Skip to main content

Full text of "Verslag"

See other formats


^  <:^i''"ti,AAi.-**i--''M 


.r>  >^^A^^zA^^, 


"yjAy^^ 


\j      r 


VERSLAG 


OMTRENT    DEN    STAAT    VAN 


S  LANDS  Pmi 


m" 


m" 


TE 


B  U ITENZORG 


OVER    HET    JAAR 


19  01, 


\ 


1 


H- 


BATAVIA 

LANDSDRUKKERIJ 
1902. 


VERSLAG 


OMTRENT    DEN    STAAT   VAN 


SLAND8   PLANTENTÜIN 


TE 


BTJITElSrZOI^a- 


OVER    HET   JAAR 


19  0  1. 


§1. 

PERSONEEL,  ORGANISATIE  EN  ALGEMEENE  ZAKEN. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  14  Januari  1901  11-  28  werd  krachtens 
Koninklijke  machtiging  gerekend  van  1  Januari  1001  de  bezoldiging  van 
D^  Th.  V  a  1  e  t  o  n  verhoogd  met  ƒ  150. —  's  maands  en  alzoo  gebracht  op 
ƒ  650. —  's  maands. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  31  Januari  1901 11"  17  werd  goedgevonden 
en  verstaan: 

1''.  Bij  wijze  van  tijdelijken  maatregel  aan  's  Lands  Plantentuin  toe  te 
voegen  een  ouderafdeeliug  voor  onderzoekingen  in  het  belang  van  de 
Gouvernements  koffiecultuur; 
2*^.  Met  ingang  van  1  Februari  1901,  voor  den  verderen  duur  van  het  bij 
besluit  van  19  Augustus  1900  n^  1  aan  den  wetenschappelijken  adviseur 
voor  de  Gouvernements  koffiecultuur  D'".  W.  B  u  r  c  k  verleend  verlof 
naar  Europa,  te  benoemen  tot  chef  van  de  in  art.  1  van  dit  besluit 
bedoelde  onderafdeeling  van  's  Lands  Plantentuin  D"".  J.  G.  K  r  a  m  e  r  s, 
chef  der  IX''  af  deeling  van  genoemde  inrichting; 


3".  Tc  bepuh'ii,  <l;il  <1«-  Difcctcm-  v;in  'k  Lands  IMiiiilml  nin  .-n  de  dief'  van  de 
in  arf.  1  van  dit  boHliiii  hcdocldc  (>iidciJir(l<M-liii<,'  vooi  liiiiiin-  dienst i<;iz(Mi 
dier  ondcrnldcclinj^S  reis-  en  vcrhiijt  koslcn  y.nlU  n  nio-cn  d.-danMTcn  op 
den  voel  <i<'r  bestaande  bc'iialin}^; 

4".  Den  Directeur  van  's  Laiids  IManlenInin  Ie  nia(diti;;«n  om  ie  l)esrhilvkeu 

over  een  bedrag  van  ./   niMiil.       v ■  onl -inninj-s-  en  oi.iichiiniiKkoHten, 

zoomede,  in  elk  der  jaren  \W\  en  m\2,  over  een  be(ba-;  van  ƒ  L'dOO.— 
voor  onderliondskoslen  van  een  |.roeriniii.  aan  Ie  lcf,'Ken  in  d«'  afdeeling 
Malang  der  residentie  Pasoeroean,  ten  behoeve  van  de  in  het  beHluit  van 
5  Angiistua  1900  11-  18  bedoelde  onderzoekinj^cn  in  iiel  belang,'  van  de 
particuliere  kofiieeultunr  in  Nederlandsch-lndir;  (verj;.  p.  O,  jaarvernlag 

1900). 

Bij  Gouvernements  besluit  van  19  Februari  1901  n^  2  ten  tweede  werd 
machtiging  verleend  aan  den  élève-mantri  J  a  h  e  r  i,  zoomede  een  planten- 
zoeker,  op  te  dragen  de  reis  mede  te  maken  met  H^  M\  flottieljevaartuig 
Java  naar  Nienw-Guinea  (Zuidkust),  ten  einde  ten  behoeve  van  's  Lands 
Planteutuin  botanische  voorwerpen  van  verschillenden  aard  te  verza- 
melen. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  13  Maart  d.a.v.  11?  17  werd  toegekend  aan 
Jaheri  en  aan  den  plantenzoeker  een  daggeld,  kosten  van  uitrusting, 
vrijen  ov(Mtocht  over  zee,  en,  bij  gebruikmaking  van  eene  particuliere 
bootgelegenheid,  vergund  de  kosten  van  verpakking  en  transport  der  mede 
te  voeren  verzamelingen  in  rekening  te  brengen. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  22  Februari  1!»01  11-  11  werd  de  Directeur 
van  's  Lands  Plantentuin  gemachtigd  om  aan  den  chef  der  IP'  afdeeling  op 
te  dragen  zich  naar  Soerabaja  te  begeven  ter  bijwoning  van  het  aldaar  op 
7,  8  en  9  Maart  a.  s.  te  houden  Congres  gewijd  aan  de  bespreking  van  onder- 
werpen betrekkelijk  de  suikerindustrie. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  20  Februari  1901  n?  94  werd  machtiging 
verleend  om  voor  rekening  van  den  Lande  bij  het  Topographisch  bureau  te 
doen  drukken  eene  kaart  der  „grondsoorten  van  Delf"  vervaardigd  dooi- 
D^  D.  J.  H  i  s  s  i  n  k  tot  een  aantal  van  000  exemplaren,  welke  ter  beschik- 
king zullen  worden  gesteld  van  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  1  Maart  1901  11°  17  ten  derde,  werd  o.  a. 
bepaald  dat  de  doubletten  der  insecten  en  vogels  op  zijne  commissiereis  naar 
Borneo  door  D'.  A.  W.  N  i  e  u  w  e  u  h  u  i  s  verzameld  aan  het  Zoölogisch- 
])hytopathologisch  Museum  zullen  worden  afgestaan. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  26  Maart  1901  W  1  werd  de  Directeur 


van  'sLands  IMaiiteiituiu  gemaclitij^d  om  aan  den  elief  der  II*^  afdeeling  op 
te  dragen  zich  in  het  belang  van  de  instelling  naar  Deli  (Oostkust  van 
Sumatra)  te  begeven  en  om,  zoo  noodig,  de  terugreis  te  doen  over  Singapore 
dan  wel  over  Penang. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  26  Maart  1901 11-  30,  zooals  het  gewijzigd 
werd  bij  Gouvernements  besluit  van  23  Juni  1901  11^  13  werd  D"".  W.  R. 
T  romp  de  Haas  ontheven  van  de  waarneming  der  functiën  van  chef 
der  III'*  afdeeling  en  benoemd  tot  chef  dier  afdeeling  op  de  daartoe  staande 
bezoldiging  en  de  verder  aan  die  betrekking  verbonden  wettige  voordeelen 
D^  P.  van  R  o  m  b  u  r  g  h,  laatstelijk  die  betrekking  bekleed  hebbende, 
thans  van  verlof  uit  Europa  teruggekeerd. 

Rij  Gouvernements  besluit  van  26  Maart  1901  11-  25  werd  den  militairen 
apotheker  2"  klasse  D''.  W.  G.  B  o  o  r  s  m  a  tot  ultimo  December  1901 
weder  toegevoegd  aan  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  tot  het  voort- 
zetten van  het  chemisch-pharmacologisch  onderzoek  naar  de  plantenstoffen 
van  Nederlandsch-lndië  in  het  bijzonder  met  het  oog  op  hare  beteekenis  voor 
de  geneeskunde  (zie  ook  G.  B.  van  14  Maart  1901  II-  15,  waarbij  ƒ  1000. — 
ter  beschikking  werd  gesteld  ter  bestrijding  der  kosten  aan  dat  onderzoek 
verbonden). 

Bij  Gouvernements  besluit  van  25  October  1901  W  22  werd  D"^.  W.  G. 
B  o  o  r  s  m  a  tot  militair  apotheker  der  P  klasse  benoemd  en  bepaald  dat 
hij  in  dien  rang  toegevoegd  blijft  aan  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin 
op  den  voet  van  het  besluit  van  26  Maart  1901  11-  25. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  2^  Juni  1901  Tl-  13  ten  tweede,  bij  wijze 
van  tijdelijken  maatregel  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  gemach- 
tigd: a.  de  speciale  leiding  der  Gouvernements  getah-pertja  aanplantingen 
in  het  district  Tjitjoeroeg,  afdeeling  Soekaboemi,  residentie  Preanger- 
Regentschappen  op  te  dragen  aan  den  chef  der  III''  afdeeling  D"".  P.  van 
R  o  m  b  u  r  g  h ;  h.  den  assistent  ten  behoeve  van  het  onderzoek  van  grond- 
monsters  uit  afgeschreven  en  vruchtdragende  koffietuinen  en  uit  gereboi- 
seerde  en  niet-gereboiseerde  teireinen  D^  W.  R.  Tromp  de  Haas, 
nevens  zijne  eigen  functiën  en  voor  zoover  deze  het  zullen  toelaten,  te  doen 
vervullen  werkzaamheden  van  adjunct-chef  der  TÏI'*  afdeeling. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  7  September  1901  11-  19  werd  goedge- 
keurd dat  de  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  den  chef  der  X"  afdeeling 
heeft  opgedragen  zich  te  begeven  naar  de  residentie  Oostkust  van  Sumatra 
tot  het  instellen  van  een  onderzoek  naar  de  aldaar  heerschende  ziekte  onder 
de  koffieboomen. 


JJij  (loiivcnicmeiilH  Ix^hIiiü  vuii  IL'  S('|»i<iiiIhi-  |:»(M  II-  üi'  weid  <s(n^i\<s,i'. 
vonden  on  verHtaan: 

E  <' I' s  (  e  I  ij  U:  Tc  licpiiN-n  (l:il  (MmIit  Ih-I  o|»|)(Tl(>c/i<lit  van  den 
J)irecteur  vau  's  Landw  rianlenlnin  h-  P.iiilrn/.orii,  vooiloopi;;  voor  dt-n  tijd 
\an  driejaren,  eene  jtroef  zi»l  worden  {genomen  niei  de  opleiding;  hij  jrcnoeinde 
iiirielitinj^  van  hoo^jslens  15  Kiiropeesclie  jongelieden  \(»()r  do  aj^i'icultnnr, 
op  de  voljj:ende  voorwaai-den :  a.  de  <lnni-  der  ojdfidiii;^'  wordt  ^OHtold  oj» 
diie  jiiren ;  h.  hel  d;i,ir<'liji<S(li  (oe/ichl  oj»  de  oph-idinjr,  welke  zal  jdaals 
hehlxMi  in  den  tot  "s!.;inds  I 'Iniileii  niiii  lieliodienden  riilt  inirl  nin.  wordt 
gorej^old  dooi'  don  Directeur  van  eei-s( genoemden  liiin;  r.  voor  ch'  opleiding' 
der  jon<;elieden  wordt  door  den  I>ii-e<teni'  van  "s  Lands  Planlenttiin  in  dienst 
•j^estehl,  op  eene  bezoldiging;  v;in  leii  lioo":  i>  ƒ  ;{()(). —  'h  niajinds.  een  in  de 
ag:ricultnnr  ervaren  deskundij^e,  aan  wien  ook  hel  niloel'enen  van  eenij^ 
toezicht  op  de  leerlingen  builen  de  o])ieidingsuren  wordt  o]»gedi;igen ;  d.  de 
o])leidiug  geschiedt  kosteloos,  de  leerlingen  worden  gratis  voorzien  van 
leermiddelen  en  werktuigen;  e.  aan  hoogstens  tien  der  leerlingen,  wier  ouders 
of  voogden  niet  te  Buitenzorg  of  in  de  naaste  omgeving  dier  plaats  woon- 
achtig zijn,  en  voor  wie  zulks  door  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin 
noodzakelijk  wordt  geoordeeld,  kan  door  dien  Directeur  eene  tegemoet- 
koming voor  kost  en  huisvesting  worden  toegekend  van  niet  meer  dan  ƒ  25. — 
voor  ieder  hunner,  en  verder  ook  eene  vergoeding  van  reiskosten  eenmaal 
voor  eene  reis  van  hunne  woonplaats  naar  Buitenzorg  en  eenmaal  voor  eene 
reis  terug,  volgens  de  4'-  klasse  bedoeld  bij  art.  2  van  het  reglement  in 
Staatsblad  1890  II-  209,  met  dien  verstande  evenwel,  dat  geen  daggelden  en 
verblijfkosten  worden  tegoed  gedaan  en  ook  geen  vrij  vervoer  van  een 
bediende  wordt  toegestaan;  ƒ.  de  leerlingen,  die  de  bij  §  e  bedoelde  tegemoet- 
koming genieten,  staan  ook  buiten  de  opleidingsuren  onder  het  toezicht  van 
een  door  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  daarvoor  aan  te  wijzen 
persoon;  ƒ/.  het  aannemen  en  ontslaan  van  de  leerlingen  geschiedt  door  den 
Directeur  van  's  Lands  Plantentuin;  h.  voor  de  aan  de  proef  verbonden 
uitgaven  wordt  eene  som  van  hoogstens  ƒ  7600. —  's  jaars  beschikbaar 
gesteld,  waaruit  behalve  de  bezoldiging  van  den  bij  §  c  bedoelden  deskundige 
en  de  bij  §  e  bedoelde  te,^emoetkomingen  voor  kost  en  huisvesting  en 
vergoedingen  voor  reiskosten,  moeten  worden  bestreden  de  uitgaven  voor 
leermiddelen,  werktuigen,  schrijf-  en  teekenbehoeften  en  zoo  noodig,  de 
oprichting  van  een  eenvoudig  lokaal. 

Ten  tweede:  Den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  op  te  dragen 
om  tegen  het  eind  van  elk  jaar,  het  eerst  in  1902,  door  tusschenkomst  van 


deu  Directeur  vau  Onderwijs,  Eeredienst  en  Nijverheid,  verslag  uit  te 
brengen  omtrent  den  stand  van  de  in  art.  1  van  dit  besluit  bedoelde  proef 
om  na  drie  jaren,  mede  door  tusschenkomst  van  genoemden  Departements- 
chef,  een  omstandig  rapport  in  te  dienen,  hetwelk  de  noodige  gegevens  moet 
bevatten  voor  het  vellen  van  een  juist  oordeel  over  de  wenschelijkheid  van 
voortzetting  dan  wel  van  staking  der  proef. 

Bij  beschikking  van  30  September  d.a.v.  werd  tot  den  sub  c  bedoelden 
deskundige  aangesteld  de  Heer  F,   I.   H  e  ij  n  i  n  g. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  24  September  1901  11-  33  werd  bepaald 
dat  de  onder  beheer  van  het  boschwezen  staande  aanplantingen  van 
Palaquium  oblongifolium  te  Blaran,  Kemoetoek  en  Sawanggati,  gelegen 
respectievelijk  in  de  districten  Djamboe,  Poerwokerto  en  Adjibarang,  der 
afdeeling  Poerwokerto,  residentie  Banjoemas,  worden  gebracht  onder  beheer 
van  's  Lands  Plantentuin. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  5  October  1901  11-  10  werd  goedge- 
vonden en  verstaan,  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  te  machtigen 
om  aan  de  technische  ambtenaren  van  de  door  hem  beheerde  inrichting 
dienstreizen  op  te  dragen  over  Java  en  Madoera  in  verband  met  hunnen 
werkkring. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  19  October  1901  11-  14  is  de  werkzaam- 
stelling vau  F.  A.  Wouters  bij  de  bergtuinen  te  Tjibodas  verlengd  tot 
ultimo  December  1902. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  24  October  1901  11-  12  is  aan  de  vereeni- 
ging  „O  o  f  t  e  e  1 1"  te  Buitenzorg  eene  subsidie  toegekend  voor  het  jaar 
1902  ten  behoeve  van  een  van  harent  wegen  in  te  stellen  chemisch  onderzoek 
naar  de  bestauddeelen  der  Nederlandsch-Indisehe  vruchten.  Dit  onderzoek 
zal  plaats  hebben  in  een  der  chemische  laboratoria  van  's  Lands  Plantentuin. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  9  November  1901  11-  30  is  de  militaire 
apotheker  der  F  klasse  D''.  W.  G.  Boorsma  nader  tot  ultimo  December 
1902  toegevoegd  aan  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin. 

Bij  Gouvernements  besluit  van  15  December  1901  II-  3  is  met  ingang  van 
20  December  1901  de  tijdelijk  ter  beschikking  van  den  Directeur  van  's  Lands 
Plantentuin  gestelden  opziener  bij  den  dienst  van  het  Boschwezen  J.  L, 
D  o  m  m  e  r  s  teruggeplaatst  bij  zijn  corps  en  met  ingang  van  1  Januari  1902 
benoemd  tot  tijdelijk  opziener  bij  de  Gouvernements  getah-pertja  aanplant 
te  Tjipetir  op  een  bezoldiging  vau  ƒ  200. —  's  maands  en  onder  genot  van 
eene  indemniteit  voor  reiskosten  van  ƒ  50. —  's  maands  en  vrije  huisvesting 
op  het  terrein  van  den  aanplant   A.    F.    de    N  e  v  e. 


8 

Ajiii  licl  <'in<l  <l('Z<'i-  |»;ii;i-,M;i:ir  ditnl  iio;,^  \ »  riiicIdiiiK,  «lal  l'rof.  I »'.  |iliil. 
W.  F.  A.  Z  i  III  111  (.' r  m  u  II  II  in  I  )(rciiilM  r  vjiii  ln-l  sersliigjaar  (leiini'lil  iiii,' 
verliet. 


§  2. 


rUr.LKLVTlES    DKK    INKK'HTINC. 

Van  de  „Anüales  dn  .lai-din  holanninc  de  l'.nilcnzor}^"  vcrHcliccn  in  Im-i 
vorslanjtiar  liet  tweede  stnk  van  deel  il  der  nicnwc  serie  (de<'l   17). 

Deze  afleveriug  bevat: 

A.  Z  im  me  1' m  a  n  n,  Ueber  eini};('  diinli  Tliiere  vernisa»lile  151alt- 
flecken. 

Mevr.  A.  Weber  —  van  B  o  s  s  e,  Etndes  sur  les  Al^ues  de 
1'Archipel  malaisien. 

O.   Penzig,   Beitriige  zur  Konntnias  der  (Jaltnng  Epiiibizanthes  BI. 

L'A  b  b  é  H  u  é,  Lichens  recoltés  k  Java  en  1894—1895  par  M.  J  e  a  n 
M  a  s  s  a  r  t,  I. 

In  de  inleiding  tot  de  eerste  verhandeling  wijst  de  schrijver  er  op,  dat 
terwijl  zooals  bekend  is,  parasitische  schimmels  in  de  troi)en  betrekkelijk 
zeldzaam  zijn,  er  daarentegen  een  zeer  groot  aantal  vlekken  op  bladen 
voorkomen  wier  optreden  aan  dierlijke  planten-vijanden,  tot  verschillende 
families  behoorend,  is  te  wijten. 

Eerst  beschrijft  Prof.  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n  verscheidene  bladvlekken 
door  wantsen  veroorzaakt,  o.  a.  bij  een  aantal  Orchideeën.  In  de  tweede 
plaats  wordt  gehandeld  over  vlekken  bij  Erythrina-soorten  en  bij  Aralia 
Gnilfoylii  door  Cicaden  teweeggebracht  en  ten  derde  over  die  waar  Physa- 
poden  als  de  oorzaak  zijn  te  beschouwen.  Van  deze  laatste  verdienen  de 
vlekken  bij  een  Ficus-soort  speciaal  vermelding,  omdat  de  parasiet  daar 
weefselveran deringen  bij  de  voedsterplant  doet  intreden,  die  eenigszins  het 
karakter  van  gallen  hebben.  Dit  in  tegenstelling  met  de  aanvallen  der 
vooraf  besproken  insecten,  wier  inwerking  zich  bepaalt  tot  het  ontstaan  van 
gangen  tusschen  de  levende  cellen  of  soms  alleen  het  optreden  van  lucht 
in  de  cellen. 

De  vierde  catagorie  betreft  vlekken  door  mijten  te  voorschijn  geroepen, 
bij  Coffea  arabica,  Firmiana  colorata,  Manihot  Glaziovii  en  onderscheidene 
bamboes-soorten,  terwijl  ten  laatste  nog  bladvlekken  bij  eene  Araliacee  van 
den  Pangerango  bespreking  vinden.     Dit  laatste  geval  is  wel  het  merkwaar- 


9 

dijjiste,  aangezien  daar  de  oorzaak  van  het  ziekteverschijnsel  in  de  tegen- 
woordigheid van  Neraatoden  te  zoeken  is,  iets  wat  tot  de  groote  zeldzaam- 
heden  behoort  en  dat,  zooals  de  schrijver  doet  opmerken  alleen  in  een  zeer 
vochtig  klimaat  mogelijk  is. 

Mevrouw  Weber  —  van  Bosse  geeft  in  het  aangegeven  artikel  — 
de  derde  der  „Etudes  sur  les  Algues  de  l'Archipel  malais"  door  de  schrijfster 
in  onze  Annales  gepubliceerd,  uitmakend  —  eene  voorloopige  mededeeling 
over  de  Algologische  uitkomsten  der,  in  alle  opzichten  met  zoo  groot  succes 
bekroonde  ,,Siboga-expeditie". 

Mevrouw  Weber  begint  met  aan  te  geven  hoe  de  Algen-flora  der  zee 
in  de  tropen  in  den  aanvang  niet  aan  de  verwachtingen  beantwoordt  in 
zooverre  de  rijke  wMeren  vegetatie,  waardoor  de  rotsachtige  stranden  der 
koudere  klimaten  zich  kenmerken,  hier  ontbreekt.  Van  de  twee  Algen- 
groepen  die  hoofdzakelijk  in  onze  zeeën  voorkomen,  gaf  de  eerste,  die  der 
Siphoneeën,  een  rijken  oogst  aan  Caulerpa  en  verschillende  Dasyoladieeën 
tot  verschillende  geslachten  behoorend.  De  hoop  om  fructificaties  van 
Caulerpa  te  vinden  werd,  in  weerwil  van  veel  moeite  door  de  schrijfster 
besteed,  niet  verwezenlijkt. 

De  tweede  groep,  die  der  tot  de  Florideeën  behoorende  Corallinaceeën  of 
Kalkalgen  is  veel  sterker  vertegenwoordigd  en  speelt  een  veel  belangrijker 
rol  in  de  tropische  zeeën  dan  men  vroeger  vermoedde.  Met  name  is  dit  het 
geval  met  de  soorten  van  het  geslacht  Lithothamnion  die  uitgestrekte 
banken  vormen,  waarvan  twee  j)hotographiën  de  verhandeling  vergezellende 
een  zeer  duidelijk  beeld  geven.  De  Lithothamnions,  die  gemakkelijk  in 
kleine  stukjes  uiteen  vallen,  dienen  als  een  soort  cement  ter  vereeniging  der 
groote  koraalblokken. 

Een  aantal  nieuwe  soorten  en  geslachten  van  Florideeën  werden  bij 
gelegenheid  der  Siboga-expeditie  aangetroffen,  waarbij  het  opvallende  feit 
werd  geconstateerd,  dat  zij  soms  op  vrij  groote  diepten  —  20,  30  en  zelfs 
op  50  meter  —  voorkomen. 

Behalve  nog  aan  andere  algen  werd  meer  in  het  bijzonder  ook  door  de 
schrijfster  de  aandacht  gewijd  aan  de  pelagische  vormen  (vooral  aan  de 
Coccosphaerae  en  de  Rhabdosphaerae).  Mevrouw  Weber  is  er  in  geslaagd 
de  natuur  der  Coccosphaerae  buiten  twijfel  aan  te  toonen  —  nog  zeer  onlangs 
werden  zij  als  niet  tot  de  algen  behoorend  beschouwd  —  door  de  waarneming 
van  groen  of  geelgroen  gekleurde  zich  deelende  rhromatophoren.  Deze 
waarneming  doet  de  onderstelling  van  een  niet  organischen  oorsprong  der 
coccolithen  te  niet. 


I)('  verhandeling'  cindi;^'!  md  (!<•  dia^rnoscs  vun  diic  nieuwe  Al^en: 
Tydeniiiniii  expodit ionis,  ('<M((»s|diiiei;i  Sibo^jie  en  Dinuphvsis  :ij,'^re^'ata, 
wjiarvan  de  eerste  (ot  een  nieuw  ^^eshnlii  Itdioorl.  welks  naam  is  ontleend 
aan  dien  van  d<'n  roniniandaiit  \aii  de  Silut^M  tijdens  de  fX|)ediiie.  aan  wien 
een  nie(  oidielanj^rijk  deel  der  ei  r  van  liaar  vvidsla^^en,  Kdf^eiis  allei-  oordeel 
toekomt. 

Ilel  ^^eslaclit  lOpiiiJii/.a  lillies,  dat  (»ndei'  een  eeiiiiiszins  anderen  naani 
d<«»i-  i:  I  II  III  e  in  den  eersten  cataNiiiiis  \an  onzen  tuin  weid  (»|i;;r.st<.|(k  teld-- 
vi'oe^M-r  steeds  tot  de  wortelparasieten,  hoewel  daaivoor  ei<renlijk  j^een 
voldoende  j^ronden  aanwezifr  waren.  In  de  eerste  plaats  (o(»iit  nn  de 
s(  hrijver  der  derde  verhaudelin;;  aan,  dat  van  parasitisme  hij  dit  geslacht 
niet  veel  si>rake  kan  zijn  en  het  tot  de  sapro]>hyten  dient  gerekend  te  worden. 
Hel  \(»()rkonien  eener  zeer  sprekende  Mycorrhiza,  zooals  die  hij  verscheidene 
saproph.vten  is  beschreven,  verstrekt  die  meening  zeer.  Trof.  P  e  n  z  i  g 
geeft  verder  aan,  dat  alle  bekende  vormen  Aan  het  geslacht  tot  twee  soorten 
zijn  terug  te  brengen,  namelijk:  E.  eylindriea  BI.  en  E.  elongata  BI.  Van 
beide  soorten  worden  bouw  en  structuur  van  de  verschillende  deelen,  zoowel 
bloemen  als  vegetatieve  nauwkeurig  beschreven  en  afgebeeld. 

De  laatste  verhandeling  eindelijk  geeft  van  de  hand  van  een  zoo 
bevoegd  specialist  als  de  Abt  H  u  e,  eene  opsomming  —  eerste  gedeelte  — 
van  door  den  Hoogleeraai'  J.  M  a  s  s  a  r  t  op  Java  —  en  wel  hoofdzakelijk 
in  en  nabij  Buitenzorg  en  Tjibodas  verzamelde  Lichenen.  Bij  het  meeren- 
deel  der  soorten  worden  aanteekeningen  gegeven  soms  van  zeer  uitvoerigen 
aard,  terwijl  van  een  zevental  nieuwe  soorten  volledige  beschrijvingen 
worden  medegedeeld. 


Van  het  tweede  onzer  wetenschappelijke  tijdschriften,  de  „Icones 
Bogoriensis"  —  zie  het  verslag  over  1899  blz.  12  —  verscheen  in  1901  de 
vierde  aflevering.  Bij  deze  aflevering  zijn  gevoegd  titel  en  inhoudsopgave 
van:  ,,Icones  Bogoriensis  Volume  I  PI.  I — C",  terwijl  bovendien  de  inhouds- 
opgave van  elke  fascikel  afzonderlijk  wordt  gegeven. 

Deze  aflevering  bevat  in  hoofdzaak  alleen  nieuwe  of  weinig  bekende 
soorten  afgebeeld,  waarbij  tegenover  elke  plaat  eene  korte  beschrijving  voor- 
komt zonder  veel  beschouwingen  of  bespiegelingen.  De  meeste  afgebeelde 
planten  werden  door  D"".  S.   H.   K  o  o  r  d  e  r  s  verzameld  op  zijne  reizen  op 


11 

Sumati-a,  Java  eu  Celebes.     De  bijschriften  ziju  van  de  hand  van  D"".  B  o  e  r- 
1  a  g  e,   D^   S.   H.   K  o  o  r  d  e  r  s   eu   ü''.   ïh.   V  a  1  e  t  o  n. 


Van  bet  „Bulletin  de  Tlustitut  botauique  de  Buiteuzoi-g"  verschenen 
n°^  8—11. 

Het  achtste  nummer  bevat  in  de  Duitsche  taal  gestelde  opstellen: 
1".  van  de  hand  van  I>'.  Th.  Va  let  on  over:  die  Arten  der  Gattun- 
geu  Coffea  L.  Prisraatomeris  Thw.  und  Lachnastoma  Kortli.;  2".  vaii 
D"".  F.  W."  T.  H  u  n  g  e  r  over  „die  Oxydasen  und  Peroxydasen  in  der 
Cocosmilch". 

De  verhandeling  van  den  Heer  V  a  1  e  t  o  n  is  het  resultaat  van  het 
onderzoek  van  een  bijzonder  rijke  hoeveelheid  materiaal  van  de  betreffende 
geslachten  dat  aan  schrijver  bij  zijne  bewerking  der  Rubiaceae  ten  dienste 
stond. 

Het  geslacht  P  r  i  s  m  a  t  o  m  e  r  i  s  —  tot  nu  toe  alleen  door  een  enkele 
soort  P.  albidifiora  Thw.  van  het  vaste  land  van  Azië  en  van  Ceylon 
bekend  —  is  op  verschillende  eilanden  van  den  maleischen  archipel  vertegen- 
woordigd door  een  aantal  min  of  meer  uiteenloopende  vormen,  die  door  den 
schrijver  beschouwd  worden  als  variëteiten  van  een  enkele  soort  P.  albidi- 
fiora Thw.  Deze  zijn :  a.  g  e  n  u  i  n  a  onderzoekt  naar  materiaal  van  het 
Khasia-gebergte,  Singapore,  Ceylon  en  Borneo,  door  Korthals  en 
M  i  q  u  e  1  beschreven  als  Coffea  glabra  Korth. :  8.  Fergussonii  Trimen 
van  Ceylon;  y.  b  a  n  c  a  n  a,  de  laatste  door  Miquel  beschreven  onder 
den  naam  van  Coffea  lepidophloia  Miq.  —  niet  lei)idophlaea  zooals  in  het 
bulletin  gezegd  —  en  door  Hor  sf  ie  ld  als  Coffea  neurophylla  Miq.; 
d\  javanica  Val.  door  D"".  S.  H.  K  o  orders  voor  het  eerst  op  Java 
waargenomen  en  beschreven  als  Coffea  lepidophloia  Mi(i. 

Het  geslacht  Lachnastoma  Korth.  wordt  door  schrijver  naast 
D  i  p  1  o  s  p  o  r  a  geplaatst  en  niet  zooals  door  H  o  o  k  e  r  het  eerst 
geschiedde  als  een  ondergeslacht  bij  Coffea  gevoegd.  Het  wijkt  in  de  meest 
kenmerkende  eigenschappen  —  vorm  van  vrucht  en  zaad  —  van  de  Rubiaceae 
af,  heeft  daarentegen  in  habitus  en  eigenschappen  zeer  groote  overeenkomst 
met  D  i  p  1  o  s  p  o  r  a,  waarvan  het  eigenlijk  alleen  in  één  kenmerk,  het 
aantal  eitjes,  afwijkt.  D''.  Valeton  meent  uu  op  grond  zijner  waarne- 
ming dat  de  bewerkers  der  Rubiaceae  aan  dit  kenmerk  ten  onrechte  te  veel 
gewicht  hebben  toegekend.  De  Heer  Valeton  vond  nl.  dat  het  voor- 
komen van  twee  eitjes  in  een  of  in  beide  hokjes  bij  verschillende  soorten 


12 

\'aii  Ij  a  <;  Il  11  a  s  (  o  III  ;i  jiiisl  «^('cii  zcltlzaaiiilii-id  is.  terwijl  hij  Diplos- 
I»  (»  I  a    liet  aanlal  eitjes  zeer  varioorf  (1 — 15  in  eli<   iiokjej. 

Scliiijver  wijst  op  ;.:i(»ii(l  de/ei-  w  aiiiiieiiiiii;,^  o|»  liet  /-eer  Uiiiist  ma  t  i;;e  der 
j^ehiiiikelijke  iKxd'dindeel i iij;  (\i-\-  Kiilii;ii-e;ie  en  (i|i  de  iiioeilijklieid  om  de 
^^roepeii  (\(']'  (iardciiiae  en  ('oCleae  silierp  te  srlieiden.  I']en  \ersrliil  in  h(»nw 
\an  den  slernpc]  l»ij  \-eiS(liiliemle  exemidareii  jieelt  l>'.  \'  a  1  e  t  o  n  aardr-i- 
dinpj  lot  de  v(M'oiiderslelliii<i  dal  altliaiis  (^r'-n  dei'  so<»rten  dimorplie  liloenieii 
bezit  ld.  sommit,M'  met  een  i;ded  (int  w  ikl:elden  (waargenomen  liij  de  meesie 
Aziat  isclK'  en  liij  een  le\ cml  nil  den  liolaniscli'  n  l  nin  alliieri  en  sommi<,n-  iiiet 
een  min  of  meer  jierednceerden  stempel;  zoodat  deze  laatste  cif^euschap 
misschien  ooiv.aak  zonde  Unniioii  zijn,  dal  hij  d<'  oj»  Java  v<M-zanieldr'n  <mi 
Im'1  meorondool  dor  vroepjor  in  's  Lands  Planleninin  ijokweekte  (ixeniplarcn 
no};  nooit  rijpe  vrnchten  zijn  aanjretroffen. 

FTet  oTiderzoek  van  het  «jeslacht  ('offea  had  vooriianudijk  betrekkinj^  op 
de  Aziatische  soorten,  waarvan  de  meest  bekende  vertep,(Miwoordiger  is,  de 
r.  benjjalensis.  Vei-f^elijkinfj  van  eene  fjfroote  hoeveelheid  exemplaren  van 
verschillende  vindplaatsen,  bracht  den  Heer  V  a  1  e  t  o  n  tot  de  eonclnsie,  dat 
er  in  het  vertakkin^jsstelsel,  de  bloei  wijze,  de  8ohntbladei;en,  den  bouw  van 
de  bloem,  vrncht  en  zaad  etc.  j^eojronde  reden  bestaat  de  Aziatische  soorten 
als  ondergeslacht  af  te  scheideji  on  daarvoor  het  door  M  i  o  n  e  1  voor  é6n 
enkele  Javaansche  soort  opgestelde  ondercceslacht  Paracoffea  weder  te  her- 
stellen en  zoo  het  geslacht  Coffea  te  splitsen  in  Paracoffea  en  Encoffea. 
Van  de  door  Froehner  oT)p;estelde  vier  croepen  zon  «^^n  daarvan  de 
,,hirsutae"  j>edeeltelijk  sanionvallen  met  het  onderi^eslacht  Paracoffea  en  do 
•S  andere  samen  met  een  doel  zijner  1''  sectie  hot  ondergeslacht  Encoffea 
vormen. 

In  de  tweede  verhandelinc,'  in  dit  bnlletin  voorkomend  deelt 
D"".  n  n  n  jï  e  r  een  en  ander  mede  over  het  in  klappermelk  voorkomende 
snikerjjehalte  naar  jjclanij  van  den  onderdom  der  cocosvrncliten. 

Bij  het  onderzoek  van  cocosmelk  nit  riipe  versche  vrnrhten  was  het 
schrijver  opcjevallen  dat  de  oxydase-reactie  dikwijls  zeer  onduidelijke 
resultaten  ji^af.  Het  reeds  door  Raciborski  ceopperde  denkbeeld  dat 
de  aanwezigheid  van  rednceerende  lichamen  het  tot  stand  komen  der  reactie 
zoude  bemoeilijken  of  beletten,  leidde  D"".  H  u  n  jr  e  r  er  toe  na  te  <;aan  of 
de  aanwezis:heid  van  suiker  in  de  vloeistof  niet  de  oorzaak  van  het  niet 
gelukken  der  reactie  kon  zijn.  Door  de  cocosmelk  met  een  drievoudige 
hoeveelheid  alkohol  van  95%  te  schudden,  werden  naast  verscheidene  andere 


13 

lichamen  de  oxydeerende  enzymen  neergeslagen.  Door  affiltreering  kreeg 
hij  een  vloeistof  die  F  e  h  1  i  u  g  s-proefvocht  sterk  reduceerde,  doch  geen 
Peroxydase  reactie  vertoonde.  Het  filtraat  daarentegen  vertoonde  wel  de 
intensieve  blauwkleuring  met  een  alkoholische  Guajac-oplossing,  maar  geen 
suiker-reactie.  Door  toevoeging  van  suiker  verdwijnt  de  blauwe  verkleuring 
door  Guajac  teweeggebracht.  Het  toeval  bracht  hem  aan  den  boom  oud 
geworden  klappers,  die  nog  niet  gekiemd  waren,  in  handen.  Het  onderzoek 
der  vloeistof  in  zulke  vruchten  leerde  dat  met  Guajac  alleen  reeds  een 
intensieve  blauwe  verkleuring  werd  verkregen.  Een  spoor  van  suiker  was 
in  die  vloeistof  niet  te  vinden.  Het  blijkt  hieruit  dat  het  suikergehalte  in 
de  klappermelk  varieert  naar  den  leeftijd  der  vrucht. 

Het  negende  nummer  van  het  Bulletin  bevat  een  lijst  van  de  palmen 
in  den  Buitenzorgschen  tuin  groeiende. 

Het  tiende  nummer  bevat  eene  verhandeling  van  Prof.  D^  A.  Z  i  m- 
mermann,  getiteld:  die  tierischen  uud  pflanzlichen  Feinde  der 
Kautschuk-  und  Guttaperchapfianzen.  Gedeeltelijk  uit  de  literatuur, 
gedeeltelijk  op  gi»ond  van  eigen  waarnemingen,  heeft  de  schrijver  in  onder- 
werpelijk  opstel,  alles  bijeengebracht,  betrekking  hebbende  op  dieren, 
insecten  en  plantaardige  organismen,  die  schade  toebrengen  aan  Caoutchouc 
en  Guttapercha  produceerende  boomen  of  die  deze  planten  gebruiken  voor 
hun  voedsel  en  die  onder  bepaalde  omstandigheden  schadelijk  kunnen 
worden.  Een  voor  een  worden  de  verschillende  organismen  kort  beschreven 
en  voor  zoover  noodig  met  een  korte  diagnose  voorzien. 

Het  elfde  nummer  van  het  Bulletin  geeft  een  „Liste  des  families  et  des 
genres  de  plantes  non-herbacées  cultivées  au  Jardin  botanique". 

Een  dergelijke  lijst  verscheen  indertijd  in  het  feestverslag  uitgegeven 
bij  gelegenheid  van  het  75-jarig  bestaan  van  's  Lands  Plantentuin,  bewerkt 
door  D''.  W.  B  u  r  c  k,  met  hulp  van  den  Heer  J.  J.  S  m  i  t  h.  De  voor- 
liggende lijst  is  door  den  Heer  S  m  i  t  h  bijgewerkt  en  up  to  date  gebracht. 
Vooral  voor  de  wetenschappelijke  bezoekers  onzer  instelling  is  zulk  eene 
lijst  van  veel  gemak  en  nut. 

Van  de  „Mededeelingen  uit  's  Lands  Plantentuin"  verschenen  in  het 
verslagjaar  de  volgende  nummers: 

44.  D^  J.  C.  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  g  e  r  en  Prof.  D"".  A.  Z  i  m  m  e  r  m  n  n  n. 
De  dierlijke  vijanden  der  koffiecultuur  op  Java.     Deel  II. 


14 

45.  H.  C  II.  de  B  i  e.  De  landbouw  iU'V  Iiilandsclic  Ix'volking  op 
Java.     Eerste  gedeelte. 

4(>.  ])'■.  A.  W.  N  a  II  II  i  II  ^' a.  Ondcizock  licIrcflVnd**  dt'  bestand- 
<leelen  van  het  theeblad  en  «Ie  v<'i-aini('riiii;(ii.  wrikc  <I('Z('  Htoffcn  bij  de 
labiikatie  ondergaan. 

47.  D^  F.  W.  T.  il  u  II  g  e  r.  Overzicht  d«'r  ziekten  en  beHchadi- 
gingeu  aan  het  blad  bij  Deli-tabak. 

48.  l>^   F.    W.   T.    II  11  II  g  o  r.     Eene  bacterieziekl e  «jri-  (ornaat. 

4!).  Prof.  J)'.  A.  Zimmermann.  Over  het  enten  van  koffie 
volgens  de  methode  van  den  Ueer   D.   B  ii  t  i  n   Schaap. 

5Ü.  D"".  J.  C.  K  o  n  1  u  g  s  b  e  r  g  e  r.  De  vogels  van  -lava  en  hunne 
oocononiische  beteekenis. 

51.  D"".  I.  G.  Kramers.  Derde  verslag  omtrent  de  proeftuinen  en 
andere  mededeelingen  over  koffie. 

J<^venals  gewoonlijk  treft  men  hieronder  korte  overzichten  van  den 
inhoud  der  „Mededeelingen''  aan  bij  de  paragrafen  handelende  over  de 
betrokken  afdeelingen.  Over  de  n°^  XLV  en  XLVIII,  kan  hier  met  enkele 
woorden  het  volgende  worden  bericht. 

De  uitgebreide  kennis  welke  de  Heer  de  B  i  e  zich,  door  langdurige 
ervaring  en  groote  belangstelling,  van  den  landbouw  der  Inlandsche  bevol- 
king op  Java  heeft  verworven,  deden  het  mij  op  zeer  veel  prijs  stellen  dat 
er  door  hem  werd  ingegaan  op  mijn  voorstel  om  zijne  verhandeling  onder 
onze  „Mededeelingen"  op  te  nemen. 

Er  bestond  voor  mij  te  eer  reden  om  dit  voorstel  te  doen,  nu  's  Lands 
Plantentuin  gaandeweg  meer  aanraking  krijgt  met  dien  landbouw,  met  het 
doel  tot  het  geleidelijk  invoeren  van  verbeteringen  bij  te  dragen. 

Het  is  duidelijk  dat  daarbij  een  nauwkeurig  beeld  van  den  tegenwoordig 
bestaanden  toestand  van  groote  waarde  is. 

Verreweg  het  grootste  gedeelte  van  het  l***"  deel  van  het  werk  des 
Heeren  d  e  B  i  e  (het  tweede  deel  zal  in  den  loop  van  1902  mede  als  Nr.  der 
„Mededeelingen"  verschijnen)  handelt  over  den  rijstbouw  en  al  wat  daarbij 
te  pas  komt,  of  daaraan  annex  is. 

Verder  worden  behandeld  een  aantal  „tweede  gewassen",  bij  de 
„polowidjo"-cultuur  gebezigd,  als:  Mais,  Bataten,  Cassave  en  andere  „knol- 
gewassen", Sorghum,  „Terong"  (Solanum  Melongena),  „Lombok"  (Capsicum) 
komkommers  en  het  uitvoerigst  de  verschillende  boonensoorten  (van  de 
geslachten  Vigna,  Phaseolus,  Cajanus,  Prophocarpus,  Voandzeia,  Arachis 
en  Soja).     Ook  bij  de  bespreking  dezer  tweede  gewassen  wordt  er  door  den 


15 

schrijver  niet  alleen  gehandeld  over  de  gewassen  zelven  en  hunne  cultuur 
door  de  Inlandsche  bevolking,  doch  ook  over  de  wijzen  waarop  zij  de  produk- 
ten  er  uit  bereidt  en  aanwendt. 

Aanteekeningen  op  het  in  dit  eerste  deel  behandelde,  zullen  te  gelijk 
met  een  uitvoerig  register  op  het  geheele  werk  aan  het  slot  van  het  ter  perse 
zijnde  tweede  deel  eene  plaats  vinden. 

In  het  48*'*''  nummer  der  „Mededeelingen"  geeft  de  Heer  H  u  n  g  e  r 
een  overzicht  der  door  hem  verkregen  uitkomsten  bij  een  onderzoek  van 
een  bacterieziekte  der  tomaat. 

Uitwendig  openbaart  zich  de  ziekte  door  een  vrij  plotseling  intredend 
verwelken  der  bladen,  weldra  met  den  dood  dezer  organen  eindigend,  terwijl 
geene  middelen,  noch  vermeerdering  van  watertoevoer,  noch  vermindering 
van  transpiratie,  elk  alleen  of  tegelijk  toegepast,  eenige  blijvende  verbete- 
ring in  dien  toestand  kunnen  aanbrengen.  Het  w^ortelstelsel  der  zieke 
planten,  is  slecht  ontvv^ikkeld,  wankleurig,  kwalijk  riekend  en  voorzien  van 
aanzwellingen  of  knobbeltjes. 

Deze  laatsten  worden  veroorzaakt  door  een  der  bekende  „wortelaaltjes" 
Heterodera  radicicola.  Deze  parasitische  Nematode  werkt 
vooral  daardoor  nadeelig,  dat  zij  toegang  geeft  tot  de  bacterie  (Bacillus 
solanacearum).  Uit  proeven  van  den  schrijver  is  namelijk  gebleken,  dat 
deze  bacterie  gave  wortels  van  de  tomaat  niet  kan  binnendringen;  hare 
infectie  is  alleen  mogelijk  door  wonden,  op  welke  wijze  ook  veroorzaakt. 

De  verwelking  en  het  daarop  volgende  afsterven  der  bladen  wordt 
daardoor  verklaard,  dat  de  bacteriën  in  de  vaten  woekerende,  slijmophoo- 
pingen  vormen,  welke  —  te  zamen  met  andere,  secundaire  oorzaken  —  eene 
verstopping  der  vaten  bewerken,  welke  op  hare  beurt  weder  een  onvoldoende 
watertoevoer  naar  de  bovenaardsche  deelen  ten  gevolge  heeft. 

CJit  dit  kort  overzicht  blijkt  reeds  dat  middelen  tegen  de  ziekte  aan  te 
wenden  bijna  uitsluitend  bestaan  in  maatregelen  ter  voorkoming  van 
verwondiniren. 


De  rubriek  „Korte  berichten  uit  's  Lands  Plantentuin  uitgaande  van 
den  Directeur  der  inrichting''  in  deel  12  van  het  tijdschrift  „Teijsmannia" 
houdt  in: 

1.  D^  A.  W.  N  a  n  n  i  n  g  a.  Onderzoekingen  omtrent  de  theefabri- 
catie.     1.     Het  verflenzen. 


16 

2.  D^  A.  W.  Nuiinin;^;!.  OiHlcjzockin^^cn  oiuirnit  de  tlicrfahri- 
ctitie.     2.     FermeDtatie. 

3.  Prol'.  !>''.  A.  Z  i  iii  in  e  r  m  ;i  ii  n.  \'(»nilu(i|)i;;  rapltori  o\('r  eeiie 
nieuwe  koffieziekte. 

4.  D''.    W.    \{.    Tionii»    <l  e    ll:i:is.      Knsila^'e. 

5.  J)'".  VV'.  I\.  'ri<»in|i  (Ie  IIjijih.  I)c  \ (X'dini^swaai'dc  van  in  «It-n 
( •ultuurtuin  Ir 'l'jjkfnincnli  ^n  nlt  i\ct  rdc  en  \an  enkele  in  liel  wild  groeiende 
|)laiiteii. 

(I.  l'rol'.  D'.  A.  Z  i  ni  ?n  e  r  ni  a  n  n.  Over  een  wortelsoliininiel  \an 
(.'()riea  arabica. 

7.  Prol".  IJ'.  A.  \\'.  Z  i  lu  iiMM- UI  a  n  n.  (Jver  boklori-en  nil  Fi<ii8 
elastica. 

8.  \y.  I.  (ti.  Kramers.  J)e  ascb  door  den  Kloet  uitgeworpen  op 
23  Mei  lüül. 

9.  D'.  A.  W.  N  a  n  n  i  n  g  a.  Resultaten  van  bemestingsproeven  in 
theetuinen. 

10.  Prof.  D',  A.  Z  i  m  n\  e  r  ni  a  n  n.  Over  de  Blorokziekte  van  Coffea 
arabiea. 

11.  D^  J.  C.  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  g  e  r.  Onderzoekingen  betreffende  de 
roest/ iekte  in  de  thee. 

12.  D''.  W.  R.  Tromp  de  H  a  a  s.  Over  den  duur  der  kiemkracht 
van  (Jastilloa  elastica. 

13.  D"".  A,  W.  Nanninga.  Onderzoekingen  omtrent  theefabri- 
catie.    2.     Fermeutatie  (vervolg). 

14.  D^  D.  J.  Hissink.  Over  het  gehalte  van  zwavelzuur  (SOg)  in 
de  op  Deli  gebruikelijke  meststoffen. 

15.  D'.  \V.  R.  Tromp  de  Haas.  Uitkomsten  van  enkele  in  1901 
verrichte  aftappingsproeven  met  Hevea  brasiliensis  in  den  Cultuurtuin  te 
Tjikeumeuh  verkregen. 

16.  D^  A.  W.  N  a  n  n  i  n  g  a.  Onderzoekingen  omtrent  de  theefabri- 
catie. 

17.  Prof.  D"".  A.  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n.  Opmerkingen  over  eenige  op 
Koffielanden  van  Oost-  en  Midden-Java  waargenomen  plantenziekten. 

Van  het  eerste,  tweede  en  dertiende  bericht  van  de  hand  van  D^  A.  W. 
N  a  n  n  i  u  g  a  werden  reeds  korte  overzichten  gegeven  in  het  vorig  jaar- 
verslag blz.  230  en  volgende,  waarnaar  verwezen  wordt. 

In  het  derde  bericht  doet  de  Heer   Zimmermann   verslag  over  een 


17 

naai'  Banjoewangi  ondernomen  reis  ter  bestudeering  der  oorzaken  van 
abnormale  verschijnselen  in  koffietakken  in  genoemd  gewest  waargenomen. 
Die  ziekte  is  daardoor  gekenmerkt  dat  in  het  merg,  hout,  cambium  en 
schors  der  aangetaste  takken  bruine  plekken  worden  gevonden.  Op  deze 
plekken  is  het  schorsweefsel  meestal  verdikt  en  in  het  midden  der  zwelling 
vindt  men  een  rond  donker  puntje.  Bij  de  geringste  poging  om  de  aange- 
taste takken  te  buigen,  breken  zij  als  glas  af.  Op  dwarsche  doorsnede 
bleken  de  plekken  door  een  zeer  fijne  streep  met  de  ojjpervlakte  in  verbin- 
ding te  staan,  zoodat  het  voor  de  hand  lag  aan  een  van  buiten  inwerkend 
agens  te  denken.  Daar  tevergeefs  naar  kleine  boorders  of  andere  binnen 
het  aangetaste  deel  levende  diereu  (van  verdachte  schimmels  of  bacteriën 
kon  geen  spoor  worden  waargenomen)  w^erd  gezocht,  werd  het  waarschijnlijk 
dat  de  plekken  door  dieren  met  een  langen  zuigsnuit  voorzien,  worden 
veroorzaakt.  Bij  het  zoeken  naar  insecten  vond  nu  Prof.  Zimmermann 
op  eene  onderneming,  die  in  hevige  mate  was  aangetast,  twee  soorten  van 
wantsen  vrij  verspreid  in  de  tuinen.  De  proeven  met  een  dezer  wantsen,  tot 
het  geslacht  Hypselonotus  (vermoedelijk  Hypselonotus  trigonus  Thunb.) 
behoorend,  gaven  geheel  negatieve  resultaten.  Daarentegen  vielen  die  met 
de  andere,  een  Pentatomus-soort,  genomen  positief  uit.  Eenige  exemplaren 
dezer  wants  (volgens  determinatie  van  D'.  Koningsberger,  Penta- 
tomus  plebejus  Voll.)  met  een  gezonde  koffietak  in  een  groote  stopflesch 
gedaan,  boorden  door  middel  van  hunne  zuigsnuit  gangen  diep  naar  binnen 
en  reeds  op  den  avond  volgende  op  dien  waarop  de  proef  in  gang  was  gezet, 
bleek  het  merg  voor  het  grootste  deel  bruin  van  kleur  te  zijn,  terwijl 
ook  in  cambium  en  schors  talrijke  bruine  plekken  zichtbaar  waren.  Er 
bleef  nog  te  onderzoeken  of  op  bedoelde  onderneming  deze  wantsen  werkelijk 
in  zoo  groeten  getale  aanwezig  waren,  dat  daardoor  de  enorm  groote  ver- 
spreiding der  bruine  plekken  kon  verklaard  worden.  Inderdaad  bleek  dit 
het  geval  te  zijn.  Dat  de  Pentatomus  plebejus  niet  alleen  de  oorzaak  van  de 
hier  bedoelde  aandoening  is,  bleek  bij  een  bezoek  aan  eene  onderneming  in 
Kediri,  waar  een  andere  wants  dezelfde  verschijnselen  teweeg  had  gebracht. 
De  bruine  vlekken  komen  ook  op  Coffea  liberica  voor.  Het  schijnt  dat  in 
tuinen  met  geen  of  weinig  schaduw  de  planten  meer  hadden  te  lijden,  doch 
ook  vond  men  soms  in  tuinen  met  vrij  zware  schaduw  de  planten  het  sterkst 
aangetast.  Naar  de  meening  van  den  schrijver  laten  zich  de  verschijnselen 
op  sommige  ondernemingen  in  het  Kedirische  geconstateerd,  waarbij  ook 
bruine  vlekken  in  de  takken  werden  gevonden,  maar  waarbij  zich  nog 
andere  symptomen  voordeden,  zooals  klein  gegolfd  blad  met  marmerkleur. 
Verslag  van  'slands  plantentuin  1901.  2 


18 

donkerroodachlig  jong  ontHprolon  tojtblad,  knopvoiiniiig,  die  zioli  tot 
sk'iTC'ljes  oiitwiUkeloii,  ovcrvloedij^e  v<»riiiiii<(  vati  iiitlooixTK  van  ijrimaiiv 
en  secundaire  takken,  nid  als  een  j^evolj,'  viin  l'ciilnioiinis  sicl^cn  vfiklart-n. 
MeL  zekerheid  was  Inj  <ifii  l»c|>(rkli-ii  lijd  (]<■  (niacsiic  ci  Mier  niel  uit  ti' 
maken. 

In  Let  vierde  berielit  deelL  D'.  T  r  o  ni  p  de  Jl  a  a  s  «e;!  «n  ander  mede 
omtrent  een  mei  Jira/iliaaiiöcli  gras,  dat  hier  bijzonder  wtli^'  licri,  in  den 
Culluurluin  gehouden  enöilage-proel',  In  Jiel  Jioogsi  en  nieesi  droog  gelegen 
tuingedeelte  werd  een  kuil  gegraven  vun  li  M.  lengte,  1  M.  breedte  en  1  M. 
diepte  en  deze  onder  herhaald  vastlreden  gelijknmtig  opgevuld  met 
±  3Ö0  KG.  gras.  Een  dikke  aardlaag  van  ±  G(>  cM.  dekte  de  hoop,  welke 
ook  nog  voorzien  werd  van  een  atapdak  en  afvoergoten  voor  het  regenwater. 
Zij  werd  van  primo  November  tot  primo  Februari  van  het  volgende  jaar 
aan  zich  zelve  overgelaten.  Op  laatst  genoemden  datum  werd  de  kuil 
geopend,  liet  bleek  toen  dat  het  grootste  gedeelte  beschimmeld  was,  alleen 
de  meest  naar  binnen  gelegen  lagen  hadden  zich  goed  gehouden.  Wat  kleur 
en  geur  aanging  was  het  gras  volkomen  gelijk  aan  soortgelijk  voer  in  Europa 
en  werd  het  door  karbouwen  dadelijk  gegeten.  Analyses  van  het  gras  voor 
en  na  de  inkuiling  toonden  aan  dat  het  gras  na  de  inkuiling  sterk  in 
voedingswaarde  was  achteruitgegaan.  Schrijver  knoopt  aan  het  verslag 
dezer  proef  eenige  beschouwingen  vast  over  het  ensileeren  in  het  algemeen 
en  over  de  resultaten  van  een  dergelijken  proef  in  (Jochin-China  genomen. 

Na  een  korte  excursie  op  het  gebied  der  voedingsleer  en  na  een  korte 
uiteenzetting  der  methode  ter  bepaling  der  voedingswaarden  van  voeder- 
grassen,  geeft  de  Heer  Tromp  de  Haas  in  het  vijfde  bericht  in  tabel- 
vorm de  uitkomsten  der  voedingswaarden  van  in  den  Cultuurtuin  gekweekte 
en  van  enkele  wild  groeiende  grassen,  volgeus  de  methode  van  S  t  u  t  z  e  r 
en  K  ü  h  n  bepaald.  Naar  aanleiding  van  de  gevonden  analysen-getallen 
omtrent  het  verteerbaar  eiwit,  rangschikt  de  Heer  Tromp  de  Haas 
de  door  hem  onderzochte  grassen.  Hier  zij  nog  gereleveerd  dat  het  z.  g. 
roempoet  pait  niet  zulk  een  slechte  grassoort  blijkt  te  zijn,  als  waarvoor  zij 
algemeen  gehouden  wordt. 

Door  een  administrateur  van  een  in  de  Preanger  gelegen  onderneming 
werd  ter  onderzoek  toegezonden  een  koffiewortel  met  de  mededeeling  dat 
een  30-tal  boomen  in  korten  tijd  waren  doodgegaan  onder  de  verschijnselen 


19 

van  geel  worden  en  afvallen  der  bladeren  en  verrotting  van  den  penwortel. 
De  resultaten  van  dit  onderzoek  maakt  het  onderwerp  uit  van  het  zesde 
bericht  van  de  hand  van  Prof.  Z  i  ni  m  e  r  m  a  n  n.  Aangezien  geen  fructi- 
ficatie  organen  kouden  gevonden  worden,  gaf  de  Botanist  van  het 
Proefstation  voor  koffie  aan  de  genoemde  verschijnselen  veroorzakende 
schimmels,  den  voorloopigen  naam  van  zwarte  wortelschiramel  van  de 
Java-koffie. 

Van  de  gewone  wortelschimmel  is  zij  onderscheiden,  daar  zij  geen 
abnorme  verdikking  van  den  penwortel  dicht  aan  den  wortelhals  veroor- 
zaakt. Tusschen  de  in  de  bruine  kurklagen  aanwezige  spleten,  neemt  men 
min  of  meer  breede,  gedeeltelijk  wit,  gedeeltelijk  zwart  gekleurde  strepen 
waar,  die  hun  ontstaan  te  danken  hebben  aan  schimmeldraden,  die  dicht 
door  elkaar  gevouwen,  een  min  of  meer  donker  bruine  kleur  bezitten.  Deze 
draden  bevinden  zich  vooral  in  de  mergstralen  en  in  de  daaraan  grenzende 
cellen  en  vaten.  De  donkere  kleur  der  schimmeldraden  verdwijnt  naarmate 
men  in  lagen  komt  verder  van  de  mergstralen  verwijderd.  Ofschoon  die 
draden  dan  moeilijk  zijn  te  zien,  gelukt  dit  toch  door  behandeling  van  het 
lioutstuk  met  alcohol,  kleuring  met  haematoxvline  en  fixeering  in  Canada- 
balsem. Bij  microscopisch  onderzoek  vindt  men  de  schimmeldraden  bedekt 
met  fijne  korreltjes  oplosbaar  in  zoutzuur,  die  vermoedelijk  uit  een 
Calciumverbinding  bestaan.  Door  de  bekende  Jodium-reactie  kan  men 
gemakkelijk  aantoonen,  dat  door  den  invloed  dezer  wortelschimmel  de  zet- 
meelkorrels,  die  in  groote  hoeveelheid  in  gezonde  wortels  te  vinden  zijn, 
verdwijnen. 

In  het  zevende  bericht  handelt  dezelfde  schrijver  over  een  boktor,  die 
in  Oost-Java  in  Ficus  elastica-aanplantingen  vrij  veel  schade  aanricht  en 
die  noch  identisch  is  met  de  Batocera  Hector,  noch  met  de  Batocera  albofas- 
ciata,  die  beiden  in  de  dadap  worden  aangetroffen.  liet  gelukte  Prof. 
Zimmermann  uit  eenige  larven  het  volwassen  insect  te  kweeken. 
Vermoedelijk  behoort  deze  tot  het  geslacht  Epicedia  (D^  Konings- 
berger). 

In  het  achtste  bericht  deelt  D'".  Kramers  de  resultaten  mede  van 
het  onderzoek  van  eenige  monsters  asch  van  de  uitbarsting  van  den  Kloet 
op  23  Mei  1901  afkomstig  en  toegezonden  met  de  vraag  of  deze  asch  gunstig 
zal  werken  op  den  plantengroei  als  eene  bemesting.  In  dien  zin  is  er  niet 
veel  van  te  verwachten.    Het  is  alsof  men  een  van  de  groote  grauw  gekleurde 


10 

i'otHl)l()kk('ii,  (lic  <)|»  <l<'  iK'lliiigcii  viiii  <l<-ii  |\l(H-(  W'^in-u,  in  ccii  i-ciisiifhtiKO 
liMM'tici*  tol  sl<»l'  ^cshiiiiitl  lil  (i\c|-  (|f  ;t;iii|)laiil  iii^vii  uil  ^^csliooid  luid.  l)il 
^iiiiH  »'ii  itocdcr  \;iii  l:i\;i  \>*\i\\  iiii  \\<'|  de  sloircii  die  Noor  d<-  phiiilt-ii  iioodig 
zij]!,  iiiaiir  eer  dc/.c  iii  voor  df  worlols  opiiccniburcii  noiiii  o\  er;;;»;!!!,  iiioftcn 
d(;  niint'iiiuld('«dlj('s,  \s;i;iiiii  /ij  ^cboiulcn  zijn,  ccrsl  \  fiwccicn  onder  (!♦• 
invvcrkinj^  van  vvalcr  en  \;im  do  oi-giinischc  stonVn  door  <lr  jdantfii  in  do 
l)on\\kniin  \<)oil;;('l>i-a(lil .  Do  pyioxoi-n  on  do  volds|»aat  iiioricn  onst  in 
kh'i  oNcrj^aan  on  naarniati-  //ij  dal  (lo(*ii,  konion  do  kall<,  kali  on/,  trr  l)fsiiiii<- 
kinj^  van  do  i)lanloii\vorlol,s.  Ook  ia  uieL  te  vergeten,  dal  de  asoli  goou 
yi)Oür  van  stikstofverbinding  bevat,  die  iu  uieststofCon  liot  nuM-st  waardevol 
bestanddeel  uitmaakt.  Eveneens  is  de  aseli  natuujlijk  vrij  van  humus  of 
andere  organische  stoffen. 

Van  de  door  D'.  Kramers  onderzcxhte  monsters,  waren  drie 
afkomstig  van  landen  boven  Hlitar,  twee  uit  de  Vorstenlauden  en  een  uit 
Kedoe  (Temenggoeug).  Het  mikroscopisch  onderzoek  der  asch  geschiedde 
door  D"".  Verbeek.  Deze  vond  daarin  pyroxeen,  trikline  veldspaat  en 
magneetijzer,  doch  geen  vulkanisch  glas.  Het  chemisch  onderzoek  levert 
nog  al  groote  verschillen  op,  wat  echter  natuinlijk  is,  daar  de  plaatsen 
waar  de  verschillende  monsters  werden  verzameld,  meer  of  minder  ver  van 
deu  Kloet  af  liggen. 

Het  negende  bericht  geeft  van  de  hand  van  D"".  A.  W.  N  a  u  n  i  n  g  a 
het  2^  verslag  omtrent  de  proeftuinen  (zie  jaarverslag  1899  blz.  156).  Uit 
dit  verslag  blijkt  dat  evenals  het  vorige  jaar  de  bemesting  met  stikstofhou- 
dende  kunstmestsoorten,  behoudens  enkele  weinige  uitzonderingen,  de 
productie  aanmerkelijk  heeft  doen  opvoeren.  Verder  blijkt  uit  eene  verge- 
lijking der  resultaten  gedurende  dit  jaar  verkregen,  met  die  van  het  vorige 
jaar,  dat  behoudens  eenige  uitzonderingen,  de  resultaten  na  de  2''  bemesting 
aanzienlijk  grooter  geweest  zijn  dan  na  de  eerste  bemesting,  hetgeen  moet 
worden  toegeschreven  aan  indirecte  nawerking,  die  vooral  bij  de  organische 
mestsoorten  (bloedmeel,  boengkil,  guano)  duidelijk  iu  het  oog  valt.  (Zie  ook 
het  IX''  verslag  omtrent  de  onderzoekingen  betreffende  op  Java  geculti- 
veerde theeën  opgenomen  ouder  de  bijlagen). 

In  het  tiende  bericht  deelt  Prof.  Zimmermann  het  een  en  ander 
mede  over  de  blorokziekte.  Als  kenmerkend  voor  deze  ziekte  geldt  dat  de 
oudere  bladeren  in  een  gedeelte  der  oppervlakte  hun  groene  kleur  verliezen 
en    een    geel    gemarmerd    of    wolkachtige    teekening    vertoonen.     De    zoo 


21 

geteekende  bladeren  blijveu  echter  langen  tijd  aan  de  hoornen  vastzitten, 
zoodat  men  hier  niet  eenvoudig'  met  een  symptoom  van  het  afsterven  der 
bladeren  te  doen  heeft.  Bij  aanwending  van  geringe  vergrooting,  ziet  men 
dat  in  de  verkleurde  gedeelten  de  oppervlakte  van  het  blad  iets  onder  het 
niveau  van  de  omgeving  is  gedaald.  Bij  nader  onderzoek  blijkt  dat  de 
wanden  van  de  opperhuid  geheel  onbeschadigd  zijn.  De  cellen  van  de 
opperhuid  echter  zijn  afstervende  en  verliezen  zooveel  celvocht,  dat  de 
buitenwand  inzakt.  De  inhoud  der  zieke  cellen  wordt  meer  of  min  donker 
bruinachtig  en  fijnkorrelig  en  de  cellen  die  dicht  bij  de  afgestorven  cellen 
zijn  gelegen,  bezitten  een  geel  gekleurd  melksap. 

Schrijver  deelt  een  en  ander  mede  over  het  verschijnsel  van  het  zich 
geel  kleuren  van  het  celsap  door  ouderdom,  door  ch(Miiische  middelen 
(vooral  alkalisch  reageerende  stoffen).  In  de  nervatuur  van  het  blad  valt 
niets  abnorms  waar  te  nemen,  en  het  bladmoes  vertoont  weinig  afwijkende 
verschijnselen. 

In  de  Blorokzieke  bladeren  werden  geen  parasitaire  organismen  van 
welken  aard  ook  gevonden.  Prof.  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n  mocht  het  niet 
gelukken  de  oorzaak  der  ziekte  o])  te  sporen.  Hij  helt  tot  de  meening  over, 
dat  men  hier  evenals  bij  de  mozaiekziekte  der  tabak  met  een  contagium 
fluidum  te  doen  heeft. 

Ten  vervolge  op  het  bericht  in  de  11^  jaargang  van  T  e  v  s  m  a  n  n  i  a 
(zie  vorig  jaarverslag  blz.  M\),  bespreekt  D"".  J.  C.  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  ge  r 
in  het  elfde  bericht  de  uitkomsten  zijner  nadere  onderzoekingen  betreffende 
de  roestziekte.  Achtereenvolgens  behandelt  de  chef  der  X^'  afdeeling  het 
volwassen  insect,  de  wijze  van  beschadiging,  de  eieren  en  de  larven,  de 
bestrijding.  Schrijver  komt  tot  de  volgende  voor  de  praktijk  belangrijke 
conclusies:  1".  dat  het  mogelijk  is  op  een  daartoe  geschikt  oogenblik,  door 
een  groeten  en  zoo  noodig,  algemeenen  snoei  de  roest])laag  der  theeheester 
meester  te  worden;  2°.  dat  het  mogelijk  is,  bij  eene  goede  organisatie,  de 
plaag  meester  te  blijven;  8°.  dat  de  hierdoor  noodzakelijke  uitgaven  na 
eenigen  en  waarschijnlijk  in  de  meeste  gevallen  zeer  korten  tijd,  door  de 
verhoogde  ])roductie  worden  goed  gemaakt. 

In  een  kort  twaalfde  bericht  deelt  D"".  W.  R.  T  r  o  m  ]>  de  Haas 
mede,  op  grond  van  door  hem  genomen  proeven,  dat  het  mogelijk  is  zaden 
van  Castilloa  elastica  gedurende  vier  weken  hun  kiemkracht  te  doen 
behouden,  door  de  versch  geplukte  zaden  van  het  vruchtvleesch  te  ontdoen, 


22 

en  ze  in  /eer  lijn   linntHkoolpocdcr  in  <cn  (ir<i;4»'  flcsdi   losjes  ^'csloien,  op 
te  bewaren. 

Een  kort  rcIciJial  \an  licl  vccrlienik,'  Ijcridit  van  di-  iiaml  \aii  I)  .  I).  J. 
11  i  8  8  i  n  k   7A'\Ï  wordt  gevonden  aan  het  slot  van  §  10. 

In  hel  \ijriiciMl<'  hriidit  drcK  I )''.  W'.  IJ.  1' r  o  iii  p  de  1 1  a  a  .s  <'cn 
en  andei-  mede  omtrent  de  nitkomsten  van  aftapiiinf^siiioevcn  met  Hevea 
brasiliensis,  volpens  de  methode  van  P  a  r  k  i  n.  Schrijver  l)eschrijft  in 
(If'^ails  de  {gevolgde  werk^vijze  »»ndei-  opgave  van  alle  oniHtandii>;h('d<'n,  waar- 
onder de  proeven  plaats  hadden.  Zoo  heeft  de  weiTSjjesteldhcid  een  giooten 
invloed  op  de  opbrengst.  De  verkregen  nitkomsten  geven  den  schrijver 
aanleiding  tot  de  opmerking  dat  voor  de  beoordeeling  der  i-es'illalen  dei- 
af  tapi>ingsproeven,  de  gewone  wijze  van  opbrengstbepaling  nl.  door  een- 
voudig aan  te  geven  dat  de  boom  getapt  werd  —  zonder  juiste  opgave  van 
de  wondafmetingen  en  de  afstanden  van  dezelve  —  en  daarna  het  verkregen 
product  gewogen,  nauwkeurige  vergelijkingen  niet  toelaat. 

Daar  de  melksap-voerende  vaten  voornamelijlc  in  den  liast  zetelen,  zoo 
meent  de  Heer  Tromp  de  Haas.  dat  er  zeker  verband  bestaat  tnsschen 
het  bastoppervlak  van  een  boom  en  de  hoeveelheid  daaruit  te  winnen 
caoutchouc.  Zich  hierop  baseerende  stelt  schrijver  voor  om  als  maatstaf 
voor  laatstgenoemde  fe  gebruiken  de  hoeveelheid  caoutchouc,  welke  bij  een 
bepaalde  wijze  van  tappen  uit  1  M-.  van  het  voor  aftapping  in  aanmerking 
komende  bastoppervlak  kan  w-orden  verkregen.  De  doelmatigheid  van 
bedoelden  maatstaf  wordt  door  een  aftappingsproef  verduidelijkt.  Dank  zij 
dien  maatstaf  heeft  men  een  middel  om  met  grooten  grond  van  nauw- 
keurigheid saprijke  boomen  van  minder  waardige  te  onderscheiden,  wat 
voor  de  praktijk  van  belang  is. 

Aanleiding  tot  het  zestiende  bericht  was  een  bezoek  door  Prof.  D"".  A. 
Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n  na  afloop  van  het  vierde  koffiecongres  aan  verschillende 
koffielanden  gebracht.  De  ter  plaatse  gedane  observaties  van  nieuwe  of 
onvoldoend  bekende  ziekten  en  plagen  in  de  koffie  en  in  sommige  andere 
cultuurplanten  op  die  landen  als  bijcultures  geteeld,  konden  door  een  kort 
daarop  gevolgd  vertrek  van  den  schrijver  naar  Europa,  niet  door  de  noodige 
onderzoekingen  in  hel  laboratorium  woorden  aangevuld  en  afgesloteu.  Van 
koffieziekten  deelt  de  Heer  Zimmermann  een  en  ander  mede  over  de 
Amerikaansche  bladziekte,  over  de  X-boorder  van  de  Java-koffi»\  Pentatoma 


25 

plebeja,  Tetranyehus  biociilatus,  de  spinnenwebziekto,  de  schimmelziekte 
van  Coffea  liberica.  Van  de  ziekten  In  de  thee  worden  besproken,  die  ver- 
oorzaakt door  myten,  door  Heterodera,  verder  de  Golletotriohum-ziekte. 
Van  ziekten  in  de  peper  deelt  schrijver  zijne  bevindinc!;en  mede  over  de 
schimmelziekte,  wortelziekte  en  verschillende  bladziekten.  Het  bericht 
wordt  besloten  door  eenige  opmerkingen  van  ziekten  in  de  nootmuskaat  en 
kapok  voorkomende. 


Ter  Landsdrukkerij  verscheen  van  den  Catalo<ïus  Plantarum  Phaneroga- 
marum  quae  in  horto  botanico  Bogoriensi  coluntur,  herbaceis  exceptis, 
fascicnlus  II,  Fam  XI  Hypericaceae,  Fam  XV  Ancistrocladaceae,  auctore 
J.    G.    Boer  la  ge.     (Verg.  vorig  jaarverslag  blz.  21). 

Op  het  topographisch  bureau  verscheen  een  door  T)"".  D.  J.  H  i  s  s  i  n  k 
vervaardigde  „Landbouwkaart  van  Deli",  waarvan  de  toelichtende  text  in 
brochurevorm  op  de  drukkerij  der  inrichting  werd  uitgegeven. 

§3. 

1«  AFDEELING  DER   INRICHTING. 

(HERBARIUM    EN    MUSEUM). 

Door  het  vacant  blijven  der  betrekking  van  Adjunct-Directeur,  Chef 
dezer  Afdeeling  valt  er  over  het  afgeloopen  jaar  niet  veel  belangrijks 
te  vermelden. 

De  ambtenaar-kruidkundige  van  de  7®  Afdeeling  had  de  welwillendheid 
bij  het  determineeren  der  collecties  van  de  bosch-boom flora  van  Java  tevens 
eenig  materiaal  uit  verschillende  families  van  het  Algemeen-  en  Tuinher- 
barium  op  naam  te  brengen,  terwijl  de  Directeur  van  den  Botanischen  tuin 
te  Sydney  ons  een  revisie  van  de  door  wijlen  D"".  B  o  e  r  1  a  g  e  bewerkte 
Eucaly])tus-soorten  uit  den  bergtuin  te  Tjibodas  toezond.  Vnn  den  Heer 
Max  Fleischer,  belast  met  het  samenstellen  van  een  overzicht  der  op 
West-Java  voorkomende  bladmossen  ontving  onze  Afdeeling  een  3-tal  porte- 
feuilles met  door  hem  gedetermineerde  soorten. 

Evenals  ten  vorigen  jare  werd  met  het  rangschikken  van  het  Herbarium 
Generale  volgens  den  Index  Kewensis  geregeld  voortgegaan  en  werden  de 
tuin-  en  andere  registers  op  de  gebruikelijke  wijze  bijgehouden.  Op  ver- 
schillende plaatsen  in  den  tuin  werd  materiaal  ingezameld,  hoofdzakelijk 
ter  completeering  van  het  Herbarium  Horti,  waarbij  het  Inlandsch  personeel 
den  Conservator  assistentie  verleende,  terwijl  eveneens  ouder  diens  leiding 


zorg  werd  gedragen  voor  het  sublimatieercu,  opplakkeu  en  sdioonlionilen 
der  collcfties.  De  Inlaiulsclic  (cckciuiai'  dfzcr  Afdfcling  \»Mva;ii«li},r(|(' 
onder  toezicht  van  den  anilt(('ii;i;ii-  lunidkiuMlijif  «Ier  7'  A  t(l(M-lii)<r  (•«•n  aanlal 
welgeslaagde  teekeningen. 

Door  aankf)()|i  wci'dcii  weder  ccni^c  klciiH-re  viliiiu's  Ncikicj^cii.  zoodiit 
in  de  gi'oote  nniseiiin/.aal  llians  oud*-!'  elk  raam  zulk  ccn  lc<;kast  }::e|daat8t 
is.  De  achterkaniei'  van  den  i-eehtorvleugel  in  liet  niiisenin<,'eh(ni\v  weid  in 
tweeën  verdeeld,  waardoor  twee  appai'tenienlen  disitonihel  kwain«-n, 
waarvan  het  een  als  werkvertrek  van  den  niantri  en  den  scliiijver  diensl 
doet,  terwijl  het  andere  gereed  ;;eli<»n(l<ii  wordt  vooi-  eNcntnedc  assist(Miten 
of  bezoekers.  Voorts  wei'den  nog  een  ])aar  denren  dooi-  rainen  vervangen 
en  in  de  vestibnle  de  steenen  vloer  geheel  vernieuwd. 

Behalve  de  hierboven  reeds  genoemde  eollectie  Musci  fioiid<isi  \aii  d<n 
Heer  Max  Fl  ei  se  her,  verkreeg  het  llerbariinn  en  Mnsemii  d(»or  aan- 
koop een  300-tal  herbarinni-speciniina  nit  de  kolonie  Eritrea  in  Ahyssinië  ver- 
zameld door  Prof.  S  e  h  w  e  i  n  1"  n  r  1  h  te  Berlijn  (mi  biaclil  de  eiève-niantri 
J  a  h  e  r  i  een  herbarium-collectie  van  ongeveer  250  soorten  op  het  eiland 
Nieuw-Gninea  bijeen. 

Overigens  ontving  onze   Af  deeling   nog   eenige   fossile   bladgedeelten, 
afkomstig  van  het  land  Bolang  nabij  Bnitenzorg,  ten  geschenke  van  D"".  Hj. 
Jensen    en  verrijkte  de  Directeur  van  den  Botanischen  liiin  (e  ('alcutta 
onze  collecties  met  een  225-tal  herbarium-specimina  uit  Britsch-lndië. 
Verzonden  werd  het  volgende: 

Tuinherbarium  betrekking  hebbende  op  de  tweede  aflevering  van  den 
nieuwen  Catalogus: 

aan  's  Rijks-Herbarium  te  Leiden 221  exemplaren; 

„     den  Botanischen  tuin  te  Kew 164  „  ; 

»       „  „  „      „  Calcutta 139  „  ; 

»      „  „  „      „  Berlijn 125  „  ; 

„      „  „  „      „  Melbourne 109  „  ; 

en  vervolgens: 

Aan  Mejuffrouw  M.  E.  A  p  o  1,  onderwijzeres  te  Echt  (Limburg), 
herbarium  van  86  verschillende  medicinale-  en  cultuurplanten. 

Aan  den  Heer  E.  A.  A.  G  o  b  é  e,  leeraar  aan  de  H.  B.  school  te 
Semarang,  herbarium  van  54  verschillende  cultuurplanten. 

Aan  den  Directeur  van  het  Koloniaal  Museum  te  Haarlem  een  groote 
hoeveelheid  herbarium  en  vruchten  op  spiritus  van  Kruidnagelen,  Koffie, 
Peper,  Timboel,  Mangga  en  Peteh. 


28 

Aan  deu  Directeur  van  den  Botanisclien  tuin  te  Sydney,  lierbarium  van 
62  Encalyptus-soorten. 

Aan  den  Heer  A.  C  F  r  u  ij  s  van  der  Hoeven  te  Sidoardjo, 
herbarium  van  98  cultuurplanten. 

Aan  Prof.  O.  Beccari  te  Florence,  lierbarium  van  23  Dryobalanops- 
en  Palaquium-soorten. 

§4. 

2<'   AFDEELINtJ    DER    INRICHTING. 

(BOTANISCHE  LABORATORIA). 

a.     Het   Botanisch   Station. 

Het  aantal  bezoekers,  welke  in  dit  verslagjaar  van  het  vreemdelingen 
laboratorium  gebruik  maakten,  bedroeg: 

tien  hiervan  waren  in  het  vorig  verslagjaar  reeds  werkzaam  de  Heeren : 
Prof.  D^  E.  H  a  e  c  k  e  1  uit  Jena,  D^  E.  P  a  1 1  a  uit  Graz  en  de  Abt 
Legrè  uit  Marseille,  terwijl  bij  het  einde  van  dit  verslagjaar  de  HH. 
D"".  S  p  i  r  e,  D"".  D  i  e  r  c  k  s  e,  D"".  Lang  en  Prof.  V  o  1  k  e  n  s  nog 
alhier  verbleven.     Omtrent   D'".    Pedaschenko   zie  men  §  12. 

Omtrent  de  werkzaamheden  der  overige  bezoekers,  die  in  den  loop  van 
het  verslagjaar  Buitenzorg  verlieten,  kan  hier  het  volgende  worden  mede- 
gedeeld op  grond  der  aanteekeningen  door  die  bezoekers  zelf  in  ons 
Laboratorium-album  geplaatst. 

Prof.  E.  H  a  e  c  k  e  1  uit  -lena.  had  als  een  der  voornaamste  themata 
voor  studie  tijdens  zijn  verblijf  alhier  uitgekozen  de  studie  van  het  zoet- 
water-plankton op  Java.  Hij  hield  zich  verder  onledig  met  het  maken  van 
afbeeldingen  van  interessante  vormen  voor  zijn  werk  .Jvunstformen  der 
Natur".  De  gunstige  gelegenheid  alhier  werd  verder  nog  benut  om  eenige 
waarnemingen  te  doen  op  het  gebied  der  embryologie  van  wervel-  en  geleede 
dieren  en  materiaal  te  verzamelen  voor  het  Zoölogisch  Instituut  te  Jena. 

D"".  E.  Pal  la  uit  Graz,  welke  drie  maanden  te  Buitenzorg  verbleef 
hield  zich  hoofdzakelijk  bezig  met  de  studie  en  systematiek  van  enkele 
cryptogamen-families. 

D"".  A.  W.  N  i  e  u  w  e  n  h  u  i  s.  welke  na  zijne  laatste  Borneo-reis 
gedurende  5  maanden  te  Buitenzorg  verbleef,  beun  tl  e  deze  gelegenheid  om 
in  het  laboratorium  alhier  een  huidziekte  te  bestudeeren  wier  oorzaak  (»eTi 
schimmel  is  (Tinea  albigeiia).  welke  woekeringen  in  voetzool  en  hand])alni 
te  voorschijn  roept. 


2fi 

de  Abt  Legrè  uit  MarHcillc  vcrbN'cf  zeven  riKiaiiden  alhier  en  wijdde 
in  (Ie  eerste  plaatn  zijn  aandjidil  ;i;in  de  nioiiilioloj^ie  <h-r  Ijjinen  en  \an 
verschillende  «gedoomde  organen.  Ile(  s[»athnin  bij  de  Aroideeën  leverde 
verder  een  onderwerp  van  studie  op,  waarvan  een  rijkelijk  materiaal  Ier 
verder  onderzoek  kon  worden  {geprepareerd  en  niederjenonien. 

Baronnesse  D'.  M  a  r  ^'.  v  o  n  U  e  x  k  li  1  i  v<Ml)leef  i  nim  /j-ven  maanden 
(e  Buitenzorg.  Het  hoofdthema  van  liar-e  onderzoekin^n'n  vormde  het  ondei-- 
zoek  der  extra  florale  suiker-seeerneerende  (tinaiicn  mcf  Itehekkin;,'  tot  de 
dieren  welke  deze  bloemen  bezoeken,  speciaal  mieren,  hi  afwijking  van 
andere  waarnemingen  kon  «^een  bescherming  der  bloemen  door  mieren  fegen 
schade  van  hommels,  wespen  enz.  geconstateerd  worden. 

Tot  een  antomisch-biologisch  omlerzoek.  gaf  de  verspreidingswijze  der 
vruchten  van  Thuarea  sarmentosa  aanleiding,  terwijl  verdei-  cauliflorie  en 
nyctitropische  bewegingen  van  bloemen.  Avelke  de  autogamie  begunstigen 
werden  bestudeerd. 

D"*.  S.  L.  Schouten  verbleef  van  23  Juli  tot  25  November  te  Bui- 
tenzorg daartoe  in  staat  gesteld  door  eene  subsidie  uit  het  Buitenzorg- 
fonds.  Behalve  een  algemeene  studie  der  tropische  natuur  werd  door 
D^  Schouten  meer  in  't  bijzonder  de  aandacht  gewijd  aan  reinkulturen 
van  Algen,  de  biologie  van  parasitaire  schimmels,  waartoe  een  schimmel- 
ziekte  bij  Corchorus  capsularis  de  gelegenheid  aanbood  en  ten  slotte  aan 
het  ontstaan  van  sprongvariaties  bij  lagere  organismen  i.  h.  b.  Rhizopus 
Oryzae  Went. 

&.    Het  laboratorium  van  den  Chef  der  Afdeeling. 

Een  voornaam  deel  der  bezigheden  van  den  Chef  dezer  Afdeeling  werd 
ingenomen  door  de  voortzetting  der  studie  van  de  ziekten  in  het  rijstgewas. 
Het  locaal-onderzoek  der  ziekten  nam  daarbij  noodzakelijker  wijze  een 
groot  deel  van  den  beschikbaren  tijd  in  beslag  en  werd  daarbij  in  de  eerste 
plaats  de  aandacht  gewijd  aan  de  ,,ömö  mentèh"  iti  de  rijst.  Het  optreden 
dezer  ziekte  kon  hier  en  daar  worden  nagegaan  en  materiaal  worden  ver- 
zameld voor  verder  onderzoek  te  Buitenzorg.  de  hier  achter  volgende  reis- 
verslagen geven  de  verschillende  bijzonderheden  over  dit  locaal-onderzoek, 
zoodat  daarna  mag  verwezen  worden. 

Het  onderzoek  te  Buitenzorg  bracht  aan  het  licht  dat  de  schade  door 
„ömö  mentèk"  aan  de  rijstplant  veroorzakt  in  de  eerste  plaats  is  te  zoeken 
in  het  wortelstelsel ;  zonder  uitzondering  kon  bij  het  materiaal  te  Pekalougan 
en  in  de  Vorstenlanden  verzameld  de  aanwezigheid  in  het  wortelstelsel 


27 

worden  geconstateerd  van  een  rijstaaltje  Tylenchus  Oryzae.  Een  voorloopig 
onderzoek  van  D^  S  o  1 1  w  e  d  e  1  in  1887  en  gepubliceerd  in  het  Jaarver- 
slag van  het  Proefstation  Midden-Java  1887  gaf  ook  reeds  de  aanwezigheid 
dezer  parasiet  aan  in  de  wortels  van  zieke  rijstplanten. 

Ter  meerdere  bevestiging  van  de  nieening,  dat  in  deze  parasiet  „het 
rijstaaltje"  de  oorzaak  der  ömö  mentèk  is  te  zoeken,  werd  aan  den  Chef  dezer 
Afdeeling  opgedragen  een  onderzoek  in  te  stellen  in  Madioen,  Semarang  en 
Kedoe  (zie  reisverslag).  Het  onderzoek  van  het  aldaar  verzamelde  materiaal 
deed  ook  bij  deze  zieke  planten  overal  het  rijstaaltje  vinden.  Nadat  dus 
de  vermoedelijke  oorzaak  dezer  ziekte  was  vastgesteld  moest  nog  door 
infectie-proeven  getracht  worden  het  definitieve  bewijs  te  leveren.  Deze 
werden  te  Buitenzorg  ingesteld;  de  gelden  voor  den  bouw  van  hiertoe  benoo- 
digde  cultuurbakken  enz.  werden  door  den  Directeur  van  het  Departement 
van  Binnenlandsch  Bestuur  beschikbaar  gesteld.  De  uitslag  dier  infectie- 
proeven  was  van  dien  aard  dat  kon  worden  overgegaan  tot  een  publicatie 
van  een  voorloopig  rapport  over  de  ,.ömö  mentèk'',  welk  nog  vóór  het  einde 
van  dit  verslagjaar  persklaar  was. 

Het  onderzoek  dezer  ziekte  is  hiermede  nog  geenszins  afgesloten,  niet 
alleen  dat  nog  meerdere  proeven  te  Buitenzorg  noodig  zijn  voor  de  kennis 
van  levenswijze  en  levensgeschiedenis  van  de  parasiet  in  verband  met  de 
bestrijdingsmaatregelen,  maar  ook  locaal-onderzoek  zal  nog  noodig  zijn  om 
na  te  gaan  welke  omstandigheden  de  verspreiding  en  het  optreden  bij  de 
cultuur  in  het  groot,  deze  „ömö  mentèk"-ziekte  kunnen  bevorderen  of  tegen- 
gaan. 

Het  bleek  reeds  dat  een  groot  deel  der  sawah's  op  Midden-Java  besmet 
is,  tevens  bleek  echter  dat  het  meestentijds  met  plaatselijke  gebruiken  of 
toestanden  samenhing  of  deze  mentèk-ziekte  al  of  niet  zulk  eene  uitbreiding 
kon  verkrijgen  dat  de  rijst-oogst  op  de  geïnfecteerde  sawah's  gevaar  liep  te 
mislukken. 

Als  resultaat  der  voorloopige  onderzoekingen  mag  echter  hier  reeds 
gemeld  worden  dat  het  reeds  bleek  dat  de  ziekte  bestreden  kan  worden  en 
haar  gevaarlijk  karakter  kan  verliezen  mits  daartoe  de  noodige  maatregelen 
kunnen  genomen  worden,  wat  voorshands  niet  overal  even  gemakkelijk  zal 
kunnen  plaats  vinden. 

Behalve  deze  dienstreizen  voor  het  onderzoek  der  ziekten  in  het  rijst- 
gewas  werd  aan  den  Chef  dezer  Afdeeling  opgedragen  een  bezoek  te  brengen 
aan  Deli  (Sumatra's  Oostkust),  waaromtrent  het  bijgevoegde  reisverslag 
nadere  inlichtingen  geeft. 


28 

Enkele  oiMlciiH'iiiiiij^cii  iii  de  l»iiiiil  \;iii  [{iiileii'/.or-;,'  weiden  iu><^  liezocht 
iijiar  ;i;inlei(liii}4  \;ui  iii^'e/ondeii  iii;ileii;i;i  I  \;iii  zieke  ciilhiniiilaiiten.  (erwijl 
liot  iioodiji  werd  ^(Mxd-deeld  den  A  rdeclinusclicr  op  Ie  draj^eii  een  locaal 
onderzoek  in  te  s(eller)  naar  lie(  vooi'koinen  \;iri  sercli  /iekle  in  d<'  siiiker- 
i'iot-uan plantin jifcn  in  de  ald.  Soekahoemie  en  r.andon^,  waaihij  in  eerst- 
fjenoemdo  afdoeling  «-en  \  rij  hevi;^  optroden  \an  sereh-ziekte  werd  jjecon- 
stateerd. 

Gedurende  het  af'jeloopen  verslap;jaai-  weiden  21  aaiivra;ren  om  advie.s 
injjezonden  over  plantenziekten,  benevens  liel  noodi^^e  onderz(»eking8-mate- 
riaal.  In  de  meeste  ^eA^allen  kon  de  ziekte  oorzaak  «^econsfateerd  worden 
en  omtrent  de  mate  van  {jjevaar  voor  nitl»reidiTi<:  of  wel  omtient  de  toepas- 
sing; van  bestrijdinjTS-maatrejjeleii  ad\ies  worden  veistrekt.  ()]>  eenijje  zeer 
W(Mni^(»  ui(z()iid(M-iii^('n  na  waren  de  iiiii(Z(»n<len  planten  ziekten  at'koinstij; 
van  ondernemin}.';eii  <»nde!-  Knrttpeescli  helieei-  en  lictrof'fen  In-i  cnltniirijewas- 
sen  voor  de  Enro])ees<'l»e  markt  bestemd.  Ziekten  in  ile  cnltures  der  bevol- 
kinjï,  die  zonder  eenifjon  twijfel  vrij  \<'elvnldiu  vooi-komen  en  sehade  aan- 
richten, werden  sleclits  een  paar  malen  ter  kennisse  «icbi-aelit.  No<,qnaals 
moge  er  dus  opgewezen  geworden  <»]»  lietu:epii  liiei-omticnt  i-eeds  in  het  voor- 
gaande jaarverslag  (zie  ])ag.  32),  weid  medegedeeld. 

Nieuwe  of  nog  niet  beschreven  ])laiitenziekten  weerden  niet  ingezonden. 
Voor  zoover  daartoe  tijd  beschikbaar  was,  werd  voortgegaan  met  het 
anatomisch-onderzoek  van  de  rijst-  en  verschillende  kiem-proeven  met  padi- 
variëteiten  ingesteld. 

In  het  begin  van  dit  verslagjaai-  kon  worden  aangevangen  met  geregelde 
meteorologische  waarnemingen,  waartoe  de  noodige  instrumenten  in  een 
afzonderlijk  daartoe  ingerichte  ruimte  wei-den  opgesteld. 

Den  O''''"  November  werd  de  leeszaal  in  gebruik  gesteld  en  mocht  zich 
aanvankelijk  in  een  druk  bezoek  verheugen. 

De  toestand  van  gebouwen  of  inventaris  geeft  geen  aanleiding  tot 
bijzondere  opmerkingen. 

RAPPORT  over  een  dienstreis  naar  de  resideutiën  Pekalongan  en  Sema- 
rang  van  19  Februari  tot  5  Maart  1901  door  den  Chef  der 
2^  Afdeeling  van  's  Lands  Plantentuin. 

Op  mijne  doorreis  naar  Pekalongan  bezocht  ik  te  Semarang  zijnde  den 
Resident  en  verzocht  ZHEdG.  voor  mij  inlichtingen  in  te  winnen  omtrent 
het  voorkomen  van  padi-ziekten  in  zijn  gewest,  opdat  ik  bij  terugkomst  te 
Semarang  mij  onmiddellijk  ter  plaatse  zoude  kunnen  begeven. 


Den  22^*''°  Februari  arriveerde  ik  te  Pekalongan  en  ontving  aldaar  reeds 
onmiddellijk  bericht  van  den  Controleur  van  Batano^,  dat  zidi  hier  en  daar 
in  deze  afdeeling  ziekte  op  de  sawah't»  vertoonde.  Den  volgenden  dag  begaf 
ik  mij  dus  uaar  Batang  en  bezocht  in  gezelschap  \un  den  Controleur  den 
Heer  H.  Ch.  A.  Boublon  enkele  sawah's  in  de  omgeving  der  kota. 
Eenige  sawah's  in  de  buurt  der  suikerfabriek  Kalimati  vertoonden  in 
geringe  mate  verschijnselen,  welke  eenige  overeenkomst  vertoonden  met 
z,  g.  ömö  mentèk,  andere  sawah's  die  bij  voortduring  voor  rijstcultuur 
gebruikt  werden,  vertoonden  duidelijker  de  kenteekeneu  van  Omo  meutèk. 
Hier  was  tevens  zeer  duidelijk  na  te  gaan  hoe  de  ziekte  zich  van  uit  eene 
sawah  op  een  lager  liggende  verspreid  had,  daarbij  den  loop  \  an  het  water 
volgend.  De  sawah's  bij  een  vorig  bezoek  aan  Batang  bezichtigd  werden 
nu  wederom  in  oogenschouw  genomen  en  viel  nu  aldaar  onmiskenbaar  de 
ömö  mentèk  te  constateeren.  Het  mikroskopisch  onderzoek  te  Buitenzorg 
van  het  vroeger  medegebrachte  materiaal  had  ook  zulks  reeds  doen  ver- 
moeden. Ook  hier,  nu  de  padi  gerijpt  was  en  de  verschillen  tusschen  zieke 
en  gezonde  planten  meer  geaccentueerd  waren,  kon  de  loop  van  infectie 
van  eene  sawah  op  de  andere  zeer  duidelijk  worden  nagegaan.  Bij  gelegen- 
heid van  een  vorig  bezoek  was  verzocht  geworden  eene  sawah,  die  toen 
sporen  van  aantasting  vertoonde,  met  zorg  te  onderhouden  om  te  zien 
welken  invloed  zulks  heeft,  daar  de  gewoonte  bestaat  bij  de  Inlanders  om 
zoodra  zij  zien  dat  in  hunne  sawah's  zich  ziekteverschijnselen  voordoen, 
deze  aan  hun  lot  over  te  laten  en  o.  a.  niet  te  wieden.  Tot  mijn  teleurstel- 
ling was  aan  dit  verzoek  geen  gevolg  gegeven  en  was  nu  de  sawah  een 
warboel  van  half  doode  rijstplanten  en  diverse  grassen  geworden.  Ver- 
scheidene dezer  verwaarloosde  rijstplanten  waren  tevens  aangetast  door 
z.  g.  djamoer  oepas,  een  niet  f ructif iceerende  schimmel,  welke  eigen- 
aardige vlekken  op  stengel  en  bladscheede  doet  ontstaan. 

Den  24*^°  Februari  werden  enkele  sawah's  in  het  onderdistrict  Petaroe- 
kan  nabij  Tjomal  bezocht.  Omö  mentèk  kon  daar  echter  in  haar  typisch 
optreden  niet  gevonden  worden,  wel  echter  planten  volgens  zeggen  der 
Inlanders  aldaar,  aangetast  door  ömö  abang  (waaronder  zij  iets  anders 
verstaan  als  ömö  mentèk,  welke  ziekte  hen  ook  zeer  goed  bekend  is). 
Op  de  aangetaste  petaks  sawah  waren  hier  en  daar  verspreid  planten 
waarvan  het  blad  geel  blijft,  de  uitstoeling  dezer  planten  was  gering,  lengte 
en  hoogte  ontwikkeling  overigens  gelijk  aan  gezonde  groene  rijstplanten, 
het  blad  was  echter  stijver  en  stond  meer  recht  op;  volgens  zeggen  der 
Inlanders  zouden  zulke  gele  planten  geen  vrucht  dragen. 


50 

Iiilandci's  zonden  ziilko  j^olc  plniilcii  '^con  vtiiclil  <lr;i;;('n.  A'ol^'C'iis  vcrdore 
iJH'dc'deeliiig  v:ui  JnlandHclic  zijd*-  is  /.iill<  cfii  phinl  iccds  \im  zijn  prilste 
jengd  af  aan,  abnormaal  j^erl,  hd  schijiil  ^<'cii  xcr-Hchijnsel  op  Infectie 
berustend  Ie  zijn  en  wordl  t<)ej;i'sriiic\en  ;ian  sli  ililc  z;ia(lp;idi.  l)e  ver- 
s(bijns(deii  verlooiieii  veel  o\ erccnkumst  niel  lnjl^^ecn  bij  (mmi  vorij;(.'  dienst- 
leis  werd  j^cnonden  op  sawiilTs  nabij  Wonitsiiiio  (onderdishid  Kmanf^anjer) 
iu  deze  zelfde  residentie. 

Op  den  terugweg  werd  nog  een  kori  bezoek  get)ra<li(  aan  d<'  sawalTs 
nabij  Oedjong  Géd6  waar  len  \oriu;<'  ninie  hevig  ónio  nientélc  heerschte; 
hier  en  daar  waren  de  oserblijfselen  dezer  ])lanlen  nog  (e  zien  en  werd 
nog  eenig  materiaal  verzameld  om  tot  vergelijkend  onderzoek  met  het 
vroeger  verzamelde  te  dienen.     Deze  sawah's  waren  steeds  vochtig  gebleven. 

Den  25'"  Februari  begaf  ik  mij  via  W'eleri  naar  de  onderneming 
Siloewok  Sawangan,  adm.  de  Heer  E  b  e  1  i  n  g.  De  sawah's  op  dit  erf- 
pachtsperceel zijn  in  een  uitgestrekt  dal  bijeen  gelegen,  dat  zijn  water 
ontvangt  direct  uit  een  leiding  uit  het  bosch  komende.  Ook  hier  was  de 
overgang  van  een  saw'ah  op  naastliggende  in  de  richting  van  de  afvloeiing 
van  het  water  herhaaldelijk  te  constateeren.  Opvallend  was  verder  dat  op 
sawah's  waar  de  ziekte  zich  over  de  geheele  petak  had  verbreid,  meest  de 
randplanten  nog  geheel  of  gedeeltelijk  gezond  uiterlijk  hadden.  Bij  sommige 
zeer  zieke  planten  was  geen  Napicladium  Janseni  te  vinden,  bij  gezonde 
planten  daarentegen  wel  en  omgekeerd. 

Op  deze  sawah's  wordt  zonder  tusschenpoze  Oost-  en  Westmoesson  padi 
geplant;  over  't  algemeen  heeft  de  Oostmoesson  padi  minder  van  ömö 
raentèk  te  lijden  dan  de  andere,  wat  o.  a.  ook  duidelijk  werd  uit  productie- 
cijfers mij  Welwillend  door  den  Heer   E  b  e  11  n  g    verstrekt. 

In  de  omgeving  van  \\  eleri,  waar  meerdere  rijstlanden  zijn,  heerscht 
de  ömö  mentèk  voortdurend,  hoewel  dit  jaar  in  vrij  geringe  mate,  zooals 
op  den  terugweg  naar  Pekalongan  kon  gezien  worden. 

Den  27'-''^  Februari  werd  met  den  Heer  van  V' leute  n,  Controleur 
kota  te  Pekalongan  een  tournee  gemaakt  in  de  omgeving  en  ten  Westen 
eenige  zieke  sawah's  bezocht,  welke  volgens  de  wedono's  o.  a.  niet 
ömö  mentèk  ziek  waren,  mikroskopisch-onderzoek  deed  zulks  echter  wel 
vermoeden,  zoodat  den  Heer  van  Vleuten  werd  verzocht  deze  sawah's 
zooveel  mogelijk  te  doen  observeeren,  A'^roeger  was  op  deze  sawah's  volgens 
zeggen  nooit  ziekte  geweest. 

Den  28^"  Februari  moest  een  voorgenomen  tocht  naar  Karanganjer  door 
regen  en  bandjir  worden  opgegeven.    Het  doel  was  geweest  de  sawah's  nabij 


31 

Wonosirno  te  bezoeken,  welke  bij  de  vorige  dienstreis  bezocht  werden  en 
toen  z.  g.  ömö  abang  ziek  waren.  Volgens  welwillend  verstrekte  nadere 
inlichtingen  van  den  Controleur  H  i  1  d  e  r  i  n  g  waren  deze  sawah's  goed 
onderhouden  en  was  nu  van  ziekte  niets  te  bespeuren  hetgeen  overeenkomt 
met  hetgeen  het  onderzoek  te  Buiteuzorg  van  het  indertijd  verzamelde  mate- 
riaal reeds  had  doen  vermoeden. 

Den  1*^"  Maart  begaf  ik  mij  van  Pekalongan  naar  Semarang,  waar  ik 
den  Resident  afwezig  vond.  Nadere  berichten  over  ziekten  in  het  padigewas 
waren  nog  niet  ingekomen,  zoodat  ik  besloot  2  Maart  maar  zelf  naar  Demak 
te  gaan.  Aldaar  bezocht  ik  in  gezelschap  van  den  Assistent-Resident 
P  e  r  e  i  r  a  den  Regent  en  vernam  dat  enkele  zieke  sawah's  zich  bevonden 
in  de  nabijheid  der  dessa  Kemloko  nabij  Godong.  De  Assistent-Resident 
en  Regent  werden  onmiddellijk  bereid  gevonden  mij  daarheen  te  vergezellen; 
halverwege  moest  echter  deze  tocht  worden  opgegeven  door  een  ongeluk 
aan  ons  vervoermiddel  en  werd  besloten  deze  tocht  4  Maart  te  hervatten 
in  gezelschap  weder  van  den  Assistent-Resident  en  den  Heer  H  e  ij  n  i  n  g. 
Ingenieur  B.  O.  W. 

De  naam  ömö  mentèk  is  in  deze  streken  onbekend  en  spreekt  men 
algemeen  van  ömö  bambangan.  In  de  rapporten  over  de  rijstziekten  wordt 
slechts  onderscheid  gemaakt  tusschen  ömö  soendep  (padi-boorders?),  ömö 
beloek  (=  vooze  aren),  waarvan  de  oorzaak  zeer  verschillend  kan  zijn  en 
dan  ten  slotte  ömö  bambangan.  Opmerkelijk  is  het  dat  de  walang  saugit 
slechts  zelden  hier  voorkomt.  Op  de  sawah's  nabij  Kemloko  door  deze 
ziekte  aangetast  konden  geheel  dezelfde  verschijnselen  worden  geconsta- 
teerd als  op  ömö  mentèk  zieke  sawah's  in  het  Pekalongansche.  Het  uiterlijk 
der  planten  vertoonde  dezelfde  roodachtig  gele  kleur  op  de  oudste  bladeren, 
terwijl  de  planten  klein  en  laag  bleven. 

Ook  hier  kwam  de  ziekte  nu  eens  pleksgewijs  voor  in  overigens  gezonde 
sawah's,  dan  weder  worden  geheele  petaks  aangetast.  De  uitgestrektheid 
zieke  sawah's  in  deze  omstreken  zal  hoogstens  10  bouws  bedragen.  In 
vroegere  jaren  o.  a.  1898  waren  geschat  8000  bouws  door  ömö  bambangan 
te  zijn  aangetast.  In  deze  streken  kent  men  niet  de  gewoonte  om  tweemaal 
per  jaar  padi  te  planten;  over  het  algemeen  wordt  zeer  regelmatig  uitgeplant, 
het  onderhoud  laat  echter  nog  veel  te  wenschen  over,  terwijl  bij  sawah's  die 
eenige  teekenen  van  ziekte  geven  ook  hier  niets  meer  aan  onderhoud,  wieden 
enz.,  wordt  gedaan.  Als  voorbehoedmiddel  tegen  te  groote  schade  door 
ziekte  wordt  door  de  bevolking  hier  z.  g.  „sroenggan"  geplant,  d.  w.  z.  padi 
dalem  en  gendjah  dooréén,  terwijl  zij  anders  de  voorkeur  geven  aan  gendjah 


S2 

:i:iii|)l:iiil ,  \<»ljf('iis  yj-'^ixi-w  der  ;iii(orilcitcii,  in  \  i-iIimihI  iim-i  hiin  (»ii;^ijiist  ij^cn 
occolioiiiisclirii  lofShlIHl,  welige  licii  (Inrl  \  itI;IIi;:<'I1  s(iiMMli;:  (!••  |);nll  h-  klJliIi»Ml 
<)()j;s(<'ii.  |)c  (Ijilciii  S()(»i-I«'ii  scliiJiH'ii  Itclcr  Itcsliiiid  Ie  /ijii  Ic^^fii  <|c  /i<'kt<' 
<ii  ook  al  Ik  Uc  sawali  sicik  aiiiig«!Lasl  nog  sIcedK  (M'iii;^  hcsi-lioi  o|»  !••  U?vcrt;ii, 
zoodat  op  dez(!  vvijzr  luch  iio^  steeds  I  '/i  der  j^ciMMinde  prod  ii<  I  je  woi'dl 
Ncikregeii. 

Daar  d<'  dooi-  óiim»  menlek  of  ónn»  l»;inil>;in;4;iM  ;i;in;^(*taHtf*  Kjiwali's  reeds 
O])  verjcn  al'sljind  in  "I  *>o>^  \allen  duur  hun  r(»od;4t'len  kleur  en  aililerlijken 
slaud,  /oo  kon  ik  .lava  dooisporende  hier  en  daai-  noteeren,  waar  in  de 
laatste  helft  van  Febrnari  zieke  sawah's  voorkomen  naar  alle  waarschijn- 
lijkheid door  ömö  meutèk  aaugelasl.  \  an  West  naar  Oost  gaande  vielen 
dau  zieke  sawab's  het  eerst  op  nabij  Kmja  en  Keiuraudjen  in  vrij  groote 
uitbreiding,  bij  Idjoe  en  tot  dieht  bij  (Jonibong  lieerschte  veel  ziekte. 

Verder  bleek  deze  te  heerschen  nabij  Klaten  en  hier  en  daar  verder  in 
de  Vorstenlaudeu,  bij  Geneng  en  Poervvodadi  tot  dicht  bij  Madioeu  waren 
veelvuldig  zieke  sawah's  te  zien,  ten  slotte  nabij  Sidoardjo,  waar  de  ziekte 
zeer  sporadisch  optrad.  Verder  trad  de  ziekte  nu  op  in  't  Demaksche  zooals 
beschreven  en  in  't  Pekalougansche,  terwijl  volgeus  ingekomen  rapporten 
zich  de  ömö  mentèk  zeer  sporadisch  in  de  buurt  van  Tegal  zoude  vertoonen. 

RAPrOKT  over  een  reis  naar  Soerabaja  van  5  Maart  tot  15  Maart  19U1. 

In  opdracht  van  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  begaf  onder- 
geteekende  zich  5  Maart  1901  van  Semarang  naar  Soerabaja,  tot  het  bijwonen 
\an  het  vijfde  congres  van  suilcerfabrikanten  op  Java.  De  tl'"  Maart  werd 
besteed  aan  enkele  bezoeken,  als  bij  den  Resident  en  den  Heer  M"".  H. 
's  J  a  c  o  b,  President  van  het  Algemeen  Syndicaat  van  Suikerfabrikanten 
op  Java. 

Den  7*""  Maart  opende  's  ochtends  ten  negen  ure  de  president  M"".  H. 
's  J  a  c  o  b  het  vijfde  „suiker-congres''  met  een  welkomstrede  waarin  hij 
o.  a.  wees  op  een  heuchelijke  samenwerking  van  den  Staat  en  de  industrie, 
die  tengevolge  had  gehad  dat  de  Regeeriug  ondergeteekende  opgedragen 
had,  de  zittingen  van  het  congres  bij  te  wonen.  Ka  nog  eenige  beschou- 
wingen te  hebben  gehouden  uaar  aanleiding  van  het  feit  dat  vijf  jaar  geleden 
ter  zelf  der  plaatse  het  eerste  suikercongres  had  plaats  gehad,  wordt  het 
woord  gegeven  aan  D"".  Z.  Kamerling,  die  een  voordracht  houdt 
over  „het  Wortelrot". 

Spreker   begint   met   een    kort   overzicht   te    geven    hoe   het   ontijdig 


oo 


afsterven  van  het  suikerriet  zich  als  een  meer  en  meer  verbreidende  plaag 
bij  de  rietcultuur  voordoet,  door  hem  wordt  de  schade  hierdoor  aan  de 
suikerindustrie  op  Java  toegebracht,  gescliat  op  minstens  twee  m  i  i- 
I  i  o  e  n  gulden  's  jaars,  terwijl  thans  nog  de  jaarlijksche  toeneming 
wordt  geschat  op  5%  van  dit  bedrag.  Door  spreker  wordt  er  opgewezen  hoe 
verschillende  oorzaken  het  ontijdig  afsterven  van  het  suikerriet  tengevolge 
kunnen  hebben  en  hoe  in  vele  gevallen  „wortelrot"  de  oorzaak  is.  Deze 
„ziekte"  vertoont  een  zeer  typisch  ziektebeeld,  vooral  duidelijk  bij  het 
afgestorven  wortelstelsel;  naarmate  dit  laatste  nog  meer  of  minder  func- 
tionneert,  zijn  de  gevolgen  minder  of  meer  duidelijk  zichtbaar  bij  de  boven- 
aardsche  plantendeelen.  Volgens  spreker  is  uit  velerlei  proeven  gebleken 
dat  „wortelrot"  geen  infectie-ziekte  is;  ook  de  uitbreiding  van  het  ver- 
schijnsel wijst  z.  i.  hier  op,  waar  geen  bepaald  centrum  is  aan  te  wijzen  van 
waaruit  de  uitbreiding  geschiedt. 

Het  „wortelrot"  is  een  groudziekte,  d.  w.  z.  dat  wij  hier  te  doen  hebbeu 
met  een  ziekelijken  toestand  der  rietplant  tengevolge  van  ongunstige 
groei-condities,  veroorzaakt  door  ongunstigen  physischen  of  chemischen 
toestand  van  den  bouwgrond.  In  hoofdzaak  zijn  het  dan  ook  gronden  die 
reeds  lang  voor  rietcultuur  in  gebruik  zijn  geweest,  waar  zich  het  ver- 
schijnsel van  ontijdig  afsterven  vertoont.  Volgens  spreker  blijkt  het  o.  a. 
dat  de  meeste  ondernemingen  die  vóór  1860  in  werking  zijn  gebracht  van 
wortelrot  te  lijden  hebben,  de  fabrieken,  die  na  1880  zijn  opgericht, 
zijn  daarentegen  nog  vrij  of  vertoonen  slechts  in  geringe  mate  het 
„wortelrot". 

Aan  enkele  voorbeelden  tracht  spreker  nu  duidelijk  te  maken  hoe  volgens 
hem  verband  bestaat  tusschen  den  aanvoer  van  bandjirslib  op  de  sawah's 
waar  later  riet  zal  worden  geplant  en  het  „wortelrot". 

Wü,é.r  een  goede  slibafzetting  plaats  vindt,  is  wortelrot  nagenoeg 
onbekend,  zoodat  de  spreker  tot  de  conclusie  komt  dat  het  optreden  van 
het  wortelrot,  zoo  niet  een  direct  gevolg,  dan  toch  in  sterke  mate  in  de  hand 
wordt  gewerkt  door  onvoldoenden  slibtoevoer  op  de  sawah's  en  daardoor 
intredenden  achteruitgang  van  den  bouwgrond.  Deze  achteruitgang,  zoo 
tracht  spreker  nu  aan  te  toonen,  is  niet  zoozeer  het  gevolg  van  gemis  aan 
chemische  stoffen,  als  wel  van  een  gebrekkigen  physischen  toestand  tenge- 
volge van  het  ontbreken  der  uoodige  humusstoffen.  Verschillende  voor- 
beelden worden  aangehaald  om  te  doen  zien  hoe  ook  bij  andere  cultures 
door  roofbouw  een  achteruitgang  optreedt,  waarbij  humusstoffen  aan  den 
bodem  ontnomen  worden.    Om  deze  vermindering  en  achteruitgang  van  den 

Vkhslag  van  'si.anüs  i-lantkntuin   liMH.  5 


54 

bodem  tegen  te  gaan,  kan  sjjfdccr-  aanr!ul<'ii  (l(ji>r  l)i-irr<'  irri;;ati<'  slibtoevoer 
te  vermeerderen,  bemest inj,^  md  slalnicsi,  lid  uii(l(i|il(>c;;cn  \an  i>a(li-Htr<><j 
en  groene  bemesting. 

Als  voorloopigc  Inilpniiddclcn  kuniiLMi  Ih'I  aanplanten  van  immune 
variëteiten  en  rationcclc  cnllnnr,  vfiinjiMlcrinj^  \an  liet  „WiJilclior'  tenge- 
volge Lebben. 

Bij  de  discussie  op  deze  voordiadil  voljicndti  weiden  nog  enkele  feiten 
uit  de  praktijk  der  snikerl'ahrikanlen  te  heide  ^el»iadit,  \velk<'  een  bev(.'S- 
tigiug  zouden  zijn  van  de  meeuing  van  1)'.  Kamerling  omtrent  bet 
„wortelrot". 

Verder  werd  protest  aangeteekend  tegen  een  gezegde  van  1^'.  K  a  m  e  r- 
1  i  n  g,  wildr  deze  den  achteruitgang  van  den  bodem  gedeeltelijk  aan 
roofbouw  der  suikerfabrikanten  meende  te  kunnen  toesehrijven.  Met 
enkele  voorbeelden  trachtte  men  juist  aan  te  toonen  dat,  mochten  er  wellicht 
in  de  praktijk  fouten  begaan  worden,  zulks  niet  is  te  wijten  aan  opzettelijkeu 
roofbouw.  Door  de  vergadering  wordt  ten  slotte  bij  monde  van  den  Voor- 
zitter erkent,  dat  bodemverarming  bij  de  rietcultuur  plaats  heeft  en  wel  in 
hoofdzaak  bestaande  uit  humus- vermindering,  terwijl  door  gewijzigde 
irrigatie-toestanden,  een  onvoldoende  slibtoevoer  niet  in  staat  is  dit  te  kort 
te  dekken. 

De  tweede  voordracht  werd  gehouden  door  den  Heer  D.  J.  K  o  b  u  s 
over  „selectie  van  suikerriet".  In  aansluiting  aan  zijn  vroegere  onderzoe- 
kingen, begint  spreker  met  eenige  cijfers  mede  te  deelen  betrekking  hebbende 
op  het  suikergehalte  van  suikerriet,  geteeld  uit  bibit  van  suikerarme  en 
suikerrijke  planten.  Door  proeven  op  grootere  schaal,  waarbij  zooveel 
mogelijk  andere  factoren  konden  buitengesloten  worden,  gelukte  het  spreker 
het  bewijs  te  leveren  dat  bij  het  suikerriet  eene  selectie  naar  het  suiker- 
gehalte mogelijk  is,  en  dat  dus,  door,  voor  den  aanplant  te  gebruiken  de 
stekken  van  de  suikerrijkere  planten  een  meerdere  productie  kan  verkregen 
worden. 

Voor  de  praktijk  verder  als  van  groot  belang,  mag  de  proef  beschouwd 
worden,  waardoor  werd  aangetoond  dat  reeds  betrekkelijk  jong  riet,  zooals 
in  bibittuinen,  merkbare  verschillen  vertoont,  zoodat  in  de  bibittuineu  reeds 
met  een  selectie  naar  het  suikergehalte  kan  worden  begonnen. 

Door  een  andere  proef  kon  de  erfelijkheid  worden  aangetoond  van  een 
hoog  rietgewicht;  eene  selectie-proef  met  dikke  en  dunne  stekken  gaf  een 
minder  bevredigend  resultaat.  Nu  deze  verschillende  gegevens  bekend 
waren,  bleef  nog  de  vraag,  of  het  ook  in  de  prakMjk  mogelijk  zoude  zijn  eene 


5S 

selectie  als  bovenbeschreven  door  te  voeren.  Het  bleek  echter  dat  steeds 
polyrisatie  van  het  sap  noodig  bleef  om  den  suikerrijkdom  te  bepalen,  uit- 
wendige kenmerken  (zwaarte,  dikte)  zijn  niet  voldoende.  Spreker  komt  nu 
tot  de  conclusie  dat  „de  uu  reeds  verkregen  resultaten  met 
selectie  naar  het  suikergehalte,  een  hooger  suiker- 
productie   per    bouw    mogen    doen    verwachte  n". 

Bij  de  hierop  volgende  discussie  bleek  dat  ook  in  de  praktijk  reeds  de 
mogelijkheid  was  bewezen  om  selectie  naar  gewicht  en  suikerrijkdom  in 
bibittuinen  door  te  voeren,  zonder  te  hooge  onkosten. 

De  Heer  van  Koesveld  doet  vervolgens  eenige  „mededeelingeu 
omtrent  de  werking  van  ross-cutters,  caneshredders,  rushers  en  splitters. 
Door  spreker  wordt  het  nut  betoogt  van  enkelen  dezer  vóórbewerkers, 
waardoor  meerdere  maalcapaciteit,  minder  brekage  en  slijtage  en  meer 
sapextractie  wordt  verkregen.  Hij  toont  verder  aan  hoe  opstelling  en 
molen-inrichting  enz.  er  veel  toe  bijdragen  om  aan  een  of  andere  voorbewer- 
king de  voorkeur  te  geven.  Het  blijkt  echter  bij  de  discussie  na  deze  voor- 
dracht dat  nog  nauwkeuriger  proeven  gewenscht  worden  om  het  economisch 
nut  van  een  voorbewerking  van  het  riet  vóór  het  in  den  molen  komt,  iu  het 
algemeen  uit  te  maken. 

De  eerste  voordracht  op  de  tweede  congres-dag  werd  gehouden  door  den 
Heer  R.  ö  a  x  over  duusap-filtratie  op  defecatie-fabrieken.  Spreker  geeft 
daarbij  een  overzicht  van  de  verschillende  filter-systemén,  zooals  die  in  de 
defecatie-fabrieken  op  Java  gebruikt  worden.  Naar  aanleiding  van  een 
nauwkeurige  studie  der  verschillende  systemen  en  enkele  proefnemingen, 
komt  spreker  tot  de  conclusie  dat  schoonsap-filtratie  op  defecatie-fabrieken 
geen  aanbeveling  verdient.  Verder  dat  bij  vuilsap-filtratie  door  een 
bepaalde  inrichting  der  filters  nog  meerder  voordeel  door  minder  suiker- 
verlies  is  te  behalen,  en  wellicht  door  toepassing  der  centrifugaal  kracht  een 
meer  voordeelige  wijze  van  werken  zal  kunnen  verkregen  worden.  Bij  de 
discussie  blijkt  o.  a.  het  nut  van  een  sterilisatie  der  filters  (Taylor),  ten 
einde  suikerverliezeu  te  voorkomen  en  dat  in  de  praktijk  reeds  hier  en  daar 
met  gunstig  gevolg  van  de  centrifugaalkracht  gebruik  wordt  gemaakt  tot 
sap-zuivering. 

De  Heer  H.  C.  Prinsen  Geerligs  houdt  verder  een  voordracht 
over  de  resultaten  der  onderlinge  fabricatie-contróle.  Deze  controle  oor- 
spronkelijk op  15  fabrieken  toegepast,  werd  in  de  laatste  jaren  meer  en  meer 
uitgebreid,  zoodat  in  1900  78  fabrieken  waren  toegetreden,  echter  nog  te 
weinig  wanneer  men  weet  dat  er  185  siiikerfabrickrii  <»p  Juva  zijn. 


.->b 

tJit  de  verzamelde  cijtVrs  Itlijki  nu  <>.  a.  dal  \»)(»rbei'eideiide  wcrkliiijjfen 
als  ross  cutters  enz.  geen  be[)aald  voordeel  opl<\cfcii  wal  de  hofveclheid 
verkregen  suiker  betreft.  l)<ior  de  onderlinge  controle  \ver<l  verdr-r  gelrarht 
de  onbekende  verliezen  aan  suiker  bij  de  ral»ri<  alle  nader  te  definieeren,  in 
hoofdzaak  schuilen  deze  in  de  melasse,  en  \ver(i  het  nul  eener  nauwkeuriger 
controle  der  saccharose-verliezen  in  de  melasse  aangetoond,  lil  de  ver 
strekte  cijfers  bleek  tevens  dat  krislallisatie  in  beweging  oji  ziclizdve  geen 
meerder  voordeel  geeft.  De  lol  dusverre  veikregen  cijfeis  geven  sju-eker 
aanleiding  er  op  aan  te  dringen  de  onderlinge  controle  ook  verder  voorl  te 
zetten  en  zoo  nauwkeurig  mogelijk  toe  te  passen. 

In  een  voordracht  „over  den  aanleg  en  de  constructie  van  smalspoor- 
banen op  suikerfabrieken  met  locomotieven  als  trekkracht"  woi-dt  door  den 
Heer  J.  van  M  o  1 1  uiteengezet  van  welk  belang  zulk  een  aanleg  is  voor 
een  geregeld  bedrijf  en  een  technische  uiteenzetting  gegeven  over  de  wijze 
van  aanleg  en  onderhoud. 

Den  laatsten  (derden)  congres-dag  werd  door  den  Heer  J.  U  o  m  a  n 
van  der  Heide  een  voordracht  gehouden  „over  de  praktijk  van  het 
irrigatie-beheer". 

Afgezien  van  het  gebruik  van  water  voor  fabrieksdoeleinden  heeft  de 
suikerindustrie  belang  bij  de  bevloeiing  om  in  den  Oostmoesson  suikerriet 
te  kunnen  planten.  De  Westmoesson-be vloeiing  is  evenzoo  van  groot  belang 
wegens  de  grooteu  invloed,  dien  het  met  het  irrigatiewater  aangevoerde 
slib  op  den  bodem  heeft. 

Bij  de  Oostmoesson-bevloeiing  is  de  eerste  vraag,  hoe  de  beschikbare 
hoeveelheid  irrigatie  water  te  verdeelen  en  dan  verder  hoe  de  in  vele  gevallen 
ontoereikend  beschikbare  waterhoeveelheid  is  te  vermeerderen.  Spreker 
geeft  nu  een  nadere  uiteenzetting  van  de  wijze  van  verdeeling  van  het  water 
tusscheu  particulieren  aanplant  en  dien  der  bevolking  en  hoe  deze  zich 
gedeeltelijk  uit  utiliteits-principes,  gedeeltelijk  uit  grondrechten  heeft 
ontwikkeld.  Door  eene  beschrijving  van  enkele  recente  irrigatie- werken 
wordt  duidelijk  gemaakt  hoe  deze  verdeeling  tegenwoordig  geschiedt. 

Het  vermeerderen  van  het  water-debiet  in  den  Oostmoesson  kan  geschie 
den  door  verhooging  van  het  debiet  der  voedings-rivieren  of  door  meer 
rationeele  aanwending  van  de  beschikbare  hoeveelheid. 

Deze  maatregelen  zijn  echter  meestal  niet  dau  langs  kostbaren  en  lang- 
durigen  weg  te  verkrijgen;  daarom  is  het  in  de  eerste  plaats  zaak  verliezen 
tegen  te  gaan  door  beter  onderhoud  van  leidingen,  de  verdeelwerken,  vooral 
de  Inlandsche,  beter  in  te  richten;  het  opheffen  der  Oostmoesson-padicultuur 


en  daaivooi*  Westraoessou-cultuur  in  te  voeren  en  desnoods  inkrimping  van 
liet  Oüstmoessou-bevloeiingsgebied  om  het  te  bevloeien  gedeelte  geregelder 
water  te  kunnen  toevoeren. 

Bij  de  Westmoesson-bevloeiing  is  de  padi-cultuur  hoofdzaak  en  moet 
vooral  voor  slibtoevoer  op  de  sawah's  zorg  gedragen  worden. 

Een  geregeld  beheer  der  waterverdeeling  is  van  het  meeste  belang  en 
wordt  door  spreker  nader  uiteengezet  hoe  zulks  mogelijk  is  door  samen- 
werking van  Kegeering  en  particulieren.  Door  voorbeelden  wordt  aange- 
toond hoe  men  hierbij  reeds  op  den  goeden  weg  is  en  hoe  men  op  deze  wijze 
ten  slotte  de  productiviteit  van  den  bodem  zal  kunnen  verhoogen. 

Na  eene  korte  discussie  werd  na  het  vijfde  congres  door  den  voorzitter 
gesloten  verklaard. 

Naar  aanleiding  der  besprekingen  en  voordrachten  op  dit  congres  achtte 
ondergeteekende  het  wenschelijk  om  onder  nadere  goedkeuring,  van  zijn 
aanwezigheid  te  Soerabaja  gebruik  te  maken  om  zich  naar  Pasoeroean  te 
begeven,  ten  einde  aldaar  het  proefstation  voor  suikerriet-cultuur  Oost-Java 
onder  leiding  staande  van  den  Heer  J.  D.  K  o  b  u  s  te  bezoeken  en  de 
proeven  omtrent  selectie  in  oogenschouw  te  nemen. 

Op  den  terugkeer  van  Pasoeroean  werd  nog  een  bezoek  gebracht  aan  de 
suikerfabriek  Krembong,  administrateur  de  Heer  Moquette,  waar 
gelegenheid  was  een  aanplant  te  zien,  grootendeels  uit  zaadriet  geteeld  en 
welke  tot  bewonderingswaardige  resultaten  had  geleid,  zoowel  uit  cultuur- 
oogpunt  als  ten  opzichte  der  schade  vermindering  door  de  sereh-ziekte. 

Den  14"^°  Maart  vertrok  ondergeteekende  van  Soerabaja  naar  Buitenzorg 
en  arriveerde  aldaar  den  IS*""  Maart. 

RAPPORT    omtrent  een  reis  naar  Deli  van  3  April  tot  5  Mei  1901. 

Den  4^°  April  van  Tandjong-Priok  vertrokken  arriveerde  ik  8  April  d.a.v. 
te  Medan  en  verbleef  aldaar  tot  1  Mei. 

Tijdens  mijn  verblijf  te  Deli  had  ik  gelegenheid  de  meeste  leden  van  het 
Planters-romité  te  ontmoeten  en  met  hen  te  confereeren  over  verschillende 
zaken  de  8'^  Afdeeling  van  's  Lands  Plantentuin  betreffende. 

Den  13'°  April  had  een  vergadering  plaats  der  leden  contribuanten  van 
het  laboratorium  voor  onderzoek  van  Deli-tabak  en  kon  ik  door  mijne  aan- 
wezigheid enkele  vragen  om  inlichting  beantwoorden  en  de  ongegrondheid 
van  een  klacht  aantoonen. 

Aan  eene  uitnoodiging  van  den  Hoofdadministrateur  der  Serdang  Tabak- 


5R 

I\IiJ.  om  //ijric  oinlfmcminj:  (<•  Im'/ocKcii  kon  ^'i'\ol;^'  <x«';^o\  <ii  wonlon.  on  ndviPK 
woidon  vorstreUl  onilicnl  onkolo  vi';i;;on  in  znko  liolnnnlolin;^'  dcy  kwock 
!)C(lden. 

Vei'dor  worden  meerdoro  on(loiiioniin;,'on  hozodif  om  d(?ii  voortaan;,'  dof 
roboisalio  mot  Alhizziii  niolnc<iin;i  nn  te  ^Miin.  mrci'  on  m<'oi'  lilijkl  dnf  znlk 
oen  roboisatie  zoiidor  nooI  kosten  on  mooilo  is  dooi-  |o  xooion.  Ilnkolc  \cr- 
nieendo  «gevaren  bij  deze  reboisatio  kondon  I»i j  dozo  hozookon  nadoi  liosinokon 
worden.  Ten  dezen  jare  wordt  oon  pidol"  oji  ^iiooloi-  sclnml  ^MMiomon.  1on 
einde  den  invloed  dezer  reboisatie  na  to  ji:aan. 

Door  het  abnormaal  drojje  weder  stond  de  lat»aks-aan|>lanl  o\'fi-  '1  al^o- 
nieen  aeliterlijk,  over  ziekten  in  het  jjewas  worden  jreon  Idiohlon  \(itiomofi. 

Norj  kon  een  bezoek  jjebracht  aan  hot  koffie  district  in  Sordiin;:  on  oen 
indruk  verkregen  worden  van  de  sterke  (»nl  wikkolinix  en  dracht  dor  Liboi-ia 
koffie  op  deze  gronden,  waardoor  deze  sti-ook.  niindei-  ges<'hikt  voor  tabaks- 
cnltunr,  toch  productief  werd. 

Den  5*"*  Mei  keerde  ik  weder  te  Bnilenzorir  lorng. 

VERSLACt    over  een   dienstreis  naar  de  residenties  Madioen.  Somarang, 
Kedoe  en  Cheribon  van  10  Mei  tot  20  Jnni  1901. 

Den  16^°  Mei  van  Buitenzori;  vertrokken,  arriveerde  ik  den  17''"  d.a.v. 
te  Madioen  en  werd  de  volgende  dag  besteed  aan  besprekingen  met  den 
Resident  en  den  Regent  tot  het  opmaken  van  een  plan  de  eampagne. 

Den  19^°  Mei  werd  een  tournee  gemaakt  in  de  buurt  van  Magetan.  waar 
de  rijstoogst  in  vollen  gang  was. 

Een  deel  der  sawah's  in  do  bnnrt  van  de  desa  (lorangganMijj:  en  der 
kota  Magetan  waren  aangetast  door  z.  g.  ömö  mentMc.  Deze  naam  werd 
gegeven  aan  padi  die  door  padi-boorders  was  aangetast  en  waarvan  het 
hart  geheel  verdord  was,  zoowel  als  aan  padi  wier  buitenste  bladen  rood- 
achtig geel  waren  opgedroogd  en  die  of  geheel  geen  of  slechts  matig  beschot 
opleverde.  Zijn  de  sawah's  erg  aangetast,  wat  hier  echter  slechts  bij  uit- 
zondering het  geval  was,  dan  wordt  slechts  y^  ^  %  ^'^n  ^^^  noT'mnlo  beschot 
verkregen.  Opvallend  was,  dat  aan  het  blad  van  zulke  ömö  montMc-zieke 
planten  geen  Napicladium  Janseni  te  vinden  was,  als  oorzaak  der 
mentèk-ziekte  beschreven. 

Wanneer  de  ömö  mentèk  in  zoo  sterke  mate  optreedt  dat  de  plant  laag 
blijft  en  een  serehachtig  uiterlijk  verkrijgt  door  de  vele  secundaire  stengels 
dan  wordt  dit  ziekte  stadium  hier  algemeen  genoemd    ömö    mende  k. 


Ulijft  bij  dv  pjuli  de  aar  besloten  binnen  de  sclieed(;  van  bet  laatste  blad  en 
kan  zich  dus  niet  ontplooien,  betzij  dat  de  oorsprong  hiervan  de  ö  m  o 
m  e  n  t  è  k  of  wel  een  andere  zij,  dan  wordt  de  naam  van  g  o  n  d  o  h  aan 
zulke  aren  gegeven.  Beide  verschijnselen  waren  op  te  merken  bij  enkele 
sawah's  ten  Westen  der  kota,  waarbij  tevens  viel  op  te  merken  hoe  de  ömö 
mentèk,  zich  had  A^erspreid  op  de  sawah's  de  richting  van  het  afstroomende 
water  volgende  van  de  eene  kota  naar  de  andere. 

De  sawah's  in  de  buurt  van  Magetan  worden  slechts  (^ónraaal  per  jaar 
met  padi  beplant;  ten  overige  jare  had  er  echter  voortdurend  regen  weder 
geheerscht  en  was  de  voorbewerking  voor  dezen  oogst,  zeer  gebrekkig 
geweest,  het  gevolg  van  gebrek  aan  ploegvee.  ^ 

Te  Magetan  kon  ik  op  hot  erf  van  den  Assistent-Kesident  nog  enkele 
proefnemingen  in  zake  padi-cultuur  in  oogenschouw  nemen,  welke  onder 
persoonlijke  leiding  van  den  Heer  Schmalhausen  werden  genomen, 
en  ook  den  gunstigen  invloed  constateeren  op  eenen  aanplant  vrij  sterk  door 
ömö  mentèk  aangetast,  van  goede  irrigatie  en  grondbewerking. 

Den  volgenden  dag  werd  onder  leiding  van  den  Controleur  kota  een 
tournee  gemaakt  naar  Selaraboer,  nabij  Ponorogo,  enkele  sawah's,  welke 
vroeger  nimmer  van  ömö  mentèk  te  lijden  hadden  gehad,  vertoonden  nu  deze 
ziekte  in  hevige  mate.  Over  't  algemeen  hadden  deze  sawah's  overlast 
gehad  van  water.  Doorgaande  naar  de  desa  Poetjonganom,  werden  eenige 
sawah's  bezocht,  alwaar  ook  de  padi-oogst  mislukt  was,  het  scheen  mij 
echter  toe  dat  hoorders  hier  de  oorzaak  waren  geweest,  te  meer  daar  de 
.,daraen"  hier  niet  de  eigenaardige  roode  kleur  vertoonde,  welke  meestal  bij 
verdorde  ömö  mentèk-planten  optreedt.  Bij  navraag  bij  de  vergezellende 
Tnlandsche  hoofden  bleek  ook  trouwens  dat  zij  geen  verschil  wisten  tusschen 
planten  door  hoorders  aangetast  of  wel  om  andere  redenen  kwijnend  en  aan 
alle  misoogst  den  naam  van  ömö  mentèk  gaven. 

Indertijd  waren  op  aanwijzing  van  het  Binnenlandsch  Bestuur  sawah's 
aangelegd  op  de  uitgestrekte  ommuurde  erven,  welke  men  hier  aantreft  en 
zulks  tot  tegengang  der  ömö  mentèk.  Het  bleek  mij  echter  dat  deze  ziekte 
in  haren  typischen  vorm,  nu  ook  op  deze  erf-sawah's  voorkomt. 

Den  21''"  Mei  ging  ik  via  Walikoekoeng  naar  Gentingan  en  van  daar  naar 
Manting.  Hier  was  op  verschillende  plaatsen  de  ömö  mentèk  opgetreden, 
hoewel  van  de  typische  verschijnselen  tengevolge  der  aanhoudende  droogte 
in  de  laatste  maand,  weinig  meer  te  zien  was.  De  bodem  bestond  hier 
uit  stijven,  zwarten  klei,  welke  sterk  scheurde;  de  sawah's  konden  alleen  in 
den  regentijd  beplant  worden,  daar  er  geen  stroomend  water  beschikbaar 


40 

was,  h»'1  materiaal  dt'r  zickr  |il:iiii<ii  alliifi-  \  fi/MincM  /,al  dus  reu  inl«»res- 
«anto  bijdrage  loimicTi  Ifncrcii  (»•!  d»-  Kennis  van  lici  \v«'crstand'i\<'finoj;('n 
<l('f  A\aar«c1iijnlijkf'  zicdcic-ooi-zaak  bij  «!•'  oiin"»  iinntM<. 

Den  2L""M('i  werd  een  ;redeel1«>  van  lid  vci/.anu'Mc  inalcriaal  voorlonpi'j 
niikroHkopisfli  onderzocht,  en  d<*  noodijje  l)es])r('kin<;en  geliondcn  voor  oen 
niljjeslrekle  lournc^e  op  den  voljjenden  da»:,  fn  do/e  plannen  \v<i<i  «'chio»- 
dooi"  den  asclire<;on  van  d<'  Kloet  «'cn  on<r('\v('ns<lil('  siooiriis  •j<'liia<]il  en 
nanp^ezien  de  aschlaajr  en  liet  npd\\art('l*'nd  slof  \aii  dien  aatd  \\;ii<mi  dal 
er  tenzij  er  hevij^e  regens  vielen,  in  do  eerst  vidgonde  dagen  geen  sprake  van 
sawah-bezoek  kon  zijn.  begaf  ik  mij  don  24''"  Moi  naar  Semarang.  alwaar  de 
volgende  dagen  de  noodige  preparatieven  mot  don  Rosident  werden  L'ctioffen 
voor  een  bezoek  aan  de  afdeelingen  l'ati  en  Joana,  werwaarts  ik  mij  den 
27*''*  Mei  begaf.  Den  28*^"  Mei  werd  (indcr  goloidc  van  den  r'ontroloui'  kot.i 
een  bezoek  gebracht  aan  verschillende  sawah's  in  de  desa  Areng-Maron 
en  Djambean.  In  de  eerstgenoemde  desa  was  het  meerendeel  der  sawah's 
van  regen  afhankelijk  en  had  de  lang  aanhoudende  droogte  in  den  aanvang 
van  dit  jaar  veel  schade  aangericht.  T,v])ische  öm<5  mentok  viel  hier  nief 
te  constateeren.  wat  wel  het  geval  was  bij  de  sawah's  in  Djambean.  Hier 
had  de  aanplant  van  medio  Januari  tot  medio  Maart  onder  water  gestaan 
t'bandjir)  en  was  er.  toen  het  water  gezakt  was,  weder  onmiddollijk  geplant 
geworden.  Hetzelfde  Mas  het  geval  in  het  onderdistrict  Goeijangan.  dat 
vervolgens  werd  bezocht,  ook  hier  trad  de  ömö  mentMc  typisch  op  en  werd 
aangeduid  door  den  naam  ..bambangan".  Nog  konden  planten  verzameld 
worden,  die  op  ziltige  sawah's  langs  de  Joana  rivier  groeiden  en  welke 
volgens  het  zeggen  der  Inlanders  ook  ..bambangan"  ziek  waren ;  mikros- 
kopisch  onderzoek  zal  hiervan  eerst  het  juiste  kunnen  leeren. 

Den  29''°  Mei  werd  eene  tourn«^e  gemaakt  in  het  district  Pati  en  sawah's 
bezocht  der  desa's  Regala  en  Soewadoek.  gedeeltelijk  was  daar  de  misoogst 
te  wijten  aan  ömö  mentèk.  het  grootste  deel  was  echter  door  de  droogte 
mislukt  op  de  niet  irrigeerbare  sawah's. 

's  Namiddags  ging  ik  naar  Joana  om  aldaar  den  volgenden  dag  een 
tourn^^e  te  maken  in  het  district  Mantoek.  Het  bleek  hier  dat  door  droogte 
grootendeels  alles  mislukt  was;  op  eene  uitgestrektheid  van  0500  bouws 
leverden  5000  bouws  geen  product  op.  Deze  velden  waren  niet  te  bevloeien 
en  van  typische  verschijnselen  eener  ziekte  in  het  gewas,  of  wel  meer  in 
't  bijzonder  van  ömö  mentèk  (bambangan)  kon  niets  geconstateerd  worden. 

Den  31^°  Mei  werd  via  Karanganjer  en  Pakis  een  tocht  gemaakt  naar 
Jajoe;  in  de  buurt  van  Karanganjer  viel  hier  en  daar  ömö  mentèk  in  hare 


41 

ergste  sereh-vorm  te  eonstateeien,  terwijl  hier  ook  uog  al  veel  N  a  p  i  <*1  a 
(1  i  u  lil  voorkwam.  Bij  Boeloemanis  waar  men  in  de  streek  komt  waar  de 
sawali's  gemakkelijk  irrigeerbaar  zijn,  zijn  mislukkingen  zelden  en  ziekten 
zoo  goed  als  niet  bekend.  In  de  gelieele  afdeeling  Joana,  evenzeer  als  te 
Pati  was  in  het  oogvallend  hoe  het  optreden  van  ömö  bambangan  fmentèk) 
samenging  met  ongunstige  bewerking  of  be vloeiing  der  sawah's,  afgezien 
van  hetgeen  door  droogte  mislnkte. 

Den  l*""  Juni  werd  de  terugreis  naar  Semarang  aanvaard  en  den  3'"  Juni 
van  daaruit  Demak  bezocht  en  een  tournee  gemaakt  naar  Doekoeh.  In  den 
ouderen  aanplant  was  hier  de  ömö  mentMc  vrij  typisch  heerschend,  hetzelfde 
was  ook  het  geval  in  den  laten  aanplant,  welke  eerst  kort  geleden  op  het  veld 
gebracht  was.  Hier  heerschte  de  ziekte  vrij  wel  kottaks-gewijze.  een  aan- 
duiding te  meer  voor  het  infectieus-karakter  der  ziekte.  Verder  viel  op  te 
merken  dat  de  z.  g.  pare  oemboe  heviger  ziek  was  dan  b.  v.  de  tjempo,  of 
beter  bij  de  eerstgenoemde  soort  was  de  ziekte  schadelijker.  De  Regent 
van  Demak  meende  hetzelfde  ook  opgemerkt  te  hebben  ten  opzichte  der 
muizen-plaag.  Nabij  de  desa  Bojali  konden  eenige  kweekbedden  in  oogen- 
schouw  genomen  worden  die  hoogst  waarschijnlijk  door  ömö  bambangan 
aangetast  waren  en  materiaal  worden  verzameld.  Van  de  SO.000  nvt 
padi  beplante  bouws  in  de  afdeeling  Demak.  zouden  nu  ongeveer  fiOOO 
door  verschillende  ziekten  geteisterd  worden,  waaronder  in  de  eerste  plaats 
ömö  mentèk. 

Den  4^"  Juni  begaf  ik  mij  naar  Magelang.  maakte  5  Juni  mijn  opwach- 
ting bij  den  Resident  en  bezocht  O  .Tnni  het  demonstratie-veld  nabij  Setjang. 
Hier  was  in  vrij  hevige  mate  ömö  mentMc  opgetreden,  het  was  echter  hoogst 
interessant  hier  te  zien  nog  duidelijker  dan  te  Demak,  hoe  de  eene  padi-soort 
heviger  dan  eene  andere  wordt  aangetast,  terwijl  ook  hier  goed  zichtbaar 
was  hoe  een  goede  grondbewerking.  welke  de  jilaiit  forschiM-  maakt,  haar 
tevens  minder  gevoelig  doet  zijn  voor  ziekten. 

Den  7*"*  Juni  werd  een  tourn(^e  gemaakt  in  de  afdeeling  Moentilan,  waar 
de  ömö  mentèk  vrij  hevig  heerschte,  vooral  in  de  z.  g.  kretèk  padi.  Het  was 
hier  vooral  de  tweede  aanplant  welke  ziek  was,  teiAvijl  door  mindiM'  goede 
irrigatie-toestanden  de  planten  weinig  te  hulp  gekomen  konden  worden. 
Den  volgenden  dag  werd  een  tocht  gemaakt  naar  Menoreh  en  Salaman, 
waar  ook  in  den  aanplant  van  kretèk-padi  bijna  overal  ziekte  heerschte,  met 
de  typische  verschijnselen  van  ömö  mentèk,  onder  welken  naam  deze  ziekte 
hier  ook  bekend  was. 

Den  9''"  Juni  vertrok  ik  naar  Temanggoeng  en  stelde  mij  aldaar  ter 


42 

|tl;i;ifH(*  ('ciii^fs/jiis  o|i  <|r  Iioo<4l<'  \;iii  (Ie  si^;inii  iiidiisl  lic.  w  ;iiii  \  uur'  i^fdccl- 
lelijk  ;^fi'liriiik  ^•'iii;iii  kl  uurdl  \;iii  \  li  J  |iriiiiil  id' j_^<'<|i(i(»;^(|c  rn  ^crciiiifnlcciiU' 
I  iil.-iiitlsrli<'  l;il):ik  cii  voor-  (Ickhhid  I  >('li  Inhak.  w<-lkc  Jaailijks  lol  (m-iic 
lio('V(!olli('i(l  van  100  it  200  halen  \v<»r(ll  Jianf^cvctci-d. 

Den  11""  Juni  vertrok  ik  \  in  l'iirjihnn  en  Klrdocii;.^  na.ir  \\onos(dMt; 
oiid<'r\\<'^  liad  ik  iioj^  «^cloj^cniicid  ccdc  sawah  Ie  /icn  waai'  /Jdi  xcrsdiijn- 
sdcii  \aii  oiiK»  iiiciiirk  \  (loi'dcdcii,  hocwfi  in  i^ci-iii^c  iiialf.  I  )(•/(■  /jck»' 
sawali  ('\ciials  een  |»aar  andere  wafen  zoodaniji  doof  ]eiditi;:eii  opi^esloten 
dal  /,ij  \<ioi  l(hii-(>ri(l  overlast  van  water  liadden  en  sl(;eds  moeiaHHij^  waren. 
()verij;('iis  komt  liier  j^een  ziekte  voor  ^'an  eenijje  lieteelcenis.  ook  in  de  tweede 
^ewnssen  alliier,  voornamelijk  tabak,  is  misoojijst  (^en  zeldzaam  iets.  Omtrent 
liet  vooikorn«'n  van  aaltjes  (Heterodera)  in  de  tabak,  welke  in  vroegere  jaren 
in  Pekalonjiansidie  bergstreken  zoov(»el  schade  heeft  aangeridii,  kon  ik  niets 
t<'  weten  konuMi.  FTet  is  niet  oniiio<xelijk  dat,  hij  de  wissdhoiiw  md  padi. 
welke  men  liicM-  aantreft,  het  aaltje  niet  goed  zidi  kan  ontwikkelen  of  ver 
spreiden. 

Den  12''"  Juni  maakte  ik  met  den  wedono  van  Wonosobo  een  tonrn»'e 
naar  Oedjong  Pandah;  hier  toonden  eenige  laag  gelegen  sawah's  öm6  men- 
tMc,  W(dke  in  de  sawah's  oy>  hoogere  terrassen  sleehts  S|)oradis(di  vooiliwain. 
Men  plant  hier  tjempö  padi-soort,  welke  over  't  algemeen  gezond  is,  't  vorige 
jaar  had  de  natte  weersgesteldheid  echter  gelegenheid  gegeven  tweemaal  te 
l)lanten  en  was  nu  de  ziekte  eenigszins  meer  verbreid  dan  anders  het  geval 
is.  Hoe  weinig  overigens  in  deze  streek  de  ziekten  in  de  padi  te  beteekenen 
hebben,  moge  hieruit  blijken  dat  afzonderlijke  namen  voor  verschillende 
ziekteverschijnselen  (hoorders,  voos  zijn  enz.)  bij  de  Inlandsche  hoofden 
nagenoeg  onbekend  waren. 

Den  LS"""  Jnni  vertrok  ik  van  Wonosobo  via  Sawangan  Bandjarnegara 
naar  Maos  en  vandaar  14  Juni  naar  Bandong  om  den  volgenden  dag  via 
Rantja-Ekek  naar  Soemedang  te  gaan.  Hier  was  de  padi  nagenoeg  reeds 
overal  geoogst,  noch  hier  ter  plaatse,  noch  onderweg  konden  eenige  ver- 
schijnselen van  ömö  mentèk  in  het  padigewas  worden  opgemerkt.  Den  16''" 
Juni  begaf  ik  mij  van  Soemedang  naar  Madjalengka  en  aangezien  er  den 
daaropvolgenden  dag  geen  gelegenheid  bestond  om  een  tournee  te  maken 
ttracht  ik  dien  dag  een  bezoek  aan  de  suikerfabriek  Kadhipaten.  Den  IS''" 
Juni  bezocht  ik  onder  geleide  van  den  Regent  van  Madjalengka  eenige  sirih- 
aanplantingen  in  het  district  Radjagaloeh,  waarover  klachten  waren  inge- 
komen omtrent  vroegtijdig  afsterven.  Het  bleek  dat  hiervan  de  oorzaak 
moest  gezocht  worden  in  het  optreden  van  Heterodera  radicicola,  welker 


4o 

j^alleii  aan  de  wortels  te  viuileii  waren.  De  meeste  tuinen  waren  dicht 
begroeid  met  onkruid  dat  eveneens  Heterodera  herbergde,  terwijl  het  bleek 
dat  ook  nog  schijnbaar  gezonde  planten  reeds  waren  aangetast.  Omtrent 
een  en  ander  evenals  over  de  mogelijke  maatregelen  te  nemen  om  een 
uitbreiding  en  herhaling  der  ziekte  te  voorkomen  werd  een  voorloopig 
verslag  uitgebracht  aan  den  Regent. 

Den  volgenden  dag  ging  ik  via  Madja  en  Telaga  naar  Pendjaloe  en  had 
daardoor  gelegenheid  in  de  hoogvlakte  van  Telaga  evenals  onderweg,  nog 
enkele  sawah's  in  oogenschonw  te  nemen.  Van  ömö  mentèk  w^as  hier 
nimmer  iets  vernomen  en  vielen  ook  geen  verschijnselen  waar  te  nemen, 
slechts  hier  en  daar  was  eenige  schade  door  hoorders  veroorzaakt. 

Den  20^°  Juni  keerde  ik  van  Pandjaloe  via  Tjawi  naar  Buitenzorg  terug. 

§5. 

.r    AFDEELING   DER    INRICHTING. 
(CÜLTTJURTUIN    EN    AGRICULTUUR-CHEMISCH    LABORATORIUM). 

a.     C  n  1 1  u  u  r  t  n  i  n. 

Waterleidingen,  bruggen  en  wegen.  De  degelijke  her- 
stellingen, die  de  groote  w^aterleiding  in  het  vorige  jaar  ondergaan  had, 
maakte  in  dit  verslagjaar  het  onderhoud  zeer  licht,  zoodat  met  kracht  kon 
worden  voortgegaan  aan  het  metselen  der  kleine  leidingen,  waarvan  weer 
een  flinke  lengte  gereed  kwam. 

In  den  Oultuurtnin  zijn  nn  alle  leidingen  gemetseld,  met  uitzondering 
van  eenige  door  de  sawah's  loopeiide.  die  nog  op  verbetering  wachten. 

De  groote  stuwdam  werd  door  den  Waterstaat  tér  dege  hersteld. 

Over  het  ravijn  bouwde  deze  dienst  een  soliede  brug,  van  ijzei-en  liggers 
met  planken  gedekt,  echter  sleclifs  voorzi(^n  van  66^\e  leuning.  Voor  het 
soort  bruggen  als  de  bedoelde,  schijnen  de  bepalingen  zich  tegen  het  aan- 
brengen van  twee  leuningen  te  verzetten. 

De  groote  weg  kon,  dank  zij  de  welwillendheid  van  den  Ingenieur  der 
B.  O.  W.,  die  daartoe  de  stoomwals  beschikbaar  stelde,  in  een  uitstekenden 
toestand  gebracht  worden,  waarin  echter  door  den  aanleg  eener  pijpleiding 
van  de  gasfabriek  spoedig  weer  een  ongewenschte  verandering  kwam. 

Het  begrinten  van  de  tuinwegen  en  paden  is  eindelijk  in  dit  jaar 
beëindigd.     Dat  dit  een  niet  onaanzienlijk  werk  is  geweest  in  den  loop  der 


44 

jjiroii,  spriiijil  wel  iji  '(  tmix  als  iikmi  w<'o(,  dal  «!<'  I(»(al«>  Ijmij^I*?  der  \v(^j,'(mi  iii<H 
iiiiiidci'  dan  11  KM.  lK!<lraa}?t  oii  er  vcrsclieidein'  ondci-  zijn,  di<-  cimm'  l>ieedte 
van  s  voel  on  meer  hebben. 

Gebouwen.  Tn  hot  vor-Hhijrjaar  weid  dnoi-  don  Watorslaal  ;;omaakt; 
oen  niet  jjejjalvanisoerd  ijzer  jrodokto.  uit  Iwco  <,'oniotseldo  on  holioorlijk 
jr<'<'eraenteordo  bakken  boslaando,  moslvaali  aan  vv<'lkor  zijkanion  tov«'ns  «'on 
^n'scliiklc  liorjjplaats  voor-  do  nicsl  en  \  ra<lill<ari-on  is  aan{j:el)raoht.  Tlier- 
inodo  is,  <)(»k  daardoor,  dat  do  vaaK  nn  vcrdoi-  van  do  wonintr  van  don 
Afdeelin^schof  lijjt,  een  zooi-  noodiuc  xcrlx-lciin^^  tot  sland  j;<'k(>ui<'n. 

Al  do  tot  den  Cnltniirtuin  behoorondo  jjebouwon,  met  inbegrip  van  d'- 
inandoers-  en  boodjanjjwoninfïon  vorkeeren  nn  in  zeer  jjoeden  staat  on 
voldoen  uitstekend  aan  hot  doel  waarvoor  ze  s^emaakt  werden.  Een  hemels- 
breed versnhil  mot  don  toestand  oen  1  iontal  jaren  j?eleden. 

"De  woning  van  don  Afdeelin^sohof.  wier  voorsjalerij  droi^^do  in  t^ 
storten,  onderfjinj;  een  zwaro  horstollinc.  waardoor  eohter  de  i-oods  zoo  lantr 
jrewensohte  verbeterintr  van  de  floeren  dor  ovordekte  franjjen.  die  naar  do 
bijffobonwen  voeren.  aohterwe<ïo  moest  blijven  en  dozo  een  sohril  oontrast 
blijven  vormen  met  do  overigens  nette  omi^evinji. 

Veestapel.  Een  tweetal  knrbonwon  viel  als  slachtoffor  van  de  jro- 
vreosde  leverbotziekte;  de  overitro  boeston  hioldon  zich,  evenals  de  paarden, 
goed. 

Aan  grondbowerkinc  en  bemostins:  der  aanplantin^ren  word  weder  do 
noodijxe  aandacht  sj:oschonkon.  Do  frroono  bomostinü:  mot  indiixo  heoft  in 
't  al  (gemeen  moI  voldaan. 

Sommige  aanplantinj^en  zijn  echter  —  de  Cnltunrtnin  bestaat  nu  reeds 
25  jaar  —  lanf^zamerhand  in  een  toestand  aoi^-omen.  dat  creheele  vernieuwing 
noodzakelijk  is. 

Het  opsnoeion  on  uitdunnen  dor  schaduwboomen  eischte  vrij  wat  werk- 
krachten, had  echter  op  vele  aanplantin'Sjen  een  goeden  invloed. 

De  padi-oogst  gaf  een  goed  beschot.  Voortdurend  wordt  met  goeden 
uitslag  de  grootste  zorg  besteed  aan  het  uitzoeken  van  do  best  ontwikkelde 
aren  met  groote  korrels,  om  als  plant-materiaal  te  dienen. 

Aanteekeningon    over    verschillende    gewassen. 

Acacia  Catechu  Willd.  rit  Dar-es-Salam  werden  eenige  zaden 
van  dezen,  de  „Cutch"  of  Catechu  leverenden  boom.  ontvangen,  waaruit 
enkele  plantjes  gekweekt  konden  worden,  die  wij  gebruikten  om  in  den 


4n 

kleinen  aanplant,  dien  de  Cultuurtuin  ervan  bezit,  bij  te  planten.  De  groei 
van  dezen  boom  is  hier  langzaam;  van  de  nu  16-jarige  exemplaren  hebben 
de  best  ontAvilckelde  een  hoogte  van  8  M.  bij  een  omtrek  van  +  1  M.  op 
borsthoogte. 

Agave  r  i  g  i  d  a  M  i  1 1.  var.  S  i  s  a  l  a  u  a  heeft  rijkelijk  gebloeid, 
zoodat  duizende  jonge  plantjes  aan  aanvragers  verstrekt  konden  worden. 
In  het  Buitenzorgsehe  klimaat  schij.nt  de  bloei  in  het  G''  jaar  vrij  regelmatig 
in  te  treden. 

Vele,  in  de  met  aaltjes  geïulecteerden  grond  van  tuin  11  in  December 
1899  uitgeplante  exemplaren,  hadden  aan  't  eind  van  het  verslagjaar  blaren 
ter  lengte  van  70  cM. 

Alpinia  malaceeusis  Rosc.  De  oude  aanplant,  die  groote 
hoeveelheden  rhizomen  en  blad  opgeleverd  heeft,  is  nu  gerooid  en  daar  er 
voorloopig  genoeg  gegevens  over  deze  plant  verzameld  zijn,  wordt  zij  nu 
slechts  op  kleine  schaal  aangehouden. 

Naar  de  aetherische  olie  —  die  zooals  het  onderzoek  van  D''.  van 
R  o  m  b  u  r  g  h  geleerd  heeft  grootendeels  uit  methylcinnamaat  bestaat  — 
schijnt  in  den  laatsten  tijd  in  Oostenrijk  vraag  te  zijn,  nadat  door  de  mede- 
deeling  der  hier  verkregen  resultaten  er  de  aandacht  op  gevestigd  is 
geworden. 

Albizzia  moluccana  Miq.  heeft  een  rijken  zaden-oogst  gege- 
ven, zoodat  er  weer  millioenen  verspreid  konden  worden.    Daarentegen  gaf 

Albizzia   stipulata   Bth.    bijna  geen  zaden. 

Albizzia  minahassae  Koord.,  w^aarvan  de  Cultuurtuin  twee, 
in  1896  geplante,  exemplaren  bezit,  groeit  veel  minder  sterk  dan  de  beide 
hieronder  genoemde  soorten. 

A  n  d  r  o  p  o  g  o  n  :N  a  r  d  u  s  L.  Volgens  het  „Bericht"  van  S  c  h  i  m- 
m  e  1  &  C".  te  Leipzig  verwerft  de  op  Java  geproduceerde  Citronella-olie  zich 
steeds  meer  vrienden  en  behaalt  dan  ook  prijzen,  die  aanzienlijk  hooger  zijn 
dan  de  zoo  dikwijls  sterk  vervalschte  Ceylon-Citronella-olie.  In  den  Cultuur- 
tuin groeit  dit  gras  zeer  welig  en  is  er  steeds  plant-materiaal  van  beschik- 
baar. 

A  n  t  i  a  r  i  s  t  o  x  i  c  a  r  i  a  L  e  s  c  h.  Uit  den  botanischen  Tuin  werden 
een  klein  aantal  zaden  ontvangen  om  met  de  daaruit  gekweekte  plantjes 
eenige  hyaten  in  den  aanplant  iian  te  vullen. 

Arachis  hypogaea  L.  (katjang  tanah)  heeft  in  den  Oostraoesson 
op  de  sawah's  een  buitengewoon  goed  beschot  gegeven. 

Boehmeria  nivea  Gaud.   (en  variëteiten)  geeft  steeds,  dank  /.ij 


46 

de  degelijke  grondbewerkin;:;  <mi  /\sai<'  Ixmucsi  inj^,  zeer  ^ofde  resultaten. 
Aau  eene  oDderueinin^^  in  de  L;iiii|H(iij;srlic  disiriricii  koiidcn  -^roote  hoeveei- 
Ledeu  plaiitmateriaal  verstrekt  vvoidcii. 

Castilloa  elastica  C  e  r  v.  !><.' joii«;c,  in  Au^^iistus  1899,  in  den 
grond  gebrachte  aanplant  staat  nu  l)c\  r<*dig<'nd,  hoewel  er  ook  in  lu^t  laatsle 
jaar  nog  hier  en  daar  ingebot-L  moest  worden.  De  best  ontwikkelde  exem- 
plaren hadden  aan  't  eind  van  't  verslagjaar  eeu  hoogte  van  G.5  M.  bij  een 
omtrek  van  53  cM. 

Twee  even  oude  exemplaren  op  het  terrein  van  de  kweekbedden  zijn 
8.C0  M.  hoog  met  een  omtrek  van  üO  cM. 

De  oudste  boomeu  in  den  Cultuur  tuin  gaven  weder  bijna  het  geheele 
jaar  door  vrucht. 

Cedrela  odorata  L.  Deze  snelgroeiende  boom,  die  eeu  goede 
houtsoort  levert  en  als  schaduwboom  langs  wegen  ook  wel  in  aanmerking 
schijnt  te  komen,  heeft  in  het  verslagjaar  rijkelijk  zaad  geleverd,  dat  goed 
opkwam. 

Cephaelis  Ipecacuanha  A.  Kich.  De  cultuur  dezer  plant 
blijkt  voor  het  klimaat  van  Buitenzorg  onoverkomelijke  bezwaren  te  hebben. 
Langzaam  maar  zeker  sterven  alle  exemplaren  weg. 

Coffea  stenophylla.  De  hoogste  der  exemplaren,  die  zich  't 
krachtigst  ontwikkeld  hadden,  was  aau  't  einde  van  1901  ongeveer  3  Meter. 
Van  bladziekte  hadden  de  boomen  niet  te  lijden,  wel  daarentegen  vau 
,.djamoer  oepas".  Een  rijke  bloei  viel  bij  herhaling  te  constateereu  en  om 
het  rijp  worden  der  vruchten  behoorlijk  te  verzekeren  eu  de  jonge  boomen 
niet  te  veel  te  doen  lijden  is  een  deel  van  de  jonge  vruchten  verwijderd, 
lu  oude  blaren  van  deze  koffiesoort  is  geen  caffeïne  aanwezig,  in  jonge 
daarentegen  werd  door   D'.    vau    K  o  m  b  u  r  g  h    0.88%  gevouden. 

Het  op  Liberia-onderstam  geënte  rijs  vau  G.  steuophylla  heeft  zich  zeer 
goed  tot  vruchtdragend  boompje  ontwikkeld. 

Abbeokuta  koffie  heeft  dit  jaar  gebloeid  en  vrucht  gezet;  de 
vruchten  zijn  echter  nog  niet  rijp,  zoodat  over  de  grootte  en  qualiteit  der 
zaden  nog  geen  oordeel  uitgesproken  kon  worden. 

Oor  chorus  capsularis  L.  en  CorchorusolitoriusL. 
(Jut e).  Daar  de  uit  hier  gewonnen  zaad  gekweekte  planten  snel  in  bloei 
schoten  zonder  eene  goede  lengte  bereikt  te  hebben,  werd  uit  Britsch-Indië 
door  bemiddeling  van  den  Bot.  Tuin  te  Calcutta  van  beide  soorten  zaad 
gevraagd  en  gekregen. 

Hevea   b  r  a  s  i  1  i  e  n  s  i  s   M  ü  1 1.   A  r  g.     De  door   D^   Tromp   de 


47 

Haas  in  1900  genomen  aftappings-proeven  zijn  in  het  verslagjaar  voort- 
gezet geworden  met  even  gunstig  resultaat.  In  plaats  van  vlakke  beitels 
werd  bij  het  maken  der  insnijdingen,  bij  wijze  van  proef,  gebruik  gemaakt 
van  een  serie  van  holle  beitels  met  opklimmende  openingsbreedte.  Deze 
proef  gaf  echter  geen  resultaten,  die  beter  waren  dan  die  met  de  vlakke 
beitels.  Beter  voldeed  een  lepelvormig  mes,  dat  ten  doel  had  de  met  een 
smallen  hollen  beitel  gemaakte  beginsnede  langzamerhand  te  verwijden, 
waarbij  het  een  gunstige  factor  bleek  de  wond  vlakten  aan  beide  zijden  aan 
te  snijden.  Over  de  verkregen  uitkomsten  is  elders  uitvoeriger  bericht 
(zie  blz.  22). 

Eene  hoeveelheid  melksap  werd  op  de  in  Brazilië  gebruikelijke  wijze 
door  D"".  Tromp  de  Haas  in  rook  van  vochtigen  klappernotenbast  tot 
stolling  gebra(  bt  en  verder  bereid.  Het  verkregen  product  was  van  goede 
qualiteit  en  werd  door  de  Russian  American  India  Rubber  C".  geschat  een 
waarde  te  hebben,  die  90%  bedraagt  van  die  van  fijne  Para-rubber.  Het 
harsgehalte  ervan  was  5%,  terwijl  echter  Para-rubber  slechts  3% 
bevat. 

Onderzoekingen  zijn  nu  in  gang  om  den  invloed  na  te  gaan  van  de  zee- 
hoogte,  waarop  Hevea-  en  ook  andere  caoutchouc-boomen  gekweekt  worden, 
op  de  samenstelling  van  het  product.  Onder  Ficus  vindt  men  hierover 
reeds  enkele  gegevens,  terwijl  in  het  volgende  jaarverslag  op  dit  onderwerp 
uitvoerig  teruggekomen  zal  worden.  Bevreemdend  mag  het  heeten  dat  de 
boven  besproken  proeven  van  D"".  Tromp  de  Haas  nog  geen  aanleiding 
gegeven  hebben  tot  een  noemenswaardige  vermeerderde  aanvraag  naar  plant- 
materiaal  van  den  Para-rubber  boom.  De  Inspecteur  van  het  Boschwezen 
S  e  u  bert  schijnt  echter  op  eenigszins  groote  schaal  met  Hevea  brasi- 
licnsis  proeven  te  willen  nemen,  -lammer  is  't  dat  de  boomen  hier  slechts 
eenmaal  'sjaars  vrucht  dragen  en  de  zaden  spoedig  hun  kiemkracht  ver- 
liezen. De  oogst  van  zaden  van  dezen  boom  was  bevredigend.  De  ontkie- 
ming liet  hier  niets  te  wenschen  over.  Zooals  reeds  meermalen  is  opgemerkt 
moet  men  de  zaden  slechts  een  weinig  in  de  aarde  van  het  kweekbed  drukken. 

L  a  n  d  o  1  p  h  i  a  W  a  t  s  o  n  i  a  n  a  H.  B.  K.  In  verband  met  de  ver- 
hoogde belangstelling  in  de  lianen  uit  dit  geslacht  werd  getracht  eene 
geschikte  methode  van  ongeslachtelijke  vermenigvuldiging  te  vinden.  Na 
verschillende  proeven  bleken  hier  't  best  te  slagen  stekken  van  eenjarig 
gerijpt  hout,  die  1^^ — 3  maanden  noodig  hadden  om  behoorlijk  te  bewortelen. 

M  a  n  i  h  o  t  G  1  a  z  i  o  v  i  i  M  ü  1 1.  A  r  g.  De  boomen  in  den  aanplant, 
welke  van  Augustus  1899  dagteekent,  hadden  aan  't  eind  van  't  verslagjaar 


48 

reetln  eciie  hoogte   van   JJ    M.   hij  <mmi   omtrclv    \aii    11    cM..      Versfheideue 
exemplaren  droegen  leedB  mik  lii. 

M  il  s  <;  a  1' e  n  li  a  s  i  a  e  I  ii  s  1  i  e  a  Scliiim.  I  ><■  in  \;ik  !M)  iiilj^eplanle 
iMtoinpjcs  hebben  zich  spichlij;  onl  vvikk(.-hl,  (lii;ircni<v'n  Wiis  de  ^r<t<*i  van 
cenigv  die  in  het  i^weekbcd  waren  blijven  slaan  beier.  I)i-  meesleii  bl(*eiden 
reeds  rijkelijk  en  gaA^en  ook  eenige  vi'uehten.  Aiin  liel  eind  \;iii  'i  vershi<;- 
janr  \v;»s  in  de  hier  liccull  i\  «'ertle  |)hinl)-n  m»^  j^cen  r;i(»iilc|iniic  ;i:iii  \i-  inunen, 
zoodat  er  Iwijrel  kon  heNl;iiin  i»l  men  werkelijk  mei  .VbiscMi  eiiliiisi;i  elasliea 
l(!  doen  had.  Eene  door  l>'.  V  ii  I  e  l  o  ii  iiilui\  uei-de  dciii  mininie  n:ini 
echter  dezen  twijfel  weg. 

Mimusops  g  1  o  b  o  s  a.  (lialat:ij.  I>e  <^\ih-\  \iin  dezen  heum  was 
in  dit  verslagjaar  iets  beter  dan  in  liet  vorige.  1  >e  hoogie  van  "l  best 
onl  wikkelde  boompje  is  3.5  M. 

Door  het  maken  van  marcottes  weid  de  voorraad  planten  vergroot. 

M  y  r  i  s  t  i  c  a  f  r  a  g  r  a  n  s  II  o  ii  t  t.  II  iervan  werd  in  Januari  een 
nieuwe  aanplant  in  den  grond  gebracht,  in  de  schaduw  van  Anacardiuiii 
occidentale.  De  planten  zijn  gekweekt  uit  van  Banda  afkomstige  zaden. 
De  ontwikkeling  was  bevredigend.  Daar  e<liier  het  terrein  waaroi»  ze  nu 
staan  bestemd  is  voor  de  praktische  oefeningen  der  leerlingen  van  den  land- 
bouwcursus,  zullen  de  planten  tusschen  de  rijen  der  oude  notemuskaat- 
aanplantingen  uitgezet  worden. 

Musa  mindanensis  Rumph.  (Manilla  hennep).  De  in  het 
vorige  jaar  besproken  aanplant  kon  in  dit  jaar  geoogst  worden.  De  berei- 
ding van  de  vezel  had  plaats  met  de  bekende  eenvoudige  toestellen,  bestaande 
uit  een  stomp  mes  dat  op  een  plankje  rust  en  aan  een  hefboom  bevestigd  is. 
De  in  reepen  gesneden  bladscheeden  worden  eenige  malen  onder  het  mes 
doorgehaald,  waardoor  de  vezel  fraai  glanzend  en  bijna  wit  verkregen  wordt. 
Zonder  eenige  verdere  nabewerking  wordt  zij  dan  eenvoudig  eerst  in  de 
schaduw  en  ten  slotte  in  de  zon  gedroogd.  Aldus  bereide  vezel  werd  in 
Nederland  zeer  gunstig  beoordeeld. 

Op  Java  wordt  op  de  onderneming  Ponowareng  bij  Pekalongan  vezel 
bereid  uit  een  paar  andere  Musa-soorten  (of  variëteiten),  nl.  pisang  radja 
en  p.  soesoe.  De  Chef  der  Afdeeling  was  in  de  gelegenheid  in  October 
van  dit  jaar  die  onderneming  te  bezoeken  waar  de  eigenaar,  de  Heer  van 
der  Ploeg,  Ingenieur  te  's  Gravenhage,  tijdelijk  op  Java  vertoevende, 
alle  gewenschte  inlichtingen  omtrent  de  vezelbereiding  gaf.  De  in  reepen 
gesneden  stammen  worden  in  de  tuinen  van  het  losse,  sterk  waterhoudende 
weefsel  beroofd  met  behulp  van  de  zooeven  besproken  toestellen  en  de  aldus 


49 

verkregen  linteo  in  de  fabriek  verder  op  vezel  verwerkt.  Toen  geschiedde 
dit  nog  met  behulp  van  L  e  h  m  a  n  n's  extractoren,  maar  weldra  zullen  deze 
plaats  maken  vooi-  eene  door  de  Heereu  van  der  Ploeg  en  Böken 
gepatenteerde  machine,  die  in  Parijs  met  goeden  uitslag  gewerkt  heeft  en 
waardoor  men  per  dag  3000  KG.  vezel  zal  kunnen  afwerken.  De  uit  de 
genoemde  pisaug-soorten  verkregen  vezel  verschilt  in  eigenschappen  met  de 
Manilla  hennep,  maar  behaalt  op  de  Londonsche  markt  toch  ook  goede 
prijzen. 

De  met  Manilla  hennei»  in  den  Cultuurtuin  verkregen  resultaten  laten 
zich  in  't  kort  aldus  samenvatten.  Van  143  uitgeplante  spruiten  werden 
na  20  maanden  niet  minder  dan  710  ontwikkelde  stammen  verkregen, 
waarvan  ruim  8%  bloeiden,  terwijl  er  550  uitspruitsels  geteld  werden 
waarvan  72%  reeds  hooger  dan  50  cM.  waren.  De  dikte  en  dus  het  gewicht 
der  stammen  liet  bij  deze  plantwijdte  echter  wel  wat  te  wenschen  over.  Het 
oogsten  en  verwerken  der  stammen  duurde  ongeveer  tw^ee  maanden,  in 
welken  tijd  er  nog  meer  oogstbaar  werden,  totaal  772  stuks,  die  in  verschen 
toestand  9230  KG.  wogen,  waaruit  180  KG.  vezel  verkregen  werden,  d.  i. 
dus  2%. 

Het  watergehalte  der  stammen  is  zeer  groot  en  bedroeg  niet  minder  dan 
92%.  Eenige  bepalingen  van  het  stikstof-  en  aschgehalte  in  den  verschen 
stam  en  de  daaruit  door  eene  korte  bewerking  te  verkrijgen  linten,  alsmede 
in  de  afgewerkte  vezel  gaven  de  volgende  resultaten: 

Stikstof  in  een  schijf  van  den  stam 0.3  %. 

„         „    gereinigd  lint  van  de  binnenste  laag 0.4    „ . 

,,  „  ,,       „      „     buitenste      „    0.34  „ . 

„         „    gereinigde  vezel sporen. 

Asch  (ruwe)  in  een  schijf  van  den  stam 0.6  %. 

„  „        „    gereinigd  lint  van  de  binnenste  laag 4.5    „. 

„  „       „      »    buitenste       „    4.9    „. 

„         „        „    gereinigde    vezels 0.83  ,, . 

Door  het  wegvoeren  van  de  vezel  wordt  er  alzoo  slechts  weinig  aan  den 
bodem  onttrokken. 

Er  is  nu  weder  een  nieuwe  aanplant  in  den  grond  gebracht  om  te 
trachten  verschillende  vragen,  zooals  over  plantwijdte,  diepte  van  uitplan- 
ting  der  uitloopers  enz.  te  beantwoorden. 

Nicotianum  Tabacum  L.  Van  onzen  Consul-Generaal  in 
Smyrna  werden  /aden   van  4  varitMeiten  (nitvangen,  die  goed  ontkiemden 

VêIISLAÜ    van    '^LANUS   HLANfüNTUIN    19Ü1.  ■* 


«■n    hier    j»ljui(t.'M    j^avcri    md     \iij    ^^lol    lihnl    rn    <'i;4<'ii;i;ii(li^cii.    fcni^HzliiH 
}j;<;(lroiig('ii  habitus. 

()  ei  til  11  lil  I)  ;i  s  i  1  i  e  11  lil  Ij.  iSi-hisili  liiiljnui.  <  )|i  ren  s;i\\  ;ili  wi-idfii 
\aii  d('Z«;  vari«''(('i(,  welker  dlif  liici-  \I(M';;;ci-  ;iiiii;ic|iMtii(l  wml  ;^in(ih'ii(lc('U 
uit  methyloliavicol  It*  hcshiiiii,  op  ."{(l  Mri  vici-  lijcn  uil;4c/,;i:ii«l.  ilic  ren  ()|»|iec 
vlak  van  Y,„  baboe  besloegen. 

Van  1 — 15  Sei»teiuber  kon  liicrxan  ;'..'.(i  K(I.  mtscIi  kruid  oi-ooi^hI  wol- 
den, waaiuil  !»()()  cM."  aetberisehe  olie  veikn-^cn  \\ci(i<'ii. 

Eeu  tweede  snit  gaf  115  l\(i.  Iilad  «-n  lioiiii^r  slongcls.  wiiaruil  nog 
225  cM.^  olie  beleid  kctnden  worden,      lid  S.  (1.  nuii  de  olit-  Wii.s  ü.'.l.")  bij  2(1  . 

Palaqu  i  u  ni-s  o  o  r  t  e  n.  De  gi'ootc  bloei  wa.s  in  lid  verslagjaar  vrij 
bevredigend,  trad  echter  later  dan  gewoonlijk  in,  /.ooibit  in  't  eind  van 
December  de  vruchten  nog  verre  van  rijp  waren.  Ten  einde  bij  het 
inzamelen  der  zaden  later  minder  moeielijkheden  te  hebben  —  omdat  't  zoo 
uitermate  lastig  is  deze  van  sonimige  soorten  van  elkaar  te  onderschei 
den  —  werden  de  vruchten  van  Falaquium  Treubii,  aan  den  aanplant 
Wiiarvan  op  Tjipetir  voorloopig  geen  uitbreiding  gegeven  zal  worden,  in 
jongen  toestand  van  de  boomen  verwijderd. 

In  den  Pal.  borneense-aanplant,  waaiin  eenige  exemplaren  van  Pal. 
Treubii  staan  alsmede  eenige  boomen  van  twijfelachtig  type,  bloeiden 
enkele  van  deze.  De  vruchten  dezer  Pal.  Treubii  werden  eveneens  verwij- 
derd, terwijl  de  getah  pertja  der  anderen  geanalyseerd  werd  om  na  te  gaan 
of  men  de  zaden  zou  kunnen  aanhouden. 

Eén  boom  in  den  Pal.  oblongifolium  aanplant  bleek  een  zeer  inferieur 
product  te  leveren,  hoewel  de  blaren  uiterlijk  veel  op  die  der  echte  Pal.  obl. 
gelijken,  alleen  zijn  zij  kleiner. 

Het  blijkt  meer  en  meer,  dat  de  chemische  analyse  van  het  product 
een  zeer  gewenscht  hulpmiddel  is  om  de,  vooral  bij  gecultiveerde  boomen 
twijfel  overlatende,  botanische  kenmerken  te  vervangen,  dan  wel  aan  te 
vullen. 

De  aftappingen  van  Palaquium  Treubii  en  Pal.  Gutta  (het  zoogen.  afw. 
type)  hadden  in  Mei  en  Juni  plaats.  De  opbrengst  van  de  best  ontwik- 
kelde boomen  was  zeer  bevredigend,  hoeveelheden  van  400  gram  werden 
zelfs  bij  enkele  exemplaren  verkregen. 

Van  Pal.  Treubii  werden  187  exemplaren  getapt;  de  opbrengst  was 
15  Kilogram,  d.  i.  dus  gemiddeld  per  ]>ooni  1  lü  gr. 


Het  aautal  afgetapte  Pal.  Gutta  boomen  was  56,  de  totale  opbrengst 
7.4  KG.,  dus  gemiddeld  per  boom  132  gram. 

De  verkregen  getah  pertja  werd  gezonden  aan  de  firma  Pelten  &  Guil- 
leaume,  Carlswerk  Actiën  Gesellschaft  te  Mühlheim  am  Rhein  om  een  oor- 
deel over  de  teclinisihe  bruikbaarheid  in  te  winnen.  De  General  Directer, 
de  Heer  E.  G  u  i  1  1  e  a  u  m  e,  had  zich  tijdens  een  bezoek,  dat  de  Chef  der 
Af  deeling  gedurende  zijn  verlof  naar  Europa  aan  die  fabriek  bracht,  met  de 
grootste  welwillendheid  bereid  verklaard  met  de  hier  gewonnen  getah 
pertja  proeven  te  doen  nemen,  indien  hoeveelheden  van  +  15  KG.  beschik 
baar  gesteld  konden  worden.  De  uitslag  van  het  onderzoek  zal  in  het 
volgend  verslag  medegedeeld  kunnen  worden. 

Van  den  Heer  B  ure  hard  in  Indragiri  ontving  de  Cultuurtuin  in 
October  een  aantal  bewurtelde  stekken  van  Palaquium  oblongifolium.  De 
plantjes  waren  zeer  zwak,  zoodat  ze  eerst  eenigen  tijd  in  potten  gekweekt 
werden,  alvorens  op  een  kweekbed  uitgezet  te  worden. 

F  i  p  e  r  n  i  g  r  u  m  L.  De  jonge  aanplant,  waaraan  veel  zorg  besteed 
is,  staat  gunstig.  Verscheidene  exemplaren  beginnen  reeds  vrucht  te  dragen. 

Shorea  steno  p  te  ra  Burck.  (Tengkawang).  Eenige  geïsoleerd 
staande  boomen  hebben  weer  gebloeid  en  vrucht  gezet.  In  den  15-jarigen 
aanplant,  waar  de  groei  der  boomen  zeer  goed  is,  heeft  echter  nog  nimmer 
een  boom  vrucht  gedragen,  zoodat  de  cultuur  van  dezen  boom  in  gesloten 
aanplautiugen  niet  aanbevolen  kan  worden.  Trouwens  op  Borneo  ziet  men 
ook  meest  in  de  nabijheid  van  rivier-oevers  alleen  staande  exemplaren 
bloeien. 

Theobroma  Cacao  L.  en  Theobroma  bicolor.  Hoewel 
de  boomen  nog  steeds  veel  van  allerlei  ziekten  en  plagen  (e  lijden  hebben, 
beloofde  de  vruchtoogst  dit  jaar  zeer  voldoende  te  zijn.  Onder  de  hier 
gekweekte  Cacao  vindt  men  tal  van  variëteiten,  die  zich  onderscheiden  door 
de  kleur  en  den  vorm  der  vruchten. 

U  n  c  a  r  i  a  G  a  m  b  i  r  R  x  b.  De  nu  in  het  volle  licht  groeiende  plan- 
ten zien  er  goed  uit  en  hebben  in  het  verslagjaar  vrij  veel  jonge  loten  ge- 
maakt. Ze  vertooneu  echter  neiging  om  sterk  te  bloeien.  De  oude  aanplan- 
ting geeft  geregeld  zaad,  waarvan  dikwijls  aan  aanvragers  verstrekt  wordt. 
Naar  het  schijnt  slagen  echter  de  meesten  er  niet  in,  de  iiiocit'lijklu'dcn  aan 
het  kweeken  van  plantjes  uit  zaad  verbonden  te  overvviiineii. 


IJ  1' o  s  I  i  ji;  lil  Jl  «H  a  s  t  i  e  II  lil  M  i  <|.  !»•■  uil  /.aail  ;;<-\\ oniicii  |)laiilt'ii, 
Avaui\aii  in  Im'I  \<tri;^('  \«'rsla<;  (t|t  Itl/.  07  iiicldiii^  is  ^ciiiaakl.  zijn  (i|i  t\\<-<MM- 
lei  wij/c  bchuudc'ld.  \'aii  een  <1('('1  /ajii  ;icic;;r|(|  d.-  /i jialvkcn  wc^i^esneden 
wat  tengevolge  heeft  gehad,  dal  <lt'  Ixiomiijcs  hoog  opschoicn.  zoodui  'I 
noüdig  was  ze  te  Mtenneii.  De  groei  van  die.  WflUe  niel  van  Ininne  zijtakken 
beroofd  werden,  was  uieer  gedrongen  en  zij  behoefden  dan  oulv  ge<-'U  steun. 
De  hoogte  der  eersten  bedroeg  4  Al.,  die  (h-r  laatste  was  i'..")  M.  De  omtrek 
aan  den  voet  was  resp.  15 — 17  cM.  De  eersli>edo<dde  i)eiiandeiiii;i  scliijiiL 
dus  minder  aan  te  bevelen. 

De  zaadoogst  was  zeer  ruim,  zoodat  aan  de  talrijke  aanvragen  voldaan 
kon  worden.     (Jioote  hoeveelheden  marcottes  werden  ook  weder  verstrekt. 

In  het  vorige  verslag  is  melding  gemaakt  van  aftapi>ingsi>roeven  met 
een  tweetal  boomen,  waarbij  deze  drie  achtereenvolgende  keeren  met  een 
tussehenruimte  van  3  dagen  getapt  werden  en  waarbij  de  opbrengst  bij  de 
2''  en  3*"  aftapping  minder  bleek  te  zijn  dan  bij  de  eerste. 

Met  eenige  wijzigingen  werd  uu  door  D"".  van  K  o  m  b  u  r  g  h  in 
gemeenschap  met  D'.  Tromp  de  Haas  een  grooter  aantal  boomen 
van  bijna  13-jarigen  leeftijd  getapt  en  wel  w-erd  van  een  24-tal 
de  helft  op  de  gewone,  hier  gebruikelijke,  wijze  ingesneden,  terwijl 
op  de  andere  helft  de  gewijzigde  methode  werd  toegepast.  Deze 
bestond  hierin,  dat  bij  eene  eerste  aftapping  de  boom  slechts  weinig 
insnijdingen  ontving,  bijv.  Vs  of  V4  ^'^"  ^^^  aantal,  dat  men  hem 
in  't  geheel  dacht  toe  te  brengen.  Zes  dagen  later  werd  dan  de  boom 
opnieuw  behandeld  en  wel  met  de  helft  of  %  der  insnijdingen.  Soms 
werden  boomen,  die  %  der  insnijdingen  ontvangen  hadden  na  een  tweede 
periode  van  zes  dagen  met  het  resteerende  i^  voorzien.  De  proef  had  plaats 
in  December.  De  verkregen  opbrengsten  zijn  in  onderstaande  tabel  opge- 
nomen : 

n?  v/d  boom. 


n-  v/d  boom. 

1 

257  gr. 

3 

264  „ 

5 

273  „ 

7 

270  „ 

9 

267  „ 

11 

369  „ 

13 

161  „ 

1861  gr. 

2 

(130  +  607  +  228) 

=  965  gr 

4 

(106  +  802  +  356) 

=  1264  „ 

6 

(153  +  135) 

=  288  „ 

8 

(319  +  355) 

=  674  „ 

10 

(222  +  141) 

=:  363  „ 

12 

(139  +  53) 

=    192  „ 

14 

(216  +  220) 

=  436  „ 

4182  gr. 
De   verkregen   resultaten    doen    duidelijk    het   voordeel   der   gewijzigde 


S3 

(ap]>iri^sni*'t  IhmIc  /.icii.  de  vcikic.ucii  (iiibi-cMigsl  locli  is  <liUiil)ij  2.L'  ina;il 
uroolei'  dan  iiid  de  ;4('\\(»ii('.  liiei-  «iebniikelijke.  Het  zou  natnui'lijk  voor 
harig  zijn  deze  iiu^thode  reeds  aan  te  bevelen,  want  het  zal  in  de  eerste  plaats 
iioodig  zijn  om  na  te  gaan  of  de  hoornen  die  hehandeling  eenige  jaren  ach- 
tereen verdragen  en  of  de  meerdere  ophrengst  niet  gevolgd  wordt  door  eene 
verminderde  in  de  volgende  jaren.  Een  onderzoek  naar  het  harsgehalte  van 
Ficus.  elastica-caontchour-.  afkomstig  van  hoomen  op  vei'schillende  hoogte 
hoven  zee  gegroeid  gaf  de  volgende  uitkomsten: 

Oaontchone  van  hoomen  op  zeehoogte  van:  hars: 

800'  7% 

1800'  8% 

In  het  werkje  van  H  e  n  r  i  q  n  e  s.  ..Der  Kantschtik  nnd  seine  (JiielliMr' 
vindt  men  voor  Assam-Caoiitchouc  (gezuiverd)  11.3%,  voor  Java  daaren- 
tegen slechts  8%  opgegeven.  Welken  invloed  het  wasschen  van  het  product 
op  het  gehalte  in  aceton  oplosbare  stoffen  invloed  heeft,  zal  door  een  reeks 
van  proeven  uitgemaakt  moeten  worden.  Xaar  de  boxen  medegedeelde  resul- 
taten te  oordeelen  schijnt  de  invloed  van  zeehoogte  niet  zoo  heel  groot  te 
zijn.  Een  andere  vraag,  welker  bestudeering  in  gang  is.  geldt  het  hars- 
gehalte  in  caoutchouc  van  hoomen  van  verschillenden  leeftijd  afkomstig. 

Willughbeia  firma  BI.  Op  verzoek  van  een  Fransche  firma,  die 
met  het  bereiden  van  caoutchouc  uit  den  bast  A^an  deze  liaan  proeven  wilde 
nemen,  is  het  wai'boseh,  dat  zij.  na  het  afkna]»pen  dei*  steuuhoomen.  voi-mde 
geheel  gerooid.  De  kosten  vaii  het  afzonderen  dei-  dunne  twijgen  was  vrij 
hoog  en  bedroeg  meer  dan  de  waarde  der  caoutchouc,  die  zij  bevatten. 
Wanneer  het  werkvolk  in  deze  meer  oefening  verki-egen  zal  hebben,  zullen 
die  kosten  echter  wel  dalen,  't  Zal  echter  de  vraag  zijn  of  zulk  een  exploi- 
tatie dan  zelfs  wel  loonend  zal  wezen.  Plet  grootste  deel  der  afgekapte 
stammen  liep  hier  uit.  De  lengte-groei  der  in  Augustus  1890  geplante 
exemplaren  was  ook  nu  w(^er  goed,  de  toeneming  in  dikte  van  de  stammen 
liet  echter  te  wenschen  over.  De  diameter  bedroeg  op  2i/2-jarigen  leeftijd 
slechts  1.4  cM. 

V  a  n  i  1 1  a  p  1  a  n  i  f  o  1  i  a  A  n  d  r.  Nog  steeds  heeft  de  aanplant  van 
eene  ziekte  te  lijden,  waardoor  de  stengels  afsterven  en  de  oogst  zeer  bena- 
deeld wordt.  Men  tracht  nu  door  't  geregeld  wegsnijden  der  aangetaste 
deelen  het  euvel  zooveel  mogelijk  te  beperken  en  door  sterke  bemesting  den 
groei  der  gezond<'  scheuten  te  bevorderen. 


R4 

Z  f' Ji  !M  ;i  y  K  L.  Uil  Aiisli';ili<'  ui-rdrn  ccn  ;i:iiii;il  fijiiiii-  \  iiricicilfii 
(»iil  \  ;iiiji<'ii,  (lic  il  Is  I  wcode  gOw:ts  o)i  dr  snwüli's  uil  ;i«'|il;i  nl  u  •  rdcn.  I  »c  «m»j;sI 
\  iel  iiiiiii  uil.  \\  ii;irdn<»i'  licl  inoj^t-li  jl<  \\;is  ^luolc  Ii(M'VccIIi<m|<ii  l<-ii  Ik-Iiocv 
i\i\-  liiliiiidscin'  JK-volkin^f  (<.'  vcrHtrckkcu. 

Nii'inNc  onl  \;iii;:,('ii  pliinlcn. 

( '  t'  r  il  (  o  II  i  ;i    s  i  I  i  (|  II  il     I>.    (•loliiiiiiics  Itioodl mi.      \  ;i  n   di/.c   |il;iiit . 

die  lirlcr  in  •Til  siihirupiscli  diiii  tropisi  li  kliiiiiiiil  sliiii;;!,  wcidin  in  Mtiiirt 
(M'ii  iiiiiiiiil  /julrii  iiil}:,oIo<;d,  di«'  in  S—U  daji<'ii  uiil  kiciridcn.  |)c  <^ynt'\  der 
joiip'  planfjcs  was  niot  erg  welig,  de  liodgte  jiüii  (  eind  siin  i  scrslagjaai 
bedroeg  slechts  25  cM. 

C  o  f  f  e  a    1  e  p  i  d  o  p  h  1  o  i  a    M  i  < ]. 
C  o  f  f  e  a   d  e  II  s  i  f  1  o  r  a    BI. 

(^  o  f  f  e  a  m  a  d  u  r  e  n  s  i  s  el  Ü.  \';iii  d</,c  diic  wiidi'  kuiricstiorlrn 
oiilviii;^  de  ('iilluui'tuiii  van  D"".  Koor  d  e  v  s  ccuinc  weinige  j<»ii-<'  idantJeB 
(en  geschenke,  die  in  de  nabijheid  van  Cotïea  stenoi)liyllii  nitgczct  wci-dcn. 
^^■(■lli(•ht  zullen  zij,  indien  hun  groei  wat  beter  zal  zijn,  geschikt  blijken  om 
(1  jiiidere  koffiesoorten  op  te  verenten.  Naar  't  zich  laat  aanzien  is  C. 
dcnsillora,  die  eene  hoogte  bereikte  van  1.30  M.,  de  beste  groeier  der  hi(.'r 
genoemde. 

Gossipium  herbaceum  L.  (katoen).  Verschillende  variëteiten 
werden  uit  Washington  ontvangen  en,  hoewel  de  tot  nu  toe  verkregen  resul- 
tuten met  eenjarige  katoensoorten  in  het  vochtige  en  regenachtige  klimaat 
van  Buitenzorg  bijna  iramer  teleurstelling  gaven,  uitgezaaid.  In  6 — 7  dagen 
kiemden  de  zaden.  De  groei  der  jonge  plantjes  was  krachtig,  ze  bloeiden 
rijkelijk  maar  gaven  een  slechte  opbrengst  aan  katoen  en  zaad,  dat  boven- 
dien slecht  kiemkrachtig  was.     De  meeste  vruchten  verrotten  aan  de  plant. 

H  y  p  a  ])  h  o  j'  u  s  s  u  b  u  m  b  r  a  u  s  L.  Tijdens  zijn  bezoek  aan 
Ceylon  zag  de  Chef  der  Afdeeling  op  een  onderneming  in  {\v  biiiirt  van 
Kandy  fraaie  exemplaren  van  een  doornlooze  dadap,  waarvan  een  hoeveel- 
heid zaden  medegebracht  konden  worden,  waaruit  ongedoornde  planten 
gekweekt  werden,  die  als  schaduwboomen  in  verschillende  aanplantingen 
dienst  zullen  doen. 

Landolphia    Heudelotii    DC.     Na  vele  vergeefsche  pogingen 


55 

beeft  «1<'  riilfum  ( iiiii  ten  slotte  iu  November  van  dit  ja,ii'  eenige  plantjes  van 
(leze  oni  luiar  caoiitehouc-rijkdom  zoo  geroemde  liaan  verkregen,  die  ont- 
vangen werden  nit  den  botanischen  Tuin  van  Dar-es-Salam  en  die  naar  't 
schijnt  met  eenige  zorg  wel  zullen  slagen.  Dat  de  cultuur  van  deze  plant 
liier  te  lande,  althans  in  West-Java,  niet  zoo  gemakkelijk  is,  schijnt  wel 
hieruit  te  volgen,  dat  de  administrateur  van  Poeka  Oentoeng  berichtte,  dat 
van  een  000-tal  uit  Europa  ontvangen  i)lantjes  dezer  Landolpbia  maar 
()  stuks  in  leveu  gebleven  waren.  De  bast  van  deze  liaan  heet  bijzondei- 
geschikt  te  zijn  om  er  op  mechanische  wijze  de  caoutchouc  uit  te  bereiden. 

L  a  n  d  o  1  p  h  i  a  K  1  a  i  n  i  i  Pierre.  FiCn  vijftal  j<uïge  ]>hinten  werd 
eveneens  in  November  ontvangen  van  den  Heer  d  e  B  o  o  y,  administrateur 
van  Soeka  Oentoeng.  Deze  groeiden  krachtig  door  en  vormden  scheuten  van 
nu^er  dan  20  cM.  lengte. 

Landolpbia  K  i  r  k  i  i  D  y  e  r.  Tijdens  het  bezoek  van  den  Afdee- 
lingscbef  aan  den  botauisclieu  Tuin  te  Henaradgoda  (Ceylou)  droeg  deze,  een 
goede  caoutchouc  gevende,  liaan  juist  vrucht,  zoodat,  dank  zij  de  welwil- 
lendheid van  den  Directeur  der  botanische  tuinen  op  Ceylou,  den  Heer 
Willis,  een  aantal  zaden  naar  Buitenzorg  kouden  worden  medegenomen. 
De  zaden  kiemden  na  ongeveer  20  dagen  en  leverden  krachtige  plantjes,  die 
nu  scheuten  van  ongeveer  40  cM.  hebben. 

In  November  werden  tevens  van  deze  soort  nog  een  O-tal  exemplaren 
uit  Dar-es-Salam  ontvangen,  die  echter  wat  afmetingen  en  vorm  der  blaren 
betreft,  welke  veel  langer  zijn,  niet  op  de  uit  zaad  gewonnen  planten 
gelijken. 

Payena  stipulaiis?  B  u  r  c  k.  (Dantoeng).  ()])  zijn  dienstreis 
in  1S98  in  de  Padangsohe  Bovenlanden  trof  D^  van  Honiburgh  een 
paar  bloeiende  boomen  van  den  dantoeng,  die  in  tegenstelling  met  andere 
Payenas  geen  getah  pertja,  maar  een  meer  op  caoutchouc  gelijkend  product 
levert,  dat  in  niet  groote  hoeveelheid  uit  Padang  uitgevoerd  wordt.  Wel 
kon  van  die  reis  een  tweetal  ])lantjes  medegebracht  worden,  die  echter  een 
kwijnend  bestaan  voortsleepten.  Vruchten  en  zaden  waivMi  (m-  neg  niet  van 
bekend  en  hoewel  herhaaldelijk  ter  verkrijging  daarvan  de  tusschenkomst 
van  Bestuursambtenaren  in  de  Padangsche  Bovenlanden  wei-d  ingeroepen, 
bleven  deze  uit,  totdat  onlangs,  in  September,  van  den  Controleur  van  Moeara 
Laboeh,   den   Heer    P  a  1  m  e  v    v  a  n    den    B  r  o  e  k,    vruchten,   zaden   en 


86 

kiciii|tl;iii(.j<'s   «([t   s|iiriliis,    ;ilsnn'<l('   pen    piirlij    l<'\('ii<li'    |il;iiil<'ii    <>ii1  \  uii;j«'n 
wciiUmi,  (lic  in  j^oedcn  Htaat  aankwamen. 

Den  Ih'ci'  I'almer  v  n  ii  «I  e  n  r.  i  n  .•  |<  koml  v()<»r-  (h-Ac  fi;i!jie 
■/.ou(]\w^  <)ii<,n'<\vijfold  ecu  woord  van  dank  l<tc.  liet  spii-itns  nuiicriaal  werd 
in  bniMlcii  <rcs(cld  van  ^)^  Valcl  on  Ici-  lii-\vcikiii<^'  ««n  de  planleii,  iia<lat 
Ici'onnnc  in  elkaar  ^odi'Jiaidc  wocicis  \  ciwi  jdcrd  waren,  in  |iu||cii  <.n'p'<i'''^*- 
TdCii  ze  l»c;;onneii  nien\\  blad  Ie  maken.  \Mi-den  ze  in  \ak  11!  ^edcellcii jlv 
in  'I  volle  liclil.  ;i,fedeel(elijk  in  de  Sl•lladn^\  \an  ("\iiomr-lra  ramil'lora  nit-.;. - 
plaiH.  De  in  'I  liclil  {icplaafstc  idanlen  ontwikkelden  /.icli  Mi jlvliaai-  iels 
forsclicr  dan  do  in  do  schadnw  staanden.  Ti-onwons  ziet  men  Wij  ve^.>^cl^il 
lond«^  in  cnKuiir  j;(^l)i'acli1o  wondhoonien.  daf  bij  «rucdcii  toestan<l  \an  den 
irrond.  z(>odai  or  aan  voclil  inroon  i;-cbi-el<  is.  jon;:e  cxemplaien.  die  in 
wildon  staal  als  S(•l1adn\^  lievend  bcsclionwd  moeten  worden,  lodi  niistc 
kond  ffedijon  als  zo  in  'I  volle  liehf  staan.  N^MsdiilIcnde  T^iknpiium  s<»oiten 
«redrajron  zich  in  dat  opzioht  evenzoo.  TTot  ])lanl verband  is  Ui  voel.  De 
hooji^to  doT*  ]ilantjos  is  ongeveer  een  voet  on  do  flink*  onl wikkelde  jonuc 
blaren  zijn  ^>2  cM.  lang.  bij  10  oM.  breed. 

S  a  p  i  n  d  n  s  o  m  a  r  g  i  n  a  t  n  s  V  a  li  1.  Van  don  Tl  oei-  TJ  i  v  i  è  r  e, 
Directenr  van  den  Jardin  d'essais  dn  Hamnian  bij  Algiers  ontving  D^  v  a  u 
R  o  m  b  u  r  g  h  bij  zijn  bezoek  aan  die  inrichting  eenige  zaden  van  dozen 
zeepbooni  ton  geschenke.  Ze  ontkiemden  in  10  dagen,  maar  gaven  niet  sterk 
groeiende  planten,  die  aan  't  eind  van  't  verslagjaar  40 — 45  cM.  hoog  waren. 

S  t  y  r  a  X  "B  e  n  z  o  i  n  D  r  y  a  n  d.  Een  kleine  aanplant  van  dezen  boom. 
die  de  bekende  benzoë  levert  en  waarvan  do  Tnllnurtnin  een  paar  haasi 
volwassen  vrnchtdragende  exemplaren  bezit,  werd  in  don  ondon  Manilla 
hennep-tnin  tusschen  de  Pisang-planten  nitgezet.  Ze  groeiden  daar  ze(>r 
goed  en  hadden  na  4  maanden  eene  hoogte  van  85 — 130  cM. 

Urceola  escnlenta.  De  zaden  waren  door  D"".  van  Ti  o  m- 
b  u  r  g  h  persoonlijk  ingezameld  te  Henaradgoda.  Ze  ontkiemden  in  22 
dagen  en  gaven  aanvankelijk  vrij  krachtig  groeiende  planten,  die  echter 
na  9  maanden  niet  hooger  waren  dan  50  cM.  Deze  liaan  geeft  een  goede 
caoutchouc. 

Urceola  brachysepala  Hook.  f.  Van  den  Heer  N  e  t- 
soher    te  Tjisalak  ontving   de   Cnltnnrtnin   eon    aantal   krachtige  jonge 


57 

plaiitpii  van  deze  caoutohouc-liaaB  ten  geschenke.     Eenige  ervan  wenlen  in 
Septejribei'  ui  (geplant  en  ontwikkelden  zich  fraai. 

b.     Agricultuur-chemisch    Laboratorium. 

Het  gebouw,  alsmede  de  instrumenten  bevinden  zich  in  goeden  toestand. 
Acliter  het  laluinttorinm  ammmI  tijdelijk  een  klein  open  loodsje  gezet,  ver- 
bonden met  gas-  en  waterleiding,  om  er  extractie-proeven  met  vluchtige,  licht 
brandbare  vloeistoffen  o]i  eenigszins  grooter  schaal  te  kunnen  uitvoeren. 

W.  S  p  i  r  e,  een  Fransch  <ifficier  van  gezondheid  en  D"".  S  h  e  r  m  a  n, 
een  Amerikaansch  chemicus,  die  oj)  Manilla  voor  de  Amerikaansche  Regee- 
i'ing  een  agricultuur-chemisch  laboi-otoiium  zal  inrichten,  waren  gedurende 
eenige  nuianden  in  den  Tultuurtuin  en  het  laboratorium  werkzaam. 

Met  1  Mei  verliet  de  Heer  Boogaard,  die  ongeveer  V^  jaar  n1s 
volontair  in  het  laboratorium  werkzaam  geweest  was  en  zich  tot  een  rrtwA 
analyticus  ontwikkeld  had.  Buitenzorg.  Zijn  plaats  werd  ingenomen  door 
Mejuffrouw  P.  Roselje,  die  echter  in  December  hare  betrekking  weer 
neerlegde  en  opgevolgd  werd  door  den  Heer    V.    H  i  s  s  i  n  k. 

D"".  L  o  n  g,  vroeger  werkzaam  aan  de  Bandoengsche  Kinine  fabrielc 
werd  met  ingang  van  Mei  tijdelijk  aan  het  laboratorium  verbonden  tot  het 
verrichten  van  chemische  werkzaamheden. 

Omtrent  de  in  het  laboratorium  verrichte  onderzoekingen  wordt  hier 
in  extenso  en  letterlijk  overgenomen  het  door  den  Afdeelingschef.  D"".  P. 
van    B  o  m  b  u  r  g  h.    ingediende  rapport. 

Het  onderzoek  naar  de  bestanddeelen  van  de  aetherische  olie  van 
Kaempferia  Oalauga  L..  waarin,  in  1800,  de  aanwezigheid  van  p.  methoxy- 
Ivaneelzuren  aethylester  was  aangetoond  werd  voortgezet.  Xu  kon  worden 
aangetoond,  dat  zij  bovendien  bevat:  pineen.  kaneelzuren  aethylester.  als- 
mede een  verzadigde  koolwaterstof,  die  bij  207.5°  kookt  en  bij  10°  smelt  en 
het  S.  (t.  0.766  heeft  bij  26°,  Analyse  en  moleculair  gewichts-bepaling 
voerden  tot  de  formule  C,-,H..o.  Deze  koolw^aterstof  schijnt  identiseh  met 
normaal  pentadekaan,  waarmede  de  eigenschappen  overeenkomen.  Verder 
bevat  deze  aetherische  olie  nog  zeer  geringe  hoeveelheden  van  een  gekris- 
talliseerd, naar  kamfer  riekend  lichaam  en  een  vloeibaar  product,  dat  met 
broom,  in  tetrachloorkoolstof,  een  fraaie  violette  verkleuring  geeft  en  waar- 
van het  onderzoek  nog  in  gang  is.  De  afscheiding  van  de  verzadigde  kool- 
waterstof heeft  bij  de  tropische  temperatuur  nogal  moeite  gegeven. 


)i8 

Het  oridor/^tx-k  \;iii  lid  wcliicl^fiMlc  Im'sI;iihIi|<<I  der  ;it'|  Ii»-risi  Im- olir  \aii 
(Ie  Oriiiiiini  variëteit;  (ol'  s|m'c.)  hier  iKkcinl  ondir  den  iia:iiii  \:ni  Sdasih 
bcsar  ol'  S.  iiiekali  is  nooiIj^c/cI,  licdt  cclilci-  iio^  ^ccii  voor  iHililifal  i»-  rijpo 
resul  (aten  o})geleverd. 

Dr  uit  Oeirnnni  hasilicnin  L.  (Sclasili  liidjaiii  vcikr('«,n-ii  olie  draait 
in  een  i»iiis  \aii  L*(M»  m.M.  \\c\  iiolarisalicvlak  O.:?.")  naar  retdils.  Door  do  oli(? 
mol  sloom  (o  hcliaiidclcii.  y,oo<lat  er  on;^ove(M'  M)%  overjjaat,  krij^l  iricii  een 
vloeistof  die  5'  rechts  draait,  terwijl  het  residu  —  0.fi°  draaido.  ilren^H 
ineii  dit  lesidu  even  aan  de  kook  (liet  kookpunt  is  on;j;ev<'er  215°)  en  ko«'l( 
men  daarna  af  dan  is  de  draaiug  der  vlo(Mstof  +  2°  in  een  buis  van  2(Kï  niM. 
V^erhit  men  langer  dan  wordt  ze  +  3°4  en  schijnt  dan  ook  bij  verdeie  ver- 
hlMing  deze  draaing  te  behouden. 

Door  destillatie  in  vaeno  kon  men  uit  liet  lio\enbedoelde  residu  een  veel 
zwakker  rechts  draaiende  vloeistof  verkrijgen.  Dit  eigenaa»-dig  gedrag 
dezer  aetherische  olie  wordt  nog  nadei-  ondei-zocht. 

In  de  saprophytisch  groeiende  Epirrhizanthes  elongata  BI.  en  E.  cvHn 
(liica  BI.,  O])  Tjipetir  vrij  talrijke  voorkomende  Polygalacc^eën.  kon   ik  de 
aanwezigheid  van  salicylzuren  methylaether,  die  reeds  in  wortels  van  vele 
der  bladgroen  voerende  planten  dez(M'  familie  is  aangetroffen,  aantoonen. 

Dienzelfden  ester  vond  D'".  T  r  o  m  p  de  Haas  in  de  vruchtschillen 
van  Coffea  liberica,  terwijl  't  mij  gelukte  denzelven  in  4,4  gram  versche 
vi'uchtschil  van  Coffea  steno})hylla  aan  te  toonen,  terwijl  merkwaardiger 
wijze  vruchten  van  Coffea  arabica,  waarvan  veel  grootere  hoeveelheden 
vruchtschil  in  bewerking  genomen  werden,  die  stof  niet  bevatten. 

Evenmin  kon  ze  geconstateerd  worden  in  vruchtschil  van  Coffea 
arabica,  die  gegroeid  waren  aan  rijs,  dat  geënt  was  op  Coffea  liberica. 

Wel  echter  vond  ik  ze  in  de  vruchtschil  van  de  zoogen.  hybriden  van 
Klein  Getas,  die,  zooals  men  weet  gehouden  worden  voor  hybriden  van 
Coffea  arabica  en  C.  liberica. 

Veel  tijd  is  in  dit  verslagjaar  besteed  aan  de  analyses  van  caoutchouc 
en  getah  pertja,  welke  gemeenschappelijk  met  D^  Tromp  de  Haas. 
die  zich  voor  dit  onderwerp  veel  moeite  gegeven  heeft,  uitgevoerd 
zijn. 

De  waterbepaling  in  de  getah  pertja-monsters  wordt,  nadat  door  voor- 
loopige  proeven  was  uitgemaakt,  dat  vooral  veel  harshoudende  soorten  bij 
drogen  in  warme  lucht  —  door  oxydatie  —  minder  goede  lesultaten  geven. 


69 

uitgevoerd  door  de  stof  in  een  warnnvaterdroogstoof  in  een  koolzunrgas- 
s-trooin  lot  constant  gewiebt  te  verhitten,  waarbij  bet  aanbeveling  verdient 
de  klein  gesneden  monsters  vooraf  eenigen  tijd  boven  zwavelziuir  te 
plaatsen,  waardoor  de  duur  der  verwarming  verkort  wordt. 

Om  de  hoeveelheden  vuil  (dirt),  hars  en  gutta  te  bepalen  werd  vroeger 
de  in  kleine  stukjes  gesneden  of  tot  een  dunne  plaat  uitgerolde  gefab  perlja 
met  alkohol  geëxtraheerd,  daarna  het  residu  in  chloroform  opgelost,  terwijl 
bet  onopgelost  geblevene  als  dirt  gewogen  werd.  Deze  methode  was  echter 
tijdroovend  en  leA^erde  A'erscbillende  moeielijkheden  op. 

Na  tal  van  proefnemingen  wordt  thans  de  volgende  methode  gevolgd, 
die  snel  tot  het  doel  voert  en  goede  resultaten  geeft.  Een  gram  van  de 
luchtdroge  stof  wordt  in  een  maatkolfje  van  100  cM.^  voorzien  van  een 
ingeslepen  Inchtkoeler  (met  bollen)  gedurende  3/^ — y^  uur  in  een  waterbad 
met  80  cM.^  chloroform  zachtjes  gekookt.  Na  geheele  oplossing  van  d<^ 
getah  pertja  laat  men  afkoelen,  vult  de  kolf  met  chloroform  tot  aan  de  deel- 
streep  en  filtreert  de  vloeistof  door  een  trechter  met  +  20  cM.  lange  buis  over 
een  dichte,  zuivere  wattenproj».  Van  het  filtraat  neemt  men  50  cM.^  of  wat 
beter  is,  men  filtreert  direct  in  een  maatkolfje  van  50  cM.^,  brengt  de 
oplossing  in  een  Erlenmeijer  met  grooten  vlakken  bodem  en  distilleert  de 
chloroform  voorzichtig  af.  Op  den  bodem  houdt  men  dan  een  zeer  dunne 
doorschijnende  laag  van  vuil-vrije  getah  pertja.  Men  blaast  de  kolf  met 
lucht  uit  en  droogt  de  laag  in  de  kolf,  die  in  een  warmwaterdroogstoof 
geplaatst  woi'dt,  in  een  koolzuurgasstroom  gedurende  IH  uur.  Daarna 
weegt  men  de  kolf,  waarin  men  het  koolzuurgas  weer  door  lucht  heeft  ver- 
vangen. Men  vindt  aldus  het  gewiebt  van  hars  -(-  gutta  en  daar  het  water- 
gehalte in  een  afzonderlijke  hoeveelheid  bepaald  is  kent  men  dan  het  gewicht 
van  het  vuil  (dirt). 

Dan  trekt  men  den  inhoud  der  kolf  eenige  malen  met  kokende  aceton 
uit,  die  uit  de  dunne  getah  pertja-laag  nu  gemakkelijk  de  hars  opneemt.  Bij 
hjirsrijke  monsters  is  het  goed  de  met  aceton  behandelde  getah  pertja  nog 
eens  in  chloroform  op  te  lossen,  deze  te  verdampen  en  het  nieuwe  getah- 
vlies  opnieuw  met  aceton  te  behandelen.  Na  deze  extractie  verhit  men  de 
kolf  weer  in  een  koolzuurstroom  en  vindt  dan  na  weging  de  hoeveelheid 
gutta.  Uit  het  verschil  in  gewicht  met  de  eerste  weging  weet  men  dan  de 
hoeveelheid  hars. 

De  behandeling  met  aceton  voert  sneller  tot  het  doel  dan  alkohol  en 
geeft  dezelfde  uitkomsten. 

Eene  analyse  van  uit  blad  bereide  getah  pertja-monsters,  waarvan  het 


(m'Im;  iifkoiiisti;^  WUH  uil  <!<•  riilui'k  i>\>  l'.ocio*'.  \\a;ir  \iil;_'»'iis  i  |i!<n<-<li'  v;iii 
D'.  Lcilclioor  geA\('il\(  woidl  en  licl  ;iiM]crc  hciv-id  wms  in  ccii  f;ilir'ifk 
(e  Molijaii  on  de  W.-afd.  \;(n  IJonifo  <i;;iC  <lc  vol^roiidc  icsnltnii-n : 

l^ioducl  van  Boeroo  (gi-oen  jicldcnrdi.  riddiifl  van  MoliJ;in  fiïpijs). 

voclii    CU   vuil  3.9%  4.(>% 

Ii.iis  9.2  „  6.1  „ 

giillji  86.9,,  89.8,. 

TIcf  üscligehaKe  van  lid  ccistr  monslrr  was  \.\J, .  van  lui   judfic  1..";. 

|)(M»rdcn  Ifeei*  C  u  i' 1  is  uit  l'cnan<^  wjii-cn  I  wee  inonsh-is  i^chili  |»<'itj;i 
jiczondcn.  al'komsiifi;  van  bloeiende  l><«nnen.  waar\;ni  de  viinliicn  in  \(nin 
\ors<'hilden,  maar  die  overif>en8  oj)  elkaar  pdeUen.  In  Ke\v  liad  men  den 
eenen  Palaipiiuui  Curtisii  gedoopl:,  terwijl  de  ander  voor  P.  (Jiilla  gehoiidcu 
wei'd.     Zie  hier  de  resultaten  dei  analyse: 

A.  B. 

\^'ater 9.3  0.<; 

Mars 11.8  11.9 

Gutta 77.2  78.7 

Dirt 1.2  sporen. 

Verhouding  hars  :  gutta  1  :  6. 

Op  watei-  en  vuil-vrije  stof  berekend  vindt  men  in: 

A.  B. 

hars 13.2  13.1 

gutta 86.8  86.9 

Men  zou  uit  deze  analyse  veeleer  tot  de  conclusie  komen,  dat  de  boomen 
tot  dezelfde  soort  behooren.  Zeker  is  't  echter,  dat  de  getah  pertja  van  zeer 
goede  qualiteit  is. 

