.  '    ..  .  -  "     ■  •   ' 

.  Ifd^L  DE  Uf  pqder;  de  fiolljfqdfcbe  Grs^iM^A»  floch  pi^  vjifj-p^ 
.f^r  de  Ou)i^c{i^  K.ef^f;r4j(  w^,  (e^lUde  deie^ies  ^cf^v^ls^ 
f^%  l^'^  ^^^  j^ar^p  opd.  iV}s  pa#p  Zf>9a  gn  bpyolg^  kvva^ 
bij  .pn^er  Yojq^dij  gips  (Spoo^adis  Jtpif  ef  jjiAaoyiUAApii ,  (dip, 
V^VPlgei^,  i)p  Algéa^^e  Lai^lvoftg^ij  fa^^^Q^g  a^  :^ijf)«  dp^- 
iier  MAJBLQ^RfifT ,  HeffpgJBpe  Wedii^e.van  SfVöi/V.  ö^rüjik 
jfps  4^s  de  i^c  yf^  J^i^nd*  Dpor  de  berhaAlde  ^ef]en^  ayi 
^gfiqgp  P^^U4£s  toeg^lja^  ^  wa$  '^  Uiidi;  Kas  uicgeput»  Qa 
•;^j^rcfieii  jo^t^  isbfieuk^o  op  bet  V^rdr^  van  Koopl^nd^. 
4i^.iGiCpp(  {tfïvil^e  yfiXk  Vrpi^ive  aiaria  wier^t,  v^  yerfiriieiden 
^4S^  9  ^^V^^--  Me.^  )iadc  9  bpvepdiien  ,  d^  la^  y¥^ 
j^en^q  Qpslpg  09^  QeMet^pfi  pp  d^i^  ^^e , .  wa^r  tegen  de  Aj^- 
ü^r^nier^  >^ei|  m$t..^n  Bif^i^fa^is  moeiten'  d^kén.  lie  Qpe^p^* 

,Ben.oB2fl3&  r^p  ^'dv^  i^el^aalc^  men  wel  .eenige  vpprdceleu  op 
fde  Gddftrfetep  j  jlftch  -i  gfi^kie  qp^L^^egep,  jn  dfip  jaare  151.?, 
IW jie  rVopsjla^  vap  Aiftfierd^n  ep  v^eie  3ehepea  in  br;^^  te 
JlesfcfiPf  iD^^^nJ^e  15 15  a^iny^dde  Pxiofi  kare;.,  ^en.i^fj 
vqprt^  P^N  vrrPfiN  ftuUen  Jioexnen ,  het  bewind ,  ^p  wjierdc 
ifilon^me  gel^uld^gd*  Het  bleek  wel  haast ,  ^ot  laen  van  z}]^ 
:Rege«ripge  badf  te  laagten.  Vfo  (jienfjatoge  vi^^  Sapsf^  ^e 
Heerlijkheid  yan  Friesland  gekogt  bebfagp^ ,  voor  dffeb,pqdef^- 
,WViifti$ii»i?cï^d  fiuWepj? ,  H^p^s^en  §g  i|oil^<jpjrf  daai  fpp  4^ 

pen- 


700  HOLLAND. 


penningen  verftrekken ,  en ,  ten  dien  einde ,   dulden ,  dac  de 
Hulzen  en  Landerijen  met  ^ne  nieuwe  Verponding,  en  de 
gegoede  Ingezeeteuen ,  daarenboven,  met  een  Hoofdgeld  be- 
zwaard wierden,    Karel  van  poitiers,  efen  Vreemdeling,  geen 
duim  gronds  meester ,  kreeg  het  Opperst  Opzigt  over  alle  de 
Dijken ,  en  de  Dljkgraa^en  en  Heemraaden  wierden ,  naar  goed* 
vinden ,  af-  en  aangefteld.  Tegen  den  Graaflijken  £ed  gefchied- 
de ,  ginds  en  elders ,  buicengewoone  verandering  in  de  Regee- 
ringe.    Aan  floris  oom  van  wvngaarden  ,    Penfionaris  van 
Dordrecht t  deedt  karel»  in  den  Jaare  15 18,  die  Stad  ont- 
zeggen, omdat  hij  beweerd  hadt  dat  *sLands  Advokaat  niet  te 
l^etijk  Raad  van  den  Graave  zijn  mogt.    Nog  hpoger  klom 
hem  de  moed,  toetr  hij  tot  Koning  van  Spanje ^  en  vervolgens 
cot  Keizer  van  ^t  Ddtfcfae  Rijk  was  verheven.  Niet  als  Graaf^ 
aan  bezwprene  wetten  bepaald,  maar  als  Opperheer  begon  hf] 
zich  zims  dien  tijd  te  gedraagen.     De  Landzaaten ,  aHengskent 
tot  onderdaanigheid  gekneed,  voedden  die  hooghartigheid,  door 
hem  te  geeven  de  vleiendfte  eernaamen,  aanduidende  dat  men 
den  fmaak  vau  het  zoet  der  Vrijheid  reeds  vergeecen  hadc» 
Vooral  betoonde  ook  de  Keizer  zijne  overheerfbhing,  ter  ge* 
legenheid  der  Kerfchervorminge ,   die  ook  hier  te  Lande  mer^ 
kelfjken  opgang  maakte.    Buiten  kennis  der  Staaten  deedt  hij. 
Plakaaten  tegen  de  zo  genaamde  Ketters  afkondigen,  en  duldde 
dat  menig  een,  als  hun  toegedaan,  aan  lijve  en  feeven  wierdt 
gefbafl.    Niet  zo  diep,  egter,  was  de  Vrij  heidsliefde  der  Land* 
zaaten  gedaald,  of  zij  betoonden  deswegen  hun  ongenoegen;  zij 
verklaarden,  dat  den  Geestlijken  hier  door  meer  magts  en  ge- 
zags  wierdt  gegeeven ,  dan  betaamelijk  was*    Boven  tl  vlei  het 
den  In-  en  Opgezeetenen  zeer  drukkende,  dat  zij  hunnen  Land- 
heere  moesten  ten  diende  fhuin,  in  het  voeren  van  Oorlogeif» 
welke  niet  ten  hunnen  voordeele  of  veiligheid,  maar  alleen  om 
*s  Vorllen  bijzondere  belangen ,  ondernomen  wierden.  Inwendig 
lag,  hier  door,  menigmaalen,  het  Land  bloot  voor  geweldige 
aanvallen  ,    bij    mangel  aan  genoegzaame  befcherminge.    Ten 
voorbeelde  hier  van  dient,  onder  andere,  de^uvelmoed  van  den 
Gelderfchen  Maarfchalk,  marten  van  rossum,  die,  met  zijne 
verwoestingen  en  plonderingen  ,    heel  tot   lp  V  Graavenhage 
doordrong.  Vroeger  hadden  de  Gelderfchen  Texel  gebrandfirhat) 

ed 


HOLLAND.  70Ï 


en  eene  geheele  Oostericbe  Vlooc  weggenomen.    Niet  zelden 
wierdt  de  openbaare  rust  gtftoordy  door  het  verhoogen  van 
Excijnzen  of  andere  belastingen «  hoewel  ze  reeds  zwaarder 
waren ,  dan  men  in  ftaat  was  te  kunnen  draagen.  In  den  Jaare 
1528  moesten  de  Steden  in  eene  Bede  van  honderdtachcigduK; 
zend  Ponden  van  veertig. Grooten  bewilligen,  tot  gefchenl^ea 
aan  de  zullcen,  welke  Keizer  karbl  behulpzaam  geweest  wa- 
ren in  de  bemagtiging  ^n  Uf  recht*    Nog  geen  einde  hadt  die 
knevelen»  in  't  volgende  ]aar.    Ter  gelegenheid  der  geboorte 
van  eenen  Zoon,  en  van,  zijne  reize  na  Italië ^  vorderde  na 
de  Keizer,  onder  andere,  van  Holland  honderdduizend  Kroo- 
nen.    Alleen  de  Edelen,  nevens  de  Steden  Dordrecht ,  Haar- 
lem en  Amfierdam^  hadden  'er  ooren  na;  de  overige  Scaacs* 
leden  toonden  zich  ongezind.    Evenwel  moest  men,  in  't  ein-' 
de  i  bewilligen.     Karel  de  V  bekostigde  ,  met  Hollandsch 
geld,  zijne  Kroonlug  door  den  Paus  tot  Keizer.     Naderhand 
verzon  men,  ten  Hove,  de  kunscgreq),  om  de  HpUanders, 
voor  's  Keizers  rekening,  geld  te  doen  opneemen,  met  belofte 
van  aflosfinge;  doch  de  gedrukte  Landzaaten,  toen  het  op  be* 
taaien  aankwam,  bleeven  voor  de  Renten  zo  wel  ab  voor  de 
Hoofdfomme  zitten.    In  den  Jaare  1535  hadt  de  Keizer  den 
uitvoer  van  Koom  doen  verbieden.    Vreeze  voor  verloop  van 
handel  deedt  den  Houten  Hap  waagen ,,  om  de  afkondiging  van 
bet   Plakaat  te  weigeren.    Door   veel  geld  ultdeelens  ouder 
's  Keizers  Raaden  verworf  men,  dat  het  Verbod  wierdt  inge- 
trokken.   Nog  flerker  middelen  deedt  het  aanhoudend  geldge- 
brek, -in  den  Jaare  1543,  *den  Keizer  te  werk  (lellen.    Hij 
vorderde  den  tienden  penning  van  alle  vaste  goederen,  en  van 
de  winden  der  Kooplieden.     Ook  hier  in  moest  men  bewilll* 
gen.    Om  de  Landzaaten  te  beter  onder  den  duim  te  houden  ^ 
bedagt  men,  wijders,  om  ook  in  tijd  vm  Vrede,  eenige  Rui^ 
terbendcn  op  den  been  te  houden.    Of  het  niet  genoeg  ware, 
dus  aan  den  lijve  geteisterd  te  worden,  moest  ook  de  2SeI 
gevoel  hebben  van  's  Keizers  overheerfchinge.    Het  Kettermoor- 
den  nam  hand  over  hand  toe,   en  wierdt  bijkans  dagelijksclk 
werk.    Eindelijk  deedt  Keizer  karsl  aflfamd  van  de  Regee- 
ringe,  doch  dompelde,  met  één,  de  jammerlijk  geplaagde  Land- 
aaaten  nog  dieper,  bij  derzelver  evergang  van  het  prangend  toe 

