Full text of "Verslag"
^ <:^i''"ti,AAi.-**i--''M
.r> >^^A^^zA^^,
"yjAy^^
\j r
VERSLAG
OMTRENT DEN STAAT VAN
S LANDS Pmi
m"
m"
TE
B U ITENZORG
OVER HET JAAR
19 01,
\
1
H-
BATAVIA
LANDSDRUKKERIJ
1902.
VERSLAG
OMTRENT DEN STAAT VAN
SLAND8 PLANTENTÜIN
TE
BTJITElSrZOI^a-
OVER HET JAAR
19 0 1.
§1.
PERSONEEL, ORGANISATIE EN ALGEMEENE ZAKEN.
Bij Gouvernements besluit van 14 Januari 1901 11- 28 werd krachtens
Koninklijke machtiging gerekend van 1 Januari 1001 de bezoldiging van
D^ Th. V a 1 e t o n verhoogd met ƒ 150. — 's maands en alzoo gebracht op
ƒ 650. — 's maands.
Bij Gouvernements besluit van 31 Januari 1901 11" 17 werd goedgevonden
en verstaan:
1''. Bij wijze van tijdelijken maatregel aan 's Lands Plantentuin toe te
voegen een ouderafdeeliug voor onderzoekingen in het belang van de
Gouvernements koffiecultuur;
2*^. Met ingang van 1 Februari 1901, voor den verderen duur van het bij
besluit van 19 Augustus 1900 n^ 1 aan den wetenschappelijken adviseur
voor de Gouvernements koffiecultuur D'". W. B u r c k verleend verlof
naar Europa, te benoemen tot chef van de in art. 1 van dit besluit
bedoelde onderafdeeling van 's Lands Plantentuin D"". J. G. K r a m e r s,
chef der IX'' af deeling van genoemde inrichting;
3". Tc bepuh'ii, <l;il <1«- Difcctcm- v;in 'k Lands IMiiiilml nin .-n de dief' van de
in arf. 1 van dit boHliiii hcdocldc (>iidciJir(l<M-liii<,' vooi liiiiiin- dienst i<;iz(Mi
dier ondcrnldcclinj^S reis- en vcrhiijt koslcn y.nlU n nio-cn d.-danMTcn op
den voel <i<'r bestaande bc'iialin}^;
4". Den Directeur van 's Laiids IManlenInin Ie nia(diti;;«n om ie l)esrhilvkeu
over een bedrag van ./ niMiil. v ■ onl -inninj-s- en oi.iichiiniiKkoHten,
zoomede, in elk der jaren \W\ en m\2, over een be(ba-; van ƒ L'dOO.—
voor onderliondskoslen van een |.roeriniii. aan Ie lcf,'Ken in d«' afdeeling
Malang der residentie Pasoeroean, ten behoeve van de in het beHluit van
5 Angiistua 1900 11- 18 bedoelde onderzoekinj^cn in iiel belang,' van de
particuliere kofiieeultunr in Nederlandsch-lndir; (verj;. p. O, jaarvernlag
1900).
Bij Gouvernements besluit van 19 Februari 1901 n^ 2 ten tweede werd
machtiging verleend aan den élève-mantri J a h e r i, zoomede een planten-
zoeker, op te dragen de reis mede te maken met H^ M\ flottieljevaartuig
Java naar Nienw-Guinea (Zuidkust), ten einde ten behoeve van 's Lands
Planteutuin botanische voorwerpen van verschillenden aard te verza-
melen.
Bij Gouvernements besluit van 13 Maart d.a.v. 11? 17 werd toegekend aan
Jaheri en aan den plantenzoeker een daggeld, kosten van uitrusting,
vrijen ov(Mtocht over zee, en, bij gebruikmaking van eene particuliere
bootgelegenheid, vergund de kosten van verpakking en transport der mede
te voeren verzamelingen in rekening te brengen.
Bij Gouvernements besluit van 22 Februari 1!»01 11- 11 werd de Directeur
van 's Lands Plantentuin gemachtigd om aan den chef der IP' afdeeling op
te dragen zich naar Soerabaja te begeven ter bijwoning van het aldaar op
7, 8 en 9 Maart a. s. te houden Congres gewijd aan de bespreking van onder-
werpen betrekkelijk de suikerindustrie.
Bij Gouvernements besluit van 20 Februari 1901 n? 94 werd machtiging
verleend om voor rekening van den Lande bij het Topographisch bureau te
doen drukken eene kaart der „grondsoorten van Delf" vervaardigd dooi-
D^ D. J. H i s s i n k tot een aantal van 000 exemplaren, welke ter beschik-
king zullen worden gesteld van den Directeur van 's Lands Plantentuin.
Bij Gouvernements besluit van 1 Maart 1901 11° 17 ten derde, werd o. a.
bepaald dat de doubletten der insecten en vogels op zijne commissiereis naar
Borneo door D'. A. W. N i e u w e u h u i s verzameld aan het Zoölogisch-
])hytopathologisch Museum zullen worden afgestaan.
Bij Gouvernements besluit van 26 Maart 1901 W 1 werd de Directeur
van 'sLands IMaiiteiituiu gemaclitij^d om aan den elief der II*^ afdeeling op
te dragen zich in het belang van de instelling naar Deli (Oostkust van
Sumatra) te begeven en om, zoo noodig, de terugreis te doen over Singapore
dan wel over Penang.
Bij Gouvernements besluit van 26 Maart 1901 11- 30, zooals het gewijzigd
werd bij Gouvernements besluit van 23 Juni 1901 11^ 13 werd D"". W. R.
T romp de Haas ontheven van de waarneming der functiën van chef
der III'* afdeeling en benoemd tot chef dier afdeeling op de daartoe staande
bezoldiging en de verder aan die betrekking verbonden wettige voordeelen
D^ P. van R o m b u r g h, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende,
thans van verlof uit Europa teruggekeerd.
Rij Gouvernements besluit van 26 Maart 1901 11- 25 werd den militairen
apotheker 2" klasse D''. W. G. B o o r s m a tot ultimo December 1901
weder toegevoegd aan den Directeur van 's Lands Plantentuin tot het voort-
zetten van het chemisch-pharmacologisch onderzoek naar de plantenstoffen
van Nederlandsch-lndië in het bijzonder met het oog op hare beteekenis voor
de geneeskunde (zie ook G. B. van 14 Maart 1901 II- 15, waarbij ƒ 1000. —
ter beschikking werd gesteld ter bestrijding der kosten aan dat onderzoek
verbonden).
Bij Gouvernements besluit van 25 October 1901 W 22 werd D"^. W. G.
B o o r s m a tot militair apotheker der P klasse benoemd en bepaald dat
hij in dien rang toegevoegd blijft aan den Directeur van 's Lands Plantentuin
op den voet van het besluit van 26 Maart 1901 11- 25.
Bij Gouvernements besluit van 2^ Juni 1901 Tl- 13 ten tweede, bij wijze
van tijdelijken maatregel den Directeur van 's Lands Plantentuin gemach-
tigd: a. de speciale leiding der Gouvernements getah-pertja aanplantingen
in het district Tjitjoeroeg, afdeeling Soekaboemi, residentie Preanger-
Regentschappen op te dragen aan den chef der III'' afdeeling D"". P. van
R o m b u r g h ; h. den assistent ten behoeve van het onderzoek van grond-
monsters uit afgeschreven en vruchtdragende koffietuinen en uit gereboi-
seerde en niet-gereboiseerde teireinen D^ W. R. Tromp de Haas,
nevens zijne eigen functiën en voor zoover deze het zullen toelaten, te doen
vervullen werkzaamheden van adjunct-chef der TÏI'* afdeeling.
Bij Gouvernements besluit van 7 September 1901 11- 19 werd goedge-
keurd dat de Directeur van 's Lands Plantentuin den chef der X" afdeeling
heeft opgedragen zich te begeven naar de residentie Oostkust van Sumatra
tot het instellen van een onderzoek naar de aldaar heerschende ziekte onder
de koffieboomen.
JJij (loiivcnicmeiilH Ix^hIiiü vuii IL' S('|»i<iiiIhi- |:»(M II- üi' weid <s(n^i\<s,i'.
vonden on verHtaan:
E <' I' s ( e I ij U: Tc licpiiN-n (l:il (MmIit Ih-I o|»|)(Tl(>c/i<lit van den
J)irecteur vau 's Landw rianlenlnin h- P.iiilrn/.orii, vooiloopi;; voor dt-n tijd
\an driejaren, eene jtroef zi»l worden {genomen niei de opleiding; hij jrcnoeinde
iiirielitinj^ van hoo^jslens 15 Kiiropeesclie jongelieden \(»()r do aj^i'icultnnr,
op de voljj:ende voorwaai-den : a. de <lnni- der ojdfidiii;^' wordt ^OHtold oj»
diie jiiren ; h. hel d;i,ir<'liji<S(li (oe/ichl oj» de oph-idinjr, welke zal jdaals
hehlxMi in den tot "s!.;inds I 'Iniileii niiii lieliodienden riilt inirl nin. wordt
gorej^old dooi' don Directeur van eei-s( genoemden liiin; r. voor ch' opleiding'
der jon<;elieden wordt door den I>ii-e<teni' van "s Lands Planlenttiin in dienst
•j^estehl, op eene bezoldiging; v;in leii lioo": i> ƒ ;{()(). — 'h niajinds. een in de
ag:ricultnnr ervaren deskundij^e, aan wien ook hel niloel'enen van eenij^
toezicht op de leerlingen builen de o])ieidingsuren wordt o]»gedi;igen ; d. de
o])leidiug geschiedt kosteloos, de leerlingen worden gratis voorzien van
leermiddelen en werktuigen; e. aan hoogstens tien der leerlingen, wier ouders
of voogden niet te Buitenzorg of in de naaste omgeving dier plaats woon-
achtig zijn, en voor wie zulks door den Directeur van 's Lands Plantentuin
noodzakelijk wordt geoordeeld, kan door dien Directeur eene tegemoet-
koming voor kost en huisvesting worden toegekend van niet meer dan ƒ 25. —
voor ieder hunner, en verder ook eene vergoeding van reiskosten eenmaal
voor eene reis van hunne woonplaats naar Buitenzorg en eenmaal voor eene
reis terug, volgens de 4'- klasse bedoeld bij art. 2 van het reglement in
Staatsblad 1890 II- 209, met dien verstande evenwel, dat geen daggelden en
verblijfkosten worden tegoed gedaan en ook geen vrij vervoer van een
bediende wordt toegestaan; ƒ. de leerlingen, die de bij § e bedoelde tegemoet-
koming genieten, staan ook buiten de opleidingsuren onder het toezicht van
een door den Directeur van 's Lands Plantentuin daarvoor aan te wijzen
persoon; ƒ/. het aannemen en ontslaan van de leerlingen geschiedt door den
Directeur van 's Lands Plantentuin; h. voor de aan de proef verbonden
uitgaven wordt eene som van hoogstens ƒ 7600. — 's jaars beschikbaar
gesteld, waaruit behalve de bezoldiging van den bij § c bedoelden deskundige
en de bij § e bedoelde te,^emoetkomingen voor kost en huisvesting en
vergoedingen voor reiskosten, moeten worden bestreden de uitgaven voor
leermiddelen, werktuigen, schrijf- en teekenbehoeften en zoo noodig, de
oprichting van een eenvoudig lokaal.
Ten tweede: Den Directeur van 's Lands Plantentuin op te dragen
om tegen het eind van elk jaar, het eerst in 1902, door tusschenkomst van
deu Directeur vau Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid, verslag uit te
brengen omtrent den stand van de in art. 1 van dit besluit bedoelde proef
om na drie jaren, mede door tusschenkomst van genoemden Departements-
chef, een omstandig rapport in te dienen, hetwelk de noodige gegevens moet
bevatten voor het vellen van een juist oordeel over de wenschelijkheid van
voortzetting dan wel van staking der proef.
Bij beschikking van 30 September d.a.v. werd tot den sub c bedoelden
deskundige aangesteld de Heer F, I. H e ij n i n g.
Bij Gouvernements besluit van 24 September 1901 11- 33 werd bepaald
dat de onder beheer van het boschwezen staande aanplantingen van
Palaquium oblongifolium te Blaran, Kemoetoek en Sawanggati, gelegen
respectievelijk in de districten Djamboe, Poerwokerto en Adjibarang, der
afdeeling Poerwokerto, residentie Banjoemas, worden gebracht onder beheer
van 's Lands Plantentuin.
Bij Gouvernements besluit van 5 October 1901 11- 10 werd goedge-
vonden en verstaan, den Directeur van 's Lands Plantentuin te machtigen
om aan de technische ambtenaren van de door hem beheerde inrichting
dienstreizen op te dragen over Java en Madoera in verband met hunnen
werkkring.
Bij Gouvernements besluit van 19 October 1901 11- 14 is de werkzaam-
stelling vau F. A. Wouters bij de bergtuinen te Tjibodas verlengd tot
ultimo December 1902.
Bij Gouvernements besluit van 24 October 1901 11- 12 is aan de vereeni-
ging „O o f t e e 1 1" te Buitenzorg eene subsidie toegekend voor het jaar
1902 ten behoeve van een van harent wegen in te stellen chemisch onderzoek
naar de bestauddeelen der Nederlandsch-Indisehe vruchten. Dit onderzoek
zal plaats hebben in een der chemische laboratoria van 's Lands Plantentuin.
Bij Gouvernements besluit van 9 November 1901 11- 30 is de militaire
apotheker der F klasse D''. W. G. Boorsma nader tot ultimo December
1902 toegevoegd aan den Directeur van 's Lands Plantentuin.
Bij Gouvernements besluit van 15 December 1901 II- 3 is met ingang van
20 December 1901 de tijdelijk ter beschikking van den Directeur van 's Lands
Plantentuin gestelden opziener bij den dienst van het Boschwezen J. L,
D o m m e r s teruggeplaatst bij zijn corps en met ingang van 1 Januari 1902
benoemd tot tijdelijk opziener bij de Gouvernements getah-pertja aanplant
te Tjipetir op een bezoldiging vau ƒ 200. — 's maands en onder genot van
eene indemniteit voor reiskosten van ƒ 50. — 's maands en vrije huisvesting
op het terrein van den aanplant A. F. de N e v e.
8
Ajiii licl <'in<l <l('Z<'i- |»;ii;i-,M;i:ir ditnl iio;,^ \ » riiicIdiiiK, «lal l'rof. I »'. |iliil.
W. F. A. Z i III 111 (.' r m u II II in I )(rciiilM r vjiii ln-l sersliigjaar (leiini'lil iiii,'
verliet.
§ 2.
rUr.LKLVTlES DKK INKK'HTINC.
Van de „Anüales dn .lai-din holanninc de l'.nilcnzor}^" vcrHcliccn in Im-i
vorslanjtiar liet tweede stnk van deel il der nicnwc serie (de<'l 17).
Deze afleveriug bevat:
A. Z im me 1' m a n n, Ueber eini};(' diinli Tliiere vernisa»lile 151alt-
flecken.
Mevr. A. Weber — van B o s s e, Etndes sur les Al^ues de
1'Archipel malaisien.
O. Penzig, Beitriige zur Konntnias der (Jaltnng Epiiibizanthes BI.
L'A b b é H u é, Lichens recoltés k Java en 1894—1895 par M. J e a n
M a s s a r t, I.
In de inleiding tot de eerste verhandeling wijst de schrijver er op, dat
terwijl zooals bekend is, parasitische schimmels in de troi)en betrekkelijk
zeldzaam zijn, er daarentegen een zeer groot aantal vlekken op bladen
voorkomen wier optreden aan dierlijke planten-vijanden, tot verschillende
families behoorend, is te wijten.
Eerst beschrijft Prof. Z i m m e r m a n n verscheidene bladvlekken
door wantsen veroorzaakt, o. a. bij een aantal Orchideeën. In de tweede
plaats wordt gehandeld over vlekken bij Erythrina-soorten en bij Aralia
Gnilfoylii door Cicaden teweeggebracht en ten derde over die waar Physa-
poden als de oorzaak zijn te beschouwen. Van deze laatste verdienen de
vlekken bij een Ficus-soort speciaal vermelding, omdat de parasiet daar
weefselveran deringen bij de voedsterplant doet intreden, die eenigszins het
karakter van gallen hebben. Dit in tegenstelling met de aanvallen der
vooraf besproken insecten, wier inwerking zich bepaalt tot het ontstaan van
gangen tusschen de levende cellen of soms alleen het optreden van lucht
in de cellen.
De vierde catagorie betreft vlekken door mijten te voorschijn geroepen,
bij Coffea arabica, Firmiana colorata, Manihot Glaziovii en onderscheidene
bamboes-soorten, terwijl ten laatste nog bladvlekken bij eene Araliacee van
den Pangerango bespreking vinden. Dit laatste geval is wel het merkwaar-
9
dijjiste, aangezien daar de oorzaak van het ziekteverschijnsel in de tegen-
woordigheid van Neraatoden te zoeken is, iets wat tot de groote zeldzaam-
heden behoort en dat, zooals de schrijver doet opmerken alleen in een zeer
vochtig klimaat mogelijk is.
Mevrouw Weber — van Bosse geeft in het aangegeven artikel —
de derde der „Etudes sur les Algues de l'Archipel malais" door de schrijfster
in onze Annales gepubliceerd, uitmakend — eene voorloopige mededeeling
over de Algologische uitkomsten der, in alle opzichten met zoo groot succes
bekroonde ,,Siboga-expeditie".
Mevrouw Weber begint met aan te geven hoe de Algen-flora der zee
in de tropen in den aanvang niet aan de verwachtingen beantwoordt in
zooverre de rijke wMeren vegetatie, waardoor de rotsachtige stranden der
koudere klimaten zich kenmerken, hier ontbreekt. Van de twee Algen-
groepen die hoofdzakelijk in onze zeeën voorkomen, gaf de eerste, die der
Siphoneeën, een rijken oogst aan Caulerpa en verschillende Dasyoladieeën
tot verschillende geslachten behoorend. De hoop om fructificaties van
Caulerpa te vinden werd, in weerwil van veel moeite door de schrijfster
besteed, niet verwezenlijkt.
De tweede groep, die der tot de Florideeën behoorende Corallinaceeën of
Kalkalgen is veel sterker vertegenwoordigd en speelt een veel belangrijker
rol in de tropische zeeën dan men vroeger vermoedde. Met name is dit het
geval met de soorten van het geslacht Lithothamnion die uitgestrekte
banken vormen, waarvan twee j)hotographiën de verhandeling vergezellende
een zeer duidelijk beeld geven. De Lithothamnions, die gemakkelijk in
kleine stukjes uiteen vallen, dienen als een soort cement ter vereeniging der
groote koraalblokken.
Een aantal nieuwe soorten en geslachten van Florideeën werden bij
gelegenheid der Siboga-expeditie aangetroffen, waarbij het opvallende feit
werd geconstateerd, dat zij soms op vrij groote diepten — 20, 30 en zelfs
op 50 meter — voorkomen.
Behalve nog aan andere algen werd meer in het bijzonder ook door de
schrijfster de aandacht gewijd aan de pelagische vormen (vooral aan de
Coccosphaerae en de Rhabdosphaerae). Mevrouw Weber is er in geslaagd
de natuur der Coccosphaerae buiten twijfel aan te toonen — nog zeer onlangs
werden zij als niet tot de algen behoorend beschouwd — door de waarneming
van groen of geelgroen gekleurde zich deelende rhromatophoren. Deze
waarneming doet de onderstelling van een niet organischen oorsprong der
coccolithen te niet.
I)(' verhandeling' cindi;^'! md (!<• dia^rnoscs vun diic nieuwe Al^en:
Tydeniiiniii expodit ionis, ('<M((»s|diiiei;i Sibo^jie en Dinuphvsis :ij,'^re^'ata,
wjiarvan de eerste (ot een nieuw ^^eshnlii Itdioorl. welks naam is ontleend
aan dien van d<'n roniniandaiit \aii de Silut^M tijdens de fX|)ediiie. aan wien
een nie( oidielanj^rijk deel der ei r van liaar vvidsla^^en, Kdf^eiis allei- oordeel
toekomt.
Ilel ^^eslaclit lOpiiiJii/.a lillies, dat (»ndei' een eeiiiiiszins anderen naani
d<«»i- i: I II III e in den eersten cataNiiiiis \an onzen tuin weid (»|i;;r.st<.|(k teld--
vi'oe^M-r steeds tot de wortelparasieten, hoewel daaivoor ei<renlijk j^een
voldoende j^ronden aanwezifr waren. In de eerste plaats (o(»iit nn de
s( hrijver der derde verhaudelin;; aan, dat van parasitisme hij dit geslacht
niet veel si>rake kan zijn en het tot de sapro]>hyten dient gerekend te worden.
Hel \(»()rkonien eener zeer sprekende Mycorrhiza, zooals die hij verscheidene
saproph.vten is beschreven, verstrekt die meening zeer. Trof. P e n z i g
geeft verder aan, dat alle bekende vormen Aan het geslacht tot twee soorten
zijn terug te brengen, namelijk: E. eylindriea BI. en E. elongata BI. Van
beide soorten worden bouw en structuur van de verschillende deelen, zoowel
bloemen als vegetatieve nauwkeurig beschreven en afgebeeld.
De laatste verhandeling eindelijk geeft van de hand van een zoo
bevoegd specialist als de Abt H u e, eene opsomming — eerste gedeelte —
van door den Hoogleeraai' J. M a s s a r t op Java — en wel hoofdzakelijk
in en nabij Buitenzorg en Tjibodas verzamelde Lichenen. Bij het meeren-
deel der soorten worden aanteekeningen gegeven soms van zeer uitvoerigen
aard, terwijl van een zevental nieuwe soorten volledige beschrijvingen
worden medegedeeld.
Van het tweede onzer wetenschappelijke tijdschriften, de „Icones
Bogoriensis" — zie het verslag over 1899 blz. 12 — verscheen in 1901 de
vierde aflevering. Bij deze aflevering zijn gevoegd titel en inhoudsopgave
van: ,,Icones Bogoriensis Volume I PI. I — C", terwijl bovendien de inhouds-
opgave van elke fascikel afzonderlijk wordt gegeven.
Deze aflevering bevat in hoofdzaak alleen nieuwe of weinig bekende
soorten afgebeeld, waarbij tegenover elke plaat eene korte beschrijving voor-
komt zonder veel beschouwingen of bespiegelingen. De meeste afgebeelde
planten werden door D"". S. H. K o o r d e r s verzameld op zijne reizen op
11
Sumati-a, Java eu Celebes. De bijschriften ziju van de hand van D"". B o e r-
1 a g e, D^ S. H. K o o r d e r s eu ü''. ïh. V a 1 e t o n.
Van bet „Bulletin de Tlustitut botauique de Buiteuzoi-g" verschenen
n°^ 8—11.
Het achtste nummer bevat in de Duitsche taal gestelde opstellen:
1". van de hand van I>'. Th. Va let on over: die Arten der Gattun-
geu Coffea L. Prisraatomeris Thw. und Lachnastoma Kortli.; 2". vaii
D"". F. W." T. H u n g e r over „die Oxydasen und Peroxydasen in der
Cocosmilch".
De verhandeling van den Heer V a 1 e t o n is het resultaat van het
onderzoek van een bijzonder rijke hoeveelheid materiaal van de betreffende
geslachten dat aan schrijver bij zijne bewerking der Rubiaceae ten dienste
stond.
Het geslacht P r i s m a t o m e r i s — tot nu toe alleen door een enkele
soort P. albidifiora Thw. van het vaste land van Azië en van Ceylon
bekend — is op verschillende eilanden van den maleischen archipel vertegen-
woordigd door een aantal min of meer uiteenloopende vormen, die door den
schrijver beschouwd worden als variëteiten van een enkele soort P. albidi-
fiora Thw. Deze zijn : a. g e n u i n a onderzoekt naar materiaal van het
Khasia-gebergte, Singapore, Ceylon en Borneo, door Korthals en
M i q u e 1 beschreven als Coffea glabra Korth. : 8. Fergussonii Trimen
van Ceylon; y. b a n c a n a, de laatste door Miquel beschreven onder
den naam van Coffea lepidophloia Miq. — niet lei)idophlaea zooals in het
bulletin gezegd — en door Hor sf ie ld als Coffea neurophylla Miq.;
d\ javanica Val. door D"". S. H. K o orders voor het eerst op Java
waargenomen en beschreven als Coffea lepidophloia Mi(i.
Het geslacht Lachnastoma Korth. wordt door schrijver naast
D i p 1 o s p o r a geplaatst en niet zooals door H o o k e r het eerst
geschiedde als een ondergeslacht bij Coffea gevoegd. Het wijkt in de meest
kenmerkende eigenschappen — vorm van vrucht en zaad — van de Rubiaceae
af, heeft daarentegen in habitus en eigenschappen zeer groote overeenkomst
met D i p 1 o s p o r a, waarvan het eigenlijk alleen in één kenmerk, het
aantal eitjes, afwijkt. D''. Valeton meent uu op grond zijner waarne-
ming dat de bewerkers der Rubiaceae aan dit kenmerk ten onrechte te veel
gewicht hebben toegekend. De Heer Valeton vond nl. dat het voor-
komen van twee eitjes in een of in beide hokjes bij verschillende soorten
12
\'aii Ij a <; Il 11 a s ( o III ;i jiiisl «^('cii zcltlzaaiiilii-id is. terwijl hij Diplos-
I» (» I a liet aanlal eitjes zeer varioorf (1 — 15 in eli< iiokjej.
Scliiijver wijst op ;.:i(»ii(l de/ei- w aiiiiieiiiiii;,^ o|» liet /-eer Uiiiist ma t i;;e der
j^ehiiiikelijke iKxd'dindeel i iij; (\i-\- Kiilii;ii-e;ie en (i|i de iiioeilijklieid om de
^^roepeii (\(']' (iardciiiae en ('oCleae silierp te srlieiden. I']en \ersrliil in h(»nw
\an den slernpc] l»ij \-eiS(liiliemle exemidareii jieelt l>'. \' a 1 e t o n aardr-i-
dinpj lot de v(M'oiiderslelliii<i dal altliaiis (^r'-n dei' so<»rten dimorplie liloenieii
bezit ld. sommit,M' met een i;ded (int w ikl:elden (waargenomen liij de meesie
Aziat isclK' en liij een le\ cml nil den liolaniscli' n l nin alliieri en sommi<,n- iiiet
een min of meer jierednceerden stempel; zoodat deze laatste cif^euschap
misschien ooiv.aak zonde Unniioii zijn, dal hij d<' oj» Java v<M-zanieldr'n <mi
Im'1 meorondool dor vroepjor in 's Lands Planleninin ijokweekte (ixeniplarcn
no}; nooit rijpe vrnchten zijn aanjretroffen.
FTet oTiderzoek van het «jeslacht ('offea had vooriianudijk betrekkinj^ op
de Aziatische soorten, waarvan de meest bekende vertep,(Miwoordiger is, de
r. benjjalensis. Vei-f^elijkinfj van eene fjfroote hoeveelheid exemplaren van
verschillende vindplaatsen, bracht den Heer V a 1 e t o n tot de eonclnsie, dat
er in het vertakkin^jsstelsel, de bloei wijze, de 8ohntbladei;en, den bouw van
de bloem, vrncht en zaad etc. j^eojronde reden bestaat de Aziatische soorten
als ondergeslacht af te scheideji on daarvoor het door M i o n e 1 voor é6n
enkele Javaansche soort opgestelde ondercceslacht Paracoffea weder te her-
stellen en zoo het geslacht Coffea te splitsen in Paracoffea en Encoffea.
Van de door Froehner oT)p;estelde vier croepen zon «^^n daarvan de
,,hirsutae" j>edeeltelijk sanionvallen met het onderi^eslacht Paracoffea en do
•S andere samen met een doel zijner 1'' sectie hot ondergeslacht Encoffea
vormen.
In de tweede verhandelinc,' in dit bnlletin voorkomend deelt
D"". n n n jï e r een en ander mede over het in klappermelk voorkomende
snikerjjehalte naar jjclanij van den onderdom der cocosvrncliten.
Bij het onderzoek van cocosmelk nit riipe versche vrnrhten was het
schrijver opcjevallen dat de oxydase-reactie dikwijls zeer onduidelijke
resultaten ji^af. Het reeds door Raciborski ceopperde denkbeeld dat
de aanwezigheid van rednceerende lichamen het tot stand komen der reactie
zoude bemoeilijken of beletten, leidde D"". H u n jr e r er toe na te <;aan of
de aanwezis:heid van suiker in de vloeistof niet de oorzaak van het niet
gelukken der reactie kon zijn. Door de cocosmelk met een drievoudige
hoeveelheid alkohol van 95% te schudden, werden naast verscheidene andere
13
lichamen de oxydeerende enzymen neergeslagen. Door affiltreering kreeg
hij een vloeistof die F e h 1 i u g s-proefvocht sterk reduceerde, doch geen
Peroxydase reactie vertoonde. Het filtraat daarentegen vertoonde wel de
intensieve blauwkleuring met een alkoholische Guajac-oplossing, maar geen
suiker-reactie. Door toevoeging van suiker verdwijnt de blauwe verkleuring
door Guajac teweeggebracht. Het toeval bracht hem aan den boom oud
geworden klappers, die nog niet gekiemd waren, in handen. Het onderzoek
der vloeistof in zulke vruchten leerde dat met Guajac alleen reeds een
intensieve blauwe verkleuring werd verkregen. Een spoor van suiker was
in die vloeistof niet te vinden. Het blijkt hieruit dat het suikergehalte in
de klappermelk varieert naar den leeftijd der vrucht.
Het negende nummer van het Bulletin bevat een lijst van de palmen
in den Buitenzorgschen tuin groeiende.
Het tiende nummer bevat eene verhandeling van Prof. D^ A. Z i m-
mermann, getiteld: die tierischen uud pflanzlichen Feinde der
Kautschuk- und Guttaperchapfianzen. Gedeeltelijk uit de literatuur,
gedeeltelijk op gi»ond van eigen waarnemingen, heeft de schrijver in onder-
werpelijk opstel, alles bijeengebracht, betrekking hebbende op dieren,
insecten en plantaardige organismen, die schade toebrengen aan Caoutchouc
en Guttapercha produceerende boomen of die deze planten gebruiken voor
hun voedsel en die onder bepaalde omstandigheden schadelijk kunnen
worden. Een voor een worden de verschillende organismen kort beschreven
en voor zoover noodig met een korte diagnose voorzien.
Het elfde nummer van het Bulletin geeft een „Liste des families et des
genres de plantes non-herbacées cultivées au Jardin botanique".
Een dergelijke lijst verscheen indertijd in het feestverslag uitgegeven
bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan van 's Lands Plantentuin, bewerkt
door D''. W. B u r c k, met hulp van den Heer J. J. S m i t h. De voor-
liggende lijst is door den Heer S m i t h bijgewerkt en up to date gebracht.
Vooral voor de wetenschappelijke bezoekers onzer instelling is zulk eene
lijst van veel gemak en nut.
Van de „Mededeelingen uit 's Lands Plantentuin" verschenen in het
verslagjaar de volgende nummers:
44. D^ J. C. K o n i n g s b e r g e r en Prof. D"". A. Z i m m e r m n n n.
De dierlijke vijanden der koffiecultuur op Java. Deel II.
14
45. H. C II. de B i e. De landbouw iU'V Iiilandsclic Ix'volking op
Java. Eerste gedeelte.
4(>. ])'■. A. W. N a II II i II ^' a. Ondcizock licIrcflVnd** dt' bestand-
<leelen van het theeblad en «Ie v<'i-aini('riiii;(ii. wrikc <I('Z(' Htoffcn bij de
labiikatie ondergaan.
47. D^ F. W. T. il u II g e r. Overzicht d«'r ziekten en beHchadi-
gingeu aan het blad bij Deli-tabak.
48. l>^ F. W. T. II 11 II g o r. Eene bacterieziekl e «jri- (ornaat.
4!). Prof. J)'. A. Zimmermann. Over het enten van koffie
volgens de methode van den Ueer D. B ii t i n Schaap.
5Ü. D"". J. C. K o n 1 u g s b e r g e r. De vogels van -lava en hunne
oocononiische beteekenis.
51. D"". I. G. Kramers. Derde verslag omtrent de proeftuinen en
andere mededeelingen over koffie.
J<^venals gewoonlijk treft men hieronder korte overzichten van den
inhoud der „Mededeelingen'' aan bij de paragrafen handelende over de
betrokken afdeelingen. Over de n°^ XLV en XLVIII, kan hier met enkele
woorden het volgende worden bericht.
De uitgebreide kennis welke de Heer de B i e zich, door langdurige
ervaring en groote belangstelling, van den landbouw der Inlandsche bevol-
king op Java heeft verworven, deden het mij op zeer veel prijs stellen dat
er door hem werd ingegaan op mijn voorstel om zijne verhandeling onder
onze „Mededeelingen" op te nemen.
Er bestond voor mij te eer reden om dit voorstel te doen, nu 's Lands
Plantentuin gaandeweg meer aanraking krijgt met dien landbouw, met het
doel tot het geleidelijk invoeren van verbeteringen bij te dragen.
Het is duidelijk dat daarbij een nauwkeurig beeld van den tegenwoordig
bestaanden toestand van groote waarde is.
Verreweg het grootste gedeelte van het l***" deel van het werk des
Heeren d e B i e (het tweede deel zal in den loop van 1902 mede als Nr. der
„Mededeelingen" verschijnen) handelt over den rijstbouw en al wat daarbij
te pas komt, of daaraan annex is.
Verder worden behandeld een aantal „tweede gewassen", bij de
„polowidjo"-cultuur gebezigd, als: Mais, Bataten, Cassave en andere „knol-
gewassen", Sorghum, „Terong" (Solanum Melongena), „Lombok" (Capsicum)
komkommers en het uitvoerigst de verschillende boonensoorten (van de
geslachten Vigna, Phaseolus, Cajanus, Prophocarpus, Voandzeia, Arachis
en Soja). Ook bij de bespreking dezer tweede gewassen wordt er door den
15
schrijver niet alleen gehandeld over de gewassen zelven en hunne cultuur
door de Inlandsche bevolking, doch ook over de wijzen waarop zij de produk-
ten er uit bereidt en aanwendt.
Aanteekeningen op het in dit eerste deel behandelde, zullen te gelijk
met een uitvoerig register op het geheele werk aan het slot van het ter perse
zijnde tweede deel eene plaats vinden.
In het 48*'*'' nummer der „Mededeelingen" geeft de Heer H u n g e r
een overzicht der door hem verkregen uitkomsten bij een onderzoek van
een bacterieziekte der tomaat.
Uitwendig openbaart zich de ziekte door een vrij plotseling intredend
verwelken der bladen, weldra met den dood dezer organen eindigend, terwijl
geene middelen, noch vermeerdering van watertoevoer, noch vermindering
van transpiratie, elk alleen of tegelijk toegepast, eenige blijvende verbete-
ring in dien toestand kunnen aanbrengen. Het w^ortelstelsel der zieke
planten, is slecht ontvv^ikkeld, wankleurig, kwalijk riekend en voorzien van
aanzwellingen of knobbeltjes.
Deze laatsten worden veroorzaakt door een der bekende „wortelaaltjes"
Heterodera radicicola. Deze parasitische Nematode werkt
vooral daardoor nadeelig, dat zij toegang geeft tot de bacterie (Bacillus
solanacearum). Uit proeven van den schrijver is namelijk gebleken, dat
deze bacterie gave wortels van de tomaat niet kan binnendringen; hare
infectie is alleen mogelijk door wonden, op welke wijze ook veroorzaakt.
De verwelking en het daarop volgende afsterven der bladen wordt
daardoor verklaard, dat de bacteriën in de vaten woekerende, slijmophoo-
pingen vormen, welke — te zamen met andere, secundaire oorzaken — eene
verstopping der vaten bewerken, welke op hare beurt weder een onvoldoende
watertoevoer naar de bovenaardsche deelen ten gevolge heeft.
CJit dit kort overzicht blijkt reeds dat middelen tegen de ziekte aan te
wenden bijna uitsluitend bestaan in maatregelen ter voorkoming van
verwondiniren.
De rubriek „Korte berichten uit 's Lands Plantentuin uitgaande van
den Directeur der inrichting'' in deel 12 van het tijdschrift „Teijsmannia"
houdt in:
1. D^ A. W. N a n n i n g a. Onderzoekingen omtrent de theefabri-
catie. 1. Het verflenzen.
16
2. D^ A. W. Nuiinin;^;!. OiHlcjzockin^^cn oiuirnit de tlicrfahri-
ctitie. 2. FermeDtatie.
3. Prol'. !>''. A. Z i iii in e r m ;i ii n. \'(»nilu(i|)i;; rapltori o\('r eeiie
nieuwe koffieziekte.
4. D''. W. \{. Tionii» <l e ll:i:is. Knsila^'e.
5. J)'". VV'. I\. 'ri<»in|i (Ie IIjijih. I)c \ (X'dini^swaai'dc van in «It-n
( •ultuurtuin Ir 'l'jjkfnincnli ^n nlt i\ct rdc en \an enkele in liel wild groeiende
|)laiiteii.
(I. l'rol'. D'. A. Z i ni ?n e r ni a n n. Over een wortelsoliininiel \an
(.'()riea arabica.
7. Prol". IJ'. A. \\'. Z i lu iiMM- UI a n n. (Jver boklori-en nil Fi<ii8
elastica.
8. \y. I. (ti. Kramers. J)e ascb door den Kloet uitgeworpen op
23 Mei lüül.
9. D'. A. W. N a n n i n g a. Resultaten van bemestingsproeven in
theetuinen.
10. Prof. D', A. Z i m n\ e r ni a n n. Over de Blorokziekte van Coffea
arabiea.
11. D^ J. C. K o n i n g s b e r g e r. Onderzoekingen betreffende de
roest/ iekte in de thee.
12. D''. W. R. Tromp de H a a s. Over den duur der kiemkracht
van (Jastilloa elastica.
13. D"". A, W. Nanninga. Onderzoekingen omtrent theefabri-
catie. 2. Fermeutatie (vervolg).
14. D^ D. J. Hissink. Over het gehalte van zwavelzuur (SOg) in
de op Deli gebruikelijke meststoffen.
15. D'. \V. R. Tromp de Haas. Uitkomsten van enkele in 1901
verrichte aftappingsproeven met Hevea brasiliensis in den Cultuurtuin te
Tjikeumeuh verkregen.
16. D^ A. W. N a n n i n g a. Onderzoekingen omtrent de theefabri-
catie.
17. Prof. D"". A. Z i m m e r m a n n. Opmerkingen over eenige op
Koffielanden van Oost- en Midden-Java waargenomen plantenziekten.
Van het eerste, tweede en dertiende bericht van de hand van D^ A. W.
N a n n i u g a werden reeds korte overzichten gegeven in het vorig jaar-
verslag blz. 230 en volgende, waarnaar verwezen wordt.
In het derde bericht doet de Heer Zimmermann verslag over een
17
naai' Banjoewangi ondernomen reis ter bestudeering der oorzaken van
abnormale verschijnselen in koffietakken in genoemd gewest waargenomen.
Die ziekte is daardoor gekenmerkt dat in het merg, hout, cambium en
schors der aangetaste takken bruine plekken worden gevonden. Op deze
plekken is het schorsweefsel meestal verdikt en in het midden der zwelling
vindt men een rond donker puntje. Bij de geringste poging om de aange-
taste takken te buigen, breken zij als glas af. Op dwarsche doorsnede
bleken de plekken door een zeer fijne streep met de ojjpervlakte in verbin-
ding te staan, zoodat het voor de hand lag aan een van buiten inwerkend
agens te denken. Daar tevergeefs naar kleine boorders of andere binnen
het aangetaste deel levende diereu (van verdachte schimmels of bacteriën
kon geen spoor worden waargenomen) w^erd gezocht, werd het waarschijnlijk
dat de plekken door dieren met een langen zuigsnuit voorzien, worden
veroorzaakt. Bij het zoeken naar insecten vond nu Prof. Zimmermann
op eene onderneming, die in hevige mate was aangetast, twee soorten van
wantsen vrij verspreid in de tuinen. De proeven met een dezer wantsen, tot
het geslacht Hypselonotus (vermoedelijk Hypselonotus trigonus Thunb.)
behoorend, gaven geheel negatieve resultaten. Daarentegen vielen die met
de andere, een Pentatomus-soort, genomen positief uit. Eenige exemplaren
dezer wants (volgens determinatie van D'. Koningsberger, Penta-
tomus plebejus Voll.) met een gezonde koffietak in een groote stopflesch
gedaan, boorden door middel van hunne zuigsnuit gangen diep naar binnen
en reeds op den avond volgende op dien waarop de proef in gang was gezet,
bleek het merg voor het grootste deel bruin van kleur te zijn, terwijl
ook in cambium en schors talrijke bruine plekken zichtbaar waren. Er
bleef nog te onderzoeken of op bedoelde onderneming deze wantsen werkelijk
in zoo groeten getale aanwezig waren, dat daardoor de enorm groote ver-
spreiding der bruine plekken kon verklaard worden. Inderdaad bleek dit
het geval te zijn. Dat de Pentatomus plebejus niet alleen de oorzaak van de
hier bedoelde aandoening is, bleek bij een bezoek aan eene onderneming in
Kediri, waar een andere wants dezelfde verschijnselen teweeg had gebracht.
De bruine vlekken komen ook op Coffea liberica voor. Het schijnt dat in
tuinen met geen of weinig schaduw de planten meer hadden te lijden, doch
ook vond men soms in tuinen met vrij zware schaduw de planten het sterkst
aangetast. Naar de meening van den schrijver laten zich de verschijnselen
op sommige ondernemingen in het Kedirische geconstateerd, waarbij ook
bruine vlekken in de takken werden gevonden, maar waarbij zich nog
andere symptomen voordeden, zooals klein gegolfd blad met marmerkleur.
Verslag van 'slands plantentuin 1901. 2
18
donkerroodachlig jong ontHprolon tojtblad, knopvoiiniiig, die zioli tot
sk'iTC'ljes oiitwiUkeloii, ovcrvloedij^e v<»riiiiii<( vati iiitlooixTK van ijrimaiiv
en secundaire takken, nid als een j^evolj,' viin l'ciilnioiinis sicl^cn vfiklart-n.
MeL zekerheid was Inj <ifii l»c|>(rkli-ii lijd (]<■ (niacsiic ci Mier niel uit ti'
maken.
In Let vierde berielit deelL D'. T r o ni p de Jl a a s «e;! «n ander mede
omtrent een mei Jira/iliaaiiöcli gras, dat hier bijzonder wtli^' licri, in den
Culluurluin gehouden enöilage-proel', In Jiel Jioogsi en nieesi droog gelegen
tuingedeelte werd een kuil gegraven vun li M. lengte, 1 M. breedte en 1 M.
diepte en deze onder herhaald vastlreden gelijknmtig opgevuld met
± 3Ö0 KG. gras. Een dikke aardlaag van ± G(> cM. dekte de hoop, welke
ook nog voorzien werd van een atapdak en afvoergoten voor het regenwater.
Zij werd van primo November tot primo Februari van het volgende jaar
aan zich zelve overgelaten. Op laatst genoemden datum werd de kuil
geopend, liet bleek toen dat het grootste gedeelte beschimmeld was, alleen
de meest naar binnen gelegen lagen hadden zich goed gehouden. Wat kleur
en geur aanging was het gras volkomen gelijk aan soortgelijk voer in Europa
en werd het door karbouwen dadelijk gegeten. Analyses van het gras voor
en na de inkuiling toonden aan dat het gras na de inkuiling sterk in
voedingswaarde was achteruitgegaan. Schrijver knoopt aan het verslag
dezer proef eenige beschouwingen vast over het ensileeren in het algemeen
en over de resultaten van een dergelijken proef in (Jochin-China genomen.
Na een korte excursie op het gebied der voedingsleer en na een korte
uiteenzetting der methode ter bepaling der voedingswaarden van voeder-
grassen, geeft de Heer Tromp de Haas in het vijfde bericht in tabel-
vorm de uitkomsten der voedingswaarden van in den Cultuurtuin gekweekte
en van enkele wild groeiende grassen, volgeus de methode van S t u t z e r
en K ü h n bepaald. Naar aanleiding van de gevonden analysen-getallen
omtrent het verteerbaar eiwit, rangschikt de Heer Tromp de Haas
de door hem onderzochte grassen. Hier zij nog gereleveerd dat het z. g.
roempoet pait niet zulk een slechte grassoort blijkt te zijn, als waarvoor zij
algemeen gehouden wordt.
Door een administrateur van een in de Preanger gelegen onderneming
werd ter onderzoek toegezonden een koffiewortel met de mededeeling dat
een 30-tal boomen in korten tijd waren doodgegaan onder de verschijnselen
19
van geel worden en afvallen der bladeren en verrotting van den penwortel.
De resultaten van dit onderzoek maakt het onderwerp uit van het zesde
bericht van de hand van Prof. Z i ni m e r m a n n. Aangezien geen fructi-
ficatie organen kouden gevonden worden, gaf de Botanist van het
Proefstation voor koffie aan de genoemde verschijnselen veroorzakende
schimmels, den voorloopigen naam van zwarte wortelschiramel van de
Java-koffie.
Van de gewone wortelschimmel is zij onderscheiden, daar zij geen
abnorme verdikking van den penwortel dicht aan den wortelhals veroor-
zaakt. Tusschen de in de bruine kurklagen aanwezige spleten, neemt men
min of meer breede, gedeeltelijk wit, gedeeltelijk zwart gekleurde strepen
waar, die hun ontstaan te danken hebben aan schimmeldraden, die dicht
door elkaar gevouwen, een min of meer donker bruine kleur bezitten. Deze
draden bevinden zich vooral in de mergstralen en in de daaraan grenzende
cellen en vaten. De donkere kleur der schimmeldraden verdwijnt naarmate
men in lagen komt verder van de mergstralen verwijderd. Ofschoon die
draden dan moeilijk zijn te zien, gelukt dit toch door behandeling van het
lioutstuk met alcohol, kleuring met haematoxvline en fixeering in Canada-
balsem. Bij microscopisch onderzoek vindt men de schimmeldraden bedekt
met fijne korreltjes oplosbaar in zoutzuur, die vermoedelijk uit een
Calciumverbinding bestaan. Door de bekende Jodium-reactie kan men
gemakkelijk aantoonen, dat door den invloed dezer wortelschimmel de zet-
meelkorrels, die in groote hoeveelheid in gezonde wortels te vinden zijn,
verdwijnen.
In het zevende bericht handelt dezelfde schrijver over een boktor, die
in Oost-Java in Ficus elastica-aanplantingen vrij veel schade aanricht en
die noch identisch is met de Batocera Hector, noch met de Batocera albofas-
ciata, die beiden in de dadap worden aangetroffen. liet gelukte Prof.
Zimmermann uit eenige larven het volwassen insect te kweeken.
Vermoedelijk behoort deze tot het geslacht Epicedia (D^ Konings-
berger).
In het achtste bericht deelt D'". Kramers de resultaten mede van
het onderzoek van eenige monsters asch van de uitbarsting van den Kloet
op 23 Mei 1901 afkomstig en toegezonden met de vraag of deze asch gunstig
zal werken op den plantengroei als eene bemesting. In dien zin is er niet
veel van te verwachten. Het is alsof men een van de groote grauw gekleurde
10
i'otHl)l()kk('ii, (lic <)|» <l<' iK'lliiigcii viiii <l<-ii |\l(H-( W'^in-u, in ccii i-ciisiifhtiKO
liMM'tici* tol sl<»l' ^cshiiiiitl lil (i\c|- (|f ;t;iii|)laiil iii^vii uil ^^csliooid luid. l)il
^iiiiH »'ii itocdcr \;iii l:i\;i \>*\i\\ iiii \\<'| de sloircii die Noor d<- phiiilt-ii iioodig
zij]!, iiiaiir eer dc/.c iii voor df worlols opiiccniburcii noiiii o\ er;;;»;!!!, iiioftcn
d(; niint'iiiuld('«dlj('s, \s;i;iiiii /ij ^cboiulcn zijn, ccrsl \ fiwccicn onder (!♦•
invvcrkinj^ van vvalcr en \;im do oi-giinischc stonVn door <lr jdantfii in do
l)on\\kniin \<)oil;;('l>i-a(lil . Do pyioxoi-n on do volds|»aat iiioricn onst in
kh'i oNcrj^aan on naarniati- //ij dal (lo(*ii, konion do kall<, kali on/, trr l)fsiiiii<-
kinj^ van do i)lanloii\vorlol,s. Ook ia uieL te vergeten, dal de asoli goou
yi)Oür van stikstofverbinding bevat, die iu uieststofCon liot nuM-st waardevol
bestanddeel uitmaakt. Eveneens is de aseli natuujlijk vrij van humus of
andere organische stoffen.
Van de door D'. Kramers onderzcxhte monsters, waren drie
afkomstig van landen boven Hlitar, twee uit de Vorstenlauden en een uit
Kedoe (Temenggoeug). Het mikroscopisch onderzoek der asch geschiedde
door D"". Verbeek. Deze vond daarin pyroxeen, trikline veldspaat en
magneetijzer, doch geen vulkanisch glas. Het chemisch onderzoek levert
nog al groote verschillen op, wat echter natuinlijk is, daar de plaatsen
waar de verschillende monsters werden verzameld, meer of minder ver van
deu Kloet af liggen.
Het negende bericht geeft van de hand van D"". A. W. N a u n i n g a
het 2^ verslag omtrent de proeftuinen (zie jaarverslag 1899 blz. 156). Uit
dit verslag blijkt dat evenals het vorige jaar de bemesting met stikstofhou-
dende kunstmestsoorten, behoudens enkele weinige uitzonderingen, de
productie aanmerkelijk heeft doen opvoeren. Verder blijkt uit eene verge-
lijking der resultaten gedurende dit jaar verkregen, met die van het vorige
jaar, dat behoudens eenige uitzonderingen, de resultaten na de 2'' bemesting
aanzienlijk grooter geweest zijn dan na de eerste bemesting, hetgeen moet
worden toegeschreven aan indirecte nawerking, die vooral bij de organische
mestsoorten (bloedmeel, boengkil, guano) duidelijk iu het oog valt. (Zie ook
het IX'' verslag omtrent de onderzoekingen betreffende op Java geculti-
veerde theeën opgenomen ouder de bijlagen).
In het tiende bericht deelt Prof. Zimmermann het een en ander
mede over de blorokziekte. Als kenmerkend voor deze ziekte geldt dat de
oudere bladeren in een gedeelte der oppervlakte hun groene kleur verliezen
en een geel gemarmerd of wolkachtige teekening vertoonen. De zoo
21
geteekende bladeren blijveu echter langen tijd aan de hoornen vastzitten,
zoodat men hier niet eenvoudig' met een symptoom van het afsterven der
bladeren te doen heeft. Bij aanwending van geringe vergrooting, ziet men
dat in de verkleurde gedeelten de oppervlakte van het blad iets onder het
niveau van de omgeving is gedaald. Bij nader onderzoek blijkt dat de
wanden van de opperhuid geheel onbeschadigd zijn. De cellen van de
opperhuid echter zijn afstervende en verliezen zooveel celvocht, dat de
buitenwand inzakt. De inhoud der zieke cellen wordt meer of min donker
bruinachtig en fijnkorrelig en de cellen die dicht bij de afgestorven cellen
zijn gelegen, bezitten een geel gekleurd melksap.
Schrijver deelt een en ander mede over het verschijnsel van het zich
geel kleuren van het celsap door ouderdom, door ch(Miiische middelen
(vooral alkalisch reageerende stoffen). In de nervatuur van het blad valt
niets abnorms waar te nemen, en het bladmoes vertoont weinig afwijkende
verschijnselen.
In de Blorokzieke bladeren werden geen parasitaire organismen van
welken aard ook gevonden. Prof. Z i m m e r m a n n mocht het niet
gelukken de oorzaak der ziekte o]) te sporen. Hij helt tot de meening over,
dat men hier evenals bij de mozaiekziekte der tabak met een contagium
fluidum te doen heeft.
Ten vervolge op het bericht in de 11^ jaargang van T e v s m a n n i a
(zie vorig jaarverslag blz. M\), bespreekt D"". J. C. K o n i n g s b e r ge r
in het elfde bericht de uitkomsten zijner nadere onderzoekingen betreffende
de roestziekte. Achtereenvolgens behandelt de chef der X^' afdeeling het
volwassen insect, de wijze van beschadiging, de eieren en de larven, de
bestrijding. Schrijver komt tot de volgende voor de praktijk belangrijke
conclusies: 1". dat het mogelijk is op een daartoe geschikt oogenblik, door
een groeten en zoo noodig, algemeenen snoei de roest])laag der theeheester
meester te worden; 2°. dat het mogelijk is, bij eene goede organisatie, de
plaag meester te blijven; 8°. dat de hierdoor noodzakelijke uitgaven na
eenigen en waarschijnlijk in de meeste gevallen zeer korten tijd, door de
verhoogde ])roductie worden goed gemaakt.
In een kort twaalfde bericht deelt D"". W. R. T r o m ]> de Haas
mede, op grond van door hem genomen proeven, dat het mogelijk is zaden
van Castilloa elastica gedurende vier weken hun kiemkracht te doen
behouden, door de versch geplukte zaden van het vruchtvleesch te ontdoen,
22
en ze in /eer lijn linntHkoolpocdcr in <cn (ir<i;4»' flcsdi losjes ^'csloien, op
te bewaren.
Een kort rcIciJial \an licl vccrlienik,' Ijcridit van di- iiaml \aii I) . I). J.
11 i 8 8 i n k 7A'\Ï wordt gevonden aan het slot van § 10.
In hel \ijriiciMl<' hriidit drcK I )''. W'. IJ. 1' r o iii p de 1 1 a a .s <'cn
en andei- mede omtrent de nitkomsten van aftapiiinf^siiioevcn met Hevea
brasiliensis, volpens de methode van P a r k i n. Schrijver l)eschrijft in
(If'^ails de {gevolgde werk^vijze »»ndei- opgave van alle oniHtandii>;h('d<'n, waar-
onder de proeven plaats hadden. Zoo heeft de weiTSjjesteldhcid een giooten
invloed op de opbrengst. De verkregen nitkomsten geven den schrijver
aanleiding tot de opmerking dat voor de beoordeeling der i-es'illalen dei-
af tapi>ingsproeven, de gewone wijze van opbrengstbepaling nl. door een-
voudig aan te geven dat de boom getapt werd — zonder juiste opgave van
de wondafmetingen en de afstanden van dezelve — en daarna het verkregen
product gewogen, nauwkeurige vergelijkingen niet toelaat.
Daar de melksap-voerende vaten voornamelijlc in den liast zetelen, zoo
meent de Heer Tromp de Haas. dat er zeker verband bestaat tnsschen
het bastoppervlak van een boom en de hoeveelheid daaruit te winnen
caoutchouc. Zich hierop baseerende stelt schrijver voor om als maatstaf
voor laatstgenoemde fe gebruiken de hoeveelheid caoutchouc, welke bij een
bepaalde wijze van tappen uit 1 M-. van het voor aftapping in aanmerking
komende bastoppervlak kan w-orden verkregen. De doelmatigheid van
bedoelden maatstaf wordt door een aftappingsproef verduidelijkt. Dank zij
dien maatstaf heeft men een middel om met grooten grond van nauw-
keurigheid saprijke boomen van minder waardige te onderscheiden, wat
voor de praktijk van belang is.
Aanleiding tot het zestiende bericht was een bezoek door Prof. D"". A.
Z i m m e r m a n n na afloop van het vierde koffiecongres aan verschillende
koffielanden gebracht. De ter plaatse gedane observaties van nieuwe of
onvoldoend bekende ziekten en plagen in de koffie en in sommige andere
cultuurplanten op die landen als bijcultures geteeld, konden door een kort
daarop gevolgd vertrek van den schrijver naar Europa, niet door de noodige
onderzoekingen in hel laboratorium woorden aangevuld en afgesloteu. Van
koffieziekten deelt de Heer Zimmermann een en ander mede over de
Amerikaansche bladziekte, over de X-boorder van de Java-koffi»\ Pentatoma
25
plebeja, Tetranyehus biociilatus, de spinnenwebziekto, de schimmelziekte
van Coffea liberica. Van de ziekten In de thee worden besproken, die ver-
oorzaakt door myten, door Heterodera, verder de Golletotriohum-ziekte.
Van ziekten in de peper deelt schrijver zijne bevindinc!;en mede over de
schimmelziekte, wortelziekte en verschillende bladziekten. Het bericht
wordt besloten door eenige opmerkingen van ziekten in de nootmuskaat en
kapok voorkomende.
Ter Landsdrukkerij verscheen van den Catalo<ïus Plantarum Phaneroga-
marum quae in horto botanico Bogoriensi coluntur, herbaceis exceptis,
fascicnlus II, Fam XI Hypericaceae, Fam XV Ancistrocladaceae, auctore
J. G. Boer la ge. (Verg. vorig jaarverslag blz. 21).
Op het topographisch bureau verscheen een door T)"". D. J. H i s s i n k
vervaardigde „Landbouwkaart van Deli", waarvan de toelichtende text in
brochurevorm op de drukkerij der inrichting werd uitgegeven.
§3.
1« AFDEELING DER INRICHTING.
(HERBARIUM EN MUSEUM).
Door het vacant blijven der betrekking van Adjunct-Directeur, Chef
dezer Afdeeling valt er over het afgeloopen jaar niet veel belangrijks
te vermelden.
De ambtenaar-kruidkundige van de 7® Afdeeling had de welwillendheid
bij het determineeren der collecties van de bosch-boom flora van Java tevens
eenig materiaal uit verschillende families van het Algemeen- en Tuinher-
barium op naam te brengen, terwijl de Directeur van den Botanischen tuin
te Sydney ons een revisie van de door wijlen D"". B o e r 1 a g e bewerkte
Eucaly])tus-soorten uit den bergtuin te Tjibodas toezond. Vnn den Heer
Max Fleischer, belast met het samenstellen van een overzicht der op
West-Java voorkomende bladmossen ontving onze Afdeeling een 3-tal porte-
feuilles met door hem gedetermineerde soorten.
Evenals ten vorigen jare werd met het rangschikken van het Herbarium
Generale volgens den Index Kewensis geregeld voortgegaan en werden de
tuin- en andere registers op de gebruikelijke wijze bijgehouden. Op ver-
schillende plaatsen in den tuin werd materiaal ingezameld, hoofdzakelijk
ter completeering van het Herbarium Horti, waarbij het Inlandsch personeel
den Conservator assistentie verleende, terwijl eveneens ouder diens leiding
zorg werd gedragen voor het sublimatieercu, opplakkeu en sdioonlionilen
der collcfties. De Inlaiulsclic (cckciuiai' dfzcr Afdfcling \»Mva;ii«li},r(|('
onder toezicht van den anilt(('ii;i;ii- lunidkiuMlijif «Ier 7' A t(l(M-lii)<r (•«•n aanlal
welgeslaagde teekeningen.
Door aankf)()|i wci'dcii weder ccni^c klciiH-re viliiiu's Ncikicj^cii. zoodiit
in de gi'oote nniseiiin/.aal llians oud*-!' elk raam zulk ccn lc<;kast }::e|daat8t
is. De achterkaniei' van den i-eehtorvleugel in liet niiisenin<,'eh(ni\v weid in
tweeën verdeeld, waardoor twee appai'tenienlen disitonihel kwain«-n,
waarvan het een als werkvertrek van den niantri en den scliiijver diensl
doet, terwijl het andere gereed ;;eli<»n(l<ii wordt vooi- eNcntnedc assist(Miten
of bezoekers. Voorts wei'den nog een ])aar denren dooi- rainen vervangen
en in de vestibnle de steenen vloer geheel vernieuwd.
Behalve de hierboven reeds genoemde eollectie Musci fioiid<isi \aii d<n
Heer Max Fl ei se her, verkreeg het llerbariinn en Mnsemii d(»or aan-
koop een 300-tal herbarinni-speciniina nit de kolonie Eritrea in Ahyssinië ver-
zameld door Prof. S e h w e i n 1" n r 1 h te Berlijn (mi biaclil de eiève-niantri
J a h e r i een herbarium-collectie van ongeveer 250 soorten op het eiland
Nieuw-Gninea bijeen.
Overigens ontving onze Af deeling nog eenige fossile bladgedeelten,
afkomstig van het land Bolang nabij Bnitenzorg, ten geschenke van D"". Hj.
Jensen en verrijkte de Directeur van den Botanischen liiin (e ('alcutta
onze collecties met een 225-tal herbarium-specimina uit Britsch-lndië.
Verzonden werd het volgende:
Tuinherbarium betrekking hebbende op de tweede aflevering van den
nieuwen Catalogus:
aan 's Rijks-Herbarium te Leiden 221 exemplaren;
„ den Botanischen tuin te Kew 164 „ ;
» „ „ „ „ Calcutta 139 „ ;
» „ „ „ „ Berlijn 125 „ ;
„ „ „ „ „ Melbourne 109 „ ;
en vervolgens:
Aan Mejuffrouw M. E. A p o 1, onderwijzeres te Echt (Limburg),
herbarium van 86 verschillende medicinale- en cultuurplanten.
Aan den Heer E. A. A. G o b é e, leeraar aan de H. B. school te
Semarang, herbarium van 54 verschillende cultuurplanten.
Aan den Directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem een groote
hoeveelheid herbarium en vruchten op spiritus van Kruidnagelen, Koffie,
Peper, Timboel, Mangga en Peteh.
28
Aan deu Directeur van den Botanisclien tuin te Sydney, lierbarium van
62 Encalyptus-soorten.
Aan den Heer A. C F r u ij s van der Hoeven te Sidoardjo,
herbarium van 98 cultuurplanten.
Aan Prof. O. Beccari te Florence, lierbarium van 23 Dryobalanops-
en Palaquium-soorten.
§4.
2<' AFDEELINtJ DER INRICHTING.
(BOTANISCHE LABORATORIA).
a. Het Botanisch Station.
Het aantal bezoekers, welke in dit verslagjaar van het vreemdelingen
laboratorium gebruik maakten, bedroeg:
tien hiervan waren in het vorig verslagjaar reeds werkzaam de Heeren :
Prof. D^ E. H a e c k e 1 uit Jena, D^ E. P a 1 1 a uit Graz en de Abt
Legrè uit Marseille, terwijl bij het einde van dit verslagjaar de HH.
D"". S p i r e, D"". D i e r c k s e, D"". Lang en Prof. V o 1 k e n s nog
alhier verbleven. Omtrent D'". Pedaschenko zie men § 12.
Omtrent de werkzaamheden der overige bezoekers, die in den loop van
het verslagjaar Buitenzorg verlieten, kan hier het volgende worden mede-
gedeeld op grond der aanteekeningen door die bezoekers zelf in ons
Laboratorium-album geplaatst.
Prof. E. H a e c k e 1 uit -lena. had als een der voornaamste themata
voor studie tijdens zijn verblijf alhier uitgekozen de studie van het zoet-
water-plankton op Java. Hij hield zich verder onledig met het maken van
afbeeldingen van interessante vormen voor zijn werk .Jvunstformen der
Natur". De gunstige gelegenheid alhier werd verder nog benut om eenige
waarnemingen te doen op het gebied der embryologie van wervel- en geleede
dieren en materiaal te verzamelen voor het Zoölogisch Instituut te Jena.
D"". E. Pal la uit Graz, welke drie maanden te Buitenzorg verbleef
hield zich hoofdzakelijk bezig met de studie en systematiek van enkele
cryptogamen-families.
D"". A. W. N i e u w e n h u i s. welke na zijne laatste Borneo-reis
gedurende 5 maanden te Buitenzorg verbleef, beun tl e deze gelegenheid om
in het laboratorium alhier een huidziekte te bestudeeren wier oorzaak (»eTi
schimmel is (Tinea albigeiia). welke woekeringen in voetzool en hand])alni
te voorschijn roept.
2fi
de Abt Legrè uit MarHcillc vcrbN'cf zeven riKiaiiden alhier en wijdde
in (Ie eerste plaatn zijn aandjidil ;i;in de nioiiilioloj^ie <h-r Ijjinen en \an
verschillende «gedoomde organen. Ile( s[»athnin bij de Aroideeën leverde
verder een onderwerp van studie op, waarvan een rijkelijk materiaal Ier
verder onderzoek kon worden {geprepareerd en niederjenonien.
Baronnesse D'. M a r ^'. v o n U e x k li 1 i v<Ml)leef i nim /j-ven maanden
(e Buitenzorg. Het hoofdthema van liar-e onderzoekin^n'n vormde het ondei--
zoek der extra florale suiker-seeerneerende (tinaiicn mcf Itehekkin;,' tot de
dieren welke deze bloemen bezoeken, speciaal mieren, hi afwijking van
andere waarnemingen kon «^een bescherming der bloemen door mieren fegen
schade van hommels, wespen enz. geconstateerd worden.
Tot een antomisch-biologisch omlerzoek. gaf de verspreidingswijze der
vruchten van Thuarea sarmentosa aanleiding, terwijl verdei- cauliflorie en
nyctitropische bewegingen van bloemen. Avelke de autogamie begunstigen
werden bestudeerd.
D"*. S. L. Schouten verbleef van 23 Juli tot 25 November te Bui-
tenzorg daartoe in staat gesteld door eene subsidie uit het Buitenzorg-
fonds. Behalve een algemeene studie der tropische natuur werd door
D^ Schouten meer in 't bijzonder de aandacht gewijd aan reinkulturen
van Algen, de biologie van parasitaire schimmels, waartoe een schimmel-
ziekte bij Corchorus capsularis de gelegenheid aanbood en ten slotte aan
het ontstaan van sprongvariaties bij lagere organismen i. h. b. Rhizopus
Oryzae Went.
&. Het laboratorium van den Chef der Afdeeling.
Een voornaam deel der bezigheden van den Chef dezer Afdeeling werd
ingenomen door de voortzetting der studie van de ziekten in het rijstgewas.
Het locaal-onderzoek der ziekten nam daarbij noodzakelijker wijze een
groot deel van den beschikbaren tijd in beslag en werd daarbij in de eerste
plaats de aandacht gewijd aan de ,,ömö mentèh" iti de rijst. Het optreden
dezer ziekte kon hier en daar worden nagegaan en materiaal worden ver-
zameld voor verder onderzoek te Buitenzorg. de hier achter volgende reis-
verslagen geven de verschillende bijzonderheden over dit locaal-onderzoek,
zoodat daarna mag verwezen worden.
Het onderzoek te Buitenzorg bracht aan het licht dat de schade door
„ömö mentèk" aan de rijstplant veroorzakt in de eerste plaats is te zoeken
in het wortelstelsel ; zonder uitzondering kon bij het materiaal te Pekalougan
en in de Vorstenlanden verzameld de aanwezigheid in het wortelstelsel
27
worden geconstateerd van een rijstaaltje Tylenchus Oryzae. Een voorloopig
onderzoek van D^ S o 1 1 w e d e 1 in 1887 en gepubliceerd in het Jaarver-
slag van het Proefstation Midden-Java 1887 gaf ook reeds de aanwezigheid
dezer parasiet aan in de wortels van zieke rijstplanten.
Ter meerdere bevestiging van de nieening, dat in deze parasiet „het
rijstaaltje" de oorzaak der ömö mentèk is te zoeken, werd aan den Chef dezer
Afdeeling opgedragen een onderzoek in te stellen in Madioen, Semarang en
Kedoe (zie reisverslag). Het onderzoek van het aldaar verzamelde materiaal
deed ook bij deze zieke planten overal het rijstaaltje vinden. Nadat dus
de vermoedelijke oorzaak dezer ziekte was vastgesteld moest nog door
infectie-proeven getracht worden het definitieve bewijs te leveren. Deze
werden te Buitenzorg ingesteld; de gelden voor den bouw van hiertoe benoo-
digde cultuurbakken enz. werden door den Directeur van het Departement
van Binnenlandsch Bestuur beschikbaar gesteld. De uitslag dier infectie-
proeven was van dien aard dat kon worden overgegaan tot een publicatie
van een voorloopig rapport over de ,.ömö mentèk'', welk nog vóór het einde
van dit verslagjaar persklaar was.
Het onderzoek dezer ziekte is hiermede nog geenszins afgesloten, niet
alleen dat nog meerdere proeven te Buitenzorg noodig zijn voor de kennis
van levenswijze en levensgeschiedenis van de parasiet in verband met de
bestrijdingsmaatregelen, maar ook locaal-onderzoek zal nog noodig zijn om
na te gaan welke omstandigheden de verspreiding en het optreden bij de
cultuur in het groot, deze „ömö mentèk"-ziekte kunnen bevorderen of tegen-
gaan.
Het bleek reeds dat een groot deel der sawah's op Midden-Java besmet
is, tevens bleek echter dat het meestentijds met plaatselijke gebruiken of
toestanden samenhing of deze mentèk-ziekte al of niet zulk eene uitbreiding
kon verkrijgen dat de rijst-oogst op de geïnfecteerde sawah's gevaar liep te
mislukken.
Als resultaat der voorloopige onderzoekingen mag echter hier reeds
gemeld worden dat het reeds bleek dat de ziekte bestreden kan worden en
haar gevaarlijk karakter kan verliezen mits daartoe de noodige maatregelen
kunnen genomen worden, wat voorshands niet overal even gemakkelijk zal
kunnen plaats vinden.
Behalve deze dienstreizen voor het onderzoek der ziekten in het rijst-
gewas werd aan den Chef dezer Afdeeling opgedragen een bezoek te brengen
aan Deli (Sumatra's Oostkust), waaromtrent het bijgevoegde reisverslag
nadere inlichtingen geeft.
28
Enkele oiMlciiH'iiiiiij^cii iii de l»iiiiil \;iii [{iiileii'/.or-;,' weiden iu><^ liezocht
iijiar ;i;inlei(liii}4 \;ui iii^'e/ondeii iii;ileii;i;i I \;iii zieke ciilhiniiilaiiten. (erwijl
liot iioodiji werd ^(Mxd-deeld den A rdeclinusclicr op Ie draj^eii een locaal
onderzoek in te s(eller) naar lie( vooi'koinen \;iri sercli /iekle in d<' siiiker-
i'iot-uan plantin jifcn in de ald. Soekahoemie en r.andon^, waaihij in eerst-
fjenoemdo afdoeling «-en \ rij hevi;^ optroden \an sereh-ziekte werd jjecon-
stateerd.
Gedurende het af'jeloopen verslap;jaai- weiden 21 aaiivra;ren om advie.s
injjezonden over plantenziekten, benevens liel noodi^^e onderz(»eking8-mate-
riaal. In de meeste ^eA^allen kon de ziekte oorzaak «^econsfateerd worden
en omtrent de mate van {jjevaar voor nitl»reidiTi<: of wel omtient de toepas-
sing; van bestrijdinjTS-maatrejjeleii ad\ies worden veistrekt. ()]> eenijje zeer
W(Mni^(» ui(z()iid(M-iii^('n na waren de iiiii(Z(»n<len planten ziekten at'koinstij;
van ondernemin}.';eii <»nde!- Knrttpeescli helieei- en lictrof'fen In-i cnltniirijewas-
sen voor de Enro])ees<'l»e markt bestemd. Ziekten in ile cnltures der bevol-
kinjï, die zonder eenifjon twijfel vrij \<'elvnldiu vooi-komen en sehade aan-
richten, werden sleclits een paar malen ter kennisse «icbi-aelit. No<,qnaals
moge er dus opgewezen geworden <»]» lietu:epii liiei-omticnt i-eeds in het voor-
gaande jaarverslag (zie ])ag. 32), weid medegedeeld.
Nieuwe of nog niet beschreven ])laiitenziekten weerden niet ingezonden.
Voor zoover daartoe tijd beschikbaar was, werd voortgegaan met het
anatomisch-onderzoek van de rijst- en verschillende kiem-proeven met padi-
variëteiten ingesteld.
In het begin van dit verslagjaai- kon worden aangevangen met geregelde
meteorologische waarnemingen, waartoe de noodige instrumenten in een
afzonderlijk daartoe ingerichte ruimte wei-den opgesteld.
Den O''''" November werd de leeszaal in gebruik gesteld en mocht zich
aanvankelijk in een druk bezoek verheugen.
De toestand van gebouwen of inventaris geeft geen aanleiding tot
bijzondere opmerkingen.
RAPPORT over een dienstreis naar de resideutiën Pekalongan en Sema-
rang van 19 Februari tot 5 Maart 1901 door den Chef der
2^ Afdeeling van 's Lands Plantentuin.
Op mijne doorreis naar Pekalongan bezocht ik te Semarang zijnde den
Resident en verzocht ZHEdG. voor mij inlichtingen in te winnen omtrent
het voorkomen van padi-ziekten in zijn gewest, opdat ik bij terugkomst te
Semarang mij onmiddellijk ter plaatse zoude kunnen begeven.
Den 22^*''° Februari arriveerde ik te Pekalongan en ontving aldaar reeds
onmiddellijk bericht van den Controleur van Batano^, dat zidi hier en daar
in deze afdeeling ziekte op de sawah't» vertoonde. Den volgenden dag begaf
ik mij dus uaar Batang en bezocht in gezelschap \un den Controleur den
Heer H. Ch. A. Boublon enkele sawah's in de omgeving der kota.
Eenige sawah's in de buurt der suikerfabriek Kalimati vertoonden in
geringe mate verschijnselen, welke eenige overeenkomst vertoonden met
z, g. ömö mentèk, andere sawah's die bij voortduring voor rijstcultuur
gebruikt werden, vertoonden duidelijker de kenteekeneu van Omo meutèk.
Hier was tevens zeer duidelijk na te gaan hoe de ziekte zich van uit eene
sawah op een lager liggende verspreid had, daarbij den loop \ an het water
volgend. De sawah's bij een vorig bezoek aan Batang bezichtigd werden
nu wederom in oogenschouw genomen en viel nu aldaar onmiskenbaar de
ömö mentèk te constateeren. Het mikroskopisch onderzoek te Buitenzorg
van het vroeger medegebrachte materiaal had ook zulks reeds doen ver-
moeden. Ook hier, nu de padi gerijpt was en de verschillen tusschen zieke
en gezonde planten meer geaccentueerd waren, kon de loop van infectie
van eene sawah op de andere zeer duidelijk worden nagegaan. Bij gelegen-
heid van een vorig bezoek was verzocht geworden eene sawah, die toen
sporen van aantasting vertoonde, met zorg te onderhouden om te zien
welken invloed zulks heeft, daar de gewoonte bestaat bij de Inlanders om
zoodra zij zien dat in hunne sawah's zich ziekteverschijnselen voordoen,
deze aan hun lot over te laten en o. a. niet te wieden. Tot mijn teleurstel-
ling was aan dit verzoek geen gevolg gegeven en was nu de sawah een
warboel van half doode rijstplanten en diverse grassen geworden. Ver-
scheidene dezer verwaarloosde rijstplanten waren tevens aangetast door
z. g. djamoer oepas, een niet f ructif iceerende schimmel, welke eigen-
aardige vlekken op stengel en bladscheede doet ontstaan.
Den 24*^° Februari werden enkele sawah's in het onderdistrict Petaroe-
kan nabij Tjomal bezocht. Omö mentèk kon daar echter in haar typisch
optreden niet gevonden worden, wel echter planten volgens zeggen der
Inlanders aldaar, aangetast door ömö abang (waaronder zij iets anders
verstaan als ömö mentèk, welke ziekte hen ook zeer goed bekend is).
Op de aangetaste petaks sawah waren hier en daar verspreid planten
waarvan het blad geel blijft, de uitstoeling dezer planten was gering, lengte
en hoogte ontwikkeling overigens gelijk aan gezonde groene rijstplanten,
het blad was echter stijver en stond meer recht op; volgens zeggen der
Inlanders zouden zulke gele planten geen vrucht dragen.
50
Iiilandci's zonden ziilko j^olc plniilcii '^con vtiiclil <lr;i;;('n. A'ol^'C'iis vcrdore
iJH'dc'deeliiig v:ui JnlandHclic zijd*- is /.iill< cfii phinl iccds \im zijn prilste
jengd af aan, abnormaal j^erl, hd schijiil ^<'cii xcr-Hchijnsel op Infectie
berustend Ie zijn en wordl t<)ej;i'sriiic\en ;ian sli ililc z;ia(lp;idi. l)e ver-
s(bijns(deii verlooiieii veel o\ erccnkumst niel lnjl^^ecn bij (mmi vorij;(.' dienst-
leis werd j^cnonden op sawiilTs nabij Wonitsiiiio (onderdishid Kmanf^anjer)
iu deze zelfde residentie.
Op den terugweg werd nog een kori bezoek get)ra<li( aan d<' sawalTs
nabij Oedjong Géd6 waar len \oriu;<' ninie hevig ónio nientélc heerschte;
hier en daar waren de oserblijfselen dezer ])lanlen nog (e zien en werd
nog eenig materiaal verzameld om tot vergelijkend onderzoek met het
vroeger verzamelde te dienen. Deze sawah's waren steeds vochtig gebleven.
Den 25'" Februari begaf ik mij via W'eleri naar de onderneming
Siloewok Sawangan, adm. de Heer E b e 1 i n g. De sawah's op dit erf-
pachtsperceel zijn in een uitgestrekt dal bijeen gelegen, dat zijn water
ontvangt direct uit een leiding uit het bosch komende. Ook hier was de
overgang van een saw'ah op naastliggende in de richting van de afvloeiing
van het water herhaaldelijk te constateeren. Opvallend was verder dat op
sawah's waar de ziekte zich over de geheele petak had verbreid, meest de
randplanten nog geheel of gedeeltelijk gezond uiterlijk hadden. Bij sommige
zeer zieke planten was geen Napicladium Janseni te vinden, bij gezonde
planten daarentegen wel en omgekeerd.
Op deze sawah's wordt zonder tusschenpoze Oost- en Westmoesson padi
geplant; over 't algemeen heeft de Oostmoesson padi minder van ömö
raentèk te lijden dan de andere, wat o. a. ook duidelijk werd uit productie-
cijfers mij Welwillend door den Heer E b e 11 n g verstrekt.
In de omgeving van \\ eleri, waar meerdere rijstlanden zijn, heerscht
de ömö mentèk voortdurend, hoewel dit jaar in vrij geringe mate, zooals
op den terugweg naar Pekalongan kon gezien worden.
Den 27'-''^ Februari werd met den Heer van V' leute n, Controleur
kota te Pekalongan een tournee gemaakt in de omgeving en ten Westen
eenige zieke sawah's bezocht, welke volgens de wedono's o. a. niet
ömö mentèk ziek waren, mikroskopisch-onderzoek deed zulks echter wel
vermoeden, zoodat den Heer van Vleuten werd verzocht deze sawah's
zooveel mogelijk te doen observeeren, A'^roeger was op deze sawah's volgens
zeggen nooit ziekte geweest.
Den 28^" Februari moest een voorgenomen tocht naar Karanganjer door
regen en bandjir worden opgegeven. Het doel was geweest de sawah's nabij
31
Wonosirno te bezoeken, welke bij de vorige dienstreis bezocht werden en
toen z. g. ömö abang ziek waren. Volgens welwillend verstrekte nadere
inlichtingen van den Controleur H i 1 d e r i n g waren deze sawah's goed
onderhouden en was nu van ziekte niets te bespeuren hetgeen overeenkomt
met hetgeen het onderzoek te Buiteuzorg van het indertijd verzamelde mate-
riaal reeds had doen vermoeden.
Den 1*^" Maart begaf ik mij van Pekalongan naar Semarang, waar ik
den Resident afwezig vond. Nadere berichten over ziekten in het padigewas
waren nog niet ingekomen, zoodat ik besloot 2 Maart maar zelf naar Demak
te gaan. Aldaar bezocht ik in gezelschap van den Assistent-Resident
P e r e i r a den Regent en vernam dat enkele zieke sawah's zich bevonden
in de nabijheid der dessa Kemloko nabij Godong. De Assistent-Resident
en Regent werden onmiddellijk bereid gevonden mij daarheen te vergezellen;
halverwege moest echter deze tocht worden opgegeven door een ongeluk
aan ons vervoermiddel en werd besloten deze tocht 4 Maart te hervatten
in gezelschap weder van den Assistent-Resident en den Heer H e ij n i n g.
Ingenieur B. O. W.
De naam ömö mentèk is in deze streken onbekend en spreekt men
algemeen van ömö bambangan. In de rapporten over de rijstziekten wordt
slechts onderscheid gemaakt tusschen ömö soendep (padi-boorders?), ömö
beloek (= vooze aren), waarvan de oorzaak zeer verschillend kan zijn en
dan ten slotte ömö bambangan. Opmerkelijk is het dat de walang saugit
slechts zelden hier voorkomt. Op de sawah's nabij Kemloko door deze
ziekte aangetast konden geheel dezelfde verschijnselen worden geconsta-
teerd als op ömö mentèk zieke sawah's in het Pekalongansche. Het uiterlijk
der planten vertoonde dezelfde roodachtig gele kleur op de oudste bladeren,
terwijl de planten klein en laag bleven.
Ook hier kwam de ziekte nu eens pleksgewijs voor in overigens gezonde
sawah's, dan weder worden geheele petaks aangetast. De uitgestrektheid
zieke sawah's in deze omstreken zal hoogstens 10 bouws bedragen. In
vroegere jaren o. a. 1898 waren geschat 8000 bouws door ömö bambangan
te zijn aangetast. In deze streken kent men niet de gewoonte om tweemaal
per jaar padi te planten; over het algemeen wordt zeer regelmatig uitgeplant,
het onderhoud laat echter nog veel te wenschen over, terwijl bij sawah's die
eenige teekenen van ziekte geven ook hier niets meer aan onderhoud, wieden
enz., wordt gedaan. Als voorbehoedmiddel tegen te groote schade door
ziekte wordt door de bevolking hier z. g. „sroenggan" geplant, d. w. z. padi
dalem en gendjah dooréén, terwijl zij anders de voorkeur geven aan gendjah
S2
:i:iii|)l:iiil , \<»ljf('iis yj-'^ixi-w der ;iii(orilcitcii, in \ i-iIimihI iim-i hiin (»ii;^ijiist ij^cn
occolioiiiisclirii lofShlIHl, welige licii (Inrl \ itI;IIi;:<'I1 s(iiMMli;: (!•• |);nll h- klJliIi»Ml
<)()j;s(<'ii. |)c (Ijilciii S()(»i-I«'ii scliiJiH'ii Itclcr Itcsliiiid Ie /ijii Ic^^fii <|c /i<'kt<'
<ii ook al Ik Uc sawali sicik aiiiig«!Lasl nog sIcedK (M'iii;^ hcsi-lioi o|» !•• U?vcrt;ii,
zoodat op dez(! vvijzr luch iio^ steeds I '/i der j^ciMMinde prod ii< I je woi'dl
Ncikregeii.
Daar d<' dooi- óiim» menlek of ónn» l»;inil>;in;4;iM ;i;in;^(*taHtf* Kjiwali's reeds
O]) verjcn al'sljind in "I *>o>^ \allen duur hun r(»od;4t'len kleur en aililerlijken
slaud, /oo kon ik .lava dooisporende hier en daai- noteeren, waar in de
laatste helft van Febrnari zieke sawah's voorkomen naar alle waarschijn-
lijkheid door ömö meutèk aaugelasl. \ an West naar Oost gaande vielen
dau zieke sawab's het eerst op nabij Kmja en Keiuraudjen in vrij groote
uitbreiding, bij Idjoe en tot dieht bij (Jonibong lieerschte veel ziekte.
Verder bleek deze te heerschen nabij Klaten en hier en daar verder in
de Vorstenlaudeu, bij Geneng en Poervvodadi tot dicht bij Madioeu waren
veelvuldig zieke sawah's te zien, ten slotte nabij Sidoardjo, waar de ziekte
zeer sporadisch optrad. Verder trad de ziekte nu op in 't Demaksche zooals
beschreven en in 't Pekalougansche, terwijl volgeus ingekomen rapporten
zich de ömö mentèk zeer sporadisch in de buurt van Tegal zoude vertoonen.
RAPrOKT over een reis naar Soerabaja van 5 Maart tot 15 Maart 19U1.
In opdracht van den Directeur van 's Lands Plantentuin begaf onder-
geteekende zich 5 Maart 1901 van Semarang naar Soerabaja, tot het bijwonen
\an het vijfde congres van suilcerfabrikanten op Java. De tl'" Maart werd
besteed aan enkele bezoeken, als bij den Resident en den Heer M"". H.
's J a c o b, President van het Algemeen Syndicaat van Suikerfabrikanten
op Java.
Den 7*"" Maart opende 's ochtends ten negen ure de president M"". H.
's J a c o b het vijfde „suiker-congres'' met een welkomstrede waarin hij
o. a. wees op een heuchelijke samenwerking van den Staat en de industrie,
die tengevolge had gehad dat de Regeeriug ondergeteekende opgedragen
had, de zittingen van het congres bij te wonen. Ka nog eenige beschou-
wingen te hebben gehouden uaar aanleiding van het feit dat vijf jaar geleden
ter zelf der plaatse het eerste suikercongres had plaats gehad, wordt het
woord gegeven aan D"". Z. Kamerling, die een voordracht houdt
over „het Wortelrot".
Spreker begint met een kort overzicht te geven hoe het ontijdig
oo
afsterven van het suikerriet zich als een meer en meer verbreidende plaag
bij de rietcultuur voordoet, door hem wordt de schade hierdoor aan de
suikerindustrie op Java toegebracht, gescliat op minstens twee m i i-
I i o e n gulden 's jaars, terwijl thans nog de jaarlijksche toeneming
wordt geschat op 5% van dit bedrag. Door spreker wordt er opgewezen hoe
verschillende oorzaken het ontijdig afsterven van het suikerriet tengevolge
kunnen hebben en hoe in vele gevallen „wortelrot" de oorzaak is. Deze
„ziekte" vertoont een zeer typisch ziektebeeld, vooral duidelijk bij het
afgestorven wortelstelsel; naarmate dit laatste nog meer of minder func-
tionneert, zijn de gevolgen minder of meer duidelijk zichtbaar bij de boven-
aardsche plantendeelen. Volgens spreker is uit velerlei proeven gebleken
dat „wortelrot" geen infectie-ziekte is; ook de uitbreiding van het ver-
schijnsel wijst z. i. hier op, waar geen bepaald centrum is aan te wijzen van
waaruit de uitbreiding geschiedt.
Het „wortelrot" is een groudziekte, d. w. z. dat wij hier te doen hebbeu
met een ziekelijken toestand der rietplant tengevolge van ongunstige
groei-condities, veroorzaakt door ongunstigen physischen of chemischen
toestand van den bouwgrond. In hoofdzaak zijn het dan ook gronden die
reeds lang voor rietcultuur in gebruik zijn geweest, waar zich het ver-
schijnsel van ontijdig afsterven vertoont. Volgens spreker blijkt het o. a.
dat de meeste ondernemingen die vóór 1860 in werking zijn gebracht van
wortelrot te lijden hebben, de fabrieken, die na 1880 zijn opgericht,
zijn daarentegen nog vrij of vertoonen slechts in geringe mate het
„wortelrot".
Aan enkele voorbeelden tracht spreker nu duidelijk te maken hoe volgens
hem verband bestaat tusschen den aanvoer van bandjirslib op de sawah's
waar later riet zal worden geplant en het „wortelrot".
Wü,é.r een goede slibafzetting plaats vindt, is wortelrot nagenoeg
onbekend, zoodat de spreker tot de conclusie komt dat het optreden van
het wortelrot, zoo niet een direct gevolg, dan toch in sterke mate in de hand
wordt gewerkt door onvoldoenden slibtoevoer op de sawah's en daardoor
intredenden achteruitgang van den bouwgrond. Deze achteruitgang, zoo
tracht spreker nu aan te toonen, is niet zoozeer het gevolg van gemis aan
chemische stoffen, als wel van een gebrekkigen physischen toestand tenge-
volge van het ontbreken der uoodige humusstoffen. Verschillende voor-
beelden worden aangehaald om te doen zien hoe ook bij andere cultures
door roofbouw een achteruitgang optreedt, waarbij humusstoffen aan den
bodem ontnomen worden. Om deze vermindering en achteruitgang van den
Vkhslag van 'si.anüs i-lantkntuin liMH. 5
54
bodem tegen te gaan, kan sjjfdccr- aanr!ul<'ii (l(ji>r l)i-irr<' irri;;ati<' slibtoevoer
te vermeerderen, bemest inj,^ md slalnicsi, lid uii(l(i|il(>c;;cn \an i>a(li-Htr<><j
en groene bemesting.
Als voorloopigc Inilpniiddclcn kuniiLMi Ih'I aanplanten van immune
variëteiten en rationcclc cnllnnr, vfiinjiMlcrinj^ \an liet „WiJilclior' tenge-
volge Lebben.
Bij de discussie op deze voordiadil voljicndti weiden nog enkele feiten
uit de praktijk der snikerl'ahrikanlen te heide ^el»iadit, \velk<' een bev(.'S-
tigiug zouden zijn van de meeuing van 1)'. Kamerling omtrent bet
„wortelrot".
Verder werd protest aangeteekend tegen een gezegde van 1^'. K a m e r-
1 i n g, wildr deze den achteruitgang van den bodem gedeeltelijk aan
roofbouw der suikerfabrikanten meende te kunnen toesehrijven. Met
enkele voorbeelden trachtte men juist aan te toonen dat, mochten er wellicht
in de praktijk fouten begaan worden, zulks niet is te wijten aan opzettelijkeu
roofbouw. Door de vergadering wordt ten slotte bij monde van den Voor-
zitter erkent, dat bodemverarming bij de rietcultuur plaats heeft en wel in
hoofdzaak bestaande uit humus- vermindering, terwijl door gewijzigde
irrigatie-toestanden, een onvoldoende slibtoevoer niet in staat is dit te kort
te dekken.
De tweede voordracht werd gehouden door den Heer D. J. K o b u s
over „selectie van suikerriet". In aansluiting aan zijn vroegere onderzoe-
kingen, begint spreker met eenige cijfers mede te deelen betrekking hebbende
op het suikergehalte van suikerriet, geteeld uit bibit van suikerarme en
suikerrijke planten. Door proeven op grootere schaal, waarbij zooveel
mogelijk andere factoren konden buitengesloten worden, gelukte het spreker
het bewijs te leveren dat bij het suikerriet eene selectie naar het suiker-
gehalte mogelijk is, en dat dus, door, voor den aanplant te gebruiken de
stekken van de suikerrijkere planten een meerdere productie kan verkregen
worden.
Voor de praktijk verder als van groot belang, mag de proef beschouwd
worden, waardoor werd aangetoond dat reeds betrekkelijk jong riet, zooals
in bibittuinen, merkbare verschillen vertoont, zoodat in de bibittuineu reeds
met een selectie naar het suikergehalte kan worden begonnen.
Door een andere proef kon de erfelijkheid worden aangetoond van een
hoog rietgewicht; eene selectie-proef met dikke en dunne stekken gaf een
minder bevredigend resultaat. Nu deze verschillende gegevens bekend
waren, bleef nog de vraag, of het ook in de prakMjk mogelijk zoude zijn eene
5S
selectie als bovenbeschreven door te voeren. Het bleek echter dat steeds
polyrisatie van het sap noodig bleef om den suikerrijkdom te bepalen, uit-
wendige kenmerken (zwaarte, dikte) zijn niet voldoende. Spreker komt nu
tot de conclusie dat „de uu reeds verkregen resultaten met
selectie naar het suikergehalte, een hooger suiker-
productie per bouw mogen doen verwachte n".
Bij de hierop volgende discussie bleek dat ook in de praktijk reeds de
mogelijkheid was bewezen om selectie naar gewicht en suikerrijkdom in
bibittuinen door te voeren, zonder te hooge onkosten.
De Heer van Koesveld doet vervolgens eenige „mededeelingeu
omtrent de werking van ross-cutters, caneshredders, rushers en splitters.
Door spreker wordt het nut betoogt van enkelen dezer vóórbewerkers,
waardoor meerdere maalcapaciteit, minder brekage en slijtage en meer
sapextractie wordt verkregen. Hij toont verder aan hoe opstelling en
molen-inrichting enz. er veel toe bijdragen om aan een of andere voorbewer-
king de voorkeur te geven. Het blijkt echter bij de discussie na deze voor-
dracht dat nog nauwkeuriger proeven gewenscht worden om het economisch
nut van een voorbewerking van het riet vóór het in den molen komt, iu het
algemeen uit te maken.
De eerste voordracht op de tweede congres-dag werd gehouden door den
Heer R. ö a x over duusap-filtratie op defecatie-fabrieken. Spreker geeft
daarbij een overzicht van de verschillende filter-systemén, zooals die in de
defecatie-fabrieken op Java gebruikt worden. Naar aanleiding van een
nauwkeurige studie der verschillende systemen en enkele proefnemingen,
komt spreker tot de conclusie dat schoonsap-filtratie op defecatie-fabrieken
geen aanbeveling verdient. Verder dat bij vuilsap-filtratie door een
bepaalde inrichting der filters nog meerder voordeel door minder suiker-
verlies is te behalen, en wellicht door toepassing der centrifugaal kracht een
meer voordeelige wijze van werken zal kunnen verkregen worden. Bij de
discussie blijkt o. a. het nut van een sterilisatie der filters (Taylor), ten
einde suikerverliezeu te voorkomen en dat in de praktijk reeds hier en daar
met gunstig gevolg van de centrifugaalkracht gebruik wordt gemaakt tot
sap-zuivering.
De Heer H. C. Prinsen Geerligs houdt verder een voordracht
over de resultaten der onderlinge fabricatie-contróle. Deze controle oor-
spronkelijk op 15 fabrieken toegepast, werd in de laatste jaren meer en meer
uitgebreid, zoodat in 1900 78 fabrieken waren toegetreden, echter nog te
weinig wanneer men weet dat er 185 siiikerfabrickrii <»p Juva zijn.
.->b
tJit de verzamelde cijtVrs Itlijki nu <>. a. dal \»)(»rbei'eideiide wcrkliiijjfen
als ross cutters enz. geen be[)aald voordeel opl<\cfcii wal de hofveclheid
verkregen suiker betreft. l)<ior de onderlinge controle \ver<l verdr-r gelrarht
de onbekende verliezen aan suiker bij de ral»ri< alle nader te definieeren, in
hoofdzaak schuilen deze in de melasse, en \ver(i het nul eener nauwkeuriger
controle der saccharose-verliezen in de melasse aangetoond, lil de ver
strekte cijfers bleek tevens dat krislallisatie in beweging oji ziclizdve geen
meerder voordeel geeft. De lol dusverre veikregen cijfeis geven sju-eker
aanleiding er op aan te dringen de onderlinge controle ook verder voorl te
zetten en zoo nauwkeurig mogelijk toe te passen.
In een voordracht „over den aanleg en de constructie van smalspoor-
banen op suikerfabrieken met locomotieven als trekkracht" woi-dt door den
Heer J. van M o 1 1 uiteengezet van welk belang zulk een aanleg is voor
een geregeld bedrijf en een technische uiteenzetting gegeven over de wijze
van aanleg en onderhoud.
Den laatsten (derden) congres-dag werd door den Heer J. U o m a n
van der Heide een voordracht gehouden „over de praktijk van het
irrigatie-beheer".
Afgezien van het gebruik van water voor fabrieksdoeleinden heeft de
suikerindustrie belang bij de bevloeiing om in den Oostmoesson suikerriet
te kunnen planten. De Westmoesson-be vloeiing is evenzoo van groot belang
wegens de grooteu invloed, dien het met het irrigatiewater aangevoerde
slib op den bodem heeft.
Bij de Oostmoesson-bevloeiing is de eerste vraag, hoe de beschikbare
hoeveelheid irrigatie water te verdeelen en dan verder hoe de in vele gevallen
ontoereikend beschikbare waterhoeveelheid is te vermeerderen. Spreker
geeft nu een nadere uiteenzetting van de wijze van verdeeling van het water
tusscheu particulieren aanplant en dien der bevolking en hoe deze zich
gedeeltelijk uit utiliteits-principes, gedeeltelijk uit grondrechten heeft
ontwikkeld. Door eene beschrijving van enkele recente irrigatie- werken
wordt duidelijk gemaakt hoe deze verdeeling tegenwoordig geschiedt.
Het vermeerderen van het water-debiet in den Oostmoesson kan geschie
den door verhooging van het debiet der voedings-rivieren of door meer
rationeele aanwending van de beschikbare hoeveelheid.
Deze maatregelen zijn echter meestal niet dau langs kostbaren en lang-
durigen weg te verkrijgen; daarom is het in de eerste plaats zaak verliezen
tegen te gaan door beter onderhoud van leidingen, de verdeelwerken, vooral
de Inlandsche, beter in te richten; het opheffen der Oostmoesson-padicultuur
en daaivooi* Westraoessou-cultuur in te voeren en desnoods inkrimping van
liet Oüstmoessou-bevloeiingsgebied om het te bevloeien gedeelte geregelder
water te kunnen toevoeren.
Bij de Westmoesson-bevloeiing is de padi-cultuur hoofdzaak en moet
vooral voor slibtoevoer op de sawah's zorg gedragen worden.
Een geregeld beheer der waterverdeeling is van het meeste belang en
wordt door spreker nader uiteengezet hoe zulks mogelijk is door samen-
werking van Kegeering en particulieren. Door voorbeelden wordt aange-
toond hoe men hierbij reeds op den goeden weg is en hoe men op deze wijze
ten slotte de productiviteit van den bodem zal kunnen verhoogen.
Na eene korte discussie werd na het vijfde congres door den voorzitter
gesloten verklaard.
Naar aanleiding der besprekingen en voordrachten op dit congres achtte
ondergeteekende het wenschelijk om onder nadere goedkeuring, van zijn
aanwezigheid te Soerabaja gebruik te maken om zich naar Pasoeroean te
begeven, ten einde aldaar het proefstation voor suikerriet-cultuur Oost-Java
onder leiding staande van den Heer J. D. K o b u s te bezoeken en de
proeven omtrent selectie in oogenschouw te nemen.
Op den terugkeer van Pasoeroean werd nog een bezoek gebracht aan de
suikerfabriek Krembong, administrateur de Heer Moquette, waar
gelegenheid was een aanplant te zien, grootendeels uit zaadriet geteeld en
welke tot bewonderingswaardige resultaten had geleid, zoowel uit cultuur-
oogpunt als ten opzichte der schade vermindering door de sereh-ziekte.
Den 14"^° Maart vertrok ondergeteekende van Soerabaja naar Buitenzorg
en arriveerde aldaar den IS*"" Maart.
RAPPORT omtrent een reis naar Deli van 3 April tot 5 Mei 1901.
Den 4^° April van Tandjong-Priok vertrokken arriveerde ik 8 April d.a.v.
te Medan en verbleef aldaar tot 1 Mei.
Tijdens mijn verblijf te Deli had ik gelegenheid de meeste leden van het
Planters-romité te ontmoeten en met hen te confereeren over verschillende
zaken de 8'^ Afdeeling van 's Lands Plantentuin betreffende.
Den 13'° April had een vergadering plaats der leden contribuanten van
het laboratorium voor onderzoek van Deli-tabak en kon ik door mijne aan-
wezigheid enkele vragen om inlichting beantwoorden en de ongegrondheid
van een klacht aantoonen.
Aan eene uitnoodiging van den Hoofdadministrateur der Serdang Tabak-
5R
I\IiJ. om //ijric oinlfmcminj: (<• Im'/ocKcii kon ^'i'\ol;^' <x«';^o\ <ii wonlon. on ndviPK
woidon vorstreUl onilicnl onkolo vi';i;;on in znko liolnnnlolin;^' dcy kwock
!)C(lden.
Vei'dor worden meerdoro on(loiiioniin;,'on hozodif om d(?ii voortaan;,' dof
roboisalio mot Alhizziii niolnc<iin;i nn te ^Miin. mrci' on m<'oi' lilijkl dnf znlk
oen roboisatie zoiidor nooI kosten on mooilo is dooi- |o xooion. Ilnkolc \cr-
nieendo «gevaren bij deze reboisatio kondon I»i j dozo hozookon nadoi liosinokon
worden. Ten dezen jare wordt oon pidol" oji ^iiooloi- sclnml ^MMiomon. 1on
einde den invloed dezer reboisatie na to ji:aan.
Door het abnormaal drojje weder stond de lat»aks-aan|>lanl o\'fi- '1 al^o-
nieen aeliterlijk, over ziekten in het jjewas worden jreon Idiohlon \(itiomofi.
Norj kon een bezoek jjebracht aan hot koffie district in Sordiin;: on oen
indruk verkregen worden van de sterke (»nl wikkolinix en dracht dor Liboi-ia
koffie op deze gronden, waardoor deze sti-ook. niindei- ges<'hikt voor tabaks-
cnltunr, toch productief werd.
Den 5*"* Mei keerde ik weder te Bnilenzorir lorng.
VERSLACt over een dienstreis naar de residenties Madioen. Somarang,
Kedoe en Cheribon van 10 Mei tot 20 Jnni 1901.
Den 16^° Mei van Buitenzori; vertrokken, arriveerde ik den 17''" d.a.v.
te Madioen en werd de volgende dag besteed aan besprekingen met den
Resident en den Regent tot het opmaken van een plan de eampagne.
Den 19^° Mei werd een tournee gemaakt in de buurt van Magetan. waar
de rijstoogst in vollen gang was.
Een deel der sawah's in do bnnrt van de desa (lorangganMijj: en der
kota Magetan waren aangetast door z. g. ömö mentMc. Deze naam werd
gegeven aan padi die door padi-boorders was aangetast en waarvan het
hart geheel verdord was, zoowel als aan padi wier buitenste bladen rood-
achtig geel waren opgedroogd en die of geheel geen of slechts matig beschot
opleverde. Zijn de sawah's erg aangetast, wat hier echter slechts bij uit-
zondering het geval was, dan wordt slechts y^ ^ % ^'^n ^^^ noT'mnlo beschot
verkregen. Opvallend was, dat aan het blad van zulke ömö montMc-zieke
planten geen Napicladium Janseni te vinden was, als oorzaak der
mentèk-ziekte beschreven.
Wanneer de ömö mentèk in zoo sterke mate optreedt dat de plant laag
blijft en een serehachtig uiterlijk verkrijgt door de vele secundaire stengels
dan wordt dit ziekte stadium hier algemeen genoemd ömö mende k.
Ulijft bij dv pjuli de aar besloten binnen de sclieed(; van bet laatste blad en
kan zich dus niet ontplooien, betzij dat de oorsprong hiervan de ö m o
m e n t è k of wel een andere zij, dan wordt de naam van g o n d o h aan
zulke aren gegeven. Beide verschijnselen waren op te merken bij enkele
sawah's ten Westen der kota, waarbij tevens viel op te merken hoe de ömö
mentèk, zich had A^erspreid op de sawah's de richting van het afstroomende
water volgende van de eene kota naar de andere.
De sawah's in de buurt van Magetan worden slechts (^ónraaal per jaar
met padi beplant; ten overige jare had er echter voortdurend regen weder
geheerscht en was de voorbewerking voor dezen oogst, zeer gebrekkig
geweest, het gevolg van gebrek aan ploegvee. ^
Te Magetan kon ik op hot erf van den Assistent-Kesident nog enkele
proefnemingen in zake padi-cultuur in oogenschouw nemen, welke onder
persoonlijke leiding van den Heer Schmalhausen werden genomen,
en ook den gunstigen invloed constateeren op eenen aanplant vrij sterk door
ömö mentèk aangetast, van goede irrigatie en grondbewerking.
Den volgenden dag werd onder leiding van den Controleur kota een
tournee gemaakt naar Selaraboer, nabij Ponorogo, enkele sawah's, welke
vroeger nimmer van ömö mentèk te lijden hadden gehad, vertoonden nu deze
ziekte in hevige mate. Over 't algemeen hadden deze sawah's overlast
gehad van water. Doorgaande naar de desa Poetjonganom, werden eenige
sawah's bezocht, alwaar ook de padi-oogst mislukt was, het scheen mij
echter toe dat hoorders hier de oorzaak waren geweest, te meer daar de
.,daraen" hier niet de eigenaardige roode kleur vertoonde, welke meestal bij
verdorde ömö mentèk-planten optreedt. Bij navraag bij de vergezellende
Tnlandsche hoofden bleek ook trouwens dat zij geen verschil wisten tusschen
planten door hoorders aangetast of wel om andere redenen kwijnend en aan
alle misoogst den naam van ömö mentèk gaven.
Indertijd waren op aanwijzing van het Binnenlandsch Bestuur sawah's
aangelegd op de uitgestrekte ommuurde erven, welke men hier aantreft en
zulks tot tegengang der ömö mentèk. Het bleek mij echter dat deze ziekte
in haren typischen vorm, nu ook op deze erf-sawah's voorkomt.
Den 21''" Mei ging ik via Walikoekoeng naar Gentingan en van daar naar
Manting. Hier was op verschillende plaatsen de ömö mentèk opgetreden,
hoewel van de typische verschijnselen tengevolge der aanhoudende droogte
in de laatste maand, weinig meer te zien was. De bodem bestond hier
uit stijven, zwarten klei, welke sterk scheurde; de sawah's konden alleen in
den regentijd beplant worden, daar er geen stroomend water beschikbaar
40
was, h»'1 materiaal dt'r zickr |il:iiii<ii alliifi- \ fi/MincM /,al dus reu inl«»res-
«anto bijdrage loimicTi Ifncrcii (»•! d»- Kennis van lici \v«'crstand'i\<'finoj;('n
<l('f A\aar«c1iijnlijkf' zicdcic-ooi-zaak bij «!•' oiin"» iinntM<.
Den 2L""M('i werd een ;redeel1«> van lid vci/.anu'Mc inalcriaal voorlonpi'j
niikroHkopisfli onderzocht, en d<* noodijje l)es])r('kin<;en geliondcn voor oen
niljjeslrekle lournc^e op den voljjenden da»:, fn do/e plannen \v<i<i «'chio»-
dooi" den asclire<;on van d<' Kloet «'cn on<r('\v('ns<lil(' siooiriis •j<'liia<]il en
nanp^ezien de aschlaajr en liet npd\\art('l*'nd slof \aii dien aatd \\;ii<mi dal
er tenzij er hevij^e regens vielen, in do eerst vidgonde dagen geen sprake van
sawah-bezoek kon zijn. begaf ik mij don 24''" Moi naar Semarang. alwaar de
volgende dagen de noodige preparatieven mot don Rosident werden L'ctioffen
voor een bezoek aan de afdeelingen l'ati en Joana, werwaarts ik mij den
27*''* Mei begaf. Den 28*^" Mei werd (indcr goloidc van den r'ontroloui' kot.i
een bezoek gebracht aan verschillende sawah's in de desa Areng-Maron
en Djambean. In de eerstgenoemde desa was het meerendeel der sawah's
van regen afhankelijk en had de lang aanhoudende droogte in den aanvang
van dit jaar veel schade aangericht. T,v])ische öm<5 mentok viel hier nief
te constateeren. wat wel het geval was bij de sawah's in Djambean. Hier
had de aanplant van medio Januari tot medio Maart onder water gestaan
t'bandjir) en was er. toen het water gezakt was, weder onmiddollijk geplant
geworden. Hetzelfde Mas het geval in het onderdistrict Goeijangan. dat
vervolgens werd bezocht, ook hier trad de ömö mentMc typisch op en werd
aangeduid door den naam ..bambangan". Nog konden planten verzameld
worden, die op ziltige sawah's langs de Joana rivier groeiden en welke
volgens het zeggen der Inlanders ook ..bambangan" ziek waren ; mikros-
kopisch onderzoek zal hiervan eerst het juiste kunnen leeren.
Den 29''° Mei werd eene tourn«^e gemaakt in het district Pati en sawah's
bezocht der desa's Regala en Soewadoek. gedeeltelijk was daar de misoogst
te wijten aan ömö mentèk. het grootste deel was echter door de droogte
mislukt op de niet irrigeerbare sawah's.
's Namiddags ging ik naar Joana om aldaar den volgenden dag een
tourn^^e te maken in het district Mantoek. Het bleek hier dat door droogte
grootendeels alles mislukt was; op eene uitgestrektheid van 0500 bouws
leverden 5000 bouws geen product op. Deze velden waren niet te bevloeien
en van typische verschijnselen eener ziekte in het gewas, of wel meer in
't bijzonder van ömö mentèk (bambangan) kon niets geconstateerd worden.
Den 31^° Mei werd via Karanganjer en Pakis een tocht gemaakt naar
Jajoe; in de buurt van Karanganjer viel hier en daar ömö mentèk in hare
41
ergste sereh-vorm te eonstateeien, terwijl hier ook uog al veel N a p i <*1 a
(1 i u lil voorkwam. Bij Boeloemanis waar men in de streek komt waar de
sawali's gemakkelijk irrigeerbaar zijn, zijn mislukkingen zelden en ziekten
zoo goed als niet bekend. In de gelieele afdeeling Joana, evenzeer als te
Pati was in het oogvallend hoe het optreden van ömö bambangan fmentèk)
samenging met ongunstige bewerking of be vloeiing der sawah's, afgezien
van hetgeen door droogte mislnkte.
Den l*"" Juni werd de terugreis naar Semarang aanvaard en den 3'" Juni
van daaruit Demak bezocht en een tournee gemaakt naar Doekoeh. In den
ouderen aanplant was hier de ömö mentMc vrij typisch heerschend, hetzelfde
was ook het geval in den laten aanplant, welke eerst kort geleden op het veld
gebracht was. Hier heerschte de ziekte vrij wel kottaks-gewijze. een aan-
duiding te meer voor het infectieus-karakter der ziekte. Verder viel op te
merken dat de z. g. pare oemboe heviger ziek was dan b. v. de tjempo, of
beter bij de eerstgenoemde soort was de ziekte schadelijker. De Regent
van Demak meende hetzelfde ook opgemerkt te hebben ten opzichte der
muizen-plaag. Nabij de desa Bojali konden eenige kweekbedden in oogen-
schouw genomen worden die hoogst waarschijnlijk door ömö bambangan
aangetast waren en materiaal worden verzameld. Van de SO.000 nvt
padi beplante bouws in de afdeeling Demak. zouden nu ongeveer fiOOO
door verschillende ziekten geteisterd worden, waaronder in de eerste plaats
ömö mentèk.
Den 4^" Juni begaf ik mij naar Magelang. maakte 5 Juni mijn opwach-
ting bij den Resident en bezocht O .Tnni het demonstratie-veld nabij Setjang.
Hier was in vrij hevige mate ömö mentMc opgetreden, het was echter hoogst
interessant hier te zien nog duidelijker dan te Demak, hoe de eene padi-soort
heviger dan eene andere wordt aangetast, terwijl ook hier goed zichtbaar
was hoe een goede grondbewerking. welke de jilaiit forschiM- maakt, haar
tevens minder gevoelig doet zijn voor ziekten.
Den 7*"* Juni werd een tourn(^e gemaakt in de afdeeling Moentilan, waar
de ömö mentèk vrij hevig heerschte, vooral in de z. g. kretèk padi. Het was
hier vooral de tweede aanplant welke ziek was, teiAvijl door mindiM' goede
irrigatie-toestanden de planten weinig te hulp gekomen konden worden.
Den volgenden dag werd een tocht gemaakt naar Menoreh en Salaman,
waar ook in den aanplant van kretèk-padi bijna overal ziekte heerschte, met
de typische verschijnselen van ömö mentèk, onder welken naam deze ziekte
hier ook bekend was.
Den 9''" Juni vertrok ik naar Temanggoeng en stelde mij aldaar ter
42
|tl;i;ifH(* ('ciii^fs/jiis o|i <|r Iioo<4l<' \;iii (Ie si^;inii iiidiisl lic. w ;iiii \ uur' i^fdccl-
lelijk ;^fi'liriiik ^•'iii;iii kl uurdl \;iii \ li J |iriiiiil id' j_^<'<|i(i(»;^(|c rn ^crciiiifnlcciiU'
I iil.-iiitlsrli<' l;il):ik cii voor- (Ickhhid I >('li Inhak. w<-lkc Jaailijks lol (m-iic
lio('V(!olli('i(l van 100 it 200 halen \v<»r(ll Jianf^cvctci-d.
Den 11"" Juni vertrok ik \ in l'iirjihnn en Klrdocii;.^ na.ir \\onos(dMt;
oiid<'r\\<'^ liad ik iioj^ «^cloj^cniicid ccdc sawah Ie /icn waai' /Jdi xcrsdiijn-
sdcii \aii oiiK» iiiciiirk \ (loi'dcdcii, hocwfi in i^ci-iii^c iiialf. I )(•/(■ /jck»'
sawali ('\ciials een |»aar andere wafen zoodaniji doof ]eiditi;:eii opi^esloten
dal /,ij \<ioi l(hii-(>ri(l overlast van water liadden en sl(;eds moeiaHHij^ waren.
()verij;('iis komt liier j^een ziekte voor ^'an eenijje lieteelcenis. ook in de tweede
^ewnssen alliier, voornamelijk tabak, is misoojijst (^en zeldzaam iets. Omtrent
liet vooikorn«'n van aaltjes (Heterodera) in de tabak, welke in vroegere jaren
in Pekalonjiansidie bergstreken zoov(»el schade heeft aangeridii, kon ik niets
t<' weten konuMi. FTet is niet oniiio<xelijk dat, hij de wissdhoiiw md padi.
welke men liicM- aantreft, het aaltje niet goed zidi kan ontwikkelen of ver
spreiden.
Den 12''" Juni maakte ik met den wedono van Wonosobo een tonrn»'e
naar Oedjong Pandah; hier toonden eenige laag gelegen sawah's öm6 men-
tMc, W(dke in de sawah's oy> hoogere terrassen sleehts S|)oradis(di vooiliwain.
Men plant hier tjempö padi-soort, welke over 't algemeen gezond is, 't vorige
jaar had de natte weersgesteldheid echter gelegenheid gegeven tweemaal te
l)lanten en was nu de ziekte eenigszins meer verbreid dan anders het geval
is. Hoe weinig overigens in deze streek de ziekten in de padi te beteekenen
hebben, moge hieruit blijken dat afzonderlijke namen voor verschillende
ziekteverschijnselen (hoorders, voos zijn enz.) bij de Inlandsche hoofden
nagenoeg onbekend waren.
Den LS""" Jnni vertrok ik van Wonosobo via Sawangan Bandjarnegara
naar Maos en vandaar 14 Juni naar Bandong om den volgenden dag via
Rantja-Ekek naar Soemedang te gaan. Hier was de padi nagenoeg reeds
overal geoogst, noch hier ter plaatse, noch onderweg konden eenige ver-
schijnselen van ömö mentèk in het padigewas worden opgemerkt. Den 16''"
Juni begaf ik mij van Soemedang naar Madjalengka en aangezien er den
daaropvolgenden dag geen gelegenheid bestond om een tournee te maken
ttracht ik dien dag een bezoek aan de suikerfabriek Kadhipaten. Den IS''"
Juni bezocht ik onder geleide van den Regent van Madjalengka eenige sirih-
aanplantingen in het district Radjagaloeh, waarover klachten waren inge-
komen omtrent vroegtijdig afsterven. Het bleek dat hiervan de oorzaak
moest gezocht worden in het optreden van Heterodera radicicola, welker
4o
j^alleii aan de wortels te viuileii waren. De meeste tuinen waren dicht
begroeid met onkruid dat eveneens Heterodera herbergde, terwijl het bleek
dat ook nog schijnbaar gezonde planten reeds waren aangetast. Omtrent
een en ander evenals over de mogelijke maatregelen te nemen om een
uitbreiding en herhaling der ziekte te voorkomen werd een voorloopig
verslag uitgebracht aan den Regent.
Den volgenden dag ging ik via Madja en Telaga naar Pendjaloe en had
daardoor gelegenheid in de hoogvlakte van Telaga evenals onderweg, nog
enkele sawah's in oogenschonw te nemen. Van ömö mentèk w^as hier
nimmer iets vernomen en vielen ook geen verschijnselen waar te nemen,
slechts hier en daar was eenige schade door hoorders veroorzaakt.
Den 20^° Juni keerde ik van Pandjaloe via Tjawi naar Buitenzorg terug.
§5.
.r AFDEELING DER INRICHTING.
(CÜLTTJURTUIN EN AGRICULTUUR-CHEMISCH LABORATORIUM).
a. C n 1 1 u u r t n i n.
Waterleidingen, bruggen en wegen. De degelijke her-
stellingen, die de groote w^aterleiding in het vorige jaar ondergaan had,
maakte in dit verslagjaar het onderhoud zeer licht, zoodat met kracht kon
worden voortgegaan aan het metselen der kleine leidingen, waarvan weer
een flinke lengte gereed kwam.
In den Oultuurtnin zijn nn alle leidingen gemetseld, met uitzondering
van eenige door de sawah's loopeiide. die nog op verbetering wachten.
De groote stuwdam werd door den Waterstaat tér dege hersteld.
Over het ravijn bouwde deze dienst een soliede brug, van ijzei-en liggers
met planken gedekt, echter sleclifs voorzi(^n van 66^\e leuning. Voor het
soort bruggen als de bedoelde, schijnen de bepalingen zich tegen het aan-
brengen van twee leuningen te verzetten.
De groote weg kon, dank zij de welwillendheid van den Ingenieur der
B. O. W., die daartoe de stoomwals beschikbaar stelde, in een uitstekenden
toestand gebracht worden, waarin echter door den aanleg eener pijpleiding
van de gasfabriek spoedig weer een ongewenschte verandering kwam.
Het begrinten van de tuinwegen en paden is eindelijk in dit jaar
beëindigd. Dat dit een niet onaanzienlijk werk is geweest in den loop der
44
jjiroii, spriiijil wel iji '( tmix als iikmi w<'o(, dal «!<' I(»(al«> Ijmij^I*? der \v(^j,'(mi iii<H
iiiiiidci' dan 11 KM. lK!<lraa}?t oii er vcrsclieidein' ondci- zijn, di<- cimm' l>ieedte
van s voel on meer hebben.
Gebouwen. Tn hot vor-Hhijrjaar weid dnoi- don Watorslaal ;;omaakt;
oen niet jjejjalvanisoerd ijzer jrodokto. uit Iwco <,'oniotseldo on holioorlijk
jr<'<'eraenteordo bakken boslaando, moslvaali aan vv<'lkor zijkanion tov«'ns «'on
^n'scliiklc liorjjplaats voor- do nicsl en \ ra<lill<ari-on is aan{j:el)raoht. Tlier-
inodo is, <)(»k daardoor, dat do vaaK nn vcrdoi- van do wonintr van don
Afdeelin^schof lijjt, een zooi- noodiuc xcrlx-lciin^^ tot sland j;<'k(>ui<'n.
Al do tot den Cnltniirtuin behoorondo jjebouwon, met inbegrip van d'-
inandoers- en boodjanjjwoninfïon vorkeeren nn in zeer jjoeden staat on
voldoen uitstekend aan hot doel waarvoor ze s^emaakt werden. Een hemels-
breed versnhil mot don toestand oen 1 iontal jaren j?eleden.
"De woning van don Afdeelin^sohof. wier voorsjalerij droi^^do in t^
storten, onderfjinj; een zwaro horstollinc. waardoor eohter de i-oods zoo lantr
jrewensohte verbeterintr van de floeren dor ovordekte franjjen. die naar do
bijffobonwen voeren. aohterwe<ïo moest blijven en dozo een sohril oontrast
blijven vormen met do overigens nette omi^evinji.
Veestapel. Een tweetal knrbonwon viel als slachtoffor van de jro-
vreosde leverbotziekte; de overitro boeston hioldon zich, evenals de paarden,
goed.
Aan grondbowerkinc en bemostins: der aanplantin^ren word weder do
noodijxe aandacht sj:oschonkon. Do frroono bomostinü: mot indiixo heoft in
't al (gemeen moI voldaan.
Sommige aanplantinj^en zijn echter — de Cnltunrtnin bestaat nu reeds
25 jaar — lanf^zamerhand in een toestand aoi^-omen. dat creheele vernieuwing
noodzakelijk is.
Het opsnoeion on uitdunnen dor schaduwboomen eischte vrij wat werk-
krachten, had echter op vele aanplantin'Sjen een goeden invloed.
De padi-oogst gaf een goed beschot. Voortdurend wordt met goeden
uitslag de grootste zorg besteed aan het uitzoeken van do best ontwikkelde
aren met groote korrels, om als plant-materiaal te dienen.
Aanteekeningon over verschillende gewassen.
Acacia Catechu Willd. rit Dar-es-Salam werden eenige zaden
van dezen, de „Cutch" of Catechu leverenden boom. ontvangen, waaruit
enkele plantjes gekweekt konden worden, die wij gebruikten om in den
4n
kleinen aanplant, dien de Cultuurtuin ervan bezit, bij te planten. De groei
van dezen boom is hier langzaam; van de nu 16-jarige exemplaren hebben
de best ontAvilckelde een hoogte van 8 M. bij een omtrek van + 1 M. op
borsthoogte.
Agave r i g i d a M i 1 1. var. S i s a l a u a heeft rijkelijk gebloeid,
zoodat duizende jonge plantjes aan aanvragers verstrekt konden worden.
In het Buitenzorgsehe klimaat schij.nt de bloei in het G'' jaar vrij regelmatig
in te treden.
Vele, in de met aaltjes geïulecteerden grond van tuin 11 in December
1899 uitgeplante exemplaren, hadden aan 't eind van het verslagjaar blaren
ter lengte van 70 cM.
Alpinia malaceeusis Rosc. De oude aanplant, die groote
hoeveelheden rhizomen en blad opgeleverd heeft, is nu gerooid en daar er
voorloopig genoeg gegevens over deze plant verzameld zijn, wordt zij nu
slechts op kleine schaal aangehouden.
Naar de aetherische olie — die zooals het onderzoek van D''. van
R o m b u r g h geleerd heeft grootendeels uit methylcinnamaat bestaat —
schijnt in den laatsten tijd in Oostenrijk vraag te zijn, nadat door de mede-
deeling der hier verkregen resultaten er de aandacht op gevestigd is
geworden.
Albizzia moluccana Miq. heeft een rijken zaden-oogst gege-
ven, zoodat er weer millioenen verspreid konden worden. Daarentegen gaf
Albizzia stipulata Bth. bijna geen zaden.
Albizzia minahassae Koord., w^aarvan de Cultuurtuin twee,
in 1896 geplante, exemplaren bezit, groeit veel minder sterk dan de beide
hieronder genoemde soorten.
A n d r o p o g o n :N a r d u s L. Volgens het „Bericht" van S c h i m-
m e 1 & C". te Leipzig verwerft de op Java geproduceerde Citronella-olie zich
steeds meer vrienden en behaalt dan ook prijzen, die aanzienlijk hooger zijn
dan de zoo dikwijls sterk vervalschte Ceylon-Citronella-olie. In den Cultuur-
tuin groeit dit gras zeer welig en is er steeds plant-materiaal van beschik-
baar.
A n t i a r i s t o x i c a r i a L e s c h. Uit den botanischen Tuin werden
een klein aantal zaden ontvangen om met de daaruit gekweekte plantjes
eenige hyaten in den aanplant iian te vullen.
Arachis hypogaea L. (katjang tanah) heeft in den Oostraoesson
op de sawah's een buitengewoon goed beschot gegeven.
Boehmeria nivea Gaud. (en variëteiten) geeft steeds, dank /.ij
46
de degelijke grondbewerkin;:; <mi /\sai<' Ixmucsi inj^, zeer ^ofde resultaten.
Aau eene oDderueinin^^ in de L;iiii|H(iij;srlic disiriricii koiidcn -^roote hoeveei-
Ledeu plaiitmateriaal verstrekt vvoidcii.
Castilloa elastica C e r v. !><.' joii«;c, in Au^^iistus 1899, in den
grond gebrachte aanplant staat nu l)c\ r<*dig<'nd, hoewel er ook in lu^t laatsle
jaar nog hier en daar ingebot-L moest worden. De best ontwikkelde exem-
plaren hadden aan 't eind van 't verslagjaar eeu hoogte van G.5 M. bij een
omtrek van 53 cM.
Twee even oude exemplaren op het terrein van de kweekbedden zijn
8.C0 M. hoog met een omtrek van üO cM.
De oudste boomeu in den Cultuur tuin gaven weder bijna het geheele
jaar door vrucht.
Cedrela odorata L. Deze snelgroeiende boom, die eeu goede
houtsoort levert en als schaduwboom langs wegen ook wel in aanmerking
schijnt te komen, heeft in het verslagjaar rijkelijk zaad geleverd, dat goed
opkwam.
Cephaelis Ipecacuanha A. Kich. De cultuur dezer plant
blijkt voor het klimaat van Buitenzorg onoverkomelijke bezwaren te hebben.
Langzaam maar zeker sterven alle exemplaren weg.
Coffea stenophylla. De hoogste der exemplaren, die zich 't
krachtigst ontwikkeld hadden, was aau 't einde van 1901 ongeveer 3 Meter.
Van bladziekte hadden de boomen niet te lijden, wel daarentegen vau
,.djamoer oepas". Een rijke bloei viel bij herhaling te constateereu en om
het rijp worden der vruchten behoorlijk te verzekeren eu de jonge boomen
niet te veel te doen lijden is een deel van de jonge vruchten verwijderd,
lu oude blaren van deze koffiesoort is geen caffeïne aanwezig, in jonge
daarentegen werd door D'. vau K o m b u r g h 0.88% gevouden.
Het op Liberia-onderstam geënte rijs vau G. steuophylla heeft zich zeer
goed tot vruchtdragend boompje ontwikkeld.
Abbeokuta koffie heeft dit jaar gebloeid en vrucht gezet; de
vruchten zijn echter nog niet rijp, zoodat over de grootte en qualiteit der
zaden nog geen oordeel uitgesproken kon worden.
Oor chorus capsularis L. en CorchorusolitoriusL.
(Jut e). Daar de uit hier gewonnen zaad gekweekte planten snel in bloei
schoten zonder eene goede lengte bereikt te hebben, werd uit Britsch-Indië
door bemiddeling van den Bot. Tuin te Calcutta van beide soorten zaad
gevraagd en gekregen.
Hevea b r a s i 1 i e n s i s M ü 1 1. A r g. De door D^ Tromp de
47
Haas in 1900 genomen aftappings-proeven zijn in het verslagjaar voort-
gezet geworden met even gunstig resultaat. In plaats van vlakke beitels
werd bij het maken der insnijdingen, bij wijze van proef, gebruik gemaakt
van een serie van holle beitels met opklimmende openingsbreedte. Deze
proef gaf echter geen resultaten, die beter waren dan die met de vlakke
beitels. Beter voldeed een lepelvormig mes, dat ten doel had de met een
smallen hollen beitel gemaakte beginsnede langzamerhand te verwijden,
waarbij het een gunstige factor bleek de wond vlakten aan beide zijden aan
te snijden. Over de verkregen uitkomsten is elders uitvoeriger bericht
(zie blz. 22).
Eene hoeveelheid melksap werd op de in Brazilië gebruikelijke wijze
door D"". Tromp de Haas in rook van vochtigen klappernotenbast tot
stolling gebra( bt en verder bereid. Het verkregen product was van goede
qualiteit en werd door de Russian American India Rubber C". geschat een
waarde te hebben, die 90% bedraagt van die van fijne Para-rubber. Het
harsgehalte ervan was 5%, terwijl echter Para-rubber slechts 3%
bevat.
Onderzoekingen zijn nu in gang om den invloed na te gaan van de zee-
hoogte, waarop Hevea- en ook andere caoutchouc-boomen gekweekt worden,
op de samenstelling van het product. Onder Ficus vindt men hierover
reeds enkele gegevens, terwijl in het volgende jaarverslag op dit onderwerp
uitvoerig teruggekomen zal worden. Bevreemdend mag het heeten dat de
boven besproken proeven van D"". Tromp de Haas nog geen aanleiding
gegeven hebben tot een noemenswaardige vermeerderde aanvraag naar plant-
materiaal van den Para-rubber boom. De Inspecteur van het Boschwezen
S e u bert schijnt echter op eenigszins groote schaal met Hevea brasi-
licnsis proeven te willen nemen, -lammer is 't dat de boomen hier slechts
eenmaal 'sjaars vrucht dragen en de zaden spoedig hun kiemkracht ver-
liezen. De oogst van zaden van dezen boom was bevredigend. De ontkie-
ming liet hier niets te wenschen over. Zooals reeds meermalen is opgemerkt
moet men de zaden slechts een weinig in de aarde van het kweekbed drukken.
L a n d o 1 p h i a W a t s o n i a n a H. B. K. In verband met de ver-
hoogde belangstelling in de lianen uit dit geslacht werd getracht eene
geschikte methode van ongeslachtelijke vermenigvuldiging te vinden. Na
verschillende proeven bleken hier 't best te slagen stekken van eenjarig
gerijpt hout, die 1^^ — 3 maanden noodig hadden om behoorlijk te bewortelen.
M a n i h o t G 1 a z i o v i i M ü 1 1. A r g. De boomen in den aanplant,
welke van Augustus 1899 dagteekent, hadden aan 't eind van 't verslagjaar
48
reetln eciie hoogte van JJ M. hij <mmi omtrclv \aii 11 cM.. Versfheideue
exemplaren droegen leedB mik lii.
M il s <; a 1' e n li a s i a e I ii s 1 i e a Scliiim. I ><■ in \;ik !M) iiilj^eplanle
iMtoinpjcs hebben zich spichlij; onl vvikk(.-hl, (lii;ircni<v'n Wiis de ^r<t<*i van
cenigv die in het i^weekbcd waren blijven slaan beier. I)i- meesleii bl(*eiden
reeds rijkelijk en gaA^en ook eenige vi'uehten. Aiin liel eind \;iii 'i vershi<;-
janr \v;»s in de hier liccull i\ «'ertle |)hinl)-n m»^ j^cen r;i(»iilc|iniic ;i:iii \i- inunen,
zoodat er Iwijrel kon heNl;iiin i»l men werkelijk mei .VbiscMi eiiliiisi;i elasliea
l(! doen had. Eene door l>'. V ii I e l o ii iiilui\ uei-de dciii mininie n:ini
echter dezen twijfel weg.
Mimusops g 1 o b o s a. (lialat:ij. I>e <^\ih-\ \iin dezen heum was
in dit verslagjaar iets beter dan in liet vorige. 1 >e hoogie van "l best
onl wikkelde boompje is 3.5 M.
Door het maken van marcottes weid de voorraad planten vergroot.
M y r i s t i c a f r a g r a n s II o ii t t. II iervan werd in Januari een
nieuwe aanplant in den grond gebracht, in de schaduw van Anacardiuiii
occidentale. De planten zijn gekweekt uit van Banda afkomstige zaden.
De ontwikkeling was bevredigend. Daar e<liier het terrein waaroi» ze nu
staan bestemd is voor de praktische oefeningen der leerlingen van den land-
bouwcursus, zullen de planten tusschen de rijen der oude notemuskaat-
aanplantingen uitgezet worden.
Musa mindanensis Rumph. (Manilla hennep). De in het
vorige jaar besproken aanplant kon in dit jaar geoogst worden. De berei-
ding van de vezel had plaats met de bekende eenvoudige toestellen, bestaande
uit een stomp mes dat op een plankje rust en aan een hefboom bevestigd is.
De in reepen gesneden bladscheeden worden eenige malen onder het mes
doorgehaald, waardoor de vezel fraai glanzend en bijna wit verkregen wordt.
Zonder eenige verdere nabewerking wordt zij dan eenvoudig eerst in de
schaduw en ten slotte in de zon gedroogd. Aldus bereide vezel werd in
Nederland zeer gunstig beoordeeld.
Op Java wordt op de onderneming Ponowareng bij Pekalongan vezel
bereid uit een paar andere Musa-soorten (of variëteiten), nl. pisang radja
en p. soesoe. De Chef der Afdeeling was in de gelegenheid in October
van dit jaar die onderneming te bezoeken waar de eigenaar, de Heer van
der Ploeg, Ingenieur te 's Gravenhage, tijdelijk op Java vertoevende,
alle gewenschte inlichtingen omtrent de vezelbereiding gaf. De in reepen
gesneden stammen worden in de tuinen van het losse, sterk waterhoudende
weefsel beroofd met behulp van de zooeven besproken toestellen en de aldus
49
verkregen linteo in de fabriek verder op vezel verwerkt. Toen geschiedde
dit nog met behulp van L e h m a n n's extractoren, maar weldra zullen deze
plaats maken vooi- eene door de Heereu van der Ploeg en Böken
gepatenteerde machine, die in Parijs met goeden uitslag gewerkt heeft en
waardoor men per dag 3000 KG. vezel zal kunnen afwerken. De uit de
genoemde pisaug-soorten verkregen vezel verschilt in eigenschappen met de
Manilla hennep, maar behaalt op de Londonsche markt toch ook goede
prijzen.
De met Manilla hennei» in den Cultuurtuin verkregen resultaten laten
zich in 't kort aldus samenvatten. Van 143 uitgeplante spruiten werden
na 20 maanden niet minder dan 710 ontwikkelde stammen verkregen,
waarvan ruim 8% bloeiden, terwijl er 550 uitspruitsels geteld werden
waarvan 72% reeds hooger dan 50 cM. waren. De dikte en dus het gewicht
der stammen liet bij deze plantwijdte echter wel wat te wenschen over. Het
oogsten en verwerken der stammen duurde ongeveer tw^ee maanden, in
welken tijd er nog meer oogstbaar werden, totaal 772 stuks, die in verschen
toestand 9230 KG. wogen, waaruit 180 KG. vezel verkregen werden, d. i.
dus 2%.
Het watergehalte der stammen is zeer groot en bedroeg niet minder dan
92%. Eenige bepalingen van het stikstof- en aschgehalte in den verschen
stam en de daaruit door eene korte bewerking te verkrijgen linten, alsmede
in de afgewerkte vezel gaven de volgende resultaten:
Stikstof in een schijf van den stam 0.3 %.
„ „ gereinigd lint van de binnenste laag 0.4 „ .
,, „ ,, „ „ buitenste „ 0.34 „ .
„ „ gereinigde vezel sporen.
Asch (ruwe) in een schijf van den stam 0.6 %.
„ „ „ gereinigd lint van de binnenste laag 4.5 „.
„ „ „ » buitenste „ 4.9 „.
„ „ „ gereinigde vezels 0.83 ,, .
Door het wegvoeren van de vezel wordt er alzoo slechts weinig aan den
bodem onttrokken.
Er is nu weder een nieuwe aanplant in den grond gebracht om te
trachten verschillende vragen, zooals over plantwijdte, diepte van uitplan-
ting der uitloopers enz. te beantwoorden.
Nicotianum Tabacum L. Van onzen Consul-Generaal in
Smyrna werden /aden van 4 varitMeiten (nitvangen, die goed ontkiemden
VêIISLAÜ van '^LANUS HLANfüNTUIN 19Ü1. ■*
«■n hier j»ljui(t.'M j^avcri md \iij ^^lol lihnl rn <'i;4<'ii;i;ii(li^cii. fcni^HzliiH
}j;<;(lroiig('ii habitus.
() ei til 11 lil I) ;i s i 1 i e 11 lil Ij. iSi-hisili liiiljnui. < )|i ren s;i\\ ;ili wi-idfii
\aii d('Z«; vari«''(('i(, welker dlif liici- \I(M';;;ci- ;iiiii;ic|iMtii(l wml ;^in(ih'ii(lc('U
uit methyloliavicol It* hcshiiiii, op ."{(l Mri vici- lijcn uil;4c/,;i:ii«l. ilic ren ()|»|iec
vlak van Y,„ baboe besloegen.
Van 1 — 15 Sei»teiuber kon liicrxan ;'..'.(i K(I. mtscIi kruid oi-ooi^hI wol-
den, waaiuil !»()() cM." aetberisehe olie veikn-^cn \\ci(i<'ii.
Eeu tweede snit gaf 115 l\(i. Iilad «-n lioiiii^r slongcls. wiiaruil nog
225 cM.^ olie beleid kctnden worden, lid S. (1. nuii de olit- Wii.s ü.'.l.") bij 2(1 .
Palaqu i u ni-s o o r t e n. De gi'ootc bloei wa.s in lid verslagjaar vrij
bevredigend, trad echter later dan gewoonlijk in, /.ooibit in 't eind van
December de vruchten nog verre van rijp waren. Ten einde bij het
inzamelen der zaden later minder moeielijkheden te hebben — omdat 't zoo
uitermate lastig is deze van sonimige soorten van elkaar te onderschei
den — werden de vruchten van Falaquium Treubii, aan den aanplant
Wiiarvan op Tjipetir voorloopig geen uitbreiding gegeven zal worden, in
jongen toestand van de boomen verwijderd.
In den Pal. borneense-aanplant, waaiin eenige exemplaren van Pal.
Treubii staan alsmede eenige boomen van twijfelachtig type, bloeiden
enkele van deze. De vruchten dezer Pal. Treubii werden eveneens verwij-
derd, terwijl de getah pertja der anderen geanalyseerd werd om na te gaan
of men de zaden zou kunnen aanhouden.
Eén boom in den Pal. oblongifolium aanplant bleek een zeer inferieur
product te leveren, hoewel de blaren uiterlijk veel op die der echte Pal. obl.
gelijken, alleen zijn zij kleiner.
Het blijkt meer en meer, dat de chemische analyse van het product
een zeer gewenscht hulpmiddel is om de, vooral bij gecultiveerde boomen
twijfel overlatende, botanische kenmerken te vervangen, dan wel aan te
vullen.
De aftappingen van Palaquium Treubii en Pal. Gutta (het zoogen. afw.
type) hadden in Mei en Juni plaats. De opbrengst van de best ontwik-
kelde boomen was zeer bevredigend, hoeveelheden van 400 gram werden
zelfs bij enkele exemplaren verkregen.
Van Pal. Treubii werden 187 exemplaren getapt; de opbrengst was
15 Kilogram, d. i. dus gemiddeld per ]>ooni 1 lü gr.
Het aautal afgetapte Pal. Gutta boomen was 56, de totale opbrengst
7.4 KG., dus gemiddeld per boom 132 gram.
De verkregen getah pertja werd gezonden aan de firma Pelten & Guil-
leaume, Carlswerk Actiën Gesellschaft te Mühlheim am Rhein om een oor-
deel over de teclinisihe bruikbaarheid in te winnen. De General Directer,
de Heer E. G u i 1 1 e a u m e, had zich tijdens een bezoek, dat de Chef der
Af deeling gedurende zijn verlof naar Europa aan die fabriek bracht, met de
grootste welwillendheid bereid verklaard met de hier gewonnen getah
pertja proeven te doen nemen, indien hoeveelheden van + 15 KG. beschik
baar gesteld konden worden. De uitslag van het onderzoek zal in het
volgend verslag medegedeeld kunnen worden.
Van den Heer B ure hard in Indragiri ontving de Cultuurtuin in
October een aantal bewurtelde stekken van Palaquium oblongifolium. De
plantjes waren zeer zwak, zoodat ze eerst eenigen tijd in potten gekweekt
werden, alvorens op een kweekbed uitgezet te worden.
F i p e r n i g r u m L. De jonge aanplant, waaraan veel zorg besteed
is, staat gunstig. Verscheidene exemplaren beginnen reeds vrucht te dragen.
Shorea steno p te ra Burck. (Tengkawang). Eenige geïsoleerd
staande boomen hebben weer gebloeid en vrucht gezet. In den 15-jarigen
aanplant, waar de groei der boomen zeer goed is, heeft echter nog nimmer
een boom vrucht gedragen, zoodat de cultuur van dezen boom in gesloten
aanplautiugen niet aanbevolen kan worden. Trouwens op Borneo ziet men
ook meest in de nabijheid van rivier-oevers alleen staande exemplaren
bloeien.
Theobroma Cacao L. en Theobroma bicolor. Hoewel
de boomen nog steeds veel van allerlei ziekten en plagen (e lijden hebben,
beloofde de vruchtoogst dit jaar zeer voldoende te zijn. Onder de hier
gekweekte Cacao vindt men tal van variëteiten, die zich onderscheiden door
de kleur en den vorm der vruchten.
U n c a r i a G a m b i r R x b. De nu in het volle licht groeiende plan-
ten zien er goed uit en hebben in het verslagjaar vrij veel jonge loten ge-
maakt. Ze vertooneu echter neiging om sterk te bloeien. De oude aanplan-
ting geeft geregeld zaad, waarvan dikwijls aan aanvragers verstrekt wordt.
Naar het schijnt slagen echter de meesten er niet in, de iiiocit'lijklu'dcn aan
het kweeken van plantjes uit zaad verbonden te overvviiineii.
IJ 1' o s I i ji; lil Jl «H a s t i e II lil M i <|. !»•■ uil /.aail ;;<-\\ oniicii |)laiilt'ii,
Avaui\aii in Im'I \<tri;^(' \«'rsla<; (t|t Itl/. 07 iiicldiii^ is ^ciiiaakl. zijn (i|i t\\<-<MM-
lei wij/c bchuudc'ld. \'aii een <1('('1 /ajii ;icic;;r|(| d.- /i jialvkcn wc^i^esneden
wat tengevolge heeft gehad, dal <lt' Ixiomiijcs hoog opschoicn. zoodui 'I
noüdig was ze te Mtenneii. De groei van die. WflUe niel van Ininne zijtakken
beroofd werden, was uieer gedrongen en zij behoefden dan oulv ge<-'U steun.
De hoogte der eersten bedroeg 4 Al., die (h-r laatste was i'..") M. De omtrek
aan den voet was resp. 15 — 17 cM. De eersli>edo<dde i)eiiandeiiii;i scliijiiL
dus minder aan te bevelen.
De zaadoogst was zeer ruim, zoodat aan de talrijke aanvragen voldaan
kon worden. (Jioote hoeveelheden marcottes werden ook weder verstrekt.
In het vorige verslag is melding gemaakt van aftapi>ingsi>roeven met
een tweetal boomen, waarbij deze drie achtereenvolgende keeren met een
tussehenruimte van 3 dagen getapt werden en waarbij de opbrengst bij de
2'' en 3*" aftapping minder bleek te zijn dan bij de eerste.
Met eenige wijzigingen werd uu door D"". van K o m b u r g h in
gemeenschap met D'. Tromp de Haas een grooter aantal boomen
van bijna 13-jarigen leeftijd getapt en wel w-erd van een 24-tal
de helft op de gewone, hier gebruikelijke, wijze ingesneden, terwijl
op de andere helft de gewijzigde methode werd toegepast. Deze
bestond hierin, dat bij eene eerste aftapping de boom slechts weinig
insnijdingen ontving, bijv. Vs of V4 ^'^" ^^^ aantal, dat men hem
in 't geheel dacht toe te brengen. Zes dagen later werd dan de boom
opnieuw behandeld en wel met de helft of % der insnijdingen. Soms
werden boomen, die % der insnijdingen ontvangen hadden na een tweede
periode van zes dagen met het resteerende i^ voorzien. De proef had plaats
in December. De verkregen opbrengsten zijn in onderstaande tabel opge-
nomen :
n? v/d boom.
n- v/d boom.
1
257 gr.
3
264 „
5
273 „
7
270 „
9
267 „
11
369 „
13
161 „
1861 gr.
2
(130 + 607 + 228)
= 965 gr
4
(106 + 802 + 356)
= 1264 „
6
(153 + 135)
= 288 „
8
(319 + 355)
= 674 „
10
(222 + 141)
=: 363 „
12
(139 + 53)
= 192 „
14
(216 + 220)
= 436 „
4182 gr.
De verkregen resultaten doen duidelijk het voordeel der gewijzigde
S3
(ap]>iri^sni*'t IhmIc /.icii. de vcikic.ucii (iiibi-cMigsl locli is <liUiil)ij 2.L' ina;il
uroolei' dan iiid de ;4('\\(»ii('. liiei- «iebniikelijke. Het zou natnui'lijk voor
harig zijn deze iiu^thode reeds aan te bevelen, want het zal in de eerste plaats
iioodig zijn om na te gaan of de hoornen die hehandeling eenige jaren ach-
tereen verdragen en of de meerdere ophrengst niet gevolgd wordt door eene
verminderde in de volgende jaren. Een onderzoek naar het harsgehalte van
Ficus. elastica-caontchour-. afkomstig van hoomen op vei'schillende hoogte
hoven zee gegroeid gaf de volgende uitkomsten:
Oaontchone van hoomen op zeehoogte van: hars:
800' 7%
1800' 8%
In het werkje van H e n r i q n e s. ..Der Kantschtik nnd seine (JiielliMr'
vindt men voor Assam-Caoiitchouc (gezuiverd) 11.3%, voor Java daaren-
tegen slechts 8% opgegeven. Welken invloed het wasschen van het product
op het gehalte in aceton oplosbare stoffen invloed heeft, zal door een reeks
van proeven uitgemaakt moeten worden. Xaar de boxen medegedeelde resul-
taten te oordeelen schijnt de invloed van zeehoogte niet zoo heel groot te
zijn. Een andere vraag, welker bestudeering in gang is. geldt het hars-
gehalte in caoutchouc van hoomen van verschillenden leeftijd afkomstig.
Willughbeia firma BI. Op verzoek van een Fransche firma, die
met het bereiden van caoutchouc uit den bast A^an deze liaan proeven wilde
nemen, is het wai'boseh, dat zij. na het afkna]»pen dei* steuuhoomen. voi-mde
geheel gerooid. De kosten vaii het afzonderen dei- dunne twijgen was vrij
hoog en bedroeg meer dan de waarde der caoutchouc, die zij bevatten.
Wanneer het werkvolk in deze meer oefening verki-egen zal hebben, zullen
die kosten echter wel dalen, 't Zal echter de vraag zijn of zulk een exploi-
tatie dan zelfs wel loonend zal wezen. Plet grootste deel der afgekapte
stammen liep hier uit. De lengte-groei der in Augustus 1890 geplante
exemplaren was ook nu w(^er goed, de toeneming in dikte van de stammen
liet echter te wenschen over. De diameter bedroeg op 2i/2-jarigen leeftijd
slechts 1.4 cM.
V a n i 1 1 a p 1 a n i f o 1 i a A n d r. Nog steeds heeft de aanplant van
eene ziekte te lijden, waardoor de stengels afsterven en de oogst zeer bena-
deeld wordt. Men tracht nu door 't geregeld wegsnijden der aangetaste
deelen het euvel zooveel mogelijk te beperken en door sterke bemesting den
groei der gezond<' scheuten te bevorderen.
R4
Z f' Ji !M ;i y K L. Uil Aiisli';ili<' ui-rdrn ccn ;i:iiii;il fijiiiii- \ iiricicilfii
(»iil \ ;iiiji<'ii, (lic il Is I wcode gOw:ts o)i dr snwüli's uil ;i«'|il;i nl u • rdcn. I »c «m»j;sI
\ iel iiiiiii uil. \\ ii;irdn<»i' licl inoj^t-li jl< \\;is ^luolc Ii(M'VccIIi<m|<ii l<-ii Ik-Iiocv
i\i\- liiliiiidscin' JK-volkin^f (<.' vcrHtrckkcu.
Nii'inNc onl \;iii;:,('ii pliinlcn.
( ' t' r il ( o II i ;i s i I i (| II il I>. (•loliiiiiiics Itioodl mi. \ ;i n di/.c |il;iiit .
die lirlcr in •Til siihirupiscli diiii tropisi li kliiiiiiiil sliiii;;!, wcidin in Mtiiirt
(M'ii iiiiiiiiil /julrii iiil}:,oIo<;d, di«' in S—U daji<'ii uiil kiciridcn. |)c <^ynt'\ der
joiip' planfjcs was niot erg welig, de liodgte jiüii ( eind siin i scrslagjaai
bedroeg slechts 25 cM.
C o f f e a 1 e p i d o p h 1 o i a M i < ].
C o f f e a d e II s i f 1 o r a BI.
(^ o f f e a m a d u r e n s i s el Ü. \';iii d</,c diic wiidi' kuiricstiorlrn
oiilviii;^ de ('iilluui'tuiii van D"". Koor d e v s ccuinc weinige j<»ii-<' idantJeB
(en geschenke, die in de nabijheid van Cotïea stenoi)liyllii nitgczct wci-dcn.
^^■(■lli(•ht zullen zij, indien hun groei wat beter zal zijn, geschikt blijken om
(1 jiiidere koffiesoorten op te verenten. Naar 't zich laat aanzien is C.
dcnsillora, die eene hoogte bereikte van 1.30 M., de beste groeier der hi(.'r
genoemde.
Gossipium herbaceum L. (katoen). Verschillende variëteiten
werden uit Washington ontvangen en, hoewel de tot nu toe verkregen resul-
tuten met eenjarige katoensoorten in het vochtige en regenachtige klimaat
van Buitenzorg bijna iramer teleurstelling gaven, uitgezaaid. In 6 — 7 dagen
kiemden de zaden. De groei der jonge plantjes was krachtig, ze bloeiden
rijkelijk maar gaven een slechte opbrengst aan katoen en zaad, dat boven-
dien slecht kiemkrachtig was. De meeste vruchten verrotten aan de plant.
H y p a ]) h o j' u s s u b u m b r a u s L. Tijdens zijn bezoek aan
Ceylon zag de Chef der Afdeeling op een onderneming in {\v biiiirt van
Kandy fraaie exemplaren van een doornlooze dadap, waarvan een hoeveel-
heid zaden medegebracht konden worden, waaruit ongedoornde planten
gekweekt werden, die als schaduwboomen in verschillende aanplantingen
dienst zullen doen.
Landolphia Heudelotii DC. Na vele vergeefsche pogingen
55
beeft «1<' riilfum ( iiiii ten slotte iu November van dit ja,ii' eenige plantjes van
(leze oni luiar caoiitehouc-rijkdom zoo geroemde liaan verkregen, die ont-
vangen werden nit den botanischen Tuin van Dar-es-Salam en die naar 't
schijnt met eenige zorg wel zullen slagen. Dat de cultuur van deze plant
liier te lande, althans in West-Java, niet zoo gemakkelijk is, schijnt wel
hieruit te volgen, dat de administrateur van Poeka Oentoeng berichtte, dat
van een 000-tal uit Europa ontvangen i)lantjes dezer Landolpbia maar
() stuks in leveu gebleven waren. De bast van deze liaan heet bijzondei-
geschikt te zijn om er op mechanische wijze de caoutchouc uit te bereiden.
L a n d o 1 p h i a K 1 a i n i i Pierre. FiCn vijftal j<uïge ]>hinten werd
eveneens in November ontvangen van den Heer d e B o o y, administrateur
van Soeka Oentoeng. Deze groeiden krachtig door en vormden scheuten van
nu^er dan 20 cM. lengte.
Landolpbia K i r k i i D y e r. Tijdens het bezoek van den Afdee-
lingscbef aan den botauisclieu Tuin te Henaradgoda (Ceylou) droeg deze, een
goede caoutchouc gevende, liaan juist vrucht, zoodat, dank zij de welwil-
lendheid van den Directeur der botanische tuinen op Ceylou, den Heer
Willis, een aantal zaden naar Buitenzorg kouden worden medegenomen.
De zaden kiemden na ongeveer 20 dagen en leverden krachtige plantjes, die
nu scheuten van ongeveer 40 cM. hebben.
In November werden tevens van deze soort nog een O-tal exemplaren
uit Dar-es-Salam ontvangen, die echter wat afmetingen en vorm der blaren
betreft, welke veel langer zijn, niet op de uit zaad gewonnen planten
gelijken.
Payena stipulaiis? B u r c k. (Dantoeng). ()]) zijn dienstreis
in 1S98 in de Padangsohe Bovenlanden trof D^ van Honiburgh een
paar bloeiende boomen van den dantoeng, die in tegenstelling met andere
Payenas geen getah pertja, maar een meer op caoutchouc gelijkend product
levert, dat in niet groote hoeveelheid uit Padang uitgevoerd wordt. Wel
kon van die reis een tweetal ])lantjes medegebracht worden, die echter een
kwijnend bestaan voortsleepten. Vruchten en zaden waivMi (m- neg niet van
bekend en hoewel herhaaldelijk ter verkrijging daarvan de tusschenkomst
van Bestuursambtenaren in de Padangsche Bovenlanden wei-d ingeroepen,
bleven deze uit, totdat onlangs, in September, van den Controleur van Moeara
Laboeh, den Heer P a 1 m e v v a n den B r o e k, vruchten, zaden en
86
kiciii|tl;iii(.j<'s «([t s|iiriliis, ;ilsnn'<l(' pen piirlij l<'\('ii<li' |il;iiil<'ii <>ii1 \ uii;j«'n
wciiUmi, (lic in j^oedcn Htaat aankwamen.
Den Ih'ci' I'almer v n ii «I e n r. i n .• |< koml v()<»r- (h-Ac fi;i!jie
■/.ou(]\w^ <)ii<,n'<\vijfold ecu woord van dank l<tc. liet spii-itns nuiicriaal werd
in bniMlcii <rcs(cld van ^)^ Valcl on Ici- lii-\vcikiii<^' ««n de planleii, iia<lat
Ici'onnnc in elkaar ^odi'Jiaidc wocicis \ ciwi jdcrd waren, in |iu||cii <.n'p'<i'''^*-
TdCii ze l»c;;onneii nien\\ blad Ie maken. \Mi-den ze in \ak 11! ^edcellcii jlv
in 'I volle liclil. ;i,fedeel(elijk in de Sl•lladn^\ \an ("\iiomr-lra ramil'lora nit-.;. -
plaiH. De in 'I liclil {icplaafstc idanlen ontwikkelden /.icli Mi jlvliaai- iels
forsclicr dan do in do schadnw staanden. Ti-onwons ziet men Wij ve^.>^cl^il
lond«^ in cnKuiir j;(^l)i'acli1o wondhoonien. daf bij «rucdcii toestan<l \an den
irrond. z(>odai or aan voclil inroon i;-cbi-el< is. jon;:e cxemplaien. die in
wildon staal als S(•l1adn\^ lievend bcsclionwd moeten worden, lodi niistc
kond ffedijon als zo in 'I volle liehf staan. N^MsdiilIcnde T^iknpiium s<»oiten
«redrajron zich in dat opzioht evenzoo. TTot ])lanl verband is Ui voel. De
hooji^to doT* ]ilantjos is ongeveer een voet on do flink* onl wikkelde jonuc
blaren zijn ^>2 cM. lang. bij 10 oM. breed.
S a p i n d n s o m a r g i n a t n s V a li 1. Van don Tl oei- TJ i v i è r e,
Directenr van den Jardin d'essais dn Hamnian bij Algiers ontving D^ v a u
R o m b u r g h bij zijn bezoek aan die inrichting eenige zaden van dozen
zeepbooni ton geschenke. Ze ontkiemden in 10 dagen, maar gaven niet sterk
groeiende planten, die aan 't eind van 't verslagjaar 40 — 45 cM. hoog waren.
S t y r a X "B e n z o i n D r y a n d. Een kleine aanplant van dezen boom.
die de bekende benzoë levert en waarvan do Tnllnurtnin een paar haasi
volwassen vrnchtdragende exemplaren bezit, werd in don ondon Manilla
hennep-tnin tusschen de Pisang-planten nitgezet. Ze groeiden daar ze(>r
goed en hadden na 4 maanden eene hoogte van 85 — 130 cM.
Urceola escnlenta. De zaden waren door D"". van Ti o m-
b u r g h persoonlijk ingezameld te Henaradgoda. Ze ontkiemden in 22
dagen en gaven aanvankelijk vrij krachtig groeiende planten, die echter
na 9 maanden niet hooger waren dan 50 cM. Deze liaan geeft een goede
caoutchouc.
Urceola brachysepala Hook. f. Van den Heer N e t-
soher te Tjisalak ontving de Cnltnnrtnin eon aantal krachtige jonge
57
plaiitpii van deze caoutohouc-liaaB ten geschenke. Eenige ervan wenlen in
Septejribei' ui (geplant en ontwikkelden zich fraai.
b. Agricultuur-chemisch Laboratorium.
Het gebouw, alsmede de instrumenten bevinden zich in goeden toestand.
Acliter het laluinttorinm ammmI tijdelijk een klein open loodsje gezet, ver-
bonden met gas- en waterleiding, om er extractie-proeven met vluchtige, licht
brandbare vloeistoffen o]i eenigszins grooter schaal te kunnen uitvoeren.
W. S p i r e, een Fransch <ifficier van gezondheid en D"". S h e r m a n,
een Amerikaansch chemicus, die oj) Manilla voor de Amerikaansche Regee-
i'ing een agricultuur-chemisch laboi-otoiium zal inrichten, waren gedurende
eenige nuianden in den Tultuurtuin en het laboratorium werkzaam.
Met 1 Mei verliet de Heer Boogaard, die ongeveer V^ jaar n1s
volontair in het laboratorium werkzaam geweest was en zich tot een rrtwA
analyticus ontwikkeld had. Buitenzorg. Zijn plaats werd ingenomen door
Mejuffrouw P. Roselje, die echter in December hare betrekking weer
neerlegde en opgevolgd werd door den Heer V. H i s s i n k.
D"". L o n g, vroeger werkzaam aan de Bandoengsche Kinine fabrielc
werd met ingang van Mei tijdelijk aan het laboratorium verbonden tot het
verrichten van chemische werkzaamheden.
Omtrent de in het laboratorium verrichte onderzoekingen wordt hier
in extenso en letterlijk overgenomen het door den Afdeelingschef. D"". P.
van B o m b u r g h. ingediende rapport.
Het onderzoek naar de bestanddeelen van de aetherische olie van
Kaempferia Oalauga L.. waarin, in 1800, de aanwezigheid van p. methoxy-
Ivaneelzuren aethylester was aangetoond werd voortgezet. Xu kon worden
aangetoond, dat zij bovendien bevat: pineen. kaneelzuren aethylester. als-
mede een verzadigde koolwaterstof, die bij 207.5° kookt en bij 10° smelt en
het S. (t. 0.766 heeft bij 26°, Analyse en moleculair gewichts-bepaling
voerden tot de formule C,-,H..o. Deze koolw^aterstof schijnt identiseh met
normaal pentadekaan, waarmede de eigenschappen overeenkomen. Verder
bevat deze aetherische olie nog zeer geringe hoeveelheden van een gekris-
talliseerd, naar kamfer riekend lichaam en een vloeibaar product, dat met
broom, in tetrachloorkoolstof, een fraaie violette verkleuring geeft en waar-
van het onderzoek nog in gang is. De afscheiding van de verzadigde kool-
waterstof heeft bij de tropische temperatuur nogal moeite gegeven.
)i8
Het oridor/^tx-k \;iii lid wcliicl^fiMlc Im'sI;iihIi|<<I der ;it'| Ii»-risi Im- olir \aii
(Ie Oriiiiiini variëteit; (ol' s|m'c.) hier iKkcinl ondir den iia:iiii \:ni Sdasih
bcsar ol' S. iiiekali is nooiIj^c/cI, licdt cclilci- iio^ ^ccii voor iHililifal i»- rijpo
resul (aten o})geleverd.
Dr uit Oeirnnni hasilicnin L. (Sclasili liidjaiii vcikr('«,n-ii olie draait
in een i»iiis \aii L*(M» m.M. \\c\ iiolarisalicvlak O.:?.") naar retdils. Door do oli(?
mol sloom (o hcliaiidclcii. y,oo<lat er on;^ove(M' M)% overjjaat, krij^l iricii een
vloeistof die 5' rechts draait, terwijl het residu — 0.fi° draaido. ilren^H
ineii dit lesidu even aan de kook (liet kookpunt is on;j;ev<'er 215°) en ko«'l(
men daarna af dan is de draaiug der vlo(Mstof + 2° in een buis van 2(Kï niM.
V^erhit men langer dan wordt ze + 3°4 en schijnt dan ook bij verdeie ver-
hlMing deze draaing te behouden.
Door destillatie in vaeno kon men uit liet lio\enbedoelde residu een veel
zwakker rechts draaiende vloeistof verkrijgen. Dit eigenaa»-dig gedrag
dezer aetherische olie wordt nog nadei- ondei-zocht.
In de saprophytisch groeiende Epirrhizanthes elongata BI. en E. cvHn
(liica BI., O]) Tjipetir vrij talrijke voorkomende Polygalacc^eën. kon ik de
aanwezigheid van salicylzuren methylaether, die reeds in wortels van vele
der bladgroen voerende planten dez(M' familie is aangetroffen, aantoonen.
Dienzelfden ester vond D'". T r o m p de Haas in de vruchtschillen
van Coffea liberica, terwijl 't mij gelukte denzelven in 4,4 gram versche
vi'uchtschil van Coffea steno})hylla aan te toonen, terwijl merkwaardiger
wijze vruchten van Coffea arabica, waarvan veel grootere hoeveelheden
vruchtschil in bewerking genomen werden, die stof niet bevatten.
Evenmin kon ze geconstateerd worden in vruchtschil van Coffea
arabica, die gegroeid waren aan rijs, dat geënt was op Coffea liberica.
Wel echter vond ik ze in de vruchtschil van de zoogen. hybriden van
Klein Getas, die, zooals men weet gehouden worden voor hybriden van
Coffea arabica en C. liberica.
Veel tijd is in dit verslagjaar besteed aan de analyses van caoutchouc
en getah pertja, welke gemeenschappelijk met D^ Tromp de Haas.
die zich voor dit onderwerp veel moeite gegeven heeft, uitgevoerd
zijn.
De waterbepaling in de getah pertja-monsters wordt, nadat door voor-
loopige proeven was uitgemaakt, dat vooral veel harshoudende soorten bij
drogen in warme lucht — door oxydatie — minder goede lesultaten geven.
69
uitgevoerd door de stof in een warnnvaterdroogstoof in een koolzunrgas-
s-trooin lot constant gewiebt te verhitten, waarbij bet aanbeveling verdient
de klein gesneden monsters vooraf eenigen tijd boven zwavelziuir te
plaatsen, waardoor de duur der verwarming verkort wordt.
Om de hoeveelheden vuil (dirt), hars en gutta te bepalen werd vroeger
de in kleine stukjes gesneden of tot een dunne plaat uitgerolde gefab perlja
met alkohol geëxtraheerd, daarna het residu in chloroform opgelost, terwijl
bet onopgelost geblevene als dirt gewogen werd. Deze methode was echter
tijdroovend en leA^erde A'erscbillende moeielijkheden op.
Na tal van proefnemingen wordt thans de volgende methode gevolgd,
die snel tot het doel voert en goede resultaten geeft. Een gram van de
luchtdroge stof wordt in een maatkolfje van 100 cM.^ voorzien van een
ingeslepen Inchtkoeler (met bollen) gedurende 3/^ — y^ uur in een waterbad
met 80 cM.^ chloroform zachtjes gekookt. Na geheele oplossing van d<^
getah pertja laat men afkoelen, vult de kolf met chloroform tot aan de deel-
streep en filtreert de vloeistof door een trechter met + 20 cM. lange buis over
een dichte, zuivere wattenproj». Van het filtraat neemt men 50 cM.^ of wat
beter is, men filtreert direct in een maatkolfje van 50 cM.^, brengt de
oplossing in een Erlenmeijer met grooten vlakken bodem en distilleert de
chloroform voorzichtig af. Op den bodem houdt men dan een zeer dunne
doorschijnende laag van vuil-vrije getah pertja. Men blaast de kolf met
lucht uit en droogt de laag in de kolf, die in een warmwaterdroogstoof
geplaatst woi'dt, in een koolzuurgasstroom gedurende IH uur. Daarna
weegt men de kolf, waarin men het koolzuurgas weer door lucht heeft ver-
vangen. Men vindt aldus het gewiebt van hars -(- gutta en daar het water-
gehalte in een afzonderlijke hoeveelheid bepaald is kent men dan het gewicht
van het vuil (dirt).
Dan trekt men den inhoud der kolf eenige malen met kokende aceton
uit, die uit de dunne getah pertja-laag nu gemakkelijk de hars opneemt. Bij
hjirsrijke monsters is het goed de met aceton behandelde getah pertja nog
eens in chloroform op te lossen, deze te verdampen en het nieuwe getah-
vlies opnieuw met aceton te behandelen. Na deze extractie verhit men de
kolf weer in een koolzuurstroom en vindt dan na weging de hoeveelheid
gutta. Uit het verschil in gewicht met de eerste weging weet men dan de
hoeveelheid hars.
De behandeling met aceton voert sneller tot het doel dan alkohol en
geeft dezelfde uitkomsten.
Eene analyse van uit blad bereide getah pertja-monsters, waarvan het
(m'Im; iifkoiiisti;^ WUH uil <!<• riilui'k i>\> l'.ocio*'. \\a;ir \iil;_'»'iis i |i!<n<-<li' v;iii
D'. Lcilclioor geA\('il\( woidl en licl ;iiM]crc hciv-id wms in ccii f;ilir'ifk
(e Molijaii on de W.-afd. \;(n IJonifo <i;;iC <lc vol^roiidc icsnltnii-n :
l^ioducl van Boeroo (gi-oen jicldcnrdi. riddiifl van MoliJ;in fiïpijs).
voclii CU vuil 3.9% 4.(>%
Ii.iis 9.2 „ 6.1 „
giillji 86.9,, 89.8,.
TIcf üscligehaKe van lid ccistr monslrr was \.\J, . van lui judfic 1..";.
|)(M»rdcn Ifeei* C u i' 1 is uit l'cnan<^ wjii-cn I wee inonsh-is i^chili |»<'itj;i
jiczondcn. al'komsiifi; van bloeiende l><«nnen. waar\;ni de viinliicn in \(nin
\ors<'hilden, maar die overif>en8 oj) elkaar pdeUen. In Ke\v liad men den
eenen Palaipiiuui Curtisii gedoopl:, terwijl de ander voor P. (Jiilla gehoiidcu
wei'd. Zie hier de resultaten dei analyse:
A. B.
\^'ater 9.3 0.<;
Mars 11.8 11.9
Gutta 77.2 78.7
Dirt 1.2 sporen.
Verhouding hars : gutta 1 : 6.
Op watei- en vuil-vrije stof berekend vindt men in:
A. B.
hars 13.2 13.1
gutta 86.8 86.9
Men zou uit deze analyse veeleer tot de conclusie komen, dat de boomen
tot dezelfde soort behooren. Zeker is 't echter, dat de getah pertja van zeer
goede qualiteit is.
Zoowel in de getah pertja-aanplautingen te Buiteuzoig als in die te
TJipetii- vindt men in de verschillende tuinen boomen, die in bladvorra
afwijkingen vertoonen van de soort in welker kwartier zij staan. Soms is
het gemakkelijk genoeg om te zien. dat men met een soort te doen heeft,
waarvan het product niet veel waarde heeft, maar dikwijls is men in twijfel.
De analyse van het melksax> is dan een gcAvaardeerd hulpmiddel om die
iwijfel op te lossen.
Bij vruchtdragende boomen vooral is het van belang de samenstelling
^an de getah pertja te kennen, omdat men, zoodra het blijkt dar deze
ongunstig is, dan onmiddellijk de onrijpe vruchten kan verwijderen.
Tn den T'alaquium borneense-aanplant in den Oultuurtuin bijv. stonden
61
eenige vruchtdragende boomeu, die wel is waar niet identisch waren met die
soort, maar waarvan een deel meer geleeli op P. Treubii, een ander meer op
de soort, die hier voorloopig P. Gutta, afw. type genoemd is. De analvse
van het product gaf de volgende resultaten:
Nummer v/d
boom.
llais.
Oiitüi
A«
l;{.!>
8(i.l
B,
ir,.
85.
C.
18.;;
81.7
^.
14.8
85.2
1),
i7.a
82.7
H,
49.4)
50.1
H-,
18.6
81.4
Van boom H., welks juoduct in samenstelling gelijkt op dat van P.
Treubii werden de vruchten in onrijpeu toestand verwijderd. Later is de
boom gerooid.
In den Pal. oblongifolium-aanplant staat een boom, welks blad zeer veel
gelijkt op dat van deze soort, maar wat kleiner is. Ook vertoonen de bhiren
bij het doorscheuren niet de karakteristieke draden. Eene analyse van de
getah van dien boom gaf: Hars 04.8%, Gutta 35.2.
Daaruit volgt niet alleen, dnt de boom in quaestie geen P. oblongifoliuni
is, maar zelfs dat zij een product van zeer weinig waarde geeft.