Zoowel  in  de  getah  pertja-aanplautingen  te  Buiteuzoig  als  in  die  te 
TJipetii-  vindt  men  in  de  verschillende  tuinen  boomen,  die  in  bladvorra 
afwijkingen  vertoonen  van  de  soort  in  welker  kwartier  zij  staan.  Soms  is 
het  gemakkelijk  genoeg  om  te  zien.  dat  men  met  een  soort  te  doen  heeft, 
waarvan  het  product  niet  veel  waarde  heeft,  maar  dikwijls  is  men  in  twijfel. 
De  analyse  van  het  melksax>  is  dan  een  gcAvaardeerd  hulpmiddel  om  die 
iwijfel  op  te  lossen. 

Bij  vruchtdragende  boomen  vooral  is  het  van  belang  de  samenstelling 
^an  de  getah  pertja  te  kennen,  omdat  men,  zoodra  het  blijkt  dar  deze 
ongunstig  is,  dan  onmiddellijk  de  onrijpe  vruchten  kan  verwijderen. 

Tn  den  T'alaquium  borneense-aanplant  in  den  Oultuurtuin  bijv.  stonden 


61 

eenige  vruchtdragende  boomeu,  die  wel  is  waar  niet  identisch  waren  met  die 
soort,  maar  waarvan  een  deel  meer  geleeli  op  P.  Treubii,  een  ander  meer  op 
de  soort,  die  hier  voorloopig  P.  Gutta,  afw.  type  genoemd  is.  De  analvse 
van  het  product  gaf  de  volgende  resultaten: 


Nummer  v/d 

boom. 

llais. 

Oiitüi 

A« 

l;{.!> 

8(i.l 

B, 

ir,. 

85. 

C. 

18.;; 

81.7 

^. 

14.8 

85.2 

1), 

i7.a 

82.7 

H, 

49.4) 

50.1 

H-, 

18.6 

81.4 

Van  boom  H.,  welks  juoduct  in  samenstelling  gelijkt  op  dat  van  P. 
Treubii  werden  de  vruchten  in  onrijpeu  toestand  verwijderd.  Later  is  de 
boom  gerooid. 

In  den  Pal.  oblongifolium-aanplant  staat  een  boom,  welks  blad  zeer  veel 
gelijkt  op  dat  van  deze  soort,  maar  wat  kleiner  is.  Ook  vertoonen  de  bhiren 
bij  het  doorscheuren  niet  de  karakteristieke  draden.  Eene  analyse  van  de 
getah  van  dien  boom  gaf:     Hars  04.8%,   Gutta  35.2. 

Daaruit  volgt  niet  alleen,  dnt  de  boom  in  quaestie  geen  P.  oblongifoliuni 
is,  maar  zelfs  dat  zij  een  product  van  zeer  weinig  waarde  geeft. 

In  den  P.  Treubii-aanplant  is  eveuzoo  door  de  analyse  van  de  getah  aan- 
getoond, —  die  75.7%  hars  en  slechts  24.3%  gutta  gaf  — .  dat  een  daar 
groeiende  l)oom  niet  tot  die  soort  behoort. 

Nu  van  de  <>i»  Tjipetir  en  te  Buitenzorg  uit  Pal.  Gutta  (afw.  type).  Pal. 
Treubii  en  Payena  Leerii  geoogste  getah  pertja  groote  hoeveelheden 
beschikbaar  waren,  werden  deze  soorten  weer  geanalyseerd  om  te  zien  of  er 
in  de  samenstelling  verschillen  aan  te  wijzen  zijn,  die  dan  een  gevolg  kunnen 
wezen  van  de  verschillende  groei-voorwaarden.  De  leeftijd  der  boomen 
toch  is  ongeveer  dezelfde.     Zie  hier  de  uitkomsten: 


Getah  pertja  uit  Pal.  Gutta  (afw.  Type 

„  ,,        „      „     P-  Treubii 

Pavena  Leerii   .  . 


Hars. 

Gutta. 

Buitenzorg 

20.9 

79.1 

Tjipetir 

20.9 

79.1 

Buitenzorg 

50.4 

49.(1 

Tjipetir 

46.2 

53.8 

Buitenzorg 

46.1 

53.9 

Tjipetir 

48.8 

51.2 

62 

Een  monster  j^etali  lian«;kiin<i  (:in}^  so  nj»  Sinj^Mporo  «^eheeteu)  vau 
Payena  leiocarpuni  lioci-l.  door  mij  iii;4czaiii<'l(l  op  Doi-m-o  in  1S!)1»  on  waarin 
kort  na  de  in/anidin^  de  \oiiioiidiii^  \aii  liars  I.0I  ^iiMa  was  als  1  :  O.lL', 
j;af  nu,  ruim  2  jaar  later,  \olj;eiis  de  nieuwe  iin'ili(»dr,  voor  die  veilioiidin^ 
1  :  O.'M,  zoodat  naar  't  seiiijnl  door  don  in\loed  dor  IikIiI  onz.  liet  liar»* 
^•elialte  nog  iets  is  toegenomen. 

Van  den  ileer  li  e  n  (|  n  e  te  l'onlianak  wi-rd  0011  monster  djcloi-looni; 
onl  \an,i;('n   iliel    |trodurl    \an    Dveia    i.owii).      he  samenslcllinii   oi\an    was: 

water 4    %. 

vnil 10.5... 

barsacldige  slcd'len S4.(S  ,. . 

gutta-acbtige      „        0.7  „ . 

Ken  monster  danloen^  uit  .Moeara  Lahoeli  atk<»mslii;  lliel  protlmt  van 
l'ayena  st ipuiai-is?  linre.k.),  dat  meer  op  caontclionc  dan  op  <;efali  ]»ertja 
gelijkt  gaf: 

water 7.1. 

vuil 3.1. 

hars 2.0. 

gutta  en  caoutchouc 87.2. 

Blaren  gegroeid  aan  waterloten  van  Palaquium  oblongifolium  bevatten 
volgens  eene  analyse  5.07%  zuivere  gutta. 

De  vele  jaren  geleden  uitgevoerde  extractieproeveu  met  druogblad  vau 
1'alaquium  oblongifolium  werden  met  D'".  Tromp  de  Haas  weer  ter 
hand  genomen. 

Uit  1.7  KG.  blad,  dat  14.3%  water  en  4.9%  zuivere  gutta  bevatte,  werd 
door  extractie  verkregen  137  gr.,  d.  1.  8.06%  ruw  product.  De  samenstelling 
daarvan  was: 

water  (-f-    sporen   benzine) 15    %. 

onoplosb.  stoffen 0.6  „  . 

hars  en  extractiestoffen 26.8  ,, . 

gutta 57.6  „  . 

Op  't  uitgangsmateriaal  berekend,  was  dus  4.6%  gutta  geëxtraheerd. 
De  verhouding  van  hars  tot  gutta  was  niet  zeer  gunstig  en  bedroeg  1  :  2.1, 
zoodat  't  wel  noodzakelijk  schijnt  om,  hetzij  het  blad  aan  een  voorbewerkiug 
te  onderwerpen  dan  wel  de  verkregen  getah  pertja  een  zuiveringsproces  te 
doen  ondergaan.  Misschien  zal  ook  een  geringer  watergehalte  van  het 
uitgangsmateriaal  gunstiger  uitkomsten  geven.  Proeven  in  deze  richting 
worden  voortgezet. 


63 

Zooals  bekend  is  doet  men  het  ter  extractie  bestemde  blad  volgens  een 
gej)ateuteerd  procédé  wel  eeue  uitlooging  met  kali  ondergaan,  alvorens  't  te 
extraheeren. 

Een  soortgelijke  bewerking  bleek  ook  gunstig  om  langs  mechanischen 
weg  uit  versch  blad  getah  pertja  te  bereiden.  Het  gestamjjle  blad  wordt 
gedurende  24  uren  met  eene  ;")%  natronloog  gedigereerd,  dan  verwijdert  men 
de  vloeistof  door  filtratie  en  wascht  't  residu  goed  uit. 

Daarna  bi  handelt  men  't  met  warm  water  en  biengt  de  vloeistof  ver- 
volgens aan  de  kook.  De  getah  pertja  scheidt  zich  dan  aan  de  op])ervlakte 
af  als  goudgele  stukjes,  die  zich  gemakkelijk  laten  afscheiden  en  door 
kneden  en  walsen  verder  zuiveren. 

De  behandeling  met  loog  heeft  't  voordeel,  dat  de  getah  pertja  zich 
gemakkelijker  afscheidt  en  in  plaats  van  een  donkergroene  kleur  een  meer 
goudgele  heeft.  Ook  is  het  rendement  naar  't  schijnt  beter.  Die  behande- 
ling heeft,  zoover  tot  nu  toe  is  na  te  gaan  geen  slechten  invloed  op  de  eigen- 
schappen der  getah  pertja.  Uit  200  gram  versch,  pas  geplukt  blad  konden 
2.48  gram  getah  pertja  verkregen  worden.  Ook  deze  proeven  worden 
voortgezet. 

Van  de  verdere  in  het  laboratorium  gedane  onderzoekingen  worden  hier 
nog  eenige  aangestipt. 

Zonnebloemen-zaad  in  het  Buitenzorgsclie  g(n:ultiveerd,  bevatte  in  niet 
geschilden  staat  25.7%  vet  en  16.9%  eiwit. 

Blaren  van  Opuntia  spec,  toegezonden  door  den  (Jouvernements  veearts 
F  i  s  c  h  e  r,  en  gewonnen  op  Madoera,  waar  ze  voor  veevoer  gebruikt 
worden,  bevatten  G.44%  eiwit  en  13.5%  ruwe  vezel. 

De  samenstelling  van  in  den  Cnltuurtuin  gecultiveerde  soja-boontjes 
was  als  volgt: 

water 15.1%. 

stikstof  vrije  extr.  stoffen 49.8  ,, . 

ruw    vezel 7.2  „  . 

vet 1.1  „  . 

ruw  eiwit 26.8  „  . 

liet  gehalte  van  ruwe  asch  was  4.9%. 

Vooi'  het  krankzinnigengesticht  te  Ruitenzorg  werden  met  't  oog  op  de 
melkleverantie  tal  van  melkmonsters  onderzocht. 

De  Heer  H.  J.  Trom]»  de  Haas,  Paardenarls  bij  hel  Leger 
zond  een  18-tal   irrassoorlen    in    me(    verzoek  daarvaii   de   voedingswaarde 


64 

te  bepalen.     .\uii   liol  oiud  \:ni  'I    xcrshi^^jnjir   was  dii    ((iidfi/ock    \\i,>^  nU't 
afgeloopen. 

Beliahe  verscliillciide  jiiiiilyscs  \aii  iim-msIuI  Icii  en  i^roiidsooftcii  \v<M-<ic]i 
ook  110J4;  OMdorzoekiii<;(Mi  Ncriirlil  \;m  ccni;^!-  dji  d-n  llot'iaiij;iaii;^  m  hij 
liCiribaiijij  verzamelde  j^ioiidnionslcrs,  ark(tiiisi  i;;  \aii  h-rrciinii.  van  wi-lkcr 
<;i-ond  vioeger  ook  reeds  analyses  gemaaki  waifii  inci  de  iM'doclin^  d<-ii 
iiivhxMl  van  het  in  cnllniir  l»ien<^en  van  bo8chgr(»n<l  op  d<'  sarnonwtellinj: 
daarvan  na  te  gaan.  De  resuKaten  zullen  medegedeeld  worden  in  lul 
verslag  van  de  door  D'.  Ti'om]»  <1  e  Hans  gedane  giondond<'i-7,o('l<iijgeii, 
dat  eei'lang  gejnibliceerd  wordt,  nu  dii  lalKnaloiinmwork  zijn  <.'ind«' 
na<l('i-l . 

C.     ()  p  1  e  i  d  i  n  g  v  a  n  j  o  n  g  o  1  i  e  d  e  ii    v  o  o  i-  d  e  n    1  a  ii  d  b  o  ii  w. 

De  gesehiedeuis  van  het  lol  slaM<l  komen  dezer  oj)leiding  wordt  doo'. 
liet  wedei'geven  van  een  deel  der  er  op  betrekking  hebbende  bescheiden  hel 
duidelijkst  behandeld. 

Ondei'  dagteekening  van  4  Juli  1901  11-  1912  gewei-d  den  <tndergeteekende 
het  volgend  schrijven  van  den  1"""  Gonveruements  Secretaris: 

,,Bij  den  CTOUveinenr-Generaal  is  het  denkbeeld  voorgebracht  om,  reke- 
ning hondende  met  de  overwegingen,  welke  geleid  hebben  tot  de  bij  het 
beslnit  van  7  Maart  1900  11-  17  geautoriseerde  proef  met  de  opleiding  bij 
's  Laiids  riantentuin  van  een  tiental  Europeesehe  jongelieden  voor  de  horti- 
cultuur, een  dergelijke  proef  in  een  der  andere  afdeelingen  dier  inrichting 
te  doen  nemen  met  de  opleiding  van  een  beperkt  aantal  kweekelingeu  van 
Europeesehe  afkomst  voor  de  agricultuur. 

Nopens  dat  denkbeeld  zou  zijne  Excellentie  gaarne  Uw  gevoelen  ver- 
nemen. 

Door  UHP^dG.  te  verzoeken  aan  dat  verlangen  te  willen  voldoen,  heb  ik 
de  eer  aan  ontvangen  bevelen  uitvoering  te  geven". 

Aan  het  daarop  ingediende  antwoord  (den  22*""  Juli  d.a.v.  11°  1822/0) 
moge  hier  het  volgende  worden  ontleend: 

1'.  Bij  gelegenheid  van  het  overwegen  der  proef,  bij  besluit  van  7  Maart 
1900  n-  17  geautoriseerd,  werd  het  volgende  aangevoerd:  „Zoo  er  vrees  moet 
bestaan  voor  een  uitslag  der  proef  niet  aan  de  verwachting  beantwoordende, 
is  die  veeleer  te  zoeken,  naar  het  gemeenschappelijk  gevoelen  van  den 
Hortulanus  en  van  steller  dezer,  in  de  geringe  neiging  bij  de  in  de  kolonie 
geboren  jonge  mannen  voor  al  hetgeen  naar  handenarbeid  gelijkt;  en  dat 


6S 

iu  bel  j»egeveii  geval  „de  handen  uit  de  mouw  gestoken"  zouden  moeten 

worden  staat  voorop.     Het  wul  mij  echter  schijnen,  dat  de  argumenten 

het  nemen  eener  proef  volkomen  wettigen,  vooral  daar  iedereen  het  er  over 
eens  is,  dat  men  trachten  moet  iets  meer  dan  tot  nog  toe  te  doen  voor  de 
categorie  van  jonge  menschen,  die  men  in  het  gegeven  geval  op  het  oog 

heeft   Mocht  zij  (de  proef)  daarentegen    w  e  1    gelukken,  dan  zal 

daarmede  eene  —  e  n  als  zoodanig  e  n  als  voorbeeld  —  zeer  nuttige 
bijdrage  zijn  geleverd  tot  de  solutie  van  het  in  den  laatsten  tijd  zich  snel 
acccntueerende  moeielijke  sociale  vraagstuk:  het  aanwijzen  en  toegankelijk 
maken  van  wegen,  waarop  Indo-Europeanen  in  onze  kolonie  eene  toekomst 
kunnen  vinden  of  althans  behoorlijk  in  hun  onderhoud  kunnen  voor- 
zien". 

Hoewel  de  proef,  wier  duur  volgens  het  aangehaalde  besluit  vau 
7  Maart  a"  p"  —  sub  1,  a  —  drie  jaar  zal  zijn,  nu  slechts  een  jaar  oud  is, 
zoo  kan  toch  reeds  worden  verklaard,  dat  de  —  toenmaals  zeer  gewettigde 
vrees  in  de  geciteerde  woorden  uitgesproken,  door  de  uitkomst  is  gelogen- 
straft. 

Maar  één  der  aanvankelijk  aangenomen  tien  jongelieden  heeft  na 
weinige  dagen  de  zaak  opgegeven,  omdat  hij  het  beneden  zich  rekende  den 
liem  opgedragen  handenarbeid  te  verrichten,  terwijl  mij  van  buiten  af  —  ook 
in  den  beginne  —  slechts  eenmaal  eene  kritiek  is  ter  oore  gekomen  over: 
„het  schandaal  dat  er  in  's  Lands  Plantentuin  plaats  greep,  w  aar  men 
jongelingen,  die  toch  wel  degelijk  Hollandsch  bloed  hadden,  liet 
werken  met  patjols  en  andere  landbouwwerktuigeu,  alsof  het  Inlanders 
waren". 

Deze  twee  blijkbaar  geïsoleerd  staande  symptomen  in  het  begin,  zijn 
door  geen  andere  meer  gevolgd.  De  ééne  opengekomen  plaats  was  onmid- 
dellijk weer  bezet,  en  sedert  zijn  de  tien  leerlingen  er  geheel  aangewend  om 
evenals  soortgelijke  élèves  in  Europa  al  dat  werk  zelf  te  doen,  wat  er  van 
aanstaande  tuinlieden  wordt  verlangd.  Er  is  geen  sprake  meer  van,  dat 
er  in  dit  opzicht  nog  eenige  vrees  over  het  niet  gelukken  van  de  proef 
zoude  kunnen  bestaan. 

Ook  over  ijver  en  lust  —  „liefhebberij"  —  in  het  tuinbouwvak  valt  er 
bij  de  knapen  in  het  algemeen  allerminst  te  klagen.  Wat  dus  het  praktisch 
werk  betreft,  bestaat  er  onverdeelde  reden  tot  tevredenheid.  Hetzelfde  kan 
niet  gezegd  worden  van  de  eenigermate  theoretische  opleiding,  die  wij  wel 
gaarne  tegelijk  wilden  geven.  Hoewel  onze  verwachtingen  aangaande  hunne 
algemeene  ontwikkeling  zeer  laag  gestemd  waren,  zoo  voldoen  zij  toch  aan 

VkHSLAU    tan    'sLANÜS   HLANrENTUlN     1901.  •* 


66 

die  uiterst  elementaire  voivvmcIiI  iiij;cii  Mo«i  iii<-i  <-<'iis.  liitfHi«;cnti<'  en  ver- 
HÜindsoiitwikkelinji  tsluiin  ()|»  «m-ii  lua;;  peil,  /,n<>(l;ii  wij  iiii-i  li»-i  I  liooretiBch 
•gedeelte  van  de  opleidin*^  minder  ver  /uilen  kunnen  annu,  daii  In-l,  toch 
waarlijk  niet  hooge,  oorsinonkcdijk  l)e()<»^de.  pn»graiiiina. 

Bet  spreekt  eeliler  van  zelve,  dnl,  ai  is  hel  te  iH-janiiucreii.  dat  in  dit 
eene  opzicht  eeu  „tegen va llt-i"  niet  is  uil<;('l)leven.  liet  kapiiaii-  punt  tot;li 
(Mitegenzeggelijk  zit  in  liet  praktisebe  gedeelte  van  de  proel'.  WCluu  het 
worde  herhaald,  wat  dit  predomiiieerende  monieui  aanj^aat,  kan  nu  re<'ds 
de  proef  als  geslaagd  beschouwd  worden. 

2'".  De  voorafgegane  uitweiding  was  uoodig,  omdat,  indien  er  op  dit 
oogenblik,  nadat  de  proef  reeds  eeu  jaar  heeft  geduurd,  nog  eene  niet  onaan- 
zienlijke mate  van  twijfel  was  overgebleven  over  de  mogelijkheid  (»m  het 
praktische  onderricht  in  den  tuinbouw  aan  hier  geboren  jongelieden  van 
eenvoudige  afkomst  te  geven,  men  zich  niet  gerechtigd  zt)ude  mogen  achten 
nog  vóór  afloop  der  vastgestelde  drie  jaar,  met  oen  andere  proef  van  gelijke 
strekking  te  beginnen. 

Nu,  integendeel,  die  uitkomst  zoo  gunstig  is,  bestaat  er  niet  alleen  geen 
reden  om  een  soortgelijk  experiment  op  een  verwant  gebied  te  ontraden, 
maar  spreekt  alles  er  vóór  om  het  door  de  ondervinding  ons  aan  de  hand 
gedane  voorbeeld  te  volgen.  Er  bestaat  toch  geen  enkele  reden  voor  om  aan 
te  nemen,  dat  wat  voor  de  horticultuur  gelukt  is,  niet  evenzeer  voor  de 
agricultuur  zoude  slagen;  mits  het  gelukt  een  in  zijn  vak  even  geschikt 
instructeur  te  krijgen  als  wij  voor  het  tuinbouw-vak  in  den  Heer  van 
H  e  1 1  e  n  hebben  gevonden,  en  evenals  bij  hem  tevens  iemand  die  het 
verstaat  met  de  aan  zijne  voortdurende  zorgen  toevertrouwde  jonge  mannen 
om  te  gaan  en  hen  lust  in  het  werk  in  te  boezemen. 

De  af  deeling  der  door  mij  beheerde  inrichting,  waar  dan  eene  proef  met 
de  opleiding  van  een  zeker  aantal  Europeesche  jongelieden  in  het  landbouw- 
vak  te  nemen  ware,  kan  geene  andere  zijn   dan  de  Cultuurtuin. 

In  den  Cultuurtuin  te  Tjikeumeuh  is  in  de  eerste  plaats  zeer  veel  te 
zien  van  de  verschillende  cultures  en  de  behandelingswijzen  der  gewassen. 
Van  sommige  hunner  wordt  er  de  cultuur  in  het  groot  gedreven,  zoodat  van 
den  aanvang  tot  het  einde  alle  bij  de  praktijk  in  aanmerking  komende 
manipulaties  kunnen  worden  medegemaakt.  Van  andere  geschiedt  het 
kweeken  te  Tjikeumeuh  toch  steeds  op  zoo  groote  schaal,  dat  er  ruimschoots 
gelegenheid  is  tot  demonstratie  van  de  onderscheidene  in  aanmerking 
komende  factoren. 

Demonstiatie  echter,  die  voor  leerlingen  van  eene  landbouwschool   van 


07 

veel  beteekenis  is,  komt  bij  de  jongelieden,  wier  zuiver  praktische  opleiding 
nu  liet  onderwerp  van  bespreking  uitmaakt,  geheel  op  den  achtergrond;  de 
Ihans  bedoelde  kweekelingen  moeten  zelf  den  grond  leeren  bewerken  en 
behandelen  en  zei  f  alle  manipulaties  met  de  verschillende  cultuurplanten 
It'éren  verrichten.  Dat  moet  geheel  en  al  hoofdzaak  zijn.  Voor  zooveel 
mogelijk  zal  dan  daarbij  nog  getracht  worden  eenige  hoogst  elementaire 
noties  van  zeer  algemeen  theoretischen  aard,  hen  ter  verklaring  der  ver- 
scliillende  verrichtingen  bij  te  brengen.  Van  dit  gedeelte  der  opleiding 
niake  men  zich  evenwel  geringe  illusies  —  de  ervaring  heeft  ons  dit 
geleerd  — ;  men  zal  met  zeer  weinig  resultaat  al  tevreden  moeten  zijn. 
Trouwens,  men  verlieze  niet  uit  het  oog,  dat  het  bezitten  van  eenige  theore- 
tische noties  voor  de  knapen  in  quaestie,  wel  van  eenige,  maar  toch  in 
werkelijkheid  van  luttele  beteekenis  is;  daarvoor  is  de  verstandelijke  ont- 
wikkeling der  categorie,  waaruit  zij  zullen  voortkomen  te  gering.  Het  zal 
bij  hen  te  doen  zijn  om  goed  en  grondig  onderricht  in  de  p  r  a  k  t  ij  k 
van   den   landbouw. 

De  Cultuurtuiu  nu  heeft,  behalve  de  demonstratieve  beteekenis  voor 
leerlingen  van  hooger  allooi,  met  het  oog  op  kweekelingen  voor  wie  zoo 
uitsluitend  de  praktijk  in  den  engsten  vorm,  het  alles  zelf  doen  beoogen,  het 
doel  der  instructie  vormt,  nog  het  voordeel  van  de  gelegenheid  te  geven  om 
van  de  cultuurgewassen,  zaden,  stekken  en  planten  —  in  een  woord  het 
plautmateriaal  —  steeds  bij  de  hand  te  doen  zijn. 

Alvorens  over  te  gaan  tot  de  bijzonderheden  der  wijze  van  uitvoering 
van  het  plan^  is  het  noodig  zich  rekenschap  te  geven  van  het  speciale  doel, 
dat  de  opleiding  der  jongelieden  zal  beoogen,  of  —  met  andere  woorden  — 
zich  af  te  vragen:  op  welke  manier  of  manieren  zij  zich  de  genotene  opleiding 
ten  nutte  zullen  kunnen  maken. 

Een  dubbel  doel  zal  na  te  streven  zijn,  zoodat  de  kweekelingen  later 
op  twee  wijzen  nut  van  de  verkregen  opleiding  zullen  kunnen  hebben, 
namelijk:  primo,  door  het  voor  eigen  rekening  drijven  van  den  kleinen 
landbouw,  en  secundo,  door  het  gaan  bekleeden  van  eenvoudige  opzieners- 
betrekkingen op  groote  landbouwondernemingen. 

De  bedoeling  van  dit  in  de  tweede  plaats  genoemde  doel  is  duidelijk; 
het  volgende  worde  er  nog  bij  opgemerkt.  Naarmate  men  voor  die  opzieners 
op  landelijke  ondernemingen,  uit  wier  midden  later  de  administrateurs 
worden  gekozen,  hoogere  eischen  gaat  stellen  —  en  dit  geschiedt  langzamer- 
liand  steeds  meer  —  zal  de  behoefte  aan  eenvoudiger  opgeleide  en  toch 
piaktisch  goed  bruikbare  opzieners  gaan  toenemen.     Men  zal  dezen  laatstt^n 


68 

da,u  (ht  iiiiiMlci-  l)cl;iJij;iJjke  (»ii(1<m«I(M'1cii  \:iii  de  \vcrl<zaaiiilM'<leii  o\  «'rlateii, 
om  die,  waarvocM-  ineoi-  ki-nnis  cii  iiic<t  iiilrllij;('iiii<'  noodi^^  is  [*»■  ii-  v<'r 
trouwen  uau  do  ruimer  en  breedcr  ojigeleide  geëmployeerden. 

De  bedoelde  mindere  betrekkingen  op  landelijke  oiKb-iriemingen  zullen 
toch  een  behoorlijk  loon  medebrengen,  terwijl  de  luogelijkheid  niet  is 
buitengesloten  voor  jonge  mannen,  die  bijzonder  veel  ijver  tooneu  en  over 
voor  hunne  categorie  bijzonderen  aanleg  beschikken,  om  ook  na  vcrlooii  van 
tijd  naar  de  beter  bezoldigde  betrekkingen  te  gaan  dingen,  hoewel  dit  altijd 
toch  eene  zeldzaamheid  zal  blijven.  Voor  dit  laatste  bestaan  redenen  deds 
ook  buiten  het  kader  dezer  uiteenzetting  vallend. 

Het  eerst  aangegevene  der  beide  doeleinden  „het  voor  eigen  rekening 
drijven  van  den  kleinen  landbouw''  verdient  eene  iets  uitvoeriger  besineking. 
Het  is  namelijk  zaak,  zoowel  om  goed  te  weten  vvaar<»i)  men  tdj  de 
opleiding  heeft  heen  te  sturen,  alsook  om  zich  te  vrijwaren  tegen  d  e  c  e  p- 
ties   in  de  te  verwachten  uitkomsten  van  den  geheelen  maatregel. 

Onder  kleinen  landbouw  voor  eigen  rekening  te  drijven  zal  men  niei  dan 
bij  hooge  uitzondering  kunnen  verstaan,  het  kweeken,  maar  dan  op  kleiner 
schaal  van  dezelfde  gewassen,  die  het  doel  der  cultuur  op  groote  onderne- 
mingen zijn.  Hiervan  is  als  regel  niets  te  wachten,  niet  alleen  omdat  bijna 
altijd  de  producten  van  den  grooten  landbouw  speciale  bereidingen  vorderen 
buiten  de  financieele  krachten  van  den  kleinen  landbouwer  staande,  maar 
ook  aangezien  gemeenlijk  die  producten  van  den  grooten  landbouw,  in  het 
klein  gekweekt,  niet  of  slechts  op  zeer  onereuse  voorwaarden  verkoopbaar 
zijn;  dit  laatste  omdat  men  zich  van  Chineesche  of  andere  afkoopers  moet 
bedienen,  die  allen  zeer  ongunstige  condities  bieden.  Het  denkbeeld  om 
door  eene  combinatie  van  een  zeker  aantal  kleine  landbouwers  een 
of  andere  tak  van  het  groote  landbouwbedrijf  te  laten  uitoefenen,  schijnt 
mij  volkomen  utopistisch;  zulk  eene  combinatie  zoude  van  den  aan- 
vang af  slechts  tot  onoverkomelijke  moeielijkheden  aanleiding  geven. 
Bovendien,  elke  belemmering  van  de  v  r  ij  h  e  i  d,  die  eene  coöperatie  zoude 
medebrengen,  is  voor  de  personen,  die  men  op  het  oog  heeft,  een  afdoend 
argument   tegen   de  uitvoering  van  elk  plan,  hoe  goed  ook. 

Is  het  cultiveeren  Van  gewassen  voor  export  dus,  normaliter,  als  doel 
buitengesloten,  hetzelfde  geldt,  wederom  als  regel,  voor  het  kweeken  van 
producten  voor  de  Inlandsche  markt,  omdat  die  cultuur  door  de  Inlanders 
zelf  wordt  gedreven  en  er  van  concurrentie  met  hen  voor  den  kleinen 
Europeeschen  landbouwer  weder  kwalijk  te  denken  valt,  zoowel  om  het 
goedkoope  der  productie  van  den  Inlander  alsook  omdat  zijne  wijze  van 


69 

afzet  in  het  klein  voor  den  Europeaan  niet  of  nijerst  moeielijk  zou  zijn 
na  te  volgen. 

Waar  het  kweeken  voor  export  en  dat  voor  de  Inlandsehe  markt  zijn 
buitengesloten,  wat  blijft  er  dan  over  voor  den  kleinen  Europeeschen  land- 
bouwer voor  eigen  rekening  werkend? 

Voorloopig  alleen  het  aanplanten  van  groenten  en  ooft  voor  het  Euro- 
peesch  verbruik  binnen  niet  al  te  ver  verwijderden  kring,  en  misschien  later 
ook  de  cultuur  van  sommige  producten,  die  in  fabrieken  hier  te  lande  ver- 
werkt kunnen  worden,  waarbij  wordt  gedacht,  b.  v.  aan  plantendeelen,  die 
aetherische  oliën,  vezels  of  kleurstoffen  leveren.  Het  is  niet  onmogelijk 
dat  er  op  den  duur  in  de  cultuur  op  kleine  schaal  van  zoodanige  aan  fabrieken 
te  leveren  producten  nog  bevredigende  verdiensten  te  vinden  zullen  zijn : 
voorloopig  echter  zal  men  wel  doen  alleen  het  oog  te  vestigen  op  het  kweeken 
van  ooft  en  groenten,  hoewel  men  daai'bij  de  concurrentie  van  den 
Tnlandschen  kleinen  landbouwer  niet  kan  ontgaan.  Deze  is  evenwel  van 
veel  geringer  omvang  dan  bij  het  aanplanten  van  verbruiksmiddelen  voor 
den  Tnlandschen  kooper. 

Van  concurrentie  gewagende  mag  hier  misschien  met  een  enkel  wooi-d 
worden  opgemerkt,  wegens  het  nauwe  verband  met  het  onderwerp  van  dit 
schrijven,  dat  men  bij  het  faciliteeren  van  den  kleinen  landbouw  door  meer- 
gegoede Europeanen  er  steeds  indachtig  aan  zal  moeten  zijn.  dat  men.  in 
verband  met  het  zooeven  aangegeven  doel  van  dien  landbouw,  ook  onder- 
linge concurrentie  door  het  slichten  van  agglomernties  van  kleine  land- 
bouwers niet  te  zeer  in  het  leven  roepe. 

S^.  Na  het  voorafgaande  kan  er  worden  overgegaan  tot  het  behandelen 
van  hetgeen  omtrent  de  opleiding  voor  de  agricultuur  zal  zijn  vast  te  stellen, 
op  het  voetspoor  van  het  bepaalde  bij  besluit  \:iii  7  Maart  1900  Tl-  17. 

Na  de  gunstige  ondervinding  opgedaan  mei  de  kweekelingen  voor  de 
horticullunr.  met  welke  men  g(Hmei'Iei  inoeielijkheden  heeft,  zonde  het 
aantal  van  dergelijke  kweekelingen  voor  de  agricultuur  zonder  gevaar  reeds 
bij  de  aanvang  wat  grooter  genomen  kunnen  worden.  Het  getal  van  20 
ware  echter  in  elk  geval  als  een  maximum  te  beschouwen,  terwijl  ik  er  zelfs 
de  voorkeur  aan  zoude  geven  het,  voor  eene  proef  tot  15  te  beperken. 

De  duur  der  opleiding  worde,  evenals  die  voor  de  horticultuui-  gesteld 
op  drie  jaar;  korter  tijd  is  niet  aan  te  nemen,  bij  knapen,  die  volslagen 
van  alle  voorbereidende  oefening,  vaaidigheid  en  kennis  der  praktijk  ver- 
stoken zijn,  waarbij  komt  dat  het  niet  gewenscht  is  de  jongelieden  te  jong 


70 

in   «Ie   |)i;iklijl<    (<•   lir('li;;<Mi.   (I;i;ii-   (l:iii    liiiii    t<-    wciiii;^   ;4c\  urd*  rt|i'   Itcflijd   op 
zich  zcir  ri'ods  o.ciï  l»c/>\vaiir  zoikIc  \(»iriH'ii. 

Oiiiircnt  licl  (lajj^olijkHcli  lof/idil  dp  df  o|il<'i(liii;i  woidc  in  een  Ie  n<'nnii 
besluit  liever  niets  bepaald  en  men  volsta  mei  Ie  /,e^;j;en,  dat  /jj  zal  <;esrliie- 
den  in  den  Cultuurtnin.  Jndi<Mi  namelijk  de  gedane  \o(Mstellcn  ov<m-  de  Ian<l- 
bouwKchool  ingang  mogen  vinden,  zal  over  eeni<,M'n  tijd  (\i-  bedoelde  ndnii 
nisiratenr  —  eerbiedige  referte  aan  de  in  arsrlirill  ()\ci-^<'le;ide  not;i.  blad 
zijde  'M  —  de  persoon  zijn,  aan  wien  nit  den  aard  der  zaak  dnl  d;i^^elijkseli 
loeziclit  zal  worden  toevertrouwd.  Door  thans  niets  ter  zake  te  bepalen, 
txdioeft  men  niet  spoedig  weder  veranderingen  te  maken,  terwijl  inmid<lels 
den  Directeur  van  's  Lauds  IMantentnin  kan  worden  overgelaien  het  toezicht 
op  de  opleiding  te  doen  plaats  hebben  door  die  ambtenaren,  wier  weikkring 
hen  daartoe  aangewezen  doet  zijn. 

Voor  de  opleiding  der  jongelieden  in  de  agricultuur  zal  den  oiidergetee- 
kende,  evenals  voor  de  hoi'ticultuur-|)upillen,  de  gelegenheid  gegeven  dienen 
te  worden  om  een  deskundige  als  instructeur  in  dienst  te  stellen. 

Hoe  eenvoudig  men  ook  binnenshuis  te  geven  lessen  aan  de 
kweekelingen  zal  inrichten  en  hoe  weinig  plaats  en  beteekenis  men  daaraan 
op  het  werk])rogramma  zal  kunnen  geven,  toch  zal  er  eene  localiteit  dienen  te 
zijn,  waar,  vooral  als  het  weder  het  werken  buiten  niet  toelaat,  binnens- 
huis eenige  instructies  gegeven  kan  worden.  Zoo  noodig  zal  daartoe  van 
semi  permanent  materiaal  een  locaaltje  gezet  moeten  worden.  De  kosten 
zullen  eventueel  uit  het  gewone  jaarlijks  toegestane  bedrag  van  het  eerste 
jaar  gevonden  kunnen  worden.  Een  en  ander  reeds  vroeger  ook  bepaald 
voor  de  opleiding  der  horticultuur-kweekelingen. 

Van  het  instellen  van  een  soort  toelatingsexamen  kan  naar  het  schijnt 
moeielijk  gedacht  worden,  evenmin  als  zulks  bij  de  kweekelingen  voor 
horticultuur  het  geval  was.  Het  afgeloopen  hebben  van  de  gewone  lagere 
school  is  als  vereischte  te  stellen  en  verder  zal  men  hier  moeten  overlaten 
uit  de  caudidaten  diegene  te  kiezen  van  welke  met  het  meeste  recht  een 
goede  uitslag  van  de  opleiding  te  wachten  is.  Evenals  voor  de  horticul- 
tuur-élèves  is  bepaald  zal  het  wederom  noodig  zijn,  om  de  destijds  aange- 
voerde motieven,  die  ook  nu  volle  geldigheid  hebben,  vast  te  stellen,  dat  het 
ontslaan  der  leerlingen  door  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin 
geschiedt.  Dit  ontslaan  moet,  waar  noodig  zonder  formaliteiten  kunnen 
plaats  hebbeu  om  te  voorkomen  dat  er  door  enkele  slechte  elementen  een 
ongeweuschte  geest  onder  al  de  kweekelingen  zoude  komen  en  daardoor 
de  bereiking  van  het  geheele  doel  in  gevaar  worden  gebracht.     Na  hetgeen 


71 

bij  de  hier  iu  «Icii  hotanischen  tuiu  nu  in  opleiding  zijnde  jonge  meusc hen 
is  gebleken,  mag  men  aannemen,  dat  de  noodzakelijkheid  om  een  kweeke- 
ling  weg  te  zenden  wel  tot  de  groote  zeldzaamheden  zal  behooren. 

Nadat  nog  eene  korte  briefwisseling  over  een  paar  détailpunten  met  het 
Departement  van  Onderwijs,  Eeredienst  en  Nijverheid  was  voorafgegaan, 
werd  ter  zake  het  besluit  genomen  in  paragraaf  1  hierboven  in  extenso 
aangehaald. 

Als  instructeur  voor  de  jongelieden  werd  aangesteld  de  Heer  H  e  ij- 
n  i  n  g,  die  na  eerst  in  Nederland  in  het  kweeken  van  i)lanten  te  zijn  opgeleid, 
geruimen  tijd  op  Java  bij  den  landbouw  is  werkzaam  geweest  en  vroeger 
ook  eenigen  tijd  als  opzichter  aan  den  Cultuurtuin  was  geplaatst  geweest. 

Met  het  oog  op  de  speciaal  gewenschte  oefening  der  aanstaande  leer- 
lingen in  de  cultuur  van  groenten  werd  op  de  meest  welwillende  wijze 
toestemming  gegeven  den  Heer  H  e  ij  n  i  n  g  te  Tjipannas  van  de  deskun- 
dige en  bekwame  leiding  van  den  Heer  Kwast  gedurende  eenigen  tijd 
te  doen  gebruik  maken.  In  October  vertrok  de  Heer  H  e  ij  n  i  n  g  derwaarts 
om,  erkentelijk  voor  de  vele  voorlichting  en  leering  van  den  Heer  Kwast 
genoten,  in  het  midden  van  November  te  Buitenzorg  te  komen,  waar  met 
9  December  de  opleidingsgelegenheid  een  aanvang  nam  met  het  volgende 
10-tal  leerlingen  (sedert  heeft  het  aantal  zich  tot  de  bij  het  besluit  bepaalde 
15  uitgebreid): 

W.  F.  de  C  e  u  n  i  n  c  k  van  C  a  p  e  1 1  e.  A .  O.  A .  de  C  e  u  n  i  n  c  k 
van  Capelle.  G.  van  Olffen,  A.  G  i  b  s  o  n.  P.  G.  T.  Brouwer, 
A.  L  a  b  a  a  r,  R.  R.  K  r  o  m  p  i  e  s.  J.  C.  Finse  h  i.  E.  Soes  ni  a  n  en 
G.   S  o  e  s  m  a  n. 

Eene  opmerking  meen  ik  aan  het  slot  niet  achterwege  te  mogen  laten. 
Nadat  het  Gouvernements  besluit  van  12  September  betreffende  de  gelegen- 
heid tot  opleiding  in  den  praktischen  landbouw  was  genomen,  werd  hef 
door  alle  nieuwsbladen  overgenomen,  zoodat  er  aan  hef  tot  stand  komen 
dier  gelegenheid  een  groote  bekendheid  werd  gegeven.  In  aanmerking 
nemende  de  zoo  dikwijls  vernomen  klachten,  dat  er  veel  te  weinig  voor 
opleiding  van  zonen  van  min  gunstig  geconditionneerde  Indo-Europeanen 
en  Europeanen  wordt  gedaan,  mocht  een  groote  toevloed  van  candidaten 
worden  verwacht,  te  meer  daar  nog  was  bepaald,  dat  aan  een  tiental  der 
leerlingen  eene  toelage  van  ƒ  25. —  'smaands  voor  kosten  van  huisvesting 
toe  te  kennen  zoude  zijn. 

De   uitkomst   was   met   die   verwachting   ten    eenemale   in   strijd.     Er 


72 

kwjiiiM'ii  \\«'l  ('<'ii  JiJiiital  vci'zockrii  om  pl;i;ii.siii;^  in,  (1<mIi  iiici  •'cns  \  oltlocud»' 
om  een  vijftiental  leerlingsplaatHen  l)eü<'t  te  krijgen.  Ik  w<,'nd(i<;  mij  daarop 
(ol  twee  liccrcti  administrateiiis  \an  <,n(nii'-  hiiidclijkr  ondoriH-minj^  nn.'t 
vele  lehities  en  tot  den  bebeei-dci  \aii  coiie  aiidt  r<-  /,eer  groote  onder- 
iieminji-.  onder  wien  een  ^root  aanlal  (lo(»i'  de  foiluin  nid  bijzondoi-  gezegen- 
den  werken,  er  op  wijzende  lioe  de  gelcjicniicid  nooi-  opleiding  in  den  land 
bouw  alhier  stond  geopend  te  worden  md  \('i/,ock  dii  Itckfnd  ic  ma  ken  en 
mij  eventneele  candidaten  te  willen  opgeven.  Ilei  i-esnllaal  was  geheel 
negatief;  niemand  wenschte  zich  aan  (e  melden.  Daaina  was  ik  in  de  nood- 
zakelijkheid in  weerwil  van  de  vroeger  reeds  aan  de  zaak  gegeven  gioote 
publiciteit,  tocb  nog  oproepingen  in  df  nienwsbladen  te  doen.  Door  deze 
en  door  de  medewerking  van  eenige  mei  een  liuinaniluir  doel  wi-ikende 
corporaties  was  er  eindelijk  een  voldoend  aanlal  leerlingen  bijeen  om  mei 
de  opleiding  een  aanvang  te  kunnen  nemen.  Sedeii  zijn  langzamei-liand 
nog  eenige  aanvragen  binnen  gekomen,  zoodal  hissclientijds  open  komende 
plaatsen  aangevuld  zullen  kunnen  worden. 

Het  hier  medegedeelde  wijst,  helaas,  op  een  beklagenswaardig  gel)rek 
aan  energie  en  inzicht  bij  diegenen  vooi-  wier  zonen  juist  maatregelen  als 
die  in  quaestie  worden  genomen.  Te  meer  is  dit  te  beii-eaien.  daar  naai- 
mijne  overtuiging  de  kleine  landbouw  alleen  dan  een  behoorlijk  middel  van 
bestaan  voor  hier  geboren  Europeanen  zal  kunnen  Moorden,  wanneer  die 
wordt  uitgeoefend  door  personen,  die  in  hun  jeugd  eenige  speciale  opleiding 
daartoe  hebben  gehad  eu  niet  door  lieden,  die  hoe  ook  met  goeden  wil 
bezield,  eerst  in  andere  richtingen  hebben  schipbreuk  geleden  of  reeds  een 
geheel  anderen  loopbaan  achter  den  rug  hebben  om  dan  zich  aan  het  kleine 
landbouwbedrijf  te  gaan  wijden. 

Steller  dezes  vleit  er  zich  wel  mede,  dat  op  den  duur  het  nut  van  de 
opleidingsgelegenheid  voor  agricultuur  in  de  betrokken  kringen  beter  zal 
worden  ingezien;  toch  zal  men  er  indachtig  aan  hebben  te  zijn,  wat  het 
eerste  resultaat  was  van  openstellen  eener  dier  opleidingsgelegenheden  over 
wier  ontbreken  zoo  dikwerf  den  staf  is  gebroken. 


§  6- 


4'^'*  APDEELmG   DER   INKICHTIXG. 
(l'HARMACOLOGISOH  LABORATOKIUM). 

Doordat  «Ie  in  het  vorige  Jaarverslag  toegezegde  „Mededeeling"  eerst  in 


75 

het  laatst  van  1901  tot  afshiitiiifi  kA\aui  ('),  kan,  tot  het  leveren  van  een 
overzicht  over  de  in  dat  tijdvak  verkregen  resultaten,  volstaan  worden  met 
een  referaat  betreffende  den  inhoud  dier  Mededeeling. 

In  de  eerste  plaats  vindt  men  aldaar  vermeld  de  uitkomsten  van  het 
onderzoek  van  eenige  door  D'".  Nieuwenhuis  uit  Centraal-Borneo 
gezonden  pijlgiften,  met  name:  T  a  s  e  m,  Ipoe  t  a  n  a  h,  I.  k  a  j  o.  I. 
a  k  a,  I.  s  e  1  o  e  \v  a  n  g.  Tasem  bleek  een  ingedikt  mengsel  te  zijn  van  het 
extract  uit  een  strychnine-  en  brucine-houdenden  S  t  r  y  c  h  n  o  s-bast  met 
melksap,  mogelijk  ook  met  bast-extract,  van  Antiaris  toxicaria 
L  e  s  c  h.;  de  toxiciteit  komt  hoofdzakelijk  op  rekening  van  de  Antiaris 
bestanddeelen,  inzonderheid  van  het  antiarine.  De  overige  pijlgif  ten  zijn 
eenvoudig   S  1 1-  y  c  h  n  o  s-extracten. 

Een  volgend  li<»<»f(lstuk  handelt  over  een,  tot  dusverre  onbekend  ge- 
bleven, alkaloïd,  dat  —  wel  is  waar  slechts  tot  een  gering  gehalte  —  aangc- 
ti'offen  werd  in  verschillende  deelen  (blad,  vruchtvleesch.  vruchtwand,  zaad) 
van  S  t  r  y  c  h  n  o  s  'n  u  X.  v  o  m  i  c  a  L.  en  in  de  bladeren  van  S  t  r  y  c  h 
nos  Tien  té  L  e  s  c  h.,  terwijl  het  in  de  bebladerde  takken  van  S  t  r. 
lanrina  Wall.  en  van  S  t  r.  monosperma  M  i  »|.  ontbreekt.  Voor 
dit  S  t  r  y  c  h  n  i  c  i  n  e,  dat  in  gekristalliseerden  staat  werd  afgescheiden, 
kon  een  gevoelige  identiteitsreactie  worden  aangegeven.  Het  is,  vergeleken 
bij  de  bekende    S  t  r  y  c  h  n  o  s-alkaloïden,  slechts  weinig  giftig. 

Voor  k  e  t  j  i  b  1  i  n  g  en  eenige  andere  Ned. -Indische  diuretica  wordt 
de  aandacht  gevestigd  op  het  hooge  Kalium-gehalte,  dat  telkens  in  de  asch 
bepaald  werd,  en  het  vermoeden  uitgesproken,  dat  dit  voor  de  therapeutische 
werking  niet  zonder  beteekenis  zijn  zal. 

^^erder  wordt  een  nieuwe,  in  verschillende  gevallen  doelmatig  bevonden 
methode  beschreven  tot  de  afzondering  van  in  het  plantenrijk  zoozeer  ver- 
breide saponine-achtige  stoffen. 

Hierna  volgen,  familiesgewijs  gerangschikt,  de  bij  het  systematisch 
onderzoek  bekomen  gegevens,  van  welke  de  meest  belangrijke  hieronder 
kortelij k  worden  samengevat. 

Menispermaceae.  Het  bitter  bestanddeel  van  de  stengels  van 
Tinospora  Rumphii  Boerl.  —  antawali  —  bleek  een  amorphe, 
vermoedelijk  niet-glucosidisehe  bitterstof,  het  reeds  voorheen  door    A  1 1- 


(')  Deze  Mededeeling  (N".  Lil;  .Plaiiteiistniïen"  !V)  verscheen  in  Februari  1902.  Een 
résumé  van  de  gegevens,  die  zij  heval.  is  gepuhiicocrd  als  N".  XIII  van  liet  Kulletin  de  llnsl. 
iJolan.  de  Builenzorg. 


lieer  j^evoiideii  |»ilv  roi  cl  iiie ;  h<>u;^st  w  ;i;irs<-lii  jiilijk  «Ir/cltde  stol  Uoiiil  ook 
in  «Ie  l>hi(lei-eii  en  in  den  wditfl  \ooi-,  in  den  hnilslni  nnasl  reluniliine  en 
herlx-iine.  Andere  oinlerzoclile  T  i  n  <»  s  |m»  r  ;i  seerh-n  le\('rd<ii  icii  (U'r\t', 
s<M»rl;;eliJke  nifkoinslen.  hel  pikroreline  gehalte  is  e(liler  bij  de,  :iiui  de 
\vr;ifji('lili<,M'  verlieveidie<|en,  wjiannee  de  sien^jel  Itedekt;  is.  ^'einakkelijU  ken- 
l>ai"(*    T.    K  n  ni  p  II  i  i.    (»n;;el  wijfeld   liet    Ii()(»;;s1. 

Ilinil  en  hasi  van  I*Ml»ranrea  e  h  1  o  r  <»  I  e  ii  e  a  .Miers  zijn  Uij 
ondi-re  lakken  lioujijicel  j;ei<leni(l  d<ter  l»erl>erine;  /eei-  jen^'e  twij^xjes  l»e\a(- 
ten  nnjf  j;ooii  spooi-  alkaleïd.  In  de  /aadiniid  k(»nil  een  ji<'le,  niei  verj^illi^ro 
Itillorstof  voor. 

In  Cos  V  i  n  i  n  ni  IJ  I  n  ni  e  a  n  n  in  .M  i  e  i*  s,  C  o  s  c.  f  e  nest  r  a  I  n  in 
G  o  1  e  b  r.,  Tiliacora  r  ac  e  ni  o  s  a  (' o  1  e  1»  r..  1)  i  j»  1  o  e  1  i  s  i  a  ni  a- 
(M"  o  c  a  r  y»  a  Miers  wei-den  saponine  s((dfeu  aaiiffeloend  ;  <le  jicnoemde 
Til!  a  c  o  r  a-socn-t  bevat  bnitendien  een  alkaloïd,  dal  als  hartverfjifl  werkt. 

Twijfelaelilifi  is  het  saponine-^ehalte  van  Hy  p  s  e  r  p  a  c  u  s  p  i  d  a  t  a 
M  i  e  r  s,  terwijl  bij  de  bladeren  van  A  1  b  e  r  t  i  s  i  a  p  a  p  u  a  n  a  B  e  c  e., 
die  met  water  een  schuimend  vocht  leveren,  deze  eigenschap  niet  door  een 
saponine-achtig  lichaam,  maar  door  een  vetzuiirachtige  zelfstandigheid 
w  ordt  teweeg  gebracht. 

Het  hout  van  A  r  c  a  n  g  e  1  i  s  i  a  1  e  m  n  i  s  c  a  t  a  B  e  c  c.  dat  —  uit- 
genomen in  een  zeer  jong  stadinin  —  geel  van  kleur  en  sterk  bitter  is,  dankt 
deze  hoedanigheden  aan  de  aanwezigheid  van  berberine. 

L  e  g  u  m  i  n  o  s  a  e.  Saponine-stoffen  konden  afgescheiden  worden  uit 
zaden  en  bast  van  een  D  o  1  i  c  h  o  s-soort,  voorts  uit  de  bladeren  van 
M  e  z  o  n  e  u  r  u  m  s  u  ra  a  t  r  a  n  n  ra  W.  et  A.,  de  zaden  (t  j  a  r  i  j  o  e),  den 
bast  en  het  hout  van  E  n  t  a  d  a  s  c  a  n  d  e  n  s  B  e  n  t  h.,  alsmede  uit 
bast  +  blad  van  Entada  polystachya  DC.  Van  het  saponine  uit 
tjarijoe-zaden  werd  de  samenstelling  CgsHgeOjs  gevonden;  het  sapogenine, 
dat  er  door  koken  met  verdunde  minerale  zuren  uit  afgesplitst  wordt,  zal 
mogelijk  de  verhoudingsformule  Cr.HsO  bezitten. 

Met  negatief  resultaat  werden  op  saponine  onderzocht  de  bitterstof- 
houdende  zaden  van  C  a  e  s  a  1  p  i  n  i  a  B  o  n  d  u  c  e  1 1  a  Fleming,  welke 
als  k  e  1  i  t  j  i  of  m  a  t  a  h  i  j  a  n  g  bekend  staan,  alsook  de  bladeren  van 
dezelfde  plant. 

Araliaceae.  Meerdere  onderzochte  Araliaceeën  bleken 
sapouinehoudend;  de  afgezonderde  saponinen  vertoonden  in  graad  van  ver- 


75 

giftigheid  en  van  oplossende  werking  tegenover  bloedlichaampjes  zeer  in  het 
oog  vallende  verschillen. 

Ku  b  i  a  c  e  a  e.  Een  uitvoerig  onderzoek  betrof  de  bittere,  gele  kleur- 
stof, die  in  den  bast  en  vooral  in  het  hout  van  Sarcocephalus- 
soorten  bij  toetreding  van  de  lucht  gevormd  wordt. 

S  a  p  o  t  a  c  e  a  e.  In  een  aantal  vertegenwoordigers  van  deze  familie 
werd  een  saponine-achtig  bestanddeel  gevonden,  dat  zich  bij  alle  onderzochte 
soorten  bleek  te  onderscheiden  van  de  tot  dusverre  beschreven  saponinen 
door  gemakkelijke  oi)losbaarheid  in  basisch  loodacetaat  en  in  barytwater, 
door  welke  beidi'  overigens  alle  bek<:'nde  saponine-stoffen  bij  voldoende  con- 
centratie worden  neergeslagen.  Het  saponine  uit  de  zaden  van  M  i  m  u- 
s  o  p  s  E  1  e  n  g  i  L.  (t  a  n  d  j  o  e  n  g)  kon  in  zeer  zuiveren  staat  verkregen 
worden;  het  beantw(»ordt  aan  de  formule  Cs^He^Ois,  die  vermoedelijk  ook 
voor  het  product  uit  de  zaden  van  A  c  h  r  a  s  S  a  p  o  t  a  L.  (s  a  w  o  e 
m  a  n  i  1  a)   geldt. 

A  p  o  c  y  n  a  c  e  a  e.  Bij  een  niet  nader  gedetermineerde  V  a  1 1  a  r  i  s- 
soort  uit  's  Lands  Plantentuin  werd  uit  bast  en  blaren  een  bitter,  kristalli- 
seerbaar  glucosidisch  bestanddeel  afgezonderd,  dat  zich  als  een  krachtig 
hartvergift  deed  kennen. 

V  e  r  b  e  n  a  c  e  a  e.  Saponine-achtige  bestanddeelen  konden,  als  reeds 
voorheen  waarschijnlijk  geacht  werd,  uit  de  bladeren,  alsmede  uit  vruchten, 
van  enkele  D  u  r  a  n  t  a-soorten  bereid  worden.  In  de  bladeren  van  C  1  e 
r  o  d  e  n  d  r  o  n  s  i  p  h  o  n  a  n  t  h  u  s  R.  Br.,  die  op  Java  wel,  in  gedroogden 
staat,  als  opiumsurrogaat  dienst  doen,  kon  geen  enkel  toxisch  beginsel 
worden  aangetoond. 

T  h  j  m  e  1  a  c  a  c  e  a  e.  De  cotyledonen  van  twee  P  h  a  1  e  r  i  a-soorten 
(P  h.  a  m  b  i  g  u  a  B  o  e  r  1.  en  P  h.  u  r  e  n  s  K  d  s.  bleken  een  scherpe 
stof  te  bevatten,  vermoedelijk  een  dergelijk  lichaam  als  het  mezereïne  uit 
D  a  p  h  n  e  M  e  z  e  r  e  u  m  L.  In  vruchtvleesch,  bast  en  bladeren  ontbreekt 
dit  bestanddeel.     Het  glucosied  daphnine  werd  niet  aangetroffen. 

Orchidaceae.  Het  onderzoek  van  P  a  p  h  i  o  p  e  d  i  1  u  m  j  a  v  a- 
n  i  c  u  m  P  f  i  t  z.  en  van  eenige  andere  tot  deze  familie  behoorende  plantcMi 
bracht  de  aanwezigheid  van  saponine-stoffen  aan  het  licht. 

Voorts  zij  nog  vermeld,  dat  een  verhandeling  over  de  bestanddeelen 


76 

ViiTi  k  ;i  II  ;i  r  i /,;i(l»'ii.  en  mcr  ili'  ;i;i  n  w  riidinL;  \;iii  <|<'/,f  /inli-n  ini  hel  lulil 
vcilf('il»a;ir  iiiiikcii  \,'iii  Uormclk.  n|i;^(.'iiuiucii  ui-r<l  in  li«*l  (irnccsk.  Tijdsrlir. 
voor  X.-Iiidië. 

§7. 

5^    AFI)KELIN(^    DEli    IMMCHTING. 
iIJOTANISCHE    TUIN     K.\    KEKUTIIX    TF-:    'IM I  Hol  «ASi. 

l'.<-li;il\ ('  lid  gewoon  (tiideiJioiMl  \aii  \v<'ji<Mi  en  \vaterleidiu«i<'ii.  wml  de 
wt'ji  in  den  beneden  min  incl  ri\  irrsliM-ncn  Ix-siiaal.  dt-  jiadtn  lan^s  den 
heesteiluin  evenals  de  hoofdpadcn  in  den  min  vooi-  kruidachtige  gewassen, 
die  sterk  uitspoelden,  ondergingen  dezelld*-  afdoende  bewerking. 

Langs  de  vakken  der  Palmen  en  der  Kubiaceeën  werden  nieuwe  al  voer- 
goten aangelegd,  ook  de  afvoergooi  door  vak  IV  J.  die  hier  en  daai-  di<'i» 
uitgespoeld  en  verzakt  was,  werd  weei-  in  orde  gemaakt,  gemetseld  en 
gecementeerd. 

In  de  nieuwe  afdeeling  van  de  klinii>lan<eii.  zijn  veel  plekken,  waar  de 
planten  slecht  groeien;  de  oorzaak  daarvan  is.  dat  de  bovengrond  te  vast 
en  ondoorlatend  is.  Door  een  aantal  geulen  voor  drainage  te  giaven  werd 
getracht  daarin  verbetering  te  brengen.  Het  is  echter  aan  te  nemen,  dat 
het  bedoelde  terrein  hiermede  nog  niet  voldoende  gedraineerd  is  en  er  oji 
verschillende»  plekken  nog  meei-  van  die  geulen  gegraven  moeten  worden, 
waai'voor  wellicht  onze  gewone  werkkrachten  te  kort  zullen  schieten. 

Door  het  gereedkomen  van  het  Land) )ou w-zoölogisch  Laboratorium  en 
van  de  leeszaal,  moest  een  weg  vooi-  langs  de  oude  Laboratoria  en  genoemde 
gebouwen  aangelegd  worden,  die  ongeveer  ]>aralel  met  den  groeten  weg 
loopt.  Ten  einde  op  het  nog  al  hellende  terrein  de  weg  niet  te  steil  te 
maken,  had  er  veel  grondverzet  plaats,  hetgeen  veel  werk  kostte. 

De  kanarilaan  en  de  weg  naar  het  paleis,  werd  met  de  stoomwals,  door 
den  Ingenieur  van  den  Waterstaat  daarvoor  goedgunstig  afgestaan,  in  orde 
gemaakt.  Er  moest  daarvoor  een  groote  hoeveelheid  grint  op  den  weg 
gebracht  worden,  hetgeen  uit  de  Tjiliwoeng  werd  gehaald.  Hierdoor  schoot 
er  voor  de  andere  wegen  niet  genoeg  verhardingsmateriaal  meer  over. 

De  Waterstaat  maakte  een  stekel draadpagger  langs  den  zuidkant  van 
den  tuin,  zoowel  in  den  ouden  tuin  langs  den  pasar  als  langs  den  nieuwen 
tuin;  terwijl  aan  de  noordzijde  een  klein  ijzeren  hek  voor  de  afscheiding 
met  de  daarliggende  kampongs  aangebracht  werd. 

In  Februari  w^oei  een  groote  boom  (Hippomane  biglandulosa)  om,  die  nog 
al  schade  aan  een  bij  de  Laboratoria  behoorend  gebouwtje  aanrichtte. 


77 

Er  konden  verscheiden  boonieu  opgeruimd  worden,  daar  het  bij  de 
determinatie  bleek,  dat  er  meer  dan  twee  exemplaren  van  stonden.  Veel 
plaats  om  andeie  soorten  te  planten  werd  echter  niet  verkregen,  wel  kregen 
do  orastaande  boomen  meer  ruimte  om  zich  normaal  te  ontwikkelen. 

In  de  nieuwe  kweekerij  bij  het  bureau  werden  eenige  vakken  met 
bolgewassen,  als  Crinum-  en  Hippeastrum-soorten  overgebracht,  waardoor 
in  de  oude  kweekerij  plaats  kwam  voor  andere  gewassen. 

De  vroeger  uit  Europa  ontvangen  Caladium,  ontwikkelden  zich  dit  jaar 
mooi,  ook  de  Achimenes  bloeiden  mild. 

Onder  de  zeldzame  of  voor  ons  nog  nieuwe  planten  bloeide  dit  jaar 
twee  fraaie  Khododendrum's,  waarvan  één  van  Borneo  en  de  andere  van 
Ambon  afkomstig  was.  Ook  de  curieuse  bloemen  van  Lowia  maxillarioides 
en  L.  grandiflora  bloeiden  voor  het  eerst.  Van  onze  collectie  Cypripediums 
bloeiden  (\  Lemoineri,  condidulum,  spicerianum,  Excel,  glaucophyllum, 
niveum,  bellulatum,  Danthieri,  Luanum,  Ilarrisonianum  en  Lathomionum. 

In  onzen  nieuwen  boschtuin  begint  langzamerhand  meer  schaduw  te 
komen,  waardoor  hij  meer  aan  het  doel  beantwoordt.  Xog  nimmer  had  onze 
inrichting  eeuc  zoo  fraaie  collectie  Aroideeën  bij  elkaar.  Ook  de  Begonea's 
groeien  er  goed;  eenige  nieuwe  Acoutliaceeën  verdienen  nog  genoemd  te 
worden. 

In  het  begin  van  het  jaar  kwam  L)".  N  i  e  u  w  e  n  h  u  ij  s  terug  van 
Borneo  en  bracht  nog  eenige  interessante  planten  mede. 

De  élève-inantri  .1  a  her  i  maakte  met  het  oorlogschip  „Ja  va"  eene 
reis  mede  naar  Zuid  Nieuw-Ouinea  en  bracht  daarvan  en  van  Thursday- 
eiland,  wa<ir  het  schi])  victualiën  innam,  eenige  planten  en  zaden  mede. 

Onaangenaani  is  het  te  constateeren,  dat  achter  in  den  tuin,  in  het 
kwartier  der  Lauriueeëii,  steeds  boomen  blijven  dood  gaan.  De  reden  hier- 
van is  bekend  genoeg,  namelijk  dal  de  ondergrond  (zelfs  zeer  dicht  bij  de 
oppervlakte)  wordt  gevormd  door  eene  vast  aaneengesloten,  dikke  griutlaag, 
waar  de  wortels  zich  niet  doorheen  een  weg  kunnen  banen.  Eene  verplaat- 
sing van  de  geheele  familie  der  Laurineeën  naar  elders  en  het  bezigen  van 
het  terrein  —  een  oud  rivierbed  —  in  quaestie  voor  den  aanplant  van  minder 
diep  wortelende  geAvassen  ware  de  eenige  oplossing. 

BEEGTl  IN   TE   TJIBODAS. 

Er  werd  in  het  verslagjaar  een  aanvang  gemaakt  met  het  verbeteren 
en  verfraaien  van  den  bergtuin  door  ie  breken  met  eene  traditie,  waaraan 


7S 

tot  no<'  ioo  steeds  wns  viistgebondcn.  IHt  t>iel<<Mi  hcslanl  danriii.  <l;it 
|)lanten,  die  of  te  Hiiitenzoi-;^'  ia  <l<'ii  liool'di  uiii  \<'el  heter  slaan  ol'  in  elke 
preval  Ie  TjÜMxlas  /.«»«»  sle<dil  ;^i<»eien.  dal  /.ij  lid  <)«»<;  si<'(lils  een  ei<:eiiiis  en 
der  welensciiai»  niet  l<»t  liet  ;i«'riii^sle  iiiit  zijn,  eenvoudig  \\(ird<-n  (i|.;^i-i  niind. 
Waar  in  MiiiMtpeesrlie  liolainscdie  tuinen  dikwijls  donr  hoilnlani  liet  korl 
zifhlij^e  staudpnnl  \v<irdl  in^icnonien,  dal  hel  ^looie  aantal  Ie  rnlt  i\  e<ien 
'•ewassen  het  «geheel  |)i-ed(»niiiieei('nde  nioinenl  niod  zijn  <-ii  Imn  nieeider  nf 
miiMler  "goeden  en  n(»inialen  <;r<>ei  <;(.|iee|  hijzaak  is.  i<'keii  ik  mij  Miplichl 
niel  eikelilelijkheid  Ie  j;e\va^eii  van  de  vele  nM(l('\veikin<4  hij  hel  loslaten 
dier  traditie  in  onzen  her^tnin  van  «h-n  llorlnlanns.  «'hel'  (h-r  \''  Alfh^diii^, 
oinlervonden. 

Door  nil\»terin<i  aan  iiel  in  deze  woorden  aanji-ejicven  j^riiicipe  Ie  «^eveii 
koiMh'u  niet  onbelangrijke  verfraaiin.ncn  \v<»rden  aangehraeht;  o.  a.  e(-n  nil- 
kijk  nii  hel  huis  worden  verkregen  naar  en  (htor  de  Khodoleia-laan.  die 
—  met  uitzondering  van  eene  later  aan  te  brengen  kleine  coui»ure  —  als 
vormende  een  sieraad  van  den  bergluin  zondei-  beding  behouden  zal  hebben 
te  blijven.  De  klimplanten-afdeeling,  die  alles  behalve  tot  sieraad  strekte 
en  waarvan  het  botanisch  nut,  in  weerwil  van  de  ei-  aan  ten  koste  gelegde 
moeite,  toch  zeer  problematisch  bleef,  werd  naar  een  veel  beter  gelegen  stuk 
boven  in  den  tuin  overgebracht. 

In  de  groote  gazons  werden  eenige  vakken  aangelegd,  waarvan  er  een 
werd  beplant  met  Aralia  papvrifera  en  ander  met  de  uit  Formosa  afkomstige 
zoogenoemde  „goud-bamboe".  Op  groote  afstanden  werden  op  hellingen 
in  het  grasvlak  nog  eenige  coniferen  en  exemplaren  van  Doryanthes  excelsa 
en  Palmieri  uitgezet. 

Met  het  uitzicht  op  den  vijver  werd  een  eenvoudige  houten  koepel 
gebouwd,  vooral  ten  gerieve  der  bezoekers.  Uit  dezen  koepel  geniet  men  een 
bijzonder  fraai  vergezicht,  waarbij  de  vijver  met  de  uitgebreide  grasvlakken 
den  voorgrond  en  een  verafgelegen  bergketen  een  langzaam  stij genden 
achtergrond  met  fantastisch  grillige  vormen,  uitmaakt. 

In  de  nieuwe  serre  stonden  in  het  verslagjaar  o.  a.  knol-begonias,  Gloxi- 
nia's,  Tydea's,  Gesneria's,  Chrysanthemum's,  Cylamens  enz.  zeer  goed  in 
bloei,  terwijl  voor  de  serre  onderscheidene  Europeesche  eenjarige  planten 
mild  bloeiden. 

In  de  af  deeling  van  Japansche  planten,  gaven  bij  voortduring  de  bam- 
boesoorten door  goeden  groei  aanleiding  tot  tevredenheid.  Jonge  planten 
werden  wederom  op  aanvraag  aan  verschillende  personen  toegezonden. 

De  uit  Japan  aangevoerde  Citrus  soorten  gaven,  wat  het  uiterlijk  aan- 


79 

gaat  goede  vruchten,  die  echter  steeds  even  zuur  en  oneetbaar  bleven.  Het 
klimaat  van  den  bergtnin  is  voor  de  cultuur  van  deze  vruchten  geheel  onge- 
schikt, daar  bet  behalve  te  vochtig  ook  nog  te  guur  is.  Er  wordt  naar  eeue 
gelegenheid  uitgezien  om  op  eene  meer  1'avorabele  plek  in  het  gebergte  een 
deel  van  onze  Japansche  Citrus-soorten  over  te  brengen  om  te  zien  of  hel 
niet  mogelijk  is  er  niet  alleen  zeer  fraai  uitziende  doch  ook  eetbare  vruchten 
van  te  winnen. 

Van  Europeesche  nuttige  gewassen  in  den  bergtuin  gekweekt,  kan  over 
het  verslagjaar  het  volgende  worden  gezegd. 

Er  werd  ook  dit  jaar  doorgegaan  met  het  nemen  van  proeven  met 
Europeesche  groenten  en  met  de  in  het  vorig  verslag  reeds  genoemde  aard- 
appelsoorten. Dientengevolge  kwam  er  ruimte  in  den  groententuin  te  kort. 
Een  stukje  van  het  aan  dien  tuin  grenzende  bosch,  werd  daarom  gerooid 
en  de  grond  terrasgewijze  aangelegd.  Daar  de  bodem  humus-rijk  was,  werd 
er  geen  mest  bij  de  aardappelen  gebruikt.  De  op  6  Augustus  van  het  vorige 
jaar  geoogste  aardappelen,  werden  half  .Januari  van  het  verslagjaar  weder 
gepoot,  en  van  het  einde  van  Maart  tot  lialf  April  geoogst.  De  opbrengst 
was  dit  jaar  zeer  uiteenloopend,  „Imperator"  bleek  weder  de  beste  en  gaf 
negenvoudig  product  van  uitstekende  kwaliteit.  In  September  werden  de 
aardappelen  weder  geplant  en  in  December  geoogst,  „Imperator"  was  weer 
in  alle  opzichten  de  beste.  Het  bleek  nu  ook  dat  „Imperator"  in  smaak 
het  van  de  oudere  ingevoerde  verscheidenheden  won. 

Hetgeen  in  den  beschrijvenden  Catalogus  van  V  i  1  m  o  r  i  n  van  dezen 
aardappel  gezegd  wordt:  „bleekgeel,  rond,  zeer  meelig,  uitermate  productief, 
heeft  weinig  van  ziekte  te  lijden,  is  van  goede  kwaliteit''  is  gebleken  niet 
overdreven,  maar  volkomen  waar  te  zijn. 

Met  groenten  werden  dit  jaar  weder  eenige  proeven  genomen,  in  de 
eerste  plaats  met  de  soorten,  die  het  vorige  jaar  goed  voldaan  hadden. 

Wat  salade-variëteiten  betreft  voldeden  Amerikaansche,  bruine  pluk- 
salade,  Laibacker  Eissalat,  en  groote  gele  Trotzkopf  weder  goed.  Van  de 
prei-soorten  gaven  Monstrueux  en  Carentan  mooie  dikke  stengels. 

De  Japansche  klimkomkommer  gaf  dit  jaar  goede  resultaten;  daar  de 
plant  aan  tamelijk  lange  staken  opgehouden  moet  worden,  komen  de 
vruchten  niet  met  den  grond  in  aanraking  en  bederven  daardoor  niet  te 
spoedig,  hetgeen  in  ons  vochtig  klimaat  geen  gering  voordeel  is. 

Van  aardbeien  voldeden  het  beste  de  grootvruchtige  maandbloeiers, 
ofschoon  de  vruchten  bij  lange  na  zoo  groot  niet  waren  als  in  Europa,  waren 
ze  vrij  geurig.     Ook  La  Généreuse  en  Non  plus  ultra,  gaven   vrij   goede 


80 

\  iiiclilcii.    iiiiiar    v\;urii     iiiiii<i<-i     i  ijk<li;i^<*ml.  'r<'ii    i-indc    ;^imm1c    ifsiiltaten 

iiK'l   aiiiMlhcicii-ciill  iiiir-  Ie  l<i-ij«^tMi,  s<liijiit    lid  ihxhüi:.   i<'lk<iis  <>|i  nieuw  to 

j»l;mU'ii.    /,<>(•    nio;:,<'li jl<    ictlrr    j;i;ir    <»[»    iiii-iiwc  ;;i»('(|    Im'\\<iIci<-    in    iMincsIe 
\  akkcii. 

O  I»  I  e  i  (1  i  II  ;;   \  a  II  j  <»  n  ;;  e  I  i  e  *\  ••  n    \  o  <•  r  il  <•  n    l  n  i  n  I»  <»  ii  w . 

Zooals  i)i  het  vorij*'  vcislap;  werd  jj^ezegd,  oindifide  hoi  cci-slc  ciirsus 
jaar  iii«i  licn  leerlinjióii.  Ondoi*  dil  aantal  vvanMi  ci-  oouij^c,  win-  ijver  «loch 
vooial  w  i<i  hc'vattclijkhoid  op  den  dmir  niet  bijster  j^roi»!  hh'lvcn;  twee 
hunner  \  roegen  hun  ontslag  om  elders  hun  geluk  Le  beproeven.  Nog  achl 
leerlingen  namen  dus  aan  de  voortzetting  van  het  ond«,Miielii  deel, 
namelijk: 

A.  H  il  leb  randt  uit  Blora,  W.  Soesman  uit  Wlinggi,  W. 
L  e  ij  i  i  n  g  en  E.  van  E  m  d  e  uit  Soerabaja,  en  J.  V  i  s  s  e  r,  O,  d  e 
B  i  e.    A.    E  i  u  c  h  i   en    W.    Tehupeiorj    uit  Buiteuzorg. 

Over  den  ijver  dier  leerlingen  valt  niet  anders  dan  te  roemen  en  op  een 
enkele  uitzondering  na  bestaat  er  ook  veel  lust  bij  ben  in  het  gekozen  vak, 
zoodat  het  gunstig  denkbeeld  van  liet  welslagen  der  proel",  met  deze  opleiding 
beoogd,  werd  bestendigd.  Verzuimen  hadden  niet  plaats  als  alleen  af  en 
toe  wegens  ziekte  en  dit  ook  zeldzaam,  daar  ook  hier  het  tuinmansbedrijf 
tot  de  gezonde  bezigheden  behoort.  Knapen  over  wier  aanneming  wij 
destijds  iwijfelden  om  hunne  tengere  gestalte,  namen  dikwerf  opvallend  ann 
kracht  en  gezondheid  toe. 

Steeds  wordt  in  de  morgenuren  tot  9  uur  buiten  gewerkt  en  daarna  nog 
een  uur  in  het  kweekerijtje,  dat  goed  blijft  voldoen,  doorgebra<ht  evenals 
een  gedeelte  van  den  namiddagtijd.  Praktische  oefeningen  in  het  zaaien 
en  kweeken  van  jonge  planten,  alsmede  in  de  verschillende  wijzen  van  ver- 
meerderen (stekken,  enten),  maken  van  marcotten  (tjangkokansj  vormden 
daar  het  lioofddoel. 

Ook  met  eene  nieuwe  soort  van  praktische  oefeningen  buiten  den  tuin 
werd  een  aanvang  gemaakt,  en  wel  met  het  aanleggen  van  eenige  erven  van 
particulieren,  die  daartoe  wel  hunne  toestemming  hadden  willen  geven. 
Het  spreekt  van  zelve  dat  deze  oefening,  waarmede,  wanneer  de  gelegenheid 
zich  voordoet,  zal  worden  voortgegaan,  voor  onze  leerlingen  niet  anders  dan 
nuttig  kan  zijn. 

Voor  het  overige  kan,  wat  de  werkzaamheden  betreft  verwezen  worden 
naar  hetgeen  in  het  vorig  verslag  werd  vermeld.     De  bezigheden  binnens- 


81 

huis,  nog  altijd  om  de  vroeger  aangegeven  reden,  de  zwakke  zijde  vormende, 
bestonden  behalve  nit  de  behandeling  der  praktisch  uitgevoerde  bezigheden 
in  een  cursus  over  hoofdzaken  uit  de  ooftcultuur  door  den  Hortulanus  wel- 
willend op  zich  genomen,  en  in  oefening  in  het  maken  van  eenvoudige 
I^lannen  voor  het  aanleggen  van  erven  en  tuinen. 


§8. 


(J-^   AFDEELING   DER   INRICHTIIsG. 
(BUREAU,   BIBLIOTHEEK   EN   PHOTOGRAPHISCH   ATELIER). 

In  het  vorig  verslagjaar  op  bladz.  108  werd  reeds  met  een  enkel  woord 
melding  gemaakt  van  de  gunstige  beschikking  der  Regeering,  leidende  tot 
eenige  uitbreiding  \an  het  bureau-personeel.  Bij  besluit  van  10  Januari 
1901  11-  12  werd  een  som  van  J'  150. —  's  maands  toegestaan  om  te  worden 
uitgekeerd  aan  een  persoon  door  mij  aan  te  wijzen  voor  het  verrichten  van 
werkzaamheden  als  adjunct-commies.  Dank  zij  dezen  maatregel  was  het 
mij  mogelijk  een  regeling  te  trefien,  waardoor  de  zaken  geregeld  kunnen 
worden  afgedaan  en,  wat  een  voornaam  punt  is  bij  de  eenigszins 
gecompliceerde  boekhouding,  een  xjeisoon  met  kassiers  werkzaamheden  te 
belasten,  die  tevens  onder  toezicht  de  boeken  bijhoudt.  De  getroffen  rege- 
ling is  de  volgende:  een  persoon  is  belast  met  de  agenda  en  expeditie  der 
officieele  correspondentie  en  met  de  redactie  van  kleinere  administratieve 
brieven.  Een  ander  zorgt  voor  de  uitgebreide  verzending  van  zaden  en 
planten  en  met  de  afdoening  der  daarmede  in  verband  staande  correspon- 
dentie, terwijl  een  derde  voor  de  boekhouding  zorgt,  de  particuliere  brieven 
agendeert  en  de  bestellingen  van  artikelen  uit  Europa  bezorgt.  Deze  drie 
personen  werken  onmiddellijk  onder  den  leider  der  bureauwerkzaamheden. 

Het  kostte  aanvankelijk  moeite  voor  het  toegestane  bedrag  een  geschikt 
persoon  te  \inden.  Eén  candidaat  was  eenige  maanden  op  het  bureau 
werkzaam,  maar  vond  weldra  in  liet  particuliere  een  werkkring,  waaraan 
meer  vooruitzichten  verbonden  waren.  Door  welwillende  tusschenkomst 
van  den  Directeur  van  het  Gymnasium  Willem  III  werd  daarop  een  jong- 
mensch,  die  het  vijfde  studiejaar  dier  school  had  geabsolveerd,  geëngageerd, 
met  het  doel  hem  voor  het  werk,  dat  van  hem  verlangd  wordt  op  te  leiden. 
De  aanvankelijke  resultaten  zijn  niet  onbemoedigend. 

De  lettervoorraad  van  de  drukkerij  der  inrichting  werd,  zoowel  met 
smout-  als  met  boekletter  belangrijk  uilgebrcid.     Ilci    is  mi   mogelijk  een 

Verslag  tas  'slands  plantentuin  1901.  6 


S2 

paar  brodjures  tegelijk  te  zetteu,  h-iwijl  Mieef(lei<'^  variatie  in  de  titels  kan 
worden  aangebracht.  (Jok  werd  de  voorraad  koperen  lijnen  uitgebreid, 
/oodat  labellen  van  groote  afmeting  kunnen  worden  gezet.  Als  zetter  werd 
aangesteld  Kaden  Sastro,  die;  vroeger  (ei-  L;iii(ls<lnil<k<Mij  wi  il</.;i;iiii  w;is 
geweest.  De  zoon  van  onzen  nuinhi  lil  iMij^iiKit.  die  vom  iicl  zeilen  uinbiiie 
toonde,  werd  in  staat  gesteld,  dank  zij  de  welwillende  tegemoetkoming  van 
den  lieer  Q  u  e  n  t  i  n,  om  bij  de  Landsdrukkerij  als  volontair  in  dienst 
te  treden.  In  liet  eind  van  het  verslagjaar  keerde  hij  terug  en  bewijst  goede 
diensten  als  hulpzetter.  Onze  vroegere  bureau  oi)passer  l'ai(*h,  die 
indertijd  eveneens  eene  opleiding  ter  I;andsdrukkerij  ontving,  fungeert  nu 
hoofdzakelijk  als  „drukker''.  De  mantri-lithograaf  K  r  o  m  o  li  a  r  d  j  o 
ging  voort  met  het  op  sJeen  brengen  van  de  platen  voor  de  „Icoues"  en  het 
verrichten  van  ander  teeken  werk. 

Uit  den  aard  der  zaak  houdt  de  uitbreiding  der  correspondentie  gelijken 
tred  met  de  uitbreidingen,  die  de  inrichting  ondergaat.  Onnood  ig  derhalve 
hierover  uit  te  wijden.  Het  aantal  verzendingen  van  zaden  was  in  het 
verslagjaar  minder  dan  in  het  vorige  (in  1900  bedroeg  dit  getal  1553,  dit 
jaar  13J)7),  daarentegen  onderging  het  aantal  zendingen  van  levende  planten 
een  niet  onbelangrijke  uitbreiding. 

De  Bibliotheek  verkeert  in  goeden  toestand.  Het  aantal  boeken  nam 
door  geschenk  en  aankoojj  wederom  belangrijk  toe,  zoodat  weldra  tot  den 
aankoop  van  een  nieuwe  boekenkast  ter  voorziening  van  den  Ie  veiwachlen 
woningsnood,  zal  moeten  worden  overgegaan. 

LEESZAAL. 

Het  tot  stand  komen  eener  niet  onbelangrijke  verbetering  valt  voor  het 
verslagjaar  ten  slotte  onder  dit  hoofdstuk  te  vermelden. 

Toen  in  1896  (zie  verslag  over  dat  jaar  bladz.  7  en  77,  alsook  verslag 
over  1>S97  bladz  81)  liet  aanzienlijke  bedrag  van  ƒ  18000. —  door  belangstel 
lende  particulieren  in  Nederland  werd  ten  geschenke  gegeven  voor  het 
bouwen  van  een  afzonderlijk  Bibliotheekgebouw  voor  onze  inrichting,  had 
de  toenmalige  Ingenieur  ter  plaatse,  de  Heei-  11.  J.  H  oman  va  n  dei- 
Heide,  eerst  de  welwillendheid  liet  gelieele  plan  voor  het  gebouw  te  maken 
en  daarna  de  groote  goedh«^id  de  leiding  van  den  bouw  op  zich  te  nemen. 
Het  bediag  voor  de  uitvoering  van  het  werk  uitgetrokken  bleef  daardooi- 
vrij,  zoodat  er  ten  slotte  eene  som  van  omstreeks  ƒ  1500. —  overbleef,  die 
bewaard  werd  om  er  eene  aan  het  doel  overeenkomstige  bestemming  aan  te 


83 

geven.  Deze  bestemmiug  lag  weldra  voor  de  hand,  namelijk  voor  het 
inrichten  vau  een  afzonderlijke  leeszaal,  waar  ook  des  avonds  de  nieuwe 
tijdschriften  en  boeken  te  consulteeren  zouden  zijn. 

De  uitvoering  van  dit  plan  moest  geruimen  tijd  verschoven  worden, 
totdat  er  zich  eene  gelegenheid  daartoe  aanbood,  toen  het  vroeger  door  den 
teekenaar-photograaf  der  inrichting  geoccupeerde  huis  ter  beschikking 
kwam  (zie  vorig  verslag  p.  28  en  29).  Dank  zij  de  medewerking  der  Heeren 
Ingenieurs  J.  C.  V  o  o  r  d  u  i  n  en  Jh^  F.  L.  C.  van  Door  n,  werd  van 
een  deel  dier  woning  eene  localiteit  voor  vergaderingen  en  bijeenkomsten 
geschikt,  die  echter  normaliter  als  leeszaal  dienst  doet,  verkregen,  welke 
geheel  aan  onze  wenschen  en  eischen  beantwoordt.  Door  uitgraving  en 
verschillende  aangebrachte  wijzingen  is  een  leeszaal  verkregen  van  D  bij  7.2U 
Meter,  (4.45  Meter  hoog),  een  klein  voorvertrek  van  2. GO  diep  bij  eene  breedte 
van  3.2ö  Meter,  benevens  er  naast  eene  vestibule  van  de  dubbele  breedte. 

De  bovengenoemde  overgebleven  som  werd  nu  voor  kosten  van  ver- 
bouwing, inrichting  en  meubileeriug  zeer  nuttig  aangewend,  zuodai  onze 
instelling,  eigenlijk  dank  zij  de  vroeger  ons  door  den  Heer  Homau  vau 
der  Heide  bewezen  hoog  gewaardeerde  hulp,  zonder  kosten  eene  fraiiie 
en  doelmatige  leeszaal  is  rijker  geworden.  Een  ruime  leestafel  met  bureau- 
stoelen er  om  heen  neemt  het  midden  van  het  groote  vertrek  in,  terwijl  langs 
de  wanden,  en  evenzoo  in  het  voor-locaaltje,  op  groote  rakken  de  tijdschrift- 
nummers  en  nieuw  ingekomen  boeken  eene  plaats  vinden.  Het  geheel  heeft, 
ook  door  de  met  calcarium  gedecoreerde  wanden,  een  gezelligen  indruk  en 
lokt  tot  bezoek  uit,  dat  er  ook  wel  aan  ten  deel  valt. 

Door  de  installatie  onzer  leeszaal  is  met  het  vroegere  doen  circuleeren 
der  nieuwe  tijdschrift-nummers  opgehouden,  hetgeen  in  twee  opzichten 
eene  verbetering  is;  ten  eerste,  omdat  er  bij  de  vroegere  regeling  dikwerf 
kleine  moeielijkheden  ontstonden  en  niet  zelden  tijdschrift-nummers  voor 
korter  of  langer  tijd  in  het  ongereede  raakten;  ten  tweede,  omdat  thans 
iedereen  terstond  al  de  nieuw  aangekomen  publicaties  kan  leeren  kennen, 
hetgeen  vroeger  niet  mogelijk  was. 

Na  een  zekeren  tijd  in  de  leeszaal  te  zijn  gebleven  gaan  dan  de  nieuwe 
aquisities  naar  de  Bibliotheek,  waar  zij  voor  goed  in  den  catalogus  worden 
ingeschreven,  na  bij  het  gaan  van  het  buieau  naar  de  leeszaal  reeds  in  een 
register  te  zijn  geboekt,  door  welke  dubbele  noteering  het  wegraken  van 
boeken  geheel  onmogelijk  wordt  gemaakt  en  het  ook  spoedig  in  het  oog 
valt,  wanneer  een  tijdschrift-nummer  bij  de  verzending  herwaarts  verloren 
is  geraakt  (dit  laatste  is  niet  zoo  opvallend  als  men  wel  zoude  denken,  omdat 


84 

niet  zeldeii  later  van  Europa  verzonden  jiewclii  ilieii  liiei-  vroeger  aankomen, 
zoodat  nien  niet  terstond  uil  hel  consliileeicn  \;iii  een  re<-ent  hiaat  in  eene 
serie  van  tijdKchrilt  iimniiiers,  loi  hel  wf-^iaken  \;ni  eene  aflevering  kan 
concludeeren). 

De  Heer  van  It  red  a  de  liaan,  ('hef  (hr  11'  A  IdiM-Jin;;.  \vi(^ns 
localiteiten  dicht  l»ij  de  h-es/aai  zijn  <i('ie<i(-n,  had  de  welwillendheid  de 
zorj^'êii  \(>or  die  zaal  <i|i  zich  1e  nenien. 


§9. 


T   Aï^DEELING   DER    INRICHTING. 
(ONDERZOEK    DER    BOSCHBOOMFLORA    Ol'    .1  WA). 

Aan  het  gebouw  voor  deze  Afdeeling  hadden  in  het  verslagjaar  wederom 
eenige  reparatiën  plaats,  terwijl  weder  herhaaldelijk  kleinere  en  grootere 
lekken  hersteld  wcM-den.  Hetgeen  in  het  voiig  \erslag  over  de  groote 
nadeelen  van  vocht  voor  collecties  gedroogde  planten  gezegd  is,  geldt  ook 
voor  het  afgeloopen  verslagjaar. 

In  het  vorig  verslag  (bladz.  109)  wordt  gewaagd  van  het  speciaal 
voor  de  conserveering  der  uitgebreide  collecties  van  specimina  op  spiritus, 
verschafien  van  eenige  assistentie  aan  den  Afdeelingschef.  Ook  in  het 
afgeloopen  verslagjaar  bleef  de  tot  dat  doel  aangewezen  Heer  Leem  b  r  u  g- 
g  e  n   tei'  beschikking  van  den  Chef  der  tijdelijke  VII*^  Afdeeling. 

Bij  besluit  van  den  Directeur  van  Onderwijs,  Eeredienst  en  Nijverheid 
dd**  21  Februari  1901  w^erd  Raden  W  o  n  g  s  o  d  i  h  a  r  d  j  o  op  verzoek 
eervol  ontslagen  en  bij  besluit  van  25  April  d.a.v.  Mas  Joedotaroeno 
in  zijn  plaats  als  hulpteekenaar  benoemd.  Voorts  werden  de  salarissen 
van  enkele  der  Inlandsche  beambten  iets  verhoogd  en  wel  van  Raden 
T  i  r  t  o  a  t  m  o  d  j  o,  R.  I'  r  i  n  g  g  o  d  i  h  a  r  d  j  o,  R.  M.  P  r  i  n  g  g  o  a  t- 
modjo  en  R.  S  a  m  a  d  i,  terwijl  tot  hulpschrijver  aangesteld  werd  R. 
S  a  s  r  a    A  t  ni  a  d  j  a. 

Het  verzamelen  van  herbarinni-  en  spi ritus-materiaal  en  andere  op  reis 
verrichte  werkzaamheden,  die  wederom  alle  geschiedden  dooi-  den  Afdee- 
lingschef met  behulp  van  het  Inlandsch  personeel  der  afdeeling,  gaven  in 
het  verslagjaar  de  volgende  uitkomsten:  N'erzameld  werden  in  het  gehetd 
omstreeks  270  nummers  heil»arinnispecimina  en  41  nummers  ter  bewaring 
in  alcoh(»l,  al'konistig  van  genntnniei^le  en  niel  gennnimei-de  planten.   Voorts 


\v(n-deii  (Ie  j;eiiuniHiei'(le  boomeii  oj»  de  terreinen  ^■an  l'iiugombo,  Noesakani- 
baugan  en  Pantjoer  gerevideerd,  terwijl  ook  van  eenige  planten  groeiende 
(»p  de  terreinen  Pangentjongan  en  Telomojo  (Sepakoeug)  herbarium  en 
gedeeltelijk  ook  spiritns-materiaal  verzameld  werd. 

Een  zeer  gering  aantal  planten,  beliooreude  tot  voor  .Java  zeldzame  of 
bijzonder  interessante  soorten,  werden  ook  in  dit  verslagjaar  nieuw  genum- 
mei'd  en  wel  o.  a.  bij  Sepakoeng  en  Pringombo. 

Van  de  voor  de  inzameling  of  waarneming  gerevideerde^  genummerde 
bo(uneu  werden  wederom,  voor  zoover  dit  nog  niet  gescliied  was,  kleine 
selietsteekeuingen  gemaakt. 

l)(M>i-  d!"]i  Afdeelingsclief  werden  bereisd  de  terreinen  Piingombo.  Xoesa- 
kambaiigau  cji  Sepakoeng-Telomojo,  terwijl  l»ovendien  liet  Inlandsch  i)erso- 
iiccl  nog  reisde  en  verzamelde  oj»  de  terreinen  van  Pantjoer  en  Pangen- 
tjongan. 

Het  nieuw  verzamelde  gedroogde  herbarium-materiaal  werd  wederom 
d(Mtr  (l(Mi  Afdeelingschef,  gi'ootendeels  op  reis,  voorloopig  gedetermineerd 
en  zooveel  mogelijk  in  hteo  van  aanteekeningen  voorzien  om  daarna  door 
lieiii  mei  behul])  van  het  Inlaudsche  personeel  zijner  Afdeeling  verder 
gecoi!sei-\-ee!(l  eu  in  de  collerlies  1<*  word(Mi  geïusereerd. 

Do<ir  den  Afdeelingschef,  met  assistentie  van  den  Heer  Leem  brug 
gen,  werden  met  behulj)  van  het  Tnlandsche  personeel  der  Afdeeling  eu 
taak-koelies  ruim  tien  duizend  herbarium-specimina  op  de  Kew-methode  op 
witte  iulegvellen  opgeplakt.  En  wel  werd  van  alle  herbarium-nnmmers. 
waarvan  ook  spiritus-raateriaal  bewaard  is  geworden,  telkens  een  herbarium- 
specimen  (een  z.  g.  authentiek)  van  elk  nummer  opgei)hi]<t  ires]).  werd  van 
alle  tot  éénzelfde  museum-nummer  behoorende  herbarium-specimina  slechts 
één  enkel  opgeplakt),  terwijl  voorts  ook  nog  wei'den  opgeplakt:  van  eenige 
der  in  de  Bijdragen  W  7,  6  en  5  reeds  gepubliceerde  families  nagenoeg  alle 
lot  eenzelfde  museum-nummer  behoorende  (dus  op  eenzelfde  tijdstip  van 
een  eu  h(  tzelfde  plantindividu)  gezamelde  herbarium-s}»eriHiiHa. 

Teu  slotte  werd  daarbij  tevens  voor  een  jdanteufamilii»  reeds  een 
begin  genuiakt  met  het  ook  in  Ivew  gebruikelijke  vastplakken  dei-  herbarium- 
determinatie-etiketten. 

Ook  werden  nog  door  den  Afdeelingschef  met  behulp  van  hei  Inlaudschb 
afdeelingspersoneel  de  volgende  werkzaamheden  in  de  herbarium-collecties 
verricht. 

Benige  collecties  werden  met  sublimaat  behandeld. 

Van  alle,  thans  bijna  veertig  duizend  iuzameliugs-nummers  bevattende, 


86 

herbarium  «ollectiea  der  tijdelijke  VJI'  Aldcdiii^  wcni  van  all<'  planten 
faiTÜlies  de  alphabetische-,  botanisch-Kystemaliscli  m  j;;(M)}^raphis(bc  raug- 
schikkinfj;  in  de  trommels  gerevideerd  en  verbeterd. 

Vooi'  (ie  resultaten  der  in  het  vorige  verslag  reeds  vernielde,  dooi-  den 
Heer  1>  ee  ni  b  r  u  g  ge  n  met  veel  zoig  nitgevoerde  proeven  met  chinos(>l 
als  conserveeringsniidflel  en  voor  verdamping  van  spiritus  uit  tuben,  die  mei 
diverse  sluitingsmiddelen  gesloten  zijn,  wordt  verwezen  naar  de  twee  hier- 
volgende  woordelijk  gereproduceerde  rapporten  van  de  hand  van  den  Heer 
Leemb  ruggen:  . 


RAPPORT   omtrent  de  voortgezette  proef  met  Chinosol  als  ronserveerings 
vloeistof  voor  plantendeelen. 

De  in  het  jaar  1900  geconserveerde  plantendeelen  bleven  in  het  verslag- 
jaar rustig  in  een  gesloten  kast  staan. 

Na  afloop  er  van  werd  een  onderzoek  ingesteld  naar  den  toestand  van 
die  collecties,  en  bleek  het  dat  uiterlijk  de  conserveering  niets  te 
wenschen  overliet.  Zelfs  de  groene  kleur  der  bladeren  was  behouden,  hoewel 
ze  donkerder  waren.  Roodachtige  bladstelen  behielden  die  kleur,  bloemen 
daarentegen  verkleurden. 

Bij  het  nazien  van  den  inhoud  der  tuben  werd  evenwel  het  volgende 
gevonden : 

1^.  dat  plantendeelen,  die  langen  tijd  in  spiritus  geconserveerd  waren,  in 
chinosol-oplossing  weder  week  worden,  doch  zich  op  den  duur  het  beste 
houden  in  een  oplossing  van  ^Anon? 
2^  dat  voor  fijne  plantendeelen  als  bloemen  en  zwammen,  eene  chinosol- 
oplossing  ge'^n  voldoende  conserveering  oplevert.    Ze  worden  week.  soms 
tot  pappig  toe; 
3®.  dat  harde  plantendeelen  (oude  bladeren  en  dergelijken)  zich  in  chinosol- 
oplossing  goed  houden. 
Uit     een     en     ander     s  c  h  ij  n  t     te     b  1  ij  k  e  n,      dat     chi- 
nosol     als     consei' veer  in  gs  middel     den     spirilus     niet 
geheel   kan  vervangen. 

Wel  zal  het  zeer  nuttig  z  ij  n  o  ni  e  e  n  i  g  voorwerp 
voor  korten  tijd  (op  reis  b.  v.)  te  bewaren,  doch  zal 
het  zaak  zijn  (voor  zooverre  de  proef  thans  is  ge- 
vorderd),    om     het    tijdelijk     geconserveerde     in     spiri- 


87 

1 11  s  over  te  b  r  e  g  e  ii,  wanneer  e  e  n  e  langdurige  b  e  w  a- 
r  i  n  g    g  e  w  e  D  s  c  h  t    i  s. 

Een  flesch  niet  suikerriet  in  1898  in  het  Laboratorium  Kremboong  in 
eene  oplossing  van  \'''oooo  geconserveerd  en  hermetisch  gesloten  is  nn  nog 
uiterlijk   volkomen  goed  gebleven,  zelfs  de  kleur  bleef  behouden. 

De  proef  zal  nu  worden  voortgezet,  doch  met  hermetisch  gesloten 
glazen. 


RAPPORT    omtrent  de  verdamping  van  spiritus  van  9G%  uit  tuben  met 
diverse  sluitingsmiddelen  gesloten. 

I>e  proef  omtrent  de  verdamping  uil  tuben  met  verschillende  middelen 
gesloten,  werd  iii  ISlei  lOOO  aangezet  en  de  volgende  serieën  gereed  gemaakt: 
Serie  a.     Kurk  in  gesmolten  parafine  gedoopt. 

„      /'.     (Jlasplaat  met  parafine  door  verwarming  op  de  tuben  gehecht. 
„      f'.     Kurk  met  parafine  bestreken.    (Uitwendig). 
„      d.     Kurk  met  hars  bestreken.     (Uitwendig). 
„      e.     Kurk  met  was  bestreken.     (Uitwendig). 
„     ƒ.     Kurk  in  was  gekookt. 
Er  werden  tuben  van  8  en  6  centimeter  diameter  gebruikt.     De  vulling 
bestond  uit  spiritus  van  96%,  de  hoeveelheid  ervan  werd  door  een  op  de 
tube  gehecht  reepje  papier  met  teeken  voorzien,  aangegeven. 

Na  achttien  maanden  rustig  staan  in  een  koel  vertrek,  in  een  gesloten 
kast  buiten  den  invloed  van  licht  en  warmte,  werden  de  tuben  nagezien  en 
bleek  het,  dat  do  verdamping  was  als  volgt: 

Serie  (/.  Vulling  908  cM.  cub.  verdampt  125.5  cM.  cub.  of  15%. 
„  h.  Vulling  537.5  cM.  cub.  verdampt  0.7  cM.  cub  of  0.15%. 
.,      r.     A^ulling  888  cM.  cub.  verdampt  95  cM.  cub.  of  11%,. 

d.     De  harsbedekking  was  bijna  geheel  verdwenen;  gedeeltelijk 
was   deze   in,    gedeeltelijk   langs   de   tuben    afgedropen.     De 
s})iritus  was  hierdoor  geel  geworden  en  de  verdamping  kolos- 
saal.    De  tuben  waren  ten  deele  bijna  ledig.     De  verdamping 
bedroeg  niet  minder  dan  61%. 
„     e.     A' ulling  764.5  cM.  cub.  verdampt  238.5  cM.  cub.  of  31%. 
„     ./'.     Vulling  766  cM.  cub.  verdampt  92  cM.  cub.  of  12%. 
Berekent   over  de   geheele   collectie,   welke   als   minimum    1100   liters 
si)iritus  bevat,  dan  zou  het  verlies  door  verdamping  zijn  als  volgt: 


RR 


Serie. 

Aiird  (Ier  IJedekkiiig. 

Verdamping. 

/o 

V 

-rdamping 

over  ( 
uien 

e  frehcele  ccdiectie. 

n  12  maai 

In 

18  maanden 

Li  Ier. 

Liler. 

il. 

Km  K   in  ;r<'smi)li(Mi  itiiialiiic  .. 

iri    "^ 

110. 

Hl.'>. 

h. 

(i|;i^    mei    riaralinc 

0.157 
1 1     "i 

1  I 

1  :,(\ 

c. 

Kurk  mei  paraline   hi'slrckcii 

«0. 

121. 

U 

Kink  met  liars  heslrfkeii. .  .  . 

01 

41<i. 

«71 

e. 

Kink  mei  was  lieslreken  ..  . . 

.''1       ., 

226 

:5-io. 

f- 

Kink  mei  was  uekookl 

12     ■'■ 

IW. 

i:',2. 

De  oiidei-vindinp;  leordr,  dat  liet  horcUciidc  oii^cvccr  ii;iii\vl<(iiii;;  aan- 
geeft, lietgeeu  als  \'ei'dami>iiit:,  moet  worden  aangemerkt. 

Over  do  verdere  in  liet  belang  van  de  spiritiis(:<>llei'1i('n  dooi-  den  Heer 
Leem  bruggen  verrichte  wei-kzaamheden  verdient  nog  het  volgende 
kort  vermeld  te  worden. 

In  de  eerste  drie  maanden  \an  hel  verslagjaar  werd.  op  aanAvijzingen 
van  den  Afdeelingsehef.  door  den  lleei-  L  e  e  m  b  i- u  g  g  e  i;  het  door  hem 
aangevang(Mi  conserviH'rings-werU'  der  geheele  re\isie  en  verificatie  der 
spiritus-colleeties  voortgezet.  Tfet  overal  (waar  noodig)  aanbrengen  van 
eenc  verbeterde  beschutting  tegen  verdamiting  door  de  jtarafine-glasbedek- 
l:ing,  het  nauwkeurig  op  unironne  eliketlen  co])ieeren  der  bij  elk  nummer 
l)ehoorende  nieuwste  deteriuinati<^  en  het  nauwkeurig  administratief-veri- 
fieeren  der  namen  en  nummers  uiel  de  bijbelioorende  (gedi-oogde)  herbarium- 
specimina  werd  geheel  beëindigd. 

De  geheele  in.  de  tijdelijke  \^1I''  At'deeling  \an  "s  Lands  Plantentuin 
bewaarde  collectie  sijiritus-materiaal  bleek  te  bevatten  totaal  v ij  f  dui- 
zend negen  honderd  negen  en  dertig  stuks  tubi  of 
s  t  o  p  f  1  e  s  s  c  h  e  n  met  bloemen  of  vruchten  op  alcohol 
(of  voor  een  deel  op  chinosol),  behoorende  tot  globaal  v  ij  f  duizend 
acht  honderd  in  zameling  s-nummers  van  het  gedroogde  mate- 
riaal (zie  de  specificatie  van  hetspiritus-materiaal  hieronder). 

Daarna  werd  een  begin  gemaakt  om  van  het  bij  de  spiritus-specimina 
behoorende  gedroogde  materiaal,  ëën  of  meer  herbarium-specimina  (op  de 
Kew-methode  voor  authentieke  herbarium-specimina  gebruikelijk)  geheel  op 
te  plakken,  resp.  met  de  bijbehoorende  losse  herbarium-etiketten,  determi- 
naties, enz.  op  witte  inlegvellen  vast  te  hechten. 

Voorts  werd  er  ook  mede  begonnen  alle  nummers  van  het  bij  de  spiritus- 
collectiën  behoorende  herbarium  te  voorzien  van  uniforme,   net-etiket j es. 


89 


;iaiiur\<'i<le.  (lat  van  het  numiiicr  ook  spiritus-matenaal  bestaat,  en  tevens 
vernielileude  of  het  bloemen  of  vruchten,  dan   wel  bk)emeu  niet  vruchten 

zijn. 

Deze  opgaven  zijn  in  den  regel  wel  is  waar  reeds  op  de  oorspronkelijke 
oi>  reis  geschrevene  inzamelings-etiketten  vermekl,  maar  bestaat  de  zeker- 
Iieid  niet  altijd,  dat  spiritus-materiaal,  hetwelk  een  tiental  jaar  geleden 
ingezameld  werd,  sedert  niet  verbruikt  werd.  A'oorts  zijn  ook  die  op  reis 
genoteerde  opgaven  over  het  tegelijkertijd  inzamelen  van  bloemen,  enz.  op 
spiritus  meestal  in  zeer  verkorten,  niet  algemeen  verstaanbaren  Norui  en 
slechts  met  ])otlood  onduidrlijk  geschreven.  Daarom  mag  eene  op  de 
gemonteerd!^  herbarium-spccimina  vastgehechte, '  duidelijke  en  algemeen 
verstaanbare,  gedrukte  net-etikette  een  verbetering  genoemd  worden,  waar- 
door de  waarde  van  het  h(»rbarium,  voor  hen,  die  het  later  zullen  wenscheu 
te  consulteeren,  aanzienlijk  verhoogd  wordt.  Met  de  bijvoeging  dier  eti- 
ketjes  wordt  voortgegaan. 

Door  den  Chef  der  Afdeeling  gewerd  mij  eene  specificatie  van  het 
spiritus  materiaal,  welke  ik  hier  doe  volgen: 


Aanliil  lubi  ol  slop- 


^  C  r  f^  O  t- 

«  re  i  «  S  o 


Spirilus-maleriual  aaiiwezif-  op  hel  einde  van  het 

fle-^s 

chen. 

eer.ste  kwartaal  in  ile  lijii  VIH'=  Afdeeling. 

Gespecifi- 

Totaal.      2      i  ^  s  c 

ceerd. 

'•^  5  3-2  =-S 

1.     In    den    ilorlus  van  's  Lands  Planlentuin  in- 

pezanu'ld   v;in  phanero^ameii  (*) 

32        ! 

11.     builen  den  Ilorlus  van  's  Lands  Plantenluin  in- 

gezamelde boomaclilipe  en  niel  booiHachlige  pha- 

nerogau.en  en  vaal-cryptogainen : 

op    Java    ingezameld  (***) 

4920 

op   Celebes  mgezain.-ld  ("*) 

op   Sn  mal  ra  ingezameld  en  wel: 

in  Aljeli   (*'*) 6  tiibi 

870 

5939 

Ongeveer 
5800. 

in    Aequaioriaal-Sumalra  (Suni: 

expeditie)  (***)  58  tubi 

109 

inde   Lampongs   (**) 4  tubi 

1 

in   Palenibang    (")  41  tubi 

1 

III.     Gewassen,  niel  lot  de  sub  II  genoemd  behoorende 

en  ingezameld  op   Java    buiten  den  Horlus.. 

8 

De  met  (*)  aangeduide  specimina  zijn  als  het  gewone  tuin-herbarium  geëtiketteerd 
onder  bijvoeging  van  numm^^r  en  leiter  der  in  den  Hortus  genummerde  plant. 

De  met  (**)  gemerkte  collectie  werd  geheel  als  llerb.  Bot.  var  geëtikelteerd.  De  4 
tubi  uil  de  Lampongs  en  41  tubi  uil  Palembang  werden  resp.  ingezameld  door  de 
Hecren  A.  F.   J.    Bruins  ma   en  W.   Buurman   van   Vreeden. 


90 

Do  werkztKimhodoTi   van  d(ui   kriii<lkiiri(li<;<'ii  jiiTihtloiKiai    wjinn   de   vol 
ijoiide: 

J)e  l»o(ajiis<,-Ji<*  l>('VV('i-l\iii;;  der  Itubiacoac  kwam  /,<)<»  ^ord  ;ils  ^'dicfl 
jj^ereed,  eu  hehoudons  eiudctoncclic,  ()(»k  die  dei  mA'^cihU'  lainili's:  Aiiipcli 
dji(ea<',  Datiscaceae,  Menisperinactiae,  Oxalidaceae,  (TeHneriaceac.  Solaiia 
loac,  Oleaccae,  Lo^aninccac,  Sal)iacea<^  eii  Htai)liyleaceae,  terwijl  <!<•  laalsUi 
hand  werd  ^clej^d  aan  de  leedH  vroej^or  bewerkte  en  toen  om  vcijschillcndc 
redenen  voorloopig  ter  zijde  gelegde  families  der  Combretaceae,  Gonystjla- 
ceae  en  Myri(;aceae. 

Eindelijk  werden  nog,  naar  aanleiding  van  nieuw  verzameld  materiaal 
eenige  weinige  soorten  van  de  geslachten  Anaphallis,  Eupatorinni  en  Indigo- 
fera  bewerkt,  ter  pnbliceering  als  „addenda"  bij  eene  eerstvolgende,' 
„Bijdrage''. 

Eenige  nieuwe  waarnemingen,  waartoe  zijne  werkzaamheden  hem  a^in- 
leiding  hadden  gegeven,  werden  door  ]>''.  V  al  et  o  n  openbaar  gemaakt  iu 
liet  boven  reeds  kort  besprokene  aehtste  nummer  van  ons  Bulletin. 


§  10. 


H'^   AFDEELING    DEK   INRICHTING. 
(LABORATORIUM  VOOR  ONDERZOEKINGEN  OVER  DELI  TABAKj. 

Met  gebruikmaking  van  de  gegevens,  mij  door  den  w^.  Afdeelingschet' 
D'.  d.  van  Breda  de  Haan  verstrekt,  kan  omtrent  deze  Afdeeling 
hel  volgende  medegedeeld  worden. 

Gedurende  het  afgeloopen  jaar  liad  geene  wijziging  in  het  j)ersoneel 
dezer  Af  deel  ing  plaats.  Aan  D''.  J.  van  Breda  de  Haan  bleet  als- 
nog de  Avaarneming  opgedragen  vaji  de  betrekking  van  Chef  dezer  Afdeeling, 
Terwijl  het  chemisch-deel  der  onderzoekingen  werd  verricht  door  D\  E.  C. 
J.  M  o  h  I'  en  D'.  D.  J.  H  i  s  s  i  n  k,  en  het  botanisch  gedeelte  door 
D'.   F.   W.   T.   Hunger. 


De  Colleclie  (***)  besta.il  uil  Iwee  deelen  1"  uil  Herb.  Kds.  (door  D'.  Koord ers 
persoonlijk  of  op  zijne  aanwijzinp;  door  hel  personeel  verzamelde  speciniiiia)  en  2=  uit  llerb. 
Bolamcornm  varianim  (verkorl  Herb.  Hot.  var.)  omvallende  enk^-le  weinige  specimina  welke 
door  andere  personen  inpezamelil  zijn  geworden  ot  dnor  schenking  verkregen  werden  (bijna 
al  de  voor  Java  genoemde  4920  lubi  behooren  lot  Herb.  Kds.). 


91 

Aan  D"'.  D.  J.  H  i  s  s  i  n  U  moest  14  Aju'il  immi  vorlof  wegens  ziekte 
verleend  worden,  tijdens  hij  zich  te  Deli  bevond.  Medio  Jiiiii  aanvaardde 
D*".    H  i  8  s  i  n  k    zijne  werkzaamheden  weder  te  Bnitenzorg. 

Eveneens  wegens  ziekte  werd  2H  September  aan  l)''.  F.  W.  T. 
H  u  n  g  e  r   een  maand  verlof  verleend,  door  te  brengen  te  Garoet. 

D''.  Hissink  verbleef  van  17  Januari  tot  :U  Januari  in  l^eli.  ten 
einde  aldaar  maatregelen  Aoor  te  Ixn-eiden  voor  de  bemestingsjiroeven;  in 
April  Averd  nogmaals  een  bezoek  aan  Deli  gebracht,  met  het  doel  zelf  de 
leiding  der  bemestingsproeven  op  zich  te  nemen,  door  ziekte  zag  O''.  H  i  s- 
s  i  n  k  zich  echter  genoodzaakt  naar  Bnitenzorg  te  retourneereu  en  nam 
D'".  M  o  h  r  dit  deel  dei-  werkzaamheden  op  zich.  die  daartoe  medio  April 
in  Deli  kwam  en  aldaar  tot  half  September  verbleef. 

In  November  werd  door  D'.  Hissink  nogmaals  een  bezoek  aan  Deli 
gebracht,  ter  voorbereiding  der  })roef nemingen  in  1902. 

D'".  H  u  n  g  e  r  was  van  medio  Mei  tot  einde  Angnstus  in  Deli  aanwezig. 

Ingevolge  G.  B.  dd.  26  Maart  1901  IT  1,  werd  door  den  w''.  Afdeelings- 
chef  D"".  van  B  r  e  da  de  Haan  een  bezoek  aan  Deli  gebracht  van 
3  April  tot  6  Mei.  ten  einde  aldaar  <'enige  besprekingen  te  honden  in  het 
belang  der  tabakscultnur,  terwijl  toen  tevens  nog  eenige  regelingen  konden 
getroffen  worden  in  zak(^  de  werkzaamheden  der  Af  deeling. 

Reeds  ten  vorige  jai*e  werd  door  D''.  H  n  n  g  e  r  een  aanvang  gemaakt 
met  de  studie  der  mozaïk-ziekte  en  werd  reeds  in  het  vorig  jaarverslag 
melding  gemaakt  hoe  een  meerdere  kennis  omtrent  het  O] «treden  der  oxydee- 
rende  enzymen  noodig  was.  om  de  juistheid  van  W  o  o  d's  theorie  te  kunnen 
toetsen,  volgens  welke  de  mozaïk-ziekte  aan  een  ophoopig  zulker  stoffen 
zou  moeten  toe  te  schrijven  zijn. 

Daar  in  den  tijd  dat  D"".  Hiinger  (e  Bnitenzorg  verbleef  slechts 
weinig  groene  tabak  aanwezig  en  het  t^evens  gebleken  was,  dat  het 
tabaksblad  door  zijn  chemische  samenstelling  minder  dienstig  is  vooi- 
een  eerste  oriëntatie  over  Enzymologie,  werd  in  de  vrudil  van  den 
cocos-palm  een  meer  geschikt  onderzoekingsmateriaal  voor  dit  doel 
gevonden. 

De  cocos-vrncht  bevat  in  de  waterige  inhoud  een  hoeveelheid  oxydasen 
en  peroxydasen  o])  zeer  duidelijk  aantoonbare  wijze,  en  kon  zich 
D''.  Hunger  zoodoende  oj)  de  hoogte  stellen  der  eigensch:ut]t('n  dezer 
fermenten.  De  resultaten  van  dit  onderzoek  werden  in  een  korle  publicatie 
samengesteld,  welke  verscheen  in  Bulletin  11'  S  dezer  inrichting  onder  de 
titel    „Die  Oxydasen  uud  Peroxydasen  in  der  Cocos-Milch".    (Zie  blz.  12). 


92 

In  Iicl  hilM>r:il(*i-iiiiii  Ie  M<-<l:iii  kun  h'.  II  ii  ii  ;:  i  r  /jiji  nu.  ii:i  dc/i- 
\(><)rl()o|»i<^('  (>ri("'iit;i(  i<',  iikmt  si»<*<'i;i;i  I  bc/i;;  IkhhIcii  iih-i  (!<■  llii'<(ri<-  v;iii 
\\' o  (»  (1.  l)'.  lliiii;^!-!-  (ict'll  liicroiiil  r<-iil  ;ils  \<>l;;l  iiicdf  in  /.ijn  dcs- 
betroffcnd  versla j;'. 

..liet  i'csnlIiiMl  liicivaii  is,  dal  ik  mij  iiid  kan  \<'nM'ni;^('ii  nn-i  df  opval- 
.,(iiij;  \an  \N'  ood.  voij^f-ns  wiens  nn-enin;^  in<»/,aïk  /,i<'ki'  Idadcn-n  :i  Itnui-nnial 
,.\eei  (ixydeerende  en'/vnien  (<>x_\<las»'n  en   |icrn\ydaseni  zonden   lievalleii. 

,.\'(>lj;('ns  mijn»'  'Ani'^\\\\(\\'^  nit  l:,('\  ocidc  (inder/.<M'kinji'en  is  <•!•  ^iecn  \ei- 
..srliil  Inssclien  nm/.aïk  /lek  en  jiezond  laliakslilad  hel  rdTende  df  rea<  lie  (>]> 
,,l)(>venp,('n<)einde  feianenteii. 

„Wel  is  d<*  (dM^inis(die  sanienslidliiiL'  van  inozaik  zieke  («n  gezond»'  taitaks 
„Idadon  in  andero  o])ZH'hten  verschillond,  1>.  v.: 

.,nn>/aïl<  ziek  blad  beval   mindoi'  sniker  dan  gezond  lilad. 

„         „  ..        looistof  „ 

„        „         „  „        vrije  zuren    „ 

..Deze  drie  factoren  vessorteevor  ieiionover  fetanenlen  ondii-  de  rnbtiek 
..van  z.  <r.  reduceerendo  stoffen. 

,.II(M  is  dns.  volgens  mijne  (»|Mnif.  zeer  piansibel,  dal  l>la<lt'Xl  lacl  van 
.,^:ez<»n(!e  lahak,  waaiin  (inanlilalief  meer  i('<lnceerende  sloffen  aanweziu' 
..zijn.  m.  a.  \v.  waar  de  reactie  oj»  oxy«leerende  enzynuMi  veel  kra(  liti^c^i-  woi-dt 
,,tep;engewei'kt.  als  van  zcdf  den  schijn  ^cefl.  dal  in  liet  mozaïk-zieke  blad 
..meer  van  die  fermenten  aanweziji;  zijn. 

..De  eenige  wijze,  waaro]»  ik  de  theorie  van  W  o  o  d  verklaren  kan  is 
„deze,  dat  laatstgenoemde  onderzoeker  geen  rekening  heeft  gehouden  met 
..de  i-educeerende  stoffen,  die  steeds  de  oxydeerende  fermenKMi  begeleiden''. 

Omtrent  de  veldproeven  in  verband  met  de  mozaïk-ziekte  door 
D"".   Hunger   ingesteld,  werd  door  hem  als  volgt  bericht: 

In  de  eerste  ]>laats  werd  nagc^gaan.  of  bij  kunstmatige  infectie 
van  gezonde  planten  met  versiddllend  infectiemateriaal,  later  ook  correspon- 
deerende  verschillen  optraden  betreffende  het  aantal  ziek  geworden  planten 
en  daarmede  tegelijk  of  'die  verschillen  ook  beïnfluenceerd  werden,  naarmate 
de  infectie  was  gedaan  bij  planten  van  verschillenden  ouderdom. 

Als  infectiestof  gebruikte  ik: 
1'.  fijn  gehakt  blad  van  mozaïk-zieke  planten: 
2".  sap  uit  mozaïk-zieke  bladeren  geperst; 
3*^.  aarde  van  de  wortels  van  mozaïk-zieke  planten, 


93 


die  altijd  bij  de  wortels  der  te  infeeteeren  planten  werd  gebracht. 
De  bovenvermelde  infeetieproeven  voerde  ik  telkens  uit  bij: 

A.  pas  uitgeplante  bibit; 

B.  tegelijk  met  de  l''  aanhooging; 

Voor  iedere  proef  gebruikte  ik  200  planten,  dus  in  het  geheel  werden 
1800  planten  geïnfecteerd,  terwijl  parallel  met  iedere  iufectieproef  een  gelijk 
aantal  controle-planten  waren;  alles  te  zamen  dus  3600  tabaksplanten. 

De  uitkomsten  van  deze  proef  heb  ik  in  onderstaande  tabel  saamgevat: 


A.  B.  C. 

Infectie-       '  Infectie  b/h.  uitplanten        Infectie  b/h    1«  aanh.         Infectie  b/h.  2^  aanh. 
materiaal. 


Geïnf.  pi        Contr.  pi.   i    Geïnf.  pi.       Contr.  pi.      Geïnf.  pi.    |   Conlr.  pi 


Percentage   der   zieke   planten. 


Serie   I. 
Fijn  gehakt  bl. 

Serie    H.     | 
Sap  v/ziek  bl. 

Serie    111.    ! 

t 

Aarde  van  zieke  | 

planten. 


23.33 


11.54 


90.11 


7.27 


7.96 


11.11 


19.35 


14  71 


47  37 


9.26 
9.98 

9.02 


40.40 
25.87 

87.31 


4.58 
12.96 

8.67 


Zeer  veel  is  voorshands  uit  deze  tabel  niet  te  besluiten,  docli  ongeiwijfeld 
wel  dit.  dat  de  besmettelijkheid  van  de  aarde  der  wortels  van  mozaïk-zieke 
planten  veel  grooter  is  dan  die  van  fijn  gehakt  mozaïk-ziek  blad  of  van  sap 
uit  uitgeperste  zieke  bladeren. 

In  de  tweede  plaats  werd  de  invloed  nagegaan,  van  het  toppen 
van  gezonde  planten  in  verband  met  het  optreden  der  mozaïk-ziekte  in  later 
te  voorschijn  tredende  tunassen. 

Deze  zelfde  proef  deed  ik  oj»  i  wee  vers<hillende  ondernemingen  ouder 
zeer  tegenstrijdige  grondcondilies,  iil.  de  eeiie  proef  geschiedde  op  reeds 
dikwijls  afgeplanten,  de  andere  jdoef  op  oergrond,  waaroj»  nou  iiooii  tabak 
gestaan  had. 

Het  toppingsproces  voerde  ik  op  verschillende  wijze  uil,  d.  w.  z.  hoogt-r 
en  lager,  terwijl  de  behandelde  planten  ook  van  verschillende  leeftijden 
waren. 


94 


Resultaten  der  I  o  [)  p  i  n  ^  s  p  r  <»  e  f  o  ]>  o  u  fl  e  n  g  r  o  ii  d. 


Ouderdom. 

Topmelliude. 

()or.s|inin- 

kclijk    uiiiilal 

planten. 

(i('Z(»nd: 
aanlal. 

■ 

Tiinas: 
°l 

/o- 

M    zieke 
aaiilal. 

Tiirias: 

/o- 

6  weken. 

harl 

12Ü 

25 

20 

101 

80 

6       . 

.     4-  3  1)1. 

126 

23 

20 

103 

80 

6      . 

.    +  5L1. 

168 

45 

27 

123 

73 

5       . 

Iiarl 

144 

50 

35 

94 

65 

5       . 

•    +  2bl, 

144 

98 

35 

94 

65 

4       . 

hart 

200 

68 

34 

132 

fi6 

3      . 

. 

200 

82 

!          41 

118 

59 

De  eenige  eonelusie,  uit  deze  tabel  te  trekken,  is  dat,  lux-  jonger 
dt'  planLen  getopt  werden,  des  te  meer  planten  later  gezonde  tunasseii  ont- 
wikkelden. 

1)('  loppiugsproof  op  oergrond  gaf  geheel  andere  resultaten.  1)*^  ind^e- 
ling  was  hier  als  volgt: 


Ouderdom. 

Aantal  planlen. 

Topmedi : 

Aanmirkingen. 

8  weken 

200 

harl 

Van    (leze    pi.  wi-rd  rijphiad  niel  gfKOgsl. 

8 

200 

wel 

6 

200 

»        niet 

6 

200 

wel 

4 

200 

met 

2       . 

200 

niet 

Niettegenstaande  deze  tweede  proef  onder  zeer  ongunstige  weersgesteld- 
heid verliej),  doordat  er  in  het  begin  verbazend  van  de  droogte  werd  geleden, 
was  er  aan  het  einde  van  de  proef  bij  geen  der  1200  proefplanten  ook  slechts 
het  minste  vlekje  van  uiozaïk-ziekte  aan  te  toonen.  De  tunassen  waren 
krachtig  ontwikkeld  en  bloeiden  rijk;  doch  nergens  was  de  geringste  aandui- 
ding der  ziekte  te  zien. 

Of  de  omstandigheden  van  den  oerbodem,  hier  als  integreerende  factor 
voor  bovenstaand  resultaat  mag  worden  aangemerkt,  wil  ik  liever  voorshands 
nog  beantwoord  laten. 

In  het  laboratorium  te  Buitenzorg  werden  voorts  door  D'".  H  u  n  g  e  r 
verscheidene  zaad-monsters  op  hun  kiemkracht  onderzocht,  daarbij  was 
tevens  gelegenheid  om  den   invloed  na  te  gaan,   welke  een  oplossing  van 


Ö5 

kopersulfaat  op  kiemende  tabakszaden  uitoefent.  Het  resultaat  was,  dat  bij 
behandeling  van  tabakszaad  met  1  a  i/2%  kopersulfaat  alleen  de  top  van 
het  worteltje  uij  het  zaad  te  voorschijn  kwam  en  zich  de  kiemplantjes  dan 
niet  verder  ontwikkelden.  Bij  deze  kiemkrachtsbepalingen  scheen  het 
verder  alsof  zaad  in  flesschen  bewaard,  op  den  bodera  waarvan  en  evenzoo 
in  de  hals  zich  houtasch  bevindt  en  daarna  met  kurk  gesloten,  het  best 
kiemkrachtig  bleef. 

Tabakszaad  van  mozaïk-zieke  planten  genomen  had  een  gemiddelde 
kiemkracht  van  66%,  terwijl  die  van  er  naast  staande  gezonde  planten  84% 
bedroeg. 

De  verder  te  Buitenzorg  beschikbare  tijd  werd  door  lY.  H  u  n  g  e  r 
besteed  aan  verschillende  physiológische  onderzoekingen,  waaromtrent  als 
volgt  werd  nu'degedeeld. 

Meerdere  voorloopige  proeven  werden  in  verschillende  richting  uitgo 
voerd,  met  het  oog  op  een  nadere  studie  over  het  stofwisselingsproces  der 
tabaksplant. 

In  de  eerste  plaats  werd  de  vorming  en  de  afvoering  van  het  zetmeel 
der  bladereu  nagegaan,  waaruit  bleek,  dat  laatstgenoemd  proces  in  den  west- 
moesson  te  Buitenzorg  vrij  wel  geregeld  plaats  heeft,  's  Morgens  om  6  uur 
waren  de  onderzochte  bladeren  in  den  regel  geheel  zetmeelvrij.  In  dit 
o]>zicht  gaf  1h4  top-,  voet-  en  zandblad  de  meest  constante  resultaten,  het 
middenblad  vertoonde  soms  (^en  achterstand  en  dan  bevatte  de  bladpuol 
steeds  nog  zetmeel,  wanneer  de  basis  reeds  geheel  leeg  was. 

(lewichtsbepalingeu  werden  met  gelijke  oppervlakken  tabaksblad  uil- 
gevoerd,  die  <>p  verschillende  tijden  van  den  dag  geplukt  waren,  b.  v.: 

Tabaksblad  om    7  uur  's  morgens  geplukt  wogen  per  D  M.  =  33.75  Gr. 
19  =41  —  Gr. 

zoodat  een  algemeene  gewichtstoename  van  7.25  Gr.  in  5  uur  had  plaats 
gehad,  d.  i.  1.45  Gr.  per  uur. 

Quantitatieve  zetmeel-bepalingen  werden  ook  gedaan,  gedeeltelijk 
volgens  (Ic  luHIiode  van  B  r  o  vv  n  en  Morris,  alleen  met  dit  verschil, 
dat  ten  laatste  het  overblijvende  zetmeel  <loor  2%  zoutzuur  geïnverteerd 
werd. 

Op  deze  wijze  vond  ik,  dat  hc^  tabakstelsel,  dat  in  bovenstaande  opgave 
oni  7  uur,  alzoo  toename  van  3.325  gram  zetmeel  per  D  M.  in  5  uur  tijds 
t(^gen  1.375  gram  in  hetzelfde  blad  (d.  w.  z.  de  tegenovergestelde  bladhelft) 
om  7  uur  alzoo  toename  van  3.325  gram  zetmeel  per  n  M.  in  5  uni'  tijds 
=  0.665  gram  ]>er  uur. 


96 

V'cidci'  \v(M(l(,'i)  voorhci-cidciidc  (»ii(l<'r/>(K'l<iii;i('ii  ij,t'il;uiii  over  <!<•  diasl.isi- 
werkin<4  en  bcvestlg'irijj!,  vciki-cj^cii  \;iii  <1<'  i-('siill;iliii  \;iri  Sicpli.  Jciilys. 
dat  (leze  feriueutvvci-king  NcrbnzciMl  hcitiN  IocmI  woi-dl  door  (•(■n  ld jiiicri;:iii;i 
van  looizuur. 

Die  invloed  werkt  sLeedK  leji  luideeli.'  lmj  uict  allc<-ii  wat  iM-tr-»-!'!  d»- 
diastase-werkiu};-,  maar  ook  zeer  redueeerend  op  de  joo<li'ea(lie. 

Wat  de  aanvvezi;;,ii<'id  \aii  looizmiii-  betreit  in  hot  tabakHblad,  deze 
is  iiiijus  ijizieiis  ook  aan  pcriodicii  iieil  gebonden,  d.  w.  z.  da(  (mmi  l)lad 
"s  morgens  minder  looizuur  bevat  dan  'h  middags. 

Zoo  nadeelig  als  looizuur,  zoo  voordeelig  werken  kleine  liocvcellieden 
vrije  zuren  op  de  diastase-werking,  en  het  zou  niet  onmogelijk  zijn,  dat  juist 
de  aciditeit  van  het  blad  de  intensiteit  der  zetmeelomzettingeii  voor  een 
groot  deel  bepaalde.  Daartoe  werden  eenige  zuurbepalingen  uitgevoerd  met 
bladhelften,  die  resp.  's  morgens  om  O  unr  en  12  uur  geoogst  waren. 
resp.  's  morgens  om  O  uur  en  12  uur  geoogst  waren. 

(Jelijke  oppervlakken  van  beide  bladhelften  gaven  de  volgende  cijfei-s 
in  oxaalzuur  berekend: 

80  cM.  om    7  uur  geoogst  bevatte  ==  3.1:7  mgr.  oxaalzuur. 
80    „      „    1^    „  ,,  „        =  1.8J      „  „ 

Waaruit  volgt,  dat  de  aciditeit  van  het  tabaksblad  van  7—12  uur  tegen- 
over eikaar  staan  als  11  :  O,  m.  a.  w^  dat  tabaksblad  "s  morgens  bijna  dubbel 
zoo  zuur  is  dan  midden  op  den  dag. 

Omtrent  de  nitraten  in  het  tabaksblad  vond  ik,  dat  er  's  morgens  vroeg 
veel  meer  aanwezig  waren  dan  's  middags,  de  localisatie  was  bijna  uitslui- 
tend in  de  nerven;  de  bladlamina  was  nitraat-vrij. 

Een  geheel  voorloopige  quantitatieve  groene  kleurstofbepaling,  gaf  mij 
het  resultaat,  dat  het  chlorophyl  's  middags  een  intensiever  gekleurd  xan- 
tophyl  afscheidt  dan  's  morgens. 

Een  groot  deel  der  werkzaamheden  op  chemisch  gebied,  verbonden  met 
de  proefvelden  over  bemesting  in  Deli  werd  door  D'".  E.  C.  J.  M  o  li  r 
op  zich  genomen,  toen  D''.  D.  J.  H  i  s  s  i  n  k,  door  ziekte,  zich  genood- 
zaakt zag  deze  werkzaanihedeu  te  staken.  De  gang  dezer  proefnemingen 
behoefde  door  deze  regeling  niet  gestoord  te  worden,  de  noodige  analyses 
en  hel  onderzoek  konden  reeds  gedeeltelijk  dooi-  D'.  H  i  s  s  i  n  k  geschieden, 
terwijl  de  waarnemingen  en  resultaten  door  D'".  M  o  h  r  op  de  proefvelden 
zelven  genoteerd,  dan  latei-  tevens  door  D"".  H  i  s  s  i  n  k  kunnen  worden 
verwerkt. 


9t 

Een  waarnemiug  bij  het  toezicht  dezer  proefvelden  door  D''.  M  o  h  r 
«icdaan,  gaf  aanleiding,  dat  door  hem  werd  voorgesteld  op  eene  onderneming 
eenige  proeven  te  doen,  ten  einde  na  te  gaan,  in  hoeverre  planten,  aanvanke- 
lijk met  kali-salpeter  bemest,  veel  minder  van  de  mozaïk-ziekte  te  lijden 
hadden,  dan  andere,  welke  deze  meststof  niet  kregen.  Door  D"".  D.  J.  H  i  s- 
s  i  n  k  was  eene  bemesting  met  kali-salpeter  reeds  vroeger  opgenomen  in 
het  plan  der  bemestingsproeven.  D''.  M  o  h  r  meende  er  echter  nu  tevens 
een  bestrijdingsmiddel  van  de  mozaïk-ziekte  in  te  vinden. 

Een  veld,  waarop  kort  te  voren  nog  mozaïk-zieke  planten  hadden 
gestaan,  gaf  bij  weder  beplanting  en  bemesting  met  kali-salpeter  goede 
tabak,  uitvoeriger  proeven  op  verschillende  grondsoorten  enz.,  zullen  echter 
nog  noodig  zijn,  alvorens  deze  meststof  met  zekerheid  zal  kunnen  aanbe- 
volen worden  om  de  mozaïk-ziekte  tegen  te  gaan. 

Toen  de  %\  erkzaamheden  in  verband  met  de  proefvelden  niet  meer  allen 
beschikbaren  tijd  eischten,  kou  D*".  M  o  h  r  zich  nog  bezig  houden  met 
psychrometer-proeven;  daar  de  gegevens  nog  niet  alle  bewerkt  waren,  zulleu 
de  resultaten  dezer  proeven  eerst  in  een  volgend  verslagjaar  kunnen  gepubli- 
ceerd worden.  Het  bleek  bij  deze  proeven,  dat  een  vroeger  sluiten  der 
schuren  's  avonds  wensehelijk  kan  zijn,  om  de  vochtigheidstoestand 
der  atmosfeer  in  de  droogschuur  niet  te  zeer  te  doen  stijgen,  terwijl  ook 
over  het  algemeen  het  meer  gesloten  houden  der  schuren  een  gelijkmatiger 
vochtigheidstoestand  in  de  schuur  bevordert,  waarmede  een  gelijkmatiger 
opdrogen  der  tabak  gepaard  gaat.  De  invloed  van  het  stoken  van  vuren 
in  de  schuren  was  slechts  merkbaar  bij  de  tabak  in  de  onmiddellijke 
nabijheid  dezer  vuren  en  dit  stoken  bleek  over  het  algemeen  een  minder 
deugdzaam  middel  te  zijn  tot  wering  van  schimmel  in  de  schuur.  De  plaats 
waar  de  tabak  in  de  schuur  het  best  en  regelmatigst  droogt,  kon  voorts 
worden  nagegaan  door  temperatuur-waarnemingen  en  bepalingen  van  den 
vochtigheidstoestand  op  de  verschillende  plaatsen. 

Te  Buitenzorg  zijnde,  werd  door  D'.  M  o  h  r  voortgegaan  met  de  bepa- 
lingen der  verschillende  stikstofverbindingen,  welke  optreden  en  verdwijnen 
bij  het  drogen  der  tabak.  Een  voldoende  scheidingsmethode  voor  deze  ver- 
schillende verbindingen  moest  nog  gezocht  worden  en  kon  toen  ook  voor 
l)lukblad  en  snij  blad  ten  dezen  opzichte  de  verschillen  bepaald  worden.  In 
het  begin  van  dit  \  erslagjaar  eerst  werden  alle  monsters  tabak  ontvangen, 
welke  afkomstig  waren  van  de  droog-proeven  in  1900;  het  onderzoek  hiervan 
werd  voleindigd,  doch  door  zijn  langduriger  verblijf  in  Deli  ondervond  de 
bewerking  dezer  resultaten  eenig  oponthoud,  zoodat  eerst  in  het  volgend 

Verslag  van  'slanos  plantkntuin   l'JUl.  7 


Ö8 

jaar  de  resultaten  kunnen  gepubliceerd  worden.  Met  versche  tabak  werden 
voorts  te  Buitenzorg  door  1>'.  AI  o  h  i-  nu^  «nikele  bepalingen  verricht, 
noodig  voor  de  studie  der  chemische  omzettingen  bij  drogen  vaii  tabaks- 
blad. 

Proeven  over  den  invloed  van  het  vroeg  of  laat  op  den  dag  plukken  der 
rijpe  tabaksbladeren  waren  reeds  in  iUOO  genomen.  D'.  M  o  h  r  achtte  het 
echter  wenschelijk,  naar  aanleiding  der  verkregen  resultaten,  voor  te  stellen 
deze  proeven  nogmaals  te  herhalen,  waartoe  op  verschillende  ondernemingen 
welwillend  de  gelegenheid  werd  aangeboden. 

De  werkzaamheden  van  D^  I).  J.  H  i  s  s  i  n  k  hadden  ten  eerste  ten 
doel  de  bewerking  der  resultaten  op  de  proefvelden  voor  bemesting  in  1900 
verkregen  en  werd  hierdoor  een  groot  deel  van  den  tijd  te  Buitenzorg  in 
beslag  genomen.  De  grondsoorten-kaart  van  Deli,  waarvan  reeds  in  het 
vorige  verslag  werd  gewag  gemaakt  werd  voltooid  en  D"".  H  i  s  s  i  n  k 
schreef  daarbij  een  korte  toelichting.  Door  het  ïopographisch  Bureau  te 
Batavia  werd  deze  kaart  in  kleuren  gerei)roduceerd. 

Het  verblijf  in  Deli  van  D'.  Hissink  werd  door  ziekte  ontijdig 
afgebroken,  zoodat  hij  niet  in  staat  was  zelf  het  toezicht  uit  te  oefenen  bij 
de  proefvelden  over  bemesting,  wier  inrichting  enz.  door  hem  reeds  bij  een 
vroeger  bezoek  was  voorbereid;  Zooals  reeds  gemeld,  behoefden  deze  proef- 
nemingen echter  geen  stoornis  te  ondervinden,  daar  door  vervroegde  komst 
van  D^  M  o  h  r  in  Deli,  deze  het  toezicht  van  D''.  Hissink  kon  over- 
nemen en  onder  zijn  leiding  de  resultaten  werden  verkregen,  welke  tot 
verdere  uitwerking  enz.  aan    D'.    Hissink    werden  overhandigd. 

Tegen  het  einde  van  dit  verslagjaar  bracht  D'".  Hissink  nogmaals 
een  bezoek  aan  Deli,  ten  einde  zelf  de  gefermenteerde  monsters  tabak  der 
proefvelden  te  kunnen  verzamelen  en  deze  aan  het  oordeel  van  bevoegde 
personen  uit  de  praktijk  te  onderwerpen. 

De  voorbereiding  van  bemestingsproeven  in  1902  kon  tevens  tijdens  dit 
bezoek  plaats  vinden.  Het  was  echter  gebleken,  dat  ook  zonder  voortdurend 
toezicht  der  chemici,  op  verschillende  ondernemingen  proeven  konden 
genomen  worden,  die,  zoowel  voor  de  onderneming  zelve,  als  voor  het  alge- 
meen groot  nut  konden  hebben.  Om  de  wijze  van  inrichting  en  het  doel 
dezer  proefnemingen  meer  bekend  te  maken,  benutte  D"".  Hissink  zijn 
aanwezigheid  in  Deli  om  hierover  een  voordracht  te  houden  te  Medan  en 
Bindjeij.  Het  verblijdend  resultaat  dezer  voordracht  was,  dat  zich  een 
dertigtal  belangstellenden  aanmeldden  genegen  op  hunne  ondernemingen  de 
proefnemingen  te  nemen.     B(ihalve  op  deze  proefvelden  zullen  ook  het  vol- 


99 

gend  jaar  weder  meer  uitgebreide  bemestingsproeven  worden  genomen,  deze 
echter  onder  direct  toezicht  vau  den  betrokken  chemicus. 

Door  D"".  H  i  s  s  i  n  k  werd  voorts  in  Buitenzorg  een  aanvang  gemaakt 
met  de  bewerking  der  monsters  afkomstig  der  bemestingsproefvelden  van 
1901. 

In  den  loop  van  dit  verslagjaar  werden  in  het  laboratorium  te  Buiten- 
zorg achttien  verschillende  guano-monsters  onderzocht  op  daartoe  strekkend 
verzoek.  Een  grondraonster  werd  ingezonden,  terwijl  verder  door  den 
botanicus  een  35-tal  tabakszaad-monsters  op  hun  kiemkracht  werden 
beproefd. 

De  toestand  van  gebouwen  en  inventaris  geeft  geen  aanleiding  tot 
bijzondere  opmerkingen;  er  wordt  een  aanvang  gemaakt  met  het  schilderen 
van  het  gebouw  te  Medan,  terwijl  tevens  aldaar  het  atap-dak  werd  ver- 
vangen door  een  sirappen-dak. 

Door  D^  H  u  n  g  e  r  werd  een  overzicht  samengesteld  der  ziekten  en 
beschadigingen  aan  het  blad  bij  Deli-tabak,  hetwelk  verscheen  in  IT  XLVIII 
der  Mededeelingen  van  's  Lands  Plantentuin. 

D^  H  i  s  s  i  n  k  gaf  in  de  rubriek  „Korte  berichten  uit  's  Lands  Plan- 
tentuin" in  Teijsmannia  12'^'^  Jrg.  p.  5G9  een  kleine  mededeeling,  over  het 
gehalte  aan  zwavelzuur  (SO3)  in  de  op  Deli  gebruikelijke  meststoffen. 

Na  de  verschillende  proefnemingen  in  Europa  en  Amerika  aangaande 
het  verband  tusschen  de  hoeveelheid  zwavelzuur  in  mest  en  in  bodem,  en 
die  in  de  tabak  en  den  invloed  van  het  zwavelzuur-gehalte  der  tabak  oj) 
hare  kwaliteit  te  hebben  nagegaan  (Fesca,  Maijer,  Eserhate,  Jenkins,  van 
Bemmelen)  komt   D'".   Hissink   tot  de  volgende  conclusies: 

Een  groote  hoeveelheid  zwavelzuur  in  de  tabak  kan  nadeelig  zijn  voor 
hare  kwaliteit,  mits  men  altijd  goed  bedenkt,  dat  uit  het  percentage  van 
een  enkel  bestanddeel  nooit  conclusies  omtrent  de  kwaliteit  zijn  te  trekken. 
Het  zwavelzuur  schijnt  dan  vooral  van  invloed  te  zijn  op  de  brandbaarheid 
en  op  de  kleur  der  asch.  Dat  deze  groote  hoeveelheid  zwavelzuur  steeds 
in  de  tabak  gebracht  wordt  door  bemesting  met  zwavelzure  zouten  is  uit 
de  proeven  niet  af  te  leiden. 

Verder  wordt  door  D^  Hissink  in  het  bijzonder  nagegaan,  wat  de 
onderzoekingen  van  D"".  A.  van  B  ij  1  e  r  t  (Mededeelingen  uit  's  Lands 
Plantentuin  W  XXX)  leeren  aangaande  het  gebruik  van  zwavelzure  kali- 
ammonia  bij  de  tabakscultuur  oj)  Deli.  ITet  blijkt,  dat  bij  kleigrouden  groot 
gevaar  bestaat,  dat  het  zwavelzuur  —  onder  welken  vorm  dan  ook  —  in  den 
boden»  geabsoibecrd  blijlt  cii  de  (al)ak  (en  sloltt»  ecne  te  groote  hoeveelheid 


lÖO 

van  (iit  bestanddeel  opneemt.     Voor  <i;r<»n<len,  «gekarakteriseerd  als  min  of 
meei'  Imimisachtige  ascLlagen.  \\as  dit  gevaar  veel  kleiner. 

Naar  iianleiding  lii<M\;iii  Ix-loogl  de  schrijver,  de  wenscbelijkhcid  om 
op  de  kleigrondoTi   iirocven  te  nemen  niet   een  bemesting  met  salpeterzure 

kali  en  natron. 

Ten  slotte  wordl  nog  de  opmerking  gemaakt,  dat  na  verloop  van  een 
achttal  jai'en  het  toegevoegde  zwavelzuur  wel  grootendeels  zal  zijn  wegg*-- 
spoeld,  en  dat  althans  de  vermeerdering  van  het  bestanddeel  in  den  bodem, 
tengevolge  van  de  toegediende  „guano'',  zoo  gering  is  (ongeveer  0.001%), 
dat  zij  nauwelijks  meer  door  een  scheikundig  onderzoek  kan  woorden  ger-on- 
stateerd. 

§11. 

r   AFDEELING   DER   INRICHTING. 
(PROEFSTATION    VOOR   KOFFIE). 

Met  gebruikmaking  der  gegevens  mij  verstrekt  door  den  Chef  der  Afdee- 
ling   D'.   J.    G.    Kramer  s,    kan  het  volgende  worden  medegedeeld. 

Bij  den  aanvang  van  het  jaar  bestond  haar  personeel  uit  D'.  K  r  a- 
m  e  r  s,  Chef  der  Afdeeling  en  chemicus,  Prof.  Zimmermann,  botani- 
cus, Mej.  Lang,  assistente  voor  het  chemisch  analyse-werk  en  verder 
Inlanders  voor  teekenwerk  en  als  laboratorium-bedienden. 

Half  Maart  werd  het  personeel  vermeerderd  door  de  indiensttreding  van 
den  Heer  P.  van  der  Sluis,  technoloog,  als  chemisch-assistent  en  half 
December  verloor  de  afdeeling  haren  botanicus  Prof.  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n, 
die  naar  Duitsch  Oost-Afrika  vertrok. 

Naar  aanleiding  van  het  in  §  1  aangehaalde  besluit  van  31  Januari  11-  17 
onderging  de  positie  van  den  Afdeelingschef  eene  wijziging  en  uitbreiding. 

Tevens  werd  door  de  Regeering  ter  beschikking  van  den  Directeur  van 
's  Lands  Plantentuin  gesteld  een  stuk  van  100  bouws  woeste  grond,  te  kiezen 
in  de  Gouvernementsgronden  in  de  afdeeling  Malang,  ten  einde  daarop  een 
proeftuin  voor  de  koffiecultuur  aan  te  leggen.  Voor  het  jaar  1901  en  1902 
werd  daartoe  een  subsidie  verleend  van  ƒ  2000. —  en  voor  eersten  aanleg  in 
1901  nog  ƒ  5000.—. 

Tot  administrateur  van  den  proeftuin  werd  aangesteld  de  Heer  K. 
V  o  g  1  e  r  te  Malang. 

Door  D^  Kramers  en  dezen  werden  daarop  eenige  terreinen  bezocht 
met  het  doel  een  geschikte  plek  voor  den  proeftuin  uit  te  kiezen  en  ten  slotte 


101 

daartoe  aangewezen  een  van  den  Kawi  van  Noord  naar  Zuid  afdalende  berg- 
rug, deel  uitmakende  van  het  bosch  Boeloe  Pogok  en  behoorende  tot  de  desa 
Bangilan.  Het  hoogste  punt,  aan  de  Noordzijde  ligt  op  620  M.,  het  laagste 
aan  de  Zuidzijde  op  420  M.  Omtrent  dien  proeftuin  vindt  men  een  afzon- 
derlijk verslag  hieronder. 

Ter  wille  van  dien  proeftuin  maakte  de  Chef  der  Af  deeling  viermaal 
eene  reis  naar  Malang,  einde  Februari,  einde  April,  half  September  en  begin 
November.  Op  de  reis  in  April  werden  nog  enkele  koffielandeu  op  den 
Smeroe  bezocht  en  in  September  ook  het  4^  Koffie-congres  te  Malang,  waar 
D'.  Kramers  eene  voordracht  hield  over  den  nieuwen  proeftuin.  Op  de 
terugreis  in  November  bezocht  hij  ook  nog  het  land  Gemampir,  bij  Klaten, 
overigens  werden  dit  jaar  door  hem  geene  reizen  ondernomen. 

In  het  laboratorium  werd  voortgegaan  met  het  maken  der  groiid- 
analyses,  hoofdzakelijk  onder  medewerking  van  Mej.  Lang.  De  Heer 
Kramers  zelf  werkte  met  den  Heer  van  der  Sluis  hoofdzakelijk 
aan  het  onderzoek  der  besta nddeelen  van  de  koffie.  Dit  onderzoek,  waar- 
van reeds  in  het  vorige  verslag  sprake  was,  werd  bemoeilijkt  door  de  reeds 
daar  aangegeven  bezwaren  en  niet  bevorderd  door  de  herhaalde  reizen 
van  den  Chef  der  Afdeeling  naar  Malang.  Er  zijn  daarbij  echter  reeds 
eenige  resultaten  verkregen,  die  evenwel  nog  niet  rijp  zijn  voor  publicatie. 

Als  II-  LI  der  „Mededeelingen  uit  's  Lands  Plantentuin"  verscheen  het 
..Derde  A^erslag  omtrent  de  proeftuinen  en  andere  mededeelingen  over 
koffie'"  van  de  hand  van   D"".    Kramers. 

Dit  verslag  bevat  eene  samenstelling  der  bemestings-  en  bewerkings- 
proeven  in  het  seizoen  1890/1900  en  een  overzicht  daarvan  op  dezelfde  wijze 
geordend  als  in  de  gelijke  veislagen  II-  XXXIT  en  XXXVIII  der  ..Mededee- 
lingen" over  1897/98  en  1898/99  verschenen.  Verder  volgen  weder 
..Waarnemingen  en  beschouwingen"  naar  aanleiding  van  schrijvers 
reis  in  de  maanden  Juni  tot  Augustus  1900.  Eerst  worden  in 
het  korl  de  uitzichten  der  koffiecultuur  op  Java  nagegaan  en  de 
verwachting  uitgesproken,  dat  de  oogst  van  1900  zoude  blijken  wegens  het 
natte  weder  gedurende  den  pluk,  vooral  in  de  vochtiger  streken,  klein  en 
van  slechts  matige  kwaliteit  te  zijn,  en  die  van  1901  ook  klein  door  het 
abnormale  regen  weder  in  den  Oostmoesson  van  1900,  dat  aanleiding  gaf  tot 
het  mislukken  van  de  bloeien,  maar  beter  ten  opzichte  der  kwaliteit,  daar 
de  aanplantingen,  die  in  1900  nocli  van  overdracht,  noch  van  droogte  te 
lijden  hadden  wel  goed  stonden  en  gelegenheid  hadden  gehad  zich  te  lier- 
stellen  van  de  overdracht  in  1899. 


102 

Een  volgend  liool'dHtuk  geeft  vcrsliig  van  i-cik-  jufx  I'  in  Im-i  .MahingKclie 
Zuider-gebergte,  genomen  met  op  steil»-  liclliii;.M'n,  \v;i;ir  dr  hodciii  uil  siijv»' 
klei  bestaat  zonder  plantgatcn  Ie  planten,  en  van  di-  maal  n-Lrch-n  (la;irl»ij 
genomen  om  afspoeling  van  gi-ond  doof  den  rf^cn  h-  vnorkonnMi. 

Dan  wordt  het  verschijnsel  van  het  geelslaan  (htv  idaderen  van  de  koffie 
besproken  en  de  naar  aanleiding  daarvan  gedane  waarnemingen  omtrent 
het  voorkomen  van  salpetei-znur  in  het  sap  <lei-  l>l;Mleicn  en  takuileinden 
der  koffie.  Ook  wordt  bericht  omhent  analyses  v;in  Idaderen  van  geel-  en 
van  groenstaande  boomen,  waaruit  blijkt,  dat  de  gele  minder  koolhydraten 
bevatten  dan  de  groene,  maar  niet  armer  zijn  aan  slikstof. 

Ten  slotte  worden  eenige  graphische  voorstellingen  gegeven  van  de 
regenwaarnemingen,  vochtigheid  der  lucht  en  uren  zonneschijn  op  diverse 
koffielanden,  in  verband  met  geslaagde  bloeien. 

Verder  verscheen  in  de  „Korte  Berichten  uit  's  Lands  Plantentuin,  uit- 
gaande van  den  Directeur  der  Inrichting"  eene  mededeeling  van  T)"".  Kra- 
mers over  „De  asch  door  den  Kloet  uitgeworpen  op  23  Mei  1901",  waar- 
van de  conclusie  is,  dat  die  asch  geheel  van  dezelfde  soort  is  als  de  asch- 
lagen,  afkomstig  van  vroegere  uitbarstingen,  die  de  hellingen  en  den  voet 
van  den  Kloet  bedekken,  en  dat  de  groote  steenen,  die  men  daar  vindt,  fijn 
gestampt  een  poeder  geven,  dat  geheel  overeenkomt  met  de  versch  gevallen 
asch. 

De  botanicus  der  afdeeling.  Prof,  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n,  zette  gedurende 
het  verslagjaar,  tot  zijn  vertrek  medio  December,  zijne  studiën  over  de 
plantaardige  en  dierlijke  ziekten  der  koffie  en  eenige  andere  gewassen  voort. 
In  Maart  begaf  hij  zich  naar  Banjoewangi  en  Kediri,  ten  einde  aldaar  voor- 
komende ziekteverschijnselen  in  de  jonge  takken  der  koffie  te  bestudeeren. 
In  een  „Voorloopig  rapport  over  eene  nieuwe  koffieziekte",  opgenomen 
onder  de  „Korte  Berichten  uit  's  Lands  Plantentuin,  uitgaande  van  den 
Directeur  der  Inrichting"  deelt  hij  daaromtrent  mede,  dat  hij  die  takjes 
aangetast  vond  door  twee  wantsensoorten,  Pentatoma  plebeja  en  Hypselo- 
notus  trigonus.  Deze  steken  met  hunnen  zuigsnuit  tot  in  het  merg  der  jonge 
takjes,  dat  daardoor  rood  wordt  en  afsterft. 

Op  eene  andere  réis  bezocht  hij  een  aantal  koffielanden  in  Oost-  en 
Midden-Java  en  ook  het  4^  Koffie-congres  te  Malang,  waar  hij  eene  voor- 
dracht hield  over  de  voornaamste  in  en  op  de  koffie  voorkomende  schimmel- 
soorten. Daarin  werden  geschetst  de  ontwikkeling  en  levensgeschiedenis 
van  Hemileia  vastatrix,  de  schimmel,  die  de  gewone  bladziekte  veroorzaakt, 
en  verder  besproken  Glocosporium  coffeanum;  de  witdauw  op  door  groene 


105 

luizen  aangetaste  takjes,  veroorzaakt  door  verschillende  schimmels,  waar- 
onder Capnodium  javanicum;  de  schimmel  der  spinnewebziekte;  die  der 
kanker,  Rostrella  Coffeae;  de  djamoer  oepas  veroorzakende  Corticiiim 
javanicum.  Ten  slotte  werden  eenige  wortelziekten  besproken,  die  door 
schimmels  veroorzaakt  worden. 

Als  n°  XLIV  der  „Mededeelingen  uit  's  Lands  Plantentuin"  verscheen: 
De  dierlijke  vijanden  der  koffiecultuur  op  Java,  door  D'".  J.  C.  Konings- 
berger en  Prof.  A.  Z  i  m  m  e  r  m  a  n  n.  Deel  II.  Dit  is  een  vervolg  op 
„Mededeelingen  II-  XX.  Hierin  worden  een  aantal  voor  de  koffiecultuur 
schadelijke  dieren  beschreven  en  in  gekleurde  afbeeldingen  weergegeven. 

In  eene  andere  „Mededeeling  II-  XLIX"  handelt  Prof.  Zimmermann, 
over  het  enten  van  koffie  volgens  de  methode  van  den  Heer  D.  B  u  t  i  n 
Schaap.  In  het  eerste  hoofdstuk  bespreekt  hij  de  anatomie  van  den  stam 
van  Coffea  arabica  en  liberica,  toegelicht  met  afbeeldingen  van  mikrosko- 
pische  praeparaten.  In  het  tweede,  de  na  het  enten  waar  te  nemen  mikros- 
kopische  verschijnselen,  hoe  zich  de  woonden  sluiten  en  hoe  de  vergroeiing 
der  weefsels  van  onderstam  en  entriis  tot  stand  komt.  De  beide  laatste 
hoofdstukken  handelen  over  de  met  het  enten  volgens  de  methode  van  den 
Heer  Butin  Schaap  verkregen  resultaten  en  eenige  aanwijzingen  voor 
het  enten. 

Binnenkort  staat  nog  te  verschijnen  eene  ,, Mededeeling"  onder  titel 
„Eenige  pathologische  en  physiologische  waarnemingen  over  koffie"  door 
Prof.   Zimmermann. 

Daarenboven  zijn  van  zijne  hand  nog  verschenen  in  Teijsmannia  de 
navolgende  „Korte  berichten  uit  's  Lands  Plantentuin,  uitgaande  van  den 
Directeur  der  Inrichting".  ..Over  oen  wortelschimmel  van  Coffea  arabica", 
„Over  boktorren  uit  Ficus  elastica",  „Over  blorokziekte  van  Coffea  arabica" 
en  „Opmerkingen  over  eenige  op  koffielanden  van  Oost-  en  Midden-Java 
waargenomen  plantenziekten".  Over  deze  publicaties  is  reeds  hierboven 
gerefereerd. 

KOFFIEPROEFTUIN    VAN    'S  LANDS    PLANTENTUIN, 
IX«  AFDEELING. 

Jaarverslag  over  1901. 

Den  31''*''°  Januari  1001  werd  bij  Gouvernements  besluit  ter  beschikking 
van  den  Directeur  van  's  Lands  IMunlcnluiu  gesteld  een  stuk  gronds  van 


104 

ongeveer  HMI  hoiiws  gi'ool,  Ie  kii^zeii  uil  <lc  im»^  uot^sic  ^imikIi-h  in  de  afdet:^ 
liii^  MüliUi;;,  om  :il<lii;if  cfii  |»r(»ctl  iiiii  voor  dt-  k(»rt'icriil  t  iinr  a;iii  l<'  l<';,^^<'U. 

Die  tuin  beliooii  loi  d»-  l.\'  A  l'dcM'lin^  \;iii  "s  l.aiids  l*laiii<'in  iiiii.  Met 
lielieer  ik  daaiom  (»|»j;('(lrii<;cii  ;iaii  di-ii  ondiMjiclft-kcnde.  ('lief  dier  .\rd«M'|iii<;, 
en  liet  (Inj^'elijkseli  (o«"/,iflil  aan  den  admiiiisl  lalciir,  dcii  II<mm-  K.  \V.  M. 
V  o  g  1  e  r. 

Het  eei'Slo,  \\al  lc  doen  stond,  was  Im-I  iiii/ocki-n  \aii  dal  ifiTcin  \;in 
100  bonws.  De  Heei-  \' o  y  I  e  r  lieefi  daaitoc  ;^i<ioif  \<Ml<oiiiiiii^slo<li(oii 
ifemaakt.  en  wij  hebb(Mi  daarna  diverse  ici  rciiion.  dii-  in  aannieikiuLr  koridon 
komen,  noor  eens  te  zanien  bezocht. 

Kerst  een  boseh,  jj;enaamd  Laniban»;  Kocnini;-,  ion  Ziiidon  \an  l'ainottan 
<»elej»en.  een  paar  honderd  bonws  j;i-oo(.  tusschen  de  iiani  on  de  Gentenj;- 
rivier,  zeer  jremakkelijk  te  bereiken,  jiicnzondo  aan  de  ond(M*neniin<;  Roembei- 
Taiinlio]».  TTei  terrein  liijt  vooi-  liet  ^lootsle  gedeelte  in  zachte,  gelijkmatige 
glooiing,  met  nog  al  mooi  gelijkstaande,  jonge  Gouvernementstuinen  er  bij, 
met  half  zandigen,  half  kleiigen  grond  en  eeue  bron  in  het  bosch. 

Daarna  bezochten  wij  eene  boschstrook  van  nog  aanmerkelijke  uitge- 
breiidheid.  dwars  over  de  Zuidelijke  uitloopers  ^an  <lon  Kawi  looj»ende;  ten 
Noorden  ligt  de  desa  t^oeraber  Tempoer  in  Gouvernementstuinen  en  nog 
hooger  hel  land  Robra.  ten  Oosten  de  onderneming  Ngredjo.  ten  Westen  de 
grens  dei-  residentie  Kediri.  ten  Zuiden  desa's  en  bebouwd  land.  TTet  terrein 
is  nog  al  geaceideuteerd  en  bestaat  uit  evenwijdige  ruggen,  afdalende  van 
Noord  naar  Zuid  en  gescheiden  door  ravijnen.  Wij  wandelden  een  paar 
van  die  ruggen  af  en  het  bleek  ons,  dat  die  vrij  vlak  en  breed  waren,  zoodat 
zij  wel  geschikt  voorkwamen  voor  proef  aanplantingen.  In  een  der  ravijnen 
bevindt  zich  een  krachtige  bron. 

Een  ander  terrein  ligt  ten  Noorden  der  onderneming  Klepoe.  tusschen 
Soember  Kerto  en  Soembei*  Telogo  in,  waar  het  Zuidergebergte  steil  afvalt 
naar  de  Malangsche  vlakte.  Op  de  kam  van  den  bergrug  en  hellende  naar 
het  Zuiden  liggen  daar  nog  een  paar  honderd  bouws  bosch.  waarin  zich  drie 
'  of  vier  bronnen  bevinden.  De  grond  bestaat  uit  de  gewone  bruine  klei  van 
het  Zuidergebergte  met  hier  en  daar  kalksteen.  Het  terrein  is  vrij  sterk 
golvend  en  hellend,  w-el  zijn  er  meer  vlakke  stukken  in,  maar  op  onzen  tocht 
door  het  bosch  kreeg  ik  toch  den  indruk,  dat  die  meer  uitzondering  waren. 
De  hoogte  boven  zee  bedraagt  gemiddeld  2000  voet. 

Op  den  Smeroe  is  niet  veel  boschterrein  meer  over,  dat  voor  koffie  in 
aanmerking  komt.  In  de  afdeeling  Toeren  zijn  de  lagere  gedeelten  der 
uitloopers  èf  door  de  particuliere  landen  ingenomen,  öf  met  Gouvernements- 


105 

tuinen,  desa's  en  tegallans  bedekt.  Wij  bezochten  op  zulk  een  uitlooper  bet 
bosch  Mas  Temoe,  ligg^ende  ten  Noordwesten  van  het  perceel  Wringin  Anoni. 
met  een  diep  ravijn  er  tusschen.  Ynu  Soember  Nongko  rijdt  men  een  uur 
ver  eerst  door  oudere,  dan  door  jongere  Gouvernementstiiinen.  waarvan 
vooral  de  laatste  er  goed  uitzien,  en  komt  dan  aan  het  bosch.  T>e  bergrug 
wordt  hier  hoe  langer  hoe  smaller  en  is  vrij  spoedig  niet  meer  dan  een  dijk. 
De  grond  is  zandig  en  het  klimaat  schijnt  (^r  zeer  droog  te  zijn.  want  niet 
tegenstaande  wij  op  bijna  4000  voet  hoogte  kwamen,  zagen  wij  weinig 
mossen  aan  de  boomen  hangen.  Naar  schatting  zoude  het  bruikbare  terrein 
n'iet  veel  meer  dan  een  dertig  bouw  omvatten  en  water  moet  uit  het  diepe 
en  steile  ravijn  van  de  kali  Gransil  gehaald  worden. 

In  het  Toempangsche  is  nagenoeg  geen  maagdelijk  terrein  meer  bescliik- 
baar.  doch  wel  een  complex  van  een  paar  honderd  bouws,  genaamd  Djeroe, 
op  +  2000  voet  hoogte,  waar  monosoeko-tuinen  gestaan  hebben  en  dat  wcdei- 
met  bosch  begroeid  is.  De  Tontroleur  A'an  Toempang  was  zoo  goed  ei-  ons 
heen  te  geleiden  en  ons  een  jongen  aanplant  te  laten  zien.  die  proefsgewijz«' 
daar  gemaakt  was.  Ik  vond  daarin  ongelukkigerwijze  nematoden  en  dit 
bracht  mij  op  het  vermoeden,  dat  de  vroeger  daar  gestaan  hebbende  aan- 
plant, waarvan  hier  en  daar  nog  groepen  boomen  over  zijn,  door  d<'  aaltjes 
vermeld  was,  zoodat  het  niet  geraden  voorkwam  op  zulk  eene  plek  een  proef- 
tuin te  beginnen. 

Aan  de  zijde  van  den  Ai'djoeno.  in  het  Karangansche,  is  ook  geen 
oerbosch  meer  voorhanden,  wel  met  glagah  en  alang-alang  begroeide  terrei- 
nen. In  de  buurt  van  Batoe  en  Djoengo  is  ook  wéinig  meer  te  vinden.  Wij 
bezochten  een  stuk  bosch.  genaamd  Djiblogan.  aan  de  helling  van  den  Adja*?- 
moro,  dicht  bij  de  bronnen  van  de  Brantas.  op  4500  voet.  Het  terrein  vormt 
een  driehoek,  aan  twee  zijden  door  steile  berghellingen  ingesloten  en  aaTi 
de  derde  begrensd  door  (rouvernementstuinen.  die  zich  onderscheiden  door 
de  bijzonder  donkere  kleur  van  het  bliid.  De  boomen  zijn  voor  hunnen 
leeftijd  niet  bijzonder  sterk  ontwikkeld,  vooral  niet  in  de  breedte,  waar- 
schijnlijk is  het  op  die  hoogte  daartoe  niet  warm  genoeg.  Aan  vochtigheid 
is  er  geen  gebrek;  de  boomen  in  het  bosch  zijn  sterk  met  mos  begroeid.  'Do 
grond  bestaat  uit  dezelfde  soort  klei,  die  men  op  den  Ardjoeno  ziet.  Er 
zoude  daar  waarschijnlijk  wel  een  mooie  tuin  te  maken  zijn.  maar  de  ligging 
en  het  klimaat  zijn  te  zeer  afwijkend  van  die  der  meeste  perceelen,  dan  dat 
men  zoude  mogen  aannemen,  dat  ondervindingen  hiei-  opgedaan  ook  voor 
deze  gelden.  •  Daarenboven  is  de  plek  zeer  afgelegen. 

Verder  op  in   het  Ngantangsche  is   ook   vrij    wel    al   het   voor   koffie 


geschikte  terrein  reeds  niet  Gonvciiicinciils  en  nKtiMtsocko  Koffie  lu-plant. 
De  Heer  Vogler  hezocht  oen  nog  maagdelijk  stiiU  aan  de  ()ostlielliii;_' 
van  den  Kloet,  dat  men  bereikt  door  van  Wlingi  uit  ccnige  uren  Noord- 
waarts te  gaan,  tusscheu  Kawi  en  Kloet  in.  Maar  dit  bo.sch,  dat  uiterst 
moeilijk  te  bereiken  is,  werd  waarschijnlijk  sterk  beschadigd  door  de  uit- 
barsting van  den  Kloet;  het  moet  ongeveer  in  die  streek  zijn,  dat  zeven 
arèntappers  omkwamen.  Het  is  dns  maar  goed,  dal  wij  er  verder  geen 
aandacht  aan  geschonken  hebben;  bijzondere  voordeehii  bood  het  trouwens 
ook  niet. 

Nu  moet  men  wel  in  het  oog  lionden,  dat  bij  het  uitzoeken  van  een 
terrein  voor  proefnemingen  nog  andere  eischen  te  stellen  zijn  dan  voor  een 
gewoon  perceel.  De  ziel  van  alle  proefneraen  is  vergelijken.  Men  moet 
noodzakelijk  vakken  aanplant  hebben,  die  gelijk  zijn,  wat  grond,  ligging 
enz.  aangaat,  zoodat  tuinen,  die  tegelijk  en  op  dezelfde  wijze  beplant  en 
gelijk  behandeld  zijn,  geen  verschillen  van  beteekenis  vertoonen.  Gaat  men 
nu  den  aanplant  op  zulke  vakken  op  verschillende  wijze  behandelen  en 
komen  er  dan  verschillende  uitkomsten  voor  den  dag,  dan  mag  men  die 
verschillen  aan  de  gevolgde  wijze  van  behandelen  toeschrijven.  Bij  het 
zoeken  op  de  ondernemingen  naar  geschikte  plekken  voor  bemestings-  en 
bewerkingstuinen  heb  ik  gelegenheid  gehad  na  te  gaan,  hoe  betrekkelijk 
weinig  tuinen  er  zijn,  die  geheel  gelijk  staan.  Voor  proeftuinen  moet  men 
dus  gronden  hebben,  die  of  geheel  vlak  zijn,  of  ten  minste  in  zeer  gelijk- 
matige helling  liggen.  Verder  moet  men  gaan  in  eene  streek,  die  een  zooveel 
mogel'ijk  gelijkmatig  klimaat  heeft.  In  buurten,  waar  men  het  eene  jaar 
een  overgrooten  en  het  andere  een  minimum  oogst  heeft,  moet  men  niet 
wezen;  want  daar  verdwijnen  alle  inwerkingen,  die  men  door  menschen- 
bemoeienis  verkrijgen  kan,  tegenover  den  allesoverheerschenden  invloed  van 
het  klimaat. 

Dat  is  de  reden,  waarom  ik  ten  slotte,  zij  het  ook  ongaarne,  afgezien 
heb  van  het  terrein  Lambang  Koening  bij  Pamottan.  Het  had  overigens 
veel  voor  zich.  In  de  eerste  plaats  de  gemakkelijke  bereikbaarheid  en  de 
zachte,  gelijkmatige  glooiing  van  den  bodem.  De  grond  ziet  er  goed  uit, 
de  tuinen  van  Soember  Tangkep  vlak  er  bij  staan  goed,  ook  de  Gouverne- 
mentstuinen.  Maar  het  ligt  tusschen  1000  en  1200  voet  in  eene  streek, 
waarvan  wij  weten,  dat  die  in  vele  jaren  onderhevig  was  aan  langdurige 
droogte,  die  de  boomen  geruimen  tijd  ongeveer  bladerloos  deed  staan.  Zij 
herstelden  zich  dan  wel  weder,  maar  het  was  in  te  vele  jaren  hollen  of 
stilstaan. 


107 

Ten  slotte  heb  ik  besloten  hot  terrein  in  het  bosch  van  Boeloe  Pogok 
op  den  Kawi  te  kiezen.  Men  bereikt  het  voor  proeftuin  bestemde  gedeelte 
door  van  de  halte  Ngebroek  met  een  karretje  tot  bijna  aan  het  perceel 
Ngredjo  te  gaan.  Dan  moet  men  te  voet  of  te  paard  door  een  paar  desa's 
en  een  paar  ravijnen  en  komt  zoo  in  Gouvernementstuinen  van  de  desa 
Bangilan.  Deze  grenzen  aan  de  kali  Roepia,  die  men  over  moet,  en  dan  is 
men  aan  de  Zuidgrens  van  het  bosch  op  eene  hoogte  van  1300  voet.-  Hier 
loopt  een  rug  met  vlakke  kruin,  vi'ij  gelijkmatig  stijgend,  Noordwaarts 
tot  op  ongeveer  1900  voet,  waar  het  bosch  eindigt  en  de  tuinen  van  de  desa 
Soember  Tempoer  beginnen;  de  rug  loopt  door  tot  de  onderneming  Sobra, 
doch  bosch  is  daar  niet  meer. 

Onze  100  bouws  vormen  dus  een  lange,  smalle  strook  boven  op  den  rug. 
De  Gouvernementstuinen  aan  de  bovenzijde  zien  er  meerendeels  goed  uit  en 
het  type  der  boomen  is  flink  en  krachtig;  aan  de  benedenzijde  vertoonen 
zij  meer  het  dunnere,  ijlere  type  der  lage,  warme  streken.  Wij  beginnen 
daarom  aan  de  bovenzijde  te  ontginnen. 

Omtrent  het  klimaat  bezitten  wij  geene  gegevens  in  den  vorm  van 
meteorologische  opteekeningen,  maar  het  terrein  ligt  aan  de  Zuidhelling, 
dus  aan  de  vochtige  zijde  van  den  berg.  Er  valt  hier  zeker  meer  regen 
naarmate  men  hooger  komt.  Hoeveel  er  juist  op  onze  tuinen  zal  neder- 
komen,  zullen  we  nog  moeten  ondervinden,  maar  voor  zoover  men  uit  het 
voorkomen  der  Gouvernementstuinen  in  die  streek  lion  nagaan,  moet  het 
klimaat  vooral  in  het  Noordelijke,  hoogste,  gedeelte  gunstig  zijn. 

Thans  ben  ik  genaderd  tot  de  wichtige  vraag:  welke  proeven  zullen  wij 
daar  nu  nemen?  Bemestingsproeven  zijn  vooreerst  buitengesloten,  want 
die  hebben  geen  reden  van  bestaan  op  versche  boschgronden. 

Als  die  niet  in  staat  zijn  een  jongen  aanplant  rijkelijk  van  het  noodigo 
te  voorziien,  dan  behoeven  we  aan  geen  koffiecultuur  verder  te  denken. 

Met  proeven  omtrent  grondbewerking  kunnen  we  in  onzen  tuin  ook 
eerst  over  een  paar  jaren  een  aanvang  maken.  De  ondervinding  heeft 
genoegzaam  aangetoond,  dat  waar  ook  en  op  welken  grond  men  moge 
planten,  in  de  twee  eerste  jaren  de  bodem  schoon  gehouden  moet  worden. 
De  vraag,  of  men  het  onkruid  zal  laten  staan  en  alleen  kort  houden,  of  geheel 
verwijderen,  of  men  den  grond  met  blad  bedekt  moet  houden  of  niet,  of 
men  al  dan  niet  moet  patjollen  of  vorken,  dat  zijn  altegader  vragen,  die  pas 
dan  op  den  voorgrond  treden,  als  de  aanplant  zich  begint  te  sluiten  en  de 
dadaps  met  de  koffie  te  zamen  den  bodem  geheel  overschaduwen.  Om  tijd 
te  winnen  hebben  wij  een  stuk  Gouvernementstuin  van  de  bevolking  ge- 


108 

liiiiiid,  om  daar  reeds  nn  te  hef^iiincn  iii<-i  vrischilleiMl»'  wijzen  van  gioiid- 
l)ewerkiug,  zooals  in  onze  bewerkingstnincn. 

Een  onderwerp  vmii  j,M-oot  gewl<-ht  acln  il<  li<-i  ii<-nicn  \:in  |M(»f\fii  nn-i 
allerlei  schaduwboon)en.  WC  hdihcii  reeds  zoo  lang  dadap  gejtlanl.  dal  wij 
eindelijk  met  deze  een  gi-ool  aaiilal  dieren  «.'ii  planten  aangekweekt  hebben, 
«lie  op  en  van  de  dadap  leven,  in  die  male  dat  deze  er  oj)  vele  |)laatsen  zelf 
het  léven  bij  inschiet.  Tot  nog  toe  is  geen  der  voorgeslagen  plaatsver- 
\aiigeis  gebleken  even  goed  te  voldoen  als  de  dadap  en  we  moeien  in  deze 
dns  veider  gaan  met  zoeken. 

Eene  vraag  van  groot  belang,  die  ook  nog  niet  geheel  afMoende  beant- 
woording gevonden  heeft,  is  die  omtrent  toppen  of  niet  toppen.  Wij  w<'ieii 
in  het  algemeen,  dat  het  tuinonderhond  bij  een  ongetopten  aani»lanl  goed- 
kooper  uitkomt  en  de  pluk  wat  duurder.  Maar  hoe  krijgt  men  de  meeste 
koffie,  in  de  eerste  en  in  de  latere  jaren;  welke  is  de  invloed  van  het  toppen 
o}>  de  kwaliteit,  en  is  het  altijd  waai-,  zooals  nog  al  eens  beweerd  wordt, 
dat  de  boontjes  van  de  ongetopte  boomen  kleiner  zijn  dan  die  van  de  getopte? 
Tk  behoef  wel  niet  te  zeggen,  dat  dit  punt  in  de  laatste  jaren,  nu  het  prijs- 
verschil tusschen  grof  boon  en  middel  boon  zoo  groot  is  geworden,  van  veel 
meer  beteeken  is  is  dan  vroeger. 

We  zullen  dus  proeven  moeten  nemen  met  getopte  boomen  tegenover 
ongetopte,  maar  daarbij  komt  nog  een  andere  factor  in  het  spel.  namelijk 
de  y)lantwijdte.  Wel  heeft  de  ondervinding  reeds  geleerd,  dat  men  getopte 
boomen,  op  de  gewone  wijze  behandeld,  in  het  algemeen  zoover  uiteen  moet 
planten,  dat  hunne  takken  in  het  vijfde  of  zesde  jaar  aan  elkaar  komen 
zonder  elkaar  te  hinderen,  en  voor  de  verschillende  streken  is  die  plant- 
wijdte  genoegzaam  bekend,  maar  doorgeschoten  aanplant  ziet  men  dikwijls 
veel  te  dicht  opeen  staan,  zoodat  de  boomen  elkaar  het  licht  ontnemen  en 
uitgroeien  tot  kale  stokken  met  een  pluimpje  aan  het  einde.  Dan  acht  ik 
het  ook  wel  de  moeite  waard  eens  na  te  gaan.  welke  uitkomsten  het  zooge- 
naamde krep-planten,  waarbij  men  van  de  dicht  opeen  geplaatste,  getopte 
boomen  de  lagere  zijtakken  oi)offert,  zoodat  men  een  aaneengesloten  scherm 
van  takjes  en  blad  verkrijgt  uitgaande  van  de  toppen  der  overigens  kale 
boomen,  ook  in  een  ander  klimaat  en  op  andereu  grond  dan  in  het 
Malangsche  Zuidergebergte,  oplevert. 

Over  de  mogelijkheid  van  het  nemen  van  vergelijkende  proeven  omtrent 
snoeien  hebben  we  nog  tijd  om  na  te  denken,  totdat  onze  aanplantingen  oud 
genoeg  zijn  om  gesnoeid  te  worden. 

De  Java-koffie  heeft  in  de  latere  jaren  steeds  meer  te  lijden  gehad  van 


109 

bladziekte,  ncmatoden,  engeiliugen  en  andere  kwalen.  Of,  zooals  sommigen 
nieenen,  de  kot'fieboom  op  zich  zelf  zwakker  geworden  is,  kan  hier  buiten 
beschouwing  blijven;  voor  het  oogenblik  hebben  we  alleen  te  maken  met  het 
verlangen  dat  bestaat  naar  eene  koffiesoort,  die  zooveel  mogelijk  weerstand 
biedt  aan  de  ziekten,  waarmede  de  Arabische  koffie  behept  is  en  eene  vol- 
doende opbrengst  geeft  aan  koffie  van  eene  gewenschte  kwaliteit.  Men  is 
daarom  overgegaan  tot  het  planten  van  Liberia,  die  echter  in  drogere  streken 
een  te  wisselvallige  opbrengst  geeft  en  vooral  niet  zoo  goed  betaald  worde 
als  men  wenschen  zoude.  Daarop  kwamen  de  hybriden  en  de  daarvan 
gemaakte  enten  van  den  Heer  R  i  e  m  s  d  ij  k.  Welke  waarde  die  voor  den 
aanplant  in  het  groot  hebben,  is  nog  niet  geheel  afdoende  gebleken  en  in 
nog  meerdere  mate  is  het  eene  open  vraag,  wat  er  met  verschillende  andere 
enten  en  eventueel  andere  entmethoden,  vooral  die  van  Java  en  Maragogype 
op  Liberia,  te  doen  valt.  De  uitkomsten  op  verschillende  plaatsen  verkregen 
komen  niet  geheel  niet  elkaar  overeen.  In  allen  gevalle  is  het  aangewezen 
om  daarvan  in  onzen  proeftuin  werk  te  maken. 

Dan  hebben  wij  verder  de  veredeling  door  zaadselectie.  Dat  woord 
veredeling  kan  wel  eens  aanleiding  geven  tot  onjuiste  voorstellingen,  want 
in  den  zin  van  boomkweekers  en  tuiniers  beduidt  „veredeld"  niet  iets,  dat 
in  zich  zelf  beter  en  krachtiger  is,  maar  iets,  dat  den  mensch  ^oor  zijne  doel- 
einden beter  bevalt.  Voor  de  plant  zelve  staat  als  regel  eene  zoogenaamd 
veredelde  vrucht  niet  boven,  doch  veelal  beneden  eene  wilde. 

Omtrent  het  ontstaan  van  afwijkingen  in  de  plantenwereld  zijn  nu  in 
den  laatsten  tijd  door  de  onderzoekingen  van  Prof.  de  \'  r  i  e  s  zeer 
gewichtige  feiten  aan  het  licht  gekomen.  Het  is  niet  mogelijk  dit  onderwerp 
zoo  even  in  het  voorbijgaan  afdoende  te  behandelen;  ik  stip  daarom  slechts 
een  paar  punten  aan,  die  mij  hier  van  het  meeste  belang  schijnen. 

Geen  twee  planten,  ja  zelfs  geen  twee  bloemen  of  bladereu  zijn  ooit  aan 
elkander  volkomen  gelijk.  Toch  bestaat  voor  elke  soort  een  bepaald  gemid 
deld  type,  dat  niet  verandert  als  men  de  soort  door  zaaien  zouder  uitzoeken 
verder  voortplant.  Wel  kan  men  door  voortgezet  uitkiezen  planten  ver- 
krijgen, waarvan  de  overgroote  meerderheid  eene  afwijking  van  het  gemid 
delde  vertoont,  zooals  men  b.  v.  uit  de  bieten  met  een  gemiddeld  suiker- 
gehalte, rassen  met  hoog  suikergehalte  gekweekt  heeft,  maar  men  moet 
steeds  met  het  uitzoeken  der  suikerrijkste  bieten  voor  de  zaadwinning 
doorgaan,  anders  keert  het  suikergehalte  na  enkele  geslachten  weder  lot 
het  gemiddelde  terug.  Men  verkrijgt  op  deze  wijze  slechts  betrekkelijk 
zaadvaste  vaiiaties. 


ïsn  licefL  J'rof.  <1  e  \'  r  i  es  iia  zeer  veel  zockcMi  iii  «Ie  viijr  luilinir  eene 
j)lauteiis<)()i'l  gcvoiidoii,  <li(;  l»lij\<'nd('  variaties  voortbrncjii.  \':iii  crMieii 
alvker  bij  Hilversum  nam  hij  eenige  exeniphiren  vmi  Ocim»!  lic  ra  L  a- 
m  ar  c  k  i  aii  a  mede  en  plantte  die  in  den  liorlus  te  Arasterdam,  üit  d'- 
zaden  van  deze  kwamen  in  overgroote  meerdeilieid  jon<,M'  ]»l;inten  te  voor- 
schijn, die  geheel  overeenkwamen  met  de  ouders,  maar  een  zeker  aantal  zag 
er  reeds  als  kiemplaut  anders  uit.  Die  afwijkende  exemplaren  werden  zou 
opgesteld,  dat  zij,  toen  zij  bloeiden,  niet  aan  kruisbevruchting  door  stuifmeel 
van  normale  blootgesteld  waien  en  toen  bleken  uit  hunne  zaden  weder 
dezelfde  afwijkende  vormen  voor  den  dag  te  komen.  En  in  de  volgende 
generatie  evenzoo.  Men  heeft  hier  dus  met  nieuwe,  zaadvaste  plantenvoi- 
men  te  doen,  die  om  zoo  te  zeggen  met  een  sprongetje  uit  eene  andere  ont- 
staan zijn.  Prof.  de  Vries  heeft  wel  honderd  soorten  Avilde  planten 
aangekweekt,  om  te  zien  of  hij  nog  meer  zulke  sprongsgewijze  afwijkingen 
bij  deze  koude  ontdekken,  maar  bij  geen  enkele  is  hem  dat  gelukt. 

Nu  is  de  O  e  n  o  t  h  e  r  a  L  a  m  a  r  c  k  i  a  n  a  oorspronkelijk  een  Noord- 
Amerikaansche  plant,  die  naar  Europa  overgebracht  en  daar  verwilderd  is, 
en  zijn  bodem  en  klimaat  in  Europa  natuurlijk  eenigszins  verschillend  van 
die  in  Amerika.  Het  ligt  voor  de  hand  te  vermoeden,  dat  daardoor  die 
Oenothera  tot  die  veranderlijkheid  gebracht  is;  een  bepaald  bewijs 
voor  dat  vermoedeu  is  er  echter  nog  niet.  In  de  uu  komende  jaren  zullen 
de  botanici  wel  bijzonder  opletten,  of  zij  nog  meerdere  voorbeelden  van  die 
sprongsgewijze  variaties  kunnen  ontdekken  en  dan  zal  op  dit  punt  misschien 
meer  licht  vallen. 

Prof.  de  Vries  noemt  uu  die  sprongsgewijze  variaties  „mutaties'', 
in  tegenstelling  met  de  gewone  variaties,  Avaarvan  de  zaailingen  tot  het 
gemiddelde  type  der  voorouders  terugkeeren.  De  afwijkingen,  die  de  ver- 
edelde appels  van  de  in  de  bosschen  in  Europa  voorkomende  wilde  vertoonen, 
zijn  b.  V.  geen  mutaties,  maar  slechts  variaties,  want  door  uitzaaien  der 
pitten  komt  men  spoedig  tot  het  wilde  type  terug. 

Hoe  staat  het  nu  met  de  koffie  in  het  licht  van  deze  beschouwingen? 

Onze  Java-koffie  wordt  geacht  te  zijn  Arabische  koffie,  zeer  waar- 
schijnlijk oorspronkelijk  afkomstig  uit  Abessinië.  Plant  men  nu  zaden  van 
uit  Arabië  afkomstige  Mokkakoffie  hier  op  Java  uit,  dan  verkrijgt  men 
boomen  met  veel  kleiner  blad  en  kleinere  zaden  dan  die  van  de  gewone  Java- 
koffie,  Om  nu  te  weten  te  komen  of  de  Java-koffie  door  mutatie  of  door 
variatie  uit  de  Mokka  (ik  neem  voor  het  oogenblik  als  vaststaande  aan,  dat 
deze  de  moedersoort  was)  ontstaan  is,  zoude  men  van  die  Mokka  eenige 


111 

generaties  achter  elkander  op  Java  moeten  uitzaaien,  om  te  zien  of  men  zoo 
Java-koffie  verkrijgt.  Zoover  ik  weet  is  dat  nooit  gedaan.  Blijft  de  Mokka 
dan  haar  tyiu'  behouden,  dan  moet  de  Java  door  mutatie  ontstaan  zijn  of 
niet  van  de  Mokka  afstammen. 

ledere  streek  hier  op  Java  heeft  haar  eigenaardig  type  van  Java-koffie, 
zoo  zelfs,  dat  kenners  aan  den  vorm  der  boontjes  zien,  waar  die  koffie  ge- 
groeid is,  wat  echter  geheel  van  bodem  en  klimaat  afhankelijk  schijnt  te 
zijn,  want  het  is  mij  niet  bekend,  dat  er  iemand  is,  die  aan  de  boomen  zien 
kan  of  zij  uit  zaad  van  Padang  of  Menado,  van  den  Wilis  of  van  den  Smeroe 
gekweekt  zijn.  De  Java-koffie  moet  dus  beschouwd  worden  als  een  geheel 
zaadvaste  vorm  (daargelaten  enkele  afwijkingen,  waarover  meteen),  die 
alleen  door  plaatselijke  invloeden  kleine,  niet-blijvende  afwijkingen  onder- 
gaat. 

De  Maragogype  is  waarschijnlijk  door  mutatie,  in  den  zin  van  Prof. 
de  Vries,  uit  de  gewone  Braziel-koffie  ontstaan,  want  ze  is  geheel  zaad- 
vast.  Daar  zij  nergens  anders  gevonden  is  en  de  koffie  in  Brazilië  oorspron- 
kelijk niet  inheemsch  is,  wordt  men  wel  gedwongen  mutatie  als  oorzaak  van 
hare  eiigenaardigheid  aan  te  nemen. 

Bij  de  Java-koffie  komen  nu  af  en  toe  afwijkingen  van  het  gewone  type 
voor.  Men  vindt  exemplaren  met  steile  takken,  met  anders  gevormde, 
meestal  smallere  en  kleinere  bladereu,  met  4,  6  en  8  pitten  in  plaats  van 
twee  in  eene  bes.  Om  te  kunnen  zeggen  of  dit  mutaties  of  slechts  variaties 
zijn,  zoude  men  moeten  weten  of  die  afwijkingen  gedurende  opeenvolgende 
generaties  onveranderd  blijven  bestaan,  of  bij  het  uitzaaien  zonder  uitkiezen 
weder  verdwijnen.  Tot  nog  toe  zijn  die  afwijkingen  meestal  als  voor  de 
cultuur  minderwaardig  beschouwd  en  heeft  men  er  dus  geen  zaad  van  ge- 
nomen, laat  staan  ze  opzettelijk  eenige  generaties  lang  gekweekt.  Er  is  mij 
ten  minste  niets  van  bekend. 

Afgezien  van  deze  uitzonderingen  is  het  type  van  onze  Java-koffie  zoo 
constant,  dat  men  voor  een  mooien  aanplant  staande  al  zeer  weinig  verschil 
tusschen  de  enkele  boomen  opmerkt;  bij  de  Liberia  is  dat  geheel  anders. 
Bij  deze  vinden  wij  allerlei  schakeeringen  in  vorm  van  boom,  blad,  bloem 
en  vrucht.  Dit  zijn  echter  slechts  variaties,  want  uit  het  zaad  van  eiken 
boom  komen  al  die  afwijkingen  te  voorschijn.  Neemt  men  echter  alleen 
zaad  van  boomen  van  een  bepaald  type  en  zet  men  die  selectie  generatie  na 
generatie  voort,  dan  verkrijgt  men  in  steeds  sterker  verhouding  boomen 
van  dat  type,  dat  dus  op  die  wijze  tot  betrekkelijke  zaadvastheid  te  brengen 
is,  in  don  zin  zooals  hieibovon  bij  do  suikorbidcii  bosprokcu,  zoodat  inou 


112 

steeds  de  jifwijkende  exeuijtlnifii  /,;il  iii<ici<-ij  lilijvcn  iiitz(»('l<<'ii  on  \t'iwij 
deren,  uiii  overij^cns  i^een  bij:soiidere  l)(,'z\\;ir<'ii  o|»lc\(Mt.  ;ils  hkmi  <'<iniiaal 
y.oovci'  is,  dal  er  daarvan  belrekkelijU  wcinijic  \ooi  koiiK-n. 

J)('  hybriden  tusscheii  .lava  en  LiluM-ia  /ijn  i<»i  noj;  loc  inr-fsiai  «>p 
liiberia-i>edden  f^evonden. 

Hel  directe  bewijs,  dat  Ikm  iivbiidcii  //ijn,  iiiankttii .  maar  fiik<-lf  kiinsi- 
niatij;  door  kruisbevruchtiiij;  Ncrkrc^cn  ii.v i)rid<')i  \ciiooncii  d<'/<'l)(lc  eijj^en- 
aardij'heden  als  de  dooi-  het  locval  \<*rkre}i<'ii('.  !)<•  iii(M*ste  van  <li<;  li_\  luiden 
zijn  voor  de  cultuur  waardeloos,  maar  er  /yijn  er  tocli  enkele,  zooals  die  van 
Kalimas  en  die  van  Kawisari,  welbekend,  die  meer  beloven. 

Zaait  men  de  vruchten  der  hybriden  uit,  dan  verkrijgt  men  nn-'estal  in 
overweldigende  meerderheid  boomen,  die  of  in  het  geheel  geene  <if  slechts 
vooze  bessen  dragen,  maar  er  komen  er  toch  enkele  onder  voor,  die  beter 
zijn.  I)(^  Heer  Riemsdijk  heeft  +  öOOO  plantjes,  verkregen  uit  zaad 
van  zijne  enten,  in  de  tuinen  van  Klein-Getas  uitgeplant.  Daaronder  zijn 
drie  boomen  gevonden,  die  goed  groeien  en  dragen.  Van  deze  wordt  nu 
verder  zaad  genomen,  om  zoo  te  trachten  door  herhaald  uitzaaien  tol  boomen 
van  betrekkelijke  zaadvastheid  te  geraken. 

Gelukt  het  zaadvast  maken  bij  de  hybriden  niet,  dan  kan  men  ze  toch. 
zooals  bekend,  gemakkelijk  door  enten  vermenigvuldigen. 

Uit  het  voorgaande  trek  ik  het  besluit,  dat  het  aanbeveling  verdient : 

Door  uitzaaien  van  afwijkingen  der  Java-koffie  en  van  Abessinische 
koffie  de  afstamming  der  eerste  trachten  na  te  gaan. 

Nieuw  optredende  variaties  der  Java-koffie  in  cultuur  te  nemen,  om  te 
zien  of  zij  iets  beloven. 

Hetzelfde  te  doen  met  Liberia  en  hybriden. 

Hybridisaties  uit  te  voeren  tusschen  verschillende  koffiesoorten. 

Maar  ook  nog  van  eene  andere  zijde  hebben  wij  misschien  nieuws  te 
wachten,  dat  ons  van  nut  kan  zijn.  Afrika  aan  beide  zijden  van  de  linie 
is  het  vaderland  der  koffie  en  behalve  de  Arabische  koffie  in  Abessinië  en 
de  Liberia  aan  de  golf  van  Gruinea,  komen  er  in  het  gebied  der  groote  meren 
en  van  den  Congo  nog  een  zeker  aantal  andere  soorten  of  variëteiten  voor. 
Tot  nog  toe  is  wel  is  waar  niet  gebleken,  dat  die  koffies  eene  hooge  handels- 
waarde hebben,  maar  we  kennen  ze  nog  niet  goed,  en  vooral  weten  we  nog 
niet,  in  hoever  zij  nuttig  kunnen  zijn  voor  het  kweeken  van  hybriden  en  als 
onderstam  voor  enten.  Wij  trachten  daarom  zooveel  van  die  soorten  bijeen 
te  brengen  als  wij  kunnen. 

Of  onze  proeftuin  ooit  op  eenige  schaal  zal  kunnen  worden  een  produ 


115 

cent  van  zaadkoffie  voor  het  gewone  gebruik,  betwijfel  ik.  Daartoe  ligt  het 
terrein  te  laag,  en  onze  boomen  zullen  wel  eens  meer  droogte  te  verduren 
hebben  dan  voor  een  zaadtuin  gewenscht  is.  Daarenboven  is  het  noodig, 
(lat  de  zaadkoffie  in  April  verstrekt  kan  worden  en  waarschijnlijk  zal  er  in 
de  streek,  waar  onze  proeftuin  ligt,  in  menig  jaar  voor  April  al  zeer  weinig 
koffie  rijp  zijn. 

De  werkzaamheden  zijn  begonnen  einde  April  met  het  maken  van 
kweekbeddingen  ongeveer  aan  het  beneden-  of  zuideinde  van  ons  terrein. 
Aldaar  bevindt  zich  namelijk  in  het  ravijn  eene  bron,  waaruit  water  voor 
die  bedden  genomen  kan  worden.  Hadden  wij  ze  hoogerop  aangelegd,  dan 
zouden  we  daarvoor  water  uit  de  kali  Roepia  hebben  moeten  gebruiken  en 
deze  komt  uit  eene  buurt,  die  met  nematoden  is  besmet.  Haar  water  voert 
dus  hoogstwaarschijnlijk  af  en  toe  nematoden  en  hunne  eieren  mede,  zoodat 
het  gevaarlijk  te  achten  is  dit  voor  het  begieten  van  zaadbedden  te  gebrui- 
ken. De  bedden  zijn  op  de  gewone  wijze  aangelegd  onder  een  afdak,  gedekt 
uiet  varenblad  (solang),  dat  uitgedund  werd,  naarmate  het  seizoen  vorderde. 

In  de  buurt  bij  de  zaadbeddingen  zijn  een  pondok,  een  kleine  goedang 
en  eenige  koeliewoningen  gebouwd. 

In  Juni  is  begonnen  met  het  vellen  van  het  bosch  aan  de  boven-Noord- 
zijde  van  het  terrein,  waar  de  eerste  proefaanplantingen  gemaakt  worden. 
Het  verbranden  van  het  hout  is  bemoeilijkt,  doordat  de  Oostmoesson  zeer 
regenachtig  bleef  tot  Augustus  toe,  doch  daar  de  Westmoesson  laat  inviel 
en  dus  lang  gewacht  moest  worden  eer  het  planten  een  aanvang  konde 
nemen,  kwam  het  branden  toch  voldoende  tijdig  gereed. 

Eerst  toen  het  kappen  was  afgeloopen  kon  een  beter  overzicht  over 
het  terrein  genomen  worden  en  toen  viel  de  breedte  van  den  vlakken  boven- 
kant van  den  rug  niet  mede.  Te  samen  waren  ongeveer  '22  bouws  ontgonnen. 
Halfweg  dier  strook  is  eene  plek  waar  de  zijhellingen  tot  elkaai-  komen, 
zoodat  aldaar  in  het  geheel  geen  vlakke  kruin  voorhanden  is. 

Nu  moesten  de  vlakste  gedeelten  uitgezocht  worden  voor  het  nemen  der 
proeven  omtrent  de  beste  plantwijdte  en  de  vergelijking  van  ougetopte  met 
getopte  boomen.  Ook  voor  de  proefvakken  met  verschillende  tuinbewerking 
en  die,  waarin  later  proeven  omtrent  het  uitdunnen  der  vrucht  zullen  ge- 
nomen worden.  Voor  alle  deze  moet  men  toch  alle  bereikbare  zekerheid 
hebben,  dat  verschillen  in  den  grond  en  in  diens  helling,  geen  invloed  kunnen 
uitoefenen  op  de  uitkomst.  Dergelijke  gedeelten  waren  nu  alleen  in  het 
Noordelijke  en  in  het  Zuidelijke  gedeelte  der  22  bouws  te  vinden  en  de 
schaal,  waarop  die  proeven  genomen  konden  worden  is  afhankelijk  van  de 

Vehslac  var  'planos  plantentuin  1901.  !^ 


114 

nitgcbroidhcid  \;iii  lul  (i;i;ii\(»<)r  ^'«'scliiktp  I<m-i(mii.  <  Mulfi-  vlakke  j^odeelten 
/ijii  iii  (l»'ze  iiici  fiiUfl  h-  \  risl;i;iii  iiickkcii.  wiiar  de  '^\(>]i<l  \vat<'i-|ta«  is. 
iiiaai'  (Ktic  in  ccii  plal  \\;ik  ]j;('\v<^<'ii  hclliiigoii.  l)c  «'isdi  is.  dal  allo  hooincn. 
dio  in  de  verschillende  vakken  van  cimk-  scrj^elijkende  piod  slaan,  /.ich 
onder  dezelfde  voorwaarden  van  jiiond  <-n  li^fiinj^  bevindf-n. 

Vooi-  de  })i'(M'V('n  nicl  Nerscliiilcndr  schaduw  Ixmihu-m  l<an  nn-n  heler 
;;<'hriiik  maken  \an  lifllin^m  en  Iciifi  nphntit-n.  daailiij  loili  is  hfl  et-rsn- 
doel  na  te  j^aan  dl'  de  koiric  onder  cene  liepaahlc  s(»oi  i  schadnu  l»ooni  <i(H'\\ 
;^i(K'ien  en  diajicn  wil,  ol  die  sdiadnw  /,i(  h  /.<to  nitoili;^  j;ue<l  laai  snoeien 
en  dei<»('lijke  vragen  meer.  Deze  pi'oefvakken  hehhen  daarom  in  hel  michlen 
van   h<*t  thans  oj)enj»ekapte  terrein  eene  jilaats  gevonden. 

Op  het  overschietende  zijn  oejdant  Liberia  om  er  laiei-  op  ie  enien  hybri- 
den uit  zaad,  enten  en  variëteiten  \an  .lava-koffie. 

Bij  alle  deze  is  h<'t  voorloopig  niel  om  Ncrgcdijkende  pi-oeven  Ie  doen 
maar  allereerst  om  te  zien  of  zij  waarde  heiiben  \ooi-  de  cnlhiui-  en  (h*  moeite 
loonen  f>m  aan  Ie  honden. 

G  r  o  11  d. 

De  grond  van  onzen  Inin  is  (hv>elfd(^  dien  men  overal  aan  de  lagere  hel- 
lingen van  den  KaAvi  aantief't.  Hij  is  hrniii.  half  zandig,  half  kleiig,  nog 
al  tot  afsi)oelen  geneigd,  niet  zeer  linmusrijk,  zonder  duidelijk  ziclill)aren 
overgang  van  boven-  in  ondergrond.  Aan  afgravingen  ziet  men  op  afwis- 
selende die])te  een  begin  van  padasvorming,  dat  zich  vertoont  in  den  vorm 
van  eene  laag,  die,  als  de  grond  droog  is,  eenigszins  lichter  is  van  kleur, 
doch  niel  meer  samenhang  vertoont  dan  de  grond  daarboven  en  daaronder 
en  het  regeiiAvater  niet  tegenhoudt.  ^ 

P  1  a  n  t  e  n. 

Over  het  geheele  terrein  werden  plantkuilen  gemaakt  van  .anderhalven 
voet  kubiek.  Het  planten  moest  wachten  tot  het  invallen  der  regens,  die 
ditmaal  lang  uitbleven,  zoodat  daarmede  tot  de  tweede  helft  van  December 
moest  gewacht  worden.  Alles  is  tjaboetan  geplant  met  uitzondering  van 
een  gedeelte  van  de  enten  van  dava  en  Margogype  oj>  Liberia. 

P  1  a  n  t  w  ij  d  t  e   ]>  r  o  e  v  e  n. 

Er  zijn  nn  beplant  de  navolgende  vakken,  elk  8  X  •'^  Kijnl.  roeden  groot: 
Een  vak  op  4X4  voet,  zal  getojd  worden. 


115 

Een  vak  op  5X5  voet,  zal  getopt  worden. 

Een  vak  op  fi  X  ^  voet,  zal  op  4  voet  getopt  worden  en  dan  zullen  er 
tijdelijke  topi)en  daarboven  aangehouden  worden. 

Een  vak  op  f»  X  ^>  voet,  zal  getopt  worden  op  5  voet. 

Een  vak  op  6  X  <^>  voet,  zal  ongetopt  blijven  en  op  een  stam  gehouden 
worden. 

Ëen  vak  oj»  (>  X  ^»  voet,  zal  ongetopt  blijven  en  oj>  meerdere  stammen 
gehouden  worden. 

Een  vak  oj)  (J  X  ^»  voet,  om  uit  te  dunnen  tot  8V2  X  8I/2  voet. 

Een  vak  op  G  X  <^>  voet,  om  uit  te  dunnen  eerst  tot  Sy2  X  ^V2  en  later 
tot  12  X  12  voet. 

Een  vak  op  7  X  ''^  voet,  zal  ongetopt  blijven. 

Een  vak  op  7X7  voet,  zal  getopt  worden. 

Een  vak  op  8X8  voet,  zal  ongetopt  blijven. 

Een  vak  op  8  X  8  voet,  zal  getopt  worden. 

Een  vak  op  9  X  ♦'  voet,  zal  ongetopt  blijven. 

Een  vak  op  9  X  9  voet,  zal  getopt  worden. 

Een  vak  op  12  X  12  voet,  zal  ongetojit  blijven. 

Een  vak  op  12  X  12  voet,  zal  ongetopt  blijven  en  eventueel  later  uitge- 
dund worden  tot  17  X  17  voet. 

Deze  IxAilv  laatste  vakken  krijgen  in  de  eerste  jaren  tussnhenplanting 
/an  UKiis  en  IxMUieii,  /ooals  da(  in  Brazilië  gebruikelijk  is. 

S  e  II  a  (1  II  w  b  o  o  III  p  r  o  e  v  e  n. 

In  vakken  van  U»  X   !•»  roeden,  is  koffie  geplant  op  7X7  voet  en  de 
navolgende  sehaduwbooiuen  op  21  X  21  voet. 
Parkia  intermedia  (28  X  28  voet). 
iVIanihot   (Jlazioxii. 
Toetob  iioetili  (28  X  28  voel). 
Toetob  nierah  (28  X  2S  voel), 
(rrevillia  robusla. 
Pithef;olobium  Saniau. 
Hevea  brasiliensis. 
Melia  Azedaraeh  (14  X  21  voet). 
Caesalpinia  dasyrachis. 
Caesalpinia  arborea. 
('edrela  serrulala. 


116 

Cedrela  odorata. 
Albizziu  rii(»lucciiii;i. 
Castilloa  elastif;a. 
Solanuin  juboreuiii. 
Kemadoc  bioenin. 
Anj^groeng. 

Adenantbor;i  |iii\<iiiina  (14  X  14  voel). 
Kemaladangan  (14  X  14  vool). 
Klampis  (nog  niet  geplant). 

Twee  vakken  gewone  dadai>,  met  iiissclR-iiplanting  van  i?uligo  in  h(\ 
eene  en  djati  in  het  andere  vak  hissdien  dr-  lijcii  der  k(»rri<'. 

Proef  met  al   of  niet    I)  e  li  a  k  (  e  ii   ig  e  d  a  n  g  i  i  d  e  ii)   g  i'  o  ii  d. 

Een  vak  van  13  X  13  roeden,  beplant  mk-I  koffie  oj»  7X7  voet  en  dadap 
op  21  X  21  voet,  is  in  twee  helften  gedeeld.  In  de  eene  wordt  de  grond 
na  het  jdanten  alleen  door  schoffelen  schoon  gebonden  zonder  ooit  eene 
diepere  bew^erking  te  ondergaan,  de  andere  helft  wordt  af  en  toe  met  de 
hak  bewerkt,  zooals  men  gewoon  is  te  doen  in  jongen  aanplant. 

Bewerkingsproeftuin. 

Een  vak  van  14  X  14  roeden  is  met  Java-koffie  op  7  X  7  voet  beplant 
met  het  doel  er  later  een  „bewerkingsproeftnin"  van  te  maken,  zooals 
beschreven  in  „Mededeelingen-'  XXXII  bldz.  60. 

In  de  paar  eerste  jaren,  voordat  de  koffie-  en  schaduwboomen  opgescho- 
ten zijn,  kan  nog  niet  met  eene  verschillende  bewerking  der  afzonderlijke 
proeven  begonnen  worden.     Later  krijgen  zij  de  navolgende  behandeling. 

Vak  1.  Alleen  onkruid  wegslaan,  eenmaal  in  de  drie  weken,  met  het 
grasmes,  zonder  aan  den  grond  te  raken.     Vuil  uitgespreid  houden. 

Vak  2.  Eenmaal  om  de  drie  weken  schoffelen.  Vuil  uitgespreid  hou- 
den. 

Vak  o.     Schoffelen  als  in  vak  2,  maar  vuil  op  rijen  leggen. 

Vak  4.     Als  vak  3.     Daarenboven  in  het  begin  en  tegen  het  einde  van 

den  Westmoesson  dert  geheelen  grond  behakken  (patjollen)  tot  eene  diepte 

van  9  duim  Rijnl.,  buiten  de  takken  der  boomen. 

Vak  5.     Als  vak  3.   |    _  .  ,        ,      . 

Daarenboven   tegen    het    begin    van    den    West- 
Vak  6.     Als  vak  4.   )  *  » 

moesson  2  pikol  ongebluschte  kalk  per  bonw  gelijkmatig  over  den  grond 
uitstrooien. 


117 

U  i  t  cl  u  n  p  r  o  e  f . 

Er  is  een  vak  van  7X16  roeden  niet:  Java-koffie  op  7X7  voet  beplant 
om  later  proeven  te  nemen  met  het  uitdunnen  der  vruchten  in  jaren,  waarin 
de  boomen  vol  dragen. 

Zaad. 

Voor  het  beplanten  van  den  tuin  was  van  eeue  onderneming  in  de 
Padangsche  Bovenlanden,  die  ook  zaad  leverde  voor  de  Gouvernemeuts- 
koffiecnltuur,  een  pikol  zaadkotfie  besteld.  Dit  zaad  was  nog  niet  aange 
komen  toen  de  bedden  gereed  waren  en  daarom  was  de  Heer  Constant, 
Assistent-Kesident  van  Malang  zoo  goed  ons  alvast  een  halve  pilcol  zaad 
van  de  Gouvernements-verstrekking  te  leenen.  Dit  zaad  bleek  te  zijn 
klein  van  boon  en  naar  het  ons  voorkwam  met  weinig  zorg  uitgezocht;  op 
een  kattie  gingen  i.'7ü()  boontjes.  Veel  daarvan  is  ook  slecht  opgekomen  en 
ten  slotte  bedroeg  het  aantal  plantjes  dat  verspeend  konde  worden  slechts 
53.000. 

Een  veertien  dagen  later  kwam  de  direct  door  's  Lands  Planteutuin 
bestelde  pikol  zaad  aan.     Dit  zaad  voldeed  beter. 

De  Heer  L  e  ij  s  s  i  u  s  van  Petong  Omboh  toonde  op  eene  vergadering 
der  Malangsche  Plantersvereeniging,  in  April,  een  partijtje  zeer  mooi  zaad. 
Hij  was  zoo  goed  ons  daarvan  een  paar  kattie's  af  te  staan.  Dit  zaad  is 
mooi  opgekomen  en  heeft  fraaie  bibit  geleverd.  Daarmede  is  een  afzon- 
derlijk vak  beplant. 

Ook  hebben  wij  van  den  Heer  Ottolander  van  Pantjoer  twintig 
kattie's  mooie  zaadkoffie  ten  geschenke  gekregen.  Dat  zaad  is  wat  laat 
uitgelegd;  toch  is  liet  zeer  mooi  opgekomen.  Het  is  gebruikt  voor  het  plan- 
ten van  den  bewerkingsproeftuin  en  de  uitdunproef,  hierboven  besijrokeu. 

Van  Liberia  zijn  twintig  katties  zaad  van  Gemanipir  uitgelegd,  dit 
is  vrij  onregelmatig  opgekomen  en  een  nog  al  groot  aantal  kepelans  moesten 
weggeworpen  worden.  De  andere  zijn  voor  het  grootste  gedeelte  gebruikt 
om  tweeling-enten  te  maken,  op  de  wijze  van  den  Heer  K  r  ij  1 1  e,  met 
Java-  en  Margogype  kepelans. 

Van  Margogype  ontvingen  wij  een  zakje  bessen  van  den  Heer  d  e 
Stoppelaar  van  Kalibakar  en  11  katties  zaadkoffie  van  den  Heer 
Utermark  van  Soekorame  ten  geschenke.  De  bibit  daaruit  is  grooten- 
deels gebruikt  voor  de  zooeven  genoemde  enten. 


118 

l-:  11   I   e 


\';iii  ilcy.f  I  \\('('liii;;-('iih'n  iM'blx-n  ccii  \  rij  ^rool  :i;iiil;il  fcii  \  cisclii  jiiscl 
\  ciIooikI,  <I:iI  zich  ook  elders  \-ooi-^(m1;i;i  ii  liedl.  |)c  .)ii  \ ;(  en  leii  zijn  ^e 
iii:i:il<l  \;m  1-  (ol  -1  Aiif^iisliis  en  de  ^Mar^oj^ype  van  li")  Au};ii.stiis  lot 
KI  Se]»lenil)ei',  dus  in  lio(d'd/,aak  na  hel  o|dioii(h'n  (h-r  zwaic  i-ej^enlniien. 
Den  1.'!'"  Sepleniher  \\areM  de  nieesle  .la\a  enien  op  het  oou  ;zoe(|  \('r;^roeid 
en  luidden  /ij  hoven  <h'  Uejxdans  een  si  el  hlaih-ren  «^esornid.  h»-  Heer 
V  o  g  1  e  r  besloot  daarom  te  beginnen  inel  het  dooi-snijd(?n  i\c\-  oniw  indsels 
van  weefkatoeii  (lawe),  waarmede  zij  samenj'ehonden  wai-en;  daarbij  bh-ek 
eclitei',  dal  de  vereeuiging  nog  veel  Ie  vvenschen  overliei  en  dal  driej^warl 
der  tweelingen  bij  het  lossnijden  der  draden  niieen  vielen.  1  >eze  /,ijn  weder 
verscli  aangesneden  en  vei-bonden  en  weder  geplant.  Later  hhck  dal  men 
beter  slaagt  als  men  de  Ncrbinding  maakt  met  dnii  kooi-d.  dan  met  weel- 
katoen. 

Dit  laatste  was  eerst  gekozen  omdat  hel  weeker  en  zachter  is  en 
men  dus  minder  kans  loopt  de  steeltjes  bij  het  omwinden  ie  kneuzen.  Het 
blijkt  echter  het  nadeel  te  hebben  van  los  te  gaan  zitten. 

S  o  o  )•  t  e  n    en    \  a  r  i  <'  t  e  i  t  e  n. 

Ten  einde  mogelijke  besmetting  \an  den  tuin  met  neniatoden  te  ver- 
mijden, werd  besloten  geen  i»lanten  met  wortels  daarin  over  te  brengen, 
ook  niet  zulke,  die  niet  tot  de  koffiesoorten  behooren,  daar  wij  ten  eerste 
niet  weten  op  welke  andei-e  gewassen  behalve  koffie  de  voor  deze  gevaar- 
lijne  uematoden  kunnen  vooikomen  en  ten  tweede  de  aanhangende  aarde 
neniatoden  of  hunne  eieren  bevatten  kan. 

Eene  uitzondering  is  alleen  gemaakt  v<»or  plantjes  van  Coff<'a  robusta, 
uit  lirussel  afkomstig. 

In  den  ('ultuurtnin  te  Tjikeumeuh  staan  sedert  langen  tijd  kleine  aan- 
plantingen van  diverse  koffie-variëleiten.  Zaden  van  deze,  met  name 
Menado,  Padang,  Tjikeumeuh,  Tjionuis.  Mauritius.  INIokka  klein,  Mokka 
groot,  Margogype  en  J^reanger  zijn  hier  uitgelegd  en  goed  opgekomen. 

Van  vele  zijden  mochten  wij  achtereenvolgens  allerlei  zaden  ten  ge- 
schenke ontvangen. 

Van  den  Heer  Suer  mondt  van  Wonokojo  zaden  van  2.5  op  dat 
land  aanwezige  hybriden.  De  eerste  bezending  daarvan  werd  uitgelegd  op 
11  Mei,  terwijl  het  nog  zwaar  regende.     Alles  is  verrot.     Op  denzelfden 


119 

datum  uitgelegde  Liberia.  ooK"  \aii  den  Heer  S  u  e  i- m  o  ii  d  t  ontvangen, 
evenzoo,  terwijl  de  (cuclijk  uitgelegde  -la va-kof fie,  van  den  Heer  L  e  ij  s- 
s  i  u  s,  van  l'etong  Oniboh,  goed  opgekomen  is.  Zouden  de  zaden  van  Li- 
beria en  hybriden  gevoeliger  zijn  voor  vocht  dan  de  Java? 