'  onder 


/ 


7^   _.  rtOLJANa 


cSidér  bét  bijkans  terfflkkèna  }uk  vèn  déh  ^rêtfdèn  ^m:if9i 
bz^  DERöïW  vftD  dlert  baèm  bnderdè  HoliandfdieGrtaveh,  docH 
ibeen  bekend  al's  de  tweede  vtid  Spanfeé  De  ohménTchélijfcé 
t^rreédheden ,  door  diën  Vorst  oFop  iijrieh'last  gepleegd,  ^bora! 
d'oor  het  Monfïèt-,  den  Hertog  van  XlbA;  de  openbaare  fdieh- 
ditig  van  trouwe  en  Eed,  den  Landfe  gézworfen:  'dit  alles  badt^ 
eindelijk ,  tèh  g^vblèe ,  de  Volkomens  afzWetrtng  Van  Bet  Ora^F- 
l!]k  gezag  ov'er  fhlii^d  en  Zeeiènd ,  ohder  hét  geleide  rfttf 
ftiiire  witLEai  den  I  eü  endere  grondleggers  vlin  èieneh  zagtér 
Regeeringsfórm ;  xvhatvan,  iegter,  het  gebouw  niet  Voikomet* 
^Itooid  wiêrdt,  cfett  haia  tacfitig  jiarth  vegietis  vin  cène  Wfeintf 
Republiek  tegen  tien  ihagtigfteb  Monarch  >hih  Éüropa.  éoltahtfj 
féeds  voorheen  iii'et  ^eèfani  vérbonden,  t'rèdt,  Is  Öeii  Jaare? 
i^7'9,  metdeeie  en  fle  vijf  Provinciën ,  Cetcte'rU^d^  Utrecht  ^ 
jhrtesland^  övery^fel  en  Cfdnfnget^  irt  ee'Ae  UkauV^e  Vbreeni* 
èïng,  'of  Unie,  naar  de  Stad,  In  wièlke  ztj  wièrdi  aangegaan, 
lédert  de  Vtf^e'ch'tfc'he  genaamd.  ZiiiR  dieb  tijd  in  de  Siaatkürt 
^ïge  Hiftórie  V^n  HöÜab'd  zo  naaüw  ^erftnogt  géWorden  ihet  dié 
tfer  ahdei^  Géwestêh ,  dat  eeh  aifzonderlijfe  vtrtlaal  vatt  dezelve 
órimbg:elijk  is  gew'ördléh.  Om  dfen  draad  Vih  oils  Rort  Begrip 
Aiet  \MótZéiing  af  te  fnljdeb ,  eh  fevbrtWel  'dien  «lei  xA  lang  tiU  te 
Baaien ,  zullen  Wij  hog ,  mét  \^in!gè  Woöfd'én ,  eenige  der 
f  oórrtaamfte  blrthenfaiidfché  Gebeurienisfeh  iattWiJJreH. 

Oïn  de  Veelvuldige  diënüen,  door  Pr in$  WIllem  dèn  I ,  dert 
Lande  bewéezén  ,  Wifelrdt  med ,  Ih  Holland  ,  te  raad'e  ,  zijhêr 
Doórlugtrgheid  tot  Or*aAf  te  Vérh'eïfeb.  IViets  hiperde  hief 
aan,  dan  de  daadélijk'e  inhultüging^  ttVeti  een  vérraadferlijke  Ko* 
gel ,  'op  tféh  Prins  gefchootfett ,  dit  wêtrk  Verijdelde.  Aan  eentil 
Raad  van  ftegéertnge ,  aan  Welks  boofd  teiï  PHcfe  maüïÜts  ^ 
WILLEMS  èlooTi,  plaatftfe,  Wiérdt  töfen  iTei  beWlnd  vati  zaaketf 
opgedraageh ,  én'MAüRits,  Wèl  haüst,  töi  Stadhouder  verheven- 
Het  TcraalFjaarlg  Beftaöd,  in  i'6op  itt'et  Spanje  gèÖoören,  be^ 
ior'gde,  aari  die  iij<te,  'Wel  eébig'e  rust  aan  *t  Gewest;  dóeh 
het  wierdt,  aan  den  in<téren  kant,  deerlijk  gefchókt  èn  bèfoèrd 
Soör  inwendige  oriefeniéhedtfn.  De  berugtè  KerktWistèn,  tüs- 
fchen  de  Aemóh/irdhieh  ëÖ  bontr ar èmonftr anten ,  óf  dè  aanbah  ^ 
gers  van  aIuMMüs  fen  gó\U^us  ;  het  t^alioriaale  Sljnóde  té 
Dordrevh't  \  dé  onitalu  Wifch'eto  Prins  macHiW  éu  's  Lands  A^- 

vokaat; 


HOLUAND.  Toi 


vokaat  jöhan  van  öldënbarneVelt  ,  gevolgd  van  het  omhalzeu 
van  deezen  op  het  Schavot;  het  verwijzen  van  dê  groot  éri 
öocERBEETs  ,  Péufioöarisren  van  Rotterdam  en   Letden  ^   tec 
eeuwige .  gevangenisfe ,  vielen  in  dk  tijdvak.     Naé  *t  overlij- 
den van  MAüPfrs,  wierdt  eetst  dêszelfs  Broeder  FRfeofeik  hen- 
rik  ,  en  'naderftartd  diens  Zoon ,  onder  den  naam  van  Willem 
i)EN  II  ,    Stadhouder    oök    van  dit   Gevvest.      Zijn  bewind  p 
dat  kort  was;  ert  gedüurende  't  Welk  de  Vrede  met  Spsnje 
wierdt  gefloóten,   is  inzonderheid  merkwaardig,  door  het  iêö- 
den  van  ëenige  HoUandfche  Staatsléden  na  Loevefleih,   en  hét 
onderheemen  van  het  beleg  van  Am  fier  dam.    Naa  zijnen  dood, 
flie  kort  daar  naa   voorviel,   wierdt  het  Stadhouderfchai),  aan 
zijnen    Zoone,    die    kort    riaa  'sPrinren   overlijden  ter    wae- 
r?ld  kwam,  niet  begceven.    Integendeel  nam  men,  in  Holland, 
'een  befluit ,  het  Eeuïvig  Edid  genaamd ,  om  nimmer  eeneti  Stad- 
houder aan  te  (tellen.    Doch ,  hoewel  flegts  in  het  Jaar  KJ67 
Vilstgefteld ,  wierdt  dit  EJiéi  reeds  in  den  Jaare  167a  vernietigd. 
De  Oorlog  tegen  de  Franfchen ,  die  zelf  tot  in  *t  hart  van  hec 
bewest  'waren  doorgedrongen  ,   deedt  de  Gemeente,   in  véele 
Steden,  óm  één  aanzienlijk  Legerhoofd  roepen.  Willem  db  lil 
wierdt  voor  Stadhouder  verklaard,  en  deeze  waardfgheid  erfe- 
lijk in  de  mannelijke  linie  aan  hem  opgedraagen.    Straks  daar  op 
vielen  de  oróeders  jan  en  cornelis  de  witt  in  handen  van  het 
^raauw  ,  en  wierden  wreedaartig,  in  ^sÜage,   vermoord.    *t 
Volk  was  op  hen  verbitterd,  omdat  het  hen  aanzag  voor  de 
voornaamfté  tegenftanders  van  *s  Prinfen  verheffinge.    Naderhand 
leende  Holland,  en  vooral  ook  ylmfterdam,  inzonderheid,  den 
iPrinre  de  hand  tot  den  vermaarden  overtogt  na  Engeland^  «n 
de  betliraming  van  den  throon  van  dat  Rijk.    Prins  willem  be- 
hieldt,  nogthans,  de  Stadhouderlijke  waardigheid,  en  bekleedde 
die  tot  op  zijnen  dood,  die  in  den  jaare  1702  voorviel.    Hij 
liet  gèene  kinderen  naa.    Ilierom  bleef  het  Stadhouderfchap  on- 
bégeeven,  tot  in  deu  Jaare  1747»* wanneer,  wederom  ter  gele- 
genheid van  den  aamogt  der  Franjehen ^  hM  Gemeen,  eerst  itï 
Zeeland 9  en  (Iraks  daar  op  in  Holland^  om  eeneu  Stadhouder 
begon  te  roepen.     Als  meest  gef^tigd  daar  toe  wierdt  geoor- 
deield  zijne  Hopgheid  willem  eArel  henrik  friso.  Stadhouder 
van  Ftitiland  en  Groningen,  Zoon  van  joua^  willam  friso» 

a& 


\ 


?04  HOLLAND. 

•     ■  ■■ 

I 

af  koroftjg  van  ecnea  broeder  van  Prinfe  willem  den  I ,  en  wel- 
ken Koning  willem  tot  zijnen  vootnaamften  Erfgeuaata  hadt 
aangelleld.  Met  uitgebreider  magt  en  gezag ,  dan  ooit  eenig 
Stadhouder ,  hier  te  Lande ,  Jiadc  genooten ,  wierdt  thans  het 
Siadhouderfchap  erflijk  verklaard,  zo  in  de  marnielijke  als  vrou- 
welijke linie.  Niet  langer  dan  tot  in  den  Jaare  1751  bekleedde 
Prins  WILLEM  de  IV  deeze  waardigheid.  Door  's  Vorften  over- 
lijden kwam  dezelve  op  zijnen  eenigen  Zoon,  wjlleM  den  V, 
verwekt  bij  anna  ,  Kroonprlnfesfe  van  Epg€iand^  welke ,  aU 
Gouvernante ,  de  Gewesten  beftierde  tot  in  Lentemaand  des  Jaar^ 
J766,  Wanneer  zijne  Hoogheid  voor  meerderjaarig  wierdt  ver- 
klaard, en  het  bewind  aanvaardde.  De  Oorlog  met  Engêiandi 
!n  *t  einde  van  1779  uilgebroken ;  de  gedreigde  Oorlog  van  Kei- 
zer jozEFüs  DEN  II ,  en  de  fchroomlijke  burgergefchillen ,  dié 
daar  op  volgden,  vooral  in  den  Jaare  1787,  zijn  de  Vo'ornaamfté 
gebeurtenisfen ,  geduurende  's  Prinfen  bewind  voorgevallen.  Doch 
de  bijzonderhedeü  daar  van  kunnen  wij,  in  dit -Kort  Begrip, 
niet  verhaaiên. 