In den P. Treubii-aanplant is eveuzoo door de analyse van de getah aan-
getoond, — die 75.7% hars en slechts 24.3% gutta gaf — . dat een daar
groeiende l)oom niet tot die soort behoort.
Nu van de <>i» Tjipetir en te Buitenzorg uit Pal. Gutta (afw. type). Pal.
Treubii en Payena Leerii geoogste getah pertja groote hoeveelheden
beschikbaar waren, werden deze soorten weer geanalyseerd om te zien of er
in de samenstelling verschillen aan te wijzen zijn, die dan een gevolg kunnen
wezen van de verschillende groei-voorwaarden. De leeftijd der boomen
toch is ongeveer dezelfde. Zie hier de uitkomsten:
Getah pertja uit Pal. Gutta (afw. Type
„ ,, „ „ P- Treubii
Pavena Leerii . .
Hars.
Gutta.
Buitenzorg
20.9
79.1
Tjipetir
20.9
79.1
Buitenzorg
50.4
49.(1
Tjipetir
46.2
53.8
Buitenzorg
46.1
53.9
Tjipetir
48.8
51.2
62
Een monster j^etali lian«;kiin<i (:in}^ so nj» Sinj^Mporo «^eheeteu) vau
Payena leiocarpuni lioci-l. door mij iii;4czaiii<'l(l op Doi-m-o in 1S!)1» on waarin
kort na de in/anidin^ de \oiiioiidiii^ \aii liars I.0I ^iiMa was als 1 : O.lL',
j;af nu, ruim 2 jaar later, \olj;eiis de nieuwe iin'ili(»dr, voor die veilioiidin^
1 : O.'M, zoodat naar 't seiiijnl door don in\loed dor IikIiI onz. liet liar»*
^•elialte nog iets is toegenomen.
Van den ileer li e n (| n e te l'onlianak wi-rd 0011 monster djcloi-looni;
onl \an,i;('n iliel |trodurl \an Dveia i.owii). he samenslcllinii oi\an was:
water 4 %.
vnil 10.5...
barsacldige slcd'len S4.(S ,. .
gutta-acbtige „ 0.7 „ .
Ken monster danloen^ uit .Moeara Lahoeli atk<»mslii; lliel protlmt van
l'ayena st ipuiai-is? linre.k.), dat meer op caontclionc dan op <;efali ]»ertja
gelijkt gaf:
water 7.1.
vuil 3.1.
hars 2.0.
gutta en caoutchouc 87.2.
Blaren gegroeid aan waterloten van Palaquium oblongifolium bevatten
volgens eene analyse 5.07% zuivere gutta.
De vele jaren geleden uitgevoerde extractieproeveu met druogblad vau
1'alaquium oblongifolium werden met D'". Tromp de Haas weer ter
hand genomen.
Uit 1.7 KG. blad, dat 14.3% water en 4.9% zuivere gutta bevatte, werd
door extractie verkregen 137 gr., d. 1. 8.06% ruw product. De samenstelling
daarvan was:
water (-f- sporen benzine) 15 %.
onoplosb. stoffen 0.6 „ .
hars en extractiestoffen 26.8 ,, .
gutta 57.6 „ .
Op 't uitgangsmateriaal berekend, was dus 4.6% gutta geëxtraheerd.
De verhouding van hars tot gutta was niet zeer gunstig en bedroeg 1 : 2.1,
zoodat 't wel noodzakelijk schijnt om, hetzij het blad aan een voorbewerkiug
te onderwerpen dan wel de verkregen getah pertja een zuiveringsproces te
doen ondergaan. Misschien zal ook een geringer watergehalte van het
uitgangsmateriaal gunstiger uitkomsten geven. Proeven in deze richting
worden voortgezet.
63
Zooals bekend is doet men het ter extractie bestemde blad volgens een
gej)ateuteerd procédé wel eeue uitlooging met kali ondergaan, alvorens 't te
extraheeren.
Een soortgelijke bewerking bleek ook gunstig om langs mechanischen
weg uit versch blad getah pertja te bereiden. Het gestamjjle blad wordt
gedurende 24 uren met eene ;")% natronloog gedigereerd, dan verwijdert men
de vloeistof door filtratie en wascht 't residu goed uit.
Daarna bi handelt men 't met warm water en biengt de vloeistof ver-
volgens aan de kook. De getah pertja scheidt zich dan aan de op])ervlakte
af als goudgele stukjes, die zich gemakkelijk laten afscheiden en door
kneden en walsen verder zuiveren.
De behandeling met loog heeft 't voordeel, dat de getah pertja zich
gemakkelijker afscheidt en in plaats van een donkergroene kleur een meer
goudgele heeft. Ook is het rendement naar 't schijnt beter. Die behande-
ling heeft, zoover tot nu toe is na te gaan geen slechten invloed op de eigen-
schappen der getah pertja. Uit 200 gram versch, pas geplukt blad konden
2.48 gram getah pertja verkregen worden. Ook deze proeven worden
voortgezet.
Van de verdere in het laboratorium gedane onderzoekingen worden hier
nog eenige aangestipt.
Zonnebloemen-zaad in het Buitenzorgsclie g(n:ultiveerd, bevatte in niet
geschilden staat 25.7% vet en 16.9% eiwit.
Blaren van Opuntia spec, toegezonden door den (Jouvernements veearts
F i s c h e r, en gewonnen op Madoera, waar ze voor veevoer gebruikt
worden, bevatten G.44% eiwit en 13.5% ruwe vezel.
De samenstelling van in den Cnltuurtuin gecultiveerde soja-boontjes
was als volgt:
water 15.1%.
stikstof vrije extr. stoffen 49.8 ,, .
ruw vezel 7.2 „ .
vet 1.1 „ .
ruw eiwit 26.8 „ .
liet gehalte van ruwe asch was 4.9%.
Vooi' het krankzinnigengesticht te Ruitenzorg werden met 't oog op de
melkleverantie tal van melkmonsters onderzocht.
De Heer H. J. Trom]» de Haas, Paardenarls bij hel Leger
zond een 18-tal irrassoorlen in me( verzoek daarvaii de voedingswaarde
64
te bepalen. .\uii liol oiud \:ni 'I xcrshi^^jnjir was dii ((iidfi/ock \\i,>^ nU't
afgeloopen.
Beliahe verscliillciide jiiiiilyscs \aii iim-msIuI Icii en i^roiidsooftcii \v<M-<ic]i
ook 110J4; OMdorzoekiii<;(Mi Ncriirlil \;m ccni;^!- dji d-n llot'iaiij;iaii;^ m hij
liCiribaiijij verzamelde j^ioiidnionslcrs, ark(tiiisi i;; \aii h-rrciinii. van wi-lkcr
<;i-ond vioeger ook reeds analyses gemaaki waifii inci de iM'doclin^ d<-ii
iiivhxMl van het in cnllniir l»ien<^en van bo8chgr(»n<l op d<' sarnonwtellinj:
daarvan na te gaan. De resuKaten zullen medegedeeld worden in lul
verslag van de door D'. Ti'om]» <1 e Hans gedane giondond<'i-7,o('l<iijgeii,
dat eei'lang gejnibliceerd wordt, nu dii lalKnaloiinmwork zijn <.'ind«'
na<l('i-l .
C. () p 1 e i d i n g v a n j o n g o 1 i e d e ii v o o i- d e n 1 a ii d b o ii w.
De gesehiedeuis van het lol slaM<l komen dezer oj)leiding wordt doo'.
liet wedei'geven van een deel der er op betrekking hebbende bescheiden hel
duidelijkst behandeld.
Ondei' dagteekening van 4 Juli 1901 11- 1912 gewei-d den <tndergeteekende
het volgend schrijven van den 1""" Gonveruements Secretaris:
,,Bij den CTOUveinenr-Generaal is het denkbeeld voorgebracht om, reke-
ning hondende met de overwegingen, welke geleid hebben tot de bij het
beslnit van 7 Maart 1900 11- 17 geautoriseerde proef met de opleiding bij
's Laiids riantentuin van een tiental Europeesehe jongelieden voor de horti-
cultuur, een dergelijke proef in een der andere afdeelingen dier inrichting
te doen nemen met de opleiding van een beperkt aantal kweekelingeu van
Europeesehe afkomst voor de agricultuur.
Nopens dat denkbeeld zou zijne Excellentie gaarne Uw gevoelen ver-
nemen.
Door UHP^dG. te verzoeken aan dat verlangen te willen voldoen, heb ik
de eer aan ontvangen bevelen uitvoering te geven".
Aan het daarop ingediende antwoord (den 22*"" Juli d.a.v. 11° 1822/0)
moge hier het volgende worden ontleend:
1'. Bij gelegenheid van het overwegen der proef, bij besluit van 7 Maart
1900 n- 17 geautoriseerd, werd het volgende aangevoerd: „Zoo er vrees moet
bestaan voor een uitslag der proef niet aan de verwachting beantwoordende,
is die veeleer te zoeken, naar het gemeenschappelijk gevoelen van den
Hortulanus en van steller dezer, in de geringe neiging bij de in de kolonie
geboren jonge mannen voor al hetgeen naar handenarbeid gelijkt; en dat
6S
iu bel j»egeveii geval „de handen uit de mouw gestoken" zouden moeten
worden staat voorop. Het wul mij echter schijnen, dat de argumenten
het nemen eener proef volkomen wettigen, vooral daar iedereen het er over
eens is, dat men trachten moet iets meer dan tot nog toe te doen voor de
categorie van jonge menschen, die men in het gegeven geval op het oog
heeft Mocht zij (de proef) daarentegen w e 1 gelukken, dan zal
daarmede eene — e n als zoodanig e n als voorbeeld — zeer nuttige
bijdrage zijn geleverd tot de solutie van het in den laatsten tijd zich snel
acccntueerende moeielijke sociale vraagstuk: het aanwijzen en toegankelijk
maken van wegen, waarop Indo-Europeanen in onze kolonie eene toekomst
kunnen vinden of althans behoorlijk in hun onderhoud kunnen voor-
zien".
Hoewel de proef, wier duur volgens het aangehaalde besluit vau
7 Maart a" p" — sub 1, a — drie jaar zal zijn, nu slechts een jaar oud is,
zoo kan toch reeds worden verklaard, dat de — toenmaals zeer gewettigde
vrees in de geciteerde woorden uitgesproken, door de uitkomst is gelogen-
straft.
Maar één der aanvankelijk aangenomen tien jongelieden heeft na
weinige dagen de zaak opgegeven, omdat hij het beneden zich rekende den
liem opgedragen handenarbeid te verrichten, terwijl mij van buiten af — ook
in den beginne — slechts eenmaal eene kritiek is ter oore gekomen over:
„het schandaal dat er in 's Lands Plantentuin plaats greep, w aar men
jongelingen, die toch wel degelijk Hollandsch bloed hadden, liet
werken met patjols en andere landbouwwerktuigeu, alsof het Inlanders
waren".
Deze twee blijkbaar geïsoleerd staande symptomen in het begin, zijn
door geen andere meer gevolgd. De ééne opengekomen plaats was onmid-
dellijk weer bezet, en sedert zijn de tien leerlingen er geheel aangewend om
evenals soortgelijke élèves in Europa al dat werk zelf te doen, wat er van
aanstaande tuinlieden wordt verlangd. Er is geen sprake meer van, dat
er in dit opzicht nog eenige vrees over het niet gelukken van de proef
zoude kunnen bestaan.
Ook over ijver en lust — „liefhebberij" — in het tuinbouwvak valt er
bij de knapen in het algemeen allerminst te klagen. Wat dus het praktisch
werk betreft, bestaat er onverdeelde reden tot tevredenheid. Hetzelfde kan
niet gezegd worden van de eenigermate theoretische opleiding, die wij wel
gaarne tegelijk wilden geven. Hoewel onze verwachtingen aangaande hunne
algemeene ontwikkeling zeer laag gestemd waren, zoo voldoen zij toch aan
VkHSLAU tan 'sLANÜS HLANrENTUlN 1901. •*
66
die uiterst elementaire voivvmcIiI iiij;cii Mo«i iii<-i <-<'iis. liitfHi«;cnti<' en ver-
HÜindsoiitwikkelinji tsluiin ()|» «m-ii lua;; peil, /,n<>(l;ii wij iiii-i li»-i I liooretiBch
•gedeelte van de opleidin*^ minder ver /uilen kunnen annu, daii In-l, toch
waarlijk niet hooge, oorsinonkcdijk l)e()<»^de. pn»graiiiina.
Bet spreekt eeliler van zelve, dnl, ai is hel te iH-janiiucreii. dat in dit
eene opzicht eeu „tegen va llt-i" niet is uil<;('l)leven. liet kapiiaii- punt tot;li
(Mitegenzeggelijk zit in liet praktisebe gedeelte van de proel'. WCluu het
worde herhaald, wat dit predomiiieerende monieui aanj^aat, kan nu re<'ds
de proef als geslaagd beschouwd worden.
2'". De voorafgegane uitweiding was uoodig, omdat, indien er op dit
oogenblik, nadat de proef reeds eeu jaar heeft geduurd, nog eene niet onaan-
zienlijke mate van twijfel was overgebleven over de mogelijkheid (»m het
praktische onderricht in den tuinbouw aan hier geboren jongelieden van
eenvoudige afkomst te geven, men zich niet gerechtigd zt)ude mogen achten
nog vóór afloop der vastgestelde drie jaar, met oen andere proef van gelijke
strekking te beginnen.
Nu, integendeel, die uitkomst zoo gunstig is, bestaat er niet alleen geen
reden om een soortgelijk experiment op een verwant gebied te ontraden,
maar spreekt alles er vóór om het door de ondervinding ons aan de hand
gedane voorbeeld te volgen. Er bestaat toch geen enkele reden voor om aan
te nemen, dat wat voor de horticultuur gelukt is, niet evenzeer voor de
agricultuur zoude slagen; mits het gelukt een in zijn vak even geschikt
instructeur te krijgen als wij voor het tuinbouw-vak in den Heer van
H e 1 1 e n hebben gevonden, en evenals bij hem tevens iemand die het
verstaat met de aan zijne voortdurende zorgen toevertrouwde jonge mannen
om te gaan en hen lust in het werk in te boezemen.
De af deeling der door mij beheerde inrichting, waar dan eene proef met
de opleiding van een zeker aantal Europeesche jongelieden in het landbouw-
vak te nemen ware, kan geene andere zijn dan de Cultuurtuin.
In den Cultuurtuin te Tjikeumeuh is in de eerste plaats zeer veel te
zien van de verschillende cultures en de behandelingswijzen der gewassen.
Van sommige hunner wordt er de cultuur in het groot gedreven, zoodat van
den aanvang tot het einde alle bij de praktijk in aanmerking komende
manipulaties kunnen worden medegemaakt. Van andere geschiedt het
kweeken te Tjikeumeuh toch steeds op zoo groote schaal, dat er ruimschoots
gelegenheid is tot demonstratie van de onderscheidene in aanmerking
komende factoren.
Demonstiatie echter, die voor leerlingen van eene landbouwschool van
07
veel beteekenis is, komt bij de jongelieden, wier zuiver praktische opleiding
nu liet onderwerp van bespreking uitmaakt, geheel op den achtergrond; de
Ihans bedoelde kweekelingen moeten zelf den grond leeren bewerken en
behandelen en zei f alle manipulaties met de verschillende cultuurplanten
It'éren verrichten. Dat moet geheel en al hoofdzaak zijn. Voor zooveel
mogelijk zal dan daarbij nog getracht worden eenige hoogst elementaire
noties van zeer algemeen theoretischen aard, hen ter verklaring der ver-
scliillende verrichtingen bij te brengen. Van dit gedeelte der opleiding
niake men zich evenwel geringe illusies — de ervaring heeft ons dit
geleerd — ; men zal met zeer weinig resultaat al tevreden moeten zijn.
Trouwens, men verlieze niet uit het oog, dat het bezitten van eenige theore-
tische noties voor de knapen in quaestie, wel van eenige, maar toch in
werkelijkheid van luttele beteekenis is; daarvoor is de verstandelijke ont-
wikkeling der categorie, waaruit zij zullen voortkomen te gering. Het zal
bij hen te doen zijn om goed en grondig onderricht in de p r a k t ij k
van den landbouw.
De Cultuurtuiu nu heeft, behalve de demonstratieve beteekenis voor
leerlingen van hooger allooi, met het oog op kweekelingen voor wie zoo
uitsluitend de praktijk in den engsten vorm, het alles zelf doen beoogen, het
doel der instructie vormt, nog het voordeel van de gelegenheid te geven om
van de cultuurgewassen, zaden, stekken en planten — in een woord het
plautmateriaal — steeds bij de hand te doen zijn.
Alvorens over te gaan tot de bijzonderheden der wijze van uitvoering
van het plan^ is het noodig zich rekenschap te geven van het speciale doel,
dat de opleiding der jongelieden zal beoogen, of — met andere woorden —
zich af te vragen: op welke manier of manieren zij zich de genotene opleiding
ten nutte zullen kunnen maken.
Een dubbel doel zal na te streven zijn, zoodat de kweekelingen later
op twee wijzen nut van de verkregen opleiding zullen kunnen hebben,
namelijk: primo, door het voor eigen rekening drijven van den kleinen
landbouw, en secundo, door het gaan bekleeden van eenvoudige opzieners-
betrekkingen op groote landbouwondernemingen.
De bedoeling van dit in de tweede plaats genoemde doel is duidelijk;
het volgende worde er nog bij opgemerkt. Naarmate men voor die opzieners
op landelijke ondernemingen, uit wier midden later de administrateurs
worden gekozen, hoogere eischen gaat stellen — en dit geschiedt langzamer-
liand steeds meer — zal de behoefte aan eenvoudiger opgeleide en toch
piaktisch goed bruikbare opzieners gaan toenemen. Men zal dezen laatstt^n
68
da,u (ht iiiiiMlci- l)cl;iJij;iJjke (»ii(1<m«I(M'1cii \:iii de \vcrl<zaaiiilM'<leii o\ «'rlateii,
om die, waarvocM- ineoi- ki-nnis cii iiic<t iiilrllij;('iiii<' noodi^^ is [*»■ ii- v<'r
trouwen uau do ruimer en breedcr ojigeleide geëmployeerden.
De bedoelde mindere betrekkingen op landelijke oiKb-iriemingen zullen
toch een behoorlijk loon medebrengen, terwijl de luogelijkheid niet is
buitengesloten voor jonge mannen, die bijzonder veel ijver tooneu en over
voor hunne categorie bijzonderen aanleg beschikken, om ook na vcrlooii van
tijd naar de beter bezoldigde betrekkingen te gaan dingen, hoewel dit altijd
toch eene zeldzaamheid zal blijven. Voor dit laatste bestaan redenen deds
ook buiten het kader dezer uiteenzetting vallend.
Het eerst aangegevene der beide doeleinden „het voor eigen rekening
drijven van den kleinen landbouw'' verdient eene iets uitvoeriger besineking.
Het is namelijk zaak, zoowel om goed te weten vvaar<»i) men tdj de
opleiding heeft heen te sturen, alsook om zich te vrijwaren tegen d e c e p-
ties in de te verwachten uitkomsten van den geheelen maatregel.
Onder kleinen landbouw voor eigen rekening te drijven zal men niei dan
bij hooge uitzondering kunnen verstaan, het kweeken, maar dan op kleiner
schaal van dezelfde gewassen, die het doel der cultuur op groote onderne-
mingen zijn. Hiervan is als regel niets te wachten, niet alleen omdat bijna
altijd de producten van den grooten landbouw speciale bereidingen vorderen
buiten de financieele krachten van den kleinen landbouwer staande, maar
ook aangezien gemeenlijk die producten van den grooten landbouw, in het
klein gekweekt, niet of slechts op zeer onereuse voorwaarden verkoopbaar
zijn; dit laatste omdat men zich van Chineesche of andere afkoopers moet
bedienen, die allen zeer ongunstige condities bieden. Het denkbeeld om
door eene combinatie van een zeker aantal kleine landbouwers een
of andere tak van het groote landbouwbedrijf te laten uitoefenen, schijnt
mij volkomen utopistisch; zulk eene combinatie zoude van den aan-
vang af slechts tot onoverkomelijke moeielijkheden aanleiding geven.
Bovendien, elke belemmering van de v r ij h e i d, die eene coöperatie zoude
medebrengen, is voor de personen, die men op het oog heeft, een afdoend
argument tegen de uitvoering van elk plan, hoe goed ook.
Is het cultiveeren Van gewassen voor export dus, normaliter, als doel
buitengesloten, hetzelfde geldt, wederom als regel, voor het kweeken van
producten voor de Inlandsche markt, omdat die cultuur door de Inlanders
zelf wordt gedreven en er van concurrentie met hen voor den kleinen
Europeeschen landbouwer weder kwalijk te denken valt, zoowel om het
goedkoope der productie van den Inlander alsook omdat zijne wijze van
69
afzet in het klein voor den Europeaan niet of nijerst moeielijk zou zijn
na te volgen.
Waar het kweeken voor export en dat voor de Inlandsehe markt zijn
buitengesloten, wat blijft er dan over voor den kleinen Europeeschen land-
bouwer voor eigen rekening werkend?
Voorloopig alleen het aanplanten van groenten en ooft voor het Euro-
peesch verbruik binnen niet al te ver verwijderden kring, en misschien later
ook de cultuur van sommige producten, die in fabrieken hier te lande ver-
werkt kunnen worden, waarbij wordt gedacht, b. v. aan plantendeelen, die
aetherische oliën, vezels of kleurstoffen leveren. Het is niet onmogelijk
dat er op den duur in de cultuur op kleine schaal van zoodanige aan fabrieken
te leveren producten nog bevredigende verdiensten te vinden zullen zijn :
voorloopig echter zal men wel doen alleen het oog te vestigen op het kweeken
van ooft en groenten, hoewel men daai'bij de concurrentie van den
Tnlandschen kleinen landbouwer niet kan ontgaan. Deze is evenwel van
veel geringer omvang dan bij het aanplanten van verbruiksmiddelen voor
den Tnlandschen kooper.
Van concurrentie gewagende mag hier misschien met een enkel wooi-d
worden opgemerkt, wegens het nauwe verband met het onderwerp van dit
schrijven, dat men bij het faciliteeren van den kleinen landbouw door meer-
gegoede Europeanen er steeds indachtig aan zal moeten zijn. dat men. in
verband met het zooeven aangegeven doel van dien landbouw, ook onder-
linge concurrentie door het slichten van agglomernties van kleine land-
bouwers niet te zeer in het leven roepe.
S^. Na het voorafgaande kan er worden overgegaan tot het behandelen
van hetgeen omtrent de opleiding voor de agricultuur zal zijn vast te stellen,
op het voetspoor van het bepaalde bij besluit \:iii 7 Maart 1900 Tl- 17.
Na de gunstige ondervinding opgedaan mei de kweekelingen voor de
horticullunr. met welke men g(Hmei'Iei inoeielijkheden heeft, zonde het
aantal van dergelijke kweekelingen voor de agricultuur zonder gevaar reeds
bij de aanvang wat grooter genomen kunnen worden. Het getal van 20
ware echter in elk geval als een maximum te beschouwen, terwijl ik er zelfs
de voorkeur aan zoude geven het, voor eene proef tot 15 te beperken.
De duur der opleiding worde, evenals die voor de horticultuui- gesteld
op drie jaar; korter tijd is niet aan te nemen, bij knapen, die volslagen
van alle voorbereidende oefening, vaaidigheid en kennis der praktijk ver-
stoken zijn, waarbij komt dat het niet gewenscht is de jongelieden te jong
70
in «Ie |)i;iklijl< (<• lir('li;;<Mi. (I;i;ii- (l:iii liiiii t<- wciiii;^ ;4c\ urd* rt|i' Itcflijd op
zich zcir ri'ods o.ciï l»c/>\vaiir zoikIc \(»iriH'ii.
Oiiiircnt licl (lajj^olijkHcli lof/idil dp df o|il<'i(liii;i woidc in een Ie n<'nnii
besluit liever niets bepaald en men volsta mei Ie /,e^;j;en, dat /jj zal <;esrliie-
den in den Cultuurtnin. Jndi<Mi namelijk de gedane \o(Mstellcn ov<m- de Ian<l-
bouwKchool ingang mogen vinden, zal over eeni<,M'n tijd (\i- bedoelde ndnii
nisiratenr — eerbiedige referte aan de in arsrlirill ()\ci-^<'le;ide not;i. blad
zijde 'M — de persoon zijn, aan wien nit den aard der zaak dnl d;i^^elijkseli
loeziclit zal worden toevertrouwd. Door thans niets ter zake te bepalen,
txdioeft men niet spoedig weder veranderingen te maken, terwijl inmid<lels
den Directeur van 's Lauds IMantentnin kan worden overgelaien het toezicht
op de opleiding te doen plaats hebben door die ambtenaren, wier weikkring
hen daartoe aangewezen doet zijn.
Voor de opleiding der jongelieden in de agricultuur zal den oiidergetee-
kende, evenals voor de hoi'ticultuur-|)upillen, de gelegenheid gegeven dienen
te worden om een deskundige als instructeur in dienst te stellen.
Hoe eenvoudig men ook binnenshuis te geven lessen aan de
kweekelingen zal inrichten en hoe weinig plaats en beteekenis men daaraan
op het werk])rogramma zal kunnen geven, toch zal er eene localiteit dienen te
zijn, waar, vooral als het weder het werken buiten niet toelaat, binnens-
huis eenige instructies gegeven kan worden. Zoo noodig zal daartoe van
semi permanent materiaal een locaaltje gezet moeten worden. De kosten
zullen eventueel uit het gewone jaarlijks toegestane bedrag van het eerste
jaar gevonden kunnen worden. Een en ander reeds vroeger ook bepaald
voor de opleiding der horticultuur-kweekelingen.
Van het instellen van een soort toelatingsexamen kan naar het schijnt
moeielijk gedacht worden, evenmin als zulks bij de kweekelingen voor
horticultuur het geval was. Het afgeloopen hebben van de gewone lagere
school is als vereischte te stellen en verder zal men hier moeten overlaten
uit de caudidaten diegene te kiezen van welke met het meeste recht een
goede uitslag van de opleiding te wachten is. Evenals voor de horticul-
tuur-élèves is bepaald zal het wederom noodig zijn, om de destijds aange-
voerde motieven, die ook nu volle geldigheid hebben, vast te stellen, dat het
ontslaan der leerlingen door den Directeur van 's Lands Plantentuin
geschiedt. Dit ontslaan moet, waar noodig zonder formaliteiten kunnen
plaats hebbeu om te voorkomen dat er door enkele slechte elementen een
ongeweuschte geest onder al de kweekelingen zoude komen en daardoor
de bereiking van het geheele doel in gevaar worden gebracht. Na hetgeen
71
bij de hier iu «Icii hotanischen tuiu nu in opleiding zijnde jonge meusc hen
is gebleken, mag men aannemen, dat de noodzakelijkheid om een kweeke-
ling weg te zenden wel tot de groote zeldzaamheden zal behooren.
Nadat nog eene korte briefwisseling over een paar détailpunten met het
Departement van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid was voorafgegaan,
werd ter zake het besluit genomen in paragraaf 1 hierboven in extenso
aangehaald.
Als instructeur voor de jongelieden werd aangesteld de Heer H e ij-
n i n g, die na eerst in Nederland in het kweeken van i)lanten te zijn opgeleid,
geruimen tijd op Java bij den landbouw is werkzaam geweest en vroeger
ook eenigen tijd als opzichter aan den Cultuurtuin was geplaatst geweest.
Met het oog op de speciaal gewenschte oefening der aanstaande leer-
lingen in de cultuur van groenten werd op de meest welwillende wijze
toestemming gegeven den Heer H e ij n i n g te Tjipannas van de deskun-
dige en bekwame leiding van den Heer Kwast gedurende eenigen tijd
te doen gebruik maken. In October vertrok de Heer H e ij n i n g derwaarts
om, erkentelijk voor de vele voorlichting en leering van den Heer Kwast
genoten, in het midden van November te Buitenzorg te komen, waar met
9 December de opleidingsgelegenheid een aanvang nam met het volgende
10-tal leerlingen (sedert heeft het aantal zich tot de bij het besluit bepaalde
15 uitgebreid):
W. F. de C e u n i n c k van C a p e 1 1 e. A . O. A . de C e u n i n c k
van Capelle. G. van Olffen, A. G i b s o n. P. G. T. Brouwer,
A. L a b a a r, R. R. K r o m p i e s. J. C. Finse h i. E. Soes ni a n en
G. S o e s m a n.
Eene opmerking meen ik aan het slot niet achterwege te mogen laten.
Nadat het Gouvernements besluit van 12 September betreffende de gelegen-
heid tot opleiding in den praktischen landbouw was genomen, werd hef
door alle nieuwsbladen overgenomen, zoodat er aan hef tot stand komen
dier gelegenheid een groote bekendheid werd gegeven. In aanmerking
nemende de zoo dikwijls vernomen klachten, dat er veel te weinig voor
opleiding van zonen van min gunstig geconditionneerde Indo-Europeanen
en Europeanen wordt gedaan, mocht een groote toevloed van candidaten
worden verwacht, te meer daar nog was bepaald, dat aan een tiental der
leerlingen eene toelage van ƒ 25. — 'smaands voor kosten van huisvesting
toe te kennen zoude zijn.
De uitkomst was met die verwachting ten eenemale in strijd. Er
72
kwjiiiM'ii \\«'l ('<'ii JiJiiital vci'zockrii om pl;i;ii.siii;^ in, (1<mIi iiici •'cns \ oltlocud»'
om een vijftiental leerlingsplaatHen l)eü<'t te krijgen. Ik w<,'nd(i<; mij daarop
(ol twee liccrcti administrateiiis \an <,n(nii'- hiiidclijkr ondoriH-minj^ nn.'t
vele lehities en tot den bebeei-dci \aii coiie aiidt r<- /,eer groote onder-
iieminji-. onder wien een ^root aanlal (lo(»i' de foiluin nid bijzondoi- gezegen-
den werken, er op wijzende lioe de gelcjicniicid nooi- opleiding in den land
bouw alhier stond geopend te worden md \('i/,ock dii Itckfnd ic ma ken en
mij eventneele candidaten te willen opgeven. Ilei i-esnllaal was geheel
negatief; niemand wenschte zich aan (e melden. Daaina was ik in de nood-
zakelijkheid in weerwil van de vroeger reeds aan de zaak gegeven gioote
publiciteit, tocb nog oproepingen in df nienwsbladen te doen. Door deze
en door de medewerking van eenige mei een liuinaniluir doel wi-ikende
corporaties was er eindelijk een voldoend aanlal leerlingen bijeen om mei
de opleiding een aanvang te kunnen nemen. Sedeii zijn langzamei-liand
nog eenige aanvragen binnen gekomen, zoodal hissclientijds open komende
plaatsen aangevuld zullen kunnen worden.
Het hier medegedeelde wijst, helaas, op een beklagenswaardig gel)rek
aan energie en inzicht bij diegenen vooi- wier zonen juist maatregelen als
die in quaestie worden genomen. Te meer is dit te beii-eaien. daar naai-
mijne overtuiging de kleine landbouw alleen dan een behoorlijk middel van
bestaan voor hier geboren Europeanen zal kunnen Moorden, wanneer die
wordt uitgeoefend door personen, die in hun jeugd eenige speciale opleiding
daartoe hebben gehad eu niet door lieden, die hoe ook met goeden wil
bezield, eerst in andere richtingen hebben schipbreuk geleden of reeds een
geheel anderen loopbaan achter den rug hebben om dan zich aan het kleine
landbouwbedrijf te gaan wijden.
Steller dezes vleit er zich wel mede, dat op den duur het nut van de
opleidingsgelegenheid voor agricultuur in de betrokken kringen beter zal
worden ingezien; toch zal men er indachtig aan hebben te zijn, wat het
eerste resultaat was van openstellen eener dier opleidingsgelegenheden over
wier ontbreken zoo dikwerf den staf is gebroken.
§ 6-
4'^'* APDEELmG DER INKICHTIXG.
(l'HARMACOLOGISOH LABORATOKIUM).
Doordat «Ie in het vorige Jaarverslag toegezegde „Mededeeling" eerst in
75
het laatst van 1901 tot afshiitiiifi kA\aui ('), kan, tot het leveren van een
overzicht over de in dat tijdvak verkregen resultaten, volstaan worden met
een referaat betreffende den inhoud dier Mededeeling.
In de eerste plaats vindt men aldaar vermeld de uitkomsten van het
onderzoek van eenige door D'". Nieuwenhuis uit Centraal-Borneo
gezonden pijlgiften, met name: T a s e m, Ipoe t a n a h, I. k a j o. I.
a k a, I. s e 1 o e \v a n g. Tasem bleek een ingedikt mengsel te zijn van het
extract uit een strychnine- en brucine-houdenden S t r y c h n o s-bast met
melksap, mogelijk ook met bast-extract, van Antiaris toxicaria
L e s c h.; de toxiciteit komt hoofdzakelijk op rekening van de Antiaris
bestanddeelen, inzonderheid van het antiarine. De overige pijlgif ten zijn
eenvoudig S 1 1- y c h n o s-extracten.
Een volgend li<»<»f(lstuk handelt over een, tot dusverre onbekend ge-
bleven, alkaloïd, dat — wel is waar slechts tot een gering gehalte — aangc-
ti'offen werd in verschillende deelen (blad, vruchtvleesch. vruchtwand, zaad)
van S t r y c h n o s 'n u X. v o m i c a L. en in de bladeren van S t r y c h
nos Tien té L e s c h., terwijl het in de bebladerde takken van S t r.
lanrina Wall. en van S t r. monosperma M i »|. ontbreekt. Voor
dit S t r y c h n i c i n e, dat in gekristalliseerden staat werd afgescheiden,
kon een gevoelige identiteitsreactie worden aangegeven. Het is, vergeleken
bij de bekende S t r y c h n o s-alkaloïden, slechts weinig giftig.
Voor k e t j i b 1 i n g en eenige andere Ned. -Indische diuretica wordt
de aandacht gevestigd op het hooge Kalium-gehalte, dat telkens in de asch
bepaald werd, en het vermoeden uitgesproken, dat dit voor de therapeutische
werking niet zonder beteekenis zijn zal.
^^erder wordt een nieuwe, in verschillende gevallen doelmatig bevonden
methode beschreven tot de afzondering van in het plantenrijk zoozeer ver-
breide saponine-achtige stoffen.
Hierna volgen, familiesgewijs gerangschikt, de bij het systematisch
onderzoek bekomen gegevens, van welke de meest belangrijke hieronder
kortelij k worden samengevat.
Menispermaceae. Het bitter bestanddeel van de stengels van
Tinospora Rumphii Boerl. — antawali — bleek een amorphe,
vermoedelijk niet-glucosidisehe bitterstof, het reeds voorheen door A 1 1-
(') Deze Mededeeling (N". Lil; .Plaiiteiistniïen" !V) verscheen in Februari 1902. Een
résumé van de gegevens, die zij heval. is gepuhiicocrd als N". XIII van liet Kulletin de llnsl.
iJolan. de Builenzorg.
lieer j^evoiideii |»ilv roi cl iiie ; h<>u;^st w ;i;irs<-lii jiilijk «Ir/cltde stol Uoiiil ook
in «Ie l>hi(lei-eii en in den wditfl \ooi-, in den hnilslni nnasl reluniliine en
herlx-iine. Andere oinlerzoclile T i n <» s |m» r ;i seerh-n le\('rd<ii icii (U'r\t',
s<M»rl;;eliJke nifkoinslen. hel pikroreline gehalte is e(liler bij de, :iiui de
\vr;ifji('lili<,M' verlieveidie<|en, wjiannee de sien^jel Itedekt; is. ^'einakkelijU ken-
l>ai"(* T. K n ni p II i i. (»n;;el wijfeld liet Ii()(»;;s1.
Ilinil en hasi van I*Ml»ranrea e h 1 o r <» I e ii e a .Miers zijn Uij
ondi-re lakken lioujijicel j;ei<leni(l d<ter l»erl>erine; /eei- jen^'e twij^xjes l»e\a(-
ten nnjf j;ooii spooi- alkaleïd. In de /aadiniid k(»nil een ji<'le, niei verj^illi^ro
Itillorstof voor.
In Cos V i n i n ni IJ I n ni e a n n in .M i e i* s, C o s c. f e nest r a I n in
G o 1 e b r., Tiliacora r ac e ni o s a (' o 1 e 1» r.. 1) i j» 1 o e 1 i s i a ni a-
(M" o c a r y» a Miers wei-den saponine s((dfeu aaiiffeloend ; <le jicnoemde
Til! a c o r a-socn-t bevat bnitendien een alkaloïd, dal als hartverfjifl werkt.
Twijfelaelilifi is het saponine-^ehalte van Hy p s e r p a c u s p i d a t a
M i e r s, terwijl bij de bladeren van A 1 b e r t i s i a p a p u a n a B e c e.,
die met water een schuimend vocht leveren, deze eigenschap niet door een
saponine-achtig lichaam, maar door een vetzuiirachtige zelfstandigheid
w ordt teweeg gebracht.
Het hout van A r c a n g e 1 i s i a 1 e m n i s c a t a B e c c. dat — uit-
genomen in een zeer jong stadinin — geel van kleur en sterk bitter is, dankt
deze hoedanigheden aan de aanwezigheid van berberine.
L e g u m i n o s a e. Saponine-stoffen konden afgescheiden worden uit
zaden en bast van een D o 1 i c h o s-soort, voorts uit de bladeren van
M e z o n e u r u m s u ra a t r a n n ra W. et A., de zaden (t j a r i j o e), den
bast en het hout van E n t a d a s c a n d e n s B e n t h., alsmede uit
bast + blad van Entada polystachya DC. Van het saponine uit
tjarijoe-zaden werd de samenstelling CgsHgeOjs gevonden; het sapogenine,
dat er door koken met verdunde minerale zuren uit afgesplitst wordt, zal
mogelijk de verhoudingsformule Cr.HsO bezitten.
Met negatief resultaat werden op saponine onderzocht de bitterstof-
houdende zaden van C a e s a 1 p i n i a B o n d u c e 1 1 a Fleming, welke
als k e 1 i t j i of m a t a h i j a n g bekend staan, alsook de bladeren van
dezelfde plant.
Araliaceae. Meerdere onderzochte Araliaceeën bleken
sapouinehoudend; de afgezonderde saponinen vertoonden in graad van ver-
75
giftigheid en van oplossende werking tegenover bloedlichaampjes zeer in het
oog vallende verschillen.
Ku b i a c e a e. Een uitvoerig onderzoek betrof de bittere, gele kleur-
stof, die in den bast en vooral in het hout van Sarcocephalus-
soorten bij toetreding van de lucht gevormd wordt.
S a p o t a c e a e. In een aantal vertegenwoordigers van deze familie
werd een saponine-achtig bestanddeel gevonden, dat zich bij alle onderzochte
soorten bleek te onderscheiden van de tot dusverre beschreven saponinen
door gemakkelijke oi)losbaarheid in basisch loodacetaat en in barytwater,
door welke beidi' overigens alle bek<:'nde saponine-stoffen bij voldoende con-
centratie worden neergeslagen. Het saponine uit de zaden van M i m u-
s o p s E 1 e n g i L. (t a n d j o e n g) kon in zeer zuiveren staat verkregen
worden; het beantw(»ordt aan de formule Cs^He^Ois, die vermoedelijk ook
voor het product uit de zaden van A c h r a s S a p o t a L. (s a w o e
m a n i 1 a) geldt.
A p o c y n a c e a e. Bij een niet nader gedetermineerde V a 1 1 a r i s-
soort uit 's Lands Plantentuin werd uit bast en blaren een bitter, kristalli-
seerbaar glucosidisch bestanddeel afgezonderd, dat zich als een krachtig
hartvergift deed kennen.
V e r b e n a c e a e. Saponine-achtige bestanddeelen konden, als reeds
voorheen waarschijnlijk geacht werd, uit de bladeren, alsmede uit vruchten,
van enkele D u r a n t a-soorten bereid worden. In de bladeren van C 1 e
r o d e n d r o n s i p h o n a n t h u s R. Br., die op Java wel, in gedroogden
staat, als opiumsurrogaat dienst doen, kon geen enkel toxisch beginsel
worden aangetoond.
T h j m e 1 a c a c e a e. De cotyledonen van twee P h a 1 e r i a-soorten
(P h. a m b i g u a B o e r 1. en P h. u r e n s K d s. bleken een scherpe
stof te bevatten, vermoedelijk een dergelijk lichaam als het mezereïne uit
D a p h n e M e z e r e u m L. In vruchtvleesch, bast en bladeren ontbreekt
dit bestanddeel. Het glucosied daphnine werd niet aangetroffen.
Orchidaceae. Het onderzoek van P a p h i o p e d i 1 u m j a v a-
n i c u m P f i t z. en van eenige andere tot deze familie behoorende plantcMi
bracht de aanwezigheid van saponine-stoffen aan het licht.
Voorts zij nog vermeld, dat een verhandeling over de bestanddeelen
76
ViiTi k ;i II ;i r i /,;i(l»'ii. en mcr ili' ;i;i n w riidinL; \;iii <|<'/,f /inli-n ini hel lulil
vcilf('il»a;ir iiiiikcii \,'iii Uormclk. n|i;^(.'iiuiucii ui-r<l in li«*l (irnccsk. Tijdsrlir.
voor X.-Iiidië.
§7.
5^ AFI)KELIN(^ DEli IMMCHTING.
iIJOTANISCHE TUIN K.\ KEKUTIIX TF-: 'IM I Hol «ASi.
l'.<-li;il\ (' lid gewoon (tiideiJioiMl \aii \v<'ji<Mi en \vaterleidiu«i<'ii. wml de
wt'ji in den beneden min incl ri\ irrsliM-ncn Ix-siiaal. dt- jiadtn lan^s den
heesteiluin evenals de hoofdpadcn in den min vooi- kruidachtige gewassen,
die sterk uitspoelden, ondergingen dezelld*- afdoende bewerking.
Langs de vakken der Palmen en der Kubiaceeën werden nieuwe al voer-
goten aangelegd, ook de afvoergooi door vak IV J. die hier en daai- di<'i»
uitgespoeld en verzakt was, werd weei- in orde gemaakt, gemetseld en
gecementeerd.
In de nieuwe afdeeling van de klinii>lan<eii. zijn veel plekken, waar de
planten slecht groeien; de oorzaak daarvan is. dat de bovengrond te vast
en ondoorlatend is. Door een aantal geulen voor drainage te giaven werd
getracht daarin verbetering te brengen. Het is echter aan te nemen, dat
het bedoelde terrein hiermede nog niet voldoende gedraineerd is en er oji
verschillende» plekken nog meei- van die geulen gegraven moeten worden,
waai'voor wellicht onze gewone werkkrachten te kort zullen schieten.
Door het gereedkomen van het Land) )ou w-zoölogisch Laboratorium en
van de leeszaal, moest een weg vooi- langs de oude Laboratoria en genoemde
gebouwen aangelegd worden, die ongeveer ]>aralel met den groeten weg
loopt. Ten einde op het nog al hellende terrein de weg niet te steil te
maken, had er veel grondverzet plaats, hetgeen veel werk kostte.
De kanarilaan en de weg naar het paleis, werd met de stoomwals, door
den Ingenieur van den Waterstaat daarvoor goedgunstig afgestaan, in orde
gemaakt. Er moest daarvoor een groote hoeveelheid grint op den weg
gebracht worden, hetgeen uit de Tjiliwoeng werd gehaald. Hierdoor schoot
er voor de andere wegen niet genoeg verhardingsmateriaal meer over.
De Waterstaat maakte een stekel draadpagger langs den zuidkant van
den tuin, zoowel in den ouden tuin langs den pasar als langs den nieuwen
tuin; terwijl aan de noordzijde een klein ijzeren hek voor de afscheiding
met de daarliggende kampongs aangebracht werd.
In Februari w^oei een groote boom (Hippomane biglandulosa) om, die nog
al schade aan een bij de Laboratoria behoorend gebouwtje aanrichtte.
77
Er konden verscheiden boonieu opgeruimd worden, daar het bij de
determinatie bleek, dat er meer dan twee exemplaren van stonden. Veel
plaats om andeie soorten te planten werd echter niet verkregen, wel kregen
do orastaande boomen meer ruimte om zich normaal te ontwikkelen.
In de nieuwe kweekerij bij het bureau werden eenige vakken met
bolgewassen, als Crinum- en Hippeastrum-soorten overgebracht, waardoor
in de oude kweekerij plaats kwam voor andere gewassen.
De vroeger uit Europa ontvangen Caladium, ontwikkelden zich dit jaar
mooi, ook de Achimenes bloeiden mild.
Onder de zeldzame of voor ons nog nieuwe planten bloeide dit jaar
twee fraaie Khododendrum's, waarvan één van Borneo en de andere van
Ambon afkomstig was. Ook de curieuse bloemen van Lowia maxillarioides
en L. grandiflora bloeiden voor het eerst. Van onze collectie Cypripediums
bloeiden (\ Lemoineri, condidulum, spicerianum, Excel, glaucophyllum,
niveum, bellulatum, Danthieri, Luanum, Ilarrisonianum en Lathomionum.
In onzen nieuwen boschtuin begint langzamerhand meer schaduw te
komen, waardoor hij meer aan het doel beantwoordt. Xog nimmer had onze
inrichting eeuc zoo fraaie collectie Aroideeën bij elkaar. Ook de Begonea's
groeien er goed; eenige nieuwe Acoutliaceeën verdienen nog genoemd te
worden.
In het begin van het jaar kwam L)". N i e u w e n h u ij s terug van
Borneo en bracht nog eenige interessante planten mede.
De élève-inantri .1 a her i maakte met het oorlogschip „Ja va" eene
reis mede naar Zuid Nieuw-Ouinea en bracht daarvan en van Thursday-
eiland, wa<ir het schi]) victualiën innam, eenige planten en zaden mede.
Onaangenaani is het te constateeren, dat achter in den tuin, in het
kwartier der Lauriueeëii, steeds boomen blijven dood gaan. De reden hier-
van is bekend genoeg, namelijk dal de ondergrond (zelfs zeer dicht bij de
oppervlakte) wordt gevormd door eene vast aaneengesloten, dikke griutlaag,
waar de wortels zich niet doorheen een weg kunnen banen. Eene verplaat-
sing van de geheele familie der Laurineeën naar elders en het bezigen van
het terrein — een oud rivierbed — in quaestie voor den aanplant van minder
diep wortelende geAvassen ware de eenige oplossing.
BEEGTl IN TE TJIBODAS.
Er werd in het verslagjaar een aanvang gemaakt met het verbeteren
en verfraaien van den bergtuin door ie breken met eene traditie, waaraan
7S
tot no<' ioo steeds wns viistgebondcn. IHt t>iel<<Mi hcslanl danriii. <l;it
|)lanten, die of te Hiiitenzoi-;^' ia <l<'ii liool'di uiii \<'el heter slaan ol' in elke
preval Ie TjÜMxlas /.«»«» sle<dil ;^i<»eien. dal /.ij lid <)«»<; si<'(lils een ei<:eiiiis en
der welensciiai» niet l<»t liet ;i«'riii^sle iiiit zijn, eenvoudig \\(ird<-n (i|.;^i-i niind.
Waar in MiiiMtpeesrlie liolainscdie tuinen dikwijls donr hoilnlani liet korl
zifhlij^e staudpnnl \v<irdl in^icnonien, dal hel ^looie aantal Ie rnlt i\ e<ien
'•ewassen het «geheel |)i-ed(»niiiieei('nde nioinenl niod zijn <-ii Imn nieeider nf
miiMler "goeden en n(»inialen <;r<>ei <;(.|iee| hijzaak is. i<'keii ik mij Miplichl
niel eikelilelijkheid Ie j;e\va^eii van de vele nM(l('\veikin<4 hij hel loslaten
dier traditie in onzen her^tnin van «h-n llorlnlanns. «'hel' (h-r \'' Alfh^diii^,
oinlervonden.
Door nil\»terin<i aan iiel in deze woorden aanji-ejicven j^riiicipe Ie «^eveii
koiMh'u niet onbelangrijke verfraaiin.ncn \v<»rden aangehraeht; o. a. e(-n nil-
kijk nii hel huis worden verkregen naar en (htor de Khodoleia-laan. die
— met uitzondering van eene later aan te brengen kleine coui»ure — als
vormende een sieraad van den bergluin zondei- beding behouden zal hebben
te blijven. De klimplanten-afdeeling, die alles behalve tot sieraad strekte
en waarvan het botanisch nut, in weerwil van de ei- aan ten koste gelegde
moeite, toch zeer problematisch bleef, werd naar een veel beter gelegen stuk
boven in den tuin overgebracht.
In de groote gazons werden eenige vakken aangelegd, waarvan er een
werd beplant met Aralia papvrifera en ander met de uit Formosa afkomstige
zoogenoemde „goud-bamboe". Op groote afstanden werden op hellingen
in het grasvlak nog eenige coniferen en exemplaren van Doryanthes excelsa
en Palmieri uitgezet.
Met het uitzicht op den vijver werd een eenvoudige houten koepel
gebouwd, vooral ten gerieve der bezoekers. Uit dezen koepel geniet men een
bijzonder fraai vergezicht, waarbij de vijver met de uitgebreide grasvlakken
den voorgrond en een verafgelegen bergketen een langzaam stij genden
achtergrond met fantastisch grillige vormen, uitmaakt.
In de nieuwe serre stonden in het verslagjaar o. a. knol-begonias, Gloxi-
nia's, Tydea's, Gesneria's, Chrysanthemum's, Cylamens enz. zeer goed in
bloei, terwijl voor de serre onderscheidene Europeesche eenjarige planten
mild bloeiden.
In de af deeling van Japansche planten, gaven bij voortduring de bam-
boesoorten door goeden groei aanleiding tot tevredenheid. Jonge planten
werden wederom op aanvraag aan verschillende personen toegezonden.
De uit Japan aangevoerde Citrus soorten gaven, wat het uiterlijk aan-
79
gaat goede vruchten, die echter steeds even zuur en oneetbaar bleven. Het
klimaat van den bergtnin is voor de cultuur van deze vruchten geheel onge-
schikt, daar bet behalve te vochtig ook nog te guur is. Er wordt naar eeue
gelegenheid uitgezien om op eene meer 1'avorabele plek in het gebergte een
deel van onze Japansche Citrus-soorten over te brengen om te zien of hel
niet mogelijk is er niet alleen zeer fraai uitziende doch ook eetbare vruchten
van te winnen.
Van Europeesche nuttige gewassen in den bergtuin gekweekt, kan over
het verslagjaar het volgende worden gezegd.
Er werd ook dit jaar doorgegaan met het nemen van proeven met
Europeesche groenten en met de in het vorig verslag reeds genoemde aard-
appelsoorten. Dientengevolge kwam er ruimte in den groententuin te kort.
Een stukje van het aan dien tuin grenzende bosch, werd daarom gerooid
en de grond terrasgewijze aangelegd. Daar de bodem humus-rijk was, werd
er geen mest bij de aardappelen gebruikt. De op 6 Augustus van het vorige
jaar geoogste aardappelen, werden half .Januari van het verslagjaar weder
gepoot, en van het einde van Maart tot lialf April geoogst. De opbrengst
was dit jaar zeer uiteenloopend, „Imperator" bleek weder de beste en gaf
negenvoudig product van uitstekende kwaliteit. In September werden de
aardappelen weder geplant en in December geoogst, „Imperator" was weer
in alle opzichten de beste. Het bleek nu ook dat „Imperator" in smaak
het van de oudere ingevoerde verscheidenheden won.
Hetgeen in den beschrijvenden Catalogus van V i 1 m o r i n van dezen
aardappel gezegd wordt: „bleekgeel, rond, zeer meelig, uitermate productief,
heeft weinig van ziekte te lijden, is van goede kwaliteit'' is gebleken niet
overdreven, maar volkomen waar te zijn.
Met groenten werden dit jaar weder eenige proeven genomen, in de
eerste plaats met de soorten, die het vorige jaar goed voldaan hadden.
Wat salade-variëteiten betreft voldeden Amerikaansche, bruine pluk-
salade, Laibacker Eissalat, en groote gele Trotzkopf weder goed. Van de
prei-soorten gaven Monstrueux en Carentan mooie dikke stengels.
De Japansche klimkomkommer gaf dit jaar goede resultaten; daar de
plant aan tamelijk lange staken opgehouden moet worden, komen de
vruchten niet met den grond in aanraking en bederven daardoor niet te
spoedig, hetgeen in ons vochtig klimaat geen gering voordeel is.
Van aardbeien voldeden het beste de grootvruchtige maandbloeiers,
ofschoon de vruchten bij lange na zoo groot niet waren als in Europa, waren
ze vrij geurig. Ook La Généreuse en Non plus ultra, gaven vrij goede
80
\ iiiclilcii. iiiiiar v\;urii iiiiii<i<-i i ijk<li;i^<*ml. 'r<'ii i-indc ;^imm1c ifsiiltaten
iiK'l aiiiMlhcicii-ciill iiiir- Ie l<i-ij«^tMi, s<liijiit lid ihxhüi:. i<'lk<iis <>|i nieuw to
j»l;mU'ii. /,<>(• nio;:,<'li jl< ictlrr j;i;ir <»[» iiii-iiwc ;;i»('(| Im'\\<iIci<- in iMincsIe
\ akkcii.
O I» I e i (1 i II ;; \ a II j <» n ;; e I i e *\ •• n \ o <• r il <• n l n i n I» <» ii w .
Zooals i)i het vorij*' vcislap; werd jj^ezegd, oindifide hoi cci-slc ciirsus
jaar iii«i licn leerlinjióii. Ondoi* dil aantal vvanMi ci- oouij^c, win- ijver «loch
vooial w i<i hc'vattclijkhoid op den dmir niet bijster j^roi»! hh'lvcn; twee
hunner \ roegen hun ontslag om elders hun geluk Le beproeven. Nog achl
leerlingen namen dus aan de voortzetting van het ond«,Miielii deel,
namelijk:
A. H il leb randt uit Blora, W. Soesman uit Wlinggi, W.
L e ij i i n g en E. van E m d e uit Soerabaja, en J. V i s s e r, O, d e
B i e. A. E i u c h i en W. Tehupeiorj uit Buiteuzorg.
Over den ijver dier leerlingen valt niet anders dan te roemen en op een
enkele uitzondering na bestaat er ook veel lust bij ben in het gekozen vak,
zoodat het gunstig denkbeeld van liet welslagen der proel", met deze opleiding
beoogd, werd bestendigd. Verzuimen hadden niet plaats als alleen af en
toe wegens ziekte en dit ook zeldzaam, daar ook hier het tuinmansbedrijf
tot de gezonde bezigheden behoort. Knapen over wier aanneming wij
destijds iwijfelden om hunne tengere gestalte, namen dikwerf opvallend ann
kracht en gezondheid toe.
Steeds wordt in de morgenuren tot 9 uur buiten gewerkt en daarna nog
een uur in het kweekerijtje, dat goed blijft voldoen, doorgebra<ht evenals
een gedeelte van den namiddagtijd. Praktische oefeningen in het zaaien
en kweeken van jonge planten, alsmede in de verschillende wijzen van ver-
meerderen (stekken, enten), maken van marcotten (tjangkokansj vormden
daar het lioofddoel.
Ook met eene nieuwe soort van praktische oefeningen buiten den tuin
werd een aanvang gemaakt, en wel met het aanleggen van eenige erven van
particulieren, die daartoe wel hunne toestemming hadden willen geven.
Het spreekt van zelve dat deze oefening, waarmede, wanneer de gelegenheid
zich voordoet, zal worden voortgegaan, voor onze leerlingen niet anders dan
nuttig kan zijn.
Voor het overige kan, wat de werkzaamheden betreft verwezen worden
naar hetgeen in het vorig verslag werd vermeld. De bezigheden binnens-
81
huis, nog altijd om de vroeger aangegeven reden, de zwakke zijde vormende,
bestonden behalve nit de behandeling der praktisch uitgevoerde bezigheden
in een cursus over hoofdzaken uit de ooftcultuur door den Hortulanus wel-
willend op zich genomen, en in oefening in het maken van eenvoudige
I^lannen voor het aanleggen van erven en tuinen.
§8.
(J-^ AFDEELING DER INRICHTIIsG.
(BUREAU, BIBLIOTHEEK EN PHOTOGRAPHISCH ATELIER).
In het vorig verslagjaar op bladz. 108 werd reeds met een enkel woord
melding gemaakt van de gunstige beschikking der Regeering, leidende tot
eenige uitbreiding \an het bureau-personeel. Bij besluit van 10 Januari
1901 11- 12 werd een som van J' 150. — 's maands toegestaan om te worden
uitgekeerd aan een persoon door mij aan te wijzen voor het verrichten van
werkzaamheden als adjunct-commies. Dank zij dezen maatregel was het
mij mogelijk een regeling te trefien, waardoor de zaken geregeld kunnen
worden afgedaan en, wat een voornaam punt is bij de eenigszins
gecompliceerde boekhouding, een xjeisoon met kassiers werkzaamheden te
belasten, die tevens onder toezicht de boeken bijhoudt. De getroffen rege-
ling is de volgende: een persoon is belast met de agenda en expeditie der
officieele correspondentie en met de redactie van kleinere administratieve
brieven. Een ander zorgt voor de uitgebreide verzending van zaden en
planten en met de afdoening der daarmede in verband staande correspon-
dentie, terwijl een derde voor de boekhouding zorgt, de particuliere brieven
agendeert en de bestellingen van artikelen uit Europa bezorgt. Deze drie
personen werken onmiddellijk onder den leider der bureauwerkzaamheden.
Het kostte aanvankelijk moeite voor het toegestane bedrag een geschikt
persoon te \inden. Eén candidaat was eenige maanden op het bureau
werkzaam, maar vond weldra in liet particuliere een werkkring, waaraan
meer vooruitzichten verbonden waren. Door welwillende tusschenkomst
van den Directeur van het Gymnasium Willem III werd daarop een jong-
mensch, die het vijfde studiejaar dier school had geabsolveerd, geëngageerd,
met het doel hem voor het werk, dat van hem verlangd wordt op te leiden.
De aanvankelijke resultaten zijn niet onbemoedigend.
De lettervoorraad van de drukkerij der inrichting werd, zoowel met
smout- als met boekletter belangrijk uilgebrcid. Ilci is mi mogelijk een
Verslag tas 'slands plantentuin 1901. 6
S2
paar brodjures tegelijk te zetteu, h-iwijl Mieef(lei<'^ variatie in de titels kan
worden aangebracht. (Jok werd de voorraad koperen lijnen uitgebreid,
/oodat labellen van groote afmeting kunnen worden gezet. Als zetter werd
aangesteld Kaden Sastro, die; vroeger (ei- L;iii(ls<lnil<k<Mij wi il</.;i;iiii w;is
geweest. De zoon van onzen nuinhi lil iMij^iiKit. die vom iicl zeilen uinbiiie
toonde, werd in staat gesteld, dank zij de welwillende tegemoetkoming van
den lieer Q u e n t i n, om bij de Landsdrukkerij als volontair in dienst
te treden. In liet eind van het verslagjaar keerde hij terug en bewijst goede
diensten als hulpzetter. Onze vroegere bureau oi)passer l'ai(*h, die
indertijd eveneens eene opleiding ter I;andsdrukkerij ontving, fungeert nu
hoofdzakelijk als „drukker''. De mantri-lithograaf K r o m o li a r d j o
ging voort met het op sJeen brengen van de platen voor de „Icoues" en het
verrichten van ander teeken werk.
Uit den aard der zaak houdt de uitbreiding der correspondentie gelijken
tred met de uitbreidingen, die de inrichting ondergaat. Onnood ig derhalve
hierover uit te wijden. Het aantal verzendingen van zaden was in het
verslagjaar minder dan in het vorige (in 1900 bedroeg dit getal 1553, dit
jaar 13J)7), daarentegen onderging het aantal zendingen van levende planten
een niet onbelangrijke uitbreiding.
De Bibliotheek verkeert in goeden toestand. Het aantal boeken nam
door geschenk en aankoojj wederom belangrijk toe, zoodat weldra tot den
aankoop van een nieuwe boekenkast ter voorziening van den Ie veiwachlen
woningsnood, zal moeten worden overgegaan.
LEESZAAL.
Het tot stand komen eener niet onbelangrijke verbetering valt voor het
verslagjaar ten slotte onder dit hoofdstuk te vermelden.
Toen in 1896 (zie verslag over dat jaar bladz. 7 en 77, alsook verslag
over 1>S97 bladz 81) liet aanzienlijke bedrag van ƒ 18000. — door belangstel
lende particulieren in Nederland werd ten geschenke gegeven voor het
bouwen van een afzonderlijk Bibliotheekgebouw voor onze inrichting, had
de toenmalige Ingenieur ter plaatse, de Heei- 11. J. H oman va n dei-
Heide, eerst de welwillendheid liet gelieele plan voor het gebouw te maken
en daarna de groote goedh«^id de leiding van den bouw op zich te nemen.
Het bediag voor de uitvoering van het werk uitgetrokken bleef daardooi-
vrij, zoodat er ten slotte eene som van omstreeks ƒ 1500. — overbleef, die
bewaard werd om er eene aan het doel overeenkomstige bestemming aan te
83
geven. Deze bestemmiug lag weldra voor de hand, namelijk voor het
inrichten vau een afzonderlijke leeszaal, waar ook des avonds de nieuwe
tijdschriften en boeken te consulteeren zouden zijn.
De uitvoering van dit plan moest geruimen tijd verschoven worden,
totdat er zich eene gelegenheid daartoe aanbood, toen het vroeger door den
teekenaar-photograaf der inrichting geoccupeerde huis ter beschikking
kwam (zie vorig verslag p. 28 en 29). Dank zij de medewerking der Heeren
Ingenieurs J. C. V o o r d u i n en Jh^ F. L. C. van Door n, werd van
een deel dier woning eene localiteit voor vergaderingen en bijeenkomsten
geschikt, die echter normaliter als leeszaal dienst doet, verkregen, welke
geheel aan onze wenschen en eischen beantwoordt. Door uitgraving en
verschillende aangebrachte wijzingen is een leeszaal verkregen van D bij 7.2U
Meter, (4.45 Meter hoog), een klein voorvertrek van 2. GO diep bij eene breedte
van 3.2ö Meter, benevens er naast eene vestibule van de dubbele breedte.
De bovengenoemde overgebleven som werd nu voor kosten van ver-
bouwing, inrichting en meubileeriug zeer nuttig aangewend, zuodai onze
instelling, eigenlijk dank zij de vroeger ons door den Heer Homau vau
der Heide bewezen hoog gewaardeerde hulp, zonder kosten eene fraiiie
en doelmatige leeszaal is rijker geworden. Een ruime leestafel met bureau-
stoelen er om heen neemt het midden van het groote vertrek in, terwijl langs
de wanden, en evenzoo in het voor-locaaltje, op groote rakken de tijdschrift-
nummers en nieuw ingekomen boeken eene plaats vinden. Het geheel heeft,
ook door de met calcarium gedecoreerde wanden, een gezelligen indruk en
lokt tot bezoek uit, dat er ook wel aan ten deel valt.
Door de installatie onzer leeszaal is met het vroegere doen circuleeren
der nieuwe tijdschrift-nummers opgehouden, hetgeen in twee opzichten
eene verbetering is; ten eerste, omdat er bij de vroegere regeling dikwerf
kleine moeielijkheden ontstonden en niet zelden tijdschrift-nummers voor
korter of langer tijd in het ongereede raakten; ten tweede, omdat thans
iedereen terstond al de nieuw aangekomen publicaties kan leeren kennen,
hetgeen vroeger niet mogelijk was.
Na een zekeren tijd in de leeszaal te zijn gebleven gaan dan de nieuwe
aquisities naar de Bibliotheek, waar zij voor goed in den catalogus worden
ingeschreven, na bij het gaan van het buieau naar de leeszaal reeds in een
register te zijn geboekt, door welke dubbele noteering het wegraken van
boeken geheel onmogelijk wordt gemaakt en het ook spoedig in het oog
valt, wanneer een tijdschrift-nummer bij de verzending herwaarts verloren
is geraakt (dit laatste is niet zoo opvallend als men wel zoude denken, omdat
84
niet zeldeii later van Europa verzonden jiewclii ilieii liiei- vroeger aankomen,
zoodat nien niet terstond uil hel consliileeicn \;iii een re<-ent hiaat in eene
serie van tijdKchrilt iimniiiers, loi hel wf-^iaken \;ni eene aflevering kan
concludeeren).
De Heer van It red a de liaan, ('hef (hr 11' A IdiM-Jin;;. \vi(^ns
localiteiten dicht l»ij de h-es/aai zijn <i('ie<i(-n, had de welwillendheid de
zorj^'êii \(>or die zaal <i|i zich 1e nenien.
§9.
T Aï^DEELING DER INRICHTING.
(ONDERZOEK DER BOSCHBOOMFLORA Ol' .1 WA).
Aan het gebouw voor deze Afdeeling hadden in het verslagjaar wederom
eenige reparatiën plaats, terwijl weder herhaaldelijk kleinere en grootere
lekken hersteld wcM-den. Hetgeen in het voiig \erslag over de groote
nadeelen van vocht voor collecties gedroogde planten gezegd is, geldt ook
voor het afgeloopen verslagjaar.
In het vorig verslag (bladz. 109) wordt gewaagd van het speciaal
voor de conserveering der uitgebreide collecties van specimina op spiritus,
verschafien van eenige assistentie aan den Afdeelingschef. Ook in het
afgeloopen verslagjaar bleef de tot dat doel aangewezen Heer Leem b r u g-
g e n tei' beschikking van den Chef der tijdelijke VII*^ Afdeeling.
Bij besluit van den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid
dd** 21 Februari 1901 w^erd Raden W o n g s o d i h a r d j o op verzoek
eervol ontslagen en bij besluit van 25 April d.a.v. Mas Joedotaroeno
in zijn plaats als hulpteekenaar benoemd. Voorts werden de salarissen
van enkele der Inlandsche beambten iets verhoogd en wel van Raden
T i r t o a t m o d j o, R. I' r i n g g o d i h a r d j o, R. M. P r i n g g o a t-
modjo en R. S a m a d i, terwijl tot hulpschrijver aangesteld werd R.
S a s r a A t ni a d j a.
Het verzamelen van herbarinni- en spi ritus-materiaal en andere op reis
verrichte werkzaamheden, die wederom alle geschiedden dooi- den Afdee-
lingschef met behulp van het Inlandsch personeel der afdeeling, gaven in
het verslagjaar de volgende uitkomsten: N'erzameld werden in het gehetd
omstreeks 270 nummers heil»arinnispecimina en 41 nummers ter bewaring
in alcoh(»l, al'konistig van genntnniei^le en niel gennnimei-de planten. Voorts
\v(n-deii (Ie j;eiiuniHiei'(le boomeii oj» de terreinen ^■an l'iiugombo, Noesakani-
baugan en Pantjoer gerevideerd, terwijl ook van eenige planten groeiende
(»p de terreinen Pangentjongan en Telomojo (Sepakoeug) herbarium en
gedeeltelijk ook spiritns-materiaal verzameld werd.
Een zeer gering aantal planten, beliooreude tot voor .Java zeldzame of
bijzonder interessante soorten, werden ook in dit verslagjaar nieuw genum-
mei'd en wel o. a. bij Sepakoeng en Pringombo.
Van de voor de inzameling of waarneming gerevideerde^ genummerde
bo(uneu werden wederom, voor zoover dit nog niet gescliied was, kleine
selietsteekeuingen gemaakt.
l)(M>i- d!"]i Afdeelingsclief werden bereisd de terreinen Piingombo. Xoesa-
kambaiigau cji Sepakoeng-Telomojo, terwijl l»ovendien liet Inlandsch i)erso-
iiccl nog reisde en verzamelde oj» de terreinen van Pantjoer en Pangen-
tjongan.
Het nieuw verzamelde gedroogde herbarium-materiaal werd wederom
d(Mtr (l(Mi Afdeelingschef, gi'ootendeels op reis, voorloopig gedetermineerd
en zooveel mogelijk in hteo van aanteekeningen voorzien om daarna door
lieiii mei behul]) van het Inlaudsche personeel zijner Afdeeling verder
gecoi!sei-\-ee!(l eu in de collerlies 1<* word(Mi geïusereerd.
Do<ir den Afdeelingschef, met assistentie van den Heer Leem brug
gen, werden met behulj) van het Tnlandsche personeel der Afdeeling eu
taak-koelies ruim tien duizend herbarium-specimina op de Kew-methode op
witte iulegvellen opgeplakt. En wel werd van alle herbarium-nnmmers.
waarvan ook spiritus-raateriaal bewaard is geworden, telkens een herbarium-
specimen (een z. g. authentiek) van elk nummer opgei)hi]<t ires]). werd van
alle tot éénzelfde museum-nummer behoorende herbarium-specimina slechts
één enkel opgeplakt), terwijl voorts ook nog wei'den opgeplakt: van eenige
der in de Bijdragen W 7, 6 en 5 reeds gepubliceerde families nagenoeg alle
lot eenzelfde museum-nummer behoorende (dus op eenzelfde tijdstip van
een eu h( tzelfde plantindividu) gezamelde herbarium-s}»eriHiiHa.
Teu slotte werd daarbij tevens voor een jdanteufamilii» reeds een
begin genuiakt met het ook in Ivew gebruikelijke vastplakken dei- herbarium-
determinatie-etiketten.
Ook werden nog door den Afdeelingschef met behulp van hei Inlaudschb
afdeelingspersoneel de volgende werkzaamheden in de herbarium-collecties
verricht.
Benige collecties werden met sublimaat behandeld.
Van alle, thans bijna veertig duizend iuzameliugs-nummers bevattende,
86
herbarium «ollectiea der tijdelijke VJI' Aldcdiii^ wcni van all<' planten
faiTÜlies de alphabetische-, botanisch-Kystemaliscli m j;;(M)}^raphis(bc raug-
schikkinfj; in de trommels gerevideerd en verbeterd.
Vooi' (ie resultaten der in het vorige verslag reeds vernielde, dooi- den
Heer 1> ee ni b r u g ge n met veel zoig nitgevoerde proeven met chinos(>l
als conserveeringsniidflel en voor verdamping van spiritus uit tuben, die mei
diverse sluitingsmiddelen gesloten zijn, wordt verwezen naar de twee hier-
volgende woordelijk gereproduceerde rapporten van de hand van den Heer
Leemb ruggen: .
RAPPORT omtrent de voortgezette proef met Chinosol als ronserveerings
vloeistof voor plantendeelen.
De in het jaar 1900 geconserveerde plantendeelen bleven in het verslag-
jaar rustig in een gesloten kast staan.
Na afloop er van werd een onderzoek ingesteld naar den toestand van
die collecties, en bleek het dat uiterlijk de conserveering niets te
wenschen overliet. Zelfs de groene kleur der bladeren was behouden, hoewel
ze donkerder waren. Roodachtige bladstelen behielden die kleur, bloemen
daarentegen verkleurden.
Bij het nazien van den inhoud der tuben werd evenwel het volgende
gevonden :
1^. dat plantendeelen, die langen tijd in spiritus geconserveerd waren, in
chinosol-oplossing weder week worden, doch zich op den duur het beste
houden in een oplossing van ^Anon?
2^ dat voor fijne plantendeelen als bloemen en zwammen, eene chinosol-
oplossing ge'^n voldoende conserveering oplevert. Ze worden week. soms
tot pappig toe;
3®. dat harde plantendeelen (oude bladeren en dergelijken) zich in chinosol-
oplossing goed houden.
Uit een en ander s c h ij n t te b 1 ij k e n, dat chi-
nosol als consei' veer in gs middel den spirilus niet
geheel kan vervangen.
Wel zal het zeer nuttig z ij n o ni e e n i g voorwerp
voor korten tijd (op reis b. v.) te bewaren, doch zal
het zaak zijn (voor zooverre de proef thans is ge-
vorderd), om het tijdelijk geconserveerde in spiri-
87
1 11 s over te b r e g e ii, wanneer e e n e langdurige b e w a-
r i n g g e w e D s c h t i s.
Een flesch niet suikerriet in 1898 in het Laboratorium Kremboong in
eene oplossing van \'''oooo geconserveerd en hermetisch gesloten is nn nog
uiterlijk volkomen goed gebleven, zelfs de kleur bleef behouden.
De proef zal nu worden voortgezet, doch met hermetisch gesloten
glazen.
RAPPORT omtrent de verdamping van spiritus van 9G% uit tuben met
diverse sluitingsmiddelen gesloten.
I>e proef omtrent de verdamping uil tuben met verschillende middelen
gesloten, werd iii ISlei lOOO aangezet en de volgende serieën gereed gemaakt:
Serie a. Kurk in gesmolten parafine gedoopt.
„ /'. (Jlasplaat met parafine door verwarming op de tuben gehecht.
„ f'. Kurk met parafine bestreken. (Uitwendig).
„ d. Kurk met hars bestreken. (Uitwendig).
„ e. Kurk met was bestreken. (Uitwendig).
„ ƒ. Kurk in was gekookt.
Er werden tuben van 8 en 6 centimeter diameter gebruikt. De vulling
bestond uit spiritus van 96%, de hoeveelheid ervan werd door een op de
tube gehecht reepje papier met teeken voorzien, aangegeven.
Na achttien maanden rustig staan in een koel vertrek, in een gesloten
kast buiten den invloed van licht en warmte, werden de tuben nagezien en
bleek het, dat do verdamping was als volgt:
Serie (/. Vulling 908 cM. cub. verdampt 125.5 cM. cub. of 15%.
„ h. Vulling 537.5 cM. cub. verdampt 0.7 cM. cub of 0.15%.
., r. A^ulling 888 cM. cub. verdampt 95 cM. cub. of 11%,.
d. De harsbedekking was bijna geheel verdwenen; gedeeltelijk
was deze in, gedeeltelijk langs de tuben afgedropen. De
s})iritus was hierdoor geel geworden en de verdamping kolos-
saal. De tuben waren ten deele bijna ledig. De verdamping
bedroeg niet minder dan 61%.
„ e. A' ulling 764.5 cM. cub. verdampt 238.5 cM. cub. of 31%.
„ ./'. Vulling 766 cM. cub. verdampt 92 cM. cub. of 12%.
Berekent over de geheele collectie, welke als minimum 1100 liters
si)iritus bevat, dan zou het verlies door verdamping zijn als volgt:
RR
Serie.
Aiird (Ier IJedekkiiig.
Verdamping.
/o
V
-rdamping
over (
uien
e frehcele ccdiectie.
n 12 maai
In
18 maanden
Li Ier.
Liler.
il.
Km K in ;r<'smi)li(Mi itiiialiiic ..
iri "^
110.
Hl.'>.
h.
(i|;i^ mei riaralinc
0.157
1 1 "i
1 I
1 :,(\
c.
Kurk mei paraline hi'slrckcii
«0.
121.
U
Kink met liars heslrfkeii. . . .
01
41<i.
«71
e.
Kink mei was lieslreken .. . .
.''1 .,
226
:5-io.
f-
Kink mei was uekookl
12 ■'■
IW.
i:',2.
De oiidei-vindinp; leordr, dat liet horcUciidc oii^cvccr ii;iii\vl<(iiii;; aan-
geeft, lietgeeu als \'ei'dami>iiit:, moet worden aangemerkt.
Over do verdere in liet belang van de spiritiis(:<>llei'1i('n dooi- den Heer
Leem bruggen verrichte wei-kzaamheden verdient nog het volgende
kort vermeld te worden.
In de eerste drie maanden \an hel verslagjaar werd. op aanAvijzingen
van den Afdeelingsehef. door den lleei- L e e m b i- u g g e i; het door hem
aangevang(Mi conserviH'rings-werU' der geheele re\isie en verificatie der
spiritus-colleeties voortgezet. Tfet overal (waar noodig) aanbrengen van
eenc verbeterde beschutting tegen verdamiting door de jtarafine-glasbedek-
l:ing, het nauwkeurig op unironne eliketlen co])ieeren der bij elk nummer
l)ehoorende nieuwste deteriuinati<^ en het nauwkeurig administratief-veri-
fieeren der namen en nummers uiel de bijbelioorende (gedi-oogde) herbarium-
specimina werd geheel beëindigd.
De geheele in. de tijdelijke \^1I'' At'deeling \an "s Lands Plantentuin
bewaarde collectie sijiritus-materiaal bleek te bevatten totaal v ij f dui-
zend negen honderd negen en dertig stuks tubi of
s t o p f 1 e s s c h e n met bloemen of vruchten op alcohol
(of voor een deel op chinosol), behoorende tot globaal v ij f duizend
acht honderd in zameling s-nummers van het gedroogde mate-
riaal (zie de specificatie van hetspiritus-materiaal hieronder).
Daarna werd een begin gemaakt om van het bij de spiritus-specimina
behoorende gedroogde materiaal, ëën of meer herbarium-specimina (op de
Kew-methode voor authentieke herbarium-specimina gebruikelijk) geheel op
te plakken, resp. met de bijbehoorende losse herbarium-etiketten, determi-
naties, enz. op witte inlegvellen vast te hechten.
Voorts werd er ook mede begonnen alle nummers van het bij de spiritus-
collectiën behoorende herbarium te voorzien van uniforme, net-etiket j es.
89
;iaiiur\<'i<le. (lat van het numiiicr ook spiritus-matenaal bestaat, en tevens
vernielileude of het bloemen of vruchten, dan wel bk)emeu niet vruchten
zijn.
Deze opgaven zijn in den regel wel is waar reeds op de oorspronkelijke
oi> reis geschrevene inzamelings-etiketten vermekl, maar bestaat de zeker-
Iieid niet altijd, dat spiritus-materiaal, hetwelk een tiental jaar geleden
ingezameld werd, sedert niet verbruikt werd. A'oorts zijn ook die op reis
genoteerde opgaven over het tegelijkertijd inzamelen van bloemen, enz. op
spiritus meestal in zeer verkorten, niet algemeen verstaanbaren Norui en
slechts met ])otlood onduidrlijk geschreven. Daarom mag eene op de
gemonteerd!^ herbarium-spccimina vastgehechte, ' duidelijke en algemeen
verstaanbare, gedrukte net-etikette een verbetering genoemd worden, waar-
door de waarde van het h(»rbarium, voor hen, die het later zullen wenscheu
te consulteeren, aanzienlijk verhoogd wordt. Met de bijvoeging dier eti-
ketjes wordt voortgegaan.
Door den Chef der Afdeeling gewerd mij eene specificatie van het
spiritus materiaal, welke ik hier doe volgen:
Aanliil lubi ol slop-
^ C r f^ O t-
« re i « S o
Spirilus-maleriual aaiiwezif- op hel einde van het
fle-^s
chen.
eer.ste kwartaal in ile lijii VIH'= Afdeeling.
Gespecifi-
Totaal. 2 i ^ s c
ceerd.
'•^ 5 3-2 =-S
1. In den ilorlus van 's Lands Planlentuin in-
pezanu'ld v;in phanero^ameii (*)
32 !
11. builen den Ilorlus van 's Lands Plantenluin in-
gezamelde boomaclilipe en niel booiHachlige pha-
nerogau.en en vaal-cryptogainen :
op Java ingezameld (***)
4920
op Celebes mgezain.-ld ("*)
op Sn mal ra ingezameld en wel:
in Aljeli (*'*) 6 tiibi
870
5939
Ongeveer
5800.
in Aequaioriaal-Sumalra (Suni:
expeditie) (***) 58 tubi
109
inde Lampongs (**) 4 tubi
1
in Palenibang (") 41 tubi
1
III. Gewassen, niel lot de sub II genoemd behoorende
en ingezameld op Java buiten den Horlus..
8
De met (*) aangeduide specimina zijn als het gewone tuin-herbarium geëtiketteerd
onder bijvoeging van numm^^r en leiter der in den Hortus genummerde plant.
De met (**) gemerkte collectie werd geheel als llerb. Bot. var geëtikelteerd. De 4
tubi uil de Lampongs en 41 tubi uil Palembang werden resp. ingezameld door de
Hecren A. F. J. Bruins ma en W. Buurman van Vreeden.
90
Do werkztKimhodoTi van d(ui kriii<lkiiri(li<;<'ii jiiTihtloiKiai wjinn de vol
ijoiide:
J)e l»o(ajiis<,-Ji<* l>('VV('i-l\iii;; der Itubiacoac kwam /,<)<» ^ord ;ils ^'dicfl
jj^ereed, eu hehoudons eiudctoncclic, ()(»k die dei mA'^cihU' lainili's: Aiiipcli
dji(ea<', Datiscaceae, Menisperinactiae, Oxalidaceae, (TeHneriaceac. Solaiia
loac, Oleaccae, Lo^aninccac, Sal)iacea<^ eii Htai)liyleaceae, terwijl <!<• laalsUi
hand werd ^clej^d aan de leedH vroej^or bewerkte en toen om vcijschillcndc
redenen voorloopig ter zijde gelegde families der Combretaceae, Gonystjla-
ceae en Myri(;aceae.
Eindelijk werden nog, naar aanleiding van nieuw verzameld materiaal
eenige weinige soorten van de geslachten Anaphallis, Eupatorinni en Indigo-
fera bewerkt, ter pnbliceering als „addenda" bij eene eerstvolgende,'
„Bijdrage''.
Eenige nieuwe waarnemingen, waartoe zijne werkzaamheden hem a^in-
leiding hadden gegeven, werden door ]>''. V al et o n openbaar gemaakt iu
liet boven reeds kort besprokene aehtste nummer van ons Bulletin.
§ 10.
H'^ AFDEELING DEK INRICHTING.
(LABORATORIUM VOOR ONDERZOEKINGEN OVER DELI TABAKj.
Met gebruikmaking van de gegevens, mij door den w^. Afdeelingschet'
D'. d. van Breda de Haan verstrekt, kan omtrent deze Afdeeling
hel volgende medegedeeld worden.
Gedurende het afgeloopen jaar liad geene wijziging in het j)ersoneel
dezer Af deel ing plaats. Aan D''. J. van Breda de Haan bleet als-
nog de Avaarneming opgedragen vaji de betrekking van Chef dezer Afdeeling,
Terwijl het chemisch-deel der onderzoekingen werd verricht door D\ E. C.
J. M o h I' en D'. D. J. H i s s i n k, en het botanisch gedeelte door
D'. F. W. T. Hunger.
De Colleclie (***) besta.il uil Iwee deelen 1" uil Herb. Kds. (door D'. Koord ers
persoonlijk of op zijne aanwijzinp; door hel personeel verzamelde speciniiiia) en 2= uit llerb.
Bolamcornm varianim (verkorl Herb. Hot. var.) omvallende enk^-le weinige specimina welke
door andere personen inpezamelil zijn geworden ot dnor schenking verkregen werden (bijna
al de voor Java genoemde 4920 lubi behooren lot Herb. Kds.).
91
Aan D"'. D. J. H i s s i n U moest 14 Aju'il immi vorlof wegens ziekte
verleend worden, tijdens hij zich te Deli bevond. Medio Jiiiii aanvaardde
D*". H i 8 s i n k zijne werkzaamheden weder te Bnitenzorg.
Eveneens wegens ziekte werd 2H September aan l)''. F. W. T.
H u n g e r een maand verlof verleend, door te brengen te Garoet.
D''. Hissink verbleef van 17 Januari tot :U Januari in l^eli. ten
einde aldaar maatregelen Aoor te Ixn-eiden voor de bemestingsjiroeven; in
April Averd nogmaals een bezoek aan Deli gebracht, met het doel zelf de
leiding der bemestingsproeven op zich te nemen, door ziekte zag O''. H i s-
s i n k zich echter genoodzaakt naar Bnitenzorg te retourneereu en nam
D'". M o h r dit deel dei- werkzaamheden op zich. die daartoe medio April
in Deli kwam en aldaar tot half September verbleef.
In November werd door D'. Hissink nogmaals een bezoek aan Deli
gebracht, ter voorbereiding der })roef nemingen in 1902.
D'". H u n g e r was van medio Mei tot einde Angnstus in Deli aanwezig.
Ingevolge G. B. dd. 26 Maart 1901 IT 1, werd door den w''. Afdeelings-
chef D"". van B r e da de Haan een bezoek aan Deli gebracht van
3 April tot 6 Mei. ten einde aldaar <'enige besprekingen te honden in het
belang der tabakscultnur, terwijl toen tevens nog eenige regelingen konden
getroffen worden in zak(^ de werkzaamheden der Af deeling.
Reeds ten vorige jai*e werd door D''. H n n g e r een aanvang gemaakt
met de studie der mozaïk-ziekte en werd reeds in het vorig jaarverslag
melding gemaakt hoe een meerdere kennis omtrent het O] «treden der oxydee-
rende enzymen noodig was. om de juistheid van W o o d's theorie te kunnen
toetsen, volgens welke de mozaïk-ziekte aan een ophoopig zulker stoffen
zou moeten toe te schrijven zijn.
Daar in den tijd dat D"". Hiinger (e Bnitenzorg verbleef slechts
weinig groene tabak aanwezig en het t^evens gebleken was, dat het
tabaksblad door zijn chemische samenstelling minder dienstig is vooi-
een eerste oriëntatie over Enzymologie, werd in de vrudil van den
cocos-palm een meer geschikt onderzoekingsmateriaal voor dit doel
gevonden.
De cocos-vrncht bevat in de waterige inhoud een hoeveelheid oxydasen
en peroxydasen o]) zeer duidelijk aantoonbare wijze, en kon zich
D''. Hunger zoodoende oj) de hoogte stellen der eigensch:ut]t('n dezer
fermenten. De resultaten van dit onderzoek werden in een korle publicatie
samengesteld, welke verscheen in Bulletin 11' S dezer inrichting onder de
titel „Die Oxydasen uud Peroxydasen in der Cocos-Milch". (Zie blz. 12).
92
In Iicl hilM>r:il(*i-iiiiii Ie M<-<l:iii kun h'. II ii ii ;: i r /jiji nu. ii:i dc/i-
\(><)rl()o|»i<^(' (>ri("'iit;i( i<', iikmt si»<*<'i;i;i I bc/i;; IkhhIcii iih-i (!<■ llii'<(ri<- v;iii
\\' o (» (1. l)'. lliiii;^!-!- (ict'll liicroiiil r<-iil ;ils \<>l;;l iiicdf in /.ijn dcs-
betroffcnd versla j;'.
..liet i'csnlIiiMl liicivaii is, dal ik mij iiid kan \<'nM'ni;^('ii nn-i df opval-
.,(iiij; \an \N' ood. voij^f-ns wiens nn-enin;^ in<»/,aïk /,i<'ki' Idadcn-n :i Itnui-nnial
,.\eei (ixydeerende en'/vnien (<>x_\<las»'n en |icrn\ydaseni zonden lievalleii.
,.\'(>lj;('ns mijn»' 'Ani'^\\\\(\\'^ nit l:,('\ ocidc (inder/.<M'kinji'en is <•!• ^iecn \ei-
..srliil Inssclien nm/.aïk /lek en jiezond laliakslilad hel rdTende df rea< lie (>]>
,,l)(>venp,('n<)einde feianenteii.
„Wel is d<* (dM^inis(die sanienslidliiiL' van inozaik zieke («n gezond»' taitaks
„Idadon in andero o])ZH'hten verschillond, 1>. v.:
.,nn>/aïl< ziek blad beval mindoi' sniker dan gezond lilad.
„ „ .. looistof „
„ „ „ „ vrije zuren „
..Deze drie factoren vessorteevor ieiionover fetanenlen ondii- de rnbtiek
..van z. <r. reduceerendo stoffen.
,.II(M is dns. volgens mijne (»|Mnif. zeer piansibel, dal l>la<lt'Xl lacl van
.,^:ez<»n(!e lahak, waaiin (inanlilalief meer i('<lnceerende sloffen aanweziu'
..zijn. m. a. \v. waar de reactie oj» oxy«leerende enzynuMi veel kra( liti^c^i- woi-dt
,,tep;engewei'kt. als van zcdf den schijn ^cefl. dal in liet mozaïk-zieke blad
..meer van die fermenten aanweziji; zijn.
..De eenige wijze, waaro]» ik de theorie van W o o d verklaren kan is
„deze, dat laatstgenoemde onderzoeker geen rekening heeft gehouden met
..de i-educeerende stoffen, die steeds de oxydeerende fermenKMi begeleiden''.
Omtrent de veldproeven in verband met de mozaïk-ziekte door
D"". Hunger ingesteld, werd door hem als volgt bericht:
In de eerste ]>laats werd nagc^gaan. of bij kunstmatige infectie
van gezonde planten met versiddllend infectiemateriaal, later ook correspon-
deerende verschillen optraden betreffende het aantal ziek geworden planten
en daarmede tegelijk of 'die verschillen ook beïnfluenceerd werden, naarmate
de infectie was gedaan bij planten van verschillenden ouderdom.
Als infectiestof gebruikte ik:
1'. fijn gehakt blad van mozaïk-zieke planten:
2". sap uit mozaïk-zieke bladeren geperst;
3*^. aarde van de wortels van mozaïk-zieke planten,
93
die altijd bij de wortels der te infeeteeren planten werd gebracht.
De bovenvermelde infeetieproeven voerde ik telkens uit bij:
A. pas uitgeplante bibit;
B. tegelijk met de l'' aanhooging;
Voor iedere proef gebruikte ik 200 planten, dus in het geheel werden
1800 planten geïnfecteerd, terwijl parallel met iedere iufectieproef een gelijk
aantal controle-planten waren; alles te zamen dus 3600 tabaksplanten.
De uitkomsten van deze proef heb ik in onderstaande tabel saamgevat:
A. B. C.
Infectie- ' Infectie b/h. uitplanten Infectie b/h 1« aanh. Infectie b/h. 2^ aanh.
materiaal.
Geïnf. pi Contr. pi. i Geïnf. pi. Contr. pi. Geïnf. pi. | Conlr. pi
Percentage der zieke planten.
Serie I.
Fijn gehakt bl.
Serie H. |
Sap v/ziek bl.
Serie 111. !
t
Aarde van zieke |
planten.
23.33
11.54
90.11
7.27
7.96
11.11
19.35
14 71
47 37
9.26
9.98
9.02
40.40
25.87
87.31
4.58
12.96
8.67
Zeer veel is voorshands uit deze tabel niet te besluiten, docli ongeiwijfeld
wel dit. dat de besmettelijkheid van de aarde der wortels van mozaïk-zieke
planten veel grooter is dan die van fijn gehakt mozaïk-ziek blad of van sap
uit uitgeperste zieke bladeren.
In de tweede plaats werd de invloed nagegaan, van het toppen
van gezonde planten in verband met het optreden der mozaïk-ziekte in later
te voorschijn tredende tunassen.
Deze zelfde proef deed ik oj» i wee vers<hillende ondernemingen ouder
zeer tegenstrijdige grondcondilies, iil. de eeiie proef geschiedde op reeds
dikwijls afgeplanten, de andere jdoef op oergrond, waaroj» nou iiooii tabak
gestaan had.
Het toppingsproces voerde ik op verschillende wijze uil, d. w. z. hoogt-r
en lager, terwijl de behandelde planten ook van verschillende leeftijden
waren.
94
Resultaten der I o [) p i n ^ s p r <» e f o ]> o u fl e n g r o ii d.
Ouderdom.
Topmelliude.
()or.s|inin-
kclijk uiiiilal
planten.
(i('Z(»nd:
aanlal.
■
Tiinas:
°l
/o-
M zieke
aaiilal.
Tiirias:
/o-
6 weken.
harl
12Ü
25
20
101
80
6 .
. 4- 3 1)1.
126
23
20
103
80
6 .
. + 5L1.
168
45
27
123
73
5 .
Iiarl
144
50
35
94
65
5 .
• + 2bl,
144
98
35
94
65
4 .
hart
200
68
34
132
fi6
3 .
.
200
82
! 41
118
59
De eenige eonelusie, uit deze tabel te trekken, is dat, lux- jonger
dt' planLen getopt werden, des te meer planten later gezonde tunasseii ont-
wikkelden.
1)(' loppiugsproof op oergrond gaf geheel andere resultaten. 1)*^ ind^e-
ling was hier als volgt:
Ouderdom.
Aantal planlen.
Topmedi :
Aanmirkingen.
8 weken
200
harl
Van (leze pi. wi-rd rijphiad niel gfKOgsl.
8
200
wel
6
200
» niet
6
200
wel
4
200
met
2 .
200
niet
Niettegenstaande deze tweede proef onder zeer ongunstige weersgesteld-
heid verliej), doordat er in het begin verbazend van de droogte werd geleden,
was er aan het einde van de proef bij geen der 1200 proefplanten ook slechts
het minste vlekje van uiozaïk-ziekte aan te toonen. De tunassen waren
krachtig ontwikkeld en bloeiden rijk; doch nergens was de geringste aandui-
ding der ziekte te zien.
Of de omstandigheden van den oerbodem, hier als integreerende factor
voor bovenstaand resultaat mag worden aangemerkt, wil ik liever voorshands
nog beantwoord laten.
In het laboratorium te Buitenzorg werden voorts door D'". H u n g e r
verscheidene zaad-monsters op hun kiemkracht onderzocht, daarbij was
tevens gelegenheid om den invloed na te gaan, welke een oplossing van
Ö5
kopersulfaat op kiemende tabakszaden uitoefent. Het resultaat was, dat bij
behandeling van tabakszaad met 1 a i/2% kopersulfaat alleen de top van
het worteltje uij het zaad te voorschijn kwam en zich de kiemplantjes dan
niet verder ontwikkelden. Bij deze kiemkrachtsbepalingen scheen het
verder alsof zaad in flesschen bewaard, op den bodera waarvan en evenzoo
in de hals zich houtasch bevindt en daarna met kurk gesloten, het best
kiemkrachtig bleef.
Tabakszaad van mozaïk-zieke planten genomen had een gemiddelde
kiemkracht van 66%, terwijl die van er naast staande gezonde planten 84%
bedroeg.
De verder te Buitenzorg beschikbare tijd werd door lY. H u n g e r
besteed aan verschillende physiológische onderzoekingen, waaromtrent als
volgt werd nu'degedeeld.
Meerdere voorloopige proeven werden in verschillende richting uitgo
voerd, met het oog op een nadere studie over het stofwisselingsproces der
tabaksplant.
In de eerste plaats werd de vorming en de afvoering van het zetmeel
der bladereu nagegaan, waaruit bleek, dat laatstgenoemd proces in den west-
moesson te Buitenzorg vrij wel geregeld plaats heeft, 's Morgens om 6 uur
waren de onderzochte bladeren in den regel geheel zetmeelvrij. In dit
o]>zicht gaf 1h4 top-, voet- en zandblad de meest constante resultaten, het
middenblad vertoonde soms (^en achterstand en dan bevatte de bladpuol
steeds nog zetmeel, wanneer de basis reeds geheel leeg was.
(lewichtsbepalingeu werden met gelijke oppervlakken tabaksblad uil-
gevoerd, die <>p verschillende tijden van den dag geplukt waren, b. v.:
Tabaksblad om 7 uur 's morgens geplukt wogen per D M. = 33.75 Gr.
19 =41 — Gr.
zoodat een algemeene gewichtstoename van 7.25 Gr. in 5 uur had plaats
gehad, d. i. 1.45 Gr. per uur.
Quantitatieve zetmeel-bepalingen werden ook gedaan, gedeeltelijk
volgens (Ic luHIiode van B r o vv n en Morris, alleen met dit verschil,
dat ten laatste het overblijvende zetmeel <loor 2% zoutzuur geïnverteerd
werd.
Op deze wijze vond ik, dat hc^ tabakstelsel, dat in bovenstaande opgave
oni 7 uur, alzoo toename van 3.325 gram zetmeel per D M. in 5 uur tijds
t(^gen 1.375 gram in hetzelfde blad (d. w. z. de tegenovergestelde bladhelft)
om 7 uur alzoo toename van 3.325 gram zetmeel per n M. in 5 uni' tijds
= 0.665 gram ]>er uur.
96
V'cidci' \v(M(l(,'i) voorhci-cidciidc (»ii(l<'r/>(K'l<iii;i('ii ij,t'il;uiii over <!<• diasl.isi-
werkin<4 en bcvestlg'irijj!, vciki-cj^cii \;iii <1<' i-('siill;iliii \;iri Sicpli. Jciilys.
dat (leze feriueutvvci-king NcrbnzciMl hcitiN IocmI woi-dl door (•(■n ld jiiicri;:iii;i
van looizuur.
Die invloed werkt sLeedK leji luideeli.' lmj uict allc<-ii wat iM-tr-»-!'! d»-
diastase-werkiu};-, maar ook zeer redueeerend op de joo<li'ea(lie.
Wat de aanvvezi;;,ii<'id \aii looizmiii- betreit in hot tabakHblad, deze
is iiiijus ijizieiis ook aan pcriodicii iieil gebonden, d. w. z. da( (mmi l)lad
"s morgens minder looizuur bevat dan 'h middags.
Zoo nadeelig als looizuur, zoo voordeelig werken kleine liocvcellieden
vrije zuren op de diastase-werking, en het zou niet onmogelijk zijn, dat juist
de aciditeit van het blad de intensiteit der zetmeelomzettingeii voor een
groot deel bepaalde. Daartoe werden eenige zuurbepalingen uitgevoerd met
bladhelften, die resp. 's morgens om O unr en 12 uur geoogst waren.
resp. 's morgens om O uur en 12 uur geoogst waren.
(Jelijke oppervlakken van beide bladhelften gaven de volgende cijfei-s
in oxaalzuur berekend:
80 cM. om 7 uur geoogst bevatte == 3.1:7 mgr. oxaalzuur.
80 „ „ 1^ „ ,, „ = 1.8J „ „
Waaruit volgt, dat de aciditeit van het tabaksblad van 7—12 uur tegen-
over eikaar staan als 11 : O, m. a. w^ dat tabaksblad "s morgens bijna dubbel
zoo zuur is dan midden op den dag.
Omtrent de nitraten in het tabaksblad vond ik, dat er 's morgens vroeg
veel meer aanwezig waren dan 's middags, de localisatie was bijna uitslui-
tend in de nerven; de bladlamina was nitraat-vrij.
Een geheel voorloopige quantitatieve groene kleurstofbepaling, gaf mij
het resultaat, dat het chlorophyl 's middags een intensiever gekleurd xan-
tophyl afscheidt dan 's morgens.
Een groot deel der werkzaamheden op chemisch gebied, verbonden met
de proefvelden over bemesting in Deli werd door D'". E. C. J. M o li r
op zich genomen, toen D''. D. J. H i s s i n k, door ziekte, zich genood-
zaakt zag deze werkzaanihedeu te staken. De gang dezer proefnemingen
behoefde door deze regeling niet gestoord te worden, de noodige analyses
en hel onderzoek konden reeds gedeeltelijk dooi- D'. H i s s i n k geschieden,
terwijl de waarnemingen en resultaten door D'". M o h r op de proefvelden
zelven genoteerd, dan latei- tevens door D"". H i s s i n k kunnen worden
verwerkt.
9t
Een waarnemiug bij het toezicht dezer proefvelden door D''. M o h r
«icdaan, gaf aanleiding, dat door hem werd voorgesteld op eene onderneming
eenige proeven te doen, ten einde na te gaan, in hoeverre planten, aanvanke-
lijk met kali-salpeter bemest, veel minder van de mozaïk-ziekte te lijden
hadden, dan andere, welke deze meststof niet kregen. Door D"". D. J. H i s-
s i n k was eene bemesting met kali-salpeter reeds vroeger opgenomen in
het plan der bemestingsproeven. D''. M o h r meende er echter nu tevens
een bestrijdingsmiddel van de mozaïk-ziekte in te vinden.
Een veld, waarop kort te voren nog mozaïk-zieke planten hadden
gestaan, gaf bij weder beplanting en bemesting met kali-salpeter goede
tabak, uitvoeriger proeven op verschillende grondsoorten enz., zullen echter
nog noodig zijn, alvorens deze meststof met zekerheid zal kunnen aanbe-
volen worden om de mozaïk-ziekte tegen te gaan.
Toen de %\ erkzaamheden in verband met de proefvelden niet meer allen
beschikbaren tijd eischten, kou D*". M o h r zich nog bezig houden met
psychrometer-proeven; daar de gegevens nog niet alle bewerkt waren, zulleu
de resultaten dezer proeven eerst in een volgend verslagjaar kunnen gepubli-
ceerd worden. Het bleek bij deze proeven, dat een vroeger sluiten der
schuren 's avonds wensehelijk kan zijn, om de vochtigheidstoestand
der atmosfeer in de droogschuur niet te zeer te doen stijgen, terwijl ook
over het algemeen het meer gesloten houden der schuren een gelijkmatiger
vochtigheidstoestand in de schuur bevordert, waarmede een gelijkmatiger
opdrogen der tabak gepaard gaat. De invloed van het stoken van vuren
in de schuren was slechts merkbaar bij de tabak in de onmiddellijke
nabijheid dezer vuren en dit stoken bleek over het algemeen een minder
deugdzaam middel te zijn tot wering van schimmel in de schuur. De plaats
waar de tabak in de schuur het best en regelmatigst droogt, kon voorts
worden nagegaan door temperatuur-waarnemingen en bepalingen van den
vochtigheidstoestand op de verschillende plaatsen.
Te Buitenzorg zijnde, werd door D'. M o h r voortgegaan met de bepa-
lingen der verschillende stikstofverbindingen, welke optreden en verdwijnen
bij het drogen der tabak. Een voldoende scheidingsmethode voor deze ver-
schillende verbindingen moest nog gezocht worden en kon toen ook voor
l)lukblad en snij blad ten dezen opzichte de verschillen bepaald worden. In
het begin van dit \ erslagjaar eerst werden alle monsters tabak ontvangen,
welke afkomstig waren van de droog-proeven in 1900; het onderzoek hiervan
werd voleindigd, doch door zijn langduriger verblijf in Deli ondervond de
bewerking dezer resultaten eenig oponthoud, zoodat eerst in het volgend
Verslag van 'slanos plantkntuin l'JUl. 7
Ö8
jaar de resultaten kunnen gepubliceerd worden. Met versche tabak werden
voorts te Buitenzorg door 1>'. AI o h i- nu^ «nikele bepalingen verricht,
noodig voor de studie der chemische omzettingen bij drogen vaii tabaks-
blad.
Proeven over den invloed van het vroeg of laat op den dag plukken der
rijpe tabaksbladeren waren reeds in iUOO genomen. D'. M o h r achtte het
echter wenschelijk, naar aanleiding der verkregen resultaten, voor te stellen
deze proeven nogmaals te herhalen, waartoe op verschillende ondernemingen
welwillend de gelegenheid werd aangeboden.
De werkzaamheden van D^ I). J. H i s s i n k hadden ten eerste ten
doel de bewerking der resultaten op de proefvelden voor bemesting in 1900
verkregen en werd hierdoor een groot deel van den tijd te Buitenzorg in
beslag genomen. De grondsoorten-kaart van Deli, waarvan reeds in het
vorige verslag werd gewag gemaakt werd voltooid en D"". H i s s i n k
schreef daarbij een korte toelichting. Door het ïopographisch Bureau te
Batavia werd deze kaart in kleuren gerei)roduceerd.
Het verblijf in Deli van D'. Hissink werd door ziekte ontijdig
afgebroken, zoodat hij niet in staat was zelf het toezicht uit te oefenen bij
de proefvelden over bemesting, wier inrichting enz. door hem reeds bij een
vroeger bezoek was voorbereid; Zooals reeds gemeld, behoefden deze proef-
nemingen echter geen stoornis te ondervinden, daar door vervroegde komst
van D^ M o h r in Deli, deze het toezicht van D''. Hissink kon over-
nemen en onder zijn leiding de resultaten werden verkregen, welke tot
verdere uitwerking enz. aan D'. Hissink werden overhandigd.
Tegen het einde van dit verslagjaar bracht D'". Hissink nogmaals
een bezoek aan Deli, ten einde zelf de gefermenteerde monsters tabak der
proefvelden te kunnen verzamelen en deze aan het oordeel van bevoegde
personen uit de praktijk te onderwerpen.
De voorbereiding van bemestingsproeven in 1902 kon tevens tijdens dit
bezoek plaats vinden. Het was echter gebleken, dat ook zonder voortdurend
toezicht der chemici, op verschillende ondernemingen proeven konden
genomen worden, die, zoowel voor de onderneming zelve, als voor het alge-
meen groot nut konden hebben. Om de wijze van inrichting en het doel
dezer proefnemingen meer bekend te maken, benutte D"". Hissink zijn
aanwezigheid in Deli om hierover een voordracht te houden te Medan en
Bindjeij. Het verblijdend resultaat dezer voordracht was, dat zich een
dertigtal belangstellenden aanmeldden genegen op hunne ondernemingen de
proefnemingen te nemen. B(ihalve op deze proefvelden zullen ook het vol-
99
gend jaar weder meer uitgebreide bemestingsproeven worden genomen, deze
echter onder direct toezicht vau den betrokken chemicus.
Door D"". H i s s i n k werd voorts in Buitenzorg een aanvang gemaakt
met de bewerking der monsters afkomstig der bemestingsproefvelden van
1901.
In den loop van dit verslagjaar werden in het laboratorium te Buiten-
zorg achttien verschillende guano-monsters onderzocht op daartoe strekkend
verzoek. Een grondraonster werd ingezonden, terwijl verder door den
botanicus een 35-tal tabakszaad-monsters op hun kiemkracht werden
beproefd.
De toestand van gebouwen en inventaris geeft geen aanleiding tot
bijzondere opmerkingen; er wordt een aanvang gemaakt met het schilderen
van het gebouw te Medan, terwijl tevens aldaar het atap-dak werd ver-
vangen door een sirappen-dak.
Door D^ H u n g e r werd een overzicht samengesteld der ziekten en
beschadigingen aan het blad bij Deli-tabak, hetwelk verscheen in IT XLVIII
der Mededeelingen van 's Lands Plantentuin.
D^ H i s s i n k gaf in de rubriek „Korte berichten uit 's Lands Plan-
tentuin" in Teijsmannia 12'^'^ Jrg. p. 5G9 een kleine mededeeling, over het
gehalte aan zwavelzuur (SO3) in de op Deli gebruikelijke meststoffen.
Na de verschillende proefnemingen in Europa en Amerika aangaande
het verband tusschen de hoeveelheid zwavelzuur in mest en in bodem, en
die in de tabak en den invloed van het zwavelzuur-gehalte der tabak oj)
hare kwaliteit te hebben nagegaan (Fesca, Maijer, Eserhate, Jenkins, van
Bemmelen) komt D'". Hissink tot de volgende conclusies:
Een groote hoeveelheid zwavelzuur in de tabak kan nadeelig zijn voor
hare kwaliteit, mits men altijd goed bedenkt, dat uit het percentage van
een enkel bestanddeel nooit conclusies omtrent de kwaliteit zijn te trekken.
Het zwavelzuur schijnt dan vooral van invloed te zijn op de brandbaarheid
en op de kleur der asch. Dat deze groote hoeveelheid zwavelzuur steeds
in de tabak gebracht wordt door bemesting met zwavelzure zouten is uit
de proeven niet af te leiden.
Verder wordt door D^ Hissink in het bijzonder nagegaan, wat de
onderzoekingen van D"". A. van B ij 1 e r t (Mededeelingen uit 's Lands
Plantentuin W XXX) leeren aangaande het gebruik van zwavelzure kali-
ammonia bij de tabakscultuur oj) Deli. ITet blijkt, dat bij kleigrouden groot
gevaar bestaat, dat het zwavelzuur — onder welken vorm dan ook — in den
boden» geabsoibecrd blijlt cii de (al)ak (en sloltt» ecne te groote hoeveelheid
lÖO
van (iit bestanddeel opneemt. Voor <i;r<»n<len, «gekarakteriseerd als min of
meei' Imimisachtige ascLlagen. \\as dit gevaar veel kleiner.
Naar iianleiding lii<M\;iii Ix-loogl de schrijver, de wenscbelijkhcid om
op de kleigrondoTi iirocven te nemen niet een bemesting met salpeterzure
kali en natron.
Ten slotte wordl nog de opmerking gemaakt, dat na verloop van een
achttal jai'en het toegevoegde zwavelzuur wel grootendeels zal zijn wegg*--
spoeld, en dat althans de vermeerdering van het bestanddeel in den bodem,
tengevolge van de toegediende „guano'', zoo gering is (ongeveer 0.001%),
dat zij nauwelijks meer door een scheikundig onderzoek kan woorden ger-on-
stateerd.
§11.
r AFDEELING DER INRICHTING.
(PROEFSTATION VOOR KOFFIE).
Met gebruikmaking der gegevens mij verstrekt door den Chef der Afdee-
ling D'. J. G. Kramer s, kan het volgende worden medegedeeld.
Bij den aanvang van het jaar bestond haar personeel uit D'. K r a-
m e r s, Chef der Afdeeling en chemicus, Prof. Zimmermann, botani-
cus, Mej. Lang, assistente voor het chemisch analyse-werk en verder
Inlanders voor teekenwerk en als laboratorium-bedienden.
Half Maart werd het personeel vermeerderd door de indiensttreding van
den Heer P. van der Sluis, technoloog, als chemisch-assistent en half
December verloor de afdeeling haren botanicus Prof. Z i m m e r m a n n,
die naar Duitsch Oost-Afrika vertrok.
Naar aanleiding van het in § 1 aangehaalde besluit van 31 Januari 11- 17
onderging de positie van den Afdeelingschef eene wijziging en uitbreiding.
Tevens werd door de Regeering ter beschikking van den Directeur van
's Lands Plantentuin gesteld een stuk van 100 bouws woeste grond, te kiezen
in de Gouvernementsgronden in de afdeeling Malang, ten einde daarop een
proeftuin voor de koffiecultuur aan te leggen. Voor het jaar 1901 en 1902
werd daartoe een subsidie verleend van ƒ 2000. — en voor eersten aanleg in
1901 nog ƒ 5000.—.
Tot administrateur van den proeftuin werd aangesteld de Heer K.
V o g 1 e r te Malang.
Door D^ Kramers en dezen werden daarop eenige terreinen bezocht
met het doel een geschikte plek voor den proeftuin uit te kiezen en ten slotte
101
daartoe aangewezen een van den Kawi van Noord naar Zuid afdalende berg-
rug, deel uitmakende van het bosch Boeloe Pogok en behoorende tot de desa
Bangilan. Het hoogste punt, aan de Noordzijde ligt op 620 M., het laagste
aan de Zuidzijde op 420 M. Omtrent dien proeftuin vindt men een afzon-
derlijk verslag hieronder.
Ter wille van dien proeftuin maakte de Chef der Af deeling viermaal
eene reis naar Malang, einde Februari, einde April, half September en begin
November. Op de reis in April werden nog enkele koffielandeu op den
Smeroe bezocht en in September ook het 4^ Koffie-congres te Malang, waar
D'. Kramers eene voordracht hield over den nieuwen proeftuin. Op de
terugreis in November bezocht hij ook nog het land Gemampir, bij Klaten,
overigens werden dit jaar door hem geene reizen ondernomen.
In het laboratorium werd voortgegaan met het maken der groiid-
analyses, hoofdzakelijk onder medewerking van Mej. Lang. De Heer
Kramers zelf werkte met den Heer van der Sluis hoofdzakelijk
aan het onderzoek der besta nddeelen van de koffie. Dit onderzoek, waar-
van reeds in het vorige verslag sprake was, werd bemoeilijkt door de reeds
daar aangegeven bezwaren en niet bevorderd door de herhaalde reizen
van den Chef der Afdeeling naar Malang. Er zijn daarbij echter reeds
eenige resultaten verkregen, die evenwel nog niet rijp zijn voor publicatie.
Als II- LI der „Mededeelingen uit 's Lands Plantentuin" verscheen het
..Derde A^erslag omtrent de proeftuinen en andere mededeelingen over
koffie'" van de hand van D"". Kramers.
Dit verslag bevat eene samenstelling der bemestings- en bewerkings-
proeven in het seizoen 1890/1900 en een overzicht daarvan op dezelfde wijze
geordend als in de gelijke veislagen II- XXXIT en XXXVIII der ..Mededee-
lingen" over 1897/98 en 1898/99 verschenen. Verder volgen weder
..Waarnemingen en beschouwingen" naar aanleiding van schrijvers
reis in de maanden Juni tot Augustus 1900. Eerst worden in
het korl de uitzichten der koffiecultuur op Java nagegaan en de
verwachting uitgesproken, dat de oogst van 1900 zoude blijken wegens het
natte weder gedurende den pluk, vooral in de vochtiger streken, klein en
van slechts matige kwaliteit te zijn, en die van 1901 ook klein door het
abnormale regen weder in den Oostmoesson van 1900, dat aanleiding gaf tot
het mislukken van de bloeien, maar beter ten opzichte der kwaliteit, daar
de aanplantingen, die in 1900 nocli van overdracht, noch van droogte te
lijden hadden wel goed stonden en gelegenheid hadden gehad zich te lier-
stellen van de overdracht in 1899.
102
Een volgend liool'dHtuk geeft vcrsliig van i-cik- jufx I' in Im-i .MahingKclie
Zuider-gebergte, genomen met op steil»- liclliii;.M'n, \v;i;ir dr hodciii uil siijv»'
klei bestaat zonder plantgatcn Ie planten, en van di- maal n-Lrch-n (la;irl»ij
genomen om afspoeling van gi-ond doof den rf^cn h- vnorkonnMi.
Dan wordt het verschijnsel van het geelslaan (htv idaderen van de koffie
besproken en de naar aanleiding daarvan gedane waarnemingen omtrent
het voorkomen van salpetei-znur in het sap <lei- l>l;Mleicn en takuileinden
der koffie. Ook wordt bericht omhent analyses v;in Idaderen van geel- en
van groenstaande boomen, waaruit blijkt, dat de gele minder koolhydraten
bevatten dan de groene, maar niet armer zijn aan slikstof.
Ten slotte worden eenige graphische voorstellingen gegeven van de
regenwaarnemingen, vochtigheid der lucht en uren zonneschijn op diverse
koffielanden, in verband met geslaagde bloeien.
Verder verscheen in de „Korte Berichten uit 's Lands Plantentuin, uit-
gaande van den Directeur der Inrichting" eene mededeeling van T)"". Kra-
mers over „De asch door den Kloet uitgeworpen op 23 Mei 1901", waar-
van de conclusie is, dat die asch geheel van dezelfde soort is als de asch-
lagen, afkomstig van vroegere uitbarstingen, die de hellingen en den voet
van den Kloet bedekken, en dat de groote steenen, die men daar vindt, fijn
gestampt een poeder geven, dat geheel overeenkomt met de versch gevallen
asch.
De botanicus der afdeeling. Prof, Z i m m e r m a n n, zette gedurende
het verslagjaar, tot zijn vertrek medio December, zijne studiën over de
plantaardige en dierlijke ziekten der koffie en eenige andere gewassen voort.
In Maart begaf hij zich naar Banjoewangi en Kediri, ten einde aldaar voor-
komende ziekteverschijnselen in de jonge takken der koffie te bestudeeren.
In een „Voorloopig rapport over eene nieuwe koffieziekte", opgenomen
onder de „Korte Berichten uit 's Lands Plantentuin, uitgaande van den
Directeur der Inrichting" deelt hij daaromtrent mede, dat hij die takjes
aangetast vond door twee wantsensoorten, Pentatoma plebeja en Hypselo-
notus trigonus. Deze steken met hunnen zuigsnuit tot in het merg der jonge
takjes, dat daardoor rood wordt en afsterft.
Op eene andere réis bezocht hij een aantal koffielanden in Oost- en
Midden-Java en ook het 4^ Koffie-congres te Malang, waar hij eene voor-
dracht hield over de voornaamste in en op de koffie voorkomende schimmel-
soorten. Daarin werden geschetst de ontwikkeling en levensgeschiedenis
van Hemileia vastatrix, de schimmel, die de gewone bladziekte veroorzaakt,
en verder besproken Glocosporium coffeanum; de witdauw op door groene
105
luizen aangetaste takjes, veroorzaakt door verschillende schimmels, waar-
onder Capnodium javanicum; de schimmel der spinnewebziekte; die der
kanker, Rostrella Coffeae; de djamoer oepas veroorzakende Corticiiim
javanicum. Ten slotte werden eenige wortelziekten besproken, die door
schimmels veroorzaakt worden.
Als n° XLIV der „Mededeelingen uit 's Lands Plantentuin" verscheen:
De dierlijke vijanden der koffiecultuur op Java, door D'". J. C. Konings-
berger en Prof. A. Z i m m e r m a n n. Deel II. Dit is een vervolg op
„Mededeelingen II- XX. Hierin worden een aantal voor de koffiecultuur
schadelijke dieren beschreven en in gekleurde afbeeldingen weergegeven.
In eene andere „Mededeeling II- XLIX" handelt Prof. Zimmermann,
over het enten van koffie volgens de methode van den Heer D. B u t i n
Schaap. In het eerste hoofdstuk bespreekt hij de anatomie van den stam
van Coffea arabica en liberica, toegelicht met afbeeldingen van mikrosko-
pische praeparaten. In het tweede, de na het enten waar te nemen mikros-
kopische verschijnselen, hoe zich de woonden sluiten en hoe de vergroeiing
der weefsels van onderstam en entriis tot stand komt. De beide laatste
hoofdstukken handelen over de met het enten volgens de methode van den
Heer Butin Schaap verkregen resultaten en eenige aanwijzingen voor
het enten.
Binnenkort staat nog te verschijnen eene ,, Mededeeling" onder titel
„Eenige pathologische en physiologische waarnemingen over koffie" door
Prof. Zimmermann.
Daarenboven zijn van zijne hand nog verschenen in Teijsmannia de
navolgende „Korte berichten uit 's Lands Plantentuin, uitgaande van den
Directeur der Inrichting". ..Over oen wortelschimmel van Coffea arabica",
„Over boktorren uit Ficus elastica", „Over blorokziekte van Coffea arabica"
en „Opmerkingen over eenige op koffielanden van Oost- en Midden-Java
waargenomen plantenziekten". Over deze publicaties is reeds hierboven
gerefereerd.
KOFFIEPROEFTUIN VAN 'S LANDS PLANTENTUIN,
IX« AFDEELING.
Jaarverslag over 1901.
Den 31''*''° Januari 1001 werd bij Gouvernements besluit ter beschikking
van den Directeur van 's Lands IMunlcnluiu gesteld een stuk gronds van
104
ongeveer HMI hoiiws gi'ool, Ie kii^zeii uil <lc im»^ uot^sic ^imikIi-h in de afdet:^
liii^ MüliUi;;, om :il<lii;if cfii |»r(»ctl iiiii voor dt- k(»rt'icriil t iinr a;iii l<' l<';,^^<'U.
Die tuin beliooii loi d»- l.\' A l'dcM'lin^ \;iii "s l.aiids l*laiii<'in iiiii. Met
lielieer ik daaiom (»|»j;('(lrii<;cii ;iaii di-ii ondiMjiclft-kcnde. ('lief dier .\rd«M'|iii<;,
en liet (Inj^'elijkseli (o«"/,iflil aan den admiiiisl lalciir, dcii II<mm- K. \V. M.
V o g 1 e r.
Het eei'Slo, \\al lc doen stond, was Im-I iiii/ocki-n \aii dal ifiTcin \;in
100 bonws. De Heei- \' o y I e r lieefi daaitoc ;^i<ioif \<Ml<oiiiiiii^slo<li(oii
ifemaakt. en wij hebb(Mi daarna diverse ici rciiion. dii- in aannieikiuLr koridon
komen, noor eens te zanien bezocht.
Kerst een boseh, jj;enaamd Laniban»; Kocnini;-, ion Ziiidon \an l'ainottan
<»elej»en. een paar honderd bonws j;i-oo(. tusschen de iiani on de Gentenj;-
rivier, zeer jremakkelijk te bereiken, jiicnzondo aan de ond(M*neniin<; Roembei-
Taiinlio]». TTei terrein liijt vooi- liet ^lootsle gedeelte in zachte, gelijkmatige
glooiing, met nog al mooi gelijkstaande, jonge Gouvernementstuinen er bij,
met half zandigen, half kleiigen grond en eeue bron in het bosch.
Daarna bezochten wij eene boschstrook van nog aanmerkelijke uitge-
breiidheid. dwars over de Zuidelijke uitloopers ^an <lon Kawi looj»ende; ten
Noorden ligt de desa t^oeraber Tempoer in Gouvernementstuinen en nog
hooger hel land Robra. ten Oosten de onderneming Ngredjo. ten Westen de
grens dei- residentie Kediri. ten Zuiden desa's en bebouwd land. TTet terrein
is nog al geaceideuteerd en bestaat uit evenwijdige ruggen, afdalende van
Noord naar Zuid en gescheiden door ravijnen. Wij wandelden een paar
van die ruggen af en het bleek ons, dat die vrij vlak en breed waren, zoodat
zij wel geschikt voorkwamen voor proef aanplantingen. In een der ravijnen
bevindt zich een krachtige bron.
Een ander terrein ligt ten Noorden der onderneming Klepoe. tusschen
Soember Kerto en Soembei* Telogo in, waar het Zuidergebergte steil afvalt
naar de Malangsche vlakte. Op de kam van den bergrug en hellende naar
het Zuiden liggen daar nog een paar honderd bouws bosch. waarin zich drie
' of vier bronnen bevinden. De grond bestaat uit de gewone bruine klei van
het Zuidergebergte met hier en daar kalksteen. Het terrein is vrij sterk
golvend en hellend, w-el zijn er meer vlakke stukken in, maar op onzen tocht
door het bosch kreeg ik toch den indruk, dat die meer uitzondering waren.
De hoogte boven zee bedraagt gemiddeld 2000 voet.
Op den Smeroe is niet veel boschterrein meer over, dat voor koffie in
aanmerking komt. In de afdeeling Toeren zijn de lagere gedeelten der
uitloopers èf door de particuliere landen ingenomen, öf met Gouvernements-
105
tuinen, desa's en tegallans bedekt. Wij bezochten op zulk een uitlooper bet
bosch Mas Temoe, ligg^ende ten Noordwesten van het perceel Wringin Anoni.
met een diep ravijn er tusschen. Ynu Soember Nongko rijdt men een uur
ver eerst door oudere, dan door jongere Gouvernementstiiinen. waarvan
vooral de laatste er goed uitzien, en komt dan aan het bosch. T>e bergrug
wordt hier hoe langer hoe smaller en is vrij spoedig niet meer dan een dijk.
De grond is zandig en het klimaat schijnt (^r zeer droog te zijn. want niet
tegenstaande wij op bijna 4000 voet hoogte kwamen, zagen wij weinig
mossen aan de boomen hangen. Naar schatting zoude het bruikbare terrein
n'iet veel meer dan een dertig bouw omvatten en water moet uit het diepe
en steile ravijn van de kali Gransil gehaald worden.
In het Toempangsche is nagenoeg geen maagdelijk terrein meer bescliik-
baar. doch wel een complex van een paar honderd bouws, genaamd Djeroe,
op + 2000 voet hoogte, waar monosoeko-tuinen gestaan hebben en dat wcdei-
met bosch begroeid is. De Tontroleur A'an Toempang was zoo goed ei- ons
heen te geleiden en ons een jongen aanplant te laten zien. die proefsgewijz«'
daar gemaakt was. Ik vond daarin ongelukkigerwijze nematoden en dit
bracht mij op het vermoeden, dat de vroeger daar gestaan hebbende aan-
plant, waarvan hier en daar nog groepen boomen over zijn, door d<' aaltjes
vermeld was, zoodat het niet geraden voorkwam op zulk eene plek een proef-
tuin te beginnen.
Aan de zijde van den Ai'djoeno. in het Karangansche, is ook geen
oerbosch meer voorhanden, wel met glagah en alang-alang begroeide terrei-
nen. In de buurt van Batoe en Djoengo is ook wéinig meer te vinden. Wij
bezochten een stuk bosch. genaamd Djiblogan. aan de helling van den Adja*?-
moro, dicht bij de bronnen van de Brantas. op 4500 voet. Het terrein vormt
een driehoek, aan twee zijden door steile berghellingen ingesloten en aaTi
de derde begrensd door (rouvernementstuinen. die zich onderscheiden door
de bijzonder donkere kleur van het bliid. De boomen zijn voor hunnen
leeftijd niet bijzonder sterk ontwikkeld, vooral niet in de breedte, waar-
schijnlijk is het op die hoogte daartoe niet warm genoeg. Aan vochtigheid
is er geen gebrek; de boomen in het bosch zijn sterk met mos begroeid. 'Do
grond bestaat uit dezelfde soort klei, die men op den Ardjoeno ziet. Er
zoude daar waarschijnlijk wel een mooie tuin te maken zijn. maar de ligging
en het klimaat zijn te zeer afwijkend van die der meeste perceelen, dan dat
men zoude mogen aannemen, dat ondervindingen hiei- opgedaan ook voor
deze gelden. • Daarenboven is de plek zeer afgelegen.
Verder op in het Ngantangsche is ook vrij wel al het voor koffie
geschikte terrein reeds niet Gonvciiicinciils en nKtiMtsocko Koffie lu-plant.
De Heer Vogler hezocht oen nog maagdelijk stiiU aan de ()ostlielliii;_'
van den Kloet, dat men bereikt door van Wlingi uit ccnige uren Noord-
waarts te gaan, tusscheu Kawi en Kloet in. Maar dit bo.sch, dat uiterst
moeilijk te bereiken is, werd waarschijnlijk sterk beschadigd door de uit-
barsting van den Kloet; het moet ongeveer in die streek zijn, dat zeven
arèntappers omkwamen. Het is dns maar goed, dal wij er verder geen
aandacht aan geschonken hebben; bijzondere voordeehii bood het trouwens
ook niet.
Nu moet men wel in het oog lionden, dat bij het uitzoeken van een
terrein voor proefnemingen nog andere eischen te stellen zijn dan voor een
gewoon perceel. De ziel van alle proefneraen is vergelijken. Men moet
noodzakelijk vakken aanplant hebben, die gelijk zijn, wat grond, ligging
enz. aangaat, zoodat tuinen, die tegelijk en op dezelfde wijze beplant en
gelijk behandeld zijn, geen verschillen van beteekenis vertoonen. Gaat men
nu den aanplant op zulke vakken op verschillende wijze behandelen en
komen er dan verschillende uitkomsten voor den dag, dan mag men die
verschillen aan de gevolgde wijze van behandelen toeschrijven. Bij het
zoeken op de ondernemingen naar geschikte plekken voor bemestings- en
bewerkingstuinen heb ik gelegenheid gehad na te gaan, hoe betrekkelijk
weinig tuinen er zijn, die geheel gelijk staan. Voor proeftuinen moet men
dus gronden hebben, die of geheel vlak zijn, of ten minste in zeer gelijk-
matige helling liggen. Verder moet men gaan in eene streek, die een zooveel
mogel'ijk gelijkmatig klimaat heeft. In buurten, waar men het eene jaar
een overgrooten en het andere een minimum oogst heeft, moet men niet
wezen; want daar verdwijnen alle inwerkingen, die men door menschen-
bemoeienis verkrijgen kan, tegenover den allesoverheerschenden invloed van
het klimaat.
Dat is de reden, waarom ik ten slotte, zij het ook ongaarne, afgezien
heb van het terrein Lambang Koening bij Pamottan. Het had overigens
veel voor zich. In de eerste plaats de gemakkelijke bereikbaarheid en de
zachte, gelijkmatige glooiing van den bodem. De grond ziet er goed uit,
de tuinen van Soember Tangkep vlak er bij staan goed, ook de Gouverne-
mentstuinen. Maar het ligt tusschen 1000 en 1200 voet in eene streek,
waarvan wij weten, dat die in vele jaren onderhevig was aan langdurige
droogte, die de boomen geruimen tijd ongeveer bladerloos deed staan. Zij
herstelden zich dan wel weder, maar het was in te vele jaren hollen of
stilstaan.
107
Ten slotte heb ik besloten hot terrein in het bosch van Boeloe Pogok
op den Kawi te kiezen. Men bereikt het voor proeftuin bestemde gedeelte
door van de halte Ngebroek met een karretje tot bijna aan het perceel
Ngredjo te gaan. Dan moet men te voet of te paard door een paar desa's
en een paar ravijnen en komt zoo in Gouvernementstuinen van de desa
Bangilan. Deze grenzen aan de kali Roepia, die men over moet, en dan is
men aan de Zuidgrens van het bosch op eene hoogte van 1300 voet.- Hier
loopt een rug met vlakke kruin, vi'ij gelijkmatig stijgend, Noordwaarts
tot op ongeveer 1900 voet, waar het bosch eindigt en de tuinen van de desa
Soember Tempoer beginnen; de rug loopt door tot de onderneming Sobra,
doch bosch is daar niet meer.
Onze 100 bouws vormen dus een lange, smalle strook boven op den rug.
De Gouvernementstuinen aan de bovenzijde zien er meerendeels goed uit en
het type der boomen is flink en krachtig; aan de benedenzijde vertoonen
zij meer het dunnere, ijlere type der lage, warme streken. Wij beginnen
daarom aan de bovenzijde te ontginnen.
Omtrent het klimaat bezitten wij geene gegevens in den vorm van
meteorologische opteekeningen, maar het terrein ligt aan de Zuidhelling,
dus aan de vochtige zijde van den berg. Er valt hier zeker meer regen
naarmate men hooger komt. Hoeveel er juist op onze tuinen zal neder-
komen, zullen we nog moeten ondervinden, maar voor zoover men uit het
voorkomen der Gouvernementstuinen in die streek lion nagaan, moet het
klimaat vooral in het Noordelijke, hoogste, gedeelte gunstig zijn.
Thans ben ik genaderd tot de wichtige vraag: welke proeven zullen wij
daar nu nemen? Bemestingsproeven zijn vooreerst buitengesloten, want
die hebben geen reden van bestaan op versche boschgronden.
Als die niet in staat zijn een jongen aanplant rijkelijk van het noodigo
te voorziien, dan behoeven we aan geen koffiecultuur verder te denken.
Met proeven omtrent grondbewerking kunnen we in onzen tuin ook
eerst over een paar jaren een aanvang maken. De ondervinding heeft
genoegzaam aangetoond, dat waar ook en op welken grond men moge
planten, in de twee eerste jaren de bodem schoon gehouden moet worden.
De vraag, of men het onkruid zal laten staan en alleen kort houden, of geheel
verwijderen, of men den grond met blad bedekt moet houden of niet, of
men al dan niet moet patjollen of vorken, dat zijn altegader vragen, die pas
dan op den voorgrond treden, als de aanplant zich begint te sluiten en de
dadaps met de koffie te zamen den bodem geheel overschaduwen. Om tijd
te winnen hebben wij een stuk Gouvernementstuin van de bevolking ge-
108
liiiiiid, om daar reeds nn te hef^iiincn iii<-i vrischilleiMl»' wijzen van gioiid-
l)ewerkiug, zooals in onze bewerkingstnincn.
Een onderwerp vmii j,M-oot gewl<-ht acln il< li<-i ii<-nicn \:in |M(»f\fii nn-i
allerlei schaduwboon)en. WC hdihcii reeds zoo lang dadap gejtlanl. dal wij
eindelijk met deze een gi-ool aaiilal dieren «.'ii planten aangekweekt hebben,
«lie op en van de dadap leven, in die male dat deze er oj) vele |)laatsen zelf
het léven bij inschiet. Tot nog toe is geen der voorgeslagen plaatsver-
\aiigeis gebleken even goed te voldoen als de dadap en we moeien in deze
dns veider gaan met zoeken.
Eene vraag van groot belang, die ook nog niet geheel afMoende beant-
woording gevonden heeft, is die omtrent toppen of niet toppen. Wij w<'ieii
in het algemeen, dat het tuinonderhond bij een ongetopten aani»lanl goed-
kooper uitkomt en de pluk wat duurder. Maar hoe krijgt men de meeste
koffie, in de eerste en in de latere jaren; welke is de invloed van het toppen
o}> de kwaliteit, en is het altijd waai-, zooals nog al eens beweerd wordt,
dat de boontjes van de ongetopte boomen kleiner zijn dan die van de getopte?
Tk behoef wel niet te zeggen, dat dit punt in de laatste jaren, nu het prijs-
verschil tusschen grof boon en middel boon zoo groot is geworden, van veel
meer beteeken is is dan vroeger.
We zullen dus proeven moeten nemen met getopte boomen tegenover
ongetopte, maar daarbij komt nog een andere factor in het spel. namelijk
de y)lantwijdte. Wel heeft de ondervinding reeds geleerd, dat men getopte
boomen, op de gewone wijze behandeld, in het algemeen zoover uiteen moet
planten, dat hunne takken in het vijfde of zesde jaar aan elkaar komen
zonder elkaar te hinderen, en voor de verschillende streken is die plant-
wijdte genoegzaam bekend, maar doorgeschoten aanplant ziet men dikwijls
veel te dicht opeen staan, zoodat de boomen elkaar het licht ontnemen en
uitgroeien tot kale stokken met een pluimpje aan het einde. Dan acht ik
het ook wel de moeite waard eens na te gaan. welke uitkomsten het zooge-
naamde krep-planten, waarbij men van de dicht opeen geplaatste, getopte
boomen de lagere zijtakken oi)offert, zoodat men een aaneengesloten scherm
van takjes en blad verkrijgt uitgaande van de toppen der overigens kale
boomen, ook in een ander klimaat en op andereu grond dan in het
Malangsche Zuidergebergte, oplevert.
Over de mogelijkheid van het nemen van vergelijkende proeven omtrent
snoeien hebben we nog tijd om na te denken, totdat onze aanplantingen oud
genoeg zijn om gesnoeid te worden.
De Java-koffie heeft in de latere jaren steeds meer te lijden gehad van
109
bladziekte, ncmatoden, engeiliugen en andere kwalen. Of, zooals sommigen
nieenen, de kot'fieboom op zich zelf zwakker geworden is, kan hier buiten
beschouwing blijven; voor het oogenblik hebben we alleen te maken met het
verlangen dat bestaat naar eene koffiesoort, die zooveel mogelijk weerstand
biedt aan de ziekten, waarmede de Arabische koffie behept is en eene vol-
doende opbrengst geeft aan koffie van eene gewenschte kwaliteit. Men is
daarom overgegaan tot het planten van Liberia, die echter in drogere streken
een te wisselvallige opbrengst geeft en vooral niet zoo goed betaald worde
als men wenschen zoude. Daarop kwamen de hybriden en de daarvan
gemaakte enten van den Heer R i e m s d ij k. Welke waarde die voor den
aanplant in het groot hebben, is nog niet geheel afdoende gebleken en in
nog meerdere mate is het eene open vraag, wat er met verschillende andere
enten en eventueel andere entmethoden, vooral die van Java en Maragogype
op Liberia, te doen valt. De uitkomsten op verschillende plaatsen verkregen
komen niet geheel niet elkaar overeen. In allen gevalle is het aangewezen
om daarvan in onzen proeftuin werk te maken.
Dan hebben wij verder de veredeling door zaadselectie. Dat woord
veredeling kan wel eens aanleiding geven tot onjuiste voorstellingen, want
in den zin van boomkweekers en tuiniers beduidt „veredeld" niet iets, dat
in zich zelf beter en krachtiger is, maar iets, dat den mensch ^oor zijne doel-
einden beter bevalt. Voor de plant zelve staat als regel eene zoogenaamd
veredelde vrucht niet boven, doch veelal beneden eene wilde.
Omtrent het ontstaan van afwijkingen in de plantenwereld zijn nu in
den laatsten tijd door de onderzoekingen van Prof. de \' r i e s zeer
gewichtige feiten aan het licht gekomen. Het is niet mogelijk dit onderwerp
zoo even in het voorbijgaan afdoende te behandelen; ik stip daarom slechts
een paar punten aan, die mij hier van het meeste belang schijnen.
Geen twee planten, ja zelfs geen twee bloemen of bladereu zijn ooit aan
elkander volkomen gelijk. Toch bestaat voor elke soort een bepaald gemid
deld type, dat niet verandert als men de soort door zaaien zouder uitzoeken
verder voortplant. Wel kan men door voortgezet uitkiezen planten ver-
krijgen, waarvan de overgroote meerderheid eene afwijking van het gemid
delde vertoont, zooals men b. v. uit de bieten met een gemiddeld suiker-
gehalte, rassen met hoog suikergehalte gekweekt heeft, maar men moet
steeds met het uitzoeken der suikerrijkste bieten voor de zaadwinning
doorgaan, anders keert het suikergehalte na enkele geslachten weder lot
het gemiddelde terug. Men verkrijgt op deze wijze slechts betrekkelijk
zaadvaste vaiiaties.
ïsn licefL J'rof. <1 e \' r i es iia zeer veel zockcMi iii «Ie viijr luilinir eene
j)lauteiis<)()i'l gcvoiidoii, <li(; l»lij\<'nd(' variaties voortbrncjii. \':iii crMieii
alvker bij Hilversum nam hij eenige exeniphiren vmi Ocim»! lic ra L a-
m ar c k i aii a mede en plantte die in den liorlus te Arasterdam, üit d'-
zaden van deze kwamen in overgroote meerdeilieid jon<,M' ]»l;inten te voor-
schijn, die geheel overeenkwamen met de ouders, maar een zeker aantal zag
er reeds als kiemplaut anders uit. Die afwijkende exemplaren werden zou
opgesteld, dat zij, toen zij bloeiden, niet aan kruisbevruchting door stuifmeel
van normale blootgesteld waien en toen bleken uit hunne zaden weder
dezelfde afwijkende vormen voor den dag te komen. En in de volgende
generatie evenzoo. Men heeft hier dus met nieuwe, zaadvaste plantenvoi-
men te doen, die om zoo te zeggen met een sprongetje uit eene andere ont-
staan zijn. Prof. de Vries heeft wel honderd soorten Avilde planten
aangekweekt, om te zien of hij nog meer zulke sprongsgewijze afwijkingen
bij deze koude ontdekken, maar bij geen enkele is hem dat gelukt.
Nu is de O e n o t h e r a L a m a r c k i a n a oorspronkelijk een Noord-
Amerikaansche plant, die naar Europa overgebracht en daar verwilderd is,
en zijn bodem en klimaat in Europa natuurlijk eenigszins verschillend van
die in Amerika. Het ligt voor de hand te vermoeden, dat daardoor die
Oenothera tot die veranderlijkheid gebracht is; een bepaald bewijs
voor dat vermoedeu is er echter nog niet. In de uu komende jaren zullen
de botanici wel bijzonder opletten, of zij nog meerdere voorbeelden van die
sprongsgewijze variaties kunnen ontdekken en dan zal op dit punt misschien
meer licht vallen.
Prof. de Vries noemt uu die sprongsgewijze variaties „mutaties'',
in tegenstelling met de gewone variaties, Avaarvan de zaailingen tot het
gemiddelde type der voorouders terugkeeren. De afwijkingen, die de ver-
edelde appels van de in de bosschen in Europa voorkomende wilde vertoonen,
zijn b. V. geen mutaties, maar slechts variaties, want door uitzaaien der
pitten komt men spoedig tot het wilde type terug.
Hoe staat het nu met de koffie in het licht van deze beschouwingen?
Onze Java-koffie wordt geacht te zijn Arabische koffie, zeer waar-
schijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Abessinië. Plant men nu zaden van
uit Arabië afkomstige Mokkakoffie hier op Java uit, dan verkrijgt men
boomen met veel kleiner blad en kleinere zaden dan die van de gewone Java-
koffie, Om nu te weten te komen of de Java-koffie door mutatie of door
variatie uit de Mokka (ik neem voor het oogenblik als vaststaande aan, dat
deze de moedersoort was) ontstaan is, zoude men van die Mokka eenige
111
generaties achter elkander op Java moeten uitzaaien, om te zien of men zoo
Java-koffie verkrijgt. Zoover ik weet is dat nooit gedaan. Blijft de Mokka
dan haar tyiu' behouden, dan moet de Java door mutatie ontstaan zijn of
niet van de Mokka afstammen.
ledere streek hier op Java heeft haar eigenaardig type van Java-koffie,
zoo zelfs, dat kenners aan den vorm der boontjes zien, waar die koffie ge-
groeid is, wat echter geheel van bodem en klimaat afhankelijk schijnt te
zijn, want het is mij niet bekend, dat er iemand is, die aan de boomen zien
kan of zij uit zaad van Padang of Menado, van den Wilis of van den Smeroe
gekweekt zijn. De Java-koffie moet dus beschouwd worden als een geheel
zaadvaste vorm (daargelaten enkele afwijkingen, waarover meteen), die
alleen door plaatselijke invloeden kleine, niet-blijvende afwijkingen onder-
gaat.
De Maragogype is waarschijnlijk door mutatie, in den zin van Prof.
de Vries, uit de gewone Braziel-koffie ontstaan, want ze is geheel zaad-
vast. Daar zij nergens anders gevonden is en de koffie in Brazilië oorspron-
kelijk niet inheemsch is, wordt men wel gedwongen mutatie als oorzaak van
hare eiigenaardigheid aan te nemen.
Bij de Java-koffie komen nu af en toe afwijkingen van het gewone type
voor. Men vindt exemplaren met steile takken, met anders gevormde,
meestal smallere en kleinere bladereu, met 4, 6 en 8 pitten in plaats van
twee in eene bes. Om te kunnen zeggen of dit mutaties of slechts variaties
zijn, zoude men moeten weten of die afwijkingen gedurende opeenvolgende
generaties onveranderd blijven bestaan, of bij het uitzaaien zonder uitkiezen
weder verdwijnen. Tot nog toe zijn die afwijkingen meestal als voor de
cultuur minderwaardig beschouwd en heeft men er dus geen zaad van ge-
nomen, laat staan ze opzettelijk eenige generaties lang gekweekt. Er is mij
ten minste niets van bekend.
Afgezien van deze uitzonderingen is het type van onze Java-koffie zoo
constant, dat men voor een mooien aanplant staande al zeer weinig verschil
tusschen de enkele boomen opmerkt; bij de Liberia is dat geheel anders.
Bij deze vinden wij allerlei schakeeringen in vorm van boom, blad, bloem
en vrucht. Dit zijn echter slechts variaties, want uit het zaad van eiken
boom komen al die afwijkingen te voorschijn. Neemt men echter alleen
zaad van boomen van een bepaald type en zet men die selectie generatie na
generatie voort, dan verkrijgt men in steeds sterker verhouding boomen
van dat type, dat dus op die wijze tot betrekkelijke zaadvastheid te brengen
is, in don zin zooals hieibovon bij do suikorbidcii bosprokcu, zoodat inou
112
steeds de jifwijkende exeuijtlnifii /,;il iii<ici<-ij lilijvcn iiitz(»('l<<'ii on \t'iwij
deren, uiii overij^cns i^een bij:soiidere l)(,'z\\;ir<'ii o|»lc\(Mt. ;ils hkmi <'<iniiaal
y.oovci' is, dal er daarvan belrekkelijU wcinijic \ooi koiiK-n.
J)(' hybriden tusscheii .lava en LiluM-ia /ijn i<»i noj; loc inr-fsiai «>p
liiberia-i>edden f^evonden.
Hel directe bewijs, dat Ikm iivbiidcii //ijn, iiiankttii . maar fiik<-lf kiinsi-
niatij; door kruisbevruchtiiij; Ncrkrc^cn ii.v i)rid<')i \ciiooncii d<'/<'l)(lc eijj^en-
aardij'heden als de dooi- het locval \<*rkre}i<'ii('. !)<• iii(M*ste van <li<; li_\ luiden
zijn voor de cultuur waardeloos, maar er /yijn er tocli enkele, zooals die van
Kalimas en die van Kawisari, welbekend, die meer beloven.
Zaait men de vruchten der hybriden uit, dan verkrijgt men nn-'estal in
overweldigende meerderheid boomen, die of in het geheel geene <if slechts
vooze bessen dragen, maar er komen er toch enkele onder voor, die beter
zijn. I)(^ Heer Riemsdijk heeft + öOOO plantjes, verkregen uit zaad
van zijne enten, in de tuinen van Klein-Getas uitgeplant. Daaronder zijn
drie boomen gevonden, die goed groeien en dragen. Van deze wordt nu
verder zaad genomen, om zoo te trachten door herhaald uitzaaien tol boomen
van betrekkelijke zaadvastheid te geraken.
Gelukt het zaadvast maken bij de hybriden niet, dan kan men ze toch.
zooals bekend, gemakkelijk door enten vermenigvuldigen.
Uit het voorgaande trek ik het besluit, dat het aanbeveling verdient :
Door uitzaaien van afwijkingen der Java-koffie en van Abessinische
koffie de afstamming der eerste trachten na te gaan.
Nieuw optredende variaties der Java-koffie in cultuur te nemen, om te
zien of zij iets beloven.
Hetzelfde te doen met Liberia en hybriden.
Hybridisaties uit te voeren tusschen verschillende koffiesoorten.
Maar ook nog van eene andere zijde hebben wij misschien nieuws te
wachten, dat ons van nut kan zijn. Afrika aan beide zijden van de linie
is het vaderland der koffie en behalve de Arabische koffie in Abessinië en
de Liberia aan de golf van Gruinea, komen er in het gebied der groote meren
en van den Congo nog een zeker aantal andere soorten of variëteiten voor.
Tot nog toe is wel is waar niet gebleken, dat die koffies eene hooge handels-
waarde hebben, maar we kennen ze nog niet goed, en vooral weten we nog
niet, in hoever zij nuttig kunnen zijn voor het kweeken van hybriden en als
onderstam voor enten. Wij trachten daarom zooveel van die soorten bijeen
te brengen als wij kunnen.
Of onze proeftuin ooit op eenige schaal zal kunnen worden een produ
115
cent van zaadkoffie voor het gewone gebruik, betwijfel ik. Daartoe ligt het
terrein te laag, en onze boomen zullen wel eens meer droogte te verduren
hebben dan voor een zaadtuin gewenscht is. Daarenboven is het noodig,
(lat de zaadkoffie in April verstrekt kan worden en waarschijnlijk zal er in
de streek, waar onze proeftuin ligt, in menig jaar voor April al zeer weinig
koffie rijp zijn.
De werkzaamheden zijn begonnen einde April met het maken van
kweekbeddingen ongeveer aan het beneden- of zuideinde van ons terrein.
Aldaar bevindt zich namelijk in het ravijn eene bron, waaruit water voor
die bedden genomen kan worden. Hadden wij ze hoogerop aangelegd, dan
zouden we daarvoor water uit de kali Roepia hebben moeten gebruiken en
deze komt uit eene buurt, die met nematoden is besmet. Haar water voert
dus hoogstwaarschijnlijk af en toe nematoden en hunne eieren mede, zoodat
het gevaarlijk te achten is dit voor het begieten van zaadbedden te gebrui-
ken. De bedden zijn op de gewone wijze aangelegd onder een afdak, gedekt
uiet varenblad (solang), dat uitgedund werd, naarmate het seizoen vorderde.
In de buurt bij de zaadbeddingen zijn een pondok, een kleine goedang
en eenige koeliewoningen gebouwd.
In Juni is begonnen met het vellen van het bosch aan de boven-Noord-
zijde van het terrein, waar de eerste proefaanplantingen gemaakt worden.
Het verbranden van het hout is bemoeilijkt, doordat de Oostmoesson zeer
regenachtig bleef tot Augustus toe, doch daar de Westmoesson laat inviel
en dus lang gewacht moest worden eer het planten een aanvang konde
nemen, kwam het branden toch voldoende tijdig gereed.
Eerst toen het kappen was afgeloopen kon een beter overzicht over
het terrein genomen worden en toen viel de breedte van den vlakken boven-
kant van den rug niet mede. Te samen waren ongeveer '22 bouws ontgonnen.
Halfweg dier strook is eene plek waar de zijhellingen tot elkaai- komen,
zoodat aldaar in het geheel geen vlakke kruin voorhanden is.
Nu moesten de vlakste gedeelten uitgezocht worden voor het nemen der
proeven omtrent de beste plantwijdte en de vergelijking van ougetopte met
getopte boomen. Ook voor de proefvakken met verschillende tuinbewerking
en die, waarin later proeven omtrent het uitdunnen der vrucht zullen ge-
nomen worden. Voor alle deze moet men toch alle bereikbare zekerheid
hebben, dat verschillen in den grond en in diens helling, geen invloed kunnen
uitoefenen op de uitkomst. Dergelijke gedeelten waren nu alleen in het
Noordelijke en in het Zuidelijke gedeelte der 22 bouws te vinden en de
schaal, waarop die proeven genomen konden worden is afhankelijk van de
Vehslac var 'planos plantentuin 1901. !^
114
nitgcbroidhcid \;iii lul (i;i;ii\(»<)r ^'«'scliiktp I<m-i(mii. < Mulfi- vlakke j^odeelten
/ijii iii (l»'ze iiici fiiUfl h- \ risl;i;iii iiickkcii. wiiar de '^\(>]i<l \vat<'i-|ta« is.
iiiaai' (Ktic in ccii plal \\;ik ]j;('\v<^<'ii hclliiigoii. l)c «'isdi is. dal allo hooincn.
dio in de verschillende vakken van cimk- scrj^elijkende piod slaan, /.ich
onder dezelfde voorwaarden van jiiond <-n li^fiinj^ bevindf-n.
Vooi- de })i'(M'V('n nicl Nerscliiilcndr schaduw Ixmihu-m l<an nn-n heler
;;<'hriiik maken \an lifllin^m en Iciifi nphntit-n. daailiij loili is hfl et-rsn-
doel na te j^aan dl' de koiric onder cene liepaahlc s(»oi i schadnu l»ooni <i(H'\\
;^i(K'ien en diajicn wil, ol die sdiadnw /,i( h /.<to nitoili;^ j;ue<l laai snoeien
en dei<»('lijke vragen meer. Deze pi'oefvakken hehhen daarom in hel michlen
van h<*t thans oj)enj»ekapte terrein eene jilaats gevonden.
Op het overschietende zijn oejdant Liberia om er laiei- op ie enien hybri-
den uit zaad, enten en variëteiten \an .lava-koffie.
Bij alle deze is h<'t voorloopig niel om Ncrgcdijkende pi-oeven Ie doen
maar allereerst om te zien of zij waarde heiiben \ooi- de cnlhiui- en (h* moeite
loonen f>m aan Ie honden.
G r o 11 d.
De grond van onzen Inin is (hv>elfd(^ dien men overal aan de lagere hel-
lingen van den KaAvi aantief't. Hij is hrniii. half zandig, half kleiig, nog
al tot afsi)oelen geneigd, niet zeer linmusrijk, zonder duidelijk ziclill)aren
overgang van boven- in ondergrond. Aan afgravingen ziet men op afwis-
selende die])te een begin van padasvorming, dat zich vertoont in den vorm
van eene laag, die, als de grond droog is, eenigszins lichter is van kleur,
doch niel meer samenhang vertoont dan de grond daarboven en daaronder
en het regeiiAvater niet tegenhoudt. ^
P 1 a n t e n.
Over het geheele terrein werden plantkuilen gemaakt van .anderhalven
voet kubiek. Het planten moest wachten tot het invallen der regens, die
ditmaal lang uitbleven, zoodat daarmede tot de tweede helft van December
moest gewacht worden. Alles is tjaboetan geplant met uitzondering van
een gedeelte van de enten van dava en Margogype oj> Liberia.
P 1 a n t w ij d t e ]> r o e v e n.
Er zijn nn beplant de navolgende vakken, elk 8 X •'^ Kijnl. roeden groot:
Een vak op 4X4 voet, zal getojd worden.
115
Een vak op 5X5 voet, zal getopt worden.
Een vak op fi X ^ voet, zal op 4 voet getopt worden en dan zullen er
tijdelijke topi)en daarboven aangehouden worden.
Een vak op f» X ^> voet, zal getopt worden op 5 voet.
Een vak op 6 X <^> voet, zal ongetopt blijven en op een stam gehouden
worden.
Ëen vak oj» (> X ^» voet, zal ongetopt blijven en oj> meerdere stammen
gehouden worden.
Een vak oj) (J X ^» voet, om uit te dunnen tot 8V2 X 8I/2 voet.
Een vak op G X <^> voet, om uit te dunnen eerst tot Sy2 X ^V2 en later
tot 12 X 12 voet.
Een vak op 7 X ''^ voet, zal ongetopt blijven.
Een vak op 7X7 voet, zal getopt worden.
Een vak op 8X8 voet, zal ongetopt blijven.
Een vak op 8 X 8 voet, zal getopt worden.
Een vak op 9 X ♦' voet, zal ongetopt blijven.
Een vak op 9 X 9 voet, zal getopt worden.
Een vak op 12 X 12 voet, zal ongetojit blijven.
Een vak op 12 X 12 voet, zal ongetopt blijven en eventueel later uitge-
dund worden tot 17 X 17 voet.
Deze IxAilv laatste vakken krijgen in de eerste jaren tussnhenplanting
/an UKiis en IxMUieii, /ooals da( in Brazilië gebruikelijk is.
S e II a (1 II w b o o III p r o e v e n.
In vakken van U» X !•» roeden, is koffie geplant op 7X7 voet en de
navolgende sehaduwbooiuen op 21 X 21 voet.
Parkia intermedia (28 X 28 voet).
iVIanihot (Jlazioxii.
Toetob iioetili (28 X 28 voel).
Toetob nierah (28 X 2S voel),
(rrevillia robusla.
Pithef;olobium Saniau.
Hevea brasiliensis.
Melia Azedaraeh (14 X 21 voet).
Caesalpinia dasyrachis.
Caesalpinia arborea.
('edrela serrulala.
116
Cedrela odorata.
Albizziu rii(»lucciiii;i.
Castilloa elastif;a.
Solanuin juboreuiii.
Kemadoc bioenin.
Anj^groeng.
Adenantbor;i |iii\<iiiina (14 X 14 voel).
Kemaladangan (14 X 14 vool).
Klampis (nog niet geplant).
Twee vakken gewone dadai>, met iiissclR-iiplanting van i?uligo in h(\
eene en djati in het andere vak hissdien dr- lijcii der k(»rri<'.
Proef met al of niet I) e li a k ( e ii ig e d a n g i i d e ii) g i' o ii d.
Een vak van 13 X 13 roeden, beplant mk-I koffie oj» 7X7 voet en dadap
op 21 X 21 voet, is in twee helften gedeeld. In de eene wordt de grond
na het jdanten alleen door schoffelen schoon gebonden zonder ooit eene
diepere bew^erking te ondergaan, de andere helft wordt af en toe met de
hak bewerkt, zooals men gewoon is te doen in jongen aanplant.
Bewerkingsproeftuin.
Een vak van 14 X 14 roeden is met Java-koffie op 7 X 7 voet beplant
met het doel er later een „bewerkingsproeftnin" van te maken, zooals
beschreven in „Mededeelingen-' XXXII bldz. 60.
In de paar eerste jaren, voordat de koffie- en schaduwboomen opgescho-
ten zijn, kan nog niet met eene verschillende bewerking der afzonderlijke
proeven begonnen worden. Later krijgen zij de navolgende behandeling.
Vak 1. Alleen onkruid wegslaan, eenmaal in de drie weken, met het
grasmes, zonder aan den grond te raken. Vuil uitgespreid houden.
Vak 2. Eenmaal om de drie weken schoffelen. Vuil uitgespreid hou-
den.
Vak o. Schoffelen als in vak 2, maar vuil op rijen leggen.
Vak 4. Als vak 3. Daarenboven in het begin en tegen het einde van
den Westmoesson dert geheelen grond behakken (patjollen) tot eene diepte
van 9 duim Rijnl., buiten de takken der boomen.
Vak 5. Als vak 3. | _ . , , .
Daarenboven tegen het begin van den West-
Vak 6. Als vak 4. ) * »
moesson 2 pikol ongebluschte kalk per bonw gelijkmatig over den grond
uitstrooien.
117
U i t cl u n p r o e f .
Er is een vak van 7X16 roeden niet: Java-koffie op 7X7 voet beplant
om later proeven te nemen met het uitdunnen der vruchten in jaren, waarin
de boomen vol dragen.
Zaad.
Voor het beplanten van den tuin was van eeue onderneming in de
Padangsche Bovenlanden, die ook zaad leverde voor de Gouvernemeuts-
koffiecnltuur, een pikol zaadkotfie besteld. Dit zaad was nog niet aange
komen toen de bedden gereed waren en daarom was de Heer Constant,
Assistent-Kesident van Malang zoo goed ons alvast een halve pilcol zaad
van de Gouvernements-verstrekking te leenen. Dit zaad bleek te zijn
klein van boon en naar het ons voorkwam met weinig zorg uitgezocht; op
een kattie gingen i.'7ü() boontjes. Veel daarvan is ook slecht opgekomen en
ten slotte bedroeg het aantal plantjes dat verspeend konde worden slechts
53.000.
Een veertien dagen later kwam de direct door 's Lands Planteutuin
bestelde pikol zaad aan. Dit zaad voldeed beter.
De Heer L e ij s s i u s van Petong Omboh toonde op eene vergadering
der Malangsche Plantersvereeniging, in April, een partijtje zeer mooi zaad.
Hij was zoo goed ons daarvan een paar kattie's af te staan. Dit zaad is
mooi opgekomen en heeft fraaie bibit geleverd. Daarmede is een afzon-
derlijk vak beplant.
Ook hebben wij van den Heer Ottolander van Pantjoer twintig
kattie's mooie zaadkoffie ten geschenke gekregen. Dat zaad is wat laat
uitgelegd; toch is liet zeer mooi opgekomen. Het is gebruikt voor het plan-
ten van den bewerkingsproeftuin en de uitdunproef, hierboven besijrokeu.
Van Liberia zijn twintig katties zaad van Gemanipir uitgelegd, dit
is vrij onregelmatig opgekomen en een nog al groot aantal kepelans moesten
weggeworpen worden. De andere zijn voor het grootste gedeelte gebruikt
om tweeling-enten te maken, op de wijze van den Heer K r ij 1 1 e, met
Java- en Margogype kepelans.
Van Margogype ontvingen wij een zakje bessen van den Heer d e
Stoppelaar van Kalibakar en 11 katties zaadkoffie van den Heer
Utermark van Soekorame ten geschenke. De bibit daaruit is grooten-
deels gebruikt voor de zooeven genoemde enten.
118
l-: 11 I e
\';iii ilcy.f I \\('('liii;;-('iih'n iM'blx-n ccii \ rij ^rool :i;iiil;il fcii \ cisclii jiiscl
\ ciIooikI, <I:iI zich ook elders \-ooi-^(m1;i;i ii liedl. |)c .)ii \ ;( en leii zijn ^e
iii:i:il<l \;m 1- (ol -1 Aiif^iisliis en de ^Mar^oj^ype van li") Au};ii.stiis lot
KI Se]»lenil)ei', dus in lio(d'd/,aak na hel o|dioii(h'n (h-r zwaic i-ej^enlniien.
Den 1.'!'" Sepleniher \\areM de nieesle .la\a enien op het oou ;zoe(| \('r;^roeid
en luidden /ij hoven <h' Uejxdans een si el hlaih-ren «^esornid. h»- Heer
V o g 1 e r besloot daarom te beginnen inel het dooi-snijd(?n i\c\- oniw indsels
van weefkatoeii (lawe), waarmede zij samenj'ehonden wai-en; daarbij bh-ek
eclitei', dal de vereeuiging nog veel Ie vvenschen overliei en dal driej^warl
der tweelingen bij het lossnijden der draden niieen vielen. 1 >eze /,ijn weder
verscli aangesneden en vei-bonden en weder geplant. Later hhck dal men
beter slaagt als men de Ncrbinding maakt met dnii kooi-d. dan met weel-
katoen.
Dit laatste was eerst gekozen omdat hel weeker en zachter is en
men dus minder kans loopt de steeltjes bij het omwinden ie kneuzen. Het
blijkt echter het nadeel te hebben van los te gaan zitten.
S o o )• t e n en \ a r i <' t e i t e n.
Ten einde mogelijke besmetting \an den tuin met neniatoden te ver-
mijden, werd besloten geen i»lanten met wortels daarin over te brengen,
ook niet zulke, die niet tot de koffiesoorten behooren, daar wij ten eerste
niet weten op welke andei-e gewassen behalve koffie de voor deze gevaar-
lijne uematoden kunnen vooikomen en ten tweede de aanhangende aarde
neniatoden of hunne eieren bevatten kan.
Eene uitzondering is alleen gemaakt v<»or plantjes van Coff<'a robusta,
uit lirussel afkomstig.
In den ('ultuurtnin te Tjikeumeuh staan sedert langen tijd kleine aan-
plantingen van diverse koffie-variëleiten. Zaden van deze, met name
Menado, Padang, Tjikeumeuh, Tjionuis. Mauritius. INIokka klein, Mokka
groot, Margogype en J^reanger zijn hier uitgelegd en goed opgekomen.
Van vele zijden mochten wij achtereenvolgens allerlei zaden ten ge-
schenke ontvangen.
Van den Heer Suer mondt van Wonokojo zaden van 2.5 op dat
land aanwezige hybriden. De eerste bezending daarvan werd uitgelegd op
11 Mei, terwijl het nog zwaar regende. Alles is verrot. Op denzelfden
119
datum uitgelegde Liberia. ooK" \aii den Heer S u e i- m o ii d t ontvangen,
evenzoo, terwijl de (cuclijk uitgelegde -la va-kof fie, van den Heer L e ij s-
s i u s, van l'etong Oniboh, goed opgekomen is. Zouden de zaden van Li-
beria en hybriden gevoeliger zijn voor vocht dan de Java?
Yemen-koffie \an den Heer ^^' e b e r van Gemampir.
Eene tweede bezending liybridezaden van den Heer S u e i- m o n d t,
nu goed opgekomen.
Zaden van eene hybride, van den Heer Toen s, van Sapoetangin.
lirazielkoffie (café nacionalj van den Heer v a n L enne p, van Ke-
poeng.
Een derde bezending hybridenzaden van den Heer S u e r m o n d t en
Liberia van denzelfden.
Zaden van de bekende hybriden A en 15 van Kawisari liet M^ 't* J a c o b
ons toezenden.
De Heer Ottolander van l'antjoer z(»ud zaden van eene hybride,
Margogype, Mokka, erecta, roiuudifolia. lauiina, cochleata, Mokka-Java,
angustifolia , djaniboe, eugenifolia. blue niountaiu, columnaris, woengoe,
laurifolia en unisperma.
Quillou-koffie van den Directeur \an den ('uUuurtuin te Libreville in
de Fransche Congo-kolonie.
Diverse hybridezaden van den Heer r> 1 o k. van (xogoniti.
Eene vierde bezending hylu-idezaden van den Heer >^ u e r m o n d t.
Van den Directeur van den Cultuurtuin op het eiland Bourbon zaden
van de hybride van den Heer M a n ê s.
Uit Erussel 24 i)lantjes ('offea robusta.
Zaad van Coffea erecta van \\'iiugiu Auoni door den Heer S L o p p e-
1 a a r.
Drie soorten koffiezaad van Mozambiiiue van Regierungsrath D'.
S t u h 1 ni a n n te Dar-es-Salam. Daarvan is ongelukkig niets opgekomen.
Hybridenzaad van den Heer L e ij s s i u s van IVtong Omboh.
Verdei' zijn aangeplant een vak Margogy])e, vooral met het doel om
materiaal \(t(u- ent|M'oe\eu bij de liand te iieliben; een paai- vakken Liberia,
met hetzelfde doel; en de hierboNcn reeds (>i>genoemde soorten, rassen,
variëteiten en hybriden.
l' r o e f t IJ i 11 t j e N g a d i r e d j o.
Hierboven is reeds gezegd, dat op een gedeelte van het terrein een aan-
120
l*liiiit was }j;emaaki; bestemd »»iii hilci- l.ij jicdccli.-n \crs.|iil|rii<i»' t \iiiilM-\v<-r-
kiiijicn U' ondergaan.
(hu (laaniicde te kunnen beiriinMMi u i<ii <lc hoonicn rclilri- «mtsi <'«'ii
/.('keren leeftijd bereikt hebben en uil keinshn \;iii die pnieveii kiuiuen niel
\«'rkre«;en worden, voordal de lui ni-e innlcii mihIiI ^redra^^en lieefl.
Om lijd te winnen is daarom mei loeslemmiie^ van liel besliinr in een ('mu
\ciiiemenlsliiin van de desa Ngadiredjo een complex van 1('>!) l] r^M-den mei,
CK; boomen }^e(oj)t oj» 5 voet, {replant in .latniaii lS!»!t. iuMciinurd. dal in
vakken verdeeld werd, die aan de liieib(»ven reeds nile<Mij;e/ei ie \erseliil
lende luiubebandelinj;- onderworpen \vei-«l<Mi. Die liunr is in^icjiaan einde
Mei 11)01 toen reeds een gedeelte van den oogsi ^cj^nkl was. Na dien is
er nog- afgekomen in 1901 :
Van vak I 2:J9 kattie roode bes.
„ ,, 111 158 „ „ „
» j> I^ 237 „ „ „
\h' vakken bevatten 9(5 boonien.
Daar deze cijfers dns eigenlijk alleen een deel van den pink belreffen
en hel verschil in tuinbewerking, dat loen eerst begon gemaakt te worden,
(biarop nog geen de minste uitwerking konde gehad hebbeu, is uit die cijfers
weinig af te leiden.
Buiten deze bewerkingsproef vallen nog 100 boomen vau de 676. Deze
zijn ingedeeld in twee vakken van 50 elk. In het eene vak laten wij de
boomen doorschieten om er ongetopte aanplant van te maken, terwijl ze in
het andere op 5 voet getopt blijven. Het doel is na te gaan wat de voor-
keur verdient: toppen of niet toppen. Wel nemen wij deze proef ook in
onzen eigen tuin, maar die moet eerst eeuige jaren oud zijn, voordat daar
uitkomsten verkregen kunnen worden en het scheen dus goed de gelegenheid
te benutten met deze reeds oudere boomen een aanvang te maken.
§ 12.
10« AFDEELING DER INRICHTING.
(LANDBOUW-ZOOLOGISCH-MUSEUM).
De Landbouw-Zoölogische Afdeeling onderging in het verslagjaar de
121
zeer iiaii/ieuHjke uitbreiding;, waarvan in het vorige verslag sprake was en
wenl in Augustus overgebracht naar het nieuwe gebouw, het „Zoölogisch en
IMi.vtopathologisch Museum", dat tevens de laboratoria bevat voor den Chef
der Afdeeling en voor de vreemde zoölogen, die Buitenzorg bezoeken.
De geheele Noordelijke helft van dit gebouw wordt ingenomen door
eene groote Museumzaal (circa 200 □ M.), waarin de volgende collecties zullen
worden gei>laatst:
1. De kleinere Zoogdieren en de Vogels van Java, later oolc die van andcie
eilanden van den Archi])el. in opgezette exemjdaren.
2. De Reptilia. Am]»hibia en Visschen op li({uor.
3. De Conchyliologische Yei'zameling betreffende Java en Nederlandsch-
Indië in het algemeen, eigendom van de Koninklijke Natuurkundige
Vereeniging en aan 's Lands Plantentuin in bniikloon afgestaan.
4 De Pathologische Verzameling betreffende de cultuurgewasscn van
Java en zooveel mogelijk van de andere eilanden van den Archipel.
De Zuidelijke helft van het gebouw is in vier vertrekken verdeeld. Eén
daarvan, links van d« vestibule gelegen, is bestemd voor de zuiver systema-
tische, entomologische verzameling. Daarnaast bevindt zich het laborato-
rium van (Icn riiof der Afdeeling. een ruim en zeer luchtig lokaal, dal geheel
aan de eischen van een Zoölogisch Laboratorium A^oldoet.
De vestibule doorgaande, komt men in het Laboratorium voor vreemde
zoölogen, een langwerpig vertrek met drie vensters naar het Westen, voor
elk waarvan een werktafel is geplaatst. De ondervinding heeft reeds ge
leerd. dat ook dit lokaal geheel aan zijne bestemming beantwoordt.
Het vierde vertrek is bestemd tot werkplaats voor den pr-aeparateui- eu
den teeken aar.
Tn het Laboratorium voor de vreemde zoölogen en in het laatstgenoemde
vertrek zullen tevens speciale collecties worden bewaard, zooals onderzoe-
kingsmateriaal, dat niet op elk willekeurig oogenblik te verkrijgen is. col-
lecties van lagere diersoorten, die vooi' het publiek van weinig, maar voor
den zoöloog van des te grooter waarde zijn enz.