Yemen-koffie  \an  den  Heer    ^^'  e  b  e  r    van  Gemampir. 

Eene  tweede  bezending  liybridezaden  van  den  Heer  S  u  e  i-  m  o  n  d  t, 
nu  goed  opgekomen. 

Zaden  van  eene  hybride,  van  den  Heer   Toen  s,   van  Sapoetangin. 

lirazielkoffie  (café  nacionalj  van  den  Heer  v  a  n  L  enne  p,  van  Ke- 
poeng. 

Een  derde  bezending  hybridenzaden  van  den  Heer  S  u  e  r  m  o  n  d  t  en 
Liberia  van  denzelfden. 

Zaden  van  de  bekende  hybriden  A  en  15  van  Kawisari  liet  M^  't*  J  a  c  o  b 
ons  toezenden. 

De  Heer  Ottolander  van  l'antjoer  z(»ud  zaden  van  eene  hybride, 
Margogype,  Mokka,  erecta,  roiuudifolia.  lauiina,  cochleata,  Mokka-Java, 
angustifolia  ,  djaniboe,  eugenifolia.  blue  niountaiu,  columnaris,  woengoe, 
laurifolia  en  unisperma. 

Quillou-koffie  van  den  Directeur  \an  den  ('uUuurtuin  te  Libreville  in 
de  Fransche  Congo-kolonie. 

Diverse  hybridezaden  van  den  Heer    r>  1  o  k.    van  (xogoniti. 

Eene  vierde  bezending  hylu-idezaden  van  den  Heer    >^  u  e  r  m  o  n  d  t. 

Van  den  Directeur  van  den  Cultuurtuin  op  het  eiland  Bourbon  zaden 
van  de  hybride  van  den  Heer  M  a  n  ê  s. 

Uit  Erussel  24  i)lantjes  ('offea  robusta. 

Zaad  van  Coffea  erecta  van  \\'iiugiu  Auoni  door  den  Heer  S  L  o  p  p  e- 
1  a  a  r. 

Drie  soorten  koffiezaad  van  Mozambiiiue  van  Regierungsrath  D'. 
S  t  u  h  1  ni  a  n  n    te  Dar-es-Salam.     Daarvan  is  ongelukkig  niets  opgekomen. 

Hybridenzaad  van  den  Heer    L  e  ij  s  s  i  u  s    van  IVtong  Omboh. 

Verdei'  zijn  aangeplant  een  vak  Margogy])e,  vooral  met  het  doel  om 
materiaal  \(t(u-  ent|M'oe\eu  bij  de  liand  te  iieliben;  een  paai-  vakken  Liberia, 
met  hetzelfde  doel;  en  de  hierboNcn  reeds  (>i>genoemde  soorten,  rassen, 
variëteiten  en  hybriden. 

l'  r  o  e  f  t  IJ  i  11  t  j  e   N  g  a  d  i  r  e  d  j  o. 

Hierboven  is  reeds  gezegd,  dat  op  een  gedeelte  van  het  terrein  een  aan- 


120 

l*liiiit   was  }j;emaaki;  bestemd  »»iii  hilci-  l.ij  jicdccli.-n  \crs.|iil|rii<i»'  t  \iiiilM-\v<-r- 
kiiijicn  U'  ondergaan. 

(hu  (laaniicde  te  kunnen  beiriinMMi  u i<ii  <lc  hoonicn  rclilri-  «mtsi  <'«'ii 

/.('keren  leeftijd  bereikt  hebben  en   uil  keinshn   \;iii  die  pnieveii  kiuiuen  niel 

\«'rkre«;en    worden,   voordal    de    lui ni-e    innlcii    mihIiI    ^redra^^en    lieefl. 

Om  lijd  te  winnen  is  daarom  mei  loeslemmiie^  van  liel  besliinr  in  een  ('mu 
\ciiiemenlsliiin  van  de  desa  Ngadiredjo  een  complex  van  1('>!)  l]  r^M-den  mei, 
CK;  boomen  }^e(oj)t  oj»  5  voet,  {replant  in  .latniaii  lS!»!t.  iuMciinurd.  dal  in 
vakken  verdeeld  werd,  die  aan  de  liieib(»ven  reeds  nile<Mij;e/ei  ie  \erseliil 
lende  luiubebandelinj;-  onderworpen  \vei-«l<Mi.  Die  liunr  is  in^icjiaan  einde 
Mei  11)01  toen  reeds  een  gedeelte  van  den  oogsi  ^cj^nkl  was.  Na  dien  is 
er  nog-  afgekomen  in  1901 : 

Van  vak     I  2:J9  kattie  roode  bes. 

„        ,,    111   158       „  „  „ 

»        j>     I^  237       „  „         „ 

\h'  vakken  bevatten  9(5  boonien. 

Daar  deze  cijfers  dns  eigenlijk  alleen  een  deel  van  den  pink  belreffen 
en  hel  verschil  in  tuinbewerking,  dat  loen  eerst  begon  gemaakt  te  worden, 
(biarop  nog  geen  de  minste  uitwerking  konde  gehad  hebbeu,  is  uit  die  cijfers 
weinig  af  te  leiden. 

Buiten  deze  bewerkingsproef  vallen  nog  100  boomen  vau  de  676.  Deze 
zijn  ingedeeld  in  twee  vakken  van  50  elk.  In  het  eene  vak  laten  wij  de 
boomen  doorschieten  om  er  ongetopte  aanplant  van  te  maken,  terwijl  ze  in 
het  andere  op  5  voet  getopt  blijven.  Het  doel  is  na  te  gaan  wat  de  voor- 
keur verdient:  toppen  of  niet  toppen.  Wel  nemen  wij  deze  proef  ook  in 
onzen  eigen  tuin,  maar  die  moet  eerst  eeuige  jaren  oud  zijn,  voordat  daar 
uitkomsten  verkregen  kunnen  worden  en  het  scheen  dus  goed  de  gelegenheid 
te  benutten  met  deze  reeds  oudere  boomen  een  aanvang  te  maken. 

§  12. 

10«  AFDEELING   DER   INRICHTING. 
(LANDBOUW-ZOOLOGISCH-MUSEUM). 

De  Landbouw-Zoölogische  Afdeeling  onderging  in  het  verslagjaar  de 


121 

zeer  iiaii/ieuHjke  uitbreiding;,  waarvan  in  het  vorige  verslag  sprake  was  en 
wenl  in  Augustus  overgebracht  naar  het  nieuwe  gebouw,  het  „Zoölogisch  en 
IMi.vtopathologisch  Museum",  dat  tevens  de  laboratoria  bevat  voor  den  Chef 
der  Afdeeling  en  voor  de  vreemde  zoölogen,  die  Buitenzorg  bezoeken. 

De  geheele  Noordelijke  helft  van  dit  gebouw  wordt  ingenomen  door 
eene  groote  Museumzaal  (circa  200  □  M.),  waarin  de  volgende  collecties  zullen 
worden  gei>laatst: 

1.  De  kleinere  Zoogdieren  en  de  Vogels  van  Java,  later  oolc  die  van  andcie 
eilanden  van  den  Archi])el.  in  opgezette  exemjdaren. 

2.  De  Reptilia.  Am]»hibia  en  Visschen  op  li({uor. 

3.  De  Conchyliologische  Yei'zameling  betreffende  Java  en  Nederlandsch- 
Indië  in  het  algemeen,  eigendom  van  de  Koninklijke  Natuurkundige 
Vereeniging  en  aan  's  Lands  Plantentuin  in  bniikloon  afgestaan. 

4  De  Pathologische  Verzameling  betreffende  de  cultuurgewasscn  van 
Java  en  zooveel  mogelijk  van  de  andere  eilanden  van  den  Archipel. 

De  Zuidelijke  helft  van  het  gebouw  is  in  vier  vertrekken  verdeeld.  Eén 
daarvan,  links  van  d«  vestibule  gelegen,  is  bestemd  voor  de  zuiver  systema- 
tische, entomologische  verzameling.  Daarnaast  bevindt  zich  het  laborato- 
rium van  (Icn  riiof  der  Afdeeling.  een  ruim  en  zeer  luchtig  lokaal,  dal  geheel 
aan  de  eischen  van  een  Zoölogisch  Laboratorium  A^oldoet. 

De  vestibule  doorgaande,  komt  men  in  het  Laboratorium  voor  vreemde 
zoölogen,  een  langwerpig  vertrek  met  drie  vensters  naar  het  Westen,  voor 
elk  waarvan  een  werktafel  is  geplaatst.  De  ondervinding  heeft  reeds  ge 
leerd.  dat  ook  dit  lokaal  geheel  aan  zijne  bestemming  beantwoordt. 

Het  vierde  vertrek  is  bestemd  tot  werkplaats  voor  den  pr-aeparateui-  eu 
den  teeken  aar. 

Tn  het  Laboratorium  voor  de  vreemde  zoölogen  en  in  het  laatstgenoemde 
vertrek  zullen  tevens  speciale  collecties  worden  bewaard,  zooals  onderzoe- 
kingsmateriaal, dat  niet  op  elk  willekeurig  oogenblik  te  verkrijgen  is.  col- 
lecties van  lagere  diersoorten,  die  vooi'  het  publiek  van  weinig,  maar  voor 
den  zoöloog  van  des  te  grooter  waarde  zijn  enz. 

Het  is  er  uit  den  aard  der  zaak  nog  verre  vandaan,  dat  het  nieuwe 
gebouw  en  hetgeen  zich  daarin  bevindt,  reeds  den  naam  van  Museum  zon 
verdienen.  Het  in  elkander  zetten  van  eene  dergelijke  inrichting  vereischt 
niet  alleen  de  beschikking  over  grooter  geldelijke  bedragen,  dan  daarvoor 
tot  heden  konden  worden  besteed,  maar  vereischt  bovenal  veel  tijd.  Met 
het  aanleggen  eener  zoölogische  verzameling  een  begin  te  maken,  is.  speciaal 
in  een  faunistisch  zoo  rijk  land  als  Java,  zeer  zeker  geen  moeielijke  zaak, 


122 

iii;i;ir  is  imii  iiici  de  \  ri/;iiiii'|  in;^  (•«•nnijial  op  ccii  /clicr  |iiiiii  ;^rk(iiiicii.  diiii 
(HiliiKM'l  (Ie  uil  luridiiiji  ;4i()ol<'  Ik-zw  Jiicii  <'ii  worilt  clUc  \  ol^^ciidi-.  im^  nid 
iiiiiiwczijic  (licrsoorl  siccds  iiiociclijkiM-  Ie  \ci  krijj^cu.  !)<•  \i'iz;iiii<-l;iar« 
lichlM'ii  /icii  diiii  iijiiii-  dikwijls  oiiIm'I'Ik'I-^/.jiiih'  slr<'iv'<'ii  (e  l»<-;^t'\ cii.  \v;i;ir  zij 
niet  diiii  iiicl  iiiocilr  ('Il  in  den  icjid  lioojjc  k(»slrii  in  liiin  Icvcnsoiidcilioiid 
luiiiiicii  \  u(>i-/,i('ii,  Icrwijl  lid  icsiill  ;i;i  I  \st'l  eens  ^^criii^j;  <'ii  diiiinloor  oiiliiioc- 
dijiciid  is. 

I>;i;iioiii  is  lid  l»i jcciihiriip-ii  ('(mmt  \('i-7,;iiiidiii;^'.  \v;i;iriti  df  fniiiui  \;ui 
.lavn  (!eiii,ucnii;il<'  in  haar  «icliccl  woi-dl  vcraaiisclioiiwclijki.  iiid  ccii  /aak 
A-aii  iiiaiindoiK  maar  ecu  zaak  van  jaren;  in  afwijking;  van  den  ;:<*\von('n  j;ang 
\;ui  /.aken  is  hier  de  A'oortzettinj;'  nioeielijker  dan  het  begin. 

To(di  hesliiat  ei'  jicjirondc  liodp.  d;il  in  den  loop  van  lid  volgende  jiuir 
lid  Zo('»l(»iiiscli  .Mnsenni  zóóver  ücrccd  /,;il  zijn.  d;il  lift  d<'  \  rriidijkini:  iik-I 
andere  deri;elijke,  locaal-fauuistis(die  verzamel in<;en  zal   kunnen  d(»orst;ian. 

Zoo  spoedig-  de  onistandifilieden  dit  mogelijk  niaakten,  werd  het  uienwe 
gebouw  betrokken.  Met  het  oog  oj)  de,  slechts  in  zeer  beperkte  mate  aan- 
wezige, geldelijke  hulpmiddelen,  werd  besloten,  eerst  de  laboratoria  in  te 
i'i(dilen  en  i-eeds  l)egin  Augustus  kon  de  Chef  der  Afdeeling  zijn  nieuwe 
werkkamer  betrekken,  terwijl  in  het  einde  van  dezelfde  maand  de  tot  dus- 
verre in  een  van  de  localen  der  II"  Afdeeling  geherbergde  Russische  zoöloog, 
D'".  D.  Pedasehenko  zijne  werkzaamheden  in  het  nieuwe  Laborato- 
rinni  kon  voortzetten.  Ongeveer  in  denzelfden  tijd  kw'am  de  waterleiding 
in  het  gebouw  gereed,  icrwijl  met  den  aanh^g  der  gasleiding  nog  eenigen 
tijd  werd  gewacht,  omdat  het  beter  wei-d  geacht  het  gebouw  aan  te  sluiten 
ann  het  buizennet  der  in  aanbouw  zijnde  Buitenzorgsche  gasfabriek,  dan  het 
te  voorzien  uit  de  eigen  gasfabriek  der  laboratoria  van  's  Lauds  Plantentuin. 
aan  wier  ]»roductie-vermogen  reeds  zeer  aanzienlijke  eischen  werden  gesteld. 

Hoewel  hd  in  gebruilv  nemen  vnn  het  nieuwe  gebouw  als  een  imuwelijks 
oy)gemerkt  feit  is  voorbijgegaan.  bdeek(Mit  het  toch  voor  het  zoölogiscdi 
onderzoek  onzer  Oost-Indische  koloniën  den  aanvang  eener  geheel  nieuwe 
phase.  Werd  tot  heden  in  de  verschillende  deelen  van  den  Archipel  slechts 
x'crzameld  en  het  bijeengebrachte  naar  Europa  of  elders  verzonden,  om 
aldaar  verdf'r  te  worden  bewerkt  en  onderzocht,  thans,  nu  de  zoölogische 
wetenschap  oj)  Java  een  eigen  zetel  heeft,  kan  het  onderzoek  hier  plaats 
hebben  en  dat  niet  alleen  met  alle  daartoe  noodige  hulpmiddelen,  maar 
bovendien  met  het  zeer  groote  voordeel,  zich  op  of  nabij  de  terreinen  der 
inzameling  te  bevinden.  Waar  slechts  wordt  verzameld  en  verzonden,  hangt 
de  natuuronderzoekei-  bij  de  tegenwoordige  richting  der  Avetenschap  voor 


125 

een  groot  deel  van  liet  geluk  af;  Avaar  echter  de  mogelijkheid  bestaat,  het 
bijeengebrachte  aau  eeu,  zij  het  ook  voorloopig  onderzoek  ie  onderwerpen, 
heeft  men  in  den  regel  ook  de  gelegenheid,  het  ontbrekende  aan  te  vullen 
en,  wat  niet  minder  beteekent,  zijne  werkmethoden  naar  gelang  van  bevin- 
ding te  wijzigen  en  te  verbeteren. 

Dit  laatste  was  reeds  in  hooge  mate  de  ervaring  van  den  eersten 
vreemden  bezoeker,  hierboven  genoemd,  die  met  eene  rijke  hoeveelheid 
wetenschappelijk  en  aan  alle  eischen  der  nieuwere  techniek  voldoend  mate- 
riaal naar  Euroi)a  terugkeerde.  Het  was  eveneens  de  ervaring  van  den  Heer 
M  a  r  1  a  1 1,  een  van  de  entom(>h)gis<he  specialiteiten  van  het  Departement 
van  Landbouw  der  Vereenigde  Stalen  te  Washington,  die  niet  alleen  zelf 
een  paar  Aveken  in  het  nieuwe  Laboratorium  werkzaam  was.  maar  het.  ()p 
zijn  verdere  reis  over  Java  veizamelde  telkens  naar  Buitenzorg  o]>z(>ii<l. 
waar  het  in  de  voor  verder  onderzoek  vereischte  conditie  werd  gebracht 
en  aldus  naar  Amerika  kon  worden  medegenomen,  zonder  gevaar  iets  van 
zijne  waarde  te  verliezen. 


Behalve  met  hetgeen  door  de  Tnlandsche  verzamelaars  op  Java  werd 
verkregen,  werden  de  verzamelingen  der  Afdeeling  verrijkt  met  een  deel  der 
zoölogica,  door  D"".  A.  AV.  N  i  e  u  w  e  n  h  u  i  s,  van  zijn  tweeden  tocht  door 
Borneo  medegebracht.  De  laatste  bestonden  deels  uit  insecten,  deels  uit 
vogelhuiden.  Van  de  insecten  verdienden  vooral  eenige  Cerambyciden, 
Cetoniden  en  Fulgoriden  de  aandacht. 

De  vogelhuiden,  van  een  honderdtal  A'ogelsoorten  afkomstig,  verkeerden 
over  het  algemeen  dcxu-  de.  uit  den  aard  der  zaak  vluchtige  praeparatie  in 
niet  bijzonder  goeden  toestand,  nuiar  werden  tocli  gemonteerd,  zoodat  ook 
de  vogelwereld  van  ncuiieo  thans  docu-  hef  genoemde  aantal  vormen  hier  is 
vertegenwoordigd  in,  zij  hel  niel  onl>(M'ispelijl<e.  dan  hx-h  üxtnltai-e  exem- 
plaren, die  Avellicht  ujettertijd  door  hetei-e  kunnen  a\  oi-den  V(M'vangen.  Onder 
deze  vogels  bevinden  zich  eenige  soorten,  die  ook  oi»  Java  voorkomen,  maar 
hier  zóó  zeldzaam  zijn,  dat  wellicht  jaren  waren  verloo])en.  voordat  zij  door 
eTavaansche  exem])laren  zouden  vertegenwoordigd  zijn. 

Met  dankbaarheid  moet  hier  verder  melding  worden  gemaakt  van  de 
groote  hulp,  die  de  Chef  der  Afdeeling  in  hel  hi jeenluengen  \■.\^\  alIcM-lei 
diervormen  steeds  mocht  (mdervind«Mi  van  den  Heer  M.  E.  G-.  Ba  r  t  e  1  s, 
administrateur  der  onderneming  ,,Pasir  Dat  ar"  in  de  Preanger-Regent- 
schappen.     Genoemde  Heer  heeft  niet  alleen  de  verzamelaars,  als  zij  zich 


124 

l»ij  <l<'  lijko  IxTj^woiidni  \;iii  drn  <  Jocriocn';  (Jfdcli  h('V(>iul«'ii.  oiulci-  /,ijn 
]»ors(>oiilijk  hM'ziclil  jicixmicii.  iii;i;m-  :i:iii  In-l  .MiiSf-iini  ook  l;il  \;iii  dikwijlB 
iiioeitdijk  vci-krij^ibjirc  \  ojidliiiidcii  jicsclionkon.  door  ln-iii  zi-ll'  iii<'l  j^roolc 
7-oi'g  *>:epiaej)areerd. 

\'()<)r(s  /.ij  hier  vei'mold,  dal  de  scholpcnvcrznuicliii^  zich  no^'  Ic  Sockji- 
hooiiii  bcvindl,  waar  zij  wordt  bowerkl:  on  jjjei'aujrsohikt  door  den  IToor  (}.  A. 
O  II  w  (i  11  s,  gep.  Majoor  van  het  O.-T.  Leger,  die  de  eouchyliologie  tot  een 
onderwerp  \an  nauwgezette  sliiiiic  licofl  geinaakl. 

I)<'  liiil|t  CU  de  medewerking  ^all  gfMiocindc  IIcitcii  inoclcn  des  (e  moer 
worden  gewaardeerd,  daar  het  voor  don  Chef  der  Afdoeling  l)ij  /,ijii.  zich 
s((»eds  nilhroideiKlen  werkkring  allengs  oene  onmogelijke  zaak  wordt,  in 
een  zóó  groot  aantal  verschillende  en  dikwijls  zeer  iiileonloopeude  riclilingen 
inet  de  vereischte  nauwkeurigheid  en  détailkeiinis  werkzaam  (e  zijn. 


Tn  liej  laboratorium  van  den  Chef  der  Afdeeling  hadden  in  hef  afge 
loopen  jaai-  onder  meer  de  volgende  onderzoekingen  plaats. 

PiOn  onderzoek  naar  de  insecten,  di(;  mogelijkerwijze  bij  de  versi>reiding 
en  overbrenging  der  als  surra  bekende  ziekte  van  paarden  en  runderen  een 
rol  zonden  kunnen  spelen.  Om  voor  dit  onderzoek  een  voldoende  hoeveel- 
heid materiaal  uit  verschillende  streken  bijeen  te  krijgen,  werd,  evenals 
een  jaar  tevoren  bij  het  onderzoek  der  teken  van  Nederlandsch-lndië.  de 
hulp  der  (louvernements-veeartsen  ingeroepen.  Dit  had  eene  zóó  overvloe- 
dige toezending  van  allerlei,  maar  in  hoofdzaak  tweevleugelige  insecten  ten 
gevolge,  dat  het  onderzoek  een  veel  groofei'  omvang  aannam,  dan  aanvan- 
kelijk werd  vermoed;  vandaar,  dat  het  bij  het  einde  van  het  verslagjaar 
nog  niet  was  afgeloopen.  Als  voorloopig  resultaat  zij  hier  echter  reeds 
medegedeeld,  dat  onder  de  vliegensoorten.  waarop  in  de  eerste  plaats  de 
\  erdenking  komt  te  rusten,  eene  rol  te  spelen  als  hierboven  werd  aangegeven, 
een  vorm  voorkomt,  die  blijkens  haar  morphologische  kenmerken  ten 
nauwste  verwant  is  aan  de  beruchte  G  1  o  s  s  i  n  a  m  o  r  s  i  t  a  n  s,  de 
tse-tse-vlieg,  die  in  Zuid-A  f  rika  de  welbekende  ziekte  der  paarden  veroor- 
zaakt. 

De  ten  vorige  jare  aangevangen  onderzoekingen  betreffende  de  roest- 
ziekte  in  de  thee  werden  voortgezet  en  gaven  aanleiding  tot  eene  tweede 
mededeeling  daarover  in  ,,Teijsmannia",  waarin  in  de  eerste  plaats  de,  bij 
deze  plaag  in  het  spel  zijnde  diersoorten  worden  beschreven,  in  de  tweede 
plaats   eene   methode   van   bestrijding   wordt   besproken,   die   reeds   sinds 


m 

eenigen  tijd  op  de  onderneming  „Tjipetir"  in  de  Preanger-Regentsehappen 
met  uitnemend  gevolg  werd  toegepast. 

Verder  werd  een  onderzoek  ingesteld  naar  eene  ziekte  onder  de  zijde 
wormen,  die  epidemisch  was  opgetreden  op  de  eenige  op  Java  voorkomende 
kweekerij  dezer  dieren,  toebehoorende  aan  een  Chineescheu  landheer  nabij 
ïangerang.  Dit  onderzoek  bracht  aan  het  licht,  dat  de  rupsen  waren  aan- 
getast door  hetzelfde  parasietische  organisme,  dat  een  veertigtal  jaren 
geleden  in  allo  zijde  produceerende  landen  de  cultuur  met  ondergang  heeft 
bedreigd  en  een  gevaar  heeft  opgeleverd,  dat  slechts  door  de  klassieke 
onderzoekingen  van  een  Pasteur  kon  worden  bezworen.  De  als  „pé- 
brine"  bekende  ziekte  was  hier  vermoedelijk  met  eieren  uit  China  aange- 
bracht en  de  zaak  kwam  mij  zoowel  uit  wetenschappelijke  als  uit  practisch 
oogpunt  voor  van  zooveel  belang  te  zijn,  dat  ik  mij,  vergezeld  van  den  Chef 
der  Landbouw-Zoölogische  Afdeeling,  naar  de  aangetaste  kweekerijeu  begaf, 
waar,  in  navolging  van  hetgeen  door  Pasteur  in  vroeger  jaren  was  aan- 
gegeven, de  noodige  voorschriften  en  aanwijzingen  tot  beteugeling  en 
bestrijding  der  ziekte  konden  worden  gegeven. 

Behalve  eenige  in  verband  met  het  onderzoek  der  roestziektc  onder- 
nomen reizen  naar  verschillende  thee-ondernemingen  in  de  Preanger-Regent- 
sehappen, werd  den  4^*""  September  door  den  Chef  der  Afdeeling  eene  reis 
ondernomen  naar  de  Oostkust  van  Sumatra  en  speciaal  naar  het  landschap 
Serdang,  waar  de  cultuur  van  Liberia-koffie,  die  zich  aldaar  tot  eene  aan- 
zienlijke uitbreiding  heeft  ontwikkeld,  met  een  ernstig  gevaar  werd  bedreigd. 
De,  op  Java  maar  vooral  op  het  schiereiland  Malacca  als  vijand  der  IJbcria- 
cultuur  welbekende  rups  van  Cephonodes  hylas,  L.  was  namelijk 
aldaar  in  zóó  overweldigend  aantal  opgetreden,  dat  de  planters  niet  meer 
bij  machte  waren,  door  wegvangen  of  op  welke  wijze  ook  de  plaag  niet^ster 
te  blijven. 

Zooals  in  dergelijke  gevallen  maar  al  te  dikwijls  —  en  niet  zelden  uil 
bescheidendheid  —  gebeurt,  was  met  het  inroepen  van  de  hulj»  \an  een 
deskundige  te  lang  gewacht.  Reeds  hadden  een  vier-  of  vijftal  steeds  in 
getalsterkte  toenemende  generaties  dezer  rupsen  hunne  verwoestingen  aan- 
gericht en  kon  de  Afdeelingschef  geen  anderen  raad  geven  dan  mei  inspan- 
ning van  alle  krachten,  desnoods  met  prijsgeven  van  een  gedeelte  van  den 
oogst,  de  nieuw  optredende  generatie  door  eenvoudig  wegzoeken  te  bestrij- 
den. Bij  zijn  bezoek  aan  eenige  der  aangetaste  ondernemingen  zocht  hij 
in  de  allereerste  plaats  naar  mogelijk  aanwezige  natuni'lijke  vijainlen  van 
deze  rupsen,  maar  hel  ino(!li(  lieni  niet  gelukken  een  enkele  (e  vintien.      Wel 


is  waai-  iiof'  liij  in  ccii  aantal  niodc^f-iionicii  ficicii  fcn  [ta;ii-  kh-inc  sliiip- 
wosix.Mi  aan.  iii;i;ii-  de  omHtaiidi^lK'id,  <l;it  «li-  \liii<lfis  \:in  (l<'/,<'  s(»()it  liiiiirio 
eieren  niel  in  liooiijes.  in:i:ir  «-ll^  ;i  r/,nii(|cilijk  up  Nciscliillcndi-  lil;i(|eicn  en 
Vei'ScIlillende  hoonien  le;^;^en,  deed  licm  ook  \;in  <le/,e  \(»ndsl  niet  \ce|  \(mu' 
de  loekoinsl    verw  aclileii. 

()]>  eene,  na  al'loop  zijner  rtnuli-eis  <;<di<>nilen  \ ci-^iaiieiin^^  dei-  Ser- 
dangsche  K<)friei)lanleis  NCreenij^in;;  kon  hij  daarom  den  j)larileis  jreen 
anderen  laad  j^cxen  d;in  o|»  d<'  meest  enei};;ieke  vvijz<'  de  bestrijding  door 
middel  \an  \ cr/.amelen  ^\^^\■  eieren.  rii|»sen  en  |»o|»|»en  voori  Ie  zeilen,  d;uirhij 
le\«'ns  aanj^evende,  wal  mei  liel  vci/.amelde  en  s|»"ci;i;il  mei  de  eieren  en 
de  poppen  nioesl  worden  ^cilaan  om  vooi-al  de  nalnnilijke  vijanden  in  het 
leven  Ie  lalen.  J)al  de  nahinr  zelve  liiei-  zon  lielpen.  zooals  zij  liet  heelt 
j^cdüan  in  (h'  nieesle  dergelijke  *>evallen,  die  hem  reeds  \\ar<'ii  voorgekomen, 
kwnm  hem  niel  onwaarscdiijnlijk  voor,  :il  kon  hij  ^cenerlei  ;ian\vijzin<i  ^even 
Ik'I  relfende  de  richt  in^,  \an  waar  die  hnip  misschien  zon  komen. 

Hoewel  daardoor  vooinilloopende  ojt  iiel  vol<^end(i  jaai'veislaj;,  raogo 
liier  ree<ls  met  een  enkel  woord  worden  me(lei;e<leeld,  dat  O''.  K  o  n  i  n  g  s- 
h  e  r  j;  (M'  in  deze  verwaclit in^  niel  is  hedrot»-en,  daar  eeni<i(Mi  lijd  na  zijn 
vertrek  ondei-  (h'  i-npsen  eene  e[)idemische  ziekle  is  nil^citroken,  die.  voor 
zoo\'erre  liet  no^  niel  ;ir«.i<'loo]»en  onch'i'zoek  (h)el  vermoeden,  van  een  dei-- 
gelijk  karakter  is  ;ils  de  hierboven  <;i'noem«le  ziekle  der  zijderupsen,  maai- 
nieei-  aan  de  welbekendi?  „flficheri*'"  dan  aan  de  ..ftébrine"  iHM'inm'i't. 

T)e  lerujireis  werd  ondernonn'n   \  ia   l*enan<;-  en  Siuga])ore. 

Op  laalstjiciioeinde  plaats  wilde  Ü'".  K  o  n  i  n  g  s  l)  e  r  ge  r  namelijk 
gaarne  nog  een  bezoek  brengen  aan  het  Kaffles-Musenm  aldaar,  om  eenige 
bijzonderheden  betreffende  de  inrichting  na  Ie  gaan,  die  ten  vorige  jare 
(zie  het  jaarverslag  over  1900)  aan  zijne  aandacht  waren  (uitgaan.  Den 
2''"'"  October  keerde  hij  te  Bnitenzorg  terug. 

Behalve  het  hierboven  reeds  genoemde  oi>stel  in  „Teijsmannia"  werden 
doen-  den  ('het  der  Afdeeling  in  het  licht  gegeven  het  Eerste  Deel  van  „De 
vogels  van  Java  en  hunne  oeconomische  beteekenis",  voorzien  van  60  platen, 
zincographische  reproducties  naar  penteekeningen  en  het  Tweede  Deel  van 
„De  dierlijke  vijanden  der  Koffiecultuur  op  Java",  met  6  gekleurde  platen 
en  (>0  afbeeldingen  in  den  tekst.  Dit  laatste  werk  werd  door  D"",  K  o- 
ningsberger  bewerkt  in  vereeniging  met  Prof.  Zimmermann, 
botanist  bij  het  Pioefstation  voor  de  Koffiecultunr. 

Verder  werd  in  het  verslagjaar  een  begin  gemaakt  met  het  Tweede 
Deel  der  Vogels  van  Java  en  met  een  werk  over  de  Zoogdieren  van  Java, 


m 

waarvan    de    verschijning    in    het    volgende    jaar    mag    worden    tegemoet 
erezien. 


§  13. 


ONDEEVVERPEN    VAN    VERSCHILLENDEN    AARD,    NIET   TOT    DE 
VORIGE    PARAGRAFEN   BEHOOREND. 

o.     O  n  d  e  r  z  o  e  k  i  n  g  e  n   o  \-  e  i-   t  a  b  a  k   der   V  o  r  s  t  e  n  1  a  n  d  e  ii. 

Hieronder  wordt  het  ter  zake  door  den  Heer  J  e  n  s  e  n  opgestelde 
medegedeeld : 

De  onderzoekingen  zijn  van  medio  Juli  tot  medio  November  oj»  de 
ondernemingen  bij  Klaten  uitgevoerd,  gedurende  de  overige  maanden  in  het 
laboratorium  in  Buitenzorg.  Op  de  onderneming  Wedi  werd  in  een  klein 
huis  een  laboratorium  met  de  noodigste  inventaria  ingericht. 

(t.     Onderzoekingen  van  het  vorige  jaar  voortgezet. 

1.  De  slijmziekte.  De  hoofdquaestie  bij  deze  ziekte  na  te  gaan  was 
of  een  bepaalde  b  a  e  t  e  r  i  e  s  j)  e  c  i  e  s  de  primaire  oorzaak 
is.  Hiertegen  spreekt:  l''.  dat  men  in  verschillende  slijmzieke  planten,  ja 
zelfs  nu  en  dan  in  een  en  dezelfde  plant  mikroskopisch  meer  dan  een  ver- 
schillende bacterie-sooi'ten  kan  vinden;  2^  de  uitkomst  van  een  proef  met 
pot-cnlturen,  waarbij  weid  nagegaan,  welken  invloed  groote  vochtigheid  der 
aardi',  liel  gebruik  \aii  aarde  \au  zieke  plekken  uit  d<^  luinen  afkomslig  en 
een  toevoegsel  \an  fijngesnedene  slijmzieke  planten  aan  de  pol  ten  op  het 
ziek  worden  of  gezond  blijven  der  planten  hebben  kon.  De  proef  gaf  slechts 
onduidc^lijke  resultaten,  maar  in  ieder  geval  was  er  geene  aanwijzing,  dat 
de  inenting  der  aarde  met  de  zieke  planten  de  ziekte  doet  ontstaan;  3'.  dat 
het  door  vele  inentingen  van  gezonde  tabaksplanten  met  reinculturen.  van 
verschillende  slijmzieke  planten  afkomstig,  niet  één  enkele  keer  gelukt  is 
de  ziekte  te  doen  ontstaan.  Er  weid  ingeënt  in  de  wortels,  in  den  stam,  in 
de  middelnerf  van  de  bladeren  en  in  den  afgesneden  top  van  de  plant  en  W(d 
volgens  verschillende  methoden,  maar  alles  zonder  succes. 

Voor  de  opvatting,  dat  bacteriën  de  primaire  oorzaak  der  ziekte  zouden 
zijn,  sprak  slechts  een  enkele  reeks  van  proeven.  In  deze  w<n'den  5  planten 
ingeënt,  niet  met  reinculturen,  maar  met  de  zieke  weefsels  of  met  het  bacte- 
riënhoudende  slijm  van  eene  slijmzieke  plant.  Van  deze  5  planten  werden 
4  na  2  weken  slijmzieke  terwijl  al  de  omgevende  planten  gezond  bleven. 


128 

TJit  liet  bovenötaaudc  blijkl,  <liil  <J<;  vraaj^  nog  nit-i  iildofixlc  is  beant- 
woord. Dat  de  inentingen  met  reinciiKnreji  niet  gelukten,  kan  daai-door  ver- 
klaar-d  wolden,  dal  de  ])roer|»larilcii  j^i'cn  dispositie  voor  de  ziekte  liedden 
ol'  dal  de  xiektebacteriëD  door  de  cultuur  haar  viruleutie  verlii^zen,  ol  eind-- 
lijk  daardoor,  dat  slechts  een  der  hij  de  zieke  planten  voorkomende  baclerif 
soorten  de  eigenlijke  slijmziektebaeterie  is,  en  dat  juist  deze  niet  in  de 
ici  IK  lil  luren  verkregen  is.  Het  waarschijnlijkste  is  toch,  dat  de  bacteriën 
bij  de  slijmziekte  een  dergelijke  rol  spelen  als  bij  de  „Schwarzbeinigkeil" 
d<'r  aardajipelen.  In  't  geheel  niet  pathogene  bacteriën  kunnen  de  planten 
ziek  maken  als  de  gelegenheid  tot  een  saprophytisch  leven  in  de  „Wirth- 
jdlanze"  aangeboden  wordt,  b.  v.  als  eenig  deel  van  de  plant  door  andere 
oorzaken  gedood  wordt,  hetzij  door  aanvreten  van  dieren,  wat  men  bij  de 
vvoiiels  van  slijnizieke  tabaksplanten  dikwijls  opmerken  kan,  of  door  meteo- 
rologisch ongunstige  omstandigheden.  Zoo  werd  waargenomen,  dat  in  een 
luin.  <lie  kunstmatig  onder  water  gezet  was,  toen  kort  daarna  een  zware 
regen  viel,  al  de  planten,  die  langs  den  rand  der  slooten  stonden, 
verwelkten  en  gedeeltelijk  ook  door  slijmziekte  aangetast  werden.  De 
temiieratuur  van  de  aarde  was  bij  de  buitenste  planten  +  G°  lager  dan 
3  Meter  meer  naar  het  midden  toe!  Hierdoor  een  „koude  vatten"  der 
wortels,  een  gedeeltelijke  verrotting  van  dezen  en  daarna  aanval  van 
de  lallooze  grondbacteriën. 

'2.  In  aansluiting  aan  het  in  het  vorige  verslag  medegedeelde  over  het 
geel  worden  van  tabaksplanten  op  lager  gelegen  stukken,  kan  vermeld 
worden,  dat  oi>  zulk  een  stuk  werkelijk  een  veel  beter  resultaat  dan  vroeger 
verkregen  werd  door  een  betere  en  diepere  drainage.  Hierdoor  wordt  de 
grond  beter  uitgelucht,  de  zure  reactie  verdwijnt,  als  de  anaërobe  bacteriën 
voor  de  aërobe  plaats  moeten  maken,  en  dientengevolge  kan  de  nitrificatie 
voortgaan. 

3.  Het  schijnt,  dat  een  verschil  in  de  hygroscopiciteit  tusschen  de 
's  morgens  en  's  avonds  geplukte  bladeren  bestaat,  wat  weer  een  grooteie 
neiging  bij  de  laatste  tot  „druk"  bij  de  fermentatie  medebrengt.  De  gedu- 
rende den  dag  gevormde  assimilatie-producten  kunnen  misschien  de  oorzaak 
hiervan  zijn.  Ten  einde  een  zekere  conclusie  te  kunnen  trekken,  wo''den  de 
proeven  dit  jaar  voortgezet. 

4.  In  aansluiting  aan  de  door  Raciborski  genomen  proeven  over 
den  invloed  van  het  licht  op  de  kieming  der  tabakszaden,  is  gevonden,  dat 
eerst  een  zekere  door  wateropneming  teweeggebrachte  stofwisseling  in  de 
zaden  en  daarna  een  betrekkelijk  korte  blootstelling  aan  het  licht  noodig  is. 


129 

Hoe  volkomener  de  eerste  is,  des  te  korter  kan  de  tijd  der  lichtexpositie  zijn, 
somtijds  zijn  weinige  seconden  voldoende. 

5.  Om  beter  inzicht  in  het  wezen  der  tabakfermentatie  te  verkrijgen, 
is  beproefd  planten  te  cultiveeren  onder  zulke  omstandigheden,  dat  zij  geheel 
vrij  van  mikro-organismen  waren.  Het  is  inderdaad  ook  gelukt  zulke  kleine 
„sterile''  plantjes  te  krijgen,  die  maanden  hing  in  bouillon  konden  be- 
waard worden  zonder  dat  in  deze  eenig  mikro-organisme  zich  ontwikkelde. 
Wegens  hot  tijdroovende  van  de  voortzetting  van  deze  proeven  en  de  nood- 
zakelijkheid van  bijzonder  omvangrijke  inrichtingen  voor  de  cultures,  zijn 
deze  proe\<'ii  vooi-loopig  gestaakt. 

6.  Aangaande  het  verschil  tusschen  zaden  van  verschillend  spec. 
gewicht,  werd  de  volgende  veldproef  op  touw  gezet,  de  zaadproef  werd  in 
4  porties  verdeeld,  gedeeltelijk  naar  het  spec.  gewicht  en  gedeeltelijk  naar 
het  absolute  gewicht: 


Gewicht  van  lÜOü  korrels. 


Spec.  Gewicht. 


82  mgr. 

1,049 

74  . 

0,887 

74  . 

1,047 

66   . 

0,885 

N».  1 
.  2 
.  3 
>    4 


Hoewel  het  onder  het  iiemen  der  proef  bleek,  dat  het  zaad-materiaal  niet 
gelukkig  gekozen  was,  werd  toch  de  hoogte  van  de  planten,  toen  zij  begon- 
nen te  bloeien,  gemeten.     Deze  meting  gaf  de  volgende  gemiddelde  cijfers: 

N^  1 115.S  cM. 

„    ^ 107.8    „ 

„    3 102.5    „ 

„    4 104.2    „ 

Als  men  dus  uit  deze  niet  goed  geslaagde  proef  iets  concludeeren  kan, 
zou  het  dit  zijn,  dat  het  absolute  gewicht  wel  den  grootsten  invloed  op  de 
hoogte  der  jdanten  heeft,  maai-  dal  bovendien  het  spec.  gewiclil  ook  van 
eenige  beteekenis  is. 

üit  kiemproeven  met  bovenbedoelde  zaden  genomen  blijkt  verder,  dat 
het  verschil  in  kiemkraclil   wel  zeer  gering  was,  maar  dat  de  kiemenergie 
veel  grooter  bij  de  spec.  zware  zaden  was  dan  bij  de  spec.  lichte, 
h.     Nieuwe  onderzoekingen. 

Verslag  yan  's  lands  plantkntuin  1901.  9 


130 

t.  ]>('<']s  om  lijd  CM  |»l;i;iis  (e  sparen,  dficls  «mm  onafbankf^lijk  van  lier 
gedurende  lid  di(M»i;  procedt'  in  de  N'oi  sicnhindcn  dikwijls  sUtIiIc  weer  te 
zijn,  zon  liel  \an  j^loole  heleekenis  wezen.  ;ils  Ih-I  ;,;eliikken  kon  hij  kniist- 
]naLijj;e  di(><;iii;4,  zooals  die  in  No(ti(l  Amerika  loe;4('pasl  wordi.  goede  ial»ak 
in  deze  streken  te  krijgen.  I'.ij  eenige  \doiloo|)ige  proeven  in  het  laborato- 
linm  wai-en  (!<■  icsiillalen  zeer  ongelijk;  eenige  hladeri-n  werden  heel 
slecht,  terwijl  andere  een  bruikbare  kleur  kregen.  Mei  de  voorliaTulene 
toestellen  was  het  moeilijk  eene  regelmatige  temi»eiatuur8tijgiug  te  krijgen. 
Dit  was  nog  meer  het  geval  bij  de  juoeven  op  iets  grootere  schaal  op 
de  onderneming.  Hiervoor  werd  een  \  roeger  v(K)r  de  indigofabrikatie  ge- 
bruikte droogkamer  gebruikt.  Maar  tussclien  l wee  achtereenvolgende 
vullingen  van  de  stookplaats  schommelde  de  teniperal  unr,  voornamelijk 
"s  nachts,  betrekkelijk  sterk,  zoodat  het  geen  wonder  was,  dat  de  bladei-en  al 
te  snel  afstierven  in  jdaats  van  eerst  een  tijd  lang  in  een  zekeren  ,,koort8- 
achtigen'"  toestand  te  verwijlen,  en  dientengevolge  was  de  verkleuring  vrij 
slecht;  slechts  weinige  bladeicn  InuMen  over  "t  geheel  eene  bruine  kleur  aan- 
genomen. In  het  volgend  jaar  is  het  te  hopen,  dat  deze  toestel  zoo  veran- 
derd zal  kunnen  worden,  dat  de  proeven  met  beter  uitzicht  op  succes  voort- 
gezet kunnen  worden. 

8.  Om  de  natuurlijke  geschiedenis  van  Phv'to]>htora  Nicotianae  te  kun- 
nen bestudeeren,  werden  pogingen  gedaan  deze  schimmel  in  reincultuur  te 
krijgen.  Met  Phytophtora-zieke  tabaksplanten  als  uitgangsmateriaal,  is  het 
dan  ook  gelukt  een  schimmel  oj)  kunstmatig  voedsel  te  cultiveeren,  die  veel 
op  Phytophtora  Nicotianae  gelijkt,  zoowel  in  het  mikroskopische  uiterlijk 
van  het  mycelium,  als  in  het  ziektebeeld  van  door  reincul  turen  geïnfecteerde 
zaadplanten  en  in  de  oosporen-vormen.  die  zeer  rijkelijk  voorhanden  waren. 
Maar  tot  nu  toe  (Februari  1902)  is  het  niet  gelukt  conidiën  te  voorschijn 
te  brengen.  Of  dit  door  den  gecultiveerden  toestand  van  de  schimmel  ver- 
oorzaakt wordt,  dan  of  het  misschien  niet  Phytophtora  Nicotianae  zelf  is, 
maar  een  andere  daarmede  verwante  Peronosporee,  blijft  voorloopig 
onbeslist. 

9.  Als  grondslag  voor  latere  veredelingsproeven  werd  de  bevruchting 
van  tabak  onderzocht.  Het  bleek  daarbij,  dat  deze  plant  even  goed  door 
zelf  bestuiving  als  door  kruisbestuiving  bevrucht  worden  kan.  Het  bleek 
verder,  dat  de  laatste  in  de  natuur  inderdaad  voorkomt,  daar  twee  kleine 
bijensoorten  (Apis  indica  en  een  andere  nog  niet  gedetermineerde)  in  groote 
hoeveelheden  's  avonds  en  's  morgens  rondvliegen  met  de  kootjes  vol  van 
stuifmeel   van   tabaksbloemeii.     Verder   werden,  om    uitzaairaateriaal    voor 


131 

bet  volgend  jaar  te  hebben  bij  eenige  uitgezochte  planten  (zoowel  bijzonder 
goede  als  slechte)  respectievelijk  zelf-  en  vreemdbestuiving  verricht,  en 
daarna  alle  oNeiige  jonge  bloemen,  knoppen  en  vruchten  afgenomen,  en  de 
geheele  bloei  wijze  met  de  kunstmatig  bevruchte  bloemen  in  een  zak  van 
dichte  gordijnstof  ingesloten.  Met  dit  bekende  materiaal  als  uitgangspunt 
zullen  nu  het  volgend  jaar  de  infectieproeven  genomen  worden. 

h.     G  o  u  V  e  r  n  e  m  e  n  t  s    G  e  t  a  h-p  ertja    aanplantingen 

te  Tjipetir. 

Zooals  in  §  l  is  medegedeeld  werd  mij  bij  besluit  van  23  Juli  1901  II?  13 
de  machtiging  gegeven  de  speciale  leiding  dezer  aanplantingen  over  te 
dragen  aan  den  ('hef  der  III''  Afdeeling  onzer  inrichting  D"".  P.  van 
K  o  m  b  u  r  g  h. 

Hier  volgt  thans  in  extenso  en  geheel  ongewijzigd  het  verslag  over  den 
aanplant  te  Tjipetir,  zooals  dit  door  genoemden  Afdeelingschef  is  opge- 
maakt en  ingediend : 

PROEFAANPLANT   VAN   GETAH-PERTJA   PKODUCEERENDE 
GEWASSEN    TE    TJIPETIR. 

Bij  mijn  optreden  bestonden  de  Gouvernements  getah-pertja  aanplan- 
tingen in  het  district  Tjitjoeroeg,  behalve  uit  de  oude,  indertijd  door 
D"".  B  u  r  c  k  aangelegde  tuinen  en  eenige  kleine  stukken,  beplant  door  den 
dienst  van  het  Bosch  wezen,  uit  120  bouws  in  den  Westmoesson  van 
1900/1901  iii  den  grond  gebrachte  cultures. 

De  stand  der  oude  geslaagde  plantsoenen  was  aan  't  eind  van  het  ver- 
slagjaar bevredigend. 

I  )e  boomen  in  de  P  a  1  a  q  u  i  u  m  o  b  1  o  n  g  i  f  o  1  i  u  m-tuinen,  die  een 
pnar  jaar  geleden  er  over  't  algemeen  niet  erg  voordeelig  uitzagen,  hadden 
den  goeden  invloed  van  eene  degelijke  grondbewerking  en  van  geregeld 
onderhoud  ondervonden  en  vertoonden  een  donkergroene  bladerdos.  Het 
gedeeltelijk  verwijderen  van  de  er  tusscheu  geplante  Liberia-koffie-  en  P  a- 
yena  L  e  e  r  i  i-boomen  had  niet  nagelaten  eveneens  een  gunstige  werking 
(>])  den  stand  van  het  plantsoen  uit  te  oefenen,  behalve  nog  dat  daardoor  een 
heler  <»V(M/icht  van  den  loestaiid  san  hel  geheel  luogelijU  begon  te  worden. 
Met  kiachl  wordt  deze  opruiiniiig  \an  er  tussihcii  ucphinte  boomen  voort- 
gezet; daardoor  zal  dan  tevens  een  telling,  en  /.oo  iioculig  schifting,  der 
boomen  aan/ienlijk   Ncrgeniakkelijkt    woi'den. 


152 

AIh  (ie  P  a  1  a  (|  II  i  II  III  Imhmiiimi  iio-:.  ]*>u<^  /ijii.  is  zulk  oen  tusschen- 
planting  niet  ouvoordeelig  te  achten  —  oimliil  thiiiidooi  <».  in.  <ie  ouderlKtuds- 
kosten  iiiiiidcr  worcicn  —  maar  iihmi  iimm-i  i  lijdsiip  \;iii  uildiiiiiifn  mci  zorg 
kiezen  en  dan  niet  ojizien  tegcu  de  kosicii.  wt-lkc  il;i;ii;i;iii  vcihoiiilcn  zijn. 
De  kosten  en  vooral  de;  iiioc^ielijkhedcii  aan  ln'i  rooien  Mibondcn  worden 
uitermate  groot,  indien  men,  zooals  in  vers<liilli'ii»l<'  iniin-n  liet  geval  is  met 
Albizzia  m  o  1  u  <•  e  a  n  a,  de  sclniduw  lioonn'ii  <»!  In-i  \iillioui  ic  zwaar 
laat  worden.  liet  vellen  van  deze  renz(Mi  kan  d.in  hijnn  iii<-i  plnats  vinden 
zonder  liet  i)laut8oen  te  heschadigen.  Met  kraclil  werd  ook  in  deze  tuinen 
de  strijd  tegen  de  alang-alang,  die  oj)  cnkcU'  ijlere  idfdckcn  voorkwam  en 
waarmede  de  P  a  l  a  ci  u  i  n  ui-hoomeu  zi<li  sleclit  verdragen,  aangebondt-n; 
flinke  grondbewerking  bleek  0(»k  nu  weer  het  eenige  afdoende  middel. 

Daar  de  aangeplante  Pal  a  (i  u  i  u  ms,  in  liun  jeugd  vooral,  vrij  veel 
op  elkaar  lijken,  is  het  bij  den  aanleg  van  tuinen  niet  zoo  gemakkelijk  om 
aanplantingen  zuiver  van  ééne  soort  te  ki-ijgen  en  daar  't  met  het  oog  op  de 
zaden-oogst,  voor  de  uitbreidingen,  gewenscht  was  de  soorten  zoo  goed 
mogelijk  uit  elkaar  te  houden,  zijn  de  verschillende  oude  aanplantingen 
zorgvuldig  nagegaan.  Hel  bleek  nu.  dal  de  liooineii  in  de  oudste  P  a  1  a- 
quium  o  b  1  o  n  g  i  f  o  1  i  u  m-tuinen  bijna  zonder  uitzondering  tot  die 
soort  behooren.  Wel  vindt  men  er  eenigszins  afwijkende  vormen  (*)  onder, 
want  zooals  reeds  bekend,  vertoonen  de  Palaci  u  i  u  m's  veel  neiging  tot 
variëeren,  althans  in  geen Iti veerden  toestand. 

In  de  Palaquium  borneens  e-aanplant  vindt  men  echter  eenige 
boomen,  welke  niet  tot  die  soort  behooren.  Toen  enkele  van  deze  in  bloei 
stonden,  werd  de  getah-pei-tja  ervan  in  liet  laboratorium  van  den  Cnltuurtuin 
geanalyseerd  en  als  't  bleek  dat  deze  van  slechte  hoedanigheid  was  liet  ik 
den  boom  of  vellen  of  van  zijn  bloemen  en  jonge  vruchten  berooveu. 

In  den  Palaquium  borneens  e-aanplaut  vindt  men  echter  eenige 
echter  voor  't  grootste  gedeelte  uit  het  zoogeu.  afwijkende  type  —  thans 
door  de  Inlanders  getah  tipis  genoemd  —  bestaat,  trof  ik  een  aantal 
ook  bloeiende  exemplaren  van  P  a  1.  c  a  1  o  p  hy  1  l  u  m  aan  (getah  mas  ge- 
heeten),  een  fraaien  boom,  die  evenwel  een  zeer  inferieur  product  levert, 
waarin  (57%  hars  en  3?»%  gutta.  Van  deze  werden  eveneens  de  takken  afge- 
kapt, in  afwachting,  dat  ze  gerooid  en  door  jonge  Pal.  G  u  1 1  a-planten 
vervangen  zullen  worden.  Ook  verschillende  bloeiende  Pal.  Treubii 
vond  ik  er  in,  die  't  zelfde  lot  ondergingen,  omdat  liet  niet  in  de  bedoeling 


(*)     Knkele   boomen    —   ook    iii    een  jongen  aanplant  —  vertoonen  zeer  Ira.ii  lasciatie 
verschijnselen  van  de  lakken. 


133 

ligt,  nu  er  weldra  groote  hoeveelheden  zaden  van  betere  soorten  verwacht 
kunnen  worden,  den  aanplant  van  dezen  boom  uit  te  breiden,  vóórdat  over 
het  product  ervan  door  verbruikers  van  getah-pertja  gunstige  beoordeelingen 
zijn  ingekomen  (*). 

A'erder  treft  men  er  nog  een i ge  exemplaren  aan  van  eene  waarschijnlijk 
nog  niet  gedetermineerde  soort,  waarvan  de  blaren  gelijken  op  die  van 
F  ave  na  Leerii  en  die  de  eigenaardigheid  vertoonen,  dat  ze  door  een 
of  andere  dierlijke  of  plantaardige  parasiet  worden  aangetast,  die  de  andere 
in  de  onmiddellijke  nabijheid  staande  F  a  1  a  q  u  i  u  m's  verschoont.  Deze 
eigenaardigheid  is  zóó  opvallend,  dat  men  de  boomen  er  gemakkelijk  door 
herkent.  Daar  het  product  volgens  de  analyse  15.5%  hars  en  85.5%  gutta 
bevat,  worden  deze  boomen  vooreerst  aangehouden. 

Eindelijk  vond  ik  in  den  Pal.  Treubi  i-aanplant  eveneens  een  aantal 
boomen  van  een  andere  soort  met  zeer  slecht  product,  70%  hars  en  30% 
gutta  bevattende. 

Van  den,  in  den  Westmoesson  1900/1901  in  den  grond  gebrachten, 
aanplant,  die,  zooals  in  't  vorige  verslag  over  Tjipetir  reeds  vermeld 
werd,  op  de  bij  het  Boschwezen  gebruikelijke  wijze  was  aangelegd, 
was  de  toestand  der  Palaquium  oblongifoliu  m-tuinen  verre- 
weg het  gunstigst,  hooM^el  de  stand  der  boomen  nog  niet  geheel  uniform 
was.  Het  plantmateriaal  was  blijkbaar  grootendeels  van  goede  hoedanig- 
heid geweest  en  nóch  de  padi  en  de  maïs,  die  er  tusschen  geplant  waren, 
nóch  de  afwezigheid  van  schaduw  hadden  de  jonge  boompjes,  die  in  den 
Oostmoesson  zelfs  een  vrij  lange  droogte  doorstonden,  geschaad.  De  proef 
met  de  nu  gevolgde  cultuurmethode  schijnt  alzoo  ook  voor  Palaquium- 
boomen  wel  goede  resultaten  te  kunnen  geven,  alleen  zal  de  ervaring  nog 
uitspraak  moeten  doen  over  de  kosten  van  onderhoud  in  de  volgende  jaren, 
waarbij  men  niet  moet  vergeten  dat  deze  boomen  in  hun  jeugd  niet  snel 
groeien  en  weinig  kroon  vormen,  zoodat  bij  eenigszins  ruim  plant-verband 
veel  van  het  terrein  onbeschaduwd  blijft. 

Ook  Pal.  Treubii.  waarmede  nog  eenige  bouws  beplant  waren 
geworden,  stond  goed. 


(*)  Van  hel  product  van  Pal.  Trenbii  en  P.  Gutta  (afw.  type)  zijn  prootere  hoeveel- 
heden gezonden  naar  de  bekende  fabriek  van  Feiten  en  Ouilleauuie  (e  Mülheim  a/Rh.,  welks 
Generaldirector  zich.  tijdens  een  bezoek,  dal  ik  aan  die  fabriek  bracht,  met  proote  welwillejid- 
heid  bereid  verklaard  had  een  kabelproef  er  mede  Ie  nemen.  Om  de  zending  Ie  bespoedigen 
werd  het  product  over  een  aantal  postpakketten  verdeeld  en  in  November  via  Bremen 
geëxpedieerd.  Hel  bleek  echter  na  eenige  maanden  dal  men  in  Mülheim  niets  ontvangen  had 
en  dal  de  pakketten  in  Maart  1902  nog  in Makasar  lagen. 


154 

Minder  ^ovd  whh  (1<*  stand  d<  r  aiiden-  soorten,  waarbij  klaarblijkelijk 
het  plantniateri:i;il  in  minder  -;oede  (onditie  Acrke^M-d  liad.  Toen  ik  het 
beheer  van  Tjipelir  o|>  mij  nam,  schatte  ik  het  aantal  in  te  boeten  boompjeK 
op  oniHtieeks  20%,  onj-crekend  de  achterlijke  exemplaren,  die  't  wenschelijk 
zon  /-ijn  door  kracht ijic  te  vervan.ufii.  hi  lid  Ix'^iii  van  den  W'cstmoesson 
van  dit  jaar  weiden  in  de  nitbreidinj;  \an  i'.Mio/l'.tdl  de  onl  t>i(;kende  planten 
ingeboet.  Het  beschikbare  plantniateriaal  was  dienlenjjevolge  niet  vol- 
doende om,  in  verband  met  de  bij  mijn  komst  reeds  in  ont^Miinin^'  zijnde 
terreinen,  ook  de  achterlijke  planten  Ie  veivan^n-n. 

Het  in  den  Westnioesson  van  1900/1901  iiiljiele-de  nantal  zad<'n  was, 
volj;eiis  opj^aat  van  den  ()pzi('ht<M',  TL'L'a'J  (*).  liel  daainil  \<Ml<re-«'n  aantal 
kiemplanten  bedroe^^  in  .Inli  47112.  waarvan  in  S«'i»)eml»' r  no<;  4:5085  stuks 
over  waien. 

In  Sei)teniber  werden  van  de  Her-i-en  I',  landl  iV  ('o.  te  Sin^'apore 
een  5000-tal  „stumps'*  van  l*a  I  a  ([  ii  i  n  m  <»  1.  I  o  n  u  i  f  o  I  i  u  m.  alkomstij; 
van  Midiau  (W.-afd.  van  Borueo),  ten  tiesduMike  (»nl  vanjicn,  welke  onmiddel- 
lijk na  ontvanji'st   in  kweekbedden  werden  uil^c/et. 

Die,  welke  in  de  daaropvolgende  maand  loten  gemaakt  hadden  werden 
nitgeplant  in  een  plantverband  van  2  ><  :*.  M.  Een  groot  deel  der  stumps 
is  echter  niet  nitgeloopen. 

Eindelijk  werden,  van  de  aanplant  ing  t<'  Blaran,  door  tiisselieid<omst 
van  den  Assistent-Resident  van  Poerwokerto.  den  Iteer  Ri  vière  en  van 
die  te  Sawanggali,  dooi-  de  goede  zorgen  van  den  Wedono  van  Adjibarang, 
Raden  Gondo  S  o  e  b  r  o  t  o,  omstreeks  fJOOO  zaden  van  P  a  I  a  o.  n  i  n  m 
oblongifolium  ontvangen ;  de  daarnit  gekweekte  plantjes  werden, 
beschermd  door  cylinders  van  vlechtwerk  (krembengs),  ter  afwering  van 
krekels,  eveneens  nog  nitgeplant. 

Men  had,  bij  het  maken  van  de  contracten  in  Maart  en  het  ontginnen  van 
de  uitbreiding  van  1901/02,  er  op  gerekend,  dal  de  zaadoogst  te  Tjipetir  nog 
vóór  het  einde  van  't  jaar  binnen  zou  komen,  zoodat  men  dan  de  eerstelingen 
daarvan  althans,  nog  zou  hebben  kunnen  gebruiken  voor  plantmateriaal. 
Die  verwachting  werd  echter  niet  vervuld,  wijl  de  hoofdbloei  laat  inviel 
en  er  dus  alleen  gebruik  gemaakt  kon  worden  van  een  duizendtal  plantjes 
van  Pal.  (1  u  1 1  a  (afw.  type),  afkomstig  van  zaden  van  een  voorbloei. 
Het  gevolg  van  een  en  ander  was  dus,  dat  de  beplante  uitbreiding  niet  meer 
dan  51  bouws  bedroeg  en  dat  ik,  hoewel  zeer  tegen  uiijn  zin,  niet  zoo 
streng  kon  zijn  met  de  keuze  van  de  te  gebruiken  plantjes,  als  ik  wel  ge- 
(•)    Hiervan  waren  63279  stuks  van  den  Cultuurluin  afkomstig. 


155 

wensebt  had,  wijl  anders  een  nog  grooter  oppervlak  oiilieplaut  gebleven 
ware. 

Men  zal  bij  deze  cultuur  niet  te  veel  aandacht  aan  het  plautmateriaal 
kunnen  wijden  en  verstandig  doen  met  minstens  het  dubbel  aantal  planten 
van  dat,  hetgeen  men  noodig  denkt  te  hebben,  in  kweokl»ed  te  houden,  ook 
met  't  oog  op  latere  inboetingen. 

In  de  kweekbedden  hebben,  vooral  toen  de  plantjes  nog  jong  waren, 
krekels  nogal  schade  gedaan.  Óok  vertoonden  tal  van  planten  het  ver- 
schijnsel, dat  de  blaren  langzamerhand  de  groene  kleur  verloren,  geheel  wit 
werden,  waarop  ze  te  gronde  gingen.  D'.  van  Breda  de  Haan,  die 
't  verschijnsel  oj)  mijn  verzoek  aan  een  vooiloopig  onderzoek  onderwierp, 
kon  nog  geen  bepaalde  oorzaak  ervan  aantoonen. 

Een  proef,  die  ik  nam  om  met  behulp  van  een  verdunde  oplossing  van 
een  ijzerzout  de  planten  te  doen  herstellen,  gaf  een  negatief  resultaat,  even- 
min reageerden  zij  op  eene  bemesting  met  kali-salpeter. 

Van  ziekten  en  plagen  hebben  de  aanplantingen  niet  al  te  zeer  te  lijden 
gehad.  Behalve  krekels,  die  jonge  plantjes  afknaagden  in  de  tuinen,  waar- 
door de  groei  ervan  aanzienlijk  vertraagd  werd,  deden  engerlingen  en  een 
rups,  welke  de  jonge,  ontwikkelde  blaren  oprolt  en  aanvreet  eenige  schade. 
D"".  Koningsberger,  die  op  mijn  verzoek  deze  dieren  onderzocht,  deelt 
daarover  het  volgende  mede: 

R  h  o  d  o  n  e  u  r  a    s  p  e  c. 

,,De  P  a  1  a  q  u  i  u  m's  hadden  in  verschillende  jaargetijden  te  lijden  Aan 
rui>sen,  die  als  bladrolleis  schadelijk  waren  en  het  vooral  voorzien  hadden 
op  de  2 — 3  jongste  blai'en  aan  de  uiteinden  der  takken.  Zij  spinnen  deze 
samen  en  vreten  ze  gedeeltelijk  op,  om  spoedig  eene  andere  verblijfplaats 
oj>  te  zoeken  en  hetzelfde  te  herhalen.  De  rups  verlaat  hare  verblijfplaats, 
door  in  het  oudste  der  samengesponnen  blaren  eene  ronde  opening  te  boren. 

Uit  deze  rupsen  werden  een  aantal  vlinders  opgekweekt,  die  bleken  te 
behooren  tot  de  kleine  familie  der  Thyrididae,  die  in  vele  opzichten  —  ook 
in  de  levenswijze  dei-  rupsen  —  aan  die  der  Pvralidae  (Lichtmott«Mi) 
herinnert. 

Deze,  onderling  nogal  verschil  vertoonende.  vlinders  werden  gedeter- 
mineerd als  eene  Khodoneura-soort  en  zijn  naai-  alle  waarschijnlijkheid  iden- 
tiek met  R.  myrta ea,  Drury,  van  welke  soort  verschillende  variëteiten 
bekend  zijn.  Dat  deze  variëteiten  niet  van  localen  aaid  zijn.  bleek  duidelijk 
uit  het  feit,  dan  \an  eenzelfden  hdoiii.  zoowel  \  liudcrs  ni  e  t,  als  vlinders 
zonder   de  doorschijnende  vlekken  op  de  voorvleugels  werden  gekweekt. 


156 

Ter  bestrijding  van  deze  plaag  kon  ge<ui  iuidcr  middel  dan  \wA  zooveel 
mogelijk  doen  vcrzaiiiclcii  dei-  nipsi-n  aan  dt-  liand   wordrn  ^icdaaiT'. 

Op  a])ei),  die  dikwijl»  takken  afbreken  <mi  ook  op  «Ie  vruchten  azen, 
alsmede  op  eekhoorns,  voor  welke  de  bast  der  T  a  1  a  (|  ii  i  u  ni  boouien.  waar 
van  ze  groote  stukken  afknagen,  een  lekkernij  schijnl  Ie  /.ijn,  werd  gere;,M'ld 
jacht  gemaakt.  De  kweekerijen  moes! en  steeds  lei-  d('^r(.  (ogen  wilde  zwij- 
nen beschermd  worden. 

De  groote  bloei  der  Palaq  ui  u  m-boonien  trad  later  in  dan  gewoon- 
lijk en  wel  eerst  in  October,  waarschijnlijk  was  het  regenachtige  weder  in 
den  Oostmoesson  daaraan  schuld.  Daar  de  vinchtzetting  zeer  bevredigend 
was,  beloofde  (*)  de  zaadoogst  een  goede  te  zijn;  de  vruchten  waren  echter 
op  't  eind  van  het  verslagjaar  nog  niet  rijj). 

Kegen waarnemingen  waren  te  Tjipetir  nog  niet  gedaan,  en  daar    l   mij 
wenschelijk  toescheen  over  den  regenval  en  het  aantal  regendagen  gegevens 
te  bezitten  werd  een  regenmeter  bij  de  opzichters-woning  geplaatst. 
De  uitkomsten  dier  waarnemingen  zijn: 

Regenval  in  mM.     Aantal  regendagen, 

18 

15 

8 

9 

\^^ 


20 


In  den  14-jarigen  P  a  1  a  q  u  i  u  m  T  r  e  u  b  i  i-tuinen  werden  in  Augus- 
tus 110  boomen  getapt  door  eenvoudig  met  een  kapmes  insnijdingen  in  den 
bast  te  maken,  de  gemiddelde  opbrengst  per  boom  bedroeg  slechts  50  gram. 

Beter  waren  de  resultaten  verkregen  met  het  aftappen  van  P  a  1  a- 
quium  Gutta  (afw.  type),  waarvan  102  boomen  8646  gram  product 
gaven,  d.  i.  dus  gem.  85  gram  per  boom. 

De  boomen  werden  slechts  matig  sterk  getapt  om  ze  niet  te  veel  te 


Juni 

223 

Juli 

234 

Augustus 

176 

September 

105 

October 

168 

November 

540 

December 

314 

(*)    Deze  verwachting  werd  niet  bedrogen  want  in  de  eerste  maanden  van  1902  konden 
ongeveer  300000  zaden  geoogst  worden* 


157 

schaden.  Kort  na  he(  lappen  trad  er  een  tijd  van  droogte  in,  waardoor  bij 
verscheidene  een  laagje  bast  in  de  nabijheid  der  insnijdingen  verdroogde  en 
de  o-enezing  tegengehonden  werd.  Dezelfde  boomen  zullen  nu  na  een  jaai' 
rust  weder  worden  afgetapt. 

Tegelijkertijd  werden  boomen  van  dezelfde  soort  te  Buitenzorg  in  den 
Oultuurtuin  af  getapt  om  do  samenstelling  van  de  te  Tjipetir  gewonnen 
getah-pertja  daarmede  te  kunnen  vergelijken. 

De  door  D".  Tromp  de  Haas  uitgevoerde  analyses  gaven  de  vol- 
gende resnltaten: 

Getah-pertja  van: 

Pal.  Treubii 

Pal.  Gutta  (afw.  type) 

Payeua  Leerii 

Zooals  uit  d«'ze  getallen  Idijkt,  loopt  de  samenstelling  der  te  Buitenzorg 
en  te  Tjipetir  geoogste  getah-pertja  van  dezelfde  boomsoort  niet  van  betec- 
kenis  uiteen. 

De  grootste  verschillen  vertoonen  nog  Pal.  Gutta  en  wel  in  een  voor 
Tjipetir  gunstigen  zin. 

Deze  onderzoekingen  worden  nog  met  hel  product  van  P  a  1  a  q  u  i  n  m 
oblongifolinm,    1*.    b  o  r  n  e  o  n  s  e   en    P.    G  u  1 1  a   voortgezi't. 

Een  begin  is  in  dit  verslagjaar  ook  nog  gemaakt  met  het  bepalen  van 
de  bladopbrengst  van  de  verschillende  getah-pertja-boomen.  De  blaren 
werden  door  jongens  geplukt  zoodanig,  dat  de  jonge  uitloopers  gespaard 
bleven  en  in  die  mate,  dat  de  boomen  er  genoeg  overhielden  om  behoorlijk 
te  functioneeren. 

P  a  1  a  n  n  1  u  m    oblongifolinm. 


hars. 

gutta. 

ewonnen  te 

Tjipetir 
Buitenzorg 

44.8% 
45.7  „ 

55.2% 
54.8  „ 

Tjipetir 

16.4  „ 

88.6  „ 

5> 

Bnitenzorg 

21.6  „ 

78.4  „ 

Tjipetir 

44.8  „ 

55.2  „ 

J5 

Buitenzorg 

48.6  ,, 

56.4  „ 

10-jarige     boom 


11 
15 
12 


hoogte. 

omt 

tr. 

7%  M- 

32.5 

cM. 

SV2     . 

25.5 

V 

8       „ 

37 

f> 

121/4    ,. 

60 

yy 

121/2     „ 

761/2 

» 

7%    „ 

38 

» 

gew.  versch  blad. 


zamen  36      KG. 


22        „ 
62        „ 

llVs    » 


:>R 


r  ;i  I.    Il  <ir  II  ('  (!  11  s  «.*. 


!( 

il  f  !<,'(• 

ImM)||| 

(;i._, 

M. 

::i. 

10 

>j 

•? 

7% 

)) 

'óli 

10 

>j 

J> 

«>% 

» 

31 

JO 

>j 

J> 

15 

)> 

— 

181/4  KG. 
18         „ 

72 


P  a  I.   (i  u  1 1  a    (afvv.  tvpe). 

hoogte.  om  Lr.  ü^"^-  veiscb  blad. 

12-jaiij;c     liooin  7%  M.  45.5     cM.  331/2  KG. 

15       „  .  141/2    ,,  92  „  76 

J)ez('  iMoefplukkeu  zullen  gedurende  eeuige  jaren  op  meer  uitgebreide 
schaal  worden  voortgezet  om  daaruit  conclusies  te  trekken  voor  de  opbrengst 
aan  blad,  per  bouw.  van  boomen  van  vei'schillenden  leeftijd  en  bij  vei'Schil- 
lend  plantverbaiid.  De  werkzaamheden  verbonden  aan  het  zoeken  der 
nieuwe  terreinen,  het  onderhoud,  de  ontginninji  en  de  kweekerijen  eischten 
echter  nu  nog  te  veel  van  den  tijd  en  de  krachten  van  een  enkelen  opzichter 
en  hel   Inlandseli  personeel  om  deze  met  kracht  ter  hand  te  kunnen  nemen. 

Op  verzoek  van  de  firma  Brandt  &  Co.  te  Singapore  werden  een 
partij  blaren  naar  Singapore  gezonden,  ten  einde  in  Europa  aan  een  onder- 
zoek onderworj)en  te  worden. 

Ook  naar  D'.  Lede  b  o  e  r  te  Singapore  ging  een  partij  blaren,  terwijl 
<»]»  verzoek  van  den  Heer  S  c  h  1  e  e  h  t  e  r,  de  Duitsche  Consul-Generaal  te 
Batavia  eveneens  eene  hoeveelheid  ontving. 


Met  het  verkrijgen  van  contractanten  voor  de  ontginningen  werd  geen 
moeite  ondervonden,  integendeel  schijnt  de  gevolgde  cultuurwijze  zeer  in 
den  smaak  der  bevolking  te  vallen. 

Moeielijker  was- het  op  sommige  tijden  werkvolk  in  voldoend  aantal  te 
krijgen.  Ten  einde  dit  bezwaar  te  ondervangen  werd  een  proef  genomen  om 
uit  Bagelen  een  tiental  Javaansche  families  met  een  mandoer  te  laten  over- 
komen. Toen  die  mensihen  te  Tjipetir  aankwamen,  droegen  ze  de  duide- 
lijke sporen  niet  in  overvloed  gebaad  te  hebben.  Xa  korten  tijd  kwamen 
ze  zichtbaar  bij  en  konden  ze  op  een  enkele  uitzondering  na  goed   werk 


leveren.  De  \ eilioudinjjj  tot  de  Soendaueesche  bevolking  laat  niet  te  weii- 
schen  over  en  er  is  alle  reden  om  de  proef  voor  geslaagd  te  houden.  Een 
bezwaar  vormen  de  reiskosten,  die  voorgeschoten  werden,  maar  natuurlijk 
op  deze  arbeideis  nog  al  drukten. 

Bij  een  uitbreiding  der  proef  zal  het  daarom  wellicht  overweging  ver 
dienen  die  menselien  kosteloos  vervoer  te  verleenen. 

Nadat  bij  Gouvernements  besluit  van  24  October  1900  Tl-  24  den  Direc 
teur  van  's  Lands  Plantentuin  opgedragen  was  zich  van  de  mogelijkheid  te 
vergewissen  om  in  de  afdeeling  Soekaboemi  of  in  naburige  afdeelingen  der 
residentie  Preanger-Kegentschappen,  bij  voorkeur  zoo  weinig  mogelijk  van 
Tjipetir  verwijderd,  twee  terreinen  te  vinden  elk  van  ongeveer  1000  boiiws 
uitgestrektheid  en  geschikt  voor  de  cultuur  van  getah-pertja  produceerende 
boomen  en  in  verband  met  die  opdracht  de  noodige  voorbereidingen  getroffen 
waren,  werden  door  de  zeer  gewaardeerde  hulp  der  ambtenaren  van  Binnen- 
landsch  Bestuur,  onder  welke  vooral  de  Heer  Kal,  Cont^roleur  van  Tjitjo»^- 
roeg,  genoemd  verdient  te  worden,  een  aantal  terreinen  voorloopig  aange- 
wezen. 

Kort  na  mijn  terugkomst  van  verlof  naar  Europa  verzocht  de  Directeur 
van  's  Lands  Plantentuin  mij,  in  Mei,  die  terreinen  in  oogenschouw  te  gaan 
nemen  en  een  oordeel  uit  te  spreken  over  hunne  vermoedelijke  geschiktheid 
voor  de  getah-i)ertja-cultuur. 

Daar  dit  oordeel  over  't  geheel  gunstig  uitviel,  werd  aan  den  Chef  van 
het  Kadaster  te  Bandoeng  een  negental  percoelen  grond,  in  het  district 
Palaboean  gelegen,  ter  opmeling  opgegeven. 

De  namen  dier  perceelen  en  hunne  oppervlakten  volgen  hier: 

Tjisaroewu 1<)5       Bouw.     270  K.R. 

Pasir  Kilaug 448  ,.         250      ., 

Pasir  Tangkil 51  „  :^84      „ 

Pasir   Karaugan    (Tjikaudjawür) 440 

Panjindangan 071 

Tjibajawak 160  .,         2<i7      .. 

Pasir  Pogor 213 

Tjiparaj 452  ..  1 72      .. 

Tjikaso 12 

II'  zanien 2l50'\j   Bonw. 

Door  het  |»ei-ceel  Tjisaroewa  wordt  vrijwel  eene  verbinding  verkregen 
van  zoogenaamd  Oud-Tjipetir  met  Pasir  Kilang,  hetwelk  aansluit  aan  Pasir 


Knrjui^'aii  eii  Pawir  Tanji^kil.  Het  terrein  PaiijiiMlanjiaii  sluit  aan  I'asir 
UaraiJgau.  De  terreinen  Tji])araj  en  Tjibajawak,  di»-  sann-n  een  geheel 
voinien,  li^^cn  even  als  Tasir  P(»j;(»r  ^cïsoN't'rd.  \u<»r  de  Ix-idc  e<'rstjj;c- 
uoemde  zal  h<'t  waarschijnlijk  niet  moeielijk  wezen  een  verbinding  te 
krijgen  mei   Tan jindan^an. 

De  gezamenlijke  o|)|»ci\  lakie  der  in  rrincn  is  \\r\  is  waar  grooter  dan 
LMHMI  bouws,  men  moet  er  echter  rekening  mede  houden,  dat  allicht  hier  en 
daar  stukken  afvallen,  die  bij  een  naii\vk<'iirij;<'r  ond«'i/<M-k  lo(  li  tnindei'  voor 
de  cultuur  geschikt  zullen  blijken. 

Op  het  terrein  Panjindangan  komen  bij\.  enkele  sleena<  hl  ige  plaatsen 
voor  en  ook  zulke,  waar  de  grond  neiging  tot  afschuiving  vertoont. 

Het  eerst  zal  nu,  in  1902,  begin  gemaakt  worden  niet  de  ontginning  van 
een  groot  stuk  van  Pasir  Kilang. 

Van  de  in  de  afdeeling  Poerwokerto  (residentie  Banjoemas)  gelegen 
aauplantingen  van  getah-pertja-booraen  valt  het  volgende  te  vermelden. 

De  55  boonien  lellende  aanplant  te  Blaran  beloofde,  toen  ik  dien  in  Octo- 
ber  bezocht,  een  rijken  vruchtoogst,  welke  echter  ten  slotte  tegenviel, 
hoewel  er  maatregelen  genomen  waren  tegen  schadelijk  gedierte,  dat  de 
vruchten  weghaalt.  De  met  't  toezicht  belaste  personen  beweerden,  dat  bij 
't  invallen  der  regens  vele  vruchten  onrijp  en  verrot  afgevallen  waren. 

De  aanplant  te  Kémoetoeq  heeft  nog  geen  vruchtdragende  boomen.  De 
stand  ervan  laat  nog  steeds  te  weuschen  over,  hoewel  er  enkele  goed  ont- 
Avikkelde  boomen  worden  aangetroffen. 

Door  den  dienst  van  het  Boschwezen  was  't  grootste  deel  der  tuinen 
aan  Inlanders  in  onderhoud  uitgegeven  tegen  betaling  van  ƒ  7.50  per  bouw, 
(welk  bedrag  in  voorschot  uitbetaald  was  geworden),  en  met  vergunning 
tusschen  de  getah-pertja-boomen  tweede  gewassen  voor  eigen  gebruik  te 
planten.  Nadat  de  menschen  het  geld  ontvangen  hadden,  lieten  zij  zich  aan 
het  onderhoud  zoo  goed  als  niets  gelegen  liggen  en  daar  niet  aangetoond 
kon  worden,  dat  bij  't  ontvangen  van  't  geld  bij  hen  reeds  de  bedoeling  had 
bestaan  de  opgenomen  verplichtingen  niet  na  te  komen,  kon  van  eene  poli- 
tioneele  bestraffing  ijiets  komen  en  moesten  die  uitgaven  als  een  verloren 
posi   beschouwd  worden. 

In  den  8  bouws  grooten  aanplant  te  Sawanggati,  waar  zeer  fraai  ont- 
wikkelde boomen  voorkomen,  droegen  eeuigen  van  deze  reeds  vrucht.  De 
van  daar  geoogste  zaden  muntten  uit  door  hun  grootte  en  gaven  zeer  krach- 
tige jonge  planten. 


141 

c.  O  n  d  e  r  z  o  e  k  i  n  o-  e  n  over  op  Java  gecultiveerde 

theeën. 

Dit  is  de  hiatste  maal  dat  een  rapport  over  deze  onderzoekingen  als 
bijlage  van  ons  jaarverslag  verschijnt.  In  den  loop  van  1901,  toch,  werden 
de  noodige  voorbereidende  maatregelen  genomen  om  te  geraken  tot  de 
vestiging  eener  afzonderlijke  afdeeling  van  's  Lands  Plantentuiu  ..Proefsta- 
tion voor  Thee"'.  Die  voorbereiding  bracht  onder  meer  verschillende  reizen 
en  bemoeiingen  van  D^.  A.  W.  N  a  n  n  i  n  g  a  mede.  Hierover,  alsmede 
over  al  hetgeen  de  nieuwe  afdeeling  en  hare  stichting  betreft  z;il  in  het 
volgende  jaarverslag  gehandeld  worden. 

De  bijlage  V  reproduceert  het  rapport  van  den  Heer    N  a  n  n  i  n  g  a. 

d.     Demonstratie  velden   van   Inlandsche  cultures. 

Een  tweetal  korte  opmerkingen  mogen  voorafgaan  aan  de  behandeling 
van  elk  der  velden  afzonderlijk,  terwijl  men  voor  eenige  algemeene  beschou- 
wingen en  conclusiën  naar  het  einde  van  dit  overzicht  wordt  verwezen. 

In  de  eerste  plaats  moet  ik  tot  mijn  leedwezen  vermelden,  dat  de 
deskundige,  tijdelijk  voor  de  demonstratie-velden  ter  mijner  beschikking- 
staande,  Jhr.  C.  de  8  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n,  in  dit  verslagjaar  wedeiom 
ten  gevolge  van  ziekte  gedurende  vrij  geruimen  tijd  niet  in  staat  was  zijne 
functiën  te  vervullen.  Gelukkig  kon  toen  over  de  hulp  van  den  door  mij 
te  Lembang  geplaatsten  Heer  R  i  n  k  e  s,  ook  gediplomeerd  leerling  der 
hoogere  landbouwschool  te  Wageningen  worden  beschikt  en  hem  worden 
opgedragen  mede  op  de  andere  demonstratie  velden  de  werkzaamheden  te 
gaan  regelen. 

De  tweede  algemeene  opmerking  is  van  geheel  zakelijken  aard  en 
betreft  de  cultuur  der  Inlandsche  bevolking  in  verband  met  het  door  de 
demonstratie-velden  nagestreefde  doel. 

Bij  steller  dezes  bestaat  de  vaste  overtuiging  —  gevestigd  op  mensch- 
knndige  overwegingen  in  het  algemeen  en  op  de  karakter-eigenjuiidigheden 
van  onze  Inlandsche  bevolking  in  het  bijzonder  —  dat  het  volstrekt  onver- 
anl  woordelijk  zonale  zijn  liiiiir  a:in  te  iiiocdiüni  de  cnliuur  \:i;i  lianr  lioot'd 
voedingsgewas,  de  rijst,  door  die  van  andere  gewassen  te  vervangen,  ook 
al  zonden  deze  bij  verkooj»  een  grooter  geldelijk  vooideel  afwerpen.  Dit 
neemt  echter  geenszins  weg,  dat  het  wel  degelijk  aanbeveling  verdient  om 
op  te  wekken  tot  het  meer  en  beter  aanplanten  van  tweede  gewassen,  te»' 


142 

afwisseling  iiic(  padi.  }\ei  blijkt,  (l;il  zelfs  in  dit  opziclit  door-  middel  onzer 
velden  nog  veel  nut  te  stichten  z;il  zijn,  djinr  in  vele  streken  vuu  Java  veel 
te  \\<'iiii^  belangstelling  en  zorg  aan  ,,|»<»l<)\\  id ju"  gcsclKtiiUcn  uurdt.  iI«M 
aannux'digen  der  ciiltinir  van  tweede  gewasnen,  zal  derhalve  op  grond  drr 
ervaring  een  b(dangrijk  nummer  <)[>  het  pi"()gr-amma  <l<*r  d«Miionstralie  v<dden 
hebben  te  zijn. 

Die  aanmoediging  zal  iMncndicn.  oin  iwcc  rcdfii<-ii,  <»ok  d*-  cnliiiiir-  van 
het  padigewas  zelf  ten  goede  komen.  Ten  eerste  omdat  ook  voor  rijst  de 
door  de  ervaring  als  juist  erkende  regel  geldt,  dat  het  zonder  interruptie 
oultiveeren  van  hetzelfde  gewas  op  denzelfden  bodem  in  het  algemeen  oor- 
zaak is  van  achteruitgang  van  het  piodukt;  van  daar  dat  de  oj)  vele  plaats«*n 
beslaande  neiging  <im  meer  dan  eene  padioogsi  per  jaar  van  lietzelfde  veld 
te  bekomen,  dient  Ie  worden  tegengegaan  door  te  toonen,  <lat  men  in  ver- 
si  heidi-ne  tweede  gewassen  evenzeer  loonend  tusschenproduet  heeft.  In 
de  tweede  ]daats  heeft  het  onmiddellijk  op  elkaar  doen  volgen  van  verschil 
lende  rijstoogsteu  op  hetzelfde  veld  het  groote  nadeel,  dat  eenmaal  in  het 
l»a<ligewas  opgetreden  parasitaire  ziekten  steeds  kunnen  blijven  voortwoe- 
keien  en  dikwerf  stijgende  schade  aanrichten. 

\j  e  ni  b  a  n  g. 

Veel  last  werd  ondervonden  van  de  zwarte  aardrups.  die  in  menig  gewas, 
vooral  bladgroenten,  aanmerkelijke  schade  aanrichtte,  üij  het  invallen  der 
regens  in  October  verdween  de  plaag  echter  geheel.  Het  kost  veel  moeite, 
zoo  wordt  mij  gerapporteerd,  de  Inlanders  tot  het  uitroeien  daarvan  te 
bewegen,  daai-  bij  velen  de  vaste  overtuiging  is  gevestigd,  dat,  hoe  meer  er 
vernietigd  worden  hoe  meer  er  voor  in  de  plaats  komen. 

Ofschoon  de  ambitie  om  bladgroenten  te  telen  onder  de  Inlanders  nog 
wel  toeneemt,  hoewel  minder  te  Lembang  dan  in  de  nabijgelegen  desa's 
Tjibogo  en  Tjihideung,  werd  toch  tot  inkrimping  van  den  specialen  tuin 
voor  bladgroenten  overgegaan,  omdat  2  bahoe  daarvoor  wel  wat  veel  blijkt 
en  anderhalve  bahoe  te  Lembang  ruim  aan  het  doel  beantwoordt.  Het  als 
s])eciale  groentetuin  verlatene  gedeelte  werd  evenals  het  overige  van  het 
veld  voor  andere  gewassen  gebezigd.  Deze  verandering  in  de  cultuur  gaf 
tevens  het  voordeel,  dat  er  wat  op  arbeidsloonen  bespaard  kon  worden  en 
ook  het  toezicht  vergemakkelijkt  werd,  daar  vooral  de  teelt  van  bladgroenten 
zeer  veel  zorg  vereischt.  Ook  schijnt  men  te  Lembang  voorloopig  met  meer 
succes  erwten  en  boonen  te  kunnen  telen,  Bladgroenten  vinden  toch  alleen 
te  IJamhteiig  en  dan  nog  in  beperkte  mate  aftrek,  terwijl  Tjimahi  voor  de 


145 

erwten  eii  boonen  een  ruimen  afzet  aanbiedt.  Deze  opmerking  geeft  aan- 
leiding er  op  te  wijzen,  dat  er  wederom  reden  tot  tevredenheid  was  in  bet 
waarnemen  hoe,  hetgeen  op  het  demonstratie  veld  wordt  gedaan  bij  de  bevol 
king  navolging  vindt.  De  Heer  K  i  n  k  e  s,  die  lang  genoeg  ter  plaatse  is 
geweest,  om  een  juist  inzicht  in  de  zaak  te  hebben  verkregen,  bericht,  dat, 
opgewekt  door  het  voorbeeld  op  het  demonstratieveld  gegeven,  thans  te 
Lembang  bijna  bij  elke  kampong-woning  een  stukje  van  het  erf  met  erwten 
beplant  wordt  aangetroffen. 

Onder  de  andere  gewassen  die  nog  in  het  bijzonder  vermelding  verdie- 
nen, dienen  in  de  eerste  plaats  aardappels  te  worden  genoemd.  De  cultuur 
van  de  „Ronde  Hative"  werd  verlaten,  omdat,  zooals  vooruit  reeds  vermoed 
werd,  deze  aardappel  bij  de  bevolking  minder  gewild  is  om  hare  roode  kleui-. 
De  „Sausiee''  gaf  in  strijd  met  de  gekoesterde  goede  verwachting  —  zie  ook 
verder  onder  Ngadisari  —  een  minder  bevredigende  opbrengst  en  ofschoon 
zij  minder  diep  liggende  oogen  heeft  dan  de  later  te  noemen  soorten,  zal  de 
cultuur  daarvan  binnenkort  toch  ook  w'el  opgegeven  dienen  te  worden.  Bij 
„Brandale"  en  ,.Géante  sans  pareille"  is  echter  het  tegendeel  het  geval. 
Deze  aardappels  geven  een  zoo  mooi  beschot,  en  zijn  zoo  groot,  dat  er  veel 
van  verwacht  mag  worden. 

Een  ander  gewas  dat  veel  voor  de  toekomst  zoude  kunnen  belooven, 
zouden  „artisjokken""  zijn,  indien  Nederlanders,  ook  op  het  stuk  van  groenten 
zeer  conservatief,  meer  waardeering  voor  of  eigenlijk  beter  gezegd  meer 
kennis  van  deze  voortreffelijke  groente  hadden. 

De  artisjokken-aanplant,  waarvan  reeds  vioegcr  de  hladoiitwikkeling 
zeer  welig  was,  begint  nu  ook,  hoewel  nog  sj)aarzaaui,  bloeistengels  te  ont- 
wikkelen. De  cultuur  is  dus,  ook  te  Lembang,  mogelijk  gebleken;  het  is 
alleen  de  vraag  of  er  voordeel  mede  behaald  kan  worden.  Slechts  bij  zeer 
goede  prijzen  zou  dit  het  geval  kunnen  zijn  —  voor  zoover  er  nu  reeds  een 
oordeel  te  vellen  is  —  met  het  oog  op  den  langen  duur,  voordat  de  bloei 
intreedt. 

Met  Lombok  —  tjabe  —  „Spaansche  peper"  werd  ook  eenig  succes  ver- 
kregen. De  beide  ingevoerde  variëteiten  zijn  voldoende  scherj»  van  smaak 
om  bij  de  bevolking  gewild  te  zijn,  en  kenmerken  zich  door  talrijke  en  zeer 
mooie  vruchten. 

Ook  aardbeien  gaven  een  gunstig  resultaat.  Zij  zijn  een  van  de  weinige 
jiiodukten,  uit  onzen  groentetuin,  die  steeds  gi-if  \an  de  hand  gaan. 

Behalve  aardbeien  werden  op  dit  veld  vdor  licl  et  ist  geplant  verschil 
lende  bataten,  kalebas  en  tabak. 


144 

Van  de  bataton  was  aan  1h*1  «Mn<l<-  d. •/.<'«  jaars  pas  <iéu  variëteit  oogst- 
baar.  Deze,  de  z.  g.  „kentang  mantra"  onderscheidl  zich  in  vele  opzichten 
zeer  gnnstig,  in  de  (-«M-Hle  plaals  wegens  liaai  Icoiu-n  groeit ijd.  weinig  diep- 
liggende oogen,  en  ook  ik»^  door  iiaar  /«mi-  bevredigend  jtrodnct.  Toih  zal 
zij  vernioedelijU  door  de  ltevi)lking  vo<»iloo|.ig  minder  g«q)lanl  worden,  ten 
minste  alleen  door  de  meest  ijverigen  (tnder  iiaar.  want  de  knollen  vormen 
zich  verder  Van  den  hoofdstengel  af  dan  bij  d<-  meeste  andere  s(»orten,  waar- 
door hel   nitgraven  eenigr*  moeilijkheid  o|»levrit. 

Kalebas  gaf  z<'er  mo(»ie  viinhten.  Mr  zomh-  naar  In-t  («irdeel  van  den 
Heer  de  Savornin  Jj  o  h  m  a  n  door  verniecrderin;^  van  zorg  bij  de 
ftiltnur  echter  nog  meer  l>ereikt  knnnen  woiden. 

Tabak  werd  hevig  door  de  aaltjesziekte  aangetast  en  gaf  daardooi-  een 
slecht  en  klein  prodmt.  Kr  werd  te  weinig  van  geprodnceerd  om  met  eenige 
zekerheid  een  oordeel  omtrent  den  smaak  in  te  knnuen  winnen. 

(^1  o  m  b  o  n  g. 

Van  die  eerste  der  te  bespreken  „sawah-demonstratievelden"  moest 
helaas  de  lieer  d  e  S  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  ni  a  n  rapporteeren,  dat  geen  veld 
zooveel  last  gaf  als  dat  te  dezer  plaatse.  Behalve  aan  de  infectie  met  de 
„mentek"  ziekte  en  de  zeer  ongunstig(^  bodemgesteldheid,  beide  punten 
waarop  nog  wordt  teruggekomen,  schreef  de  deskundige  dat  toe  aan:  „de 
totale  onverschilligh(-id  der  bevolking  in  alles  wat  tot  verbetering  der  cul- 
tuur kan  leiden,  alsmede  het  algeheel  ontbreken  aan  Inst  om  door  arbeid 
iets  te  verdienen".  Deze  ongunstige  factoren  schenen  ook  hunnen  invloed 
te  doen  gevoelen  op  de  mandoers,  die  achtereenvolgens,  nadat  de  eerst  aan- 
gestelde aldaar  niet  bleef,  werden  beproefd  en  waarover  door  den  Heer  d  e 
S  a  V  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  voortdurend  ongunstig  moest  worden  gerappor- 
feerd. 

Is  de  plaats  van  het  veld  wat  ligging  aangaat  zeer  goed,  van  de  gesteld- 
heid van  den  grond  blijkt  dit  allerminst  gezegd  te  kunnen  worden.  Deze 
bestaat  uit  een  zeer  vaste  klei,  die  moeilijk  te  bewerken  is;  bij  de  bevloeiing 
wordt  een  uiterst  fijn  kleiachtig  slib  aangebracht,  dat  ten  slotte  alles  dicht 
maakt.  Deze  nadeelen  doen  zich  ook  zeer  gevoelen  als  een  gevolg,  dat  de 
bodem  zóó  weinig  doorlatend  is,  dat  hij  bij  een  voorafgeganen  natten  Oost- 
moesson  niet  goed  droog  wordt.  Was  er  voortdurend  deskundig  plaatselijk 
toezicht,  zooals  wij  later  door  middel  van  aan  eene  landbouwschool  opgeleide 
mantri's  ho}»en  te  kunnen  doen  uitoefenen,  zoo  zouden  deze  bezwaren  door 


145 

eeue  zeer  goede,  zij  het  dan  ook  uiet  gemakkelijke  bewerking  van  den  bodem 
en  dooi'  eventueel  aan  te  wenden  andere  middelen,  nog  voor  een  aanzienlijk 
deel  uit  den  weg  geruimd  kunnen  worden;  nu  daarentegen  zulk  permanent 
loezicbt  ontbreekt,  is  er  vooral  bij  de  gerapporteerde  eigenschappen  der 
bevolking  bijna  geen  kans  op  het  ontgaan  dier  nadeelen. 

En  nog  zouden  deze  zich  niet  in  zoo  hinderlijke  mate  doen  gevoelen, 
indien  niet  de  geheele  streek  waarin  het  veld  ligt,  en  ook  dit  zelf,  in 
de  laatste  jaren  dikwerf  door  de  „omo  mentek"  aangetast  was  geweest. 
De  recente  onderzoekingen  van  den  Chef  der  .11*^  Afdeeling  onzer  inrichting, 
D''.  J.  van  Breda  de  Haan  hebben  geleerd,  dat  die  ziekte  door  de 
wortels  beschadigende  nematoden  wordt  veroorzaakt,  welke  aaltjes  hoogst- 
waarschijnlijk in  een  niet  droog  wordenden  bodem  blijven  voortleven  en 
daarop  in  de  volgende  jonge  rijstplanten  op  nieuw  binnendringen. 

Tot  aan  den  bloeitijd  liet  zich  de  padi  op  het  veld  zeer  goed  aanzien 
en  waren  de  planten  krachtiger  dan  die  der  omliggende  sawah's  van  de 
bevolking,  daar  de  bewerking  ten  onzent,  met  hoeveel  moeilijkheden  men 
ook  te  kampen  had  gehad,  wat  beter  was  geweest  en  er  mest  was  gebruikt; 
toen  echter  traden  de  verschijnselen  der  aaltjesziekte  in  hevige  mate  te  voor- 
schijn, zoodat  alle  verwachtingen  totaal  werden  teleurgesteld.  Al  kan 
hiertoe  voor  een  klein  deel  hebben  bijgedragen,  dat  in  het  voorafgegane  jaar 
door  de  ziekte  van  den  Heer  de  Öavornin  Lohman,  waarvan  in  het 
verslag  over  1900  is  melding  gemaakt,  de  tweede  gewassen  te  laat  waren 
geplant  en  dit  weder  op  het  iets  latere  uitzaaien  van  de  er  op  volgende  padi 
had  geïnfluenceerd,  zoo  komt  toch,  voor  verreweg  het  grootste  deel,  het 
ongunstige  resultaat  voor  rekening  van  de  genoemde  ziekte,  in  de  hand 
gewerkt  door  den  geschetsten  samenloop  van  ongunstige  omstandigheden. 
De  onderzoekingen  van  den  Heer  van  Breda  de  Haan  geven  nu  het 
recht  dit  te  verklaren. 

Voor  het  optreden  der  uitwendige  ziekteverschijnselen  was  nog  wei 
gebleken,  overeenkomstig  de  ook  in  het  vorig  jaar  opgedane  ervaring,  dat 
de  gebezigde  afval  van  hoorn  een  gunstig  effect  had  gehad.  De  gedane 
proef,  ter  vergelijking  van  verschillende  plantwijdten,  voerde  door  de  mis- 
lukking van  den  oogst  tot  geen  resultaat.  Over  de  in  het  laatst  van  het 
verslagjaar  uitgezaaide  padi  volgt  hieronder  nog  het  een  en  ander. 

De  droge  gewassen  op  het  veld  geteeld,  ofschoon  ook  de  nadeelen  van 
verschillenden  aard  ondervindend,  waren  echter  niet  als  mislukt  te  ken- 
schetsen; het  ongunstige  der  omstandigheden  in  aanmerking  genomen,  was 
de  opbrengst  zelfs  zeer  bevredigend. 

Verslag  van  'slands  plantentuin  1901.  10 


iié 

Van  bataten,  „kctclji  iiciKlnir",  weid  \\((1<t  ccii  ^^octlc  o(>;:;st  ;;omaakt. 
De  voor  het  eerst  op  het  veld  j^cphinlc  ni<'ii  .,l«'tjjii"  j^aven  (;en  zeer  bevre- 
digende ()])hi-en<^Hl,  zoo  z(dfs,  dal  een  niiiiif  liocvcclhcid  hiljil  aan  Jlir.  W'.  l). 
van  X  i  s  p  e  n  Ie  Kebonroino  kon  \v(»rd('ii  vcrsirckl .  welke  die  Ier  bevor- 
dering der  teelt  van  droge  gewassen  onder  zijne  bevolking  veideelde  en  zelf 
mede  een  kleinen  aanplant  aanhield.  1)<'  in  het  vorig  Jaar  uit  linitenzorg 
ingevoerde  en  zoo  gewilde  .,fales"  —  ('olocasia  anti(iuoruni  —  welke  toen 
zoo  goede  resuKalen  gal'.  Hel  dit  maal  Ncel  ie  wensclien  <»\»'r,  li<»ewel  er  (jp 
nienw  i)lantmateriaal  \aii  IJiiilenzorg  was  gezonden  en  het  gewas  geheel  op 
dezelfde  wijze  was  behandeld,  .\lleen  had  het  uitplanten  thans  niet  in 
tegenwoordigheid  van  den  deskundige  plaats  gehad,  terwijl  de  planten  op 
een  andereu  hoek  van  het  veld  stonden,  waar  de  afwatering  nog  moeilijker 
ging.  Deze  twee  factoren  kunnen  ongunstig  hebben  gewerkt.  De  slechtere 
uitkomst  was  evenwel  in  hoofdzaak  te  wijten  aan  het  optreden  eeiier,  door 
IMijy  tophtoia  ("olorasiae  verooizaakte  bladziekte.  Lombok  —  Gapsicum  an- 
nuum  — ;  hoewel  beter  planten  gevend  dan  het  vorig  jaar,  gaf  toch  geen 
bevredigenden  oogst,  daar  de  meeste  vruchten  voor  het  rijp  worden  afvielen, 
hetgeen  zoowel  aan  de  ongunstige  eigenschappen  van  den  bodem  als  aan  de 
()\<'rvloedige  regens  toegesehreNcn  moei  worden.  ï^oja,  „kedele",  gaf  een 
ruim  voldoende  opbrengst,  terwijl  ook  eene  uit  Smyrna  geïmporteerde  tabak- 
soort, aldaar  Kokoulou  geheeteu,  werd  geprobeerd  en  wel  in  den  smaak  der 
bevolking  viel.    „Indien  er  meer  zorg  aan  den  aanplant  daarvan  ware  besleed 

—  zoo  bericht  de  Heer  de  Sa  v  om  in  Lohman  —  had  het  product 
echter  beter  kunnen  zijn,  en  schijnt  die  jjlaut  voor  de  (jombougsche  gronden 
als  tweede  gewas  wel  geschikt". 

Bij  het  vermelden  van  die  te  (jombong  geprobeerde  Smvrnasehe  tabak, 
is  het  de  plaats  met  dankbaarheid  te  gewagen  van  een  geheel  spontaan  ont- 
vangen bewijs  van  bijzonder  gewaardeerde  medewerking  van  den  Neder- 
landsehen Consul-Generaal  te  Smyrna,  Jhr.  M'.  J.  E.  de  S  t  u  r  1  e  r,  die 
de  welwillendheid  had  mij  van  daar  zaad  van  eenige  der  beste  tabaksoorteu 
toe  Ie  zenden.  Bij  de  distributie  van  dat  zaad  werd  te  rade  gegaan  met  de 
eigenschappen,  ontleend  aan  eene  beschrijving,  welke  de  zending  vergezelde. 

De  Heer  de  Savornin  Lohman  vond  aanleiding  om  zijne  bevin- 
dingen nog  in  de  volgende  woorden  samen  te  vatten:     „Bij  de  bevolking 

—  X.  B.  er  is  hier  alleen  van  Gombong  sprake  —  valt  echter  nog  niet  de 
minste  neiging  tot  navolging  van  het  planten  van  tweede  gewassen  in  den 
drogen  lijd  te  bespeuren.  Niettegenstaande  de  rijstopbrengst  in  het  Gom- 
bongsche,  vooral  van  den  tweeden  aanplant,  in  de  laatste  jaren  zeer  veel  te 


147 

wenschen  overlaat,  en  eigen  landbouw  daar  de  eenige  bron  van  inkomsten 
is,  schijnt  de  desa-man  het  voordeel  van  andeie  tweede  gewassen  nog  niet 
in  het  minst  te  beseffen,  en  gaat  hij  nog  steeds  ojj  de  oude  wijze  voort, 
waarschijnlijk  alleen  daarom,  omdat  aan  padi,  ten  minste  op  die  wijze 
behandeld  als  men  dat  te  Gombong  doet,  een  minimum  van  arbeid  verbon- 
den is,  vooral  voor  het  mannelijk  deel  der  bevolking,  terwijl  droge  gewassen 
al  is  het  niet  veel,  toch  eenige  zorg  en  toezicht  vereischen''. 

De  uitzaaiing  voor  den  aanplant:  \Vestmoesson  1901/1902  had  in  No- 
vember plaats,  later  dan  daartoe  order  was  gegeven,  zooals  den  Heer  d  e 
Savornin  Lohman  tijdens  de  overplanting  bleek.  Met  het  oog  op 
een  weder  ie  verwachten  aanval  van  de  meutek-ziekte,  werd  voor  de  helft 
van  het  veld  naar  het  schijnt  eene  locale  variëteit  „djempa  menoer"  ge- 
bruikt, omdat  deze,  hoewt^l  een  product  van  geringere  waarde  opleverend, 
den  naam  heeft  van  minder  voor  die  ziekte  vatbaar  te  zijn. 

Daar  de  bestudeering  van  de  „omo  mentek"  door  den  Heer  v  a  n 
Breda  de  Haan  inmiddels  reeds  ver  genoeg  was  gevorderd  om  het  al 
of  niet  geïnfecteerd  zijn  aan  de  kiemplanten  te  kunnen  constateeren,  werden 
wat  jonge  planten  naar  Buitenzorg  gezonden  en  door  dien  Afdeelingschef 
onderzocht;  het  bleek  daarbij  dat  alles  sterk  door  aaltjes  was  geïnfecteerd. 
Kort  daarop  werd  door  ondergeteekende  in  gezelschap  van  D^  van 
Breda  de  Haan  en  Jhr.  de  Savornin  Lohman  een  bezoek  aan 
het  veld  gebracht,  en  toen  bij  de  aangetoonde  sterke  infectie  van  het  plant- 
materiaal  besloten,  niet  met  het  uitplanten  —  waarmede  men  reeds  begon- 
nen was  —  voort  te  gaan.  Het  al  beplante  gedeelte,  ongeveer  de  helft  van 
hei  veld  uilmakend,  werd  met  opzet  zoo  gelaten,  ten  einde  te  kunnen  nagaan 
of  de  ongunstige  [H'ognose  bij  het  onderzoeken  der  planten  uit  de  kweek- 
beddiiigen  gemaakt,  zich  ook  in  den  verderen  levensloop  van  het  gewas  zoude 
bevestigen.  Hoewel  het  eigenlijk  een  vooruitloopen  is  op  het  volgend  ver- 
slag, zoo  moge  hier  toch  worden  gezegd,  dat  die  bevestiging  zich  inderdaad 
heeft  voorgedaan. 

Er  werd  besloten  de  ruimte  voor  het  niet  uitplanten  van  de  aangetaste 
jonge  padiplanten  te  bestemmen  voor  eene  beplanting  met  vroeger  uit 
Amerika  —  van  het  Proefstation  te  Baton-liouge  —  ontvangen  bataten,  die 
in  het  algemeen,  van  Buitenzorg  uit  verspreid,  zeer  in  den  smaak  der  bevol- 
king waren  gevallen.  Daar  wij  die  variëteiten  door  de  zorgeloosheid  van 
een  ojjzichter  in  den  ('ultuurtuin  zelf  niet  meer  hadden,  riep  ik  de  hulp  in 
van  den  Heer  van  Hout  u  ni.  Administrateur  van  het  particuliere  land 
Semplak,  die  vroeger  «Ic  Anicrikaansche  bataten  ook  uit  's  Lands  IManteu- 


148 

ttiiri  liiul  ontvangeD.  De  Heer  van  H  o  n  1  n  ni,  die  zich  steods  met  de 
f;i*ool8l<'  bereidwillij^lu'id  Ier  bcscliikkiii};  v;m  de  door-  mij  l)oh(?ei*de  inrich 
liiig-  slclt,  liad  ook  dilniaai  do  vriciHlclijklM'id  mij  inim  \aii  plautinaleriaal 
te  vooiziei),  dat  daaina  een  voldoende  liooveelheid  stekken  voor  het  demon- 
.slijiliexcld  (e  Gombong  gaf,  nadat  aldaar  de  j;rond  z«»o  ^oed  mojidijk  wüs 
(li-o(»g  gelegd  en  alles  voor  het  i»hinleii  van  de  halalen  in  jieiccdheid  i^elujidji. 

M  a  g  e  1  a  n  g    (S  e  t  j  a  n  g). 

In  het  v(»rig  verslag  moest  worden  gezegd:  „Te  bejammeren  is  vooi-  ons 
Malangsch  jtioefveld,  dat  het  eene  zoo  volledige  absentie  van  medewerking 
bij  den  kleinen  man  ondervindt  —  wat  gelukkig  niet  overal  het  geval  is  — ; 
slechts  met  groote  moeite  kon,  tegen  behoorlijke  betaling  natuurlijk,  werk- 
volk voor  het  veld  worden  verkregen".  De  verder  opgedane  ondervinding 
kan  van  deze  uitspraak  bijster  weinig  doen  terugnemen.  (Jewagende  van 
(Ie  groote  moeite,  die  de  Pateli  van  Magelang,  Raden  T  i  r  t  a  k  o  e  s  o  e  m  a, 
zich  bij  vooi'tduring  voor  bet  demonstratieveld  geeft  —  eene  niet  verflau- 
wende medewerking,  waarvan  hier  andermaal  met  bijzondere  erkentelijkheid 
getuigd  wordt  —  voegt  de  deskundige  iii  zijn  rapport  van  dit  jaar  daaraan 
toe,  dat  zelfs  die  medewerking  „niet  in  staat  is  om  de  onverschilligheid  der 
orang  tani  te  compenseeren".  Bovendien  komt  ook  hier  weder  de  klacht, 
uitgesproken  in  de  volgende  gerapporteei'de  woorden:  „Herhaaldelijk  werd 
moeite  gedaan  om  een  bruikbaarder  mandoor  te  vinden,  maar  is  dat  tot  nog 
toe  niet  mogen  gelukken".  Eindelijk  was  ook  dit  veld,  evenals  trouwens 
het  vorig  jaar,  met  de  ,,raentek''-ziekte  geïnfecteerd,  hoewel  niet  zoo  erg  als 
dat  te  Gombong. 

In  weerwil  van  deze  voorwaar  niet  bemoedigende  condities,  was  toch 
de  stand  van  zaken  niet  zoo  onbevredigend  als  te  Gombong.  Hoewel  ziek, 
gaf  toch  een  onzer  stukken  sawah  nog  een  opbreng-st  overeenkomende  met 
49  pikol  per  bouw,  terwijl  bij  verscheidene  andere  stukken  die  opbrengst 
meer  dan  40  pikol  was.  De  Heer  de  Savornin  Lohman  deelt  mij 
nog  het  volgende  mede  aangaande  de  mentek-ziekte  op  het  veld :  „Bij  dezen 
aanplant  bleken  verschillende  variëteiten  zeer  verschillend  vatbaar  voor 
omo  mentek  te  zijn.  Ofschoon  geen  enkele  soort  geheel  vrij  bleef,  was 
de  variëteit  ..kleponan"  toch  niet  noemenswaardig  aangetast,  en  de  variëteit 
„kretek",  die  door  de  bevolking  zoo  gaarne  geplant  wordt  het  meest.  Deze 
laatste  variëteit  schijnt  echter,  indien  zij  niet  ziek  is,  meer  op  te  kunnen 
brengen   Overigens  was  in  het  optreden  van  de  ziekte  niet  de 


149 

minste  regelmaat  te  bespeuren,  behalve  dat  boven  de  gewezen  goten  in  den 
aanplant  van  droge  gewassen  de  padi  minder  aangetast  werd''. 

De  tweede  gewassen  gaven  te  Magelang  zeer  verschillende  uitkomsten. 
De  uit  Garoet  herkomstige  Aiac-his- variëteit,  die  het  vorig  Jaar  zoo  uitne- 
mend slaagde,  kwam  deze  keer  bijna  niet  op.  De  reden  dier  Tnislukking 
was  niet  duidelijk.  Schoon  het  aanvankelijk  dat  de  kiemkracht  gedurende 
het  bewaren  in  den  Westmoesson  was  verloren  gegaan  en  zij  hierin  te  zoeken 
was;  hiermede  kwam  niet  overeen,  dat  op  het  erf  van  den  mandoor  een 
kleine  aanplant,  hoewel  niet  schitterend  geslaagd,  toch  aanmerkelijk  beter 
stond  dan  die  op  het  veld. 

Een  aanplant  op  het  veld  goed  slagende,  was  die  van  Phaseolus  radia 
tus  ,,katjang  hidjo".  De  uitzaaiing  had  veel  dichter  plaats  gehad  dan 
waartoe  order  was  gegeven,  eene  fout  die  door  den  deskundige  gelukkig  nog 
tijdig  genoeg  werd  ontdekt  om  er  door  uitdunning  de  nadeelige  gevolgen 
van  te  kunnen  ontgaan. 

Gewassen  in  het  verslagjaar  voor  het  eerst  op  het  veld,  in  kleine  hoe- 
veelheid aangeplant,  waren  aardappelen  en  tabak.  De  laatste  gaf,  hoewel 
slecht  behandeld,  nog  w\it  product;  de  opbrengst  der  eersten  was  zeer  luttel, 
zooals  te  voorzien  was.  De  proef  met  het  planten  van  een  weinig  aard- 
appels was  niettemin  genomen,  omdat  eenige  desalieden  door  bemiddeling 
van  den  Patih  ons  daartoe  den  wensch  hadden  te  kennen  gegeven. 

Met  bruine  boonen,  waarmede  een  proef  op  kleine  schaal  werd  genomen, 
werden  zeer  bevredigende  resultaten  verkregen.  Dit  w^as  boven  de  ver- 
wachting, daar  vermeld  wns  hoe  vroeger  van  bestuurswege  onder  de  bevol- 
Idng  verspreid  zaad  bijna  nergens  geslaagd  zoude  zijn  on  hoogstens  aan 
product  evenveel  zou  hebben  opgeleverd  als  het  gebezigde  zaad.  Op  het 
demonstratieveld  werd  aan  oogst  het  zesvoud  verkregen.  Er  wordt  aan  het 
welslagen  dezer  proef  nog  al  waarde  gehecht,  omdat  de  cultuur  A'an  boonen 
juist  te  Magelang.  waar  het  garnizoen  een  belangrijk  afnemer  van  dat 
product  zoude  vormen,  voor  de  bevolking  een  niet  onbelangrijke  verdienste 
zoude  kunnen  opleveren. 

Van  den  nieuwen  aanplant  in  het  laatst  van  het  verslagjaar  in  den  grond 
gebracht  werden  geen  hooge  verwachtingen  gekoesteid.  daar  de  Tfoev  de 
Savornin  Lohman  weder  zeer  klagen  moest  over  slechte  grondbe- 
werking  en  slordig  uitplanten.  T^iv<Midien  werd  tegen  de  orders  in.  van  de 
variëteit  ..klej)onan".  welk  het  vorig  jaar  de  beste  oiibrengst  had  gegeven, 
niet  twee  maar  een  bouw  uitgeplant.  terwijl  juist  veel  werd  uitgtMilnnt  van 
de  variëteiten  ,,mbok  mas"  en  ..kewaT'.  die  op  een  na  de  slechtste  opbrengst 


li.'tddcii  ;;('<^('Voii.  <  )oU  liicr  cuiislii  IfMidc  I  >'".  v  ;i  ii  lï  i  <•  d  ;i  <I  "•  II;i;iii  de 
iiiciiIck-zicUtc  in  de  ki('iii|)l;nil<'ii ;  di-  iiiliTiic  \\;is  fcliici  non  ^'ciiii;.'.  /-oudjit 
er  ;;«'('ii  n'(l<*n  wa8  om  d<'  zjiailiii^ni  nici   i<-  ^cliriiikcii. 

De  iiilkonist  ImtII  de  ^cj^iondlKMd  \;iii  dil  advies  \aii  diii  ll<<r  \  a  ii 
IJi'cda  de  il  aa  ii  \  <)ll<<)rii<'ii  l»<-\  csl  i;;(l,  en  tf\«'iis  ;^c|  iikl<  i;:  y.i-ry  |icsMi- 
mislisclic  \  ((orspcliiii^cii  dooi-  den  d<'skiiii<li;^i-  Im-i  ii-rffiidf  dil  \i-ld  ;_'rd;iaii 
niet  li('\  est  ijfd.  Ilocwol  daarliij  andcnnaal  \  ooi-iiil  loo|i('iidf  o|i  lioi  ;^ccii 
('ijiciili  jk  in  hel  \<d<i'(Mid  vci'slau  l<'  liiiis  hrlioort.  kan  ik  lodi  nii-l  nalali-n 
liet  vol;4('nd<*  ovei'  (e  nemen  uil  een  liriet  \an  den  lieer  de  Sa  \  o  r  n  i  ii 
I-oliman  (ijdens  hel  slelleii  \an  dil  versla;^'  oiil\an;ieii:  ,.i»e  resiiilaleii 
\an  den  li  jsüiaii)»laiil  |e  Seljanji.  \(»or  /,oo\er  die  ;i;eoo^sl  is.  zijn  mij  er;^' 
iiiee<ie\  allen.  De  verkrejjen  cijfei-s  \'ariëei-en  \aii  ;V.»  lol  idjna  ü.")  |iikol  iiaMe 
padi  per  houw.  De  variëteiten  .,kleponan"'  en  ..ndtok  imiH'",  dus  de 
inlieeius(  lie,  zijn  afgeoogst  en  waren  niet  noemenswaardig  d(»or  omo  menlek 
aangetast.  Op  liet  veld  staiin  nog  de  variëteiten  ..kewal"  en  ..djalen'".  I>eide 
vooi"  anderhalf  jaar  uit  Oai-oet  inge\<>erd.  en  helooxcn  die  lieej  wal  minder, 
ofschoon  ze  niet  slechtei-  staan  dan  de  gewone  desa-aanplant". 

Om  twee  redenen  eindig  ik  de  bespreking  van  dit  veld  met  dit  nn  reeds 
ingelasc  lil  citaat.  I'rimo,  omdat  er  op  nieuw  de  bemoedigende  conclusie  nit 
is  fo  trekken,  dat  zelfs  ondei'  zoo  weinig  gunstige  voorwaarden  als  die  voor 
Setjang  aangegeven,  toch  iets  meer  zorg  aan  de  sawalTs  besteed  zich  terstond 
oi)enbaart  in  een  groot(M'  oogst,  vergeleken  uiet  die  der  onmiddellijk  aan- 
grenzende sawah's.  Sf^ciindo.  onidal  er  andermaal  uit  blijkt,  hoe  voorzi(di1ig 
men  dient  te  zijn  met  het  im])orteei'en  van  padi-variëteiten  van  elders;  hiei' 
toch  gaven  weer  de  geïmporteerde  vai-iëteiten  de  minste  resultaten,  hoewel 
zij  natuurlijk  in  de  streken  A^an  waar  zij  afkomstig  zijn  tot  de  beste  telden. 
Op  dit  \'oorbeeld  wordt  zoo  bijzonder  gewezen  om  weder  te  trachten  het 
vast  gewortelde  dwaalbegrip  nit  te  roeien,  dat  het  iinjiorteeren  van  zaad  van 
niet-geacclimatiseerde  padi-variëteiten,  allerminst  per  se  een  nuttig  ding  is; 
alleen  onder  sommige  zeer  s])eciale  en  goed  bestudeerde  omstandigheden 
kan  het  een  nuttig  effect  hebben,  doch  verder  dan  deze  verklaring  mag 
men  niet  gaan.  Als  panacee  —  en  daarvoor  ziet  men  het  gewoonlijk  aan  — 
zon<lei'  een  grondige  kennis  der  omstandigheden  en  onoordeelkundig  toege- 
past, is  het  onvoorwaardelijk  af  te  keuren. 

P  o  n  o  r  o  g  o    (B  e  t  o  n). 


Kon  van  de  beide  voorafgaande  „sawah-demonstratievelden"  geen  of 


weiiiijj;  j^mmmIs  worden  jjje/.cji,*!,  /ihm-  ^jfunstij;  .sleokt  daai-bij  af  hetgeou  van  hd 
veld  te  I'onoroj,'o  valt  te  vernielden. 

Zooals  iii  liet  vorij;  verslag-  werd  medegedeeld,  was  het  kiezeu  \aii 
P(HUM()j;<)  als  plaats  voor  de  vestiging  van  een  demonstratieveld  te  dankcü 
aan  den  vroegeren  Assistent-Resident  Hagen  aldaar,  die  in  het  algemeen 
zeer  veel  syni])athie  had  voor  de  te  nemen  j)roef  in  het  belang  van  den 
Tnlandsehen  landhonw  en  naar  wiens  meening  zijne  toenmalige  afdeeliug 
wel  Ix'loofde  liet  nut  van  een  dtMnonstratieveld  te  zullen  toonen.  Ook  is 
gezegd  hoe  de  spoedige  overplaatsing  van  den  Heer  Hagen  naar  Bang- 
kalan  dreigde  aan  de  vei-waclitingen  vooi*  een  groot  deel  den  bodem  in  te 
slaan. 

Gelukkig  is  deze  dece]>tie  ons  besi»aard  gebleven,  hetgeen  pleit  vooi- 
het  deugdelijke  van  den  raad  mij  destijds  bij  het  kiezen  van  het  veld  dooi- 
den Heer  H  a  g  e  n  gegeven.  Dat  er  o])  zeei'  bevredigende  en  bemoedigende 
resultaten  kan  worden  gewezen  is  aan  verschillende  omstandigheden  te 
danken,  waarbij  in  de  eerste  plaats  met  groote  erkentelijkheid  moet  worden 
gew'aagd  van  de  belangstelling  en  steun  bij  voortduring  van  den  Regent 
Raden  .Mas  Toemenggoeng  T  j  o  k  r  o  n  (^  g  o  r  o.  ondervonden,  en  niet  min- 
der van  de  \>-elwillende  linl])  door  den  tegen woordigen  Adspirant-Controlenr 
M.  C  H.  V.  L  i  n  d  11  o  n  t  verh^end.  Eindelijk  verdient  als  gunstig 
moment  van  misschien  srhijnbaai-  gei-inge  maar  in  werkelijkheid  groote 
beteekenis  te  wT)rden  gewezen  o|)  het  feit.  dat  w-ij  het  geluk  hebben  gehad 
voor  het  veld  een  zeer  ijverigen  mandooi-  te  vinden,  van  wien.  ofschoon  hij 
in  menig  opzicht  nog  zeer  veel  leiding  behoeft,  de  Heer  de  Ravornin 
L  o  h  111  a  11  getuigt,  dat  hij:  ..hel  aan  gotnle  wil  niet  laat  ontbreken,  en.  eens 
een  order  goc^d  begrepen  iH^bbemle.  ook  voor  correcte  uitvoering  zorg  draagt'". 
Vooral  dit  laatste  laat  bij  de  niandoors  op  de  andere  velden  zoo  veel  te 
wenschen  over. 

Dit  alles  te  zanien  maak),  dat  de  HecM-  de  Savornin  L  o  h  ni  a  n 
van  Ponorogo  kon  ra]»porteereii :  ..het  veld  in  het  geheel  gaf  alle  aanleidinu, 
er  op  den  duur  1ioog<'  verwaelit  iiigeii  van  te  mogen  koesteren",  terwijl  in 
het  bijzonder  van  de  ..tweede  gewassen"  nog  kon  worden  verklaard:  ..Op 
geen  der  demonstratievcdden  slnagde  de  aanplant  van  ])olowidjo  dan  ook  zoo 
mooi  als  te  Ponorogo.     Er  werden  zeer  verleidelijke  o])brengsten  gemaakt". 

Tn  het  voorafgaand  vet-slag  werd  wat  aangaat  de  op  het  veld  te  planten 
j>adi  gezegd:  ,.Er  word!  naar  gesireefd  liel  nul  ie  denionsireeren  \an  Icor- 
relsgewijze  en  ijle  uitzaaiing,  van  \vijd(M<^  uit i>lauting.  op  regelmatige  afstan- 
den en  van  bemesting  der  kwe(M<bedden". 


TTocwnl  (Ipze  |niii(<'n  iiift  in  allen  (hele  \  rddocixlc  in  lui  on;,'  konden 
f(<'h()ii(l(Mi  wonlon  —  wd  bij  d<'  o\<'i|)l;inrni-.  tlodi  nu'\  l»ij  d<-  nilzjuiiing  — 
Atu)  <^:iï  (ofli  op  CMMi  n:(Ml»'('ll<'  der  s;i\\;i!i"s  lid  r<-siill;iiit  Icii  dniddi  jksic  ;iiin. 
(lilt  men  \(ioi'  wiil  nicci'  inocitr  en  /,or«4  terstond  door  meer  o|ihren;^st  lieloorid 
kon  worden.  JI<d  hedoclde  siiwali  «<'<'<"<■"'■  ^i'i'  '"'■"  o|)l»ren;j;Ht,  ovciccn- 
konionde  incl  ruim  14  pikol  droo»;  jtcr  bouw.  Kil  is  voor  I'<muuo<;o  pjmi  zeer 
mooi<'  o|)ltrenp;Ht,  zooals  (on  duidelijkste  in  bel  oop;  sproii";  dooi-  oono  vfM'trf 

lijkinj;  met  de  aan  drie  zijden  b<'l  veld  niddellijk  oniriiij^ende  sa\\jib"s  der 

bevolkin^j:.  die  ooj^'slen  j,'<iyen  van  i:?.  IS  en  'Jl^  jdkol  per  bouw.  <  ►p  bet  stids 
in  quaestie  van  bei  demonsii-at  ie\  eld  wtn]  dns.  op  waarlijk  ni'-t  inoeiliik- 
na  Ie  volji'en  manier,  lersl(Mid  minstens  bet  dnbbcb-  \;in  <leii  •gewonen  oo^'st 
verkregen. 

Een  ander  gedeelte  van  het  vidd  gaf'  daai-entegen  een  vooibeeld  ei-  van. 
hoe  in  den  aanvang  het  proefnemend  karakter,  waaroy»  vroeger  met  nadruk 
is  gewezen  bij  de  demonstratievelden  niet  zoo  zeer  is  te  ontgaan  als  wel 
gewenscht  zou  zijn.  en  boe  men  o(»lv  in  dil  geval  af  en  toe  door  sfdiade  en 
sehande  wijs  moet  woi'den.  Door  een  misverstand  had  de  nitznaiing  van 
de  padi  voor  dit  stuk.  boewei  zij  juist  geheel  volgens  den  regel  geschiedde, 
te  laat  plaats,  waarvan  de  uitkomst  niet  anders  was  dan  eene  geheele  mis- 
lukking van  het  gewas.  Hieruit  viel  ten  duidelijkste  weder  de  juistheid  dei- 
meening  in  het  oog,  dal  het  tijdig  uiizaaiion  en  overplanten  een  der  eerste 
vereisehten  is  voor  het  verkrijgen  van  een  goeden  aanplant,  en  dat  die  faotor 
van  veel  meer  belang  nog  is  dan  het  stipt  opvolgen  der  andere  voorsehriften. 
Dat  met  deze  leering  bij  den  nieuw'en  aanplant  aan  het  eind  van  het  versla ir- 
jaar  deugdelijk  is  rekening  gehouden,  zal  hieronder  blijken. 

Hierboven  werd  reeds  opgemerkt,  dat  vooral  de  tweede  gewassen  op  die 
velden  een  bijzonder  goed  resultaat  gaven.  Dit  moge  met  een  paar  voorbeel- 
den nader  worden  verduidelijkt. 

Een  aanplant  van  Manihot  utilissima  ,,Ketela  pohon",  Cassavip,  eene 
oppervlakte  beslaande  van  400  vierkante  roe,  leverde  een  oogst  van  121  pikol. 
terwijl  nog  aan  de  stekken  eene  niet  te  verwaarloozen  verkoopwaarde 
toekomt.  Deze  productie  van  twee  kati  per  vierkante  meter  dus.  werd  ver- 
kregen van  een  aanplant  circa  negen  maanden  in  den  grond  staande,  zoodat 
in  hetzelfde  jaar  nog  eèn  ander  gewas  had  geplant  kunnen  worden,  b.  v. 
..Kedele"  (SojaV 

Een  stuk  van  130  vierkante  roe  met  tabak,  bracht,  hoewel  door  een 
bladschimmel  aangetast,  nog  op  ƒ  87. — ,  overeenkomende  met  ƒ  120. —  per 
bouw. 


Van  ►Solaiiiini  Melongeiia  „Teioiijx  Aubergines",  werden  op  ruim  een 
bouw  zes  variëteiten  uitgeplant,  vijf  daarvan  leverden  elk  een  oi>brengst 
van  ongeveer  dezelfde  verkoopwaarde  en  voerende  tot  een  bedrag  per  bouw 
berekend  van  ƒ  225. — ,  terwijl  de  zesde  variëteit,  die,  waarvan  reeds  in  het 
vorig  verslag  sprake  was,  eene  veel  geringere  hoeveelheid  maar  veel  mooiere 
vruchten  produceerend,  op  ƒ  250. —  aan  opbrengst  per  bouw  te  taxeeren  viel. 
Hierbij  kan  de  opmerking  worden  gevoegd,  dat  deze  cijfers  niet  op  eene  zeer 
globale  en  approximative  raming  berusten,  doch  op  eene  zoo  juist  mogelijke 
opneming. 

Een  tot  de  Compositen  behoorend  gewas,  den  Tnlandschen  naam  van 
„Kembang  Poelo"  dragend  ('),  welks  zaad  oorspronkelijk  van  Solo  afkomstig, 
nu  reeds  op  het  veld  zelf  werd  gewonnen,  ontwikkelde  zich  vrij  goed.  Er 
is  nog  niet  afdoende  te  zeggen,  dat  de  cultuur  van  deze  plant  voor  de  bevol- 
king aanbeveling  zal  verdienen ;  het  is  echter  wel  waarschijnlijk,  daar  de 
Heer  do  Savornin  L  oh  man  mij  t(M'  zake  het  volgende  rapporteert: 
..Kembang  Poelo.  nl.  de  enkele  bloempjes  van  de  samengestelde  bloem,  is 
een  zeer  gewilde  grondstof  voor  verf  van  prima  qualiteit  sarongs,  echter 
zoo  duur,  dat  die  alleen  binnen  het  bereik  van  prijaji's  en  zeer  gegoede 
Inlanders  valt,  terwijl  in  de  laatste  jaren  veel  surrogaten  in  den  handel 
gebracht  werden,  waardoor  de  (»fhte  Kembang  Poelo  geheel  vorrirongen 
werd.  De  Regent  verzekerde  mij  echter,  dat,  indien  prijaji's  van  de  echt- 
heid van  het  product  verzekerd  waren,  zij  dan  gaarne  voor  de  volle  waarde 
zonde  ^^nllen  koopen.  welke  echtheid  bij  het  demonstratieveld  natuurlijk 
wel  gegaranrleerd  kan  worden.  Tndien  nu  de  kleine  man  er  tevens  toe  te 
krijgen  is  zijn  product,  in  casn  de  kembang  poelo.  direct  aan  den  consument 
te  verkoopen.  en  niet  van  de  bemiddeling  van  Ohiueezen  gebruik  te  maken, 
zou  de  kembang  poelo  hoogstwaarschijnlijk  weer  een  zeer  voordeelige  cnl- 
tuur  knnnen  worden". 

De  variëteit  van  Arachis  hypogaea  ..katjang  tjina"  of  ..soeoek".  welles 
invoering  nit  Japan  door  welwillende  huln  van  den  Hoojrleeraar  M  v  i  o  s  h  i 
in  het  vorig  verslag  werd  vermeld,  gaf  nu  zooA'oel  zaad.  dat  er  ook  reeds 
vrij  wat  aan  anderen  kon  worden  verstrekt;  er  was  van  de  zijde  der  bevol- 
king buitengemeen  veel  vraag  naar,  hoewel  nntuui'lijk  nog  het  beste  zaad 
voor  verdere  voortteeling   op  het   veld    moest   worden    aangehouden.     De 


(^)  Omtrent  den  wetenscliapnelijVen  nanm  van  deze  plant  bestaat  peen  voldoende  zeker- 
heid; door  den  Heer  de  Savornin  L  o  liman  zijn  echter  zaden  naar  Biiitenzorp  gebracht, 
welke  te  kiemen  ziin  sreleerd.  znod.it  in  hot  volgend  verslacr  deze  onzekerheid  opfreheven  zal 
kunnen  worden. 


1Ü4 

vari<"'t('if   Kcnmorkl    /.ir-li    vooiiiiniHlijlc    door   ;jroo(f    \  i  nrlid-n    en    »'<'ii    lioo;^ 
olic;^<'liiill('.   waiiroiii   <!<•   Kr^cni    ook   tl<ii    ijiiid   ;:iif'   \ooi;il    incl    luiro  niliiiiir 
vooil    (<■  ^;iari,  danr  do  dosa  iiiaii  /.<•  dan   \  fniiocdi-li  Jk   \vo|   voor  (\i-  <»lio|,croi 
diii^-,   waarlor  /-ij  /.irh  hij   iiilslcl;   Icriil.  /,al  -^aaii   li-clcn,  loiwijl   lliaiis  in   lioi 
I '(»inii-o;4i)sc|io  ..kaljan^   ijina""  alleen  als  snoejierij    waaide   lieeti. 

De  nil/.aaiin^  eii  uil  planl  inir  \aii  de  padi  \  oor  den  aan|daMl  i'.Mil  -IIHIL', 
;^es(liiedde  niel  de  meeste  /.oiji.  /.oodal  de  tlesknndl^'e  kon  \  eik' Jareii. 
.,dal    de    uil  Noeiini:    er    \an    op    «^jeen    ander   ilemonsl  ral  ie\  dd    lieier    jilaats" 

liad.        haar    er.    om     heler     loe/ichl     ie     kiiiineil     ni  loej'eiieil,     lliel     i-iii     heperkl 

aanlal  |)laii(  \  rouw  en  werd  ;;e\\erkl  eii  nanwielli-nd  |il;iiileii.  xdoral  hij 
inindei-  «ieoercndcii,  laiij^ei'  diinrl  dan  de  lorale  /.orj:cl(»o/e  I  nhnnlsclie  planl- 
iiianier.  nioesl  een  vrij  ^loot  aanlal  da^eii  aan  liei  iiiiplaiileii  woi'den 
hesleed.  Toeli  waieii  wij  iio^  niini  (»p  lijd  gereed.  -  waarom,  /.ooals  liier- 
hoxcn  \crklaard,  liel  ons  in  de  eersie  jdaals  t<'  do<'n  was  -  daar  liel  \e|d 
reeds  was  at'j^eplaiit.  xoordal  men  op  de  nal»nri;;e  sawali's  zelfs  he^dinien 
was.  Dit  laatste  vindt  daarin  vooral  zijn  oorzaak,  dat  de  Iiiland<'rs  iw 
[daalsc  veel  later  uitzaaiden  <laii  gewoonlijk,  omdat  de  i-cyciis  hijua  een 
maand  te  laai  <>(»ed  doorkwamen;  boewei  er  nu  al  vi-oeirer  voldoende  water 
\(»oi-  het  planten  was.  w(»r(lt  er  toch  lievei-  jjjevvacht  tot  het  intreden  van  den 
vollen  W'estmoesson.  Wel  zien  sonimii:<'  lieden  in.  dat  het  eiuenlijk  hetei- 
zoude  zijn  in  zulk  een  jicval  wal  vi'oe<>er  niei  planten  te  he;j,inneii.  do(di  een 
\  i'ees  v<»or  ridiculiseeiinu'  en  tejienwerkinji  schijnt  ook  daar  ten^evol<;e  te 
heldien,  dat  men  ongaarne  eene  nitzonderinj;  maakt  en  hel  veiliirer  oordeelt 
maar  te  doen  zooals  buren.  Dat  voor  het  uitzaaien  der  kweekbeddinj^en 
volsti'ekt  niet  zooveel  water  noodij>-  is,  —  zoo  woidt  mij  no^  j;erapporteerd  — 
blijkt  wel  op  Ters(  heiden  an<lere  jdaatsen.  o.  a.  ook  te  Patjilan.  waar  wach- 
ten <)])  de  voll(^  rej^cns  een  zoo  laat  uitplanten  ten  gevolge  zoude  hebben,  dat 
de  aan])lant  zoo  goed  als  z(dver  mislukt.  ()]•  bedoelde  ]>laatsen  worden  de 
kweekbedden  voor  de  sawah's  dan  ook  grootendeels  geheel  droog  uitgezaaid"'. 

Welk  een  goeden  invloed  zorgvolle  behandeling  en  goed  uitplanten  op  de 
zaailingen  hebben,  bleek  weder  duidelijk,  daar  des  avonds  uitgeplante  padi 
des  anderen  daags  reeds  de  jonge  blaadjes  begon  te  ontplooien,  terwijl  er 
anders,  bij  zorgelooze  plantwijze,  4  tot  7  dagen,  en  soms  zelfs  meer,  ver- 
loopen,  alvorens  de  zaailingen  zich  van  het  ovei-planten  hebben  hersteld. 

Toen  steller  dezes  aan  het  einde  van  het  afgeloopen  jaar  het  demonstra- 
tieveld  bezocht,  was  het  hem  eene  voor  de  hand  liggende  aangename  tijding 
van  den  Regent  geheel  spontaan  te  vernemen,  dat  deze  in  de  verkregen  uit- 
komsten op  het  veld  en  den  daarvan  ook  door  hem  te  verwachten  gunstigen 


155 

iuvloed  oj»  dt'ii  laiulbouw  der  bcvolkiii;:;  iiaiilcidinji  had  jievondcu  om  op  eene 
audere  plaats  hem  toebehooreiido  sawahV  te  wijzen,  om  het<j;eeii  op  het 
demoustratievehl  woidl  gedaan  na  te  volden.  In  het  vooiafj^aaud  vershig 
Averd  een  jaar  gek^den  gezegd,  dat  de  tijd  zou  liel)ben  te  leeren  of  de  uit- 
komsten van  hetgeen  er  o]»  dit  deuionstratieveld  wordt  gedaan,  zoodanige 
zullen  zijn,  dat  zij  de  bevolking  tot  navolging  zullen  doen  overgaan.  Waar 
de  Eegent  niet  alleen  veel  belangstelling  voor  <»ns  streven  toont  —  zooals 
trouwens  in  het  algemeen  de  Inlandsehe  hoofden  en  ambtenaren  —  doeh  een 
voorbeeld  geeft,  zooais  dat  hier  vermeld,  en  waar  nu  ai  de  bevolking  als 
bij  de  Japansche  Arachis-variëteit  tuk  is  op  het  bekomen  van  ons  zaaizaad, 
daar  geeft  men  zich  niet  aan  ongeoorloofd  o]>timisme  over  door  .aan  te 
nemen,  dat  er  zeer  veel  kans  bestaat  aldoor  de  naaste  toekomst  een  beves- 
tigend antwoord  o]>  die  vraag  te  zullen  zien  geven. 

Waar  alles  te  zamen  genomen,  van  dit  demonstratieveld  zooveel  bemoe- 
digends kan  w'orden  gezegd,  al  is  het  nuttig  effect  als  zoodanig  uit  den  aard 
der  zaak  nog  van  geringe  uitbreiding,  zoude  lichtelijk  de  vooionderstelling 
kunnen  rijzen,  dat  men  zich  te  Ponorogo  in  bijzonder  gunstige  omstandig- 
heden bevindt.  Dit  is  echter  zoo  weinig  het  geval,  dat  men  mij  in  den 
aanvang  van  meer  dan  eene  zijde  tegen  Ponorogo  als  ])laats  voor  vestiging 
van  een  demonstratieveld  heeft  gewaarsehuwd.  uit  vrees  dat  daar  niet  A;eel 
nut  te  stichten  zoude  zijn.  en  dat  zelfs  kort  na  het  vertrek  van  den  Assistent- 
Resident  Hagen  een  Euro]>eesch  ambtenaar  mij  den  raad  meende  ie 
mogen  geven,  het  pas  opgerichte  demonstratieveld  aldaar  maar  weder  op  te 
heffen;  een  raad,  aan  welks  opvolging  door  mij  geen  oogenblik  is  gedacht. 
Het  blijkt  derhalve,  dat  te  l*onoiogo  volstrekt  geen  buitengemeen  gun- 
stige omstandigheden,  aan  de  localiteit  eigen,  ons  streven  ojt  een  of  andere 
speciale  wijze  in  de  hand  werken.  Alleen  waarborgen  de  hierboven  ge- 
noemde factoren  door  hunne  samenwerking,  dat  het  werk  op  het  veld  goed 
en  nfiuwgezet  geschiedt.  Dit  blijkt  voId(»ende  om.  alleen  nog  op  kleine 
schaal  —  hetzij  herzegd  —  de  vei-waditing  te  komcMi  versterken,  dat  men 
met  de  demonstratievelden  o]t  ecMi  weg  is.  die  langzamerliand  \erbet<Md  (mi 
«uitgebreid,  tot  voordeel  van  den  Inlandschen  landbouw  zal  kunnen  leiden; 
eene  voorloopige  bevestiging  dus  der  hoop.  waarmede  men  zich  van  den 
aanvang  af  heeft  gevleid. 

M  o  d  j  o  w  a  r  n  o    (K  e  r  t  o  r  e  d  j  o). 

Ook  van  dit  veld  kunnen  gunstige  berichten  worden  gegeven,  hetgeen 


IHfi 

ii;i  liet  vi-o<*g<M-  vci-nicidc  Ix'^irijpflijlx  is.  il;i;ii  <!<•  Ilci-icii  I\  i' ii  ij  1  soorf 
lil<'\<'ii  jiiisiii  met  (»iis  .sli-('\cii   kiiiilit  io   ic  si<-iiin-ii.  li-iwijl  de  door  Immi  a;iii- 

beVdlcil  lllillHlool'.  /ooills  lliil  ;|ll<l<'IS  (hlll  Ie  \  i-i  w  ;i"li  t  «Ml  WilS.  «M'll  ijvcfij;  «Ml 
n;eH<'liiI<l  iii.-in  is.  Ivmi  (Mi  ;iii<|cr  iii;i;ikl.  (I;il  ank  (i;i;ir  iii  df  lijd^Mi  dul  <\<' 
<lcsUiiiidi^('  voor  ilr  d«Miiniisl  tal  i<'\  cldcii  iit  iniji)<-i-  Ix-scliiUkiii^  slaand»-  ni<'l 
l(M-  pijiii<S('  is,   voloriis  de  ^c^icNtMi   aa  II  w  i  j/i  ii^<  Ml    wnidl    \  noi  I  ;:»-\\  <M-kl. 

I>('  |tadi  iiaiiplaiil  l!M»(l/1!((il  i>;al'  /«mm-  hc\rcdi^(Mid<'  i(*snllat(Mi.  De  t(M- 
\(M-}i^elijkiii^  ;.;(Mi<»iii(Mi  \  (  is<diiH«Mid<'  diclilln-id  \aii  iiit/,aaiin<;  — -  '/ie  vfM-Hlaj; 
omtrent  don  sfnai  \aii  's  Lands  l'laiihMiiiiin  o\<m-  I'.XK»  Idad/.  156  —  gaf  geen 
uoemenKwaai-d  oiid(MS(licid  in  d<Mi  aaii|>laiil  uil  7.aailiiii:<Mi  ifs|i.  van  H'')  <mi 
van  li/i  katii  por  lioiiw  \n()i-|o('l<(nii(.|i.  Op  (mmi  si  uk.  waar  na  ;>."»  da^(Mi  w<M'd 
overgeplant,  gaven  de  oorste  oen  iols  lioogiM-  jiKMhn  i.  np  (-(mi  ander,  waar 
ocM'st  na  45  dagen  do  ovorjdanting  geschiedde,  daarriilogeii  do  laagston.  Dit 
laat  zi(di  daaiMiit  v<M'klatoii.  dat  bij  zeer  ijle  nitz-aaiing  de  jonge  planton  /,io]i 
sterker  onlwikkclfMi  (mi  dan  bij  langer  waoliton  mot  liet  ovorplanten  nio(M' 
worden  beschadigd  en  b(Miadoold  dan  and(Mo.  T)o  ond(Mlingo  verschillen 
tnssclien  de  padii»lanton  in  dozelfdo  diclillicid  nitge/.aaid  on  na  donzolfden 
tijd  ovei'geplant,  bloken  niel  zoldoii  «ii-ootoi-  dan  die  in  het  algemeen  tnsschon 
do  beido  verschillend  bohandelde  stukken  terrein  te  constateeren,  zoodat  er 
dariroin  geen  conclnsies  omtrent  de  meost  voordoelige  dichtheid  van  uit- 
zaaiing ter  plaatse  voor  do  gobrnikto  pndi  variëteit  zijn  te  trekken. 

De  variëteit,  die  werd  gebezigd,  was  ..gendjah  konanga",  dns.  zooals  de 
naam  aanduidt,  snel  rijp(Mul.  hoewel  dan  ook  oen  minder  groot  product 
loverend.  De  keuze  moest  op  oen  der  snol  rijpende  variëteiten  vallen  —  en 
onder  deze  behoort  de  konanga  tot  de  boste  —  om  den  in  het  voorafgegane 
jaar  door  onvoorziene  omstandigheden,  waarvan  vroeger  is  melding  gemaakt, 
verloren  tijd  weder  in  te  halen. 

De  productie  was  in  hot  geheel  20S.8  pikol.  dus  ruim  40  ])ikol  per  bouw, 
hotgoon.  de  variëteit  in  aanmerking  genomen  zeer  bevredigend  genoemd  mai; 
worden:  trouwens  de  aangrenzende  sawah's  der  bevolking  brachten  35  pikol 
op.  Het  voordeelig  verschil  bij  het  demonstratieveld  is.  zooals  de  Heer 
Kru  ij  t  mij  bij  mijn  bezoek  niodedeelde.  alleen  op  rekening  te  stellen  van 
de  betere  behandeling  ,on  verzorging  dor  kweekbedden,  daar  overigens  de 
verschillen  tusschen  behandeling  van  het  gewas  op  het  demonstratieveld 
en  op  de  omringende  sawah's  der  boA'olking  niet  groot  waren. 

Het  is  niet  onmogelijk,  dat  van  deze  padi  nog  grooter  oogst  gemaakt 
zal  kunnen  worden,  bij  minder  ruime  uitplanting.  De  plantwijdte  toch  was 
G  op  8  duim  ■ —  15  op  20  cM.  — ,  hoewel  in  het  algemeen  gesproken  niet  te 


157 

groot,  toch  wellicht  voor  deze  variëteit  wat  ruim;  zij  is  dan  ook  voor  den 
volgenden  aanplant  wat  minder  genomen. 

Bij  het  door  mij  den  IG'"  December  van  het  afgeloopen  jaar  aan  Modjo- 
warno  gebracht  bezoek,  had  de  Heer  A.  K  r  u  ij  t  de  welwillendheid  mij 
naar  het  demonstratieveld  te  vergezellen  en  mij  onderscheidene  inlichtingen 
te  geven.  Een  feit  is  er  onder  de  mij  door  den  Heer  K  r  u  ij  t  medegedeelde, 
waarop  ik  meen  hier  zeer  bijzonder  de  aandacht  te  mogen  vestigen,  en  omdat 
het  andermaal  een  inzicht  geeft  in  het  nut,  dat  zelfs  in  vrij  korten  tijd  met 
eene  instelling  als  die  der  demonstratievelden  is  te  doen,  en  ook  omdat  het 
wederom  leert,  hoezeer  men  ongelijk  heeft  door  te  meenen,  dat  de  Inlanders 
In  het  algemeen  wars  zouden  zijn  van  het  aanwenden  van  middelen  ter  ver- 
betering van  hunnen  landbouw.  Het  feit  is  het  volgende:  voor  den  volgenden 
aanplant  op  het  demonstratieveld  werd  van  zoo  zorgvuldig  mogelijk  uitge- 
zochte padi  van  den  eigen  oogst  aangehouden,  ^'adat  het  nu  was  gebleken, 
dat  er  van  die  uitgezochte  zaadpadi,  nog  redelijk  wat  over  was,  had  de  Heer 
K  r  u  i j  t  den  mandoor  toegestaan,  het  resteerende  onderhands  aan  aanvra- 
gers uit  de  bevolking  te  verkoopen,  die  er  eventueel  om  zouden  komen 
vragen,  en  dan  natuurlijk  aan  de  het  meest  biedenden.  Terwijl  nu  de 
gemiddelde  prijs  van  de  „bos""  padi  te  Modjowarno  op  35  centen  is  te  stellen 
naar  ik  vernam,  deelde  de  Heer  K  r  u  ij  t  mij  tevens  mede,  dat  volgeus  de 
laatste  berichten  de  mandoor  van  de  resteerende  zaadijadi  verscheidene 
bossen  reeds  had  verkocht  voor  80  centen  en  toen  wij  het  demonstratieveld 
bezochten,  bleken  de  buren  de  prijs  reeds  tot  ƒ  1. —  per  bos  te  hebben  laten 
oploopen,  zoozeer  wenschte  men  van  onze  goed  uitgezochte  zaadpadi  gebruik 
te  maken,  al  kwam  zij  dan  ook  veel  duurder  te  staan.  Aan  deze  mededee- 
ling  behoeven  geen  commentaren  te  worden  gehecht,  zij  is,  hoewel  natuurlijk 
wederom  slechts  nog  zeer  op  kleine  schaal,  naar  het  mij  voorkomt  een  zeer 
sprekend  argument  voor  de  juistheid  der  beide  aangegeven  punten. 

Van  ziekten  werd  in  het  padi-gewas  geen  last  van  eenige  beteekenis 
ondervonden.  Sedert  het  vorig  verslag  is  uit  de  inmiddels  door  D"".  J.  van 
Breda  de  Haan  gedane  onderzoekingen  gebleken,  dat  de  ter  plaatse 
als  „brambangan"  of  meer  „brambang"'  aangeduide  ziekte,  niets  anders  is 
dan  de  door  dien  Afdeelingschef  bestudeerde  aaltjes-ziekte  in  het  padigewas, 
meer  algemeen  onder  den  naam  van  omo  mentek  bekend. 

Van  tweede  gewassen  werden  in  het  verslagjaar  te  Modjowarno  voor 
het  eerst  geplant:  erwten  en  boonen,  en  eene  maïs-variëteit  uit  den  Cultuur- 
tuin. 

De  eersten  garen  geen  bevredigende  resultaten,  zooals  bij  de  ligging  van 


1  r>8 

lifl  \fl<l  ook  \\<-l  kdii  wnrdril  \<-ini<K<|.  Ikh-svcI  ctii  klciiM-  ynoi-f  toili  iwt^ 
li;i;ir  nul  li;i(l;  »l<'  iiinïs  \  ;iii<*li'il  iii  iiiiJH-srH-  \ 'n'l  (lii;ii<Mil<';:cii  Itij/oiKlci-  in 
den  sni;i;ik  tier'  l)c\  nlkinu.  Z'H^  >'■""•  •'  =  ''  '"'  "i  '"■'  -Miilini^zsrli.-  /;i;mI  t-i-  \:in 
iiti  ;iiin\  i:i;i;;  \\rr<l  \  <-isl  irkl.  I>«-  iiiodnrl  ie  \\;is  (ip  ln-l  (|i-iin>nsl  fiit  if\  cld 
S.")!»!!  klossen  \iin  r<n  oi»im-i\  l;i  kli-  \;in  HHI  \  idkiinif  loc.  \u-/.>-  «([dircnjisi 
is  wel  iiii'l  linilt-njicw  oon  ^^rool,  dorli  di-/.»-  ni;iis  \  ;iii<"lcil  sl;i;il  ook  sI<m1iis 
iwcc  en  (MMi  li;il\f  HiMiind  in  d<-n  ;;roiid,  \\;i;irdoor  In-I  nio;;<-lijk  uordl  voor 
de  niMÏs  en  n;i  d<"  \  <>or.il'j;;i;indi'  |iadioo^sl  no^  i-cii  ;ind<-i-  iwcfdf  <;<'\vas  !<• 
|.lantcn.  rn   nicllrniin  de  nit-nwi-  padi  dns  na  d<-  maïs  lodi   nojx  fijdiji 

in  d«'n  ^rond  li-  lifld»cn.  Dil  aiirs  h-  /ann-n  \  nklaail .  waarom  dr  ^M-ïmpor- 
h'ci-dt'   \aiiclril    iiij   de   bevolking    Icrslond   /oo   /.fcr   in    in-k    was. 

\'an  paardcniand maïs.  die  naar  ilv  \an  di*n  Ilrci-  K  v  w  ij  l  vernam,  als 
vcM'dci-  «icwild  is.  liad  oen  di-sa  iM-woncr  ^aarnt-  alles  willen  lieldien  wal  <'i- 
aan  zaad  te  kiijii«*ii  ^\as. 

\'an  de  .la\aans(die  soja  ..kedeh-""  in  liei  vori^  verslajj:  l)esj)r(d<en.  w  ier 
oplncn^sl  locli  oj»  alle  demonsl  tal  ie\  elden  /.(»o\i'el  Ie  wenselieii  had  ovei- 
-^elalen,  was  van  twee  variTHeiten  Ie  lliiilen/.orii  vfddoeiide  zaad  «^ewoinien 
om  de  proef  te  Modjowaino  noj;  eens  te  doen,  om  welke  herlialin^  door  d.- 
l.evolkinj*  was  verzoelil.  Il«'t  nu  bereikte  resiiliaat  was  iioji;  allerminst 
he\  redi<;end,  hoewel  niet   zoo  ongunstig  als  in  het   voorafgegane  jaar. 

Het  is  ze<'r  (e  bejammei-en,  dat  de  nil  dapan  out  vangi'ii  Soja- variëteiten, 
waarvan  sommige  om  de  (inaliteit  van  hel  product  zooveel  heioven,  zich  zoo 
uiterst  moeilijk  hlijkeji  te  laten  acclimatiseeren.  Kene  is  er  tcdaal  verloren 
gegaan,  terwijl  van  een  paai  andere  ge.-n  verwat  hting  mag  worden  gekoes- 
terd, dat  zij  zich  hier  zullen  gewennen.  Met  een  vijftal  variëteiten  worden 
de  i»ogingen  Ier  ac(  limalisatie  te  Muitenzoig  voortgezet  —  twee  dezer  vijf 
varirdeilen  leverden  het  zaa<l  \<»or  de  uitzaaiing  Ie  Modjowarno  — .  Men 
heeft  daarbij  niet  allerhande  moeilijkheden  Ie  kami>eii,  o.  a.  met  <le  groote 
aantrekkelijkheid,  welke  de  geïmporteerde  variëteiten  voor  schadelijke 
insecten  schijnen  Ie  hebhen.  Zoo  was  ook  te  Modjowarno  de  voornaamste 
reden  van  de  onbevredigende  opbiengst  (e  zoeken  in  het  aanzienlijke  nadeel 
door  den  „kedele-boorder"  aangericht. 

De  raede  uit  Japan  afkomstige  Sesaraum  „Widjen"-variëteit  schijnt 
voor  de  vrij  zware  kleigVond  van  het  demonstratieveld  te  Modjowarno  niet 
geschikt  te  zijn.  De  Loerah  van  Kertoredjo  had  meer  hoop  op  goede  uit- 
komsten bij  uitzaaiing  op  lichtere  gronden;  hem  werd  daartoe  het  nog  ge 
wonnen  zaad  afgestaan,  daar  de  variëteit  door  hare  goede  qualiteit  voor 
bestendiging  van  cultuur  zeer  zeker  in  aanmerking  komt. 


15§ 

Voor  den  nieuwen  padi-aani)lant  werd  om  twee  redenen  weder  dezelfde 
variëteit  gekozen  als  het  vorig  jaai-.  I'iinio,  om  te  kunnen  nagaan  of  inder- 
daad eene  geringere  plantwijdt»^  voordcH'ligcr  is  —  er  wei-d  nu  aangenomen 
6  op  8  duim  —  en  seoundo,  vooral,  omdat  eigen  uitgezocht  zaaigoed  kon 
worden  gebruikt.  \'o<»rts  zoude  nog  het  gebruiken  eener  langzaam  rijpende 
„dalem "-variëteit  bezwaren  hebben  ontnu)et,  daar  de  regens  laat  invielen, 
waai'door  niet  tijdig  genoeg  ovei-  eene  voldoende  hoeveelheid  water  te  be- 
sehikken  zoude  zijn  geweest. 

Aan  het  overplanten  kon  bijz<>ndei'<'  zorg  worden  besteed,  doordat  het 
den  Heer  de  S  a  v  o  r  n  i  u  I.  o  h  m  ;i  n  mogelijk  was  in  den  planttijd  twee- 
maal ter  plaatse  te  komen.  Het  bleek  daarbij  dat.  hoewel  er  te  Modjowarno 
met  meer  zorg  wordt  overgeplant  dan  op  menige  andere  plaats,  toch  ook 
daar  nog  behartigenswaaidige  en  na  te  volgen  wenken  zijn  te  geven,  met 
nanu'  ten  aanzien  van  den  stand  (Mi  van  den  regelmatigen  oiiderling(Mi 
afstand  der  overgebrarhte  zaailingen. 

P  o  e  s  p  o  h. 

In  het  eerste  verslag  o^■er  de  demonstratievelden  —  \'er»slag  omtrent 
den  staat  van  's  J^ands  Plantentuin  over  1S91),  blz.  11*2  en  12:]  — •  werd  het 
volgende  aangevoerd:  „Het  blijkt  uitei-st  moeilijk  te  zijn,  j)laatsen  te 
vinden,  waar  men  met  demonstratievelden  voor  cultures  op  droge  velden  in 
de  vlakte  kans  heeft  eenig  nut  te  verspreiden,  l^agen  de  terreinen  niet  te 
ongunstig,  dan  is  in  beraad  of  veelal  in  voorbereiding  om  er  irrigatiewater 
op  te  brengen,  zoodat  men  er  de  gewone  sawah-cultuur  krijgt.  Op  meer 
afgelegen  plaatsen  is  hetgeen  op  de  di'oge  velden  wordt  gekweekt,  slechts 
bijzaak  en  hi^bben  de  menschen  een  andere  l>ron  van  inkomsten  —  zooals 
b.  V.  in  Zuid-Karauganjar,  waar  de  klappers  de  eigenlijke  verdiensten  ople- 
veren —  of  wel,  juist  door  de  v(Mwij<lerde  ligging,  bestaat  er  voor  den 
kleinen  man  geene  gelegenheid  om  de  ]»roducten  van  een  nieuw  geïmpor- 
teerd gewas,  ook  al  groeit  dit  nog  zoo  goed,  van  de  hand  te  zetten.  Na 
herhaalde  vergeefsche  pogingen,  in  laatste  instantie  in  de  residentie  Pasoe- 
roean,  Ixm  ik  met  den  Resident  overeengekomen,  dat  deze  op  tournees  in 
zijn  gewest  de  vriendelijkheid  zoude  hebben  te  zien  of  er  een  geschikt  terrein 
voor  een  tegal-denionstratieveld  te  vinden  zoude  zijn*". 

In  het  tweede  verslag  heette  het:  ,,Een  eerste  bezoek  aan  het  voorloopig 
door  (leii  Resident  van  Tasoeroeau  welwillend  nitgezoelit  terrein  deed  den 
lloci-    (Ie   Savornin    Lohnian    geheel  de  meening  van  het   Hoofd  van 


j^^ewenielljk  bestuur  doelen  (')  «tinhfiii  <1('  ^^^cscliikllicid  dei'  phdi  voor  h<-i 
vestigen  van  een  deinonHlrji(i<'v<'ld  voor  dioog  (e  Nrihoiiwcn  ;;e\vaHKen  op 
betrekkelijk  niel   (e  j^roolc  li<)();;(c  Itovcii  /cc  iii  vc;in". 

l>e  V()orwaard<*n  s(  liciicn  <icrliiilvc  -  in  aaiinicikin;^  ;iciioiiicii  de  aan 
<;eg<'V(Mi  bezwaren  l»ij  (!<■  kcn/c  vnii  ecu  (Irmonst  ralicvcld  sooi-  ic;,';il  «ui 
iijiii-  niet    ononiisliii  en    lorli    hlcik    licl    ;iiidcr  iiwial.   iioc   iiilcrsl    moeilijk 

het  dikwci-f  is  alle  in  aariincrkiii;;  komende  ojigunstif^je  factoren  a  priori  te 
overzien  en  naai-  iiai-c  vciinoccbdijke  bcteckenis  te  schatten.  Het  blijkt 
namelijk  dat  er  te  l'oespoh  een  nad«Mdi<;(*  factoi-  van  j,'chccl  loealen  aard  is, 
welke,  ten  minste  bij  de  thans  ter  beschikkin;;  slaande  middelen  —  wat 
met  deze  i-estrictic  \\(trdl  ImmIocUI  /,:ii  hieromlei-  worden  aangegeven  —  z<^o 
^<)e<l  als  alle  aan  hel  demonstralieveld  Ie  besteden  moeite  verijdelt,  en  dal 
wel  in  die  mate,  dat  het  opgeheven  zal  moeten  worden. 

JJie  factor  is:  het  groote  vreemdelingen  bezoek,  ook  nog  gedurende  den 
planttijd.  Dit  bezoek  geeft  aan  de  bevolking  groote  verdiensten,  hoofdza- 
kelijk door  transporten,  en  wel  zooveel,  dat  gedurende  het  overig  deel  van 
het  jaar  ér  ongeveer  niets  behoeft  bijverdiend  te  worden.  Dit  heeft  in 
twee  opzichten  een  hoogst  nadeeligen  invloed  op  eene  poging  als  die  met 
een  demonstratieveld  beoogd. 

Ten  eerste  is  het  onder  die  omstandigheden  uiterst  moeilijk  werkvolk 
voor  zulk  een  veld  te  bekomen,  zooals  maar  al  te  zeer  is  ondervonden,  daar 
er  niet  alleen  slecht,  maar  ook  buitensporig  duur  wordt  gewerkt.  Dit  is 
echter  wel  het  bezwaar,  waarmede  men  het  spoedigst  kennis  maakt,  doch 
niet  het  ergste.  Dit  —  het  belangrijkste  euvel  —  is  daarin  te  zoeken,  dat 
de  bevolking  geen  belangstelling  in  haren  eigen  aanplant  heeft.  Als  bij- 
kómend  gevolg  voegt  zich  daarbij  nog  het  zoo  goed  als  ondoenlijke  om  ter 
plaatse  een  bruikbaar  mandoor  te  krijgen. 

Zooals  verleden  jaar  werd  gemeld,  werden  drie  variëteiten  rijst  voor 
droge  velden  „Padi  gogo"  voor  het  veld  te  Foespoh  bestemd  en  maatregelen 
voor  de  noodig  te  oordeelen  bemesting  genomen.  V'an  den  aanplant  werd 
een  zeer  bedroevende  opbrengst  verkregen  door  verwaarloozing;  niettemin 
bleek  het,  dat  terecht  was  voorondersteld,  dat  juist  ter  plaatse  van  mest 
een  snel  merkbaren  invloed  ten  goede  te  wachten  zoude  zijn,  daar  boven  de 
galangans,  waar  de  mest  door  regens  verzameld  was,  de  padi  buitengewoon 
mooi  stond.  Van  den  maïs-aanplant  kan  niet  veel  beter  worden  getuigd; 
daar  was  de  hoofdoorzaak  van  het  mislukken  het  groot  aantal  gestorven 

(*)    Het  was  steller  dezes  door  een  samenloop  van  omstandigheden  uil  zijne  betrekking 
voortvloeiend,  niel  mogelijk  geweest  zelf  eerst  naar   Poespoli    te  gaan. 


lül 

planten  en  het  verzuiiii  van  inboeten.  „De  i-oode  en  gele  djagoeng  —  zoo 
rnpporteei'de  de  Heer  de  t?  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  ni  a  u  —  uit  den  Cultuurtuiu, 
dezelfde  die  later  te  Modjowarno  zoo  goed  voldeed,  werd  voor  de  uitzaaiing 
zeer  bewonderd,  terwijl  bij  den  oogst  niemand  het  product  waardeerde, 
misscliien  oiudtiT  de  opbrengst  zoo  bedroevend  was,  ofschoon  minder  slecht 
dan  van  de  inheemsche  variëteit;  als  reden  werd  echter  opgegeven,  dat  de 
variëteiten  gekleurd  waren  en  men  te  Poespoh  alleen  witte  variëteiten 
apprecieert;  alsof  men  voor  de  uitzaaiing  niet  had  kunnen  zien,  dat  deze 
soorten  rood  en  geel  waren".  Ook  de  widjen  voldeed  niet  aan  de  verwach- 
tingen. Het  geringe  beschot  buiten  beschouwing  latende,  voldeed  het  pro- 
duct als  zoodanig  niet,  omdat  de  bevolking  liever  djagoeng  ])laut.  wijl 
zwarte  widjen  niet  geschikt  is  voor  snoeperijen  en  bovendien  de  hoeveelheid 
te  gering  was  voor  oliebereiding. 

Ook  in  den  drogen  tijd  werd  wederom  maïs  geplant  en  verder  tabak  en 
lombok.  De  eerste  gaf  opnieuw  geen  bevredigende  opbrengst,  al  was  het 
ook  niet  zoo  slecht  als  de  eerste  maal ;  de  oorzaak  van  het  slechte  slagen  kon 
niet  worden  nagegaan,  daar  de  Heer  de  Ö  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  niet 
voor  den  oogst  te  Poespoh  kon  zijn. 

Van  de  eerste  uitzaaiing  van  tabak  wordt  bericht,  dat  zij  niet  voldoende 
was  opgekomen  en  van  de  tweede,  dat  zij  te  laat  in  den  tijd  viel  om  goede 
resultaten  te  kunnen  geven.  Toch  werden  er  nog  2200  meerendeels  flinke 
planten  van  geoogst,  waarvan  de  qualiteit  zeer  beviel,  doch  wier  product, 
niet  meer  dan  6  kati  tabak  heette  te  geven.  De  lombok  bleek  behandeld  te 
zijn  op  eene  wijze  dat  de  deskundige  er  van  rapporteerde  „dat  het  een 
wonder  zou  geweest  zijn,  indien  er  een  plantje  van  terecht  kwam". 

De  in  December  van  het  verslagjaar  in  den  grond  gestoken  aanplant 
beloofde  weinig  beter  resultaten  bij  het  bezoek  door  den  Heer  de  S  a  v  o  r- 
nin  Lohmau  aan  het  eind  van  het  jaar  aan  Poespoh  gebracht.  Wel 
kon  bij  die  gelegenheid  nog  een  en  ander  worden  hersteld;  dat  was  evenwel 
lang  niet  met  alles  het  geval. 

Hierboven  is  gezegd,  dat  „met  de  thans  ter  beschikking  staande  midde- 
len" een  veld  als  dat  te  Poespoh,  waar  een  zoo  sterk  influenceerende  ongun- 
stige factor  blijkt  te  bestaan,  geen  te  verwachten  resultaten  kan  geven. 
De  gebezigde  restrictie  doelt  wederom  op  het  ontbreken  van  geschikt  per- 
soneel voor  permanent  toezicht.  Had  men  op  het  demonstratieveld  te 
Poespoh  een  goed  ontwikkeld  en  goed  onderh^gd  niantri,  die  een  Umdbouw- 
school  had  bezocht,  zooals  wij  ons  voorstellen,  die  binnen  niet  al  te  langen 
tijd  voor  de  demonstratievelden  te  krijgen,  dan  zoude  er  onder  zoo  bijzon- 

YbRSLAG    van    's  LANDS   PLANTENTUIN    1901.  II 


162 

(ier  ()iij;iiriH(ige  condities  alw  de  {rcseln-isK*  \\<-l  <;ccii  j^iooie  veiwachtingen 
van  de  te  doene  pogingen  te  lioeMleren  ziijii,  en  z«.'ker  geen  «poedig  resultaat, 
maar  toch  zoude  men  dan  ooli  op  den  duur  nog  \\t'\  van  nut  kunnen  wezen. 
Tot  zoo  lang  men  niet  over  zoodaiiigt-  maMiii's  beschikken  kan  is  ei-  op 
|)laat8en,  waar  gebrek  aan  medewerk inj^  <ri  lM-lan<isi<'lling  van  dr  zijd<'  dei- 
Ix'volkiiiji  beslaat,  iiids  uit  h-  rirhtcii  ui'  ifii  iiiinsh'  zoo  goed  als  h'h-Ih. 
Alleen  voortdurende  deskuinligc  leiding  en  dengdelijKe  cuiilroleering  der 
werkzaamheden,  die  beiden  geheel  onlbi-ekeii.  zonden  oj.  een  plaats  als 
Poespoh  eenig  nut  kunnen  doen  stichten. 

N  g  a  d  i  s  a  r  i. 

Na  de  zoo  weinig  bemoedigende  uitkomsten  te  Poespoh  te  hebben  ge- 
boekstaafd, is  het  te  meer  eene  aangename  taak  van  dit  laatste  veld  —  dat 
te  Ngadisari  —  te  kunnen  getuigen,  dat  het  ten  volle  aan  de  er  van  gekoes- 
terde goede  verwachtingen  heeft  voldaan  en  het  alle  reden  tot  bijzondere 
tevredenheid  geeft. 

Mij  zelf  was  het  niet  mogelijk  bij  de  in  het  einde  van  het  jaar  naar  de 
demonstratievelden  ondernomen  tocht  ook  Ngadisari  te  bezoeken,  üe  thans 
volgende  bijzonderheden  zijn  dan  ook,  zoo  goed  als  onveranderd,  overgeno- 
men uit  de  gegevens  door  den  Heer  de  Savornin  Lohman  verstrekt. 

Zaad  werd  er  door  de  bevolking  en  door  verschillende  bezoekers  uit 
andere  desa's  in  die  mate  gevraagd,  dat  het  veld  onmogelijk  in  de  behoefte 
kon  voorzien.  Bijna  geen  dag  ging  voorbij  of  er  langs  komende  vrouwen 
vroegen  om  bibit.  Zoo  goed  als  elke  desa  in  het  district  werd  in  meerdere 
of  mindere  mate  van  bibit  voorzien,  terwijl  verscheidene  petinggi's  —  desa- 
hoofden —  korter  of  langer  tijd  te  Ngadisari  kwamen  doorbrengen  om  te 
zien  wat  en  hoe  aldaar  verbouwd  wordt. 

Als  een  der  gunstige  resultaten  van  de  cultuur  zelve  op  het  veld  kan 
het  winnen  van  goed  eigen  zaad  genoemd  worden.  Zoo  werd  dat  geteeld 
van  radijs,  wortels,  sla  —  in  zeer  groote  hoeveelheid  —  en  zelfs  van  biet  en 
bloemkool.  Trouwens  op  eenige  variëteiten  van  sla,  andijvie  en  prei  na, 
werd  van  alle  gewassen,  zaad  verkregen,  zoodat  groote  zaadbestellingeu  als 
voor  Lembang,  voor  hier  niet  meer  noodig  zijn.  Ook  hier  is  het  echter  voor 
eene  bieten- variëteit  nog  twijfelachtig  of  het  zaad-telen  zal  gelukken  —  zie 
vorig  verslag  onder:  Lembang  blz.  148  — .  Naar  luid  van  berichten  zoude 
het  te  voren  niet,  of  althans  slechts  hoogst  zelden  gelukt  zijn,  goede  bloem- 
kool  te  telen.     Wel   werden   hier   en   daar   bloemkool-plantjes   verkregen. 


165 

echter  niet  met  goed  ontwikkelde  kolven,  waarom  het  toch  in  de  eerste 
plaats  te  doen  is,  en  nog  minder  met  kiemkrachtig  zaad. 

Ook  hier  slaagden  de  artisjokken.  Hoewel  pas  na  meer  dan  een  jaar, 
vormden  de  meeste  planten  van  dat  gewas  reeds  bloemen,  één  zelfs  ten 
getale  van  6. 

Veel  last  wordt  ook  hier  ondervonden  van  de  zwarte  aardrups,  die  te 
Lembang  zoo  veel  bedierf.  Dit  is  zelfs  te  Ngadisari  in  nog  heviger  mate 
het  geval;  sommige  bedden  waren  den  dag  na  het  overplanten  zoodanig  aan- 
gevreten, dat  zij  geheel  op  nieuw  beplant  moesten  worden.  De  regens  zijn 
hier  minder  hevig  en  daardoor  niet  zoo  dienstig  om  de  rupsen  te  doen  ver- 
dwijnen. Aan  het  einde  van  het  verslagjaar  was  de  plaag  nog  onverminderd. 

Vermelding  verdient  hier  nog  het  aanleggen  van  eene  waterleiding  voor 
de  besproeiing  in  den  drogen  tijd,  van  welke  bamboeleiding  —  want  meer 
dan  een  goot  op  staken  is  het  niet  —  de  geheele  desa  Ngadisari  voor  huise- 
lijk gebruik  mede  profiteert.  Water  is  toch  te  Ngadisari  zeer  kostbaar  en 
moest  vroeger  door  vrouwen  palen  ver  in  groote  bamboezen  kokers  —  priug 
petoeng  —  gehaald  worden.  In  navolging  van  de  onze  hebben  nu  ook  2 
andere  desa's  elk  zulk  eene  leiding  aangelegd. 

Gewassen,  waarvan  vooral  succes  te  verwachten  is,  zijn  erwten,  boonen, 
groote  boonen  en  verschillende  andere  katjang-soorten.  Deze  hebben  groote 
waarde  voor  de  Inlandsche  consumptie;  een  Dolichos,  waarvan  door  de  be- 
volking den  naam  van  „boontjes  koening"  is  gegeven,  vindt  vooral  zeer  veel 
aftrek.  Wet  eet  de  Tenggerees  ook  blad-groenten,  doch  deze  spelen  bij  hem 
meer  de  rol  van  eene  toespijs. 

De  verwachting  van  de  aardappel-variëteit  „Sausice"  werd  teleurge- 
steld. De  opbrengst  daarvan  ging  toch  na  enkele  generaties  sterk  achteruit 
wat  ook  te  Lembang  het  geval  was.  De  variëteit  „Géante  sans  pareille" 
en  ook  „Brandale",  wint  te  Ngadisari  echter  steeds  meer  veld.  Beide  bleken 
te  Probolinggo  ook  reeds  zeer  merkwaardig  te  zijn.  De  qualiteit  schijnt 
eerder  te  verbeteren  dan  te  verminderen,  strookende  met  de  algemeene  erva- 
ring hier  op  Java  opgedaan,  van  welke  in  het  voorafgaand  verslag  sprake 
was. 

Speciale  vermelding  verdienen  ook  nog  de  „tomaten"  —  ranti  knol  — , 
die  bijzonder  weelderig  groeiden  en  vrucht  droegen,  en  waarnaar  buiten- 
gewoon veel  vraag  was.  De  Inlander  gebruikt  ze  half  rijp  in  de  sajoer,  ook 
wel  uit  de  hand  gegeten  met  wat  lombok  enz.  als  een  soort  „roedjak". 

Nog  meer  in  trek  is  onze  waloeh  „Lagenaria  hispida",  wier  vi'uchten 
buitengewoon  afmetingen  bereiken. 


ir,  4 

Savvi  „nio8t(M-(l".  woidi  lii<'i'  \<'t'l  ;ils  ^^lociih-  >ic)i*-i>']\  <mi  «tok  aan  Kiiro- 
jtcaiUMi  \<'i'K'()cli1.  lift  \<'l(l  liad  (laa!\aii  ffiii^n-  ^immI  ^chjaa;^»!*'  iM-ddcii.  tiic 
(tok  ()\  ciN  locdi^  zaad  ;^a\<ii.  Tiuii  w  ciis  \aii  (!<•/.<•  jirociih-  was  ii<(|s  IhM 
ooi'Spi'oiikclijk  /.aad  iii<-i  uil  Kiiropa  al'koiiisi  i;^,  maai'  ons  dooi-  ii-n  1  nkindci', 
i*al;    Sari  iii  o    uil  de  dt'sa   \\ Hiiokcilo  ;;i-srli(iiik''ii. 

ilr(  aardliciciizaad  kwam  iiici  up.  /.ooilal  ffin-  licilialiii;.'^  \an  di-  |iiu(,d" 
<laaniM'(lc  ^^ciionirn  zal  (liciicn  Ie  woidcii. 

I'a'ii  rassavc  aan|danl  bleek  \»»(»|-  dey.e  /i-er  imo^  j^cjc^eii  slrekcu  ujel 
yescliikl.  Wei  sloiid  dal  ^ewas  zeer  llfiiii^.  /uiid<i-  een  etikde  zieke  ot  doode, 
maar  na  anderliall'  jaar  waren  •!•■  |danlfn  |>as  1  a  1'^.  \i»ei  lioo;^,  zooilal  lit-l 
kweeken  daarvan  (•nin(>;^('li jk  rendeerend  kan  zijn.  vooral,  omdal  in  liet 
betrekkelijk  dielithij  maar  veel  la^er  ;;fleoen  Soeka|»oera  de  jilani  tiii  nor- 
malen groeit ijd  beefl. 

Een  proef  werd  no;;  j;enoiiien  mei  het  planieii  van  o\  i-rjaii;^n-  djarak 
„Ricinus",  daai-  de  cnliuur  loonend  lieioolt  ie  zijn  door  de  \-erlioo;4de  |»rijzen 
van  djarak-olie  in  den  laatsten  tijd. 

In  het  vorig  verslag  werd,  er  naar  aanleiding  van  Lembang,  op  gewezen, 
hoe  het  ten  onzent  een  algemeen  bezwaar  is  bij  het  eultiveeren  van  groenten 
in  het  gebergte,  dat  de  afzet  te  veel  afhankelijk  is  van  het  debiet  binnen 
een  beperkt  rayon.  Deze  opmerking  dient  hier  te  worden  herhaald  niet 
alleen,  doch  zelfs  meer  nog  de  aandaclii  oj»  worden  gevestigd,  naar  aanlei- 
ding van  hel  feit,  dat  de  afzet  van  Ngadisarisehe  groenten  beperkt  blijft  tot 
i'robolinggo  en  de  onmiddellijke  omstreken.  Wel  zonden  te  Soerabaja  aan- 
zienlijk veel  hooger  prijzen  te  bedingen  zijn,  doch  het  vervoer  per  spoor 
derwaarts  kost  te  veel.  Zonder  dit,  of  eenig  ander  speciaal  geval  in  bijztm- 
derheden  te  willen  bespreken,  waartoe  mij  de  gegevens  ontbreken,  meen  ik 
echter  w'el  vrijheid  Ie  mogen  vinden  tot  het  afleggen  der  verklaring  —  die 
bij  een  verslag  handelende  over  i)ogingen  van  Gouvernementswege  gedaan 
om  tot  verbeteringen  in  den  Inlandschen  landbouw  te  komen,  zonder  beding 
op  hare  plaats  is  —  dat,  in  het  algemeen,  het  zal  moeten  komen,  in  het 
belang  der  bevolking,  tot  het  vaststellen  van  lage  spoorvrachten  —  bij  snel 
vervoer  —  voor  vruchten  en  groenten. 


Woordelijk  zoude  ik  hier  kunnen  herhalen  wat  aan  het  einde  van  het 
vorig  verslag  werd  opgemerkt,  zoo  zelfs,  dat  ik  mij  veroorloof  belangstellen- 
den te  verzoeken,  die  conclusiëu  te  willen  herlezen. 

Voor  het  slotwoord  aan  deze  plaats  schijnt  het  mij  gewenschter  er  niet 


1Ö5 

bet  karakter  aan  te  geven  van  een  resumé  van  liet  voorafgaande,  doch 
integendeel  van  kort  geformuleerde  eouelusies,  het  aan  den  lezer  overlatende 
of  hij  er  al  dan  niet  mt^de  instemt. 

Zij,  die  zich  inderdaad  voor  het  doel  met  de  proef  der  demonstratie- 
velden  beoogd  interesseeren,  zullen  zich  de  moeite  hebben  te  getroosten  ook 
de  détails  der  voorafgaande  uiteenzetting  aandachtig  te  lezen,  om  zich  dan 
zelf  een  oordeel  te  vormen  over  de  juistheid  der  conclusies,  waarmede  ik  dit 
verslag  eindig: 

1''.  Hoewel  uit  den  aard  der  zaak,  nog  op  kleine  schaal,  heeft  de  proef 
met  de  demonstratievelden  nog  nader  doen  zien,  dat  er  op  den  ingeslagen 
weg  inderdaad,  met  geduld  en  beleid  wel  ten  nutte  van  den  Inlandschen 
landbouw  kan  worden  gewerkt,  mits  men  slechts  in  het  oog  houde,  dat  ver- 
beteringen voorzichtig  moeten  worden  nagestreefd  en  zij  zich  eerst  langzaam 
zullen  verbreiden. 

2*^.  Eerst  dan  zal  men  zich  eene  duidelijke  voorstelling  kunnen  maken 
van  het  nuttig  effect  van  demonstratievelden  ten  onzent,  wanneer  men  te 
beschikken  zal  hebben  over  deskundig  opgeleide  nmntri's,  met  het  dage- 
lijksch  toezicht  en  de  permanente  locale  leiding  der  werkzaamheden  op  die 
velden  te  belasten. 

S*".  Zoolang  niet  zoodanige  mantri's  aan  de  eerlang  op  te  richten  land- 
bouwschool, zijn  opgeleid,  zal  men,  welke  aandrang  ook  daartoe  moge 
bestaan  geen  nieuwe  demonstratievelden  mogen  oprichten  —  en  zelfs  veeleer 
het  getal  tijdelijk  iets  inkrimpen  —  om  niet  de  in  haar  wezen  goede  zaak 
te  discrediteeren,  daar  onder  de  tegenwoordige  ongunstige  omstandigheden, 
alleen  daïir  nu  reeds  het  nut  met  demonstratievelden  te  stichten  duidelijk 
kan  blijken,  waar  speciaal  gunstige  —  en  gemeenlijk  vooraf  niet  juist  te 
taxeeren  —  condities  bestaan. 


BlJLAGR     I. 


VOORNAAMSTE  IIN   VM)\   ONTVANGi:!N  ZAI)I^]N. 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


OiilvaiiRen   van: 


Januari Clemalis  virginica. 

Cornus  florida. 

Hihicus  syriarus  11.  pi. 

Hedrangca  arborescens. 

Melia  Azcdarach  nmbraculiformis. 

Myrsine  lloridana. 

Prunu^  virginiana. 

Pyrus  americana. 

Quercus  aqualica. 

»       virens. 
Sassafras  ollicinale. 
Zanlhoxylon  clava  Herculis. 
Caesalpinia  sepiaria. 
Dodonaea  madagascariensis. 
Suadia  dodonaefoiia. 
Vernonia  appendlculala. 

Februari Musa  sp. 

ColumbiaD  Pecan. 
Sluart  Pecan. 
Alsophila  abrovirens. 
Argemone  mexicana. 
Artanema  sesamoides. 
Evodia  elegans. 
Gonolobus  grandiOorum. 
1  Helicteres  Isora. 
Pterolobium  nilens. 
Thrinax  excelsa. 
Tillandsia  sp. 

Maart Pritchardia  Martii. 

Toluifera  balsamum. 
Carica  Papaya. 
Uex  decidua. 


Reasoker  Bros  .  Oneco 


Station  agrononiiquede  Nanisana. 


Reasoreb  Bbos.,  Oneca. 
Sander  &  Co.,  St.  Albans. 


A.  KoEBELE,  Amerika. 
Dir.  Bot.-tuin  Saigon 
J.  N.  Labaar,  Pasoeroean. 
Arnold,  Arboretum. 


167 


Maand. 


Benaming  der  planlen. 


Ontvangen  van; 


Maarl. 


April. . 


Prunus  raariliuia. 

nigra. 
Pyrus  coronaria, 
Rosa  lucida  alba. 
Abulilon  üugesi. 

megapolainicum. 
Aloë  arborescens. 
.     latifolia. 
.     virens. 
Chloris  dislichophylla. 
Cupressus  Lawsoniana. 

lorulosa. 
Desmanthus  brachylobus. 
Desinodium  virididorum, 
Encephalarlos  villosus. 
Hibiscus  Manikot. 
Opunlia  cylindrica. 
■       nigricans. 
>       robusta. 
Pennisetum  sp. 
Verschillende  zaden   o.  a. 
Bloemzaden  51  s. 
Aristocbia  3  s, 
Adiantum  4  s. 
Amaranthus  polygonoides. 
Anlhurium  Monlezuma, 
Ardisia  excelsa. 
Asparagus  coinoriensis. 
decumbens. 
Biopbylum  proliferum. 
Chloris  lalifolia. 

submulica. 
Coccoloba  laurifolia 
Croton  sebilerum. 
Cordia  lerruginea. 
Dasylirion  Bigelowi. 
Wheeleri. 
Dianella  revoluta. 
Dodonaea  atlenuala. 
Dolichos  sesquipedaUs. 


T.  Hambury,  La  Morlola. 


Haage  &  ScHMiDT,  Erfurt. 


1H8 


Maand. 

Benaming  der  planten. 

Ontvangen  van: 

Apiil 

Gouania  domingensls. 
Jiislicia  ventticosa. 

Leea  Brunotiiaiia. 

Miinosa  Spega/.7.ini, 

Miscanlhus  Japoniciis. 

sinensis. 

Momoretica  chilensis. 

involucrala. 

Nolina  Bigelowi. 

longifolia. 

Pennisetum  fasciculaluiii. 

•           latifolium. 

•           typhoideuni. 

Phylidrum  lanuginosum. 

Ponlederia  3  s. 

Pincencctilia  Inherculala. 

Renealmia  sp,  Ecuador. 

Rondeletia  anioena. 

Roezlii 

Sinoingia  speciosa. 

Teucrium  hyssopifolium. 

Trichoris  Blanchardiana. 

Verschillende  soorten  o.  a. 

Dahmann   &   Co.,  San  Giovanni. 

Bloeinzaden  98  s. 

Amygdalus  Persica. 

Chawaecyparis  Lawsoniana  5  var. 

Gupressus  TourneforÜi. 

>          lorulosa. 

Eranthemum  longifolium. 

Gloxinia  hybr. 

Juniperus  japonica. 

Ricinus  communis. 

Ananas  tomaal.. 

Mei 

Argyreia  Hookeri. 
Arundina  Falconeri. 
Acer  Hookeri. 
Ardisia  macrocarpa. 
Acacia  Intsia. 
Astilbe  sinularis. 

Dir.  Bot.-tuin,  Sibpur. 

Berchamia  Üoribunda. 


169 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Ontvangen  van: 


Mei. 


Budelia  stipularis. 
Caryota  urens. 
Clerodendron  nutans. 
Charaaerops  Fortunea. 
Callicarpa  arborea. 
Uuonassia  villosa. 
Ëvodia  fraxinifolia. 
Hippocralea  indica. 
Uex  dipyrena. 
Linociera  macrophylla. 
Microlropis    discolor. 
Osbeckia  nutans. 

•  nepolensis. 
stellata. 

Psychotria  calocarpa. 
Plectocomia  himalayana. 
Rubia  cordifolia. 
Rhododendron  arboreum. 
Spondias  mangifera. 
Terniinalia  chebula. 
Paranephelium  macrophyllutn. 
Artemisia  japonica. 
Abutilon  molle. 
Achiraenes  patens. 
Aglaonema  Manniï. 
Buddeia  brasiiiensis. 

variabilis. 
Cannabis  saliva. 
Chloris  mexicana. 

polydaclyla. 

•  radiala. 

•  bruncata. 
Uolichos  myodes. 

sesquipedalis. 
Ëleusine  vocussa. 
Fagopyrura  esculentum. 
Globba  marantina. 
Gossypium  brasiliense. 
Imperata  sacchariflora. 
Ixora  Lovreiri. 


Dir.  Bot.-tuin,  Singapore. 
Dir.  Muséum  d'Histoire  naturelle 
Parijs. 


70 


Maand. 


Hfiiuininfj  dor  planten. 


Oiii^üii^Tii  van: 


Mei. 


Juni, 
Juli. 


Augustus 


September. 


Octobcr 


Oclina  alropurpurea. 
Parii>taria  ofTicinalis. 
Plcrlraiillius  r,op|)ini. 
Penslenioii  corirerlus. 
cocrnleus. 
Pcnicilaria  spicala. 
l'cnnisetuni  cencliroidcs. 
Poinciana  GilÜPsi. 
Selaria  purpurascens. 
Sorphum  saocharatuni. 
Scropliularia  clalior. 
>  nodosa. 

Scheeria  mexicana. 
Teucriuni  cliamaedrys. 
Thriiiax  radiala. 
Tricliloris  Blancliardiana. 
Vittadenia  australis. 
Maiipifera  sp.  Madajraskar. 
Bloenizaden  20  var. 
Diplerix  odorala. 
Pinus  longifolia. 
Elaeococca  vernicia. 
Intsia  raadagascariensis. 
Rapliia. 

Ravenala  madagascarierisis. 
Strychnos  spinosa. 
Acrocomia  havanensis. 
Calamus  tenuis. 
Naunorhops  Ritchieaua. 
Pinus  longifolia. 
Guazana  cupana. 
Begonia  sp. 
Hippealrum  hyhr. 
Cocos  Alphonsii. 
? 

Neptunia  sp. 

Erythrina  sp.  Larantoeka. 
Citrullus  colocynllius. 
Albizzia  sp. 


Dir.de  l'Agriculiure  Madagaskar. 
Dammann   &   Co.,   San  Giovanni 
Dir   CuUuurfuin,  Paramaribo. 
Dir.  Bot.-tuin,  Sabaranpur. 
Dir.  de  TAgricullure  Madagascar. 


Reasoner  Bros.,  Oneco. 
Dir.  Bot.-tuin,  Sabaranpur. 


IK  Stühlmasn,  Dar-es-Saiam. 
W.  J.  D.  VAN  Andel,  Soekaboemi. 

Reasoser  Bros.,  Oneco. 
Usambara  culluurstalion. 

Dir.  Culluurluin,  Paramaribo. 
R.  Hagenaar.  Djnkjakarta. 
Dir.  Bol.-luin,  Sabaranpur. 
Prud'homme,  Madagascar. 


17 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Onlvangen  van: 


October Cocos  sp. 

Acacia  dealbala. 

•       melanoxylon. 
Hyphaene   sp. 
Sanlalum  album. 

November Telfairia  pedala. 

I  Caralluma  codonoides. 
Acacia  5  s. 
Gallistemom  2  s. 
Cborizema  Soulangeana. 
Clianlbus  Dampieri. 
Diospyros  cargillia. 
Doryaulhes  Palmeri. 
Elaeocarpus  cyraneus. 
Eucalyplus  3  s. 
Goorlia  latifolia. 
Grevillea  robusla. 
Hakea  2  s. 

Ilai'denbergia  comploniana. 
Hyraenosporum  öavum. 
Kennedya  rubicunda. 
Melaleuca  acaminala. 
Oxylobium  callistachys. 
Persoonia  lanceolala. 
Pittosporum  undulatiim. 
Sterculia  acerifolia. 
Swainsonia  ealegifolia. 
Tristania  conferta. 
Viminaria  denudata. 
Palaquium  Ultolanderi. 
Pritchardia  filifera. 

December Stuarl  Pecan. 

141  soorten  o.  a. 
Acer  oblongum. 
I  Abies  Smithiana. 
\  Andropogon  halepensis. 
squarrosus. 
Adina  cordifolia. 
Anogeissus  lalifolia. 
Arlabolrys  oduratissimus. 


Dr.   Stohlmann,    Duilsch    Oost- 
Afrika. 


Dir.  Bot.-tuin,  Melbourne. 


D^  S.  H.  KooRDEBs,  Buitenzorg. 
Beaso^er  Bros..  Oneco. 

Dir.  Bot.-tuin,  Saharanpur. 


172 


Maand. 


benaming  der  planlcn. 


Üiitvaugen  vau: 


December Berberis  arislala. 

ncpalensis, 
Brassica  campeslris. 
Gassia  llorihunda. 
Galamus  teiiuis. 
Gombrelum  decandnim. 
Golehrookia  opposilifolia. 
Celcdra  Toona. 
Chamaerops  Fortunei. 
Diospyros  embryopleris. 
Ebretia  serrata. 
'  Eruca  sativa. 
Eugenia  lalifolia. 
Erythrina  suberosa. 
Guizolia  abyssiaica. 
Ipomoea  rubrocoerulea. 
Lagerslroemia  parviflora. 
Litsaea  zeylanica. 
Malvaslrum  Iricuspidaluiii. 
Mucuna  capitata. 

Tiivea. 
Nymphaea  Lotus  var. 

pubescens. 
stellata  cyanea. 
.  •       parvidora. 

,  .       versicolor. 

Oryza  sativa  6  var. 
Oroxylum  indicum. 
Phaseolus  aconitifolius. 

mimgo. 
Pinus  excelsa. 
Phoenix  4  s. 
Rosa  moschata. 
Rubus  ellipticus. 
Setaria  etalica; 
Trenia  nudiflora. 
Thuja  compacta  aurea. 
Triumfetta  rhomboidea. 
Ulmus  integrifolia. 
Veatilago  vt^adaraspataDa. 


i1^ 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Ontvangen  van: 


December. Wriphlia  tomentosa. 

Solauum  grandiflorum. 
I  Olea  europea. 
Carica  quercifolia. 
Amygdalus  communis. 
Quercus  llex. 
Mespilus  germanica. 
Prunus  domestica. 
Vitis  viniiera. 
Amygdalus  persica. 
Relula  albu. 
Borassus  sp. 


j  D'.  S.  K.  K00BDEK.S,  Buitenzorp 
Pronkowskv. 
Nizza. 


Dr.   Stuhlmanh,    Duilsch    Oost- 
Afrika. 


ItiJLAUE    II. 

IIN   1901   ONTVANGI^N   IM.ANTKN 


Maand.         I  ncti.iininf,'  der  planloti.  Uiilvaii^'fn  v.in 


Januari Be^onia  sp.  L.  Nagki.,  Pekalongaii. 

Alstroemeria  brasiliensis.  IIaa(;e  &  trciiMioT,  Krfiiri. 

chilensis. 
pereprina. 
psittacina. 
Amaryllis  Graveana. 

procera.  , 

robusla. 
Anemone  japonica  4  var. 
Calliphruria  Hartwegiana. 
Cyclamen  persicum. 
!  Dioscorea  inannorala. 
j  Eiicomis  punclata. 
Free.sia  refracla  al  ba. 
Haemanihus  coccineus 
Ilyacinlhus  candicans. 
Iris  alata. 

•    luberosa. 
Littonia  modesta. 
Nerine  undulata. 
llrnithof^alnm  arabicum. 

Hausknechtii. 
•  longibracteatum. 

Phaedranassa  oblusa. 

Richardia  Adiami.  [ 

Pentlandi. 
•         Rehmanni. 
Sagittaria  variabilis. 

Ainorphophallus  campanulatus.  ü'.  A.  VV.  Niedwbhhüis. 

Rulbopbyllum  sp.  Borneo  2  s. 
Coelogyne  Dayana.  I 

septemcostata, 


175 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Onlvanffen  van: 


Januari. 


Februari. 


Maarl. 
April.. 


Mei. 


Coelogyne  sp  Borneo  2  s . 
Curculigo  sp.  Borneo. 
Dendrobium  sp.  Borneo. 
Eria  sp.  Borneo  2  s. 
Filices  Borneo  3  s. 
Macaranga  caladiifolia. 
Melaslomacea  Borneo. 
Melocanna  sp.  Borneo. 
Palaquiuin  sp.  Borneo. 
Phaius. 

Schisinaloglottis  sp.  Borneo. 
Stauranlhera  sp.  Borneo 
Zingiberacea  Borneo. 
Araaryllis  fennosissima. 
Globba  sp. 
Liliura  longiflorum. 
Dendrobium  secundum. 
Liparis  Rheedii. 
Phalaenopsis  amabilis. 
Saccolabium  miniatum. 
Spailioglottis  plicala. 
Een  partij  Orcbidaceae. 
Remusalia  vivipara. 
Sanseviera  sp. 
Canna  12  var. 
Dahlia  12  var. 
Calla  aethiopica. 
Canna  Ehcmanni. 

Emilia. 

iriditlora  hybr. 
Begonia  hybr.  gigantea. 
Gloxinia  hybr. 
Iris  germanica. 
Kichardia  albomaculala. 
Aerides  odoralum. 
Dendrobium  superbum, 
Phalaenopsis  sp. 
Sarcochilus  teres  var. 
Kenanthera  sp. 
Rhipsalis  faveolata. 


W.  ,].  D.  VAN  ANDEL,Soekaboerai. 


F.   W.  S.  S.  ROOBDA  VAN  EVSINGA, 

Malan^". 


Behaghel,  Palele. 
D'.  S.  H.  KooRDEius.  Buitenzorg. 
D^  Stüulmakn,  Duilsch  Oost- Air. 
GnoENEWEGEN  &  Co  Amstemian. 

Dammann    &  Co.,   San   Giovann: 
a  Tedticcio. 


D'.  .1.  Bosscha,  Borneo. 


Dir.  Museum,  d'liisl.  nul.  Parijs. 


i-^e 


Maand. 


Beiiaraing  der  |)lanleii. 


Ontvangen  van: 


Mui Uliipsalis  lunalis. 

|iento|)tera. 

cassytiia. 
.         Iiimbricoides. 
Jnli Piper  sp. 

Alocasia  Leopoldi. 
Crinum  Laureslini. 
Cypripediuni  Asliburloniae. 

barbalum. 

Charlesworllii. 

chloroneurum. 

ciliolare. 

concinnum. 

Dauthieri. 

Uayanum. 

festuro. 

Harrisianum. 

javanicum. 

Lathamianuni. 

Leeanum. 

Spicerianum. 

Stonei. 

October Vanilla  sp. 

Caryola. 
Dryraophloeus. 
Ficus  sp. 
Garcinia  sp. 
Heliconia  sp. 
Hydnophylum  sp. 
Maranta  sp. 
Musa  uranoscopa. 
Myimecodia. 
Plychospenua. 
Uyophorbe  amaricaulis. 
Vanilla  Roscheri. 
sp. 

November ,  Punica  granaluiu. 

Lilium  sp. 
Coll'ea. 


SaIIi      IIaSSAS       IJl.N      Al.llMAIi       Al. 

Attas,  Üjohort;. 
K.  l'iJNAAUT  van  (ïEEni,  (W^nl. 


J.  TwiJSEL,  Singkawang 
Resident.  Ambon. 


KÖBELE,  Honolulu. 

D^  Stuhlmann,    Ouitsch    Oost- 

Afrika. 
G.  L.  Apcar,  Ngadiloeweh. 
V.  Lennep. 


177 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Ontvangen  van : 


November 


Cyrlanthus  lutescens. 
Gladiolus  cuspidatus. 

hybr.  Bellona, 

nanus. 

•  ramosus. 
Habranthus  robuslus. 

roseus. 
Ilymenocallis  lacera. 

»  Maclaeana. 

Lilium  caiididum. 
croceum. 

longifiorum  Harrisii, 
Nerine  elegans. 
Oxalis  brasiliensis. 
canescens. 
floribunda  alba. 
fulgida. 
grand iflora. 
multillora. 
Zephyranthes  depauperata. 

•  lexana. 

•  Treatiae  S.  VVatson. 
Adiantum  curvatum. 

'  peruvianum. 

»  Williamsi. 

Encephalarlos  Hildel)randtii. 
Landolphia  Hendelotii. 

•  Kirkii. 
Mascarenhasia  elastica. 
Sanseviera  guineense. 

zeylanica. 
Ariopsis  pcllata. 
Callipsyche  eucrosioides. 
Harlwegiana. 
Grinum  ensifolium. 

scabrum. 
Dahlia  27  var. 
Lilium  Thompsonianum. 
Pancralium  galvestoniense. 
Sickenbergeri. 


Dammann   &   Co.,   San  Giovanni 
a  Teduccio. 


Kerkhoven,  Bandoeng. 


D'.   Stühlmaxn,    Duitsch    Oost- 
Afrika 


Haage  &  ScuMiDT,  Erlurt. 


VbBSUG   van    's  LANDS   PLANTENIUIN    1901. 


i2 


llÈ 


November 


December. 


Sa^tUaria  gracilis. 

•  varii'ibilis. 
Amaryllis  byl>r.  24  var. 
Dablia  35  var. 
Pancraluiii  soncf,'ambicmii. 

iiiidulatuin. 
Gladioius  rainosus. 
>         nanus. 

•  cuspidatus. 
llabranlhus  robuslus. 

roseus. 
Hcmcrocallis  lacera. 

Maclcana. 
Lilium  candidum. 

•       croceuin. 

»       longiflorum  llarrisii. 
Nerine  elegans. 
Cofl'ea  robusla. 
Kickxia  africana. 
Laudolphia  varies. 
Sapium  tolisnense. 
Orcbidaceae  van  Moeara  Tainl)esi. 
Gonvallaria  majalis. 
Grocosmia  aurea  impcrialis. 
Kaempferia  Gilberli. 
Vanda  liiubata. 


CbeWORKE  NunSEHY  (>0.  HlCIIMd.M). 


Dammann    *   G".  san  (liovaiini  a 
Tcdticcio. 


L.  LiNüEK,  Brussel. 


D'.D.J.  HuLsiioFF  Pol,  Biiitcnzorg, 
Haage  &  SoiiMiDT,  Erfiirl. 


D'.  Gronema»,  DJokjakarla. 


Bijlage  111. 


STAAT  VAN  DE  IN  1901  VERZONDEN  ZADEN 
EN  PLANTEN. 


s  > 
s  = 

3 

25 


5    » 


Aan  vvieii  gezonden 


<u 


Soort  der 
bezending, 


964 

1542 

1856 

894 

349 

2221 

869 

1799 
1950 

2132 
90 

1212 

979 

438 

91 

2049 

678 
1159 

1258 


Consul-Generaal  van  Frankrijk 

Consul  van  Groot-BriUannië  en  Ierland. 

•         •    Portugal 

Wd.  Consul  van  Italië 

Resident  van  Amboina 


Banka. 


Bantam 


Benkoelen 
Besoeki. . . 


Lampongsclie  Districten. . 


•  Palembang 

•  I'asoeroean 

der   Preanger-Regenlscliappen. 
van  Reinbang 

•  Riouw 


14 


Inhoudende: 


1 
5 
1 

1    1 
4 

2 


Zaden  van  Albizzia  nioluccana. 

Zaadpadi. 

Cacao-zaad. 

Zaden  van  Java-tabak. 

Planten  van  Ficus- en  Caslilloa  elas- 

tica. 
Zaden  van    Eriodendron    anfractu- 
osum. 

•  en  pollen  van  Euchlaena  luxu- 
rians  en  andere  voedergrassen. 

•  van  Coniferen. 

•  Euchlaena  luxuriaus  en 
Panicum  maximum. 

'         •     Gazongras. 

•  Sarcolobus  Spanoghei. 
Planten  >  >  . 
Zaden     •     sierplanten,      gras     en 

Cosmea. 
Planten  •     vruchtboomen,  Canna's 
en  sierplanten. 

•  Canna's  en  palmen. 
Zaden     •     diverse  grassoorten. 

•  •    gazongras. 

en  planten  van  bloemen, 
van  Canna's.  palmen,  heesiers 
en  bloemen. 

•  Menado.  en  Paardentand 
muis. 


180 


0  s 


Aan  \vi(!ri  gozomlcii : 


5 
1448 


1881 
473 

1180 
693  i 

1294 
45 


2055 
1013 

1610 
1675 
1862 
1130 
1094 
1416 
142 
1801 

2070 


2247 

1838 

151 

258 

556 
143 


Resident  van  Soorakana 

•           •     Tftrnalo     en      Onderlioorip- 
ho(l(!n 


der  Wesler-afdeelinp  van  üorneo. 
Assistent-Resident  van    Üeniak 


Galoeh. 


Indramajoe . 


Keboeuien. 


Klaten.. 
Koedoes , 


Lahat 

Limbangan. 


Padang 

Pekaiongan . 
Poerwokerto. 


Priaman 

Soekapoerakolot. 


Soorl  dn- 
bezending. 


Inlmiiilfnilc 


1  Zaden  van  Brownea. 


11        >  •     Pitliccololiiimi      Sainan, 

Klanihoyanl.      Olfiiialis, 
[lalnien  en  rotan*. 
2       Planten  van  Ficus  elaslica. 
1        Palmen. 
Idem. 

Groentezaden. 
Groente-  en  Canna-zaden. 
Zaden  van  palmen,  hloemcn.  caout- 
chouc-  en    petali-pertja 
boomen. 

•  ('astilloa  elastica. 

•  Styrax  Benzoin  en  Bixa 
Orellana. 

•         •     Styrax  Benzoin. 
Il  Bloemzaden. 
1 1  Maiszaden  (3  picol). 
Zaden  van  Canarium  commune. 
>     Albizzia  moluccana. 


•  voedergras. 

•  Danimar,  reuzenmaisen 
Canarium  commune. 

•  Gazongras,  Melinisminu- 
tiflora,  CaslUloa  elastica. 

Planten  •     Cinnamomum    zeylani- 
cum  en  Koningspalinen. 
Zaden     •     gazongras. 

•  Pithecolobinm  Saman. 
.     üreodoxa  regia. 

.         •     scbaduwboomen,     sier- 
planten en  bloemen. 
•         •     diverse  vrucbtboomen. 
»         •     Tliea      assamica,      Eu- 
chlaena  luxurians,  reuzenmaisen 
Helianthus  annuus. 


18( 


tb 

t-    2 

Aan  wien  gezonden : 

Soort  der 
bezending. 

il 

C     et 

a 
m 

•E 

•d 

B 
O 

12 

"3 

Inhoudende: 

114 

Assislent-Residenl  van  Soemedang 

1 

8 

Peperplanten  en  zaden  van  Gaslilloa 
elaslica,    getah-pertja,    grassoor- 
ten.   Zea  Mays  en  cacao. 

550 

•              •          •     Tasikmalaja 

1 

Palmen. 

770 

«              •         •     Toeban 

2 

Zaden  van  Canarium  commune  en 
vruchtboomen. 

890 

•     Trenpgalek. ...... 

1 

2 

•     Ficus  elaslica,  Caslilloa 
elastica   en    cacao. 

1904 

4 

•     Hevea    brasiliensis    en 
Cinnamomum     zeylani- 
cum. 

199 

•              •          •     Wonogiri 

y 

Bloem-  en  palmzaden. 
Planten  van  vruchtboomen,  palmen 
en  chevelures. 

652 

1 
il 

2334 

•     Wonosobo 

der  Zuider-districlen  van 

I 

1 

Zaden  van  heesters  en  sierplanten. 

Celebes 

3 

•     Cedrela  serrulata,  Cana- 
rium commune  en  karet. 

300 

Wd.  Assistent-Resident  van  Amoentai . . . 

i 
1 

1 

•     Bixa   Orellana  en   Rici- 

nus communis. 

1282 

» 

1 

•     boomen  en  heesters. 

1839 

Controleur  van  Alahan-Pandjang 

2 

•     Schizolobium  en  palmen. 

108 

•     Ainandit  en  Negara 

5 

•     Albizzia  moluccana,  Fi- 
cus   elastica,    Caslilloa 
elastica,  Hevea  brasilien- 
sis en  bloemen. 

1719 

•            •     Arabarawa 

2 

•    sierheeslers    en  gazon- 

gras. 

222 

•     Ambon 

2 

Planten  >     Caslilloa  elastica. 

1116 

2 

Zaden     •           »             «en 

gelah-perlja. 

169 

•            •     Ajer  Bangis 

1 
2 

Groentezaden. 

1417 

en  mais. 

1638 

•     Balapoelang 

2 

Zaden  van  Canna  en  sierheeslers. 

2056 

•     Balang  Alai   en  Laboean 

Araas 

4 

•     Ficus   elastica,  Caslilloa 

elaslica.  Hevea  brasilien- 

sis en  Manihot  Glaziovii. 

182 


Aan  wicn  gozniMhüi : 


467  I  Conlrolcur  van  IWimolm  IV  en  M.iif^Msanc. 


1190 

167R 


1598 

55 

1230 

913 

201 

1054 
2147 

1247 

1505 
1508 
1204 

415 

207 
1920 
1181 
2225 

686 

666 

655 

1684 

1206 


Bod. ja ..... 
Bodjoneporo. 


Djambi 


njenc|ioiilo. 
Kaïljen 


Kajoe-Tanain. 


Karang-Anjar  . 
Keboemen  . . . . 
Laboean-Batoe. 

Lebakidoel . . . . 


Locmadjang. 


Madioen 

Moesi  Oeloe.. 
Mokko-31okko 


Soüi'i  der  , 
iMüendiiig.j 


IiiIhhkIcikIi 


ter  Noordkiist  van  Celebes 


van  Ogan  Oloe  en  Enim 


der   Ommelanden    van  Telok- 
BelonK 


1    1  ZaïliMi  van  Tam.'irindiisindira,  Ficiis 

•ïl'islira. 
1  •  •     Tatnarimliis  inilica. 

3       •  •     l'.aslilloa  clastica,  l'itln!- 

I  cnlobiiun  Saiiian  en  ^a- 

zonaras. 
I   1       •         •     Ficus  elaslica. 
21      •         •     (ïanna  en  rcii/nmnais. 
1       •         •     rcnzeninais  (5  Kd.). 

1  •         •     Andropogon        murica* 
lus. 

en    pollen     van     Bengaalse!) 
gras, 

2  '       van  heesters  en  palmen. 
1       •         •     (liiinamomiiin     zeylani- 

cum. 

•  Pithccolobium  Saman  en 
vruclithoomen. 

1  .         .     Zea  -Mays  (5  KG.). 

2  .         .       .       .      (180  KG.). 
2       >         >     paardentandmais  enCas- 
tilloa  elastica. 

2       •         »     Pilliecolobium  Saman  en 
Melia  Azedaracli. 

•  vrucblboomen. 


Palmen. 
Bloem  zaden. 

Zaden  van  Canariuin   coiiinuine  en 
Tectona  grandis. 
■     Bengaalsch  gras  en  ge- 

tah-pertja. 
»     Bengaalsch    gras,    sier- 
en waaierpalmen. 
•      en  planten    van  bloemen  en 
palmen. 

van  Menado-mais. 


185 


bD 

Aan  wieii  gezonden : 

Soort  der 
bezending. 

s  g 

■3 

■J2 
a 

1 

s 

o 

2 

"o 

Inhoudende : 

1390 

Conlroleur   der   Onderafdeeling    Sindang- 

slreken 

3 

1 

2 

Bloemzaden. 

1985 

•            »     Ophir-disiriclen 

Zaden  van  Zea  Mays  (3  IvG.),  Vo- 
andzeia         subterranea 

(3  KG.)  en  Mangga-soor- 

len. 

1606 

•     Pangkalpinang 

2 

>  •  Melinis  mimitinorus  en 
Euchlaena  luxurians. 

2222 

•     Pasir 

1 

1 

•  Gazongras,  bloemen  en 
schaduwboonien. 

1117 

•     Pengkalan  kola  Bahroe  en 

XII  kdla  Kampar 

4 

•  Albizzia  moluccana,  Al- 
bizzia stipulata,  Voand- 
zeia.  subterranea  en 
ïectona  grandis. 

1337 

Idem.           

1 

•     Canarium  commune. 

917 

■             •     l'oespo 

1 

•         •     Ranau-labak. 

1624 

•     Praja 

1 

1 

•  Albizzia  slipulala.  ga- 
zongras, Bixa  OrcUana, 
Canarium  commune, 
Cassia  florida.  lielian- 
thus  annuus  en  Tama- 
rindus  indica. 

756 

.     Salaliga 

1 

•  Damara  alba.  Oreodoxa 
acuminala  en  Oreodoxa 
oleracea. 

1813 

. 

4 

•     Pilhecolobium     Saman, 

Spalhodea   campantilala 

en  gazongras. 

968 

•     Sangau  en  Sekadan 

1 

»    Bengaalsch  gras. 

635 

•             •     Segarie 

1 
1 

•     schaduwboomen. 

2107 

■         •     Schizolobium         excel- 

sum. 

2287 

•     Sepoelih 

1 

•  vruchlboomen.  bloemen, 
snelgroeiende  schaduw- 
boomen en  heesiers. 

11 

1 

t            .    Singkawang 

1 

•  •  Eucalyplus  en  sierplan- 
ten. 

184 


^ 

t^     ™ 

Aan  wien  pczonden : 

Soort  der  \ 
bezcDdiag.| 

1  2 

s  i 

a> 

-e 

'i 

i 
i 

o 
12 

s 

■s 

ltiliijii(l(.'Mil<*: 

539 

Controleur  van  Salaliga 

9 

Zaden  van  lülellaria  (>;irdauioinum, 
Eriodendroii  niirraclUD- 
sum,  EIneis  guineensLs, 
Euclilacna  luxurians, 
1'ariiciiin  riiaxiniuin.  Ile- 
lianllius  niiiiiiiis.  Myiis- 
tica  frafraiis,  Klamhoyanl 
en  Nicoliana  Taba- 
cum. 

392 

.     Tanali  Laul 

1 

1 

•  Helianlluisannuus.Oreo- 
doxa  repia,  Canarium 
commune,  Tamarindus 
indica  en  voedergras. 

1698 

. 

5 

•         .     Cassia     llorida,    Melinis 

nüinilillorus,   Zea   Mays 

en  Eriodendron   anfrac- 

luosum. 

2351 
1170 

. 

1 

.     Zea  Mays  (2  KG.). 

•     Piihecolobiuiu  Saman  eu 

•            •     Tjaringin 

3 

Paardenland-inais. 

878 

•            •     TiikadiansT 

3 

7 

»  nuttige  boomen  en  plan- 
ten. 

J            J        u  ••••••••••••• 

70 

»            »     Wesl-Lombok 

1 

Planten  •     Saraca      indica,     Gar- 

<  v 

denia   resinifcra,  Elaeis 

guineensis     en      bam- 

boe. 

1731 

Wd.  Controleur   van    Beneden    en    Oost- 

Doesoen 

4 

Zaden  •  Euclilaena  luxurians, 
Melinis  minuliflora  en 
gazongras. 

2082 

•     Fak-Fak 

1 

.         .     Si<irplanten    en    Inland- 

scbe  groenten. 

952 

Aspirant-Controleur  van  Blora 

8 

•     diverse   boomsoorten. 

359 

•    Lebong  Domok.. 

3 

. 

627 

. 

1 

■     Mangga-soorlen. 

86 

■     Maros 

1 

•     Pithecolobium  Saman. 

426 

•     Meulaboh 

2 

•     bloemen  en  heesters. 

367 

.              »             »     Poerwokerto — 

2 

>    Canarium  commune. 

185 


tab 

Aan  wie»  gezonden: 

Soort  der 
bezending- 

Ü 

12 

1 

8 
"S 

12 

O 

5 

Inhoudende: 

551 

Militair.  Cominantlanl  van  Moeara  ïembesi. 

Djarabi 

5  Zaden  van  palmen,  sierheesters,  Zea 

Mays,  Voandzeia  subter- 

ranea  en  Aracbis  hypo- 

gaea. 

1736 

Idem 

1 

1 

Planten  van  vrucbtbooinen 

1019 

Post  Commandant  te  Bangkinang 

Groentezaden. 

1498 

.    Barabei 

2 

Groente-  en  bloemzaden. 

573 

•              »             •    Seulimeun,  Aljeh. . 

1 

Bloemzaden. 

1734 

Commandant   der   sectie   bergartillerie  te 

Fort  de  Koek 

3 

Zaden  van  Pithecolobium  Saman  en 
gazongras. 

2383 

Idem 

2 

■     gazongras, 

829 

Eerstaanwezend  Genie   olTicier  in  de  2^^ 

militair  afdeeling,  Semaraiig 

3 

•     diverse  grassoorten. 

1884 

Eerstaanwi'zend  Genie  oilicier,  Soerabaja. 