In  de  Provincie  van  Holland  berust  de  opperste  magt  ,  of 
de  HOOCE  PEGEERiNG ,  Wj  de  Ridderfchap  of  Edelen  en  de  Ste- 
den, welker  Vergadering  den  tijtel  voert  vaü  de  Ëdeh  Groot 
Mogende  Heeren  Staaten  van  Holland  en  H^estfriesland.  Vaö 
deeze  en  van  eeuige  andere  Vergaderingen ,  moeten  wij  nu ,  lil 
gevolge  van  ons  Plan ,  eenig  berigt  geevea 

Wij  beginnen  met*  de  Ridderfchap  of  Edelen ,  als  het  Eetflé 
Lid  van  Staat.  Weinig  of  geheel  niet  bekend,  was,  in  de  vroeg* 
fle  tijden ,  de  onderfcheiding  tusfchen  Edelen  en  Steden.  Meest- 
al waren  de  Steden  van  klein  aanzien,  of  dé  eigendommen  vail 
bijzondere  Edelen ;  hierom  wierden  deeze  als  de  eenige  vertegen- 
woordigers van  de  Steden  en  het  platte  Land  aangemerkt ,  en  tXi 
Zodanig  op  de  Dagvaarten  befchreeven«  Van  hief  dat  derzelver 
getal,  bij  oüds,  zeer  aanmerkelijk  was;  't  geen,  van  tijd  tot 
tijd,  gedund  is,  deels  door  het  verjaageo  van  verlchdden  deel- 
genooten  aan  den  moord  van  Graave  flori^  den  V,  deels  doof 
de  Hoekfche  en  Kabbeljaauwfche  oneenigheden,  in  welke  veN 
fcheiden  voormaals  aanzienlijke  geflagten  verarmd  zijn,  of  in  den 
Burgerftand  verdweenen.  Tegenwoordig  zijn  de  befchreevenó 
Edelen  niet  meer  dan  zeven ;  van  welk  klein  geul  voor  reden 

worrfc 


HOLLAND.  ro$ 


worde  gegeeven,  opdat  hun  aanzien  en  gezag  die^  te  groötef 
2ijn  zoude.  Om  in  bet  Lid  der  Ridderfèhap  ce  kunnen  be^ 
fchreeven  worden,  wierdt,  al  van  ouds^  en  nog  hedeö,  al$ 
eene  hoofd vereischte,  gevorderd  h  I>flt  iemand  bezitte  eeA 
'„  adelijk  Stamhuis  of  Ridderlijke  Hofdede,  uit  hoofde  van 
99  welke  de  bezitters  voorheen  befchreevea  zijn  geweest)  of 
5,  eenejiooge  Heerlijkheid;  of  ten  minde  eene  Ambagtsheep 
„  lijkheid,  binnen  den  Lande  van  Holland  en  Westfriesland 
»>  gelegen  i  en  van  niemand,  dan  onmiddelijk  van  den  Staat « 
,,  ter  Leen  gehouden  wordende***  Met  deeze  gaan  gepaard 
«enige  andere  bepaalingen  van  minder  aangelegenheid.  In  ge- 
valle van  aflijvigheid  eens  Ridders^  wordt  deszelfs  plaats  uit 
de  £delen  van  den  Lande  aangevuld^  welke  deeze  bevoegd» 
heid  bezitten;  met  in  agt  neeroinge,  egter^  der  vermijding^ 
van  zekere  graaden  vtfn  bloedverwantfchapi 

Zeer  aanzienlijke   Voorregten    genieten  deeze  befchreevend 
Edelen.    Zij  vertegenwoordigen   het  geheele  platte  Land  vail 
JHolIand,  en  zijn,  als  zodanig,  hun  geheele  leevenlang^  altoos 
aanblijvende    Leden  der  Hooge   Staatsvergaderinge*     Hoewei 
het  doen  van  gemeene  Neeringen,  op  verbeurte  van  hunneil 
Adeldom,  is  verbooden,  is  het,  egter^  twijfelagtig  ,  of  zij^ 
zonder  hunnen  Adeldom  te  verliezen,   zwaaren  Koophandel  té 
Zee  of  te  Lande  mogen  drijven.    Van  ouds  waren  ze  vrij  vad 
£chot  en  Lot,  doch  moeten  thans,  even  als  alle  de  overige' 
Landzaaten,  vim  hunne  Huizen  en  Landgoederen,  de  gewoon- 
iijke  lasten  betaajeo.    Volgens    openbaare    PUkaaten  genietetf 
de  Heeren  van  de  Üidderfchap  de  vrije  }agt,   ia  eene  nitgo» 
ilrektheid  van  tweehonderd  en  vijftig   Roeden  in  het  rond^ 
getrokken  uit  het  middelpunt   hunner  Riddennaatige  Hoffle' 
iden.     Zonder  hunne  uitdrukkelijke  bewilliging  mag  niemand 
binnen  deezen  omtrek  jaagen^    Indien  de  Heeren  Ridders  de^ 
zen  vrijdom  nlei  verhingen ,  hebben  ze  ,  bij  vervanging  daar 
van,  het  regt,  om,  in  perfoon,  met  het  Roer  te  mogen  (bbl^ 
jen,  door  de  gantfche  uitgeflrektheid  van  hun  bijzonder  Regt^i' 
jg^ebied,  ondanks  het  verbod,  deswegen  gedaan.    De  Edelen ^ 
jn  den  Hage  woonagtig,  Ifaum»  in  de  eerfte  plaatze,  voor  hec 
J^iof  van  Holland  te  regt ^  voor  ^twelk  zij,  als  uitmaakende  eeif 
eigenlijk  Lid  van  de  Hooge  Staatsvergaderinge,  niet  d»  me( 
,   XX.  DEEL.  Yy  b^ 


Totï  HOLLAND. 


teflootene  Brbvtn  mogen  gedugviard  worden.    In  gevolge  yngt 
lierfaailde  Snacibefltticen  mag  bet  Lid  d«r  Ridder fchap ,  zo  mio 
ün  de  Gemagdgden  der  Algemcene  of  vtn  bijzondere  Staaten , 
ila  aan  ét  Gezanten  van  uiclandfche  Mogendheden  of  Steden , 
geen  afzonderlijk  geboor  verleenen.     Behalven  *t  geen  aan  de 
Heeren  Ridderen ,  voor  het  bijwoonen  der  booge  Staats  verg»- 
deringen ,  is  ^oegeieid ,  genieten  zij ,  daarenboven ,  de  inkomften 
van   verfcheiden  voormaals   Geestlijke  Goederen,    doch  die, 
zinta  de  verandering  van  Regeerkig ,  aan  de  Graaflijkheid  zi)n 
vervallen.    De  oodfte  Heer  van  bet  Lid  der  Ridderfebap  voert 
den  tijtel  van  Raad  in  Rtmtmiesfer  Gentraal  der  Ahfdjgoedt' 
ten  9an  Rijnsburg  ^    Boskoüp^  Akkêndijk  en  Vrouwen-f^enne. 
De  tweede  Ridder  in  rang  wordt  genaamd  Raad  en  Rent- 
meester  Generaal  der  Mtdygoederen  van  Leeuwenhorst.    De 
inkomften  deezer  goederen,  om  dit,  in  't  voorbijgaan,  aan  te 
merken,  dienden,  van  ouda,  tot  onderhoud  van  verarmde  Edel- 
lieden.   De  vier  volgende  Ridders  in  rang  zijn  Superintenden- 
ten, ofHooTdbeAttardert,  der  gemekie  Abtdijgoederen.    Uit  de 
Inkomden  van  deeze  genieten  de  Raaden  en  Rentmeesters ,  jaar- 
lijks ,  tweeduizend ,  en  de  Superintendenten  ieder  vijfhonderd 
guldens.     Wijders  bekleedt  de  Ridderfebap  verfcheiden  hooge 
Ampcen  in  de  Provincie  van  Holland ,  met  naame  in  de  Heem* 
raadfbhappen  en  Hontvcsterij.    Daarenboven^  heeft  het  Lid  der 
Edelen  het  regt  ^  om  aan  de  HoUandfche   Staacsvergaderinge 
voor  te  flaan  eenen  Heer  uit  de  Orde,  om  afgevaardigd  te  wor- 
den in  de  Vergadering  der  Algemeene  Scaaten,  éénen  in  den 
Raad  van  Siaate,  éénen,  op  hunne  beurt,  in  de  Generaliteits 
Rekenkamer,  één&i  in  de  Gekommitteerde  Raaden,  twee  in  de 
Kollegicn  ter  Admiraliteit  op  de  Maaze  en  te  Amfterdam ,  twee 
onder  de  Bewindhebbers  der   Oostindifche   Maatfchappije  ter 
Kamer  Delft  of  Rotterdam ,  en  Hoorn  of  Enkhuizen.   Ook  be- 
noemen de  Edelen  twee  Raadsheeren  in  bet  Hof  van  Holbind» 
één  Heer  in  de  Kamer  ter  Auditie  van  de  Gemeene-Lands  Re^ 
Iseningen  in  Holland.  Voorts  is  het  Opperopzigt  over  de  Noord** 
faollandfche  ea  Westfriefche  Dijken,  door  's  Lands  Scaaten», 
neermaalen  aan  eenen  Heer  uit  de  Ridderfebap,  benevens  do 
Gekommitteerde  Raaden  van  WestfVieshind  en  *t  Nporderkwar-* 
tier  >  opgedraagea.    Da  Edelen ,  een»  In  de  Or^  befchreeve^ 

xija*- 


'E^odc,  blij  ven  dttr  In  tot  op  hinmen  dood.  Doch,  naa  dat  zs 
'dinr  in  beCbhreeven  zijn  geworden  ,  mogen  ze  geene  Leden 
•  zijn  van  de  Regeeringe  In  eenlge  Stad.  De  Heeren  van  de  lUd-' 
derlbhap  konden  faanne  bijzondere  bljeenkomlten  op  het  Hof,  fai 
^sHagê^  in  «ea  Vertrek ,  nevens  de  Vergaderplaats  van  Gekom^ 
mitteerde  Raaden  van  Holland.  Gemeenlijk  koomt  de  Ridder-' 
fchap  bij  een ,  vöér  de  gei4^oonlijke  Vergaderingen  van  Holland « 
om  over  toactzaaken  te  fpreeken.  Doch  over  zaaken,  de 
Abtdijgoederen  betreffende ,  honden  ze ,  jaarlijks ,  vier  vaste 
bijeenkonflen ,  ten  httlz«  van  hnnnen  Itommis  in  *$Hage.  De 
Raadpenflonark  van  Holland  woont  insgelijks  deeze  Vergade- 
ringen bij ;  hij  zit  aan  *t  hiager  einde  der  TafeL  Insgelijks  ver- 
ichijnt  aldaar  de  Sekretaris  der  Sttaten  van  Holland.  Beiden 
worden  9  in  hunne  hpedanigheid ,  door  de  Eddep,  afóonderlijk 
verkoozen.  * 

Nevens  de  Edelen,  befteat  de  Hooge  Staauvergadering  van 
Holland  uit  de  steden  #  of  wel  derzelver  Afgevaardigden, 
Voorheen  merkten  wij  aan,  dat  dezelve,  in  de  vroegfie  tijden, 
niet  plagten  befchreeven  te  worden.  Van  geen  zeer  langen 
duur  was,  evenwel,  deeze  uitiluiting.  Reeds  op  het  Jaar  1296 
ontmoeten  wij  daar  van  een  voorbeeld  ,  indien  men ,  met 
zommigen,  niet  wil  opklimmen  tot  het  Jaar  1061.  Zeer  ge* 
ring  was ,  in  *t  eerst ,  het  getal  der  befchreevene  Steden.  Ze* 
dert  groeide  het,  van  tijd  tot  tijd*  Niet  alleen  kleine  Steden^ 
welke  thans  daar  van  zijn  uitgeflooten,  maar  ook  aanzienlijke 
Dorpen  zonden ,  bij  wijlen  ,  Afgevaardigden  ter  Dagvaart, 
onder  andere  BeevenHjk  ^  Grootebraek^  en,  waarfchtjnlijk  9 
nog  andere  Waterlandfche ' Dorpen*  Op  eenen  Dagvaart,  ge« 
houden  te  Dordrecht^  op  den  vijftienden  Juli]  des  Jaars  1572» 
verfcheenen ,  behalven  twee  Sdden  ,  d^  Afgevaardigden  van 
Vordrechiy  HaarUtfiy  Leiden  ^  Gouda  ^  Gmnchem^  Alkmaar ^ 
Oudewatety  Hoorn  ^  Enkhuizen^  MedenbUk^  Edam  en  Mon* 
nikendam.  Men  maakte  in  deeze  Vergadering  het  eerde  ontwerp 
van  het  aanflaande  Gemeenebest;  deldelnfte  Steden  hadden  daar 
in  zo  veel  zeggens  als  de  groOtOe.  Op  een  anderen  Dagvaart» 
gehouden  in  den  Jaar  e  1573 ,  wieden  de  volgende  Steden  be- 
fchreeven: Dordrecht^  ^dff%  keidon  %  Gouda  ^  Rotterdam^ 
Schiedam^  Gorinokim^  Sehoonhoyen ^ Oudéwater  en  fFoerden. 