Het is er uit den aard der zaak nog verre vandaan, dat het nieuwe
gebouw en hetgeen zich daarin bevindt, reeds den naam van Museum zon
verdienen. Het in elkander zetten van eene dergelijke inrichting vereischt
niet alleen de beschikking over grooter geldelijke bedragen, dan daarvoor
tot heden konden worden besteed, maar vereischt bovenal veel tijd. Met
het aanleggen eener zoölogische verzameling een begin te maken, is. speciaal
in een faunistisch zoo rijk land als Java, zeer zeker geen moeielijke zaak,
122
iii;i;ir is imii iiici de \ ri/;iiiii'| in;^ (•«•nnijial op ccii /clicr |iiiiii ;^rk(iiiicii. diiii
(HiliiKM'l (Ie uil luridiiiji ;4i()ol<' Ik-zw Jiicii <'ii worilt clUc \ ol^^ciidi-. im^ nid
iiiiiiwczijic (licrsoorl siccds iiiociclijkiM- Ie \ci krijj^cu. !)<• \i'iz;iiii<-l;iar«
lichlM'ii /icii diiii iijiiii- dikwijls oiiIm'I'Ik'I-^/.jiiih' slr<'iv'<'ii (e l»<-;^t'\ cii. \v;i;ir zij
niet diiii iiicl iiiocilr ('Il in den icjid lioojjc k(»slrii in liiin Icvcnsoiidcilioiid
luiiiiicii \ u(>i-/,i('ii, Icrwijl lid icsiill ;i;i I \st'l eens ^^criii^j; <'ii diiiinloor oiiliiioc-
dijiciid is.
I>;i;iioiii is lid l»i jcciihiriip-ii ('(mmt \('i-7,;iiiidiii;^'. \v;i;iriti df fniiiui \;ui
.lavn (!eiii,ucnii;il<' in haar «icliccl woi-dl vcraaiisclioiiwclijki. iiid ccii /aak
A-aii iiiaiindoiK maar ecu zaak van jaren; in afwijking; van den ;:<*\von('n j;ang
\;ui /.aken is hier de A'oortzettinj;' nioeielijker dan het begin.
To(di hesliiat ei' jicjirondc liodp. d;il in den loop van lid volgende jiuir
lid Zo('»l(»iiiscli .Mnsenni zóóver ücrccd /,;il zijn. d;il lift d<' \ rriidijkini: iik-I
andere deri;elijke, locaal-fauuistis(die verzamel in<;en zal kunnen d(»orst;ian.
Zoo spoedig- de onistandifilieden dit mogelijk niaakten, werd het uienwe
gebouw betrokken. Met het oog oj) de, slechts in zeer beperkte mate aan-
wezige, geldelijke hulpmiddelen, werd besloten, eerst de laboratoria in te
i'i(dilen en i-eeds l)egin Augustus kon de Chef der Afdeeling zijn nieuwe
werkkamer betrekken, terwijl in het einde van dezelfde maand de tot dus-
verre in een van de localen der II" Afdeeling geherbergde Russische zoöloog,
D'". D. Pedasehenko zijne werkzaamheden in het nieuwe Laborato-
rinni kon voortzetten. Ongeveer in denzelfden tijd kw'am de waterleiding
in het gebouw gereed, icrwijl met den aanh^g der gasleiding nog eenigen
tijd werd gewacht, omdat het beter wei-d geacht het gebouw aan te sluiten
ann het buizennet der in aanbouw zijnde Buitenzorgsche gasfabriek, dan het
te voorzien uit de eigen gasfabriek der laboratoria van 's Lauds Plantentuin.
aan wier ]»roductie-vermogen reeds zeer aanzienlijke eischen werden gesteld.
Hoewel hd in gebruilv nemen vnn het nieuwe gebouw als een imuwelijks
oy)gemerkt feit is voorbijgegaan. bdeek(Mit het toch voor het zoölogiscdi
onderzoek onzer Oost-Indische koloniën den aanvang eener geheel nieuwe
phase. Werd tot heden in de verschillende deelen van den Archipel slechts
x'crzameld en het bijeengebrachte naar Europa of elders verzonden, om
aldaar verdf'r te worden bewerkt en onderzocht, thans, nu de zoölogische
wetenschap oj) Java een eigen zetel heeft, kan het onderzoek hier plaats
hebben en dat niet alleen met alle daartoe noodige hulpmiddelen, maar
bovendien met het zeer groote voordeel, zich op of nabij de terreinen der
inzameling te bevinden. Waar slechts wordt verzameld en verzonden, hangt
de natuuronderzoekei- bij de tegenwoordige richting der Avetenschap voor
125
een groot deel van liet geluk af; Avaar echter de mogelijkheid bestaat, het
bijeengebrachte aau eeu, zij het ook voorloopig onderzoek ie onderwerpen,
heeft men in den regel ook de gelegenheid, het ontbrekende aan te vullen
en, wat niet minder beteekent, zijne werkmethoden naar gelang van bevin-
ding te wijzigen en te verbeteren.
Dit laatste was reeds in hooge mate de ervaring van den eersten
vreemden bezoeker, hierboven genoemd, die met eene rijke hoeveelheid
wetenschappelijk en aan alle eischen der nieuwere techniek voldoend mate-
riaal naar Euroi)a terugkeerde. Het was eveneens de ervaring van den Heer
M a r 1 a 1 1, een van de entom(>h)gis<he specialiteiten van het Departement
van Landbouw der Vereenigde Stalen te Washington, die niet alleen zelf
een paar Aveken in het nieuwe Laboratorium werkzaam was. maar het. ()p
zijn verdere reis over Java veizamelde telkens naar Buitenzorg o]>z(>ii<l.
waar het in de voor verder onderzoek vereischte conditie werd gebracht
en aldus naar Amerika kon worden medegenomen, zonder gevaar iets van
zijne waarde te verliezen.
Behalve met hetgeen door de Tnlandsche verzamelaars op Java werd
verkregen, werden de verzamelingen der Afdeeling verrijkt met een deel der
zoölogica, door D"". A. AV. N i e u w e n h u i s, van zijn tweeden tocht door
Borneo medegebracht. De laatste bestonden deels uit insecten, deels uit
vogelhuiden. Van de insecten verdienden vooral eenige Cerambyciden,
Cetoniden en Fulgoriden de aandacht.
De vogelhuiden, van een honderdtal A'ogelsoorten afkomstig, verkeerden
over het algemeen dcxu- de. uit den aard der zaak vluchtige praeparatie in
niet bijzonder goeden toestand, nuiar werden tocli gemonteerd, zoodat ook
de vogelwereld van ncuiieo thans docu- hef genoemde aantal vormen hier is
vertegenwoordigd in, zij hel niel onl>(M'ispelijl<e. dan hx-h üxtnltai-e exem-
plaren, die Avellicht ujettertijd door hetei-e kunnen a\ oi-den V(M'vangen. Onder
deze vogels bevinden zich eenige soorten, die ook oi» Java voorkomen, maar
hier zóó zeldzaam zijn, dat wellicht jaren waren verloo])en. voordat zij door
eTavaansche exem])laren zouden vertegenwoordigd zijn.
Met dankbaarheid moet hier verder melding worden gemaakt van de
groote hulp, die de Chef der Afdeeling in hel hi jeenluengen \■.\^\ alIcM-lei
diervormen steeds mocht (mdervind«Mi van den Heer M. E. G-. Ba r t e 1 s,
administrateur der onderneming ,,Pasir Dat ar" in de Preanger-Regent-
schappen. Genoemde Heer heeft niet alleen de verzamelaars, als zij zich
124
l»ij <l<' lijko IxTj^woiidni \;iii drn < Jocriocn'; (Jfdcli h('V(>iul«'ii. oiulci- /,ijn
]»ors(>oiilijk hM'ziclil jicixmicii. iii;i;m- :i:iii In-l .MiiSf-iini ook l;il \;iii dikwijlB
iiioeitdijk vci-krij^ibjirc \ ojidliiiidcii jicsclionkon. door ln-iii zi-ll' iii<'l j^roolc
7-oi'g *>:epiaej)areerd.
\'()<)r(s /.ij hier vei'mold, dal de scholpcnvcrznuicliii^ zich no^' Ic Sockji-
hooiiii bcvindl, waar zij wordt bowerkl: on jjjei'aujrsohikt door den IToor (}. A.
O II w (i 11 s, gep. Majoor van het O.-T. Leger, die de eouchyliologie tot een
onderwerp \an nauwgezette sliiiiic licofl geinaakl.
I)<' liiil|t CU de medewerking ^all gfMiocindc IIcitcii inoclcn des (e moer
worden gewaardeerd, daar het voor don Chef der Afdoeling l)ij /,ijii. zich
s((»eds nilhroideiKlen werkkring allengs oene onmogelijke zaak wordt, in
een zóó groot aantal verschillende en dikwijls zeer iiileonloopeude riclilingen
inet de vereischte nauwkeurigheid en détailkeiinis werkzaam (e zijn.
Tn liej laboratorium van den Chef der Afdeeling hadden in hef afge
loopen jaai- onder meer de volgende onderzoekingen plaats.
PiOn onderzoek naar de insecten, di(; mogelijkerwijze bij de versi>reiding
en overbrenging der als surra bekende ziekte van paarden en runderen een
rol zonden kunnen spelen. Om voor dit onderzoek een voldoende hoeveel-
heid materiaal uit verschillende streken bijeen te krijgen, werd, evenals
een jaar tevoren bij het onderzoek der teken van Nederlandsch-lndië. de
hulp der (louvernements-veeartsen ingeroepen. Dit had eene zóó overvloe-
dige toezending van allerlei, maar in hoofdzaak tweevleugelige insecten ten
gevolge, dat het onderzoek een veel groofei' omvang aannam, dan aanvan-
kelijk werd vermoed; vandaar, dat het bij het einde van het verslagjaar
nog niet was afgeloopen. Als voorloopig resultaat zij hier echter reeds
medegedeeld, dat onder de vliegensoorten. waarop in de eerste plaats de
\ erdenking komt te rusten, eene rol te spelen als hierboven werd aangegeven,
een vorm voorkomt, die blijkens haar morphologische kenmerken ten
nauwste verwant is aan de beruchte G 1 o s s i n a m o r s i t a n s, de
tse-tse-vlieg, die in Zuid-A f rika de welbekende ziekte der paarden veroor-
zaakt.
De ten vorige jare aangevangen onderzoekingen betreffende de roest-
ziekte in de thee werden voortgezet en gaven aanleiding tot eene tweede
mededeeling daarover in ,,Teijsmannia", waarin in de eerste plaats de, bij
deze plaag in het spel zijnde diersoorten worden beschreven, in de tweede
plaats eene methode van bestrijding wordt besproken, die reeds sinds
m
eenigen tijd op de onderneming „Tjipetir" in de Preanger-Regentsehappen
met uitnemend gevolg werd toegepast.
Verder werd een onderzoek ingesteld naar eene ziekte onder de zijde
wormen, die epidemisch was opgetreden op de eenige op Java voorkomende
kweekerij dezer dieren, toebehoorende aan een Chineescheu landheer nabij
ïangerang. Dit onderzoek bracht aan het licht, dat de rupsen waren aan-
getast door hetzelfde parasietische organisme, dat een veertigtal jaren
geleden in allo zijde produceerende landen de cultuur met ondergang heeft
bedreigd en een gevaar heeft opgeleverd, dat slechts door de klassieke
onderzoekingen van een Pasteur kon worden bezworen. De als „pé-
brine" bekende ziekte was hier vermoedelijk met eieren uit China aange-
bracht en de zaak kwam mij zoowel uit wetenschappelijke als uit practisch
oogpunt voor van zooveel belang te zijn, dat ik mij, vergezeld van den Chef
der Landbouw-Zoölogische Afdeeling, naar de aangetaste kweekerijeu begaf,
waar, in navolging van hetgeen door Pasteur in vroeger jaren was aan-
gegeven, de noodige voorschriften en aanwijzingen tot beteugeling en
bestrijding der ziekte konden worden gegeven.
Behalve eenige in verband met het onderzoek der roestziektc onder-
nomen reizen naar verschillende thee-ondernemingen in de Preanger-Regent-
sehappen, werd den 4^*"" September door den Chef der Afdeeling eene reis
ondernomen naar de Oostkust van Sumatra en speciaal naar het landschap
Serdang, waar de cultuur van Liberia-koffie, die zich aldaar tot eene aan-
zienlijke uitbreiding heeft ontwikkeld, met een ernstig gevaar werd bedreigd.
De, op Java maar vooral op het schiereiland Malacca als vijand der IJbcria-
cultuur welbekende rups van Cephonodes hylas, L. was namelijk
aldaar in zóó overweldigend aantal opgetreden, dat de planters niet meer
bij machte waren, door wegvangen of op welke wijze ook de plaag niet^ster
te blijven.
Zooals in dergelijke gevallen maar al te dikwijls — en niet zelden uil
bescheidendheid — gebeurt, was met het inroepen van de hulj» \an een
deskundige te lang gewacht. Reeds hadden een vier- of vijftal steeds in
getalsterkte toenemende generaties dezer rupsen hunne verwoestingen aan-
gericht en kon de Afdeelingschef geen anderen raad geven dan mei inspan-
ning van alle krachten, desnoods met prijsgeven van een gedeelte van den
oogst, de nieuw optredende generatie door eenvoudig wegzoeken te bestrij-
den. Bij zijn bezoek aan eenige der aangetaste ondernemingen zocht hij
in de allereerste plaats naar mogelijk aanwezige natuni'lijke vijainlen van
deze rupsen, maar hel ino(!li( lieni niet gelukken een enkele (e vintien. Wel
is waai- iiof' liij in ccii aantal niodc^f-iionicii ficicii fcn [ta;ii- kh-inc sliiip-
wosix.Mi aan. iii;i;ii- de omHtaiidi^lK'id, <l;it «li- \liii<lfis \:in (l<'/,<' s(»()it liiiiirio
eieren niel in liooiijes. in:i:ir «-ll^ ;i r/,nii(|cilijk up Nciscliillcndi- lil;i(|eicn en
Vei'ScIlillende hoonien le;^;^en, deed licm ook \;in <le/,e \(»ndsl niet \ce| \(mu'
de loekoinsl verw aclileii.
()]> eene, na al'loop zijner rtnuli-eis <;<di<>nilen \ ci-^iaiieiin^^ dei- Ser-
dangsche K<)friei)lanleis NCreenij^in;; kon hij daarom den j)larileis jreen
anderen laad j^cxen d;in o|» d<' meest enei};;ieke vvijz<' de bestrijding door
middel \an \ cr/.amelen ^\^^\■ eieren. rii|»sen en |»o|»|»en voori Ie zeilen, d;uirhij
le\«'ns aanj^evende, wal mei liel vci/.amelde en s|»"ci;i;il mei de eieren en
de poppen nioesl worden ^cilaan om vooi-al de nalnnilijke vijanden in het
leven Ie lalen. J)al de nahinr zelve liiei- zon lielpen. zooals zij liet heelt
j^cdüan in (h' nieesle dergelijke *>evallen, die hem reeds \\ar<'ii voorgekomen,
kwnm hem niel onwaarscdiijnlijk voor, :il kon hij ^cenerlei ;ian\vijzin<i ^even
Ik'I relfende de richt in^, \an waar die hnip misschien zon komen.
Hoewel daardoor vooinilloopende ojt iiel vol<^end(i jaai'veislaj;, raogo
liier ree<ls met een enkel woord worden me(lei;e<leeld, dat O''. K o n i n g s-
h e r j; (M' in deze verwaclit in^ niel is hedrot»-en, daar eeni<i(Mi lijd na zijn
vertrek ondei- (h' i-npsen eene e[)idemische ziekle is nil^citroken, die. voor
zoo\'erre liet no^ niel ;ir«.i<'loo]»en onch'i'zoek (h)el vermoeden, van een dei--
gelijk karakter is ;ils de hierboven <;i'noem«le ziekle der zijderupsen, maai-
nieei- aan de welbekendi? „flficheri*'" dan aan de ..ftébrine" iHM'inm'i't.
T)e lerujireis werd ondernonn'n \ ia l*enan<;- en Siuga])ore.
Op laalstjiciioeinde plaats wilde Ü'". K o n i n g s l) e r ge r namelijk
gaarne nog een bezoek brengen aan het Kaffles-Musenm aldaar, om eenige
bijzonderheden betreffende de inrichting na Ie gaan, die ten vorige jare
(zie het jaarverslag over 1900) aan zijne aandacht waren (uitgaan. Den
2''"'" October keerde hij te Bnitenzorg terug.
Behalve het hierboven reeds genoemde oi>stel in „Teijsmannia" werden
doen- den ('het der Afdeeling in het licht gegeven het Eerste Deel van „De
vogels van Java en hunne oeconomische beteekenis", voorzien van 60 platen,
zincographische reproducties naar penteekeningen en het Tweede Deel van
„De dierlijke vijanden der Koffiecultuur op Java", met 6 gekleurde platen
en (>0 afbeeldingen in den tekst. Dit laatste werk werd door D"", K o-
ningsberger bewerkt in vereeniging met Prof. Zimmermann,
botanist bij het Pioefstation voor de Koffiecultunr.
Verder werd in het verslagjaar een begin gemaakt met het Tweede
Deel der Vogels van Java en met een werk over de Zoogdieren van Java,
m
waarvan de verschijning in het volgende jaar mag worden tegemoet
erezien.
§ 13.
ONDEEVVERPEN VAN VERSCHILLENDEN AARD, NIET TOT DE
VORIGE PARAGRAFEN BEHOOREND.
o. O n d e r z o e k i n g e n o \- e i- t a b a k der V o r s t e n 1 a n d e ii.
Hieronder wordt het ter zake door den Heer J e n s e n opgestelde
medegedeeld :
De onderzoekingen zijn van medio Juli tot medio November oj» de
ondernemingen bij Klaten uitgevoerd, gedurende de overige maanden in het
laboratorium in Buitenzorg. Op de onderneming Wedi werd in een klein
huis een laboratorium met de noodigste inventaria ingericht.
(t. Onderzoekingen van het vorige jaar voortgezet.
1. De slijmziekte. De hoofdquaestie bij deze ziekte na te gaan was
of een bepaalde b a e t e r i e s j) e c i e s de primaire oorzaak
is. Hiertegen spreekt: l''. dat men in verschillende slijmzieke planten, ja
zelfs nu en dan in een en dezelfde plant mikroskopisch meer dan een ver-
schillende bacterie-sooi'ten kan vinden; 2^ de uitkomst van een proef met
pot-cnlturen, waarbij weid nagegaan, welken invloed groote vochtigheid der
aardi', liel gebruik \aii aarde \au zieke plekken uit d<^ luinen afkomslig en
een toevoegsel \an fijngesnedene slijmzieke planten aan de pol ten op het
ziek worden of gezond blijven der planten hebben kon. De proef gaf slechts
onduidc^lijke resultaten, maar in ieder geval was er geene aanwijzing, dat
de inenting der aarde met de zieke planten de ziekte doet ontstaan; 3'. dat
het door vele inentingen van gezonde tabaksplanten met reinculturen. van
verschillende slijmzieke planten afkomstig, niet één enkele keer gelukt is
de ziekte te doen ontstaan. Er weid ingeënt in de wortels, in den stam, in
de middelnerf van de bladeren en in den afgesneden top van de plant en W(d
volgens verschillende methoden, maar alles zonder succes.
Voor de opvatting, dat bacteriën de primaire oorzaak der ziekte zouden
zijn, sprak slechts een enkele reeks van proeven. In deze w<n'den 5 planten
ingeënt, niet met reinculturen, maar met de zieke weefsels of met het bacte-
riënhoudende slijm van eene slijmzieke plant. Van deze 5 planten werden
4 na 2 weken slijmzieke terwijl al de omgevende planten gezond bleven.
128
TJit liet bovenötaaudc blijkl, <liil <J<; vraaj^ nog nit-i iildofixlc is beant-
woord. Dat de inentingen met reinciiKnreji niet gelukten, kan daai-door ver-
klaar-d wolden, dal de ])roer|»larilcii j^i'cn dispositie voor de ziekte liedden
ol' dal de xiektebacteriëD door de cultuur haar viruleutie verlii^zen, ol eind--
lijk daardoor, dat slechts een der hij de zieke planten voorkomende baclerif
soorten de eigenlijke slijmziektebaeterie is, en dat juist deze niet in de
ici IK lil luren verkregen is. Het waarschijnlijkste is toch, dat de bacteriën
bij de slijmziekte een dergelijke rol spelen als bij de „Schwarzbeinigkeil"
d<'r aardajipelen. In 't geheel niet pathogene bacteriën kunnen de planten
ziek maken als de gelegenheid tot een saprophytisch leven in de „Wirth-
jdlanze" aangeboden wordt, b. v. als eenig deel van de plant door andere
oorzaken gedood wordt, hetzij door aanvreten van dieren, wat men bij de
vvoiiels van slijnizieke tabaksplanten dikwijls opmerken kan, of door meteo-
rologisch ongunstige omstandigheden. Zoo werd waargenomen, dat in een
luin. <lie kunstmatig onder water gezet was, toen kort daarna een zware
regen viel, al de planten, die langs den rand der slooten stonden,
verwelkten en gedeeltelijk ook door slijmziekte aangetast werden. De
temiieratuur van de aarde was bij de buitenste planten + G° lager dan
3 Meter meer naar het midden toe! Hierdoor een „koude vatten" der
wortels, een gedeeltelijke verrotting van dezen en daarna aanval van
de lallooze grondbacteriën.
'2. In aansluiting aan het in het vorige verslag medegedeelde over het
geel worden van tabaksplanten op lager gelegen stukken, kan vermeld
worden, dat oi> zulk een stuk werkelijk een veel beter resultaat dan vroeger
verkregen werd door een betere en diepere drainage. Hierdoor wordt de
grond beter uitgelucht, de zure reactie verdwijnt, als de anaërobe bacteriën
voor de aërobe plaats moeten maken, en dientengevolge kan de nitrificatie
voortgaan.
3. Het schijnt, dat een verschil in de hygroscopiciteit tusschen de
's morgens en 's avonds geplukte bladeren bestaat, wat weer een grooteie
neiging bij de laatste tot „druk" bij de fermentatie medebrengt. De gedu-
rende den dag gevormde assimilatie-producten kunnen misschien de oorzaak
hiervan zijn. Ten einde een zekere conclusie te kunnen trekken, wo''den de
proeven dit jaar voortgezet.
4. In aansluiting aan de door Raciborski genomen proeven over
den invloed van het licht op de kieming der tabakszaden, is gevonden, dat
eerst een zekere door wateropneming teweeggebrachte stofwisseling in de
zaden en daarna een betrekkelijk korte blootstelling aan het licht noodig is.
129
Hoe volkomener de eerste is, des te korter kan de tijd der lichtexpositie zijn,
somtijds zijn weinige seconden voldoende.
5. Om beter inzicht in het wezen der tabakfermentatie te verkrijgen,
is beproefd planten te cultiveeren onder zulke omstandigheden, dat zij geheel
vrij van mikro-organismen waren. Het is inderdaad ook gelukt zulke kleine
„sterile'' plantjes te krijgen, die maanden hing in bouillon konden be-
waard worden zonder dat in deze eenig mikro-organisme zich ontwikkelde.
Wegens hot tijdroovende van de voortzetting van deze proeven en de nood-
zakelijkheid van bijzonder omvangrijke inrichtingen voor de cultures, zijn
deze proe\<'ii vooi-loopig gestaakt.
6. Aangaande het verschil tusschen zaden van verschillend spec.
gewicht, werd de volgende veldproef op touw gezet, de zaadproef werd in
4 porties verdeeld, gedeeltelijk naar het spec. gewicht en gedeeltelijk naar
het absolute gewicht:
Gewicht van lÜOü korrels.
Spec. Gewicht.
82 mgr.
1,049
74 .
0,887
74 .
1,047
66 .
0,885
N». 1
. 2
. 3
> 4
Hoewel het onder het iiemen der proef bleek, dat het zaad-materiaal niet
gelukkig gekozen was, werd toch de hoogte van de planten, toen zij begon-
nen te bloeien, gemeten. Deze meting gaf de volgende gemiddelde cijfers:
N^ 1 115.S cM.
„ ^ 107.8 „
„ 3 102.5 „
„ 4 104.2 „
Als men dus uit deze niet goed geslaagde proef iets concludeeren kan,
zou het dit zijn, dat het absolute gewicht wel den grootsten invloed op de
hoogte der jdanten heeft, maai- dal bovendien het spec. gewiclil ook van
eenige beteekenis is.
üit kiemproeven met bovenbedoelde zaden genomen blijkt verder, dat
het verschil in kiemkraclil wel zeer gering was, maar dat de kiemenergie
veel grooter bij de spec. zware zaden was dan bij de spec. lichte,
h. Nieuwe onderzoekingen.
Verslag yan 's lands plantkntuin 1901. 9
130
t. ]>('<']s om lijd CM |»l;i;iis (e sparen, dficls «mm onafbankf^lijk van lier
gedurende lid di(M»i; procedt' in de N'oi sicnhindcn dikwijls sUtIiIc weer te
zijn, zon liel \an j^loole heleekenis wezen. ;ils Ih-I ;,;eliikken kon hij kniist-
]naLijj;e di(><;iii;4, zooals die in No(ti(l Amerika loe;4('pasl wordi. goede ial»ak
in deze streken te krijgen. I'.ij eenige \doiloo|)ige proeven in het laborato-
linm wai-en (!<■ icsiillalen zeer ongelijk; eenige hladeri-n werden heel
slecht, terwijl andere een bruikbare kleur kregen. Mei de voorliaTulene
toestellen was het moeilijk eene regelmatige temi»eiatuur8tijgiug te krijgen.
Dit was nog meer het geval bij de juoeven op iets grootere schaal op
de onderneming. Hiervoor werd een \ roeger v(K)r de indigofabrikatie ge-
bruikte droogkamer gebruikt. Maar tussclien l wee achtereenvolgende
vullingen van de stookplaats schommelde de teniperal unr, voornamelijk
"s nachts, betrekkelijk sterk, zoodat het geen wonder was, dat de bladei-en al
te snel afstierven in jdaats van eerst een tijd lang in een zekeren ,,koort8-
achtigen'" toestand te verwijlen, en dientengevolge was de verkleuring vrij
slecht; slechts weinige bladeicn InuMen over "t geheel eene bruine kleur aan-
genomen. In het volgend jaar is het te hopen, dat deze toestel zoo veran-
derd zal kunnen worden, dat de proeven met beter uitzicht op succes voort-
gezet kunnen worden.
8. Om de natuurlijke geschiedenis van Phv'to]>htora Nicotianae te kun-
nen bestudeeren, werden pogingen gedaan deze schimmel in reincultuur te
krijgen. Met Phytophtora-zieke tabaksplanten als uitgangsmateriaal, is het
dan ook gelukt een schimmel oj) kunstmatig voedsel te cultiveeren, die veel
op Phytophtora Nicotianae gelijkt, zoowel in het mikroskopische uiterlijk
van het mycelium, als in het ziektebeeld van door reincul turen geïnfecteerde
zaadplanten en in de oosporen-vormen. die zeer rijkelijk voorhanden waren.
Maar tot nu toe (Februari 1902) is het niet gelukt conidiën te voorschijn
te brengen. Of dit door den gecultiveerden toestand van de schimmel ver-
oorzaakt wordt, dan of het misschien niet Phytophtora Nicotianae zelf is,
maar een andere daarmede verwante Peronosporee, blijft voorloopig
onbeslist.
9. Als grondslag voor latere veredelingsproeven werd de bevruchting
van tabak onderzocht. Het bleek daarbij, dat deze plant even goed door
zelf bestuiving als door kruisbestuiving bevrucht worden kan. Het bleek
verder, dat de laatste in de natuur inderdaad voorkomt, daar twee kleine
bijensoorten (Apis indica en een andere nog niet gedetermineerde) in groote
hoeveelheden 's avonds en 's morgens rondvliegen met de kootjes vol van
stuifmeel van tabaksbloemeii. Verder werden, om uitzaairaateriaal voor
131
bet volgend jaar te hebben bij eenige uitgezochte planten (zoowel bijzonder
goede als slechte) respectievelijk zelf- en vreemdbestuiving verricht, en
daarna alle oNeiige jonge bloemen, knoppen en vruchten afgenomen, en de
geheele bloei wijze met de kunstmatig bevruchte bloemen in een zak van
dichte gordijnstof ingesloten. Met dit bekende materiaal als uitgangspunt
zullen nu het volgend jaar de infectieproeven genomen worden.
h. G o u V e r n e m e n t s G e t a h-p ertja aanplantingen
te Tjipetir.
Zooals in § l is medegedeeld werd mij bij besluit van 23 Juli 1901 II? 13
de machtiging gegeven de speciale leiding dezer aanplantingen over te
dragen aan den ('hef der III'' Afdeeling onzer inrichting D"". P. van
K o m b u r g h.
Hier volgt thans in extenso en geheel ongewijzigd het verslag over den
aanplant te Tjipetir, zooals dit door genoemden Afdeelingschef is opge-
maakt en ingediend :
PROEFAANPLANT VAN GETAH-PERTJA PKODUCEERENDE
GEWASSEN TE TJIPETIR.
Bij mijn optreden bestonden de Gouvernements getah-pertja aanplan-
tingen in het district Tjitjoeroeg, behalve uit de oude, indertijd door
D"". B u r c k aangelegde tuinen en eenige kleine stukken, beplant door den
dienst van het Bosch wezen, uit 120 bouws in den Westmoesson van
1900/1901 iii den grond gebrachte cultures.
De stand der oude geslaagde plantsoenen was aan 't eind van het ver-
slagjaar bevredigend.
I )e boomen in de P a 1 a q u i u m o b 1 o n g i f o 1 i u m-tuinen, die een
pnar jaar geleden er over 't algemeen niet erg voordeelig uitzagen, hadden
den goeden invloed van eene degelijke grondbewerking en van geregeld
onderhoud ondervonden en vertoonden een donkergroene bladerdos. Het
gedeeltelijk verwijderen van de er tusscheu geplante Liberia-koffie- en P a-
yena L e e r i i-boomen had niet nagelaten eveneens een gunstige werking
(>]) den stand van het plantsoen uit te oefenen, behalve nog dat daardoor een
heler <»V(M/icht van den loestaiid san hel geheel luogelijU begon te worden.
Met kiachl wordt deze opruiiniiig \an er tussihcii ucphinte boomen voort-
gezet; daardoor zal dan tevens een telling, en /.oo iioculig schifting, der
boomen aan/ienlijk Ncrgeniakkelijkt woi'den.
152
AIh (ie P a 1 a (| II i II III Imhmiiimi iio-:. ]*>u<^ /ijii. is zulk oen tusschen-
planting niet ouvoordeelig te achten — oimliil thiiiidooi <». in. <ie ouderlKtuds-
kosten iiiiiidcr worcicn — maar iihmi iimm-i i lijdsiip \;iii uildiiiiiifn mci zorg
kiezen en dan niet ojizien tegcu de kosicii. wt-lkc il;i;ii;i;iii vcihoiiilcn zijn.
De kosten en vooral de; iiioc^ielijkhedcii aan ln'i rooien Mibondcn worden
uitermate groot, indien men, zooals in vers<liilli'ii»l<' iniin-n liet geval is met
Albizzia m o 1 u <• e a n a, de sclniduw lioonn'ii <»! In-i \iillioui ic zwaar
laat worden. liet vellen van deze renz(Mi kan d.in hijnn iii<-i plnats vinden
zonder liet i)laut8oen te heschadigen. Met kraclil werd ook in deze tuinen
de strijd tegen de alang-alang, die oj) cnkcU' ijlere idfdckcn voorkwam en
waarmede de P a l a ci u i n ui-hoomeu zi<li sleclit verdragen, aangebondt-n;
flinke grondbewerking bleek 0(»k nu weer het eenige afdoende middel.
Daar de aangeplante Pal a (i u i u ms, in liun jeugd vooral, vrij veel
op elkaar lijken, is het bij den aanleg van tuinen niet zoo gemakkelijk om
aanplantingen zuiver van ééne soort te ki-ijgen en daar 't met het oog op de
zaden-oogst, voor de uitbreidingen, gewenscht was de soorten zoo goed
mogelijk uit elkaar te houden, zijn de verschillende oude aanplantingen
zorgvuldig nagegaan. Hel bleek nu. dal de liooineii in de oudste P a 1 a-
quium o b 1 o n g i f o 1 i u m-tuinen bijna zonder uitzondering tot die
soort behooren. Wel vindt men er eenigszins afwijkende vormen (*) onder,
want zooals reeds bekend, vertoonen de Palaci u i u m's veel neiging tot
variëeren, althans in geen Iti veerden toestand.
In de Palaquium borneens e-aanplant vindt men echter eenige
boomen, welke niet tot die soort behooren. Toen enkele van deze in bloei
stonden, werd de getah-pei-tja ervan in liet laboratorium van den Cnltuurtuin
geanalyseerd en als 't bleek dat deze van slechte hoedanigheid was liet ik
den boom of vellen of van zijn bloemen en jonge vruchten berooveu.
In den Palaquium borneens e-aanplaut vindt men echter eenige
echter voor 't grootste gedeelte uit het zoogeu. afwijkende type — thans
door de Inlanders getah tipis genoemd — bestaat, trof ik een aantal
ook bloeiende exemplaren van P a 1. c a 1 o p hy 1 l u m aan (getah mas ge-
heeten), een fraaien boom, die evenwel een zeer inferieur product levert,
waarin (57% hars en 3?»% gutta. Van deze werden eveneens de takken afge-
kapt, in afwachting, dat ze gerooid en door jonge Pal. G u 1 1 a-planten
vervangen zullen worden. Ook verschillende bloeiende Pal. Treubii
vond ik er in, die 't zelfde lot ondergingen, omdat liet niet in de bedoeling
(*) Knkele boomen — ook iii een jongen aanplant — vertoonen zeer Ira.ii lasciatie
verschijnselen van de lakken.
133
ligt, nu er weldra groote hoeveelheden zaden van betere soorten verwacht
kunnen worden, den aanplant van dezen boom uit te breiden, vóórdat over
het product ervan door verbruikers van getah-pertja gunstige beoordeelingen
zijn ingekomen (*).
A'erder treft men er nog een i ge exemplaren aan van eene waarschijnlijk
nog niet gedetermineerde soort, waarvan de blaren gelijken op die van
F ave na Leerii en die de eigenaardigheid vertoonen, dat ze door een
of andere dierlijke of plantaardige parasiet worden aangetast, die de andere
in de onmiddellijke nabijheid staande F a 1 a q u i u m's verschoont. Deze
eigenaardigheid is zóó opvallend, dat men de boomen er gemakkelijk door
herkent. Daar het product volgens de analyse 15.5% hars en 85.5% gutta
bevat, worden deze boomen vooreerst aangehouden.
Eindelijk vond ik in den Pal. Treubi i-aanplant eveneens een aantal
boomen van een andere soort met zeer slecht product, 70% hars en 30%
gutta bevattende.
Van den, in den Westmoesson 1900/1901 in den grond gebrachten,
aanplant, die, zooals in 't vorige verslag over Tjipetir reeds vermeld
werd, op de bij het Boschwezen gebruikelijke wijze was aangelegd,
was de toestand der Palaquium oblongifoliu m-tuinen verre-
weg het gunstigst, hooM^el de stand der boomen nog niet geheel uniform
was. Het plantmateriaal was blijkbaar grootendeels van goede hoedanig-
heid geweest en nóch de padi en de maïs, die er tusschen geplant waren,
nóch de afwezigheid van schaduw hadden de jonge boompjes, die in den
Oostmoesson zelfs een vrij lange droogte doorstonden, geschaad. De proef
met de nu gevolgde cultuurmethode schijnt alzoo ook voor Palaquium-
boomen wel goede resultaten te kunnen geven, alleen zal de ervaring nog
uitspraak moeten doen over de kosten van onderhoud in de volgende jaren,
waarbij men niet moet vergeten dat deze boomen in hun jeugd niet snel
groeien en weinig kroon vormen, zoodat bij eenigszins ruim plant-verband
veel van het terrein onbeschaduwd blijft.
Ook Pal. Treubii. waarmede nog eenige bouws beplant waren
geworden, stond goed.
(*) Van hel product van Pal. Trenbii en P. Gutta (afw. type) zijn prootere hoeveel-
heden gezonden naar de bekende fabriek van Feiten en Ouilleauuie (e Mülheim a/Rh., welks
Generaldirector zich. tijdens een bezoek, dal ik aan die fabriek bracht, met proote welwillejid-
heid bereid verklaard had een kabelproef er mede Ie nemen. Om de zending Ie bespoedigen
werd het product over een aantal postpakketten verdeeld en in November via Bremen
geëxpedieerd. Hel bleek echter na eenige maanden dal men in Mülheim niets ontvangen had
en dal de pakketten in Maart 1902 nog in Makasar lagen.
154
Minder ^ovd whh (1<* stand d< r aiiden- soorten, waarbij klaarblijkelijk
het plantniateri:i;il in minder -;oede (onditie Acrke^M-d liad. Toen ik het
beheer van Tjipelir o|> mij nam, schatte ik het aantal in te boeten boompjeK
op oniHtieeks 20%, onj-crekend de achterlijke exemplaren, die 't wenschelijk
zon /-ijn door kracht ijic te vervan.ufii. hi lid Ix'^iii van den W'cstmoesson
van dit jaar weiden in de nitbreidinj; \an i'.Mio/l'.tdl de onl t>i(;kende planten
ingeboet. Het beschikbare plantniateriaal was dienlenjjevolge niet vol-
doende om, in verband met de bij mijn komst reeds in ont^Miinin^' zijnde
terreinen, ook de achterlijke planten Ie veivan^n-n.
Het in den Westnioesson van 1900/1901 iiiljiele-de nantal zad<'n was,
volj;eiis opj^aat van den ()pzi('ht<M', TL'L'a'J (*). liel daainil \<Ml<re-«'n aantal
kiemplanten bedroe^^ in .Inli 47112. waarvan in S«'i»)eml»' r no<; 4:5085 stuks
over waien.
In Sei)teniber werden van de Her-i-en I', landl iV ('o. te Sin^'apore
een 5000-tal „stumps'* van l*a I a ([ ii i n m <» 1. I o n u i f o I i u m. alkomstij;
van Midiau (W.-afd. van Borueo), ten tiesduMike (»nl vanjicn, welke onmiddel-
lijk na ontvanji'st in kweekbedden werden uil^c/et.
Die, welke in de daaropvolgende maand loten gemaakt hadden werden
nitgeplant in een plantverband van 2 >< :*. M. Een groot deel der stumps
is echter niet nitgeloopen.
Eindelijk werden, van de aanplant ing t<' Blaran, door tiisselieid<omst
van den Assistent-Resident van Poerwokerto. den Iteer Ri vière en van
die te Sawanggali, dooi- de goede zorgen van den Wedono van Adjibarang,
Raden Gondo S o e b r o t o, omstreeks fJOOO zaden van P a I a o. n i n m
oblongifolium ontvangen ; de daarnit gekweekte plantjes werden,
beschermd door cylinders van vlechtwerk (krembengs), ter afwering van
krekels, eveneens nog nitgeplant.
Men had, bij het maken van de contracten in Maart en het ontginnen van
de uitbreiding van 1901/02, er op gerekend, dal de zaadoogst te Tjipetir nog
vóór het einde van 't jaar binnen zou komen, zoodat men dan de eerstelingen
daarvan althans, nog zou hebben kunnen gebruiken voor plantmateriaal.
Die verwachting werd echter niet vervuld, wijl de hoofdbloei laat inviel
en er dus alleen gebruik gemaakt kon worden van een duizendtal plantjes
van Pal. (1 u 1 1 a (afw. type), afkomstig van zaden van een voorbloei.
Het gevolg van een en ander was dus, dat de beplante uitbreiding niet meer
dan 51 bouws bedroeg en dat ik, hoewel zeer tegen uiijn zin, niet zoo
streng kon zijn met de keuze van de te gebruiken plantjes, als ik wel ge-
(•) Hiervan waren 63279 stuks van den Cultuurluin afkomstig.
155
wensebt had, wijl anders een nog grooter oppervlak oiilieplaut gebleven
ware.
Men zal bij deze cultuur niet te veel aandacht aan het plautmateriaal
kunnen wijden en verstandig doen met minstens het dubbel aantal planten
van dat, hetgeen men noodig denkt te hebben, in kweokl»ed te houden, ook
met 't oog op latere inboetingen.
In de kweekbedden hebben, vooral toen de plantjes nog jong waren,
krekels nogal schade gedaan. Óok vertoonden tal van planten het ver-
schijnsel, dat de blaren langzamerhand de groene kleur verloren, geheel wit
werden, waarop ze te gronde gingen. D'. van Breda de Haan, die
't verschijnsel oj) mijn verzoek aan een vooiloopig onderzoek onderwierp,
kon nog geen bepaalde oorzaak ervan aantoonen.
Een proef, die ik nam om met behulp van een verdunde oplossing van
een ijzerzout de planten te doen herstellen, gaf een negatief resultaat, even-
min reageerden zij op eene bemesting met kali-salpeter.
Van ziekten en plagen hebben de aanplantingen niet al te zeer te lijden
gehad. Behalve krekels, die jonge plantjes afknaagden in de tuinen, waar-
door de groei ervan aanzienlijk vertraagd werd, deden engerlingen en een
rups, welke de jonge, ontwikkelde blaren oprolt en aanvreet eenige schade.
D"". Koningsberger, die op mijn verzoek deze dieren onderzocht, deelt
daarover het volgende mede:
R h o d o n e u r a s p e c.
,,De P a 1 a q u i u m's hadden in verschillende jaargetijden te lijden Aan
rui>sen, die als bladrolleis schadelijk waren en het vooral voorzien hadden
op de 2 — 3 jongste blai'en aan de uiteinden der takken. Zij spinnen deze
samen en vreten ze gedeeltelijk op, om spoedig eene andere verblijfplaats
oj> te zoeken en hetzelfde te herhalen. De rups verlaat hare verblijfplaats,
door in het oudste der samengesponnen blaren eene ronde opening te boren.
Uit deze rupsen werden een aantal vlinders opgekweekt, die bleken te
behooren tot de kleine familie der Thyrididae, die in vele opzichten — ook
in de levenswijze dei- rupsen — aan die der Pvralidae (Lichtmott«Mi)
herinnert.
Deze, onderling nogal verschil vertoonende. vlinders werden gedeter-
mineerd als eene Khodoneura-soort en zijn naai- alle waarschijnlijkheid iden-
tiek met R. myrta ea, Drury, van welke soort verschillende variëteiten
bekend zijn. Dat deze variëteiten niet van localen aaid zijn. bleek duidelijk
uit het feit, dan \an eenzelfden hdoiii. zoowel \ liudcrs ni e t, als vlinders
zonder de doorschijnende vlekken op de voorvleugels werden gekweekt.
156
Ter bestrijding van deze plaag kon ge<ui iuidcr middel dan \wA zooveel
mogelijk doen vcrzaiiiclcii dei- nipsi-n aan dt- liand wordrn ^icdaaiT'.
Op a])ei), die dikwijl» takken afbreken <mi ook op «Ie vruchten azen,
alsmede op eekhoorns, voor welke de bast der T a 1 a (| ii i u ni boouien. waar
van ze groote stukken afknagen, een lekkernij schijnl Ie /.ijn, werd gere;,M'ld
jacht gemaakt. De kweekerijen moes! en steeds lei- d('^r(. (ogen wilde zwij-
nen beschermd worden.
De groote bloei der Palaq ui u m-boonien trad later in dan gewoon-
lijk en wel eerst in October, waarschijnlijk was het regenachtige weder in
den Oostmoesson daaraan schuld. Daar de vinchtzetting zeer bevredigend
was, beloofde (*) de zaadoogst een goede te zijn; de vruchten waren echter
op 't eind van het verslagjaar nog niet rijj).
Kegen waarnemingen waren te Tjipetir nog niet gedaan, en daar l mij
wenschelijk toescheen over den regenval en het aantal regendagen gegevens
te bezitten werd een regenmeter bij de opzichters-woning geplaatst.
De uitkomsten dier waarnemingen zijn:
Regenval in mM. Aantal regendagen,
18
15
8
9
\^^
20
In den 14-jarigen P a 1 a q u i u m T r e u b i i-tuinen werden in Augus-
tus 110 boomen getapt door eenvoudig met een kapmes insnijdingen in den
bast te maken, de gemiddelde opbrengst per boom bedroeg slechts 50 gram.
Beter waren de resultaten verkregen met het aftappen van P a 1 a-
quium Gutta (afw. type), waarvan 102 boomen 8646 gram product
gaven, d. i. dus gem. 85 gram per boom.
De boomen werden slechts matig sterk getapt om ze niet te veel te
Juni
223
Juli
234
Augustus
176
September
105
October
168
November
540
December
314
(*) Deze verwachting werd niet bedrogen want in de eerste maanden van 1902 konden
ongeveer 300000 zaden geoogst worden*
157
schaden. Kort na he( lappen trad er een tijd van droogte in, waardoor bij
verscheidene een laagje bast in de nabijheid der insnijdingen verdroogde en
de o-enezing tegengehonden werd. Dezelfde boomen zullen nu na een jaai'
rust weder worden afgetapt.
Tegelijkertijd werden boomen van dezelfde soort te Buitenzorg in den
Oultuurtuin af getapt om do samenstelling van de te Tjipetir gewonnen
getah-pertja daarmede te kunnen vergelijken.
De door D". Tromp de Haas uitgevoerde analyses gaven de vol-
gende resnltaten:
Getah-pertja van:
Pal. Treubii
Pal. Gutta (afw. type)
Payeua Leerii
Zooals uit d«'ze getallen Idijkt, loopt de samenstelling der te Buitenzorg
en te Tjipetir geoogste getah-pertja van dezelfde boomsoort niet van betec-
kenis uiteen.
De grootste verschillen vertoonen nog Pal. Gutta en wel in een voor
Tjipetir gunstigen zin.
Deze onderzoekingen worden nog met hel product van P a 1 a q u i n m
oblongifolinm, 1*. b o r n e o n s e en P. G u 1 1 a voortgezi't.
Een begin is in dit verslagjaar ook nog gemaakt met het bepalen van
de bladopbrengst van de verschillende getah-pertja-boomen. De blaren
werden door jongens geplukt zoodanig, dat de jonge uitloopers gespaard
bleven en in die mate, dat de boomen er genoeg overhielden om behoorlijk
te functioneeren.
P a 1 a n n 1 u m oblongifolinm.
hars.
gutta.
ewonnen te
Tjipetir
Buitenzorg
44.8%
45.7 „
55.2%
54.8 „
Tjipetir
16.4 „
88.6 „
5>
Bnitenzorg
21.6 „
78.4 „
Tjipetir
44.8 „
55.2 „
J5
Buitenzorg
48.6 ,,
56.4 „
10-jarige boom
11
15
12
hoogte.
omt
tr.
7% M-
32.5
cM.
SV2 .
25.5
V
8 „
37
f>
121/4 ,.
60
yy
121/2 „
761/2
»
7% „
38
»
gew. versch blad.
zamen 36 KG.
22 „
62 „
llVs »
:>R
r ;i I. Il <ir II (' (! 11 s «.*.
!(
il f !<,'(•
ImM)|||
(;i._,
M.
::i.
10
>j
•?
7%
))
'óli
10
>j
J>
«>%
»
31
JO
>j
J>
15
)>
—
181/4 KG.
18 „
72
P a I. (i u 1 1 a (afvv. tvpe).
hoogte. om Lr. ü^"^- veiscb blad.
12-jaiij;c liooin 7% M. 45.5 cM. 331/2 KG.
15 „ . 141/2 ,, 92 „ 76
J)ez(' iMoefplukkeu zullen gedurende eeuige jaren op meer uitgebreide
schaal worden voortgezet om daaruit conclusies te trekken voor de opbrengst
aan blad, per bouw. van boomen van vei'schillenden leeftijd en bij vei'Schil-
lend plantverbaiid. De werkzaamheden verbonden aan het zoeken der
nieuwe terreinen, het onderhoud, de ontginninji en de kweekerijen eischten
echter nu nog te veel van den tijd en de krachten van een enkelen opzichter
en hel Inlandseli personeel om deze met kracht ter hand te kunnen nemen.
Op verzoek van de firma Brandt & Co. te Singapore werden een
partij blaren naar Singapore gezonden, ten einde in Europa aan een onder-
zoek onderworj)en te worden.
Ook naar D'. Lede b o e r te Singapore ging een partij blaren, terwijl
<»]» verzoek van den Heer S c h 1 e e h t e r, de Duitsche Consul-Generaal te
Batavia eveneens eene hoeveelheid ontving.
Met het verkrijgen van contractanten voor de ontginningen werd geen
moeite ondervonden, integendeel schijnt de gevolgde cultuurwijze zeer in
den smaak der bevolking te vallen.
Moeielijker was- het op sommige tijden werkvolk in voldoend aantal te
krijgen. Ten einde dit bezwaar te ondervangen werd een proef genomen om
uit Bagelen een tiental Javaansche families met een mandoer te laten over-
komen. Toen die mensihen te Tjipetir aankwamen, droegen ze de duide-
lijke sporen niet in overvloed gebaad te hebben. Xa korten tijd kwamen
ze zichtbaar bij en konden ze op een enkele uitzondering na goed werk
leveren. De \ eilioudinjjj tot de Soendaueesche bevolking laat niet te weii-
schen over en er is alle reden om de proef voor geslaagd te houden. Een
bezwaar vormen de reiskosten, die voorgeschoten werden, maar natuurlijk
op deze arbeideis nog al drukten.
Bij een uitbreiding der proef zal het daarom wellicht overweging ver
dienen die menselien kosteloos vervoer te verleenen.
Nadat bij Gouvernements besluit van 24 October 1900 Tl- 24 den Direc
teur van 's Lands Plantentuin opgedragen was zich van de mogelijkheid te
vergewissen om in de afdeeling Soekaboemi of in naburige afdeelingen der
residentie Preanger-Kegentschappen, bij voorkeur zoo weinig mogelijk van
Tjipetir verwijderd, twee terreinen te vinden elk van ongeveer 1000 boiiws
uitgestrektheid en geschikt voor de cultuur van getah-pertja produceerende
boomen en in verband met die opdracht de noodige voorbereidingen getroffen
waren, werden door de zeer gewaardeerde hulp der ambtenaren van Binnen-
landsch Bestuur, onder welke vooral de Heer Kal, Cont^roleur van Tjitjo»^-
roeg, genoemd verdient te worden, een aantal terreinen voorloopig aange-
wezen.
Kort na mijn terugkomst van verlof naar Europa verzocht de Directeur
van 's Lands Plantentuin mij, in Mei, die terreinen in oogenschouw te gaan
nemen en een oordeel uit te spreken over hunne vermoedelijke geschiktheid
voor de getah-i)ertja-cultuur.
Daar dit oordeel over 't geheel gunstig uitviel, werd aan den Chef van
het Kadaster te Bandoeng een negental percoelen grond, in het district
Palaboean gelegen, ter opmeling opgegeven.
De namen dier perceelen en hunne oppervlakten volgen hier:
Tjisaroewu 1<)5 Bouw. 270 K.R.
Pasir Kilaug 448 ,. 250 .,
Pasir Tangkil 51 „ :^84 „
Pasir Karaugan (Tjikaudjawür) 440
Panjindangan 071
Tjibajawak 160 ., 2<i7 ..
Pasir Pogor 213
Tjiparaj 452 .. 1 72 ..
Tjikaso 12
II' zanien 2l50'\j Bonw.
Door het |»ei-ceel Tjisaroewa wordt vrijwel eene verbinding verkregen
van zoogenaamd Oud-Tjipetir met Pasir Kilang, hetwelk aansluit aan Pasir
Knrjui^'aii eii Pawir Tanji^kil. Het terrein PaiijiiMlanjiaii sluit aan I'asir
UaraiJgau. De terreinen Tji])araj en Tjibajawak, di»- sann-n een geheel
voinien, li^^cn even als Tasir P(»j;(»r ^cïsoN't'rd. \u<»r de Ix-idc e<'rstjj;c-
uoemde zal h<'t waarschijnlijk niet moeielijk wezen een verbinding te
krijgen mei Tan jindan^an.
De gezamenlijke o|)|»ci\ lakie der in rrincn is \\r\ is waar grooter dan
LMHMI bouws, men moet er echter rekening mede houden, dat allicht hier en
daar stukken afvallen, die bij een naii\vk<'iirij;<'r ond«'i/<M-k lo( li tnindei' voor
de cultuur geschikt zullen blijken.
Op het terrein Panjindangan komen bij\. enkele sleena< hl ige plaatsen
voor en ook zulke, waar de grond neiging tot afschuiving vertoont.
Het eerst zal nu, in 1902, begin gemaakt worden niet de ontginning van
een groot stuk van Pasir Kilang.
Van de in de afdeeling Poerwokerto (residentie Banjoemas) gelegen
aauplantingen van getah-pertja-booraen valt het volgende te vermelden.
De 55 boonien lellende aanplant te Blaran beloofde, toen ik dien in Octo-
ber bezocht, een rijken vruchtoogst, welke echter ten slotte tegenviel,
hoewel er maatregelen genomen waren tegen schadelijk gedierte, dat de
vruchten weghaalt. De met 't toezicht belaste personen beweerden, dat bij
't invallen der regens vele vruchten onrijp en verrot afgevallen waren.
De aanplant te Kémoetoeq heeft nog geen vruchtdragende boomen. De
stand ervan laat nog steeds te weuschen over, hoewel er enkele goed ont-
Avikkelde boomen worden aangetroffen.
Door den dienst van het Boschwezen was 't grootste deel der tuinen
aan Inlanders in onderhoud uitgegeven tegen betaling van ƒ 7.50 per bouw,
(welk bedrag in voorschot uitbetaald was geworden), en met vergunning
tusschen de getah-pertja-boomen tweede gewassen voor eigen gebruik te
planten. Nadat de menschen het geld ontvangen hadden, lieten zij zich aan
het onderhoud zoo goed als niets gelegen liggen en daar niet aangetoond
kon worden, dat bij 't ontvangen van 't geld bij hen reeds de bedoeling had
bestaan de opgenomen verplichtingen niet na te komen, kon van eene poli-
tioneele bestraffing ijiets komen en moesten die uitgaven als een verloren
posi beschouwd worden.
In den 8 bouws grooten aanplant te Sawanggati, waar zeer fraai ont-
wikkelde boomen voorkomen, droegen eeuigen van deze reeds vrucht. De
van daar geoogste zaden muntten uit door hun grootte en gaven zeer krach-
tige jonge planten.
141
c. O n d e r z o e k i n o- e n over op Java gecultiveerde
theeën.
Dit is de hiatste maal dat een rapport over deze onderzoekingen als
bijlage van ons jaarverslag verschijnt. In den loop van 1901, toch, werden
de noodige voorbereidende maatregelen genomen om te geraken tot de
vestiging eener afzonderlijke afdeeling van 's Lands Plantentuiu ..Proefsta-
tion voor Thee"'. Die voorbereiding bracht onder meer verschillende reizen
en bemoeiingen van D^. A. W. N a n n i n g a mede. Hierover, alsmede
over al hetgeen de nieuwe afdeeling en hare stichting betreft z;il in het
volgende jaarverslag gehandeld worden.
De bijlage V reproduceert het rapport van den Heer N a n n i n g a.
d. Demonstratie velden van Inlandsche cultures.
Een tweetal korte opmerkingen mogen voorafgaan aan de behandeling
van elk der velden afzonderlijk, terwijl men voor eenige algemeene beschou-
wingen en conclusiën naar het einde van dit overzicht wordt verwezen.
In de eerste plaats moet ik tot mijn leedwezen vermelden, dat de
deskundige, tijdelijk voor de demonstratie-velden ter mijner beschikking-
staande, Jhr. C. de 8 a v o r n i n L o h m a n, in dit verslagjaar wedeiom
ten gevolge van ziekte gedurende vrij geruimen tijd niet in staat was zijne
functiën te vervullen. Gelukkig kon toen over de hulp van den door mij
te Lembang geplaatsten Heer R i n k e s, ook gediplomeerd leerling der
hoogere landbouwschool te Wageningen worden beschikt en hem worden
opgedragen mede op de andere demonstratie velden de werkzaamheden te
gaan regelen.
De tweede algemeene opmerking is van geheel zakelijken aard en
betreft de cultuur der Inlandsche bevolking in verband met het door de
demonstratie-velden nagestreefde doel.
Bij steller dezes bestaat de vaste overtuiging — gevestigd op mensch-
knndige overwegingen in het algemeen en op de karakter-eigenjuiidigheden
van onze Inlandsche bevolking in het bijzonder — dat het volstrekt onver-
anl woordelijk zonale zijn liiiiir a:in te iiiocdiüni de cnliuur \:i;i lianr lioot'd
voedingsgewas, de rijst, door die van andere gewassen te vervangen, ook
al zonden deze bij verkooj» een grooter geldelijk vooideel afwerpen. Dit
neemt echter geenszins weg, dat het wel degelijk aanbeveling verdient om
op te wekken tot het meer en beter aanplanten van tweede gewassen, te»'
142
afwisseling iiic( padi. }\ei blijkt, (l;il zelfs in dit opziclit door- middel onzer
velden nog veel nut te stichten z;il zijn, djinr in vele streken vuu Java veel
te \\<'iiii^ belangstelling en zorg aan ,,|»<»l<)\\ id ju" gcsclKtiiUcn uurdt. iI«M
aannux'digen der ciiltinir van tweede gewasnen, zal derhalve op grond drr
ervaring een b(dangrijk nummer <)[> het pi"()gr-amma <l<*r d«Miionstralie v<dden
hebben te zijn.
Die aanmoediging zal iMncndicn. oin iwcc rcdfii<-ii, <»ok d*- cnliiiiir- van
het padigewas zelf ten goede komen. Ten eerste omdat ook voor rijst de
door de ervaring als juist erkende regel geldt, dat het zonder interruptie
oultiveeren van hetzelfde gewas op denzelfden bodem in het algemeen oor-
zaak is van achteruitgang van het piodukt; van daar dat de oj) vele plaats«*n
beslaande neiging <im meer dan eene padioogsi per jaar van lietzelfde veld
te bekomen, dient Ie worden tegengegaan door te toonen, <lat men in ver-
si heidi-ne tweede gewassen evenzeer loonend tusschenproduet heeft. In
de tweede ]daats heeft het onmiddellijk op elkaar doen volgen van verschil
lende rijstoogsteu op hetzelfde veld het groote nadeel, dat eenmaal in het
l»a<ligewas opgetreden parasitaire ziekten steeds kunnen blijven voortwoe-
keien en dikwerf stijgende schade aanrichten.
\j e ni b a n g.
Veel last werd ondervonden van de zwarte aardrups. die in menig gewas,
vooral bladgroenten, aanmerkelijke schade aanrichtte, üij het invallen der
regens in October verdween de plaag echter geheel. Het kost veel moeite,
zoo wordt mij gerapporteerd, de Inlanders tot het uitroeien daarvan te
bewegen, daai- bij velen de vaste overtuiging is gevestigd, dat, hoe meer er
vernietigd worden hoe meer er voor in de plaats komen.
Ofschoon de ambitie om bladgroenten te telen onder de Inlanders nog
wel toeneemt, hoewel minder te Lembang dan in de nabijgelegen desa's
Tjibogo en Tjihideung, werd toch tot inkrimping van den specialen tuin
voor bladgroenten overgegaan, omdat 2 bahoe daarvoor wel wat veel blijkt
en anderhalve bahoe te Lembang ruim aan het doel beantwoordt. Het als
s])eciale groentetuin verlatene gedeelte werd evenals het overige van het
veld voor andere gewassen gebezigd. Deze verandering in de cultuur gaf
tevens het voordeel, dat er wat op arbeidsloonen bespaard kon worden en
ook het toezicht vergemakkelijkt werd, daar vooral de teelt van bladgroenten
zeer veel zorg vereischt. Ook schijnt men te Lembang voorloopig met meer
succes erwten en boonen te kunnen telen, Bladgroenten vinden toch alleen
te IJamhteiig en dan nog in beperkte mate aftrek, terwijl Tjimahi voor de
145
erwten eii boonen een ruimen afzet aanbiedt. Deze opmerking geeft aan-
leiding er op te wijzen, dat er wederom reden tot tevredenheid was in bet
waarnemen hoe, hetgeen op het demonstratie veld wordt gedaan bij de bevol
king navolging vindt. De Heer K i n k e s, die lang genoeg ter plaatse is
geweest, om een juist inzicht in de zaak te hebben verkregen, bericht, dat,
opgewekt door het voorbeeld op het demonstratieveld gegeven, thans te
Lembang bijna bij elke kampong-woning een stukje van het erf met erwten
beplant wordt aangetroffen.
Onder de andere gewassen die nog in het bijzonder vermelding verdie-
nen, dienen in de eerste plaats aardappels te worden genoemd. De cultuur
van de „Ronde Hative" werd verlaten, omdat, zooals vooruit reeds vermoed
werd, deze aardappel bij de bevolking minder gewild is om hare roode kleui-.
De „Sausiee'' gaf in strijd met de gekoesterde goede verwachting — zie ook
verder onder Ngadisari — een minder bevredigende opbrengst en ofschoon
zij minder diep liggende oogen heeft dan de later te noemen soorten, zal de
cultuur daarvan binnenkort toch ook w'el opgegeven dienen te worden. Bij
„Brandale" en ,.Géante sans pareille" is echter het tegendeel het geval.
Deze aardappels geven een zoo mooi beschot, en zijn zoo groot, dat er veel
van verwacht mag worden.
Een ander gewas dat veel voor de toekomst zoude kunnen belooven,
zouden „artisjokken"" zijn, indien Nederlanders, ook op het stuk van groenten
zeer conservatief, meer waardeering voor of eigenlijk beter gezegd meer
kennis van deze voortreffelijke groente hadden.
De artisjokken-aanplant, waarvan reeds vioegcr de hladoiitwikkeling
zeer welig was, begint nu ook, hoewel nog sj)aarzaaui, bloeistengels te ont-
wikkelen. De cultuur is dus, ook te Lembang, mogelijk gebleken; het is
alleen de vraag of er voordeel mede behaald kan worden. Slechts bij zeer
goede prijzen zou dit het geval kunnen zijn — voor zoover er nu reeds een
oordeel te vellen is — met het oog op den langen duur, voordat de bloei
intreedt.
Met Lombok — tjabe — „Spaansche peper" werd ook eenig succes ver-
kregen. De beide ingevoerde variëteiten zijn voldoende scherj» van smaak
om bij de bevolking gewild te zijn, en kenmerken zich door talrijke en zeer
mooie vruchten.
Ook aardbeien gaven een gunstig resultaat. Zij zijn een van de weinige
jiiodukten, uit onzen groentetuin, die steeds gi-if \an de hand gaan.
Behalve aardbeien werden op dit veld vdor licl et ist geplant verschil
lende bataten, kalebas en tabak.
144
Van de bataton was aan 1h*1 «Mn<l<- d. •/.<'« jaars pas <iéu variëteit oogst-
baar. Deze, de z. g. „kentang mantra" onderscheidl zich in vele opzichten
zeer gnnstig, in de (-«M-Hle plaals wegens liaai Icoiu-n groeit ijd. weinig diep-
liggende oogen, en ook ik»^ door iiaar /«mi- bevredigend jtrodnct. Toih zal
zij vernioedelijU door de ltevi)lking vo<»iloo|.ig minder g«q)lanl worden, ten
minste alleen door de meest ijverigen (tnder iiaar. want de knollen vormen
zich verder Van den hoofdstengel af dan bij d<- meeste andere s(»orten, waar-
door hel nitgraven eenigr* moeilijkheid o|»levrit.
Kalebas gaf z<'er mo(»ie viinhten. Mr zomh- naar In-t («irdeel van den
Heer de Savornin Jj o h m a n door verniecrderin;^ van zorg bij de
ftiltnur echter nog meer l>ereikt knnnen woiden.
Tabak werd hevig door de aaltjesziekte aangetast en gaf daardooi- een
slecht en klein prodmt. Kr werd te weinig van geprodnceerd om met eenige
zekerheid een oordeel omtrent den smaak in te knnuen winnen.
(^1 o m b o n g.
Van die eerste der te bespreken „sawah-demonstratievelden" moest
helaas de lieer d e S a v o r n i n L o h ni a n rapporteeren, dat geen veld
zooveel last gaf als dat te dezer plaatse. Behalve aan de infectie met de
„mentek" ziekte en de zeer ongunstig(^ bodemgesteldheid, beide punten
waarop nog wordt teruggekomen, schreef de deskundige dat toe aan: „de
totale onverschilligh(-id der bevolking in alles wat tot verbetering der cul-
tuur kan leiden, alsmede het algeheel ontbreken aan Inst om door arbeid
iets te verdienen". Deze ongunstige factoren schenen ook hunnen invloed
te doen gevoelen op de mandoers, die achtereenvolgens, nadat de eerst aan-
gestelde aldaar niet bleef, werden beproefd en waarover door den Heer d e
S a V o r n i n L o h m a n voortdurend ongunstig moest worden gerappor-
feerd.
Is de plaats van het veld wat ligging aangaat zeer goed, van de gesteld-
heid van den grond blijkt dit allerminst gezegd te kunnen worden. Deze
bestaat uit een zeer vaste klei, die moeilijk te bewerken is; bij de bevloeiing
wordt een uiterst fijn kleiachtig slib aangebracht, dat ten slotte alles dicht
maakt. Deze nadeelen doen zich ook zeer gevoelen als een gevolg, dat de
bodem zóó weinig doorlatend is, dat hij bij een voorafgeganen natten Oost-
moesson niet goed droog wordt. Was er voortdurend deskundig plaatselijk
toezicht, zooals wij later door middel van aan eene landbouwschool opgeleide
mantri's ho}»en te kunnen doen uitoefenen, zoo zouden deze bezwaren door
145
eeue zeer goede, zij het dan ook uiet gemakkelijke bewerking van den bodem
en dooi' eventueel aan te wenden andere middelen, nog voor een aanzienlijk
deel uit den weg geruimd kunnen worden; nu daarentegen zulk permanent
loezicbt ontbreekt, is er vooral bij de gerapporteerde eigenschappen der
bevolking bijna geen kans op het ontgaan dier nadeelen.
En nog zouden deze zich niet in zoo hinderlijke mate doen gevoelen,
indien niet de geheele streek waarin het veld ligt, en ook dit zelf, in
de laatste jaren dikwerf door de „omo mentek" aangetast was geweest.
De recente onderzoekingen van den Chef der .11*^ Afdeeling onzer inrichting,
D''. J. van Breda de Haan hebben geleerd, dat die ziekte door de
wortels beschadigende nematoden wordt veroorzaakt, welke aaltjes hoogst-
waarschijnlijk in een niet droog wordenden bodem blijven voortleven en
daarop in de volgende jonge rijstplanten op nieuw binnendringen.
Tot aan den bloeitijd liet zich de padi op het veld zeer goed aanzien
en waren de planten krachtiger dan die der omliggende sawah's van de
bevolking, daar de bewerking ten onzent, met hoeveel moeilijkheden men
ook te kampen had gehad, wat beter was geweest en er mest was gebruikt;
toen echter traden de verschijnselen der aaltjesziekte in hevige mate te voor-
schijn, zoodat alle verwachtingen totaal werden teleurgesteld. Al kan
hiertoe voor een klein deel hebben bijgedragen, dat in het voorafgegane jaar
door de ziekte van den Heer de Öavornin Lohman, waarvan in het
verslag over 1900 is melding gemaakt, de tweede gewassen te laat waren
geplant en dit weder op het iets latere uitzaaien van de er op volgende padi
had geïnfluenceerd, zoo komt toch, voor verreweg het grootste deel, het
ongunstige resultaat voor rekening van de genoemde ziekte, in de hand
gewerkt door den geschetsten samenloop van ongunstige omstandigheden.
De onderzoekingen van den Heer van Breda de Haan geven nu het
recht dit te verklaren.
Voor het optreden der uitwendige ziekteverschijnselen was nog wei
gebleken, overeenkomstig de ook in het vorig jaar opgedane ervaring, dat
de gebezigde afval van hoorn een gunstig effect had gehad. De gedane
proef, ter vergelijking van verschillende plantwijdten, voerde door de mis-
lukking van den oogst tot geen resultaat. Over de in het laatst van het
verslagjaar uitgezaaide padi volgt hieronder nog het een en ander.
De droge gewassen op het veld geteeld, ofschoon ook de nadeelen van
verschillenden aard ondervindend, waren echter niet als mislukt te ken-
schetsen; het ongunstige der omstandigheden in aanmerking genomen, was
de opbrengst zelfs zeer bevredigend.
Verslag van 'slands plantentuin 1901. 10
iié
Van bataten, „kctclji iiciKlnir", weid \\((1<t ccii ^^octlc o(>;:;st ;;omaakt.
De voor het eerst op het veld j^cphinlc ni<'ii .,l«'tjjii" j^aven (;en zeer bevre-
digende ()])hi-en<^Hl, zoo z(dfs, dal een niiiiif liocvcclhcid hiljil aan Jlir. W'. l).
van X i s p e n Ie Kebonroino kon \v(»rd('ii vcrsirckl . welke die Ier bevor-
dering der teelt van droge gewassen onder zijne bevolking veideelde en zelf
mede een kleinen aanplant aanhield. 1)<' in het vorig Jaar uit linitenzorg
ingevoerde en zoo gewilde .,fales" — ('olocasia anti(iuoruni — welke toen
zoo goede resuKalen gal'. Hel dit maal Ncel ie wensclien <»\»'r, li<»ewel er (jp
nienw i)lantmateriaal \aii IJiiilenzorg was gezonden en het gewas geheel op
dezelfde wijze was behandeld, .\lleen had het uitplanten thans niet in
tegenwoordigheid van den deskundige plaats gehad, terwijl de planten op
een andereu hoek van het veld stonden, waar de afwatering nog moeilijker
ging. Deze twee factoren kunnen ongunstig hebben gewerkt. De slechtere
uitkomst was evenwel in hoofdzaak te wijten aan het optreden eeiier, door
IMijy tophtoia ("olorasiae verooizaakte bladziekte. Lombok — Gapsicum an-
nuum — ; hoewel beter planten gevend dan het vorig jaar, gaf toch geen
bevredigenden oogst, daar de meeste vruchten voor het rijp worden afvielen,
hetgeen zoowel aan de ongunstige eigenschappen van den bodem als aan de
()\<'rvloedige regens toegesehreNcn moei worden. ï^oja, „kedele", gaf een
ruim voldoende opbrengst, terwijl ook eene uit Smyrna geïmporteerde tabak-
soort, aldaar Kokoulou geheeteu, werd geprobeerd en wel in den smaak der
bevolking viel. „Indien er meer zorg aan den aanplant daarvan ware besleed
— zoo bericht de Heer de Sa v om in Lohman — had het product
echter beter kunnen zijn, en schijnt die jjlaut voor de (jombougsche gronden
als tweede gewas wel geschikt".
Bij het vermelden van die te (jombong geprobeerde Smvrnasehe tabak,
is het de plaats met dankbaarheid te gewagen van een geheel spontaan ont-
vangen bewijs van bijzonder gewaardeerde medewerking van den Neder-
landsehen Consul-Generaal te Smyrna, Jhr. M'. J. E. de S t u r 1 e r, die
de welwillendheid had mij van daar zaad van eenige der beste tabaksoorteu
toe Ie zenden. Bij de distributie van dat zaad werd te rade gegaan met de
eigenschappen, ontleend aan eene beschrijving, welke de zending vergezelde.
De Heer de Savornin Lohman vond aanleiding om zijne bevin-
dingen nog in de volgende woorden samen te vatten: „Bij de bevolking
— X. B. er is hier alleen van Gombong sprake — valt echter nog niet de
minste neiging tot navolging van het planten van tweede gewassen in den
drogen lijd te bespeuren. Niettegenstaande de rijstopbrengst in het Gom-
bongsche, vooral van den tweeden aanplant, in de laatste jaren zeer veel te
147
wenschen overlaat, en eigen landbouw daar de eenige bron van inkomsten
is, schijnt de desa-man het voordeel van andeie tweede gewassen nog niet
in het minst te beseffen, en gaat hij nog steeds ojj de oude wijze voort,
waarschijnlijk alleen daarom, omdat aan padi, ten minste op die wijze
behandeld als men dat te Gombong doet, een minimum van arbeid verbon-
den is, vooral voor het mannelijk deel der bevolking, terwijl droge gewassen
al is het niet veel, toch eenige zorg en toezicht vereischen''.
De uitzaaiing voor den aanplant: \Vestmoesson 1901/1902 had in No-
vember plaats, later dan daartoe order was gegeven, zooals den Heer d e
Savornin Lohman tijdens de overplanting bleek. Met het oog op
een weder ie verwachten aanval van de meutek-ziekte, werd voor de helft
van het veld naar het schijnt eene locale variëteit „djempa menoer" ge-
bruikt, omdat deze, hoewt^l een product van geringere waarde opleverend,
den naam heeft van minder voor die ziekte vatbaar te zijn.
Daar de bestudeering van de „omo mentek" door den Heer v a n
Breda de Haan inmiddels reeds ver genoeg was gevorderd om het al
of niet geïnfecteerd zijn aan de kiemplanten te kunnen constateeren, werden
wat jonge planten naar Buitenzorg gezonden en door dien Afdeelingschef
onderzocht; het bleek daarbij dat alles sterk door aaltjes was geïnfecteerd.
Kort daarop werd door ondergeteekende in gezelschap van D^ van
Breda de Haan en Jhr. de Savornin Lohman een bezoek aan
het veld gebracht, en toen bij de aangetoonde sterke infectie van het plant-
materiaal besloten, niet met het uitplanten — waarmede men reeds begon-
nen was — voort te gaan. Het al beplante gedeelte, ongeveer de helft van
hei veld uilmakend, werd met opzet zoo gelaten, ten einde te kunnen nagaan
of de ongunstige [H'ognose bij het onderzoeken der planten uit de kweek-
beddiiigen gemaakt, zich ook in den verderen levensloop van het gewas zoude
bevestigen. Hoewel het eigenlijk een vooruitloopen is op het volgend ver-
slag, zoo moge hier toch worden gezegd, dat die bevestiging zich inderdaad
heeft voorgedaan.
Er werd besloten de ruimte voor het niet uitplanten van de aangetaste
jonge padiplanten te bestemmen voor eene beplanting met vroeger uit
Amerika — van het Proefstation te Baton-liouge — ontvangen bataten, die
in het algemeen, van Buitenzorg uit verspreid, zeer in den smaak der bevol-
king waren gevallen. Daar wij die variëteiten door de zorgeloosheid van
een ojjzichter in den ('ultuurtuin zelf niet meer hadden, riep ik de hulp in
van den Heer van Hout u ni. Administrateur van het particuliere land
Semplak, die vroeger «Ic Anicrikaansche bataten ook uit 's Lands IManteu-
148
ttiiri liiul ontvangeD. De Heer van H o n 1 n ni, die zich steods met de
f;i*ool8l<' bereidwillij^lu'id Ier bcscliikkiii}; v;m de door- mij l)oh(?ei*de inrich
liiig- slclt, liad ook dilniaai do vriciHlclijklM'id mij inim \aii plautinaleriaal
te vooiziei), dat daaina een voldoende liooveelheid stekken voor het demon-
.slijiliexcld (e Gombong gaf, nadat aldaar de j;rond z«»o ^oed mojidijk wüs
(li-o(»g gelegd en alles voor het i»hinleii van de halalen in jieiccdheid i^elujidji.
M a g e 1 a n g (S e t j a n g).
In het v(»rig verslag moest worden gezegd: „Te bejammeren is vooi- ons
Malangsch jtioefveld, dat het eene zoo volledige absentie van medewerking
bij den kleinen man ondervindt — wat gelukkig niet overal het geval is — ;
slechts met groote moeite kon, tegen behoorlijke betaling natuurlijk, werk-
volk voor het veld worden verkregen". De verder opgedane ondervinding
kan van deze uitspraak bijster weinig doen terugnemen. (Jewagende van
(Ie groote moeite, die de Pateli van Magelang, Raden T i r t a k o e s o e m a,
zich bij vooi'tduring voor bet demonstratieveld geeft — eene niet verflau-
wende medewerking, waarvan hier andermaal met bijzondere erkentelijkheid
getuigd wordt — voegt de deskundige iii zijn rapport van dit jaar daaraan
toe, dat zelfs die medewerking „niet in staat is om de onverschilligheid der
orang tani te compenseeren". Bovendien komt ook hier weder de klacht,
uitgesproken in de volgende gerapporteei'de woorden: „Herhaaldelijk werd
moeite gedaan om een bruikbaarder mandoor te vinden, maar is dat tot nog
toe niet mogen gelukken". Eindelijk was ook dit veld, evenals trouwens
het vorig jaar, met de ,,raentek''-ziekte geïnfecteerd, hoewel niet zoo erg als
dat te Gombong.
In weerwil van deze voorwaar niet bemoedigende condities, was toch
de stand van zaken niet zoo onbevredigend als te Gombong. Hoewel ziek,
gaf toch een onzer stukken sawah nog een opbreng-st overeenkomende met
49 pikol per bouw, terwijl bij verscheidene andere stukken die opbrengst
meer dan 40 pikol was. De Heer de Savornin Lohman deelt mij
nog het volgende mede aangaande de mentek-ziekte op het veld : „Bij dezen
aanplant bleken verschillende variëteiten zeer verschillend vatbaar voor
omo mentek te zijn. Ofschoon geen enkele soort geheel vrij bleef, was
de variëteit ..kleponan" toch niet noemenswaardig aangetast, en de variëteit
„kretek", die door de bevolking zoo gaarne geplant wordt het meest. Deze
laatste variëteit schijnt echter, indien zij niet ziek is, meer op te kunnen
brengen Overigens was in het optreden van de ziekte niet de
149
minste regelmaat te bespeuren, behalve dat boven de gewezen goten in den
aanplant van droge gewassen de padi minder aangetast werd''.
De tweede gewassen gaven te Magelang zeer verschillende uitkomsten.
De uit Garoet herkomstige Aiac-his- variëteit, die het vorig Jaar zoo uitne-
mend slaagde, kwam deze keer bijna niet op. De reden dier Tnislukking
was niet duidelijk. Schoon het aanvankelijk dat de kiemkracht gedurende
het bewaren in den Westmoesson was verloren gegaan en zij hierin te zoeken
was; hiermede kwam niet overeen, dat op het erf van den mandoor een
kleine aanplant, hoewel niet schitterend geslaagd, toch aanmerkelijk beter
stond dan die op het veld.
Een aanplant op het veld goed slagende, was die van Phaseolus radia
tus ,,katjang hidjo". De uitzaaiing had veel dichter plaats gehad dan
waartoe order was gegeven, eene fout die door den deskundige gelukkig nog
tijdig genoeg werd ontdekt om er door uitdunning de nadeelige gevolgen
van te kunnen ontgaan.
Gewassen in het verslagjaar voor het eerst op het veld, in kleine hoe-
veelheid aangeplant, waren aardappelen en tabak. De laatste gaf, hoewel
slecht behandeld, nog w\it product; de opbrengst der eersten was zeer luttel,
zooals te voorzien was. De proef met het planten van een weinig aard-
appels was niettemin genomen, omdat eenige desalieden door bemiddeling
van den Patih ons daartoe den wensch hadden te kennen gegeven.
Met bruine boonen, waarmede een proef op kleine schaal werd genomen,
werden zeer bevredigende resultaten verkregen. Dit w^as boven de ver-
wachting, daar vermeld wns hoe vroeger van bestuurswege onder de bevol-
Idng verspreid zaad bijna nergens geslaagd zoude zijn on hoogstens aan
product evenveel zou hebben opgeleverd als het gebezigde zaad. Op het
demonstratieveld werd aan oogst het zesvoud verkregen. Er wordt aan het
welslagen dezer proef nog al waarde gehecht, omdat de cultuur A'an boonen
juist te Magelang. waar het garnizoen een belangrijk afnemer van dat
product zoude vormen, voor de bevolking een niet onbelangrijke verdienste
zoude kunnen opleveren.
Van den nieuwen aanplant in het laatst van het verslagjaar in den grond
gebracht werden geen hooge verwachtingen gekoesteid. daar de Tfoev de
Savornin Lohman weder zeer klagen moest over slechte grondbe-
werking en slordig uitplanten. T^iv<Midien werd tegen de orders in. van de
variëteit ..klej)onan". welk het vorig jaar de beste oiibrengst had gegeven,
niet twee maar een bouw uitgeplant. terwijl juist veel werd uitgtMilnnt van
de variëteiten ,,mbok mas" en ..kewaT'. die op een na de slechtste opbrengst
li.'tddcii ;;('<^('Voii. < )oU liicr cuiislii IfMidc I >'". v ;i ii lï i <• d ;i <I "• II;i;iii de
iiiciiIck-zicUtc in de ki('iii|)l;nil<'ii ; di- iiiliTiic \\;is fcliici non ^'ciiii;.'. /-oudjit
er ;;«'('ii n'(l<*n wa8 om d<' zjiailiii^ni nici i<- ^cliriiikcii.
De iiilkonist ImtII de ^cj^iondlKMd \;iii dil advies \aii diii ll<<r \ a ii
IJi'cda de il aa ii \ <)ll<<)rii<'ii l»<-\ csl i;;(l, en tf\«'iis ;^c| iikl< i;: y.i-ry |icsMi-
mislisclic \ ((orspcliiii^cii dooi- den d<'skiiii<li;^i- Im-i ii-rffiidf dil \i-ld ;_'rd;iaii
niet li('\ est ijfd. Ilocwol daarliij andcnnaal \ ooi-iiil loo|i('iidf o|i lioi ;^ccii
('ijiciili jk in hel \<d<i'(Mid vci'slau l<' liiiis hrlioort. kan ik lodi nii-l nalali-n
liet vol;4('nd<* ovei' (e nemen uil een liriet \an den lieer de Sa \ o r n i ii
I-oliman (ijdens hel slelleii \an dil versla;^' oiil\an;ieii: ,.i»e resiiilaleii
\an den li jsüiaii)»laiil |e Seljanji. \(»or /,oo\er die ;i;eoo^sl is. zijn mij er;^'
iiiee<ie\ allen. De verkrejjen cijfei-s \'ariëei-en \aii ;V.» lol idjna ü.") |iikol iiaMe
padi per houw. De variëteiten .,kleponan"' en ..ndtok imiH'", dus de
inlieeius( lie, zijn afgeoogst en waren niet noemenswaardig d(»or omo menlek
aangetast. Op liet veld staiin nog de variëteiten ..kewal" en ..djalen'". I>eide
vooi" anderhalf jaar uit Oai-oet inge\<>erd. en helooxcn die lieej wal minder,
ofschoon ze niet slechtei- staan dan de gewone desa-aanplant".
Om twee redenen eindig ik de bespreking van dit veld met dit nn reeds
ingelasc lil citaat. I'rimo, omdat er op nieuw de bemoedigende conclusie nit
is fo trekken, dat zelfs ondei' zoo weinig gunstige voorwaarden als die voor
Setjang aangegeven, toch iets meer zorg aan de sawalTs besteed zich terstond
oi)enbaart in een groot(M' oogst, vergeleken uiet die der onmiddellijk aan-
grenzende sawah's. Sf^ciindo. onidal er andermaal uit blijkt, hoe voorzi(di1ig
men dient te zijn met het im])orteei'en van padi-variëteiten van elders; hiei'
toch gaven weer de geïmporteerde vai-iëteiten de minste resultaten, hoewel
zij natuurlijk in de streken A^an waar zij afkomstig zijn tot de beste telden.
Op dit \'oorbeeld wordt zoo bijzonder gewezen om weder te trachten het
vast gewortelde dwaalbegrip nit te roeien, dat het iinjiorteeren van zaad van
niet-geacclimatiseerde padi-variëteiten, allerminst per se een nuttig ding is;
alleen onder sommige zeer s])eciale en goed bestudeerde omstandigheden
kan het een nuttig effect hebben, doch verder dan deze verklaring mag
men niet gaan. Als panacee — en daarvoor ziet men het gewoonlijk aan —
zon<lei' een grondige kennis der omstandigheden en onoordeelkundig toege-
past, is het onvoorwaardelijk af te keuren.
P o n o r o g o (B e t o n).
Kon van de beide voorafgaande „sawah-demonstratievelden" geen of
weiiiijj; j^mmmIs worden jjje/.cji,*!, /ihm- ^jfunstij; .sleokt daai-bij af hetgeou van hd
veld te I'onoroj,'o valt te vernielden.
Zooals iii liet vorij; verslag- werd medegedeeld, was het kiezeu \aii
P(HUM()j;<) als plaats voor de vestiging van een demonstratieveld te dankcü
aan den vroegeren Assistent-Resident Hagen aldaar, die in het algemeen
zeer veel syni])athie had voor de te nemen j)roef in het belang van den
Tnlandsehen landhonw en naar wiens meening zijne toenmalige afdeeliug
wel Ix'loofde liet nut van een dtMnonstratieveld te zullen toonen. Ook is
gezegd hoe de spoedige overplaatsing van den Heer Hagen naar Bang-
kalan dreigde aan de vei-waclitingen vooi* een groot deel den bodem in te
slaan.
Gelukkig is deze dece]>tie ons besi»aard gebleven, hetgeen pleit vooi-
het deugdelijke van den raad mij destijds bij het kiezen van het veld dooi-
den Heer H a g e n gegeven. Dat er o]) zeei' bevredigende en bemoedigende
resultaten kan worden gewezen is aan verschillende omstandigheden te
danken, waarbij in de eerste plaats met groote erkentelijkheid moet worden
gew'aagd van de belangstelling en steun bij voortduring van den Regent
Raden .Mas Toemenggoeng T j o k r o n (^ g o r o. ondervonden, en niet min-
der van de \>-elwillende linl]) door den tegen woordigen Adspirant-Controlenr
M. C H. V. L i n d 11 o n t verh^end. Eindelijk verdient als gunstig
moment van misschien srhijnbaai- gei-inge maar in werkelijkheid groote
beteekenis te wT)rden gewezen o|) het feit. dat w-ij het geluk hebben gehad
voor het veld een zeer ijverigen mandooi- te vinden, van wien. ofschoon hij
in menig opzicht nog zeer veel leiding behoeft, de Heer de Ravornin
L o h 111 a 11 getuigt, dat hij: ..hel aan gotnle wil niet laat ontbreken, en. eens
een order goc^d begrepen iH^bbemle. ook voor correcte uitvoering zorg draagt'".
Vooral dit laatste laat bij de niandoors op de andere velden zoo veel te
wenschen over.
Dit alles te zanien maak), dat de HecM- de Savornin L o h ni a n
van Ponorogo kon ra]»porteereii : ..het veld in het geheel gaf alle aanleidinu,
er op den duur 1ioog<' verwaelit iiigeii van te mogen koesteren", terwijl in
het bijzonder van de ..tweede gewassen" nog kon worden verklaard: ..Op
geen der demonstratievcdden slnagde de aanplant van ])olowidjo dan ook zoo
mooi als te Ponorogo. Er werden zeer verleidelijke o])brengsten gemaakt".
Tn het voorafgaand vet-slag werd wat aangaat de op het veld te planten
j>adi gezegd: ,.Er word! naar gesireefd liel nul ie denionsireeren \an Icor-
relsgewijze en ijle uitzaaiing, van \vijd(M<^ uit i>lauting. op regelmatige afstan-
den en van bemesting der kwe(M<bedden".
TTocwnl (Ipze |niii(<'n iiift in allen (hele \ rddocixlc in lui on;,' konden
f(<'h()ii(l(Mi wonlon — wd bij d<' o\<'i|)l;inrni-. tlodi nu'\ l»ij d<- nilzjuiiing —
Atu) <^:iï (ofli op CMMi n:(Ml»'('ll<' der s;i\\;i!i"s lid r<-siill;iiit Icii dniddi jksic ;iiin.
(lilt men \(ioi' wiil nicci' inocitr en /,or«4 terstond door meer o|ihren;^st lieloorid
kon worden. JI<d hedoclde siiwali «<'<'<"<■"'■ ^i'i' '"'■" o|)l»ren;j;Ht, ovciccn-
konionde incl ruim 14 pikol droo»; jtcr bouw. Kil is voor I'<muuo<;o pjmi zeer
mooi<' o|)ltrenp;Ht, zooals (on duidelijkste in bel oop; sproii"; dooi- oono vfM'trf
lijkinj; met de aan drie zijden b<'l veld niddellijk oniriiij^ende sa\\jib"s der
bevolkin^j:. die ooj^'slen j,'<iyen van i:?. IS en 'Jl^ jdkol per bouw. < ►p bet stids
in quaestie van bei demonsii-at ie\ eld wtn] dns. op waarlijk ni'-t inoeiliik-
na Ie volji'en manier, lersl(Mid minstens bet dnbbcb- \;in <leii •gewonen oo^'st
verkregen.
Een ander gedeelte van het vidd gaf' daai-entegen een vooibeeld ei- van.
hoe in den aanvang het proefnemend karakter, waaroy» vroeger met nadruk
is gewezen bij de demonstratievelden niet zoo zeer is te ontgaan als wel
gewenscht zou zijn. en boe men o(»lv in dil geval af en toe door sfdiade en
sehande wijs moet woi'den. Door een misverstand had de nitznaiing van
de padi voor dit stuk. boewei zij juist geheel volgens den regel geschiedde,
te laat plaats, waarvan de uitkomst niet anders was dan eene geheele mis-
lukking van het gewas. Hieruit viel ten duidelijkste weder de juistheid dei-
meening in het oog, dal het tijdig uiizaaiion en overplanten een der eerste
vereisehten is voor het verkrijgen van een goeden aanplant, en dat die faotor
van veel meer belang nog is dan het stipt opvolgen der andere voorsehriften.
Dat met deze leering bij den nieuw'en aanplant aan het eind van het versla ir-
jaar deugdelijk is rekening gehouden, zal hieronder blijken.
Hierboven werd reeds opgemerkt, dat vooral de tweede gewassen op die
velden een bijzonder goed resultaat gaven. Dit moge met een paar voorbeel-
den nader worden verduidelijkt.
Een aanplant van Manihot utilissima ,,Ketela pohon", Cassavip, eene
oppervlakte beslaande van 400 vierkante roe, leverde een oogst van 121 pikol.
terwijl nog aan de stekken eene niet te verwaarloozen verkoopwaarde
toekomt. Deze productie van twee kati per vierkante meter dus. werd ver-
kregen van een aanplant circa negen maanden in den grond staande, zoodat
in hetzelfde jaar nog eèn ander gewas had geplant kunnen worden, b. v.
..Kedele" (SojaV
Een stuk van 130 vierkante roe met tabak, bracht, hoewel door een
bladschimmel aangetast, nog op ƒ 87. — , overeenkomende met ƒ 120. — per
bouw.
Van ►Solaiiiini Melongeiia „Teioiijx Aubergines", werden op ruim een
bouw zes variëteiten uitgeplant, vijf daarvan leverden elk een oi>brengst
van ongeveer dezelfde verkoopwaarde en voerende tot een bedrag per bouw
berekend van ƒ 225. — , terwijl de zesde variëteit, die, waarvan reeds in het
vorig verslag sprake was, eene veel geringere hoeveelheid maar veel mooiere
vruchten produceerend, op ƒ 250. — aan opbrengst per bouw te taxeeren viel.
Hierbij kan de opmerking worden gevoegd, dat deze cijfers niet op eene zeer
globale en approximative raming berusten, doch op eene zoo juist mogelijke
opneming.
Een tot de Compositen behoorend gewas, den Tnlandschen naam van
„Kembang Poelo" dragend ('), welks zaad oorspronkelijk van Solo afkomstig,
nu reeds op het veld zelf werd gewonnen, ontwikkelde zich vrij goed. Er
is nog niet afdoende te zeggen, dat de cultuur van deze plant voor de bevol-
king aanbeveling zal verdienen ; het is echter wel waarschijnlijk, daar de
Heer do Savornin L oh man mij t(M' zake het volgende rapporteert:
..Kembang Poelo. nl. de enkele bloempjes van de samengestelde bloem, is
een zeer gewilde grondstof voor verf van prima qualiteit sarongs, echter
zoo duur, dat die alleen binnen het bereik van prijaji's en zeer gegoede
Inlanders valt, terwijl in de laatste jaren veel surrogaten in den handel
gebracht werden, waardoor de (»fhte Kembang Poelo geheel vorrirongen
werd. De Regent verzekerde mij echter, dat, indien prijaji's van de echt-
heid van het product verzekerd waren, zij dan gaarne voor de volle waarde
zonde ^^nllen koopen. welke echtheid bij het demonstratieveld natuurlijk
wel gegaranrleerd kan worden. Tndien nu de kleine man er tevens toe te
krijgen is zijn product, in casn de kembang poelo. direct aan den consument
te verkoopen. en niet van de bemiddeling van Ohiueezen gebruik te maken,
zou de kembang poelo hoogstwaarschijnlijk weer een zeer voordeelige cnl-
tuur knnnen worden".
De variëteit van Arachis hypogaea ..katjang tjina" of ..soeoek". welles
invoering nit Japan door welwillende huln van den Hoojrleeraar M v i o s h i
in het vorig verslag werd vermeld, gaf nu zooA'oel zaad. dat er ook reeds
vrij wat aan anderen kon worden verstrekt; er was van de zijde der bevol-
king buitengemeen veel vraag naar, hoewel nntuui'lijk nog het beste zaad
voor verdere voortteeling op het veld moest worden aangehouden. De
(^) Omtrent den wetenscliapnelijVen nanm van deze plant bestaat peen voldoende zeker-
heid; door den Heer de Savornin L o liman zijn echter zaden naar Biiitenzorp gebracht,
welke te kiemen ziin sreleerd. znod.it in hot volgend verslacr deze onzekerheid opfreheven zal
kunnen worden.
1Ü4
vari<"'t('if Kcnmorkl /.ir-li vooiiiiniHlijlc door ;jroo(f \ i nrlid-n en »'<'ii lioo;^
olic;^<'liiill('. waiiroiii <!<• Kr^cni ook tl<ii ijiiid ;:iif' \ooi;il incl luiro niliiiiir
vooil (<■ ^;iari, danr do dosa iiiaii /.<• dan \ fniiocdi-li Jk \vo| voor (\i- <»lio|,croi
diii^-, waarlor /-ij /.irh hij iiilslcl; Icriil. /,al -^aaii li-clcn, loiwijl lliaiis in lioi
I '(»inii-o;4i)sc|io ..kaljan^ ijina"" alleen als snoejierij waaide lieeti.
De nil/.aaiin^ eii uil planl inir \aii de padi \ oor den aan|daMl i'.Mil -IIHIL',
;^es(liiedde niel de meeste /.oiji. /.oodal de tlesknndl^'e kon \ eik' Jareii.
.,dal de uil Noeiini: er \an op «^jeen ander ilemonsl ral ie\ dd lieier jilaats"
liad. haar er. om heler loe/ichl ie kiiiineil ni loej'eiieil, lliel i-iii heperkl
aanlal |)laii( \ rouw en werd ;;e\\erkl eii nanwielli-nd |il;iiileii. xdoral hij
inindei- «ieoercndcii, laiij^ei' diinrl dan de lorale /.orj:cl(»o/e I nhnnlsclie planl-
iiianier. nioesl een vrij ^loot aanlal da^eii aan liei iiiiplaiileii woi'den
hesleed. Toeli waieii wij iio^ niini (»p lijd gereed. - waarom, /.ooals liier-
hoxcn \crklaard, liel ons in de eersie jdaals t<' do<'n was - daar liel \e|d
reeds was at'j^eplaiit. xoordal men op de nal»nri;;e sawali's zelfs he^dinien
was. Dit laatste vindt daarin vooral zijn oorzaak, dat de Iiiland<'rs iw
[daalsc veel later uitzaaiden <laii gewoonlijk, omdat de i-cyciis hijua een
maand te laai <>(»ed doorkwamen; boewei er nu al vi-oeirer voldoende water
\(»oi- het planten was. w(»r(lt er toch lievei- jjjevvacht tot het intreden van den
vollen W'estmoesson. Wel zien sonimii:<' lieden in. dat het eiuenlijk hetei-
zoude zijn in zulk een jicval wal vi'oe<>er niei planten te he;j,inneii. do(di een
\ i'ees v<»or ridiculiseeiinu' en tejienwerkinji schijnt ook daar ten^evol<;e te
heldien, dat men ongaarne eene nitzonderinj; maakt en hel veiliirer oordeelt
maar te doen zooals buren. Dat voor het uitzaaien der kweekbeddinj^en
volsti'ekt niet zooveel water noodij>- is, — zoo woidt mij no^ j;erapporteerd —
blijkt wel op Ters( heiden an<lere jdaatsen. o. a. ook te Patjilan. waar wach-
ten <)]) de voll(^ rej^cns een zoo laat uitplanten ten gevolge zoude hebben, dat
de aan])lant zoo goed als z(dver mislukt. ()]• bedoelde ]>laatsen worden de
kweekbedden voor de sawah's dan ook grootendeels geheel droog uitgezaaid"'.
Welk een goeden invloed zorgvolle behandeling en goed uitplanten op de
zaailingen hebben, bleek weder duidelijk, daar des avonds uitgeplante padi
des anderen daags reeds de jonge blaadjes begon te ontplooien, terwijl er
anders, bij zorgelooze plantwijze, 4 tot 7 dagen, en soms zelfs meer, ver-
loopen, alvorens de zaailingen zich van het ovei-planten hebben hersteld.
Toen steller dezes aan het einde van het afgeloopen jaar het demonstra-
tieveld bezocht, was het hem eene voor de hand liggende aangename tijding
van den Regent geheel spontaan te vernemen, dat deze in de verkregen uit-
komsten op het veld en den daarvan ook door hem te verwachten gunstigen
155
iuvloed oj» dt'ii laiulbouw der bcvolkiii;:; iiaiilcidinji had jievondcu om op eene
audere plaats hem toebehooreiido sawahV te wijzen, om het<j;eeii op het
demoustratievehl woidl gedaan na te volden. In het vooiafj^aaud vershig
Averd een jaar gek^den gezegd, dat de tijd zou liel)ben te leeren of de uit-
komsten van hetgeen er o]» dit deuionstratieveld wordt gedaan, zoodanige
zullen zijn, dat zij de bevolking tot navolging zullen doen overgaan. Waar
de Eegent niet alleen veel belangstelling voor <»ns streven toont — zooals
trouwens in het algemeen de Inlandsehe hoofden en ambtenaren — doeh een
voorbeeld geeft, zooais dat hier vermeld, en waar nu ai de bevolking als
bij de Japansche Arachis-variëteit tuk is op het bekomen van ons zaaizaad,
daar geeft men zich niet aan ongeoorloofd o]>timisme over door .aan te
nemen, dat er zeer veel kans bestaat aldoor de naaste toekomst een beves-
tigend antwoord o]> die vraag te zullen zien geven.
Waar alles te zamen genomen, van dit demonstratieveld zooveel bemoe-
digends kan w'orden gezegd, al is het nuttig effect als zoodanig uit den aard
der zaak nog van geringe uitbreiding, zoude lichtelijk de vooionderstelling
kunnen rijzen, dat men zich te Ponorogo in bijzonder gunstige omstandig-
heden bevindt. Dit is echter zoo weinig het geval, dat men mij in den
aanvang van meer dan eene zijde tegen Ponorogo als ])laats voor vestiging
van een demonstratieveld heeft gewaarsehuwd. uit vrees dat daar niet A;eel
nut te stichten zoude zijn. en dat zelfs kort na het vertrek van den Assistent-
Resident Hagen een Euro]>eesch ambtenaar mij den raad meende ie
mogen geven, het pas opgerichte demonstratieveld aldaar maar weder op te
heffen; een raad, aan welks opvolging door mij geen oogenblik is gedacht.
Het blijkt derhalve, dat te l*onoiogo volstrekt geen buitengemeen gun-
stige omstandigheden, aan de localiteit eigen, ons streven ojt een of andere
speciale wijze in de hand werken. Alleen waarborgen de hierboven ge-
noemde factoren door hunne samenwerking, dat het werk op het veld goed
en nfiuwgezet geschiedt. Dit blijkt voId(»ende om. alleen nog op kleine
schaal — hetzij herzegd — de vei-waditing te komcMi versterken, dat men
met de demonstratievelden o]t ecMi weg is. die langzamerliand \erbet<Md (mi
«uitgebreid, tot voordeel van den Inlandschen landbouw zal kunnen leiden;
eene voorloopige bevestiging dus der hoop. waarmede men zich van den
aanvang af heeft gevleid.
M o d j o w a r n o (K e r t o r e d j o).
Ook van dit veld kunnen gunstige berichten worden gegeven, hetgeen
IHfi
ii;i liet vi-o<*g<M- vci-nicidc Ix'^irijpflijlx is. il;i;ii <!<• Ilci-icii I\ i' ii ij 1 soorf
lil<'\<'ii jiiisiii met (»iis .sli-('\cii kiiiilit io ic si<-iiin-ii. li-iwijl de door Immi a;iii-
beVdlcil lllillHlool'. /ooills lliil ;|ll<l<'IS (hlll Ie \ i-i w ;i"li t «Ml WilS. «M'll ijvcfij; «Ml
n;eH<'liiI<l iii.-in is. Ivmi (Mi ;iii<|cr iii;i;ikl. (I;il ank (i;i;ir iii df lijd^Mi dul <\<'
<lcsUiiiidi^(' voor ilr d«Miiniisl tal i<'\ cldcii iit iniji)<-i- Ix-scliiUkiii^ slaand»- ni<'l
l(M- pijiii<S(' is, voloriis de ^c^icNtMi aa II w i j/i ii^< Ml wnidl \ noi I ;:»-\\ <M-kl.
I>(' |tadi iiaiiplaiil l!M»(l/1!((il i>;al' /«mm- hc\rcdi^(Mid<' i(*snllat(Mi. De t(M-
\(M-}i^elijkiii^ ;.;(Mi<»iii(Mi \ ( is<diiH«Mid<' diclilln-id \aii iiit/,aaiin<; — - '/ie vfM-Hlaj;
omtrent don sfnai \aii 's Lands l'laiihMiiiiin o\<m- I'.XK» Idad/. 156 — gaf geen
uoemenKwaai-d oiid(MS(licid in d<Mi aaii|>laiil uil 7.aailiiii:<Mi ifs|i. van H'') <mi
van li/i katii por lioiiw \n()i-|o('l<(nii(.|i. Op (mmi si uk. waar na ;>."» da^(Mi w<M'd
overgeplant, gaven de oorste oen iols lioogiM- jiKMhn i. np (-(mi ander, waar
ocM'st na 45 dagen do ovorjdanting geschiedde, daarriilogeii do laagston. Dit
laat zi(di daaiMiit v<M'klatoii. dat bij zeer ijle nitz-aaiing de jonge planton /,io]i
sterker onlwikkclfMi (mi dan bij langer waoliton mot liet ovorplanten nio(M'
worden beschadigd en b(Miadoold dan and(Mo. T)o ond(Mlingo verschillen
tnssclien de padii»lanton in dozelfdo diclillicid nitge/.aaid on na donzolfden
tijd ovei'geplant, bloken niel zoldoii «ii-ootoi- dan die in het algemeen tnsschon
do beido verschillend bohandelde stukken terrein te constateeren, zoodat er
dariroin geen conclnsies omtrent de meost voordoelige dichtheid van uit-
zaaiing ter plaatse voor do gobrnikto pndi variëteit zijn te trekken.
De variëteit, die werd gebezigd, was ..gendjah konanga", dns. zooals de
naam aanduidt, snel rijp(Mul. hoewel dan ook oen minder groot product
loverend. De keuze moest op oen der snol rijpende variëteiten vallen — en
onder deze behoort de konanga tot de boste — om den in het voorafgegane
jaar door onvoorziene omstandigheden, waarvan vroeger is melding gemaakt,
verloren tijd weder in te halen.
De productie was in hot geheel 20S.8 pikol. dus ruim 40 ])ikol per bouw,
hotgoon. de variëteit in aanmerking genomen zeer bevredigend genoemd mai;
worden: trouwens de aangrenzende sawah's der bevolking brachten 35 pikol
op. Het voordeelig verschil bij het demonstratieveld is. zooals de Heer
Kru ij t mij bij mijn bezoek niodedeelde. alleen op rekening te stellen van
de betere behandeling ,on verzorging dor kweekbedden, daar overigens de
verschillen tusschen behandeling van het gewas op het demonstratieveld
en op de omringende sawah's der boA'olking niet groot waren.
Het is niet onmogelijk, dat van deze padi nog grooter oogst gemaakt
zal kunnen worden, bij minder ruime uitplanting. De plantwijdte toch was
G op 8 duim ■ — 15 op 20 cM. — , hoewel in het algemeen gesproken niet te
157
groot, toch wellicht voor deze variëteit wat ruim; zij is dan ook voor den
volgenden aanplant wat minder genomen.
Bij het door mij den IG'" December van het afgeloopen jaar aan Modjo-
warno gebracht bezoek, had de Heer A. K r u ij t de welwillendheid mij
naar het demonstratieveld te vergezellen en mij onderscheidene inlichtingen
te geven. Een feit is er onder de mij door den Heer K r u ij t medegedeelde,
waarop ik meen hier zeer bijzonder de aandacht te mogen vestigen, en omdat
het andermaal een inzicht geeft in het nut, dat zelfs in vrij korten tijd met
eene instelling als die der demonstratievelden is te doen, en ook omdat het
wederom leert, hoezeer men ongelijk heeft door te meenen, dat de Inlanders
In het algemeen wars zouden zijn van het aanwenden van middelen ter ver-
betering van hunnen landbouw. Het feit is het volgende: voor den volgenden
aanplant op het demonstratieveld werd van zoo zorgvuldig mogelijk uitge-
zochte padi van den eigen oogst aangehouden, ^'adat het nu was gebleken,
dat er van die uitgezochte zaadpadi, nog redelijk wat over was, had de Heer
K r u i j t den mandoor toegestaan, het resteerende onderhands aan aanvra-
gers uit de bevolking te verkoopen, die er eventueel om zouden komen
vragen, en dan natuurlijk aan de het meest biedenden. Terwijl nu de
gemiddelde prijs van de „bos"" padi te Modjowarno op 35 centen is te stellen
naar ik vernam, deelde de Heer K r u ij t mij tevens mede, dat volgeus de
laatste berichten de mandoor van de resteerende zaadijadi verscheidene
bossen reeds had verkocht voor 80 centen en toen wij het demonstratieveld
bezochten, bleken de buren de prijs reeds tot ƒ 1. — per bos te hebben laten
oploopen, zoozeer wenschte men van onze goed uitgezochte zaadpadi gebruik
te maken, al kwam zij dan ook veel duurder te staan. Aan deze mededee-
ling behoeven geen commentaren te worden gehecht, zij is, hoewel natuurlijk
wederom slechts nog zeer op kleine schaal, naar het mij voorkomt een zeer
sprekend argument voor de juistheid der beide aangegeven punten.
Van ziekten werd in het padi-gewas geen last van eenige beteekenis
ondervonden. Sedert het vorig verslag is uit de inmiddels door D"". J. van
Breda de Haan gedane onderzoekingen gebleken, dat de ter plaatse
als „brambangan" of meer „brambang"' aangeduide ziekte, niets anders is
dan de door dien Afdeelingschef bestudeerde aaltjes-ziekte in het padigewas,
meer algemeen onder den naam van omo mentek bekend.
Van tweede gewassen werden in het verslagjaar te Modjowarno voor
het eerst geplant: erwten en boonen, en eene maïs-variëteit uit den Cultuur-
tuin.
De eersten garen geen bevredigende resultaten, zooals bij de ligging van
1 r>8
lifl \fl<l ook \\<-l kdii wnrdril \<-ini<K<|. Ikh-svcI ctii klciiM- ynoi-f toili iwt^
li;i;ir nul li;i(l; »l<' iiinïs \ ;iii<*li'il iii iiiiJH-srH- \ 'n'l (lii;ii<Mil<';:cii Itij/oiKlci- in
den sni;i;ik tier' l)c\ nlkinu. Z'H^ >'■""• •' = '' '"' "i '"■' -Miilini^zsrli.- /;i;mI t-i- \:in
iiti ;iiin\ i:i;i;; \\rr<l \ <-isl irkl. I>«- iiiodnrl ie \\;is (ip ln-l (|i-iin>nsl fiit if\ cld
S.")!»!! klossen \iin r<n oi»im-i\ l;i kli- \;in HHI \ idkiinif loc. \u-/.>- «([dircnjisi
is wel iiii'l linilt-njicw oon ^^rool, dorli di-/.»- ni;iis \ ;iii<"lcil sl;i;il ook sI<m1iis
iwcc en (MMi li;il\f HiMiind in d<-n ;;roiid, \\;i;irdoor In-I nio;;<-lijk uordl voor
de niMÏs en n;i d<" \ <>or.il'j;;i;indi' |iadioo^sl no^ i-cii ;ind<-i- iwcfdf <;<'\vas !<•
|.lantcn. rn nicllrniin de nit-nwi- padi dns na d<- maïs lodi nojx fijdiji
in d«'n ^rond li- lifld»cn. Dil aiirs h- /ann-n \ nklaail . waarom dr ^M-ïmpor-
h'ci-dt' \aiiclril iiij de bevolking Icrslond /oo /.fcr in in-k was.
\'an paardcniand maïs. die naar ilv \an di*n Ilrci- K v w ij l vernam, als
vcM'dci- «icwild is. liad oen di-sa iM-woncr ^aarnt- alles willen lieldien wal <'i-
aan zaad te kiijii«*ii ^\as.
\'an de .la\aans(die soja ..kedeh-"" in liei vori^ verslajj: l)esj)r(d<en. w ier
oplncn^sl locli oj» alle demonsl tal ie\ elden /.(»o\i'el Ie wenselieii had ovei-
-^elalen, was van twee variTHeiten Ie lliiilen/.orii vfddoeiide zaad «^ewoinien
om de proef te Modjowaino noj; eens te doen, om welke herlialin^ door d.-
l.evolkinj* was verzoelil. Il«'t nu bereikte resiiliaat was iioji; allerminst
he\ redi<;end, hoewel niet zoo ongunstig als in het voorafgegane jaar.
Het is ze<'r (e bejammei-en, dat de nil dapan out vangi'ii Soja- variëteiten,
waarvan sommige om de (inaliteit van hel product zooveel heioven, zich zoo
uiterst moeilijk hlijkeji te laten acclimatiseeren. Kene is er tcdaal verloren
gegaan, terwijl van een paai andere ge.-n verwat hting mag worden gekoes-
terd, dat zij zich hier zullen gewennen. Met een vijftal variëteiten worden
de i»ogingen Ier ac( limalisatie te Muitenzoig voortgezet — twee dezer vijf
varirdeilen leverden het zaa<l \<»or de uitzaaiing Ie Modjowarno — . Men
heeft daarbij niet allerhande moeilijkheden Ie kami>eii, o. a. met <le groote
aantrekkelijkheid, welke de geïmporteerde variëteiten voor schadelijke
insecten schijnen Ie hebhen. Zoo was ook te Modjowarno de voornaamste
reden van de onbevredigende opbiengst (e zoeken in het aanzienlijke nadeel
door den „kedele-boorder" aangericht.
De raede uit Japan afkomstige Sesaraum „Widjen"-variëteit schijnt
voor de vrij zware kleigVond van het demonstratieveld te Modjowarno niet
geschikt te zijn. De Loerah van Kertoredjo had meer hoop op goede uit-
komsten bij uitzaaiing op lichtere gronden; hem werd daartoe het nog ge
wonnen zaad afgestaan, daar de variëteit door hare goede qualiteit voor
bestendiging van cultuur zeer zeker in aanmerking komt.
15§
Voor den nieuwen padi-aani)lant werd om twee redenen weder dezelfde
variëteit gekozen als het vorig jaai-. I'iinio, om te kunnen nagaan of inder-
daad eene geringere plantwijdt»^ voordcH'ligcr is — er wei-d nu aangenomen
6 op 8 duim — en seoundo, vooral, omdat eigen uitgezocht zaaigoed kon
worden gebruikt. \'o<»rts zoude nog het gebruiken eener langzaam rijpende
„dalem "-variëteit bezwaren hebben ontnu)et, daar de regens laat invielen,
waai'door niet tijdig genoeg ovei- eene voldoende hoeveelheid water te be-
sehikken zoude zijn geweest.
Aan het overplanten kon bijz<>ndei'<' zorg worden besteed, doordat het
den Heer de S a v o r n i u I. o h m ;i n mogelijk was in den planttijd twee-
maal ter plaatse te komen. Het bleek daarbij dat. hoewel er te Modjowarno
met meer zorg wordt overgeplant dan op menige andere plaats, toch ook
daar nog behartigenswaaidige en na te volgen wenken zijn te geven, met
nanu' ten aanzien van den stand (Mi van den regelmatigen oiiderling(Mi
afstand der overgebrarhte zaailingen.
P o e s p o h.
In het eerste verslag o^■er de demonstratievelden — \'er»slag omtrent
den staat van 's J^ands Plantentuin over 1S91), blz. 11*2 en 12:] — • werd het
volgende aangevoerd: „Het blijkt uitei-st moeilijk te zijn, j)laatsen te
vinden, waar men met demonstratievelden voor cultures op droge velden in
de vlakte kans heeft eenig nut te verspreiden, l^agen de terreinen niet te
ongunstig, dan is in beraad of veelal in voorbereiding om er irrigatiewater
op te brengen, zoodat men er de gewone sawah-cultuur krijgt. Op meer
afgelegen plaatsen is hetgeen op de di'oge velden wordt gekweekt, slechts
bijzaak en hi^bben de menschen een andere l>ron van inkomsten — zooals
b. V. in Zuid-Karauganjar, waar de klappers de eigenlijke verdiensten ople-
veren — of wel, juist door de v(Mwij<lerde ligging, bestaat er voor den
kleinen man geene gelegenheid om de ]»roducten van een nieuw geïmpor-
teerd gewas, ook al groeit dit nog zoo goed, van de hand te zetten. Na
herhaalde vergeefsche pogingen, in laatste instantie in de residentie Pasoe-
roean, Ixm ik met den Resident overeengekomen, dat deze op tournees in
zijn gewest de vriendelijkheid zoude hebben te zien of er een geschikt terrein
voor een tegal-denionstratieveld te vinden zoude zijn*".
In het tweede verslag heette het: ,,Een eerste bezoek aan het voorloopig
door (leii Resident van Tasoeroeau welwillend nitgezoelit terrein deed den
lloci- (Ie Savornin Lohnian geheel de meening van het Hoofd van
j^^ewenielljk bestuur doelen (') «tinhfiii <1(' ^^^cscliikllicid dei' phdi voor h<-i
vestigen van een deinonHlrji(i<'v<'ld voor dioog (e Nrihoiiwcn ;;e\vaHKen op
betrekkelijk niel (e j^roolc li<)();;(c Itovcii /cc iii vc;in".
l>e V()orwaard<*n s( liciicn <icrliiilvc - in aaiinicikin;^ ;iciioiiicii de aan
<;eg<'V(Mi bezwaren l»ij (!<■ kcn/c vnii ecu (Irmonst ralicvcld sooi- ic;,';il «ui
iijiii- niet ononiisliii en lorli hlcik licl ;iiidcr iiwial. iioc iiilcrsl moeilijk
het dikwci-f is alle in aariincrkiii;; komende ojigunstif^je factoren a priori te
overzien en naai- iiai-c vciinoccbdijke bcteckenis te schatten. Het blijkt
namelijk dat er te l'oespoh een nad«Mdi<;(* factoi- van j,'chccl loealen aard is,
welke, ten minste bij de thans ter beschikkin;; slaande middelen — wat
met deze i-estrictic \\(trdl ImmIocUI /,:ii hieromlei- worden aangegeven — z<^o
^<)e<l als alle aan hel demonstralieveld Ie besteden moeite verijdelt, en dal
wel in die mate, dat het opgeheven zal moeten worden.
JJie factor is: het groote vreemdelingen bezoek, ook nog gedurende den
planttijd. Dit bezoek geeft aan de bevolking groote verdiensten, hoofdza-
kelijk door transporten, en wel zooveel, dat gedurende het overig deel van
het jaar ér ongeveer niets behoeft bijverdiend te worden. Dit heeft in
twee opzichten een hoogst nadeeligen invloed op eene poging als die met
een demonstratieveld beoogd.
Ten eerste is het onder die omstandigheden uiterst moeilijk werkvolk
voor zulk een veld te bekomen, zooals maar al te zeer is ondervonden, daar
er niet alleen slecht, maar ook buitensporig duur wordt gewerkt. Dit is
echter wel het bezwaar, waarmede men het spoedigst kennis maakt, doch
niet het ergste. Dit — het belangrijkste euvel — is daarin te zoeken, dat
de bevolking geen belangstelling in haren eigen aanplant heeft. Als bij-
kómend gevolg voegt zich daarbij nog het zoo goed als ondoenlijke om ter
plaatse een bruikbaar mandoor te krijgen.
Zooals verleden jaar werd gemeld, werden drie variëteiten rijst voor
droge velden „Padi gogo" voor het veld te Foespoh bestemd en maatregelen
voor de noodig te oordeelen bemesting genomen. V'an den aanplant werd
een zeer bedroevende opbrengst verkregen door verwaarloozing; niettemin
bleek het, dat terecht was voorondersteld, dat juist ter plaatse van mest
een snel merkbaren invloed ten goede te wachten zoude zijn, daar boven de
galangans, waar de mest door regens verzameld was, de padi buitengewoon
mooi stond. Van den maïs-aanplant kan niet veel beter worden getuigd;
daar was de hoofdoorzaak van het mislukken het groot aantal gestorven
(*) Het was steller dezes door een samenloop van omstandigheden uil zijne betrekking
voortvloeiend, niel mogelijk geweest zelf eerst naar Poespoli te gaan.
lül
planten en het verzuiiii van inboeten. „De i-oode en gele djagoeng — zoo
rnpporteei'de de Heer de t? a v o r n i n L o h ni a u — uit den Cultuurtuiu,
dezelfde die later te Modjowarno zoo goed voldeed, werd voor de uitzaaiing
zeer bewonderd, terwijl bij den oogst niemand het product waardeerde,
misscliien oiudtiT de opbrengst zoo bedroevend was, ofschoon minder slecht
dan van de inheemsche variëteit; als reden werd echter opgegeven, dat de
variëteiten gekleurd waren en men te Poespoh alleen witte variëteiten
apprecieert; alsof men voor de uitzaaiing niet had kunnen zien, dat deze
soorten rood en geel waren". Ook de widjen voldeed niet aan de verwach-
tingen. Het geringe beschot buiten beschouwing latende, voldeed het pro-
duct als zoodanig niet, omdat de bevolking liever djagoeng ])laut. wijl
zwarte widjen niet geschikt is voor snoeperijen en bovendien de hoeveelheid
te gering was voor oliebereiding.
Ook in den drogen tijd werd wederom maïs geplant en verder tabak en
lombok. De eerste gaf opnieuw geen bevredigende opbrengst, al was het
ook niet zoo slecht als de eerste maal ; de oorzaak van het slechte slagen kon
niet worden nagegaan, daar de Heer de Ö a v o r n i n L o h m a n niet
voor den oogst te Poespoh kon zijn.
Van de eerste uitzaaiing van tabak wordt bericht, dat zij niet voldoende
was opgekomen en van de tweede, dat zij te laat in den tijd viel om goede
resultaten te kunnen geven. Toch werden er nog 2200 meerendeels flinke
planten van geoogst, waarvan de qualiteit zeer beviel, doch wier product,
niet meer dan 6 kati tabak heette te geven. De lombok bleek behandeld te
zijn op eene wijze dat de deskundige er van rapporteerde „dat het een
wonder zou geweest zijn, indien er een plantje van terecht kwam".
De in December van het verslagjaar in den grond gestoken aanplant
beloofde weinig beter resultaten bij het bezoek door den Heer de S a v o r-
nin Lohmau aan het eind van het jaar aan Poespoh gebracht. Wel
kon bij die gelegenheid nog een en ander worden hersteld; dat was evenwel
lang niet met alles het geval.
Hierboven is gezegd, dat „met de thans ter beschikking staande midde-
len" een veld als dat te Poespoh, waar een zoo sterk influenceerende ongun-
stige factor blijkt te bestaan, geen te verwachten resultaten kan geven.
De gebezigde restrictie doelt wederom op het ontbreken van geschikt per-
soneel voor permanent toezicht. Had men op het demonstratieveld te
Poespoh een goed ontwikkeld en goed onderh^gd niantri, die een Umdbouw-
school had bezocht, zooals wij ons voorstellen, die binnen niet al te langen
tijd voor de demonstratievelden te krijgen, dan zoude er onder zoo bijzon-
YbRSLAG van 's LANDS PLANTENTUIN 1901. II
162
(ier ()iij;iiriH(ige condities alw de {rcseln-isK* \\<-l <;ccii j^iooie veiwachtingen
van de te doene pogingen te lioeMleren ziijii, en z«.'ker geen «poedig resultaat,
maar toch zoude men dan ooli op den duur nog \\t'\ van nut kunnen wezen.
Tot zoo lang men niet over zoodaiiigt- maMiii's beschikken kan is ei- op
|)laat8en, waar gebrek aan medewerk inj^ <ri lM-lan<isi<'lling van dr zijd<' dei-
Ix'volkiiiji beslaat, iiids uit h- rirhtcii ui' ifii iiiinsh' zoo goed als h'h-Ih.
Alleen voortdurende deskuinligc leiding en dengdelijKe cuiilroleering der
werkzaamheden, die beiden geheel onlbi-ekeii. zonden oj. een plaats als
Poespoh eenig nut kunnen doen stichten.
N g a d i s a r i.
Na de zoo weinig bemoedigende uitkomsten te Poespoh te hebben ge-
boekstaafd, is het te meer eene aangename taak van dit laatste veld — dat
te Ngadisari — te kunnen getuigen, dat het ten volle aan de er van gekoes-
terde goede verwachtingen heeft voldaan en het alle reden tot bijzondere
tevredenheid geeft.
Mij zelf was het niet mogelijk bij de in het einde van het jaar naar de
demonstratievelden ondernomen tocht ook Ngadisari te bezoeken, üe thans
volgende bijzonderheden zijn dan ook, zoo goed als onveranderd, overgeno-
men uit de gegevens door den Heer de Savornin Lohman verstrekt.
Zaad werd er door de bevolking en door verschillende bezoekers uit
andere desa's in die mate gevraagd, dat het veld onmogelijk in de behoefte
kon voorzien. Bijna geen dag ging voorbij of er langs komende vrouwen
vroegen om bibit. Zoo goed als elke desa in het district werd in meerdere
of mindere mate van bibit voorzien, terwijl verscheidene petinggi's — desa-
hoofden — korter of langer tijd te Ngadisari kwamen doorbrengen om te
zien wat en hoe aldaar verbouwd wordt.
Als een der gunstige resultaten van de cultuur zelve op het veld kan
het winnen van goed eigen zaad genoemd worden. Zoo werd dat geteeld
van radijs, wortels, sla — in zeer groote hoeveelheid — en zelfs van biet en
bloemkool. Trouwens op eenige variëteiten van sla, andijvie en prei na,
werd van alle gewassen, zaad verkregen, zoodat groote zaadbestellingeu als
voor Lembang, voor hier niet meer noodig zijn. Ook hier is het echter voor
eene bieten- variëteit nog twijfelachtig of het zaad-telen zal gelukken — zie
vorig verslag onder: Lembang blz. 148 — . Naar luid van berichten zoude
het te voren niet, of althans slechts hoogst zelden gelukt zijn, goede bloem-
kool te telen. Wel werden hier en daar bloemkool-plantjes verkregen.
165
echter niet met goed ontwikkelde kolven, waarom het toch in de eerste
plaats te doen is, en nog minder met kiemkrachtig zaad.
Ook hier slaagden de artisjokken. Hoewel pas na meer dan een jaar,
vormden de meeste planten van dat gewas reeds bloemen, één zelfs ten
getale van 6.
Veel last wordt ook hier ondervonden van de zwarte aardrups, die te
Lembang zoo veel bedierf. Dit is zelfs te Ngadisari in nog heviger mate
het geval; sommige bedden waren den dag na het overplanten zoodanig aan-
gevreten, dat zij geheel op nieuw beplant moesten worden. De regens zijn
hier minder hevig en daardoor niet zoo dienstig om de rupsen te doen ver-
dwijnen. Aan het einde van het verslagjaar was de plaag nog onverminderd.
Vermelding verdient hier nog het aanleggen van eene waterleiding voor
de besproeiing in den drogen tijd, van welke bamboeleiding — want meer
dan een goot op staken is het niet — de geheele desa Ngadisari voor huise-
lijk gebruik mede profiteert. Water is toch te Ngadisari zeer kostbaar en
moest vroeger door vrouwen palen ver in groote bamboezen kokers — priug
petoeng — gehaald worden. In navolging van de onze hebben nu ook 2
andere desa's elk zulk eene leiding aangelegd.
Gewassen, waarvan vooral succes te verwachten is, zijn erwten, boonen,
groote boonen en verschillende andere katjang-soorten. Deze hebben groote
waarde voor de Inlandsche consumptie; een Dolichos, waarvan door de be-
volking den naam van „boontjes koening" is gegeven, vindt vooral zeer veel
aftrek. Wet eet de Tenggerees ook blad-groenten, doch deze spelen bij hem
meer de rol van eene toespijs.
De verwachting van de aardappel-variëteit „Sausice" werd teleurge-
steld. De opbrengst daarvan ging toch na enkele generaties sterk achteruit
wat ook te Lembang het geval was. De variëteit „Géante sans pareille"
en ook „Brandale", wint te Ngadisari echter steeds meer veld. Beide bleken
te Probolinggo ook reeds zeer merkwaardig te zijn. De qualiteit schijnt
eerder te verbeteren dan te verminderen, strookende met de algemeene erva-
ring hier op Java opgedaan, van welke in het voorafgaand verslag sprake
was.
Speciale vermelding verdienen ook nog de „tomaten" — ranti knol — ,
die bijzonder weelderig groeiden en vrucht droegen, en waarnaar buiten-
gewoon veel vraag was. De Inlander gebruikt ze half rijp in de sajoer, ook
wel uit de hand gegeten met wat lombok enz. als een soort „roedjak".
Nog meer in trek is onze waloeh „Lagenaria hispida", wier vi'uchten
buitengewoon afmetingen bereiken.
ir, 4
Savvi „nio8t(M-(l". woidi lii<'i' \<'t'l ;ils ^^lociih- >ic)i*-i>']\ <mi «tok aan Kiiro-
jtcaiUMi \<'i'K'()cli1. lift \<'l(l liad (laa!\aii ffiii^n- ^immI ^chjaa;^»!*' iM-ddcii. tiic
(tok ()\ ciN locdi^ zaad ;^a\<ii. Tiuii w ciis \aii (!<•/.<• jirociih- was ii<(|s IhM
ooi'Spi'oiikclijk /.aad iii<-i uil Kiiropa al'koiiisi i;^, maai' ons dooi- ii-n 1 nkindci',
i*al; Sari iii o uil de dt'sa \\ Hiiokcilo ;;i-srli(iiik''ii.
ilr( aardliciciizaad kwam iiici up. /.ooilal ffin- licilialiii;.'^ \an di- |iiu(,d"
<laaniM'(lc ^^ciionirn zal (liciicn Ie woidcii.
I'a'ii rassavc aan|danl bleek \»»(»|- dey.e /i-er imo^ j^cjc^eii slrekcu ujel
yescliikl. Wei sloiid dal ^ewas zeer llfiiii^. /uiid<i- een etikde zieke ot doode,
maar na anderliall' jaar waren •!•■ |danlfn |>as 1 a 1'^. \i»ei lioo;^, zooilal lit-l
kweeken daarvan (•nin(>;^('li jk rendeerend kan zijn. vooral, omdal in liet
betrekkelijk dielithij maar veel la^er ;;fleoen Soeka|»oera de jilani tiii nor-
malen groeit ijd beefl.
Een proef werd no;; j;enoiiien mei het planieii van o\ i-rjaii;^n- djarak
„Ricinus", daai- de cnliuur loonend lieioolt ie zijn door de \-erlioo;4de |»rijzen
van djarak-olie in den laatsten tijd.
In het vorig verslag werd, er naar aanleiding van Lembang, op gewezen,
hoe het ten onzent een algemeen bezwaar is bij het eultiveeren van groenten
in het gebergte, dat de afzet te veel afhankelijk is van het debiet binnen
een beperkt rayon. Deze opmerking dient hier te worden herhaald niet
alleen, doch zelfs meer nog de aandaclii oj» worden gevestigd, naar aanlei-
ding van hel feit, dat de afzet van Ngadisarisehe groenten beperkt blijft tot
i'robolinggo en de onmiddellijke omstreken. Wel zonden te Soerabaja aan-
zienlijk veel hooger prijzen te bedingen zijn, doch het vervoer per spoor
derwaarts kost te veel. Zonder dit, of eenig ander speciaal geval in bijztm-
derheden te willen bespreken, waartoe mij de gegevens ontbreken, meen ik
echter w'el vrijheid Ie mogen vinden tot het afleggen der verklaring — die
bij een verslag handelende over i)ogingen van Gouvernementswege gedaan
om tot verbeteringen in den Inlandschen landbouw te komen, zonder beding
op hare plaats is — dat, in het algemeen, het zal moeten komen, in het
belang der bevolking, tot het vaststellen van lage spoorvrachten — bij snel
vervoer — voor vruchten en groenten.
Woordelijk zoude ik hier kunnen herhalen wat aan het einde van het
vorig verslag werd opgemerkt, zoo zelfs, dat ik mij veroorloof belangstellen-
den te verzoeken, die conclusiëu te willen herlezen.
Voor het slotwoord aan deze plaats schijnt het mij gewenschter er niet
1Ö5
bet karakter aan te geven van een resumé van liet voorafgaande, doch
integendeel van kort geformuleerde eouelusies, het aan den lezer overlatende
of hij er al dan niet mt^de instemt.
Zij, die zich inderdaad voor het doel met de proef der demonstratie-
velden beoogd interesseeren, zullen zich de moeite hebben te getroosten ook
de détails der voorafgaande uiteenzetting aandachtig te lezen, om zich dan
zelf een oordeel te vormen over de juistheid der conclusies, waarmede ik dit
verslag eindig:
1''. Hoewel uit den aard der zaak, nog op kleine schaal, heeft de proef
met de demonstratievelden nog nader doen zien, dat er op den ingeslagen
weg inderdaad, met geduld en beleid wel ten nutte van den Inlandschen
landbouw kan worden gewerkt, mits men slechts in het oog houde, dat ver-
beteringen voorzichtig moeten worden nagestreefd en zij zich eerst langzaam
zullen verbreiden.
2*^. Eerst dan zal men zich eene duidelijke voorstelling kunnen maken
van het nuttig effect van demonstratievelden ten onzent, wanneer men te
beschikken zal hebben over deskundig opgeleide nmntri's, met het dage-
lijksch toezicht en de permanente locale leiding der werkzaamheden op die
velden te belasten.
S*". Zoolang niet zoodanige mantri's aan de eerlang op te richten land-
bouwschool, zijn opgeleid, zal men, welke aandrang ook daartoe moge
bestaan geen nieuwe demonstratievelden mogen oprichten — en zelfs veeleer
het getal tijdelijk iets inkrimpen — om niet de in haar wezen goede zaak
te discrediteeren, daar onder de tegenwoordige ongunstige omstandigheden,
alleen daïir nu reeds het nut met demonstratievelden te stichten duidelijk
kan blijken, waar speciaal gunstige — en gemeenlijk vooraf niet juist te
taxeeren — condities bestaan.
BlJLAGR I.
VOORNAAMSTE IIN VM)\ ONTVANGi:!N ZAI)I^]N.
Maand.
Benaming der planten.
OiilvaiiRen van:
Januari Clemalis virginica.
Cornus florida.
Hihicus syriarus 11. pi.
Hedrangca arborescens.
Melia Azcdarach nmbraculiformis.
Myrsine lloridana.
Prunu^ virginiana.
Pyrus americana.
Quercus aqualica.
» virens.
Sassafras ollicinale.
Zanlhoxylon clava Herculis.
Caesalpinia sepiaria.
Dodonaea madagascariensis.
Suadia dodonaefoiia.
Vernonia appendlculala.
Februari Musa sp.
ColumbiaD Pecan.
Sluart Pecan.
Alsophila abrovirens.
Argemone mexicana.
Artanema sesamoides.
Evodia elegans.
Gonolobus grandiOorum.
1 Helicteres Isora.
Pterolobium nilens.
Thrinax excelsa.
Tillandsia sp.
Maart Pritchardia Martii.
Toluifera balsamum.
Carica Papaya.
Uex decidua.
Reasoker Bros . Oneco
Station agrononiiquede Nanisana.
Reasoreb Bbos., Oneca.
Sander & Co., St. Albans.
A. KoEBELE, Amerika.
Dir. Bot.-tuin Saigon
J. N. Labaar, Pasoeroean.
Arnold, Arboretum.
167
Maand.
Benaming der planlen.
Ontvangen van;
Maarl.
April. .
Prunus raariliuia.
nigra.
Pyrus coronaria,
Rosa lucida alba.
Abulilon üugesi.
megapolainicum.
Aloë arborescens.
. latifolia.
. virens.
Chloris dislichophylla.
Cupressus Lawsoniana.
lorulosa.
Desmanthus brachylobus.
Desinodium virididorum,
Encephalarlos villosus.
Hibiscus Manikot.
Opunlia cylindrica.
■ nigricans.
> robusta.
Pennisetum sp.
Verschillende zaden o. a.
Bloemzaden 51 s.
Aristocbia 3 s,
Adiantum 4 s.
Amaranthus polygonoides.
Anlhurium Monlezuma,
Ardisia excelsa.
Asparagus coinoriensis.
decumbens.
Biopbylum proliferum.
Chloris lalifolia.
submulica.
Coccoloba laurifolia
Croton sebilerum.
Cordia lerruginea.
Dasylirion Bigelowi.
Wheeleri.
Dianella revoluta.
Dodonaea atlenuala.
Dolichos sesquipedaUs.
T. Hambury, La Morlola.
Haage & ScHMiDT, Erfurt.
1H8
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
Apiil
Gouania domingensls.
Jiislicia ventticosa.
Leea Brunotiiaiia.
Miinosa Spega/.7.ini,
Miscanlhus Japoniciis.
sinensis.
Momoretica chilensis.
involucrala.
Nolina Bigelowi.
longifolia.
Pennisetum fasciculaluiii.
• latifolium.
• typhoideuni.
Phylidrum lanuginosum.
Ponlederia 3 s.
Pincencctilia Inherculala.
Renealmia sp, Ecuador.
Rondeletia anioena.
Roezlii
Sinoingia speciosa.
Teucrium hyssopifolium.
Trichoris Blanchardiana.
Verschillende soorten o. a.
Dahmann & Co., San Giovanni.
Bloeinzaden 98 s.
Amygdalus Persica.
Chawaecyparis Lawsoniana 5 var.
Gupressus TourneforÜi.
> lorulosa.
Eranthemum longifolium.
Gloxinia hybr.
Juniperus japonica.
Ricinus communis.
Ananas tomaal..
Mei
Argyreia Hookeri.
Arundina Falconeri.
Acer Hookeri.
Ardisia macrocarpa.
Acacia Intsia.
Astilbe sinularis.
Dir. Bot.-tuin, Sibpur.
Berchamia Üoribunda.
169
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
Mei.
Budelia stipularis.
Caryota urens.
Clerodendron nutans.
Charaaerops Fortunea.
Callicarpa arborea.
Uuonassia villosa.
Ëvodia fraxinifolia.
Hippocralea indica.
Uex dipyrena.
Linociera macrophylla.
Microlropis discolor.
Osbeckia nutans.
• nepolensis.
stellata.
Psychotria calocarpa.
Plectocomia himalayana.
Rubia cordifolia.
Rhododendron arboreum.
Spondias mangifera.
Terniinalia chebula.
Paranephelium macrophyllutn.
Artemisia japonica.
Abutilon molle.
Achiraenes patens.
Aglaonema Manniï.
Buddeia brasiiiensis.
variabilis.
Cannabis saliva.
Chloris mexicana.
polydaclyla.
• radiala.
• bruncata.
Uolichos myodes.
sesquipedalis.
Ëleusine vocussa.
Fagopyrura esculentum.
Globba marantina.
Gossypium brasiliense.
Imperata sacchariflora.
Ixora Lovreiri.
Dir. Bot.-tuin, Singapore.
Dir. Muséum d'Histoire naturelle
Parijs.
70
Maand.
Hfiiuininfj dor planten.
Oiii^üii^Tii van:
Mei.
Juni,
Juli.
Augustus
September.
Octobcr
Oclina alropurpurea.
Parii>taria ofTicinalis.
Plcrlraiillius r,op|)ini.
Penslenioii corirerlus.
cocrnleus.
Pcnicilaria spicala.
l'cnnisetuni cencliroidcs.
Poinciana GilÜPsi.
Selaria purpurascens.
Sorphum saocharatuni.
Scropliularia clalior.
> nodosa.
Scheeria mexicana.
Teucriuni cliamaedrys.
Thriiiax radiala.
Tricliloris Blancliardiana.
Vittadenia australis.
Maiipifera sp. Madajraskar.
Bloenizaden 20 var.
Diplerix odorala.
Pinus longifolia.
Elaeococca vernicia.
Intsia raadagascariensis.
Rapliia.
Ravenala madagascarierisis.
Strychnos spinosa.
Acrocomia havanensis.
Calamus tenuis.
Naunorhops Ritchieaua.
Pinus longifolia.
Guazana cupana.
Begonia sp.
Hippealrum hyhr.
Cocos Alphonsii.
?
Neptunia sp.
Erythrina sp. Larantoeka.
Citrullus colocynllius.
Albizzia sp.
Dir.de l'Agriculiure Madagaskar.
Dammann & Co., San Giovanni
Dir CuUuurfuin, Paramaribo.
Dir. Bot.-tuin, Sabaranpur.
Dir. de TAgricullure Madagascar.
Reasoner Bros., Oneco.
Dir. Bot.-tuin, Sabaranpur.
IK Stühlmasn, Dar-es-Saiam.
W. J. D. VAN Andel, Soekaboemi.
Reasoser Bros., Oneco.
Usambara culluurstalion.
Dir. Culluurluin, Paramaribo.
R. Hagenaar. Djnkjakarta.
Dir. Bol.-luin, Sabaranpur.
Prud'homme, Madagascar.
17
Maand.
Benaming der planten.
Onlvangen van:
October Cocos sp.
Acacia dealbala.
• melanoxylon.
Hyphaene sp.
Sanlalum album.
November Telfairia pedala.
I Caralluma codonoides.
Acacia 5 s.
Gallistemom 2 s.
Cborizema Soulangeana.
Clianlbus Dampieri.
Diospyros cargillia.
Doryaulhes Palmeri.
Elaeocarpus cyraneus.
Eucalyplus 3 s.
Goorlia latifolia.
Grevillea robusla.
Hakea 2 s.
Ilai'denbergia comploniana.
Hyraenosporum öavum.
Kennedya rubicunda.
Melaleuca acaminala.
Oxylobium callistachys.
Persoonia lanceolala.
Pittosporum undulatiim.
Sterculia acerifolia.
Swainsonia ealegifolia.
Tristania conferta.
Viminaria denudata.
Palaquium Ultolanderi.
Pritchardia filifera.
December Stuarl Pecan.
141 soorten o. a.
Acer oblongum.
I Abies Smithiana.
\ Andropogon halepensis.
squarrosus.
Adina cordifolia.
Anogeissus lalifolia.
Arlabolrys oduratissimus.
Dr. Stohlmann, Duilsch Oost-
Afrika.
Dir. Bot.-tuin, Melbourne.
D^ S. H. KooRDEBs, Buitenzorg.
Beaso^er Bros.. Oneco.
Dir. Bot.-tuin, Saharanpur.
172
Maand.
benaming der planlcn.
Üiitvaugen vau:
December Berberis arislala.
ncpalensis,
Brassica campeslris.
Gassia llorihunda.
Galamus teiiuis.
Gombrelum decandnim.
Golehrookia opposilifolia.
Celcdra Toona.
Chamaerops Fortunei.
Diospyros embryopleris.
Ebretia serrata.
' Eruca sativa.
Eugenia lalifolia.
Erythrina suberosa.
Guizolia abyssiaica.
Ipomoea rubrocoerulea.
Lagerslroemia parviflora.
Litsaea zeylanica.
Malvaslrum Iricuspidaluiii.
Mucuna capitata.
Tiivea.
Nymphaea Lotus var.
pubescens.
stellata cyanea.
. • parvidora.
, . versicolor.
Oryza sativa 6 var.
Oroxylum indicum.
Phaseolus aconitifolius.
mimgo.
Pinus excelsa.
Phoenix 4 s.
Rosa moschata.
Rubus ellipticus.
Setaria etalica;
Trenia nudiflora.
Thuja compacta aurea.
Triumfetta rhomboidea.
Ulmus integrifolia.
Veatilago vt^adaraspataDa.
i1^
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
December. Wriphlia tomentosa.
Solauum grandiflorum.
I Olea europea.
Carica quercifolia.
Amygdalus communis.
Quercus llex.
Mespilus germanica.
Prunus domestica.
Vitis viniiera.
Amygdalus persica.
Relula albu.
Borassus sp.
j D'. S. K. K00BDEK.S, Buitenzorp
Pronkowskv.
Nizza.
Dr. Stuhlmanh, Duilsch Oost-
Afrika.
ItiJLAUE II.
IIN 1901 ONTVANGI^N IM.ANTKN
Maand. I ncti.iininf,' der planloti. Uiilvaii^'fn v.in
Januari Be^onia sp. L. Nagki., Pekalongaii.
Alstroemeria brasiliensis. IIaa(;e & trciiMioT, Krfiiri.
chilensis.
pereprina.
psittacina.
Amaryllis Graveana.
procera. ,
robusla.
Anemone japonica 4 var.
Calliphruria Hartwegiana.
Cyclamen persicum.
! Dioscorea inannorala.
j Eiicomis punclata.
Free.sia refracla al ba.
Haemanihus coccineus
Ilyacinlhus candicans.
Iris alata.
• luberosa.
Littonia modesta.
Nerine undulata.
llrnithof^alnm arabicum.
Hausknechtii.
• longibracteatum.
Phaedranassa oblusa.
Richardia Adiami. [
Pentlandi.
• Rehmanni.
Sagittaria variabilis.
Ainorphophallus campanulatus. ü'. A. VV. Niedwbhhüis.
Rulbopbyllum sp. Borneo 2 s.
Coelogyne Dayana. I
septemcostata,
175
Maand.
Benaming der planten.
Onlvanffen van:
Januari.
Februari.
Maarl.
April..
Mei.
Coelogyne sp Borneo 2 s .
Curculigo sp. Borneo.
Dendrobium sp. Borneo.
Eria sp. Borneo 2 s.
Filices Borneo 3 s.
Macaranga caladiifolia.
Melaslomacea Borneo.
Melocanna sp. Borneo.
Palaquiuin sp. Borneo.
Phaius.
Schisinaloglottis sp. Borneo.
Stauranlhera sp. Borneo
Zingiberacea Borneo.
Araaryllis fennosissima.
Globba sp.
Liliura longiflorum.
Dendrobium secundum.
Liparis Rheedii.
Phalaenopsis amabilis.
Saccolabium miniatum.
Spailioglottis plicala.
Een partij Orcbidaceae.
Remusalia vivipara.
Sanseviera sp.
Canna 12 var.
Dahlia 12 var.
Calla aethiopica.
Canna Ehcmanni.
Emilia.
iriditlora hybr.
Begonia hybr. gigantea.
Gloxinia hybr.
Iris germanica.
Kichardia albomaculala.
Aerides odoralum.
Dendrobium superbum,
Phalaenopsis sp.
Sarcochilus teres var.
Kenanthera sp.
Rhipsalis faveolata.
W. ,]. D. VAN ANDEL,Soekaboerai.
F. W. S. S. ROOBDA VAN EVSINGA,
Malan^".
Behaghel, Palele.
D'. S. H. KooRDEius. Buitenzorg.
D^ Stüulmakn, Duilsch Oost- Air.
GnoENEWEGEN & Co Amstemian.
Dammann & Co., San Giovann:
a Tedticcio.
D'. .1. Bosscha, Borneo.
Dir. Museum, d'liisl. nul. Parijs.
i-^e
Maand.
Beiiaraing der |)lanleii.
Ontvangen van:
Mui Uliipsalis lunalis.
|iento|)tera.
cassytiia.
. Iiimbricoides.
Jnli Piper sp.
Alocasia Leopoldi.
Crinum Laureslini.
Cypripediuni Asliburloniae.
barbalum.
Charlesworllii.
chloroneurum.
ciliolare.
concinnum.
Dauthieri.
Uayanum.
festuro.
Harrisianum.
javanicum.
Lathamianuni.
Leeanum.
Spicerianum.
Stonei.
October Vanilla sp.
Caryola.
Dryraophloeus.
Ficus sp.
Garcinia sp.
Heliconia sp.
Hydnophylum sp.
Maranta sp.
Musa uranoscopa.
Myimecodia.
Plychospenua.
Uyophorbe amaricaulis.
Vanilla Roscheri.
sp.
November , Punica granaluiu.
Lilium sp.
Coll'ea.
SaIIi IIaSSAS IJl.N Al.llMAIi Al.
Attas, Üjohort;.
K. l'iJNAAUT van (ïEEni, (W^nl.
J. TwiJSEL, Singkawang
Resident. Ambon.
KÖBELE, Honolulu.
D^ Stuhlmann, Ouitsch Oost-
Afrika.
G. L. Apcar, Ngadiloeweh.
V. Lennep.
177
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van :
November
Cyrlanthus lutescens.
Gladiolus cuspidatus.
hybr. Bellona,
nanus.
• ramosus.
Habranthus robuslus.
roseus.
Ilymenocallis lacera.
» Maclaeana.
Lilium caiididum.
croceum.
longifiorum Harrisii,
Nerine elegans.
Oxalis brasiliensis.
canescens.
floribunda alba.
fulgida.
grand iflora.
multillora.
Zephyranthes depauperata.
• lexana.
• Treatiae S. VVatson.
Adiantum curvatum.
' peruvianum.
» Williamsi.
Encephalarlos Hildel)randtii.
Landolphia Hendelotii.
• Kirkii.
Mascarenhasia elastica.
Sanseviera guineense.
zeylanica.
Ariopsis pcllata.
Callipsyche eucrosioides.
Harlwegiana.
Grinum ensifolium.
scabrum.
Dahlia 27 var.
Lilium Thompsonianum.
Pancralium galvestoniense.
Sickenbergeri.
Dammann & Co., San Giovanni
a Teduccio.
Kerkhoven, Bandoeng.
D'. Stühlmaxn, Duitsch Oost-
Afrika
Haage & ScuMiDT, Erlurt.
VbBSUG van 's LANDS PLANTENIUIN 1901.
i2
llÈ
November
December.
Sa^tUaria gracilis.
• varii'ibilis.
Amaryllis byl>r. 24 var.
Dablia 35 var.
Pancraluiii soncf,'ambicmii.
iiiidulatuin.
Gladioius rainosus.
> nanus.
• cuspidatus.
llabranlhus robuslus.
roseus.
Hcmcrocallis lacera.
Maclcana.
Lilium candidum.
• croceuin.
» longiflorum llarrisii.
Nerine elegans.
Cofl'ea robusla.
Kickxia africana.
Laudolphia varies.
Sapium tolisnense.
Orcbidaceae van Moeara Tainl)esi.
Gonvallaria majalis.
Grocosmia aurea impcrialis.
Kaempferia Gilberli.
Vanda liiubata.
CbeWORKE NunSEHY (>0. HlCIIMd.M).
Dammann * G". san (liovaiini a
Tcdticcio.
L. LiNüEK, Brussel.
D'.D.J. HuLsiioFF Pol, Biiitcnzorg,
Haage & SoiiMiDT, Erfiirl.
D'. Gronema», DJokjakarla.
Bijlage 111.
STAAT VAN DE IN 1901 VERZONDEN ZADEN
EN PLANTEN.
s >
s =
3
25
5 »
Aan vvieii gezonden
<u
Soort der
bezending,
964
1542
1856
894
349
2221
869
1799
1950
2132
90
1212
979
438
91
2049
678
1159
1258
Consul-Generaal van Frankrijk
Consul van Groot-BriUannië en Ierland.
• • Portugal
Wd. Consul van Italië
Resident van Amboina
Banka.
Bantam
Benkoelen
Besoeki. . .
Lampongsclie Districten. .
• Palembang
• I'asoeroean
der Preanger-Regenlscliappen.
van Reinbang
• Riouw
14
Inhoudende:
1
5
1
1 1
4
2
Zaden van Albizzia nioluccana.
Zaadpadi.
Cacao-zaad.
Zaden van Java-tabak.
Planten van Ficus- en Caslilloa elas-
tica.
Zaden van Eriodendron anfractu-
osum.
• en pollen van Euchlaena luxu-
rians en andere voedergrassen.
• van Coniferen.
• Euchlaena luxuriaus en
Panicum maximum.
' • Gazongras.
• Sarcolobus Spanoghei.
Planten > > .
Zaden • sierplanten, gras en
Cosmea.
Planten • vruchtboomen, Canna's
en sierplanten.
• Canna's en palmen.
Zaden • diverse grassoorten.
• • gazongras.
en planten van bloemen,
van Canna's. palmen, heesiers
en bloemen.
• Menado. en Paardentand
muis.
180
0 s
Aan \vi(!ri gozomlcii :
5
1448
1881
473
1180
693 i
1294
45
2055
1013
1610
1675
1862
1130
1094
1416
142
1801
2070
2247
1838
151
258
556
143
Resident van Soorakana
• • Tftrnalo en Onderlioorip-
ho(l(!n
der Wesler-afdeelinp van üorneo.
Assistent-Resident van Üeniak
Galoeh.
Indramajoe .
Keboeuien.
Klaten..
Koedoes ,
Lahat
Limbangan.
Padang
Pekaiongan .
Poerwokerto.
Priaman
Soekapoerakolot.
Soorl dn-
bezending.
Inlmiiilfnilc
1 Zaden van Brownea.
11 > • Pitliccololiiimi Sainan,
Klanihoyanl. Olfiiialis,
[lalnien en rotan*.
2 Planten van Ficus elaslica.
1 Palmen.
Idem.
Groentezaden.
Groente- en Canna-zaden.
Zaden van palmen, hloemcn. caout-
chouc- en petali-pertja
boomen.
• ('astilloa elastica.
• Styrax Benzoin en Bixa
Orellana.
• • Styrax Benzoin.
Il Bloemzaden.
1 1 Maiszaden (3 picol).
Zaden van Canarium commune.
> Albizzia moluccana.
• voedergras.
• Danimar, reuzenmaisen
Canarium commune.
• Gazongras, Melinisminu-
tiflora, CaslUloa elastica.
Planten • Cinnamomum zeylani-
cum en Koningspalinen.
Zaden • gazongras.
• Pithecolobinm Saman.
. üreodoxa regia.
. • scbaduwboomen, sier-
planten en bloemen.
• • diverse vrucbtboomen.
» • Tliea assamica, Eu-
chlaena luxurians, reuzenmaisen
Helianthus annuus.
18(
tb
t- 2
Aan wien gezonden :
Soort der
bezending.
il
C et
a
m
•E
•d
B
O
12
"3
Inhoudende:
114
Assislent-Residenl van Soemedang
1
8
Peperplanten en zaden van Gaslilloa
elaslica, getah-pertja, grassoor-
ten. Zea Mays en cacao.
550
• • • Tasikmalaja
1
Palmen.
770
« • • Toeban
2
Zaden van Canarium commune en
vruchtboomen.
890
• Trenpgalek. ......
1
2
• Ficus elaslica, Caslilloa
elastica en cacao.
1904
4
• Hevea brasiliensis en
Cinnamomum zeylani-
cum.
199
• • • Wonogiri
y
Bloem- en palmzaden.
Planten van vruchtboomen, palmen
en chevelures.
652
1
il
2334
• Wonosobo
der Zuider-districlen van
I
1
Zaden van heesters en sierplanten.
Celebes
3
• Cedrela serrulata, Cana-
rium commune en karet.
300
Wd. Assistent-Resident van Amoentai . . .
i
1
1
• Bixa Orellana en Rici-
nus communis.
1282
»
1
• boomen en heesters.
1839
Controleur van Alahan-Pandjang
2
• Schizolobium en palmen.
108
• Ainandit en Negara
5
• Albizzia moluccana, Fi-
cus elastica, Caslilloa
elastica, Hevea brasilien-
sis en bloemen.
1719
• • Arabarawa
2
• sierheeslers en gazon-
gras.
222
• Ambon
2
Planten > Caslilloa elastica.
1116
2
Zaden • » «en
gelah-perlja.
169
• • Ajer Bangis
1
2
Groentezaden.
1417
en mais.
1638
• Balapoelang
2
Zaden van Canna en sierheeslers.
2056
• Balang Alai en Laboean
Araas
4
• Ficus elastica, Caslilloa
elaslica. Hevea brasilien-
sis en Manihot Glaziovii.
182
Aan wicn gozniMhüi :
467 I Conlrolcur van IWimolm IV en M.iif^Msanc.
1190
167R
1598
55
1230
913
201
1054
2147
1247
1505
1508
1204
415
207
1920
1181
2225
686
666
655
1684
1206
Bod. ja .....
Bodjoneporo.
Djambi
njenc|ioiilo.
Kaïljen
Kajoe-Tanain.
Karang-Anjar .
Keboemen . . . .
Laboean-Batoe.
Lebakidoel . . . .
Locmadjang.
Madioen
Moesi Oeloe..
Mokko-31okko
Soüi'i der ,
iMüendiiig.j
IiiIhhkIcikIi
ter Noordkiist van Celebes
van Ogan Oloe en Enim
der Ommelanden van Telok-
BelonK
1 1 ZaïliMi van Tam.'irindiisindira, Ficiis
•ïl'islira.
1 • • Tatnarimliis inilica.
3 • • l'.aslilloa clastica, l'itln!-
I cnlobiiun Saiiian en ^a-
zonaras.
I 1 • • Ficus elaslica.
21 • • (ïanna en rcii/nmnais.
1 • • rcnzeninais (5 Kd.).
1 • • Andropogon murica*
lus.
en pollen van Bengaalse!)
gras,
2 ' van heesters en palmen.
1 • • (liiinamomiiin zeylani-
cum.
• Pithccolobium Saman en
vruclithoomen.
1 . . Zea -Mays (5 KG.).
2 . . . . (180 KG.).
2 > > paardentandmais enCas-
tilloa elastica.
2 • » Pilliecolobium Saman en
Melia Azedaracli.
• vrucblboomen.
Palmen.
Bloem zaden.
Zaden van Canariuin coiiinuine en
Tectona grandis.
■ Bengaalsch gras en ge-
tah-pertja.
» Bengaalsch gras, sier-
en waaierpalmen.
• en planten van bloemen en
palmen.
van Menado-mais.
185
bD
Aan wieii gezonden :
Soort der
bezending.
s g
■3
■J2
a
1
s
o
2
"o
Inhoudende :
1390
Conlroleur der Onderafdeeling Sindang-
slreken
3
1
2
Bloemzaden.
1985
• » Ophir-disiriclen
Zaden van Zea Mays (3 IvG.), Vo-
andzeia subterranea
(3 KG.) en Mangga-soor-
len.
1606
• Pangkalpinang
2
> • Melinis mimitinorus en
Euchlaena luxurians.
2222
• Pasir
1
1
• Gazongras, bloemen en
schaduwboonien.
1117
• Pengkalan kola Bahroe en
XII kdla Kampar
4
• Albizzia moluccana, Al-
bizzia stipulata, Voand-
zeia. subterranea en
ïectona grandis.
1337
Idem.
1
• Canarium commune.
917
■ • l'oespo
1
• • Ranau-labak.
1624
• Praja
1
1
• Albizzia slipulala. ga-
zongras, Bixa OrcUana,
Canarium commune,
Cassia florida. lielian-
thus annuus en Tama-
rindus indica.
756
. Salaliga
1
• Damara alba. Oreodoxa
acuminala en Oreodoxa
oleracea.
1813
.
4
• Pilhecolobium Saman,
Spalhodea campantilala
en gazongras.
968
• Sangau en Sekadan
1
» Bengaalsch gras.
635
• • Segarie
1
1
• schaduwboomen.
2107
■ • Schizolobium excel-
sum.
2287
• Sepoelih
1
• vruchlboomen. bloemen,
snelgroeiende schaduw-
boomen en heesiers.
11
1
t . Singkawang
1
• • Eucalyplus en sierplan-
ten.
184
^
t^ ™
Aan wien pczonden :
Soort der \
bezcDdiag.|
1 2
s i
a>
-e
'i
i
i
o
12
s
■s
ltiliijii(l(.'Mil<*:
539
Controleur van Salaliga
9
Zaden van lülellaria (>;irdauioinum,
Eriodendroii niirraclUD-
sum, EIneis guineensLs,
Euclilacna luxurians,
1'ariiciiin riiaxiniuin. Ile-
lianllius niiiiiiiis. Myiis-
tica frafraiis, Klamhoyanl
en Nicoliana Taba-
cum.
392
. Tanali Laul
1
1
• Helianlluisannuus.Oreo-
doxa repia, Canarium
commune, Tamarindus
indica en voedergras.
1698
.
5
• . Cassia llorida, Melinis
nüinilillorus, Zea Mays
en Eriodendron anfrac-
luosum.
2351
1170
.
1
. Zea Mays (2 KG.).
• Piihecolobiuiu Saman eu
• • Tjaringin
3
Paardenland-inais.
878
• • TiikadiansT
3
7
» nuttige boomen en plan-
ten.
J J u •••••••••••••
70
» » Wesl-Lombok
1
Planten • Saraca indica, Gar-
< v
denia resinifcra, Elaeis
guineensis en bam-
boe.
1731
Wd. Controleur van Beneden en Oost-
Doesoen
4
Zaden • Euclilaena luxurians,
Melinis minuliflora en
gazongras.
2082
• Fak-Fak
1
. . Si<irplanten en Inland-
scbe groenten.
952
Aspirant-Controleur van Blora
8
• diverse boomsoorten.
359
• Lebong Domok..
3
.
627
.
1
■ Mangga-soorlen.
86
■ Maros
1
• Pithecolobium Saman.
426
• Meulaboh
2
• bloemen en heesters.
367
. » » Poerwokerto —
2
> Canarium commune.
185
tab
Aan wie» gezonden:
Soort der
bezending-
Ü
12
1
8
"S
12
O
5
Inhoudende:
551
Militair. Cominantlanl van Moeara ïembesi.
Djarabi
5 Zaden van palmen, sierheesters, Zea
Mays, Voandzeia subter-
ranea en Aracbis hypo-
gaea.
1736
Idem
1
1
Planten van vrucbtbooinen
1019
Post Commandant te Bangkinang
Groentezaden.
1498
. Barabei
2
Groente- en bloemzaden.
573
• » • Seulimeun, Aljeh. .
1
Bloemzaden.
1734
Commandant der sectie bergartillerie te
Fort de Koek
3
Zaden van Pithecolobium Saman en
gazongras.
2383
Idem
2
■ gazongras,
829
Eerstaanwezend Genie olTicier in de 2^^
militair afdeeling, Semaraiig
3
• diverse grassoorten.
1884
Eerstaanwi'zend Genie oilicier, Soerabaja.
1
« Albizzia moluccana.
1800
Tjimabi . .
2
• Canarium commnne.
1502
Weltevre-
den
1
1
' palmen en gras.
2084
(ïewestelijk Eerstaanwezend Genie oHicier
Amboiiia
2
• sierplanten en bloe-
men.
51
• • Batavia
1
. sierplanten.
205
Plaatselijk Genie-Chef ie Malang
1
Planten • Canarium commune.
274
. • = Tjimabi
1
.
1553
Fungd. plaatselijk Genie-Chef te Malang..
1
Zaden • •
2031
Eerstaanwezend oHicier van Gezondheid,
Semarang
3
' sierplanten, bloemen en
palmen.
2186
Chef van bel militair hospitaal, Padang..
3
• sierplanten, bloemen en
gazongras.
916
. hospitaal, Makassar
1
1
en planten van diverse hees-
ters en bloemen.
877
Inspecteur van het Boschwezen, Semarang.
3
2
' planten van Ficus elas-
tica.
1883
4
Planten van Hevea brasiliensis.
235
Houtvester van Bagelen, te Poerworedjo.
1
Zaden • Payena Leerii.
397
.
3
a ■ a a
ISf)
5? "
A;iii wi(!ii g('/oiiiloii :
1611 Houlvcslcr van llaf»cli!n, te Pocrworedjo.
Soort der
bctcnding.
2350
612
1063
679
1726
1804
197
2352
2228
1101
1546
805
• IN;k:iloi)^aii, Komlal
• Sciiiaraii^, Kcdoiif^ Hjali. ,
Toobaii,
Boschopziener Ic Kedewaii. Hlora • .
• Sawahlocnlo,Suinatra's-
Wcslldisi
Maf^ang-hoiilvcsler, bosclidislricl Kedewan,
Blora
Hoofd-inpenieur, Chef van den Spoorweg-
dienst Ie Padang
Directeur H. B, S., Seniarang * .
Clief van liet Post- en Telegraal'-kantoor
te Klaten
Idem. te Ngawi
Idem. te Tegal
Chef IV-i* sectie, lijn Padalaraiig — Kravvang,
Krawang
871 I Adjunct-Landmeter te Bandong.
155 Regent van Brebes, Pekalongan.
1179' • • Madjalengka
1264 . . .
1664
a s
o o
IllllulliliMldi'
2' Zafifn van Ficus olaslira cii Alhi/-
zia moliiccanü (5 K(i ).
1 • • Pilhecololiium Sainan.
2 • • lli'liantliiis aiiniius en
Tjciiiara-laiil.
5 • • Kicus elastica, Caslilloa,
Payena Leerii. korl-
gruciciid gras en groen-
ten.
■ heesters, groentrn «mi
.scliaduwhoomon.
> Albizzia stipiilata.
• Zea Mays en grociilcn.
• Melia Azedarach.
Diverse palmen en planten.
Canna-zaad.
Zaden van Panicum maximum.
1 Groentezaden
2 1
Zaden van Helianthus annuus. plan-
ten van karet en vrucht-
boomen.
• veevoedergras.
Palmen.
Bloem- en peperzaden.
Zaden van Melia Azedarach, Albiz-
zia moluccana en Ce-
drela serrulata.
» Boehmeria nivea, Castil-
loa elastica, Corchorus capsularis,
Melia Azedarach, Melinis minuti-
flora, Payena Leerii. Urostigma
elasticum, gazongras en planten
van Agave rigida.
187
234
255
2409
Regent van Modjokerlo
VVedaiia van Indihiang, Tasikmalaja.
• Pamollan, Lasseni
I ) I
1175
1506
1178
930
1011
1038
• Paralian, Tcinai.gocng
• Tasikmalaja
• Woiiosobo
Assislenl-Wedana van Doekoeh Doengoes
Koeloardjo
Idem
Idem
Palmzaden.
Bloemzaden.
Zaden van Tliea assaraica. Tliea chi-
nensis, Albi^zia mnluc-
cana, Albizzia stipulata,
Andropogon niuricalus,
Elaeis guineensis, My-
rislica fragrans en Oreo-
doxa regia.
• Zea Mays, Castilloa elas-
tica en Ficus elaslica.
Dammar*zaad.
Bruine booncn.
Zaden van Nicoliana Tabacum, Zea
Mays en voedergras.
• Helianthus annuus en
Albizzia moluccana.
• Indigofera galegoides, In-
digofera sp., Myrislica
fragrans, Melia Azeda-
rach, Urosligma elasti-
cum en Caryophyllus
aromaticns.
• Myrislica fragrans, Melia
Azedaracb en Albizzia
moluccana.
• Arachis hypogaea en
Paardenland-mais.
• Ëuchlaena luxurians en
Paardenland-mais.
• • nuttige gewassen en
groenten.
• Caryophyllus aromati-
cus, Melia Azedaracb en
Cedrela serrulata.
> Melia Azedaracb, Cedrela
serrulata en boontjes-soorten.
188
u i
Aiin vvii'ii f,'(v/,onflftn :
Süorl (l«r
bezending.
a è
s %
•O
.S
te
m
S
o
.5
a
c
a
Iiili()U(i(Miilc:
22JJU
AnsisUmiI-W t.'ilaiia van liMcUdcli lliii'ii^ors.
Koeloardjo
1
Zaden \
aii «livorse groenten.
2307
Idem
10
•
. nnltipe gewassen.
2384
Idem
2
'
• vuedergras en groenten.
1946
Assislcnl-Wedana van Kaliangrik, Mage-
latitr
2
•
• Daniniara aib.i, Styrax
Benzoin en Corcborus
capsulari.s.
39
• Ngalian, Bageleii.
2
. Myrisiica fragrans en
Caryophyllus aroraa-
itcus.
148
3
. Voandzeia subterranea,
Heliantbus annmis en
Nicoliaua Tabacum.
219
4
• Euchlaena luxurians,
Erylhroxylon Coca en
Nicotiana Tabacum.
1708
» Poengpoer, Bodjo-
negoro
4
•
» Corcborus capsularis.
Kuchlaena luxurians,
Voandzeia subterranea
en Caryopbyllus aroma-
ticus.
440
Wd. Disiriclshoofd van Benoea IV, Rantau,
Z.O. A. Borneo
1
^
■ diverse groenten.
912
Idem
1
■
•
779
Administrateur van Bedojo, Djokjakarta.. .
2
•
• Nalal-indigo.
809
• Gedong Djohore, Meilan
2
Bamboeslekken.
773
• Kali Gambar, Blitar. .
1
Planten
van Musa mindanensis.
398
• Kadjar, • . .
2
1
Stekken
van
van Ficus elastica, zaden
Hevea brasiliensis en Castil-
V
loa elastica.
1292
der Koffie Onderneming 'Ka-
li Lessok", Wlingi. . . .
1
Zaden van Albizzia moluccana.
2066
• Koffie Onderneming
•Soeban Ajam", Ben-
koelen
1
•
.
189
bc
Soort der
bezending.
i >
3 es
^ 7
Aan wieii gezonden:
o
a
a
s
C3
Inhoudende :
■E
a
o
3
^
3
1122
Administrateur der Malangsche Cultuur
Maatschappij, Halte Ke-
pandjen
1
Zaden van Ranau-tabak.
165
•
van Paya Jarabu Estate,
Bindjey
1
4
• Albizzia moluccana.
845
der Tal)ak-M;iatschappij
• Namoe Djawie". Medan,
2
» » Albizzia moluccana en
Caesalpinia dasyrrachys.
2271
idem
5
• idem. en Cedrela serru-
lata. Melia Azedarach, Castilloa
elastica.
1616
■
Tabak-Maatschappij «Tjin-
la Radja", Langkat
1
Koroh-zaden.
128
joewangi. .
van Taman Gioegah .Ban-
2
Zaden van Albizzia moluccana.
1752
Administratie
der Borneo Tabak-Maat-
schappij. Mahe
1
» » Passiflora foetida.
595
•
der Deli— Batavia Maat-
schappij, Medan
_
> Albizzia moluccana.
1405
•
der Deli— Cultuur Maat-
schappij, Deli
2
» idem.
1614
der Senembah-Maatschap-
pij, Tandjong Morawa...
2
• en planten van Tamariudus
indica en Swietenia maha-
goni.
2283
•
idem • . . .
2
van Castilloa elastica en Pa-
yena Leerii.
677
'
der Tabak-Maalschapdij
Arendsburg. Medan
2
> > Albizzia moluccana.
1956
•
idem
1
Koningspalmen.