1 

«    Albizzia  moluccana. 

1800 

Tjimabi . . 

2 

•     Canarium  commnne. 

1502 

Weltevre- 

den   

1 

1 

'     palmen  en  gras. 

2084 

(ïewestelijk  Eerstaanwezend  Genie  oHicier 

Amboiiia 

2 

•     sierplanten      en     bloe- 

men. 

51 

•     •       Batavia 

1 

.     sierplanten. 

205 

Plaatselijk  Genie-Chef  ie  Malang 

1 

Planten  •     Canarium  commune. 

274 

.                 •            =    Tjimabi 

1 

. 

1553 

Fungd.  plaatselijk  Genie-Chef  te  Malang.. 

1 

Zaden     •           • 

2031 

Eerstaanwezend   oHicier  van  Gezondheid, 

Semarang 

3 

'  sierplanten,  bloemen  en 
palmen. 

2186 

Chef  van  bel  militair  hospitaal,  Padang.. 

3 

•  sierplanten,  bloemen  en 
gazongras. 

916 

.     hospitaal,  Makassar 

1 

1 

en  planten  van  diverse  hees- 
ters en  bloemen. 

877 

Inspecteur  van  het  Boschwezen,  Semarang. 

3 

2 

'    planten   van   Ficus  elas- 
tica. 

1883 

4 

Planten  van  Hevea  brasiliensis. 

235 

Houtvester  van  Bagelen,  te  Poerworedjo. 

1 

Zaden      •     Payena  Leerii. 

397 

. 

3 

a                  ■               a                     a 

ISf) 


5?   " 


A;iii  wi(!ii  g('/oiiiloii : 


1611     Houlvcslcr  van  llaf»cli!n,  te  Pocrworedjo. 


Soort  der 
bctcnding. 


2350 
612 

1063 


679 
1726 
1804 

197 

2352 
2228 

1101 

1546 

805 


•  IN;k:iloi)^aii,  Komlal 

•  Sciiiaraii^,  Kcdoiif^  Hjali. , 


Toobaii, 


Boschopziener  Ic  Kedewaii.  Hlora • . 

•  Sawahlocnlo,Suinatra's- 
Wcslldisi 

Maf^ang-hoiilvcsler,  bosclidislricl  Kedewan, 
Blora 

Hoofd-inpenieur,  Chef  van  den  Spoorweg- 
dienst Ie  Padang 

Directeur  H.  B,  S.,  Seniarang * . 

Clief  van  liet  Post-  en  Telegraal'-kantoor 
te  Klaten 

Idem.    te  Ngawi 

Idem.    te  Tegal 

Chef  IV-i*  sectie,  lijn  Padalaraiig — Kravvang, 
Krawang 


871  I  Adjunct-Landmeter  te  Bandong. 

155    Regent  van  Brebes,  Pekalongan. 

1179'        •         •     Madjalengka 

1264         .         .  .  


1664 


a   s 

o     o 


IllllulliliMldi' 


2' Zafifn  van  Ficus  olaslira    cii  Alhi/- 
zia    moliiccanü  (5  K(i  ). 

1  •         •     Pilhecololiium    Sainan. 

2  •  •      lli'liantliiis    aiiniius     en 

Tjciiiara-laiil. 
5  •  •  Kicus  elastica,  Caslilloa, 
Payena  Leerii.  korl- 
gruciciid  gras  en  groen- 
ten. 
■  heesters,  groentrn  «mi 
.scliaduwhoomon. 

>     Albizzia  stipiilata. 

•     Zea   Mays  en  grociilcn. 


•     Melia  Azedarach. 
Diverse  palmen  en  planten. 

Canna-zaad. 

Zaden  van  Panicum  maximum. 


1  Groentezaden 


2   1 


Zaden  van  Helianthus  annuus.  plan- 
ten van  karet  en  vrucht- 
boomen. 
•     veevoedergras. 
Palmen. 

Bloem-  en  peperzaden. 
Zaden  van  Melia  Azedarach,  Albiz- 
zia    moluccana    en   Ce- 
drela  serrulata. 
»     Boehmeria  nivea,  Castil- 
loa  elastica,  Corchorus  capsularis, 
Melia  Azedarach,  Melinis  minuti- 
flora,   Payena    Leerii.   Urostigma 
elasticum,   gazongras   en  planten 
van  Agave  rigida. 


187 


234 

255 

2409 


Regent  van  Modjokerlo 

VVedaiia  van  Indihiang,   Tasikmalaja. 
•     Pamollan,  Lasseni 


I  )  I 


1175 

1506 

1178 

930 


1011 


1038 


•  Paralian,   Tcinai.gocng 

•  Tasikmalaja 

•  Woiiosobo 

Assislenl-Wedana    van  Doekoeh  Doengoes 

Koeloardjo 

Idem 

Idem 


Palmzaden. 

Bloemzaden. 

Zaden  van  Tliea  assaraica.  Tliea  chi- 
nensis,  Albi^zia  mnluc- 
cana,  Albizzia  stipulata, 
Andropogon  niuricalus, 
Elaeis  guineensis,  My- 
rislica  fragrans  en  Oreo- 
doxa  regia. 

•  Zea  Mays,  Castilloa  elas- 
tica  en  Ficus  elaslica. 

Dammar*zaad. 
Bruine  booncn. 

Zaden  van  Nicoliana  Tabacum,  Zea 
Mays  en  voedergras. 

•  Helianthus  annuus  en 
Albizzia  moluccana. 

•  Indigofera  galegoides,  In- 
digofera  sp.,  Myrislica 
fragrans,  Melia  Azeda- 
rach,  Urosligma  elasti- 
cum  en  Caryophyllus 
aromaticns. 

•  Myrislica  fragrans,  Melia 
Azedaracb  en  Albizzia 
moluccana. 

•  Arachis  hypogaea  en 
Paardenland-mais. 

•  Ëuchlaena  luxurians  en 
Paardenland-mais. 

•         •     nuttige      gewassen    en 
groenten. 

•  Caryophyllus  aromati- 
cus,  Melia  Azedaracb  en 
Cedrela  serrulata. 

>     Melia  Azedaracb,  Cedrela 
serrulata  en  boontjes-soorten. 


188 


u  i 

Aiin  vvii'ii  f,'(v/,onflftn : 

Süorl  (l«r 
bezending. 

a  è 
s  % 

•O 

.S 

te 

m 
S 

o 

.5 

a 

c 

a 

Iiili()U(i(Miilc: 

22JJU 

AnsisUmiI-W  t.'ilaiia   van   liMcUdcli    lliii'ii^ors. 

Koeloardjo 

1 

Zaden  \ 

aii  «livorse  groenten. 

2307 

Idem 

10 

• 

.     nnltipe  gewassen. 

2384 

Idem 

2 

' 

•     vuedergras  en  groenten. 

1946 

Assislcnl-Wedana   van    Kaliangrik,  Mage- 

latitr 

2 

• 

•  Daniniara  aib.i,  Styrax 
Benzoin    en    Corcborus 

capsulari.s. 

39 

•     Ngalian,  Bageleii. 

2 

.  Myrisiica  fragrans  en 
Caryophyllus  aroraa- 
itcus. 

148 



3 

.  Voandzeia  subterranea, 
Heliantbus  annmis  en 
Nicoliaua  Tabacum. 

219 



4 

•  Euchlaena  luxurians, 
Erylhroxylon  Coca  en 
Nicotiana  Tabacum. 

1708 

»     Poengpoer,  Bodjo- 
negoro 

4 

• 

»  Corcborus  capsularis. 
Kuchlaena  luxurians, 
Voandzeia  subterranea 
en  Caryopbyllus  aroma- 
ticus. 

440 

Wd.  Disiriclshoofd  van  Benoea  IV,  Rantau, 
Z.O.  A.    Borneo 

1 

^ 

■     diverse  groenten. 

912 

Idem 

1 

■ 

• 

779 

Administrateur  van  Bedojo,  Djokjakarta.. . 

2 

• 

•     Nalal-indigo. 

809 

•    Gedong  Djohore,  Meilan 

2 

Bamboeslekken. 

773 

•    Kali   Gambar,  Blitar. . 

1 

Planten 

van  Musa  mindanensis. 

398 

•     Kadjar,        •     . . 

2 

1 

Stekken 
van 

van    Ficus   elastica,  zaden 
Hevea  brasiliensis  en  Castil- 

V 

loa  elastica. 

1292 

der  Koffie  Onderneming 'Ka- 

li  Lessok",  Wlingi. . . . 

1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

2066 

•    Koffie         Onderneming 
•Soeban    Ajam",    Ben- 
koelen  

1 

• 

. 

189 


bc 

Soort  der 
bezending. 

i  > 

3     es 

^  7 

Aan  wieii  gezonden: 

o 

a 
a 

s 

C3 

Inhoudende : 

■E 

a 

o 

3 

^ 

3 

1122 

Administrateur  der   Malangsche    Cultuur 

Maatschappij,    Halte    Ke- 

pandjen 

1 

Zaden  van  Ranau-tabak. 

165 

• 

van   Paya   Jarabu   Estate, 

Bindjey 

1 

4 

•     Albizzia  moluccana. 

845 

der       Tal)ak-M;iatschappij 
•  Namoe  Djawie".  Medan, 

2 

»         »     Albizzia    moluccana   en 
Caesalpinia  dasyrrachys. 

2271 

idem 

5 

•     idem.  en  Cedrela  serru- 
lata.    Melia   Azedarach,  Castilloa 
elastica. 

1616 

■ 

Tabak-Maatschappij  «Tjin- 
la  Radja",  Langkat 

1 

Koroh-zaden. 

128 

joewangi. . 

van  Taman  Gioegah  .Ban- 

2 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

1752 

Administratie 

der    Borneo    Tabak-Maat- 
schappij.  Mahe 

1 

»         »     Passiflora  foetida. 

595 

• 

der    Deli— Batavia    Maat- 
schappij, Medan 

_ 

>     Albizzia  moluccana. 

1405 

• 

der   Deli— Cultuur    Maat- 
schappij, Deli 

2 

»     idem. 

1614 

der  Senembah-Maatschap- 
pij,  Tandjong  Morawa... 

2 

•       en   planten   van  Tamariudus 
indica     en  Swietenia   maha- 
goni. 

2283 

• 

idem • . . . 

2 

van  Castilloa  elastica  en  Pa- 
yena  Leerii. 

677 

' 

der       Tabak-Maalschapdij 
Arendsburg.  Medan 

2 

>         >     Albizzia  moluccana. 

1956 

• 

idem 

1 

Koningspalmen. 

781 

Company, 

United  Langkat  Phuitations 
Limited    «Padaiig   Tjermin", 

Doli 

1 

1 

Zaden    van   Albizzia    moluccana. 

671 

Aars,  Gedong 

Djohore,  Medan 

1 

Zaden  van   Lagerslroeniia    reginae 
en  waringin. 

1073 

Aart,  J.  van, 
Abbo,  I..  Hok 

Probolingo 

1 

Graszaad. 

254 

)dewo,  Kediri 

Veevoedergras-zaad. 

198 

Abeleven,  E. 

A.,  Samarang 

1 

1 

Graszaad. 

190 


bc 
55    ^ 


Aiiii   wicri  ''(!/(iii(l('ii : 


1682 

I 
I 

'lun 

1274 

471 

651 

1730 

2123 

1066] 

594 

969 

1391 

994 

1126 
1098 
1858 
851 
1599 
2155 
1889 


2136 

358 
1515 

2382 

1859 

1545 

2210 


Abëlevea,  e   A.,  Sainaraiip 

Ai'.kehmann,  {]».,  Ilojolali 

Akawa,  Mevr.  (I.,  Pal('inl)aiif,' 

Adena,  Pekalonpan 

Soember  Scwoe,  Ma  anp; 

Alberts,  K.  W.,  Malaiig 

Almerooi),  (].  i.,   l'alcinhang 

Ali'hen  i)E  Veeh,  II.  .1.  VAN,  Uaiijoewangi 

•  idem 

•  idem 

AmORIE     VAN     DER     HoEVEN,     II.    I)ES,    Tail- 

djong-Karanp;,  Telok-Belong 

idem 

Andel,  W.  i).  J.  van,   Soekal)oemi 

Apcar,  G.  L.,  Ivcdiri 

Apon,  J.,  Tegal 

Arathook,  e.  G.,  Tocloenj^-Agoeng 

Bade,  M'.  e.,  Socrabaja 

Bakhuis,  H.  B.  W  ,  Siiikerfahriek  Menaiig, 
Kediri 

Bai-,  C.  A.,  Pasewaran,    Banjoewangi. . . 


SoDi l  der 
hozeoding. 


Balsen,  U.,  Peloeng  Oniboh,  Malang. 
Bandei-,  R.  van,  Moemboel,  Djember . 
Bandel,  R.  van.  Moemboel,  Djember.. 


iiliiiiiil('[i(l(; 


Pianlcn  van  .snelproeiondt'  scliailnw' 

buomeii. 
Zaden  van  (>a(!.sal|iinia  («triaria. 
Bloem-  on  italmzaden. 
Blocmzadcn. 

Zaden  van  Krylliroxylon  Coca. 
Planten  van  Hevea  brasiliensis. 

•     Ficus  elaslica. 
Zaden  van  gras. 

•         '     Albizzia  mnliircana. 
idem. 


•  Caslilloa  elaslica. 

Vanille  stekken. 

Zaden  van  Molinis  minntillora. 

Groenlezaden. 

Theezaden. 

Planten    van    Albizzia    inohiccana. 

Cola   acuminala    en  nuttige  gC' 

wassen. 

Zaden  van  sierbeesters,  bloemenen 
palmen. 

•  Albizzia  moluccana. 

•  idem  en  Albizzia  sli])ii- 
lata. 

Planten     van     Urostigma      elasti- 
cum. 

Zaden         »        Pilhecolobium    Sa- 
man. 

Melinis     minutiflo- 
ra. 

Zaden  van  Sorgbum     vulgare     en 
Eucblaena  luxurians. 


191 


bc 

a  e 
a  A 


Aan  wien  gezonden 


Soort  der 
bezending. 


Inhoudende: 


238  i  Dartels,  M.  E.  G.,  Pasir  Datar,  Tjisaat. 
2135 
2231 


1007 


Bastuan,  l).  J.,  Danipil,  Malaug. 


189     BÉüiER,  R.,    Tjiljoerocg. 
133  .       W. 


499 
1435 

1939 

1186 

2023 

419 

1028 

190 

1319 

1556 

196 


DE  Prairie,  L.  P,  Proepoek,  Tegal. 

Beek,   C.    J.   M.   J.    ter,   Ngares  Kopen, 

Delangoe 

Beer,  H.  N.,  Megowo,  Djocja . . 


Behaghel,  G.,  Paleleh. 


Benthem  vak  den  Bergh,  J.  f.  van,  Mo- 

lioardjo,  Malang 

Idem 

Idem 


Bkrg,  G.  van,  Karang  Nongko,  Blitar.. 


Sierplanten. 

Ca  n  na-zaad. 

Zaden  van  Albizzia  luoluccana  Ce- 
drela  serrulata,  Melia 
Azedarach  en  Elaeis 
guineensis. 

•  Pilhecolobiura  Saman, 
Albizzia  moluccana  en  Cedrela 
serrulata. 

Planten  van  Musa  texlilis. 

Zaden  van  Albizzia  moluccana,  Ery- 
thrina,  Caesalpinia  co- 
riaria,  Caesalpinia  da- 
syrrachys  en  Oreodoxa 
regia. 

•  Bixa  Orellaiia  en  Cedrela 
serrulata. 

•  Caesalpinia  dasyrrachys, 
Cedrela  serrulata,  planten  van 
Cola  acuminala  en  Swielenia  Ma- 
hagoni. 

Vanillestekken. 

Zaden  van  Plthecolobium  Saman. 


Planten  van  Uncaria  gambir. 
Zaden      >     ilelianlbus   annuus  en 
Cylisus  laburnum. 

>  sierplanten    en    groen- 
ten. 

>  Albizzia    moluccana. 
•     nuttige  planten. 

Planten   >      Cola  acuminata.  Hevea 
brasiliensis    en    Uros- 
tigma  elasticum. 
>     Ficus  elastica. 


192 


Aiiii   wicn   "i'/ntidfii 


Soort  der  i 
bezending 


IiiIiiiiiiIimkIi-: 


!  4 


2199 


llEncMANs,  F.  A.,  Ropiniiiijoo,  Tfipal 


2020     Berosma.  Mr.  S.  J.,  Tiaiidi.  Semaranfr.. . . 

085     liicnKKNiioFi'.  M.  J.,  Banjofi  Birno 

1169     Berlauwt.  W.,  SuikcrOnd.  Koniiif,'  Wil- 
lem II  Halte  Pramlion.   Sneraliaja 

Besseling,  P.,  VVoilevredeii 

Beuningen   van    Helsdingen,   L.   .1.   van. 


167 
275 


Telok-Belonp. 


2014     Rinkhuizen,  A.  N.,  Tomanpgopiip,  Kcdoe. 
1414     Binnendijk.   Adiiiinislraleur   1'anoewareiig 
bij  Pekalongan 


1967 


Idem. 


1270    Bley.  J,  Selokalon.  Kendal. 


1855    Blok,  R.  J.,  Cofjro-Niti,  VVlinpi. 

2124;       

1989    Blüme,  C.  J..  Modjokerto 


BoDDE.  S,  D.,  Weltevreden 
Boer,  N.  G.  de,  Malanp . . . 


138 
527 
33  I  BoERMA,  H.  N.  S.,  Semarang. 


1955 
102 

1850 


Boers,  L.,  Bodja 

Boer  Vervoorn,  A.  de,  Blitar. 


Bokhorst,  A.,  Soerabèja. 


414  '  Bollaan,  N.  M.  H..  Terapeh 

162  BoLsius,  D'.  A.,  Tasiknialaja . 
2126  ... 

470  Boodt,  A.,  Malang 


Zaden  van  Cola  acuminata,  Payena 
Lecrii.  Pitliccololiium 
Sanian  en  liloeinen. 

2       i  .     Caniia's  en  palincri. 

1   lllocm/aden. 


V 

Paliir/.adon. 

1    Bloeüizadct 

. 

li  (iraszaden. 

]   Maiszaden. 

2 

Planten  van  Manilla-    en    Sisal  licii- 

nep. 

2 

• 

Apave    rigida    en    Mu.sa 
textilis. 

2 

2 

Zaden 

Ca.slilloa    olastica.   Cyli- 
codaphne    sebifera    en 
planten  van  Hevea  bra- 
siliensis. 

Albizzia   moiuccana. 
idem. 

Payena     Leerii,    Theo- 
broma   Cacao  en  kollie. 
gazongras. 
Myrislica  fragrans. 
Oreodoxa  regia  en  Paye- 
na Leerii. 
Ficus  elastica. 

1 

Uncaria  Gambir  en  plan- 
ten van  Agave  rigida. 

gazongras,  palmen,  Can- 
na     en    Hevea    brasi- 
liensis. 

• 

Melia  Azedaracb. 

• 

nuttige  gewassen. 

2 

> 

diverse  vruchtboomen. 

1 

■          » 

Nephelium. 

193 


u  ^ 

Aan  wien  gezomlen: 

Soort  der 
bezending. 

i  2 

s  > 

1  " 

3     «0 
-3 

■i 

■é 
e 

CS 

S 
'o 

O 

3 

Inhoudende : 

1193 

Boot   Klalen         

1 

1 

2 

Pahnzaden. 

107 

BoOY    A    P     Radja inanilala 

2 

Planten  van  Hevea  l)rasiliensis. 

1632 

Zaden  van  Payena  Leerii  en  Albizzia 
uioluccana. 

180 

Bos    H    J    R    Wlingi 

1 

2 
10 

»         •    Albizzia    raoluccana. 

244 

•         •    idem. 

815 

•         ■    idem    Albizzia  slipulala. 

Melia     Azedarach,     Ce- 

drela    serrulala,    Elaeis 

guineensis,  Eleltaria  car 

dainonmm,        Myristica 

fragrans,   Payena  Leerii 

en  Poinciana  regia. 

297 

Bosscha,  D'.  J.,  Sambas 

1 

»         •    Manihol  Glaziovii. 

961 

BoüTMY.  Mej.  A.,   Tagog-Apoe 

1 

Palmzaden. 

298 

G.,  Pangledjar,  Tagog-Apoe 

1 

Karetzaden. 

422 

.    

2 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis. 

1096 

.    

2 

. 

1567 

Bouwmeester,     J.     J.     den,   Moemboel. 

Djember 

7 

.  Canariura  commune.  Co- 
la    acuminala,     Melinis 

minuliftora.  Payena 
Leerii.  Theobroma  Cacao, 
Urostigma  elaslicum  en 
gazongras. 

2264 

Brandenburg  v.  d.  Gronden,  F.  Sendoero, 

Loemadjang 

1 

•     Uncaria  Gambir. 

372 

Brandliot,  II.,  Benkoelcn 

2 

•  Albizzia  moluccana  en 
Andropogon  Scboenan- 
thus. 

2116 
131 

1 
2 

■     Albizzia  Moluccana. 

Bredée,  P.  e.,  Tasikmalaja 

•     één-       en      meerjarige 

niet    vergiftige    planten    en   ge- 

wassen. 

490 
452 

Bresser    Djainboe    Banjoewangi 

1 

Palmzaden. 

Brewer.  f.  Namoe  Tongan,  Heli 

Djatli-zaad. 

844 

•     

2 

Vee  voedergras- zaad . 

VeBSLAC.  van    's  LANDS   PLANlliNTUIN    1901. 


13 


194 


bó 

t" 

bez( 

rl  <l.r 
tadiag. 

3    ca 

-3 

Aan  wicn  pezontlen: 

ï" 

« 

1 

-3 

e 

<B 

S 
o 

'-2 

s 

o 

Inlioiidcnrie: 

2;u)i 

lill()l:Klll:l/.^;^,   11.  1'.  1.  van,  Ai^-asari  Üaii- 

(loüiif^ 

1 

1 

IManlen  en  zaden  van    Andropogon 
muriratu.s,  Ciimamornuni  zeylani- 
cuni.    Cas."<ia   javanica,   Sorpliutn 
en  Bixa  Orollana. 

35 

L.,  l'aMaiiii.    iJaiipil 

1 

I'almzaden. 

302 

BnoEns,  \\.,  Haridjcrmasin 

2 

Zaden  van  Payena  Leerii  en  Hevea 
brasiliensis. 

502 

Bnui'PACiiER,  n..  Tjidjoro,  Rangkas-Bilneng. 

2 

>     Ilelianlbus    annuus    en 
Zea  Mays. 

2262 

HniiYN,    Mevr.    de,    Wcltovroden 

2 

>         •     bloemen  en  sierplanten. 

1182 

IUiugemkestre,  A.,  Socrabaja 

1 

Thee-zaad. 

1198 

HunoER,  (^ii.  II.  E.,  1'angparang,  Haiidoenpf. 

2 

Zaden     van     Elaois    guinoensis    en 
Erytliroxylon  Coca. 

1139 

lU'RGHAUD,  H.  II.,  Depok 

1 

Diverse  bloemzaden. 

1325 

BuRLAGE,  W.,  Geiieng,  Soerabaja 

1 

Zaden  van  sierplanten. 

1428 



1 

. 

2044 

BunT,  G.  A.  — Zeverun,  Tjiwangi.Tjircngas 

1 

•     Zea  Mays. 

2046 

Cultuur      Maalst'happij       .Soekamangli", 

Kendal 

1 

1 

•     Gaslilloa     elastica      en 
planten  van  Ficus  elas- 
tica. 

256 

•                    •                 •Soember    Bo- 

pong",   Pasirian 

1 
1 

>         •     Albizzia  nioluccana. 

129 

Callenfels,  J.  e.  J.,  Sepandjang,  Soerabaja. 

Bloemzaden. 

1636 

Capelle,  Mej.  A.  van,  Weltevreden 

1 

Zaden  van  Cosmea  en  Ganna. 

1602 

Carpentier  Alting,  e.  H.,  t.  v.  notaris  Ie 

Bandoeng 

1 

1 

Palmen   en   zaden  van  Melinis  rai- 
nutiflora. 

1317 

Christiaanse,  M.,  Onderwijzer  te  Ternate. 

1 

Bloemzaden. 

596 

Civiel  Etablissement  te  Lhö-Nga,  Oleh-leh. 

1 

2 

Planten  van  vrucbtboomen  en  zaden 
van  Bengaalsch-  en  Braziliaansch 
voedergras. 

800 

CoRDEsius,  C,  Tjiboegel,  Malle  Leuwigoong. 

4 

Zaden  van  Albizzia  moluccana,  Cae- 
salpinia  dasyrrachys,   Melia  Aze- 
darach  en  Pithecolobium  Saman. 

673 

CoüPERü.s,  H  ,  Soekaboemi 

7 

Planten  van  Ficus  elastica,  Gaslilloa 
elastica  en  Hevea  brasiliensis. 

195 


3 


Aan  wien  ffezondeii: 


Soon  der 
bezending. 


Inhoudende : 


485 

2330 
1953 

977 

1578 


2022 
795 
810 

1581 
991 

1876 

1554 
428 

1576 


88 
182 


1061 

1738 
1882 
1717 

1023 
2034 
1586 
1000 


CoüVREUR,  Kalisat.  Pradjekan 

Crameb,  C,  Alas  Petoeng,   Loemadjang. . 
Cboes.   Weltevreden 

•      J.  W..  Amoereng,   iMenado 

Croon,  B.,  Solo 

ÜANKMEYER,    U.,   WHngi 

Darmo  Broto,  Keboemen 

Datoe  Amperan,  Perak 

Davelaar,  G.  van,  Kertosono 

•  L,   VAN,  Bodja 

Deeleman,  J.,  Modjokerto 

Deibert.  H.  G.  C.    Willem  I 

Dekker,  J.  K.,  Goenoeng  Siloli,  Nias . . . . 

Delden,  K.  A.  van,  Ardhi-Redjo,  Wlingi. 


Delderenne,    A.,    Djati   Roenggo,   Ainba- 

rawa 

Deventer,  W.  van,  Kagok,  Pekalongan.. 

Dezentje.  G.,  Bantool,  Djocja 

.1.  A.  G.,  Klalen 

Dissel,  J.  van,  Fak-fak,  Nieuw  Guinea.. 


3  Zaden  van  palmen,   sierplanten   en 

boomen. 

1       •         •     Albizzia    nioluccana. 
1       •         •     Canna's   en  sporen  van 

Chevelures. 

•  sierplanten  en  nuttige 
gewassen. 

»  Nalal  indigo,  Nicoliana 
Tabacum  en  Albizzia 
moluccana. 

•  Casldloa  elastica. 

•  diverse  groenten. 

•  Cardamom. 
■     Corcborus  capsularis. 

•  Ficus  elastica. 


Palmzaden. 

Zaden  van  beesters  en  boomen  voor 
park. 
•         »     Beiigaalsch     voedergras 
en    Albizzia    moluccana 

•  Albizzia    moluccana. 
Planten  van  Japanscbe  banibdC,  l)i- 

ospyros  kaki,  Kastanje,  Eriobolrya 
en  palmen. 
Zaden  van  Albizzia    moluccana    on 
Grevillea. 
>     Albizzia  moluccana. 

•  Uncaria  Gambir. 

•  Zca  Mays. 

•  diverse  bloemen. 
Palmzaden. 


2 
1 

1 

2 
1 
1 

51  Zaden  van  Garoct-  en  Paardentand 
mais,  tabak,  padi  on  andore  nut- 
I     lige  gewassen. 


196 


-    H 


Aan  wicii  ''o/Atmh'n: 


"■ 

Soori  il(  1 

bezfïndiiig.i 

^ 

IS 

a 

ji 

• 
■ca 

6 

a 

■o 

■3 

"o 

0 

^ 

t; 

t«: 

H 

2104'  DisseIm  .1.  VAN,  Fak-fiik.   Niouw  Gulnoa. 

1049  DisTicn,  A.,  ijmialii 

54  I  DonNSEiKK.  .1.  II.,  Olicrilion 

402  •  •     •  •  

068 i  .  .     •         •  

1925  1  .  .     .         •  


1376 
179 

351 

132 

576 

794 

1816 

1965 

2064 


2373 
376 


2191 

1582 
1124 
1185 
2253 


DozY,  A.  .1.,  Pasirian 

DnossAERs,  E.,  Meosler-dornelis 


W.,  Tjiljoeroep 


Ebeling.  .1.  <- .  Plolleii,  Welerie 

Eberson,  J  ,  Paiigoonp  Sarie,  Madioen. 
Eeden,  (1.  A.  VAN,  Kediri 


Eerdmans,  A.  van,  Samarinda,   Knelei... 

Eersel,  A.  C.  H.  P.  van,  Kedalon,  Proho- 

lingco 


Idem 


Elenbaas,  .1.  A.,  Bandoeng 

Ellingeb,  G.,  Lawaiig 

K.,  Waroe,  Soerabaja. 
Engelken,  A.  M.,   Blitar 


505     Erdmann  &.  SiELCKEN,   Balavia. 


Inhoudende: 


Z.Mlt'n  van  vriiclilliiHirinMMMi  ^.'inciili'n. 
2  Bloem-  011  groenlczatlen 
1  Blocnizaden. 
1  Zaden  van  Zea  Mays. 

1  Biooni/.aden. 

2  Zaden  van  lliira  crepilans,  palmen, 
Clenialis  en  sporen  van 
clieveliires. 

•     Castilloa  elaslica. 
Planten  van  Agave   rigida    var  Si- 
salana. 
•     idem. 
•  •     Miisa  textilis. 


Zaden  van  Pilliecolobium  Saman. 
Nymphaea  alba. 
»         •     Cinnamomiini      zeylani- 
cum  en  Ilelianlhus  an- 
nuus. 

•  ■     diverse    cultuurplanten. 

•  Casiilloa  elastica.  Hevea 
brasiliensis  en  Payena 
Leerii. 

•  •     Albizzia    raoluccana  en 

Pithecolobium  Saman. 
»     Melinis  minutiflora. 

•  Erylroxylon  Coca. 

•  •     Agave  rigida,  Cola  acu- 

niinata,  Cinnamoinura 
zeylanicuni,  Urosligma 
elasticura,  Canarium 
commune,  Uncaria  Gam- 
bir  en  Hevo^  brasi- 
liensis, 
»        »    Eucalyptus. 


197 


Aan  wien  gezonden; 


Soort  der 
bezending. 


Inhnmlende; 


1431 
495 


1192 

1146 

1631 

449 

83 

459 

1509 


1914 
774 

1320 
105 

195 
1166 
1860 

1898 


847 


606 

1484 
1740 
1261 
1853 


Es,  W.  J.  VAN,    Anioerang 

Evers,  VV.  A.,  Wonolopo,  Malaiig 

Filet,  M'.,  Somarang 

FiLz,  Ch.  L.,  L;iwang 

Fraissineï.  H.  C.  C.  Bodjong,  Poerljolini.'gi). 

FuANCBEN,  W.,  Malang 

Gersen,  A.,  Batoeng  Datar,  Pad.  Pandjang. 


GiERLiNts,  Fr,  Ngrangkah,  Kediri 

Giese.  A.,  Peloong  ümbo,  Blilar 

GiLs.  Mevr.  de  weduwe  van.  Padang. 

GocH,  VV.  J.  VAN.  Langsee,  Pati 

GoDEFROY,  L.  J.,  Malang,  Toeren..., 

GoEs,  H.  VAN  DEU,  Sockaboenii 


GoRTMANS,  A.,   njolija 

•  Mevr.  R.,  Weltevreden 
Gout,  1).,  gep.  kapt.  Tjinialii  . . . . 

Graaff,  J.  J.  DE.   VVeltevroden . . . 

•  A.  DE.  Salaliga 


1  Zaden  van  sierplanten. 
4      •         »     Payena     Leerii.    Hevea 
brasiliensis,    Ficus   elaslica,  Wil- 
lughbeia     firma     en     Caesalpinia 
dasyrracbis, 
1  Palmzaden. 

1  Zaden  v;in  Krylbrnxylon  Coca, 
•         >     Melinis  iiiinulillora. 
»     Foraslcro  Cacao. 
»     Bixa  Oicllana,  Eucblaena 
luxurians  en  llelianlhus  annuus. 
Planten  van  Musa   mindanensis  en 
Ficus  elaslica. 
»     Castilloa  elaslica,  Hevea 
brasiliensis  en  zaden  van  Uncaria 
Ganibir  en  Castilloa  elaslica. 
Planten  van  Andropogon-soorlen. 
Zaden  van  Albizzia  nioluccana. 
Planten  van  Ficus  elaslica. 

>  >         >  t        en  zaden 

van  waterplanten. 
1  Graszaad. 

1  Zaden  van  Albizzia  moluccana. 
1       .         •     idem. 
7       .         .     Bixa  (Jrell.r.ia,  Zea  Mays, 
Voandzeia    sublerranea. 
Albizzia  moluccana,  Al- 
bizzia slipulala  en  voe- 
dergras. 
.     Oreodoxa  regia,  Pilheco- 
lübiuui  Sanian.  ilolianllins  annuus 
en  Püinciana  rej-ia. 
Planten   van    lieesters    en    cheve- 
lures. 

1  Z:iden  van  Voandzoia  sublerranea. 
Stekken  van  Vanilla  aromalica. 
Bloem-  en  palmzaden. 
3|  Zatleu  van  sierboouien   en   palmen. 


198 


5   == 


752 

1109 

1G08 

1929 

4G4 


A;m  wien  pczoiulcn: 


Soorl  (Jor 

Ixszending. 

u 

t4 

'jt 

s 

>i 

Inhoudende : 

È 

s 

a 

1 

^ 

12 

a 

GnAiGHER.  II.  .1.,  Radck.   Kcdiri.. 

GnEVE,  A..  Kronwock.    Wlmj^'i. . . 

Gboos,  W    A.,  lloinpol,  Malanp.. 
GuiGNÉ,  DE,  Namoe  Uambei,    Dcli 


1477  I  GuiLO.NAHi»,  L.  1',  Simpaiig,  Soerahaja... 

811  I  GüMHEL  &  ScHUMACHEB,  Bclawan 

1392!  Gdtteling,  W.  M„  Tjisaroca-Zuid  bij  iJui- 
lenzorff 


501     llAKiiiTON,  G.,  Modjokeilo 

1486     Hamaker,  J.  Th  ,  Tjibadak 

1010  !   Ilaiidelsvcreeniging    •Anislerdam",  Soera- 

baja 

296    Hautsteen,  F.,  Madoe-Ardjo,  Malang. . . . 

2294     Have,  F.  ten.  Wales   Kediri. 

1268    Hedrich    von    Wiederhold,    F.,  Peloong- 
Onibo,  Blitar 


1756 
2193 

2086 

1495 

59 

1513 

628 

1957 


Heinrich,  M,.  Soeinocr  Waloe,  Pekalongan 
Helder,  F.  il.,  Pasewaran,  Banjoewangi. 

Heldring,  C,  Toempang   bij   Malang. . . . 

Herdricks,  A.  Kelegan,  Sepandjang 

Henny,  Mevr.  C,  Sookamanab,  Soekaboemi. 

Herbert  Heubel,  Balavia  .   

Herklots,  H.,  Tjibadak 

Hernann,  A.,  Tjiinangoe,  Djampang  Koeion 


l|  Planten  van  Androfiogon  Iwaranrusa 
en  zaden  van  Hevea  bra.silien.sbs. 
i  Zaden  van  Albizzia  uioliiccana. 

1  •         •     Erytbroxylori  (loca. 

2  Bloem-  en  groenlczaden. 

1  Zaden   van    Hi:vea    brasiliensis   en 
Cola  acuininata. 
■     bloemen  en  sierplanten. 
Sierplanten, 

Zaden    van  diverse  cultuurplanten. 

Planten  van  Castilloa  cla.stica,  Hevea 
brasiliensis,  Swietenia  Mahagoni, 
Myroxylon  peruiferum  en  Cola 
acuminata. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Albizzia  molnccana. 

•  Agave  rigida. 
■     Andropogon  muricalus. 

Graszaden  en  Vanille-stekkcn. 

Zaden  van  Sarcolobus  Spanoghei  en 
Ficus  elastica. 
1       •         •     Pithecolobium  Saman. 

1  •         ■     Hevea     brasiliensis    en 
planten  van  Agave  rigida. 

•  Myristica  fragrans,  Ficus 
elastica  en  gazongras. 

2  Palm-  en  graszaden. 
2  Gras-  en  bloemzaden. 
1  Palmzaden. 

1  Planten  van  Ficus  elastica 

•  •     Tamarindus  indica,  Fi- 

cus elastica,  Cinnaraomum  zeyla- 
nicum,  Erylhroxylon  Coca,  My- 
ristica fragrans  en  Caryophyllus 
aroma  ticus. 


199 


Aan  vvieii  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

«   2 

il 

3     CS 

.2 
13 

e 
S 
o 

"o 

Inhoudende : 

52 

Hesterman,  L.,  Tjisampora,  Soekaboemi.. 

7 

Zaden   van   Albizzia  moluccana  en 
Ficus  elastica. 

1728 

Heukelom,  P   C.  van,  Pasirian 

1 

1 

•          •      Albizzia  moluccana. 

780 

Heyneman,  Mej    L.,  Solo 

Palmen. 

412 

IIeytisg,  J.,    Kediri 

2 

Zaden  van  Pilhecolobium  Saman. 

1355 

. 

2 

3 

•     Albizzia  moluccana,  Al- 

bizzia Saponaria,  Caesal- 

piüia  coriaria,  Casuarina 

equiselifolia,    Casuarina 

sumalrana,  Musa  minda- 

nensis  en  Ficus  elaslica. 

640 

W..  Gabes.   Malang 

2 

•     Zea  May.s,  waterplanten, 
palmen,  Canna's  en  komkoniiuer. 

805 

HiNSBEECK,  J.  11.,  Lebak  Redjo 

1 

Palm  zaden. 

2141 

.           ,    ,         .           , 

1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

998 

Hisgen,  0.,  Semarang 

2 

Palm-  en  bloemzadeu. 

1142 

HissiNK,  J.  P.,  Rangkalan 

1 

1 

•iroentezaden. 

245 

lIoFF,  Mevr.  C  ,  Muntok 

Zaden  van  Victoria  regia  en  Lolus- 

soorleu. 

2037 

Hofland,  R,  P.,  Bandoeng 

1 

1 

•         »     Albizzia  moluccana. 

748 

HoFs,  H.  Th.,  Bandoeng 

Sierplanten  en  palmen. 

1964 

Hogezand,  W.  A.  S.  van,  Kendal 

1 

Zaden  van  Ficus  elaslica. 

31 

d'HoLLosY,  A.,  Meesler-Cornclis 

3 

Planten   van  Agave  rigida  en  Musa 
niindanensis. 

506 

•            •         •             •      

2 

Zaden   van   Flacourtia    inerinis   en 
Melaleuca  Cajepuli. 

2299 

•            •         I            » 

1 

1 

»     Saraca  ilecliuala. 

1085 

lloLTius,  G ,  Tjandi-Sewoo,  Blilar 

Palmzaden. 

1818 

.      

1 

Planten  van  Ficus  olastica. 

453 

UoNEs,  J.  E.  TEN,  Soeinber  Bopong,  Pasii  i.in 

1 

Zaden  van  Caslilloa  elastica. 

1690 

L.  TiN,  Malang 

3 

•     Pilhecolobium      Saman, 
Hevea     brasiliensis    en 
Payena  i.eeru'. 

867 

Hoofdagenlschaj)  der  Crediel-  en  llandels- 

Vereeniging  «Banda",  Ie  Baiida 

1 

•     Ficus  elaslica. 

1057 

Hoof( lagen tscbap   der   Koloniale    Bank   Ie 

Soerabaja 

2 

Planten  van  Hevea  brasiliensis. 

691 

IIooFF,  A.  van,  Tjandjoer 

1 

Zaden  van  Albizzia  slipulal;i. 

200 


til 

u.    2 

Aan  \vi<;n  pezoiidcn: 

Mjori  lilt 

1   ^ 

s    »a 

.2 

1 

m 

. 

•o 
e 

§ 

o 
.2 

8 
o 

Inhoudende: 

2213 

Hopi'E,  II     Toiiilio     Halaiip 

1 

l'laiihii  van  Apavc  rifiida  en  Uros- 
(igiiia  i-lasliciini. 

210 

lloiiN,  Mevr.  M.  van,  l'asiiiaii 

3 

•     Kiens   claslica  en  (>as- 
tilloa  (daslica. 

2149 

lloRNEMANN.  li ,  Scinaiang 

1 

I'ahnzaden. 

2282 

. 

1 
1 

2 

Palmen. 

(il 

IJcHCK.  A.  .1,  I'cfonfj  Kdllo,    Kudiii 

Stekken  van  Ficns  elaslica  en  zaden 

van  GinnaniOMiuni  zeylaiiituni  en 

Caryophylius  aronialicus. 

1713 

Houten.  C.  F.  vaw,  Maiianp,  Solo 

2 

Zaden  van  Gorchorn.s  capsnlaris. 

1406 

lliTB    I'lvnaku,    Mevr.,  IMosso-l'aiTe,  l*ücr- 

woasrie 

2 

Palm-  en  {irocntezaden. 

2252 

llunEit.  11.  C.  U.  .1.,  Seinaranf» 

1 

2 

Graszaden. 

379 

Mevr.  W„  Sedali,  Modjokerlo. . . 

Zaden  van  sierliecslers. 

94 

lluizEn.  J.  II.  W.,  Kediri 

3 

•     Andropof^on    muricalus, 

Cinnamomuni  zeylanicuni  en  (ïa- 

ryopliyllus  aromalicus. 

170 

Immimv,  Mevr.  A.,  l*(!tjaiipa;in,  Ivocdoe.»;. . . 

1 

Bloenizadcn. 

650 

. 

1 

Zaden  van  (linnaniomuui  zeylanicum. 

2157 

Ikgebman,  f..  lJed|().sari,  Madioen 

1 

üazongras-zaad. 

1659 

Insinger,  l.  G.,  ïlofjosari.  Toeren 

1 

3 

Planten   van    Hevea  bra.siliensis  en 
zaden    van   Caesalpinia  da- 
syrracliys,     Pithecolobium 
Saman  en  Albizzia  slipulata. 

515 

Jacometti,  Mevr.  L.,  Wellevreden 

4 

4 

en    zaden   van    Fucblaena 
luxnrians,   Coix    Lacryma,  Elaeis 
guineensis,  Myrislica  fragrans,  My- 
roxylon  peruiferum  en  Cinnarao- 
mum  zeylanicuni. 

1287 

Janssen  van  Raav,  A.  G.,  Djeinber 

2 

Zaden   van    palmen,    snelgroeiende 
booraen.    Canna's   en    Helianlbus 
annuus. 

1466 

Jansz,  S.  D.,  Anibaravva 

3 

5 

Planten  van  Urosligma  elaslicum, 
Caslilloa  elaslica  en  Hevea  bra- 
siliensi.s. 

Zaden  van  Caslilloa  elaslica,  Payena 
Leerii,  Gazongras,  Melinis  minu- 
tiflora  en  Thea  assamica 

20! 


a  > 


3     es 


Aan  wien  pezondcn: 


Soori  tier 
bezending. 


Inhoudende: 


1074 

1238 

1236 
1318 

1338 

87 
2004 
1233 

479 


504 
1174 
1259 

1797 
2216 
1075 


2110 

1751 
638 

1005 

456 

775 


Jesse,  R.  W.,  Soember  Doeren,  Malang.. 

JoEKEs,  A.  M.,  I'adanp 

Jolles,  A.  E.,  Goodo,  Djombang 

Kaan,  J.,  Gezaghebber  Gouvts.  S.  S  «Raal", 

Menado 

Kamerling,  U'.  Z.,  Pekalongan 

Rate,  J,  ten.  Kali  Klaltak,  Banjoewangi. 

Kater,  P.  de,  KlaUng,   Japara 

Kempenaer,  H.  oe,  Pcngadjaran,  Modjokerlo 


W.  DE.,  iMalang 


Kessler,  W.,  Tjempacca  Wariia,  bij  Garoel. 


Kieviet  de  Jonge,  D'.  G.  W.,  Wehcvredcn. 
Kinderen,  J.  G.  der,  Loel)oe  Uaja,  Padang 

Sideinpoean 

Idem 

Kleinsmiede,  J.  A.  Zur,  Podjok,  Garoein. 


I     I 


Palmen  en  zaad  van  Bengaalsch 
vocdergras. 

Zaden  van  gazon-  en  veevoeder- 
gras. 

Palmzaden. 


Zaden  van  Canna's,    palmen,    sier- 
en kliiu|)lan(en. 

•  Albizzia  nioluccana. 

•  idem. 

•  Zea  Mays,  veevoedergras 
en  Grevillea  robusla. 

en  planten  van  Ficuselastica, 
Caslilloa    elaslica   en    Hevea 
brasiliensis. 
•       van  Melia  Azcdarach. 
>     Albizzia  moluccana. 
»  •  -en 

Pithccolobium  Sanian 


•     Albizzia  moluccana,  He- 
vea brasiliensis  en  plan- 
ten van  Ficus  elaslica. 
>         >     Albizzia  moluccana,  AU 
bizzia  stipulata  en    Itraziliaansch 
voedergras. 
Gazongras-zaad. 

Zaden  van  lilletlaria    Cardamoruum. 
■     Caslilloa  elaslica  en  Ma- 
nihol  Glaziovii. 
•         ■     Theobroma  Cacao.  Hevea 
brasiliensis    en    planten 
van  Ficus  elaslica. 
>     UncariaGambirenPithe- 
colobium  Saiuan. 


202 


E    > 

3     re 


1102 


1877 
1363 


2011 

2188 

1886 

855 


1138 

2103 

95 


1733 
1729 
2125 
1095 

1026 

2166 


1077 
158 

1712 
8 

1196 
223 


Aan  wieii  f,'(!/.oii(l(!ii : 


s„ 

)it 

Lr 

lii:ZCUdillg., 

■o 

!S 

e 

-1 

o 

2 

R 

ü 

o 

o 

l 

.a 

a 

^ 

'ji 

aa 

liihoudemle: 


Kleirsmiküe,  .1.  A.  Zuil,  l'odjuk,  Garuciii, 


Klerck,  A.  A.  S.  uk.  Paiuleglang,  Uanlaiu. 


KLori'ENBunG,    J.,    Goenoenp   Soesoeroeli, 

Tagag-Apoc. . .    

.1.  G.  M.,  Bodja ... 

Klusman,  A.  N.,  Seiiiaranp 

Knii'HOrst,  J.,  Pangkalari  Braridari,  O.  K. 
Suinalra 

KocK,  G.  DE.  Tjepiring,   Kendal 

KoEsvELD,  M.  VAN,  Sedajoc 

Kolk,  F.  J.  J.  van  deh.  Üjocwana,  Kertosorio 


KoLLER,  A.,   Malang 

Koloniale  Zee-  en  Brand-Assuranlie  Maat- 

scliappij,  Batavia 

KöNiG,  VV.,  Banaran,  Wlingi 

KoppEscHAAR,  J.,  Pasiiian,   Proltolingo. . . 


Koster,  J.  P.,  Djoana . ; 

KoTTMANN  &  Cie.,  K.,  Biiidjey. 

Kramers,  Ü'.,  Buitenzorg 

VV.  T.,  Lahat 

Krayenbrink,  Mevr.,  Malang... 
Kress,  J.,  Pasirian 


3,  Zaden  vüii  IIcmü   hrasiliensiü,   Cin- 
naniiiiiiiiiM     zeylanicum,     Caryo- 
pliyllu.s  aromalicus  en  Kamfer. 
I'lanlcn  v.iii  Ficns  elaslica. 

•  ■     Miisa  niindanensis,  (lin- 

namomum  zcylanicimi,  Myrislica 
fragrans,  Caryo|diyllns  aronialicns 
en  zaden  van  Tliea  assamica. 


r  Zaden   van  Albizzia  niohiccana. 
Il      •         >■     Ficus  elaslica. 
1  Palmzaden. 


Zaden    van    Alhiz/.ia   moluccana  en 
snelgroeiende  planten. 
1,  Palmzaden. 

l'  Planten  van  Ficns  olastica. 
,  Zaden  van  .snelgroeiende   schaduw- 
I  boomen,    Canna's,    Ko- 

ningspalm.   Tomaten  en 
Radijs. 
•     Jute. 
Planten  van  Hevea  Lrasiliensis. 
»  •     Ficus  elaslica. 


Zaden  van  Castilloa  elaslica. 

•         •     Caesalpinia    coriaria   en 
Tliea  assamica. 

Planten  van  Castilloa  elaslica,  Ficus 
elaslica.  Hevea  brasilieusis,  Payena 
Leerii  en  Uncaria  Gambir. 

Zaden  van  Paardenland  mais. 

Koro-zaden. 

Zaden  van  Pilhecolobium  Sainau. 

Bloem-  en  groentezaden. 

Palmzaden. 

Planten  van  Ficus  elaslica  en  Cas- 
tilloa elaslica. 


203 


Aan  wien  gezonden: 


Souri  der 

bezending. 

IS 

■a 

.!£ 

« 

S 

N 

w 

o 

O 

1^ 

^ 

^ 

^ 

:^ 

23 

Inhoudende : 


82 

1896 

898 


1878 
1892 

1 

2267 


1820 

2015 

2185 

106 

432 

448 

615 

766 

1068 


1087 


Krieken.  L.  van,  Solo 

Kroesen,  W.  K.,  Tjibadak.. 
Kroes,  P.  J.,  Banjoewangie. 


Krol,  A.,  Sindang  Sari,  Soekaboemi. 
Kruk,  Ch.  .).  S.  A.  van  der,   Garoet. 

Krijgsman,  Temanggoeng 

Krijthe,  K.  J.,  Rini,  Wlingi 


KüPFER,  A.  Ë.,  Gencng,  Malang  . 


Laer  J'.,  A.  van,  Swaroc  Boelocrollo  Blilar. 


1439 


1      1  Palmen. 


Zaden  van  Djoekoet  Anlanan. 

•  Andropogon  muricalus, 
Ileliantlius  aniiuus,  My- 
ristica  fragrans,  Pillie- 
colobium  Saman,  Rapiia- 
niis  caudatus  en  voeder- 
grassen. 

»     Albbizzia  moluccana. 
Bloem-  eii  groente/.aden. 
Peper-  en  Vanillestekken. 
Zaden  van  diverse  planten. 

•  Albizzia  moluccana,  Al- 
bizzia  slipulata.  (lae- 
salpinia  dasyrracbis 
en  Pithecolobium  Sa- 
man. 

»  Ficus  elaslica,  Caslilloa 
elaslica  en  Ganna. 

•  Zea  Mays. 

Planten  van  Ficus  el.islica. 

•  •         »  »         en  zaden 

van  Hevea  brasiliensis. 
Cacao-zaden. 

Zaden  van  Pithecolobium  Saman. 
.         ■     Uncaria  Gambir. 
t         •     Pilocarpus  peiinalilolius, 
Cola  acuminala  en  Ery- 
ihroxylon  Coca. 

•  Hevea  brasiliensis,  Cinna- 
momum  zeylanicum.  Ca- 
ryophyllusaromaticus  en 
planten  van  Ficus  elaslica 
en  Hevea   brasiliensis. 

t  .  Erytiiroxylon  Coca,  Cola 
acuminala.  Andropogon  muricatus, 
Uncaria  Gambir  en  palmen. 


204 


th 

rt 

0. 

_ 

2 

^ 

« 

=3 

re 

>r. 

IJ 
-O 

Aan  wieii  "c/diiilcn; 


liiliou(ieri<le: 


1722  i  Lak»   J'.    A.    van,    Swaroe    BocloeroJlo. 

IJlilar 

204     l>A(;Kns  Jr  .1    II.,  ricrilcnf?,  Socrahaja 


2114 


LAGEnwEnFi,  J.  M.  Kciioonp,  Vaut.  Kodiri 


1879    Lammeiiée.  l  Waroe 

115G     Lammers,  G..  Socrabaja 

2106  •         -LisNET.      i'.     L.,    Kali    Tello, 

Maiang- 

417     Lans,  A.  J.  Aiuboina 

804         •       •     ■         •         

1099 
1847 

860  I  Lantzius,  K.  C.  Uanda 

520  ;  Lai'i>,  J.  Ciin.,  IJamloeng 

200     Lawick.    Mevr.    de    Baronnesse    l\.    van, 

1       lUilong-Hendo.   Krian 

1110  I  Ledeboer,  A.  .1.  M  ,  D.jemher 

1183 
1093 
1748 


2196 


Lennan.  in.  ('-.  Mac,  Modjokerio. . . 
Lennei',  11.  .1    VAN,  Bakoong,    Kediri. 


529    Lens,  W.  C,  IMiaëlon,  Kraksaan 

694     Lettre.  M..  Baloe  Balira.  Tebing  Tinggi 


2349 

1194 

1322 

783 

692 


Leverkühn.  C.  M.,   Salaliga 

LixGE,  D'.  A.  R.  van,  Bandoeng 
Lobry,  J.,  Bangkal,  Modjokerio. 

Lükey,  G.  J.,  Djombang 

Mac.  GiLLAVRY,  D.,  Wlingi 


1         l'laiili  II   van   I  icus  claslica 

Il  Zaden  van  sier[iabii('ii 
12''  •    Hevea    brasiliensis,     Al- 

l)izzia  moluccana  en  plan- 
ten   van   Fi(Mis    claslica. 
I   ij       .  .    bloenifii  ('Il   klimidaiilr-n. 

1!  Bloeinzaden. 

1   Zad(!n    van    Albi/.zia   moluccana. 


2      1 1'lanlen 

2 

Zaden 
Planlen 


Zaden 


Ficus  claslica   en  Cas- 
lilloa  elaslica. 
Caslilloa  elaslica. 


Ficus  elaslica. 
Eucblaena  luxnrians 


Sporen    •     chevelures. 
Zaden     •     Miisa     mindanensis    en 
Uiciniis  comnmiiis. 
.     Ficus  elaslica. 
Graszaad. 

Planten  van  Ficus  elaslica. 
Zaden  van  Canariuiu   commune   en 
Hevea  brasiliensis. 
.     Albizzia    stipulata,  Cae- 
salpinia  dasyrracbis   en 
Pithecolobium  Saman. 
.     Elellaria  Cardamomum. 
en  planten  van  bloemen,  hees- 
ters,  klimplanlen,  vruchlboomen 
en  gras. 
Veevoedergras-zaad. 
Palmen  en  sierplanten. 
Palm  zaden. 
Zaden  van  ünraria  Garabir. 

•     Erylbroxylon  Coca. 


205 


S     es 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezending, 


Inhoudende ; 


2005 


570 

753 
1420 
1544 

126 
670 

785 
1329 

1857 

1203 

2229 

101 

907 

66 

450 

250 

995 

1197 

2150 

401 

618 


897 

750 

1677 

164 

382 


Mac.  Gillavry,  D.  II.   D.,   Djali  Roenpgo, 
Anibarawa 


Th..  Alas  Rovvo,  Loeniadjanp 


Maclean,  R.,  S^i.  Gerpa,   Biiuljey 

Marinissen.  J.  P,  C,  Dinoyo,  Modjokerlo. 

Marinüs  en  Huber,  Soenpei  Roean,  Bindjey. 
Marl.    W.    H.    van,    Bandar    Bedjamboe, 


MassIxNk,  A..  Wellevredei) 

Mascarenhas  Inglez,  L.  de.  Timor  Dilly. 

Mechel,  A.  vojf,  Ojapoera,  Indragiri 

II.  voN.   Telok-Betong 

Medenbach  de  Rooy,  H.C. VAX.  Proliolinggo. 
Meertens,  M.  J.,  Kedong-AUang,  Buitenzorg 


Meine,  0.,  Semarang 

Meuenbergh.  P.  f.,  Malang 

Meijer,  J.  G.  F.,  Dinojo,  Soerabaja , 
Meijers,  A.,  Semarang 


W.,        .  

Merci  II  ART.  B.  II.,  SoemberTangkep,  Malang 


MiciiELSEN,  Mevr,,  Weltevreden 

MiEROi'.  VV.  G..  Semarang 

MissioNAR  Reisenherz,    Frau,   Sdindung, 

Taroelneng  

Molenaar.  L.  N.,  Wellevreden 


l!  2 


Zaden  van  Hevea  brasiliensis,  Pa- 
yena  Leerii  en  planten 
van  Japanscbe  bamboe 

•  Albizzia      stipulata    en 
Myristica  fragrans. 

•  Albizzia  stipulata. 

•  •  •         moluccana. 

»         •     Bloemen     en    sierbees- 
ters. 

•  Castilloa  elastica. 

»         •     Oreodoxa  regia. 

■         •     Erylbroxylon   Coca 

en    planten  van  nuttige 
boomen  en  gewassen. 

•  •     Ficus  elastica. 
Rameb-wortels 
Palmzaden. 

Planten  van  Ficus  elastica 

Palmen. 

Tjemara-  en  palmzaden. 
Canna-  en  palmzaden. 
Palmen. 
Graszaad. 
Palmen. 

Zaden  van  Pitbccolobium  Sa  man  en 
Poinciaiia  regia. 

•  »  Andropogon  muricatus. 
Cola  acuminata,  Sarcolobus  Spa- 
noghei  en  Zea  Mays. 

Bloemzadcn. 

Zaden  van  Flamboyant. 

Groentezaden. 
Canna-planten. 
Zaden  van  diverse  planten. 


20  G 


bL 

a  ^- 

9    > 

3     rt 

ï^    u 

<w 

-3 

Aan  wion  f-'c/ondfn: 


1155 1  M(tN()i>     DE     KiM)iiitvii,i,K,     A.    A.,    Tirlo, 

j       l'ckalonfïan 

1046  i  Mooi,  J.,  Salalipa 

423  I  MooLKNBi'nGii,   Telok-Uelonp 

1030  !  Mr)ORE,  II.  VAN  DER,  Soekahoenii 

G07  MoTMAN,    J.    VAN,    Ondernemiiif;  •Williel- 

iiiina",  Paroenp-Koeda 


1051     MüHLMCKEL,  J..  Tjibadak 

356  I  Naus.  II.,  Serapi.  Pekaiongaii 

1507    Nederlandsche  Nieuw  Guinea  Handel-Maal- 
schappij.  Gisser,  Amboina.. .    


1919 
353 


227 
127 
409 

42 
633 
578 

1755 

1543 
918 

2215 
491 


1757 
769 


Neil,  A.  Mc.  Alas  Bezoeki,    Loeniadjang. 

Nettehoven,   A.   Th.,  Sawali-Loenlo,  Su- 

malra's  Weslkusl 

Neüroiirg,  J.,    Medan 

Nkve,  A.  f.  de,  Tjitrap,  Biiilenzorg  . . . . 


Neys,  H.,  Semarang 

Nisi'EN.  Jiif.  W.  D.  VAN,  Kekonromo,  Sragen. 


Olden,  R.  H.  van.  Notaris  te  Tegal 

Onink,  J.  W.,  Desa  Pepen,  Malang 

Ossenbruggen.  Mej.  M.  van.  Weltevreden. 
Otten,  D'   G.,  Madjenang,  Modjosragen. , 


Ottenhoff  J'.  G.,  Tjilenlab,  Tjibadak 


Soort  der 
beieodJDg. 


Inhoudende: 


I   1   Zaïlon  van  Heiif,'aalscli  pras. 
Il       Palmen. 

1|  2        •        en     zaden    van    lleliantbiis 
aimuus  en  gazongras. 
1  Zaden  van  Albizzia  moluccana. 


Planten  van  Ficus  elaslica  en  zaden 
van  Erylbroxylon  Coca, 
Eriodendron  anfractuo- 
sum,  Theobroma  Cacao 
en  voedergras. 
>  >     Casiilloa  elaslica. 

Zaden  van  schaduvvboomen. 

•         •     Ficus  elaslica. 
Planten  van  Ficus  elaslica. 


Zaden  van  Albizzia  slipulala  en  Meiia 
Azedarach. 
'        •     Canna's  en  palmen. 
1       >        •     Castilloa  elaslica. 
3       .        .  .  .  en 

Hevea  brasiliensis. 

1  Palnozaden. 
1 

2  Planten   en    zaden  van  nuttige  ge- 
wassen. 

5  Zaadpadi   van    verschillende   varië 
teiten 

1  Gazongras-zaafl. 

2  Bloem-  en  groentezaden. 
Groenlezaden. 
Planten    van    Ficus   elaslica,  zaden 

van    Casuarina    equisetifolia    en 

Poinciana  regia. 
1  Gazongras-zaad. 
1  Zaden  van  Caslilloa  elaslica. 


207 


bc 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bexending. 

3     es 

— • 

Inhoudende: 

-a 

1 
1 

o 

o 

1 

2 

3 

181 

Ottolander,  T.  Pantjoer,  Sitobondo 

2 

Zaden  van  Albizzia   moluccana. 

188 



1 

Planten  van  Ficus  elaslica. 

1583 



1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

895 

OüWENs,  P.  A.,  Soekaboerai 

2 

Bloem-  en  palmzaden. 

153 

OvERDUYN,  Mevr.,  Penialang 

1 

Zaden  van  Heliantbus    annuus    en 

Canna. 

1372 

Perelaer,  Tegal 

2 

•  Helianlhus  annuus,  an- 
dere bloemen  en  pal- 
men. 

1909 

...         ... 

1 

•     Pithecolobium  Saman. 

1121 

Persenaire.  D^,  Weltevreden 

1 

Gazongras-zaad. 

624 

Palm.  J.  C.  vai*  der,  Gloensing,  Malang. 

2 

Zaden  van  Albizzia  Moluccana  en 
Zea  Mays. 

1107 

1 

3 

•  Albizzia  moluccana  en 
planten  van  Ficus  elas- 
tica. 

1202 



1 

•    Caesalpinia    dasyrrachis. 

1485 

.      ....             .                .     . 

1 

. 

1723 

....             .                .     , 

2 

•  idem  en  Albizzia  moluc- 
cana. 

1916 

....            .                .     , 

2 

•  Caesalpinia  dasyrrachis 
en   Melinis  minutillora. 

225 

Palm  en  van  Amstel,  Batavia 

1 

•    Ficus  elastica. 

1844 

Paulino,  A.  Ph.,  Tjilatjap 

3 

•  Zea  Mays,  Albizzia  mo- 
luccana en  Caesalpinia 
dasyrrachis. 

444 

Peereboom  Voller,  A.  A.,  Ramawati,  Soe- 

kaboemi 

2 

•  Melia  Azedarach  en  Al- 
bizzia moluccana. 

408 

D.,    Soember    Mangis 

Kidocl,  Malang. . 

1 

•    Myristica  Iragrans. 

974 

.          .      idem 

3 

.  Albizzia  raolnccana.  Pi- 
Ibecolobium  Saman  en 
Caesalpinia    dasyrrachis. 

1058 

idem 

2 

•  '  Albizzia  moluccana  en 
Pithecolobium  Sautan. 

2108 

.              .         .      idem 

2 

•    Albizzia    moluccana    en 
Pithecolobium  Saman. 

208 


H   a 

C     co 

5^    ^ 


Aan  wicn  gezonden  : 


Soort  drr 

het 

ndin^'. 

_: 

12 

C   : 

Jl< 

2 

E 

S 

^ 

^' 

o 

fc 

lnli(Miilfri(le 


68  I  PEEREnooM  VoM.Kn.  J.  P..  Pasir  Kananpan, 
Soekabdeini •  ■ . 


1874     Peetkrs,  P.  A.  C,  Soemlicrwekas  Banf,'il. 


'2115 
276 
537 
239 


231 
1550 


Pereira,  V.,  Soerai)aja 

Perret,  A.  I'i.  L  .  Nobo,  l'aiec. 


(>.,  Lawang 


1241     Persijn,     L.,     Soeinberredjo-Rogodjampi, 
Banjoewangi 


idem . 


1521 

1284    Pfeiffer,  Mevr.  K..Pangled|ar,Tagog-A|»ofi. 
1863  I  Pessy,  J.  f.,   Medan.  0.  K.  Siimalra. 


Pieper,  W.  .).,  Wageningen. 
Pieterse,  L.,  Medan,  Deli... 


872    PiTCAiRN  Syme  &  C".,  Batavia 

160.') !  Plagge.  M.  C,  Paleinbang 

908  Pleysier,  A..  Soember  Bowo,  Pasirian... 
1613    Plugger,  J.,  Adnr.  Serdang  Tabak  Maal- 

scbappij.  Perbaoengaii 

2172     Prehn,  J.  van,  Doerdjo,  Djeniber 


2  Zaden  van  reu/endjagong    en  daiin 

loeiilas. 
1   Sporen  van  Adianluni 
1    Paliii7.aad. 

1  Zaden  van  Neplieliuni  lappacenni. 
1        >         •     Bouca  (iandaria. 
4       .         •     Zea    Mays   (variëleilen) 

en  Caryophylbis  aroma- 

licus. 


>     Paardenland     mais    en 
pompebnoes. 

•  idem. 

•  palmen   en   sierplanten. 
•         •     Thea  assamica,  Tbea  clii- 

nensis,  Erytbroxylon 
Coca,  Myroxylon  perui- 
ferum,  Heliantbus  an- 
nuus,  Polygala  oleifera, 
Caryopliyllus  aromaticus 
en  andere  geneeskracb- 
tige  planten. 

•  Microtropis  sumatrana. 

»     Bloemen,     Heesters    en 

Gazongras. 
Graszaad. 
Zaden  vrn  Bb)omen  en  sierplanten. 

.         »     Palmen  en  Flamboyant. 

Djatti-zaad. 

Zaden  van  Tbea  assamica,  Andro- 
pogon  muricalus,  Bixa  Orellana, 
Rameh,  Caslilloa  elastica.  Cola 
acuminata,  Erytbroxylon  Coca, 
Corcborus  capsnlaris,  Uncaria 
Gambir,  Braziliaansch  voedergras 
en  Urostigma  elasticum. 


209 


a 

s 
25 


Aan  wien  sezonden: 


Soorl  der 
bezending. 


Inhoudende : 


2089 


Prehn,  W    van,  Boeinie  Redjo,  Kepandjen. 


1621  Prentice,    A.,    Branggahan,  Halte  Ngadi- 

loeweh 

1753  •  •      idem 

13  Prinsen  Geerlios.  Pekalongan 

2298  •  •  •  

125  '  Punter,  J.,  Malang 

933 


1430 
1328 

299 
1620 

2050 


Raaymaakers,  f.,  Mijnbouw  Maatschappij 
•  Alluvia",  Singkawang 

Rambaldo.  J.,  Seloredjo,  Djomhang 

Reede  van  Oüdtshoorn,  K.  G.  van,  Mar- 
gapala,  Soemedang 

Rest,  J.  J.  van  der,  Garoel 


2069    Reyden,  A.  van  der,  Meester-Cormlis. . . 
2127    Reynst,  A.  e.,  Randoe-Agoeng,  Probolingo. 

1721     RiTTNER  Bos,  Mevr.,   Palenihang 

40    RocHEBRüNE,  L.  DE,  Pelcrongan  bij  Djombang 
1648    RoESsiNGH    van    Iterson,   J.  W,  Emhong 

Malang,  Soerabaja 

236    Rogge,  G.,  Bades,  Pasirian 

1652    Romer,  Mevr,,  Medan 

Verslag  van  'slanus  pi-antentuin  1901. 


12  Zaden  van  Thea  assainica.  Albizzia 
moluccana,  Ranieh,  Cas- 
tilloa  elastica.  Cola 
acumiiiata,  Erythroxy- 
lon  Coca,  Melia  Azeda- 
rach,  Braziliaansch  voe- 
dergras, Payena  Leerii. 
Uncaria  Gamhir,  Uro- 
stigma  elastica  en  Pi- 
thecolobium   Saman. 


1       •         •     Melia  Azedarach. 
1       •         •     Albizzia  moluccana. 
Palmon. 

I  Canna-zaad. 

II  Zaden  vaii  Castilloa  elastica. 


'     Agave  rigida,  Musa  nun- 
danensis,  Albizzia  stipulala.  My- 
ristica  fragrans  en  kollie. 
Planten  van  Boehmeria  lenacissiina. 

•  •     Ficus  elastica. 

Veevoedergras-zaad. 

Zaad  van  Braziliaansch   voedergras. 

Zaden  van  Uelianthus  annuus,  Un- 
caria Gamhir,  Urostigraa  elasticuui 
en  planten  van  Cinnamomnm 
zeylanicum  en  Myroxylon  perui- 
i'erum. 

Gazongras-zaad. 

Zaden  van  Ficus  elastica. 

Canna-zaad. 

Palmzaden. 

Zaden  van  bloemen  en  klimopsoorten 
Planten  van  Ficus  elastica. 
Bloem-  en  palmzaden. 

14 


110 


A.iii  wieii  L'cyiimifii: 


Soort  der 
bezending. 


1227     UoosEnooM.  J.  W  .  S.Mnaranp 


1022  HocMiMPion.  R.  Maiif^'ofMimlja  Ta.sikmalaj.'i. 

1915     Roven,  F  .  r.ainl)ir.   lUilar 

1725  ROV    VAN    ZllVDEWlJN.    L.     II.    M      UK.   Soilll- 

lior  Recijo,  Malanp 

2131  Idem 

1112     I{ijr>ni.PH,  E,.  Semarang 

970  I  RuuK.  A.  A.  DE,  Sciekodono.  Loemadjang. 


2121     RtjN.  R.  F.  II.  VAN.  Ojocja 

840    Sailley.  Mad.,  Soongcilial,  Ranka 

1257  Sandel,  F'.,  Klamhir,  I.angkal  Suinalra. 

1695     Sa  VAGE.  C.  L.,  l»apnk,  Wlingi 

702  Schalkwijk,  L.  V...  Gatiliwarna.   Klalon. 


699  I  ScHELTüs,  G.,  Solo 

1817  '  ScHERiüs,  H.,  Toempang.  Malang. 

1999    ScHEUER,  Djorabang 

1548    Schimmel,  W..   Soerabaja 


14 


215!         .  .  •         

1327 j         .  •  •         

1504    Schotman,  R.  A.,  Gombong 

2006  I  ScHREiBER,  D'.  Jdl.,  PeaTRadja,  Taroeloeng. 

1843    SciiREüRS,  J.  A.,   Pasirian 

139  ScuRiEKE,  G.  G..  Rajoe-Lor,  Ranjoewangi. 


1237 


791 


ScHRÖDER,  J.,  Resito,  Koedoes. 


IiiIidikIi'iiiIi 


(!aima-  jilanljf's  cii  /aden  viui  II-'ü- 

arithiis  aiiiiiins. 
Groenlczadcii. 
;  Plaiilcii  v.in  Fi(:ii«;  flaslica. 


ilovca  brasiliensis. 
Ficus  ela-lica. 

2  Zaden  van  Conireron  en  siorplanlen. 
3,       •  •     si('r|tlanltMi.    j^alnicn    en 

gazongras. 

3  •         •     Zca  Mays. 
2'  Rloeni-  en  palmzaden. 

1  Zaden  van  Fious  elasiira. 

1  •         •     Casldioa  olaslica. 
9       •         •     Adenanlhera  niicrosper- 

ma,  Adenanlhera  Pavonina,  Ce- 
drelaserrulala,  Eleliaria  Cardamn- 
nnim.  llelianlhu.s  anntius.  Polygala 
oleifera,  Zea  Mays  en  voedergras. 

Palmen. 

Gazongras-zaad. 

2  Zaden  van  Zea  Mays  en  gazongras. 
1       •         •     Eriodendron    anfracüio- 

sum. 
en  planten  van  bloemen,  pal- 
men, sierhecsters,  groenten,  gras, 
vrucht-  en  schaduwboomen. 

1  Gazongras-zaad. 

1 

1 

1 

1 

2 

2 


Rloemzaden. 

Gras-  en  groentezaden. 
Zaden  van  Alb.  moluccaiia. 

en  plan- 
ten van  Ficus  elastica. 
•     Gelah   perlja   en    Ficus 

elastica. 
»     Ficus  elastica  en  Cylisus 
Laburnum. 


211 


Sooii  lier  j 

bc 

bezending 

u.   S 

«    u 

^      . 

^  s 

Aan  wieii  toezonden: 

JS 

Inhoudende : 

3     « 

^   s 

'<<;   , 

^^ 

o 

•« 

1  Kist 

i 

1743  Seters.  11.  V.  VAN,  Malang 

89  Sevbruk,  H.,  Tem|ieli.  Loemadjanp 

1831  Sexaüer,  H.,  Lawang.  Bangil 

1514  Shamier.  Mevr.  A..  Pandcglang 

532  SiN(iEi.s.  il.  J..  Djaejari,  Ïoeloeng-Agoeng. 


!     I     I 


786 


1421 


1828 


1654    Smit,  Mevr.,   Ooii  loevva,  Medan 

1052  I  Smits,  J.  W.,  Ngoenoel,  Toelueng-Agoeng. 


2292 


Snouck  HuRGROifJE,  KenangaH.  Soembawa. 


1035  SoESMAN,  Edw.  H.,  Djeinber 

765  SoETEMAN,  A.  J.  C.,  Besovvoli,  Kediri.... 

1623  I  SoETEBs  J',   H.  C    Pasir  Angin,    Buiteii- 
zorg. 

658  •        H.  J.,  Semarang. 

623  .       P.  H.. 

1044  >       Th.  J..  Soekaniangli,  Kendal. 

2278 


790 
996 


SouMAN,  O.  D.  A.,  Kali  Gading.  Kepandjen. 
Spanjaard,  J.  W.,  Sej)andjang..    


4891  Spieüel,  II.  VAN  DER,  Boudowosu. 


1:  Bloemzaden. 

! 
1  Gazongras-zaad. 

Planten  van  Ficus  elaslica. 

1  Bloemza<len. 

6  Zaden  van  Eriodendron  anfracluo- 
suni,  Myristica  fragrans, 
Payena  Leerii,  Elellaria 
Cardamoinuni  en  Cacsal- 
pinia  dasyrachis. 
•  •  Eriodendron  anfracluo- 
sum  en  Tlieobroma  l'-a- 
cao. 

•  Pilliecolobiura  Sainan, 
Caesalpinia  dasyrachis, 
Arachis  hypogaea.  Meiia 
Azedarach  en  Zea  Mays. 

•  Caesalpinia  dasyrachis, 
Albizzia  nioluccana  en  Cinna- 
naomura  zeylanicuni 

Bloem-  en  palmzaden. 
Zaden  van  Zea  Mays  en  veevoeder: 
gras. 
1       .         •     Eriodendron    anfracluo- 

sum. 
3      •         •     Zea  Mays. 

1  •         •     Coniferen. 

>         •     Menado-niais. 
Canna-zaden. 
Planten  van  Ficus  elaslica. 

en  Cas- 
tilloa  elastica. 
.  •     Urosligina      elasticum, 

Castilloa     elastica     en 
peper. 
•     Hevea  brasiliensis. 

2  Bloem-  en  palmzaden. 
1  Zaden  van  den  koningspalni. 


212 




Soort  der 

tL 

bezüniling. 

t-    « 

^ 

ri 

S   2 

CU 

■e 

Aan  vvien  gezonden: 

o 

e 

s 

ö 
5 

iiihüudende. 

1911 


'2331 


249 
1127 


1207 
1706 


278 


914 
814 

1157 
700 
229 

1607 
160 

374 

772 

1833 


1060 
2217 


SxAbT,    11.    VAN    DK,     KocdoCS 

Stavekman.  K.  .).,  Kaliniali,   Balaag 

W.  IL  Tjilelmel 

Steenstra  Toüssaint,  Berni-Gabroe,  Blilar. 


Stkinbüch,  f.  Th.,  Soerabnia 

Steiner,  e.  J..  Djatinangor,    Hantja-Ekèk. 


Steller,  Mej.  C,  Manganitoe,  bij  Tarocna. 


Steur,    J.    v.   u.,   Magelan^ 

Stibbe,  iVl.  J.,  Karang  Dinoyo,  Paree 

Stockum,  C.  J.  van.  Palembang 

Stok,  M'.  J.  Th.,  Karang-Anjer 

Stophelaar  J%  A.  de.  Kali  Bakar,  Malang. 


Storji,  K.,   Wasarette,  Amboina 


Stortenbeker,  J..  Soewarna.  Paroeng-Koeda 
Straeter,  C.  e.,  Tjiseureub,  Sindanglaja. 


6 


Zaden  vanCinnniiKitniiiti  /evlanicnni. 
Blyroxylon  peruiferum  en 
bloomen. 

•  •     Zea  Mays,  pollen  van  Ben- 

gaalsch   en  Braziliaansch 
voederfras. 

•  »     Hevea  brasiliensis. 

•  •  Andropogon  niuricatus. 
Boebmeria  nivea,  Corcborus  cap- 
sularis.  Myroxylon  peruiferum. 
Polygala  oleifera,  Voandzeia  sub- 
terranea.  Agave  rigida  en  Albi/.zia 
moluccana. 

Pahnzaden. 

Planten  van  Myroxylon  peruiferum 

en  zaden  van  Helianlhus 

annuus. 

•  Caslilloa  elastica,  zaden 
van  Hevea  brasiliensis  en  Payena 
Leerii. 

Zaden  van  Zea  Mays. 

>     Albizzia  moluccana. 

Gazongras-zaad. 

Bloemzaden  en  die  van  beeslers. 

Zaden   van   Hevea  brasiliensis    en 

gras. 
Planten  van  Musa  texlilis. 

•  Agave  rigida. 

Zaden  van  Cofl'ea  liberica,  UrosUgma 
elasticum,  Thea  assamica,  Arachis 
hypogaea,  Zea  Mays  en  Piper 
nigrum. 

Planten  van  Ficus  elastica. 

Zaden  van  Albizzia  moluccana, 
Cedrela  serrulata  en  Melia  Aze- 
darach. 


213 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 

bezending. 

^ 

•fl 

R 

JS 

E 

SI 

„^ 

r 

■o 

o 

O 

'm 

■:£ 

is 

^ 

CS 

Inhoudende • 


290 


2249 


1705 
1988 
793 
1530 
1233 
179ff 

2242 

2321 


777 
2266 

683 

430 

67 

1326 

906 
1815 
2010 
1577 

1097 
1147 


739 
375 
577 


Straten,  J.  A.  van,    Karang   Gedeh,  Ke- 
dong-Djali 

Stüffken,  J.  H.,  Siliardja,  Tjitjalengka. . . 


Sdermondt,  C,  Wonokoio,  Malang 

SüLLOCK,  G.  A.,  Soerabaja 

SüLTER,  H.  F.  W.,  Buitenzorg 

Tabel,  J.    B.  Soengei  Toean,  Lobopakam, 
Teixeira    de    Mattos,  A.,  Ngares-Kopen, 

Halte   Delang.oe 

Idem 

Tergaü,  Bandjermasin 


Tebwogt,  W.  A.,  Wedi-Birit,  Klaten.  . . . 

Thednissen,  H.,  Semarang 

ToENs,  J.  A.,  Sapoe-Angin, Toeloeng-Agoeijg 

Tongeren,   van,    Weltevreden 

ToussAiNT,  H.,  Sessek,  Blilar 

Touw  Keno  Tjoan,  Pekalongan 

TowNSEND,  J.,    Modjokerto 

Trip,  N.,  Assem  Bagoes,  Sitobondo 

Tuinman.  A.,  Soerabaja 

Twijsel,  G.  Ch  ,   Tjii)adak 

LiLKENS,  J.  G.,  Kali  Lebak,    Malang 

Utermark,   D.,   Soeko  Ramé,     •       


Zaden  van  Bengaalsrh  gras  en  Eu- 
chlaena  luxiirians. 
»      en    planten    van   ürostignia 
elaslicura  en  Caslilloa  elas- 
tica. 
van  Albizzia  uiolucc^ina. 

•  idem. 
»     Pithecolohinm  Sauian. 

•  Eleltariii  Cardainomum. 
■     Myrisiica  fragrans. 

Zaadpadi. 

Zaden  van  Coniferen,  dwcrglieesters 

en  palmen. 
>        >     Eucalyplus,    Erylliroxy- 

lon  Coca,  Zea  Mays,  Heli- 

anthus  annuus,  Ricinus 

communis  eu  bloemen. 

Livisiona  sp. 

Pilhecolobium    Saman. 

Thrinax  argentea. 

Pilhecolobium  Saman. 

sierheeslers   en  palmen. 

Uncaria  Gambir. 
Palmzaden. 


Benf^aalsch    voeder- 


Graszaad. 
Planten    van 

gras. 
Gazongras-zaad. 

Zaden  van  Zea     Mays,    gazongras, 
Myristica  fragrans,  Gar- 
cinia     Mangostana     on 
Flacourlia  sapida. 
»         •     Erythroxylon  Coca. 
»         »     Hevea  brasilensis. 
Planten  van  Ficus  elaslica. 


214 


te 

S   > 

<v 

"Ï3 


Aan  uien  f,'('/.i)ii(lcn : 


Soort  (Ier 
bezending. 


a,  s 


Inlioiulcnilc': 


14:52     Uteiimaiik,  1»..  SooKo  Hiiinó,  Mal.inp;. 


2235 


634     Uvi.EMAN.  II  .  Garocl.. 
2158     Veku,  A.  .1.  dk.  Seljanf 


Kcdiri. 


508 


1487 


P.J.Ci,  V.  D.,  Ujoeranf;  Uanleng.Wlingi 


2018  I  Velken,  .!..  Huitenzorp 

441  i   Vermedlen,  P.,  Djokjakarla 

130     Versiuys,  Soeraber  Pandan,  Soember  Baroe. 

212  I  Versteeüu,  W.  C.  M.,  Ujaril,  Pasirian... 

629 

1084 
1305 
1530 


3  Zaden  viin  Thca  assamica.  Pillieco- 
loliiniii  Snni.in  en  Alliizzia  iii'i- 
lucr.-iiia. 

Planten  van  Caslillna  elastica.  Pitlie- 
coliiliiuiii    Sainaii    en   Oaesalpinia 
dasyracliis. 
1  Zaad  van  Benpraalscli  gras. 

4  Zaden  van  Albiz/ia  inoluccana.  <lola 
acuniinata,  Erylhroxylon 
Coca,     Payena     Leerii, 

Canarium  commune  en 
palmen. 
•     Payena  Leerii,  Damniara 
alba,    Pellophorum    da- 
syrachis,  Kleltaria  (^ar- 
daniomuin  en  kollie. 
»         ■     Caesalpinia     dasyracliis, 
gazongras,       Indigolera 
leploslachya,  Melinismi- 
nuliftora,  Myristica  fra- 
grans    en    Ficus    elas- 
I  tica. 

2i      •         •     Sierheeslers  en  bloemen. 
2       »         •  »  ■    palmen. 

2       .         •     Caesalpinia     dasyracliis 
en  Erylhroxylon  Coca. 
3    2  Planten  en  zaden  van  Ficus  elastica, 
Castilloa  elastica. 
Zaden   van  Hevea  brasiliensis.  Cas- 
tilloa elastica  en  GelahPertja. 
1       Planten  van  Hevea  brasiliensis. 
1  Zaden  van  Willughbeia  firma. 
17»         •     Hevea    brasiliensis.   Al- 
bizzia  moluccana,  Caesalpinia  da- 
syracliis, Payena  Leerii,  Uncaria 
Gambir,  Myristica  fragrans,  Bra- 
ziliaansch   voederpras  en  planten 
van  Urostigma  elasticum. 


215 


bc 

Aan  vvien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

o.   2 

i  1 

-o 

É 

1 

a 

■o 

CS 

"o 

Inhoudende : 

2151 

Versteegh,  W.  C.  M.,  Djarit,  Pasiiian... 

3 

Zaden  van 

Payena  Leerii,  Castilloa 
elaslica  en  Uncaria  Gam- 
bir. 

242 

Vincent,  J.,  Soemlier  Woeloe,  Pasirian.. 

2 

1 

Hevea  brasiliensis  en 
planten  van  Ficus  elas- 
tica. 

455 

ViTRiNGA,   Djeinber 

1 

. 

Ali)izzia  moluccaiia. 

1910 

Vletter,  A   de,    Poerwoiedjo 

1 

• 

Pilhecolobiuni  Saman. 

1650 

Vodegel,  H.  Ch.,  Semarang 

1 

1 

. 

Corchoriis  capsularis. 

1015 

Vogel,  L.,  Poespo,  Pasoeroean 

2 

• 

Thea  assamica  en  Thea 
chinensis. 

759 

VoGLER,  K  ,  Malang 

5 

Hevea  brasiliensis,  Ce- 
drela  serriilata,  Melia 
Azedarach,  ManihotGla- 
ziovii  en  Castilloa  elas- 
lica. 

1992 

1 

6 

j 

Erytliroxylon  Coca,  Cae- 
salpinia  arborca,  Agave 

rigida,  Codrela  odorala. 

Cinnanionmni     zeylani- 

cum    en     Cola   acuini- 

nala. 

1549 

VoLLENHovEN,    E    v.\N,  Socroewinangoon 

l)jonil)ang 

2 

,         , 

Hypajihorus        subuin- 

brans  en  Pithecolobiiu 
Saman. 

434 

VoNCK,  E.,  Malang 

2 

,         , 

rilhccolobiuni  Sani.in  lmi 

Caesalpi 

nia  dasyrachis. 

1937 

VooRNEMAN,  0.  E.,  Randoe  Agoeng 

1 

Planten  van  Ficus  elaslica. 

831 

Vos  DE  Wael,  e.,  Sentoel,  Djember 

13 

Zaden  van 

Elellaria  Cardamomum, 
Payena  Leerii,  llieo, 
Zea  Mays,  Myiislica 
fragrans,  Cola  acumi- 
nata.  Theobroma  Cacao - 
en  Myroxylou  peruü'e- 
runi. 

2336 

.      .         .        .         .              .        .... 

10 

• 

div.    nullige   gewassen 

216 


A;iii  wion  f,'(!zoiulon ; 


I  Soort  der 
I  bezending. 


Iiilioiidcnilc: 


1167  VnEE,  L.  m:.  Ue(l|<.-Ap;i:eiig,   Madiueii, 

163  VftENDENBEnC,   Movr.   A.    II.  J..    Snlo... 

782     Vries,  de.  l{olaiifr,   iJiiilcii/.nrf,' 

857,       .       P.  U    DE,  Uamla 


1021  VitiESMAN,  .1.,  Ivali-Kcinpik,  Banjoewangi. 

1587  ....               .             . 

1128     VniNs,  Mevr.  .1  .  Clierihon 

1745     Vrossink.  A.  J  ,  Tjihadak 


2190  .          .    .  .        

50    VuiRüEN,  VAN,   Bodja,  Seinarang. 

1306 

1601 

1798     .    .    .      .    

873     VijzELAAR,    B.,    Soeraber  Kareiig,   Probo- 
linpgo 

2281  Idem 

1368    Walter,    H.    A,   Kadjar  Kidoel,  Banjoe- 
wangi  

2039     Warneek,  J..   Sipoliolun,  Taroeloeng  . . . 


1880    Wattendorff,  A.,   Bandoe-Agoeng, 
1692     Weber,    VV.,  Gemampir   Rlalen  . . . 


1940 


1404    Weel,  G.  P.  M.  van.   Parakan-Salak,  Pa- 

I      roeng  Koeda 

64 !  Westenek,    Mevr.    H.,    Ploenibon,   Che- 
rihon 


Palm-  en  (^anna-zaden. 

Palm/.aden. 

Planten  van  Agave  rigida. 

Zaden  van  Ficus    clasiica,    Mandiol 

Glaziovii     en     Caslilloa 

elasUca. 

Caryopln  lius  aromalicu.s. 

diverse  planlen. 

Elaeis  guineensis. 

Albizzia    moluccana    en 

PithecDlobium  Saman. 

Cosraea  hybrida. 
Ficus  elaslica. 


Palinzaden. 


Zaden  van  Albizzia   moluccana. 
•         >     Albizzia  moluccana,  Pi- 
thecolobium    Saman,     Euchlaena 
luxurians,  Melinis  niinutitlora  en 
Castilloa  elaslica. 
Planlen  van  Ficus  elaslica. 

enWil- 
lughbeia  firma. 
Zaden  van  Ganarium  commune,  Cae- 
salpinia  dasyrachis,   Cas- 
tilloa elaslica  en  Pitheco- 
lobium  Saman. 

»    Albizzia  moluccana. 


Euchlaena    luxurians   en 


Canna's. 


217 


bc 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezending. 


Inhoudende: 


2205  j  WiELAND,  J.,  Baioc,  Malang 

138J  I  WiNc.kEi,,  E.  F..  Way  l{alai,iTelok-Belong. 


2117 


1302  WiTSEN  Elias,  W„  Kali-Glidik,  Malang. . 

1584  Witte,  A   de,  Salaliga 

1989         .         .     .         .         . 

494  WoLFF,  R.,  Meroeuiboen  Estale,  Serdang, 
1158  ...  .  . 

1935  WoRSTERY,  D'.,  Soerabaja 

920  Wren,  G.  G.,  Tjigombong 

253  Wijnen,  S.  F.,  Üjagoan,  Blitar 


431 

122  Zanten  Jüt,  Mevr.  S.  van,  Goedo,  Djonibang. 

572  Zegers  Kijser,  W.  A  .   Loeinadjang 

1143  Zevenboom,    Mevr.   J.,   Soember    Kareng' 

Probolinggo 

1090  Zeverijn,  H.,  Tjibogo 

1080  Zeijdel,  W.  A,  ïewali.    handjeiinasin..  . 

2931  Zür  Bücken,  J.  K,  Nglehoer,  bij  Blora. 


36    ZwEERiis,  Soember  Mas.  Malang. 


1377    Yzebman,  A.,  Tendjo-Djaja.  Tjibadak. 


I     ! 


l!  2 


Zaden  van  Sierheeslers    en   nuttige 
gewassen. 

•  •    Urosligma  plasticum.  Ma 

nihot  Glaziovii,  planten 
van  Castilloa  elastica  en 
en  Hevea  brasiliensis. 

•  Andropogou  muricatus, 
Mclinis  minutiflora,  Pa- 
yena  Leerii  en  planten 
van  Urostigma  elasiicum. 

•  -      •    Caesalpinia     dasyracbis. 
Palmzaden. 

Gazon-  en  veevoedergras  zaad. 
Planten  van  Castilloa  elastica. 

Zaden  van  thee  en  Java-kollie. 
Bloemzaden. 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis  en  Zea 
Mays. 

•  •     Zea  Mays. 

•  Spathodea  en  palmen. 
Planten  van  Ficus  elastica. 

Pinang-zaden. 

Palmen  en  zaden  van  Thea  assaniica. 
Bloemzaden. 

Zaden  van  vrucblhooinen,  klMn|)laM- 
ten,   Pithecolobinm   Sa- 
man  en  Albizzia  moluc- 
cana. 
.     Ficus    elastica.   Albizzia 
moluccana  en  planten  van  Hevea 
brasiliensis- 
Planten  van  Cinnamoinum  zeylani- 
cum,   zaden    van   Myristica   fra- 
ïl^grans,    gazongras    en     Castilloa 
elastica. 


21S 


-'    re 


Aan  wieii  ^iw.nuAo.w ; 


Soort  d<-r 
bezending. 


Inlioiidondo; 


BUITENLAND. 


17J4 

2024 

1173 
1309 

1447 

420 

466" 

1681 

738 
1759 

1787 

1931 
318 
168 

257 
732 


2300 

1354 

2017 

156 

1933 


Administrateur    dt-r     IManlape     |{alonf,Mi. 

Tanpa 

Arduin,  Casimir,  Tiirin,   llalië .'. . 


BuvsMAN,  M.,   Middelhurp 

Castle— Tdr>er,  W.  S.,   Baiipliok,  Siaiii. 


Chatel,     Léon,      Directeur      dn     Jjirdin 

Bolaniquc  de  la   Réunion 

Consel  der  Nederlanden,  Smyrna 

CoRNELis,    Brussel 

CouppÉ,     Monseigneur,      Vunapope,     i\eu 

Pomraeren 

CnEMORNE  NunsERY,  Ricliinoiid,  Victoria.. 
CuRTis,  Ch.,  Assitant-superititendenlol  the 

Botanie  Gardens,   Penanj,' 

ÜAMMANN    &    ü°,     San    Giovanni     a    Te- 

duccio., 

Idem 

Dammer,  IK  Udo,  Berlijn 

De  Salins,    Moncay,  Tonkin 

DiETHELM  &  C.,   Saigon 

Directeur  du  Jardin  botaniqiie,  a  Varsi.vie. 


Ettling,  C,  Apia,  Samoa  Island> 
Fox,  W.,  Singapore 


GÖBEL,  Prof.  K.,  München  . . 
Haage  und  ScHMiDT,   Effurt. 


1   Zaden  van  Ervllinixvlon  i'.ncn 


•  •     Indiscln'     f/roi'iilpn     en 

kruidtMi. 
•     Cola  acuminala.- 
'         •     Carica  i'apaya.  Eriodcn- 
dron    anlractuosum    on 
palmen. 

KoHie-zaden. 

•  »     Palmen  en  Clemalis. 
Diverse  cultuurplanten. 

Cacao  vriiclilen. 
Palmzaden. 

Diverse  palmzaden. 


Zaden  van  Slevensonia  pranditlora. 

•  nuttige  gewassen. 
>         •     Alhiz/.ia  sti|iiilala. 

•  Arachis   hypogaea. 

•  Spalliodea  carnpanulala 
Zanonia  macrocarpa  en 
Caesalpinia    dasyracliis. 

•         »     Melia  Azedaracli. 

•  Payena  Lcerii. 

Planten  van  Selaginella  Belangeri 
op  spiritus. 

Zaden  van  Livislona  altissima.  Livi 
slona  rolnndÜoiia  en 
Slevensonia  grandiflora. 


219 


Soort  der 

bo 

bezending. 

L.     «s 

Aan  wieii  gezonden: 

1 

umme 
aanvra 

1 

cS 

S 

ca 

Inhoudende: 

1    o 

"o 

i^ 

Ci3 

a 

482     Henckel,  W.,  Sanioa 

1934     Hoogleeraar  Directeur  van  's  Hijks  Acade- 
inietuin,   Leiden 


993    Kaühuann,  e.,  Grasse,  France. 


962     Kok,  G.  L.,    Amsterdam. 

1048     KoLBE,  Fraü 

1715 


632 
512 

1737 
922 

2220 

1446 

411 


P.,  Ralura,  Bismark  Archipel. . . . 

KooREMAN,  P.,  's  Gravenhajje 

Nawaschin  Prol.  S.,  Kaiserl.  Bol.  Garten 

Kiew 

Newton,  D'.,  Franqois,  St.  Vincent 

New     York     Bot.    Garden,    New    York 

City 

NicoLO  Grillo,  D^,  Genova 

Pask  Brothers,  G.  W.,  Paraguncliah  Plan- 

talion,  Norlh  Queensland 

Payna  Gallwey,  Singapore 


1969  i  Preyer,  Dr  Ax.,  Cairo. 


166    Proschowsky,  A.  R.,  Nice,  France 

1020     PnouDLOcK,  R.  L.,  Ootacaniund,  Madras.. 
1344    Prud'homme,  Em.,  Tamatave,  Madagascar.. 


1152 


1231 
193 

1932 


Pynaert  van  Geert,   Ed.,  Gand 

Raciborski,  Prof.  D'.,  Dublany,  Lemberg. 
Sander  &  {]".  F.,  St.  Alban.s 


Zaden  van  Java-tabak. 

Zaden  van  Stcvensonia  granditlora, 
j      Licuala  amplifnuis  en  Areca  Ma- 

dagascariensis. 
!  Rladeren   van    Mallotus  floribundus 
(±  50  KG.). 
2  Zaden  van  Coffea  liberica  en  thee. 
1  Pabn/aden. 

1  Cacao-planten  en  zaden  van  Piper 
Nigrum  en  Cacao. 
Zaden  van  Albizzia  moluccann. 

Spiritus  materiaal    van  Pi|iprac('ën. 
Zaden  van  Carludovica  palmala. 

Palmzaden  en  sporen  van  varens. 
Herbarium   van   ürlosiplion  stami- 
neus. 

1  Zaden  van  Caslilloa  elastica. 

2  Gazongras-zaad. 
Zaden  van  Ficus  elastica  en  diverse 

vrucbtboomen, 
Palmzaden. 
1  Zaden  van  Brucea  sumalrana. 

»     palmen,    Piper   nigrum, 

Castilloa  elaslica.  Oryza  glulinosa. 

Albizzia  nioluccana,  Cyrlostacbys 

rendah  en  Dammara  alba. 
Planten  van  Ficus  elaslica,  nuttige 

gewassen,   palmen  en  zaden  van 

Livistona  rotundifolia. 
Zaden  van  Brownea. 

•         .     Livistona  rolundifolia  on 
andere  palmsoorlen. 

>         •     Stevensonia         grandi- 

llora. 


220 


3  re 


513 

1017 
1539 


247 

2320 

1137 
944 


1413 
406 

929 
1134 


Aan  wieii  fjozoiidcri : 


Soort  dir 

üczendiDg. 

ï 

■a 

M 

Jrï 

Inhoudendfi: 

0) 

a 

a 

% 

o 

o 

ë 

J< 

a: 

ca 

S i.HiMPER,  Prof.  W.,  Basol 

Sghlbchter,  R.,  Singapore 

»  «  >  

ScHMiDT,  llü(iO,  Apia.  Samoa   Insein 

Secrétaire  d'Elal  de  Tlilat  Indépendaol 
du   Congo,  Bruxelles 

SxoLZ.  A.,  Ipyana.    DeuLscli    Osl-Afrika. . 

Superintendent  Gt.  Bol.  Gardens,  Saha- 
ranpur 

Idem 

ViLMORiN  Andrieux  &  Cic.,  Paris 

WiDERA,  R.,  Slrassburg 

WiGMAN.  J.  R.,  Directeur  Cultuurluin 
Paramaribo 


1 

1 

1 

8 

12 

2 

6 

1 

1 

2 

1 

1 

5 

1 

Herbarium  materiaal  vonr  bolanisch 

oiider/oek. 
Zaden  van  Payena  Leerii. 
Planton  van  Miisa  lexlilis,  Willupb- 

Leia  leniiillora  en  bloeiende  takjes 

van    Palaquiura  Treubii  en  Pala- 

quiuni  Gutta. 
Zaden  van  Pliliccolobium  Saman  en 

Durio. 

Zaden  van  divfMse   pa di -.soorten. 

•  vruclitboomen. 

•  Cocos  species,  Oreodoxa 
regia,  Ptychosperma  Alexandrae 
en  Seaporthia  eiegans. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Livistonarotundifloraen 

Ranau-labak. 
Bast  van  Zanlhoxylum  spcc. 

Zaden  van  Arenga  saccharifera,  Ciii- 
namoraum  zeylanicum  en  My- 
roxylon  peruiferura. 


Bijlage  IV. 

LIJST   VAN   BOEKWERKEN   DOOR   GESCHENK  OF  AANKOOP 
VERKREGEN  GEDURENDE  1901. 


A  r  e  s  c  h  o  u  g,    F.    W.     Ueber    die    physiologischen    Leistungen    und    die 

Entwiclvelimg    des    Grnndgewebes    des    Blattes.       (Kongl.    fysiografiska 

sallskapets  i  Lund  Handl.  Nij  Foljd.  Bd.  8).     Lund  1897,  4° B.  961. 

B  a  1'  b  o  s  a  R  o  d  r  i  g  u  e  s,  J.     Paluiae  Hassleiianae  novae  ou  relagao  das 

palmeiras  eucontradas  no  Paraguay  pelo    D'.    Emilio    Hassler    de 

1898—1899.     Rio  de  Jaueiro  1900 C.  1523. 

Contributions   du   Jardin   botanique   de   Rio   de   Janeiro.     Rio   de 

Janeiro  1901.     Vol.  I,  1—2.  4> C.  1527. 

As  Heveas  ou  Seringueiras.     Rio  de  Janeiro  1900,  8° H.  939. 

B  a  u  m  g  a  r  1  n  e  r,   G.     Das  Curfirstengebiet  in  seinen  pflanzen-geographi- 

schen    nnd    wirtschaftlichen    Verhilltnissen.       Inaug-Diss.       S*.    Gallen. 

1901 F.  119. 

Beccari,   O.     Nelle  foreste  di  Borneo.     Viaggi  e  rieherche  di  un  natura- 

lista.    Firenze,  1902,  8° E.  197. 

Bern  mei  en,    J.    F.    van.     Der  Schjidelbau   der  Monotreraen.     (Semon, 

Zool.  Forschungsreisen  in   Australien   und  deni   Malayiscben   Archipel). 

Jena,    1901,    4° ■ D.  680. 

Bolles   Lee,   A.   et   Hennegay,   L.   F.     Traite  des  methodes  techui- 

ques  de  l'anatomie  mieroscopique.     Paris,  1896,  8° B.  965. 

Bonnier,  Gr.  et  Leclerc  du   Sablon.     ( lours  de  botanique.    Paris, 

1901.     Tomé  I '.   A.  348. 

Boorsma,  S.   E.     Curangine,   het   glucoside   van   Guranga   amara  Juss. 

Akad-proef schrift.     Utrecht,  1899,  8° B.  95!). 

B  r  ü  h  1,  J.   W.     Roseoe-Schlorlemmer's  Lehrbucli  der  organischen  Chemie. 

Band,  VP"".     Bearbeitet  in  Gemeinschaft  mit    E  d  v  a  r  d    H  j  e  1 1    und 

O  s  s  i  a  n    A  s  e  h  a  n.     Bi-aunschweig,  1901 D.  686. 

dienst   van   Multatuli   als   Oost-Indisch   ambtenaar.      Jogjakarta,    1900, 

8° G.  205. 


I'»  l\y  11  II,    \\'.    A.      Ki-y    lo    tin-    t»ii<ls    ol     iIk-     I  I;i  \\  .liinii    ;4i'<ni|i.      IToiioliilii, 

1901. 
!■{  11  1  1  e  t  i  u    of  llic  scction  of  forriuri   iniiikfis,   I  ►rj.jiit  im-ni   i,\'  A  ;jii<iilt  uii-. 

Wasliiii-ilori,   1!)(M>,  X  "\  i:',,  14,   1.".  .-ii   1!» II.  "Jl-'l. 

Ol'      tlii'      (Miio      A;.;li<iill  iii;il       Ivxi.ciiiiMiM       Sl;ili<.ii.  I SD!) — 1900, 

N''^  110—121 II.  92:{. 

Ch  ara  hot,     K.      Les  jiarruuis  ail  ili<  iels.      I'aiis,    l'.tOO,  S h.  G.si'. 

,     l)iip(»iil,     .1.     <•  I      l'illtl,     L.      Lfs    liiliics   cMsciil  icilfs   cl    Umits 

priiicipaiix  tonsl  il  iiaiils.      i'aiis,  IS'.)!),  S" I ).  (Js."). 

f' o  o  k  e,    'I' 11.     'rilt'   i"'l(»ra   ol'   tiic   picsidciirv   oi'    llomliiiw        Loiidoii.    l'.iOl. 

1'art  I,  8" (J.  15:U. 

Dam,    W'.    \  a.  11.      l^clx^i-  die  Imiiw  irkiin^-  van   KaliiJiiilivi>olii-oiiiil    in  alka- 

lisclici-  L()sun<;  aul'  die  Ainiiic  dei'  aronial  is(dien  Oxysiniicii.     liiaii;j;-l>iss. 

Haag,  1899,  8° li.  9(i0. 

Domoor,     .1.,    Mas  sa  il,    .1.    ot     \' a  n  d  e  v  o  1  d  o,    E.     L\*vohition  lé- 

^rcssivc  on  biologie  et  en  sociologie.     Paris,  1897,  8^^ G.  204. 

D  e  s  t  r  6  e,    O.    E.     TTandleiding    tot    het    hcpalf^i    van    de    in    Nederland 

groeiende  hoogere  zwammen.    Nijmegen,  1901,  S° C.  1522. 

Ernst,    A.     Ueber  rsendo-nermaphi-odilismiis  niid  andere  Missbilduugen 

der  Oogonien   bei   Nitella   syncai'pa    (Tliaill)    Külzing   hik'    Beitriige   zur 

Kenntniss  der  Entwickelnng  des  Embr\()sa<kes  iind  des  Embryo  (Polv- 

embryonie)  bei  Tnlipa  Gesneriana,  L.     (Flora  Bd.  88,  1901 B.  954. 

Errera,  L.  Sommaire  dn  cours  de  b<)tani(]ne.  Brnxelles.  1898,  8°.  B.  96.*?. 
Jaarverslag    der  Gonvernements    Kina-onderneming   in   de  residentie 

Preanger-Regent schappen.     Batavia,  1!)01,  8"' G.  199. 

J  a  c  o  b  s  o  n,   J.   J.    L.   L.     PTandboek  voor  ]w\  sorteeren  en  afpakken  van 

thee.    Batavia,  1845 H.  930. 

J  a  d  1  n,  F.  Oontribution  ;\  l'étude  des  Simarnbacées.  Paris,  1901.  C.  1525. 
G  e  i  g  e  r,    P.     Beitrag  zur  Kenntniss  der  Ipoh-Pfeilgifte  mit  einem  An- 

hang:  pharmakognostische  Mitteilungen  über  einige  zur  Herstellung  von 

Ipoh   verwendete  Giftpflanzen.     Inaug-Diss,.    Basel,  1901,  8° B.  958. 

G  e  r  a  s  s  i  m  o  r  o,    J.    J.     Ueber  den  Einf  luss  des  Kerns  auf  das  Wachs- 

thum  der  Zelle.    Moscou,  1901 B.  947. 

Giesenhagen,    K.  "  Die  Farngattnng  Niphobolus.     Eine  Monographie. 

Jena,  1901 B.  948. 

G  o  e  b  e  1,    K.     Organographie  der  Pflanzen  insbesondere  der  Archegonia- 

ten   und   Sameupflanzen,   IF   Theil.     Specielle   Organographie,   2   Heft. 

Heridophyten  und  Samenpflanzen,  V'  Theil.    Jena,  1900,  8° A.  351. 


225 

G  o  e  1  d  i,   E.   A.     Albuui  de  Aves  Anuizonicas.    Zürieh,  1900,  4°..  .  D.  692. 

G  o  e  t  h  e,  K.  Bericht  der  Königl.  Leb;anstalt  für  Wein-,  Obst-  und  Gai - 
tenbaa  zu  (Jiesenheim  a.  Kh.  für  das  P^tatsjahi-  1900/01.  Wiesbadeu, 
1901,  8° H.  941. 

H  a  b  e  1'  1  a  u  d  t,  G.  Sinnesorgane  im  Pflanzeureicb  zur  Perception  me 
chanisciier  Keize.     Leipzig,  1901 B.  948. 

Haeckel,  E.  Aus  Insulinde.  Malayische  Keisebiiefe.  Bouu,  1901, 
8° E.  190. 

Die  Weltrathsel.     Gemeiu\erst;uidliche  Studiën  über  Monistische 

Philosophie.    Bonn,  1900,  8° G.  203. 

H  o  f  m  a  u  n,  (J.  Piaktisches  ilaudbiich  der  Papier-Fabrikatiou.  Zweite 
Ausgabe.    Berliu,  1891,  IL  Bd.,  4°. 

H  o  1 1  r  11  n  g,  M.  Handbiich  der  chemischeu  Mittel  gegeu  Pllanzeukrauk- 
heiten.     Berlin,  1898 D.  077. 

H  o  u  d  a  i  1 1  e,  F.     Meteorologie  agricole.    Paris,  1901 H.  935. 

Hoyer,    E.     Fabrikatiou  des  Papiers.     Braunschweig,  188G,  8°...  D.  688. 

Huber,  J.  Arboretum  amazonieum.  Iconographie  des  plautes  sponta- 
uées  et  cultivées  les  plus  importautes  de  la  régiou  amazonienne.  Zürieh, 
1901.    Decade  1,  2.  4° C.  1526. 

H  u  y  s  s  e,  A.  C.  Atlas  zum  Gebrauche  bei  der  mikrochemischeu  Analyse 
für  Chemiker,  1'harmaceuten,  u.  s.  w.  Anorganischer  Teil  in  27  chromo- 
lithogr.  Tafeln.     Leiden,  1900 A.  350. 

J  a n  V  i  1 1  e,  P.  de  Atlas  de  poche  des  plantes  utiles  des  pays  chauds  les 
plus  importantes  pour  Ie  commerce.  1'aris,  1902.  100  Plauches  colo- 
riées,  8^ A.  349. 

J  u  e  1,  H.  O.  Vergleichende  Untersuchungen  über  typische  und  parthe- 
nogenetische  Fortpflanzung  bei  der  Gattung  Antennaria  (Kongl.  Sv.  Ve- 
tenskap  Akad.  Handlinger.    Bd.  33),  1900.    Mit  6  Tafeln,  4° B.  952. 

Kam,  N.  M.  (Jatalog  von  Sternen  deren  Oerter  durch  selbstiindige  Meri- 
dian-Beobachtungen  bestimmt  worden  sind  aus  Band  (>7  bis  112  der  astro- 
nomischen  Nachrichten  redu(;irt  auf  1875,0.  Nach  dessen  Tod  herausge- 
goben  von  H.  G.  van  de  Sande  Bakhuijzen.    Amsterdam,  1901,  4*^..  .  D.  691. 

Kliyiont,  J.  M.  Die  synthetischen  und  isolirlen  ArouuUica.  Leipzig, 
1899,  8° !>•  684. 

K  o  h  n  s  t  a  m  m,  P  h.  Amylolytische,  glycosidspaltende,  proteolytisclie 
und  Cellulose  lösende  Fermente  in  holzbewohuenden  IMlzen.  Inaug-Diss. 
Cassel,  1901,  8° • B.  956. 

L  a  b  b  é,   IL     Essais  des  huiles  essentielles.     Paris,  1901,  8° D.  681. 


2*24 

Laudoll.  II.  I>iis  opÜHche  Dreliiiiij^Hvfrinö^t'ii  oi-fiuuisclicr  SiibHtanzon 
uiid  d<'WS('D  praktische  Ariweixlim^cii.  Zucitr  ^^iin/Jicli  iiiii}4»'arbeitete 
Aullat,^e.     liiaunschweig,  1898,  8' D.  WA. 

Lang,  W".  II.  <  Ml  Apogauiy  «ud  Hu-  d<'\<-lo|iiiiciii  ol  S|i<»i;iiij:i;i  upnn 
ferii  jn'ütlialli.  [I'liilos.  TraiiH.  ol'  ili»-  K<o-  ^*'*-  '•'  I-<'IhIoii.  \<»I.  I'.mi 
(i,s!)S)| • li.  !><;(;. 

Lc    jiirdiii   des  |il;iiil<'S  de   Tiiiis  (Miiscinii   d"!  I  isl(»ii»'   ii;il  iiicll*'!  cl    les  colo 

nies  fi'au(;ai8ei4.     Paris,  liiOl (J.  195. 

L  o  e  s  o  n  e  r,     Th.       Monografia     Afiiiirojiacciinuii     (Nova     Acta        Baud 

LXXVIII),  1901.     Mit  15  Tafelii C.  JölMJ. 

Mit  15  Tafeln . .  . ; C.  1500. 

M  a  (j  u  e  u  u  e,    \j.     Les   sucres   el    leurs    priii(i])aux    d^rivc^s.      Paris,    1900, 

8° H.  938. 

M  i  q  u  e  1,   F.   A.   VV.     Suinatra,  seine  Pilaiizeuwell  und  dezen  Erzeugnisse. 

Amsterdam,  1S02.     Mit  4  Tafeln,  8 C.  1530. 

M  o  I  i  s  c  h,    iJ.     Studiën  über  den  Milchsall  uud  Schleimsaft  der  Pflanzeu. 

-Jeua,  1901,  8° B.  937. 

M  u  r  b  e  e  k,    S  v,     Parthenogenetüsche  Erabryobildung  iu  der  Gattung  Al- 

chemilla.  (Kougl.  fysiografislca  tfalll<;apets  Handl.  Bd.  11),  1901,  4°.  B.  951. 
N  i  e  n  w  e  u  h  u  i  s,   A.   A\'.     Iu  Ceutraal  Borneo.     Keis  van  Pontianak  usaw 

Samarinda.    Leiden,  1900.    Il  Deelen,  8" E.  198. 

N  e  m  e  c,    B.     Die  Reizleitung  uud  <lie  reizleitenden   Strukturen   bei  den 

Pflanzeu.    Jena,  1901 B.  945. 

O  o  r  d  t,  J.   van.     De  privaatrecliterlijk(Moestand  van  den  Nederlandschen 

koopman  iu  de  lauden  van  den  Islam.     Akad.  proefschrift.     Leiden,  1899, 

8° , G.  201. 

P  a  11  a  d  i  n  e,    V.     Physiologie  des  plautes.     Paris,  1902 B.  968. 

Parry,    Ernest    J.     The  chemistrv  of  essential  oils  and  artificial  per- 

fumes.     London,  1899,  8° D.  683. 

Pasteur,    L.     Etudes  sur  la  maladie  des  vers  k  soie,  moyen  pratique  as- 

suré  de  la  combattre  et  d'en  prévenir  Ie  retour.    Paris,  1870.  II  Vol.  D.  679. 
Pitard,     J.       Recherches    sur    1'évolution    et    la    valeur    anatomique    et 

taxinomique    du    Per^cycle    des    Angiospermes.     (Mémoires    de    la.  Soc. 

des  Sciences  physiques  et  naturelles   de   Bordeaux,   6""'    serie,   tome  I). 

1901 B.  97L 

Prain,  D.     Botanical  notes  and  })apers.    Calcutta,  1901,  8° C.  1531. 

P  r  u  d'h  o  m  m  e,    E.     TAgriculture  sur  la  cote  est  de  Madagascar.     Paris, 

1901 H.  934. 


Rapport      sur     la     station     ap,ronoiniqiie     de     Taiiarive.        Hivernage 

1899— 1000 * H.  937. 

Reglementen,    Programma's  euz.  voor  de  Koningin  Wilhelminaschool 

te  Batavia.    Eerste  schooljaar  1901—1902.    Hatavia,  1901,  S' G.  200. 

R  e  i  n  e  k  e,    1'.     Indrukken    eener    reis    door    Lousiaua    en    Cuba    in    1901. 

Amsterdauj,  1001 ,  8° H.  940. 

Report,    annual,   on   ilie   liotanic   Station,   (irenada.    for    Ihe  year   1900. 

Saint  (leorge,  1001,  4° C.  1528. 

,     annual.  on  tlie  Botanie  Station  Antiqua  for  tlie  year  ended  Mareh 

81,  1001.    Barbados,  1001,  4° C.  1529. 

Rein  k  e.  J.  Einleitung  in  die  tlieoretisclie  Biologie.  Berlin,  1001.  B.  040. 
Reynolds   Green,   J.     An  introduction  to  vegetable  ])liysiol()gy.    Lon- 

don,  1000,  8° B.  942. 

• —      The     soluble     ferments     and     fermentation.       Cambridge,     1800, 

8° D.  690. 

S  a  r  a  s  i  n,    F.    u  n  d    F.      Entwurf    einer    geographisch-geologischen    Be- 

schreibung  der  Insel  Celebes.     Wiesbaden,  1901.     Mit  10  Tafeln  und  3 

Karten,  4^ F.  107. 

S  c  h  n  i  e  w  i  n  d-T  h  i  e  s,   J.     Die  Reduktion  der  Chromosomenzahl  und  die 

ihr  folgenden  Kernteilnngen  in  den  Embryosackmutterzellen  der  Angio- 

spermen.    Jena,  1001.    Mit  lithogr.  ïafeln,  8° B.  955. 

Schouten,  S.  L.  Reinkulturen  uit  één  onder  het  mikroskoop  geïso- 
leerde cel.     Akad.-proefschrift.     Utrecht,  1901,  8° B.  902. 

The    States  ma  n's    y  e  a  r-b  o  o  k    for   the   year   1900.      London,    1900, 

8° G.  202. 

S  t  r  a  s  b  u  r  g  e  r,    E.     Cytologische  Studiën  aus  dem  Bonner  Botanischen 

institut.     (Jahrb.  für  vvissenschaftliche  Botanik,  Bd.  XXX),  1897.     Mit 

18  lithogr.  Tafeln,  8° B.  953. 

The  Kyoto  Imperial  University  calendar  1900—1901.  Kyoto,  1901.  G.  194. 
T  i  e  g  h  e  m,    P  h.    v  a  n.     TOeuf  des  plantes  considéré  comme  base  de  leur 

classification.    Paris,  1901,  8° C.  1532. 

T  y  c  h  o    B  r  a  h  e.     De  Nova  Stella.     Denuo  edidit  Regia  Societas  scieu- 

tiarnm  Danica.     Ilauniae,  1901 G.  190. 

T'  e  X  k  ii  1 1-G  y  1 1  e  n  b  a  n  d,    M.    v  o  u.     IMiylogenie  der  Blütenfornieu  und 

der  Geschlechterverteihing  bei  den  Compositen.  Stuttgart,  1901.  B.  940. 
U  r  b  a  n,    I  g.      Monographia   Loasacearum    (Nova   Aeta,    Band   LXXVI). 

Halle,  1900. O.  1530. 

V^  au  bel,    W.     Die  j»hysikalis(hen  und  chemischen  Methoden  der  quanti- 

VeRSLAG   van   'sUNUS  PLANTENTUIN    l'JÜl.  '5 


226 

tativen  B(*stiininiiii{<  oi-f^aiiiscbcü-   N'crbindiinj^r'ii.     licrlin,    1!M»2.      II,  Bd., 

8° I).  GS7. 

V  e  r  s  1  a  f^    v;ni  (l<'ii  diciisl   \;iii  li«*l   IJoscliwczdi  in  .\(*(|<'ilan(is(li  I  iKliT'  (jv<*r 

het  jiiai'  1 !)()().     Batavia,  11)01,  H"" (}.  198. 

\' o  <;  1  «' I-,    J*.     Uobcr   die   VorI)i'('itnn<;siiiil  h-I    d<*i-   s<liw«'i/ciis<lifii    Alpen- 

pf'liiii/cn.      Inau};-l>iss<'rtatir)ii.     Miinclicii,    l'JOl B.  *Ji'.i. 

\' I- i  e  s,     II.    de     De  Flora   van   Ncdciland   (in   Al<j;eiiic('iie  KfatiHtiek  van 

Nederland),  1870,  8° C.  1524. 

Die    Mntationslhcoric.       X'crsucli*'    iind    I'.cohiiclil  nnj^en    ühcr    die 

Entstehun^j;    von    Arlen    ini     IMInnzciircicli.      Leipzij^,    1001,    P"''    Band, 
8" B.  0«!). 

A\' e  b  1)  e  r,  IJ.  .1.  Sj)ernialo<.^en('sis  and  fecuudatiou  of  Zaniia.  Washing- 
ton, 1901,  8° B.  904. 

W  e  1 1  s  t  e  i  n,  K.  v  o  n.  Grundziij^e  der  <;eograpliis(li-iii()ri)h()logischen 
Methode  der  Pflanzensystematik.     Jena,  1898,  8° C.  1538. 

Winter  1,  J.  eT.  Index  Horti  Botaniei  üniversitatis  Hungaricae,  1788, 
8° C.  1535. 

W  o  r  o  n  i  n,  M.  Ueber  Sclerotinia  cinerea  nnd  Sclerotinia  f  rnctigena. 
(Mémoires  de  l'Acad.  imp.  des  sciences  de  S^  Petersbourg,  Vol.  X  N".  5). 
1900 B.  967. 

Wulf  f,  T  h.  Botanische  Beobachtungen  aus  Spitzbergen.  Lund,  1902, 
8° B.  970. 

Zittel,  K.  A.  V  o  n.  Ziele  und  Aufgaben  der  Akaderaien  im  zwanzigsten 
Jahrhundert.    Rede  am  14  Nov.  1900.    München,  1900,  4° G.  197. 

TIJDSCHRIFTEN. 

Bulletin  of  the  New-York  Botanical  Garden  1890—1900.    Vol.  I,  8°. 
Contributions     of    the    New-York    Botanical    Garden.      New-York 

1899—1901,  N°^  1—12,  8°. 
Journal   d'agriculture  tropicale.    1901.    Vol.  I,  8°. 

of  the  New-York  Botanical  Garden.    New-York,  1900.    Vol.  I,  8°. 

Memoirs    of  the  New-York  Botanical  Garden.     New-York,  1900,  Vol.  I. 
Revue   générale   des   sciences   pures   et   appliquées.     Directeur   Louis 

O  1  i  V  1  e  r.     1890—1902.    Vol.  I— XII,  4°. 


Bijlage  V. 

ONDERZOEKINGEN 


BETREFFENDE 


OP  JAVA  GECULTIVEERDE  THEEËN 


DOOR 


D^  A.  W.  NANNINGA. 


ix:. 


Werd  vroeger  omtrent  deze  onderzoekingen  eens  per  jaar  een  verslag 
uitgebracht  zonder  verdere  publicaties,  sedert  eenigen  tijd  werd  van  dezen 
regel  afgeweken  en  werden  zoowel  de  meer  practische  onderzoekingeu 
omtrent  de  fabrikatie  en  de  resultaten  der  bemestingsproeven,  als  ook  de 
zuiver  wetenschappelijke  onderzoekingen  omtrent  de  samenstellende  be- 
standdeelen  van  het  theeblad  etc  in  afzonderlijke  verslagen  gepubliceerd, 
zij  het  in  den  vorm  van  „Korte  Berichten  uit  's  Lands  Plantentuin,  uitgaande 
van  den  Directeur  dier  Inrichting';  of  als  ,,Mededeeling  van  's  Lands  Plan- 
tentuin". 

Door  deze  verandering,  waarbij  telkens  de  resultaten  van  een  onderzoek, 
zoodra  dit  is  afgeloopen,  aan  belanghebbenden  worden  bekend  gemaakt, 
scheen  het  practisch,  om  ook  het  Jaarverslag  op  eenigszins  andere  wijze  in 
te  deelen,  t.  w.  in: 

A.  Een  beknopt  algemeen  verslag  omtrent  de  werkzaamheden  gedurende 
het  afgeloopen  jaar; 

B.  Speciale  verslagen,  bevattende  r(^sunu''''s  van  de  in  den  loop  van  het  jaar 
verschenen  publicaties. 


2'28 
A.     ALGEMEEN   VERSLAG. 

In  het  afgeloopon  jaar  werden  een  50-tjil  lliec-onderneiiiiiijicn  Ix'zoclil, 
waarvan  de  meeste  in  de  J'reanger  en  in  Hiiitenzoij^,  maar  ook  cmkeh?  in 
Krawan}^,  Bagelen  en  Semaranj^. 

Op  een  aantal  fabrieken  werden  1'  a  1»  r  i  k  a  t  i  e  p  i-  <>  e  v  e  n  j^t-iiMmen, 
waarvan  de  verkregen  thee-monsters  in  't  lalM)ral()rimii  alliier  aan  ei-n 
nader  chemisch  onderzoek  werden  onderworpen. 

Deze  fabrikatie-proeven  liepen  meestal  over  den  invloed  van  de  tempe- 
ratuur van  het  blad  bij  de  lermentatie  op  het  te  verkrijgen  product. 

De  resultaten  dezer  onderzoekingen  —  welke  voorafgegaan  waren  door 
een  vooronderzoek  in  't  laboratorium  —  werden  neergelegd  in  eene  verhan- 
deling in  „Teijsmannia"  onder  de  rubriek  „Korte  Berichten  uit  's  Lands 
Planteutuin,  uitgaande  van  den  Directeur  der  Inrichting"  en  onder  den  titel: 

„W  eiken  invloed  oefent  de  temperatuur  b  ij  de  f  e  r- 
mentatie  op  de  samenstelling  en  hoedanigheid  der 
thee? 

Een  résumé  omtrent*  deze  resultaten  vindt  men  in  het  tweede  gedeelte 
van  dit  verslag  (zie  pag.  '2'Mj). 

Met  genoemde  verhandeling  zijn  evenwel  de  onderzoekingen  op  dit  zeer 
beljxngrijk  gebied  der  fabrikatie  nog  in  geenen  deele  als  afgeloopeu  te  be- 
schouwen. Zij  werden  zoowel  in  't  laboratorium  ais  in  de  fabrieken  voort- 
gezet; men  vindt  omtrent  de  richting  van  dit  voortgezet  onderzoek  eenige 
korte  beschouwingen  vastgeknoopt  aan  bedoeld  résumé. 

Omtrent  een  paar  andere  onderwerpen  van  practischen  aard  werden 
onderzoekingen  begonnen  en  reeds  eenige  fabrikatie-proeven  gedaan,  t.  w.: 

a.  Invloed  van  de  mate  van  ver  flenzing  op  de 
samenstelling  en  hoedanigheid  van  het  te  ver  kr  ij  gen 
product. 

Uit  een  aantal  onderzoekingen  omtrent  het  watergehalte  van  het  ver- 
flensde  blad  op  verschuilende  fabrieken  bleek,  dat  er  daarin  zeer  groote 
verschillen  voorkomen.  Terwijl  het  blad  op  de  eene  fabriek  gewoonlijk 
40  i\  50%  water  verliest  bij  't  verf  lenzen,  bedraagt  dit  verlies  op  andere 
fabrieken  niet  meer  dan  25%,  soms  nog  minder. 


(')    Zie  o.  a.  onze  verhandeling  over  hel  verllenzen  in  Teysmannia  12»  Jaargang  2*  en 
3'  allevering. 


229 

AVelke  methode  —  sterk  of  zwak  verflenzen  —  onder  gegeven  omstan- 
digheden de  beste  is,  schijnt  nog  volstrekt  niet  uitgemaakt,  wellicht  zal  een 
nader  onderzoek  daaromtrent  eenige  meerdere  gegevens  verschaffen. 

h.  Invloed  van  den  ouderdom  der  pluk  (1",  2"  oude 
pluk)  op  de  f  e  r  m  e  n  t  a  t  i  e  en  o\)  de  chemische  samen- 
stelling   van    het    te    bereiden    product. 

Omtrent  dit  onderwerp  werden  reeds  vroeger  eenige  onderzoekingen 
verricht  (^),  doch  scheen  een  meer  uitgebreid  onderzoek,  gesteund  door  sedert 
dien  tijd  verkregen  resultaten  en  volgens  nieuwe  methoden  van  onderzoek, 
gewenscht. 

c.     Uitwerken  van  methoden  van    f  a  b  r  i  k  a  t  i  e-c  o  n  t  r  ó  1  e. 

Behalve  de  theemonsters,  verkregen  bij  de  fabrikatieproeven,  werden 
van  sommige  fabrieken  nog  monsters  fabrieksthee  meegenomen  ter  onder- 
zoek in  het  laboratorium,  speciaal  met  het  doel  de  door  ons  voorloopig  aan- 
genomen methode  van  onderzoek  aan  een  groot  aantal  theemonsters,  van 
uiteenloopenden  herkomst  en  op  zeer  verschillende  wijze  gefabriceerd,  te 
toetsen. 

Bij  dit  onderzoek  zal  tevens  worden  nagegaan  in  hoeverre  het  met  de 
bereikbare  middelen  mogelijk  is,  om  door  practisch  onderzoek  oj)  de  fabriek, 
gepaard  aan  eenvoudig  onderzoek  op  't  laboratorium,  eene  meer  uitgebreide 
en  zekerder  controle  op  de  fabrikatie  te  verkrijgen. 

Is  deze  fabrikatie-controle  in  de  thee-fabrieken  tot  dusverre  nog  vrij 
primitief  (geheel  empirisch),  door  een  uitgebreid  onderzoek  in  deze  richting 
hopen  wij  t.  z.  t.  te  kunnen  aantoonen,  dat  nauwkeuriger  controle,  eveneens 
met  eenvoudige  middelen,  mogelijk  zal  zijn.  al  zal  bij  de  theecultuur  wel- 
licht de  fabrikatie-controle  vooreerst  niet  die  plaats  innemen  in  de  fabrikatie, 
welke  zij  zich  bijv.  in  de  suiker-industrie  heeft  veroverd. 

Zullen  de  vast  te  stellen  methoden  van  onderzoek  voor  de  fabrikatie- 
controle  algemeen  toej)asselijk  zijn  en  genoegzaam  betrouwbare  resultaten 
geven,  dan  moeten  deze  methoden  op  een  zeer  uitgebreid  onderzoekings- 
materiaal worden  toegepast,  w^aarbij  de  verkregen  uitkomsten  vergeleken 
dienen  te  worden  met  de  uiteenloopende  wijze,  waarop  de  monsters  zijn 
ontstaan,  en  met  de  beoordeeling  die  zij  op  de  wereldmarkt  vonden. 


(•)    Zie  2«  Theeverslag  pag.  17.  (Zie  Jaarverslag  1894). 


230 

Voor  dit  onderzoek  veizoclileii  wij  d;iiiroiii  eeiii^e  adininist  latems  van 
( li(;e-onderueiuinj;('n  om  ons  <fei-ej;('ld  monsters  te  willen  zenden  \an  de  ver- 
kochte j»ar'tijen  nx't  zoo  moj;<'lijk  bedoelde  j^ej^evens  ei-  Itij.  \\  ij  moeht«'U 
reeds  een  vrij  };root  aautal  monsteis  ontvaugen,  waarvoor  wij  den  inzenders 
zeer  dankbaar  zijn. 

De  resnltaten  dei'  sni»  a,  h  en  e  Ix-doelde  on<ierz(»ekiii;4<'n  zullen  t.  z.  I. 
in  een  of  meer  afzonderlijke  Mededeel in^^cn  worden  ^('jxibiiceerd. 

Gedurende  liet  afgeloopen  jaar  kwamen  nog  een  aantal  k  u  n  s  t  m  e  s  t- 
«ni  g  r  o  n  d  m  o  n  s  t  e  r  s  in,  ^e  laatste  of  in  onz(?  tegenvvoordiglieid  of  oji 
onze  aanwijzingen  gestoken. 

Onze  oi)merking  in  het  voiige  verslag  omtrent  het  wensehelijke  van 
controle  door  chemisch  onderzoek  van  elke  ontvangen  partij  kunstmest 
—  bovenal  van  de  zoo  sterk  uiteenloopende  Inlandsche  guano-soorten  — 
wenschen  wij  hier  met  eenigen  nadruk  te  herhalen.  Gaarne  zullen  deze 
monsters  steeds  door  ons  —  voor  zoover  zij  voor  den  thee-aanplant  bestemd 
zijn  —  worden  onderzocht,  welk  onderzoek,  zooals  bekend,  geheel  kosteloos 
geschiedt. 

Ook  kwamen  in  den  loop  van  1901  een  aantal  schriftelijke  vragen  in 
omtrent  de  cultuur  en  bereiding  van  thee,  waaromtrent  meer  of  minder  uit- 
voerige adviezen  werden  uitgebracht. 

Door  een  bekend  theefabrikaut  werden  ons  een  20-tal  vragen  gesteld, 
alle  betrekking  hebbende  op  de  fabrikatie;  deze  vragen  schenen  ons  van 
genoegzaam  algemeen  belang  om  ze  met  de  daarop  gegeven  antwoorden  in 
dit  Jaarverslag  te  reproduceeren,  behoudens  enkele  van  minder  belang  of 
die  niet 'konden  worden  beantwoord  (zie  aan  het  einde  van  dit  verslag). 

Wetenschappelijke    onderzoekingen. 

Uit  het  voorgaande  bleek  genoegzaam,  dat  het  afgelooi)en  jaar  voor  een 
belangrijk  deel  werd  besteed  (behalve  aan  reizen  en  onderzoekingen,  welke 
betrekking  hadden  op  het  op  te  richten  Proefstation)  aan  het  bezoek  van 
ondernemingen  en  daarmee  samengaande  practische  onderzoekingen  omtrent 
de  fabrikatie. 

De  tijd  die  overbleef  —  voor  zooverre  hij  niet  in  beslag  werd  genomen 
door  het  samenstellen  van  schriftelijke  adviezen,  het  verrichten  der  daar- 


231 

voor  noodige  onderzoekingen  —  werd  gebruikt  voor  het  doen  van  weten- 
schappelijke onderzoekingen. 

Zoowel  bij  de  practische  als  bij  de  wetenschappelijke  onderzoekingen 
omtrent  de  samenstellende  bestanddeelen  van  het  theeblad  en  de  verande- 
ringen, die  zij  bij  de  fabrikatie  ondergaan,  wordt  dikwijls  het  gemis  gevoeld, 
dat  men  tot  dusverre  geenerlei  practisch  uitvoerbare  methode  bezit  om  den 
geur   der  thee  —  zij  het  bij  benadering  —  quantitatief  te  bepalen. 

Mocht  het  gelukken  dergelijke  methode  te  vinden,  dan  zou  er  allicht 
uitzicht  bestaan,  om  nadere  gegevens  te  verkrijgen,  bijv.  omtrent  de  meer 
of  minder  gunstige  voorwaarden,  welke  verschillende  methoden  der  fabri- 
katie op  den  geur  der  thee  uitoefenen,  en  onder  welke  omstandigheden  de 
geur  (aetherische  olie)  het  volledigst  wordt  ontwikkeld. 

Deze  onderzoekingen  werden  begonnen  met  eene  studie  der  o  1  f  a  e  t  o- 
m  e  t  r  i  e,  d.  i.  de  leer  van  het  onderzoek  naar  het  vermogen  der  stoffen 
om  de  reukzenuwen  te  prikkelen. 

Op  dit  voor  de  fabrikatie  belangrijke  onderwerp  hopen  wij  later  terug 
te  komen. 

Het  onderzoek  naar  de  samenstellende  bestanddeelen  van  het  theeblad 
en  de  veranderingen,  welke  deze  stoffen  bij  de  fabrikatie  ondergaan  —  waar- 
omtrent einde  1900  onze  eerste  Mededeeling  verscheen  —  werd  voortgezet 
en  zullen  wij  waarschijnlijk  in  de  gelegenheid  zijn  nog  in  den  loop  van  1902 
eene  tweede  „Mededeeling"  daarover  het  licht  te  doen  zien. 

Bij  dit  onderzoek  w^erd  vooreerst  speciaal  de  aandacht  geschonken  aan 
de  stoffen,  die  bij  de  fermentatie  eene  actieve  rol  spelen. 

Voorloopig  zij  daaruit  alleen  aangeduid,  dat  het  ons  gelukken  mocht 
het  ferment  uit  het  theeblad,  d.  i.  de  stof  die  de.  fermentatie  van  het 
blad  bewerkt,  te  isoleereu  en  eenige  eigenschappen  daarvan  vast  te  stellen. 
Nadere  mededeeliugen  omtrent  deze  interessante  —  en  zooals  begrijpelijk 
voor  de  fabrikatie  belangrijke  —  verbinding  wenschen  wij  ons  voor  te  be- 
houden, om  ze  in  bedoelde  Mededeeling  te  publiceeren. 

Aan  het  eind  van  dit  algemeen  verslag  zij  het  ons  vergund  om  den 
H.  H,  administrateurs  van  thee-ondernemingen,  wier  gastvrijheid  wij  in 
het  afgeloopen  jaar  mochten  genieten  en  speciaal  ook  den  H.  H.,  die  ons 
bij  de  fabrikatie-proeven  met  raad  en  daad  bijstonden,  onzen  besten  dank 
te  betuigen. 


232 
IJ.     SPECIALE    NEKSLAGEN. 

I.     O  II  <1  (!  ]■  z  (»  e  k    o  III  1  r  e  11  1     (i  •■  n    invloed    van    «Ie    I  <•  iii  jm-  r  a 

t  11  II  r    I»  ij    (I  e    I'  i'  V  lil  e  II  I  a  I  i  ••    o  |t    d  <•    s  a  iii  <•  n  s  t  e  I  I  i  ii  ;^    e  n 

h  o  e  d  a  n  i  {j,  h  e  i  d    der    t  li  e  u. 

Dil  oii(l('i-z(H'i<  oiiixat,  ('\ciials  \  r<  )('!:,<  •  re  oiidcrzofkiii^cn  ointiriii  di-  lalui 
kaüo: 

(I.    N'ooi-proevcii  in  'I  laboraloiMnin,  eerst  (]iialitati(*r  daarna  <|naiililalicf ; 
h.    I'rocven  iïi  do  faln-iokeu;  de  hierbij  verkregen  tliecnionslers  werden  later 
hier  iii  't  laboratorium  aan  eeu  chemisch  onderzoek  onderworpen. 

a.     V  o  o  r  i>  r  o  e  v  e  n. 

Yiui  overwe<,'end  belanp,-  voor  deze  en  dergelijke  onderzoekini^^-n  was 
ongetwijfeld  de  vervanging  daarbij  van  het  versche  blad  —  dat  vroeger 
steeds  daarvoor  diende  —  door  het  poeder  van  versch  boven  kalk  gedroogd 
blad,  hetwelk  eenvoudig  met  eene  zekere  hoeveelheid  water  is  te  vermengen 
om  de  fermentatie  te  doen  beginnen. 

Zelfs  kan  niet  worden  ontkend,  dat  vele  onderzoekingen  omtrent  de 
fermentatie  zeer  bezwaarlijk,  zoo  niet  onmogelijk,  met  voldoende  nauwkeu- 
righeid g(momen  zouden  kunnen  worden.,  wanneer  daarbij  niet  het  blad- 
poeder werd  gebruikt. 

Omtrent  de  voordeden  dezer  methode  van  onderzoek  schreven  wij  o.  a. : 
„Bij  de  kleine  hoeveelheden  blad,  die  voor  dergelijke  proeven  noodzakelijk 
moeten  worden  gebruikt,  is  het  zeer  moeielijk,  uit  een  partijtje  versch  blad 
een  aantal  monsters  van  dezelfde  hoedanigheid  te  verkrijgen,  zoowel  door 
het  individueel  verschil  der  blaren  onderling,  als  door  veranderingen  tijdens 
het  wegen  etc.  Bij  gebruik  maken  van  het  bladpoeder  vervallen  deze  moei- 
lijkheden geheel,  daar  door  afweging  van  gelijke  hoeveelheden  van  't  zelfde 
poeder  volkomen  gelijke  monsters  verkregen  worden,  die  geenerlei  verande- 
ring ondergaan,  vóór  dat  wij  door  vermengen  met  w^ater  de  ferment-atie  doen 
beginnen".  V 

„Vervolgens  wordt  ook  het  steeds  gebrekkige  rollen  met  de  hand  ver- 
meden en  vervangen  door  vermengen  van  het  poeder  met  water  in  eeu  mor- 
tier. Niet  alleen  hebben  wij  nu  geheel  in  de  hand  hoeveel  water  het  poeder 
bij  de  fermentatie  zal  bevatten,  maar,  terwijl  het  rollen  met  de  hand  min- 
stens een  kwartier  duurt,  gedurende  welken  tijd  de  fermentatie  natuurlijk 


235 

slechts  onvolle(li<ï  is,  jfeschicdt  hel  venuciiji'eii  van  het  poeder  met  de  af  ge- 
nieten hoeveelheid  wal  er  biuuen  ééne  ininniit,  waaroj)  de  chemische  omzet- 
tingen door  het  geheele  jioeder  juist  ter  zelfder  tijd,  dus  volkomen  regelmatig 
beginnen". 

Vooreerst  werden  een  aantal  onderzo(4vingen  gedaan  omtrent  de  vraag 
of  verwarming  van  het  blad  (poeder)  vóór  de  fermentatie  (dus  gedurende 
het  verflenzen)  nadeelig  kan  zijn. 

Van  het  fijne  bladpoeder,  gezeefd  door  zeer  fijne  zeef  (B  30)  werd  een 
aantal  malen  eene  zelfde  hoeveelheid  (10  (1.)  afgewM)gen. 

Elk  der  verkregen  monsters  werd  een  zekeren  tijd  blootgesteld  aan  een 
hoogere  temperatuur,  nl.  van  40  tot  100°  C.  De  verwarming  duurde  voor 
de  temperaturen  van  10  tot  70°  10  minuten,  voor  de  hoogere  temperaturen 
slechts  5  minuten.  De  temperatuur-intervallen  waren  bij  deze  proef  10°  C. 
Monster  W  1  werd  dus  10  min.  lang  gehouden  in  een  atmosfeer  van  40°  C; 
n-  2  10  min.  op  50°  C.  etc. 

Na  de  verwarming  werd  elk  monster  zoo  spoedig  mogelijk  afgekoeld  en 
daarna  in  een  niertier  gemengd  met  zooveel  water,  dat  8  deelen  van  het 
vochtige  poeder  steeds  2  deelen  water  bevatten;  het  waterverlies  gedurende 
de  verwarming  werd  hierbij  in  rekening  gebracht. 

Elk  monster  werd  nu  gedurende  juist  4  uren  gefermenteerd,  steeds  zoo 
nauwkeurig  mogelijk  onder  dezelfde  omstandigheden. 

Het  resultaat,  te  oordeelen  naar  de  kleur  en  den  geur  van  het  blad 
gedurende  en  na  de  fermentatie,  was.  dat  de  verwarming  op  70°  en  hooger 
reeds  beslist  nadeeligen  invloed  op  het  ferment atie-vermogen  van  het  blad 
hadden  uitgeoefend;  de  fermentatie  had  slechts  zeer  langzaam  en  onvolledig 
of  in  't  geheel  niet  meei-  plaats.  Ook  de  monsters  die  op  60  en  50°  verwarmd 
waren  geweest,  toonden  reeds  merkbaar  langzamere  fermentatie,  en  onvol- 
ledige ontwikkeling  van  den  geur. 

Deze  proef  werd  herhaald  met  bladpoeder  van  dezelfde  hoeveelheid,  voor 
tem])eraturen  van  35  tot  60°  C.  met  intervallen  van  5°  C. 

De  duur  der  verwarming  was  hier  verlengd  tot  1  uur,  terwijl  ter  verge- 
lijking ^'^n  monster  5  minuten  lang  werd  verwarmd  op  100°  O. 

Het  resultaat  van  deze  2"  proef  was,  dat  zelfs  verwaiiuing  van  het 
poeder  op  45  en  40°  C.  reeds  merkbaar  nadeelig<Mi  invl(»ed  uitoefent  op  het 
fermentatie- vermogen  van  het  blad. 

„De   oorzaak    dezer  nadeelige  werking  van  de  warmte"  —  schreven 


234 

wij  iii  <4('ii(>('IihI('  NcrliinMlclin;^  —  „is  Ie  Zdckcii  in  jicdccllcli Jkc,  laii^^zaiiic 
oiil  Icdiiij;-  (oiiworkzaam  wonicii)  \;m  d»-  slof,  di»-  de  («'riiicntatic  Ix-wcikt, 
ld.  li('(  fei'iiieut.  Deze  stol"  is  hlijkbjuii-  inlci-Ht  j^evodi}:;  nooi-  de  inwei-kinj^ 
van  hoofdere  temperaturen,  licl^ccn  Noor  de  ]»nictijk  van  de  thee-iubrikatic* 
van  };root  belaii}^  i.s  te  welen.  TeniixMahircn  loch  van  40  h  45°  ('.  van  hd 
verflensende  theeblad  kan  men  licrliaaldtli ji;  waai-ncnicn  bij  vcrficM/.cn  in 
(\i'  zon  of  in  eene  eenigszins  voor^n'waniidc  ,,l*ara,u,()n  *,  dii-  ool<  bi<r  in  daai- 
voor  't  verflenzcn  wordt  gebruikt,  wanncci-  hel  blad  niet  (»|)  tijd  lajoe  in". 

Uit  dit  resultaat  omtrent  de  werking  van  de  warmte  op  het  droge  blad- 
poeder kou  reeds  met  eenige  waarschijnlijkheid  worden  afgeleid,  dat  ook 
t  ij  d  e  n  s  de  fermentatie  hoogere  temperaturen  uadeelig  zouden  zijn  op  het 
te  verkrijgen  product. 

Ook  dit  onderzoek  werd  ingeleid  met  een  aantal  (lualitatieve  proeven, 
waarbij  telkens  10  G.  bladpoeder  werden  gemengd  met  20  G.  water  en 
daarna  in  een  gesloten  ruimte  (droogstoof)  op  de  gewensehte  temperatuur 
ter  fermentatie  werd  neergezet. 

Elk  monster  bevond  zieh  gedurende  de  fermentatie  evenals  vroeger  in 
een  glazen  schaal  (krystalliseerschaal),  toegedekt  met  glazen  plaat  steeds 
ter  zelfder  dikte  uitgespreid;  elk  dezer  schalen  kwam  dus  in  een  afzonder- 
lijke droogstoof  te  staan. 

Het  resultaat  hierbij  verkregen  formuleerden  wij  als  volgt: 

„Uit  deze  3  qualitatieve  proeven  blijkt,  dat  de  fermentatie  van  het 
poeder  bij  temperaturen  beueden  20°  C.  zeer  langzaam  gaat  of  in  't  geheel 
niet  plaats  vindt,  te  oordeelen  naar  de  verandering  der  groene  kleur  in  bruin 
en  naar  de  ontwikkeling  van  den  theegeur''.  (De  laagste  temperatuur, 
waarbij  gefermenteerd  werd  was  8°  C). 

„Bij  temperaturen  tusschen  20  en  30°  C.  had  de  fermentatie  het  gewone 
verloop,  en  wel  des  te  sneller  hoe  liooger  de  temperatuur.  Temperaturen 
boven  30  '  C.  schenen  beslist  ongunstig  te  werken  o])  de  fermentatie,  speciaal 
op  den  geur,  die  bij  deze  betrekkelijk  hooge  temperaturen  minder  zuiver 
wordt". 

Daarop  volgden  een  aantal  quantitatieve  onderzoekingen  met  het  blad- 
l)oedei',  waarbij  alle  monsters  na  afloo])  der  fermentatie  zoo  nauwkeurig 
mogelijk  op  dezelfde  wijze,  bij  dezelfde  temperatuur,  werden  gedroogd.  Xa 
droging  werd  elk  monster  weer  fijngewreven  en  gezeefd  door  de  fijne  zeef, 
waarop  het  theepoeder  w^erd  onderworpen  aan  eene  gefractionneerde  extrac- 
tie met  verschillende  oplosmiddelen  zooals  vroeger  beschreven. 


'255 

Als  algeiDccii  resultaat  dezei-  vooronderzoekiiioeii  sclii-even  wij: 

„1''.  Hoe  laj;er  de  temperatuur  bij  de  fermentatie  (van  het  bladpoeder) 
des  te  langzauun-  gaau  in  't  algemeen  de  daarbij  plaats  vindende  cbemisclu' 
omzettingen. 

Beneden  de  15"  schijnt  (in  het  poeder)  weinig  of  geen  fermentatie  plaats 
te  hebben,  en  van  15  tot  20°  gaat  de  fermentatie  zeer  langzaam,  waarschijn- 
veel  te  langzaam  voor  de  practijk,  aangezien  bij  zeer  lang  fermenteeren  de 
geur  steeds  te  weuschen  overlaat". 

„2**.  Temperaturen  boven  de  30°  C.  —  die  in  de  praktijk  veel  voorko- 
men —  schijnen  voor  de  fermentatie  niet  gunstig,  aangezien  hierbij  de  thee 
een  minder  aaugenameu  geur  verkrijgt,  terwijl  een  gedeelte  der  fermentatie- 
producten  in  onoplosbaren  toestand  overgaat;  hoe  hooger  de  temperatuur 
des  te  minder  aangenaam  de  geur,  des  te  grooter  het  onoplosbaar  gedeelte 
en  des  te  kleiner  het  waterextract".  ' 

h.     Onderzoek    van    T  h  e  e  m  o  n  s  t  e  r  s    bereid    in    de 

Fabrieken.  .     ' 

Vervolgens  werden  op  eenige  op  verschillende  hoogte  gelegen  onderne- 
mingen een  aantal  fabrikatie-proeven  genomen. 

Voor  elke  afzonderlijke  proef  werden  uit  eene  rolling,  na  behoorlijke 
vermenging,  verschillende  hoeveelheden  blad  genomen,  die,  zoo  goed  de 
omstandigheden  dit  veroorloofden,  op  verschillende  temperaturen  werden 
gefermenteerd. 

Op  een  paar  fabrieken  geschiedde  dit  eenvoudig  door  het  blad  in  meer 
of  minder  dikke  laag  op  een  tampir  of  fermenteerbak  uit  te  spreiden  en  op 
de  een  of  andere  wijze  toe  te  dekken  om  uitdroging  door  tocht  te  voorkomen ; 
hoe  dikker  het  blad  is  uitgespreid  des  te  hooger  wordt  de  temperatuur  bij 
de  fermentatie.  Zoo  bestond  bijv.  proef  1  uit  o  monsters  gerold  blad,  ge- 
trokken uit  dezelfde  rolling  na  fijnmaken  der  bij  't  rollen  gevormde  ballen 
en  vermenging  met  de  hand. 
a.    in  laagje  van  2  k  3  cM.  dikte  op  een  tampir;  temperatuur  bij  't  begin  der 

fermentatie  24°  C,  en  gedurende  de  geheele  fermentatie  bijna  constant; 
&.    uitgespreid  in  dikke  laag  van  8  h  9  cM.  op  een  tampir;  temperatuur  bij 

't  begin  24°,  na  1  uur  26°  en  na  31/2  uur  27°  C; 
c.    in  dikke  laag  (8  il  9  cM.)  op  fermenteerbak,  welke  laatste  zich  bevond 

tusschen  andere  gevulde  fermenteerbakken,  waardoor  eene  betrekkelijk 

hooge  temperatuur  ontstond,  nl.  na  1  uur  20°,  na  3^/4  uur  30°  C. 


236 

I>('  ferriM'nlalic  werd  hij  nllc  :'.  iiioiislcis  lei  //'lldfi-  lijtl  ma  .■'.'-  uur  fci-- 
iiMMilecrcii)  ••«'Hhiil  doiM-  (li<»^cii  in  (•«■n  zoo^^cn.  ,,l  )(»\vii(lrafl"'-lli<?«.'(lro}^<'i'.  1>(' 
tt'iiipcral  HUI-  \aii  den  dio^icr  was  solj^ciis  de  i  liciiiKtiiicttT  1!)((  a  LMIO''-'  F. 
(=  88  k  93°  C). 

Op  eeue  andere  —  Ijuijjj  {^(def^cii  —  (Midcniciniii^^  had  <!<■  adiniiiisi  latciir 
speciaal  voor  de  |)r()('\('ii  (mmi  ijsUasI  laten  maken,  „beslaande  uit  een  vier 
kante  houten  kast  Iioo;^  circa  L'  M.,  laced  en  di<'p  circa  ['■_.  M.,  inei  eene 
zijdeliiij^sche  openiiij;  hoven  en  IxMieden  vooi'  de  hn  hlcirculal  ie". 

„In  deze  kast  ])asten  een  H-lal  horizonlah-  sclniiriaden  hoscn  elkaai-, 
en  wel  zoo,  dal  na  insclinivin;^  dezer  laden  de  kast  ^eshden  was  hihoiidens 
de  openingen  boven  en  beneden.  N'ei'dei-  was  de  iniichtiiij;;  zoo.  <lat  (h-  Iik  ht 
kon  cireuleeren  van  boven  naar  beneden  en  daarbij  gedwongen  was  achter- 
eenvolgens over  elk  der  laden  lieen  te  strijken.  Op  de  bovenste  lade  werd 
in  een  blikken  bak  eene  hoeveelheid  ijs  gelegd;  de  Imht  werd  hier  dns  afge- 
koeld, hetgeen  een  zwakken  benedenwaartschen  hichlstrooni  ten  gevolge 
had.  Op  de  overige  laden  werd  het  gerolde;  theeblad  ter  fermentatie  in  een 
laagje  van  circa  2  cM.  dikte  uitgespreid  o])  fijn  gaas. 

Flet  is  duidelijk,  dat  bij  deze  inrichting  in  de  kast  een  vrij  lage  tempe- 
ratuur zou  ontstaan,  iets  hooger  wordende  van  boven  naar  beneden. 

Hoewel  zeer  lage  temperaturen  op  deze  wijze  niet  konden  worden  be- 
reikt, bleek  toch  deze  inri(  hting  voor  het  doel  geschikt  en  leverde  zij  ons 
eenige  meerdere  en  vrij    b  e  t  r  o  u  w  b  a  r  e    gegevens. 

In  het  blad  van  elke  lade  werd  een  thermometer  gelegd,  waarop  elk 
half  uur  de  temperatuur  wx^rd  waargenomen  en  genoteerd. 

Tegelijk  uu^t  de  monsters  in  de  ijskast  werden  daarbuiten  eenige  mon- 
sters voor  dezelfde  proef,  —  natuurlijk  alle  van  dezelfde  rolling  —  op  ver- 
schillende wijze  gefermenteerd". 

Het  resultaat  van  deze  methode  om  lagere  temperaturen  te  verkrijgen, 
was,  dat,  terwijl  de  temperatuur  in  de  fabriek  circa  29i/2°  C.  bedroeg,  in  de 
kast  vrij  wel  constante  temperaturen  werden  verkregen  van  23  k  20°  C. 
en  lager,  voldoende  laag  Voor  deze  proeven,  aangezien  nog  lagere  tempera- 
turen in  de  practijk  weinig  of  niet  voorkomen,  en  voor  de  fermentatie  onge- 
schikt schijnen  te  zijn. 

In  de  monsters  fermenteerend  blad  buiten  de  ijskast,  die  volgens  de 
gebruikelijke  methode  in  vrij  dikke  laag  werden  uitgespreid  (8  cM.  dik)  be- 
reikte de  temperatuur  gedurende  de  fermentatie  eene  hoogte  van  35  è  36°  C. 


237 

Het  drogen  der  monsters  (na  f ermentatie)  geschiedde  op  deze  fabriek 
steeds  boven  vuren,  aangezien  een  theedroger  niet  ter  beschikking  was. 

Het  onderzoek  aller  aldus  in  de  fabrieken  verkregen  theemonsters  was 

tweeërlei,  nl.: 

V.  practisch  onderzoek  op  de  fabriek  zelve,  zooals  dit  gewoonlijk  eiken  dag 
door  den  administrateur  zelf  geschiedt  (voor  de  bereidde  fabrieksthee  en 
gesorteerde  theeën).  Bij  deze  practische  beoordeeliugeu  mochten  wij 
steeds  de  zeer  gewaardeerde  hulp  der  H.H.  administrateurs  ondervinden; 
er  werden  hierbij  notities  gemaakt  omtrent  schenk,  s  m  a  a  k,  ge  u  r 
en   afgetrokken    blad    der  verkregen  theemousters; 

2*".  chemisch  onderzoek  der  monsters  op  het  laboratorium,  waarbij  steeds  in 
hoofdzaak  de  methode  der  gefractionneerde  extractie  met  verschillende 
oplosmiddelen  werd  toegejjast. 

Omtrent  de  bij  een  6-tal  fabrikatie-proevëu  aldus  verkregen  resultaten 
schreven  wij  in  genoemde  verhandeling: 

„In  overeenstemming  met  de  resultaten  van  een  aantal  laboratorium- 
proeven (zie  pag.  504  vorige  Mededeeliugj  bleek  uit  de  hier  beschreven  O 
f  abrikatieproeven : 
V\  dat  de  fermentatie  des  te  langzamer  gaat  naarmate   de  temperatuur 

lager  is; 
2*^".  dat  fermentatie  boven  de  30°  —  zooals  in  de  practijk  herhaaldelijk  voor- 
komt bij  fermentatie  in  dikke  laag  —  nadeelig  is  voor  het  extractgehalte 
en  vooral  voor  den  geur  der  thee,  die  hierdoor  onzuiver  wordt; 
S*".  dat  te  lange  fermentatie,  dus  bij  te  lage  temperatuur  l)ijv.  beneden  de 
20°  C.  nadeelig  werkt  op  den  geur  der  thee,  die  hierbij  langzamerhand 
minder  sterk  wordt. 

Deze  voorloopige  resultaten  hebbeu  onzes  inziens  eenig  direct  practisch 
belang  vooral  daarom,  aangezien  de  voor  de  fermentatie  beslist  ongunstige 
hoogere  temperaturen  (boven  30°  C.)  op  elke  fabriek  zonder  bezwaar  ver- 
meden kunnen  worden. 

Bij  doelmatige  inrichting  der  fabriek  schijnt  zelfs  de  temperatuur  ge- 
makkelijk steeds  beneden  de  2.5  ïl  20°  C.  gehouden  te  kunnen  worden,  zonder 
dat  daarvoor  eenige  kostbare  inrichting  noodig  zou  zijn,  en  het  zijn  deze 
temperaturen  die  —  naar  het  ons  voorkomt  —  voor  de  fermentatie  het 
gunstigste  zijn. 


238 

Ten  hIoIIc  /ij  hier  no^  riH't  fcniK<'n  ii:nlriik  j^cwczcn  op  Int  wiiischclijke 
om  l.ij  (!<•  rcniH'iil;ili»'  sIcimIs  •■.■Il  I  Im- r  iii  <»  iii  <•  I  <•  r  l»ij  «Ie  Ii:uh1  t«'  hebben, 
om  (l:i;ii<looi  i  i-n  ;^i-oo|  :i;iiil;il  ;,'c^c\  «-iis  Ie  \  fr/;iiin'lcn  <iiiil  ii-ni  di-  li-mixMii- 
liiiir,  wjiiirliij  riirii  m,.\s  oonli  jk  Irnin-iih-iii  'ii  •!'■  ^uiisli^c  ol'  oii;^iinHtif^f 
(»iiiHl;iii<li^lutl<ii  (lil- «|,i;ii  (i|i  iiiriuriiccrreii.  X'ooiccrsl  K:iii  iikh  iImii  lr;nlil<'ii 
(lic  <)ii;^mi,st  i«,rc  iii\  loidcu  /,(»()\.cl  iiio;,'clijlc  Ir  Vfriiiijdcii  en  \<'rd<-i'.  iudifii  de 
^(•Illiddeldr  l<'iii|tei  :i  I  ii  in  m.;,'  {,■  lino;^  l)lijn,  op  doelliiill  iger  iurifljlijlj;  ziuiien 
v;iii  tie  ji»'\  ((Ij^dr  wijze  vaii   IriiiiiMihil  ie. 

Welke  |eiii|iei;il  uur  dan  de  heieiklmai-  ^iiiisli^ste  is,  moeien  een  «iioot 
aaiilal  w  aai  iiemin^ien      dorli  nooil  /.onderden  I  liermoineter  -—  leeren. 

Speriaal  \oor  vele  minder  lioo;^  <^e|e;^en  onderneiiiiii;jen.  die  dikwijls 
mei  lioo^'cre  lemperal  lireil  hebben  Ie  kiHllpeM,  Sihijlieil  deze  \\  aai'Iieiililij^en 
van  belan;^,  maar  o<d<  op  sominij^e  li<)(>;,M'r  ^«de^^eii  ()iiderneinin<>;en  —  die 
immers  iia;;('noe;^f  alle  werken  op  kwaliteit  —  schijnen  der;,M'lijke  een- 
voud ii^e  [troeven  aanbcvelcnsw  aardijx". 

De  onderz<)ekin};en  omtrent  dit  onderwerp  zijn  niet  deze  eerste  bijdrage 
volstrekt  niet  als  afj^eloopen  te  beschouwen,  integendeel  werd  aan  de  voort- 
zetting daarvan  reeds  begonnen. 

Omtrent  de  ri(litin.ü-  die  wij  hebben  gemeend  voorloopig  aan  dit  onder- 
zoek te  moeten  geven  in  't  kort  het  volgende: 

Volgens  vroegere  onderzoekingen  bestaat  de  fermentatie  uit  chemische 
werking  van  verschillende  bestanddeelen  van  het  blad  op  elkaar;  waar!>ij 
zuurstof  uil  de  lucht  wordt  (»])geuomen  en  eenig  koolzuur  wordt  afge- 
scheiden. 

Bij  alle  dergelijke  chemische  reacties  wordt  warmte  vrij,  m.  a.  w.  wor- 
den de  stoffen  die  op  elkaar  werken,  en  dus  ook  de  onmiddellijke  omgeving 
(hiarvan,  warm,  wanneer  niet  bijzondere  voorzorgsmaatregelen  worden  ge- 
troffen, om  deze  warmte  na  het  ontstaan  direct  af  te  leiden. 

Zoo  ook  bij  bet  fermenteerende  theeblad;  fermenteeren  wij  in  dikke  laag. 
waardoor  spoedige  afleiding  der  warmte  wordt  voorkomen,  dan  wordt  door 
de  chemische  werking  het  blad  zeer  merkbaar  warm;  bij  fermentatie  in  een 
dun  laagje  daarentegen  ontstaat  wel  is  waar  bij  dezelfde  chemische  werking 
evenveel  warmte,  maar  zij  wordt  zoo  spoedig  afgeleid,  dat  het  blad  weinig 
of  niet  melkbaar  warm  wordt. 

Is  de  fermentatie,  m.  a.  w.  de  chemische  werking,  afgeloopen,  dan  houdt 


239 

de  warmte  ontwikkeling  op  en  de  temperatuur  van  het  blad  zal  moeten 
dalen  door  uitstraling  zoolang  het  blad  warmer  is  dan  hare  omgeving. 

Nemen  wij  nu  aan,  dat  het  ophouden  der  chemische  werking  plotseling 
door  de  geheele  massa  van  het  fermenteerende  blad  plaats  vindt,  dan  zou 
men  in  het  plotseling  dalen  der  temperatuur  een  prachtig  en  zeker  middel 
hebben  om  het  eind  der  fermentatie  waar  te  nemen,  hetgeen  —  zooals  licht 
te  begrijpen  is  —  voor  de  fabrikatie  van  zeer  veel  belang  zou  zijn. 

Tot  dusverre  toch  ontbreekt  ons  een  onder  alle  omstandigheden  betrouw- 
baar criterium  voor  het  juiste  tijdstip  om  de  fermentatie  te  stuiten. 

Terwijl  op  de  eene  onderneming  hierbij  wordt  afgegaan  op  de  k  1  e  u  r  s- 
verandering  van  de  fermenteerende  thee,  beoordeelt  een  ander  het  aan  den 
geur,  en  een  derde  zelfs  fermenteert  „op  t  ij  d",  nl.  steeds  evenlang,  uit- 
gezonderd misschien  de  1*"  pluk,  die  dan  bijv.  een  uur  korter  w^ordt  gefer- 
menteerd. 

Het  is  duidelijk  dat  een  gemakkelijk  en  betrouwbaar  criterium,  dat 
voor  alle  voorkomende  omstandigheden,  zoowel  bij  dag  als  bij  avond  of 
nacht,  zoowel  bij  warm  als  bij  koud,  en  bij  droog  als  bij  vochtig  weer,  zoowel 
voor  eerste  als  voor  oudere  pluk  etc.  steeds  betrouwbare  resultaten  vermag 
te  geven  —  onafhankelijk  van  den  toestand  van  het  reukorgaan  van  den 
opzichter  —  boven  alle  tot  dusverre  in  zwang  zijnde  methoden  verre  de 
voorkeur  zou  verdienen. 

Of  dit  criterium  in  de  temperatuur  te  vinden  is,  zal  door  het 
onderzoek  moeten  worden  uitgemaakt. 

Reeds  werden  sedert  eenigen  tijd  op  eene  fabriek  een  aantal  waarne- 
mingen op  dit  gebied  gedaan,  op  initiatief  van  den  administrateur,  wien  wij 
een  voor  deze  onderzoekingen  onmisbaar  instrument,  nl.  een  thermometer 
verdeeld  in  1/5  graden  Celcius  ter  hand  stelden.  Volgens  mededeeling  van 
dezen  administrateur  waren  de  resultaten  dezer  nieuwe  methode  zeer 
gunstig,  en  hopen  wij  binnen  kort  op  deze  kwestie  elders  terug  te  komen. 

Laboratorium-proeven  werden  ook  reeds  genomen  om  de  kromme  lijn 
vast  te  stellen,  aangevende  den  gang  der  temperatuur  tijdens  de  fermentatie, 
waaruit  reeds  kan  worden  meegedeeld,  dat  (volgens  proeven  in  't  klein)  op 
het  tijdstip,  waarop  de  hoogste  temperatuur  is  bereikt  de  fermentatie  nog 
niet  geheel  als  afgeloopen  is  te  beschouwen,  dat  integendeel,  zoodra  dit 
hoogste  punt  bereikt  is  de  fermentatie  langzamerhand  in  intensiteit  afneemt. 
Hieruit  zou  dus  volgen,  dat  de  fermentatie  eerst  zou  zijn  af  te  breken 
eenigen  tijd  nadat  de  hoogste  teuii)eratuur  bereikt  werd. 

Niet  onmogelijk  schijnt  het  ons,  dat  bij  fermentatie  op  temperatuur  zal 


240 

I. lijken,  (liil  lii<ri  (l<-  f<iiiiriil;il  i<-  «Hi  :iii<I<T<-  wijze  <l:ili  lol  »|iis\  .11  .•  /:il  liiuen-il 
doen  ;,'esrliie»|en,  l>ij\.  onder  \  nitrl  d  iirend<-  l»ewc}4;in^'  v:in  li«-l  ld;id  wellidii 
in  een  l;iii^'/.;i;ini  di;i;iiendf  I  roniiii«-l.  Ili.il»ij  /ou  iii.ii  l«-\<-ns  zonder  l»c 
/U';i;ir  door  ei-ii  l;in;^/,;iiiieii  I  ik  hl  si  room  miei  \s  :i  lfril;iiii|i  \i-\/.M\\'^t\  om  uil 
dro^in^  Ie  \(iolkonieii)  sleeds  \eis<  lie  lm  hl  kniinen  doorvMeren.  Alleen  r»|i 
dr/c  wij/e  /.on  men  Zikeriieid  lieliheli,  d;il  de  |<-m  |»ei:i  I  il  II  f  door  de  ;,'eheele 
m:iss;i  reiinelileereml  lihid  lieni  exen  lioo;^  is.  Iiel;^.-.-]!  Itij  de  I  ••;^en  W  ooidi^' 
;4C\()l^de  wijy.e  in  Icikken  oi  o|i  di-n  i^iond  imoil  hel  ;:r\;il  is.  \(»or;il  liiel, 
w.iniieei  iiioii  de  li;ikkeii  /oiidi'r  vohlofiide  I  iisseheiiriiiliile  o|i  elk;i;ir  |d;i;tlHl, 
waarbij  hei  iilad  /.ieh  \<.oral  o|t  de  iiiid<leiisie  hakken  soms  aanzienlijk  kan 
\erwariiieii.  lerwijl  de  ondeisle  en  lio\riisle  linkken  en  ook  <le  randen  weini;;; 
(d'  iiiei  warm  worden.  \aii  lermeiilalie  hij  de/ell'de  leiiiperai  iiiii-  kan  dii.s 
o|i  de/,e    wijze  ^iceii   sprake   zijn. 

Welke    \crhelerinjifn    hierin    zijn    aan    Ie   hreii-^cn    zal    door   de    vcrdei-e 
oiidci  zorkiiiLicn   wcllielil    kiiiineii   worden   uil  «icinaakl . 

Jl.      K  e  H  n  1  (  a  I  e  n    v  a  n    F.  e  m  est  1  n  g  s  p  r  o  o  v  e  n. 


Ter  ver<;-eniakkelijkiii<i  van  hel  ovf'iziclii  der  resnllah-n  voreenigden  wij 
(Ic  veikregen  eiudcijlers  iu  een  tabel  aautoonende  in: 

kolom  (I.  de  ondernemingen  waar  de  cijfers  werdiMi  verkregen; 
h.  hel  nummer  van  hel  proefveld; 
.„        e.  de  grootte  van  het  stuk; 
„        (/.  bemesting  per  Ixniw    in   1899; 
„        e.  „  „         „        „  1900; 

,,        ƒ.  ]»rodn('tie-<oename  uitgedrukt  iu   lu'rcenten  iu   ISOO — 1900; 
„         <J.  „  „  .  .^  .  ■>    19()0-19()1. 


Naam  van 

N". 

Grootte 
in  bouws. 

Bemesting  per  bouw. 

Productie 

-Toename. 

(Ie  Oiiilernoming. 

in   1899. 

in    1900. 

1899. 

ino(). 

A. 

1     bouw. 

2'/ 

,  pik.  mengsel  1. 

— 

497o 

— 

Tiiogree 

C. 
E. 

2 
1 

5 

.      II. 

3  pikol  (lierl.  alval. 

27  . 

— 

33°/, 

ü. 

IV.    • 

— 

3     >     Bal.   guano. 

— 

32  . 

A. 

5 

4 

ffuano. 

4      •     guano. 

18  . 

29  . 

Parakan   Salak .... 

B. 
0. 

5 
5 

6 

— 

6      •     boengkil. 

3  . 

18  . 
12  . 

E. 

5 

8 

>            > 

8      •     guano. 

_ 

15  . 

241 


Naam  van 

N". 

Grootte 

Ueniesling  per  bouw. 

Productie-Toename. 

(Ie  ünderneming. 

in  bouws. 

in    1899. 

in    1900. 

1899. 

1900. 

B    '  V,  bouw 

3  pikol  bloedmeel. 

2Vi  pikol  bloedmeel. 

21  7o 

197o 

Sindaiig  Sari 

i).      'A     . 

! 

3      •     zwavelz^ 
ammoniak. 

3        •     boengkil. 

9  . 

2  . 

10      .     kalk. 

5  M'  slalmesl  +  1 

4  > 

13  . 

pikol  Z.  A. 

A. 

17.     ■ 

5      .    tlieemest. 

— 

32  . 

— 

Hoenga  Meioer. . .  . 

C. 

1'/.     • 

3      .    Z.  A. 

34  . 

— 

E. 

1'A    ■ 

groene  bemesting. 

4  . 

5  . 

G. 

1'/,    • 

— 

20  pikol  kalk. 

— 

15  . 

A. 

1'/,    • 

273  pikol  Z.  A. 

27,  pikol  Z.  A. 

15  » 

26  . 

Ariana 

B. 

IV.     • 

(bewerking). 

6         •     boengkil. 

12  . 

10  . 

C.    IV.     • 

4  pikol  Z.  A. 

10        •       vleerm. 

20  . 

31  . 

guano. 

I'aiiüetnbangaii 

A. 

10     . 

3      .     bloedm.  + 
1  pikol  Z.  A. 

4  pikol  bloedmeel. 

20  . 

28  . 

j 

B'. 

200  RR. 

2  pikol    iheemest. 

4      •     theemest. 

1  . 

7  . 

Goenoeng  Malang. . 

B\ 

1  ■  bouw 

4      . 

— 

11  . 

— 

A\ 

1       . 

— 

4      •     theemest. 

— 

-18 

i  A. 

6 

2      •     Ibeemest. 

— 

— 

5  . 

•Gedeh" 

C. 

6 

3      . 

— 

— 

15  . 

E. 

4 

4      •     boengkil. 

4      ■     boengkil. 

— 

21  . 

Tjiseureuh 

A'. 

5 

4      ■     guano. 

6      •     theemest. 

6  . 

17  . 

Tjikoedjanf.' 

c^ 

37. 

4     .     bloedmeel. 

4      >     bloedmeel. 

18  . 

25  . 

Tjisarapora 

,;:: 

,17. 

j2 

3      .     Z.  A. 

5      »     Iheeguano. 

4      .     Z.  A. 

28  . 
18  . 

17  . 

Tjiomas 

B. 

S 

5   IVr  stalmest  + 
'        1  pikol  Z.  A. 

30  . 

Op  de  onderneming  Tjiogreg  werd  elk  stuk  slechts  eens  gemest,  terwijl 
slechts  gedurende  1  jaar  lang  de  producties  apart  werden  gehouden;  de 
nawerking  der  bemesting  werd  dus  niet  nagegaan. 

Mengsel  I  bestond  uit  gelijke  deeleu  Kalium-sulfaat  en  beeuderenmeel, 
is  dus  te  beschouwen  als  een  kali-phosphorzuur-mest,  met  een  weinig 
stikstof. 

Mengsel  II  bestond  uit  gelijke  deelen  bloedmeel  en  dierlijke  afval,  en 
is  dus  te  beschouwen  als  een  zuiver  organische  stikstofmest. 

De  Balestos-guano  bevatte  U%  stikstof,  de  dierlijke  afval  circa  12%. 


Verslag  van  'slands  flantentuin  l'Jül. 


16 


"Ik'l 

NiettegeiiHtauiule  de  zeer  iii(ccnl()0|M'ii(lf  s:iiiiciisi<lliii;,f  der  incHtHtoffen 
vvar(MJ  (J(;  i(!.sijU;i(.tn    ;i  I  I  «•    liijzoiidci-  ^'iiiisli^. 

De  op  J'arukaii  Sjilak  v('rkrc;,M'ii  rcsiillaicii  iiid  \  Icciinuizcii^iiaiio  zijn 
ook  z(.'ei'  ^UDHÜg  Ie  nocincn,  \ooral  waiincci'  wij  in  jiannKTJ^inj^  nciin-ii,  <lat 
deze  j^uano  zeer  goedlvoop  was  en  slcciils  circa  't'/n  sliksltjl  en  zt-er  weinig 
pboHphoiziiiii',  beueveiib  een  s])ooi-  kali  IjcvaUe. 

UiL  eene  vergelijking  van  de  piodnclie-loenanien  van  IfilJl)  «mi  r.MJO  zien 
wij  l>elaugiijk  lioogeie  waarden  voor  lieL  '1"  jaar  dan  voor  'L  eersLe,  Lelgueu 
wijst  op  eeue  aanzienlijke  nawerking  der  guano. 

Ook  het  resultaat  verkregen  niet  boengkil  (i'/o  stikstolj  is  bevredigend, 
vooral  wanneer  wij  bierbij  in  aanmeiking  nemen,  dat  boengkil  steeds  vrij 
langen  tijd  in  den  grond  moet  liggen,  voor  dat  zij  genoeg  verweerd  is  om 
Laar  gunstigen  invloed  op  den  aanplant  te  doen  zien. 

De  onderneming  tSindaug  Sari  met  vrij  zwareu  kleigrond,  gaf  voor  bloed- 
meel vrij  goede  resultaten,  iioewel  geen  verbooging  der  productie-toename 
na  de  2'  bemesting.  Zwavelzure  ammoniak  werkte  minder  gunstig,  terwijl 
boengkil  geen  productie-toename  gaf,  betgeen  ecbter  door  de  langzame  wer- 
king van  deze  kunstmest  later  nog  ten  goede  kan  keeren. 

Op  Boenga  Meioer  bet  eerste  jaar  zeer  gunstige  resultaten,  zoowel  met 
guano  als  met  zwavelzure  ammoniak,  doch  naar  't  scbijnt  geen  verdere 
nawerking,  terwijl  in  bet  2"  jaar  niet  bemest  werd. 

Kalk  gaf  eene  vrij  gunstige  werking;  voor  eene  definitieve  uitspraak 
bieromtrent  dient  men  ecbter  eerst  af  te  wacbten  of  de  kalk  ook  soms  een 
ongunstigen  invloed  op  den  bodem  beeft,  betgeen  liet  2*^  jaar  beter  voor  den 
dag  zal  komen. 

Artana  gaf  vrij  gunstige  cijfers,  zoowel  voor  zwavelzure  ammoniak  als 
voor  tbeeguano  en  vleermuizenguano. 

Omtrent  de  boengkil-bemesting  verwijzen  wij  naar  bet  bij  Parakan 
Salak  gezegde. 

Panoembangan  met  slecbts  een  tweetal  zeer  gi-oote  proefvelden  (elk 
groot  circa  10  bouws),  waarvan  't  eene  bemest,  't  andere  onbemest,  gaf  voor 
bloedmeel  alleszins  gunstige  resultaten,  wijzende  op  eene  niet  onbelangrijke 
nawerking  dezer  meststof. 

Goenoeng  Malang  gaf  voor  tbeeguano  (4%  stikstof,  4%  pbospborzuur 


245 

en  l()f(  zwavelziiio  l<ali)  vrij  onbcvi-edigende  resultaten,  doch  zij  hierbij 
opgemerkt,  dat  de  aanjdant  nog  zeer  jong  was  (in  1899  naar  wij  meeneu  nog 
slechts  214  jaar). 

Bloedmeel  gaf  zelfs  belangrijk  negatief  resultaat,  hetgeen  wij  van  der- 
gelijke geheel  organische  kunstmest  niet  verwacht  hadden;  welke  de  oorzaak 
daarvan  mag  zijn,  is  ons  onbekend. 

De  onderneming  ,,de  Gedeh"  gaf  voor  theemest  schijnbaar  minder  gun- 
stige resultaten,  doch  schijnt  dit  te  wijten  èu  aan  ziekte  in  het  proefveld 
èn  aan  de  omstandigheid,  dat  de  bemeste  stukken  veel  slechter  waren  dan 
de  onbemeste,  zonder  dat  de  opbrengstverhouding  van  bemest  tot  onbemest 
vóór  de  bemesting  werd  bepaald;  wij  hebben  daarom  gemeend  de  verkregi'ii 
cijfers  hier  niet  in  te  moeten  vullen. 

De  werking  van  boengkil  was  hier  (op  een  ander  proefveld  destijds  niet 
door  ziekte  aangetast)  vrij  gunstig. 

De  resultaten  op  Tjiseureuh  en  Tjikoedjang  waren  vrij  gin  is  lig,  met 
belangrijk  hoogere  productietoename  in  het  tweede  dun  in  "t  ccrsie  jaui-  der 
bemesting,  hetgeen  een  vrij  aanzieulijicc  nawerking  i^indiriMt  1  der  meststoffen 
(guano  en  bloedmeel)  aantoont. 

Op  Tjisampora  werd  met  zwavelzure  ammoniak  gunstig  resullaat  ver- 
kregen, hoewel  't  eerste  jaar  beter  dan  het  tweede. 

Theeguano  gaf  ook  een  tevredenstellende  oogsttoename,  doch  werd  dit 
proefveld  het  tweede  jaar  verlaten. 

Op  Tjiomas  werd  met  een  mengsel  van  5  M".  stalmest  -{-  1  pikol  zwavi-l- 
zure  ammoniak  uitstekend  resultaat  verkregen.  Op  deze  onderneming 
werden  geen  verdere  pluk-opnamen  gedaan,  zoodat  de  nawerking  dezer  mest 
niet  kon  worden  nagegaan. 

Op  de  onderneming  Ardja  Sarie  werden  reeds  in  1898  (vóór  de  inrich 
tiug  der  bemestingsproeven  op  groote  schaal)  een  aantal  proeven  op  touw 
gezet,  waarvan  de  perceelen  alle  groot  '/4  bouw  zijn. 

Eene  vrij  uitvoerige  tabel  omtrent  de  resultaten  vindt  M\en  in  het  hier 
besproken  verslag  (pag.  415).  Aangezien  deze  proeven  in  1901  niet  werden 
voortgezet  en  niet  onder  de  rtibriek  ., bemestingsproeven  op  groote  schaal'' 
thuis  belmoren,  weid  die  (abel  hier  niet  weer  overgenomen.     Alleen  rele 


244 

v'ceicii   wij  (luiiioiiil  iciil   (l;il    s(;iliiics(,  z\s  iiv<*l/ui<'  aiiiiiioiiiak,   bl(j<'(liiM'el  cij 
voor  (M'ii  deel  ook  hociii^kil  zwr  goede  roHiiKaleii  liehben  gegeven. 

Eeu  enkel  ]>roelvel(l  op  de/.e  onderiieniiiig,   waarvan  de  jdiik ojMiainen 
da1(!eren  van  1000,  zij  iiiei-  nader  hesju-oken,  nl.  een  veld  in  is'.JT  ln-planl  met 
dadjipBlekken  ()]t  inil  ialii  r  \an  diMi  adiiiiiiisi  raleiir  (ii-ii   lli-n     A.    li.    K  e  i- k 
Il  o  V  e  n.      Wc  schreven   liiei  omi  renl    in  ons  iaatsie   M-rslag: 

„lieL  slnk  niel  «ladaitstekken  beidaiil  loont  volgens  de  eindeijfers  geen 
l)iodiictio-tüenunie  legen  hel.  (daaiiiaasi  gelegen  eji  evengrocdej  onbiMnente 
Htnk.  Evenwel  worden  in  den  allerlaalslen  lijd  mei  dezen  sliksloiveizame 
laar  zulke  Irappante  cijfers  verkregen,  dal  naar  aanleiding  da;ir\an  (*j» 
inilialiel  van  den  lieer  K  e  r  k  li  o  \  e  n  een  aanlal  ]ii-oe\en  oj»  luiiw  zijn 
gezet  met  tusscbeuplauleu  \au  dadap  en  andere  «likslol'verzanM.'lende  ge 
wasscm". 

Wij  kuuneu  nu  hieraan  Loevoegen,  dat  volgeiiü  mededceliug  deze  gun 
stige  resultaten  ook  verder  hebben  stand  gehouden  en  dat  kort  geleden  door 
de  lieer  Kerkhoven  omtrent  de  —  naar  het  ons  vo<jrkomt  V(;or  de 
theecultuur  hoogst  belangrijke  —  resultaten  dezer  proefvelden  een  verslag 
is  uitgebracht,  hetwelk  in  't  eerstvolgende  nummer  van  Teijsmannia 
(13''  Jaarg.  1''  Afl.)  zal  verschijnen.  De  lezing  van  dit  verslag  kunnen  wij 
aan  alle  belanghebbende  ten  zeerste  aanbevelen. 

Van  groot  belang  zal  het  zeker  zijn,  dat  met  deze  en  dergelijke  stikstof- 
verzamelaars ook  op  andere  ondernemingen  —  vooral  de  oudere  —  proeven 
worden  genomen. 

iS'iet  alleen  blijkt  het  succes  dezer  hier  op  Java  nieuwe  soort  bemesting 
schitterend  door  de  oogsttoename;  de  kosten  van  dergelijke  „bemesting''  zijn 
daarenboven  uiterst  gering,  en  tot  een  minimum  terug  te  voeren,  zooals  elk 
practicus  gemakkelijk  kan  berekenen. 

In  het  volgend  Jaarverslag  omtrent  de  bemestingsproeven  hopen  wij 
dan  ook  eenige  ondernemingen  te  kunnen  vernndden,  waar  met  dergelijke 
proeven  is  begonnen. 

Aan  't  eind  van  het  hier  kort  besproken  verslag  omtrent  de  bemestings- 
proeven schreven  wij  o.  a.  de  volgende  opmerkingen: 

„Uit  dit  2®  verslag  omtrent  de  proefvelden  blijkt,  dat  evenals  't  vorige 
jaar  de  bemesting  met  stikstofhoudende  kunstmestsoorten  behou- 
dens enkele  weinige  uitzonderingen  de  productie  aanmerkelijk  heeft  doen 
opvoeren.     Verder  blijkt  uit  eene  vergelijking  der  resultaten  gedurende  dit 


245 

jaar  verkregen  met  die  van  't  vorioe  jaar,  dat,  behoudens  eenige  uitzonde- 
ringen, de  resultaten  na  de  2*^  bemesting  aanzienlijk  grooter  geweest  zijn 
dan  na  de  1®  bemesting,  hetgeen  moet  worden  toegeschreven  aan  de  reeds 
genoemde  indirecte  nawerking  die  vooral  bij  de  organische 
mestsoorten  (bloedmeel,  boengkil,  guano)  duidelijk  in  't  oog  valt,  en  die  voor 
de  rentabiliteit  der  bemesting  van  't  grootste  gewicht  is,  zooals  wij  in  een 
volgend  verslag,  wanneer  wij  hieromtrent  meerdere  gegevens  hebben, 
eenigszins  uitvoerig  hopen  te  bespreken. 

Dat  het  vraagstuk  der  bemesting  voor  de  theecultuur  hier  te  lande  van 
zeer  groot  belang  is,  blijkt  reeds  voldoende  uit  de  tot  nu  toe  verkregen 
resultaten,  waai'bij  in  vele  gevallen  de  productie  in  2  jaar  tijds  bij  normale 
bemesting  met  20 — 40  pCt.  en  meer  is  toegenomen.  Hoe  groot  het  voordeel 
is  bij  verschillende  mestsoorten  op  verschillende  gronden,  zal  uit  de  volgende 
verslagen  blijken. 

Behalve  deze,  naar  't  ons  voorkomt  voornaamste,  kwestie,  blijven  er 
nog  vele  vraagpunten  te  beantwoorden  over,  zoo  bijv.: 

Invloed  van  andere  dan  stikstofrijke  meststoffen  op  de  thee  t.  w.  kali- 
eu  phosphorzuur  alleen  of  in  combinatie.  Verder  kalk;  hieromtrent  werden 
eveneens  nog  slechts  weinig  resultaten  verkregen.  Elders,  bijv.  in  Britsch- 
Indië  schijnen  ook  deze  meststoffen  soms  reeds  met  vrucht  te  worden 
gebruikt. 

Men  zie  hieromtrent  het  interessante  verslag  van  M"".  K  e  1  w  a  y 
Ba. mber,  den  bekenden  Ceylonschen  scheikundige,  hetwelk  getiteld  is: 
„Eeport  on  Ceylon  Tea  Roils  and  their  effect  on  the  Quality  of  Tea". 

Eene  kwestie  van  groot  belang  schijnt  verder  de  invloed  der  be- 
mesting  op   de   qualiteit   der   thee. 

Ook  omtrent  deze  en  dergelijke  vragen  hopen  wij  proeven  te  nemen, 
welke  in  de  volgende  verslagen  zullen  worden  besproken. 

In  genoemd  ,, Report.  ..  ."  wordt  met  eenigen  o])hef  melding  gemaakt 
van  de  gunstige  werking  van  f  e  r  r  o-v  erbindingen  in  den  grond  op 
de  kwaliteit  der  thee.  Het  directe  bewijs  voor  deze  stelling  is  naar  het  ons 
wil  voorkomen  nog  niet  geleverd,  zoodat  verdere  exacte  proeven  noodig 
schijnen  om  deze  stelling  onvoorwaardelijk  aan  te  nemen". 

EENIGE  VRAGEN  OMTRENT  DE  FABRIKATIE. 

1.     Welke  bestanddeelen  moet  de  thee  in  hoofdzaak  bevatten,  dat  zij  op 


24H 

(11!  iiiarkl   hel  iih-csI  ^jcwcnsclil  is  en  in   \\ilU<-  \.-ilM'ii.liii^'  iii.m-i.ii  «lir  -.n-.- 
vcor  vooikoiiKMi? 

De  in  (Ie  line  ;,'tsvfiis(  iiii-  lH'sl;iinlt|ri|cii  /ijii  i^i-li'il  ;i  lliniikili  jk  \;iii  dt- 
«'isriicn,  wclUi'  <!<■  iii:irkl   ;iiiii   1i;m  i-  (|ii;ililci  l   sh-il. 

.\iiii^<'//K'ii  mi  «Ic/.t'  ••isrlini  iiii-i  nviTiil  i-ii  l<'ii  ;ill<-ii  lijili-  (l«-/.<'lf»lc  zijn. 
/jil  (MMi  (Icfinilicr  «'Il  nlduind  ;iiil  woui  il  ()|t  «li'/«'  viaa;;  ni«'l  ;;<-;,'<-\cn  kunnen 
worden. 

\\';il  ;i;in^:i;il  <l('  Londt-nsdic  m  de  A  nislcidnnisrln'  l  li<-i-in;iiivlfn  idi<- 
wcliswiiiir  <)<d<  niei  |>iciics  dc/.clldf  ris(  licii  slcllfui  i^;iii  ni<  ii  n:i;ir  In-I  nn>< 
voorkonil   in  "I  jilj^cmccn  lid    \itl;:cMdi'  /.f^z^cii: 

De  llicc  niucl  \('c|  (»|d«)sl»;ii('  rci'iii<'nt;it  iefu'odiuti'n  lH-\;ilicn.  /undcr  \  eel 
ononllced  looiziinr  <•!  billcrc  sloltVii.  welke  laalsie  do(»r  dn.;;en  i»ij  te  liooge 
temperatuur  kunnen  ontstaan. 

Hoe  niO(M' oidoshai-e  l'eiinenlal  iepriMlticlen  —  ontstaan  in  liool'd/.aak  nil 
Iie(  tlwM' looi/anir  en  de  olvcosiedisclie  verbinding  —  aanwe/Zi^^  zijn,  des  te 
slerker  (meer  ]>uni;ent)  en  voller  de  (liee,  des  te  donkerdei-  de  sdienk  en  des 
te  meer  water  kan  op  zekere  hoeveelheid  thee  worden  gej-olen  om  thee  van 
dezelfde  sterkte  te  verkrijgen. 

De  hoeveelheid  van  deze  beslaiiddeden  hangt  af  van: 
(I.    den  ouderdom  \an  lid  Idad;  lioe  oinlei-  liet  Mad  des  Ie  minder  looizuur 
en  glycosied  bevat  het  en   dus  ook  des   te  minder  ontledings|irodnden 
kunnen  daaruit  ontstaan; 
/;.    tjpe  van  den  heester;  Assamthee  bevat  in  't  algemeen  meer  looizuur  dau 

Java-thee ; 
e.    wijze  van  fermentatie.      Deze  lactoi-  is  van  zeer  gi'ooten  invloed  en  heeft 
voor  de  fabrikatie  natuurlijk  het  meest  belang.     Looizuur  en  glycosied 
gaan  gedurende  de  fermentatie  eerst  over  in  oi)losbare  ontledingspro- 
ducten, welke  laatste  zich  eehter  langzamerhand  in  onoplosbaren  vorm 
afzetten  voor  een  groot  deel  op  hel  onoplosbare  blad-eiwit. 
De  zaak  is  nu  de  fermentatie  zoo  lang  te  laten  duren,  dat  zooveel  moge- 
lijk al  het  looizuur  en   glycosied   ontleed  zijn  en   dat  tevens  zoo  weinig 
mogelijk  van  deze  stoffen  onoplosbaar  is  geworden. 

Hooge  temperatuur  bij  de  fermentatie  bevordert  de  ontleding,  maar 
tevens  ook  het  onoplosbaar  worden  cmi  het  zich  afzetten  van  bruine  produc- 
ten, die  het  afgetrokken  blad  donker  doen  worden. 

Vrije  toetreding  van  lucht  bevordeil  eveneens  de  omzettingen,  doch 
niet  in  die  mate  de  vorming  der  onoplosbare  producten. 


247 

Om  zooveel  mogelijk  van  genoemde  stoffen  in  de  thee  te  verkrijgen, 
moet  dus  bij  lage  temperatuur  en  onder  vrije  toetreding  van  de  lucht  worden 
gefermenteerd,  en  wel  zoo  lang,  totdat  het  vrije  onontlede  looizuur  voor 
't  allergrootste  deel  verdwenen  is. 

Dit  gunstige  tijdstip,  dat  voor  bepaalde  omstandigheden  van  blad,  tem- 
peratuur etc.  door  een  chemisch  onderzoek  bij  benadering  is  te  bepalen,  moet 
bij  de  fermentatie  worden  afgewacht,  om  daarop  de  thee  direct  te  drogen. 

Van  grooten  invloed  op  dit  gunstige  tijdstip  is  o.  a.  ook  de  concentatie 
der  sappen,  m.  a.  w.  de  mate  van  verflenzen,  waarover  straks.  Opgemerkt 
zij,  dat  ook  de  mate  van  verflenzing  door  eene  waterbepaling  gemakkelijk 
is  vast  te  stellen. 

Verder  moet  de  thee  veel  caffeïue  bevatten.  Hoe  jonger  het  blad 
des  te  meer  caffeïne  bevat  het,  terwijl  Assamblad  meer  caffeïne  bevat  dan 
Java-blad  van  denzelfden  ouderdom. 

De  caffeïne  ondergaat  geenerlei  verandering  tijdens  de  fabrikatie,  is 
daarvoor  dus  van  geen  belang;  voor  de  consumenten  echter  is  de  caffeïne 
eene  belangrijke  stof,  aangezien  zij  de  opwekkende  kracht  van  de  thee  ver- 
oorzaakt, dus  hoe  meer  caffeïne  des  te  beter. 

Eindelijk  moet  de  thej^  veel  a  e  t  h  e  r  i  s  c  h  e  olie  (theeolie)  bevatten. 
Deze  stof  ontstaat  bij  de  fermentatie  evenals  de  bovengenoemde  fermentatie- 
producten.  De  riekstoffen  schijnen  echter  bij  de  fermentatie  eerder  tot 
volle  ontwikkeling  te  zijn  gekomen  dan  de  genoemde  fermentatie-producten, 
zoodat  het  tijdstip  van  den  meesten  geur  eerder  valt  dan  dat  van  de 
meeste  oplosbare  fermentatie-producten,  waaruit  zou  volgen,  dat  men, 
om  zeer  geurige  thee  te  verkrijgen,  niet  zoo  lang  dient  te  fermenteeren,  dan 
om  sterke  en  volle  thee  te  bereiden.  Evenwel  is  zeer  korte  fermentatie  ook 
nadeelig  voor  den  geur,  die  zich  daarbij  nog  niet  geheel  ontwikkeld  heeft. 

De  maxima  dezer  stoffen,  die  bij  goede  fabrikatie  kunnen  worden  be- 
reikt, zijn  —  binnen  zekere  grenzen  —  voor  eene  onderneming  werkende 
onder  gegeven,  ongeveer  gelijkblijvende,  omstandigheden  door  chemisch 
onderzoek  vast  te  stellen. 

2.  Welke  bestanddeelcn  worden  gemist  in  de  zoo  weinig  gewilde  en 
laag  betaalde  1''  pluk? 

Naar  aanleiding  van  vroegere  onderzoekingen  omtrent  dit  onderwerp 
kan  hier  voorl<)o])ig  worden  meegedeeld,  dat  de  1'"  pluk  minder  looizuur  en 
extract  bevat,  dan  de  volgende  plukken. 


24H 

Ajiii}i<'/i<'ii  (l<'/.<'  (tii(l('r/><)ckiii;;<'ii  wi-t-r-  l<i  li;iii<l  /.ijn  ;_'<iiuiii<ii  Ii'>|mii  wij 
la(cr  iiiL\(M'i-i;;fi'  (h'ze  vraiig  to  kiiiiiicn  l.caiii  wooitltu. 

:',.  \\';i;ii<>iii  is  Ik-I  Mrwciistlil .  iliil  |.;is  ;;r|iliikt«'  lliff  iii*'t  (<>l  !M<i<-iili;,' 
(Mcr-^iinl  ?  NN'iit  (tiilslaal  diiiiidodr,  \scll<c  ;,'cu('iis(lil<-  lMslainlil<<l(ii  ^'aaii 
daardoor'  vcilon-nV 

WaniHMT  \cisrli  i;c|iliikl  Idad  lol  Itioriin^-  ovri'^^aal.  sh-ill  li<-l  Itlad  af: 
liet  j^cvol},'  lii('i-\ari  is.  dal  do  sa|i|MMi  <li  r  \  <'rM<liillcnd"'  rrjjrii  dmn'  elkaar- 
loopeii.  waardooi-  de  ijioiiiisc-iio  werking  dier-  slolTon  (i|i  <'lk;i;ir.  <L  i.  do  In-- 
mentalie,  l)(';;iiit.  Het  govolg  is,  dat  ooii  dor-^^'lijk  K<'*»'<'t''<l  '''^i''  n-ods 
lan^nri  lijd  <:('lor-iii(Mileerd  beofl,  wanneer  do  andere  blaren,  die  niet  gebroeid 
liehltoii,  luinne  fernientatie  be^rinnen. 

Aan  '1  eind  der  fermentatie  van  de  gi-oole  massa  /trlion  dus  de  blaren 
die  jiebiocid  bebben,  ver  overgefermenteerd  zijn.  Zij  bobben  alle  geur  vei-- 
loren,  terwijl  de  fermenlatie-prodncten  vooi-  '{  allorgrooislo  dcol  onoplosbaar 
zijn  geworden. 

Daarenboven  gaat  bet  broeien  steeds  gepaard  met  verbooging  van  tem- 
peratuur, welke  steeds  een  nadeeligen  invloed  o])  bet  blad  heeft,  zoo  lang  de 
fermentatie  nog  niet  is  afgeloopen,  dus  ook  gedrir-eride  hel  l)r-eirgerr  naar  de 
fabriek  of  het  verf  lenzen. 

4.  Wat  acht  TT  beter,  flenzen  in  de  zon  of  onder  dak? 

Een  door  onderzoek  gestaafd  antwoord  op  deze  vraag  vindi  m<Mi  in  (tns 
eerste  verslag  omtrent  de  fabrikatie-proeven  in  Teijsniannia  Jaarg.  12  Afl.  2 
en  :>.  Volgens  het  daar  beschreven  onderzoek  is  verflenzen  onder  dak  te 
prefereeren  boven  verflenzen  in  de  zon. 

5.  Wat  is  Uwe  opinie  omtrent  kunstmatige  verflenzing  door  machines; 
kirrrrren  daardoor  gewenschte  bestanddeelen  opgewekt  worden,  of  verloren 
gaan? 

Uit  voorloopige  onderzoekingen  omtrent  dit  onderwerp  meen  ik  te 
mogen  afleiden,  dat  kunstmatige  verflenzing  vele  voordeelen  heeft  boven 
natuurlijke,  en  dat  zij  —  wanneer  eenmaal  eene  doelmatige  inrichting  daar- 
voor gevonden  is  —  ongetwijfeld  uitgebreide  toepassing  zal  vinden,  speciaal 
op  de  hooger  gelegen  ondernemingen,  waar  heden  de  fabrikatie  maar  al  te 
dikwijls  lijdt  door  te  weinig  verflensruimte. 


240 

Als  onbeLwislbaar  vooidtvl  vau  kiiiislmati^^  vcrfk'iizcii  uocmeu  wij 
onafhankelijkheid  van  de  weersgesteldheid,  zoodat  de  fabrikatie  regelmatig 
door  kan  gaan  on  men  niet  gedwongen  is,  het  blad  op  tampirs  naar  bniteu 
te  brengen  in  de  zon,  wat  steeds  schadelijk  werkt  op  de  thee. 

Als  gevolgen,  welke  de  invoering  van  kunstmatige  verflenzing  vooral 
voor  de  hooger  gelegen  ondernemingen  zal  hebben,  noemen  wij:  beter  en 
regelmatiger  product  en  goedkoopere  fabrikatie. 

Door  doelmatige  kunstmatige  verflenzing  gaan  geenerlei  gewenschto 
bcstanddeelen  vei-loren,  integendeel  zij  blijven  behouden,  terwijl  zij  nu  door 
irrationeele  verflenzing  (bijv.  te  lang  laten  liggen,  hetzij  in  de  zon  of  binnen) 
somtijds  voor  een  deel  verloren  gaan. 

G.  Wat  is  ter  behoud  vau  de  gewenschte  bestauddeeleu  beter,  sterk 
of  minder  sterk  verf  leuzen? 

Omtrent  dit  onderwerp  is  een  onderzoek  in  gang  en  zullen  wij  dus  liever 
ons  antwoord  opschorten,  totdat  dit  onderzoek  is  afgeloopen. 

7.  Acht  U  het  gewenscht,  dat  bij  het  rollen  der  thee  in  de  rolmachines 
de  thee  zoo  sterk  geperst  wordt,  dat  alle  sappen  in  de  bak  daaronder  vallen, 
of  acht  U  het  gewenscht,  dat  zoo  gerold  wordt,  dat  alle  sappen  erin  blijven, 
zouder  in  den  onderbak  te  vallen?     Waarom? 

In  't  algemeen  acht  ik  zoo  sterk  persen,  dat  er  veel  sappen  in  den 
onderbak  vallen,  niet  gewenscht. 

Bij  zeer  sterk  persen  gaan  met  de  sappen  ook  de  stoffen,  die  de  geur  der 
thee  moeten  leveren,  voor  een  aanzienlijk  deel  naar  buiten;  hierdoor  ontstaat 
het  gevaar,  dat  de  riekstoffen,  die  aan  de  oppervlakte  der  cellen  gevormd 
worden,  bij  het  drogen  voor  een  groot  gedeelte  verloren  zullen  gaan.  De 
overige  fermentatie-producten  (looizuur  etc.)  treden  ook  aan  de  oppervlakte 
en  blijven  daar  bij  het  drogen;  het  ligt  voor  de  hand,  dat  deze  laatste  bij  het 
opschenken  van  water  uu  gemakkelijker  in  oplossing  gaan,  dan  wanneer  zij 
zich  binnen  in  de  cellen  zouden  bevinden  (bij  minder  sterk  rollen).  Het 
resultaat  van  sterk  rollen  is  dus:  weliswaar  sterke  uuuir  betrekkelijk  weinig 
waterhoudende  thee,  en  weinig  geur. 

Bovendien  wordt  bij  zeer  sterk  persen  het  blad  te  zeer  stuk  gerold, 
waardoor  veel  breuk  ontstaat  en  een  minder  gewilde  grauwe  kleur  van  het 
stuk.  Alleen  in  speciale  gevallen,  waar  men  alleen  let  op  de  sterkte  der 
thee,  zou  dus  zeer  sterk  persen  gewenschl   kuinicii  zijn,  doch  zal  men  ook 


2!;o 

liior  zijn  fiool  ïtctor  horoikoii  dnui-  I  ;i  n  «j  i.-  lullcu  —  zoo  uooMij,'  met 
( iisHclu'iipoozoii  —  dan  door  al  Ie  sicik  h*  |htscii.  Op  deze  kwi'sli»-  liopcii 
wij  la  (er  clderH  terug  te  komen. 

S.  \Voi"dt  door  hd  ovf-rrojlcri  ii;i  ili'  r<iiiicn(;ili('  nok  ]\<>'^  <!<•  I  (m'ii;iiii<' 
VJin  ^'cwriischfc  iK'sliiiMlili'i-lni   lic\ oidcrd? 

Ilcl  lioid'ddocl  \aii  licl  (t\  <'n'(»llfii  is  lid  slnilcn  \aii  ln'l  lilail.  hi-  sap- 
pen, ^\'\{•  door  Ih'I  cerslc  rollen  «^cnien^d  /.ijn,  dooii  ick  ken  \<)oi'  een  d<'i-l  de 
aanwezi-ic  vaste  Kfoffen  ivezelsiol'.  eiwil.  eic.i,  \(ior  een  dei'!  Iievinden  /ij 
/.icli  aan  de  lufdit.  Dil  laalsie  ^cdeeKe  onder^^Mal  bij  de  leiinental  ie  de 
nieesie  \ ciandcrinf;.  aanp'zieii  daailiij.  zooals  wij  welen,  hnlii  aanwezig 
moet  zijn.  De  sappen  eeliter,  die  hinnen  in  de  \asle  massa  zillen.  komen 
niel  ol'  weiniji' ujel  delnrlil  in  aanraking,  /.oodal  zij  nit'l  in  die  male  veraiide- 
i'inu  ondei'^'aan.  Hij  '(  oxcn-ollen  komi  ook  hel  laatsl  genoemde  Lr<'deelle 
- —  voor  een  deel  althans  —  aan  de  ojtjieivlaktc,  en  woi-dl  daai'<loor.  zij  liel 
ook  in  j^erinjjere  mate,  ook  de  toename  van  jrewensehte  beslanddeelen 
bevorderd. 

!).  Wanneer  de  thee  na  de  eerst*'  r(dlinp;  Ier  fernientalie  wordt  uitj^e- 
le^d,  is  het  dan  weuschelijk,  dat  de  tiiee  gedekt  wordt  (door  lampirs  of 
doeken  bijv,)? 

Toedekken  met  doeken,  zooals  dit  in  de  jnaklijk  dikwijls  «rescliiedt,  acht 
ik  in  vele  gevallen  verkeei-d,  speciaal  wanneer  men  daarvoor  zware  vochtige 
doeken  neemt,  die  op  de  thee  rnsten  en  deze  verwarmen,  in  plaats  van  af- 
koelen; ook  wordt  daardoor  alle  Inchtciicnlatie  belemmerd,  terwijl  de  thee 
to<di  vooi'  goede  fermentatie  versche  lucht  noodig  heeft. 

Gebruikt  men  evenwel  een  vcxditige  dnnne  doek,  die  geregcdd  terdege 
wordt  s(  hüongemaakt,  en  die  bij  't  gebruik  op  behoorlijken  afstand  boven 
de  thee  zich  bevindt,  dan  kan  de  doek  eenigszins  afkoelend  werken  en  tevens 
belemmert  zij  niet  de  toetreding  der  lucht,  terwijl  uitdroging  der  thee  wordt 
voorkomen. 

Wenschelijk  schijnt  het  toedekken  met  doek  (op  de  aangegeven  wijze) 
of  met  tampirs  op  de  bovenste  rij  der  feiuientatie-bakken  alleen  dan.  wanneer 
door  lange  fermentatie  of  door  tocht  uitdroging  der  thee  te  vreezen  staat. 

10.  Wat  wordt  door  het  dekken  der  fermenteerende  thee  met  natte 
doeken  ten  gunste  van  het  fabrikaat  bevorderd? 


251 

Zooals  wij  boveu  za^eii  Uan  oiidci-  guu«(i^('  ouislaudighedcu  door  het 
loedekkon  met  uatte  doeken  bij  iets  lagere  temperatuur  worden  gefermen 
teerd,  terwijl  uitdroging  der  thee  wordt  voorkomen. 

11.  Is  het  weusehelijk  dik  of  dun  uitgespreid  te  fermenteeren? 

Dun  uitgespreid  acht  ik  beter,  aangezien  de  luclit  beter  overal  kan  toe- 
treden, terwijl  de  warmte,  die  bij  de  fermentatie  ontstaat  betei-  kan  worden 
afgeleid  en  dus  bij  lagei'e  temperatuur  (en  gelijkmatiger  door  de  geheele 
massa)  kan  worden  gefermenteerd.  Dit  geldt  voor  lagere  ondernemingen 
in  veel  hoogere  mate  dan  voor  de  hooger  gelegen. 

12.  Is  eene  groote  tusschenruimtc  tussclien  de  fermenteer-bakken  ge- 
wenscht  (stel  dat  die  Ixnen  elkaai-  worden  geplaatst i  (►f  moeien  of  kunnen 
die  direct  op  elkaar  geplaatst  worden? 

Eene  groote  tusschenruimte  tusschen  de  feiinenteer-bakken  schijnt  wel 
gewenscht,  zoodat  bijv.  de  bodem  der  eene  bak  2  dM.  of  meei'  boven  die  der 
volgende  ligt,  stel  dat  de  thee  ligt  in  een  laagje  van  bijv.  2  k  3  cM.  dikte. 
Het  voordeel  hiervan  is,  dat  genoeg  versche  lucht  kan  toetreden,  die  de 
gebruikte  en  inmiddels  iets  verwarmde  lucht  tusschen  de  bakken  tijdig 
verwijdert.  Zoowel  lagere  temperatuur  als  de  gewenschte  geur  worden 
bevorderd. 

Beter  achten  wij  nog  de  bakken  niet  op  elkaar  te  stapelen  maar  naast 
(^Ikaar  op  den  grond  neer  te  zetten  zoo  daarvoor  ruimte  is. 

Ook  het  fermenteeren  op  den  vloer  der  fabriek,  mits  deze  daarvoor  doel- 
matig is  ingericht  met  een  geringe  helling  om  ze  elke  keer  terdeeg  sch(K)n 
te  kunnen  wasschen  met  veel  water,  schijnt  ons  vooral  voor  lager  gelegen 
ondernemingen  zeer  aan  te  bevelen.  Ongetwijfeld  is  deze  methode  de  ratio- 
neelste ter  verkrijging  van  een  lage  temperatuur  zonder  kunstmiddelen. 

13.  Geeft  thee  van  hooger  gelegen  tuinen  beter  thee,  dan  van  laag 
gelegen  tuinen? 

Elen  definitief  antwo(U'd  durf  ik  op  deze  vraag  uie(  Ie  geven,  aangezit'u 
ik  daaromtrent  geen  speciale  onderzoekingen  heb  verricht  en  deze  ook  in  de 
litteratuur  niet  schijnen  voor  te  komen. 

Algemeen  bekend  is  het  feit,  dat  de  thee  van  hooger  gelegen  onderne- 


iiiinj^cn  gewoonlijk  iikmm'  i>\)\ircu^i,  (l:iii  ili»-  dei-  l;i;i;.'  ;,'fl<'^'cii,  iiia;u-  in  lioofd 
z;i;il<  /mI  <li1   wel  zijn  oorzjuik  \in(l<-ii  in: 
II.    rijiMTc  |ilnk  op  hooj^oro  ondciiK  inin;:cn ; 
h.     rci-iiiciil;it  i<'  hij  In^'f-rc  trrn|H'r;i  I  niir  ; 

r.     r;il»rik;i(  i<'  o|»  i|ii;ilil<'il  ii|t  di-  iioojx*'!»-  ••ii  o|t  i|ii;iii(  ilfil  o|»  di-  l;i;j('ii-  midii- 
ncinintïen. 

Als  '/,('k<'i-  kniincn  wij  Miunu-iiicii.  d:i(  (»nd<'i-  (i\ci'i;:ciis  d</.<ird<'  unistiin- 
di;^li<'d('ii  \;in  ^roiid,  tvjx',  li('\v<'rkin<4.  kiini;i;il  dr.  dr  ilicc  op  liiii>;^ci-  '^i-\(']S''U 
<)nd<'i-m'iiiiii<i('ii  (waiir  dns  (cniix'ial  uur  <mi  Inciildriik  licidc  inindi'i'  lio<i^  '/'ij") 
iiiiiidcr  snel  ;^r(icil  dan  oj)  la^rrr.  ()[  ccliicr  door  dien  niindi-r  snollen  ;j:iooi 
o|i  /j(Ii  zoll'  ^^ciirij^ci'  lluM'  wordl  «^oNoinid,  dal  zou  d(»or  oon  \  rij  uil  ;:<|»riid 
on   nauwj^'ozcl   ondei-zoclc  tnootcn  woi'dcn  uil^jjcinaakl. 

\\'<'1  scbijul  bot  zeker,  dal  een  lieeslei-  hij  hijzondor  snellen  ;^'ioei  ihijv. 
zeer  slerke  bemestinf;)  minder  jremi^c  tliee  le\(Ml  dan  ondei-  normale 
oiiistandijrbeden.  Hier  staal  ecbler  lej^^fMiover.  dal  (tnk  hij  <,'ehrek  aan 
\(»edsel  en  onvoldoenden  ^i-oei  der  jdanl,  de  heester  een  Ibee  \an  niindei'<; 
(lualiteit  schijnt  te  leveren. 

14.  Wat  acht  U  uit  een  chemiseb  oojjpunt  wenschelijker.  het  diogen 
op  open  vuren,  of  in  droogmachiues,  en  waarom? 

In  sommige  opzichten  acht  ik  het  drogen  op  open  vuren  minder  goed, 
t.  w.: 
a.    de  thee  komt  daarbij  in  directe  aanraking  met  de  verbrandingsgassen, 

die  schadelijke  stoffen  in  de  thee  achter  kunnen  laten; 
ö.    de  temperatuur  bij  het  drogen  boven  't  vuur  schijnt  minder  gemakkelijk 
geregeld  Ie  kunnen  worden,  waardooi-  hij  deze  methode  gevaar  ontstaat 
voor  aanbranding;  hierdoor  zou  eene  kleine  hoeveelheid  een  heele  partij 
kunnen    bederven;    drogen    in    de    machine    geeft    allicht    regelmatiger 
pi'oduct. 
Eéne  omstandigheid  evenwel   schijnt   te   pk^ten   tegen   het  drogen   in 
machines  en  wel  het  aanwenden  van  een  sterken  luchtstroom,  die  met  het 
water  ook  een  groot  deel  van  den  geur  mee  weg  schijnt  te  voeren. 

Welke  van  de  2  methoden  de  voorkeur  verdient,  schijnt  nog  niet  uitge- 
maakt. In  alle  gevallen  schijnt  de  methode  van  het  drogen  in  de  machines 
voor  verbetering  vatbaar. 

Juist  in  den  laatsten  tijd  zijn  op  een  paar  ondernemingen  practische 
proeven  op  groote  schaal  genomen  ter  vergelijking  van  beide  methoden; 


253 

voor  een  definitief  oordeel  dienen  deze  echter  te  worden  uitgebreid  en  bopen 
wij  later  op  deze  kwestie  terug  te  komen. 

15.  Wat  acht  U  wenschelijker,  dat  de  thee  eerst  half  gedroogd  wordr 
in  de  machine  en  daarna  (eenigen  tijd  daarna)  geheel,  of  het  ineens  geheel 
drogen  van  de  thee? 

Wenschelijker  schijnt  in  't  algemeen  het  laatste,  daar  bij  het  eenigen 
tijd  laten  liggen  der  half  droge,  w  arme  thee  waarschijnlijk  een  gedeelte 
der  oplosbare  fermentatie-producten  in  onoplosbaren  toestand  overgaat. 

Evenwel,  wanneer  het  eerste  (half)  drogen  geschiedt  om  de  fermeutatie 
te  stuiten,  zal  hvX  niet  goed  te  vermijden  zijn,  indien  te  veel  product  tegelij- 
kertijd gedroogd  zou  moeten  worden,  zoodat  de  machine  het  fermenteeren 
niet  bij  zou  kunnen  houden,  wilde  men  al  de  gefermenteerde  thee  direct 
ineens  afdrogen. 

IG.  Kan  wind  of  tocht  op  de  pas  uit  de  droogmachine  komende  warme, 
geheel  droge  thee  eenigen  nadeeligen  invloed  uitoefenen? 

Langdurige  blootstelling  der  pas  gedroogde  thee  aan  wind  of  tocht 
schijnt  nadeelig  vooral  voor  den  geur,  echter  schijnt  het  zaak  de  thee  eerst 
vrij  dun  uit  te  spreiden  ter  halve  afkoeling  om  ze  eerst  daarna  in  de  vergaar- 
bakken te  doen.  Men  vermijdt  hierbij  achteruitgang  in  sterkte  (door  lang- 
durige hooge  temperatuur)  en  ontwikkelt  den  geur  door  de  middelmatige 
warmte. 

17.  Wat  is  Uwe  opinie  omtrent  het  in  de  zon  brengen  van  reeds  gesor- 
teerde thee?  Bevordert  zonnewarmte  eenige  gewenschte  bestanddeelen  of 
is  het  tegendeel  het  geval? 

Door  het  in  de  zon  brengen  van  de  gesorteerde  thee  kan  de  geur  eenigs- 
zins  worden  ontwikkeld  en  verliest  de  thee  soms  een  weinig  water,  dat  zij 
gedurende  het  sorteeren  had  opgenomen. 

Nadeelig  acht  ik  het  langen  tijd  achtereen  laten  liggen  in  de  zon,  waarbij 
de  opgewekte  geur  weer  ten  deele  verloren  zal  gaan. 


INHOUDSOPGAVE. 


Bladz. 

Pei'soneel,  organisatie  en  alj>emeene  zaken :i 

Publicaties  der  inrichting 8 

Annales  du  Jardin  botani(}ue  de  Buitenzorg 8 

Icones  Bogoriensis ld 

Bulletin  de  l'Institut  botauique  de  Buitenzorg 11 

Mededeelingen   uit   's  Lands   Plantentuin 13 

Korte  berichten  uit  's  Lands  IMantentuiu  in   het  tijdschrilt  Teys- 

mannia 1 ."» 

Andere  publicaties 2:5 

Herbaiium  en  Museum 2'.\ 

Werkzaamheden  van  den  ('onservator '2'è 

Ten  geschenke  ontvangen  collecties  '2i 

Verzonden  collecties  L'4 

Botanische  laboratoria  20 

Botanisch  Station    25 

Laboratorium  van  den  Afdeelingschef 2i> 

Rapport  van  een  dienstreis  door  den  Afdeelingschef  gedaan  naar  de 
residentiën    Pekalongan    en    Semarang    van    19    Februari    tot 

5  Maart 28 

Rapport  over  een  reis  door  den  Afdeelingschef  gedaan  naar  Soera- 

baja  van  5  Maart  tot  15  Maart 32 

Rapport  omtrent  een  reis  naar  Deli  van  3  April  tot  5  Mei 37 

Verslag  over  een  dienstreis  naar  de  residenties  Madioen,  Semarang. 