Yy  %  Men 


7o8  HOLLANDi 


Men  nam  hier,  onder  andere,  deeze  befluitea:  „  De  gemelcle 
^  Steden  zonden  gehouden  zijn,  op  alle  Dagvaarten  Gemagtig- 
„  den  te  zenden ,  op  verbevrte  van  verlies  van  baare  ft«mmea* 
„  Alle  andere  kleine  Steden  zouden,  tot  het  aandienen  van  haa- 
„  re  bijzondere  zaaken,  vrijen  toegang  hebben  in  de  Vergadering 
„  der  Staaten,  en  ook  gehouden  zijn,  op  bijzonder  amfchrih 
^,  ven,  Gemagtigden  in  dezelve  te  zenden.*'  Om  thans  van 
andere  Dagvaarten  te  zwijgen,  melden  wij  nog,  dat,  ter' gele- 
genheid der  outworpene  Opdragt  der  Graaflijkheid  aan  Prinfe 
WILLEM  DEN  1 ,  alle  grootc  en  kleine  Holhmdfche  Steden  be- 
fchreeven  wierden,  ten  getale  van  drieentwintig.  Nog  grooter 
was  het  getal,  tweeendertig  namelijk,  die  Afgevaardigden  zon- 
den op  eene  Staatsvergaderinge ,  die  gehouden  wierdt  in  de 
maand  Julij  des  Jaars  1584,  om  te  raadpleegen  over  de  zaaken, 
het  gemeene  Land  betreffende,  naa  dat  gemelde  Prins  willem 
DE  I,  door  de  verraaderlijke  hand  van  balthazar  ges^ardsz» 
waff*  gefiieuveld.  Volgens  alkemade  ,  in  zijne  Befckrijving 
yan  den  Briel^  Haan  de  Wapens  dier  Steden,  in  den  volgenden 
rang ,  gefchilderd  iü  de  Glasvenfters  van  *t  Hof  in  'x  Graavenr 
hage : 


I,  Dordrecht. 
^.  Haarlem. 
j.  Delfp. 

4.  Leiden. 

5.  Gouda. 

6.  Amfterdami 

7.  Rotterdam. 

8.  Gorinchem, 

9.  Schiedam. 
10.  Schoonhoven» 

II.  Br  iel* 
m.  Alkmaar. 

13.  Hoorn. 

14,  Enkhuizen. 


.:< 


34 


HOLLAND.  20f 


-     '* 


!$•  Edam. 

16.  Monnikendam, 

if.  Medenblik. 

ifi.  Purmerend. 

19^  Wotrden, 

£0.  Oudèwater. 

ai.  Geertruidenberg. 

!i2.  Heusden^ 

123.  Naarden. 

524.  tVèesp. 

!!$•  Muiden. 

aó.  Fianen.,.  ,  .  .. 

27.  Asperen. 

ft8,  Woudrichem. 

29.  Heuktlom. 

30.  Leerdam. 

31.  Tsjhlfiein. 

32.  Goederede. 

Zints.  de  Ibaks  genoemde ,  was  eene  andere  Staatsvergadering 
van  den  Jaare  idc^S  de  laatfte,  op  welke  de  veerden  laatstg^- 
laelde  Steden ,  Immers  eenige  derzelvén  y  Afgevaardigden  ge- 
bonden hebben. 

Naar  de  reden  van  *t  wegblijven .  deezer  Steden  wordt » 
onderfcheidenlijk»  gegist.  Misfchien  hielden  zij  haare  Afge- 
vaardigden thuis,  omdat  de  koscen  haar  te  hoog  liepen;  of 
ook  kannen  haar 'de  grootere  Steden  yan  te  klein  belang  heb- 
ben  gerekend,  om  nevens  haar  gelijkelijk  te  deelen  in  zaaken 
van  Regeeringe ;  mogelijk  kannen  hier  van  redenen  van  Scaac 
geWeest  zijn ,  welke  men  niet  heeft  verkoozen  openbaar  te  maa- 
ken.  Hoe  *t  zij ,  dit  h  zeker ,  dat  zedert  het  Jaar  160% ,  van 
de  opgenoemde  Steden »  geene  ter  Dagvaart  is  befchreeven. 

De  Steden,  welke  tegenwoordig  Stem  in  Staat  hebben,  en 
Afgevaardigden  ter  Dagvaart  zenden,  zijn  achttien  in  getal,  en 
volgen  elkander  iu  deeze  Orde;  onurenc  welke  wij,  vooraf y, 

Yy  3  »^oe- 


fl9'  HOLLAND. 


moeten  aanmerken,  dat  thans  de  Stad  Amfierdam  den  voon 
fang  heeft  vm  Gouda ; .  daar  zrj ,  eercfjds ,  naa  dezelve  plagt 
t$  volgen, 

UU  het  Zuiékr* Kwartier: 


I.  Dordrecht. 
Sf  Haarlem* 

3*  Delft. 
4*  Leiden. 

5»  Am 8TE&DAJII. 

tf.  Gouda»* 

7,  Rotterdam. 

8.  goricbem. 

p,  SCfUBDAMb 

10.  Schoonhoven. 

•         •  • 

II.  Brul» 

Uit  het  Nooriier  -  Kwrtkn 
1^  Alkmaar, 

13.  HöOïtN. 

14.  fiNKHinzElr» 

*  • 

16,  MüNNntENDAdl. 

17,  Medenblik. 

l8.   PVRMEREIfDE* 

Vm  alld  deeze  Steden  worden  Afgevaardigden  ter  Staatsverga*  • 
fcringe  beTcbreeven  1  door  bet  KoUegie  v«o  Cekommitceetd^^ 

R»* 


flOLLANa  ri» 


Raaden,  W9»  van  wij,  varvolflaoa,  nader  zuttco  fpreeken^  Dii 
Kollegie  2endt  aan  dken  Edelst  ia  da  Ridderfchap  beiclireevcn« 
«n  aan  elke  Stad,  teoèa  brief,  behelzende  de  punten  van  Be* 
icbrijvinge*  Zinta  zeer  langen  tijd  is  ^sCraavgnAsgi  de  zetel 
deezer  Hooge  VetgiMieringe.  Hier  boadt  dezelve,  jaarlijkj,  vier 
gewoonlijke  Bijeenkomften,  ia  de  Bdaanden  Maart,  Juli],  Sep« 
tember  en  November;  doch  ook,  meermaalen,  op  andere  tij* 
den,  wanneer  bet  gewigt  van  voorkoonende  zaaken,  of  bet  be« 
kdg  van  den  Lande  geoordeeld  wordt  zulks  te  vorderen.  De 
plaau  der  zameokomüen  i»  een  der  grootfte  en  aanzienlijkfte 
Vertrekken  van  bet  Hof  der  aloude  HoUandfche  Graaven,  zesedi' 
xeatig  voeten  lang  en  vierenvijftig  ea  een  balven  voet  breed« 
Voor  alle  de  Leden,  welke  gewoonlijk  of  zontijdt  de  Vergade* 
ring  bijwoonen,  zija,  in  deeze  Zaale»  vaate  zitplaatzen*  Het 
getal ,  der  Afgevaardigden  der  Steden  is  niet  bepaald.  Door« 
gaans  wordt  *er  een  roeerend  Burgemeester ,  nevens  twee  of 
4rie  Heeren  uk  de  Vroedfebap  toe  benoemd,  verzeld  van  oenen 
Penfioaaris,  die,  in  bmmen  naame,  het  woord  voert.  Nieman4 
mag  ter  Vergadetioge  van  Héllsnd  verfcbijnen  dan  de  befchree- 
vene  Edelen,  en  de  Afgevaardigden  der  ftemmende  Steden,  met 
derzelver  Pen&onaris&n,  de  Raadpenfionaris  en  de  twee  Sekre- 
tartsfen.  Die  voor  de  eerde  maal  in  de  Vergndering  verfcbijnen. , 
moeten  zweeren ,  *s  Lande  Voorregteii  en  loffelijke  Gewoonten 
te  zullen  belpen  (handhaaven  ,  voor  zo  verre  dezelve  inet  de 
Voorregten  hunner  bijzooöere  Steden  niet  ftrijdig  bevonden  wor- 
den;  voorts  te  zuUea  fliemmea  volgens  den  last  hnnner  PriscW 
paaien.  Ook  meetm  zij  onder  eede  belooven,  aan  niemand, 
behalveh  kunne  Principaalen «  de  zaaken  ,  in  de  Vergadering 
verhandeld  en  bcflooten,  te  zullen  openbaar  maaken,  in  geval» 
Ie,  naamelijk,  de  geheimhouding,  Suauwijze ,  beflooteo  is« 
De  Raadpeofionaris»  in  naame  van  bet  Lid  der  Edelen,  neemt 
deezen  Eed  a£ 

Overeenkomdig  met  den  luister  deezer  Vergaderinge ,  Is  bet 
^wigt  der  ztaken,  welke  hier  verhandeld  worden.  In  't  alge- 
«Men  zt)n  tt  vta  dien  aart,  als  alleen  door  de  Op|)erfte  magt 
tanaen  worden  afgedaan.  Aldns  word»  'er  gehandeld ,  over  bet 
inwilligen  van  de  Pctitien  of  Bedea  des  Raads  van  Siaace,  tot 
-bet  goedoaaken  d»  Oorlogslasten,  en  vooru  alle  andere  Beh^- 

s    .  Yy  4  tin- 


ft%  HOLLAND. 