781
Company,
United Langkat Phuitations
Limited «Padaiig Tjermin",
Doli
1
1
Zaden van Albizzia moluccana.
671
Aars, Gedong
Djohore, Medan
1
Zaden van Lagerslroeniia reginae
en waringin.
1073
Aart, J. van,
Abbo, I.. Hok
Probolingo
1
Graszaad.
254
)dewo, Kediri
Veevoedergras-zaad.
198
Abeleven, E.
A., Samarang
1
1
Graszaad.
190
bc
55 ^
Aiiii wicri ''(!/(iii(l('ii :
1682
I
I
'lun
1274
471
651
1730
2123
1066]
594
969
1391
994
1126
1098
1858
851
1599
2155
1889
2136
358
1515
2382
1859
1545
2210
Abëlevea, e A., Sainaraiip
Ai'.kehmann, {]»., Ilojolali
Akawa, Mevr. (I., Pal('inl)aiif,'
Adena, Pekalonpan
Soember Scwoe, Ma anp;
Alberts, K. W., Malaiig
Almerooi), (]. i., l'alcinhang
Ali'hen i)E Veeh, II. .1. VAN, Uaiijoewangi
• idem
• idem
AmORIE VAN DER HoEVEN, II. I)ES, Tail-
djong-Karanp;, Telok-Belong
idem
Andel, W. i). J. van, Soekal)oemi
Apcar, G. L., Ivcdiri
Apon, J., Tegal
Arathook, e. G., Tocloenj^-Agoeng
Bade, M'. e., Socrabaja
Bakhuis, H. B. W , Siiikerfahriek Menaiig,
Kediri
Bai-, C. A., Pasewaran, Banjoewangi. . .
SoDi l der
hozeoding.
Balsen, U., Peloeng Oniboh, Malang.
Bandei-, R. van, Moemboel, Djember .
Bandel, R. van. Moemboel, Djember..
iiliiiiiil('[i(l(;
Pianlcn van .snelproeiondt' scliailnw'
buomeii.
Zaden van (>a(!.sal|iinia («triaria.
Bloem- on italmzaden.
Blocmzadcn.
Zaden van Krylliroxylon Coca.
Planten van Hevea brasiliensis.
• Ficus elaslica.
Zaden van gras.
• ' Albizzia mnliircana.
idem.
• Caslilloa elaslica.
Vanille stekken.
Zaden van Molinis minntillora.
Groenlezaden.
Theezaden.
Planten van Albizzia inohiccana.
Cola acuminala en nuttige gC'
wassen.
Zaden van sierbeesters, bloemenen
palmen.
• Albizzia moluccana.
• idem en Albizzia sli])ii-
lata.
Planten van Urostigma elasti-
cum.
Zaden » Pilhecolobium Sa-
man.
Melinis minutiflo-
ra.
Zaden van Sorgbum vulgare en
Eucblaena luxurians.
191
bc
a e
a A
Aan wien gezonden
Soort der
bezending.
Inhoudende:
238 i Dartels, M. E. G., Pasir Datar, Tjisaat.
2135
2231
1007
Bastuan, l). J., Danipil, Malaug.
189 BÉüiER, R., Tjiljoerocg.
133 . W.
499
1435
1939
1186
2023
419
1028
190
1319
1556
196
DE Prairie, L. P, Proepoek, Tegal.
Beek, C. J. M. J. ter, Ngares Kopen,
Delangoe
Beer, H. N., Megowo, Djocja . .
Behaghel, G., Paleleh.
Benthem vak den Bergh, J. f. van, Mo-
lioardjo, Malang
Idem
Idem
Bkrg, G. van, Karang Nongko, Blitar..
Sierplanten.
Ca n na-zaad.
Zaden van Albizzia luoluccana Ce-
drela serrulata, Melia
Azedarach en Elaeis
guineensis.
• Pilhecolobiura Saman,
Albizzia moluccana en Cedrela
serrulata.
Planten van Musa texlilis.
Zaden van Albizzia moluccana, Ery-
thrina, Caesalpinia co-
riaria, Caesalpinia da-
syrrachys en Oreodoxa
regia.
• Bixa Orellaiia en Cedrela
serrulata.
• Caesalpinia dasyrrachys,
Cedrela serrulata, planten van
Cola acuminala en Swielenia Ma-
hagoni.
Vanillestekken.
Zaden van Plthecolobium Saman.
Planten van Uncaria gambir.
Zaden > ilelianlbus annuus en
Cylisus laburnum.
> sierplanten en groen-
ten.
> Albizzia moluccana.
• nuttige planten.
Planten > Cola acuminata. Hevea
brasiliensis en Uros-
tigma elasticum.
> Ficus elastica.
192
Aiiii wicn "i'/ntidfii
Soort der i
bezending
IiiIiiiiiiIimkIi-:
! 4
2199
llEncMANs, F. A., Ropiniiiijoo, Tfipal
2020 Berosma. Mr. S. J., Tiaiidi. Semaranfr.. . .
085 liicnKKNiioFi'. M. J., Banjofi Birno
1169 Berlauwt. W., SuikcrOnd. Koniiif,' Wil-
lem II Halte Pramlion. Sneraliaja
Besseling, P., VVoilevredeii
Beuningen van Helsdingen, L. .1. van.
167
275
Telok-Belonp.
2014 Rinkhuizen, A. N., Tomanpgopiip, Kcdoe.
1414 Binnendijk. Adiiiinislraleur 1'anoewareiig
bij Pekalongan
1967
Idem.
1270 Bley. J, Selokalon. Kendal.
1855 Blok, R. J., Cofjro-Niti, VVlinpi.
2124;
1989 Blüme, C. J.. Modjokerto
BoDDE. S, D., Weltevreden
Boer, N. G. de, Malanp . . .
138
527
33 I BoERMA, H. N. S., Semarang.
1955
102
1850
Boers, L., Bodja
Boer Vervoorn, A. de, Blitar.
Bokhorst, A., Soerabèja.
414 ' Bollaan, N. M. H.. Terapeh
162 BoLsius, D'. A., Tasiknialaja .
2126 ...
470 Boodt, A., Malang
Zaden van Cola acuminata, Payena
Lecrii. Pitliccololiium
Sanian en liloeinen.
2 i . Caniia's en palincri.
1 lllocm/aden.
V
Paliir/.adon.
1 Bloeüizadct
.
li (iraszaden.
] Maiszaden.
2
Planten van Manilla- en Sisal licii-
nep.
2
•
Apave rigida en Mu.sa
textilis.
2
2
Zaden
Ca.slilloa olastica. Cyli-
codaphne sebifera en
planten van Hevea bra-
siliensis.
Albizzia moiuccana.
idem.
Payena Leerii, Theo-
broma Cacao en kollie.
gazongras.
Myrislica fragrans.
Oreodoxa regia en Paye-
na Leerii.
Ficus elastica.
1
Uncaria Gambir en plan-
ten van Agave rigida.
gazongras, palmen, Can-
na en Hevea brasi-
liensis.
•
Melia Azedaracb.
•
nuttige gewassen.
2
>
diverse vruchtboomen.
1
■ »
Nephelium.
193
u ^
Aan wien gezomlen:
Soort der
bezending.
i 2
s >
1 "
3 «0
-3
■i
■é
e
CS
S
'o
O
3
Inhoudende :
1193
Boot Klalen
1
1
2
Pahnzaden.
107
BoOY A P Radja inanilala
2
Planten van Hevea l)rasiliensis.
1632
Zaden van Payena Leerii en Albizzia
uioluccana.
180
Bos H J R Wlingi
1
2
10
» • Albizzia raoluccana.
244
• • idem.
815
• ■ idem Albizzia slipulala.
Melia Azedarach, Ce-
drela serrulala, Elaeis
guineensis, Eleltaria car
dainonmm, Myristica
fragrans, Payena Leerii
en Poinciana regia.
297
Bosscha, D'. J., Sambas
1
» • Manihol Glaziovii.
961
BoüTMY. Mej. A., Tagog-Apoe
1
Palmzaden.
298
G., Pangledjar, Tagog-Apoe
1
Karetzaden.
422
.
2
Zaden van Hevea brasiliensis.
1096
.
2
.
1567
Bouwmeester, J. J. den, Moemboel.
Djember
7
. Canariura commune. Co-
la acuminala, Melinis
minuliftora. Payena
Leerii. Theobroma Cacao,
Urostigma elaslicum en
gazongras.
2264
Brandenburg v. d. Gronden, F. Sendoero,
Loemadjang
1
• Uncaria Gambir.
372
Brandliot, II., Benkoelcn
2
• Albizzia moluccana en
Andropogon Scboenan-
thus.
2116
131
1
2
■ Albizzia Moluccana.
Bredée, P. e., Tasikmalaja
• één- en meerjarige
niet vergiftige planten en ge-
wassen.
490
452
Bresser Djainboe Banjoewangi
1
Palmzaden.
Brewer. f. Namoe Tongan, Heli
Djatli-zaad.
844
•
2
Vee voedergras- zaad .
VeBSLAC. van 's LANDS PLANlliNTUIN 1901.
13
194
bó
t"
bez(
rl <l.r
tadiag.
3 ca
-3
Aan wicn pezontlen:
ï"
«
1
-3
e
<B
S
o
'-2
s
o
Inlioiidcnrie:
2;u)i
lill()l:Klll:l/.^;^, 11. 1'. 1. van, Ai^-asari Üaii-
(loüiif^
1
1
IManlen en zaden van Andropogon
muriratu.s, Ciimamornuni zeylani-
cuni. Cas."<ia javanica, Sorpliutn
en Bixa Orollana.
35
L., l'aMaiiii. iJaiipil
1
I'almzaden.
302
BnoEns, \\., Haridjcrmasin
2
Zaden van Payena Leerii en Hevea
brasiliensis.
502
Bnui'PACiiER, n.. Tjidjoro, Rangkas-Bilneng.
2
> Ilelianlbus annuus en
Zea Mays.
2262
HniiYN, Mevr. de, Wcltovroden
2
> • bloemen en sierplanten.
1182
IUiugemkestre, A., Socrabaja
1
Thee-zaad.
1198
HunoER, (^ii. II. E., 1'angparang, Haiidoenpf.
2
Zaden van Elaois guinoensis en
Erytliroxylon Coca.
1139
lU'RGHAUD, H. II., Depok
1
Diverse bloemzaden.
1325
BuRLAGE, W., Geiieng, Soerabaja
1
Zaden van sierplanten.
1428
1
.
2044
BunT, G. A. — Zeverun, Tjiwangi.Tjircngas
1
• Zea Mays.
2046
Cultuur Maalst'happij .Soekamangli",
Kendal
1
1
• Gaslilloa elastica en
planten van Ficus elas-
tica.
256
• • •Soember Bo-
pong", Pasirian
1
1
> • Albizzia nioluccana.
129
Callenfels, J. e. J., Sepandjang, Soerabaja.
Bloemzaden.
1636
Capelle, Mej. A. van, Weltevreden
1
Zaden van Cosmea en Ganna.
1602
Carpentier Alting, e. H., t. v. notaris Ie
Bandoeng
1
1
Palmen en zaden van Melinis rai-
nutiflora.
1317
Christiaanse, M., Onderwijzer te Ternate.
1
Bloemzaden.
596
Civiel Etablissement te Lhö-Nga, Oleh-leh.
1
2
Planten van vrucbtboomen en zaden
van Bengaalsch- en Braziliaansch
voedergras.
800
CoRDEsius, C, Tjiboegel, Malle Leuwigoong.
4
Zaden van Albizzia moluccana, Cae-
salpinia dasyrrachys, Melia Aze-
darach en Pithecolobium Saman.
673
CoüPERü.s, H , Soekaboemi
7
Planten van Ficus elastica, Gaslilloa
elastica en Hevea brasiliensis.
195
3
Aan wien ffezondeii:
Soon der
bezending.
Inhoudende :
485
2330
1953
977
1578
2022
795
810
1581
991
1876
1554
428
1576
88
182
1061
1738
1882
1717
1023
2034
1586
1000
CoüVREUR, Kalisat. Pradjekan
Crameb, C, Alas Petoeng, Loemadjang. .
Cboes. Weltevreden
• J. W.. Amoereng, iMenado
Croon, B., Solo
ÜANKMEYER, U., WHngi
Darmo Broto, Keboemen
Datoe Amperan, Perak
Davelaar, G. van, Kertosono
• L, VAN, Bodja
Deeleman, J., Modjokerto
Deibert. H. G. C. Willem I
Dekker, J. K., Goenoeng Siloli, Nias . . . .
Delden, K. A. van, Ardhi-Redjo, Wlingi.
Delderenne, A., Djati Roenggo, Ainba-
rawa
Deventer, W. van, Kagok, Pekalongan..
Dezentje. G., Bantool, Djocja
.1. A. G., Klalen
Dissel, J. van, Fak-fak, Nieuw Guinea..
3 Zaden van palmen, sierplanten en
boomen.
1 • • Albizzia nioluccana.
1 • • Canna's en sporen van
Chevelures.
• sierplanten en nuttige
gewassen.
» Nalal indigo, Nicoliana
Tabacum en Albizzia
moluccana.
• Casldloa elastica.
• diverse groenten.
• Cardamom.
■ Corcborus capsularis.
• Ficus elastica.
Palmzaden.
Zaden van beesters en boomen voor
park.
• » Beiigaalsch voedergras
en Albizzia moluccana
• Albizzia moluccana.
Planten van Japanscbe banibdC, l)i-
ospyros kaki, Kastanje, Eriobolrya
en palmen.
Zaden van Albizzia moluccana on
Grevillea.
> Albizzia moluccana.
• Uncaria Gambir.
• Zca Mays.
• diverse bloemen.
Palmzaden.
2
1
1
2
1
1
51 Zaden van Garoct- en Paardentand
mais, tabak, padi on andore nut-
I lige gewassen.
196
- H
Aan wicii ''o/Atmh'n:
"■
Soori il( 1
bezfïndiiig.i
^
IS
a
ji
•
■ca
6
a
■o
■3
"o
0
^
t;
t«:
H
2104' DisseIm .1. VAN, Fak-fiik. Niouw Gulnoa.
1049 DisTicn, A., ijmialii
54 I DonNSEiKK. .1. II., Olicrilion
402 • • • •
068 i . . • •
1925 1 . . . •
1376
179
351
132
576
794
1816
1965
2064
2373
376
2191
1582
1124
1185
2253
DozY, A. .1., Pasirian
DnossAERs, E., Meosler-dornelis
W., Tjiljoeroep
Ebeling. .1. <- . Plolleii, Welerie
Eberson, J , Paiigoonp Sarie, Madioen.
Eeden, (1. A. VAN, Kediri
Eerdmans, A. van, Samarinda, Knelei...
Eersel, A. C. H. P. van, Kedalon, Proho-
lingco
Idem
Elenbaas, .1. A., Bandoeng
Ellingeb, G., Lawaiig
K., Waroe, Soerabaja.
Engelken, A. M., Blitar
505 Erdmann &. SiELCKEN, Balavia.
Inhoudende:
Z.Mlt'n van vriiclilliiHirinMMMi ^.'inciili'n.
2 Bloem- 011 groenlczatlen
1 Blocnizaden.
1 Zaden van Zea Mays.
1 Biooni/.aden.
2 Zaden van lliira crepilans, palmen,
Clenialis en sporen van
clieveliires.
• Castilloa elaslica.
Planten van Agave rigida var Si-
salana.
• idem.
• • Miisa textilis.
Zaden van Pilliecolobium Saman.
Nymphaea alba.
» • Cinnamomiini zeylani-
cum en Ilelianlhus an-
nuus.
• ■ diverse cultuurplanten.
• Casiilloa elastica. Hevea
brasiliensis en Payena
Leerii.
• • Albizzia raoluccana en
Pithecolobium Saman.
» Melinis minutiflora.
• Erylroxylon Coca.
• • Agave rigida, Cola acu-
niinata, Cinnamoinura
zeylanicuni, Urosligma
elasticura, Canarium
commune, Uncaria Gam-
bir en Hevo^ brasi-
liensis,
» » Eucalyptus.
197
Aan wien gezonden;
Soort der
bezending.
Inhnmlende;
1431
495
1192
1146
1631
449
83
459
1509
1914
774
1320
105
195
1166
1860
1898
847
606
1484
1740
1261
1853
Es, W. J. VAN, Anioerang
Evers, VV. A., Wonolopo, Malaiig
Filet, M'., Somarang
FiLz, Ch. L., L;iwang
Fraissineï. H. C. C. Bodjong, Poerljolini.'gi).
FuANCBEN, W., Malang
Gersen, A., Batoeng Datar, Pad. Pandjang.
GiERLiNts, Fr, Ngrangkah, Kediri
Giese. A., Peloong ümbo, Blilar
GiLs. Mevr. de weduwe van. Padang.
GocH, VV. J. VAN. Langsee, Pati
GoDEFROY, L. J., Malang, Toeren...,
GoEs, H. VAN DEU, Sockaboenii
GoRTMANS, A., njolija
• Mevr. R., Weltevreden
Gout, 1)., gep. kapt. Tjinialii . . . .
Graaff, J. J. DE. VVeltevroden . . .
• A. DE. Salaliga
1 Zaden van sierplanten.
4 • » Payena Leerii. Hevea
brasiliensis, Ficus elaslica, Wil-
lughbeia firma en Caesalpinia
dasyrracbis,
1 Palmzaden.
1 Zaden v;in Krylbrnxylon Coca,
• > Melinis iiiinulillora.
» Foraslcro Cacao.
» Bixa Oicllana, Eucblaena
luxurians en llelianlhus annuus.
Planten van Musa mindanensis en
Ficus elaslica.
» Castilloa elaslica, Hevea
brasiliensis en zaden van Uncaria
Ganibir en Castilloa elaslica.
Planten van Andropogon-soorlen.
Zaden van Albizzia nioluccana.
Planten van Ficus elaslica.
> > > t en zaden
van waterplanten.
1 Graszaad.
1 Zaden van Albizzia moluccana.
1 . • idem.
7 . . Bixa (Jrell.r.ia, Zea Mays,
Voandzeia sublerranea.
Albizzia moluccana, Al-
bizzia slipulala en voe-
dergras.
. Oreodoxa regia, Pilheco-
lübiuui Sanian. ilolianllins annuus
en Püinciana rej-ia.
Planten van lieesters en cheve-
lures.
1 Z:iden van Voandzoia sublerranea.
Stekken van Vanilla aromalica.
Bloem- en palmzaden.
3| Zatleu van sierboouien en palmen.
198
5 ==
752
1109
1G08
1929
4G4
A;m wien pczoiulcn:
Soorl (Jor
Ixszending.
u
t4
'jt
s
>i
Inhoudende :
È
s
a
1
^
12
a
GnAiGHER. II. .1., Radck. Kcdiri..
GnEVE, A.. Kronwock. Wlmj^'i. . .
Gboos, W A., lloinpol, Malanp..
GuiGNÉ, DE, Namoe Uambei, Dcli
1477 I GuiLO.NAHi», L. 1', Simpaiig, Soerahaja...
811 I GüMHEL & ScHUMACHEB, Bclawan
1392! Gdtteling, W. M„ Tjisaroca-Zuid bij iJui-
lenzorff
501 llAKiiiTON, G., Modjokeilo
1486 Hamaker, J. Th , Tjibadak
1010 ! Ilaiidelsvcreeniging •Anislerdam", Soera-
baja
296 Hautsteen, F., Madoe-Ardjo, Malang. . . .
2294 Have, F. ten. Wales Kediri.
1268 Hedrich von Wiederhold, F., Peloong-
Onibo, Blitar
1756
2193
2086
1495
59
1513
628
1957
Heinrich, M,. Soeinocr Waloe, Pekalongan
Helder, F. il., Pasewaran, Banjoewangi.
Heldring, C, Toempang bij Malang. . . .
Herdricks, A. Kelegan, Sepandjang
Henny, Mevr. C, Sookamanab, Soekaboemi.
Herbert Heubel, Balavia .
Herklots, H., Tjibadak
Hernann, A., Tjiinangoe, Djampang Koeion
l| Planten van Androfiogon Iwaranrusa
en zaden van Hevea bra.silien.sbs.
i Zaden van Albizzia uioliiccana.
1 • • Erytbroxylori (loca.
2 Bloem- en groenlczaden.
1 Zaden van Hi:vea brasiliensis en
Cola acuininata.
■ bloemen en sierplanten.
Sierplanten,
Zaden van diverse cultuurplanten.
Planten van Castilloa cla.stica, Hevea
brasiliensis, Swietenia Mahagoni,
Myroxylon peruiferum en Cola
acuminata.
Palmzaden.
Zaden van Albizzia molnccana.
• Agave rigida.
■ Andropogon muricalus.
Graszaden en Vanille-stekkcn.
Zaden van Sarcolobus Spanoghei en
Ficus elastica.
1 • • Pithecolobium Saman.
1 • ■ Hevea brasiliensis en
planten van Agave rigida.
• Myristica fragrans, Ficus
elastica en gazongras.
2 Palm- en graszaden.
2 Gras- en bloemzaden.
1 Palmzaden.
1 Planten van Ficus elastica
• • Tamarindus indica, Fi-
cus elastica, Cinnaraomum zeyla-
nicum, Erylhroxylon Coca, My-
ristica fragrans en Caryophyllus
aroma ticus.
199
Aan vvieii gezonden:
Soort der
bezending.
« 2
il
3 CS
.2
13
e
S
o
"o
Inhoudende :
52
Hesterman, L., Tjisampora, Soekaboemi..
7
Zaden van Albizzia moluccana en
Ficus elastica.
1728
Heukelom, P C. van, Pasirian
1
1
• • Albizzia moluccana.
780
Heyneman, Mej L., Solo
Palmen.
412
IIeytisg, J., Kediri
2
Zaden van Pilhecolobium Saman.
1355
.
2
3
• Albizzia moluccana, Al-
bizzia Saponaria, Caesal-
piüia coriaria, Casuarina
equiselifolia, Casuarina
sumalrana, Musa minda-
nensis en Ficus elaslica.
640
W.. Gabes. Malang
2
• Zea May.s, waterplanten,
palmen, Canna's en komkoniiuer.
805
HiNSBEECK, J. 11., Lebak Redjo
1
Palm zaden.
2141
. , , . ,
1
Zaden van Albizzia moluccana.
998
Hisgen, 0., Semarang
2
Palm- en bloemzadeu.
1142
HissiNK, J. P., Rangkalan
1
1
•iroentezaden.
245
lIoFF, Mevr. C , Muntok
Zaden van Victoria regia en Lolus-
soorleu.
2037
Hofland, R, P., Bandoeng
1
1
• » Albizzia moluccana.
748
HoFs, H. Th., Bandoeng
Sierplanten en palmen.
1964
Hogezand, W. A. S. van, Kendal
1
Zaden van Ficus elaslica.
31
d'HoLLosY, A., Meesler-Cornclis
3
Planten van Agave rigida en Musa
niindanensis.
506
• • • •
2
Zaden van Flacourtia inerinis en
Melaleuca Cajepuli.
2299
• • I »
1
1
» Saraca ilecliuala.
1085
lloLTius, G , Tjandi-Sewoo, Blilar
Palmzaden.
1818
.
1
Planten van Ficus olastica.
453
UoNEs, J. E. TEN, Soeinber Bopong, Pasii i.in
1
Zaden van Caslilloa elastica.
1690
L. TiN, Malang
3
• Pilhecolobium Saman,
Hevea brasiliensis en
Payena i.eeru'.
867
Hoofdagenlschaj) der Crediel- en llandels-
Vereeniging «Banda", Ie Baiida
1
• Ficus elaslica.
1057
Hoof( lagen tscbap der Koloniale Bank Ie
Soerabaja
2
Planten van Hevea brasiliensis.
691
IIooFF, A. van, Tjandjoer
1
Zaden van Albizzia slipulal;i.
200
til
u. 2
Aan \vi<;n pezoiidcn:
Mjori lilt
1 ^
s »a
.2
1
m
.
•o
e
§
o
.2
8
o
Inhoudende:
2213
Hopi'E, II Toiiilio Halaiip
1
l'laiihii van Apavc rifiida en Uros-
(igiiia i-lasliciini.
210
lloiiN, Mevr. M. van, l'asiiiaii
3
• Kiens claslica en (>as-
tilloa (daslica.
2149
lloRNEMANN. li , Scinaiang
1
I'ahnzaden.
2282
.
1
1
2
Palmen.
(il
IJcHCK. A. .1, I'cfonfj Kdllo, Kudiii
Stekken van Ficns elaslica en zaden
van GinnaniOMiuni zeylaiiituni en
Caryophylius aronialicus.
1713
Houten. C. F. vaw, Maiianp, Solo
2
Zaden van Gorchorn.s capsnlaris.
1406
lliTB I'lvnaku, Mevr., IMosso-l'aiTe, l*ücr-
woasrie
2
Palm- en {irocntezaden.
2252
llunEit. 11. C. U. .1., Seinaranf»
1
2
Graszaden.
379
Mevr. W„ Sedali, Modjokerlo. . .
Zaden van sierliecslers.
94
lluizEn. J. II. W., Kediri
3
• Andropof^on muricalus,
Cinnamomuni zeylanicuni en (ïa-
ryopliyllus aromalicus.
170
Immimv, Mevr. A., l*(!tjaiipa;in, Ivocdoe.»;. . .
1
Bloenizadcn.
650
.
1
Zaden van (linnaniomuui zeylanicum.
2157
Ikgebman, f.. lJed|().sari, Madioen
1
üazongras-zaad.
1659
Insinger, l. G., ïlofjosari. Toeren
1
3
Planten van Hevea bra.siliensis en
zaden van Caesalpinia da-
syrracliys, Pithecolobium
Saman en Albizzia slipulata.
515
Jacometti, Mevr. L., Wellevreden
4
4
en zaden van Fucblaena
luxnrians, Coix Lacryma, Elaeis
guineensis, Myrislica fragrans, My-
roxylon peruiferum en Cinnarao-
mum zeylanicuni.
1287
Janssen van Raav, A. G., Djeinber
2
Zaden van palmen, snelgroeiende
booraen. Canna's en Helianlbus
annuus.
1466
Jansz, S. D., Anibaravva
3
5
Planten van Urosligma elaslicum,
Caslilloa elaslica en Hevea bra-
siliensi.s.
Zaden van Caslilloa elaslica, Payena
Leerii, Gazongras, Melinis minu-
tiflora en Thea assamica
20!
a >
3 es
Aan wien pezondcn:
Soori tier
bezending.
Inhoudende:
1074
1238
1236
1318
1338
87
2004
1233
479
504
1174
1259
1797
2216
1075
2110
1751
638
1005
456
775
Jesse, R. W., Soember Doeren, Malang..
JoEKEs, A. M., I'adanp
Jolles, A. E., Goodo, Djombang
Kaan, J., Gezaghebber Gouvts. S. S «Raal",
Menado
Kamerling, U'. Z., Pekalongan
Rate, J, ten. Kali Klaltak, Banjoewangi.
Kater, P. de, KlaUng, Japara
Kempenaer, H. oe, Pcngadjaran, Modjokerlo
W. DE., iMalang
Kessler, W., Tjempacca Wariia, bij Garoel.
Kieviet de Jonge, D'. G. W., Wehcvredcn.
Kinderen, J. G. der, Loel)oe Uaja, Padang
Sideinpoean
Idem
Kleinsmiede, J. A. Zur, Podjok, Garoein.
I I
Palmen en zaad van Bengaalsch
vocdergras.
Zaden van gazon- en veevoeder-
gras.
Palmzaden.
Zaden van Canna's, palmen, sier-
en kliiu|)lan(en.
• Albizzia nioluccana.
• idem.
• Zea Mays, veevoedergras
en Grevillea robusla.
en planten van Ficuselastica,
Caslilloa elaslica en Hevea
brasiliensis.
• van Melia Azcdarach.
> Albizzia moluccana.
» • -en
Pithccolobium Sanian
• Albizzia moluccana, He-
vea brasiliensis en plan-
ten van Ficus elaslica.
> > Albizzia moluccana, AU
bizzia stipulata en Itraziliaansch
voedergras.
Gazongras-zaad.
Zaden van lilletlaria Cardamoruum.
■ Caslilloa elaslica en Ma-
nihol Glaziovii.
• ■ Theobroma Cacao. Hevea
brasiliensis en planten
van Ficus elaslica.
> UncariaGambirenPithe-
colobium Saiuan.
202
E >
3 re
1102
1877
1363
2011
2188
1886
855
1138
2103
95
1733
1729
2125
1095
1026
2166
1077
158
1712
8
1196
223
Aan wieii f,'(!/.oii(l(!ii :
s„
)it
Lr
lii:ZCUdillg.,
■o
!S
e
-1
o
2
R
ü
o
o
l
.a
a
^
'ji
aa
liihoudemle:
Kleirsmiküe, .1. A. Zuil, l'odjuk, Garuciii,
Klerck, A. A. S. uk. Paiuleglang, Uanlaiu.
KLori'ENBunG, J., Goenoenp Soesoeroeli,
Tagag-Apoc. . .
.1. G. M., Bodja ...
Klusman, A. N., Seiiiaranp
Knii'HOrst, J., Pangkalari Braridari, O. K.
Suinalra
KocK, G. DE. Tjepiring, Kendal
KoEsvELD, M. VAN, Sedajoc
Kolk, F. J. J. van deh. Üjocwana, Kertosorio
KoLLER, A., Malang
Koloniale Zee- en Brand-Assuranlie Maat-
scliappij, Batavia
KöNiG, VV., Banaran, Wlingi
KoppEscHAAR, J., Pasiiian, Proltolingo. . .
Koster, J. P., Djoana . ;
KoTTMANN & Cie., K., Biiidjey.
Kramers, Ü'., Buitenzorg
VV. T., Lahat
Krayenbrink, Mevr., Malang...
Kress, J., Pasirian
3, Zaden vüii IIcmü hrasiliensiü, Cin-
naniiiiiiiiiM zeylanicum, Caryo-
pliyllu.s aromalicus en Kamfer.
I'lanlcn v.iii Ficns elaslica.
• ■ Miisa niindanensis, (lin-
namomum zcylanicimi, Myrislica
fragrans, Caryo|diyllns aronialicns
en zaden van Tliea assamica.
r Zaden van Albizzia niohiccana.
Il • >■ Ficus elaslica.
1 Palmzaden.
Zaden van Alhiz/.ia moluccana en
snelgroeiende planten.
1, Palmzaden.
l' Planten van Ficns olastica.
, Zaden van .snelgroeiende schaduw-
I boomen, Canna's, Ko-
ningspalm. Tomaten en
Radijs.
• Jute.
Planten van Hevea Lrasiliensis.
» • Ficus elaslica.
Zaden van Castilloa elaslica.
• • Caesalpinia coriaria en
Tliea assamica.
Planten van Castilloa elaslica, Ficus
elaslica. Hevea brasilieusis, Payena
Leerii en Uncaria Gambir.
Zaden van Paardenland mais.
Koro-zaden.
Zaden van Pilhecolobium Sainau.
Bloem- en groentezaden.
Palmzaden.
Planten van Ficus elaslica en Cas-
tilloa elaslica.
203
Aan wien gezonden:
Souri der
bezending.
IS
■a
.!£
«
S
N
w
o
O
1^
^
^
^
:^
23
Inhoudende :
82
1896
898
1878
1892
1
2267
1820
2015
2185
106
432
448
615
766
1068
1087
Krieken. L. van, Solo
Kroesen, W. K., Tjibadak..
Kroes, P. J., Banjoewangie.
Krol, A., Sindang Sari, Soekaboemi.
Kruk, Ch. .). S. A. van der, Garoet.
Krijgsman, Temanggoeng
Krijthe, K. J., Rini, Wlingi
KüPFER, A. Ë., Gencng, Malang .
Laer J'., A. van, Swaroc Boelocrollo Blilar.
1439
1 1 Palmen.
Zaden van Djoekoet Anlanan.
• Andropogon muricalus,
Ileliantlius aniiuus, My-
ristica fragrans, Pillie-
colobium Saman, Rapiia-
niis caudatus en voeder-
grassen.
» Albbizzia moluccana.
Bloem- eii groente/.aden.
Peper- en Vanillestekken.
Zaden van diverse planten.
• Albizzia moluccana, Al-
bizzia slipulata. (lae-
salpinia dasyrracbis
en Pithecolobium Sa-
man.
» Ficus elaslica, Caslilloa
elaslica en Ganna.
• Zea Mays.
Planten van Ficus el.islica.
• • » » en zaden
van Hevea brasiliensis.
Cacao-zaden.
Zaden van Pithecolobium Saman.
. ■ Uncaria Gambir.
t • Pilocarpus peiinalilolius,
Cola acuminala en Ery-
ihroxylon Coca.
• Hevea brasiliensis, Cinna-
momum zeylanicum. Ca-
ryophyllusaromaticus en
planten van Ficus elaslica
en Hevea brasiliensis.
t . Erytiiroxylon Coca, Cola
acuminala. Andropogon muricatus,
Uncaria Gambir en palmen.
204
th
rt
0.
_
2
^
«
=3
re
>r.
IJ
-O
Aan wieii "c/diiilcn;
liiliou(ieri<le:
1722 i Lak» J'. A. van, Swaroe BocloeroJlo.
IJlilar
204 l>A(;Kns Jr .1 II., ricrilcnf?, Socrahaja
2114
LAGEnwEnFi, J. M. Kciioonp, Vaut. Kodiri
1879 Lammeiiée. l Waroe
115G Lammers, G.. Socrabaja
2106 • -LisNET. i'. L., Kali Tello,
Maiang-
417 Lans, A. J. Aiuboina
804 • • ■ •
1099
1847
860 I Lantzius, K. C. Uanda
520 ; Lai'i>, J. Ciin., IJamloeng
200 Lawick. Mevr. de Baronnesse l\. van,
1 lUilong-Hendo. Krian
1110 I Ledeboer, A. .1. M , D.jemher
1183
1093
1748
2196
Lennan. in. ('-. Mac, Modjokerio. . .
Lennei', 11. .1 VAN, Bakoong, Kediri.
529 Lens, W. C, IMiaëlon, Kraksaan
694 Lettre. M.. Baloe Balira. Tebing Tinggi
2349
1194
1322
783
692
Leverkühn. C. M., Salaliga
LixGE, D'. A. R. van, Bandoeng
Lobry, J., Bangkal, Modjokerio.
Lükey, G. J., Djombang
Mac. GiLLAVRY, D., Wlingi
1 l'laiili II van I icus claslica
Il Zaden van sier[iabii('ii
12'' • Hevea brasiliensis, Al-
l)izzia moluccana en plan-
ten van Fi(Mis claslica.
I ij . . bloenifii ('Il klimidaiilr-n.
1! Bloeinzaden.
1 Zad(!n van Albi/.zia moluccana.
2 1 1'lanlen
2
Zaden
Planlen
Zaden
Ficus claslica en Cas-
lilloa elaslica.
Caslilloa elaslica.
Ficus elaslica.
Eucblaena luxnrians
Sporen • chevelures.
Zaden • Miisa mindanensis en
Uiciniis comnmiiis.
. Ficus elaslica.
Graszaad.
Planten van Ficus elaslica.
Zaden van Canariuiu commune en
Hevea brasiliensis.
. Albizzia stipulata, Cae-
salpinia dasyrracbis en
Pithecolobium Saman.
. Elellaria Cardamomum.
en planten van bloemen, hees-
ters, klimplanlen, vruchlboomen
en gras.
Veevoedergras-zaad.
Palmen en sierplanten.
Palm zaden.
Zaden van ünraria Garabir.
• Erylbroxylon Coca.
205
S es
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending,
Inhoudende ;
2005
570
753
1420
1544
126
670
785
1329
1857
1203
2229
101
907
66
450
250
995
1197
2150
401
618
897
750
1677
164
382
Mac. Gillavry, D. II. D., Djali Roenpgo,
Anibarawa
Th.. Alas Rovvo, Loeniadjanp
Maclean, R., S^i. Gerpa, Biiuljey
Marinissen. J. P, C, Dinoyo, Modjokerlo.
Marinüs en Huber, Soenpei Roean, Bindjey.
Marl. W. H. van, Bandar Bedjamboe,
MassIxNk, A.. Wellevredei)
Mascarenhas Inglez, L. de. Timor Dilly.
Mechel, A. vojf, Ojapoera, Indragiri
II. voN. Telok-Betong
Medenbach de Rooy, H.C. VAX. Proliolinggo.
Meertens, M. J., Kedong-AUang, Buitenzorg
Meine, 0., Semarang
Meuenbergh. P. f., Malang
Meijer, J. G. F., Dinojo, Soerabaja ,
Meijers, A., Semarang
W., .
Merci II ART. B. II., SoemberTangkep, Malang
MiciiELSEN, Mevr,, Weltevreden
MiEROi'. VV. G.. Semarang
MissioNAR Reisenherz, Frau, Sdindung,
Taroelneng
Molenaar. L. N., Wellevreden
l! 2
Zaden van Hevea brasiliensis, Pa-
yena Leerii en planten
van Japanscbe bamboe
• Albizzia stipulata en
Myristica fragrans.
• Albizzia stipulata.
• • • moluccana.
» • Bloemen en sierbees-
ters.
• Castilloa elastica.
» • Oreodoxa regia.
■ • Erylbroxylon Coca
en planten van nuttige
boomen en gewassen.
• • Ficus elastica.
Rameb-wortels
Palmzaden.
Planten van Ficus elastica
Palmen.
Tjemara- en palmzaden.
Canna- en palmzaden.
Palmen.
Graszaad.
Palmen.
Zaden van Pitbccolobium Sa man en
Poinciaiia regia.
• » Andropogon muricatus.
Cola acuminata, Sarcolobus Spa-
noghei en Zea Mays.
Bloemzadcn.
Zaden van Flamboyant.
Groentezaden.
Canna-planten.
Zaden van diverse planten.
20 G
bL
a ^-
9 >
3 rt
ï^ u
<w
-3
Aan wion f-'c/ondfn:
1155 1 M(tN()i> DE KiM)iiitvii,i,K, A. A., Tirlo,
j l'ckalonfïan
1046 i Mooi, J., Salalipa
423 I MooLKNBi'nGii, Telok-Uelonp
1030 ! Mr)ORE, II. VAN DER, Soekahoenii
G07 MoTMAN, J. VAN, Ondernemiiif; •Williel-
iiiina", Paroenp-Koeda
1051 MüHLMCKEL, J.. Tjibadak
356 I Naus. II., Serapi. Pekaiongaii
1507 Nederlandsche Nieuw Guinea Handel-Maal-
schappij. Gisser, Amboina.. .
1919
353
227
127
409
42
633
578
1755
1543
918
2215
491
1757
769
Neil, A. Mc. Alas Bezoeki, Loeniadjang.
Nettehoven, A. Th., Sawali-Loenlo, Su-
malra's Weslkusl
Neüroiirg, J., Medan
Nkve, A. f. de, Tjitrap, Biiilenzorg . . . .
Neys, H., Semarang
Nisi'EN. Jiif. W. D. VAN, Kekonromo, Sragen.
Olden, R. H. van. Notaris te Tegal
Onink, J. W., Desa Pepen, Malang
Ossenbruggen. Mej. M. van. Weltevreden.
Otten, D' G., Madjenang, Modjosragen. ,
Ottenhoff J'. G., Tjilenlab, Tjibadak
Soort der
beieodJDg.
Inhoudende:
I 1 Zaïlon van Heiif,'aalscli pras.
Il Palmen.
1| 2 • en zaden van lleliantbiis
aimuus en gazongras.
1 Zaden van Albizzia moluccana.
Planten van Ficus elaslica en zaden
van Erylbroxylon Coca,
Eriodendron anfractuo-
sum, Theobroma Cacao
en voedergras.
> > Casiilloa elaslica.
Zaden van schaduvvboomen.
• • Ficus elaslica.
Planten van Ficus elaslica.
Zaden van Albizzia slipulala en Meiia
Azedarach.
' • Canna's en palmen.
1 > • Castilloa elaslica.
3 . . . . en
Hevea brasiliensis.
1 Palnozaden.
1
2 Planten en zaden van nuttige ge-
wassen.
5 Zaadpadi van verschillende varië
teiten
1 Gazongras-zaafl.
2 Bloem- en groentezaden.
Groenlezaden.
Planten van Ficus elaslica, zaden
van Casuarina equisetifolia en
Poinciana regia.
1 Gazongras-zaad.
1 Zaden van Caslilloa elaslica.
207
bc
Aan wien gezonden:
Soort der
bexending.
3 es
— •
Inhoudende:
-a
1
1
o
o
1
2
3
181
Ottolander, T. Pantjoer, Sitobondo
2
Zaden van Albizzia moluccana.
188
1
Planten van Ficus elaslica.
1583
1
Zaden van Albizzia moluccana.
895
OüWENs, P. A., Soekaboerai
2
Bloem- en palmzaden.
153
OvERDUYN, Mevr., Penialang
1
Zaden van Heliantbus annuus en
Canna.
1372
Perelaer, Tegal
2
• Helianlhus annuus, an-
dere bloemen en pal-
men.
1909
... ...
1
• Pithecolobium Saman.
1121
Persenaire. D^, Weltevreden
1
Gazongras-zaad.
624
Palm. J. C. vai* der, Gloensing, Malang.
2
Zaden van Albizzia Moluccana en
Zea Mays.
1107
1
3
• Albizzia moluccana en
planten van Ficus elas-
tica.
1202
1
• Caesalpinia dasyrrachis.
1485
. .... . . .
1
.
1723
.... . . ,
2
• idem en Albizzia moluc-
cana.
1916
.... . . ,
2
• Caesalpinia dasyrrachis
en Melinis minutillora.
225
Palm en van Amstel, Batavia
1
• Ficus elastica.
1844
Paulino, A. Ph., Tjilatjap
3
• Zea Mays, Albizzia mo-
luccana en Caesalpinia
dasyrrachis.
444
Peereboom Voller, A. A., Ramawati, Soe-
kaboemi
2
• Melia Azedarach en Al-
bizzia moluccana.
408
D., Soember Mangis
Kidocl, Malang. .
1
• Myristica Iragrans.
974
. . idem
3
. Albizzia raolnccana. Pi-
Ibecolobium Saman en
Caesalpinia dasyrrachis.
1058
idem
2
• ' Albizzia moluccana en
Pithecolobium Sautan.
2108
. . . idem
2
• Albizzia moluccana en
Pithecolobium Saman.
208
H a
C co
5^ ^
Aan wicn gezonden :
Soort drr
het
ndin^'.
_:
12
C :
Jl<
2
E
S
^
^'
o
fc
lnli(Miilfri(le
68 I PEEREnooM VoM.Kn. J. P.. Pasir Kananpan,
Soekabdeini • ■ .
1874 Peetkrs, P. A. C, Soemlicrwekas Banf,'il.
'2115
276
537
239
231
1550
Pereira, V., Soerai)aja
Perret, A. I'i. L . Nobo, l'aiec.
(>., Lawang
1241 Persijn, L., Soeinberredjo-Rogodjampi,
Banjoewangi
idem .
1521
1284 Pfeiffer, Mevr. K..Pangled|ar,Tagog-A|»ofi.
1863 I Pessy, J. f., Medan. 0. K. Siimalra.
Pieper, W. .)., Wageningen.
Pieterse, L., Medan, Deli...
872 PiTCAiRN Syme & C"., Batavia
160.') ! Plagge. M. C, Paleinbang
908 Pleysier, A.. Soember Bowo, Pasirian...
1613 Plugger, J., Adnr. Serdang Tabak Maal-
scbappij. Perbaoengaii
2172 Prehn, J. van, Doerdjo, Djeniber
2 Zaden van reu/endjagong en daiin
loeiilas.
1 Sporen van Adianluni
1 Paliii7.aad.
1 Zaden van Neplieliuni lappacenni.
1 > • Bouca (iandaria.
4 . • Zea Mays (variëleilen)
en Caryophylbis aroma-
licus.
> Paardenland mais en
pompebnoes.
• idem.
• palmen en sierplanten.
• • Thea assamica, Tbea clii-
nensis, Erytbroxylon
Coca, Myroxylon perui-
ferum, Heliantbus an-
nuus, Polygala oleifera,
Caryopliyllus aromaticus
en andere geneeskracb-
tige planten.
• Microtropis sumatrana.
» Bloemen, Heesters en
Gazongras.
Graszaad.
Zaden vrn Bb)omen en sierplanten.
. » Palmen en Flamboyant.
Djatti-zaad.
Zaden van Tbea assamica, Andro-
pogon muricalus, Bixa Orellana,
Rameh, Caslilloa elastica. Cola
acuminata, Erytbroxylon Coca,
Corcborus capsnlaris, Uncaria
Gambir, Braziliaansch voedergras
en Urostigma elasticum.
209
a
s
25
Aan wien sezonden:
Soorl der
bezending.
Inhoudende :
2089
Prehn, W van, Boeinie Redjo, Kepandjen.
1621 Prentice, A., Branggahan, Halte Ngadi-
loeweh
1753 • • idem
13 Prinsen Geerlios. Pekalongan
2298 • • •
125 ' Punter, J., Malang
933
1430
1328
299
1620
2050
Raaymaakers, f., Mijnbouw Maatschappij
• Alluvia", Singkawang
Rambaldo. J., Seloredjo, Djomhang
Reede van Oüdtshoorn, K. G. van, Mar-
gapala, Soemedang
Rest, J. J. van der, Garoel
2069 Reyden, A. van der, Meester-Cormlis. . .
2127 Reynst, A. e., Randoe-Agoeng, Probolingo.
1721 RiTTNER Bos, Mevr., Palenihang
40 RocHEBRüNE, L. DE, Pelcrongan bij Djombang
1648 RoESsiNGH van Iterson, J. W, Emhong
Malang, Soerabaja
236 Rogge, G., Bades, Pasirian
1652 Romer, Mevr,, Medan
Verslag van 'slanus pi-antentuin 1901.
12 Zaden van Thea assainica. Albizzia
moluccana, Ranieh, Cas-
tilloa elastica. Cola
acumiiiata, Erythroxy-
lon Coca, Melia Azeda-
rach, Braziliaansch voe-
dergras, Payena Leerii.
Uncaria Gamhir, Uro-
stigma elastica en Pi-
thecolobium Saman.
1 • • Melia Azedarach.
1 • • Albizzia moluccana.
Palmon.
I Canna-zaad.
II Zaden vaii Castilloa elastica.
' Agave rigida, Musa nun-
danensis, Albizzia stipulala. My-
ristica fragrans en kollie.
Planten van Boehmeria lenacissiina.
• • Ficus elastica.
Veevoedergras-zaad.
Zaad van Braziliaansch voedergras.
Zaden van Uelianthus annuus, Un-
caria Gamhir, Urostigraa elasticuui
en planten van Cinnamomnm
zeylanicum en Myroxylon perui-
i'erum.
Gazongras-zaad.
Zaden van Ficus elastica.
Canna-zaad.
Palmzaden.
Zaden van bloemen en klimopsoorten
Planten van Ficus elastica.
Bloem- en palmzaden.
14
110
A.iii wieii L'cyiimifii:
Soort der
bezending.
1227 UoosEnooM. J. W . S.Mnaranp
1022 HocMiMPion. R. Maiif^'ofMimlja Ta.sikmalaj.'i.
1915 Roven, F . r.ainl)ir. lUilar
1725 ROV VAN ZllVDEWlJN. L. II. M UK. Soilll-
lior Recijo, Malanp
2131 Idem
1112 I{ijr>ni.PH, E,. Semarang
970 I RuuK. A. A. DE, Sciekodono. Loemadjang.
2121 RtjN. R. F. II. VAN. Ojocja
840 Sailley. Mad., Soongcilial, Ranka
1257 Sandel, F'., Klamhir, I.angkal Suinalra.
1695 Sa VAGE. C. L., l»apnk, Wlingi
702 Schalkwijk, L. V... Gatiliwarna. Klalon.
699 I ScHELTüs, G., Solo
1817 ' ScHERiüs, H., Toempang. Malang.
1999 ScHEUER, Djorabang
1548 Schimmel, W.. Soerabaja
14
215! . . •
1327 j . • •
1504 Schotman, R. A., Gombong
2006 I ScHREiBER, D'. Jdl., PeaTRadja, Taroeloeng.
1843 SciiREüRS, J. A., Pasirian
139 ScuRiEKE, G. G.. Rajoe-Lor, Ranjoewangi.
1237
791
ScHRÖDER, J., Resito, Koedoes.
IiiIidikIi'iiiIi
(!aima- jilanljf's cii /aden viui II-'ü-
arithiis aiiiiiins.
Groenlczadcii.
; Plaiilcii v.in Fi(:ii«; flaslica.
ilovca brasiliensis.
Ficus ela-lica.
2 Zaden van Conireron en siorplanlen.
3, • • si('r|tlanltMi. j^alnicn en
gazongras.
3 • • Zca Mays.
2' Rloeni- en palmzaden.
1 Zaden van Fious elasiira.
1 • • Casldioa olaslica.
9 • • Adenanlhera niicrosper-
ma, Adenanlhera Pavonina, Ce-
drelaserrulala, Eleliaria Cardamn-
nnim. llelianlhu.s anntius. Polygala
oleifera, Zea Mays en voedergras.
Palmen.
Gazongras-zaad.
2 Zaden van Zea Mays en gazongras.
1 • • Eriodendron anfracüio-
sum.
en planten van bloemen, pal-
men, sierhecsters, groenten, gras,
vrucht- en schaduwboomen.
1 Gazongras-zaad.
1
1
1
1
2
2
Rloemzaden.
Gras- en groentezaden.
Zaden van Alb. moluccaiia.
en plan-
ten van Ficus elastica.
• Gelah perlja en Ficus
elastica.
» Ficus elastica en Cylisus
Laburnum.
211
Sooii lier j
bc
bezending
u. S
« u
^ .
^ s
Aan wieii toezonden:
JS
Inhoudende :
3 «
^ s
'<<; ,
^^
o
•«
1 Kist
i
1743 Seters. 11. V. VAN, Malang
89 Sevbruk, H., Tem|ieli. Loemadjanp
1831 Sexaüer, H., Lawang. Bangil
1514 Shamier. Mevr. A.. Pandcglang
532 SiN(iEi.s. il. J.. Djaejari, Ïoeloeng-Agoeng.
! I I
786
1421
1828
1654 Smit, Mevr., Ooii loevva, Medan
1052 I Smits, J. W., Ngoenoel, Toelueng-Agoeng.
2292
Snouck HuRGROifJE, KenangaH. Soembawa.
1035 SoESMAN, Edw. H., Djeinber
765 SoETEMAN, A. J. C., Besovvoli, Kediri....
1623 I SoETEBs J', H. C Pasir Angin, Buiteii-
zorg.
658 • H. J., Semarang.
623 . P. H..
1044 > Th. J.. Soekaniangli, Kendal.
2278
790
996
SouMAN, O. D. A., Kali Gading. Kepandjen.
Spanjaard, J. W., Sej)andjang..
4891 Spieüel, II. VAN DER, Boudowosu.
1: Bloemzaden.
!
1 Gazongras-zaad.
Planten van Ficus elaslica.
1 Bloemza<len.
6 Zaden van Eriodendron anfracluo-
suni, Myristica fragrans,
Payena Leerii, Elellaria
Cardamoinuni en Cacsal-
pinia dasyrachis.
• • Eriodendron anfracluo-
sum en Tlieobroma l'-a-
cao.
• Pilliecolobiura Sainan,
Caesalpinia dasyrachis,
Arachis hypogaea. Meiia
Azedarach en Zea Mays.
• Caesalpinia dasyrachis,
Albizzia nioluccana en Cinna-
naomura zeylanicuni
Bloem- en palmzaden.
Zaden van Zea Mays en veevoeder:
gras.
1 . • Eriodendron anfracluo-
sum.
3 • • Zea Mays.
1 • • Coniferen.
> • Menado-niais.
Canna-zaden.
Planten van Ficus elaslica.
en Cas-
tilloa elastica.
. • Urosligina elasticum,
Castilloa elastica en
peper.
• Hevea brasiliensis.
2 Bloem- en palmzaden.
1 Zaden van den koningspalni.
212
Soort der
tL
bezüniling.
t- «
^
ri
S 2
CU
■e
Aan vvien gezonden:
o
e
s
ö
5
iiihüudende.
1911
'2331
249
1127
1207
1706
278
914
814
1157
700
229
1607
160
374
772
1833
1060
2217
SxAbT, 11. VAN DK, KocdoCS
Stavekman. K. .)., Kaliniali, Balaag
W. IL Tjilelmel
Steenstra Toüssaint, Berni-Gabroe, Blilar.
Stkinbüch, f. Th., Soerabnia
Steiner, e. J.. Djatinangor, Hantja-Ekèk.
Steller, Mej. C, Manganitoe, bij Tarocna.
Steur, J. v. u., Magelan^
Stibbe, iVl. J., Karang Dinoyo, Paree
Stockum, C. J. van. Palembang
Stok, M'. J. Th., Karang-Anjer
Stophelaar J% A. de. Kali Bakar, Malang.
Storji, K., Wasarette, Amboina
Stortenbeker, J.. Soewarna. Paroeng-Koeda
Straeter, C. e., Tjiseureub, Sindanglaja.
6
Zaden vanCinnniiKitniiiti /evlanicnni.
Blyroxylon peruiferum en
bloomen.
• • Zea Mays, pollen van Ben-
gaalsch en Braziliaansch
voederfras.
• » Hevea brasiliensis.
• • Andropogon niuricatus.
Boebmeria nivea, Corcborus cap-
sularis. Myroxylon peruiferum.
Polygala oleifera, Voandzeia sub-
terranea. Agave rigida en Albi/.zia
moluccana.
Pahnzaden.
Planten van Myroxylon peruiferum
en zaden van Helianlhus
annuus.
• Caslilloa elastica, zaden
van Hevea brasiliensis en Payena
Leerii.
Zaden van Zea Mays.
> Albizzia moluccana.
Gazongras-zaad.
Bloemzaden en die van beeslers.
Zaden van Hevea brasiliensis en
gras.
Planten van Musa texlilis.
• Agave rigida.
Zaden van Cofl'ea liberica, UrosUgma
elasticum, Thea assamica, Arachis
hypogaea, Zea Mays en Piper
nigrum.
Planten van Ficus elastica.
Zaden van Albizzia moluccana,
Cedrela serrulata en Melia Aze-
darach.
213
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
^
•fl
R
JS
E
SI
„^
r
■o
o
O
'm
■:£
is
^
CS
Inhoudende •
290
2249
1705
1988
793
1530
1233
179ff
2242
2321
777
2266
683
430
67
1326
906
1815
2010
1577
1097
1147
739
375
577
Straten, J. A. van, Karang Gedeh, Ke-
dong-Djali
Stüffken, J. H., Siliardja, Tjitjalengka. . .
Sdermondt, C, Wonokoio, Malang
SüLLOCK, G. A., Soerabaja
SüLTER, H. F. W., Buitenzorg
Tabel, J. B. Soengei Toean, Lobopakam,
Teixeira de Mattos, A., Ngares-Kopen,
Halte Delang.oe
Idem
Tergaü, Bandjermasin
Tebwogt, W. A., Wedi-Birit, Klaten. . . .
Thednissen, H., Semarang
ToENs, J. A., Sapoe-Angin, Toeloeng-Agoeijg
Tongeren, van, Weltevreden
ToussAiNT, H., Sessek, Blilar
Touw Keno Tjoan, Pekalongan
TowNSEND, J., Modjokerto
Trip, N., Assem Bagoes, Sitobondo
Tuinman. A., Soerabaja
Twijsel, G. Ch , Tjii)adak
LiLKENS, J. G., Kali Lebak, Malang
Utermark, D., Soeko Ramé, •
Zaden van Bengaalsrh gras en Eu-
chlaena luxiirians.
» en planten van ürostignia
elaslicura en Caslilloa elas-
tica.
van Albizzia uiolucc^ina.
• idem.
» Pithecolohinm Sauian.
• Eleltariii Cardainomum.
■ Myrisiica fragrans.
Zaadpadi.
Zaden van Coniferen, dwcrglieesters
en palmen.
> > Eucalyplus, Erylliroxy-
lon Coca, Zea Mays, Heli-
anthus annuus, Ricinus
communis eu bloemen.
Livisiona sp.
Pilhecolobium Saman.
Thrinax argentea.
Pilhecolobium Saman.
sierheeslers en palmen.
Uncaria Gambir.
Palmzaden.
Benf^aalsch voeder-
Graszaad.
Planten van
gras.
Gazongras-zaad.
Zaden van Zea Mays, gazongras,
Myristica fragrans, Gar-
cinia Mangostana on
Flacourlia sapida.
» • Erythroxylon Coca.
» » Hevea brasilensis.
Planten van Ficus elaslica.
214
te
S >
<v
"Ï3
Aan uien f,'('/.i)ii(lcn :
Soort (Ier
bezending.
a, s
Inlioiulcnilc':
14:52 Uteiimaiik, 1».. SooKo Hiiinó, Mal.inp;.
2235
634 Uvi.EMAN. II . Garocl..
2158 Veku, A. .1. dk. Seljanf
Kcdiri.
508
1487
P.J.Ci, V. D., Ujoeranf; Uanleng.Wlingi
2018 I Velken, .!.. Huitenzorp
441 i Vermedlen, P., Djokjakarla
130 Versiuys, Soeraber Pandan, Soember Baroe.
212 I Versteeüu, W. C. M., Ujaril, Pasirian...
629
1084
1305
1530
3 Zaden viin Thca assamica. Pillieco-
loliiniii Snni.in en Alliizzia iii'i-
lucr.-iiia.
Planten van Caslillna elastica. Pitlie-
coliiliiuiii Sainaii en Oaesalpinia
dasyracliis.
1 Zaad van Benpraalscli gras.
4 Zaden van Albiz/ia inoluccana. <lola
acuniinata, Erylhroxylon
Coca, Payena Leerii,
Canarium commune en
palmen.
• Payena Leerii, Damniara
alba, Pellophorum da-
syrachis, Kleltaria (^ar-
daniomuin en kollie.
» ■ Caesalpinia dasyracliis,
gazongras, Indigolera
leploslachya, Melinismi-
nuliftora, Myristica fra-
grans en Ficus elas-
I tica.
2i • • Sierheeslers en bloemen.
2 » • » ■ palmen.
2 . • Caesalpinia dasyracliis
en Erylhroxylon Coca.
3 2 Planten en zaden van Ficus elastica,
Castilloa elastica.
Zaden van Hevea brasiliensis. Cas-
tilloa elastica en GelahPertja.
1 Planten van Hevea brasiliensis.
1 Zaden van Willughbeia firma.
17» • Hevea brasiliensis. Al-
bizzia moluccana, Caesalpinia da-
syracliis, Payena Leerii, Uncaria
Gambir, Myristica fragrans, Bra-
ziliaansch voederpras en planten
van Urostigma elasticum.
215
bc
Aan vvien gezonden:
Soort der
bezending.
o. 2
i 1
-o
É
1
a
■o
CS
"o
Inhoudende :
2151
Versteegh, W. C. M., Djarit, Pasiiian...
3
Zaden van
Payena Leerii, Castilloa
elaslica en Uncaria Gam-
bir.
242
Vincent, J., Soemlier Woeloe, Pasirian..
2
1
Hevea brasiliensis en
planten van Ficus elas-
tica.
455
ViTRiNGA, Djeinber
1
.
Ali)izzia moluccaiia.
1910
Vletter, A de, Poerwoiedjo
1
•
Pilhecolobiuni Saman.
1650
Vodegel, H. Ch., Semarang
1
1
.
Corchoriis capsularis.
1015
Vogel, L., Poespo, Pasoeroean
2
•
Thea assamica en Thea
chinensis.
759
VoGLER, K , Malang
5
Hevea brasiliensis, Ce-
drela serriilata, Melia
Azedarach, ManihotGla-
ziovii en Castilloa elas-
lica.
1992
1
6
j
Erytliroxylon Coca, Cae-
salpinia arborca, Agave
rigida, Codrela odorala.
Cinnanionmni zeylani-
cum en Cola acuini-
nala.
1549
VoLLENHovEN, E v.\N, Socroewinangoon
l)jonil)ang
2
, ,
Hypajihorus subuin-
brans en Pithecolobiiu
Saman.
434
VoNCK, E., Malang
2
, ,
rilhccolobiuni Sani.in lmi
Caesalpi
nia dasyrachis.
1937
VooRNEMAN, 0. E., Randoe Agoeng
1
Planten van Ficus elaslica.
831
Vos DE Wael, e., Sentoel, Djember
13
Zaden van
Elellaria Cardamomum,
Payena Leerii, llieo,
Zea Mays, Myiislica
fragrans, Cola acumi-
nata. Theobroma Cacao -
en Myroxylou peruü'e-
runi.
2336
. . . . . . ....
10
•
div. nullige gewassen
216
A;iii wion f,'(!zoiulon ;
I Soort der
I bezending.
Iiilioiidcnilc:
1167 VnEE, L. m:. Ue(l|<.-Ap;i:eiig, Madiueii,
163 VftENDENBEnC, Movr. A. II. J.. Snlo...
782 Vries, de. l{olaiifr, iJiiilcii/.nrf,'
857, . P. U DE, Uamla
1021 VitiESMAN, .1., Ivali-Kcinpik, Banjoewangi.
1587 .... . .
1128 VniNs, Mevr. .1 . Clierihon
1745 Vrossink. A. J , Tjihadak
2190 . . . .
50 VuiRüEN, VAN, Bodja, Seinarang.
1306
1601
1798 . . . .
873 VijzELAAR, B., Soeraber Kareiig, Probo-
linpgo
2281 Idem
1368 Walter, H. A, Kadjar Kidoel, Banjoe-
wangi
2039 Warneek, J.. Sipoliolun, Taroeloeng . . .
1880 Wattendorff, A., Bandoe-Agoeng,
1692 Weber, VV., Gemampir Rlalen . . .
1940
1404 Weel, G. P. M. van. Parakan-Salak, Pa-
I roeng Koeda
64 ! Westenek, Mevr. H., Ploenibon, Che-
rihon
Palm- en (^anna-zaden.
Palm/.aden.
Planten van Agave rigida.
Zaden van Ficus clasiica, Mandiol
Glaziovii en Caslilloa
elasUca.
Caryopln lius aromalicu.s.
diverse planlen.
Elaeis guineensis.
Albizzia moluccana en
PithecDlobium Saman.
Cosraea hybrida.
Ficus elaslica.
Palinzaden.
Zaden van Albizzia moluccana.
• > Albizzia moluccana, Pi-
thecolobium Saman, Euchlaena
luxurians, Melinis niinutitlora en
Castilloa elaslica.
Planlen van Ficus elaslica.
enWil-
lughbeia firma.
Zaden van Ganarium commune, Cae-
salpinia dasyrachis, Cas-
tilloa elaslica en Pitheco-
lobium Saman.
» Albizzia moluccana.
Euchlaena luxurians en
Canna's.
217
bc
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
Inhoudende:
2205 j WiELAND, J., Baioc, Malang
138J I WiNc.kEi,, E. F.. Way l{alai,iTelok-Belong.
2117
1302 WiTSEN Elias, W„ Kali-Glidik, Malang. .
1584 Witte, A de, Salaliga
1989 . . . . .
494 WoLFF, R., Meroeuiboen Estale, Serdang,
1158 ... . .
1935 WoRSTERY, D'., Soerabaja
920 Wren, G. G., Tjigombong
253 Wijnen, S. F., Üjagoan, Blitar
431
122 Zanten Jüt, Mevr. S. van, Goedo, Djonibang.
572 Zegers Kijser, W. A . Loeinadjang
1143 Zevenboom, Mevr. J., Soember Kareng'
Probolinggo
1090 Zeverijn, H., Tjibogo
1080 Zeijdel, W. A, ïewali. handjeiinasin.. .
2931 Zür Bücken, J. K, Nglehoer, bij Blora.
36 ZwEERiis, Soember Mas. Malang.
1377 Yzebman, A., Tendjo-Djaja. Tjibadak.
I !
l! 2
Zaden van Sierheeslers en nuttige
gewassen.
• • Urosligma plasticum. Ma
nihot Glaziovii, planten
van Castilloa elastica en
en Hevea brasiliensis.
• Andropogou muricatus,
Mclinis minutiflora, Pa-
yena Leerii en planten
van Urostigma elasiicum.
• - • Caesalpinia dasyracbis.
Palmzaden.
Gazon- en veevoedergras zaad.
Planten van Castilloa elastica.
Zaden van thee en Java-kollie.
Bloemzaden.
Zaden van Hevea brasiliensis en Zea
Mays.
• • Zea Mays.
• Spathodea en palmen.
Planten van Ficus elastica.
Pinang-zaden.
Palmen en zaden van Thea assaniica.
Bloemzaden.
Zaden van vrucblhooinen, klMn|)laM-
ten, Pithecolobinm Sa-
man en Albizzia moluc-
cana.
. Ficus elastica. Albizzia
moluccana en planten van Hevea
brasiliensis-
Planten van Cinnamoinum zeylani-
cum, zaden van Myristica fra-
ïl^grans, gazongras en Castilloa
elastica.
21S
-' re
Aan wieii ^iw.nuAo.w ;
Soort d<-r
bezending.
Inlioiidondo;
BUITENLAND.
17J4
2024
1173
1309
1447
420
466"
1681
738
1759
1787
1931
318
168
257
732
2300
1354
2017
156
1933
Administrateur dt-r IManlape |{alonf,Mi.
Tanpa
Arduin, Casimir, Tiirin, llalië .'. .
BuvsMAN, M., Middelhurp
Castle— Tdr>er, W. S., Baiipliok, Siaiii.
Chatel, Léon, Directeur dn Jjirdin
Bolaniquc de la Réunion
Consel der Nederlanden, Smyrna
CoRNELis, Brussel
CouppÉ, Monseigneur, Vunapope, i\eu
Pomraeren
CnEMORNE NunsERY, Ricliinoiid, Victoria..
CuRTis, Ch., Assitant-superititendenlol the
Botanie Gardens, Penanj,'
ÜAMMANN & ü°, San Giovanni a Te-
duccio.,
Idem
Dammer, IK Udo, Berlijn
De Salins, Moncay, Tonkin
DiETHELM & C., Saigon
Directeur du Jardin botaniqiie, a Varsi.vie.
Ettling, C, Apia, Samoa Island>
Fox, W., Singapore
GÖBEL, Prof. K., München . .
Haage und ScHMiDT, Effurt.
1 Zaden van Ervllinixvlon i'.ncn
• • Indiscln' f/roi'iilpn en
kruidtMi.
• Cola acuminala.-
' • Carica i'apaya. Eriodcn-
dron anlractuosum on
palmen.
KoHie-zaden.
• » Palmen en Clemalis.
Diverse cultuurplanten.
Cacao vriiclilen.
Palmzaden.
Diverse palmzaden.
Zaden van Slevensonia pranditlora.
• nuttige gewassen.
> • Alhiz/.ia sti|iiilala.
• Arachis hypogaea.
• Spalliodea carnpanulala
Zanonia macrocarpa en
Caesalpinia dasyracliis.
• » Melia Azedaracli.
• Payena Lcerii.
Planten van Selaginella Belangeri
op spiritus.
Zaden van Livislona altissima. Livi
slona rolnndÜoiia en
Slevensonia grandiflora.
219
Soort der
bo
bezending.
L. «s
Aan wieii gezonden:
1
umme
aanvra
1
cS
S
ca
Inhoudende:
1 o
"o
i^
Ci3
a
482 Henckel, W., Sanioa
1934 Hoogleeraar Directeur van 's Hijks Acade-
inietuin, Leiden
993 Kaühuann, e., Grasse, France.
962 Kok, G. L., Amsterdam.
1048 KoLBE, Fraü
1715
632
512
1737
922
2220
1446
411
P., Ralura, Bismark Archipel. . . .
KooREMAN, P., 's Gravenhajje
Nawaschin Prol. S., Kaiserl. Bol. Garten
Kiew
Newton, D'., Franqois, St. Vincent
New York Bot. Garden, New York
City
NicoLO Grillo, D^, Genova
Pask Brothers, G. W., Paraguncliah Plan-
talion, Norlh Queensland
Payna Gallwey, Singapore
1969 i Preyer, Dr Ax., Cairo.
166 Proschowsky, A. R., Nice, France
1020 PnouDLOcK, R. L., Ootacaniund, Madras..
1344 Prud'homme, Em., Tamatave, Madagascar..
1152
1231
193
1932
Pynaert van Geert, Ed., Gand
Raciborski, Prof. D'., Dublany, Lemberg.
Sander & {]". F., St. Alban.s
Zaden van Java-tabak.
Zaden van Stcvensonia granditlora,
j Licuala amplifnuis en Areca Ma-
dagascariensis.
! Rladeren van Mallotus floribundus
(± 50 KG.).
2 Zaden van Coffea liberica en thee.
1 Pabn/aden.
1 Cacao-planten en zaden van Piper
Nigrum en Cacao.
Zaden van Albizzia moluccann.
Spiritus materiaal van Pi|iprac('ën.
Zaden van Carludovica palmala.
Palmzaden en sporen van varens.
Herbarium van ürlosiplion stami-
neus.
1 Zaden van Caslilloa elastica.
2 Gazongras-zaad.
Zaden van Ficus elastica en diverse
vrucbtboomen,
Palmzaden.
1 Zaden van Brucea sumalrana.
» palmen, Piper nigrum,
Castilloa elaslica. Oryza glulinosa.
Albizzia nioluccana, Cyrlostacbys
rendah en Dammara alba.
Planten van Ficus elaslica, nuttige
gewassen, palmen en zaden van
Livistona rotundifolia.
Zaden van Brownea.
• . Livistona rolundifolia on
andere palmsoorlen.
> • Stevensonia grandi-
llora.
220
3 re
513
1017
1539
247
2320
1137
944
1413
406
929
1134
Aan wieii fjozoiidcri :
Soort dir
üczendiDg.
ï
■a
M
Jrï
Inhoudendfi:
0)
a
a
%
o
o
ë
J<
a:
ca
S i.HiMPER, Prof. W., Basol
Sghlbchter, R., Singapore
» « >
ScHMiDT, llü(iO, Apia. Samoa Insein
Secrétaire d'Elal de Tlilat Indépendaol
du Congo, Bruxelles
SxoLZ. A., Ipyana. DeuLscli Osl-Afrika. .
Superintendent Gt. Bol. Gardens, Saha-
ranpur
Idem
ViLMORiN Andrieux & Cic., Paris
WiDERA, R., Slrassburg
WiGMAN. J. R., Directeur Cultuurluin
Paramaribo
1
1
1
8
12
2
6
1
1
2
1
1
5
1
Herbarium materiaal vonr bolanisch
oiider/oek.
Zaden van Payena Leerii.
Planton van Miisa lexlilis, Willupb-
Leia leniiillora en bloeiende takjes
van Palaquiura Treubii en Pala-
quiuni Gutta.
Zaden van Pliliccolobium Saman en
Durio.
Zaden van divfMse pa di -.soorten.
• vruclitboomen.
• Cocos species, Oreodoxa
regia, Ptychosperma Alexandrae
en Seaporthia eiegans.
Palmzaden.
Zaden van Livistonarotundifloraen
Ranau-labak.
Bast van Zanlhoxylum spcc.
Zaden van Arenga saccharifera, Ciii-
namoraum zeylanicum en My-
roxylon peruiferura.
Bijlage IV.
LIJST VAN BOEKWERKEN DOOR GESCHENK OF AANKOOP
VERKREGEN GEDURENDE 1901.
A r e s c h o u g, F. W. Ueber die physiologischen Leistungen und die
Entwiclvelimg des Grnndgewebes des Blattes. (Kongl. fysiografiska
sallskapets i Lund Handl. Nij Foljd. Bd. 8). Lund 1897, 4° B. 961.
B a 1' b o s a R o d r i g u e s, J. Paluiae Hassleiianae novae ou relagao das
palmeiras eucontradas no Paraguay pelo D'. Emilio Hassler de
1898—1899. Rio de Jaueiro 1900 C. 1523.
Contributions du Jardin botanique de Rio de Janeiro. Rio de
Janeiro 1901. Vol. I, 1—2. 4> C. 1527.
As Heveas ou Seringueiras. Rio de Janeiro 1900, 8° H. 939.
B a u m g a r 1 n e r, G. Das Curfirstengebiet in seinen pflanzen-geographi-
schen nnd wirtschaftlichen Verhilltnissen. Inaug-Diss. S*. Gallen.
1901 F. 119.
Beccari, O. Nelle foreste di Borneo. Viaggi e rieherche di un natura-
lista. Firenze, 1902, 8° E. 197.
Bern mei en, J. F. van. Der Schjidelbau der Monotreraen. (Semon,
Zool. Forschungsreisen in Australien und deni Malayiscben Archipel).
Jena, 1901, 4° ■ D. 680.
Bolles Lee, A. et Hennegay, L. F. Traite des methodes techui-
ques de l'anatomie mieroscopique. Paris, 1896, 8° B. 965.
Bonnier, Gr. et Leclerc du Sablon. ( lours de botanique. Paris,
1901. Tomé I '. A. 348.
Boorsma, S. E. Curangine, het glucoside van Guranga amara Juss.
Akad-proef schrift. Utrecht, 1899, 8° B. 95!).
B r ü h 1, J. W. Roseoe-Schlorlemmer's Lehrbucli der organischen Chemie.
Band, VP"". Bearbeitet in Gemeinschaft mit E d v a r d H j e 1 1 und
O s s i a n A s e h a n. Bi-aunschweig, 1901 D. 686.
dienst van Multatuli als Oost-Indisch ambtenaar. Jogjakarta, 1900,
8° G. 205.
I'» l\y 11 II, \\'. A. Ki-y lo tin- t»ii<ls ol iIk- I I;i \\ .liinii ;4i'<ni|i. IToiioliilii,
1901.
!■{ 11 1 1 e t i u of llic scction of forriuri iniiikfis, I ►rj.jiit im-ni i,\' A ;jii<iilt uii-.
Wasliiii-ilori, 1!)(M>, X "\ i:',, 14, 1.". .-ii 1!» II. "Jl-'l.
Ol' tlii' (Miio A;.;li<iill iii;il Ivxi.ciiiiMiM Sl;ili<.ii. I SD!) — 1900,
N''^ 110—121 II. 92:{.
Ch ara hot, K. Les jiarruuis ail ili< iels. I'aiis, l'.tOO, S h. G.si'.
, l)iip(»iil, .1. <• I l'illtl, L. Lfs liiliics cMsciil icilfs cl Umits
priiicipaiix tonsl il iiaiils. i'aiis, IS'.)!), S" I ). (Js.").
f' o o k e, 'I' 11. 'rilt' i"'l(»ra ol' tiic picsidciirv oi' llomliiiw Loiidoii. l'.iOl.
1'art I, 8" (J. 15:U.
Dam, W'. \ a. 11. l^clx^i- die Imiiw irkiin^- van KaliiJiiilivi>olii-oiiiil in alka-
lisclici- L()sun<; aul' die Ainiiic dei' aronial is(dien Oxysiniicii. liiaii;j;-l>iss.
Haag, 1899, 8° li. 9(i0.
Domoor, .1., Mas sa il, .1. ot \' a n d e v o 1 d o, E. L\*vohition lé-
^rcssivc on biologie et en sociologie. Paris, 1897, 8^^ G. 204.
D e s t r 6 e, O. E. TTandleiding tot het hcpalf^i van de in Nederland
groeiende hoogere zwammen. Nijmegen, 1901, S° C. 1522.
Ernst, A. Ueber rsendo-nermaphi-odilismiis niid andere Missbilduugen
der Oogonien bei Nitella syncai'pa (Tliaill) Külzing hik' Beitriige zur
Kenntniss der Entwickelnng des Embr\()sa<kes iind des Embryo (Polv-
embryonie) bei Tnlipa Gesneriana, L. (Flora Bd. 88, 1901 B. 954.
Errera, L. Sommaire dn cours de b<)tani(]ne. Brnxelles. 1898, 8°. B. 96.*?.
Jaarverslag der Gonvernements Kina-onderneming in de residentie
Preanger-Regent schappen. Batavia, 1!)01, 8"' G. 199.
J a c o b s o n, J. J. L. L. PTandboek voor ]w\ sorteeren en afpakken van
thee. Batavia, 1845 H. 930.
J a d 1 n, F. Oontribution ;\ l'étude des Simarnbacées. Paris, 1901. C. 1525.
G e i g e r, P. Beitrag zur Kenntniss der Ipoh-Pfeilgifte mit einem An-
hang: pharmakognostische Mitteilungen über einige zur Herstellung von
Ipoh verwendete Giftpflanzen. Inaug-Diss,. Basel, 1901, 8° B. 958.
G e r a s s i m o r o, J. J. Ueber den Einf luss des Kerns auf das Wachs-
thum der Zelle. Moscou, 1901 B. 947.
Giesenhagen, K. " Die Farngattnng Niphobolus. Eine Monographie.
Jena, 1901 B. 948.
G o e b e 1, K. Organographie der Pflanzen insbesondere der Archegonia-
ten und Sameupflanzen, IF Theil. Specielle Organographie, 2 Heft.
Heridophyten und Samenpflanzen, V' Theil. Jena, 1900, 8° A. 351.
225
G o e 1 d i, E. A. Albuui de Aves Anuizonicas. Zürieh, 1900, 4°.. . D. 692.
G o e t h e, K. Bericht der Königl. Leb;anstalt für Wein-, Obst- und Gai -
tenbaa zu (Jiesenheim a. Kh. für das P^tatsjahi- 1900/01. Wiesbadeu,
1901, 8° H. 941.
H a b e 1' 1 a u d t, G. Sinnesorgane im Pflanzeureicb zur Perception me
chanisciier Keize. Leipzig, 1901 B. 948.
Haeckel, E. Aus Insulinde. Malayische Keisebiiefe. Bouu, 1901,
8° E. 190.
Die Weltrathsel. Gemeiu\erst;uidliche Studiën über Monistische
Philosophie. Bonn, 1900, 8° G. 203.
H o f m a u n, (J. Piaktisches ilaudbiich der Papier-Fabrikatiou. Zweite
Ausgabe. Berliu, 1891, IL Bd., 4°.
H o 1 1 r 11 n g, M. Handbiich der chemischeu Mittel gegeu Pllanzeukrauk-
heiten. Berlin, 1898 D. 077.
H o u d a i 1 1 e, F. Meteorologie agricole. Paris, 1901 H. 935.
Hoyer, E. Fabrikatiou des Papiers. Braunschweig, 188G, 8°... D. 688.
Huber, J. Arboretum amazonieum. Iconographie des plautes sponta-
uées et cultivées les plus importautes de la régiou amazonienne. Zürieh,
1901. Decade 1, 2. 4° C. 1526.
H u y s s e, A. C. Atlas zum Gebrauche bei der mikrochemischeu Analyse
für Chemiker, 1'harmaceuten, u. s. w. Anorganischer Teil in 27 chromo-
lithogr. Tafeln. Leiden, 1900 A. 350.
J a n V i 1 1 e, P. de Atlas de poche des plantes utiles des pays chauds les
plus importantes pour Ie commerce. 1'aris, 1902. 100 Plauches colo-
riées, 8^ A. 349.
J u e 1, H. O. Vergleichende Untersuchungen über typische und parthe-
nogenetische Fortpflanzung bei der Gattung Antennaria (Kongl. Sv. Ve-
tenskap Akad. Handlinger. Bd. 33), 1900. Mit 6 Tafeln, 4° B. 952.
Kam, N. M. (Jatalog von Sternen deren Oerter durch selbstiindige Meri-
dian-Beobachtungen bestimmt worden sind aus Band (>7 bis 112 der astro-
nomischen Nachrichten redu(;irt auf 1875,0. Nach dessen Tod herausge-
goben von H. G. van de Sande Bakhuijzen. Amsterdam, 1901, 4*^.. . D. 691.
Kliyiont, J. M. Die synthetischen und isolirlen ArouuUica. Leipzig,
1899, 8° !>• 684.
K o h n s t a m m, P h. Amylolytische, glycosidspaltende, proteolytisclie
und Cellulose lösende Fermente in holzbewohuenden IMlzen. Inaug-Diss.
Cassel, 1901, 8° • B. 956.
L a b b é, IL Essais des huiles essentielles. Paris, 1901, 8° D. 681.
2*24
Laudoll. II. I>iis opÜHche Dreliiiiij^Hvfrinö^t'ii oi-fiuuisclicr SiibHtanzon
uiid d<'WS('D praktische Ariweixlim^cii. Zucitr ^^iin/Jicli iiiii}4»'arbeitete
Aullat,^e. liiaunschweig, 1898, 8' D. WA.
Lang, W". II. < Ml Apogauiy «ud Hu- d<'\<-lo|iiiiciii ol S|i<»i;iiij:i;i upnn
ferii jn'ütlialli. [I'liilos. TraiiH. ol' ili»- K<o- ^*'*- '•' I-<'IhIoii. \<»I. I'.mi
(i,s!)S)| • li. !><;(;.
Lc jiirdiii des |il;iiil<'S de Tiiiis (Miiscinii d"! I isl(»ii»' ii;il iiicll*'! cl les colo
nies fi'au(;ai8ei4. Paris, liiOl (J. 195.
L o e s o n e r, Th. Monografia Afiiiirojiacciinuii (Nova Acta Baud
LXXVIII), 1901. Mit 15 Tafelii C. JölMJ.
Mit 15 Tafeln . . . ; C. 1500.
M a (j u e u u e, \j. Les sucres el leurs priii(i])aux d^rivc^s. Paris, 1900,
8° H. 938.
M i q u e 1, F. A. VV. Suinatra, seine Pilaiizeuwell und dezen Erzeugnisse.
Amsterdam, 1S02. Mit 4 Tafeln, 8 C. 1530.
M o I i s c h, iJ. Studiën über den Milchsall uud Schleimsaft der Pflanzeu.
-Jeua, 1901, 8° B. 937.
M u r b e e k, S v, Parthenogenetüsche Erabryobildung iu der Gattung Al-
chemilla. (Kougl. fysiografislca tfalll<;apets Handl. Bd. 11), 1901, 4°. B. 951.
N i e n w e u h u i s, A. A\'. Iu Ceutraal Borneo. Keis van Pontianak usaw
Samarinda. Leiden, 1900. Il Deelen, 8" E. 198.
N e m e c, B. Die Reizleitung uud <lie reizleitenden Strukturen bei den
Pflanzeu. Jena, 1901 B. 945.
O o r d t, J. van. De privaatrecliterlijk(Moestand van den Nederlandschen
koopman iu de lauden van den Islam. Akad. proefschrift. Leiden, 1899,
8° , G. 201.
P a 11 a d i n e, V. Physiologie des plautes. Paris, 1902 B. 968.
Parry, Ernest J. The chemistrv of essential oils and artificial per-
fumes. London, 1899, 8° D. 683.
Pasteur, L. Etudes sur la maladie des vers k soie, moyen pratique as-
suré de la combattre et d'en prévenir Ie retour. Paris, 1870. II Vol. D. 679.
Pitard, J. Recherches sur 1'évolution et la valeur anatomique et
taxinomique du Per^cycle des Angiospermes. (Mémoires de la. Soc.
des Sciences physiques et naturelles de Bordeaux, 6""' serie, tome I).
1901 B. 97L
Prain, D. Botanical notes and })apers. Calcutta, 1901, 8° C. 1531.
P r u d'h o m m e, E. TAgriculture sur la cote est de Madagascar. Paris,
1901 H. 934.
Rapport sur la station ap,ronoiniqiie de Taiiarive. Hivernage
1899— 1000 * H. 937.
Reglementen, Programma's euz. voor de Koningin Wilhelminaschool
te Batavia. Eerste schooljaar 1901—1902. Hatavia, 1901, S' G. 200.
R e i n e k e, 1'. Indrukken eener reis door Lousiaua en Cuba in 1901.
Amsterdauj, 1001 , 8° H. 940.
Report, annual, on ilie liotanic Station, (irenada. for Ihe year 1900.
Saint (leorge, 1001, 4° C. 1528.
, annual. on tlie Botanie Station Antiqua for tlie year ended Mareh
81, 1001. Barbados, 1001, 4° C. 1529.
Rein k e. J. Einleitung in die tlieoretisclie Biologie. Berlin, 1001. B. 040.
Reynolds Green, J. An introduction to vegetable ])liysiol()gy. Lon-
don, 1000, 8° B. 942.
• — The soluble ferments and fermentation. Cambridge, 1800,
8° D. 690.
S a r a s i n, F. u n d F. Entwurf einer geographisch-geologischen Be-
schreibung der Insel Celebes. Wiesbaden, 1901. Mit 10 Tafeln und 3
Karten, 4^ F. 107.
S c h n i e w i n d-T h i e s, J. Die Reduktion der Chromosomenzahl und die
ihr folgenden Kernteilnngen in den Embryosackmutterzellen der Angio-
spermen. Jena, 1001. Mit lithogr. ïafeln, 8° B. 955.
Schouten, S. L. Reinkulturen uit één onder het mikroskoop geïso-
leerde cel. Akad.-proefschrift. Utrecht, 1901, 8° B. 902.
The States ma n's y e a r-b o o k for the year 1900. London, 1900,
8° G. 202.
S t r a s b u r g e r, E. Cytologische Studiën aus dem Bonner Botanischen
institut. (Jahrb. für vvissenschaftliche Botanik, Bd. XXX), 1897. Mit
18 lithogr. Tafeln, 8° B. 953.
The Kyoto Imperial University calendar 1900—1901. Kyoto, 1901. G. 194.
T i e g h e m, P h. v a n. TOeuf des plantes considéré comme base de leur
classification. Paris, 1901, 8° C. 1532.
T y c h o B r a h e. De Nova Stella. Denuo edidit Regia Societas scieu-
tiarnm Danica. Ilauniae, 1901 G. 190.
T' e X k ii 1 1-G y 1 1 e n b a n d, M. v o u. IMiylogenie der Blütenfornieu und
der Geschlechterverteihing bei den Compositen. Stuttgart, 1901. B. 940.
U r b a n, I g. Monographia Loasacearum (Nova Aeta, Band LXXVI).
Halle, 1900. O. 1530.
V^ au bel, W. Die j»hysikalis(hen und chemischen Methoden der quanti-
VeRSLAG van 'sUNUS PLANTENTUIN l'JÜl. '5
226
tativen B(*stiininiiii{< oi-f^aiiiscbcü- N'crbindiinj^r'ii. licrlin, 1!M»2. II, Bd.,
8° I). GS7.
V e r s 1 a f^ v;ni (l<'ii diciisl \;iii li«*l IJoscliwczdi in .\(*(|<'ilan(is(li I iKliT' (jv<*r
het jiiai' 1 !)()(). Batavia, 11)01, H"" (}. 198.
\' o <; 1 «' I-, J*. Uobcr die VorI)i'('itnn<;siiiil h-I d<*i- s<liw«'i/ciis<lifii Alpen-
pf'liiii/cn. Inau};-l>iss<'rtatir)ii. Miinclicii, l'JOl B. *Ji'.i.
\' I- i e s, II. de De Flora van Ncdciland (in Al<j;eiiic('iie KfatiHtiek van
Nederland), 1870, 8° C. 1524.
Die Mntationslhcoric. X'crsucli*' iind I'.cohiiclil nnj^en ühcr die
Entstehun^j; von Arlen ini IMInnzciircicli. Leipzij^, 1001, P"'' Band,
8" B. 0«!).
A\' e b 1) e r, IJ. .1. Sj)ernialo<.^en('sis and fecuudatiou of Zaniia. Washing-
ton, 1901, 8° B. 904.
W e 1 1 s t e i n, K. v o n. Grundziij^e der <;eograpliis(li-iii()ri)h()logischen
Methode der Pflanzensystematik. Jena, 1898, 8° C. 1538.
Winter 1, J. eT. Index Horti Botaniei üniversitatis Hungaricae, 1788,
8° C. 1535.
W o r o n i n, M. Ueber Sclerotinia cinerea nnd Sclerotinia f rnctigena.
(Mémoires de l'Acad. imp. des sciences de S^ Petersbourg, Vol. X N". 5).
1900 B. 967.
Wulf f, T h. Botanische Beobachtungen aus Spitzbergen. Lund, 1902,
8° B. 970.
Zittel, K. A. V o n. Ziele und Aufgaben der Akaderaien im zwanzigsten
Jahrhundert. Rede am 14 Nov. 1900. München, 1900, 4° G. 197.
TIJDSCHRIFTEN.
Bulletin of the New-York Botanical Garden 1890—1900. Vol. I, 8°.
Contributions of the New-York Botanical Garden. New-York
1899—1901, N°^ 1—12, 8°.
Journal d'agriculture tropicale. 1901. Vol. I, 8°.
of the New-York Botanical Garden. New-York, 1900. Vol. I, 8°.
Memoirs of the New-York Botanical Garden. New-York, 1900, Vol. I.
Revue générale des sciences pures et appliquées. Directeur Louis
O 1 i V 1 e r. 1890—1902. Vol. I— XII, 4°.
Bijlage V.
ONDERZOEKINGEN
BETREFFENDE
OP JAVA GECULTIVEERDE THEEËN
DOOR
D^ A. W. NANNINGA.
ix:.
Werd vroeger omtrent deze onderzoekingen eens per jaar een verslag
uitgebracht zonder verdere publicaties, sedert eenigen tijd werd van dezen
regel afgeweken en werden zoowel de meer practische onderzoekingeu
omtrent de fabrikatie en de resultaten der bemestingsproeven, als ook de
zuiver wetenschappelijke onderzoekingen omtrent de samenstellende be-
standdeelen van het theeblad etc in afzonderlijke verslagen gepubliceerd,
zij het in den vorm van „Korte Berichten uit 's Lands Plantentuin, uitgaande
van den Directeur dier Inrichting'; of als ,,Mededeeling van 's Lands Plan-
tentuin".
Door deze verandering, waarbij telkens de resultaten van een onderzoek,
zoodra dit is afgeloopen, aan belanghebbenden worden bekend gemaakt,
scheen het practisch, om ook het Jaarverslag op eenigszins andere wijze in
te deelen, t. w. in:
A. Een beknopt algemeen verslag omtrent de werkzaamheden gedurende
het afgeloopen jaar;
B. Speciale verslagen, bevattende r(^sunu''''s van de in den loop van het jaar
verschenen publicaties.
2'28
A. ALGEMEEN VERSLAG.
In het afgeloopon jaar werden een 50-tjil lliec-onderneiiiiiijicn Ix'zoclil,
waarvan de meeste in de J'reanger en in Hiiitenzoij^, maar ook cmkeh? in
Krawan}^, Bagelen en Semaranj^.
Op een aantal fabrieken werden 1' a 1» r i k a t i e p i- <> e v e n j^t-iiMmen,
waarvan de verkregen thee-monsters in 't lalM)ral()rimii alliier aan ei-n
nader chemisch onderzoek werden onderworpen.
Deze fabrikatie-proeven liepen meestal over den invloed van de tempe-
ratuur van het blad bij de lermentatie op het te verkrijgen product.
De resultaten dezer onderzoekingen — welke voorafgegaan waren door
een vooronderzoek in 't laboratorium — werden neergelegd in eene verhan-
deling in „Teijsmannia" onder de rubriek „Korte Berichten uit 's Lands
Planteutuin, uitgaande van den Directeur der Inrichting" en onder den titel:
„W eiken invloed oefent de temperatuur b ij de f e r-
mentatie op de samenstelling en hoedanigheid der
thee?
Een résumé omtrent* deze resultaten vindt men in het tweede gedeelte
van dit verslag (zie pag. '2'Mj).
Met genoemde verhandeling zijn evenwel de onderzoekingen op dit zeer
beljxngrijk gebied der fabrikatie nog in geenen deele als afgeloopeu te be-
schouwen. Zij werden zoowel in 't laboratorium ais in de fabrieken voort-
gezet; men vindt omtrent de richting van dit voortgezet onderzoek eenige
korte beschouwingen vastgeknoopt aan bedoeld résumé.
Omtrent een paar andere onderwerpen van practischen aard werden
onderzoekingen begonnen en reeds eenige fabrikatie-proeven gedaan, t. w.:
a. Invloed van de mate van ver flenzing op de
samenstelling en hoedanigheid van het te ver kr ij gen
product.
Uit een aantal onderzoekingen omtrent het watergehalte van het ver-
flensde blad op verschuilende fabrieken bleek, dat er daarin zeer groote
verschillen voorkomen. Terwijl het blad op de eene fabriek gewoonlijk
40 i\ 50% water verliest bij 't verf lenzen, bedraagt dit verlies op andere
fabrieken niet meer dan 25%, soms nog minder.
(') Zie o. a. onze verhandeling over hel verllenzen in Teysmannia 12» Jaargang 2* en
3' allevering.
229
AVelke methode — sterk of zwak verflenzen — onder gegeven omstan-
digheden de beste is, schijnt nog volstrekt niet uitgemaakt, wellicht zal een
nader onderzoek daaromtrent eenige meerdere gegevens verschaffen.
h. Invloed van den ouderdom der pluk (1", 2" oude
pluk) op de f e r m e n t a t i e en o\) de chemische samen-
stelling van het te bereiden product.
Omtrent dit onderwerp werden reeds vroeger eenige onderzoekingen
verricht (^), doch scheen een meer uitgebreid onderzoek, gesteund door sedert
dien tijd verkregen resultaten en volgens nieuwe methoden van onderzoek,
gewenscht.
c. Uitwerken van methoden van f a b r i k a t i e-c o n t r ó 1 e.
Behalve de theemonsters, verkregen bij de fabrikatieproeven, werden
van sommige fabrieken nog monsters fabrieksthee meegenomen ter onder-
zoek in het laboratorium, speciaal met het doel de door ons voorloopig aan-
genomen methode van onderzoek aan een groot aantal theemonsters, van
uiteenloopenden herkomst en op zeer verschillende wijze gefabriceerd, te
toetsen.
Bij dit onderzoek zal tevens worden nagegaan in hoeverre het met de
bereikbare middelen mogelijk is, om door practisch onderzoek oj) de fabriek,
gepaard aan eenvoudig onderzoek op 't laboratorium, eene meer uitgebreide
en zekerder controle op de fabrikatie te verkrijgen.
Is deze fabrikatie-controle in de thee-fabrieken tot dusverre nog vrij
primitief (geheel empirisch), door een uitgebreid onderzoek in deze richting
hopen wij t. z. t. te kunnen aantoonen, dat nauwkeuriger controle, eveneens
met eenvoudige middelen, mogelijk zal zijn. al zal bij de theecultuur wel-
licht de fabrikatie-controle vooreerst niet die plaats innemen in de fabrikatie,
welke zij zich bijv. in de suiker-industrie heeft veroverd.
Zullen de vast te stellen methoden van onderzoek voor de fabrikatie-
controle algemeen toej)asselijk zijn en genoegzaam betrouwbare resultaten
geven, dan moeten deze methoden op een zeer uitgebreid onderzoekings-
materiaal worden toegepast, w^aarbij de verkregen uitkomsten vergeleken
dienen te worden met de uiteenloopende wijze, waarop de monsters zijn
ontstaan, en met de beoordeeling die zij op de wereldmarkt vonden.
(•) Zie 2« Theeverslag pag. 17. (Zie Jaarverslag 1894).
230
Voor dit onderzoek veizoclileii wij d;iiiroiii eeiii^e adininist latems van
( li(;e-onderueiuinj;('n om ons <fei-ej;('ld monsters te willen zenden \an de ver-
kochte j»ar'tijen nx't zoo moj;<'lijk bedoelde j^ej^evens ei- Itij. \\ ij moeht«'U
reeds een vrij };root aautal monsteis ontvaugen, waarvoor wij den inzenders
zeer dankbaar zijn.
De resnltaten dei' sni» a, h en e Ix-doelde on<ierz(»ekiii;4<'n zullen t. z. I.
in een of meer afzonderlijke Mededeel in^^cn worden ^('jxibiiceerd.
Gedurende liet afgeloopen jaar kwamen nog een aantal k u n s t m e s t-
«ni g r o n d m o n s t e r s in, ^e laatste of in onz(? tegenvvoordiglieid of oji
onze aanwijzingen gestoken.
Onze oi)merking in het voiige verslag omtrent het wensehelijke van
controle door chemisch onderzoek van elke ontvangen partij kunstmest
— bovenal van de zoo sterk uiteenloopende Inlandsche guano-soorten —
wenschen wij hier met eenigen nadruk te herhalen. Gaarne zullen deze
monsters steeds door ons — voor zoover zij voor den thee-aanplant bestemd
zijn — worden onderzocht, welk onderzoek, zooals bekend, geheel kosteloos
geschiedt.
Ook kwamen in den loop van 1901 een aantal schriftelijke vragen in
omtrent de cultuur en bereiding van thee, waaromtrent meer of minder uit-
voerige adviezen werden uitgebracht.
Door een bekend theefabrikaut werden ons een 20-tal vragen gesteld,
alle betrekking hebbende op de fabrikatie; deze vragen schenen ons van
genoegzaam algemeen belang om ze met de daarop gegeven antwoorden in
dit Jaarverslag te reproduceeren, behoudens enkele van minder belang of
die niet 'konden worden beantwoord (zie aan het einde van dit verslag).
Wetenschappelijke onderzoekingen.
Uit het voorgaande bleek genoegzaam, dat het afgelooi)en jaar voor een
belangrijk deel werd besteed (behalve aan reizen en onderzoekingen, welke
betrekking hadden op het op te richten Proefstation) aan het bezoek van
ondernemingen en daarmee samengaande practische onderzoekingen omtrent
de fabrikatie.
De tijd die overbleef — voor zooverre hij niet in beslag werd genomen
door het samenstellen van schriftelijke adviezen, het verrichten der daar-
231
voor noodige onderzoekingen — werd gebruikt voor het doen van weten-
schappelijke onderzoekingen.
Zoowel bij de practische als bij de wetenschappelijke onderzoekingen
omtrent de samenstellende bestanddeelen van het theeblad en de verande-
ringen, die zij bij de fabrikatie ondergaan, wordt dikwijls het gemis gevoeld,
dat men tot dusverre geenerlei practisch uitvoerbare methode bezit om den
geur der thee — zij het bij benadering — quantitatief te bepalen.
Mocht het gelukken dergelijke methode te vinden, dan zou er allicht
uitzicht bestaan, om nadere gegevens te verkrijgen, bijv. omtrent de meer
of minder gunstige voorwaarden, welke verschillende methoden der fabri-
katie op den geur der thee uitoefenen, en onder welke omstandigheden de
geur (aetherische olie) het volledigst wordt ontwikkeld.
Deze onderzoekingen werden begonnen met eene studie der o 1 f a e t o-
m e t r i e, d. i. de leer van het onderzoek naar het vermogen der stoffen
om de reukzenuwen te prikkelen.
Op dit voor de fabrikatie belangrijke onderwerp hopen wij later terug
te komen.
Het onderzoek naar de samenstellende bestanddeelen van het theeblad
en de veranderingen, welke deze stoffen bij de fabrikatie ondergaan — waar-
omtrent einde 1900 onze eerste Mededeeling verscheen — werd voortgezet
en zullen wij waarschijnlijk in de gelegenheid zijn nog in den loop van 1902
eene tweede „Mededeeling" daarover het licht te doen zien.
Bij dit onderzoek w^erd vooreerst speciaal de aandacht geschonken aan
de stoffen, die bij de fermentatie eene actieve rol spelen.
Voorloopig zij daaruit alleen aangeduid, dat het ons gelukken mocht
het ferment uit het theeblad, d. i. de stof die de. fermentatie van het
blad bewerkt, te isoleereu en eenige eigenschappen daarvan vast te stellen.
Nadere mededeeliugen omtrent deze interessante — en zooals begrijpelijk
voor de fabrikatie belangrijke — verbinding wenschen wij ons voor te be-
houden, om ze in bedoelde Mededeeling te publiceeren.
Aan het eind van dit algemeen verslag zij het ons vergund om den
H. H, administrateurs van thee-ondernemingen, wier gastvrijheid wij in
het afgeloopen jaar mochten genieten en speciaal ook den H. H., die ons
bij de fabrikatie-proeven met raad en daad bijstonden, onzen besten dank
te betuigen.
232
IJ. SPECIALE NEKSLAGEN.
I. O II <1 (! ]■ z (» e k o III 1 r e 11 1 (i •■ n invloed van «Ie I <• iii jm- r a
t 11 II r I» ij (I e I' i' V lil e II I a I i •• o |t d <• s a iii <• n s t e I I i ii ;^ e n
h o e d a n i {j, h e i d der t li e u.
Dil oii(l('i-z(H'i< oiiixat, ('\ciials \ r< )('!:,< • re oiidcrzofkiii^cn ointiriii di- lalui
kaüo:
(I. N'ooi-proevcii in 'I laboraloiMnin, eerst (]iialitati(*r daarna <|naiililalicf ;
h. I'rocven iïi do faln-iokeu; de hierbij verkregen tliecnionslers werden later
hier iii 't laboratorium aan eeu chemisch onderzoek onderworpen.
a. V o o r i> r o e v e n.
Yiui overwe<,'end belanp,- voor deze en dergelijke onderzoekini^^-n was
ongetwijfeld de vervanging daarbij van het versche blad — dat vroeger
steeds daarvoor diende — door het poeder van versch boven kalk gedroogd
blad, hetwelk eenvoudig met eene zekere hoeveelheid water is te vermengen
om de fermentatie te doen beginnen.
Zelfs kan niet worden ontkend, dat vele onderzoekingen omtrent de
fermentatie zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk, met voldoende nauwkeu-
righeid g(momen zouden kunnen worden., wanneer daarbij niet het blad-
poeder werd gebruikt.
Omtrent de voordeden dezer methode van onderzoek schreven wij o. a. :
„Bij de kleine hoeveelheden blad, die voor dergelijke proeven noodzakelijk
moeten worden gebruikt, is het zeer moeielijk, uit een partijtje versch blad
een aantal monsters van dezelfde hoedanigheid te verkrijgen, zoowel door
het individueel verschil der blaren onderling, als door veranderingen tijdens
het wegen etc. Bij gebruik maken van het bladpoeder vervallen deze moei-
lijkheden geheel, daar door afweging van gelijke hoeveelheden van 't zelfde
poeder volkomen gelijke monsters verkregen worden, die geenerlei verande-
ring ondergaan, vóór dat wij door vermengen met w^ater de ferment-atie doen
beginnen". V
„Vervolgens wordt ook het steeds gebrekkige rollen met de hand ver-
meden en vervangen door vermengen van het poeder met water in eeu mor-
tier. Niet alleen hebben wij nu geheel in de hand hoeveel water het poeder
bij de fermentatie zal bevatten, maar, terwijl het rollen met de hand min-
stens een kwartier duurt, gedurende welken tijd de fermentatie natuurlijk
235
slechts onvolle(li<ï is, jfeschicdt hel venuciiji'eii van het poeder met de af ge-
nieten hoeveelheid wal er biuuen ééne ininniit, waaroj) de chemische omzet-
tingen door het geheele jioeder juist ter zelfder tijd, dus volkomen regelmatig
beginnen".
Vooreerst werden een aantal onderzo(4vingen gedaan omtrent de vraag
of verwarming van het blad (poeder) vóór de fermentatie (dus gedurende
het verflenzen) nadeelig kan zijn.
Van het fijne bladpoeder, gezeefd door zeer fijne zeef (B 30) werd een
aantal malen eene zelfde hoeveelheid (10 (1.) afgewM)gen.
Elk der verkregen monsters werd een zekeren tijd blootgesteld aan een
hoogere temperatuur, nl. van 40 tot 100° C. De verwarming duurde voor
de temperaturen van 10 tot 70° 10 minuten, voor de hoogere temperaturen
slechts 5 minuten. De temperatuur-intervallen waren bij deze proef 10° C.
Monster W 1 werd dus 10 min. lang gehouden in een atmosfeer van 40° C;
n- 2 10 min. op 50° C. etc.
Na de verwarming werd elk monster zoo spoedig mogelijk afgekoeld en
daarna in een niertier gemengd met zooveel water, dat 8 deelen van het
vochtige poeder steeds 2 deelen water bevatten; het waterverlies gedurende
de verwarming werd hierbij in rekening gebracht.
Elk monster werd nu gedurende juist 4 uren gefermenteerd, steeds zoo
nauwkeurig mogelijk onder dezelfde omstandigheden.
Het resultaat, te oordeelen naar de kleur en den geur van het blad
gedurende en na de fermentatie, was. dat de verwarming op 70° en hooger
reeds beslist nadeeligen invloed op het ferment atie-vermogen van het blad
hadden uitgeoefend; de fermentatie had slechts zeer langzaam en onvolledig
of in 't geheel niet meei- plaats. Ook de monsters die op 60 en 50° verwarmd
waren geweest, toonden reeds merkbaar langzamere fermentatie, en onvol-
ledige ontwikkeling van den geur.
Deze proef werd herhaald met bladpoeder van dezelfde hoeveelheid, voor
tem])eraturen van 35 tot 60° C. met intervallen van 5° C.
De duur der verwarming was hier verlengd tot 1 uur, terwijl ter verge-
lijking ^'^n monster 5 minuten lang werd verwarmd op 100° O.
Het resultaat van deze 2" proef was, dat zelfs verwaiiuing van het
poeder op 45 en 40° C. reeds merkbaar nadeelig<Mi invl(»ed uitoefent op het
fermentatie- vermogen van het blad.
„De oorzaak dezer nadeelige werking van de warmte" — schreven
234
wij iii <4('ii(>('IihI(' NcrliinMlclin;^ — „is Ie Zdckcii in jicdccllcli Jkc, laii^^zaiiic
oiil Icdiiij;- (oiiworkzaam wonicii) \;m d»- slof, di»- de («'riiicntatic Ix-wcikt,
ld. li('( fei'iiieut. Deze stol" is hlijkbjuii- inlci-Ht j^evodi}:; nooi- de inwei-kinj^
van hoofdere temperaturen, licl^ccn Noor de ]»nictijk van de thee-iubrikatic*
van };root belaii}^ i.s te welen. TeniixMahircn loch van 40 h 45° ('. van hd
verflensende theeblad kan men licrliaaldtli ji; waai-ncnicn bij vcrficM/.cn in
(\i' zon of in eene eenigszins voor^n'waniidc ,,l*ara,u,()n *, dii- ool< bi<r in daai-
voor 't verflenzcn wordt gebruikt, wanncci- hel blad niet (»|) tijd lajoe in".
Uit dit resultaat omtrent de werking van de warmte op het droge blad-
poeder kou reeds met eenige waarschijnlijkheid worden afgeleid, dat ook
t ij d e n s de fermentatie hoogere temperaturen uadeelig zouden zijn op het
te verkrijgen product.
Ook dit onderzoek werd ingeleid met een aantal (lualitatieve proeven,
waarbij telkens 10 G. bladpoeder werden gemengd met 20 G. water en
daarna in een gesloten ruimte (droogstoof) op de gewensehte temperatuur
ter fermentatie werd neergezet.
Elk monster bevond zieh gedurende de fermentatie evenals vroeger in
een glazen schaal (krystalliseerschaal), toegedekt met glazen plaat steeds
ter zelfder dikte uitgespreid; elk dezer schalen kwam dus in een afzonder-
lijke droogstoof te staan.
Het resultaat hierbij verkregen formuleerden wij als volgt:
„Uit deze 3 qualitatieve proeven blijkt, dat de fermentatie van het
poeder bij temperaturen beueden 20° C. zeer langzaam gaat of in 't geheel
niet plaats vindt, te oordeelen naar de verandering der groene kleur in bruin
en naar de ontwikkeling van den theegeur''. (De laagste temperatuur,
waarbij gefermenteerd werd was 8° C).
„Bij temperaturen tusschen 20 en 30° C. had de fermentatie het gewone
verloop, en wel des te sneller hoe liooger de temperatuur. Temperaturen
boven 30 ' C. schenen beslist ongunstig te werken o]) de fermentatie, speciaal
op den geur, die bij deze betrekkelijk hooge temperaturen minder zuiver
wordt".
Daarop volgden een aantal quantitatieve onderzoekingen met het blad-
l)oedei', waarbij alle monsters na afloo]) der fermentatie zoo nauwkeurig
mogelijk op dezelfde wijze, bij dezelfde temperatuur, werden gedroogd. Xa
droging werd elk monster weer fijngewreven en gezeefd door de fijne zeef,
waarop het theepoeder w^erd onderworpen aan eene gefractionneerde extrac-
tie met verschillende oplosmiddelen zooals vroeger beschreven.
'255
Als algeiDccii resultaat dezei- vooronderzoekiiioeii sclii-even wij:
„1''. Hoe laj;er de temperatuur bij de fermentatie (van het bladpoeder)
des te langzauun- gaau in 't algemeen de daarbij plaats vindende cbemisclu'
omzettingen.
Beneden de 15" schijnt (in het poeder) weinig of geen fermentatie plaats
te hebben, en van 15 tot 20° gaat de fermentatie zeer langzaam, waarschijn-
veel te langzaam voor de practijk, aangezien bij zeer lang fermenteeren de
geur steeds te weuschen overlaat".
„2**. Temperaturen boven de 30° C. — die in de praktijk veel voorko-
men — schijnen voor de fermentatie niet gunstig, aangezien hierbij de thee
een minder aaugenameu geur verkrijgt, terwijl een gedeelte der fermentatie-
producten in onoplosbaren toestand overgaat; hoe hooger de temperatuur
des te minder aangenaam de geur, des te grooter het onoplosbaar gedeelte
en des te kleiner het waterextract". '
h. Onderzoek van T h e e m o n s t e r s bereid in de
Fabrieken. . '
Vervolgens werden op eenige op verschillende hoogte gelegen onderne-
mingen een aantal fabrikatie-proeven genomen.
Voor elke afzonderlijke proef werden uit eene rolling, na behoorlijke
vermenging, verschillende hoeveelheden blad genomen, die, zoo goed de
omstandigheden dit veroorloofden, op verschillende temperaturen werden
gefermenteerd.
Op een paar fabrieken geschiedde dit eenvoudig door het blad in meer
of minder dikke laag op een tampir of fermenteerbak uit te spreiden en op
de een of andere wijze toe te dekken om uitdroging door tocht te voorkomen ;
hoe dikker het blad is uitgespreid des te hooger wordt de temperatuur bij
de fermentatie. Zoo bestond bijv. proef 1 uit o monsters gerold blad, ge-
trokken uit dezelfde rolling na fijnmaken der bij 't rollen gevormde ballen
en vermenging met de hand.
a. in laagje van 2 k 3 cM. dikte op een tampir; temperatuur bij 't begin der
fermentatie 24° C, en gedurende de geheele fermentatie bijna constant;
&. uitgespreid in dikke laag van 8 h 9 cM. op een tampir; temperatuur bij
't begin 24°, na 1 uur 26° en na 31/2 uur 27° C;
c. in dikke laag (8 il 9 cM.) op fermenteerbak, welke laatste zich bevond
tusschen andere gevulde fermenteerbakken, waardoor eene betrekkelijk
hooge temperatuur ontstond, nl. na 1 uur 20°, na 3^/4 uur 30° C.
236
I>(' ferriM'nlalic werd hij nllc :'. iiioiislcis lei //'lldfi- lijtl ma .■'.'- uur fci--
iiMMilecrcii) ••«'Hhiil doiM- (li<»^cii in (•«■n zoo^^cn. ,,l )(»\vii(lrafl"'-lli<?«.'(lro}^<'i'. 1>('
tt'iiipcral HUI- \aii den dio^icr was solj^ciis de i liciiiKtiiicttT 1!)(( a LMIO''-' F.
(= 88 k 93° C).
Op eeue andere — Ijuijjj {^(def^cii — (Midcniciniii^^ had <!<■ adiniiiisi latciir
speciaal voor de |)r()('\('ii (mmi ijsUasI laten maken, „beslaande uit een vier
kante houten kast Iioo;^ circa L' M., laced en di<'p circa ['■_. M., inei eene
zijdeliiij^sche openiiij; hoven en IxMieden vooi' de hn hlcirculal ie".
„In deze kast ])asten een H-lal horizonlah- sclniiriaden hoscn elkaai-,
en wel zoo, dal na insclinivin;^ dezer laden de kast ^eshden was hihoiidens
de openingen boven en beneden. N'ei'dei- was de iniichtiiij;; zoo. <lat (h- Iik ht
kon cireuleeren van boven naar beneden en daarbij gedwongen was achter-
eenvolgens over elk der laden lieen te strijken. Op de bovenste lade werd
in een blikken bak eene hoeveelheid ijs gelegd; de Imht werd hier dns afge-
koeld, hetgeen een zwakken benedenwaartschen hichlstrooni ten gevolge
had. Op de overige laden werd het gerolde; theeblad ter fermentatie in een
laagje van circa 2 cM. dikte uitgespreid o]) fijn gaas.
Flet is duidelijk, dat bij deze inrichting in de kast een vrij lage tempe-
ratuur zou ontstaan, iets hooger wordende van boven naar beneden.
Hoewel zeer lage temperaturen op deze wijze niet konden worden be-
reikt, bleek toch deze inri( hting voor het doel geschikt en leverde zij ons
eenige meerdere en vrij b e t r o u w b a r e gegevens.
In het blad van elke lade werd een thermometer gelegd, waarop elk
half uur de temperatuur wx^rd waargenomen en genoteerd.
Tegelijk uu^t de monsters in de ijskast werden daarbuiten eenige mon-
sters voor dezelfde proef, — natuurlijk alle van dezelfde rolling — op ver-
schillende wijze gefermenteerd".
Het resultaat van deze methode om lagere temperaturen te verkrijgen,
was, dat, terwijl de temperatuur in de fabriek circa 29i/2° C. bedroeg, in de
kast vrij wel constante temperaturen werden verkregen van 23 k 20° C.
en lager, voldoende laag Voor deze proeven, aangezien nog lagere tempera-
turen in de practijk weinig of niet voorkomen, en voor de fermentatie onge-
schikt schijnen te zijn.
In de monsters fermenteerend blad buiten de ijskast, die volgens de
gebruikelijke methode in vrij dikke laag werden uitgespreid (8 cM. dik) be-
reikte de temperatuur gedurende de fermentatie eene hoogte van 35 è 36° C.
237
Het drogen der monsters (na f ermentatie) geschiedde op deze fabriek
steeds boven vuren, aangezien een theedroger niet ter beschikking was.
Het onderzoek aller aldus in de fabrieken verkregen theemonsters was
tweeërlei, nl.:
V. practisch onderzoek op de fabriek zelve, zooals dit gewoonlijk eiken dag
door den administrateur zelf geschiedt (voor de bereidde fabrieksthee en
gesorteerde theeën). Bij deze practische beoordeeliugeu mochten wij
steeds de zeer gewaardeerde hulp der H.H. administrateurs ondervinden;
er werden hierbij notities gemaakt omtrent schenk, s m a a k, ge u r
en afgetrokken blad der verkregen theemousters;
2*". chemisch onderzoek der monsters op het laboratorium, waarbij steeds in
hoofdzaak de methode der gefractionneerde extractie met verschillende
oplosmiddelen werd toegejjast.
Omtrent de bij een 6-tal fabrikatie-proevëu aldus verkregen resultaten
schreven wij in genoemde verhandeling:
„In overeenstemming met de resultaten van een aantal laboratorium-
proeven (zie pag. 504 vorige Mededeeliugj bleek uit de hier beschreven O
f abrikatieproeven :
V\ dat de fermentatie des te langzamer gaat naarmate de temperatuur
lager is;
2*^". dat fermentatie boven de 30° — zooals in de practijk herhaaldelijk voor-
komt bij fermentatie in dikke laag — nadeelig is voor het extractgehalte
en vooral voor den geur der thee, die hierdoor onzuiver wordt;
S*". dat te lange fermentatie, dus bij te lage temperatuur l)ijv. beneden de
20° C. nadeelig werkt op den geur der thee, die hierbij langzamerhand
minder sterk wordt.
Deze voorloopige resultaten hebbeu onzes inziens eenig direct practisch
belang vooral daarom, aangezien de voor de fermentatie beslist ongunstige
hoogere temperaturen (boven 30° C.) op elke fabriek zonder bezwaar ver-
meden kunnen worden.
Bij doelmatige inrichting der fabriek schijnt zelfs de temperatuur ge-
makkelijk steeds beneden de 2.5 ïl 20° C. gehouden te kunnen worden, zonder
dat daarvoor eenige kostbare inrichting noodig zou zijn, en het zijn deze
temperaturen die — naar het ons voorkomt — voor de fermentatie het
gunstigste zijn.
238
Ten hIoIIc /ij hier no^ riH't fcniK<'n ii:nlriik j^cwczcn op Int wiiischclijke
om l.ij (!<• rcniH'iil;ili»' sIcimIs •■.■Il I Im- r iii <» iii <• I <• r l»ij «Ie Ii:uh1 t«' hebben,
om (l:i;ii<looi i i-n ;^i-oo| :i;iiil;il ;,'c^c\ «-iis Ie \ fr/;iiin'lcn <iiiil ii-ni di- li-mixMii-
liiiir, wjiiirliij riirii m,.\s oonli jk Irnin-iih-iii 'ii •!'■ ^uiisli^c ol' oii;^iinHtif^f
(»iiiHl;iii<li^lutl<ii (lil- «|,i;ii (i|i iiiriuriiccrreii. X'ooiccrsl K:iii iikh iImii lr;nlil<'ii
(lic <)ii;^mi,st i«,rc iii\ loidcu /,(»()\.cl iiio;,'clijlc Ir Vfriiiijdcii en \<'rd<-i'. iudifii de
^(•Illiddeldr l<'iii|tei :i I ii in m.;,' {,■ lino;^ l)lijn, op doelliiill iger iurifljlijlj; ziuiien
v;iii tie ji»'\ ((Ij^dr wijze vaii IriiiiiMihil ie.
Welke |eiii|iei;il uur dan de heieiklmai- ^iiiisli^ste is, moeien een «iioot
aaiilal w aai iiemin^ien dorli nooil /.onderden I liermoineter -— leeren.
Speriaal \oor vele minder lioo;^ <^e|e;^en onderneiiiiii;jen. die dikwijls
mei lioo^'cre lemperal lireil hebben Ie kiHllpeM, Sihijlieil deze \\ aai'Iieiililij^en
van belan;^, maar o<d< op sominij^e li<)(>;,M'r ^«de^^eii ()iiderneinin<>;en — die
immers iia;;('noe;^f alle werken op kwaliteit — schijnen der;,M'lijke een-
voud ii^e [troeven aanbcvelcnsw aardijx".
De onderz<)ekin};en omtrent dit onderwerp zijn niet deze eerste bijdrage
volstrekt niet als afj^eloopen te beschouwen, integendeel werd aan de voort-
zetting daarvan reeds begonnen.
Omtrent de ri(litin.ü- die wij hebben gemeend voorloopig aan dit onder-
zoek te moeten geven in 't kort het volgende:
Volgens vroegere onderzoekingen bestaat de fermentatie uit chemische
werking van verschillende bestanddeelen van het blad op elkaar; waar!>ij
zuurstof uil de lucht wordt (»])geuomen en eenig koolzuur wordt afge-
scheiden.
Bij alle dergelijke chemische reacties wordt warmte vrij, m. a. w. wor-
den de stoffen die op elkaar werken, en dus ook de onmiddellijke omgeving
(hiarvan, warm, wanneer niet bijzondere voorzorgsmaatregelen worden ge-
troffen, om deze warmte na het ontstaan direct af te leiden.
Zoo ook bij bet fermenteerende theeblad; fermenteeren wij in dikke laag.
waardoor spoedige afleiding der warmte wordt voorkomen, dan wordt door
de chemische werking het blad zeer merkbaar warm; bij fermentatie in een
dun laagje daarentegen ontstaat wel is waar bij dezelfde chemische werking
evenveel warmte, maar zij wordt zoo spoedig afgeleid, dat het blad weinig
of niet melkbaar warm wordt.
Is de fermentatie, m. a. w. de chemische werking, afgeloopen, dan houdt
239
de warmte ontwikkeling op en de temperatuur van het blad zal moeten
dalen door uitstraling zoolang het blad warmer is dan hare omgeving.
Nemen wij nu aan, dat het ophouden der chemische werking plotseling
door de geheele massa van het fermenteerende blad plaats vindt, dan zou
men in het plotseling dalen der temperatuur een prachtig en zeker middel
hebben om het eind der fermentatie waar te nemen, hetgeen — zooals licht
te begrijpen is — voor de fabrikatie van zeer veel belang zou zijn.
Tot dusverre toch ontbreekt ons een onder alle omstandigheden betrouw-
baar criterium voor het juiste tijdstip om de fermentatie te stuiten.
Terwijl op de eene onderneming hierbij wordt afgegaan op de k 1 e u r s-
verandering van de fermenteerende thee, beoordeelt een ander het aan den
geur, en een derde zelfs fermenteert „op t ij d", nl. steeds evenlang, uit-
gezonderd misschien de 1*" pluk, die dan bijv. een uur korter w^ordt gefer-
menteerd.
Het is duidelijk dat een gemakkelijk en betrouwbaar criterium, dat
voor alle voorkomende omstandigheden, zoowel bij dag als bij avond of
nacht, zoowel bij warm als bij koud, en bij droog als bij vochtig weer, zoowel
voor eerste als voor oudere pluk etc. steeds betrouwbare resultaten vermag
te geven — onafhankelijk van den toestand van het reukorgaan van den
opzichter — boven alle tot dusverre in zwang zijnde methoden verre de
voorkeur zou verdienen.
Of dit criterium in de temperatuur te vinden is, zal door het
onderzoek moeten worden uitgemaakt.
Reeds werden sedert eenigen tijd op eene fabriek een aantal waarne-
mingen op dit gebied gedaan, op initiatief van den administrateur, wien wij
een voor deze onderzoekingen onmisbaar instrument, nl. een thermometer
verdeeld in 1/5 graden Celcius ter hand stelden. Volgens mededeeling van
dezen administrateur waren de resultaten dezer nieuwe methode zeer
gunstig, en hopen wij binnen kort op deze kwestie elders terug te komen.
Laboratorium-proeven werden ook reeds genomen om de kromme lijn
vast te stellen, aangevende den gang der temperatuur tijdens de fermentatie,
waaruit reeds kan worden meegedeeld, dat (volgens proeven in 't klein) op
het tijdstip, waarop de hoogste temperatuur is bereikt de fermentatie nog
niet geheel als afgeloopen is te beschouwen, dat integendeel, zoodra dit
hoogste punt bereikt is de fermentatie langzamerhand in intensiteit afneemt.
Hieruit zou dus volgen, dat de fermentatie eerst zou zijn af te breken
eenigen tijd nadat de hoogste teuii)eratuur bereikt werd.
Niet onmogelijk schijnt het ons, dat bij fermentatie op temperatuur zal
240
I. lijken, (liil lii<ri (l<- f<iiiiriil;il i<- «Hi :iii<I<T<- wijze <l:ili lol »|iis\ .11 .• /:il liiuen-il
doen ;,'esrliie»|en, l>ij\. onder \ nitrl d iirend<- l»ewc}4;in^' v:in li«-l ld;id wellidii
in een l;iii^'/.;i;ini di;i;iiendf I roniiii«-l. Ili.il»ij /ou iii.ii l«-\<-ns zonder l»c
/U';i;ir door ei-ii l;in;^/,;iiiieii I ik hl si room miei \s :i lfril;iiii|i \i-\/.M\\'^t\ om uil
dro^in^ Ie \(iolkonieii) sleeds \eis< lie lm hl kniinen doorvMeren. Alleen r»|i
dr/c wij/e /.on men Zikeriieid lieliheli, d;il de |<-m |»ei:i I il II f door de ;,'eheele
m:iss;i reiinelileereml lihid lieni exen lioo;^ is. Iiel;^.-.-]! Itij de I ••;^en W ooidi^'
;4C\()l^de wijy.e in Icikken oi o|i di-n i^iond imoil hel ;:r\;il is. \(»or;il liiel,
w.iniieei iiioii de li;ikkeii /oiidi'r vohlofiide I iisseheiiriiiliile o|i elk;i;ir |d;i;tlHl,
waarbij hei iilad /.ieh \<.oral o|t de iiiid<leiisie hakken soms aanzienlijk kan
\erwariiieii. lerwijl de ondeisle en lio\riisle linkken en ook <le randen weini;;;
(d' iiiei warm worden. \aii lermeiilalie hij de/ell'de leiiiperai iiiii- kan dii.s
o|i de/,e wijze ^iceii sprake zijn.
Welke \crhelerinjifn hierin zijn aan Ie hreii-^cn zal door de vcrdei-e
oiidci zorkiiiLicn wcllielil kiiiineii worden uil «icinaakl .
Jl. K e H n 1 ( a I e n v a n F. e m est 1 n g s p r o o v e n.
Ter ver<;-eniakkelijkiii<i van hel ovf'iziclii der resnllah-n voreenigden wij
(Ic veikregen eiudcijlers iu een tabel aautoonende in:
kolom (I. de ondernemingen waar de cijfers werdiMi verkregen;
h. hel nummer van hel proefveld;
.„ e. de grootte van het stuk;
„ (/. bemesting per Ixniw in 1899;
„ e. „ „ „ „ 1900;
,, ƒ. ]»rodn('tie-<oename uitgedrukt iu lu'rcenten iu ISOO — 1900;
„ <J. „ „ . .^ . ■> 19()0-19()1.
Naam van
N".
Grootte
in bouws.
Bemesting per bouw.
Productie
-Toename.
(Ie Oiiilernoming.
in 1899.
in 1900.
1899.
ino().
A.
1 bouw.
2'/
, pik. mengsel 1.
—
497o
—
Tiiogree
C.
E.
2
1
5
. II.
3 pikol (lierl. alval.
27 .
—
33°/,
ü.
IV. •
—
3 > Bal. guano.
—
32 .
A.
5
4
ffuano.
4 • guano.
18 .
29 .
Parakan Salak ....
B.
0.
5
5
6
—
6 • boengkil.
3 .
18 .
12 .
E.
5
8
> >
8 • guano.
_
15 .
241
Naam van
N".
Grootte
Ueniesling per bouw.
Productie-Toename.
(Ie ünderneming.
in bouws.
in 1899.
in 1900.
1899.
1900.
B ' V, bouw
3 pikol bloedmeel.
2Vi pikol bloedmeel.
21 7o
197o
Sindaiig Sari
i). 'A .
!
3 • zwavelz^
ammoniak.
3 • boengkil.
9 .
2 .
10 . kalk.
5 M' slalmesl + 1
4 >
13 .
pikol Z. A.
A.
17. ■
5 . tlieemest.
—
32 .
—
Hoenga Meioer. . . .
C.
1'/. •
3 . Z. A.
34 .
—
E.
1'A ■
groene bemesting.
4 .
5 .
G.
1'/, •
—
20 pikol kalk.
—
15 .
A.
1'/, •
273 pikol Z. A.
27, pikol Z. A.
15 »
26 .
Ariana
B.
IV. •
(bewerking).
6 • boengkil.
12 .
10 .
C. IV. •
4 pikol Z. A.
10 • vleerm.
20 .
31 .
guano.
I'aiiüetnbangaii
A.
10 .
3 . bloedm. +
1 pikol Z. A.
4 pikol bloedmeel.
20 .
28 .
j
B'.
200 RR.
2 pikol iheemest.
4 • theemest.
1 .
7 .
Goenoeng Malang. .
B\
1 ■ bouw
4 .
—
11 .
—
A\
1 .
—
4 • theemest.
—
-18
i A.
6
2 • Ibeemest.
—
—
5 .
•Gedeh"
C.
6
3 .
—
—
15 .
E.
4
4 • boengkil.
4 ■ boengkil.
—
21 .
Tjiseureuh
A'.
5
4 ■ guano.
6 • theemest.
6 .
17 .
Tjikoedjanf.'
c^
37.
4 . bloedmeel.
4 > bloedmeel.
18 .
25 .
Tjisarapora
,;::
,17.
j2
3 . Z. A.
5 » Iheeguano.
4 . Z. A.
28 .
18 .
17 .
Tjiomas
B.
S
5 IVr stalmest +
' 1 pikol Z. A.
30 .
Op de onderneming Tjiogreg werd elk stuk slechts eens gemest, terwijl
slechts gedurende 1 jaar lang de producties apart werden gehouden; de
nawerking der bemesting werd dus niet nagegaan.
Mengsel I bestond uit gelijke deeleu Kalium-sulfaat en beeuderenmeel,
is dus te beschouwen als een kali-phosphorzuur-mest, met een weinig
stikstof.
Mengsel II bestond uit gelijke deelen bloedmeel en dierlijke afval, en
is dus te beschouwen als een zuiver organische stikstofmest.
De Balestos-guano bevatte U% stikstof, de dierlijke afval circa 12%.
Verslag van 'slands flantentuin l'Jül.
16
"Ik'l
NiettegeiiHtauiule de zeer iii(ccnl()0|M'ii(lf s:iiiiciisi<lliii;,f der incHtHtoffen
vvar(MJ (J(; i(!.sijU;i(.tn ;i I I «• liijzoiidci- ^'iiiisli^.
De op J'arukaii Sjilak v('rkrc;,M'ii rcsiillaicii iiid \ Icciinuizcii^iiaiio zijn
ook z(.'ei' ^UDHÜg Ie nocincn, \ooral waiincci' wij in jiannKTJ^inj^ nciin-ii, <lat
deze j^uano zeer goedlvoop was en slcciils circa 't'/n sliksltjl en zt-er weinig
pboHphoiziiiii', beueveiib een s])ooi- kali IjcvaUe.
UiL eene vergelijking van de piodnclie-loenanien van IfilJl) «mi r.MJO zien
wij l>elaugiijk lioogeie waarden voor lieL '1" jaar dan voor 'L eersLe, Lelgueu
wijst op eeue aanzienlijke nawerking der guano.
Ook het resultaat verkregen niet boengkil (i'/o stikstolj is bevredigend,
vooral wanneer wij bierbij in aanmeiking nemen, dat boengkil steeds vrij
langen tijd in den grond moet liggen, voor dat zij genoeg verweerd is om
Laar gunstigen invloed op den aanplant te doen zien.
De onderneming tSindaug Sari met vrij zwareu kleigrond, gaf voor bloed-
meel vrij goede resultaten, iioewel geen verbooging der productie-toename
na de 2' bemesting. Zwavelzure ammoniak werkte minder gunstig, terwijl
boengkil geen productie-toename gaf, betgeen ecbter door de langzame wer-
king van deze kunstmest later nog ten goede kan keeren.
Op Boenga Meioer bet eerste jaar zeer gunstige resultaten, zoowel met
guano als met zwavelzure ammoniak, doch naar 't scbijnt geen verdere
nawerking, terwijl in bet 2" jaar niet bemest werd.
Kalk gaf eene vrij gunstige werking; voor eene definitieve uitspraak
bieromtrent dient men ecbter eerst af te wacbten of de kalk ook soms een
ongunstigen invloed op den bodem beeft, betgeen liet 2*^ jaar beter voor den
dag zal komen.
Artana gaf vrij gunstige cijfers, zoowel voor zwavelzure ammoniak als
voor tbeeguano en vleermuizenguano.
Omtrent de boengkil-bemesting verwijzen wij naar bet bij Parakan
Salak gezegde.
Panoembangan met slecbts een tweetal zeer gi-oote proefvelden (elk
groot circa 10 bouws), waarvan 't eene bemest, 't andere onbemest, gaf voor
bloedmeel alleszins gunstige resultaten, wijzende op eene niet onbelangrijke
nawerking dezer meststof.
Goenoeng Malang gaf voor tbeeguano (4% stikstof, 4% pbospborzuur
245
en l()f( zwavelziiio l<ali) vrij onbcvi-edigende resultaten, doch zij hierbij
opgemerkt, dat de aanjdant nog zeer jong was (in 1899 naar wij meeneu nog
slechts 214 jaar).
Bloedmeel gaf zelfs belangrijk negatief resultaat, hetgeen wij van der-
gelijke geheel organische kunstmest niet verwacht hadden; welke de oorzaak
daarvan mag zijn, is ons onbekend.
De onderneming ,,de Gedeh" gaf voor theemest schijnbaar minder gun-
stige resultaten, doch schijnt dit te wijten èu aan ziekte in het proefveld
èn aan de omstandigheid, dat de bemeste stukken veel slechter waren dan
de onbemeste, zonder dat de opbrengstverhouding van bemest tot onbemest
vóór de bemesting werd bepaald; wij hebben daarom gemeend de verkregi'ii
cijfers hier niet in te moeten vullen.
De werking van boengkil was hier (op een ander proefveld destijds niet
door ziekte aangetast) vrij gunstig.
De resultaten op Tjiseureuh en Tjikoedjang waren vrij gin is lig, met
belangrijk hoogere productietoename in het tweede dun in "t ccrsie jaui- der
bemesting, hetgeen een vrij aanzieulijicc nawerking i^indiriMt 1 der meststoffen
(guano en bloedmeel) aantoont.
Op Tjisampora werd met zwavelzure ammoniak gunstig resullaat ver-
kregen, hoewel 't eerste jaar beter dan het tweede.
Theeguano gaf ook een tevredenstellende oogsttoename, doch werd dit
proefveld het tweede jaar verlaten.
Op Tjiomas werd met een mengsel van 5 M". stalmest -{- 1 pikol zwavi-l-
zure ammoniak uitstekend resultaat verkregen. Op deze onderneming
werden geen verdere pluk-opnamen gedaan, zoodat de nawerking dezer mest
niet kon worden nagegaan.
Op de onderneming Ardja Sarie werden reeds in 1898 (vóór de inrich
tiug der bemestingsproeven op groote schaal) een aantal proeven op touw
gezet, waarvan de perceelen alle groot '/4 bouw zijn.
Eene vrij uitvoerige tabel omtrent de resultaten vindt M\en in het hier
besproken verslag (pag. 415). Aangezien deze proeven in 1901 niet werden
voortgezet en niet onder de rtibriek ., bemestingsproeven op groote schaal''
thuis belmoren, weid die (abel hier niet weer overgenomen. Alleen rele
244
v'ceicii wij (luiiioiiil iciil (l;il s(;iliiics(, z\s iiv<*l/ui<' aiiiiiioiiiak, bl(j<'(liiM'el cij
voor (M'ii deel ook hociii^kil zwr goede roHiiKaleii liehben gegeven.
Eeu enkel ]>roelvel(l op de/.e onderiieniiiig, waarvan de jdiik ojMiainen
da1(!eren van 1000, zij iiiei- nader hesju-oken, nl. een veld in is'.JT ln-planl met
dadjipBlekken ()]t inil ialii r \an diMi adiiiiiiisi raleiir (ii-ii lli-n A. li. K e i- k
Il o V e n. Wc schreven liiei omi renl in ons iaatsie M-rslag:
„lieL slnk niel «ladaitstekken beidaiil loont volgens de eindeijfers geen
l)iodiictio-tüenunie legen hel. (daaiiiaasi gelegen eji evengrocdej onbiMnente
Htnk. Evenwel worden in den allerlaalslen lijd mei dezen sliksloiveizame
laar zulke Irappante cijfers verkregen, dal naar aanleiding da;ir\an (*j»
inilialiel van den lieer K e r k li o \ e n een aanlal ]ii-oe\en oj» luiiw zijn
gezet met tusscbeuplauleu \au dadap en andere «likslol'verzanM.'lende ge
wasscm".
Wij kuuneu nu hieraan Loevoegen, dat volgeiiü mededceliug deze gun
stige resultaten ook verder hebben stand gehouden en dat kort geleden door
de lieer Kerkhoven omtrent de — naar het ons vo<jrkomt V(;or de
theecultuur hoogst belangrijke — resultaten dezer proefvelden een verslag
is uitgebracht, hetwelk in 't eerstvolgende nummer van Teijsmannia
(13'' Jaarg. 1'' Afl.) zal verschijnen. De lezing van dit verslag kunnen wij
aan alle belanghebbende ten zeerste aanbevelen.
Van groot belang zal het zeker zijn, dat met deze en dergelijke stikstof-
verzamelaars ook op andere ondernemingen — vooral de oudere — proeven
worden genomen.
iS'iet alleen blijkt het succes dezer hier op Java nieuwe soort bemesting
schitterend door de oogsttoename; de kosten van dergelijke „bemesting'' zijn
daarenboven uiterst gering, en tot een minimum terug te voeren, zooals elk
practicus gemakkelijk kan berekenen.
In het volgend Jaarverslag omtrent de bemestingsproeven hopen wij
dan ook eenige ondernemingen te kunnen vernndden, waar met dergelijke
proeven is begonnen.
Aan 't eind van het hier kort besproken verslag omtrent de bemestings-
proeven schreven wij o. a. de volgende opmerkingen:
„Uit dit 2® verslag omtrent de proefvelden blijkt, dat evenals 't vorige
jaar de bemesting met stikstofhoudende kunstmestsoorten behou-
dens enkele weinige uitzonderingen de productie aanmerkelijk heeft doen
opvoeren. Verder blijkt uit eene vergelijking der resultaten gedurende dit
245
jaar verkregen met die van 't vorioe jaar, dat, behoudens eenige uitzonde-
ringen, de resultaten na de 2*^ bemesting aanzienlijk grooter geweest zijn
dan na de 1® bemesting, hetgeen moet worden toegeschreven aan de reeds
genoemde indirecte nawerking die vooral bij de organische
mestsoorten (bloedmeel, boengkil, guano) duidelijk in 't oog valt, en die voor
de rentabiliteit der bemesting van 't grootste gewicht is, zooals wij in een
volgend verslag, wanneer wij hieromtrent meerdere gegevens hebben,
eenigszins uitvoerig hopen te bespreken.
Dat het vraagstuk der bemesting voor de theecultuur hier te lande van
zeer groot belang is, blijkt reeds voldoende uit de tot nu toe verkregen
resultaten, waai'bij in vele gevallen de productie in 2 jaar tijds bij normale
bemesting met 20 — 40 pCt. en meer is toegenomen. Hoe groot het voordeel
is bij verschillende mestsoorten op verschillende gronden, zal uit de volgende
verslagen blijken.
Behalve deze, naar 't ons voorkomt voornaamste, kwestie, blijven er
nog vele vraagpunten te beantwoorden over, zoo bijv.:
Invloed van andere dan stikstofrijke meststoffen op de thee t. w. kali-
eu phosphorzuur alleen of in combinatie. Verder kalk; hieromtrent werden
eveneens nog slechts weinig resultaten verkregen. Elders, bijv. in Britsch-
Indië schijnen ook deze meststoffen soms reeds met vrucht te worden
gebruikt.
Men zie hieromtrent het interessante verslag van M"". K e 1 w a y
Ba. mber, den bekenden Ceylonschen scheikundige, hetwelk getiteld is:
„Eeport on Ceylon Tea Roils and their effect on the Quality of Tea".
Eene kwestie van groot belang schijnt verder de invloed der be-
mesting op de qualiteit der thee.
Ook omtrent deze en dergelijke vragen hopen wij proeven te nemen,
welke in de volgende verslagen zullen worden besproken.
In genoemd ,, Report. .. ." wordt met eenigen o])hef melding gemaakt
van de gunstige werking van f e r r o-v erbindingen in den grond op
de kwaliteit der thee. Het directe bewijs voor deze stelling is naar het ons
wil voorkomen nog niet geleverd, zoodat verdere exacte proeven noodig
schijnen om deze stelling onvoorwaardelijk aan te nemen".
EENIGE VRAGEN OMTRENT DE FABRIKATIE.
1. Welke bestanddeelen moet de thee in hoofdzaak bevatten, dat zij op
24H
(11! iiiarkl hel iih-csI ^jcwcnsclil is en in \\ilU<- \.-ilM'ii.liii^' iii.m-i.ii «lir -.n-.-
vcor vooikoiiKMi?
De in (Ie line ;,'tsvfiis( iiii- lH'sl;iinlt|ri|cii /ijii i^i-li'il ;i lliniikili jk \;iii dt-
«'isriicn, wclUi' <!<■ iii:irkl ;iiiii 1i;m i- (|ii;ililci l sh-il.
.\iiii^<'//K'ii mi «Ic/.t' ••isrlini iiii-i nviTiil i-ii l<'ii ;ill<-ii lijili- (l«-/.<'lf»lc zijn.
/jil (MMi (Icfinilicr «'Il nlduind ;iiil woui il ()|t «li'/«' viaa;; ni«'l ;;<-;,'<-\cn kunnen
worden.
\\';il ;i;in^:i;il <l(' Londt-nsdic m de A nislcidnnisrln' l li<-i-in;iiivlfn idi<-
wcliswiiiir <)<d< niei |>iciics dc/.clldf ris( licii slcllfui i^;iii ni< ii n:i;ir In-I nn><
voorkonil in "I jilj^cmccn lid \itl;:cMdi' /.f^z^cii:
De llicc niucl \('c| (»|d«)sl»;ii(' rci'iii<'nt;it iefu'odiuti'n lH-\;ilicn. /undcr \ eel
ononllced looiziinr <•! billcrc sloltVii. welke laalsie do(»r dn.;;en i»ij te liooge
temperatuur kunnen ontstaan.
Hoe niO(M' oidoshai-e l'eiinenlal iepriMlticlen — ontstaan in liool'd/.aak nil
Iie( tlwM' looi/anir en de olvcosiedisclie verbinding — aanwe/Zi^^ zijn, des te
slerker (meer ]>uni;ent) en voller de (liee, des te donkerdei- de sdienk en des
te meer water kan op zekere hoeveelheid thee worden gej-olen om thee van
dezelfde sterkte te verkrijgen.
De hoeveelheid van deze beslaiiddeden hangt af van:
(I. den ouderdom \an lid Idad; lioe oinlei- liet Mad des Ie minder looizuur
en glycosied bevat het en dus ook des te minder ontledings|irodnden
kunnen daaruit ontstaan;
/;. tjpe van den heester; Assamthee bevat in 't algemeen meer looizuur dau
Java-thee ;
e. wijze van fermentatie. Deze lactoi- is van zeer gi'ooten invloed en heeft
voor de fabrikatie natuurlijk het meest belang. Looizuur en glycosied
gaan gedurende de fermentatie eerst over in oi)losbare ontledingspro-
ducten, welke laatste zich eehter langzamerhand in onoplosbaren vorm
afzetten voor een groot deel op hel onoplosbare blad-eiwit.
De zaak is nu de fermentatie zoo lang te laten duren, dat zooveel moge-
lijk al het looizuur en glycosied ontleed zijn en dat tevens zoo weinig
mogelijk van deze stoffen onoplosbaar is geworden.
Hooge temperatuur bij de fermentatie bevordert de ontleding, maar
tevens ook het onoplosbaar worden cmi het zich afzetten van bruine produc-
ten, die het afgetrokken blad donker doen worden.
Vrije toetreding van lucht bevordeil eveneens de omzettingen, doch
niet in die mate de vorming der onoplosbare producten.
247
Om zooveel mogelijk van genoemde stoffen in de thee te verkrijgen,
moet dus bij lage temperatuur en onder vrije toetreding van de lucht worden
gefermenteerd, en wel zoo lang, totdat het vrije onontlede looizuur voor
't allergrootste deel verdwenen is.
Dit gunstige tijdstip, dat voor bepaalde omstandigheden van blad, tem-
peratuur etc. door een chemisch onderzoek bij benadering is te bepalen, moet
bij de fermentatie worden afgewacht, om daarop de thee direct te drogen.
Van grooten invloed op dit gunstige tijdstip is o. a. ook de concentatie
der sappen, m. a. w. de mate van verflenzen, waarover straks. Opgemerkt
zij, dat ook de mate van verflenzing door eene waterbepaling gemakkelijk
is vast te stellen.
Verder moet de thee veel caffeïue bevatten. Hoe jonger het blad
des te meer caffeïne bevat het, terwijl Assamblad meer caffeïne bevat dan
Java-blad van denzelfden ouderdom.
De caffeïne ondergaat geenerlei verandering tijdens de fabrikatie, is
daarvoor dus van geen belang; voor de consumenten echter is de caffeïne
eene belangrijke stof, aangezien zij de opwekkende kracht van de thee ver-
oorzaakt, dus hoe meer caffeïne des te beter.
Eindelijk moet de thej^ veel a e t h e r i s c h e olie (theeolie) bevatten.
Deze stof ontstaat bij de fermentatie evenals de bovengenoemde fermentatie-
producten. De riekstoffen schijnen echter bij de fermentatie eerder tot
volle ontwikkeling te zijn gekomen dan de genoemde fermentatie-producten,
zoodat het tijdstip van den meesten geur eerder valt dan dat van de
meeste oplosbare fermentatie-producten, waaruit zou volgen, dat men,
om zeer geurige thee te verkrijgen, niet zoo lang dient te fermenteeren, dan
om sterke en volle thee te bereiden. Evenwel is zeer korte fermentatie ook
nadeelig voor den geur, die zich daarbij nog niet geheel ontwikkeld heeft.
De maxima dezer stoffen, die bij goede fabrikatie kunnen worden be-
reikt, zijn — binnen zekere grenzen — voor eene onderneming werkende
onder gegeven, ongeveer gelijkblijvende, omstandigheden door chemisch
onderzoek vast te stellen.
2. Welke bestanddeelcn worden gemist in de zoo weinig gewilde en
laag betaalde 1'' pluk?
Naar aanleiding van vroegere onderzoekingen omtrent dit onderwerp
kan hier voorl<)o])ig worden meegedeeld, dat de 1'" pluk minder looizuur en
extract bevat, dan de volgende plukken.
24H
Ajiii}i<'/i<'ii (l<'/.<' (tii(l('r/><)ckiii;;<'ii wi-t-r- l<i li;iii<l /.ijn ;_'<iiuiii<ii Ii'>|mii wij
la(cr iiiL\(M'i-i;;fi' (h'ze vraiig to kiiiiiicn l.caiii wooitltu.
:',. \\';i;ii<>iii is Ik-I Mrwciistlil . iliil |.;is ;;r|iliikt«' lliff iii*'t (<>l !M<i<-iili;,'
(Mcr-^iinl ? NN'iit (tiilslaal diiiiidodr, \scll<c ;,'cu('iis(lil<- lMslainlil<<l(ii ^'aaii
daardoor' vcilon-nV
WaniHMT \cisrli i;c|iliikl Idad lol Itioriin^- ovri'^^aal. sh-ill li<-l Itlad af:
liet j^cvol},' lii('i-\ari is. dal do sa|i|MMi <li r \ <'rM<liillcnd"' rrjjrii dmn' elkaar-
loopeii. waardooi- de ijioiiiisc-iio werking dier- slolTon (i|i <'lk;i;ir. <L i. do In--
mentalie, l)(';;iiit. Het govolg is, dat ooii dor-^^'lijk K<'*»'<'t''<l '''^i'' n-ods
lan^nri lijd <:('lor-iii(Mileerd beofl, wanneer do andere blaren, die niet gebroeid
liehltoii, luinne fernientatie be^rinnen.
Aan '1 eind der fermentatie van de gi-oole massa /trlion dus de blaren
die jiebiocid bebben, ver overgefermenteerd zijn. Zij bobben alle geur vei--
loren, terwijl de fermenlatie-prodncten vooi- '{ allorgrooislo dcol onoplosbaar
zijn geworden.
Daarenboven gaat bet broeien steeds gepaard met verbooging van tem-
peratuur, welke steeds een nadeeligen invloed o]) bet blad heeft, zoo lang de
fermentatie nog niet is afgeloopen, dus ook gedrir-eride hel l)r-eirgerr naar de
fabriek of het verf lenzen.
4. Wat acht TT beter, flenzen in de zon of onder dak?
Een door onderzoek gestaafd antwoord op deze vraag vindi m<Mi in (tns
eerste verslag omtrent de fabrikatie-proeven in Teijsniannia Jaarg. 12 Afl. 2
en :>. Volgens het daar beschreven onderzoek is verflenzen onder dak te
prefereeren boven verflenzen in de zon.
5. Wat is Uwe opinie omtrent kunstmatige verflenzing door machines;
kirrrrren daardoor gewenschte bestanddeelen opgewekt worden, of verloren
gaan?
Uit voorloopige onderzoekingen omtrent dit onderwerp meen ik te
mogen afleiden, dat kunstmatige verflenzing vele voordeelen heeft boven
natuurlijke, en dat zij — wanneer eenmaal eene doelmatige inrichting daar-
voor gevonden is — ongetwijfeld uitgebreide toepassing zal vinden, speciaal
op de hooger gelegen ondernemingen, waar heden de fabrikatie maar al te
dikwijls lijdt door te weinig verflensruimte.
240
Als onbeLwislbaar vooidtvl vau kiiiislmati^^ vcrfk'iizcii uocmeu wij
onafhankelijkheid van de weersgesteldheid, zoodat de fabrikatie regelmatig
door kan gaan on men niet gedwongen is, het blad op tampirs naar bniteu
te brengen in de zon, wat steeds schadelijk werkt op de thee.
Als gevolgen, welke de invoering van kunstmatige verflenzing vooral
voor de hooger gelegen ondernemingen zal hebben, noemen wij: beter en
regelmatiger product en goedkoopere fabrikatie.
Door doelmatige kunstmatige verflenzing gaan geenerlei gewenschto
bcstanddeelen vei-loren, integendeel zij blijven behouden, terwijl zij nu door
irrationeele verflenzing (bijv. te lang laten liggen, hetzij in de zon of binnen)
somtijds voor een deel verloren gaan.
G. Wat is ter behoud vau de gewenschte bestauddeeleu beter, sterk
of minder sterk verf leuzen?
Omtrent dit onderwerp is een onderzoek in gang en zullen wij dus liever
ons antwoord opschorten, totdat dit onderzoek is afgeloopen.
7. Acht U het gewenscht, dat bij het rollen der thee in de rolmachines
de thee zoo sterk geperst wordt, dat alle sappen in de bak daaronder vallen,
of acht U het gewenscht, dat zoo gerold wordt, dat alle sappen erin blijven,
zouder in den onderbak te vallen? Waarom?
In 't algemeen acht ik zoo sterk persen, dat er veel sappen in den
onderbak vallen, niet gewenscht.
Bij zeer sterk persen gaan met de sappen ook de stoffen, die de geur der
thee moeten leveren, voor een aanzienlijk deel naar buiten; hierdoor ontstaat
het gevaar, dat de riekstoffen, die aan de oppervlakte der cellen gevormd
worden, bij het drogen voor een groot gedeelte verloren zullen gaan. De
overige fermentatie-producten (looizuur etc.) treden ook aan de oppervlakte
en blijven daar bij het drogen; het ligt voor de hand, dat deze laatste bij het
opschenken van water uu gemakkelijker in oplossing gaan, dan wanneer zij
zich binnen in de cellen zouden bevinden (bij minder sterk rollen). Het
resultaat van sterk rollen is dus: weliswaar sterke uuuir betrekkelijk weinig
waterhoudende thee, en weinig geur.
Bovendien wordt bij zeer sterk persen het blad te zeer stuk gerold,
waardoor veel breuk ontstaat en een minder gewilde grauwe kleur van het
stuk. Alleen in speciale gevallen, waar men alleen let op de sterkte der
thee, zou dus zeer sterk persen gewenschl kuinicii zijn, doch zal men ook
2!;o
liior zijn fiool ïtctor horoikoii dnui- I ;i n «j i.- lullcu — zoo uooMij,' met
( iisHclu'iipoozoii — dan door al Ie sicik h* |htscii. Op deze kwi'sli»- liopcii
wij la (er clderH terug te komen.
S. \Voi"dt door hd ovf-rrojlcri ii;i ili' r<iiiicn(;ili(' nok ]\<>'^ <!<• I (m'ii;iiii<'
VJin ^'cwriischfc iK'sliiiMlili'i-lni lic\ oidcrd?
Ilcl lioid'ddocl \aii licl (t\ <'n'(»llfii is lid slnilcn \aii ln'l lilail. hi- sap-
pen, ^\'\{• door Ih'I cerslc rollen «^cnien^d /.ijn, dooii ick ken \<)oi' een d<'i-l de
aanwezi-ic vaste Kfoffen ivezelsiol'. eiwil. eic.i, \(ior een dei'! Iievinden /ij
/.icli aan de lufdit. Dil laalsie ^cdeeKe onder^^Mal bij de leiinental ie de
nieesie \ ciandcrinf;. aanp'zieii daailiij. zooals wij welen, hnlii aanwezig
moet zijn. De sappen eeliter, die hinnen in de \asle massa zillen. komen
niel ol' weiniji' ujel delnrlil in aanraking, /.oodal zij nit'l in die male veraiide-
i'inu ondei'^'aan. Hij '( oxcn-ollen komi ook hel laatsl genoemde Lr<'deelle
- — voor een deel althans — aan de ojtjieivlaktc, en woi-dl daai'<loor. zij liel
ook in j^erinjjere mate, ook de toename van jrewensehte beslanddeelen
bevorderd.
!). Wanneer de thee na de eerst*' r(dlinp; Ier fernientalie wordt uitj^e-
le^d, is het dan weuschelijk, dat de tiiee gedekt wordt (door lampirs of
doeken bijv,)?
Toedekken met doeken, zooals dit in de jnaklijk dikwijls «rescliiedt, acht
ik in vele gevallen verkeei-d, speciaal wanneer men daarvoor zware vochtige
doeken neemt, die op de thee rnsten en deze verwarmen, in plaats van af-
koelen; ook wordt daardoor alle Inchtciicnlatie belemmerd, terwijl de thee
to<di vooi' goede fermentatie versche lucht noodig heeft.
Gebruikt men evenwel een vcxditige dnnne doek, die geregcdd terdege
wordt s( hüongemaakt, en die bij 't gebruik op behoorlijken afstand boven
de thee zich bevindt, dan kan de doek eenigszins afkoelend werken en tevens
belemmert zij niet de toetreding der lucht, terwijl uitdroging der thee wordt
voorkomen.
Wenschelijk schijnt het toedekken met doek (op de aangegeven wijze)
of met tampirs op de bovenste rij der feiuientatie-bakken alleen dan. wanneer
door lange fermentatie of door tocht uitdroging der thee te vreezen staat.
10. Wat wordt door het dekken der fermenteerende thee met natte
doeken ten gunste van het fabrikaat bevorderd?
251
Zooals wij boveu za^eii Uan oiidci- guu«(i^(' ouislaudighedcu door het
loedekkon met uatte doeken bij iets lagere temperatuur worden gefermen
teerd, terwijl uitdroging der thee wordt voorkomen.
11. Is het weusehelijk dik of dun uitgespreid te fermenteeren?
Dun uitgespreid acht ik beter, aangezien de luclit beter overal kan toe-
treden, terwijl de warmte, die bij de fermentatie ontstaat betei- kan worden
afgeleid en dus bij lagei'e temperatuur (en gelijkmatiger door de geheele
massa) kan worden gefermenteerd. Dit geldt voor lagere ondernemingen
in veel hoogere mate dan voor de hooger gelegen.
12. Is eene groote tusschenruimtc tussclien de fermenteer-bakken ge-
wenscht (stel dat die Ixnen elkaai- worden geplaatst i (►f moeien of kunnen
die direct op elkaar geplaatst worden?
Eene groote tusschenruimte tusschen de feiinenteer-bakken schijnt wel
gewenscht, zoodat bijv. de bodem der eene bak 2 dM. of meei' boven die der
volgende ligt, stel dat de thee ligt in een laagje van bijv. 2 k 3 cM. dikte.
Het voordeel hiervan is, dat genoeg versche lucht kan toetreden, die de
gebruikte en inmiddels iets verwarmde lucht tusschen de bakken tijdig
verwijdert. Zoowel lagere temperatuur als de gewenschte geur worden
bevorderd.
Beter achten wij nog de bakken niet op elkaar te stapelen maar naast
(^Ikaar op den grond neer te zetten zoo daarvoor ruimte is.
Ook het fermenteeren op den vloer der fabriek, mits deze daarvoor doel-
matig is ingericht met een geringe helling om ze elke keer terdeeg sch(K)n
te kunnen wasschen met veel water, schijnt ons vooral voor lager gelegen
ondernemingen zeer aan te bevelen. Ongetwijfeld is deze methode de ratio-
neelste ter verkrijging van een lage temperatuur zonder kunstmiddelen.
13. Geeft thee van hooger gelegen tuinen beter thee, dan van laag
gelegen tuinen?
Elen definitief antwo(U'd durf ik op deze vraag uie( Ie geven, aangezit'u
ik daaromtrent geen speciale onderzoekingen heb verricht en deze ook in de
litteratuur niet schijnen voor te komen.
Algemeen bekend is het feit, dat de thee van hooger gelegen onderne-
iiiinj^cn gewoonlijk iikmm' i>\)\ircu^i, (l:iii ili»- dei- l;i;i;.' ;,'fl<'^'cii, iiia;u- in lioofd
z;i;il< /mI <li1 wel zijn oorzjuik \in(l<-ii in:
II. rijiMTc |ilnk op hooj^oro ondciiK inin;:cn ;
h. rci-iiiciil;it i<' hij In^'f-rc trrn|H'r;i I niir ;
r. r;il»rik;i( i<' o|» i|ii;ilil<'il ii|t di- iioojx*'!»- ••ii o|t i|ii;iii( ilfil o|» di- l;i;j('ii- midii-
ncinintïen.
Als '/,('k<'i- kniincn wij Miunu-iiicii. d:i( (»nd<'i- (i\ci'i;:ciis d</.<ird<' unistiin-
di;^li<'d('ii \;in ^roiid, tvjx', li('\v<'rkin<4. kiini;i;il dr. dr ilicc op liiii>;^ci- '^i-\(']S''U
<)nd<'i-m'iiiiii<i('ii (waiir dns (cniix'ial uur <mi Inciildriik licidc inindi'i' lio<i^ '/'ij")
iiiiiidcr snel ;^r(icil dan oj) la^rrr. ()[ ccliicr door dien niindi-r snollen ;j:iooi
o|i /j(Ii zoll' ^^ciirij^ci' lluM' wordl «^oNoinid, dal zou d(»or oon \ rij uil ;:<|»riid
on nauwj^'ozcl ondei-zoclc tnootcn woi'dcn uil^jjcinaakl.
\\'<'1 scbijul bot zeker, dal een lieeslei- hij hijzondor snellen ;^'ioei ihijv.
zeer slerke bemestinf;) minder jremi^c tliee le\(Ml dan ondei- normale
oiiistandijrbeden. Hier staal ecbler lej^^fMiover. dal (tnk hij <,'ehrek aan
\(»edsel en onvoldoenden ^i-oei der jdanl, de heester een Ibee \an niindei'<;
(lualiteit schijnt te leveren.
14. Wat acht U uit een chemiseb oojjpunt wenschelijker. het diogen
op open vuren, of in droogmachiues, en waarom?
In sommige opzichten acht ik het drogen op open vuren minder goed,
t. w.:
a. de thee komt daarbij in directe aanraking met de verbrandingsgassen,
die schadelijke stoffen in de thee achter kunnen laten;
ö. de temperatuur bij het drogen boven 't vuur schijnt minder gemakkelijk
geregeld Ie kunnen worden, waardooi- hij deze methode gevaar ontstaat
voor aanbranding; hierdoor zou eene kleine hoeveelheid een heele partij
kunnen bederven; drogen in de machine geeft allicht regelmatiger
pi'oduct.
Eéne omstandigheid evenwel schijnt te pk^ten tegen het drogen in
machines en wel het aanwenden van een sterken luchtstroom, die met het
water ook een groot deel van den geur mee weg schijnt te voeren.
Welke van de 2 methoden de voorkeur verdient, schijnt nog niet uitge-
maakt. In alle gevallen schijnt de methode van het drogen in de machines
voor verbetering vatbaar.
Juist in den laatsten tijd zijn op een paar ondernemingen practische
proeven op groote schaal genomen ter vergelijking van beide methoden;
253
voor een definitief oordeel dienen deze echter te worden uitgebreid en bopen
wij later op deze kwestie terug te komen.
15. Wat acht U wenschelijker, dat de thee eerst half gedroogd wordr
in de machine en daarna (eenigen tijd daarna) geheel, of het ineens geheel
drogen van de thee?
Wenschelijker schijnt in 't algemeen het laatste, daar bij het eenigen
tijd laten liggen der half droge, w arme thee waarschijnlijk een gedeelte
der oplosbare fermentatie-producten in onoplosbaren toestand overgaat.
Evenwel, wanneer het eerste (half) drogen geschiedt om de fermeutatie
te stuiten, zal hvX niet goed te vermijden zijn, indien te veel product tegelij-
kertijd gedroogd zou moeten worden, zoodat de machine het fermenteeren
niet bij zou kunnen houden, wilde men al de gefermenteerde thee direct
ineens afdrogen.
IG. Kan wind of tocht op de pas uit de droogmachine komende warme,
geheel droge thee eenigen nadeeligen invloed uitoefenen?
Langdurige blootstelling der pas gedroogde thee aan wind of tocht
schijnt nadeelig vooral voor den geur, echter schijnt het zaak de thee eerst
vrij dun uit te spreiden ter halve afkoeling om ze eerst daarna in de vergaar-
bakken te doen. Men vermijdt hierbij achteruitgang in sterkte (door lang-
durige hooge temperatuur) en ontwikkelt den geur door de middelmatige
warmte.
17. Wat is Uwe opinie omtrent het in de zon brengen van reeds gesor-
teerde thee? Bevordert zonnewarmte eenige gewenschte bestanddeelen of
is het tegendeel het geval?
Door het in de zon brengen van de gesorteerde thee kan de geur eenigs-
zins worden ontwikkeld en verliest de thee soms een weinig water, dat zij
gedurende het sorteeren had opgenomen.
Nadeelig acht ik het langen tijd achtereen laten liggen in de zon, waarbij
de opgewekte geur weer ten deele verloren zal gaan.
INHOUDSOPGAVE.
Bladz.
Pei'soneel, organisatie en alj>emeene zaken :i
Publicaties der inrichting 8
Annales du Jardin botani(}ue de Buitenzorg 8
Icones Bogoriensis ld
Bulletin de l'Institut botauique de Buitenzorg 11
Mededeelingen uit 's Lands Plantentuin 13
Korte berichten uit 's Lands IMantentuiu in het tijdschrilt Teys-
mannia 1 ."»
Andere publicaties 2:5
Herbaiium en Museum 2'.\
Werkzaamheden van den ('onservator '2'è
Ten geschenke ontvangen collecties '2i
Verzonden collecties L'4
Botanische laboratoria 20
Botanisch Station 25
Laboratorium van den Afdeelingschef 2i>
Rapport van een dienstreis door den Afdeelingschef gedaan naar de
residentiën Pekalongan en Semarang van 19 Februari tot
5 Maart 28
Rapport over een reis door den Afdeelingschef gedaan naar Soera-
baja van 5 Maart tot 15 Maart 32
Rapport omtrent een reis naar Deli van 3 April tot 5 Mei 37
Verslag over een dienstreis naar de residenties Madioen, Semarang.
Kedoe en Cheribon van IG Mei tot 2ü Juni 38
Cultuurtuin en Agricultuur-chemisch laboratorium 43
Cultuurtuin ^3
Aanteekeningen over verschillende gewassen -l-t
Nieuwe ontvangen planten 5i
AgiMcultuur-chemisch laboratorium 57
Opleiding van jongelieden voor den landbouw (>4
Pharmacologisch laboratorium 72
Botanische tuin en bergtuin te Tjibodas 7(1
Bergtuin te Tjibodas 77
Opleiding van jongelieden voor den landbouw 80
256
V.l Al./
I'>iii«';iii, hihiioi licck <mi |)boLO{^rai>liisc|i ;i(<^li«M' xi
Ijt-eH/iiiiJ 8ii
* MHlflZocUili^^ili (l<T r.oscliliouiiirioi ;i <i|i .);i\;i S4
K';i|)|M)il iiiiili'inl <!<■ \ (m»i1^c/,i-I Ie jiiitd nul < 'liiin».s(»l ;ils i-oiiscrvj***-
rinf^HvlociHlol' voor |il;iiiicii<lcflcii s(\
Kappoii oiiiliciil (Ic vtTilampiii^^ vuii spii-iliis van !Mi% uil IiiImmi
met divciHt' si II il injj;siiii(l(l('l(Mi ;4('s|(>l('ii 87
l,al>()i aioiiiiiii \<»()r oiulei-zot'kiiij^L'ii over l>eli labak iM)
l'i ocl'shil ion \(ioi- kof('l«? lO't
Knirirpiocrmin \aii s l.ands Thinli-nl iiin, l\ A rtlcciin;^. .Iaar\ t-islag
(.V.M iMOi i(>;{
(Jioud 114
J'laiileu 11-i
JMantwijdte-proeven 114
Schaduwboomproeven 115
IMoef luet al of niet behakteu grond 116
Bevvei'kiugsproeltuin 116
Uitdnnproef 117
Zaad 117
Enten 118
Soorten en variëteiten Ilï5
Proeftuintje Ngadiredjo 119
Landhonw-Zoölogiscli .Museum 1-0
Onderwerpen van verschillenden aard, niet tot de vorige paragrafen be-
hoorend 127
Onderzoekingen over tabak der Vorstenlanden 127
Gouvernements Getah-pertja aanplantingen te Tjipetir lol
Proefaanplant van Getab-pertja produceerende gewassen te Tji-
petir 1-il
Onderzoekingen over op Java gecultiveerde theeën 141
Demonstratie-velden van Inlaiidsche cultures 141
Voornaamste in 1901 ontvangen zaden 166
In 1901 ontvangen planten 174
Staat van de in 1901 verzonden zaden en planten 179
Lijst van boekwerken door geschenk of aankoop verkregen gedurende
1901 221
Onderzoekingen betreffende op Java gecultiveerde theeën. IX 228
VERSLAG
OMTRENT DEN STAAT VAN
'S LANDS PLANTimiN
TE
BUITENZORG
OVER HET JAAR
1902.
BATAVIA
LANDSDRUKKERIJ
1903.
VERSLAG
OMTRENT DEN STAAT VAN
SLAND8 PLANTENTUIN
TB
B XJ I T E 3srz O I^ o-
OVER HET JAAR
19 0 2.
§ I.
PERSONEEL, ORGANL^ATIE EN ALGEMEENE ZAKEN.
Bij (Jonvernenients Hesluir van 28 Januari 1!)(L', 11' 4, werd de Directeur
van "s Lauds 1'lanleutuin gemachtigd, om den Chef dei' IX'''' afdeeliug van
de door hem belieerde inrichting op te dragen, in het behang van de Gouver-
nements Koffie-cultuiir zich te begeven naar eenige zaad-koffie leverende
ondernemingen in het Gouvernement Snmalra's Westkust.
Bij Gouvernements Besluit van MO Januari werd, primo, de speciale
leiding der (Jouvernemeuts Getah-pertja aanplantingen in het district Tji-
tjoeroeg (afdeeliug Soekaboemi der I*reanger-Kegentschappeu) opgedragen
aan den Chef der Hl'''' afdeeliug D'. P. v a n R o m b u i- g h, en, secundo.
benoemd tot de bij Staatsblad IDOi!, II- S() ingestelde betrekking van Adjunct-
Chef der III''' afdeeling: D''. \\'. R. Tromp de Haas. Aan deze
nieuwe betrekking werd voorts (Staatsblad 1902, II- 227) verbonden, het recht
van vrije woning of, bij gemis daarvan, van huishuur-indemniteit.
Bij Gouvernements Besluit van 25 Februari 1!)02, II- -16, is bepaald, dat
de bij 's Lamls IMantenluiii \«>or de lutrti en agricultuur iu opleiding zijnde
jonge lieden, gedurend»' die opleiding zullen genieten \ rije geneeskundige
behandeling en zij aanspraak zullen hebben o]) kostelooze verstrekking van
de voor die behandeling benoodigde geneesmiddelen, ^^)orts werd (bij be-
sluil \:in '_'.'*. >fii;irt. tl- l'.h iii;i<lit i;,Mii;,' vcilfrnd oiii ;i;lii <'<-ii der lioit iciill iiiir-
l('C|-|ili;^('ll, Itij W iJ/.«' \;ill I ijdel ijki' lli;i;lt ic^el. eelie I ei^eli |( ie I k ui II i 11;; \(»u|-
k(»Sl en liuis\ esl in;; Ie \iTlee||e|i \;|li / iTi per tliaiUld.