Kedoe  en  Cheribon  van  IG  Mei  tot  2ü  Juni 38 

Cultuurtuin  en  Agricultuur-chemisch  laboratorium 43 

Cultuurtuin    ^3 

Aanteekeningen  over  verschillende  gewassen -l-t 

Nieuwe  ontvangen  planten   5i 

AgiMcultuur-chemisch  laboratorium 57 

Opleiding  van  jongelieden  voor  den  landbouw (>4 

Pharmacologisch    laboratorium 72 

Botanische  tuin  en  bergtuin  te  Tjibodas 7(1 

Bergtuin  te  Tjibodas 77 

Opleiding  van  jongelieden  voor  den  landbouw 80 


256 

V.l  Al./ 

I'>iii«';iii,  hihiioi  licck  <mi  |)boLO{^rai>liisc|i  ;i(<^li«M' xi 

Ijt-eH/iiiiJ 8ii 

*  MHlflZocUili^^ili   (l<T    r.oscliliouiiirioi  ;i    <i|i  .);i\;i S4 

K';i|)|M)il   iiiiili'inl   <!<■  \  (m»i1^c/,i-I  Ie  jiiitd    nul    < 'liiin».s(»l  ;ils  i-oiiscrvj***- 

rinf^HvlociHlol'  voor  |il;iiiicii<lcflcii    s(\ 

Kappoii    oiiiliciil    (Ic   vtTilampiii^^   vuii   spii-iliis   van  !Mi%    uil    IiiImmi 

met   divciHt'  si  II  il  injj;siiii(l(l('l(Mi  ;4('s|(>l('ii 87 

l,al>()i  aioiiiiiii   \<»()r  oiulei-zot'kiiij^L'ii  over   l>eli  labak iM) 

l'i ocl'shil  ion     \(ioi-    kof('l«? lO't 

Knirirpiocrmin   \aii    s  l.ands   Thinli-nl  iiin,   l\     A  rtlcciin;^.      .Iaar\  t-islag 

(.V.M  iMOi i(>;{ 

(Jioud 114 

J'laiileu 11-i 

JMantwijdte-proeven 114 

Schaduwboomproeven 115 

IMoef  luet  al  of  niet  behakteu  grond 116 

Bevvei'kiugsproeltuin 116 

Uitdnnproef 117 

Zaad 117 

Enten 118 

Soorten  en  variëteiten   Ilï5 

Proeftuintje   Ngadiredjo 119 

Landhonw-Zoölogiscli    .Museum 1-0 

Onderwerpen  van  verschillenden  aard,  niet  tot  de  vorige  paragrafen  be- 

hoorend 127 

Onderzoekingen  over  tabak  der  Vorstenlanden  127 

Gouvernements  Getah-pertja  aanplantingen  te  Tjipetir lol 

Proefaanplant  van   Getab-pertja   produceerende  gewassen   te  Tji- 
petir    1-il 

Onderzoekingen  over  op  Java  gecultiveerde  theeën  141 

Demonstratie-velden  van  Inlaiidsche  cultures 141 

Voornaamste  in  1901  ontvangen  zaden 166 

In  1901  ontvangen  planten  174 

Staat  van  de  in  1901  verzonden  zaden  en  planten 179 

Lijst  van  boekwerken  door  geschenk  of  aankoop  verkregen  gedurende 

1901 221 

Onderzoekingen  betreffende  op  Java  gecultiveerde  theeën.     IX 228 


VERSLAG 


OMTRENT   DEN    STAAT   VAN 


'S  LANDS  PLANTimiN 


TE 


BUITENZORG 


OVER    HET    JAAR 


1902. 


BATAVIA 

LANDSDRUKKERIJ 

1903. 


VERSLAG 


OMTRENT    DEN    STAAT    VAN 


SLAND8   PLANTENTUIN 

TB 

B  XJ I  T  E  3srz  O  I^  o- 

OVER    HET   JAAR 

19  0  2. 


§  I. 

PERSONEEL,  ORGANL^ATIE  EN  ALGEMEENE  ZAKEN. 

Bij  (Jonvernenients  Hesluir  van  28  Januari  1!)(L',  11'  4,  werd  de  Directeur 
van  "s  Lauds  1'lanleutuin  gemachtigd,  om  den  Chef  dei'  IX''''  afdeeliug  van 
de  door  hem  belieerde  inrichting  op  te  dragen,  in  het  behang  van  de  Gouver- 
nements  Koffie-cultuiir  zich  te  begeven  naar  eenige  zaad-koffie  leverende 
ondernemingen  in   het  Gouvernement   Snmalra's   Westkust. 

Bij  Gouvernements  Besluit  van  MO  Januari  werd,  primo,  de  speciale 
leiding  der  (Jouvernemeuts  Getah-pertja  aanplantingen  in  het  district  Tji- 
tjoeroeg  (afdeeliug  Soekaboemi  der  I*reanger-Kegentschappeu)  opgedragen 
aan  den  Chef  der  Hl''''  afdeeliug  D'.  P.  v  a  n  R  o  m  b  u  i-  g  h,  en,  secundo. 
benoemd  tot  de  bij  Staatsblad  IDOi!,  II-  S()  ingestelde  betrekking  van  Adjunct- 
Chef  der  III'''  afdeeling:  D''.  \\'.  R.  Tromp  de  Haas.  Aan  deze 
nieuwe  betrekking  werd  voorts  (Staatsblad  1902,  II-  227)  verbonden,  het  recht 
van  vrije  woning  of,  bij  gemis  daarvan,  van  huishuur-indemniteit. 

Bij  Gouvernements  Besluit  van  25  Februari  1!)02,  II-  -16,  is  bepaald,  dat 
de  bij  's  Lamls  IMantenluiii  \«>or  de  lutrti  en  agricultuur  iu  opleiding  zijnde 
jonge  lieden,  gedurend»'  die  opleiding  zullen  genieten  \  rije  geneeskundige 
behandeling  en  zij  aanspraak  zullen  hebben  o])  kostelooze  verstrekking  van 
de  voor  die  behandeling  benoodigde  geneesmiddelen,     ^^)orts  werd  (bij  be- 


sluil   \:in  '_'.'*.  >fii;irt.  tl-   l'.h  iii;i<lit  i;,Mii;,'  vcilfrnd  oiii  ;i;lii  <'<-ii  der  lioit  iciill  iiiir- 

l('C|-|ili;^('ll,  Itij  W  iJ/.«'  \;ill  I  ijdel  ijki'  lli;i;lt  ic^el.  eelie  I  ei^eli  |(  ie  I  k  ui  II  i  11;;  \(»u|- 
k(»Sl     en     liuis\  esl  in;;     Ie     \iTlee||e|i     \;|li     /     iTi  per     tliaiUld. 

I'.ij    (I<)ii\.    r.esliiil    \;in    iT)    Mii.irl.    II-    ~t7,.    \ver<l    iii;ie|ii  in  ini;    \<Mleend    om 

(»\er    de    middelen     Ie    liesf  llikkeii     \(ii)r    het     lol     SiJllld     liren;;e||     \;in    ei'lie    ;i;ili 
slllilill^    \iin    "sL^nds     l'hl  lllelll  llin    mei     de    ^^MSInluiek     Ie     r,lli|e||/(ir;j.        'Pell^e 

\u!;ie  de/ei-  imit  II  I  i;;  i  ii;;  kunden  de  heide  ;4;isiiist;ill;i  I  ies  lul  d.nirlue  liij  de 
iniirlil  iii;4  in  i;el)i;iik.  Iniilen  werking  \\ui<len  ;:esleld.  lüj  lleshiii  viin  "JT 
•  liili.  II-'  Ttl  werd  d;i;iru|(  de  iieseliÜK k in;;  m';;e\eii  u\er  de  nuudi^e  ;;e|(ieii  uin 
<'eli  dier,  liu^  in  goeden  sla.ll  \  crkeereiide.  insl  ;i  I  l;i  I  ies  li;i;ir  den  |pe|-;;|iiin  U* 
'rjihudns  <»\er  ie  l)reii;;eii.  lloewel  de  (i\  er  I  ijeii;:  i  ii;;  /.el\e  in  \\i-\  \  crsla;:  j;i;i  f 
j^ereed  kwam,  zoo  kon  de  inslalhilie  n(»u-  nici  \()ur  eind  \;in  hel  jaar  Ie  'l'jj- 
hoihis  in   wcriiinj;   worden  iicsleld. 

[Jij  (l(»ii\-.  hesinit  \an  L'S  .Maarl  11-  KI,  werd  leerslcdijki  loei;i-|<end  eeiie 
swltsidie  van  ./'  1()()(HI.~  .  gedurende  de  jai-en  lÜllL',  Hm:',  en  l!t(ll  aan  de  vei- 
e^'ni;;in;4  ,,ri-o('fstat  ion  mmm-  lndij;o"le  Klaieii  iSocraka'iai  lol  liei  doen  \aii 
welenschaiiixdi jke  onder/.oel^ in;;('ii  h-r  verlieterinii  van  (■iiltniir  en  liereidiii;; 
van  Indijio;  ondei-  voorwaarde,  dat  door  «^iMKX'nidc  vereen iiiin;;  lot  dat  doei 
zal  woi-deii  bijjicdi-aji-en  in  liet  jaar  ÜHH*  vooi-  een  Ix'dra»;-  van  ./  JUMK». —  eu  in 
elk  der  Jaren  1!)0;^  en  l'.Mil  voor  een  hedraj;  san  ministens  ƒ  .iL'IKI. — ;  van 
welke  vooiwaarde  alleen  dan  vrijstellinj;  kan  worden  \-eileend.  indien  tiis- 
srhentijds  de  indi;;(»(nlMnir  voor  de  w (Mcddmaikt  in  d<'  X'orstenlanden  zou 
moeten  woi-den  },^estaakt.  Ten  tweede  wei-d  bepaald,  dat  j^edut-ende  de  in 
ai't.  1  vermelde  jai-en.  ei-  hij  's  Lands  Plantentnin  no<;  eene  afdeelinj;  zal 
fjevestijid  zijn  onder  den  naam:  ..IM-oefstation  voor  Indigo",  onder  aanteeke- 
ninji',  dat  het  l»estiiur  i\(-\-  in  art.  1  genoemde  vereeniging  gehouden  zal  zijn 
liet  i-eeds  te  Klalen  hesiaande  rioefstationsgehonw  met  inventaris  ter  be- 
sehikking  te  st(dlen  \an  de  voornoemde  tijdelijke  afdeiding.  Eindelijk  wei-d 
nog  bepaald,  dat  indien  de  in  ari.  1  bedoelde  staking  van  de  Indigo-cultuur 
mo(ht  intreden,  de  daarbij  genoemde  vereeniging  gehouden  zal  zijn  de 
resteerende  gelden  van  het  ..rroefstation  voor  Indigo"  aan  de  Regeering  af 
te  dragen,  welke  dan  Ncrder  de  \<tlledige  bes(  hikking  verkrijgt  over  de  er 
aan   verbonden   natuui-on<lerzoekers. 

Tot  (dief  der  nietiwe  afdeiding  werd  beno<'md:  de  Heer  J.  TT  a  z  e  w  i  n- 
k  e  1,  die  i'eeds  geruimen  tijd  als  Directeur  van  het  Tvlatensche  Indigo-proef- 
station was  werkzaam  geweest. 

liij  (louv.  besluit  van  KI  April,  11'  :>()  werd  uitgemaakt,  dat  de  i)roef  met 
de  opleiding  van  Europeesche  jongelieden  voor  de  horticultuur  verlengd 
wordt  tot  ultimo  December  1903, 


Bij  Ouiiv.  bi'sinit  vau  lo  Ajnil  H"  1(>  i«  };ued<:;i'Vüii(k'ii  «ni  verstaan: 
Eerstelijk:  te  heiKilcn,  dat,  voor  deu  duur  der  overeenkomst,  op  deu  l**""" 
Maait  1!M)1  ter  zake  aaiiy:egaau  tusseheu  de  Soekaboemisehe  Landbouwver- 
eeuigiuji  te  Öoekaboemi  (Freauger-RegentscLappeu)  en  den  Directeur  vau 
's  Lauds  Plantentuin,  voor  het  doen  instellen  van  onderzoekingen  betreffende 
de  cultuur  en  bereiding  van  thee  in  Nederlandsch-lndië,  er  bij  genoemde  in- 
stelling, naast  de  reeds  aanwezige  nog  eene  afdeeling  zal  gevestigd  zijn  onder 
den  naam:  ,. Proefstation  voor  Thee",  met  een  uatuuronderzoeker,  dien  de 
directeur  op  den  voet  \  an  het  besluit  van  -'2  Maart  lS'j:>,  11-  1  zich  zal  hebbeu 
toegevoegd,  als  chef.  Ten  tweede:  den  Directeur  vau  's  Lands  Plantentuin 
te  machtigen  om  het  laboratorium-gebouw,  vroeger  geoccupeerd  door  deu 
chef  der  Landbouwzoölogische  afdeeling  dier  inrichting,  ten  gebruike  af  te 
staan  voor  het  doen  van  de  in  art.  1  bedoelde  onderzoekingen.  Ten  derde: 
ter  beschikking  te  stellen  vau  den  Directeur  van  "s  J.ands  Plantentuin  het 
tegenwoordige  koffie-reserve  terrein  Saronggè,  ressorteerende  onder  het 
district  Tjipoetri  der  afdeeling  ïjiaudjoer  (l*reauger-Regeutschai)peu)  en 
hebbende  wn  geraamd  oppervlak  vau  omstreeks  200  bouw,  wordende  ge- 
noemde directeur  voorts  gemachtigd:  a.  een  gedeelte  van  dat  terrein,  hoog- 
stens 50  bouw  groot,  te  bestemmen  voor  proeftuin  voor  thee,  deel  uitmakende 
van  het  in  art.  1  bedoelde  proefstation;  h.  aan  het  bestuur  der  Soekaboemische 
Landbouwvereeniging  te  doen  weten,  dat  deze  bij  eene  eventueele  niet-verleu- 
giug  der  overeenkomst  door  hem  met  die  vereeniging  deu  l''*'"  Maart  1902 
aangegaan,  het  bedoelde  gedecdte  vau  50  bouw.  voor  zooverre  het  dan  met 
thee  zal  zijn  beplant,  tot  1  Juli  ll):il  in  bruikleen  zal  uiogen  blijven  occupee- 
ren  ouder  het  drieledig  beding:  1".  dat  het  als  jtroeftuiu  voor  lliee  blijft  dienst 
doen;  2".  dat  het,  zoomede  de  er  zich  op  bevindende  installaties,  ten  allen 
tijde  toegankelijk  zal  zijn  voor  leerlingen  der  P)Uiteuzorgsche  Landbouw 
school  onder  deskundig  geleide;  'S",  dat  op  primo  Juli  lUol  alle  voor  hare 
rekening  op  het  terreiugedeelte  iu  quaestie  opgerichte  installaties  en  gebou- 
wen desverlangd  door  haai-  zullen  worden  ver\\  ijderd.  bij  niet  \ohloeuing 
aan  welk  beding  het  jdaatselijk  Pesluur  bevoegd  zal  zijn  op  hare  kosten 
bedoelde  opruiming  te  doen  geschieden. 

Bij  (Jouv.  besluit  vau  1.5  Mei,  11-  21.  nader  gewijzigd  l>ij  besluit  van  2:? 
Mei,  11-  (Jo,  werd  deu  ondergeteekeude  oi>gediageu  zich  iu  de  maand  Mei  vau 
het  verslagjaar,  iu  het  belang  der  inri<htiug,  voor  ten  hoogste  elf  maanden 
(de  heen-  en  (erngi-eis  daaioiider  begrepeni  naar  l-liiropa  Ic  begeven.  Ten 
tweede  werd  aan  den  chef  der  1 1 1''"  afdeeling  I )'.  W  v  a  n  K  ;>  m  b  u  v  g  li. 
opgedragen  om,  nevens  de  aan  zijne  betrekking  verbonden  werkzaamhedeu, 
voor  den  duur  der  bedoelde  commissiereis,  het  beheer  over  "s  Lands  Planteu 


hiiri  vv;i;ii-  Ie  ricnu'ii,  uu'i   iM-pjiliii;,'.  <l;il    hij  l»ij  <l;il   ImIumt  /mi  licMxMi  in  arlit 

(e  iiciiirii  dl'  ;i;iii\\  ijy.ili;irii   wciisc  de  niidi  tm,-!  cikiiidc.  \i(i»|-  ol   iiii  zijn  vcitirk 

n;i;ii'    l']nr<»|t;i,    licni    niodii    i^cncm. 

I>ij  <i(>ii\-.  Iicslnil   \;iii  -'.'>  Mi'i  II'  ti'J.  wi-id  ininlii  i^iii;_'  ;^M';_'r\  en  mn  :i;iii  dt-n 

r|i(>r  d<'r  L"''    ;ir<l<'<din^'  i>\i   [e  di;i;^<'ri   /.irh.   in   ln-i    Ix-hiri;,'  d<  r   iniidil  in;.'.  n;i;ir 

|)rli  Ie  lt(';;r\  en,  rn  umi,  /,<»<>  iiuodi;;.  d<-  |crii;;n'is  Ir  ddcii  uvi-r  Siii;:;i|i(irc  (l;in 

wc!  ()\cr  rciiaii;.;. 

.\;iii   den    Assistciil   I  loil  ii  l;i  i.iis    .1.    .1.     S  in  i  I  li     wi'id.   Iiij   Im-sIimI    v;in   •! 

Juli  ir  I   wegens  hiii^diiri^^cii  diciisl  ren   j;i;ir  Nt-rlnl'  ii;i;ii-  I-liiinp;!   Ncijrriid  rn. 

\(i(M-  di'ii  duur  v;iii  d;il    \rilur  hrhisi    inrl   t\>'  w  ;i;iiiirin  i  ii;^  dri    I  irt  n-kk  inj.'   v;in 

AssisIciiM  loiliiliinns  i\c    llrrr     II.    .1.     W'  i  '^  ni  ;i  n    .1'. 

Als  blijU   vjin   w  ;i;irdcrrin;,^   \;iii   vri-dinislrii    werd   bij  <Inii\.  Iicslnil    v;in 

L'.".  .\njiuslus  11"  1.  l(M'«r('k('nd  ;i!in    .M  :i  s    .\  r  s  i  ii.    ni.iiiiri  i)ij  (\<-  T''   ;ifdrc|inji. 

i\r  /.iivoi'On  ster  vooi'  Irdiiw  rn  \rrdirnstr.  m  ;i;iii    I'  ;i    I  d  ;i  n.    |il;i  iitrii/.ockci'. 

do  bion/cn  ster  \(»or  tronw  rn   \ crdirnslr.      I  >r  iiilrrikin;i   dc/.n-  oiidrisriiri- 

diufjstoekoiien,  welke  cci'sl    in   Xoxnnbcr  kon  jilaals  lirbbrii.  i^cscliirddr  in 

tcjïenwooi'dijiheid  van  het  ooheele  personeel  der  ini-ichlino;. 

De  verzanielin;^  huiden  van  vofjels  van  Nederlandsch  Indië  door  wijlen 

l)"".   A.   tJ.  Vorderman   bijeenjiebraeht,  werd  ten  behoeve  vau  het  l^and- 

bouwzoölopfiseh  Museum  aanjiekooht,  waartoe  de  jjelden  bij  Gonv.  besluit 

van  10  Se])teni!)er  11-  .''2  heschikbaar  werden  j^esleld. 

Bij  Gouv.  besluit  van  2i  September  11-  ;'>  wed  be]»aM]d.  dat  dr  ambtstitel 

van  den  opziehter  bij  den  enltnui-tuin  voortaan  zoude  luiden:  ...\ssistent-Hor 

tulanus  belast  met  het  toezicht  in  den  eultuuituin".  Daarna  werd  aan  den 
titularis  (bij  Gouv.  besluit  van  2  October  11°  24)  wegens  ziekte  een  tweejarig 
verlof  naar  Euroj^a  verleend. 

Het  Gouv.  besluit  van  25  December  11-  21  '^i\f  de  utachti^iu":  om  den  «^lève- 
matri  D  j  i  ji  j  a  zoomede  den  ]>lantenzoeker  A  t  a  s  r  i  p  ter  beschikking 
te  stellen  van  den  leider  der  wetenschappelijke  ex])editie  naar  Noord  Nieuw- 
Guinea.  ten  einde  ten  behoeve  der  instelling  botanische  voorwerpen  van  ver- 
schillenden aard  te  verzamelen. 

Rij  Gouv.  besluit  van  :^0  December  IT  i^  werd  de  Directeur  van  Binnen- 
landsch  Bestuur  gemachtigd  om  aan  de  ..Vereeniging  tot  verbetering  van  de 
Koffiecultuur'-  te  Amsterdam,  voor  lirt  voortzetten  der  op  hare  kosten  inge- 
stelde onderzoekingen  in  het  belang  van  de  particuliere  koffiecultuur  in 
Nederlandsch-Tndië.  ook  gedurende  het  jaar  100?»  uit  te  betalen  eene  subsidie 
van  ƒ  7500. — .  En  eindelijk  werd.  bij  besluit  van  den  zidfdcu  datum  Tl-  17, 
nog  bepaald,  dat  de  tijdelijke  toevoeging  van  den  militairen  Apotheker  1^ 
klasse  D"".  W.  G.  B  o  o  r  s  m  a   voorloopig  bestendigd  zoude  worden  op  den 


voet  als  laatstelijk  bedoeld  bij  art.  1  vau  het  besluit  van  9  Noveiiiber  19(11 
IF  80. 

N'eriiieldiiij;  veidieiit  voorts,  dat  in  het  verslagjaar  een  begin  werd  ge- 
maakt met  den  bouw  van  een  nieuw  Agricultuurehemisch  Laboratorium, 
waarvoor  gelden  werden  toegestaan  bij  Besluit  van  25  Augustus  11?  26,  ter- 
wijl machtiging  tot  het  verbouwen  en  inrichten  van  het  Laboratorium  te 
Tjikeumeuh  tot  laiulltouwsehool  werd  verleend  bij  Gouv.  Besluit  van  29  No- 
vember 11-  20. 

Voor  afstand,  vrij  van  alle  rechten  en  lasten,  aan  het  Gouvernement 
vau  Nederlandsch-lndië  van  het  als  proeftuin  voor  agricultuur-chemische 
onderzoekingen  bestemd  terrein,  werd  bij  Gouv.  Besluit  van  18  December 
ir  5  machtiging  verleend  de  koopsom  uit  te  betalen  aan  de  Maatschappij  tot 
exploitatie  van  het  land  ,,Ked(>ng  Allang". 

Om  gewichtige  redenen  werd  aan  1)''.  E.  C  J.  M  o  h  r  een  verlof  naar 
Europa  verleend  voor  den  duur  van  zes  maanden. 

§  IL 

PUBLICATIES  DER  INRICHTING. 

\an  de  „Annales  du  Jardin  Botaniciue  de  Buitenzorg"  verschenen  in  het 
verslagjaar  twee  afleveringen,  te  zamen  uitmakende  het  derde  deel  vau  de 
nieuwe  serie  (deel  18  van  het  geheele  tijdschrift). 

Zij  bevatten: 

A.  Z  i  m  m  (i  r  m  a  n  n,  T'eber  die  extraniiptialen  Nectarien  einiger 
Fagrea-artcn. 

S.  H.  K  o  o  r  d  e  r  s,  Notiz  ueber  Symbiose  (üuer  Cladophora  mit 
Ephjdatia  fluviatilis,  in  einem  Gebirgssee  in  Java  (met  2  platen). 

'i.  1).  K  o  b  u  s.  Die  chemische  Selection  des  Zuckerrcdus  (met  11 
graphische  voorstellingen). 

S.  H.  Iv  o  o  r  d  e  !•  s,  Xotizen  mit  Al)l)il(lungeu  einigtM'  interressanter 
Cauliflor.     Pllanzen  (met  11  tekst-figuren). 

O.  1*  e  n  z  i  g.  Die  Fortschrifte  der  Flora  des  Krakatan  (met  7  tekst- 
fuguren). 

JM.  N  i  e  u  w  e  n  h  u  i  s  —  U  e  x  k  u  I  1,  Die  Schw  immverrichiuugen  der 
Friichte  vou  Thuarea  sarmentosa   Pers.  (uiel    2  jdaten). 

M.  T  r  e  n  b,  L.  orgaué  femelle  et  Tembryogénèse  dans  Ie  Ficus  hirta 
\ahl  (met  10  platen). 


In  .Ir  .•crsU'  vi'iliriiKlcliii;:.  <l.i'.i'  .-e ■-.■iiiiil   fi;.Mii<'ii   in  dm  l.-kst   ver- 

,hii.lcli.ikl.  komi  <!.•  srhiijvri-  Inn-  ..p  <l''  'l...,!  D'.  Kiir.U  l.ij  hn  -.'slii.ht 
|'';i^i(>;i  <.nl(i<-Mr  n'-rl ;i rifMi  ;iiin  (Irii  \.Mi  (In  1. hulst.  1.  II  .11  ..|i  .1.-  l.l;i<i\i;iUl«'. 
.\:iii;i:i;iiMl.'  <l.-ii    l..tii\v   <I.-/..t  ..r;:;in.-ii    \\.»r.ll    iii.'.l.'-.-.|.-.-|.|.   .hu    /.ij.   iii.-l    ••••n 

/,«MT  iiiiiiw.-  iiLiiitliii^:  ri;i;ir  l.nil.-ii  iiil  U..iii.-ii.l.  /i.li  hi 'H  'm  li''i   \v."fs.'l  s<»iiiH 

sicik  M-rlnkk.'ii,  li.'l;i.'.'ii  «l.x.r  .1.-  ri-nr.-ii  w.ndl  :i;ins.|i<.ii  w.-jijk  ;.'.-ni;i;ikl . 
lil  .1.' ..nlwikkcliii^^s^^'.-s.irKMlrnis  l.lijkl.  «hu   /.ij  in  w.Mk.-lijkli.id   \'-.|  v;in  d.- 

ii.M  l;iri('ii    hij    I  |t.)ni:ir;i    ii;iiii.iil;il;i    ;i  Iw  ijk.-ii,    \\;i;ir d.'   zij    *>\>   d<Mi    .mtsIimi 

;t;iiil)lik  \('<'l  oN.'ic.'iikonist   \  crlooncii. 

In  li.'l  S-*''  d.'.'i  .lil-  ,.Aiiii;il('s"  wci.l  .I.mm-  .M.'vr.niw  W  ••  h  <•  !•  .••■n»-  hf 
s.hrijviii;;  ^m'^cvcii  .•.•ii.-i-  svrnhoisc  \;in  .■.•n  /.o.-l  w  ;il.'is|M»ns  ni.l  .•.ii.'  Alj.', 
.looi- den  Jlcci- cii  M«'\  r.iiiw  W' e  1»  e  i-  in  lid  iii.-.-r  \  ;ni  .M;iirni<lj;iii  ..|i  Siiiiuitia 
;i;nii:<'tr<>rf.'ii.      hooi-d.-n  II. -er    K.iord.'is    w.trdt  nn.  in  d.-  i  \\<'<'d.-  \  «■iliaii- 

.l.-iiiiU  .■(Mi  gelijk  ;^.'\al  h.'s.hf.'\ en  cii  af^cl hk  naar  nial.'iiaal  .hmr  li<-ni  <•!! 

•lava  j,n"\(»n<lt'n.  en  wc!  op  lid  W  illis  ;^.'hci-^t('  iiahij  X^chcl  iii  cm  uwn  vau 
onisücek.s  ."io  niclcr  di.-ji,  itp  hijna  s(i(»  inclcr  huvcn  zeehoügte. 

Hel  derde  arlikcl  '^vcïi  cm  iiilNocri;;  ovcrzi.-lil  \an  d<*  hehuij^ii jk.-  iiil- 
koiiisteu,  waartoe  de  schrijver  is  geraakt  bij  eeu  groDt  aantal  proeven,  donr 
lieiii,  in  zijn.'  <inaii(eit  van  direeteni  \an  liet  P.isoei'oeansclie  i>f.t.'t'slat ion. 
ijediii-eiide  een  tijdsverh)op  \an  4  jaar  genomen.  Het  einddoel  bij  die  proe- 
ven waï^,  na  te  gaan  of  niet  door  ongeslachtlijke,  cbemiscbe  seb'ctie  van  bet 
suikerriet,  de  geïmporteerde  ot'  al  aanwezige  suikerarme  doeb  tegen  de 
serebziekte  immune  variëteiten  op  een  hooger  snikergelialte  te  brengen  zijn, 
ten  einde  daard.».)!-  bel  dure  imporieei-en  van  stekken  te  vermijden. 

hl  de  eerste  j)laats  moest  daarbij  worden  uitgemaakt  of  liet  snikerge- 
lialte bij  de  verscbil lende  stengels  eeiier  zelfde  rietplant  ongeveer  betzelfde 
is.  dan  wel  of  er  in  dat  opzicbt  belangrijke  versebilleu  tnsscben  die  stengels 
kunnen  voorkomen.  Voor  twee  variëteiten,  ,,Fidsji-"  en  ,.Iverab"riet  werd 
eerst  gevonden,  dal  er  inderdaad  \  rij  groote  verschillen  tnsscben  de  stengels 
van  dezelfde  planl  kunnen  zijn;  in  bet  algemeen  echter  bleek,  dat  bij  vele 
planten  alle  of  bijna  alle  stengels  een  vrij  boog  of  een  vrij  laag  suikergehalte 
bezitten,  waar  uit  viel  ió  ontleeuen,  dat  er  vooruitzicht  bestond  op  eene  uit- 
voerbare selectie  van  suikerrijke  plant  en.  Het  onderzoek  van  drie  uit 
zaad  gekweekte  variëteiten  toonde  aan,  dat  daar  de  varrabiliteit  belangrijk 
geringer  was.  De  schrijver  kwam  derhalve  tot  bet  resultaat:  1.  dat  het 
suikergehalte  der  stengels  eener  zelfde  suikerriet-variëteit,  bij  de  verschil- 
lende onderzochte  riet-tvpen,  groote  verschillen  vertoont,  zelfs  bij  stengels 


vau  dezelfde  pluut;  ±  dut  d(!  vaiiubiliteit  der  verschilleude  variëteiten  zeer 
uiteeuloopeud  is;  ;5.  dat  de  uitstoeliug  bij  de  ouderzochte  diiisteugelige 
varieteiteu  bijua  uitsluiteud  tot  deu  luüederstengel  is  beperkt,  zoodat  er  dus 
slechts  primaire  zijtakken  gevormd  vvoi-den,  terwijl  bij  dunstengelige  varië- 
teiten veel  secundaire  en  zelfs  tertiaire  zijtakkeu  tot  volledige  ontwikkeling 

geraken. 

Het  bleek  derhalve  noodig  bij  de  proeven  het  suikergehalte  van  de  ge- 
heele  plant  als  basis  bij  de  vergelijking  te  nemen,  en,  ter  elimiueeriug  van 
andere  invloed-hebbende  voorwaarden,  om  stekken  van  hoog-  en  van  laag- 
procentige  planten  naast  elkaar  te  planten.  Volgens  dit  programma  werd 
nu  eenige  jaren  gewerkt.  De  uitkomsten  van  het  eerste  dier  jaren  lieten 
zich  als  volgt  samen  vatten:  1.  in  de  meeste  gevallen  gaven  de  planten  die 
rijker  aan  suiker  zijn  ook  nakomelingen  met  een  hooger  suikergehalte;  2.  de 
suikerrijkere  planten  zijn  zwaarder  dan  die  welke  armer  aan  suiker  zijn; 
•A.  de  zware  planten  zijn  in  het  algemeen  suikerrijker  dan  de  lichtere  planten. 
Een  tweede  oogst  leerde  daarop:  u.  dat  bij  de  meeste  variëteiten  de  suiker- 
rijke planten  suikerrijkere  nakomelingen  gaven;  h.  dat  bij  de  meeste  varië- 
teiten de  suikerrijkere  nakomelingen  een  grooter  oogstgewicht  hadden; 
c.  dat  schijnbaar  homogene  bodems  groote  verschillen  in  oogst  kunnen  op- 
leveren en  het  daarom  zaak  is  kleinere  proefstukken  te  nemen;  i1.  dat  bij 
Cheribon-riet  de  nakomelingen  van  suikerrijke  planten  minder  door  de  sereh- 
ziekte  worden  aangetast  dan  de  nakomelingen  vau  suikerarme  planten. 

Dit  laatste  verrassende  resultaat  werd  in  het  derde  jaar  nog  nader  be- 
vestigd. Het  geleverde  bewijs,  dat  het  suikergehalte  van  het  riet  stijgt  met 
het  gewicht  is  een  andere  uitkomst,  waarop  niet  te  rekenen  viel,  doch  wier 
praktische  beteekenis  in  het  oog  springt;  hetzelfde  is  te  zeggen  van  de  ver- 
kregen wetenschap,  dat  zw  are  planten  zwaardere  nakomelingen  neven.  Door 
deze  beide  laatste  eigenschai)pen  werd  het  hoofddoel  van  de  geheele  serie 
proeven  boven  verwachting  bereikt,  namelijk  te  bewijzen,  dat  de  nakome- 
lingen van  suikerrijke  planten  suikerrijker  zijn. 

De  beknopte  verhandeling  van  den  Heer  Ko  orders  over  cauliflore 
planten  begint  met  de  bespreking  van  twee  Ficus-soorten,  de  bekende  Ficus 
Kibes  en  Ficus  geocar])a,  waar  de  receptacula  aan  lange  bladerlooze  takken 
worden  geproduceerd,  welke  aan  den  si am voet  ontspringen.  Ken  soortgelijk 
verschijnsel  wordt  voorts  aangegeven  voor  (\vrtandra  geocaipa.  tJyrtandra 
hypogea  en  Suaianja  calllliiix,  drie  interessante  planten  door  den  schrijver 
in  Noord-Celebes  ontdekt.  Eindelijk  worden  nog  Sageraea  cauliflora.  Ficus 
Vrieseana  en  Diospyros  cauliflora  beschreven  en  afgebeeld. 


10 

!>(•  (luui  «Idi  ll(»()j;l('('i;i;ir    T  <•  n  z  i  ;.'    ircj^cvcii  IK-Hchri j\  in^^r  dei-  \('j;(»tatie 
\iiii    l\  r;i  k;it;i  II    kIodt    \  ('iscliiMlfiii-   liji.'ii   :t  iiltil  \  |)i(-M   op^^cliiisliMMli   sliiil    zirli 
;i:iii  ;i;iii  lul  ;iilik<-l  in  lid  /.cNfinli-  fli-il  der-  .,A  iiiiiiIcH"  openhaal'  gemaakt  ovci" 
den  plant  ('11  ^loci  \  an  lid  cihi  ml  na  ili-  (iiipl  ir.      I  )ii(»i-  »lfii  scliri  Jn  i-r  zcll'  u  ni-(lt 
zijne  \  (•rliaiKleliii;;  nn;_n'\  eer  in  (je  \  (il;.'fn(|i'  uodidi-ii  ^"•icsiiinccrd  : 
1".    hl'   hcMiociint,'    \an    Krakalan    ii-n    \aii   (!<■    iialiiiii;,'c   *-ilan(l<Mi    ..  Xfilalf-n 
riland"  en  .,La  ii;;  ciland'i  ^aal    Ix-i  ickkcji  jk   lan;izaani   \<miiI.      In  «li-  licu 
en   i'cn    half  jaar.  die  er   \ ciIooimmi   zijn   Insscdif-n  d<'  (•«•isti-  en   d<'  tufcdc 
Itotanisclir  ((piM-niiti;^  is  lid  aantal  \aatplanlcn  nid  rcns  dii«'inaal  ;fi(>ulci' 
;,M'\\  ni-drn  ("-'(i  sooiti'ii   il!   |ss(i  en  <iL'  soorten  in    lS!»7i; 
2".   ()|t  alle  drio  do  cilandrn  liooji   nicn  aan  lioi  str-aiid  (\i-  zoo;:onoonido  ..l'os- 
( 'apra"tonnal  ie  de  overhand ;  Hhizophorcii  onihrokcn  noj:  ^ndnoj.  lorwijl 
allo<ni  op  ,,A'(Mlalcii  oiTdain]"  <>oii  IiohIh  \;ni  slrandhosdi  is  waar  lo  ni-nioii. 
Moor  landwaarts  in  is  (h-  flora  (h»or  oen   soort    \;iii   Sa\aiina   L'oroproson- 
looi'd.  nid   dcols  moor  dan  nianslioouo  j_'"asson.     ()p  th-  honxcls  on   in  d»- 
i'avijnon   ui-ooion   hiu<^ï'«'  j^'rasson   mot   weinitrc»  andoro   !Miancro;iamon   er) 
tali'ijko  \arons  te  zamon;  aan  do  stoilo  waTidon  licMicii  \  ai  ons  wo'^  cvonals 
tion  on  (h^u  lialf  jaar  jjcolodon.  «rohool  do  ov(M-harid.     lloostors  komon  er 
sloohts  woini<i  voor  on  boomon  bijna  in  het  pjohool  niof  (M.     Hof  slaat  dan 
ook  fo  vooT'zion.  dat  er  een  zeer  jjernimen  tijd  znl  modoo.  \oiloopon  al- 
vorens do  bovenste  lairen  dor  vii1kanis(die  massa  voldoomb'  zijn  \orweoid 
en  Inimns  i^cnooü  beval  fon  om  aan  een  liooj:  bosdi.  zooals  \  i-oe^er  op  do 
eilanden  aanwozij;  was.  het  aanzijn  te  <i:ov<mi: 
.'?".  TTof  nieerondool  dor  in  li?  jaai*  nioinv  ()])f;ofrodou   Phanoi-ojiamen  (riiiin 
()0%)  is  dooi'  zeestroom injion,  oen   ijoi-infroi-  i>orcentap:e  f*>2^  1  door  don 
Avind  en  sloohfs  zoim-  wf'inijic  soorten   (onj:('voor  7%)  door  bemiddollinp: 
van  vrucht enotendo  dieren  aanjjovoord. 

I>o  voorlaatste  verhan(b'lin<.r.  \an  d(^  hand  \an  Mo\ronw  \  ion  wou 
h  n  i  s,  leert  do  i-osnlfaf(Mi  kennen  van  (hmi  onderzoek  naar  de  eisonaardis- 
hodon  van  oen  ab_romeen  in  onz<'n  archijx'l  \orsproid  strand_s:ras.  dat  op  eene 
morkwaardifio  wijze  zijne  \indilen  in  staat  stolt  o|)  h(M  zeewater  te  drij\en. 
welke  oigensoha])  oen  liroofe  rol  s])oolf  bij  do  vorsproidinir  van  hot  cowas  en 
zijn  vooi'komen  op  xcr  van  elkaar  verwijderde  stranden  verklaart.  Do  uit- 
oenzettino-  mot  <le  haar  verj;('zollondo  platen  <;oeft  een  nanwkonrit;  inzicht  in 
de  manier,  waarop  de  bedoelde  ei jjenaardi ^lieden  tot  stand  komen. 

Het  laatste  artikel  handelt  mot  vrij  voel  nitvoorighoid  over  de  wijze, 


(')    Mei  uitzondering  van  eenige  Casuarina's  (»Tjemara's"). 


11 

waaroi»  bij  Ficus  hiita  de  kiem  ontstaat.  Hoewel  geheel  afdoende  zekerheid 
uiet  verkregen  kou  worden,  zoo  pleil  or  toeh  zeer  veel  voor,  dat  men  hier  met 
een  geval  van  parthenogenesis  te  doen  heeft.  Wel  is  wa^ir  komt  er  stuif- 
meel op  de  stempels  en  werd  dit  in  een  begin  van  kieming  aangetroffen,  nim- 
mer echter,  in  weerwil  van  het  buitengemeen  groot  aantal  onderzochte  ge- 
vallen, werden  er  toppen  van  stuif meelbiiizen  in  de  nabijheid  van  de  eicel 
aangetroffen,  ook  niet  in  die  stadiën,  waarin  de  bevruchting  zou  moeten  ge- 
beuren. Dat  die  bevruchting  inderdaad  achterwege  blijft,  wordt  nog  eenigs- 
zins  waarschijnlijker  gemaakt  door  de  gt^ringe  ontwikkeling  van  het  eiappa- 
raat  en,  vooral,  door  eene  geconstateerde  reductie  in  de  deeling  der  endo- 
spermkernen.  Er  werd  evenwel  niet  nagelaten  er  op  te  wijzen,  dat  in  weer- 
Avil  van  dit  alles  de  aangenomen  ])arthenogenesis  nog  ten  deele  (^en  hypothe- 
tisch karakter  heeft  en  het  beschreven  geval  derhalve  in  het  geheel  niet  o)» 
eene  lijn  is  te  stellen  met  hetgeen  door  de  onderzoekers  M  u  r  b  e  c  k  en 
J  uel   bij  de  geslachten  Alchemilla  en  Antennaria  is  waargenomen. 


\'an  het  ,, Bulletin  de  Tlustitut  botani(}ue  de  liuitenzorg"  verschenen  de 
nummers  V2  tot  15. 

Het  eerste  dier  vier  niimmers  bevat  een  in  de  Duitsche  taal  geschreven 
opstel  van  den  Heer  V  a  1  et  o  n.  getiteld:  ..Einige  Notizen  ueber  neue  und 
schon  bekannte  Arten  der  Gattung    (}  e  u  i  o  s  t  o  m  a". 

D^  y  a  1  e  t  o  n  heeft  het  geslacht  Geniostoma  aan  (M^ne  herziening 
onderworpen,  gebaseerd  op  het  (>nderzo<^k  van  een  tiental  soorten  —  waar 
onder  vier  nieuwe  —  deels  voorkomend  in  het  door  D'".  S.  H.  K  o  o  r  d  e  r  s 
op  Java  verzameld  herbarium,  deels  in  het  herbarium  van  de  1"^'"  afdeeling 
alsmede  van  eenige,  in  den  botanisclien  tuin  gekweekte,  levende  <'xemplaren. 
Eene  volledige  bewerking  van  het  geslacht  bleek  onuit voerbaai-,  daar  de  be- 
schrijvingen door  Ra  il  Ion  \an  Nieuw-Caledonische  soorten  gegeven 
(en  begraven  in  het  Bulletin  de  la  Soci^tf^  Linn(^enne  de  l*aris)  niet  geconsnl 
teerd  konden  worden. 

De  Heer  "S^  a  1  e  t  o  n  geeft  koile  in  liet  Latijn  gestelde  beschrijvingen 
der  tien  sooi-ten  —  wal  nil voei'igei-  voor  de  nieuwe  —  en  een  analvlisclie 
tabel  voor  liai-e  onderscheiding,  waaibij  hoofdzakelijk  van  de  gedaant<'  dei' 
meeldraden  wordt  gebruikt  gemaakt,  welke  organen  op  eene  ]»laat,  de  ver- 
handeling x'ei'gezellende,  woi'den  afgebeeld. 

Nummer  XI II  van  liet  ..Bnllelin"  bevat,  na  een  kort  voorwoord  van  d«ni 
ondergeteekende,  eenige  algemeene  bemerkingen  over  de  fauna  van  Buiten- 


12 

zoi}^  «-Il  (tniKirrkcri  \  ;iii  <lr  Ii;iri(l  \;iii<i<n  llii-f  I\  o  ii  i  ii  ^i  k  Im' i' ^' i- i .  liitT- 
oimIci'  \\<n<lt  l»i.i  <!"•  |i;ii  ;i^i  jiiil  (i\(i  li<i  I..1  imIImhi  w  /.(lölojritscli  (imliMZock  — 
over  (lil  iiiiiiiiin  T  ;^rli;iiMlcl(l,  slrclils  witnlf  :i;iii  (l'-/.<-  |(l;i;ils  \  i-i  iii<-l<l.  diil  lii| 
(Icli  (,ii(|ci  I  ilcl  .,/(i<(|()>;ii-  1"  (li;i;i;^l.  l»(/.i'  i  11  lin\  ;i  I  ii'  li'-i'fl  |i-ii  dncl.  (iiii.  Ill<"l 
\  ;isl  lidiKliii;^  \iili  (Icii  ;il;^ciiicciii"ii  lihl.  |im  li  |iiil)l  ii;i  I 'n-s  \;ili  In-l  '/.i)n\n'^\si  ]\ 
Miisriiiii  iiil^MniMlc  fii  Niiurdr  w  ciciis.liiiitiM'liJkc  \\<ti'|(1  in  lici  ;i  I;^ciihm-ii  \;iri 
1mI;iii;4.  uiidcr  de  /.icli  iti  lii'l  iii  j/dlidri'  ;i;ill  /.(Mdoj^ir  wijdriidc  ;^clc<Td<'li  !<■ 
killilH'ii  \  ris|i|ridcli.  \\;i;ird(K»r  Ie  ^'"lijk  \<>nr  ons  Ix'lilli^il'i  jkf  ficsdlli  II  <•!)  in 
I  uil   worden  mil  \  ;in;.'i-n. 

OiM  soorl^M'Iijkc  irdcncn  ;ils  dr  y.mt  >-\c\\  ;i;in|^i-\  uci-d"-.  dr;i;i;>'t  11'  X  I  \' 
i.,rii;ii  in;i<<d(ij;is(  lic  Mil  lliciliin^ii-n  \  on  !>'.  \\'.  <1.  1'.  •»  o  r  s  ni  ;i"i  (•«•n  under 
litcl:  .,rii;iini:ic()l(i^i('  I".  !><■/,<•  .,.M  il  I  licil  ijn;^i'ii""  Noinn-n  ft-ii  uil  t  i'«'ks('l  uil 
hel  n;i  if  nocinrn  1 1"  .■')L!  der  ...Mrdcdcclin^on  uil  "s  l.ands  l'kinlcnt  uin"".  I);i;ir 
in  lirl  \o(M;il'.uii;iud  jaiii\ oishi^^  dncir  den  s(dirij\<T  zrll'  fcii  (»\ nzirlil  dcizfdfdc 
oiMlcr/.orkiiiuon    is    ^o^cvcn    ihliidz.    T.'l    l(»l    7.")!    k;iii    d:i!ii-ii;i;ir    liii-r    woidcn 

\(I\\('Z('U. 

r.ullctiii  11-  X\\  ('indclijk.  Iioudt  in:  Iwcc  vci-liiuidclinjion  van  den  lieer 
\'  a  I  r  t  u  II.  de  ecue  <;etitokl  ,,lk'ilrap;('  zui-  '-;yn(»nyinik  ('ini.ucr  .Javaniscdion 
Sapindacecn  Ai-ton"'  do  andere  l*ayena  sli]Hilaris  llnrek  besclirijvendo  (voor- 
zien van  eene  afbeelding)  en  in  de  derde  jdaats  een  artikel  van  de  Heeren 
^an  ){  o  in  lm  i- i:  li  en  T  r  o  ni  ]>  de  Haas,  tot  tilel  dra-icnd:  ..liniMti- 
tance  de  Tanalyse  (diinii(ine  jionr  la  cnllure  des  arbres  a  (int  la-jter*  lia". 

Hel  eerste  artikel  handelt  over  eoDifje  onjuistheden  en  onzekerheden  in 
de  nmnenclatnnr  bij  de  familie  in  (inaostie,  terwijl  het  tweede  bernsl  oj»  eeue 
bewerking  van  voliedi*;-  materiaal  van  Payeua  stipnlaris.  door  \y.  vau 
]\  o  m  b  \i  I- ^  h  bij  jijelejienheid  zijner  reis  in  Sumalra  verzameld,  waardoor 
het  mogelijk  is  .u;eworden  eene  <;oede  beschrijving  te  makeu  van  deze  te 
voren  sleehts  zeer  onvolledig;  bekende  soort. 

In  hel  derde  artikel  w(trdt  door  de  schrijvers,  na  eene  korte  inleiding, 
er  op  gewezen,  hoe  de  toenemende  vi'aag  naar  getah-pertja  gepaard  met  het 
zeldzamer  worden  der  groote  exemplaren  nit  de  oorspronkelijke  wouden  vau 
die  soorten,  welke  het  beste  product  leveren,  er  toe  hebben  geleid,  dat  ver- 
mengingen en  vervalschingen  in  toenemende  mate  worden  in  toepassing 
geltracht.  Dit  zoo  zijnde  zoude  het  van  veel  waarde  zijn  eene  goede  methode 
te  bezitten  voor  het  taxeeren  der  werkelijke  waarde  van  getah-pertja  mon- 
sters. Op  chemisehen  weg  kan  men  ongelukkigerwijze  niet  geheel  tot  het 
gewenschte  resultaat  komen,  daar  niet  alleen  de  chemische  samenstelling 


15 

doch  evenzeer  de  physisohe  eigenschappen  eene  rol  bij  de  waardebepaling 
spelen.  Toch  kan  de  chemische  analyse,  zij  het  ook  wat  beperkt  in  hare 
aanwending,  van  veel  nut  zijn.  Het  ruwe  product  getah-pertja  toch  is,  af- 
gescheiden van  alle  opzettelijke  bijniengselen,  samengesteld  uit  eigenlijk 
gezegde  gutta,  uit  harsachtige  stoffen,  uit  stukken  van  de  medegekomen 
boomschors  en  water;  het  eerste  dier  samenstellende  deelen  nu,  kan  door 
chemische  analyse  worden  bepaald,  waardoor  het  mogelijk  is  de  monsters, 
die  rijk  zijn  aan  eigenlijke  gutta,  te  onderkennen  van  dezulken,  wier  gehalte 
daaraan  gering  is. 

Na  er  op  te  hebben  gewezen,  dat  de  methoden  door  ()  b  a  c  h,  G  r  a  s  s  e 
en  anderen  gepubliceerd,  niet  aan  het  doel  beantwoorden,  geven  de  schrijvers 
de  door  hen  gevolgde  manier  aan,  waarbij  bepaald  worden:  water,  onzuiver- 
heden,  harsen  en  zuivere  gutta.  Hoewel  de  door  hen  gevolgde  methode  ook 
hare  fouten  heeft,  welke  worden  aangeduid,  zoo  kan  zij  toch  zeer  goede 
diensten  bewijzen  en  dat  niet  alleen  voor  het  onderzoeken  van  handelsmon- 
sters doch  ook  om  uit  aanplantingen  van  op  het  oog  gelijke  of  althans  zeer 
op  elkaar  gelijkende  bpomen  die  exemplaren  op  te  sporen  van  welke  een 
minderwaardig  product  afkomstig  is;  door  voorbeelden,  ontleend  aan  onze 
eigene  aanplantingen,  zoowel  in  den  cultuurtuin  als  te  Tjipetir,  en  aan  een 
onderzoek  van  het  pi-oduct  van  twee  boomen  uit  den  botanischen  tuin  te 
P«Miang  (een  onderzoek  verricht  oj)  verzoek  van  den  Heer  C  u  i- 1  i  s,  leider 
van  dien  tuin),  wordt  dit  door  de  schrijvers  duidelijk  gemaakt. 


Van  de  „Mededeel ingen  uit  "s  Lands  riantenhün"  verschenen  in  het  ver- 
slagjaar de  volgende  aflevei'ingeu : 

52.  D''.  W.  G.  Boorsma.  Nadere  resultaten  van  hei  onderzoek 
naar  de  plantenstoffen  van  Nederlandsch  indir'.  (Zie  vorig  verslag  onder 
l»aragraaf  fi). 

5;}.  l)"".  J.  van  Breda  de  Haan.  Eene  aaltjes-ziekte  der  rijst: 
„Onio  mentek"  of  „Onio  banibang". 

54.  IV.   J.   C   K  o  n  i  n  gs  b  e  r  ge  r.     De  zoogdieren  van  Java. 

55.  I)*".  1).  .1.  H  i  s  s  i  n  k.  Verslag  van  de  o{>  Deli  uiet  betrekking  tot 
de  tabaksculluur  genomen  bemeslingsproeven  op  ])roervelden.  in  het 
jaar  1900. 

56.  TV.  E.  G.  J.  M  o  h  r.  Ov<M'  h«'t  .oogsten  van  Deli-tabak  op  ver- 
schillende tijden  van  den  dag. 

57.  !>'■.  .T.  (J.  Kramers.  Verslag  omti'ent  grondanalysen  van 
koffietuinen. 


u 

f)8.  TT.  C.  ir.  de  IJ  i  o.  De  hindltoiiw  *]*-]■  inliiridHclH'  IxMolkinf^  op 
.Jav;i  ((  woede  i^edcclh*). 

r.1».  I)^  S.  11.  K  o  <»  i-(l  (•  I  s  i-ii  I»'.  Th.  \'  :i  I  <•  l  o  II.  I'.ijdrage  II-  8 
lot   (!<■   kciiiii.s  (ItT  l»()(»iiis(M»ilcii   (i|i  .lava. 

(iO.  I )'.  I ).  .1 .  1 1  i  s  s  i  II  l<.  \'ci  slat:  \  aii  (II-  <i|»  I  )(li  iiM'l  Im-I  icUUiii;;  l(tt 
<lt'  laltaksciill  iiiir  ^ciKMniMi  Imhicsi  iii^s|»i()f\  en  oj»  pniflv  cltlcii  in  lit-l 
jaar   l'.tOI. 

\'aii  (ic/c  a  ricNciiii^fii  Irrll  iiicii  in  <|c  ImM  loUkcii  |»ara;^ia|ilifii  van  dil 
\crsla};,  Ziioais  ook  in  andcir  jaii'ii  h'  ddi-n  ;;t'|(riiiivrii Jk  was,  korlt;  (ncryarli- 
Ifii  aan,  Ix-iiahc  \aii  ir'.~)S,  w  aaionii  nnl  daai(»ni  liici  iels  wordt  medegedeeld. 

IMl  iwcfdc  deel  \  ai)  liet  ini((i;j;('  werk  \uii  den  Heer  de  15  ie  houdt  een 
/.eer  iiil\ oeiii^cn  ai[dial)eLis(lieu  index  oj.)  de  beide  deeleii  in  eu,  \u  eeu  auu- 
lKiu^.sel,  een  aantal  loeliehtiugen  op  het  eei-Hte  deel.  Voorts  beHtaat  het 
li(t(»rd/akelijk  nit  dii<'  liourdsliikkeii,  getiteld;  ,,IJeig(iill  niii",  ,,Kiuid(,Mij'"  en 
„llandelsgewassen".  Llel  eerste  hooldsluk  handelt  over:  aardappelen,  kool, 
uien,  knoflook,  enz.  zoomede  selderij  en  waterkers;  het  tweede  over  verschil- 
lende door  de  bevolking  geteelde  kruiden,  als:  Gember,  Alpinia,  Kaempfe- 
ria's,  Klett aria's,  Amonium,  Coriaudrum,  Oeimum  enz.;  het  derde  over:  tabak, 
indigo,  Morinda,  Sapan,  katoen,  djarak,  suikerriet  enz.,  gewassen  aangaande 
w  ii'f  \vij/,e  \an  cnltnni'  en  bemesting  door  de  bevolking  de  vereischte  ge- 
gevens worden  verschaft,  terwijl  er  aan  is  toegevoegd  een  overzicht  van  de 
teelt  van  zoet watervisch  o])  sawah's. 


De  rubriek  „Korte  berichten  uit  "s  Lands  Planteuluin,  uitgaande  van 
den  Directeur  der  inrichting'",  in  jaargang  i:>  van  het  tijdschrift  „Tejs- 
mannia",  houdt  in: 

l.     T)'".    P.'   van    U  o  m  b  u  r  g  h.     Over  1'isang  vezel  bereiding. 

Ü.  D'.  E.  C.  J.  M  o  h  r.  Mededeeliug  omtrent  eenige  Psychrometer- 
proeven,  genomen  in  Deli,  11U)1,  1. 

3.  D'.    E.    C.   J.    Moh  r.     Ibid.  II. 

4.  !)'■.  VV.  K.  Tromp  de  Haas.  Uitkomsten  van  enkele  in  1901 
verrichte  altappingsi»róeven  met  Hevea  brasiliensis,  in  den  Cultuurtuin  te 
Tjikeunieiih  verkregen  (vervolg). 

5.  D'.  J.  C.  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  g  e  r.  Over  de  insecten,  die  mogelijker- 
wijze bij  de  vers]>reiding  der  Surra  een  rol  spelen. 

(i.  D"".  P.  van  R  o  m  b  u  r  g  h.  Eenige  aanteekeningen  over  de  in 
Buitenzorg  gekweekte  Ooffea  stenophylla  Don. 


15 

7.  D"".  P.  V  a  n  R  o  m  b  u  r  g  11  en  D^  W.  R.  Tromp  de  Haas. 
Het  belang  vau  chemisch  onderzoek  voor  de  getah-pertja  cultuur. 

8.  D''.  E.  C.  J.  M  o  h  r.  Korte  beschouwingen  over  eenige  proeven 
aangaande  het  drogen  der  tabak,  genomen  met  behulp  van  psychrometers, 
in  Deli,  19U2. 

9.  D^    D.    J.    H  i  s  s  i  n  k.     Tabaksasch,  Kalisalpeter  en  Guano. 

10.  D^  D.  J.  H  i  s  s  i  n  k.  Eenige  resultaten  van  tabaksbouw  in  Deli 
op  met  Albizzia  nnduceana  gereboiseerden  grond,  met  plan  voor  19U3. 

11.  IV.  W.  R.  ïromp  de  Haas.  Uitkomsten  van  in  1902  ver- 
richte aftappingsproeven  met  Hevea  brasiliensis  in  den  Cultuurtuin. 

In  het  eerste  artikel  geeft  de  Heer  van  R  o  m  b  u  r  g  h  een  overzicht 
van  de  opgedane  ervaringen  met  de  cultuur  van  Fisang-soorten,  ter  ver- 
krijging vau  vezels  zoowel  Manilla-hennep  als  „Pisang  radja""  en  „Pisang 
soesoe"",  zoowel  naar  de  resultaten  in  den  Cultuurtuin  als  elders  verkregen; 
wat  de  beide  laatste  variëteiten  betreft,  wordt  in  het  bijzonder  gewezen  op 
de  uitkomsten  op  de  onderneming  „Pouowareug"  (in  Pekalongan)  verkregen 
en  op  hetgeen  ter  zake  is  gedaan  door  den  Ingenieur   van  der  P  1  o  e  g. 

Nadat  vroeger  dour  den  schrijver  van  het  tweede  artikel  reeds  gewezen 
was  op  de  noodzakelijkheid  om  in  vele  gevallen  de  suV)jectieve  schatting  vau 
temperatuur  en  vochtigheid,  bij  het  tabaksdrogeu,  door  objectieve  waar- 
neming te  vervangen,  wordt  hier  door  hem  eene  eerste  poging  gedaan  ter 
beantwoording  vau  een  aantal  vragen,  van  beleekeuis  bij  het  drogen  vau 
tabak,  met  behulp  van  psychrometers.  De  al  verkregen  gegevens,  die  wor- 
den vermeld  en  met  tabellarische  overzichten  toegelichl  zijn  nug  weinig  in 
getal;  niettemin  werden  zij  openbaar  gemaakt,  zoowel  om  een  denkbeeld 
van  de  te  verkrijgen  definitieve  uitkomsten  te  verschaffen,  als  ook,  en  vooral, 
om  de  wijze  vau  waarnemen  en  het  verwerken  der  gegevens  bekend  te  maken 
en  daardoor  op  te  wekken  tot  het  doen  van  een  grooter  aantal  waarnemingen, 
die  meer  zekerheid  der  conclusies  zullen  brengen. 

Ue  volgende  vragen  werden  in  het  oog  gevat:  I,  bestaat  er  verschil  in 
temperatuur  en  relatieve  vochtigheid  der  lucht  buiten  en  binnen  de  droog- 
schuur  eu  zoo  ja,  hot;  groot  is  dit  op  verschillende  tijden  van  den  dag;  11,  hoe 
verandert  dit  vers«diil  tusschen  buiten  en  binnen  in  de  schuur  met  het  open- 
of  gesloten  zijn  der  „tinkeps";  111,  herschen  er  op  verschillende  plaatsen  in 
de  S(;huur  vers(;hillt'ii(le  condities  \;iu  Iniiperatuur  en  relatieve  vochtigheid 
(Ier  lucht  en  welken  invloed  heeft  wind;  l\',  lioe  \eiaiuleren  genoemde  com- 
dities  met  den  ondeiihtin  der  t«^  diogen  labaU;  \',  welken  invloed  hebben 
vuren. 


ir. 

lid  l)|(i-|^.  (|;ii  II  /.i<  Il  (liiidclijkc  vciscliillcii  Mtordot-n  iii  temporatuur 
I  iisstlifii  (If  liiiilciiliiclil.  i'ii  tic  liwlil  in  (!»•  (li<)(t;is<  liiiiir,  en  dal  lifl/fil(l<'  bfl 
j^eval  is  im-l  d»-  i-clatieve  vddilij^iifid,  Icrwijl  de  scliiijv  ci-,  aiicH  U;  zaïui'U 
\alh'iidc,  i(»t  de  \(i|M(.|idc  coik  liisic  i^ciaaUl:  waiidtii  i-ii  dakb«*dekkiugeu 
iiiorU'ii  Z()(«laiii;;  /iju  ;4f(oiisl  iihm  rd,  d;il  /ij  diiv  ;;fiiiM-;^  /-ij'i,  <mi  dt-  Iciiipe- 
lalmir  yax)  wciiii};  mogelijk  Ic  dijcn  stIioiiiiiifhMi,  en  sooial  d«*s  iiachlh»  vol- 
d(»('iidc  liooj;  If  lioiidcii.  Ncidcr  dicht  {^cnoc;^,  om  de  l.iiiiicndi-iuj^eiide  naclil- 
liirlii  \;iii  mist  fii  iic\('l  Ic  ziii\  ficii,  ril  tcvciis  liaic  icmpcrai  mir  ccnigHziiis  Ic 
\  cilioo;;!-!!.  I»;i;ir  lc;;cii(i\  er  (•(  lilt-r  (toiv  iMtrmis  j^cnofM,  uin  voldoende  luclil- 
vcivcrscliin;;  mo;;('lijk  Ic  mailen,  (iah-n  t-ii  sitlcicii.  m.  a.  w .  .slerhic  alwci- 
I<iug,  zijn  dus  \ ci-dcrl'idijkt'r  daii  Ic  luclilij^c  atap.  Wal  lici  siokcn  aangaat 
wordt  noj^  opgemerkt  dat  het  lesullaat  er  vaii  tweeeidei  blijkt  te  ziju,  uamc- 
lijk:  in  de  nabijheid  van  het  vuur  mag  de  relatieve  vochtigheid  iets  vermiu- 
dcrcu,  aun  hel  andere  einde  vau  de  schuur  daareutegeu  is  zij  eveuveel  ver- 
meerderd. 

Aan  het  slot  van  hel  tweede  stuk  over  hetzelfde  onderwerp  geeft  de 
Ilccr  M  o  11  r  in  een  résumé  de  verschillende  verkregen  uitkomsten  in 
aphoristischeu  Norni  aan.  Aan  dat  résumé  moge  nog  het  volgende  worden 
ontleend.  Gemiddeld  is  het  verschil  tusschen  binnen  en  buiten  het  grootst 
om  ongeveer  li  uur  voormiddag;  men  vindt  echter  bijzonder  groote  verschil- 
len bij  plotselinge  weersverauderiugen,  zoodat  men  goed  doet  bij  de  eerste 
voorteekencn  daarvan  de  schuren  te  sluiten.  De  dagelijksche  schomme- 
lingen van  temperatuur  en  relatieve  vochtigheid  zijn  voor  de  buitenlucht  veel 
groot  er  dan  voor  de  lucht  in  de  schuur.  Het  is  in  het  belang  van  een  gelijk- 
matig opdrogen  der  tabak  dat  de  genoemde  schommelingen  in  de  schuur  zoo 
klein  mogelijk  zijn.  Het  openzetten  der  tinkeps  is  iets  wat  men  tot  een 
minimum  moet  trachten  te  beperken;  bedekte  lucht  is  echter  geen  reden  tot 
het  gesloten  houden  der  tinkeps.  Boven  in  de  schuur  is  het  doorloopend 
warmer  en  droger  dan  beneden,  terwijl  beneden  weer  verschil  is  tusschen 
middenin-  en  naar  de  zij-tinkeps  toe,  voornamelijk  zoo,  dat  de  dagelijksche 
schommelingen  middenin  geringer  zijn  dan  naar  de  zijden  toe,  en  het  in  het 
midden  het  vochtigste  is.  Wil  men  stoken  in  de  schuur  dan  doe  men  dit  over 
de  geheele  lengte,  wil  niet  de  waterdamp  van  de  vuren  in  de  niet  gestookte 
kamers  de  vochtigheid  gaan  verhoogen. 

De  schrijver  eindigt  met  er  nogmaals  op  te  wijzen,  dat  alle  proeven 
meervoudig  herhaald  zullen  moeten  worden  om  het  door  hem  gegeven  over- 
zicht aan  te  vullen  en  eventueel  te  corrigeeren. 

Het  artikel  van  den  Heer  T  r  o  m  p  d  e  Haas  vormt  oon  vervolg  oj»  het 


17 

besprokene  in  het  vorij^;  jaarversla};  (bladz.  22).  Van  de  verkregen  uitkom- 
sten laat  zich  liier  vermelden,  dat  duidelijk  bleek  hoe  de  hoeveelheid  door 
insnijdinj>en  verkre<;en  caoutchouc  nu:>er  afhangt  van  den  omvang  der  af- 
zonderlijke boonien  dan  van  het  aantal  stammen  op  een  gegeven  oppervlakte 
gronds  staande.  Op  vier-  of  vijfjarigen  leeftijd  zijn  de  Hevea-boomeu  nog 
in  het  geheel  niet  tapbaar;  van  een  viertal  zulke  boompjes  werd  slechts 
enkele  grammen  product  verkregen. 

Het  is  bekend,  dat  de  onder  den  naam  van  „Surra"  aangeduide  ziekte 
van  paarden  en  runderen  wordt  veroorzaakt  door  een  micro-organisme  dat 
in  het  bloed  huist,  terwijl  het  waarschijnlijk  is  te  achten,  dat  de  overbrenging 
van  die  parasieten  van  het  eene  dier  naar  het  andere  plaats  heeft  door  in 
secteu,  op  dezelfde  wjze  als  de  ,,Texaskoorts"  der  runderc^u  door  steken  wordt 
verspreid  en  de  beruchte  paardenziekte  in  Zuid-Afrika  door  de  steken  van  de 
Tse-tse  vlieg  wordt  te  weeg  gebracht.  In  de  eerste  plaats  viel  derhalve  na 
te  gaan  welke  insecten  ten  onzent  de  voor  surra  vatbare  diereu  door  hunne 
steken  lastig  vallen  en  dus  als  overbrengers  der  ziekte  in  aanmerking  zou 
den  kunnen  komen.  Zoo'danige  insecten  naar  Buitenzorg  overgezonden  en 
door  den  Heer  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  g  e  r  onderzocht  bleken  te  behooreu  tot  de 
volgende  diervormen:  teken,  luisvliegen,  tabaniden  en  chrysopiden,  musciden. 

Deze  laatste,  de  eigenlijge  vliegen,  zijn  het  tot  wie  men  zich  in  de  eerste 
plaats  zal  hebben  te  wenden,  naar  het  schijnt,  om  proefondervindelijk  uit 
te  maken  of  vliegen  eenig  aandeel  in  de  verspreiding  der  surra  hebben.  Dit 
is  de  conclusie,  waartoe  het  vijfde  opstel  komt. 

In  het  volgende  artikel  doet  de  Heer  van  R  o  m  b  u  r  g  h  mededeeling 
over  groei  en  samenstelling  van  Coffea  stenophylla,  in  den  (Jultuurtuin  in 
een  gering  aantal  volwassen  exemplaren  aanwezig,  en  voortgekomen  uit  zaad 
uit  den  botanischeu  tuin  te  Singapore  ten  geschenke  ontvangen.  Oude  bla- 
deren van  deze  koffiesoort  hadden  bij  onderzoek  geen  caffeïne  opgeleverd; 
nadat  de  boomen  in  den  West-moesson  jong  blad  hadden  gemaakt  werd  dit 
onderzochl  en  bleek  het  (),HÜ%  caffeïne  te  bevatten. 

Het  artikel  van  den  Heeren  van  Komburgh  i-n  Tromp  de 
Haas  geeft  in  de  Nederlandsche  taal  hetzelfde  als  het  hitnltoven  kort  be 
sprokene  uit  het  XV''  nummer  van  ons  Bulletin. 

In  het  volgend  artikel  geeft  de  Heer  M  o  h  r  een  overzicht  van  de  resul- 
taten der  verder  in  Deli  gedane  proeven  om  met  behulp  van  psychronu^ers 
de  beste  condities  voor  het  drogen  van  tabak  te  vinden. 

Verslag  van  'slands  pla.xtëntuin  1902.  2 


18 

In  lief  ii]fj^('mf'('U  werd  (l(»(ii  de  niciiwi-  |m<h'v<'ii  iMScsli;;»!,  li»l;;fM'ii  viocpjpr 
v\;iH  vvaar^ciKMiK'ii  hfliclTriKli'  <|c  \  crscliiUcn  <i|(  \  i-isi|iillfni|f  |ilaats«'ii  van 
(If  (lr'00}j:Hchiiiii' ;  vooijil  (!<•  \  cisrliillfii  huscii  t-n  l»i-iii<li-ii  in  «l»-  si  Iniiii-  \\;irfij 
Wedi-T  (»|iiiii'ikc|  i  il\.  |»i-  ;ji-(|;iin-  w  ;i,ii  in-iiiili;.'ili  |j;i\fli  aa  lih-idi  li'.; 
dttor  di'll    lieer     M  o  ll   l     den   l;i;id    ie  doen   ;je\en   (ini    nieeideie   \eniilalie  li(l\cn 

in  de  sriiiiien  aan  Ie  l»ien;_'en.  \',\'\  eene  ;jed;ine  iniiel.  waar  men  srlnMir 
slecnen  <»|»  den  n(dv  \;in  de  sejninr  had  aan^^elnai  hl .  Ideek  een  /.eer  niiMi|^ 
idTecl  Ie  zijn  \erkie;^en.  I)il  'j.:\\  den  s<hiij\er  aaidcidin^i  nu;^  niei  nu  er 
aandranj^  terii;:,'  Ie  l;t»nii'n  (t|t  een  \  ine^^er  al  dixtr  hem  iiiin;ie;;e\  en  deniJneid, 
namelijk  om  de  dru(»j.;s(  huren  \an  een  dnldiej  dak  h-  \<)(»r/ien,  <d'  len  minste 
in  die  ri(  hiini;  proeven  Ie  nenn-n. 

In  zijn  tt[»slel  over  tahaksasrh,  ka  lisiiljteler  en  .."inami"  tdal  wil  /e^i^en 
»h'  onder  dien  naam  op  heli  ^ehruikl  \\(»rdende  nn-slslol)  ^eejl  h'.  II  i  s- 
sin  k  in  de  eiM'sle  plaals  de  nilk(»nislen  \an  eeniiie  unalvses  \an  lienj  l<»e<j;L*- 
zonden  lahaksasi  li.  Daarbij  bleken  d«^  siliadelijke  lieslanddeelen  (dilooi-  nn 
zwa.velznnr  .slechts  in  «geringe  boeveelhuden  voor  Ie  komen.  Het  lage  kali- 
gebalte  gaf  vouial  aanleiding  lol  den  raad  meer  zor^  aan  de  \erass(diing  ie 
besteden,  waartoe  eenige  wenken  worden  \erslrtd;l,  alsnied»'  gegevens  om 
eeuigszins  uit  te  maken  ol"  de  grootere  uitgaven  vooi-  die  njeerdere  zorg  ver- 
moedelijk al  dan  niet  loonend  zullen  zijn.  In  de  I  weede  i>laats  wordt  de 
vraag  besproken  of  bet  wel  geraden  is  guano  en  asi  b  Ie  zanien  toe  te  dienen, 
eene  werkwijze,  die  aaii  den  eenen  kant  natuurlijk  arbeid  uitspaart.  do(  b  aan 
de  andere  zijde  bet  nadeel  betdt,  dal  men  dooi-  bet  ontwijken  van  ammoniak 
een  verlies  aan  stikstof  lij«lt.  De  s(  brij  ver  komt  tol  bel  besluit  in  bet  alge 
meen  den  raad  te  moeten  geven  guano  afzonderlijk  toe  te  dienen  en  bierman 
slechts  dan  af  te  wijken,  wanneer  men  vermengt:  8  deelen  eener  guano  van 
5%  stikstof,  10%  phosphorzuur  (en  1(1%  kali)  met  l  deel  tabaksasch  en  deze 
vermenging  den  dag,  voordat  bet  mengsel  gebruikt  wordt,  plaats  grijpt. 

Tegen  vermenging  van  guano  en  kalisaljietei-  o]i  Deli,  eenigen  tijd  voor 
bet  gebruik,  bestaat,  naar  schrijver  aangeeft  geen  bezwaar;  over  de  wijzen 
van  toedienen  op  gronden  van  verschillende  geaardheid  woorden  ten  slotte 
eenige  wenken  gegeven. 

Het  voorlaatste  artikel  is  eene  voorlooi)ige  mededeeling  over  den  invloed 
van  Albizzia  groei  op  den  later  op  den  bodem  te  teelen  tabak.  De  te  dien 
aanzien  verkregen  resultaten  blijken  op  nog  veel  te  weinig  en  te  onvoldoende 
gegevens  te  berusten  om  tot  een  afdoend  ooi'de(d  te  geraken,  zoodat  kritische 
beschouwingen  dien  aangaande  nog  geenerlei  recht  van  bestaan  hebben. 
IS'aar  het  oordeel  van  den  Heer   H  i  s  s  i  n  k   w  as  voorloopig  geen  ongustige 


19 

conclusie  teu  opzichte  van  de  Albizzia-tabak  uit  het  tot  nog  toe  waarge- 
noniene  te  trekken. 

In  het  laatste  aitikel  j-aat  de  Heer  T  r  o  ni  ]>  de  Haas  voort  met  het 
vermelden  der  uitkomsten  van  de  aftappingsproeven  met  Hevea  in  den  cul- 
tuurtuin.  Die  resultaten  worden  in  tabellarischen  vorm  medegedeeld. 
Vroeger  was  waargenomen,  dat  de  ui.  een  boom  te  winnen  caoutchouc-hoe- 
veelheid  niet  meer  evenredig  is  aan  de  lengte  der  insnijdingen,  wanneer  deze 
een  bepaalde  grens  heeft  overschreden.  Er  werd  getracht  in  de  eerste  plaats 
die  grens  nader  te  bepalen.  Het  bleek  op  nieuw  hoe  de  weersgesteldheid  van 
invloed  is  oj)  het  te  verkrijgen  quantum  caoutcliouc,  hetgeen  van  een  planten- 
phvsiologis<-h  standpunt  alleszins  begrijpelijk  is.  Wijders  werd  andermaal 
het  te  voren  reeds  geconstateerde  feit  waargenomen,  dat  het  benedenste 
stamgedeelte  het  rijkst  aan  uitvloeiend  melksap  is. 

§  III. 

l^t'  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(HERBARIUM  EN  MUSEUM). 

Bij  het  gaan  xau  den  ondergeteekende  naar  Europa,  was  hem  ook  o\)- 
gedi'agen  het  doen  der  noodige  voorbereidende  stappen  om  tot  eene  vervulliu"- 
der  nog  altijd  vaceerende  betrekking  van  chef  dezer  afdeeling  te  geraken. 
Wel  kon  aan  die  opdracht  ten  slotte  worden  voldaan,  echter,  door  een  samen- 
loop van  toevallige  omstandigheden  van  den  wil  van  steller  dezes  geheel  on- 
afhankelijk, niet  voor  het  einde  van  het  verslagjaar.  Kan  er  dus  andermaal 
over  deze  afdeeling  w^einig  belangrijks  worden  gemeld,  aangenaam  is  het 
althans  hieraan  de  verklaring  te  kunnen  toevoegen,  dat  een  volgend  verslag 
het  weder  intreden  van  den  normalen  toestand  zal  kunnen  berichten  en  de 
opening  eener  nieuwe  i)eriode  van  energieke  werkzaamheid  op  systematisch 
botanisch  gebied. 

Evenals  ten  vorigen  jare  had  de  Ulh^v  \'  a  1  e  t  o  u  de  bereidwilligheid, 
als  ambtenaar-kruidkundige  bij  de  VII''''  afdeeling,  bij  het  bewerken  der 
collecties  van  de  boschboomflora  tevens  de  determinatie  te  veirichten  van 
eenig  materiaal,  tot  verschillende  families  behoorend.  uit  ons  algemeen-  en 
tuin  herbarium.  \'an  den  Heer  F  1  e  i  s  c  h  e  r  werden  wedei'om  twee  porte- 
feuilles nu't  bladmossen  ontvangen,  gedetermineerd  bij  zijne  bewcM-king  der 
mossen  voor  de  Flora  van  Buitenzorg. 

Behalve  de  Heer<Mi  D.  T  i- a  i  u.  Directeui'  van  den  boianisrheu  tuin  te 
Calcutta  en  J.  Buugoë  te  Naestved  in  Denemarken,  die  de  goedheid 
hadden  resp.  Indigoferas  en  Botamogetou's  uit  ons  algemeen  herbarium  aan 


20 

f<'no  rfviHi<'  te  onrtfiwor])f*n,  v\<i(J  no^  i<  rii^Mtnt  v;in<i«*n,  van  il»-  r»iit<fif  \;in 
«If'ii  hotaiiiHcluMi  fniri  !••  !\('W,  ft-in'  ^M-dfifiiiiiiirci-di'  \fi/;iiii(liii;^  Amisiio 
cladiiccjic  ('II  I  )i|»tfi(»(;ii|);i(»;h'.  wtlkty.ij  in  dd  lijd  uji  vt-i/ock  \aii  liit-r  i»m' 
ht'W  cikili^  IkkI  hiiI  \  ;iiiu».ii. 

Dr  Hf»  Tfii  I).  M  f  I- !•  i  t  1  \;iii  .M;iiiill:i  .11  < '.  A .  I'.  a«k.-i  uil  l'.alavia 
Vfitoi'ldrii  (•♦■iiij^cii  tijd  in  dr  :ildttl  in;^  It-r  txsl  ndft  rmii  d<'r  lii)r;i  \;in  dtii 
O.  I.  Anliii)»'!. 

Daar  dr  wrik/aanilirdni  san  drn  < 'onsnv  nlor  rn  \an  lit-i  inlaiidsrli  jm-i- 
sunrrl  dt  r  afdfclin^i  overigens  van  drii  ztlldfn  .inid  \\;iicn  ;il>-  die  in  Int 
V(>ri}4  vt'islaji  \criiicld,  /oo  lno^t•  da.nnaar  \ ciwr/rn   \s(iid<n. 

Zdoals  in  jiarat^raat'  I  is  \»'rnicld,  wnd  in  di-n  l.i((|)  \;in  hri  v«*rsla^jaar 
aan  th'ii  mantri  bij  InM  liorbaiinn;,  .Mas  Ars  in,  dr  /.il\(irn  strr  vottr 
trouw  ril  vrrdicnHtc  l<K'ji«*k(*nd.  Ilri  is  liirr  dr  jilaats  om  rv  nni  mi  mkrl 
woord  o|»  l<'  wij/<'n.  lior  drzr  inlandsriir  hcanilitr.  dir  nirt  niindri  dan  .''.<i 
jaai'  in  vrisrhillcndr  lictirkkinfit-n  bij  's  bands  rianiriilnin  is  ucrk/.aani  <^r- 
wrrsl.  rn  arhtcrrrnvoljirns  iU-  naluiiron(lei'/o»'krrs  S  <•  li  r  f  f  r  r.  I' o  r  b  r  ja 
en  H  n  1' e  k  op  luinnt'  botanis(hr  loi/.cn  in  den  Arcliiprl  hrrti  \rrj;r/rbl, 
zich  steeds  door  ijver  en  toewijdinj;  heeft  j^ekennierkt  en  hij  trvms  mi  drr 
beste  voorbf^Ulen  is  van  de  aanzienlijke  kennis,  wrllce  door  inlandsihr  br 
anibtrn  (»|)  natuurwetenschappelijk  gebied  verworven  kan  uoiMlm,  zondri  dat 
dit  aan  h«'t  belutud  rnirr  niinnirr  talriidr  brsthridriilirid  ook  dr  ^erin^ste  af 
breuk  doet. 

Behalve  het  ^••ewoou  ondi'rhoud  werden  ^rrii  hrrstellin^m  of  verandr 
riugen  aan  de  localiteiten  der  afdeeliug  verricht. 

De  aanwinsten  onzer  collecties  bestonden  in  het  verslagjaar,  brhalvr  uit 
de  reeds  benoemde  .Musci  frondosi  van  den  Hrer  F  1  e  i  s  c  h  e  i  rn  erne  aan 
•gekochte  verzameling  van  15;i  in  Siain  bijeenoebra<hrr  hnbarinin  sprciniina. 
uit  de  volgende  schenkingen: 

1.  \'an  l'rof.  D'.  E.  Rosé  n  stock  uil  <i(»tha,  27ii  hribarium- 
specimina. 

2.  \'an  den  Dirt^tenr  van  drn  Itoranischrn  tuin  te  Berlijn: 

a.  LML*  heib. -specimina  door  Weiland             verzameld  in  N iriiw-Guinea; 

ft.  12S       „            „  „      L  a  n  t  e  r  b  a  c  h              „           „         ,,           „ 

c.  2:>       „             „  „Ze  w  a  n  d  o  w  s  k  \        „  „         ,.           „ 

d.  2(5       „             „  „      bot.    div.  „ 

e.  \'.V.i       „  „  „      Heil  wig    en     S  e  h  i  ni  }» r  i'     \er7.anield    in 
Nieuw-(5uin<»a  en  in  Aliyssinië; 

ƒ.      77  herbarium  specimina  uit  het  Herb.  (iottsche  tHepaticae), 

8,     Van  het  Bataviaasch  ( Jenootschaji  van  Kunsten  en  Wetenschappen; 


21 

Gambir  uit  de  Gajoe-landen,  bast  van  den  ,,Kónjèr"boom  eu  bast  van  den 
,,Nanet''boom. 

4.  van  den  Heer  T.  O  t  t  a  o  1  a  n  d  e  r  te  Pantjoer  (Besoeki)  182  ge- 
droogde specimiua  van  aldaar  in  het  wWd  groeiende  of  gekweekte  gewassen. 

5.  van  den  Directeur  van  den  botanischen  tuin  te  Sydney,  44  herbarium- 
specimina  van  het  geshicht  Eucalyptus. 

0.  Van  den  Heer  J.  Baagoë  te  Naestved  in  Denemarken  35  Pota- 
mogeton's. 

7.  Van  den  Directeur  van  den  botanischen  tuin  te  ('alcutta,  IIU  herbar. 
specimina  van  Britsch- Indische  soorten. 

8.  Van  het  „Botanical  Museum  of  the  Forestry  Bureau  of  the  Philip- 
pine  Islands"  (door  welwillende  tusschenkomst  van  den  Heer  E  1  m  e  r  D. 
M  e  r  r  i  1 1)  eene  belangrijke  verzameling  van  929  Lerbarium-specimina  uit 
de  Philippijnsche  eilanden. 

9.  Van  den  heer  J.  S.  (lam  b  Ie  te  Kew:  5,">  specimina  van 
Bambuseae. 

De  belangrijkste  verzendingen  door  de  afdeeling  gedaan  waren  de 
volgende : 

1.  Aan  den  Heer  Gast  e  r  te  Tjimahi,  herbarium  van  12  verschillende 
voedergrasseu. 

2.  Aan  Prof  K  o  s  e  n  s  t  o  c  k  te  (iotha,  82  herbariumspecimina  van 
Filices. 

3.  Aan  den  Heer  H  e  ij  s  t  e  k  te  Buiteuzorg  herbarium  van  42  gras- 
soorten. 

4.  Aan  den  Heer  P  o  u  r  c  h  e  z  te  Buiten  zorg  herbarium  van  44  gras 
soorten. 

5.  Aan  den  Heer  ('.  B  e  1  h  a  1 1  e  te  Parijs,  190  verschillende  herba 
rium-specimina. 

6.  Aan  den  Heer  E  ij  c  k  e  te  Semarang  herbarium  van  KHI  verschil- 
lende cultuurplanten. 

7.  Aan  den  Hoogleeraar  Wijsman  te  Leiden,  herbarium  van  lil 
verschillende  medicinale-  en  cultuurplanten. 

8.  Aan  den  Heer  D.  P  r  a  i  n.  Directeur  van  den  botanischen  tuin  te 
Calculta,  25  Dioscorea-soorten  iiit  onzen  botanischen  tuin. 

9.  Aan  D''.  L.  Pierre  te  St.  Mande,  U  herbarium-si>ecimiua  van 
Apocynaceae. 

10.  Aan  Prof.  U.  Martelli  te  Floren<'e.  20  specimina  van 
Pandanaceae. 


22 

11.     Aan     l'iof.      L.      K  a  d  I  k  o  f  <■  r     t»-    Mnii-li.n,     l."'.    spfMimiiiii    van 
SiijHiidaccac 

§  IV. 

2''"  AFi)EKIJN<i    hi;i;   I  MïH   I  II  I  .\< .. 
(IJOTANISCIIK  i, AI'.oR AToKIAi. 

(I.      lift     R  o  t  a  II  i  s  e  11     H  I  a  I  i  <>  ii. 

|)it  jaar  iiiaal<t<'ii  z<'\<'ii  Ix'/ofkcis  \aii  ln-t  \  r<'fiinli'liii;^"'ii  lalmi  ;i  tuiium 
^'('liinik  : 

lii(M'\aii  waff'ii  in  lu't  vorijxc  \  ci-slairjaac  iccds  w  ri  lv/,:!;iiii  <\i-  llrcrcn  I  >". 
Spir<\  h'.  hii'ickx.  h'.  la  II-  <ii  rrol'.  \'  o  1  k  e  ii  s.  Iciwijl  hij 
liet  riiMJc  van  «lil  vri'slaiijaa  r  «ie  II II.  rrnf.  1'.  li  s  ^m- ti,  h'.  1'.  iiss»-  i-n 
\y.  \\' e  V  or  s  (die  cclitcr  li«.(ir«l/akcliik  in  lirt  A^'i'i<-.  ('Ii«-iiiisrli  |;ilMir;itoriinii 
wcrkh^l  in  liet  lalHnalorinin   wcik/aani   \\ai<Mi. 

Oniln-nl  de  bezoekers,  \v«dk«'  in  den  loop  van  het  verslagjaar  Buitenzorg 
vei'lii^ten,  kan  liior  het  volii"nd('  worden  niedet,'edeeld  oji  i^rond  der  aantee- 
keningeu  door  di(>  bezoekers  zeil    in   Ih'L    l.ahoratoriuni  j^M-plaatst. 

D^  O.  S  ])  i  r  e  welke  in  opdracht  van  het  Fransehe  Ministciic  van 
Koloniën  hier  een  stadie  kwam  maken  ovor  caonfchoin-  Icvcrcndi-  planten, 
liiohl  zich  voornaiiH'Iijk  liezijj:  met  de  beslndcerin^f  der  anatomie  dor 
Apooyneae. 

n"",  F.  D  i  e  r  c  k  X  bezocht  onze  inrichtinji,  daartoe  in  staat  j^n^steld 
door  een  reisbenrs  door  de  Reljrische  Rejreerinj;  verleend.  In  aanslnitinjr 
aan  zijne  mono*;raphie  over  Penifillinm.  Asi»erfrillns  enz.  word  hier  verder 
materiaal  tot  ondci-zock  vcrzanK'ld.  X'oorts  w(M-d  een  stadie  ircmaakt  over 
de  ontwikkelinti-  van  het  stnifmeel.  hot  eitje  en  het  embryo,  en  een  collectie 
bij('M'''nf;ejiaard  van  voorwerjien  welke  eeue  didactische  waarde  hebben  en  tot 
demonstratie  bij  het  onderricht  knnnen  dienen. 

D''  F.  X.  Lan^ï  nit  München  hield  zich  voornamelijk  onledig  met 
anatomische  onderzoekingen  van  epii)]ivtische  Orchideae. 

D"".  G.  Vol  k  e  n  s  nit  R(M  lijn  onderzocht  de  verschijnselen,  welke  zich 
bij  den  bladafval  en  het'  vormen  van  nienw  blad  bij  tropische  boomen  voor- 
doen. De  vorming  van  jaarringen  en  enkele  ehemisch-physiologische  ver- 
anderingen, die  samenhangen  met  rnst-  en  groeiperiodes  werden  op  gezette 
tijden  onderzocht. 

De  verschillende  vertakkings-wijzen  en  evenzoo  de  vorming  van  kort- 
en lang  levende  bladeren  maakten  een  onderwerp  zijner  stndiën  uit. 


25 

Een  collectie  van  nuttige  gewassen  alhier  voorkomend  en  evenzoo  van 
demonstratie-materiaal  voor  het  Berlijnsche  botanische  Museum  kon  worden 
bijeengebracht. 

Een  belangrijke  verbetering  kon  in  het  z.g.  vreemdelingen-laboratorium 
worden  aangebracht  door  het  opstellen  in  een  klein  zij-vertrek,  waar  vroeger 
enkele  tijdschriften  ter  lezing  lagen,  van  eenige  apparaten  ten  behoeve  van 
bacteriologische  studiën. 

b.     Het  laboratorium  van  den  f;-  h  e  f  der  A  f  d  e  e  11  n  g. 

De  gebouwen,  alsmede  de  instrumenten,  bevinden  zich  in  goeden  toe- 
stand. Ten  behoeve  van  de  verplaatsing  der  groote  cylinders  voor  cultures, 
werd  een  verplaatsbare  inrichting  en  overdekking  gemaakt,  waardoor  het 
mogelijk  is  naar  gelang  van  behoeften  de  cultures  onder  dak  of  in  de  open 
lucht  te  brengen. 

Ook  in  dit  jaar  stond  in  de  eerste  plaats  op  het  programma  der  werk- 
zaamheden van  den  ('hef  dezer  Afdeeling  de  voortzetting  der  studie  van  de 
ziekten  in  het  rijstgewas  en  de  kennis  der  levens-voorwaarden  dezer  cul- 
tuurplant. 

Ingevolge  den  wensch  der  Regeering  moest  aan  dezen  Afdeelings  Chef 
eenige  malen  een  opdracht  worden  verstrekt,  welke  een  locaal  onderzoek 
noodig  maakte.  Het  gevolg  dier  herhaalde  en  langdurige  afwe/.igheid  van 
den  Chef  was,  dat  zijne  onderzoekingen  te  lïuitenzorg  meermalen  een  onge- 
wenschte  onderbreking  ondervonden. 

Zonder  meer,  zal  dit  duidelijk  zijn.  wanneer  ik  hier  veruK^hl.  dat  de  tijd 
door  dienstreizen  n  beslag  gejiomm  nagenoeg  S  maanden  van  dit  verslagjaar 
bedroeg!  Wanneer  men  hierbij  verder  in  het  oog  houdt  dat  dezen  Af 
deelingschef  bij  z.ijn  werkzaamheden  geen  assistentie  wordt  verleend  en 
dikwijls  na  zijn  tcT-ugkeei'  uitgebreide  rapporten  moeten  worden  opgesteld, 
dan  kan  de  beteekenis  dier  onderbrekingen  van  de  proefnemingen  en  onder- 
zoekingen alhier  geen  verwondering  wekken.  P.ij  herhaling  wees  de  afdee- 
lingschcf  dan  ook  op  de  noodzakelijkheid  van  assistentie,  opdat  ten  minste 
gedurende  zijne  afweziglx^d  het  controleeren  van  proefnemingen  en  het 
gedeeltelijk  voortzetten   van  laboratorium-werk  gewaarborgd  zoude  zijn. 

Rehalve  de  voortzetting  der  proeven  op  de  mentèk-zic^kte  diM-  rijst  be- 
trekking hebbende,  konden  door  D^  van  Brede  de  Haan  een  reeks 
waai-nemingen  worden  gedaan  over  de  tianspiratie  en  lu-t  wat(M-verbruik 
van  de  rijstplant.     Het  wortelstelsel  van  dit  cultuurgewas  werd  bestudeerd 


24 

«•II  (]('  \vi  j/;i!^in^'<Mi  lUij^'H^jiaii,  \v('lk<'  zi<li  (Injuiii  vnoidufii  iiiuu   •^i-ïnw^  \  ;ui  hft 
iiit'«liiiiii.  \s;i;uiii  <l<'  [il;iii(  wordf  ;,'fiulliv<'»'i'<l.      Il<'t  lilucicii  i-u  d»-  Im'\  iinhtiujj 

|)ij   (Ie   lijsl    lii;i;ikl<'ll  i\  clH-ciis  ftli    |iiiiil    \;ili    \  om  |ii(i|ii;,'   <ili<|fl/.<n'k    llil. 

|)c  Ik  rli;i;il(|i'  d  it-iisl  n-i/jri  \iiii  dfii  ;if'd<-iliii;:s<  lid'  ;_';i\fii  li<-iii  li-xcns 
;;rl(';^('iili<id  |>l;i;i  I  scl  i  jl<  mk-ci  <l<'if  u  ;i;iiinMii  iiii^cii  !••  il<>cii  n\t  r  de  w  ij/.c  \;(ii 
»»|i|  leden  ('11  <lf  \  clSpliMdiii^'  df|-  olim  iinii  t  i-k.  Iiel^ctn  rciii'  zeer  j:e\v(*nKr||t«* 
;i;iii\  lil!  iii;^   Noiindc   \;iii  dr  in'ds  oiiilniil    de/c  ziekte   \  eil.ie^eii    kennis. 

Het  \(iof  onderzoek  I  oe;^czolide|i  iii;i  I  e[i;i;i  I  \;iii  zieki-  |  d;i  II I  eiide.jeii  li:id 
in  NCITeWC;^  liet  llieeieiidi'el  der  j^n'\;|||en  heliekkili;^  o|i  rijst  .terwijl  eeiie 
zending:  \;iii  sni!<eiiiet .  afkoiiisl  i;:  \;i.ii  den  Kesi<|enl  der  Tre;!  n^er  Kej^ent 
srli;i|i|>eii.  l)o\eiidieii  iioj;  tol  een  lociKii  onderzoek  ;i;i  n  leid  i  li;^  ;^;ir.  ter  eoiislM 
teerin^  \;m  het  :il  ol'  niet  ;iaii\vezi^  zijn  \;iii  sereli  ziek  te.  W  Cderoin  \  iel  li«'t 
op.  Idijkciis  de  inkoineiidc  ii;in\  liitrcii  om  ;id\ies.  d;ii  ei  weini;;  Miindacht 
\\<M'dt  ^eselionken  aiui  de  y>iekt<'!i  en  plagen  der  door  de  l»e\olkiii;4  iniast  rijst 
\  ('ilMmwde  ^^('wassen. 

Door  den  A  l'deeliii'.'seliet'  werden  de  \(»l^ende  dienstreizen  ;^edaan: 
van  1(1  Janmiii  f«»l  (i  l'^chrmiii.  naar  de  resideutiëu  K«MiiV)anfï  en  Kcdoe; 
van    1ü    Maart    tot    o    Moi.   naar   de   residenlien    .Madioen,    Kemliaii;^   en 
Semaraug; 

van  2IS  Mei  tol  '2:\  .Tnni,  naar  Snina<i-a's  Oostknsl ; 
van  25  Jnli  tot  IC»  Scplemhci-,  naar  do  residentie  Seniaranji; 
van  '2  November  tot  14  November,  naar  de  afd<'elinj;-  Salati<.(a; 
van  :^(l  November  tot  2!)  Derember,  naar  de  lesidentie  Semarang. 

§  V. 

H^'^  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(CULTUURTUIN    EN    AGRICULTUUR-CHEMISCH    LAKORATURIUMj. 

«.     C  11  1  t  11  n  r  t  n  i  n. 

W  a  t  e  r  1  e  i  d  i  n  ji  e  n.  b  r  n  'j  ix  e  n  e  n  w  e  ji  e  n.  Het  jjedeelte  van 
de  hoofdleiding  aan  den  bovenloop  gaande  door  en  tot  den  Cnltnurtnin  be- 
hoorend  kamj)ongterreiu,  eischte  afdoende  maatregelen.  (»m  vei'<ler  afbrok- 
kelen en  instorten  der  oeverwanden  te  beletten,  waardoor  anders  o.  m.  een 
op  één  der  oevers  verrezen  sclioolgeboinvlje  vooi'  de  leerlingen  van  den  laud- 
bonwcnrsns,  mettertijd  gevaai-  z<m  kunnen  gaan  loopen.  Daarom  werd  be- 
sloten ook  dat  gedeelte  te  veranderen  in  een  geniet s(dde  leiding  met  ouder 
talud  gebrachte  wanden. 


25 

De  lengte  van  dit  zich  op  ons  terrein  bevindende  onbeschermde  stuk 
bedroeg  120  M.  en  hoewel  de  bedding  der  waterleiding  4  M.  diep  lag  en  de 
oevers  sterk  uitgespoeld  waren  kwamen  hiervan,  ondanks  het  zware  grond- 
verzet en  het  niet  onbelangrijke  metselwerk,  bestaande  uit  kaliesteenen,  die 
op  betrekkelijk  grooten  afstand  uit  de  Tjilivvoeng  met  eigen  werklieden 
moesten  gehaald  worden,  7S  M.  strekkende  meter-oever  gereed.  Het  een 
en  ander  droeg  tevens  in  hooge  mate  bij  tot  een  netter  aanzien  van  het 
terrein. 

De  overige  vvaterloopon  werden  nagezien  en  bchoctdcu  slechts  weinig 
herstellingen. 

Evenals  het  vorige  jaar  kreeg  de  grooto  weg  door  den  ('ultuurtuin  een 
begrinding  en  was  de  Ingenieur  der  li.  O.  ^^'.  daarbij  weer  behulpzaam  door 
het  beschikbaar  stellen  van  den  stoomwals. 

Gebou  wen.  De  zoo  noodige  herstellingen  en  verbeteringen  aan  de 
bijgebouwen  van  de  woning  van  den  Afdeelingschef  kwamen  dit  jaar  tot 
uitvoering.  ■*> 

De  woningen  van  het  arbeiderspersoneel,  de  stallen  en  bergplaatsen 
verkeeren  thans  in  een  staat,  die  weinig  verbetering  meer  behoeft  en  enkel 
het  gewone  onderhoud  eischt.     Aan  dit  laatste  is  ook  weer  de  hand  gehouden. 

Het  genoemde  schoolgebouwtje  voor  de  Landbouwcursus  weid  op  het 
terrein  van  den  ('ultuurtuin,  grenzende  aan  de  groote  weg  met  behulp  der 
leerlingen  gezet. 

Veestapel.  Teist<Md(»  de  leverbotziekte  in  het  laatste  tweetal  jaren 
de  karbouwen,  in  het  verslagjaar  bleven  zij  van  de  gevreesde  ziekte 
verschoond. 

Door  de  groote  hoeveelheid  kalisteenen  benoodigd  vooi'  de  bovenver- 
melde waterleiding  werd  van  de  paarden  veel  dienst  gevergd,  doch  hebben 
zij  daarvan  geen  nadeel  ondervonden  al  zagen  zij  er  dan  ook  niet  schitte- 
rend uit. 

Onder  het  gewone  tuinoudei-heud  nanj  e(Mi  bijzondere  ])laats  in  de  be- 
mesting van  den  notenmuskaat  aauphint.  Daaivoor  werden  <>iu  de  boonu^n 
in  groote  kringen  breede  ondiepe  goten  geslag<Mi  en  dez<'  met  verganen  mest 
opgevuld  en  met  wat  aarde  dicht geti-okken. 

De  Oost-moesson  van  het  viu'slagjaar  kentnerkte  zich  door  een  buiten 
gewone  droogte.  Door  tijdig  den  grond  te  behakken  werden  de  nadtvlen. 
die  daaruit  zouden  kunnen  voortvloeien,  grootendeels  voorkomen. 

Het  meest  heeft- van  deze  droogte  te  lij<len  gehad  de  Sli(»rea  stenoptera 
(tangkawang)  aanplant,  waarvan  enkele  exemplaren  hunne  bladereu 
verloren. 


26 

Door  «1<*  \i}iii\i\<^  van  d»'n  aan|tl;ini.  didit  aan  t't'U  dinp  ravijn.  waK  do 
<^v<ni(]  rmjral  aan  nif dfoo^in^'  l»loo(;;»'.sl<'l<l.  I'.lijxt-nd  nad<'<-|  ln-hhiMi  lU^y.p 
\utnu\i'i\  f'clilfr  iiirl  ondcrvundcn,  daai-  /ij  na  In-l  iri\alli-n  d<i  if^t-ns  tuin 
hladrilooi  li«Tkic;,rcn.  Is  in  In-t  a  l;_'<'nn<  n  di  rMi;_'(c  \(>tt\  di-ii  Moei  |ic\  oi  (|<M' 
lijk,  zon  Iif(  Il  d<'  a  r^»'l»iu|n'n  \<>i>\  I'.  iiih-n/.or;,'  liuilcii;.f<'\\  unc  drn^'i-  ()<iHt 
niocssiin  in  dal  o|»/i(lit  Im'I  ifkkt-li  jk  niet  \rr\  in\l<>rd  in  den  ( 'nl  I  n  ml  nin  d<M-n 
;,'«'ld«'ii,  ;illli;ins  df  nii'i'stf  l»(i<inn'ii.  dit-  ;iiid('is  wrini;:  «d  nii-l  til<icidfii,  dfdi-n 
hrl  na  dim  «•scnniin. 


A  a  n  I  r  <■  k  <•  n  i  n  ;,'  e  n    n  v  »•  r    v  «>  r  s  e  li  i  1  I  e  n  d  e    ;:  <■  w  .\  >  <  r  n. 

A  e  a  <•  i  a  r  a  t  e  e  lm  W  i  1  1  d.  T>c  uit  zadfii  van  I )ar es  Salani  ne- 
kweekte  plantjes  liehben  een  lioo^Me  Itercikt  \an  (>.."»  M.,  de  j^roei  is  langzaam. 

Zooals  btdiend.  wotdt  nit  liet  roode  keinliont  van  dezen  boom  de  eatedni 
of  .,<Mit(li"  bereid.  AilnM-wcl  lici  prliaile  \an  liet  liont  aan  jxenoenide  looi- 
st<^>ffeit  doei'  eid<elr  ainleit'  looistorirxi  rende  ;^ionds|offen  aan/.irnlijl'.  \V(;rdt 
o\ei't  roCfcn.  y.no  is  liet  als  bxtiniiddel  en  vei'fstof  locdi  zeei'  ^ex<»<-lif. 

A  <r  a  V  e  V  \  <i\  d  a  M  i  1  I.  \'  a  i-.  S  i  s  a  1  a  n  a.  De  <.;i-oei  \an  de  in  den 
niet  aaltjes  jLTeinfecteei-enden  iri-ond  nit<;e|dante  exemplaren  is  Im'\  redi.tjend, 
ondanks  de  t nss(dienplanl in;.;-  met  Hra/Jliaanst  li  voederjrras.  dat  j;ero£:eld 
wordt  lïcsnedcn.  Ook  dit  jaar  bloeidon  \-ers(  lieidene  exemplaren  uil  d<'n 
enden  aanplant.  waar\an  «Inizenden  jilantjes  konden  worden  irewonnen.  die 
i^M'etijLï  afname  vomlen.  Sommif^en  schijnen  de  iiiltnnr  \an  deze  vezelleve- 
r(nid<'  ])Iant  l<ia<litii;-  ter  band  te  nenu'ii. 

Is  de  liewei-inii'  wel  li'enit,  als  /.onde  d»-  A^^ave  nitsliiiicnd  zicli  in  e<>n 
drooiT  klimaat  tbnis  jicvoelen.  in  <1(mi  < 'iiltnnitnin  met  het  vochtifr  P>niten- 
zoj-.uscli  klimaat   is  baie  ;^M()ei  niet   mincb'i-  weli<;. 

A  1  b  i  z  z  i  a  m  o  1  u  i-  e  a  n  a  M  i  i\.  heeft  in  het  afirelooyten  jaar  weer 
rijkel'j1<  zaden  \  <>ortL;»'lira<ht.  Daar  \(>or  Deli  iicen  vi-aair  naar  zaden  van 
dez'Mi  bootn  meer  Ix'staat,  behoefde  slecdits  een  de(d  inirezanudd  te  worden 
ter  v(ddoeninir  aan  de  aanvragen. 

A  1  b  i  z  z  i  a  S  t  i  pu  1  a  t  a.  De  ooirst  van  dit  jaar  was  wederom  slechts 
matig.  Alhoewel  de  gi'oei  van  dezen  boom  lanirzamei-  is  dan  van  Alb. 
niolnceana.  zoo  bleek  hij  als  schadnwboom.  met  het  oog  op  de  bevestiging  en 
dnnrzaamheid  van  het  hont  op  nienw  te  verkiezen  boven  den  laatsten. 

A'ielen  bij  rukwinden  weer  een  aantal  boomen  van  Alb.  molneoana  om. 
van  Alb.  Stipnlata  was  zulks  zelfs  met  geen  enkel  exeraplaai'  het  geval. 

A  1  b  i  z  z  i  a   M  i  n  a  h  a  s  s  a  e   Koord.     De  groei  van  de  twee  in  1896 


27 

«ieplaute  exemj)laren  laat  hier  immer  nog  te  wenscheu  over,  oudanks  alle 
mogelijke  zorgen  daaraan  besteed. 

A  n  d  r  o  p  o  g  o  n  Nardus  L.  De  uit  Ceylon  afkomstige  planten  die 
tot  een  afzonderlijke  variëteit  werden  gerekend  o\)  grond  van  hun  afwijkende 
habitus  en  geraniolgehalte.  hel)ben  nu  volkomen  het  uiterlijk  gekregen  van 
de  hier  gecultiveerde  soort. 

Hieruit  blijkt  ten  overvloede  de  buitengemeen  groote  invloed,  die  kli- 
maat en  bodem  op  de  planten  hebben. 

A  n  a  <•  a  r  d  i  u  m  occidentale.  De  aan])lant  is  gevallen  onder  den 
bijl  der  leerlingen  van  den  landbouwcnrsus.  voor  wier  praktische  oefeningen 
het  terrein  besteed  werd.  Eenig  voordeel  of  winst  hebben  de  l)oomen  nim- 
mer opgeleverd. 

A  n  d  r  o  })  o  g  o  n  S  c  h  o  e  n  a  n  t  h  n  s  L.  Hiermede  is  een  gedeelte  van 
vak  fiO  be|>lant.  De  planten  kwamen  allen  goed  op  en  tot  heden  bleven  zij 
gespaard  voor  de  ziekte,  die  de  pollen  zoo  vaak  ontijdig  doet  afsterven. 

Nogmaals  zijn  ])ogingen  in  het  werk  gesteld  om  de  jilanten  te  verkrijgen 
in  Bi'itsch  Tndië  onder  genoen>den  naam  bekend,  doch  welke  in  tegenstelling 
met  de  hier  gecultiveerde  bij  distillatie  der  bladeren  niet  lemongras-olie 
leveren,  doch  de  veel  hooger  geschatte  ])almarosa-olie. 

A  n  d  r  o  p  o  g  o  n  m  u  r  i  c  a  t  u  s  R  e  t  z.  Naar  vetiver-olic.  d.  i.  de  olie. 
die  uit  de  welriekende  wortels  van  de  plant  kan  worden  bei-eid  is  meer  vi-aag. 
De  olie,  die  in  Eurojta  wordt  gedistilleerd  uit  de  grondstof,  heet  fijner  dan  die 
gewonnen  in  de  landen  van  pi-oductie. 

Naar  het  schijnt  worden  voor  dat  doel  slechts  van  tijd  tnt  tijd  geringe 
hoeveelhfdei)  v.oitels  uit  Java  geëxporteerd. 

Al  pin  ia  malaccensis  R  o  s  c.  Rij  de  eene  aanvraag  naar  de 
aetherische  olie  van  deze  ]dant,  waarvan  in  het  vorige  vfM-slatrjaar  melding 
is  gemaald,  is  het  geble\e]i.  Indien  de  olie  een  terhnisilie  t(>ei»a'-sing  in 
't  groot  vindt,  dan  kan  de  hier  in  't  wihl  weeldei'ig  gi-oeiend»-  plant  \an  be- 
tekenis worden. 

A  ntiaris  t  o  x  i  c  a  r  i  a.  De  in  het  v(mm^(^  verslag  bespi-oken  plan- 
ten, hebben  zicji  in  den  blijkbaai'  schralen  grond  nief  bij/.oiuler^ ontwikkeld. 

A  r  a  I-  Il  i  s  li  y  p  o  g  e  ;i  L.  (k  a  t  j  a  n  g  t  a  n  a  hl.  D(^  oogst,  die  weder- 
oin  1>c\i(  diücnd  nit\  iel.  \^■erd  gT'ootendeels  deoi-  de  \  ele  vraau'  Inei-ii.iar  weix- 
geschon'-en.  \';iti  Eniopeesche  zijde  schijnen  thans  pogingiMi  aangewend 
te  worden  om  d(»  olie-bereiding  hier  te  lande  op  eenigszins  groote  schaal  uit 
te  voeren,  waarvoor  men  meermalen  aan  den  ('ultuurtuin  om  itili<htingen 
vroeg. 

B  a  t  a  t  a  s   e  d  u  1  i  s  C  h  o  i  s.     De  roode  en  witte  vari«>teit,  waarin  de 


2« 
vele  vini<*lrittii   iiidcrf  i  jfl   iiit  A  iiktiInii  nrit  \;in<,'«'n.  tin   sluiii-   woidi-ii  oikI*-!- 

H(  ll<'i«l»'ll  ('Il  \;ill  Wf'lki'  ;_nli|iki-!l  is.  <l;ll  /ij  lli<l  VullllM-rt.  Iirltlitll  i'ClI  ^(if'd 
h»'S<ln»l  (i|i;_'flt\  crd.  Ilti  is  Jjiiiiiimi  <|:iI  /ij  «jcun^isi  /ijnd»'  nitl  hili^'  it]A\c 
\\;i;ir<l  kiiiiin'ii  wurdiii.  Willidii  is  In-i  iiii>;^(li  jk  (|im)|-  lii  j/,uiii|fic  (i|t|ir\\;i 
r  iri^^s  iiict  liodfii    de    k  iiinkiiiclil  ii^liridsiliiur    \;iii    d<-    i^lnll|l•||    |i-    \  frliMi;_'fii. 

Oin  in  d<'  liclHtclh'  ;i:iii  |il;i  ii  I  iii;i  I  i'ri;!;!  I  h-  lilii\"ii  \  oor/.icn.  zijn  iii  dfii 
( 'ld  I  milt  iiiii   lii  j/.oiidfrc   iii;i;il  r<-;_'fl<'ii   <^i-{Vi>\'\'c\\. 

\i  i  X  :i  ( )  y  r  I  I  :i  ii  ;i  /.  1 1  i<T\  ;i  ii  is  in  diMi  <  'iill  iiiirl  iiin  sicclit  s  di-  luodc 
v;i|-ir(cil  ;i;ni\\  r/i;^.  /ij  difiit  \  odiiKiiiH'li  jk  ;ils  |i;iLr;irni;itiTi;i:ik  w;i;iit<ir  di' 
Ihm'sIci'  /,i<-|i  iiilsh'kriid  Irciil.  Sinds  dnor  l)'.  Z  <■  Ii  ii  t  ii  <■  r  is  ;i;iii;iclo(»ii<1, 
d;il  d<'/.('  |diiiil  d«'  I  Irlopcll  liis  ;:;i;iiiic  linis\csl  en  dit  nii;:cdi»'it<'  i-r  /idi  (tuk 
n|»  \  rniiciiiji\  iildi;:t ,  limidt  iiicii  li;i;ir  lirCst  uil  de  hniirl  \;iii  (•;i«;i()  en  tlicf 
liiiiivii.      I  )t'  :i;iiijdiiii1   n-  \;iii  lirclt    \(t|(>|)  /iidcii  L;fli'\  crd. 

Inliclitiiiiirti  wfidcn  i;ovriUijï(l  over  ciiltinir  m  l)C'r<'idiii;^'  <lrr  Ulfiirslof. 
dit'  df  l'.ix;i  ( )i('ll;inii  levert. 

T?  o  e  h  ni  e  r  ia  n  i  v  e  a  G  a  n  d.  fe  ii  v  a  r  i  e  t  e  i  t  e  n).  Van  (\o  besfc 
vafietcit  werd  de  i^elieele  aanplant  j^'Mooid  om  als  plantnial<'iiaal  Ie  dicnrn 
voor  een  ondernemiu»;  in  Oost-Java.  nadat  een  deel  van  de  bibit  affjezondf-rd 
was  voor  eijjen  nienwen  aanplant,  die  intnssehen  zich  fraai  heeft  ontwikkeld. 

De  ondernemers  van  een  ranH^li-ondtMiicTiiint:  in  de  Lampon<;sclio  distric- 
ten l)i'acht(Mi  een  bezoek  aan  den  ('nKuintuiii  en  met  Ikmi  werd  in  «"enige 
<'oufei-«'nties  van  jredaehten  gewisseld,  aangaande  verscheidene  ])unt»'n  df 
<nltiiiir  van  dit  gewas  rakend. 

C  a  e  s  a  1  ])  i  n  i  a  d  a  s  y  r  r  a  e  li  v  s  ^1  i  ir.  De  zaden  oogst  van  dezen 
voor  schadnwboonien  zoo  geschiktcn  boom  is  weer  betrekkelijk  schaars 
g(»weest.     Aan  alle  aanvragen  kon  et  liter  worden  voldaan. 

C  a  1  o  t  1-  o  ]M  s  g  i  g  a  n  t  e  a  E.  Br.  P.ij  een  bezoek  aan  de  \A'ijnkoops- 
baai  bleek  deze  heester,  die  daar  evenals  aan  de  N.-knst  tot  aan  het  strand 
wordt  aangetroffen,  aanmerkelijk  beter  te  gi-oeien  dan  in  den  rnltnnrtnin. 
Het  klimaatsverschil  is  hiervan  zeer  waarschijnlijk  de  oorzaak. 

r  a  s  t  i  1  1  o  a  e  1  a  s  t  i  c  a  C  o  v  v.  Sedert  de  ongunstige  ervai-ing  op 
de  ramano«»kan-  en  Tjassemlanden  hiermede  o])gedaan  is  de  vraag  naar  zaden 
en  planten  aanzienlijk  vermindei'd.  De  zadenoogst  was  andei-s  zeer  over- 
vloedig. Alhoewel  ongelijk  groeit  de  jonge  aanplant  van  .\ngnstns  1S90 
krachtig  door.  Tn  dat  o])zicht  valt  geen  verschil  waar  te  nemen  tnsschen 
de  in  en  buiten  de  schaduw  groeiende  exemplaren. 

De  resultaten  met  de  ..stumps"  zijn  minder  bevredigend.  Ze  zijn  achter- 
lijk in  vergelijking  met  de  niet  als  ..stumps"  behandelde  exemplaren. 

Uit  ingekomen  berichten  van  elders  blijken  de  boomen  reeds  op  3-jarigen 


'19 

leeftijd  te  bloeien,  ja  zelfs  op  noo  jonger,  hetoeen  ook  iu  den  Cultunrtnin 
geconstateerd  kan  worden  aan  de  in   1S91)  uitgezaaide  exemplaren. 

Een  der  oudste  boonien  uit  den  (Milluurtuin,  die  dagteekent  van  1883 
droeg  daarentegen  in  het  laatst  van  het  jaar  voor  't  eerst  vrucht.  Daar 
deze  boom  van  een  andere  —  eerdere  —  bezending  was  dan  de  boomen  in 
den  aanplant  in  hetW.  gedeelte  van  den  tuin,  zijn  de  uu  geoogste  zaden  uit- 
gelegd geworden. 

Gedrela  Odorata.  Een  paar  mooie  stammen  zijn  geveld,  waar- 
van hel  hout  gediend  heef!  voor  den  bouw  van  het  s«-hoollokaaltjp  voor  de 
kweekelingen  van  den  landbouwcursus.  Het  hout  liet  zich  goed  bewerken 
en  ontwikkelde  in  hooge  mate  den  bekenden  eigenaardigen  geur. 

Aan  zaad  was  geen  gebrek. 

C  o  f  f  e  a  S  t  e  n  o  p  h  y  1  1  a.  T)e  groei  dei'  boompjes,  met  uitzondering 
van  een  enkele,  die  van  den  beginne  af  een  ziekelijk  voorkomen  had,  laat  niets 
te  wenschen  over.  Het  hoogste  exemplaar  had  aan  het  einde  van  het  ver- 
slagjaar een  hoogte  van  :i,<n  M.  b(M'eikt.  Een  groot  aantal  plantjes  konden 
uit  zaad  gekweekt  worden.  Ook  in  het  afgeloopen  jaar  viel  een  rijke  vrucht- 
dracht te  constateeren,  zoodat  aan  alle  aanvragen  ruimschoots  kon  worden 

voldaan. 

C  o  f  f  e  a  a  r  a  b  i  c  a  L.  (en  v  a  r  i  e  t  e  i  t  e  n).     De  in  1900  in  een  deel 
van  vak  1885  uitgeplante  koffie,  afkomstig  uit  Bourbon,  Anam  en  Madagas 
car  staat,  het  ongunstig  klimaat  van  Buitenzorg  voor  deze  koffie  in  aan- 
merking nemende,  niet  onbevrtMÜgend;  groote  verschillen  met  d(^  Java-koffie 
vallen  nog  niet  o])  te  merken. 

De  verschillende  varieteirtm  hebben  dit  jaar  goed  gebloeid  en  dragen 
(voor  hiel)  rijkelijk  vrucht.  j\Iet  het  rooien  van  den  oudsten  tuin,  waarvan 
het  terrein  bestemd  is  voor  een  terrein  der  eerlang  op  te  richten  landbouw- 
school is  bereids  een  begin  gemaakt. 

( '  o  f  f  e  a  L  i  b  e  r  i  a  B  u  1  1.  1  )e  in  vak  88  uitgeplante  koffie,  gekweekt 
uit  zaad  van  de  hybriden  uil  den  Liberiakoffie-ententuin  gedijen  goed  en 
dragen  reeds  vrucht.  Vele  vruchten  hi«M'van  bevatten  slechts  ééu  volkomen 
uitgegroeide  boon,  terwijl  de  andere  niet  tot  ontwikk(ding  is  gekomen.  \)o 
boonen  zijn  rondachtig  en  wat  grootte  betreft  staan  zij  tussuheu  Java  en 
Liberia-koffie  in. 

De  vakken  5  en  O,  die  sedert  geruimeii  lijd  met  Liberiakoffie  beplant 
waren,  zijn  door  de  kweekelingen  van  den  landbouwcursus  ger«)(»id  en 
herschapen  in   velden   voor  hunne  praclische  oefeningen. 

De  Abeokuta  koffie  droeg  vrij  goed.  Deze  soort  heeft  vruchten,  die 
zich  gemakkelijk  laten  pulpen. 


30 

K  r  V  1  lir  o  X  y  I  o  II  ('<m-;i.  I.:iiii.  \' ;i  r.  s  |»  r  ii  e  e  u  n  u  iii.  !>»' 
ÜO  jiiii^;t'  aiiii|tl;iiil  \  »-ilr»(»iil  110(4  ;;t'cn  I  i-ikt-iifii  \iiii  inliifriiit^aiig,  dauk  zij 
(Ir  ;;fn-;^tl(|t'  iH'Svcikiii;^  t-ii   lti-iin'sl  iii;^  <l;i;ir:ian   Im-.sIci<|. 

\'<»()r  ••(•11  Iwcriiil  omlciiiciiiin;^!-!!  iii  d'-  1 'ira ii^i-i',  til»-  <>\>  i^iuolr  sfliaal 
(U'/.f  varit'tfil  riih  i\  cricii,  wciiltii  allr  zadt-n  iii;^i-/;iiiifl(l.  \saai\aii  In-l  aan- 
tal  \ci'  )i\ fi'  lifl    iiiilliorii  lic|i. 

I"  (I  II  V  e  I'  (t  i)  a  IX  ^  'A  •'  "  '  ''  ''  ^  '■  "  '•  '■•'■"  ••()is|iinijkrli  jk  slaand  t-xt-ni- 
[ilaar  is  in  Mnci  (^fsclioh-n,  \\aai<l<n»i  «It-  k  wffkli'ddcn  wfrr  \an  jon;^!'  |ilaiil- 
)(*s  kunden  worden  \oor/,ien.  allioewi'l  er  /oo  ^oed  als  i^een  \  raa^  naar  deze 
vczflsl(die\  erende  |danl  is.  /ij  wordl  in  dil  op/iclil  o\  erl  nd'len  door  de 
Sisal  anave,   die   een    hooier    |ieri-enla^e    ve/el    liexal. 

\ii  er  weer  sraa^i  is  naar  vezcdHlolleM  liaiLl  Uicii  op  .Manrilins  de 
Fonrcroija   Ie  vcrv  aiij^cn  d<»or  de  SisaI  afijave. 

I  11  d  i  ;4  (»  1' e  r  a  S  p  e  c  di\.  N'erscliiilende  soorlen  en  varieieiteu 
hiervan,  elders  l»elrolvken,  werden  uil  •i.ezaaid.  \\  isselin^  \an  zaaizaad  was 
hoog  noüdig. 

H  ('  V  e  a  l)  r  a  s  i  1  i  e  n  s  i  s  M  ü  11  Ar  ^.  \K\  tapi»rot'veii  werdi-u  door 
D'.  T  r  o  111  1»  tl  e  11  a  a  s  in  het  vershij^jaar  voortgezet,  waarbij  een  eenigs- 
zins  afwijkende  niellioiie  met    lie\  rt'digendc  uil  komsten,   wtMd  gevolgd. 

De  huitengevvoue  droogte  in  den  Oost  nioesson  oefende  een  zeer  nadee 
ligen  invloed  op  de  caoiitchoiic  opbrengsten  uit.  I  »e  aftapitingsproeven 
leerden  voorts: 

dat  voor  bet  tappen  de  regenrijke  dagen  in  den  drogen  tijd  te  veikiezen 
zijn  hoven  andere, 

dat  het  voordeeliger  is,  in  ]ilaats  van  zoo  lioog  mogelijk,  de  stam  niet 
hooger  dan  1.50  M.  boven  den  beganen  giond  te  ta[»j)en.  Het  tappen  zelve 
geschiedt  op  deze  wijze  ook  eenvoudiger  en  vlngger, 

dat  de  lengte  van  eiken  tapwond  niet  meer  bedragen  moet  dan  10  cM. 
Mocht  men  verwachten,  dat  die  droogte  den  bloei  zou  ten  goede  komen,  zoo 
was  znlks  niet  het  geval.  De  bloei  was  niet  grooter  dan  in  voorgaande  jaren, 
daarentegen  is  de  vruchtzetting'  zeer  voldoende  geweest. 

Sommigen  van  de  in  1898  langs  de  savvah  uitgeplante  exemplaren  be- 
gonnen dit  jaar  voor  het  eerst  te  bloeien  .Het  hoogste  exem]daar  had  aan 
bet  einde  van  het  verslagjaar  een  hoogte  van  8.49  M.  bereikt. 

Aan  den  dienst  van  het  Bosch  wezen  konden  groote  bezeudingen  zaad  en 
jonge  i»lantjes  worden  verstrekt. 

Tijdens  een  bezoek  door  D'.  T  i'  o  m  1»  d  e  Haas  aan  de  Pamanoekan- 
en  Tjassemlanden  gebracht,  waar  op  +  50  voet  boven  zee  de  Hevea  brazilien- 
sis  wordt  gecnltiveerd,  werd  geconstateerd,  dat  de  groei  aldaar  veel  krach- 


31 

tiger  is  dan  iu  den  Cnltunrtnin.     Het  blijkt  dus  op  nieuw,  dat  deze  boom 
zich  in  het  laagland  beter  thuis  oevoelt. 

L  e  1»  i  d  a  d  e  n  i  a  W  i  g  h  t  i  a  n  a.  ^^laande  in  vak  I,  werd  op  1  rij  na 
opgeruimd  en  het  terrein  bestemd  voor  de  practische  oefeningen  van  de 
kweekelingen  van  den  lanbouwcursus. 

De  eultuur  van  dezen  vetleverenden  boom  schijnt  zonder  beteekenis  te 
zijn,  hoewel  zij  gemakkelijk  genoeg  is. 

M  a  r  a  n  t  a    i  n  d  i  e  a    /.     De  aanplant  is  gerooid  en  hernieuwd. 

M  a  r  s  d  e  n  i  a  t  i  n  e  t  o  r  i  a  ii  x.  1  )e  van  1887  dateerende  aanplant 
van  deze  indigo  bevattende  kümplanten,  begint  weer  een  kwijnend  aanzien 
te  krijgen,  zoodat  een  zware  bemesting,  waarop  deze  plant  sterk  reageert, 
noodig  zal  zijn,  als  men  althans  de  cultuur  van  dit  gewas,  die  weinig  be- 
teekenis heeft,  nog  wil  voortzetten. 

M  a  s  c  a  r  e  n  h  a  s  i  a  e-1  a  s  t  i  c  a  S  c  h  u  m.  Werd  in  het  vorige  ver- 
slagjaar opgemerkt,  dat  in  de  bast  der  jonge  boompjes  nog  geen  caoutchouo 
kon  worden  aangetoond,  dit  jaar  was  zulks  wel  het  geval.  Het  meeste  sap 
werd  aangetroffen  in  het  onderste  stamgedeelte.  Ook  in  den  wortelbast 
komt  't  voor.  Een  bepaald  oordeel  is  over  de  caoutchouc  nog  niet  uit  te 
spreken,  doch  zij  zal  vermoedelijk  wel  niet  van  betere  kwaliteit  zijn,  dan  het 
product  in  het  vaderland  van  den  boom  gewonnen.  Het  fraaiste  van  de  in 
vak  «JO  uitgeplante  boompjes  had  aan  het  einde  van  het  verslagjaar  een  hoogte 

bereikt  van  4.54  M. 

M  u  s  a  m  i  n  d  a  n  e  n  s  i  s  K  u  m  p  h.  (Manilla  hennep).  De  cultuur 
van  deze  vezelstofleverende  plant,  waarvan  het  product  thans  zeer  gezocht  is., 
en  dat  het  voornaamste  uitvoerartikel  der  Filippijnen  uitmaakt,  trekt  weer 
meer  en  meer  de  aandacht,  waartoe  o.  m.  hebben  bijgedragen  de  publicaties 
van    D' .   van   R  o  m  b  u  r  g  h   over  dit  gewas. 

De  vraag  naar  plantmateriaal  was  zoo  groot,  dat  wij  de  aanvragers 
slechts  ten  deele  kouden  bevredigen.  Voor  dat  doel  is  de  oude  aanplant, 
staande  in  vak  'M)  geheel  gerooid. 

Behalve  de  van  1!)00  bestaande  aanplant,  die  na  den  eersten  oogst  verder 
krachtig  is  blijven  doorgroeien,  is  hieraangrenzende  in  het  verslagjaar  eeu 
nieuwe  in  den  grond  gebracht,  met  het  doel  om  de  uitkomsten  eener  tusschen- 
beplanting  met  katjang  tanah  na  te  gaan.  l>e  felle  droogte  deed  op  dit 
vochtlievend  gewas  door  groeivertraging  haar  invloed  gelden. 

De  Manilla  licuncp  liad  iu  het  verslagjaar  l<'  lijdeu  van  de  door  D^ 
K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  ge  r  gedett?rmineerde  rujisen  van  Erionota  thrax.  L.  «lie 
ook  veelvuldig  op  pisang  planten  worden  gevonden.  Zij  zijn  niet  alletMi 
schadelijk  door  het  wegvreten  van  eeu  deel  der  bladopi»(Mvlakte,  maar  ook 


('Il  niissrliicii  uo'^  iiictT  dooi'  lid  ;;fl)riiilct'-ii  \;iii  ^jidoic  IdadHl  ukkt-n  tdi  ln-t 
iiiiikcii  van  koktris,  waaiiii  zij  Itscti.  Ili-t  daarldf  ;^<'l»niilclf  kI  iik  lilati  wordl 
iiii-l  ;^cli<M'l  \aii  (!<•  hladsclii  jl  losi^tmaa  kl ,  maai'  Mijli  ilaaraaii  iluur  t-.'ii 
Itircdfif  til'  siiiallciT  Nirouk  \  II  liuiii|i-ii,  x.iiudal  di-  kuki-is  aan  «l''  liiadi-rfii 
liliJM-n  lian;4('n.  Kfiil  iiii-n  fi-nniaal  di-  jilaau,  dan  onldi  iel  nifii  liaai  /,ci-r 
^»'iiiakki-li  )k  jnist  dnor  de  aan  w  f/ii^lii-id  \aii  di-/,i'  kuki-is. 

M  i  lil  II  s  (I  |i  s  <;  lolt  II  sa  (I'.  alalai.  I)i-  in  Iwl  vmii^i-  jaar  dmii 
nianiitlrs  j^rwoiincn  [ilanlfii  lirliln-n  zidi  lii-\  ridi;z<'iid  nul  u  ikki-ld.  hi- 
(iiidrrt'  IxiiiiiH-n  ;;r<M'icn  lliaiis  kiai  lili;^  duur.  I  »••  liiMiin|iji-s  /ijii  nu;;  h-  jmi^; 
om  om  iioi-(|o(d  Ie  kunnen  uil  s|irfkrii  oM-r  do  lioodani^ilii-id  \aii  hun  |>rodii(l, 
dan  wol  (i\ er  do  (i|iliioii^st . 

M  \  i-  i  s  I  i  e  a  1'  r  a  ^  a  n  s  1 1  o  ii  I  I .  I  >o  in  do  si- iiailnw  \  an  A  narai' 
dinni  occidonlalo  ^oplaiito  joii;;o  lio(ini|ijos  /.ijn  do  i^idioorsi  lil  In-lilirndo  fi-lli- 
(Iroo^to  ;i()od  lo  lioNon  j;ok(iinon.  Zij  slaan  iiii  /.ondor  ooiii«;,.  scliaiidnw  on 
znlloii  in  liol  Vdl^iondo  jaar  liissi  lion  di-  rijoii  dor  oiido  iiolomiiskaal  aaiiiilaii 
linjion  iiil^o/.ol  wordon,  dan  wol  (i\  or^oiiiailil  worden  naar  don  niidi'ii  ('ui 
I  mirt  iiiii. 

Do  (tilde  aauplanl  in  vak  tiS  hoeft  een  flinke  stalinest-bemesting 
gekrejj,eii. 

O  I-  I  h  o  s  i  |t  11  on  S  (  a  m  i  n  o  u  s  I*.  o  ii  t  li.  Tor  voldooninu  aan  een 
aanvi-aaji  van  den  ('hef  (»vor  don  ( Jeneeskundi^en  diensl  oui  hlaion  van  dit 
gene<'skra(hti<,'  gewas,  is  aan  den  bestaanden  aanphmt  eenige  uitbreiding 
gegeven.     Op  eenigszins  vruchtbaren  grond  is  de  groei  zeer  welig. 

P  a  1  iKj  u  i  11  UI  s  o  o  r  t  «•  ii.  Is  (ddors  roods  O.v  oiuuerking  gemaakt,  dat 
do  buitengewone  droge  Oost-nioessoii  van  liet  afgeloojioii  jaar  in  hol  alge- 
meen van  weinig  invloed  op  den  bloei  der  gewassen  is  geweest,  op  den  bloei 
der  Pahuiuiuni-soorten  heeft  zij  daarentegen  wel  uitwerking  gehad.  Vooral 
de  minderwaardige  soorten  hebben  rijkelijk  gebloeid  en  vrucht  gezet.  De 
jonge  van  Januari  1900  dateerende  aanplant  van  Vnhu\.  oblongifoliuni  staat 
er  zeer  fraai  bij.  De  hoogte  van  do  Itost  ontwikkelde  oxoinplareii  bodiaagt 
a.28  M. 

Talrijke  proeven,  omtrent  de  vermeerdering  van  de  soort  langs  vegeta- 
tieven weg,  zijn  met  de  planten  uit  dezen  aanplant  genomen,  doch  over  't  al- 
gemeen zijn  de  resultaten  niet  geëveiiredigd  aan  de  besteede  moeite.  Even- 
als de  andere  jaren  zijn  de  vruchten  van  de  minderwaardige  soorten  vóór- 
dat zij  rij[)ten  verwijderd. 

Vleermuizen,  die  de  rijpe  vruchten  gaarne  eten  verspreiden  do  zaden 
door  den  geheelen  tuin. 

Door  vrouwen  en  kinderen  worden  zij  dan  gezocht  en  ingeleverd.     Het 


tijdi«'  \t'iwij(l<'i-tMi  v:m  de  vniclilcii  van  de  nicj  ^PAvensclite  soorten  voorkomt 
dus,  dat  zij   met   de  zaden  d<M'  i^oede  soorten   iniiczanndd  worden. 

Met  het  ooji;  op  liet  winnen  van  getali-iiei-tja  uit  de  hladei-en,  is  een  begin 
^•emaakt  mei  lie(  uit\vei-ken  eener  beti-ouwhare  meliiode  \(»or  de  bi^palino' 
van  i;('tali  pert ja  in  blad,  zooals  reeds  ncN'ondeii  is  voor  die  in  eb'  ^-wonnen 
j;-etali-])er1  ja  proibnten  en  waarvan  de  bi  nikbaarlieid  meer  en  meer  ge- 
bleken is. 

Het  oordeel  van  de  firma  Feiten  en  (Juilaume  te  Arullu'im  over 
de  nionstei'S  getali-pertja,  \vaar\an  in  liet  vorige  verslagjaar  sjtrake  was, 
luidde  als  volgt: 

,,i)ie  Sorte  I>.  (jn'odnct  van  I'al.  Treuleü)  ist  eine  minderwertliige  und 
für  unsere  Zwecke  kabelfabrikation  niclit  \('i\vendbai'.  Dagegen  erweist 
sicli  die  Sorte  A  (die  afkomstig  was  van  Pal.  gut  lal  ansclieinend  von  Pal. 
oblongifolium  stammend  von  bestei-  Qualitiil.  Diese  Sorle  isl  fiii'  Mis(dHin- 
gen  znr  kabelfabiikal  ion  selir  bramdibar  und  würde  die  erslen  Sorteii,  wie 
Paliang,  ('otie,  w(d(die  wir  in  ITandel  für  diese  Zwecke  kaufen,  ersetzen, 
Für  letztere  Sorten  bezalileii  wir  z.  zt.  1'reise  bis  zu  $  4(10  ]»er  Picul  für 
einzelne  ausgesmdile  l*()st(dien,  wehdie  meistens  jedocli  niir  weinige  liundert 
kilo  ausmaclien,  werden  amdi  liöliere   1'reise  bezalilC'. 

De  groei  van  de  in  '(  vorig  verslag  besjtrokeii  |»lanljes  van  den  Heer 
F>  u  r  e  11  a  r  d    onhangen   liel    ook   in  dit    verslagjaar   te  weiisdien   over. 

Fan  ie  11  m  s  p  e  e  t  a  b  i  1  e  N  e  e  s  ( Feiigaalscli  gras).  Heeft  in  de 
maanden  November  en  December  rijkelijk  gebloeid,  zoodat  gioole  lioeveel- 
lieden  zaad  konden  worden  \'ersli'ekl. 

1'unica  (iranal  n  m.  Xaar  aanleiding  eener  corresiiondentie  van 
de  Fliarmacopie((Miiniissie  is  de  o]»brengsl  b(]iaal(l  aan  worlelbast  van  de 
witte  variëteit.  \'an  een  Sjarigen  boom  kon  aan  woilelbasl  worden  ge- 
oogst 75  gram. 

J*  o  g  o  s  t  e  m  o  n  F  a  i  e  li  o  u  1  y  F  e  1  1  e  I.  De  annjdant  van  de  varië- 
teit, afkomstig  uil  renang,  is  belangrijk  uilgebreid  met  liet  oog  op  eventii- 
eele  aanvragen  om  |»laiilmaleriaal.  De  uilxoi-r  uil  renang  van  gedroogde 
patelioulj-bladeren  is  zoodanig  afgemuiieu,  tengevolge  \an  de  steeds  dalende 
prijzen,  dal  de  Ftiropeesclie  fabrikanlen  nu»eile  hebben  liunne  belioefleii  Ie 
didvkcai.  Voor  onze  planters,  vooial  voor  hen  die  de  kleine  landbouw  beoefe- 
nen, schijnt  het  oogenblik  gunstig  om  deze  ciilluur  als  bijciiltuur  Ie  drijven. 
De  ('hineezen  in  Penang  maken  ziidi  scdiuldig  aan  vervalsching  dooi'  bij- 
menging  met  andere  bladeren  en  dil  ges(diied(  in  die  mate.  dat  de  Europee- 
S(die  koo]>ers  zich  gaarne  o]»  een  andere  markl   zouden   vocu'zien. 

S  h  o  r  e  a     S  t  e  u  o  i>  I  e  r  a     15  u  rek.     (Tangkaw  augi.      Door    de    lang 

Verslag  van  's  lands  pi.antentuin  190'i  3 


ji;Mili(tiitltiMli- iliooxt'- li<'«n  tic  ;i:iii|»l;iiil  lul  li;ir(|  !«•  \  fiiliitfn  i^i-IimiI.  Na  liet 
iii\;il|(.|i  i|i-i'  rc;^ciis  licrsti'liltii  (II-  l.oi.iiicii  /idi  l;i  ii;^/aiiHTliaii(l.  I»'-  flioo;;!)- 
\  fiiiKn  lil  (If  iKKiiiifii  in  (Ifii  a.iii|ilaiil  iiiti  lol  liloiii-n  aan  !<•  /i-liin.  haai'-n 
((•«•en  lichhi-n  mii;^f  ;^iïsf»liii  d  slaainli-  Ihkmiiiii  l  w  iimaa  I  ^iI.IihIi!  in  ln-i 
verslag  jaar.  Aan  "I  <in<l  \an  I  (n  tmlMr  \\aii-n  ii-ni^<-  \an  <l«n  ••«  i>lfn  Itlm-i 
alUunisI  i^f  \  rnrjilcn   ncds  i  i  i|i. 

S  u  r  "  Il  II  III  \  II  I  ^  a  I  f.  \'an  D'".  I*  ii  s  s  ••  utidm  I  A  1 1  livaansclH- 
varich'iti-n  oiil  \  aii;;tii,  die  in  Non  tiiilni  wtiticn  uil  ;^t/,aaiil.  I  »••  |»lanlfn 
niilw  ikkrhli'ii  //nh  kiarhli;^.  I».-  ^im-i  was  /.rils  !••  Uflii:,  /.(«oilal  tic  |tlaiilfn 
iici<'in^  Int  |r;^ficn  \cil  u(Hm|<  n.  In  lii)i\  en  <•  i\f7.i-  \  aiiflcilcn,  \s  a  I  liilit-li 
liliH'i  en  /adrii,  /.icli  /iillcii  ondfisi  In'idfii  \aii  di-  in  den  < 'iil  I  iiiiil  iiin  i^t-nil 
liNfcrdf  \aiil»'il,  is  ii<»^  iiit-l  uil  Ie  niakfn,  daar  eind  I  >.<  cndM-r  pas  i<ii 
soori   Iduridc. 

'I'  Il  ('  o  II  !■  o  III  a    ('ara*»    Z.    fii    T  lic  (•  li  r  o  ni  a     ii  i  e  o  I  d  r.      i  n  jaren 

Inlilicn  dr  lionnii-ll    llirl    /.oo  \rrl    Nlllrlllrll    \  (  miiI  licliiai  II  I   als   ill    lirl    a  t^r  |(».  iprli 

jaar.      Turh  lirldtrii  /ij  aanlioiidnid  niri  allriiri  /irklrn  m  jilanri,  i,.  kaiii|irn, 
\<)(»r  wrikr  lM'slrijdinj.i   lirl   nio^rlijkr  wordl    i^rdaan. 

Met  in'l  wt'jisiiijden  van  het  zickr  rn  doodr  lioiit  rn  lirt  we^ncincu  drr 
watei-lolcn  wordl  j;erc<;e]d  vooi-tgoj'aau.  P.rlialvr  uil  dm  rij;en  aauplaiit 
werd  <M>k  n<»^  zaartjioed  van  «dders  betrokken  (dat  vooral'  op  Uienikracht  werd 
oiuier/oclit  I  om   aan   versclieidene  aan\ra^en    te   kunnen    xoidoen. 

1'  11  e  aria  (ia  ml»  ir  15x1».  De  nieuwe  aanplant  in  de  \ollr  zon  naat 
zich  j^eleidelijk  slniten.  Men  hiadziekte  heelt  ziili  echter  bij  de  meeste 
individuen  jicojx'nbaard.  IM'  aau}j;etaste  blaren  zijn  sterk  jicklenrd  en  ver- 
toonen  rood-bi  iiinachlij^e  si)ikkel.s. 

r  r  o  s  t  i  ;.!,  ni  a  e  1  a  s  t  i  c  n  m  Al  i  q.  !)♦' in  No\  eniber  IDUduitgeplante 
zaallin^fii  le^»i<'n  een  bijzonder  weelderi^en  i^roei  aan  den  da;^.  Hiervan 
is  een  deel  eenslaninii^  oeiiouden  en  lu't  andere  deel  ongerept  gelaten.  De 
hooo'ste  van  de  eenstanimigen  heeft  een  hoogte  van  H  M.,  bij  een  stamomvang 
aan  den  voet  van  2;{  cM.  De  meerstaiumigen  hebben  zich  sterk  vertakt. 
De  takken  laken  elkaar  reeds.  Zij  staan  op  .'?.<>()  M.  in  driehoeksverband. 
Wil  men  een  groot  aantal  boomen  oj»  den  bouw  hebben,  dan  heeft  wellicht 
het  o]>  v(''U  stam  homlen  voordeelen;  d(tch  daar  staat  tegenover  het  nadeel, 
dat  zij,  door  liet  st(Mk  in  de  lengte  groeien,  gestut  moeten  vvt)rden,  anders 
vallen  zij  of  om  of  groeien  scheef  en  onregelmatig.  De  aanvragen  om  zaad 
en  zaailingen  waren  vele.  De  dienst  van  het  Bosch  wezen  vroeg  om  den  be- 
schikbaren voorraad  zaailingen.  liehalve  zaailingen  werden  haar  o(dv  een 
groot   aantal  tjangkokkans  afgestaan. 

\'  a  11  i  I  1  a     p  1  a  n  i  f  o  1  i  a     A  u  d  r.     De   sterke  bemesting  en   het    ge- 


58 

i'pjiekl  wegsnijden  (1«m'  zieke  ranken  mochten  den  bijna  20-jarigen  aanplant 
j^een  nieuw  leven  geven,  waarom  besloten  werd  den  aanplant  op  te  ruimen 
en  elders  in  den  ('ultuurtuin  een  nitMiwen  aan  te  Icgyen.  De  gezond  ge- 
lileven  stekken  zijn  zooveel  mogelijk  uitgesneden  en  v<»orloopijj;  in  een  goed 
bewei'kt  en  hemesl  kweekbed  geplaatst. 

Nieuw  ontvangen  ]>lanten. 

Als  nieuwe  kofl'iesoorten  werden  ontvangen: 

plantjes  van  ('of  f  e  a    <•  a  n  e  j»  li  o  r  a    uit  Kew, 

plantjes  van  ('of  f  e  a    r  (►  b  u  s  t  a    van  de  fiinia    L  i  n  d  e  n,    IJrussel. 

De  ]»lantjes,  die  er  gezond  uitzien,  staan  nog  in  potjes. 

h.     A  g  r  i  e  u  1  t  u  u  r-c  h  e  m  i  s  e  li    L  a  b  o  r  a  tori  u  m. 

Het  gebouw  en  de  insti'umenten  bevinden  zioh  in  goeden  staat.  Terug- 
gekeerd van  een  reis  naar  Nieuw-Caledonië  was  D'.  S  ]»  i  r  e  nog  korten 
tijd  vóór  zijn  vertrek  naar  ('oclun China  in  het  laboratorium  weikzaam. 
Met  1  Juli  Ncrliet  de  heer  II  i  ss  i  n  k,  die  ongeveer  (i  maanden  als  volontair 
in  het  laboratoiium  werkzaam  was  geweest,  linitenzorg.  Zijn  plaats  werd 
ingenomen  door  den  heer    J.    M  o  n  o  u  o  «' t  o  e. 

De  in  het  vorige  jaarverslag  medegedeelde  analyse  van  in  den  Cultuur- 
tuin  gecultiveerde  sojaboontjes  behoeft  eene  rectificatie.  De  vermelde  ana- 
lysecijfers  hebben  betrekking  op  katjang-hidjo,  een  boontje,  dat  tegenwoordig 
bij  de  bestrijding  van  beii  beri  gebruikt  wordt.  Ter  memoreering  moge  de 
analyse  hiei-  nog  e<Mis  herhaald  w(U'den. 

Water    ir).l%. 

Stikstofvi'ije   extr.    stoffen 4!».S  „  . 

Ruw   vezel    T.2  „  . 

Vet     ...: 1.1  „. 

Ruw    eiwit     LMJ.S  „  . 

Het  gehalte  van  ruwe  jisch  was  4.9%. 

Soja-boontjes  in  den  ('ultuuituin  gecuKiveei-d  oj»  vetgehalte  onderzocht 
leverdtMi  de  volgende  uitkomsten  op: 

witte    variëteit    i;).r)%, 

zwarte   variteit    17.1%. 

Het  voortgezi't  onderzoek  van  ch'  hoofdzakelijk  uit  iiielliyl«lia\  icol  be- 
staande aetherische  (tiie  \an  Ocimuni  basilie:  (\ar.  auisatum?)  selasih  idjau. 
leerde,  dat  bij  distillatie  bij  de  gewon»'  luthtdrukkiug  een  klein  geth'elte  om- 


7,0 

gezel  woidl  in  ccii  ;:f'l<iis(;illis<M'i(lf  slof.  (Ii<'  l»ij  I."i7'^  siim-II.  AiimIvsc  i-m 
iii(il<'(iil:iir   i^cw  iililsl»f|i;iliii;4    wij/cn    er   dji,    (|:il    hhmi    \  ii  iimi-di  lijk    iin*l    i*\\ 

|Hjl_VllH('|'    MUI    IIW'I  ll_\  Itlliivicol    If    (lot'li    llicll. 

lid    <iiHl<-i-/.ni-k    \:iii   <li'ii    (JoDi    ili'ii    lli<i      II.     -1.    T  I  II  III  ji    i|  I-     Maas, 
raaitliiiail  s  liij  lul    Lc^i-r,  iiii^f/oinlcn  ^^lasninnslfis,  s\aai\aii   in   lui    voiii^c 
jaai\  <'isla^  icctls  iinlilin^  is  ;^<'niaaUl,  j^al'  ili-  \  ol;;.fn<l<"  rijrcis: 
Nanicii 

11  (ii|-  j;iass»'Il 

I  'Pi II KM  na n 

Ü  Teinlia^an 

2(/  Tenib;i;,Mn 

M  Kolond  jcMKi 

'Ad  KoIoikIJoiki  in  den 
bloei   «icscliolrn 

4  KoloiiM-nlo 

5  Toet  on 
t)  CT«'iuljoerun 
7  Pendjalin 
N  DJawan 
9  Soeudagangsir 

KI     Lanioeiaii 
1  1      Hlabaantegal 

12  Waderan  (kattoeiam  1.27         7.1)5  1.2!)5       S.1        2.«>:i5  40.—     14.7 

13  Wad.M-aii  ikassoeran)  1.2:i5       7.705         1.075       0.7       2.215  :',(;.7       17.45 
\'an  den  bchcreder  van  de  Kaïiieb oiidcriiemiiig  in  de  Laiiipongs  werden 

monsters  lanieb  ontvangen.  di(^  bij  de  bereiding  aan  verseliil lende  belian- 
delingen  waren  onderworpen  geweest.  De  vraag  werd  gesteld,  tengevolge 
waarvan  de  vezels  linnne  s<)ep(d-  en  lenigheid  behielden  of  verloren.  Langs 
eheniisclicn  wrg  konden  geen  versehillen  worden  aangetoond,  zoodat  de 
stnict  miivt'iandeiingen  aan  physische  invloeden  mo(^steu  worden  toege- 
schreven. 

Een  verzcx'k  werd  gedaan  nit  Djoedjaearta  omtrent  de  voedingswaarde 
van  de  in  den  handel  Aooi-koinende  jtaai'den-  en  veekoeken  van  een<^  oj»  -lava 
bestaande  fabriek. 

Uit  het  micros<-o]us(h  o\\  cheinisrh  ondcizoek  bleek,  dat  men  hier  te 
doen  had  niet  een  z.g.  melasse-voedcn-koek,  waarbij  verschillende  granen 
onder  de  afvalsti'ooj)  nit  de  snikeitabi'iek  waren  gemengd. 


Tolaal 

/,lli\.  riw 

/iii\»' 

Uiiu 

K 1 1  w 

s(iksl«d 

lOisv  il 

si  iksiol' 

<  •  i  w  i  1 

vel 

<'<lslol 

.\.s.li 

% 

% 

% 

% 

% 

% 

% 

2.5(; 

15.005 

— 

— 

2.05 

:'.4.o 

1  1 .225 

0.S75 

5.47 

0.00 

5.t;25 

1.51 

17.05 

lo.s 

1.1  !>5 

7.405 

I.O.-, 

0.50 

2.01 

5(;.5 

12.— 

l.;iG5 

8.5.S 

I.Oi 

0.5 

2.035 

39.45 

8. — 

0.04 

5.S75 

0.0!) 

0.1  S5 

2.505 

5!». 0(1 

12.15 

;i.i75 

10..S45 

2.!)2 

IS.27 

2.15 

;'.0.!)5 

15.'.) 

1.575 

9.S45 

1.4S 

0.255 

2.10 

34.4 

17.8 

1.10 

0.— 

1.2.S5 

— 

2.59 

41.2 

13.1 

1.0 

10.— 

1.575 

9.845 

2.10 

32.3 

15.25 

1.35 

8.44 

— 

— 

1..595 

30.— 

s.7 

1.02 

10.125 

1 .2S 

7.S05 

2.S1 

:',5.2 

11.0 

0.S4 

5.25 

0.705 

4.975 

2.305 

32.7 

1 2.8 

i.;n5 

7.73 

1.335 

8.35 

3.20 

29.5 

12.35 

37 

Het  geniiddt'ld  j^vwiclit  vau  een  koek  bedroeg  2!)<)  «;i'.  Daar  het  voor- 
namelijk te  doen  was  om  de  hoeveelheid  eiwitstof  en  melasse  te  kennen,  wer- 
den deze  sloffen  in  de  koeken  bepaald.     De  analyse  j^af  voor: 

water   9.(>%, 

totaal  ruw  eiwit 7.(> ,, 

drone  stof  melasse +   ;•,() .  .. . 

Ter  verjjielijkino-  met  gaba,  afkomstig  vaji  rijst  in  den  ('ultuiirtuin  ge- 
cultiveerd, werd  ook  hierin  het  gehalte  aan  ruw  eiwit  bepaald  en  hiervoor 
gevonden  7.5%. 

Door  eene  onderneming,  die  voor  hare  koffic^tuinen  aanzienlijke  hoeveel- 
heden karbouwenmest  gebruikt,  werd  om  inlichting  gevraagd  of  het  drogen 
in  de  felle  zon  het  stikstofgehalte  in  de  karbouwenmest  doet  achteruit  gaan, 
Het  monster  gedroogde  mest  bevatte  aan : 

water   19.  3^^, 

totaal  stikstof  t,54 

Daar  niet  tevens  een  monster  ongt^roogde  karbouwenmest  was  over- 
gelegd, konden  de  gevonden  cijfers  slechts  vergeleken  worden  met  een  alge- 
meen cijfer  voor  zuivere  rundermest,  en  dan  bleek,  dat  het  stikstof  gehalte 
van  de  door  droging  geconserveerde  karbouwenmest  daarmede  niet  veel  ver- 
schilde. Naar  aanleiding  eener  vraag  omtrent  het  vet-  en  aschgehalte  der 
fc?waroe  Boelaroeto  cacaopoeder,  werd  hierin  bedoelde  bestanddeelen  bepaald, 
waarbij  de  volgende  cijfers  gevonden  werden: 

water 7.0^^^ 

vet   43  7 

as<'h    5.9  ,, . 

In  de  van  D''.  Koorders  ontvangen  bladeren  van  rrophyllum 
glabrum  Wall,  een  tot  de  Rubiaceëen  behoorende  boomsoort,  voorkomende 
in  de  bosschen  bij  Takoka  in  de  Djami)angs  (Preanger)  en  aan  de  bladeren, 
waaraan  genoemde  natuuronderzoeker  de  reuk  van  ki-uidnagelolie  meende 
te  bespeuren,  kon  door  distillatie  een  olie  worden  gewonntMi.  welke  eugenol 
(het  hoofdbestanddeel  der  kruidnageloliei  en  sporen  met livlsalic,\  laat  bevatte 
Een  onderzoek  werd  ingesteld  naar  het  voorkomen  van  caffeïue  in  de 
bladeren  vau  ('amellia  Canceolata  en  ('auu'lli.-i  uiiuahassae.  1  De  thee  be- 
hoort tot  genoemd  geslacht).  Zoowel  langs  macro  als  michrocheuiischen 
weg  kon  in  genoemde  bladeren  de  aanwezigheid  van  caffeïne  niet  worden 
aangetoond. 

Met  behulp  van  de  in  het  vorige  verslagjaar  uitgewerkte  methode  van 
onderzoek  voor  getah-pertja's,  werd  het  ondeizoek  na<ar  de  kwaliteit  van  de 
producten  gewonnen  uil  de  slamnu-u  der  gelah  pertja  boomen  van  den  Cul- 


I  iiiii'tniri   «Ml    \;in   (!•'  <  Iuii\  ciiifiiicnis  iiiinphinl  i(i;:<'ii    (<■   Tjiin-iir.    \  i»i(rt^*'7><'l. 
lief  |»ro<lii<l   iii^»'/,;iiiit|(|   \;iii  <|iii  sl;iiii   \iiii  (•••ii  l»ltn'jfin|i-  Imoiii   uil   «l<-?i   I';il. 
oldoii^il'olimiil  iiiii    Ir    K<'|;ir;iii.  «lif   \;ii.   ninsl  i  t-ckH    \>>7<7t  <l;ilftil    litvath': 
hai'H '2'2.7'/r.  -iiihi       77.:?%. 

lief    |i|'ih|ii<'I     \;iii    icn    l*;il;i;;.    u'X  I  I  ;i  I  x  )i  iiii    uil    il'li     I'Ij  II  I  <-li  I  M  i  II.    ilji-    i-\)-li 
CCIIS  (llllSl  rrcks    IS.-)!     nini'l    ;:fp|;ilil    /.ijll,    li;ii|    •!••    \  <i|;_'r|Hlr   SillllflISlfHill^ 

li;iis    \-2A%, 

^MlM;i     S7.r»  ..  . 

Iciwijl  (l«'/f   \(»(H'  rrii    Tiil.  Tiriiliii.   in  dr   ii;il»ijliii(l    \;iii   il<'    l'iil.  ;;iiMiiltiM>iii 
^r(»('i<'ii<l('.  ;ils  xttli;!    \v;is: 

liJits    .^S.S%, 

-ullii    II.Ü... 

'\\'  'l'ji|M'tir  wndrii  ccii  ;i;iii(;il  Immhih'Ii,  sI;i:iii<I<'  in  «l'ii  l'iil.  ultldiiuifnliiiin 
(nin   <;('i«'^ist  iccid,   wirr  |)i(i<liirtcii   op  i,m<»ih1    \;iii   «Ifii    luiliiliis  <lfr  luKtnicn 
twijfel   »»\»'ilict    ;i;in;;;iiiii<lt'  «Ir   k\v;ilil«'il .      ih't    <ln'iiiis«h   «ni«li'r/,«>«'k    l«'vcr«l«' 
lit'l   v«»l^«Mi«l«'  «»j»: 

W     12  8  4  5  6 

%        %        %        %        %         % 
hais     16.2— 15.4— 27.2— 17.2— 15..5— 57.1, 
<X\}tti\  S8.8— 84.6— 72.S— S2.S— S4 .5 — 12.0. 
Naar  ;ianl«'i«liH<:  hi«'r\im  \v«'r«l  l»«»«»m  II-  6  uil  «h-u  l'al.  <»l)l«»n^Mf«iliiiiiitiiin 
verwijderd. 

Alvorens  de  proeven  met  de  grootende«»ls  ni«Hlianis<lie  bereidinj;  van 
fjetah-pertja  nit  blad  w(M'd«'n  voortgezet,  bleek  in  de  etnste  plaats  noodij;  te 
zijn  een  <;oede  «'n  snell«>  nietliode  van  <inttab«'palinti-  in  blad«Men.  De  jje 
wone  exti"a«'<i<'m«'lli«»«l«'  is  zeer  tijdr«»«>v«Mid.  waarbij  «»«»k  iio^  komt,  «lat  de 
extra«'liedinii'  aflumkelijk  is  van  de  fijnheidsgraad  van  het  vermalen  blad. 
De  <;edaH«'  «)n«lei'zo«'kin,i;«'n  n«»pens  «lit  onderw<Mp  zijn  imj;  ni«'t  rijp  voor 
pnblicatie. 

Yiin  den  Heer  v  a  n  \\  1  o  ni  ni  e  s  i  e  i  n  \v«M'd  «mmi  monster  gezniverd  en 
een  dito  onjiezniv«'rd  jjetali-pertja,  bereid  nit  blad  voijrens  het  mechanisch 
procédé  Ledeb«)er,  ter  onderzoek  ontvan<;en.  FTet  chemisch  onderzo«*k  «jaf 
de  volgende  iiitkon>r5ten: 

ongezniverd  prodnct     gezniverd  ])roduct 
%  % 

water  1.1  3.6 

vnil  2.9  1.5 

hars  6.4  7.5 

gntta  89.6  88.4. 


39 

Uit  de  Gajoelaiidf  u  werd  van  I  >'.  S  ii  o  ii  <•  k  H  ii  r  j^  i"  o  n  j  e  eeu  moustei' 
aldaar  gewonnen  zont  ontvangen,  waarvan  de  samenstelling  niet  bekend  was. 
Het  bleek  'M)%  kenkenzont  te  bevatten. 

De  Heer  en  Mevrouw  W  ever  s,  die  voor  het  doen  van  wetenschap 
pelijke  onderzoekingen  naiir  Btiitenzorg  zijn  gekomen,  kwamen  hunne  werk- 
plaatsen in  het  laboratorium  in  begin  December  innemen,  waarvoor  echter. 
daar  eigenlijk  voor  vreemde  bezoekers  het  laboratorium  niet  is  ingericht, 
eenige  schikkingen  moesten  worden  getroffen. 

c.     Opleiding    \-  a  u    jongelieden    voor    den    1  a  u  d  b  o  u  \\. 

Werd  in  het  vorig  verslag  de  klacht  geuit  (bladz.  71).  dat,  niettegen- 
staande de  publiciteit  aan  de  oprichting  van  den  landbouwcursus  gegeven, 
de  toeloop  zooveel  te  wenschen  overliet,  in  het  verslagjaar  daarentegen  over- 
trof —  waarschijnlijk,  omdat  de  aanvankelijk  verkregen  resultaten  niet  on 
gunstig  te  noemen  waren  —  het  aantal  aanvragen  om  plaatsing  verre  dat 
der  nog  bes<hikbare  plaatsen,  zoodat  velen  teleurgesteld  moesten  worden. 

Een  leerling,  die  zcmder  geldige  reden  herhaaldelijk  afwezig  was,  werd 
ontslagen,  terwijl  aan  een  ander,  die  minder  tegen  het  liuitenzorgsch  klimaat 
bestand  bleek,  op  verzoek  ontslag  werd  verleend.  Twee  andere  leerlingen 
werden  door  hunnen  vader  telegraphisch  naar  huis  geroepen  met  het  oog  op 
een  ongunstigen  gezondheidstoestand,  waarvan  toen  echter  te  Buitenzorg 
niets  gebleken  was.  Zonder  de  toestemming  van  den  waarnenumden  Direc- 
teur af  te  wachten,  verlieten  zij  Buitenzorg,  om  niet  nu^er  terug  te  kein-en. 
Hiervoor  werd  als  reden  opgegeven,  dat  de  jongelieden  in  kennis  der  Neder- 
landsche  taal  achteruit  waren  gegaan  en  er  in  het  algemeen  te  weinig  aan 
theoretisch  onderwijs  werd  gedaan. 

De  ervaring  heeft  inderdaad  geleerd,  evenals  bij  den  tuinbouw-cursus. 
dat  het  gehalte  der  jonge  menschen  het  geven  van  theoretisch  onderricht, 
zij  het  ook  nog  zoo  elementair  uiterst  moeielijk  maakt  in  het  algemeen.  ]Ie( 
geven  van  onderwijs  in  de  Hollandsché  taal  heeft  geen  deel  v;iii  hel  ju'o- 
gramma  uitgemaakt.  Het  (h»el  vaii  den  gelieehMi  cursus  is  \ui\  den  aan 
vang  af  boven  en  voor  alles  praktisch  geweest,  waarbij  juisi  Iu4  droge 
weder  van  den  Oost-moesson  in  het  verslagjaar  zich  bij  uitstek  tot  het  bijna 
voortdurend  verrichten  van  praktische  werkzaamheden  leende.  De  ge 
maakte  verwijten  treffen  dan  ook  onze  poging  tot  het  geven  van  eenvoudige 
opleiding  in  den  landbouw  niet;  zii  toonen  slechts  aan,  dat  men  zich  onjuiste 
en  overdreven  voorstellingen  maakt  van  den  aard  van  hd  oiiderw  ijs.  dit  ver- 
warrend met  d(»  opleiding,  die  aan  eeiu^  eigenlijke  landbouw  sdiool  wordt 
gegeven. 


40 

TiwHl  W  i-lis,  iM'  lilijUfii  iiu;^  in  ;iii(li-li-  n|i/,i(|ih'ii  \  tl  Ivft-rdi-  i|<-lik  lM-cl(|t|i  If 
lifsl;i;ili.  \  i»iiiii;iiiic|i  jk  l»ct  ii-l  TcikIc  ..;i;iiis|)|;i  ki-n"  (li<'  <!'•  If<-|  lili;^!-!!  /<iihI>ii 
Liiiiiii'ii  (lom  '^ildiii  ii;i  :iri<M»|i  \;iii  (|<-ii  ciiisiis.  Mm  im-ciil  smns.  dal  \\;i;i|- 
hrl  <  iuii  \  ciiimiml  lit'l  ;^clii'clr  i  »iid<'iii<  Il  I  kusldixis  \  cr'sl  idd  cii  ir  /.flls  :(:iii 
\  rrsclii'idciM-  lr<  rlinum  rm;.',  crue  Inrhiiic  udidl  ;^<';;<'\  fii  \(i(»r  kost  cii  huis 
\('sliii;^,  liu\  ('iidifri  imu  df  \  ni»!  iclit  in;:  /<iinli'  ltcsl;i;iii  uni  kilcr  mhh-  ••••n'- 
|>l;i;i(sin^  dri'  joni^i'lirdm  h'  /uiL:<'n.  I>iv,<'  \olsl;i^m  un;i;i  nn<'nii'li  jki-  ii|)\;ii 
linu  is  li(i\cndifn  in  |icil  irimh-n  \MM'rs|ii;i;ik  nn-t  lid  \<><ii;ir  mkh  d*-  ii|(|im 
diiii;s  i;clr^cnlH'id    :i;i  n^^rnitnicn    m    in-ki'nd    u'^iumk  Ie    duel.      hil     is  In-I 

worde  hiel-  iirili;i;dd  I  \\ccl(  d  i  i: :  omsdrcls  wil  nirn  df  .j<>ii;:i'  nn-nsdim  oji 
li-idt'ii  \ooi-  lirl  drij\cn  \iiii  IJcincn  hindlionw  m  ;ind"'idri'ls  \(ior  hri  mi 
\ull<'n  \;in  cmNoinliuc  opzirin'ps  |d;i;i  Iscn  op  Inndi-iijkc  oinli  rnrniin;;<Mi 
l)il  en  iiii'ls  anders  weid  van  don  aanxaii^  ai',  on  wordi   not:  liooo^id. 

Kvonals  hij  don  Miinhon  w  (  iiisns  liohhon  do  jon^ioliodiMi  ziili  sjioodiij 
aan  Ik'I  \ criicldon  \an  don  MoiMÜ^cn  handonailn-id  i:o\\ciid  on  //ion  /ij  oi-  nioi 
nn'oi-  lo;;cn  o|>  lo  s|»illon  on  jo  Li!a\<'ii,  hoonion  !o  ka|i|i<'ii  on  nn-l  nn-sl  oiii 
(o  liaan. 

llcl  ITi  lal  jihialson  \<M>r  do  (iploidini;  hostonid.  was  aan  iiol  eind  van  hol 
\orsla^Ja;ir  ho/.o|  d<Mii- do  Jongelieden  ■  \\'.  \\  en  A.  (i.  A.  de  ('enninek 
van  ('a|iello.  \an  (tl  tl' en.  1'.  !■  o  n  \v  e  r.  1.  ah  aar.  Kroniiiies. 
F  i  n  e  h  i,  S  ni  il.  Mal  h  v,  M  a  r  e  k  s,  v  a  n  d  er  II  e  ij  d  e.  i  e  n  1',  n  o  lu. 
V  a  I'  k  e  \   i  s  s  e  r,    < )  o  s  t  h  o  e  k    en    -1  o  h  a  n  n  e  s. 

1  >e  l.andhouwloeiaar.  de  lieer  11  e  ij  ni  nu.  was  in  ln'l  al^enn/en  over 
vlijl  en  _i;e<lra<;'  der  leerlingen  wel  tevreden,  terwijl  soniniijicn  hunner  zelfs 
„liel'hehherij"  in  hel  werk  hlijken  te  liehl>en.  Onwetii.uc  ver/ninion  konioü 
niet  \(K»ron  noenil  nuMi  in  aaninorkitiii.  dat  \(»(»r  Ncrseheidene  dei- joiiucliedeii 
de  ()very,anj;'  naai'  hei  Nochtiuc  r.uilenzorinselie  klimaat  noj;;  al  ^root  was. 
daii  kan  gezej^d  worden,  dat  ook  het  aantal  vei-zninuMi  wej^t'us  ziekte  j^erinji 
was.  De  leerlingen  hebben  zich  nn  iti  het  aluemei'n  blijkba^ir  aan  het  kli 
maat  j^oed  gewend.  Zij  werden  tijdens  de  laatste  pokken-epidemii'  <;eva(ei 
neerd. 

De  werkzaamheden  konden  in  het  verslaiïjaar.  dank  zij  de  langdurige 
droogte,  o(dc  des  middags  veelal  buiten  plaats  hebben.  N'oor  het  ond(H'richt 
binnenshuis  werd  met  daadwerkelijke  nu'dewerking  \an  de  leerlingen,  t^en 
eenvoudig  gebouwtje  opgezet.  Wel  is  waar  <lunrde  d(^  bouw  daai-van  daar- 
door \cel  langer  dan  indien  deze  in  aann(>eni werk  gedaan  ware.  maar  nu 
wei'd  dan  (»ok  het  \(tordeel  veikregen,  dat  ze  zich  do  kennis  \an  eenvoudige 
constructies  e.  d.  eigen  konden  maken.  Sommige  leei'lingen  toonden  voor 
dit  soort  van  werkzaamheden  groote  liefhebberij.     Een  loods,  eveneens  door 


41 

d('  Ifcilin^vii  (.[.jivzi't,  ^vrf(  bij  j^iooic  warmte  of  bij  regenachtig  weer  ge- 
l('-i(Mili('i(K   vcrscliilleiide  i)racliscbe  octViiiiijicn   uit  te  voereu. 

Ter  voorbereidiii}^  van  hel  liiiiiwcrk  was  bet  in  (b' eerste  plaats  noodig 
een  terrein  uil  den  ('ultniirtuin,  waarop  verscbillende  aan[»bintingen  voor- 
kwamen, scboon  te  maken.  Hel  kappen  der  zware  scbaduwboomen  en  liet 
ontgraven  der  stronken  alsnu-de  bet  bewerken  van  den  grond  eischte  veel 
tijd,  wijl  de  b'erlingen  nog  weinig  gewend  aan  bandenarlu'id,  zieb  eerst  bing- 
zanicrband  de  noodige  bandigbeid  eigen  maakten. 

Daarna  kwam  de  aanleg  van  groentebedden  en  van  kweekbedden  voor 
versehillende  overjarige  gewassen  aan  de  orde. 

Liet  bet  weer  zlcb  aanvankelijk  gunstig  voor  de  groentecull  uur  aanzien, 
de  al  te  felJe  droogte  bleek  eebler  voor  verscbillende  gewassen  geen  ge- 
wensebte  factor.  Ook  badden  verseliillende  aanplantingen  veel  te  lijden 
van  insecten,  sommige  zoo  sterk,  dat  ze  gebeel  te  gronde  gingen.  Vooral 
booneu  viel  dit  lot  ten  deel. 

Bestrijding  zal  volgens  J  >'.  K  o  n  i  n  g  s  b  v  r  g  e  r  niet  baten;  het  eenige 
wat  aangeraden  kan  worden,  was  om  in  het  eerste  jaar  voorloopig  geen 
boonen  meer  te  jdanten. 

Knollen,  kool  on  uien  gaven  niet  veel  resultaat,  daarentegen  waren  de 
uitkoujsten  met  wortels,  prei,  selderij.  i»eterselie.  sla  eu  andijvie  gunstig. 
\'an  de  o]>gedane  ervaring  zal  in  bet  volgend  verslagjaar  natuurlijk  een 
nuttig  g(d)ruik  gemaakt  kunnen  worden. 

Van  bijna  alle  in  den  ('nltuurtuin  gekweekte  meerjarige  gewassen  wer- 
den pejunières  aangelegd  en  met  bet  meerendeel  uitstekende  resultaten  ver- 
kregen. \'ooral  aan  de  bebandeling  der  jonge  bibit  werd  groote  zorg 
besteed. 

In  den  ('ultuurtuin  zelven  konden  de  leerlingen  zich  in  de  oude  aanplan- 
tingen oefenen  in  het  snoeien,  het  maken  van  niarcottes  e.  d.  terwijl  ook,  zij 
het  dan  nog  slechts  op  bescheiden  schaal,  wat  aan  behandeling  van  vrucht- 
b(»omen  gedaan  kon  worden. 

Eindelijk  werden  op  bet  terrein,  dat  later  dienen  zal  om  er  de  boomen 
op  uit  te  jdanten,  aanplant ingen  aangelegd  van  verscbillende  kruidachtige 
gewassen,  wier  cultuur  voor  ben,  die  den  kleinen  landbouw  zullen  drijven, 
van  eenig  belang  kan  zijn.  (Jenoemd  mogen  bijv.  w(»rden  gencM^skracditigi^ 
kruiden,  aetberis<-he  oliën-  en  vezel  leveicnde  planten,  terwijl  eindelijk  ook 
aan  enkele  zoogenaamde  Inlandscbe  gewassen  een  bescbeiden  plaats  werd 
ingeruimd,  vooral  om  de  leerlingen  er  med(>  bekend  te  maken.  Het  bleek 
toch  maar  al  ti-  dikwijls,  dat  vt>el  voorkomende  en  gecultiveerde  gewassen 
aan  verscheidene  jongens  gebeel  onbekend  waren. 


FIfl  sjMci'Kl  w'l  \.iri  /.<l\<-  (|;il  iiri  (|;ij;i'|ijks<ln'  a:itis«-liMii win;;  van.  fti 
\  UMI  tfliiiiMid  Ioc//m  hl  (i|i  Iit|  ;jt  |i|;i  iiif  <i  I  >iii  (  «mpj'-iimmmi  (oc  liij<lraa;:t  om  litii 
(e  («•r»ii(ii    in   licl    w  aai  rnnH-n. 

N'ci-nil  nnii  liij  ImI  u|.niak<  ii  r|<i  lialans  in  aaninf-rK  in;:.  Ik"-  vdoc  de 
nnM'sIcn  allfs  nirnw  was.  dan  is  rr  all<'  ii(|<ii  nm  ni<-t  <!<•  in  In-I  ••i-tstt-  jaai' 
\  rrkir^^cn  ifsnllahn  lf\  icdin  Ir  /ijn  en  ImIkhH  er  ;:fcri  Iwijfrl  t<-  In-slaan  of 
(•••n  Nol^^md  volslag  /.al  \oor  lal  \an  w  «a  K/.aanilKMJrn  no;_'  In-i.  if  nil  Uonislfn 
kiMHK'n  lMM'ks(a\  fii. 

haar  lui  \ooial  \  oor'  In-n,  dio  /,i<  li  laloi-  o|i  d'-n  kltinin  landlionw  /iillcn 
loclo^;^!'!!,  \an  iM'lani'  is,  ook  vfrlimiud  Ie  /.ijn  nn-l  do  lx  Iiand<lin;:  \an 
niolk\oo,  wrrd^or  ooii  koo  mol  kali'  !L;ok<Hld.  alsan-ilo  i-on  aan  oen  di-r  Icci- 
lin;:on  looliohoofond  koohoosi  lor-  \  or/.or';,Mn^^  aan;ioiromon.  ||.|  aarijdarr 
ton  \ari  \  oi  sriiillciido  NcovucdiTj^owasson  kwam  du.s  \an  /oji  (M.k  op  Injt 
|tr-o^Mamnia. 

Hol  sjirookl  \an  /.ol\o.  dal  do  loorlin^on  \  ooi'  i\r  \oodin;;  on  \  fip|o<^iir;^ 
van  do  koêbeestcn  nrooton  /,or';,'^on.  holtoon  oohlor'  op  sommijro  mons<lifn 
don  (  iill  iini  hiin  passooicndo.  con  zoo  stiiitoinlon  iiidiiik  maakte*,  daf  in  oon 
s(  liiijvon  aan  don  \vd.  dii-ocfoui-  verzocht  weid  ..aan  dat  schandaal  ton  spoo 
diLTsl»'  paal  on  jiork  |o  laten  st<dlen".  Onnoodig  to  zeggen,  dat  op  dezen 
\  liondoli  jkoir  wcirk  iriof   i;('i'oa;j:oord  \voi<l. 


§   VI. 


4"»-  AFDEELLXG  DEK  INKKHÏING. 


(PHARMACOLOGI8CH  LABORATORIUM). 


Zooals  reeds  in  het  voorgaande  verslag  werd  aangeduid,  vmscheen  in 
Febrnari  van  het  vershigjaar  een  van  deze  afdeeliug  nitgaande  Medede«ding 
(II-  Lil,  Phintenstoffen  I\').  Een  referaat,  betreffende  den  inhoud  dier  Mede 
deeling,  kan  liior-  achtorwogo  blijven,  dewijl  dit  reeds  in  het  verslag  ovt'i 
l'Mll  gog.'von  is. 

Na  de  beëindiging  van  de  werkzaamheden  voor  de  even  bedoelde  publi 
catie  werd  het  wenschelijk  geacht,  thans  in  de  eerste  plaats  te  gaan  denken 
aan  het  tot  stand  brengen  van  een  werk  van  eenigszins  anderen  aard  dan  de 
tol  hodon  toe  geleverde,  nl.  oen  jiharmakognotisehe  beschrijving  te  geven 
van  de  meest  gebruikelijke  inlandsche  geneesmiddelen.  I>o  vernu^^rderde 
belangstelling  voor  aan  het  plantenrijk  ontleende  artsenijen,  die  in  den  laat- 
sten  tijd  hier  en  elders  wx'derom  is  op  te  merken,  noodigt  hiertoe  als  van 


zelf  nit,  daar  zij  meer  en  meer  de  leemte  lu  het  licht  stelt,  die  op  dit  gebied 
no-  bestaat.  Het  valt  t.H-h  niet  (e-en  t.*  spreken,  dat  vcor  den  medicus  in 
Indië  hekendliei.1  n.rt  de  inlandselu'  grneesmiddelleer  een  zaak  is  van  het 
ovoetsfe  ^.-wirUt,  zeowel  we-ens  het  vele  goede,  dat  zij  ontegenzeggelijk  be- 
vat,  als  n.ornamelijk  om  het  meerdere  vertro.nven,  dat  de  Europeesche  ge- 
„eeskunde  hier  te  lande  van  de  zijde  der  inlandsche,  maar  ook  van  een  groot 
deel  der  niet  inlandsche  ingezetenen  zal  ten  deel  vallen,  zoodra  haar  be- 
oefenaren meer  algemeen  op  eenige  kennis  van  de  inheemsche  therapie  zullen 

kunnen  wijzen. 

Als  een  niet  onbelangrijk  hulpmiddel  tot  het  verzamelen  van  zoodanige 
kennis  zal  ongetwijfeld  te  beschouwen  zijn  het  bestaan  van  een  boek,  dat 
door  een  beknopte  beschrijving  in  staat  stelt,  de  meest  gewone  simplicia 
te  onderscheiden,  en  dat  verder,  voor  zooveel  mogelijk,  aanwijzingen  bevat 
betreffende  de  bestanddeelen  der  besproken  plantendeelen. 

Een  werk  als  hier  bedoeld  wordt,  ontbreekt  tot  dusverre.  Wel  bestaan 
van  sommige  inlandsche  geneesmiddelen  reeds  beschrijvingen,  die  meer  of 
minder  aan  het  hi(M'  voorgestelde  doel  beantwoordi-n,  doch  voor  het  meeren- 
deel  geldt  dit  niet.  En  wat  de  werkzame  bestanddeelen  betreft,  heeft  wel  is 
waar  het  stelselmatig  onderzoek  van  de  Indische  flora  reeds  talrijke  bijzon- 
derheden aan  den  dag  gebra<ht,  doch  zeer  veel  is  nog  volslagen  onbekend, 
zoodat  ook  omvangrijke  werkzaamheden  van  chemischen  aard  nog  noodig 
zullen  zijn  om  een  in  dit  (.pzichi  althans  eenigermate  bevredigend  geheel 

te  kunnen  samenstellen. 

Gedurende  het  verslagjaar  werd  vvu  groot  deel  van  den  beschikbaren 
tijd  besteed  aan  het  bijeenbrengen  van  materiaal  en  van  daarop  betrekking 
hebbende  gegevens;  hiermede  woidt  nog  voortgegaan.  Yoovts  werd  een 
begin  gemaakt  met  de  beschrijving,  terwijl  ook  de  verrichte  chemische  arbeid 
hoofdzakelijk  betrof  een  aantal  inlandsche  geneesmiddelen,  die  in  het  phar- 
makognostische  werk  zullen  worden  opgenonu'U. 

In  zooverre  is  dus  afgeweken  van  den  vroeger  steeds  gevolgden  regel: 
bij  het  (mderzoek  de  natuurlijke  verwantschap  (h-r  planten  in  het  o(.g  te 
honden  en  dus  zooveel  doenlijk  faniiliesgewijs  te  werk  te  gaan.  Natuurlijk 
is  deze  :i  f  wijking,  die  do(M-  het  voorafgaande  voldoende  gemotiveerd  is, 
slechts  een  tijdelijke,  en  ligt  het  in  de  bedoeling,  zoodra  mogelijk  op  de  ge- 
wone wijze  voort  te  gaan.  lntuss<hen  is  het  duidelijk,  dat  ook  de  thans  als 
„Varia"  verkregen  resultaten  voor  het  systematisch  onderzoek  geenszins  als 
waardeloos  (e  beschouwen  zijn. 

De  aard  der  tijdens  dit  jaar  in  hoofdzaak  verrichte  werkza<amheden,  in 
het  bovenstaande  kortelijk  aangeduid,  brengt  mede.  dat  eiMi  metM'  gedetail- 


44 

Icrrd  <i\fi/,ir|il  iiici  k:iii  ;^f^c\.-ii  woiilni.  Slt-clils  /ij  liiiM'  \  <tiiii|i|.  diil  ;i:i|i 
lul  (  lii-iniscli  (tii<lci/.uflv  \  oiiiiiiiiiicli  jk  iiinliMW  UI  |ic|i  \\<'l<|i'li  |il;ili  liii.  Im-Iicm» 
icli(h'  lol  <lc  \  (il;:fii(|f  r;iiiiiliili  :  ( ';i  |i|mii  hI:i<  i;ii-.  I  .i-^ii  mi  riusjir.  M  \  il;ii-f;i<', 
l(iilii;iic;n',  ( '<Mii|H»sil;i<',   l'iii  |iliii||  idci-nr,  /iii;^ilifi;Mr;if. 

«Jchcrl  liililrii  \  i'llm  11(1  liifl  lirl  lt(»\c||  i^f/A-'^tïi-.  Iiliii-I  liii-r  ^'fWii;,'  ^c 
lii;i;ilxl  wiikIcii  \;iiici'|i  \  ij.il:.  <li<'  \  :i  n  iiH'<lis<ln'  /.i.j(l<'  ^<-<'|'l"''''  "''''1  "k-I  Ih-I 
(MrM  n|i  dl'  (Kils  lli'l  !'•  I;iImI»'  m||(|c|\  (.imIcii  llMM'irlijUllfid  (illl  <<ii  lii-l  liiliw  li;i;i|- 
SI  I-  (I  |p  II  ;i  II  I  II  il  s  |.i  ;i«'|i:ii  m;!!.  \;iii  ;;i'I  i  j  k  lii;i  t  i  u<'  NVlk  ili<.'.  iiinilili^  !••  wor 
(l.ii,  (Ie  \i;i;iu  lil.,  'il'  lul  iii<'l  iiK'.u:!'!!  jk  /.ijii  /.uw.  lul  l;"-ii"'ciim|i'  Im/\s;i;ii-  I<- 
nul  ^;i;i  II  ildoi  liicr  i  II  I  m  lic  (•(•{!  m'Sili  i  k  I  <•  su(  >rl  \  ;iii  Im-I  i^i-shnlii  Si  i  n|iii;iiii  lius 
II-  diM'ii  :i:i  lik  w  i'ckrii. 

N;i;ii-  ;i;i  iilcidiiii;  \;iii  df/.i'  \  i;i;iL':  wcidfii  .-uiii  ifii  rlifiniscli  diidi'i /.oi-k 
oiidfi  \\<)i|ii'ii  de  /,;idfii  \;iii  S  I  I'  o  |i  11  ;i  II  I  II  II  s  (1  i  i'  Il  o  I  ••  Ui  II  s  I ».  (  '..  \<Mir 
lifl  ud^ciiidik  de  ('ciiit^c  sodil .  w  ;i;ir\  ;iii  ;ill  li;iiis  lol  rni  \  (K)il(»n|(i;^i'  Im-w  rikiii;^ 
Idcrcikciid  iii;ilcii;i;il  uil  's  L.iiids  ri.iiili'iil  iiin  (  K  iill  ii  iiil  iiiii )  kdii  lM'Sfliikli;i;i  r 
<,M'sl('ld  wdidcii.  |)'.  <1  rcslidir  Ncsli^^ih-  xour  <-ciii,i;i'  jiirni  rrcds  d<'  ii;iii 
d;i(di(  (»!>  hel  \ odikonicii  iii  biisl  ni  Idndcicii  dr/.cr  s|h-ciis  —  /.ij  lid  ook  Idt 
('cii  iiilcrsl  >;i'i  iii;^  lirliallt' -  \;iii  ren  sidi',  die  pinilfii  \;in  d\  ficcnkdiiisl  iin'( 
t^lroidi.iiil  hiiH'  scIhm'II  (c  vci-lddiM-n.  In  de  /;hI(  ii  kdii  iiii  iiHlci(!;i;id  r<Mi  ;:lii- 
fM)sidis(di  liarl  \  t'i-^'iri  jiniiii'clodnd  en  d;iiiriiil  in  kl<'iirldd/<'n.  lincwrl  ;iiiidiplpii 
(ocsliind  ;it'uc/dndrn!  worden,  welk  li<  li:i;ini  zidi  in  \ ciscliillende  d|)/icliteii 
iils  slr(>|»li:inl  liine  Ideek  Ie  jicdra^eii.  N'oor  ineer  uit  voerijie  proeven  (tut 
biO(M<t  voorsliauds  liel  innlerianl,  zoodal  een  a.Woend  antwoord  oj>  de  vraaj;, 
of  niou  hiel'  te  doen  licel'l  mei  slioidianlliine  zelf  of  met  een  vei'wanl  «ilueo 
sied,  no^  niel   kon  ^c^cNen  worden. 

Hoewel  nii  de  moi;<'liJklieid  niet  is  uil  ucslnlen,  dal  de  zaden  van  Sir. 
dicliolemns  tiij  een  iiadei-  onderzoek  ilierapoiil is(  li  hruikl»aar  zonden  hlijkeu 
en  dus  deze  soori  \(»oi-  hel  aanj>lanten  lol  niedisclie  doeleinden,  in  aanmer- 
king komen  zon,  zal  hel  lo«h  onuet  w  ijfeld  de  vo(»rkeur  verdienen,  te  traehlen. 
hier  tot  de  kulfuur  \an  de  in  Europa  offieieele  Strophanthus-zaden  te  ^e- 
raken,  daar  hel  toch  juist  aan  hel  in  den  handel  kennen  van  zaden  van  zeer 
veisrhillende  herkomst  en  nileenloopende  w  eik/aamheid  is  toe  te  schrijven, 
dat  de  Stropbantlius-praeparaten  allenj;s  een.  vooral  voor  zoo  sterk  werkende 
en  o-ewichtioe  j;eneesniid"delen  hoojxst  helreurenswaardiffe,  reputatie  van  on- 
hetronwhaarheid  verworven  hebben.  Hel  is  om  die  reden  van  jjroot  belangc. 
dat  er  nil/icht  bestaat,  voor  's  Lands  riantentnin  binnen  kort  uit  Afrika 
den<i(lelijk  plant  materiaal  van  de  (d'ficieele  S  t  r.  K  e  m  b  é  te  verkrijjren. 
zoodat  mettertijd  deze  (piavslie  in  deu  meest  jreweuschten  zin  tot  een  op- 
lossinir  zal  kunnen  komen. 


45 

§  VII. 

5''"  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(BOTANISCHE  TTUN  EN  RERGTUIN  TE  TJIBODAS). 

(I.     R  o  t  a  n  i  s  e  11  o    t  n  i  n. 

hl  iK't  begin  van  hét  veislaojaar  kwamen  de  door  den  waterstaat  ge- 
bouwde nieuwe  woningen  voor  de  werklieden  gereed.  Deze  woningen  be- 
stiijin,  behalve  uit  een  afzonderlijk  staand  huisje,  thans  den  élève-niantri 
S  il  k  a  r  a  n  tot  verblijf|)l;ia(s  aangewezen,  uit  vier  blokken,  elk  voor  zes 
gezinnen,  leder  blok  he<'fl  eene  algemeene  voorgaanderij,  waaroj)  volgen 
vertrekken  van  :{,7r)  M.  in  het  vierkant,  elk  voorzien  van  een  kleine  achter 
loeaaltje  van  1,78  M.  diep.  Voorts  werden  er  afzonderlijk  staande  kenkens 
gebouwd,  waardooi-  de  brandgevaar  opleverende  en  er  zeer  onoogelijk  uit 
ziende  hokjes  niet  ataj)  bedekking,  die  vroeger  als  keukens  dienst  deden,  op- 
gei'uinid  konden  worden. 

De  nieuwe  woningen,  die  bijzonder  goed  voldoen,  steken  in  alle  opziehten 
af  bij  de  oude  verblijven  voor  onze  werklieden.  Een  veertigtal  hunner  zijn 
nu  nog  slecht  gehuisvest;  eerlang  zal  ook  daarin  echter  eene  gewenschte 
verandering  komen. 

Door  het  terasseeren  van  het  sterk  hellende  terrein  in  den  werklieden- 
kampong  had  veel  grondverzet  plaats;  de  daarbij  overblijvende  aarde  kon 
goed  worden  aangewend  om  de  uitgespoelde  vakken  in  den  heestertuin  weder 
aan  te  vullen.  P^venveel,  zoo  niet  meer  werk,  vorderde  nog  het  maken  van 
afvoergoten  voor  het  regenwater  in  den  kampong,  alsmede  het  beklop])en 
met  riviersteenen  van  de  ruimten  om  de  nieuwe  huizen. 

De  waterleiding  in  het  kwartier  der  Myrtaceae,  langs  een  zeei'  steile  hel- 
ling verloo})ende,  moest  op  nieuw  gemetseld  worden.  Een  niet  onbelang- 
rijke verbetering  in  zake  waterafvoer  in  den  tuin  werd  aangebracht  door  het 
maken  van  een  nieuwe  gemetselde  ruime  afvoergoot  voor  regenwater  lanoa 
de  belling  in  het  oude  palmen-kwartier.  De  hoofdafvoer  van  het  regenwater 
uit  den  tuin  naar  de  rivier  is  nu  in  tweeën  gesplitst,  waai-doctr  de  kans  op 
beschadigingen  door  d<'  buitengemeeine  hoeveelheid  regenwater,  die  onz»- 
liuitenzorgsche  buien  dikwerf  aanbrengen,  aanzienlijk  is  veiininderd.  Op 
liel  teri'ein  tusschen  de  beide  Tjiliwong-armen  werden  alle  wabMieidingen 
nagezien  en,  waar  noodig,  hersteld. 

Door  de  langdurige  droogte  in  den  Oost-moesson  van  het  verslagjaar, 
moest(Mi  de  verschillende  in  den  voorafgeganeu  West-moesson  uitgephuUe 
gewassen    worden    begot(Mi;    hetzelfde    was    noodig    in    de    kwartieren    der 


'ii) 


( )i(lii(l<'<'rMi  <Mi  \':iii-iis  f'ii  V(»()i:il  in  i|iii  Imsilil  iiiii.  Hu  rWdui-  wt-rtl  licirikt. 
(lal  lid  \crlicH  aan  |ilanlfn  ti-n  ;:i\(il;^<'  «lii-r  rcllc.  en  \(»()i-  liii-r  ^n-|ifcl  on;;!-- 
worii-  «lioo;^!»'  1(t(  fi-n  uni»f<liii(l< ml  niiiiiniinn  wcnl  l)'|M-ikl,  /.tuu\.\\  ln-l  \<-l«' 
«•xlia  \\<'ik  aan    lid    lH-;^idin    Im-sIiciI.   i  iiiiiistlindls   is   iH-jiKintl. 

I'lcn  Nourdfd  \aii  i|r  ;^i<H)ir  ilrud^lr  was,  <!••  zct-r  ;4i'rini;<'  liuc\  cdlK-id 
walfi  in  lil  II  Tjiliu  oii<4,  waanlom-  lul  \  «iKii  J;.';iii  \an  i-fni-  riiiikc  Ii<m\  cdlifid 
oriiii^  \iiiir  lid  \  iTliardm  dii  \\i-;4<ii  <ii  jiadcn,  /(■••r  \stid  \  ii  ;^<'iiiakki'lijkl. 
In  dl'  inaaiid  .liini  werd  di-  kanaii  laan  \\«'d<'r  Ix'^iint  iii  nul  di-  shioniwalM. 
ons  daailuf  w  (■Iwilliiid  dmtr  diii  In^iMiii-iir  \an  dm  \\  ahislaat  Ifii  ;^i'liiiiik«* 
al'^icslaaii.  \ciliaid.  I>i'  onlM'\  ii-diitt-ndi'  loi-stand  im/.i  r  \\<';,m'||.  im  ;^f\<)l^t' 
san  dl' /.w  are  rcj;('ns  ('M  \an  ln-l  oii  \  oldiirndi'  \  i'iliaidiiitisinalt'iiaal,  Idijll  t-rn 
sl<'c<ls  \(  teil  ia  ai'  nadri'1  \an  on/i-u  lniianisclii'ii  In  in:  i\i-/.c  sti-rkl  in  dil  ii|i 
/iciil,  (i]»  \«»oi-  dl'  wandelaars  /fiT  Mii'lhari'  wij/r.  nnmisli;:  al'  nn'l  naiiit'  Itij 
dl'  Mn^i'lsrlii'  I  i<>|ns(li('  liiincn.  Hni  ccni'  at'docndi'  \  rilM-lnin;,;  in  dien  lm-- 
slaiid  Ir  hrciij^cn,  /.oude  crliln-  In-I  hr/it  \au  cm  i'i;;rn  stoomwals  onniisliaar 
/.ijn  m  li'Nt'iis  do  hoscliikkinji,  o\oi'  di-  noodi^c  fondsoii  om  lii'l  pcisoincl  \oor 
dt'  hodicnin^  rv  \an  te  l»i'/.oldiuoii  oii  \  filiai-din^smalcriaal.  zoomodo  luand 
slof  \ooi'  de  wals.  II'  koo|M'n.  Iloowcl  om  on  andoi-  hol  lokkolijk  iio^  al 
koslon  /.oiido  nH'dohioii;:,!'!!,  zoo  zal  moii  locli  ton  slolto  wol  ^ciioodzaiikl  zijn 
tol  hot  dooii  dioi'  uil^Jial'  over  to  ,n:i:i'N  N<>(»ial  iiidioii  lid  ;i:nital  l»oz()«*k<*i-s 
<Mi  waiidolaars  iu  onzon  bolanischon  zoozoor  Idijll  loononion  als  in  do  huitate 
I  w'oo  jaion  hot  oeval  is  geweest. 

liet  maken  van  geulen  iu  liet  tegeuwooidig(?  kliniplanten-kwartier  moest 
worden  voortgezet,  daar  er  nog  altijd  plekken  zijn,  waar  de  planten  sloebt 
^  xoorlkomon,  omdat  de  ondergrond  Ie  vast  is.  liij  dil  graven  kwam  men  tot 
do  onaangename  ontdekking,  dat  er  zich  hier  on  daar  ondiei)e  ,,padas"  lagen 
bevinden,  Noor  waler  zoo  goed  als  ondoorlaalhaar  en  te  hari^l  en  te  dik  om 
ze,  zonder  al  Ie  groote  koslon  te  knniion  doorbroken.  Het  behoeft  geen  be- 
toog, dat  men  op  zulke  plekken  van  den  groei  van  overjarige  gewassen  uiterst 
weinig  verwachting  kan  hebben. 

Zware  winden  in  de  maanden  Odober  en  November  van  het  verslagjaar 
doden  ons  Ncrschoideno  exomi»laion  van  groolo  en  fraaie  boomt^i  verliezen, 
zoo : 

ojt  17  October:  Helieia  robusta  Wall.  (V  F  17),  Nanopetalum  myrian 
thum  llassk.  illl  E  14),  Livistona  rotundit'olia  (uit  den  laan  bij  den  rozen- 
tuin), Oreodoxa  regia  H.  P..  d  K.  iXIll  M),  IMedromia  dioica  Brck.  (III  L  20), 

op  'M\  October:  ('hicki-ossia  volui ina  Koen.  (lil  A),  Sandorioum  glabe- 
rium  Hssk.  tlH  R  5:?),  Peupartia  altissima  iN'II  A  8),  Livistona  i'otnndifolia 
Mart., 


47 

op  3  Novembi'i':  CJouocarym  p,vrosperuunii  Seh.  (II  H  1),  Albizzia  sper. 
Celebes  (I  K  18),  Adenanthera  spec.  Celebes  (I  K  20),  Orinosia  sumatiaua 
H.  «'t  H.  (I  B  47),  Pistacia  Tcivbintlius  L.  (VI  H  19). 

Het  bleek,  dal  het  iiieciciideel  d«*i'  omgewaaide  boomen,  hoewel  er  nog 
kra<htig  uitziende,  alleen  in  den  bovengrond  wortels  hadden,  niettegen- 
staande er  geen  grondwater  werd  geconstateerd.  Welli<ht  is  trouwens  de 
verklaring  van  het  feit,  dat  zoovele  tropisch  boomen,  ook  zonder  moeias- 
achtige  standjdaatsen  te  verkiezen,  bovenaardsche  verst»Mkingslijsten  dei- 
wortels  hebben,  te  zoeken  in  eene  algemeen  vooikoniende  eigenschap  van  hun 
wortelstelsel  om  veel  meer  in  de  breedte  dan  in  de  diepte  te  groeien.  Waar- 
aan dit  te  wijlen  is  (aan  onvoldoende  luchttoevoer  in  den  grond?)  is,  voor 
zooverre  ondergeteekende  weet,  niet  met  zekerheid  bekend. 

In  den  tuin  voor  waterplanten  kwamen  in  het  verslagjaar  een  tweetal 
Nymphea's,  door  den  mantri  .1  ah  e  r  i  uit  Merauke  medegebracht,  in  bloei. 
Deze  soort,  met  fiaaie  donkerblauwe  bloemen  voruit  een  nieuw  sieraad 
onzer  vijvers  en  bewijst  op  nieuw  hoe  buitengemeen  vtn^l  fraais  en  belang 
wekkends  de  flora  van  Nieuw-Guinea  nog  bieden  kan.  (leen  deel  van  onzen 
archipel  is  er,  van  waar  bij  verre  zooveel  op  botanisch  gebied  te  wachten  is 
als  van  Nieuw-Guinea.  Het  is  dan  ook  de  eenige  landstreek,  waar  men  V)ij 
het  vestigen  eener  eenvoudige  succuisale  van  onzen  botanischen  tuin  zeker 
zoude  zijn  van  een  te  verkrijgen  succes,  zoowel  op  het  gebied  der  zuivere 
als  (hoogstwaarschijnlijk  ook)  der  toegej>aste  botanie. 

De  nieuwe  Nymjthea  soort  opent  hare  bloemen  des  morgens  bij  het  begin 
van  den  dag  en  sluit  ze  eerst  tegen  5  uur  's  avonds.  Zij  bloeit  ongeveer  te 
gelijk  met  de  variëteiten  van  Nymphea  zanzibar(Misis  uit  Midden- Afrika, 
die  echter  eerst  tegen  10  uur  in  den  UKUgen  hare  bhiemen  (tnlsluilen. 

h.     B  e  r  g  t  u  i  n    te    T  j  i  b  o  d  a  s. 

De  bergtuin  te  Tjibodas  is  voor  's  Lands  plantentuin  in  de  allereerste 
plaats  van  beteekenis,  e  n  z  e  1  f  s  v  a  u  z  e  e  i-  g  r  o  o  te  b  e  t  e  e  k  e  n  i  s. 
als  station  voor  het  wetenschappelijk  onderzoek  —  in  verscliillende  richt  in 
gen  en  opzichten  —  van  een  tropisch  bergwoud,  dat  in  rijkdom  van  vormen 
en  Z(^ldzaam  gunstige  gro(Mvaarwaarden  zijn  wederga  bijna  niet  vindt.  In  elk 
geval  is  er  nergens  eene  gelegenheid,  die  zelfs  in  de  verte  bij  Tjibodas  haalt, 
voor  de  studie  van  een  oorspronkelijk  bergwoud  in  de  (ropen.  Hel  koml 
mij  gewenscht  voor  hierop  nogmaals  de  aaudachl  tt^  vestigen,  daar  men  in 
niet-botanische  kringen  te  dikwijls  blijken  geeft  van  niei  of  /,«'er  onNoldoemle 
in  te  zien^  welke  bijzonder  hooge  waarde  de  IxM'gtuiu  iu  hel  genoemde  op/.iclu 
voor  onze  Builenzctrusche  iustellin»;  heeft. 


4H 

In  <lc  (\\(((|c  [il.Kiis  <^i-c\'\  'rjiliii(l;is  iciic  /(■»•!•  wrlkMiiK'  ^.M'lcjrciilicid  (nn 
/ODWcl  liolnnisrli  ,'ils  i-ioiiniiiiscli  lifhi  ii;ii'iJKi'  |il;iiil)-ii  iiil  siili  t  r<i|)isi']|f  |:iti<l*'ti 
:iMii  Ie  kwfckcri. 

A;i  ii^c/ini  wij  in  din  Ini^inin  <i\ci  iiiiiiili-  \;iii  h-iri-in  ln-siliiKkcn,  zoo 
l:i:il  /.il  il  nul  deze  Itcitlr  hooi  (loo;^nifiU<'ii  zi-ir  \\t|  lic(  slrrscii  \  i-r<'<-ni;irti  om. 
<;rliinil\  ni;il\cn(lr  \;in  de  onuiiiii<ii  riiciir  li;:;^in;i^,  N-M-ns  df  ln-r;^liiin  :ils 
|i:ii'lv  i'tii  :i:inl  rckkt'li  jl<  ondi-rd<M-l  \;in  '.s  Lnnds  l'l.i  n  hnl  nin  h'  ni:il%i'ii.  'I'i* 
nicci'  \(idi<'M(  dil  doel  (r  wordrn  ii;ii;i-sl  ici-lM  d;i;ii'  lul  t^iooli-  ;^cliiclx  :i:iri 
lllinilr  rn  de  «'isrlicn  :i:iM  een  ;^roo(r  loilcctic  \.lli  lc\i-ndf  |>l:inli-n  !••  sli'llcii. 
lii'l  (th.'-i  II'  r.iiilrnzor;^  nid  wel  nio^rüjlv  ni:ilvi-n  o|i  crni^szins  lickinMii  jl^c 
.S(dKi:il  II-  looMcn,  <hil  ooi.  in  dr  Koloiiir-n  wij  .Xi'di'i  l;i  ndiis  di-  Isunsl  \:iii 
|i;il'k;i;iMl('^  in  cclc  ll;|(lllcn  Ir  lioudrn.  Ilrl-_;rrn  in  drzr  liriitin;^  Ir  Tjilio- 
d;is  ^('Iridrlijk  iviin  wtiidrn  ürd;i;iii,  \oidrrl  lirl  ii'lvkrji  jk  wriidi;  inorilr  rn 
koslril. 

I  (r  Ir  \-ol^<'n  w  r;^-  d;i;iiliij  is,  /.oowrl  dool'  lii  jpl.i  nl  rii  ;ils  tloor  in-I  wt",!, 
nmn-n  \;in  sIcm  lil  sl;i;in<|r  rxrni|>liiicli,  vrihrl  rii  ni;  n:ili  Ir  liirni;rii,  .ilsinrdr 
d(»or  liri  ;i;inltrrii<;rn  \;in  (h'  iniodi^r  w  ij/i^iiij;('n  in  lirl  w<'ji;ciiiirl.  .\;iii«;r- 
zirii  lirl  i'i'  <»|i  :i:inkoinl  hij  rrli  rn  ;indrl-  liicl  <>rooIr  OMizirlil  i^lirid  Ir  wri'k 
Ir  i;;i;iii,  Irli  rindr  !j;(trd  i]('  drrls  rrrsl  hilrr  Ir  vrikrij«i<'n  rlliM-Irn  Ir  \  rr/r- 
krrrn,  hrrnj^cn  dr  li(»rlul;inns  inrt  on(lrii;r|rrkrndr  Irlkrii  jnir  crn  vohlornd 
;i;iul;il  d;i.i;<'n  ;i(lilrr<'rn  Ir  'rjil)o(i;is  door,  nirl  lirl  dot-i  om  in  ;illrilri  ojizirjift-u 
'/AH)  vrrl  (lociilijU  dr  bolaiigeu  van  oiizrii  l)(M'j;tuin  Ir  hrluufjgen. 

Ook  in  dil  vcrslagjaai'  werd  in  dr  richling  in  lirt  voi-ig  vri-slag  aa.iig«'- 
grvcii  (hladz.  78)  vooi-tgcvverkl.  Dr  hrlaiigrijkste  iiilgtnoerde  vci'beU'iiiigt'u 
bestond»'!!  in:  het  in  orde  n!aken  van  het  ter!-ein  vroege:-  doo!-  de  zeer  onooge- 
lijke  kliin|ilaiilr!i-veizamrling  (dir  naai'  r(Mi  andri-  slnk  nirrr  hovrn  in  drii 
Inin  rn  hniirn  hrl  grzichl  is  oxci-grhracht )  ingrnomrii  rn  lirl  iiitzriirn  \an 
eenigr  \akkrn  \(»(»i-  ralinrii,  dir  in  drn  West  ii!oesson  we!-den  nitgephiut; 
liet  vri\angrii  dri'  oiidr  rn  oiisirilijkr  rxrmplarrii  van  Abülilon's  en  Hibis- 
«nssooilrn  door  klrineic  gioeprii  \a!i  joiigr  pianlm;  lirt  inakrn  van  e<'n 
niriiw  vrint'ziciil  (»p  drn  vijvei-  doo!'  het  wrgnrmrii  van  rriiigr  stainmni  nil 
(\{'  Kliodolria-laan. 

lirt  zwaar  iirllriid  Irrrrin  niaaktr  wrdrr  hr|  aanbi'engen  van  alleihandc 
verbt't(M-ingen  aan  wegen,  jKKlen  en  at'voeigotrn  noodig;  de  leiding,  ilie  het 
wat  ei'  vooi-  onzen  vijver  aanvoeil,  moest  geheel  vernieuwd  en  ve!'br(M'd  woi*- 
den,  oiu  rrn  voldoend  hoogen  stand  van  het  water  te  verzekeren. 

Eene  zeer  gewenschte  \-ribrtr!'iiig  kwani  in  drn  loop  van  het  verslagjaa!' 
eindelijk  tol  stand,  dooidat  de  eigeilijke  slrrhte  hutten  waarin  onzr  werk- 
lirdrn    lol    nog   loe    wai-en    grhiiisvrsl    doo!'   nieuwe   ,,boedjaugs"-vvoni!igen 


49 

werden  vervangen.  Door  deze  woningen  verder  weg  te  plaatsen  kwanl 
bovendien  een  shik  terrein  beschikbaar,  dat  zich  uitstekend  leent  voor  eene 
hoog  noodige  uitbreiding  der  kweekerijen,  die  bovendien  niet  weinig  tot 
verfraaiing  van  de  naaste  omgeving  der  woning  zullen  bijdragen.  Het  kli- 
maat te  Tjibodas  maakt  het  namelijk  mogelijk  om  in  den  Oost-moesson,  met 
zeer  geringe  moeite  eene  groote  verzameling  fraai  bloeiende  gewassen  te 
kweeken,  zooals  men  ze  kwalijk  fraaier  in  den  zomer  in  de  gematigde  lucht- 
strekeu  kan  hebben.  De  droogte  in  den  Oost-moesson  deed  dit  nog  beter 
dan  anders  uitkomen,  zoodat  men  van  de  meerdere  ruimte  voor  kweekerij  in 
dit  opzicht  veel  partij  hoopt  te  gaan  trekken. 

Het  met  glas  gedekte  deel  van  de  serre  kreeg  een  verlengstuk,  alleen 
met  latten  gedekt  voor  die  gewassen,  welke  het  in  het  eerste  deel  overdag 
te  warm  heb  beu. 

Het  meerendeel  der  Japansche  bamboes-soorten,  waarvan  af  en  toe 
exemplaren  aan  aanvragers  werden  verstrekt,  blijven  in  den  bergtuin  bij- 
zonder goed  groeien.  Van  Japansche  viuchtboomen  bleef  Diospyros  Kaki 
weder  rijk  vrucht  dragen.  Het  is  voor  de  bovenlanden  een  voortreffelijk 
ooft,  dat  ten  onzent  niet  den  goeden  naam  heeft  dien  het  verdient  door  de 
afkeurenswaardige  gewoonte  der  inlanders  om  de  vruchten  geheel  onrijp 
af  te  plukken  en  ze  dan  met  een  groote  dosis  kalk  te  bewerken,  waardoor  zij, 
wel  is  waar,  bewaard  kunnen  worden,  doch  waarbij  zij  tevens  van  allen 
smaak  worden  ontdaan,  behalve  van  dien  van  looizuur. 

Castanea  japonica,  Eryobotrya  japonica  en  eenige  Oitrus  exemplaren 
droegen  ook  weder  vrucht;  voor  de  twee  laatste  planten  is  het  klimaat  van 
onzen  bergtuin  evenwel  ongeschikt,  zij  zijn  er  veelal,  de  Gitrussen  althans, 
zeer  fraai  doch  zoo  zuur,  dat  zij  volslagen  oneetbaar  worden.  Anona  cheri- 
molia,  bekend  als  een  smakelijke  vrucht,  wil  te  Tjibodas  evenmin  voort; 
er  werden  een  paar  vruchten  van  geoogst,  die  in  het  geheel  geen  smaak 
hadden. 

Van  groente-soorten,  die  in  het  verslagjaar  bijzonder  goede  resultaten 
gaven,  dient  vooral  de  lange  roode  Nijmeegsche  wortel  genoemd  te  worden; 
ook  de  Egyptische  ronde  biet  leverde  een  goede  oogst  op.  \'an  de  aard- 
appelsoorten bleef  „Imperator"  de  beste,  zoowel  wat  (lualiteit  als  wat  quan- 
titeit  aangaat.  De  felle  droogte  had  ten  gevolge,  dat  de  nieuw  ingevoerde 
variëteiten  van  aardbeien  weinig  en  slechts  kleine  vruchten  droegen. 

c.     Opleiding    van    jongelieden    voor    den    tuinbouw. 

Van  de  acht  leerlingen,  die  aan  het  onderricht  waren  blijven  deelnemen. 

(zie  vorig  verslag  bladz.  80)  werd  er  een  in  ll)t)l.*  door  zijnen  vader  wegge- 

VeRSLAC   van    's  LANDS   FLANTENTUIN    J9ü'2.  4 


50 

iKMiM'ii,    (cru  ijl   <'<'ii   iiiidcr   <:;t'<liii'(*ri<lc  ^(M-iiiim-ii    lijd   :it\\r/i<f   was,   doordien 
liii  /ifl<   uiid  <'ii  in  lid   lios|)il;i;il   vi-iplrc^'d   niorsl    wordt-n. 

\\  fdiToiii  k:in  \:iii  di-  joni4(li<Mlfn  wnrdi-ii  ;i<'l  iii;:<i.  d;il  /ij  in  ln-l  alj^t*- 
III, .,.i,  iiiiii  licsl  di-dcn.  (»\iTiM,.ns  woidl  liii-i  nif|  di-/»-  Uoilc  o|(MicrU in^x 
\<ilsl;i:in  m  M;i:ir  In-t  icin^^fvotidf  in  dr  luid»-  \oii;^f  \frsl;|w,.n  ver 
\\c/,cn.  'I'r  nxii  k;iii  lliiins  liirinn-d.-  woidt-n  \olsl;i;iii.  ;i;in;:f/,i»-n  hfi  vol 
Mfiid  vrishi^  n:i:ii  ;i:inlcidin^  \;in  lifi  rindi;.'»  n  \;in  d"-ii  dii«j;iii;;'-n  o|ilfidin;j;s 
lijd,  wrdfioni  nn-cr  in  t-xicnso  JM-riclii  /,;il  ^f\rn  omt  di-  n|iMc,|;inf  nv  ;irin;^<-n 
itij  df/.r  ccislc  |to;iinu  om  hier  ;;olto|i'n  jon;;flii'd(ii  \oor  di-n  Miinlioiiw  in  d<- 
Kolonie  o|i  Ie  leiden.  I>;il  die  ei\  :i  li  n^^en  i'i  lioold/.;i;i  N  ^^iinsli;:  en  lte\re<li 
^(■nd   zijn,  /ij  ecliler  liei/e^d. 

(/.      \'  e  1'  e  «'  II  i  '^  i  n  >^    „(  >  o  1'  I  I  e  e  1  1". 

I  >e  helrekkinmMi  \;in  veischillenden  nard,  w.iaidooi-  de/e  \  eieeiiijiin;^ 
aan  on/e  inslellin;^  is  \ei-lionden,  zijn  /(»o  vele,  en  de  nnlti^e  in\l(»ed.  welken 
's  Lands  rianleninin  dooi-  saineiiw  cikiii^  niel  haar  o|i  de  \  eilielerin^  dei- 
ooft  l»o(»iiieii  in  tie  K'oloiiie  lieel'l,  is  zoo  oniiiishaac,  dal  ik  den  N'ooi-zitt^M' 
der  vereen i<ii II ji  (de  lieer  11.  .1.  \\' i  <;  in  a  n)  vo(»i-sleld(^  niel  een  enkel 
woord  in  dit  versljiii  van  die  hetrekkiii^eii  Ie  «i,-ewajjjdi. 

Onze  l»iiilenzorjiS(-lie  iiiri(lirni<i  lieell  steeds  «;eti-aelii  de  oidlleeli  in 
Nederlaiids(-li  liidiT'  Ie  ItevordtMen  d(»or  hel  o|»  aanvraag;  toezenden  van  jonj;«' 
exemplaren  van  \  rin  hthoonien  <»l'  wel  van  zaad.  Uit  den  aard  der  zaak 
iiKtesten  deze  zendinj;«'n  bij  liet  <;roote  aantal  andere  aanvraj^en,  die  v(d 
doening-  voi'deideii,  in  hoeveelheid  beperkt  blijven,  terwijl,  aan  de  andere 
zijde,  men  als  regel  slee-hls  uit  zaad  gekweekte  |danlen  kon  afstaan,  daar  het 
helpen  aan  een  eenigszins  belangrijke  hoeveelheid  geslaagde  ,,iiiarrotten" 
(,,tjankokans"i  veel  te  xcel  tijd  van  hel  personeel  zon  hebben  gev»»rderd. 
Bovendien  doet  men,  zooals  b«*keud,  beter  om  als  iiioederplaniten  voor  het 
ontleenen  van  marcotten  nitgezoelite  exemplaren  te  kiezen,  uit  «*en  grooteren 
aanplant,  waarvan  de  voortreffelijke  eigenschappen  met  zekerheid  bekend 
zijn. 

Aan  de  desiderata  nu,  waaraan  's  Lands  IMantentnin  alleen  ni«'l  of  o\> 
te  beperkte  schaal  kon  voldoen,  voldoet  nn  de  samenwerking  iind  de  ver 
eeniging  „Ooftteelt".  '  Deze  toch  koo})t  „Ijangkokans",  die  op  versiliillende 
l)laatsen,  niet  al  te  ver  van  Buitenzorg  verwijderd,  gemaakt  zijn  en  waar- 
borgen geven  van  goede  \  rm-hten  te  zullen  voortbrengen.  Die  gewortelde 
marcotten  behoeven  echter  vóór  de  verzending  verzorging  en  voortk weeking, 
zonder  welke  het  meerendeel  der  aldus  verkregen  jonge  planten  dood  zoude 
aankonuMi;  zelfs  bij  go«Mh'  verzorging  toch  sterven  er  van  sommige  soorten 


nog  vrij  wat  van  de  howoitelde  tjanokokans  (met  name  van  „rainboetaus" 
en  „kapoelassans"). 

De  coöperatie  bestaat  nn  daarin,  dar  het  verkrijgen  van  eene  voldoende 
h<)e\eelheid  goede  tjangkokkans  voor  rekening  der  genoemde  vereeniging 
komt,  die  ze  <lan  later  voor  den  kostenden  prijts  aan  hare  leden  doet  toekomen. 
Hel  verzorgen  en  opkvveeken  der  marcotten  geschiedt  in  de  kweekerijen  van 
's  Lands  IMantentuin,  door  en  onder  toezicht  van  het  personeel  der  inrichting, 
evenals  de  daarop  volgende  verpakking  en  verzending.  Dat  een  en  ander 
van  heteekenis  genoeg  is,  om  hier  vermelding  Ie  verdienen,  moge  blijken  nit 
het  feit,  dat  in  het  verslagjaar  niet  minder  dan  drie  d  n  i  z  e  n  d  verschil- 
lende jonge  vruchtboomen  aldns  in  onzen  botanischen  tniu  werden  verzorgd, 
verpakt  en  naar  onderscheidene  dei'len  van  Ned.-iudië  verzouden. 