0ngen  of  Ontheffingen ,  U  Lands  Ingexeetenen  over  *c  algemees 
betreffende;  over  veranderingen  in  'sLands  Regeering;  het  aan* 
gaan  van  Verbonden  met  uklandiche  Mogendheden;  het  maakeii 
èn  afichaffên  van  Lands  Wetten  en  Gewoonten ;  het  verleenen 
van  Privilegiën  aan  Steden  en  Dorpen ;  verandering  in  den  loop 
der  Monte;  het  betaalen  van  ^s  Lands  fchulden,  an  meer  foort- 
gelijke  onderwerpen.  * 

Elke  Vergadering  worde  geopend  met  een  Gebed,  *t  welk 
door  den  Berden  Sekretaris  van  Si  ad  geleezen  wordt.'  Hei 
Lid  der  Edelen  zit  altijd  voor»  en  Hemt  eerst,  gemeenlijk 
door  den  mond  van  den  Raadpenflonaris.  Hoe  veelen  of  wei* 
nlgen  der  Edelen  ter  Vergaderinge  verichijnen ,  hun  Lid  heeft 
niet  meer  dan  ééne  Stem;  gelijk  ook  ieder  Stad,  \  zij  ^erééa 
pf  meef  Afgevaardigden  tegenwoordig  zijn.  Hec  getal  der 
Stemmen  bedraagt  dus ,  in  *t  geheel ,  negentien.  Elk  mag  hier 
vrijelijk  ftemmen,  bvereenkomftig  mee  zijnen  lat'.  Indien  hem 
^eswegen  eenige  hoon  of  beleediging  wedervaare,  wordt  de* 
selve  aangemerkt  als  eene  misdaad,  tegen  deu  Staat  zelven  be* 
gaan.  Alle  zaaken ,  het  gemeene  Landbelluar  betreffende ,  mo« 
^en  bij  de  meerderheid  of  Overftemming  worden  afgedaan, 
picgezouderd  de  ótie  volgende  :  De  ConTenten  of  inwilligingen' 
van  Onderfhindgelden,  en  het  uitvinden  van  middelen  tot  hec 
vervallen  van  Staatslasten;  Belastingen  van  Steden ,  Perfoonen 
of  Goederen ;  Handelingen  van  Befland ,  Vrede  eq  'Oorlog ,  of 
verandering  in  de  Regeering.  Tot  deeze  wordt  Eenpaarigheid 
vereiscbt.  Voorts  plagt ,  in  Stadhouderlooze  tijden  ,  aan  de 
Vergaderinge  van  Holland  te  (hnn,  zo  wel  de  benoemiug,  als 
verkiezing  ei^  aanftelling  tot  de  meeste  Krijgsampten  en  tot  de 
Kommisfien  in  de  Generalkeits  Kollegien.  Doch  zedert  de  ver- 
vulling der  Stadhouderlijke  waardigheid,  in  het  doorluchtig  Huis 
van  Oranje ,  m  den  Jaare  1747 ,  is  hier  omtrent  eenige  veran- 
dering voorgevallen.  Op  het  Artikel  staohoudbrscuaf  zullea 
^Ij  daar  van  gewag  maakon. 

Hoewel  geen  eigenlijk  Lid  der  Hooge  Regeeringe,  maar  veel 
fee  een  dienaar  van  dezelve,  verdient,  nogthans,  het  Ampt  van 
den  Raadpenfionaris ,  van  wegen  de  naauwe  betrekking  tot  de 
^taatsvergadering,  dat  wij,  te  deezer  plaatze,  daar  van  gewag 
maaken.  De  perfoon,  welke  dit  Amp(  bekleedt»  voerde,  eer- 
tijds 1 


HOLLAND.  713 


tifds»  den  tijtel  vvaiMyokaat  van  Ho/land.  Zints  den  ontij digea 
dood  van  den  Heer  johan  van  oldenbahneveld  is  dezelve  ver- 
anderd in  dien  van  RaaJpenfionaris^  door  den  Ridder  hooft 
Loontrekkend  Raadsman  vertolkt.  Al  van  vroege  herkomfte  is 
ék  ampt*  Men  ontmoet  het,  allereerst,  op  het  Jaar  15 10,  ia- 
den  perfoon  van  Mr.  ^lbrbcht  van  loo*  Zints  dien  tijd  heeft 
men  *er  eene  onafgebrokene  volkreeks  van ,  tot  op  deezen  dag* 
De  Raadpenfionaris  wordt  verkooren ,  bij  meerderheid  vaa 
Stemmen ,  door  de  Edelen  en  Steden.  Zijne  aandeüing  ge* 
fchiedt  voor  den  tijd  van  vijf  jaaren,  doch  wordt  veelal  ver- 
lengd» naadat  die  tijd  verlfareeken  Is. 

Lastiger,  gewigtlger  en  gevaarlijker  Ampt  is  *er  niet,  in  het 
gantfche  Land,  dan  dat  \an  Raadpenfionarls.  Met  regt  getuige 
daar  van  de  Ridder  jakob  ^ats,  die  bij  eigen  ondervinding  kon 
^reeken,  in  z.jn  Twoeiniagtigjaarig  Leven: 

„  Een  ampt  van  defên  aart  is  vol  geükg^  forgen, 
,,  Vol  aanfpraaks,  vol  gewoels,  ook  in  den  vroegen  morgen} 
„  Dit  vood  ik  ddermeest,  wanneer  mèn  aan  den  Staac^ 
,»  Al  wat  tot  vrede  dient  moest  brengen  in  beraat,  > 

^,  Wat  vond  ik  4aar  een  fwler  van  ongebaande  wegen » 
9,  Waar  door  meq  Apnt  te  gaan,  al  was  het  ongelegen? 
,,  Hier  was  een  driftig  zant,  en  daar  een  harde  klip, 
„  Eq  dickmaal  r^es.  'er  (lom) ,  te  midden  in  het  Sciiip* 


"         ^^.^^^^^        ^^Biw^»^"—         maimmKÊtmim         ^^^n^mmmim .  •  '        '    ^ 

„  Mijn  God  heeD:  mij  behoed  wanneer  het  qualik  ging 
„  En  als  fchier  aaq  een  draat  mijn  (laat  en  wefen  hing. 


„  Wie  heeft  voor  mijnen  tijd ,  wie  heeft  *er  vast  gegaan , 
,9  Op  foo  een  krookig  Ijs,  en  foo  een  gladden  baan? 


M 


Om  van  de  aangelegenheid  en  veelvuldige  bezigheden  van  het 
Ampt  van  den  Raadpendonaris  een  gepast  denkbeeld  te  geeven , 
oordeelen  wij  niet  oogeraaden ,  hier  in  te  lasfchen  de  voornaam- 
ste Anikelen  der  InOru^ie,  op  welke  hij  wordt  aangefteldi    De 

Yy  5  Raatt 


7«4  HOLLAND. 


Rasdpenfionaris  moet  ter  goeder  naame  ea  ftame  flaan,  van  deo  - 
Hervormdea  Godsdiensc»  eo,   behalveo  de  Nederduitfche ,  al« 
thans  in  de  Latijnfcbe  en  Franfche  t^e  ervaren  zijn.     Behaivea 
het  Raadpenfionarisfcbap  mag  hij  geene  Ampteo  bedieben ,  'c  ea 
zij  ze  hem  door^de  Staaten  zelve  worden  opgedraagen*     Hi} 
moet  zorge  draagen  dat  *sLaudi  Voorregten  en  Gewoonten,  ea 
de  Oppermagt  der  Scaateu  van  HoUand  gefaandhaafd  worden. 
Krijgt  hij  kennis  dac  'er  iets  tegen  ondemomco  worde,  moet 
bij  'er  terftond  den  Staaten  kennis  van  geeven.    In  alle  zsdcen» 
die  eenige  Streeken,  Steden,  Dorpen  ofKoileglén  na  Holland 
of  andere  Provinciën  betreffen ,  en  ter  Vergaderinge  van  Holland 
overwoogen  worden,  is  hij  verpligt,  eene  voUcomene  onzijdig- 
heid te  bewaaren.    De  Dagvaarten  der  ^taatea  moet  hi),  met  de 
^enwoordig  zijnde  Leden,  ten  dage  der  BefehrijviQge  waar- 
neemen ,  en  op  den  derden  dag  van  eike  gewoone  Vergaderio* 
ge,  de  openfiaande  Ampten  in  omvraage  brengen.     Het  Koile- 
gie  der  Gekomnltteerde  Raaden  en  der  Algemeene  Scaacen  moet 
^oor  hem ,  buiten  merkelijk  belet ,  worden  bijgewoond.    Indien 
ter  Algemeene  Vefgaderioge  ieta  voorvatle,  waar  op,  zijns  oor- 
deels, de  Statten  van  Hoünd  behooren  befchreeven  te  worden, 
moet  hij  *er  kennis  van  geeven  aan  Gckommitteerde  Raaden. 
Hij  moet ,  des  morgens  en  aiddsgs,  eenen  aanvaDg  van  de  Staa- 
ren Vergaderingen  maaken ,   ook  bij  tijds  verfchijnen  in  de 
overige  Vergaderingen.    Zijne  voorQagen  moet  bij  derwijze  be- 
leiden,  dat  de  zaaken  in  elke  zitting  ten  befMte  gebragt  wor- 
den.   Naa  het  opneemen  der  Stemmen,  móet  hij  't  gevoelen 
der-  Meerderheid  rerklaaren ,   en  met  dezelve  befluiten  ,  daar 
Overfiemmiug  phmts  beeft.    Aan  nieAand,  befaalven  afgevaar- 
digde Leden,  mag  hi>  verkteren,  welke  -bijzondere  gevoelens  en 
redenen  in  de  Vergadering  zijn  voorgefteld.    De  Raadpenfiona- 
ris  moeteen  Register  van  alle  Refolutlen  houden,  en  in  *t  uit- 
bloeiden derzeiven  kon  eil  klaar  zijn.    Voor»  moet  hi)  zelve  alle 
gewigtige  Staatshandelit^gen  uitbreiden ,    of  zulka  laatep  doen 
door  zijnen  Kommis.  Hij  moet  zorge  draagen»  dai  alle  morgens 
de  Refolutlen  van  den  voorg^andeD  dag  herzien  wordca    De 
Jlefolotien  van  gewigt ,  op  den  iaatftea  dag  van  dke  Vergader mga 
genomen,  moeïen  door  hem  korteiijk  op  het  palier  gefteld,  en 
der  Ver^aderiBge  voorgdeezeu  worden..   AUe  Soeken»  Stuk* 

ken. 