I'.ij (I<)ii\. r.esliiil \;in iT) Mii.irl. II- ~t7,. \ver<l iii;ie|ii in ini; \<Mleend om
(»\er de middelen Ie liesf llikkeii \(ii)r het lol SiJllld liren;;e|| \;in ei'lie ;i;ili
slllilill^ \iin "sL^nds l'hl lllelll llin mei de ^^MSInluiek Ie r,lli|e||/(ir;j. 'Pell^e
\u!;ie de/ei- imit II I i;; i ii;; kunden de heide ;4;isiiist;ill;i I ies lul d.nirlue liij de
iniirlil iii;4 in i;el)i;iik. Iniilen werking \\ui<len ;:esleld. lüj lleshiii viin "JT
• liili. II-' Ttl werd d;i;iru|( de iieseliÜK k in;; m';;e\eii u\er de nuudi^e ;;e|(ieii uin
<'eli dier, liu^ in goeden sla.ll \ crkeereiide. insl ;i I l;i I ies li;i;ir den |pe|-;;|iiin U*
'rjihudns <»\er ie l)reii;;eii. lloewel de (i\ er I ijeii;: i ii;; /.el\e in \\i-\ \ crsla;: j;i;i f
j^ereed kwam, zoo kon de inslalhilie n(»u- nici \()ur eind \;in hel jaar Ie 'l'jj-
hoihis in wcriiinj; worden iicsleld.
[Jij (l(»ii\-. hesinit \an L'S .Maarl 11- KI, werd leerslcdijki loei;i-|<end eeiie
swltsidie van ./' 1()()(HI.~ . gedurende de jai-en lÜllL', Hm:', en l!t(ll aan de vei-
e^'ni;;in;4 ,,ri-o('fstat ion mmm- lndij;o"le Klaieii iSocraka'iai lol liei doen \aii
welenschaiiixdi jke onder/.oel^ in;;('ii h-r verlieterinii van (■iiltniir en liereidiii;;
van Indijio; ondei- voorwaarde, dat door «^iMKX'nidc vereen iiiin;; lot dat doei
zal woi-deii bijjicdi-aji-en in liet jaar ÜHH* vooi- een Ix'dra»;- van ./ JUMK». — eu in
elk der Jaren 1!)0;^ en l'.Mil voor een hedraj; san ministens ƒ .iL'IKI. — ; van
welke vooiwaarde alleen dan vrijstellinj; kan worden \-eileend. indien tiis-
srhentijds de indi;;(»(nlMnir voor de w (Mcddmaikt in d<' X'orstenlanden zou
moeten woi-den },^estaakt. Ten tweede wei-d bepaald, dat j^edut-ende de in
ai't. 1 vermelde jai-en. ei- hij 's Lands Plantentnin no<; eene afdeelinj; zal
fjevestijid zijn onder den naam: ..IM-oefstation voor Indigo", onder aanteeke-
ninji', dat het l»estiiur i\(-\- in art. 1 genoemde vereeniging gehouden zal zijn
liet i-eeds te Klalen hesiaande rioefstationsgehonw met inventaris ter be-
sehikking te st(dlen \an de voornoemde tijdelijke afdeiding. Eindelijk wei-d
nog bepaald, dat indien de in ari. 1 bedoelde staking van de Indigo-cultuur
mo(ht intreden, de daarbij genoemde vereeniging gehouden zal zijn de
resteerende gelden van het ..rroefstation voor Indigo" aan de Regeering af
te dragen, welke dan Ncrder de \<tlledige bes( hikking verkrijgt over de er
aan verbonden natuui-on<lerzoekers.
Tot (dief der nietiwe afdeiding werd beno<'md: de Heer J. TT a z e w i n-
k e 1, die i'eeds geruimen tijd als Directeur van het Tvlatensche Indigo-proef-
station was werkzaam geweest.
liij (louv. besluit van KI April, 11' :>() werd uitgemaakt, dat de i)roef met
de opleiding van Europeesche jongelieden voor de horticultuur verlengd
wordt tot ultimo December 1903,
Bij Ouiiv. bi'sinit vau lo Ajnil H" 1(> i« };ued<:;i'Vüii(k'ii «ni verstaan:
Eerstelijk: te heiKilcn, dat, voor deu duur der overeenkomst, op deu l**"""
Maait 1!M)1 ter zake aaiiy:egaau tusseheu de Soekaboemisehe Landbouwver-
eeuigiuji te Öoekaboemi (Freauger-RegentscLappeu) en den Directeur vau
's Lauds Plantentuin, voor het doen instellen van onderzoekingen betreffende
de cultuur en bereiding van thee in Nederlandsch-lndië, er bij genoemde in-
stelling, naast de reeds aanwezige nog eene afdeeling zal gevestigd zijn onder
den naam: ,. Proefstation voor Thee", met een uatuuronderzoeker, dien de
directeur op den voet \ an het besluit van -'2 Maart lS'j:>, 11- 1 zich zal hebbeu
toegevoegd, als chef. Ten tweede: den Directeur vau 's Lands Plantentuin
te machtigen om het laboratorium-gebouw, vroeger geoccupeerd door deu
chef der Landbouwzoölogische afdeeling dier inrichting, ten gebruike af te
staan voor het doen van de in art. 1 bedoelde onderzoekingen. Ten derde:
ter beschikking te stellen vau den Directeur van "s J.ands Plantentuin het
tegenwoordige koffie-reserve terrein Saronggè, ressorteerende onder het
district Tjipoetri der afdeeling ïjiaudjoer (l*reauger-Regeutschai)peu) en
hebbende wn geraamd oppervlak vau omstreeks 200 bouw, wordende ge-
noemde directeur voorts gemachtigd: a. een gedeelte van dat terrein, hoog-
stens 50 bouw groot, te bestemmen voor proeftuin voor thee, deel uitmakende
van het in art. 1 bedoelde proefstation; h. aan het bestuur der Soekaboemische
Landbouwvereeniging te doen weten, dat deze bij eene eventueele niet-verleu-
giug der overeenkomst door hem met die vereeniging deu l''*'" Maart 1902
aangegaan, het bedoelde gedecdte vau 50 bouw. voor zooverre het dan met
thee zal zijn beplant, tot 1 Juli ll):il in bruikleen zal uiogen blijven occupee-
ren ouder het drieledig beding: 1". dat het als jtroeftuiu voor lliee blijft dienst
doen; 2". dat het, zoomede de er zich op bevindende installaties, ten allen
tijde toegankelijk zal zijn voor leerlingen der P)Uiteuzorgsche Landbouw
school onder deskundig geleide; 'S", dat op primo Juli lUol alle voor hare
rekening op het terreiugedeelte iu quaestie opgerichte installaties en gebou-
wen desverlangd door haai- zullen worden ver\\ ijderd. bij niet \ohloeuing
aan welk beding het jdaatselijk Pesluur bevoegd zal zijn op hare kosten
bedoelde opruiming te doen geschieden.
Bij (Jouv. besluit vau 1.5 Mei, 11- 21. nader gewijzigd l>ij besluit van 2:?
Mei, 11- (Jo, werd deu ondergeteekeude oi>gediageu zich iu de maand Mei vau
het verslagjaar, iu het belang der inri<htiug, voor ten hoogste elf maanden
(de heen- en (erngi-eis daaioiider begrepeni naar l-liiropa Ic begeven. Ten
tweede werd aan den chef der 1 1 1''" afdeeling I )'. W v a n K ;> m b u v g li.
opgedragen om, nevens de aan zijne betrekking verbonden werkzaamhedeu,
voor den duur der bedoelde commissiereis, het beheer over "s Lands Planteu
hiiri vv;i;ii- Ie ricnu'ii, uu'i iM-pjiliii;,'. <l;il hij l»ij <l;il ImIumt /mi licMxMi in arlit
(e iiciiirii dl' ;i;iii\\ ijy.ili;irii wciisc de niidi tm,-! cikiiidc. \i(i»|- ol iiii zijn vcitirk
n;i;ii' l']nr<»|t;i, licni niodii i^cncm.
I>ij <i(>ii\-. Iicslnil \;iii -'.'> Mi'i II' ti'J. wi-id ininlii i^iii;_' ;^M';_'r\ en mn :i;iii dt-n
r|i(>r d<'r L"'' ;ir<l<'<din^' i>\i [e di;i;^<'ri /.irh. in ln-i Ix-hiri;,' d< r iniidil in;.'. n;i;ir
|)rli Ie lt(';;r\ en, rn umi, /,<»<> iiuodi;;. d<- |crii;;n'is Ir ddcii uvi-r Siii;:;i|i(irc (l;in
wc! ()\cr rciiaii;.;.
.\;iii den Assistciil I loil ii l;i i.iis .1. .1. S in i I li wi'id. Iiij Im-sIimI v;in •!
Juli ir I wegens hiii^diiri^^cii diciisl ren j;i;ir Nt-rlnl' ii;i;ii- I-liiinp;! Ncijrriid rn.
\(i(M- di'ii duur v;iii d;il \rilur hrhisi inrl t\>' w ;i;iiiirin i ii;^ dri I irt n-kk inj.' v;in
AssisIciiM loiliiliinns i\c llrrr II. .1. W' i '^ ni ;i n .1'.
Als blijU vjin w ;i;irdcrrin;,^ \;iii vri-dinislrii werd bij <Inii\. Iicslnil v;in
L'.". .\njiuslus 11" 1. l(M'«r('k('nd ;i!in .M :i s .\ r s i ii. ni.iiiiri i)ij (\<- T'' ;ifdrc|inji.
i\r /.iivoi'On ster vooi' Irdiiw rn \rrdirnstr. m ;i;iii I' ;i I d ;i n. |il;i iitrii/.ockci'.
do bion/cn ster \(»or tronw rn \ crdirnslr. I >r iiilrrikin;i dc/.n- oiidrisriiri-
diufjstoekoiien, welke cci'sl in Xoxnnbcr kon jilaals lirbbrii. i^cscliirddr in
tcjïenwooi'dijiheid van het ooheele personeel der ini-ichlino;.
De verzanielin;^ huiden van vofjels van Nederlandsch Indië door wijlen
l)"". A. tJ. Vorderman bijeenjiebraeht, werd ten behoeve vau het l^and-
bouwzoölopfiseh Museum aanjiekooht, waartoe de jjelden bij Gonv. besluit
van 10 Se])teni!)er 11- .''2 heschikbaar werden j^esleld.
Bij Gouv. besluit van 2i September 11- ;'> wed be]»aM]d. dat dr ambtstitel
van den opziehter bij den enltnui-tuin voortaan zoude luiden: ...\ssistent-Hor
tulanus belast met het toezicht in den eultuuituin". Daarna werd aan den
titularis (bij Gouv. besluit van 2 October 11° 24) wegens ziekte een tweejarig
verlof naar Euroj^a verleend.
Het Gouv. besluit van 25 December 11- 21 '^i\f de utachti^iu": om den «^lève-
matri D j i ji j a zoomede den ]>lantenzoeker A t a s r i p ter beschikking
te stellen van den leider der wetenschappelijke ex])editie naar Noord Nieuw-
Guinea. ten einde ten behoeve der instelling botanische voorwerpen van ver-
schillenden aard te verzamelen.
Rij Gouv. besluit van :^0 December IT i^ werd de Directeur van Binnen-
landsch Bestuur gemachtigd om aan de ..Vereeniging tot verbetering van de
Koffiecultuur'- te Amsterdam, voor lirt voortzetten der op hare kosten inge-
stelde onderzoekingen in het belang van de particuliere koffiecultuur in
Nederlandsch-Tndië. ook gedurende het jaar 100?» uit te betalen eene subsidie
van ƒ 7500. — . En eindelijk werd. bij besluit van den zidfdcu datum Tl- 17,
nog bepaald, dat de tijdelijke toevoeging van den militairen Apotheker 1^
klasse D"". W. G. B o o r s m a voorloopig bestendigd zoude worden op den
voet als laatstelijk bedoeld bij art. 1 vau het besluit van 9 Noveiiiber 19(11
IF 80.
N'eriiieldiiij; veidieiit voorts, dat in het verslagjaar een begin werd ge-
maakt met den bouw van een nieuw Agricultuurehemisch Laboratorium,
waarvoor gelden werden toegestaan bij Besluit van 25 Augustus 11? 26, ter-
wijl machtiging tot het verbouwen en inrichten van het Laboratorium te
Tjikeumeuh tot laiulltouwsehool werd verleend bij Gouv. Besluit van 29 No-
vember 11- 20.
Voor afstand, vrij van alle rechten en lasten, aan het Gouvernement
vau Nederlandsch-lndië van het als proeftuin voor agricultuur-chemische
onderzoekingen bestemd terrein, werd bij Gouv. Besluit van 18 December
ir 5 machtiging verleend de koopsom uit te betalen aan de Maatschappij tot
exploitatie van het land ,,Ked(>ng Allang".
Om gewichtige redenen werd aan 1)''. E. C J. M o h r een verlof naar
Europa verleend voor den duur van zes maanden.
§ IL
PUBLICATIES DER INRICHTING.
\an de „Annales du Jardin Botaniciue de Buitenzorg" verschenen in het
verslagjaar twee afleveringen, te zamen uitmakende het derde deel vau de
nieuwe serie (deel 18 van het geheele tijdschrift).
Zij bevatten:
A. Z i m m (i r m a n n, T'eber die extraniiptialen Nectarien einiger
Fagrea-artcn.
S. H. K o o r d e r s, Notiz ueber Symbiose (üuer Cladophora mit
Ephjdatia fluviatilis, in einem Gebirgssee in Java (met 2 platen).
'i. 1). K o b u s. Die chemische Selection des Zuckerrcdus (met 11
graphische voorstellingen).
S. H. Iv o o r d e !• s, Xotizen mit Al)l)il(lungeu einigtM' interressanter
Cauliflor. Pllanzen (met 11 tekst-figuren).
O. 1* e n z i g. Die Fortschrifte der Flora des Krakatan (met 7 tekst-
fuguren).
JM. N i e u w e n h u i s — U e x k u I 1, Die Schw immverrichiuugen der
Friichte vou Thuarea sarmentosa Pers. (uiel 2 jdaten).
M. T r e n b, L. orgaué femelle et Tembryogénèse dans Ie Ficus hirta
\ahl (met 10 platen).
In .Ir .•crsU' vi'iliriiKlcliii;:. <l.i'.i' .-e ■-.■iiiiil fi;.Mii<'ii in dm l.-kst ver-
,hii.lcli.ikl. komi <!.• srhiijvri- Inn- ..p <l'' 'l...,! D'. Kiir.U l.ij hn -.'slii.ht
|'';i^i(>;i <.nl(i<-Mr n'-rl ;i rifMi ;iiin (Irii \.Mi (In 1. hulst. 1. II .11 ..|i .1.- l.l;i<i\i;iUl«'.
.\:iii;i:i;iiMl.' <l.-ii l..tii\v <I.-/..t ..r;:;in.-ii \\.»r.ll iii.'.l.'-.-.|.-.-|.|. .hu /.ij. iii.-l ••••n
/,«MT iiiiiiw.- iiLiiitliii^: ri;i;ir l.nil.-ii iiil U..iii.-ii.l. /i.li hi 'H 'm li''i \v."fs.'l s<»iiiH
sicik M-rlnkk.'ii, li.'l;i.'.'ii «l.x.r .1.- ri-nr.-ii w.ndl :i;ins.|i<.ii w.-jijk ;.'.-ni;i;ikl .
lil .1.' ..nlwikkcliii^^s^^'.-s.irKMlrnis l.lijkl. «hu /.ij in w.Mk.-lijkli.id \'-.| v;in d.-
ii.M l;iri('ii hij I |t.)ni:ir;i ii;iiii.iil;il;i ;i Iw ijk.-ii, \\;i;ir d.' zij *>\> d<Mi .mtsIimi
;t;iiil)lik \('<'l oN.'ic.'iikonist \ crlooncii.
In li.'l S-*'' d.'.'i .lil- ,.Aiiii;il('s" wci.l .I.mm- .M.'vr.niw W •• h <• !• .••■n»- hf
s.hrijviii;; ^m'^cvcii .•.•ii.-i- svrnhoisc \;in .■.•n /.o.-l w ;il.'is|M»ns ni.l .•.ii.' Alj.',
.looi- den Jlcci- cii M«'\ r.iiiw W' e 1» e i- in lid iii.-.-r \ ;ni .M;iirni<lj;iii ..|i Siiiiuitia
;i;nii:<'tr<>rf.'ii. hooi-d.-n II. -er K.iord.'is w.trdt nn. in d.- i \\<'<'d.- \ «■iliaii-
.l.-iiiiU .■(Mi gelijk ;^.'\al h.'s.hf.'\ en cii af^cl hk naar nial.'iiaal .hmr li<-ni <•!!
•lava j,n"\(»n<lt'n. en wc! op lid W illis ;^.'hci-^t(' iiahij X^chcl iii cm uwn vau
onisücek.s ."io niclcr di.-ji, itp hijna s(i(» inclcr huvcn zeehoügte.
Hel derde arlikcl '^vcïi cm iiilNocri;; ovcrzi.-lil \an d<* hehuij^ii jk.- iiil-
koiiisteu, waartoe de schrijver is geraakt bij eeu groDt aantal proeven, donr
lieiii, in zijn.' <inaii(eit van direeteni \an liet P.isoei'oeansclie i>f.t.'t'slat ion.
ijediii-eiide een tijdsverh)op \an 4 jaar genomen. Het einddoel bij die proe-
ven waï^, na te gaan of niet door ongeslachtlijke, cbemiscbe seb'ctie van bet
suikerriet, de geïmporteerde ot' al aanwezige suikerarme doeb tegen de
serebziekte immune variëteiten op een hooger snikergelialte te brengen zijn,
ten einde daard.».)!- bel dure imporieei-en van stekken te vermijden.
hl de eerste j)laats moest daarbij worden uitgemaakt of liet snikerge-
lialte bij de verscbil lende stengels eeiier zelfde rietplant ongeveer betzelfde
is. dan wel of er in dat opzicbt belangrijke versebilleu tnsscben die stengels
kunnen voorkomen. Voor twee variëteiten, ,,Fidsji-" en ,.Iverab"riet werd
eerst gevonden, dal er inderdaad \ rij groote verschillen tnsscben de stengels
van dezelfde planl kunnen zijn; in bet algemeen echter bleek, dat bij vele
planten alle of bijna alle stengels een vrij boog of een vrij laag suikergehalte
bezitten, waar uit viel ió ontleeuen, dat er vooruitzicht bestond op eene uit-
voerbare selectie van suikerrijke plant en. Het onderzoek van drie uit
zaad gekweekte variëteiten toonde aan, dat daar de varrabiliteit belangrijk
geringer was. De schrijver kwam derhalve tot bet resultaat: 1. dat het
suikergehalte der stengels eener zelfde suikerriet-variëteit, bij de verschil-
lende onderzochte riet-tvpen, groote verschillen vertoont, zelfs bij stengels
vau dezelfde pluut; ± dut d(! vaiiubiliteit der verschilleude variëteiten zeer
uiteeuloopeud is; ;5. dat de uitstoeliug bij de ouderzochte diiisteugelige
varieteiteu bijua uitsluiteud tot deu luüederstengel is beperkt, zoodat er dus
slechts primaire zijtakken gevormd vvoi-den, terwijl bij dunstengelige varië-
teiten veel secundaire en zelfs tertiaire zijtakkeu tot volledige ontwikkeling
geraken.
Het bleek derhalve noodig bij de proeven het suikergehalte van de ge-
heele plant als basis bij de vergelijking te nemen, en, ter elimiueeriug van
andere invloed-hebbende voorwaarden, om stekken van hoog- en van laag-
procentige planten naast elkaar te planten. Volgens dit programma werd
nu eenige jaren gewerkt. De uitkomsten van het eerste dier jaren lieten
zich als volgt samen vatten: 1. in de meeste gevallen gaven de planten die
rijker aan suiker zijn ook nakomelingen met een hooger suikergehalte; 2. de
suikerrijkere planten zijn zwaarder dan die welke armer aan suiker zijn;
•A. de zware planten zijn in het algemeen suikerrijker dan de lichtere planten.
Een tweede oogst leerde daarop: u. dat bij de meeste variëteiten de suiker-
rijke planten suikerrijkere nakomelingen gaven; h. dat bij de meeste varië-
teiten de suikerrijkere nakomelingen een grooter oogstgewicht hadden;
c. dat schijnbaar homogene bodems groote verschillen in oogst kunnen op-
leveren en het daarom zaak is kleinere proefstukken te nemen; i1. dat bij
Cheribon-riet de nakomelingen van suikerrijke planten minder door de sereh-
ziekte worden aangetast dan de nakomelingen vau suikerarme planten.
Dit laatste verrassende resultaat werd in het derde jaar nog nader be-
vestigd. Het geleverde bewijs, dat het suikergehalte van het riet stijgt met
het gewicht is een andere uitkomst, waarop niet te rekenen viel, doch wier
praktische beteekenis in het oog springt; hetzelfde is te zeggen van de ver-
kregen wetenschap, dat zw are planten zwaardere nakomelingen neven. Door
deze beide laatste eigenschai)pen werd het hoofddoel van de geheele serie
proeven boven verwachting bereikt, namelijk te bewijzen, dat de nakome-
lingen van suikerrijke planten suikerrijker zijn.
De beknopte verhandeling van den Heer Ko orders over cauliflore
planten begint met de bespreking van twee Ficus-soorten, de bekende Ficus
Kibes en Ficus geocar])a, waar de receptacula aan lange bladerlooze takken
worden geproduceerd, welke aan den si am voet ontspringen. Ken soortgelijk
verschijnsel wordt voorts aangegeven voor (\vrtandra geocaipa. tJyrtandra
hypogea en Suaianja calllliiix, drie interessante planten door den schrijver
in Noord-Celebes ontdekt. Eindelijk worden nog Sageraea cauliflora. Ficus
Vrieseana en Diospyros cauliflora beschreven en afgebeeld.
10
!>(• (luui «Idi ll(»()j;l('('i;i;ir T <• n z i ;.' ircj^cvcii IK-Hchri j\ in^^r dei- \('j;(»tatie
\iiii l\ r;i k;it;i II kIodt \ ('iscliiMlfiii- liji.'ii :t iiltil \ |)i(-M op^^cliiisliMMli sliiil zirli
;i:iii ;i;iii lul ;iilik<-l in lid /.cNfinli- fli-il der- .,A iiiiiiIcH" openhaal' gemaakt ovci"
den plant ('11 ^loci \ an lid cihi ml na ili- (iiipl ir. I )ii(»i- »lfii scliri Jn i-r zcll' u ni-(lt
zijne \ (•rliaiKleliii;; nn;_n'\ eer in (je \ (il;.'fn(|i' uodidi-ii ^"•icsiiinccrd :
1". hl' hcMiociint,' \an Krakalan ii-n \aii (!<■ iialiiiii;,'c *-ilan(l<Mi .. Xfilalf-n
riland" en .,La ii;; ciland'i ^aal Ix-i ickkcji jk lan;izaani \<miiI. In «li- licu
en i'cn half jaar. die er \ ciIooimmi zijn Insscdif-n d<' (•«•isti- en d<' tufcdc
Itotanisclir ((piM-niiti;^ is lid aantal \aatplanlcn nid rcns dii«'inaal ;fi(>ulci'
;,M'\\ ni-drn ("-'(i sooiti'ii il! |ss(i en <iL' soorten in lS!»7i;
2". ()|t alle drio do cilandrn liooji nicn aan lioi str-aiid (\i- zoo;:onoonido ..l'os-
( 'apra"tonnal ie de overhand ; Hhizophorcii onihrokcn noj: ^ndnoj. lorwijl
allo<ni op ,,A'(Mlalcii oiTdain]" <>oii IiohIh \;ni slrandhosdi is waar lo ni-nioii.
Moor landwaarts in is (h- flora (h»or oen soort \;iii Sa\aiina L'oroproson-
looi'd. nid dcols moor dan nianslioouo j_'"asson. ()p th- honxcls on in d»-
i'avijnon ui-ooion hiu<^ï'«' j^'rasson mot weinitrc» andoro !Miancro;iamon er)
tali'ijko \arons te zamon; aan do stoilo waTidon licMicii \ ai ons wo'^ cvonals
tion on (h^u lialf jaar jjcolodon. «rohool do ov(M-harid. lloostors komon er
sloohts woini<i voor on boomon bijna in het pjohool niof (M. Hof slaat dan
ook fo vooT'zion. dat er een zeer jjernimen tijd znl modoo. \oiloopon al-
vorens do bovenste lairen dor vii1kanis(die massa voldoomb' zijn \orweoid
en Inimns i^cnooü beval fon om aan een liooj: bosdi. zooals \ i-oe^er op do
eilanden aanwozij; was. het aanzijn te <i:ov<mi:
.'?". TTof nieerondool dor in li? jaai* nioinv ()])f;ofrodou Phanoi-ojiamen (riiiin
()0%) is dooi' zeestroom injion, oen ijoi-infroi- i>orcentap:e f*>2^ 1 door don
Avind en sloohfs zoim- wf'inijic soorten (onj:('voor 7%) door bemiddollinp:
van vrucht enotendo dieren aanjjovoord.
I>o voorlaatste verhan(b'lin<.r. \an d(^ hand \an Mo\ronw \ ion wou
h n i s, leert do i-osnlfaf(Mi kennen van (hmi onderzoek naar de eisonaardis-
hodon van oen ab_romeen in onz<'n archijx'l \orsproid strand_s:ras. dat op eene
morkwaardifio wijze zijne \indilen in staat stolt o|) h(M zeewater te drij\en.
welke oigensoha]) oen liroofe rol s])oolf bij do vorsproidinir van hot cowas en
zijn vooi'komen op xcr van elkaar verwijderde stranden verklaart. Do uit-
oenzettino- mot <le haar verj;('zollondo platen <;oeft een nanwkonrit; inzicht in
de manier, waarop de bedoelde ei jjenaardi ^lieden tot stand komen.
Het laatste artikel handelt mot vrij voel nitvoorighoid over de wijze,
(') Mei uitzondering van eenige Casuarina's (»Tjemara's").
11
waaroi» bij Ficus hiita de kiem ontstaat. Hoewel geheel afdoende zekerheid
uiet verkregen kou worden, zoo pleil or toeh zeer veel voor, dat men hier met
een geval van parthenogenesis te doen heeft. Wel is wa^ir komt er stuif-
meel op de stempels en werd dit in een begin van kieming aangetroffen, nim-
mer echter, in weerwil van het buitengemeen groot aantal onderzochte ge-
vallen, werden er toppen van stuif meelbiiizen in de nabijheid van de eicel
aangetroffen, ook niet in die stadiën, waarin de bevruchting zou moeten ge-
beuren. Dat die bevruchting inderdaad achterwege blijft, wordt nog eenigs-
zins waarschijnlijker gemaakt door de gt^ringe ontwikkeling van het eiappa-
raat en, vooral, door eene geconstateerde reductie in de deeling der endo-
spermkernen. Er werd evenwel niet nagelaten er op te wijzen, dat in weer-
Avil van dit alles de aangenomen ])arthenogenesis nog ten deele (^en hypothe-
tisch karakter heeft en het beschreven geval derhalve in het geheel niet o)»
eene lijn is te stellen met hetgeen door de onderzoekers M u r b e c k en
J uel bij de geslachten Alchemilla en Antennaria is waargenomen.
\'an het ,, Bulletin de Tlustitut botani(}ue de liuitenzorg" verschenen de
nummers V2 tot 15.
Het eerste dier vier niimmers bevat een in de Duitsche taal geschreven
opstel van den Heer V a 1 et o n. getiteld: ..Einige Notizen ueber neue und
schon bekannte Arten der Gattung (} e u i o s t o m a".
D^ y a 1 e t o n heeft het geslacht Geniostoma aan (M^ne herziening
onderworpen, gebaseerd op het (>nderzo<^k van een tiental soorten — waar
onder vier nieuwe — deels voorkomend in het door D'". S. H. K o o r d e r s
op Java verzameld herbarium, deels in het herbarium van de 1"^'" afdeeling
alsmede van eenige, in den botanisclien tuin gekweekte, levende <'xemplaren.
Eene volledige bewerking van het geslacht bleek onuit voerbaai-, daar de be-
schrijvingen door Ra il Ion \an Nieuw-Caledonische soorten gegeven
(en begraven in het Bulletin de la Soci^tf^ Linn(^enne de l*aris) niet geconsnl
teerd konden worden.
De Heer "S^ a 1 e t o n geeft koile in liet Latijn gestelde beschrijvingen
der tien sooi-ten — wal nil voei'igei- voor de nieuwe — en een analvlisclie
tabel voor liai-e onderscheiding, waaibij hoofdzakelijk van de gedaant<' dei'
meeldraden wordt gebruikt gemaakt, welke organen op eene ]»laat, de ver-
handeling x'ei'gezellende, woi'den afgebeeld.
Nummer XI II van liet ..Bnllelin" bevat, na een kort voorwoord van d«ni
ondergeteekende, eenige algemeene bemerkingen over de fauna van Buiten-
12
zoi}^ «-Il (tniKirrkcri \ ;iii <lr Ii;iri(l \;iii<i<n llii-f I\ o ii i ii ^i k Im' i' ^' i- i . liitT-
oimIci' \\<n<lt l»i.i <!"• |i;ii ;i^i jiiil (i\(i li<i I..1 imIImhi w /.(lölojritscli (imliMZock —
over (lil iiiiiiiiin T ;^rli;iiMlcl(l, slrclils witnlf :i;iii (l'-/.<- |(l;i;ils \ i-i iii<-l<l. diil lii|
(Icli (,ii(|ci I ilcl .,/(i<(|()>;ii- 1" (li;i;i;^l. l»(/.i' i 11 lin\ ;i I ii' li'-i'fl |i-ii dncl. (iiii. Ill<"l
\ ;isl lidiKliii;^ \iili (Icii ;il;^ciiicciii"ii lihl. |im li |iiil)l ii;i I 'n-s \;ili In-l '/.i)n\n'^\si ]\
Miisriiiii iiil^MniMlc fii Niiurdr w ciciis.liiiitiM'liJkc \\<ti'|(1 in lici ;i I;^ciihm-ii \;iri
1mI;iii;4. uiidcr de /.icli iti lii'l iii j/dlidri' ;i;ill /.(Mdoj^ir wijdriidc ;^clc<Td<'li !<■
killilH'ii \ ris|i|ridcli. \\;i;ird(K»r Ie ^'"lijk \<>nr ons Ix'lilli^il'i jkf ficsdlli II <•!) in
I uil worden mil \ ;in;.'i-n.
OiM soorl^M'Iijkc irdcncn ;ils dr y.mt >-\c\\ ;i;in|^i-\ uci-d"-. dr;i;i;>'t 11' X I \'
i.,rii;ii in;i<<d(ij;is( lic Mil lliciliin^ii-n \ on !>'. \\'. <1. 1'. •» o r s ni ;i"i (•«•n under
litcl: .,rii;iini:ic()l(i^i(' I". !><■/,<• .,.M il I licil ijn;^i'ii"" Noinn-n ft-ii uil t i'«'ks('l uil
hel n;i if nocinrn 1 1" .■')L! der ...Mrdcdcclin^on uil "s l.ands l'kinlcnt uin"". I);i;ir
in lirl \o(M;il'.uii;iud jaiii\ oishi^^ dncir den s(dirij\<T zrll' fcii (»\ nzirlil dcizfdfdc
oiMlcr/.orkiiiuon is ^o^cvcn ihliidz. T.'l l(»l 7.")! k;iii d:i!ii-ii;i;ir liii-r woidcn
\(I\\('Z('U.
r.ullctiii 11- X\\ ('indclijk. Iioudt in: Iwcc vci-liiuidclinjion van den lieer
\' a I r t u II. de ecue <;etitokl ,,lk'ilrap;(' zui- '-;yn(»nyinik ('ini.ucr .Javaniscdion
Sapindacecn Ai-ton"' do andere l*ayena sli]Hilaris llnrek besclirijvendo (voor-
zien van eene afbeelding) en in de derde jdaats een artikel van de Heeren
^an ){ o in lm i- i: li en T r o ni ]> de Haas, tot tilel dra-icnd: ..liniMti-
tance de Tanalyse (diinii(ine jionr la cnllure des arbres a (int la-jter* lia".
Hel eerste artikel handelt over eoDifje onjuistheden en onzekerheden in
de nmnenclatnnr bij de familie in (inaostie, terwijl het tweede bernsl oj» eeue
bewerking van voliedi*;- materiaal van Payeua stipnlaris. door \y. vau
]\ o m b \i I- ^ h bij jijelejienheid zijner reis in Sumalra verzameld, waardoor
het mogelijk is .u;eworden eene <;oede beschrijving te makeu van deze te
voren sleehts zeer onvolledig; bekende soort.
In hel derde artikel w(trdt door de schrijvers, na eene korte inleiding,
er op gewezen, hoe de toenemende vi'aag naar getah-pertja gepaard met het
zeldzamer worden der groote exemplaren nit de oorspronkelijke wouden vau
die soorten, welke het beste product leveren, er toe hebben geleid, dat ver-
mengingen en vervalschingen in toenemende mate worden in toepassing
geltracht. Dit zoo zijnde zoude het van veel waarde zijn eene goede methode
te bezitten voor het taxeeren der werkelijke waarde van getah-pertja mon-
sters. Op chemisehen weg kan men ongelukkigerwijze niet geheel tot het
gewenschte resultaat komen, daar niet alleen de chemische samenstelling
15
doch evenzeer de physisohe eigenschappen eene rol bij de waardebepaling
spelen. Toch kan de chemische analyse, zij het ook wat beperkt in hare
aanwending, van veel nut zijn. Het ruwe product getah-pertja toch is, af-
gescheiden van alle opzettelijke bijniengselen, samengesteld uit eigenlijk
gezegde gutta, uit harsachtige stoffen, uit stukken van de medegekomen
boomschors en water; het eerste dier samenstellende deelen nu, kan door
chemische analyse worden bepaald, waardoor het mogelijk is de monsters,
die rijk zijn aan eigenlijke gutta, te onderkennen van dezulken, wier gehalte
daaraan gering is.
Na er op te hebben gewezen, dat de methoden door () b a c h, G r a s s e
en anderen gepubliceerd, niet aan het doel beantwoorden, geven de schrijvers
de door hen gevolgde manier aan, waarbij bepaald worden: water, onzuiver-
heden, harsen en zuivere gutta. Hoewel de door hen gevolgde methode ook
hare fouten heeft, welke worden aangeduid, zoo kan zij toch zeer goede
diensten bewijzen en dat niet alleen voor het onderzoeken van handelsmon-
sters doch ook om uit aanplantingen van op het oog gelijke of althans zeer
op elkaar gelijkende bpomen die exemplaren op te sporen van welke een
minderwaardig product afkomstig is; door voorbeelden, ontleend aan onze
eigene aanplantingen, zoowel in den cultuurtuin als te Tjipetir, en aan een
onderzoek van het pi-oduct van twee boomen uit den botanischen tuin te
P«Miang (een onderzoek verricht oj) verzoek van den Heer C u i- 1 i s, leider
van dien tuin), wordt dit door de schrijvers duidelijk gemaakt.
Van de „Mededeel ingen uit "s Lands riantenhün" verschenen in het ver-
slagjaar de volgende aflevei'ingeu :
52. D''. W. G. Boorsma. Nadere resultaten van hei onderzoek
naar de plantenstoffen van Nederlandsch indir'. (Zie vorig verslag onder
l»aragraaf fi).
5;}. l)"". J. van Breda de Haan. Eene aaltjes-ziekte der rijst:
„Onio mentek" of „Onio banibang".
54. IV. J. C K o n i n gs b e r ge r. De zoogdieren van Java.
55. I)*". 1). .1. H i s s i n k. Verslag van de o{> Deli uiet betrekking tot
de tabaksculluur genomen bemeslingsproeven op ])roervelden. in het
jaar 1900.
56. TV. E. G. J. M o h r. Ov<M' h«'t .oogsten van Deli-tabak op ver-
schillende tijden van den dag.
57. !>'■. .T. (J. Kramers. Verslag omti'ent grondanalysen van
koffietuinen.
u
f)8. TT. C. ir. de IJ i o. De hindltoiiw *]*-]■ inliiridHclH' IxMolkinf^ op
.Jav;i (( woede i^edcclh*).
r.1». I)^ S. 11. K o <» i-(l (• I s i-ii I»'. Th. \' :i I <• l o II. I'.ijdrage II- 8
lot (!<■ kciiiii.s (ItT l»()(»iiis(M»ilcii (i|i .lava.
(iO. I )'. I ). .1 . 1 1 i s s i II l<. \'ci slat: \ aii (II- <i|» I )(li iiM'l Im-I icUUiii;; l(tt
<lt' laltaksciill iiiir ^ciKMniMi Imhicsi iii^s|»i()f\ en oj» pniflv cltlcii in lit-l
jaar l'.tOI.
\'aii (ic/c a ricNciiii^fii Irrll iiicii in <|c ImM loUkcii |»ara;^ia|ilifii van dil
\crsla};, Ziioais ook in andcir jaii'ii h' ddi-n ;;t'|(riiiivrii Jk was, korlt; (ncryarli-
Ifii aan, Ix-iiahc \aii ir'.~)S, w aaionii nnl daai(»ni liici iels wordt medegedeeld.
IMl iwcfdc deel \ ai) liet ini((i;j;(' werk \uii den Heer de 15 ie houdt een
/.eer iiil\ oeiii^cn ai[dial)eLis(lieu index oj.) de beide deeleii in eu, \u eeu auu-
lKiu^.sel, een aantal loeliehtiugen op het eei-Hte deel. Voorts beHtaat het
li(t(»rd/akelijk nit dii<' liourdsliikkeii, getiteld; ,,IJeig(iill niii", ,,Kiuid(,Mij'" en
„llandelsgewassen". Llel eerste hooldsluk handelt over: aardappelen, kool,
uien, knoflook, enz. zoomede selderij en waterkers; het tweede over verschil-
lende door de bevolking geteelde kruiden, als: Gember, Alpinia, Kaempfe-
ria's, Klett aria's, Amonium, Coriaudrum, Oeimum enz.; het derde over: tabak,
indigo, Morinda, Sapan, katoen, djarak, suikerriet enz., gewassen aangaande
w ii'f \vij/,e \an cnltnni' en bemesting door de bevolking de vereischte ge-
gevens worden verschaft, terwijl er aan is toegevoegd een overzicht van de
teelt van zoet watervisch o]) sawah's.
De rubriek „Korte berichten uit "s Lands Planteuluin, uitgaande van
den Directeur der inrichting'", in jaargang i:> van het tijdschrift „Tejs-
mannia", houdt in:
l. T)'". P.' van U o m b u r g h. Over 1'isang vezel bereiding.
Ü. D'. E. C. J. M o h r. Mededeeliug omtrent eenige Psychrometer-
proeven, genomen in Deli, 11U)1, 1.
3. D'. E. C. J. Moh r. Ibid. II.
4. !)'■. VV. K. Tromp de Haas. Uitkomsten van enkele in 1901
verrichte altappingsi»róeven met Hevea brasiliensis, in den Cultuurtuin te
Tjikeunieiih verkregen (vervolg).
5. D'. J. C. K o n i n g s b e r g e r. Over de insecten, die mogelijker-
wijze bij de vers]>reiding der Surra een rol spelen.
(i. D"". P. van R o m b u r g h. Eenige aanteekeningen over de in
Buitenzorg gekweekte Ooffea stenophylla Don.
15
7. D"". P. V a n R o m b u r g 11 en D^ W. R. Tromp de Haas.
Het belang vau chemisch onderzoek voor de getah-pertja cultuur.
8. D''. E. C. J. M o h r. Korte beschouwingen over eenige proeven
aangaande het drogen der tabak, genomen met behulp van psychrometers,
in Deli, 19U2.
9. D^ D. J. H i s s i n k. Tabaksasch, Kalisalpeter en Guano.
10. D^ D. J. H i s s i n k. Eenige resultaten van tabaksbouw in Deli
op met Albizzia nnduceana gereboiseerden grond, met plan voor 19U3.
11. IV. W. R. ïromp de Haas. Uitkomsten van in 1902 ver-
richte aftappingsproeven met Hevea brasiliensis in den Cultuurtuin.
In het eerste artikel geeft de Heer van R o m b u r g h een overzicht
van de opgedane ervaringen met de cultuur van Fisang-soorten, ter ver-
krijging vau vezels zoowel Manilla-hennep als „Pisang radja"" en „Pisang
soesoe"", zoowel naar de resultaten in den Cultuurtuin als elders verkregen;
wat de beide laatste variëteiten betreft, wordt in het bijzonder gewezen op
de uitkomsten op de onderneming „Pouowareug" (in Pekalongan) verkregen
en op hetgeen ter zake is gedaan door den Ingenieur van der P 1 o e g.
Nadat vroeger dour den schrijver van het tweede artikel reeds gewezen
was op de noodzakelijkheid om in vele gevallen de suV)jectieve schatting vau
temperatuur en vochtigheid, bij het tabaksdrogeu, door objectieve waar-
neming te vervangen, wordt hier door hem eene eerste poging gedaan ter
beantwoording vau een aantal vragen, van beleekeuis bij het drogen vau
tabak, met behulp van psychrometers. De al verkregen gegevens, die wor-
den vermeld en met tabellarische overzichten toegelichl zijn nug weinig in
getal; niettemin werden zij openbaar gemaakt, zoowel om een denkbeeld
van de te verkrijgen definitieve uitkomsten te verschaffen, als ook, en vooral,
om de wijze vau waarnemen en het verwerken der gegevens bekend te maken
en daardoor op te wekken tot het doen van een grooter aantal waarnemingen,
die meer zekerheid der conclusies zullen brengen.
Ue volgende vragen werden in het oog gevat: I, bestaat er verschil in
temperatuur en relatieve vochtigheid der lucht buiten en binnen de droog-
schuur eu zoo ja, hot; groot is dit op verschillende tijden van den dag; 11, hoe
verandert dit vers«diil tusschen buiten en binnen in de schuur met het open-
of gesloten zijn der „tinkeps"; 111, herschen er op verschillende plaatsen in
de S(;huur vers(;hillt'ii(le condities \;iu Iniiperatuur en relatieve vochtigheid
(Ier lucht en welken invloed heeft wind; l\', lioe \eiaiuleren genoemde com-
dities met den ondeiihtin der t«^ diogen labaU; \', welken invloed hebben
vuren.
ir.
lid l)|(i-|^. (|;ii II /.i< Il (liiidclijkc vciscliillcii Mtordot-n iii temporatuur
I iisstlifii (If liiiilciiliiclil. i'ii tic liwlil in (!»• (li<)(t;is< liiiiir, en dal lifl/fil(l<' bfl
j^eval is im-l d»- i-clatieve vddilij^iifid, Icrwijl de scliiijv ci-, aiicH U; zaïui'U
\alh'iidc, i(»t de \(i|M(.|idc coik liisic i^ciaaUl: waiidtii i-ii dakb«*dekkiugeu
iiiorU'ii Z()(«laiii;; /iju ;4f(oiisl iihm rd, d;il /ij diiv ;;fiiiM-;^ /-ij'i, <mi dt- Iciiipe-
lalmir yax) wciiii}; mogelijk Ic dijcn stIioiiiiiifhMi, en sooial d«*s iiachlh» vol-
d(»('iidc liooj; If lioiidcii. Ncidcr dicht {^cnoc;^, om de l.iiiiicndi-iuj^eiide naclil-
liirlii \;iii mist fii iic\('l Ic ziii\ ficii, ril tcvciis liaic icmpcrai mir ccnigHziiis Ic
\ cilioo;;!-!!. I»;i;ir lc;;cii(i\ er (•( lilt-r (toiv iMtrmis j^cnofM, uin voldoende luclil-
vcivcrscliin;; mo;;('lijk Ic mailen, (iah-n t-ii sitlcicii. m. a. w . .slerhic alwci-
I<iug, zijn dus \ ci-dcrl'idijkt'r daii Ic luclilij^c atap. Wal lici siokcn aangaat
wordt noj^ opgemerkt dat het lesullaat er vaii tweeeidei blijkt te ziju, uamc-
lijk: in de nabijheid van het vuur mag de relatieve vochtigheid iets vermiu-
dcrcu, aun hel andere einde vau de schuur daareutegeu is zij eveuveel ver-
meerderd.
Aan het slot van hel tweede stuk over hetzelfde onderwerp geeft de
Ilccr M o 11 r in een résumé de verschillende verkregen uitkomsten in
aphoristischeu Norni aan. Aan dat résumé moge nog het volgende worden
ontleend. Gemiddeld is het verschil tusschen binnen en buiten het grootst
om ongeveer li uur voormiddag; men vindt echter bijzonder groote verschil-
len bij plotselinge weersverauderiugen, zoodat men goed doet bij de eerste
voorteekencn daarvan de schuren te sluiten. De dagelijksche schomme-
lingen van temperatuur en relatieve vochtigheid zijn voor de buitenlucht veel
groot er dan voor de lucht in de schuur. Het is in het belang van een gelijk-
matig opdrogen der tabak dat de genoemde schommelingen in de schuur zoo
klein mogelijk zijn. Het openzetten der tinkeps is iets wat men tot een
minimum moet trachten te beperken; bedekte lucht is echter geen reden tot
het gesloten houden der tinkeps. Boven in de schuur is het doorloopend
warmer en droger dan beneden, terwijl beneden weer verschil is tusschen
middenin- en naar de zij-tinkeps toe, voornamelijk zoo, dat de dagelijksche
schommelingen middenin geringer zijn dan naar de zijden toe, en het in het
midden het vochtigste is. Wil men stoken in de schuur dan doe men dit over
de geheele lengte, wil niet de waterdamp van de vuren in de niet gestookte
kamers de vochtigheid gaan verhoogen.
De schrijver eindigt met er nogmaals op te wijzen, dat alle proeven
meervoudig herhaald zullen moeten worden om het door hem gegeven over-
zicht aan te vullen en eventueel te corrigeeren.
Het artikel van den Heer T r o m p d e Haas vormt oon vervolg oj» het
17
besprokene in het vorij^; jaarversla}; (bladz. 22). Van de verkregen uitkom-
sten laat zich liier vermelden, dat duidelijk bleek hoe de hoeveelheid door
insnijdinj>en verkre<;en caoutchouc nu:>er afhangt van den omvang der af-
zonderlijke boonien dan van het aantal stammen op een gegeven oppervlakte
gronds staande. Op vier- of vijfjarigen leeftijd zijn de Hevea-boomeu nog
in het geheel niet tapbaar; van een viertal zulke boompjes werd slechts
enkele grammen product verkregen.
Het is bekend, dat de onder den naam van „Surra" aangeduide ziekte
van paarden en runderen wordt veroorzaakt door een micro-organisme dat
in het bloed huist, terwijl het waarschijnlijk is te achten, dat de overbrenging
van die parasieten van het eene dier naar het andere plaats heeft door in
secteu, op dezelfde wjze als de ,,Texaskoorts" der runderc^u door steken wordt
verspreid en de beruchte paardenziekte in Zuid-Afrika door de steken van de
Tse-tse vlieg wordt te weeg gebracht. In de eerste plaats viel derhalve na
te gaan welke insecten ten onzent de voor surra vatbare diereu door hunne
steken lastig vallen en dus als overbrengers der ziekte in aanmerking zou
den kunnen komen. Zoo'danige insecten naar Buitenzorg overgezonden en
door den Heer K o n i n g s b e r g e r onderzocht bleken te behooreu tot de
volgende diervormen: teken, luisvliegen, tabaniden en chrysopiden, musciden.
Deze laatste, de eigenlijge vliegen, zijn het tot wie men zich in de eerste
plaats zal hebben te wenden, naar het schijnt, om proefondervindelijk uit
te maken of vliegen eenig aandeel in de verspreiding der surra hebben. Dit
is de conclusie, waartoe het vijfde opstel komt.
In het volgende artikel doet de Heer van R o m b u r g h mededeeling
over groei en samenstelling van Coffea stenophylla, in den (Jultuurtuin in
een gering aantal volwassen exemplaren aanwezig, en voortgekomen uit zaad
uit den botanischeu tuin te Singapore ten geschenke ontvangen. Oude bla-
deren van deze koffiesoort hadden bij onderzoek geen caffeïne opgeleverd;
nadat de boomen in den West-moesson jong blad hadden gemaakt werd dit
onderzochl en bleek het (),HÜ% caffeïne te bevatten.
Het artikel van den Heeren van Komburgh i-n Tromp de
Haas geeft in de Nederlandsche taal hetzelfde als het hitnltoven kort be
sprokene uit het XV'' nummer van ons Bulletin.
In het volgend artikel geeft de Heer M o h r een overzicht van de resul-
taten der verder in Deli gedane proeven om met behulp van psychronu^ers
de beste condities voor het drogen van tabak te vinden.
Verslag van 'slands pla.xtëntuin 1902. 2
18
In lief ii]fj^('mf'('U werd (l(»(ii de niciiwi- |m<h'v<'ii iMScsli;;»!, li»l;;fM'ii viocpjpr
v\;iH vvaar^ciKMiK'ii hfliclTriKli' <|c \ crscliiUcn <i|( \ i-isi|iillfni|f |ilaats«'ii van
(If (lr'00}j:Hchiiiii' ; vooijil (!<• \ cisrliillfii huscii t-n l»i-iii<li-ii in «l»- si Iniiii- \\;irfij
Wedi-T (»|iiiii'ikc| i il\. |»i- ;ji-(|;iin- w ;i,ii in-iiiili;.'ili |j;i\fli aa lih-idi li'.;
dttor di'll lieer M o ll l den l;i;id ie doen ;je\en (ini nieeideie \eniilalie li(l\cn
in de sriiiiien aan Ie l»ien;_'en. \',\'\ eene ;jed;ine iniiel. waar men srlnMir
slecnen <»|» den n(dv \;in de sejninr had aan^^elnai hl . Ideek een /.eer niiMi|^
idTecl Ie zijn \erkie;^en. I)il 'j.:\\ den s<hiij\er aaidcidin^i nu;^ niei nu er
aandranj^ terii;:,' Ie l;t»nii'n (t|t een \ ine^^er al dixtr hem iiiin;ie;;e\ en deniJneid,
namelijk om de dru(»j.;s( huren \an een dnldiej dak h- \<)(»r/ien, <d' len minste
in die ri( hiini; proeven Ie nenn-n.
In zijn tt[»slel over tahaksasrh, ka lisiiljteler en .."inami" tdal wil /e^i^en
»h' onder dien naam op heli ^ehruikl \\(»rdende nn-slslol) ^eejl h'. II i s-
sin k in de eiM'sle plaals de nilk(»nislen \an eeniiie unalvses \an lienj l<»e<j;L*-
zonden lahaksasi li. Daarbij bleken d«^ siliadelijke lieslanddeelen (dilooi- nn
zwa.velznnr .slechts in «geringe boeveelhuden voor Ie komen. Het lage kali-
gebalte gaf vouial aanleiding lol den raad meer zor^ aan de \erass(diing ie
besteden, waartoe eenige wenken worden \erslrtd;l, alsnied»' gegevens om
eeuigszins uit te maken ol" de grootere uitgaven vooi- die njeerdere zorg ver-
moedelijk al dan niet loonend zullen zijn. In de I weede i>laats wordt de
vraag besproken of bet wel geraden is guano en asi b Ie zanien toe te dienen,
eene werkwijze, die aaii den eenen kant natuurlijk arbeid uitspaart. do( b aan
de andere zijde bet nadeel betdt, dal men dooi- bet ontwijken van ammoniak
een verlies aan stikstof lij«lt. De s( brij ver komt tol bel besluit in bet alge
meen den raad te moeten geven guano afzonderlijk toe te dienen en bierman
slechts dan af te wijken, wanneer men vermengt: 8 deelen eener guano van
5% stikstof, 10% phosphorzuur (en 1(1% kali) met l deel tabaksasch en deze
vermenging den dag, voordat bet mengsel gebruikt wordt, plaats grijpt.
Tegen vermenging van guano en kalisaljietei- o]i Deli, eenigen tijd voor
bet gebruik, bestaat, naar schrijver aangeeft geen bezwaar; over de wijzen
van toedienen op gronden van verschillende geaardheid woorden ten slotte
eenige wenken gegeven.
Het voorlaatste artikel is eene voorlooi)ige mededeeling over den invloed
van Albizzia groei op den later op den bodem te teelen tabak. De te dien
aanzien verkregen resultaten blijken op nog veel te weinig en te onvoldoende
gegevens te berusten om tot een afdoend ooi'de(d te geraken, zoodat kritische
beschouwingen dien aangaande nog geenerlei recht van bestaan hebben.
IS'aar het oordeel van den Heer H i s s i n k w as voorloopig geen ongustige
19
conclusie teu opzichte van de Albizzia-tabak uit het tot nog toe waarge-
noniene te trekken.
In het laatste aitikel j-aat de Heer T r o ni ]> de Haas voort met het
vermelden der uitkomsten van de aftappingsproeven met Hevea in den cul-
tuurtuin. Die resultaten worden in tabellarischen vorm medegedeeld.
Vroeger was waargenomen, dat de ui. een boom te winnen caoutchouc-hoe-
veelheid niet meer evenredig is aan de lengte der insnijdingen, wanneer deze
een bepaalde grens heeft overschreden. Er werd getracht in de eerste plaats
die grens nader te bepalen. Het bleek op nieuw hoe de weersgesteldheid van
invloed is oj) het te verkrijgen quantum caoutcliouc, hetgeen van een planten-
phvsiologis<-h standpunt alleszins begrijpelijk is. Wijders werd andermaal
het te voren reeds geconstateerde feit waargenomen, dat het benedenste
stamgedeelte het rijkst aan uitvloeiend melksap is.
§ III.
l^t' AFDEELING DER INRICHTING.
(HERBARIUM EN MUSEUM).
Bij het gaan xau den ondergeteekende naar Europa, was hem ook o\)-
gedi'agen het doen der noodige voorbereidende stappen om tot eene vervulliu"-
der nog altijd vaceerende betrekking van chef dezer afdeeling te geraken.
Wel kon aan die opdracht ten slotte worden voldaan, echter, door een samen-
loop van toevallige omstandigheden van den wil van steller dezes geheel on-
afhankelijk, niet voor het einde van het verslagjaar. Kan er dus andermaal
over deze afdeeling w^einig belangrijks worden gemeld, aangenaam is het
althans hieraan de verklaring te kunnen toevoegen, dat een volgend verslag
het weder intreden van den normalen toestand zal kunnen berichten en de
opening eener nieuwe i)eriode van energieke werkzaamheid op systematisch
botanisch gebied.
Evenals ten vorigen jare had de Ulh^v \' a 1 e t o u de bereidwilligheid,
als ambtenaar-kruidkundige bij de VII'''' afdeeling, bij het bewerken der
collecties van de boschboomflora tevens de determinatie te veirichten van
eenig materiaal, tot verschillende families behoorend. uit ons algemeen- en
tuin herbarium. \'an den Heer F 1 e i s c h e r werden wedei'om twee porte-
feuilles nu't bladmossen ontvangen, gedetermineerd bij zijne bewcM-king der
mossen voor de Flora van Buitenzorg.
Behalve de Heer<Mi D. T i- a i u. Directeui' van den boianisrheu tuin te
Calcutta en J. Buugoë te Naestved in Denemarken, die de goedheid
hadden resp. Indigoferas en Botamogetou's uit ons algemeen herbarium aan
20
f<'no rfviHi<' te onrtfiwor])f*n, v\<i(J no^ i< rii^Mtnt v;in<i«*n, van il»- r»iit<fif \;in
«If'ii hotaiiiHcluMi fniri !•• !\('W, ft-in' ^M-dfifiiiiiiirci-di' \fi/;iiii(liii;^ Amisiio
cladiiccjic ('II I )i|»tfi(»(;ii|);i(»;h'. wtlkty.ij in dd lijd uji vt-i/ock \aii liit-r i»m'
ht'W cikili^ IkkI hiiI \ ;iiiu».ii.
Dr Hf» Tfii I). M f I- !• i t 1 \;iii .M;iiiill:i .11 < '. A . I'. a«k.-i uil l'.alavia
Vfitoi'ldrii (•♦■iiij^cii tijd in dr :ildttl in;^ It-r txsl ndft rmii d<'r lii)r;i \;in dtii
O. I. Anliii)»'!.
Daar dr wrik/aanilirdni san drn < 'onsnv nlor rn \an lit-i inlaiidsrli jm-i-
sunrrl dt r afdfclin^i overigens van drii ztlldfn .inid \\;iicn ;il>- die in Int
V(>ri}4 vt'islaji \criiicld, /oo lno^t• da.nnaar \ ciwr/rn \s(iid<n.
Zdoals in jiarat^raat' I is \»'rnicld, wnd in di-n l.i((|) \;in hri v«*rsla^jaar
aan th'ii mantri bij InM liorbaiinn;, .Mas Ars in, dr /.il\(irn strr vottr
trouw ril vrrdicnHtc l<K'ji«*k(*nd. Ilri is liirr dr jilaats om rv nni mi mkrl
woord o|» l<' wij/<'n. lior drzr inlandsriir hcanilitr. dir nirt niindri dan .''.<i
jaai' in vrisrhillcndr lictirkkinfit-n bij 's bands rianiriilnin is ucrk/.aani <^r-
wrrsl. rn arhtcrrrnvoljirns iU- naluiiron(lei'/o»'krrs S <• li r f f r r. I' o r b r ja
en H n 1' e k op luinnt' botanis(hr loi/.cn in den Arcliiprl hrrti \rrj;r/rbl,
zich steeds door ijver en toewijdinj; heeft j^ekennierkt en hij trvms mi drr
beste voorbf^Ulen is van de aanzienlijke kennis, wrllce door inlandsihr br
anibtrn (»|) natuurwetenschappelijk gebied verworven kan uoiMlm, zondri dat
dit aan h«'t belutud rnirr niinnirr talriidr brsthridriilirid ook dr ^erin^ste af
breuk doet.
Behalve het ^••ewoou ondi'rhoud werden ^rrii hrrstellin^m of verandr
riugen aan de localiteiten der afdeeliug verricht.
De aanwinsten onzer collecties bestonden in het verslagjaar, brhalvr uit
de reeds benoemde .Musci frondosi van den Hrer F 1 e i s c h e i rn erne aan
•gekochte verzameling van 15;i in Siain bijeenoebra<hrr hnbarinin sprciniina.
uit de volgende schenkingen:
1. \'an l'rof. D'. E. Rosé n stock uil <i(»tha, 27ii hribarium-
specimina.
2. \'an den Dirt^tenr van drn Itoranischrn tuin te Berlijn:
a. LML* heib. -specimina door Weiland verzameld in N iriiw-Guinea;
ft. 12S „ „ „ L a n t e r b a c h „ „ ,, „
c. 2:> „ „ „Ze w a n d o w s k \ „ „ ,. „
d. 2(5 „ „ „ bot. div. „
e. \'.V.i „ „ „ Heil wig en S e h i ni }» r i' \er7.anield in
Nieuw-(5uin<»a en in Aliyssinië;
ƒ. 77 herbarium specimina uit het Herb. (iottsche tHepaticae),
8, Van het Bataviaasch ( Jenootschaji van Kunsten en Wetenschappen;
21
Gambir uit de Gajoe-landen, bast van den ,,Kónjèr"boom eu bast van den
,,Nanet''boom.
4. van den Heer T. O t t a o 1 a n d e r te Pantjoer (Besoeki) 182 ge-
droogde specimiua van aldaar in het wWd groeiende of gekweekte gewassen.
5. van den Directeur van den botanischen tuin te Sydney, 44 herbarium-
specimina van het geshicht Eucalyptus.
0. Van den Heer J. Baagoë te Naestved in Denemarken 35 Pota-
mogeton's.
7. Van den Directeur van den botanischen tuin te ('alcutta, IIU herbar.
specimina van Britsch- Indische soorten.
8. Van het „Botanical Museum of the Forestry Bureau of the Philip-
pine Islands" (door welwillende tusschenkomst van den Heer E 1 m e r D.
M e r r i 1 1) eene belangrijke verzameling van 929 Lerbarium-specimina uit
de Philippijnsche eilanden.
9. Van den heer J. S. (lam b Ie te Kew: 5,"> specimina van
Bambuseae.
De belangrijkste verzendingen door de afdeeling gedaan waren de
volgende :
1. Aan den Heer Gast e r te Tjimahi, herbarium van 12 verschillende
voedergrasseu.
2. Aan Prof K o s e n s t o c k te (iotha, 82 herbariumspecimina van
Filices.
3. Aan den Heer H e ij s t e k te Buiteuzorg herbarium van 42 gras-
soorten.
4. Aan den Heer P o u r c h e z te Buiten zorg herbarium van 44 gras
soorten.
5. Aan den Heer ('. B e 1 h a 1 1 e te Parijs, 190 verschillende herba
rium-specimina.
6. Aan den Heer E ij c k e te Semarang herbarium van KHI verschil-
lende cultuurplanten.
7. Aan den Hoogleeraar Wijsman te Leiden, herbarium van lil
verschillende medicinale- en cultuurplanten.
8. Aan den Heer D. P r a i n. Directeur van den botanischen tuin te
Calculta, 25 Dioscorea-soorten iiit onzen botanischen tuin.
9. Aan D''. L. Pierre te St. Mande, U herbarium-si>ecimiua van
Apocynaceae.
10. Aan Prof. U. Martelli te Floren<'e. 20 specimina van
Pandanaceae.
22
11. Aan l'iof. L. K a d I k o f <■ r t»- Mnii-li.n, l."'. spfMimiiiii van
SiijHiidaccac
§ IV.
2''" AFi)EKIJN<i hi;i; I MïH I II I .\< ..
(IJOTANISCIIK i, AI'.oR AToKIAi.
(I. lift R o t a II i s e 11 H I a I i <> ii.
|)it jaar iiiaal<t<'ii z<'\<'ii Ix'/ofkcis \aii ln-t \ r<'fiinli'liii;^"'ii lalmi ;i tuiium
^'('liinik :
lii(M'\aii waff'ii in lu't vorijxc \ ci-slairjaac iccds w ri lv/,:!;iiii <\i- llrcrcn I >".
Spir<\ h'. hii'ickx. h'. la II- <ii rrol'. \' o 1 k e ii s. Iciwijl hij
liet riiMJc van «lil vri'slaiijaa r «ie II II. rrnf. 1'. li s ^m- ti, h'. 1'. iiss»- i-n
\y. \\' e V or s (die cclitcr li«.(ir«l/akcliik in lirt A^'i'i<-. ('Ii«-iiiisrli |;ilMir;itoriinii
wcrkh^l in liet lalHnalorinin wcik/aani \\ai<Mi.
Oniln-nl de bezoekers, \v«dk«' in den loop van het verslagjaar Buitenzorg
vei'lii^ten, kan liior het volii"nd(' worden niedet,'edeeld oji i^rond der aantee-
keningeu door di(> bezoekers zeil in Ih'L l.ahoratoriuni j^M-plaatst.
D^ O. S ]) i r e welke in opdracht van het Fransehe Ministciic van
Koloniën hier een stadie kwam maken ovor caonfchoin- Icvcrcndi- planten,
liiohl zich voornaiiH'Iijk liezijj: met de beslndcerin^f der anatomie dor
Apooyneae.
n"", F. D i e r c k X bezocht onze inrichtinji, daartoe in staat j^n^steld
door een reisbenrs door de Reljrische Rejreerinj; verleend. In aanslnitinjr
aan zijne mono*;raphie over Penifillinm. Asi»erfrillns enz. word hier verder
materiaal tot ondci-zock vcrzanK'ld. X'oorts w(M-d een stadie ircmaakt over
de ontwikkelinti- van het stnifmeel. hot eitje en het embryo, en een collectie
bij('M'''nf;ejiaard van voorwerjien welke eeue didactische waarde hebben en tot
demonstratie bij het onderricht knnnen dienen.
D'' F. X. Lan^ï nit München hield zich voornamelijk onledig met
anatomische onderzoekingen van epii)]ivtische Orchideae.
D"". G. Vol k e n s nit R(M lijn onderzocht de verschijnselen, welke zich
bij den bladafval en het' vormen van nienw blad bij tropische boomen voor-
doen. De vorming van jaarringen en enkele ehemisch-physiologische ver-
anderingen, die samenhangen met rnst- en groeiperiodes werden op gezette
tijden onderzocht.
De verschillende vertakkings-wijzen en evenzoo de vorming van kort-
en lang levende bladeren maakten een onderwerp zijner stndiën uit.
25
Een collectie van nuttige gewassen alhier voorkomend en evenzoo van
demonstratie-materiaal voor het Berlijnsche botanische Museum kon worden
bijeengebracht.
Een belangrijke verbetering kon in het z.g. vreemdelingen-laboratorium
worden aangebracht door het opstellen in een klein zij-vertrek, waar vroeger
enkele tijdschriften ter lezing lagen, van eenige apparaten ten behoeve van
bacteriologische studiën.
b. Het laboratorium van den f;- h e f der A f d e e 11 n g.
De gebouwen, alsmede de instrumenten, bevinden zich in goeden toe-
stand. Ten behoeve van de verplaatsing der groote cylinders voor cultures,
werd een verplaatsbare inrichting en overdekking gemaakt, waardoor het
mogelijk is naar gelang van behoeften de cultures onder dak of in de open
lucht te brengen.
Ook in dit jaar stond in de eerste plaats op het programma der werk-
zaamheden van den ('hef dezer Afdeeling de voortzetting der studie van de
ziekten in het rijstgewas en de kennis der levens-voorwaarden dezer cul-
tuurplant.
Ingevolge den wensch der Regeering moest aan dezen Afdeelings Chef
eenige malen een opdracht worden verstrekt, welke een locaal onderzoek
noodig maakte. Het gevolg dier herhaalde en langdurige afwe/.igheid van
den Chef was, dat zijne onderzoekingen te lïuitenzorg meermalen een onge-
wenschte onderbreking ondervonden.
Zonder meer, zal dit duidelijk zijn. wanneer ik hier veruK^hl. dat de tijd
door dienstreizen n beslag gejiomm nagenoeg S maanden van dit verslagjaar
bedroeg! Wanneer men hierbij verder in het oog houdt dat dezen Af
deelingschef bij z.ijn werkzaamheden geen assistentie wordt verleend en
dikwijls na zijn tcT-ugkeei' uitgebreide rapporten moeten worden opgesteld,
dan kan de beteekenis dier onderbrekingen van de proefnemingen en onder-
zoekingen alhier geen verwondering wekken. P.ij herhaling wees de afdee-
lingschcf dan ook op de noodzakelijkheid van assistentie, opdat ten minste
gedurende zijne afweziglx^d het controleeren van proefnemingen en het
gedeeltelijk voortzetten van laboratorium-werk gewaarborgd zoude zijn.
Rehalve de voortzetting der proeven op de mentèk-zic^kte diM- rijst be-
trekking hebbende, konden door D^ van Brede de Haan een reeks
waai-nemingen worden gedaan over de tianspiratie en lu-t wat(M-verbruik
van de rijstplant. Het wortelstelsel van dit cultuurgewas werd bestudeerd
24
«•II (](' \vi j/;i!^in^'<Mi lUij^'H^jiaii, \v('lk<' zi<li (Injuiii vnoidufii iiiuu •^i-ïnw^ \ ;ui hft
iiit'«liiiiii. \s;i;uiii <l<' [il;iii( wordf ;,'fiulliv<'»'i'<l. Il<'t lilucicii i-u d»- Im'\ iinhtiujj
|)ij (Ie lijsl lii;i;ikl<'ll i\ clH-ciis ftli |iiiiil \;ili \ om |ii(i|ii;,' <ili<|fl/.<n'k llil.
|)c Ik rli;i;il(|i' d it-iisl n-i/jri \iiii dfii ;if'd<-iliii;:s< lid' ;_';i\fii li<-iii li-xcns
;;rl(';^('iili<id |>l;i;i I scl i jl< mk-ci <l<'if u ;i;iiinMii iiii^cii !•• il<>cii n\t r de w ij/.c \;(ii
»»|i| leden ('11 <lf \ clSpliMdiii^' df|- olim iinii t i-k. Iiel^ctn rciii' zeer j:e\v(*nKr||t«*
;i;iii\ lil! iii;^ Noiindc \;iii dr in'ds oiiilniil de/c ziekte \ eil.ie^eii kennis.
Het \(iof onderzoek I oe;^czolide|i iii;i I e[i;i;i I \;iii zieki- | d;i II I eiide.jeii li:id
in NCITeWC;^ liet llieeieiidi'el der j^n'\;|||en heliekkili;^ o|i rijst .terwijl eeiie
zending: \;iii sni!<eiiiet . afkoiiisl i;: \;i.ii den Kesi<|enl der Tre;! n^er Kej^ent
srli;i|i|>eii. l)o\eiidieii iioj; tol een lociKii onderzoek ;i;i n leid i li;^ ;^;ir. ter eoiislM
teerin^ \;m het :il ol' niet ;iaii\vezi^ zijn \;iii sereli ziek te. W Cderoin \ iel li«'t
op. Idijkciis de inkoineiidc ii;in\ liitrcii om ;id\ies. d;ii ei weini;; Miindacht
\\<M'dt ^eselionken aiui de y>iekt<'!i en plagen der door de l»e\olkiii;4 iniast rijst
\ ('ilMmwde ^^('wassen.
Door den A l'deeliii'.'seliet' werden de \(»l^ende dienstreizen ;^edaan:
van 1(1 Janmiii f«»l (i l'^chrmiii. naar de resideutiëu K«MiiV)anfï en Kcdoe;
van 1ü Maart tot o Moi. naar de residenlien .Madioen, Kemliaii;^ en
Semaraug;
van 2IS Mei tol '2:\ .Tnni, naar Snina<i-a's Oostknsl ;
van 25 Jnli tot IC» Scplemhci-, naar do residentie Seniaranji;
van '2 November tot 14 November, naar de afd<'elinj;- Salati<.(a;
van :^(l November tot 2!) Derember, naar de lesidentie Semarang.
§ V.
H^'^ AFDEELING DER INRICHTING.
(CULTUURTUIN EN AGRICULTUUR-CHEMISCH LAKORATURIUMj.
«. C 11 1 t 11 n r t n i n.
W a t e r 1 e i d i n ji e n. b r n 'j ix e n e n w e ji e n. Het jjedeelte van
de hoofdleiding aan den bovenloop gaande door en tot den Cnltnurtnin be-
hoorend kamj)ongterreiu, eischte afdoende maatregelen. (»m vei'<ler afbrok-
kelen en instorten der oeverwanden te beletten, waardoor anders o. m. een
op één der oevers verrezen sclioolgeboinvlje vooi' de leerlingen van den laud-
bonwcnrsns, mettertijd gevaai- z<m kunnen gaan loopen. Daarom werd be-
sloten ook dat gedeelte te veranderen in een geniet s(dde leiding met ouder
talud gebrachte wanden.
25
De lengte van dit zich op ons terrein bevindende onbeschermde stuk
bedroeg 120 M. en hoewel de bedding der waterleiding 4 M. diep lag en de
oevers sterk uitgespoeld waren kwamen hiervan, ondanks het zware grond-
verzet en het niet onbelangrijke metselwerk, bestaande uit kaliesteenen, die
op betrekkelijk grooten afstand uit de Tjilivvoeng met eigen werklieden
moesten gehaald worden, 7S M. strekkende meter-oever gereed. Het een
en ander droeg tevens in hooge mate bij tot een netter aanzien van het
terrein.
De overige vvaterloopon werden nagezien en bchoctdcu slechts weinig
herstellingen.
Evenals het vorige jaar kreeg de grooto weg door den ('ultuurtuin een
begrinding en was de Ingenieur der li. O. ^^'. daarbij weer behulpzaam door
het beschikbaar stellen van den stoomwals.
Gebou wen. De zoo noodige herstellingen en verbeteringen aan de
bijgebouwen van de woning van den Afdeelingschef kwamen dit jaar tot
uitvoering. ■*>
De woningen van het arbeiderspersoneel, de stallen en bergplaatsen
verkeeren thans in een staat, die weinig verbetering meer behoeft en enkel
het gewone onderhoud eischt. Aan dit laatste is ook weer de hand gehouden.
Het genoemde schoolgebouwtje voor de Landbouwcursus weid op het
terrein van den ('ultuurtuin, grenzende aan de groote weg met behulp der
leerlingen gezet.
Veestapel. Teist<Md(» de leverbotziekte in het laatste tweetal jaren
de karbouwen, in het verslagjaar bleven zij van de gevreesde ziekte
verschoond.
Door de groote hoeveelheid kalisteenen benoodigd vooi' de bovenver-
melde waterleiding werd van de paarden veel dienst gevergd, doch hebben
zij daarvan geen nadeel ondervonden al zagen zij er dan ook niet schitte-
rend uit.
Onder het gewone tuinoudei-heud nanj e(Mi bijzondere ])laats in de be-
mesting van den notenmuskaat aauphint. Daaivoor werden <>iu de boonu^n
in groote kringen breede ondiepe goten geslag<Mi en dez<' met verganen mest
opgevuld en met wat aarde dicht geti-okken.
De Oost-moesson van het viu'slagjaar kentnerkte zich door een buiten
gewone droogte. Door tijdig den grond te behakken werden de nadtvlen.
die daaruit zouden kunnen voortvloeien, grootendeels voorkomen.
Het meest heeft- van deze droogte te lij<len gehad de Sli(»rea stenoptera
(tangkawang) aanplant, waarvan enkele exemplaren hunne bladereu
verloren.
26
Door «1<* \i}iii\i\<^ van d»'n aan|tl;ini. didit aan t't'U dinp ravijn. waK do
<^v<ni(] rmjral aan nif dfoo^in^' l»loo(;;»'.sl<'l<l. I'.lijxt-nd nad<'<-| ln-hhiMi lU^y.p
\utnu\i'i\ f'clilfr iiirl ondcrvundcn, daai- /ij na In-l iri\alli-n d<i if^t-ns tuin
hladrilooi li«Tkic;,rcn. Is in In-t a l;_'<'nn< n di rMi;_'(c \(>tt\ di-ii Moei |ic\ oi (|<M'
lijk, zon Iif( Il d<' a r^»'l»iu|n'n \<>i>\ I'. iiih-n/.or;,' liuilcii;.f<'\\ unc drn^'i- ()<iHt
niocssiin in dal o|»/i(lit Im'I ifkkt-li jk niet \rr\ in\l<>rd in den ( 'nl I n ml nin d<M-n
;,'«'ld«'ii, ;illli;ins df nii'i'stf l»(i<inn'ii. dit- ;iiid('is wrini;: «d nii-l til<icidfii, dfdi-n
hrl na dim «•scnniin.
A a n I r <■ k <• n i n ;,' e n n v »• r v «> r s e li i 1 I e n d e ;: <■ w .\ > < r n.
A e a <• i a r a t e e lm W i 1 1 d. T>c uit zadfii van I )ar es Salani ne-
kweekte plantjes liehben een lioo^Me Itercikt \an (>.."» M., de j^roei is langzaam.
Zooals btdiend. wotdt nit liet roode keinliont van dezen boom de eatedni
of .,<Mit(li" bereid. AilnM-wcl lici prliaile \an liet liont aan jxenoenide looi-
st<^>ffeit doei' eid<elr ainleit' looistorirxi rende ;^ionds|offen aan/.irnlijl'. \V(;rdt
o\ei't roCfcn. y.no is liet als bxtiniiddel en vei'fstof locdi zeei' ^ex<»<-lif.
A <r a V e V \ <i\ d a M i 1 I. \' a i-. S i s a 1 a n a. De <.;i-oei \an de in den
niet aaltjes jLTeinfecteei-enden iri-ond nit<;e|dante exemplaren is Im'\ redi.tjend,
ondanks de t nss(dienplanl in;.;- met Hra/Jliaanst li voederjrras. dat j;ero£:eld
wordt lïcsnedcn. Ook dit jaar bloeidon \-ers( lieidene exemplaren uil d<'n
enden aanplant. waar\an «Inizenden jilantjes konden worden irewonnen. die
i^M'etijLï afname vomlen. Sommif^en schijnen de iiiltnnr \an deze vezelleve-
r(nid<' ])Iant l<ia<litii;- ter band te nenu'ii.
Is de liewei-inii' wel li'enit, als /.onde d»- A^^ave nitsliiiicnd zicli in e<>n
drooiT klimaat tbnis jicvoelen. in <1(mi < 'iiltnnitnin met het vochtifr P>niten-
zoj-.uscli klimaat is baie ;^M()ei niet mincb'i- weli<;.
A 1 b i z z i a m o 1 u i- e a n a M i i\. heeft in het afirelooyten jaar weer
rijkel'j1< zaden \ <>ortL;»'lira<ht. Daar \(>or Deli iicen vi-aair naar zaden van
dez'Mi bootn meer Ix'staat, behoefde slecdits een de(d inirezanudd te worden
ter v(ddoeninir aan de aanvragen.
A 1 b i z z i a S t i pu 1 a t a. De ooirst van dit jaar was wederom slechts
matig. Alhoewel de gi'oei van dezen boom lanirzamei- is dan van Alb.
niolnceana. zoo bleek hij als schadnwboom. met het oog op de bevestiging en
dnnrzaamheid van het hont op nienw te verkiezen boven den laatsten.
A'ielen bij rukwinden weer een aantal boomen van Alb. molneoana om.
van Alb. Stipnlata was zulks zelfs met geen enkel exeraplaai' het geval.
A 1 b i z z i a M i n a h a s s a e Koord. De groei van de twee in 1896
27
«ieplaute exemj)laren laat hier immer nog te wenscheu over, oudanks alle
mogelijke zorgen daaraan besteed.
A n d r o p o g o n Nardus L. De uit Ceylon afkomstige planten die
tot een afzonderlijke variëteit werden gerekend o\) grond van hun afwijkende
habitus en geraniolgehalte. hel)ben nu volkomen het uiterlijk gekregen van
de hier gecultiveerde soort.
Hieruit blijkt ten overvloede de buitengemeen groote invloed, die kli-
maat en bodem op de planten hebben.
A n a <• a r d i u m occidentale. De aan])lant is gevallen onder den
bijl der leerlingen van den landbouwcnrsus. voor wier praktische oefeningen
het terrein besteed werd. Eenig voordeel of winst hebben de l)oomen nim-
mer opgeleverd.
A n d r o }) o g o n S c h o e n a n t h n s L. Hiermede is een gedeelte van
vak fiO be|>lant. De planten kwamen allen goed op en tot heden bleven zij
gespaard voor de ziekte, die de pollen zoo vaak ontijdig doet afsterven.
Nogmaals zijn ])ogingen in het werk gesteld om de jilanten te verkrijgen
in Bi'itsch Tndië onder genoen>den naam bekend, doch welke in tegenstelling
met de hier gecultiveerde bij distillatie der bladeren niet lemongras-olie
leveren, doch de veel hooger geschatte ])almarosa-olie.
A n d r o p o g o n m u r i c a t u s R e t z. Naar vetiver-olic. d. i. de olie.
die uit de welriekende wortels van de plant kan worden bei-eid is meer vi-aag.
De olie, die in Eurojta wordt gedistilleerd uit de grondstof, heet fijner dan die
gewonnen in de landen van pi-oductie.
Naar het schijnt worden voor dat doel slechts van tijd tnt tijd geringe
hoeveelhfdei) v.oitels uit Java geëxporteerd.
Al pin ia malaccensis R o s c. Rij de eene aanvraag naar de
aetherische olie van deze ]dant, waarvan in het vorige vfM-slatrjaar melding
is gemaald, is het geble\e]i. Indien de olie een terhnisilie t(>ei»a'-sing in
't groot vindt, dan kan de hier in 't wihl weeldei'ig gi-oeiend»- plant \an be-
tekenis worden.
A ntiaris t o x i c a r i a. De in het v(mm^(^ verslag bespi-oken plan-
ten, hebben zicji in den blijkbaai' schralen grond nief bij/.oiuler^ ontwikkeld.
A r a I- Il i s li y p o g e ;i L. (k a t j a n g t a n a hl. D(^ oogst, die weder-
oin 1>c\i( diücnd nit\ iel. \^■erd gT'ootendeels deoi- de \ ele vraau' Inei-ii.iar weix-
geschon'-en. \';iti Eniopeesche zijde schijnen thans pogingiMi aangewend
te worden om d(» olie-bereiding hier te lande op eenigszins groote schaal uit
te voeren, waarvoor men meermalen aan den ('ultuurtuin om itili<htingen
vroeg.
B a t a t a s e d u 1 i s C h o i s. De roode en witte vari«>teit, waarin de
2«
vele vini<*lrittii iiidcrf i jfl iiit A iiktiInii nrit \;in<,'«'n. tin sluiii- woidi-ii oikI*-!-
H( ll<'i«l»'ll ('Il \;ill Wf'lki' ;_nli|iki-!l is. <l;ll /ij lli<l VullllM-rt. Iirltlitll i'ClI ^(if'd
h»'S<ln»l (i|i;_'flt\ crd. Ilti is Jjiiiiiimi <|:iI /ij «jcun^isi /ijnd»' nitl hili^' it]A\c
\\;i;ir<l kiiiiin'ii wurdiii. Willidii is In-i iiii>;^(li jk (|im)|- lii j/,uiii|fic (i|t|ir\\;i
r iri^^s iiict liodfii de k iiinkiiiclil ii^liridsiliiur \;iii d<- i^lnll|l•|| |i- \ frliMi;_'fii.
Oin in d<' liclHtclh' ;i:iii |il;i ii I iii;i I i'ri;!;! I h- lilii\"ii \ oor/.icn. zijn iii dfii
( 'ld I milt iiiii lii j/.oiidfrc iii;i;il r<-;_'fl<'ii <^i-{Vi>\'\'c\\.
\i i X :i ( ) y r I I :i ii ;i /. 1 1 i<T\ ;i ii is in diMi < 'iill iiiirl iiin sicclit s di- luodc
v;i|-ir(cil ;i;ni\\ r/i;^. /ij difiit \ odiiKiiiH'li jk ;ils |i;iLr;irni;itiTi;i:ik w;i;iit<ir di'
Ihm'sIci' /,i<-|i iiilsh'kriid Irciil. Sinds dnor l)'. Z <■ Ii ii t ii <■ r is ;i;iii;iclo(»ii<1,
d;il d<'/.(' |diiiil d«' I Irlopcll liis ;:;i;iiiic linis\csl en dit nii;:cdi»'it<' i-r /idi (tuk
n|» \ rniiciiiji\ iildi;:t , limidt iiicii li;i;ir lirCst uil de hniirl \;iii (•;i«;i() en tlicf
liiiiivii. I )t' :i;iiijdiiii1 n- \;iii lirclt \(t|(>|) /iidcii L;fli'\ crd.
Inliclitiiiiirti wfidcn i;ovriUijï(l over ciiltinir m l)C'r<'idiii;^' <lrr Ulfiirslof.
dit' df l'.ix;i ( )i('ll;inii levert.
T? o e h ni e r ia n i v e a G a n d. fe ii v a r i e t e i t e n). Van (\o besfc
vafietcit werd de i^elieele aanplant j^'Mooid om als plantnial<'iiaal Ie dicnrn
voor een ondernemiu»; in Oost-Java. nadat een deel van de bibit affjezondf-rd
was voor eijjen nienwen aanplant, die intnssehen zich fraai heeft ontwikkeld.
De ondernemers van een ranH^li-ondtMiicTiiint: in de Lampon<;sclio distric-
ten l)i'acht(Mi een bezoek aan den ('nKuintuiii en met Ikmi werd in «"enige
<'oufei-«'nties van jredaehten gewisseld, aangaande verscheidene ])unt»'n df
<nltiiiir van dit gewas rakend.
C a e s a 1 ]) i n i a d a s y r r a e li v s ^1 i ir. De zaden oogst van dezen
voor schadnwboonien zoo geschiktcn boom is weer betrekkelijk schaars
g(»weest. Aan alle aanvragen kon et liter worden voldaan.
C a 1 o t 1- o ]M s g i g a n t e a E. Br. P.ij een bezoek aan de \A'ijnkoops-
baai bleek deze heester, die daar evenals aan de N.-knst tot aan het strand
wordt aangetroffen, aanmerkelijk beter te gi-oeien dan in den rnltnnrtnin.
Het klimaatsverschil is hiervan zeer waarschijnlijk de oorzaak.
r a s t i 1 1 o a e 1 a s t i c a C o v v. Sedert de ongunstige ervai-ing op
de ramano«»kan- en Tjassemlanden hiermede o])gedaan is de vraag naar zaden
en planten aanzienlijk vermindei'd. De zadenoogst was andei-s zeer over-
vloedig. Alhoewel ongelijk groeit de jonge aanplant van .\ngnstns 1S90
krachtig door. Tn dat o])zicht valt geen verschil waar te nemen tnsschen
de in en buiten de schaduw groeiende exemplaren.
De resultaten met de ..stumps" zijn minder bevredigend. Ze zijn achter-
lijk in vergelijking met de niet als ..stumps" behandelde exemplaren.
Uit ingekomen berichten van elders blijken de boomen reeds op 3-jarigen
'19
leeftijd te bloeien, ja zelfs op noo jonger, hetoeen ook iu den Cultunrtnin
geconstateerd kan worden aan de in 1S91) uitgezaaide exemplaren.
Een der oudste boonien uit den (Milluurtuin, die dagteekent van 1883
droeg daarentegen in het laatst van het jaar voor 't eerst vrucht. Daar
deze boom van een andere — eerdere — bezending was dan de boomen in
den aanplant in hetW. gedeelte van den tuin, zijn de uu geoogste zaden uit-
gelegd geworden.
Gedrela Odorata. Een paar mooie stammen zijn geveld, waar-
van hel hout gediend heef! voor den bouw van het s«-hoollokaaltjp voor de
kweekelingen van den landbouwcursus. Het hout liet zich goed bewerken
en ontwikkelde in hooge mate den bekenden eigenaardigen geur.
Aan zaad was geen gebrek.
C o f f e a S t e n o p h y 1 1 a. T)e groei dei' boompjes, met uitzondering
van een enkele, die van den beginne af een ziekelijk voorkomen had, laat niets
te wenschen over. Het hoogste exemplaar had aan het einde van het ver-
slagjaar een hoogte van :i,<n M. b(M'eikt. Een groot aantal plantjes konden
uit zaad gekweekt worden. Ook in het afgeloopen jaar viel een rijke vrucht-
dracht te constateeren, zoodat aan alle aanvragen ruimschoots kon worden
voldaan.
C o f f e a a r a b i c a L. (en v a r i e t e i t e n). De in 1900 in een deel
van vak 1885 uitgeplante koffie, afkomstig uit Bourbon, Anam en Madagas
car staat, het ongunstig klimaat van Buitenzorg voor deze koffie in aan-
merking nemende, niet onbevrtMÜgend; groote verschillen met d(^ Java-koffie
vallen nog niet o]) te merken.
De verschillende varieteirtm hebben dit jaar goed gebloeid en dragen
(voor hiel) rijkelijk vrucht. j\Iet het rooien van den oudsten tuin, waarvan
het terrein bestemd is voor een terrein der eerlang op te richten landbouw-
school is bereids een begin gemaakt.
( ' o f f e a L i b e r i a B u 1 1. 1 )e in vak 88 uitgeplante koffie, gekweekt
uit zaad van de hybriden uil den Liberiakoffie-ententuin gedijen goed en
dragen reeds vrucht. Vele vruchten hi«M'van bevatten slechts ééu volkomen
uitgegroeide boon, terwijl de andere niet tot ontwikk(ding is gekomen. \)o
boonen zijn rondachtig en wat grootte betreft staan zij tussuheu Java en
Liberia-koffie in.
De vakken 5 en O, die sedert geruimeii lijd met Liberiakoffie beplant
waren, zijn door de kweekelingen van den landbouwcursus ger«)(»id en
herschapen in velden voor hunne praclische oefeningen.
De Abeokuta koffie droeg vrij goed. Deze soort heeft vruchten, die
zich gemakkelijk laten pulpen.
30
K r V 1 lir o X y I o II ('<m-;i. I.:iiii. \' ;i r. s |» r ii e e u n u iii. !>»'
ÜO jiiii^;t' aiiii|tl;iiil \ »-ilr»(»iil 110(4 ;;t'cn I i-ikt-iifii \iiii inliifriiit^aiig, dauk zij
(Ir ;;fn-;^tl(|t' iH'Svcikiii;^ t-ii lti-iin'sl iii;^ <l;i;ir:ian Im-.sIci<|.
\'<»()r ••(•11 Iwcriiil omlciiiciiiin;^!-!! iii d'- 1 'ira ii^i-i', til»- <>\> i^iuolr sfliaal
(U'/.f varit'tfil riih i\ cricii, wciiltii allr zadt-n iii;^i-/;iiiifl(l. \saai\aii In-l aan-
tal \ci' )i\ fi' lifl iiiilliorii lic|i.
I" (I II V e I' (t i) a IX ^ 'A •' " ' '' '' ^ '■ " '• '■•'■" ••()is|iinijkrli jk slaand t-xt-ni-
[ilaar is in Mnci (^fsclioh-n, \\aai<l<n»i «It- k wffkli'ddcn wfrr \an jon;^!' |ilaiil-
)(*s kunden worden \oor/,ien. allioewi'l er /oo ^oed als i^een \ raa^ naar deze
vczflsl(die\ erende |danl is. /ij wordl in dil op/iclil o\ erl nd'len door de
Sisal anave, die een hooier |ieri-enla^e ve/el liexal.
\ii er weer sraa^i is naar vezcdHlolleM liaiLl Uicii op .Manrilins de
Fonrcroija Ie vcrv aiij^cn d<»or de SisaI afijave.
I 11 d i ;4 (» 1' e r a S p e c di\. N'erscliiilende soorlen en varieieiteu
hiervan, elders l»elrolvken, werden uil •i.ezaaid. \\ isselin^ \an zaaizaad was
hoog noüdig.
H (' V e a l) r a s i 1 i e n s i s M ü 11 Ar ^. \K\ tapi»rot'veii werdi-u door
D'. T r o 111 1» tl e 11 a a s in het vershij^jaar voortgezet, waarbij een eenigs-
zins afwijkende niellioiie met lie\ rt'digendc uil komsten, wtMd gevolgd.
De huitengevvoue droogte in den Oost nioesson oefende een zeer nadee
ligen invloed op de caoiitchoiic opbrengsten uit. I »e aftapitingsproeven
leerden voorts:
dat voor bet tappen de regenrijke dagen in den drogen tijd te veikiezen
zijn hoven andere,
dat het voordeeliger is, in ]ilaats van zoo lioog mogelijk, de stam niet
hooger dan 1.50 M. boven den beganen giond te ta[»j)en. Het tappen zelve
geschiedt op deze wijze ook eenvoudiger en vlngger,
dat de lengte van eiken tapwond niet meer bedragen moet dan 10 cM.
Mocht men verwachten, dat die droogte den bloei zou ten goede komen, zoo
was znlks niet het geval. De bloei was niet grooter dan in voorgaande jaren,
daarentegen is de vruchtzetting' zeer voldoende geweest.
Sommigen van de in 1898 langs de savvah uitgeplante exemplaren be-
gonnen dit jaar voor het eerst te bloeien .Het hoogste exem]daar had aan
bet einde van het verslagjaar een hoogte van 8.49 M. bereikt.
Aan den dienst van het Bosch wezen konden groote bezeudingen zaad en
jonge i»lantjes worden verstrekt.
Tijdens een bezoek door D'. T i' o m 1» d e Haas aan de Pamanoekan-
en Tjassemlanden gebracht, waar op + 50 voet boven zee de Hevea brazilien-
sis wordt gecnltiveerd, werd geconstateerd, dat de groei aldaar veel krach-
31
tiger is dan iu den Cnltunrtnin. Het blijkt dus op nieuw, dat deze boom
zich in het laagland beter thuis oevoelt.
L e 1» i d a d e n i a W i g h t i a n a. ^^laande in vak I, werd op 1 rij na
opgeruimd en het terrein bestemd voor de practische oefeningen van de
kweekelingen van den lanbouwcursus.
De eultuur van dezen vetleverenden boom schijnt zonder beteekenis te
zijn, hoewel zij gemakkelijk genoeg is.
M a r a n t a i n d i e a /. De aanplant is gerooid en hernieuwd.
M a r s d e n i a t i n e t o r i a ii x. 1 )e van 1887 dateerende aanplant
van deze indigo bevattende kümplanten, begint weer een kwijnend aanzien
te krijgen, zoodat een zware bemesting, waarop deze plant sterk reageert,
noodig zal zijn, als men althans de cultuur van dit gewas, die weinig be-
teekenis heeft, nog wil voortzetten.
M a s c a r e n h a s i a e-1 a s t i c a S c h u m. Werd in het vorige ver-
slagjaar opgemerkt, dat in de bast der jonge boompjes nog geen caoutchouo
kon worden aangetoond, dit jaar was zulks wel het geval. Het meeste sap
werd aangetroffen in het onderste stamgedeelte. Ook in den wortelbast
komt 't voor. Een bepaald oordeel is over de caoutchouc nog niet uit te
spreken, doch zij zal vermoedelijk wel niet van betere kwaliteit zijn, dan het
product in het vaderland van den boom gewonnen. Het fraaiste van de in
vak «JO uitgeplante boompjes had aan het einde van het verslagjaar een hoogte
bereikt van 4.54 M.
M u s a m i n d a n e n s i s K u m p h. (Manilla hennep). De cultuur
van deze vezelstofleverende plant, waarvan het product thans zeer gezocht is.,
en dat het voornaamste uitvoerartikel der Filippijnen uitmaakt, trekt weer
meer en meer de aandacht, waartoe o. m. hebben bijgedragen de publicaties
van D' . van R o m b u r g h over dit gewas.
De vraag naar plantmateriaal was zoo groot, dat wij de aanvragers
slechts ten deele kouden bevredigen. Voor dat doel is de oude aanplant,
staande in vak 'M) geheel gerooid.
Behalve de van 1!)00 bestaande aanplant, die na den eersten oogst verder
krachtig is blijven doorgroeien, is hieraangrenzende in het verslagjaar eeu
nieuwe in den grond gebracht, met het doel om de uitkomsten eener tusschen-
beplanting met katjang tanah na te gaan. l>e felle droogte deed op dit
vochtlievend gewas door groeivertraging haar invloed gelden.
De Manilla licuncp liad iu het verslagjaar l<' lijdeu van de door D^
K o n i n g s b e r ge r gedett?rmineerde rujisen van Erionota thrax. L. «lie
ook veelvuldig op pisang planten worden gevonden. Zij zijn niet alletMi
schadelijk door het wegvreten van eeu deel der bladopi»(Mvlakte, maar ook
('Il niissrliicii uo'^ iiictT dooi' lid ;;fl)riiilct'-ii \;iii ^jidoic IdadHl ukkt-n tdi ln-t
iiiiikcii van koktris, waaiiii zij Itscti. Ili-t daarldf ;^<'l»niilclf kI iik lilati wordl
iiii-l ;^cli<M'l \aii (!<• hladsclii jl losi^tmaa kl , maai' Mijli ilaaraaii iluur t-.'ii
Itircdfif til' siiiallciT Nirouk \ II liuiii|i-ii, x.iiudal di- kuki-is aan «l'' liiadi-rfii
liliJM-n lian;4('n. Kfiil iiii-n fi-nniaal di- jilaau, dan onldi iel nifii liaai /,ci-r
^»'iiiakki-li )k jnist dnor de aan w f/ii^lii-id \aii di-/,i' kuki-is.
M i lil II s (I |i s <; lolt II sa (I'. alalai. I)i- in Iwl vmii^i- jaar dmii
nianiitlrs j^rwoiincn [ilanlfii lirliln-n zidi lii-\ ridi;z<'iid nul u ikki-ld. hi-
(iiidrrt' IxiiiiiH-n ;;r<M'icn lliaiis kiai lili;^ duur. I »•• liiMiin|iji-s /ijii nu;; h- jmi^;
om om iioi-(|o(d Ie kunnen uil s|irfkrii oM-r do lioodani^ilii-id \aii hun |>rodii(l,
dan wol (i\ er do (i|iliioii^st .
M \ i- i s I i e a 1' r a ^ a n s 1 1 o ii I I . I >o in do si- iiailnw \ an A narai'
dinni occidonlalo ^oplaiito joii;;o lio(ini|ijos /.ijn do i^idioorsi lil In-lilirndo fi-lli-
(Iroo^to ;i()od lo lioNon j;ok(iinon. Zij slaan iiii /.ondor ooiii«;,. scliaiidnw on
znlloii in liol Vdl^iondo jaar liissi lion di- rijoii dor oiido iiolomiiskaal aaiiiilaii
linjion iiil^o/.ol wordon, dan wol (i\ or^oiiiailil worden naar don niidi'ii ('ui
I mirt iiiii.
Do (tilde aauplanl in vak tiS hoeft een flinke stalinest-bemesting
gekrejj,eii.
O I- I h o s i |t 11 on S ( a m i n o u s I*. o ii t li. Tor voldooninu aan een
aanvi-aaji van den ('hef (»vor don ( Jeneeskundi^en diensl oui hlaion van dit
gene<'skra(hti<,' gewas, is aan den bestaanden aanphmt eenige uitbreiding
gegeven. Op eenigszins vruchtbaren grond is de groei zeer welig.
P a 1 iKj u i 11 UI s o o r t «• ii. Is (ddors roods O.v oiuuerking gemaakt, dat
do buitengewone droge Oost-nioessoii van liet afgeloojioii jaar in hol alge-
meen van weinig invloed op den bloei der gewassen is geweest, op den bloei
der Pahuiuiuni-soorten heeft zij daarentegen wel uitwerking gehad. Vooral
de minderwaardige soorten hebben rijkelijk gebloeid en vrucht gezet. De
jonge van Januari 1900 dateerende aanplant van Vnhu\. oblongifoliuni staat
er zeer fraai bij. De hoogte van do Itost ontwikkelde oxoinplareii bodiaagt
a.28 M.
Talrijke proeven, omtrent de vermeerdering van de soort langs vegeta-
tieven weg, zijn met de planten uit dezen aanplant genomen, doch over 't al-
gemeen zijn de resultaten niet geëveiiredigd aan de besteede moeite. Even-
als de andere jaren zijn de vruchten van de minderwaardige soorten vóór-
dat zij rij[)ten verwijderd.
Vleermuizen, die de rijpe vruchten gaarne eten verspreiden do zaden
door den geheelen tuin.
Door vrouwen en kinderen worden zij dan gezocht en ingeleverd. Het
tijdi«' \t'iwij(l<'i-tMi v:m de vniclilcii van de nicj ^PAvensclite soorten voorkomt
dus, dat zij met de zaden d<M' i^oede soorten iniiczanndd worden.
Met het ooji; op liet winnen van getali-iiei-tja uit de hladei-en, is een begin
^•emaakt mei lie( uit\vei-ken eener beti-ouwhare meliiode \(»or de bi^palino'
van i;('tali pert ja in blad, zooals reeds ncN'ondeii is voor die in eb' ^-wonnen
j;-etali-])er1 ja proibnten en waarvan de bi nikbaarlieid meer en meer ge-
bleken is.
Het oordeel van de firma Feiten en (Juilaume te Arullu'im over
de nionstei'S getali-pertja, \vaar\an in liet vorige verslagjaar sjtrake was,
luidde als volgt:
,,i)ie Sorte I>. (jn'odnct van I'al. Treuleü) ist eine minderwertliige und
für unsere Zwecke kabelfabrikation niclit \('i\vendbai'. Dagegen erweist
sicli die Sorte A (die afkomstig was van Pal. gut lal ansclieinend von Pal.
oblongifolium stammend von bestei- Qualitiil. Diese Sorle isl fiii' Mis(dHin-
gen znr kabelfabiikal ion selir bramdibar und würde die erslen Sorteii, wie
Paliang, ('otie, w(d(die wir in ITandel für diese Zwecke kaufen, ersetzen,
Für letztere Sorten bezalileii wir z. zt. 1'reise bis zu $ 4(10 ]»er Picul für
einzelne ausgesmdile l*()st(dien, wehdie meistens jedocli niir weinige liundert
kilo ausmaclien, werden amdi liöliere 1'reise bezalilC'.
De groei van de in '( vorig verslag besjtrokeii |»lanljes van den Heer
F> u r e 11 a r d onhangen liel ook in dit verslagjaar te weiisdien over.
Fan ie 11 m s p e e t a b i 1 e N e e s ( Feiigaalscli gras). Heeft in de
maanden November en December rijkelijk gebloeid, zoodat gioole lioeveel-
lieden zaad konden worden \'ersli'ekl.
1'unica (iranal n m. Xaar aanleiding eener corresiiondentie van
de Fliarmacopie((Miiniissie is de o]»brengsl b(]iaal(l aan worlelbast van de
witte variëteit. \'an een Sjarigen boom kon aan woilelbasl worden ge-
oogst 75 gram.
J* o g o s t e m o n F a i e li o u 1 y F e 1 1 e I. De annjdant van de varië-
teit, afkomstig uil renang, is belangrijk uilgebreid met liet oog op eventii-
eele aanvragen om |»laiilmaleriaal. De uilxoi-r uil renang van gedroogde
patelioulj-bladeren is zoodanig afgemuiieu, tengevolge \an de steeds dalende
prijzen, dal de Ftiropeesclie fabrikanlen nu»eile hebben liunne belioefleii Ie
didvkcai. Voor onze planters, vooial voor hen die de kleine landbouw beoefe-
nen, schijnt het oogenblik gunstig om deze ciilluur als bijciiltuur Ie drijven.
De ('hineezen in Penang maken ziidi scdiuldig aan vervalsching dooi' bij-
menging met andere bladeren en dil ges(diied( in die mate. dat de Europee-
S(die koo]>ers zich gaarne o]» een andere markl zouden vocu'zien.
S h o r e a S t e u o i> I e r a 15 u rek. (Tangkaw augi. Door de lang
Verslag van 's lands pi.antentuin 190'i 3
ji;Mili(tiitltiMli- iliooxt'- li<'«n tic ;i:iii|»l;iiil lul li;ir(| !«• \ fiiliitfn i^i-IimiI. Na liet
iii\;il|(.|i i|i-i' rc;^ciis licrsti'liltii (II- l.oi.iiicii /idi l;i ii;^/aiiHTliaii(l. I»'- flioo;;!)-
\ fiiiKn lil (If iKKiiiifii in (Ifii a.iii|ilaiil iiiti lol liloiii-n aan !<• /i-liin. haai'-n
((•«•en lichhi-n mii;^f ;^iïsf»liii d slaainli- Ihkmiiiii l w iimaa I ^iI.IihIi! in ln-i
verslag jaar. Aan "I <in<l \an I (n tmlMr \\aii-n ii-ni^<- \an <l«n ••« i>lfn Itlm-i
alUunisI i^f \ rnrjilcn ncds i i i|i.
S u r " Il II III \ II I ^ a I f. \'an D'". I* ii s s •• utidm I A 1 1 livaansclH-
varich'iti-n oiil \ aii;;tii, die in Non tiiilni wtiticn uil ;^t/,aaiil. I »•• |»lanlfn
niilw ikkrhli'ii //nh kiarhli;^. I».- ^im-i was /.rils !•• Uflii:, /.(«oilal tic |tlaiilfn
iici<'in^ Int |r;^ficn \cil u(Hm|< n. In lii)i\ en <• i\f7.i- \ aiiflcilcn, \s a I liilit-li
liliH'i en /adrii, /.icli /iillcii ondfisi In'idfii \aii di- in den < 'iil I iiiiil iiin i^t-nil
liNfcrdf \aiil»'il, is ii<»^ iiit-l uil Ie niakfn, daar eind I >.< cndM-r pas i<ii
soori Iduridc.
'I' Il (' o II !■ o III a ('ara*» Z. fii T lic (• li r o ni a ii i e o I d r. i n jaren
Inlilicn dr lionnii-ll llirl /.oo \rrl Nlllrlllrll \ ( miiI licliiai II I als ill lirl a t^r |(». iprli
jaar. Turh lirldtrii /ij aanlioiidnid niri allriiri /irklrn m jilanri, i,. kaiii|irn,
\<)(»r wrikr lM'slrijdinj.i lirl nio^rlijkr wordl i^rdaan.
Met in'l wt'jisiiijden van het zickr rn doodr lioiit rn lirt we^ncincu drr
watei-lolcn wordl j;erc<;e]d vooi-tgoj'aau. P.rlialvr uil dm rij;en aauplaiit
werd <M>k n<»^ zaartjioed van «dders betrokken (dat vooral' op Uienikracht werd
oiuier/oclit I om aan versclieidene aan\ra^en te kunnen xoidoen.
1' 11 e aria (ia ml» ir 15x1». De nieuwe aanplant in de \ollr zon naat
zich j^eleidelijk slniten. Men hiadziekte heelt ziili echter bij de meeste
individuen jicojx'nbaard. IM' aau}j;etaste blaren zijn sterk jicklenrd en ver-
toonen rood-bi iiinachlij^e si)ikkel.s.
r r o s t i ;.!, ni a e 1 a s t i c n m Al i q. !)♦' in No\ eniber IDUduitgeplante
zaallin^fii le^»i<'n een bijzonder weelderi^en i^roei aan den da;^. Hiervan
is een deel eenslaninii^ oeiiouden en lu't andere deel ongerept gelaten. De
hooo'ste van de eenstanimigen heeft een hoogte van H M., bij een stamomvang
aan den voet van 2;{ cM. De meerstaiumigen hebben zich sterk vertakt.
De takken laken elkaar reeds. Zij staan op .'?.<>() M. in driehoeksverband.
Wil men een groot aantal boomen oj» den bouw hebben, dan heeft wellicht
het o]> v(''U stam homlen voordeelen; d(tch daar staat tegenover het nadeel,
dat zij, door liet st(Mk in de lengte groeien, gestut moeten vvt)rden, anders
vallen zij of om of groeien scheef en onregelmatig. De aanvragen om zaad
en zaailingen waren vele. De dienst van het Bosch wezen vroeg om den be-
schikbaren voorraad zaailingen. liehalve zaailingen werden haar o(dv een
groot aantal tjangkokkans afgestaan.
\' a 11 i I 1 a p 1 a n i f o 1 i a A u d r. De sterke bemesting en het ge-
58
i'pjiekl wegsnijden (1«m' zieke ranken mochten den bijna 20-jarigen aanplant
j^een nieuw leven geven, waarom besloten werd den aanplant op te ruimen
en elders in den ('ultuurtuin een nitMiwen aan te Icgyen. De gezond ge-
lileven stekken zijn zooveel mogelijk uitgesneden en v<»orloopijj; in een goed
bewei'kt en hemesl kweekbed geplaatst.
Nieuw ontvangen ]>lanten.
Als nieuwe kofl'iesoorten werden ontvangen:
plantjes van ('of f e a <• a n e j» li o r a uit Kew,
plantjes van ('of f e a r (► b u s t a van de fiinia L i n d e n, IJrussel.
De ]»lantjes, die er gezond uitzien, staan nog in potjes.
h. A g r i e u 1 t u u r-c h e m i s e li L a b o r a tori u m.
Het gebouw en de insti'umenten bevinden zioh in goeden staat. Terug-
gekeerd van een reis naar Nieuw-Caledonië was D'. S ]» i r e nog korten
tijd vóór zijn vertrek naar ('oclun China in het laboratorium weikzaam.
Met 1 Juli Ncrliet de heer II i ss i n k, die ongeveer (i maanden als volontair
in het laboratoiium werkzaam was geweest, linitenzorg. Zijn plaats werd
ingenomen door den heer J. M o n o u o «' t o e.
De in het vorige jaarverslag medegedeelde analyse van in den Cultuur-
tuin gecultiveerde sojaboontjes behoeft eene rectificatie. De vermelde ana-
lysecijfers hebben betrekking op katjang-hidjo, een boontje, dat tegenwoordig
bij de bestrijding van beii beri gebruikt wordt. Ter memoreering moge de
analyse hiei- nog e<Mis herhaald w(U'den.
Water ir).l%.
Stikstofvi'ije extr. stoffen 4!».S „ .
Ruw vezel T.2 „ .
Vet ...: 1.1 „.
Ruw eiwit LMJ.S „ .
Het gehalte van ruwe jisch was 4.9%.
Soja-boontjes in den ('ultuuituin gecuKiveei-d oj» vetgehalte onderzocht
leverdtMi de volgende uitkomsten op:
witte variëteit i;).r)%,
zwarte variteit 17.1%.
Het voortgezi't onderzoek van ch' hoofdzakelijk uit iiielliyl«lia\ icol be-
staande aetherische (tiie \an Ocimuni basilie: (\ar. auisatum?) selasih idjau.
leerde, dat bij distillatie bij de gewon»' luthtdrukkiug een klein geth'elte om-
7,0
gezel woidl in ccii ;:f'l<iis(;illis<M'i(lf slof. (Ii<' l»ij I."i7'^ siim-II. AiimIvsc i-m
iii(il<'(iil:iir i^cw iililsl»f|i;iliii;4 wij/cn er dji, (|:il hhmi \ ii iimi-di lijk iin*l i*\\
|Hjl_VllH('|' MUI IIW'I ll_\ Itlliivicol If (lot'li llicll.
lid <iiHl<-i-/.ni-k \:iii <li'ii (JoDi ili'ii lli<i II. -1. T I II III ji i| I- Maas,
raaitliiiail s liij lul Lc^i-r, iiii^f/oinlcn ^^lasninnslfis, s\aai\aii in lui voiii^c
jaai\ <'isla^ icctls iinlilin^ is ;^<'niaaUl, j^al' ili- \ ol;;.fn<l<" rijrcis:
Nanicii
11 (ii|- j;iass»'Il
I 'Pi II KM na n
Ü Teinlia^an
2(/ Tenib;i;,Mn
M Kolond jcMKi
'Ad KoIoikIJoiki in den
bloei «icscliolrn
4 KoloiiM-nlo
5 Toet on
t) CT«'iuljoerun
7 Pendjalin
N DJawan
9 Soeudagangsir
KI Lanioeiaii
1 1 Hlabaantegal
12 Waderan (kattoeiam 1.27 7.1)5 1.2!)5 S.1 2.«>:i5 40.— 14.7
13 Wad.M-aii ikassoeran) 1.2:i5 7.705 1.075 0.7 2.215 :',(;.7 17.45
\'an den bchcreder van de Kaïiieb oiidcriiemiiig in de Laiiipongs werden
monsters lanieb ontvangen. di(^ bij de bereiding aan verseliil lende belian-
delingen waren onderworpen geweest. De vraag werd gesteld, tengevolge
waarvan de vezels linnne s<)ep(d- en lenigheid behielden of verloren. Langs
eheniisclicn wrg konden geen versehillen worden aangetoond, zoodat de
stnict miivt'iandeiingen aan physische invloeden mo(^steu worden toege-
schreven.
Een verzcx'k werd gedaan nit Djoedjaearta omtrent de voedingswaarde
van de in den handel Aooi-koinende jtaai'den- en veekoeken van een<^ oj» -lava
bestaande fabriek.
Uit het micros<-o]us(h o\\ cheinisrh ondcizoek bleek, dat men hier te
doen had niet een z.g. melasse-voedcn-koek, waarbij verschillende granen
onder de afvalsti'ooj) nit de snikeitabi'iek waren gemengd.
Tolaal
/,lli\. riw
/iii\»'
Uiiu
K 1 1 w
s(iksl«d
lOisv il
si iksiol'
< • i w i 1
vel
<'<lslol
.\.s.li
%
%
%
%
%
%
%
2.5(;
15.005
—
—
2.05
:'.4.o
1 1 .225
0.S75
5.47
0.00
5.t;25
1.51
17.05
lo.s
1.1 !>5
7.405
I.O.-,
0.50
2.01
5(;.5
12.—
l.;iG5
8.5.S
I.Oi
0.5
2.035
39.45
8. —
0.04
5.S75
0.0!)
0.1 S5
2.505
5!». 0(1
12.15
;i.i75
10..S45
2.!)2
IS.27
2.15
;'.0.!)5
15.'.)
1.575
9.S45
1.4S
0.255
2.10
34.4
17.8
1.10
0.—
1.2.S5
—
2.59
41.2
13.1
1.0
10.—
1.575
9.845
2.10
32.3
15.25
1.35
8.44
—
—
1..595
30.—
s.7
1.02
10.125
1 .2S
7.S05
2.S1
:',5.2
11.0
0.S4
5.25
0.705
4.975
2.305
32.7
1 2.8
i.;n5
7.73
1.335
8.35
3.20
29.5
12.35
37
Het geniiddt'ld j^vwiclit vau een koek bedroeg 2!)<) «;i'. Daar het voor-
namelijk te doen was om de hoeveelheid eiwitstof en melasse te kennen, wer-
den deze sloffen in de koeken bepaald. De analyse j^af voor:
water 9.(>%,
totaal ruw eiwit 7.(> ,,
drone stof melasse + ;•,() . .. .
Ter verjjielijkino- met gaba, afkomstig vaji rijst in den ('ultuiirtuin ge-
cultiveerd, werd ook hierin het gehalte aan ruw eiwit bepaald en hiervoor
gevonden 7.5%.
Door eene onderneming, die voor hare koffic^tuinen aanzienlijke hoeveel-
heden karbouwenmest gebruikt, werd om inlichting gevraagd of het drogen
in de felle zon het stikstofgehalte in de karbouwenmest doet achteruit gaan,
Het monster gedroogde mest bevatte aan :
water 19. 3^^,
totaal stikstof t,54
Daar niet tevens een monster ongt^roogde karbouwenmest was over-
gelegd, konden de gevonden cijfers slechts vergeleken worden met een alge-
meen cijfer voor zuivere rundermest, en dan bleek, dat het stikstof gehalte
van de door droging geconserveerde karbouwenmest daarmede niet veel ver-
schilde. Naar aanleiding eener vraag omtrent het vet- en aschgehalte der
fc?waroe Boelaroeto cacaopoeder, werd hierin bedoelde bestanddeelen bepaald,
waarbij de volgende cijfers gevonden werden:
water 7.0^^^
vet 43 7
as<'h 5.9 ,, .
In de van D''. Koorders ontvangen bladeren van rrophyllum
glabrum Wall, een tot de Rubiaceëen behoorende boomsoort, voorkomende
in de bosschen bij Takoka in de Djami)angs (Preanger) en aan de bladeren,
waaraan genoemde natuuronderzoeker de reuk van ki-uidnagelolie meende
te bespeuren, kon door distillatie een olie worden gewonntMi. welke eugenol
(het hoofdbestanddeel der kruidnageloliei en sporen met livlsalic,\ laat bevatte
Een onderzoek werd ingesteld naar het voorkomen van caffeïue in de
bladeren vau ('amellia Canceolata en ('auu'lli.-i uiiuahassae. 1 De thee be-
hoort tot genoemd geslacht). Zoowel langs macro als michrocheuiischen
weg kon in genoemde bladeren de aanwezigheid van caffeïne niet worden
aangetoond.
Met behulp van de in het vorige verslagjaar uitgewerkte methode van
onderzoek voor getah-pertja's, werd het ondeizoek na<ar de kwaliteit van de
producten gewonnen uil de slamnu-u der gelah pertja boomen van den Cul-
I iiiii'tniri «Ml \;in (!•' < Iuii\ ciiifiiicnis iiiinphinl i(i;:<'ii (<■ Tjiin-iir. \ i»i(rt^*'7><'l.
lief |»ro<lii<l iii^»'/,;iiiit|(| \;iii <|iii sl;iiii \iiii (•••ii l»ltn'jfin|i- Imoiii uil «l<-?i I';il.
oldoii^il'olimiil iiiii Ir K<'|;ir;iii. «lif \;ii. ninsl i t-ckH \>>7<7t <l;ilftil litvath':
hai'H '2'2.7'/r. -iiihi 77.:?%.
lief |i|'ih|ii<'I \;iii icn l*;il;i;;. u'X I I ;i I x )i iiii uil il'li I'Ij II I <-li I M i II. ilji- i-\)-li
CCIIS (llllSl rrcks IS.-)! nini'l ;:fp|;ilil /.ijll, li;ii| •!•• \ <i|;_'r|Hlr SillllflISlfHill^
li;iis \-2A%,
^MlM;i S7.r» .. .
Iciwijl (l«'/f \(»(H' rrii Tiil. Tiriiliii. in dr ii;il»ijliii(l \;iii il<' l'iil. ;;iiMiiltiM>iii
^r(»('i<'ii<l('. ;ils xttli;! \v;is:
liJits .^S.S%,
-ullii II.Ü...
'\\' 'l'ji|M'tir wndrii ccii ;i;iii(;il Immhih'Ii, sI;i:iii<I<' in «l'ii l'iil. ultldiiuifnliiiin
(nin <;('i«'^ist iccid, wirr |)i(i<liirtcii op i,m<»ih1 \;iii «Ifii luiliiliis <lfr luKtnicn
twijfel »»\»'ilict ;i;in;;;iiiii<lt' «Ir k\v;ilil«'il . ih't <ln'iiiis«h «ni«li'r/,«>«'k l«'vcr«l«'
lit'l v«»l^«Mi«l«' «»j»:
W 12 8 4 5 6
% % % % % %
hais 16.2— 15.4— 27.2— 17.2— 15..5— 57.1,
<X\}tti\ S8.8— 84.6— 72.S— S2.S— S4 .5 — 12.0.
Naar ;ianl«'i«liH<: hi«'r\im \v«'r«l l»«»«»m II- 6 uil «h-u l'al. <»l)l«»n^Mf«iliiiiiitiiin
verwijderd.
Alvorens de proeven met de grootende«»ls ni«Hlianis<lie bereidinj; van
fjetah-pertja nit blad w(M'd«'n voortgezet, bleek in de etnste plaats noodij; te
zijn een <;oede «'n snell«> nietliode van <inttab«'palinti- in blad«Men. De jje
wone exti"a«'<i<'m«'lli«»«l«' is zeer tijdr«»«>v«Mid. waarbij «»«»k iio^ komt, «lat de
extra«'liedinii' aflumkelijk is van de fijnheidsgraad van het vermalen blad.
De <;edaH«' «)n«lei'zo«'kin,i;«'n n«»pens «lit onderw<Mp zijn imj; ni«'t rijp voor
pnblicatie.
Yiin den Heer v a n \\ 1 o ni ni e s i e i n \v«M'd «mmi monster gezniverd en
een dito onjiezniv«'rd jjetali-pertja, bereid nit blad voijrens het mechanisch
procédé Ledeb«)er, ter onderzoek ontvan<;en. FTet chemisch onderzo«*k «jaf
de volgende iiitkon>r5ten:
ongezniverd prodnct gezniverd ])roduct
% %
water 1.1 3.6
vnil 2.9 1.5
hars 6.4 7.5
gntta 89.6 88.4.
39
Uit de Gajoelaiidf u werd van I >'. S ii o ii <• k H ii r j^ i" o n j e eeu moustei'
aldaar gewonnen zont ontvangen, waarvan de samenstelling niet bekend was.
Het bleek 'M)% kenkenzont te bevatten.
De Heer en Mevrouw W ever s, die voor het doen van wetenschap
pelijke onderzoekingen naiir Btiitenzorg zijn gekomen, kwamen hunne werk-
plaatsen in het laboratorium in begin December innemen, waarvoor echter.
daar eigenlijk voor vreemde bezoekers het laboratorium niet is ingericht,
eenige schikkingen moesten worden getroffen.
c. Opleiding \- a u jongelieden voor den 1 a u d b o u \\.
Werd in het vorig verslag de klacht geuit (bladz. 71). dat, niettegen-
staande de publiciteit aan de oprichting van den landbouwcursus gegeven,
de toeloop zooveel te wenschen overliet, in het verslagjaar daarentegen over-
trof — waarschijnlijk, omdat de aanvankelijk verkregen resultaten niet on
gunstig te noemen waren — het aantal aanvragen om plaatsing verre dat
der nog bes<hikbare plaatsen, zoodat velen teleurgesteld moesten worden.
Een leerling, die zcmder geldige reden herhaaldelijk afwezig was, werd
ontslagen, terwijl aan een ander, die minder tegen het liuitenzorgsch klimaat
bestand bleek, op verzoek ontslag werd verleend. Twee andere leerlingen
werden door hunnen vader telegraphisch naar huis geroepen met het oog op
een ongunstigen gezondheidstoestand, waarvan toen echter te Buitenzorg
niets gebleken was. Zonder de toestemming van den waarnenumden Direc-
teur af te wachten, verlieten zij Buitenzorg, om niet nu^er terug te kein-en.
Hiervoor werd als reden opgegeven, dat de jongelieden in kennis der Neder-
landsche taal achteruit waren gegaan en er in het algemeen te weinig aan
theoretisch onderwijs werd gedaan.
De ervaring heeft inderdaad geleerd, evenals bij den tuinbouw-cursus.
dat het gehalte der jonge menschen het geven van theoretisch onderricht,
zij het ook nog zoo elementair uiterst moeielijk maakt in het algemeen. ]Ie(
geven van onderwijs in de Hollandsché taal heeft geen deel v;iii hel ju'o-
gramma uitgemaakt. Het (h»el vaii den gelieehMi cursus is \ui\ den aan
vang af boven en voor alles praktisch geweest, waarbij juisi Iu4 droge
weder van den Oost-moesson in het verslagjaar zich bij uitstek tot het bijna
voortdurend verrichten van praktische werkzaamheden leende. De ge
maakte verwijten treffen dan ook onze poging tot het geven van eenvoudige
opleiding in den landbouw niet; zii toonen slechts aan, dat men zich onjuiste
en overdreven voorstellingen maakt van den aard van hd oiiderw ijs. dit ver-
warrend met d(» opleiding, die aan eeiu^ eigenlijke landbouw sdiool wordt
gegeven.
40
TiwHl W i-lis, iM' lilijUfii iiu;^ in ;iii(li-li- n|i/,i(|ih'ii \ tl Ivft-rdi- i|<-lik lM-cl(|t|i If
lifsl;i;ili. \ i»iiiii;iiiic|i jk l»ct ii-l TcikIc ..;i;iiis|)|;i ki-n" (li<' <!'• If<-| lili;^!-!! /<iihI>ii
Liiiiiii'ii (lom '^ildiii ii;i :iri<M»|i \;iii (|<-ii ciiisiis. Mm im-ciil smns. dal \\;i;i|-
hrl < iuii \ ciiimiml lit'l ;^clii'clr i »iid<'iii< Il I kusldixis \ cr'sl idd cii ir /.flls :(:iii
\ rrsclii'idciM- lr< rlinum rm;.', crue Inrhiiic udidl ;^<';;<'\ fii \(i(»r kost cii huis
\('sliii;^, liu\ ('iidifri imu df \ ni»! iclit in;: /<iinli' ltcsl;i;iii uni kilcr mhh- ••••n'-
|>l;i;i(sin^ dri' joni^i'lirdm h' /uiL:<'n. I>iv,<' \olsl;i^m un;i;i nn<'nii'li jki- ii|)\;ii
linu is li(i\cndifn in |icil irimh-n \MM'rs|ii;i;ik nn-t lid \<><ii;ir mkh d*- ii|(|im
diiii;s i;clr^cnlH'id :i;i n^^rnitnicn m in-ki'nd u'^iumk Ie duel. hil is In-I
worde hiel- iirili;i;dd I \\ccl( d i i: : omsdrcls wil nirn df .j<>ii;:i' nn-nsdim oji
li-idt'ii \ooi- lirl drij\cn \iiii IJcincn hindlionw m ;ind"'idri'ls \(ior hri mi
\ull<'n \;in cmNoinliuc opzirin'ps |d;i;i Iscn op Inndi-iijkc oinli rnrniin;;<Mi
l)il en iiii'ls anders weid van don aanxaii^ ai', on wordi not: liooo^id.
Kvonals hij don Miinhon w ( iiisns liohhon do jon^ioliodiMi ziili sjioodiij
aan Ik'I \ criicldon \an don MoiMÜ^cn handonailn-id i:o\\ciid on //ion /ij oi- nioi
nn'oi- lo;;cn o|> lo s|»illon on jo Li!a\<'ii, hoonion !o ka|i|i<'ii on nn-l nn-sl oiii
(o liaan.
llcl ITi lal jihialson \<M>r do (iploidini; hostonid. was aan iiol eind van hol
\orsla^Ja;ir ho/.o| d<Mii- do Jongelieden ■ \\'. \\ en A. (i. A. de ('enninek
van ('a|iello. \an (tl tl' en. 1'. !■ o n \v e r. 1. ah aar. Kroniiiies.
F i n e h i, S ni il. Mal h v, M a r e k s, v a n d er II e ij d e. i e n 1', n o lu.
V a I' k e \ i s s e r, < ) o s t h o e k en -1 o h a n n e s.
1 >e l.andhouwloeiaar. de lieer 11 e ij ni nu. was in ln'l al^enn/en over
vlijl en _i;e<lra<;' der leerlingen wel tevreden, terwijl soniniijicn hunner zelfs
„liel'hehherij" in hel werk hlijken te liehl>en. Onwetii.uc ver/ninion konioü
niet \(K»ron noenil nuMi in aaninorkitiii. dat \(»(»r Ncrseheidene dei- joiiucliedeii
de ()very,anj;' naai' hei Nochtiuc r.uilenzorinselie klimaat noj;; al ^root was.
daii kan gezej^d worden, dat ook het aantal vei-zninuMi wej^t'us ziekte j^erinji
was. De leerlingen hebben zich nn iti het aluemei'n blijkba^ir aan het kli
maat j^oed gewend. Zij werden tijdens de laatste pokken-epidemii' <;eva(ei
neerd.
De werkzaamheden konden in het verslaiïjaar. dank zij de langdurige
droogte, o(dc des middags veelal buiten plaats hebben. N'oor het ond(H'richt
binnenshuis werd met daadwerkelijke nu'dewerking \an de leerlingen, t^en
eenvoudig gebouwtje opgezet. Wel is waar <lunrde d(^ bouw daai-van daar-
door \cel langer dan indien deze in aann(>eni werk gedaan ware. maar nu
wei'd dan (»ok het \(tordeel veikregen, dat ze zich do kennis \an eenvoudige
constructies e. d. eigen konden maken. Sommige leei'lingen toonden voor
dit soort van werkzaamheden groote liefhebberij. Een loods, eveneens door
41
d(' Ifcilin^vii (.[.jivzi't, ^vrf( bij j^iooic warmte of bij regenachtig weer ge-
l('-i(Mili('i(K vcrscliilleiide i)racliscbe octViiiiijicn uit te voereu.
Ter voorbereidiii}^ van hel liiiiiwcrk was bet in (b' eerste plaats noodig
een terrein uil den ('ultniirtuin, waarop verscbillende aan[»bintingen voor-
kwamen, scboon te maken. Hel kappen der zware scbaduwboomen en liet
ontgraven der stronken alsnu-de bet bewerken van den grond eischte veel
tijd, wijl de b'erlingen nog weinig gewend aan bandenarlu'id, zieb eerst bing-
zanicrband de noodige bandigbeid eigen maakten.
Daarna kwam de aanleg van groentebedden en van kweekbedden voor
versehillende overjarige gewassen aan de orde.
Liet bet weer zlcb aanvankelijk gunstig voor de groentecull uur aanzien,
de al te felJe droogte bleek eebler voor verscbillende gewassen geen ge-
wensebte factor. Ook badden verseliillende aanplantingen veel te lijden
van insecten, sommige zoo sterk, dat ze gebeel te gronde gingen. Vooral
booneu viel dit lot ten deel.
Bestrijding zal volgens J >'. K o n i n g s b v r g e r niet baten; het eenige
wat aangeraden kan worden, was om in het eerste jaar voorloopig geen
boonen meer te jdanten.
Knollen, kool on uien gaven niet veel resultaat, daarentegen waren de
uitkoujsten met wortels, prei, selderij. i»eterselie. sla eu andijvie gunstig.
\'an de o]>gedane ervaring zal in bet volgend verslagjaar natuurlijk een
nuttig g(d)ruik gemaakt kunnen worden.
Van bijna alle in den ('nltuurtuin gekweekte meerjarige gewassen wer-
den pejunières aangelegd en met bet meerendeel uitstekende resultaten ver-
kregen. \'ooral aan de bebandeling der jonge bibit werd groote zorg
besteed.
In den ('ultuurtuin zelven konden de leerlingen zich in de oude aanplan-
tingen oefenen in het snoeien, het maken van niarcottes e. d. terwijl ook, zij
het dan nog slechts op bescheiden schaal, wat aan behandeling van vrucht-
b(»omen gedaan kon worden.
Eindelijk werden op bet terrein, dat later dienen zal om er de boomen
op uit te jdanten, aanplant ingen aangelegd van verscbillende kruidachtige
gewassen, wier cultuur voor ben, die den kleinen landbouw zullen drijven,
van eenig belang kan zijn. (Jenoemd mogen bijv. w(»rden gencM^skracditigi^
kruiden, aetberis<-he oliën- en vezel leveicnde planten, terwijl eindelijk ook
aan enkele zoogenaamde Inlandscbe gewassen een bescbeiden plaats werd
ingeruimd, vooral om de leerlingen er med(> bekend te maken. Het bleek
toch maar al ti- dikwijls, dat vt>el voorkomende en gecultiveerde gewassen
aan verscheidene jongens gebeel onbekend waren.
FIfl sjMci'Kl w'l \.iri /.<l\<- (|;il iiri (|;ij;i'|ijks<ln' a:itis«-liMii win;; van. fti
\ UMI tfliiiiMid Ioc//m hl (i|i Iit| ;jt |i|;i iiif <i I >iii ( «mpj'-iimmmi (oc liij<lraa;:t om litii
(e («•r»ii(ii in licl w aai rnnH-n.
N'ci-nil nnii liij ImI u|.niak< ii r|<i lialans in aaninf-rK in;:. Ik"- vdoc de
nnM'sIcn allfs nirnw was. dan is rr all<' ii(|<ii nm ni<-t <!<• in In-I ••i-tstt- jaai'
\ rrkir^^cn ifsnllahn lf\ icdin Ir /ijn en ImIkhH er ;:fcri Iwijfrl t<- In-slaan of
(•••n Nol^^md volslag /.al \oor lal \an w «a K/.aanilKMJrn no;_' In-i. if nil Uonislfn
kiMHK'n lMM'ks(a\ fii.
haar lui \ooial \ oor' In-n, dio /,i< li laloi- o|i d'-n kltinin landlionw /iillcn
loclo^;^!'!!, \an iM'lani' is, ook vfrlimiud Ie /.ijn nn-l do lx Iiand<lin;: \an
niolk\oo, wrrd^or ooii koo mol kali' !L;ok<Hld. alsan-ilo i-on aan oen di-r Icci-
lin;:on looliohoofond koohoosi lor- \ or/.or';,Mn^^ aan;ioiromon. ||.| aarijdarr
ton \ari \ oi sriiillciido NcovucdiTj^owasson kwam du.s \an /oji (M.k op Injt
|tr-o^Mamnia.
Hol sjirookl \an /.ol\o. dal do loorlin^on \ ooi' i\r \oodin;; on \ fip|o<^iir;^
van do koêbeestcn nrooton /,or';,'^on. holtoon oohlor' op sommijro mons<lifn
don ( iill iini hiin passooicndo. con zoo stiiitoinlon iiidiiik maakte*, daf in oon
s( liiijvon aan don \vd. dii-ocfoui- verzocht weid ..aan dat schandaal ton spoo
diLTsl»' paal on jiork |o laten st<dlen". Onnoodig to zeggen, dat op dezen
\ liondoli jkoir wcirk iriof i;('i'oa;j:oord \voi<l.
§ VI.
4"»- AFDEELLXG DEK INKKHÏING.
(PHARMACOLOGI8CH LABORATORIUM).
Zooals reeds in het voorgaande verslag werd aangeduid, vmscheen in
Febrnari van het vershigjaar een van deze afdeeliug nitgaande Medede«ding
(II- Lil, Phintenstoffen I\'). Een referaat, betreffende den inhoud dier Mede
deeling, kan liior- achtorwogo blijven, dewijl dit reeds in het verslag ovt'i
l'Mll gog.'von is.
Na de beëindiging van de werkzaamheden voor de even bedoelde publi
catie werd het wenschelijk geacht, thans in de eerste plaats te gaan denken
aan het tot stand brengen van een werk van eenigszins anderen aard dan de
tol hodon toe geleverde, nl. oen jiharmakognotisehe beschrijving te geven
van de meest gebruikelijke inlandsche geneesmiddelen. I>o vernu^^rderde
belangstelling voor aan het plantenrijk ontleende artsenijen, die in den laat-
sten tijd hier en elders wx'derom is op te merken, noodigt hiertoe als van
zelf nit, daar zij meer en meer de leemte lu het licht stelt, die op dit gebied
no- bestaat. Het valt t.H-h niet (e-en t.* spreken, dat vcor den medicus in
Indië hekendliei.1 n.rt de inlandselu' grneesmiddelleer een zaak is van het
ovoetsfe ^.-wirUt, zeowel we-ens het vele goede, dat zij ontegenzeggelijk be-
vat, als n.ornamelijk om het meerdere vertro.nven, dat de Europeesche ge-
„eeskunde hier te lande van de zijde der inlandsche, maar ook van een groot
deel der niet inlandsche ingezetenen zal ten deel vallen, zoodra haar be-
oefenaren meer algemeen op eenige kennis van de inheemsche therapie zullen
kunnen wijzen.
Als een niet onbelangrijk hulpmiddel tot het verzamelen van zoodanige
kennis zal ongetwijfeld te beschouwen zijn het bestaan van een boek, dat
door een beknopte beschrijving in staat stelt, de meest gewone simplicia
te onderscheiden, en dat verder, voor zooveel mogelijk, aanwijzingen bevat
betreffende de bestanddeelen der besproken plantendeelen.
Een werk als hier bedoeld wordt, ontbreekt tot dusverre. Wel bestaan
van sommige inlandsche geneesmiddelen reeds beschrijvingen, die meer of
minder aan het hi(M' voorgestelde doel beantwoordi-n, doch voor het meeren-
deel geldt dit niet. En wat de werkzame bestanddeelen betreft, heeft wel is
waar het stelselmatig onderzoek van de Indische flora reeds talrijke bijzon-
derheden aan den dag gebra<ht, doch zeer veel is nog volslagen onbekend,
zoodat ook omvangrijke werkzaamheden van chemischen aard nog noodig
zullen zijn om een in dit (.pzichi althans eenigermate bevredigend geheel
te kunnen samenstellen.
Gedurende het verslagjaar werd vvu groot deel van den beschikbaren
tijd besteed aan het bijeenbrengen van materiaal en van daarop betrekking
hebbende gegevens; hiermede woidt nog voortgegaan. Yoovts werd een
begin gemaakt met de beschrijving, terwijl ook de verrichte chemische arbeid
hoofdzakelijk betrof een aantal inlandsche geneesmiddelen, die in het phar-
makognostische werk zullen worden opgenonu'U.
In zooverre is dus afgeweken van den vroeger steeds gevolgden regel:
bij het (mderzoek de natuurlijke verwantschap (h-r planten in het o(.g te
honden en dus zooveel doenlijk faniiliesgewijs te werk te gaan. Natuurlijk
is deze :i f wijking, die do(M- het voorafgaande voldoende gemotiveerd is,
slechts een tijdelijke, en ligt het in de bedoeling, zoodra mogelijk op de ge-
wone wijze voort te gaan. lntuss<hen is het duidelijk, dat ook de thans als
„Varia" verkregen resultaten voor het systematisch onderzoek geenszins als
waardeloos (e beschouwen zijn.
De aard der tijdens dit jaar in hoofdzaak verrichte werkza<amheden, in
het bovenstaande kortelijk aangeduid, brengt mede. dat eiMi metM' gedetail-
44
Icrrd <i\fi/,ir|il iiici k:iii ;^f^c\.-ii woiilni. Slt-clils /ij liiiM' \ <tiiii|i|. diil ;i:i|i
lul ( lii-iniscli (tii<lci/.uflv \ oiiiiiiiiiicli jk iiinliMW UI |ic|i \\<'l<|i'li |il;ili liii. Im-Iicm»
icli(h' lol <lc \ (il;:fii(|f r;iiiiiliili : ( ';i |i|mii hI:i< i;ii-. I .i-^ii mi riusjir. M \ il;ii-f;i<',
l(iilii;iic;n', ( '<Mii|H»sil;i<', l'iii |iliii|| idci-nr, /iii;^ilifi;Mr;if.
«Jchcrl liililrii \ i'llm 11(1 liifl lirl lt(»\c|| i^f/A-'^tïi-. Iiliii-I liii-r ^'fWii;,' ^c
lii;i;ilxl wiikIcii \;iiici'|i \ ij.il:. <li<' \ :i n iiH'<lis<ln' /.i.j(l<' ^<-<'|'l"'''' "''''1 "k-I Ih-I
(MrM n|i dl' (Kils lli'l !'• I;iImI»' m||(|c|\ (.imIcii llMM'irlijUllfid (illl <<ii lii-l liiliw li;i;i|-
SI I- (I |p II ;i II I II il s |.i ;i«'|i:ii m;!!. \;iii ;;i'I i j k lii;i t i u<' NVlk ili<.'. iiinilili^ !•• wor
(l.ii, (Ie \i;i;iu lil., 'il' lul iii<'l iiK'.u:!'!! jk /.ijii /.uw. lul l;"-ii"'ciim|i' Im/\s;i;ii- I<-
nul ^;i;i II ildoi liicr i II I m lic (•(•{! m'Sili i k I <• su( >rl \ ;iii Im-I i^i-shnlii Si i n|iii;iiii lius
II- diM'ii :i:i lik w i'ckrii.
N;i;ii- ;i;i iilcidiiii; \;iii df/.i' \ i;i;iL': wcidfii .-uiii ifii rlifiniscli diidi'i /.oi-k
oiidfi \\<)i|ii'ii de /,;idfii \;iii S I I' o |i 11 ;i II I II II s (1 i i' Il o I •• Ui II s I ». ( '.. \<Mir
lifl ud^ciiidik de ('ciiit^c sodil . w ;i;ir\ ;iii ;ill li;iiis lol rni \ (K)il(»n|(i;^i' Im-w rikiii;^
Idcrcikciid iii;ilcii;i;il uil 's L.iiids ri.iiili'iil iiin ( K iill ii iiil iiiii ) kdii lM'Sfliikli;i;i r
<,M'sl('ld wdidcii. |)'. <1 rcslidir Ncsli^^ih- xour <-ciii,i;i' jiirni rrcds d<' ii;iii
d;i(di( (»!> hel \ odikonicii iii biisl ni Idndcicii dr/.cr s|h-ciis — /.ij lid ook Idt
('cii iiilcrsl >;i'i iii;^ lirliallt' - \;iii ren sidi', die pinilfii \;in d\ ficcnkdiiisl iin'(
t^lroidi.iiil hiiH' scIhm'II (c vci-lddiM-n. In de /;hI( ii kdii iiii iiHlci(!;i;id r<Mi ;:lii-
fM)sidis(di liarl \ t'i-^'iri jiniiii'clodnd en d;iiiriiil in kl<'iirldd/<'n. lincwrl ;iiiidiplpii
(ocsliind ;it'uc/dndrn! worden, welk li< li:i;ini zidi in \ ciscliillende d|)/icliteii
iils slr(>|»li:inl liine Ideek Ie jicdra^eii. N'oor ineer uit voerijie proeven (tut
biO(M<t voorsliauds liel innlerianl, zoodal een a.Woend antwoord oj> de vraaj;,
of niou hiel' te doen licel'l mei slioidianlliine zelf of met een vei'wanl «ilueo
sied, no^ niel kon ^c^cNen worden.
Hoewel nii de moi;<'liJklieid niet is uil ucslnlen, dal de zaden van Sir.
dicliolemns tiij een iiadei- onderzoek ilierapoiil is( li hruikl»aar zonden hlijkeu
en dus deze soori \(»oi- hel aanj>lanten lol niedisclie doeleinden, in aanmer-
king komen zon, zal hel lo«h onuet w ijfeld de vo(»rkeur verdienen, te traehlen.
hier tot de kulfuur \an de in Europa offieieele Strophanthus-zaden te ^e-
raken, daar hel toch juist aan hel in den handel kennen van zaden van zeer
veisrhillende herkomst en nileenloopende w eik/aamheid is toe te schrijven,
dat de Stropbantlius-praeparaten allenj;s een. vooral voor zoo sterk werkende
en o-ewichtioe j;eneesniid"delen hoojxst helreurenswaardiffe, reputatie van on-
hetronwhaarheid verworven hebben. Hel is om die reden van jjroot belangc.
dat er nil/icht bestaat, voor 's Lands riantentnin binnen kort uit Afrika
den<i(lelijk plant materiaal van de (d'ficieele S t r. K e m b é te verkrijjren.
zoodat mettertijd deze (piavslie in deu meest jreweuschten zin tot een op-
lossinir zal kunnen komen.
45
§ VII.
5''" AFDEELING DER INRICHTING.
(BOTANISCHE TTUN EN RERGTUIN TE TJIBODAS).
(I. R o t a n i s e 11 o t n i n.
hl iK't begin van hét veislaojaar kwamen de door den waterstaat ge-
bouwde nieuwe woningen voor de werklieden gereed. Deze woningen be-
stiijin, behalve uit een afzonderlijk staand huisje, thans den élève-niantri
S il k a r a n tot verblijf|)l;ia(s aangewezen, uit vier blokken, elk voor zes
gezinnen, leder blok he<'fl eene algemeene voorgaanderij, waaroj) volgen
vertrekken van :{,7r) M. in het vierkant, elk voorzien van een kleine achter
loeaaltje van 1,78 M. diep. Voorts werden er afzonderlijk staande kenkens
gebouwd, waardooi- de brandgevaar opleverende en er zeer onoogelijk uit
ziende hokjes niet ataj) bedekking, die vroeger als keukens dienst deden, op-
gei'uinid konden worden.
De nieuwe woningen, die bijzonder goed voldoen, steken in alle opziehten
af bij de oude verblijven voor onze werklieden. Een veertigtal hunner zijn
nu nog slecht gehuisvest; eerlang zal ook daarin echter eene gewenschte
verandering komen.
Door het terasseeren van het sterk hellende terrein in den werklieden-
kampong had veel grondverzet plaats; de daarbij overblijvende aarde kon
goed worden aangewend om de uitgespoelde vakken in den heestertuin weder
aan te vullen. P^venveel, zoo niet meer werk, vorderde nog het maken van
afvoergoten voor het regenwater in den kampong, alsmede het beklop])en
met riviersteenen van de ruimten om de nieuwe huizen.
De waterleiding in het kwartier der Myrtaceae, langs een zeei' steile hel-
ling verloo})ende, moest op nieuw gemetseld worden. Een niet onbelang-
rijke verbetering in zake waterafvoer in den tuin werd aangebracht door het
maken van een nieuwe gemetselde ruime afvoergoot voor regenwater lanoa
de belling in het oude palmen-kwartier. De hoofdafvoer van het regenwater
uit den tuin naar de rivier is nu in tweeën gesplitst, waai-doctr de kans op
beschadigingen door d<' buitengemeeine hoeveelheid regenwater, die onz»-
liuitenzorgsche buien dikwerf aanbrengen, aanzienlijk is veiininderd. Op
liel teri'ein tusschen de beide Tjiliwong-armen werden alle wabMieidingen
nagezien en, waar noodig, hersteld.
Door de langdurige droogte in den Oost-moesson van het verslagjaar,
moest(Mi de verschillende in den voorafgeganeu West-moesson uitgephuUe
gewassen worden begot(Mi; hetzelfde was noodig in de kwartieren der
'ii)
( )i(lii(l<'<'rMi <Mi \':iii-iis f'ii V(»()i:il in i|iii Imsilil iiiii. Hu rWdui- wt-rtl licirikt.
(lal lid \crlicH aan |ilanlfn ti-n ;:i\(il;^<' «lii-r rcllc. en \(»()i- liii-r ^n-|ifcl on;;!--
worii- «lioo;^!»' 1(t( fi-n uni»f<liii(l< ml niiiiiniinn wcnl l)'|M-ikl, /.tuu\.\\ ln-l \<-l«'
«•xlia \\<'ik aan lid lH-;^idin Im-sIiciI. i iiiiiistlindls is iH-jiKintl.
I'lcn Nourdfd \aii i|r ;^i<H)ir ilrud^lr was, <!•• zct-r ;4i'rini;<' liuc\ cdlK-id
walfi in lil II Tjiliu oii<4, waanlom- lul \ «iKii J;.';iii \an i-fni- riiiikc Ii<m\ cdlifid
oriiii^ \iiiir lid \ iTliardm dii \\i-;4<ii <ii jiadcn, /(■••r \stid \ ii ;^<'iiiakki'lijkl.
In dl' inaaiid .liini werd di- kanaii laan \\«'d<'r Ix'^iint iii nul di- shioniwalM.
ons daailuf w (■Iwilliiid dmtr diii In^iMiii-iir \an dm \\ ahislaat Ifii ;^i'liiiiik«*
al'^icslaaii. \ciliaid. I>i' onlM'\ ii-diitt-ndi' loi-stand im/.i r \\<';,m'||. im ;^f\<)l^t'
san dl' /.w are rcj;('ns ('M \an ln-l oii \ oldiirndi' \ i'iliaidiiitisinalt'iiaal, Idijll t-rn
sl<'c<ls \( teil ia ai' nadri'1 \an on/i-u lniianisclii'ii In in: i\i-/.c sti-rkl in dil ii|i
/iciil, (i]» \«»oi- dl' wandelaars /fiT Mii'lhari' wij/r. nnmisli;: al' nn'l naiiit' Itij
dl' Mn^i'lsrlii' I i<>|ns(li(' liiincn. Hni ccni' at'docndi' \ rilM-lnin;,; in dien lm--
slaiid Ir hrciij^cn, /.oude crliln- In-I hr/it \au cm i'i;;rn stoomwals onniisliaar
/.ijn m li'Nt'iis do hoscliikkinji, o\oi' di- noodi^c fondsoii om lii'l pcisoincl \oor
dt' hodicnin^ rv \an te l»i'/.oldiuoii oii \ filiai-din^smalcriaal. zoomodo luand
slof \ooi' de wals. II' koo|M'n. Iloowcl om on andoi- hol lokkolijk iio^ al
koslon /.oiido nH'dohioii;:,!'!!, zoo zal moii locli ton slolto wol ^ciioodzaiikl zijn
tol hot dooii dioi' uil^Jial' over to ,n:i:i'N N<>(»ial iiidioii lid ;i:nital l»oz()«*k<*i-s
<Mi waiidolaars iu onzon bolanischon zoozoor Idijll loononion als in do huitate
I w'oo jaion hot oeval is geweest.
liet maken van geulen iu liet tegeuwooidig(? kliniplanten-kwartier moest
worden voortgezet, daar er nog altijd plekken zijn, waar de planten sloebt
^ xoorlkomon, omdat de ondergrond Ie vast is. liij dil graven kwam men tot
do onaangename ontdekking, dat er zich hier on daar ondiei)e ,,padas" lagen
bevinden, Noor waler zoo goed als ondoorlaalhaar en te hari^l en te dik om
ze, zonder al Ie groote koslon te knniion doorbroken. Het behoeft geen be-
toog, dat men op zulke plekken van den groei van overjarige gewassen uiterst
weinig verwachting kan hebben.
Zware winden in de maanden Odober en November van het verslagjaar
doden ons Ncrschoideno exomi»laion van groolo en fraaie boomt^i verliezen,
zoo :
ojt 17 October: Helieia robusta Wall. (V F 17), Nanopetalum myrian
thum llassk. illl E 14), Livistona rotundit'olia (uit den laan bij den rozen-
tuin), Oreodoxa regia H. P.. d K. iXIll M), IMedromia dioica Brck. (III L 20),
op 'M\ October: ('hicki-ossia volui ina Koen. (lil A), Sandorioum glabe-
rium Hssk. tlH R 5:?), Peupartia altissima iN'II A 8), Livistona i'otnndifolia
Mart.,
47
op 3 Novembi'i': CJouocarym p,vrosperuunii Seh. (II H 1), Albizzia sper.
Celebes (I K 18), Adenanthera spec. Celebes (I K 20), Orinosia sumatiaua
H. «'t H. (I B 47), Pistacia Tcivbintlius L. (VI H 19).
Het bleek, dal het iiieciciideel d«*i' omgewaaide boomen, hoewel er nog
kra<htig uitziende, alleen in den bovengrond wortels hadden, niettegen-
staande er geen grondwater werd geconstateerd. Welli<ht is trouwens de
verklaring van het feit, dat zoovele tropisch boomen, ook zonder moeias-
achtige standjdaatsen te verkiezen, bovenaardsche verst»Mkingslijsten dei-
wortels hebben, te zoeken in eene algemeen vooikoniende eigenschap van hun
wortelstelsel om veel meer in de breedte dan in de diepte te groeien. Waar-
aan dit te wijlen is (aan onvoldoende luchttoevoer in den grond?) is, voor
zooverre ondergeteekende weet, niet met zekerheid bekend.
In den tuin voor waterplanten kwamen in het verslagjaar een tweetal
Nymphea's, door den mantri .1 ah e r i uit Merauke medegebracht, in bloei.
Deze soort, met fiaaie donkerblauwe bloemen voruit een nieuw sieraad
onzer vijvers en bewijst op nieuw hoe buitengemeen vtn^l fraais en belang
wekkends de flora van Nieuw-Guinea nog bieden kan. (leen deel van onzen
archipel is er, van waar bij verre zooveel op botanisch gebied te wachten is
als van Nieuw-Guinea. Het is dan ook de eenige landstreek, waar men V)ij
het vestigen eener eenvoudige succuisale van onzen botanischen tuin zeker
zoude zijn van een te verkrijgen succes, zoowel op het gebied der zuivere
als (hoogstwaarschijnlijk ook) der toegej>aste botanie.
De nieuwe Nymjthea soort opent hare bloemen des morgens bij het begin
van den dag en sluit ze eerst tegen 5 uur 's avonds. Zij bloeit ongeveer te
gelijk met de variëteiten van Nymphea zanzibar(Misis uit Midden- Afrika,
die echter eerst tegen 10 uur in den UKUgen hare bhiemen (tnlsluilen.
h. B e r g t u i n te T j i b o d a s.
De bergtuin te Tjibodas is voor 's Lands plantentuin in de allereerste
plaats van beteekenis, e n z e 1 f s v a u z e e i- g r o o te b e t e e k e n i s.
als station voor het wetenschappelijk onderzoek — in verscliillende richt in
gen en opzichten — van een tropisch bergwoud, dat in rijkdom van vormen
en Z(^ldzaam gunstige gro(Mvaarwaarden zijn wederga bijna niet vindt. In elk
geval is er nergens eene gelegenheid, die zelfs in de verte bij Tjibodas haalt,
voor de studie van een oorspronkelijk bergwoud in de (ropen. Hel koml
mij gewenscht voor hierop nogmaals de aaudachl tt^ vestigen, daar men in
niet-botanische kringen te dikwijls blijken geeft van niei of /,«'er onNoldoemle
in te zien^ welke bijzonder hooge waarde de IxM'gtuiu iu hel genoemde op/.iclu
voor onze Builenzctrusche iustellin»; heeft.
4H
In <lc (\\(((|c [il.Kiis <^i-c\'\ 'rjiliii(l;is iciic /(■»•!• wrlkMiiK' ^.M'lcjrciilicid (nn
/ODWcl liolnnisrli ,'ils i-ioiiniiiiscli lifhi ii;ii'iJKi' |il;iiil)-ii iiil siili t r<i|)isi']|f |:iti<l*'ti
:iMii Ie kwfckcri.
A;i ii^c/ini wij in din Ini^inin <i\ci iiiiiiili- \;iii h-iri-in ln-siliiKkcn, zoo
l:i:il /.il il nul deze Itcitlr hooi (loo;^nifiU<'ii zi-ir \\t| lic( slrrscii \ i-r<'<-ni;irti om.
<;rliinil\ ni;il\cn(lr \;in de onuiiiii<ii riiciir li;:;^in;i^, N-M-ns df ln-r;^liiin :ils
|i:ii'lv i'tii :i:inl rckkt'li jl< ondi-rd<M-l \;in '.s Lnnds l'l.i n hnl nin h' ni:il%i'ii. 'I'i*
nicci' \(idi<'M( dil doel (r wordrn ii;ii;i-sl ici-lM d;i;ii' lul t^iooli- ;^cliiclx :i:iri
lllinilr rn de «'isrlicn :i:iM een ;^roo(r loilcctic \.lli lc\i-ndf |>l:inli-n !•• sli'llcii.
lii'l (th.'-i II' r.iiilrnzor;^ nid wel nio^rüjlv ni:ilvi-n o|i crni^szins lickinMii jl^c
.S(dKi:il II- looMcn, <hil ooi. in dr Koloiiir-n wij .Xi'di'i l;i ndiis di- Isunsl \:iii
|i;il'k;i;iMl('^ in cclc ll;|(lllcn Ir lioudrn. Ilrl-_;rrn in drzr liriitin;^ Ir Tjilio-
d;is ^('Iridrlijk iviin wtiidrn ürd;i;iii, \oidrrl lirl ii'lvkrji jk wriidi; inorilr rn
koslril.
I (r Ir \-ol^<'n w r;^- d;i;iiliij is, /.oowrl dool' lii jpl.i nl rii ;ils tloor in-I wt",!,
nmn-n \;in sIcm lil sl;i;in<|r rxrni|>liiicli, vrihrl rii ni; n:ili Ir liirni;rii, .ilsinrdr
d(»or liri ;i;inltrrii<;rn \;in (h' iniodi^r w ij/i^iiij;('n in lirl w<'ji;ciiiirl. .\;iii«;r-
zirii lirl i'i' <»|i :i:inkoinl hij rrli rn ;indrl- liicl <>rooIr OMizirlil i^lirid Ir wri'k
Ir i;;i;iii, Irli rindr !j;(trd i](' drrls rrrsl hilrr Ir vrikrij«i<'n rlliM-Irn Ir \ rr/r-
krrrn, hrrnj^cn dr li(»rlul;inns inrt on(lrii;r|rrkrndr Irlkrii jnir crn vohlornd
;i;iul;il d;i.i;<'n ;i(lilrr<'rn Ir 'rjil)o(i;is door, nirl lirl dot-i om in ;illrilri ojizirjift-u
'/AH) vrrl (lociilijU dr bolaiigeu van oiizrii l)(M'j;tuin Ir hrluufjgen.
Ook in dil vcrslagjaai' werd in dr richling in lirt voi-ig vri-slag aa.iig«'-
grvcii (hladz. 78) vooi-tgcvverkl. Dr hrlaiigrijkste iiilgtnoerde vci'beU'iiiigt'u
bestond»'!! in: het in orde n!aken van het ter!-ein vroege:- doo!- de zeer onooge-
lijke kliin|ilaiilr!i-veizamrling (dir naai' r(Mi andri- slnk nirrr hovrn in drii
Inin rn hniirn hrl grzichl is oxci-grhracht ) ingrnomrii rn lirl iiitzriirn \an
eenigr \akkrn \(»(»i- ralinrii, dir in drn West ii!oesson we!-den nitgephiut;
liet vri\angrii dri' oiidr rn oiisirilijkr rxrmplarrii van Abülilon's en Hibis-
«nssooilrn door klrineic gioeprii \a!i joiigr pianlm; lirt inakrn van e<'n
niriiw vrint'ziciil (»p drn vijvei- doo!' het wrgnrmrii van rriiigr stainmni nil
(\{' Kliodolria-laan.
lirt zwaar iirllriid Irrrrin niaaktr wrdrr hr| aanbi'engen van alleihandc
verbt't(M-ingen aan wegen, jKKlen en at'voeigotrn noodig; de leiding, ilie het
wat ei' vooi- onzen vijver aanvoeil, moest geheel vernieuwd en ve!'br(M'd woi*-
den, oiu rrn voldoend hoogen stand van het water te verzekeren.
Eene zeer gewenschte \-ribrtr!'iiig kwani in drn loop van het verslagjaa!'
eindelijk tol stand, dooidat de eigeilijke slrrhte hutten waarin onzr werk-
lirdrn lol nog loe wai-en grhiiisvrsl doo!' nieuwe ,,boedjaugs"-vvoni!igen
49
werden vervangen. Door deze woningen verder weg te plaatsen kwanl
bovendien een shik terrein beschikbaar, dat zich uitstekend leent voor eene
hoog noodige uitbreiding der kweekerijen, die bovendien niet weinig tot
verfraaiing van de naaste omgeving der woning zullen bijdragen. Het kli-
maat te Tjibodas maakt het namelijk mogelijk om in den Oost-moesson, met
zeer geringe moeite eene groote verzameling fraai bloeiende gewassen te
kweeken, zooals men ze kwalijk fraaier in den zomer in de gematigde lucht-
strekeu kan hebben. De droogte in den Oost-moesson deed dit nog beter
dan anders uitkomen, zoodat men van de meerdere ruimte voor kweekerij in
dit opzicht veel partij hoopt te gaan trekken.
Het met glas gedekte deel van de serre kreeg een verlengstuk, alleen
met latten gedekt voor die gewassen, welke het in het eerste deel overdag
te warm heb beu.
Het meerendeel der Japansche bamboes-soorten, waarvan af en toe
exemplaren aan aanvragers werden verstrekt, blijven in den bergtuin bij-
zonder goed groeien. Van Japansche viuchtboomen bleef Diospyros Kaki
weder rijk vrucht dragen. Het is voor de bovenlanden een voortreffelijk
ooft, dat ten onzent niet den goeden naam heeft dien het verdient door de
afkeurenswaardige gewoonte der inlanders om de vruchten geheel onrijp
af te plukken en ze dan met een groote dosis kalk te bewerken, waardoor zij,
wel is waar, bewaard kunnen worden, doch waarbij zij tevens van allen
smaak worden ontdaan, behalve van dien van looizuur.
Castanea japonica, Eryobotrya japonica en eenige Oitrus exemplaren
droegen ook weder vrucht; voor de twee laatste planten is het klimaat van
onzen bergtuin evenwel ongeschikt, zij zijn er veelal, de Gitrussen althans,
zeer fraai doch zoo zuur, dat zij volslagen oneetbaar worden. Anona cheri-
molia, bekend als een smakelijke vrucht, wil te Tjibodas evenmin voort;
er werden een paar vruchten van geoogst, die in het geheel geen smaak
hadden.
Van groente-soorten, die in het verslagjaar bijzonder goede resultaten
gaven, dient vooral de lange roode Nijmeegsche wortel genoemd te worden;
ook de Egyptische ronde biet leverde een goede oogst op. \'an de aard-
appelsoorten bleef „Imperator" de beste, zoowel wat (lualiteit als wat quan-
titeit aangaat. De felle droogte had ten gevolge, dat de nieuw ingevoerde
variëteiten van aardbeien weinig en slechts kleine vruchten droegen.
c. Opleiding van jongelieden voor den tuinbouw.
Van de acht leerlingen, die aan het onderricht waren blijven deelnemen.
(zie vorig verslag bladz. 80) werd er een in ll)t)l.* door zijnen vader wegge-
VeRSLAC van 's LANDS FLANTENTUIN J9ü'2. 4
50
iKMiM'ii, (cru ijl <'<'ii iiiidcr <:;t'<liii'(*ri<lc ^(M-iiiim-ii lijd :it\\r/i<f was, doordien
liii /ifl< uiid <'ii in lid lios|)il;i;il vi-iplrc^'d niorsl wordt-n.
\\ fdiToiii k:in \:iii di- joni4(li<Mlfn wnrdi-ii ;i<'l iii;:<i. d;il /ij in ln-l alj^t*-
III, .,.i, iiiiii licsl di-dcn. (»\iTiM,.ns woidl liii-i nif| di-/»- Uoilc o|(MicrU in^x
\<ilsl;i:in m M;i:ir In-t icin^^fvotidf in dr luid»- \oii;^f \frsl;|w,.n ver
\\c/,cn. 'I'r nxii k;iii lliiins liirinn-d.- woidt-n \olsl;i;iii. ;i;in;:f/,i»-n hfi vol
Mfiid vrishi^ n:i:ii ;i:inlcidin^ \;in lifi rindi;.'» n \;in d"-ii dii«j;iii;;'-n o|ilfidin;j;s
lijd, wrdfioni nn-cr in t-xicnso JM-riclii /,;il ^f\rn omt di- n|iMc,|;inf nv ;irin;^<-n
itij df/.r ccislc |to;iinu om hier ;;olto|i'n jon;;flii'd(ii \oor di-n Miinlioiiw in d<-
Kolonie o|i Ie leiden. I>;il die ei\ :i li n^^en i'i lioold/.;i;i N ^^iinsli;: en lte\re<li
^(■nd zijn, /ij ecliler liei/e^d.
(/. \' e 1' e «' II i '^ i n >^ „( > o 1' I I e e 1 1".
I >e helrekkinmMi \;in veischillenden nard, w.iaidooi- de/e \ eieeiiijiin;^
aan on/e inslellin;^ is \ei-lionden, zijn /(»o vele, en de nnlti^e in\l(»ed. welken
's Lands rianleninin dooi- saineiiw cikiii^ niel haar o|i de \ eilielerin^ dei-
ooft l»o(»iiieii in tie K'oloiiie lieel'l, is zoo oniiiishaac, dal ik den N'ooi-zitt^M'
der vereen i<ii II ji (de lieer 11. .1. \\' i <; in a n) vo(»i-sleld(^ niel een enkel
woord in dit versljiii van die hetrekkiii^eii Ie «i,-ewajjjdi.
Onze l»iiilenzorjiS(-lie iiiri(lirni<i lieell steeds «;eti-aelii de oidlleeli in
Nederlaiids(-li liidiT' Ie ItevordtMen d(»or hel o|» aanvraag; toezenden van jonj;«'
exemplaren van \ rin hthoonien <»l' wel van zaad. Uit den aard der zaak
iiKtesten deze zendinj;«'n bij liet <;roote aantal andere aanvraj^en, die v(d
doening- voi'deideii, in hoeveelheid beperkt blijven, terwijl, aan de andere
zijde, men als regel slee-hls uit zaad gekweekte |danlen kon afstaan, daar het
helpen aan een eenigszins belangrijke hoeveelheid geslaagde ,,iiiarrotten"
(,,tjankokans"i veel te xcel tijd van hel personeel zon hebben gev»»rderd.
Bovendien doet men, zooals b«*keud, beter om als iiioederplaniten voor het
ontleenen van marcotten nitgezoelite exemplaren te kiezen, uit «*en grooteren
aanplant, waarvan de voortreffelijke eigenschappen met zekerheid bekend
zijn.
Aan de desiderata nu, waaraan 's Lands IMantentnin alleen ni«'l of o\>
te beperkte schaal kon voldoen, voldoet nn de samenwerking iind de ver
eeniging „Ooftteelt". ' Deze toch koo})t „Ijangkokans", die op versiliillende
l)laatsen, niet al te ver van Buitenzorg verwijderd, gemaakt zijn en waar-
borgen geven van goede \ rm-hten te zullen voortbrengen. Die gewortelde
marcotten behoeven echter vóór de verzending verzorging en voortk weeking,
zonder welke het meerendeel der aldus verkregen jonge planten dood zoude
aankonuMi; zelfs bij go«Mh' verzorging toch sterven er van sommige soorten
nog vrij wat van de howoitelde tjanokokans (met name van „rainboetaus"
en „kapoelassans").
De coöperatie bestaat nn daarin, dar het verkrijgen van eene voldoende
h<)e\eelheid goede tjangkokkans voor rekening der genoemde vereeniging
komt, die ze <lan later voor den kostenden prijts aan hare leden doet toekomen.
Hel verzorgen en opkvveeken der marcotten geschiedt in de kweekerijen van
's Lands IMantentuin, door en onder toezicht van het personeel der inrichting,
evenals de daarop volgende verpakking en verzending. Dat een en ander
van heteekenis genoeg is, om hier vermelding Ie verdienen, moge blijken nit
het feit, dat in het verslagjaar niet minder dan drie d n i z e n d verschil-
lende jonge vruchtboomen aldns in onzen botanischen tniu werden verzorgd,
verpakt en naar onderscheidene dei'len van Ned.-iudië verzouden.
De bijlagen I en II tot dit verslag geven als gewoonlijk, een overzicht
van de voornaamste planten en zaden in het afgeloopen jaar bij den bota
nischen tuin ontvangen. Bijlage lil wijst aan wat aan zaden en planten
in denzelfden tijd door 's Lands Plantentuin is verzonden.
§ viii.
(;•'• AFDEELINtJ DER INIÏIOIÏTlNtJ.
(BUREAU, BIBLIOTHEEK EN PHOTOGRAPHISUH ATELIER).
Eenigszins belangrijke feiten of gebeurtenissen, deze afdeeling betref-
fende, kwamen in het verslagjaar niet voor.
Wetenswaardige kleinigheden, die anders wellicht eene bescheiden
plaats in dit verslag zouden hebben ingenomen, moeten achterwege blijven,
daai' de ondergeteekende het grootste deel van het verslagjaar afwezig was,
hij bij zijne terugkomst den tijdelijken vervanger (D'". P. van R o m-
b u r g h, thans Hoogleeraar te Utrecht) niet meer aantrof en den (Secretaris
zoo ongesteld, dat deze, in weerwil van groote toewijding en ougemeeue
geestkracht, slechts gedeeltelijk dienst kon doen en daarop genoodzaakt
werd een verlof naar Europa tot herslel van gezondlicid aan ie vragen.
De aanwinsten onzer bibliotheek in het verslagjaar zijn vciunhl in de
bijlage IV'.
§ IX.
T^'' AFDEELING DER INRICHTING.
(ONDERZOEK DER BOSGHBOOMFLOK \ OT I.WA).
De gebouwen dezer afdeeling (tndergingen wederom vers(liilien«le repa-
r>2
iiilM"ii; ook wor^lfn door den \\'iilciKlii:il ^ro..i.i.- •n Ulrincic lekken licrsleld.
()|i lif(»;i(lih-i('rr \v»'i«l ffii liuisje *n-/.i-\ \uor Iin inhiiulsi In-ii Ihu ;ik<-|-.
OuU in tlil v<'isl;i^;j:i;ir l)lrck Im-I niuj^.-lijk tlr ll<-.-i L .■ .• m I. r n ^ ;; »• n
IK.^ In- hcsrliilvkin^ !«• lahn \;in dfu A tdi-rliii^sflK-l, vuur nssislenl it- bij
i(»nst'r\ rfrin;;s en ;i«lniinisl i;i I ie\ e \\ eilv/a;ini Inden.
Onder hel ininndsrlie jier.suneel hiiddeii de Mil^^eiide \ ei;iiid< rin;^eii
j,|;(;ils. I >e linlpleekennilf .1 «» e d o I ;i r u e n <» weid <>|i Nei/oek on I sl;i};in
en niel verv;in;;en, leiwijl de nuuilii A I m u w i n o l •» Inj de opiiiniiej^ie
o\ei<;in^ en veivanj^en werd (^Iteslnil \;.n den l»irerieiir \ ;iii < )nderw ijs, Kt.-lr-
diensl en N ij\ eilieid \ ;in 1 1' A nj^. l'JOL', JT JOIMid/ 44j door Mas i: a ni in e 1 i e.
\(»oils werd, l)ij heslnil van den/ellden DepurtiMinMilseliel van 7 Nuveiulx-i'
II i;»r)J(», jiangeleckt-nd, d:il de linli»(e«'kennar Kaden .Mas I' i i n -4 j,^» a 1
ni (» d j o wordL beschonwd Ie zijn Itenoennl als inlands( h s.lirijvei ujj eene
liezoldigin^^ van ƒ l'O. — "s niaauds.
in lu't verslagjaar werden iugezann-ld aan lierharinni niateijaal, 771 t-u
aan s|»irilns-iuaLeriaal H)7 .speciniina.
De rei/en vau hel iidandsch personeel lol het veizann-leu van herbarinin
in de versi hillende detden van Java uiult'rnonu'n, werden levens beunt vo«»r
hel vernienwen \an nnninier|dankjes oj» enkele der nog aangehoinlen h r
reineii en in het algenu'en Mtor het nazien der nnnmiers. \uor een drietal
terreinen bleek het oogeiibilk gekomen Ie ziju om de aummerplankjes ge-
heel weg te nemen en de terreinen, wat de genummerde boomen betreft, al Ie
schrijven; het waren: JSoesakembangau, 1'oeger en Tjoeramanis.