De  bijlagen  I  en  II  tot  dit  verslag  geven  als  gewoonlijk,  een  overzicht 
van  de  voornaamste  planten  en  zaden  in  het  afgeloopen  jaar  bij  den  bota 
nischen  tuin  ontvangen.  Bijlage  lil  wijst  aan  wat  aan  zaden  en  planten 
in  denzelfden  tijd  door  's  Lands  Plantentuin  is  verzonden. 

§  viii. 

(;•'•  AFDEELINtJ  DER  INIÏIOIÏTlNtJ. 
(BUREAU,  BIBLIOTHEEK  EN  PHOTOGRAPHISUH  ATELIER). 

Eenigszins  belangrijke  feiten  of  gebeurtenissen,  deze  afdeeling  betref- 
fende, kwamen  in  het  verslagjaar  niet  voor. 

Wetenswaardige  kleinigheden,  die  anders  wellicht  eene  bescheiden 
plaats  in  dit  verslag  zouden  hebben  ingenomen,  moeten  achterwege  blijven, 
daai'  de  ondergeteekende  het  grootste  deel  van  het  verslagjaar  afwezig  was, 
hij  bij  zijne  terugkomst  den  tijdelijken  vervanger  (D'".  P.  van  R  o  m- 
b  u  r  g  h,  thans  Hoogleeraar  te  Utrecht)  niet  meer  aantrof  en  den  (Secretaris 
zoo  ongesteld,  dat  deze,  in  weerwil  van  groote  toewijding  en  ougemeeue 
geestkracht,  slechts  gedeeltelijk  dienst  kon  doen  en  daarop  genoodzaakt 
werd  een  verlof  naar  Europa  tot  herslel  van  gezondlicid  aan  ie  vragen. 

De  aanwinsten  onzer  bibliotheek  in  het  verslagjaar  zijn  vciunhl  in  de 
bijlage  IV'. 

§  IX. 

T^''  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(ONDERZOEK  DER  BOSGHBOOMFLOK  \  OT    I.WA). 

De  gebouwen  dezer  afdeeling  (tndergingen  wederom  vers(liilien«le  repa- 


r>2 

iiilM"ii;  ook  wor^lfn  door  den  \\'iilciKlii:il  ^ro..i.i.- •n  Ulrincic  lekken  licrsleld. 
()|i  lif(»;i(lih-i('rr  \v»'i«l  ffii  liuisje  *n-/.i-\   \uor    Iin   inhiiulsi  In-ii  Ihu  ;ik<-|-. 

OuU  in  tlil  v<'isl;i^;j:i;ir  l)lrck  Im-I  niuj^.-lijk  tlr  ll<-.-i  L  .■  .•  m  I.  r  n  ^  ;;  »•  n 
IK.^  In-  hcsrliilvkin^  !«•  lahn  \;in  dfu  A  tdi-rliii^sflK-l,  vuur  nssislenl  it-  bij 
i(»nst'r\  rfrin;;s    en  ;i«lniinisl  i;i  I  ie\  e  \\  eilv/a;ini  Inden. 

Onder  hel  ininndsrlie  jier.suneel  hiiddeii  de  Mil^^eiide  \  ei;iiid<  rin;^eii 
j,|;(;ils.  I  >e  linlpleekennilf  .1  «»  e  d  o  I  ;i  r  u  e  n  <»  weid  <>|i  Nei/oek  on  I  sl;i};in 
en  niel  verv;in;;en,  leiwijl  de  nuuilii  A  I  m  u  w  i  n  o  l  •»  Inj  de  opiiiniiej^ie 
o\ei<;in^ en  veivanj^en  werd  (^Iteslnil  \;.n  den  l»irerieiir  \  ;iii  <  )nderw  ijs,  Kt.-lr- 
diensl  en  N  ij\  eilieid  \  ;in  1 1' A  nj^.  l'JOL',  JT  JOIMid/ 44j  door  Mas  i:  a  ni  in  e  1  i  e. 
\(»oils  werd,  l)ij  heslnil  van  den/ellden  DepurtiMinMilseliel  van  7  Nuveiulx-i' 
II  i;»r)J(»,  jiangeleckt-nd,  d:il  de  linli»(e«'kennar  Kaden  .Mas  I' i  i  n -4  j,^»  a  1 
ni  (»  d  j  o  wordL  beschonwd  Ie  zijn  Itenoennl  als  inlands(  h  s.lirijvei  ujj  eene 
liezoldigin^^  van  ƒ  l'O. —  "s  niaauds. 

in  lu't  verslagjaar  werden  iugezann-ld  aan  lierharinni  niateijaal,  771  t-u 
aan  s|»irilns-iuaLeriaal   H)7  .speciniina. 

De  rei/en  vau  hel  iidandsch  personeel  lol  het  veizann-leu  van  herbarinin 
in  de  versi  hillende  detden  van  Java  uiult'rnonu'n,  werden  levens  beunt  vo«»r 
hel  vernienwen  \an  nnninier|dankjes  oj»  enkele  der  nog  aangehoinlen  h  r 
reineii  en  in  het  algenu'en  Mtor  het  nazien  der  nnnmiers.  \uor  een  drietal 
terreinen  bleek  het  oogeiibilk  gekomen  Ie  ziju  om  de  aummerplankjes  ge- 
heel weg  te  nemen  en  de  terreinen,  wat  de  genummerde  boomen  betreft,  al  Ie 
schrijven;  het  waren:  JSoesakembangau,  1'oeger  en  Tjoeramanis. 

De  Afdeelingschef  zelf  bezocht  in  het  verslagjaar  de  terreinen  bij  Tako- 
ka,  alwaar  hij  zich  bezig  hitdd  met  het  inzamelen  van  heibarium-  en  spi- 
rit us-materiaal  en  het  nmkeu  van  verschillende  botanische  observaties. 

liet  nieuw  verzameld  herbarium  werd  wederom  door  den  afdeelings- 
chef, zoo  op  reis  als  te  Jiuitenzorg,  voorloopig  gedetermineerd,  waarop,  na 
de  gebruikelijke  behandeling,  het  insereeren  plaats  greep  bij  de  betrokken 
fauülies.  Ook  bij  deze  werkzaamheden  werd  door  den  lieer  Lee  m  b  r  u  g- 
g  e  n    hulp  verleend. 

Evenals  iu  het  voorafgegane  jaar  werd  weder  een  aanzienlijk  getal  her- 
barium speriniina  op  witte  vellen  ojtgeplakt,  zoodat  nog  sh'chts  een  4000  spe- 
cimina  deze  bewerking^  moesten  ondergaan.  Behalve  dit  mouteeren  werd 
voortgegaan  met  het  vastplakken  der  determiuatie-etiquetteu  eu  het  bij- 
voegen vau  zoodanige  aanw  ijzingeu  als  uuttig  kunnen  zijn  voor  hen  die  het 
herbarium  wensehen  te  raadplegen.  Zoo  wordt  aangegeven  waar  zich  de 
]dautendeelen  bevinden,  die,  in  het  belang  eeuer  goede  couserveeriug,  in  af- 
zonderlijke kasten  of  trommels  bewaard  moeten  worden,  alsook  of  de  spe- 


55 

('imina  reeds  i^fediend  liebbcu  bij  het  bewerken  van  ptiblicaties.  Door  die 
aanwijzinjicn  wordt  het  onderling  verband  tusscluMi  de  verschillende  onder- 
deelen  der  collecties  beter  en  de  wetenscha|>j>elijke  waarde  van  alle  voor 
jHiblicatie  gebruikte  specimina  grooter.  Met  het  oog  op  de  goede  resultaten 
der  vroegere  conserveerings-proeven,  werden  speciale  proeven  met  nieuwe 
conserveerings-middelen  niet  meer  genomeu. 

Naast  zijne  reeds  genoemde  werkzaamheden  ging  de  afdeelingschef 
voort  met  het  revideeren  zijner  vroegere  voorloopige  determinaties  van  op 
(Tava  verzameld  materiaal,  onder  gebruikmaking  van  de  herbarium-collecties 
der  1^*^  afdeeling.  Van  die  gelegenheid  werd  door  den  afdeelingschef  wij- 
ders gebruik  gemaakt  voor  het  bewerken  van  gegevens,  die,  hoewel  buiten 
de  werkzaamheden  zijner  opdracht  vallende,  voor  de  kennis  der  flora  van 
onzen  archij>el  van  nut  zijn.  Zoo  werd  door  hem  de  laatste  hand  gelegd 
aan  de  determinatie  van  eene  door  hem  op  het  Tengger-gebergte  gemaaktr^ 
groote  collectie  van  alle  op  of  boven  2000  meter  groeiende  phanerogamen. 
Nog  bleek  het  hem,  dat  twee  in  onzen  botanischen  tuin  onder  den  naam  van 
Vitex  spec.  gectiltiveerde  exemplaren,  tot  een  nieuw  Verbenaceeën-ge- 
slacht  behooren.  welk  geslacht  door  hem  T  e  y  s  m  a  n  n  i  o  d  e  n  d  r  o  n 
werd  geheeten  en  van  welks  soort  bogoriense  eene  van  afbeeldingen 
voorziene  beschrijving  werd  gemaakt.  Voorts  werden  door  hem  aan  het  in 
den  botanischen  tuin  staande  exemplaar  van  het  Euphorbiaceeën-geslacht 
Chondrostylis  Boerl.  de  tot  nog  toe  onbekende  mannelijke  bloemen 
en  rijpe  vruchten  aangetroffen,  waardoor  het  mogelijk  werd  aan  dat  planten- 
geslacht eene  juiste  plaats  in  de  familie  aan  te  wijzen.  Eindelijk  konden 
nog  botanisch  niet  onbelangrijke  aanwijzingen  worden  gegeven  over  C  r  a- 
t  e  r  i  p  h  y  t  u  m   m  o  1  u  c  c  a  n  u  m   Scheff . 

De  uitkomsten  van  een  en  ander  werden  deels  reeds  gepubliceerd  of  zijn 
in  voor  publicatie  bestemden  vorm  gebracht. 

Hoewel  eene  destijds  den  Heer  K  o  o  r  d  e  r  s  gegeven  opdiachf  lot  het 
doen  eener  dienstreis  naar  de  Minahassa,  geheel  afgescheiden  was  van  zijne 
werkzaamheden  voor  de  boschboomflora  van  Java  en  zijne  toevoeging  aan 
den  ondergeteekende,  z<m)  geeft  het  feit,  dat  de  toen  door  D'".  K  o  o  r  d  e  r  s 
verzamelde  collecties  zich  thans  hier  bevinden,  aanleiding  om  te  vernxldcn, 
dat  al  de  dooi-  dien  houtvester  ter  bestudeeriug  naai-  Tierlijin  gezonden 
Celebes  herbai'inm  s|)ecimina,  volgens  eene  mij  dooi-  hem  gedane  inededee 
ling,  zijn  terugontvangen.  De  Heer  K  oorder  s  teekent  bij  die  mede 
deeling,  onder  meer,  het  volgende  aan. 

Bij  de  meeste  der  terugontvangen  specimina  wariMi  nieuwe  determina- 
ties of  aanteekeningeu  gevoegd  van  de  hand  der  geleerden:   E  n  g  1  e  r  (Bur- 


54 

MfM"ic«'iM'),      M  il  I' lil  s     (.\  i;i  li.'ncMci,     S  I-  Il  II  II)  ,1  II  II      I  I{iilMii<<':i<'i    <'ii      \\   ar- 
1»  II  r  <;     ( |{cj;«»iiiac('a('    en    .M  \  risi  iracijni.      Ii.     Il;ii  nis     \(»<';;<|i-    lMi\iMi(|irii 
bij   /.iJiH'  (h'lciiiiiiial  il' cl  i(|iicl  l'ii    \(mii    iiiililii  a  ijr   i^cncd    ;^iiii;i;iKic   .souiiIk- 
H»liriJ\  iiiic<'ii    \aii    iiiniwc  < '<I(Ims  pla  iil  iii.    waarluc  r».   a.   fcn    nieuw    Aialia 
(■•■(•("'II  ;4<'sla(lil    tdonr  (|cii    I  |cii      1  I  a  i    in  s    als     A   n  n  in  <i  |i  a  n  a  \     aa  n;.;i'(|  n  iil  i 
lirliouidr.  lel  wijl   nii;^  (liMii   (Icii    ll(i-|<Mi     llariiis    en     l\  o  (I  I   <l  ••  r  s    ;x<'/.;iiii<'ii 
lijk    ii(»^  fcii   ('Il   aiMJii'   wiTiJ   u|ii;(sltl(l   u\ii-  een    |iaai    iii'-iiwi-  < 'clchcs  .\  lalia 
(■('('('11.      Nctj:  weiden  \aii     l>'.    I'i  I  ;^  e  r    uit    rieilijn  naar  aanleidin;^  \an  liem 
Jilj^esla  iie   lieil»aiiiiin  ria;^ineiileii    \aii    Ta.xaeeae,    i;<'i  e\  ideeide  deieiinina  lies 
oiil  \  aii;^eii. 

licl  rellende     Nioe^cr    diMir     liein     \  (iiirl(Mi|ii;;     ii|n,fesoiilde    < 'elelies  |ilailteii 

(Mcdcdeelin^cii  uil  's  Laiids  l'la  nleül  iiin.  Il  \  I  X  i  werden  door  Ir.  Kooi 
d  e  r  s  waanieiiiiiiji'eii  «icdaaii.  <lie  in  Ih'I  .\al  Mnrkiiiidi^  t  i  jdsclnirt  \;iii  Ned. 
Iiidie  /.ijii  opeiiltaai"  j^ciiiaakt. 

Aangaande  de  dislrihiitie  \aii  spiiii  iis  maleiiaal   kan  liet    \(d^eiide  w(ir 
dcii  uciiicid. 


(icrccd  ^M'iiiaakl   en   \  cr/inideii  wfrdcii  culk'flics  sj)iritu.s  mah'iiaal   \aii 
oiidcrstaaiulc  faniiliöii : 


Aaiilnl  (Ier 

Familie. 

i  n  zamel  iiigs- 

llcstcmd  voor: 

iiummcr.<<. 

Aceracoae 

Java 

12 

Kon.  Botanisch  Miiseiiiii  (*)  Ic  Berlijn. 

Anacanliaccnc 

Java. 

50 

Idem. 

Arareae 

Java 

4 

Mem. 

Araliaccae 

Celehes. . . 

16 

Idem. 

Araliaccac 

Java 

30 

Idem. 

Boraginaceac 

Java 

11 

Idem. 

Rursoraccafi 

Java 

31 

Idem. 

(-apparidacoac 

Java 

5 

Idem. 

Caprifoliaccae 

Java 

2 

Idem. 

Celaslraccac 

Celebes. . . 

1 

Idem. 

Celaslraceae 

Java 

12 

Idem. 

Composiiae 

Java.~. 

12 

Idem. 

Coniferae  (Taxaceae  ei 

1  Cclebes  en 

Idem. 

Pinaceae) 

'    Java .... 

38 

Idem. 

Connaraccae 

Java 

3 

Idem. 

(*)  Meestal  mei  het  oog  op  de  nldaar  reeds  iii  bewerking  zijnde  of  in  bewerking  komende  mono- 
graphiên  voor  hel  door  I'rol.  Dr.  A.  En  gier  geredigeerde  reusachtige  werk:  Das  Pflünzenreich  (Kegni 
vegetabilis  conspeclus). 


55 


'    ' 

AaiUal  der 

Familie 

• 

inzamclings- 
nuramers. 

Bestemd  voor: 

Cornacpac 

Java 

12 

Kon. 

Bolanisch  Museum  te  Berlijn. 

Cylinacpac  (Ralllcsia) 

Java 

1 

Prof. 

Volkens.  lijdelijk  Ie  iJuilenzorg. 

Dioscoreaccac 

Java 

3 

Botaniscb 

Museum  te  Berlijn. 

Ebenaceac 

Java 

31 

Idem. 

Flacouiiiaceac 

Java 

17 

Idem. 

Hainanicliiiacoac 

Java 

12 

Idem. 

Hydrocliardaccae 

Java 

3 

Idem. 

Hypericaccac 

Java 

2 

Idem. 

Hypocralcaceae 

Java 

1 

Idem. 

Juglandaccac 

Java 

18 

Idem. 

Laiiracoac 

Java 

129 

Idem. 

Lecylliidaccac 

Java 

17 

Idem. 

Legiiminosac 

Java 

141 

Idem. 

Leguminosac 

Java 

3 

Idem. 

Liliaccac 

Java 

12 

Idem. 

Lylhraceac 

Java. . . 

12 

Idem. 

Mapiioliaccae 

Java 

33 

Idem. 

Malvaceae 

Java 

12 

Idem. 

Melaslomaceae 

Java 

14 

Idem. 

Meliacoac  (**) 

Java 

179 

Idem. 

Myrislicaccac 

Java 

27 

Idem. 

Myrlaccac 

Java 

97 

Idem. 

Nyclaginaccae 

Java 

2 

Idem. 

Oleacaceac 

Java 

27 

Idem. 

Orcliidaceae 

Java 

8 

Idem. 

Pillüsporaceae 

Java 

8 

Idem. 

Polygalaceac 

Java 

10 

Idem. 

Proleareac 

Java 

12 

Idem. 

Kanunculaccac 

Java 

5 

Idem. 

Rliamnaceae 

Java 

2 

Idem. 

Rhizoptioraceae 

Java 

17 

Idem. 

Rosaccae 

Java 

17 

Idem. 

Rubiaccae 

Java 

175 

Idem. 

Rulaceae 

Java 

43 

Idem. 

Sainydaceac 

Java 

19 

Idem. 

Sapindaceao 

Cclebcs. . . . 

12 

Prof 

Dr. 

Radlkofer  te  Mnnilicn. 

Sapindaceac 

Java 

82 

Botat 

lisch 

Museum  ie  Berlijn. 

Sapolaceac 

Java  in  cull. 

3 

Prof. 

Dr. 

Pierie  te  Parijs. 

Saxifragaceae 

Java 

30 

Botaniscli 

Museum  te  Iterlijn. 

Simarubaceae 

Java 

11 

Idem. 

nf) 


Au II lal  der 

inzamcijngs- 

üeHlemil   vom  : 

nummers. 

r» 

ik)laiii 

scli 

Museum  In  Hf^rlijii. 

'IW 

Ideiii. 

r.c. 

Ideiit. 

'B 

Idem. 

r.(i 

Idem. 

r.i 

ld<Mii. 

4:5 

Idem. 

4 

Idem. 

Familie. 


Sonneraliaceac  Java... 

Stapliyleacoac  Java... 

Slercidian'ac  Java... 

Slyraccao  (Symplocacpa^)   Java... 

Tiliareae  Java... 

Verbenaceao  Java... 

Vilaceae(*')(Ainpelidareae)  Jav;i. . . 

Ziii{?il)craceae  Java... 

//ijiMJ 'Il   lol;i;il    \;iii    l(i.">:*   iii/,;iiii<'lin^fs  iiiiimiifi's.      !>••  Iwi-r  ni.-i    t-rii   •*   \n' 

nicrklc  r;imili('s  wcitlni  «mtsI  in  dr  ('cislc  (l;i;i<'ii  \;iii  In-I   \  ol;j,cinlc  \  fisl;i;:i;i:ii- 
j;('«'xpt'di(M'rd. 

De  collcclics  s|iiri(iis  iii;itrii;nil  weiden  dom-  dc/.e  disiriltiii  ics  lifl;ni;,'rijk 
in}ïekroiii|»<Mi,  doch    is  er   iio^    Nolduciidc   ;i!iii\\czij;   om   :i;iii    ex nit  iicclc   ;i;iii 
vragen   Ir  kiiiincn   vol«locn.      Ilrl-iccn   l)('\\:i;ird    is  ^cblcxm    in   dr  collecties 
der  VIP'''  afdeelinji  werd  zorgvuldig    ouderhouden,  en  waar  uoodig  werden 
nieuwe  elikeffen  geeopieiMd  naar  de  verbeterd  ontvangene  determinatie. 


I>e   volgende    lijst    geeft    een    oxciziclit    \;iii    liet    N'erzoiideii    iierliMriiini 
ninleriaal : 


Waarheen  verzonden: 

Familie. 

Aantal 
specimina. 

Eiland. 

's  Rijks  Herbarium  Leiden. 

Filices. 

179 

Celebes. 

Idem. 

Tosari-llora. 

269 

Java. 

Idem. 

Rubiaceae. 

82 

Idem. 

Kon.  Bol.  Mu.seum  te  Berlijn. 

Coniferae. 

214 

Java— Celebes. 

Idem. 

Gelaslraceae. 

1 

Celebes. 

Idem. 

Lauraceae. 

176 

Java. 

Idem. 

Araliaceae. 

22 

Celebes. 

Idem. 

Slyracaceae. 

51 

Java— Celebes. 

Idem. 

Begon  iaceae. 

6 

Celebes. 

Idem. 

Burseraceae. 

28 

Idem. 

Idem. 

Vitaceae. 

24 

Idem. 

Idem. 

Myristicaceae. 

13 

Idem. 

Botanisch  Museum  te  München. 

Sapindaceae. 

457 

Java— Celebes. 

Royal  Herbarium  te  Kew. 

Tosari-flora. 

446 

Java. 

Royal  botanie  Gardens  in  Kew, 

Rubiaceae. 

345 

Idem. 

57 


Waarheen  verzonden: 


Britisch  Museum  in  Londen. 

Holanic  Gardens  in  Melbournc. 

Botanie  Gardens  in  Sydney. 

Bol.  Museum  der  Uuiversileil  te  lUrecht. 

Museé  d'hisl.  nat.  te  Parijs. 

Jardin  botanique  de  l'Etat  te  Brussel. 

llerbier  de   TAcadémie   des   sciences  in 

Petersburg. 
Mus.  Boyal  de  phys.  te  Florence. 
Universilé  in  Genua. 


Bubiaceae. 
Idem. 
idem. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 

Idem. 
Idem. 


Aantal 
specimina. 


290 
204 
166 
141 
245 
118 
154 

125 
102 


Eiland. 


Java. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 
Idem. 

Idem. 
Idem. 


Deze  zendiugeu  biedeu  het  tweeledig-  weteDScliappelijU  nut,  dat  zij. 
piimo,  natuurondei'zoekers  elders,  die  niet  in  de  gelegenheid  zijn  herwaarts 
te  komen,  in  staat  stellen  over  een  deel  van  het  verzamelde  materiayl  in  de 
collecties  alhier  waarnemingen  te  doen,  en,  secundo,  doordat  er  voor  in 
ruil  worden  ontvangen  belangrijke  herbarium-specimina,  die  hier  bij  deler 
miuaties  van  veel  waarde  zijn.  Eindelijk  geeft  de  distributie  van  plant eu- 
deelen,  die  in  de  collecties  alhier  in  meerdere  exemplaren  aanwezig  zijn,  het 
praktische  voordeel,  dat  er  ruimte  vrij  komt  voor  het  iusereeren  van  ander 
herbarium-  en  spiritus-materiaal. 


Wat  betreft  de  werkzaamheden  van  den  kruidkundigen  ambtenaar,  zoo 
kan  voor  het  verslagjaar  het  volgende  worden  gemeld:  D^  V  a  1  e  t  o  n  be- 
werkte en  voorzag  daarna  van  gerectificeerde  etïquetten  het  materiaal  van 
de  families:  Sapindaceae,  Aceraceae,  Anonaceae,  Guttiferae,  Gnetaceae  en 
Monimiaceae  (slechts  ten  deele  in  1902  gereed  gekomen),  terwijl  met  de 
Lauraceae  een  aanvang  werd  gemaakt. 

Bij  de  bewerking  van  een  dezer  families  werd  door  D^  V  a  1  e  t «»  u  d(> 
interessante  ontdekking  gedaan,  eener  door  D^  Koor  der  s  in  Haiitam 
wnld  groeiend  aang(^troffen  soort  van  het  geslacht  Microtropis,  een.  naiir 
het  schijnt,  zeldzaam  boompje,  dat  tot  de  familie  der  Celatraceae  behoort 
en  tot  dusver  nog  niet  van  Java  bekend  was.  Rij  de  bewerking  der  Cealtra 
ceae  (Bijlage  7)  was  het  geslacht  Microtropis  voorloopig  door  de  Heeren 
K  o  o  r  d  e  r  s   en   V  a  1  e  t  o  n   overgeslagen  bij  gebrek  aan  materiaal.     Met 


r»8 

iM»j^'  «M'ni;;r  r'('('<ls  in  Ik-I  v(»fi^'  vcrshi;,'  ^'<'inMMinlf  so<H"(Kl»«'Kflii-ijvinj;('n  \;ui 
phinlcn  uil  vcrsriiil  lende  l'jiniilies.  /;!l  <le  |tes<lii  i  j\  in^'  de/ei-  somt  in  een 
liijvoej^sel    lol    een    «Ier    \f»l;^en«le    ,.  I Ü  jd  i;i;^en"    \s<iideii    ()|i;_'en((nieii. 

Mvcnnls  VI'«><';,M'|-  werd  i\lH)\-  D'.  \'  ;i  I  e  l  o  ll  liij  de  lieweiKin;:  del 
liiinilies  een  iiiini  ^ehiiiik  ;;eni;i;ikl  \;in  |e\eiid  ni;ileii.i;i  I  nii  den  lMil;inis(dieii 
(nin.  I'.ij  die  gelegenheid  welden,  \\;i;ir  dit  /.onder  li-  \ee|  I  i  jdo|iori'eiin;,'  Uun 
;^'eseliieden.  \  ;in  niet  lioiidluinr  Idi  jisi'nd<-  deleiniiii;i  Tu'S  \  (M»r/,icnf  iKionn-n  op 
nirnw  ^M'deleiinilieeid.  I'',eiii;^e  w  ;i;i  I  liein  i  li;^eii  >>]>  s\  slenni  I  isrli  liot;i  nisidl 
^eliied  dooi'  di'ii  lieer  \  ;i  I  e  |  o  n  liij  /.ijne  lieweiUiii^'  del'  f;iniili<-s  ;.'eiii;inkl. 
\verd<'n  in  ons  ,.r.idlo|  in"  ;,^e|>iildieeeid. 


In  de  eersie  lirlll  \;in  lif'f  vfM-slnsjn;!!'  werd  door  de  Ileercn  K  o  o  r  d  e  r  k 
en  \' ;i  I  e  I  o  n  \(»oi-  pnltlicn  I  ie  in  de  ..Mcdcdocrmj^cn  uil  sLiinds  rhinlfH 
liiin"  iii^jjcdioiid  Ininno  ..Ki  jdrjijrc"  S,  welk**  —  Im-IkiIvo  do  /oer  <nn\  jin^Mijke 
eii  mueielijke  raiiiilio  doi-  Knlujlci-ne  onk  d<'  (  Me;ieo;ie  v;in  ■\:\\:\  oniv;illeiid  — 
;i;ni  licl  rind  \;in  liol  j;i;il-  hijll.l  ^clirel  \v;is  ;i  fj^cdinkl .  Dc/e  lijindell  oxcr 
soorten  der  voljj-vnde  families:  Ainpelidaceae,  ('onihi-etaceao,  I  >aliseaeeae. 
( Jesneriaceae,  (lonostyljK'oae,  Lo^aiiiaeeae,  .Menispennaceao,  Myricaeeae, 
Oxalidaceae.  Sabiaeeae,  Sapindaeeae,  Aeeraeeae.  Sla]»li\ia('eae,  Solanaceae. 
(Jnttifei'ae  en  Anonacoae. 

Tet'  ]»nh1i('alie  in  de  .."Rijdra^en"  Idijxen  nojr  over,  de  sooiieiuijke  fanii- 
liea  dor  T^anraeeae,  Fa^'aoeae,  Urticaceae  en  Enphorbiaeoao  benevens  de, 
voor  do  „l>ijdra<ieir'  kleinere  families  der  Taxaceao,  Tlieaceao.  T'almae  en 
Lilia<-oae. 

Van  de  Lanraceae,  Fa};;aeeae  en  \an  liel  soorlenrijke  <;eslaeb<  l'^iens  werd 
in  den  loop  van  liet  verslagjaar  reeds  een  belangrijk  deel  l)ewerkt,  docb  nog 
niet  |»ersklanr  gemaakt. 

De  vroeger  uit  bet  Kijks  Herbarium  te  Leiden  ter  leen  ontvangen  eol- 
lectie  autbenlieke  herbarium  s^iecimina  van  Javaanscbe  Lanraceae  en 
Euphoibiceae  is  bij  deze  werkzaamheden  van  groot  nut. 

Met  erkenlelijklieid  verdient  eindelijk  nog  te  worden  vermeld,  dat  de 
Heer  O  t  t  o  v  o  n  S  e  e  m  e  n  in  het  botanisch  Museum  te  Berlijn  de  hem 
gezonden  herbarium-fragmenten  van  Fagaceae  zorgvuldig  en  met 
groote  zaakkennis  determineerde  en  zijne  determinaties  wel- 
willend geheel  tot  onze  beschikking  stelde,  alsmede,  dat  Sir  G  e  o  r  g  e 
K  i  n  g  in  het  hem  ter  leen  gezonden  herbarium-materiaal  van  het  geslacht 
Ficns,  uit  's  Lands  Plantentuin;  de  goedheid  had  vele  soortsdeterminaties 
aan  te  brengen. 


59 
!  X. 


S'^'-  AP^DEELING  DEK  iNKl('HTlN(J. 
(LAltOKATOKll  ai    VOOK  ONJ)EKZOEKINGEN   OVER   DELl  TABAK). 

Met  jicbniikiiiakiii^  van  de  gc-vvcns,  mij  door  den  W'.  Afdeelingschef 
D'".  -I.  van  Breda  de  Haan  veistiekt,  kan  omtrent  deze  afdeeling 
het  volgende  medegedeeld  worden. 

Wijziging  in  het  personeel  dezer  Jifdeeling  had  in  het  afgeloopeu  jaar 
uiet  plaats.  Aan  IV.  J.  van  Breda  de  Haan  bleef  ook  gedurende 
dit  jaar  nog  de  waarneming  opgedragen  van  de  betrekking  van  (;hef  dezer 
afdeeling,  het  chemisch  deel  der  onderzoekingen  werd  verricht  door  D^  E. 
C.   J.    Mohr   en    D''.    D.   J.    H  i  s  s  i  n  k,    het  botanisch  gedeelte  door    JV. 

F.   W.   T.   H  n  n  g  e  r. 

Aan  ir.  F.  W.  T.  Hnnger  werd  1(5  Jnni  veertien  dagen  verlof  ver- 
leend, door  te  brengen  te  Penang. 

lY.  E.  C.  J.  M  o  h  r  werd  17  October  een  verlof  van  vijf  maanden  ver- 
leend naar  Europa. 

Aangezien  de  werkzaamheden  te  Deli  het  wenschelijk  maakten,  dat  de 
Heeren  botanici  en  chemici  dit  jaar  langer  dan  in  vorige  jaren  te  Deli  ver- 
bleven, werd  zoowel  door  D-".  H  i  s  s  i  n  k  als  door  D-".  Hnnger  een  groot 
deel  van  het  verslagjaar  aldaar  doorgebracht.  Zoo  verbleef  D"-.  H  u  n  g  e  r 
in  Deli  van  medio  Februari  tot  half  Augustus,  terwijl  D^  H  i  s  s  i  n  k  van 
25  Maart  tot  17  September  aldaar  werkzaam  was  en  IV.  M  o  h  r  eveneens 
van  Juli  tot  September  een  tweelal  maanden  te  Deli  verbleef. 

Door  den  w^i.  Afdeelingschef  D''.  van  Breda  de  TIaan  werd  van 
29  Mei  tot  2H  Juli  een  bezoek  aan  Deli  gebracht,  ten  einde  zich  van  den 
gang  der  werkzaamheden  aldaar  op  de  hoogte  te  stellen  en  konden  tevens 
eenige  besprekingen  gehouden  worden  met  het  Planters-Comitt''  over  de 
werkzaamheden  de  afdeeling  betreffende. 

Door  D"".  Hnnger  werd  tijdens  zijn  verblijf  (e  Deli  zijn  h(»ofdaan 
dachl  gewijd  aan  de  verdere  voortzetting  der  studie  over  de  mozaïek-ziekte 
bij  de  tabak. 

De  resultaten  van  dit  onderzcx'k,  werden  (esanu'n  mei  die  verkregen  in 
het  vorig  verslagjaar  tot  eene  ]Miblicatie  samengest(>ld  welke  versciiijnl  als 
11-  (;.",  der  Mededeelingen  uit  's  Lands  riantenluin. 

In  afwijking  met  de  wijze  van  proefneming  in  het  vorig  verslagjaar, 
toen  de  proeven  over  verschillende  ondernemingen  waren  verdeeld,  werden 


iii   ÜMIL'  (Ie  [i!o«'\cn   ilij  sliiilrinl  ^fiiuiin-ii  <i)i  i-cii   |ti<n'f  \  dd  (lom   di-  Udi  M;ia<- 

S(|i;i|»|H  j   <l:i;ii  loc    w  rl  u  il  |cinl  ;i  l';;isl  ;i;i  ii   o|i   li;iif  oii(|<'iii<'iiiiii;_'    Mrdjiii  Ksfjilo. 

0|»  (lil    |ir  ocr\<l(i  lM'st<nnl   l<\  ciis  ^'f'jc^onlicid   tol    Im-i   doi-ii   \;iii   w  i-<-ikiiiidi^o 

w  ;i;iiiifiiiiii;^oii   en    wrrdcii    lijdcns   d'-    l;ili;ik    l<'    \<ld<-   sloiid    ;4<';^'f\  i-iis   xor/a 

Mirld  oiiil  rciil  : 

1'.   dl-     lm  lil  |ctii|M-|-;it  iiiii'. 

1!' .     ,.      i<l;il  ir\  ("  I  iiclil  vo(  lil  ij^licid. 

.'»''.     ,,      iiijixiiiimn  l<'iii|M'i;ihiiif  drs  d;i;i;,'s, 

V.    .,      ininiiiiniii   ti>iii|)or:il  iiiii'  des  iiiulils, 

r»'".   don  ro^<>ii\iil, 

<■)''.      ..      loiii|»or;ihiiir   \;iii   dcii   hodcin. 

7''.     ..     duur  dei*  djijfolijksc  lic  zoium'scIhJii. 

\'«)or  do  vcrdorc  sindic  dei-  M(»/,iiï('k  zickir  weid  in  <1o  (■cisfc  )>l;i:Us  iiaj;*'- 
^Maii  do  invloed  van  hot  z.j;.  „bihil-vorsponon".  I>'.  II  n  n  ;_m' i-  docidr  om- 
lirnt  do  ro.sultateu  dozor  011  audoro  |ii-ooliioniiiij;on  in  holi  lio(  v«d;;ondo  modo. 


In  do  oorslo  ])laats  woid  naj;egaan  of  hof  z.«;.  ..bihit-vorspoiion",  dal 
lanj;/,ainorliand  vool  iia\ ol^^inj;  bij  do  tabakscnlt nnr  in  Doli  hooft  ^'ovondoii. 
indor<iaad  hol  optiodon  dor  Mozaïek  ziokto  bov«)idort.  Om  dou  invlood  van 
hol  vorsj)oiion  diiidolijk  te  kuiiiion  nagaan,  word  met  deze  bo\\(M'kinj;  nojr 
oen  slap  vorder  «icjiaan  dan  in  Doli  ^cwoonto  is.  nl.  d(M)r  bibit  niot  slorhls 
^(^nmaal,  maar  ook  Iwoo   a  diioniaal  te  verspeiieu. 

Het  resultaat  van  dozo  pro(d'  woidt  iu  ondorstaaiide  tabel  j;;egevoii: 


Snort  van  planten. 

Aantal 
planten. 

Mozaïek-ziek. 

Gezond. 

Aantal. 

7o 

Aantal. 

'o 

Onver-speend 

250 
250 
250 
250 

61 

63 
242 

24.4 
25.2 
96.8 

189 

187 

8 

196 

75.6 

1  X  verspeend 

2  X         .          

74.8 
32 

3  X         •          

54             21.6 

78.4 

Totaal 

1000 

420 

42- 

580 

58.— 

De  reden  voor  het  zeer  groote  aantal  mozaïek-zieke  planton  afkomstig 
van  de  2  X  verspoeude  bibit  is  voorshands  niet  met  zekerheid  op  te  jioven. 

Verfjelijken  wij  de  weersomstaiidijjlioden  voor  de  verschillende  proeven, 
vanaf  het  uitplanten  op  het  veld  tot  en  met  de  2^^  aanhooging.  dan  blijkt, 
dat  zoowel  voor  de  zonneschijn  als  voor  den  regenval  opmerkelijke  ver- 
schillen zijn  te  constateeren.     (Zie  volgende  tabel). 


61 


üuderdoni. 

Zoiuieschijn. 

Regenval. 

Mozaïek- 

Soorl van  planten. 

afzondcr- 
lijk. 

lotail. 

al'zon  der- 
lijk. 

lolaal. 

zieke  pi. 
Percentage. 

Moedeiitedplaiilea. 

IM.-l*  Aanliooging. 

r-2" 

46.05 
67.4J5 

113.50 

52.6 
44.4 

97.— 

24.4 

1'  Vt'rs|iening. 

1.1.-1"         . 

r-2" 

70.15 
61.40 

131.50 

71.4 
36.4 

107.8 

25.2 

2^  Vers|)ening. 

i'i.-r 
r-2" 

61.10 
89.20 

150.30 

69.- 
56.7 

125.7 

96.8 

3'  Verspeiiiug. 

i'i.-r 

r-2" 

55.25 
76.10^ 

131.35 

33.6 
36.5 

70.1 

21.6 

Uit  bovenstaande  cijfers  blijkt,  dat  het  algemeen  mozaïek  ziek  worden 
der  planten  van  2  X  verspeende  bibit,  gepaard  gaat  met  de  meeste  zonne- 
schijn en  de  grootste  hoeveelheid  regen. 

In  de  tweede  plaats  werd  naar  aanleiding  van  een  waarneming  van  D'. 
M  o  h  r,  gedaan  tijdens  het  toezicht  der  bemestings-proefvelden  in  Deli  in 
11)01,  „in  hoeverre  planten,  aanvankelijk  met  Kali-salpeter  bemest,  veel  min 
„der  van  de  Mozaïek-ziekte  te  lijden  hadden,  dan  andere,  welke  deze  mest- 
„stof  niet  kregen".     (Zie  vorig  jaarverslag  pag.  97). 

Deze  proeven  werden  zoodanig  ingericht,  dat  steeds  parallel-proeven 
tegelijk  werden  gedaan,  nl.: 

I.     Kali-salpeter  bemesting, 
II.     Ammonium-sulfaat  bemesting. 

III.     Geen  bemesting  (controle). 

De  beide  bemestingen  hadden  op  twee  verschillende  wijzen  plaats; 
d.   w.   z.: 

a.    vóór  de  zaaiing  op  de  kweekbedden, 
h.    bij  het  uitpianten  in  de  plantgaten. 

V^an  een  conclusie,  omtrent  de  invloed  van  bemesting  in  verband  met  het 
later  optreden  der  Mozaïek-ziekte,  wil  ik  mij  voorloopig  nog  geheel  onthou- 
den, alleen  zij  hier  gezegd,  dat  in  een  toevoeging  van  KNOa  in  de  versl«*  verte 
geen  bestrijdingsmiddel  der  Mozaïek-ziekte  mag  gezien  worden. 

In  de  derde  plaats  werd  nagegaan  ol'  mozaïek-zieke  pliuiten  de  ziekte 
op  naburige  exemplaren  kan  doen  overgaan.  Hiervoor  nam  ik  een  proi'f 
door  telkens  in  één  plantgat  twee  bibits  uitteplanten  (z.g.  tweeling-proef). 

Naderhand  werd  het  aantal  mozaïek-zieke  planten  geteld,  dat  de  vol- 
gende uitkomsten  gaf: 

De  proef  telde  oorspronkelijk   1000  planten  paren: 


Ü2 

VüII     1  H(    [);irfii    Idcrk   •'•••il    |il.'inl    iloKd    ;,'c;jii;ili. 

,,       Ml.""i         .,         liliM-U  cfii    |il:ilil    iiH»/,;iïcU  /,i<-U   i\\   ili-  ;iinli-|f  ;;f/.(»inl, 
„     4-!;")       ,,        ucnicji   licidi'  |tl;iiihii   iii(i/..rnk  ziik.  iii 
,,      .'{")(>        ,,         l>lf\i'ii    Itcidc    |il:iiili'ii    ^i'/iiimI. 
In    ;i;iiisl  uil  iii^    im-l     iiiijin'    k  iiiisl  iii;i  I  i;:i-    inritl  ie  jhhcn  en    \;iii     sirlcili-ii 
j;i;ir  (/!••   \<ni;;    i;i;ii-\  fislai^   l'^i;^-  "'•'    W'i'i   'lil   j;i;ii    onk   it-ii    lii-simi  rni;^s|tnicf 
iii;4»'sl<'l»l.    \\;i;iil»ij    Irvriis   Id-iiiodd    wi-id   de   \  irii  li-n  |  it-    \;iii   di-    li-   ;^<-l»iiiiklf 
siiiflslnr   d<»<»r   slcrilis;il  i<'    Idj    '2   ;il  iiii»s|dii*rcii    h-    \  ciiiiclii^cii.      Als    inrfclic 
iiia  h-r'i:i:il  «liciidr  lliaiis  nlircii  :i:iid<-  \:iii  *lc  wortels  \:iii   .Mn/iiiids  /ii-ki-  |daii 
Ifii,  Inwijl   \<)()i-  vci'gcli  ikiii«^  (K»k  ;i;ii(i('  ^rluiiikl   werd   \;iii  In-i    worNdshdst'l 
\:iii  ;^('lic(d  ^rzoiid  «gebleven  |danl<'n. 

!>('/<■    i»!*)»'!'   oiidt'iN  (»iid    ('(lifcr  (fii    (tiidcrhirkiii;;    door   ccii    \  iftsdi  jki-n 

slollll,    dit'    o|>    Iicl     uroclNfld     woedde.       Alle     |d;illle||     werden     onlwfiljeld     en 

sleik  i»es(li;idi};«l  door  wind  en  lnii;clsliij;.  .\;i  den  sloini  weid  liei  meeren 
deel  der  phinlen  \:in  de/,e  pidel'  mo'MlH'k'AU'k  \  (M-n  conelnsie  onilienl  de  wei- 
kinj;  dei"  knnslnialij^»'  Ix-snid  I  in;^  is  niet  te  Ireicken.  wegens  den  ld j/.oiideien 
aard  der  uiterlijke  oinstaiidijilieden. 

Verder  werd  onderzocht  de  |H'aedispositi<'  van  zaad  \:in  vcistliillende 
«4roolte  vooi-  (Je  .Mozaïek  ziekte.  N<»rnia;il  /,:i;id  wcid  daartoe  door  Ü  vcr.se.liil- 
lend  wijde  zeven  gezeefd  (resp.  met  gaten  van  V-i  en  1/4  luM.);  op  die  wijze 
werd  dri«,'ërlei  zaad  verkregen,  nl.: 

i.     Groot  zaad,  dikker  dan   i/i  niM. 
II.     Midden-soort  zaad,  dikker  dan  Vi  niM. 

III.      Klein  zjiad,  kleiner  dan  Vi  "iJ^^- 

De  pinnten,  die  nit  deze  drie  zaad-soorten  \'oorkwainen.  uaven  liet  vol- 
gj'nde  resultaat  ten  opzielile  der  Mozaïek-ziekte: 


Soort  van  zaad. 

Oorspron- 
kelijk 
aantal  pi. 

Doodgegaan. 

Mozaïek-ziek. 

Gezond. 

aantal. 

7o 

aantal. 

7o 

aantal. 

7o 

Groot            zaad 

Niddensoort     ■     

Klein              »     

,360 
360 
300 

100 

27 

28.- 
9.— 

258 
200 
265 

99.23 
55.50 
97.- 

2 

160 

8 

0.67 

44.50 

3.— 

De  verder  te  Medan  beschikbare  tijd  werd  door  D^   H  u  n  g  e  r  besteed 
aan  proeven  over  de  assimitatie  der  Deli-tabaksplant. 

Wegens  den  omvang  van  ,lit  onderwer]»,  kon    D'.    II  u  n  g  e  r  zich  slechts 


65 

bezighouden  met  uitsluitend  qualitatieve  bepalingen  over  de  vorming  en  de 
afvoei'ing  van  het  zetmeel  in  de  tabaksbladeren. 

Deze  onderzoekingen  weiden  (met  de  meeste  zorg)  tweemaal  daagsch 
('s  morgens  om  (>  uur  en  's  middags  om  5  uur)  uitgevoerd,  gedurende  de 
geheele  vegetatie-periode;  aanvangende  met  de  onkiemende  zaadkorrel  tot 
de  volwassen,  in  bloei  staande  plant. 

T)e  resultaten  \au  dit  onderzoek  worden  eerlangs  uitvoerig  Ix^schreven 
in  de  Mededeelingt  n  uit  's  Lands  Phuitentiiin. 

De  qualitatieve  zetmeel-bepalingen  werden  gedaan  volgens  de  methode 
der  jodiumproef  van  S  a  (t  h  s,  terwijl  de  intensiteit  dei'  reactie  door  luiddtd 
van  taxatie-cijt'ers  bepaald  werd. 

Onontbeerlijk  voor  de  beoordeeling  dezer  assimilatie-]»roeven  waren  de 
weerkundige  w  aaiiiemingen  in  het  begin  van  dit  verslag  reeds  vermeld. 

De  resultaten  dezer  proeven  vormen  een  theoretis«lie  bevestiging  der 
]>ra«tis<he  proeven  van  1)''.  M  o  h  r,  ,,over  het  oogsten  san  Deli  Tabak  op 
versehillende  tijden  van  den  dag". 

Gedurende  zijn  verblijf  in  Deli  ontving  D'.  Hanger  het  verzoek 
der  Oostenlij ks(;he  Kegeering  om  een  Diiitsche  uitgave  te  mogen  laten  ver- 
schijnen van  zijn  „Overzicht  der  ziekten  en  beschadigingen  van  het  blad 
bij  Deli-tabak",  ten  dienste  voor  de  ambtenaren  der  Oostenrijksche  tabaks- 
regie.    Op  dit  verzoek  werd  natuurlijk  toestemmend  beschikt. 

Na  terugkeer  uit  Deli  werd  in  het  botanisch  laboratorium  te  Jiuileuzorg 
een  :i2-tal  zaadmonsters  op  hun  kiemkrachten  onderzocht. 

( )p  verzoek  werden  2  zaadmonsters  onderzocht  van  gezonde  zaadboomen, 
doch  die  waren  opgegroeid  in  de  buurt  van  slijmzieke  tabak.  Op  de  vraag 
of  deze  laatste  omstandigheid  invloed  zou  kunnen  hebben  op  de  (pialileit 
van  het  zaad  der  zaadboomen  werd  ontkennend  geantwoord. 

Verder  werd  advies  verzocht  over  de  kwestie,  of  de  volgende  vier  kruid- 
achtige planten  schadelijk  zijn   voor  de  tabak  en  of  ze  misschien   in  aan 
merking  zouden  kunnen  komen  (un  de  r«'boisalie  met    A.  m<thican:i   te  ver- 
vangen.    De  betreffende  planten  waren: 
1".  Uraria  lagopoides.     DO. 
2".  Mucune  capitata     W.  en  A. 
'A'\  Passi flora  foetida    L.  Passif loraceae ; 

4°.  Ipomea  involucrata     lieauv.       Convolvulaceae. 

Hierop  werd  geantwoord,  dat  van  geen  dezer  plant  en  een  schadelijken 
invloed  bekend  was  voor  de  tabak,  doch  dat  een  gicxMibenu'sling  met  óón  of 
meerdere  dezer  phtuten  in  geen  ge\al  dezelfde  uilkomsleii  /,<»n  opleveren 
als  een  reboisatie  met  Albizzia. 


Papil  ionaceae; 


04 


Oixlci/oflil  w»'i(l  ci-ii  s;i|)i-o|)liijt  isrli  |t'\('inlf  A  I  hi  iiari.i  s|t.  (t|i  <lr<ij;<-n(l«' 
t:ib:iksl)lii(l(-ri,  dit-  uil  .hipaii  :i;iii  's  L;iiii|.s  IMiiiih-ni  iiin  iii  oii(i*-rz*t<'kiii}^ 
vviiicii   ()|);^<s(  mir(J. 

In  lioolilziuik  liii'hl  I)'.  II  ii  ii  ;^' <■  r  /i<li  in  l'»!/..  \>*-/.\'A  iii<-l  \  (tuilM-icidtiHl.- 
piorvcii  o\cr(if  ( riilis|»ir;it  if  <li-i  l;iii:iUs|»l:i  iil  imi  lul  uo^  u|i  <|i'  |M<it\fii  in 
l!Hi:',  in   Dcli. 

I )(' tabiik  «'ijfcnl  //hIi  /ct-r  slrrlil   vooi   1 1  ;insi»ii;il  ir  |ii(»(\cn  in  Ini   ImImiim 
loi'iuni,  oMi  (Ic  «■(•n\»)U<li^t'  rr»W  n,  (l:il  /.••  <l;i;ii-  lict-l  s|HM(li;;  li;i;ir  linidwundjfs 
sluit. 

Alh'i'cerst  vvci'd  }^('("*X|MMinicnlcci(l  nn-l  nr^^csin-dcn  phiiilfndft-NMi,  nl. 
k()|)|)*-n   van   iiihaksplanlrn,  dudi  /onder  vt-d   i-i-sidl:ial. 

I)('  nielhodc  lU'V  llnliaiinsrlic  plaiilcii  |diysi(do;;<'ii  l'.nst  aünni,  l'ohhc  i 
\v«'i(l  beproefd  Ier  l»c|)alin}j.  \aii  dr  liladi  lanspii  al  it-  bij  lahai^.  hi-  nitiliddc 
/(•ir  slaagde  goed,  doeh  hei   nnl  ei\an  iileek  voor  de  labak  ;^eiin;;. 

Naib-rband  werden  I  ranspiial  ie  ]>roeven  in  de  bnileiilnelil  gedaan  mei 
idanleii  waarvan  Nooral'  «Ie  jjolleu  iu  zinken  omhulsels  waren  gesoldeeid. 
/oodal  bij  weging  de  gewield sverliezen  nilsliiilend  op  rekening  der  boven 
aardselie  |)lantendeeleii  konden  komen. 

In  de/e  ii(dding  werd  met    tweec'rlei   inst runienlen  gewerkt,  ni.: 
l".  mei  een  zelf  registeei'eude  balans,  eu 
2".  niet  een  speciale  tiauspiratie  balans. 

N'ooraf  werd  steeds  het  blad-oppervlak  der  proefplant  berekend  en  Let 
waterverlies  nagegaan  per  nnr  en  per  één  dM-.     Hij  deze  i)roeven  werd  reke- 
ning gebonden  met: 
a.    de  luchttemperatuur; 
h.    de  luchtvochtigheid; 
c.    de  zonneschijn. 

Hier  volgen  een  paar  voorloopige  uitkomsten  van  eenige  oj)  deze  wijze 
ingestelde  proeven. 

Proefplant    I.     Bladoppervlakte  32.8  dM^. 


Gewichts-verlies. 

Gewichts-verlies 
per  uur  per  1  AM\ 

25  Nov. 

Gewicht  3.850  KG. 

20     » 

170  Gr. 

0.21    Gr. 

27      » 

200     » 

0.25      « 

28      0 

145      > 

0.18     » 

29     » 

95     » 

0.12     . 

Gö 


P  r  o  e  f  p  1  il  n  t  IJ.     Bladoppeivl.  9  dM- 


Gewiclils-ver 

lies. 

Gewiclils-verlies 
per  uur  per  1  d.]\P. 

20  Dec. 

Gewicht  3.500  KG. 

-22     » 

- 

160  Gr. 

0.57  Gr. 

23      » 

65     » 

0.50     » 

24     . 

50     » 

0.25     « 

P  r  o  o  f  p  1  a  11  (     JII.     Bladoppervi.   10.18  dM-. 


Gewiclits-verlies  per  uur 
per  1  d.M^  in  Gr. 


20  Dec.     Gewicht  4.625  KG. 

22  » 

23  » 

24  » 
27  » 
29  .. 

50  ..  . 

51  » 


0.37 
0.26 
0.42 
0.31 
0.21 
0.06 
0.15 


D'.  M  o  11  r  bejiteedde  het  voornaamste  dc^el  vau  zijn  tijd  te  Buitenzorg 
<loorgebra(lit  aan  de  bewerking  van  de  verschillende  monsters  betrekking 
hebben  op  de  proeven  ten  vorigen  jare  genomen,  ten  einde  deze  zooveel 
mogelijk  af  te  ronden  en  voor  publicatie  gereed  te  maken. 

Keeds  in  vroegere  verslagen  werd  melding  gemaakl  van  een  iiu-thude  van 
scheiding  der  stikstofverbindingen  van  de  tabak;  door  D'".  Mohr  werd 
deze  methode  toegepast  op  de  plukblad-snijblad-monsters  in  ]S\\U  en  l!i(i(i 
verzameld.  Omtrent  de  resullateii  werd  <lo(»r  D'.  iM  o  h  i-  medegedeeld: 
„De  grootste  verschillen  traden  op  bij  de  ammoniak-,  amid-,  en  amiii-stikfetof ; 
de  kh'inste  bij  eiwit-stikstof  en  nicotine.  Wanneer  wij  aannemen  dat  am- 
moniak, amiden  en  aminen  ontledingsprodncten  zijn  van  het  plastische  eiwit, 
dan  is  zekere  analogie  met  kiemende  zaden  niet  te  miskennen".  D'".  M  o  li  r 
meent  zich  het  verloop  aldus  te  moeten  voorstellen.  Zoodia,  liet  zij  door 
jdiikkeii,  hetzij  door  snijden  de  bladen  in  linii  normale  functies  worden  ge- 
stoord, begint  er  onmiddellijk  een  algeheel  afbreken  van  het  plastisch  eiwit 
in    verbindingen,    welke    gemakkelijk    winden    afgevoerd,  nl.  ammoniak  en 

Verslag  van  'slands  pi.antentuin  1902  5 


GO 

sloffen  uIh  aspiiiiifiin  «miz.  (AKparii}^iiic  /dl'  kon  ('chlcr  niet  wdidcii  aanj^o- 
IooimI).  I'»ij  li<'<  drogen  «t|>  Miaiii  (siiijhladi  ln'kk<-ii  (If/i-  slotlVn  vooi-  cfii 
^rool  (irci  uil  licl  lilachlak  iii  de  ihmmmi  i-m  \;iii  <l;iai-  in  <li-ii  slaiii.  Ili-i  eiwit. 
V(»((r    In-I    cclw  ccrsrl    (licin-iidr,  liri    ;i  jiljist  isrlic        ,    wdiill    liij    Ih-i    (|ni;ifii 

IKMJi  olillcrd,  li(»(li  o|);^<'l(ist   cM  (llis  in   |ilillJtl;i(i  <ii  snijl)l;i<l   in  ;^i'lijkf  li(><-\fi-| 
lic<|cn   h'i'Ujfj'cvondcn.      I)t'  nicol  inc  S(  lii  Jnl   ihiIv   in  n-w   \(tiin   \(M)r  ii-  knnit-n, 
welke   /eer    \V('inii(    \«toi-    traiis|Mir-(    ;::es(liikt    is.      Ilnre    loralisn  I  ie    doel    dil 
zelfdf'  reeds  NCiinocden. 

I  )e  (xijisi  I  i  jd  niunstei's  in  l'.KHI  vei/.:iiiield  werden  eseiieens  dooi'  I  )^ 
M  o  11  r  aan  een  nil  ^;el»reid  as(  ln>ndei/,oek  ondeiwoipen  en  een  reeks  l»e- 
|)alinj.;en  der  si  ikslol' verbindingen   liierhij   loe;4c|t:isl. 

'Pijilcns  zijn  vcrhiijr  in  Deli  w<'rden  door  h'.  M  o  li  r  de  vei-s(diillende 
droom»i-oe\-eii  nogmaals  gedeeltelijk  lierliaald  en  |>roe\en  inuesteld  om  liij 
hel  nebi-nik  \an  ]is_V(dir(»iiieters  Iict  dro.uinus  pi'oces  der  taltak  te  T-ej^clen. 
Trocrneinin^cn  (»|i  iiitgebreidcn  s»liaal  in  l'.Mi;',  w»'rd<'n  V(»oil»erei<l,  waaihij 
voornanieli.jk  aandarhl  zal  woideii  j;csrlionken  aan  lit-t  droj^iugs  proces  in 
droo<;scliur('n  met  dubbel  dak  of  van  sdnxasteenen  oj)  den  nok  voorzien. 

r.ij  versebeidono  proeven  in  het  jaar  1!)01  genomen,  werden  af\vijkinj;<'n 
yevonden  van  den  regel,  dat  morgentabak  vaal,  middagtabak  bruinrood  ge- 
kleurd is. 

In  verband  met  de  zetmeel-bepalingen  door  D^  Hnnger  verricht, 
meent  D'.  M  o  li  r  een  veiklaring  voor  deze  afwijkingen  te  vinden  daardoor, 
dal  wanneer  b.v.  "s  avonds  de  temperatuur  sn{d  daalt  en  de  nacht  koud  is, 
het  zelnu'el  voor  een  groot  deel  in  hel  blad,  zelfs  tot  den  volgenden  morgen 
voorhanden  blijft.  Na  warme  nachten  zoude  men  diis  vale  morgentabak 
mo"('n  xcrwacliten,  na  koude  nachten  met  \vr\  dauw  eiditer  niet. 

Voor  zoctver  de  tijd  van  U^  Mohr  niet  door  bovenvermelde  proeven 
in  beslag  w«'rd  genomen,  besteedde  hij  deze  tot  voltooiing  van  de  samen- 
stelling der  gegevens  verkregen  door  in  11)01  in  Deli  genomen  oogsttijd-proe- 
ven. Omtrent  de  rijidieids-proeven  in  1900  werd  een  kort  verslag  samenge- 
steld, terwijl  in  een  verhandeling  over  plukblad  en  snijblad  alles  omtrent 
deze  vraag  werd  vereeiiig»!  en  besproken. 

De  wcrkzaamlieden  van  J)'.  Hissink  (omtrent  welke  het  volgende 
aan  diens  rai>i)ort  is  ontleend)  betroffen  in  de  eerste  i)laats  te  Buitenzorg 
het  opnmken  van  de  i-esultaten  der  in  1!)0()  en  l!)tH  genomen  bemestingsproe- 
ven  op  Deli.  lieide  vcislageu  wer«len  resp.  in  .lanuari  <-n  in  Maart  ingtnliend. 
Het  eerste  verscheen  onder  den  titcd  van  .,\'erslag  van  de  oj»  Deli  met  be- 
trekking tot  de  tabakscultuur  genomen  bemestingsproeven  op  proefvelden 
in  liet   jaai'  l!l(l(l"  als  Mededeeling  uit  's  Lands  Plantentuin.  11-  LV.     Met 


61 

bet  drukken  vau  liet  tweede  veislag  kon  eerst  later  een  aanvang  gemaakt 
worden. 

Bovendien  werd  nog  opgenuiakt  een  plan  voor  de  bemestingsproeven 
op  Deli  in  1902,  bet  welk  in  Januari  naar  Deli  gezonden  werd. 

De  uit  Deli  uieegebracbte  tabak  van  de  beniestingsi)roef  oj)  de  onder- 
neming I'adang  Boelan  (zwarte  grond,  1901)  werd  nog  geprepareerd  voor 
verder  onderzoek. 

Omtrent  zijn  verdere  bezigheden  op  Deli  deelt  D"".  Hissink  mede, 
dat  deze  vnl.  bestaan  hebben  in  het  toezicht  op  de  bemestingsproeven.  „Zoo- 
veel mogelijk  zijn  de  verschillende  meststoffen  persoonlijk  toegediend  en 
werd  het  proefterrein  daarna  minstens  nog  1  !\  2  keeren  bezocht  voor  eene 
taxatie  der  tabak.  In  Mei  werd  aan  de  HH.  planters  eene  circnlaiie  verzon- 
den, vermeldende  de  voorschriften  voor  het  oogsten.  Vóór  mijn  vertrek 
naar  Buitenzorg  ontving  ik  nagenoeg  alle  rapporten  en  de  uitkomsten  der 
gedroogde  tabak.  In  September  1902  is  aan  de  HH.  planters  verzonden  een 
schrijven,  bevattende  de  noodige  voorschriften  voor  het  behandelen  der  ge- 
fermenteerde  tabak. 

Dank  zij  de  medewerking,  welke  ik  in  zoo  hoogen  mate  op  Di^li  mocht 
ondervinden,  hebben  de  bemestingsproeven  vrij  biuikbare  i-esultaten  opge- 
leverd. Het  heeft  evenwel  soms  den  indruk  gemaakt,  alsof  de  HH.  planters 
de  meening  zijn  toegedaan,  dat  die  bemestingsproeven  door  hen  genomen 
worden  om  mij  een  genoegen  te  doen.  Dit  is  natuurlijk  eene  verkwrde 
opvatting.  Zij  moeten  dienen  om  de  vragen,  op  het  gebied  der  bemestings- 
leer, welke  de  i)lanter  in  de  praktijk  tegenkomt,  langs  i)ra(ttischen  weg  lot 
oplossing  te  brengen.  Het  is  juist  mijne  bedoeling  geweest,  dat  men  op 
Deli  langzamerhand  er  toe  overging  deze  bemestingsproeven  (en  eigenlijk 
alle  practische  proeven)  zelve  te  nemen.  De  beste  methode  van  proef- 
neming is  dan  die,eerst  door  v  a  n  B  ij  1  e  r  t  en  later  door  mij  gevolgd,  op 
kleine  veldjes.  Ik  mag  aannemen,  dat  deze  methode  thans  voldoende  bekend 
is  en  dat  m(;n  weet,  oj)  welke  bijzonderheden  gelet  dien!  Ie  worden;  oj'  welke 
wijze  men  oogst  en  welke  gegevens  van  de  gel'ernien leerde  (ahak  moeten 
worden  opgemaakt. 

Verder  werd  o])  voorstel  van  den  wd.  ('lief  der  afdeeling  op  de  onder- 
neming Medan  eene  ]U'oef  ingeri<dit  nul  het  oog  («p  de  reboisalie  met  albizzia 
moluccana.  Daarvoor  is  een  terrein  uilgezodil,  gedei'ltelijk  mei  a]l)i/'.zia. 
gedeeltelijk  met  lalang  —  jong  bosch  -  begro.-id.  Nog  in  Augustus— Sep- 
tember 1902  is  met  de  voorbewerking  een  aanvang  gen\aakl,  welke  in  Odo- 
ber — November  zou  afloo])en. 

Ik  was  op  Deli  nog  in  de  gelegenheid  eene  bijzondere  wijze  van  toppt>n 


68 

waar  ie  iM'iiM'ii  <-ii  jillliaiiH  oonij^o  f^fj^cvciis  (laaromiK-nt  n-  vci/aim-lfii.     \'tM-- 
dar  (lic'iit  dil  een  i»iiiiL  van  studii;  uit  Ui  niakcii  in  llto;',. 

'\\;u  slolle  is  noj^  immk'  kleine  ]mn'ï  j^cnonicn   in  zake  f^iondlx-werking. 
iiiciioc   was  in   lic  onmiddellijke  nahijlicid    \an    lid    l'ntdslal  ion    tr  .Medan 
door  de  Adujiiiislraüe  dei-  Dcli  MaatHclia])])ij  ufjwiilfiid  cin  sink  i;r(jnd  al 
•gestaan,     liinneidvort  zal  over  dil  puut  uadei    worden  bericlii. 

Te  Buitenzoig  leruygekeerd  zijn  in  de  eerste  plaats  opgemaakt  de  resul- 
taten van  de  in  1UU2  genomen  beuieslingsproeven  en  zullen  deze  biuüeukorl 
Ncrscliijncn  als  AJededeeling  uil  's  J^ands  J'lanicnlwin. 

l>an  hield  ik  mij  bezig  met  hel  (»nd<'rzoek  d(M-  ougeveer  «>()  grondmon 
sters,  afkomstig  van  de  proefvelden.  Jlet  ligt  in  den  aard  der  zaak,  dal  dil 
onderzoek  zieh  lol  enkele  gemakkelijk  te  bepalen  gegevens  heeft  moeien 
beperken.     Cieheel  is  dit   onderzoek  nog  uiel  afgeloopen. 

N'erder  is  oi)gemaakt  een  „Plan"'  voor  de  bemestingsproeven  up  proef 
\elden  in  l\H):\,  hei  welk  in  December  reeds  aan  HH.  plauters  is  toegezonden. 
Jiel  is  de  bedoeling,  dat  ilH.  plauters  deze  proeveu  zelve  nemen  en  alle«'n 
door  de  S    Afdeeling  eenlg  toezicht  wordt  uitgeoefeud. 

Onderzocht  zijn  14  ingekomen  mestmonsters,  G  grondmonsteis  en  -1 
aschmousters. 

liet  onderzoek  der  mestmonsters  levert  geen  aanleiding  lot  bijzondere 
beschouwing. 

De  ingezonden  grondmousters  hadden  vul.  betrekking  op  den  zgnd. 
pasa-groud.  Het  gebied  dezer  gronden  op  Deli  is  vrij  groot  en  dit  punt  dient 
aan  eene  nadere  studie  te  worden  onderworpen,  V'oorloopig  heb  ik  ge- 
meend het  volgende  te  kunnen  aanraden.  Ju  de  eerste  plaats  wordt  de  pasa 
gedraineerd;  daarna  worden  boveugrond  en  ondergrond  goed  vermengd.  Dit 
kan  natuurlijk  alleen  geschieden,  wanneer  de  onderliggende  kleilaag  niet  te 
diep  ligl.  In  dil  laatste  geval  zou  het  misschien  aanbeveling  verdienen,  de 
bovengrond  in  den  drogen  lijd  gewoon  weg  te  verbranden  en  daarna  flink 
met  den  ondergrond  te  vermengen.  Vervolgens  komt  het  mij  voor,  dat  eene 
groene  bemesting  kan  volgen.  Hiertoe  leent  zich  nog  het  best  een  reeds  op 
Deli  voorkomend  gewas,  Koroh  genaamd.  Deze  groene  bemesting  biedt  nog 
het  voordeel,  dat  na  1  è,  2  jaren  te  zijn  toegepast,  jong  bosch  vaak  spontaan 
opkomt.  Waar  dit  niet  het  geval  mocht  zijn,  zou  men  kunstmatig  kunnen 
herwouden.     Daarna  dient  de  grond  een  jaar  of  7  ü.  8  te  rusten. 

Tijdens  mijn  verblijf  op  Deli  ontving  ik  van  de  Administratie  der  Deli 
Maatschapj)ij  te  Medan  een  monster  asch  ter  onderzoek.  Dit  onderzoek 
heeft  op  de  volgende  wijze  plaats  gehad.  Vooraf  is  de  asch  gezeefd  door 
een  zeef  van  .'{  mM.;  het  gedeelte,  hetwelk  op  de  zeef  liggen  bleef,  is  bestem- 


69 

l>old  met  den  naam  van  „ruwe  stukken".  Aangezien  de  verascliing  uoi» 
niet  volkomen  had  plaats  gehad,  is  de  rest  nogmaals  verascht.  Dit  gedeelte 
is  bestempeld  met  den  naam  van  „organische  bestanddeelen".  Vervolgens 
is  de  analyse  op  de  gewone  wijze  geschied. 

De  ruwe  asch,  zooals  ze  op  Deli  is  ontvangen,  bevat: 

Ruwe  stukken 20,00%. 

Organische  bestanddeelen 14,24  „  . 

Zand    34,72  „  . 

Kool 0,76  „  . 

Koolzuur    1,93  „  . 

Het  overblijvende  is  de   r  e  i  n  a  s  c  h. 

Deze  is  onderzocht  in  hoofdzaak  volgens  de  onlangs  door  T  o  1  1  e  n  s 
aangegeven  methode  T)  en  bevat,  berekend  op    reinasch: 

Kali  (K,0) 22,93%. 

Natron  (Na,0)  , 9,03  „  . 

Phosphorzuur  (P.O,)   3,61  „  . 

Chloor  (Cl) 0,47  „  . 

Zwavelzuur  (SO,) 1,69  „  . 

Kalk    (CaO)   13,32  „  . 

Kiezelznnr    (SiO.)    18,17  „  . 

Aluminium-  en  IJzeroxyde  (Al^O,  en  Fe^O.,)  . .   30,78  ,, . 
Het  percentage  aan  ALO..  en  Fe.O...  is  gevonden  door  het  neeislag  met 
ammoniak  en  azijnzuur  (-),  in  rekening  te  brengen  als  A1..0,  -f-  Fe^O..  -f  P^O. 
en  dit  totaal  te  verminderen  met  het  percentage  aan  P._>0..,. 

Voornamelijk  naar  aanleiding  van  dit  onderzoek  en  van  enkele  tot 
mij  gerichte  vragen  op  Deli,  heb  ik  nog  te  BuitcMizorg  een  stukje  samenge- 
steld, dat  verschenen  is  onder  den  titel  van  ,,Tabaksasch,  Kalisalpeier  en 
., Guano"  in  de  Korte  Berichten  uit  's  Lands  Plantentuin.  Daarin  heb  ik 
reeds  de  opmerking  gemaakt,  dat  bovenvermelde  asch  o\)  zeer  onvoldoende 
wijze  verascht  en  bovendien  nog  verontreinigd  is  met  veel  aarde.  Aan  deze 
laatste  omstandigheid  moet  hei  hooge  gehalte  worden  (oegeschrcvcn  aan 
zand,  en  waarschijnlijk  ook  aan  SiO^,  Fe.^O..  en  ALO^,. 

Bovendien  werd  nog  een  monster  asch  onderzocht,  afkomstig  van  de 
onderneming  Loeboe  Dalam.  l^e  asch  bevatte  zoo  goed  als  g(M^n  ..ruwe  stuk- 
ken" en  „organische  bestanddeelen"  en  kon  dus  direct  onderzocht  worden. 
De  asch,  zooals  ze  nit  Deli  is  ontvangen,  bevatte: 


{')    Die   Aschenbostandtoile   der   Pflanzen  etc.  van  Trof.  Pr.  H.    Tollens.    Journal  für 
Landwirtschafl,  Bnnd  I,  Seile  23J. 
(*)    Zie.  t.  a.  p.,  biz.  250. 


70 

Vocht :M5%. 

Zand     Ii<l,n7„. 

Kool     -2:27  ,,  . 

K<tol/.iiiii-     I~).l  1  ,,  . 

Ilcl   ()\  cihli  j\  iiidr  is  <l<'  ifiiiascli.      l»</,f  Inval,  lifickciid  <»|i  ifinasili : 

Kali    iK  O)    \s:.','/,  . 

Xahoii    (Na  H)     |(l.!»  ..  . 

riH»s|»Iiur/,iiiii-    ll'J).,)     •"<,'.>„. 

(Mdooi-  (("Il    1,0  „. 

Zwavcl/.inii-  (S(  >.)    l',(l  ,,  . 

Kalk  (CaO)   :'.7.!l  ..  . 

Ma^Micsiii  (M},'( ),) s,!>  „  . 

Kiozolzinif  iSiO.)    CJ  ,. . 

Aluiiiiiiiiiiii  ('Il  i.i/.cr/.ijdc  (AI.<>;  j-  l*'«'j<>::>  ••  ~».J,,. 
hl  den  lonp  van  dit  vcishijrjaar  woi'dcii  in  lid  lahoraloiiMiii  df-r  afdii-Iin;^ 
te  Iinit«'n/.or<i  (winli^  nirsl-  en  ;i,r(»ndni<»nst»'rs  op  daai'toc  j^rdaaii  vtM/.fx'k 
geanalyseerd  benevens  van  '.V2  nionslers  labakszaad  de  kienikiarhi  hcjtaald. 
Het  scliildereu  vau  het  gebouw  te  Medau  benevens  de  lepaiatiën  aan 
het  dak  kwamen  in  den  aanvang  van  dit  jaat-  gereed,  de  toestand  van  gebou- 
wen of  inventaris  geeft  vei-der  geen  aanhMding  tot  bizondere  oj)nierkingen. 
M(!t  het  oog  op  eene  eventueeh*  uitbreiding  \an  liet  personeel  aan  deze  af- 
deeling  verbonden  niet  een  zoöloog,  werd  het  gebouw  te  Medan  in  den  ver- 
Aolge  uitsluitend  \o(n-  laboratoriuni-werkzaaniheden  bestemd". 

Aangezien  er  voor  rekening  van  d(  n  lande  (e  liuiteiizorg  een  stuk  ten-ein 
is  aangekocht,  niet  ver  van  de  laboratoria  gelegen  en  bestemd  voor  het  doen 
van  veldproeven  in  verband  met  het  laboratorium- werk  en  daar  ook  gelegen- 
heid gegeven  zal  worden  tot  het  kweeken  vau  tabak  voor  proefnemingen 
noodig,  zoo  werd  de  inliimr  van  een  afzonderlijk  stuk  terrein  overbodig;  de 
nieuwe  prt)eftuin  zal  in  de  behoefte  kunnen  voorzien. 

§  XT. 

9<io  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(PROEFSTATION  VOOR  KOFFIE). 

Met  gebruikmaking  der  gevens  mij  door  den  Afdeelingschef  D^  J.  G, 
Kramers  verstrekt,  kan  hier  het  volgende  over  de  wcM'kzaamheden  in 
het  verslagjaar  worden  medegedeeld. 

Rij  den  aanvang  van  dat  jaar.  bestond  het  personeel  uit:  I)^  Kra- 
mers, chef  der  afdeeling  en  chemicus,  P.   van  der  Sluis,  technoloog. 


71 

assistent  voor  chemische  werkzaamhedeu  en  Mejuffrouw  B.  Lang,  even- 
eens assitente  voor  het  chemische  analysewerk,  die  echter  in  Februari  de 
afdeelinjj;  verliet  en  eindelijk  eenig  inlandsch  laboratorium-personeel.  Het 
was,  tot  ons  y:root  leedwezen,  onmojj;elijk  in  de  plaats  van  den  Heer  Z  i  m- 
m  e  r  m  a  n  n  een  ander  botanist  voor  de  afdeelin*]^  aan  te  stellen,  aangezien 
haar  voortbestaan,  ook  al  gaf  men  zich  niet  aan  pessimistische  opvattingen 
voor  de  toekomst  over,  toch  in  elk  geval  niet  voor  meer  dan  een  jaar  v  e  r- 
zekerd  was.  I5ij  de  groote  moeilijkheid  die  men  toch  reeds  heeft,  om 
geschikte  natuuronderzoekers  voor  onze  kolonie  te  verkrijgen,  valt  er  niet 
aan  te  denken  een  bekwaam  persoon  aan  te  werven,  wanneer  men  hem  niet 
minstens  eene  plaatsing  van  eenige  jaren  in  het  vooruitzicht  kan  stellen. 
Zij,  die  de  toestiinden  niet  kennen,  nemen  dikwerf  aan,  dat  het  toch  wel 
mogelijk  moet  zijn,  onder  kortelings  aan  onze  universiteiten  in  de  natuur- 
lijke historie  gepromoveerde  jonge  mannen,  eiuumd  te  vinden  ook  l)ei'eid 
Aoor  korteren  tijd  naar  een  tropisch  land  te  gaan,  om  daar  onderzoekings- 
werk  te  doen,  dat  tegelijkertijd,  al  wordt  het  ook  met  een  praktisch  doel 
ondernomen,  zeer  tot  vermeerdering  van  kennis  en  verruiming  van  inzichten 
cm  opvattingen  op  het  eigen  studiegi  bied  moet  bijdragen. 

Dit  zoude  ook  zonder  twijfel  het  geval  zijn,  en  dus  de  werkelijkheid  met 
die  hypothese  overeenkomen  , indien,  zoo  ook  niet  alle,  dan  toch  het  grootste 
deel  der  aan  onze  universiteiten  in  de  natuurwetenschappen  studeerende 
jonge  mannen  aanstaande  „natuuronderzoekers''  waren.  Dit  is  echter 
geenszins  het  geval;  bij  het  meerendeel  hunner  ontbreken  de  daartoe 
noodige  speciale  eigenschappen  en  bovenal  het  „feu  sacré'';  zij  geven  er  de 
voorkeur  aan,  en  doen  daaraan  dan  ook  maar  beter,  zich  in  pjiedagogische 
richting  te  gaan  bewegen  en  te  trachten  zoo  spoedig  mogelijk  een  ])laatsje 
bij  het  onderwijs  te  krijgen. 

De  i)roeftuiu  bij  de  dc^ssa  Bangilan,  op  den  Kawi,  in  het  Malangsche, 
bleef  onder  het  dagelijksch  beheer  van  den  administrateur,  den  Heer  K. 
V  o  g  1  e  r.  In  het  verslagjaar  werden  er  nog  zes  bouw  bosch  ontgonnen  en 
bei)lant.  Omtrent  dien  proeftuin  wordt  verder  verwezen  naar  het  liierouder 
volgend  afzonderlijk  verslag  door  den  Heer    K  r  a  m  e  r  s    opgesteld. 

De  Chef  der  afdeeling  bracht  bezoeken  aan  den  proeftuin  in  Juni. 
Juli  en  October.  In  den  door  hem  van  Juni  tot  Augustus  reizend  doorge- 
brachten  tijd  werden  tevens  een  aantal  koffie-ondernemingen  in  Oost-  en 
Midden-Java  bezocht  en  in  het  bijzonder  de  bewtM'kings  en  bemestings- 
proeftuinen op  verschillende  landen  aangelegd.  Het  feit  valt  niet  te 
loochenen,  dat  voor  deze  jiroeveu  steeds  minder  medewerking  is  te  ver- 
krijgen.    Op  vele  ondernemingen  is  het  i)ersoneel  ingekrompen,  zoodat  het 


72 

(<M'/i(|il  o|i  ziilkf  |>i-«i('\cti.  <l;il  iin(Hl/,;iki'li Jk  dimr  |-]iit'ri|M-:irH-ii  ;:<*Ii(MI(1<mi 
iii(»('l  word*'!!,  niet  iiirci-  uil  !<•  \()<rcii  is.  I  );i;iifiilto\  en  iiiJi;ikl  lid  di-ii  in 
dl'nk,  <|}il  <'<'li  iiicl  j^friri^  de»!  di-r  |il;iiili  rs  y.i-W'  ;i  iii  di-  lii<-k<iiiis(  d<  r  koffie- 
ruil  HUI'  teil  oii/ciil  ^;i;il  t  w  i  jfolcii  cii  lu't  d;i;iioiii  --  (e  fcdil  of  h-ii  oIii-imIiI»', 
dil  \v(»idf  ;^('iiccl  in  liet  iiiidd<Mi  ^n-hilcii  iiii-i  nu-cr  df  iiiofili-  waard  \  iiidt 
\<»oi-  Iiaar  iioj;  cxlra-vvci'k   lo  \ oi  rirlilcii. 

In  OcIfdHT  Im'zocIiI  de  afdcrliii^sclicf.  JMlialsi'  di-ii  |uocfiuin.  iio^  een 
paar  in  d<'  nahijlicid  daai\aii  ^clcocn  oiidi'iiiciuin;^<'ii  en  nok  lu-i  ."'''  Koffir 
<'oii;^r('s  h'  Malaiiii.  waar  liij  cciic  \  oordiadit  liicid.  linofd/.akfli  jk  ha  ndi'jfiidf 
oNcr  <l('  l<offio  in    lid    ( iou\  rriM-niciil    \an   Siiiiialra's  ()(istkiis(. 

In  lid  lahoialorinni  werd  \()oil^f('<,fnaii  iiid  lid  dioniisdi  onderzoek  clcp 
iiroiulcii,  eerst  ind  iiieileweikinjj:  van  Mej.  Fj  a  ii  ;i,  daarna  \an  ficii  H«-or 
V  n  Tl  d  er  S  I  n  i  s.  De  afdeelin<;sclu'f  bleef  zich,  vooi-  zoo\  fire  zijne  reizen 
liein  dil  lodiden,  hezifj  honden  met  het  reeds  vroeger  hesju-oken  onderzoek 
naai'  de  bestanddeelen  der  koffie. 

Als  11-  LVTT  dei'  „Mededeelingen  uit  's  Lands  Plaiileiiliiiir'  versdieen 
een  „Versla};  omtrent  jj^i-ondanalyses  van  koffielninen"  van  den  hand  van 
D"".  Kramers.  TTit  de  inleidinj;  op  dit  verslnjï,  de  uitkomsten  van  een 
zeer  jjroot  aantal  onderzoekinjien  te  zamen  vattend,  moeren  de  volfjende 
woorden  worden  overgenomen,  ten  einde  een  denkbeeld  te  geven  van  het 
door  den  afdeelingschef  beoogde  doel: 

„Toen  op  het  einde  van  1896  de  IX^^  afdeeling  van  's  Lands  rianlenluin 
hare  werkzaamheden  begon,  werd  besloten  zoo  spoedig  mogelijk  onderzoe 
kingen  in  te  stellen  ter  o]>lossing  der  vraag,  wat  met  kunstmest  in  de  koffie- 
eultuur  te  bereiken  was.     In  1807  werden  daartoe  op  een  aantal   onderne 
mingen  proeftuinen  begonnen,  waar  omtrent  bericht  is  in  de  Mededeelingen 
XXXII.  XXXVIII  en  T>[  van  's  Lands  Planlentuin.     Tev<'ns  werden  van  die 
proeftuinen   grondmousters  genomen.     De   intentie   was.   na    ie  gaan   of  er 
eene  overeenkomst  te  vinden  zoude  zijn  tussehen  de  uitkomsten  der  proef 
tuinen  en  die  der  grondanalyses.     De  verwachting  was,  dat  de  proeftuinen 
na  vijf  normale  jaren  antwoord  gegeven  zouden  hebben  op  de  vraag,  of  er 
eenig  plantenvoedings-bestanddeel  in  onze  gronden   in   te  gei'inge  hoeveel- 
heid voorkwam  en  of  dau  tevens  datzelfde  zoude  blijken  nit  de  grondanalyses. 
Werd  zulk  eene  overeenstemming  gevonden,  dan  zoude  men  voortaan  in  de 
cijfers  der  analyses  een  leiddraad  hditien.  waarnaar  men  zich  richten  konde 
Vlij  de  bemesting. 

Nu  zijn  de  laatste  jaren  echter  verre  van  normaal  geweest,  zij  hebben 
eene  afwisseling  opgeleverd  van  misgewas  en  overdracht.     De  omstandig 


73 

lied(Mi  wjiicn  dus  zooi-  on<,niiistio-  voor  het  iiemeii  van  beniestiiigsproevou. 
zoodat  do  Hjd  nop:  niet  gekomen  is  om  daaruit  een  slotsom  te  maken.  In 
hissclioii  kwamen  meer  en  meer  grondanalyses  gereed  en  hoewel  dit  een 
oudei-weip  is,  waarmede  men  nooit  kan  zeggen  geheel  klaar  te  zijn,  werd 
besloten  tot  de  publicatie  daarvan  over  te  gaan". 

Het  verslag  omvat  nu  een  groot  aantal  analj^se-cijfers  gepaard  met  eono 
over  Terschillende  hoofdstukken  verdeelde  toelichting,  die  er  aan  werd  toe- 
gevoegd „vooral  omdat,  omtrent  de  wetenschappelijke  waarde  daarvan,  bij 
het  publiek  dikwijls  niet  geheel  juiste  voorstellingen  in  omloop  zijn". 

In  een  eerste  hoofdstuk  over  „Oorsprong  en  aard  der  koffiegronden  o]» 
Java"  zet  de  schrijver  de  stelling  voorop,  dat  de  terreinen,  waarop  op  Java 
koffie  wordt  verbouwd,  behooren.  wat  den  bodem  aangaat,  tot  de  vulkanische 
vormingen  van  de  tertiaire  en  quaternaire  periodes,  om  daarna  een  ovorzichl 
te  geven  van  de  verschillende  wijzen  van  ontstaan  der  vulkanische  gesteen- 
ten, de  mineralen,  die  er  in  voorkomen  en  de  veranderingen  veroorzaakt,  na 
dalingen  van  den  bodem,  onder  invloed  van  het  zeewater  en  de  afzetting  van 
koiaalbanken..  IMeer  in  het  bijzonder  wordt  de  aandacht  geschonken  aan  liet 
Malangsche  Zuidergebergte  wegens  het  gewicht  dier  streek  voor  de  koffie- 
cultuur.     Daarbij  wordt  de  volgende  conclusie  uitgesproken: 

„De  hoofdzaak,  uit  een  landbouwchemisch  oogpunt  beschouwd,  is  deze, 
dat  al  moge  het  Zuideigebergte  ook  plaatselijk  bedekt  zijn  met  onder  zee 
afgj^zetto  kalklagen,  en  daarom  geologisch  tot  de  miocene  terreinen  gerekend 
worden,  zijne  o])pervlakte  in  die  gedeelten,  welke  geschikt  zijn  voor  de 
koffiecultunr,  in  hoofdzaak  bestaat  uit  de  vulkanische  gesteenten  andesiet 
en  bazalt  on  hunne  verweeringsproducton.  Want  het  zijn  de  verweorings- 
producton.  die  de  koffie  tei-roinen  bedekken,  waarmede  de  jdanter  <liroct 
te  maken  heeft,  veel  mooi-  dan  mot  de  nog  in  verschen  staat  vorkooiond«' 
gesteenten.  Voor  de  kennis  van  de  verweerde  lagen  is  het  echter  noodig 
de  mineralen  te  kennen,  waaruit  zij  zijn  ontstaan,  van  daar  de  gegeven  uit- 
eenzettingen". 

De  Heer  Kramers  doet  voorts  opmerken,  dat  wij  hier  voor  do  ver- 
w(MM'ingsproducten,  dio  dus  {h^u  bouwkruiii  uiimakon,  wel  de  Hollandsche 
lionaniingen  zand,  klei,  mergel,  enz.  gebruiken,  doch  dat  men  daarbij 
Jiooit  moot  vergeten,  dat  die  woorden  in  Euro])a  andere  stoffen  aandui- 
den dan  de  hier  voorkomende,  die  met  hot  zand,  de  klei  enz.  van  Nodoiland 
niet  meer  dan  eene  zekere  mate  van  overeenkomst  hebben.  Daarna  gaat  de 
schrijver  in  het  kort  na,  hoe  die  verweering  verloopt  en  welke  de  chemische 
eigenschappen  zijn  van  de  klei,  die  daarbij,  en  door  uitlooging  door  don 
rogon,  uit  dv  besj)rokon   niinoialon  ontstaat.     N'ordor  wordt   ter  sprako  go 


74 

braclil  \\fi  :i;iii<l<il.  il:il  tl<-  nsl  ;i  ii  I  iii  \;iii  |il;iiit<-n  t-n  (li<-i<'iilc\  »mi  aan  dt' 
KaïiK'iish'lliii;^  (\cv  Imhi  w  K  ni  in  ln-ldtcii,  /oduti  dunr  \nriiiiii;:  \aii  <'i;,M'iili  jkc 
liiinms  als  door  d<'  <li<'inisr|ic  \\rrkiii;.'<-ii.  dit-  o|((  ri-di-ii  t  iissilirn  de  (ii-;_'aiiis<dn- 
shd'ff'ii  uil  den  Itodfiii  <ii  de  licli.indcldf  pi  <»i|iii  hu  ^\^^l■  \  cru  ••(•iiii'_'  \aii  di' 
•jeHh'ciilcri ;  fiiidflijk  wordi  nirl  Nri/uiind  d<-  :iaiidailit  (<•  \  csl  i;,n'ii  ii|i  dr 
hclcckciiis  d('i-  klciiii'  IcncimI»'  \\<'/-<'Iis  in  di-n  hodcni  lini/t  iid  in  <»|»  dif-ns  sa 
incnslcllinj^  een,  no^  slfdils  zeer  j^cdccHcli jk  lM-k<'iidfn.  invloed  uilo<'f<'iM'nd 
Aan  liiin  in\l<»rd  word!  dooi-  h'.  K  r  a  iii  •■  r  s  o(»k  de  |)ad;is  \  oiiimiil:  toi'jjc- 
srlircvcii.  In  laatsic  iiistanlii-  wciidl  iio^  lid  lmooIc  ;^c\\i(lit  aaii;^<';4<'\ en 
diT   plivsisrlic  ci^^ciiscliaiiiM'ii    \aii  di-n    liodcin. 

Xadal  aldus  door  den  S(|irij\<r  in  Inxddl  ifkkfn  is  aan^'cj^fv  en  Imm* 
(»n/,r  <iilhinr-j,n-ond  is  onislaan  en  uil  welke  sloffen  deze  nil  een  elieinisili 
oo^fpmil  licslaaf,  wordt  in  (Mmi  Iweede  Inxddshik  ^'eliandeld  o\er  de  \erli(»ii 
dinir  hiss(dien  den  tnoiid  en  de  planten,  j  >e  \crseliilleiide  in  naniiierkinir 
komende  feiten  en  fa<-toren  worden  daarhij  liesjiroken  en  in  liet  liij/.ondei- 
('I'  de  aandacht  op  Lr<'v»'st  ittd.  dal.  al  oefenen  (>ok  de  wortels  eeiie  keuze  uit  hij 
het  opnemen  \an  vo('ds(d  nit  (h'n  bodem,  toidi  hoeveelheid  en  samenstellin;^' 
van  de  as(  hhestanddeelen  bij  een  ]dant  van  zekere  sooi-t  niet  sehei-p  is  be- 
I)aald,  (b»(di  binnen  /ekei-e  «.grenzen  afwisselt.  Voor  elke  plaiitensooi't  is 
echtei'  van  alh*  voedini;sstoffen  zekere  u'erinirste  lioeveelheid  voedsel  noodi^^ 
voor  de  voortbi-en^in^  van  een  be|»aald  irewi<dit  plantenstof.  waai'»t]i  de  zoo- 
Lïenoemde  wot  van  liet  minimum  berust,  die  leert,  dat  de  outwikkeliniu'  van 
eene  plant  woidt  bepaald  door  de  hoeveelheid  van  dat  voedin<;sbestauddeel. 
waarvan  beli-ekkelijk  de  <:rerin<isto  hoevcndheid  voorhanden  is.  Vooral  wordt 
cv  oji  j,n'W(>zen.  hoe  uwn  in  de  laatste  jaren  meer  en  meer  tot  het  inziciit 
komt,  van  de  j^roote  beteekeuis  van  S(dnmm<ds  en  bacteriën  bij  de  omzettinj^ 
van  (»r.nanis(die  stoffen  in  den  bodem.  Ten  aanzien  dier  stoffen  j^edrajjeu 
zi(di  de  wortels  van  versidiillende  planten  niet  «gelijk.  Grassen  b.v.  hebben 
weinig-  behoefte  aan  orpiniscdie  stof  (humus)  in  den  bodem,  terwijl  de  onder- 
vindinjjj  leert,  dat  andere,  zooals  de  koffie,  in  jironden,  die  daaraan  arm  zijn, 
minder  <;oed  «groeien.  De  sidirijver  vei-zuimt  niet  aan  het  einde  \an  dit 
hoofdstuk  er  op  te  wijzen  hoe  wij,  vooral  hier  in  de  tropen,  nojï  sletdits  «ge- 
heel in  het  begin  staan  onzer  kennis  van  de  bijzonderheden  der  rol  door  de 
microben  in  den  bodeiii  gesj)eeld.  Dat  het  vermeerderen  dier  kennis  van 
groote  gevolgen  voor  de  piaktijk  zal  zijn,  is  echter  thans  reeds  met  vol- 
doende zekerheid  te  zeggen. 

In  het  derde  hoofdstuk,  handelend  over  „het  scheikundig  onderzoek  van 
den  grond",  wordt  er  met  nadruk  op  gewezen,  hoe  eene  vroeger  bestaande 
—  doch  sedert  onjuist  gebleken  —  opvatting,  de  oorsprong  heeft  geleverd 


75 

voor  (Ie  liroiKlaiiulyses.  Mcii  licrft  nanielijk  vroeger  gedurende  zekeren  tijd 
aangenomen,  dat  de  o]»neniing  van  voedsel  door  de  wortels  alleen  geschiedde 
door  de  oplossende  \v(Tking  van  de  niet  zuur  gedienkte  wortelspitsjes  op 
de  bodenideeltjes.  ,,ln  die  voorstelling  ]»aste  het  g«^heel  aan  te  nemen,  dat 
al  wat  uit  den  bodem  door  zuren  ojigeh>st  werd.  ook  door  de  planten  opge- 
nomen kon  worden  en  dat  men  daarin  een  middel  had  om  den  voorraad 
plantenvoedsel  iii  den  Itodem  en  dus  diens  vruchtbaarheid  te  bepalen".  Men 
achtte  het  daarom  vohloende  een  giond  met  zuur  uit  te  trekk«ni  om  te  er- 
varen, hoe  groot  de  voorraad  jdantenvoedsel  (laaiin  was.  ^'ond  men  nu  in 
den  een  of  andereu  bodem  te  weinig  van  een  of  ander  bestanddeel,  verge 
leken  met  andere  gronden,  dan  moest  dat  gebi-ek  door  bemesting  verholpen 
worden  en  men  meende  zelfs  uit  de  analyse-cijfers  de  benoodigde  bemesting 
te  kunnen  berekenen. 

Deze  bij  de  deskundigen  reeds  lang  verlaten  oj»vatting  heeft  echtei'  bij 
leeken  nog  lang  nagewerkt  en  nog  heden  ten  dage  wordt  zij  do(U'  een  gioot 
aantal  planters  gedeeld.  De  schrijver  verrichtte  dus  zeker  een  hoogst  nuttig 
werk  door,  aan  de  hand  van  verschillende  beschouwingen,  door  analyse- 
cijfers  toegelicht,  den  lezer  zelf  tot  de  conclusie  te  brengen,  dat  en  waarom 
aan  grondanalysen  alleen  eene  zeer  beperkte  en  betrekkelijke  waarde  is  toe 
te  kennen  voor  het  leeren  ktuinen  der  voedingswaarde  van  een  bodtMU  vo<u' 
een  bepaald  gewas.  Ten  slotte  w(»rdt  aangegeven  van  welke  oplosmiddelen 
de  schnjviu*  zich  bedi(^nde  en  waarom  zij  door  hem  werden  giMvOzen. 

De  beide  laatste  hoofdstukken,  het  eene  gewijd  aan  de  techniek  der  be- 
handeling van  de  grondmonsters,  het  andere  bevattend  eene  toelichting  van 
eene  zeer  uitvoerige  tabel  met  analyse-uitkomsten,  leenen  zich  niet  tot  het 
geven  van  een  overzicht  aan  deze  ])laats. 

Daarentegen  veroorloof  ik  mij,  aan  het  slot  van  dit  kort  overzicht,  nog 
deze,  ik  durf  zeggen  voortreffelijke,  zinsneden  uit  de  slotsom  over  te  nemen: 

„>N'at  wij  ouder  vruchtbaarheid  van  eenen  grond  verstaan,  is  diens  eigen- 
schap om,  onder  geschikte  klimaatstoestandeu,  aan  de  wortels  van  de  daarop 
groeiende  planten  het  voedsel  te  verstrekken,  wat  zij  behoeven.  Hierboven 
is  uiteengezet  hoe,  volgens  den  tegenwoordigeu  stand  van  onze  kennis,  die 
omzettingen  in  den  bodem  tot  stand  komen.  Daaruit  is  na  te  gaan,  dat 
men  diezelfde  omzettingen  niet  evenzoo  kan  te  weeg  brengen  door  behan- 
dt'ling  van  de  aarde  met  een  of  ander  oplosmiddel.  Deze  doen  ons  kennen, 
welke  hoeveelheden  van  verschillende  bestanddeelen  in  niet  al  te  vast  ge 
bomlen  toestand  daai'in  Nooilianden  zijn,  maar  hel  blijkt  niet.  in  liocMnrc 
er  evenredigheid  bestaat  tusschen  de  door  uittrekking  gevonden  hoeveel- 
heden met  de  binnen  korten  tijd  voor  de  planten  beschikbaar  wordtMide. 


7f) 

/(•lis  wcfK'cri  (]('  vcrscliillrmlc  iiplusiiiitMi-ii-n  ni'-l  ;.'<Ii<m|  n|i  dezelfde  wij/e  <)|i 
(leii  luMleiii  in,  /,o«)(l;i(  hij  hen  (HMlerlin;^  i»i)i<  ;;een  \(»lle(li;;e  e\(Mll«Mli^liei(l 
in  linnne  wcr-kiii}^  is  v;isl   te  stellen". 

,.\\';i;ir  hel  ons  direcl  oni  Ie  doen  is,  ervaren  wij  dus  door  de/e  ana|\se 
n  i  <•  I,  maar  wij  knnnen  er  loch  we)  iels  uit  arieiden,  ais  is  liei  dan  o<d<  maar- 
liij  wijze  \an  <;r(>\'c  benadering'.  Waar  wij  \ee|  josj^'cbonden  kalk  «d  kali 
\  inden,  nioj^cn  wij  wel  aannenn'ii,  <lal  <le  planten  daaraan  <;een  <re|»rek  znllen 
lijden,  en  Ncrdei'  blijkt,  dal  onze  ^^ronden  niet  zoo  |)hos|)horzwiii  arin  zijn  aln 
nien   wel  eens  |j;enieend  lieeft". 

,.I)at  de  dooi'  o|dosniid(b'len  uil  t  ickl>ar<'  sloffen  ook  dooi-  de  oinzeii  in;,'en 
in  den  bodem  oplonbaar  jfoin.iakl  \V(»rd«'ii,  is  wel  aan  te  nemen,  de  viaa}.'  i« 
maar  hoeveel  fijd  inoef  daarvoor  verloopen.  en  als  dat  zeer  lani.'  (biuii  heb 
ben  de  |daiilen  er  niet  \  eel  aan.  Om  dns  Ie  welen  te  komen  wal  er  door 
bemest  ini:  <»p  <hmi  /-ekei-en  «iroiid  te  bereiken  is.  l<iinnen  analyses  niet  in  de 
plaats  ti-ed(Mi  van  bemost in<iSproeven.  tenzij  men  eerst  proefondem  incb-lijk 
aan<^'eloond  liel)be,  daf  voor  jironden  van  de  soort  in  kwestie  oone  stee<ls 
wederkeerendo  vorliondinu  tiisscheji  ])em<'st in^'s-  en  analyse-nit komsten 
bestaat". 

Eon  vorsla<r  omti-ent  de  ])i"ooftninen  ojt  oiiden)emin<>-en  is  in  het  jaar 
IfMfJ  niet  vei'sclienen.  Wel  zijn  d(»  orilvanj^en  ^etr<'vons.  joopende  over  liet 
ooesijaar  1000/1001  waf  aanj;aaf  de  Java-koffio  on  ovor  1001  waf  aanj^aat  do 
Liberia,  boworkf.  evenals  do  onfvan<;on  motoor()loo;iseho  «rf^jrovons.  Do  nif- 
konislen  zijn  eelitor  .ijolijk  aan  die  van  vorijjo  jaren  on  lovordon  <;oen  nieuwe 
ireziclifspnnfon  op.  ^fof  do  pnbli<-atio  kon  dorhalvo  jjevoe^olijk  worden  fre- 
waelif.  tot<laf  de  frojj^ovons  ovor  oen  vol<;ond  jaar  voorhanden  zonden  zijn. 

Zooals  roods  in  lief  voii^  vorsla<r  is  vermeld,  woi'd  in  den  aan\an;>'  van 
1001  bofiaald,  dat  de  ehof  van  ons  koffieproofstafion  ook  tijdelijk  bomoeiin}; 
zonde  hebben  met  do  (ronvornomonts  Koffieonlfnur,  in  dien  zin,  daf  hij  ziolt 
beschikbaar  had  te  stollen  voor  het  doen  van  onderzoekin jjen  en  hot  nit- 
brenjj^on  van  <;ovraaj;do  advi<VyOn.  Aanjzozien  eoi-sf  medio  Deoember  1901 
\an  dezen  tijdelijken  maatre<xol  aan  de  best  nni-shoofdon  bij  eirenlaire  konnis 
kon  worden  pfofioven.  zoo  tiad  in  werkelijkheid  die  ro<:-elin<.j  eerst  fi^iion  h«^t 
bojiin  van  het  voi'slajijaar  in  werkinfr. 

Hare  eerste  nitwerkinf;  was  .dat  op  initiatief  van  D*".  K  r  a  ui  e  i-  s  aan 
de  RoReering  werd  voorgesteld  door  dezen  eene  dienstreis  te  doen  ihaken 
naai'  de  zaadkof  f  ie-leverende  ondernemingen  in  het  Gouvernement  van 
Sumatra's  Westkust.  Het  was  namelijk  gebleken,  dat  de  qualiteit  van  eene 
partij  voor  de  Gouvernements-koffiecnltuur  geleverd  zaad,  te  wenschen  had 


11 

overgelaten,  waarom  liet  nuttig  werd  geoordeeld,  dat  de  voorwaarden  van 
zaadvvinning  op  die  zaadleverende  landen  door  een  deskundige  werden  nage- 
gaan. Het  voorstel  mocht  instemming  verwerven  en  dè  bedoelde  reis  had  in 
Februari  en  Maart  plaats.  Het  er  over  uitgebracht  officieel  rapport  leent 
zich,  door  zijn  aard,  minder  tot  het  geven  van  een  excerpt  aan  deze  plaats; 
door  den  Heer  Kramers  zelf  is  ---  op  het  Malangsche  Koffiecongres 
van  21  October  1902  —  eene  voordracht  gehouden  waarin,  onder  meer,  alge- 
meene  o])merkingen  werden  medegedeeld  naar  aanleiding  van  dat  bezoek 
aan  de  Koffieondernemingen  op  Sumatra's  Oostkust.  Aan  deze  mededeeliug 
wordt  het  volgende  ontleend. 

„Het  klimaat  van  Sumatra  onderscheidt  zich  van  dat  van  Java  vooral  in 
twee  opzichten.  Ten  eerste,  kent  men  er  geen  drogen  tijd.  Wel  regent  het 
er  in  onze  Oost-moesson-maanden  iets  minder,  maar  er  valt  toch  zooveel 
regen,  en  mist  en  nevel  komen  zoo  veel  voor,  dat  er  van  droogte  eigenlijk 
nooit  kwestie  is.  Ten  tweede  waait  het  er  veel  meer  en  harder  dan  op  Java. 
Waar  wij  hier  wel  eens  klagen  over  de  schade  door  den  wind  veroorzaakt 
op  zekere  windhellingen,  op  Sumatra  is  alles  wiudhelling,  als  het  nie( 
regent  waait  het,  kan  men  wel  zeggen". 

D'.  Kramers  bezocht  de  ondernemingen:  Loeboe  Raja  in  Aukola; 
Si  Berasap,  op  de  kustketen  tusschen  het  meer  van  Minindjau  en  de  1'a 
daugsche  benedenlauden;  Merapi,  op  den  berg  van  dien  naam  bij  Fadaug 
i'andjang;  Soemanik  op  het  gebergte  bezuiden  Öolok;  Boekit  Gombong, 
Kajoe  Kaiek,  Batang  Baros  en  Taloeq  Goenoug,  aan  de  hellingen  van  den 
Talang;  Loeboe  Öilassih,  Akar  Uedaug  en  Loeboe  Gedang  op  het  Barissan- 
gebergte  beven  Padang. 

Als  uitvloeisel  der  algemeene  klimatologische  voorwaarden  in  de  aange- 
haalde woorden  geschetst,  viel  op  die  ondernemingen,  of  ten  minste  op  het 
meerendeel  op  te  merken,  in  de  eerste  plaats,  dat,  ten  gevolge  van  de  groote 
vochtigheid  en  de  weinige  zonneschijn,  schaduwboomen  of  niet  of  weinig 
uoodig  zijn.  Als  beschutting  tegen  den  wind  worden  windbrekeude  hegge» 
gebezigd,  waartoe  men  b.v.  op  de  ruggen  strooken  van  bosch  laat  staan  of 
tusschen  de  koffie  op  zekere  afstanden  paggers  van  bamboe  petoeug  plant. 
JJeze  hindert  op  de  natte  Bumatra-landen  de  koffie  Aveinig  of  niet.  Als 
andere  beveiliging  tegen  den  wind  wordt  op  Sumatra  de  koffie  zeer  dicht 
opeen  geplant,  terwijl  alles  op  5  tot  7  voet  wordt  getopt,  daar  men  anders 
te  veel  moeite  heeft  bij  het  plukken.  Op  een  land  waar  G  op  6  voet  is  ge- 
plant zijn  de  boomen  met  hun  takken  geheel  in  elkaar  gegroeid  en  hunne 
kniinen  vormen  te  zamen  een  doorloopend  schild,  dat  alles  bedekt  en  waar 
de  wind  overheen  sIriJUI.     Onder  de  (>p-;(Miierkle  verscliiUen  niel   .lava  v<'r 


78 

(licTit  ftolc  liior  voi-iii«'l«liiij;.  <liit  op  SiiimmIi-m's  \A'('StKiis(  dr  IcoffifVxKHiifii  vrij 
wel  Iwl  ^clicclc  j;i:ir  <l<)()r  kiMip  en  I  il  m  si  Mn  iii;i  ki-ii  i-ii  \  iinlii  /j-i  Idi.  .\;iii  Ih-I 
f^ccii  (lour  (Ifii  lieer  K  !•  a  III  e  r  s  miilreiil  de  ziekten  en  |ila;^en  \aii  de 
kdltie  in  hel  he/.urlile  ;;e|iied  wordl  \einie|d.  /ij  (iiillei  nd.  dat.  in  teM,.nste| 
liii;^  mei  lielj^eeii  <>j»  .la\a  dikweil  uoidl  aaii;:enonien,  de  Itlad/jekte  uji  de 
Ih/.(m  lile  uii(lcrn<'Jiiiii;^<'ii  (»\eial,  en  niet  allijd  in  i^erin^^e  male,  weid  waar 
;4('Moiiieii.  I )('  andere  liier  (i|)  .la\a  L;ee(insla  leei  de  /iekleii  kcniieii  (tuk  daar 
\()or;  o(»k  aaltjes^  iioewel   naar  liei   srliijnt   slechts  weinig. 

r.idialve  cenigo  kleinere  ad\  ie/.eii,  die  ^een  [daalselijk  <»ndei/.<»ek  ii(nidi<4 
maakten,  zijn  d<»ur  den  ardeelinj^st  lud'  naat    aanleidinu   \aii   in^ekninen  aan 
\  razeil    \an    li»'ereii   A  iiiltleiiareii    liij    hel    I '.iiiiieiilandseh    Itesliiiir,   (»|i    twee 
plaatsen   onderzoekinjicn    in   loco   ingesteld   en   daaniNcr  ad\ies    uit  {^ehiat  ht . 
iM'Ilij^e    hi  jzonderliedell     het  relTende    heide    ^^cvalleii     \erdielien     hier     \ciliiel- 

din^,  aaii<;t'7aen  zij  ook  voor  elders  zit  h  v<iordoende  \  crsrlii  jnseleii  h-ei/aam 
kunnen  zijn. 

Ilel  eerste  betrof  oon  rjonvernomonts-tnin  j^enoomd  Mnnjikalnjn  ^^elef^en 
in  de  afdeelinfj;  Limhaiij^aii  der  l*reanj;er-Ke^ents(liapi»en,  waar  het  hetrok- 
keii  hest  mirslioofd  eene  verklaring  wensclite  te  weten  \an  en  zoo  nnt^elijk 
ten  middel  lej^cn  liet  kwijnen  der  ktd'fieboomen.  Aan  liet  nit<i('l»ra<hle 
rapport  ter  zake  ontleen  ik  het  volgende:  „Een  bepaalde  ziekte  hel»  ik  niel 
gevonden.  Ik  weet  als  oorzaak  van  het  kwijnen  niets  anders  aan  te  geven 
dan  verlies  van  het  beste  gedeelte  van  dtm  humns  ten  gevolge  van  het  meer- 
«lere  blootliggen  van  den  bodem  na  het  boschkappen  en  planten.  Boven 
op  ruggen  (het  kwijnende  gedeelte  van  den  luin  in  (piaestie  lag  namelijk 
op  een  rug  op  meer  dan  4000  voet  hoogte)  als  deze  is  de  humeuse  laag  ook 
in  het  bosch  reeds  dunner  dan  aan  de  hellingen  en  in  de  terreiuplooien.  In 
een  koffietuin  gaat  in  den  regel  de  oxydatie  van  den  humus  sneller  dan  de 
vorming  van  dezen  uit  afvallende  bladeren  enz.  Zoo  verklaart  zich,  dat 
boven  op  ruggen  ,waar  de  humusvoorraad  van  den  beginne  af  geringer  is, 
de  koflie  gaat  kwijnen,  terwijl  <lie  in  de  terreinplooien  nog  zeer  goed  groeit. 
Daarenboven  heeft  er  op  vele  plaatsen  in  de  bovenlaag  van  den  grond  eene 
oplossing  van  ijzerverbvudingen  ])laats,  die  in  den  ondergrond  als  ijzer- 
oxvdehvdraat  weder  afgezet  worden.  Daardoor  wordt  die  ondergrond  meer 
afgesloten  en  minder  poreus.  In  de  omgeving  van  den  bewusten  tuin  ziet 
men  op  vele  plaatsen  de  bewijzen  van  die  omzetting  in  den  vorm  van  roode 
ijzeroerafzettingen  in  de  bronnetjes  en  overal  waai*  water  stroomt.  Die 
a(  hteruitgang  van  den  grond  hindert  de  koffie  zeer  en  verklaart,  waarom  ook 
de  dada]»  op  de  ])lek  in  kwestie  maar  matig  groeien  wil". 


79 

Aan  dozo  mododoolino-  moest  do  afdeelingsehef  toevoegen,  dat  indien 
het  kwijnende  stuk  aanplanting  tot  een  particulier  koffieland  behoorde,  door 
zorgvuldige  behandeling  van  grond  en  jdanten,  bijplanting  van  schaduw- 
boonien,  en  vooral  door  het  aanbrengen  van  flinke  hoeveelheden  dierlijke 
mest  eene  voldoende  mate  van  kans  op  blijvende  verbetering  zoude  bestaan 
om  tot  de  meerdere  moeite  en  kosten  aan  deze  bewerkingen  verbonden  te 
adviseeren.  Een  en  ander  echter  van  de  koffieplantende  bevolking  te  willen 
verlangen  scheen  te  minder  geoorloofd,  wijl  een  goede  uitslag  toch  geenszins 
absoluut  zeker  te  voorspellen  viel,  terwijl  zeer  goed  staande  boomen,  in  de 
omgeving  zich  bevindende  ,ook  geen  oogst  van  veel  beteekenis  afwierpen. 

Kon  in  dit  geval  wel  de  oorzaak  van  den  waargenomen  min  gunstigen 
toestand  worden  aangegeven,  m.aar  niet  een  voor  de  rrouvernements-koffie- 
cultuur  toepasbare  behandeling  van  het  plantsoen,  iets  anders  was  het  bij 
het  tweede  der  bedoelde  gevallen.  Daar  gold  het  een  bezoek  door  D"".  K  r  a- 
m  e  r  s  gebracht,  op  verzoek  van  den  Assistent-Resident  van  Malang,  aan 
koffie-kweekbeddingen  oj»  twee  plaatsen  van  het  district  Toeren,  in  welke 
kweekbeddingen  ziekteverschijnselen  waren  voorgekomen,  die  zich  evenwel 
later  weder  schenen  te  herstellen.  Het  bleek,  dat  inderdaad  de  plantjes,  die 
vroeger  veel  van  nematoden  U^  lijden  hadden  gehad,  weder  nieuwe  wortels 
hadden  gemaakt  en  zeker  dientengevolge  een  veel  minder  kwijnend  aanzien 
hadden  gekregen.  Niettemin  werden  nog  wel  eenige  exemplaren  van  Tylen- 
chus  aangetroffen,  hoewel  niet  veel  meer.  Het  schijnt,  dat  men  derhalve 
met  een  geval  te  doen  had,  waarin  de  felle  droogte  van  den  Oost-moesson 
(het  onderzoek  had  23  en  24  October  plaats)  een  nadeeligen  invloed  op 
de  parasitische  nematoden  had  gehad  en  op  die  manier  aaltjeszieke  plekken 
weer  gedeeltelijk  waren  genezen. 

„De  praktische  vraag  waarom  het  hier  te  doen  is  —  zoo  ging  de  afdee- 
lingschef  in  zijn  rapport  voort  —  is  dez(»:  kunnen  de  planten  van  deze  bed- 
dingen gebruikt  worden  als  plantmateriaal  in  den  aanstaanden  West-moes- 
son.  Ik  men  dat  zeer  bepaald  te  moeten  afraden.  >\'el  kon  ik  in  evu  aantjil 
dier  jilantjes  op  het  oog«Miblik  van  mijn  b<'zoek  geen  nematoden  anntooneii, 
doch  men  moet  niet  vergeten  ,dat  de  kans  om  enkele  verspreide  exemplaren 
t(»  vinden  zeer  gering  is.  In  den  regel  is  daartoe  noodig,  dat  zij  in  grooten 
getale  op  eene  bepaalde  jilek  aan  wn  wortelstelsel  aanwezig  zijn,  zoodat 
men  de  door  hen  te  weeg  gebrachte  beschadigingen  reeds  met  het  bloote 
oog  of  met  een  loupe  zien  kan.  liet  niikioskopiscli  onderzoek  toont  dan 
nadei' aan,  dat  die  schade  door  neniatoden  veroor/,;i;il<l  wordt.  Zonder  zulke 
aanwijzingen,  o])  bloot  geluk  af,  wortels  onderzoekende,  is  de  kans  dat  nuMi 
iets   vindt,  zeer  gering.     In  het  bijzondere   geval   heb   ik   dnarenboven    in 


80 

cnkolc  plaiiU'ii  (\*-  l<'\('ii(l(;  'I\vlcii(li(ii  i^csoi.dcn.  riniii  iimmi  iiii  <if  iiilt'ilijk 
•4<'/()ii(lc  |)l;iiil<-ii  \:iii  ^U•7A'  l)('<l<liii;^*-ii  uil,  (i:iii  /iillcii  tl;iai'(Mi(|«-r  loch  lioo^st- 
w  ;i;iis(lii  juli  Jl<  ciikclc  ^^cinrcctci  rdc  \  ooikitiiHii  in  li.il  is  j;t'iio('^  niii  fOi 
^^(•licfi  Joii^  j)l;iiils()('ii  Ic  hcsiiK'l  icii.  I'ir  is  in  (l</,c  ccii  /eer  lcci/;»;iiii  ;;»'Val 
voorj^cUojiK'ii.  In  I.S!>L'  wanii  oji  lui  hmil  (  Jocmimiim  (ichaiij;  een  iiaiital 
zieke  kolliciijaiil  jes  op  de  bedden  w  aai  j^eiionn  n.  I>r/.e  wi-rdeii  oiidei/oclil 
do(»r  I)'.  J  Ji  11  S  H  <',  die  neiiialodeii  coiislaleerdf-.  'r<i(ii  di-  jdanllijd  daar- 
was,  werden  oj)  de  Ix-ddcu  de  oo^^cnscliijiilijk  ^••zoiidc  jdanljes  uil  ;;e/,<Mdil 
en  daarmede  over  de  ^clieele  onderncniin;^  inj^choel.  liin  jiaar  jaar  laler 
slierl  de  {jjelieele  Java-aanjdani  op  dal  peiceel  nil.  dat  daarna  verlalen  en 
(,.iiiuu,-o(,.v<Mi  is.  Daarom  neem  ik  di;  vrijheid  ernslij;  Ie  waarscliuwen  lej^en 
hel  j^chrtiik  van  onile  kolTi^'luinen  om  daar  kweekbeddingcn  aan  (e  legden". 

Dil  laatste  loch  was  in  de  bedoelde  gevallen  gedaan.  Van  daar  dai 
hel  hier  in  hoofdzaak  weergegeven  advies  ook  voor  vele  andere  gevailiMi  als 
waarschuwend  voorbeeld  kan  dienen.  J)'.  K  r  a  m  (M*  s  wees  er  senhi  nji 
hoe  oudere  aan])lantingen,  zij  het  monosoeko  of  ( Jouvernenients-tuineu,  noI 
zijn  \an  aaltjes-plekken  en  Let  gebruik  van  plantniateriaal  van  zulke  jdekken 
bijna  gelijk  gaat  staan  met  een  moedwillig  verspieiden  van  aaltjes-ziekte 
in  de  (.Jonveruements-cultuur,  Wel  is  waar  komen  ook  in  het  bosch  mei 
nemaloden  besmette  plekken  voor  en  kan  men,  als  het  ongeluk  wil,  daai- 
juist  op  treffen,  zooals  op  Goenoeug  (iebang  gebeurd  is,  maar  dat  behoort 
(och  tot  de  zeldzaamheden  en  men  heeft,  door  geen  deelen  van  oude  tuinen 
voor  het  aanleggen  van  kweekbedden  te  gebruiken,  ten  minste  gedaan  wat 
men  kan. 

Of  de  gegeven  raad,  die  eene  algemeene  portee  heeft,  zooals  in  het  oog 
springt,  voor  het  speciale  geval  waarop  gedoeld  werd,  al  dan  niet  is  opge 
volgd,  kan  hier  niet  worden  gemeld. 

Ten  slotte  wordt  hiei-  overgenomen  het  door  D"".  Kramers  opge 
maakte   verslag  over  den    l\offie]»i-oefl  iiin   in   hel    Malangsche. 

KOPPlKPHOEFTUiN  VAN  'S  LANDS  TLANTENTUIN, 
JX''  AFDKELlN(i. 

.T  a  a  r  V  e  r  s  1  a  g    o  \  e  i-    1 0(l2. 

W  ede  I'. 

Onderscheidden  zich  de  jaren  11)00  en  1001  door  ongewoon  grooten  regen- 
val in  den  Oost-moesson,  in  1002  was  het  omgekeerde  het  geval  en  viel  er 
van  Mei  lot  begin  November  in  dezen  proeftuin  geen  droppel  regen.     I>aar- 


81 

eubovoii  was  de  aduospliecr  i;«'dui*eii(l('  de  iiiidilaynren  dikwijls  bijzonder 
droog'  en  woei  het  tevens  vrij  sterk.  Toch  lieblieii  zoov.cl  -lava-  als  Libtn-ia- 
kottie  niel  \'eel  \an  de  drooj;le  t;(le(h'n;  in  zooverre  ten  minste,  dal  (h'  bla- 
deren niet  slaj»  hiii.üt'ii,  (h.cli  de  enten  eii  ern  |»aar  soorten  kdttie  nit  West- 
Atrika  bleken  er  slecht   (e^cn  te  kunnen. 

Grond. 


Kort  na  het  omkappen  van  het  bosch  zijn  aan  het  Noordeinde  van  den 
tuin  twee  grondmonsters  genomen,  het  eene  ten  >Vesten  in  tuin  U"  GtJ,  waar 
het  terrein  vhik  is,  het  andere  aan  de  Oostzijde  van  tnin  II-  48,  waar  de 
grond  naar  het  Oosten  afbelt.  De  bovenlaag  gaat  langzaam  aan,  zonder 
duidelijke  afscheiding,  in  den  ondei'grond  over.  Het  onderzoek  gescliiedde 
zooals  in  Mededeelingen  uit  *s  Lands  Plantentnin  11-  L^"II  beschreven. 


Westhoek. 

Oosthoek. 

Diepte  in  c.M, 

0-48 

48-96 

0—48 

48-96 

Sleen 

0       ^ 
10.81°/ 

0 

12.287, 
10.58  . 

0 

8.927o 
10.28  . 

0 

Vocht 

11.287, 
11.04  . 

G  loeiverlies 

10.88  . 

Chemisch  gei)onJen  water 

7,14. 

8.11  . 

7,78. 

9.83  . 

Organische 
Stikstof... 

slof. 

3.49. 
0.18. 

2750 

1.50. 
0.08. 

2719 

2.43. 
0.15. 

2778 

1.29  . 

0  07  . 

'*      o 

IJzerozyde  

2578 

■B  -§ 

Aluinaarde 

3175 

3019 

3466 

3503 

luc 

elos 

Kiezelzuur 

434 

412 

453 

451 

.S     o 

Mangaanoxydoxydule 

259 

256 

294 

287 

o; 

0)       C 

Kalk 

550 

328 

584 

281 

•«       «          'o 

O    1    ^ 

Magnesia 

661 
17 

709 
50 

695 

7 

570 

©       ?       C 

Nalron 

45 

2    = 

Kali 

246 

246 

225 

155 

^   "^  s 

Zwavelzuur 

92 

7 

60 
6 

90 
9 

47 

CC    S    ' 

Phosphorzuur 

3 

Dat  de  bovenlaag  van  den  grond  aan  den  Oosthoek  ongeveer  een  i)ercent 
organische  stof  minder  bevat  dan  aan  den  Westhoek,  is  w'aarschijulijk  ver- 
oorzaakt door  afspoeling  van  den  bovengrond  door  den  regen.  Die  afspoe- 
ling heeft  in  het  bosch  ook  plaats  en  des  te  meer  naarmate  de  bodem  in 
helling  ligt.  Dat  is  hier  aan  den  Oostkant  het  geval,  terwijl  de  bodem  aan 
de  Westzijde  vlak  is. 

Verslag  van  's  lands  plantentuin  1902.  6 


82 

Z  a  ;i  (I      e  (i     li  e  d  d  i  ii  <^  e  ii      l'.MIL'. 
lOi'   werden  ;;('eii    nieuwe  lieddin;^en  ;i:in;ie|c;^d   dm  li  een   ^ede.-lte  di-i-  ju 

liel    N'Oli^C  jiiai'  ;:,el»|||ikle    weder    in   orde   ^e|ii;i.ikl . 

\';in  de  ((nderneniin;^  Si  l'.er;is;i)»  in  ile  r,id;in;;;si|ie  lluveid;inden  ont 
viiij^cn  wij  z;iad  \an  .la\;i  kolTie  len  ^csehrnke.  |  )e  eerste  he/endin;,'  daar 
Viin  was  l>ij  wij/e  \aii  |ii-eel',  /.ender  nii-i    lienisIvHDl  lieliamleld  ii-  zijn,  alleen 

aan  de  hiclll  j^edreo^d  leldal  de  koffie  een  llicl  elilfr  Liewirlil  \an  ."(■(.. "i  l\;:r. 
liad.  in  een  /ak  naar  l'adan.u  \ ci/.onden.  I  »e  kulfii-  in  diMi  zak  kwam  aldaar 
warm  aan,  weid  lersloiid  nili^cslorl  en  na  alkuelinii  im-l  lioiilskindiioeder 
vermengd   in  een   kislje  \cider  \ei/,(inden.      lliM    lnoeien   lierliaald<'  zidi   nii-i. 

lid  zaad  was  ^oed  nil;^ez(;i|il ,  .^eli  jknial  i.u  \an  i^reelle  en  za;^  er  ;^(ied 
uit.  hen  r''"  Mei  werden  daai\an  nil-ide;^*!  :',~>H)i)  l>m»ncn.  i»aarnil  zijn 
vei-kreji'eii  II  Kil  iioede  hibils.  de  icsl  was  aciileilijk  en  {^chrekki;^  of  kwam 
in  liet  geheel  niei  oj)  (lüi'Td  siuks). 

Eene  (weede  en  deide  liezendinj;-  wnreii  dadelijk  op  Hi  Tleiasai»  mei  luiwis 
küolpoedei'  beliaiuleld  en  broeiden  niel.  Daarvan  zijn  uj)  7  Jnni  uitgelegd 
74600  booneii  van  welke  lot  22  Sept.  zijn  oitgekomen  ()2o75  stuks.  Van  die 
74:000  waren  ;!r)000  oj»  5  X  o  duim  uitgelegd,  de  rest  oj)  1X1  duim.  Xan  die 
;»r)000  werden  verkregen  21S44  goede  bibiis,  de  rest  was  aclileilijk  (d'  wei-d 
blorok,  in  het  geheel  niet  opgekomen  waren  slechts  weinige. 

Door  het  broeien  zijn  dus  vele  zaden  dei-  eerste  bezeiuling  beschadigd. 
Aan  de  plantjes  uit  de  goed  opgekonunie  verkregen  was  e(  hier  later  niets 
afwijkends  waar  te  nemen. 

Begin  Juni  werden  uitgelegd  4  katties  J>ibeiiazaad  van  de  onderneniiug 
Gemampir. 

In  Februari  ontvingen  wij  zaad  van  Ibo-koffie,  van  I)''.  S  1  u  h  1  m  a  n  n 
uit   l)uits(di-()ost-Afrika,  daarvan  is  geen  enkele  pit  gekiemd. 

Evenmin  van  eenige  zaden  uit  Nieuw-Caledonië,  ontvangen  van  I)*". 
S  p  i  r  e   en  1  Maart  uitgelegd. 

20  Mei  werden  uitgelegd  zaden  van  hybriden  ontvangen  van  Gogoniti. 
van  dezelfde  boomen  waarvan  wij  ook  reeds  in  l'.HIl  zaad  ontvingen. 

7  Juni  zaden  van  Abeokuta  en  Ötenophylla  uit  den  cuUuurtuin  te 
Tjikeumeuh. 

5  Juli  Margogype-zaden  ontvangen  van  de  onderneming  Kali  Lebak. 
Daarvan  zijn  later  enten  gemaakt. 

9  Juli  enkele  pitten  van  eene  mooie  hybride  van  de  onderneming  Soe- 
korame.     Niet  opgekomen. 

17  Juli  zaden  van  een  hybride-ent  van  de  onderneming  Bandjarsari. 


83 

22  Juli  zadon  van  oeno  steiltakkige  variëteit  van  .Tava-koffio  van  do 
ondernominp;  Kali  Klopoeh  (Djt^mber),  die  daar  <ioed  draaft. 

20  Auj»'.  zaden  van  een  Liberia  met  oroote  Ian<i,e  i»itten  en  zaden  van  eeue 
hybride-ent  Iteide  van  de  onderneming  Kandangan. 

Enten    1902. 

In  den  loop  van  dit  jaar  zijn  op  de  beddingen  weder  een  aantal  tweeling- 
enten gemaakt  volgens  de  werkwijze  van  den  tTeer    K  i-  ij  t  h  e. 

22 — 26  Sept.       700  stuks  Java  op  Liberia. 

26 — 31      „         1U){)       „       Alargogype  op  Liberia. 

28  en  20  Oct.     400       „       Margogype  op  Java. 

Van  die  700  zijn  er  104,  van  de  1400  IKi,  ^an  de  400  12  stuks  niet  ge- 
slaagd, dat  wil  zeggen  dat  zij  na  het  doorsnijden  van  het  stammetje  van  het 
Java-  of  Margogype-plantje,  dat  de  ent  leveren  moet,  verdroogden.  De  aan- 
vankelijk geslaagden  zijn  in  November  uitgeplant  in  de  tuinen  N"^  17,  43  tot 

45,  49  en  50,  aanplant  1901. 

Verder  zijn  o})  25  en  31  Oct.  nog  eenige  twec^ling-enten  gemaakt,  die  on- 
mid'delijk  na  het  samenbinden  en  herplanten  op  de  bedding  overstulpt  zijn 
met  een  wijde  reageerbuis,  die  er  drie  dagen  op  is  blijven  staan.  Het  waren 
Java-Liberia  en  Margogype-Liberia,  van  beide  21  stuks;  30  Nov.  bleken  van 
de  eerste  11  en  van  de  tweede  O  stuks  niet  geslaagd.  Deze  uitkomst  pleit 
niet  ten  voordeele  van  het  overstulpen  met  reageerbuizen.  Daarbij  is  echter 
te  bedenken,  dat  het  weder  bij  het  maken  der  enten  nog  zeer  droog  was. 
De  eerste  regen  viel  3  Nov. 

In  December  zijn  in  tuin  46  een  honderdtal  Java-bibits  tegen  dito  Libe- 
rias  aangeplant  met  het  doel  daarvan  plakzoog-enten  te  maken  waarvan  de 
vergroeiingsplek  hooger  boven  den  grond  komt  dan  van  de  tweeling-enten 
werkwijze  K  r  ij  t  h  e.  Eveneens  zijn  op  de  beddingen  op  dezelfde  wijze 
200  Java's  tegen  Liberias  aangeplant. 

Ook  is  in  December  begonnen  met  hel  maken  van  hybride-enten  op 
Liberia  ondin-stam  volgens  de  werkwijze  van  den  Ih'er    S  c  h  a  a  ]>,    in  tuin 

46,  aanplant  1901. 

Ziekten    en   p  1  a  g  e  n. 

In  Februari  hadden  alle  Java-planten  eene  zwaren  aanval  door  te 
maken  van  Hemileia  vastatrix,  de  gewone  bladziekte.  Tegen  het  einde  der 
maand  herstelden  zij  zich  weder  en  maakten  nieuw  blad. 

In  April  vertoonde  zich  de  groene  luis.     In  het  eerst  werd  die  bestreden 


84 

door  (Ic  boornoTi  ovci-  «I<mi  <;(*Ii('c1cti  a:iii])l:iiii  (e  kalken.  In  .M<-i  en  Jimi  werd 
dil  Jicrliaald,  maai-  de  luis  liel  zirli  daardodi-  nie(  vei-drij\iii.  In  .hili  weid 
daai'op  ovei-j^c^aan  tol  alwrijsen  di-r  Iniztn  nnl  de  vin^iers  ;ie\(il;^d  dooi  he- 
sproeiin;;    niel    kaJUwalr-r   niet    l)i-liiil|i    \an   eciic   s|»nilkan    niel    \ crshiivinj^H- 

niondslllk.        hil     llicl|i    lielcr,    dorli     hlijkhaar    werden    de    cieirll     niel     ;^ed(irid. 

\Nanl    na  eeiii^^cn   lijd  /,a^  men  ze  o|i  de   jon^^e  Id.ideicn  en   ioii-n   weder*  ver- 

Scllijlien.      Op    <leze    wijze    j;elni<le    iicl     cclilei     de    lllis    ^l(»olend<els    We«^    ie 

lioiideii. 

Kv  weiden  o(»k  |tl(ie\('n  genomen  mei  ln!  Iiesproeien  dei-  l»oom|tjes  iiiot 
de   \ol;^ciide  meniiselH: 

1.  'i'w«M'  slangen  <;ele  d.ivaansclii'  zee|»  o|i^closl  in  <'en  pel  inlnimldik 
walei'  waar  noj;'  Iwce  kla|»perdnpprii  ;4eliliisr|i|c  i<alk  mei  een  i<op  ei-  o|i  door- 
^^croei'd  werden. 

L*.  L'IKI  <;iam  wille  slaii^enzee]»  kokend  op;^elosl  in  een  iiler  walei'. 
1  )eze  oplossin.u  li«'''l  ni !<;■('};( den  in  twee  liter  pelroleiim  en  ueklnlst  tol  eeiie 
/alt'a(dil  i_i;('  emulsie.  \'an  deze  emulsie  wordt  een  liter  verdund  niet  ld  Iiler 
water  en  de  boonieu  niet  die  o[)l()ssin^-  hesjxden. 

.'*).  Eene  oplossing  geiiaanul  XLL  Ijicjnid  insectioide,  bevattende  tabaks- 
extract.  Deze  woidt  met  5  of  O  volumes  water  verdund  en  met  die  oplos- 
siiij;-  }j;espoten. 

Geen  dier  middelen  bleek  echter  meer  uitwerkii;^  Ie  hebben  dan  kalk- 
waler.     De  eieren  der  luizen  werden  niet  i;edood. 

Nadat  in  NovenÜK'r  de  regens  doorgekomen  waren  en  de  lucht  vochtiger 
werd,  kwam  de  bekende  witte  luizeü-doodeude  schimmel  te  hulp  en  ver- 
dween de  luis  zoo  goed  als  geheel. 

In  Augustus  werden  de  door  de  luis  geheel  of  bijim  geheel  takloos  ge- 
W'orden  kot'tieplanieii  op  stonij»  gesneden.  \'ele  daar\an  maakten  een  ge- 
zonden nieuwen  stam. 

De  Liberia,  de  Margogyi)e  en  de  hybriden  hadden  veel  minder  van  de 
luis  te  lijden  dan  de  Arabische  koffie. 

Van  verdei-e  scdiadelijke  difnen  kwamen  voor  o«der  tjelling  en  gangsirs 
en  enkele  boomi)jes  weiden  door  walangs  doorgeknaagd. 

De  dadap  had  in  'den  eersten  tijd  na  het  planten  der  stekken  nog  al  te 
lijden  van  de  bekende  vliegjes.  Later,  vrij  wel  het  geheele  jaar  door,  werd 
veel  last  ondervonden  van  zwarte  apen,  die  niet  alleen  de  jonge  spruiten 
opeten  maar  ook  de  kleinere  takken  afbreken.  Het  gevolg  is  dat  er  veel 
moest  worden  ingeboet,  waartoe  gebruik  gemaakt  werd  van  stekken  uit 
Gouvernements-tuinen  in  de  buurt.     In  de  streek  waarin  de  proeftuin  ligt. 


uk 

:^o 

2  4 

23 

k 


I 


PROEFTUIN     B  ANGJLAN 
Aanplant    19  01 

N  o  ord  g"e  dee  ]te. 

Schaal  ?      L    ?  '!^ 


30 

L_ 


40 

.-L_ 


50 


Roeden 


17A 

24 

.5 

'2G 

23 

22 

21 

17B 
■        17C' 

18 

10 

20 

15 

14 

13 

16 

L 

10 

1 
1 

1 
o 

9 

8 

3 

27 


// 


12 


11 


ir 


PROEFTUIN     BANGILAR 
Aanplant     1901 


Schaal 


Zuidgedeelte 
10  20  30  40 

-o. L- 1 L- 


!     Roeden 


85 

heeft  de  dadap  overigeDS  nog  uiet  veel  vau  ziekten  te  lijden  en  groeit  ze 
nog  al  goed,  maai-  het  worden  toch  niet  zulke  groote  boómen  als  op  de 
hoogere  Smeroelanden. 

Op  de  bedden  werden  enkele  koffieplanten  gtnondcn  hedekt  met  bruine 
franjes.  Deze  bleken  te  zijn  de  vruehtliehaanipjcs  van  eene  zwam,  Htemo- 
nitis  sph'udeus,  die  op  afgesneden  gras,  afgevallen  bladeren  enz.  niet  onge- 
woon is  en  uu  ook  blijkt  koffieplantjes  te  kunnen  aantasten.  Eene  gevaar- 
lijke ziekte- schijnt  het  echter  niet  te  zijn,  daar  deze  soort  vau  zwammen 
niet  goed  droogte  verdraagt.  Zij  heeft  zich  trouwens  ook  hier  bepaald 
tot  het  aantastenvan  enkele  plantjes. 

AANPLANT  1901. 

Deze  bestaat  (zie  ook  vorig  verslag)  uit  proeven: 

1.  Omtrent  plantwijdte  en  toppen,  tuinen  N*^^  51  tot  66. 

2.  Met  verschillende  schaduwboomen,  tuinen  N^^  3,  8  tot  10,  13  tot  15, 
18  tot  25,  30,  .33  tot  35,  38  tot  40. 

3.  Enten,  tuinen  N"^  17,  43  tot  45,  40,  50. 

4.  Hybriden,  soorten  en  variëteiten  N'^  5,  O,  11,  12,  10,  20' tot  28,  20,  31, 
32,  36,  37,  46  tot  48. 

5.  Omtrent  grondbewerking  N**®.  4  en  42. 

De  aanplant,  ongeveer  22  bouws  groot,  ligt  op  den  rug  van  een  uitlooper 
van  den  Kawi  in  de  richting  Noord-Zuid.  Het  vlakste  gedeelte  is  beplant 
met  de  proeven  onder  1  en  5,  dan  volgen  o]»  meer  hellende  terreinen  die 
onder  2,  terwijl  die  onder  3  en  4  de  meest  steile  gedeelten  innemen.  De 
Noordzijde  ligt  het  hoogst,  de  grens  is  bij  ongeveer  1000  voet.  De  numme- 
ring der  tuinen  begint  aan  de  Zuidgrens.  IMet  planten  werd  begonnen  aan 
het  Noordeinde.  Daar  staat  de  koffie  ook  verreweg  het  best.  De  boonien 
hebben  daar  trouwens  ook  het  minst  van  de  luis  te  lijden  gehad. 

Vele  van  de  jonge  boompjes  vertoonden  reeds  bloeuiknoppeu.  Deze 
werden  geregeld  verwijderd. 

Terrassen    en    o  n  k  r  u  i  d-b  e  p  1  a  n  t  i  u  g, 

Zooals  bekend  is  de  grond  van  den  Kawi  nog  al  tot  \vegsi>oelen  met  den 
regen  geneigd  en  is  het  dus  geraden  maatregelen  daartegen  te  nemen.  De 
geheele  aanplant  is  daarom  geterrasseerd  vn  wel  op  die  wijze  dat  elke  boom 
op  een  afzonderlijk  terrasje  staat  (kottaan).  Die  kottaans  zijn  gemaakt 
spoedig  na  het  planten  in  Dec.  1901  bij  het  dichten  der  gaten  en  verbreed  en 
geheel  in  orde  gemaakt  bij  het  behakken  (daugiran)  in  Feb.  tot  April.     Om 


86 

(Ie  randcti  Ie  vci/clvcron  t«»(;0Ti  iifHfortfii  en  wcfrKjjOflcn  /.ijii  (h-yj-  l»<'i»l;iiit  tiict 
Tlinl('S(;ilil  i;i  r;i[iil;i  l;i  mI  i<'\\(ii;iiii.  (N'h-I  Ie  \  fi\\  :n  Tfii  iiitl  tiiif  \  cru  ;iiilc 
S()(»|-(,  <lic  ook  l)l;ill\\<-  liloi'iiK  (1  iii;i;ii'  ;'|;ii|(|i-  I  il;ii|i  H-li  Imm-Ii.  |»c  1  iI;|(|i-|-i-i1 
(Ier  hiel-  ^i'liilliklc  /.ijll  Im-|i;i;i|(I  m  <|f  inccld  i;i(|.-|i  i-n  slflll|irls  (|iT  lilm-ilKii 
('iii(li;i('ii  in  l'i;!  ii  jfsi.  I»il  oii  1^  niiil,  (l;i  I  lii'Ti.ok  \"i|  in  hi-l  ImisiIi  \  iniikonil . 
hc<lckl  den  uiond  noL;  ;il  ^md,  /.undi-r  /icji  :il  !<■  snt-l  !<■  \  cisiin-idcn  o\cr  In-t 
\|;ik  \;in  lii'l  idiiis  rn  liondi  de  ;j  i;issooil<-n  Ininclijk  ;_'ofd  wfj.  L;i;il  nx-n 
de  Icfiiiskn  nicn  nid  'j^v:\s  l.i'L;i(»ricn,  diin  \ci\;ili  ni<-n  in  oen  ilnnr  liiinond"'!- 
hond.  Uiint  di-  woilflslokkcn  \iin  lid  }j,i:is  vfi-liiiJsi-M  /J"li  siccds  osry  (1<' 
t('ii"iis\Iiil<l('  liccn  en  iiKX'lcn,  d;i;ir  zij  d*-  kotlic  liinilfi-i-n.  stfi-ds  wi-dcr  ycv- 
wijderd  wordon. 

Na  het  inakcii  der  lei  fasson  zijn  hniinf  l<niil<'n  mot  djr-wnriin  lM-id;m1,  die 
«'crst  <;<)('(1  hcj^oH  te  "iiocicn.  Djcworaii  is  cchu-r  clmi  s<li;idn\vlii'V<'iid 
plantje,  dat  ondio])  wortelt,  en  jiC'dnrende  de  lanf^e  droogte  van  Mei  tot  Nov. 
is  er  veel  van  afgestorven.  Wat  niet  dood  was  is  na  de  eerste  regens  dade- 
lijk weder  Aveelderig  gaan  groeien. 

B  e  w  e  ]•  k  i  n  g  e  n. 

Na  het  planten  in  Dee.  1001,  zijn  de  volgende  bewerkingen  uitirevoerd: 

In  Jannari  alles  tweemaal  geschoffeld  (djombret). 

In  Febrnari  eveneens,  tevens  is  in  Februari  een  begin  gemaakt  met  het 
omhakken  van  den  grond  (dangir)  en  het  afwerken  der  terrassen.  De  ter- 
rasranden  zijn  tevens  met  djeworan  beplant.  Einde  ]\Iaart  was  dit  bijna 
geheel  afgeloopen. 

In  ^Maart  en  April  werd  daarenboven  elke  maand  tweemaal  geschoffeld. 

In  INIei  eveneens,  daaienboven  Averd  in  de  tweede  helft  van  die  maand 
het  omliakl<eii  (dangirnii)  herliaald. 

In  Juni  werd  ook  nog  Iweemaal  g<'S(  lioffeld. 

Bij  de  vo()rtdni'end<'  droogte  konde  in  de  maanden  -Tnli  tot  en  met 
November  met  eenma<al  schoffelen  per  maand  volstaan  worden. 

In  December  werd  tweemaal  geschoffeld. 

In  November  en  December  wi^d  de  djewoian.  waar  die  afgestorven  was. 
ingeboet.  t 

TUIN  IV  1. 

Variëteiten. 

In  dezen  luin  zijn  ge]»lant  d<-  navolgende  variëteiten,  van  zaad  afkomstig 
uit  den  cultunrtuin  te  Buitenzorg.     Het  zaad  is  uitgelegd  op  de  bedding  20 


87 

iMoi  inOl  en  in  don  tuin  iiitüeplant  einde  Dec.  1001.  De  namen  luiden: 
Tjikeumeuh,  Prean^cr,  Padang,  Menado,  Margooype,  Mokka  kleinboon. 
Mokka  grootboon,  Mauiitius,  Tjiomas. 

Vei-dci-  zijn  hier  geplant  eenige  afwijkende  plantjes  gevonden  op  de 
beddingen  van  liet  Tadang-zaad  in  het  vorig  verslag  genoemd.  Dit  zijn: 
Java  .S  bladige  ke[)el,  uitschot,  blorok  en  hangbladige  kepel.  In  Dec.  1902 
zijn  zij  ingeboet  met  soortgelijke  plantjes  van  de  beddingen  van  dit  jaar. 

Daarenboven  staan  hier  de  Afrikaansche  soorten:  Quillon,  waarvan  het 
zaad  ontvangen  werd  uit  den  cultuurtuin  te  Libreville  in  de  Fransche  ('ongo- 
Kolonie,  uitgelegd  in  Sept;  1901  en  overgeplant  in  den  tuin  in  Dec.  1901. 

Eobusta,  in  den  vorm  van  kw^eekplantjes  ontvangen  uit  Brussel,  op  de 
bedding  geplant  en  overgeplant  in  den  tuin  in  Dec.  1901. 

De  Quillou  en  Eobusta  groeiden  eerst  voorspoedig,  later  werden  zij 
aangetast  door  luis  en  bleken  zij  de  droogte  niet  te  kunnen  verdragen,  zoo- 
dat hunne  bladeren  slap  hingen.  Zij  werden  daarom  in  Aug.  tot  Oct.  her- 
haaldelijk begoten,  waardoor  zij  zeer  opfrischten.  In  volgende  jaren,  als  de 
dadap  ze  beschaduwt  zal  dat,  naar  wij  hopen,  niet  meer  noodig  zijn. 

TUIN  W  2. 

Variëteiten    van    Arabische    koffie    (en    een 
paar  andere). 


Café  nacional  van  Brazilië  van  Kepoeng 

Augustifolia  Pan tj oer 

Djamboe 

Blue  mountain 

Woengoe 

Rotundifolia. 

Columnaris 

Laurifolia 

Unisperma  van  Pantjoer. 

Margogype 

Mokka  Java 

]\[okka  Pantjoer 

Cochleata 

Ërecta 

Laurina 

Eugenifolia 


88 

Ynnca  (Amazono  vallei)  van  Ofmampir. 

Java   (^('WOIM')   Niin    IN-lorn;^   ()iiiIhi1i. 

Er'('<-I;i    \;iii    \\iili;^iii    Alioiii. 

\';iii  <l('/i'  sodilcii  is  lid  ■/.-.[  \(\  (iiiisl  reeks  In-I  iiii<l«leii  \;iii  liel  j;i;ii'  op  de 
lie<l(liiiL;  uil  LJii'lei^d.  ( K  ei-^e|il;iiit  in  di-ii  liiiii  einde  Iteccnilier  r.mi.  /.mider 
ui(/<(»ekcii.  In  den  Iimiji  \;iii  dil  jniir  zijn  ei'  non  :il  |d;inljes  ;if';:esl(»i\  en. 
cillde   Der.    r.KiL'  /,ijn   de   ledige   |i|;i;ilsen   :i;ni   de  Oosl/.ijde   \  ;ni   (leli    lllill   iline- 

\iil(l  met   booiiicii  j^enduien   \an  de  Wesizijde.     De  daardoor  oijcngckomen 
Weshand  is  h<'idaiil  mot: 
Aheucula 

Stenopliylla 

Erocla  (vaiir-tcit  Arabisclio)  van  Klopoo  T)jonili('r 


uil    enllniiit uiii    te    liiiitenzoi'i:. 


TUIN  n-  4. 

B  o  w  e  1'  k  i  n  g  s  p  r  o  o  \'  o  n. 

Voor  het  plan  dezer  i>roeven  zie  vorig  verslag  bldz.  1!).  Einde  Dec. 
UH)2  is  dl'  tuin  he|»lanf  met  •la\a  l)i)nis  uit  zaad  van  Pantjoer.  Deze  waren 
nog  jong  (Op  Iteheddiiig  nitg(  legd  I  -hili  l!)(ll).  Door  luis  en  droogte  zijn  de 
jonge  boompjes  in  hunne  ontwikkeling  gehinderd.  De  tuin  bevat  580  koffie- 
boomen,  24  daarvan  vertoonden  na  het  uitplanten  verschijnselen  van  blorok. 
In  het  geheel  moesten  187  stnks  ingeboet  worden. 

De  dadap  staat  21  X  21  voet  en  had  van  vliegjes  en  later  van  apen  te 
lijden. 

TUINEN  \V  5,  G,  11,  12,  2G,  27,  28,  31,  32  en  47. 

11  y  1)  r  i  d  e  n    v  a  n    ^^"  o  n  o  k  o  j  o,    G  o  g  o  n  i  t  i,    K  a  \v  i  s  a  r  i    «>  n 

a  n  d  e  r  e. 

Op  het  land  Wonokojo  slaan  hybriden  gennnunerd  van  1 — 2.")  en  <»]) 
Gogonili  eveiïzoo  van  1 — 4,  A^aar\an  de  administrateurs  ons  de  vi-nchteii 
afstonden.  Deze  werden  o]»  beddingen  uitgelegd  en  in  December  IIMH  in 
den  t  niii  (i\  ('ige])lant. 

Zooals  hekend  ontslaan  uit  zulke  hybride-zaden  zeer  uiteenloojx'nde 
planten  waarvan  de  meeste  waard(4oos  zijn,  omdat  zij  of  zoo  goed  als  geene. 
of  overwegend  vooze  vruchten  ojdeveren.  De  verwachting  is  dus  dat  verre 
weg  de  meest  van  deze  boomen  onbruikl  aar  zullen  blijken,  maar  de  kans 
bestaai,  dat  er  enkele  onder  zullen  voorkomen,  die  het  aanhouden  waard 
zijn  en  die  dan  hetzij  door  entim.  hetzij  door  zaad.  vermenigvuldigd  kunnen 
worden. 


89 

Voorloopig  hebben  zij  zich  grootendeels  bevredigend  ontwikkeld,  door 
de  droogte  en  de  Inis  hebbeu  zij  niet  veel  geleden. 

De  dadai)  i^  nog  al  beschadigd  door  vliegjes  en  vooral  door  de  zwarte 
apen, 

TUIN  U-  !<;.  12!).  :u;,  4C>. 
Liberia. 

Het  zaad  is  genomen  van  de  bekende  hooge  tuinen  van  hot  land  Gemam- 
pir,  die  beplant  zijn  met  boomen  van  zeer  gelijkvormig  tvpe  van  zesde  gene- 
ratie Liberia  op  Java  gegroeid,  met  veel  zachter  bessen  dan  de  uit  versch  ge- 
ïmporteerd zaad  verkregene.  Het  doel  is  om  na  te  gaan  of  de  op  Gemampir 
door  voortgezette  selectie  verkregen  eenvormigheid  van  type  ook  hier  blijft 
bestaan.     Verder  moeten  deze  boomen  dienen  als  onderstam  voor  entproeven. 

De  boomen  hebben  zich  normaal  ontwikkeld  en  zijn  veel  minder  daii 
de  Java-koffie  aangetast  door  de  groene  luis. 

In  December  werden  tegen  100  Liberia-planten  Java-i>lanten  van  gelijke 
hoogte  aangeplant  om  daarvan  te  samen  plakzoog-enten  te  makon  met  een 
flink  stuk  Liberiastam  boven  den  grond  onder  de  vergroeiing,  wat  bij  het 
maken  van  tweeling-enten  uit  kepelans  niet  mogelijk  is. 

Verder  zijn  29  Dec.  volgens  de  werkwijze  van  den  heer  B  u  t  i  n 
Schaap   eenige  enten  gemaakt: 

met  entrijs  van  de  hybride       Kawisari       B     '2  topenten, 

D     4 
„  „      „         „  Soember  Sari        10         „ 

„      V  „  .^  -•"'  takenten. 

De  enten  werden  onniiddelijk  na  het  maken  drie  dagen  lang  met  eene 
mand  bedekt  gehouden. 

In  tuin  11"  29  zijn  geidanl  CttH)  zaüiliugen  afkomstig  van  LiiteriaI»oonien 
van  de  onderneming  \N'onokojo,  die  zich  (Hidersclieiden  dooi-  bessen  niet  eene 
gemakkelijk  loslatende  schil. 

TUIN  11"  17. 

INIargogype    enten    op    Liberia    onderstam. 

Dezt^  enten  zijn  gemaakt  in  l'.MH  door  samengroeiing  van  .Margogyi»e  en 
Liberia  kiemi»lanten  ,k<'l»i'l;i"^l  «'i'  iiilgei>lant  in  den  Inin  in  \hH-.  lüOl.  zonder 
kluit  (tjaboetan).     Zij  hadden  toen  ;>  tot  -i  stel  bladeren.     Opdat  niets  van 


90 

den  ]\I;ii  ;4<);:  \  |H' l)nvonsf;Mn  iiu-f  dfii  liodi-in  in  Müiirnkiii^'  /.oiidi-  knin.ii,  wer- 
den /.ij  no;;  :il  lioo;:  ,i:e|ii;ini. 

/ij  werden  slerk  ;i;iii^e|;isl  diwir  Inis  en  \erdr<ie;;en  de  driMi;,f1e  sleelil  ; 
(lil  iijeek  uil  liei  sl;i|di;in;;en  der  likideren.  (>|i  L' I  Mei  \\;Meii  |s  i-n  (in  ;;(l 
.Inli  ~)S'/,    lte/,\\  ciscn.      I):i:irn:i  is  Ir-l  nl'sleiNcn  no;^  \  dorl  ;^e;z;i:in  en  in  .\'(»\t'm- 

lier    /ijn     de    (>\  critli  j\  enden     iii  jeeli;^e|d;inl     (tji    een     ^edeelle     \;in     de/.eli     Iniii 

ir'  17,  ~i-',S  \;iii  de  (M»rs|)i(inkeli  jk  nil  ;ie|iliinle   I  sö.")  sinks. 

'Tnin  17  is  nn  \erdeeld  in  drieën.  In  hec  is  17*/  lie)il;inl  nid  l;i\;i  liiliil 
\;in  (lil  J;i;ir;  17/»  inel  de  /.oeexen  ;^eii(HMnde  ."il'.s  enien  \;in  r.H'l  en  17e  inel. 
Hl"_'  eiileii  \;iii  (lil  j;i;ir,  ('\ene('ns  .M:irji(»;,^_v|»('  (tp  .l:i\;t. 

TUIN  n-  44  (Ml  40. 

M  il  I'  ^f  o  <;■  _v  |)  e   e  n  I  e  n    o  p    I.  i  1»  e  i-  i  :i    o  n  d  e  r  s  I  ;i  in. 

Deze  enten  zijn  van  hetzelfde  maaksel  als  die  van  Tnin  17.  Zij  zijn 
in  Dee.  1001  overj^eplant  van  de  bedding  doeh  met  de  aardkluit  er  aan  (poe- 
teran).  Tn  Xov.  1!>02  zijn  de  j.;ez(>nden  vereeniüd  in  een  <_n'deel1e  van  tnin 
40.  ;'>!)(!  van  de  ()ors|>r(»nkelijk  TiIl'  slnlvS.  In  het  ()\erldij\ende  gedeelte,  ini 
tnin  4!)^.  zijn  in  Dec  i;ei)lanl.  niet  de  klnil  ei-  aan,  SS  sInks  dergelijke  enten. 
Marj;o^y]»e  o])  .lava  onderstam,  gemaakt  in  dit  jaar.  Tnin  44  is  in  Decem- 
ber beplant  met  168  stnks  dergelijke  enten,  met  de  klnit  er  aan,  gemaakt  in 
dit  jaar,  Margogjpe  op  Liberia  onderstam. 

TUIN  n^  41  en  45. 

Java   enten    op   Liberia    ondersta  m. 

Deze  enten  zijn  gemaakt  door  samengroeiing  van  Java  en  Liberia  kiem- 
planten  (kepelansl  en  in  den  tnin  nitgeplant,  met  de  klnit  er  aan.  in  Dec. 
lOOL     Zij  hadden  toen  3 — 4  stel  bladeren. 

Zij  werden  sterk  aangetast  door  luis  en  verdroegen  de  droogte  slecht, 
zooals  bleek  nit  het  slaphangen  der  bladeren. .  Op  21  INIei  waren  in  tuin  41 
13%  en  in  tuin  45  .'^,1 9^J .  op  ?A)  Juli  in  tuin  41  21  %  en  in  tuin  45  65%  bezweken. 
In  Nov.  is  tuin  41  weder  gecompleteerd  nu^t  ]danten  (met  kluit)  nit  tuin  45. 
Deze  is  in  Dee.  weder  beplant  met  ditjai'ige  enten  INIargogvpe  op  Liberia 
onderstam. 

TUm  W  4.3  en  50. 

Java   enten    op   Liberia    ondersta  m. 

Deze  enten  zijn  genuiakt  door  samengroeiing  van  Java  on  Lilxnia  kiem- 
planten  (kepalans)  en  zonder  aardkluit  (tjaboetan)  nitgeplant  in  Dec.  1901. 


91 

Zij  liaddiMi  toen  .". — 4  stel  hladcivn.  Opdat  niets  van  den  .lava  stam  niet  den 
grond  in  aanrakinji'  zoude  komen,  wei-den  zij  noj;  al  lioog  geplant. 

Zij  werden  sterk  aangetast  door  de  luis  en  veidroegeii  de  droogte  shM-ht. 
zooals  bleek  nit  het  slapliangen  der  bladeren.  Op  L'1  .Mei  waren  2S  en  op 
.'>()  -hili  47%  bezweken.  De  in  November  nog  levende  zijn  gebruikt  tot  aan- 
vulling van  tuin  41  en  5(». 

Tuin  4;>  is  daarop  in  Dec  .be[»lanl  mei  ditjarige  enten  .lava  op  Liberia 
onderstam,  gemaakt  als  te  voren. 

Tuin  .")0  is  aangevuld  uit  de  tuinen  43  en  45.  ])e  daarna  nog  overblij- 
vende rninite  is  in  Dec.  beplant  met  125  stuks  ditjarige  enten  Java  op  Liberia. 

TUIN  W  37  en  48. 

M  a  r  g  o  g  y  p  e-k  o  f  f  i  e. 

Zaden  van  Margogype-koffie  afkomstig  van  Kalibakar  en  Soekorame 
werden  op  beddingen  uitgelegd  op  30  Mei  1901.  De  opgekomen  kiemplanten 
werden  voor  een  groot  gedeelte  gebruikt  tot  het  maken  van  tweeling-enten. 
De  overblijvende,  waaronder  enkele  van  sterk  op  gewone  .Java  gelijkend 
type,  zijn  einde  Dee.  1901  in  deze  tuinen  uitgeplant.  Zij  zijn  nog  al  goed 
opgegroeid  en  hebben  weinig  van  luis  en  droogte  geleden. 

TUIN  n?  42. 

Proef   omtrent   het   al   of  niet   omhakken    (d  a  n  g  i  r  a  n) 

van   den  g  r  o  n  d. 

Er  bestaat  nog  steeds  verschil  van  meening  tusschen  de  jdanters  om- 
trent de  vraag  in  hoeverre  bew^erking  van  den  bodem,  in  het  bijzonder  om- 
hakken daarvan  met  den  patjol,  voor  de  koffie  noodig  is  of  niet.  Een  al- 
gemeen en  overal  geldend  antwooi-d  zal  wel  nooit  gegeven  kunnen  worden, 
omdat  in  deze  zoovecd  afhangt  van  den  gvond,  zoodat  d<'  kwestie  voor  elke 
plaats  ])roefondervindelijk  uitgemaakt  moet  worden. 

Hier  is  nu  daartoe  uitgekozen  e(Mi  tuin  met  in  Zuid-\\'estelijke  richting 
afhellend  tc^-rein.  ingedeeld  in  sirooken  van  \\}\'  rijen  koffie,  gei)lant  op  7X7 
voet.  De  j)lant kuilen,  \an  \\<,  voet  kub..  zijn  alle  op  dezelfde  wijze  ge- 
maakt; geplant  is  einde  Dec.  1901  niel  plant  jes  zouder  aardkluil  ( I  jaboef  aiis). 
met  7 — S  stel  bladeren  en  een  paai-  lakken,  gekweeiu  uil  Tadang-zaad  dei- 
eerste  bezending. 


92 

Nii  lu't  j)liiii1('ii  is  iii  (1<'  Ik'II'I  dei'  ,slroolc<'ii  van  \ijf  lijdi  hiccd  iilloon  fjo- 
sclioircld  |(lj(>iiil)i<'l j  ('II  de  ;;roiid  iiici  \cid<  r  Im-ui-iIvI  dan  iioodij^  was  tot 
hel  maken  df-r  tcriassm.  In  di'  andi-ic  liclll  is  f\cn/,<M)  j;cs<  ImlTcId  en  daar- 
(!ld)(>\('n  dr  ;;iond  (i\cr  de  ;iflifc|<'  lcrias\  laicMn  met  <!«•  paljol  Ix-wcrkt 
("^'('danj^ird)  ('cninaal  in  I'^clnnaii  en  ccnniaal  in  Mi'i.  Tot  Int  <'ind<' des  jaais 
was  or  jiceii  vcracliil  !<•  /i'-n  in  Ucji  atand  *\i-y  UurriclMMmn  ii|i  d<-  M-iscliilleudu 
ötrookeu. 

iM{()i:\'i;x  ().MT]{i:xT  rLAX'rwi.iDTK  i:x  toim'KX. 

TUINEN  N"\  51  tot  G5. 

In  r>ra/.ili('  A\(n(lt  op  '.'>  en  4  .M.  nil<-('n<;<'|)lanl.  Hier  op  -lava  zijn  er  j^ocn 
aanjdantiniicn,  die  zoo  wijd  uitcon  staan,  en  lioudt  men  zich  gewoonlijk 
aan  plantwijdte  van  6  tot  8  voet.  In  het  Malangsche  Zuidergebergte  kan 
men  echter  tuinen  zien,  die  op  4  X  -4  en  4  X  5  voet  geplant  zijn  en  getopt,  en 
waarovei'  men  zeer  tf^reden  is.  Ook  de  vraag  wat  op  den  duur  voordeeliger 
is,  loi)pcn  oi"  niet  toi)|i"n  kan  als  iio^  niet  beslist  aangemerkt  worden. 

Yoov  vergclijlcende  jiroeven  omti'ent  deze  vragen  moest  er  vooral  op 
gelet  worden,  dat  de  ter  vergelijking  dienende  vakken  of  tuinen  zooveel 
mogelijk  in  alle  opzichten  onder  gelijke  voorwaarden  verkeeren.  Daarom 
is  hiervoor  een  bijna  geheel  vlak  gedeelte  aan  het  Xoordeinde  van  den 
proeftuin  uitgekozen,  zoodat  niet  eene  proef  oj)  een  vlak,  een  andere  op  een 
naar  het  Vv^esten  en  een  derde  op  een  naar  het  Oosten  hellend  terrein  kwam 
te  staan. 

De  tuinen  zijn  als  volgt  genummerd: 

'I'uin  11'-'  ."1  4  X  4  \-oet,  zal  getopt  worden. 

Tuin  11"  Ti-2  l'2  X  1-  voet.  In  een  plaiitgat  van  1  M.  wijd  is  aan  elk  der 
hoeken  een  koffieboom  gezet.     Blijft  ongetoi)t. 

Tuin  11-  .■).•{  12  X  12  voet,  telkens  eene  i)lant  in  gewoon  jtlantgat. 

Tuin  il-  .■')4,  55,  50,  .58,  5J)  en  tlO.  Zijn  alle  beplant  O  X  <>  vuet.  Zij  zijn 
bestemd  om  geto])t  te  worden  of  ongetopt  te  blijven,  op  een  of  op  meerdere 
stammen  gehouden  te  worden,  al  of  niet  uitgedund  te  worden  enz. 

Tuin  11-  57  5  X  5  ^X)et,  zal  getopt  worden. 

Tuin  11-  (;i  en  (Hl  1)  X  J>  voet. 

Tuin  il-  CL'  en  (15  8  X  8  voot. 

Tuin  11-  (»:'.  en  (>4  7X7  voet. 

De  tuinen  op  7  X  7,  8  X  8  en  O  X  '•>  v()(>t  geplant,  zullen  de  eene  wel  de 
andere  niet  getopt  worden. 


93 

Deze  tuinen  zijn  einde  December  V.H)\  be])lant,  elke  met  4S4  Jarva-])lanten 
en  dadnp  er  tussehen  op  21  X  -1  voet,  en  hebben  zich  voorspoedig-  ontwikkeld. 
IlierboNcn  is  i-eeds  «;('ze_i;(l,  dal  de  kolTic  bcici-  slaat  hoc  Xooidciijkcr  nuMi 
konil.  l'ilzonderin^-  maken  daarop  (h-  tnini^n  II-  T)!*  cii  T)'A  ca  wel  tcnp'vol^e 
van  de  tnsschenplaulin^en.  In  Februari  is  na  e(^ne  o]»]»er\iakki«;e  <iroud- 
bewerking  tusschen  de  koffie  maïs  geplant,  die  midden  Mei  «;eoogst  is.  Tuin 
52  is  daarop  weder  met  maïs  beplant  en  tuin  5:i  met  labak.  In  Augustus 
zijn  die  gewassen  geoogst  en  de  droogte  heeft  veidei-  tusseheni>lanten  on- 
mogelijk gemaakt,  l.ater  zal  er  kaljang  tnssclien  gc])lant  wordim.  De 
maïs  en  neg  meer  de  la'oal;  hebben  de  onU\ikkeling  der  koffie  zeer  duidelijk 
gehindci-d. 

..     TUIN  n- 7. 
V  r  u  e  11  t-u  i  t  d  u  n  i)  i-  o  e  f. 

D(v.e  tuin  bevaltcnd  :>24  koffieplantcn,  staande  T  X  T  voet,  met  dadai» 
op  21  X  -1  voet,  is  bestemd  om  proeven  te  nemen  met  het  uitdunnen  der 
vrucht  in  jaren  van  ruime  dracht. 

De  koffie  is  gekweekt  uit  zaad  van  Pantjoer,  uitgelegd  in  -hili  100],  en 
overgeplant  einde  Dec.  19(11.  De  plantjes  waren  toen  nog  klein,  zoodal 
zij  nog  niet  goed  uitgezocht  konden  worden.  Er  zijn  daarom  nog  enkele 
in  den  tuin  blorok  geworden.  Overigens  was  de  groei  in  luM  algemeen  goed, 
maar  droogte  en  luis  hebben  ook  hier  hunnen  invloed  doen  gelden.  In 
November  zijn  !)!)  stuks  ingeboet  met  versche  planten. 

De  dadap  had  op  9  Sept  .eeue  gemiddelde  hoogte  van  2.25  .M.  en  eene 
breedte  van  2  M.  bereikt. 

TUIN  W  3. 

L  e  u  c  a  e  n  a    g  1  a  u  e  a    (k  e  m  1  a  n  d  i  n  g  a  n.    ]»  e  t  e  h    C  e  y  1  o  n, 

p  e  t  e  h   t  j  i  u  a). 

Het  zaad  der  schaduwboonien  werd  uitgelegd  op  eeue  bedding  11  Oct. 
1901,  de  jonge  plantjes  overge]>lant  in  den  tuin  11  Nov.  1901,  oj)  14  X  14  voet. 
Zij  groeien  eeuigszins  langzaam.  Op  9  Sept.  1902  hadden  zij  eene  hoogte 
van  1.90  M.  en  eene  breedte  van  1.20  M.  bereikt  en  bloeiden  zij  reeds  sterk. 
In  Aug.  en  Dec.  werden  zij  opgesnoeid. 

Veel  invloed  op  de  onderstaande  koffie  kunn(Mi  zij  nog  niel  uil  geoefend 
hebben.     Deze  heeft  veel  last  gehad  van  luis. 


Ui 

r\'\\  II-  s. 

A  <l  I'  II  :i  II  I   II  <'  1:1     |i  :i  \  I)  Il  i  II  :i. 
Hel   /,;i;i<l  (Ier  scIi.kIii  w  lioomrn    wcnl   ui  1  ;^clc;^(|   uji  (•(•in-  lii-ildiii;^,  1'   .\ll;_^ 

1!HI|  ,   cil   tic  j()li;^c    |il;i  lil  i<-S  (M  «'|-^c|il;iiil    iliiji-li    lllill    11     N  n  \  .    l!)(l|,((|i    ||      -      11 

^■()('l.  /ij  jii'ticicii  niet  /eer  \\\i'^.  <>!•  '■•  Si-pi.  IDIil'  jiiiddfii  /ij  ccnc  Ikioj^ic 
van  1  .SO  .M.  Itij  cfiic  hiccillf  \aii  I  .\I.  Itcif-iUl.  In  .\\\'^.  wridm  /.ij  jetH 
(>|>j;('Sii()('i(l. 

\'(M'!  iii\|(ic(l  (»|)  (|c  ()inl(i-,>l  aandf  kcdfir  kiinni-n  /ij  nn;^  iiii-i  ;^(  li;iil  la-b 
licn.      |)f/r   licdl    \fcl    iasi    j;(diad    \aii    luis. 

Tl' IX  II"  0. 

L  a  ji  (»  f  I  e  a    a  lil  |)  I  i  s  s  i  III  a     M  i  (|.    ik  »■  111  a  d  o  i-    I»  r  o  <•  n  i  ai. 

De/t'  schaduw  hooiii  is  aangevoerd  in  den  vtuni  \an  slekkcn.  iiii  de 
buuri  van  l>ani|>it.  \an  ,<;i(»(t) te  en  noiiu  als  dadai)st(d\ken.  i  )c/c  /ijn  in  den 
tuin  geplant  op  -5  Dec.  11)111,  op  L'1  >(  -1  voel.  \'(de  stekken  stierven  af, 
li'ots  luM-liaald  inh(»eten.  De  weinige  die  goed  aangesiagt-n  waicn  hadden 
D  Sept.  11)02  eene  gemiddelde  hoogte  van  1.10  M.  hij  eene  hicedte  \aii  0.71  .M. 
In  dit  verslagjaar  werden  zij  nog  niet  opgesnoeid. 

De  koffie  heeft  ook  in  dezen  tuin  veel  van  luis  en  droogte  te  lijden 
gehad. 

TülN  11°  10. 
T  r  e  m  a    s  p  e  e.    (a  n  g  g  r  o  e  n  g). 

Als  plantinaleriaal  \vei-d  gebiaiikt  oi)slag  uit  liet  l»os(h.  (iejdant  18 
Nov.  1001,  oj»  21  X  -'1  voet.  Oi»  O  Sejit.  1002  hadden  zij  eene  gemiddelde 
boogie  \an  :*>..>l  .M.  en  eene  breedte  van  ."{.15  M.  bereikt.  In  Aug.  en  Dec. 
werden  de  boonien  ojigesnoeid.     Stand  der  koffie  als  vorige  schadnwproeven. 

TUIN  II-  13. 

S  o  1  a  n  n  m  g  r  a  n  d  i  f  1  o  r  u  m. 

Men  treft  dezen  boom  nog  al  eens  aan  op  erven  waar  hij  wegens  zijne 
wit  en  violette  bloemen  als  sierboom  gekweekt  wordt.  Er  stonden  er 
eenlge  op  liet  erf  der  (rontroleurs  woning  te  Toereu  wier  vorm  en  beblade- 
ring  den  indruk  maakten,  dat  zij  misschien  als  schaduwboom  voor  de  koffie 
te  gebruiken  zouden  zijn.     Zaad  van  deze  boomen  werd  einde  Mei  1901  op  de 


bedding  nit«»ologd  on  half  Nov.  1901  in  den  tuin  nitgcplant,  op  21  X  21  voet. 
Hun  gi'oei  is  zeer'snel  en  de  jonge  boonien  maken  verbazcMid  gioote  bladeren, 
latei-e  blijven  kleiner.  !)  Se]»t.  11)02  hadden  zij  eenc  hoogte  van  4.;>S  M.  en 
eene  breedte  van  5.25  M.  bereikt.  Zij  bloeiden  het  geheele  jaar  door  zwaar. 
Het  hout  is  voos  en  bros  zoodat  er  wel  eens  topp(Mi  door  den  wind  afge- 
broken w-erden.  Een  ander  bezwaar  is  nog,  dat  de  afvallende  bladeren  soms 
voorzien  zijn  van  vrij  Jiarde  dorens. 

De  krnin  der  jonge  boomen  is  nog  al  dicht,  later  wordt  die  diinn<'r.  In 
dez(Mi  tnin,  in  dit  jaar,  hebben  d<'  Solanums,  staande  op  21  X  21  voet,  de 
jonge  koffie,  die  ook  veel  van  d<'  luis  Ie  lijden  had,  wel  wat  gehinderd  door 
hunne  te  zware  schaduw,  hoewel  de  kruinen  herhaaldelijk  uitgesnoeid 
werden. 

Of  de  Solanum  oj)  den  duur  e<'n  geschikte  schaduwboom  voor  de  koffie 
is,  moet  de  lijd  leeren,  maar  wij  kt^men  geen  l)oom  waar-nu'de  men  binntii 
zoo  koi'ten  tijd  eenen  aanplant,  die  om  eenige  reden  de  schaduw  kwijt  is, 
daarvan  weder  kan  voorzien. 

TUIN  m  14. 

C  a  s  t  i  1 1  o  a    e  1  a  s  t  i  <•  a. 

De  zaden  der  Castilloa  veerden  op  de  bedding  uitgelegd  19  Juni  1!M)1, 
in  den  tuin  overgeplant  11  Nov.  1901,  op  21  X  21  voet.  Den  9  Sept.  1902 
hadden  zij  eene  hoogte  van  1.08  M.  en  eene  breedte  van  J.(iO  M.  bereikt. 

Tot  het  einde  van  het  verslagjaar  stond  de  koffie  in  dezen  tyin  nog  al 
goed,  daargelaten  de  exemplaren,  die  veel  van  de  luis  geleden  hebben. 

In  Ang.  werd  de  Castilloa  opgesnoeid. 

TUIN  11-  15. 
A  1  b  i  z  z  i  a    m  o  1  u  e  e  a  n  a    (s  e  n  gou    1  a  u  t). 

De  zaden  werden  uitgelegd  op  eene  bedding  oj)  ;>0  ^lei  1901,  in  den 
tuin  overgei)lant  11  Nov.  1{)01,  op  21  X  21  voet.  Den  9  Sei)t.  1902  hadden 
zij  eene  gemiddelde  hoogte  bereikt  van  4.14  M.  en  eene  breedte  van  4.54  M. 

Men  weet  dat  deze  boom  als  men  hem  laat  groeien  veel  te  groot  en  te 
dicht  van  liruin  wordt  voor  een  goede  schaduwboom.  Het  voornemen  is 
nu  te  probeereu  wat  er  van  wordt,  als  men  de  boomen  bijtijds  to])t  en  steeds 
gesnoeid  houdt. 


TriN  n-  i.s. 

I  I  e  \   e  .1       II  |-  ;i  /  i  I  <•  M  S  i  M. 

1>('  /,;i(l('ii  wridi'ii  uil  ;^i-lcM()  i)|i  ci-iii'  liiililii'u  1  .M;i;iil  IDUJ.  In  di-ii  Iniii 
ili(;^('|)l;iiil .   ci-ii    \(ifl    lioit^,    Tl    Mi-i     lltOL',   dji    _' |  l' |     socl.      /ij    /ijii    \i-iil<T 

l;iii<^z;i;iiii  ^^cjiiot-id.  U  Scpl.  Ii:hI<I<'Ii  zij  ccih'  liciniddi-ldi-  iiuoj^lc  \;iii  (I.  I.',  M. 
eii  cciif  hrccdic  \;iii  (I.I.".  .M.  Itcicikl.  N  ii-l  t(';4('nsl  iuilidi'  di-  kliiii;i;ilsniiisl;iii- 
tli^ilicdcii  \()or  dc/.cii  Ixioiii,  die  j^iiiiiiic  Nt-rl  voclil  liccn  ,diis  <)ii;^iiiist  i;,'  \v;ir«'ii. 
is  gccii  «'iikclf  j)laiil   Jil'^rsloiNcii,  d(»(  li  dr  j^iori   is  l;iiig/,;i;iiii. 

TIIN  II'  i:t. 

C  n  e  s  ;i  1  1»  i  ii  i  ;i    <i  a  s  _\  i-  a  r  li  i  s. 

I )('  /.adf'ii  /ijii  uituczaaid  op  (■ciic  licddiii";,'  (i  Scpi.  Ilidl,  t-n  (t\ n  <^c|ilaiit: 
in  <lcn  hiin  L'1  Xov.  I'.MII.  op  Lil  X  -1  vnri.  !l  Sc|it.  l'.iili'  liaddiMi  de  InMinii-n 
('ciic  li(K)<il(' \aii  l.l:i  .M.  en  (M'iic  hifcdlc  \aii  l..")!!  M.  Itcicilj.  In. \  nu.  en  I  )cc. 
zijn  zij  (»i»,i;('sii(K'id. 

TT' IX  n^  20. 

C  «'  d  r  ('la    s  e  v  v  n  1  a  t  a    (s  o  o  r  i  a  n). 

De  zaden  zijn  niluc'Z-'iiiid  «»j'  cciic  hcddinu  :!!•  .Mei  l'.XH  «'ii  ovcrucplanl 
iii  den  luin  11  X<»v  .lilill.  op  21  X  21  voet.  !t  Scjtt.  r.M»2  hadden  de  hdoineii 
oeiie  li()(»<;le  \an  4  .M.  en  eene  hreedie  \an  2. OS  M.  bereil;i.  Iii  .\nu.  zijn  zij 
oi)i;esn()eid  ,dal  wil  zeiigcn  in  dil  ge\al.  dat  de  ondersle  bladeren  vei-\vijderd 
zijn.  Tot  veiMakking  hehben  de  kiiiinen  liel  nog  niet  gebracht,  de  stammen 
dragon  aun  hunnen  top  en  dleht  daiuouder  nog  (Mikel  bladeren  en  verder 
naar  beneden  is  de  stam  kaal. 

Tü.m  \V  21. 

Indigo    (N  a  t  a  1). 

De  indigo  werd  uitgezaaid  o]»  eene  bedding  8  0<t.  1001  en  ovei'gejdaut 
in  den  tuin  2()  Nov.  1001.  .3  duim  uiteen  in  rijen  zoowel  Noord  en  Zuid.  als 
Oost  en  West  looi)end'e  tussrdien  elke  rij  koffie,  zoodat  elk  koffieboomi)je 
in  een  vierkante  heg  van  indigo  kwam  te  staan.  Deze  groeide  zeer  voor- 
spoedig tot  een  hoogte  van  twee  M.  De  indigo  hinderde  de  koffie,  die  ook 
veel  van  luis  te  lijden  had,  zeer  blijkbaar  in  hare  ontwikkeling,  en  werd 
daarom  15  Juni  bij  den  grond  afgesneden  en  daarna  kort  gehouden.  De 
koffie  is  echter  tot  het  einde  van  het  jaar  achterlijk  gebleven. 


97 

Behalve  de  indigo  is  ook  dndnp  op  21  X  21  in  dczon  tuin  geplant,  daar 
niet  te  verwaclitm  is  dat  indigo  alli'cn  ooit  als  schaduwböom  voor  koffie 
zal  kunnen  dienen. 

TUIN  W  22. 
O  e  s  b  a  n  i  a    e  g  y  p  t  i  a  c  a    (D  j  a  n  t  i,    K  e  1  o  r  w  o  n  o). 

De  djanti  werd  uitgezaaid  op  eene  bedding  19  Oct.  1901  en  overgeplant 
in  den  tuin  20  Nov.  1901,  in  paggers  van  2  voet  plantwijdte  in  de  rij.  Af- 
wisselend met  de  rijen  koffie  staan  rijen  djanti  loopende  van  Noord  naar 
Zuid,  evenals  de  koffie  7  voet  uiteen.  Behalve  de  djanti  is  ook  dadap,  21  X 
21  voet  geplant. 

De  djanti  groeide  zeer  voorspoedig,  zoodat  zij  zichtbaar  de  koffie  hin- 
derde. In  Juni  werd  daarom  de  helft  der  rijen  weggenomen  en  in  Juli  nog 
eens  evenzoo.  In  Sept.  had  de  djanti  een  gemiddelde  hoogte  van  4.52  M.  en 
eene  breedte  van  :>.17  M.  bereikt.  Wegens  het  overhangen  in  de  breedte 
werden  de  heggen  in  Aug.  en  Dec.  rechts  en  links  opgesnoeid.  De  koffie 
is  tot  het  einde  van  het  jaar  achterlijk  gebleven. 

TUIN  W  23. 
Caesalpiniaarborea. 

De  zaden  zijn  uitgezaaid  op  eene  bedding  26  Nov.  1901,  en  overgeplant 
in  den  tuin  H  Jan.  1902,  op  21  X  21  voet.  Op  C  Sept.  1902  hadden  de  boomen 
eene  hoogte  van  l.OG  M.  en  eene  breedte  van  0.64  M.  bereikt.  Ópsnoeien 
was  dit  jaar  nog  niet  noodig. 

TUIN  ÏT'  24. 

Pithecolobium   saman   (regenboo  m). 

De  zaden  zijn  uitgezaaid  op  eene  bedding  2  Oct.  1901,  en  overgeplant 
in  den  tuin  11  Nov.  op  21  X  21  voet.  Op  6  Sept.  1902  hadden  de  boomen 
eene  hoogte  van  2.18  M.  en  eene  breedte  van  0.70  M.  bereikt.  In  Aug.  wer- 
den zij  wat  bijgesnoeid.  De  stammen  groeien  alle  schuin,  geen  enkele  gaat 
recht  naar  boven. 

TUIN  n?  25. 

M  e  1  i  a   A  z  e  d  a  r  a  e  h    (m  i  n  d  i). 

Deze  zaden  zijn  uitgelegd  op  eene  bedding  ;^0  Mei  1901,  zij  moeten  met 
heete  asch   bestrooid,  met   warm   water  overgoten   of  aangevijld    worden. 
Verslag  van  's  lands  puntentuin  1902.  7 


98 

andors  (linii-l  liol  I:in<;  voor  <]at  /ij  ki«  iii<-ii.      hfzr  zijn  aaii;,'<-vijl<l  fii  na  z<-<t 
vcrscliillfiid   li jdsvciloop  onlkiciiHl. 

Zij  wrirlrn  II  i  I  «i< -[.l  ;i  n  I  (.||-J1  N(.\.  I'jlll  (>|i  L' 1  •  II  \u.'l.  Ü  S<-|.l.  llMtl! 
1i;hI(I<-ii  zij  cciic  ;4i-m  iddijdc  lioo^^h-  \;iii  .'..'M  M.  iri  iciic  liiicdlr  \;iii  L'.:'.L'  M. 
Ih  rcikl.      hl   Aii^.   wcidiii  zij  (i|i;^(siHiiid. 

Tl' IN'  ir-  .".(I. 
Ct  I'  e  V  i  1  1  •■  :i    r  <>  li  ii  s  (  a. 

( )|i  (  N'\  Ion  vt'cl  ucldiiikl  \  (»(»r  s(  Iiadnu  ItoonMii,  <d'  iiiiss(  liicii  ImNp  «^n-zoizd. 
V(»(»i'  w  iiidlnclct-r.  Iii  <lc  r:id;iii;isrlic  i5(»\  «Mil.iiid«ii  werd  liij  \otii-  d»-  kulTii' 
iiiiiidrr  ;;<'S(liikl  ;^f;nlil.  oiiid;i(  d«'  ^rotttr,  ;ils  fijn  kanlwcik  \  iTd<'<-ld<'.  Ida- 
«Icicii,  at'\'all<'iid('  boven  op  de  Uniiiicn  der  ^cloptc  k(dticlK»nni<'ii  hliJNfii  li;^- 
j^jcn  ('11  t'i'  iiii't  doorlKM'ii  j^lijdcn. 

ri(«;-ozaaid  op  ociic  licddinj;  ."  ()<(.  l'.Mll.  iiii^(.|,|;iiil  m  dm  tuin  1^1  Xos. 
l'.MIl,  op  21  X  21  voet.  9  Scpl.  1!M)2  hadden  zij  ocnc  ;;cniidd(ldc  lioo;^!!'  van 
1.47  .M.  en  criic  breedte  van  1   M.  bereikt. 

TUIN  W  ?>?>. 

Acacia  t  o  m  e  n  t  o  s  a  W  i  1  1  d.   (k  1  a  in  j»  i  s). 

In  Ceylon  ontmoette  D''.  v.  K  o  in  b  n  r  g  h  eeneii  planter,  dio  zeide 
doorulooze  dada])  te  bezitten,  die  zich  <?oed  door  zaad  liet  voortplanten. 
Hij  beloofde  van  dat  zaad  te  zeinb'ii,  maar  er  kwam  niets,  ook  nadat  er  een 
paar  maal  om  <;('S(  lireven  was.  Deze  tnin  was  daarvoor  open  «icliouden. 
maar  is  nu  voor  eene  proef  met  klampis  gebruikt.  De  zaden  zijn  uitgezaaid 
op  eene  bedding  17  .Tuli  1902  en  in  den  tuin  uitgejdant  IP.  Xov.  1902,  op 
21  X  21  voet. 

TUIN  11-  34. 

M  a  c  a  r  a  n  g  a   t  a  n  a  r  i  u  s   (M  a  p  p  a  t  o  ra  e  n  t  o  s  a   BI.) 
(t  o  e  t  o  e  p    m  e  r  a  h). 

Tot  de  oj)  verlaten  gerooide  plekken  in  het  bosch  zeer  snel  opschietende 
booinen  behooren  de  toetoep  soorten  en  de  anggroeng.  Misschien  zijn  zij 
geschikt  tot  het  snelVweder  onder  schaduw  brengen  van  aanplant,  die  de 
schaduwboomen  verloren  heeft. 

De  toet(wp  merah  is  in  den  vorm  van  opslag  uit  het  bosch  uitgeplant 
in  den  tuin  11  Nov  .1001,  op  2S  X  28  voet.  9  Sept.  1902  hadden  zij  eene 
gemiddelde  hoogte  van  2.40  M.  en  eene  breedte  van  1.08  M.  bereikt.  In  Aug. 
zijnzij  opgosnoeid  en  op  .S  stammen  gebracht. 


n 


I 


PROEFTUIN     B  ANGIL  AN 
Aanplant     1902 


Schaal    °       ?      ^0 


2,0  30  40  5ü 


Roeden 


99 
TUIN  n?  35. 

Mallotns    ricinoïdes    Muil.    (toetoép    poetih). 

Eveneens  opslag  uit  het  bosch,  uitgeplant  11  Nov.  1901,  op  28  X  28  voet. 
9  Sept.  1902  lijulden  zij  eone  gemiddelde  hoogte  van  2.84  M.  en  eene  breedte 
van  ?>.'M  M.  bereikt.     In  Ang.  zijn  zij  opgesnoeid  en  op  3  stammen  gebracht. 

TUIN  n?  38. 

Parkia    intermedia. 

De  zaden  ven  dezen  boom  zijn  uitgelegd  op  eene  bedding  30  Mei  1901, 
uitgeplant  in  den  tuin  21  Nov.  1901,  op  28  X  28  voet.  9  Sept.  1902  hadden 
zij  eene  gemiddelde  hoogte  van  1.90  M.  en  eene  breedte  van  1..59  M.  bereikt. 
Dit  jaar  zijn  zij  niet  gesnoeid. 

TUIN  W  39. 
Manihot   Glazovii. 

De  zaden  van  dezen  boom  zijn  uitgelegd  op  eene  bedding  30  Mei  1901. 
uitgeplant  in  den  tuin  gedeeltelijk  einde  December  1901,  gedeeltelijk  einde 
•Jan.  1902,  op  21  X  21  voet.  9  Sept.  1902  hadden  de  in  Dec.  uitgeplante  eene 
gemiddelde  hoogte  van  l.OG  M.  en  eene  breedte  van  1.4ü  M.  bereikt.  Er  zijn 
zeer  vele  van  die  boomjes  afgestorven.  Daarom  is  in  Nov.  ingeboet  niet 
met  zaailingen,  maar  met  stekken  afkomstig  van  Bandoe-ardjo,  die  goed 
geslaagd  zijn. 

TUIN  115  40, 

Cedrela  odorata. 

De  zaden  van  dezen  boom  zijn  uitgelegd  op  eene  bedding  26  Nov.  1901, 
uitgeplant  in  den  tuin  31  Jan.  1902,  op  21  X  21  voet.  9  Sept.  1902  hadden 
zij  eene  gemiddelde  hoogte  van  1.11  M.  en  eene  breedte  van  1  M.  bereikt. 
Ook  deze  Cedrela  heeft  nog  geen  zijtakken  gevormd. 

AANPLANT  1902. 

Deze  omvat: 

1.  Eene  herhaling  van  de  proeven  omtrent  plantwijdte,  tuinen  1 — IG. 

2.  Hybriden,  soorten  en  variëteiten,  tuinen  17  tot  20,  22,  23  en  25  tot  30. 


1 00 

'.',.  Keil  liiiii,  lï'  21,  ^f('i»linit  (Uil  lahT  tl.-  mil  w  ikki-liii;^  der  w  <m-IcIsIi'1s<*1« 
|,ij  jf«;|()|»li-  «Il  (iii;^<'lti|)lf  Immuih'Ii   ii:i    Ir  '4:1:111. 

4.  J^]«'li  hiili,  11-  -I,  ^rphiiil  (iiii  iliii  iii\lot(|  \:iii  ltfsr|i;i(lii  uiii;^  (i|t  dt' 
kdlTic  ii;i  t<'  ^:i;iii. 

!)('/('  jiaiipiüiil,  olijrcN <'<'!•  r,  ItoiiwH  K'"**''  i^'"''  'i'^"  •''■  /''ii"l},Mt'Hs  van  «l<'n 
aaiipljiiil  1!)0I  aan.      I!<'t  \  l;iksii- '4.Ml<-<lir  is  ^t-lnuikl  vimm' de  proeven  on«l«-i-  1 
21  Nov,  1!)02  vvciMJcii  i\i-  iiiiiHii  Im|.I;iiii. 

IMiOKN'KN    O.MTÜKNT    l'L.X  NTW  J.l  I  >TK    K\    Tori'KX. 
'IM   INKN    1   'I'OT    Hi. 

Deze  hiincn  zijn  cenr  licihalin;;  van  dr  Ininm  II-  ')!  (i."»  in  den  ;i:inpl;iii( 
van  llMIl.  il«'(  vooinrnirii  is  in  de  konn-ndc  jaicn  dr  (►plnrn^slrn  ;;rrr^rld 
na.  Ie  j^aan  om  Ie  civarcn  welke  planlwijdte  het  verkirsli jksi  is  <mi  htpjien 
of  niet  toppen.  Door  oeno  proef  als  di'ze  te  herhalen  en  grniiddridrn  Ir 
nemen  komt  mrn  natuurlijk  lot  jnisirr  nitkomsten. 

Daar  de  lnss(henidantin<;  van  maïs  en  vooral  van  lahak  in  dr  liiinrn 
•,M'idan(  12  X  1-  voel  in  1!MH  .sleihl  voldaan  heeft  zal  ditmaal  in  de  over 
eonkoms(i-e  ininen  \"^  IT)  en  IC  kaljan»;  in  ])laats  van  de  tabak  -enomen 
worden. 

Deze  tninen  zijn  21  Xov.  1002  beplant. 

..  TUINEN  17—20,  22,  2:{,  25—29. 

Liberia. 

Deze  tuinen  zijn  een  vervolg  op  de  Liberiatuinen  van  het  vorige  jaar. 
Te  samen  bevatten  zij  251):^  planten,  op  8  X  ï^  voet,  met  dadap  er  tusscheu 
op  21  X  21  voet.  Zij  zijn  beplant  21  Nov.  1902.  Het  zaad  was  afkomstig 
van  Gemampir. 

In  tnin  17  is  bij  wijze  van  proef  ketella  met  witte  bloemen  tusachen  de 
koffie  "eplant.  Op  Si  Jierasap  in  de  Padangsche  Bovenlanden  zijn  daar 
goede  uitkomsten  mede  verkregen.  Het  kruipende  loof  hinderdi^  de  koffie 
niet  de  ranken  daarvan  klommen  weinig  of  niet  in  de  boomen,  de  alaug- 
alano-  en  andere  grassen  werden  verdreven  en  de  bodem  bleef  los  en  open 
onder  het  groen.  -^ 

TUIN  W  80. 
H  .V  b  r  i  d  e  n. 

Einde  November  zijnj  hier  geplant  hybriden  uit  zaad  van  Petoeng 
Omboh.     Einde  December  hybriden  uit  zaad  van  hybride-enten  en  zaailingen 


101 

vau  een  Liberiaboom  met  bijzonder  lange  boonen,  van  Kandangan.  Ter- 
zelfder tijd  ook  zaailingen  van  hybride-euten  van  Bandjarsari  en  van  hybri- 
den van  Gogoniti. 

TUIN  IV  21. 

Proeven  omtrent  wor  telg  roei. 

In  dezen  tuin  zijn  eenige  rijen  boomen  geplant  met  het  doel  die  later  te 
ontgraven  om  te  zien  hoe  de  wortels  gegroeid  zijn. 

l''  rij  Margogype  enten   op  Java   onderstam    ....     8  X     8  voet. 

2^    „     gewone  Java    8  X     8      „ 

3®    „     Margogype  enten  op  Liberia  onderstam  ....     8  X     8      „ 

i"    „     gewone  Liberia   8  X  10      „ 

5**    „     Hybride  (uit  zaad  van  Petoeng  Omboh)  ....   10  X  10      „ 

Ö*"    „     Java  enten  op  Liberia  onderstam 10  X  10      „ 

7^    „     gewone  Margogype    10  X  10      „ 

De  vier  eerste  rijen  bevatten  elk,  12  de  drie  volgende  elk  10  boomen. 

TUIN  IV  24. 

B  e  s  c  h  a  d  u  w  i  u  g  s  p  r  (»  e  v  e  n. 

In  het  proeftuintje  Ngadiredjo  (zie  later)  is  een  aanvang  gemaakt  met 
proeven  om  na  te  gaan  hoe  de  koffie  zich  gedraagt  bij  gedeeltelijke  onthou-  ' 
ding   van    het   zonlicht.     In   dit    tuintje    zijn    nu    geplant  o(>  Java-boomen 
6  X  12  voet  om  die  later  voor  soortgelijke  proeven  te  gebruiken. 

PROEFTUINTJE  NGADIKEDJO. 

B  e  w  e  r  k  i  u  g  s  p  r  o  e  f. 

Hier  zij  eerst  nog  eens  in  herinnering  gebracht  hoe  de  verschillende 
vakken  behandeld  worden. 

Vak  1.  Alleen  onkruid  wegslaan  niet  hel  grasmcs,  zt)uder  aan  den 
grond  te  raken,  eennuial  in  de  drie  weken,     \'nil   uitgespreid  houden. 

Vak  2.  Eenmaal  om  de  drie  weken  schoffelen.  Vuil  uitgespreid 
houden. 

Vak  3.     Schoffelen   als  in   vak  2,   maar   vuil   op  rijeu   leggen. 

Vak  4.  Als  vak  3.  Daarenboven  in  het  begin  cu  t<'gen  het  einde  van 
den  West-moesson,  den  geheelen  grond  behakkeu  (i»atjollen)  tot  eeue  diepte 
van  O  duim  Kijul..  builen  de  lakken  der  boomen. 

Vak  5.     Als  vak  3.    j 


Vak  G.     Als  vak  4. 


Daarenboven   tegen  het   begin    van  den    West- 


102 

iiiüCHSOii  L'   pikol   oii^'cldiisclitc  k.ilk   jx  r   Itninv   ;:ili  jUiiial  i;:  om-v  dfii   ^loml 
uilsf  fooien. 

I)<'  ( loii\  ('iiiciiifiiis  I  iiin  \\;i;iriii  dii  pi  uidi  iiini  jr  j:c|»';icii  is,  was  taiut'lijk 
wel  Vlij  van  is,\i\s  en  onkinid.  /ooals  nn-n  dal  s\<l  nnM-r  ziet  },'«'l)(Min'ii, 
dniiil  licl  ian;^  soordal  een  jdikji'  niiddi-n  in  zulk  ren  Iniii  \an  Zfll'  Wfdt-r 
vol  onisiiiid  ;^nTaakl.  Zoo  is  ook  iiifi-  di'  ;_'i-ond  in  \ai<  1  lot  liet  einde  \an 
dit  jaar  no;;  vrijwel  kaal  ^M-ldevcn  en  \  iel  er  in  de  ainh-re  al  /.eer  weini;_'  Ie 
wic'deu. 

De  opbrciiijstL-n   waren   in    11)01' • 

Vak  1     \'akL'     \'ak  :;    \ak  I    \ak  r,   \'ak  i; 

KoffiebessGD  64.(>       Tl'.l'       58.8       (14.4       80.0       ."")!).(;     pik.  j..  1.. 

Bereide  koffie  10.08     12.:{8     10.10     lO.cs     Il'.Ol'     lo.o       ..      „     „ 

lu  Nov.  1902  kwam  een  flinke  bloei  uit. 

A^M-dei'  Itevindcn  />icli  liier  norj  (wee  vakken.  Ie  samen  100  l)0(»nien,  waar- 
van li<'(  eene  ^^el(tpl  ^«dionden  is,  leiwijl  wij  liel  andere  van  af  -Jnli  11)01 
lieten  doorschieten,  leii  einde  eene  vergelijking  Ie  verkrijiren  tnssclien  g(i- 
lüi)len  en  ougetopten  aanplant.       De  opbrengst  bedroeo  dit  jaar: 

Doorgeschoten  fietojit 

Koffiebessen  G4.1  108.6     i)ik.  ]..  b. 

Bereide  koffie  lO.Gl  15.94      „    „    „ 

Ten  slotte  vindt  men  hier  nog  eeu  rij  van  24  boomen  loopcnde  vau  Oost 
naar  \N'est,  waarvan  4  bedekt  zijn  met  een  dubbel  leswenaardak  vau  atap, 
breed  7,  lang  24  voet,  staande  op  pah^i,  de  nok  9  voet  boven  den  grond.  De 
2  volgende  in  de  rij  liebben  een  dito  dak,  maai-  van  glas,  en  de  laatste  staan 
onbedekt.  Deze  inrichting  is  gemaakt  om  na  te  gaan  in  h(»everre  het  ont- 
trekken van  regen  en  direct  zonlicht  invloed  heeft  oj»  den  bloei  enz.  der  koffie. 
Dergelijke  proeven  zullen  later  ook  genomen  worden  in  onzen  eigen  tuin, 
dit  zijn  eigenlijk  voorproeven  otii  te  leereu  lioe  de  inrichting  daarvan  moet 
worden.  * 

D^  J.  G.  KRAMERS. 
•         '    ■  §  XII. 

W^"  AFDEELING  DER  INRICHTING. 

(LANDBOU W-ZOÖLOGISCH  MUSEUM). 

Het  nieuwe  gebouw,  waarin  deze  Afdeeling  is  gehuisvest  en  dat  in  het 
vorige  verslagjaar  in  gebruik  werd  genomen,  voldoet  o]>  den  duur  zeer  goed. 
Naarmate  de  verzamelingen  in  omvang  toenemen,  wordt  meer  meubilair 


103 

(vooral  kasteu)  aangemaakt  eu  de  groote  museum-zaal  bevat  thans  reeds  een 
toonbaar  «•elieel,  waarin  eene  pathologische  verzameling  en  een  deel  der 
fauna  van  Java  en  andere  eilanden  is  ten  toon  gesteld. 

Eene  niet  onaanzienlijke  uitbreiding  onderging  de  vogelcollectie  door 
den  aankoop  der  huidenverzameling  nagelaten  door  D'".  V  o  r  d  e  r  m  a  n, 
Inspecteur  van  den  Geneeskundigen  Dienst  voor  Java  en  Madura.  Deze 
verzameling,  die  ongeveer  duizend  vogelhuiden  bevat,  niet  alleen  van  Java. 
maar  ook  van  andere  streken  van  den  Archipel,  ontleent  vooral  hare  waarde 
aan  de  omstandigheid,  dat  alle  exemplaren  goed  zijn  gedetermineerd,  waar- 
door in  de  toekomst  veel  tijd  zal  worden  bespaard.  Een  honderdtal  ver- 
keerde bovendien  in  zoo  goeden  conservatie-toestand,  dat  zij  nog  konden 
worden  opgezet.  Daardoor  zijn  enkele  vogelgroepen,  o.  a.  de  Ijsvogels,  de 
Koekoeken,  de  Ixo's  e.  a.  reeds  nu  geheel  of  nagenoeg  compleet  aanwezig. 

Ook  werd  in  het  verslagjaar  voor  de  eerste  maal  de  inlandsche  jager- 
praeparateur  der  Afdeeling  naar  eene  streek  buiten  Java  gedirigeerd.  Het 
verzamelen  toch  oj)  Java  leverde  weinig  nieuws  op  het  gebied  van  vogels 
meer  op;  wat  nog  niet  aanwezig  is,  is  te  zeldzaam  en  daardoor  te  moeielijk 
en  met  te  groote  kosten  te  verkrijgen,  om  opzettelijk  daarnaar  te  doen  zoeken, 
zoodat  het  beter  werd  geoordeeld,  eenvoudig  te  wachten,  totdat  men  deze 
vormen  eens  toevallig  in  handen  kreeg,  terwijl  bovendien  voor  vele  daarvan 
de  mogelijkheid  bestaat,  dat  ze  elders,  buiten  Java,  worden  verkregen,  waar 
zij  minder  zeldzaam  zijn.  Reeds  bij  dezen  eersten  tocht  (naar  de  omstreken 
van  Telok  Betong)  bleek  dit  laatste  inderdaad  het  geval  te  zijn.  De  jager 
bracht  als  resultaat  van  een  verblijf  van  ruim  een  maand  aldaar  een  50-1  al 
vogels  mede,  waaronder  zich  vier  soorten  bevonden,  die  op  Java  wel  voor- 
komen, maar  waaivan  hij  toch  nog  geen  exemi)laar  had  kunnen  machtig 
worden. 

Ook  werd  een  begin  gemaakt  met  het  aanleggen  van  verzamelingen  bc 
treffende  de  zoetwaterfauna  van  Java  en  de  fauna  van  do  .Tava-zee. 

De  insecteu-verzanu^lingen  breidden  zich  geleidelijk  uit. 

Door  den  Chef  der  Afdeeling  werden  onder  meer  de  volgende  onderzoe- 
kingen ingesteld. 

Het  onderzoek  betreffende  de  insecten,  die  mogelijkerwijze'  bij  de  ver- 
spreiding der  surra  een  rol  zouden  kunnen  sjx'len,  werd  voorloopig  beëindigd 
en  de  resultaten  daarvan  neergelegd  in  een  opstel  in  ..Tevsiunuuia",  \)oo\ 
XIII,  pag.  ni4— 322. 

Verder  werd,  naar  aanleiding  van  een  schiijven  van  den  P''^"  Gouvor- 
nements-Secretaris,  behelzende  d(Mi  wensch  dei-  KegeiM'ing  om  zoo  volledig 
mogelijk  te  worden  ingelicht  nopens  al  hetgeen  tof  dusver  bekend  is  oni- 


104 

Ifcnt  (U'  ('ij,'Pus<-liap|K'ii  <ii  lrvt'iiHV()orw;iar(l<ii  \;iii  tli  irljiaii^  «n  den  pairl 
oi'slcr,  <M'ii  (»ii(|('i/,(»('I<  in  die  ridiliii^^  iii<;rslrl(|.  dal  In  dr  «M-islr  phtals  di' 
(ri|)aiiK  /OH  iM-IrcllVn.  'I'i-n  cindr  ren  i:<hmI  uvcr/iilil  h-  M-rkiij-m  <»\«'r  dr 
dicrvoj-incn,  di»'  in  de  /A-ri-w  \an  Ni'dn  lantlsi  li  hidii-  word"  ii  aan;:r|  ruften  ru 
aldaar  worden  ver/.anield.  mei  liel  d(.e|  er  Iriiian^"  van  Ie  liereideii.  werd 
weder  de  Inilj»  in^eroe|ien  sandiMi  hirerieiir  \aii  ImI  I  )e|iarl  einenl  \an  l'.iii 
neiilandsrh  r.esiniir,  dooi-  wiens  welwillende  nn'dew  erk  in;:  nil  alle  deelen 
\aii  den  Areliipel  exemplaren  \an  de/.e  diersnorlen  \\«  rden  oni\an^'en.  Aan 
bol  (dndo  \an   liel    vcrsla^'jaar  kwamen    nu;:   sleeds  •/,endin;:en   in. 

^^»ur  een  under/.uek  naar  eene  riipsensuuri .  die  in  uruuten  -^eiale  upirad 
in  do  Pahnpiinm  aanplanlin^^en  ie  'rji|»eiir.  I»e-:af  de  ("lief  der  afdeelin;:  /ieh 
porsooidijk  daarheou. 

Evonzoo  word  oon  ondorzook  iii  loco  inj^ostold  naai-  don  aard  eener  ziekfe 
in  <\v  Ihoo,  dio  zioli  «iodnroiido  don  bij  uilsiok  dro};on  ()(»sf-ni(>osson  op  ver 
schillondo  oDdornominjjon  in  do  Proano:er-RojTpntscha[t]Kii  \  uuidood  on  ltlo<'k 
((>  wordon  voroorzankt  dooi-  oone  soorl  van  mijl.  die  nauw  xcrwani  i8  aan 
den,  nit  En*;olsoh-lndic  wolbekenden  „red  si)ider". 

Eindelijk  worden  tal  van  zondinjjon  onderzooht  botroffondi^  ziokton  in 
allerlei  cnltunrp:ewassen,  die  door  dieren  werden  veroorzaakt. 

Van  deze  on  andere,  in  vroojjor  jaren  iufjestelde  ondei'zookin;L:on  zijn  de 
resultaten  neerjjelejïd  in  oen  dool  der  ,,Mededeelinp;en",  waarvan  do  (opio  in 
November  van  hot  verslajrjaar  «;ereed  was  on  waarvan  het  verschijnen  in 
1908  tot  eene  korte  besprekinpc  in  het  voloend  verslaj;  aanleidinfr  zal  jjt'von. 
Voor  dit  werk  zijn  wederom  oon  aantal  platen  pjeteekend.  di(»  in  Euro])a  wf»r- 
den  fïereproduceerd. 

In  den  loop  van  het  verslao^jaar  verscheen  van  do  hand  van  don  ('hof 
dor  afdoolin*;  oon  wot-k  over  „de  Zoof;di(M-on  van  Java",  eveneens  van  afbeol- 
dinjron  voorzien  on  als  11-  54  in  do  serie  der  „Mededeelinjïen"  opfrenomen. 

Den  2P*''°  en  22^*^°  October  woonde  de  Chef  der  afdoolinj;  hot  ronjrres 
van  Koffioi)lanters  te  Malanp;  bij  en  hield  aldaar  eene  voordracht,  «jotitold 
„Eeni*?e  alfïPmeono  opmerking;en  over  de  Fauna  der  Koffie-ondernemingen 
en  hunne  omjievinj;". 

Van  zijne  aanwezigheid  in  Oost-Java  word  gebruik  gemaakt,  om  den 
Afdeelingschef  eene  dienstreis  op  te  dragen  naar  een  paar  ondernemingen, 
in  het  Malangscho  on  hot  Pasiriansche  gelogen,  vanwaar  kort  vóór  zijn  ver- 
trek naar  ]Malang  zendingen  betrof fondo  ziokton  in  koffie  on  kina  waren 
ingekomen.  Deze  dienstreis  duurde  van  24 — 30  October;  do  resultaten  van 
het  aldaar  ingestelde  onderzoek  kouden  nog  in  het  hierboven  bedoelde  deel 
der  Mededeelingen  worden  opgenomen. 


105 

In  het  aan  de  afdeeling  verbonden  Laboratorium  voor  vreemde  Zoölogen 
werd  in  de  eerste  plaats  gewerkt  door  D'.  (J.  L)  a  w  y  d  o  f  f ,  wien  door  de 
Academie  van  >Yetensehapi)en  te  St.  Petersbuig  eene  wetenschappelijke  reis 
naar  Nederlandsch  Indië  was  opgedragen.  Deze  geleerde  was  van  20  Mei 
tot  einde  Juli  ie  lluijenz<)rg  werkzaam  en  hield  zich  voornamelijk  bezig  met 
het  bijeenbrengen  en  conserveeren  van  materiaal,  dat  later  in  Europa  kan 
woorden  uitgewerkt.  Ook  verrichtte  hij  bij  tal  van  insecten,  wier  afmetingen 
zulks  toelieten,  injectiepi'oeven  in  bei)aaldc  organen,  welker  bouw  en  be- 
teekenis  nog  onvoldoende  bekend  zijn.  P^indc  Juli  aanvjiarddc  hij  eene  reis 
naar  het  Oostelijk  gedeelte  van  den  Archipel,  vanwaar  hij  den  1®^^°  October 
te  Buitenzorg  terugkeerde,  om,  ditmaal  na  een  verblijf  van  slechts  eenige 
dagen,  de  terugreis  naar  Europa  te  aanvaarden. 

In  de  tweede  plaats  w^erd  in  de  maand  Mei  in  het  laboratorium  gewerkt 
door  een  Duitsch  Zoöloog,  D*".  F  r  a  n  z.  Graf  v  o  n  M  a  t  u  s  c  h  k  a,  die 
zich  voorstelde,  het  volgend  jaar  voor  een  zestal  maanden  terug  te  komen. 

Eindelijk  verscheen  in  het  verslagjaar  als  11-  XIII  van  het  Bulletin  de 
rinstitut  Botanique  de  Buitenzorg  het  eerste  Bulletin  met  zoölogischen 
inhoud.  Door  den  ondergeteekende  werd  daarin  in  een  voorwoord  de  ge- 
schiedenis geschetst  van  de  Landbouw-Zoölogische  Afdeeling  onzer  inrich- 
ting. Aanvankelijk  op  zeer  bescheiden  leest  geschoeid  en  in  het  leven  ge- 
roe})en  door  de  samenwerking  van  belanghebbenden  bij  verschillende  onze?' 
culturen,  breidde  dit  onderzoek  zich  meer  en  meer  uit,  ook  over  zaken  van 
meer  algemeen  Zoölogischen  aard.  Spoedig  nadat  de  betrekking  van  Land- 
bou w-Zoöloog  door  de  Regeering  was  overgenomen  (Januari  1898)  en  daar- 
door was  geconsolideerd,  deed  zich  de  behoefte  aan  meer  ruimte  gevoelen. 
Hoe,  wederom  door  de  medewei'king  Aan  particulieren  en  door  den  steun  der 
Begeering.  die  het  ontbrekende  aanvulde,  de  foiulsen  voor  een  go<'d  (mi  doel- 
matig gebouw  werden  verkregen,  is  reeds  in  een  voriff  jaai-verslag  vermeld. 

TTet  tweede  opstel  in  bedoeld  Bull(Min  is  van  de  hand  van  den  Thef  der 
afdeeling  en  draagt  tot  titel  ,.Einige  allgemeine  Bemei'kungen  über  die  Fauna 
von  Buitenzorg  und  Umgebung"  Daarin  wordt  een  overzicht  gegeven  van 
de  meest  belangrijke  voT-uieii  der  verschillende  dierklassen,  die  in  of  nabij 
Buitenzorg  zijn  te  vinden.  Dit  ovei'/,i<-l(l  heeft  hoofdzakeliik  ten  doel.  den 
vreemden  Zoölogen,  die  te  Buitenzorg  onderzoekingen  komen  instellen,  de 
yolegenheid  te  geven,  zich  vooraf  eenigszins  op  de  hootrte  te  stellen  van  den 
aard  van  het  malei-iaal.  dat  hier  te  verki-ijgen  is.  .\an  het  eind(^  van  dit 
overzicht  wordt  koitelijk  medegedeeld,  welke  vi-cMMude  Zoölogen  T-eeds  te 
Buitenzorg  werkzaam  wai-en  en  in  welke  richtingen  hunne  onderzoekingen 
zich  hebben  uitgestrekt. 


106 

8  MN. 

AFhKELING:  „rh'olil'S  TA  rioN    \<)(>K    INDKJO". 
Md  (louvcrncnionts  hcHliiil  bclickkiii;:  licltlM-iidc  oj»  het  tol  sImikI  koincii 

(lezer  nieuwe  iilMeelili;,^  en  :il  liel;;eeti  e|-  (i|i  liet  rek  l<  i  li;^'  heelt,  is  lteli;i  n«le](| 
in  do  eoi'Hle  |>;ii;i;4i;i;if  \;iii  (iil  \eisl;i;;,  w  ;i,iiii;i;ir  woidl  \  eiwe/en.  |);i;iiiii 
is  mede  i-eeds  veiineld,  dat  t<il  «'lid  dei  aldcdin;,'  weid  Itenoenid  di-  lieer 
.).  1 1  a  /,  e  w  i  n  k  e  1,  reeds  ^eininien  lijd  als  I  )irecteiii-  \  an  het  Klatensehe 
Indij,'<»  jtrodsliition  werkzaam. 

Het  liiei'  v<)l<;ende  i'ajiporl  o\'er  de  werkzaamheden  in  den  juup  \aii  het 
versla<;jaai'  is  d(i(»r  den  Heer  Ilazewinktd  in  del'init  ie\  en  \nrm  ojij^o- 
steld,  ua  eene  te  l'nilenzoij;  ^elionden  bespreking'  eenij^ïen  tijd  na  leiiijzkonist 
van  den  ondergeteekende. 

Ofschoon  80  Maart  1002  do  aanslnitin^^  van  dit  proofstation  bij  's  l^ands 
IMantonttiin  t<»t  stand  kwam,  niod  dit  veisjaji;  todi  hxtjten  van  1  Januari 
1902  tot  ultimo  December  van  dit  jaar,  daar  de  eei-^to  4  maanden  der  ver- 
slajïporiode  kunn(Mi  beschouwd  worden  als  een  tijd  van  ovorf;an<r,  waarover 
de  Kofioeriufis-subsidio  evenzeer  weid  uitgekeerd  als  over  het  tijdperk  na 
1  April  1902. 

De  inventaris  werd  in  het  verslagjaar  voldoende  aangevuld.  Het  ge 
bouw  behoefde  noodzakelijk  onderhoudswerk,  vooial  ook  door  het  over- 
brengen van  de  losse  deelen  der  o\)  het  erf  van  het  proefstation  aanwezige 
])roeffabriek  naar  de  onderneming  (rantiwarno,  waar  in  1901  een  nieuw 
jtroeffabriekje  was  gebouwd.  De  liiervan  veikregen  afbraak  werd  zoo  noo- 
dig  verwijderd  en  zoo  mogelijk  door  bijmetselen  in  een  behoorlijken  toe- 
stand gebracht.  Dit  kon  te  geruster  geschieden  daar  er  nu  beschikt  kon 
worden  over  twee  proeffabrieken  voor  de  indieaan-extractie,  t.  w.  eene  op 
de  onderneming  Oantiwarno  en  eene  oi>  de  onderneming  Koetoesarie.  Het 
]>ersoneel  bleef  in  hoofdzaak  hetzelfde  en  werd  af  en  toe,  indien  de  werk- 
zaamheden dit  eischten,  tijdelijk  aangevuld. 

In  de  verslagperiode  werd  het  proefstation  bezocht  door  den  Heer  C.  W. 
S  n  o  w,  een  Tiritsch-Indisch  indigoi»lantei'.  terwijl  eene  collectie  preparaten, 
de  indigo-cultuur  betreffend,  werd  gereed  gemaakt  voor  de  <^cole  de  commerce 
de  Tdat  (Antwerpen),  met  bijbehoorende  analyses. 

De  Directeur  van  het  proefstation  begaf  zich  in  A]>ril  1002  naar  Buiten- 
zorg  om  met  den  Directeur  van  's  Lands  Plantentuin  naar  aanleiding  van  de 
aansluiting  het  noodige  te  bespreken.  Tengevolge  daarvan  werd  een  werk- 
programma opgesteld  en  verder  alles  geregeld,  wat  regeling  behoefde. 


107 

Dl'  Directeiii-  van  het  ]H'()efstatioii  werd  door  de  Nederlandsch-Indisclie 
commissie  voor  de  Nijveiiieids-tentooustelling  te  Osaka  aautrezocht  te  zorgen 
voor  de  inzending  van  eene  collectie  indigo-monsters.  Pogingen  om  aan 
dat  verzoek  te  voldoen  mochten  geen  gunstigen  uitslag  verwerven. 

Herhaalde  malen  werd  den  directeur  advies  gevraagd  over  de  bruikbaar- 
heid van  kalk  voor  de  tegenwoordig  meest  gevolgde  wijze  der  indigo 
bereiding. 

Dit  kostte  natuurlijk  veel  tijd,  en  deed  scherp  uitkomen  hoe  de  kalk- 
verkoop  voor  dat  doel  op  eene  minder  gewenschte  wijze  geschiedde. 