HOLLAND.  •  7^s 


fceii.  Blieven  en  Papieren,  het  gemeene  Land  betreffende,  moe- 
ten door  hem  op  een  net  Register  gebragt  wordea    Voorte- 
moet  hi)  de  Stukken,  op  welke  geene  verdere  Refolmie  (laan. 
te  vallen,  jaarlijks  xer  Cbarterkamer  van  Hol)and  overbrengen» ^ 
Zo  kng '  'er  geene  Vergadering  der  Staaten  is ,  moet  hij  de 
Vergadering  van  Gekommitteerde  Raaden  bijwoooen;  als  me», 
de,  nevens  een  Lid  dier  Vergaderiiige ,  zich  des  morgens  ter. 
Algemeene  Vergaderingen  bttten  vinden.    Van  *t  geen  in  deeza 
beide  Vergaderinge  is  voorgevallen  ,  zmts  het  fcheiden  vaa 
den  Dagvaart*  moet  hij  in  elke  nieuwe  bijeenkomst  veifli^. 
doen.     Ook  moet  hij  briefwisfeiing  houden  met  de  buiten* 
landiblie  Dienaars  van  den  Suat ,  en  dezelve  tot  het  uuwer^) 
ken  van  kec  oogmerk  der  Regeeringe  in  ftaat  (lellen.    Docb 
in  gevalle  Uj  over  tedere  ponten  te  handden  heeft»  moet  hij. 
den  Staaten,  of  derzelvtr  Gekcmimlcteerde  Raaden  daar  van 
kemils  geeven.    Bi/   gelegenheid  moet  hij  aan  de  Vreeaule 
Staatsdleoaaren  opening  doeo  van  al  wat  hij  oordeelt,  bun 
aangenaam  te  zijn ,   mids  dat  het  zonder  (dienst  van  dea 
Staat  kan  geiSdlieden.    Van  't  gewigtige^  welk  hij  van   hun 
verneemt,  moet  hi}  verllag  doen  aan  de  Suaten.    Van  tijd  .toic 
tijd  moet  hij  ook  onderzoek  doen  op  den  fiaat  der  geidmid-^ 
delen  van  HoUand,  om  deswegen»  bij  den  aanvang  van  elke 
Vergaderinge ,  verflag  te  kunnen  doen ;  doch  met  het  bediereii 
en  uitgeeven  der  geldmiddelen  moet  hij  de  Gekommitteerde 
Raaden  seheel  laaten   geworden;  welken  hij  alleenlijk ,  daal 
toe  verzogt  zijnde,  of  wanneer  de  (laat  der  Geldmiddelen 
zulks  vordfrt*  gehouden  is  van  zijnen  raad  te  dienen.  Voorts 
is  hem  op  den  Eed  verbooden ,  zich  met  het  verkiezen  van 
Amptenaaren  of  Rcgeeringsperfoonen  te  bemoeien;  zelf  ma^ 
l^ij  niemand  den  Staaten  of  derzelven  Afgevaardigden  ter  Gc- 
nenditek,  openlijk  of  bedektelijk,  tot  bekooming  van  eenig 
Ampt  aanbeveelen,  zijne  naaste  Vrienden,    tot  Broeders  es 
Zusters  kinderen  Ingeflooten,  alleenlijk  uitgezondert.    Over  al)e 
anderen,  welke,  tot  bekooming  van  eenig  Ampt,  voorgeda^ 
gen  worden ,  fhat  hec  hem ,  egter ,  vrij ,  des  verzogt  zijnde , 
of  wanneer  hij  denkt  dat  's  Lands  dienst  znlks  vereischt ,  zijn  ge-t 
voelen  te  uiten.    De  Kommlsfien  en  Reizen,  den  Raadpeti-. 
Qooaris  p  door  de  Scaaten  opgeleid  9  moeten  van  hem  gecrou- 
^  "  wélij^ 


7»*  holLand- 

wclijk  agcenrolgd  en  voll>ngi  worden.  Hij  moet  zijne  viste 
woonplaats  in  *s  Graarenhage  honden,  en  nns,  zonder  ver* 
lof  van  Gelcommicceerde  Raaden*  daar  buicen  niec  vernachten, 
en  niec  buiten  de  Veréénigde  Nederlanden ,  dan  mee  verlof  van 
Hun  Edele  Groot  Mogenden.  Alle  de  gemelde  pnnten  moeten 
door  den  Raadpenfionaris  bezworen  worden;  die  ook  onder 
Eede  belooven  moet ,  van  niemand  eenige  Giften »  bij  beücfaree- 
vene  Regten  verbooden ,  te  zullen  aanneemen  ,  zdf  geene  geoor- 
lafde  gefcbenken ,  hoe  gering  ook,  wanneer  hij  weet  dat  de' 
2ender  iets  bij  de  Scaaten  of  derzelver  Gekomraitteerde  Raideii 
te  verrigcen  heeft.  Van  zijne  naaste  Vrienden  alleen  mag  hij 
eenige  kleinigheden  van  vrugt  of  vangst ,  die  cerftond  gebruikc 
worden,  ten  gefchenke  aanneemen,  doch  niet  wanneer  zij  iets 
bij  de  hooge  KoUeglen  te  verrigten  hebben.  Ook  moet  hij  zor- 
ge  draagen ,  dat  zijn  Kommis  en  Klerken  geene  giften ,  zelf 
geene  fpijze  of  drank,  aanneemen.  Wij  voegen  hier  nog  ne- 
vens, dat  de  Raadpenfionaris,  geduurende  zijnen  dienst,  den 
rang  heeft  naa  de  bijzondere  Leden  der  Staaten  en  naa  de  Ge- 
komraitteerde Raaden.  Indien  hij  zijn  Ampt  niet  blijve  bedic* 
nen,  mag  hij,  zonder  verlof  der  Staaten  van  Holland,  zich- 
niet  begeeven  in  den  dienst  van  eenige  andere  Staaten  buiten  de 
Provincie.  Ten  zijnen  diende  heeft  de  Raadpenfionaris  onder 
zich  eenen  Kommis  en  verfcheiden  Klerken. 

De  jaarlijkfche  Wedde  van  den  Raadpenfionaris,  waar  van 
4e 'Ridder  kats  zegt, 

99  Het  loon  daar  toe  gcftelt  en  was  niet  al  te  breet.** 

moet,  zedert,  merkelijk  verhoogd  zijn.  Bij  de  Inftrnftie  van 
den  Jaare  1737  wierdc  dezelve  bepaald  op  zesduizend  Guldens , 
waar  bij,  naderhand,  nog  zesduizend  Guldens  gevoegd  zijn» 
Mr.  AERT  VAN  DER  GOKs ,  die,  itt  den  Jaare  1525,  Advókaat 
van  Holland  wierdt,  trok  niet  meer  dan  vierhonderd  Rins^ 
guldens. 

Behalven  den  Raadpenfionaris,  zijn  'er  nog  twee  aanzictiTij» 
ke  Araptenaars,  welke  de  Vergaderingen  vnn  Holland  en  die 
der  Gekommitteerde  Raaden  telkens  bijwoonen.  Ik  bedoele 
de  twee  Sekretarisfen  van  Scaat :  gewigtige  posten ,  als  op  wel* 

kCi 


HOLLAND.  7ï? 


:ke,  onder  andere»  rust,  het  honden  van  aantekeningen  en 
Registers  van  alle  de  Befluicen  en  Handelhigen,  welke  in  de 
bijzondere  Vergaderingen  genomen  worde»  of  voorvallen. 

Op  de  Vergadering  van  'sLands  Staaten,  volgt,  in  rang, 
het  KoUegie  van  Öekommitteerde  Raaden^  Dewijl  de  Hooge 
Staatsvergadering  niet  altoos  zat,  maar  alleen,  van  tijd  tot  tijd, 
befchreeven  wierdt,  en»  egter,  intusfchen,  zomwijlen  zaaken 
voorvielen,  die  geen  uitflel  leeden,  wierdt  men  te  raade,  eeni« 
ge  Gelastigden  aan  te  (lellen,  om  eene  altijd  tzittende  Vergade- 
ring uit  te  maaken ,  en  de  voorvallende  zaaken  waar  te  nee- 
men.  Het  befluit  hier  toe  wierdt  genomen  m  den  Jaare  1584, 
en,  in  het  begin  des  jaars  1590,  hec  KoUegie  gebragt  op  den 
voet,  op  welken  het  nog  heden  (biat* 

De  eigenlijke  en  vcHle  tijtel  deezer  Vergaderinge  is  het  KclU' 
f  ie  der  Gekommitteerde  Randen  van  de  Staaten  van  Hoiland 
,tn  fTestfriesland  in  '/  Zuider-Kwartier ,  in  onderfchelding  van 
cene  foortgelijke  Vergaderinge  ,  in  NoordhoUand ,  waar  vao 
flraks  nader.  Het  KoUegie,  waar  van  wij  thans  fpreeken,  be- 
(hat  uit  tien  Leden.  Deeze  zijn ,  het  Oudfte  Lid  van  de  Rid- 
derfchap,  welk  voor  zijn  leeven  zit;  voorts  Afgevaardigden  van 
de  achtsteden  Dordrecht y  Haarlem ^  Delft ^  Leiden^  Amfier^ 
dawy  Gouda  y  Rotterdam  enGorichem^  die  meestal  om  de  drie 
jaaren  veranderen ,  en  eindelijk  het  tiende  lid  uit  de  Stedea 
Schiedam 9  Schoonhoven  en  Briely  bij  beurten,  welk  gewoon- 
lijk twee  jaaren  zitting  heeft. 

Zeer  uitgebreid  en  menigvuldig  zijn  de  bezigheden  en  verrig' 
tingen  der  Heeren  Gekommitteerde  Raaden.  Dewijl  de  kennii 
van  deeze  verrigtingen  een  aanmerkelijk  licht  verfpreldt  over, 
en  den  Leezer  kan  in  (laat  (lellen  tot  het  vormea  van  een  naauw- 
keurig  denkbeeld  van  het  gewoone  algemeene  Landbeduur  der 
Provincie  van  Holland,  oordeelen  wij  het  niet  ondiendig,  hier 
omtrent  eenigzins  uit  te  weiden. 

In  't  algemeen  bedaat  het  wei^  van  Gekommitteerde  Raade», 
in  het  uitvoeren  of  doen  uitvoeren  der  Staatsbeiluiten ,  het  op- 
zigt  over  de  zaaken  van  Oorlog,  de  Provincie  betreffende,  en 
over  de  Provinciaale  Geldmiddelen.  Ten  aanzien  van  alle  decz 
rakken  van  beduur,  is  het  werk  verdeeld  onder  Kommisfarisfen^ 
die  de  zaaken,  over  welke  zij  gedeld  zijn,  zo  veel  mogelijk. 