De Afdeelingschef zelf bezocht in het verslagjaar de terreinen bij Tako-
ka, alwaar hij zich bezig hitdd met het inzamelen van heibarium- en spi-
rit us-materiaal en het nmkeu van verschillende botanische observaties.
liet nieuw verzameld herbarium werd wederom door den afdeelings-
chef, zoo op reis als te Jiuitenzorg, voorloopig gedetermineerd, waarop, na
de gebruikelijke behandeling, het insereeren plaats greep bij de betrokken
fauülies. Ook bij deze werkzaamheden werd door den lieer Lee m b r u g-
g e n hulp verleend.
Evenals iu het voorafgegane jaar werd weder een aanzienlijk getal her-
barium speriniina op witte vellen ojtgeplakt, zoodat nog sh'chts een 4000 spe-
cimina deze bewerking^ moesten ondergaan. Behalve dit mouteeren werd
voortgegaan met het vastplakken der determiuatie-etiquetteu eu het bij-
voegen vau zoodanige aanw ijzingeu als uuttig kunnen zijn voor hen die het
herbarium wensehen te raadplegen. Zoo wordt aangegeven waar zich de
]dautendeelen bevinden, die, in het belang eeuer goede couserveeriug, in af-
zonderlijke kasten of trommels bewaard moeten worden, alsook of de spe-
55
('imina reeds i^fediend liebbcu bij het bewerken van ptiblicaties. Door die
aanwijzinjicn wordt het onderling verband tusscluMi de verschillende onder-
deelen der collecties beter en de wetenscha|>j>elijke waarde van alle voor
jHiblicatie gebruikte specimina grooter. Met het oog op de goede resultaten
der vroegere conserveerings-proeven, werden speciale proeven met nieuwe
conserveerings-middelen niet meer genomeu.
Naast zijne reeds genoemde werkzaamheden ging de afdeelingschef
voort met het revideeren zijner vroegere voorloopige determinaties van op
(Tava verzameld materiaal, onder gebruikmaking van de herbarium-collecties
der 1^*^ afdeeling. Van die gelegenheid werd door den afdeelingschef wij-
ders gebruik gemaakt voor het bewerken van gegevens, die, hoewel buiten
de werkzaamheden zijner opdracht vallende, voor de kennis der flora van
onzen archij>el van nut zijn. Zoo werd door hem de laatste hand gelegd
aan de determinatie van eene door hem op het Tengger-gebergte gemaaktr^
groote collectie van alle op of boven 2000 meter groeiende phanerogamen.
Nog bleek het hem, dat twee in onzen botanischen tuin onder den naam van
Vitex spec. gectiltiveerde exemplaren, tot een nieuw Verbenaceeën-ge-
slacht behooren. welk geslacht door hem T e y s m a n n i o d e n d r o n
werd geheeten en van welks soort bogoriense eene van afbeeldingen
voorziene beschrijving werd gemaakt. Voorts werden door hem aan het in
den botanischen tuin staande exemplaar van het Euphorbiaceeën-geslacht
Chondrostylis Boerl. de tot nog toe onbekende mannelijke bloemen
en rijpe vruchten aangetroffen, waardoor het mogelijk werd aan dat planten-
geslacht eene juiste plaats in de familie aan te wijzen. Eindelijk konden
nog botanisch niet onbelangrijke aanwijzingen worden gegeven over C r a-
t e r i p h y t u m m o 1 u c c a n u m Scheff .
De uitkomsten van een en ander werden deels reeds gepubliceerd of zijn
in voor publicatie bestemden vorm gebracht.
Hoewel eene destijds den Heer K o o r d e r s gegeven opdiachf lot het
doen eener dienstreis naar de Minahassa, geheel afgescheiden was van zijne
werkzaamheden voor de boschboomflora van Java en zijne toevoeging aan
den ondergeteekende, z<m) geeft het feit, dat de toen door D'". K o o r d e r s
verzamelde collecties zich thans hier bevinden, aanleiding om te vernxldcn,
dat al de dooi- dien houtvester ter bestudeeriug naai- Tierlijin gezonden
Celebes herbai'inm s|)ecimina, volgens eene mij dooi- hem gedane inededee
ling, zijn terugontvangen. De Heer K oorder s teekent bij die mede
deeling, onder meer, het volgende aan.
Bij de meeste der terugontvangen specimina wariMi nieuwe determina-
ties of aanteekeningeu gevoegd van de hand der geleerden: E n g 1 e r (Bur-
54
MfM"ic«'iM'), M il I' lil s (.\ i;i li.'ncMci, S I- Il II II) ,1 II II I I{iilMii<<':i<'i <'ii \\ ar-
1» II r <; ( |{cj;«»iiiac('a(' en .M \ risi iracijni. Ii. Il;ii nis \(»<';;<|i- lMi\iMi(|irii
bij /.iJiH' (h'lciiiiiiial il' cl i(|iicl l'ii \(mii iiiililii a ijr i^cncd ;^iiii;i;iKic .souiiIk-
H»liriJ\ iiiic<'ii \aii iiiniwc < '<I(Ims pla iil iii. waarluc r». a. fcn nieuw Aialia
(■•■(•("'II ;4<'sla(lil tdonr (|cii I |cii 1 I a i in s als A n n in <i |i a n a \ aa n;.;i'(| n iil i
lirliouidr. lel wijl nii;^ (liMii (Icii ll(i-|<Mi llariiis en l\ o (I I <l •• r s ;x<'/.;iiii<'ii
lijk ii(»^ fcii ('Il aiMJii' wiTiJ u|ii;(sltl(l u\ii- een |iaai iii'-iiwi- < 'clchcs .\ lalia
(■('('('11. Nctj: weiden \aii l>'. I'i I ;^ e r uit rieilijn naar aanleidin;^ \an liem
Jilj^esla iie lieil»aiiiiin ria;^ineiileii \aii Ta.xaeeae, i;<'i e\ ideeide deieiinina lies
oiil \ aii;^eii.
licl rellende Nioe^cr diMir liein \ (iiirl(Mi|ii;; ii|n,fesoiilde < 'elelies |ilailteii
(Mcdcdeelin^cii uil 's Laiids l'la nleül iiin. Il \ I X i werden door Ir. Kooi
d e r s waanieiiiiiiji'eii «icdaaii. <lie in Ih'I .\al Mnrkiiiidi^ t i jdsclnirt \;iii Ned.
Iiidie /.ijii opeiiltaai" j^ciiiaakt.
Aangaande de dislrihiitie \aii spiiii iis maleiiaal kan liet \(d^eiide w(ir
dcii uciiicid.
(icrccd ^M'iiiaakl en \ cr/inideii wfrdcii culk'flics sj)iritu.s mah'iiaal \aii
oiidcrstaaiulc faniiliöii :
Aaiilnl (Ier
Familie.
i n zamel iiigs-
llcstcmd voor:
iiummcr.<<.
Aceracoae
Java
12
Kon. Botanisch Miiseiiiii (*) Ic Berlijn.
Anacanliaccnc
Java.
50
Idem.
Arareae
Java
4
Mem.
Araliaccae
Celehes. . .
16
Idem.
Araliaccac
Java
30
Idem.
Boraginaceac
Java
11
Idem.
Rursoraccafi
Java
31
Idem.
(-apparidacoac
Java
5
Idem.
Caprifoliaccae
Java
2
Idem.
Celaslraccac
Celebes. . .
1
Idem.
Celaslraceae
Java
12
Idem.
Composiiae
Java.~.
12
Idem.
Coniferae (Taxaceae ei
1 Cclebes en
Idem.
Pinaceae)
' Java ....
38
Idem.
Connaraccae
Java
3
Idem.
(*) Meestal mei het oog op de nldaar reeds iii bewerking zijnde of in bewerking komende mono-
graphiên voor hel door I'rol. Dr. A. En gier geredigeerde reusachtige werk: Das Pflünzenreich (Kegni
vegetabilis conspeclus).
55
' '
AaiUal der
Familie
•
inzamclings-
nuramers.
Bestemd voor:
Cornacpac
Java
12
Kon.
Bolanisch Museum te Berlijn.
Cylinacpac (Ralllcsia)
Java
1
Prof.
Volkens. lijdelijk Ie iJuilenzorg.
Dioscoreaccac
Java
3
Botaniscb
Museum te Berlijn.
Ebenaceac
Java
31
Idem.
Flacouiiiaceac
Java
17
Idem.
Hainanicliiiacoac
Java
12
Idem.
Hydrocliardaccae
Java
3
Idem.
Hypericaccac
Java
2
Idem.
Hypocralcaceae
Java
1
Idem.
Juglandaccac
Java
18
Idem.
Laiiracoac
Java
129
Idem.
Lecylliidaccac
Java
17
Idem.
Legiiminosac
Java
141
Idem.
Leguminosac
Java
3
Idem.
Liliaccac
Java
12
Idem.
Lylhraceac
Java. . .
12
Idem.
Mapiioliaccae
Java
33
Idem.
Malvaceae
Java
12
Idem.
Melaslomaceae
Java
14
Idem.
Meliacoac (**)
Java
179
Idem.
Myrislicaccac
Java
27
Idem.
Myrlaccac
Java
97
Idem.
Nyclaginaccae
Java
2
Idem.
Oleacaceac
Java
27
Idem.
Orcliidaceae
Java
8
Idem.
Pillüsporaceae
Java
8
Idem.
Polygalaceac
Java
10
Idem.
Proleareac
Java
12
Idem.
Kanunculaccac
Java
5
Idem.
Rliamnaceae
Java
2
Idem.
Rhizoptioraceae
Java
17
Idem.
Rosaccae
Java
17
Idem.
Rubiaccae
Java
175
Idem.
Rulaceae
Java
43
Idem.
Sainydaceac
Java
19
Idem.
Sapindaceao
Cclebcs. . . .
12
Prof
Dr.
Radlkofer te Mnnilicn.
Sapindaceac
Java
82
Botat
lisch
Museum ie Berlijn.
Sapolaceac
Java in cull.
3
Prof.
Dr.
Pierie te Parijs.
Saxifragaceae
Java
30
Botaniscli
Museum te Iterlijn.
Simarubaceae
Java
11
Idem.
nf)
Au II lal der
inzamcijngs-
üeHlemil vom :
nummers.
r»
ik)laiii
scli
Museum In Hf^rlijii.
'IW
Ideiii.
r.c.
Ideiit.
'B
Idem.
r.(i
Idem.
r.i
ld<Mii.
4:5
Idem.
4
Idem.
Familie.
Sonneraliaceac Java...
Stapliyleacoac Java...
Slercidian'ac Java...
Slyraccao (Symplocacpa^) Java...
Tiliareae Java...
Verbenaceao Java...
Vilaceae(*')(Ainpelidareae) Jav;i. . .
Ziii{?il)craceae Java...
//ijiMJ 'Il lol;i;il \;iii l(i.">:* iii/,;iiii<'lin^fs iiiiimiifi's. !>•• Iwi-r ni.-i t-rii •* \n'
nicrklc r;imili('s wcitlni «mtsI in dr ('cislc (l;i;i<'ii \;iii In-I \ ol;j,cinlc \ fisl;i;:i;i:ii-
j;('«'xpt'di(M'rd.
De collcclics s|iiri(iis iii;itrii;nil weiden dom- dc/.e disiriltiii ics lifl;ni;,'rijk
in}ïekroiii|»<Mi, doch is er iio^ Nolduciidc ;i!iii\\czij; om :i;iii ex nit iicclc ;i;iii
vragen Ir kiiiincn vol«locn. Ilrl-iccn l)('\\:i;ird is ^cblcxm in dr collecties
der VIP''' afdeelinji werd zorgvuldig ouderhouden, en waar uoodig werden
nieuwe elikeffen geeopieiMd naar de verbeterd ontvangene determinatie.
I>e volgende lijst geeft een oxciziclit \;iii liet N'erzoiideii iierliMriiini
ninleriaal :
Waarheen verzonden:
Familie.
Aantal
specimina.
Eiland.
's Rijks Herbarium Leiden.
Filices.
179
Celebes.
Idem.
Tosari-llora.
269
Java.
Idem.
Rubiaceae.
82
Idem.
Kon. Bol. Mu.seum te Berlijn.
Coniferae.
214
Java— Celebes.
Idem.
Gelaslraceae.
1
Celebes.
Idem.
Lauraceae.
176
Java.
Idem.
Araliaceae.
22
Celebes.
Idem.
Slyracaceae.
51
Java— Celebes.
Idem.
Begon iaceae.
6
Celebes.
Idem.
Burseraceae.
28
Idem.
Idem.
Vitaceae.
24
Idem.
Idem.
Myristicaceae.
13
Idem.
Botanisch Museum te München.
Sapindaceae.
457
Java— Celebes.
Royal Herbarium te Kew.
Tosari-flora.
446
Java.
Royal botanie Gardens in Kew,
Rubiaceae.
345
Idem.
57
Waarheen verzonden:
Britisch Museum in Londen.
Holanic Gardens in Melbournc.
Botanie Gardens in Sydney.
Bol. Museum der Uuiversileil te lUrecht.
Museé d'hisl. nat. te Parijs.
Jardin botanique de l'Etat te Brussel.
llerbier de TAcadémie des sciences in
Petersburg.
Mus. Boyal de phys. te Florence.
Universilé in Genua.
Bubiaceae.
Idem.
idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Aantal
specimina.
290
204
166
141
245
118
154
125
102
Eiland.
Java.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Deze zendiugeu biedeu het tweeledig- weteDScliappelijU nut, dat zij.
piimo, natuurondei'zoekers elders, die niet in de gelegenheid zijn herwaarts
te komen, in staat stellen over een deel van het verzamelde materiayl in de
collecties alhier waarnemingen te doen, en, secundo, doordat er voor in
ruil worden ontvangen belangrijke herbarium-specimina, die hier bij deler
miuaties van veel waarde zijn. Eindelijk geeft de distributie van plant eu-
deelen, die in de collecties alhier in meerdere exemplaren aanwezig zijn, het
praktische voordeel, dat er ruimte vrij komt voor het iusereeren van ander
herbarium- en spiritus-materiaal.
Wat betreft de werkzaamheden van den kruidkundigen ambtenaar, zoo
kan voor het verslagjaar het volgende worden gemeld: D^ V a 1 e t o n be-
werkte en voorzag daarna van gerectificeerde etïquetten het materiaal van
de families: Sapindaceae, Aceraceae, Anonaceae, Guttiferae, Gnetaceae en
Monimiaceae (slechts ten deele in 1902 gereed gekomen), terwijl met de
Lauraceae een aanvang werd gemaakt.
Bij de bewerking van een dezer families werd door D^ V a 1 e t «» u d(>
interessante ontdekking gedaan, eener door D^ Koor der s in Haiitam
wnld groeiend aang(^troffen soort van het geslacht Microtropis, een. naiir
het schijnt, zeldzaam boompje, dat tot de familie der Celatraceae behoort
en tot dusver nog niet van Java bekend was. Rij de bewerking der Cealtra
ceae (Bijlage 7) was het geslacht Microtropis voorloopig door de Heeren
K o o r d e r s en V a 1 e t o n overgeslagen bij gebrek aan materiaal. Met
r»8
iM»j^' «M'ni;;r r'('('<ls in Ik-I v(»fi^' vcrshi;,' ^'<'inMMinlf so<H"(Kl»«'Kflii-ijvinj;('n \;ui
phinlcn uil vcrsriiil lende l'jiniilies. /;!l <le |tes<lii i j\ in^' de/ei- somt in een
liijvoej^sel lol een «Ier \f»l;^en«le ,. I Ü jd i;i;^en" \s<iideii ()|i;_'en((nieii.
Mvcnnls VI'«><';,M'|- werd i\lH)\- D'. \' ;i I e l o ll liij de lieweiKin;: del
liiinilies een iiiini ^ehiiiik ;;eni;i;ikl \;in |e\eiid ni;ileii.i;i I nii den lMil;inis(dieii
(nin. I'.ij die gelegenheid welden, \\;i;ir dit /.onder li- \ee| I i jdo|iori'eiin;,' Uun
;^'eseliieden. \ ;in niet lioiidluinr Idi jisi'nd<- deleiniiii;i Tu'S \ (M»r/,icnf iKionn-n op
nirnw ^M'deleiinilieeid. I'',eiii;^e w ;i;i I liein i li;^eii >>]> s\ slenni I isrli liot;i nisidl
^eliied dooi' di'ii lieer \ ;i I e | o n liij /.ijne lieweiUiii^' del' f;iniili<-s ;.'eiii;inkl.
\verd<'n in ons ,.r.idlo| in" ;,^e|>iildieeeid.
In de eersie lirlll \;in lif'f vfM-slnsjn;!!' werd door de Ileercn K o o r d e r k
en \' ;i I e I o n \(»oi- pnltlicn I ie in de ..Mcdcdocrmj^cn uil sLiinds rhinlfH
liiin" iii^jjcdioiid Ininno ..Ki jdrjijrc" S, welk** — Im-IkiIvo do /oer <nn\ jin^Mijke
eii mueielijke raiiiilio doi- Knlujlci-ne onk d<' ( Me;ieo;ie v;in ■\:\\:\ oniv;illeiid —
;i;ni licl rind \;in liol j;i;il- hijll.l ^clirel \v;is ;i fj^cdinkl . Dc/e lijindell oxcr
soorten der voljj-vnde families: Ainpelidaceae, ('onihi-etaceao, I >aliseaeeae.
( Jesneriaceae, (lonostyljK'oae, Lo^aiiiaeeae, .Menispennaceao, Myricaeeae,
Oxalidaceae. Sabiaeeae, Sapindaeeae, Aeeraeeae. Sla]»li\ia('eae, Solanaceae.
(Jnttifei'ae en Anonacoae.
Tet' ]»nh1i('alie in de .."Rijdra^en" Idijxen nojr over, de sooiieiuijke fanii-
liea dor T^anraeeae, Fa^'aoeae, Urticaceae en Enphorbiaeoao benevens de,
voor do „l>ijdra<ieir' kleinere families der Taxaceao, Tlieaceao. T'almae en
Lilia<-oae.
Van de Lanraceae, Fa};;aeeae en \an liel soorlenrijke <;eslaeb< l'^iens werd
in den loop van liet verslagjaar reeds een belangrijk deel l)ewerkt, docb nog
niet |»ersklanr gemaakt.
De vroeger uit bet Kijks Herbarium te Leiden ter leen ontvangen eol-
lectie autbenlieke herbarium s^iecimina van Javaanscbe Lanraceae en
Euphoibiceae is bij deze werkzaamheden van groot nut.
Met erkenlelijklieid verdient eindelijk nog te worden vermeld, dat de
Heer O t t o v o n S e e m e n in het botanisch Museum te Berlijn de hem
gezonden herbarium-fragmenten van Fagaceae zorgvuldig en met
groote zaakkennis determineerde en zijne determinaties wel-
willend geheel tot onze beschikking stelde, alsmede, dat Sir G e o r g e
K i n g in het hem ter leen gezonden herbarium-materiaal van het geslacht
Ficns, uit 's Lands Plantentuin; de goedheid had vele soortsdeterminaties
aan te brengen.
59
! X.
S'^'- AP^DEELING DEK iNKl('HTlN(J.
(LAltOKATOKll ai VOOK ONJ)EKZOEKINGEN OVER DELl TABAK).
Met jicbniikiiiakiii^ van de gc-vvcns, mij door den W'. Afdeelingschef
D'". -I. van Breda de Haan veistiekt, kan omtrent deze afdeeling
het volgende medegedeeld worden.
Wijziging in het personeel dezer Jifdeeling had in het afgeloopeu jaar
uiet plaats. Aan IV. J. van Breda de Haan bleef ook gedurende
dit jaar nog de waarneming opgedragen van de betrekking van (;hef dezer
afdeeling, het chemisch deel der onderzoekingen werd verricht door D^ E.
C. J. Mohr en D''. D. J. H i s s i n k, het botanisch gedeelte door JV.
F. W. T. H n n g e r.
Aan ir. F. W. T. Hnnger werd 1(5 Jnni veertien dagen verlof ver-
leend, door te brengen te Penang.
lY. E. C. J. M o h r werd 17 October een verlof van vijf maanden ver-
leend naar Europa.
Aangezien de werkzaamheden te Deli het wenschelijk maakten, dat de
Heeren botanici en chemici dit jaar langer dan in vorige jaren te Deli ver-
bleven, werd zoowel door D-". H i s s i n k als door D-". Hnnger een groot
deel van het verslagjaar aldaar doorgebracht. Zoo verbleef D"-. H u n g e r
in Deli van medio Februari tot half Augustus, terwijl D^ H i s s i n k van
25 Maart tot 17 September aldaar werkzaam was en IV. M o h r eveneens
van Juli tot September een tweelal maanden te Deli verbleef.
Door den w^i. Afdeelingschef D''. van Breda de TIaan werd van
29 Mei tot 2H Juli een bezoek aan Deli gebracht, ten einde zich van den
gang der werkzaamheden aldaar op de hoogte te stellen en konden tevens
eenige besprekingen gehouden worden met het Planters-Comitt'' over de
werkzaamheden de afdeeling betreffende.
Door D"". Hnnger werd tijdens zijn verblijf (e Deli zijn h(»ofdaan
dachl gewijd aan de verdere voortzetting der studie over de mozaïek-ziekte
bij de tabak.
De resultaten van dit onderzcx'k, werden (esanu'n mei die verkregen in
het vorig verslagjaar tot eene ]Miblicatie samengest(>ld welke versciiijnl als
11- (;.", der Mededeelingen uit 's Lands riantenluin.
In afwijking met de wijze van proefneming in het vorig verslagjaar,
toen de proeven over verschillende ondernemingen waren verdeeld, werden
iii ÜMIL' (Ie [i!o«'\cn ilij sliiilrinl ^fiiuiin-ii <i)i i-cii |ti<n'f \ dd (lom di- Udi M;ia<-
S(|i;i|»|H j <l:i;ii loc w rl u il |cinl ;i l';;isl ;i;i ii o|i li;iif oii(|<'iii<'iiiiii;_' Mrdjiii Ksfjilo.
0|» (lil |ir ocr\<l(i lM'st<nnl l<\ ciis ^'f'jc^onlicid tol Im-i doi-ii \;iii w i-<-ikiiiidi^o
w ;i;iiiifiiiiii;^oii en wrrdcii lijdcns d'- l;ili;ik l<' \<ld<- sloiid ;4<';^'f\ i-iis xor/a
Mirld oiiil rciil :
1'. dl- lm lil |ctii|M-|-;it iiiii'.
1!' . ,. i<l;il ir\ (" I iiclil vo( lil ij^licid.
.'»''. ,, iiijixiiiimn l<'iii|M'i;ihiiif drs d;i;i;,'s,
V. ., ininiiiiniii ti>iii|)or:il iiiii' des iiiulils,
r»'". don ro^<>ii\iil,
<■)''. .. loiii|»or;ihiiir \;iii dcii hodcin.
7''. .. duur dei* djijfolijksc lic zoium'scIhJii.
\'«)or do vcrdorc sindic dei- M(»/,iiï('k zickir weid in <1o (■cisfc )>l;i:Us iiaj;*'-
^Maii do invloed van hot z.j;. „bihil-vorsponon". I>'. II n n ;_m' i- docidr om-
lirnt do ro.sultateu dozor 011 audoro |ii-ooliioniiiij;on in holi lio( v«d;;ondo modo.
In do oorslo ])laats woid naj;egaan of hof z.«;. ..bihit-vorspoiion", dal
lanj;/,ainorliand vool iia\ ol^^inj; bij do tabakscnlt nnr in Doli hooft ^'ovondoii.
indor<iaad hol optiodon dor Mozaïek ziokto bov«)idort. Om dou invlood van
hol vorsj)oiion diiidolijk te kuiiiion nagaan, word met deze bo\\(M'kinj; nojr
oen slap vorder «icjiaan dan in Doli ^cwoonto is. nl. d(M)r bibit niot slorhls
^(^nmaal, maar ook Iwoo a diioniaal te verspeiieu.
Het resultaat van dozo pro(d' woidt iu ondorstaaiide tabel j;;egevoii:
Snort van planten.
Aantal
planten.
Mozaïek-ziek.
Gezond.
Aantal.
7o
Aantal.
'o
Onver-speend
250
250
250
250
61
63
242
24.4
25.2
96.8
189
187
8
196
75.6
1 X verspeend
2 X .
74.8
32
3 X •
54 21.6
78.4
Totaal
1000
420
42-
580
58.—
De reden voor het zeer groote aantal mozaïek-zieke planton afkomstig
van de 2 X verspoeude bibit is voorshands niet met zekerheid op te jioven.
Verfjelijken wij de weersomstaiidijjlioden voor de verschillende proeven,
vanaf het uitplanten op het veld tot en met de 2^^ aanhooging. dan blijkt,
dat zoowel voor de zonneschijn als voor den regenval opmerkelijke ver-
schillen zijn te constateeren. (Zie volgende tabel).
61
üuderdoni.
Zoiuieschijn.
Regenval.
Mozaïek-
Soorl van planten.
afzondcr-
lijk.
lotail.
al'zon der-
lijk.
lolaal.
zieke pi.
Percentage.
Moedeiitedplaiilea.
IM.-l* Aanliooging.
r-2"
46.05
67.4J5
113.50
52.6
44.4
97.—
24.4
1' Vt'rs|iening.
1.1.-1" .
r-2"
70.15
61.40
131.50
71.4
36.4
107.8
25.2
2^ Vers|)ening.
i'i.-r
r-2"
61.10
89.20
150.30
69.-
56.7
125.7
96.8
3' Verspeiiiug.
i'i.-r
r-2"
55.25
76.10^
131.35
33.6
36.5
70.1
21.6
Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat het algemeen mozaïek ziek worden
der planten van 2 X verspeende bibit, gepaard gaat met de meeste zonne-
schijn en de grootste hoeveelheid regen.
In de tweede plaats werd naar aanleiding van een waarneming van D'.
M o h r, gedaan tijdens het toezicht der bemestings-proefvelden in Deli in
11)01, „in hoeverre planten, aanvankelijk met Kali-salpeter bemest, veel min
„der van de Mozaïek-ziekte te lijden hadden, dan andere, welke deze mest-
„stof niet kregen". (Zie vorig jaarverslag pag. 97).
Deze proeven werden zoodanig ingericht, dat steeds parallel-proeven
tegelijk werden gedaan, nl.:
I. Kali-salpeter bemesting,
II. Ammonium-sulfaat bemesting.
III. Geen bemesting (controle).
De beide bemestingen hadden op twee verschillende wijzen plaats;
d. w. z.:
a. vóór de zaaiing op de kweekbedden,
h. bij het uitpianten in de plantgaten.
V^an een conclusie, omtrent de invloed van bemesting in verband met het
later optreden der Mozaïek-ziekte, wil ik mij voorloopig nog geheel onthou-
den, alleen zij hier gezegd, dat in een toevoeging van KNOa in de versl«* verte
geen bestrijdingsmiddel der Mozaïek-ziekte mag gezien worden.
In de derde plaats werd nagegaan ol' mozaïek-zieke pliuiten de ziekte
op naburige exemplaren kan doen overgaan. Hiervoor nam ik een proi'f
door telkens in één plantgat twee bibits uitteplanten (z.g. tweeling-proef).
Naderhand werd het aantal mozaïek-zieke planten geteld, dat de vol-
gende uitkomsten gaf:
De proef telde oorspronkelijk 1000 planten paren:
Ü2
VüII 1 H( [);irfii Idcrk •'•••il |il.'inl iloKd ;,'c;jii;ili.
,, Ml.""i ., liliM-U cfii |il:ilil iiH»/,;iïcU /,i<-U i\\ ili- ;iinli-|f ;;f/.(»inl,
„ 4-!;") ,, ucnicji licidi' |tl;iiihii iii(i/..rnk ziik. iii
,, .'{")(> ,, l>lf\i'ii Itcidc |il:iiili'ii ^i'/iiimI.
In ;i;iiisl uil iii^ im-l iiiijin' k iiiisl iii;i I i;:i- inritl ie jhhcn en \;iii sirlcili-ii
j;i;ir (/!•• \<ni;; i;i;ii-\ fislai^ l'^i;^- "'•' W'i'i 'lil j;i;ii onk it-ii lii-simi rni;^s|tnicf
iii;4»'sl<'l»l. \\;i;iil»ij Irvriis Id-iiiodd wi-id de \ irii li-n | it- \;iii di- li- ;^<-l»iiiiklf
siiiflslnr d<»<»r slcrilis;il i<' Idj '2 ;il iiii»s|dii*rcii h- \ ciiiiclii^cii. Als inrfclic
iiia h-r'i:i:il «liciidr lliaiis nlircii :i:iid<- \:iii *lc wortels \:iii .Mn/iiiids /ii-ki- |daii
Ifii, Inwijl \<)()i- vci'gcli ikiii«^ (K»k ;i;ii(i(' ^rluiiikl werd \;iii In-i worNdshdst'l
\:iii ;^('lic(d ^rzoiid «gebleven |danl<'n.
!>('/<■ i»!*)»'!' oiidt'iN (»iid ('(lifcr (fii (tiidcrhirkiii;; door ccii \ iftsdi jki-n
slollll, dit' o|> Iicl uroclNfld woedde. Alle |d;illle|| werden onlwfiljeld en
sleik i»es(li;idi};«l door wind en lnii;clsliij;. .\;i den sloini weid liei meeren
deel der phinlen \:in de/,e pidel' mo'MlH'k'AU'k \ (M-n conelnsie onilienl de wei-
kinj; dei" knnslnialij^»' Ix-snid I in;^ is niet te Ireicken. wegens den ld j/.oiideien
aard der uiterlijke oinstaiidijilieden.
Verder werd onderzocht de |H'aedispositi<' van zaad \:in vcistliillende
«4roolte vooi- (Je .Mozaïek ziekte. N<»rnia;il /,:i;id wcid daartoe door Ü vcr.se.liil-
lend wijde zeven gezeefd (resp. met gaten van V-i en 1/4 luM.); op die wijze
werd dri«,'ërlei zaad verkregen, nl.:
i. Groot zaad, dikker dan i/i niM.
II. Midden-soort zaad, dikker dan Vi niM.
III. Klein zjiad, kleiner dan Vi "iJ^^-
De pinnten, die nit deze drie zaad-soorten \'oorkwainen. uaven liet vol-
gj'nde resultaat ten opzielile der Mozaïek-ziekte:
Soort van zaad.
Oorspron-
kelijk
aantal pi.
Doodgegaan.
Mozaïek-ziek.
Gezond.
aantal.
7o
aantal.
7o
aantal.
7o
Groot zaad
Niddensoort ■
Klein »
,360
360
300
100
27
28.-
9.—
258
200
265
99.23
55.50
97.-
2
160
8
0.67
44.50
3.—
De verder te Medan beschikbare tijd werd door D^ H u n g e r besteed
aan proeven over de assimitatie der Deli-tabaksplant.
Wegens den omvang van ,lit onderwer]», kon D'. II u n g e r zich slechts
65
bezighouden met uitsluitend qualitatieve bepalingen over de vorming en de
afvoei'ing van het zetmeel in de tabaksbladeren.
Deze onderzoekingen weiden (met de meeste zorg) tweemaal daagsch
('s morgens om (> uur en 's middags om 5 uur) uitgevoerd, gedurende de
geheele vegetatie-periode; aanvangende met de onkiemende zaadkorrel tot
de volwassen, in bloei staande plant.
T)e resultaten \au dit onderzoek worden eerlangs uitvoerig Ix^schreven
in de Mededeelingt n uit 's Lands Phuitentiiin.
De qualitatieve zetmeel-bepalingen werden gedaan volgens de methode
der jodiumproef van S a (t h s, terwijl de intensiteit dei' reactie door luiddtd
van taxatie-cijt'ers bepaald werd.
Onontbeerlijk voor de beoordeeling dezer assimilatie-]»roeven waren de
weerkundige w aaiiiemingen in het begin van dit verslag reeds vermeld.
De resultaten dezer proeven vormen een theoretis«lie bevestiging der
]>ra«tis<he proeven van 1)''. M o h r, ,,over het oogsten san Deli Tabak op
versehillende tijden van den dag".
Gedurende zijn verblijf in Deli ontving D'. Hanger het verzoek
der Oostenlij ks(;he Kegeering om een Diiitsche uitgave te mogen laten ver-
schijnen van zijn „Overzicht der ziekten en beschadigingen van het blad
bij Deli-tabak", ten dienste voor de ambtenaren der Oostenrijksche tabaks-
regie. Op dit verzoek werd natuurlijk toestemmend beschikt.
Na terugkeer uit Deli werd in het botanisch laboratorium te Jiuileuzorg
een :i2-tal zaadmonsters op hun kiemkrachten onderzocht.
( )p verzoek werden 2 zaadmonsters onderzocht van gezonde zaadboomen,
doch die waren opgegroeid in de buurt van slijmzieke tabak. Op de vraag
of deze laatste omstandigheid invloed zou kunnen hebben op de (pialileit
van het zaad der zaadboomen werd ontkennend geantwoord.
Verder werd advies verzocht over de kwestie, of de volgende vier kruid-
achtige planten schadelijk zijn voor de tabak en of ze misschien in aan
merking zouden kunnen komen (un de r«'boisalie met A. m<thican:i te ver-
vangen. De betreffende planten waren:
1". Uraria lagopoides. DO.
2". Mucune capitata W. en A.
'A'\ Passi flora foetida L. Passif loraceae ;
4°. Ipomea involucrata lieauv. Convolvulaceae.
Hierop werd geantwoord, dat van geen dezer plant en een schadelijken
invloed bekend was voor de tabak, doch dat een gicxMibenu'sling met óón of
meerdere dezer phtuten in geen ge\al dezelfde uilkomsleii /,<»n opleveren
als een reboisatie met Albizzia.
Papil ionaceae;
04
Oixlci/oflil w»'i(l ci-ii s;i|)i-o|)liijt isrli |t'\('inlf A I hi iiari.i s|t. (t|i <lr<ij;<-n(l«'
t:ib:iksl)lii(l(-ri, dit- uil .hipaii :i;iii 's L;iiii|.s IMiiiih-ni iiin iii oii(i*-rz*t<'kiii}^
vviiicii ()|);^<s( mir(J.
In lioolilziuik liii'hl I)'. II ii ii ;^' <■ r /i<li in l'»!/.. \>*-/.\'A iii<-l \ (tuilM-icidtiHl.-
piorvcii o\cr(if ( riilis|»ir;it if <li-i l;iii:iUs|»l:i iil imi lul uo^ u|i <|i' |M<it\fii in
l!Hi:', in Dcli.
I )(' tabiik «'ijfcnl //hIi /ct-r slrrlil vooi 1 1 ;insi»ii;il ir |ii(»(\cn in Ini ImImiim
loi'iuni, oMi (Ic «■(•n\»)U<li^t' rr»W n, (l:il /.•• <l;i;ii- lict-l s|HM(li;; li;i;ir linidwundjfs
sluit.
Alh'i'cerst vvci'd }^('("*X|MMinicnlcci(l nn-l nr^^csin-dcn phiiilfndft-NMi, nl.
k()|)|)*-n van iiihaksplanlrn, dudi /onder vt-d i-i-sidl:ial.
I)(' nielhodc lU'V llnliaiinsrlic plaiilcii |diysi(do;;<'ii l'.nst aünni, l'ohhc i
\v«'i(l beproefd Ier l»c|)alin}j. \aii dr liladi lanspii al it- bij lahai^. hi- nitiliddc
/(•ir slaagde goed, doeh hei nnl ei\an iileek voor de labak ;^eiin;;.
Naib-rband werden I ranspiial ie ]>roeven in de bnileiilnelil gedaan mei
idanleii waarvan Nooral' «Ie jjolleu iu zinken omhulsels waren gesoldeeid.
/oodal bij weging de gewield sverliezen nilsliiilend op rekening der boven
aardselie |)lantendeeleii konden komen.
In de/e ii(dding werd met tweec'rlei inst runienlen gewerkt, ni.:
l". mei een zelf registeei'eude balans, eu
2". niet een speciale tiauspiratie balans.
N'ooraf werd steeds het blad-oppervlak der proefplant berekend en Let
waterverlies nagegaan per nnr en per één dM-. Hij deze i)roeven werd reke-
ning gebonden met:
a. de luchttemperatuur;
h. de luchtvochtigheid;
c. de zonneschijn.
Hier volgen een paar voorloopige uitkomsten van eenige oj) deze wijze
ingestelde proeven.
Proefplant I. Bladoppervlakte 32.8 dM^.
Gewichts-verlies.
Gewichts-verlies
per uur per 1 AM\
25 Nov.
Gewicht 3.850 KG.
20 »
170 Gr.
0.21 Gr.
27 »
200 »
0.25 «
28 0
145 >
0.18 »
29 »
95 »
0.12 .
Gö
P r o e f p 1 il n t IJ. Bladoppeivl. 9 dM-
Gewiclils-ver
lies.
Gewiclils-verlies
per uur per 1 d.]\P.
20 Dec.
Gewicht 3.500 KG.
-22 »
-
160 Gr.
0.57 Gr.
23 »
65 »
0.50 »
24 .
50 »
0.25 «
P r o o f p 1 a 11 ( JII. Bladoppervi. 10.18 dM-.
Gewiclits-verlies per uur
per 1 d.M^ in Gr.
20 Dec. Gewicht 4.625 KG.
22 »
23 »
24 »
27 »
29 ..
50 .. .
51 »
0.37
0.26
0.42
0.31
0.21
0.06
0.15
D'. M o 11 r bejiteedde het voornaamste dc^el vau zijn tijd te Buitenzorg
<loorgebra(lit aan de bewerking van de verschillende monsters betrekking
hebben op de proeven ten vorigen jare genomen, ten einde deze zooveel
mogelijk af te ronden en voor publicatie gereed te maken.
Keeds in vroegere verslagen werd melding gemaakl van een iiu-thude van
scheiding der stikstofverbindingen van de tabak; door D'". Mohr werd
deze methode toegepast op de plukblad-snijblad-monsters in ]S\\U en l!i(i(i
verzameld. Omtrent de resullateii werd <lo(»r D'. iM o h i- medegedeeld:
„De grootste verschillen traden op bij de ammoniak-, amid-, en amiii-stikfetof ;
de kh'inste bij eiwit-stikstof en nicotine. Wanneer wij aannemen dat am-
moniak, amiden en aminen ontledingsprodncten zijn van het plastische eiwit,
dan is zekere analogie met kiemende zaden niet te miskennen". D'". M o li r
meent zich het verloop aldus te moeten voorstellen. Zoodia, liet zij door
jdiikkeii, hetzij door snijden de bladen in linii normale functies worden ge-
stoord, begint er onmiddellijk een algeheel afbreken van het plastisch eiwit
in verbindingen, welke gemakkelijk winden afgevoerd, nl. ammoniak en
Verslag van 'slands pi.antentuin 1902 5
GO
sloffen uIh aspiiiiifiin «miz. (AKparii}^iiic /dl' kon ('chlcr niet wdidcii aanj^o-
IooimI). I'»ij li<'< drogen «t|> Miaiii (siiijhladi ln'kk<-ii (If/i- slotlVn vooi- cfii
^rool (irci uil licl lilachlak iii de ihmmmi i-m \;iii <l;iai- in <li-ii slaiii. Ili-i eiwit.
V(»((r In-I cclw ccrsrl (licin-iidr, liri ;i jiljist isrlic , wdiill liij Ih-i (|ni;ifii
IKMJi olillcrd, li(»(li o|);^<'l(ist cM (llis in |ilillJtl;i(i <ii snijl)l;i<l in ;^i'lijkf li(><-\fi-|
lic<|cn h'i'Ujfj'cvondcn. I)t' nicol inc S( lii Jnl ihiIv in n-w \(tiin \(M)r ii- knnit-n,
welke /eer \V('inii( \«toi- traiis|Mir-( ;::es(liikt is. Ilnre loralisn I ie doel dil
zelfdf' reeds NCiinocden.
I )e (xijisi I i jd niunstei's in l'.KHI vei/.:iiiield werden eseiieens dooi' I )^
M o 11 r aan een nil ^;el»reid as( ln>ndei/,oek ondeiwoipen en een reeks l»e-
|)alinj.;en der si ikslol' verbindingen liierhij loe;4c|t:isl.
'Pijilcns zijn vcrhiijr in Deli w<'rden door h'. M o li r de vei-s(diillende
droom»i-oe\-eii nogmaals gedeeltelijk lierliaald en |>roe\en inuesteld om liij
hel nebi-nik \an ]is_V(dir(»iiieters Iict dro.uinus pi'oces der taltak te T-ej^clen.
Trocrneinin^cn (»|i iiitgebreidcn s»liaal in l'.Mi;', w»'rd<'n V(»oil»erei<l, waaihij
voornanieli.jk aandarhl zal woideii j;csrlionken aan lit-t droj^iugs proces in
droo<;scliur('n met dubbel dak of van sdnxasteenen oj) den nok voorzien.
r.ij versebeidono proeven in het jaar 1!)01 genomen, werden af\vijkinj;<'n
yevonden van den regel, dat morgentabak vaal, middagtabak bruinrood ge-
kleurd is.
In verband met de zetmeel-bepalingen door D^ Hnnger verricht,
meent D'. M o li r een veiklaring voor deze afwijkingen te vinden daardoor,
dal wanneer b.v. "s avonds de temperatuur sn{d daalt en de nacht koud is,
het zelnu'el voor een groot deel in hel blad, zelfs tot den volgenden morgen
voorhanden blijft. Na warme nachten zoude men diis vale morgentabak
mo"('n xcrwacliten, na koude nachten met \vr\ dauw eiditer niet.
Voor zoctver de tijd van U^ Mohr niet door bovenvermelde proeven
in beslag w«'rd genomen, besteedde hij deze tot voltooiing van de samen-
stelling der gegevens verkregen door in 11)01 in Deli genomen oogsttijd-proe-
ven. Omtrent de rijidieids-proeven in 1900 werd een kort verslag samenge-
steld, terwijl in een verhandeling over plukblad en snijblad alles omtrent
deze vraag werd vereeiiig»! en besproken.
De wcrkzaamlieden van J)'. Hissink (omtrent welke het volgende
aan diens rai>i)ort is ontleend) betroffen in de eerste i)laats te Buitenzorg
het opnmken van de i-esultaten der in 1!)0() en l!)tH genomen bemestingsproe-
ven op Deli. lieide vcislageu wer«len resp. in .lanuari <-n in Maart ingtnliend.
Het eerste verscheen onder den titcd van .,\'erslag van de oj» Deli met be-
trekking tot de tabakscultuur genomen bemestingsproeven op proefvelden
in liet jaai' l!l(l(l" als Mededeeling uit 's Lands Plantentuin. 11- LV. Met
61
bet drukken vau liet tweede veislag kon eerst later een aanvang gemaakt
worden.
Bovendien werd nog opgenuiakt een plan voor de bemestingsproeven
op Deli in 1902, bet welk in Januari naar Deli gezonden werd.
De uit Deli uieegebracbte tabak van de beniestingsi)roef oj) de onder-
neming I'adang Boelan (zwarte grond, 1901) werd nog geprepareerd voor
verder onderzoek.
Omtrent zijn verdere bezigheden op Deli deelt D"". Hissink mede,
dat deze vnl. bestaan hebben in het toezicht op de bemestingsproeven. „Zoo-
veel mogelijk zijn de verschillende meststoffen persoonlijk toegediend en
werd het proefterrein daarna minstens nog 1 !\ 2 keeren bezocht voor eene
taxatie der tabak. In Mei werd aan de HH. planters eene circnlaiie verzon-
den, vermeldende de voorschriften voor het oogsten. Vóór mijn vertrek
naar Buitenzorg ontving ik nagenoeg alle rapporten en de uitkomsten der
gedroogde tabak. In September 1902 is aan de HH. planters verzonden een
schrijven, bevattende de noodige voorschriften voor het behandelen der ge-
fermenteerde tabak.
Dank zij de medewerking, welke ik in zoo hoogen mate op Di^li mocht
ondervinden, hebben de bemestingsproeven vrij biuikbare i-esultaten opge-
leverd. Het heeft evenwel soms den indruk gemaakt, alsof de HH. planters
de meening zijn toegedaan, dat die bemestingsproeven door hen genomen
worden om mij een genoegen te doen. Dit is natuurlijk eene verkwrde
opvatting. Zij moeten dienen om de vragen, op het gebied der bemestings-
leer, welke de i)lanter in de praktijk tegenkomt, langs i)ra(ttischen weg lot
oplossing te brengen. Het is juist mijne bedoeling geweest, dat men op
Deli langzamerhand er toe overging deze bemestingsproeven (en eigenlijk
alle practische proeven) zelve te nemen. De beste methode van proef-
neming is dan die,eerst door v a n B ij 1 e r t en later door mij gevolgd, op
kleine veldjes. Ik mag aannemen, dat deze methode thans voldoende bekend
is en dat m(;n weet, oj) welke bijzonderheden gelet dien! Ie worden; oj' welke
wijze men oogst en welke gegevens van de gel'ernien leerde (ahak moeten
worden opgemaakt.
Verder werd o]) voorstel van den wd. ('lief der afdeeling op de onder-
neming Medan eene ]U'oef ingeri<dit nul het oog («p de reboisalie met albizzia
moluccana. Daarvoor is een terrein uilgezodil, gedei'ltelijk mei a]l)i/'.zia.
gedeeltelijk met lalang — jong bosch - begro.-id. Nog in Augustus— Sep-
tember 1902 is met de voorbewerking een aanvang gen\aakl, welke in Odo-
ber — November zou afloo])en.
Ik was op Deli nog in de gelegenheid eene bijzondere wijze van toppt>n
68
waar ie iM'iiM'ii <-ii jillliaiiH oonij^o f^fj^cvciis (laaromiK-nt n- vci/aim-lfii. \'tM--
dar (lic'iit dil een i»iiiiL van studii; uit Ui niakcii in llto;',.
'\\;u slolle is noj^ immk' kleine ]mn'ï j^cnonicn in zake f^iondlx-werking.
iiiciioc was in lic onmiddellijke nahijlicid \an lid l'ntdslal ion tr .Medan
door de Adujiiiislraüe dei- Dcli MaatHclia])])ij ufjwiilfiid cin sink i;r(jnd al
•gestaan, liinneidvort zal over dil puut uadei worden bericlii.
Te Buitenzoig leruygekeerd zijn in de eerste plaats opgemaakt de resul-
taten van de in 1UU2 genomen beuieslingsproeven en zullen deze biuüeukorl
Ncrscliijncn als AJededeeling uil 's J^ands J'lanicnlwin.
l>an hield ik mij bezig met hel (»nd<'rzoek d(M- ougeveer «>() grondmon
sters, afkomstig van de proefvelden. Jlet ligt in den aard der zaak, dal dil
onderzoek zieh lol enkele gemakkelijk te bepalen gegevens heeft moeien
beperken. Cieheel is dit onderzoek nog uiel afgeloopen.
N'erder is oi)gemaakt een „Plan"' voor de bemestingsproeven up proef
\elden in l\H):\, hei welk in December reeds aan HH. plauters is toegezonden.
Jiel is de bedoeling, dat ilH. plauters deze proeveu zelve nemen en alle«'n
door de S Afdeeling eenlg toezicht wordt uitgeoefeud.
Onderzocht zijn 14 ingekomen mestmonsters, G grondmonsteis en -1
aschmousters.
liet onderzoek der mestmonsters levert geen aanleiding lot bijzondere
beschouwing.
De ingezonden grondmousters hadden vul. betrekking op den zgnd.
pasa-groud. Het gebied dezer gronden op Deli is vrij groot en dit punt dient
aan eene nadere studie te worden onderworpen, V'oorloopig heb ik ge-
meend het volgende te kunnen aanraden. Ju de eerste plaats wordt de pasa
gedraineerd; daarna worden boveugrond en ondergrond goed vermengd. Dit
kan natuurlijk alleen geschieden, wanneer de onderliggende kleilaag niet te
diep ligl. In dil laatste geval zou het misschien aanbeveling verdienen, de
bovengrond in den drogen lijd gewoon weg te verbranden en daarna flink
met den ondergrond te vermengen. Vervolgens komt het mij voor, dat eene
groene bemesting kan volgen. Hiertoe leent zich nog het best een reeds op
Deli voorkomend gewas, Koroh genaamd. Deze groene bemesting biedt nog
het voordeel, dat na 1 è, 2 jaren te zijn toegepast, jong bosch vaak spontaan
opkomt. Waar dit niet het geval mocht zijn, zou men kunstmatig kunnen
herwouden. Daarna dient de grond een jaar of 7 ü. 8 te rusten.
Tijdens mijn verblijf op Deli ontving ik van de Administratie der Deli
Maatschapj)ij te Medan een monster asch ter onderzoek. Dit onderzoek
heeft op de volgende wijze plaats gehad. Vooraf is de asch gezeefd door
een zeef van .'{ mM.; het gedeelte, hetwelk op de zeef liggen bleef, is bestem-
69
l>old met den naam van „ruwe stukken". Aangezien de verascliing uoi»
niet volkomen had plaats gehad, is de rest nogmaals verascht. Dit gedeelte
is bestempeld met den naam van „organische bestanddeelen". Vervolgens
is de analyse op de gewone wijze geschied.
De ruwe asch, zooals ze op Deli is ontvangen, bevat:
Ruwe stukken 20,00%.
Organische bestanddeelen 14,24 „ .
Zand 34,72 „ .
Kool 0,76 „ .
Koolzuur 1,93 „ .
Het overblijvende is de r e i n a s c h.
Deze is onderzocht in hoofdzaak volgens de onlangs door T o 1 1 e n s
aangegeven methode T) en bevat, berekend op reinasch:
Kali (K,0) 22,93%.
Natron (Na,0) , 9,03 „ .
Phosphorzuur (P.O,) 3,61 „ .
Chloor (Cl) 0,47 „ .
Zwavelzuur (SO,) 1,69 „ .
Kalk (CaO) 13,32 „ .
Kiezelznnr (SiO.) 18,17 „ .
Aluminium- en IJzeroxyde (Al^O, en Fe^O.,) . . 30,78 ,, .
Het percentage aan ALO.. en Fe.O... is gevonden door het neeislag met
ammoniak en azijnzuur (-), in rekening te brengen als A1..0, -f- Fe^O.. -f P^O.
en dit totaal te verminderen met het percentage aan P._>0..,.
Voornamelijk naar aanleiding van dit onderzoek en van enkele tot
mij gerichte vragen op Deli, heb ik nog te BuitcMizorg een stukje samenge-
steld, dat verschenen is onder den titel van ,,Tabaksasch, Kalisalpeier en
., Guano" in de Korte Berichten uit 's Lands Plantentuin. Daarin heb ik
reeds de opmerking gemaakt, dat bovenvermelde asch o\) zeer onvoldoende
wijze verascht en bovendien nog verontreinigd is met veel aarde. Aan deze
laatste omstandigheid moet hei hooge gehalte worden (oegeschrcvcn aan
zand, en waarschijnlijk ook aan SiO^, Fe.^O.. en ALO^,.
Bovendien werd nog een monster asch onderzocht, afkomstig van de
onderneming Loeboe Dalam. l^e asch bevatte zoo goed als g(M^n ..ruwe stuk-
ken" en „organische bestanddeelen" en kon dus direct onderzocht worden.
De asch, zooals ze nit Deli is ontvangen, bevatte:
{') Die Aschenbostandtoile der Pflanzen etc. van Trof. Pr. H. Tollens. Journal für
Landwirtschafl, Bnnd I, Seile 23J.
(*) Zie. t. a. p., biz. 250.
70
Vocht :M5%.
Zand Ii<l,n7„.
Kool -2:27 ,, .
K<tol/.iiiii- I~).l 1 ,, .
Ilcl ()\ cihli j\ iiidr is <l<' ifiiiascli. l»</,f Inval, lifickciid <»|i ifinasili :
Kali iK O) \s:.','/, .
Xahoii (Na H) |(l.!» .. .
riH»s|»Iiur/,iiiii- ll'J).,) •"<,'.>„.
(Mdooi- (("Il 1,0 „.
Zwavcl/.inii- (S( >.) l',(l ,, .
Kalk (CaO) :'.7.!l .. .
Ma^Micsiii (M},'( ),) s,!> „ .
Kiozolzinif iSiO.) CJ ,. .
Aluiiiiiiiiiiii ('Il i.i/.cr/.ijdc (AI.<>; j- l*'«'j<>::> •• ~».J,,.
hl den lonp van dit vcishijrjaar woi'dcii in lid lahoraloiiMiii df-r afdii-Iin;^
te Iinit«'n/.or<i (winli^ nirsl- en ;i,r(»ndni<»nst»'rs op daai'toc j^rdaaii vtM/.fx'k
geanalyseerd benevens van '.V2 nionslers labakszaad de kienikiarhi hcjtaald.
Het scliildereu vau het gebouw te Medau benevens de lepaiatiën aan
het dak kwamen in den aanvang van dit jaat- gereed, de toestand van gebou-
wen of inventaris geeft vei-der geen aanhMding tot bizondere oj)nierkingen.
M(!t het oog op eene eventueeh* uitbreiding \an liet personeel aan deze af-
deeling verbonden niet een zoöloog, werd het gebouw te Medan in den ver-
Aolge uitsluitend \o(n- laboratoriuni-werkzaaniheden bestemd".
Aangezien er voor rekening van d( n lande (e liuiteiizorg een stuk ten-ein
is aangekocht, niet ver van de laboratoria gelegen en bestemd voor het doen
van veldproeven in verband met het laboratorium- werk en daar ook gelegen-
heid gegeven zal worden tot het kweeken vau tabak voor proefnemingen
noodig, zoo werd de inliimr van een afzonderlijk stuk terrein overbodig; de
nieuwe prt)eftuin zal in de behoefte kunnen voorzien.
§ XT.
9<io AFDEELING DER INRICHTING.
(PROEFSTATION VOOR KOFFIE).
Met gebruikmaking der gevens mij door den Afdeelingschef D^ J. G,
Kramers verstrekt, kan hier het volgende over de wcM'kzaamheden in
het verslagjaar worden medegedeeld.
Rij den aanvang van dat jaar. bestond het personeel uit: I)^ Kra-
mers, chef der afdeeling en chemicus, P. van der Sluis, technoloog.
71
assistent voor chemische werkzaamhedeu en Mejuffrouw B. Lang, even-
eens assitente voor het chemische analysewerk, die echter in Februari de
afdeelinjj; verliet en eindelijk eenig inlandsch laboratorium-personeel. Het
was, tot ons y:root leedwezen, onmojj;elijk in de plaats van den Heer Z i m-
m e r m a n n een ander botanist voor de afdeelin*]^ aan te stellen, aangezien
haar voortbestaan, ook al gaf men zich niet aan pessimistische opvattingen
voor de toekomst over, toch in elk geval niet voor meer dan een jaar v e r-
zekerd was. I5ij de groote moeilijkheid die men toch reeds heeft, om
geschikte natuuronderzoekers voor onze kolonie te verkrijgen, valt er niet
aan te denken een bekwaam persoon aan te werven, wanneer men hem niet
minstens eene plaatsing van eenige jaren in het vooruitzicht kan stellen.
Zij, die de toestiinden niet kennen, nemen dikwerf aan, dat het toch wel
mogelijk moet zijn, onder kortelings aan onze universiteiten in de natuur-
lijke historie gepromoveerde jonge mannen, eiuumd te vinden ook l)ei'eid
Aoor korteren tijd naar een tropisch land te gaan, om daar onderzoekings-
werk te doen, dat tegelijkertijd, al wordt het ook met een praktisch doel
ondernomen, zeer tot vermeerdering van kennis en verruiming van inzichten
cm opvattingen op het eigen studiegi bied moet bijdragen.
Dit zoude ook zonder twijfel het geval zijn, en dus de werkelijkheid met
die hypothese overeenkomen , indien, zoo ook niet alle, dan toch het grootste
deel der aan onze universiteiten in de natuurwetenschappen studeerende
jonge mannen aanstaande „natuuronderzoekers'' waren. Dit is echter
geenszins het geval; bij het meerendeel hunner ontbreken de daartoe
noodige speciale eigenschappen en bovenal het „feu sacré''; zij geven er de
voorkeur aan, en doen daaraan dan ook maar beter, zich in pjiedagogische
richting te gaan bewegen en te trachten zoo spoedig mogelijk een ])laatsje
bij het onderwijs te krijgen.
De i)roeftuiu bij de dc^ssa Bangilan, op den Kawi, in het Malangsche,
bleef onder het dagelijksch beheer van den administrateur, den Heer K.
V o g 1 e r. In het verslagjaar werden er nog zes bouw bosch ontgonnen en
bei)lant. Omtrent dien proeftuin wordt verder verwezen naar het liierouder
volgend afzonderlijk verslag door den Heer K r a m e r s opgesteld.
De Chef der afdeeling bracht bezoeken aan den proeftuin in Juni.
Juli en October. In den door hem van Juni tot Augustus reizend doorge-
brachten tijd werden tevens een aantal koffie-ondernemingen in Oost- en
Midden-Java bezocht en in het bijzonder de bewtM'kings en bemestings-
proeftuinen op verschillende landen aangelegd. Het feit valt niet te
loochenen, dat voor deze jiroeveu steeds minder medewerking is te ver-
krijgen. Op vele ondernemingen is het i)ersoneel ingekrompen, zoodat het
72
(<M'/i(|il o|i ziilkf |>i-«i('\cti. <l;il iin(Hl/,;iki'li Jk dimr |-]iit'ri|M-:irH-ii ;:<*Ii(MI(1<mi
iii(»('l word*'!!, niet iiirci- uil !<• \()<rcii is. I );i;iifiilto\ en iiiJi;ikl lid di-ii in
dl'nk, <|}il <'<'li iiicl j^friri^ de»! di-r |il;iiili rs y.i-W' ;i iii di- lii<-k<iiiis( d< r koffie-
ruil HUI' teil oii/ciil ^;i;il t w i jfolcii cii lu't d;i;iioiii -- (e fcdil of h-ii oIii-imIiI»',
dil \v(»idf ;^('iiccl in liet iiiidd<Mi ^n-hilcii iiii-i nu-cr df iiiofili- waard \ iiidt
\<»oi- Iiaar iioj; cxlra-vvci'k lo \ oi rirlilcii.
In OcIfdHT Im'zocIiI de afdcrliii^sclicf. JMlialsi' di-ii |uocfiuin. iio^ een
paar in d<' nahijlicid daai\aii ^clcocn oiidi'iiiciuin;^<'ii en nok lu-i ."''' Koffir
<'oii;^r('s h' Malaiiii. waar liij cciic \ oordiadit liicid. linofd/.akfli jk ha ndi'jfiidf
oNcr <l(' l<offio in lid ( iou\ rriM-niciil \an Siiiiialra's ()(istkiis(.
In lid lahoialorinni werd \()oil^f('<,fnaii iiid lid dioniisdi onderzoek clcp
iiroiulcii, eerst ind iiieileweikinjj: van Mej. Fj a ii ;i, daarna \an ficii H«-or
V n Tl d er S I n i s. De afdeelin<;sclu'f bleef zich, vooi- zoo\ fire zijne reizen
liein dil lodiden, hezifj honden met het reeds vroeger hesju-oken onderzoek
naai' de bestanddeelen der koffie.
Als 11- LVTT dei' „Mededeelingen uit 's Lands Plaiileiiliiiir' versdieen
een „Versla}; omtrent jj^i-ondanalyses van koffielninen" van den hand van
D"". Kramers. TTit de inleidinj; op dit verslnjï, de uitkomsten van een
zeer jjroot aantal onderzoekinjien te zamen vattend, moeren de volfjende
woorden worden overgenomen, ten einde een denkbeeld te geven van het
door den afdeelingschef beoogde doel:
„Toen op het einde van 1896 de IX^^ afdeeling van 's Lands rianlenluin
hare werkzaamheden begon, werd besloten zoo spoedig mogelijk onderzoe
kingen in te stellen ter o]>lossing der vraag, wat met kunstmest in de koffie-
eultuur te bereiken was. In 1807 werden daartoe op een aantal onderne
mingen proeftuinen begonnen, waar omtrent bericht is in de Mededeelingen
XXXII. XXXVIII en T>[ van 's Lands Planlentuin. Tev<'ns werden van die
proeftuinen grondmousters genomen. De intentie was. na ie gaan of er
eene overeenkomst te vinden zoude zijn tussehen de uitkomsten der proef
tuinen en die der grondanalyses. De verwachting was, dat de proeftuinen
na vijf normale jaren antwoord gegeven zouden hebben op de vraag, of er
eenig plantenvoedings-bestanddeel in onze gronden in te gei'inge hoeveel-
heid voorkwam en of dau tevens datzelfde zoude blijken nit de grondanalyses.
Werd zulk eene overeenstemming gevonden, dan zoude men voortaan in de
cijfers der analyses een leiddraad hditien. waarnaar men zich richten konde
Vlij de bemesting.
Nu zijn de laatste jaren echter verre van normaal geweest, zij hebben
eene afwisseling opgeleverd van misgewas en overdracht. De omstandig
73
lied(Mi wjiicn dus zooi- on<,niiistio- voor het iiemeii van beniestiiigsproevou.
zoodat do Hjd nop: niet gekomen is om daaruit een slotsom te maken. In
hissclioii kwamen meer en meer grondanalyses gereed en hoewel dit een
oudei-weip is, waarmede men nooit kan zeggen geheel klaar te zijn, werd
besloten tot de publicatie daarvan over te gaan".
Het verslag omvat nu een groot aantal analj^se-cijfers gepaard met eono
over Terschillende hoofdstukken verdeelde toelichting, die er aan werd toe-
gevoegd „vooral omdat, omtrent de wetenschappelijke waarde daarvan, bij
het publiek dikwijls niet geheel juiste voorstellingen in omloop zijn".
In een eerste hoofdstuk over „Oorsprong en aard der koffiegronden o]»
Java" zet de schrijver de stelling voorop, dat de terreinen, waarop op Java
koffie wordt verbouwd, behooren. wat den bodem aangaat, tot de vulkanische
vormingen van de tertiaire en quaternaire periodes, om daarna een ovorzichl
te geven van de verschillende wijzen van ontstaan der vulkanische gesteen-
ten, de mineralen, die er in voorkomen en de veranderingen veroorzaakt, na
dalingen van den bodem, onder invloed van het zeewater en de afzetting van
koiaalbanken.. IMeer in het bijzonder wordt de aandacht geschonken aan liet
Malangsche Zuidergebergte wegens het gewicht dier streek voor de koffie-
cultuur. Daarbij wordt de volgende conclusie uitgesproken:
„De hoofdzaak, uit een landbouwchemisch oogpunt beschouwd, is deze,
dat al moge het Zuideigebergte ook plaatselijk bedekt zijn met onder zee
afgj^zetto kalklagen, en daarom geologisch tot de miocene terreinen gerekend
worden, zijne o])pervlakte in die gedeelten, welke geschikt zijn voor de
koffiecultunr, in hoofdzaak bestaat uit de vulkanische gesteenten andesiet
en bazalt on hunne verweeringsproducton. Want het zijn de verweorings-
producton. die de koffie tei-roinen bedekken, waarmede de jdanter <liroct
te maken heeft, veel mooi- dan mot de nog in verschen staat vorkooiond«'
gesteenten. Voor de kennis van de verweerde lagen is het echter noodig
de mineralen te kennen, waaruit zij zijn ontstaan, van daar de gegeven uit-
eenzettingen".
De Heer Kramers doet voorts opmerken, dat wij hier voor do ver-
w(MM'ingsproducten, dio dus {h^u bouwkruiii uiimakon, wel de Hollandsche
lionaniingen zand, klei, mergel, enz. gebruiken, doch dat men daarbij
Jiooit moot vergeten, dat die woorden in Euro])a andere stoffen aandui-
den dan de hier voorkomende, die met hot zand, de klei enz. van Nodoiland
niet meer dan eene zekere mate van overeenkomst hebben. Daarna gaat de
schrijver in het kort na, hoe die verweering verloopt en welke de chemische
eigenschappen zijn van de klei, die daarbij, en door uitlooging door don
rogon, uit dv besj)rokon niinoialon ontstaat. N'ordor wordt ter sprako go
74
braclil \\fi :i;iii<l<il. il:il tl<- nsl ;i ii I iii \;iii |il;iiit<-n t-n (li<-i<'iilc\ »mi aan dt'
KaïiK'iish'lliii;^ (\cv Imhi w K ni in ln-ldtcii, /oduti dunr \nriiiiii;: \aii <'i;,M'iili jkc
liiinms als door d<' <li<'inisr|ic \\rrkiii;.'<-ii. dit- o|(( ri-di-ii t iissilirn de (ii-;_'aiiis<dn-
shd'ff'ii uil den Itodfiii <ii de licli.indcldf pi <»i|iii hu ^\^^l■ \ cru ••(•iiii'_' \aii di'
•jeHh'ciilcri ; fiiidflijk wordi nirl Nri/uiind d<- :iaiidailit (<• \ csl i;,n'ii ii|i dr
hclcckciiis d('i- klciiii' IcncimI»' \\<'/-<'Iis in di-n hodcni lini/t iid in <»|» dif-ns sa
incnslcllinj^ een, no^ slfdils zeer j^cdccHcli jk lM-k<'iidfn. invloed uilo<'f<'iM'nd
Aan liiin in\l<»rd word! dooi- h'. K r a iii •■ r s o(»k de |)ad;is \ oiiimiil: toi'jjc-
srlircvcii. In laatsic iiistanlii- wciidl iio^ lid lmooIc ;^c\\i(lit aaii;^<';4<'\ en
diT plivsisrlic ci^^ciiscliaiiiM'ii \aii di-n liodcin.
Xadal aldus door den S(|irij\<r in Inxddl ifkkfn is aan^'cj^fv en Imm*
(»n/,r <iilhinr-j,n-ond is onislaan en uil welke sloffen deze nil een elieinisili
oo^fpmil licslaaf, wordt in (Mmi Iweede Inxddshik ^'eliandeld o\er de \erli(»ii
dinir hiss(dien den tnoiid en de planten, j >e \crseliilleiide in naniiierkinir
komende feiten en fa<-toren worden daarhij liesjiroken en in liet liij/.ondei-
('I' de aandacht op Lr<'v»'st ittd. dal. al oefenen (>ok de wortels eeiie keuze uit hij
het opnemen \an vo('ds(d nit (h'n bodem, toidi hoeveelheid en samenstellin;^'
van de as( hhestanddeelen bij een ]dant van zekere sooi-t niet sehei-p is be-
I)aald, (b»(di binnen /ekei-e «.grenzen afwisselt. Voor elke plaiitensooi't is
echtei' van alh* voedini;sstoffen zekere u'erinirste lioeveelheid voedsel noodi^^
voor de voortbi-en^in^ van een be|»aald irewi<dit plantenstof. waai'»t]i de zoo-
Lïenoemde wot van liet minimum berust, die leert, dat de outwikkeliniu' van
eene plant woidt bepaald door de hoeveelheid van dat voedin<;sbestauddeel.
waarvan beli-ekkelijk de <:rerin<isto hoevcndheid voorhanden is. Vooral wordt
cv oji j,n'W(>zen. hoe uwn in de laatste jaren meer en meer tot het inziciit
komt, van de j^roote beteekeuis van S(dnmm<ds en bacteriën bij de omzettinj^
van (»r.nanis(die stoffen in den bodem. Ten aanzien dier stoffen j^edrajjeu
zi(di de wortels van versidiillende planten niet «gelijk. Grassen b.v. hebben
weinig- behoefte aan orpiniscdie stof (humus) in den bodem, terwijl de onder-
vindinjjj leert, dat andere, zooals de koffie, in jironden, die daaraan arm zijn,
minder <;oed «groeien. De sidirijver vei-zuimt niet aan het einde \an dit
hoofdstuk er op te wijzen hoe wij, vooral hier in de tropen, nojï sletdits «ge-
heel in het begin staan onzer kennis van de bijzonderheden der rol door de
microben in den bodeiii gesj)eeld. Dat het vermeerderen dier kennis van
groote gevolgen voor de piaktijk zal zijn, is echter thans reeds met vol-
doende zekerheid te zeggen.
In het derde hoofdstuk, handelend over „het scheikundig onderzoek van
den grond", wordt er met nadruk op gewezen, hoe eene vroeger bestaande
— doch sedert onjuist gebleken — opvatting, de oorsprong heeft geleverd
75
voor (Ie liroiKlaiiulyses. Mcii licrft nanielijk vroeger gedurende zekeren tijd
aangenomen, dat de o]»neniing van voedsel door de wortels alleen geschiedde
door de oplossende \v(Tking van de niet zuur gedienkte wortelspitsjes op
de bodenideeltjes. ,,ln die voorstelling ]»aste het g«^heel aan te nemen, dat
al wat uit den bodem door zuren ojigeh>st werd. ook door de planten opge-
nomen kon worden en dat men daarin een middel had om den voorraad
plantenvoedsel iii den Itodem en dus diens vruchtbaarheid te bepalen". Men
achtte het daarom vohloende een giond met zuur uit te trekk«ni om te er-
varen, hoe groot de voorraad jdantenvoedsel (laaiin was. ^'ond men nu in
den een of andereu bodem te weinig van een of ander bestanddeel, verge
leken met andere gronden, dan moest dat gebi-ek door bemesting verholpen
worden en men meende zelfs uit de analyse-cijfers de benoodigde bemesting
te kunnen berekenen.
Deze bij de deskundigen reeds lang verlaten oj»vatting heeft echtei' bij
leeken nog lang nagewerkt en nog heden ten dage wordt zij do(U' een gioot
aantal planters gedeeld. De schrijver verrichtte dus zeker een hoogst nuttig
werk door, aan de hand van verschillende beschouwingen, door analyse-
cijfers toegelicht, den lezer zelf tot de conclusie te brengen, dat en waarom
aan grondanalysen alleen eene zeer beperkte en betrekkelijke waarde is toe
te kennen voor het leeren ktuinen der voedingswaarde van een bodtMU vo<u'
een bepaald gewas. Ten slotte w(»rdt aangegeven van welke oplosmiddelen
de schnjviu* zich bedi(^nde en waarom zij door hem werden giMvOzen.
De beide laatste hoofdstukken, het eene gewijd aan de techniek der be-
handeling van de grondmonsters, het andere bevattend eene toelichting van
eene zeer uitvoerige tabel met analyse-uitkomsten, leenen zich niet tot het
geven van een overzicht aan deze ])laats.
Daarentegen veroorloof ik mij, aan het slot van dit kort overzicht, nog
deze, ik durf zeggen voortreffelijke, zinsneden uit de slotsom over te nemen:
„>N'at wij ouder vruchtbaarheid van eenen grond verstaan, is diens eigen-
schap om, onder geschikte klimaatstoestandeu, aan de wortels van de daarop
groeiende planten het voedsel te verstrekken, wat zij behoeven. Hierboven
is uiteengezet hoe, volgens den tegenwoordigeu stand van onze kennis, die
omzettingen in den bodem tot stand komen. Daaruit is na te gaan, dat
men diezelfde omzettingen niet evenzoo kan te weeg brengen door behan-
dt'ling van de aarde met een of ander oplosmiddel. Deze doen ons kennen,
welke hoeveelheden van verschillende bestanddeelen in niet al te vast ge
bomlen toestand daai'in Nooilianden zijn, maar hel blijkt niet. in liocMnrc
er evenredigheid bestaat tusschen de door uittrekking gevonden hoeveel-
heden met de binnen korten tijd voor de planten beschikbaar wordtMide.
7f)
/(•lis wcfK'cri (](' vcrscliillrmlc iiplusiiiitMi-ii-n ni'-l ;.'<Ii<m| n|i dezelfde wij/e <)|i
(leii luMleiii in, /,o«)(l;i( hij hen (HMlerlin;^ i»i)i< ;;een \(»lle(li;;e e\(Mll«Mli^liei(l
in linnne wcr-kiii}^ is v;isl te stellen".
,.\\';i;ir hel ons direcl oni Ie doen is, ervaren wij dus door de/e ana|\se
n i <• I, maar wij knnnen er loch we) iels uit arieiden, ais is liei dan o<d< maar-
liij wijze \an <;r(>\'c benadering'. Waar wij \ee| josj^'cbonden kalk «d kali
\ inden, nioj^cn wij wel aannenn'ii, <lal <le planten daaraan <;een <re|»rek znllen
lijden, en Ncrdei' blijkt, dal onze ^^ronden niet zoo |)hos|)horzwiii arin zijn aln
nien wel eens |j;enieend lieeft".
,.I)at de dooi' o|dosniid(b'len uil t ickl>ar<' sloffen ook dooi- de oinzeii in;,'en
in den bodem oplonbaar jfoin.iakl \V(»rd«'ii, is wel aan te nemen, de viaa}.' i«
maar hoeveel fijd inoef daarvoor verloopen. en als dat zeer lani.' (biuii heb
ben de |daiilen er niet \ eel aan. Om dns Ie welen te komen wal er door
bemest ini: <»p <hmi /-ekei-en «iroiid te bereiken is. l<iinnen analyses niet in de
plaats ti-ed(Mi van bemost in<iSproeven. tenzij men eerst proefondem incb-lijk
aan<^'eloond liel)be, daf voor jironden van de soort in kwestie oone stee<ls
wederkeerendo vorliondinu tiisscheji ])em<'st in^'s- en analyse-nit komsten
bestaat".
Eon vorsla<r omti-ent de ])i"ooftninen ojt oiiden)emin<>-en is in het jaar
IfMfJ niet vei'sclienen. Wel zijn d(» orilvanj^en ^etr<'vons. joopende over liet
ooesijaar 1000/1001 waf aanj;aaf de Java-koffio on ovor 1001 waf aanj^aat do
Liberia, boworkf. evenals do onfvan<;on motoor()loo;iseho «rf^jrovons. Do nif-
konislen zijn eelitor .ijolijk aan die van vorijjo jaren on lovordon <;oen nieuwe
ireziclifspnnfon op. ^fof do pnbli<-atio kon dorhalvo jjevoe^olijk worden fre-
waelif. tot<laf de frojj^ovons ovor oen vol<;ond jaar voorhanden zonden zijn.
Zooals roods in lief voii^ vorsla<r is vermeld, woi'd in den aan\an;>' van
1001 bofiaald, dat de ehof van ons koffieproofstafion ook tijdelijk bomoeiin};
zonde hebben met do (ronvornomonts Koffieonlfnur, in dien zin, daf hij ziolt
beschikbaar had te stollen voor het doen van onderzoekin jjen en hot nit-
brenjj^on van <;ovraaj;do advi<VyOn. Aanjzozien eoi-sf medio Deoember 1901
\an dezen tijdelijken maatre<xol aan de best nni-shoofdon bij eirenlaire konnis
kon worden pfofioven. zoo tiad in werkelijkheid die ro<:-elin<.j eerst fi^iion h«^t
bojiin van het voi'slajijaar in werkinfr.
Hare eerste nitwerkinf; was .dat op initiatief van D*". K r a ui e i- s aan
de RoReering werd voorgesteld door dezen eene dienstreis te doen ihaken
naai' de zaadkof f ie-leverende ondernemingen in het Gouvernement van
Sumatra's Westkust. Het was namelijk gebleken, dat de qualiteit van eene
partij voor de Gouvernements-koffiecnltuur geleverd zaad, te wenschen had
11
overgelaten, waarom liet nuttig werd geoordeeld, dat de voorwaarden van
zaadvvinning op die zaadleverende landen door een deskundige werden nage-
gaan. Het voorstel mocht instemming verwerven en dè bedoelde reis had in
Februari en Maart plaats. Het er over uitgebracht officieel rapport leent
zich, door zijn aard, minder tot het geven van een excerpt aan deze plaats;
door den Heer Kramers zelf is --- op het Malangsche Koffiecongres
van 21 October 1902 — eene voordracht gehouden waarin, onder meer, alge-
meene o])merkingen werden medegedeeld naar aanleiding van dat bezoek
aan de Koffieondernemingen op Sumatra's Oostkust. Aan deze mededeeliug
wordt het volgende ontleend.
„Het klimaat van Sumatra onderscheidt zich van dat van Java vooral in
twee opzichten. Ten eerste, kent men er geen drogen tijd. Wel regent het
er in onze Oost-moesson-maanden iets minder, maar er valt toch zooveel
regen, en mist en nevel komen zoo veel voor, dat er van droogte eigenlijk
nooit kwestie is. Ten tweede waait het er veel meer en harder dan op Java.
Waar wij hier wel eens klagen over de schade door den wind veroorzaakt
op zekere windhellingen, op Sumatra is alles wiudhelling, als het nie(
regent waait het, kan men wel zeggen".
D'. Kramers bezocht de ondernemingen: Loeboe Raja in Aukola;
Si Berasap, op de kustketen tusschen het meer van Minindjau en de 1'a
daugsche benedenlauden; Merapi, op den berg van dien naam bij Fadaug
i'andjang; Soemanik op het gebergte bezuiden Öolok; Boekit Gombong,
Kajoe Kaiek, Batang Baros en Taloeq Goenoug, aan de hellingen van den
Talang; Loeboe Öilassih, Akar Uedaug en Loeboe Gedang op het Barissan-
gebergte beven Padang.
Als uitvloeisel der algemeene klimatologische voorwaarden in de aange-
haalde woorden geschetst, viel op die ondernemingen, of ten minste op het
meerendeel op te merken, in de eerste plaats, dat, ten gevolge van de groote
vochtigheid en de weinige zonneschijn, schaduwboomen of niet of weinig
uoodig zijn. Als beschutting tegen den wind worden windbrekeude hegge»
gebezigd, waartoe men b.v. op de ruggen strooken van bosch laat staan of
tusschen de koffie op zekere afstanden paggers van bamboe petoeug plant.
JJeze hindert op de natte Bumatra-landen de koffie Aveinig of niet. Als
andere beveiliging tegen den wind wordt op Sumatra de koffie zeer dicht
opeen geplant, terwijl alles op 5 tot 7 voet wordt getopt, daar men anders
te veel moeite heeft bij het plukken. Op een land waar G op 6 voet is ge-
plant zijn de boomen met hun takken geheel in elkaar gegroeid en hunne
kniinen vormen te zamen een doorloopend schild, dat alles bedekt en waar
de wind overheen sIriJUI. Onder de (>p-;(Miierkle verscliiUen niel .lava v<'r
78
(licTit ftolc liior voi-iii«'l«liiij;. <liit op SiiimmIi-m's \A'('StKiis( dr IcoffifVxKHiifii vrij
wel Iwl ^clicclc j;i:ir <l<)()r kiMip en I il m si Mn iii;i ki-ii i-ii \ iinlii /j-i Idi. .\;iii Ih-I
f^ccii (lour (Ifii lieer K !• a III e r s miilreiil de ziekten en |ila;^en \aii de
kdltie in hel he/.urlile ;;e|iied wordl \einie|d. /ij (iiillei nd. dat. in teM,.nste|
liii;^ mei lielj^eeii <>j» .la\a dikweil uoidl aaii;:enonien, de Itlad/jekte uji de
Ih/.(m lile uii(lcrn<'Jiiiii;^<'ii (»\eial, en niet allijd in i^erin^^e male, weid waar
;4('Moiiieii. I )(' andere liier (i|) .la\a L;ee(insla leei de /iekleii kcniieii (tuk daar
\()or; o(»k aaltjes^ iioewel naar liei srliijnt slechts weinig.
r.idialve cenigo kleinere ad\ ie/.eii, die ^een [daalselijk <»ndei/.<»ek ii(nidi<4
maakten, zijn d<»ur den ardeelinj^st lud' naat aanleidinu \aii in^ekninen aan
\ razeil \an li»'ereii A iiiltleiiareii liij hel I '.iiiiieiilandseh Itesliiiir, (»|i twee
plaatsen onderzoekinjicn in loco ingesteld en daaniNcr ad\ies uit {^ehiat ht .
iM'Ilij^e hi jzonderliedell het relTende heide ^^cvalleii \erdielien hier \ciliiel-
din^, aaii<;t'7aen zij ook voor elders zit h v<iordoende \ crsrlii jnseleii h-ei/aam
kunnen zijn.
Ilel eerste betrof oon rjonvernomonts-tnin j^enoomd Mnnjikalnjn ^^elef^en
in de afdeelinfj; Limhaiij^aii der l*reanj;er-Ke^ents(liapi»en, waar het hetrok-
keii hest mirslioofd eene verklaring wensclite te weten \an en zoo nnt^elijk
ten middel lej^cn liet kwijnen der ktd'fieboomen. Aan liet nit<i('l»ra<hle
rapport ter zake ontleen ik het volgende: „Een bepaalde ziekte hel» ik niel
gevonden. Ik weet als oorzaak van het kwijnen niets anders aan te geven
dan verlies van het beste gedeelte van dtm humns ten gevolge van het meer-
«lere blootliggen van den bodem na het boschkappen en planten. Boven
op ruggen (het kwijnende gedeelte van den luin in (piaestie lag namelijk
op een rug op meer dan 4000 voet hoogte) als deze is de humeuse laag ook
in het bosch reeds dunner dan aan de hellingen en in de terreiuplooien. In
een koffietuin gaat in den regel de oxydatie van den humus sneller dan de
vorming van dezen uit afvallende bladeren enz. Zoo verklaart zich, dat
boven op ruggen ,waar de humusvoorraad van den beginne af geringer is,
de koflie gaat kwijnen, terwijl <lie in de terreinplooien nog zeer goed groeit.
Daarenboven heeft er op vele plaatsen in de bovenlaag van den grond eene
oplossing van ijzerverbvudingen ])laats, die in den ondergrond als ijzer-
oxvdehvdraat weder afgezet worden. Daardoor wordt die ondergrond meer
afgesloten en minder poreus. In de omgeving van den bewusten tuin ziet
men op vele plaatsen de bewijzen van die omzetting in den vorm van roode
ijzeroerafzettingen in de bronnetjes en overal waai* water stroomt. Die
a( hteruitgang van den grond hindert de koffie zeer en verklaart, waarom ook
de dada]» op de ])lek in kwestie maar matig groeien wil".
79
Aan dozo mododoolino- moest do afdeelingsehef toevoegen, dat indien
het kwijnende stuk aanplanting tot een particulier koffieland behoorde, door
zorgvuldige behandeling van grond en jdanten, bijplanting van schaduw-
boonien, en vooral door het aanbrengen van flinke hoeveelheden dierlijke
mest eene voldoende mate van kans op blijvende verbetering zoude bestaan
om tot de meerdere moeite en kosten aan deze bewerkingen verbonden te
adviseeren. Een en ander echter van de koffieplantende bevolking te willen
verlangen scheen te minder geoorloofd, wijl een goede uitslag toch geenszins
absoluut zeker te voorspellen viel, terwijl zeer goed staande boomen, in de
omgeving zich bevindende ,ook geen oogst van veel beteekenis afwierpen.
Kon in dit geval wel de oorzaak van den waargenomen min gunstigen
toestand worden aangegeven, m.aar niet een voor de rrouvernements-koffie-
cultuur toepasbare behandeling van het plantsoen, iets anders was het bij
het tweede der bedoelde gevallen. Daar gold het een bezoek door D"". K r a-
m e r s gebracht, op verzoek van den Assistent-Resident van Malang, aan
koffie-kweekbeddingen oj» twee plaatsen van het district Toeren, in welke
kweekbeddingen ziekteverschijnselen waren voorgekomen, die zich evenwel
later weder schenen te herstellen. Het bleek, dat inderdaad de plantjes, die
vroeger veel van nematoden U^ lijden hadden gehad, weder nieuwe wortels
hadden gemaakt en zeker dientengevolge een veel minder kwijnend aanzien
hadden gekregen. Niettemin werden nog wel eenige exemplaren van Tylen-
chus aangetroffen, hoewel niet veel meer. Het schijnt, dat men derhalve
met een geval te doen had, waarin de felle droogte van den Oost-moesson
(het onderzoek had 23 en 24 October plaats) een nadeeligen invloed op
de parasitische nematoden had gehad en op die manier aaltjeszieke plekken
weer gedeeltelijk waren genezen.
„De praktische vraag waarom het hier te doen is — zoo ging de afdee-
lingschef in zijn rapport voort — is dez(»: kunnen de planten van deze bed-
dingen gebruikt worden als plantmateriaal in den aanstaanden West-moes-
son. Ik men dat zeer bepaald te moeten afraden. >\'el kon ik in evu aantjil
dier jilantjes op het oog«Miblik van mijn b<'zoek geen nematoden anntooneii,
doch men moet niet vergeten ,dat de kans om enkele verspreide exemplaren
t(» vinden zeer gering is. In den regel is daartoe noodig, dat zij in grooten
getale op eene bepaalde jilek aan wn wortelstelsel aanwezig zijn, zoodat
men de door hen te weeg gebrachte beschadigingen reeds met het bloote
oog of met een loupe zien kan. liet niikioskopiscli onderzoek toont dan
nadei' aan, dat die schade door neniatoden veroor/,;i;il<l wordt. Zonder zulke
aanwijzingen, o]) bloot geluk af, wortels onderzoekende, is de kans dat nuMi
iets vindt, zeer gering. In het bijzondere geval heb ik dnarenboven in
80
cnkolc plaiiU'ii (\*- l<'\('ii(l(; 'I\vlcii(li(ii i^csoi.dcn. riniii iimmi iiii <if iiilt'ilijk
•4<'/()ii(lc |)l;iiil<-ii \:iii ^U•7A' l)('<l<liii;^*-ii uil, (i:iii /iillcii tl;iai'(Mi(|«-r loch lioo^st-
w ;i;iis(lii juli Jl< ciikclc ^^cinrcctci rdc \ ooikitiiHii in li.il is j;t'iio('^ niii fOi
^^(•licfi Joii^ j)l;iiils()('ii Ic hcsiiK'l icii. I'ir is in (l</,c ccii /eer lcci/;»;iiii ;;»'Val
voorj^cUojiK'ii. In I.S!>L' wanii oji lui hmil ( Jocmimiim (ichaiij; een iiaiital
zieke kolliciijaiil jes op de bedden w aai j^eiionn n. I>r/.e wi-rdeii oiidei/oclil
do(»r I)'. J Ji 11 S H <', die neiiialodeii coiislaleerdf-. 'r<i(ii di- jdanllijd daar-
was, werden oj) de Ix-ddcu de oo^^cnscliijiilijk ^••zoiidc jdanljes uil ;;e/,<Mdil
en daarmede over de ^clieele onderncniin;^ inj^choel. liin jiaar jaar laler
slierl de {jjelieele Java-aanjdani op dal peiceel nil. dat daarna verlalen en
(,.iiiuu,-o(,.v<Mi is. Daarom neem ik di; vrijheid ernslij; Ie waarscliuwen lej^en
hel j^chrtiik van onile kolTi^'luinen om daar kweekbeddingcn aan (e legden".
Dil laatste loch was in de bedoelde gevallen gedaan. Van daar dai
hel hier in hoofdzaak weergegeven advies ook voor vele andere gevailiMi als
waarschuwend voorbeeld kan dienen. J)'. K r a m (M* s wees er senhi nji
hoe oudere aan])lantingen, zij het monosoeko of ( Jouvernenients-tuineu, noI
zijn \an aaltjes-plekken en Let gebruik van plantniateriaal van zulke jdekken
bijna gelijk gaat staan met een moedwillig verspieiden van aaltjes-ziekte
in de (.Jonveruements-cultuur, Wel is waar komen ook in het bosch mei
nemaloden besmette plekken voor en kan men, als het ongeluk wil, daai-
juist op treffen, zooals op Goenoeug (iebang gebeurd is, maar dat behoort
(och tot de zeldzaamheden en men heeft, door geen deelen van oude tuinen
voor het aanleggen van kweekbedden te gebruiken, ten minste gedaan wat
men kan.
Of de gegeven raad, die eene algemeene portee heeft, zooals in het oog
springt, voor het speciale geval waarop gedoeld werd, al dan niet is opge
volgd, kan hier niet worden gemeld.
Ten slotte wordt hiei- overgenomen het door D"". Kramers opge
maakte verslag over den l\offie]»i-oefl iiin in hel Malangsche.
KOPPlKPHOEFTUiN VAN 'S LANDS TLANTENTUIN,
JX'' AFDKELlN(i.
.T a a r V e r s 1 a g o \ e i- 1 0(l2.
W ede I'.
Onderscheidden zich de jaren 11)00 en 1001 door ongewoon grooten regen-
val in den Oost-moesson, in 1002 was het omgekeerde het geval en viel er
van Mei lot begin November in dezen proeftuin geen droppel regen. I>aar-
81
eubovoii was de aduospliecr i;«'dui*eii(l(' de iiiidilaynren dikwijls bijzonder
droog' en woei het tevens vrij sterk. Toch lieblieii zoov.cl -lava- als Libtn-ia-
kottie niel \'eel \an de drooj;le t;(le(h'n; in zooverre ten minste, dal (h' bla-
deren niet slaj» hiii.üt'ii, (h.cli de enten eii ern |»aar soorten kdttie nit West-
Atrika bleken er slecht (e^cn te kunnen.
Grond.
Kort na het omkappen van het bosch zijn aan het Noordeinde van den
tuin twee grondmonsters genomen, het eene ten >Vesten in tuin U" GtJ, waar
het terrein vhik is, het andere aan de Oostzijde van tnin II- 48, waar de
grond naar het Oosten afbelt. De bovenlaag gaat langzaam aan, zonder
duidelijke afscheiding, in den ondei'grond over. Het onderzoek gescliiedde
zooals in Mededeelingen uit *s Lands Plantentnin 11- L^"II beschreven.
Westhoek.
Oosthoek.
Diepte in c.M,
0-48
48-96
0—48
48-96
Sleen
0 ^
10.81°/
0
12.287,
10.58 .
0
8.927o
10.28 .
0
Vocht
11.287,
11.04 .
G loeiverlies
10.88 .
Chemisch gei)onJen water
7,14.
8.11 .
7,78.
9.83 .
Organische
Stikstof...
slof.
3.49.
0.18.
2750
1.50.
0.08.
2719
2.43.
0.15.
2778
1.29 .
0 07 .
'* o
IJzerozyde
2578
■B -§
Aluinaarde
3175
3019
3466
3503
luc
elos
Kiezelzuur
434
412
453
451
.S o
Mangaanoxydoxydule
259
256
294
287
o;
0) C
Kalk
550
328
584
281
•« « 'o
O 1 ^
Magnesia
661
17
709
50
695
7
570
© ? C
Nalron
45
2 =
Kali
246
246
225
155
^ "^ s
Zwavelzuur
92
7
60
6
90
9
47
CC S '
Phosphorzuur
3
Dat de bovenlaag van den grond aan den Oosthoek ongeveer een i)ercent
organische stof minder bevat dan aan den Westhoek, is w'aarschijulijk ver-
oorzaakt door afspoeling van den bovengrond door den regen. Die afspoe-
ling heeft in het bosch ook plaats en des te meer naarmate de bodem in
helling ligt. Dat is hier aan den Oostkant het geval, terwijl de bodem aan
de Westzijde vlak is.
Verslag van 's lands plantentuin 1902. 6
82
Z a ;i (I e (i li e d d i ii <^ e ii l'.MIL'.
lOi' werden ;;('eii nieuwe lieddin;^en ;i:in;ie|c;^d dm li een ^ede.-lte di-i- ju
liel N'Oli^C jiiai' ;:,el»|||ikle weder in orde ^e|ii;i.ikl .
\';in de ((nderneniin;^ Si l'.er;is;i)» in ile r,id;in;;;si|ie lluveid;inden ont
viiij^cn wij z;iad \an .la\;i kolTie len ^csehrnke. | )e eerste he/endin;,' daar
Viin was l>ij wij/e \aii |ii-eel', /.ender nii-i lienisIvHDl lieliamleld ii- zijn, alleen
aan de hiclll j^edreo^d leldal de koffie een llicl elilfr Liewirlil \an ."(■(.. "i l\;:r.
liad. in een /ak naar l'adan.u \ ci/.onden. I »e kulfii- in diMi zak kwam aldaar
warm aan, weid lersloiid nili^cslorl en na alkuelinii im-l lioiilskindiioeder
vermengd in een kislje \cider \ei/,(inden. lliM lnoeien lierliaald<' zidi nii-i.
lid zaad was ^oed nil;^ez(;i|il , .^eli jknial i.u \an i^reelle en za;^ er ;^(ied
uit. hen r''" Mei werden daai\an nil-ide;^*! :',~>H)i) l>m»ncn. i»aarnil zijn
vei-kreji'eii II Kil iioede hibils. de icsl was aciileilijk en {^chrekki;^ of kwam
in liet geheel niei oj) (lüi'Td siuks).
Eene (weede en deide liezendinj;- wnreii dadelijk op Hi Tleiasai» mei luiwis
küolpoedei' beliaiuleld en broeiden niel. Daarvan zijn uj) 7 Jnni uitgelegd
74600 booneii van welke lot 22 Sept. zijn oitgekomen ()2o75 stuks. Van die
74:000 waren ;!r)000 oj» 5 X o duim uitgelegd, de rest oj) 1X1 duim. Xan die
;»r)000 werden verkregen 21S44 goede bibiis, de rest was aclileilijk (d' wei-d
blorok, in het geheel niet opgekomen waren slechts weinige.
Door het broeien zijn dus vele zaden dei- eerste bezeiuling beschadigd.
Aan de plantjes uit de goed opgekonunie verkregen was e( hier later niets
afwijkends waar te nemen.
Begin Juni werden uitgelegd 4 katties J>ibeiiazaad van de onderneniiug
Gemampir.
In Februari ontvingen wij zaad van Ibo-koffie, van I)''. S 1 u h 1 m a n n
uit l)uits(di-()ost-Afrika, daarvan is geen enkele pit gekiemd.
Evenmin van eenige zaden uit Nieuw-Caledonië, ontvangen van I)*".
S p i r e en 1 Maart uitgelegd.
20 Mei werden uitgelegd zaden van hybriden ontvangen van Gogoniti.
van dezelfde boomen waarvan wij ook reeds in l'.HIl zaad ontvingen.
7 Juni zaden van Abeokuta en Ötenophylla uit den cuUuurtuin te
Tjikeumeuh.
5 Juli Margogype-zaden ontvangen van de onderneming Kali Lebak.
Daarvan zijn later enten gemaakt.
9 Juli enkele pitten van eene mooie hybride van de onderneming Soe-
korame. Niet opgekomen.
17 Juli zaden van een hybride-ent van de onderneming Bandjarsari.
83
22 Juli zadon van oeno steiltakkige variëteit van .Tava-koffio van do
ondernominp; Kali Klopoeh (Djt^mber), die daar <ioed draaft.
20 Auj»'. zaden van een Liberia met oroote Ian<i,e i»itten en zaden van eeue
hybride-ent Iteide van de onderneming Kandangan.
Enten 1902.
In den loop van dit jaar zijn op de beddingen weder een aantal tweeling-
enten gemaakt volgens de werkwijze van den tTeer K i- ij t h e.
22 — 26 Sept. 700 stuks Java op Liberia.
26 — 31 „ 1U){) „ Alargogype op Liberia.
28 en 20 Oct. 400 „ Margogype op Java.
Van die 700 zijn er 104, van de 1400 IKi, ^an de 400 12 stuks niet ge-
slaagd, dat wil zeggen dat zij na het doorsnijden van het stammetje van het
Java- of Margogype-plantje, dat de ent leveren moet, verdroogden. De aan-
vankelijk geslaagden zijn in November uitgeplant in de tuinen N"^ 17, 43 tot
45, 49 en 50, aanplant 1901.
Verder zijn o}) 25 en 31 Oct. nog eenige twec^ling-enten gemaakt, die on-
mid'delijk na het samenbinden en herplanten op de bedding overstulpt zijn
met een wijde reageerbuis, die er drie dagen op is blijven staan. Het waren
Java-Liberia en Margogype-Liberia, van beide 21 stuks; 30 Nov. bleken van
de eerste 11 en van de tweede O stuks niet geslaagd. Deze uitkomst pleit
niet ten voordeele van het overstulpen met reageerbuizen. Daarbij is echter
te bedenken, dat het weder bij het maken der enten nog zeer droog was.
De eerste regen viel 3 Nov.
In December zijn in tuin 46 een honderdtal Java-bibits tegen dito Libe-
rias aangeplant met het doel daarvan plakzoog-enten te maken waarvan de
vergroeiingsplek hooger boven den grond komt dan van de tweeling-enten
werkwijze K r ij t h e. Eveneens zijn op de beddingen op dezelfde wijze
200 Java's tegen Liberias aangeplant.
Ook is in December begonnen met hel maken van hybride-enten op
Liberia ondin-stam volgens de werkwijze van den Ih'er S c h a a ]>, in tuin
46, aanplant 1901.
Ziekten en p 1 a g e n.
In Februari hadden alle Java-planten eene zwaren aanval door te
maken van Hemileia vastatrix, de gewone bladziekte. Tegen het einde der
maand herstelden zij zich weder en maakten nieuw blad.
In April vertoonde zich de groene luis. In het eerst werd die bestreden
84
door (Ic boornoTi ovci- «I<mi <;(*Ii('c1cti a:iii])l:iiii (e kalken. In .M<-i en Jimi werd
dil Jicrliaald, maai- de luis liel zirli daardodi- nie( vei-drij\iii. In .hili weid
daai'op ovei-j^c^aan tol alwrijsen di-r Iniztn nnl de vin^iers ;ie\(il;^d dooi he-
sproeiin;; niel kaJUwalr-r niet l)i-liiil|i \an eciic s|»nilkan niel \ crshiivinj^H-
niondslllk. hil llicl|i lielcr, dorli hlijkhaar werden de cieirll niel ;^ed(irid.
\Nanl na eeiii^^cn lijd /,a^ men ze o|i de jon^^e Id.ideicn en ioii-n weder* ver-
Scllijlien. Op <leze wijze j;elni<le iicl cclilei de lllis ^l(»olend<els We«^ ie
lioiideii.
Kv weiden o(»k |tl(ie\('n genomen mei ln! Iiesproeien dei- l»oom|tjes iiiot
de \ol;^ciide meniiselH:
1. 'i'w«M' slangen <;ele d.ivaansclii' zee|» o|i^closl in <'en pel inlnimldik
walei' waar noj;' Iwce kla|»perdnpprii ;4eliliisr|i|c i<alk mei een i<op ei- o|i door-
^^croei'd werden.
L*. L'IKI <;iam wille slaii^enzee]» kokend op;^elosl in een iiler walei'.
1 )eze oplossin.u li«'''l ni !<;■('};( den in twee liter pelroleiim en ueklnlst tol eeiie
/alt'a(dil i_i;(' emulsie. \'an deze emulsie wordt een liter verdund niet ld Iiler
water en de boonieu niet die o[)l()ssin^- hesjxden.
.'*). Eene oplossing geiiaanul XLL Ijicjnid insectioide, bevattende tabaks-
extract. Deze woidt met 5 of O volumes water verdund en met die oplos-
siiij;- }j;espoten.
Geen dier middelen bleek echter meer uitwerkii;^ Ie hebben dan kalk-
waler. De eieren der luizen werden niet i;edood.
Nadat in NovenÜK'r de regens doorgekomen waren en de lucht vochtiger
werd, kwam de bekende witte luizeü-doodeude schimmel te hulp en ver-
dween de luis zoo goed als geheel.
In Augustus werden de door de luis geheel of bijim geheel takloos ge-
W'orden kot'tieplanieii op stonij» gesneden. \'ele daar\an maakten een ge-
zonden nieuwen stam.
De Liberia, de Margogyi)e en de hybriden hadden veel minder van de
luis te lijden dan de Arabische koffie.
Van verdei-e scdiadelijke difnen kwamen voor o«der tjelling en gangsirs
en enkele boomi)jes weiden door walangs doorgeknaagd.
De dadap had in 'den eersten tijd na het planten der stekken nog al te
lijden van de bekende vliegjes. Later, vrij wel het geheele jaar door, werd
veel last ondervonden van zwarte apen, die niet alleen de jonge spruiten
opeten maar ook de kleinere takken afbreken. Het gevolg is dat er veel
moest worden ingeboet, waartoe gebruik gemaakt werd van stekken uit
Gouvernements-tuinen in de buurt. In de streek waarin de proeftuin ligt.
uk
:^o
2 4
23
k
I
PROEFTUIN B ANGJLAN
Aanplant 19 01
N o ord g"e dee ]te.
Schaal ? L ? '!^
30
L_
40
.-L_
50
Roeden
17A
24
.5
'2G
23
22
21
17B
■ 17C'
18
10
20
15
14
13
16
L
10
1
1
1
o
9
8
3
27
//
12
11
ir
PROEFTUIN BANGILAR
Aanplant 1901
Schaal
Zuidgedeelte
10 20 30 40
-o. L- 1 L-
! Roeden
85
heeft de dadap overigeDS nog uiet veel vau ziekten te lijden en groeit ze
nog al goed, maai- het worden toch niet zulke groote boómen als op de
hoogere Smeroelanden.
Op de bedden werden enkele koffieplanten gtnondcn hedekt met bruine
franjes. Deze bleken te zijn de vruehtliehaanipjcs van eene zwam, Htemo-
nitis sph'udeus, die op afgesneden gras, afgevallen bladeren enz. niet onge-
woon is en uu ook blijkt koffieplantjes te kunnen aantasten. Eene gevaar-
lijke ziekte- schijnt het echter niet te zijn, daar deze soort vau zwammen
niet goed droogte verdraagt. Zij heeft zich trouwens ook hier bepaald
tot het aantastenvan enkele plantjes.
AANPLANT 1901.
Deze bestaat (zie ook vorig verslag) uit proeven:
1. Omtrent plantwijdte en toppen, tuinen N*^^ 51 tot 66.
2. Met verschillende schaduwboomen, tuinen N^^ 3, 8 tot 10, 13 tot 15,
18 tot 25, 30, .33 tot 35, 38 tot 40.
3. Enten, tuinen N"^ 17, 43 tot 45, 40, 50.
4. Hybriden, soorten en variëteiten N'^ 5, O, 11, 12, 10, 20' tot 28, 20, 31,
32, 36, 37, 46 tot 48.
5. Omtrent grondbewerking N**®. 4 en 42.
De aanplant, ongeveer 22 bouws groot, ligt op den rug van een uitlooper
van den Kawi in de richting Noord-Zuid. Het vlakste gedeelte is beplant
met de proeven onder 1 en 5, dan volgen o]» meer hellende terreinen die
onder 2, terwijl die onder 3 en 4 de meest steile gedeelten innemen. De
Noordzijde ligt het hoogst, de grens is bij ongeveer 1000 voet. De numme-
ring der tuinen begint aan de Zuidgrens. IMet planten werd begonnen aan
het Noordeinde. Daar staat de koffie ook verreweg het best. De boonien
hebben daar trouwens ook het minst van de luis te lijden gehad.
Vele van de jonge boompjes vertoonden reeds bloeuiknoppeu. Deze
werden geregeld verwijderd.
Terrassen en o n k r u i d-b e p 1 a n t i u g,
Zooals bekend is de grond van den Kawi nog al tot \vegsi>oelen met den
regen geneigd en is het dus geraden maatregelen daartegen te nemen. De
geheele aanplant is daarom geterrasseerd vn wel op die wijze dat elke boom
op een afzonderlijk terrasje staat (kottaan). Die kottaans zijn gemaakt
spoedig na het planten in Dec. 1901 bij het dichten der gaten en verbreed en
geheel in orde gemaakt bij het behakken (daugiran) in Feb. tot April. Om
86
(Ie randcti Ie vci/clvcron t«»(;0Ti iifHfortfii en wcfrKjjOflcn /.ijii (h-yj- l»<'i»l;iiit tiict
Tlinl('S(;ilil i;i r;i[iil;i l;i mI i<'\\(ii;iiii. (N'h-I Ie \ fi\\ :n Tfii iiitl tiiif \ cru ;iiilc
S()(»|-(, <lic ook l)l;ill\\<- liloi'iiK (1 iii;i;ii' ;'|;ii|(|i- I il;ii|i H-li Imm-Ii. |»c 1 iI;|(|i-|-i-i1
(Ier hiel- ^i'liilliklc /.ijll Im-|i;i;i|(I m <|f inccld i;i(|.-|i i-n slflll|irls (|iT lilm-ilKii
('iii(li;i('ii in l'i;! ii jfsi. I»il oii 1^ niiil, (l;i I lii'Ti.ok \"i| in hi-l ImisiIi \ iniikonil .
hc<lckl den uiond noL; ;il ^md, /.undi-r /icji :il !<■ snt-l !<■ \ cisiin-idcn o\cr In-t
\|;ik \;in lii'l idiiis rn liondi de ;j i;issooil<-n Ininclijk ;_'ofd wfj. L;i;il nx-n
de Icfiiiskn nicn nid 'j^v:\s l.i'L;i(»ricn, diin \ci\;ili ni<-n in oen ilnnr liiinond"'!-
hond. Uiint di- woilflslokkcn \iin lid }j,i:is vfi-liiiJsi-M /J"li siccds osry (1<'
t('ii"iis\Iiil<l(' liccn en iiKX'lcn, d;i;ir zij d*- kotlic liinilfi-i-n. stfi-ds wi-dcr ycv-
wijderd wordon.
Na het inakcii der lei fasson zijn hniinf l<niil<'n mot djr-wnriin lM-id;m1, die
«'crst <;<)('(1 hcj^oH te "iiocicn. Djcworaii is cchu-r clmi s<li;idn\vlii'V<'iid
plantje, dat ondio]) wortelt, en jiC'dnrende de lanf^e droogte van Mei tot Nov.
is er veel van afgestorven. Wat niet dood was is na de eerste regens dade-
lijk weder Aveelderig gaan groeien.
B e w e ]• k i n g e n.
Na het planten in Dee. 1001, zijn de volgende bewerkingen uitirevoerd:
In Jannari alles tweemaal geschoffeld (djombret).
In Febrnari eveneens, tevens is in Februari een begin gemaakt met het
omhakken van den grond (dangir) en het afwerken der terrassen. De ter-
rasranden zijn tevens met djeworan beplant. Einde ]\Iaart was dit bijna
geheel afgeloopen.
In ^Maart en April werd daarenboven elke maand tweemaal geschoffeld.
In INIei eveneens, daaienboven Averd in de tweede helft van die maand
het omliakl<eii (dangirnii) herliaald.
In Juni werd ook nog Iweemaal g<'S( lioffeld.
Bij de vo()rtdni'end<' droogte konde in de maanden -Tnli tot en met
November met eenma<al schoffelen per maand volstaan worden.
In December werd tweemaal geschoffeld.
In November en December wi^d de djewoian. waar die afgestorven was.
ingeboet. t
TUIN IV 1.
Variëteiten.
In dezen luin zijn ge]»lant d<- navolgende variëteiten, van zaad afkomstig
uit den cultunrtuin te Buitenzorg. Het zaad is uitgelegd op de bedding 20
87
iMoi inOl en in don tuin iiitüeplant einde Dec. 1001. De namen luiden:
Tjikeumeuh, Prean^cr, Padang, Menado, Margooype, Mokka kleinboon.
Mokka grootboon, Mauiitius, Tjiomas.
Vei-dci- zijn hier geplant eenige afwijkende plantjes gevonden op de
beddingen van liet Tadang-zaad in het vorig verslag genoemd. Dit zijn:
Java .S bladige ke[)el, uitschot, blorok en hangbladige kepel. In Dec. 1902
zijn zij ingeboet met soortgelijke plantjes van de beddingen van dit jaar.
Daarenboven staan hier de Afrikaansche soorten: Quillon, waarvan het
zaad ontvangen werd uit den cultuurtuin te Libreville in de Fransche ('ongo-
Kolonie, uitgelegd in Sept; 1901 en overgeplant in den tuin in Dec. 1901.
Eobusta, in den vorm van kw^eekplantjes ontvangen uit Brussel, op de
bedding geplant en overgeplant in den tuin in Dec. 1901.
De Quillou en Eobusta groeiden eerst voorspoedig, later werden zij
aangetast door luis en bleken zij de droogte niet te kunnen verdragen, zoo-
dat hunne bladeren slap hingen. Zij werden daarom in Aug. tot Oct. her-
haaldelijk begoten, waardoor zij zeer opfrischten. In volgende jaren, als de
dadap ze beschaduwt zal dat, naar wij hopen, niet meer noodig zijn.
TUIN W 2.
Variëteiten van Arabische koffie (en een
paar andere).
Café nacional van Brazilië van Kepoeng
Augustifolia Pan tj oer
Djamboe
Blue mountain
Woengoe
Rotundifolia.
Columnaris
Laurifolia
Unisperma van Pantjoer.
Margogype
Mokka Java
]\[okka Pantjoer
Cochleata
Ërecta
Laurina
Eugenifolia
88
Ynnca (Amazono vallei) van Ofmampir.
Java (^('WOIM') Niin IN-lorn;^ ()iiiIhi1i.
Er'('<-I;i \;iii \\iili;^iii Alioiii.
\';iii <l('/i' sodilcii is lid ■/.-.[ \(\ (iiiisl reeks In-I iiii<l«leii \;iii liel j;i;ii' op de
lie<l(liiiL; uil LJii'lei^d. ( K ei-^e|il;iiit in di-ii liiiii einde Iteccnilier r.mi. /.mider
ui(/<(»ekcii. In den Iimiji \;iii dil jniir zijn ei' non :il |d;inljes ;if';:esl(»i\ en.
cillde Der. r.KiL' /,ijn de ledige |i|;i;ilsen :i;ni de Oosl/.ijde \ ;ni (leli lllill iline-
\iil(l met booiiicii j^enduien \an de Wesizijde. De daardoor oijcngckomen
Weshand is h<'idaiil mot:
Aheucula
Stenopliylla
Erocla (vaiir-tcit Arabisclio) van Klopoo T)jonili('r
uil enllniiit uiii te liiiitenzoi'i:.
TUIN n- 4.
B o w e 1' k i n g s p r o o \' o n.
Voor het plan dezer i>roeven zie vorig verslag bldz. 1!). Einde Dec.
UH)2 is dl' tuin he|»lanf met •la\a l)i)nis uit zaad van Pantjoer. Deze waren
nog jong (Op Iteheddiiig nitg( legd I -hili l!)(ll). Door luis en droogte zijn de
jonge boompjes in hunne ontwikkeling gehinderd. De tuin bevat 580 koffie-
boomen, 24 daarvan vertoonden na het uitplanten verschijnselen van blorok.
In het geheel moesten 187 stnks ingeboet worden.
De dadap staat 21 X 21 voet en had van vliegjes en later van apen te
lijden.
TUINEN \V 5, G, 11, 12, 2G, 27, 28, 31, 32 en 47.
11 y 1) r i d e n v a n ^^" o n o k o j o, G o g o n i t i, K a \v i s a r i «> n
a n d e r e.
Op het land Wonokojo slaan hybriden gennnunerd van 1 — 2.") en <»])
Gogonili eveiïzoo van 1 — 4, A^aar\an de administrateurs ons de vi-nchteii
afstonden. Deze werden o]» beddingen uitgelegd en in December IIMH in
den t niii (i\ ('ige])lant.
Zooals hekend ontslaan uit zulke hybride-zaden zeer uiteenloojx'nde
planten waarvan de meeste waard(4oos zijn, omdat zij of zoo goed als geene.
of overwegend vooze vruchten ojdeveren. De verwachting is dus dat verre
weg de meest van deze boomen onbruikl aar zullen blijken, maar de kans
bestaai, dat er enkele onder zullen voorkomen, die het aanhouden waard
zijn en die dan hetzij door entim. hetzij door zaad. vermenigvuldigd kunnen
worden.
89
Voorloopig hebben zij zich grootendeels bevredigend ontwikkeld, door
de droogte en de Inis hebbeu zij niet veel geleden.
De dadai) i^ nog al beschadigd door vliegjes en vooral door de zwarte
apen,
TUIN U- !<;. 12!). :u;, 4C>.
Liberia.
Het zaad is genomen van de bekende hooge tuinen van hot land Gemam-
pir, die beplant zijn met boomen van zeer gelijkvormig tvpe van zesde gene-
ratie Liberia op Java gegroeid, met veel zachter bessen dan de uit versch ge-
ïmporteerd zaad verkregene. Het doel is om na te gaan of de op Gemampir
door voortgezette selectie verkregen eenvormigheid van type ook hier blijft
bestaan. Verder moeten deze boomen dienen als onderstam voor entproeven.
De boomen hebben zich normaal ontwikkeld en zijn veel minder daii
de Java-koffie aangetast door de groene luis.
In December werden tegen 100 Liberia-planten Java-i>lanten van gelijke
hoogte aangeplant om daarvan te samen plakzoog-enten te makon met een
flink stuk Liberiastam boven den grond onder de vergroeiing, wat bij het
maken van tweeling-enten uit kepelans niet mogelijk is.
Verder zijn 29 Dec. volgens de werkwijze van den heer B u t i n
Schaap eenige enten gemaakt:
met entrijs van de hybride Kawisari B '2 topenten,
D 4
„ „ „ „ Soember Sari 10 „
„ V „ .^ -•"' takenten.
De enten werden onniiddelijk na het maken drie dagen lang met eene
mand bedekt gehouden.
In tuin 11" 29 zijn geidanl CttH) zaüiliugen afkomstig van LiiteriaI»oonien
van de onderneming \N'onokojo, die zich (Hidersclieiden dooi- bessen niet eene
gemakkelijk loslatende schil.
TUIN 11" 17.
INIargogype enten op Liberia onderstam.
Dezt^ enten zijn gemaakt in l'.MH door samengroeiing van .Margogyi»e en
Liberia kiemi»lanten ,k<'l»i'l;i"^l «'i' iiilgei>lant in den Inin in \hH-. lüOl. zonder
kluit (tjaboetan). Zij hadden toen ;> tot -i stel bladeren. Opdat niets van
90
den ]\I;ii ;4<);: \ |H' l)nvonsf;Mn iiu-f dfii liodi-in in Müiirnkiii^' /.oiidi- knin.ii, wer-
den /.ij no;; :il lioo;: ,i:e|ii;ini.
/ij werden slerk ;i;iii^e|;isl diwir Inis en \erdr<ie;;en de driMi;,f1e sleelil ;
(lil iijeek uil liei sl;i|di;in;;en der likideren. (>|i L' I Mei \\;Meii |s i-n (in ;;(l
.Inli ~)S'/, lte/,\\ ciscn. I):i:irn:i is Ir-l nl'sleiNcn no;^ \ dorl ;^e;z;i:in en in .\'(»\t'm-
lier /ijn de (>\ critli j\ enden iii jeeli;^e|d;inl (tji een ^edeelle \;in de/.eli Iniii
ir' 17, ~i-',S \;iii de (M»rs|)i(inkeli jk nil ;ie|iliinle I sö.") sinks.
'Tnin 17 is nn \erdeeld in drieën. In hec is 17*/ lie)il;inl nid l;i\;i liiliil
\;in (lil J;i;ir; 17/» inel de /.oeexen ;^eii(HMnde ."il'.s enien \;in r.H'l en 17e inel.
Hl"_' eiileii \;iii (lil j;i;ir, ('\ene('ns .M:irji(»;,^_v|»(' (tp .l:i\;t.
TUIN n- 44 (Ml 40.
M il I' ^f o <;■ _v |) e e n I e n o p I. i 1» e i- i :i o n d e r s I ;i in.
Deze enten zijn van hetzelfde maaksel als die van Tnin 17. Zij zijn
in Dee. 1001 overj^eplant van de bedding doeh met de aardkluit er aan (poe-
teran). Tn Xov. 1!>02 zijn de j.;ez(>nden vereeniüd in een <_n'deel1e van tnin
40. ;'>!)(! van de ()ors|>r(»nkelijk TiIl' slnlvS. In het ()\erldij\ende gedeelte, ini
tnin 4!)^. zijn in Dec i;ei)lanl. niet de klnil ei- aan, SS sInks dergelijke enten.
Marj;o^y]»e o]) .lava onderstam, gemaakt in dit jaar. Tnin 44 is in Decem-
ber beplant met 168 stnks dergelijke enten, met de klnit er aan, gemaakt in
dit jaar, Margogjpe op Liberia onderstam.
TUIN n^ 41 en 45.
Java enten op Liberia ondersta m.
Deze enten zijn gemaakt door samengroeiing van Java en Liberia kiem-
planten (kepelansl en in den tnin nitgeplant, met de klnit er aan. in Dec.
lOOL Zij hadden toen 3 — 4 stel bladeren.
Zij werden sterk aangetast door luis en verdroegen de droogte slecht,
zooals bleek nit het slaphangen der bladeren. . Op 21 INIei waren in tuin 41
13% en in tuin 45 .'^,1 9^J . op ?A) Juli in tuin 41 21 % en in tuin 45 65% bezweken.
In Nov. is tuin 41 weder gecompleteerd nu^t ]danten (met kluit) nit tuin 45.
Deze is in Dee. weder beplant met ditjai'ige enten INIargogvpe op Liberia
onderstam.
TUm W 4.3 en 50.
Java enten op Liberia ondersta m.
Deze enten zijn genuiakt door samengroeiing van Java on Lilxnia kiem-
planten (kepalans) en zonder aardkluit (tjaboetan) nitgeplant in Dec. 1901.
91
Zij liaddiMi toen .". — 4 stel hladcivn. Opdat niets van den .lava stam niet den
grond in aanrakinji' zoude komen, wei-den zij noj; al lioog geplant.
Zij werden sterk aangetast door de luis en veidroegeii de droogte shM-ht.
zooals bleek nit het slapliangen der bladeren. Op L'1 .Mei waren 2S en op
.'>() -hili 47% bezweken. De in November nog levende zijn gebruikt tot aan-
vulling van tuin 41 en 5(».
Tuin 4;> is daarop in Dec .be[»lanl mei ditjarige enten .lava op Liberia
onderstam, gemaakt als te voren.
Tuin .")0 is aangevuld uit de tuinen 43 en 45. ])e daarna nog overblij-
vende rninite is in Dec. beplant met 125 stuks ditjarige enten Java op Liberia.
TUIN W 37 en 48.
M a r g o g y p e-k o f f i e.
Zaden van Margogype-koffie afkomstig van Kalibakar en Soekorame
werden op beddingen uitgelegd op 30 Mei 1901. De opgekomen kiemplanten
werden voor een groot gedeelte gebruikt tot het maken van tweeling-enten.
De overblijvende, waaronder enkele van sterk op gewone .Java gelijkend
type, zijn einde Dee. 1901 in deze tuinen uitgeplant. Zij zijn nog al goed
opgegroeid en hebben weinig van luis en droogte geleden.
TUIN n? 42.
Proef omtrent het al of niet omhakken (d a n g i r a n)
van den g r o n d.
Er bestaat nog steeds verschil van meening tusschen de jdanters om-
trent de vraag in hoeverre bew^erking van den bodem, in het bijzonder om-
hakken daarvan met den patjol, voor de koffie noodig is of niet. Een al-
gemeen en overal geldend antwooi-d zal wel nooit gegeven kunnen worden,
omdat in deze zoovecd afhangt van den gvond, zoodat d<' kwestie voor elke
plaats ])roefondervindelijk uitgemaakt moet worden.
Hier is nu daartoe uitgekozen e(Mi tuin met in Zuid-\\'estelijke richting
afhellend tc^-rein. ingedeeld in sirooken van \\}\' rijen koffie, gei)lant op 7X7
voet. De j)lant kuilen, \an \\<, voet kub.. zijn alle op dezelfde wijze ge-
maakt; geplant is einde Dec. 1901 niel plant jes zouder aardkluil ( I jaboef aiis).
met 7 — S stel bladeren en een paai- lakken, gekweeiu uil Tadang-zaad dei-
eerste bezending.
92
Nii lu't j)liiii1('ii is iii (1<' Ik'II'I dei' ,slroolc<'ii van \ijf lijdi hiccd iilloon fjo-
sclioircld |(lj(>iiil)i<'l j ('II de ;;roiid iiici \cid< r Im-ui-iIvI dan iioodij^ was tot
hel maken df-r tcriassm. In di' andi-ic liclll is f\cn/,<M) j;cs< ImlTcId en daar-
(!ld)(>\('n dr ;;iond (i\cr de ;iflifc|<' lcrias\ laicMn met <!«• paljol Ix-wcrkt
("^'('danj^ird) ('cninaal in I'^clnnaii en ccnniaal in Mi'i. Tot Int <'ind<' des jaais
was or jiceii vcracliil !<• /i'-n in Ucji atand *\i-y UurriclMMmn ii|i d<- M-iscliilleudu
ötrookeu.
iM{()i:\'i;x ().MT]{i:xT rLAX'rwi.iDTK i:x toim'KX.
TUINEN N"\ 51 tot G5.
In r>ra/.ili(' A\(n(lt op '.'> en 4 .M. nil<-('n<;<'|)lanl. Hier op -lava zijn er j^ocn
aanjdantiniicn, die zoo wijd uitcon staan, en lioudt men zich gewoonlijk
aan plantwijdte van 6 tot 8 voet. In het Malangsche Zuidergebergte kan
men echter tuinen zien, die op 4 X -4 en 4 X 5 voet geplant zijn en getopt, en
waarovei' men zeer tf^reden is. Ook de vraag wat op den duur voordeeliger
is, loi)pcn oi" niet toi)|i"n kan als iio^ niet beslist aangemerkt worden.
Yoov vergclijlcende jiroeven omti'ent deze vragen moest er vooral op
gelet worden, dat de ter vergelijking dienende vakken of tuinen zooveel
mogelijk in alle opzichten onder gelijke voorwaarden verkeeren. Daarom
is hiervoor een bijna geheel vlak gedeelte aan het Xoordeinde van den
proeftuin uitgekozen, zoodat niet eene proef oj) een vlak, een andere op een
naar het Vv^esten en een derde op een naar het Oosten hellend terrein kwam
te staan.
De tuinen zijn als volgt genummerd:
'I'uin 11'-' ."1 4 X 4 \-oet, zal getopt worden.
Tuin 11" Ti-2 l'2 X 1- voet. In een plaiitgat van 1 M. wijd is aan elk der
hoeken een koffieboom gezet. Blijft ongetoi)t.
Tuin 11- .■).•{ 12 X 12 voet, telkens eene i)lant in gewoon jtlantgat.
Tuin il- .■')4, 55, 50, .58, 5J) en tlO. Zijn alle beplant O X <> vuet. Zij zijn
bestemd om geto])t te worden of ongetopt te blijven, op een of op meerdere
stammen gehouden te worden, al of niet uitgedund te worden enz.
Tuin 11- 57 5 X 5 ^X)et, zal getopt worden.
Tuin 11- (;i en (Hl 1) X J> voet.
Tuin il- CL' en (15 8 X 8 voot.
Tuin 11- (»:'. en (>4 7X7 voet.
De tuinen op 7 X 7, 8 X 8 en O X '•> v()(>t geplant, zullen de eene wel de
andere niet getopt worden.
93
Deze tuinen zijn einde December V.H)\ be])lant, elke met 4S4 Jarva-])lanten
en dadnp er tussehen op 21 X -1 voet, en hebben zich voorspoedig- ontwikkeld.
IlierboNcn is i-eeds «;('ze_i;(l, dal de kolTic bcici- slaat hoc Xooidciijkcr nuMi
konil. l'ilzonderin^- maken daarop (h- tnini^n II- T)!* cii T)'A ca wel tcnp'vol^e
van de tnsschenplaulin^en. In Februari is na e(^ne o]»]»er\iakki«;e <iroud-
bewerking tusschen de koffie maïs geplant, die midden Mei «;eoogst is. Tuin
52 is daarop weder met maïs beplant en tuin 5:i met labak. In Augustus
zijn die gewassen geoogst en de droogte heeft veidei- tusseheni>lanten on-
mogelijk gemaakt, l.ater zal er kaljang tnssclien gc])lant wordim. De
maïs en neg meer de la'oal; hebben de onU\ikkeling der koffie zeer duidelijk
gehindci-d.
.. TUIN n- 7.
V r u e 11 t-u i t d u n i) i- o e f.
D(v.e tuin bevaltcnd :>24 koffieplantcn, staande T X T voet, met dadai»
op 21 X -1 voet, is bestemd om proeven te nemen met het uitdunnen der
vrucht in jaren van ruime dracht.
De koffie is gekweekt uit zaad van Pantjoer, uitgelegd in -hili 100], en
overgeplant einde Dec. 19(11. De plantjes waren toen nog klein, zoodal
zij nog niet goed uitgezocht konden worden. Er zijn daarom nog enkele
in den tuin blorok geworden. Overigens was de groei in luM algemeen goed,
maar droogte en luis hebben ook hier hunnen invloed doen gelden. In
November zijn !)!) stuks ingeboet met versche planten.
De dadap had op 9 Sept .eeue gemiddelde hoogte van 2.25 .M. en eene
breedte van 2 M. bereikt.
TUIN W 3.
L e u c a e n a g 1 a u e a (k e m 1 a n d i n g a n. ]» e t e h C e y 1 o n,
p e t e h t j i u a).
Het zaad der schaduwboonien werd uitgelegd op eeue bedding 11 Oct.
1901, de jonge plantjes overge]>lant in den tuin 11 Nov. 1901, oj) 14 X 14 voet.
Zij groeien eeuigszins langzaam. Op 9 Sept. 1902 hadden zij eene hoogte
van 1.90 M. en eene breedte van 1.20 M. bereikt en bloeiden zij reeds sterk.
In Aug. en Dec. werden zij opgesnoeid.
Veel invloed op de onderstaande koffie kunn(Mi zij nog niel uil geoefend
hebben. Deze heeft veel last gehad van luis.
Ui
r\'\\ II- s.
A <l I' II :i II I II <' 1:1 |i :i \ I) Il i II :i.
Hel /,;i;i<l (Ier scIi.kIii w lioomrn wcnl ui 1 ;^clc;^(| uji (•(•in- lii-ildiii;^, 1' .\ll;_^
1!HI| , cil tic j()li;^c |il;i lil i<-S (M «'|-^c|il;iiil iliiji-li lllill 11 N n \ . l!)(l|,((|i || - 11
^■()('l. /ij jii'ticicii niet /eer \\\i'^. <>!• '■• Si-pi. IDIil' jiiiddfii /ij ccnc Ikioj^ic
van 1 .SO .M. Itij cfiic hiccillf \aii I .\I. Itcif-iUl. In .\\\'^. wridm /.ij jetH
(>|>j;('Sii()('i(l.
\'(M'! iii\|(ic(l (»|) (|c ()inl(i-,>l aandf kcdfir kiinni-n /ij nn;^ iiii-i ;^( li;iil la-b
licn. |)f/r licdl \fcl iasi j;(diad \aii luis.
Tl' IX II" 0.
L a ji (» f I e a a lil |) I i s s i III a M i (|. ik »■ 111 a d o i- I» r o <• n i ai.
De/t' schaduw hooiii is aangevoerd in den vtuni \an slekkcn. iiii de
buuri van l>ani|>it. \an ,<;i(»(t) te en noiiu als dadai)st(d\ken. i )c/c /ijn in den
tuin geplant op -5 Dec. 11)111, op L'1 >( -1 voel. \'(de stekken stierven af,
li'ots luM-liaald inh(»eten. De weinige die goed aangesiagt-n waicn hadden
D Sept. 11)02 eene gemiddelde hoogte van 1.10 M. hij eene hicedte \aii 0.71 .M.
In dit verslagjaar werden zij nog niet opgesnoeid.
De koffie heeft ook in dezen tuin veel van luis en droogte te lijden
gehad.
TülN 11° 10.
T r e m a s p e e. (a n g g r o e n g).
Als plantinaleriaal \vei-d gebiaiikt oi)slag uit liet l»os(h. (iejdant 18
Nov. 1001, oj» 21 X -'1 voet. Oi» O Sejit. 1002 hadden zij eene gemiddelde
boogie \an :*>..>l .M. en eene breedte van ."{.15 M. bereikt. In Aug. en Dec.
werden de boonien ojigesnoeid. Stand der koffie als vorige schadnwproeven.
TUIN II- 13.
S o 1 a n n m g r a n d i f 1 o r u m.
Men treft dezen boom nog al eens aan op erven waar hij wegens zijne
wit en violette bloemen als sierboom gekweekt wordt. Er stonden er
eenlge op liet erf der (rontroleurs woning te Toereu wier vorm en beblade-
ring den indruk maakten, dat zij misschien als schaduwboom voor de koffie
te gebruiken zouden zijn. Zaad van deze boomen werd einde Mei 1901 op de
bedding nit«»ologd on half Nov. 1901 in den tuin nitgcplant, op 21 X 21 voet.
Hun gi'oei is zeer'snel en de jonge boonien maken verbazcMid gioote bladeren,
latei-e blijven kleiner. !) Se]»t. 11)02 hadden zij eenc hoogte van 4.;>S M. en
eene breedte van 5.25 M. bereikt. Zij bloeiden het geheele jaar door zwaar.
Het hout is voos en bros zoodat er wel eens topp(Mi door den wind afge-
broken w-erden. Een ander bezwaar is nog, dat de afvallende bladeren soms
voorzien zijn van vrij Jiarde dorens.
De krnin der jonge boomen is nog al dicht, later wordt die diinn<'r. In
dez(Mi tnin, in dit jaar, hebben d<' Solanums, staande op 21 X 21 voet, de
jonge koffie, die ook veel van d<' luis Ie lijden had, wel wat gehinderd door
hunne te zware schaduw, hoewel de kruinen herhaaldelijk uitgesnoeid
werden.
Of de Solanum oj) den duur e<'n geschikte schaduwboom voor de koffie
is, moet de lijd leeren, maar wij kt^men geen l)oom waar-nu'de men binntii
zoo koi'ten tijd eenen aanplant, die om eenige reden de schaduw kwijt is,
daarvan weder kan voorzien.
TUIN m 14.
C a s t i 1 1 o a e 1 a s t i <• a.
De zaden der Castilloa veerden op de bedding uitgelegd 19 Juni 1!M)1,
in den tuin overgeplant 11 Nov. 1901, op 21 X 21 voet. Den 9 Sept. 1902
hadden zij eene hoogte van 1.08 M. en eene breedte van J.(iO M. bereikt.
Tot het einde van het verslagjaar stond de koffie in dezen tyin nog al
goed, daargelaten de exemplaren, die veel van de luis geleden hebben.
In Ang. werd de Castilloa opgesnoeid.
TUIN 11- 15.
A 1 b i z z i a m o 1 u e e a n a (s e n gou 1 a u t).
De zaden werden uitgelegd op eene bedding oj) ;>0 ^lei 1901, in den
tuin overgei)lant 11 Nov. 1{)01, op 21 X 21 voet. Den 9 Sei)t. 1902 hadden
zij eene gemiddelde hoogte bereikt van 4.14 M. en eene breedte van 4.54 M.
Men weet dat deze boom als men hem laat groeien veel te groot en te
dicht van liruin wordt voor een goede schaduwboom. Het voornemen is
nu te probeereu wat er van wordt, als men de boomen bijtijds to])t en steeds
gesnoeid houdt.
TriN n- i.s.
I I e \ e .1 II |- ;i / i I <• M S i M.
1>(' /,;i(l('ii wridi'ii uil ;^i-lcM() i)|i ci-iii' liiililii'u 1 .M;i;iil IDUJ. In di-ii Iniii
ili(;^('|)l;iiil . ci-ii \(ifl lioit^, Tl Mi-i lltOL', dji _' | l' | socl. /ij /ijii \i-iil<T
l;iii<^z;i;iiii ^^cjiiot-id. U Scpl. Ii:hI<I<'Ii zij ccih' liciniddi-ldi- iiuoj^lc \;iii (I. I.', M.
eii cciif hrccdic \;iii (I.I.". .M. Itcicikl. N ii-l t(';4('nsl iuilidi' di- kliiii;i;ilsniiisl;iii-
tli^ilicdcii \()or dc/.cii Ixioiii, die j^iiiiiiic Nt-rl voclil liccn ,diis <)ii;^iiiist i;,' \v;ir«'ii.
is gccii «'iikclf j)laiil Jil'^rsloiNcii, d(»( li dr j^iori is l;iiig/,;i;iiii.
TIIN II' i:t.
C n e s ;i 1 1» i ii i ;i <i a s _\ i- a r li i s.
I )(' /.adf'ii /ijii uituczaaid op (■ciic licddiii";,' (i Scpi. Ilidl, t-n (t\ n <^c|ilaiit:
in <lcn hiin L'1 Xov. I'.MII. op Lil X -1 vnri. !l Sc|it. l'.iili' liaddiMi de InMinii-n
('ciic li(K)<il(' \aii l.l:i .M. en (M'iic hifcdlc \aii l..")!! M. Itcicilj. In. \ nu. en I )cc.
zijn zij (»i»,i;('sii(K'id.
TT' IX n^ 20.
C «' d r ('la s e v v n 1 a t a (s o o r i a n).
De zaden zijn niluc'Z-'iiiid «»j' cciic hcddinu :!!• .Mei l'.XH «'ii ovcrucplanl
iii den luin 11 X<»v .lilill. op 21 X 21 voet. !t Scjtt. r.M»2 hadden de hdoineii
oeiie li()(»<;le \an 4 .M. en eene hreedie \an 2. OS M. bereil;i. Iii .\nu. zijn zij
oi)i;esn()eid ,dal wil zeiigcn in dil ge\al. dat de ondersle bladeren vei-\vijderd
zijn. Tot veiMakking hehben de kiiiinen liel nog niet gebracht, de stammen
dragon aun hunnen top en dleht daiuouder nog (Mikel bladeren en verder
naar beneden is de stam kaal.
Tü.m \V 21.
Indigo (N a t a 1).
De indigo werd uitgezaaid o]» eene bedding 8 0<t. 1001 en ovei'gejdaut
in den tuin 2() Nov. 1001. .3 duim uiteen in rijen zoowel Noord en Zuid. als
Oost en West looi)end'e tussrdien elke rij koffie, zoodat elk koffieboomi)je
in een vierkante heg van indigo kwam te staan. Deze groeide zeer voor-
spoedig tot een hoogte van twee M. De indigo hinderde de koffie, die ook
veel van luis te lijden had, zeer blijkbaar in hare ontwikkeling, en werd
daarom 15 Juni bij den grond afgesneden en daarna kort gehouden. De
koffie is echter tot het einde van het jaar achterlijk gebleven.
97
Behalve de indigo is ook dndnp op 21 X 21 in dczon tuin geplant, daar
niet te verwaclitm is dat indigo alli'cn ooit als schaduwböom voor koffie
zal kunnen dienen.
TUIN W 22.
O e s b a n i a e g y p t i a c a (D j a n t i, K e 1 o r w o n o).
De djanti werd uitgezaaid op eene bedding 19 Oct. 1901 en overgeplant
in den tuin 20 Nov. 1901, in paggers van 2 voet plantwijdte in de rij. Af-
wisselend met de rijen koffie staan rijen djanti loopende van Noord naar
Zuid, evenals de koffie 7 voet uiteen. Behalve de djanti is ook dadap, 21 X
21 voet geplant.
De djanti groeide zeer voorspoedig, zoodat zij zichtbaar de koffie hin-
derde. In Juni werd daarom de helft der rijen weggenomen en in Juli nog
eens evenzoo. In Sept. had de djanti een gemiddelde hoogte van 4.52 M. en
eene breedte van :>.17 M. bereikt. Wegens het overhangen in de breedte
werden de heggen in Aug. en Dec. rechts en links opgesnoeid. De koffie
is tot het einde van het jaar achterlijk gebleven.
TUIN W 23.
Caesalpiniaarborea.
De zaden zijn uitgezaaid op eene bedding 26 Nov. 1901, en overgeplant
in den tuin H Jan. 1902, op 21 X 21 voet. Op C Sept. 1902 hadden de boomen
eene hoogte van l.OG M. en eene breedte van 0.64 M. bereikt. Ópsnoeien
was dit jaar nog niet noodig.
TUIN ÏT' 24.
Pithecolobium saman (regenboo m).
De zaden zijn uitgezaaid op eene bedding 2 Oct. 1901, en overgeplant
in den tuin 11 Nov. op 21 X 21 voet. Op 6 Sept. 1902 hadden de boomen
eene hoogte van 2.18 M. en eene breedte van 0.70 M. bereikt. In Aug. wer-
den zij wat bijgesnoeid. De stammen groeien alle schuin, geen enkele gaat
recht naar boven.
TUIN n? 25.
M e 1 i a A z e d a r a e h (m i n d i).
Deze zaden zijn uitgelegd op eene bedding ;^0 Mei 1901, zij moeten met
heete asch bestrooid, met warm water overgoten of aangevijld worden.
Verslag van 's lands puntentuin 1902. 7
98
andors (linii-l liol I:in<; voor <]at /ij ki« iii<-ii. hfzr zijn aaii;,'<-vijl<l fii na z<-<t
vcrscliillfiid li jdsvciloop onlkiciiHl.
Zij wrirlrn II i I «i< -[.l ;i n I (.||-J1 N(.\. I'jlll (>|i L' 1 • II \u.'l. Ü S<-|.l. llMtl!
1i;hI(I<-ii zij cciic ;4i-m iddijdc lioo^^h- \;iii .'..'M M. iri iciic liiicdlr \;iii L'.:'.L' M.
Ih rcikl. hl Aii^. wcidiii zij (i|i;^(siHiiid.
Tl' IN' ir- .".(I.
Ct I' e V i 1 1 •■ :i r <> li ii s ( a.
( )|i ( N'\ Ion vt'cl ucldiiikl \ (»(»r s( Iiadnu ItoonMii, <d' iiiiss( liicii ImNp «^n-zoizd.
V(»(»i' w iiidlnclct-r. Iii <lc r:id;iii;isrlic i5(»\ «Mil.iiid«ii werd liij \otii- d»- kulTii'
iiiiiidrr ;;<'S(liikl ;^f;nlil. oiiid;i( d«' ^rotttr, ;ils fijn kanlwcik \ iTd<'<-ld<'. Ida-
«Icicii, at'\'all<'iid(' boven op de Uniiiicn der ^cloptc k(dticlK»nni<'ii hliJNfii li;^-
j^jcn ('11 t'i' iiii't doorlKM'ii j^lijdcn.
ri(«;-ozaaid op ociic licddinj; ." ()<(. l'.Mll. iiii^(.|,|;iiil m dm tuin 1^1 Xos.
l'.MIl, op 21 X 21 voet. 9 Scpl. 1!M)2 hadden zij ocnc ;;cniidd(ldc lioo;^!!' van
1.47 .M. en criic breedte van 1 M. bereikt.
TUIN W ?>?>.
Acacia t o m e n t o s a W i 1 1 d. (k 1 a in j» i s).
In Ceylon ontmoette D''. v. K o in b n r g h eeneii planter, dio zeide
doorulooze dada]) te bezitten, die zich <?oed door zaad liet voortplanten.
Hij beloofde van dat zaad te zeinb'ii, maar er kwam niets, ook nadat er een
paar maal om <;('S( lireven was. Deze tnin was daarvoor open «icliouden.
maar is nu voor eene proef met klampis gebruikt. De zaden zijn uitgezaaid
op eene bedding 17 .Tuli 1902 en in den tuin uitgejdant IP. Xov. 1902, op
21 X 21 voet.
TUIN 11- 34.
M a c a r a n g a t a n a r i u s (M a p p a t o ra e n t o s a BI.)
(t o e t o e p m e r a h).
Tot de oj) verlaten gerooide plekken in het bosch zeer snel opschietende
booinen behooren de toetoep soorten en de anggroeng. Misschien zijn zij
geschikt tot het snelVweder onder schaduw brengen van aanplant, die de
schaduwboomen verloren heeft.
De toet(wp merah is in den vorm van opslag uit het bosch uitgeplant
in den tuin 11 Nov .1001, op 2S X 28 voet. 9 Sept. 1902 hadden zij eene
gemiddelde hoogte van 2.40 M. en eene breedte van 1.08 M. bereikt. In Aug.
zijnzij opgosnoeid en op .S stammen gebracht.
n
I
PROEFTUIN B ANGIL AN
Aanplant 1902
Schaal ° ? ^0
2,0 30 40 5ü
Roeden
99
TUIN n? 35.
Mallotns ricinoïdes Muil. (toetoép poetih).
Eveneens opslag uit het bosch, uitgeplant 11 Nov. 1901, op 28 X 28 voet.
9 Sept. 1902 lijulden zij eone gemiddelde hoogte van 2.84 M. en eene breedte
van ?>.'M M. bereikt. In Ang. zijn zij opgesnoeid en op 3 stammen gebracht.
TUIN n? 38.
Parkia intermedia.
De zaden ven dezen boom zijn uitgelegd op eene bedding 30 Mei 1901,
uitgeplant in den tuin 21 Nov. 1901, op 28 X 28 voet. 9 Sept. 1902 hadden
zij eene gemiddelde hoogte van 1.90 M. en eene breedte van 1..59 M. bereikt.
Dit jaar zijn zij niet gesnoeid.
TUIN W 39.
Manihot Glazovii.
De zaden van dezen boom zijn uitgelegd op eene bedding 30 Mei 1901.
uitgeplant in den tuin gedeeltelijk einde December 1901, gedeeltelijk einde
•Jan. 1902, op 21 X 21 voet. 9 Sept. 1902 hadden de in Dec. uitgeplante eene
gemiddelde hoogte van l.OG M. en eene breedte van 1.4ü M. bereikt. Er zijn
zeer vele van die boomjes afgestorven. Daarom is in Nov. ingeboet niet
met zaailingen, maar met stekken afkomstig van Bandoe-ardjo, die goed
geslaagd zijn.
TUIN 115 40,
Cedrela odorata.
De zaden van dezen boom zijn uitgelegd op eene bedding 26 Nov. 1901,
uitgeplant in den tuin 31 Jan. 1902, op 21 X 21 voet. 9 Sept. 1902 hadden
zij eene gemiddelde hoogte van 1.11 M. en eene breedte van 1 M. bereikt.
Ook deze Cedrela heeft nog geen zijtakken gevormd.
AANPLANT 1902.
Deze omvat:
1. Eene herhaling van de proeven omtrent plantwijdte, tuinen 1 — IG.
2. Hybriden, soorten en variëteiten, tuinen 17 tot 20, 22, 23 en 25 tot 30.
1 00
'.',. Keil liiiii, lï' 21, ^f('i»linit (Uil lahT tl.- mil w ikki-liii;^ der w <m-IcIsIi'1s<*1«
|,ij jf«;|()|»li- «Il (iii;^<'lti|)lf Immuih'Ii ii:i Ir '4:1:111.
4. J^]«'li hiili, 11- -I, ^rphiiil (iiii iliii iii\lot(| \:iii ltfsr|i;i(lii uiii;^ (i|t dt'
kdlTic ii;i t<' ^:i;iii.
!)('/(' jiaiipiüiil, olijrcN <'<'!• r, ItoiiwH K'"**'' i^'"'' 'i'^" •''■ /''ii"l},Mt'Hs van «l<'n
aaiipljiiil 1!)0I aan. I!<'t \ l;iksii- '4.Ml<-<lir is ^t-lnuikl vimm' de proeven on«l«-i- 1
21 Nov, 1!)02 vvciMJcii i\i- iiiiiHii Im|.I;iiii.
IMiOKN'KN O.MTÜKNT l'L.X NTW J.l I >TK K\ Tori'KX.
'IM INKN 1 'I'OT Hi.
Deze hiincn zijn cenr licihalin;; van dr Ininm II- ')! (i."» in den ;i:inpl;iii(
van llMIl. il«'( vooinrnirii is in de konn-ndc jaicn dr (►plnrn^slrn ;;rrr^rld
na. Ie j^aan om Ie civarcn welke planlwijdte het verkirsli jksi is <mi htpjien
of niet toppen. Door oeno proef als di'ze te herhalen en grniiddridrn Ir
nemen komt mrn natuurlijk lot jnisirr nitkomsten.
Daar de lnss(henidantin<; van maïs en vooral van lahak in dr liiinrn
•,M'idan( 12 X 1- voel in 1!MH .sleihl voldaan heeft zal ditmaal in de over
eonkoms(i-e ininen \"^ IT) en IC kaljan»; in ])laats van de tabak -enomen
worden.
Deze tninen zijn 21 Xov. 1002 beplant.
.. TUINEN 17—20, 22, 2:{, 25—29.
Liberia.
Deze tuinen zijn een vervolg op de Liberiatuinen van het vorige jaar.
Te samen bevatten zij 251):^ planten, op 8 X ï^ voet, met dadap er tusscheu
op 21 X 21 voet. Zij zijn beplant 21 Nov. 1902. Het zaad was afkomstig
van Gemampir.
In tnin 17 is bij wijze van proef ketella met witte bloemen tusachen de
koffie "eplant. Op Si Jierasap in de Padangsche Bovenlanden zijn daar
goede uitkomsten mede verkregen. Het kruipende loof hinderdi^ de koffie
niet de ranken daarvan klommen weinig of niet in de boomen, de alaug-
alano- en andere grassen werden verdreven en de bodem bleef los en open
onder het groen. -^
TUIN W 80.
H .V b r i d e n.
Einde November zijnj hier geplant hybriden uit zaad van Petoeng
Omboh. Einde December hybriden uit zaad van hybride-enten en zaailingen
101
vau een Liberiaboom met bijzonder lange boonen, van Kandangan. Ter-
zelfder tijd ook zaailingen van hybride-euten van Bandjarsari en van hybri-
den van Gogoniti.
TUIN IV 21.
Proeven omtrent wor telg roei.
In dezen tuin zijn eenige rijen boomen geplant met het doel die later te
ontgraven om te zien hoe de wortels gegroeid zijn.
l'' rij Margogype enten op Java onderstam .... 8 X 8 voet.
2^ „ gewone Java 8 X 8 „
3® „ Margogype enten op Liberia onderstam .... 8 X 8 „
i" „ gewone Liberia 8 X 10 „
5** „ Hybride (uit zaad van Petoeng Omboh) .... 10 X 10 „
Ö*" „ Java enten op Liberia onderstam 10 X 10 „
7^ „ gewone Margogype 10 X 10 „
De vier eerste rijen bevatten elk, 12 de drie volgende elk 10 boomen.
TUIN IV 24.
B e s c h a d u w i u g s p r (» e v e n.
In het proeftuintje Ngadiredjo (zie later) is een aanvang gemaakt met
proeven om na te gaan hoe de koffie zich gedraagt bij gedeeltelijke onthou- '
ding van het zonlicht. In dit tuintje zijn nu geplant o(> Java-boomen
6 X 12 voet om die later voor soortgelijke proeven te gebruiken.
PROEFTUINTJE NGADIKEDJO.
B e w e r k i u g s p r o e f.
Hier zij eerst nog eens in herinnering gebracht hoe de verschillende
vakken behandeld worden.
Vak 1. Alleen onkruid wegslaan niet hel grasmcs, zt)uder aan den
grond te raken, eennuial in de drie weken, \'nil uitgespreid houden.
Vak 2. Eenmaal om de drie weken schoffelen. Vuil uitgespreid
houden.
Vak 3. Schoffelen als in vak 2, maar vuil op rijeu leggen.
Vak 4. Als vak 3. Daarenboven in het begin cu t<'gen het einde van
den West-moesson, den geheelen grond behakkeu (i»atjollen) tot eeue diepte
van O duim Kijul.. builen de lakken der boomen.
Vak 5. Als vak 3. j
Vak G. Als vak 4.
Daarenboven tegen het begin van den West-
102
iiiüCHSOii L' pikol oii^'cldiisclitc k.ilk jx r Itninv ;:ili jUiiial i;: om-v dfii ^loml
uilsf fooien.
I)<' ( loii\ ('iiiciiifiiis I iiin \\;i;iriii dii pi uidi iiini jr j:c|»';icii is, was taiut'lijk
wel Vlij van is,\i\s en onkinid. /ooals nn-n dal s\<l nnM-r ziet },'«'l)(Min'ii,
dniiil licl ian;^ soordal een jdikji' niiddi-n in zulk ren Iniii \an Zfll' Wfdt-r
vol onisiiiid ;^nTaakl. Zoo is ook iiifi- di' ;_'i-ond in \ai< 1 lot liet einde \an
dit jaar no;; vrijwel kaal ^M-ldevcn en \ iel er in de ainh-re al /.eer weini;_' Ie
wic'deu.
De opbrciiijstL-n waren in 11)01' •
Vak 1 \'akL' \'ak :; \ak I \ak r, \'ak i;
KoffiebessGD 64.(> Tl'.l' 58.8 (14.4 80.0 ."")!).(; pik. j.. 1..
Bereide koffie 10.08 12.:{8 10.10 lO.cs Il'.Ol' lo.o .. „ „
lu Nov. 1902 kwam een flinke bloei uit.
A^M-dei' Itevindcn />icli liier norj (wee vakken. Ie samen 100 l)0(»nien, waar-
van li<'( eene ^^el(tpl ^«dionden is, leiwijl wij liel andere van af -Jnli 11)01
lieten doorschieten, leii einde eene vergelijking Ie verkrijiren tnssclien g(i-
lüi)len en ougetopten aanplant. De opbrengst bedroeo dit jaar:
Doorgeschoten fietojit
Koffiebessen G4.1 108.6 i)ik. ].. b.
Bereide koffie lO.Gl 15.94 „ „ „
Ten slotte vindt men hier nog eeu rij van 24 boomen loopcnde vau Oost
naar \N'est, waarvan 4 bedekt zijn met een dubbel leswenaardak vau atap,
breed 7, lang 24 voet, staande op pah^i, de nok 9 voet boven den grond. De
2 volgende in de rij liebben een dito dak, maai- van glas, en de laatste staan
onbedekt. Deze inrichting is gemaakt om na te gaan in h(»everre het ont-
trekken van regen en direct zonlicht invloed heeft oj» den bloei enz. der koffie.
Dergelijke proeven zullen later ook genomen worden in onzen eigen tuin,
dit zijn eigenlijk voorproeven otii te leereu lioe de inrichting daarvan moet
worden. *
D^ J. G. KRAMERS.
• ' ■ § XII.
W^" AFDEELING DER INRICHTING.
(LANDBOU W-ZOÖLOGISCH MUSEUM).
Het nieuwe gebouw, waarin deze Afdeeling is gehuisvest en dat in het
vorige verslagjaar in gebruik werd genomen, voldoet o]> den duur zeer goed.
Naarmate de verzamelingen in omvang toenemen, wordt meer meubilair
103
(vooral kasteu) aangemaakt eu de groote museum-zaal bevat thans reeds een
toonbaar «•elieel, waarin eene pathologische verzameling en een deel der
fauna van Java en andere eilanden is ten toon gesteld.
Eene niet onaanzienlijke uitbreiding onderging de vogelcollectie door
den aankoop der huidenverzameling nagelaten door D'". V o r d e r m a n,
Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst voor Java en Madura. Deze
verzameling, die ongeveer duizend vogelhuiden bevat, niet alleen van Java.
maar ook van andere streken van den Archipel, ontleent vooral hare waarde
aan de omstandigheid, dat alle exemplaren goed zijn gedetermineerd, waar-
door in de toekomst veel tijd zal worden bespaard. Een honderdtal ver-
keerde bovendien in zoo goeden conservatie-toestand, dat zij nog konden
worden opgezet. Daardoor zijn enkele vogelgroepen, o. a. de Ijsvogels, de
Koekoeken, de Ixo's e. a. reeds nu geheel of nagenoeg compleet aanwezig.
Ook werd in het verslagjaar voor de eerste maal de inlandsche jager-
praeparateur der Afdeeling naar eene streek buiten Java gedirigeerd. Het
verzamelen toch oj) Java leverde weinig nieuws op het gebied van vogels
meer op; wat nog niet aanwezig is, is te zeldzaam en daardoor te moeielijk
en met te groote kosten te verkrijgen, om opzettelijk daarnaar te doen zoeken,
zoodat het beter werd geoordeeld, eenvoudig te wachten, totdat men deze
vormen eens toevallig in handen kreeg, terwijl bovendien voor vele daarvan
de mogelijkheid bestaat, dat ze elders, buiten Java, worden verkregen, waar
zij minder zeldzaam zijn. Reeds bij dezen eersten tocht (naar de omstreken
van Telok Betong) bleek dit laatste inderdaad het geval te zijn. De jager
bracht als resultaat van een verblijf van ruim een maand aldaar een 50-1 al
vogels mede, waaronder zich vier soorten bevonden, die op Java wel voor-
komen, maar waaivan hij toch nog geen exemi)laar had kunnen machtig
worden.
Ook werd een begin gemaakt met het aanleggen van verzamelingen bc
treffende de zoetwaterfauna van Java en de fauna van do .Tava-zee.
De insecteu-verzanu^lingen breidden zich geleidelijk uit.
Door den Chef der Afdeeling werden onder meer de volgende onderzoe-
kingen ingesteld.
Het onderzoek betreffende de insecten, die mogelijkerwijze' bij de ver-
spreiding der surra een rol zouden kunnen sjx'len, werd voorloopig beëindigd
en de resultaten daarvan neergelegd in een opstel in ..Tevsiunuuia", \)oo\
XIII, pag. ni4— 322.
Verder werd, naar aanleiding van een schiijven van den P''^" Gouvor-
nements-Secretaris, behelzende d(Mi wensch dei- KegeiM'ing om zoo volledig
mogelijk te worden ingelicht nopens al hetgeen tof dusver bekend is oni-
104
Ifcnt (U' ('ij,'Pus<-liap|K'ii <ii lrvt'iiHV()orw;iar(l<ii \;iii tli irljiaii^ «n den pairl
oi'slcr, <M'ii (»ii(|('i/,(»('I< in die ridiliii^^ iii<;rslrl(|. dal In dr «M-islr phtals di'
(ri|)aiiK /OH iM-IrcllVn. 'I'i-n cindr ren i:<hmI uvcr/iilil h- M-rkiij-m <»\«'r dr
dicrvoj-incn, di»' in de /A-ri-w \an Ni'dn lantlsi li hidii- word" ii aan;:r| ruften ru
aldaar worden ver/.anield. mei liel d(.e| er Iriiian^" van Ie liereideii. werd
weder de Inilj» in^eroe|ien sandiMi hirerieiir \aii ImI I )e|iarl einenl \an l'.iii
neiilandsrh r.esiniir, dooi- wiens welwillende nn'dew erk in;: nil alle deelen
\aii den Areliipel exemplaren \an de/.e diersnorlen \\« rden oni\an^'en. Aan
bol (dndo \an liel vcrsla^'jaar kwamen nu;: sleeds •/,endin;:en in.
^^»ur een under/.uek naar eene riipsensuuri . die in uruuten -^eiale upirad
in do Pahnpiinm aanplanlin^^en ie 'rji|»eiir. I»e-:af de ("lief der afdeelin;: /ieh
porsooidijk daarheou.
Evonzoo word oon ondorzook iii loco inj^ostold naai- don aard eener ziekfe
in <\v Ihoo, dio zioli «iodnroiido don bij uilsiok dro};on ()(»sf-ni(>osson op ver
schillondo oDdornominjjon in do Proano:er-RojTpntscha[t]Kii \ uuidood on ltlo<'k
((> wordon voroorzankt dooi- oone soorl van mijl. die nauw xcrwani i8 aan
den, nit En*;olsoh-lndic wolbekenden „red si)ider".
Eindelijk worden tal van zondinjjon onderzooht botroffondi^ ziokton in
allerlei cnltunrp:ewassen, die door dieren werden veroorzaakt.
Van deze on andere, in vroojjor jaren iufjestelde ondei'zookin;L:on zijn de
resultaten neerjjelejïd in oen dool der ,,Mededeelinp;en", waarvan do (opio in
November van hot verslajrjaar «;ereed was on waarvan het verschijnen in
1908 tot eene korte besprekinpc in het voloend verslaj; aanleidinfr zal jjt'von.
Voor dit werk zijn wederom oon aantal platen pjeteekend. di(» in Euro])a wf»r-
den fïereproduceerd.
In den loop van het verslao^jaar verscheen van do hand van don ('hof
dor afdoolin*; oon wot-k over „de Zoof;di(M-on van Java", eveneens van afbeol-
dinjron voorzien on als 11- 54 in do serie der „Mededeelinjïen" opfrenomen.
Den 2P*''° en 22^*^° October woonde de Chef der afdoolinj; hot ronjrres
van Koffioi)lanters te Malanp; bij en hield aldaar eene voordracht, «jotitold
„Eeni*?e alfïPmeono opmerking;en over de Fauna der Koffie-ondernemingen
en hunne omjievinj;".
Van zijne aanwezigheid in Oost-Java word gebruik gemaakt, om den
Afdeelingschef eene dienstreis op te dragen naar een paar ondernemingen,
in het Malangscho on hot Pasiriansche gelogen, vanwaar kort vóór zijn ver-
trek naar ]Malang zendingen betrof fondo ziokton in koffie on kina waren
ingekomen. Deze dienstreis duurde van 24 — 30 October; do resultaten van
het aldaar ingestelde onderzoek kouden nog in het hierboven bedoelde deel
der Mededeelingen worden opgenomen.
105
In het aan de afdeeling verbonden Laboratorium voor vreemde Zoölogen
werd in de eerste plaats gewerkt door D'. (J. L) a w y d o f f , wien door de
Academie van >Yetensehapi)en te St. Petersbuig eene wetenschappelijke reis
naar Nederlandsch Indië was opgedragen. Deze geleerde was van 20 Mei
tot einde Juli ie lluijenz<)rg werkzaam en hield zich voornamelijk bezig met
het bijeenbrengen en conserveeren van materiaal, dat later in Europa kan
woorden uitgewerkt. Ook verrichtte hij bij tal van insecten, wier afmetingen
zulks toelieten, injectiepi'oeven in bei)aaldc organen, welker bouw en be-
teekenis nog onvoldoende bekend zijn. P^indc Juli aanvjiarddc hij eene reis
naar het Oostelijk gedeelte van den Archipel, vanwaar hij den 1®^^° October
te Buitenzorg terugkeerde, om, ditmaal na een verblijf van slechts eenige
dagen, de terugreis naar Europa te aanvaarden.
In de tweede plaats w^erd in de maand Mei in het laboratorium gewerkt
door een Duitsch Zoöloog, D*". F r a n z. Graf v o n M a t u s c h k a, die
zich voorstelde, het volgend jaar voor een zestal maanden terug te komen.
Eindelijk verscheen in het verslagjaar als 11- XIII van het Bulletin de
rinstitut Botanique de Buitenzorg het eerste Bulletin met zoölogischen
inhoud. Door den ondergeteekende werd daarin in een voorwoord de ge-
schiedenis geschetst van de Landbouw-Zoölogische Afdeeling onzer inrich-
ting. Aanvankelijk op zeer bescheiden leest geschoeid en in het leven ge-
roe})en door de samenwerking van belanghebbenden bij verschillende onze?'
culturen, breidde dit onderzoek zich meer en meer uit, ook over zaken van
meer algemeen Zoölogischen aard. Spoedig nadat de betrekking van Land-
bou w-Zoöloog door de Regeering was overgenomen (Januari 1898) en daar-
door was geconsolideerd, deed zich de behoefte aan meer ruimte gevoelen.
Hoe, wederom door de medewei'king Aan particulieren en door den steun der
Begeering. die het ontbrekende aanvulde, de foiulsen voor een go<'d (mi doel-
matig gebouw werden verkregen, is reeds in een voriff jaai-verslag vermeld.
TTet tweede opstel in bedoeld Bull(Min is van de hand van den Thef der
afdeeling en draagt tot titel ,.Einige allgemeine Bemei'kungen über die Fauna
von Buitenzorg und Umgebung" Daarin wordt een overzicht gegeven van
de meest belangrijke voT-uieii der verschillende dierklassen, die in of nabij
Buitenzorg zijn te vinden. Dit ovei'/,i<-l(l heeft hoofdzakeliik ten doel. den
vreemden Zoölogen, die te Buitenzorg onderzoekingen komen instellen, de
yolegenheid te geven, zich vooraf eenigszins op de hootrte te stellen van den
aard van het malei-iaal. dat hier te verki-ijgen is. .\an het eind(^ van dit
overzicht wordt koitelijk medegedeeld, welke vi-cMMude Zoölogen T-eeds te
Buitenzorg werkzaam wai-en en in welke richtingen hunne onderzoekingen
zich hebben uitgestrekt.
106
8 MN.
AFhKELING: „rh'olil'S TA rioN \<)(>K INDKJO".
Md (louvcrncnionts hcHliiil bclickkiii;: licltlM-iidc oj» het tol sImikI koincii
(lezer nieuwe iilMeelili;,^ en :il liel;;eeti e|- (i|i liet rek l< i li;^' heelt, is lteli;i n«le](|
in do eoi'Hle |>;ii;i;4i;i;if \;iii (iil \eisl;i;;, w ;i,iiii;i;ir woidl \ eiwe/en. |);i;iiiii
is mede i-eeds veiineld, dat t<il «'lid dei aldcdin;,' weid Itenoenid di- lieer
.). 1 1 a /, e w i n k e 1, reeds ^eininien lijd als I )irecteiii- \ an het Klatensehe
Indij,'<» jtrodsliition werkzaam.
Het liiei' v<)l<;ende i'ajiporl o\'er de werkzaamheden in den juup \aii het
versla<;jaai' is d(i(»r den Heer Ilazewinktd in del'init ie\ en \nrm ojij^o-
steld, ua eene te l'nilenzoij; ^elionden bespreking' eenij^ïen tijd na leiiijzkonist
van den ondergeteekende.
Ofschoon 80 Maart 1002 do aanslnitin^^ van dit proofstation bij 's l^ands
IMantonttiin t<»t stand kwam, niod dit veisjaji; todi hxtjten van 1 Januari
1902 tot ultimo December van dit jaar, daar de eei-^to 4 maanden der ver-
slajïporiode kunn(Mi beschouwd worden als een tijd van ovorf;an<r, waarover
de Kofioeriufis-subsidio evenzeer weid uitgekeerd als over het tijdperk na
1 April 1902.
De inventaris werd in het verslagjaar voldoende aangevuld. Het ge
bouw behoefde noodzakelijk onderhoudswerk, vooial ook door het over-
brengen van de losse deelen der o\) het erf van het proefstation aanwezige
])roeffabriek naar de onderneming (rantiwarno, waar in 1901 een nieuw
jtroeffabriekje was gebouwd. De liiervan veikregen afbraak werd zoo noo-
dig verwijderd en zoo mogelijk door bijmetselen in een behoorlijken toe-
stand gebracht. Dit kon te geruster geschieden daar er nu beschikt kon
worden over twee proeffabrieken voor de indieaan-extractie, t. w. eene op
de onderneming Oantiwarno en eene oi> de onderneming Koetoesarie. Het
]>ersoneel bleef in hoofdzaak hetzelfde en werd af en toe, indien de werk-
zaamheden dit eischten, tijdelijk aangevuld.
In de verslagperiode werd het proefstation bezocht door den Heer C. W.
S n o w, een Tiritsch-Indisch indigoi»lantei'. terwijl eene collectie preparaten,
de indigo-cultuur betreffend, werd gereed gemaakt voor de <^cole de commerce
de Tdat (Antwerpen), met bijbehoorende analyses.
De Directeur van het proefstation begaf zich in A]>ril 1002 naar Buiten-
zorg om met den Directeur van 's Lands Plantentuin naar aanleiding van de
aansluiting het noodige te bespreken. Tengevolge daarvan werd een werk-
programma opgesteld en verder alles geregeld, wat regeling behoefde.
107
Dl' Directeiii- van het ]H'()efstatioii werd door de Nederlandsch-Indisclie
commissie voor de Nijveiiieids-tentooustelling te Osaka aautrezocht te zorgen
voor de inzending van eene collectie indigo-monsters. Pogingen om aan
dat verzoek te voldoen mochten geen gunstigen uitslag verwerven.
Herhaalde malen werd den directeur advies gevraagd over de bruikbaar-
heid van kalk voor de tegenwoordig meest gevolgde wijze der indigo
bereiding.
Dit kostte natuurlijk veel tijd, en deed scherp uitkomen hoe de kalk-
verkoop voor dat doel op eene minder gewenschte wijze geschiedde.
Dit gaf den directeur aanleiding aan het bestuur der vereeniging „het
proefstation voor idigo'' voor te stellen, te trachten een' meer gewenschten
toestand in 't leven te roepen. Vooral werd nadruk gelegd op de wensche-
lijkheid, dat de leverancier dient op te geven van welke samenstelling de
kalk is, die hij kan leveren, en dat hij die samenstelling op eene of andere
wjze garandeert. Als gevolg van eene bespreking met genoemd bestuur naar
aanleiding van dit voorstel, werd door den directeur aan de daartoe in de
termen vallende kalkbranders eene circulaire gezonden. Met grond mag
men uit de ingekomen antwoorden opmaken, dat inderdaad meerdere van
die leveranciers het minder gewenschte van den huldigen toestand inzien, en
dat zij zullen medew^erken tot het invoeren eener betere regeling. Waar-
schijnlijk zal deze in den loop van lOO.T tot stand kunnen komen.
Van het Verkaufssyndicat der Stassfurter Kaliwerke werd een schrijven
ontvangen, waarin een bedrag van ƒ 150. — werd aangeboden als finantieele
steun voor door het proefstation te nemen bemestings-proeven. Het idee
van genoemd syndicaat was uitgeloogde indigobladeren (titen) te verwerken
op geconserveerde droge mest, die in don handel gebracht zoude kunnen
woorden, en voor de indigo-cultuur zou kunnen worden vervangen door de
anorganische meststoffen, die de ,, Kaliwerke" leveren.
Uit eene met den waarriemenden directeur van 's Lands Plantentuin
gevoerde correspondentie en uit besprekingen met het bestuur der ver-
eeniging „het proefstation vooi- indigo" bleek de wenschelijkheid deze zaak
tot later aan te houden.
In de verslagperiode verschenen geene publicaties van het proefstation.
Wel V7erd op verzoek van het bestuur der vereeniging een uitvoerig verslag
opgemaakt loopend van 1 Juli 180S tot ultimo December 1901. Dit verslag
gaf behalve de administratieve geschiedenis van het proefstation een zoo
populair mogelijk overzicht van de in dat tijdperk verrichte wetenschappe-
lijke en technische onderzoekingen.
De w'erkzaamheden van het ])roefstati()n ondergingen in de nuiand Juni
108
('«•ri«' aanirn*rk»'lijk«' v«Mtr;ij,nii}; dour ('»'ii cnistiti d«'f»^(l ;iaii <!»' ;^;i.sina« liiiir,
(l;if r»lil«'i- ;;<'|iikki;^ vollcdi;^ '^i-y('\K'iv('i'V(\ kon wmtlrii.
hl lirl i;i;ll- 1!HI_! weiden de \<il;4<;ide (illdei IK |iilli;_'i'll lte/.n< lit l\oet<»e
Kjir'ie, l\eii;ij;iri, Kem.iedoli, l\|e||eii <'ii l;il \iiii ni.ilen de ondei neriiiii;,' (Jaiiti-
\\ ;ini<).
I )e l»e/,»K'keji ;i;m d<' ondeiiiemi ti^eii K('?i;i JM n en Kemuedoli ;,M'S(dii('dd«*n
n;i;ir a;inl('idinj^ \an \er/,i>eUen dei lieiioklven adni inisi i ;i tenrs ; ovrv (]<■•/.*'
Iie/oekcn werden aan di<' helieei ders n il \ (»eii;^e ia|.|M)|ten o\ e?';_'e|e;/d.
'I'<'veiis \\fi<leii <i|i <le nnderni'niinji l\eni<>ed(di i'eniLTf ralnieal ie proeven ver-
ri(dd, \vaai\an de resnllalen laler ter sjnakt' /adlen komen.
Een l»*'/.oek aan de ondei iieniin;,' Klellen Ivon alleen dienen tol liel hou
den Aan lM'S)M-«d<inj;«'.ii aan^Maiul»- lul faln-icaal, daai- do/e ondernetninu
slo(di(s hniicn den \v('i-k<ijd hcz/xdil kon vvordon.