Dit  gaf  den  directeur  aanleiding  aan  het  bestuur  der  vereeniging  „het 
proefstation  voor  idigo''  voor  te  stellen,  te  trachten  een'  meer  gewenschten 
toestand  in  't  leven  te  roepen.  Vooral  werd  nadruk  gelegd  op  de  wensche- 
lijkheid,  dat  de  leverancier  dient  op  te  geven  van  welke  samenstelling  de 
kalk  is,  die  hij  kan  leveren,  en  dat  hij  die  samenstelling  op  eene  of  andere 
wjze  garandeert.  Als  gevolg  van  eene  bespreking  met  genoemd  bestuur  naar 
aanleiding  van  dit  voorstel,  werd  door  den  directeur  aan  de  daartoe  in  de 
termen  vallende  kalkbranders  eene  circulaire  gezonden.  Met  grond  mag 
men  uit  de  ingekomen  antwoorden  opmaken,  dat  inderdaad  meerdere  van 
die  leveranciers  het  minder  gewenschte  van  den  huldigen  toestand  inzien,  en 
dat  zij  zullen  medew^erken  tot  het  invoeren  eener  betere  regeling.  Waar- 
schijnlijk zal  deze  in  den  loop  van  lOO.T  tot  stand  kunnen  komen. 

Van  het  Verkaufssyndicat  der  Stassfurter  Kaliwerke  werd  een  schrijven 
ontvangen,  waarin  een  bedrag  van  ƒ  150. —  werd  aangeboden  als  finantieele 
steun  voor  door  het  proefstation  te  nemen  bemestings-proeven.  Het  idee 
van  genoemd  syndicaat  was  uitgeloogde  indigobladeren  (titen)  te  verwerken 
op  geconserveerde  droge  mest,  die  in  don  handel  gebracht  zoude  kunnen 
woorden,  en  voor  de  indigo-cultuur  zou  kunnen  worden  vervangen  door  de 
anorganische  meststoffen,  die  de  ,, Kaliwerke"  leveren. 

Uit  eene  met  den  waarriemenden  directeur  van  's  Lands  Plantentuin 
gevoerde  correspondentie  en  uit  besprekingen  met  het  bestuur  der  ver- 
eeniging „het  proefstation  vooi-  indigo"  bleek  de  wenschelijkheid  deze  zaak 
tot  later  aan  te  houden. 

In  de  verslagperiode  verschenen  geene  publicaties  van  het  proefstation. 
Wel  V7erd  op  verzoek  van  het  bestuur  der  vereeniging  een  uitvoerig  verslag 
opgemaakt  loopend  van  1  Juli  180S  tot  ultimo  December  1901.  Dit  verslag 
gaf  behalve  de  administratieve  geschiedenis  van  het  proefstation  een  zoo 
populair  mogelijk  overzicht  van  de  in  dat  tijdperk  verrichte  wetenschappe- 
lijke en  technische  onderzoekingen. 

De  w'erkzaamheden  van  het  ])roefstati()n  ondergingen  in  de  nuiand  Juni 


108 

('«•ri«'  aanirn*rk»'lijk«'  v«Mtr;ij,nii};  dour  ('»'ii  cnistiti  d«'f»^(l   ;iaii  <!»'  ;^;i.sina«  liiiir, 
(l;if  r»lil«'i-  ;;<'|iikki;^  vollcdi;^  '^i-y('\K'iv('i'V(\  kon  wmtlrii. 

hl     lirl     i;i;ll-     1!HI_!     weiden    de    \<il;4<;ide    (illdei  IK  |iilli;_'i'll     lte/.n<  lit        l\oet<»e 

Kjir'ie,  l\eii;ij;iri,  Kem.iedoli,   l\|e||eii  <'ii   l;il   \iiii  ni.ilen  de  ondei  neriiiii;,'  (Jaiiti- 
\\  ;ini<). 

I  )e  l»e/,»K'keji  ;i;m  d<'  ondeiiiemi  ti^eii   K('?i;i  JM  n  en   Kemuedoli  ;,M'S(dii('dd«*n 
n;i;ir   a;inl('idinj^    \an    \er/,i>eUen    dei     lieiioklven    adni  inisi  i  ;i  tenrs ;    ovrv   (]<■•/.*' 

Iie/oekcn      werden      aan      di<'      helieei  ders      n  il  \  (»eii;^e      ia|.|M)|ten      o\  e?';_'e|e;/d. 

'I'<'veiis  \\fi<leii  <i|i  <le  nnderni'niinji   l\eni<>ed(di  i'eniLTf  ralnieal  ie  proeven  ver- 
ri(dd,    \vaai\an   de   resnllalen    laler   ter   sjnakt'   /adlen    komen. 

Een  l»*'/.oek  aan  de  ondei  iieniin;,'  Klellen  Ivon  alleen  dienen   tol   liel   hou 
den    Aan    lM'S)M-«d<inj;«'.ii    aan^Maiul»-    lul     faln-icaal,    daai-    do/e    ondernetninu 
slo(di(s  hniicn   den   \v('i-k<ijd   hcz/xdil    kon    vvordon. 

Hel  l)(v-o<'k  op  de  ondorneminji  Kooloosnii*-.  dnnrde  drie  wekt-n.  Hoofd 
doel  vv  van  was  Ie  Ix'sl  nd<'ei'on  of  <mmi<'  andoro  wijze  van  indifaan  extraidie 
mopplijk  was.  1)(>  adniinishatcur  dier  onderneniin<:  loeli  had  ccne  instal 
lalio  voor  do  iiKlicaanoxtrartip  iijfroiichl.  waarbij  idot  i;<dijk  tot  nu  top,  hot 
blad  in  hot  kokondo  watoi*  word  ^odonipold.  maai-  oin^^okooi-d  hot  kokondo 
wator  bij  hot  blad  word  fjovooj^d.  Ofschoon  indoxyl  vorniin^ï  in  do  vlooislof 
was  fo  constatooron,  blook  toch  do  hoovoolhoid  daarvan  i)ractisch  crpsproken 
zoo  };orinjr  to  /.ijn.  da<  dit  ^'oon  nadool  jraf.  jzolijk  nit  de  analyses  dor  boroido 
rndifïo's  blook.  "Oozo  wijzo  van  indicaan-oxtractio  moot  inderdaad  als  ooii 
jjoodo  stap  vooruit  wordon  beschouwd.  Tovons  word  van  do  j;olof;onhoid 
«roprofitoord  oonifro  plantonanalysos  to  doon.  Vroojrpr  froschioddo  do  controle 
op  hot  bodrijf  door  vorzondin};  van  pap-monstors  naar  het  proefstation.  Fit 
de  analyses  dior  monsters  had  men  dan  conclusies  to  trokken:  dikwijls  bleek 
hot  echter,  dat  deze  jroen  juist  beeld  konden  fjovon  van  hot  feitelijk  verloop 
dor  boroidinfr.  "Dankbaar  word  daarom  oen  aanbod  van  don  boheordor  dor 
ondernemin*;  frantiwarno  aanvaard  om  op  do  door  ZEd.  behoorde  onder 
nominjr  oen  klein  laboratorium  in  to  richton.  Hot  proefstation  stolde  daar- 
voor porsoneol  beschikbaar.  Tovons  werd  oen  sjroömployeordo  der  onder 
neminjx  Gantiwarno  bekend  jjomaakt  mot  do  analyses,  die  op  dat  laborato 
rium  zouden  wordon  uitjjovoerd.  Zoor  to  betreuren  was  het  echter,  dat  die 
jieëmployoerde  don  dienst  dor  ondernoming  verliet  vóór  hot  laboratorium 
in  workinj;  was. 

Ter  controleorinjï  dor  aldaar  verrichte  workzaiimbodon  word  do  onder- 
neming tal  van  malen  bezocht.  Jammer  was  echter  het  feit,  dat  in  do  op  hot 
(etablissement  aanwezige  fabriek  volgens  warm  procódt^  werd  gewerkt,  ter- 
wijl oorspronkelijk  de  bedoeling  was,  hot  koud  procédé  aan  een  grondig 


109 

onderzoek  te  onderwerpen,  vooral  in  verban»!  met  de  tot  nu  toe  gevolgde 
wijze  van  fontr«")le.  De  resultaten  van  bet  daar  verrichte  onderzoek  zullen 
nader  kort  worden  opgegeven. 

Ten  behoeve  van  leden  der  „vereeniging  het  proefstation  voor  indigo" 
werden  de  volgende  onderzoekingen  verricht,  waarbij  het  uitvoerig  onder- 
zoek op  de  onderneming  Gantiwarno  niet  is  medegerekend : 

8  wateronderzoekingen  met     40  quantitatieve  bepalingen, 
1  chloorbepaling  „        1  „  „ 

17  indigokoeken  „      G5  „  „ 

13  papmonsters  „      24  „  „ 

30  monsters  met  130  quantitatieve  bepalingen 

WETENSCHAPPELIJK  ONDERZOEK. 

Wat  aangaat  het  wetenschappelijk  onderzoek  kan  het  volgende  vermeld 
worden. 

F  e  r  m  e  n  t  a  t  i  e  en   k  1  o  p  p  r  o  c  e  s.' 

Pogingen  om  door  eene  snelle  quantitatieve  bepaling  van  het  indoxjl 
gehalte  in  de  fermentatie-vloeistof  te  komen  tot  eene  juistere  beoordeeling 
van  het  eindpunt  der  fermentatie,  hadden  tot  nu  toe  geen  succes.  Evenzeer 
bleek  het  nog  niet  mogelijk  qualitatief  aan  te  tooneu  op  welk  moment  scha- 
delijke stoffen  voor  de  qualiteit  der  indigo  uit  de  plaut  in  te  groote  hoeveel- 
heid uittreden.  Daar  vermoed  werd,  dat  uittredend  phosphorzuur  eeuige 
gegevens  dienaangaande  kou  verschaffen,  werd  getracht  eene  snelle  titro- 
metrische  bepaling  daarvan  te  vinden.  De  uraan-methode,  voor  dit  doel 
gemodificeerd,  bleek  niet  geschikt  te  zijn. 

Meer  resultaat  gaf  het  op  de  ondernemingen  verricht  onderzoek,  vooral 
dat  op  de  onderneming  (iantiwaruo.  Als  eerste  resultaat  van  dit  onderzoek 
volgde,  dat  in  regen-arme  tijden  het  kalkbindend  vermogen  van  fermenteer- 
water  bij  toevoeging  van  ongeveer  de  hoeveelheid  kalk,  die  voor  de  indigo- 
bereiding wordt  gebruikt,  vrij  wel  constant  bleef.  t)ok  voor  de  onderne- 
mingen Ngarès-koppen  en  Kemoedoh  werd  ditzelfde  feit  geconstateerd. 
Onderling  verschilden  de  watersoorten  der  drie  ondernemingen  echter  tame- 
lijk veel.  Vooral  bleek  uit  de  Gantiwarno-proeven  het  nut  eener  dage- 
lijksche  titrometrische  controle  van  het  fermenteerwater.  De  wetenschap 
toch,  dat  er  gecontroleerd  werd,  had  al  vrij  spoedig  tot  resultaat  een  zeer 
regelmatig  werken,  en  dientengevolge,  vrij  wel  gelijke  eind-alcaliteit  van  het 
fermenteerwater.  Dit  feit  was  van  des  te  meer  belang,  daar  uit  laborato- 
riumi>roeven   volgde,  <iat  he<    moment,   waarop   indoxyl   in   de   fermentatie- 


no 

vlooi.slof  is  JiuM  Ie  looncii,  ;itli;ni;^l  .  .111  <l<'  .ilrMliicil  dier  \  lucistdr.  Ffoi» 
hoogei' dczo  laalHto  is,  lioc  \;[\\^t-r  hd  (liiiiit.  Zcrr  viMiiHMMldijk  /al  dus  v«M'- 
iTieerdcriii;^  van  alcalilrit  \  cit  ra;;iii^  «Ier  ti;iiiiMiiai  i<-  ii-ii  '^i-\f>\<ii-  Ih-IiIh-ii. 
('|)«'  iiio;4('lijlJn'i<l  \aii  iii(|()\_\  I oril  Iimühm  js  nid  ui  1  ;.',csl(ili'ii  1.  /t-n-  ••vidfiil 
volj;«l<'  uil  (Ie  ( iani  iwaiiin  cu  K<mii<M'<I<»1i  |ir<t(\  in,  dal  snuiMiij;»'  hciau^^Mijk»' 
vcrsidiilicn  iii  de  wijze  van  iH-n-idinjj,  shcliis  cfii  zimt  ;i<-i-ijii:cn  iiivlo(,'d  luid- 
den op  de  saiuoiishdliii^'  d<-r  indi^^o,  indien  nieu  de/e  uildi  iikl  in  indi^oline, 
in  ijsa/ijn  ojdosbaro  stoffen  en  onln  i)aalde  r<'st,  omt'erekend  op  as(li-  en 
\va.(er\ fije  indi;,^). 

Indien  men  echter  op  deze  wijze  de  samenstellin-,'  der  indi<,'o  uitdrukt, 
bestaat  er  {^ecni  verband  tusschen  die  sani('nstellin<jj  en  de  (|ualileit,  d.  w.  z. 
het  complex  van  jdiysiscbe  eij^enschappen  (kleui-,  fijnheid  van  de«.'g,  zaïlit 
heid  enz.),  die  de  basis  der  waardebepaling  door  den  handel  uitmaken. 

Daar  echter  niet  is  aan  te  nemen,  dal  die  ]»hysis(he  eigenschappen  ge- 
heel onafhankelijk  zijn  van  de  chemische  samenstelling,  moet  de  analyse- 
methode zoodanig  uitgebreid  worden,  dat  zij  meer  gegevens  verschaft  dan 
tot  nu  toe  het  geval  was.  Daar  de  in  ijsazijn  oplosbare  stof  een  mengsel  is, 
zal  in  eene  meer  of  mindere  volledige  scheiding  van  de  bestanddeelen  van  dat 
mengsel  vermoedelijk  een  middel  kunnen  worden  gevonden  om  te  komen 
tot  een  verband  tusschen  analyse-cijfers  en  iiualiteit. 

Uit  de  sedert  1901  verrichte  58  indigo-analyses,  uit  de  Kemoedoh-proe- 
ven  en  uit  het  Gautiwarno-onderzoek,  volgde  het  merkwaardige  feit,  dat  de 
samenstelling  der  indigo's  uitgedrukt  op  de  boven  aangegeven  wijze,  voor 
elke  onderneming  slechts  zeer  weinig  verschilde,  terwijl  echter  in  die 
samenstelling  groote  verschillen  optraden  bij  vergelijking  der  indigo's  van 
verschillende  ondernemingen.  Daar  echter  sommige  verschillen  in  de  berei- 
dingswijze, gelijk  boven  medegedeeld  een'  zeer  geringen  invloed  uitoefenen 
op  die  samenstelling,  moet  de  oorzaak  der  verschillen  in  de  analyses-cijfers 
der  indigo's,  afkomstig  van  verschillende  ondernemingen,  gezocht  worden 
in  andere  variaties,  die  nog  in  de  bereiding  mogelijk  zijn. 

In  eerste  instantie  moet  hierbij  worden  gedacht  aan  verschillen  in  de 
constructie  en  bewegings-snelheid  van  het  klopwerktuig. 

Inderdaad  bleken  verschillen  in  die  bewegings-snelheid,  dus  in  de  snel- 
heid der  oxydatie,  belangrijke  verschillen  in  samenstelling  en  qualiteit  beide 
ten  gevolge  te  hebben. 

Bij  proeven  in  die  richting  stuit  men  op  groote  bezwaren,  wat  aangaat 
de  verwerking  der  verkregen  pap  op  koeken.  Het  is  uiterst  moeilijk  deze 
op  het  laboratorium  zoodanig  te  verwerken,  dat  zij  door  het  persen  dezelfde 
habitus  verkrijgen  als  bij  de  fabriekmatige  bereiding. 


111 

Üit  het  Gantiwarno-onderzot^k  volgde  verder,  dat  het  onderzoeken  van 
ruwe  pap  op  aschgehalte  slechts  onder  zeer  bepaalde  omstandigheden  eenig 
licht  kan  geven  over  het  verloop  der  fabricatie.  Als  eerste  eisch  moet  dan 
echter  gesteld  worden  geregelde  dagelijksche  controle.  Zeer  zeker  kan  men 
echter  zeggen,  dat  met  onze  tegenwoordige  kennis,  het  resultaat  niet  in  over- 
eenstemming zal  zijn  met  de  daarvoor  te  maken  kosten  en  de  daaraan  te 
besteden  moeite.  • 

Wel  blijft  zeer  wenschelijk  het  onderzoeken  der  gewasschen  pap  op  vol- 
doende zuivering. 

Als  resultaat  van  tal  van  onderzoekingen  kan  hier  tevens  medegedeeld 
worden  dat  de  handelsindigo,  afkomstig  van  natalplanten,  geen  indirubine 
bevat. 

Uit  de  Gantiwarno  proeven  volgt  verder,  dat  bij  zeer  consciëntieus 
werken  een  vrij  constant  droogstofgehalte  in  de  gewasschen  pap  kan  worden 
verkregen,  en  dus  uit  het  quantum  verkregen  gezuiverde  pap  inderdaad  een 
goed  oordeel  over  sommige  onderdeelen  der  fabricatie  kan  worden  gevormd. 

Op  het  laboratorium  werd  een  onderzoek  verricht  aangaande  het  koken 
der  pap. 

Ofschoon  dit  inderdaad  eene  zeer  ingrijpende  verandering  in  de  samen- 
stelling der  pap  gaf,  blijkt  die  verandering  constant  te  zijn,  zoodat  het  kook- 
proces  dus  als  zeer  zeker  en  constant  in  de  uitvoering  dient  te  worden 
beschouwd. 

Aan  het  kookproces  wordt  trouwens  op  de  meeste  ondernemingen  bij- 
zondere zorg  besteed. 

Verder  bleek,  dat  de  indigo  afkomstig  van  koudwater-procédé  in  door- 
slag minder  organisch  ijsazijnextract  bevat,  dan  die  van  warm-procédé  af- 
komstig. 

In  't  algemeen  kan  men  zeggen,  dat  de  meeste  koudwater-indigo's  op 
100  deelen  aanwezige  indigotine  een  gehalte  aan  organisch  ijsazijnextract 
hebben  tusschen  19  en  24  deelen,  dat  dit  gehalte  tamelijk  zelden  tot  33  deelen 
rijst,  maar  uiterst  zelden  of  nooit  daarboven  komt.  Bij  warm-waterindigo 
komt  slechts  zelden  een  gehalte  beneden  21  deelen  voor,  gewoonlijk  ligt  het 
tusschen  21  en  33  deelen,  maar  nog  zeer  vaak  boven  en  zelfs  zeer  ver  boven 
33  deelen.  Dat  de  warm-waterindigo  beter  betaald  wordt  moet  dus  alleen 
worden  toegeschreven  aan  betere  physische  eigenschappen  en  niet  aan  hooger 
indigotine-gehalte. 

Ten  slotte  moet  nog  gememoreerd  worden  een  onderzoek  aangaande  de 
mogelijkheid  het  aschgehalte  der  reeds  volledig  gezuiverde  pap  nog  verder 
te  doen  dalen,  door  nawassching.     Inderdaad  bleek  daardoor  nog  een  tame- 


112 

lijk   Itcliiii^ii  jl<   l>t<lr;i^  ;i;iii  asrlrlM'Sl  ;i  ii(|il<-(l<'ii   l;;i|is?)   uil    (e  lickkcii.      .M(M-k- 
VVïlill'Hi}^  is  crlilcr   hel    IVil    (l:il    ;ill<t|i    ;i:iii<.v/iliil  il    \s;il('|-  <lil    sriiijiil    Ie  docll. 

i  imI  i  (-  a  n  ii  o  \  y  d  a  I  i  •-. 

Tci'  hcsl  iidct'iin^  \aii  tlil  \iaa;;stiik  was  ikmxü;:  lid  \  inden  van  eoiie 
}j;(K'<|r  rn  snelle  niel  liode  ter  lieicidin;,'  \ai;  elieniiseli  /iiiver  itidieaaii.  Ilel 
niochl  ^idllkken  eene  der^^t-lijke  lMelli(»de  en  zells  I  Wee  Ie  vinden,  die  iedel 
hiinue  oigiMiaaiilijic  voordeelen  hadden  naar  j^eliiug  dor  grootere  (d  kleiinM*e 
laboi-nloriuni-installalie.  Hei  hereiden  van  «^ritolere  (|uantunjs  (diemisch 
zuiver  indieaan  Iieel't  nii  niel  nieei  hel  niinsie  Ite/waar.  Hel  ondeizoek.  ver- 
i'iehi  tot  hel  \inden  de/er  nielhode.  leerde  reeds  lal  \aii  ei;:,enseli;i[t|ien  van 
1k'(  indicaan  kennen  en  sernioeden  lisonierie,  consi  il  iil  ie  en  i^edra;;  jej^enH 
ijzerzouten). 

Het  zon  te  ver  voeren  liiei-  daarop  nadei-  in  te  f!:aan.     Alleen  wensch  ik 
even  te  memoreeren : 
1''.  de  moeilijkheid,  waarmede;  indicaan  uil  onznixere  oplossingen  en  de  ge- 

makkelijklieid.  waarmede  het  uit  zuivere  oplossingen  kristalliseert; 
2''.  de  gemakkelijkheid,  waarmede  het  oververzadigde  oplossingen  vormt; 
rr.  de  gemakkelijkheid,  waarmede  het  bij  de  tropische  temperatuur  (in  de 

droge  tijd?)  zijn  kristal  water  verliest;  en 
4'\  de  buitengewone  houdbaarheid,  die  het  mogelijk  maakt  eene  4  procentige 
oplossing  op  het  waterbad  droog  te  dampen  zonder  belangrijke  ontleding. 
Verder  werd  de  oplosbaarheid  van  iudieaau  in  water  van  verschillende 
temperatuur  nagegaan,  en  bleek  deze  te  voldoen  aan  eene  algemeene 
formule  van  den  vorm  a  +  bt*,  waarin  a  en  b  constanten  en  t  de  tempera- 
tuur boven  nul  graden.     Eindelijk  werd  geconstateerd  het  bestaan  van 
eene  in  water  volkomen  onoplosbare  verbinding  (wit  van  kleur)  met  lood. 
welke  zich  slechts  onder  zeer  bepaalde  omstandigheden  vormde. 
Er  kon  tevens  een  begin  gemaakt  worden  met  een  studie  naar  de  indi- 
caan-oxydatie  met  chemische  middelen,  toegepast  op  het  zuiver  indicaan, 
"waarvan  de  orienteerende  proeven  reeds  interessante  resultaten  gaven,  welke 
echter  nog  niet  voor  resumeering  geschikt  zijn. 

Indigo-analyse. 

Het  belang  verbonden  aan  eene  snellere  bepaling  der  bestanddeelen  van 
de  indigo  werd  grooter  sedert  er  eene  goede  methode  der  iudicaan-bereiding 
gevonden  was.     Nu  toch  bleek  bij  de  studie  der  indicaan-oxydatie  het  ond^r- 


115 

zoêlv  van  beroide  indio;o's  herhaalde  malen  voor  te  komen.  Tot  nn  toe  ge- 
lukte Imt  ^vel  de  niaiiiipnhities  te  vereenvoudigen,  eohter  ten  koste  van  de 
nauwkeurigheid.     De  oorzaken  hiervan  moeten  nog  opgespoord  worden. 

I  n  d  i  g  o-r  a  f  f  i  n  a  g  e. 

Dit  facultatieve  punt  van  het  pogramma  kwam  niet  in  behandeling. 

C  n  1 1  u  n  1'  p  r  o  e  V  e  n. 

In  afwachting  der  komst  van  iemand,  die  de  speciaal  botanische  vraag- 
stukken rakende  Indigo  zou  hebben  te  bestndeeren  en  ter  voorbereiding  van 
dat  botanisch  onderzoek,  werden  in  het  verslagjaar  reeds  eenige  cultuur- 
j>roeven  genomen,  waarbij  werd  nagegaan  hoe  nabij  men  zou  kunnen  komen 
aan  het  te  stellen  ideaal:  planten  te  kweeken  in  volkomen  gelijken  bodem, 
onder  geheel  gelijke  omstandigheden  en  afkomstig  van  korrels  van  gelijke 
afmetingen  en  specifiek  gewicht. 

Het  leeren  kennen  der  moeielijkheden,  bij  het  streven  naar  dir  doel  zich 
voordoende,  gaf  zeer  nuttige  vingerwijzingen  aan  voor  verder  te  nemen 
jiroeven.  Zonder  hier  in  bijzonderheden  te  treden,  zij  toch  vermeld,  dat  de 
grootste  dier  moeielijkheden  blijkt  te  bestaan  in  de  slechte  kieming  van  het 
zaad,  waardoor  bij  vergelijkende  proeven  de  grootste  ongelijkheden  dreigen 
te  ontstaan.  Als  regel  toch  kiemden  van  zaden,  die  geenerlei  voorbewerking 
hadden  ondergaan,  op  100  stuks  er  altijd  minder  dan  KI  te  gelijk  en  goed. 
Het  is  Itekend,  dat  men  ook  in  de  praktijk  om  eene  betere  kieming  van  het 
zaad  te  verkrijgen,  dit  kunstmatig  beschadigt  door  het  met  zand  te  stampen. 
Zooals  van  zelve  spreekt  is  eene  zoo  ruwe  kunstgreep  voor  het  doen  van 
nauwkeurige  proeven  niet  aan  te  wenden.  \'au  daar  werd  getracht  door 
prikken  in  het  zaad,  zonder  de  kiem  W  kwetsen,  eene  meer  gelijkmatige  kie- 
ming te  verkrijgen.  Wel  gelukte  dit,  maar  tevens  bleek,  dat  dit  ingiijpen 
een  ongunst igen  invloed  op  de  jonge  kiemplant  had,  zich  o.  a.  in  de  eigen- 
schappen van  den  wortel  openbarend. 

Bij  de  nauwkeurige  metingen  der  zaden  bleek,  dat  het  Indigo  zaad  van 
verschillende  ondernemingen  zeer  belangrijk  in  gemiddelde  grootte  ver- 
schilt. P.ovendieii  wenleu  gegevens  verkregen  omtrent  de  hoeveelheid  /aden, 
die  men  voor  verschillende  later  te  nemen  proeven  noodig  zal  hebluMi. 

Twee  proeftuinen  werden  aangelegd,  een  op  de  onderneming  Djiwo  en 
een  grootere  nabij  Klaten.  De  hieraan  besteede  moeile  en  kosten  zullen 
ook  voor  verdere  proefnemingen  vruchtdragend  zijn. 

VERSL4C    VAN    *S  UNDS  PLANTENTUIN    iW±  ° 


114 
§  XIV. 

AFDKEIJN»::  .,i'i:oi;i'sT.\Ti(»N  \(Mti:  'riii:i:'. 

Aiiii^c/.lcii  in  (Ir  fcislc  |i;n ji<;i'a:ir  \;iii  dil  \(  rshi;;  liet  ( 'Htiivornr'inonts- 
l'.rsliiil  \:iii  1.'.  Ajiiil  IDdl!  II'  1(!  in  cxlcnsd  is  w  ••(•r^«'>,M-\  en.  /.«m»  is  i«mm1s  Im- 
li:in<li-l(l  Z(t<i\\<l  <|i'  n|)ri(  iilin^  \;in  \\i-y.r  nicnwi-  nltji-clinn  ;i|s  de  h;i;ii-  ^iforvcii 
iM'Scliikiuii^  o\<'i-  ('cnc  l;ilior;ilMiinni  ;^i'|t'^cniiri(l  en  o\ci-  ifiicin  \o(ir  a-w 
liidcll  iiin  ;ii<l  \\;ii('  (lcili;i  I  \  <■  slcihts  in  Ik  rhalin^i-n  Irt-dcn  /.on  op  cfn  en 
nntlcr  iiicr  weder  werd  In  ll;^;^(•i^onlt•n.  .Mit  \cr\vij/.in<;  n;i;ii-  die  i'iTstc  |i;ic;i- 
^r;i;il'  wordl   dns  \olsl;i:ni. 

0|i  ;^i-ond  \:in  lifi  iM'|i;i;ildc  l»ij  lid  ;i;i  nuflnin  Ide  <  loii\  i-nn-nicnt  s  l'.fsliiit 
\-o(n(l(.  de  ondri-^ctcckcndc  ziili  toe.  ;ils  ('lief  de/cl'  iifdeclin^i  ..rroclslii lion 
vooi-  'l'Jicc"'  !>'.  A.  \\'.  X  :i  n  n  i  ii  ^  ;i.  die,  zoonis  lickcnd,  /.i(li  rt-fds  ^fcrni 
men  tijd  liij  "s  Lnnds  IMnntenhiin  litM-rt  hczijf  jjchoudcn  niet  ondcrzo^'kinp'n 
Itctrcircndc  O])  ,J;ivn  ^ccnlt  ixccrdc  tlicci'ii,  corst  ondci'  l(idin<i.  van  Tiof.  T)^  1*. 
\  il  n    Iv  o  111  1)  11  !•  ii' Il    «'M  dn;niin   zclfsljindi^'. 

Aanj^ezicii  zeer  kort  na  hel  ncmcii  der  licscliikkin^  van  i:!  Ajnil  1!>02 
11"  Kt  d<'  mij  o]>.ii('dia.n('n  coniinissic  reis  moest  worden  aanvaard,  hebben  de 
weikznamlicden  deze  nieuwe  al'deelin^'  jdaats  ^•ej^repon,  terwijl  ik  afwezig 
was.  DientenfjiMoljiO  wordt  liier  het  rai)i)ort  van  den  afdwlino-sehef  in  zijn 
jicheel  en  on<>(?wijzij»d  overjijenomen,  zonder  eeniije  beschouwing;  of  toevoe- 
«•inp:  mijnerzijds  —  zooals  anders  bij  eene  eerste  maal,  dat  een  nieuwe  para- 
•iiaaf  in  liet  versla»;  voorkomt,  <;eiii(MMilijk  <;-es<-hiedde. 

P  e  r  s  o  n  e  e  1.  Den  l*"""  Se])teniber  werd  als  assistentie  aanjijesteld  Mej, 
E.  S  (!  h  e  r  e  r,  die  belast  werd  met  eenvondij^e  analytische  weikzaamlieden 
onder  controle  van  den  Afdeelingschef. 

Den  P''"  Anunstus  werd  de  heer  J.  P.  Pee  r  e  b  o  o  in  V  o  1  1  e  r,  ond- 
administraleiir  v;in  de  tliee-oiiderneminjj;  I'asir  Kenanoa,  aanjjesteld  als 
tijdelijk  O]  zichter,  beiasi  mei  de  ont^iiiiiinj;-  van  het  leirein  voor  den  thee- 
proel'aanplant  „l'asir  Saron«»j;è". 

Den  1.7'"  November,  na  afloop  der  voor  1902  op  't  prof^ramma  staande 
ont};innin<i,  verliet  ons  de  heer  P  e  e  r  e  b  o  o  m  Volle  r,  om  eene  beter 
gesalarieerde  IxM rekking  nier  vastere  vooruitzichten  aan  te  nemen.  In  diens 
jdaats  werd  voor  korten  tijd  aanjicsteld  de  heer  C.  C  Staal  van  Vlo- 
ten,   die  ons  om  dezelfde  redenen  den  1^^*'"  Januari  verliet. 

Gebouw  e  n  e  t  c.  P.eoin  April  kon  het  nieuwe  laboratorium  bestemd 
speciaal  voor  onze  Afdeeliiio-,  in  oebrnik  worden  genomen  en  naar  de  eischen 
Aan  dit  onderzoek  worden  iniiericht.     Het  bestaat  uit: 


^ 

^ 

o 
o 

«IJ 

(S 

^ 

^ 

V- 

roj^ 

o 

o 

S 

5^ 

^ 

** 

<;^ 

<o 

^^ 

^ 

«il 
•  <-> 


No 


%o^'J 

^ 

^ 

'S 

se 

CSU 

>i. 

^ 

s; 

!^ 

Qj 

<i/ 

k 

.^ 

^> 

^ 

1^ 


(i.    eehe  ruimp  zaal  als  oiopnlijk  laboratorium, 

b.  eeno  zaal  voor  de  eliemische  balansen,  waarin  meteen  sclirijfialL'1,  kasten 
voor  bo«'ken,  voor  chemicaliën,  etc, 

c.  een  kleiner  lokaaltje,  inoeridit  als  ber<>plaats  voor  glaswerk  etc, 

fl.    een  klein  bamboe-gebouwtje,  ingericht  als  si»oel])laats  en  voor  't  maken 
der  monsters  etc 

Reizen.  Door  den  al'deelingschef  werden  in  't  afgeloopen  jaar  een 
aantal  reizen  ondernomen  tot  bezoek  van  een  40-tal  ondernemingen;  hierbij 
werden  zooveel  mogelijk  speciaal  ook  die  ondernemingen  bezocht,  welke 
nieuw  tot  het  Proefstation  waren  toegetreden. 

Verder  werden  een  aantal  reizen  ondernomen  naar  het  terrein  voor  den 
proefaanplant;  van  af  1  Augustus  omstreeks  elke  i*  a  :;  weken,  welke  reizen 
steeds  1  a  'i  dagen  in  beslag  namen. 

PROEFAANPLANT  „PASIR  SAROXGGÈ'"  ['). 

A.     O  n  t  g  i  n  n  i  n  g. 

Van  het  geheele,  ter  beschikking  van  den  Directeur  van  's  Lands  Plan- 
tentuin  gestelde,  terrein  groot  omstreeks  200  bouws  (opgemeten  en  in  kaart 
gebracht  door  den  heer  ( '.  L  a  n  g  van  's  Lands  Plantentuini,  werd  het  be- 
nedengedeelte  groot  50  bouws,  voor  't  grootste  gedeelte  bestaande  uit  in 
slechten  toestand  verkeerende  Gouvernements-koffietuinen  en  alang-alang 
velden,  voor  den  thee-aanplant  afgestaan. 

De  grond  werd,  na  verwijdering  van  de  aanwezige  koffie-  en  schadnw- 
boomen  (dadap)  tot  eene  diepte  van  2  i\  21/4  voet  omgewerkt,  welke  zeer  inten- 
sieve bewerking  wij  noodig  achtten,  vooral  omdat  de  grond  i-einls  jaren  lang 
in  cultuur  was  geweest  en  nog  nooit  diep  was  omgewerkt.  Deze  bewerking 
geschiedde  of  in  eens,  of  —  \va;ir  dit  door  veel  alang-alang  of  casso  onmoge- 
lijk was  —  in  twee  keer.  Op  enkele  jjlaatsen  had  de  bevolking  (abak  ge- 
plant, soms  tusschen  de  koffie;  deze  kon  tijdig  worden  vei\vij(ler<l,  ev(»nals 
ook  enkele  andere  inlandsche  gewassen,  die  voor  de  ontginning  werden 
geoogst. 


(')    Zie  nevensgaand  sclielskaartje,  waarop  is  aangegeven: 

a.  venleeiing  van  de  in  hel  verslagjaar  oiilgoiuion  25  houw  in  Iieclaren.  (elke  Iiectare 
is  weer  onderverdeeld  in  stukken  van  een  kwart  licrtare),  voor  latere  proeven  niet  lie- 
mesting,  snoei,  pluk  en  dergelijke; 

b.  afstand  waarop  geplant  wordl  —  plantwijdte  in  Hijnl.  voelen  —  welke  telkens  voor  de 
geheele  oppervlakte  van  een  hectare  dezelfde  is. 


Bij  (Ic  <)nlj:;iiuiiiiji;  bleek  Icn  diiidelijkslc  di-  ;^i-lijUiii:ii  i^^dieid  iii  pliysiKclio 
f;^<'S<('l<lli('i<l  \jm  liel  ;^<'lir'<'lt' (tiit<::(»iiii<'ii  tfirtin.  I  )c  j^rtnid  lifsl:i;il  uil  /:iinli),'e 
iccin  iiicl  \iij  \i-i'l  i^riiKJ  cii  sicciiijcs  iii  <li*ii  Imi\  ciii^nnHl  ;  di-  khiir  \;tii  ddi 
lio\»'ii^r<tiid    is  jiiijslniiiii,    \;iii    den   ()iidfi-;;i(tiid   ;;i-fl;i(|ii  i;^. 

I)cli;il\<'  dc/.r  oiili^iiiniii^  Wfid  m»^  <-ciic  |(c|iinicic  ^loul  ciic:!  1  Ikhiu 
ii;m«;ei(';;(l  \  oor  |)l;i  lil  iii:i  I  )-ri:i:i  I   \<h)|     I    Mil^nidr  ja;ir  (iioj^  iii-<;i  L'."  Iioiiusi. 

X;i  lii't  (»|M'iil(';^;^<'ii  \:iii  dtn  ^^iniiu  werd  lit*i  h-rrein  \<'i'decld  in  sliikkt-ii 
vjin  I  II. A.,  iiifl  oiidfiNfidfcliiiLicii  in  sliikki-ii  \;iii  'j  II. A.  ( )iii  «dkt-  II. .\. 
loopt  ccil  \\t'<;  \;iii  1  M.  Idi'cd.  Iciwijl  i-lki-  I  ,  II.  \.  (ilii;ic\cii  is  door  tM-n  \Vt'^- 
j4»'lj('  \;iii  '2['-,  v<M'l  hiccd.  I  )r  lirctdlc  dt/.iT  wi-^ni  is  liiiiitii  i\>-  o|)|ii-i\  lakkt-n 
vau  'i  II. A.  I  >('  klein»'  xieikanten  i',  ll..\.i  lieldun  dus  zijden  \an  jiiisi 
r<(>  M.  llierctp  werden  de  planistokjes  (adjirs)  jieplaalsl  en  vaii^'^oleii  j^e 
jiiaveii.  hl  dezen  toestand  bleef  het  ter  rein  circa  -  a  H  maand  lig}^»'"  <""  g<><"d 
te  (b>en  nilznren. 

De  \\('eis;4«-steldlieid  was  Inj  de  onliiinniii^  zeei-  jiunslij.;,  daar  er  in  dien 
tijd  geen  le^cn  viel.  Ook  bij  liel  planlen  werd  ^nnsti;;-  weer  ot-ircdfen  ni. 
nagenoeg.;  (dken  daj^  eeiie  rej^cnbni. 

B.     Z  a  a  d. 

Door  den  Directeiii-  van  's  Lands  IMaiitentnin  werden  door  beniiddcdinjj; 
Aan  den  Consul  te  ('alcntta  direct  besteld  S  niannds  liazaloni  zaad,  om  liiei- 
mee  de  dit  jaar  f>ntt;onnen  17  H.A.  direct  te  beplanten  (dns  nit  de  pit);  deze 
pitten  arriveerden  hier  in  <>oeden  toestand  omstreeks  l  Januari  1!)03  en  zal 
een  volgend  versla»  hieromtrent  verder  hebben  te  berichten. 

Verder  werden  nog  ontvangen: 

begin      Xovember  (»  gantang  zaad  van  ,,Gambong", 

midden  „  8         „  „         ,,     „Ardja  Sari", 

„  „  3         ,,  .,         „     „Goenoeng  Malang", 

begin      December  1   nmund  Bazaloni  en 

1  „  Kowes  van  de  firma  J.  Peet.  &  CO.  te 
Batavia, 

begin      December  1  mannd  Manipure  indigenons  en 

]  ,,  Singlo  Hill  vau  den  heer  H.  M.  van 
der  Beek  te  Bandong.  Doordat  bij  laatstgenoemd  zaad  vele  slechte 
pitten  waren,  verzocht  de  heer  van  der  Beek  hievoor  20%  restitutie 
te  mogen  leveren,  waarop  begin  Janna li  nog  11  K(J.  Jaipnrzaad  werden 
ontvangen.  Over  de  hoedanigheid  eu  de  opkomst  van  de  verschillende  zaad- 
varieteiten,  alsmede  over  het  meer  of  minder  egaal  eu  gunstig  type  etc,  zal 
een  later  verslay-  hebbeu  te  berichten. 


117 

Nojij  eeüige  aiitlciv  ondei'U(Miiiii<;eu  bier  te  lande  haddeu  toezegging  ge- 
daau  voor  de  levering  Aan  theezaad  uit  hare  zaadtuinen,  doch  bleek  deze 
levering  niet  mogelijk,  doordat  de  langdurige  droogte  bizouder  ongunstig  op 
de  zaadproduttie  had  gewerkt.  Dientengevolge  was  aan  het  eind  van  het 
verslagjaar  te  voorzien,  dat  er  nog  wat  zaad  bijgekocht  zou  moeten  worden 
om  voldoende  plantmateriaal  voor  de  50  bouw  te  verkrijgen. 

C.     C  u  1 1  u  u  r  p  r  o  e  v  e  n. 

(i.  V  a  r  i  ë  t  e  i  t  e  n.  Uit  het  voorgaande  blijkt  reeds,  dat  proeven 
worden  genomen  niet  verschillende  zaad-variëteiten,  zoowel  van  hier  als  van 
Britsch-Indië.  Jammer  mag  het  heeten,  dat  eenige  Jata'sche  ondernemingen 
nu  niet  konden  leveren,  daar  voor  eene  vergelijkende  proef  het  uitpooten 
terzelfder  tijd  natuurlijk  zeer  gewenscht  ware  gew^eest. 

Ook  zal  worden  gelet  op  het  voorkomen  der  pas  uit  den  grond  gekomen 
plantjes,  habitus,  kleur  etc.  om  na  te  gaan,  of  wellicht  daaruit  reeds  eenige 
conclusie  te  trekken  is  omtrent  den  lateren  groei,  type  etc.  der  plant.  Hier- 
voor werden  een  iMlO-tal  plantjes  uitgezocht,  waaromtrent  voortdurend  aan- 
teekening  zal  worden  gehouden. 

De  verschillende  variëteiten  zullen  later  natuurlijk  worden  onderzocht, 
zoowel  op  q  u  a  1  i  t  e  i  t  der  daaruit  te  bereiden  thee  als  op  de  productie 
per  bouw.  Om  vergelijkende  fabrikatie-proeven  te  kunnen  nemen,  werd 
van  elke  variëteit  eene  vrij  groote  hoeveelheid  genomen. 

&.  De  verschillende  p  1  a  n  t  w  ij  d  t  e  n  genomen  voor  de  dit  jaar  uit 
de  pit  geplante  Bazaloni  ziet  men  op  het  schetskaartje  (^).  Vrijwel  alle  hier 
op  Java  voorkomende  afstanden  zijn  daarbij  vertegenwoordigd. 

De  niet  voor  deze  i)roeven  in  aanmerking  komende  stukken  zooals  enkele 
uithoeken  en  de  beide  hellende  stukken  7  en  8  zijn  geplant  3  op  4  of  bij  hel- 
ling 3  op  5  voet. 

c.  Terrassen.  Bijna  het  geheele  terrein  heeft  eene  zeer  zw^ikke 
helling,  waardoor  terrassen  overbodig  schijnen,  alleen  de  stukken  7  en  8 
vertoonen  eene  gedeeltelijk  vrij  sterke  helling,  zoodat  hier  met  den  aanleg 
van  terrassen  eene  proef  kan  genomen  worden  ter  vergelijking  met 
ongeterrasseerd. 

Beide  stukken  zijn  van  vanggoten  vooizitm,  terwijl  op  de  hellingen  der 
terrassen  Autanan  is  gejtlMnt  om  den  grond  vasl  te  lion<l<'n,  tMi  wel  met  zeer 
goed  succes. 

(/.     P  1  a  n  f  h  o  e  d  j  "  s    weiden  ni«>(  noculig  geacht,  doch  wi-rd  hiermee 

(')    Zie  pag.  115. 


118 

ren  |ir<H-f  ^(MioiiMMi  op  liet  stuk  (\'Il.  \v:i;irv;in  \  1»/  <ii   \  l</  iii  •!  .11  \|/>iii   \lc 
/.(iiidri    |il;iiilli<H'(l  jcs  /.ijn   uil  j:f|il;i  m  . 

(her  M'idrrc  tr   ucuK  11  (iill  uur|u  t)<\iu  i  uilsui  jdtn    \;iii   ilni    liuord^ljun, 

snufi,    JiluU.    l,M<)riif    rn    ;ilnliH'    IhIIM'sI  ili;;.    si  liuduu     rlr.    ctr.l    /,;il    (••M'sl     hitd' 

kuuiirn   wfiidi'ii  l»criilil. 

\\'  e  l  V  u  s  c  11  ;i  \>  \>  r  I  ij  k  e    n  (i  d  <■  r  /  n  <•  k  i  M  '^  V  u. 

l'lcu  \  rij  i;i(t»»l  ticdi-rllr  \;iii  Int  ;i  I  i:cl(Mi|M-n  juiir  wt-id  ^'t-wijd  ii;in  luM 
(Midcr/.uck  u;i;ii-  di-ii  i  n  \  I  o  r  d  \  ii  11  d  <•  s  a  ni  <•  n  s  I  <•  I  I  i  u  ^'  \  a  n  <\  e  u 
It  (»  d  e  ni     »t  p    d  «■    4  u  a  I  i  I  e  i  t     d  <•  i     I  lic  e. 

WauiHM-i-  int-n  (■<-nc  \  ••iLCt-lijkiuj.';  uiaakt  lussidu-n  de  uiaikl  waai'dc  van 
Uicfiui  van  \('is(liill('ii(li-  i»nd<'rncuiin<,0'n.  die  (iud<-r  ou^m-vcci-  ovncM-id^oincnd*' 
(iinslandij^licdcn  falu-icccicii  i.u('liji<(  lio();^tc  hoNcn  zee,  jduk  cvm  fijn  en 
»uij,n'\('('i-  even  \aak,  t  v|)''  \iij\vcl  "1  zelfde  etc)  en  wanneer  nun  daaieid)()vi'n 
bekend  is  met  de  wijze  van  faluikalie  op  deze  ondernemingen,  dan  moet  men 
(».  i.  wel  tol  de  ((uiclusie  komen,  dat  het  gruote  verschil  iu  marktwaarde  niet 
alleen  kan  ligj;en  in  de  meer  of  minder  rationeele  methode  van  fabrikatie. 
X'ooreerst  ^verd  hier  gedacht  aan  den  invloed,  dien  de  g  r  o  n  d  oj)  het  daarop 
gegroeide  }>roduct  kan  hebben  en  weid  een  vergelijkend  chemisch  onderzoek 
ingesteld  naar  de  samenstelling  \an  ilen  bodem  van  verschillende  onder- 
uemiugeu  eenerzijds  en  het  daarop  gegroeid  blad  anderzijds.  Eeu  aautal 
grondmonsters  werden  aan  een  \iij  uitvoerig  chemisch  onderzoek  onder 
Würi)en  en  daai'op  werd  het  blad  onderzocht  op  deze  verschillende  gronden 
gegroeid.  (Jroote  ziu-g  werd  hierbij  besteed  zoowel  aan  de  keuze  der  ouder- 
ricmingen  als  aan  de  veizameling  van  het  onderzoekingsmateriaal,  dat  op 
alle  ondernemingen  zooveel  mogelijk  ojt  dezelfde  wijze  ges<hiedde.  aangezien 
hier  alles  aankwam  o]»  veigelijkbaarheid  der  te  verkrijgen  cijfers. 

I>at  het  resultaat  \an  dit  onderzoek  jx'sitief  was  en  er  inderdaad  een 
belangrijke  invloed  van  de  samenstelling  van  den  bodem  op  de  samenstelling 
van  het  blad  was  te  constatceren.  meenen  wij  hier  't  Ix'ste  te  illustreeren 
door  repioductie  der  \oor    mangaan    verkregen  cijfers: 

Aarde  Blad 

■  boven-  ondergrond 

1    Tjii  (Minden  ü,4ti   %    .MnO  d.KIVt    -MnO         n.(i.j(l%    MnU 

1'   IVrbawati  0,19    „  0,11)  „  0,011,, 

3  G(-alpara  0,11    ,,  0,17,,  O.dlO,. 

4  Maleber  0,0S    „  0.10,,  0,012,, 
D  Goenoeng  Malang         0,73    „                     0,57  „  0,123  „ 


119 

Aaide  Blad 

boven-  onder.tirond 
G  Boeuga  Meloer              0,49  %  MnO  (1,10%  MnO 

7  KSoekauegaia  0,27    „  0,80,,  0,037,, 

8  Pasir  Nangka  0,20    „  —  0,046,, 

9  ranjairan  0,22    „  —  0,087,, 

10  Rongga  0,62    „  —  0,130,, 

11  Malabar  0,065,,  —  0,007,, 

12  Bagelen  0,056,,  —  0,003,, 
Duidelijk  blijkt  uit  deze  cijfers,  dat  grond  met  weinig  nunigaan  ook  thee- 
blad produceert  met«weinig  mangaan  en  omgekeerd,  dat  op  mangaanrijken 
grond  het  blad  ook  veel  meer  mangaan  opneemt.  Enorm  groot  zijn  zelfs  de 
verschillen  tusschen  de  uitersten,  hetgeen  wij  van  het  theeblad  niet  ver- 
wacht hadden. 

Vergelijken  wij  A  de  ondernemingen  P  e  r  b  a  w  a  t  i,  Goal  p  a  r  a,  M  a  1  e- 
b  e  r  eenerzijds  met  B  G  o  e  n  o  e  u  g  M  a  1  a  n  g,  B  o  e  n  g  a  M  e  1  o  e  r  en 
Soekanegara  anderzijds. 

Bekend  is  het,  dat  de  sub  A  genoemde  3  ondernemingen  gemiddeld  hoo- 
gere prijzen  behalen,  dan  de  sub  B  genoemde,  terwijl  toch  het  hoogteverschil 
tusschen  alle  6  ondernemingen  niet  zeer  groot  is. 

Een  vergelijking  van  het  mangaangehalte  der  6  blndmonsters  doet  zien 
dat  een  laag  mangaangehalte  hier  samengaat  met  hoogen  prijs  en  omge- 
keerd. 

I)ez<'  regel  schijnt  ook  voor  de  andere  thee-ondernemingen,  zooverre  er 
bladraonsters  werden  onderzocht,  vrij  wel  o})  te  gaan,  evenwel  met  enkele 
uitzonderingen  (o.  a.  Bagelen  en  Rongga). 

Bagelen  vertoont  zeer  laag  mangaangehalte  en  toch  zijn  de  door  deze 
onderneming  behaalde  prijzen  niet  hoog.  Een  veimoedelijke  oorzaak  dezer 
afwijking  meenen  wij  hier  te  kunnen  opgeven  nl.  eeji  zeer  laag  kalkgehalte 
van  deze  lliee,  abnormaal  laag  vergeleken  mei  alle  ondernemingen,  die  hoo- 
gei-e  prij'/j-n  Iielialcn;  in  oNcrecnstemmiug  liiniiicc  beval  ook  {\v  l)odem  \an 
Bagelen  weinig  kalk. 

\-d\\  eenig  belang  schijnen  deze  groote  verschillen  in  mangaangehalte 
van  de  onderzochte  bladmonsters  vooral  ook  daarom,  aangezien  volgens  onze 
onderzoekingen  hel  1  h  e  e  f  e  r  ni  e  n  I.  do  slof.  die  de  Cernientalie  van  d(^ 
thee  bcnverkl,  w aaiscliijnlijk  beslaat  uit  cene  organisrlie  m  a  n  g  a  a  n  v  e  r- 
b  i  n  d  i  n  g    (zie  hieronder). 

Hoe  het  samengaan  van  een  laag  mangaangehalte  met  liooge  markt- 
waarde is  te  verklaren  in  verband  met  de  functie,  die  naar  alle  waarschijn- 


120 

lijklii'i»!   Ii<'(   iiiaiij^Jinn  l»ij  dr  fniiKMihii  ie  \ci\iilf.  (|;i;ii  diiii  rciii   s<  Injui   vuuc- 
;ilsii»»;,'  liif'ls  iiirt  /.ckfilicid   Ie  /.f^'^cw. 

\';ili  <lr  u\ri'i;,'('  jisdilx-sl  ;i  iHldfclcn  \  ci  I  uoin-n  \i-|c  uid  dir  ^'lonlc  \«t 
scliillfii,  welke  \oni-  iii;i ii tüiii II  wfitli'ii  ucNondi'ii;  lo(  Il  /.ijn  (».  ;i.  (xik  di»-  \<M»r 
kiilk.  iii;i^Micsi;i  cii  |di<ps|dii(i/.iiiir  \iij  sicrk  iiili-fiilo(>|ifiid.  i-u  tuuiicii  /.ij  dni 
(lelijk  ;irii;iiik<'li  jklicid  \;iii  (!<•  liuf\  ecllirid  dc/ci  stotlin  in  den  liiidcin  in  (••■n 
\«>uid<'  |d;uil  (i|in('rnili;iicii  \oiiii  ;i;iii\\  r/i^. 

S|ic(i;i;il  scliijiil  uil  i\i'  \  fi  ki  r;:i'n  cijlVis  im'l  (■(•ni;:<n  ;:i(iiid  \;iii  \\;i;ir 
s<  lii  jrili  jklicid  ;il  !<■  icidm.  d:it  \\;imn'cr  ren  nj'  niiM-r  <\<-7.i-v  |'l;inh'ri\  <M-din;:s 
stoffen  in  di'ii  Itudciii  in  !<•  ;^<'iin;^(.  Ikm-v  (•«■llicid  vmn  de  t  lii-<-|i|;i  m  disjtunilul 
zijn.  liet  l)l;id  \iin  deze  stoffen  o(»k  inindor  d:i!i  oen  ;4<Miiiddcld  ^'oli;illi'  Im'\;ii 

( )nij;«'k('('rd  zon  dus  nil  de  iis(  liainilysc  van  hlad  \an  /«'Ucn-n  tliectiiin 
kiMMU'ii  wolden  afgeleid  of  een  of  nieei-  <ler  vooi-  d<'  jdant  noodzakelijke  \(>e 
din<;sst(d"fi'n  in  den  bodem  onllnekcn  en  dus  door  heniesting  dienen  te  wor- 
den toejxevoejxd.  I  )ooi-  toevoe^in^^  xaii  di!  <»nl  lire!<eiide  liesl  a  iiddecl  /,(»n  dns 
w  aaiscliijidijk  niet  alleen  de  i|nanlileil  d(»(]i  ook  de  (|iialiteit  van  d<'  ooj^st 
veil)etefen.  litdriikktdijk  zij  liier  vernield,  dat  deze  stcdling  sleejiis  onder 
vootlteliond  liief  woidt  <;«'<:('\ en.  (tveitnii^d  als  wij  zijn,  dat  vooi-  eene  defini- 
tieve uitsjuaak  in  dezen  het  ondeizoehle  materiaal  noj;  te  klein  is.  terwijl 
daarvoor  ook  exa<-te  cnltnni'iuof'ven  dienen  te  worden  «jjeiiomeu. 

Mo(dit  de  liier  ondei-  voorbehoud  iiitu-esitrokeii  stelling  waar  blijken, 
dan  zon  daai\  an  het  gevolg  kunnen  zijn,  dat  èn  g  i-  o  n  d  a  n  a  1  v  s  e  s  —  die 
altijd  oid)et  rouw  bare  residtatin  zullen  blijven  geven,  daar  wij  geen  mi<ldel 
hebben  dat  vooi-  den  grond  e<>n  even  groot  extractie-vermogen  bezit  als  de 
plant  — èn  b  e  u\  <•  s  t  i  n  g  s  p  r  o  e  v  e  n.  die  steeds  zeer  veel  tijd  vorderen, 
vfxual  voor  meerjai'ige  cidtures  e?i  slee  hts  tot  zekeren  graad  betrouwbaar 
zijn,  meer  op  den  acht<'rgrond  zouden  geraken  ten  koste  van  a  s  c  h- 
a  n  a  1  y  s  e  s  . 

Onderzoeking  e  n    o  m  t  r  ent    het    t  h  e  e-f  e  r  ni  e  u  t. 

Reeds  in  't  vorige  jaarverslag  kon  worden  meegedeeld,  dat  het  gelukt 
was  het  feiinent  uit  het  tlu^eblad.  d.  i.  d<  stof,  die  de  fermentatie  van  het 
blad  bewerkt,  te  isoleeren. 

Uit  een  nader  onderzo(dc  dezer  interessante  stof  kunnen  wij  hier  in  *t 
kort  het  volgende  meedeelen. 

De  waterige  oplossing  van  het  ferment  ge<'ft  nu't  vers<h  bereide  guajac- 
tinctunr  gecMi  blauw  kleuring,  hetgeen  wijst  o]»  afwezigheid  van  eene  oxydase. 
Bij  to<'voeging  van  een  weinig  waterstofsuperoxyd  ontstond  direct  intensieve 


121 

blainvkh'uiiiij;,   evenals   bij    i;(>l)iuik    vau   eene   jinajac-oplossiiig.   die   reeds 
eeuigeu  tijd  j^estaan  had. 

N'olgvus  de  littei-atviui-  Z(»u  deze  reactie  ehaiaeli^i'istiek  zijn  voor  p  e- 
i'oxydasen;  evenwel  moet  hiri-  woidcn  meegedeeld,  dat  volgeus  een  in- 
gesteld onderzoek  ook  de  ni  <i  n  g  a  a  n  z  o  u  t  e  n  —  zoowel  anorganische  als 
orgauisehe  —  deze  reactie  vertooneu. 

Laat  men  de  niet  te  verdunde  wat»^rig(^  oplossiug  van  het  ferment  over 
nacht  staan,  dan  scheidt  zich  op  den  bodem  van  het  glas  een  compact  wit 
neerslag  af,  hetwelk  bleek  te  bestaan  uit  M  a  n  g  a  a  u  j»  h  o  s  p  h  a  a  t.  Te- 
gelijkertijd vormen  zich  aan  de  oppervlakte  der  vloeistof  eene  menigte 
krisstalstaafjes,  die  bleken  te  bestaan  uit    c  a  1  c  i  u  m  p  h  o  s  p  h  a  a  t. 

Eene  aulyse  van  het  bij  i()ö°  gedroogde  (ruwe)  fermeutpoeder  gaf  de  v(d- 
gende  bestauddeelen: 

Gloeiverlies    (organische    substantie)    +    -45    %. 

Kali  „    LM)     „. 

Kalk  "  „      1,5  „ , 

Magnesia  „      5     „. 

Mangau  oxydulc  ,,      4     „ . 

IMiosphorzuur  „      9     „ . 

Stikstof  „      1     „ . 

Rest  „    14,5  „  koolzuur  -j-  weinig  ver- 

ontreiniging. 

Om  na  te  gaan  welk  van  de  samenstellende  Ix^standdeelen  het  werk- 
zame principe  uitmaakt  bij  de  fernuHitatie,  werden  i)roeven  met  verschil- 
lende organische  en  anorganische  m  a  n  g  a  a  n  ,  k  a  1  k  .  magnesia-  en 
k  a  1  i  zouten  genomen.  De  verbindingen  werden  bestudeerd  in  hare  wer- 
king op  het  t  h  e  e  1  o  o  i  z  u  u  r  en  op  het  poeder  van  theeblad  (uadat  hierin 
het  ferment  onwerkzaam  was  gemaakt  door  korten  tijd  verwarm<*n  op  tK)°('). 

int  d(^ze  onderzoekingen  bleek,  dat  alleen  de  m  a  n  g  a  a  n  zouten  —  zoo- 
wel de  organische  als  de  anorganische,  de  laatste  weliswaar  in  veel  geringere 
mate  —  het  the<'looizuur  vei mogen  te  ontleden  in  bi  uine.  ten  deele  onoplos- 
bare ontledingsproducten  en  het  theeblad  bruin  te  kleuren  m.  a.  w.  eene 
dergelijke  werlcing  uit    Ie  oefenen  als  het  thee-ferment. 

Alleen  zij  hier  nog  bij  opgemerkt,  dat  noch  bij  iuweikiug  van  de  man- 
gaanzouten  oj»  theelooizuur  en  o{)  theebIadpoe<ler,  noch  do<»r  de  werking 
van  het  b'rmeut  de  e  h  a  i-  a  c  t  e  r  i  s  t  i  e  k  e  t  h  e  e  g  e  u  r  (reuk  der  thee- 
olie)  was  waar  te  neuuui.  IToe  en  waaruit  de  tlieegeui-  ontstaat,  moeten 
wij  dus  voorloopig  nog  in  't  midden  laten. 

Of  het  thee-ferment  stikstof  bevat  of  niet,  kon  nog  ni(>t  worden  uitge 


122 

nmakt;  ook  na  Ik  rliaaldc  y.iii\«-iiiij^  ltir<U  Ini  iiui-dt-r  noj^r  st<'«Mls  stikstof 
—  \('U  lajilslc  iK»;^'  fiica  d.;")'^^  —  te  hf\alltii.  Als  w aarscjji JiiJijk  nuij;  o.  i. 
\\<l  wolden  aa  n^^cnuiin-n.  dal  Ih'I  ^cliccj  /jii\ci<'  li-iiiiciii  licslaal  nil  (•••ji 
(M'^^aniscli  si  iksl(d'\  li  i  ma  ii^^aa  n/.oni    van   lion;:  niulfculaii-  ;_'i'u  idil . 

Ken  oiid<'i/,of|<  naar  d<'  wciUiii;^  \iiii  int  l'ci  iiiriit ,  oji  de  in  ei-n  vori;^ 
vcisjji;;  bcsprokrii  ;,d  \  cfisidisrlie  \  cihindinjx,  loonde  aan,  <lal  liieiliij  na 
eeni^cM  lijd  slaan  in  waleii^e  o|dossiii;.'  een  irdensie\e  icuk  naai'  zure  ajij)" 
leii  ontslaal.  Aan  de  Illl.  |iia<  li<i  is  lieUend.  dal  deze  zelfde  ;^eni  onislaat 
hij  liel  kneuzen  \aii  liei  \ei^^e|ie  tlieelilad  door  herhaald  o|»;,'ooieii  met  de 
hand,  het  z;^n.  ko|ijokl\eii,  dal  <le  <dMnei'zen  doen  om  naar  hel  heet  de 
j,'enr  (h-r  IJM'e  te  oniwikkclen. 

Aan  de  oinleizoekiii^en,  \saai\an  hier  in  "t  kort  eenit^e  resnilalen  zijn 
ineej^cdeeld.  zonden  wij  \cle  hespiej^d i hmcii  knniien  \astknoo|»en  omtrent 
hare  ino^'^ejijke  of  w  aars(  hijnlijke  direele  waaid<'  \(tor  (h'  jnaelijk  de|-  f;iliri- 
kalie,  (hM  il  ineeneii  wij.  dat  die  l>es(  inniw  ini^cn  iM-ler  te  huis  iiehooreii  in  de 
jmblicatio  iu  extfuso  dier  ondcrzookingoii. 

Alleen  zij  hier  iio.i;  j^ewezen  oj)  het  waarsi  hijnlijke  velband  tnss(h«>n  de 
;;ew  i(  hti;i;e  rol,  die  het  m  a  ii  ji  a  a  n  naar  alle  waars(  liijnlijkheid  bij  de 
fernienlali*'  spe<'lt,  en  het  zoo  sterk  iiiteenioojnMide  nian<;aangehalte  in  d** 
thee«Mi  van  veis(diillende  onderin  minden  i  verse  hillemh-  kwaliteit)  gevonden. 

Ter  vei-krijgin^'  van  niatf'riaal  voor  dil  onderzoek  iverscdi  theeblad)  werd 
zeer  dikwijls  de  hnlp  ingeroepen  van  den  heei-  A.  v  a  n  II  o  u  t  u  ni,  admi- 
nistrateur van  S(nnplak,  wieu  wij  vooi-  zijne  bereidwillige  hulp  veel  dank 
verseliuldigd  zijn.  Ook  den  HH.  administrateurs  der  o]»  j>ag.  110  genoemde 
ondernemingen,  die  ons  behtilj»zaani  waren  ter  verkrijging  \an  het  materiaal, 
l)enoodigd  voor  lud  onder  "t  vorige  hoofd  beschreven  onderzoek,  zijn  wij 
voor  hunne  medewerking  zeer  verplicht. 

F  a  b  r  i  k  a  t  i  e  p  r  o  e  v  e  n. 

Over  een  paar  omlerdeelen  der  fabrikatie  werden  op  eenige  ondernemin- 
gen fabriekatieproeven  verricht. 

(/.  V  e  r  f  1  e  n  z  e  n.  Bij  een  bezoidc  aan  de  onderneming  ,,Hoeuga 
Meloer"  troffen  wij  daar  eiMU'  iniic  hling  voor  kunstmatig  verflenzen,  die  ons 
zeer  pi-a<-tiscli  voorkwam;  eene  bescliiijving  van  deze  inrichting  gaven  wij 
kort  geleden  in  het  Tijdschrift  voor  Nijverheid  en  Landbouw  (/).  \'an  eene 
uituoodiging  van  den  administrateur  dezer  onderneming,  om  met  deze  in- 
richting proeven  te  nemen,  werd  gaarne  gebruik  geuuiakt  en  werden  in  een 
2-tal  dagen  vele  proeven  en  proefjes  genomen  voornamelijk  om  na  te  gaan  of 


(')    Deel  LXV.    Afl.  5. 


125 

het  blad  op  deze  verflenszolder  regelniatiu  te  vei'flenzen  is.  Het  onderzoek 
bracht  aan  "t  licht,  dat  inderdaad  het  blad  zoowel  rechts  als  links  en  boven 
als  onder  op  "t  zelfde  rak  naj^enoej;  even  spoedig  zijn  water  verliest,  mits  de 
trekcapaciteit  der  ventilatoren  voldoende  is.  Verder  bleek,  dat  het  blad 
op  de  rakken  dicht  bij  de  ventilatoren  minder  snel  verflenst,  dan  het  zich 
verder  af  bevindende;  de  verklaring  hiervoor  ligt  voor  de  hand,  nl.  dat  de 
lucht  bij  doorstrijking  èn  afkoelt  door  wateropuame  (verdamping)  èn  meer 
en  meer  zich  met  water  verzadigt,  dus  minder  gretig  water  opneemt.  Voor 
de  practijk  is  dit  geen  bezwaar,  daar  elk  rak  voor  zich  kan  geledigd  worden, 
zoodra  het  blad  klaar  is;  de  ventilatoren  kunnen  daarbij  blijven  doorwerken. 

Deze  —  weliswaar  weinige  —  practische  onderzoekingen  bevestigden  ge- 
heel onze  gunstige  meening  van  de  bedoelde  inrichting. 

h.  F  e  r  m  e  n  t  a  t  i  e.  Op  eene  onderneming  in  het  Buitenzorgsche 
zagen  wij  in  werking  de  zoogenaamde  ..Downdraft  Tea  Leaf  ('ooling  or  Oxy- 
dising  Machine'',  voor  zoover  ons  bekend  tot  dusverre  het  eenige  hier  o]) 
Java  aanwezige  exemplaar,  ^'an  deze  uiterst  eenvoudige  machine  en  hare 
werking  op  het  fermenteerende  blad  gaven  wij  eene  beschrijving  in  het  Tijd- 
schrift voor  Nijverheid  en  Landbouw  (^). 

Ook  met  deze  af  koeler  werden  een  aantal  proeven  genomen,  die  bewezen, 
dat  ook  deze  nieuwe  inrichting  sjieciaal  voor  de  lager  gelegen  ondernemin- 
gen eene  aanwinst  mag  heeten  voor  de  fabrikatie.  Het  blad,  dat  door  't 
rollen  eenigszius  warm  is  geworden,  is  in  deze  machine  in  een  minimum 
van  tijd  (1  tl  '2  minuten)  tot  de  gewenschte  temjieratuur  afgekoeld, 
zoodat  met  behulp  van  dit  toestel  ook  op  de  lager  gelegen  ondernemingen 
zonder  bezwaar  bij  de  meest  gunstige  temperatuur  kan  worden  gefermen- 
teerd. 

c.  Bereiding  van  geel  (g  o  u  d)  ]>  u  n  t.  Eene  zaak  van  vrij 
groot  belang  voor  vele  ondernemingen  is,  hoe  het  meeste  en  mooiste  geel- 
punt  in  de  thee  te  verkrijgen,  zonder  dat  daarbij  de  andere  eigenschappen 
der  thee  achteruitgaan,  aangezien  theeën  met  veel  geeli»unt  op  de  markt 
zeer  gezocht  zijn. 

Op  een  paar  ondernemingen  werden  hieromtrent  een  aantal  proeven 

genomen,  waaruit  wij  meenden  te  mogen  rondudeeren  tot  het  volgende: 

1^  Hoe  sterker  het  blad  verflensd  wordt,  des  te  minder  geelpunt   is  in  de 

thee  te  verwachten;  is  de  verflenzing  zoo  sterk  (of  oui-egeliiial  igl  geweest, 

dat  sommige  pecco  Itlaadjes  droog  zijn  geworden,  dan  /.uilen  deze  blaadjes 

geen  geeljiuiit  meer  iexcreii.  dorli  wil  of  Itijna  \\\\  biij\eii. 


(')    Deel  LXV.    All.  VI. 


124 

'2' .  Hoc  stcikcr  ;:ciol(l  uotdl  <l(s  te  iin-rr  \»'i  dw  i  jiii  <1<-  ^'ff||Miiii  uit  !<•  llii'<-. 
L;tii;,'  r(»II<ii  hij  iiiiiidri  sliikcn  druk  is  liiri\  <itii-  v(m'|  iiiiinln-  ii;m1«'I'|jm 
<l;iii  korlfi    lullen  iml   slcikcn  di  nk. 

'.','.  \\i\  in  df  y.nw  l>rfn;:rii  \;iri  ln'l  iiijn;!  ;i  i;i«'l'<'rinfiii<ci  di'  ld:i(|  cw  lirrlni.ildi' 
lijk  loiirii  ;ild;i;ir  nn-l  di-  li.ind  sihijnl  o|i  dr  k  I  i-  n  f  \;in  dr  j_'«'t|jinnl 
^^iinstij;  (e  wcikcii;  zij  Wdidl  duur  iifili;i;ild<'lijk  crni^  siip  aan  di'  oiipcr 
vlakte  Ir  Inenten  en  dit  duur  «Ie  zuii  telkens  ie  laten  indtu;:en  nieei-  duiikei- 
^f()ii<l  j,'<'(d.  haai-  Idj  deze  niaiii|iMlal  ie  de  l  liee  uii;.'ct  w  ijl'eld  jets  van 
liaie  sterkt  e  \crliest,  dieiii  het  dru;^en  en  lulh-n  in  de  zun  niet  te  laii;^ 
te    \\n|-deii    \  (»url  j^ezt't ,    \<)or   suninii;,^e    theeën    Z'lls    |e    \\u|(h-n    \»'linede|i. 

I' .    .\aiij;('/irn  (]<•  «ieelpmit  beslaat  uil  de  haaltjes  om  d<'  j«»ii;-'«'  jk'itu  hlaa<ij<'s, 

die  dooi'  het   reiineiiteereii  lliiiiiii  sap)  zijn  .i;<'rl  j^'oklenrd,  li;,M   hei    \(»or  <h' 

hand.  dal   \ee|  l»e\\ci  ken  \aii  de  ^^cdfoo^lc  thee  (hrekcn.  zeost-n  etr.i,  waar 

hij  een  ^icdeelte  (h'f  haaltjes  h»slaleii.  nadfcliir  is  \(ior  (h-  ^M'el|Miiii. 

W  eiischt  nirn  dus  \('cl  <icel|)niit  in  (h'  thee.  rlan  moet  niet  te  sterk  worden 

verflensd,  weinij;  {geperst  lliever  lanjier  roUen  met   weini;:  «tf  ^M-eii  dink)  en 

de  f;(»droo<^de  tliee  voorzicliti;^-  worden  bewerkt. 

1>  e  111  e  s  t  i  n  ;j;  s  p  r  o  e  v  e  n. 


De  resultaten   in    HXM    en   de   vooi^'aande  '2  jaren   met  de  boraestinpcs- 

jiroexeii  in  theetniiien  Ncrkrej^cn  \indt   men  saineii;^est(  ld  in  xoj^^iende  tabel: 


Naam  van  de 

s 
'S 

e  * 

Groolle 
in  bouws. 

Bemesting  per  bouw  in 

Productie- 
toename in 

onderneming. 

1899. 

1900. 

1901. 

1899. 

1900.  1901. 

A 

1  bouw. 

2Vj  pik.  meng- 
sel 1. 

— 

497o 

— 

— 

Tjiogreg 

C 

2      . 

5        »    meng- 
sel 11. 

— 

~- 

27  . 

— 

— 

E 

1       • 

— 

3  p.  dierl.  afval. 

— 

— 

33°/o 

— 

G 

1'/.  • 

— 

3  >  B.i).  guano. 

-- 

— 

32  . 

— 

A 

5      . 

4  p.  guano. 

4  >  guano. 

4p 

guano. 

18  . 

29  .  j267o 

Parakan    Sa- 

B 

5      . 

— 

6  •  boengkil. 

6  . 

boengkil. 

— 

18  .    35  . 

lak  

C 

5      . 

6  . 

— 

3  . 

bloedmeel. 

3  . 

12  . 

12  . 

E 

5      . 

8  . 

8  »  gnano. 

8  . 

guano. 

— 

15  . 

1  . 

B 

v,  . 

3  •  bloedmeel. 

27,  p.  blocdm. 

— 

21  . 

19  . 

— 

D 

V.    • 

3  •  zwavelz. 

3      •  boengkil. 

— 

9  . 

2  . 

— 

Sindang  Sari. 

anion.  (Z.  A). 

F 

V,    • 

* — 

1      .  Z.A.+5 
M'  stalmest. 

— 

4  . 

13  . 

" 

12S 


Naam  van  de 
onderneming. 


M    Grootte 
f.  inbouws 


Bemesting  per  houw  in 


1899. 


1900. 


Productie- 
toename in 


1901. 


1899.  1900.1  1901, 


Boenga  Me- 
ioer . . . . 


Ariana  .... 
Panoembangan. 

Gng.  Malang 


Gedeh, 


Tjiseureuli. . . 
Tjikoedjang  . 

Tjisampora . . . 

Tjiomas 


Ramawati,. 


A 
C 
E 
G 

A 
B 
C 
A 

B' 
B* 

A' 

A 

C 

E 

A' 

C' 

B 

B 

B 


1 7,bouw. 

IV,  • 
IV,  • 
IV.    • 

IV,  • 

IV,  • 

IV,  ■ 

10  . 

200  R.R. 
1  bouw. 

1  . 
6  . 
6      • 

4  > 

5  . 
3V3  • 
IV,  • 

2  . 
5  . 

650  R.R. 


5  p.  tlieemest. 
3  .    Z.  A. 
groene  bemest. 


5  p.  tbeemesl.    32  7 J    O    1207 


20  p.  kalk. 


27.  p.  Z.  A. 
(bewerking). 
4  p.  Z.  A. 

3  >    bloedmeel 
+  1  p.  Z.A. 

2  p.  theemest.  |  4 

4  . 


27,  .  Z.  A. 
16    •  boengkil. 
10    >  guano. 
•  bloedui. 


3  .    Z.  A. 

5  •  boeugkil. 
5  M^  stalmest  + 
1  p.  Z.  A. 


2  . 

3  . 

4  •    boengkil. 
4  »    guano. 

4  >   bloedmeel. 
3  .    Z    A. 

5  •  theeguano. 
5  M*  stalmest  + 

1  p.  Z.  A. 


C  650  R.R. 


tbeemest 
bloedm. 


boengkil. 
tbeemest 
bloedm. 
Z.  A. 


34 
4 


15 
12 
20 
20 

1 
1] 


boengkil.  6 
bloedmeel,  18 
28 
18 
30 

bloedmeel. 
Z.  A 


O      20  • 

57o'  25  . 
15  .  !    9  . 

26  .  1    — 

10 

31 

28  .    16  . 

5 

18  .     2  > 
5 
15 
21 

17  .  I  5 
25  .  13 
17 


39  • 
52  > 


Eene  korte  bespreking  der  volgens  deze  tabel  gedurende  3  jaren  verkre- 
gen resultaten  moge  hier  een  plaats  vinden. 

Op  Tjiogreg  werden  met  alle  toegepaste  meststoffen,  zoowel  kall- 
en phosphaat-  als  stikstofrijke  mestsoorten,  zeer  gunstige  resultaten  ver- 
kregen.    De  bemestiugsproeven  werden  hiei'  sedert  1901  niet  voortgezet. 

Op  P  a  r  a  k  a  n  S  a  1  a  k  werden  vooral  met  boengkil  zeer  goede  resul- 
ten verkregen,  het  2''  jaar  beter  dan  het  eerste,  hetgeen  is  toe  te  schrijven 
aan  indirecte  nawerking,  waarover  wij  reeds  vroeger  uitweidden,  liloedmeel 
gaf  heel  wat  minder  resultaat;  zoo  ook  vlecrmuizenguano.  De  i)roeven  wer- 
den hier  in  11»02  niet  voortgezet. 

Sindang  Sari  toont  vrij  gunstig  resultaat  niet  blotHliiicd.  middel- 
matig met  een  mengsel  van  zwavelzure  ammoniak  en  stalmest  en  slechts 
geringe  oogsttoename  met  boengkil.  Door  afwezigheid  van  den  administra- 
teur werden  gedurende  1901  geen  plukoi>namen  gedaan. 


12G 

Dj»  15  o  (*  II  ji  ;i  .M  ••  1  o  c  r  wrid  y.(M)\vf|  iiid  stiiliin's(  ;ils  iiid  /\v:i\c|y.ui-(' 
jiiimH»iii;iU  CM  hocii^'kil  in  l'.Mil  /.<fr  ^ncd  icsiilln.il  \  ci  Uic;:(ii.  .Mt-i  het 
iiicii;4scl  \;m  sI;i1iim'sI  en  zw  ;i  \  fl/iiif  aiiiiiioiiia  wairn  {[>■  rrsiillalcii  iiiimlfr 
scliit  tciciid. 

()|»  A  II  a  II  a,  waar  de  heide  eeisle  jaieii  is!»!»  en  l!MK»  de  i-esiillatcn 
UM'i  de  si  iksloliijlie  niesl  sloffen  ;ioed  uaifii,  werden  de  |(liiU<»|)nanien  niet 
voorlj^ezel. 

I'  a  II  o  e  lil  II  a  n  ^  a  n  inoiil  aaii/ienl  i  jke  na  weikin;^  i  Hi'^i  i ;  sjteeiaal  om 
de/e   Ie  l»e|iale||    werd    liier   ili    i'Jtll    niel    ;^ciiiesl. 

( )|»  ( i  o  e  n  o  e  n  li  M  a  I  a  n  ;;  ;^eeii  i/.elfs  ne;^at  ief i  icsiillaat  niei  Moed 
meel,  cu  ^ierinj;!'  ooj^st  toename  met    llieemest. 

Sehi-cAen  wij  in  '1  vorii,'  veislaji,  dat  wij  Noor  de  ;^eriii};c  weikin;^  \an  de 
stikstof-  en  ook  kalilijke  ineslsloffen  lldoedmeel  en  lliee;^iiano|  \<»oialsno}^ 
j^eene  veikiaiinj:  \ cinioeliteii  te  «ie\-en,  de  onder/.oekin^cn  onilrent  den  in 
\lo<-d  \an  den  bodem  op  de  sameiistellin;:,  \an  hel  theeblad  i'i  lieliben  ons 
daartoe  eene  srhiede  uadei'  gebracht,  liij  deze  oudeiz<»ekiuj^en  bleek  nl.  èu 
de  «froiid  èn  het  th(H'blad  van  d<»zen  ])roeftuin  bizonder  weini»  j»  h  o  s  }>  h  o  r- 
z  11  u  V  te  bevat  t<'n  .waaruit  wij  nieeneii  te  iih>j;<mi  coiiclmleei-en.  dat  juist  dit 
min«'iah'  bestaiKhleel  in  "1  minimum  is  geweest  en  dat  (hiarom  niet  stilc- 
slof  of  kali  toevoer,  maar  w  aaischijnlijk  wel  toe\(»er  \an  jt  h  o  s  p  h  <»  r- 
/  u  11  r    de  ])i-odu(tie  vermeerderd  zou  hebben. 

Van  veel  belanji  schijnt  het  in  deze  richt iiiji  ])roeven  te  nemen.  bijv.  met 
beiMulerenmeel  of  thomasphosphaat. 

Oj»  de  onderneming;-  de  ,,( !  ed  e  h",  waar  met  boen«;kil  «ioede  resultaten 
werden  verkiejicn.  werden  de  pi(M'ven  niet  voortj^ezet,  evenmin  als  op  de 
overifje  in  de  tabel  <;enoemde  ondernemingen. 

Uit  deze  korte  omschrijving  blijkt,  dar  op  MMsclu^idene  ondernemingen, 
waar  gedurende  de  eerste  :*>  jaren  aan  deze  bemestingsproeven  werd  deelge- 
nomen de  verdere  de(dnanie  daaraan  werd  gestaakt,  hetwelk  in  vele  gevallen 
verband  schijnt  te  honden  met  het  niet  bijdragen  dezer  ondernemingen  tot 
het  in  IJHll  opgerichte  thee-proefstation. 

^^'ij  kunnen  niet  nalaten  hier  ons  leedwezen  te  betuigen  over  dit  ver- 
schijnsel, vooral  omdat  juist  het  vele  jaren  achtereen  voortzetten  dier  proe- 
ven van  bijzonder  belang  is  speciaal  voor  een  meerjarig  gewas  als  de 
thee.  terwijl  toch  de  resultaten  van  d<M'gelijke  proeven  ten  goede  komen  zoo- 
wel aan  de  proefnemers  als  aan  alle  andi're  ondernemingen,  of  zij  al  of  niet 
bijdragen  tot  het  1 'roef station. 


(')    Zie  pag.  118. 


127 

Tot  ons  oonoo^on  kunnen  we  hier  echter  meedeelen,  dat  op  eene  vraag 
onzerzijds  aan  een  aantal  administrateurs  viiii  oiKhnneniingen,  welke  tot 
dusverre  aan  de  beniestingsproeven  nog  niet  deelnamen,  of  men  weuschte 
deel  te  nemen,  van  een  12-tal  HH.  administrateurs  een  gunstig  antwoord 
werd  ontvangen. 

Over  de  op  die  ondernemingen  ingerichte  proeven,  alsmede  de  aldaar  te 
verkrijgen  resultaten  zal  in  een  volgend  verslag  worden  bericht. 

§  XV. 

ONDERWERPEN    VAN    VERSCHILLENDEN    AARD,    NIET    TOT    DE 
VORIGE  PARAGRAFEN  P.EHOOREND. 

De  volgoi'de  uit  het  vorig  verslag  overnemend,  wordt  hier  begonnen 
met  het  i'api)ort  van  den  Heer  Hj.  J  e  n  s  e  n,  dat  zoo  goed  als  geheel  onge- 
wijzigd wordt  overgenomen: 


a. 


Onderzoekingen   over  tabak   der   ^^  o  r  s  t  e  n  1  a  n  d  e  n. 


1,  De  slijmziekte.  In  het  verslag  voor  1901  werd  er  op  gewezen,  dat 
het  zeer  twijfelachtig  is,  of  deze  ziekte  door  (^en  bepaalde  bakteriesoort  — 
een  slijmziekteliakteri(^  —  veroorzaakt  wordt.  Daar  erhtei-  P»acillns  solana- 
ceoruni.  Erw.  Sin.  onder  verdenking  staaf  de  ziekteoorzaak  te  zijn,  heb  ik 
ora  dat  nader  te  onderzoeken  een  proef  met  origineele  kuituren  van  genoemde 
bakterie  op  touw  gezet.  E(mi  door  Erw.  Smith  zelf  gezonden  kuituur  kwam  in 
slechten  toestand  in  Buitenzorg  aan;  daarentegen  ontving  ik  van  Krals  La- 
boratorium in  Prag  zeer  goede  kultures.  De  volgende  proef  werd  genomen: 
Als  entmateriaal  diende  een  1  dag  oude  kuituur  van  H.  solanaceoruni  op 
Agag-Agar  met  Liebigs-vleeschextrakt  en  pejtton.  De  bakteriën  wei'den 
met  Aqua  dest.  steriel  afgespoeld.  Als  ])ro('ri»lant('n  werden  gebruikt  jonge 
tabakplanten,  in  houten  kisten  met  aarde  gekultiveerd.  In  3  planten 
(11°  1  a — f)  weid  de  bakterie-emulsie  met  een  Pravaz-sche  s])uit  geinjicieerd, 
deels  in  de  bladnerven,  deels  in  het  t)udere  deel  van  den  stam,  en  deels  wer- 
den de  wort<'ls  nu't  de  emulsie  begoten.  In  2  planten  (11°  '2  a — h)  werd  uu't 
een  steriel  s'calpel  in  den  stam  gesneden,  een  klein  stuk  vo»Hlings-agar  in  de 
insnijding  aangebiacht ;  op  de  agar  werd  15.  sohiu.  uitgezaaid.  Dt'  woud 
werd  met  bladlin  omwikkeld.  Eindelijk  werden  '2  planten  (11°  '^  a — h)  be- 
handeld als  ir'  2,  alleen  met  het  verschil,  dat  ge(M\  lï.  solan.  op  dt^  agar  werd 
uitgezaaid.     De  operat»*  vond  plaats  24/10  1002. 


128 

In  Ih'I  Itfj^iii  \:ili  |)ti-.  (dus  ii:i  .">  ;i  i',  WfUdil  UMIi-li  <1<'  jil;ilili*li  11°  2  fl 
«•II  h  ziek;  <lc  lilaifii  liiiit;fii  alle;  (laai  (•iitc;ii-ii  uan-ii  II'  I  cii  II  ."'.  alle  ;:f/.«»iul. 
Ik  kan  uil  (!••/••  |»i<)«-r  hccih-  aiHltic  concliisic  in-kkcn  dan  dt/.i-.  dal  liac 
solaiiarfariiiii  iim-I  in  slaal  is  in  d<*  ;:  i- z  <»  n  d  ••  wccl'sfls  \an  t-t-n  lahak 
planl  h'  l('\('n  cii  de  phiiit  slijni/a<d<  !••  inakiii.  .\ls  hij  daiiifiil<';;<'n  ccrHt 
door  ct'ii  sa|)ro|di\  I  IhcIi  N-st-ii  lin  «asii  ii|t  A;^ari  slolW  iss(diii;is  |ii(»diikl»'ii 
^(■voiiiid  li<'(d'l,  die,  door  d<'  iclji'ii  *\rv  ialiak|)lanl  o|»;^cnonitii  als  \cr;:iti 
\-oor  dczt'  werken,  dan  kan  liij  o(d<  ZfH'  in  di-  \  i'r;^it't  ii^dt-  (fljfii  liiniifudrin 
^en,  in  d«'Z('  nit-nwc  lioc\  (•cllicdcn  j^iristot  tVn  \oriiit'ii  en  op  deze  wijzi*  d<* 
zirkh'  lol  nicuwr  (•cllfii  vt-rdcr  uil  liifidcii.  hal  i\i-  o|M'ralio  o|»  zi<  li  zt-lf  df 
|»idor|tlaiiltii  niet  l)('S(liadi;^d  licfll,  ln-wij/.cii  de  1'  <onl  rólr|daiilon  ill-  ."'. 
<i  en  h).  W  elke  \  t'r<;il'l  i^i'c  stoffen  door  d'-  hakleiieii  ;ie\(»rnid  worden,  die  di- 
cellen  doodeii  kiiimeii,  zoii  ik  niel  zeker  kunnen  ze;f j^en ;  alleen  kan  ik  de 
waarneinin^  mede  deelen.  dal  iiieii  hij  de  slijnizieke  (abaksi)l;inien  altijd  d<'- 
zelfde  reaklie  vindl  als  luj  ..siliwarziM-ini^f"'  aarda|'jtel]»lanten:  doorsneden 
in  de  hiiiirl  van  de  ziek<'  plaats  ^«-veii  niet  Xessles  rea^ens  een  sterkon  rooden 
neersla*;.     ( Annnoniak  of  misschien  ammoniak  houdende  (»r<ianische  stoffenj. 

Omtrent  de  alj^emeene  ziekteverschijnselen  hel»  ik  dit  jaar  even  als 
het  vorij;«'  de  \vaarneiiiin<;  «gedaan,  dat  de  ziekte  a  1  t  ij  d  hij  de  wortels 
hej^int,  en  voornamelijk  hij  de  kleinere  van  de  2'''  en  :{''"  orde.  \'an  zulk 
een  zieke  wortel  looi)t  dan  aan  dezelfde  zijde  van  di'  jdant,  als  direkte  voort- 
zettinji'  van  den  betreffend<Mi  wortel  een  zeer  dunne  bruine  streej)  hoofi:  op 
in  de  plant,  in  den  vaatbundelkrinj;.  Zijn  meerder-e  woitels  ziek,  dan  vindt 
men  ook  even  zoo  veel  «lonkere  strejx'ii  in  dtni  vaathundelkrinu.  \'an  deze 
verbreidt  de  ziekte  zi(  h  dan  ook  in  het  mer<j,-,  en  dil  krij«;t  de  voor  de  slijm- 
ziekte  zoo  karakteristieke  slijmij;e  eonsisteutie.  Maar  nooit  heb  ik  planten 
fi;evonden,  waar  de  ziekte  van  boven  (bv.  van  een  afgeplukt  blad)  begonnen 
was.  Dit  is  volkomen  in  overeenstemmin<i  met  de  in  het  vorif^e  versla«i  aan- 
gevoerde ent])roeven  (pg.  127,  1.  10  v.  b.). 

De  vrees  voor  een  besmetting  de<'ls  met  water  van  de  ('t'-ne  onderneming 
naar  een  andert',  deels  door  Cw  handen  van  de  koelies  bij  het  afplukken  der 
bladeren,  deel  ik  derhalve  niet.  Het  beste  middel  tegen  de  ziekte  zal  zijn 
planten  met  goede  en  gezonde  wortels  te  verkrijgen:  de  oorspronkelijke 
hoofdwortel  zal  w«d  in  alle  gevallen  door  het  over])lant(Mi  vernietigd  worden; 
zorgt  men  echter  voor  eene  goede  grondbewerking  ,en  is  men  op  zijn  hoede 
tegen  rnpsen  in  de  aarde,  dan  znllen  de  planten  ook  gezonde  wortels  vormen, 
en  de  slijmziekte  zal  wegblijven. 

2.     De  invloed  van  het  licht  op  de  kieming  der  tabakszaden.     Hierover 


12Ö 

zijn  ook  in  het  verslagjaar  onderzoekingen  gedaan,  voornamelijk  met  liet 
oog  op  de  daarmede  in  verbinding  staande  stofveranderingen.  De  opmerk- 
zaanilieid  werd  in  lioofdzaak  op  Lipase  gevestigd. 

3.     Zaad  van  verschillend  spec.  gewicht.     Een  veldproef  werd  te  dezen 
aanzien  genomen.    De  twee  zaadmousters  hadden  de  volgende  eigenschappen: 


Spec.  gewicht. 


Gewiclil 
van  lOUO  korrels. 


Volume  gewicht. 


Kiemkraciit. 


A. 
B. 


1.001 
0,932 


69  ra.Gr. 

70  . 


gesteld  =  1,000 
0,921 


9G 
92 


Er  werd  van  beide  soorten  uitgeplaut  +  550  planten.  Bij  het  begin 
van  het  bloeien  werd  de  hoogte  der  planten  gemeten,  en  er  bleek  nu  een 
tamelijk  groot  verschil  te  zijn,  namelijk  in  doorsnede  13,0  cM.,  maar  tegen 
verwachting  waren  juist  de  planten  op  stuk  1*>  de  grootste.  Ik  geloof  geene 
andere  verklaring  hiervan  te  kunnen  geven  dan  deze,  dat  een  verwisseling 
van  de  etiipietten  op  het  proefveld  plaats  gevonden  heeft.  De  mogelijkheid 
hiervan  kan  ik  niet  ontkennen,  daar  ik  bij  het  uit  planteen  niet  zelf  aanwezig 
was.  Een  beter  gecontroleerde  proef  in  het  volgende  verslagjaar  zal  over 
deze  kwestie  licht  moeten  geven. 

4^.  Kunstmatig  drogen  der  tabaksblaren.  Om  deze  proeven  beter  te 
kunnen  toepassen,  werd  dit  jaar  een  regulatorkraan  op  de  ter  dispositie 
staande  Indigo-droogtoestel  aangebracht.  Hierdoor  w'erd  het  mogelijk  een 
vrij  regelmatige  verwarming  te  verkrijgen.  Maar  niettegenstaande  deze 
maatregelen  was  het  verkregene  resultaat  zeer  slecht.  Voorloopig  is  dus 
niets  anders  te  doen  dan  nadere  inlichtingen  van  Amerika  af  te  wachten. 


5.  Onderzoekingen  over  Phytophtora.  Een  eig(uiaardig  verschijnsel 
is  het,  dat  Phyt.  nicot.,  de  veroorzaker  van  de  in  DiOi  zoo  gevreesde  Bibit- 
ziekte,  op  de  betreffende  ondernemingen  in  de  \'orst«Milanden  uitsluitend 
als  Blad-  en  Stengel-Phyto])htora  o]>treedt.  Hierdooi-  vond  ik  aanleiding 
om  een  proef  te  doen  met  het  doel  te  onderzoeken,  of  de  N'orstenlandsche 
Stengel-phytophtora  misschien  een  andere  soort  zou  zijn,  die  de  bibit  nii^t 
zou  kunnen  aangrijpen.  Dat  deze  schinuncl  in  elk  geval  in  zeker  opzicht 
van  de  door  D"'.  van  Breda  de  liaan  besdiievene  IMiytoplitora  nico- 
tianae  vers<-hillend  is,  blijk!    uit   verscheidene  bonidi«'n-metingen.     Ttn'wijl 

Verslag  vam  'slanus  plantëntuin  1'JO'J  9 


150 

^)^  van  B  r  o  (1  a  d  <•  FT  a  a  n  «Ie  l('ii;;h'  \aii  deze  l<»t  ."'.<;"  lu  dt-  hrccdlo 
lot  25"  uanj^ccri,  noikI  ik  di-  lcii;^lf  vaiifciciid  \;iii  ;!•'!"  lot  <i:'.''  »ii  de  luiM'dlc 
van  2(1"  tol  1."'.",  iii  d(»(»isiH-dc  IS"  /  ;;."i".  |);i;ir  inl  iissclicn  dt-  ^luullc  d^r 
(•(»indi<"'ii  \;iii  dl'  l'li  \  lojdil  (ir;i  s(»(»ilcii  strik  \aiiccil.  ^i-cll  dit  \«MS(|iil  (i|i 
zicli  /jir  i^ci'ii  ifdcii  oiii  ;i:iii  !•■  in-iiirn.  d:il  wij  i-cn  niidfif  snoil  in  de  Sh-ii;ji-l 
|di_\  loplilofa  iiKM'tcii  zifii;  li(i(»;^slfiis  icii  \  ;i  lict  ril .  hil  Mcck  nok  iiil  df 
Icilll  mirjM<)»d'.  ()|i  (M'ii  in  \\;ih'i-  ncdoiiijx-ld  l;ili;ikslil.id  wiid  (■>•]]  slidijf 
iiuT»;  van  a'U  |tli\  lopliloi;!  /.icl<('  |daiil  nil^czaaid.  \a  ccni^f  <la;^<'n  was  het 
^rlicrlc  hlad  door  de  srliininicl  aaiiiiclasl  en  \«>i  im«-i  lioinditMi.  hil  inalni- 
aal  werd  nirl  ani-df  \  ciinciii:!!  «-n  Iiummi  (t|»  de  aardi-  in  L'  potli-n  Mit^i'S|iirid. 
In  dt'  (wee  |M»tlrn  weid  dan  ill  11  IIMIL')  laliak  ^r/.aaid.  l-j'ist  na  •>  wt'krii 
(in  .lan.  V.HVA)  bcj^onncn  df  jdanljcs  ziek  Ie  worden;  dr  zieke  jdanljes  liadden 
volkomen  liet  nilei'lijk  van  Idbilzieke  jtlaiileii,  en  in  water  ;^n'd(ini|)eld  ont- 
wikkelden zi(li  ook  niyceliMiii  en  honidir-n  \an  riiy1o])liloi'a  op  de  plantjes. 
Znike  zieke  hiltil  weid  nu  (»p  labaksldaien  in  water  ^<'le;^(l;  deze  bladeren 
vei'loonden  nn  s|>oedii,f  de  i^cwone  véischijnsolon  \an  IMi ytojilitoia  infeklie. 
en  uijij'ezaaid  op  blaron  van  ^i-oote  labaksjdanlen,  hebben  zij  in  '2  daj^en 
normale  liladpliytopldora  te  voorsc  hijn  <;('brac-lit.  Dns  zijn  alle  stadiën  met 
lietz(dfde  materiaal  doorloo]>en:  Stén<.;'el-pliytoplitora,  Bibitziekte,  Blad- 
l>l»yto]ditora  en  Phytophtora-knltuur  op  tabaksblad  in  water.  Deze  proef 
maakt  liet  waarschijnlijk,  dat  de  hoofdoorzaak  van  het  niet  o])treden  van 
de  Bibitziekte  op  de  betreffende  ondernemingen  in  de  Vorsteulanden,  de 
strikt  doorgevoerde  behandeling  der  pepiniéres  met  bonille  bordtdaise  in  ver- 
binding met  de  klimatologische  omstandigheden  moet  zijn. 

In  het  verslag  oA'er  het  jaar  1801)  heeft  Raciborski  pg.  Kis  een 
methode  aangegeven,  om  met  Kalk  en  Ammoniasulfaat  de  aarde  op  die 
]dekken,  waar  tabaks]>lanten,  door  slengeljdiytoplitora  aangetast,  gestaan 
hebben,  te  desinfecteeren.  Deze  methode  schijnt  zeer  goed  te  zijn.  daar 
de  oj)  dezelfde  i)lekken  opnienw  gei)lante  })lanten  gewoonlijk  gezond  blijven. 
Toch  zon  het  nog  beter  zijn,  als  men  de  ziekte  prophylaktisch  bestrijden  kon. 
zoo  dat  de  planten  in  't  geheel  niet  ziek  worden  (op  enkele  dagen  werden  op 
een  onderneming  eenige  honderden  planten  met  stengelphytophtora  wegge- 
nomen en  vernietigd).  Het  ligt  voor  de  hand  aan  een  behandeling  met 
bonillie  bordelaise  van  den  wortelhals  der  nog  gezonde  planten  te  denken. 
Maar  eerst  moest  onderzocht  worden:  1.  hoeveel  van  die  bonillie  noodig  is 
om  de  Phyt.  te  verhinderen  de  planten  aantetasten,  en  2,  of  die  noodige  hoe- 
veelheid niet  S(diadelijk  voor  de  tabaksplanten  is.  Er  werd  daarom  bij  den 
wortelhals  van  verschillende  planten,  d(H'ls  in  aarden  potten,  deels  in  bon- 
ten kisten  g(d<nltiveerd,  nuMg  van  zieke  planten  aangebi-aclii.     Eenige  van 


131 

(lezo  planten  werden  niet  met  bouillie  bordelaise  behandeld,  andere  met 
verschillende  hoeveelheden.  Terwijl  nu  de  niet  behandelde  planten  de  sten- 
jj;elphytoi)htora  kregen,  was  al  10"  bouillie  bordelaise  voldoende  om  de  be- 
smettin<;  te  verhinderen.  ()j>  het  veld  werd  verder  onderzocht,  hoe  groote 
hoeveelheden  bouillie  bordelaise  de  tabaksplanten  kunnen  verdragen.  Alle 
de  gebruikt(^  hoeveelheden,  van  10"  tot  50"  (!),  bleken  volkomen  zonder 
eenigen  schadelijken  invloed  te  zijn.  Het  is  daarom  te  verwachten,  dat  eene 
toepassing  in  het  groot  van  zulk  een  prophylaktische  behandeling  van  de 
nog  gezonde  jdanten  met  bouillie  bordelaise  goede  resultaten  zal  hebben. 

(i.  Veredeling  door  selectie.  De  volgende  gedachtengang  ligt  ten 
grondslag  aan  deze  proeven.  In  de  uitgefermenteerde  tabaksbossen  vindt 
men  bij  elkaar  zeer  mooie  en  ook  slechte  blaren.  Men  kan  zich  nu  denken: 
1,  of  dat  de  mooie  en  de  slechte  blaren  van  dezelfde  plant  afkomstig  zijn. 
maar  door  verschillende  conditiën  onder  het  drogings-proces  en  de  fermen- 
tatie  een  verschillend  produkt  opgeleverd  hebben,  of  '2,  dat  de  goede  blaren 
van  goede  planten  afkomstig  zijn  en  de  slechte  van  slechte  planten,  zoodat 
niet  het  drogings-proces  en  de  fermentatie  den  voornaamsten  invloed  op  de 
kwaliteit  der  blaren  hebben,  maar  de  eigenschappen  van  de  plant,  waarvan 
zij  afkomstig  zijn.  Als  het  laatste  met  de  werkelijkheid  overeenkomt,  is 
hierdoor  een  weg  open  om  de  bladqualiteit  te  verbeteren  door  een  conse- 
quent doorgevoerde  selectie. 

Alvorens  daartoe  over  te  gaan  moesten  verscheidene  daarmede  in  ver- 
band staande  vragen,  die  voor  een  deel  al  in  het  vorige  jaarverslag  voorloopig 
behandeld  zijn,  nauwkeurig  onderzocht  worden,  namelijk:  1,  in  welke  mate 
worden  eigenschappen  van  de  vaderplant  door  het  stuifmeel  overgebracht; 
2,  komt  in  de  natuur  kruisbevruchting  voor,  en  ;{,  hoe  is  de  veihouding  in  de 
zaadvorming  tusschen  zelf-  en  kruisbestuiving. 

Tot  beantwoording  van  de  onder  1  genoemde  erfelijkheidsv  laag  werd 
de  in  het  vorige  jaar  begonnen  proef  ten  einde  gebracht,  hi  l!)(il  waren 
4  planten  uitg<'Zoch(.  De  twee  (U"  A)  waren  \an  e<'n  slechl  ..type";  de 
bladeren  waren  donkergroen,  grof  eu  l)reed;  zij  stonden  recht  uit;  tusschen 
de  vingers  voelden  zij  dik  aan  (werkelijke  dikte  van  het  10*''"  blad  \an  beneden 
0,:i7  mM.  en  0,12  niM.),  i)e  twee  andere  planten  (H''  Hl  waren  mooie  planten 
met  lichtgroene,  fijne  en  meer  langgestrekte  bladeren,  die  i-echt  op  slondt-n; 
zij  voelden  dun  aan  (0,:;2ni.M.  en  0,.">7niM.).  X'erder  onderscheiden  zij  zich 
ook  in  de  kleur  der  bloemen;  <lie  van  A  waren  geheel  rood.  die  van  H  waren 
rood  met  Ti  witte  stiepen.  Kr  werden  toen  4  combinaties  van  bestuiviug  uit- 
gevoerd: I,  A  vrouwelijk  met  A  nuunielijk;  II.  A  vi-onwelijk  mei  V>  manne- 


132 

lijk;  III,  I'.  \  roiiwflijK  met  I'.  iiiMiim-li JU  ;  I  \',  1'.  vioiiwclijk  mei  A  nianiiolijk; 
ov('ri<i^('i)H  wcnicii  {\iuty  w  (■^iiicniiii  \;iii  ;illc  iiit-l  kniisl  mal  i;i  li<'s|(»\cii  IiIckmucm, 
('II  \  iiiclil  cii,  en  door  /.;ikjcs  \;iii  kl.iiiilioc  o!i;.'i-\\  ciistlilc  Im-sI  ui  \iii<4cii  \t'i- 
JiiiidcnL  In  lïHli'i  (i;;i  wnd  In-i  z;i;Mi  \;iii  ;illi'  I  coiiiltiiiiit  jcs  II  i  I  ;;<-/,aai(l. 
|)al  van  i  kuain  iiid  op  in  de  k  w  •■rkkiist  i  w  Marsiiii  jiili  jlc  dooi-  iiii(-r<Mi  ojt^c- 
^clfii),  iiiiiar  \;iii  de  ;'.  ;iiidcii'  wcidiii  pkiiiijcs  op  Ik-I  \cld  uil  ;^('|»i;iiil .  lid 
Idcrk  iiii,  d;i  I  dr  in  \  locd  \  ;i  n  lid  sliii  rim-rl  idiis  \  nii  dr  \  ;i  d  e  r  |il;i  nl  i  in  dr 
l)u\fii;^<'ii(M'iiid»'  ('i;^fiisidi;i|ipfii  sicilsci'  \\;is  dMii  dii'  \aii  dr  iii  o  r  d  r  r  piniil. 
\;ikoliirlili;4rll  drr  coiiiiiiini  I  ir  I  \'  li;iddrii  j^clirrl  roodr  Idorinrli  ;ils  A  ;  dir  der 
coinhina  I  irs  III  ni  II  d;i;irriilr^rii  rood  niri  wille  slirpni  ;ils  II.  N'nilrr 
wai'cii  (ie  plaiiH'ii  vooiij^ckoiiicn  uil  coinltinal  ir  I  \'  \rr|  sirrhlri- ni  \rr|  mrci- 
((VcrcriikoiiM'ndc  nicl   de  A    pkinlrii   d:in  dir   iiil    roiiil»iiial  ir   II. 

|)r  coiicliisir  NOor  (Ie  pialjijk  uil  dr/,r  prorf  is  rrii  Z(M'|'  Itida  iiLliijkr, 
iiaiiirlijk  i\i'/A-:  dat  iiirii  hij  (\  <'  keus  \  a  ii  z  a  a  d  h  o  o  in  <•  ii  niet 
alleen  <i  |»  dr  ni  o  e  d  e  r  j»  1  a  ii  I,  ni  a  a  r  c  V  t*  n  V  e  e  1  op  d  <'  v  a  d  r  i- 
plaul  lelirn  moet.  Dit  is  iialuuilijk  alleen  n  o  o  d  i  g,  als  kniis- 
Ix'stiiivin^  in  de  nalnnr  voorkomt  —  een  vraag  die  ik  al  in  liet  vorige  verslag 
met  ja  beaiil  woorden  kou  —  en  het  is  alleen  ]>  r  a  k  t  i  s  e  li  u  i  t  v  o  e  r  b  a  a  r, 
als  dt'  labaksplanlen  door  zrltbesliiiving  (in  klamboe  ingesloten)  good  zaad 
gevrn  kmiiieii.  lliei-ovrr  zijn  dil  jaar  nauwkeurige  onderzoekingen  gedaan 
en  wol  mei  liot  volg«Mule  resnllaal,  uil  pioovcn  met  zaad  van  4  verseliillende 
planten,  en  in  't  geheel  van  20  vrnchtcMi  afkomstig: 


Bestuiving 

Gewicht  van 

Kiemkracht 

iloor  Pollen 

1  vrucht, 

totaal  zaad  van  1  vrucht, 

(van  het  niet 
gereinigde  zaad). 

van : 

gemid. 

min. 

max. 

gemid. 

min. 

max. 

dezelfde  bloem . . . 
dezelfde  plant.... 
een  andere  plant. 

255  m.gr. 
288     . 
315     . 

198m.gr. 
223     . 
126     . 

320  m  gr. 
397     . 
408    . 

155  m.gr. 
188     . 
20G     . 

112m.gr. 
98     . 
127     • 

207  m  gr. 
294     . 
270    . 

79 
84 
86 

Het  vei'sehil  bij  deze  getallen  is  wel  is  waar  ten  nadeele  van  de  zelfbe- 
stuiviiig,  uiaar  ten  eerste  is  het  verschil  vrij  klein,  in  elk  geval  veel  kleiner 
dan  dat  tnsschen  Min.  en  Max.,  en  ten  tweede  zijn  ook  de  kleinste  vruchten 
zoo  groot,  dat  zij  volkomen  normaal  moeten  genoemd  worden. 

Tegelijkertijd  met  deze  jtroi^vcn  is  ook  mot  de  eigenlijke  selectieproeven 
begonnen.  In  de  campagne  lOOl — 02  werden  10  fraaie  ]dauteu  uitgezocht. 
Van  elke  plant  werden  5  blaren  geoogst  en  genummerd.  De  bloeiwijzen 
werden  met  klamboe  omaeven.     Na  de  fermentatie  werden  de  blaren  onder- 


135 

zocht  op  dikte,  biaudbaaiheid,  leujjjte  on  breedte,  kleur  en  druk.  Van  de 
drie  beste  planten  werden  in  de  campagne  1002 — ():>  de  zaden  uitgezaaid. 
Van  dezen  aani)lant  werden  de  20  beste  planten  uitgezoclit  en  behandeld  als 
in  het  vorige  jaar  de  10  eerste  selectieplanten.  Reeds  nu  kan  als  een  resul- 
taat aangevoerd  worden,  dat  inderdaad  de  bladeren  van  een  en 
d  i^  z  e  1  f  d  e  plant  overeenkomstige  eigenschappen  t  o  o- 
u  e  n.  Zooals  reeds  boven  gezegd  is,  is  dit  een  hoofdvoorwaarde  voor  een 
goed  resultaat  van  selectieproeven.  Er  zal  uu  in  de  volgende  jaren  op  de- 
zelfde wijze  doorgegaan  worden;  en  op  zoodanige  wijze  zal,  als  de  selectie- 
proeven  gelukken,  steeds  zaad  in  2'''^  of  o*^'^'  generatie  van  de  eerste  onderzochte 
selectieplanten  afkomstig  voor  de  ondernemingen  beschikbaar  zijn. 

7.  Proef  over  het  „toppen''.  Voornamelijk  door  de  onderzoekingen 
van  B  e  h  r  e  n  s  is  gebleken,  dat  het  toppen  wel  is  waar  tot  een  vergroote- 
ring  der  bladvlakte  voert,  maar  dat  de  bJaddikte  tegelijkertijd  ook  grooter 
wordt.  Dergelijke  proeven  verdienen  ook  hier  in  de  tropen  uitgevoerd  te 
worden,  en  bijzonder  met  de  praktische  kwestie  voor  oogen,  bij  welk  een 
graad  van  top}>en  de  dikte  vermeerdering  in  verhouding  tot  de  vergrooting 
der  bladvlakte  zoo  gering  mogelijlv  is.  \'an  20  bijna  even  oude  planten 
werden  5  niet  getopt,  bij  5  werd  getopt  op  het  tijdstij),  dat  de  bloemknoppen 
te  voorschijn  kwamen;  bij  5  andere  na  het  begin  van  den  bloei,  en  bij  5  werd 
op  ditzelfde  tijdstip  half  getopt.  \"ooraf  waren  de  bovenste  10  blaren  ge- 
meten en  van  de  blaren  IT  5  en  10  van  boven  waren  monsters  genomen  om  de 
dikte  te  meten.  Toen  de  blaren  rijp  waren,  werden  deze  weer  gemeten  oj) 
lengte  en  dikte.  Het  getal  der  onderzochte  planten  is  vrij  gering,  zoodat 
de  proef  voortgezet  moet  worden  om  een  zekere  conclusie  te  kunnen  trekken; 
maar  al  voorloopig  nmnen  de  verkregen  cijfers  duidelijk  tot  gi-oote  voor- 
zichtigheid bij  li(4  to|»|)eii,  daar  het  schijnt,  dal  het  (oppen  een  w<4  zoo 
grooten  invloed  op  de  dikte  als  op  de  grootte  vau  de  bhufii  uitoefent;  dus 
wordt  het  nadeel  grooter  dan  het  voordeel. 

8.  I'etroleum  tegen  bladluizen.  Bij  een  proef  met  een  overdekte  kui- 
tuur van  labaU,  door  een  van  de  ondernemingen  zelf  op  louw  gezet,  bleken 
de  plantjes  bij  mijn  aankomst  zeer  sterk  van  bladluizen  (e  lij<len  te  hebben. 
Ik  heb  loeu  een  [troef  gedaan  om  de  concentratie  van  [tctroleiim  zeepcmulsie 
te  vinden,  waardoor  de  luizen  worden  gedood,  zonder  dal  de  tabaksplanten 
schade  onder\iuden.  De  geconcentreerde  emulsie  was:  12.^>  gr.  groene  zeep 
in  1  liter  water  opgelost,  waarbij  gevoegd  werd  2  liter  petroleum.     Xixn  dit 


ir.  4 

HHMij^Hcl  werd  100  rf.  in  KI  L.  unhi-  ;^fi<n  rtl.  <liis  imh  |M'li-(i|<Miiii|)<M'(-<'iita^i' 
van  ().(»(».  I)f/r  coiicciihat  if  lifcfi  allct-n  /,c<t  iiik<'lc  iilaiilt-ii  lM'S(|ia(li<;<l ; 
flaarcntc^cii  wcidm  de  lni/.cn  (lom  ccii  ln-i  Ii;i;il(lt'  hcspi  ot-iin^'  cc  iimmI»'  <^f- 
«1«mmI.  \\  aarsdii  juli  Jk  /.iill<ii  i-cliicr  lalial<s|»laiil<'ii,  i»n<l<'r  ;;c\\(»iic  (iiiif<l;iii- 
(li;^Iic(l<'ii  ;4»-l<iill  i\  (■•■i(|  fcii"-  s|cik<T  iniicriil  lal  ie  kiiiiin'ii   \  fi<lra;_M'ii. 

Tn  do  tweede  plaals  vol;^!  Iiiei-  lid  door  dm  IIr<M'  \  a  ii  K  o  in  ]>  \i  y  -^  \i 
op<;estekl  lapporL  over  de  getali  peiMja  aauiilaiiüiJjjjeii  Ie  'l'jipciii  : 

h.     J)e    <  i  o  n  \  e  I- n  e  ni  e  n  t  s    ;4  ••  I  a  li  p  e  i- i  j  a    o  n  d  e  )•  ii  e  ni  i  n  ;: 

I  e   T  j  i  [)  e  t  i  r. 

^^'  a  I  e  1-  I  e  i  d  i  11  '^  e  n.  1»  v  n  '^  ^  e  n,  \v  <•  <^  e  n  e  n  ]s  e  1»  o  n  \v  <•  n.  Zoo- 
als  in  liel  \dii<,fc  vcisla;;  reeds  is  \('iiiield.  kwam  li<-l  teirein  rasir-Ivilan;^. 
ter  «grootte  \an  ±  tr»(»  hoiiws,  liet  eerst  vooi'  de  nillncidin;^  der  ^o'lali-pertja 
plautsoeuen  iu  aaninerkiiifj. 

Onmiddellijk,  nadat  liet  boscli  was  «gevold  en  gebrand,  werden  de  o]»en- 
{gemaakte  terreinen  l»<)nws<,'ewijze  inf^edeeld  on  in'  kaart  j^'ebracbt.  Als 
<j:renstoekons  w<'rden  kapokstokken  geplant.  Golijktijdij;  biormedo  ginir 
bet  nilzetlen  en  de  aanleg;  der  boofd-  en  tninwo<ion  onder  een  bepaalde 
Lollingsboek,  xoodat  allo  iei-reinen  jioniakkelijk  zijn  te  bereiken  on  te  eon- 
trólooren.  Tor  ovorbruo<.iii<r  van  een  ravijntje  over  de  Tjibanjiboeng  werd 
een  eenvondigon,  ongonietselden  steonon  dam  met  dnikor  geslagen.  Om 
een  beteren  verbindingsweg  dan  van  Tjipolir  naai-  Tjibadak  te  verkrijgen 
—  de  bestaande  weg  van  Tjibadak  naar  Tji]>eiir  is  van  zoo  jtiimitieven 
aard  in  aanleg  on  eonstinctie,  dat  zij  in  den  West-moesson.  altbans  voor 
voertuigen,  eigenlijk  onberijdbaar  is  —  weid  (mmi  begin  gemaakl  met  de 
uitvoering  van  d<Mi  gejd-ojecteerden.  nieuwen  weg  van  do  opziebtorswoning 
naar  paal  S  in  den  verbaiden  weg  van  Tjisalak  naar  Parong-Koeda.  Deze 
weg  beeft  bovendien  bot  voordeel  door  don  goboolon  aani)laiit  in  bet  Tjitjoe- 
roegsche  gelegen  te  loopeii.  Een  bonten  brug  met  steenen  boofden  werd 
over  de  Tjiletoeb  gosbigen.  In  bet  verslagjaar  kwam  de  weg.  oji  bet  be- 
grinden  na,  in  boofdzaak  gereed,  wat  betreft  bot  gedeelte,  liggende  binnon  de 
grenzen  van  de  onderneming.  Een  klein  gedeelte  bniton  de  terreinen  van 
do  onderneming  tor  lengte  van  één  paal  blijft  nog  op  aanlog  wachten. 

Indien  ook  voor  dit  gedeelte  de  noodige  uit  gravingen  worden  gedaan 
en  na  den  bonw  van  een  brng  over  de  Tjipalesari,  do  geboole  weg  verhard 
wordt,  dan  zal  do  (Jouvornemonts  onderneming  op  zeer  gemakkelijke  wijze 


135 

CU  miudei'  primitiel  dau  tban«  van  uit  de  halte  vau  de  Staatsspoor  te  Parong- 
Koeda  te  bereiken  zijn.  ^ 

In  de  tweede  helft  vau  het  verslajjjjaar  werd  een  bejiln  gemaakt  met  den 
bouw  van  een  tweede  opzifhterswoning  in  de  terreinen  van  Pasir-Kilang. 
Te  dien  eiude  werd  een  geschikt  emplacement  uitgekozen  in  de  buurt  van 
de  kampong  Taugkil. 

K  w  e  e  k  e  r  ij  e  n.  Om  de  ruime  zadeuoogst  vau  1901  behoorlijk  onder 
dak  te  brengen,  waren  op  een  drietal  i)laatsen  te  Tjitjareuh,  Tjileuler  en  bij 
het  etablisement  Tjipetir  kweekbedden  opgericht,  welke  een  gezamenlijk 
oppervlak  van  21/4  bouw  besloegen. 

Is  ouder  gewone  omstandigheden  de  verzorging  vau  kweekbedden  in 
dien  omvang  en  op  zulk  hellend  terrein  een  veeleischeude,  de  buitengemeen 
laug  aanhoudende  droogte  in  het  verslagjaar  maakte  die  taak  dubbel  zoo 
zwaar.  x\anhoudend  moest  worden  begoten  om  de  plantjes  in  de  kweek- 
bedden voor  uitdroging  te  behoeden.  Ouder  deze  omstandigheden  werd 
het  voordeel  van  de  vleugelpompen,  opgesteld  bij  de  kweekerijen  en  het 
water  uit  de  riviertjes  langs  een  buizeuleidiug  naar  de  opvangbakken,  daar- 
toe geplaatst  in  de  kweekerijen,  voerende,  goed  gevoeld. 

Des  ondanks  liepen  de  kosten  voor  het  begieten  van  de  kweekerijen  nog 
al  op.  Met  uitzondering  vau  de  enkele  plantjes  met  witte  bladeren,  die 
allen  zijn  gestorven,  kwamen  ziekten  of  plagen  in  de  kweekerijen  uiet  voor. 

Xim  de  wilde  varkens,  apen  en  eekhoreutjes,  die  op  de  onderneming 
zeer  veelvuldig  voorkomen,  werd  geen  nadeel  ondervonden,  dank  zij  de  daar- 
voor getroffen  uuuitregelen.  A'an  de  Palaquiumsoorteu  hebben  de  plantjes 
vau  Pal.  oblougifolium  de  droogte  nog  het  best  doorstaan.  Pal.  Gutta,  af- 
wijkend type,  schijnt  daarvoor  gevoeliger  te  zijn,  althans  onder  deze  was 
het  getal  afgestorven  i)lautjes  grooter  dan  bij  Pal.  oblougifolium. 

De  ervaring  leerde  ook,  dat  het  wennen  aan  meerder  licht  vau  de  jonge 
kweekplautjes  in  op  gebruikelijke  wijze  aangelegde  kweekbedden,  zeer  ge- 
leidelijk uu)et  gaan  en  in  verband  uu't  Ie  lïiiileuzorg  oi)gedane  ervaringen 
schijnt  uuMi  aau  weinig  bedekking  de  voorkeur  te  moeten  geven.  Het  meer 
droge  klimaat  vau  Tjijtetir  en  de  daar  dikwijls  heerschende  winden  vormen 
echter  een  beletsel  tegen  al  te  lichte  bedekkiug.  Van  de  in  VM)'2  uitgelegde 
zaden  ten  getale  van  82(),()0(),  waarvan  l':'(l,!ii:'.  waieu  opgekouieu.  koudtui 
aau  liet  einde  vau  hel  jaar  L*L'.~).(i()(l  tiitgezodile  plantjes  gew(Uinen  worden. 
Met  het  oog  op  het  groote  belang,  oui  enkel  gezonde,  krachtig  ontwikkelde 
exemplaren  uit  te  planten,  werd  op  de  kweekbedden  vóór  het  uitplauten  een 
scherpe  triage  uitgevoerd,  waarbij  ook  vastgehouden  werd  aan  het  beginsel 


l-)6 

om  /,(»(»\imI  iiHi^^^rli jl<  ciikrl  Tiil.  (ilddii^firuliiiin.  I'al.  (!ull;i  iii  1'al.  horuci-UKO, 
(lic  \(i(»r-  dl'  iMTt'idiii;^  \aii  ^^ciali  |>''ri  ja  uil  de  liladi-n-ii  in  di-  alN'ircist*'  jdaatH 
in  aaiiinrrUiii;,'  l.onifii  rn  pas  in  d»-  l!''  jdaals  I'al.  (iiilla  alwijUcnd  l.\i><'  !•■ 
kit'zrn  —  I'al.  Trcnldi  i-n   i'avi-na   l.i'ciii   woidcn  ni<'i    niiM-r  aan;_'<'|i|ani . 

Z  a  d  r  n  (»  o  •.;  s  I.  |)cIiI(M-i  l»c^(in  in  di-  maand  -Inii  s|i<(i  adisdi.  Id-uijl 
dr  ^Toolc  l)l«)ri  iels  later  dan   ;_'i'\\  «xtnli  jk   inviel. 

De  vint  litdia»  lil  \an  alle  sotnlm  was  /eer  l»c\  rcdi;_'cnd.  jn  lid  lii  j/.uniltT 
dir  \an    I'al.  (!ntla.  al'Nvijk<'n(l  \y\>r. 

r«ij  Ik'I  <i|isl('kcii  del-  najaaisw  inden  nndciN  undi-ii  de  j<in;_'<-  \iinlitjfS 
daaivan  nadeel;  de  door  de  wind  l»ew<i;^en  taki^en  s|(»e;jeii  er  een  deel  \an  af. 
Kindr  hecemher  \in;^'  hel  in/.amelen  <\t'\-  /aden  aan.  I  >e  (tn^'st  is  /.cri  ined<;- 
•gevallen  (').  haar  eene  l»esl  li  jdin^^  \an  de  kalon^^s  en  \  leennni/.eii  weinij: 
iiKwcrkiiijj:  licclt  vu  het  bij  liel  ^loole  aaiilal  \  ru(lildia;.;(.'iid('  hdonnii  on 
dodilijk  is  broiij;s()n};s  —  wii  sooi't  van  luiiiic  niaiulen  —  londoiii  de  vrm  li 
ten  aan  te  brcn^fcn,  zooals  dit  b.\.  op  de  aanplantin<;('n  te  r.elaian  en  Sawan;^- 
;^ali  wel  geschiedt  en  ooiv  l)ij  de  wcinijic  \  i  ik  lildi-a^cnde  I'al.  oblonj^ifolinm 
en  Pal.  borneenso  te  liuitcny^orj;,  blijfl  er  niets  anders  over.  dan  de  zaden 
op  dt'  ;.;obi-uikelijlv(*  wijze  in  te  zamelen  u.1.  de  op  den  j;rond  «gevallen  zaden, 
afkomst  ij;  van  vrnchten  door  vronwen  en  kinderen  ingezameld.  Nadat 
's  morgens  de  zaden  ingezameld  zijn.  worden  in  den  namiddag  de  gedurende 
den  dag  afgevallen  rij|>e  viin  liten  ook  nog  opgeiaapl.  Wat  in  de  plant- 
soenen van  1'al.  oblongifolium,  I'al.  borneeuse,  Pal.  (Jiitta  wordt  gevonden, 
wordt  ook  geacht  te  zijn  te  beliooreu  tot  die  respectievelijke  1'al.  soorten. 

De  Pal.  Trenbii  boomen,  waarvan  ei-  verscheidenen  telken  jare  bloeien  en 
vrncht  geven,  leveren  nu  Ie  dien  opzichte  en  met  betrekking  tot  het  kruis- 
bevruchtings-vragstuk  een  blijvend  gevaai-.  De  zaden  van  de  verschillende 
Palaipiiumsoorten  verschillen  niet  genoeg  om  ze  van  elkaar  te  kunnen 
onderscheiden. 

Met  het  oog  o]i  dat  blijvend  gevaar,  werden  vroeger  de  zaden,  vóórdat 
zij  rijpten,  van  de  boomen  geslagen.  Door  het  groote  getal  boomen  blijkt 
dit  een  omslachtig  werk  te  zijn  en  is  de  controle  of  het  behooilijk  gedaan  is. 
moeilijk,  weshalve  besloten  werd  alle  vru(  htdragende  Pal.  Trenbii  b(M»men 
oji  te  ruimen.  Pdijkt  naderhand,  dat  het  product  van  deze  soort  meer 
waarde  krijgt,  dan  kimnen   immer  nog  de  boomen  uit  den   cultnnrtnin  en 


(')    In   Januari   on  Februari  kwam  Iipl  meeste  binnen,  op  vele  dagen  achtereen  werden 
+  20,000  Pal.  oblongifolium  zaden  geoogst. 


157 

uit  's  Liiuds  Plauteutuiu,  die  telken  j:ii«*  iuimseli<Mits  viucljt  drageu  iu  de 
behoefte  aan  zadeu  of  i)laiiteu  voorzien. 


A  a  u  p  1  a  u  t  i  n  t,^  e  u.     De  oude  aanplant  weid  geheel  gezuiverd  van  de 
seliaduwboomen,  de  tusschen  geplante  Payena  Leerii  en  koffie  en  het  overige 
wildhout.    Het  vellen  der  groote  Albizzia-.stanunen  moest  niet  de  noodige  om- 
zichtigheid geschieden,  opdat  geen  beschadigingen  werden  toegebracht  aan 
de  getah-pertja  boomeu.     De  grond  voor  de  nog  niet  geheel  gesloten  plant- 
soenen, waar  de  alang^  hier  en  daar  nog  niet  geheel  uitgeroeid  was,  werd 
hierna  behoorlijk  met  de  patjol  bewerkt  en  van  alang-  gezuiverd,  wat  niet 
weinig  heeft  bijgedragen  tot  de  betere  ontwikkeling  in  den  stand  der  boomen. 
In  de  overige  plantsoenen  kon  volstaan  worden  met  baballen  en  ngoret- 
teu.     Met  inboeten  kon  door  het  late  invallen  der  regens  eerst  in  December 
worden  aangevangen.     Liet  zich  aanvankelijk   het  weer  hiervoor  gunstig 
aanzien,  zoo  was,  helaas!  zulks  slechts  van  korten  duur,  daar  na  enkele 
regendagen  de  droogte  w^eer  plotseling  inviel.     Het  volgend  jaar  zal  blijken, 
hoeveel  van  de  inboetelingen  het  ongunstig  plantweer  met  goed  gevolg 
hebben  doorstaan.     In  den  ouden  aan])lant  werden  in  den  grond  gebracht 
4890  Pal.  oblongifolium  en  505  Pal.  (lutta,  afwijkend  ty])e.     Een  begin  is 
ook    gemaakt    met    het    beplanten    der    onbeplant    gebleven    ontginningen 
1901/02,  doch  door  het  ongunstige,  droge  weer  moest  dit  werk  spoedig  daarop 
worden  gestaakt.     In  't  geheel  werden  pas  in  de  nieuwe  ontginningen  uitge- 
plant  2(i70  Pal.  oblongifolium  en  1800  Pal.  borneense.     In  een  der  oude 
tuinen,  voornamelijk  bestaande  uit  Pal.  Gutta.  afwijkend  type  trad  in  de 
maand  Mei  een  rupsenplaag  op,  waai'door  een  50-tal  groote  boomen  geheel 
kaal  gevreten  werden.     Geen  blaadje  bleef  gespaard.     Een  enkele  oblingi- 
folium  en  het  jonge  i)lantsoen  grenzende  aan  den  guttatuin  nuM'sten  het 
eveneens  ontgelden,  doch  bleef  de  jdaag  overigens  zeer  hx-aal. 

D"".  K  o  n  i  n  g  s  b  e  r  ge  r  deed  een  onderzoek  in  loco  en  bracht  daar- 
over het  volgende  verslag  iiit: 

„De  rupsen  van  deze,  over  geheel  Zuid-Oostelijk  Azië  en  Australië  v(M-- 
spreide  Noctuide  zullen  een  blijvend  gevaar  opleveren  voor  de  cultuur  van 
l'ahuiuiumsoorten  en  in  het  bijzonder  van  Palaquium  (Jutta.  In  1900  wer- 
den zij  schadelijk  in  den  cultuurtuin  te  Ruitenzorg,  terwijl  zij  in  HI02  een 
groot  complex  boonu^n  in  de  aanplant ingen  te  Tjipetir  hebben  kaalgevreten. 
Zij  traden  toen  bij  duizendtallen  op  en  uit  den  aard  der  zaak  viel  er  niet 
te  denken  aau  het  doen  verzamelen  der  ru]»sen.  daar  deze  zich  of  op  de 
bladeren  of  op  de  dunste,  met  de  hand  niet  bereikbare  takjes  ophouden. 


]>r  \  <'ij»(»|(|»in^  lirt-ll  iiifi  jiLiiils  in  i\>-\\  ^/inml.  iii;i;ir  \<'fliil  (l;i;irlni\  fn. 
Ilissriirii   (Ie  ;i  fj^cVJI  I  l»'ii    lihnlticn    .  w  ;i;i  riii<'<|r  <|r   Imi(1<iii    is   lnMlfkl. 

Si»iiiiiii;4<-  iii|»srii  \  ciiioiiiM'U  /,ii|i  ook  |c;jcii  <li'  \\fini;,'f  ltl;i<|i'irii,  die 
jiMii  (!<■  hooiiifii  zijn  ;:<'S|i;i;ii(l  l:''I»I<'\ 'H  'H  lollen  di-zc  (i;i;iiioc  ^'fdcclidi  jk 
op.  I)c  Im'sIc  IicsI  li  jdinijsincl  liodf  Im-sI;i;iI  liii-iin.  tl;il  nn-n  ln'l  ooj^cnhlik 
iifwiHlil.  Wiiiiiop  de  incrsic  Mi|)Scn  zii  li  lulilicn  \ii|i<(]it  en  ;ilsd;iM  InM  Mf'^^c 
VJilIrn  l>l;id  s;ini«'n  vcci:!  m  \  ciln  ;i  ndl .  \  lij  ;:oi'dc  ;iriifclidiii;^cn  \;in  \lin 
der  rn  iii|ts  zi  jii  Ie  \  in<lcn  l»ij  .Mooi<-,  L<'|iidojiiria  <d'  <  'cv  Ion.  \  dl.  III.  jil.  Hi'.i. 
fi^.    1,    \a  ('M    1//'. 

A:in  licl  rindr  \;iii  lid  v(M-sl;i;ri;i;ii-  stonden  :ill<'  :i:ni;_'et;isle  liooiiieii  weer 
IViiiii  in  lilud.  \';mi  de  hooinen  in  den  ouden  ;i,iii|il;inl  werd  eeiie  lellin;^  j.;(v 
lioiidcu  ('Il  \\;is  liet  rcsiitaal  hicivaii  als  vol;.;!: 

1'.  obhm^ifoliiiiM    1144, 

,,    hoiIK'ClIse ir)l(i, 

„    ^MiKa,  alw.  I.v|)(' 7S5. 

Een  kadastialc  opmcliii^^  had  plaats  van  den  ouden  aanplant  en  van  de 
tciicincn  van  de  nitbrcidin^^en  11)00  en  l!M)t.  Op  I'asir-Kilan^'  werden  ont- 
;;M)nnen  105  bonw.  liet  zou  wel  nio^^'lijk  ^'eweest  zijn  no^  meer  te  ont},Munen, 
do<  Il  om  vers(  liillende  icdeneii  weid  daarvan  af^M'/ien,  alhoewel  de  vei-leidinj; 
daai-toe  met  het  oo^-  oj»  het  scliijnbaai'  ^roote  aantal  plantjes  st<Mk  was. 

Züoals  boven  reeds  is  vermeld,  stonden  bij  den  aanvang  van  de  out- 
Lrinningen  lOOL'  +  1*;*,0.00<I  plantjes  o])  de  kweekbedden,  doch  de  ervaring 
leerde  reeds,  dat  indien  sleidits  supt'rieur  plantmateriaal  wordt  gebezigd  — 
een  fnndamenteel  beginstd  bij  alle  cultures,  waai-van  niet  ongestraft  afge- 
weken kan  wolden  —  een  groot  aantal  +  1^0%)  niet  voor  uitplanting  in 
aanmerking  komt.  l>at  het  betiaihten  van  zulk  een  voorzichtigheid  niet 
ongemotiveerd  is,  bleek  ook  dit  jaar  weer.  De  langdurige  droogte,  die  vele 
zwakkeling<m  op  de  kwe«dcbedd(>n  had  geveld,  bratht  nu  geen  te  groote 
streep  dooi-  de  rekening,  wat  betreft  het  aantal  beschikbaar  plantmateriaal. 
Had  men  ni('t  zoo'n  ruime  sjK'ling  gelaten,  dan  had  bovengenoemde  ongun- 
stige factor  stellig  een  leelijke  misrekening  bij  het  jdanten  ten  gevolge 
gehad.  Met  het  nog  onbejdaut  gebleven  terrein  uit  het  vorige  ontgiunings- 
jaar  +  de  inboetingen,  bleek  aan  het  einde  van  het  verslagjaar,  dat  men  aan 
plantniateriaal  nog  juis-it  voldoende  had,  om  +   1!>5  bonws  te  beplanten. 

In  iU'  tweede  plaats  viel  het  moiMlijker  aan  de  noodige  contractanten 
te  komen,  daar  reeds  van  de  in  de  nabijheid  gelegt'ii  dessa's  wonende  lieden 
een  belangrijk  deel  vastgelegd  is  in  de  ontginningen  van  de  vorige  jaren. 
Komen  deze  vrij  —  van  de  eerste  groep  loopt  de  verbintenis  in  het  eerste 
semester  van  het  volgende  jaar  af  —  dan  kunnen  zij  zich  weer  verbinden 


1.19 

vot)i'  uiciiwi'  U'rieincu.  Over  't  alj^cnieen  is  de  animo  om  contiacten  te 
sluiteu  J^ioot,  vooral  van  de  zijde  der  wt-l^estelde  lieden,  die  voor  de  groote 
uitgestrektheden,  welke  zij  in  ontginning  nemen,  zich  bedienen  van  arbei- 
ders, doch  vloeien  hiernit  allerlei  nadeelen  voort,  zoodat  in  den  vervolge  er 
naar  gestreefd  zal  worden  om  het  „bazenstelsel"  zooveel  mogelijk  tegen  te 
gaan.  Zij  nemen  vaak  grootere  stnkken  aan  ,dan  zij  in  werkelijkheid  naar 
behooren  knnnen  ontginnen  en  beplanten. 

Bij  het  gevolgde  systeem  van  ontginning  bij  de  (Jonvernements  getah- 
pertja-cnltnnr,  kan  men  betrekkelijk  weinig  invloed  er  o]»  uitoefenen,  dat  de 
contractant  de  plantjes  behoorlijk  plant  en  verzorgt.  In  bijzondere  mate 
is  znlks  het  geval,  indien  de  contractant,  ten  gevolge  van  de  weersgesteld- 
heid, den  aard  van  grond  en  terrein,  ziekten  en  plagen  enz.  enz.  een  slechte 
rijstoogst  van  zijn  hoema  maakt.  Begrijpelijker  wijze  is  hij  dan  slecht  te 
vinden  om  nog  eenige  werk  te  verrichten  in  een  hoema,  waar  zijn  rijstgewas 
zoo  goed  als  mislukt  is.  Hij  tracht  dan  door  elders  uit  werken  te  gaan  het 
te  kort  in  zijn  inkomsten  te  dekken. 

Is  nu  tijdens  het  planten  van  de  getah-pertja  de  weersgesteldheid  on- 
gunstig, zoodat  bijzondere  maatregelen  moeten  worden  getroffen,  om  die 
schadelijke  factor  tot  de  kleinste  afmetingen  terug  te  brengen,  dan  is  het 
duidelijk,  hoeveel  tact  en  inspanning  van  de  zijde  des  oi)zieners  gevergd 
wordt,  om  te  maken,  dat  de  minder  gelukkige  contractant  zich  verder  toch 
nog  het  lot  der  getah-pertja-])lantjes  aantrekt.  Belooft  het  rijstgewas  een 
mooien  oogst,  dan  kan  men  van  den  contractant  meer  gedaan  krijgen.  On- 
gelukkiger wijze  vallen  de  ongunstige  factoren  voor  den  lijstoogst  en  getah- 
pertja-beplanting  gewoonlijk  samen. 

Ook  de  ojdvomst  van  het  gewone  werkvolk  laat  af  en  toe  te  weuschen. 
vooral,  wanneer  de  rijstoogst  in  vollen  gang  is.  Zelfs  de  boedjangs  ontzien 
zich  dan  in  die  tijden  niet.  om  hunne  vaste  tewerkstelling  in  den  steek 
te  laten. 

Het  ontginnen  van  al  te  groote  stukken  heeft  eindelijk  nog  het  bezwaar, 
dat  dit  toezicht  oj»  hel  beliooilijk  ui1]»lauten  zoo  moeilijk  wordt.  Waar 
het  gemakkelijk  groeiende  minder  kostl»ai*e  b<»onien  geldt,  is  dit  be/.waar 
natuurlijk  niet  zeer  groot,  bij  de  getah-pertja  boomen.  die  in  hun  jeugd  en 
bij  het  over])lanten  nogal  zorg  vei'<Mscheu,  moet  men  wel  degelijk  uu-t  dat 
feit  rekening  houden. 

Een  ]»i'oef  met  de  invoer  van  .lavanrn.  om  te  \-oor/,ien  iu  iiet  ucbrek  aan 
werkkrachten  slaagde,  zooals  reeds  in  't  vorige  verslag  vermeld  is.  aanvan- 
kelijk naar  weuscli.  Nadat  (1<-  verzwakte  liclnnnen  door  behoorlijke  voetling 
weer  gesterkt  waren,  ]»rest<'erden  zij  InM  werk.  dat   van  lien  verlangd  werd. 


140 

lil  di-ii  |(io|i  \;iii  (lil  i;i;ii-  itIiIci-  \«-rlic|rii  liijiui  alli'li  <li'  niidri  iiciinii;.'.  <<\\\ 
liiiii  ^rliik  (»■  lirprorN  fii  :i:iii  (!•■  \\' i  j  II  kit(i|isli;i;i  i,  ;il\\;i;ir,  iiniii'  /.ij  Imunlfii.  hij 
(|f|i  houw  \;iii  ,,(  icjll  is\  iljr"  hil  i  I  fii^irw  imiii  lioo^ic  IikiIH'Ii  /.ulldcii  /,ijll  l<'  \t'l' 
(liriicii.      I);il    was  slcchis  \aii  /.t-i-y  t  ijdd  ijken  aaid  ('l. 

.Mr(   lic(  o(»;^  u|i  <|c  iiiiistaii(li^lii'i(l.  dal   i<di'i-  j;iai-.  aliiaaniiati-  li<'i  (»inl<'i- 
lioiid   \aii  i\i'  oiil^diiiicii   Ifnciijcii   na  al'ldoii  diT   \  fihiiilcnisscii   iiii'i   >\i-  inn 
1 1  in-laiilcii    \(>(ir  •■iLjcii   i''kcnini;    kuinl.   Ih-i    ^cial    \aslr  hrn-djan;^s   I  nfiifcint, 
zonde  liet    oin    Iwceeilei    icdeiieii   alles/.ins  aa  lilii-N  el  i  ii^    \erdie|ieii   I-en    Iweedi' 
pn^^Mllj^    te    doen     olll    da\aaiise|ie    lillis;^e/.iiine||     llil     de    o\  cihi'N  (dkte    streken 

naar  Tjipelir  o\ci-  te  hreii;:eii.  In  de  eeisle  |ilaals  wonll  daai\oor  in  liet  t«' 
koi'l  aan  wcrkvidk  —  iii  de  hiiiiii  \aii  de  ( !oii\  enieiiienls  ;^etalr|»cil  ja  onder- 
nmiiiijx  liji^'on  tal  van  and<  re  ;^i(iole  landhoinv  <)iiderneiniii<;eii.  zoodat  de 
ludiocfle  aan  wcik\(»lk  ;,n()ot  is  —  vooi-zicn  on  is  men  in  staal  liet  lio<dd  <<• 
hiedeii  aan  de  ter  plaatse  steeds  meer  eisi  liende  he\()lkin;^^  di<'  nal  iiuilijk  jno 
fitecrt  van  den  t(»estaiid,  wal  e(liter  voor  liaar  niindei-  ;:imsii^M'  ;je\(»l;:en 
heeft,  daar  zij  overal  gemakkelijk  werk  vindende  ()(d<.  overal  even  j^eniakke- 
lijk  vooi-sehotten  weet  U'  heniachtitjen,  dii^  ze  dikwijls  n  den  steek  laten. 

liehoudens  enkele  stukken  is  de  stand  der  aanplant in<;en  van  de  nieuwe 
(Hituinniniicn,   over  "t    aljicnieen   genomen,   hevredij^end   en    behoeft   slechts 


Het  fraaist  ontwikkelde  exem]>laaT'  uit  de  :'.  jaTi^^c  liiinen  van  ol)lon}ii- 
foliuni  had  aan  het  einde  van  het  veislaj,fjaar  een  liooj^te  hei-eikt  van  Ü.o  M. 

Hoewel  in  bejierkten  onivanjï,  doen  de  bladrollers  (een  Kliodoneura  Sepc) 
immer  no<;  schade  aan  de  Jon<j;e  j)lantsoenen.  Men  tracht  de  rupsen  zooveel 
niof^elijk  we<f  te  van<;-en.  Zooals  boxen  reeds  meermalen  is  opi;emerkt,  was 
de  weersgesteldheid  voor  het  planten  aan  het  einde  van  het  verslagjaar  zeer 
ongunstig.  Het  in  December  aangevangen  planten  moest  kort  daaroj»  wor- 
den gestaakt  door  invallende  droogte. 

Hoe  ongunstig  de  regonverdeeling  in  de  maanden  NovemV)er,  December 
(en  .Januari  1!KI.">)  was,  moge  uit  den  volgend<'n  staat  blijken: 


' 

2 

a 

4 

5 

6   / 

1 

8 

9 

10 

11 

12 

13 

14 

15 

16 

r 

18 

1 
19  |20 

21 

22 

7,; 

25 

26  27   2S  |29 

30 

31 

No»  1902. 

13.5 

I 

11 

1 

2:.s 

10,5 

— 

7.5 

— 

4 

- 

9 

- 

- 

— 

- 

20 

4.5 

-  20 

— 

- 

— 

7.5 

9 

4.5 

— 

- 

6.5 

Dec.  o 

S 

12 

- 

/ 

- 

l.-i.5 

- 

-- 

6 

- 

43.5 

8.5 

30 

- 

2 

- 

5 

S 

- 

24  — 

3.5 

- 

- 

- 

- 

- 

4.5 

16 

40 

20 

Jon.  1903. 

- 

- 

- 

17.5 

9 

- 

- 

- 

- 

- 

- 

- 

8.5 

4 

25 

2.5 

10 

50 

- 

- 

- 

- 

- 

7 

24 

7 

15 

10 

41 

6.5 

Nov.  19t)2  =  102.     December  1!)02  =  240.5     en  Januari  1003  =  199. 


(')  In  'l  begin  van  1903  vroegen  zij  ileemoedig,  na  een  ellendig  bestaan  geleid  Ie 
hebben,  om  weer  als  boedjang  op  de  Gouvernements  getah-perlja  onderneming  te  mogen 
werken. 


141 

Om  de  iiitgeplante  jonge  plantjes  tegen  de  felle  zonnestralen  te  be- 
schutten, werden  zij  van  afdakjes  en  z.g.  mutsen  voorzien.  Niettegenstaande 
deze  maatregelen  was  het  peicentage  dooden  meer  dan  gewoonlijk,  vooral 
bij  die,  welke  onmiddellijk  na  het  uitplanten  7  dagen  droogte  te  doorstaan 
hadden. 

Proeftuin  e  n.  Voor  de  beantwoording  van  bepaalde  voor  de  getah- 
pertjaculiuur  belangrijke  vraagstukken.  \v(M-d  o{>  Pasir-Kilang  een  terrein 
ter  grootte  van  .")  bouw  als  proeftuin  ingericht  en  zullen  all»*  werkzaamluMlen 
daarvoor  met  eigen  boedjangs  uitgevoerd  worden. 

Met  behulp  van  dezen  proeftuin  zullen  nu  de  volgende  vraagstukken 
in  onderzoek  woi'den  genomen: 
V.  Welke  is  de  invloed  van  de  tusschencuhuur  op  de  ontwikkeling  der  getah- 

pertja  boomen  bij  intensieve  en  extensieve  cultunr? 
2'\  Welke  plant  wijdte  de  meest  aanbevelenswaardige  is: 

a.    voor  prodnctwinning  uit  den  stam, 

1).    voor  produetwinning  uit  de  bladeren, 
.j**.  Indien  prodnctwinning  uit  de  bladeren  hoofdzaak  w<M'dt,  welke  cultuur- 

wijze  ge<'ft  dan  de  grootst  mogelijke  bladerenoogst? 
In  den  proeftuin  zal  tevens  een  proef  worden  genomen  met  beplanting 
door  dii'(Mte  nilzaaiiug  in  het  open   veld,  natuurlijk   met   de  uoodige  voor- 
zorgen. 


Regenval    van    1902. 


Maanden. 

Aanlal  m.M. 

Aantal  regendagen. 

Januari 

366 
265 
291.5 

21 

Februari 

12 

Maarl 

12 

April 

1875 

14 

Mei 

218 

12 

Juni 

89 

7 

Juli 

36.5 

5 

Augustus. . . 



37 

3 

September  . 

10 

2 

Ontnltpr 

124 

162 

13 

November.. 

16 

December . . 

Totaal 

248.5 

Ï7 

2035 

134 

I4i 


>o 


O  n  (1  e  !•  z  o  <*  k  1  n  jï  o  n.     Tn    l»t';iiit\vo<»r<liii^'  \:ui  <li-   \i;i;i^'  ui'  niet   1( 
IK'IkIc   Ii(M'\»'c11i<'(|cii    prodiKl    /.ouden    /.ijii    h-    wiiun-li,    iinliin    (|;i;:flijks.    dooi 
slcrlits  enkele    i iisn i jd i ii;:eii    met    een    s<liei|)   snoeiines.   de   sliiniinen    uoiden 

illf^flllltl     werd,    Ie   dien    i>|»/.itlll    een    |i|iier    ;ieliunien.        I  >e    \()|;:ende    |-esnllaleM 

w  eideii  d;i!iilti  j   \  fikreden  : 

lldoj^tc  Diiiiii. 

M.  M. 

11.(1  O.L'I 

iL'.r.  il.-»; 

ir..()  ().:;(; 

Is.."  II.:'.:: 

17.0  <•.:•.() 


r>()uin  II" 

soort 

1 

lioiiicciisc 

2 

3 

4 

5 

r> 

^ 

1 

8 

1) 

10 

!_..» 


(i.-j:{ 


iL'.o  0.2:5 

iL».r,  O.LM 

i:5.r.  o.:'.o 

iL'.r.  O.L'S 


11  Ohloii^ifolimii        Ki.r.  O.L'7 

12  „  i:'..r»  »».L'«; 

13  „  KJ.r,  0.27 

14  „  13.5  o.:>.r. 

15  „  10.0  0.20 

16  „  20.0  .  0.:51 

17  „  10.  0.20 

18  „  15.  0.:{0 
10  „  12.5  0.2S 
20  „  15.5  0.20 


Totaal     208 
Indien   van  jioedkooiK'  ailMMdskiailitt-n   kan   woi-den  i»aiiij   «•etrokken, 
zoo  kan  dozc  wijze  van  aflapiiinj;  wellicht   niet  voordeel  worden  toegepast. 
De  proeven  hieromtrent  zullen  worden  voortjiezet. 

Omtrent  de  onderzoekin<;en  in  het  lahoratoriuni  moge  hier  verwezen 
worden,  naar  hetgeen  daaromtrent  is  nKnlegedecld  bij  de  :V''"  afdeeliug  over 
het  verslagjaar  (sub  V). 

D'".  van  Itomburgli  bezocht  de  (letah-pertja  aanplantingen  even- 
als in  't  vorige  jaar  geregeld.  Dit  bleek,  voor  't  geven  van  raad.  het  beramen 
van  maatregelen  voor  den  goeden  gang  van  zaken  zeer  gewenscht. 


.\aiital 

Opbrengst 

insnijd. 

giam 

20 

S 

»> 

21 

» 

>< 

>» 

37 

>» 

2."i 

» 

14 

M 

n 

ff 

8 

>y 

0 

» 

10 

1  1*) 

30 

1    1  .» 

11 

» 

8 

ff 

12 

i 

» 

1 

5? 

9 

ff 

16 

>» 

15 

>J 

oo 

»? 

7 

ff 

12 

1  i»t 

143 

c.     D  e  111  o  n  s  t  r  a  t  ie  V  o  1  d  o  ii    \  o  o  i-   i  n  1  a  n  d  s  e  h  e   c  u  1 1  u  r  o  s. 

Evêiials  in  de  beide  vooraf«i(^<»aiie  jaren,  wai-en  ook  in  het  versla  jij  aar. 
al  naar  den  aard  der  bcvolkinj;  en  nied(^  onder  den  invloed  van  .sommiy,'e 
andere  onistandijiheden,  de  resultaten  der  verschillende  deinonstratievelden 
no;^  al  iiitcenloojx'iid. 

Op  enkele  velden  waren  niet  alleen  de  nitkoinsten.  op  het  veld  zelf  ver- 
kregen, zeer  goed  te  noemen,  maar  konden  ook  —  en  hierom  toch  is  het  te 
doen  —  verscheidene  verbeteringen  geconstateerd  worden,  die  de  bevolking 
in  haar  eigen  aanplant  van  het  denionstratieveld  had  overgenomen.  Op 
andere  velden,  daar«Mitegen,  geschiedde  de  behandeling  wel  grooteiideels  o]) 
jniste  wijze  en  volgens  de  gegeven  voorschriften,  maar  viel  van  navolging 
door  de  naburige  inlandsche  landbouwers  niets  of  weinig  te  bespeuren. 
Helaas,  deden  er  zich  ook  gevallen  voor,  waarin  het  gebrekkige  van  het 
dagelijksch  toezicht  zoozeer  overeenstemde  met  in  de  vorige  verslagen  uit- 
gesproken klachten,  dat  de  uitvoering  van  de  op  het  veld  zelf  plaats  hebbende 
werkzaamheden  zeer  veel  te  wenschen  overliet. 

Dit  laatste  was  speciaal  het  geval  te  Poespoh,  hetgeen  een  reden  te  meer 
was  om  de  ojdieffing  van  dat  veld,  waartoe  toch  reeds  besloten  was  (zie  het 
vorig  verslag  bladz.  1.">!) — 1<>2».  in  het  verslagjaar  uit  te  voeren. 

L  e  m  b  a  n  g. 

Aangezien  de  tijdelijk  voor  de  demoustratievelden  tot  mijne  beschik- 
king staande  deskundige  Jhr.  ('.  de  Savornin  L  o  h  m  a  n,  ten  ge- 
volge van  de  opheffing  van  het  veld  te  Poespoh,  meer  tijd  kreeg,  was  het 
niet  gemotiveerd  langer  gebruik  te  maken  van  de  diensten  van  den  tweeden 
gediplomeerden  landbouwkundige,  die  tot  zijne  assistentie  door  mij  was  aan- 
gesteld en  wien  Lenibang  als  s1andi)laats  was  aangewezen:  dezen  laatste 
werd  daarom  in  den  looj)  van  het  verslagjaar  een  eervol  ontslag  verleend, 
liet  was  daarbij  echter  niet  te  ontgaan,  dat  de  ook  te  Lenibang  zich  steeds 
voordoende  moeielijkheid  met  het  dagelijksch  loezi(-ht  weder  meer  op  den 
voorgrond  trad.  De  mandoer,  die  dan  ook  aan  het  eind  van  het  jaar  moest 
worden  ontslagen,  gaf  niet  alh^'n  niet  de  geringste  blijken  \an  eigen  initia- 
tief bij  het  werk,  doch  meermalen  kwam  het  vooi-.  dat  duidelijk  gegeven 
orders  door  hem  niet  \v(M'den  nagekomen.  N'ooral  viel  er  te  klagen  over  de 
weinige  zorgen  door  hem  aaii  den  aanplant  van  groenten  besteed. 

\'oor  een  klein  deel  ligt  de  geringe  plichtsbetrachting  in  de  uitvoering 
der  dagelijksciie  werkzaaniliedeii.  waarmede  wij  op  dil  vehl  te  kampen  heb- 
ben, wellicht  aan  lu-t  feit,  dat  de  veel  vocn-komende  vestiging  \aii  Knrope- 
aneii  op  den  grond  Ie  Leniltang  er  den  eigenlijken  iulandst  In-u  landbouwer 


144 

scliajii'H  (loot  zijn  en  dnardooi-  i\i-  lifhin^^sti-llinfi;  hij  «Ie  l»<-\olkiii;^  in  hei  ;il;:i- 
llK'Cil  \<toi-  dl'  \\  elk/,;!;!!!!!!»-!!*-!!  i)|i  lul  \i|i|  i^ciiii;;  is.  I|f|  /;il  t|:iii  «Mik  oj» 
(l<-ii  dmir  ■•i;iriiic\  clirij^  \  ndiciicii.  ii:i;ir  lluiiis  n-i-d^  mei  \  lij  ^loolc  /.fkfilifi»! 
I(*  zc;^;i<'M  \;ill,  \(n»i<|fii  iiilamlsilicii  l.i  iidlioii  w  in  (l<-  Im-ti^sI  icki-ii  \;iii  WfSl- 
.I;i\;i  li;i;il'  <'fii  ;imlcif  |p1;i;iIs  \imii-  de  scsli^iii;^  \;iii  i-cii  (Iciiioii.sl  i;i  l  if\  dd 
uil  te  zien. 

Yuu  ;i;ii-d;i  |i|)i|tii  ^iivcii  de  \  ;i  lir-tci  h-ii  .,<  !t';ilit  "•  siiiis  |i;i  i<-il  |f"  cii  ..r>i;ili- 
d;il('"'  wcdt-r  1m-\  icdi;:('ii(l<',  ot'si  liouii  ;^ci-ii  lii jzuiidcr  ^(icdc,  icsiil  l;i  W-ii.  Ti- 
Lriidciii^i  zrir  werd  Cl-  W'-iiiiii  iilaiil  iii;i  lcri;i;il  \;iii  d<-/.f  ;i;ii(i;i)t|ii-li-ii  ;_M*\ia;i<id  : 
(l;i;iii'iilc;^cii  wel  doni"  ('Clii^ic  locinlis  in  lid  ondirdisl  licl  'l'jisarocw  ;i.  <  >nz»' 
,,(i»'';inl('  s;ins  iciicillc"",  dour  lot-ddcn  \;iii  dt-n  (  "on  I  lolcur  te  I5;i  ntlocn;^  ;i:in 
de  l»('V(dkiii;4  \;iii  Tjik;idj;iiiji  ii;il»ij  (ijiiod  \(islrrkt,  ^al'  aldaar  ••<*n  zc<-i- 
mooi  prodiKl.  li('(<i;(*('ii  te  wclUonwi-  was,  daar  o|»  ons  schl  zdl'  d<-  In-idc  ^c- 
nocindc  varifMcitcn  atditcrnil  jiaaii.  Kent-  aardapju-l  \  arir-h-ii  ..!  nipfralor" 
l^ciioruid,  dit'  in  onzen  IxMj^tnin  h-  'i'jihodas  veel  reden  lot  te\  redenlieid  ^mI'. 
Werd  in  >.'o\eini»er  \aii  liel  vei-.sla<'jaar  ook  te  Lembaiig  uitj^ezel,  zoodat 
daaronitreiil   in  hei   \(d<:('nd  ^('rs]a;i,•  eerst   iets  vermeld  zal  ]<unnen  worden. 

Maïs  had  \cel  Ie  iij(h'n  van  lianiponj;-bonden,  die  eene  j;cre<i-elde  plaaj: 
voi'nulen,  waartegen  zelfs  bewaking  's  nachts  eene  onvoldoende  l»eveili<'in<i 
Ideek. 

Ariisjokken  voldeden  niet  aan  de  verwachting,  daar  de  nn'este  planten 
afstierven  zonder  te  hebben  willen  bloeien.  Eenige  door  scheuren  verkregen 
jonge  planten  werden  op  eene  andere  plek  uitgezet  om  andermaal  te  zien  of 
men  ter  plaatse  geen  product  van  die  bij  uitstek  fijne  groente  zou  kunnen 
teelen. 

Selderij  had  van  eene  eigenaardige  ziekte  te  lijden,  wier  oorzaak  nog 
nitd  met  zekerheid  bekend  is  en  die  zi«  h  door  het  verdrogen  der  bladeren 
kenmerkt.     De  niet  aangetaste  planten  stond  veelal  goed. 

De  Heer  de  S  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  liet  in  October  het  noodige  onder 
zijn  i)ersoonlijk  toezicht  van  eenige  dagen  doen,  om  den  aardbeien  aan]dant, 
die  geregeld  vincht  draagt,  weder  voltallig  te  maken,  te  bewerken  en  te 
bemesten. 

Hoew^el  ook  aan  de  tabak  op  het  veld  niet  die  zorg  besteed  werd,  die 
het  gewas  behoeft,  zoo  was  toch  de  qualiteit  van  het  product,  naar  inland- 
se hen  smaak,  zoo  goed.  dat  er  ])er  „boengkoes""  (van  0,1  pik.)  ƒ  1,50  voor  be- 
taald weid,  terwijl  tei-  jdaatse  de  gemiddelde  prijs  van  inlandsche  tabak 
slechts  ƒ  0,00  bedraagt.  Zoowel  nu't  Perzische  (zie  vorig  verslag  pag.  140) 
als  met  Deli-tabak  wei-d  die  uitkomst  verkregen. 

Het  Noordelijkste,  onvruchtbaarste  deel  van  het  veld  werd  gedeeltelijk 


145 

bei>liinl  mot  C'jissjivc  en  deels  met  Kiciiius.  Xog  werd  Riaziliaanseh-  en 
]ien<>aalseli-voederfJi'ns  nitjieplant  , waarvan  liet  laatste  o])  Lembang  reeds 
met  sneces  is  verbouwd.  De  aanplant  \au  Tlieosinte,  die  uitj-cbreid  werd. 
bewees  goede  diensten  bij  de  voedering  onzer  transpoitpa.arden. 


G  o  m  b  o  n  g. 


Een  groote  steun  voor  dit  veld  ontviel  ons  aan  het  eind  van  October, 
door  liet  plotseling  overlijden  van  den  Kegent  Kaden  T  o  e  m  e  n  g  g  o  e  n  g 
K  a  r  t  a  n  e  g  a  r  a,  een  man  van  karakter,  die  van  zijn  groote  belangstelling 
in  het  streven  met  de  demonstratievelden  onder  meer  blijken  had  gegeven 
door  zelfs  persoonlijk  het  werk  van  den  mandoer  op  het  veld  te  controleeren, 
hetgeen  te  meer  te  waardeeren  viel,  daar  Gomboug  tot  die  plaatsen  behoort, 
waar  het  gemis  aan  goed  dagelijksch  toezicht  zich  het  meest  doet  gevoelen. 

In  alle  opzichten  is  het  trouwens  hier  de  plaats,  om  een  woord  van 
dankbare  herinnering  te  wijden  aan  de  nagedachtenis  van  Kaden  T  o  e- 
m  e  n  g  g  o  e  n  g    K  a  r  t  a  n  e  g  a  r  a. 

In  het  vorig  verslag  werd  gewaagd  van  de  constateering  der  mentek- 
ziekte  in  ons  jong  padi-gewas,  reden  waarom  slechts  de  helft  van  het  veld 
te  Gombong  als  sawah  werd  aangehouden.  Ofschoon  de  ziekteverschijn- 
selen zich  wel  degelijk  ook  verder  openbaarden,  zoo  was  toch  de  misoogst 
lang  niet  zoo  erg  als  zich  naar  de  in  het  voorafgegane  jaar  opgedane  er- 
varing had  doen  vreezen.  Er  waren  drie  rijst-variëteiten  uitgeplant,  name- 
lijk: „gendjah  kenanga"  (dezelfde  die  in  het  vorig  jaar  op  het  geheele  veld 
had  gestaan),  „tjempa  menoer"  en  —  op  een  klein  proefstukje  van  slechts 
075  M.  vierk.  —  „mamas",  eene  uit  Poerwaredja  geïmporteerde  variëteit. 
Zij  gaven  producten  overeenkomende  per  bouw  resp.  met:  '25,  li'2  en  '22  pikol. 
„Mamas"  was  het  sterkst  door  de  mentek-ziekte  aangetast,  doch  ook  „Tjempa 
menoer",  die  weinig  vatbaar  voor  de  kwaal  heet,  beantwoordde  aan  die 
reputatie  niet. 

Niettemin  mag,  alles  bij  elkaar  genomen,  het  resultaat  bevredigend  eu 
het  optreden  der  ziekte  niet  hevig  genoemd  worden,  daar  toch  de  omliggende 
sawah's,  b  ij  een  goed  slagende  oogst  gewoonlijk  niet  meer  dan. 
of  hoogstens  25  pikol  per  bouw  geven,  zooals  den  deskundige  door  bestuurs- 
ambtenaren verzekerd  werd.  Dit  betrekkelijk  gunstig  resultaat  moet 
hoogstwaarschijnlijk  grootendeels  daaraan  worden  toegeschreven,  dat  op 
ons  veld  in  de  beide  voorafgegane  Oost moessons  droge  gewassen  geplant 

Verslag  van  'slands  plantentuin  1902.  ■" 


146 

werden,  lots  wat  op  dr  nabiirifie  snwnli's  niniiiKT  liet  '^cviü  is;  de  ln'V<ilkin<,' 
locli  U'i'  plnalse  jtlant  zoo  iiiof^'clijk  in  de  I  wee  ja;ii-  .">  maal  padi  op  lieizelldc 
lorrein,  en  iii  (dU  ^eval  4  maal. 

Op  liel  niel  mei  Jtadi  liejilaiile  deel  \aii  hel  \f|(|.dal  »)<ii>|)i(»nkeli  jk  voor 
Kuwali  v\as  beslemd,  werden  lialalen  ;^ejdant  daler  dan  weiisilieli  Jk  i-n  iioodi;: 
wjxwj  wiel-  <»<»j;sl,  voor  een  zoo  shrlilen  ^lond,  als  die  \an  ons  \eld.  ;roed  te 
noeuien  was.  lloewcd  niet  meer  dan  :'.s  j»ik(d  per  Ix.nw  werd  verkrep-n. 
zoo  vond  de  bcïvolkin;,',  die  de  jfi-oiidi-n  van  hel  veld  nalnnrlijk  door  en  dooi- 
kent.  die  oo^st  toeh  zoodanig,  dal  allerwc^c  om  jdanl  maleriaa  1  onzer  Pal  al  en 
<fevi-a:ij^(l  weid.  \<»oral  de  rooth'  \ari<-teil,  die  Pednideiid  ^i-ooier  knollen 
jfeelt,  was  zeer  iu  trek. 

De  Znidhelft  Aan  het  veld  werd  voor  de  tweede  maal  lie|daiii,  en  wel 
voor  de  eene  lielft  niet  „kedelé"  en  voor  de  andere  lielti  mei  ..kaljaii;^  was 
])ad:i"  nit  (Jlaroet  inj^cnoerd.  Met  eerste  dier  ^cwMssen  had  \an  rupsen  te 
lijden;  de  siliade  was  evenwel  niet  belangrijk.  In  „katjanj^  waspada'  iiad 
eene  noy;  niet  goed  bekende  ziekte  op,  die  zielj  bijna  overal  veiiooni,  oj» 
„stijve"'  en  natte  gronden  eehter  meer  dan  elders.  Door  nalatigheid  van 
een  sedert  ontslagen  mandoer,  kunnen  geen  produetie-eijfers  worden  ge 
geven;  de  beide  tweede  gewassen  hebben  —  zooveel  is  wel  bekend  —  meer 
opgebracht  dan  de  taxatie. 

De  nieuwe  padi  werd  eerst  op  9  November  uitgezaaid.  Dit  is  later  dan 
gewoonlijk,  waartoe  de  zeer  abnormale  weersgesteldheid  aanleiding  gaf; 
gewoonlijk  toch  beginnen  de  regens  in  Bagelen  een  maand  eerder  door 
te  komen  dan  iu  het  verslagjaar  het  geval  was.  Eene  bijzonder  degelijke 
grondbewerking  ging  aan  het  uitplanten  van  de  padi  (hoofdzakelijk  „gendjah 
keuanga")  vooraf.  Het  lag  in  de  bedoeling  eene  vergelijkende  proef  te 
nemen  met  op  droge  en  op  natte  kweekbedden  uitgezaaide  padi  en  met  padi 
deels  droog  op  het  veld  zelf  (dus  op  sterk  geinfecteerdeu  grond)  uitgezaaid, 
deels  elders  op  niet-geinfecteerde  gronden.  Hoewel  dit  programma,  weder- 
om door  het  onvoldoende  van  het  dagelijksch  toezicht,  slechts  zeer  gedeel- 
telijk kon  worden  uitgevoerd  ,zoo  maakte  het  toch  bij  het  overplanten  reeds 
den  indruk,  dat  het  plantmateriaal  afkomstig  van  droge  gronden  er  verre- 
weg het  gezondst  uitzag.  De  Heer  de  S  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  rappor- 
teert dan  ook  ter  zake:  ',,Met  vrij  groote  zekerheid  kan  dus  uu  reeds  gedeci- 
deerd worden,  dat,  altijd  indien  de  gelegenheid  er  toe  bestaat  en  de  kosten 
niet  te  hoog  worden,  het  aanbeveling  verdient  om  pawinihan  oj)  droge  (dat  is 
met  hama  mentek  onbesmette)  gronden  aan  te  leggen;  het  behoeft  ternauwer- 
nood vermelding,  dat  hier  ecliter  alleen  sprake  is  van  gevallen,  waarin  ook 
de  overige  omstandigheden  overeenkomstig  zijn  met   die  bovenbedoeld". 


147 

S  e  t  j  a  11  o-    I  AI  n  <x  o  1  n  ii  <y). 

Aan  het  rapport  Aau  den  Heer  d  e  S  a  v  o  r  n  i  n  L  o  li  m  a  n  aangaande 
dit  veld  moge,  als  inleiding,  liet  volgende  woideu  ontleend: 

„Zooals  in  liet  vorig  verslag  reeds  werd  vermeld  izie  pag.  150  aldaar) 
vielen  de  resultaten  van  de  rijstoogst  1902  zeer  mee.  Van  de  inlieerasche 
variëteiten  „kleponan"  en  „mbok  mas"',  werd  gemiddeld  4S.T0  pic.  p.  bahoe 
gemaakt,  en  van  de  proefstukjes,  die  geheel  volgens  het  voorschrift  geplant 
werden,  64.80  p.  bahoe. 

Ofschoon  niet  slecht,  was  de  productie  van  de  (laroetsche  variëteiten 
belangrijk  minder,  en  waren  die  zooveel  sterker  door  hama  mentek  aangetast. 
De  var.  „kewal"  bracht  bij  twee  verschillende  plantwijdten  36,1  en  43,42 
pic.  p.  bahoe  op,  de  var.  „djalen"  maar  31,60  picol.  Het  kan  vermoedelijk 
geen  kwaad  nogmaals  te  herhalen  wat  in  het  vorig  verslag  gezegd  werd,  nl. 
dat  hieruit  weder  afdoende  blijkt,  dat  het  importeeren  van  de  beste  variëtei- 
ten uit  streken,  waar  groote  producties  gemaakt  worden,  volstrekt  niet  a 
priori  zekerheid  geeft  van  een  grootere  opbrengst.  Alleen  dan,  wanneer  de 
omstandigheden  voor  die  nieuwe  variëteit  even  gunstig  blijken  als  op  de 
plaats  van  herkomst  (en  dit  zal  slechts  bij  uitzondering  "het  geval  zijn),  mag 
men  op  gelijke  producties  rekenen". 

„Ter  juistere  beoordeeling  van  bovengenoemde  padi-productie-cijfers 
zij  nog  vermeld,  dat  de  gemiddelde  opbrengst  van  de  sawah's  van  het  onder- 
district Setjang  verleden  jaar  niet  meer  dan  20  pic.  p.  bahoe  bedroeg,  dat 
het  allerbeste  stukje  (een  z.g.n.  I«  kl.  sawah)  44  pic.  p.  bahoe  opbracht  en 
dat  het  demonstratieveld,  vóór  het  dat  was,  onbeduidend  meer  dan  boven- 
genoemd gemiddelde  produceerde.     Het  is  dan  ook  een  11'  kl.  sawah". 

Door  betere  grondbewerking,  indien  deze  goed  doorgevoertl  werd,  zoude 
de  productie  ,zonder  noemenswaardige  meerdere  kosten,  zeker  nog  grooter 
kunnen  zijn. 

Met  de  na  de  padi  geplante  tweede  gewassen  werd  in  meer  dan  een  op- 
zicht een  bvredigend  resultaat  bereikt. 

Van  aardapi)els  was  de  productie  zeer  veel  beter  dan  die  van  het  vooraf- 
gegane jaar  ,en  ofschoon  zij  nog  niet  met  die  van  het  hooggebergte  verge- 
leken kan  worden  —  wat  ook  niet  te  verwachten  is  —  was  de  opbrengst  der 
plant  beduidend  meer  dan  die  der  bevolking,  waarom  door  haar  dan  ook 
herhaaldelijk  bibit  gevi-aagd  en  gekocht  werd.  ,,Het  is  merkwaardig  —  zoo 
zegt  de  deskundige  in  zijn  rai)port  —  en  dat  is  niet  alleen  Ie  Scijang  het 
geval,  dat  door  de  bevollciiig  de  grootere  productie  steeds  in  de  eerste  jtlaats 
aan  de  bibit  toegeschreven  wordt,  en  dat  zij  blijkbaar  maar  moeielijk  kan 


148 

)»onfrijpon,  dat  «Ir*  Tnr'frdcro  zorj?  uaii  den  naiiidniil  l»csliM-d  iuccsImI  de  vdoi- 
iiiiaiiisU'  oorzaak  daarvan  is.  Zoo  k\s:iiii  In-t  lorli  \oor.  d;ii  liiliii  \;iii  lui 
dciiionsl  ral  icvcid  j^rclij^  iillrck  v(nid,  hiwijl  voor  dii-ii  ;i;tii|il;iiil  do  liililt 
van  de  bcvtdkin;;  zelve  ^n-l^odil    wuh". 

„Kaljang-  Hoeook''  Hlaaj^de  in  liel  versla;,^jaai-  wedei-  zeer  ;:oed.  Dit  <^;if 
O])  uionw  j^elcf^cnlieid  Ie  ondersinden,  lioe  jnisi  de  heweiin^  is,  <l;it  <le 
inla.ndsclic  landbouwer  niet  nil,  ei,i,a'n  hewej^in^  er  loe  o\oi-;;;i;it  d.ii^ene 
lo(!  te  passen,  wat  lieni  uit  eigen  aausdionwin^  duidelijk  blijkt  eeiie  ver- 
beterin<4  op  landbouwgebied  te  zijn.  Jlel  goe<l  slagen  dezer  küijjin^;  lodi 
dee<l  er  zooveel  vraag  naar  komen,  dal  men  \.mi  dessalis,  <tp  eiielijko  jialen 
al'staud  vau  het  veJd  gelegen,  bil>il  kwam  koojten. 

Hetzelfde  bleek  met  de  bi'uiue  boonen,  met  welke  w  ij  hei  meesLe  succes 
hadden  —  hetgeen  om  redenen  iu  het  vorig  verslag  gem<ld  bladz.  14!)  bij- 
zondei* aangeuaam  was  — .  liet  was  niet  njogelijk  aan  alle  \  ragen  om  jilanl- 
maLeriaal  Le  voldoen;  iulauders  als  planters^  en  Europeanen  ais  consumenten, 
waren  met  dit  op  het  veld  geteelde  gewas  zeer  iugeuomeii. 

Daar  het  gebleken  was,  dat  te  fcsetjaug  de  eeu  jaar  bewaarde  boouen- 
soorteu  als  plantmateriaal  aehteruitgingeii,  werd  van  deze,  vau  Soja  en 
van  erwten  ook  in  den  West-moesson  een  kleinen  aiinplaut  aangidnuiden. 

Reeds  den  12*^'"  iS'ovember  kou  de  padi  voor  den  nieuwen  aanplant  wor- 
den uitgezaaid,  waartoe  op  grond  der  opgedane  ondervinding,  nu  uitsluitend 
„kleponau*'  en  „mbok  mas"  werden  gebruikt.  Uf schoon  ook  hier  de  di-oogte 
buitengewoon  groot  was  en  lang  duurde,  zoo  had  dit  weinig  invloed  op  den 
tijd  vau  uitzaaiing,  daar  er  over  voldoende  levend  water  beschikt  kon  worden. 
Eene  onbeduidende  schade  werd  iu  de  kweekbedden  door  muizen  aangericht. 

Hoewel  ploegen  en  grondbewerldng  weder  reden  lot  klagen  gaveu,  zoo 
werd  ditmaal  aan  den  padi-aanplant  zeer  veel  zorg  besteed  en  had  in  het 
algemeen  de  uitvoering  der  werkzaamheden  op  boven  verwachting  zorg- 
vuldige w'ijze  plaats.  Behalve  aan  de  niet  genoeg  te  waardeeren  mede- 
werking, die  wij  van  den  Patih  bleven  genieten,  was  een  en  ander  zeker 
mede  te  dankeu  aan  de  voortdurende  zorg,  die  de  Assistent- Wedana,  Raden 
Mas  S  o  e  k  i  r  m  a  u,  voor  het  veld  had.  (reen  ujoeite  was  dien  amldeiiaar 
blijkbaar  le  veel  om  den  mandoer  tot  plichlsbetrachling  aan  te  s]>oren  en 
diens  werk  te  controleerèu. 

Helaas  bleek  het  rij  staaltje  het  veld  nog  niet  te  hebbeu  verlaten.  De 
variëteit  ,,Kle})onan"  was  er  wel  is  waai*,  aan  het  eind  \an  het  veislagjaar, 
nog  niet  met  het  bloote  oog  zichtbaar  door  aangetast,  maar  wel  traden  de 
ziekteverschijnselen  in  de  „mbok  mas""  op;  gelukkig  alleen  nog  slechts 
plaatselijk  en  dan  oj»  kleine  stukken  van  het  veld. 


140 

Daat'  er  .">")  vieik.  roe  kweekbed  op  hel  veid  over  \va8,  zoo  kou  er  nog 
wat  bihit  aan  liefliebbers  worden  verstrekt.  Deze  waren  zoo  talrijk,  dat 
liet  jdanl materiaal  jiretig  afnemers  vond  tegen  2  en  een  halve  cent  het 
„bosje",  terwijl  de  gewone  prijs  bij  de  bevolking  sleehts  e(^u  cent  bedraagt. 
„Toch  denkt  nog  niemand  onder  haar  er  aan  —  zoo  schrijft  de  Heer  d  e 
S  a  V  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  —  om  op  dezelfde  wijze  uit  te  zaaien.  Wel  zijn 
er  sommigen  onder  de  bevolking,  die  niet  een  ., minimum"  moeite  aan  hun 
pawinihan  besteden,  maar  ., onvoldoende'"  zorg  is  toch  regel".  Dat  daar- 
door haar  eigen  aanplant  een  ongunstig  contrast  vormt  met  (Yhhi  van  het 
demonstratieveld  is  duidelijk.  Trouwens,  onderscheidene  sprekende  staal- 
tjes der  weinige  werkzaamheden  van  de  bevolking  te  Setjang  werden  mij 
door  den  deskundige  voor  onze  demonstratievelden  medegedeeld. 

Dat  men  onder  zulke  omstandigheden  wel  eens  neiging  gevoelt,  om  door 
bevelend  ingrijpen  naar  een  gunstigen  invloed  o]>  den  landlxniw  d(M*  be- 
volking te  streven,  is  niet  onverklaaibaar.  Toch  blijft  ondergeteekende 
sterk  gekant  tegen  elke  poging  om,  zij  het  ook  slechts  gedeeltelijk,  tot  het 
vroegere  „prentah"-svsteeni  tegenover  den  landbouw  der  bevolking  terug 
te  koomen,  omdat  h(4  naar  zijne  overtuiging:  primo,  ongeoorloofd  is, 
en,  secundo,  slechts  in  s  c  h  ij  n  tot  het  doel  voert,  doch  in  werkelijkheid 
er  van  verwijdert. 

Beton    (P  o  n  o  r  o  g  o). 

Zooals  in  h<4  vorig  vei'slag  kon  worden  gezegd,  geschiedde  te  dezer 
plaatse  de  uitzaaiing  en  uitplanting  van  de  padi  met  zeer  veel  zorg.  Het 
resultaat  is  dan  ook  niet  uitgebleven.  Ei'  werd  nog  ukhm'  geoogst  dan  in 
het  voorafgaande  jaar,  hoewel  toen  reeds  de  o])bi'engst  op  lu^t  veld  ruin» 
het  dubbele  was  van  die  der  bevolking. 

Wij  oogstten  gemiddeld  per  bouw  52.8  pikol,  terwijl  de  ])adi  ^•an  zoo- 
danige qualiteit  was,  dat  het  groots! e  deel  van  den  oogst  voor  ,/"  'A.IT)  de 
pikol  werd  verkocht  (en  dat  wel  in  Apiil.  dus  nog  iu  den  oogsttijd). 

Verscheidene  dei-  oj»  het  veld  geteelde  tweede  gewassen  verdi(men  ook 
weder  vermelding. 

De  uit  Japan,  door  de  welwillendheid  van  Prof.  M  i  y  o  s  h  i,  verkregen 
Arachis  hypogea  (.,katjang  tjina")  bleef  de  verworven  goede  reputatie 
behouden. 

De  inlandsche  „kedelé"  (Soja)  weid  vAok  en  gaf  daardoor  eene  opbrengst, 
die  beneden  de  verwachting  bleef.  Met  uit  Japan  afkomstige  „kedelé"  was 
echter  gelukkig  het  omgekeerde  het  geval.     Bij  de  klimmende  beteekenis 


ami  Sojji  als  luccdc  <;('\v:is  IocIcmucimIc,  \\cr<l  i-r  «lislijd^-  ilimr  din  oiidii  j^i'- 
teekoiidc  l)ij/><»ii<](*r  werk  van  j^ciiiaakl  om  <»iid<  rs<  hcidcnc  \aiit'iciiiii  s.ni  dat 
ciiK  mirj^fwas  uil   .lapiiii  ic  \  (  rl<ri  j;:«'ii,  h-i-  Im'|ii<m-\  in;;  alliici-,   lici  ^.'ci'ii   iiiojr*'- 
lijl<  was  doof  df  \  liciidoü  j|<c  Iiiil|i  \;iii  di-ii  i^ciiociiidi-ii  lioo^lcci;ia  r  uit  'l'idvio. 
Aanvaiil<flijis     \\r\(\    er    inci     dr    .lii|taus(lio    \  arir-iciii-n.    die    !••    I'.uilonzoij,' 
('ciii;;*'  ^cncralics  .uIiIimccm   werden  ^^fkuockl.  inoeile  ondciv unden,  daar  /ij 
lilijkbaar  ccrsl  ci-n  so(»rt   actlinial  isai  ie  ]u'occs  nioesleii  do(»iinakcn.      Nadat 
(lil    was  ;^('srlii<'d,  werden  er  Ie  |'(uicmo;:(»  drie  \;in  de  .Inpansclie  v;iii<'ieiien 
vaii  kcdel»''  op  fuis  \cl<l  uil  üeplanl  ;  I  wee  d;i;ii\  iin  L;a\cn  een  (»n;;e\  eer  :'."  \  nu 
rti;;  pfodiict,   terwijl    inlandsclie    kede|«'-  L;<'nH'enli jk    niet    nn-ei-  d;in    liet    Ijeii 
\(»ndi;;"e  van  liel  zaaizaad  op|e\«'il.      Als  nu-n  liieriiij  in  liet  udm  liinnlt.  dat  de 
-la|»aiis(die   \  arir-leileii    werden    aan;:<'plaiil    <»in    liun    lietere    f|uailitiei.   zich 
vooral   in  <le  xcel  üfoolei-e  liooiien   opeidiMicnd.  en   niet    wet;ens  de  ^rrootorc 
I>rodu('ti(',  <lan   nuin   liet    xcrkre^cn   i-esiiltaal    zeker   \  er   lto\en    verw  aelit  in;; 
jj;enoenid  worden.  Ie  meer  daar  de  (inalileif  van  den  oo;;sl   ondei-  die  <;i-oote 
opbrengst  in  het  minst  niet  had  geleden.     Jammer  allen  was  het,  dat  de 
variëteit,    die    betrekkelijk    hel    minst    slaagde,    juist    die  was.  ^Yaarvan  de 
qnaliteit  het  hoogst  was  getaxeerd. 

„Terong''  (Solaniim  Melongena)  gaf  aan  vrmhten  een  even  groote  oj»- 
brengst  als  li<'t  voorafgaande  jaar.  Door  eene  tijdelijk  o\-ervoei'de  markt 
—  zooals  dit  bij  inlamlsdie  iiietconserveerbare  ](rodin-len.  in  verband  met 
de  dnre  en  slechte  transportmiddelen,  zoo  veel  voorkomt  —  waren  er  erhter 
slechts  geringe  prijzen  voor  te  bedingen.  Hoewel  de  smaak  der  door  ons 
geïmporteerde  tuit  Frankrijk  afkomstige)  variëteiten  niet  beter  schijnt  te 
zijn  dan  die  der  door  de  b('\()lking  \an  \  loegci-  al  geteelde,  zoo  blijft  het 
toch  geraden  voor  de  verspreiding  der  Fransche  variëteiten  in  (piaestie 
moeite  te  doen,  daar  zij  per  plant  ongeveer  de  dubbele  hoeveelheid  viaichten 
opleveren  als  de  inheemsche  variëteilen,  terwijl  daarbij  deze  laatste  zoowat 
de  dubbele  ruimte  innemen.  Er  moet  evenwel  woorden  opgemerkt,  dat  die 
betere  opbrengst  der  geim]»orteerde  variëteiten  alleen  dan  wordt  bereikt  als 
er  aan  bemesting  en  bewerking  van  den  aanplant  de  noodige  zorgen  worden 
besteed. 

„Kembang  poeloe",  die,  na  te  Buitenzorg  te  hebben  gebloeid,  Carthamus 
tinctorius  bleek  te  zijn,  ^af  een  zeer  btnredigende  o])brengst.  Van  800  roe 
werd  41  katti  gedroogde  bloesem  geoogst,  waarvan  de  marktprijs  dikwijls 
locaal  tot  ƒ  '^. —  ])er  katti  bedraagt.  Tegen  dez(Mi  ]trijs  berekend,  zoude  dus 
de  opbrengst  jier  bouw  ruim  ./  200.—  geweest  zijn.  Ter  zak<>  ra]>]»orteert 
de  Heer  de  S  a  v  o  r  n  i  n  L  o  h  m  a  n  nog  het  volgende.  „Door  sommige 
meuschen  werd  als  bezwaar  aungevoerd,  dat  het  plukken  der  kleine  bloempjes 


Ui 

bezwaarlijk  gaat,  ten  gevolge  van  de  op  de  scliutbladeu  aanwezige  stekels. 
Indien  de  eultuui-  werkelijk  voordcM^i-  is,  kan  dit  incovenient  niet  over- 
wegend geacht  worden.  Hoeveel  andere  peuterwerkjes  worden  niet  met  de 
meeste  volharding  uitgevoerd  en  kan  dit  werk  gevoegelijk  gedaan  worden 

door  kinderen  en  vrouwen altijd  indien  de  mannen  het  werkelijk  zoo 

druk  hadden,  dat  zij  voor  het  oogsten  geen  tijd  zouden  kunnen  vinden". 

Ook  de  Cassave  slaagde  in  het  verslagjaar  hier  bijzonder  goed;  nog 
beter  dan  vroeger.  Op  180  roe  werd  70  pikol  geoogst,  overeenkomende  met 
194  pikol  per  bouw. 

Eveneens  was  van  tabak  de  opbrengst  naar  wenseh;  verkregen  werd 
HOS  tampang,  wegende  134  kilo,  van  eene  oppervlakte  van  100  vierk.  roe. 
Daarvan  werd  800  tampang,  als  zijne  V'  qualiteit  volgens  de  locale  taxatie, 
verkocht  jI  1  cent.  Alleen  daaraan  zou  dus  reeds  ƒ  100.—  per  bouw  ge- 
maakt zijn.  Toch  was,  naar  mij  is  bin-icht.  de  tabak  niet  eens  superieur  en 
worden  er  voor  inlaudsche  tabak  dikwijls  betei-  prijzen  besteed;  dit  was  b.v. 
te  Lembang  het  geval,  waar  hetzelfde  zaad  als  te  Ponorogo  werd  gebruikt. 
Wellicht  was  inderdaad  de  qualiteit  ten  gevolge  eener  minder  goede  berei- 
ding, te  Ponorogo  minder;  zekerheid  dienaangaande  is  nog  niet  verkregen. 

Ketela  (Batatas  edulis)  gaf  op  200  roe  7:'.  i)ikol  oogst,  van  de  uit  P>uiten- 
zorg  geïmporteerde  variëteit,  die  ook  te  Gombong  was  geplant  (zie  boven); 
zij  blijkt  echter  het  nadeel  te  bezitten  van  meer  dan  de  te  Ponorogo  reeds 
gekweekte  variëteit  vatbaar  te  zijn  voor  de  aanvallen  van  een  snuitkevertje 
en  diens  larven  (tot  het  geslacht  Cylas  behoorend).  die  de  bataten,  soms  al 
in  den  grond,  droog  en  voos  doen  woiden.  Door  die  ])laag  moest  op  het 
veld  terstond  een  2  pikol  van  den  bataten-oogst  worden  weggeworpen;  het 
overige,  hoewel  ook  van  mindere  qualiteit,  was  nog  verkoopbaar  tegen  50 
cent  de  ])ikol.  Dezelfde  ziekte  is  in  het  Buiteuzorgsche  ook  bekend;  zij  ver- 
toont zich  daar  evenwel  niet  sterker  in  de  geïmporteerde  dan  in  de  gewone 
variëteiten  van  bataten. 

Van  den  nieuwen  padi-aanplant,  uitgezaaid  den  22^*"'  XovcihIxt.  wordt 
mij  gemeld,  dat  de  kweekbedden  met  de  noodige  zorgvuldigheid  aangelegd 
werden.  Den  10'''"  December  werd  nog  een  tweede  maal  uitgezaaid,  waar- 
toe de  variëteit  „koentoel  gadoengan"  werd  gebruikt  (eigen  bibit).  Gedeel- 
telijk werd  nieuw  zaad  gebezigd  om  eene  andere  variëteit  „sokonandi"  te  be- 
proeven; zij  is  later  rijpend  en  met  de  proef  werd  beoogd  te  trachten  een 
nog  groot  er  product  te  vcu'ki'ijgen. 

Ook  te  Ponorogo  was  de  padi-planttijd,  door  de  abnormale  weersgesteld- 
heid in  het  verslagjaar,  bntengewoon  laat.  T^oor  een  misverstand  werd  in 
Isovember  het  demonstratieveld  met  wn   bijzondereu  toevoer  van  water 


lui 

l»('^niiisli<;<l,  \vii;ii(l<H»i-  on/c  \\\tin-/Ain'nU'  \>iu\\  veel  l»(»v<-ii  <lic  «It-r  ii;iliiiii^'<' 
siiwiilTs  vooi-  kujiiii.  Ilcl  7.u\  \v«'l  ni''l  k<"^<'^<1  Ih'Ikm'Vch  !••  woidi-n.  diii  li<| 
allfniiiiisl  in  (h-  hrdorlin-  li-l.  iluor  <|iT;:.'lijki'  iiiiddcli'ii  ii;i;ir  li<-l  iii;ik<-ii 
\;iii  «^rooier  oo^'stcii  Ic  slicvcn;  dil  /.oiidi-  /j-U's  ;_o'lircl  in  slrijd  /ijn  nid  Ik-I 
|)(Mi(»^df'  doel.  hl  die  liri:;Hic  vcruissin^  H-ii  (Mi/<-ii  voordccN-  soiid  jnisi  d<- 
Ilcci'  dr  S  :i  \- o  r  11  i  n  L  n  li  ni  ;i  n  li(iord/;ik<'li  jl<  :iiin|i'idiii;_r  nni  <i|i  iii<ii\\. 
('II  w.'l  i^clijkl  ijdiu  iiH'l  de  i»c\(ilkiii^,  uil  !<•  /.anicn;  h-  ;4<'l''.il<  1>:"I  'ü'  ''"" 
doel  (tin,  indien  di'  ..s(»k(iii:indi""  eens  inindcr  ^ocd  iimclii  siiiucn.  d;iii  locli  in 
l!)(i:'.  ovci'  ^'(X'd  ^O'sortcfi-dc  cii  nci-scIic  liiliit  \;iii  de  \;irii-t('it  ..kdcntod 
;4';id(tcnt,Mir'  Ie  kniiiicn  hcscliikiicn. 

Ilot  is  ((•)'  jibiJilso  7>('('i'  duidelijk  Wii!inw'(Miil>:i;ii-.  d;il  de  l>e\(dkin;:  hij 
liHiir  pndi-idiuilen  d<'  ojt  ons  veld  <;ov(>]^Mle  werkwij/e  •r;i;il  n;i\(dL'eii:  wijder 
uil  elkaiU',  rejivlinalijicr  en  re(  lilei'  op  iilanlon.  In  liel  alot.ineeii  kmi  Ie 
Uelon  worden  <i-oconstafoerd,  dal  de  hevolkini:-  in  1!)<IL*  meer  lol  liel  korrels- 
"(Mviizo  nii/aaien  ovor  ^inji';  <>]»  oniïoveer  een  vijfde  deel  liarei-  kweekbedden 
werd  aldns  «ioliandold,  ioi-\vijl  dit  voor  liej  opricliten  van  ons  demonstratie- 
vold  in  die  dossa  slechts  bij  lioojje  nil zondering-  geschiedde. 

Vermelding  verdient  voorts,  dat  de  Regent,  van  wien  steeds  de  meeste 
belangstelling  ondervonden  wei-d.  zijne  eigene,  naar  ons  vooi-beeld,  voor 
demonstratie  bestemde  sawah's  met  vier  vermeerderde  en  dns  dal  getal 
op  zes  bracht. 

K  e  r  t  o  r  e  d  j  o    0\  o  d  j  o  w  a  r  n  o). 

Aan  het  ra])])ort  van  den  Heer  de  S  a  v  o  r  u  i  n  L  o  h  m  a  n  over  dit 
veld  wordt  in  de  eerste  ])laats  het  volgende  ontleend: 

„De  padi  te  dezer  plaatse,  nn  G  op  7  dnim  (in  het  vorig  verslag  werd 
absn  viel  ijk  op  pag.  150  van  fi  op  8  dnim  gewaagd)  overgeplant,  liet  alle 
goeds  van  zich  wachten,  tot  tegen  den  oogsttijd  zich  hama  beloek  o]ten- 
baarde.  Deze  ziekte  wordt  veroorzaakt  door  de  i'nps  van  Schoenobins 
bipnnctiferns,  de  padiboorder  bij  uitnemendheid,  waarover  D"".  K  o  n  i  n  g  s- 
berger  reeds  een  en  ander  ])u1iliceerde  (zie  o.  a.  Teysmannia.  deel  XI, 
afl.  8).  Indien  de  padi  op  jeugdigen  h^^ffijd  aangetast  wordt,  geeft  men  de 
kwaal  ook  wel  den  naam  van  ..hama  soende])''.  Reeds  vreesden  wij  een 
gedeeltelijke  misoogst  te  moeten  verwachten,  toen  de  Heer  A.  K  r  n  ij  t. 
aan  wien  het  deraonstratieveld  reeds  zooveel  verschuldigd  is.  ons  in  ZEd. 
's  maandelijksche   mededeelingen   lett(M-lijk   het   volgende   rap]torteerde: 

„Den  14*'*'"  A]>ril  met  het  oogsten  van  padi  begonnen,  werd  het  laatste 
„gedeelte  20  Mei  gesneden.  De  totale  opbrengst,  dadelijk  na  het  snijden 
,, gewogen,  is  geweest  254,33  picol.  dat  is  50,86  picol  per  bahoe.     Het  gewicht 


„drooj;  kun  niet  nicl  juis^theid  worden  (»[>ji,e<;even.  onjdtU  voor  een  deel  de 
„oogst  legen  afstaan  van  1/5  —  volgens  plaatselijk  gebruik  —  is  gesneden. 
„Deze  niantregcl,  genomen  in  ()\'erleg  incl  den  Heer  de  Savornin  L  o  b- 
..ni  a  n.  A\as  noodzakelijk  omdat  zicli  bij  de  bevolking  over  de  betaling  in 
„geld  groote  ontevredenheid  o])enbaard(\  De  ]»adi-oogst  oj»  het  demonstr.- 
„veld  nnig  zeker  alleszins  bevredigend  genoemd  worden,  wanneer  men  he- 
rdenkt, dat  omstreeks  10%  verloren  is  gegaan  door  „„hama  beloek"." 

Ofschoon  dus  beduidende  schade  door  de  hama  veroorzaakt  is,  is  de 
oogst  per  bahoe  toch  nog  meer  dan  verleden  jaar,  en  dus  o])  a  1  1  e  sawali- 
demonstratievelden  de  padi-productie  stijgende  geweest,  vergeleken  bij 
1000/01.  O])  dit  feit  wordt  de  aandacht  gevestigd,  omdat  van  verschillende 
zijden  den  deskundige  de  o])merking  g(Mnaakt  weid.  dat  ten  gevolge  van  de 
op  de  demonstratievcdden  gevolgde  werkwijze  de  grond  zoogenaamd  ..uit ge- 
boerd" zon  worden,  d.  w.  z.  dat  uit  den  gi-ond  tijd(dijk  meer  gehaald  werd, 
echter  ten  koste  van  defn)  volgcMidetn)  oogstten).  Er  dient  echter  bij  gezegd 
te  worden,  dat  inlandsche  landbouwers  nooit  eene  dergelijke  opmerking 
maakten  maar  alleen  menschen,  die  de  zaak  op  een  afstand  beoordeelden,  en 
gew^ooulijk  zelfs  nog  nooit  een  demonstratieveld  gezien  hadden,  dus  van  de 
bekende  soort  , .beste  stuurlui".  Ofschoon  het  resultaat  van  twee  oogsten 
natuurlijk  geenszins  een  afdoend  bewijs  is,  wijst  de  „algenn^ene"  stijging 
er  toch  wel  op,  dat  die  beweringen  vermoedelijk  geen  grond  hebben.  Was 
dat  wel  het  geval,  dan  zou  de  oogst  van  het  tweede  jaar  toch  minder  hebben 
moeten  zijn  dan  die  van  het  eerste.  Eerder  zou  men  dus  mogen  conchidee- 
'ren,  dat  de  gevolgde  werkwijze  tot  verbetei'ing  van  den  gi'ond  leidt,  ware  het 
niet.  dat  mede  de  meerdere  pi-oductie  moest  toegeschreven  woi'den  aan  de 
opgedane  meerdere  ondervinding  omtrent  locale  omstandigheden"'. 

Van  tweede  gewassen  werden  in  het  verslagjaar  op  het  veld  te  Kerto- 
redjo  geplant:  tabak,  ..katjang  rofvlji".  cassave,  eene  Buitenzorgscln^  varië- 
teit van  ..widjen"  (Sesamum  indicuni),  ..katjang  hidjo"  en  maïs.  Ttehalve 
van  widjen  waren  de  oogsten  dier  u'c^wasseu  bevredigend;  vooi-  widjiui  blijkt 
de  grond  van  het  \'eld  niet  geschikt.  TTet  afoogsten  van  tabak  was  juist  aan 
het  eind  van  het  verslagjaar  gei'ecnl  gekomen;  cijf(M*s  dienaangaande  zullen 
in  het  volgend  verslag  worden  medegedeeld.  Ook  Cassave  kwam  eei'st  in 
100.'?  binnen.  Veel  dooden  kwamen  er  in  den  aanplant  voor,  tengevolge  van 
de  aanhoudende  droogte.  ge])aard  met  zeer  hooge  t(Mn]»<M-atuur.  De  ge- 
slaagde planten  gaven  eehtei-  een  ]>rodnct  zooals  te  Keitorcdjo  nog  nooit 
van  Cassave  was  waargenomen.  volg(uis  sjtontan*^  uiededeelingeu  van  dessa- 
lieden. 


ir,4 

lil  ''•■I  l:i;ils(  \iiii  li.-l  \ci'.s|;i<:j;i;ir  lilijki  dr  ijvrr  v;ill  df-Ii  !•■  vor«'Il  U' 
rcclil  pTofiiidrii  rii;iii<l(i(-i'  Ie  wi-iiscln  n  Ie  Iir|,|)i'ii  o\  tT;,r«'l;i  l<'ii.  ||<-i  hiJitsIc 
f<'isr'ii|»|»i)il  \;iii  (Icii  lliiT  (Ir  S  ;i  \  (.  r  II  i  II  I.  u  h  ni  ;i  ii  u\rrlir|  i;i;n  llHli.' 
liii'M  ii;iiiiflijl<  lid   \  (il^iciidc  in  : 

. ,()•)!<  oj)  hel  \<ld  is  iiKl  \rr|  un\<'rs<liilli}rl|(.id  ^cwcikl.  I';idi  l;iiiil»;iii;^ 
werd  l'T  Xovciiihcr.  imdi  ;;fiidj;iii  Kciiiin;^;!  \7i  hrcriiilnT  il  i  I  ;:<-/.;i;i  i<l.  ;ill<'S 
(\v<><><S.  \;ili  de  «•••isic  I!»  \  iriU.  roe.  \;|||  (]>•  twrrdi-  <il,  in  litl;i;il  \i-c|  tr  wcillj;; 
|>;i\\  inilijiii  \(M)|-  I  Icilior  lop  I  hiilior  \;in  In-I  \cld  /iil  ininiclijk  iih-I  In-I  <m»^ 
()|>  |d;i;ils<-li  jkc  iiKicicli  jk  lirid  nirl  l»i'\|(M-iiii;i  wrrr  cMssiivc  ^'ciihinl  \vi»r<|rni. 
r.iiitcndirii  is  dr  hiliil  irn  i;f\(»|iic  \;in  nu  iiid  incrr  n:i  Ie  ;^mim'  uiiisljindi};- 
Iicdrii  zeer  siridit  ()|>j;rk()iii<'ii.  (►ok  iiH'i  i\c  !ic\\  <'ik  i  n  n  v;in  dfii  ;:r<»nd,  \v;i;ir<iji 
lahiik  ('11  k;il  jiiiiii  rocdji  stdiid.  is  iiiri  di-  noodi^c  ii;i;ist  j^cMiuakl .  K<-u  sliikjf 
nieuwe  j»;i\\  iniliMii.  iii;i;ir  sleclils  IS  \  ierk.  i-oe.  is  iuiiifrelej^d.  ni;i;ir  k(»n 
mede  door  de  t'eesld;i<^eii,  niel  voor  den  ;>()'"''"  I  )eceiiilic|-  l)r/,;i;iid  \V(»rd<'ii. 
tei'wijl  de  iii;iiid()<'r  i'eeds  een  iii;Kiiid  \i-(»e^er  liad  kiiniieii  zien,  d;it  hij  Itildl 
te  kort  zon  konion". 

Oelnkkii;-  kon  dooi-  tijdiji'e  ];onist  \an  den  desknndiiic  noj;  voel  worden 
goed  },n'nia;>kt. 

Ten  slotte  ontleen  ik  no;:;  liet  \<»liren<le  aan  een  i'appoi-t  \an  den  Ilrei- 
«Ie  S  a  V  o  !■  n  i  II  Lo  liman:  ..Na\  oljiinji  van  hel  demonst  lat  ieveld  heeft 
roods  in  hoduidondo  mat  o  plaats.  In  do  dossa  Kortorodjo  zijn  uu  reeds  tien 
ijzerou  |doo<i«Mi.  terwijl  vorsclioidouo  dossaliodou  drooj;  ploo<r(Mi.  wat  vroeger 
nooit  voorkwam". 

P  o  e  s  p  o  11. 

Aangozi(Mi  dit  \('ld,  zooals  hierl)(»\(^n  is  vermeld  uioost  worden  opgeheven 
zoo  kniineii  hier  de  nog  in  een  doel  \an  hot  \-orsIagjaar  opgedane  slechte 
ervaringen,  die  eeno  uadere  iiiotive(M-iug  voor  het  gegronde  dier  opheffing 
leverden,  nu't  stilzwijgen  worden  voorbijgegaan. 

N  g  a  d  i  s  a  r  i. 

Omtrent  dit  veld  bepaal  ik  mij  tot  het  in  zijn  geheel  overnemen  van  het 
door  den  Heer  de  S  aV  o  r  n  i  n   L  o  h  m  a  u   gerajiporteerde: 

„Dit  veld  bleef  goede  resultaten  o])levoren.  W(d  zoude  ook  hier  zeker 
nog  meer  bereikt  kunnen  worden,  indien  do  dagelijksehe  leiding  der  werk- 
zaamheden aan  een  meer  kundig  persoon  toevertrouwd  was.  maar  summa 
summa  rum  was  de  uitkomst  zeer  bevredigend". 

„Groote  moeite  kost  het  hier  echter  nog  de  menschen,  don  maudoer  in- 


155 

begrepen,  de  waarde  te  doen  beseffen  van  eene  goede  bibit-selectie.  Niet- 
tegenstaande ik,  zoo  dikwijls  ik  ter  plaatse  kwam,  er  op  aandrong  om  b.v. 
de  aardappels  goed  te  schiften  en  vooral  de  vci-schlUende  variëteiten  goed 
uit  elkaar  (e  honden,  bleek  aan  het  eind  van  liet  verslagjaar  Aveer,  dat  drie 
variëteiten  van  aardappels  door  elkaar  geplant  waren". 

,.l>at  de  resultaten  echter  in  het  algemeen  goed  zijn,  in  elk  geval  niet 
slecht,  bleek  uit  het  verwerven  van  eene  hoogste  onderscheiding  op  de  ge- 
westelijke tentoonstelling  te  P.ondowoso,  waar  dit  denionstratieveld  ver- 
tegenwoordigd was  door  eene  inzending  aardappels,  groente  en  groente- 
zaden". 

„De  zwarte  aardrupsen,  ook  in  het  \-orig  verslag  genoemd,  bleven  nog 
veel  last  veroorzaken". 

„Aardbeien,  waar^'an  een  kleine  aanplant  aangelegd  is  met  jonge  planten, 
die  door  de  welwillende  tusschenkomst  van  den  Wedana  van  Soeka]>oeia  uit 
de  dessa  Ledok  Hamba  werden  verkregen,  slaagden  zeer  goed  en  werd  reeds 
eene  ruime  hoeveelheid  vrucht  verkregen.  Met  uitbreiding  van  den  aan- 
plant door  middel  van  uitloopers  is  reeds'een  begin  gemaakt,  terwijl  die 
bespoedigd  zal  kunnen  worden,  indien  eene  in  Europa  bestelde  hoeveelheid 
zaad  aangekomen  zal  zijn". 

,,Terong  (Solanum  Melongeria)  bleek  hier  eene  zeer  voordeelige  cultuur 
te  zijn.  Ofschoon  de  ])lanten  pas  na  anderhalf  jaar  hunne  eerste  vruchten 
begonnen  te  dragen,  waren  er  bij,  die  tot  18  stuks  te  gelijk  droegen,  en  waar- 
van de  totale  opbrengst  op  40  stuks  kan  gesteld  worden.  Kleine  vruchten 
brachten  hier  Yj,  groote  1  cent  op,  zoodat  j>ei-  vierk.  M.  in  twee  en  een  half 
jaar  omstreeks  25  cent  ])roduct  verkregen  werd.  Het  spreekt  wel  van  zelf, 
dat  deze  cultuur  alleen  dan  voordeelig  kan  Itlijven.  zoolang  d<'  productie  de 
I)laatselijke  consumptie  niet  overtreft,  omdat  alleen  in  den  lioven-Tengger 
de  prijs  van  terong  zoo  hoog  is". 

„De  beide  aardappel-variëteiten  P>randale  en  (Jéante  sans  ])areille  bleven 
haren  roem  handhaven  en  kon  aan  meerdere  jxM-sonen,  waaronder  ook  aan 
enkele  Europeanen,  dit  jaar  bibit  verstrekt  worden". 


Aan  hel  eind  van  dit  jaarverslag  gekomen  stelt  de  ondergeteekende  er 
prijs  op  nog  de  beide  volgende  veiklariugen  af  Ie  leggen: 

Primo,  dat  de  veel  laler(>  sauu'ustelling  er  van  het  onvermijdelijk  ge- 
volg is  zoowel  van  de  hem  in  l!)02/PJ():i  opgedragen  commissie-reis,  als  van 


I  ;;r, 

df',  p'oii  iiilsirl  j,rc(|()(.-cii«|r,  l.rl:iii;4ii.il^''  ;i:iii;;«'l<-j:<-iili.'(|cii.  win-  hfliMiid.-liii'i 
ii:i  /-ijii   Icnij^krci'  iil  /ijii   lijd   in   Itfsla^i   naiiifii.  om    \iiii   aiid(i<'  ltijlv«)iii«-iidi- 

IT(|(|i(|i    liirl    crlis    Ie    ^CW  il  ;^i 'Il ; 

Scclllidii,  dal  hn  einde  de   i  lidjeiii  ii;,^  niel    Imi-    llie.T   \  eil  ia;:ili-    te  doen 

,,,id,.i-^aaii  l.ij  «lie  saiiM'iisleMin-  meer  nu-  dan  aiid<'is.  i-eii  niim  -el.iink 
is  ^vniaakl  \an  de  \cisla-cn  en  n^cn(..vi.'U.s  hem  liel  iiM  ren<le  de  \  eis.liillende 
afdcrliiij^eii  «gedaan  en  \eislrel\l. 

l?iiilen/,()|-^'.    1    Seidciuhei'    llMi:*.. 


'I'KKI    I!. 


Bijlage  I. 


VOORNAAMSTE  IN  1902  ONTVANGEN  ZADEN. 


Maand. 

Benaming  der  planten. 

Ontvangen  van: 

Januari 

Caiina  Loui.s  Colomb. 
Cinnamomum  Gassia. 
Hamelia  sphaerocarpa. 
Ilex  Dahoon. 
Quercus  coccinea. 
Dlmus  americana. 
Serenoa  serrulala. 
Zamia  inlegrilolia. 

Reasonner  Broth — ,  Florida. 

Februari 

Passiflora  edulis 

Dr.  Spire.  N.  Caledonië. 

Hyphaena  sp. 

Bot.-luin,  Baroda. 

Landolpliia  sp. 

Bol.-luin  Victoria. 

Maart 

Arlhropliyllum  boserianum. 
Cbrysopia  sp. 

l)ir  de  ragricullure,  Madagascar, 

Ficus  sp. 

Washinglonia  Palma-blanca. 

»                 •     -colerado 

•     -nigra. 

Agoslaclie  nepetoides. 

W.  A.  Kellermax,  Columbus.  ü. 

Beozonia  sp. 

Beluia  lulea. 

Campanula  americana. 

Cornus  (lorida. 

Dioscorea  villosa. 

Fraxinus  quadrangulata. 

Ilex  verticillala. 

Meuispermum  canadense. 

Ostrya  virginiana. 

Rhus  birla. 

»      radicans. 

Smilax  rotundifolia. 

Viburnum  prunifolium. 

Labisia  poilioina. 

Dr.  S.  K.  KooRDERs,  Builenzorg. 

Baubinia  acuminala. 

Bol.-luin,  Singapore. 

1S8 


Maand. 


itciiuiiiing  ilcr  pluulen. 


()lilv;iri^'('?i   v;iti 


Maarl. 


April. . 


Calamus  hygrophilus. 
Gassia  lirasilicnsis. 
Ginnamomiim  inors. 
Kurririiia  jniriiciiliita. 
Tristcllatcia  atistralasia. 
Acer  olilonpjiiiii. 
Acrocar|ius  rraxinifoliu. 
Gassia  grandis. 
Guprcssus  tonilosa. 
Dalbergia  latifolia. 
Plioenix  ru|)icohi. 
Pterocarpus  Marsupium. 
Sanlaliun  alhiiii). 
Solaniiin  macruntliiiiii. 
Acacia  horrida. 

>       i'unipcrina. 
Agave  Franzosinus. 
Bidens  Scliimpcri. 
Buddleia  globosa. 
Geratnnia  siliqua. 
Gereus  Martini. 
Geslrum  vespertinuni. 
Gitrus  Aurantium,  div.  varieleilen. 
Cupressus  funebris. 
Hibiscus  heleropbyllus, 

*        Manihot. 
Jacaranda  ovalifolius. 
Malvaslruui  borbonicum. 

•  fragans. 

Salvia  cleislogama. 
Acanlboslachys  slrobilacea. 
Achraea  cocrulescens. 
Alisma  Plantago. 
Argenione  ochroleuca. 
Asparagus  relrofraclus. 
Begonia  Scbmidtiana. 
Dorslenia  contrajerva. 
Pilcairnea  jtunicea  x  xanlliocalyx. 
Polygonuui  sacbalinense. 
viviparum. 


Rot. -tuin,  Olacaiinind. 


Sir  Thomas  IIanbciiy,  La  Morlola. 


Bot.-tuin.  Utreciit. 


159 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Ontvangen  van; 


April. 


Mei 


Salureia  Iiortensis. 
Sida  obliqua. 
Sidalcea  candida* 

malvaeflora. 
Sierculia  alata. 

•  •       var. 
Argemone  uiexicana. 
Globba  Schoraburgkii. 
Gossypium  VVighlianuni. 
Nidularium  amazoniciini. 
Pitcairnia  densiflora. 

•  lubulaelormis. 
Spiraea  callosa. 
Begonia  Schin'dliana. 
Buddleia  brasibensis.  ' 

•  variabilis. 
Chloris  sp. 
Conyza  squarrosa. 
Davallia  pyxidota. 
Dicksonia  regalis. 

Sellovi^iana. 
Gaillardia  lanceolala. 
pulchella. 
Ipomoea  elegans. 

leucantba. 
splendens. 
Ruta  graveolens. 
Solidago  integril'olia. 

•  niulliilora. 

•  nutans. 
Acantbus  latiloHus. 

>         spinosissimus. 
Altbaea  rüsea  II.   |il. 
Asperula  azurea. 
Aster  chinensis,  div.  variëteiten. 
Bellis  perennis  II.  pi. 
Browallia  Roezli 
Cenlaurea  cyanus. 

•        suaveolens. 
Dahlia  variabilis  tl.  pi. 


Bot.-tuin,  Calculla. 
Bot.-tuin.  Leiden. 


Bot.-tuin,  Amsterdam. 
Dir.  Muséum  d'Histoire  naturelle 
Parijs. 


Daumann  &   Co. 


160 


Maand. 

llciiiimiiif.'  iliT  |ilaiilL'ii.                      , 

()iilvang(Mi  van: 

Mei 

Juiiiperus  chincnsis. 
Peluiiia  liylir. 

f,'taii(lillora. 

* 

Xanlliocfiplialiis  gyiiiii(i.s|>erinoï(los. 

Zinnia  Üarwini  11.  |)l. 

clegaiis,  (liv.  varieleilfiii. 

Tliaumalococcus  Üaiiielli. 

Dii'.  IJkI.-Iuiii.  Siiif,'a|H)i(!. 

Araucaria  lirasilieiisis. 

I»ir.  IJol  -liiiii,  Naftpls. 

Diverse  Canna's. 

Juni. 


Juli 

Augustus 


AhiiUlon.  Hef,Mielli. 
Diverse  adianluiiis. 
Artemisia  japonica. 

Uoxbiirgliiana. 
Bruiisfelsia  niacrophylla. 

•  violacea. 

Cuphca  procuiiihens. 
Uibiscus  liiiillura. 

*        mexicanus. 
Lonicera  gibbosa. 
Lantana  rosea. 
Olea  clirysophylla. 
Opuntia  robusla. 
Pavonia  coccinea, 

>       speciosa. 
Rudbeckia  maxima. 
.         speciosa. 
Senecio  graiulil'olius. 
Munlingia  Galabura. 
Mariia  ebenacea. 
Sanliria  laca. 

Arciionlopboenix  Cunningbamii. 
Callistemon  pboeuiceus. 
Eucalyplus  resinifera. 
Grevillea  robusta. 
Trislania  conferla. 
>        neriifolia. 
Melaleuca  Preissiana. 
Myrsine  variabilis. 
Irvingia  malaiyana. 


Dir.   I5(»l.-liiiii,  l'ahïriini. 


Ned.  Consul,  Philippijnen. 
Oir.  Bot.-tuin,  Singapore. 

Dir.  Bot.'tuin,  Melbourne. 


Dir.  Bol.-tuin,  Singapore 


161 


Augustus. . 
September . 


October 


November. 
December. 


Gnetum  microstachyum. 
Anona  morunga. 
Diplerocarpus  insularis. 
Lagerstroemia  Sliorelii. 
Licuala  pellata.. 
Sageraea  Hookeri. 
Unona  jucunda. 
Uvaria  uncata. 
Amomum  mala. 
Dendrocalamus  strictus. 
Chanaedora  elatior. 
Trachycarpus  sp. 
Geonoraa  sp. 
Sabal  sp. 

Costus  cylindricus. 
Parinarium  Griffithianum, 
Acacia  heterophylla. 
pycnanlha. 

•  retinodes. 

•  Scaebala. 
decurrens. 

Albizzia  lophanta. 
Arabls  sp. 

Cupressus  serapervirens. 
>         orientalis. 

•  senipervirens  horizontalis. 

•  torulosa. 
Cryptomeria  japonica. 
Eucalyplus  citriodorus. 

siderophiora. 
Juniperus  procera. 
Musa  ensente  var, 
Olea  europaea. 
Parinarium  salicifolium. 
Picea  excelsa. 
Pinus  Abies. 

>      canariensis. 

»      halepensis. 
harrisi. 

»      Pseudo-tsuga. 


Dir.  Bot.-tuiii,  Saigon. 


Dir.  Kon.  Bot.-tuin,  Berlijn. 

Dir.  Bot.-tuin,  Calcutta. 

Santa  Rarbara,  Californie,  U.  S.  A. 


Dir.  Bot.-tuin,  Trinidad. 

Houtvester  van  Beniralen. 
Dir.  Bot.-tuin,  Berlijn. 


Verslag  vin  'slands  flantentuin  1902. 


H 


102 


Maand. 

Benaming  der 

planlcn. 

()titv;it)?pn  van: 

December 

Pinus  sylvcslris. 
Podocarpus  olongaia. 
Quillaja  Saponaria. 
Telfairia  podata. 
Tsuga  canadensis. 
Thuja  occidentalis. 

.      Rif,'anlea. 
Wellinglonia  giganlea. 