7^^ hollawd: 

'In  orde  brengen,  M  voora  verfltg  doen  taA  het  KoHegie.    Be* 
iNüven  het  Komptoir  QenenHl  vao  's  Landt  Middeleo  ia  Uffage^ 
zijn  'er  negen  Kompcoiren  in  ZaidhoUandi  c«  D^rdrethi,  Haar^ 
^m^  Delfts  LeiiUnf  Amfterdam^  Qouda^  Rétterdam^  Cori- 
chtn  en  BritL    Het  opzigt  over  deeze  Komptdren  ftnt  ilcoot 
nan  Leden  vio  de  zelfde  Scedem    De  Gekommitteerde  Raoden 
wegens  de  Ridderfchsp  en  Dordrecht  hebben  opzigt  over  de 
Komptoiren  te  Haariem  en  Amfterdamy  onder  welk  famtlle  be- 
hooren  Naarden^  Muiden  en  IVeetp  :  die  van   Haarlem  en 
Leiden  y  over  Gerichemy  met  Hemden  en   ff^ewdrichem  ^  en 
4)ver  den  BHel  |»et  Geervliet  en  HeenvUetf  die  van  DW// 
rcn  Kouerdam ,  over  Z^/éfe*  en  Gmt^^  ,  met  Scheonkoven , 
Woerden  y  Oudewater  en  Nieuwpoort  %   die   van  Amfterdam 
•en  OoHehettty  over  Dordrecht  met  Geertruidenberg  ^  de  JTAiii- 
i/^/  en  Zevenbergen 'y  die  van  G^»</4  en  Schiedam  ^  Schoon^ 
hoven  of  flr/#^ ,  bij  beurten ,  over  Z>^^/  met  **  Graavenhage^ 
en  over  Rotterdam  met  Schiedawé    Daarenboven  Oaat  het  op- 
zigt over  's  Lands  Domeinen  en  Rentmeesterfchappen  aan  bij^ 
•zondere  vaste  Kommisfarisfen  van  dit  Koilegie. 

De  zorge,  weJke  Gekommitteerde  Raadcn  over  'a  Land* 
Geldmiddelen  hebben ,  betreft  de  invordering  der  tagewilligde 
'Staatslasten ;  het  houden  van  nette  aantekeningen  van  's  Lands 
Schulden  en  Goederen  5  het  beflisfen  van  gefchillen  over 
VLands  Gemecne  Middelen,  en  het  behoorlijk  befteeden  van 
's  Lands  penningen.  Alles,  wat,  in  eenigen  opzigte,  tot  deeze 
onderfcheidene  bijzonderheden  betrekkhig  heeft,  valt  onder  hun 
beftuur;  't  welk  wij,  diensvolgens,  onnoodig  oordeelen  ftuk»- 
wijze  op  te  noemen. 

Even  eens  is  't  ook  gelegen  met  het  opzigt,  welk  Gekom^ 
'mitteerde  Raaden  over  de  zaaken  van  Oorlog  hebben.    Hei- 
Zelve  betreft  de  Vestlngswerken  der  Provincie;  de  Monftering 
Van  het  Krijgsvolk ;  het  verzorgen  van  's  Lands  Magazijnen  eti 
'Vestingen  van  Moudbehoeften*en  Krijgsnoodwendighedeo«    De 
Vestlngswerken  te  Naariten^  Heusden^  Geertruid^nberg  ^  Klun^ 
detty  HellevoetfluiSy  den  Briel^  Loevefteiny  Woerden  i  en  op 
andere plaatzen,  worden,  doorgaans ,  jaarlijks ,  dooreenigen  van 
"^Gekommltteerde  Raaden  bezigifgd ,  en  voorts  de  noodige  maat- 
'regelen  ten  uitvoer  gebragt,  ten  beste  van  den  Lande*  ' 

Ein- 


HOLLAND*  ?t> 


Einddijk  verfcWjnen  ^er  altoos  twee  vin  Gekommitteerde 
Raaden  ter  Algemeene  Suatsvergaderinge ,  om  zorge  te  drat- 
gen ,  dat  aldaar  niets  beflooien  worde ,  ftrijdig  met  de  Staats- 
beduiten  van  Holland,  of  met  de  Hoogheid  der  Provincie; 
als  zijnde  zij  gehouden,  'sLands  Geregügheden ,  Vrijheden, 
Voorregten  ,  Gewoonten  en  Verbonden  voor  te  liaan  en  te 

handhaaven* 

Voorts  doen  de  Gekommitteerde  Raaden  de  gewoone  be* 
fchrij  vingen  der  Hollandfche  Staats  vergaderingen  ,  met  vermel- 
ding der  punten  ,  welke  aldaar  moeten  verhandeld  worden. 
Wanneer  *s  Lands  belang  het  vordert ,  mogen  zij  ook  buiten- 
gewoone  Vergaderingen  beleggen.  Zij  vergaderen  alle  dagen, 
de  Zon-  en  Feestdagen  alleen  uitgezonderd ,  doch  alleen  des 
voormiddags,  behalven  bij  buitengewoone  gelegenheden.  De 
Wedde  van  den  Gekommitteerden  Raad  uit  de  Edelen  is  ze- 
ventienhonderd,  en  van  die  uit  de  Steden  twaalfhonderd  Gul- 
dens, en  daarenboven,  voor  allen,  drlebonderd  Guldens  voor 
Huishuur. 

*t  Is  hier  eene  voegzaame  plaats  tot  eene  beknopt  berigt , 
wegens  foortgelijk  een  KoUegie,  als  wij  nu  befthreeven  heb- 
ben, in  het  Noordlijk  gedeelte  van  Holland^  't  welk  den  ti>- 
tel  voert  van  KoUegie  der  Gekommitteerde  Raaden  van  de 
Staaten    van  Holland  en   Weufrieiland  in  Westfriesland  en 
V  Noorderkwartier.    Het  nam   zijnen  oorfprong  uit  den  raad 
van  Prinfe  willem  den  I,  en  een  Befluit,   hi  Junij  des  ]aart 
1573,  bij  de  Steden  daar  op  genomen,  waar   bij   wierdt  vast- 
gefield,  om  uit' elke  Vroedfchap  der  zeven  NoordhoUandfcbe 
Steden,  één  Lid  na  Hoorn  te  zenden,  die  aldaar  een  vast  ver- 
blijf zouden  houden  ,    ter  waarneeminge  van  de  dagelijkscb* 
voorvallende  zaaken,  den 'Oorlog  betreffende.    Tien  jaaren  las- 
ter wierdt  deeze  Vergadering  nader  bekragtigd ,  door  eene  ba^ 
lofce    van    gemeldeu  Prinfe  van  handhaavinge  tegen  die  vaor 
Zuidholland  ,  alzo  de  Heeren  van  het  Noorderkwartier  zlchc 
verbeeldden ,  dat  de  eerstgemelden  hun  Kollegfe  zogten  te  ver* 
irietigen.    Zints  dien  tijd  is  het  KoUegie  van  Gekommineerdr 
Raaden  altoosduurende  geweest. 

De  ïnflruaie,  of  Lastbrief,  voor  dit  KoUegie  opgefteld^ 
fcoou,  na  genoeg,   over  leen  met  die  van  het  Zuiden.    Hec 

voor* 


/flo  HOLI^ND. 


voornaamfte  verfchil  beftaat  in  het  onderfcheid  van  aan- 
zien. Dus,  bij  voorbeeld,  bedraagt  de  Wedde  der  Raaden  in 
hüt  Noorderkwartier,  volgens  de  Inflruftie,  flegts  twee  Gul- 
dens 's  daags.  Buiten  kennis  van  'sLands  Staaten,  mogen  zij 
niet  meer  dan  zesduizend  Gnldens  opnecmen,  terwijl  die  in 
*s  Hage  lot  dertigduizend  Guldens  mogen  gaan.  De  Sekretari» 
van  Gekommitteerde  Raaden  wordt  niet  door  hen,  maar  door 
alle  de  Steden,  buiteogewoon  daar  toe  befchreeven,  verkooren. 
Van  hier  dat  hij,  bij  't  aanvaarden  van  zijn  Arapt,  den  Eed 
doet  aan  de  Magidraaten  der  Steden  van  Westfriesland  en  'c 
Noorderkwartier,  reprefenteerende  de  Staaten  van  denzelven 
Lande  en  aan  de  Gekommitteerde  Raaden.  Eindelijk  vetgade* 
ten  deeze  niet  dagelijks,  maar  doorgaans  om  de  twee,  drie, 
vier  of  vijf  weeken,  naar  gelange  het  gewigt  van  voorvallende 
zaaken  mcdebrengc.  Ieder  Bijeenkomst  duurt  gemeenlijk  dri« 
dagen* 

.  fiehalven  de  reeds  gemelde,  lieeft  men  nog,  in  ^sffagei 
verfcheiden  Kollegién,  alle  welken,  ieder  op  zich  zelve,  een 
zeker  bewind  oeffenen,  doch  allen  te  zamen  aan  de  Hoogé 
llegeeringen  onderworpen  zijn.  ïer  voorkoominge  van  te 
groote  uitvoerigheid,  zullen  wij,  van  elk  derz elven,  een  hc* 
knopt  verflag  doeu* 

De  Kamer  ter  Auditie  van  de  Gemeene  Lands  Rekenin" 
gen ,  dus  genaamd ,  omdat  zij  alle  de  Rekeningen ,  het  G'emee^ 
nh  Land  deezer  Provincie  betreffende ,  of  die  der  Ontvangeren 
van  de  Gemeene  Lands  Middelen  onderzoekt  en  fluit.  Diec«* 
gelijk  eene  Kamer  heeft  men  zo  wel  in  het  Noorder-  als  ia 
het  Zuiderkwartier  van  Holland* 

De  Leers'  en  Registerkamer  van  Hol/and^  hondt  ie  Re- 
gisters van  de  Leenen ,  die  bij  verfterf ,  koop  of  andere  gele- 
genheden, voor  Stadhouder  en  Leenmannen  verlijd,  of  door 
belastingen  verbonden  ,  of  ten  onderpand  gegeeven  worden* 
t>e  Stadhouder  van  de  Leenen  is ,  doorgaans ,  hét  oudde  Lid 
der  Ridderfchap;  deezen  zijn  drie  Leenmannen  toegevoegd. 