Hel l)(v-o<'k op de ondorneminji Kooloosnii*-. dnnrde drie wekt-n. Hoofd
doel vv van was Ie Ix'sl nd<'ei'on of <mmi<' andoro wijze van indifaan extraidie
mopplijk was. 1)(> adniinishatcur dier onderneniin<: loeli had ccne instal
lalio voor do iiKlicaanoxtrartip iijfroiichl. waarbij idot i;<dijk tot nu top, hot
blad in hot kokondo watoi* word ^odonipold. maai- oin^^okooi-d hot kokondo
wator bij hot blad word fjovooj^d. Ofschoon indoxyl vorniin^ï in do vlooislof
was fo constatooron, blook toch do hoovoolhoid daarvan i)ractisch crpsproken
zoo };orinjr to /.ijn. da< dit ^'oon nadool jraf. jzolijk nit de analyses dor boroido
rndifïo's blook. "Oozo wijzo van indicaan-oxtractio moot inderdaad als ooii
jjoodo stap vooruit wordon beschouwd. Tovons word van do j;olof;onhoid
«roprofitoord oonifro plantonanalysos to doon. Vroojrpr froschioddo do controle
op hot bodrijf door vorzondin}; van pap-monstors naar het proefstation. Fit
de analyses dior monsters had men dan conclusies to trokken: dikwijls bleek
hot echter, dat deze jroen juist beeld konden fjovon van hot feitelijk verloop
dor boroidinfr. "Dankbaar word daarom oen aanbod van don boheordor dor
ondernemin*; frantiwarno aanvaard om op do door ZEd. behoorde onder
nominjr oen klein laboratorium in to richton. Hot proefstation stolde daar-
voor porsoneol beschikbaar. Tovons werd oen sjroömployeordo der onder
neminjx Gantiwarno bekend jjomaakt mot do analyses, die op dat laborato
rium zouden wordon uitjjovoerd. Zoor to betreuren was het echter, dat die
jieëmployoerde don dienst dor ondernoming verliet vóór hot laboratorium
in workinj; was.
Ter controleorinjï dor aldaar verrichte workzaiimbodon word do onder-
neming tal van malen bezocht. Jammer was echter het feit, dat in do op hot
(etablissement aanwezige fabriek volgens warm procódt^ werd gewerkt, ter-
wijl oorspronkelijk de bedoeling was, hot koud procédé aan een grondig
109
onderzoek te onderwerpen, vooral in verban»! met de tot nu toe gevolgde
wijze van fontr«")le. De resultaten van bet daar verrichte onderzoek zullen
nader kort worden opgegeven.
Ten behoeve van leden der „vereeniging het proefstation voor indigo"
werden de volgende onderzoekingen verricht, waarbij het uitvoerig onder-
zoek op de onderneming Gantiwarno niet is medegerekend :
8 wateronderzoekingen met 40 quantitatieve bepalingen,
1 chloorbepaling „ 1 „ „
17 indigokoeken „ G5 „ „
13 papmonsters „ 24 „ „
30 monsters met 130 quantitatieve bepalingen
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK.
Wat aangaat het wetenschappelijk onderzoek kan het volgende vermeld
worden.
F e r m e n t a t i e en k 1 o p p r o c e s.'
Pogingen om door eene snelle quantitatieve bepaling van het indoxjl
gehalte in de fermentatie-vloeistof te komen tot eene juistere beoordeeling
van het eindpunt der fermentatie, hadden tot nu toe geen succes. Evenzeer
bleek het nog niet mogelijk qualitatief aan te tooneu op welk moment scha-
delijke stoffen voor de qualiteit der indigo uit de plaut in te groote hoeveel-
heid uittreden. Daar vermoed werd, dat uittredend phosphorzuur eeuige
gegevens dienaangaande kou verschaffen, werd getracht eene snelle titro-
metrische bepaling daarvan te vinden. De uraan-methode, voor dit doel
gemodificeerd, bleek niet geschikt te zijn.
Meer resultaat gaf het op de ondernemingen verricht onderzoek, vooral
dat op de onderneming (iantiwaruo. Als eerste resultaat van dit onderzoek
volgde, dat in regen-arme tijden het kalkbindend vermogen van fermenteer-
water bij toevoeging van ongeveer de hoeveelheid kalk, die voor de indigo-
bereiding wordt gebruikt, vrij wel constant bleef. t)ok voor de onderne-
mingen Ngarès-koppen en Kemoedoh werd ditzelfde feit geconstateerd.
Onderling verschilden de watersoorten der drie ondernemingen echter tame-
lijk veel. Vooral bleek uit de Gantiwarno-proeven het nut eener dage-
lijksche titrometrische controle van het fermenteerwater. De wetenschap
toch, dat er gecontroleerd werd, had al vrij spoedig tot resultaat een zeer
regelmatig werken, en dientengevolge, vrij wel gelijke eind-alcaliteit van het
fermenteerwater. Dit feit was van des te meer belang, daar uit laborato-
riumi>roeven volgde, <iat he< moment, waarop indoxyl in de fermentatie-
no
vlooi.slof is JiuM Ie looncii, ;itli;ni;^l . .111 <l<' .ilrMliicil dier \ lucistdr. Ffoi»
hoogei' dczo laalHto is, lioc \;[\\^t-r hd (liiiiit. Zcrr viMiiHMMldijk /al dus v«M'-
iTieerdcriii;^ van alcalilrit \ cit ra;;iii^ «Ier ti;iiiiMiiai i<- ii-ii '^i-\f>\<ii- Ih-IiIh-ii.
('|)«' iiio;4('lijlJn'i<l \aii iii(|()\_\ I oril Iimühm js nid ui 1 ;.',csl(ili'ii 1. /t-n- ••vidfiil
volj;«l<' uil (Ie ( iani iwaiiin cu K<mii<M'<I<»1i |ir<t(\ in, dal snuiMiij;»' hciau^^Mijk»'
vcrsidiilicn iii de wijze van iH-n-idinjj, shcliis cfii zimt ;i<-i-ijii:cn iiivlo(,'d luid-
den op de saiuoiishdliii^' d<-r indi^^o, indien nieu de/e uildi iikl in indi^oline,
in ijsa/ijn ojdosbaro stoffen en onln i)aalde r<'st, omt'erekend op as(li- en
\va.(er\ fije indi;,^).
Indien men echter op deze wijze de samenstellin-,' der indi<,'o uitdrukt,
bestaat er {^ecni verband tusschen die sani('nstellin<jj en de (|ualileit, d. w. z.
het complex van jdiysiscbe eij^enschappen (kleui-, fijnheid van de«.'g, zaïlit
heid enz.), die de basis der waardebepaling door den handel uitmaken.
Daar echter niet is aan te nemen, dal die ]»hysis(he eigenschappen ge-
heel onafhankelijk zijn van de chemische samenstelling, moet de analyse-
methode zoodanig uitgebreid worden, dat zij meer gegevens verschaft dan
tot nu toe het geval was. Daar de in ijsazijn oplosbare stof een mengsel is,
zal in eene meer of mindere volledige scheiding van de bestanddeelen van dat
mengsel vermoedelijk een middel kunnen worden gevonden om te komen
tot een verband tusschen analyse-cijfers en iiualiteit.
Uit de sedert 1901 verrichte 58 indigo-analyses, uit de Kemoedoh-proe-
ven en uit het Gautiwarno-onderzoek, volgde het merkwaardige feit, dat de
samenstelling der indigo's uitgedrukt op de boven aangegeven wijze, voor
elke onderneming slechts zeer weinig verschilde, terwijl echter in die
samenstelling groote verschillen optraden bij vergelijking der indigo's van
verschillende ondernemingen. Daar echter sommige verschillen in de berei-
dingswijze, gelijk boven medegedeeld een' zeer geringen invloed uitoefenen
op die samenstelling, moet de oorzaak der verschillen in de analyses-cijfers
der indigo's, afkomstig van verschillende ondernemingen, gezocht worden
in andere variaties, die nog in de bereiding mogelijk zijn.
In eerste instantie moet hierbij worden gedacht aan verschillen in de
constructie en bewegings-snelheid van het klopwerktuig.
Inderdaad bleken verschillen in die bewegings-snelheid, dus in de snel-
heid der oxydatie, belangrijke verschillen in samenstelling en qualiteit beide
ten gevolge te hebben.
Bij proeven in die richting stuit men op groote bezwaren, wat aangaat
de verwerking der verkregen pap op koeken. Het is uiterst moeilijk deze
op het laboratorium zoodanig te verwerken, dat zij door het persen dezelfde
habitus verkrijgen als bij de fabriekmatige bereiding.
111
Üit het Gantiwarno-onderzot^k volgde verder, dat het onderzoeken van
ruwe pap op aschgehalte slechts onder zeer bepaalde omstandigheden eenig
licht kan geven over het verloop der fabricatie. Als eerste eisch moet dan
echter gesteld worden geregelde dagelijksche controle. Zeer zeker kan men
echter zeggen, dat met onze tegenwoordige kennis, het resultaat niet in over-
eenstemming zal zijn met de daarvoor te maken kosten en de daaraan te
besteden moeite. •
Wel blijft zeer wenschelijk het onderzoeken der gewasschen pap op vol-
doende zuivering.
Als resultaat van tal van onderzoekingen kan hier tevens medegedeeld
worden dat de handelsindigo, afkomstig van natalplanten, geen indirubine
bevat.
Uit de Gantiwarno proeven volgt verder, dat bij zeer consciëntieus
werken een vrij constant droogstofgehalte in de gewasschen pap kan worden
verkregen, en dus uit het quantum verkregen gezuiverde pap inderdaad een
goed oordeel over sommige onderdeelen der fabricatie kan worden gevormd.
Op het laboratorium werd een onderzoek verricht aangaande het koken
der pap.
Ofschoon dit inderdaad eene zeer ingrijpende verandering in de samen-
stelling der pap gaf, blijkt die verandering constant te zijn, zoodat het kook-
proces dus als zeer zeker en constant in de uitvoering dient te worden
beschouwd.
Aan het kookproces wordt trouwens op de meeste ondernemingen bij-
zondere zorg besteed.
Verder bleek, dat de indigo afkomstig van koudwater-procédé in door-
slag minder organisch ijsazijnextract bevat, dan die van warm-procédé af-
komstig.
In 't algemeen kan men zeggen, dat de meeste koudwater-indigo's op
100 deelen aanwezige indigotine een gehalte aan organisch ijsazijnextract
hebben tusschen 19 en 24 deelen, dat dit gehalte tamelijk zelden tot 33 deelen
rijst, maar uiterst zelden of nooit daarboven komt. Bij warm-waterindigo
komt slechts zelden een gehalte beneden 21 deelen voor, gewoonlijk ligt het
tusschen 21 en 33 deelen, maar nog zeer vaak boven en zelfs zeer ver boven
33 deelen. Dat de warm-waterindigo beter betaald wordt moet dus alleen
worden toegeschreven aan betere physische eigenschappen en niet aan hooger
indigotine-gehalte.
Ten slotte moet nog gememoreerd worden een onderzoek aangaande de
mogelijkheid het aschgehalte der reeds volledig gezuiverde pap nog verder
te doen dalen, door nawassching. Inderdaad bleek daardoor nog een tame-
112
lijk Itcliiii^ii jl< l>t<lr;i^ ;i;iii asrlrlM'Sl ;i ii(|il<-(l<'ii l;;i|is?) uil (e lickkcii. .M(M-k-
VVïlill'Hi}^ is crlilcr hel IVil (l:il ;ill<t|i ;i:iii<.v/iliil il \s;il('|- <lil sriiijiil Ie docll.
i imI i (- a n ii o \ y d a I i •-.
Tci' hcsl iidct'iin^ \aii tlil \iaa;;stiik was ikmxü;: lid \ inden van eoiie
}j;(K'<|r rn snelle niel liode ter lieicidin;,' \ai; elieniiseli /iiiver itidieaaii. Ilel
niochl ^idllkken eene der^^t-lijke lMelli(»de en zells I Wee Ie vinden, die iedel
hiinue oigiMiaaiilijic voordeelen hadden naar j^eliiug dor grootere (d kleiinM*e
laboi-nloriuni-installalie. Hei hereiden van «^ritolere (|uantunjs (diemisch
zuiver indieaan Iieel't nii niel nieei hel niinsie Ite/waar. Hel ondeizoek. ver-
i'iehi tot hel \inden de/er nielhode. leerde reeds lal \aii ei;:,enseli;i[t|ien van
1k'( indicaan kennen en sernioeden lisonierie, consi il iil ie en i^edra;; jej^enH
ijzerzouten).
Het zon te ver voeren liiei- daarop nadei- in te f!:aan. Alleen wensch ik
even te memoreeren :
1''. de moeilijkheid, waarmede; indicaan uil onznixere oplossingen en de ge-
makkelijklieid. waarmede het uit zuivere oplossingen kristalliseert;
2''. de gemakkelijkheid, waarmede het oververzadigde oplossingen vormt;
rr. de gemakkelijkheid, waarmede het bij de tropische temperatuur (in de
droge tijd?) zijn kristal water verliest; en
4'\ de buitengewone houdbaarheid, die het mogelijk maakt eene 4 procentige
oplossing op het waterbad droog te dampen zonder belangrijke ontleding.
Verder werd de oplosbaarheid van iudieaau in water van verschillende
temperatuur nagegaan, en bleek deze te voldoen aan eene algemeene
formule van den vorm a + bt*, waarin a en b constanten en t de tempera-
tuur boven nul graden. Eindelijk werd geconstateerd het bestaan van
eene in water volkomen onoplosbare verbinding (wit van kleur) met lood.
welke zich slechts onder zeer bepaalde omstandigheden vormde.
Er kon tevens een begin gemaakt worden met een studie naar de indi-
caan-oxydatie met chemische middelen, toegepast op het zuiver indicaan,
"waarvan de orienteerende proeven reeds interessante resultaten gaven, welke
echter nog niet voor resumeering geschikt zijn.
Indigo-analyse.
Het belang verbonden aan eene snellere bepaling der bestanddeelen van
de indigo werd grooter sedert er eene goede methode der iudicaan-bereiding
gevonden was. Nu toch bleek bij de studie der indicaan-oxydatie het ond^r-
115
zoêlv van beroide indio;o's herhaalde malen voor te komen. Tot nn toe ge-
lukte Imt ^vel de niaiiiipnhities te vereenvoudigen, eohter ten koste van de
nauwkeurigheid. De oorzaken hiervan moeten nog opgespoord worden.
I n d i g o-r a f f i n a g e.
Dit facultatieve punt van het pogramma kwam niet in behandeling.
C n 1 1 u n 1' p r o e V e n.
In afwachting der komst van iemand, die de speciaal botanische vraag-
stukken rakende Indigo zou hebben te bestndeeren en ter voorbereiding van
dat botanisch onderzoek, werden in het verslagjaar reeds eenige cultuur-
j>roeven genomen, waarbij werd nagegaan hoe nabij men zou kunnen komen
aan het te stellen ideaal: planten te kweeken in volkomen gelijken bodem,
onder geheel gelijke omstandigheden en afkomstig van korrels van gelijke
afmetingen en specifiek gewicht.
Het leeren kennen der moeielijkheden, bij het streven naar dir doel zich
voordoende, gaf zeer nuttige vingerwijzingen aan voor verder te nemen
jiroeven. Zonder hier in bijzonderheden te treden, zij toch vermeld, dat de
grootste dier moeielijkheden blijkt te bestaan in de slechte kieming van het
zaad, waardoor bij vergelijkende proeven de grootste ongelijkheden dreigen
te ontstaan. Als regel toch kiemden van zaden, die geenerlei voorbewerking
hadden ondergaan, op 100 stuks er altijd minder dan KI te gelijk en goed.
Het is Itekend, dat men ook in de praktijk om eene betere kieming van het
zaad te verkrijgen, dit kunstmatig beschadigt door het met zand te stampen.
Zooals van zelve spreekt is eene zoo ruwe kunstgreep voor het doen van
nauwkeurige proeven niet aan te wenden. \'au daar werd getracht door
prikken in het zaad, zonder de kiem W kwetsen, eene meer gelijkmatige kie-
ming te verkrijgen. Wel gelukte dit, maar tevens bleek, dat dit ingiijpen
een ongunst igen invloed op de jonge kiemplant had, zich o. a. in de eigen-
schappen van den wortel openbarend.
Bij de nauwkeurige metingen der zaden bleek, dat het Indigo zaad van
verschillende ondernemingen zeer belangrijk in gemiddelde grootte ver-
schilt. P.ovendieii wenleu gegevens verkregen omtrent de hoeveelheid /aden,
die men voor verschillende later te nemen proeven noodig zal hebluMi.
Twee proeftuinen werden aangelegd, een op de onderneming Djiwo en
een grootere nabij Klaten. De hieraan besteede moeile en kosten zullen
ook voor verdere proefnemingen vruchtdragend zijn.
VERSL4C VAN *S UNDS PLANTENTUIN iW± °
114
§ XIV.
AFDKEIJN»:: .,i'i:oi;i'sT.\Ti(»N \(Mti: 'riii:i:'.
Aiiii^c/.lcii in (Ir fcislc |i;n ji<;i'a:ir \;iii dil \( rshi;; liet ( 'Htiivornr'inonts-
l'.rsliiil \:iii 1.'. Ajiiil IDdl! II' 1(! in cxlcnsd is w ••(•r^«'>,M-\ en. /.«m» is i«mm1s Im-
li:in<li-l(l Z(t<i\\<l <|i' n|)ri( iilin^ \;in \\i-y.r nicnwi- nltji-clinn ;i|s de h;i;ii- ^iforvcii
iM'Scliikiuii^ o\<'i- ('cnc l;ilior;ilMiinni ;^i'|t'^cniiri(l en o\ci- ifiicin \o(ir a-w
liidcll iiin ;ii<l \\;ii(' (lcili;i I \ <■ slcihts in Ik rhalin^i-n Irt-dcn /.on op cfn en
nntlcr iiicr weder werd In ll;^;^(•i^onlt•n. .Mit \cr\vij/.in<; n;i;ii- die i'iTstc |i;ic;i-
^r;i;il' wordl dns \olsl;i:ni.
0|i ;^i-ond \:in lifi iM'|i;i;ildc l»ij lid ;i;i nuflnin Ide < loii\ i-nn-nicnt s l'.fsliiit
\-o(n(l(. de ondri-^ctcckcndc ziili toe. ;ils ('lief de/cl' iifdeclin^i ..rroclslii lion
vooi- 'l'Jicc"' !>'. A. \\'. X :i n n i ii ^ ;i. die, zoonis lickcnd, /.i(li rt-fds ^fcrni
men tijd liij "s Lnnds IMnntenhiin litM-rt hczijf jjchoudcn niet ondcrzo^'kinp'n
Itctrcircndc O]) ,J;ivn ^ccnlt ixccrdc tlicci'ii, corst ondci' l(idin<i. van Tiof. T)^ 1*.
\ il n Iv o 111 1) 11 !• ii' Il «'M dn;niin zclfsljindi^'.
Aanj^ezicii zeer kort na hel ncmcii der licscliikkin^ van i:! Ajnil 1!>02
11" Kt d<' mij o]>.ii('dia.n('n coniinissic reis moest worden aanvaard, hebben de
weikznamlicden deze nieuwe al'deelin^' jdaats ^•ej^repon, terwijl ik afwezig
was. DientenfjiMoljiO wordt liier het rai)i)ort van den afdwlino-sehef in zijn
jicheel en on<>(?wijzij»d overjijenomen, zonder eeniije beschouwing; of toevoe-
«•inp: mijnerzijds — zooals anders bij eene eerste maal, dat een nieuwe para-
•iiaaf in liet versla»; voorkomt, <;eiii(MMilijk <;-es<-hiedde.
P e r s o n e e 1. Den l*""" Se])teniber werd als assistentie aanjijesteld Mej,
E. S (! h e r e r, die belast werd met eenvondij^e analytische weikzaamlieden
onder controle van den Afdeelingschef.
Den P''" Anunstus werd de heer J. P. Pee r e b o o in V o 1 1 e r, ond-
administraleiir v;in de tliee-oiiderneminjj; I'asir Kenanoa, aanjjesteld als
tijdelijk O] zichter, beiasi mei de ont^iiiiiinj;- van het leirein voor den thee-
proel'aanplant „l'asir Saron«»j;è".
Den 1.7'" November, na afloop der voor 1902 op 't prof^ramma staande
ont};innin<i, verliet ons de heer P e e r e b o o m Volle r, om eene beter
gesalarieerde IxM rekking nier vastere vooruitzichten aan te nemen. In diens
jdaats werd voor korten tijd aanjicsteld de heer C. C Staal van Vlo-
ten, die ons om dezelfde redenen den 1^^*'" Januari verliet.
Gebouw e n e t c. P.eoin April kon het nieuwe laboratorium bestemd
speciaal voor onze Afdeeliiio-, in oebrnik worden genomen en naar de eischen
Aan dit onderzoek worden iniiericht. Het bestaat uit:
^
^
o
o
«IJ
(S
^
^
V-
roj^
o
o
S
5^
^
**
<;^
<o
^^
^
«il
• <->
No
%o^'J
^
^
'S
se
CSU
>i.
^
s;
!^
Qj
<i/
k
.^
^>
^
1^
(i. eehe ruimp zaal als oiopnlijk laboratorium,
b. eeno zaal voor de eliemische balansen, waarin meteen sclirijfialL'1, kasten
voor bo«'ken, voor chemicaliën, etc,
c. een kleiner lokaaltje, inoeridit als ber<>plaats voor glaswerk etc,
fl. een klein bamboe-gebouwtje, ingericht als si»oel])laats en voor 't maken
der monsters etc
Reizen. Door den al'deelingschef werden in 't afgeloopen jaar een
aantal reizen ondernomen tot bezoek van een 40-tal ondernemingen; hierbij
werden zooveel mogelijk speciaal ook die ondernemingen bezocht, welke
nieuw tot het Proefstation waren toegetreden.
Verder werden een aantal reizen ondernomen naar het terrein voor den
proefaanplant; van af 1 Augustus omstreeks elke i* a :; weken, welke reizen
steeds 1 a 'i dagen in beslag namen.
PROEFAANPLANT „PASIR SAROXGGÈ'" [').
A. O n t g i n n i n g.
Van het geheele, ter beschikking van den Directeur van 's Lands Plan-
tentuin gestelde, terrein groot omstreeks 200 bouws (opgemeten en in kaart
gebracht door den heer ( '. L a n g van 's Lands Plantentuini, werd het be-
nedengedeelte groot 50 bouws, voor 't grootste gedeelte bestaande uit in
slechten toestand verkeerende Gouvernements-koffietuinen en alang-alang
velden, voor den thee-aanplant afgestaan.
De grond werd, na verwijdering van de aanwezige koffie- en schadnw-
boomen (dadap) tot eene diepte van 2 i\ 21/4 voet omgewerkt, welke zeer inten-
sieve bewerking wij noodig achtten, vooral omdat de grond i-einls jaren lang
in cultuur was geweest en nog nooit diep was omgewerkt. Deze bewerking
geschiedde of in eens, of — \va;ir dit door veel alang-alang of casso onmoge-
lijk was — in twee keer. Op enkele jjlaatsen had de bevolking (abak ge-
plant, soms tusschen de koffie; deze kon tijdig worden vei\vij(ler<l, ev(»nals
ook enkele andere inlandsche gewassen, die voor de ontginning werden
geoogst.
(') Zie nevensgaand sclielskaartje, waarop is aangegeven:
a. venleeiing van de in hel verslagjaar oiilgoiuion 25 houw in Iieclaren. (elke Iiectare
is weer onderverdeeld in stukken van een kwart licrtare), voor latere proeven niet lie-
mesting, snoei, pluk en dergelijke;
b. afstand waarop geplant wordl — plantwijdte in Hijnl. voelen — welke telkens voor de
geheele oppervlakte van een hectare dezelfde is.
Bij (Ic <)nlj:;iiuiiiiji; bleek Icn diiidelijkslc di- ;^i-lijUiii:ii i^^dieid iii pliysiKclio
f;^<'S<('l<lli('i<l \jm liel ;^<'lir'<'lt' (tiit<::(»iiii<'ii tfirtin. I )c j^rtnid lifsl:i;il uil /:iinli),'e
iccin iiicl \iij \i-i'l i^riiKJ cii sicciiijcs iii <li*ii Imi\ ciii^nnHl ; di- khiir \;tii ddi
lio\»'ii^r<tiid is jiiijslniiiii, \;iii den ()iidfi-;;i(tiid ;;i-fl;i(|ii i;^.
I)cli;il\<' dc/.r oiili^iiiniii^ Wfid m»^ <-ciic |(c|iinicic ^loul ciic:! 1 Ikhiu
ii;m«;ei(';;(l \ oor |)l;i lil iii:i I )-ri:i:i I \<h)| I Mil^nidr ja;ir (iioj^ iii-<;i L'." Iioiiusi.
X;i lii't (»|M'iil(';^;^<'ii \:iii dtn ^^iniiu werd lit*i h-rrein \<'i'decld in sliikkt-ii
vjin I II. A., iiifl oiidfiNfidfcliiiLicii in sliikki-ii \;iii 'j II. A. ( )iii «dkt- II. .\.
loopt ccil \\t'<; \;iii 1 M. Idi'cd. Iciwijl i-lki- I , II. \. (ilii;ic\cii is door tM-n \Vt'^-
j4»'lj(' \;iii '2['-, v<M'l hiccd. I )r lirctdlc dt/.iT wi-^ni is liiiiitii i\>- o|)|ii-i\ lakkt-n
vau 'i II. A. I >(' klein»' xieikanten i', ll..\.i lieldun dus zijden \an jiiisi
r<(> M. llierctp werden de planistokjes (adjirs) jieplaalsl en vaii^'^oleii j^e
jiiaveii. hl dezen toestand bleef het ter rein circa - a H maand lig}^»'" <"" g<><"d
te (b>en nilznren.
De \\('eis;4«-steldlieid was Inj de onliiinniii^ zeei- jiunslij.;, daar er in dien
tijd geen le^cn viel. Ook bij liel planlen werd ^nnsti;;- weer ot-ircdfen ni.
nagenoeg.; (dken daj^ eeiie rej^cnbni.
B. Z a a d.
Door den Directeiii- van 's Lands IMaiitentnin werden door beniiddcdinjj;
Aan den Consul te ('alcntta direct besteld S niannds liazaloni zaad, om liiei-
mee de dit jaar f>ntt;onnen 17 H.A. direct te beplanten (dns nit de pit); deze
pitten arriveerden hier in <>oeden toestand omstreeks l Januari 1!)03 en zal
een volgend versla» hieromtrent verder hebben te berichten.
Verder werden nog ontvangen:
begin Xovember (» gantang zaad van ,,Gambong",
midden „ 8 „ „ ,, „Ardja Sari",
„ „ 3 ,, ., „ „Goenoeng Malang",
begin December 1 nmund Bazaloni en
1 „ Kowes van de firma J. Peet. & CO. te
Batavia,
begin December 1 mannd Manipure indigenons en
] ,, Singlo Hill vau den heer H. M. van
der Beek te Bandong. Doordat bij laatstgenoemd zaad vele slechte
pitten waren, verzocht de heer van der Beek hievoor 20% restitutie
te mogen leveren, waarop begin Janna li nog 11 K(J. Jaipnrzaad werden
ontvangen. Over de hoedanigheid eu de opkomst van de verschillende zaad-
varieteiten, alsmede over het meer of minder egaal eu gunstig type etc, zal
een later verslay- hebbeu te berichten.
117
Nojij eeüige aiitlciv ondei'U(Miiiii<;eu bier te lande haddeu toezegging ge-
daau voor de levering Aan theezaad uit hare zaadtuinen, doch bleek deze
levering niet mogelijk, doordat de langdurige droogte bizouder ongunstig op
de zaadproduttie had gewerkt. Dientengevolge was aan het eind van het
verslagjaar te voorzien, dat er nog wat zaad bijgekocht zou moeten worden
om voldoende plantmateriaal voor de 50 bouw te verkrijgen.
C. C u 1 1 u u r p r o e v e n.
(i. V a r i ë t e i t e n. Uit het voorgaande blijkt reeds, dat proeven
worden genomen niet verschillende zaad-variëteiten, zoowel van hier als van
Britsch-Indië. Jammer mag het heeten, dat eenige Jata'sche ondernemingen
nu niet konden leveren, daar voor eene vergelijkende proef het uitpooten
terzelfder tijd natuurlijk zeer gewenscht ware gew^eest.
Ook zal worden gelet op het voorkomen der pas uit den grond gekomen
plantjes, habitus, kleur etc. om na te gaan, of wellicht daaruit reeds eenige
conclusie te trekken is omtrent den lateren groei, type etc. der plant. Hier-
voor werden een iMlO-tal plantjes uitgezocht, waaromtrent voortdurend aan-
teekening zal worden gehouden.
De verschillende variëteiten zullen later natuurlijk worden onderzocht,
zoowel op q u a 1 i t e i t der daaruit te bereiden thee als op de productie
per bouw. Om vergelijkende fabrikatie-proeven te kunnen nemen, werd
van elke variëteit eene vrij groote hoeveelheid genomen.
&. De verschillende p 1 a n t w ij d t e n genomen voor de dit jaar uit
de pit geplante Bazaloni ziet men op het schetskaartje (^). Vrijwel alle hier
op Java voorkomende afstanden zijn daarbij vertegenwoordigd.
De niet voor deze i)roeven in aanmerking komende stukken zooals enkele
uithoeken en de beide hellende stukken 7 en 8 zijn geplant 3 op 4 of bij hel-
ling 3 op 5 voet.
c. Terrassen. Bijna het geheele terrein heeft eene zeer zw^ikke
helling, waardoor terrassen overbodig schijnen, alleen de stukken 7 en 8
vertoonen eene gedeeltelijk vrij sterke helling, zoodat hier met den aanleg
van terrassen eene proef kan genomen worden ter vergelijking met
ongeterrasseerd.
Beide stukken zijn van vanggoten vooizitm, terwijl op de hellingen der
terrassen Autanan is gejtlMnt om den grond vasl te lion<l<'n, tMi wel met zeer
goed succes.
(/. P 1 a n f h o e d j " s weiden ni«>( noculig geacht, doch wi-rd hiermee
(') Zie pag. 115.
118
ren |ir<H-f ^(MioiiMMi op liet stuk (\'Il. \v:i;irv;in \ 1»/ <ii \ l</ iii •! .11 \|/>iii \lc
/.(iiidri |il;iiilli<H'(l jcs /.ijn uil j:f|il;i m .
(her M'idrrc tr ucuK 11 (iill uur|u t)<\iu i uilsui jdtn \;iii ilni liuord^ljun,
snufi, JiluU. l,M<)riif rn ;ilnliH' IhIIM'sI ili;;. si liuduu rlr. ctr.l /,;il (••M'sl hitd'
kuuiirn wfiidi'ii l»criilil.
\\' e l V u s c 11 ;i \> \> r I ij k e n (i d <■ r / n <• k i M '^ V u.
l'lcu \ rij i;i(t»»l ticdi-rllr \;iii Int ;i I i:cl(Mi|M-n juiir wt-id ^'t-wijd ii;in luM
(Midcr/.uck u;i;ii- di-ii i n \ I o r d \ ii 11 d <• s a ni <• n s I <• I I i u ^' \ a n <\ e u
It (» d e ni »t p d «■ 4 u a I i I e i t d <• i I lic e.
WauiHM-i- int-n (■<-nc \ ••iLCt-lijkiuj.'; uiaakt lussidu-n de uiaikl waai'dc van
Uicfiui van \('is(liill('ii(li- i»nd<'rncuiin<,0'n. die (iud<-r ou^m-vcci- ovncM-id^oincnd*'
(iinslandij^licdcn falu-icccicii i.u('liji<( lio();^tc hoNcn zee, jduk cvm fijn en
»uij,n'\('('i- even \aak, t v|)'' \iij\vcl "1 zelfde etc) en wanneer nun daaieid)()vi'n
bekend is met de wijze van faluikalie op deze ondernemingen, dan moet men
(». i. wel tol de ((uiclusie komen, dat het gruote verschil iu marktwaarde niet
alleen kan ligj;en in de meer of minder rationeele methode van fabrikatie.
X'ooreerst ^verd hier gedacht aan den invloed, dien de g r o n d oj) het daarop
gegroeide }>roduct kan hebben en weid een vergelijkend chemisch onderzoek
ingesteld naar de samenstelling \an ilen bodem van verschillende onder-
uemiugeu eenerzijds en het daarop gegroeid blad anderzijds. Eeu aautal
grondmonsters werden aan een \iij uitvoerig chemisch onderzoek onder
Würi)en en daai'op werd het blad onderzocht op deze verschillende gronden
gegroeid. (Jroote ziu-g werd hierbij besteed zoowel aan de keuze der ouder-
ricmingen als aan de veizameling van het onderzoekingsmateriaal, dat op
alle ondernemingen zooveel mogelijk ojt dezelfde wijze ges<hiedde. aangezien
hier alles aankwam o]» veigelijkbaarheid der te verkrijgen cijfers.
I>at het resultaat \an dit onderzoek jx'sitief was en er inderdaad een
belangrijke invloed van de samenstelling van den bodem op de samenstelling
van het blad was te constatceren. meenen wij hier 't Ix'ste te illustreeren
door repioductie der \oor mangaan verkregen cijfers:
Aarde Blad
■ boven- ondergrond
1 Tjii (Minden ü,4ti % .MnO d.KIVt -MnO n.(i.j(l% MnU
1' IVrbawati 0,19 „ 0,11) „ 0,011,,
3 G(-alpara 0,11 ,, 0,17,, O.dlO,.
4 Maleber 0,0S „ 0.10,, 0,012,,
D Goenoeng Malang 0,73 „ 0,57 „ 0,123 „
119
Aaide Blad
boven- onder.tirond
G Boeuga Meloer 0,49 % MnO (1,10% MnO
7 KSoekauegaia 0,27 „ 0,80,, 0,037,,
8 Pasir Nangka 0,20 „ — 0,046,,
9 ranjairan 0,22 „ — 0,087,,
10 Rongga 0,62 „ — 0,130,,
11 Malabar 0,065,, — 0,007,,
12 Bagelen 0,056,, — 0,003,,
Duidelijk blijkt uit deze cijfers, dat grond met weinig nunigaan ook thee-
blad produceert met«weinig mangaan en omgekeerd, dat op mangaanrijken
grond het blad ook veel meer mangaan opneemt. Enorm groot zijn zelfs de
verschillen tusschen de uitersten, hetgeen wij van het theeblad niet ver-
wacht hadden.
Vergelijken wij A de ondernemingen P e r b a w a t i, Goal p a r a, M a 1 e-
b e r eenerzijds met B G o e n o e u g M a 1 a n g, B o e n g a M e 1 o e r en
Soekanegara anderzijds.
Bekend is het, dat de sub A genoemde 3 ondernemingen gemiddeld hoo-
gere prijzen behalen, dan de sub B genoemde, terwijl toch het hoogteverschil
tusschen alle 6 ondernemingen niet zeer groot is.
Een vergelijking van het mangaangehalte der 6 blndmonsters doet zien
dat een laag mangaangehalte hier samengaat met hoogen prijs en omge-
keerd.
I)ez<' regel schijnt ook voor de andere thee-ondernemingen, zooverre er
bladraonsters werden onderzocht, vrij wel o}) te gaan, evenwel met enkele
uitzonderingen (o. a. Bagelen en Rongga).
Bagelen vertoont zeer laag mangaangehalte en toch zijn de door deze
onderneming behaalde prijzen niet hoog. Een veimoedelijke oorzaak dezer
afwijking meenen wij hier te kunnen opgeven nl. eeji zeer laag kalkgehalte
van deze lliee, abnormaal laag vergeleken mei alle ondernemingen, die hoo-
gei-e prij'/j-n Iielialcn; in oNcrecnstemmiug liiniiicc beval ook {\v l)odem \an
Bagelen weinig kalk.
\-d\\ eenig belang schijnen deze groote verschillen in mangaangehalte
van de onderzochte bladmonsters vooral ook daarom, aangezien volgens onze
onderzoekingen hel 1 h e e f e r ni e n I. do slof. die de Cernientalie van d(^
thee bcnverkl, w aaiscliijnlijk beslaat uit cene organisrlie m a n g a a n v e r-
b i n d i n g (zie hieronder).
Hoe het samengaan van een laag mangaangehalte met liooge markt-
waarde is te verklaren in verband met de functie, die naar alle waarschijn-
120
lijklii'i»! Ii<'( iiiaiij^Jinn l»ij dr fniiKMihii ie \ci\iilf. (|;i;ii diiii rciii s< Injui vuuc-
;ilsii»»;,' liif'ls iiirt /.ckfilicid Ie /.f^'^cw.
\';ili <lr u\ri'i;,'(' jisdilx-sl ;i iHldfclcn \ ci I uoin-n \i-|c uid dir ^'lonlc \«t
scliillfii, welke \oni- iii;i ii tüiii II wfitli'ii ucNondi'ii; lo( Il /.ijn (». ;i. (xik di»- \<M»r
kiilk. iii;i^Micsi;i cii |di<ps|dii(i/.iiiir \iij sicrk iiili-fiilo(>|ifiid. i-u tuuiicii /.ij dni
(lelijk ;irii;iiik<'li jklicid \;iii (!<• liuf\ ecllirid dc/ci stotlin in den liiidcin in (••■n
\«>uid<' |d;uil (i|in('rnili;iicii \oiiii ;i;iii\\ r/i^.
S|ic(i;i;il scliijiil uil i\i' \ fi ki r;:i'n cijlVis im'l (■(•ni;:<n ;:i(iiid \;iii \\;i;ir
s< lii jrili jklicid ;il !<■ icidm. d:it \\;imn'cr ren nj' niiM-r <\<-7.i-v |'l;inh'ri\ <M-din;:s
stoffen in di'ii Itudciii in !<• ;^<'iin;^(. Ikm-v (•«■llicid vmn de t lii-<-|i|;i m disjtunilul
zijn. liet l)l;id \iin deze stoffen o(»k inindor d:i!i oen ;4<Miiiddcld ^'oli;illi' Im'\;ii
( )nij;«'k('('rd zon dus nil de iis( liainilysc van hlad \an /«'Ucn-n tliectiiin
kiMMU'ii wolden afgeleid of een of nieei- <ler vooi- d<' jdant noodzakelijke \(>e
din<;sst(d"fi'n in den bodem onllnekcn en dus door heniesting dienen te wor-
den toejxevoejxd. I )ooi- toevoe^in^^ xaii di! <»nl lire!<eiide liesl a iiddecl /,(»n dns
w aaiscliijidijk niet alleen de i|nanlileil d(»(]i ook de (|iialiteit van d<' ooj^st
veil)etefen. litdriikktdijk zij liier vernield, dat deze stcdling sleejiis onder
vootlteliond liief woidt <;«'<:('\ en. (tveitnii^d als wij zijn, dat vooi- eene defini-
tieve uitsjuaak in dezen het ondeizoehle materiaal noj; te klein is. terwijl
daarvoor ook exa<-te cnltnni'iuof'ven dienen te worden «jjeiiomeu.
Mo(dit de liier ondei- voorbehoud iiitu-esitrokeii stelling waar blijken,
dan zon daai\ an het gevolg kunnen zijn, dat èn g i- o n d a n a 1 v s e s — die
altijd oid)et rouw bare residtatin zullen blijven geven, daar wij geen mi<ldel
hebben dat vooi- den grond e<>n even groot extractie-vermogen bezit als de
plant — èn b e u\ <• s t i n g s p r o e v e n. die steeds zeer veel tijd vorderen,
vfxual voor meerjai'ige cidtures e?i slee hts tot zekeren graad betrouwbaar
zijn, meer op den acht<'rgrond zouden geraken ten koste van a s c h-
a n a 1 y s e s .
Onderzoeking e n o m t r ent het t h e e-f e r ni e u t.
Reeds in 't vorige jaarverslag kon worden meegedeeld, dat het gelukt
was het feiinent uit het tlu^eblad. d. i. d< stof, die de fermentatie van het
blad bewerkt, te isoleeren.
Uit een nader onderzo(dc dezer interessante stof kunnen wij hier in *t
kort het volgende meedeelen.
De waterige oplossing van het ferment ge<'ft nu't vers<h bereide guajac-
tinctunr gecMi blauw kleuring, hetgeen wijst o]» afwezigheid van eene oxydase.
Bij to<'voeging van een weinig waterstofsuperoxyd ontstond direct intensieve
121
blainvkh'uiiiij;, evenals bij i;(>l)iuik vau eene jinajac-oplossiiig. die reeds
eeuigeu tijd j^estaan had.
N'olgvus de littei-atviui- Z(»u deze reactie ehaiaeli^i'istiek zijn voor p e-
i'oxydasen; evenwel moet hiri- woidcn meegedeeld, dat volgeus een in-
gesteld onderzoek ook de ni <i n g a a n z o u t e n — zoowel anorganische als
orgauisehe — deze reactie vertooneu.
Laat men de niet te verdunde wat»^rig(^ oplossiug van het ferment over
nacht staan, dan scheidt zich op den bodem van het glas een compact wit
neerslag af, hetwelk bleek te bestaan uit M a n g a a u j» h o s p h a a t. Te-
gelijkertijd vormen zich aan de oppervlakte der vloeistof eene menigte
krisstalstaafjes, die bleken te bestaan uit c a 1 c i u m p h o s p h a a t.
Eene aulyse van het bij i()ö° gedroogde (ruwe) fermeutpoeder gaf de v(d-
gende bestauddeelen:
Gloeiverlies (organische substantie) + -45 %.
Kali „ LM) „.
Kalk " „ 1,5 „ ,
Magnesia „ 5 „.
Mangau oxydulc ,, 4 „ .
IMiosphorzuur „ 9 „ .
Stikstof „ 1 „ .
Rest „ 14,5 „ koolzuur -j- weinig ver-
ontreiniging.
Om na te gaan welk van de samenstellende Ix^standdeelen het werk-
zame principe uitmaakt bij de fernuHitatie, werden i)roeven met verschil-
lende organische en anorganische m a n g a a n , k a 1 k . magnesia- en
k a 1 i zouten genomen. De verbindingen werden bestudeerd in hare wer-
king op het t h e e 1 o o i z u u r en op het poeder van theeblad (uadat hierin
het ferment onwerkzaam was gemaakt door korten tijd verwarm<*n op tK)°(').
int d(^ze onderzoekingen bleek, dat alleen de m a n g a a n zouten — zoo-
wel de organische als de anorganische, de laatste weliswaar in veel geringere
mate — het the<'looizuur vei mogen te ontleden in bi uine. ten deele onoplos-
bare ontledingsproducten en het theeblad bruin te kleuren m. a. w. eene
dergelijke werlcing uit Ie oefenen als het thee-ferment.
Alleen zij hier nog bij opgemerkt, dat noch bij iuweikiug van de man-
gaanzouten oj» theelooizuur en o{) theebIadpoe<ler, noch do<»r de werking
van het b'rmeut de e h a i- a c t e r i s t i e k e t h e e g e u r (reuk der thee-
olie) was waar te neuuui. IToe en waaruit de tlieegeui- ontstaat, moeten
wij dus voorloopig nog in 't midden laten.
Of het thee-ferment stikstof bevat of niet, kon nog ni(>t worden uitge
122
nmakt; ook na Ik rliaaldc y.iii\«-iiiij^ ltir<U Ini iiui-dt-r noj^r st<'«Mls stikstof
— \('U lajilslc iK»;^' fiica d.;")'^^ — te hf\alltii. Als w aarscjji JiiJijk nuij; o. i.
\\<l wolden aa n^^cnuiin-n. dal Ih'I ^cliccj /jii\ci<' li-iiiiciii licslaal nil (•••ji
(M'^^aniscli si iksl(d'\ li i ma ii^^aa n/.oni van lion;: niulfculaii- ;_'i'u idil .
Ken oiid<'i/,of|< naar d<' wciUiii;^ \iiii int l'ci iiiriit , oji de in ei-n vori;^
vcisjji;; bcsprokrii ;,d \ cfisidisrlie \ cihindinjx, loonde aan, <lal liieiliij na
eeni^cM lijd slaan in waleii^e o|dossiii;.' een irdensie\e icuk naai' zure ajij)"
leii ontslaal. Aan de Illl. |iia< li<i is lieUend. dal deze zelfde ;^eni onislaat
hij liel kneuzen \aii liei \ei^^e|ie tlieelilad door herhaald o|»;,'ooieii met de
hand, het z;^n. ko|ijokl\eii, dal <le <dMnei'zen doen om naar hel heet de
j,'enr (h-r IJM'e te oniwikkclen.
Aan de oinleizoekiii^en, \saai\an hier in "t kort eenit^e resnilalen zijn
ineej^cdeeld. zonden wij \cle hespiej^d i hmcii knniien \astknoo|»en omtrent
hare ino^'^ejijke of w aars( hijnlijke direele waaid<' \(tor (h' jnaelijk de|- f;iliri-
kalie, (hM il ineeneii wij. dat die l>es( inniw ini^cn iM-ler te huis iiehooreii in de
jmblicatio iu extfuso dier ondcrzookingoii.
Alleen zij hier iio.i; j^ewezen oj) het waarsi hijnlijke velband tnss(h«>n de
;;ew i( hti;i;e rol, die het m a ii ji a a n naar alle waars( liijnlijkheid bij de
fernienlali*' spe<'lt, en het zoo sterk iiiteenioojnMide nian<;aangehalte in d**
thee«Mi van veis(diillende onderin minden i verse hillemh- kwaliteit) gevonden.
Ter vei-krijgin^' van niatf'riaal voor dil onderzoek iverscdi theeblad) werd
zeer dikwijls de hnlp ingeroepen van den heei- A. v a n II o u t u ni, admi-
nistrateur van S(nnplak, wieu wij vooi- zijne bereidwillige hulp veel dank
verseliuldigd zijn. Ook den HH. administrateurs der o]» j>ag. 110 genoemde
ondernemingen, die ons behtilj»zaani waren ter verkrijging \an het materiaal,
l)enoodigd voor lud onder "t vorige hoofd beschreven onderzoek, zijn wij
voor hunne medewerking zeer verplicht.
F a b r i k a t i e p r o e v e n.
Over een paar omlerdeelen der fabrikatie werden op eenige ondernemin-
gen fabriekatieproeven verricht.
(/. V e r f 1 e n z e n. Bij een bezoidc aan de onderneming ,,Hoeuga
Meloer" troffen wij daar eiMU' iniic hling voor kunstmatig verflenzen, die ons
zeer pi-a<-tiscli voorkwam; eene bescliiijving van deze inrichting gaven wij
kort geleden in het Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw (/). \'an eene
uituoodiging van den administrateur dezer onderneming, om met deze in-
richting proeven te nemen, werd gaarne gebruik geuuiakt en werden in een
2-tal dagen vele proeven en proefjes genomen voornamelijk om na te gaan of
(') Deel LXV. Afl. 5.
125
het blad op deze verflenszolder regelniatiu te vei'flenzen is. Het onderzoek
bracht aan "t licht, dat inderdaad het blad zoowel rechts als links en boven
als onder op "t zelfde rak naj^enoej; even spoedig zijn water verliest, mits de
trekcapaciteit der ventilatoren voldoende is. Verder bleek, dat het blad
op de rakken dicht bij de ventilatoren minder snel verflenst, dan het zich
verder af bevindende; de verklaring hiervoor ligt voor de hand, nl. dat de
lucht bij doorstrijking èn afkoelt door wateropuame (verdamping) èn meer
en meer zich met water verzadigt, dus minder gretig water opneemt. Voor
de practijk is dit geen bezwaar, daar elk rak voor zich kan geledigd worden,
zoodra het blad klaar is; de ventilatoren kunnen daarbij blijven doorwerken.
Deze — weliswaar weinige — practische onderzoekingen bevestigden ge-
heel onze gunstige meening van de bedoelde inrichting.
h. F e r m e n t a t i e. Op eene onderneming in het Buitenzorgsche
zagen wij in werking de zoogenaamde ..Downdraft Tea Leaf ('ooling or Oxy-
dising Machine'', voor zoover ons bekend tot dusverre het eenige hier o])
Java aanwezige exemplaar, ^'an deze uiterst eenvoudige machine en hare
werking op het fermenteerende blad gaven wij eene beschrijving in het Tijd-
schrift voor Nijverheid en Landbouw (^).
Ook met deze af koeler werden een aantal proeven genomen, die bewezen,
dat ook deze nieuwe inrichting sjieciaal voor de lager gelegen ondernemin-
gen eene aanwinst mag heeten voor de fabrikatie. Het blad, dat door 't
rollen eenigszius warm is geworden, is in deze machine in een minimum
van tijd (1 tl '2 minuten) tot de gewenschte temjieratuur afgekoeld,
zoodat met behulp van dit toestel ook op de lager gelegen ondernemingen
zonder bezwaar bij de meest gunstige temperatuur kan worden gefermen-
teerd.
c. Bereiding van geel (g o u d) ]> u n t. Eene zaak van vrij
groot belang voor vele ondernemingen is, hoe het meeste en mooiste geel-
punt in de thee te verkrijgen, zonder dat daarbij de andere eigenschappen
der thee achteruitgaan, aangezien theeën met veel geeli»unt op de markt
zeer gezocht zijn.
Op een paar ondernemingen werden hieromtrent een aantal proeven
genomen, waaruit wij meenden te mogen rondudeeren tot het volgende:
1^ Hoe sterker het blad verflensd wordt, des te minder geelpunt is in de
thee te verwachten; is de verflenzing zoo sterk (of oui-egeliiial igl geweest,
dat sommige pecco Itlaadjes droog zijn geworden, dan /.uilen deze blaadjes
geen geeljiuiit meer iexcreii. dorli wil of Itijna \\\\ biij\eii.
(') Deel LXV. All. VI.
124
'2' . Hoc stcikcr ;:ciol(l uotdl <l(s te iin-rr \»'i dw i jiii <1<- ^'ff||Miiii uit !<• llii'<-.
L;tii;,' r(»II<ii hij iiiiiidri sliikcn druk is liiri\ <itii- v(m'| iiiiinln- ii;m1«'I'|jm
<l;iii korlfi lullen iml slcikcn di nk.
'.','. \\i\ in df y.nw l>rfn;:rii \;iri ln'l iiijn;! ;i i;i«'l'<'rinfiii<ci di' ld:i(| cw lirrlni.ildi'
lijk loiirii ;ild;i;ir nn-l di- li.ind sihijnl o|i dr k I i- n f \;in dr j_'«'t|jinnl
^^iinstij; (e wcikcii; zij Wdidl duur iifili;i;ild<'lijk crni^ siip aan di' oiipcr
vlakte Ir Inenten en dit duur «Ie zuii telkens ie laten indtu;:en nieei- duiikei-
^f()ii<l j,'<'(d. haai- Idj deze niaiii|iMlal ie de l liee uii;.'ct w ijl'eld jets van
liaie sterkt e \crliest, dieiii het dru;^en en lulh-n in de zun niet te laii;^
te \\n|-deii \ (»url j^ezt't , \<)or suninii;,^e theeën Z'lls |e \\u|(h-n \»'linede|i.
I' . .\aiij;('/irn (]<• «ieelpmit beslaat uil de haaltjes om d<' j«»ii;-'«' jk'itu hlaa<ij<'s,
die dooi' het reiineiiteereii lliiiiiii sap) zijn .i;<'rl j^'oklenrd, li;,M hei \(»or <h'
hand. dal \ee| l»e\\ci ken \aii de ^^cdfoo^lc thee (hrekcn. zeost-n etr.i, waar
hij een ^icdeelte (h'f haaltjes h»slaleii. nadfcliir is \(ior (h- ^M'el|Miiii.
W eiischt nirn dus \('cl <icel|)niit in (h' thee. rlan moet niet te sterk worden
verflensd, weinij; {geperst lliever lanjier roUen met weini;: «tf ^M-eii dink) en
de f;(»droo<^de tliee voorzicliti;^- worden bewerkt.
1> e 111 e s t i n ;j; s p r o e v e n.
De resultaten in HXM en de vooi^'aande '2 jaren met de boraestinpcs-
jiroexeii in theetniiien Ncrkrej^cn \indt men saineii;^est( ld in xoj^^iende tabel:
Naam van de
s
'S
e *
Groolle
in bouws.
Bemesting per bouw in
Productie-
toename in
onderneming.
1899.
1900.
1901.
1899.
1900. 1901.
A
1 bouw.
2Vj pik. meng-
sel 1.
—
497o
—
—
Tjiogreg
C
2 .
5 » meng-
sel 11.
—
~-
27 .
—
—
E
1 •
—
3 p. dierl. afval.
—
—
33°/o
—
G
1'/. •
—
3 > B.i). guano.
--
—
32 .
—
A
5 .
4 p. guano.
4 > guano.
4p
guano.
18 .
29 . j267o
Parakan Sa-
B
5 .
—
6 • boengkil.
6 .
boengkil.
—
18 . 35 .
lak
C
5 .
6 .
—
3 .
bloedmeel.
3 .
12 .
12 .
E
5 .
8 .
8 » gnano.
8 .
guano.
—
15 .
1 .
B
v, .
3 • bloedmeel.
27, p. blocdm.
—
21 .
19 .
—
D
V. •
3 • zwavelz.
3 • boengkil.
—
9 .
2 .
—
Sindang Sari.
anion. (Z. A).
F
V, •
* —
1 . Z.A.+5
M' stalmest.
—
4 .
13 .
"
12S
Naam van de
onderneming.
M Grootte
f. inbouws
Bemesting per houw in
1899.
1900.
Productie-
toename in
1901.
1899. 1900.1 1901,
Boenga Me-
ioer . . . .
Ariana ....
Panoembangan.
Gng. Malang
Gedeh,
Tjiseureuli. . .
Tjikoedjang .
Tjisampora . . .
Tjiomas
Ramawati,.
A
C
E
G
A
B
C
A
B'
B*
A'
A
C
E
A'
C'
B
B
B
1 7,bouw.
IV, •
IV, •
IV. •
IV, •
IV, •
IV, ■
10 .
200 R.R.
1 bouw.
1 .
6 .
6 •
4 >
5 .
3V3 •
IV, •
2 .
5 .
650 R.R.
5 p. tlieemest.
3 . Z. A.
groene bemest.
5 p. tbeemesl. 32 7 J O 1207
20 p. kalk.
27. p. Z. A.
(bewerking).
4 p. Z. A.
3 > bloedmeel
+ 1 p. Z.A.
2 p. theemest. | 4
4 .
27, . Z. A.
16 • boengkil.
10 > guano.
• bloedui.
3 . Z. A.
5 • boeugkil.
5 M^ stalmest +
1 p. Z. A.
2 .
3 .
4 • boengkil.
4 » guano.
4 > bloedmeel.
3 . Z A.
5 • theeguano.
5 M* stalmest +
1 p. Z. A.
C 650 R.R.
tbeemest
bloedm.
boengkil.
tbeemest
bloedm.
Z. A.
34
4
15
12
20
20
1
1]
boengkil. 6
bloedmeel, 18
28
18
30
bloedmeel.
Z. A
O 20 •
57o' 25 .
15 . ! 9 .
26 . 1 —
10
31
28 . 16 .
5
18 . 2 >
5
15
21
17 . I 5
25 . 13
17
39 •
52 >
Eene korte bespreking der volgens deze tabel gedurende 3 jaren verkre-
gen resultaten moge hier een plaats vinden.
Op Tjiogreg werden met alle toegepaste meststoffen, zoowel kall-
en phosphaat- als stikstofrijke mestsoorten, zeer gunstige resultaten ver-
kregen. De bemestiugsproeven werden hiei' sedert 1901 niet voortgezet.
Op P a r a k a n S a 1 a k werden vooral met boengkil zeer goede resul-
ten verkregen, het 2'' jaar beter dan het eerste, hetgeen is toe te schrijven
aan indirecte nawerking, waarover wij reeds vroeger uitweidden, liloedmeel
gaf heel wat minder resultaat; zoo ook vlecrmuizenguano. De i)roeven wer-
den hier in 11»02 niet voortgezet.
Sindang Sari toont vrij gunstig resultaat niet blotHliiicd. middel-
matig met een mengsel van zwavelzure ammoniak en stalmest en slechts
geringe oogsttoename met boengkil. Door afwezigheid van den administra-
teur werden gedurende 1901 geen plukoi>namen gedaan.
12G
Dj» 15 o (* II ji ;i .M •• 1 o c r wrid y.(M)\vf| iiid stiiliin's( ;ils iiid /\v:i\c|y.ui-('
jiiimH»iii;iU CM hocii^'kil in l'.Mil /.<fr ^ncd icsiilln.il \ ci Uic;:(ii. .Mt-i het
iiicii;4scl \;m sI;i1iim'sI en zw ;i \ fl/iiif aiiiiiioiiia wairn {[>■ rrsiillalcii iiiimlfr
scliit tciciid.
()|» A II a II a, waar de heide eeisle jaieii is!»!» en l!MK» de i-esiillatcn
UM'i de si iksloliijlie niesl sloffen ;ioed uaifii, werden de |(liiU<»|)nanien niet
voorlj^ezel.
I' a II o e lil II a n ^ a n inoiil aaii/ienl i jke na weikin;^ i Hi'^i i ; sjteeiaal om
de/e Ie l»e|iale|| werd liier ili i'Jtll niel ;^ciiiesl.
( )|» ( i o e n o e n li M a I a n ;; ;^eeii i/.elfs ne;^at ief i icsiillaat niei Moed
meel, cu ^ierinj;!' ooj^st toename met llieemest.
Sehi-cAen wij in '1 vorii,' veislaji, dat wij Noor de ;^eriii};c weikin;^ \an de
stikstof- en ook kalilijke ineslsloffen lldoedmeel en lliee;^iiano| \<»oialsno}^
j^eene veikiaiinj: \ cinioeliteii te «ie\-en, de onder/.oekin^cn onilrent den in
\lo<-d \an den bodem op de sameiistellin;:, \an hel theeblad i'i lieliben ons
daartoe eene srhiede uadei' gebracht, liij deze oudeiz<»ekiuj^en bleek nl. èu
de «froiid èn het th(H'blad van d<»zen ])roeftuin bizonder weini» j» h o s }> h o r-
z 11 u V te bevat t<'n .waaruit wij nieeneii te iih>j;<mi coiiclmleei-en. dat juist dit
min«'iah' bestaiKhleel in "1 minimum is geweest en dat (hiarom niet stilc-
slof of kali toevoer, maar w aaischijnlijk wel toe\(»er \an jt h o s p h <» r-
/ u 11 r de ])i-odu(tie vermeerderd zou hebben.
Van veel belanji schijnt het in deze richt iiiji ])roeven te nemen. bijv. met
beiMulerenmeel of thomasphosphaat.
Oj» de onderneming;- de ,,( ! ed e h", waar met boen«;kil «ioede resultaten
werden verkiejicn. werden de pi(M'ven niet voortj^ezet, evenmin als op de
overifje in de tabel <;enoemde ondernemingen.
Uit deze korte omschrijving blijkt, dar op MMsclu^idene ondernemingen,
waar gedurende de eerste :*> jaren aan deze bemestingsproeven werd deelge-
nomen de verdere de(dnanie daaraan werd gestaakt, hetwelk in vele gevallen
verband schijnt te honden met het niet bijdragen dezer ondernemingen tot
het in IJHll opgerichte thee-proefstation.
^^'ij kunnen niet nalaten hier ons leedwezen te betuigen over dit ver-
schijnsel, vooral omdat juist het vele jaren achtereen voortzetten dier proe-
ven van bijzonder belang is speciaal voor een meerjarig gewas als de
thee. terwijl toch de resultaten van d<M'gelijke proeven ten goede komen zoo-
wel aan de proefnemers als aan alle andi're ondernemingen, of zij al of niet
bijdragen tot het 1 'roef station.
(') Zie pag. 118.
127
Tot ons oonoo^on kunnen we hier echter meedeelen, dat op eene vraag
onzerzijds aan een aantal administrateurs viiii oiKhnneniingen, welke tot
dusverre aan de beniestingsproeven nog niet deelnamen, of men weuschte
deel te nemen, van een 12-tal HH. administrateurs een gunstig antwoord
werd ontvangen.
Over de op die ondernemingen ingerichte proeven, alsmede de aldaar te
verkrijgen resultaten zal in een volgend verslag worden bericht.
§ XV.
ONDERWERPEN VAN VERSCHILLENDEN AARD, NIET TOT DE
VORIGE PARAGRAFEN P.EHOOREND.
De volgoi'de uit het vorig verslag overnemend, wordt hier begonnen
met het i'api)ort van den Heer Hj. J e n s e n, dat zoo goed als geheel onge-
wijzigd wordt overgenomen:
a.
Onderzoekingen over tabak der ^^ o r s t e n 1 a n d e n.
1, De slijmziekte. In het verslag voor 1901 werd er op gewezen, dat
het zeer twijfelachtig is, of deze ziekte door (^en bepaalde bakteriesoort —
een slijmziekteliakteri(^ — veroorzaakt wordt. Daar erhtei- P»acillns solana-
ceoruni. Erw. Sin. onder verdenking staaf de ziekteoorzaak te zijn, heb ik
ora dat nader te onderzoeken een proef met origineele kuituren van genoemde
bakterie op touw gezet. E(mi door Erw. Smith zelf gezonden kuituur kwam in
slechten toestand in Buitenzorg aan; daarentegen ontving ik van Krals La-
boratorium in Prag zeer goede kultures. De volgende proef werd genomen:
Als entmateriaal diende een 1 dag oude kuituur van H. solanaceoruni op
Agag-Agar met Liebigs-vleeschextrakt en pejtton. De bakteriën wei'den
met Aqua dest. steriel afgespoeld. Als ])ro('ri»lant('n werden gebruikt jonge
tabakplanten, in houten kisten met aarde gekultiveerd. In 3 planten
(11° 1 a — f) weid de bakterie-emulsie met een Pravaz-sche s])uit geinjicieerd,
deels in de bladnerven, deels in het t)udere deel van den stam, en deels wer-
den de wort<'ls nu't de emulsie begoten. In 2 planten (11° '2 a — h) werd uu't
een steriel s'calpel in den stam gesneden, een klein stuk vo»Hlings-agar in de
insnijding aangebiacht ; op de agar werd 15. sohiu. uitgezaaid. Dt' woud
werd met bladlin omwikkeld. Eindelijk werden '2 planten (11° '^ a — h) be-
handeld als ir' 2, alleen met het verschil, dat ge(M\ lï. solan. op dt^ agar werd
uitgezaaid. De operat»* vond plaats 24/10 1002.
128
In Ih'I Itfj^iii \:ili |)ti-. (dus ii:i ."> ;i i', WfUdil UMIi-li <1<' jil;ilili*li 11° 2 fl
«•II h ziek; <lc lilaifii liiiit;fii alle; (laai (•iitc;ii-ii uan-ii II' I cii II ."'. alle ;:f/.«»iul.
Ik kan uil (!••/•• |»i<)«-r hccih- aiHltic concliisic in-kkcn dan dt/.i-. dal liac
solaiiarfariiiii iim-I in slaal is in d<* ;: i- z <» n d •• wccl'sfls \an t-t-n lahak
planl h' l('\('n cii de phiiit slijni/a<d< !•• inakiii. .\ls hij daiiifiil<';;<'n ccrHt
door ct'ii sa|)ro|di\ I IhcIi N-st-ii lin «asii ii|t A;^ari slolW iss(diii;is |ii(»diikl»'ii
^(■voiiiid li<'(d'l, die, door d<' iclji'ii *\rv ialiak|)lanl o|»;^cnonitii als \cr;:iti
\-oor dczt' werken, dan kan liij o(d< ZfH' in di- \ i'r;^it't ii^dt- (fljfii liiniifudrin
^en, in d«'Z(' nit-nwc lioc\ (•cllicdcn j^iristot tVn \oriiit'ii en op deze wijzi* d<*
zirkh' lol nicuwr (•cllfii vt-rdcr uil liifidcii. hal i\i- o|M'ralio o|» zi< li zt-lf df
|»idor|tlaiiltii niet l)('S(liadi;^d licfll, ln-wij/.cii de 1' <onl rólr|daiilon ill- ."'.
<i en h). W elke \ t'r<;il'l i^i'c stoffen door d'- hakleiieii ;ie\(»rnid worden, die di-
cellen doodeii kiiimeii, zoii ik niel zeker kunnen ze;f j^en ; alleen kan ik de
waarneinin^ mede deelen. dal iiieii hij de slijnizieke (abaksi)l;inien altijd d<'-
zelfde reaklie vindl als luj ..siliwarziM-ini^f"' aarda|'jtel]»lanten: doorsneden
in de hiiiirl van de ziek<' plaats ^«-veii niet Xessles rea^ens een sterkon rooden
neersla*;. ( Annnoniak of misschien ammoniak houdende (»r<ianische stoffenj.
Omtrent de alj^emeene ziekteverschijnselen hel» ik dit jaar even als
het vorij;«' de \vaarneiiiin<; «gedaan, dat de ziekte a 1 t ij d hij de wortels
hej^int, en voornamelijk hij de kleinere van de 2''' en :{''" orde. \'an zulk
een zieke wortel looi)t dan aan dezelfde zijde van di' jdant, als direkte voort-
zettinji' van den betreffend<Mi wortel een zeer dunne bruine streej) hoofi: op
in de plant, in den vaatbundelkrinj;. Zijn meerder-e woitels ziek, dan vindt
men ook even zoo veel «lonkere strejx'ii in dtni vaathundelkrinu. \'an deze
verbreidt de ziekte zi( h dan ook in het mer<j,-, en dil krij«;t de voor de slijm-
ziekte zoo karakteristieke slijmij;e eonsisteutie. Maar nooit heb ik planten
fi;evonden, waar de ziekte van boven (bv. van een afgeplukt blad) begonnen
was. Dit is volkomen in overeenstemmin<i met de in het vorif^e versla«i aan-
gevoerde ent])roeven (pg. 127, 1. 10 v. b.).
De vrees voor een besmetting de<'ls met water van de ('t'-ne onderneming
naar een andert', deels door Cw handen van de koelies bij het afplukken der
bladeren, deel ik derhalve niet. Het beste middel tegen de ziekte zal zijn
planten met goede en gezonde wortels te verkrijgen: de oorspronkelijke
hoofdwortel zal w«d in alle gevallen door het over])lant(Mi vernietigd worden;
zorgt men echter voor eene goede grondbewerking ,en is men op zijn hoede
tegen rnpsen in de aarde, dan znllen de planten ook gezonde wortels vormen,
en de slijmziekte zal wegblijven.
2. De invloed van het licht op de kieming der tabakszaden. Hierover
12Ö
zijn ook in het verslagjaar onderzoekingen gedaan, voornamelijk met liet
oog op de daarmede in verbinding staande stofveranderingen. De opmerk-
zaanilieid werd in lioofdzaak op Lipase gevestigd.
3. Zaad van verschillend spec. gewicht. Een veldproef werd te dezen
aanzien genomen. De twee zaadmousters hadden de volgende eigenschappen:
Spec. gewicht.
Gewiclil
van lOUO korrels.
Volume gewicht.
Kiemkraciit.
A.
B.
1.001
0,932
69 ra.Gr.
70 .
gesteld = 1,000
0,921
9G
92
Er werd van beide soorten uitgeplaut + 550 planten. Bij het begin
van het bloeien werd de hoogte der planten gemeten, en er bleek nu een
tamelijk groot verschil te zijn, namelijk in doorsnede 13,0 cM., maar tegen
verwachting waren juist de planten op stuk 1*> de grootste. Ik geloof geene
andere verklaring hiervan te kunnen geven dan deze, dat een verwisseling
van de etiipietten op het proefveld plaats gevonden heeft. De mogelijkheid
hiervan kan ik niet ontkennen, daar ik bij het uit planteen niet zelf aanwezig
was. Een beter gecontroleerde proef in het volgende verslagjaar zal over
deze kwestie licht moeten geven.
4^. Kunstmatig drogen der tabaksblaren. Om deze proeven beter te
kunnen toepassen, werd dit jaar een regulatorkraan op de ter dispositie
staande Indigo-droogtoestel aangebracht. Hierdoor w'erd het mogelijk een
vrij regelmatige verwarming te verkrijgen. Maar niettegenstaande deze
maatregelen was het verkregene resultaat zeer slecht. Voorloopig is dus
niets anders te doen dan nadere inlichtingen van Amerika af te wachten.
5. Onderzoekingen over Phytophtora. Een eig(uiaardig verschijnsel
is het, dat Phyt. nicot., de veroorzaker van de in DiOi zoo gevreesde Bibit-
ziekte, op de betreffende ondernemingen in de \'orst«Milanden uitsluitend
als Blad- en Stengel-Phyto])htora o]>treedt. Hierdooi- vond ik aanleiding
om een proef te doen met het doel te onderzoeken, of de N'orstenlandsche
Stengel-phytophtora misschien een andere soort zou zijn, die de bibit nii^t
zou kunnen aangrijpen. Dat deze schinuncl in elk geval in zeker opzicht
van de door D"'. van Breda de liaan besdiievene IMiytoplitora nico-
tianae vers<-hillend is, blijk! uit verscheidene bonidi«'n-metingen. Ttn'wijl
Verslag vam 'slanus plantëntuin 1'JO'J 9
150
^)^ van B r o (1 a d <• FT a a n «Ie l('ii;;h' \aii deze l<»t ."'.<;" lu dt- hrccdlo
lot 25" uanj^ccri, noikI ik di- lcii;^lf vaiifciciid \;iii ;!•'!" lot <i:'.'' »ii de luiM'dlc
van 2(1" tol 1."'.", iii d(»(»isiH-dc IS" / ;;."i". |);i;ir inl iissclicn dt- ^luullc d^r
(•(»indi<"'ii \;iii dl' l'li \ lojdil (ir;i s(»(»ilcii strik \aiiccil. ^i-cll dit \«MS(|iil (i|i
zicli /jir i^ci'ii ifdcii oiii ;i:iii !•■ in-iiirn. d:il wij i-cn niidfif snoil in de Sh-ii;ji-l
|di_\ loplilofa iiKM'tcii zifii; li(i(»;^slfiis icii \ ;i lict ril . hil Mcck nok iiil df
Icilll mirjM<)»d'. ()|i (M'ii in \\;ih'i- ncdoiiijx-ld l;ili;ikslil.id wiid (■>•]] slidijf
iiuT»; van a'U |tli\ lopliloi;! /.icl<(' |daiil nil^czaaid. \a ccni^f <la;^<'n was het
^rlicrlc hlad door de srliininicl aaiiiiclasl en \«>i im«-i lioinditMi. hil inalni-
aal werd nirl ani-df \ ciinciii:!! «-n Iiummi (t|» de aardi- in L' potli-n Mit^i'S|iirid.
In dt' (wee |M»tlrn weid dan ill 11 IIMIL') laliak ^r/.aaid. l-j'ist na •> wt'krii
(in .lan. V.HVA) bcj^onncn df jdanljcs ziek Ie worden; dr zieke jdanljes liadden
volkomen liet nilei'lijk van Idbilzieke jtlaiileii, en in water ;^n'd(ini|)eld ont-
wikkelden zi(li ook niyceliMiii en honidir-n \an riiy1o])liloi'a op de plantjes.
Znike zieke hiltil weid nu (»p labaksldaien in water ^<'le;^(l; deze bladeren
vei'loonden nn s|>oedii,f de i^cwone véischijnsolon \an IMi ytojilitoia infeklie.
en uijij'ezaaid op blaron van ^i-oote labaksjdanlen, hebben zij in '2 daj^en
normale liladpliytopldora te voorsc hijn <;('brac-lit. Dns zijn alle stadiën met
lietz(dfde materiaal doorloo]>en: Stén<.;'el-pliytoplitora, Bibitziekte, Blad-
l>l»yto]ditora en Phytophtora-knltuur op tabaksblad in water. Deze proef
maakt liet waarschijnlijk, dat de hoofdoorzaak van het niet o])treden van
de Bibitziekte op de betreffende ondernemingen in de Vorsteulanden, de
strikt doorgevoerde behandeling der pepiniéres met bonille bordtdaise in ver-
binding met de klimatologische omstandigheden moet zijn.
In het verslag oA'er het jaar 1801) heeft Raciborski pg. Kis een
methode aangegeven, om met Kalk en Ammoniasulfaat de aarde op die
]dekken, waar tabaks]>lanten, door slengeljdiytoplitora aangetast, gestaan
hebben, te desinfecteeren. Deze methode schijnt zeer goed te zijn. daar
de oj) dezelfde i)lekken opnienw gei)lante })lanten gewoonlijk gezond blijven.
Toch zon het nog beter zijn, als men de ziekte prophylaktisch bestrijden kon.
zoo dat de planten in 't geheel niet ziek worden (op enkele dagen werden op
een onderneming eenige honderden planten met stengelphytophtora wegge-
nomen en vernietigd). Het ligt voor de hand aan een behandeling met
bonillie bordelaise van den wortelhals der nog gezonde planten te denken.
Maar eerst moest onderzocht worden: 1. hoeveel van die bonillie noodig is
om de Phyt. te verhinderen de planten aantetasten, en 2, of die noodige hoe-
veelheid niet S(diadelijk voor de tabaksplanten is. Er werd daarom bij den
wortelhals van verschillende planten, d(H'ls in aarden potten, deels in bon-
ten kisten g(d<nltiveerd, nuMg van zieke planten aangebi-aclii. Eenige van
131
(lezo planten werden niet met bouillie bordelaise behandeld, andere met
verschillende hoeveelheden. Terwijl nu de niet behandelde planten de sten-
jj;elphytoi)htora kregen, was al 10" bouillie bordelaise voldoende om de be-
smettin<; te verhinderen. ()j> het veld werd verder onderzocht, hoe groote
hoeveelheden bouillie bordelaise de tabaksplanten kunnen verdragen. Alle
de gebruikt(^ hoeveelheden, van 10" tot 50" (!), bleken volkomen zonder
eenigen schadelijken invloed te zijn. Het is daarom te verwachten, dat eene
toepassing in het groot van zulk een prophylaktische behandeling van de
nog gezonde jdanten met bouillie bordelaise goede resultaten zal hebben.
(i. Veredeling door selectie. De volgende gedachtengang ligt ten
grondslag aan deze proeven. In de uitgefermenteerde tabaksbossen vindt
men bij elkaar zeer mooie en ook slechte blaren. Men kan zich nu denken:
1, of dat de mooie en de slechte blaren van dezelfde plant afkomstig zijn.
maar door verschillende conditiën onder het drogings-proces en de fermen-
tatie een verschillend produkt opgeleverd hebben, of '2, dat de goede blaren
van goede planten afkomstig zijn en de slechte van slechte planten, zoodat
niet het drogings-proces en de fermentatie den voornaamsten invloed op de
kwaliteit der blaren hebben, maar de eigenschappen van de plant, waarvan
zij afkomstig zijn. Als het laatste met de werkelijkheid overeenkomt, is
hierdoor een weg open om de bladqualiteit te verbeteren door een conse-
quent doorgevoerde selectie.
Alvorens daartoe over te gaan moesten verscheidene daarmede in ver-
band staande vragen, die voor een deel al in het vorige jaarverslag voorloopig
behandeld zijn, nauwkeurig onderzocht worden, namelijk: 1, in welke mate
worden eigenschappen van de vaderplant door het stuifmeel overgebracht;
2, komt in de natuur kruisbevruchting voor, en ;{, hoe is de veihouding in de
zaadvorming tusschen zelf- en kruisbestuiving.
Tot beantwoording van de onder 1 genoemde erfelijkheidsv laag werd
de in het vorige jaar begonnen proef ten einde gebracht, hi l!)(il waren
4 planten uitg<'Zoch(. De twee (U" A) waren \an e<'n slechl ..type"; de
bladeren waren donkergroen, grof eu l)reed; zij stonden recht uit; tusschen
de vingers voelden zij dik aan (werkelijke dikte van het 10*''" blad \an beneden
0,:i7 mM. en 0,12 niM.), i)e twee andere planten (H'' Hl waren mooie planten
met lichtgroene, fijne en meer langgestrekte bladeren, die i-echt op slondt-n;
zij voelden dun aan (0,:;2ni.M. en 0,.">7niM.). X'erder onderscheiden zij zich
ook in de kleur der bloemen; <lie van A waren geheel rood. die van H waren
rood met Ti witte stiepen. Kr werden toen 4 combinaties van bestuiviug uit-
gevoerd: I, A vrouwelijk met A nuunielijk; II. A vi-onwelijk mei V> manne-
132
lijk; III, I'. \ roiiwflijK met I'. iiiMiim-li JU ; I \', 1'. vioiiwclijk mei A nianiiolijk;
ov('ri<i^('i)H wcnicii {\iuty w (■^iiicniiii \;iii ;illc iiit-l kniisl mal i;i li<'s|(»\cii IiIckmucm,
('II \ iiiclil cii, en door /.;ikjcs \;iii kl.iiiilioc o!i;.'i-\\ ciistlilc Im-sI ui \iii<4cii \t'i-
JiiiidcnL In lïHli'i (i;;i wnd In-i z;i;Mi \;iii ;illi' I coiiiltiiiiit jcs II i I ;;<-/,aai(l.
|)al van i kuain iiid op in de k w •■rkkiist i w Marsiiii jiili jlc dooi- iiii(-r<Mi ojt^c-
^clfii), iiiiiar \;iii de ;'. ;iiidcii' wcidiii pkiiiijcs op Ik-I \cld uil ;^('|»i;iiil . lid
Idcrk iiii, d;i I dr in \ locd \ ;i n lid sliii rim-rl idiis \ nii dr \ ;i d e r |il;i nl i in dr
l)u\fii;^<'ii(M'iiid»' ('i;^fiisidi;i|ipfii sicilsci' \\;is dMii dii' \aii dr iii o r d r r piniil.
\;ikoliirlili;4rll drr coiiiiiiini I ir I \' li;iddrii j^clirrl roodr Idorinrli ;ils A ; dir der
coinhina I irs III ni II d;i;irriilr^rii rood niri wille slirpni ;ils II. N'nilrr
wai'cii (ie plaiiH'ii vooiij^ckoiiicn uil coinltinal ir I \' \rr| sirrhlri- ni \rr| mrci-
((VcrcriikoiiM'ndc nicl de A pkinlrii d:in dir iiil roiiil»iiial ir II.
|)r coiicliisir NOor (Ie pialjijk uil dr/,r prorf is rrii Z(M'|' Itida iiLliijkr,
iiaiiirlijk i\i'/A-: dat iiirii hij (\ <' keus \ a ii z a a d h o o in <• ii niet
alleen <i |» dr ni o e d e r j» 1 a ii I, ni a a r c V t* n V e e 1 op d <' v a d r i-
plaul lelirn moet. Dit is iialuuilijk alleen n o o d i g, als kniis-
Ix'stiiivin^ in de nalnnr voorkomt — een vraag die ik al in liet vorige verslag
met ja beaiil woorden kou — en het is alleen ]> r a k t i s e li u i t v o e r b a a r,
als dt' labaksplanlen door zrltbesliiiving (in klamboe ingesloten) good zaad
gevrn kmiiieii. lliei-ovrr zijn dil jaar nauwkeurige onderzoekingen gedaan
en wol mei liot volg«Mule resnllaal, uil pioovcn met zaad van 4 verseliillende
planten, en in 't geheel van 20 vrnchtcMi afkomstig:
Bestuiving
Gewicht van
Kiemkracht
iloor Pollen
1 vrucht,
totaal zaad van 1 vrucht,
(van het niet
gereinigde zaad).
van :
gemid.
min.
max.
gemid.
min.
max.
dezelfde bloem . . .
dezelfde plant....
een andere plant.
255 m.gr.
288 .
315 .
198m.gr.
223 .
126 .
320 m gr.
397 .
408 .
155 m.gr.
188 .
20G .
112m.gr.
98 .
127 •
207 m gr.
294 .
270 .
79
84
86
Het vei'sehil bij deze getallen is wel is waar ten nadeele van de zelfbe-
stuiviiig, uiaar ten eerste is het verschil vrij klein, in elk geval veel kleiner
dan dat tnsschen Min. en Max., en ten tweede zijn ook de kleinste vruchten
zoo groot, dat zij volkomen normaal moeten genoemd worden.
Tegelijkertijd met deze jtroi^vcn is ook mot de eigenlijke selectieproeven
begonnen. In de campagne lOOl — 02 werden 10 fraaie ]dauteu uitgezocht.
Van elke plant werden 5 blaren geoogst en genummerd. De bloeiwijzen
werden met klamboe omaeven. Na de fermentatie werden de blaren onder-
135
zocht op dikte, biaudbaaiheid, leujjjte on breedte, kleur en druk. Van de
drie beste planten werden in de campagne 1002 — ():> de zaden uitgezaaid.
Van dezen aani)lant werden de 20 beste planten uitgezoclit en behandeld als
in het vorige jaar de 10 eerste selectieplanten. Reeds nu kan als een resul-
taat aangevoerd worden, dat inderdaad de bladeren van een en
d i^ z e 1 f d e plant overeenkomstige eigenschappen t o o-
u e n. Zooals reeds boven gezegd is, is dit een hoofdvoorwaarde voor een
goed resultaat van selectieproeven. Er zal uu in de volgende jaren op de-
zelfde wijze doorgegaan worden; en op zoodanige wijze zal, als de selectie-
proeven gelukken, steeds zaad in 2'''^ of o*^'^' generatie van de eerste onderzochte
selectieplanten afkomstig voor de ondernemingen beschikbaar zijn.
7. Proef over het „toppen''. Voornamelijk door de onderzoekingen
van B e h r e n s is gebleken, dat het toppen wel is waar tot een vergroote-
ring der bladvlakte voert, maar dat de bJaddikte tegelijkertijd ook grooter
wordt. Dergelijke proeven verdienen ook hier in de tropen uitgevoerd te
worden, en bijzonder met de praktische kwestie voor oogen, bij welk een
graad van top}>en de dikte vermeerdering in verhouding tot de vergrooting
der bladvlakte zoo gering mogelijlv is. \'an 20 bijna even oude planten
werden 5 niet getopt, bij 5 werd getopt op het tijdstij), dat de bloemknoppen
te voorschijn kwamen; bij 5 andere na het begin van den bloei, en bij 5 werd
op ditzelfde tijdstip half getopt. \"ooraf waren de bovenste 10 blaren ge-
meten en van de blaren IT 5 en 10 van boven waren monsters genomen om de
dikte te meten. Toen de blaren rijp waren, werden deze weer gemeten oj)
lengte en dikte. Het getal der onderzochte planten is vrij gering, zoodat
de proef voortgezet moet worden om een zekere conclusie te kunnen trekken;
maar al voorloopig nmnen de verkregen cijfers duidelijk tot gi-oote voor-
zichtigheid bij li(4 to|»|)eii, daar het schijnt, dal het (oppen een w<4 zoo
grooten invloed op de dikte als op de grootte vau de bhufii uitoefent; dus
wordt het nadeel grooter dan het voordeel.
8. I'etroleum tegen bladluizen. Bij een proef met een overdekte kui-
tuur van labaU, door een van de ondernemingen zelf op louw gezet, bleken
de plantjes bij mijn aankomst zeer sterk van bladluizen (e lij<len te hebben.
Ik heb loeu een [troef gedaan om de concentratie van [tctroleiim zeepcmulsie
te vinden, waardoor de luizen worden gedood, zonder dal de tabaksplanten
schade onder\iuden. De geconcentreerde emulsie was: 12.^> gr. groene zeep
in 1 liter water opgelost, waarbij gevoegd werd 2 liter petroleum. Xixn dit
ir. 4
HHMij^Hcl werd 100 rf. in KI L. unhi- ;^fi<n rtl. <liis imh |M'li-(i|<Miiii|)<M'(-<'iita^i'
van ().(»(». I)f/r coiicciihat if lifcfi allct-n /,c<t iiik<'lc iilaiilt-ii lM'S(|ia(li<;<l ;
flaarcntc^cii wcidm de lni/.cn (lom ccii ln-i Ii;i;il(lt' hcspi ot-iin^' cc iimmI»' <^f-
«1«mmI. \\ aarsdii juli Jk /.iill<ii i-cliicr lalial<s|»laiil<'ii, i»n<l<'r ;;c\\(»iic (iiiif<l;iii-
(li;^Iic(l<'ii ;4»-l<iill i\ (■•■i(| fcii"- s|cik<T iniicriil lal ie kiiiiin'ii \ fi<lra;_M'ii.
Tn do tweede plaals vol;^! Iiiei- lid door dm IIr<M' \ a ii K o in ]> \i y -^ \i
op<;estekl lapporL over de getali peiMja aauiilaiiüiJjjjeii Ie 'l'jipciii :
h. J)e < i o n \ e I- n e ni e n t s ;4 •• I a li p e i- i j a o n d e )• ii e ni i n ;:
I e T j i [) e t i r.
^^' a I e 1- I e i d i 11 '^ e n. 1» v n '^ ^ e n, \v <• <^ e n e n ]s e 1» o n \v <• n. Zoo-
als in liel \dii<,fc vcisla;; reeds is \('iiiield. kwam li<-l teirein rasir-Ivilan;^.
ter «grootte \an ± tr»(» hoiiws, liet eerst vooi' de nillncidin;^ der ^o'lali-pertja
plautsoeuen iu aaninerkiiifj.
Onmiddellijk, nadat liet boscli was «gevold en gebrand, werden de o]»en-
{gemaakte terreinen l»<)nws<,'ewijze inf^edeeld on in' kaart j^'ebracbt. Als
<j:renstoekons w<'rden kapokstokken geplant. Golijktijdij; biormedo ginir
bet nilzetlen en de aanleg; der boofd- en tninwo<ion onder een bepaalde
Lollingsboek, xoodat allo iei-reinen jioniakkelijk zijn te bereiken on te eon-
trólooren. Tor ovorbruo<.iii<r van een ravijntje over de Tjibanjiboeng werd
een eenvondigon, ongonietselden steonon dam met dnikor geslagen. Om
een beteren verbindingsweg dan van Tjipolir naai- Tjibadak te verkrijgen
— de bestaande weg van Tjibadak naar Tji]>eiir is van zoo jtiimitieven
aard in aanleg on eonstinctie, dat zij in den West-moesson. altbans voor
voertuigen, eigenlijk onberijdbaar is — weid (mmi begin gemaakl met de
uitvoering van d<Mi gejd-ojecteerden. nieuwen weg van do opziebtorswoning
naar paal S in den verbaiden weg van Tjisalak naar Parong-Koeda. Deze
weg beeft bovendien bot voordeel door don goboolon aani)laiit in bet Tjitjoe-
roegsche gelegen te loopeii. Een bonten brug met steenen boofden werd
over de Tjiletoeb gosbigen. In bet verslagjaar kwam de weg. oji bet be-
grinden na, in boofdzaak gereed, wat betreft bot gedeelte, liggende binnon de
grenzen van de onderneming. Een klein gedeelte bniton de terreinen van
do onderneming tor lengte van één paal blijft nog op aanlog wachten.
Indien ook voor dit gedeelte de noodige uit gravingen worden gedaan
en na den bonw van een brng over de Tjipalesari, do geboole weg verhard
wordt, dan zal do (Jouvornemonts onderneming op zeer gemakkelijke wijze
135
CU miudei' primitiel dau tban« van uit de halte vau de Staatsspoor te Parong-
Koeda te bereiken zijn. ^
In de tweede helft vau het verslajjjjaar werd een bejiln gemaakt met den
bouw van een tweede opzifhterswoning in de terreinen van Pasir-Kilang.
Te dien eiude werd een geschikt emplacement uitgekozen in de buurt van
de kampong Taugkil.
K w e e k e r ij e n. Om de ruime zadeuoogst vau 1901 behoorlijk onder
dak te brengen, waren op een drietal i)laatsen te Tjitjareuh, Tjileuler en bij
het etablisement Tjipetir kweekbedden opgericht, welke een gezamenlijk
oppervlak van 21/4 bouw besloegen.
Is ouder gewone omstandigheden de verzorging vau kweekbedden in
dien omvang en op zulk hellend terrein een veeleischeude, de buitengemeen
laug aanhoudende droogte in het verslagjaar maakte die taak dubbel zoo
zwaar. x\anhoudend moest worden begoten om de plantjes in de kweek-
bedden voor uitdroging te behoeden. Ouder deze omstandigheden werd
het voordeel van de vleugelpompen, opgesteld bij de kweekerijen en het
water uit de riviertjes langs een buizeuleidiug naar de opvangbakken, daar-
toe geplaatst in de kweekerijen, voerende, goed gevoeld.
Des ondanks liepen de kosten voor het begieten van de kweekerijen nog
al op. Met uitzondering vau de enkele plantjes met witte bladeren, die
allen zijn gestorven, kwamen ziekten of plagen in de kweekerijen uiet voor.
Xim de wilde varkens, apen en eekhoreutjes, die op de onderneming
zeer veelvuldig voorkomen, werd geen nadeel ondervonden, dank zij de daar-
voor getroffen uuuitregelen. A'an de Palaquiumsoorteu hebben de plantjes
vau Pal. oblougifolium de droogte nog het best doorstaan. Pal. Gutta, af-
wijkend type, schijnt daarvoor gevoeliger te zijn, althans onder deze was
het getal afgestorven i)lautjes grooter dan bij Pal. oblougifolium.
De ervaring leerde ook, dat het wennen aan meerder licht vau de jonge
kweekplautjes in op gebruikelijke wijze aangelegde kweekbedden, zeer ge-
leidelijk uu)et gaan en in verband uu't Ie lïiiileuzorg oi)gedane ervaringen
schijnt uuMi aau weinig bedekking de voorkeur te moeten geven. Het meer
droge klimaat vau Tjijtetir en de daar dikwijls heerschende winden vormen
echter een beletsel tegen al te lichte bedekkiug. Van de in VM)'2 uitgelegde
zaden ten getale van 82(),()0(), waarvan l':'(l,!ii:'. waieu opgekouieu. koudtui
aau liet einde vau hel jaar L*L'.~).(i()(l tiitgezodile plantjes gew(Uinen worden.
Met het oog op het groote belang, oui enkel gezonde, krachtig ontwikkelde
exemplaren uit te planten, werd op de kweekbedden vóór het uitplauten een
scherpe triage uitgevoerd, waarbij ook vastgehouden werd aan het beginsel
l-)6
om /,(»(»\imI iiHi^^^rli jl< ciikrl Tiil. (ilddii^firuliiiin. I'al. (!ull;i iii 1'al. horuci-UKO,
(lic \(i(»r- dl' iMTt'idiii;^ \aii ^^ciali |>''ri ja uil de liladi-n-ii in di- alN'ircist*' jdaatH
in aaiiinrrUiii;,' l.onifii rn pas in d»- l!'' jdaals I'al. (iiilla alwijUcnd l.\i><' !•■
kit'zrn — I'al. Trcnldi i-n i'avi-na l.i'ciii woidcn ni<'i niiM-r aan;_'<'|i|ani .
Z a d r n (» o •.; s I. |)cIiI(M-i l»c^(in in di- maand -Inii s|i<(i adisdi. Id-uijl
dr ^Toolc l)l«)ri iels later dan ;_'i'\\ «xtnli jk inviel.
De vint litdia» lil \an alle sotnlm was /eer l»c\ rcdi;_'cnd. jn lid lii j/.uniltT
dir \an I'al. (!ntla. al'Nvijk<'n(l \y\>r.
r«ij Ik'I <i|isl('kcii del- najaaisw inden nndciN undi-ii de j<in;_'<- \iinlitjfS
daaivan nadeel; de door de wind l»ew<i;^en taki^en s|(»e;jeii er een deel \an af.
Kindr hecemher \in;^' hel in/.amelen <\t'\- /aden aan. I >e (tn^'st is /.cri ined<;-
•gevallen ('). haar eene l»esl li jdin^^ \an de kalon^^s en \ leennni/.eii weinij:
iiKwcrkiiijj: licclt vu het bij liel ^loole aaiilal \ ru(lildia;.;(.'iid(' hdonnii on
dodilijk is broiij;s()n};s — wii sooi't van luiiiic niaiulen — londoiii de vrm li
ten aan te brcn^fcn, zooals dit b.\. op de aanplantin<;('n te r.elaian en Sawan;^-
;^ali wel geschiedt en ooiv l)ij de wcinijic \ i ik lildi-a^cnde I'al. oblonj^ifolinm
en Pal. borneenso te liuitcny^orj;, blijfl er niets anders over. dan de zaden
op dt' ;.;obi-uikelijlv(* wijze in te zamelen u.1. de op den j;rond «gevallen zaden,
afkomst ij; van vrnchten door vronwen en kinderen ingezameld. Nadat
's morgens de zaden ingezameld zijn. worden in den namiddag de gedurende
den dag afgevallen rij|>e viin liten ook nog opgeiaapl. Wat in de plant-
soenen van 1'al. oblongifolium, I'al. borneeuse, Pal. (Jiitta wordt gevonden,
wordt ook geacht te zijn te beliooreu tot die respectievelijke 1'al. soorten.
De Pal. Trenbii boomen, waarvan ei- verscheidenen telken jare bloeien en
vrncht geven, leveren nu Ie dien opzichte en met betrekking tot het kruis-
bevruchtings-vragstuk een blijvend gevaai-. De zaden van de verschillende
Palaipiiumsoorten verschillen niet genoeg om ze van elkaar te kunnen
onderscheiden.
Met het oog o]i dat blijvend gevaar, werden vroeger de zaden, vóórdat
zij rijpten, van de boomen geslagen. Door het groote getal boomen blijkt
dit een omslachtig werk te zijn en is de controle of het behooilijk gedaan is.
moeilijk, weshalve besloten werd alle vru( htdragende Pal. Trenbii b(M»men
oji te ruimen. Pdijkt naderhand, dat het product van deze soort meer
waarde krijgt, dan kimnen immer nog de boomen uit den cultnnrtnin en
(') In Januari on Februari kwam Iipl meeste binnen, op vele dagen achtereen werden
+ 20,000 Pal. oblongifolium zaden geoogst.
157
uit 's Liiuds Plauteutuiu, die telken j:ii«* iuimseli<Mits viucljt drageu iu de
behoefte aan zadeu of i)laiiteu voorzien.
A a u p 1 a u t i n t,^ e u. De oude aanplant weid geheel gezuiverd van de
seliaduwboomen, de tusschen geplante Payena Leerii en koffie en het overige
wildhout. Het vellen der groote Albizzia-.stanunen moest niet de noodige om-
zichtigheid geschieden, opdat geen beschadigingen werden toegebracht aan
de getah-pertja boomeu. De grond voor de nog niet geheel gesloten plant-
soenen, waar de alang^ hier en daar nog niet geheel uitgeroeid was, werd
hierna behoorlijk met de patjol bewerkt en van alang- gezuiverd, wat niet
weinig heeft bijgedragen tot de betere ontwikkeling in den stand der boomen.
In de overige plantsoenen kon volstaan worden met baballen en ngoret-
teu. Met inboeten kon door het late invallen der regens eerst in December
worden aangevangen. Liet zich aanvankelijk het weer hiervoor gunstig
aanzien, zoo was, helaas! zulks slechts van korten duur, daar na enkele
regendagen de droogte w^eer plotseling inviel. Het volgend jaar zal blijken,
hoeveel van de inboetelingen het ongunstig plantweer met goed gevolg
hebben doorstaan. In den ouden aan])lant werden in den grond gebracht
4890 Pal. oblongifolium en 505 Pal. (lutta, afwijkend ty])e. Een begin is
ook gemaakt met het beplanten der onbeplant gebleven ontginningen
1901/02, doch door het ongunstige, droge weer moest dit werk spoedig daarop
worden gestaakt. In 't geheel werden pas in de nieuwe ontginningen uitge-
plant 2(i70 Pal. oblongifolium en 1800 Pal. borneense. In een der oude
tuinen, voornamelijk bestaande uit Pal. Gutta. afwijkend type trad in de
maand Mei een rupsenplaag op, waai'door een 50-tal groote boomen geheel
kaal gevreten werden. Geen blaadje bleef gespaard. Een enkele oblingi-
folium en het jonge i)lantsoen grenzende aan den guttatuin nuM'sten het
eveneens ontgelden, doch bleef de jdaag overigens zeer hx-aal.
D"". K o n i n g s b e r ge r deed een onderzoek in loco en bracht daar-
over het volgende verslag iiit:
„De rupsen van deze, over geheel Zuid-Oostelijk Azië en Australië v(M--
spreide Noctuide zullen een blijvend gevaar opleveren voor de cultuur van
l'ahuiuiumsoorten en in het bijzonder van Palaquium (Jutta. In 1900 wer-
den zij schadelijk in den cultuurtuin te Ruitenzorg, terwijl zij in HI02 een
groot complex boonu^n in de aanplant ingen te Tjipetir hebben kaalgevreten.
Zij traden toen bij duizendtallen op en uit den aard der zaak viel er niet
te denken aau het doen verzamelen der ru]»sen. daar deze zich of op de
bladeren of op de dunste, met de hand niet bereikbare takjes ophouden.
]>r \ <'ij»(»|(|»in^ lirt-ll iiifi jiLiiils in i\>-\\ ^/inml. iii;i;ir \<'fliil (l;i;irlni\ fn.
Ilissriirii (Ie ;i fj^cVJI I l»'ii lihnlticn . w ;i;i riii<'<|r <|r Imi(1<iii is lnMlfkl.
Si»iiiiiii;4<- iii|»srii \ ciiioiiiM'U /,ii|i ook |c;jcii <li' \\fini;,'f ltl;i<|i'irii, die
jiMii (!<■ hooiiifii zijn ;:<'S|i;i;ii(l l:''I»I<'\ 'H 'H lollen di-zc (i;i;iiioc ^'fdcclidi jk
op. I)c Im'sIc IicsI li jdinijsincl liodf Im-sI;i;iI liii-iin. tl;il nn-n ln'l ooj^cnhlik
iifwiHlil. Wiiiiiop de incrsic Mi|)Scn zii li lulilicn \ii|i<(]it en ;ilsd;iM InM Mf'^^c
VJilIrn l>l;id s;ini«'n vcci:! m \ ciln ;i ndl . \ lij ;:oi'dc ;iriifclidiii;^cn \;in \lin
der rn iii|ts zi jii Ie \ in<lcn l»ij .Mooi<-, L<'|iidojiiria <d' < 'cv Ion. \ dl. III. jil. Hi'.i.
fi^. 1, \a ('M 1//'.
A:in licl rindr \;iii lid v(M-sl;i;ri;i;ii- stonden :ill<' :i:ni;_'et;isle liooiiieii weer
IViiiii in lilud. \';mi de hooinen in den ouden ;i,iii|il;inl werd eeiie lellin;^ j.;(v
lioiidcu ('Il \\;is liet rcsiitaal hicivaii als vol;.;!:
1'. obhm^ifoliiiiM 1144,
,, hoiIK'ClIse ir)l(i,
„ ^MiKa, alw. I.v|)(' 7S5.
Een kadastialc opmcliii^^ had plaats van den ouden aanplant en van de
tciicincn van de nitbrcidin^^en 11)00 en l!M)t. Op I'asir-Kilan^' werden ont-
;;M)nnen 105 bonw. liet zou wel nio^^'lijk ^'eweest zijn no^ meer te ont},Munen,
do< Il om vers( liillende icdeneii weid daarvan af^M'/ien, alhoewel de vei-leidinj;
daai-toe met het oo^- oj» het scliijnbaai' ^roote aantal plantjes st<Mk was.
Züoals boven reeds is vermeld, stonden bij den aanvang van de out-
Lrinningen lOOL' + 1*;*,0.00<I plantjes o]) de kweekbedden, doch de ervaring
leerde reeds, dat indien sleidits supt'rieur plantmateriaal wordt gebezigd —
een fnndamenteel beginstd bij alle cultures, waai-van niet ongestraft afge-
weken kan wolden — een groot aantal + 1^0%) niet voor uitplanting in
aanmerking komt. l>at het betiaihten van zulk een voorzichtigheid niet
ongemotiveerd is, bleek ook dit jaar weer. De langdurige droogte, die vele
zwakkeling<m op de kwe«dcbedd(>n had geveld, bratht nu geen te groote
streep dooi- de rekening, wat betreft het aantal beschikbaar plantmateriaal.
Had men ni('t zoo'n ruime sjK'ling gelaten, dan had bovengenoemde ongun-
stige factor stellig een leelijke misrekening bij het jdanten ten gevolge
gehad. Met het nog onbejdaut gebleven terrein uit het vorige ontgiunings-
jaar + de inboetingen, bleek aan het einde van het verslagjaar, dat men aan
plantniateriaal nog juis-it voldoende had, om + 1!>5 bonws te beplanten.
In iU' tweede plaats viel het moiMlijker aan de noodige contractanten
te komen, daar reeds van de in de nabijheid gelegt'ii dessa's wonende lieden
een belangrijk deel vastgelegd is in de ontginningen van de vorige jaren.
Komen deze vrij — van de eerste groep loopt de verbintenis in het eerste
semester van het volgende jaar af — dan kunnen zij zich weer verbinden
1.19
vot)i' uiciiwi' U'rieincu. Over 't alj^cnieen is de animo om contiacten te
sluiteu J^ioot, vooral van de zijde der wt-l^estelde lieden, die voor de groote
uitgestrektheden, welke zij in ontginning nemen, zich bedienen van arbei-
ders, doch vloeien hiernit allerlei nadeelen voort, zoodat in den vervolge er
naar gestreefd zal worden om het „bazenstelsel" zooveel mogelijk tegen te
gaan. Zij nemen vaak grootere stnkken aan ,dan zij in werkelijkheid naar
behooren knnnen ontginnen en beplanten.
Bij het gevolgde systeem van ontginning bij de (Jonvernements getah-
pertja-cnltnnr, kan men betrekkelijk weinig invloed er o]» uitoefenen, dat de
contractant de plantjes behoorlijk plant en verzorgt. In bijzondere mate
is znlks het geval, indien de contractant, ten gevolge van de weersgesteld-
heid, den aard van grond en terrein, ziekten en plagen enz. enz. een slechte
rijstoogst van zijn hoema maakt. Begrijpelijker wijze is hij dan slecht te
vinden om nog eenige werk te verrichten in een hoema, waar zijn rijstgewas
zoo goed als mislukt is. Hij tracht dan door elders uit werken te gaan het
te kort in zijn inkomsten te dekken.
Is nu tijdens het planten van de getah-pertja de weersgesteldheid on-
gunstig, zoodat bijzondere maatregelen moeten worden getroffen, om die
schadelijke factor tot de kleinste afmetingen terug te brengen, dan is het
duidelijk, hoeveel tact en inspanning van de zijde des oi)zieners gevergd
wordt, om te maken, dat de minder gelukkige contractant zich verder toch
nog het lot der getah-pertja-])lantjes aantrekt. Belooft het rijstgewas een
mooien oogst, dan kan men van den contractant meer gedaan krijgen. On-
gelukkiger wijze vallen de ongunstige factoren voor den lijstoogst en getah-
pertja-beplanting gewoonlijk samen.
Ook de ojdvomst van het gewone werkvolk laat af en toe te weuschen.
vooral, wanneer de rijstoogst in vollen gang is. Zelfs de boedjangs ontzien
zich dan in die tijden niet. om hunne vaste tewerkstelling in den steek
te laten.
Het ontginnen van al te groote stukken heeft eindelijk nog het bezwaar,
dat dit toezicht oj» hel beliooilijk ui1]»lauten zoo moeilijk wordt. Waar
het gemakkelijk groeiende minder kostl»ai*e b<»onien geldt, is dit be/.waar
natuurlijk niet zeer groot, bij de getah-pertja boomen. die in hun jeugd en
bij het over])lanten nogal zorg vei'<Mscheu, moet men wel degelijk uu-t dat
feit rekening houden.
Een ]»i'oef met de invoer van .lavanrn. om te \-oor/,ien iu iiet ucbrek aan
werkkrachten slaagde, zooals reeds in 't vorige verslag vermeld is. aanvan-
kelijk naar weuscli. Nadat (1<- verzwakte liclnnnen door behoorlijke voetling
weer gesterkt waren, ]»rest<'erden zij InM werk. dat van lien verlangd werd.
140
lil di-ii |(io|i \;iii (lil i;i;ii- itIiIci- \«-rlic|rii liijiui alli'li <li' niidri iiciinii;.'. <<\\\
liiiii ^rliik (»■ lirprorN fii :i:iii (!•■ \\' i j II kit(i|isli;i;i i, ;il\\;i;ir, iiniii' /.ij Imunlfii. hij
(|f|i houw \;iii ,,( icjll is\ iljr" hil i I fii^irw imiii lioo^ic IikiIH'Ii /.ulldcii /,ijll l<' \t'l'
(liriicii. I);il was slcchis \aii /.t-i-y t ijdd ijken aaid ('l.
.Mr( lic( o(»;^ u|i <|c iiiiistaii(li^lii'i(l. dal i<di'i- j;iai-. aliiaaniiati- li<'i (»inl<'i-
lioiid \aii i\i' oiil^diiiicii Ifnciijcii na al'ldoii diT \ fihiiilcnisscii iiii'i >\i- inn
1 1 in-laiilcii \(>(ir •■iLjcii i''kcnini; kuinl. Ih-i ^cial \aslr hrn-djan;^s I nfiifcint,
zonde liet oin Iwceeilei icdeiieii alles/.ins aa lilii-N el i ii^ \erdie|ieii I-en Iweedi'
pn^^Mllj^ te doen olll da\aaiise|ie lillis;^e/.iiine|| llil de o\ cihi'N (dkte streken
naar Tjipelir o\ci- te hreii;:eii. In de eeisle |ilaals wonll daai\oor in liet t«'
koi'l aan wcrkvidk — iii de hiiiiii \aii de ( !oii\ enieiiienls ;^etalr|»cil ja onder-
nmiiiijx liji^'on tal van and< re ;^i(iole landhoinv <)iiderneiniii<;eii. zoodat de
ludiocfle aan wcik\(»lk ;,n()ot is — vooi-zicn on is men in staal liet lio<dd <<•
hiedeii aan de ter plaatse steeds meer eisi liende he\()lkin;^^ di<' nal iiuilijk jno
fitecrt van den t(»estaiid, wal e(liter voor liaar niindei- ;:imsii^M' ;je\(»l;:en
heeft, daar zij overal gemakkelijk werk vindende ()(d<. overal even j^eniakke-
lijk vooi-sehotten weet U' heniachtitjen, dii^ ze dikwijls n den steek laten.
liehoudens enkele stukken is de stand der aanplant in<;en van de nieuwe
(Hituinniniicn, over "t aljicnieen genomen, hevredij^end en behoeft slechts
Het fraaist ontwikkelde exem]>laaT' uit de :'. jaTi^^c liiinen van ol)lon}ii-
foliuni had aan het einde van het veislaj,fjaar een liooj^te hei-eikt van Ü.o M.
Hoewel in bejierkten onivanjï, doen de bladrollers (een Kliodoneura Sepc)
immer no<; schade aan de Jon<j;e j)lantsoenen. Men tracht de rupsen zooveel
niof^elijk we<f te van<;-en. Zooals boxen reeds meermalen is opi;emerkt, was
de weersgesteldheid voor het planten aan het einde van het verslagjaar zeer
ongunstig. Het in December aangevangen planten moest kort daaroj» wor-
den gestaakt door invallende droogte.
Hoe ongunstig de regonverdeeling in de maanden NovemV)er, December
(en .Januari 1!KI.">) was, moge uit den volgend<'n staat blijken:
'
2
a
4
5
6 /
1
8
9
10
11
12
13
14
15
16
r
18
1
19 |20
21
22
7,;
25
26 27 2S |29
30
31
No» 1902.
13.5
I
11
1
2:.s
10,5
—
7.5
—
4
-
9
-
-
—
-
20
4.5
- 20
—
-
—
7.5
9
4.5
—
-
6.5
Dec. o
S
12
-
/
-
l.-i.5
-
--
6
-
43.5
8.5
30
-
2
-
5
S
-
24 —
3.5
-
-
-
-
-
4.5
16
40
20
Jon. 1903.
-
-
-
17.5
9
-
-
-
-
-
-
-
8.5
4
25
2.5
10
50
-
-
-
-
-
7
24
7
15
10
41
6.5
Nov. 19t)2 = 102. December 1!)02 = 240.5 en Januari 1003 = 199.
(') In 'l begin van 1903 vroegen zij ileemoedig, na een ellendig bestaan geleid Ie
hebben, om weer als boedjang op de Gouvernements getah-perlja onderneming te mogen
werken.
141
Om de iiitgeplante jonge plantjes tegen de felle zonnestralen te be-
schutten, werden zij van afdakjes en z.g. mutsen voorzien. Niettegenstaande
deze maatregelen was het peicentage dooden meer dan gewoonlijk, vooral
bij die, welke onmiddellijk na het uitplanten 7 dagen droogte te doorstaan
hadden.
Proeftuin e n. Voor de beantwoording van bepaalde voor de getah-
pertjaculiuur belangrijke vraagstukken. \v(M-d o{> Pasir-Kilang een terrein
ter grootte van .") bouw als proeftuin ingericht en zullen all»* werkzaamluMlen
daarvoor met eigen boedjangs uitgevoerd worden.
Met behulp van dezen proeftuin zullen nu de volgende vraagstukken
in onderzoek woi'den genomen:
V. Welke is de invloed van de tusschencuhuur op de ontwikkeling der getah-
pertja boomen bij intensieve en extensieve cultunr?
2'\ Welke plant wijdte de meest aanbevelenswaardige is:
a. voor prodnctwinning uit den stam,
1). voor produetwinning uit de bladeren,
.j**. Indien prodnctwinning uit de bladeren hoofdzaak w<M'dt, welke cultuur-
wijze ge<'ft dan de grootst mogelijke bladerenoogst?
In den proeftuin zal tevens een proef worden genomen met beplanting
door dii'(Mte nilzaaiiug in het open veld, natuurlijk met de uoodige voor-
zorgen.
Regenval van 1902.
Maanden.
Aanlal m.M.
Aantal regendagen.
Januari
366
265
291.5
21
Februari
12
Maarl
12
April
1875
14
Mei
218
12
Juni
89
7
Juli
36.5
5
Augustus. . .
37
3
September .
10
2
Ontnltpr
124
162
13
November..
16
December . .
Totaal
248.5
Ï7
2035
134
I4i
>o
O n (1 e !• z o <* k 1 n jï o n. Tn l»t';iiit\vo<»r<liii^' \:ui <li- \i;i;i^' ui' niet 1(
IK'IkIc Ii(M'\»'c11i<'(|cii prodiKl /.ouden /.ijii h- wiiun-li, iinliin (|;i;:flijks. dooi
slcrlits enkele i iisn i jd i ii;:eii met een s<liei|) snoeiines. de sliiniinen uoiden
illf^flllltl werd, Ie dien i>|»/.itlll een |i|iier ;ieliunien. I >e \()|;:ende |-esnllaleM
w eideii d;i!iilti j \ fikreden :
lldoj^tc Diiiiii.
M. M.
11.(1 O.L'I
iL'.r. il.-»;
ir..() ().:;(;
Is.." II.:'.::
17.0 <•.:•.()
r>()uin II"
soort
1
lioiiicciisc
2
3
4
5
r>
^
1
8
1)
10
!_..»
(i.-j:{
iL'.o 0.2:5
iL».r, O.LM
i:5.r. o.:'.o
iL'.r. O.L'S
11 Ohloii^ifolimii Ki.r. O.L'7
12 „ i:'..r» »».L'«;
13 „ KJ.r, 0.27
14 „ 13.5 o.:>.r.
15 „ 10.0 0.20
16 „ 20.0 . 0.:51
17 „ 10. 0.20
18 „ 15. 0.:{0
10 „ 12.5 0.2S
20 „ 15.5 0.20
Totaal 208
Indien van jioedkooiK' ailMMdskiailitt-n kan woi-den i»aiiij «•etrokken,
zoo kan dozc wijze van aflapiiinj; wellicht niet voordeel worden toegepast.
De proeven hieromtrent zullen worden voortjiezet.
Omtrent de onderzoekin<;en in het lahoratoriuni moge hier verwezen
worden, naar hetgeen daaromtrent is nKnlegedecld bij de :V''" afdeeliug over
het verslagjaar (sub V).
D'". van Itomburgli bezocht de (letah-pertja aanplantingen even-
als in 't vorige jaar geregeld. Dit bleek, voor 't geven van raad. het beramen
van maatregelen voor den goeden gang van zaken zeer gewenscht.
.\aiital
Opbrengst
insnijd.
giam
20
S
»>
21
»
><
>»
37
>»
2."i
»
14
M
n
ff
8
>y
0
»
10
1 1*)
30
1 1 .»
11
»
8
ff
12
i
»
1
5?
9
ff
16
>»
15
>J
oo
»?
7
ff
12
1 i»t
143
c. D e 111 o n s t r a t ie V o 1 d o ii \ o o i- i n 1 a n d s e h e c u 1 1 u r o s.
Evêiials in de beide vooraf«i(^<»aiie jaren, wai-en ook in het versla jij aar.
al naar den aard der bcvolkinj; en nied(^ onder den invloed van .sommiy,'e
andere onistandijiheden, de resultaten der verschillende deinonstratievelden
no;^ al iiitcenloojx'iid.
Op enkele velden waren niet alleen de nitkoinsten. op het veld zelf ver-
kregen, zeer goed te noemen, maar konden ook — en hierom toch is het te
doen — verscheidene verbeteringen geconstateerd worden, die de bevolking
in haar eigen aanplant van het denionstratieveld had overgenomen. Op
andere velden, daar«Mitegen, geschiedde de behandeling wel grooteiideels o])
jniste wijze en volgens de gegeven voorschriften, maar viel van navolging
door de naburige inlandsche landbouwers niets of weinig te bespeuren.
Helaas, deden er zich ook gevallen voor, waarin het gebrekkige van het
dagelijksch toezicht zoozeer overeenstemde met in de vorige verslagen uit-
gesproken klachten, dat de uitvoering van de op het veld zelf plaats hebbende
werkzaamheden zeer veel te wenschen overliet.
Dit laatste was speciaal het geval te Poespoh, hetgeen een reden te meer
was om de ojdieffing van dat veld, waartoe toch reeds besloten was (zie het
vorig verslag bladz. 1.">!) — 1<>2». in het verslagjaar uit te voeren.
L e m b a n g.
Aangezien de tijdelijk voor de demoustratievelden tot mijne beschik-
king staande deskundige Jhr. ('. de Savornin L o h m a n, ten ge-
volge van de opheffing van het veld te Poespoh, meer tijd kreeg, was het
niet gemotiveerd langer gebruik te maken van de diensten van den tweeden
gediplomeerden landbouwkundige, die tot zijne assistentie door mij was aan-
gesteld en wien Lenibang als s1andi)laats was aangewezen: dezen laatste
werd daarom in den looj) van het verslagjaar een eervol ontslag verleend,
liet was daarbij echter niet te ontgaan, dat de ook te Lenibang zich steeds
voordoende moeielijkheid met het dagelijksch loezi(-ht weder meer op den
voorgrond trad. De mandoer, die dan ook aan het eind van het jaar moest
worden ontslagen, gaf niet alh^'n niet de geringste blijken \an eigen initia-
tief bij het werk, doch meermalen kwam het vooi-. dat duidelijk gegeven
orders door hem niet \v(M'den nagekomen. N'ooral viel er te klagen over de
weinige zorgen door hem aaii den aanplant van groenten besteed.
\'oor een klein deel ligt de geringe plichtsbetrachting in de uitvoering
der dagelijksciie werkzaaniliedeii. waarmede wij op dil vehl te kampen heb-
ben, wellicht aan lu-t feit, dat de veel vocn-komende vestiging \aii Knrope-
aneii op den grond Ie Leniltang er den eigenlijken iulandst In-u landbouwer
144
scliajii'H (loot zijn en dnardooi- i\i- lifhin^^sti-llinfi; hij «Ie l»<-\olkiii;^ in hei ;il;:i-
llK'Cil \<toi- dl' \\ elk/,;!;!!!!!!»-!!*-!! i)|i lul \i|i| i^ciiii;; is. I|f| /;il t|:iii «Mik oj»
(l<-ii dmir ■•i;iriiic\ clirij^ \ ndiciicii. ii:i;ir lluiiis n-i-d^ mei \ lij ^loolc /.fkfilifi»!
I(* zc;^;i<'M \;ill, \(n»i<|fii iiilamlsilicii l.i iidlioii w in (l<- Im-ti^sI icki-ii \;iii WfSl-
.I;i\;i li;i;il' <'fii ;imlcif |p1;i;iIs \imii- de scsli^iii;^ \;iii i-cii (Iciiioii.sl i;i l if\ dd
uil te zien.
Yuu ;i;ii-d;i |i|)i|tii ^iivcii de \ ;i lir-tci h-ii .,< !t';ilit "• siiiis |i;i i<-il |f" cii ..r>i;ili-
d;il('"' wcdt-r 1m-\ icdi;:('ii(l<', ot'si liouii ;^ci-ii lii jzuiidcr ^(icdc, icsiil l;i W-ii. Ti-
Lriidciii^i zrir werd Cl- W'-iiiiii iilaiil iii;i lcri;i;il \;iii d<-/.f ;i;ii(i;i)t|ii-li-ii ;_M*\ia;i<id :
(l;i;iii'iilc;^cii wel doni" ('Clii^ic locinlis in lid ondirdisl licl 'l'jisarocw ;i. < >nz»'
,,(i»'';inl(' s;ins iciicillc"", dour lot-ddcn \;iii dt-n ( "on I lolcur te I5;i ntlocn;^ ;i:in
de l»('V(dkiii;4 \;iii Tjik;idj;iiiji ii;il»ij (ijiiod \(islrrkt, ^al' aldaar ••<*n zc<-i-
mooi prodiKl. li('(<i;(*('ii te wclUonwi- was, daar o|» ons schl zdl' d<- In-idc ^c-
nocindc varifMcitcn atditcrnil jiaaii. Kent- aardapju-l \ arir-h-ii ..! nipfralor"
l^ciioruid, dit' in onzen IxMj^tnin h- 'i'jihodas veel reden lot te\ redenlieid ^mI'.
Werd in >.'o\eini»er \aii liel vei-.sla<'jaar ook te Lembaiig uitj^ezel, zoodat
daaronitreiil in hei \(d<:('nd ^('rs]a;i,• eerst iets vermeld zal ]<unnen worden.
Maïs had \cel Ie iij(h'n van lianiponj;-bonden, die eene j;cre<i-elde plaaj:
voi'nulen, waartegen zelfs bewaking 's nachts eene onvoldoende l»eveili<'in<i
Ideek.
Ariisjokken voldeden niet aan de verwachting, daar de nn'este planten
afstierven zonder te hebben willen bloeien. Eenige door scheuren verkregen
jonge planten werden op eene andere plek uitgezet om andermaal te zien of
men ter plaatse geen product van die bij uitstek fijne groente zou kunnen
teelen.
Selderij had van eene eigenaardige ziekte te lijden, wier oorzaak nog
nitd met zekerheid bekend is en die zi« h door het verdrogen der bladeren
kenmerkt. De niet aangetaste planten stond veelal goed.
De Heer de S a v o r n i n L o h m a n liet in October het noodige onder
zijn i)ersoonlijk toezicht van eenige dagen doen, om den aardbeien aan]dant,
die geregeld vincht draagt, weder voltallig te maken, te bewerken en te
bemesten.
Hoew^el ook aan de tabak op het veld niet die zorg besteed werd, die
het gewas behoeft, zoo was toch de qualiteit van het product, naar inland-
se hen smaak, zoo goed. dat er ])er „boengkoes"" (van 0,1 pik.) ƒ 1,50 voor be-
taald weid, terwijl tei- jdaatse de gemiddelde prijs van inlandsche tabak
slechts ƒ 0,00 bedraagt. Zoowel nu't Perzische (zie vorig verslag pag. 140)
als met Deli-tabak wei-d die uitkomst verkregen.
Het Noordelijkste, onvruchtbaarste deel van het veld werd gedeeltelijk
145
bei>liinl mot C'jissjivc en deels met Kiciiius. Xog werd Riaziliaanseh- en
]ien<>aalseli-voederfJi'ns nitjieplant , waarvan liet laatste o]) Lembang reeds
met sneces is verbouwd. De aanplant \au Tlieosinte, die uitj-cbreid werd.
bewees goede diensten bij de voedering onzer transpoitpa.arden.
G o m b o n g.
Een groote steun voor dit veld ontviel ons aan het eind van October,
door liet plotseling overlijden van den Kegent Kaden T o e m e n g g o e n g
K a r t a n e g a r a, een man van karakter, die van zijn groote belangstelling
in het streven met de demonstratievelden onder meer blijken had gegeven
door zelfs persoonlijk het werk van den mandoer op het veld te controleeren,
hetgeen te meer te waardeeren viel, daar Gomboug tot die plaatsen behoort,
waar het gemis aan goed dagelijksch toezicht zich het meest doet gevoelen.
In alle opzichten is het trouwens hier de plaats, om een woord van
dankbare herinnering te wijden aan de nagedachtenis van Kaden T o e-
m e n g g o e n g K a r t a n e g a r a.
In het vorig verslag werd gewaagd van de constateering der mentek-
ziekte in ons jong padi-gewas, reden waarom slechts de helft van het veld
te Gombong als sawah werd aangehouden. Ofschoon de ziekteverschijn-
selen zich wel degelijk ook verder openbaarden, zoo was toch de misoogst
lang niet zoo erg als zich naar de in het voorafgegane jaar opgedane er-
varing had doen vreezen. Er waren drie rijst-variëteiten uitgeplant, name-
lijk: „gendjah kenanga" (dezelfde die in het vorig jaar op het geheele veld
had gestaan), „tjempa menoer" en — op een klein proefstukje van slechts
075 M. vierk. — „mamas", eene uit Poerwaredja geïmporteerde variëteit.
Zij gaven producten overeenkomende per bouw resp. met: '25, li'2 en '22 pikol.
„Mamas" was het sterkst door de mentek-ziekte aangetast, doch ook „Tjempa
menoer", die weinig vatbaar voor de kwaal heet, beantwoordde aan die
reputatie niet.
Niettemin mag, alles bij elkaar genomen, het resultaat bevredigend eu
het optreden der ziekte niet hevig genoemd worden, daar toch de omliggende
sawah's, b ij een goed slagende oogst gewoonlijk niet meer dan.
of hoogstens 25 pikol per bouw geven, zooals den deskundige door bestuurs-
ambtenaren verzekerd werd. Dit betrekkelijk gunstig resultaat moet
hoogstwaarschijnlijk grootendeels daaraan worden toegeschreven, dat op
ons veld in de beide voorafgegane Oost moessons droge gewassen geplant
Verslag van 'slands plantentuin 1902. ■"
146
werden, lots wat op dr nabiirifie snwnli's niniiiKT liet '^cviü is; de ln'V<ilkin<,'
locli U'i' plnalse jtlant zoo iiiof^'clijk in de I wee ja;ii- ."> maal padi op lieizelldc
lorrein, en iii (dU ^eval 4 maal.
Op liel niel mei Jtadi liejilaiile deel \aii hel \f|(|.dal »)<ii>|)i(»nkeli jk voor
Kuwali v\as beslemd, werden lialalen ;^ejdant daler dan weiisilieli Jk i-n iioodi;:
wjxwj wiel- <»<»j;sl, voor een zoo shrlilen ^lond, als die \an ons \eld. ;roed te
noeuien was. lloewcd niet meer dan :'.s j»ik(d per Ix.nw werd verkrep-n.
zoo vond de bcïvolkin;,', die de jfi-oiidi-n van hel veld nalnnrlijk door en dooi-
kent. die oo^st toeh zoodanig, dal allerwc^c om jdanl maleriaa 1 onzer Pal al en
<fevi-a:ij^(l weid. \<»oral de rooth' \ari<-teil, die Pednideiid ^i-ooier knollen
jfeelt, was zeer iu trek.
De Znidhelft Aan het veld werd voor de tweede maal lie|daiii, en wel
voor de eene lielft niet „kedelé" en voor de andere lielti mei ..kaljaii;^ was
])ad:i" nit (Jlaroet inj^cnoerd. Met eerste dier ^cwMssen had \an rupsen te
lijden; de siliade was evenwel niet belangrijk. In „katjanj^ waspada' iiad
eene noy; niet goed bekende ziekte op, die zielj bijna overal veiiooni, oj»
„stijve"' en natte gronden eehter meer dan elders. Door nalatigheid van
een sedert ontslagen mandoer, kunnen geen produetie-eijfers worden ge
geven; de beide tweede gewassen hebben — zooveel is wel bekend — meer
opgebracht dan de taxatie.
De nieuwe padi werd eerst op 9 November uitgezaaid. Dit is later dan
gewoonlijk, waartoe de zeer abnormale weersgesteldheid aanleiding gaf;
gewoonlijk toch beginnen de regens in Bagelen een maand eerder door
te komen dan iu het verslagjaar het geval was. Eene bijzonder degelijke
grondbewerking ging aan het uitplanten van de padi (hoofdzakelijk „gendjah
keuanga") vooraf. Het lag in de bedoeling eene vergelijkende proef te
nemen met op droge en op natte kweekbedden uitgezaaide padi en met padi
deels droog op het veld zelf (dus op sterk geinfecteerdeu grond) uitgezaaid,
deels elders op niet-geinfecteerde gronden. Hoewel dit programma, weder-
om door het onvoldoende van het dagelijksch toezicht, slechts zeer gedeel-
telijk kon worden uitgevoerd ,zoo maakte het toch bij het overplanten reeds
den indruk, dat het plantmateriaal afkomstig van droge gronden er verre-
weg het gezondst uitzag. De Heer de S a v o r n i n L o h m a n rappor-
teert dan ook ter zake: ',,Met vrij groote zekerheid kan dus uu reeds gedeci-
deerd worden, dat, altijd indien de gelegenheid er toe bestaat en de kosten
niet te hoog worden, het aanbeveling verdient om pawinihan oj) droge (dat is
met hama mentek onbesmette) gronden aan te leggen; het behoeft ternauwer-
nood vermelding, dat hier ecliter alleen sprake is van gevallen, waarin ook
de overige omstandigheden overeenkomstig zijn met die bovenbedoeld".
147
S e t j a 11 o- I AI n <x o 1 n ii <y).
Aan het rapport Aau den Heer d e S a v o r n i n L o li m a n aangaande
dit veld moge, als inleiding, liet volgende woideu ontleend:
„Zooals in liet vorig verslag reeds werd vermeld izie pag. 150 aldaar)
vielen de resultaten van de rijstoogst 1902 zeer mee. Van de inlieerasche
variëteiten „kleponan" en „mbok mas"', werd gemiddeld 4S.T0 pic. p. bahoe
gemaakt, en van de proefstukjes, die geheel volgens het voorschrift geplant
werden, 64.80 p. bahoe.
Ofschoon niet slecht, was de productie van de (laroetsche variëteiten
belangrijk minder, en waren die zooveel sterker door hama mentek aangetast.
De var. „kewal" bracht bij twee verschillende plantwijdten 36,1 en 43,42
pic. p. bahoe op, de var. „djalen" maar 31,60 picol. Het kan vermoedelijk
geen kwaad nogmaals te herhalen wat in het vorig verslag gezegd werd, nl.
dat hieruit weder afdoende blijkt, dat het importeeren van de beste variëtei-
ten uit streken, waar groote producties gemaakt worden, volstrekt niet a
priori zekerheid geeft van een grootere opbrengst. Alleen dan, wanneer de
omstandigheden voor die nieuwe variëteit even gunstig blijken als op de
plaats van herkomst (en dit zal slechts bij uitzondering "het geval zijn), mag
men op gelijke producties rekenen".
„Ter juistere beoordeeling van bovengenoemde padi-productie-cijfers
zij nog vermeld, dat de gemiddelde opbrengst van de sawah's van het onder-
district Setjang verleden jaar niet meer dan 20 pic. p. bahoe bedroeg, dat
het allerbeste stukje (een z.g.n. I« kl. sawah) 44 pic. p. bahoe opbracht en
dat het demonstratieveld, vóór het dat was, onbeduidend meer dan boven-
genoemd gemiddelde produceerde. Het is dan ook een 11' kl. sawah".
Door betere grondbewerking, indien deze goed doorgevoertl werd, zoude
de productie ,zonder noemenswaardige meerdere kosten, zeker nog grooter
kunnen zijn.
Met de na de padi geplante tweede gewassen werd in meer dan een op-
zicht een bvredigend resultaat bereikt.
Van aardapi)els was de productie zeer veel beter dan die van het vooraf-
gegane jaar ,en ofschoon zij nog niet met die van het hooggebergte verge-
leken kan worden — wat ook niet te verwachten is — was de opbrengst der
plant beduidend meer dan die der bevolking, waarom door haar dan ook
herhaaldelijk bibit gevi-aagd en gekocht werd. ,,Het is merkwaardig — zoo
zegt de deskundige in zijn rai)port — en dat is niet alleen Ie Scijang het
geval, dat door de bevollciiig de grootere productie steeds in de eerste jtlaats
aan de bibit toegeschreven wordt, en dat zij blijkbaar maar moeielijk kan
148
)»onfrijpon, dat «Ir* Tnr'frdcro zorj? uaii den naiiidniil l»csliM-d iuccsImI de vdoi-
iiiiaiiisU' oorzaak daarvan is. Zoo k\s:iiii In-t lorli \oor. d;ii liiliii \;iii lui
dciiionsl ral icvcid j^rclij^ iillrck v(nid, hiwijl voor dii-ii ;i;tii|il;iiil do liililt
van de bcvtdkin;; zelve ^n-l^odil wuh".
„Kaljang- Hoeook'' Hlaaj^de in liel versla;,^jaai- wedei- zeer ;:oed. Dit <^;if
O]) uionw j^elcf^cnlieid Ie ondersinden, lioe jnisi de heweiin^ is, <l;it <le
inla.ndsclic landbouwer niet nil, ei,i,a'n hewej^in^ er loe o\oi-;;;i;it d.ii^ene
lo(! te passen, wat lieni uit eigen aausdionwin^ duidelijk blijkt eeiie ver-
beterin<4 op landbouwgebied te zijn. Jlel goe<l slagen dezer küijjin^; lodi
dee<l er zooveel vraag naar komen, dal men \.mi dessalis, <tp eiielijko jialen
al'staud vau het veJd gelegen, bil>il kwam koojten.
Hetzelfde bleek met de bi'uiue boonen, met welke w ij hei meesLe succes
hadden — hetgeen om redenen iu het vorig verslag gem<ld bladz. 14!) bij-
zondei* aangeuaam was — . liet was niet njogelijk aan alle \ ragen om jilanl-
maLeriaal Le voldoen; iulauders als planters^ en Europeanen ais consumenten,
waren met dit op het veld geteelde gewas zeer iugeuomeii.
Daar het gebleken was, dat te fcsetjaug de eeu jaar bewaarde boouen-
soorteu als plantmateriaal aehteruitgingeii, werd van deze, vau Soja en
van erwten ook in den West-moesson een kleinen aiinplaut aangidnuiden.
Reeds den 12*^'" iS'ovember kou de padi voor den nieuwen aanplant wor-
den uitgezaaid, waartoe op grond der opgedane ondervinding, nu uitsluitend
„kleponau*' en „mbok mas" werden gebruikt. Uf schoon ook hier de di-oogte
buitengewoon groot was en lang duurde, zoo had dit weinig invloed op den
tijd vau uitzaaiing, daar er over voldoende levend water beschikt kon worden.
Eene onbeduidende schade werd iu de kweekbedden door muizen aangericht.
Hoewel ploegen en grondbewerldng weder reden lot klagen gaveu, zoo
werd ditmaal aan den padi-aanplant zeer veel zorg besteed en had in het
algemeen de uitvoering der werkzaamheden op boven verwachting zorg-
vuldige w'ijze plaats. Behalve aan de niet genoeg te waardeeren mede-
werking, die wij van den Patih bleven genieten, was een en ander zeker
mede te dankeu aan de voortdurende zorg, die de Assistent- Wedana, Raden
Mas S o e k i r m a u, voor het veld had. (reen ujoeite was dien amldeiiaar
blijkbaar le veel om den mandoer tot plichlsbetrachling aan te s]>oren en
diens werk te controleerèu.
Helaas bleek het rij staaltje het veld nog niet te hebbeu verlaten. De
variëteit ,,Kle})onan" was er wel is waai*, aan het eind \an het veislagjaar,
nog niet met het bloote oog zichtbaar door aangetast, maar wel traden de
ziekteverschijnselen in de „mbok mas"" op; gelukkig alleen nog slechts
plaatselijk en dan oj» kleine stukken van het veld.
140
Daat' er .">") vieik. roe kweekbed op hel veid over \va8, zoo kou er nog
wat bihit aan liefliebbers worden verstrekt. Deze waren zoo talrijk, dat
liet jdanl materiaal jiretig afnemers vond tegen 2 en een halve cent het
„bosje", terwijl de gewone prijs bij de bevolking sleehts e(^u cent bedraagt.
„Toch denkt nog niemand onder haar er aan — zoo schrijft de Heer d e
S a V o r n i n L o h m a n — om op dezelfde wijze uit te zaaien. Wel zijn
er sommigen onder de bevolking, die niet een ., minimum" moeite aan hun
pawinihan besteden, maar ., onvoldoende'" zorg is toch regel". Dat daar-
door haar eigen aanplant een ongunstig contrast vormt met (Yhhi van het
demonstratieveld is duidelijk. Trouwens, onderscheidene sprekende staal-
tjes der weinige werkzaamheden van de bevolking te Setjang werden mij
door den deskundige voor onze demonstratievelden medegedeeld.
Dat men onder zulke omstandigheden wel eens neiging gevoelt, om door
bevelend ingrijpen naar een gunstigen invloed o]> den landlxniw d(M* be-
volking te streven, is niet onverklaaibaar. Toch blijft ondergeteekende
sterk gekant tegen elke poging om, zij het ook slechts gedeeltelijk, tot het
vroegere „prentah"-svsteeni tegenover den landbouw der bevolking terug
te koomen, omdat h(4 naar zijne overtuiging: primo, ongeoorloofd is,
en, secundo, slechts in s c h ij n tot het doel voert, doch in werkelijkheid
er van verwijdert.
Beton (P o n o r o g o).
Zooals in h<4 vorig vei'slag kon worden gezegd, geschiedde te dezer
plaatse de uitzaaiing en uitplanting van de padi met zeer veel zorg. Het
resultaat is dan ook niet uitgebleven. Ei' werd nog ukhm' geoogst dan in
het voorafgaande jaar, hoewel toen reeds de o])bi'engst op lu^t veld ruin»
het dubbele was van die der bevolking.
Wij oogstten gemiddeld per bouw 52.8 pikol, terwijl de ])adi ^•an zoo-
danige qualiteit was, dat het groots! e deel van den oogst voor ,/" 'A.IT) de
pikol werd verkocht (en dat wel in Apiil. dus nog iu den oogsttijd).
Verscheidene dei- oj» het veld geteelde tweede gewassen verdi(men ook
weder vermelding.
De uit Japan, door de welwillendheid van Prof. M i y o s h i, verkregen
Arachis hypogea (.,katjang tjina") bleef de verworven goede reputatie
behouden.
De inlandsche „kedelé" (Soja) weid vAok en gaf daardoor eene opbrengst,
die beneden de verwachting bleef. Met uit Japan afkomstige „kedelé" was
echter gelukkig het omgekeerde het geval. Bij de klimmende beteekenis
ami Sojji als luccdc <;('\v:is IocIcmucimIc, \\cr<l i-r «lislijd^- ilimr din oiidii j^i'-
teekoiidc l)ij/><»ii<](*r werk van j^ciiiaakl om <»iid< rs< hcidcnc \aiit'iciiiii s.ni dat
ciiK mirj^fwas uil .lapiiii ic \ ( rl<ri j;:«'ii, h-i- Im'|ii<m-\ in;; alliici-, lici ^.'ci'ii iiiojr*'-
lijl< was doof df \ liciidoü j|<c Iiiil|i \;iii di-ii i^ciiociiidi-ii lioo^lcci;ia r uit 'l'idvio.
Aanvaiil<flijis \\r\(\ er inci dr .lii|taus(lio \ arir-iciii-n. die !•• I'.uilonzoij,'
('ciii;;*' ^cncralics .uIiIimccm werden ^^fkuockl. inoeile ondciv unden, daar /ij
lilijkbaar ccrsl ci-n so(»rt actlinial isai ie ]u'occs nioesleii do(»iinakcn. Nadat
(lil was ;^('srlii<'d, werden er Ie |'(uicmo;:(» drie \;in de .Inpansclie v;iii<'ieiien
vaii kcdel»'' op fuis \cl<l uil üeplanl ; I wee d;i;ii\ iin L;a\cn een (»n;;e\ eer :'." \ nu
rti;; pfodiict, terwijl inlandsclie kede|«'- L;<'nH'enli jk niet nn-ei- d;in liet Ijeii
\(»ndi;;"e van liel zaaizaad op|e\«'il. Als nu-n liieriiij in liet udm liinnlt. dat de
-la|»aiis(die \ arir-leileii werden aan;:<'plaiil <»in liun lietere f|uailitiei. zich
vooral in <le xcel üfoolei-e liooiien opeidiMicnd. en niet wet;ens de ^rrootorc
I>rodu('ti(', <lan nuin liet xcrkre^cn i-esiiltaal zeker \ er lto\en verw aelit in;;
jj;enoenid worden. Ie meer daar de (inalileif van den oo;;sl ondei- die <;i-oote
opbrengst in het minst niet had geleden. Jammer allen was het, dat de
variëteit, die betrekkelijk hel minst slaagde, juist die was. ^Yaarvan de
qnaliteit het hoogst was getaxeerd.
„Terong'' (Solaniim Melongena) gaf aan vrmhten een even groote oj»-
brengst als li<'t voorafgaande jaar. Door eene tijdelijk o\-ervoei'de markt
— zooals dit bij inlamlsdie iiietconserveerbare ](rodin-len. in verband met
de dnre en slechte transportmiddelen, zoo veel voorkomt — waren er erhter
slechts geringe prijzen voor te bedingen. Hoewel de smaak der door ons
geïmporteerde tuit Frankrijk afkomstige) variëteiten niet beter schijnt te
zijn dan die der door de b('\()lking \an \ loegci- al geteelde, zoo blijft het
toch geraden voor de verspreiding der Fransche variëteiten in (piaestie
moeite te doen, daar zij per plant ongeveer de dubbele hoeveelheid viaichten
opleveren als de inheemsche variëteilen, terwijl daarbij deze laatste zoowat
de dubbele ruimte innemen. Er moet evenwel woorden opgemerkt, dat die
betere opbrengst der geim]»orteerde variëteiten alleen dan wordt bereikt als
er aan bemesting en bewerking van den aanplant de noodige zorgen worden
besteed.
„Kembang poeloe", die, na te Buitenzorg te hebben gebloeid, Carthamus
tinctorius bleek te zijn, ^af een zeer btnredigende o])brengst. Van 800 roe
werd 41 katti gedroogde bloesem geoogst, waarvan de marktprijs dikwijls
locaal tot ƒ '^. — ])er katti bedraagt. Tegen dez(Mi ]trijs berekend, zoude dus
de opbrengst jier bouw ruim ./ 200.— geweest zijn. Ter zak<> ra]>]»orteert
de Heer de S a v o r n i n L o h m a n nog het volgende. „Door sommige
meuschen werd als bezwaar aungevoerd, dat het plukken der kleine bloempjes
Ui
bezwaarlijk gaat, ten gevolge van de op de scliutbladeu aanwezige stekels.
Indien de eultuui- werkelijk voordcM^i- is, kan dit incovenient niet over-
wegend geacht worden. Hoeveel andere peuterwerkjes worden niet met de
meeste volharding uitgevoerd en kan dit werk gevoegelijk gedaan worden
door kinderen en vrouwen altijd indien de mannen het werkelijk zoo
druk hadden, dat zij voor het oogsten geen tijd zouden kunnen vinden".
Ook de Cassave slaagde in het verslagjaar hier bijzonder goed; nog
beter dan vroeger. Op 180 roe werd 70 pikol geoogst, overeenkomende met
194 pikol per bouw.
Eveneens was van tabak de opbrengst naar wenseh; verkregen werd
HOS tampang, wegende 134 kilo, van eene oppervlakte van 100 vierk. roe.
Daarvan werd 800 tampang, als zijne V' qualiteit volgens de locale taxatie,
verkocht jI 1 cent. Alleen daaraan zou dus reeds ƒ 100.— per bouw ge-
maakt zijn. Toch was, naar mij is bin-icht. de tabak niet eens superieur en
worden er voor inlaudsche tabak dikwijls betei- prijzen besteed; dit was b.v.
te Lembang het geval, waar hetzelfde zaad als te Ponorogo werd gebruikt.
Wellicht was inderdaad de qualiteit ten gevolge eener minder goede berei-
ding, te Ponorogo minder; zekerheid dienaangaande is nog niet verkregen.
Ketela (Batatas edulis) gaf op 200 roe 7:'. i)ikol oogst, van de uit P>uiten-
zorg geïmporteerde variëteit, die ook te Gombong was geplant (zie boven);
zij blijkt echter het nadeel te bezitten van meer dan de te Ponorogo reeds
gekweekte variëteit vatbaar te zijn voor de aanvallen van een snuitkevertje
en diens larven (tot het geslacht Cylas behoorend). die de bataten, soms al
in den grond, droog en voos doen woiden. Door die ])laag moest op het
veld terstond een 2 pikol van den bataten-oogst worden weggeworpen; het
overige, hoewel ook van mindere qualiteit, was nog verkoopbaar tegen 50
cent de ])ikol. Dezelfde ziekte is in het Buiteuzorgsche ook bekend; zij ver-
toont zich daar evenwel niet sterker in de geïmporteerde dan in de gewone
variëteiten van bataten.
Van den nieuwen padi-aanplant, uitgezaaid den 22^*"' XovcihIxt. wordt
mij gemeld, dat de kweekbedden met de noodige zorgvuldigheid aangelegd
werden. Den 10'''" December werd nog een tweede maal uitgezaaid, waar-
toe de variëteit „koentoel gadoengan" werd gebruikt (eigen bibit). Gedeel-
telijk werd nieuw zaad gebezigd om eene andere variëteit „sokonandi" te be-
proeven; zij is later rijpend en met de proef werd beoogd te trachten een
nog groot er product te vcu'ki'ijgen.
Ook te Ponorogo was de padi-planttijd, door de abnormale weersgesteld-
heid in het verslagjaar, bntengewoon laat. T^oor een misverstand werd in
Isovember het demonstratieveld met wn bijzondereu toevoer van water
lui
l»('^niiisli<;<l, \vii;ii(l<H»i- on/c \\\tin-/Ain'nU' \>iu\\ veel l»(»v<-ii <lic «It-r ii;iliiiii^'<'
siiwiilTs vooi- kujiiii. Ilcl 7.u\ \v«'l ni''l k<"^<'^<1 Ih'Ikm'Vch !•• woidi-n. diii li<|
allfniiiiisl in (h- hrdorlin- li-l. iluor <|iT;:.'lijki' iiiiddcli'ii ii;i;ir li<-l iii;ik<-ii
\;iii «^rooier oo^'stcii Ic slicvcn; dil /.oiidi- /j-U's ;_o'lircl in slrijd /ijn nid Ik-I
|)(Mi(»^df' doel. hl die liri:;Hic vcruissin^ H-ii (Mi/<-ii voordccN- soiid jnisi d<-
Ilcci' dr S :i \- o r 11 i n L n li ni ;i n li(iord/;ik<'li jl< :iiin|i'idiii;_r nni <i|i iii<ii\\.
('II w.'l i^clijkl ijdiu iiH'l de i»c\(ilkiii^, uil !<• /.anicn; h- ;4<'l''.il< 1>:"I 'ü' ''""
doel (tin, indien di' ..s(»k(iii:indi"" eens inindcr ^ocd iimclii siiiucn. d;iii locli in
l!)(i:'. ovci' ^'(X'd ^O'sortcfi-dc cii nci-scIic liiliit \;iii de \;irii-t('it ..kdcntod
;4';id(tcnt,Mir' Ie kniiiicn hcscliikiicn.
Ilot is ((•)' jibiJilso 7>('('i' duidelijk Wii!inw'(Miil>:i;ii-. d;il de l>e\(dkin;: hij
liHiir pndi-idiuilen d<' ojt ons veld <;ov(>]^Mle werkwij/e •r;i;il n;i\(dL'eii: wijder
uil elkaiU', rejivlinalijicr en re( lilei' op iilanlon. In liel alot.ineeii kmi Ie
Uelon worden <i-oconstafoerd, dal de hevolkini:- in 1!)<IL* meer lol liel korrels-
"(Mviizo nii/aaien ovor ^inji'; <>]» oniïoveer een vijfde deel liarei- kweekbedden
werd aldns «ioliandold, ioi-\vijl dit voor liej opricliten van ons demonstratie-
vold in die dossa slechts bij lioojje nil zondering- geschiedde.
Vermelding verdient voorts, dat de Regent, van wien steeds de meeste
belangstelling ondervonden wei-d. zijne eigene, naar ons vooi-beeld, voor
demonstratie bestemde sawah's met vier vermeerderde en dns dal getal
op zes bracht.
K e r t o r e d j o 0\ o d j o w a r n o).
Aan het ra])])ort van den Heer de S a v o r u i n L o h m a n over dit
veld wordt in de eerste ])laats het volgende ontleend:
„De padi te dezer plaatse, nn G op 7 dnim (in het vorig verslag werd
absn viel ijk op pag. 150 van fi op 8 dnim gewaagd) overgeplant, liet alle
goeds van zich wachten, tot tegen den oogsttijd zich hama beloek o]ten-
baarde. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de i'nps van Schoenobins
bipnnctiferns, de padiboorder bij uitnemendheid, waarover D"". K o n i n g s-
berger reeds een en ander ])u1iliceerde (zie o. a. Teysmannia. deel XI,
afl. 8). Indien de padi op jeugdigen h^^ffijd aangetast wordt, geeft men de
kwaal ook wel den naam van ..hama soende])''. Reeds vreesden wij een
gedeeltelijke misoogst te moeten verwachten, toen de Heer A. K r n ij t.
aan wien het deraonstratieveld reeds zooveel verschuldigd is. ons in ZEd.
's maandelijksche mededeelingen lett(M-lijk het volgende rap]torteerde:
„Den 14*'*'" A]>ril met het oogsten van padi begonnen, werd het laatste
„gedeelte 20 Mei gesneden. De totale opbrengst, dadelijk na het snijden
,, gewogen, is geweest 254,33 picol. dat is 50,86 picol per bahoe. Het gewicht
„drooj; kun niet nicl juis^theid worden (»[>ji,e<;even. onjdtU voor een deel de
„oogst legen afstaan van 1/5 — volgens plaatselijk gebruik — is gesneden.
„Deze niantregcl, genomen in ()\'erleg incl den Heer de Savornin L o b-
..ni a n. A\as noodzakelijk omdat zicli bij de bevolking over de betaling in
„geld groote ontevredenheid o])enbaard(\ De ]»adi-oogst oj» het demonstr.-
„veld nnig zeker alleszins bevredigend genoemd worden, wanneer men he-
rdenkt, dat omstreeks 10% verloren is gegaan door „„hama beloek"."
Ofschoon dus beduidende schade door de hama veroorzaakt is, is de
oogst per bahoe toch nog meer dan verleden jaar, en dus o]) a 1 1 e sawali-
demonstratievelden de padi-productie stijgende geweest, vergeleken bij
1000/01. O]) dit feit wordt de aandacht gevestigd, omdat van verschillende
zijden den deskundige de o])merking g(Mnaakt weid. dat ten gevolge van de
op de demonstratievcdden gevolgde werkwijze de grond zoogenaamd ..uit ge-
boerd" zon worden, d. w. z. dat uit den gi-ond tijd(dijk meer gehaald werd,
echter ten koste van defn) volgcMidetn) oogstten). Er dient echter bij gezegd
te worden, dat inlandsche landbouwers nooit eene dergelijke opmerking
maakten maar alleen menschen, die de zaak op een afstand beoordeelden, en
gew^ooulijk zelfs nog nooit een demonstratieveld gezien hadden, dus van de
bekende soort , .beste stuurlui". Ofschoon het resultaat van twee oogsten
natuurlijk geenszins een afdoend bewijs is, wijst de „algenn^ene" stijging
er toch wel op, dat die beweringen vermoedelijk geen grond hebben. Was
dat wel het geval, dan zou de oogst van het tweede jaar toch minder hebben
moeten zijn dan die van het eerste. Eerder zou men dus mogen conchidee-
'ren, dat de gevolgde werkwijze tot verbetei'ing van den gi'ond leidt, ware het
niet. dat mede de meerdere pi-oductie moest toegeschreven woi'den aan de
opgedane meerdere ondervinding omtrent locale omstandigheden"'.
Van tweede gewassen werden in het verslagjaar op het veld te Kerto-
redjo geplant: tabak, ..katjang rofvlji". cassave, eene Buitenzorgscln^ varië-
teit van ..widjen" (Sesamum indicuni), ..katjang hidjo" en maïs. Ttehalve
van widjen waren de oogsten dier u'c^wasseu bevredigend; vooi- widjiui blijkt
de grond van het \'eld niet geschikt. TTet afoogsten van tabak was juist aan
het eind van het verslagjaar gei'ecnl gekomen; cijf(M*s dienaangaande zullen
in het volgend verslag worden medegedeeld. Ook Cassave kwam eei'st in
100.'? binnen. Veel dooden kwamen er in den aanplant voor, tengevolge van
de aanhoudende droogte. ge])aard met zeer hooge t(Mn]»<M-atuur. De ge-
slaagde planten gaven eehtei- een ]>rodnct zooals te Keitorcdjo nog nooit
van Cassave was waargenomen. volg(uis sjtontan*^ uiededeelingeu van dessa-
lieden.
ir,4
lil ''•■I l:i;ils( \iiii li.-l \ci'.s|;i<:j;i;ir lilijki dr ijvrr v;ill df-Ii !•■ vor«'Il U'
rcclil pTofiiidrii rii;iii<l(i(-i' Ie wi-iiscln n Ie Iir|,|)i'ii o\ tT;,r«'l;i l<'ii. ||<-i hiJitsIc
f<'isr'ii|»|»i)il \;iii (Icii lliiT (Ir S ;i \ (. r II i II I. u h ni ;i ii u\rrlir| i;i;n llHli.'
liii'M ii;iiiiflijl< lid \ (il^iciidc in :
. ,()•)!< oj) hel \<ld is iiKl \rr| un\<'rs<liilli}rl|(.id ^cwcikl. I';idi l;iiiil»;iii;^
werd l'T Xovciiihcr. imdi ;;fiidj;iii Kciiiin;^;! \7i hrcriiilnT il i I ;:<-/.;i;i i<l. ;ill<'S
(\v<><><S. \;ili de «•••isic I!» \ iriU. roe. \;||| (]>• twrrdi- <il, in litl;i;il \i-c| tr wcillj;;
|>;i\\ inilijiii \(M)|- I Icilior lop I hiilior \;in In-I \cld /iil ininiclijk iih-I In-I <m»^
()|> |d;i;ils<-li jkc iiKicicli jk lirid nirl l»i'\|(M-iiii;i wrrr cMssiivc ^'ciihinl \vi»r<|rni.
r.iiitcndirii is dr hiliil irn i;f\(»|iic \;in nu iiid incrr n:i Ie ;^mim' uiiisljindi};-
Iicdrii zeer siridit ()|>j;rk()iii<'ii. (►ok iiH'i i\c !ic\\ <'ik i n n v;in dfii ;:r<»nd, \v;i;ir<iji
lahiik ('11 k;il jiiiiii rocdji stdiid. is iiiri di- noodi^c ii;i;ist j^cMiuakl . K<-u sliikjf
nieuwe j»;i\\ iniliMii. iii;i;ir sleclils IS \ ierk. i-oe. is iuiiifrelej^d. ni;i;ir k(»n
mede door de t'eesld;i<^eii, niel voor den ;>()'"''" I )eceiiilic|- l)r/,;i;iid \V(»rd<'ii.
tei'wijl de iii;iiid()<'r i'eeds een iii;Kiiid \i-(»e^er liad kiiniieii zien, d;it hij Itildl
te kort zon konion".
Oelnkkii;- kon dooi- tijdiji'e ];onist \an den desknndiiic noj; voel worden
goed },n'nia;>kt.
Ten slotte ontleen ik no;:; liet \<»liren<le aan een i'appoi-t \an den Ilrei-
«Ie S a V o !■ n i II Lo liman: ..Na\ oljiinji van hel demonst lat ieveld heeft
roods in hoduidondo mat o plaats. In do dossa Kortorodjo zijn uu reeds tien
ijzerou |doo<i«Mi. terwijl vorsclioidouo dossaliodou drooj; ploo<r(Mi. wat vroeger
nooit voorkwam".
P o e s p o 11.
Aangozi(Mi dit \('ld, zooals hierl)(»\(^n is vermeld uioost worden opgeheven
zoo kniineii hier de nog in een doel \an hot \-orsIagjaar opgedane slechte
ervaringen, die eeno uadere iiiotive(M-iug voor het gegronde dier opheffing
leverden, nu't stilzwijgen worden voorbijgegaan.
N g a d i s a r i.
Omtrent dit veld bepaal ik mij tot het in zijn geheel overnemen van het
door den Heer de S aV o r n i n L o h m a u gerajiporteerde:
„Dit veld bleef goede resultaten o])levoren. W(d zoude ook hier zeker
nog meer bereikt kunnen worden, indien do dagelijksehe leiding der werk-
zaamheden aan een meer kundig persoon toevertrouwd was. maar summa
summa rum was de uitkomst zeer bevredigend".
„Groote moeite kost het hier echter nog de menschen, don maudoer in-
155
begrepen, de waarde te doen beseffen van eene goede bibit-selectie. Niet-
tegenstaande ik, zoo dikwijls ik ter plaatse kwam, er op aandrong om b.v.
de aardappels goed te schiften en vooral de vci-schlUende variëteiten goed
uit elkaar (e honden, bleek aan het eind van liet verslagjaar Aveer, dat drie
variëteiten van aardappels door elkaar geplant waren".
,.l>at de resultaten echter in het algemeen goed zijn, in elk geval niet
slecht, bleek uit het verwerven van eene hoogste onderscheiding op de ge-
westelijke tentoonstelling te P.ondowoso, waar dit denionstratieveld ver-
tegenwoordigd was door eene inzending aardappels, groente en groente-
zaden".
„De zwarte aardrupsen, ook in het \-orig verslag genoemd, bleven nog
veel last veroorzaken".
„Aardbeien, waar^'an een kleine aanplant aangelegd is met jonge planten,
die door de welwillende tusschenkomst van den Wedana van Soeka]>oeia uit
de dessa Ledok Hamba werden verkregen, slaagden zeer goed en werd reeds
eene ruime hoeveelheid vrucht verkregen. Met uitbreiding van den aan-
plant door middel van uitloopers is reeds'een begin gemaakt, terwijl die
bespoedigd zal kunnen worden, indien eene in Europa bestelde hoeveelheid
zaad aangekomen zal zijn".
,,Terong (Solanum Melongeria) bleek hier eene zeer voordeelige cultuur
te zijn. Ofschoon de ])lanten pas na anderhalf jaar hunne eerste vruchten
begonnen te dragen, waren er bij, die tot 18 stuks te gelijk droegen, en waar-
van de totale opbrengst op 40 stuks kan gesteld worden. Kleine vruchten
brachten hier Yj, groote 1 cent op, zoodat j>ei- vierk. M. in twee en een half
jaar omstreeks 25 cent ])roduct verkregen werd. Het spreekt wel van zelf,
dat deze cultuur alleen dan voordeelig kan Itlijven. zoolang d<' productie de
I)laatselijke consumptie niet overtreft, omdat alleen in den lioven-Tengger
de prijs van terong zoo hoog is".
„De beide aardappel-variëteiten P>randale en (Jéante sans ])areille bleven
haren roem handhaven en kon aan meerdere jxM-sonen, waaronder ook aan
enkele Europeanen, dit jaar bibit verstrekt worden".
Aan hel eind van dit jaarverslag gekomen stelt de ondergeteekende er
prijs op nog de beide volgende veiklariugen af Ie leggen:
Primo, dat de veel laler(> sauu'ustelling er van het onvermijdelijk ge-
volg is zoowel van de hem in l!)02/PJ():i opgedragen commissie-reis, als van
I ;;r,
df', p'oii iiilsirl j,rc(|()(.-cii«|r, l.rl:iii;4ii.il^'' ;i:iii;;«'l<-j:<-iili.'(|cii. win- hfliMiid.-liii'i
ii:i /-ijii Icnij^krci' iil /ijii lijd in Itfsla^i naiiifii. om \iiii aiid(i<' ltijlv«)iii«-iidi-
IT(|(|i(|i liirl crlis Ie ^CW il ;^i 'Il ;
Scclllidii, dal hn einde de i lidjeiii ii;,^ niel Imi- llie.T \ eil ia;:ili- te doen
,,,id,.i-^aaii l.ij «lie saiiM'iisleMin- meer nu- dan aiid<'is. i-eii niim -el.iink
is ^vniaakl \an de \cisla-cn en n^cn(..vi.'U.s hem liel iiM ren<le de \ eis.liillende
afdcrliiij^eii «gedaan en \eislrel\l.
l?iiilen/,()|-^'. 1 Seidciuhei' llMi:*..
'I'KKI I!.
Bijlage I.
VOORNAAMSTE IN 1902 ONTVANGEN ZADEN.
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
Januari
Caiina Loui.s Colomb.
Cinnamomum Gassia.
Hamelia sphaerocarpa.
Ilex Dahoon.
Quercus coccinea.
Dlmus americana.
Serenoa serrulala.
Zamia inlegrilolia.
Reasonner Broth — , Florida.
Februari
Passiflora edulis
Dr. Spire. N. Caledonië.
Hyphaena sp.
Bot.-luin, Baroda.
Landolpliia sp.
Bol.-luin Victoria.
Maart
Arlhropliyllum boserianum.
Cbrysopia sp.
l)ir de ragricullure, Madagascar,
Ficus sp.
Washinglonia Palma-blanca.
» • -colerado
• -nigra.
Agoslaclie nepetoides.
W. A. Kellermax, Columbus. ü.
Beozonia sp.
Beluia lulea.
Campanula americana.
Cornus (lorida.
Dioscorea villosa.
Fraxinus quadrangulata.
Ilex verticillala.
Meuispermum canadense.
Ostrya virginiana.
Rhus birla.
» radicans.
Smilax rotundifolia.
Viburnum prunifolium.
Labisia poilioina.
Dr. S. K. KooRDERs, Builenzorg.
Baubinia acuminala.
Bol.-luin, Singapore.
1S8
Maand.
itciiuiiiing ilcr pluulen.
()lilv;iri^'('?i v;iti
Maarl.
April. .
Calamus hygrophilus.
Gassia lirasilicnsis.
Ginnamomiim inors.
Kurririiia jniriiciiliita.
Tristcllatcia atistralasia.
Acer olilonpjiiiii.
Acrocar|ius rraxinifoliu.
Gassia grandis.
Guprcssus tonilosa.
Dalbergia latifolia.
Plioenix ru|)icohi.
Pterocarpus Marsupium.
Sanlaliun alhiiii).
Solaniiin macruntliiiiii.
Acacia horrida.
> i'unipcrina.
Agave Franzosinus.
Bidens Scliimpcri.
Buddleia globosa.
Geratnnia siliqua.
Gereus Martini.
Geslrum vespertinuni.
Gitrus Aurantium, div. varieleilen.
Cupressus funebris.
Hibiscus heleropbyllus,
* Manihot.
Jacaranda ovalifolius.
Malvaslruui borbonicum.
• fragans.
Salvia cleislogama.
Acanlboslachys slrobilacea.
Achraea cocrulescens.
Alisma Plantago.
Argenione ochroleuca.
Asparagus relrofraclus.
Begonia Scbmidtiana.
Dorslenia contrajerva.
Pilcairnea jtunicea x xanlliocalyx.
Polygonuui sacbalinense.
viviparum.
Rot. -tuin, Olacaiinind.
Sir Thomas IIanbciiy, La Morlola.
Bot.-tuin. Utreciit.
159
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van;
April.
Mei
Salureia Iiortensis.
Sida obliqua.
Sidalcea candida*
malvaeflora.
Sierculia alata.
• • var.
Argemone uiexicana.
Globba Schoraburgkii.
Gossypium VVighlianuni.
Nidularium amazoniciini.
Pitcairnia densiflora.
• lubulaelormis.
Spiraea callosa.
Begonia Schin'dliana.
Buddleia brasibensis. '
• variabilis.
Chloris sp.
Conyza squarrosa.
Davallia pyxidota.
Dicksonia regalis.
Sellovi^iana.
Gaillardia lanceolala.
pulchella.
Ipomoea elegans.
leucantba.
splendens.
Ruta graveolens.
Solidago integril'olia.
• niulliilora.
• nutans.
Acantbus latiloHus.
> spinosissimus.
Altbaea rüsea II. |il.
Asperula azurea.
Aster chinensis, div. variëteiten.
Bellis perennis II. pi.
Browallia Roezli
Cenlaurea cyanus.
• suaveolens.
Dahlia variabilis tl. pi.
Bot.-tuin, Calculla.
Bot.-tuin. Leiden.
Bot.-tuin, Amsterdam.
Dir. Muséum d'Histoire naturelle
Parijs.
Daumann & Co.
160
Maand.
llciiiimiiif.' iliT |ilaiilL'ii. ,
()iilvang(Mi van:
Mei
Juiiiperus chincnsis.
Peluiiia liylir.
f,'taii(lillora.
*
Xanlliocfiplialiis gyiiiii(i.s|>erinoï(los.
Zinnia Üarwini 11. |)l.
clegaiis, (liv. varieleilfiii.
Tliaumalococcus Üaiiielli.
Dii'. IJkI.-Iuiii. Siiif,'a|H)i(!.
Araucaria lirasilieiisis.
I»ir. IJol -liiiii, Naftpls.
Diverse Canna's.
Juni.
Juli
Augustus
AhiiUlon. Hef,Mielli.
Diverse adianluiiis.
Artemisia japonica.
Uoxbiirgliiana.
Bruiisfelsia niacrophylla.
• violacea.
Cuphca procuiiihens.
Uibiscus liiiillura.
* mexicanus.
Lonicera gibbosa.
Lantana rosea.
Olea clirysophylla.
Opuntia robusla.
Pavonia coccinea,
> speciosa.
Rudbeckia maxima.
. speciosa.
Senecio graiulil'olius.
Munlingia Galabura.
Mariia ebenacea.
Sanliria laca.
Arciionlopboenix Cunningbamii.
Callistemon pboeuiceus.
Eucalyplus resinifera.
Grevillea robusta.
Trislania conferla.
> neriifolia.
Melaleuca Preissiana.
Myrsine variabilis.
Irvingia malaiyana.
Dir. I5(»l.-liiiii, l'ahïriini.
Ned. Consul, Philippijnen.
Oir. Bot.-tuin, Singapore.
Dir. Bot.'tuin, Melbourne.
Dir. Bol.-tuin, Singapore
161
Augustus. .
September .
October
November.
December.
Gnetum microstachyum.
Anona morunga.
Diplerocarpus insularis.
Lagerstroemia Sliorelii.
Licuala pellata..
Sageraea Hookeri.
Unona jucunda.
Uvaria uncata.
Amomum mala.
Dendrocalamus strictus.
Chanaedora elatior.
Trachycarpus sp.
Geonoraa sp.
Sabal sp.
Costus cylindricus.
Parinarium Griffithianum,
Acacia heterophylla.
pycnanlha.
• retinodes.
• Scaebala.
decurrens.
Albizzia lophanta.
Arabls sp.
Cupressus serapervirens.
> orientalis.
• senipervirens horizontalis.
• torulosa.
Cryptomeria japonica.
Eucalyplus citriodorus.
siderophiora.
Juniperus procera.
Musa ensente var,
Olea europaea.
Parinarium salicifolium.
Picea excelsa.
Pinus Abies.
> canariensis.
» halepensis.
harrisi.
» Pseudo-tsuga.
Dir. Bot.-tuiii, Saigon.
Dir. Kon. Bot.-tuin, Berlijn.
Dir. Bot.-tuin, Calcutta.
Santa Rarbara, Californie, U. S. A.
Dir. Bot.-tuin, Trinidad.
Houtvester van Beniralen.
Dir. Bot.-tuin, Berlijn.
Verslag vin 'slands flantentuin 1902.
H
102
Maand.
Benaming der
planlcn.
()titv;it)?pn van:
December
Pinus sylvcslris.
Podocarpus olongaia.
Quillaja Saponaria.
Telfairia podata.
Tsuga canadensis.
Thuja occidentalis.
. Rif,'anlea.
Wellinglonia giganlea.
Begonia gracilis rosea.
VlLMORIN — ArdHIEUX Cl
Cie.
allia.
Parys.
• semperllorens en
variëteiten.
Bijlage It.
IN 1902 ONTVANGEN PLANTEN.
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
Januari
Apostasia Wallichii.
Cyperacea sp.
VV. J. D. VAN AsDEL, Soekaboemi.
Liparis crenulala.
•■
Neuwiedia Zollingeri.
Tropidia grarainea.
Zingiberacea.
Maart
Ardisia demissa.
Dr. S H. KooRDERs, Buiteozorg.
.
Podocarpus Blumei.
' -
'
Een partij Orchidaceae van Borneo.
Grootikgs, Weltevreden.
Bambusa sp.
Carlier, Solo.
Een partij Urchidaceae.
April
Dendrobium Pbalaenopsis.
Mei
Mexr. Illing. Teeal.
Juni
Hemerocallis sp.
Saccharum officinarum.
Begonia hybr. gigantea.
• • >
Cyclamen neapolitanuin.
repandum.
Anthuriuni.
Calamus didymopliyllus.
» geniculatus.
• grandis.
• hygrophiius.
Daemonorops calicarpus.
Scleropyrum Maingoyii.
Rotan segar.
Vanda Dearii.
Myrsinacea sp.
Begonia sp.
Hemigrapbis sp.
0. pi.
J. D. KoBDs, Pasoeroean.
Dammann & Co., Napels.
Dir. Bot. -tuin, Singapore.
Dr. D. J. Hulshof? Pol, Bui-
tenzorg.
Van Andel, Artana.
164
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
AugusUis. .
Gladiolus hybr. 83 var.
Cbemob-nk Nuhseby & Co.,
Rich-
!
Convallaria majalis, 50 slnks.
mond.
September
Anchomanes Hookcri.
Philodendron cannaeiolium.
siiuaiiiilerum.
Klugia zcylanica.
Eupomalia laiirina.
Triplaris amcricana.
A her ia caiïra.
Afzelia quanzensis.
Apocynacea sp.
Andira surinamensis.
Anlidesma platyphyllum.
Artocarpus Lakoocha.
Bauhinia candicans.
raacranlha.
Bonibax sp.
Calophyllus Inophyllus.
Calabus.
haematocephalus.
Carissa edule var. Kongamari.
Chloranlhus olficinalis.
Clerodendron splendens,
sp.
Cola vera.
Comhrentum Raimbaullii.
Cofl'ea comphara,
Clusia sp.
Crolon Guldingi.
Diptolropis brachypetalum.
Dracaena sp.
Eugenia edulis.
Euphorbiacea.
Erylhrophleum quineensis.
Garcinia Kola,"
Guarea PerroUeltiana.
Haemanlhus Lindeni.
Haemaloslaphis Barteri.
Hevea pauciflora.
llex nigro punctata.
Dir. Bot.-luin, K<;w.
165
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van :
September
Khaya .senegalensis.
Landolphia spliaerocarpa.
sp.
Machaeriura Tipa.
Malpighia glabra.
Marsdenia verrucosa.
Modecca sp,
Monodora lenuifolia.
Passiflora laurifolia.
Watsoniana.
Pavelta Gardeniaefolia.
Posoqueria lalifolia.
Siparuna Thea.
Solanum pensile.
Slroplianlhus sp, (W. Afr.).
Strychnos Mockenii.
Tabernaemonlana usarabarens.
Barteri.
Telfairia occidentalis.
Terminalia prunioides.
Tipuana speciosa.
Anlburium Salraoneum.
E. PiJNAABT VAN Geert, Gent.
Alsophylla van Geerli,
Aglaonema coslata var. splendens.
Ceropogia VVaardi.
Curmeria Leopoldi.
Cypripedium superciliare.