Begonia  gracilis  rosea. 

VlLMORIN — ArdHIEUX        Cl 

Cie. 

allia. 

Parys. 

•       semperllorens  en 

variëteiten. 

Bijlage  It. 


IN  1902  ONTVANGEN  PLANTEN. 


Maand. 

Benaming  der  planten. 

Ontvangen  van: 

Januari 

Apostasia  Wallichii. 
Cyperacea  sp. 

VV.  J.  D.  VAN  AsDEL,  Soekaboemi. 

Liparis  crenulala. 

•■ 

Neuwiedia  Zollingeri. 

Tropidia  grarainea. 

Zingiberacea. 

Maart 

Ardisia  demissa. 

Dr.  S  H.  KooRDERs,  Buiteozorg. 

. 

Podocarpus  Blumei. 

'     - 

' 

Een  partij  Orchidaceae  van  Borneo. 

Grootikgs,  Weltevreden. 

Bambusa  sp. 

Carlier,  Solo. 

Een  partij  Urchidaceae. 

April 

Dendrobium  Pbalaenopsis. 

Mei 

Mexr.  Illing.  Teeal. 

Juni 


Hemerocallis  sp. 
Saccharum  officinarum. 
Begonia  hybr.  gigantea. 

•  •  > 
Cyclamen  neapolitanuin. 

repandum. 
Anthuriuni. 

Calamus  didymopliyllus. 
»        geniculatus. 

•  grandis. 

•  hygrophiius. 
Daemonorops  calicarpus. 
Scleropyrum  Maingoyii. 
Rotan  segar. 

Vanda  Dearii. 

Myrsinacea  sp. 
Begonia  sp. 
Hemigrapbis  sp. 


0.  pi. 


J.  D.  KoBDs,  Pasoeroean. 
Dammann   &   Co.,   Napels. 


Dir.  Bot. -tuin,  Singapore. 


Dr.    D.   J.    Hulshof?   Pol,  Bui- 

tenzorg. 
Van  Andel,  Artana. 


164 


Maand. 

Benaming  der  planten. 

Ontvangen  van: 

AugusUis. . 

Gladiolus  hybr.  83  var. 

Cbemob-nk  Nuhseby  &  Co., 

Rich- 

! 

Convallaria  majalis,  50  slnks. 

mond. 

September 

Anchomanes  Hookcri. 
Philodendron  cannaeiolium. 
siiuaiiiilerum. 
Klugia  zcylanica. 
Eupomalia  laiirina. 
Triplaris  amcricana. 
A  her  ia  caiïra. 
Afzelia  quanzensis. 
Apocynacea  sp. 
Andira  surinamensis. 
Anlidesma  platyphyllum. 
Artocarpus  Lakoocha. 
Bauhinia  candicans. 
raacranlha. 
Bonibax  sp. 

Calophyllus  Inophyllus. 
Calabus. 

haematocephalus. 
Carissa  edule  var.  Kongamari. 
Chloranlhus  olficinalis. 
Clerodendron  splendens, 

sp. 
Cola  vera. 

Comhrentum  Raimbaullii. 
Cofl'ea  comphara, 
Clusia  sp. 
Crolon  Guldingi. 
Diptolropis  brachypetalum. 
Dracaena  sp. 
Eugenia  edulis. 
Euphorbiacea. 
Erylhrophleum  quineensis. 
Garcinia  Kola," 
Guarea  PerroUeltiana. 
Haemanlhus  Lindeni. 
Haemaloslaphis  Barteri. 
Hevea  pauciflora. 
llex  nigro  punctata. 

Dir.  Bot.-luin,  K<;w. 

165 


Maand. 

Benaming  der  planten. 

Ontvangen  van : 

September 

Khaya  .senegalensis. 
Landolphia  spliaerocarpa. 

sp. 
Machaeriura  Tipa. 
Malpighia  glabra. 
Marsdenia  verrucosa. 
Modecca  sp, 
Monodora  lenuifolia. 
Passiflora  laurifolia. 

Watsoniana. 
Pavelta  Gardeniaefolia. 
Posoqueria  lalifolia. 
Siparuna  Thea. 
Solanum  pensile. 
Slroplianlhus  sp,  (W.  Afr.). 
Strychnos  Mockenii. 
Tabernaemonlana  usarabarens. 

Barteri. 
Telfairia  occidentalis. 
Terminalia  prunioides. 
Tipuana  speciosa. 

Anlburium  Salraoneum. 

E.  PiJNAABT  VAN  Geert,  Gent. 

Alsophylla  van  Geerli, 

Aglaonema  coslata  var.  splendens. 

Ceropogia  VVaardi. 

Curmeria  Leopoldi. 

Cypripedium  superciliare. 

Laurenceanum. 

Drury  acieclum. 

DiefFenbacbia  Fournieri. 

Eupborbia  Fournieri. 

Geononia  Scballiana. 

Kenlia  Lindeni. 

Laurya  campanulata. 

Pavonia  inlermedia. 

Platycerium  Ililli. 

Veilcbia  Johannis, 

Allernaulbera  araoena  var. 

Dir.  Bot.-tuiu.  Leiden, 

grandis. 
paronychioides. 


IBf. 


Maaiiil. 


Sepleml)er. 


Benaming  der  planten- 


AiUTii.iiiilicra  iiiiKMiychioides  aurea. 
,  ■  major, 

sp. 
Anllmrimii  uiarfiarilaceum. 

hyhriilum. 
Acro''lichum  alatum. 

sp. 
Aechmea  mexicana. 
Allamanda  Williamsii. 
Aloplectus  sanRuineus. 
Bochmeria  argenlea. 
Brownea  grandiceps. 
Cochlioslemana  Jacobiana. 
Cryplanlhus  Lacerdaea. 
Dalilia  laciniata  var.  purpurea. 
Dorslenia  Houslonii. 
Euphorbia  Fournieri. 
Mucuma  imbricala. 
Nepenlhes  albo-marginata. 

arapuUaria-villala. 

Chelsonii. 

cylindrica. 
.  Dicksoniana. 

Hookeri, 

elongata. 

>  intermedia. 

>  Mastersii. 
Stuartü. 

Pandanus  amaryllidifolia. 
Peperoniia  sp.  Brazil. 
Philodendron  corsianum. 
Pitcairnia  raaidifolia. 

regia, 
Quisqualis  pubescens. 
Ruellia  formosa. 
Sanchezia  nobilis. 
Tacca  macranlha. 
Telanthera  sp. 

versicolor. 
Utricularia  montana. 


Ontvangen  van: 


167 


Maand. 


Benaming  der  planten. 


Ontvangen  van: 


September 

Vitis  gongylodes. 
Vilis  quadricaulis. 
Vriesea  Sandersii.           . 
Begonia  Sulherlandii. 

October 

Alocasia  sp. 

Anlhurium  Schertzerianum  var.  album. 

Veitchii. 
Arenga  Englerii. 
Caltleya  Harrisoniae  2. 

velulina. 
Ceropegia  Woodii. 
Cypripediura  Sanderianum. 
Dendrobium  spectabile. 

nobile  var.  Cooksonii. 
Dracaena  Cantleyi. 

Geonoraa  Pynaertiaua.                         > 
Haemanlhus  Kalbreyeri  4. 
Laelia  crispa. 
Lissochilus  sp.  12. 
Livistona  Woodfordii. 
Paullinia  Ihalictrifolia. 
Plalycerium  angolense. 
Saccolabium  vidaceum. 
Trinax  Rarbadense. 

Sander  &  Co.,  Si.  Albans. 

November 

Cymbidiuni  sp 
Dendrobinm  sp.  2. 
Eria  sp. 
Vanda  sp. 

D'.  SriRE,  Saigon. 

UiJLAGE    III. 


STAAT  VAN  DR  IN  1902  Vi:RZONnKN   ZADKN 
I:N  PLANTb:N. 


i  ° 

s    ca 
S5    ^ 


Aan  wien  gezonden 


Soort  der 
belending. 


Inhoudende: 


838 

978 
3594 

1381 


Consul-Generaal  van  Frankrijk. 


Consul  van  Portugal 


2340 

2753 

241 

1271 
2287 


Siam 


1352 
3375 

3382 
1940 
3682 
2022 
2148  1 


Resident  van  Bandoeng.. 
•     Banjoemas , . 


Bantam. 
Besoeki , 
Kedoe . . 


Zaden  van  Albizzia    moliiccanu    en 
»  ^      .stipulala. 


Pilhecolobium    Saman. 

•  »      AU)iz/.ia  moluccana,  Pi- 

ihecolobiuni   Saman   en 
Caesalpinia    dasyrachis, 
Cola  acuminata  en  Cas- 
tilloa  elastica. 
Manihol  Glaziovji. 

•  •       palmen,  boon7Soorlen  en 

Nymphaea's, 
Koningspalm. 
■  •  Melia  azedarach,  Cedrela 
serrulala,  Albizzia  mo- 
luccana, Spalhodea  caui- 
panulala,  Oreodoxa's  en 
Nymphaea's. 

•  »      bloemen  en  heesiers. 

»       »      Panicum   maximum    en 

Melinis  minutiüora. 
»       •      palmen  en  gazongras. 
Soja  hispida. 
Palmen,  Canna's  en  sierplanten. 
Peperzaad. 
Bielzaad. 


169 


Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

-O 

'Sc 

1 

1 

•d 

c 

i 
's 

2 

g 

o 

Inhoudende : 

2855 

Resident  van  Kedoe 

1  Zaden  van  Hibiscus  sabdarifl'a. 

979 

der  Lampongsche  Districten 

1  Cacao-zaad. 

994 

von  Madioen 

3 

Palmen,  heesters  en  klimplanten. 

2811 

•     Madoera 

1 

1  Kanaripitten. 

2899 

a                   >                   > 

1             , 

3154 

1                   >                   »               

4  Zaden    van    palmen,    bloemen   en 

grassoorten. 

344 

•     Pekalongan 

Encalyptus  alba. 

2349 

•     RiouwenOnderhoorigheden. 

Gazongraszaad. 

3505 

•     Soerabaja 

Zaden  van  Sorghum  vulgare. 

3449 

»     Tapanoeli 

1 

•     vruchlboomen. 

2242 

AssistentResident  van  Batang 

•     Panicum  maximum. 

1509 

»              >           •     Balipoe      en       X 

Kota's 

Maiszaden. 

317 

•     Blitar 

2 

Zaden  van  sierplanten,  palmen,  bloe- 
men, heesters,  gazon- 
gras, schailuwboomen  en 
planten  van  Coniferen. 

1288 

•     Biora 

2 

•     bloemen   en  sierplanten. 

2684 

»              •           •     Brehes  

2 

•     Sorghum  vulgare. 

3499 

•     Djember 

2 

•  palmen,  bloemen  enjklim- 
planten. 

277 

•     Keboemen 

1 

•     Sarcolobus  spanoghei. 

487 

.          ,          

1 

•     Hibiscus  sabdaritta. 

1323 



1 

I        •           •                > 

3161 



1 

.        . 

3130 

•                            *                     *                     *                   ••••••• 

3 

.  •  Euchlaena  luxurians,  Me- 
linis  minutitlora  en  Pa- 
nicum maximum. 

3559 

.              •          •     Koedoes 

2 

•     bloemen  en  sierplanten. 

2949 

•     Loemadjang 

1 

2 

•  gazon-  en  veevoedergras, 
planten  van  Canna's  en 
palmen. 

1738 

■     Magetan 

1 

•     Caesalpinia  coriaria. 

2151 

.     Makassar 

1 

1 

Heesiers  en  gazongraszaad. 

334 

•     Moeara  Doea 

1 

1 

Palmen,  Canna's  en  maiszaden. 

2399 

•          •    Ngavvi 

3 

Zaden   van   schaduwboomen,  hees- 
ters en  bloemen. 

70 


u    2 

Aan  wit'ti  pczonilen; 

Soort  der 
bezending. 

O)   2 
1   = 

z)     ra 
>=    u 

«. 

a 
SC 

§ 
O 

'2 

Inhoudende: 

2896 

Assistent-Resident  v.in  Nienvv-Giiinea. . . . 

2 

Zaden     van     bloenifii,    |ialmr'(i    en 

sierplanten. 

94 

»              •        der       Ooster-Dislriclen 

I 

van    Celebos 

'2.  (iazongraszaad. 

1558 

•               •           •     Padanp; 

2 

2 

Zaden  van  nuttige  gewassen. 

3014 

.     Pandeglanp 

5 

•         •     sierplanten,    palmen. 

bloemen,    groenten    en 

mais. 

3444 

3 

■     gazongras,    bloemen    en 
Euchlaena  luxurians. 

3757 

»              •          »     Poerworedjd 

1 

•     scbadu\vbof»men. 

146 

•              •           •     Priaman 

?, 

•    Spathodea    campanulata 
en  sierpalmen. 

1329 

•               I           ■         •          .,, 

1 

•     palmen. 

3636 

•              »           •     Probolingpo 

3 

•         •           •          coniferen    en 
Euchlaena  luxurians. 

1935 

•               •           •     Sidho-Ardjo 

2 

•     bloemen  en  palmen. 

2030 



1 

Palmen. 

3583 

»           •             •          

2 

Zaden  van  vruchtboomen.   bloemen 
en  heesters. 

311 

»              »           •     Soerabaja 

2 

Planten    van   diverse  hoornen,  sier- 
heeslers  en  palmen, 

2372 

»              t           t     Toeban 

1 
10 

Palmzaden. 

1112 

•          •     TpenggalekV 

Zaden  van  diverse  cultuurplanten. 

1121 



1 

•     Panicum  maximum. 

1907 



1 

•     Myristica  fragrans. 

2404 

■^ 

4 

.     Ficus   elastica,  Castilloa 
elaslica,   Payena  Leerii  en  Hevea 
brasiliensis. 

2150 

Wd.  Assistent-Resident  van  Djambi 

1 

Sierpalmen. 

3175 

Secretaris  van  Banka,  te  Muntok 

• 

4 

1 

Bamboesoorten,     waterplanten    en 
veevoedergraszaad. 

2676 

Controleur  xan  Ajer  Bangies 

7 

Zaden  van  nuttige  gewassen. 
Groen lezaden. 

3722 

2 

1 
3 

1238 

•     Alahan  Pandjang 

Zaden  van  nuttige  gewassen. 

1939 

•            •         1              »^        , 

1 

Bloemzaden. 

1299 

»            »     Bandoeng  

1 

Zaden  van  Euchlaena  luxurians. 

1971 

•     Baros 

1 

•     Pithecolobium  Saman. 

171 


s  Ë 


s 
SS 


Aan  wien  gezonden; 


Soort  der 
bezending. 


Inhoudende : 


3127 


3483 
1276 


1622 
1624 


1292 

1641 
3079 
3728 
1111 
1980 
1653 
2627 
1658 


881 

3119 
380 


3126 
1345 
2012 
1249 
448 

3436 


Controleur  van  Batang   Alai   en    Laloean 

Amas 

»  »  Bavvean 

•  •  Bangkajang 

»  •  Bengkalis 

»  •  Benoea  IV  en  Margasari. 

»  •  Beraoe 


der  Bergregenlschappen,  Tjamba. 


van  Besoeki. . . . 
Bikeroe  . . . 

Blora 

Bodja 

Boengaraas. 


Djatirogo 


Djembrana , 


Djokjakarta 

Iliran  en  Banjocasin. 


Joana 

Kadjen 

Kajoe  ïanam 

Karang  Anjer 


Kendal . 


Zaden    van   Tauiarindus    indica    en 

Pilhecolobium  Saman. 
Ramehzaad. 
Bloemzaden. 

Zaden  van  gazongras,  bloemen,  pal- 
men, Djatti-,  vrucht-  en 
schaduwboomen. 
»         »     palmen  en  gazongras. 

•  »     Taraarindus  indica,  Cas- 

tiltoa  elastica  en  Hevea 
brasiliensis. 
»         •     vruchtboomen,  groenten 
en  bloemen. 

•  »    vruchtboomen, 
Bloemzaden. 

Zaden  van  Sorghura  vulgar<>. 

Kanari-pitlen. 

Zaden  van  Pilhecolobium  Saman. 
■     Ficus  elastica, 

Bloemzaden. 

Zaden  van  Zea  inays,  Euchlaeiia 
luxurians,  Canarium 
commune  en  Da- 
mara. 

•  •    vruciilboomen   eu   zon- 
nebloemen. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Ficus  elastica,  bloemen, 
sierplanten    en    vrucht- 
boomen. 
>         >     Hevea  brasiliensis. 
Ganna-zaden. 

Zaden  van  Thea  assamica. 
»         •     vruchtboomen. 

>    palmen,  Lotus  en  hees- 
ters. 
Palmzaden. 


172 


bo 


Aan  wien  gezonden 


Soort  der 
bezonding. 


Inhoudende: 


3657 


Controleur  van  Kepandjen. 


3133 


1704 
2697 


2755 
2095 
1538 
2837 


96 

1646 
1018 

3160 
3216 

1252 

1525 

170 

2096 
1417 


2112 

215 

3050 


•  Koeto-Ardjo 

»     Komerinp  Oeioe 

»  >  *      , 

•  •  »      ••••••• 

•  LimboUo 

•  Magelang 

•  Mampawa 

•  Matarara 

•  Merawang 

•  Modjoagoeng 

•  Modjokerlo 

der  Ommelanden     van    Telok 

Helong 

•  Ophir-Üistrictcn 

•  >  •        ,, , 

van  Oud-Agam 

•^    Palele 

•  Pangkadjene 

•  I  , 

>     Panolan 


Zaden  van  Tamarindus  indica,  Ca- 
nariuin  commune.  Brow- 
nea  grandiceps,  Pilhc- 
cololdum  Saman  nn 
palmen. 

•  •  Eiichlaena  luxurians, 
Paniciim  maximum  en  Melinis 
minuti  flora. 

Djalti-pitlen. 

Zaden  van  Voandzeia  sublerranea, 
Zea  Mays,  Spaansche 
peper  en  vruchlboo- 
men. 

•  >     Panicum  maximum. 
Djatti-pillen. 

Palmen  en  sierplanten. 
Zaden  van  Panicum  maximum,  Me- 
linis     minuliflora      en 
bloemen. 
»         »     Canarium    commune  en 
Bixa  Orellana. 
Bloem-  en  palmzaden. 
Zaden  van     diverse      culluurplan- 
len. 
>         >       Helianthus  annuus. 

Blocmzadcn. 

Rijst-  en  maiszaden. 

Zaden  van  Sesamum  indicum. 

•     Coniferen,  palmen,  sier- 
planten, heesters  en  gras. 

Bloemzaden. 

Zaden  van  Elaeis  guineensis,  Heli- 
anthus  annuu.s,  heesters  en  ga- 
zongras. 

Maiszaden. 

Zaden  van  Pilhecolobiura  Saman. 


m 


Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

1    ^ 
1    5 

-o 

1 

c 
§ 
o 

2 

a 

N 

O 

5 

Inhoudende : 

2031 

Controleur  van  Parigi 

11 

Zaden  van  Gastilloa  elastica,  Elaeis 
guineensis,  Euchlaena 
luxurians,  Helianlhus 
annuus,  Melia  Azedarach, 
Melinis  minuliflora,  Pa- 
yena  Leerii,  Panicum 
maximum,  Pithecolo- 
biura  Saman,  Urostigma 
elasticum  en  Zea  Mays. 

2756 

>            •         • 

2 

»         »     Gastilloa      elastica     en 

Pithecolobiura  Saman. 

3023 

»            »         *      

1 

1 
1 
2 

•         »     Albizzia  moluccana. 

3415 

1781 

•            •     Pamalang, 

•     nuttige    planten,    bloe- 

men en  vruchtboomeii. 

2984 

>                     >                     a 

1 

20 

>  »  diverse  nuttige  gewas- 
sen, vruchtboomen,  bloe- 

men, sierplanten,  gazon- 

en Braziliaansch  voeder- 

gras. 

1705 

•     Poear  Datar  Mahe 

1 

2 

»  »  Zea  Mays,  Pithecolo- 
bium  Saman,  Glycine 
soja,  heesters,  palmen 
en  kaljangsoorten. 

1820 

•            •        •         •         •      

1 

1 

>  •  Albizzia  moluccana  en 
cassavesoorten. 

1991 

.      

1 

•         •     Scbizolobium   excelsura. 

2379 

•     Ponorogo 

1 

>         >     Panicum  maximum. 

2776 

•     Poso' 

1 

•     Rotan. 

343 

»            •     Prambon 

1 

Palmen. 

3301 

•             >     Probolinggo 

2 

Zaden  van  palmen  en  vruchlbooraen. 

1423 

•             •     Randoedongkal 

3 

•    boomeii  en  sierplanten. 
»         •    Panicum    maximum    en 

2439 

•     Salatiga 

2 

Victoria  regia. 

3409 

>            >          • 

1 

Plantjes  van  Panicum  maximum. 
Zaden  van  bloemen,  palmen,  vrucht- 

2367 

•     Semangka 

4 

en  schaduwboomen. 

2399 

»            •           »          

1 

Maiskolven. 

174 


a  g 

3     co 
»5    u 


Aan  wien  gczoiidon ; 


2290 
2346 
3218 


1943 
2869 

3290 
475 

3244 
545 

2352 

2463 
177 

1386 
502 
261 

1348 
3373 
1759 
2422 
2194 

3241 


2269 

3589 

47C 

198 
157 

1437 


Si  Pirok.. 
Soemenep 


Süepajang. . . . 

Tajan 

Talaga 

Tanah  Laul. 


Tandjong  Radja. 


Tjaringin, 
Tjepoe . . , 
Wirosari , 


Soori  der 
kexending. 


Controleur  van  Sepoelih. 
•  •    Scrang . . 


VVlingi 

Wd.  Conlroleur  van  Amandil  en  Negara* 


der  Riams. 


Aspirant-Controleur  van  Blora. 


>     Doro 

.     Kola  Bahroe. 


Ngandjoek 
Tjiatnisl. . . 


Inliouiteiide: 


3 

1 

2 

1 

1 

1 

1 

4 

1 

1 

3 

1 

1 

1 

1 

Zadcii  van  l'anii'iiin  tnaximiini. 

Gazongraszaad. 

Planten  van  Cinnamomum  zey- 
lanicum,  Ficus  elaslica  en  My- 
rislica  fragrans,  zaden  vati  ga- 
zongras,  hloemen  en  andere 
planten. 

Ananas  planten. 

Zaden  van  diverse   nuttige   gewas- 
sen en  boomen, 
»         •     nuttige  gewassen. 

Maiszaden. 

Zaden  van  Ricinus  communis. 

•  •     Melaleuca  cajeputi. 

•  >     Melinis  minutiflora, 

•  »     Canarium  commune. 

•  •     nuttige  gewassen,  bloe- 

men en  sierplanten» 

•  •     Pilhecolobium  Saman. 

•  sierpalmen. 

•  Ficus    elaslica,    palmen 
en  sierplanten. 

Palmzaden. 

Gazon-  en  veevoedergraszaad. 

Zaden  van  Terminalia  Catappa. 

•  >     Tamarindus  indica. 

•  •     Canarium   commune  en 

ga  zon  gras. 

•  >     Pilhecolobium     Saman, 

andere  schaduwbooinen 
en  sierplanten. 

•  >     Thea  assamica. 
>         •     palmen, 

.     Albizzia  stipulala,  bloe- 
men en  vruchtboomen. 
Gazongraszaad. 
Cacao-  en  groentezaden. 
Groentezaden. 


\1^ 


Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

1  2 

É 

■g 

1 

1 

s 

"S 

'■2 

a 
"o 

s 

Inhoudende : 

2826 

Plaulselijk  Militaire  Commandanl  lePang- 

kal  Pinang 

2 

Zaden  van  Nydliaea's  gazongras  en 
palmen. 

2426 

»                »       Commandant  te  Sam- 

bas 

1 

üroentezaden. 

953 

•^               •       Commandant  te  Seu- 

limeun 

4 

Zaden   van  Cotfea  liberica,  Mauiliot 
Glaziovii  en  palmen. 

3447 

Militaire  Commandant  te  Merauke 

1 

»        •    bloemen  en  sierplanten. 

3008 

Commandant  der    ageerende   troepen   Ie 

Limboer 

2 

Groentezaden. 

2165 

Civiel  Cezaghebher  van  Samalanga 

2 

Bloem-  en  groentezaden. 

1735 

Eerstaanwezend  Genie-oQicier  te  Makassar. 

3 

Zaden  van  palmen,   sierheesters  en 
snelgroeiende   schaduw- 
boomen. 

264 

»                  »          »       •    Tjimahi. 

1 

•     schaduwboomen         en 
heesters. 

1291 

•                  1           >       •           > 

1 

•         »     Canarium  commune. 

1885 

»                 ...  Soerabaja 

1 

•     Eiicalyplus  alba. 

384 

•              ofiicier  van  Gezondheid  te 

Moeara  Tambesi 

2 

•         .     veevoedergrassoorten. 

1167 

Chei'  van  het  Militair- Hospitaal  Ie  Padang. 

2 

•     gazongras  en    bloemen. 

3438 

•         .              •         •     Sema- 

rang 

1 

»         »     diverse  planten. 

103 

Directeur   van   het  Marine  Etablissement, 

Soerabaja 

3 

Planten    en    zaden    van   bloemen, 
palmen,     gras,     sierplanten    en 
boomen. 

285 

Idem. 

1 

Gazongraszaad. 

Zaden   van   heesters,  palmen,  Can- 

3525 

Idem 

4 

na's  en  gazongras. 

2750 

Directeur   van   het  Remonte-Depot,  Pada- 

larang  

10 

1 

Planten  xan  diverse  voedergewassen, 
zaden  van  Euchlacna  luxurians. 

3294 

Idem 

1 

I 

Zaden  van  Euchlaena  luxurians. 

3452 

Idem 

Bloemzaden. 

457 

Inspecteur  bij  het  Boschwezen,  Semarang. 

10 

2 

Planten  en  zanen  van  Hevea  brasi- 
liensis  en  Ficus  elastica. 

17ü 


<u    ca 

3    > 
S    c 


Aan  wieii  f^c/onden : 


1088    Inspecteur  l)ij  liel  üoschwezen.Semarang. 

1270 

3077 

3414 


2890 


1510 
924 

1393 


197 

1269 

196 

3236 

3181 


Houtvester  van  Bodja 

•  >  Japara  . . . , 

•  •  Kcndal.  . . . 

>  •  Laiuongau 


.  •     Madioen 

.  •     Modjokerto • . . 

»     Ngawi 

•  SeinarangWeslSoerakarta 
Aspirant-Houlvesler,  Poerwodadi 


455 
2196 
3679 

456 
2436 
2611 

310 

695 

1594 


Opziener  bij  het  Doschwezen,  Bandjaran 

Kedewan. 


>         >      •  <•  Ratnbipoedji. 

.  •  Alas-Goeng  . 

ingenieur  der  Pemaliewerken,  Tegal 


Directeur  H.  B.  S.,  Semarang 


Soon  der 
bMending. 


Inhoudende : 


1  Zaii<;u  van  lievt^a  i)ra.si[ien8i8. 


Kicus  elaslica. 
Planten  van  Ficus  cla^lica. 

en  zaden  van  Hevea  brasi- 
iicnsis. 
Zaden  van  Scbizulobiuni    excclsuui, 
Brownea      hybriila     en 
llclianthus  annuus. 

•  >     Koniiigspalm. 

•  »     Brownea     bybrida     en 

Passiflora  foelida. 
>  Albizzia  moluccana,  Cus- 
lilloa  elaslica,  Cedrela  odoraia, 
Eucalyplus  alba,  Eusideroxylou 
Zwageri,  Isoplera  borneensis,  Pi- 
ihecolobium  Saman  en  Helianlhus 
annuus. 
Marcotten  van  Ficus  elaslica. 


Bloemzaden. 

Zaden  van  Aracbis  hypogaea,  Pani- 
cuni  maximum,  Bixa 
ürellana,  Corchorus  cap- 
sularis,  Albizzia  moluc- 
cana, Sorghum  vulgare 
en  Cacsalpinia  sapau. 
>         >     Hevea  brasiliensis. 

•  groenten. 

>  >        ,   heesters    en 

gazongras. 

•  üevea  brasiliensis. 

•  groenten  en  bloemen. 

.     Pilhecolobium  Saman  en 
waterlelie. 
Planten  Caryophyllus  aromaticus. 
Diverse  zaden  en  planten. 


177 


te 

s  > 
s  ü 

3     « 


Aan  wien  sezonden: 


Sooit  der 
bezending. 


Inhoudende: 


1988 
682 


Directeur  H.  B.  S.,  Semarang 
•  •    .    .     Soerabaja. 


2359 

2243 

1531 

2058 

2270 
806 
1403 
3522 
284 
3746 
1674 
2351 
2361 
3742 

741 

1149 


>  van   het  Geneeskundig  Gesticht 
voor  krankzinnigen,  Buitenzorg. 

>  van    hel  Geneeskundig  Gesticht 
voor  krankzinnigen,  Lawang 

Chef  P.-  en  T.  Kantoor,  Karang  Anjer,.. 

Chef  11^"  Afdeeling  der  Staatsspoorwègen, 

Soerabaja 

Idem 

Chef  IVde  sectie,  lijn  Padelarang — Krawang. 

Stationchef  te  Tjimahi 

Regent  van  Cheribon, 

Dainak 


Madjalengka 

Ngawi 

Poerwodadi 

Toeloeng  Agoeng. 


Wedono  van  Adjibarang. 
>  >     Tasikmalaja 


VbHSUG   van    's  LANDS   PUNTENTUIN    1902. 


Palmen. 

Planten  van  Cola  acuminata  en 
Cinnamomum  zeylanicum,  zaden 
van  Andropogon  muricatus,  Cae- 
salpinia  coriaria,  Bixa  Orellana, 
Eriodendron  anfracluosum,  Ery- 
throxylon  Coca,  Helianthus  an- 
iiuus,  Indigofera  tinctoria,  Nico- 
tiana  Tabaccum  en  Thea  assa- 
mica. 

Zaden  van  bloemen  en  planten. 

Gazongraszaad. 

Zaden  van  gazongras,    bloemen    en 
sierheeslers. 

>  >     sierplanten. 
Palmzaden. 

Zaden  van  Eucalyptus  alba. 

>     bloemen  en  klimpianten. 
>L        >    Swietenia  Mahagoni. 
Marcotlen  van  Ficus  elastica. 
Palmzaden. 

Planten  van  Swietenia  Mahagonia. 
Zaden  van  palmen  en  sierplanten. 
Bloemzaden. 

Zaden  van  Caryophyllus  aromaticus, 
Zea  Mays  en    vruchtb. 

>  •     Hevea     brasiliensis    en 

cacao. 

>  >     Albizzia  moluccana,  AI- 

bizzia      stipulata,      Andropogon 

muricatus,       Boebmeria      nivea, 

Castilloa    elastica,     Cedrela   ser- 

rulata,    -Melinis    minutillora.   Pa- 

nicum    maximum    en   Swietenia 

Mahagoni. 

12 


178 


1141 

82 

233 

2308 

2384 
2904 

3271 


3371 
721 

1414 

2088 
730 

3491 


3315 

409 

1159 

2403 
2285 

236 

2251 

1941 

3405 
3702 


Aan  wien  (:;e/oii(len : 


Wedana  Dislricl  Tjihea 

Assistent- VVciiaiia  van  Uockoeh  Duengoes. 


Soorl  lier 
iMteiiiiiiit,'. 


Kaliaugkrik. 


Poenggoer. 


Abdoerachman,  M.,  District  hoofd  Benoea 
IV,  Rantau 

Administratie  der  Deli-Maalschappij,  Me- 
dan 

Idem 

Idem 

Administratie  der  Senembah-Maa (schappij, 

TandjoDg    Moravva 

»  der       .Ïal)ak-Maatschappij, 

•  Arendsburg",  Soengei  Bras,  Medan... 

Administratie    van    'Aias    Rowo",    Pasi- 

rian 

•      Bojong,   Menadc. . . 


Miramontana. 
Soekaboemi . . 


u0  ,  a 


IiiiioudtMitie: 


Zaden  vjii  Kucalyptus  alba. 
•         •     culiunrgewassen. 


Ilelianthus    annuus    en 

Theobroma  cacao. 

groenten. 

en      Melinis 

minutitlora. 

Voandzeia    subterranea, 

Zea     Mays,    Euchlaena 

luxurians  en  Caryophyl- 

lus  aromaticus. 

Arachis  hypogaea. 

nuttige  gewassen. 

Zea  Mays. 

Uncaria  Gamhir. 

nuttige  gewassen. 

Albizzia  moluccana,  The- 
obroma Cacao  en  Voandzeia  sub- 
terranea. 


Groentezaden. 

Djatti-piltcn 

Planten    xan    Hevea  brasiliensis  en 

Castilloa  elastica. 
Zaden  van  Castilloa  elastica. 

>     Melinis  minutitlora. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Erythroxylon  Coca. 

»     Ficus  elastica  en  Payena 
Leerii. 
>         >     Koningspahn. 
Gazongras  eu  zaden  van  Damara  en 
Koniugspalm. 


179 


Soort  (Ier 

bb 

bezending. 

t-   SS 

5  2 
S  > 

« 

1   ^ 

Aan  wien  gezonden : 

e 

i 

CS 

Inhoudende : 

«  *. 
« 

"E 

'o 

O 

-o 

« 

J£ 

^ 

:£ 

S 

2276 


2067 


410 

1617 
2649 


3267 

2265 
3520 

2266 

1985 


2623 


2802 
1715 

2971 


1768 

1264 

2278 
3735 


Administrateur  van  Namoe  Üjawi,  Bindjei, 
Deli 

>  >     Namoe  Tongan,   Bins 

tijey 

>  •     Paya    Jambu    Estate, 

Bindjey 

>  ■     idem 

•  Sapoe  Angin,  Toeloeng 
Agoeng 

•  idem 

»    Sengon,  Wlingi 

•  Soeban     AJam,    Ben- 
koelen 

•  •     Soember         Pandan, 

Bahroe 

»        Rowo,     Pasi- 
rian 

•  idem 

»  •     idem 

•  Soengei      Sikambing, 
Medan 

.  •     Sorogadoeg,    Üjocdja. 

>    Sragi,  Pekalongan . . . 

•  Padang        Brahrang, 
Bindjey 

•  Tambak,   Bujolaii.... 

•  •    Tjikembang,  Tjibadak. 


Zaden    van    Hevea    hrasiliensis   en 
Solanum  meiongena. 

>  •      Zea    Mays  en   Melinis 

minuli  flora 

•  >      Albizzia  uioluccana. 


•  Thea  assainica  en  Musa 
raindanensis. 

Planten   van  Musa  mindanensis  en 

Coffea  stenophylla. 
Zaden  van  Coffea  stenophylla. 

•  *     Albizzia  moluccana. 

•  •     Coffea  stenophylla. 

»         »         »  •  en 

Ficus  elaslica,  planten  van  Musa 
mindanensis. 

Planten  van  Coffea  stenophylla,  Fi- 
cus elcstica  en  Musa  minda- 
nensis. 

Palm-  en  zonnebloemzaad. 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 
»         •     Pilhecolobiuin     Saraan, 
Melinis    ininutitlora   en 
Panicum  maximum. 

•  >     schaduwboomen         en 

klimplanlen. 

•  Albizzia  moluccana. 

'     Pithecolobium   Saman. 

•  Albizzia  moluccana. 


180 


60 

3     co 
S5    w 


Aan  wicn  Rcznnilfïn 


Sooii  der 
bezcading. 


InlioudiMiile : 


2162 
2679 

1336 

1698 

3318 
91 

495 

3303 
2238 


2864 
1502 

2768 

1277 
737 
180 

3234 

3504 
299 

3748 

1792 


Administrateur  van  Wonorcdjo,  Malang.. 

W(l.  Ailminislraleiir  van  Kali  Kadjar  Ki- 
docl,  Hanjoewangi 

Aai-st— Mensinc.    Mevrouw    M.  van,  Pro- 

boiinf^go 

AcKEBMABN,  j'.  Ciis„  SragCH 

M.  W.  Th..   Ngargoloko  Mali- 
bari,  Salaliga 

Adama  van  Scheltema,  C.  S.,  Modjo- 
Sragen 

Idem 

Agent  V.  d.  Factorij  der  Ned.  Handel 
Maatschappij,  Semarang 

Akkerman,  R.,  Soerabaja 

Alberts,  f.  W.,  Malang 

>  •     ■         > 

Albertz  J.,  Magelang 

Alkema,  B.  M.,  Bandoeng 

Almerood,  C.  J.,  Palenibang 

Alphen  de  Veer,  H.  J.  van,    •Wangkal", 

Banjoevvangie 

Idem 

Ardel,  W.  J.  D.  van,  Artana,  Soekaboemi. 


Zaden  van  Ficus  elastica  en  Pithe- 
colohjum  Saniati. 

•  •     Zca  Mays  en  Caesalpinia 

dasyracbis. 

•  •     Gasuarina  en  palmen. 

>     Visenia     indica    en    ka- 
toen. 
Palmzaden. 

Zaden  van  Caesalpinia   sapan,  Gos- 
sipiuiu  indicum  en  Visenia  indica. 

Palmzaden. 


Planten    van   Ficus   elastica.  Hevea 

brasiliensis,   Castilloa   elastica  en 

Palaquium  Treubii. 
Zaden  van  vruchtboomen. 

>         •     Urostigma  elasticum  en 
Gassia  fistula. 

»         •     Cinnamomum     zeylani- 

cum  en  peper. 
Groenlezaden. 
Sierplanten  en  heesters. 
Zaden  van  nuttige  gewassen, 

•        •         •  >  en  ga> 

zongras. 
Maiszaden. 


Zaden  van  Albizzia  moluccana. 


en 


Zea  Mays. 
>     Melints  minutiQora, 

Sorghum   vulgare    en    Panicum 
maximum. 


181 


a 
s 

3 
is 


Aan  wien  gezonden  : 


Soort  der 
bezending. 


Inhoudende: 


1786    Anderson,  Mevr.  W.  T.,  Pasoeroean 

949    Apcar,  G.  L.,  Kediri 

2766    Apon,  J..  Tegal 

2772  Appel,  K.,  Bongkang,  Tandjong  Z.  en  0. 

Afd,   Borneo 

1431    Abdaseeb,  Mevr.  P.,  Tegai 

445    Arendsen  Hein,  S.  A.,  Modjokerlo 

1730    Bade,  M'.  e.,  Soerabaja 

2471     Baehb,  L.  f.  K.,  Besoeki 

3195  Baesjoü,  Penarapean,  Toeloeng-Agoeng. . . 

293    Bandel,  R.  van,  Djeraber 

2212  .        .       .  •        

2428    Barmen  't  Loo,  D'.  J.  H.  J.,  Tosari. 

960    Babtels,  M.  e.  G.,  Halte  Tjisaat • 

2430  •         •     •    •       •  •       

393    Badher,  Mevr.  U.,  Halte  Prambon 

3479    Bausch,  M.  J.,  Salatiga 

1966    Beck,  Mevr.,  Semarang 

1579    Beerer,  P.  von,  Medan h 

2154    Bendix,  L.  e.,  Karau,  Amoentai 

1356  Benthem  van  den  Bebgh,  J.  F.  van,    Mo- 

liardjo,  Malang 

1428    Idem 

2221    Idem 


Zaden  van  Payena  Leerii,  Melinis 
minutiflora,  Urostigma 
elasticum  en  Panicum 
maximum. 

>  •     Euchlaena  luxurians. 

•         •     groenten  en  bloemen. 

>     mais  en  tabak. 
»         •     groenten  en  bloemen. 
Palmen. 

Zaden  xan  Helianthus  annuus. 
•     Ficus  elastica. 

>  •     Zea     Mays,    Euchlaena 
luxurians  en  Gandroeng. 

Maiszaden. 

Planten  van  Panicum  maximum. 

Zaden  van  boomen  ea  heesters. 

Bloemzaden. 

Planten   van    Ficus   elastica,  zaden 

van  Albizzia  stipulata. 
Zaden  van  palmen  en  heesters. 
Vruchten     van      Sechium      edulc 

Swartz. 
Maiszaden. 

Zaden    van    heesters,   plmen    en 
schaduvvboomen. 

.  »       Ficus-     en    Caslilloa 

elastica. 

>  •       Bixa  Orellana. 
Planten  van  Cinnamomum  zeylani- 

cum,  zaden  van  Pithecolo- 
bium  Saman  en  Urostigma 
elasticum. 
•       en  zaden  van  Cinnamomum 

zeylanicum,  zaden  van  Andropo- 

gon  uiuricatus. 


182 


te 

2    « 

9    (S 

85   ^ 

V 

ts 

325 


1785 
1931 


2401 

2888 
2203 
1499 

2000 
1300 
2970 
1573 


2652 

3707 

1280 

258 

356 


1320 
398 

2918 

3239 
1031 

1992 


Aun  wien  gezonden: 


'  Sofjri 

der 

imxeading. 

'm 

^ 

£ 

S 

f 

M 

o 

"S 

5 

— 

^ 

•u: 

c; 

BEnESTEYM,  F.  W.  VAN,    Baiijocwangi . . . . 


Berg,  J.  van  den,  Klaten 

•      M.  C.  VAN  DEN,  ÜJokjakarla . 


Behüu,  Jh'.  G.  O.  VAN  den,  Senpon,  Wlinpi. 


Bergjians,  K.  A.,  Karanp  Toewanp,  Tej^al. 
Bergsma,  M''.  S.  J.,  Semaiaug 

Berinoer,  P.  J..  Welerie 

Berkeljon,  J..  Klaten 

Berlauwt,  W.,  Halte  Prarabon 

Beuningen   var    Helsdingen,    L.   J.   van, 
SoenjTci  Langka,  Telok  Beton  g 

Beus,  J.  de,  Malang 

Beyerinck,  f.,  Soekaboemi 

Biebeb,  Pasoeroean 

BiRNiE,  S.,  Banjoewangi 

BisH,  J.  C,  Buitenzorg 

Bley,  J.,  Kendal 

Bloemsma,  Mevr.  A.,  Koeto-Ardjo 

Blok,  R.  J.  Wlingi 


Inhouiiende : 


5|  Zaden     van 


llananuni     (Mjnimune, 
Klaei.s  friiinecnsis,  My- 
ristica   fragrans,   Zea 
Mays,    Castüloa   elas- 
lira  en  Payona  Leerii. 
Ficus  elastica. 
Pilliecoldijiiini  Saman. 
Albizzia  moluccana  en 
Caesalpinia  dasyrachis. 
Castilloa    elastica    en 
Melia  Azedaraeh. 
Albizzia  moiurcana. 
Melinis  minuliflora. 
planten    van  palmen, 
bloemen  en  ananas. 
Pitbecolobium  Saman. 
Ficus  elastica. 


Palmzaden. 


Zaden     van     gazongras,     palmen, 

vrucbt-  en  andere  booraen. 
Planten  van  Musa  mindanensis. 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

>  >     bloemen  en  groenten. 

I  >  Albizzia  moluccana,  Al- 
bizzia stipulata  en  Cae- 
salpinia dasyrachis. 

>  >    groenten  en  bloemen. 

•     Caryophyllus     aromati- 
cus. 
Planten  van  Collea  stenophylla  en 

Caryophyllus  aromaticus. 
Palmzaden. 

Zaden  van  Helianlhus    annuus    en 
Euchlaena  luxurians. 
•         ■     Coffea     stenophylla    en 
Uncaria  Gainbir. 


183 


s» 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

1  & 

S  5; 

S    ee 

IS 

« 
■g 
1 

es 

'S 

1 

o 

ü5 

m 
'o 

Inhoudende: 

2200 

Blommestein,   A.    W.    f.  van,  Soesoean, 

Bodja . . . 

1 

Zaden  vaa  Ficus  elastica. 

2409 

•             t      >       •       •         idem. . 

1 

. 

2263 

Mevr.  S.  VAN,  Weltevreden. 

1 

Palmzaden. 

1064 

Bluue,  C.  J.,  Modjokerlo 

■ 

3 

1 

Planten  van  Agave   rigida,  Cedrela 
odorala,    Cinnamomum    zeylani- 
cum,    Myroxylon  peruiferum,  za- 
den   van   Theobroraa   Cacao   en 
palmen. 

1233 

1 

Mahonieplanten. 
Japansche  bamboe-planten. 
Zaden  van  Albizzia  nioluccana. 

1963 

1 

2719 

Bly,  C.  H.  de,  Gerengredjo,  Djeinber.... 

1 

1210 

Bode,  G.  F.,  Paroeng  Koeda 

1 

■     Melia  Azedarach. 

2759 

1      1     »          •            » 

1 

2 

•      en  stekken  van  Erylhroxylon 
Coca  en  gazongras. 

1753 

,      ,,          ,            , 

1 

Groentezaden. 

2315 

Boers,  L.,  Bodja 

1 

Zaden  van  Ficus  elaslica. 

1721 

Bois,  E.  Dü,  Kali  Soeko,   Halte  Tanggool. 

1 

>         >     Albizzia  moluccana. 

1230 

Bonebakker,  Mevr.  C,  Soerabaja 

1 

Planten  van  Svvietenia  Mabagoni. 

2717 

Boon,  Paree 

1 

Zaden  van  vruclitboomen. 

1551 

Boorsma,  D'.  W.  G.,  Buitenzorg 

1 

Bloem  zaden. 

3608 

Borneo  Company  Limited,  Batavia 

1 

Cubebe-zaad. 

342 

Bos,  H.  J.  B.,  Wlingi 

4 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

905 

•     >     •    •        • 

5 
5 
4 

»        •         >               > 

1148 

I         •         •                • 

154 

•     J.,     Banjoewangi 

.         .          .                 .        .  Al- 

bizzia   stipulala   en  pal- 

men. 

1962 

j 

? 

.         •     ColFea    stenophylla    en 
Albizzia  moluccana. 

2259 

Bosch,  P.  J.,  Ngoepil.  Klaten 

1 

.         •     Caslilloa  elaslica. 

2113 

BouNiN,  P.  J.,  Sidodadie,  Welerie . 

1 

1 

•     Pitbecolobium  Saman. 

140 

BoüTMY,  Mej.  A.,  Tagog-Apoe, 

1 

Palmen. 

365 

Bbakel,  Bandoeng 

1 

en  vruchtboomen. 

3602 

j              j 

1 
1 

Heesiers  en  vruchtboomen. 

21 

Brardes,  M.  C,  Poerwokerto 

Palmen. 

2744 

Braow,  D.  de,  Bedojo,  Djokjakarta 

1 

Kapokzaden. 

244 

Brewer,  f.,  Bindjey • 

1 

Korob-boonen. 

184 


Aan  wien  gezonden: 


115 

1619 

314 

3390 

2743 

149 

3480 

1213 

1200 

486 

1319 

2102 

2282 

2912 

2185 


3442 

3287 
3278 


1053 
1211 


1766 
1761 

1780 

2796 

439 


Soort  der 
beModing* 


Inhoudende : 


Brocx,  Mevr.  A.,  Madioen 

Bboekhals,  A.  II.,  Semarang 

BiioEns,  E.  E.,  Meestcr-dnrnelis 

BnoNs  Middel,  U.,   Biindüeng 

Brüyn,  A.  de,  Bandarsidajoe,  Balang 

Bdddingh,  VV.,  Batavia 

BüCHARD,  W.,  Indragiri 

BiiRGEB,  Ch    II.  E.,  Pangparang.  Bandong, 

BuRToü,  Weltevreden 

BuTis  Schaap,  Madioen| 

•  •  *       ., 

Buts,  Mevr.G.,Rogo  Djampie,  Banjoewangi, 
Bybah,  J.  H.,  Kali  Bakar,  Malang 

Callenfels,  J.,  Kandangan,  Kediri 


Chef    der    Exploitatie    Babat— Djorabang 

Stoomtrara  Maatschappij 

Gleveringa,  R.  P.,  Alas  Tledek.  Kepandjen. 
Glignett,  P.,  Sennbes,   Bodja 

Clodx.  G.  du.  Kali  Sidie,  Oengaran 

>        >>       •         >  >        ••••• 

Cochoorr  van  Sminia,  Jh'.  H.  van,  Koetei. 
CoHEN,  Mevr.  L.  TirtQ,  Pekalongan 

CoppER.  H.  E.,  Klaten 

CoRNELiüs,  Mevr.  J.,  Tjimahi 

Couperus,  H.  W.  L.,  Soekaboemi 


Palm  zaden. 

Zaden  van  Ficus  elastica. 

•  •     bloemen  en  palmen. 
Palmen,  heesters  en  andere  planten. 
Zaden  van  Panicum  maximum. 

•  Zea  Mays. 

•  •     Acanthaceën. 

>  •     Ficus  elastica. 
Nuttige  planten. 

Zaden  van  klimplanlen. 

•  Caesalpinia  dasyrachis. 

>  >  •  • 

>  •    gazongras  en  bloemen. 

>  •     Albizzia    moluccana   en 

Caesalpinia  dasyrachis. 
>     Helianthus  annuus,  Pa- 
nicum maximum,  Cola  acuminata, 
Caesalpinia   coriaria  en  Sorghum 
vulgare. 

Gazongraszaad. 

Veevoedergraszaad. 

Zaden  van  Erythroxylon  ('oca,  Pa- 
nicum maximum,  Un- 
caria  Gambir  en  Andro- 
pogon  muricatus. 

•  >    Spaansche  peper. 

>  >    Zea    Mays  en    planten 

van    Cinnamomum  zey- 
lanicum. 
.        »     Coffea  liberica. 

>  •     Canna's     zonnebloemen 

en  palmen. 

>  •     Ficus  elastica. 

•  •  gazongras.  bl.  en  mais. 
.  »  Melia  Azedarach,  Ce- 
drela  serrulata,  Albizzia  molu- 
canna  en  Ficus  elastica. 


185 


-  - 

a  S 

■o 

Aan  wien  gezonden: 

Soort 
bezend 

.a   73 

es 

.S   e 

CS         M 

der 

1 
© 

S 

Inhoudende : 

206 

CouvBEOR,  J.,  Koedoes 

1 

Gazongraszaad. 

227 

F.,  Kalisat  Pradjekan 

1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

3215 



2 

•         •          1              • 

935 

Crameb,  J.  A.,  Ngoesrie,  Wlingi 

15 

•        >     diverse    cultuurplanten. 

268 

Crone,  Mevr.  B.  B.  J.,  Tendjoe-Ajoe,  Tji- 

tjoeroeg 

1 

Vanilleslekken. 

2388 

Croon,  B.,  Gawok,  Solo 

1 

Zaden  van  Katjoeboeng. 

1206 

CüNz,  F.,  Kediri 

1 

>         •     Cola  acuminata. 

1791 

Daalen,  J.  W.  van,  Djalie,  Ngandjoek... 

1 

.         .     Corchorus  capsularis. 

1825 

4 

.         .     Boehmeria  nivea,  Melinis 
minutiilora,       Panicum 
maximum  en  Pithecolo- 
bium  Saman. 

872 

Dam,  G.  van,  Soember  Boeloe,  Tanggoel. 

1 

•    Albizzia  moluccana. 

3720 

Danne,  Mevr.  G.,  Soekaboemi 

2 

»    Ganna's    en   zonnebloe- 
men. 

3201 

.      W.,  Kedaton,  Telok  Betong 

1 

•     Abelmochus    mochalus. 

1566 

Darmo  Broto,  Keboemen 

1 

Groenlezaden. 

1716 

Davelaar,  B.  van,  Molio-Ardjo,  Malang.. 

3 

Zaden  van  Ficus  elaslica,*Cinnamo- 
mum     zeylanicum     en 
peper. 

2829 

•          >•        I        >          >.. 

1 

>        >     Ginnamomum     zeylani- 
cum. 

1005 

•        L.  van,  Djalikalangan,   Bodja. . 

1 

>     Ficus  elastica. 

1765 

'         *      *              >                 '     •  • 

1 

»        »        •          • 

2029 

*                I          >                        a                              •        •  . 

1 

•    Bixa  Grellana. 

2316 

»                •          •                        »                              »         .  . 

1 

Planten    van    Agave    rigida     var, 
Sisalana. 

2945 

•                >          *                        *                              *        •  • 

1 

Zaden   van    Abelmoschus    moscha* 
tus. 

3304 

I                •          >                        1                              *         .  . 

1 

Planten     van     Agave    rigida    var. 
Sisalana. 

3715 

>          >                        •                              >         .. 

3 

Idem.    en  Musa  mindanensis. 

3384 

*                *          >                        >                              •         •  • 

1 

Zaden  van  Helianthus  annuus. 

2710 

Dekker,  A.  J.,  Soember  Arto,  Japara.... 

3 

.     Caesalpinia         coriaria, 
Erylhroxylon    Coca   en 
Andropogon   muricatus. 

3299 

»         •    •            »           »           «... 

1 

•     Sechium   eduln  Swartz. 

Iftf» 


t£ 

Aan   wn'ii  ^'c/ondcii; 

Soort  il(;r 
licicndini,'. 

O)     1- 

S    c 

—      «3 

O) 

-o 

* 

« 

1 

i 

o 

a 

'S 

IriiiiMiiicniit;: 

i»}{2     IJekkek.  II.  DEN.  VVelIcvrcden 

4 

Zaden  van   Mnlims  mitiiilillfira,  Kii- 
rlilai'na  Inxurians,  groe- 
ten en  bloemen. 

2365 

Delden,  .1.  van,  Socrabaja • 

1 

Eiicalyplus  sp.  Flore». 

374 

N.  VAN,  Ardhi-Heiljo,  Wlinfji 

5 

Albizzia  moluccana. 

:{317 

W.  H.  VAN,  Kali-Kle|»(ie.  Malanp. 

1 

(lola  acuminata. 

270 

Delfos,  F.  M.,  Poerwoasri 

1 
1 
1 

Pilli('rol<d)iuMi  Saman. 

1318 

Derx,  11.  C,  l'oervvakarta 

FicMs  elaslica. 

3081 

Deun,  Mej.  M.  van,  Madioeii 

Nymphaea. 

3226 

DicKuoFF,  W.  C,  Soeiabaja 

5 

Ilelianlhus    annuus,  Pi- 

\ 

ibecolobinin  Saman,  fcri- 
odendron  anlractuosiim, 
palmen,    klim-   en  sier- 
planten. 

3579 

DiEMORT,  II.  C,  Djember 

2 

•         •     vruchtboonien    en    ga- 
zongras. 

2073 

DiKKERS,  11.  W.,  Kali  Tjilik.  Blitar 

1 

3 

•     Ficus     elaslica,    Cofl'ea 
slenophylla,   Castilloa  elaslica  en 
planten   van  Musa  mindanensis. 

16 

Dissel,  A.  van,  Weltevreden 

1 

1 

Vanilieslekken  en  bloenizadcn. 

3213 

Djojosoerwiiuo,  Toeban 

2 

Zaden   van   Caesalpinia  coriaria  en 
Melia  Azedarach. 

1964 

Doorman,  J.  D.,  Paroeug  Koeda 

1 

Vanilieslekken 

2308 

1 

3 

Planleu  van  Cinnamomum  zeylani- 
cum,    zaden   van    Myrislica    fra- 
gran.s,    Nicoliana    Tabacum    en 
Java-kolfie. 

2418 

«           »■         »              »       

1 

3 

Karetplanien,    zaden    van    Albizzia 
moluccana,   Melia  Azedarach   en 
Eriodendrou  anfracluosum. 

482 

Dorrskiff,  J    H.,  Clieribon 

1 

1 

Vanilieslekken  en  zaden  van  Heli- 
anthus  annuus. 

845 

•          •    1          • 

1 

Zaden  van  Encalvplbas  alba. 

•     gazongras    en    pagger- 

3199 

Dörries,  Semarang 

2 

planten. 

1700 

Docglas  Broers,  S.,  Soekaraloe.  Bandoeng. 

3 

■    •         •     Albizzia  moluccana,  Eu- 
chlaena    luxurians    en    Panicura 
•naximum. 

187 


s  1 


Aan  wieii  gezonden: 


Soort  der 
bezending. 


3457 


DouGLAS  Broers,  E.,  Soekaratoe.  Bandoeng. 


DuMAS.  A.  E..  Banjoewangi 

DüTRY  VAN  Haeften,  Mevf.  L.,  Cheribon. 


EBELiNfc,  C,  Plellen.  Weleri, 


2609 
2205 
3534 

102 
1912 
2715 
3705  I  Eeehof,  K.  L.,  Ivlakah 

983    Ekndembdrg,  S.  van,  Baros,  Soekaboemi. 


301    Eerdmans,  A.  J  ,  Tengaroeng.  Samarinda. 


2604 

2738 

916 

2920 


Eersel,  A.  C.  11.  P.  VAN,   Kedalon,   Pro- 

bolinggo 

Idem 

Egberts,  W.  J.,  Selokaton,  Kendal 

Egges  Post,  A.,  Simo,  Bqjolalie 

EiLBRACHT,  H.  F.,  Blilar 


Elenbaas,  J.  A.,  Bandoeng". . . . 
Eliitk  Schuurman,  H.,  Toeren, 


1530 
2685 
153 
1147 

15871       •  •  •        

2441     Elunger,  G.,  Lawang,  S.  S 

1651     Emden  Andres   G.  H.  van,  Pendrian,  Se- 
'      marang . . . . 


Inhoudende : 


7}  Zaden  van  Castilloa  elastica,  Elaeis 
guineensis,  Erytbroxy- 
lon  Coca,  Helianlhus 
annuus,  Melinis  minuli- 
llora,  Sorghum  vulgare 
en  Zea  Mays. 

1       .         .     Kicus  elastica. 
Palmen  en  Agaves. 


Planten  van  Musa  mindanensis. 

Zaden  van  Pilhecolobium  Saman. 

Palmzaden. 

Planten  van  vrucblboomen. 

en  zaden  vau  Caslilloa  elas- 
tica, Urostigma  elaslicum.  Erio- 
dendron  anfractuosum,  Helianlhus 
annuus,  Hevea  brasiliensis,  Meli- 
nis minutiflora,  Panicum  maxi- 
mum, Payena  Leerii,  Thea  assa- 
mica,  Theobroma  Cacao  en  Zea 
Mays. 

Zaden  van  Indigofera  spec,  Cor- 
chorus  capsularis  en 
peper. 


>     Thpa  assamica. 

.    Caryophyllus  aromalicus. 
Vanillestekken  en  planten  van  Agave 

rigida. 
Zaden  van  Corchorus  olitorius. 

.     schaduwboomen. 
Planten  van  Panicum  maximum. 
Zaden  van  Albizzia  molnccana. 

.     Croton  Tiglium. 

•     Ficus  elastica. 


188 


bc 
3     re 


3048 

118 
2248 

2230 
1843 


2258 


1389 
1930 
1689 

239 
1227 
1388 
1784 

469 


1201 


1555 
3040 

2042 

3538 

3698 

251 

249 


Aan  wicn  gezonden: 


Emmerik,  A.  var,  Salaliga 

Endk,  e.  vaw.  Weltevreden 

G.  A.  VAN,  Kalie-Anjer,  Uondowoso. 

Engbers,  Manmcri,  Florc» 

Ergelken,  A.  M.  lUilar 

•  »    ■       > 

Ebdmarn  &.  SiELCKEN,  Batavia 

1         •        >  Semarang 

Ernst,  W.  M.,  Djocngkoe-Mahé,  Z.  en  0. 

Afd.  Borneo  

Erp,  H.  van,  Perbawalie,   Soekaboemi . . . 

>      >      *  >  >         ... 

Everard,  Limburg,  Toeren 

»  »  »        , 

FvERs,  VV.  A.,  Wonolopo,  Malang 

EvERTs,  H.  L„  Toeloeng-Agoeng 

■  ■■  •  •       •......• 

»         •»  *  »       

Etbbrgen,  K.  W.  var,  Joana 

Fabius,  G.  Th.  I.,  Bandjar-Dawa,  Pemalang. 


Soort  der 
bexeoding. 

a 

a 

.2 

i 

Inboudende: 

H  Z<'idcn    van    Panicuni   maximum  en 

diverse  iiullige  gewassen. 

1  Gazoiigraszaad. 

2  Zaden     van     ga/ongras    en  Melinis 

minuliilora. 

1 

Palmen  eii  sierplanten. 
4  Zaden  van  CofI'ea  stenophylla,  Ficus 

elastica,  Caesalpmia  co- 

riaria en  kapas. 

3 

»  *  Helianliius  annuus,  He- 
vea brasiliensis  en  Meli- 
nis minutiflora. 

1 

•         »     Eucalyptus  aiba. 

1 

Palmzaden. 

1 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis. 

1 
1 
2 

•     Albizzia  moluccana. 

I         •           •              > 

1 

. 

6 

•         *           *              *              » 

Caesalpinia  coriaria,  Cae- 
salpinia  dasyrachis,  Cae- 
salpinia  arborea.  Pithe- 
colobium  Saman  en 
Cedrela  serrulala. 

1 

2 

•  Coflea  stenophylla,  Pa- 
yena  Leerii,  en  Forastero 
Cacao. 

1 

>         >     Coflea  stenophylla. 

2 

>     Albizzia    moluccana   en 
Caesalpinia  dasyrachis. 

1 

Planten  van  Musa  textilis. 

2 

Zaden  van  veevoedergras. 

1 

Kaloenzaad. 

2 

Zaden  van  vruchtboomen,  sier-  en 
waterplanten. 

2 

•         •    gazongras  en  palmen. 

189 


Nummer 
der  aanvraag. 

Soort  der 
belending. 

Aan  wien  gezonden: 

m 

IS 

• 

1 
1 

1 

o 

3 

Inhoudende: 

3128 

Fabri,  H.  C,  Delanggoe.  Solo 

1 

Palmzaden. 

1129 

Fack,  C.  J.  f..  Sidho-Ardjo 

1 

j 

183 

FiscH  Etbergen,  'J.  f.  de,  Modjokerto . . . 

11 

Zaden  van  Euchlaena  luxurians,  Ca- 
narium    commune,  Cas- 
tilloa    elastica,    Payena 
Leerii,  Boehmeria  nivea, 
Sorghum   vulgare,  Cae- 
salpinia  coriaria,  G.  da- 
syrachis,     C.     arborea, 
Elaeis  guineensis.  Heli- 
anthus  annuus  en  Uros- 
tigma  elasticum. 

2916 

FissEH,  C.  F.  DE,  Lawang 

1 

>         >     Panicum  maximum. 

1228 

Fliekenschild,  G.  J.,  Bandjermassin 

2 

>    palmen  en  Adiantnms. 

1644 

Flückiger,  Pakkies,  |  Joana 

1 

•         •     sierpalmen. 

2256 

FoLKERSMA,  J.  W.,  Djember 

4 

»         •     schaduwboomen  en  nut- 
tige gewassen. 

2167 

FoRRER,  G.,  Soengei  Rampah,  Perbaoengan. 

1 

Palmzaden. 

1209 

Freddenberg,  J.   A.,   Soember    Tjoeleng, 

Malang 

1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

1505 

Idem 

2 

»         •          •                > 

2129 

Freudweiler,  Fr.,  Bila,  Deli 

2 

Planten  van  Erythroxylon  Goca  en 
Castiüoa  elastica. 

1438 

Gadelids,  C.  e.,  Penang  Soie,  Siboga 

4 

Zaden   van    bloemen,   groenten  en 
gras. 

2474 

Gelder,  W.  C.  vai»,  Bandoeng 

1 

•         •     Gaesalpinia  coriaria. 
Graszaad. 

1242 

Gentis  A  C°.  ?.,  Batavia 

1 

2102 

Gerrits,  Ch.  A.,  Tasikmalaja 

1 

Peperzaad. 

2252 

G.,  Bandoeng 

2 

Bloem-  en  groentezaden. 

2958 

Gersen,  A.,  Batoeng  Datar,  Pad.  Paadjang. 

4 

Zaden  van  Payena  Leerii.  Gastilloa 
elastica,     Ginnamomuin 
zeylanicum     en     Hevea 
brasiliensis. 

2387 

Geugten,  W.  van  der,  Genengan,  Kediri. 

1 

>         >     Hevea  brasiliensis. 

1858 

Giessler,  e.,  Soember  Perkoel,  Malang.. 

2 

3 

•     Myristica  fragrans,  Ficus 
elastica  en  Gossypiura  religiosum, 
planten    van    Musa    mindanensis 
en  Ficus  elastica. 

190 


Aan  wien  pezondün: 


2203    GiKssLbR.  b;.,  Sueiiiber  Perkoel,  Malang,. 
2217 


Soort 

larl 

biiendiog. 

i 

2 

1 

U 

h 

§ 

s 

\i 

o 

ê 

'ë 

j< 

jt 

t2 

S 

I 

liihoiuloiide: 


3148 

3316 

364 

22Ü1 

3510 


GiLs,  J.  C.  VAN,  üjokjakarla 

GoBTHANs,  A.,  Sevvoe  Galoor,   Wates. 
GosENsopj,  Mevr.  N,.  Salatiga 


1878 
2215 


2678 
2777 
3469 

454 
2350 
2856 


3724 


3306 


2720 

952 
305 


Graaflaku,  C,  A.,  Soeraber  Soeko,  Malang. 


GnAicHER,  H.  J.,  Badek,  Kediri 

>  ».>        •  >        

>  >•        >  > 

Gramberg,  Mevr.  N.,  Pandjie,  Sitoebondo. 
Grashuis,  L.  A.,  Samarinda,   Koelei 

Greve,  A.,  Kroewoek,  Wlinsfi 

Griendt,  H.  C.  A.  van  de,  Nieuw  Dilem, 
Toeloeng  Agoeng. 

Groeneveld,   Mevr.  A.  A.  J.,  Randoesari, 

Seuiarang 

Groenhof,  Ch.  P.,  Telok  Betong 

Grooss,  f.  J.,  Pati 


10 


l'laiiieii    van    Agave  rigida  var.  Si- 

salaiia. 
Zaden  van  Uncaria   (ïainbir  on  An- 
(Inipopon  muricalus. 
•     sierplanten. 

•  •     Solanum  grandillorum. 
Palmzaden. 

Planlcii  van  Afiave  rigida  var.  Sisa- 
lana. 

Zaden  van  Uncaria  Gambir,  Caryo- 
pbyllus  aroinalicus,  Cola  acumi- 
nata,  Erylhroxylon  Coca,  Lepida- 
denia  Wighliana,  Cubebe,  palmen 
en  grassoorten. 

Sereb-planlen. 

Zaden  van  Caryophyllus  aromaticus 
en  Caesalpinia  dasy- 
rachis. 

>  •     Panicum  maximum. 
Heesterszaden. 

Zaden  van  bloemen,  palmen  en  vee- 
voedergras. 

>  *    Albizzia  stipulata. 

•  >     Uncaria  Gambir. 

•  •         •  »         Albiz- 

zia  moluccana   en  Cola 
acuminata. 
»         »     Helianthus   en   Flamba- 
yant. 

>  Cola  acuminata,  Melinis 
minutiflora,  Panicum  maximnm 
en  Pithecolobium  Samau. 

Palmzaden. 
Groentezaden. 

Planten  van  Panicum  maxi- 
mum. 


idi 


6Ó 

iVan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

§§ 

'S 

s 

•o 
c 
a 

a 

o 

Inhoudende: 

1712 

Gboss,  Ch.,  Fort  van  der  Capelen 

2 

Zaden   van    Erylhroxylon    Coca  en 
Thea  assamica. 

3159 

GuiLONARD,  L.  P.,  Lawang 

1 

•          •      klimplanten. 

1163 

Haan,  D^  Nic.  de.  Weltevreden 

2 

»         »     heesters  en  palmen. 

3734 

Haas,  P.  D.  de,  Waloetoelis.  Halte  Prambon. 

•         •     Bixa  Orellana. 

3118 

Haasmann,  L.,  Batavia 

•         •     Albizzia  moluccana. 

2639 

Haga,  J.,  Weltevreden 

1 

en  planten  van  heesters, 
Ganna's  en  klimplanten. 

1265 

Hall.  A.  M.  C   van,  Bodja 

van  Ficus  elaslica. 

341 

Hamaker,  C.  M.,  Soekanegara,  Halte  Tjibeber 

•     Albizzia  moluccana. 

385 

>           . 

•  Arachis  hypogaea  en 
Voandzeia   subterranea. 

3640 

.           . 

»         •     Albizzia  moluccana. 

213 

J.  Th.,  Tjibadak 

. 

506 

•        >     *           *,       , 

1 

»         »     Canarium  commune. 

1425 

.*        ■     ■           ■        ..••••..•.••• 

>         >    Albizzia  moluccana 

2247 

I        •     »            1        .,..,, 

841 

Hamelberg,  H.  F.,  Bondowoso 

•  vruchtboomen  en  pal- 
men. 

2333 

Handelsvereeniging  Amsterdam,  Soerabaja. 

■     Ficus  elastica. 

1295 

Hansen,  P.  C,  Padang  Tjerrain,   Bindjey. 

>     Albizzia  moluccana. 

2405 

Harder,  A.,  Selindoeng,  Taroeloeng 

1 

•  »  vruchtboomen,  heesters 
en  groenten. 

3288 

Habikgton,  C,  Silosanen,  Kalisat 

2 

»  '  Pilhecolobium  Saman  en 
Gaesalpinia  arborea. 

296 

Harloff,  e.  f.  G.,  Wlingi 

•         •     idem. 

3648 

Hasselbach,  W.  H.,  Halte  Koendoeran.. 

»        >    schaduwboomen  en  ga- 

zongras. 

3671 

Hazeu,  VVeltexreden 

•  Eriodendron  anfractuo- 
sum. 

3545 

Heel,  van,  Meester-Cornelis 

2 

1 

•         •     Pithecolobium  Saman. 

3609 

Planten  >               • 

226 

Heemstede  Obelt,  J.  van,  Sitoebondo  . . . 

Zaden  van  Ficus  elastica. 

1290 

.     • 

. 

2371 

Hemert,  L.  J'  van,  Malang 

•         •     Pithecolobium   Saman. 

3169 

Henny,  Mevr.  E.,  Soekaboemi 

•     Panicum  maximum. 

2281 

Hentzschel,  Troekü.  Bodja 

•     Ficus  elaslica. 

1161 

Herzberg,  P.,  Baliwerli.  Soerabaja 

•     palmen. 

192 


tic 

10 

Soort  der 
bi-xi-nding. 

a  S 

t3 

Aan  wien  gezonden: 

r. 

e 

•i. 

5 
1 
o 

i2 

■3 

M 

3 

iiilmuiltüidc: 

1054 

Hestermar,  L.,  Tjisanipora.  Soekaboemi . 

1    1 

Zaden  van  Cofléa  liberica. 

3C63 

IIeytinc,  f.  (1h.,  Uockoe  Wringin.  Tegal.          1 

Gassave  variëteiten. 

1510 

IIlLLERRARDT,      lUlilCHlZOrg 

1 
1 

Vanillestekken. 

3451 

lliLLiNC,  L..  Kali-Tjilik.  milar 

Planten  van  Agave  rigida. 

3561 

Hoer,  Ü'.  II.  't,  Magelang 

1 

Zaden  van  Eudilacna  luxurians. 

3708 

HoFF,  H.  li.,  Modjnkerlo 

4 

•     Uncaria  Ganibir,  katoen, 
Java-  en  Liberia  kotlie. 

2133 

HojEL,  L.  F  ,  Soember  Karep,  Malang . . . 

1 

•         •     Codea  slenophylia. 

3547 

... 

1 

Planten  van  Sisalbennep. 

929 

lloLLOSY,  A.  d',  Soekaboemi 

2 
1 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis. 

438 

lloLTiiis,  G.,  Tjandi-Sewoe,  Blitar 

•     Albizzia  moluccana. 

815 

.... 

2 

»         •     Maiiihot     Glaziovii     eii 

Hevea  brasiliensis. 

2028 

HoNEs,  L.  TEN,  Poerbojo,  Malang 

1 

Planten  van  Ficiis  elastica. 

2174 

7 

Zaden       >         >           >       ,    (Pastil- 
loa     elastica,     Uncaria 
Garabir,  Myristica  frag- 
rans,   Caesalpinia  dasy- 
rachis,  Andropogon  mu- 
ricatus     en    Spaansche 

2280 

•         ••           •              >        

1 

peper. 
>     Euchlaena  luxurians. 

2818 

.         ..           •               • , 

1 

Planten  van  Musa  mindanensis. 

260 

Hoofdagentscbap    der     Koloniale     Bank, 
Soerabaja 

1 

Zaden  van  CofTea  stenophylla. 

1223 

HoBK,  F.  VAN,  Tegal 

2 

■    groenten. 

3577 

HoRNDNG,  G.  A.,  Madioeii 

1 

Palrazaden. 

2232 

HoBSMAN,  J.  J.,  Kalinias,  Bodja 

1 

Zaden  van  Ficus  elastica. 

694 

2387 

HösEL   A    Tjogrek    Buitenzorg 

1 
1 

»    Thea  assaraica. 

.       W.  R.,  Sitoebondo 

•     Ficus  elastica. 

2172 

Houten,  J.  J.  van,  Tjoekoep,  Bandoeng.. 

1 

>         >     Albizzia  stipulata. 

1071 

Houten  Steffan  &  C°.,  van,  Padang 

4 

1 

>     -   en     planten   van   Castilloa 
elastica,  Helianthus  annuus, 
Elaeis  guineensis,  Zea  Mays, 
Euchlaena  luxurians,  Sorg- 
hum    vulgare    en    andere 
cultuurgewassen. 

3714 

HovBH,  A.,  Rayap,  Ojeraber 

1 

>        van  Albizzia  moluccana. 

195 


60 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

S  2 

i  1 

"O 

e 
a 

ja 

cd 

Inhoudende: 

3     re 

Wardsch 

"ö 
üS 

M 
O 

s 

1 

2695 

HüENDER,  G.  A.,  Pasoeroean 

1 

Planten  van  Panicum  maximum. 

1567 

HciDEKOPER,  H.  J.,  Klein  Getas,  Bodja... 

6 

Zaden   van  Thea    assamica,     Bixa 

Orellana,  Cola  acumina- 

ta,  Erythroxylon  Coca, 

Euchlaena  luxuriansen 

Urostigma  elasticum. 

3144 

Hulster,    M.     E.,     Pengalengan,     Ban- 

doeng 

2 

•     bloemen  en  heesters. 

3368 

HüLSTYN,  S.  VAW,  Tegal 

2 

groenten. 

1764 

HüYBRECHTs,  M.,  Malapg 

1 

Groentezaden. 

3193 

(nelaar,  Th.  D.,  Batavia 

1 

2 

Palmzaden. 

1663 

Insinger,  I.  0-,  Tlogosari,  Toeren 

Planten  van  Svvielenia  Mahagoni. 

461 

Jacobsen,   B.,    Kali    Banter,    Randoe    A- 

soens  

1 

Zaden  van  Albizzia  stipulala. 

■     Panicum  maximum. 

3076 

D"*'"0 

Edw.,  Semarang 

1 

1000 

Jacombtti,  Mevr.  L.  Azon,  Wellevreden. 

1 

1 

>         >     Euchlaena       luxurians. 
Melinis  minutitlora,  Zea 
Mays,  Swietenia  Maha- 
goni en  gazongras. 

1086 

•             ■       I        >               • 

1 

»     Albizzia  moluccana. 

1688 

Janssen  van  Raay,  A.  G,,  Djember. 

1 

2 

»         •     Voaiidzeia   subterranea, 
,  Zea    Mays,   vrucht-   en 
schaduwboomeu. 

1933 

>         »         »        >>         •       .♦..,, 

2 

»        »    vrucht-     en    schaduw- 
boomeu. 

3146 

1 

»     ••  »    vrnchlboomen. 

1790 

Jansz,  S.  D.,  Anibarawa 

1 

>     Melinis  minutitlora. 

3665 

Jaruschkai'Ohl,  Ü.  A.  e.  von,  Soerabaja. 

1 

Palmzaden. 

1513 

Javasche   Bosch    Exploitatie  Maatschappij, 

voorheen  P.  Bdvv^alda  &  C,  Semarang. 

1 

Zaden  van  Ilelianthus  annuus. 

2626 

Idem 

1 

•         •     schaduwboomen. 

3502 

Jeltes,   Mevr.  M., 

2 

>         >     Panicum    maximum    en 

palmen. 

274 

Jesse,  R.  W..  Soember-Doeren,  Malang. . 

1 

•     Coflea  stenophylla. 

2111 

>       •     >            »          »             «... 

1 

. 

2202 

>•>            >          >            >.• 

1 

Planten    van    Agave     rigida    var. 
sisalana. 

2820 

•       >      ■            •          »            •       . . 

1 

1 

Stekken  van  Bourbon  Vanilla. 

Verslag  van  'slands  plantentuin  1902. 


13 


194 


t.    2 

Aan  vvien  pc/otitleri  : 

Soo«  dt-r 
beteadlng. 

M 

E   S 

-o 

4 

'm 

a 

1 

B 

•3 

Z 

IriliouiliMiilt': 

3690 

Jbssb,  R.  VV.,  Soeml)er-Üo«reii,  Malaiig.. 

6 

Zaden  van  Uncaria  Gambir,  Caryo- 
phyllus    aromaticus,  Cola  acumi- 
nala,    Erylliroxylon  (loca,  (^ir>na- 
momum  zeyanicumenLepidadenia 
Wighliana. 

816 

JoKGKiRDT  C05INCK,  W.  0..  Lampegan... 

3 

5 

Planten  van  Casiilloa  claslica,  Uros- 
lignia    elasliciiin,  Meii- 
nis    minutiilora,    Pani- 
cum  maximum,  zaden 
van  Caesalpinia  dasyra- 
cliis,     Payena    Leerii, 
Casldloa    elastica.    Pi- 
thecolobium  Samaa  en 
Ficus  elastica. 

1273 

>               1          •     •            •        . . . 

2 

2 

•         *      Musa  mindanensis,  za- 
den  van    Hevea    brasiliensis   en 
Gofiea  slenophylla. 

2135 

Jut,  M,.  Koedoes 

2 

Palmzaden. 

2690 

>      I         > •••••• 

2 

Zaden    van   palmen    en    Panicum 
maximum. 

3032 

Kat,  0.  B.  de,  Salaliga ! 

1 

•           •      Albizzia  moluccana. 

1236 

Kate,  J.  ten,  Kali-KIaslak,  Banjoevvangi. 

1 

»           •           >                • 

3082 

Keilman,  J.  G.,  Semarang 

1 

Groentezaden. 

3509 

«          •    >           » 

1 

Maiszaden. 

462 

Kempenaar,    H.    de,   Pengadjaran,  Modjo- 

kerlo 

2 

Zaden  van  Pilbecolobium  Saman. 

2655 

Idem 

4 

>         '     Albiïzia  moluccana,  Cae- 
salpinia dasyrachis,  Pi- 
lbecolobium  Saman  en 
Spathodea. 

3123 

Kern,  Mevr.,  Modjokerto 

2 

>         •     bloemen  en  palmen. 

2250 

Kessler,  W.,  Tjempacca  Warna,  Garoet. 

1 

Planten  van  Panicum  maximum. 

3564 

Ketjen,  e.,  Segaran.  Kediri 

2 

Zaden  van  Zea  Mays  en  Eriodendron 
anfractuosum. 

3672 

Ketting   Olivier,   T.  VV.,  Kenleng,  Djoc* 

djakarta 

2 

*        >     Hevea  brasiliensis. 

1657 

Keyner,  A.,  Bodja. ,  • 

1 

»        •     Ficns  elastica. 

2385 

Kielgast,  A.  f.  U.,  Oengaran 

1 

•     Pithecolobium  Saman. 

195 


tX) 

es 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

Nummei 
der  aanvra 

.2 

S 

•2 
1 

•é 
a 

1 

'S 

5 

"o 

Inhoudende : 

i 

3549 

KiLiAAN,  J.  G.,  Praja,  Lombok 

1 

Zaden  van  Panicum  maximum. 

979 

Kinderen,   J.   G.    der,  Loeboe  Raja,  Pa- 

dang  Sidempoean. 

2 

•     Hevea     brasiliensis     en 
Caslilloa  elastica. 

1084 

>          *     >       >      idem 

2 

i     Myroxylon     peruiferum 
en  Helianlhus  annuus. 

2001 

>          .     >       >     idem 

3 

.         •     Coffea  stenophylla,  Ery- 
throxylon  Coca  en  Un- 
caria  Gambir. 

2224 

,          1     *       •      idem 

2 

•        •     Melaleuca    Cajeputi   en 
Brucea  sumatrana. 

3529 

>          >     >       I     idem 

2 

>        >    Albizzia  moluccana. 

2442 

DER,  Soember  Peloeng,  Kediri. 

2 

Planten  vun    Musa  mindanensis  en 
Agave   rigida,   zaden   van  Ficus 
elastica  en  Coffea  stenophylla. 

875 

Kist,  M.,  Tjitalahab,  Halte  Tjibadak 

3 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis. 

2389 

Klaasesz  &  C°.,  R.,  Semarang 

en  planten  van  Erylhroxylon 
Coca  en  E.  bolivianum. 

375 

Kleinsmiede,  J.  A.  zür,   Podjok,  Garoem. 

1 

»      van  Ficus  elastica. 

2012 

Kloppenburg,  J.,  Halte  Tagog-Apoe 

Planten  van  Caryophyllusaromaticus 
en  Myristica  fragrans. 

J732 

Kldvers,  Soerabaja 

»     Ficus     elastica.    Hevea 
brasiliensis     en     Musa 
mindanensis. 

1770 

Klüyt,  A.  J,  H.,  Brangkal,  Modjokerlo.. 

»         •     Panicum  maximum. 

1822 

Knoop,  J.  C,  Sapoe  Angin,  Toeloeng  Agoeng 

2 

Zaden  van  Ficus  elastica  en  CoHea 
stenophylla. 

1779 

KocH,  J.,  Soepit  Oerang.  Toeren 

1 

•         >     Albizzia  moluccana. 

150 

KocE,  G.  de,  Tjepiring,  Kendal 

1 

Roltanzaad. 

459 

KoLDEwiJR,  Mevr.  M.  C,  Kenaal 

1 

Planten  van  Panicum  maximum  en 
zaden  van  zonnebloemen. 

2824 

KoLLER   A     Malan*' 

2 

Zaden  van  Cinnamomum  zeylanicum 

en  peper. 

2660 
420 

2 
2 

.        .     Palmen  en  rotlans. 

Kol  van  Kloyve,  D.,  Tainiang,  Medan... 

2909 

KöNiG,  W.,  Banaran,  Wlingi 

3 

•     Pithecolobium      Saman, 
Melinis   ininutiQora   en  Panicum 
maximum. 

196 


a  t 


Aan  wien  f,'e/.oiitleii: 


Soort  der 
bflzuading. 


g 


3158     KoiiiNO  j'.,  J.,  Medan I 

2208    Koopman,  J  ,   Hamhangari.  Lawang 

108:5     Koot,  II.,  Bagoeng  Lenljir,    1'alemltang. .   I 


3152  ;  KoHERBEfKi,  Mevr.  S.,  Menado. 
2446     Küii'tNOL,  VV..  Ilalu»  Tjipatat 


3232  KoppEscHAAR,  Pekalongan 

2167  1  •  J.,  Probolingo 

2285  Kraaikami',  C.  VV..  Klein  Gelas,  Bodja... 

1801  I  Kraai,,  F.,  Selokalon,  Soekoredjo 

1243  Kramers,  C,  Builenzorg 

902  1  Kroes,  1\  J.,  Tanian  Gloegah,  Banjoewangi. 
1235 

3543  Kruimel,  J.  P.,  Tegal 

100  Krythe,  K.  J.,  Rini,  Wlingi. 

210 

1426 

1731 

2052 

5 

1822 

969 


•  '•      • 


1973 


3562 


•        >•       •  >       

KuiTERT,  Mej.  M.,  Salatiga 

KuNEMAN,  G.  C,  Semarang 

KüPFER,  A.  E.,  Geneng,  Malang... 

»        F.  VV.,  Kenajan,  Djocdja. 


inhoudende. 


Zaden  van  reuzen-papaja. 
•         •     Biilara  oejtas. 
>         •     Bixa  Orellana,      iielian- 
tlms  aiinuus,  Eucaly|ilus  alba  en 
scliaduwboomen. 

2  Groentezaden. 

11  Zaden  van  Albizzia  moluccana,  Eri- 
odendron  anfractuosuni,  Melia 
Azedarach,  Cacao,  Voandzeia  .sub- 
terranea,  Zea  Mays,  (^ollea  Hbe- 
rica,  Myrislica  fragrans,  Sesarauin 
indicuin  en  andere  gewassen. 

1  Gazongraszaad. 

1  Zaden  van  Hevea  brasdiensis. 

1  >         >     Ficus  elastica. 

2  •         •     Ipomoea  tricolor. 

1       •         >     Ilelianlbus  annuus. 

1  >         •     3Ielaleuca  Cajepuli. 

2  >         *     AIbtzzia   moluccana. 
2      >         >     palmen  en  gazongras. 

1  >         >     Pilhecolobium    Saman. 

2  *         >  >  * 

en  Albizzia  stipulata. 
2       •         *     Albizzia     stipulata    en 
•        moluccana. 

>  >     Pithecolobium  Saman. 
Palmen. 

2;  Zaden  van  Cacoo  en  Myrislica  trag- 
rans. 

8  >  >  Musa  mindanensis,  Al- 
bizzia moluccana,  Albiz- 
zia stipulata,  Theaassa- 
mica  bloemen  en  tabak. 

>  >  Castiiloaelaslica,planten 
van  Hevea  brasiliensis 
en  Ficus  elastica. 

2       >         >     Albizzia  stipulata. 


197 


a 
s 

SS 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezending. 


2286  I  KüüHL,   J.   Ph.  A.,  Bandoeng— Wonolelo, 
Sragen  


217 


1067 
1368 


1521 


2045 


1378 

2607 

2381 

137 

3033 

128 

240 

3453 


101 
2644 

3664 
1723 

151 

282 

1719 


Laar  j'.,   A,   van,    Swaroe    Boeloerotto, 
Blitar 


idem . 
idem. 


idem. 


idem. 


Lagerwefff,  J.  M.,  Kepoong,  Paree 

Lamarihe,  P.,  Malang 

Lammers,  P.,  Singkep,  Biouw 

LisHET,  C.  L.,  Kali  Tello,  Malang. 

Landberg  &  Zooif,  P.,  Batavia 

•  •       •       *         •       •••••••... 

Larg,  B.,  Tjisa5t 

Lange,  L.  H.  de,  Seniarang 

Lanzing,  P.  G.  A.,  Branggah,  Wlingi.... 


Last,  B.  W.,  Goenoeng   Toenggal,  Bang- 
kasbilocng. 

•  P.  J.  A.,  Lembang,  Bandocng 

•  W.,  Bandoeng 


Inhoudende: 


Zaden  van  Ficus  elaslica. 

•  en    planten     van     Castilioa 
elastica. 

•  van  Caracao  Cacao. 

•  •  Ficus  elastica,  Ciniiamo- 
mum  zeylanicura,  Caryophyllus 
aromaticus,  Erythroxylon  Coca, 
Cola  acuminata,  Uncaria  Gambir, 
Hevea  brasiliensis  en  peper. 

Planten  vjn  Musa  mindanensis  en 
zaden  van  Corchorus 
capsularis. 

•  »  Ficus  elaslica,  Hevea 
brasiliensis,  Andropogon  Iwaran- 
cusa,  zaden  van  Uncaria  Gambir, 
Payena  Leerii,  Andropogon  mu- 
ricatus  en  Fikus  elastica. 

Zaden  van  Albizzia  mohiccana. 

>         •  >  I 

Groentezaden. 
Zaden  van  gezongras. 

»         •     Albizzia  mohiccana. 
Veevoedergras  planten. 

•  » 

Planten   van   Ficus   elaslica.  zaden 

van    Albizzia     mohiccana,  Melia 

Azedarach   en  Cedrela  serrulala. 
Palmen. 
Zaden    van     Albizzia     moluccana, 

Elaeis  guinecnsis  en  palmen. 
Gazongraszaad. 


1  Zaden  van  ColTca  siciiophylla. 
1       >         >     Euchlaena  luxurians. 

Planten  van  veevoedergras. 
2i  Zaden  van  nuttige  planten. 


198 


-  f 

Aan  wicn  gezonden : 

•Soort  der 
baondini;. 

JA 

i 

o 

s 

o 

liilioiidenili!: 

2077 

Lau,  J.  W.  la,  Mocara  Lahoe,  Solok. 

8 

Zaden  van  (IoH'im  .slf'no|ihylla.  (las- 
tilloa  ):lasli(:a,    Kriodcn- 
dron  anfraclnnsum,  Ery- 
ibroxylan  Coca,  Myrislica 
fragrans,  Thea  assamica, 
Thenhronia     (laran     en 
Cinnamomum     /.eylani- 
cum. 

1015 

Laurent,  J.  R.,  Na  moe -Ram  bei,  Serdang. 

5 

.         •     Eucalyplus     alba      en 
Hevea  brasiliensis. 

1591 

»          •     »         »            »             » 

1 

1 

•         •     Eucalyptus  alba  en  plan- 
ten   van    Hevea    brasi- 
liensis. 

2086 

•          »     «        *            «             ■' 

2 

.         »     Caslilloa      elaslica     en 
Acacia. 

237 

LEEMBnuGGEN,  W.  G.,  BiiUenzorg , . 

. 

Panicum  maximum. 

355 

Leeuw.  II.  M.  van  der,  Blitar 

. 

'     Gossypium  relifriosum. 
Pitbecolobium  Saman. 

2427 

Lennep,  H.  H.  T.  van,  Karang  Redjo,  Bliiar. 

3563 



. 

>    Solanum  grandiQorum. 

2195 

II.  .1.  VAN,  Bakoong,  Kediri 

. 

Hevea  brasiliensis. 

3488 

... 

. 

Abelmosclius  moschalus. 

528 

Lens,  W.  C,  Phaëlon,   KraksaSn 

2 

. 

>     Theobroma    Cacao    en 

Eucalyplus. 

3433 

Lenssen.  D.  A.,  Pasir  Datar,  Tjisaat 

3 

.         •     Zea  Mays. 

2306 

Leon,  Mevr.  D.,  Soekaboemi 

1 

Gazongraszaad. 

2735 

Leyssios,   Jh'.   II.   Th.,    Peloeng-Omboh, 

Malang 

3 

Zaden   van   Pitbecolobium    Saman, 
Albizzia  moluccana  en 
Erylhroxylon  Coca. 

2845 

•           ...       idem 

2 

>         >     Caesalpinia  dasyrachis 
en  Caesalpinia  coriaria. 

2946 

•           »       .       »  '^  idem 

1 

2 

Planten   van   Ficus  elastica,  zaden 
van  Cinnamomum  zeylanicum  en 
peper. 

2212 

Limburg  Stirdm,   E,   C.  Graaf  van,  San- 

tosa,  Bandoeng 

2 

Zaden   van   gazongras    en   Melinis 
minuliflora. 

3443 

Idem 

1 

. 

Panicum  maximum. 

199 


ii    Ie 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

s' 

o 

1 

T3 

e 
i 
o 

's 

Inhoudende : 

1094  j  Linde,  Mevr.  L.  van  dbr,  Halte  Warne.. 

1 

Zaden  van  klimplantPn. 

1246 

LiNii,  Frau  e.,  Sipiongot,  Tapanoeli 

2 

Groenlezaden. 

2840 



2 

. 

2438 

LisNET,   A.,   Cultuur    Maatschappij    Poer- 

wodadi  Malang 

1 
1 

Palmzaden 

3537 

•     Idem 

Zaden  van  Euchlaena  Inxurians 

3706 

•     idem 

1 

. 

1972 

Logeman,  Bandoeng 

1 

Palmen. 

926 

LüDER,  Tlogo,  Salatiga 

1 

Planten  van  Cola  acuminata. 

1062 

•           •          ■         .••••...••.. 

1 
1 

1 
1 

2279 

»           »          •         

Palmzaden. 

1563 

LüGT,  Mevr.  M.,  Soeko-Ati,  Bandoeng.... 

Planten   en    zaden    van  veevoeder- 

gras. 

2184 

LüYKE,  Th.,  Gringsing,  Weleri 

1 

Zaden  van  Pithecolobium  Saman. 

452 

Maanen,  G.  f.  W.  van,  Redjowinangoon, 

Bodja 

1 

•         •     Ficus  elaslica. 

2836 

•     •     •      •     idem 

5 

»    Zea  Mays. 

2114 

Mac  Gillavey,  D.,  Djaboong,  Wlingi..,. 

2 

*         •     Albizzia    moluccana   en 
katoen. 

2264 

•            •          •          •               •.... 

1 

•         >     Coll'ea  stenophylla. 

1169 

J.,  Bodja 

1 

>         >     Ficus  elaslica. 

2423 

1           •         >       >     ,,,, 

1 

•         >        •            » 

1903 

Th.   H.,   Soember    Pakel. 

Dampit 

2 

6 

*  >  Caslilloa  elaslica,  coirea 
stenophylla,  Cola  acuminata,  Elaeis 
guineensis,  Erythroxylon  Coca, 
Uncaria  Gambir,  Canarium  com- 
mune en  planten  van  Cinnamo- 
mum  zeylanicum. 

2332 

•            .          ,       ,      idem 

1 

Vanilleslekken. 

2653 

•      idem 

2 

Zaden  van  Caryophyllusaromalicus 
en  koningspalm. 

3422 

•          •       •      idem 

2 

»     idem. 

3673 

•          •       •      idem 

2 

2 

Vanilleslekken,  Sisalhenncp-planten 
en  zaden  van  palmen  en  vruchl- 
boomen. 

2784 

Mackenzie,  J.  A.,  Esperanga.  Solok 

3 

Zaden  van  Arachis  hypogaea,  Al- 
bizzia stipulata  en  Zea  Mays. 

200 


a 
s 

55 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezenüiag. 


Inhoudende: 


2191     Mac  Neill,  A.,  Alas-Besoeki.  Loemadiang. 
22Ö4  .  Manneveli),  J..  IMniiloean.   Ikxlja 


2745 
1588 


1952 

245 
1864 
2168 
2386 
3031 
1583 

2394 

99 
1954 
2467 

306 
1095 
1527 
3270 
3507 

159 
3610 
1811 


MAnciiiE  SEnvAAs.  üjciiil)(!r 

Mabinissen,  J.  I'.  C,  Uinoyo,  Modjokorlo. 


Marinus,  Simpanp  Ampal,  Perbaoengan.. 
&  HuREn,  Soengci  Rocan,  Bindjey. 


Marle,    W.    H.    van,    Bandar-Bedjainboc, 
Tebing  Tinggi 


idem. 


Maschmeuer,  L.,  Telok  Belong. 

Matthes,  II.,  Semarang 

Matzen,  C,  Prigen,  Bangil 

Mechel,  II.  voN,  Telok  Bctong  . 


Meer,  A.  M.  van  der,  Soekaboemi. 


■     I      » 


Meerkerk,  VV.  H.  A.  van,  Salaliga 

Meister,  Mevr.,  VVellevreden 

Mebghart,  B.    H.,   Soember   Redjo,   Ma- 


lan; 


2842    Metzler,  W.,  Pea  Radja.  Taroeloeng.. 
199    Meülemans,  Weltevreden 


32981  Medlen,  Mevr.  van  der,  Soekaboemi... 
15571  Meijer,  A.  H.,  Getas.  Halte  Bringin... 
24691       


1  Zaden  van  Alhizzia  iiiolnrraria 
il.         •     Kicus  elaslica. 
1  1  Bloemzaden. 

Planten  van  Paniciim  inaxim'im  en 
zaden  van  koningspal- 
men. 

van  Panicum  maximum  en 
zaden  van  Zea  Hays. 
Koroh-boonen. 
1  Zaden  van  Caslilloa  elaslica. 
3 
Planten  van  Hevea  brasiliensis. 
Zaden  van  Casidloa  elastica. 


Koningspalmen 

Planten  en  zaden  van  Cacao,  vruchl- 

boomen  en  koningspalmen. 
Zaden  xan  Castilloa  elastica. 
Palmzaden. 
Palm-  en  maiszaden. 
Rameh-stekken. 

Planten  van  Musa  mindanensis. 


•  >     Panicum  maximum. 

Gazongraszaad. 

Zaden  van  Andropogon  nmricatus, 
Helianthus  annuus,  Andropogon 
nardus  en  Sesamum  indicum. 

Groenlezaden. 

Zaden  en  planten  van  nuttige  ge- 
wassen, schaduw-  en  vrucbt- 
boomen. 

Maiszaden. 

Zaden  van  Collea  slenophylla. 

Palmzaden. 


201 


u    2 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

ü 

<u 

■o 

o 

1 

•a 

s 

s 

o 

A 

o 

s 

Inhoudende : 

2860 

Meijer,  A.  H.,  Gelas,  Halte  Bringin 

2   3 

Planten   van   Hevea  brasiliensis  en 

Palaquium,    zaden   van   Albizzia 

moluccana  en  Caesalpinia  coriaria. 

308 

»       Fr.,  Namoe  Trassi,   Bindjey 

3 

Zaden    van    boomen,    palmen    en 
heesters. 

1087 

J.  G.  F.,  Kedong  Doro,  Soerabaja 

1 

Palrozaden. 

3312 

MiDDELBERG,  MevF.  M.,  Blinjoe,  Banka  . . . 

1 

• 

2388 

MoLL,  J.,  Wlingi 

2 

Zaden  van  Albizzia   moluccana    en 
Pilhecolobium  Saman. 

117 

J.  L„  Wellevreden 

1 

»        •    waterplanten. 

406 

MoNOD   DE   Froidevilie,   A.  A.,  Keman- 

Iren.  Tegal 

1 

Palmen. 

1741 

Mooi,  J  ,  Salaliga , 

1 

• 

216 

MooLENBDRGH,  Telok  Bctong 

1 

. 

1556 

Moor,  G.  J.  de,  Kalisat,  Djember 

1 

Zaden  van  Luffa  Jacquini. 

3440 

MooRE,   W,   VAN   DEE,  Sindang  Sari,  Soe- 

kaboemi 

3 

>         >     Albizzia   moluccana   en 

veevoedergras. 

145 

Moorman,  E.,  Sonosekar,  Malang 

1 

•     Albizzia  stipulata. 

423 

•         •          •               *       ....... 

2 

en 
Caesalpinia  arborea. 

1777 

•         »          »               •       

2 

1         •     Albizzia     stipulata     en 
Castilloa  elaslica. 

1914 

*         •          •               •       ••■•••• 

1 

>     Albizzia  stipulata. 

3732 

*         *          •               •       ••••••• 

2 

•              >            en 
moluccana. 

1703 

MooY,  J.,  Tjireundeu,  Karang  Tengah... 

1 

Heesterszaden. 

2059 

Morel,  C.  J.  J.,  Boemi-Aijoe,  Tegal 

5 

Zaden  van  Helianthus  annuus,  Pilhe- 
colobium Saman,  Thea  assamica, 
Sesamum   indicum  en  Zea  Mays. 

2613 

H.,  Tandjong  Poera 

2 

Korohboonen. 

1847 

MoTMAN,  .1.  VAN,  GoenocHg  Boeiend,   Soe- 

kaboemi 

3 

7 

Planten   en  zaden  van  diverse  cul- 

tuurplanten. 

2671 

Mdlhollani),  e.  Ch„  Poerworedjo 

5 

Zaden  van  Castilloa   elastica,   Erio- 
dendron  anlractuosum,  Erylhroxy- 
lon  Coca,  Payena  Leerii  en  Thea 
assamica. 

202 


bh 

Aan  wien  gczomb'ii: 

Soori  der 
beicnJing. 

a  S 

3     CS 

■O 

.3 

1 

a 
1 

o 

1 

a 
's 

M 

liiiiuiiilende: 

1                                            ■-    '-■ 

2392     MuLLEn,  H.  P.  E.,  Nagiek 

r~ 

1 

Zaden   van  Oiltfla  scniilala. 

2023     MiiNNicK.  Th.  db..  Meilaii 

3 

•          •     Panii  nrn  inaxiniuni. 

22     Mdssciienbiioek,  S.  (].  vaji,   INïkalonpan. , 

1, 

Palmen  en  plantiMi  vnii  A^'avo  rigida. 

2966 

Nales,  Weltevreden 

4 

Zaden    van    waterplanten,    vrucht- 

en andere  hoornen. 

498 

NAniNG  Bor.Ei,.  A.,  Wonomerlo,  Djombang. 

1 

3 

•          •     Albiz/ia    nioluccana,  Pi- 

tliecolobinm    Sanian  en 

Caesalpinia  dasyrachis. 

1590        .... 

1 

•         •     Pithecolobium  Saman. 

3256 

. 

3 

•  .  Albizzia  moluccana, 
Boebmeria     nivea    en     Castdloa 

1 

ülastica. 

2614 

Neus,  M.,  Samarinda,   Koelei 

1 

2 

4 

1 

Groentezaden. 

1051 

Niet,  J.  A.  J.,  Weltevreden 

Maiszaden. 

4U0 

NiEUWENDiJK,  A.  VAN  DEN,  Merbocb,  Bodja. 

Planten  van  Panicuna  maximum  en 

zaden  van  Ficus  elastica. 

2013  \  NiEüwENHuus.  Builenzorg 

1 

Zaden  van  zonnebloemen. 

3167 

NicGEBnuGGE,  C,  Pagoltan,  Madioen 

1 

«         •     Uncaria  Gambir. 

2294 

Nispen,   Jir.    W.    I).    van,    Kebon  Romo, 

Sragen 

2 

3 

.  .  Hevea  brasiliensis,  Zea 
Mays  en  rijst,  planten  van  Agave 
riglda. 

3054 

»         ■         1      .       .       idem 

4 

1 

Planten  en  zaden  van  diverse  cul« 
tuurge  wassen. 

2099    NoHiMENSEN,  .1.,  Toba,  Siboga 

2 

Zaden  van  diverse  houtsoorten. 

2161     NoiiHuiJs,  J.  VAN,  Djombor,  Solo 

1 

•     Indigofera  linctoria. 

2847 

Odenthal,  J.  T.  L.,  Kediri 

4 

»  •  Uncaria  Gambir,  Zea 
Mays,  Euchlaena  luxurians  en 
Sorghum  div.  sp. 

1654 

O'Hkrne,  L.,  Weltevreden 

2 

1 

Palmzaden. 

1226 

ÜHLENDORKF,  J.,  Temate 

Koifiezaden. 

2229 

Onel,  Pastoor,  Menado  ^ 

2 

Zaden  van  palmen  en  sierplanten. 
Mais  en  boonen. 

2978 

Op  de  Laey,  Mej.  J.,  Garoel 

1 

1 

3536 

Oprey,  C,  Karaiig  Soewoeng,  Cheribon.. 

1 

Zaden  van  Helianthus  annuus. 

3588 

>       >           •              •              > 

1 

»■        ■     Sechium   edule  Swartz. 

1663 

Os  Th.  vah  Soerabaja 

1 

Palmzaden. 

3263 

Osselen,  H.  A.  M.  van,  Soekaboemi 

1 

Gazongraszaad. 

2765 

Otten,  D'.  G.,  Madjenang,  Sragen 

Zaden  van  Caesalpinia  coriaria. 

205 


u   2 

Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

il 

i 

CS 

B 
'S 

"3 

S 

Inhoudende : 

418 

Ottolander.  T.,  Panljoer,  Siloebondo 

2 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

1052 

•            »          •                  »        .... 

2 

. 

2410 

1 

3 

•         »     Schizolobiuui   excelsum, 
Bixa    Orellana,   Caesal- 
pinia  dasyracbis  en  Pi- 
tbecolobium  Saraan. 

333 

Palm,  J.  C.  van  der.  CiIoensinR.  Malang. 

1 

>     Albizzia  moluccana. 

965 

>      •     •     >       •             •                I 

1 

. 

2182 

>      >     •     >       1            >                I 

2 

•        •     Coffea    stenopbylla    en 
Zea  Mays. 

2859 

»      >     *     •       I            «                I 

4 

*        >    Albizzia  moluccana. 

3051 

•      >     «     »       »            >                * 

2 

•         •     Erylbroxylon    Coca   en 
Cola  acumlnata. 

3428 

Peerebüom  Voller,  D.,  Malang 

1 

•     Albizzia  moluccana. 

846 

Peeters,    P.    A.    C,    Soeraber   Wekas, 

931 

Prigen 

1 

Adianlum  sporen. 

J.,  Soerabaja 

1 

2690 

Pereira,  V.,  Gemblongaii,  Soerabaja 

2 

Zaden    van    palmen    en   Panicum 
maximum. 

3189 

Perret,  A.,  Kebon  Doeren,  Paree 

3 

Maiszaden. 

467 

Pfeiffer,   Mevr.   K.,   Pangledjar,  Tagog- 

Apoe 

1 

Palmen  en  sierheesters. 

2362 

PiccARDT,  Soeroelangan,  Djambi 

5 

Zaden   van    groenten    en    nuttige 
planten. 

3149 

PiERA,  C.  J.,  Kwala  Begoemit,   Rindjey.. 

1 

2 

vruchlboomen. 

739 

PiETERS,  D.,  Gombong 

2 

klimplanlen. 

378 

PiETERsz,  J.  D.,  Seinarang 

1 

•          •      Ficus  elaslica. 

425 

PisTORius,  Ed.   Lembang,  Bandoeng 

1 

1 

Corchorus     capsularis 
en  ramehsstekken. 

1739 

Pit,  J.,  Kalimas,  Bodja 

2 

•     Payena  Leerii  en  Ficus 
elaslica. 

2620 

t      •        >            t      

1 
1 

»        »     Payena  Leerii. 
•     Zea  Mays. 

2693 

Pleysier,  A.,  Soeralter  Rowo,  Pasirian... 

2865 

•          •           >            I              » 

3 

•     Voandzeia    sublerranca. 
Caryophyllus   aromalicus  en  Un- 
caria  Gambir. 

3385 

•         *          >            ■              ■ 

2  Bloem*  en  palmzaden. 

1656 

PoLACK,  Ph.,  Poerworedjo 

1 

Palmzaden. 

204 


3 

3 

3 
S5 


Aan  wien  gezonden: 


1710 
1010 

1552 
248 
2770, 
14 

1207 
2983 

396 
1331 

330 

1994 
1170 


2694 

144 

2067 

1620 

1272 

2117 
2321 


129 

2329 

3407 
2843 
2261 


Soort  dn 

bcfzeoding. 

j 
_• 

t 

j* 

« 

■JL 

S 
'S 

s 

o 

^ 

Jg 

^ 

j: 

5 

Pool,  Mevr.  II..  Meesler-Cornelis 

Prertice,  A.,  Ilian{ï{»alian,  Ngadilo-eweli. 

PniL,  Mej.  II.  DE,  Wellevrcden 

Raayma AKERS,  F.,   Sjiigkawanp^ 

Rakers,  II.  li.,  Batavia ' 

KeEDE    van   OuitTSHOORN,    K     G.    VAN,    MaF- 

gapala,  Soemcdan;^ 

Idem 

Idem 

Recenhardt,  W.  B.,  Telok  Belong 

Reisenher?.,  Frau.  Silindung,  Taroeloeng. 
Renesse,  J.  M.  van,  Karang  Nongko,  Klaten. 


Resner,  f.  H.,  Lampegan 

Revter.  A.  M.,  Pasirian 

Reijde»,  A.  van  de,  Meesler-Cornelis 

>         ■ '     *      •  >  ■       * . .  • 

Reijneke,  Th.,  Soerabaja 

Reunst,  A.  e.,  Gedangan  Klampok,   Ran- 
doe-Agoeng 

Riedel,  D'.  J.  G.  F.,  Noigar,  Menado.... 


Rietzschel,  e.  A.  M.,  Tjepiring,   Kendal. 
RiNSüM,  J.  A.  VAN,  Tandjong  Sari,  Wono- 

sobo 

Riphaagen,  W.  J.,  Malang 

RiviÊRE,  P.  M.  V.  VAN  DE,  Boelocs,  Djocdja. 
RoEssiNGH  VAN  Iterson,  J.  W.,  Soerabaja . 


inhoudende: 


2'  Zaden  van  palmen  en  zonnebloemen. 
2       >        ■     Pilhecolobiiim  Saman  en 

I  Hevea  bra.siliensis. 

2       •        •     bloemen  en  groenlcn. 

1  Gazongraszaad. 

2  Zaden  van  sierplanten  en  gezongras. 


Vanilleslekken  en  peperplantjes. 
Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

•     Bixa  Orellana. 
Mais-  en  groetezaden. 
Groenlezaden. 

Zaden  van  Corchorus  capsularis  en 
C.  olitorius. 

•  >     Albizzia  moluccana. 

•  en  planten  van  Hevea  brasi- 
liensis,  Payena  Leerii,  Gas- 
tilloa  elaslica  en  Urostigma 
elasticum. 

>  van  Albizzia  moluccana. 
Gazongraszaad. 

Graspollen    en    zaden   van   zonne- 
bloemen. 
Zaden  van  Slyrax  Benzoïn  en  zon- 
nebloemen. 

>  >     Ficus  elastica. 

>  »     diverse  planten. 

•  •  Er^lhroxylon  Coca,  Un- 
caria  Gambir,  Andropogon,  Ficus 
elastica  en  thee. 

Palnizaden. 


Groentezaden. 
Mais-  en  palmzaden. 
Zaden   van   bloemen  en   klimplan- 
ten. 


^05 


.1 

Aan  wien  gezonden: 

Soon  der 
bezending. 

il 

É 

« 
1 

b 
es 

■o 
e 

es 

E 
e 

CS 
M 

O 

Inhoudende; 

3472 

Roo    VAN   Aldebwerelt,   J.    de,   Welte- 

' 

vreden  

1 

Zaden  vnn  Myroxylon     peruiferum 
en  andere  hoornen. 

447 

RoQDE,  Th.  J.  J.,  Karang  Anjar,  Biitar. . 

1 

Planten  van  Ficus  elastica. 

3253 

.       Mevr.  Th.  K.,  Edi,  Aljeh 

3 

Zaden  van  Palmen. 

1534 

RouFFAER,  Mevr.  A.,  Menang,    Kediri. . . . 

1 

•         •     Coniferen. 

1033 

Roux,  H.  LE,  Sindanglaja 

811 

en   planten  van  diverse  ciil- 

luurgewassen. 

2815 

RoY  VAN  ZuvDEWiJN,  L.  H.  M.  DE,  Malang. 

1 

van    Cinnamomum    zeylani- 
cum. 

2314 

RüDEMANN,  P.,  Ngarom,  Modjo  Sragen... 

1 

»       Ficus  elastica. 

1645 

RuDOLPH,  E.,  Semarang 

1 

• 

2103 

RoMEMPER,  M.  VV.,  Podjok,  Garoem 

2 

6 

Planten  van  Ficus  elastica  en  Hevea 
brasihensis,  zaden  van   Cinnamo- 
mum zeylanicum,  peper,  Uncaria 
Gambir,  Payena  Leerii,  Andropo- 
gon  muricatus  en  Ficus  elastica. 

1648 

RüNGE,  Th.  L.  A.,  Deli-Moeda,  Medan 

2 

Zaden  van  Hevea  brasiliensis  en  Luila. 

2355 

RüPEBT,   H.,   Secretaris  der  Deli — Batavia 

Maatschappij,  Medan 

1 

Palmzaden. 

2665 

Idem 

1 

Gazongraszaad. 

3172 

RuYs,  Mevr.  A.,  Weltevreden 

2 

Zaden  van  gazongras. 

2164 

•     J.  D.,  Semarang 

1 

•     Pilhecolobium  Saman. 

3699 

Rijfsnijder,  H.,  Proljot,  Tegal 

3 

»         •     gazongras,    Canna's   en 
zonnebloemen. 

2356 

Buk,  f.  M.  P.  de,  Soerabaja 

1 

Palmzaden, 

3411 

H.  J.  A.  DE,  Kesoegilian,  Banjoemas. 

3  Zaden  van  Uncaria  Gambir  en  tabak 

2830 

Sailley,  M'"^,  Soengei  Liat,  Banka 

2^  Palmzaden. 

1506 

Salomonson,  H.,  Batavia 

3  Indigozaad. 

1  Zaden  van  heesters  en  klimplanten. 

3551 

Sardemann,  G.  A.,  Simpang,  Soerabaja... 

132 

Savage,  C.  L.,  Papoh,  Wlingi 

1       •         •     Thea  assamica. 

212 

•         «     >        >          * 

1 

»    Caesalpinia  arborea. 
*         >            >                 • 

879 

•         •     •        »          »       ......•••• 

1 

1981 

*         •     >        •           >       .....,,,,. 

1 
2 

»         »     Ficus  elastica. 

3024 

ScnaFEB,  D.,  Tjivvangie,  Tjirengas 

>         •     Albizzia   moluccana    en 

Melia  Azedarach. 

2064 

Scharenberg,  Moeara  Tebo,  Djanibi 

1 

•        •     heesters    en  zonnebloe- 
men. 

:i(JG 


ra 

•Soon  der 
ticzeiiding. 

(U     u 

is 

V 

-O 

Aan  wien  gezonden: 

m 

1 

C 
i 

© 

■2 

ja 

s 

'S 

liilioiideude: 

130 

ScHELL,  Mevr.,  Proholiiiggo • . . . 

2  Palm-  en  rottanzaden. 

2414 

ScHELTEMA,  Mcvr.  11.,   Garocl 

1 

Vincazaad. 

3495 

Sgheuer,  Mej.  A.  J.,  Solo 

1 

1 

Palmen,     Canna's     en     gazongras- 
zaad. 

479 

ScHiESs,  11.,  Padanp 

1 

Zatlen  van  Ficus  elastica. 

2610 

ScHMÜLLiRG,  Mevr.  F.  J.,  Bondowoso 

1 

Groenlezadcn. 

2312 

ScHNEiDEn,  Ulabak,  Bodja 

Ij  Zaden  van  Ficus  elaslica. 

3026 

A.  E..  Aljeh 

2|  Groenlezadcn. 

501 

ScHOLTEif,  E.  W.,  Batavia 

1 

Palmen. 

1080 

ScHOT.MAN,  R.  A.,  Gombong 

1  Palmzaden. 

1537 

SciiBEUNEn,  G.  D.  Redjosari   Bodja 

1  Zaden  van  Ficus  elastica 

395 

ScHREiJ  VoRSTiMAN,  II..  Sringin,   Bodja... 

1 

. 

219 

ScHRiEKE,  G.  G.,  Bajoe-Lor,  Banjoewangi. 

4 

•         •     zonnebloemen,    Payena 
Leerii.  Urostigma   elas- 
ticum   en    Albizzia  mo- 
luccana. 

964 

1*1            >                  ■ 

2 

•     Bixa  ürellana. 

1063 

I           II            ■           '       ■ 

2 

•     Albizzia  moluccana. 

1834 

ScHRÖDER.  F.  H.,  Poerwokerlo 

1 

5 

Planten  van  Castdloa  elastica,  Hevea 
brasiliensis,    Myroxylon    peruife- 
rum  en  Ficus  elastica,  zaden  van 
Andropogon    muricatus,    Caesal- 
pinia  coriaria,  Melinis  minuliflora, 
Panicum  maximum  en  Sesaraum 
indicum. 

3678 

Schuit,  J.,  Tandjoiig  Modjo,  Koedoes.... 

1 

Zaden  van  Caesalpinia  sappan. 

2390 

ScHüssi-EB,  0.,  Soerabaja 

1 

•         »     klimplanlen  en  Canna's. 

2317 

ScHüYT,  G.,   Bodja 

1 

.         .     Ficus  elastica. 

2274 

Schwab,  D..  Moijong,  Koedoes 

1 

>     palmen,  boomen  en  klim- 
planlen. 

3162 

«                       ■                      s                       •                      •..• 

V. , 

r 

5 

>         >     Elaeis  guineensis,  Pithe- 
colobium    Saman,    Un- 
caria  Gambir,  Castilloa 
elastica  en  Latania  com- 
raersonii. 

2204 

SciPio,  G.  A.,  Kali  ADJar,  Bondowoso.. . . 

1 

>     Melinis  minutiilora. 

2408 

Secretaris  Militair  Sociëteit   •Concordia", 

Weltevreden 

1 

•         »     klimplanten. 

207 


S  > 

a  s 


3245 

2071 
1278 
3120 

208 
2319 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezending. 


Inhoudende: 


Secretaris    van    hel    Verzorgingsgestichl 

•  Pamoeridan  Wolanda",  Djocdja 

Skelig,  P.  J.,  Soerakarta 

Segal,  Mevr.  G.,  Keboemen 

Sem.  H.  A.,  Tjilinlang,  Menes 


2004    SiMON,  W.  F.,  Pajakomboh 


789 
1298 
1436 
1829 


3168 
3450 
1434 


Senstiüs,  Mevr.  R.,  Solo 
SiERMANs,  A.  L.,  Batavia. 


Singels,  H.  J.,  Djaejan.  Toeloeng-Agoeng. 


Slot,  J.  E.,  Dono-Wari,  Halle  Ngebroek. 
Sldytebs,  L.  M.  J.  van,  Batavia 


123    Smeele,  A.  f..  Temengoengan.  Malang 


3739 

2293 

736 

3465 

214 

348 


Smits,  Th.,  Gondang  Winangoen,  Klaten, 
Snouck  Hürgronje,  A.  M.,  Soeinbawa... 
Soeteman,  A.  J.  C.  N.,  Besowoh,  Paree.. 


Soeters,  S.,  Soekamangli,  Soekoredjo.. 


1006 


1959 


3668    Sombeek,  W.  L.  J..  Way  Lima,  Telok  Betong. 


Palmen,  heesters  en  boomen. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Hibiscus  sabdariffa. 

•  >     Melinis    minutitlora   en 
Panicum  maximum. 

Gazongraszaad. 
Palmen. 

Zaden  van  Melinis    minuliflora   en 
Panicum  maximum. 
.    Theobroma  Cacao. 
»         »     Caesalpinia  dasyrachis. 

•  •  •  * 

.  .  Coffea  stenophylla,  Cor- 
chorus  capsularis  en 
Caslilloa  elaslica. 

.        •     Albizzia  moluccana. 

•  >  >  > 

.     Eucalyplus   en  Risinus. 
Groenlezaden. 
Palmen. 
Zaden  van  zonnebloemen. 

.         .     Piihecolobium  Saman. 
.        .    palmen,   coniferen,  vee- 
voedergras en  mais. 
.      en  planten  van  Hevea  brasi 
liensis. 

van  Caslilloa  elastica  en  He- 
vea brasiliensis,  planten 
van  Palaquium  Treubii. 
2      >        >     Hevea     brasiliensis    en 
Payena  Leerii. 
Planten    van    Castilloa    en    Ficus 
elastica. 
>        en    zaden    van    Castilloa 
elastica,   Ficus  elastica  en  Hevea 
brasiliensis. 
1  LuU'azaad. 


208 


re 

Aan  witüi  f,'cz(iii(Ien ; 

Soort  d<:r 
bcz).-nding. 

1  2 

a  g 

SC    ^ 

'S 

É 

•s 

§ 

o 

8 

o 

liilioudeiide : 

3489 

r 
Someren     Ubeve,     J.     M.    va».    Keclaton, 

Djemhcr 

'2 

Zaden    van    Zca    Mays  en  Albizzia 

iiioliiccaiia. 

3225 

SooMKH,  T.  W.,  Semarang. :   .  • 

PaUn/.adt'n. 

3506 
3581 

^                 B         ■                        •                ,. •.•* 

, 

Spanjaard.  J.  W..  Halle  Sepaiidjaiif; 

2 

Zaden    van   bloemen  en  gazongras. 

2318 

Spiegel.  H.  var  der.  Boiulowoso 

Groenlezaden. 

2980 

^la.'iivilnini'in    Tiinaiias. 

2 

Diverse   planten,    Bengaalscb    gras 

OKlil  LoU^'lUl^*!'          ■  Jt|*t»  Ilt*.l»  •     ••••••••••.■•"• 

1                             '                        C?                                   D 

en  zaden  van  Albizzia  moluccana. 

1135 
294 

Stam    Movr    D    J     Taflro£r-Ai)oe 

Bloemzaden. 

Staverman,  K.  J.,  Ivalimali.  Batang 

1 

Graspollen. 

2345 

VV.  11.,  Tjilehoel 

Zaden  van  Ficus  elastica. 

1885 

Steenbakker,  N.  A.  Grahag,  Magelang... 

2 

15 

Planten    en  zaden  van  diverse  cul- 

tuurgewassen. 

2380 

1 

4 

»        van  Hevea  brasiliensis,  za- 
den van  Uncaria  Gambir,  Payena 
Leerii,  Pitbecolobium   Saman  en 
Heliantiius  annuus. 

2435 

Steenstra    Toussaint,   W.,    Bernigabroe, 

Blilar 

1 
3 

Zaden  van  Boebmeria. 

1338 

Steinbeck,  M"^  E„  VVaroe,  Soerabaja... 

>         >     palmen. 

247 

Stei'Han,  H.,  Semarang 

Palmzaden. 

2747 
2400 

j          , 

, 

Stephers,  A    B.,  Taiping,  Perak 

Zaden  van  Payena  Leerii. 

3669 

Steuehwald,  ü.,  Wellevreden 

Gazougraszaad. 

1529 

Steygkrwald,   W.  f.,  Soember  Nongko, 

Halte  Kepandjen. 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

3389 

*                •     »      idem 

Gazongraszaad. 

3718 

•     •      idem 

2 

Zaden  van  Albizzia  sti])ulata  en  ga- 
zongras. 

1266 

Stibbe,  M.  J.,  Karang-Dinoyo,  Paree 

2 

.         »     Alb.  moluccana  en  Erio- 
dendron    anfracluosum. 

1363 

>         >     >         •           >            >     

1 

>     idem. 

2404 

>        tl         f           •            •     

1 

*     Albizzia  moluccana. 

2813 

•        ■     >         >           >             

1 

>         >     Hevea  brasiliensis. 

1131 

•       N.,  Paleleb 

6 

>         >     bloemen     en      Albizzia 

moluccana. 

209 


bc 

Aan  wien  gezundcn: 

.Soort  dar 
belending. 

1    ^ 

ii 

H 

1 

C3 

Inhoudende: 

9     ™ 

SS    u 

Wardsche 

s 
o 
.2 

'S 

719 

Stolk,  R.,  Kediri 

1 

1  Zaden  van  Hevea     brasiliensis    en 

planten  van  Ficus  eias- 

tica. 

966 

Stoll,  M.,  Garoel 

1 

•     Flamboyant. 

1200 

Mevr.  S.,  Garoel 

2 

Maiszadeo. 

224 

Stortenbeeer,  J.,  Malingoet,  Tjibadak  . . . 

1 

Zaden  van  Albizzia  moluccana. 

1244 

Mevr.,  Fort  Willem  I  . . . 

1 

»         •     kliraplanten. 

2739 

.    •              •          •          •        •  . . . 

1 

*         •            • 

1983 

Straeten,  W.  var  der,  VVonoredjo,  Bangil 

2 

Groentezaden. 

2395 

Straeter,  L.,  Rongga,   Bandong 

4 

Zaden     van    Arachis  bypogaea  en 
indigosoorlen. 

2621 

Strüben,  W.,  Besito,  Koedoes 

2 

Bloem-  en  palmzaden. 

2220 

Steurs,  f.  V.  A.  DE,  Kemanglen,  Tegal . 

1 

Jute-zaad. 

3478 

Sturler,  G.  de,  Tjiblagoeng.  Tjiandjoer.. 

1 

Zaden  van  Zea  Mays. 

297 

SüERMONDT,  C  VVonokoio,  Malang 

2 

•     Castilloa  elaslica  en  Cae- 
salpinja  arborea. 

827 

*           1            >              >       ...... 

1 

>        >    Castilloa  elastica. 

2822 

»           »            1              »       

1 

1 

»     Payena   Leerii  en  plan- 
ten van  Hevea  brasiliensis. 

1694 

SwALDE,  E.  B.,  Halte  Peterongan  0.  L . . 

1 

Palmzaden. 

1511 

SwAviNG,  J.  C.  H.,  Kedong,  Banleiig  .... 

1 

1 

Planten  van  Agave  rigida  en  zaden 
van  Corchorus  capsularis. 

1302 

SwENs,  Mej.  A.,  Wonolangan,  Probolinggo. 

1 

Zaden  van  heesters. 

3037 

Tellings,  H.,  Poerworedjo 

1 

•         »     zonnebloemen. 

1 

Terné  van  DER  Heul,  Tjilegon 

12 

»         »     Eriodendron     en    mon- 
sters van  Ficus  elastica. 
Hevea  brasiliensis  en  Pa- 
laquium    oblongifolium. 

266 

•        •       »         »           *       •..,..... 

2 

*         >     Ficus  elastica  en  Hevea 

brasiliensis. 

2271 

Tervooren,  A.  J.  C.  M.,   Medan 

2 

>     gazongras   en  Glematis. 

2070 

Terwogt,  W.  A.,  Wedi-Birit.  Klaten 

1 

»     IMthecolobiuni  Saman. 

2170 

»          ••            •               '.... 

1 

. 

2882 

•          •      •            •               *     . . . . 

1 

>         •                *                 ■ 

78 

Teuscber,  R.,  Bandoeng 

3 

Planten    van    Agaves,   palmen    en 
boomsoorten. 

316 

Thal  Larsen,  J.  H.,  Tjipero,  Tegal 

1 

Gazongraszaad. 

729 

>          1         •    >         •            >    

1 

• 

ViRSUC   TAN   's  LANDS   PLANTENTUIN    1902. 


14 


210 


a  ^ 

S    ra 
S    ra 


2689 

3730 
1055 
3539 

119 

2630 


Auii  wicii  gezonilen: 


TiiAL  Lahsen,  J.  H.,  Tjipeiü,  iegal  . 


*  >      Mej.  E.,  Frobolin^'go 

Timmermans,  P.  F.,  Blawan,  Pradjekaa  O.  L 


TiNREVELD,  K.,  njiwa,  Klateo . 


2097    TissiNO,  O.,  Boeloekomba.  Zuid-Celebes 

2924    Tjoa  Tiosg  Bie.  Lasem. 

3387 


ToBUs,  KemiiieGedeh,  Wlingi 


Soori  der 
bezeriiliag. 

».\  B     S 
1     o    's 

•jC     S. 


3650 


1969    ToENs,  J.  A.,  Wonosari,  Malang 

3688        .        .    .  .  

270    TowNSEND,  E.  E.  J.,  Moeara  Laboeh,  Solok. 


3712 

359 
2667 

2330 

3078 


Tromp,  D.,  Karek,  Malang, 


TUBERC.EN,   J.   VAN,  Pali 

TuiNENBiiRG,  A.  P.,  Soeftiber  Nanas,  Blilar. 


Twiss,  F.,  Lawang  S.  S. 


Tjjl  j'.,  L.  M.,  Kediri. 


1208  i  Ursone,  P.  A.,  Baiidoeng. 


Inhoudende: 


2  Zaden    van   Tamarindus    indica  en 
I      Pitliecolobiiini  Sainaii. 

1  Gazonf^'raszaad. 

2  Zaden  van  Canna's  en  coniferen. 

2  >  •  Alliizzia  moliircana  en 
Bixa  Orellana. 

3  >  *  palmen,  Victoria  regia 
en  Uainmara. 

6  »  •  Caryophyllus  aromali- 
cus,  Castilloa  elastica, 
Payena  Leerii,  Melinis 
niinulidora,  Panicum 
maximum  en  Thea  assa- 
mica. 

•  •     palmen  en  boomsoorlen. 
1  \  Palmzaden. 

1  Planten   van   Caryophyllus  aroma- 
ticus    en    zaden   van 
Victoria  regia. 
>  •      Cola  acuminata,  Cas- 

lilloa  elastica,  zaden  van   Melinis 
minulifloia,    Payena     Leerii    en 
Panicum  maximum. 
1  Zaden    van    Coiïea   stenopliylla. 
Sisalhennepplanten. 

*  •  Eriodeudron  anfractuo- 
sum,  Panicum  maxi- 
mum,  Uncaria  Gambir 
en  Zea  Mays. 

1       *         •     Abeimoschus    moscha- 

tus. 

1       >         >      diverse  planten. 
3      >         •     maïs,  groenten  en  bloe- 
men. 
>         •      Panicum  maximum  en 
Melinis  minutiflora. 
Planten  van  Agave  rigida. 
1  Zaden  van  Euchlaena  luxurians. 


211 


B   c 

S     CD 


Aan  wien  gezonden: 


932    ÜTEHMARK,  D.,  Soeko-Ramé,  Malang 
967 

1872 


2392 
2366 
1722 

182 
833 


2162 
950 


2254 
2681 


3402 
3548 
1344 
1642 

1970 
895 

7 

3171 

389 


Soort  der 
bezending. 


Veder,  A.,  Soekoredjo,  Djember 

Veenstba,  Mevr.  A.  C,  Boengoeran,   Soe- 

rabaja 

Veer,  A.  J.  de,  Setjang,  Kcdiri 

,       >>     •         >  >       

.      P.   J.   C,    VAN  DER,  Djoerang  Ban- 
leng,  Wlingi. 

>       >     •     >        *       •      idem 

.       I     •     >        >       >     idem 


•      •     >     •        <       •     idem 

.       .     •     •        •       •      idem 

Veerman,  II.,  Soekaboemi 

Velde,  A.  G.  A.  van  de,  Modjopangoong, 

Toeloeng-Agoong 

Ven  Sauveur,  N.  J.  van  i»e,  Pekalongan. 
Verburgh,  A.,  üanjoemas 

Verhky,  B.  J.  C,  Malang 

Veriioeff,  Y.,  Semarang 


Inboudende : 


Planten  van  Caslilloa  elaslica. 
Zaden   van    Albizzia    stipulata    en 
Cedrela  sernilala. 

•  •      Caesalpinia  dasyrachis, 

Coffea  stenophylla.  Pa- 
nicum  maximum  en 
Pitbecolobium  Saman, 
planten  van  Ficus  elas- 
tlca  en  Hevea  brasi- 
liensis. 

•  >      Albizzia  moluccana. 

•  •      schaduwbonmcn. 

Palmzaden. 

Zaden  van  Erylhroxylon  Coca. 

>  •     Albizzia  moluccana, Cae- 

salpinia   dasyrachis   en 
Pitbecolobium  Saman. 

>  •     tlelianlhiis  annuus. 

>  >     Hevea     brasiliensis    en 
Caesalpinia  dasyracbis. 

Planten   van   Ficus  elastica  en  Pa- 

yena  Leerii. 
Zaden  van  Castiiloa  elaslica,  Payena 

Leerii  en  Pitbecolobium 

Saman, 

•  >     Albizzia  saponaria. 
.         •     Erytbroxylon  Coca. 

Maiszadcn. 

Palm-  en  roUanzaden. 

Zaden  van  Pilbecolobuim  Saman. 

•  •     gazongPiis    en  Oreoiloxa 

regia. 

•  >     Zea  niays. 
Nympbaeazaad. 

Zaden  van  scbaduwboomen. 


21Ü 


Soort  der 
ben^niling . 


Aan  wicri  gczninlcii ; 


22(i7     Vi  HsTKEcii,  A.  Ü.,  Loeinadjang. 


3541 
1754 


443 
230 


281 

379 

1158 

22G0 

2424 

1652 

2974 


1714 
3434 

2027 
1009 
1982 
1301 
1355 


F.  W.,  Soekoredjo,  Keiidal, 


H.  P..  Bangil 

J„  Pangasih,  Wales. 


269  >  Ranoe  Pakis,  Klakkah 

2154  •  W.  C.  M.,  Djaril,  Pasirian  . . . 

195    Vertegenwoordiger   der   Petroleum  Maat- 
schappij •  Moeara  Enim",  Paleinbang.. 


Vincent,  J.,  Soember  Woeloeh,  Pasirian. 


VisscHER,  Th.,  Getan,  Bodja... 

Visser,  A.,  Srogol,  Tjigomboiif 


ViTBiNGA,  Kedaton  en  Badean,  Djeraber.. 
Vleuten,  Mevr.  S.  van,  Adiwerna,  Tegal. 

Vliet  &  Zonen,  C.  van,  Soerabaja 

Vodegel,  H.  Ch.,  Kaligawe,  Semarang. .. 

V.,  Gandoe-Sarie,  VVlingi 

Vogel,  M.  de.  Halte  Tjilakoe 

VoLLENHOvEN,   E.    VAN,    Soerowinangoon. 
Djombang 


iiihoudeiid) 


2  Zaden  van  Corcborus  capsiilaris  en 
C.  olitorius. 

1  »         'il.  capsularis. 
5       •         •     Cedrcla   sernilala,  Mdi- 

nis  minutillora,  Paiii- 
cum  inaxiinuiii,  Tliea 
assamica   en   Zea  Mays. 

2  •         >     Eucblacna  luxurians  en 
Zea  Mays. 

1       1         •     vrucbtboomen.  sierplan- 
ten en   Pitbecolobiuui  Sanian. 
1       Karetplanten. 
1        Manilaliennepplanten. 


Zaden  van  Ëuchlaena  luxurians, 
planten  van  Panicum 
maximum  en  Melinis 
minutitlora. 

>  •      Albizzia  moluccana. 

>  >  •        stipulata. 
1 
1 
2      *          •  >  >         en 

Erylhroxylon  Coca. 

1       •  >       Ficus  elastica. 

4      •  •      Araohis  hypogaea,  An- 

dropogon  muricatus, 
Zea  Mays  en  Helian- 
Ihus  annuus. 

1  *  •       Albizzia     moluccana. 

2  >  •       zonnebloemen  en  pal- 
men. 

1       >  •      Helinis  minutiflora. 

1  >  >      Castilloa  elastica. 
*          •       Ficus  elastica. 

Manilahennepplanlen. 

2  Cacaozaden. 


215 


Lm       c0 

Soort  der 
bezending. 

i  = 

•O 

Aan  wien  gezonden: 

.2 

1 
Cd 

a 
i 
o 

.a 

"o 

Inhoudende: 

2326 

VoLLENHovER,   E.    VAN,    Soerowinangooii, 

Djombang 

3 

Zaden   var 

Pitliecolobium   Saman, 
Panicum  maximum  en 
bloemen. 

837 

VoRCK,  E.,  Sonowangie,    Malang 

1 

«         . 

Caesalpinia  dasyrachis. 

2009 

3 

»          * 

Ficus    elaslica,    ColFea 
stenophylia   en   Pilhe- 
colohium  Saman. 

2299 

.         >            .                 >        , 

1 

1      . 

Uncaria     Gambir     en 

Manilahennepplanlen. 

2883        ...                 .        

1      . 

Uncaria  Gambir. 

2917 

•        *            »                 »        •....•  f 

1 

Planten  van  Manilahennep. 

3311 



1 

• 

Coffea  stenophylia. 

3586 

.         •            »                 •        , 

2  Zaden  van 

Pilhecolobium  Saman  en 

Caesalpinia  arl)orea. 

337 

Vossen,  van  deb,  Benkoelen 

1 

Palmen. 

435 

Voute,  Mevr.  A.  M.,  Madioen 

1 

Zaden   van 
phaea. 

Victoria  rcgia  en  Nym- 

3080  j  Vree,  L.  de,  Redjo  Agoeng,  Madioen — 

1 

Palmzaden 

3300    Vbendenbebg,  Mej.  A.,  Solo 

1 

Palmen. 

1364 

Vries,  A.  de,  Pankalan  Brandan 

1 

Zaden  van 

khraplanlen. 

1514 

»       B.  DE,  Banjoemas 

1 

3 

>         » 

. 

160 

•      P.  H.  DE,  Raning,  Banda 

Thea  assamica,  Myroxy- 

lon  peruiferum  en  Boeh- 

meria. 

496 

•       •«.         .            >        

2 

• 

Melinis    minutiflora   en 
Panicum   maximum. 

489 

Vriesman,  J.,  Banjoewangi 

■ 

1 

1 

Slyrax     Benzoin,    Dani- 
mara  alba,  Cananga  Odo- 
rata  en  Canarium  com- 
mune. 

2393 

»          *              »          ............. 

Ij      . 

51      ' 

Albizzia  moluccana. 

2927 

•          •              »          ............. 

Castilloa    elaslica,   Cor- 

chorus  capsularis.  Heli- 

anthus   annuus.  Payena 

Leerii  en  Uncaria  Gambir. 

1304 

ViOLiJK,  M.  J.,  Tondano 

2      .        . 

bloemen,    groenten    en 

vruchlboumen. 

214 


fc  2 

'S  > 

S  «o 

3  n 

»5  u 


2788 


98 
2209 
1584 
2914 
19 
3656 
3210 
1279 
814 

2336 


3005 

933 

1517 

1205 
2334 
3147 
1012 


1995 


A;in  \vi«'ii  'Mr/onilcii: 


Soort  der 

bezending. 

5 

^ 

jt 

g 

,iJ 

JZ 

s 

fl 

o 

ê 

«  ,   •> 

j< 

if  1  i2 

S 

ltiliiiii(|cnilo: 


Vrolijk,  M.  J.,  ToiKiaao. 


2740 


VuuBDEN,  C.   VAN,    Kodja 

*  >         *  > 

•  Mej.  J.  VAN,  Bodja 

Vui'iiEN,  O:  VAN,    Tjiliarocs,  Garoel 

VijzELAAR.  Mevr.  B.,  Probolinggo 

Waao,  A.  van  her,  Tepal 

Waaut),  M.  J.  i)k,  Malaiip 

Waardenblik.,  A.  L.  van,   Soengei   Slan, 

Banka 

Wael,  e.  Vos  dl,  Bareng,  Djombang.... 


Walbeehm,  Mej.  M.,  Tegal 

•  »       »       » 

Walter,  A.  J.,  Bodja 

Warmelo,    H.   van,   Batang  Baros  Eslate, 
Padang  

•  »        •      idem 

>        »      idem 


Zaden  van  Clematis  paniculata,  Ta- 
niarindus  indica,  Tliea 
assamir,-),  Zea  Mays  on 
Panicum  maximum, 

planten  van  Agave  rigida, 
(linamomiim  zeylaniciini 
en  Ficus  elastiea 
3       •         •     Ficus  elaslira. 
1       »         •     Payena  Leerii. 
•         »     Ficus  elaslica. 
Manilaliennepplanlen. 

1  Palmzaden. 

3  Palm-  en  rotlaiizaden. 

2  Groenlezaden. 

1  Zaden  van  sierplanten. 

i 

l'  Gazongraszaad. 

2  Zaden  van  Urostigma  elaslicum  en 
Andropogon  murica- 
tus. 

1  »"       •     Hevea  brasiliensis. 

2  •         •     Palmen  en  Nyniphaea's. 
»         •     zonnebloemen  en  Nym- 

phaea's. 
•         •     Ficus  elastiea. 


Sisalhennepplanten. 


3,  Zaden  van  Indigofera  galegoides, 
Panicum  maximum  en 
Theobroma  Cacao. 

.  »      Caslilloa   elastiea,  Cof. 

fea  stenophylla,  Cola 
acuminata.  Ficus 

elaslica  en  Payena 
Leerii. 

>         >     Albizzia  moluccana  en 

Melinis  minuliflora. 


215 


Aan  vvien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

il 

2 

i 

3 
ö 

i 

Inhoudende : 

i 

ca 

3 

134 

Weber,  A.  J.  C,  Semarang 

1 

4 

Zaden   van 

Ganarium  commune, 
Caesalpinia  dasyrachis, 
Castilloa  elastica.  Pi- 
ibecolobium  Saman  en 
Foraslero  Cacao. 

125 

•        H.  Gemanpir,  Klaten 

1 

. 

Forastero  Cacao. 

1724 

1 

5 

•          > 

Pilhecolobium  Saman, 
Caesalpinia  dasyrachis, 
Albizzla  moluccana, 
Ficus  elastica,  Castilloa 
elastica  en  Ganarium 
commune. 

2036 

>        •          >              » 

1 

5 

•         • 

Cacao. 

2301 

•        •          «              » 

Caesalpinia  dasyrachis. 

C. arborea,  Cedrela  odo- 

rata,,   C.   serrulata  en 

Parkia  intermedia. 

3599         .        .          .             . 

1 

>         • 

Erylhroxylon  Coca. 

3611 

»        •          »              »       , 

9 

•         > 

Castilloa    elastica,    Pi- 

1* 

lhecolobium  Saman  en 

andere      scliaduwboo- 

men. 

1696 

Weel,  Mevr.  J.  van,  Parakan  Salak,   Pa- 

roeng  Koeda 

2 

,         , 

gazongras  en  Canna's. 
groenten. 

2886 

WEEniaLs,    Malang 

2 

2606 

Werkhoven,  F.  J.  W.,  Cheribon 

1 

Gazongraszaad. 

1387 

Westpalm    van    Hoorn    van   Bijrgh,  jh'., 
Srogol,  Tjigombon^. 

1 

Maiszaden. 

345 

Wettstein,  R.,  Modjokerlo 

1 

2 

Zaden   van 

Ricinus,  Zea  Mays  on 
Cassavestekken. 

1225 

»            •             »         ............ 

1 
3 

*          > 

Graszaden. 

Ficus  elastica. 

3403 

White,  J.  W.,  Poervvoredjo 

2233 

WiEDERHOLo,  A.  F.,  Malang 

1 

1 

Planlen   van  vruchlboomen,  Caryo- 

phyllus 

aromaticus    en     palm- 

zaden. 

1585 

WiGERi  VAN  Edema,  Mcvr.,  Pasoeroean.. 

2 

Palmzaden. 

873 

WiLKENs,  Mevr.  R.,  Semarang 

1 

Palmen. 

216 


te 

u    n 

O)    ca 

a  e 

« 

•o 

A;in  wicn  gezonden; 


3425  i  WiLLEMSEi»,  H.  E.  B.,  Tjiancijocr 


Soort  der 
bMending. 


Inlioiiilondc: 


1564 
28:54 
3727 
1946 
3600 
112 
1017 
2298 
3666 
2069 
3729 
1546 

1296 
1628 
3035 
1775 

3508 
2157 


828 
1863 
2780 
3726 
1760 

387 

2925 
1865 


WiNCKKi,,  E.  F..  VVay  Batai,  Telok  Belong. 
WiwKi.Kn,  D'.  J  .  I'ea  Hadj.i.  Taroetoeng.. 

»         •     »       •         »                • 
WiNTK.n,  A.,  Batoe  Djadjar,  Tjiiiiahi 

•  >        >  •  »        

WiTTK\  KK>',   Medan 

WonM,  A.  H.  VAN  di:n,  Bodja 

W.  B.  VAN  DEN,  Batavia 

WdUTMAN,  J.  M.,  Wellevreden 

WiJNKAMER,  L.  G.,  Pesengkongan,  Tegal. 

Wijs,  W.  de,  Meritjan,  Kediri. 

Wijt,  Mevr.  S.,  Peterongan,   Djoinbang. . 

IJff,  D'.  P.,  Koedoes 

•      •      >         I       

IJrts,  S,  Soembcr  Baroc,  Klakah 

•       •  •  »  »        , 

Zegers    Rmseb,     W.    A,    Kajoe    Enak, 
Loemadjang 

Zehntner,  D'.  L.,  Salatiga 

Zem-e,  Mevr.  J..  Ambarawa 

Zeverijn  C.  C,  Semarang 

•  H.,  Bandoeng 

Zuur,  J.  C,  Pagongan,    Tegal 

ZuijLEN,  C.  VAN,  Doro,  Pekalongan 

ZwEERus,  C,  Soember  Mas,  Malang 


Zaden    van    gazonpras.    palmen    en 
scliadiiwliooiiien. 
2l      •  •      palmen. 

2  Gras-  eii  proente/.adcn. 

1  Graszaad. 

2  Blooin-  en  liceslerzadcn. 
Ij       Heesters. 

'  1  Palmzaden. 

3  Zaden  van  Kiciis  elaslica. 
I  1  Groentezaden. 

2  Gazongras-  en  palmzaden. 

1  Groentezaden. 
'  1  Graszaad. 

1    1' Zaden  van  Marlinesia,    Canna's    en 
I     '  Panicum  maximum. 

I  2|      *         .     Caniia's  en  sierplanten. 

2  Palmzaden. 


Stekken    van    Boehmcira    nivea  en 

3Ianilflhennppplanten. 
Manilahennepplanten. 


2  Zaden  van  Albizzia    moluccana   en 

A.  stipulata. 
4       •         »     diverse  planten. 
1       >         >     klimplanten. 

3  »        •    gras  en    vrucht boomen. 
1  Maiszaden. 

1  Palmzaden. 

1  Palmen,    veevoedergrasstekken    en 
zaden    van   Euchlaena  luxurians. 

2l  Groentezaden. 
Planten  van  Cinnamojnum  zeylani- 
cum  en  Myroxylon  peniiferum, 
zaden  van  Caesalpinla  coriaria, 
Ficus  elastica,  Heliantbus  an- 
nuus,  Thea  assaraica  en  üncaria 
Cambir. 


217 


Aan  wien  gezonden: 

Soort  der 
bezending. 

• 

2    2 

s     <« 

2 

S 

es 

•O 

c 

(S 

s 

o 

'S 

Inhoudende: 

1081 
1832 

ZuLSTRA,  V.  II.  R.,  DJember 

2 

2 

Zaden  van  Zea  Mays   en    Myristica 
fragrans. 
•         »    Zea  Mays  en  vruchboo- 
men, " 

BUITENLAND. 


1030 

Administrateur    der    Plantage    Balangei, 

Tanga 

1 

Zaden  van  Erylhroxylon  Coca. 

414 

Arduir,  Casimir,  Turin,   Ilalie 

1 

•     groenten     en      nallige 
kruiden. 

9687 

•             •             •           •       •..•■...• 

2 

1 

Groen tezaden. 

3615 

•             •             •           •       ..••..•.. 

Zaden  van  Uncaria  Gambir. 

3?64 

Abnold,  A.,  Luzon,  Philippines 

2 

Hevea  brasiliensis. 

1?R? 

Bacer,  R.,  Begoro,  Gold-Coast 

1 

2963 

Bley  Fr..  Halle  a.  S 

1 

Varenbladeren  met  sporen. 

1308 

Castl E— Turner.  VV.  S.,  Bangkok,  Siani. 

1 

Zaden  van  Mangifera  indica. 

1459 

Chatterjee,  S.  P.,  Calcutta 

2 

4 

Planten  en  zaden  van  diverse  nut- 

tige- en  sierplanten. 

3047 

»          »    •          »       ............ 

1 

3 

Zaden  van  Livistona  altissima. 

122 

Christ,  Em  ,  Avirons,    Réunion 

•     Collea  liberica. 

3481 

•          >           •               > 

2 
1 

. 

738 

Cremofne  Nursery,  Richmoxd,  Victoria.. 

•     Livistona  Hoogendorpii. 

3042 

>              >                >                • 

1 

>         >           >        altissima. 

2475 

Curator   Botanie  Gardens,    Rnckhampton, 

Quecnsland.. 

3 

2 

•     palmen,  nuttige  planten, 
vrucht  en  schaduwboo- 
men. 

3137 

•             »               •           idem 

1 

>         >     Livistona  altissima. 

1759 

CüRTis,  Ch.,  Assistent-Superintendent,  Bo- 

tanie Gardens.  Penang  

1 

•         •     Acrocomia    sclerocarpa. 

Idem 

2 

>         •     Areca  VVendlandiana  en 

Livistona  subglobosa. 

1326 

Dammann  &  C.,  San  Giovanni  a  Teduccio, 

• 

Prov.  de  "Naples 

1 

•     Plychosperma  elegans. 

1390 

Idem • 

1 
5 

>  •     Livistona    Hoogendorpii. 

>  •    diverse  palmen. 

1789 

Idem 

218 


.  ^ 

• 
Aan  wieii  pczondon: 

Soori  (|pr 
iM-xcnding. 

1          Nummei 
{     der  aaiirra 

1 

§ 

5 

InlioudtMide: 

1805 

I)AM.>lA^^    A  C'.  San  Giovanni  a  Teiliiccio, 

Prov.  de  Napels 

1 

Zaden  van  Livislona  rohindirolia. 

2394 

Idem 

2 

•     diverse  palmen. 

3191 

Idem 

(J 

•         •     Livistona  rotundilolia  en 

L.  olivaei'ormis. 

965 

Desi-a>des    M..    Birecloiir    de    la    Slalioii 

d'Essais  de  Tamalavc 

1 

Peperzaden. 

1442 

Directeur  de  l'Agrioulturc,  Saigon 

25 

Planten    en    zaden    v;in  vruchlhoo- 
nion,  groenten,  sierheesters,  klim- 
planten  en  palmen. 

3141 

1         »             *                •...•. 

1 

Zaden  van  Livistona  altissima. 

157 

Director   d.   Grosslierz.  Bolanischen  Gar- 

tens.   Giessen 

3 

•         •     nuttige  gewassen. 

2942 

Directeur  du  Jardin   des  plantes,  Paris.. 

3 

•         •     Livistona    altissima    en 
Aleurites  triinba. 

647 

2 

1 
3 

»         •     diverse  palmen. 
•         •     Plycho>perina     elegans 
en    Drymoplilaeus   nor- 

2014 

»           ■             »             »      .•••..... 

manbyanus. 

2940 

,           ,             ,             , 

3 

1 

•         >     Livistona  altissima. 

743 

•        Botanie  Gardcns,  Sydney 

»         »     diverse  palmen. 

3142 

.      

1 

>     Livistona  altissima. 

2939 

d.  Kgl.  Bot»".  Gartens,  Beriin  . . 

1 

, 

2246 

DüCRoisY,  F.,  Avirons,   Réunion 

1 

•         >     Java-kollie. 

2686 

FiET,    ilortulatius,    Academie-luin,    Gro- 

ningen   

2 
2 

•         >     Ardisia  crenulata. 

826 

Francesciu,  D^  F.,  Santa  Barhara.Califomia. 

•         •     Plychosperma  elegans. 

917  1  Fritscu.  D'.  f.,  Royal  Bot.  Gardens  Kew, 

2 

Planlendeelen   op   spiritus   en  her- 

barium  van    Hippocralea  sp.  en 

Plagiopleron  fragrans. 

292    Gatin,  C.  L.,  Algérie 

1 

SlroplianlusKaden. 

2900    Gezaghebber    van    Si.    Eustalius,    West- 

Indische  Eilanden 

6 

Zaden  van  nuttige  gewassen. 

•     Zanonia  macrocarpa. 

897    GoEBEL,  P'.  D'.  München 

1 

2754 
2134 

Gouverneur  van  Suriname 

1 

1 

.     Payena  Leerii. 
Sierplanten. 
Zaden  van  geneeskrachtige  planten. 

•              •     Timor-Dillv 

1                            — j  ............ 

2748  1  Graebener,  L.,  Karlsruhe,  Baden 

2 

2938 

Groenewegen  &  C°.,  Amsterdam 

1 

>         •     Livistona  altissima. 

219 


Aan  wien  gezonden: 


Soort  der 
bezending. 


1325  !  Haage  &  ScHMiDT,  Er 

1806 

2060 

2393 

2936 

3530 


1460 

915 

2138 


ürt. 


Haffner,  Directeur  Botan.  tuin,  Saigon. 
Hehre,  H.,  Los  Angelos,  Californië 


2941 

1324 

2811 
2816 
2944 
2947 

1561 
2228 
37 
3043 
3084 
307 
1677 


Hoogleeraar-Direcleur   v.   d.   Botanischen 

tuin,  te  Amsterdam. 

.  van  's  Kijks  Acade- 

mieluin.  Leiden... 

■  Idem 

■  Idem 

•  Idem 

*  van  's  Rijks   Acade- 
mieluin,  Utrecht... 

Kooreman,  P.  J,  's  firavenhage 

Lamson— ScRiBNER,  P.  J-,  Manila 

LiMBROCK,  Eb.  Monumbo,  Neu-Guinea  . . . 

Linden,  F  ,  Bruxelles 

Mangels,  H.,  Asuncion,  Paraguay 

Pearson,  H.  W.,  Kew 

PoHL,  Prof.  D'.  J.  Prag' 


412    PowEB,  Ch.  o.  L.,  Quinta  do  Deao,  Madeira. 

1474 
166    Proschowsky,  D'.  A.  R.,  Nice,  France 

1308 
3140 
286    Prud'homme,  Em.,  Tamalave,  Madagascar. 


Inhoudende: 


Zaden  van  Ptychosperma  elegans. 
.     Livistona  rolundifolia. 
Palmzaden. 

> 
Zaden  van  Livistona  allissima. 

en 
.        rolundifolia. 
!      .         .    diverse   cultuurplanten. 
•         •    vruchtbooraen. 

.  Piper  Nigrum,  Piper 
Belle,  Cinnamomum  zey- 
lanicum,  Codéa  liberica 
en  Nephelium. 


1       .         .     Livistona  allissima. 

1  ,  .  Ptychosperma  elegans. 

3  ,  .  Thea  assamica. 

1  ,  .  Victoria  regia. 

1  ,  .  Livistona  allissima. 

1       .         •  » 

1       .        .    Albizzia  moluccana. 

12  Peperzaden. 

1  Zaden  van  div.  boomen  en  planten. 

2  ,         .     Livistona  allissima. 
1       ,         .     vruchtboomen. 

1  ,         .     Ptychosperma  elegans 

2  ,         .     Andropogon    muricalus 
en  A.  Nardus. 

1  Palmzaden. 

9 

ij  Zaden  van  Livistona  Hoogendorpii. 

Palmzaden. 
l|  Zaden  van  Livistona  allissima. 
6      .        .     Piper  Nigrum,  C.  elas- 

j      tica.   Oryza   glulinosa,  Alb.  mo- 
luccana. Uaunnara  aiba  en  palmen. 


220 


i       « 

e    ff 


607 
3138 
3557 

1061 
2935 
3647 
3044 
105 
350 


2016 
2169 
2933 
1216 


Aan  wicn  gezonden : 


Prud'hommk,  Em.,  Tainulavc,  Mada^'ascar. 


PijNAKUT  VAN  GiERï,  Ed.,  Gand.. 

Reasoneu,  e.  N.,  Oneco.  Florida.. 

Sander  &  Sons,  St.  Albans 

•        •       ■       •         •      


Soort  d«r 

hnttniWnt;. 

t 

^ 

j< 

■ 

£ 

i 

B 

a 

o 

■o 

— 

_» 

i 

- 

ScHLECHTEK,  R.,  Fhcdrich  VVilhelmsliafen. 


Secrelary  of  Agri-  and  HorliciiUural 
Society  of  India,  Calcula 

Idem 

SoLF,  D'.  VV.  H.,  Kaiserl.  Gouverneur 
von  Samoa 

Sommer,  Ed.,  Tahiti 

Sous-Inspecteur  d'Agriculture,  Tamatave. 


1245 

3046 
3319 

3206 
1127 

2466 

3751  i  Srini  Vasa  Char,  C.  K..  Gonicopal-Coorp. 


246    Stepheks,  A,  B.,  Taiping,  Perak 

278    Stopi'elaar.  G.  A.  de,  Terheyden 

3045 1  Superintendent   of    Agri-,    Horlicultural, 

Gardens,  Madras 

2516  Superintendent  State  Gardens,  Baroda... 
3136  .  .  .  .       ... 


Iiilioudemle: 


1   Zaden  van  Piper  ciihcha. 


>     Livistona  allissinia. 

•  •     Alliizzia    nioluccana    en 

A.  stipulata. 

•  •     Livistona  rotundifulia. 

•  I  •         allissima. 

•  »  •         rolundifolia. 
>         »  •        altissima. 

Palnizaden. 

Zaden  van  Livistona  rotiindifolia, 
L.  Hoogendorpii,  Ptychosperina 
elegans  en  Gala  mussoorten. 

Diverse  palmzaden. 

Zaden  van  Livistona  rolundifolia. 

•  •  *        altissima. 

•  •     Cola      acuminata,     My- 

roxylon  peruiferum,  Ar- 
torcarpus  inteprifolius, 
Passiflora  foelida,  pal- 
men en  vruchtlmomen. 

I         •     Areca  iutescens. 
1         •     Livistona  altissima. 

Nuttige-  en  sierplanten. 

Zaden  van  Cacao,   Durio  en  tabak. 

.         •     Piper   Nigrum   en  Cae- 
salpinia  coriaria. 

.         ■     Payena  Leerii. 

•  •     Eriodendron    anfractiio- 

sum,  Castilloa  elastica 
en  Cola  acuminata. 

•  •     Payena  Leerii. 

.         •     Desmodium  gyrans. 

>  •     Livistona  altissima. 

•  •     diverse  palmen 

>  >     Livistona  altissima. 


m 


Soort  der 
bezending. 

s  ^ 

S     es 
3     « 

Aan  wien  gezonden: 

c 
w 

•f 

•o 
a 

1 

"o 

5 

O 

Inhoudende: 

1307 

Superintendent  Victoria  Gardens,  Bombay. 

1 

1 

Zaden  van  Livistona    allissima    en 
andere  palmen. 

880 

ViLMOBiN  Andrieux  &  CK,  Paris 

3 

•         >     Livistona    rotundifoha. 

1327 

•     .         .       

1 

•         •     Ptychosperuia  elegans. 

2937 

•     •         •       ....... 

1 

>         >     Livistona  allissima. 

2091 

Veiwaltung  des  Karolinen  und  Marianen 

Archipels,  Ponape 

5 

Planten  van  Hevea  brasiliensis,  Ma- 
nihol  Glaziovii,  Ficus  en  Castilloa 
elastica. 

927 

WoLFF,  R.,  Paparatava,  Neu  Pommeren . 

2 

Zaden  van  Ficus-  en  Castilloa  elas- 
tica. 

2819 

Wright,  H.,    Royal  Botanie  Gardens,  Pe- 

. 

radeniya 

2 

Gocos-noten. 

Bijlage  IV. 

LIJST    VAN    BÜKKVVI:I;KKN    dooi;    (iKSCIIKMv   Or  AANKOOP 
VEKKKEGLIN  CEUUKENDi:   VMl. 


A  g  a  s  s  i  z,  E.  (J.  Louis  Agassiz,  sa  vie  et  sa  corrfspondancc.  (Traduit  de 
l'auglais  i)ar  A.  M  a y  o  ij    Paris  JSS7,  S°  A.  357. 

Aberu,  CJ  e  o  r  g  e  1'.  Sjx-cial  report  froiii  April  UMM)  lo  July  1901. 
(Forcsiry   Uurinui,   lMiilipi)iii(.'  ishuulsj,  Wasliiuglou   1'JUl,  b°    ....    li  940. 

A  r  11  e  I  1  .  II.  W'.  Die  -Moosllora  der  S|)ils/,l»tMgis(hfii  liiselgrupp»'.  (^öfver- 
sigt  al  Koiigl.  \'t't«'uskaps  Akad.  i'örliaiidliiigar  1900,  11-  Ij,  Stockholm, 
1900,  8° C.   löt;4. 

A  r  t  II  11  r,  d.  C.  a  ii  d  M  a  e  d  o  ii  g  a  1,  D.  T,  J.iviug  pluiits  and  their  pro- 
perfies.     A  tollfctioii  ol  essays,  New-York,  1898,  8^"    B.  1038. 

A  s  c  h  h  o  11',  \j.  Elirlieb's  Öeitenketteutheorie  uud  ihie  AuweuduDg  auf 
die  küiistlicheu  Iiiimunisieriiugs  prozesse.     Jena,  1902,  8° D.  711. 

H  a  k  II  u  i  s.  Ij.  A.  \'erslag  der  Coppename-Expeditle.  (Overg.  u.  h.  Tijd- 
schrift V.  11.  Koiiiiik.  Nederl.  Aardrijksk.  geuoots.  jaarg,  1902).  Leiden, 
1902,  8° F.  123. 

Bambeke,  ('b.  van.  Le  Mycélium  „Lepiota  Meleagris"  (Sow.)  Sacc. 
(Coecobotrys  xyiopliilus  (Fr.)  Boud,  et  l*at.).     Bruxelles,  1902,  1°  C.  1552. 

Barbosa  K  o  d  r  i  g  u  e  s,  J.  Sertuiii  palmarum  Brasilieusiuni,  ou  re- 
latioii  des  palniiers  nouveaux  du  Brésil,     Bruxelles,  1903,  Folio  .  .   C.  1597. 

Barker,  B.  T.  P.  A  conjugating  „Yeast".  (Pbil.  Transactions  of  the 
Koy.  Soc.  of  London.  Series  B.  \'ol.  194,  pp.  047 — 485).  London,  1901, 
4°     C.  1549. 

B  a  t  e  s  o  n,  W.  a  n  d  S'ii  ii  n  d  e  r,  E.  R.  Report  s  to  tbe  Evolution  com- 
mittee.     (Royal  Society ).     London,  1902.  Report  I.  8'' B.  1021. 

B  e  s  e  b  e  r  e  1  1  e,  E.  Liste  des  Musciiioes  etc  ((Mveisigt  af  Kongl.  Vetena- 
kaps-Akademiens  Förbandlingar  1900,  \V  2).     Stockholm,  1900,  8°  C.  1565. 

Beneden,  P.  J.  van.  Les  coniniensaux  et  les  jiarasites  dans  le  r«5gne 
animal.  2'*''  editiou.     Paris,  1878,  8°    B.  997. 


223 

B  e  1'  t  h  o  1  d,  G.  VAwr  di  Vertheilung  der  Algen  im  Golf  von  Neapel  nebst 
einem  Verzeichnis  der  bisher  daselbst  beobachteten  Arten.  Leipzig, 
go  B.  973. 

Studiën     ueber     l'rotoplasmamechauik.      Leipzig,     188G.      Mit     7 


Tafeln.,  8°   ^-  ^^^• 

Bert  rand,    C.    E.     Theorie  du  faisceaii.     Paris,  1880,  8°    B.  998. 

Bitter,  G.     Die  Rassen  der  :Nicandra  ])liysal()i<les  P'"  Mitteilung  (Abdruck 

a.  d.  Beibeften  zuni  Bot.  Centralblatt  XIV).     llXKi,  8°    C.  1592. 

B  o  f  q  u  i  1 1  o  n  L  i  ni  o  u  s  i  n,    H.     Formulaire  des  médieaments  nouveaux 

14-*^  edition.     Paris,  1902,  8°    ^-  ^'^^^ 

B  o  h  1  i  n,  K.     Beobaebtungeu  ueber  audine  Alebemilla-Arten.    (üfversigt  af 

Kono-1  'vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1899,  II-  0).     Stockholm,   1899, 

go     *     G.  1557. 

B  o  n  n  i  e  r,   G.     Les  Neetaires,  (^^ude  critique,  anatouii(iue  et  physiologique. 

Paris,  1879,  8°   ^-  ^'^• 

B  o  n  n  i  e  r,  G.    et    L  a  y  e  n  s  ,   G.    de.     Nouvelle  flore  pour  la  détermiua- 

tion  facile  des  plantes  sans  mots  techniques.     Paris,  ,8°  . .   G.  1541. 

B  o  r  g  e,  O.     Süsswasseralgen  von  Franz  Josefs-Land.     (üfversigt  af  Kougl. 

Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1899,  11?  7).  Stockholm,  LS99,  8°  C.  1559. 
B  o  r  n  e  t,   E.  e  t  F  1  a  h  a  u  t,  C  h.     Révision  des  Nostocacées.     Paris, 

G.  1540 

o  

B  r  e  f  e  1  d,  O.  Beitrage  z>ir  Biologie  der  Pflanzen.  Berlin,  1898/01  Vlli^ 
Band   Heft.   1.   2.,   8°    ^-  ^^^''■ 

Bresadola,  I.  Hymenomycetes  Fuegiani.  (üfversigt  af  Kongl.  Vetens- 
kaps-Akademiens  Förhandlingar  1900, 11?  2).     Stockholm,  1900,  8°  C.  1507. 

Bretzl     IL   Botanische  Forschungen  des  Alexanderzuges.     Leipzig,  190:i, 

8°...' ^-l-^- 

Br  i  del,  S.  E.  Bryologia  uuiversa  seu  systematica  ad  novam  methodum 
dispositio,  historia  et  descriptio  omnium  miiscorum  frondosorum  hucus- 
que  cognitorum  cum   synonymia  ex   auctoribus   probatissimis.     Lipsiae, 

182(5.     Vol.  I,  II,  8°   ^-  ^^^''• 

Bun  ge,    G.    von.     Lehrbuch    der    Physiologie    des    Menschen.     Leipzig, 

1901.     IL  Bd.,  8°  •^-  '■'"^• 

Bussy,     J.      U.     de.       De    Indische    Mercuur.       Herinnerings  nnmnuT 

1.S78 — looa.     Amsterdam,  1908.     Folio < '•  --•'• 

G  a  1  k  o  e  n,  H.  J.     De  Uredineae  en  Ustilagineae  (roest-  en  biand/.w :mniu'n) 

van  Nederhind.  Amsterdam,  1888.  Akad.-proefschrift,  s'^  ....  ('.  1512. 
C  and  olie.    A.    P.    de.     M«''moires  et  souvenirs  de  Anglist  in  Pyranius  de 

Gandolle,   Arits    par    lui  luêuie.     Genevè,    isr.2,   8°    A.  808. 


224 

r;itillo;^lli-   (If    l;i    I  *>iltl  iol  li(i|  iic    de    |;i    Socit-h-    (IT-IikIcs   roldfii;!  les.       I'lll  Xrllcs, 

\U()'2,  8°    (j.   -JIO. 

( Ml  il  V  a  II  o  II,    .].   ('1    S  a  i  11  I  ^'  V  <' s,    (].      RfViic  liiMiuurjipIiiiinc  ,|».s  Scicii- 

C'(*H  iial  iin-llcs,  piircs  cl   apiiliijiu-fs.      I'aris,   IIMIL',  >      (!.   i.'l.~i. 

C  11  i  c  a  t?  o    Libiaiy    e  I  ii  It.      A   lisl   ol   sfiials  in  jiiihlic  libiarirs  tjl'  (Jlii 

rago  uiid  l'A  aiisloii  «fi  Tcclcd  lo  .la  iiiiai-\ ,  11)01.  ( 'lii»a;;«»,  llMJl,,s'  (i.  LllT. 
(J  il  i  r  r  I  o  I ,    .).    ]!.    .1.      (joiil  lilml  ioiis  a  l'fl  iidr  «Ie  i;i  classc  dfs  ii\  iii|»lit'iiHM'.s. 

\jyoi\,  I!)Ol',  S" C.  löin. 

C  11  o  (1  a  I,   J{.      1'laiilac  I  lassicriaiiac,  soit  ('miiin-ial  ion  des  jdanU's  iMToltécH 

au  1'aiagiiay  ]iar  Ie    I»'.   E.   llussl.i.  ( H-iiuvè,  l'JO;;,  J"  piuLie  .S"   (J.   iölXJ. 

CL  lisl,    II.     Filicrs  Kodinicrianar.      Lr  Mans,   l'.Xd',  JS''   C.   1584. 

(J  1  e  V  ♦',    i*.    T.     .Miivroskoj»isk    iindfisokniii;^    al'    sudl     ric.     ((Mvcrsij^t    al' 

Koii^l.    NfifiiskapsAkad.    I''(>rliandlin;^ai-    is'.)!»,    il'   :'>).     Slocklioliii,    16!»:», 

8°   \ .  ;{:i!>. 

Diisl   Iroia  drilt-icc  at  dan  Mayeii  (ÜvcrsigI  al'  Kuiij^l.   N'ctuuskaps 

Akad.   Föi-liaiullin-^ai-   18;)!),  Il-  4).     SlockLolin,   1!)(M),  8°    F.  12J. 

C  1  t*  V  «',  1'.  T.  IMankloii  Ironi  llu*  Indiaii  Occan  and  I  lic  .Malay  At  liipclaj^o. 
(Ivoiigl.  Svfiiska  NCleii.skaps-Akad..  llaiidl.  lid.  :>."),  Il-  5^.  Stuckliolni,  l'JOl, 
4°     C.  1548. 

C  o  b  11,  F.  Ki;vpt<)<^aiii('ii- Flora  von  Selilesicu.  1'  Hand  (Jefass  Kiyptoga- 
meii,  beaibcitet  vuii  K.  G.  Ö  t  o  u  z  e  1,  Laub-  imd  Lebermoose  vou  K. 
G.  L  i  111  p  I'  1  e  b  t,  Cbamceoii  vou  A.  B  i-  a  u  ii.    lii-eslau,  1877,  8°  C  1547, 

C  o  b  11,  (i.  \'ei-«^lei«beud-ai)atumiscbe  UiiteisiK-liuiigeu  vou  JilaLt  uiul 
Acbse  eiiiigei*  Geuisteeu-Gattungen  aus  der  Subtribus  der  Crotalarieen 
lieutbam-Hooker.     Cassel,  19U1.     luaug.  Diss.,  8°    li.  1U17. 

C  o  II  e  t,  O.  J.  A.  Le  tabae,  sa  culture  et  sou  exploitation  dans  les  regious 
éqautoriales.     IJruxelles,  1903,  4°    11.  i>5<J. 

Constant  in,  J.  Etude  comparée  des  tiges  aériennes  et  souterraines 
des   dicotylédones.     Paris,   1S33.     Tbèse,   8°    B.  985. 

Coutejean,  C  b.  Geograpbie  botauique.  Influence  du  terrain  sur  la 
végétation.     Paris,  1881,  8°   F.  12Ó, 

D  a  b  1  s  t  e  d  t,  H.  Studiën  ueber  Süd-  und  ('entralanierikaniscben  Pepero- 
niien.  (Kongl.  Svenska  N'eteuskaps-Akad.  ilandliugar  Bd.  33,  II?  2). 
Stockbolni,  1900,     Mit  11  Tafeln.,  4°    C,  1578. 

D  a  V  i  d,  G.  Ueber  die  Milchzellen  der  Eupborbiaceen,  Moreen,  Apocjneen 
und  Aselepiadeen.     Breslau,  1872.     Mit  4  Tafeln.,  8°   B.  970. 

D  e  I  p  1  n  o,  F.  Pensieri  sulla  biologia  vegetale  sulla  Tassanomia  sul  valore 
tassonomico  dei  earatteri  biologici  e  projiosta  di  un  genere  nuovo  della 
famiglia  delle  Labiale.     Pisa,  1807,  8°   B.  977. 


Der  K  a  f  f  e  e,  Oemeinfassliche  Darstelluno'  der  Gewiniuinb,  Verweitunf; 
und  Beurteiliing  des  Kaffees  und  seiner  Ersatzstoffe.  (Herausgegeben 
von  Kaisei'lirhen  (}esundlieitsamt).     Berliu,  VMKi,  8°    H.  954. 

1)  u  1'  a  11  d,  T  11.  e  t  1)  a  y  d  o  n  J  a  c;  k  s  o  n,  B.  Index  Kewt^nsis  plautarum 
phaneroganiaruni.  Siipplementum,  nomia  et  synonyma  omnium  generum 
et  speeierum  ab  iuitio  anni  MDCCCLXXX\'I  usque  ad  finem  anni 
MDCCCXCV   Lomplecteus.     Bruxellis,   VJirS,  4°    C.  1593. 

D  u  s  e  n^  1*.  Gefasspl'lauzen  des  südliebeu  i'atagoniens.  i^üfversigt  af 
Kougl.  Vetenskaps-Akademiens  Förbaudlingar  ltM)l,  11-  4j.  Stockholm, 
1901,  8° C.  1574. 

D  u  t  a  i  1 1  y,  G.  Sur  quelques  phénomènes  déterminés  par  lapparition 
tardive  d'éléments  uouveaux  dans  k*s  riges  et  les  racines  des  dicotylédones. 
Paris,  1879.     Tbesè,  8°    '. B.  984. 

E  r  r  e  r  a,  L.  Recueil  de  llnstitut  botaiiitiue.  Tume  \'.  Biuxelles,  19Ul!, 
4°    G.  2Uti. 

E  u  1  e  r,  H.  Der  Einlluss  der  Elektrititiit  auf  Pflauzen.  1.  (^Öfversigt 
af  Kongl.  ^'etenskaps-Akad.  Fürhandliugar  1899,  II-  (>j.     Stockholm,  1899, 


8°    B.  lu; 


Experimental  farms.  Keports  for  1901.  (Apjieudix  to  the  report  of  the 
Minister  of  Agric.j.     Ottawa,  1902,  8°   H.  943. 

F  a  e  s,  J.  Geschiedenis  van  Buitenzorg.  (Uitg.  door  de  Xed.  Ind.  Maats'-" 
van  Nijverheid  en  Landbouw  te  Batavia).     Batavia,  1902,  8°  ....   E.  200. 

Field  operations  of  the  division  of  soils.  (U.  S.  Departm.  of  Agriculture). 
Washington,  1900.     Second  report  and  maps,  8°    il.  947. 

F  o  s  1  i  e,  M.  Melobesia  caspica,  a  new  alga.  (Öf versigt  af  Kongl.  N'etens- 
kaps-Akademiens  Förbaudlingar  1899,  11-  9j.     Stockbolm  1899,  8°  C.  1572. 

F  r  i  e  s,  R.  E.  Sveriges  Myxomyceter.  (üfversigt  af  Kougl.  N'etenskaps- 
Akad.  Förhandlingar  1899,  11-  3j.     Stockbolm,  1899,  8°    ('.   1554. 

Beitriige     zur     Kenntniss     der     Süd-Amerikauisclieu     Anonaceen. 

(Kongl.  Sveuska  Vetenskaps-Akad.  Handlingar  Bd.  34,  11-  5).  Stockholm, 
1900.     Mit  7  Tafelu.,  4°    C.  1580. 

F  u  1 1  e  r,  ('.  First  report  of  the  government  enlomologist  1899 — 1900. 
(Department  of  Agric).     :Natal,  1901,  8°  D.  098. 

Gamble,   J.   S.      A  manual  of  indian  limbers.     London,  1902,  8''   H.  950. 

Gerlache  de  G  o  m  e  r  y,  A.  de.  Exi)edition  antarctique  Beige.  Re- 
sultats  du  Voyage  du  S.  Y.  Belgica  en  1897 — 1898 — 189!»  sdus  Ie  comman- 
dement  de  A.  de  Gerlache  de  Gomery.  Kap|M)its  scien(ifi(|ues.  Anvers, 
1902,  4°    F.   121. 

G  r  e  s  h  o  f  f,   M.     Indische  N'ergifliapitorlen.     Mei  ecne  inleidiuu  van  Trof. 

VkHSLAG    van    's  LANbS    Pl.ANTENTUIN    1902  Ij 


'HG 

1)'.     II.     W'cfcrs     r.  e  t  I  i  II  U.     's  CrjivciiliM^'c.    I!»()L'.     Twi-cdc    iiiijjavo, 

S°     I ).    »;!»!». 

( !  r  i  s  <•  I»  ;i  (•  11,    A .    ii  ii  il     I J  i-  i  n  k  e,    .1 .      A .  S.  ( JfisliMl's  Sysifiii   d'i-   l'il/i-, 

Licliiiicii    II ml    A  l^i-ii.      l,<-i|i/.i;^,    JST:'..   S*^    (  '.    1.".  1.;. 

( i  II  i  II' o  V  I  r,     \\  .     lï.      <Jiii<l<'    lo    llic    i'i(»l;i  iiii-   <  !;i  rddis,    McIIkiiiiih-.       Koiilf 

iii;i|.   ••!<•.,   S  '    (  ;.   '2\\. 

il  ;i  i  I  i  <■  r,      II.       1  li»l(»lir.sis(lic     .\r;iiil  liiKccii.      (N(i\:i     .\il;i     .\l»l.     der     l\ais. 
Lcop.  ('aiol.  I  )ciils(  licii  .Vk;Hl.  (lef  .\a  I II  ilui  .><(licr  lijniti   L.\X.  Il'  .'!).     ilallc 

a/S.,    1.S!»7,    1".     Mil   S  TulVlii (J.    lööU. 

Hans  e  II,   A.      l'rpri  il  ni  iiiiii  dei    r.dhiiiik  irif  .Mcdicincr,  riiariii.itciiicii  iiiid 

Lflii  aiiils  ( 'aiidida  Icii.      \\  ilr/hiiij;,  ilMll,  S^  (i'   \  t-ihcsscrir  A  iiliagr  A.  ;;til. 

11  a  II  s  l  (•  i  II,    .1.    \  o  II.      l>as  I'rotojdasina  als  'rriiger  der  pl'lan/JiclM'ii  iiiid 

tliicriisclicn   Ltdx'in  ci  licliluiij^cii.      1  lrid<-ll»fi-j;,   1880,8'^    li.  U^ö. 

1 1  e  d  I  11  II  d,     'l\      l'ol  \  iii(»i  jdiisiiicii    lu>s    kloiol'N  <ct;r.     (Ol'versij^l    al    Koiigl. 

\'rU-iiskaj»s  Akad.  Fuiliaiidliii^ai-  1S!I!),  Il-  r.j.   Slocklioliii,  1800,8"   C.    155(i. 
.Moiiograpbie  der  (iuUuug  JSoi-bus.     (Koiigl.   ►SvL-uska   N'elenskups- 

Akad.  llaiidliiigar  l'.d.  ;ir.,  U'  Ij.     Stockholm,  lOUl,  -L" C.  158:'.. 

II  e  II  11  i  II  g  s,     I'.      Fiiii^i    aiislroaiiu'i-lcaui.     (ÖfvcrsigL  al'    Koiigl.    N'eteus- 

kaps  Akadciiiicjis  F(')iliaiidliiij4ai-  10(1(1,  11- i'j.     Slockbolm,  1000,8°   C.  1568. 
HtM-dciikiiij^     \aii     licl     lioiidcrdx  ijli  i^    jjni^     Itrsiaaii     sau    d<'    liollaiidscdie 

iüaa(s(  liappij  dei-  NVt'leiiscliapjx'u,  op  7  .Jiini    100-.     's  (iravciihage,   lOOÜ, 

S°     (1.  2Ul 

Il  er  Iz  ka,    A.     i'liolographistlie  Clieiuie  und  Cliemikalieiikuude.     Üerliu, 

1890.     Mit   05  Figuieii,   8°    D.  701. 

II  e  11  sier,    Fr.     Die  Terpene.     lirauiisrhvveig-,    1800,8°    D.  705. 

Hinohley    Hart,    J.     „Cacao".     A    treatise    oii    llie    eiiltivatiou    aud 

ciiriug  of  „cacao".     Tiiiiidad,  1000,  8°   H.  949. 

H  o  c  11  r  e  u  t  i  n  e  r,    1>.    V.   (J.     Kevisiou  du  gcurc  Hibiscus.     (lenevè,  1900, 

8°     C.  1590. 

H  o  o  k  e  r,  J.   D.     A  sketch  of  the  life  and  labours  of  Sir  William  Jachkson 

Hooker.     Loiidoii,    lOOL',  8°    A.  362. 

II  ü  h  n  e  r,   I*.      Vergleicheiide  rnlcrsiK  hniigen  iieber  die  I>lall-  mul  Achsen- 

structur   eiiiiger   Anslralischer    I'odalyrieeD-Gattuiigeii.     tUastroIobium, 

Pnltanaea,  Latrobea,  Kiitaxia  und  Dillwynia.     Cassel,  1001.     Inaug.  Diss., 

8°     B.  1010. 

1  u  t  e  r  n  a  t  i  o  n  a  I      (t  a  t  a  1  o  g  u  e      of      s  c  i  e  u  t  i  f  i  c      1  i  t  e  r  a  t  u  r  e. 

First  aiuuial  issue.     P.otany  Tart  I.     London,  1902,  8° G.  219. 

I  s  t  Y  a  n  f  f  i,    (J.    de.     Annales  de  rinslitiit    central   anijtélologique  royal 

hongrois.     nuda])est.  1!»02.     Toine  II.  8°   H.  958. 


227 

Jaarboekje  der  N'ereeningiug  „Ooftteelt",  1899/00,  1900/1.     Batavia,  1900, 

8° H.  918. 

Jaaroverzichten  betreffende  den  handel  in  kohtniale  produeten,  1902.     Am- 
sterdam,  1903,  4°    H.  955. 

Jaderholni,    E.     Laubnioosflora  Xovaja  Semljas.     (Öfversigt  af  Kongl. 
Vetenslcaps-Akademiens    Förhandlingar    1901,    11-    7).      Stockholm     1901, 

^°     C.  1575. 

J  a  n  r  z  e  w  s  k  i,   E.   d  e.     Etudes  compar(^es  sur  les  tubes  cribreux.     Cher- 

bourg,  1881,  8° B.  993, 

Jensen,    C.     Enum.   FTepaticar.   insulac   Jan   Mayen   etc.     (öfvcisigt   af 
Kongl.  Vetenskaps-Akademiens  Förhandlingar,   1900.   11-  (l).     Stockholm, 

1900,  8°    r.  1570. 

J  o  1  1  y,    J.     Medeein.  Caus  Grundriss  der  Indo-Arischen  Bhilologie  und  Al- 

tertumsknnde).     Strassl)urg,  1901,  8° D.  702. 

J  ö  n  s  s  o  n,    B.     Die  ersten  Entwicklungsstadien  der  Kcini]>rianze  bei  deu 
Succulenten.     (Lunds   Univ.    Arsskrift.    Bd.   38,   Afdeln.   2.    11-    1).     Lund 

1902,  4° B.  lOOG. 

J  u  e  1,  H.  O.     Auf  Umbelliferen  wachsende  Aecidien.     (Öfversigt  af  Kongl. 
Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1899,  nM).     Stockholm  1899.  8°  B.  1029. 

Vergleichende  untersuchungen  der  Gattung  Antennaria.     (Kongl. 

Sveuska  Vetenskaps-Akad.  Handlingar,  Bd.  33,  11°  5).     Stockholm,  1900. 

Mit  fi  Tafeln.,  4° C.  1579. 

Kamerling,  Z.     Verslag  van  het  wortel  rot  onderzoek.     Soerabaja,  1903, 

8°    B.  1032. 

K  a  r  s  t  e  n,     G.     Lehrbuch    der    Pharmakognosie   des   rflanzenreiches   für 

Hochscliulen  und  zum  Selbstunterricht.     Jena,  1!)03,  8°   D.  710. 

Kind  berg,    N.    G.       Vermlands    och    Dals    bryogeografi.     (Öfversigt    af 
Kongl.  Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar   1899.  H"  10).     Stockholm,  1899, 

8° G.  1562. 

K  J  e  1  1  m  a  n,  F.  R.     Floride-slagtet  Galaxawra,  dess  oiganografi  och  syste- 
matik.     (Kongl.    Sveuska   Vetenskaps-Akad.    Handlingar    I!d.    3>3.    11?    1). 

Stockholm,  1900,  4°    C.  1577. 

Klebs,    G.     Willkürliche   Entwickelungsauderungen    bei    l'flanzen.     Ein 

Beitrag  zur  l^hysiologie  der  Entwickelung.     G.      Fischcr.  i:»()3.  8°  li.  1035. 

Kliem,    P.     BeitrJige  zur  Widerstandsfahigkeit  einiger  vcgelalivcr  Kege- 

nerations  organe  gegen  Trockenheit  uuter  Berücksichtigung  der  .\natomie 

derselben.     Erlangen,  1900.  Inaug  I)iss„  8°   H.  1007. 

K  o  c  b,    L.     Die  mikroskopische  Analyse  dn-   Drogi  npnlver.     Herlin,  1900, 
4°     D.  695. 


D"".  K  ö  11  1  f  r.  ^'(•I■^'iMl);l!•llIl;:^'Il  /.iH'  ciiilii'ii  1  irhrn  I  ■iitdsiiclinii;,'  iind  Beur- 
tliciliiii;^  \  on  .\;i  In  iiii;:s  iiihI  (  ifiiiissinil  IcIii  s«t\\  ii'  (  !cl»r;iii<|is  ^xc^ciistiiiulen 
fin'  (l;is  l>ciils(  hr  Kri.li.      r..iliii.   is'.i!».  S° \.   :',5«. 

K  ('t  I' Im>  r',  (1.  W  .  <  1  iiiiHliiss  «Ier  K  i\  |il  u;^;i  hmmi  K  iimli'.  Itii'^hni.  I  M4-S, 
s^     e.   1544. 

|\  o  (  ü    I'.    :i  II  (I  l\  ;i  II  ;i  /  ;i  \v  ;i,    S.      A  (■;i(;il(t<,Mir  uf  llic  i(mi;i iii/c»!  !.M(i;_r|;i|»lii 

ral    iiMiiirs.     'rok\  o.    1 !»():;.  s"    ( ;.  L"_MI. 

K  r  ;i  II  s,  (!.  Ziii-  KiMniiniss  <|<'r  ( 'lil(ii<i|>li\  1 1  riiilisldiri-  iiml  ilin-i'  \'ff  w  ;iiiil 
lm.       S|H'rt  l';il;|  li;i  I  \  t  isclic    1' ii  t  cisilrli  ii  ii;^cii.       Si  il  I  I  ^;i  it .    I  S7"_'.       M  i  I  '  .'i    llnl/, 

s.iiiiiiicii  iiikI  ;;  liiiio-:!-.  Tiiivii..,  s"  i:.  !)7r,. 

K  I' ;i  11  s  r,  l'l.  I'',r;istiiiis  l>:ir\\iii  mul  sciiic  Slclliiii'_;  in  der  ;_fcs(lii(Iili'  der 
I  )«'S(('ii(lrii/,  t  licoiic.  .Mil  sciiiriii  Lrlicns  iind  ( 'liinjiklriltildc  \(iii  ('li;ii"l('8 
Dor-svin.     I.cip/i-,^.    ISSO,  S°    \.  :',5:{. 

Kil  II  kei.  A.  .1.  Il;iiidl.ii(|i  der  'r.).\ik(tl<)^Mc.  .Iniji  P'"  ||;i.-lllf  ls!t!».  2"^^ 
Haelflc  l!)Ol A.  :',55. 

K  ii  s  t  (M-,   E.     I*iilli(d(.<iisclic  rfIjiii7>(Mi;ni:it()ini.-.     Jciui.  r.Hi::.  s^  .  .    p,.   in;U. 

I>  a  j;  e  1' Il  o  i  lil,  (1.  rdtci'  N'ihrioidcn  in  der  IMhiii/.fii/.cIlc  (<">fvfrsifrt  af 
Kongl.  Votouskaps-Akad.  Föihaiidlinjiar  ls:i!i.  M-  (l).  Slockliolin,  ISIM), 
8°     B.  1028. 

L  a  111  y-T  o  r  r  i  1  11  o  II,  (1.  Lc  caonlclioiic  bnit  et  ses  transforiualioiis  on 
caoutchonc  niainifachin'.     Taiis.  19(12,  8° H.  !>r)1. 

Leonhardi,  F  r  li.  II.  \  <»  ii.  Di*'  Itislicr  iH-kainilcn  östorrpicbischen 
Arnilenchter-Oewiiclise  hcsiirochcn  voii  morpliof^ciiotisclH'ii  Standpuncte. 

Pma,  1864,  8° r.  1.5:^^. 

L  é  V  e  i  1  1  (^,  H.  Monograjiliio  du  |lc<'1'i*o  Onollicra  ;\\oc  Ia  collaboialioii  ponr 
la  partio  aiialoiiiinjie  do  M.  Th.  rniffroy.  Le  ^Fans,  1!)()2.  42  planche.*', 
4°    r.  1551. 

L  o  V  y,  L.  T^ntoisiK'liiinpien  uober  Blatt-  nnd  Aflisenstnictni-  dor  Gonisteen- 
rTattuii*;  Aspalatlins  uiid  oinioor  vorwandtoi'  Oonora.  Cassol.  1901. 
Inaufï-Diss B.  1015. 

Lidforss,  B.  Batolojriska  jakttairolsor.  (()fvoi-si^t  af  Kouul.  \'otons- 
kaps-Akad.  Förliandlin<:ar  1899.  11-  1).     Slocklioliii.  1899.  8°   (\  1.558. 

Batolofifiska  jakttajïolsor.     (Öfversigt  af  Kouirl.   \'<'t('iiskaps-Akad. 

Förliandlincrai-  1899.  11?  V).     Stookholm.  1901,  8° C.  1.578. 

Lindmaü,  C.  A.  M.  Einigo  ampbikarpo  Pflaiizoii.  (öfvorsirrf  af  Konjrk 
Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1900,  YV-  8).  Stockholm,  1900.  8°  B.  1024. 

BeitrafTO  znr  nraniiiioonfloia  Südamoiikas.     (KoiiwI.   Svenska   Ve- 

tonskaps-Akad.  Handliiijjar  Bd.  84.  W  fi).    Stockholm,  1900.    MH  15  Tafoln., 
4"     C.  1581. 


2^9 


Maedoujial,  D.  T.  Elementary  plant  pbysiology.  London,  1902, 
^o  * B.  1036. 

IMactieal  Text-book  of  plant  physiol<)<,^v.     London.  1901,  8°  B.  1037. 

M  a  i  d  e  n,  J.  H.  A  critical  revision  of  the  genus  Eucalyptns.  Sydney, 
X<)()3,  4° C'  1588. 

Ma  lm  e.  G.  O.  Föi-grenings  förhallandena  hos  as<lepiadaceerna.  (Öfver- 
sigt  af  Kongl.  Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1!)00,  11-  (>).     Stockholm, 

Ï900,  8° ^-  ^*- ^•^' 

Die  Asclepiadaeeen  des  Regnell'schen  Heibais.     «Kongl.  ï^venska 

Vetenskaps-Akad.  Handlingar,   Bd.  34,  11^  7).     Stockholm,   1900.     Mit  8 
Tafeln.,    4°    C.  1582. 

Standarna  hos  Pyrola  unifloia.  «Öfversigt  af  Kongl.  Vetenskaps- 
Akad.  Förhandlingar  1900,  IV  1).     Stockholm,  1900,  8° C.  156:?. 

])ie  Gattnng  Oxypetalnm.     (Öfversigt  af  Kongl.  Vetenskaps-Akad. 

Förhandlingar  1900,  11-  7).     Stockholm,  1900,  8°   C  1571. 

Dié    Compositen    der    ersten    Regnellschen    Expedition.      (Kongl. 

Svenska  Vetenskaps-Akad.  Handlingar  Bd.  32,  11-  5|.     Stockholm,  1899, 
40     C.  1576. 

M  a  t  s  s  o  n,  L.  P.  K.  Rosae  Ösilianae.  ((U'versigt  af  Kongl.  N'etenskaps- 
Akademiens  Förhandlingar,  11^  2).     Stockholm,  1900,  8° C  1566. 

May  er,  A.  De  voeding  der  planten  vooral  met  het  oog  op  de  landbouw- 
gewassen.    Wageningen,  1879,  8°  B.  1001. 

Meyier,  J.  E.  de.  Aanleg  van  eene  zeehaven  te  Tandjong-Priok.  (Uit 
Verh.  V.  h.  Kon.  Inst.  van  Ingenieurs  1892/3,  blz.  49—146).  's  (Jravenhage, 
1893.     Met  19  platen,  4° K.  199. 

M  i  n  k  s,  A.  Beitrage  zur  Kenntniss  des  Baues  und  Lebens  der  Flechten, 
I,  Gonangium  und  Gonocystium  zwei  Organe  zur  Erzeugung  der  anfiing 
lihen  Gonidien  des  Flechten  thallus.  Wien,  1876.  Mit  2  Tafeln,  8°  C.  154»». 

Miyabé,  K.  On  the  Laminariaceae  and  Laminaria  Industries  of  Hok- 
kaido-liejxjrt  on  the  Investigations  on  the  Marine  Resources  of  Hokkaido, 
III.     Japan,  1902,  8° ^-  l'"^^'''- 

M  ö  1 1  e  r,  A.  ITntersuchungen  ueber  ein-  und  zweijahi'ige  KieftMu  im  uuir- 
kischen  Sandboden.     Berlin,  1903,  8°    H.  959. 

M  ö  r  n  e  r,  ( \  T  h..  o  c  h  Vest  e  r  g  r  e  u,  T.  Fri  oxalsvra  iuom  viixtriket. 
(Öfversigt  af  Kongl.  VetiMiskaps-Akademicus  Förhandlingar  1901,  11-  8). 
Stockholm,  1901,  8°    B.   1022. 

M  o  r  t  i  e  r,  B.  G.  d  u.  Hepaticae  Europae.  Jungermannideae  Europae 
post     semisecnlum     recensitae,     adjunctis     hepaticis.     Bruxelles,     1874, 


8 


C.  1544. 


230 

i\l  ii  1  ]  <*  I-,  J.  Kin  l'.cihwjx  /iir  Krunl  niss  der  nipjiliidi-u.  I,ci|izi;.',  1*>()2, 
Mil   .".  TmIV-Iii,  s°    I).   70»;. 

M  11  II  k,  II.  I)i«*  t'l<-l<l  riscliiii  iiiiil  r.<-\\f;;iiiius  i;rs(lifiiiiiii;^i-ii  :iiii  lihillc  der 
l>ioiiiic;i  iiiMs<i|iiil;i,  iiiil  (\<-y  ;i  ii;i  I  oiii  isilicii  I '  iil  itsihIi  iin;^  des  I  )i(iii;ii*<i- 
r.hiilcs  voti  \\  Kilt/..      L<'i|»y.i-.  lsT<i.     .Mil  :;  'l';irrlii,  ,s°   i:.  ü'.t!». 

MiirlM'ck.  S\.  .\  iii|ilii(;ii|M'  iiordw  cslii  Iril^ji  iiisclic  IM'l;i  ii/<'ii.  lOlv  cr.sij^t 
;ir  Kdli^d.   \'<-1ciisU;i|>s  Ak;id.   I'iiilui  lid  1  i  ii;;;i  r    l'.HII.   II'-   7i.      Slncklinlin,    \'.H)\, 

s°    i;.  1(12:?. 

N  ii  ;^  <■  1  i.  \\  .  I»('ilr;i;^c  /.iir  niilici-cii  Ki-niiiniss  d<'r  Si  ;irlxf;^rii|i|)<'  in  (  liciiii- 
sclicr   iiiid   |)liysiolo;^is(lirr    r.c/.icliiiii;^.        Lcipzi;^,    ISTI,  S°    |{.  !)80. 

N  a  \V  ;l  S  e  11  i  11.  S.  I 'clicr  die  ;^<'IlH-iii»'  l'.iikc  l  Itd  iil;i  ;illi;i  l,i  illid  difliiur- 
jdiolofiisclic  I  )('U(  nii;i  <1<'!-  < 'li;il/,oj:;iiiii('.  i  .Mc'-iiKtiics  de  IWciid.  d<'.-<  scifiict's 
de  St.  IVtcrshoni-",'  ,\ll'  Seiic,  Toiiic  Xl>ll,  il'-  lüi.  Si.  IN't»Tsl»(.iii  •-,  1804. 
Mit  VI  Tafplii,  4°   Ii.  1018. 

N  e  ^  o  1',  F.  \\'.  rrcdiiicac  cl  I  "si  ila^^iiicar  Fiicjiiaiiar  rlc  (()fv»Msij;t  af 
K<.ii<,^l.  Vcicnskaps-Akad.  Förliaiidliii;;ar  1S!I!I,  11'-  Tj.  Stockholm,  1899, 
8°    C.  1558. 

N  e  t  s  e  h  e  1',  II.  •).  T  li.  en  Holle,  A.  A.  \'eisla<'  eeiier  reis  naar  de 
Thee-districten  van  Britsch-Indië  en  Ceylon.     Batavia,  1903,  4°  H.  960. 

N  iederlei  11,  (J.  Kessoiirces  v^^gétales  des  Colonies  Fran^aises,  répré- 
sentées  dans  les  collections  de  „rOffice  ColoniaT'  du  Ministère  des  Colo- 
nies.    Paris,  1902,  4°  H.  945. 

Palm,  L.  H.  TJeber  das  Winden  der  Pflanzen.  Eine  botanisch-physiolo- 
gische  Abhandlung.     Tübingen,  1827.     Mit  :*>  Tafeln,  8°  B.  980. 

Piepers,  M.  C.  Miraicry  ,Selektion,  Darwinisnius.  Erkliiruug  seiner 
Thesen  neber  INIimicry  (Sensu  generali)  anf  dem  im  Jahre  1901  im  Berlin 
stattgefundenen  5''"  internationalen  zo<")lo<;ischen  Kongress.  Leiden,  190H, 
8°    D.  707. 

P  o  u  1  s  e  n,  y.  A.  Botanische  ]\Iikrochemie.  Eine  Anleitiin^^  zii  phvto- 
histologischen  Untersnchuugen.     (\assel,  1881,  8°    B.  1003. 

P  r  e  n  g  e  r,  A.  Systematisch-anatoniische  Fntersuchungen  von  Blatt  und 
Achse  bei  den  Podalyrieen-Gattnnji:en  der  nördlichen  Hemisphiire  und  des 
Kapgebietet*,  sowie  bei  den  vier  australisclien  Podalyrieen-Gattungen 
Brachysenia,  Oxylobiuni,  Chorizenia  und  Mirbelia.  Erlanen.  1901.  Inaug- 
Diss,  8° B.  1009. 

P  r  u  d  h  o  ni  m  e,  E.  Le  Quinquina.  Culture.  l*réi)aration-Commerce. 
Paris,  1902,  8°  H.  952. 

Kadi,  E.  O  ^lorfologickem  Vyznaniu  DvojitvchociuclenoviMi.  A'.  Praze, 
1901,  8°    B.  1020. 


251 

K  a  (1 1  k  o  f  e  r,  L.  Der  Befruchtimgspi'ocess  im  Pf lauzenreiche  und  sein 
Verhiiltuiss  zu  dem  im  Thierreiehe.     Leipzig,  1857,  8°  . B.  982. 

R  a  u  t  h,  F.  Beitrage  zur  vergleichenden  Anatomie  einiger  Genisteen  Gat- 
tungen  (Labnrnuni,  Spaitium,  Eiinalea,  ülex,  Cytisus,  Hypocalyptus, 
Loddigesia).     Erlangen,  1901.     Inaug.  Diss.,  8° B.  1013. 

R  e  i  <•  Il  a  r  d  t,  H.  W.  Fungi,  Hepatii-ae  et  Mus<i  frondosi.  Wien,  1870. 
Mit  17  Tafeln   ^-  ^l'^^^^' 

R  e  i  n  k  e,    J.     :Morpbologiscbe  Abliandlungen.     Leipzig,  1873.     Mit  7  Ta- 

feln,   8°    ^-  -^'   ' 

Reinke,    J.    und    K  o  d  e  w  a  1  d,    H.      Studiën    über    das    Protoplasma. 

Berlin,  1881,  8° ^'  ^^^' 

Report  of  the  United  States  Philippine  Comission  to  the  Secretary  of  war. 

Washington,  1901.     Part.  1,  2,  8° <>•  209. 

Report   of  the  bureau  of  forestry  of  the  Philippine  islands  from  July  1 

1901,  to  September  1,  1902,  8° H.  957. 

Revue    générale    de    b  i  b  1  i  o  g  r  a  p  h  i  e    f  r  a  n  (,•  a  i  s  e.     1'"  Anneé 

W  1.     Paris,  1903,  8°   ^^-  ^l^. 

Reynolds  Green,  J.  Researches  on  the  gcrmiuation  of  the  pollen 
grain  and  the  nutrition  of  the  ]>ollen  tube.  (Phil.  Transaetions  of  the 
Rov.   Soc.  of  Londou   Vol   .185  (1894),   B.  pp.  38.5— HI9).     London   1894, 

^o  '  B.  1019. 

R  o  s  e  u  b  e  r  g,  O.  l'eber  die  Transpiration  mehrjiihriger  Bliitter.  (Öfver- 
sio-t  af  Kongl.  Vetenskaps-Akad.  Förhandlingar  1900,  11^  1).     Stockholm, 

IJKIO,    8° 1^-1026. 

Rothert,  W.  Vergleichend-auatomische  Untersurhuugen  ueber  die 
Differenzen  im  primiiren  Ban  der  Stengel  und  Khizome  krautiger  Phane- 
rogamen  nebst  einigen  allgemeinen  Betraehtungen  histologischen  Tnhalts. 

Dorpat,   1885.     Inaug-Diss • ^-  ^■^"^• 

Rumphius-Gedenkboek     1702—1902.     Uitgeg.   door   het   Koloniaal 

Museum  te  Haarlem,  1902,  4°   <^-  ^l^^. 

Santesson,   C.   G.     Ett  herbarium  frau  1719.     (Öfversigt  af  Kongl.  Ve- 
tenskaps-Akad. Förhandlingar  1899, 11^  8).     Stockholm,  1899,  8°  .  .   C.  1560. 
Schiiffer,    E.     Beitriige  zur  Kenntniss  der  von  einigen  Schimmelpilzen 
hervorgebrachten  Enzyme.     Erlangen,  1901.     Inaug-Diss.,  8°   .  .   B.  1008. 
S  c  h  e  n  c  k,    H.     Die  T'.iologie  der  Wiissergewaechse.     Bonn,  1880.     Mit  2 

Tafeln,  8°    ' ^'-  ^^^• 

Schlechter,     K.      Westafrikanische    Kautsdilmk  KxpiMlit  ion.      Borlin, 

H     94** 
1900,  8°   "•  ^^- 

Schrooder,    A.     Anaton)is,he   rntorsudiung  d.-s  lilattcs  und   der  Axe 


232 

bei  (lf*n  Li[)nrk'a<*  iind  noHHiaoao  (Trih.  (Jrrnist;u').  ('asscl.  l!t»fj.  Inanji- 
Diss,  M'^ |{-   lOl  t. 

S  e  II  II  I  z  e,  II.  I'.fit  r;i;^<'  ziir  \  (M-^xh-iclifiidfii  A  iimIuhi'h'  «ii-i  < 'latt  iiii^^eri 
|ji|)iiiiis    mul    Ar^'.v  ro|t)l)iiiiii.      <'i)llicii,    lllUl.      I  ii;i  ii;:l  >iss.   S'     ..     1*..    ItiH'. 

S  e  II  II  I  /  f,  \\  .  r.fil  lil;;»'  /iir  \cr;;lc'nlifii»|cii  Aii;iloiiiii-  dt-i  <  It-riislft'ij- 
^allun^rii  (It'iiisla.  A(l»Miorai|»iis  iiinl  ( ';il  \  «olonif.  <  ■IhmiiihIsz,  llMll. 
Inaii^r-Diss,  S'' I'..    loll. 

S  e  hii  I  /.  <•  Il  Im' I-;  «•  r,     I'.      Les   tViiiM-nhilioiis.      Paris.    IST").  S°    ..    li.  !>S7. 

S  r  i  <l  I  i  t  /,.  (!.  l)'n'  1  );ir\\  in'srlic  TJn-ui  ir.  IlJf  \'(ilfsiiii;;i'ii  iiImt  (li<' 
luitstfliiiii^  (Ier  Tliicrc  iiiid  IM'la  ii/.fii  (liircli  \;it  iir/.iiclil  iiii;;.  /wt-itc  vt-r- 
mebrte  Aiifla^c     l><ii>/,i-,  \x~'>,  s" A.  :i54. 

SelciM'll,  W.  A.  and  <  1  a  r  d  iic  r.  X.  I..  Al^ac  of  nortli  western  Ame- 
rica  (liiix.  ot'  ("alitoriiia    itiihlical  ioiisi.      r.erkehM-,   ÜHI.'t.  S"^    ....    ( '.    \7Mri. 

S  e  \v  a  r  (I,  A.  i\  el  A  r  I»  e  r.  Iv  A.  N.  Les  Xipadites  <1ps  ((niilifs  •'■ortMiès 
(Ie  la  Uel^itpie.  (Extr.  d.  nnMiioiies  dn  .Mnst-r  royal  d"liislnirt'  n;il  iir<*llf 
de  Belj:i(iue  T  II).     Jirnxelles,  VMV.i,  4°  D.  Tui). 

Sillovvay,  V.  M.  Sunnuer  Birds  ol'  Flalhead  Lake  (P.iill.  ef  tli»*  Univ. 
of  iMontana  II-  :i).     rnivers'ity  of  Montana  19(11,  S°    D.  ml. 

Skottsher^.  ('.  11  n  d  V  e  s  t  e  r  «;  r  e  ii,  T.  Für  Oesel  nene  Pflanzen. 
((U'versiiit  af  Kon^l.  \'elenskaps-Akadeini<'ns  Förliandlin^ai  IJMM),  11-  ?>). 
Stockholm,  s°   C.  1569. 

S  t  r  a  s  b  u  r  ^e  r,  K.  Teber  Kern-  iind  Zelltheilnn^  lm  Pflanzenreiche, 
nebst  eineni  Anlianü  fibei-  Befiiiclit imu.  -lena.  ISSS.  Mit  'i  Tafeln, 
8°    B.  988. 

Die  Controversen  der  indireeteii  Kerntheilimo.     Bonn,  1884.     Mit 

2  Tafeln B.  989. 

Ueber  den  Tbeihinusvoruany  dei-  Zellkerne  und  das  Verhaltniss  der 


Kerntbeilnn^  znr  Zelltbeihmo.     Bonn,  1882.     Mit  3  Tafeln  8°  . .   B.  990. 
Das  botanische  1'racticnin.     Vi(Mte  uiii»iearbeitete  auflage.     Jena, 


1902,  8° B.  1031. 

S  t  ra  s  b  n  r  w  e  1-,   E.,  X  o  11,   F.   und   S  c  h  i  ni  p  e  r,   A.  F.   W.     Lehrbuch 

der  Botanik  für  Hochschnlen.  Fiinfte  Auflage.  Jena,  1902,  8°  A.  360. 
Strebl,   K.     Fntersuchungen  über  das  Langen wachthnm  der  Wnrzel  und 

des  hjpokotylen  Gliedes!     Leii>zig,  1874.     Tnaug-Diss,  8°    B.  981, 

The  B  r  i  t  i  s  b  P  h  a  !•  ni  a  e  o  p  o  e  i  a.  1898.  London,  1901,  8°  .  .  D.  708. 
T  i  e  g  b  e  ni,    P  h.   v  a  ii.     Nouvelle»  observations  sur  les  Oehnacées.     Paris, 

1903,  8° C.  1594. 

Torre  y,    H.    B.     The  ïfydroida  of  the  Pacific  coast  of  North  America. 

Berkeley,  1902,  8°    D.  704. 


233 

Tubeuf,  D^  Freiherr  v.  Studiën  ueber  die  Scliüttkrankheit  der 
Kiefer.  (Arb.  a.  d.  Biologischeu  Abth.  für  Land-  und  Forstwirthschaft 
aniKais.  Gesimdheitsamte).  Berliu,  3901,  IF  Bd.  Heft  l.  Mit  7  Tafeln, 
^o  H.  944. 

U  u  s  e  r,  F.  Anatomie  nnd  Ph.vsioloj,ne  der  Tflanzen.  Leipzig,  1855, 
^o        '  B.  996. 

U  r  b  a  n,  I  g.  Symbolae  Antillauae,  seu  fuudamenta  Floiae  Indiae  oceiden- 
talis.     Berolini,  1901.     Vol.  II,  fase  III,  8° C.  1550. 

Van  de  vel  de,  A.  J.  J.  Repertoi-inm  van  de  geschriften  over  de  voe- 
dingsmiddelen gedn rende  het  jaar  1900  verschenen.     Gent.  1901,  8°  A.  356. 

Verslag  van  het  Rijks  Ethnographisch  Museum  te  Leiden  over  het  tijdvak 
van  1  Oet.  1900  tot  30  Sept.  1901.  (Ministerie  van  Binnenlandsche  zaken). 
's  Gravenhage,  1901.     Met  16  platen,  8°    ^^-  212. 

VersL^g  der  centrale  commissie  voor  de  wereldtentoonstelling  te  Parijs  in 
1900.     's  Gravenhage,  1902,  4° ^'-  -^^■ 

V  e  s  t  e  r  g  r  e  n,  T.  Ueber  Hymenella  Arundinis  Fr.  (Öfversigt  af  Kongl. 
Vetenskaps-Aakd.  Förhandlingar  1899.  11-  8).     Stockholm,  1899  8°  C.  1561. 

V  1  a  d  e  s  c  o,  M.  C.  Bulletin  de  Therbier  de  Tlnstitut  botanicpie  de  Buca- 
rest,  n?  2.     Bucuresci,  1902,  8"^ <"^-  222. 

Vogt,  C.  Natürliche  geschichte  der  Schöpfung  des  Weltalls.  der  Erde 
und  der  auf  ihr  befindlichen  Organismen  begründet  anf  die  durch 
d^-e      Wissenschaft      errungenen       Thatsa.-hen.      Brauns.lnveig.       1858, 

A.  352. 

8°    

Vries,  R.  de.  Eine  Methode  zur  Analyse  der  Turgorkraft.  (Abd.  aus 
Pringheim's  jahrbüchern  für  wiss.     lV)tanik  Band  XIV,  Heft  4).     Berlin, 

_,   „„  ■  B.  1002. 

1884,  8** 

W  a  h  1  g  r  e  n  e,  E.     On  some  Apterygogenea.     (öfversigt  af  Kongl.  Veteus- 

kaps-Akademiens  Förhandlingar  1899,  W  8).     Stockholm.  1899.  8°  D.  700. 

Wakker,    J.    H.     Onderzoekingen   over  adventieve  kuo]>]»en.     Haarlem, 

1885.  Akad.-proefschrift    ^-  ^^^• 

Wan^-erin,    A.     Verhandlungen   der  Gesellschaft  Deutscher  Naturfor- 

^                                                                       .     ,-.n  r*    OOI 

scher  und  arzte.     Leipzig,  1903.     V  Theil,  8°  <t-  -i- 

Watt,  G.  and  Manu,  H.  H.  The  pests  and  blighfs  of  the  tea  plant. 
(Second  edition).     Galcufta.  1903,  8° ^    l^''^-'^- 

Web  er,  M.  Siboga-Expeditie.  T^itkomslen  op  zoölogisch,  botanisch, 
oceanographisch  en  geologisch  gebied  verzameld  iu  Nederlandsch-Oost- 
Indië  1899—1900  aan  boord  H.  M.  Siboga  ouder  eommaud*.  van  Lnil.'uaut 
ter  zee  1«  kl.  G.  R.  Tvdeman.     Leiden,  1901,  4^     Mou..graphie  I,  XLIV, 

LX : ""■'''- 


2:^4 

WoeverK,   T  li.     <  )?Hl<'rzockin<:fti  ovcc  <  iluKosidcii  in  v<'iI»;iihI  iin-t  d<'  stof- 

wiHHclin^'  <I<T  |>l:iiit.  I{(.((<'nl;iiii.  IMirj.  A.;hI.  |.io.  rs.liiiili ,  s''  |',.  l(i:'.(l. 
"NV  e  i  K  lil  il  II  II,    A.      I  .-Itri'  (lir  Zalil  (l<r  Kidil  iiii-sU<m|m-i'  iiimI  iM.cr  ilii<'  !'.<•- 

(l.-ii(Mii-   liii-  <li<'  \■<■I•rI•l»llIl<,^     .I.Mi;i,   lssT,s°   I'..    H«Hi. 

W  e  s  (  e  r,      A.      A  lsiii<-l»l<>iiiiii;iiis     iiMirr<>l<>;;i     ndi     ;iii;il<i!iii.     (( )l'\  ••isi;:l     ;if 

K()li<il.    \'rlciisU;ii)S  Akiid.    F<.rli:iii(lliii<:;ir    is'.l'.i.    Il-     1 1.      St<..kli(.liii.    \S\\<), 

s^o  ( '.    1  ."55. 

W  ,>  i  s  III  il  II  II.     A.      \'«»ilr;i;;i'    iirhci-    I  )cs<('ii«li'ii/    Ihcoiic    ;:<'|i;ilt<'ii    ;iiii    iI'T 

rniv.'isiliil  /Il  l'^('ilMii<r  ini  IJr.-is-iiii.  .Irnn.  liMli!.  Il  l'.d.  S°  ..  D.  T»»:'.. 
\\'  i  •' s  II  <' r.    .1.      I>i<'    I'-iilsIcliiiii':   <h->i   r|il(,ii»iiliylls    in    (U-r    rthiii/.»-.      Imik- 

l(liysi<»i(»^is(lic    rnlcisiiclinii^.      Wini.    ISTT,   S''    M.  l>s:',. 

llcilrii^c  znr  Kciiii  I  iiiss  der  pliotdclu-niisclicn   Kliniiis  iiii  A  rkl  isi-licii 

(Jchiclc  (Al»-i<'(lr.  ;i.  d.   LWIl    liiindc  der  I  )ciis<liiilt('n  d.  iiuit  li  n;it  iirwiss. 

('lassc  d.  Kuis.  Akiid.  d.  wiss. I.     Wicii.  IS'.ls.  1°   I>.  712. 

W  i  1  d  <' III  il  n,     K.     de.      I><'s    jdiiiitcs    ( inpicjilcs    de    «iiiiiidr    ciilt  iiic,    «•af<'>, 

caciio.  <M)lii.  viiiiillc  (d  ciiontcdioiic.      r.iiix.'IIcs.  liHii!.  4° n.  053. 

N\'  i  1  I  i  s.    M.     ('iitiiloiiiic  of  tlic  I/iluiny  <»t'  tin-  Ito.viil  lioliiiii-'  flardous,  Pe- 

radonya,  Oylon.     November,  1!»(>0.     ('oloiubo.   I'.MIL».  s°    G.  208. 

W  i  n  k  1  e  r,   F.     Beitrase  ziir  ver<:lei(dieiid('n  Aiuitoinie  d<'r  ( Jattiinjren  Cro- 

talaria  inid  rn«)ritro])is.     Broniber"--.  1!H)1.     Inau<;-Diss,  S° B.  1010, 

Z  i  lil  111  e  rm  a  n  II,    A.     Die  Moijdiolojiic  iind    IMi.\si(»l(»j;i('  dfs  pflanzlichen 

Zidlkernes.     dcna.   1S!m;.     Mi<    S4   Fi.uiiivii,  S°    B.  1004. 

Z  o  p  f,    W.     Die  SpaKpilze.     Bivslaii,  1SS:{,  S° C.   15:^,0. 

TIJDkSCHKIFTEN. 

A  foriiijihlly  review  of  tlie  iniperial  doi>artuient  of  aiiricultiirc  for  tbe  West- 

ludies.     Barbados  lOOi». 
Agriciiltnral  bulletin  of  the  Straiis  and  federated  Malay  States,  edited  by 

H.  N.  Ridley,  Dlreetor  1001. 
Aunals  of  tlie  Rojal  botanie  Gardens  Peradenija,  edited  by  J.  C.  Willis, 

Director  1901. 
Arehief  van  de  landbouw  in  Insulinde,  1002. 
Annales  de  Geoj,n'aplii(',  piibliées  sous  la  direction  de  MM.  V.  Vidal  de  h\ 

Blache,  L.  Gallois  et  Enini,  de  Mar^erie,  11™^"  année,  1002. 
]5()lletino  teehnico  della  eoltivazione  dei  tabaeehie  publieato  per  cura  del 

R.  Istituto  ST)erimentale  di  Seafati  (Salerno),  1002. 
Bulletin  de  1' Académie  internationale  de  géograpliie  botanique,  ll-"^"  année, 

1902. 


235 

Bulletin  du  Jardin  oolonial,  rAoriculture  itratique  des  pays  chands,  1902. 
Bulletin  écononiique  de  la  colonie  de  Madagasoar  et  dépendance,  2""'  aunée, 

1902. 
Proefstation  voor  cacao  te  Salatiga,  1901. 

The  Journal  agi-iculture  of  Victoria,  edited  by  J.  Morrissey.     Vol.  I,  1902. 
Zeitschrift  für  allgemeine  Physiologie.     Herausgegeben  von  Max  Verworn. 

I'  Band,  1902. 


\ 


êiological 
&  Medical 
SeriaJs 


^^0/?4GF