Het  K$llegie  van  tioutvesters  en  Mee  ster  knanpen  van  Hol* 
Hand  en  Westfriesland^  heeft  regtsgebied  over  alle  zaakeni 
die  de  Jagt  en  de  Wildernisfeu  betreffen.  De  Prins  Erfïlad- 
bouder  bekleedt  de  waardigheid  van  Oppcrhoutvester ,  en  beeft 


\ 


HOLLAND.  '  rai 

onder  zich  eenen  Luicenafft  -  Houtvester  ,  zijnde  doorgaans 
een  Lid  der  Ridderfcfaap,  welke  ^ije  wooning  lieeft  op  het 
Huis  te  Teilingen ,  in  Rhijhiand.  De  Meesterlcnaapen  zijn  ins- 
gelijks de  Edelen  of  van  de  aanzienlljkdto  van  den  Landen ) 
en  doorgaaoj  acht  in  jetal.,  .        .  , 

Be  Ho9ge  Bsid^  hót  eerfte  -oT  0>^rfte<;èr«gtsfcof,V ge- 
meen aan  de  twee  Provinciën  Holland  en  ZcHand.  Het  be- 
ftaat  uit  eenen  PreQdent  of  Voorzitter ,  en  negen  Raadsheeren, 
zes  wegens  Holland/  en  lirieva»  Ji^eknd.  fDe  Hooge  Raad 
neemt  kennis  van  alle  zaaken,  die,  bij  Beroep  of  Appel  van 
de  Vonnisfen  van  't  Hof  van  Holland»  voor  denzelven  gebragt 
worden.  Wanneer  hiór  iVonnis  3s  ^eValléA,  valt  'er  geen  hoo- 
ger  beroep,  maar  kan  alleen  de  zaak  in  herziening  of  reyifie 
getrokken  worden.  Hier  toe  benoemt  m^n,  veelal,  e^niie 
fewdBheoren  uit  flen  Hoogen  Raad-,  nevens  etlfjke  Penfiona- 
risfen  der  Sredeti.  Dit  Kdllegie  heeft  eeneu  Griffier,  Subftitut- 
GrifHer ,  èen  Rentmeester  van  de  Exploidiea  en  Verfeheiddh 
imdere  miiidwe  ba^iécideii.^  On«er  opmertónge  is  h^t  niet  xm- 
wilardlg%  dat  de.  Hoo^e  Raad  in  de  écrfte  ptaits,  zo  XveiTh 
lijfllraffelijke  als  burgerlijke  zaïflcen ,  kegtigöbied  heeft  'over 
aüc  zijne  Leden ,  viin  den  Prefldent  af,  tot  aan  de  Schöon- 
iötokfters  der  Vertrekken  en  den  gewoonlijfeen  Vuurftpokef. 
AUe  gefegtelijke  Aanlpia^kea  èn  befchuldigingjBa  vaö  deeie 
p^rfoonen  of  derzdbrer  buisgêzinaen  moeten  voor  defi  Hoogen 
Kaad  gefchieden;  zotidfft  dat  evenwel  déeze  beweert,  over 
•Ite  deeze  perfoonen  eerti^  regt  VSm  Magiftratuure^  of  burgèr- 
fijke  beheeringe,  .te  mogen  oeiFéhén. 

Van  't   Hof  i^an  Holland  hebben  wijjeeds  boy^n,  óodar 
eeii  afzonderlijk  Artikel  ^  uitvoerig  gefproken. 

Ook  is  het  KolUgie  dêr  Sociëteit  in  ^sGraaveniagf^  qp 
het  Arókel  deezei^  Hofplaatze ,  breedvoerig  béfëhréevén. 


«  « 

s  '  * 

X^.  D£ËL.  Zz  R  £- 


REGISTER 


1»  «  » 


HOOFDZAAKEN, 


IflTTBR    H--^Hoi. 


PEEI' 


tü.  1 
ib. 

/*. 
ib. 

i 

ib. 

3 
ib. 


ickerus 

:en,  een  Dorn 
lifMfteq  (Dirk  vtnj 
TFrans  van) 

(Walraven  van) 

(Torlj  van) 

__ (Benediétua  van)    

[aag  (den) ;  zie  \  Graveohage. 
|aag-AmtNigt  *  -^ 

Sffge  C\^ezenhold)  ib\ 

a«QQri  1^, 

Hajigendooni  (Goytje)  ib. 

H^agfche  Bosch  H\ 

fliak  TMr.  Hermaq)  /^« 

«srr  (Pleter)  5 

t— r-  CFort  de)  a. 

Haika  (de  Zuicfcr)  4», 

(laaksher^ei^  ^ 

(aaien  (Gpiën  van)  $ 

laamrode  (Corneiiua)  5|i 

fl^!??^f »  W  Dorp  ^  Hea,-- 
i(ilkheid  /i, 

(^tl^WiHpawdva»). 

lil 

H 


EN    XX. 


Haamftede,  (Floria  van)  bi,  14 
■    (Adolf  van)  /A, 

(Adrinnua  gomeBszJ 

ib. 
Haar  (de)  Adelijk  Huis        16 


QlP.W^ 


(  Cornelis  Janszpc^  de ) 

(Matthijs  de) 

( tohan  de) 

(Pavid  de) 
Haandel  ^ 

Haanenpoel 
Haanwijk 
Haapa 
Ha%r  (ter) 

(qpde) 

fde) 

(de,  of  ter) 

fier) 

(Francisons  van  dec) 

(Johannes  van  der} 
Haarda 

Hwen ,  Dorp  In  de  Meijerij  iL 
Dorp  in  Braband  ib^ 
Dorp  in  Gddeiiand  ib^ 
Sdeie  State,  Ia  Fries- 

f  Berg.  of  ^Inrg)     ib. 


18 

%\ 
il 

ik. 
Ut, 

«3 
f*. 

1^ 


25 


ü:    ü     ö    i     S     ¥     Ë     & 


HKluréd,  (Httis  te)  \>U  sO 
(van)  Oud  Geflagt  iè. 
(AdriÜin  van)  iS. 
(Willem  van)  27 

(Ëmst  vafi)  ik* 

(Willem  van)  ii. 

(  •  •  .  i  .  )       ^  2P 
(Ad&m  Brnsc  van)  /^. 

(Düco  van)  #^. 

(Willem  van)  /^, 

(Onnö  Zwier  van)  30 
Haarlem  (Oud)  ib. 

-  Cl  Geflack  van)     51 

^   ..         (Stad)  Oudheid,  Ge- 
iegenhei4'»  Grootte  en  Sterk- 
te .     32 
Naamsoorfpronki  Kerk^ 


Uike  en  WaerëÜlijkë.'Ö^id» 

Wed       ^  3^ 

Haarlem  ^  Règéering      U.  '3^, 

Vroedfchappeil       3$ 

Schout  3^ 

Bïirgeiheestereii      57 

Schepenen  35^ 

Penfionarisfen  ën  Se- 

inretarisfen  41 

— —  Vodrrechtëti  44 

Handel,    Gildëü   en 

Schutterij  .45 

— —  Hecht  jgebied  en  Kèrk- 
beftijsr  47 

— •  Vermaalde  Manndl  erf 
Wapens  49 

■2 — =•  GefchiedenUfei;!      4^! 


D    E    Ë    ii     X& 


iiaarlém  (Heereta  van)  t>L  3S5   Haaze  (Adriaan  de)      (jL  39e 


(Oud)  ib. 

Haarlemmerliedé  38^ 

Haarlemmermeir  i^i 

Haarfolte  (Geflagt  van)       388 

— i^ ,  Zweder  van)      387 

.■I  (Kucgéft  van)       töi 

Haagje  Klaasdogter  392 

Haastrecht  ih. 

(Geflagt  vatr)  394 
(Albrechcvan)  ih» 
(Herbaren  en  Wil- 

(PzxAné  van)  ib: 
(Audólf  van)  ièi 
(Jan  vao)  ih: 

(Willemina  vaii)  395 
(Faulus  van)  tb: 
(Dirk  Van)  ib. 
— -  (ü^aria  van)  2^ 
(Adriaad  van)  $b. 
(Goeiiert  van)  357 


Haazenpo^der 

Haeftén  (Dirk  vait) 
(Frarri  vjitf) 
(Jan  van) 


tem  vfln) 


/IC 
ifi 

ibi 
ib: 

402 
403 

ib: 
ib: 

40a 


Haga  (kornelis) 

Hagen  (Steven  van  der) 

Hageftein 

Hakkius  (Petrus) 

Hakvofort 

Hal 

Hale^ijri  (Gefla^  van^ 

'^Siraón  van)        ^_^ 
•FraufoW   Tcrefteiö 

(Kornèlif    Terefleiii 

ib: 
iti 

4l!f 

ibi 
413 

4'* 


Van) 

lianihgk 
Hallum. 
Hal^  (Fnnsy 
Hals- af 
Haifteren 


i£2 


^fOBÈf 


It     B^    a     l     S]    T^    B      R^ 


H^9  &B  Pcirp.  in  OvoysTd 

i>l.  414 
-^  in  GiQiwigerlnid        lA 

.^  Cdca)'  .  ..   üu 

»*—  (Meinard  vap)-  415 
Hasibcoek'  (Amhoaiiis)  417 
Kamdand  418 

Hamer  (Henrik)  /^« 

•^-^  (Petrus)  419 

Hamersveid  400 

Haiquies  (Nikolaas  de).  éiu 
Hannekop  (Koruelis)  421 
Haait  {Güt)  4^3 

Hans  Hanszoon  424 

Hanze  -  Steden  405 

Hapert  427 

Haps  .  4a8 

Harcus  (Franciscus)  ii« 

Hardegarijp  429 

Hardenberg  $è, 

Hardenbroek  .    430 

Harderwijk  431 

Hardmksveld  433 

Haren  een  Dorp  434 

fvan),  .  1^4 

(Adam  van'>  i>« 

(Willem  van)  435 

(WiUem  ea  Onno  Zwier 
van)  43^ 

Hargen  é^* 

Haring  (Jin)  437 

Haringhuizen  iè» 

Haringkarfpei »  DorpV         ^>« 

— -T (Dirkv»)  iè. 

Harius  (Jobannes)  439 

Harinxma  li» 

Harkinge  440 

Harkftede  441 

Haringviafcherij  iè. 

Hariing^  444 

llarmokar  449 

Harmonie  (Ontwerp  van)  ib. 
Harmeien  450 

Hart ;  (*t  Huis  ter)  zie  Zwat* 
oenburg. 


Hartjesdag  hL  450 

Har;dnck  453 

Ikrtzoel^eff  (Nftolaas)        i^ 
Haskerdijk  45$ 

Hgskerhome  iÜ 

H^iskerlami  O. 

Hasfelaar  (Kenau  Simons.)  45^ 

■ (Pleter  Dirksz^}  457 

(Nikoteas)  441 

(Picter  PiecerfiA*>4te 

.  (Geragd)  463 

ij: — ?        «^^ 

(G^raroAmond)  467 

4^ 

46^ 


Haafelt 
Hatt^. , 
Hattemisten 

Haoiaio  (Philyjis  de  Zpet^^ 
Heer  van)  471 

-  (Willem  de  Zoete» 


gezegd) 
HauMrerC'. 
Hazarswoude 
Heda  (Wihelmua) 
Heeg 

HeeUofHedift 
Heem  (Jan  de; 
Heemskerk,  Dorp 


473 

476 

477 
478 

479 

iH 

4S(» 


—  (Heeren  vin)  48! 

—  C^i  Huia  te);    -  . 
zie  Marquetie. 
—  (lakob  van)     48} 

(koenniadvaa)486 
(Marten  vin)  48a 
Heemiede,  Dorp  48^ 

Heerüjkheid     * 

.     >  '    .'  (■HaereB«van)45^ 
HeenvUet,  Heerlijkbeld     494 
Gcilégc  vin) 


'sHe^r-Abttkerke 
'aüeer-Arentikerke 
Heerde 
^sHeeteabecg 
'5HeeremM7k(^tHnff) 
*aHeeren  -  Henriki  •  Ktnde-  . 
ren- Kerk*  ih. 

Hef 


f». 

499 
4^ 


i,- 


UNIVERSITY  OF  MICHIQAN 


3  0015067161962 


r 


tt 


jfl^ULdSI