Laurenceanum.
Drury acieclum.
DiefFenbacbia Fournieri.
Eupborbia Fournieri.
Geononia Scballiana.
Kenlia Lindeni.
Laurya campanulata.
Pavonia inlermedia.
Platycerium Ililli.
Veilcbia Johannis,
Allernaulbera araoena var.
Dir. Bot.-tuiu. Leiden,
grandis.
paronychioides.
IBf.
Maaiiil.
Sepleml)er.
Benaming der planten-
AiUTii.iiiilicra iiiiKMiychioides aurea.
, ■ major,
sp.
Anllmrimii uiarfiarilaceum.
hyhriilum.
Acro''lichum alatum.
sp.
Aechmea mexicana.
Allamanda Williamsii.
Aloplectus sanRuineus.
Bochmeria argenlea.
Brownea grandiceps.
Cochlioslemana Jacobiana.
Cryplanlhus Lacerdaea.
Dalilia laciniata var. purpurea.
Dorslenia Houslonii.
Euphorbia Fournieri.
Mucuma imbricala.
Nepenlhes albo-marginata.
arapuUaria-villala.
Chelsonii.
cylindrica.
. Dicksoniana.
Hookeri,
elongata.
> intermedia.
> Mastersii.
Stuartü.
Pandanus amaryllidifolia.
Peperoniia sp. Brazil.
Philodendron corsianum.
Pitcairnia raaidifolia.
regia,
Quisqualis pubescens.
Ruellia formosa.
Sanchezia nobilis.
Tacca macranlha.
Telanthera sp.
versicolor.
Utricularia montana.
Ontvangen van:
167
Maand.
Benaming der planten.
Ontvangen van:
September
Vitis gongylodes.
Vilis quadricaulis.
Vriesea Sandersii. .
Begonia Sulherlandii.
October
Alocasia sp.
Anlhurium Schertzerianum var. album.
Veitchii.
Arenga Englerii.
Caltleya Harrisoniae 2.
velulina.
Ceropegia Woodii.
Cypripediura Sanderianum.
Dendrobium spectabile.
nobile var. Cooksonii.
Dracaena Cantleyi.
Geonoraa Pynaertiaua. >
Haemanlhus Kalbreyeri 4.
Laelia crispa.
Lissochilus sp. 12.
Livistona Woodfordii.
Paullinia Ihalictrifolia.
Plalycerium angolense.
Saccolabium vidaceum.
Trinax Rarbadense.
Sander & Co., Si. Albans.
November
Cymbidiuni sp
Dendrobinm sp. 2.
Eria sp.
Vanda sp.
D'. SriRE, Saigon.
UiJLAGE III.
STAAT VAN DR IN 1902 Vi:RZONnKN ZADKN
I:N PLANTb:N.
i °
s ca
S5 ^
Aan wien gezonden
Soort der
belending.
Inhoudende:
838
978
3594
1381
Consul-Generaal van Frankrijk.
Consul van Portugal
2340
2753
241
1271
2287
Siam
1352
3375
3382
1940
3682
2022
2148 1
Resident van Bandoeng..
• Banjoemas , .
Bantam.
Besoeki ,
Kedoe . .
Zaden van Albizzia moliiccanu en
» ^ .stipulala.
Pilhecolobium Saman.
• » AU)iz/.ia moluccana, Pi-
ihecolobiuni Saman en
Caesalpinia dasyrachis,
Cola acuminata en Cas-
tilloa elastica.
Manihol Glaziovji.
• • palmen, boon7Soorlen en
Nymphaea's,
Koningspalm.
■ • Melia azedarach, Cedrela
serrulala, Albizzia mo-
luccana, Spalhodea caui-
panulala, Oreodoxa's en
Nymphaea's.
• » bloemen en heesiers.
» » Panicum maximum en
Melinis minutiüora.
» • palmen en gazongras.
Soja hispida.
Palmen, Canna's en sierplanten.
Peperzaad.
Bielzaad.
169
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
-O
'Sc
1
1
•d
c
i
's
2
g
o
Inhoudende :
2855
Resident van Kedoe
1 Zaden van Hibiscus sabdarifl'a.
979
der Lampongsche Districten
1 Cacao-zaad.
994
von Madioen
3
Palmen, heesters en klimplanten.
2811
• Madoera
1
1 Kanaripitten.
2899
a > >
1 ,
3154
1 > »
4 Zaden van palmen, bloemen en
grassoorten.
344
• Pekalongan
Encalyptus alba.
2349
• RiouwenOnderhoorigheden.
Gazongraszaad.
3505
• Soerabaja
Zaden van Sorghum vulgare.
3449
» Tapanoeli
1
• vruchlboomen.
2242
AssistentResident van Batang
• Panicum maximum.
1509
» > • Balipoe en X
Kota's
Maiszaden.
317
• Blitar
2
Zaden van sierplanten, palmen, bloe-
men, heesters, gazon-
gras, schailuwboomen en
planten van Coniferen.
1288
• Biora
2
• bloemen en sierplanten.
2684
» • • Brehes
2
• Sorghum vulgare.
3499
• Djember
2
• palmen, bloemen enjklim-
planten.
277
• Keboemen
1
• Sarcolobus spanoghei.
487
. ,
1
• Hibiscus sabdaritta.
1323
1
I • • >
3161
1
. .
3130
• * * * •••••••
3
. • Euchlaena luxurians, Me-
linis minutitlora en Pa-
nicum maximum.
3559
. • • Koedoes
2
• bloemen en sierplanten.
2949
• Loemadjang
1
2
• gazon- en veevoedergras,
planten van Canna's en
palmen.
1738
■ Magetan
1
• Caesalpinia coriaria.
2151
. Makassar
1
1
Heesiers en gazongraszaad.
334
• Moeara Doea
1
1
Palmen, Canna's en maiszaden.
2399
• • Ngavvi
3
Zaden van schaduwboomen, hees-
ters en bloemen.
70
u 2
Aan wit'ti pczonilen;
Soort der
bezending.
O) 2
1 =
z) ra
>= u
«.
a
SC
§
O
'2
Inhoudende:
2896
Assistent-Resident v.in Nienvv-Giiinea. . . .
2
Zaden van bloenifii, |ialmr'(i en
sierplanten.
94
» • der Ooster-Dislriclen
I
van Celebos
'2. (iazongraszaad.
1558
• • • Padanp;
2
2
Zaden van nuttige gewassen.
3014
. Pandeglanp
5
• • sierplanten, palmen.
bloemen, groenten en
mais.
3444
3
■ gazongras, bloemen en
Euchlaena luxurians.
3757
» • » Poerworedjd
1
• scbadu\vbof»men.
146
• • • Priaman
?,
• Spathodea campanulata
en sierpalmen.
1329
• I ■ • .,,
1
• palmen.
3636
• » • Probolingpo
3
• • • coniferen en
Euchlaena luxurians.
1935
• • • Sidho-Ardjo
2
• bloemen en palmen.
2030
1
Palmen.
3583
» • •
2
Zaden van vruchtboomen. bloemen
en heesters.
311
» » • Soerabaja
2
Planten van diverse hoornen, sier-
heeslers en palmen,
2372
» t t Toeban
1
10
Palmzaden.
1112
• • TpenggalekV
Zaden van diverse cultuurplanten.
1121
1
• Panicum maximum.
1907
1
• Myristica fragrans.
2404
■^
4
. Ficus elastica, Castilloa
elaslica, Payena Leerii en Hevea
brasiliensis.
2150
Wd. Assistent-Resident van Djambi
1
Sierpalmen.
3175
Secretaris van Banka, te Muntok
•
4
1
Bamboesoorten, waterplanten en
veevoedergraszaad.
2676
Controleur xan Ajer Bangies
7
Zaden van nuttige gewassen.
Groen lezaden.
3722
2
1
3
1238
• Alahan Pandjang
Zaden van nuttige gewassen.
1939
• • 1 »^ ,
1
Bloemzaden.
1299
» » Bandoeng
1
Zaden van Euchlaena luxurians.
1971
• Baros
1
• Pithecolobium Saman.
171
s Ë
s
SS
Aan wien gezonden;
Soort der
bezending.
Inhoudende :
3127
3483
1276
1622
1624
1292
1641
3079
3728
1111
1980
1653
2627
1658
881
3119
380
3126
1345
2012
1249
448
3436
Controleur van Batang Alai en Laloean
Amas
» » Bavvean
• • Bangkajang
» • Bengkalis
» • Benoea IV en Margasari.
» • Beraoe
der Bergregenlschappen, Tjamba.
van Besoeki. . . .
Bikeroe . . .
Blora
Bodja
Boengaraas.
Djatirogo
Djembrana ,
Djokjakarta
Iliran en Banjocasin.
Joana
Kadjen
Kajoe ïanam
Karang Anjer
Kendal .
Zaden van Tauiarindus indica en
Pilhecolobium Saman.
Ramehzaad.
Bloemzaden.
Zaden van gazongras, bloemen, pal-
men, Djatti-, vrucht- en
schaduwboomen.
» » palmen en gazongras.
• » Taraarindus indica, Cas-
tiltoa elastica en Hevea
brasiliensis.
» • vruchtboomen, groenten
en bloemen.
• » vruchtboomen,
Bloemzaden.
Zaden van Sorghura vulgar<>.
Kanari-pitlen.
Zaden van Pilhecolobium Saman.
■ Ficus elastica,
Bloemzaden.
Zaden van Zea inays, Euchlaeiia
luxurians, Canarium
commune en Da-
mara.
• • vruciilboomen eu zon-
nebloemen.
Palmzaden.
Zaden van Ficus elastica, bloemen,
sierplanten en vrucht-
boomen.
> > Hevea brasiliensis.
Ganna-zaden.
Zaden van Thea assamica.
» • vruchtboomen.
> palmen, Lotus en hees-
ters.
Palmzaden.
172
bo
Aan wien gezonden
Soort der
bezonding.
Inhoudende:
3657
Controleur van Kepandjen.
3133
1704
2697
2755
2095
1538
2837
96
1646
1018
3160
3216
1252
1525
170
2096
1417
2112
215
3050
• Koeto-Ardjo
» Komerinp Oeioe
» > * ,
• • » •••••••
• LimboUo
• Magelang
• Mampawa
• Matarara
• Merawang
• Modjoagoeng
• Modjokerlo
der Ommelanden van Telok
Helong
• Ophir-Üistrictcn
• > • ,, ,
van Oud-Agam
•^ Palele
• Pangkadjene
• I ,
> Panolan
Zaden van Tamarindus indica, Ca-
nariuin commune. Brow-
nea grandiceps, Pilhc-
cololdum Saman nn
palmen.
• • Eiichlaena luxurians,
Paniciim maximum en Melinis
minuti flora.
Djalti-pitlen.
Zaden van Voandzeia sublerranea,
Zea Mays, Spaansche
peper en vruchlboo-
men.
• > Panicum maximum.
Djatti-pillen.
Palmen en sierplanten.
Zaden van Panicum maximum, Me-
linis minuliflora en
bloemen.
» » Canarium commune en
Bixa Orellana.
Bloem- en palmzaden.
Zaden van diverse culluurplan-
len.
> > Helianthus annuus.
Blocmzadcn.
Rijst- en maiszaden.
Zaden van Sesamum indicum.
• Coniferen, palmen, sier-
planten, heesters en gras.
Bloemzaden.
Zaden van Elaeis guineensis, Heli-
anthus annuu.s, heesters en ga-
zongras.
Maiszaden.
Zaden van Pilhecolobiura Saman.
m
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
1 ^
1 5
-o
1
c
§
o
2
a
N
O
5
Inhoudende :
2031
Controleur van Parigi
11
Zaden van Gastilloa elastica, Elaeis
guineensis, Euchlaena
luxurians, Helianlhus
annuus, Melia Azedarach,
Melinis minuliflora, Pa-
yena Leerii, Panicum
maximum, Pithecolo-
biura Saman, Urostigma
elasticum en Zea Mays.
2756
> • •
2
» » Gastilloa elastica en
Pithecolobiura Saman.
3023
» » *
1
1
1
2
• » Albizzia moluccana.
3415
1781
• • Pamalang,
• nuttige planten, bloe-
men en vruchtboomeii.
2984
> > a
1
20
> » diverse nuttige gewas-
sen, vruchtboomen, bloe-
men, sierplanten, gazon-
en Braziliaansch voeder-
gras.
1705
• Poear Datar Mahe
1
2
» » Zea Mays, Pithecolo-
bium Saman, Glycine
soja, heesters, palmen
en kaljangsoorten.
1820
• • • • •
1
1
> • Albizzia moluccana en
cassavesoorten.
1991
.
1
• • Scbizolobium excelsura.
2379
• Ponorogo
1
> > Panicum maximum.
2776
• Poso'
1
• Rotan.
343
» • Prambon
1
Palmen.
3301
• > Probolinggo
2
Zaden van palmen en vruchlbooraen.
1423
• • Randoedongkal
3
• boomeii en sierplanten.
» • Panicum maximum en
2439
• Salatiga
2
Victoria regia.
3409
> > •
1
Plantjes van Panicum maximum.
Zaden van bloemen, palmen, vrucht-
2367
• Semangka
4
en schaduwboomen.
2399
» • »
1
Maiskolven.
174
a g
3 co
»5 u
Aan wien gczoiidon ;
2290
2346
3218
1943
2869
3290
475
3244
545
2352
2463
177
1386
502
261
1348
3373
1759
2422
2194
3241
2269
3589
47C
198
157
1437
Si Pirok..
Soemenep
Süepajang. . . .
Tajan
Talaga
Tanah Laul.
Tandjong Radja.
Tjaringin,
Tjepoe . . ,
Wirosari ,
Soori der
kexending.
Controleur van Sepoelih.
• • Scrang . .
VVlingi
Wd. Conlroleur van Amandil en Negara*
der Riams.
Aspirant-Controleur van Blora.
> Doro
. Kola Bahroe.
Ngandjoek
Tjiatnisl. . .
Inliouiteiide:
3
1
2
1
1
1
1
4
1
1
3
1
1
1
1
Zadcii van l'anii'iiin tnaximiini.
Gazongraszaad.
Planten van Cinnamomum zey-
lanicum, Ficus elaslica en My-
rislica fragrans, zaden vati ga-
zongras, hloemen en andere
planten.
Ananas planten.
Zaden van diverse nuttige gewas-
sen en boomen,
» • nuttige gewassen.
Maiszaden.
Zaden van Ricinus communis.
• • Melaleuca cajeputi.
• > Melinis minutiflora,
• » Canarium commune.
• • nuttige gewassen, bloe-
men en sierplanten»
• • Pilhecolobium Saman.
• sierpalmen.
• Ficus elaslica, palmen
en sierplanten.
Palmzaden.
Gazon- en veevoedergraszaad.
Zaden van Terminalia Catappa.
• > Tamarindus indica.
• • Canarium commune en
ga zon gras.
• > Pilhecolobium Saman,
andere schaduwbooinen
en sierplanten.
• > Thea assamica.
> • palmen,
. Albizzia stipulala, bloe-
men en vruchtboomen.
Gazongraszaad.
Cacao- en groentezaden.
Groentezaden.
\1^
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
1 2
É
■g
1
1
s
"S
'■2
a
"o
s
Inhoudende :
2826
Plaulselijk Militaire Commandanl lePang-
kal Pinang
2
Zaden van Nydliaea's gazongras en
palmen.
2426
» » Commandant te Sam-
bas
1
üroentezaden.
953
•^ • Commandant te Seu-
limeun
4
Zaden van Cotfea liberica, Mauiliot
Glaziovii en palmen.
3447
Militaire Commandant te Merauke
1
» • bloemen en sierplanten.
3008
Commandant der ageerende troepen Ie
Limboer
2
Groentezaden.
2165
Civiel Cezaghebher van Samalanga
2
Bloem- en groentezaden.
1735
Eerstaanwezend Genie-oQicier te Makassar.
3
Zaden van palmen, sierheesters en
snelgroeiende schaduw-
boomen.
264
» » » • Tjimahi.
1
• schaduwboomen en
heesters.
1291
• 1 > • >
1
• » Canarium commune.
1885
» ... Soerabaja
1
• Eiicalyplus alba.
384
• ofiicier van Gezondheid te
Moeara Tambesi
2
• . veevoedergrassoorten.
1167
Chei' van het Militair- Hospitaal Ie Padang.
2
• gazongras en bloemen.
3438
• . • • Sema-
rang
1
» » diverse planten.
103
Directeur van het Marine Etablissement,
Soerabaja
3
Planten en zaden van bloemen,
palmen, gras, sierplanten en
boomen.
285
Idem.
1
Gazongraszaad.
Zaden van heesters, palmen, Can-
3525
Idem
4
na's en gazongras.
2750
Directeur van het Remonte-Depot, Pada-
larang
10
1
Planten xan diverse voedergewassen,
zaden van Euchlacna luxurians.
3294
Idem
1
I
Zaden van Euchlaena luxurians.
3452
Idem
Bloemzaden.
457
Inspecteur bij het Boschwezen, Semarang.
10
2
Planten en zanen van Hevea brasi-
liensis en Ficus elastica.
17ü
<u ca
3 >
S c
Aan wieii f^c/onden :
1088 Inspecteur l)ij liel üoschwezen.Semarang.
1270
3077
3414
2890
1510
924
1393
197
1269
196
3236
3181
Houtvester van Bodja
• > Japara . . . ,
• • Kcndal. . . .
> • Laiuongau
. • Madioen
. • Modjokerto • . .
» Ngawi
• SeinarangWeslSoerakarta
Aspirant-Houlvesler, Poerwodadi
455
2196
3679
456
2436
2611
310
695
1594
Opziener bij het Doschwezen, Bandjaran
Kedewan.
> > • <• Ratnbipoedji.
. • Alas-Goeng .
ingenieur der Pemaliewerken, Tegal
Directeur H. B. S., Semarang
Soon der
bMending.
Inhoudende :
1 Zaii<;u van lievt^a i)ra.si[ien8i8.
Kicus elaslica.
Planten van Ficus cla^lica.
en zaden van Hevea brasi-
iicnsis.
Zaden van Scbizulobiuni excclsuui,
Brownea hybriila en
llclianthus annuus.
• > Koniiigspalm.
• » Brownea bybrida en
Passiflora foelida.
> Albizzia moluccana, Cus-
lilloa elaslica, Cedrela odoraia,
Eucalyplus alba, Eusideroxylou
Zwageri, Isoplera borneensis, Pi-
ihecolobium Saman en Helianlhus
annuus.
Marcotten van Ficus elaslica.
Bloemzaden.
Zaden van Aracbis hypogaea, Pani-
cuni maximum, Bixa
ürellana, Corchorus cap-
sularis, Albizzia moluc-
cana, Sorghum vulgare
en Cacsalpinia sapau.
> > Hevea brasiliensis.
• groenten.
> > , heesters en
gazongras.
• üevea brasiliensis.
• groenten en bloemen.
. Pilhecolobium Saman en
waterlelie.
Planten Caryophyllus aromaticus.
Diverse zaden en planten.
177
te
s >
s ü
3 «
Aan wien sezonden:
Sooit der
bezending.
Inhoudende:
1988
682
Directeur H. B. S., Semarang
• • . . Soerabaja.
2359
2243
1531
2058
2270
806
1403
3522
284
3746
1674
2351
2361
3742
741
1149
> van het Geneeskundig Gesticht
voor krankzinnigen, Buitenzorg.
> van hel Geneeskundig Gesticht
voor krankzinnigen, Lawang
Chef P.- en T. Kantoor, Karang Anjer,..
Chef 11^" Afdeeling der Staatsspoorwègen,
Soerabaja
Idem
Chef IVde sectie, lijn Padelarang — Krawang.
Stationchef te Tjimahi
Regent van Cheribon,
Dainak
Madjalengka
Ngawi
Poerwodadi
Toeloeng Agoeng.
Wedono van Adjibarang.
> > Tasikmalaja
VbHSUG van 's LANDS PUNTENTUIN 1902.
Palmen.
Planten van Cola acuminata en
Cinnamomum zeylanicum, zaden
van Andropogon muricatus, Cae-
salpinia coriaria, Bixa Orellana,
Eriodendron anfracluosum, Ery-
throxylon Coca, Helianthus an-
iiuus, Indigofera tinctoria, Nico-
tiana Tabaccum en Thea assa-
mica.
Zaden van bloemen en planten.
Gazongraszaad.
Zaden van gazongras, bloemen en
sierheeslers.
> > sierplanten.
Palmzaden.
Zaden van Eucalyptus alba.
> bloemen en klimpianten.
>L > Swietenia Mahagoni.
Marcotlen van Ficus elastica.
Palmzaden.
Planten van Swietenia Mahagonia.
Zaden van palmen en sierplanten.
Bloemzaden.
Zaden van Caryophyllus aromaticus,
Zea Mays en vruchtb.
> • Hevea brasiliensis en
cacao.
> > Albizzia moluccana, AI-
bizzia stipulata, Andropogon
muricatus, Boebmeria nivea,
Castilloa elastica, Cedrela ser-
rulata, -Melinis minutillora. Pa-
nicum maximum en Swietenia
Mahagoni.
12
178
1141
82
233
2308
2384
2904
3271
3371
721
1414
2088
730
3491
3315
409
1159
2403
2285
236
2251
1941
3405
3702
Aan wien (:;e/oii(len :
Wedana Dislricl Tjihea
Assistent- VVciiaiia van Uockoeh Duengoes.
Soorl lier
iMteiiiiiiit,'.
Kaliaugkrik.
Poenggoer.
Abdoerachman, M., District hoofd Benoea
IV, Rantau
Administratie der Deli-Maalschappij, Me-
dan
Idem
Idem
Administratie der Senembah-Maa (schappij,
TandjoDg Moravva
» der .Ïal)ak-Maatschappij,
• Arendsburg", Soengei Bras, Medan...
Administratie van 'Aias Rowo", Pasi-
rian
• Bojong, Menadc. . .
Miramontana.
Soekaboemi . .
u0 , a
IiiiioudtMitie:
Zaden vjii Kucalyptus alba.
• • culiunrgewassen.
Ilelianthus annuus en
Theobroma cacao.
groenten.
en Melinis
minutitlora.
Voandzeia subterranea,
Zea Mays, Euchlaena
luxurians en Caryophyl-
lus aromaticus.
Arachis hypogaea.
nuttige gewassen.
Zea Mays.
Uncaria Gamhir.
nuttige gewassen.
Albizzia moluccana, The-
obroma Cacao en Voandzeia sub-
terranea.
Groentezaden.
Djatti-piltcn
Planten xan Hevea brasiliensis en
Castilloa elastica.
Zaden van Castilloa elastica.
> Melinis minutitlora.
Palmzaden.
Zaden van Erythroxylon Coca.
» Ficus elastica en Payena
Leerii.
> > Koningspahn.
Gazongras eu zaden van Damara en
Koniugspalm.
179
Soort (Ier
bb
bezending.
t- SS
5 2
S >
«
1 ^
Aan wien gezonden :
e
i
CS
Inhoudende :
« *.
«
"E
'o
O
-o
«
J£
^
:£
S
2276
2067
410
1617
2649
3267
2265
3520
2266
1985
2623
2802
1715
2971
1768
1264
2278
3735
Administrateur van Namoe Üjawi, Bindjei,
Deli
> > Namoe Tongan, Bins
tijey
> • Paya Jambu Estate,
Bindjey
> ■ idem
• Sapoe Angin, Toeloeng
Agoeng
• idem
» Sengon, Wlingi
• Soeban AJam, Ben-
koelen
• • Soember Pandan,
Bahroe
» Rowo, Pasi-
rian
• idem
» • idem
• Soengei Sikambing,
Medan
. • Sorogadoeg, Üjocdja.
> Sragi, Pekalongan . . .
• Padang Brahrang,
Bindjey
• Tambak, Bujolaii....
• • Tjikembang, Tjibadak.
Zaden van Hevea hrasiliensis en
Solanum meiongena.
> • Zea Mays en Melinis
minuli flora
• > Albizzia uioluccana.
• Thea assainica en Musa
raindanensis.
Planten van Musa mindanensis en
Coffea stenophylla.
Zaden van Coffea stenophylla.
• * Albizzia moluccana.
• • Coffea stenophylla.
» » » • en
Ficus elaslica, planten van Musa
mindanensis.
Planten van Coffea stenophylla, Fi-
cus elcstica en Musa minda-
nensis.
Palm- en zonnebloemzaad.
Zaden van Albizzia moluccana.
» • Pilhecolobiuin Saraan,
Melinis ininutitlora en
Panicum maximum.
• > schaduwboomen en
klimplanlen.
• Albizzia moluccana.
' Pithecolobium Saman.
• Albizzia moluccana.
180
60
3 co
S5 w
Aan wicn Rcznnilfïn
Sooii der
bezcading.
InlioudiMiile :
2162
2679
1336
1698
3318
91
495
3303
2238
2864
1502
2768
1277
737
180
3234
3504
299
3748
1792
Administrateur van Wonorcdjo, Malang..
W(l. Ailminislraleiir van Kali Kadjar Ki-
docl, Hanjoewangi
Aai-st— Mensinc. Mevrouw M. van, Pro-
boiinf^go
AcKEBMABN, j'. Ciis„ SragCH
M. W. Th.. Ngargoloko Mali-
bari, Salaliga
Adama van Scheltema, C. S., Modjo-
Sragen
Idem
Agent V. d. Factorij der Ned. Handel
Maatschappij, Semarang
Akkerman, R., Soerabaja
Alberts, f. W., Malang
> • ■ >
Albertz J., Magelang
Alkema, B. M., Bandoeng
Almerood, C. J., Palenibang
Alphen de Veer, H. J. van, •Wangkal",
Banjoevvangie
Idem
Ardel, W. J. D. van, Artana, Soekaboemi.
Zaden van Ficus elastica en Pithe-
colohjum Saniati.
• • Zca Mays en Caesalpinia
dasyracbis.
• • Gasuarina en palmen.
> Visenia indica en ka-
toen.
Palmzaden.
Zaden van Caesalpinia sapan, Gos-
sipiuiu indicum en Visenia indica.
Palmzaden.
Planten van Ficus elastica. Hevea
brasiliensis, Castilloa elastica en
Palaquium Treubii.
Zaden van vruchtboomen.
> • Urostigma elasticum en
Gassia fistula.
» • Cinnamomum zeylani-
cum en peper.
Groenlezaden.
Sierplanten en heesters.
Zaden van nuttige gewassen,
• • • > en ga>
zongras.
Maiszaden.
Zaden van Albizzia moluccana.
en
Zea Mays.
> Melints minutiQora,
Sorghum vulgare en Panicum
maximum.
181
a
s
3
is
Aan wien gezonden :
Soort der
bezending.
Inhoudende:
1786 Anderson, Mevr. W. T., Pasoeroean
949 Apcar, G. L., Kediri
2766 Apon, J.. Tegal
2772 Appel, K., Bongkang, Tandjong Z. en 0.
Afd, Borneo
1431 Abdaseeb, Mevr. P., Tegai
445 Arendsen Hein, S. A., Modjokerlo
1730 Bade, M'. e., Soerabaja
2471 Baehb, L. f. K., Besoeki
3195 Baesjoü, Penarapean, Toeloeng-Agoeng. . .
293 Bandel, R. van, Djeraber
2212 . . . •
2428 Barmen 't Loo, D'. J. H. J., Tosari.
960 Babtels, M. e. G., Halte Tjisaat •
2430 • • • • • •
393 Badher, Mevr. U., Halte Prambon
3479 Bausch, M. J., Salatiga
1966 Beck, Mevr., Semarang
1579 Beerer, P. von, Medan h
2154 Bendix, L. e., Karau, Amoentai
1356 Benthem van den Bebgh, J. F. van, Mo-
liardjo, Malang
1428 Idem
2221 Idem
Zaden van Payena Leerii, Melinis
minutiflora, Urostigma
elasticum en Panicum
maximum.
> • Euchlaena luxurians.
• • groenten en bloemen.
> mais en tabak.
» • groenten en bloemen.
Palmen.
Zaden xan Helianthus annuus.
• Ficus elastica.
> • Zea Mays, Euchlaena
luxurians en Gandroeng.
Maiszaden.
Planten van Panicum maximum.
Zaden van boomen ea heesters.
Bloemzaden.
Planten van Ficus elastica, zaden
van Albizzia stipulata.
Zaden van palmen en heesters.
Vruchten van Sechium edulc
Swartz.
Maiszaden.
Zaden van heesters, plmen en
schaduvvboomen.
. » Ficus- en Caslilloa
elastica.
> • Bixa Orellana.
Planten van Cinnamomum zeylani-
cum, zaden van Pithecolo-
bium Saman en Urostigma
elasticum.
• en zaden van Cinnamomum
zeylanicum, zaden van Andropo-
gon uiuricatus.
182
te
2 «
9 (S
85 ^
V
ts
325
1785
1931
2401
2888
2203
1499
2000
1300
2970
1573
2652
3707
1280
258
356
1320
398
2918
3239
1031
1992
Aun wien gezonden:
' Sofjri
der
imxeading.
'm
^
£
S
f
M
o
"S
5
—
^
•u:
c;
BEnESTEYM, F. W. VAN, Baiijocwangi . . . .
Berg, J. van den, Klaten
• M. C. VAN DEN, ÜJokjakarla .
Behüu, Jh'. G. O. VAN den, Senpon, Wlinpi.
Bergjians, K. A., Karanp Toewanp, Tej^al.
Bergsma, M''. S. J., Semaiaug
Berinoer, P. J.. Welerie
Berkeljon, J.. Klaten
Berlauwt, W., Halte Prarabon
Beuningen var Helsdingen, L. J. van,
SoenjTci Langka, Telok Beton g
Beus, J. de, Malang
Beyerinck, f., Soekaboemi
Biebeb, Pasoeroean
BiRNiE, S., Banjoewangi
BisH, J. C, Buitenzorg
Bley, J., Kendal
Bloemsma, Mevr. A., Koeto-Ardjo
Blok, R. J. Wlingi
Inhouiiende :
5| Zaden van
llananuni (Mjnimune,
Klaei.s friiinecnsis, My-
ristica fragrans, Zea
Mays, Castüloa elas-
lira en Payona Leerii.
Ficus elastica.
Pilliecoldijiiini Saman.
Albizzia moluccana en
Caesalpinia dasyrachis.
Castilloa elastica en
Melia Azedaraeh.
Albizzia moiurcana.
Melinis minuliflora.
planten van palmen,
bloemen en ananas.
Pitbecolobium Saman.
Ficus elastica.
Palmzaden.
Zaden van gazongras, palmen,
vrucbt- en andere booraen.
Planten van Musa mindanensis.
Zaden van Albizzia moluccana.
> > bloemen en groenten.
I > Albizzia moluccana, Al-
bizzia stipulata en Cae-
salpinia dasyrachis.
> > groenten en bloemen.
• Caryophyllus aromati-
cus.
Planten van Collea stenophylla en
Caryophyllus aromaticus.
Palmzaden.
Zaden van Helianlhus annuus en
Euchlaena luxurians.
• ■ Coffea stenophylla en
Uncaria Gainbir.
183
s»
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
1 &
S 5;
S ee
IS
«
■g
1
es
'S
1
o
ü5
m
'o
Inhoudende:
2200
Blommestein, A. W. f. van, Soesoean,
Bodja . . .
1
Zaden vaa Ficus elastica.
2409
• t > • • idem. .
1
.
2263
Mevr. S. VAN, Weltevreden.
1
Palmzaden.
1064
Bluue, C. J., Modjokerlo
■
3
1
Planten van Agave rigida, Cedrela
odorala, Cinnamomum zeylani-
cum, Myroxylon peruiferum, za-
den van Theobroraa Cacao en
palmen.
1233
1
Mahonieplanten.
Japansche bamboe-planten.
Zaden van Albizzia nioluccana.
1963
1
2719
Bly, C. H. de, Gerengredjo, Djeinber....
1
1210
Bode, G. F., Paroeng Koeda
1
■ Melia Azedarach.
2759
1 1 » • »
1
2
• en stekken van Erylhroxylon
Coca en gazongras.
1753
, ,, , ,
1
Groentezaden.
2315
Boers, L., Bodja
1
Zaden van Ficus elaslica.
1721
Bois, E. Dü, Kali Soeko, Halte Tanggool.
1
> > Albizzia moluccana.
1230
Bonebakker, Mevr. C, Soerabaja
1
Planten van Svvietenia Mabagoni.
2717
Boon, Paree
1
Zaden van vruclitboomen.
1551
Boorsma, D'. W. G., Buitenzorg
1
Bloem zaden.
3608
Borneo Company Limited, Batavia
1
Cubebe-zaad.
342
Bos, H. J. B., Wlingi
4
Zaden van Albizzia moluccana.
905
• > • • •
5
5
4
» • > >
1148
I • • •
154
• J., Banjoewangi
. . . . . Al-
bizzia stipulala en pal-
men.
1962
j
?
. • ColFea stenophylla en
Albizzia moluccana.
2259
Bosch, P. J., Ngoepil. Klaten
1
. • Caslilloa elaslica.
2113
BouNiN, P. J., Sidodadie, Welerie .
1
1
• Pitbecolobium Saman.
140
BoüTMY, Mej. A., Tagog-Apoe,
1
Palmen.
365
Bbakel, Bandoeng
1
en vruchtboomen.
3602
j j
1
1
Heesiers en vruchtboomen.
21
Brardes, M. C, Poerwokerto
Palmen.
2744
Braow, D. de, Bedojo, Djokjakarta
1
Kapokzaden.
244
Brewer, f., Bindjey •
1
Korob-boonen.
184
Aan wien gezonden:
115
1619
314
3390
2743
149
3480
1213
1200
486
1319
2102
2282
2912
2185
3442
3287
3278
1053
1211
1766
1761
1780
2796
439
Soort der
beModing*
Inhoudende :
Brocx, Mevr. A., Madioen
Bboekhals, A. II., Semarang
BiioEns, E. E., Meestcr-dnrnelis
BnoNs Middel, U., Biindüeng
Brüyn, A. de, Bandarsidajoe, Balang
Bdddingh, VV., Batavia
BüCHARD, W., Indragiri
BiiRGEB, Ch II. E., Pangparang. Bandong,
BuRToü, Weltevreden
BuTis Schaap, Madioen|
• • * .,
Buts, Mevr.G.,Rogo Djampie, Banjoewangi,
Bybah, J. H., Kali Bakar, Malang
Callenfels, J., Kandangan, Kediri
Chef der Exploitatie Babat— Djorabang
Stoomtrara Maatschappij
Gleveringa, R. P., Alas Tledek. Kepandjen.
Glignett, P., Sennbes, Bodja
Clodx. G. du. Kali Sidie, Oengaran
> >> • > > •••••
Cochoorr van Sminia, Jh'. H. van, Koetei.
CoHEN, Mevr. L. TirtQ, Pekalongan
CoppER. H. E., Klaten
CoRNELiüs, Mevr. J., Tjimahi
Couperus, H. W. L., Soekaboemi
Palm zaden.
Zaden van Ficus elastica.
• • bloemen en palmen.
Palmen, heesters en andere planten.
Zaden van Panicum maximum.
• Zea Mays.
• • Acanthaceën.
> • Ficus elastica.
Nuttige planten.
Zaden van klimplanlen.
• Caesalpinia dasyrachis.
> > • •
> • gazongras en bloemen.
> • Albizzia moluccana en
Caesalpinia dasyrachis.
> Helianthus annuus, Pa-
nicum maximum, Cola acuminata,
Caesalpinia coriaria en Sorghum
vulgare.
Gazongraszaad.
Veevoedergraszaad.
Zaden van Erythroxylon ('oca, Pa-
nicum maximum, Un-
caria Gambir en Andro-
pogon muricatus.
• > Spaansche peper.
> > Zea Mays en planten
van Cinnamomum zey-
lanicum.
. » Coffea liberica.
> • Canna's zonnebloemen
en palmen.
> • Ficus elastica.
• • gazongras. bl. en mais.
. » Melia Azedarach, Ce-
drela serrulata, Albizzia molu-
canna en Ficus elastica.
185
- -
a S
■o
Aan wien gezonden:
Soort
bezend
.a 73
es
.S e
CS M
der
1
©
S
Inhoudende :
206
CouvBEOR, J., Koedoes
1
Gazongraszaad.
227
F., Kalisat Pradjekan
1
Zaden van Albizzia moluccana.
3215
2
• • 1 •
935
Crameb, J. A., Ngoesrie, Wlingi
15
• > diverse cultuurplanten.
268
Crone, Mevr. B. B. J., Tendjoe-Ajoe, Tji-
tjoeroeg
1
Vanilleslekken.
2388
Croon, B., Gawok, Solo
1
Zaden van Katjoeboeng.
1206
CüNz, F., Kediri
1
> • Cola acuminata.
1791
Daalen, J. W. van, Djalie, Ngandjoek...
1
. . Corchorus capsularis.
1825
4
. . Boehmeria nivea, Melinis
minutiilora, Panicum
maximum en Pithecolo-
bium Saman.
872
Dam, G. van, Soember Boeloe, Tanggoel.
1
• Albizzia moluccana.
3720
Danne, Mevr. G., Soekaboemi
2
» Ganna's en zonnebloe-
men.
3201
. W., Kedaton, Telok Betong
1
• Abelmochus mochalus.
1566
Darmo Broto, Keboemen
1
Groenlezaden.
1716
Davelaar, B. van, Molio-Ardjo, Malang..
3
Zaden van Ficus elaslica,*Cinnamo-
mum zeylanicum en
peper.
2829
• >• I > >..
1
> > Ginnamomum zeylani-
cum.
1005
• L. van, Djalikalangan, Bodja. .
1
> Ficus elastica.
1765
' * * > ' • •
1
» » • •
2029
* I > a • • .
1
• Bixa Grellana.
2316
» • • » » . .
1
Planten van Agave rigida var,
Sisalana.
2945
• > * * * • •
1
Zaden van Abelmoschus moscha*
tus.
3304
I • > 1 * . .
1
Planten van Agave rigida var.
Sisalana.
3715
> > • > ..
3
Idem. en Musa mindanensis.
3384
* * > > • • •
1
Zaden van Helianthus annuus.
2710
Dekker, A. J., Soember Arto, Japara....
3
. Caesalpinia coriaria,
Erylhroxylon Coca en
Andropogon muricatus.
3299
» • • » » «...
1
• Sechium eduln Swartz.
Iftf»
t£
Aan wn'ii ^'c/ondcii;
Soort il(;r
licicndini,'.
O) 1-
S c
— «3
O)
-o
*
«
1
i
o
a
'S
IriiiiMiiicniit;:
i»}{2 IJekkek. II. DEN. VVelIcvrcden
4
Zaden van Mnlims mitiiilillfira, Kii-
rlilai'na Inxurians, groe-
ten en bloemen.
2365
Delden, .1. van, Socrabaja •
1
Eiicalyplus sp. Flore».
374
N. VAN, Ardhi-Heiljo, Wlinfji
5
Albizzia moluccana.
:{317
W. H. VAN, Kali-Kle|»(ie. Malanp.
1
(lola acuminata.
270
Delfos, F. M., Poerwoasri
1
1
1
Pilli('rol<d)iuMi Saman.
1318
Derx, 11. C, l'oervvakarta
FicMs elaslica.
3081
Deun, Mej. M. van, Madioeii
Nymphaea.
3226
DicKuoFF, W. C, Soeiabaja
5
Ilelianlhus annuus, Pi-
\
ibecolobinin Saman, fcri-
odendron anlractuosiim,
palmen, klim- en sier-
planten.
3579
DiEMORT, II. C, Djember
2
• • vruchtboonien en ga-
zongras.
2073
DiKKERS, 11. W., Kali Tjilik. Blitar
1
3
• Ficus elaslica, Cofl'ea
slenophylla, Castilloa elaslica en
planten van Musa mindanensis.
16
Dissel, A. van, Weltevreden
1
1
Vanilieslekken en bloenizadcn.
3213
Djojosoerwiiuo, Toeban
2
Zaden van Caesalpinia coriaria en
Melia Azedarach.
1964
Doorman, J. D., Paroeug Koeda
1
Vanilieslekken
2308
1
3
Planleu van Cinnamomum zeylani-
cum, zaden van Myrislica fra-
gran.s, Nicoliana Tabacum en
Java-kolfie.
2418
« »■ » »
1
3
Karetplanien, zaden van Albizzia
moluccana, Melia Azedarach en
Eriodendrou anfracluosum.
482
Dorrskiff, J H., Clieribon
1
1
Vanilieslekken en zaden van Heli-
anthus annuus.
845
• • 1 •
1
Zaden van Encalvplbas alba.
• gazongras en pagger-
3199
Dörries, Semarang
2
planten.
1700
Docglas Broers, S., Soekaraloe. Bandoeng.
3
■ • • Albizzia moluccana, Eu-
chlaena luxurians en Panicura
•naximum.
187
s 1
Aan wieii gezonden:
Soort der
bezending.
3457
DouGLAS Broers, E., Soekaratoe. Bandoeng.
DuMAS. A. E.. Banjoewangi
DüTRY VAN Haeften, Mevf. L., Cheribon.
EBELiNfc, C, Plellen. Weleri,
2609
2205
3534
102
1912
2715
3705 I Eeehof, K. L., Ivlakah
983 Ekndembdrg, S. van, Baros, Soekaboemi.
301 Eerdmans, A. J , Tengaroeng. Samarinda.
2604
2738
916
2920
Eersel, A. C. 11. P. VAN, Kedalon, Pro-
bolinggo
Idem
Egberts, W. J., Selokaton, Kendal
Egges Post, A., Simo, Bqjolalie
EiLBRACHT, H. F., Blilar
Elenbaas, J. A., Bandoeng". . . .
Eliitk Schuurman, H., Toeren,
1530
2685
153
1147
15871 • • •
2441 Elunger, G., Lawang, S. S
1651 Emden Andres G. H. van, Pendrian, Se-
' marang . . . .
Inhoudende :
7} Zaden van Castilloa elastica, Elaeis
guineensis, Erytbroxy-
lon Coca, Helianlhus
annuus, Melinis minuli-
llora, Sorghum vulgare
en Zea Mays.
1 . . Kicus elastica.
Palmen en Agaves.
Planten van Musa mindanensis.
Zaden van Pilhecolobium Saman.
Palmzaden.
Planten van vrucblboomen.
en zaden vau Caslilloa elas-
tica, Urostigma elaslicum. Erio-
dendron anfractuosum, Helianlhus
annuus, Hevea brasiliensis, Meli-
nis minutiflora, Panicum maxi-
mum, Payena Leerii, Thea assa-
mica, Theobroma Cacao en Zea
Mays.
Zaden van Indigofera spec, Cor-
chorus capsularis en
peper.
> Thpa assamica.
. Caryophyllus aromalicus.
Vanillestekken en planten van Agave
rigida.
Zaden van Corchorus olitorius.
. schaduwboomen.
Planten van Panicum maximum.
Zaden van Albizzia molnccana.
. Croton Tiglium.
• Ficus elastica.
188
bc
3 re
3048
118
2248
2230
1843
2258
1389
1930
1689
239
1227
1388
1784
469
1201
1555
3040
2042
3538
3698
251
249
Aan wicn gezonden:
Emmerik, A. var, Salaliga
Endk, e. vaw. Weltevreden
G. A. VAN, Kalie-Anjer, Uondowoso.
Engbers, Manmcri, Florc»
Ergelken, A. M. lUilar
• » ■ >
Ebdmarn &. SiELCKEN, Batavia
1 • > Semarang
Ernst, W. M., Djocngkoe-Mahé, Z. en 0.
Afd. Borneo
Erp, H. van, Perbawalie, Soekaboemi . . .
> > * > > ...
Everard, Limburg, Toeren
» » » ,
FvERs, VV. A., Wonolopo, Malang
EvERTs, H. L„ Toeloeng-Agoeng
■ ■■ • • •......•
» •» * »
Etbbrgen, K. W. var, Joana
Fabius, G. Th. I., Bandjar-Dawa, Pemalang.
Soort der
bexeoding.
a
a
.2
i
Inboudende:
H Z<'idcn van Panicuni maximum en
diverse iiullige gewassen.
1 Gazoiigraszaad.
2 Zaden van ga/ongras en Melinis
minuliilora.
1
Palmen eii sierplanten.
4 Zaden van CofI'ea stenophylla, Ficus
elastica, Caesalpmia co-
riaria en kapas.
3
» * Helianliius annuus, He-
vea brasiliensis en Meli-
nis minutiflora.
1
• » Eucalyptus aiba.
1
Palmzaden.
1
Zaden van Hevea brasiliensis.
1
1
2
• Albizzia moluccana.
I • • >
1
.
6
• * * * »
Caesalpinia coriaria, Cae-
salpinia dasyrachis, Cae-
salpinia arborea. Pithe-
colobium Saman en
Cedrela serrulala.
1
2
• Coflea stenophylla, Pa-
yena Leerii, en Forastero
Cacao.
1
> > Coflea stenophylla.
2
> Albizzia moluccana en
Caesalpinia dasyrachis.
1
Planten van Musa textilis.
2
Zaden van veevoedergras.
1
Kaloenzaad.
2
Zaden van vruchtboomen, sier- en
waterplanten.
2
• • gazongras en palmen.
189
Nummer
der aanvraag.
Soort der
belending.
Aan wien gezonden:
m
IS
•
1
1
1
o
3
Inhoudende:
3128
Fabri, H. C, Delanggoe. Solo
1
Palmzaden.
1129
Fack, C. J. f.. Sidho-Ardjo
1
j
183
FiscH Etbergen, 'J. f. de, Modjokerto . . .
11
Zaden van Euchlaena luxurians, Ca-
narium commune, Cas-
tilloa elastica, Payena
Leerii, Boehmeria nivea,
Sorghum vulgare, Cae-
salpinia coriaria, G. da-
syrachis, C. arborea,
Elaeis guineensis. Heli-
anthus annuus en Uros-
tigma elasticum.
2916
FissEH, C. F. DE, Lawang
1
> > Panicum maximum.
1228
Fliekenschild, G. J., Bandjermassin
2
> palmen en Adiantnms.
1644
Flückiger, Pakkies, | Joana
1
• • sierpalmen.
2256
FoLKERSMA, J. W., Djember
4
» • schaduwboomen en nut-
tige gewassen.
2167
FoRRER, G., Soengei Rampah, Perbaoengan.
1
Palmzaden.
1209
Freddenberg, J. A., Soember Tjoeleng,
Malang
1
Zaden van Albizzia moluccana.
1505
Idem
2
» • • >
2129
Freudweiler, Fr., Bila, Deli
2
Planten van Erythroxylon Goca en
Castiüoa elastica.
1438
Gadelids, C. e., Penang Soie, Siboga
4
Zaden van bloemen, groenten en
gras.
2474
Gelder, W. C. vai», Bandoeng
1
• • Gaesalpinia coriaria.
Graszaad.
1242
Gentis A C°. ?., Batavia
1
2102
Gerrits, Ch. A., Tasikmalaja
1
Peperzaad.
2252
G., Bandoeng
2
Bloem- en groentezaden.
2958
Gersen, A., Batoeng Datar, Pad. Paadjang.
4
Zaden van Payena Leerii. Gastilloa
elastica, Ginnamomuin
zeylanicum en Hevea
brasiliensis.
2387
Geugten, W. van der, Genengan, Kediri.
1
> > Hevea brasiliensis.
1858
Giessler, e., Soember Perkoel, Malang..
2
3
• Myristica fragrans, Ficus
elastica en Gossypiura religiosum,
planten van Musa mindanensis
en Ficus elastica.
190
Aan wien pezondün:
2203 GiKssLbR. b;., Sueiiiber Perkoel, Malang,.
2217
Soort
larl
biiendiog.
i
2
1
U
h
§
s
\i
o
ê
'ë
j<
jt
t2
S
I
liihoiuloiide:
3148
3316
364
22Ü1
3510
GiLs, J. C. VAN, üjokjakarla
GoBTHANs, A., Sevvoe Galoor, Wates.
GosENsopj, Mevr. N,. Salatiga
1878
2215
2678
2777
3469
454
2350
2856
3724
3306
2720
952
305
Graaflaku, C, A., Soeraber Soeko, Malang.
GnAicHER, H. J., Badek, Kediri
> ».> • >
> >• > >
Gramberg, Mevr. N., Pandjie, Sitoebondo.
Grashuis, L. A., Samarinda, Koelei
Greve, A., Kroewoek, Wlinsfi
Griendt, H. C. A. van de, Nieuw Dilem,
Toeloeng Agoeng.
Groeneveld, Mevr. A. A. J., Randoesari,
Seuiarang
Groenhof, Ch. P., Telok Betong
Grooss, f. J., Pati
10
l'laiiieii van Agave rigida var. Si-
salaiia.
Zaden van Uncaria (ïainbir on An-
(Inipopon muricalus.
• sierplanten.
• • Solanum grandillorum.
Palmzaden.
Planlcii van Afiave rigida var. Sisa-
lana.
Zaden van Uncaria Gambir, Caryo-
pbyllus aroinalicus, Cola acumi-
nata, Erylhroxylon Coca, Lepida-
denia Wighliana, Cubebe, palmen
en grassoorten.
Sereb-planlen.
Zaden van Caryophyllus aromaticus
en Caesalpinia dasy-
rachis.
> • Panicum maximum.
Heesterszaden.
Zaden van bloemen, palmen en vee-
voedergras.
> * Albizzia stipulata.
• > Uncaria Gambir.
• • • » Albiz-
zia moluccana en Cola
acuminata.
» » Helianthus en Flamba-
yant.
> Cola acuminata, Melinis
minutiflora, Panicum maximnm
en Pithecolobium Samau.
Palmzaden.
Groentezaden.
Planten van Panicum maxi-
mum.
idi
6Ó
iVan wien gezonden:
Soort der
bezending.
§§
'S
s
•o
c
a
a
o
Inhoudende:
1712
Gboss, Ch., Fort van der Capelen
2
Zaden van Erylhroxylon Coca en
Thea assamica.
3159
GuiLONARD, L. P., Lawang
1
• • klimplanten.
1163
Haan, D^ Nic. de. Weltevreden
2
» » heesters en palmen.
3734
Haas, P. D. de, Waloetoelis. Halte Prambon.
• • Bixa Orellana.
3118
Haasmann, L., Batavia
• • Albizzia moluccana.
2639
Haga, J., Weltevreden
1
en planten van heesters,
Ganna's en klimplanten.
1265
Hall. A. M. C van, Bodja
van Ficus elaslica.
341
Hamaker, C. M., Soekanegara, Halte Tjibeber
• Albizzia moluccana.
385
> .
• Arachis hypogaea en
Voandzeia subterranea.
3640
. .
» • Albizzia moluccana.
213
J. Th., Tjibadak
.
506
• > * *, ,
1
» » Canarium commune.
1425
.* ■ ■ ■ ..••••..•.•••
> > Albizzia moluccana
2247
I • » 1 .,..,,
841
Hamelberg, H. F., Bondowoso
• vruchtboomen en pal-
men.
2333
Handelsvereeniging Amsterdam, Soerabaja.
■ Ficus elastica.
1295
Hansen, P. C, Padang Tjerrain, Bindjey.
> Albizzia moluccana.
2405
Harder, A., Selindoeng, Taroeloeng
1
• » vruchtboomen, heesters
en groenten.
3288
Habikgton, C, Silosanen, Kalisat
2
» ' Pilhecolobium Saman en
Gaesalpinia arborea.
296
Harloff, e. f. G., Wlingi
• • idem.
3648
Hasselbach, W. H., Halte Koendoeran..
» > schaduwboomen en ga-
zongras.
3671
Hazeu, VVeltexreden
• Eriodendron anfractuo-
sum.
3545
Heel, van, Meester-Cornelis
2
1
• • Pithecolobium Saman.
3609
Planten > •
226
Heemstede Obelt, J. van, Sitoebondo . . .
Zaden van Ficus elastica.
1290
. •
.
2371
Hemert, L. J' van, Malang
• • Pithecolobium Saman.
3169
Henny, Mevr. E., Soekaboemi
• Panicum maximum.
2281
Hentzschel, Troekü. Bodja
• Ficus elaslica.
1161
Herzberg, P., Baliwerli. Soerabaja
• palmen.
192
tic
10
Soort der
bi-xi-nding.
a S
t3
Aan wien gezonden:
r.
e
•i.
5
1
o
i2
■3
M
3
iiilmuiltüidc:
1054
Hestermar, L., Tjisanipora. Soekaboemi .
1 1
Zaden van Cofléa liberica.
3C63
IIeytinc, f. (1h., Uockoe Wringin. Tegal. 1
Gassave variëteiten.
1510
IIlLLERRARDT, lUlilCHlZOrg
1
1
Vanillestekken.
3451
lliLLiNC, L.. Kali-Tjilik. milar
Planten van Agave rigida.
3561
Hoer, Ü'. II. 't, Magelang
1
Zaden van Eudilacna luxurians.
3708
HoFF, H. li., Modjnkerlo
4
• Uncaria Ganibir, katoen,
Java- en Liberia kotlie.
2133
HojEL, L. F , Soember Karep, Malang . . .
1
• • Codea slenophylia.
3547
...
1
Planten van Sisalbennep.
929
lloLLOSY, A. d', Soekaboemi
2
1
Zaden van Hevea brasiliensis.
438
lloLTiiis, G., Tjandi-Sewoe, Blitar
• Albizzia moluccana.
815
....
2
» • Maiiihot Glaziovii eii
Hevea brasiliensis.
2028
HoNEs, L. TEN, Poerbojo, Malang
1
Planten van Ficiis elastica.
2174
7
Zaden > > > , (Pastil-
loa elastica, Uncaria
Garabir, Myristica frag-
rans, Caesalpinia dasy-
rachis, Andropogon mu-
ricatus en Spaansche
2280
• •• • >
1
peper.
> Euchlaena luxurians.
2818
. .. • • ,
1
Planten van Musa mindanensis.
260
Hoofdagentscbap der Koloniale Bank,
Soerabaja
1
Zaden van CofTea stenophylla.
1223
HoBK, F. VAN, Tegal
2
■ groenten.
3577
HoRNDNG, G. A., Madioeii
1
Palrazaden.
2232
HoBSMAN, J. J., Kalinias, Bodja
1
Zaden van Ficus elastica.
694
2387
HösEL A Tjogrek Buitenzorg
1
1
» Thea assaraica.
. W. R., Sitoebondo
• Ficus elastica.
2172
Houten, J. J. van, Tjoekoep, Bandoeng..
1
> > Albizzia stipulata.
1071
Houten Steffan & C°., van, Padang
4
1
> - en planten van Castilloa
elastica, Helianthus annuus,
Elaeis guineensis, Zea Mays,
Euchlaena luxurians, Sorg-
hum vulgare en andere
cultuurgewassen.
3714
HovBH, A., Rayap, Ojeraber
1
> van Albizzia moluccana.
195
60
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
S 2
i 1
"O
e
a
ja
cd
Inhoudende:
3 re
Wardsch
"ö
üS
M
O
s
1
2695
HüENDER, G. A., Pasoeroean
1
Planten van Panicum maximum.
1567
HciDEKOPER, H. J., Klein Getas, Bodja...
6
Zaden van Thea assamica, Bixa
Orellana, Cola acumina-
ta, Erythroxylon Coca,
Euchlaena luxuriansen
Urostigma elasticum.
3144
Hulster, M. E., Pengalengan, Ban-
doeng
2
• bloemen en heesters.
3368
HüLSTYN, S. VAW, Tegal
2
groenten.
1764
HüYBRECHTs, M., Malapg
1
Groentezaden.
3193
(nelaar, Th. D., Batavia
1
2
Palmzaden.
1663
Insinger, I. 0-, Tlogosari, Toeren
Planten van Svvielenia Mahagoni.
461
Jacobsen, B., Kali Banter, Randoe A-
soens
1
Zaden van Albizzia stipulala.
■ Panicum maximum.
3076
D"*'"0
Edw., Semarang
1
1000
Jacombtti, Mevr. L. Azon, Wellevreden.
1
1
> > Euchlaena luxurians.
Melinis minutitlora, Zea
Mays, Swietenia Maha-
goni en gazongras.
1086
• ■ I > •
1
» Albizzia moluccana.
1688
Janssen van Raay, A. G,, Djember.
1
2
» • Voaiidzeia subterranea,
, Zea Mays, vrucht- en
schaduwboomeu.
1933
> » » >> • .♦..,,
2
» » vrucht- en schaduw-
boomeu.
3146
1
» •• » vrnchlboomen.
1790
Jansz, S. D., Anibarawa
1
> Melinis minutitlora.
3665
Jaruschkai'Ohl, Ü. A. e. von, Soerabaja.
1
Palmzaden.
1513
Javasche Bosch Exploitatie Maatschappij,
voorheen P. Bdvv^alda & C, Semarang.
1
Zaden van Ilelianthus annuus.
2626
Idem
1
• • schaduwboomen.
3502
Jeltes, Mevr. M.,
2
> > Panicum maximum en
palmen.
274
Jesse, R. W.. Soember-Doeren, Malang. .
1
• Coflea stenophylla.
2111
> • > » » «...
1
.
2202
>•> > > >.•
1
Planten van Agave rigida var.
sisalana.
2820
• > ■ • » • . .
1
1
Stekken van Bourbon Vanilla.
Verslag van 'slands plantentuin 1902.
13
194
t. 2
Aan vvien pc/otitleri :
Soo« dt-r
beteadlng.
M
E S
-o
4
'm
a
1
B
•3
Z
IriliouiliMiilt':
3690
Jbssb, R. VV., Soeml)er-Üo«reii, Malaiig..
6
Zaden van Uncaria Gambir, Caryo-
phyllus aromaticus, Cola acumi-
nala, Erylliroxylon (loca, (^ir>na-
momum zeyanicumenLepidadenia
Wighliana.
816
JoKGKiRDT C05INCK, W. 0.. Lampegan...
3
5
Planten van Casiilloa claslica, Uros-
lignia elasliciiin, Meii-
nis minutiilora, Pani-
cum maximum, zaden
van Caesalpinia dasyra-
cliis, Payena Leerii,
Casldloa elastica. Pi-
thecolobium Samaa en
Ficus elastica.
1273
> 1 • • • . . .
2
2
• * Musa mindanensis, za-
den van Hevea brasiliensis en
Gofiea slenophylla.
2135
Jut, M,. Koedoes
2
Palmzaden.
2690
> I > ••••••
2
Zaden van palmen en Panicum
maximum.
3032
Kat, 0. B. de, Salaliga !
1
• • Albizzia moluccana.
1236
Kate, J. ten, Kali-KIaslak, Banjoevvangi.
1
» • > •
3082
Keilman, J. G., Semarang
1
Groentezaden.
3509
« • > »
1
Maiszaden.
462
Kempenaar, H. de, Pengadjaran, Modjo-
kerlo
2
Zaden van Pilbecolobium Saman.
2655
Idem
4
> ' Albiïzia moluccana, Cae-
salpinia dasyrachis, Pi-
lbecolobium Saman en
Spathodea.
3123
Kern, Mevr., Modjokerto
2
> • bloemen en palmen.
2250
Kessler, W., Tjempacca Warna, Garoet.
1
Planten van Panicum maximum.
3564
Ketjen, e., Segaran. Kediri
2
Zaden van Zea Mays en Eriodendron
anfractuosum.
3672
Ketting Olivier, T. VV., Kenleng, Djoc*
djakarta
2
* > Hevea brasiliensis.
1657
Keyner, A., Bodja. , •
1
» • Ficns elastica.
2385
Kielgast, A. f. U., Oengaran
1
• Pithecolobium Saman.
195
tX)
es
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
Nummei
der aanvra
.2
S
•2
1
•é
a
1
'S
5
"o
Inhoudende :
i
3549
KiLiAAN, J. G., Praja, Lombok
1
Zaden van Panicum maximum.
979
Kinderen, J. G. der, Loeboe Raja, Pa-
dang Sidempoean.
2
• Hevea brasiliensis en
Caslilloa elastica.
1084
> * > > idem
2
i Myroxylon peruiferum
en Helianlhus annuus.
2001
> . > > idem
3
. • Coffea stenophylla, Ery-
throxylon Coca en Un-
caria Gambir.
2224
, 1 * • idem
2
• • Melaleuca Cajeputi en
Brucea sumatrana.
3529
> > > I idem
2
> > Albizzia moluccana.
2442
DER, Soember Peloeng, Kediri.
2
Planten vun Musa mindanensis en
Agave rigida, zaden van Ficus
elastica en Coffea stenophylla.
875
Kist, M., Tjitalahab, Halte Tjibadak
3
Zaden van Hevea brasiliensis.
2389
Klaasesz & C°., R., Semarang
en planten van Erylhroxylon
Coca en E. bolivianum.
375
Kleinsmiede, J. A. zür, Podjok, Garoem.
1
» van Ficus elastica.
2012
Kloppenburg, J., Halte Tagog-Apoe
Planten van Caryophyllusaromaticus
en Myristica fragrans.
J732
Kldvers, Soerabaja
» Ficus elastica. Hevea
brasiliensis en Musa
mindanensis.
1770
Klüyt, A. J, H., Brangkal, Modjokerlo..
» • Panicum maximum.
1822
Knoop, J. C, Sapoe Angin, Toeloeng Agoeng
2
Zaden van Ficus elastica en CoHea
stenophylla.
1779
KocH, J., Soepit Oerang. Toeren
1
• > Albizzia moluccana.
150
KocE, G. de, Tjepiring, Kendal
1
Roltanzaad.
459
KoLDEwiJR, Mevr. M. C, Kenaal
1
Planten van Panicum maximum en
zaden van zonnebloemen.
2824
KoLLER A Malan*'
2
Zaden van Cinnamomum zeylanicum
en peper.
2660
420
2
2
. . Palmen en rotlans.
Kol van Kloyve, D., Tainiang, Medan...
2909
KöNiG, W., Banaran, Wlingi
3
• Pithecolobium Saman,
Melinis ininutiQora en Panicum
maximum.
196
a t
Aan wien f,'e/.oiitleii:
Soort der
bflzuading.
g
3158 KoiiiNO j'., J., Medan I
2208 Koopman, J , Hamhangari. Lawang
108:5 Koot, II., Bagoeng Lenljir, 1'alemltang. . I
3152 ; KoHERBEfKi, Mevr. S., Menado.
2446 Küii'tNOL, VV.. Ilalu» Tjipatat
3232 KoppEscHAAR, Pekalongan
2167 1 • J., Probolingo
2285 Kraaikami', C. VV.. Klein Gelas, Bodja...
1801 I Kraai,, F., Selokalon, Soekoredjo
1243 Kramers, C, Builenzorg
902 1 Kroes, 1\ J., Tanian Gloegah, Banjoewangi.
1235
3543 Kruimel, J. P., Tegal
100 Krythe, K. J., Rini, Wlingi.
210
1426
1731
2052
5
1822
969
• '• •
1973
3562
• >• • >
KuiTERT, Mej. M., Salatiga
KuNEMAN, G. C, Semarang
KüPFER, A. E., Geneng, Malang...
» F. VV., Kenajan, Djocdja.
inhoudende.
Zaden van reuzen-papaja.
• • Biilara oejtas.
> • Bixa Orellana, iielian-
tlms aiinuus, Eucaly|ilus alba en
scliaduwboomen.
2 Groentezaden.
11 Zaden van Albizzia moluccana, Eri-
odendron anfractuosuni, Melia
Azedarach, Cacao, Voandzeia .sub-
terranea, Zea Mays, (^ollea Hbe-
rica, Myrislica fragrans, Sesarauin
indicuin en andere gewassen.
1 Gazongraszaad.
1 Zaden van Hevea brasdiensis.
1 > > Ficus elastica.
2 • • Ipomoea tricolor.
1 • > Ilelianlbus annuus.
1 > • 3Ielaleuca Cajepuli.
2 > * AIbtzzia moluccana.
2 > > palmen en gazongras.
1 > > Pilhecolobium Saman.
2 * > > *
en Albizzia stipulata.
2 • * Albizzia stipulata en
• moluccana.
> > Pithecolobium Saman.
Palmen.
2; Zaden van Cacoo en Myrislica trag-
rans.
8 > > Musa mindanensis, Al-
bizzia moluccana, Albiz-
zia stipulata, Theaassa-
mica bloemen en tabak.
> > Castiiloaelaslica,planten
van Hevea brasiliensis
en Ficus elastica.
2 > > Albizzia stipulata.
197
a
s
SS
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
2286 I KüüHL, J. Ph. A., Bandoeng— Wonolelo,
Sragen
217
1067
1368
1521
2045
1378
2607
2381
137
3033
128
240
3453
101
2644
3664
1723
151
282
1719
Laar j'., A, van, Swaroe Boeloerotto,
Blitar
idem .
idem.
idem.
idem.
Lagerwefff, J. M., Kepoong, Paree
Lamarihe, P., Malang
Lammers, P., Singkep, Biouw
LisHET, C. L., Kali Tello, Malang.
Landberg & Zooif, P., Batavia
• • • * • •••••••...
Larg, B., Tjisa5t
Lange, L. H. de, Seniarang
Lanzing, P. G. A., Branggah, Wlingi....
Last, B. W., Goenoeng Toenggal, Bang-
kasbilocng.
• P. J. A., Lembang, Bandocng
• W., Bandoeng
Inhoudende:
Zaden van Ficus elaslica.
• en planten van Castilioa
elastica.
• van Caracao Cacao.
• • Ficus elastica, Ciniiamo-
mum zeylanicura, Caryophyllus
aromaticus, Erythroxylon Coca,
Cola acuminata, Uncaria Gambir,
Hevea brasiliensis en peper.
Planten vjn Musa mindanensis en
zaden van Corchorus
capsularis.
• » Ficus elaslica, Hevea
brasiliensis, Andropogon Iwaran-
cusa, zaden van Uncaria Gambir,
Payena Leerii, Andropogon mu-
ricatus en Fikus elastica.
Zaden van Albizzia mohiccana.
> • > I
Groentezaden.
Zaden van gezongras.
» • Albizzia mohiccana.
Veevoedergras planten.
• »
Planten van Ficus elaslica. zaden
van Albizzia mohiccana, Melia
Azedarach en Cedrela serrulala.
Palmen.
Zaden van Albizzia moluccana,
Elaeis guinecnsis en palmen.
Gazongraszaad.
1 Zaden van ColTca siciiophylla.
1 > > Euchlaena luxurians.
Planten van veevoedergras.
2i Zaden van nuttige planten.
198
- f
Aan wicn gezonden :
•Soort der
baondini;.
JA
i
o
s
o
liilioiidenili!:
2077
Lau, J. W. la, Mocara Lahoe, Solok.
8
Zaden van (IoH'im .slf'no|ihylla. (las-
tilloa ):lasli(:a, Kriodcn-
dron anfraclnnsum, Ery-
ibroxylan Coca, Myrislica
fragrans, Thea assamica,
Thenhronia (laran en
Cinnamomum /.eylani-
cum.
1015
Laurent, J. R., Na moe -Ram bei, Serdang.
5
. • Eucalyplus alba en
Hevea brasiliensis.
1591
» • » » » »
1
1
• • Eucalyptus alba en plan-
ten van Hevea brasi-
liensis.
2086
• » « * « ■'
2
. » Caslilloa elaslica en
Acacia.
237
LEEMBnuGGEN, W. G., BiiUenzorg , .
.
Panicum maximum.
355
Leeuw. II. M. van der, Blitar
.
' Gossypium relifriosum.
Pitbecolobium Saman.
2427
Lennep, H. H. T. van, Karang Redjo, Bliiar.
3563
.
> Solanum grandiQorum.
2195
II. .1. VAN, Bakoong, Kediri
.
Hevea brasiliensis.
3488
...
.
Abelmosclius moschalus.
528
Lens, W. C, Phaëlon, KraksaSn
2
.
> Theobroma Cacao en
Eucalyplus.
3433
Lenssen. D. A., Pasir Datar, Tjisaat
3
. • Zea Mays.
2306
Leon, Mevr. D., Soekaboemi
1
Gazongraszaad.
2735
Leyssios, Jh'. II. Th., Peloeng-Omboh,
Malang
3
Zaden van Pitbecolobium Saman,
Albizzia moluccana en
Erylhroxylon Coca.
2845
• ... idem
2
> > Caesalpinia dasyrachis
en Caesalpinia coriaria.
2946
• » . » '^ idem
1
2
Planten van Ficus elastica, zaden
van Cinnamomum zeylanicum en
peper.
2212
Limburg Stirdm, E, C. Graaf van, San-
tosa, Bandoeng
2
Zaden van gazongras en Melinis
minuliflora.
3443
Idem
1
.
Panicum maximum.
199
ii Ie
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
s'
o
1
T3
e
i
o
's
Inhoudende :
1094 j Linde, Mevr. L. van dbr, Halte Warne..
1
Zaden van klimplantPn.
1246
LiNii, Frau e., Sipiongot, Tapanoeli
2
Groenlezaden.
2840
2
.
2438
LisNET, A., Cultuur Maatschappij Poer-
wodadi Malang
1
1
Palmzaden
3537
• Idem
Zaden van Euchlaena Inxurians
3706
• idem
1
.
1972
Logeman, Bandoeng
1
Palmen.
926
LüDER, Tlogo, Salatiga
1
Planten van Cola acuminata.
1062
• • ■ .••••...••..
1
1
1
1
2279
» » •
Palmzaden.
1563
LüGT, Mevr. M., Soeko-Ati, Bandoeng....
Planten en zaden van veevoeder-
gras.
2184
LüYKE, Th., Gringsing, Weleri
1
Zaden van Pithecolobium Saman.
452
Maanen, G. f. W. van, Redjowinangoon,
Bodja
1
• • Ficus elaslica.
2836
• • • • idem
5
» Zea Mays.
2114
Mac Gillavey, D., Djaboong, Wlingi..,.
2
* • Albizzia moluccana en
katoen.
2264
• • • • •....
1
• > Coll'ea stenophylla.
1169
J., Bodja
1
> > Ficus elaslica.
2423
1 • > > ,,,,
1
• > • »
1903
Th. H., Soember Pakel.
Dampit
2
6
* > Caslilloa elaslica, coirea
stenophylla, Cola acuminata, Elaeis
guineensis, Erythroxylon Coca,
Uncaria Gambir, Canarium com-
mune en planten van Cinnamo-
mum zeylanicum.
2332
• . , , idem
1
Vanilleslekken.
2653
• idem
2
Zaden van Caryophyllusaromalicus
en koningspalm.
3422
• • • idem
2
» idem.
3673
• • • idem
2
2
Vanilleslekken, Sisalhenncp-planten
en zaden van palmen en vruchl-
boomen.
2784
Mackenzie, J. A., Esperanga. Solok
3
Zaden van Arachis hypogaea, Al-
bizzia stipulata en Zea Mays.
200
a
s
55
Aan wien gezonden:
Soort der
bezenüiag.
Inhoudende:
2191 Mac Neill, A., Alas-Besoeki. Loemadiang.
22Ö4 . Manneveli), J.. IMniiloean. Ikxlja
2745
1588
1952
245
1864
2168
2386
3031
1583
2394
99
1954
2467
306
1095
1527
3270
3507
159
3610
1811
MAnciiiE SEnvAAs. üjciiil)(!r
Mabinissen, J. I'. C, Uinoyo, Modjokorlo.
Marinus, Simpanp Ampal, Perbaoengan..
& HuREn, Soengci Rocan, Bindjey.
Marle, W. H. van, Bandar-Bedjainboc,
Tebing Tinggi
idem.
Maschmeuer, L., Telok Belong.
Matthes, II., Semarang
Matzen, C, Prigen, Bangil
Mechel, II. voN, Telok Bctong .
Meer, A. M. van der, Soekaboemi.
■ I »
Meerkerk, VV. H. A. van, Salaliga
Meister, Mevr., VVellevreden
Mebghart, B. H., Soember Redjo, Ma-
lan;
2842 Metzler, W., Pea Radja. Taroeloeng..
199 Meülemans, Weltevreden
32981 Medlen, Mevr. van der, Soekaboemi...
15571 Meijer, A. H., Getas. Halte Bringin...
24691
1 Zaden van Alhizzia iiiolnrraria
il. • Kicus elaslica.
1 1 Bloemzaden.
Planten van Paniciim inaxim'im en
zaden van koningspal-
men.
van Panicum maximum en
zaden van Zea Hays.
Koroh-boonen.
1 Zaden van Caslilloa elaslica.
3
Planten van Hevea brasiliensis.
Zaden van Casidloa elastica.
Koningspalmen
Planten en zaden van Cacao, vruchl-
boomen en koningspalmen.
Zaden xan Castilloa elastica.
Palmzaden.
Palm- en maiszaden.
Rameh-stekken.
Planten van Musa mindanensis.
• > Panicum maximum.
Gazongraszaad.
Zaden van Andropogon nmricatus,
Helianthus annuus, Andropogon
nardus en Sesamum indicum.
Groenlezaden.
Zaden en planten van nuttige ge-
wassen, schaduw- en vrucbt-
boomen.
Maiszaden.
Zaden van Collea slenophylla.
Palmzaden.
201
u 2
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
ü
<u
■o
o
1
•a
s
s
o
A
o
s
Inhoudende :
2860
Meijer, A. H., Gelas, Halte Bringin
2 3
Planten van Hevea brasiliensis en
Palaquium, zaden van Albizzia
moluccana en Caesalpinia coriaria.
308
» Fr., Namoe Trassi, Bindjey
3
Zaden van boomen, palmen en
heesters.
1087
J. G. F., Kedong Doro, Soerabaja
1
Palrozaden.
3312
MiDDELBERG, MevF. M., Blinjoe, Banka . . .
1
•
2388
MoLL, J., Wlingi
2
Zaden van Albizzia moluccana en
Pilhecolobium Saman.
117
J. L„ Wellevreden
1
» • waterplanten.
406
MoNOD DE Froidevilie, A. A., Keman-
Iren. Tegal
1
Palmen.
1741
Mooi, J , Salaliga ,
1
•
216
MooLENBDRGH, Telok Bctong
1
.
1556
Moor, G. J. de, Kalisat, Djember
1
Zaden van Luffa Jacquini.
3440
MooRE, W, VAN DEE, Sindang Sari, Soe-
kaboemi
3
> > Albizzia moluccana en
veevoedergras.
145
Moorman, E., Sonosekar, Malang
1
• Albizzia stipulata.
423
• • • * .......
2
en
Caesalpinia arborea.
1777
• » » •
2
1 • Albizzia stipulata en
Castilloa elaslica.
1914
* • • • ••■••••
1
> Albizzia stipulata.
3732
* * • • •••••••
2
• > en
moluccana.
1703
MooY, J., Tjireundeu, Karang Tengah...
1
Heesterszaden.
2059
Morel, C. J. J., Boemi-Aijoe, Tegal
5
Zaden van Helianthus annuus, Pilhe-
colobium Saman, Thea assamica,
Sesamum indicum en Zea Mays.
2613
H., Tandjong Poera
2
Korohboonen.
1847
MoTMAN, .1. VAN, GoenocHg Boeiend, Soe-
kaboemi
3
7
Planten en zaden van diverse cul-
tuurplanten.
2671
Mdlhollani), e. Ch„ Poerworedjo
5
Zaden van Castilloa elastica, Erio-
dendron anlractuosum, Erylhroxy-
lon Coca, Payena Leerii en Thea
assamica.
202
bh
Aan wien gczomb'ii:
Soori der
beicnJing.
a S
3 CS
■O
.3
1
a
1
o
1
a
's
M
liiiiuiiilende:
1 ■- '-■
2392 MuLLEn, H. P. E., Nagiek
r~
1
Zaden van Oiltfla scniilala.
2023 MiiNNicK. Th. db.. Meilaii
3
• • Panii nrn inaxiniuni.
22 Mdssciienbiioek, S. (]. vaji, INïkalonpan. ,
1,
Palmen en plantiMi vnii A^'avo rigida.
2966
Nales, Weltevreden
4
Zaden van waterplanten, vrucht-
en andere hoornen.
498
NAniNG Bor.Ei,. A., Wonomerlo, Djombang.
1
3
• • Albiz/ia nioluccana, Pi-
tliecolobinm Sanian en
Caesalpinia dasyrachis.
1590 ....
1
• • Pithecolobium Saman.
3256
.
3
• . Albizzia moluccana,
Boebmeria nivea en Castdloa
1
ülastica.
2614
Neus, M., Samarinda, Koelei
1
2
4
1
Groentezaden.
1051
Niet, J. A. J., Weltevreden
Maiszaden.
4U0
NiEUWENDiJK, A. VAN DEN, Merbocb, Bodja.
Planten van Panicuna maximum en
zaden van Ficus elastica.
2013 \ NiEüwENHuus. Builenzorg
1
Zaden van zonnebloemen.
3167
NicGEBnuGGE, C, Pagoltan, Madioen
1
« • Uncaria Gambir.
2294
Nispen, Jir. W. I). van, Kebon Romo,
Sragen
2
3
. . Hevea brasiliensis, Zea
Mays en rijst, planten van Agave
riglda.
3054
» ■ 1 . . idem
4
1
Planten en zaden van diverse cul«
tuurge wassen.
2099 NoHiMENSEN, .1., Toba, Siboga
2
Zaden van diverse houtsoorten.
2161 NoiiHuiJs, J. VAN, Djombor, Solo
1
• Indigofera linctoria.
2847
Odenthal, J. T. L., Kediri
4
» • Uncaria Gambir, Zea
Mays, Euchlaena luxurians en
Sorghum div. sp.
1654
O'Hkrne, L., Weltevreden
2
1
Palmzaden.
1226
ÜHLENDORKF, J., Temate
Koifiezaden.
2229
Onel, Pastoor, Menado ^
2
Zaden van palmen en sierplanten.
Mais en boonen.
2978
Op de Laey, Mej. J., Garoel
1
1
3536
Oprey, C, Karaiig Soewoeng, Cheribon..
1
Zaden van Helianthus annuus.
3588
> > • • >
1
»■ ■ Sechium edule Swartz.
1663
Os Th. vah Soerabaja
1
Palmzaden.
3263
Osselen, H. A. M. van, Soekaboemi
1
Gazongraszaad.
2765
Otten, D'. G., Madjenang, Sragen
Zaden van Caesalpinia coriaria.
205
u 2
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
il
i
CS
B
'S
"3
S
Inhoudende :
418
Ottolander. T., Panljoer, Siloebondo
2
Zaden van Albizzia moluccana.
1052
• » • » ....
2
.
2410
1
3
• » Schizolobiuui excelsum,
Bixa Orellana, Caesal-
pinia dasyracbis en Pi-
tbecolobium Saraan.
333
Palm, J. C. van der. CiIoensinR. Malang.
1
> Albizzia moluccana.
965
> • • > • • I
1
.
2182
> > • > 1 > I
2
• • Coffea stenopbylla en
Zea Mays.
2859
» > * • I « I
4
* > Albizzia moluccana.
3051
• > « » » > *
2
• • Erylbroxylon Coca en
Cola acumlnata.
3428
Peerebüom Voller, D., Malang
1
• Albizzia moluccana.
846
Peeters, P. A. C, Soeraber Wekas,
931
Prigen
1
Adianlum sporen.
J., Soerabaja
1
2690
Pereira, V., Gemblongaii, Soerabaja
2
Zaden van palmen en Panicum
maximum.
3189
Perret, A., Kebon Doeren, Paree
3
Maiszaden.
467
Pfeiffer, Mevr. K., Pangledjar, Tagog-
Apoe
1
Palmen en sierheesters.
2362
PiccARDT, Soeroelangan, Djambi
5
Zaden van groenten en nuttige
planten.
3149
PiERA, C. J., Kwala Begoemit, Rindjey..
1
2
vruchlboomen.
739
PiETERS, D., Gombong
2
klimplanlen.
378
PiETERsz, J. D., Seinarang
1
• • Ficus elaslica.
425
PisTORius, Ed. Lembang, Bandoeng
1
1
Corchorus capsularis
en ramehsstekken.
1739
Pit, J., Kalimas, Bodja
2
• Payena Leerii en Ficus
elaslica.
2620
t • > t
1
1
» » Payena Leerii.
• Zea Mays.
2693
Pleysier, A., Soeralter Rowo, Pasirian...
2865
• • > I »
3
• Voandzeia sublerranca.
Caryophyllus aromalicus en Un-
caria Gambir.
3385
• * > ■ ■
2 Bloem* en palmzaden.
1656
PoLACK, Ph., Poerworedjo
1
Palmzaden.
204
3
3
3
S5
Aan wien gezonden:
1710
1010
1552
248
2770,
14
1207
2983
396
1331
330
1994
1170
2694
144
2067
1620
1272
2117
2321
129
2329
3407
2843
2261
Soort dn
bcfzeoding.
j
_•
t
j*
«
■JL
S
'S
s
o
^
Jg
^
j:
5
Pool, Mevr. II.. Meesler-Cornelis
Prertice, A., Ilian{ï{»alian, Ngadilo-eweli.
PniL, Mej. II. DE, Wellevrcden
Raayma AKERS, F., Sjiigkawanp^
Rakers, II. li., Batavia '
KeEDE van OuitTSHOORN, K G. VAN, MaF-
gapala, Soemcdan;^
Idem
Idem
Recenhardt, W. B., Telok Belong
Reisenher?., Frau. Silindung, Taroeloeng.
Renesse, J. M. van, Karang Nongko, Klaten.
Resner, f. H., Lampegan
Revter. A. M., Pasirian
Reijde», A. van de, Meesler-Cornelis
> ■ ' * • > ■ * . . •
Reijneke, Th., Soerabaja
Reunst, A. e., Gedangan Klampok, Ran-
doe-Agoeng
Riedel, D'. J. G. F., Noigar, Menado....
Rietzschel, e. A. M., Tjepiring, Kendal.
RiNSüM, J. A. VAN, Tandjong Sari, Wono-
sobo
Riphaagen, W. J., Malang
RiviÊRE, P. M. V. VAN DE, Boelocs, Djocdja.
RoEssiNGH VAN Iterson, J. W., Soerabaja .
inhoudende:
2' Zaden van palmen en zonnebloemen.
2 > ■ Pilhecolobiiim Saman en
I Hevea bra.siliensis.
2 • • bloemen en groenlcn.
1 Gazongraszaad.
2 Zaden van sierplanten en gezongras.
Vanilleslekken en peperplantjes.
Zaden van Albizzia moluccana.
• Bixa Orellana.
Mais- en groetezaden.
Groenlezaden.
Zaden van Corchorus capsularis en
C. olitorius.
• > Albizzia moluccana.
• en planten van Hevea brasi-
liensis, Payena Leerii, Gas-
tilloa elaslica en Urostigma
elasticum.
> van Albizzia moluccana.
Gazongraszaad.
Graspollen en zaden van zonne-
bloemen.
Zaden van Slyrax Benzoïn en zon-
nebloemen.
> > Ficus elastica.
> » diverse planten.
• • Er^lhroxylon Coca, Un-
caria Gambir, Andropogon, Ficus
elastica en thee.
Palnizaden.
Groentezaden.
Mais- en palmzaden.
Zaden van bloemen en klimplan-
ten.
^05
.1
Aan wien gezonden:
Soon der
bezending.
il
É
«
1
b
es
■o
e
es
E
e
CS
M
O
Inhoudende;
3472
Roo VAN Aldebwerelt, J. de, Welte-
'
vreden
1
Zaden vnn Myroxylon peruiferum
en andere hoornen.
447
RoQDE, Th. J. J., Karang Anjar, Biitar. .
1
Planten van Ficus elastica.
3253
. Mevr. Th. K., Edi, Aljeh
3
Zaden van Palmen.
1534
RouFFAER, Mevr. A., Menang, Kediri. . . .
1
• • Coniferen.
1033
Roux, H. LE, Sindanglaja
811
en planten van diverse ciil-
luurgewassen.
2815
RoY VAN ZuvDEWiJN, L. H. M. DE, Malang.
1
van Cinnamomum zeylani-
cum.
2314
RüDEMANN, P., Ngarom, Modjo Sragen...
1
» Ficus elastica.
1645
RuDOLPH, E., Semarang
1
•
2103
RoMEMPER, M. VV., Podjok, Garoem
2
6
Planten van Ficus elastica en Hevea
brasihensis, zaden van Cinnamo-
mum zeylanicum, peper, Uncaria
Gambir, Payena Leerii, Andropo-
gon muricatus en Ficus elastica.
1648
RüNGE, Th. L. A., Deli-Moeda, Medan
2
Zaden van Hevea brasiliensis en Luila.
2355
RüPEBT, H., Secretaris der Deli — Batavia
Maatschappij, Medan
1
Palmzaden.
2665
Idem
1
Gazongraszaad.
3172
RuYs, Mevr. A., Weltevreden
2
Zaden van gazongras.
2164
• J. D., Semarang
1
• Pilhecolobium Saman.
3699
Rijfsnijder, H., Proljot, Tegal
3
» • gazongras, Canna's en
zonnebloemen.
2356
Buk, f. M. P. de, Soerabaja
1
Palmzaden,
3411
H. J. A. DE, Kesoegilian, Banjoemas.
3 Zaden van Uncaria Gambir en tabak
2830
Sailley, M'"^, Soengei Liat, Banka
2^ Palmzaden.
1506
Salomonson, H., Batavia
3 Indigozaad.
1 Zaden van heesters en klimplanten.
3551
Sardemann, G. A., Simpang, Soerabaja...
132
Savage, C. L., Papoh, Wlingi
1 • • Thea assamica.
212
• « > > *
1
» Caesalpinia arborea.
* > > •
879
• • • » » ......••••
1
1981
* • > • > .....,,,,.
1
2
» » Ficus elastica.
3024
ScnaFEB, D., Tjivvangie, Tjirengas
> • Albizzia moluccana en
Melia Azedarach.
2064
Scharenberg, Moeara Tebo, Djanibi
1
• • heesters en zonnebloe-
men.
:i(JG
ra
•Soon der
ticzeiiding.
(U u
is
V
-O
Aan wien gezonden:
m
1
C
i
©
■2
ja
s
'S
liilioiideude:
130
ScHELL, Mevr., Proholiiiggo • . . .
2 Palm- en rottanzaden.
2414
ScHELTEMA, Mcvr. 11., Garocl
1
Vincazaad.
3495
Sgheuer, Mej. A. J., Solo
1
1
Palmen, Canna's en gazongras-
zaad.
479
ScHiESs, 11., Padanp
1
Zatlen van Ficus elastica.
2610
ScHMÜLLiRG, Mevr. F. J., Bondowoso
1
Groenlezadcn.
2312
ScHNEiDEn, Ulabak, Bodja
Ij Zaden van Ficus elaslica.
3026
A. E.. Aljeh
2| Groenlezadcn.
501
ScHOLTEif, E. W., Batavia
1
Palmen.
1080
ScHOT.MAN, R. A., Gombong
1 Palmzaden.
1537
SciiBEUNEn, G. D. Redjosari Bodja
1 Zaden van Ficus elastica
395
ScHREiJ VoRSTiMAN, II.. Sringin, Bodja...
1
.
219
ScHRiEKE, G. G., Bajoe-Lor, Banjoewangi.
4
• • zonnebloemen, Payena
Leerii. Urostigma elas-
ticum en Albizzia mo-
luccana.
964
1*1 > ■
2
• Bixa ürellana.
1063
I II ■ ' ■
2
• Albizzia moluccana.
1834
ScHRÖDER. F. H., Poerwokerlo
1
5
Planten van Castdloa elastica, Hevea
brasiliensis, Myroxylon peruife-
rum en Ficus elastica, zaden van
Andropogon muricatus, Caesal-
pinia coriaria, Melinis minuliflora,
Panicum maximum en Sesaraum
indicum.
3678
Schuit, J., Tandjoiig Modjo, Koedoes....
1
Zaden van Caesalpinia sappan.
2390
ScHüssi-EB, 0., Soerabaja
1
• » klimplanlen en Canna's.
2317
ScHüYT, G., Bodja
1
. . Ficus elastica.
2274
Schwab, D.. Moijong, Koedoes
1
> palmen, boomen en klim-
planlen.
3162
« ■ s • •..•
V. ,
r
5
> > Elaeis guineensis, Pithe-
colobium Saman, Un-
caria Gambir, Castilloa
elastica en Latania com-
raersonii.
2204
SciPio, G. A., Kali ADJar, Bondowoso.. . .
1
> Melinis minutiilora.
2408
Secretaris Militair Sociëteit •Concordia",
Weltevreden
1
• » klimplanten.
207
S >
a s
3245
2071
1278
3120
208
2319
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
Inhoudende:
Secretaris van hel Verzorgingsgestichl
• Pamoeridan Wolanda", Djocdja
Skelig, P. J., Soerakarta
Segal, Mevr. G., Keboemen
Sem. H. A., Tjilinlang, Menes
2004 SiMON, W. F., Pajakomboh
789
1298
1436
1829
3168
3450
1434
Senstiüs, Mevr. R., Solo
SiERMANs, A. L., Batavia.
Singels, H. J., Djaejan. Toeloeng-Agoeng.
Slot, J. E., Dono-Wari, Halle Ngebroek.
Sldytebs, L. M. J. van, Batavia
123 Smeele, A. f.. Temengoengan. Malang
3739
2293
736
3465
214
348
Smits, Th., Gondang Winangoen, Klaten,
Snouck Hürgronje, A. M., Soeinbawa...
Soeteman, A. J. C. N., Besowoh, Paree..
Soeters, S., Soekamangli, Soekoredjo..
1006
1959
3668 Sombeek, W. L. J.. Way Lima, Telok Betong.
Palmen, heesters en boomen.
Palmzaden.
Zaden van Hibiscus sabdariffa.
• > Melinis minutitlora en
Panicum maximum.
Gazongraszaad.
Palmen.
Zaden van Melinis minuliflora en
Panicum maximum.
. Theobroma Cacao.
» » Caesalpinia dasyrachis.
• • • *
. . Coffea stenophylla, Cor-
chorus capsularis en
Caslilloa elaslica.
. • Albizzia moluccana.
• > > >
. Eucalyplus en Risinus.
Groenlezaden.
Palmen.
Zaden van zonnebloemen.
. . Piihecolobium Saman.
. . palmen, coniferen, vee-
voedergras en mais.
. en planten van Hevea brasi
liensis.
van Caslilloa elastica en He-
vea brasiliensis, planten
van Palaquium Treubii.
2 > > Hevea brasiliensis en
Payena Leerii.
Planten van Castilloa en Ficus
elastica.
> en zaden van Castilloa
elastica, Ficus elastica en Hevea
brasiliensis.
1 LuU'azaad.
208
re
Aan witüi f,'cz(iii(Ien ;
Soort d<:r
bcz).-nding.
1 2
a g
SC ^
'S
É
•s
§
o
8
o
liilioudeiide :
3489
r
Someren Ubeve, J. M. va». Keclaton,
Djemhcr
'2
Zaden van Zca Mays en Albizzia
iiioliiccaiia.
3225
SooMKH, T. W., Semarang. : . •
PaUn/.adt'n.
3506
3581
^ B ■ • ,. •.•*
,
Spanjaard. J. W.. Halle Sepaiidjaiif;
2
Zaden van bloemen en gazongras.
2318
Spiegel. H. var der. Boiulowoso
Groenlezaden.
2980
^la.'iivilnini'in Tiinaiias.
2
Diverse planten, Bengaalscb gras
OKlil LoU^'lUl^*!' ■ Jt|*t» Ilt*.l» • ••••••••••.■•"•
1 ' C? D
en zaden van Albizzia moluccana.
1135
294
Stam Movr D J Taflro£r-Ai)oe
Bloemzaden.
Staverman, K. J., Ivalimali. Batang
1
Graspollen.
2345
VV. 11., Tjilehoel
Zaden van Ficus elastica.
1885
Steenbakker, N. A. Grahag, Magelang...
2
15
Planten en zaden van diverse cul-
tuurgewassen.
2380
1
4
» van Hevea brasiliensis, za-
den van Uncaria Gambir, Payena
Leerii, Pitbecolobium Saman en
Heliantiius annuus.
2435
Steenstra Toussaint, W., Bernigabroe,
Blilar
1
3
Zaden van Boebmeria.
1338
Steinbeck, M"^ E„ VVaroe, Soerabaja...
> > palmen.
247
Stei'Han, H., Semarang
Palmzaden.
2747
2400
j ,
,
Stephers, A B., Taiping, Perak
Zaden van Payena Leerii.
3669
Steuehwald, ü., Wellevreden
Gazougraszaad.
1529
Steygkrwald, W. f., Soember Nongko,
Halte Kepandjen.
Zaden van Albizzia moluccana.
3389
* • » idem
Gazongraszaad.
3718
• • idem
2
Zaden van Albizzia sti])ulata en ga-
zongras.
1266
Stibbe, M. J., Karang-Dinoyo, Paree
2
. » Alb. moluccana en Erio-
dendron anfracluosum.
1363
> > > • > >
1
> idem.
2404
> tl f • •
1
* Albizzia moluccana.
2813
• ■ > > >
1
> > Hevea brasiliensis.
1131
• N., Paleleb
6
> > bloemen en Albizzia
moluccana.
209
bc
Aan wien gezundcn:
.Soort dar
belending.
1 ^
ii
H
1
C3
Inhoudende:
9 ™
SS u
Wardsche
s
o
.2
'S
719
Stolk, R., Kediri
1
1 Zaden van Hevea brasiliensis en
planten van Ficus eias-
tica.
966
Stoll, M., Garoel
1
• Flamboyant.
1200
Mevr. S., Garoel
2
Maiszadeo.
224
Stortenbeeer, J., Malingoet, Tjibadak . . .
1
Zaden van Albizzia moluccana.
1244
Mevr., Fort Willem I . . .
1
» • kliraplanten.
2739
. • • • • • . . .
1
* • •
1983
Straeten, W. var der, VVonoredjo, Bangil
2
Groentezaden.
2395
Straeter, L., Rongga, Bandong
4
Zaden van Arachis bypogaea en
indigosoorlen.
2621
Strüben, W., Besito, Koedoes
2
Bloem- en palmzaden.
2220
Steurs, f. V. A. DE, Kemanglen, Tegal .
1
Jute-zaad.
3478
Sturler, G. de, Tjiblagoeng. Tjiandjoer..
1
Zaden van Zea Mays.
297
SüERMONDT, C VVonokoio, Malang
2
• Castilloa elaslica en Cae-
salpinja arborea.
827
* 1 > > ......
1
> > Castilloa elastica.
2822
» » 1 »
1
1
» Payena Leerii en plan-
ten van Hevea brasiliensis.
1694
SwALDE, E. B., Halte Peterongan 0. L . .
1
Palmzaden.
1511
SwAviNG, J. C. H., Kedong, Banleiig ....
1
1
Planten van Agave rigida en zaden
van Corchorus capsularis.
1302
SwENs, Mej. A., Wonolangan, Probolinggo.
1
Zaden van heesters.
3037
Tellings, H., Poerworedjo
1
• » zonnebloemen.
1
Terné van DER Heul, Tjilegon
12
» » Eriodendron en mon-
sters van Ficus elastica.
Hevea brasiliensis en Pa-
laquium oblongifolium.
266
• • » » * •..,.....
2
* > Ficus elastica en Hevea
brasiliensis.
2271
Tervooren, A. J. C. M., Medan
2
> gazongras en Glematis.
2070
Terwogt, W. A., Wedi-Birit. Klaten
1
» IMthecolobiuni Saman.
2170
» •• • '....
1
.
2882
• • • • * . . . .
1
> • * ■
78
Teuscber, R., Bandoeng
3
Planten van Agaves, palmen en
boomsoorten.
316
Thal Larsen, J. H., Tjipero, Tegal
1
Gazongraszaad.
729
> 1 • > • >
1
•
ViRSUC TAN 's LANDS PLANTENTUIN 1902.
14
210
a ^
S ra
S ra
2689
3730
1055
3539
119
2630
Auii wicii gezonilen:
TiiAL Lahsen, J. H., Tjipeiü, iegal .
* > Mej. E., Frobolin^'go
Timmermans, P. F., Blawan, Pradjekaa O. L
TiNREVELD, K., njiwa, Klateo .
2097 TissiNO, O., Boeloekomba. Zuid-Celebes
2924 Tjoa Tiosg Bie. Lasem.
3387
ToBUs, KemiiieGedeh, Wlingi
Soori der
bezeriiliag.
».\ B S
1 o 's
•jC S.
3650
1969 ToENs, J. A., Wonosari, Malang
3688 . . . .
270 TowNSEND, E. E. J., Moeara Laboeh, Solok.
3712
359
2667
2330
3078
Tromp, D., Karek, Malang,
TUBERC.EN, J. VAN, Pali
TuiNENBiiRG, A. P., Soeftiber Nanas, Blilar.
Twiss, F., Lawang S. S.
Tjjl j'., L. M., Kediri.
1208 i Ursone, P. A., Baiidoeng.
Inhoudende:
2 Zaden van Tamarindus indica en
I Pitliecolobiiini Sainaii.
1 Gazonf^'raszaad.
2 Zaden van Canna's en coniferen.
2 > • Alliizzia moliircana en
Bixa Orellana.
3 > * palmen, Victoria regia
en Uainmara.
6 » • Caryophyllus aromali-
cus, Castilloa elastica,
Payena Leerii, Melinis
niinulidora, Panicum
maximum en Thea assa-
mica.
• • palmen en boomsoorlen.
1 \ Palmzaden.
1 Planten van Caryophyllus aroma-
ticus en zaden van
Victoria regia.
> • Cola acuminata, Cas-
lilloa elastica, zaden van Melinis
minulifloia, Payena Leerii en
Panicum maximum.
1 Zaden van Coiïea stenopliylla.
Sisalhennepplanten.
* • Eriodeudron anfractuo-
sum, Panicum maxi-
mum, Uncaria Gambir
en Zea Mays.
1 * • Abeimoschus moscha-
tus.
1 > > diverse planten.
3 > • maïs, groenten en bloe-
men.
> • Panicum maximum en
Melinis minutiflora.
Planten van Agave rigida.
1 Zaden van Euchlaena luxurians.
211
B c
S CD
Aan wien gezonden:
932 ÜTEHMARK, D., Soeko-Ramé, Malang
967
1872
2392
2366
1722
182
833
2162
950
2254
2681
3402
3548
1344
1642
1970
895
7
3171
389
Soort der
bezending.
Veder, A., Soekoredjo, Djember
Veenstba, Mevr. A. C, Boengoeran, Soe-
rabaja
Veer, A. J. de, Setjang, Kcdiri
, >> • > >
. P. J. C, VAN DER, Djoerang Ban-
leng, Wlingi.
> > • > * • idem
. I • > > > idem
• • > • < • idem
. . • • • • idem
Veerman, II., Soekaboemi
Velde, A. G. A. van de, Modjopangoong,
Toeloeng-Agoong
Ven Sauveur, N. J. van i»e, Pekalongan.
Verburgh, A., üanjoemas
Verhky, B. J. C, Malang
Veriioeff, Y., Semarang
Inboudende :
Planten van Caslilloa elaslica.
Zaden van Albizzia stipulata en
Cedrela sernilala.
• • Caesalpinia dasyrachis,
Coffea stenophylla. Pa-
nicum maximum en
Pitbecolobium Saman,
planten van Ficus elas-
tlca en Hevea brasi-
liensis.
• > Albizzia moluccana.
• • schaduwbonmcn.
Palmzaden.
Zaden van Erylhroxylon Coca.
> • Albizzia moluccana, Cae-
salpinia dasyrachis en
Pitbecolobium Saman.
> • tlelianlhiis annuus.
> > Hevea brasiliensis en
Caesalpinia dasyracbis.
Planten van Ficus elastica en Pa-
yena Leerii.
Zaden van Castiiloa elaslica, Payena
Leerii en Pitbecolobium
Saman,
• > Albizzia saponaria.
. • Erytbroxylon Coca.
Maiszadcn.
Palm- en roUanzaden.
Zaden van Pilbecolobuim Saman.
• • gazongPiis en Oreoiloxa
regia.
• > Zea niays.
Nympbaeazaad.
Zaden van scbaduwboomen.
21Ü
Soort der
ben^niling .
Aan wicri gczninlcii ;
22(i7 Vi HsTKEcii, A. Ü., Loeinadjang.
3541
1754
443
230
281
379
1158
22G0
2424
1652
2974
1714
3434
2027
1009
1982
1301
1355
F. W., Soekoredjo, Keiidal,
H. P.. Bangil
J„ Pangasih, Wales.
269 > Ranoe Pakis, Klakkah
2154 • W. C. M., Djaril, Pasirian . . .
195 Vertegenwoordiger der Petroleum Maat-
schappij • Moeara Enim", Paleinbang..
Vincent, J., Soember Woeloeh, Pasirian.
VisscHER, Th., Getan, Bodja...
Visser, A., Srogol, Tjigomboiif
ViTBiNGA, Kedaton en Badean, Djeraber..
Vleuten, Mevr. S. van, Adiwerna, Tegal.
Vliet & Zonen, C. van, Soerabaja
Vodegel, H. Ch., Kaligawe, Semarang. ..
V., Gandoe-Sarie, VVlingi
Vogel, M. de. Halte Tjilakoe
VoLLENHOvEN, E. VAN, Soerowinangoon.
Djombang
iiihoudeiid)
2 Zaden van Corcborus capsiilaris en
C. olitorius.
1 » 'il. capsularis.
5 • • Cedrcla sernilala, Mdi-
nis minutillora, Paiii-
cum inaxiinuiii, Tliea
assamica en Zea Mays.
2 • > Eucblacna luxurians en
Zea Mays.
1 1 • vrucbtboomen. sierplan-
ten en Pitbecolobiuui Sanian.
1 Karetplanten.
1 Manilaliennepplanten.
Zaden van Ëuchlaena luxurians,
planten van Panicum
maximum en Melinis
minutitlora.
> • Albizzia moluccana.
> > • stipulata.
1
1
2 * • > > en
Erylhroxylon Coca.
1 • > Ficus elastica.
4 • • Araohis hypogaea, An-
dropogon muricatus,
Zea Mays en Helian-
Ihus annuus.
1 * • Albizzia moluccana.
2 > • zonnebloemen en pal-
men.
1 > • Helinis minutiflora.
1 > > Castilloa elastica.
* • Ficus elastica.
Manilahennepplanlen.
2 Cacaozaden.
215
Lm c0
Soort der
bezending.
i =
•O
Aan wien gezonden:
.2
1
Cd
a
i
o
.a
"o
Inhoudende:
2326
VoLLENHovER, E. VAN, Soerowinangooii,
Djombang
3
Zaden var
Pitliecolobium Saman,
Panicum maximum en
bloemen.
837
VoRCK, E., Sonowangie, Malang
1
« .
Caesalpinia dasyrachis.
2009
3
» *
Ficus elaslica, ColFea
stenophylia en Pilhe-
colohium Saman.
2299
. > . > ,
1
1 .
Uncaria Gambir en
Manilahennepplanlen.
2883 ... .
1 .
Uncaria Gambir.
2917
• * » » •....• f
1
Planten van Manilahennep.
3311
1
•
Coffea stenophylia.
3586
. • » • ,
2 Zaden van
Pilhecolobium Saman en
Caesalpinia arl)orea.
337
Vossen, van deb, Benkoelen
1
Palmen.
435
Voute, Mevr. A. M., Madioen
1
Zaden van
phaea.
Victoria rcgia en Nym-
3080 j Vree, L. de, Redjo Agoeng, Madioen —
1
Palmzaden
3300 Vbendenbebg, Mej. A., Solo
1
Palmen.
1364
Vries, A. de, Pankalan Brandan
1
Zaden van
khraplanlen.
1514
» B. DE, Banjoemas
1
3
> »
.
160
• P. H. DE, Raning, Banda
Thea assamica, Myroxy-
lon peruiferum en Boeh-
meria.
496
• •«. . >
2
•
Melinis minutiflora en
Panicum maximum.
489
Vriesman, J., Banjoewangi
■
1
1
Slyrax Benzoin, Dani-
mara alba, Cananga Odo-
rata en Canarium com-
mune.
2393
» * » .............
Ij .
51 '
Albizzia moluccana.
2927
• • » .............
Castilloa elaslica, Cor-
chorus capsularis. Heli-
anthus annuus. Payena
Leerii en Uncaria Gambir.
1304
ViOLiJK, M. J., Tondano
2 . .
bloemen, groenten en
vruchlboumen.
214
fc 2
'S >
S «o
3 n
»5 u
2788
98
2209
1584
2914
19
3656
3210
1279
814
2336
3005
933
1517
1205
2334
3147
1012
1995
A;in \vi«'ii 'Mr/onilcii:
Soort der
bezending.
5
^
jt
g
,iJ
JZ
s
fl
o
ê
« , •>
j<
if 1 i2
S
ltiliiiii(|cnilo:
Vrolijk, M. J., ToiKiaao.
2740
VuuBDEN, C. VAN, Kodja
* > * >
• Mej. J. VAN, Bodja
Vui'iiEN, O: VAN, Tjiliarocs, Garoel
VijzELAAR. Mevr. B., Probolinggo
Waao, A. van her, Tepal
Waaut), M. J. i)k, Malaiip
Waardenblik., A. L. van, Soengei Slan,
Banka
Wael, e. Vos dl, Bareng, Djombang....
Walbeehm, Mej. M., Tegal
• » » »
Walter, A. J., Bodja
Warmelo, H. van, Batang Baros Eslate,
Padang
• » • idem
> » idem
Zaden van Clematis paniculata, Ta-
niarindus indica, Tliea
assamir,-), Zea Mays on
Panicum maximum,
planten van Agave rigida,
(linamomiim zeylaniciini
en Ficus elastiea
3 • • Ficus elaslira.
1 » • Payena Leerii.
• » Ficus elaslica.
Manilaliennepplanlen.
1 Palmzaden.
3 Palm- en rotlaiizaden.
2 Groenlezaden.
1 Zaden van sierplanten.
i
l' Gazongraszaad.
2 Zaden van Urostigma elaslicum en
Andropogon murica-
tus.
1 »" • Hevea brasiliensis.
2 • • Palmen en Nyniphaea's.
» • zonnebloemen en Nym-
phaea's.
• • Ficus elastiea.
Sisalhennepplanten.
3, Zaden van Indigofera galegoides,
Panicum maximum en
Theobroma Cacao.
. » Caslilloa elastiea, Cof.
fea stenophylla, Cola
acuminata. Ficus
elaslica en Payena
Leerii.
> > Albizzia moluccana en
Melinis minuliflora.
215
Aan vvien gezonden:
Soort der
bezending.
il
2
i
3
ö
i
Inhoudende :
i
ca
3
134
Weber, A. J. C, Semarang
1
4
Zaden van
Ganarium commune,
Caesalpinia dasyrachis,
Castilloa elastica. Pi-
ibecolobium Saman en
Foraslero Cacao.
125
• H. Gemanpir, Klaten
1
.
Forastero Cacao.
1724
1
5
• >
Pilhecolobium Saman,
Caesalpinia dasyrachis,
Albizzla moluccana,
Ficus elastica, Castilloa
elastica en Ganarium
commune.
2036
> • > »
1
5
• •
Cacao.
2301
• • « »
Caesalpinia dasyrachis.
C. arborea, Cedrela odo-
rata,, C. serrulata en
Parkia intermedia.
3599 . . . .
1
> •
Erylhroxylon Coca.
3611
» • » » ,
9
• >
Castilloa elastica, Pi-
1*
lhecolobium Saman en
andere scliaduwboo-
men.
1696
Weel, Mevr. J. van, Parakan Salak, Pa-
roeng Koeda
2
, ,
gazongras en Canna's.
groenten.
2886
WEEniaLs, Malang
2
2606
Werkhoven, F. J. W., Cheribon
1
Gazongraszaad.
1387
Westpalm van Hoorn van Bijrgh, jh'.,
Srogol, Tjigombon^.
1
Maiszaden.
345
Wettstein, R., Modjokerlo
1
2
Zaden van
Ricinus, Zea Mays on
Cassavestekken.
1225
» • » ............
1
3
* >
Graszaden.
Ficus elastica.
3403
White, J. W., Poervvoredjo
2233
WiEDERHOLo, A. F., Malang
1
1
Planlen van vruchlboomen, Caryo-
phyllus
aromaticus en palm-
zaden.
1585
WiGERi VAN Edema, Mcvr., Pasoeroean..
2
Palmzaden.
873
WiLKENs, Mevr. R., Semarang
1
Palmen.
216
te
u n
O) ca
a e
«
•o
A;in wicn gezonden;
3425 i WiLLEMSEi», H. E. B., Tjiancijocr
Soort der
bMending.
Inlioiiilondc:
1564
28:54
3727
1946
3600
112
1017
2298
3666
2069
3729
1546
1296
1628
3035
1775
3508
2157
828
1863
2780
3726
1760
387
2925
1865
WiNCKKi,, E. F.. VVay Batai, Telok Belong.
WiwKi.Kn, D'. J . I'ea Hadj.i. Taroetoeng..
» • » • » •
WiNTK.n, A., Batoe Djadjar, Tjiiiiahi
• > > • »
WiTTK\ KK>', Medan
WonM, A. H. VAN di:n, Bodja
W. B. VAN DEN, Batavia
WdUTMAN, J. M., Wellevreden
WiJNKAMER, L. G., Pesengkongan, Tegal.
Wijs, W. de, Meritjan, Kediri.
Wijt, Mevr. S., Peterongan, Djoinbang. .
IJff, D'. P., Koedoes
• • > I
IJrts, S, Soembcr Baroc, Klakah
• • • » » ,
Zegers Rmseb, W. A, Kajoe Enak,
Loemadjang
Zehntner, D'. L., Salatiga
Zem-e, Mevr. J.. Ambarawa
Zeverijn C. C, Semarang
• H., Bandoeng
Zuur, J. C, Pagongan, Tegal
ZuijLEN, C. VAN, Doro, Pekalongan
ZwEERus, C, Soember Mas, Malang
Zaden van gazonpras. palmen en
scliadiiwliooiiien.
2l • • palmen.
2 Gras- eii proente/.adcn.
1 Graszaad.
2 Blooin- en liceslerzadcn.
Ij Heesters.
' 1 Palmzaden.
3 Zaden van Kiciis elaslica.
I 1 Groentezaden.
2 Gazongras- en palmzaden.
1 Groentezaden.
' 1 Graszaad.
1 1' Zaden van Marlinesia, Canna's en
I ' Panicum maximum.
I 2| * . Caniia's en sierplanten.
2 Palmzaden.
Stekken van Boehmcira nivea en
3Ianilflhennppplanten.
Manilahennepplanten.
2 Zaden van Albizzia moluccana en
A. stipulata.
4 • » diverse planten.
1 > > klimplanten.
3 » • gras en vrucht boomen.
1 Maiszaden.
1 Palmzaden.
1 Palmen, veevoedergrasstekken en
zaden van Euchlaena luxurians.
2l Groentezaden.
Planten van Cinnamojnum zeylani-
cum en Myroxylon peniiferum,
zaden van Caesalpinla coriaria,
Ficus elastica, Heliantbus an-
nuus, Thea assaraica en üncaria
Cambir.
217
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
•
2 2
s <«
2
S
es
•O
c
(S
s
o
'S
Inhoudende:
1081
1832
ZuLSTRA, V. II. R., DJember
2
2
Zaden van Zea Mays en Myristica
fragrans.
• » Zea Mays en vruchboo-
men, "
BUITENLAND.
1030
Administrateur der Plantage Balangei,
Tanga
1
Zaden van Erylhroxylon Coca.
414
Arduir, Casimir, Turin, Ilalie
1
• groenten en nallige
kruiden.
9687
• • • • •..•■...•
2
1
Groen tezaden.
3615
• • • • ..••..•..
Zaden van Uncaria Gambir.
3?64
Abnold, A., Luzon, Philippines
2
Hevea brasiliensis.
1?R?
Bacer, R., Begoro, Gold-Coast
1
2963
Bley Fr.. Halle a. S
1
Varenbladeren met sporen.
1308
Castl E— Turner. VV. S., Bangkok, Siani.
1
Zaden van Mangifera indica.
1459
Chatterjee, S. P., Calcutta
2
4
Planten en zaden van diverse nut-
tige- en sierplanten.
3047
» » • » ............
1
3
Zaden van Livistona altissima.
122
Christ, Em , Avirons, Réunion
• Collea liberica.
3481
• > • >
2
1
.
738
Cremofne Nursery, Richmoxd, Victoria..
• Livistona Hoogendorpii.
3042
> > > •
1
> > > altissima.
2475
Curator Botanie Gardens, Rnckhampton,
Quecnsland..
3
2
• palmen, nuttige planten,
vrucht en schaduwboo-
men.
3137
• » • idem
1
> > Livistona altissima.
1759
CüRTis, Ch., Assistent-Superintendent, Bo-
tanie Gardens. Penang
1
• • Acrocomia sclerocarpa.
Idem
2
> • Areca VVendlandiana en
Livistona subglobosa.
1326
Dammann & C., San Giovanni a Teduccio,
•
Prov. de "Naples
1
• Plychosperma elegans.
1390
Idem •
1
5
> • Livistona Hoogendorpii.
> • diverse palmen.
1789
Idem
218
. ^
•
Aan wieii pczondon:
Soori (|pr
iM-xcnding.
1 Nummei
{ der aaiirra
1
§
5
InlioudtMide:
1805
I)AM.>lA^^ A C'. San Giovanni a Teiliiccio,
Prov. de Napels
1
Zaden van Livislona rohindirolia.
2394
Idem
2
• diverse palmen.
3191
Idem
(J
• • Livistona rotundilolia en
L. olivaei'ormis.
965
Desi-a>des M.. Birecloiir de la Slalioii
d'Essais de Tamalavc
1
Peperzaden.
1442
Directeur de l'Agrioulturc, Saigon
25
Planten en zaden v;in vruchlhoo-
nion, groenten, sierheesters, klim-
planten en palmen.
3141
1 » * •...•.
1
Zaden van Livistona altissima.
157
Director d. Grosslierz. Bolanischen Gar-
tens. Giessen
3
• • nuttige gewassen.
2942
Directeur du Jardin des plantes, Paris..
3
• • Livistona altissima en
Aleurites triinba.
647
2
1
3
» • diverse palmen.
• • Plycho>perina elegans
en Drymoplilaeus nor-
2014
» ■ » » .•••.....
manbyanus.
2940
, , , ,
3
1
• > Livistona altissima.
743
• Botanie Gardcns, Sydney
» » diverse palmen.
3142
.
1
> Livistona altissima.
2939
d. Kgl. Bot»". Gartens, Beriin . .
1
,
2246
DüCRoisY, F., Avirons, Réunion
1
• > Java-kollie.
2686
FiET, ilortulatius, Academie-luin, Gro-
ningen
2
2
• > Ardisia crenulata.
826
Francesciu, D^ F., Santa Barhara.Califomia.
• • Plychosperma elegans.
917 1 Fritscu. D'. f., Royal Bot. Gardens Kew,
2
Planlendeelen op spiritus en her-
barium van Hippocralea sp. en
Plagiopleron fragrans.
292 Gatin, C. L., Algérie
1
SlroplianlusKaden.
2900 Gezaghebber van Si. Eustalius, West-
Indische Eilanden
6
Zaden van nuttige gewassen.
• Zanonia macrocarpa.
897 GoEBEL, P'. D'. München
1
2754
2134
Gouverneur van Suriname
1
1
. Payena Leerii.
Sierplanten.
Zaden van geneeskrachtige planten.
• • Timor-Dillv
1 — j ............
2748 1 Graebener, L., Karlsruhe, Baden
2
2938
Groenewegen & C°., Amsterdam
1
> • Livistona altissima.
219
Aan wien gezonden:
Soort der
bezending.
1325 ! Haage & ScHMiDT, Er
1806
2060
2393
2936
3530
1460
915
2138
ürt.
Haffner, Directeur Botan. tuin, Saigon.
Hehre, H., Los Angelos, Californië
2941
1324
2811
2816
2944
2947
1561
2228
37
3043
3084
307
1677
Hoogleeraar-Direcleur v. d. Botanischen
tuin, te Amsterdam.
. van 's Kijks Acade-
mieluin. Leiden...
■ Idem
■ Idem
• Idem
* van 's Rijks Acade-
mieluin, Utrecht...
Kooreman, P. J, 's firavenhage
Lamson— ScRiBNER, P. J-, Manila
LiMBROCK, Eb. Monumbo, Neu-Guinea . . .
Linden, F , Bruxelles
Mangels, H., Asuncion, Paraguay
Pearson, H. W., Kew
PoHL, Prof. D'. J. Prag'
412 PowEB, Ch. o. L., Quinta do Deao, Madeira.
1474
166 Proschowsky, D'. A. R., Nice, France
1308
3140
286 Prud'homme, Em., Tamalave, Madagascar.
Inhoudende:
Zaden van Ptychosperma elegans.
. Livistona rolundifolia.
Palmzaden.
>
Zaden van Livistona allissima.
en
. rolundifolia.
! . . diverse cultuurplanten.
• • vruchtbooraen.
. Piper Nigrum, Piper
Belle, Cinnamomum zey-
lanicum, Codéa liberica
en Nephelium.
1 . . Livistona allissima.
1 , . Ptychosperma elegans.
3 , . Thea assamica.
1 , . Victoria regia.
1 , . Livistona allissima.
1 . • »
1 . . Albizzia moluccana.
12 Peperzaden.
1 Zaden van div. boomen en planten.
2 , . Livistona allissima.
1 , . vruchtboomen.
1 , . Ptychosperma elegans
2 , . Andropogon muricalus
en A. Nardus.
1 Palmzaden.
9
ij Zaden van Livistona Hoogendorpii.
Palmzaden.
l| Zaden van Livistona allissima.
6 . . Piper Nigrum, C. elas-
j tica. Oryza glulinosa, Alb. mo-
luccana. Uaunnara aiba en palmen.
220
i «
e ff
607
3138
3557
1061
2935
3647
3044
105
350
2016
2169
2933
1216
Aan wicn gezonden :
Prud'hommk, Em., Tainulavc, Mada^'ascar.
PijNAKUT VAN GiERï, Ed., Gand..
Reasoneu, e. N., Oneco. Florida..
Sander & Sons, St. Albans
• • ■ • •
Soort d«r
hnttniWnt;.
t
^
j<
■
£
i
B
a
o
■o
—
_»
i
-
ScHLECHTEK, R., Fhcdrich VVilhelmsliafen.
Secrelary of Agri- and HorliciiUural
Society of India, Calcula
Idem
SoLF, D'. VV. H., Kaiserl. Gouverneur
von Samoa
Sommer, Ed., Tahiti
Sous-Inspecteur d'Agriculture, Tamatave.
1245
3046
3319
3206
1127
2466
3751 i Srini Vasa Char, C. K.. Gonicopal-Coorp.
246 Stepheks, A, B., Taiping, Perak
278 Stopi'elaar. G. A. de, Terheyden
3045 1 Superintendent of Agri-, Horlicultural,
Gardens, Madras
2516 Superintendent State Gardens, Baroda...
3136 . . . . ...
Iiilioudemle:
1 Zaden van Piper ciihcha.
> Livistona allissinia.
• • Alliizzia nioluccana en
A. stipulata.
• • Livistona rotundifulia.
• I • allissima.
• » • rolundifolia.
> » • altissima.
Palnizaden.
Zaden van Livistona rotiindifolia,
L. Hoogendorpii, Ptychosperina
elegans en Gala mussoorten.
Diverse palmzaden.
Zaden van Livistona rolundifolia.
• • * altissima.
• • Cola acuminata, My-
roxylon peruiferum, Ar-
torcarpus inteprifolius,
Passiflora foelida, pal-
men en vruchtlmomen.
I • Areca iutescens.
1 • Livistona altissima.
Nuttige- en sierplanten.
Zaden van Cacao, Durio en tabak.
. • Piper Nigrum en Cae-
salpinia coriaria.
. ■ Payena Leerii.
• • Eriodendron anfractiio-
sum, Castilloa elastica
en Cola acuminata.
• • Payena Leerii.
. • Desmodium gyrans.
> • Livistona altissima.
• • diverse palmen
> > Livistona altissima.
m
Soort der
bezending.
s ^
S es
3 «
Aan wien gezonden:
c
w
•f
•o
a
1
"o
5
O
Inhoudende:
1307
Superintendent Victoria Gardens, Bombay.
1
1
Zaden van Livistona allissima en
andere palmen.
880
ViLMOBiN Andrieux & CK, Paris
3
• > Livistona rotundifoha.
1327
• . .
1
• • Ptychosperuia elegans.
2937
• • • .......
1
> > Livistona allissima.
2091
Veiwaltung des Karolinen und Marianen
Archipels, Ponape
5
Planten van Hevea brasiliensis, Ma-
nihol Glaziovii, Ficus en Castilloa
elastica.
927
WoLFF, R., Paparatava, Neu Pommeren .
2
Zaden van Ficus- en Castilloa elas-
tica.
2819
Wright, H., Royal Botanie Gardens, Pe-
.
radeniya
2
Gocos-noten.
Bijlage IV.
LIJST VAN BÜKKVVI:I;KKN dooi; (iKSCIIKMv Or AANKOOP
VEKKKEGLIN CEUUKENDi: VMl.
A g a s s i z, E. (J. Louis Agassiz, sa vie et sa corrfspondancc. (Traduit de
l'auglais i)ar A. M a y o ij Paris JSS7, S° A. 357.
Aberu, CJ e o r g e 1'. Sjx-cial report froiii April UMM) lo July 1901.
(Forcsiry Uurinui, lMiilipi)iii(.' ishuulsj, Wasliiuglou 1'JUl, b° .... li 940.
A r 11 e I 1 . II. W'. Die -Moosllora der S|)ils/,l»tMgis(hfii liiselgrupp»'. (^öfver-
sigt al Koiigl. \'t't«'uskaps Akad. i'örliaiidliiigar 1900, 11- Ij, Stockholm,
1900, 8° C. löt;4.
A r t II 11 r, d. C. a ii d M a e d o ii g a 1, D. T, J.iviug pluiits and their pro-
perfies. A tollfctioii ol essays, New-York, 1898, 8^" B. 1038.
A s c h h o 11', \j. Elirlieb's Öeitenketteutheorie uud ihie AuweuduDg auf
die küiistlicheu Iiiimunisieriiugs prozesse. Jena, 1902, 8° D. 711.
H a k II u i s. Ij. A. \'erslag der Coppename-Expeditle. (Overg. u. h. Tijd-
schrift V. 11. Koiiiiik. Nederl. Aardrijksk. geuoots. jaarg, 1902). Leiden,
1902, 8° F. 123.
Bambeke, ('b. van. Le Mycélium „Lepiota Meleagris" (Sow.) Sacc.
(Coecobotrys xyiopliilus (Fr.) Boud, et l*at.). Bruxelles, 1902, 1° C. 1552.
Barbosa K o d r i g u e s, J. Sertuiii palmarum Brasilieusiuni, ou re-
latioii des palniiers nouveaux du Brésil, Bruxelles, 1903, Folio . . C. 1597.
Barker, B. T. P. A conjugating „Yeast". (Pbil. Transactions of the
Koy. Soc. of London. Series B. \'ol. 194, pp. 047 — 485). London, 1901,
4° C. 1549.
B a t e s o n, W. a n d S'ii ii n d e r, E. R. Report s to tbe Evolution com-
mittee. (Royal Society ). London, 1902. Report I. 8'' B. 1021.
B e s e b e r e 1 1 e, E. Liste des Musciiioes etc ((Mveisigt af Kongl. Vetena-
kaps-Akademiens Förbandlingar 1900, \V 2). Stockholm, 1900, 8° C. 1565.
Beneden, P. J. van. Les coniniensaux et les jiarasites dans le r«5gne
animal. 2'*'' editiou. Paris, 1878, 8° B. 997.
223
B e 1' t h o 1 d, G. VAwr di Vertheilung der Algen im Golf von Neapel nebst
einem Verzeichnis der bisher daselbst beobachteten Arten. Leipzig,
go B. 973.
Studiën ueber l'rotoplasmamechauik. Leipzig, 188G. Mit 7
Tafeln., 8° ^- ^^^•
Bert rand, C. E. Theorie du faisceaii. Paris, 1880, 8° B. 998.
Bitter, G. Die Rassen der :Nicandra ])liysal()i<les P'" Mitteilung (Abdruck
a. d. Beibeften zuni Bot. Centralblatt XIV). llXKi, 8° C. 1592.
B o f q u i 1 1 o n L i ni o u s i n, H. Formulaire des médieaments nouveaux
14-*^ edition. Paris, 1902, 8° ^- ^'^^^
B o h 1 i n, K. Beobaebtungeu ueber audine Alebemilla-Arten. (üfversigt af
Kono-1 'vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1899, II- 0). Stockholm, 1899,
go * G. 1557.
B o n n i e r, G. Les Neetaires, (^^ude critique, anatouii(iue et physiologique.
Paris, 1879, 8° ^- ^'^•
B o n n i e r, G. et L a y e n s , G. de. Nouvelle flore pour la détermiua-
tion facile des plantes sans mots techniques. Paris, ,8° . . G. 1541.
B o r g e, O. Süsswasseralgen von Franz Josefs-Land. (üfversigt af Kougl.
Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1899, 11? 7). Stockholm, LS99, 8° C. 1559.
B o r n e t, E. e t F 1 a h a u t, C h. Révision des Nostocacées. Paris,
G. 1540
o
B r e f e 1 d, O. Beitrage z>ir Biologie der Pflanzen. Berlin, 1898/01 Vlli^
Band Heft. 1. 2., 8° ^- ^^^''■
Bresadola, I. Hymenomycetes Fuegiani. (üfversigt af Kongl. Vetens-
kaps-Akademiens Förhandlingar 1900, 11? 2). Stockholm, 1900, 8° C. 1507.
Bretzl IL Botanische Forschungen des Alexanderzuges. Leipzig, 190:i,
8°...' ^-l-^-
Br i del, S. E. Bryologia uuiversa seu systematica ad novam methodum
dispositio, historia et descriptio omnium miiscorum frondosorum hucus-
que cognitorum cum synonymia ex auctoribus probatissimis. Lipsiae,
182(5. Vol. I, II, 8° ^- ^^^''•
Bun ge, G. von. Lehrbuch der Physiologie des Menschen. Leipzig,
1901. IL Bd., 8° •^- '■'"^•
Bussy, J. U. de. De Indische Mercuur. Herinnerings nnmnuT
1.S78 — looa. Amsterdam, 1908. Folio < '• --•'•
G a 1 k o e n, H. J. De Uredineae en Ustilagineae (roest- en biand/.w :mniu'n)
van Nederhind. Amsterdam, 1888. Akad.-proefschrift, s'^ .... ('. 1512.
C and olie. A. P. de. M«''moires et souvenirs de Anglist in Pyranius de
Gandolle, Arits par lui luêuie. Genevè, isr.2, 8° A. 808.
224
r;itillo;^lli- (If l;i I *>iltl iol li(i| iic de |;i Socit-h- (IT-IikIcs roldfii;! les. I'lll Xrllcs,
\U()'2, 8° (j. -JIO.
( Ml il V a II o II, .]. ('1 S a i 11 I ^' V <' s, (]. RfViic liiMiuurjipIiiiinc ,|».s Scicii-
C'(*H iial iin-llcs, piircs cl apiiliijiu-fs. I'aris, IIMIL', > (!. i.'l.~i.
C 11 i c a t? o Libiaiy e I ii It. A lisl ol sfiials in jiiihlic libiarirs tjl' (Jlii
rago uiid l'A aiisloii «fi Tcclcd lo .la iiiiai-\ , 11)01. ( 'lii»a;;«», llMJl,,s' (i. LllT.
(J il i r r I o I , .). ]!. .1. (joiil lilml ioiis a l'fl iidr «Ie i;i classc dfs ii\ iii|»lit'iiHM'.s.
\jyoi\, I!)Ol', S" C. löin.
C 11 o (1 a I, J{. 1'laiilac I lassicriaiiac, soit ('miiin-ial ion des jdanU's iMToltécH
au 1'aiagiiay ]iar Ie I»'. E. llussl.i. ( H-iiuvè, l'JO;;, J" piuLie .S" (J. iölXJ.
CL lisl, II. Filicrs Kodinicrianar. Lr Mans, l'.Xd', JS'' C. 1584.
(J 1 e V ♦', i*. T. .Miivroskoj»isk iindfisokniii;^ al' sudl ric. ((Mvcrsij^t al'
Koii^l. NfifiiskapsAkad. I''(>rliandlin;^ai- is'.)!», il' :'>). Slocklioliii, 16!»:»,
8° \ . ;{:i!>.
Diisl Iroia drilt-icc at dan Mayeii (ÜvcrsigI al' Kuiij^l. N'ctuuskaps
Akad. Föi-liaiullin-^ai- 18;)!), Il- 4). SlockLolin, 1!)(M), 8° F. 12J.
C 1 t* V «', 1'. T. IMankloii Ironi llu* Indiaii Occan and I lic .Malay At liipclaj^o.
(Ivoiigl. Svfiiska NCleii.skaps-Akad.. llaiidl. lid. :>."), Il- 5^. Stuckliolni, l'JOl,
4° C. 1548.
C o b 11, F. Ki;vpt<)<^aiii('ii- Flora von Selilesicu. 1' Hand (Jefass Kiyptoga-
meii, beaibcitet vuii K. G. Ö t o u z e 1, Laub- imd Lebermoose vou K.
G. L i 111 p I' 1 e b t, Cbamceoii vou A. B i- a u ii. lii-eslau, 1877, 8° C 1547,
C o b 11, (i. \'ei-«^lei«beud-ai)atumiscbe UiiteisiK-liuiigeu vou JilaLt uiul
Acbse eiiiigei* Geuisteeu-Gattungen aus der Subtribus der Crotalarieen
lieutbam-Hooker. Cassel, 19U1. luaug. Diss., 8° li. 1U17.
C o II e t, O. J. A. Le tabae, sa culture et sou exploitation dans les regious
éqautoriales. IJruxelles, 1903, 4° 11. i>5<J.
Constant in, J. Etude comparée des tiges aériennes et souterraines
des dicotylédones. Paris, 1S33. Tbèse, 8° B. 985.
Coutejean, C b. Geograpbie botauique. Influence du terrain sur la
végétation. Paris, 1881, 8° F. 12Ó,
D a b 1 s t e d t, H. Studiën ueber Süd- und ('entralanierikaniscben Pepero-
niien. (Kongl. Svenska N'eteuskaps-Akad. ilandliugar Bd. 33, II? 2).
Stockbolni, 1900, Mit 11 Tafeln., 4° C, 1578.
D a V i d, G. Ueber die Milchzellen der Eupborbiaceen, Moreen, Apocjneen
und Aselepiadeen. Breslau, 1872. Mit 4 Tafeln., 8° B. 970.
D e I p 1 n o, F. Pensieri sulla biologia vegetale sulla Tassanomia sul valore
tassonomico dei earatteri biologici e projiosta di un genere nuovo della
famiglia delle Labiale. Pisa, 1807, 8° B. 977.
Der K a f f e e, Oemeinfassliche Darstelluno' der Gewiniuinb, Verweitunf;
und Beurteiliing des Kaffees und seiner Ersatzstoffe. (Herausgegeben
von Kaisei'lirhen (}esundlieitsamt). Berliu, VMKi, 8° H. 954.
1) u 1' a 11 d, T 11. e t 1) a y d o n J a c; k s o n, B. Index Kewt^nsis plautarum
phaneroganiaruni. Siipplementum, nomia et synonyma omnium generum
et speeierum ab iuitio anni MDCCCLXXX\'I usque ad finem anni
MDCCCXCV Lomplecteus. Bruxellis, VJirS, 4° C. 1593.
D u s e n^ 1*. Gefasspl'lauzen des südliebeu i'atagoniens. i^üfversigt af
Kougl. Vetenskaps-Akademiens Förbaudlingar ltM)l, 11- 4j. Stockholm,
1901, 8° C. 1574.
D u t a i 1 1 y, G. Sur quelques phénomènes déterminés par lapparition
tardive d'éléments uouveaux dans k*s riges et les racines des dicotylédones.
Paris, 1879. Tbesè, 8° '. B. 984.
E r r e r a, L. Recueil de llnstitut botaiiitiue. Tume \'. Biuxelles, 19Ul!,
4° G. 2Uti.
E u 1 e r, H. Der Einlluss der Elektrititiit auf Pflauzen. 1. (^Öfversigt
af Kongl. ^'etenskaps-Akad. Fürhandliugar 1899, II- (>j. Stockholm, 1899,
8° B. lu;
Experimental farms. Keports for 1901. (Apjieudix to the report of the
Minister of Agric.j. Ottawa, 1902, 8° H. 943.
F a e s, J. Geschiedenis van Buitenzorg. (Uitg. door de Xed. Ind. Maats'-"
van Nijverheid en Landbouw te Batavia). Batavia, 1902, 8° .... E. 200.
Field operations of the division of soils. (U. S. Departm. of Agriculture).
Washington, 1900. Second report and maps, 8° il. 947.
F o s 1 i e, M. Melobesia caspica, a new alga. (Öf versigt af Kongl. N'etens-
kaps-Akademiens Förbaudlingar 1899, 11- 9j. Stockbolm 1899, 8° C. 1572.
F r i e s, R. E. Sveriges Myxomyceter. (üfversigt af Kougl. N'etenskaps-
Akad. Förhandlingar 1899, 11- 3j. Stockbolm, 1899, 8° ('. 1554.
Beitriige zur Kenntniss der Süd-Amerikauisclieu Anonaceen.
(Kongl. Sveuska Vetenskaps-Akad. Handlingar Bd. 34, 11- 5). Stockholm,
1900. Mit 7 Tafelu., 4° C. 1580.
F u 1 1 e r, ('. First report of the government enlomologist 1899 — 1900.
(Department of Agric). :Natal, 1901, 8° D. 098.
Gamble, J. S. A manual of indian limbers. London, 1902, 8'' H. 950.
Gerlache de G o m e r y, A. de. Exi)edition antarctique Beige. Re-
sultats du Voyage du S. Y. Belgica en 1897 — 1898 — 189!» sdus Ie comman-
dement de A. de Gerlache de Gomery. Kap|M)its scien(ifi(|ues. Anvers,
1902, 4° F. 121.
G r e s h o f f, M. Indische N'ergifliapitorlen. Mei ecne inleidiuu van Trof.
VkHSLAG van 's LANbS Pl.ANTENTUIN 1902 Ij
'HG
1)'. II. W'cfcrs r. e t I i II U. 's CrjivciiliM^'c. I!»()L'. Twi-cdc iiiijjavo,
S° I ). »;!»!».
( ! r i s <• I» ;i (• 11, A . ii ii il I J i- i n k e, .1 . A . S. ( JfisliMl's Sysifiii d'i- l'il/i-,
Licliiiicii II ml A l^i-ii. l,<-i|i/.i;^, JST:'.. S*^ ( '. 1.". 1.;.
( i II i II' o V I r, \\ . lï. <Jiii<l<' lo llic i'i(»l;i iiii- < !;i rddis, McIIkiiiiih-. Koiilf
iii;i|. ••!<•., S ' ( ;. '2\\.
il ;i i I i <■ r, II. 1 li»l(»lir.sis(lic .\r;iiil liiKccii. (N(i\:i .\il;i .\l»l. der l\ais.
Lcop. ('aiol. I )ciils( licii .Vk;Hl. (lef .\a I II ilui .><(licr lijniti L.\X. Il' .'!). ilallc
a/S., 1.S!»7, 1". Mil S TulVlii (J. lööU.
Hans e II, A. l'rpri il ni iiiiii dei r.dhiiiik irif .Mcdicincr, riiariii.itciiicii iiiid
Lflii aiiils ( 'aiidida Icii. \\ ilr/hiiij;, ilMll, S^ (i' \ t-ihcsscrir A iiliagr A. ;;til.
11 a II s l (• i II, .1. \ o II. l>as I'rotojdasina als 'rriiger der pl'lan/JiclM'ii iiiid
tliicriisclicn Ltdx'in ci licliluiij^cii. 1 lrid<-ll»fi-j;, 1880,8'^ li. U^ö.
1 1 e d I 11 II d, 'l\ l'ol \ iii(»i jdiisiiicii lu>s kloiol'N <ct;r. (Ol'versij^l al Koiigl.
\'rU-iiskaj»s Akad. Fuiliaiidliii^ai- 1S!I!), Il- r.j. Slocklioliii, 1800,8" C. 155(i.
.Moiiograpbie der (iuUuug JSoi-bus. (Koiigl. ►SvL-uska N'elenskups-
Akad. llaiidliiigar l'.d. ;ir., U' Ij. Stockholm, lOUl, -L" C. 158:'..
II e II 11 i II g s, I'. Fiiii^i aiislroaiiu'i-lcaui. (ÖfvcrsigL al' Koiigl. N'eteus-
kaps Akadciiiicjis F(')iliaiidliiij4ai- 10(1(1, 11- i'j. Slockbolm, 1000,8° C. 1568.
HtM-dciikiiij^ \aii licl lioiidcrdx ijli i^ jjni^ Itrsiaaii sau d<' liollaiidscdie
iüaa(s( liappij dei- NVt'leiiscliapjx'u, op 7 .Jiini 100-. 's (iravciihage, lOOÜ,
S° (1. 2Ul
Il er Iz ka, A. i'liolographistlie Clieiuie und Cliemikalieiikuude. Üerliu,
1890. Mit 05 Figuieii, 8° D. 701.
II e 11 sier, Fr. Die Terpene. lirauiisrhvveig-, 1800,8° D. 705.
Hinohley Hart, J. „Cacao". A treatise oii llie eiiltivatiou aud
ciiriug of „cacao". Tiiiiidad, 1000, 8° H. 949.
H o c 11 r e u t i n e r, 1>. V. (J. Kevisiou du gcurc Hibiscus. (lenevè, 1900,
8° C. 1590.
H o o k e r, J. D. A sketch of the life and labours of Sir William Jachkson
Hooker. Loiidoii, lOOL', 8° A. 362.
II ü h n e r, I*. Vergleicheiide rnlcrsiK hniigen iieber die I>lall- mul Achsen-
structur eiiiiger Anslralischer I'odalyrieeD-Gattuiigeii. tUastroIobium,
Pnltanaea, Latrobea, Kiitaxia und Dillwynia. Cassel, 1001. Inaug. Diss.,
8° B. 1010.
1 u t e r n a t i o n a I (t a t a 1 o g u e of s c i e u t i f i c 1 i t e r a t u r e.
First aiuuial issue. P.otany Tart I. London, 1902, 8° G. 219.
I s t Y a n f f i, (J. de. Annales de rinslitiit central anijtélologique royal
hongrois. nuda])est. 1!»02. Toine II. 8° H. 958.
227
Jaarboekje der N'ereeningiug „Ooftteelt", 1899/00, 1900/1. Batavia, 1900,
8° H. 918.
Jaaroverzichten betreffende den handel in kohtniale produeten, 1902. Am-
sterdam, 1903, 4° H. 955.
Jaderholni, E. Laubnioosflora Xovaja Semljas. (Öfversigt af Kongl.
Vetenslcaps-Akademiens Förhandlingar 1901, 11- 7). Stockholm 1901,
^° C. 1575.
J a n r z e w s k i, E. d e. Etudes compar(^es sur les tubes cribreux. Cher-
bourg, 1881, 8° B. 993,
Jensen, C. Enum. FTepaticar. insulac Jan Mayen etc. (öfvcisigt af
Kongl. Vetenskaps-Akademiens Förhandlingar, 1900. 11- (l). Stockholm,
1900, 8° r. 1570.
J o 1 1 y, J. Medeein. Caus Grundriss der Indo-Arischen Bhilologie und Al-
tertumsknnde). Strassl)urg, 1901, 8° D. 702.
J ö n s s o n, B. Die ersten Entwicklungsstadien der Kcini]>rianze bei deu
Succulenten. (Lunds Univ. Arsskrift. Bd. 38, Afdeln. 2. 11- 1). Lund
1902, 4° B. lOOG.
J u e 1, H. O. Auf Umbelliferen wachsende Aecidien. (Öfversigt af Kongl.
Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1899, nM). Stockholm 1899. 8° B. 1029.
Vergleichende untersuchungen der Gattung Antennaria. (Kongl.
Sveuska Vetenskaps-Akad. Handlingar, Bd. 33, 11° 5). Stockholm, 1900.
Mit fi Tafeln., 4° C. 1579.
Kamerling, Z. Verslag van het wortel rot onderzoek. Soerabaja, 1903,
8° B. 1032.
K a r s t e n, G. Lehrbuch der Pharmakognosie des rflanzenreiches für
Hochscliulen und zum Selbstunterricht. Jena, 1!)03, 8° D. 710.
Kind berg, N. G. Vermlands och Dals bryogeografi. (Öfversigt af
Kongl. Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1899. H" 10). Stockholm, 1899,
8° G. 1562.
K J e 1 1 m a n, F. R. Floride-slagtet Galaxawra, dess oiganografi och syste-
matik. (Kongl. Sveuska Vetenskaps-Akad. Handlingar I!d. 3>3. 11? 1).
Stockholm, 1900, 4° C. 1577.
Klebs, G. Willkürliche Entwickelungsauderungen bei l'flanzen. Ein
Beitrag zur l^hysiologie der Entwickelung. G. Fischcr. i:»()3. 8° li. 1035.
Kliem, P. BeitrJige zur Widerstandsfahigkeit einiger vcgelalivcr Kege-
nerations organe gegen Trockenheit uuter Berücksichtigung der .\natomie
derselben. Erlangen, 1900. Inaug I)iss„ 8° H. 1007.
K o c b, L. Die mikroskopische Analyse dn- Drogi npnlver. Herlin, 1900,
4° D. 695.
D"". K ö 11 1 f r. ^'(•I■^'iMl);l!•llIl;:^'Il /.iH' ciiilii'ii 1 irhrn I ■iitdsiiclinii;,' iind Beur-
tliciliiii;^ \ on .\;i In iiii;:s iiihI ( ifiiiissinil IcIii s«t\\ ii' ( !cl»r;iii<|is ^xc^ciistiiiulen
fin' (l;is l>ciils( hr Kri.li. r..iliii. is'.i!». S° \. :',5«.
K ('t I' Im> r', (1. W . < 1 iiiiHliiss «Ier K i\ |il u;^;i hmmi K iimli'. Itii'^hni. I M4-S,
s^ e. 1544.
|\ o ( ü I'. :i II (I l\ ;i II ;i / ;i \v ;i, S. A (■;i(;il(t<,Mir uf llic i(mi;i iii/c»! !.M(i;_r|;i|»lii
ral iiMiiirs. 'rok\ o. 1 !»():;. s" ( ;. L"_MI.
K r ;i II s, (!. Ziii- KiMniiniss <|<'r ( 'lil(ii<i|>li\ 1 1 riiilisldiri- iiml ilin-i' \'ff w ;iiiil
lm. S|H'rt l';il;| li;i I \ t isclic 1' ii t cisilrli ii ii;^cii. Si il I I ^;i it . I S7"_'. M i I ' .'i llnl/,
s.iiiiiiicii iiikI ;; liiiio-:!-. Tiiivii.., s" i:. !)7r,.
K I' ;i 11 s r, l'l. I'',r;istiiiis l>:ir\\iii mul sciiic Slclliiii'_; in der ;_fcs(lii(Iili' der
I )«'S(('ii(lrii/, t licoiic. .Mil sciiiriii Lrlicns iind ( 'liinjiklriltildc \(iii ('li;ii"l('8
Dor-svin. I.cip/i-,^. ISSO, S° \. :',5:{.
Kil II kei. A. .1. Il;iiidl.ii(|i der 'r.).\ik(tl<)^Mc. .Iniji P'" ||;i.-lllf ls!t!». 2"^^
Haelflc l!)Ol A. :',55.
K ii s t (M-, E. I*iilli(d(.<iisclic rfIjiii7>(Mi;ni:it()ini.-. Jciui. r.Hi::. s^ . . p,. in;U.
I> a j; e 1' Il o i lil, (1. rdtci' N'ihrioidcn in der IMhiii/.fii/.cIlc (<">fvfrsifrt af
Kongl. Votouskaps-Akad. Föihaiidlinjiar ls:i!i. M- (l). Slockliolin, ISIM),
8° B. 1028.
L a 111 y-T o r r i 1 11 o II, (1. Lc caonlclioiic bnit et ses transforiualioiis on
caoutchonc niainifachin'. Taiis. 19(12, 8° H. !>r)1.
Leonhardi, F r li. II. \ <» ii. Di*' Itislicr iH-kainilcn östorrpicbischen
Arnilenchter-Oewiiclise hcsiirochcn voii morpliof^ciiotisclH'ii Standpuncte.
Pma, 1864, 8° r. 1.5:^^.
L é V e i 1 1 (^, H. Monograjiliio du |lc<'1'i*o Onollicra ;\\oc Ia collaboialioii ponr
la partio aiialoiiiinjie do M. Th. rniffroy. Le ^Fans, 1!)()2. 42 planche.*',
4° r. 1551.
L o V y, L. T^ntoisiK'liiinpien uober Blatt- nnd Aflisenstnictni- dor Gonisteen-
rTattuii*; Aspalatlins uiid oinioor vorwandtoi' Oonora. Cassol. 1901.
Inaufï-Diss B. 1015.
Lidforss, B. Batolojriska jakttairolsor. (()fvoi-si^t af Kouul. \'otons-
kaps-Akad. Förliandlin<:ar 1899. 11- 1). Slocklioliii. 1899. 8° (\ 1.558.
Batolofifiska jakttajïolsor. (Öfversigt af Kouirl. \'<'t('iiskaps-Akad.
Förliandlincrai- 1899. 11? V). Stookholm. 1901, 8° C. 1.578.
Lindmaü, C. A. M. Einigo ampbikarpo Pflaiizoii. (öfvorsirrf af Konjrk
Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1900, YV- 8). Stockholm, 1900. 8° B. 1024.
BeitrafTO znr nraniiiioonfloia Südamoiikas. (KoiiwI. Svenska Ve-
tonskaps-Akad. Handliiijjar Bd. 84. W fi). Stockholm, 1900. MH 15 Tafoln.,
4" C. 1581.
2^9
Maedoujial, D. T. Elementary plant pbysiology. London, 1902,
^o * B. 1036.
IMactieal Text-book of plant physiol<)<,^v. London. 1901, 8° B. 1037.
M a i d e n, J. H. A critical revision of the genus Eucalyptns. Sydney,
X<)()3, 4° C' 1588.
Ma lm e. G. O. Föi-grenings förhallandena hos as<lepiadaceerna. (Öfver-
sigt af Kongl. Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1!)00, 11- (>). Stockholm,
Ï900, 8° ^- ^*- ^•^'
Die Asclepiadaeeen des Regnell'schen Heibais. «Kongl. ï^venska
Vetenskaps-Akad. Handlingar, Bd. 34, 11^ 7). Stockholm, 1900. Mit 8
Tafeln., 4° C. 1582.
Standarna hos Pyrola unifloia. «Öfversigt af Kongl. Vetenskaps-
Akad. Förhandlingar 1900, IV 1). Stockholm, 1900, 8° C. 156:?.
])ie Gattnng Oxypetalnm. (Öfversigt af Kongl. Vetenskaps-Akad.
Förhandlingar 1900, 11- 7). Stockholm, 1900, 8° C 1571.
Dié Compositen der ersten Regnellschen Expedition. (Kongl.
Svenska Vetenskaps-Akad. Handlingar Bd. 32, 11- 5|. Stockholm, 1899,
40 C. 1576.
M a t s s o n, L. P. K. Rosae Ösilianae. ((U'versigt af Kongl. N'etenskaps-
Akademiens Förhandlingar, 11^ 2). Stockholm, 1900, 8° C 1566.
May er, A. De voeding der planten vooral met het oog op de landbouw-
gewassen. Wageningen, 1879, 8° B. 1001.
Meyier, J. E. de. Aanleg van eene zeehaven te Tandjong-Priok. (Uit
Verh. V. h. Kon. Inst. van Ingenieurs 1892/3, blz. 49—146). 's (Jravenhage,
1893. Met 19 platen, 4° K. 199.
M i n k s, A. Beitrage zur Kenntniss des Baues und Lebens der Flechten,
I, Gonangium und Gonocystium zwei Organe zur Erzeugung der anfiing
lihen Gonidien des Flechten thallus. Wien, 1876. Mit 2 Tafeln, 8° C. 154»».
Miyabé, K. On the Laminariaceae and Laminaria Industries of Hok-
kaido-liejxjrt on the Investigations on the Marine Resources of Hokkaido,
III. Japan, 1902, 8° ^- l'"^^'''-
M ö 1 1 e r, A. ITntersuchungen ueber ein- und zweijahi'ige KieftMu im uuir-
kischen Sandboden. Berlin, 1903, 8° H. 959.
M ö r n e r, ( \ T h.. o c h Vest e r g r e u, T. Fri oxalsvra iuom viixtriket.
(Öfversigt af Kongl. VetiMiskaps-Akademicus Förhandlingar 1901, 11- 8).
Stockholm, 1901, 8° B. 1022.
M o r t i e r, B. G. d u. Hepaticae Europae. Jungermannideae Europae
post semisecnlum recensitae, adjunctis hepaticis. Bruxelles, 1874,
8
C. 1544.
230
i\l ii 1 ] <* I-, J. Kin l'.cihwjx /iir Krunl niss der nipjiliidi-u. I,ci|izi;.', 1*>()2,
Mil .". TmIV-Iii, s° I). 70»;.
M 11 II k, II. I)i«* t'l<-l<l riscliiii iiiiil r.<-\\f;;iiiius i;rs(lifiiiiiii;^i-ii :iiii lihillc der
l>ioiiiic;i iiiMs<i|iiil;i, iiiil (\<-y ;i ii;i I oiii isilicii I ' iil itsihIi iin;^ des I )i(iii;ii*<i-
r.hiilcs voti \\ Kilt/.. L<'i|»y.i-. lsT<i. .Mil :; 'l';irrlii, ,s° i:. ü'.t!».
MiirlM'ck. S\. .\ iii|ilii(;ii|M' iiordw cslii Iril^ji iiisclic IM'l;i ii/<'ii. lOlv cr.sij^t
;ir Kdli^d. \'<-1ciisU;i|>s Ak;id. I'iiilui lid 1 i ii;;;i r l'.HII. II'- 7i. Slncklinlin, \'.H)\,
s° i;. 1(12:?.
N ii ;^ <■ 1 i. \\ . I»('ilr;i;^c /.iir niilici-cii Ki-niiiniss d<'r Si ;irlxf;^rii|i|)<' in ( liciiii-
sclicr iiiid |)liysiolo;^is(lirr r.c/.icliiiii;^. Lcipzi;^, ISTI, S° |{. !)80.
N a \V ;l S e 11 i 11. S. I 'clicr die ;^<'IlH-iii»' l'.iikc l Itd iil;i ;illi;i l,i illid difliiur-
jdiolofiisclic I )('U( nii;i <1<'!- < 'li;il/,oj:;iiiii('. i .Mc'-iiKtiics de IWciid. d<'.-< scifiict's
de St. IVtcrshoni-",' ,\ll' Seiic, Toiiic Xl>ll, il'- lüi. Si. IN't»Tsl»(.iii •-, 1804.
Mit VI Tafplii, 4° Ii. 1018.
N e ^ o 1', F. \\'. rrcdiiicac cl I "si ila^^iiicar Fiicjiiaiiar rlc (()fv»Msij;t af
K<.ii<,^l. Vcicnskaps-Akad. Förliaiidliii;;ar 1S!I!I, 11'- Tj. Stockholm, 1899,
8° C. 1558.
N e t s e h e 1', II. •). T li. en Holle, A. A. \'eisla<' eeiier reis naar de
Thee-districten van Britsch-Indië en Ceylon. Batavia, 1903, 4° H. 960.
N iederlei 11, (J. Kessoiirces v^^gétales des Colonies Fran^aises, répré-
sentées dans les collections de „rOffice ColoniaT' du Ministère des Colo-
nies. Paris, 1902, 4° H. 945.
Palm, L. H. TJeber das Winden der Pflanzen. Eine botanisch-physiolo-
gische Abhandlung. Tübingen, 1827. Mit :*> Tafeln, 8° B. 980.
Piepers, M. C. Miraicry ,Selektion, Darwinisnius. Erkliiruug seiner
Thesen neber INIimicry (Sensu generali) anf dem im Jahre 1901 im Berlin
stattgefundenen 5''" internationalen zo<")lo<;ischen Kongress. Leiden, 190H,
8° D. 707.
P o u 1 s e n, y. A. Botanische ]\Iikrochemie. Eine Anleitiin^^ zii phvto-
histologischen Untersnchuugen. (\assel, 1881, 8° B. 1003.
P r e n g e r, A. Systematisch-anatoniische Fntersuchungen von Blatt und
Achse bei den Podalyrieen-Gattnnji:en der nördlichen Hemisphiire und des
Kapgebietet*, sowie bei den vier australisclien Podalyrieen-Gattungen
Brachysenia, Oxylobiuni, Chorizenia und Mirbelia. Erlanen. 1901. Inaug-
Diss, 8° B. 1009.
P r u d h o ni m e, E. Le Quinquina. Culture. l*réi)aration-Commerce.
Paris, 1902, 8° H. 952.
Kadi, E. O ^lorfologickem Vyznaniu DvojitvchociuclenoviMi. A'. Praze,
1901, 8° B. 1020.
251
K a (1 1 k o f e r, L. Der Befruchtimgspi'ocess im Pf lauzenreiche und sein
Verhiiltuiss zu dem im Thierreiehe. Leipzig, 1857, 8° . B. 982.
R a u t h, F. Beitrage zur vergleichenden Anatomie einiger Genisteen Gat-
tungen (Labnrnuni, Spaitium, Eiinalea, ülex, Cytisus, Hypocalyptus,
Loddigesia). Erlangen, 1901. Inaug. Diss., 8° B. 1013.
R e i <• Il a r d t, H. W. Fungi, Hepatii-ae et Mus<i frondosi. Wien, 1870.
Mit 17 Tafeln ^- ^l'^^^^'
R e i n k e, J. :Morpbologiscbe Abliandlungen. Leipzig, 1873. Mit 7 Ta-
feln, 8° ^- -^' '
Reinke, J. und K o d e w a 1 d, H. Studiën über das Protoplasma.
Berlin, 1881, 8° ^' ^^^'
Report of the United States Philippine Comission to the Secretary of war.
Washington, 1901. Part. 1, 2, 8° <>• 209.
Report of the bureau of forestry of the Philippine islands from July 1
1901, to September 1, 1902, 8° H. 957.
Revue générale de b i b 1 i o g r a p h i e f r a n (,• a i s e. 1'" Anneé
W 1. Paris, 1903, 8° ^^- ^l^.
Reynolds Green, J. Researches on the gcrmiuation of the pollen
grain and the nutrition of the ]>ollen tube. (Phil. Transaetions of the
Rov. Soc. of Londou Vol .185 (1894), B. pp. 38.5— HI9). London 1894,
^o ' B. 1019.
R o s e u b e r g, O. l'eber die Transpiration mehrjiihriger Bliitter. (Öfver-
sio-t af Kongl. Vetenskaps-Akad. Förhandlingar 1900, 11^ 1). Stockholm,
IJKIO, 8° 1^-1026.
Rothert, W. Vergleichend-auatomische Untersurhuugen ueber die
Differenzen im primiiren Ban der Stengel und Khizome krautiger Phane-
rogamen nebst einigen allgemeinen Betraehtungen histologischen Tnhalts.
Dorpat, 1885. Inaug-Diss • ^- ^■^"^•
Rumphius-Gedenkboek 1702—1902. Uitgeg. door het Koloniaal
Museum te Haarlem, 1902, 4° <^- ^l^^.
Santesson, C. G. Ett herbarium frau 1719. (Öfversigt af Kongl. Ve-
tenskaps-Akad. Förhandlingar 1899, 11^ 8). Stockholm, 1899, 8° . . C. 1560.
Schiiffer, E. Beitriige zur Kenntniss der von einigen Schimmelpilzen
hervorgebrachten Enzyme. Erlangen, 1901. Inaug-Diss., 8° . . B. 1008.
S c h e n c k, H. Die T'.iologie der Wiissergewaechse. Bonn, 1880. Mit 2
Tafeln, 8° ' ^'- ^^^•
Schlechter, K. Westafrikanische Kautsdilmk KxpiMlit ion. Borlin,
H 94**
1900, 8° "• ^^-
Schrooder, A. Anaton)is,he rntorsudiung d.-s lilattcs und der Axe
232
bei (lf*n Li[)nrk'a<* iind noHHiaoao (Trih. (Jrrnist;u'). ('asscl. l!t»fj. Inanji-
Diss, M'^ |{- lOl t.
S e II II I z e, II. I'.fit r;i;^<' ziir \ (M-^xh-iclifiidfii A iimIuhi'h' «ii-i < 'latt iiii^^eri
|ji|)iiiiis mul Ar^'.v ro|t)l)iiiiii. <'i)llicii, lllUl. I ii;i ii;:l >iss. S' .. 1*.. ItiH'.
S e II II I / f, \\ . r.fil lil;;»' /iir \cr;;lc'nlifii»|cii Aii;iloiiiii- dt-i < It-riislft'ij-
^allun^rii (It'iiisla. A(l»Miorai|»iis iiinl ( ';il \ «olonif. < ■IhmiiihIsz, llMll.
Inaii^r-Diss, S'' I'.. loll.
S e hii I /. <• Il Im' I-; «• r, I'. Les tViiiM-nhilioiis. Paris. IST"). S° .. li. !>S7.
S r i <l I i t /,. (!. l)'n' 1 );ir\\ in'srlic TJn-ui ir. IlJf \'(ilfsiiii;;i'ii iiImt (li<'
luitstfliiiii^ (Ier Tliicrc iiiid IM'la ii/.fii (liircli \;it iir/.iiclil iiii;;. /wt-itc vt-r-
mebrte Aiifla^c l><ii>/,i-, \x~'>, s" A. :i54.
SelciM'll, W. A. and < 1 a r d iic r. X. I.. Al^ac of nortli western Ame-
rica (liiix. ot' ("alitoriiia itiihlical ioiisi. r.erkehM-, ÜHI.'t. S"^ .... ( '. \7Mri.
S e \v a r (I, A. i\ el A r I» e r. Iv A. N. Les Xipadites <1ps ((niilifs •'■ortMiès
(Ie la Uel^itpie. (Extr. d. nnMiioiies dn .Mnst-r royal d"liislnirt' n;il iir<*llf
de Belj:i(iue T II). Jirnxelles, VMV.i, 4° D. Tui).
Sillovvay, V. M. Sunnuer Birds ol' Flalhead Lake (P.iill. ef tli»* Univ.
of iMontana II- :i). rnivers'ity of Montana 19(11, S° D. ml.
Skottsher^. ('. 11 n d V e s t e r «; r e ii, T. Für Oesel nene Pflanzen.
((U'versiiit af Kon^l. \'elenskaps-Akadeini<'ns Förliandlin^ai IJMM), 11- ?>).
Stockholm, s° C. 1569.
S t r a s b u r ^e r, K. Teber Kern- iind Zelltheilnn^ lm Pflanzenreiche,
nebst eineni Anlianü fibei- Befiiiclit imu. -lena. ISSS. Mit 'i Tafeln,
8° B. 988.
Die Controversen der indireeteii Kerntheilimo. Bonn, 1884. Mit
2 Tafeln B. 989.
Ueber den Tbeihinusvoruany dei- Zellkerne und das Verhaltniss der
Kerntbeilnn^ znr Zelltbeihmo. Bonn, 1882. Mit 3 Tafeln 8° . . B. 990.
Das botanische 1'racticnin. Vi(Mte uiii»iearbeitete auflage. Jena,
1902, 8° B. 1031.
S t ra s b n r w e 1-, E., X o 11, F. und S c h i ni p e r, A. F. W. Lehrbuch
der Botanik für Hochschnlen. Fiinfte Auflage. Jena, 1902, 8° A. 360.
Strebl, K. Fntersuchungen über das Langen wachthnm der Wnrzel und
des hjpokotylen Gliedes! Leii>zig, 1874. Tnaug-Diss, 8° B. 981,
The B r i t i s b P h a !• ni a e o p o e i a. 1898. London, 1901, 8° . . D. 708.
T i e g b e ni, P h. v a ii. Nouvelle» observations sur les Oehnacées. Paris,
1903, 8° C. 1594.
Torre y, H. B. The ïfydroida of the Pacific coast of North America.
Berkeley, 1902, 8° D. 704.
233
Tubeuf, D^ Freiherr v. Studiën ueber die Scliüttkrankheit der
Kiefer. (Arb. a. d. Biologischeu Abth. für Land- und Forstwirthschaft
aniKais. Gesimdheitsamte). Berliu, 3901, IF Bd. Heft l. Mit 7 Tafeln,
^o H. 944.
U u s e r, F. Anatomie nnd Ph.vsioloj,ne der Tflanzen. Leipzig, 1855,
^o ' B. 996.
U r b a n, I g. Symbolae Antillauae, seu fuudamenta Floiae Indiae oceiden-
talis. Berolini, 1901. Vol. II, fase III, 8° C. 1550.
Van de vel de, A. J. J. Repertoi-inm van de geschriften over de voe-
dingsmiddelen gedn rende het jaar 1900 verschenen. Gent. 1901, 8° A. 356.
Verslag van het Rijks Ethnographisch Museum te Leiden over het tijdvak
van 1 Oet. 1900 tot 30 Sept. 1901. (Ministerie van Binnenlandsche zaken).
's Gravenhage, 1901. Met 16 platen, 8° ^^- 212.
VersL^g der centrale commissie voor de wereldtentoonstelling te Parijs in
1900. 's Gravenhage, 1902, 4° ^'- -^^■
V e s t e r g r e n, T. Ueber Hymenella Arundinis Fr. (Öfversigt af Kongl.
Vetenskaps-Aakd. Förhandlingar 1899. 11- 8). Stockholm, 1899 8° C. 1561.
V 1 a d e s c o, M. C. Bulletin de Therbier de Tlnstitut botanicpie de Buca-
rest, n? 2. Bucuresci, 1902, 8"^ <"^- 222.
Vogt, C. Natürliche geschichte der Schöpfung des Weltalls. der Erde
und der auf ihr befindlichen Organismen begründet anf die durch
d^-e Wissenschaft errungenen Thatsa.-hen. Brauns.lnveig. 1858,
A. 352.
8°
Vries, R. de. Eine Methode zur Analyse der Turgorkraft. (Abd. aus
Pringheim's jahrbüchern für wiss. lV)tanik Band XIV, Heft 4). Berlin,
_, „„ ■ B. 1002.
1884, 8**
W a h 1 g r e n e, E. On some Apterygogenea. (öfversigt af Kongl. Veteus-
kaps-Akademiens Förhandlingar 1899, W 8). Stockholm. 1899. 8° D. 700.
Wakker, J. H. Onderzoekingen over adventieve kuo]>]»en. Haarlem,
1885. Akad.-proefschrift ^- ^^^•
Wan^-erin, A. Verhandlungen der Gesellschaft Deutscher Naturfor-
^ . ,-.n r* OOI
scher und arzte. Leipzig, 1903. V Theil, 8° <t- -i-
Watt, G. and Manu, H. H. The pests and blighfs of the tea plant.
(Second edition). Galcufta. 1903, 8° ^ l^''^-'^-
Web er, M. Siboga-Expeditie. T^itkomslen op zoölogisch, botanisch,
oceanographisch en geologisch gebied verzameld iu Nederlandsch-Oost-
Indië 1899—1900 aan boord H. M. Siboga ouder eommaud*. van Lnil.'uaut
ter zee 1« kl. G. R. Tvdeman. Leiden, 1901, 4^ Mou..graphie I, XLIV,
LX : ""■'''-
2:^4
WoeverK, T li. < )?Hl<'rzockin<:fti ovcc < iluKosidcii in v<'iI»;iihI iin-t d<' stof-
wiHHclin^' <I<T |>l:iiit. I{(.((<'nl;iiii. IMirj. A.;hI. |.io. rs.liiiili , s'' |',. l(i:'.(l.
"NV e i K lil il II II, A. I .-Itri' (lir Zalil (l<r Kidil iiii-sU<m|m-i' iiimI iM.cr ilii<' !'.<•-
(l.-ii(Mii- liii- <li<' \■<■I•rI•l»llIl<,^ .I.Mi;i, lssT,s° I'.. H«Hi.
W e s ( e r, A. A lsiii<-l»l<>iiiiii;iiis iiMirr<>l<>;;i ndi ;iii;il<i!iii. (( )l'\ ••isi;:l ;if
K()li<il. \'rlciisU;ii)S Akiid. F<.rli:iii(lliii<:;ir is'.l'.i. Il- 1 1. St<..kli(.liii. \S\\<),
s^o ( '. 1 ."55.
W ,> i s III il II II. A. \'«»ilr;i;;i' iirhci- I )cs<('ii«li'ii/ Ihcoiic ;:<'|i;ilt<'ii ;iiii iI'T
rniv.'isiliil /Il l'^('ilMii<r ini IJr.-is-iiii. .Irnn. liMli!. Il l'.d. S° .. D. T»»:'..
\\' i •' s II <' r. .1. I>i<' I'-iilsIcliiiii': <h->i r|il(,ii»iiliylls in (U-r rthiii/.»-. Imik-
l(liysi<»i(»^is(lic rnlcisiiclinii^. Wini. ISTT, S'' M. l>s:',.
llcilrii^c znr Kciiii I iiiss der pliotdclu-niisclicn Kliniiis iiii A rkl isi-licii
(Jchiclc (Al»-i<'(lr. ;i. d. LWIl liiindc der I )ciis<liiilt('n d. iiuit li n;it iirwiss.
('lassc d. Kuis. Akiid. d. wiss. I. Wicii. IS'.ls. 1° I>. 712.
W i 1 d <' III il n, K. de. I><'s jdiiiitcs ( inpicjilcs de «iiiiiidr ciilt iiic, «•af<'>,
caciio. <M)lii. viiiiillc (d ciiontcdioiic. r.iiix.'IIcs. liHii!. 4° n. 053.
N\' i 1 I i s. M. ('iitiiloiiiic of tlic I/iluiny <»t' tin- Ito.viil lioliiiii-' flardous, Pe-
radonya, Oylon. November, 1!»(>0. ('oloiubo. I'.MIL». s° G. 208.
W i n k 1 e r, F. Beitrase ziir ver<:lei(dieiid('n Aiuitoinie d<'r ( Jattiinjren Cro-
talaria inid rn«)ritro])is. Broniber"--. 1!H)1. Inau<;-Diss, S° B. 1010,
Z i lil 111 e rm a n II, A. Die Moijdiolojiic iind IMi.\si(»l(»j;i(' dfs pflanzlichen
Zidlkernes. dcna. 1S!m;. Mi< S4 Fi.uiiivii, S° B. 1004.
Z o p f, W. Die SpaKpilze. Bivslaii, 1SS:{, S° C. 15:^,0.
TIJDkSCHKIFTEN.
A foriiijihlly review of tlie iniperial doi>artuient of aiiricultiirc for tbe West-
ludies. Barbados lOOi».
Agriciiltnral bulletin of the Straiis and federated Malay States, edited by
H. N. Ridley, Dlreetor 1001.
Aunals of tlie Rojal botanie Gardens Peradenija, edited by J. C. Willis,
Director 1901.
Arehief van de landbouw in Insulinde, 1002.
Annales de Geoj,n'aplii(', piibliées sous la direction de MM. V. Vidal de h\
Blache, L. Gallois et Enini, de Mar^erie, 11™^" année, 1002.
]5()lletino teehnico della eoltivazione dei tabaeehie publieato per cura del
R. Istituto ST)erimentale di Seafati (Salerno), 1002.
Bulletin de 1' Académie internationale de géograpliie botanique, ll-"^" année,
1902.
235
Bulletin du Jardin oolonial, rAoriculture itratique des pays chands, 1902.
Bulletin écononiique de la colonie de Madagasoar et dépendance, 2""' aunée,
1902.
Proefstation voor cacao te Salatiga, 1901.
The Journal agi-iculture of Victoria, edited by J. Morrissey. Vol. I, 1902.
Zeitschrift für allgemeine Physiologie. Herausgegeben von Max Verworn.
I' Band, 1902.
\
êiological
& Medical
SeriaJs
^^0/?4GF